ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 335

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
13 december 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 1241/2008 van de Commissie van 12 december 2008 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1242/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende invoering van een communautaire typologie van de landbouwbedrijven

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1243/2008 van de Commissie van 12 december 2008 tot wijziging van de bijlagen III en VI bij Richtlijn 2006/141/EG wat betreft de eisen inzake de samenstelling van bepaalde volledige zuigelingenvoeding ( 1 )

25

 

*

Verordening (EG) nr. 1244/2008 van de Commissie van 12 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1614/2000 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip producten van oorsprong in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Cambodja wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

28

 

*

Verordening (EG) nr. 1245/2008 van de Commissie van 12 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1615/2000 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip producten van oorsprong in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Nepal wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

30

 

*

Verordening (EG) nr. 1246/2008 van de Commissie van 12 december 2008 tot wijziging van artikel 23, lid 2, en de bijlagen II en III van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft de financiële overdrachten van de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt naar plattelandsontwikkeling

32

 

*

Verordening (EG) nr. 1247 /2008 van de Commissie van 11 december 2008 houdende afwijking van de Verordeningen (EG) nr. 2402/96, (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 955/2005, (EG) nr. 969/2006, (EG) nr. 1918/2006, (EG) nr. 1964/2006, (EG) nr. 1002/2007, (EG) nr. 27/2008 en (EG) nr. 1067/2008 ten aanzien van data voor de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten in 2009 in het kader van tariefcontingenten voor bataten (zoete aardappelen), maniokzetmeel, maniok, granen, rijst en olijfolie en houdende afwijking van de Verordeningen (EG) nr. 382/2008, (EG) nr. 1518/2003, (EG) nr. 596/2004 en (EG) nr. 633/2004 ten aanzien van data voor de afgifte van uitvoercertificaten in 2009 in de sectoren rundvlees, varkensvlees, eieren en slachtpluimvee

35

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2008/939/EG

 

*

Besluit van de Raad van 8 december 2008 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten

39

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten

41

 

 

Commissie

 

 

2008/940/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 21 oktober 2008 tot vaststelling van de standaardvoorschriften voor de rapportering inzake nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen waarvoor financiële bijstand van de Gemeenschap wordt verleend (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 6032)  ( 1 )

61

 

 

2008/941/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 8 december 2008 betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7803)  ( 1 )

91

 

 

2008/942/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 9 december 2008 tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 augustus 2007, 1 september 2007, 1 oktober 2007, 1 november 2007, 1 december 2007 en 1 januari 2008 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn

94

 

 

2008/943/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 12 december 2008 betreffende de niet-opneming van beenderolie in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 8083)  ( 1 )

97

 

 

III   Besluiten op grond van het EU-Verdrag

 

 

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

 

*

Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie

99

 

 

 

*

Bericht aan de lezer (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/1


VERORDENING (EG) Nr. 1241/2008 VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2008

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 13 december 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

81,9

TR

108,0

ZZ

95,0

0707 00 05

JO

167,2

MA

47,6

TR

128,4

ZZ

114,4

0709 90 70

MA

109,9

TR

136,5

ZZ

123,2

0805 10 20

AR

18,1

BR

44,6

CL

50,9

MA

64,4

TR

72,2

ZA

42,5

ZW

43,9

ZZ

48,1

0805 20 10

MA

71,0

TR

72,0

ZZ

71,5

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

54,6

HR

54,2

IL

70,6

TR

56,2

ZZ

58,9

0805 50 10

MA

64,0

TR

69,2

ZZ

66,6

0808 10 80

CA

89,2

CL

43,7

CN

76,4

MK

35,3

US

111,7

ZA

123,2

ZZ

79,9

0808 20 50

CN

49,6

TR

104,0

US

138,0

ZZ

97,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/3


VERORDENING (EG) Nr. 1242/2008 VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2008

houdende invoering van een communautaire typologie van de landbouwbedrijven

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap (1), en met name op artikel 4, lid 4, artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de Gemeenschap komen zeer uiteenlopende productiestructuren en -systemen voor. Opdat de structurele kenmerken en de economische resultaten van de landbouwbedrijven gemakkelijker kunnen worden geanalyseerd, is een geschikte, homogene classificatie van de landbouwbedrijven op basis van hun economische bedrijfsomvang en hun productierichting ingevoerd bij Beschikking 85/377/EEG van de Commissie van 7 juni 1985 houdende invoering van een communautaire typologie van de landbouwbedrijven (2).

(2)

De communautaire typologie moet zo worden opgezet dat op verschillende aggregatieniveaus homogene bedrijfsgroepen kunnen worden gevormd en dat vergelijkingen mogelijk zijn wat de toestand van de bedrijven betreft.

(3)

Omdat de rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden, andere dan de landbouwwerkzaamheden van het bedrijf, een steeds groter deel van het inkomen van de landbouwers voor hun rekening nemen, dient in de communautaire typologie een classificatievariabele te worden opgenomen die aangeeft hoe belangrijk die rechtstreeks met het bedrijf verband houdende andere winstgevende werkzaamheden (AWW's) zijn.

(4)

Ter verwezenlijking van de doelstellingen die zijn bepaald in artikel 4, lid 1, artikel 6, lid 1, onder b), en artikel 7, lid 2, van Verordening 79/65/EEG, dienen uitvoeringsbepalingen voor de communautaire typologie te worden vastgesteld. Bovendien moet de communautaire typologie worden toegepast op de bedrijven met boekhouding aan de hand van de boekhoudkundige gegevens die zijn verzameld via het communautaire informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB).

(5)

In bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 571/88 (3) is bepaald dat de op een steekproef gebaseerde landbouwstructuurenquêtes statistisch representatief moeten zijn voor aard en omvang van de landbouwbedrijven zoals geclassificeerd volgens de communautaire typologie. Daarom moet de communautaire typologie ook worden toegepast op de bedrijven waarover gegevens worden verzameld via de landbouwstructuurenquêtes.

(6)

De productierichting en de economische bedrijfsomvang dienen te worden bepaald aan de hand van een economische maatstaf die altijd positief blijft. Daarom verdient het aanbeveling de standaardopbrengst te gebruiken. De standaardopbrengsten moeten per product worden vastgesteld. De lijst van de producten waarvoor de standaardopbrengsten moeten worden berekend, dient in overeenstemming te worden gebracht met de lijst van de kenmerken voor de landbouwstructuurenquêtes zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1166/2008. Opdat de typologie ook kan worden toegepast op de ILB-bedrijven, dient een tabel te worden opgesteld waarin de overeenstemming wordt aangegeven tussen de kenmerken van de structuurenquêtes en de rubrieken van het ILB-bedrijfsformulier.

(7)

De standaardopbrengsten moeten worden gebaseerd op gemiddelde waarden over een referentieperiode van vijf jaar, maar moeten in verband met de economische ontwikkelingen geregeld worden geactualiseerd zodat een zinvolle toepassing van de typologie mogelijk blijft. De actualisatiefrequentie dient samen te hangen met de jaren waarin een landbouwstructuurenquête wordt gehouden.

(8)

Met het oog op de opstelling van het schema voor de keuze van de in het ILB-onderzoek 2010 op te nemen bedrijven met boekhouding dient te worden bepaald dat de bij deze verordening vastgestelde typologie reeds wordt toegepast voor de landbouwstructuurenquête 2007. Ook ter wille van de vergelijkbaarheid van de analyses betreffende de toestand van de volgens die typologie geclassificeerde landbouwbedrijven dient te worden voorzien in toepassing van die typologie voor de landbouwstructuurenquêtes en de ILB-onderzoeken van vóór 2010. Daarom moet een afwijkende bepaling worden opgenomen volgens welke de standaardopbrengsten worden berekend voor de referentieperiode 2004.

(9)

De standaardopbrengsten en de voor de berekening daarvan benodigde gegevens moeten aan de Commissie worden meegedeeld door het verbindingsorgaan dat elke lidstaat overeenkomstig artikel 6 van Verordening 79/65/EEG heeft aangewezen. Bepaald dient te worden dat het verbindingsorgaan de relevante informatie rechtstreeks aan de Commissie kan verstrekken via het door de Commissie opgezette informatiesysteem. Voorts dient te worden bepaald dat dit systeem het mogelijk moet maken de benodigde informatie elektronisch uit te wisselen aan de hand van modellen die het verbindingsorgaan via dit systeem beschikbaar zijn gesteld. Tevens dient te worden bepaald dat de Commissie de lidstaten van de algemene voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van het computersysteem in kennis stelt via het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen.

(10)

Duidelijkheidshalve en gezien het feit dat de communautaire typologie veeleer een maatregel van algemene strekking is dan een tot bepaalde adressaten gerichte maatregel, dient Beschikking 85/377/EEG te worden vervangen door een verordening.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij deze verordening wordt de „communautaire typologie van de landbouwbedrijven”, hierna „typologie” genoemd, tot stand gebracht, welke typologie een uniforme classificatie is van de landbouwbedrijven in de Gemeenschap volgens hun productierichting en hun economische bedrijfsomvang en volgens het belang van de rechtstreeks met het bedrijf verband houdende andere winstgevende werkzaamheden.

2.   De typologie wordt in het bijzonder gebruikt voor de presentatie, per klasse van productierichting en per klasse van economische bedrijfsomvang, van de gegevens die zijn verzameld via de communautaire landbouwstructuurenquêtes en het communautaire informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen.

Artikel 2

Productierichting

1.   In het kader van de toepassing van deze verordening wordt de „productierichting” van een bedrijf bepaald door de relatieve bijdrage van de standaardopbrengst van elk van de verschillende kenmerken van het bedrijf aan de totale standaardopbrengst van het bedrijf. Voor de standaardopbrengst geldt het bepaalde in artikel 5.

2.   Afhankelijk van het vereiste detailleringsniveau, worden de volgende klassen van productierichting onderscheiden:

a)

de klassen van algemene productierichting,

b)

de klassen van hoofdproductierichting,

c)

de klassen van bijzondere productierichting.

Het schema voor de classificatie van de bedrijven volgens productierichting wordt vastgesteld in bijlage I.

Artikel 3

Economische bedrijfsomvang

De economische bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van de totale standaardopbrengst van het bedrijf. Deze omvang wordt uitgedrukt in euro's. De wijze van berekening van de economische bedrijfsomvang en de klassen van economische bedrijfsomvang worden vastgesteld in bijlage II.

Artikel 4

Rechtstreeks met het bedrijf verband houdende andere winstgevende werkzaamheden

Het belang van de rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden, andere dan de landbouwwerkzaamheden van het bedrijf, wordt bepaald op basis van het procentuele aandeel van die andere winstgevende werkzaamheden in de finale output van het bedrijf. Deze verhouding wordt uitgedrukt in de vorm van een klassenbreedte op basis van percentages. De betrokken klassenbreedten op basis van percentages worden vastgesteld in bijlage III, deel C.

Bepalingen betreffende de finale output, de definitie en de methode voor het schatten van de genoemde verhouding worden vastgesteld in bijlage III, delen A en B.

Artikel 5

Standaardopbrengst en totale standaardopbrengst

1.   In het kader van de toepassing van de onderhavige verordening wordt onder „standaardopbrengst” verstaan de standaardwaarde van de brutoproductie.

De standaardopbrengst wordt per regio zoals bedoeld in bijlage IV bij de onderhavige verordening bepaald voor elk van de bij de landbouwstructuurenquêtes te gebruiken kenmerken van de plantaardige en de dierlijke productie zoals vastgesteld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1166/2008.

De wijze van berekening voor de bepaling van de standaardopbrengst voor elk kenmerk en de werkwijze voor het verzamelen van de desbetreffende gegevens worden vastgesteld in bijlage IV bij de onderhavige verordening.

2.   De totale standaardopbrengst van een bedrijf is gelijk aan de som van de waarden die worden verkregen door voor elk kenmerk de standaardopbrengst per eenheid te vermenigvuldigen met het desbetreffende aantal eenheden.

3.   Met het oog op de berekening van de standaardopbrengsten voor de landbouwstructuurenquête van het jaar N wordt onder „referentieperiode” verstaan de periode omstreeks het jaar N-3 die de vijf opeenvolgende jaren van het jaar N-5 tot en met het jaar N-1 omvat.

De standaardopbrengsten worden bepaald aan de hand van gemiddelde basisgegevens die zijn berekend over een referentieperiode van vijf jaar zoals bedoeld in de eerste alinea. Op zijn minst telkens wanneer een landbouwstructuurenquête wordt gehouden, worden zij geactualiseerd om rekening te houden met de economische ontwikkelingen.

De eerste referentieperiode waarover de standaardopbrengsten worden berekend, is de referentieperiode 2007, die de kalenderjaren 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009 of de landbouwjaren 2005/2006, 2006/2007, 2007/2008, 2008/2009 en 2009/2010 omvat.

4.   In afwijking van lid 3 berekenen de lidstaten de standaardopbrengsten over de referentieperiode 2004 voor de kenmerken die zijn opgenomen in de bij Verordening (EG) nr. 204/2006 van de Commissie (4) vastgestelde lijst voor de landbouwstructuurenquête 2007. In dit geval omvat de referentieperiode hetzij de kalenderjaren 2003, 2004 en 2005, hetzij de landbouwjaren 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006.

Artikel 6

Mededeling aan de Commissie

1.   De standaardopbrengsten en de in bijlage IV, deel 3, bedoelde gegevens worden aan de Commissie (Eurostat) meegedeeld door het verbindingsorgaan dat elke lidstaat overeenkomstig artikel 6 van Verordening 79/65/EEG heeft aangewezen, of door de instantie waaraan deze taak is gedelegeerd.

2.   De lidstaten delen de Commissie de standaardopbrengsten over een referentieperiode voor een jaar N en de in bijlage IV, deel 3, bedoelde gegevens aan de Commissie mee vóór 31 december van het jaar N+3 of, indien nodig, vóór een datum die de Commissie vaststelt na raadpleging van het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen.

De standaardopbrengsten over de referentieperiode 2004 worden de Commissie uiterlijk op 31 december 2008 meegedeeld.

3.   Voor de mededeling van de standaardopbrengsten en van de in lid 1 bedoelde gegevens gebruiken de lidstaten de door de Commissie (Eurostat) beschikbaar gestelde computersystemen die elektronische uitwisselingen van documenten en informatie tussen haar en de lidstaten mogelijk maken.

4.   De vorm en de inhoud van de voor een mededeling benodigde documenten worden door de Commissie vastgesteld aan de hand van modellen of vragenlijsten die beschikbaar worden gesteld via de in lid 3 bedoelde systemen. De voorschriften betreffende de attributen van de in lid 1 bedoelde gegevens worden vastgesteld in het kader van het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen.

Artikel 7

Intrekking

1.   Beschikking 85/377/EEG wordt ingetrokken.

Beschikking 85/377/EEG blijft evenwel van toepassing tot en met het boekjaar 2009 voor de classificatie van de bedrijven van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen en tot en met de enquête 2007 voor de classificatie van de bedrijven van de in Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad (5) bedoelde landbouwstructuurenquêtes.

2.   Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar deze verordening en moeten worden gelezen overeenkomstig de in bijlage V opgenomen concordantietabel.

Artikel 8

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van het boekjaar 2010 in het geval van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen en vanaf de enquête 2010 in het geval van de landbouwstructuurenquêtes.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 december 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB 109 van 23.6.1965, blz. 1859/65.

(2)  PB L 220 van 17.8.1985, blz. 1.

(3)  PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14.

(4)  PB L 34 van 7.2.2006, blz. 3.

(5)  PB L 56 van 2.3.1988, blz. 1.


BIJLAGE I

CLASSIFICATIE VAN DE LANDBOUWBEDRIJVEN VOLGENS PRODUCTIERICHTING

A.   CLASSIFICATIESCHEMA

Gespecialiseerde bedrijven — gewassen

Algemene productierichting

Hoofdproductierichting

Bijzondere productierichting

1.

Gespecialiseerde akkerbouwbedrijven

15.

Bedrijven gespecialiseerd in de teelt van granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen

151.

Bedrijven gespecialiseerd in de teelt van granen (andere dan rijst), oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen

152.

Gespecialiseerde rijstbedrijven

153.

Bedrijven met gecombineerde teelt van granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen en rijst

16.

Andere akkerbouwbedrijven

161.

Gespecialiseerde hakvruchtenbedrijven

162.

Bedrijven met gecombineerde teelt van granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen en hakvruchten

163.

Gespecialiseerde akkerbouwgroentebedrijven

164.

Gespecialiseerde tabakbedrijven

165.

Gespecialiseerde katoenbedrijven

166.

Bedrijven met diverse combinaties van akkerbouwgewassen

2.

Gespecialiseerde tuinbouwbedrijven

21.

Gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven

211.

Gespecialiseerde glasgroentebedrijven

212.

Gespecialiseerde bedrijven bloemen en sierplanten onder glas

213.

Gespecialiseerde bedrijven gemengde tuinbouw onder glas

22.

Gespecialiseerde opengrondstuinbouwbedrijven

221.

Gespecialiseerde opengrondsgroentebedrijven

222.

Gespecialiseerde bedrijven bloemen en sierplanten in de open grond

223.

Gespecialiseerde bedrijven gemengde tuinbouw in de open grond

23.

Andere tuinbouwbedrijven

231.

Gespecialiseerde paddenstoelbedrijven

232.

Gespecialiseerde boomkwekerijbedrijven

233.

Bedrijven met diverse tuinbouwteelten

3.

Gespecialiseerde bedrijven blijvende teelten

35.

Gespecialiseerde bedrijven wijnbouw en druiventeelt

351.

Gespecialiseerde wijnbouwbedrijven — kwaliteitswijn

352.

Gespecialiseerde wijnbouwbedrijven — andere wijn dan kwaliteitswijn

353.

Gespecialiseerde bedrijven tafeldruiven

354.

Andere bedrijven wijnbouw en druiventeelt

36.

Gespecialiseerde fruit- en citrusteeltbedrijven

361.

Gespecialiseerde fruitteeltbedrijven (andere vruchten dan citrusfruit, tropisch fruit en noten)

362.

Gespecialiseerde citrusteeltbedrijven

363.

Gespecialiseerde notenteeltbedrijven

364.

Gespecialiseerde bedrijven tropisch fruit

365.

Gespecialiseerde bedrijven fruit, citrusfruit, tropisch fruit en noten: gemengde productie

37.

Gespecialiseerde olijventeeltbedrijven

370.

Gespecialiseerde olijventeeltbedrijven

38.

Bedrijven met diverse combinaties van blijvende teelten

380.

Bedrijven met diverse combinaties van blijvende teelten


Gespecialiseerde bedrijven — veeteelt

Algemene productierichting

Hoofdproductierichting

Bijzondere productierichting

4.

Gespecialiseerde graasdierbedrijven

45.

Gespecialiseerde melkveebedrijven

450.

Gespecialiseerde melkveebedrijven

46.

In jong- en vleesvee gespecialiseerde rundveebedrijven

460.

In jong- en vleesvee gespecialiseerde rundveebedrijven

47.

Rundveebedrijven: melk en jong- en vleesvee gecombineerd

470.

Rundveebedrijven: melk en jong- en vleesvee gecombineerd

48.

Graasdierbedrijven: schapen, geiten en andere graasdieren

481.

Gespecialiseerde schapenbedrijven

482.

Bedrijven met schapen en rundvee gecombineerd

483.

Gespecialiseerde geitenbedrijven

484.

Bedrijven met diverse graasdieren

5.

Gespecialiseerde hokdierbedrijven

51.

Gespecialiseerde varkensbedrijven

511.

Gespecialiseerde fokvarkensbedrijven

512.

Gespecialiseerde vleesvarkensbedrijven

513.

Bedrijven met fok- en vleesvarkens gecombineerd

52.

Gespecialiseerde pluimveebedrijven

521.

Gespecialiseerde legkippenbedrijven

522.

Gespecialiseerde slachtpluimveebedrijven

523.

Bedrijven met combinaties van legkippen en slachtpluimvee

53.

Andere gespecialiseerde hokdierbedrijven

530.

Andere gespecialiseerde hokdierbedrijven


Gemengde bedrijven

Algemene productierichting

Hoofdproductierichting

Bijzondere productierichting

6.

Bedrijven met combinaties van gewassen

61.

Bedrijven met combinaties van gewassen

611.

Bedrijven met combinaties van tuinbouw en blijvende teelten

612.

Bedrijven met combinaties van akker- en tuinbouw

613.

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en wijnbouw/druiventeelt

614.

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en blijvende teelten

615.

Bedrijven met combinaties van gewassen (accent op akkerbouw)

616.

Andere bedrijven met combinaties van gewassen

7.

Bedrijven met combinaties van veeteelt

73.

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren

731.

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op melkvee

732.

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren andere dan melkvee

74.

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op hokdieren

741.

Bedrijven met veeteeltcombinaties: hokdieren en melkvee

742.

Bedrijven met veeteeltcombinaties: hokdieren en graasdieren andere dan melkvee

8.

Bedrijven met combinaties van gewassen en veeteelt

83.

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en graasdieren

831.

Bedrijven met combinaties van akkerbouw met melkvee

832.

Bedrijven met combinaties van melkvee met akkerbouw

833.

Bedrijven met combinaties van akkerbouw met graasdieren andere dan melkvee

834.

Bedrijven met combinaties van graasdieren andere dan melkvee met akkerbouw

84.

Bedrijven met diverse gewassen- en veeteeltcombinaties

841.

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en hokdieren

842.

Bedrijven met combinaties van blijvende teelten en graasdieren

843.

Bijenteeltbedrijven

844.

Bedrijven met andere gewassen- en veeteeltcombinaties

9.

Niet-geclassificeerde bedrijven

90.

Niet-geclassificeerde bedrijven

900.

Niet-geclassificeerde bedrijven

B.   OVEREENSTEMMINGSTABEL EN GROEPERINGSCODES

I.   Vergelijking tussen de rubrieken van de landbouwstructuurenquêtes en die van het bedrijfsformulier van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

Voor de toepassing van de standaardopbrengsten gelijk te stellen rubrieken

Voor de rubriek te gebruiken code

Communautaire enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven van 2010, 2013 en 2016

(Verordening (EG) nr. 1166/2008)

ILB-bedrijfsformulier

(Verordening (EG) nr. 868/2008 betreffende het bedrijfsformulier (1))

I.   

Gewassen

2.01.01.01.

Zachte tarwe en spelt

120.

Zachte tarwe en spelt

2.01.01.02.

Harde tarwe

121.

Durumtarwe

2.01.01.03.

Rogge

122.

Rogge (inclusief mengsels van wintergranen)

2.01.01.04.

Gerst

123.

Gerst

2.01.01.05.

Haver

124.

Haver

125.

Mengsels van zomergranen

2.01.01.06.

Korrelmais

126.

Korrelmais (inclusief vochtige korrelmais)

2.01.01.07.

Rijst

127.

Rijst

2.01.01.99.

Overige granen voor korrelwinning

128.

Overige granen

2.01.02.

Drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning (inclusief zaaizaad en mengsels van granen en peulvruchten)

129.

Eiwithoudende gewassen

2.01.02.01.

waarvan erwten, veldbonen en niet-bittere lupinen

360.

Erwten, tuinbonen, paardenbonen, duivenbonen en niet-bittere lupinen

361.

Linzen, kekers en wikke

330.

Overige eiwithoudende gewassen

2.01.03.

Aardappelen (inclusief primeurs en pootaardappelen)

130.

Aardappelen (inclusief vroege en pootaardappelen)

2.01.04.

Suikerbieten (exclusief zaaizaad)

131.

Suikerbieten (exclusief voor zaadwinning)

2.01.05.

Voederhakvruchten (exclusief zaaizaad)

144.

Voederhakvruchten (exclusief voor zaadwinning)

2.01.06.01.

Tabak

134.

Tabak

2.01.06.02.

Hop

133.

Hop

2.01.06.03.

Katoen

347.

Katoen

2.01.06.04.

Kool- en raapzaad

331.

Kool- en raapzaad

2.01.06.05.

Zonnebloemen

332.

Zonnebloem

2.01.06.06.

Sojabonen

333.

Sojaboon

2.01.06.07.

Lijnzaad

364.

Vlas ander dan vezelvlas

2.01.06.08.

Andere oliehoudende gewassen

334.

Overige oliehoudende zaden

2.01.06.09.

Vlas

373.

Vezelvlas

2.01.06.10.

Hennep

374.

Hennep

2.01.06.11.

Andere vezelgewassen

 

2.01.06.12.

Aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen

345.

Geneeskrachtige, specerij-, aromatische en reukstofplanten met inbegrip van thee, koffie en koffiecichorei

2.01.06.99.

Andere handelsgewassen, niet elders genoemd

346.

Suikerriet

348.

Overige handelsgewassen

2.01.07.

Verse groenten, meloenen en aardbeien, waarvan:

 

2.01.07.01.

In de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking

 

2.01.07.01.01.

Akkerbouwmatig geteeld

136.

Groenten, meloenen en aardbeien in volle grond

2.01.07.01.02.

Tuinbouwmatig geteeld

137.

Groenten, meloenen en aardbeien in intensieve teelt in open grond

2.01.07.02.

Onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie

138.

Groenten, meloenen en aardbeien onder beschutting

2.01.08.

Bloemen en sierplanten (exclusief boomkwekerijgewassen):

 

2.01.08.01.

In de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking

140.

Bloemen en sierplanten in open grond (uitgezonderd boomkwekerijen, met inbegrip van bollenteelt)

2.01.08.02.

Onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie

141.

Bloemen en sierplanten onder beschutting

2.01.09.

Groen geoogste gewassen

 

2.01.09.01.

Tijdelijk grasland

147.

Tijdelijk grasland

2.01.09.02.

Andere groen geoogste gewassen

145.

Overige voedergewassen

2.01.09.02.01.

Voedermais

326.

Voedermais

2.01.09.02.02.

Voedererwten

EN

327.

Overige kuilgranen

EN

2.01.09.02.99.

Andere groen geoogste gewassen, niet elders genoemd

328.

Overige voedergewassen

2.01.10.

Zaaizaad en zaailingen op bouwland

142.

Graszaad

143.

Overige zaden

2.01.11.

Overige gewassen op bouwland

148.

Overige akkerbouwproducten: akkerbouwproducten niet genoemd in de rubrieken 120 tot en met 147

149.

Zaaiklaar verhuurd land, met inbegrip van land dat als loon in natura ter beschikking wordt gesteld van personeel

2.01.12.01.

Braakland, zonder financiële steun

146.

Braakland

Ontbrekend gegeven code 3: braakland waarvoor geen financiële steun wordt verleend

2.01.12.02.

Braakland zonder economische opbrengst, waarvoor financiële steun wordt verleend

146.

Braakland

Ontbrekend gegeven code 8: niet-beteelde en niet langer voor productiedoeleinden gebruikte grond waarvoor het bedrijf recht heeft op financiële steun

2.03.01.

Grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst

150.

Blijvend grasland

2.03.02.

Weiden met geringe opbrengst

151.

Uitloopweiden

2.03.03.

Blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

314.

Blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

2.04.01.

Boomgaarden en kleinfruit

152.

Fruitbomen en bessen

2.04.01.01.

Fruit, waarvan

 

2.04.01.01.01.

Fruit van gematigde breedten

349.

Pitvruchten

350.

Steenvruchten

2.04.01.01.02.

Fruit van subtropische breedten

353.

Tropische en subtropische vruchten

2.04.01.02.

Kleinfruit

352.

Kleinfruit en bessen

2.04.01.03.

Noten

351.

Schaalvruchten

2.04.02.

Citrusvruchtaanplantingen

153.

Citrusvruchten

2.04.03.

Olijfboomgaarden

154.

Olijventeelt

2.04.03.01.

waar gewoonlijk tafelolijven worden geproduceerd

281.

Tafelolijven

2.04.03.02.

waar gewoonlijk olijven voor de oliewinning worden geproduceerd

282.

Olijven voor oliewinning

283.

Olijfolie

2.04.04.

Wijngaarden waar gewoonlijk:

155.

Wijngaarden

2.04.04.01.

kwaliteitswijn wordt geproduceerd

286.

Wijndruiven voor kwaliteitswijn met BOB

292.

Wijndruiven voor kwaliteitswijn met BGA

289.

Kwaliteitswijn met BOB

294.

Kwaliteitswijn met BGA

2.04.04.02.

andere wijnen worden geproduceerd

293.

Wijndruiven voor overige wijn

288.

Diverse producten van de wijnbouw (most, most met toegevoegde alcohol, sap, brandewijn, wijnazijn e.a. voor zover zij op het bedrijf worden geproduceerd)

295.

Overige wijn

2.04.04.03.

tafeldruiven worden geproduceerd

285.

Tafeldruiven

2.04.04.04.

krenten en rozijnen worden geproduceerd

291.

Krenten en rozijnen

2.04.05.

Boomkwekerijgewassen

157.

Boomkwekerijen

2.04.06.

Andere meerjarige teelten

158.

Overige blijvende teelten

2.04.07.

Meerjarige teelten onder glas

156.

Blijvende teelten onder beschutting

2.06.01.

Paddenstoelen

139.

Champignons

II.   

Veestapel

3.01.

Eenhoevigen

22.

Eenhoevige dieren (alle leeftijden)

3.02.01.

Mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan één jaar

23.

Mestkalveren

24.

Overige runderen, jonger dan één jaar

3.02.02.

Mannelijke runderen tussen één en twee jaar oud

25.

Mannelijke runderen, ten minste één maar minder dan twee jaar oud

3.02.03.

Vrouwelijke runderen tussen één en twee jaar oud

26.

Vrouwelijke runderen, ten minste één maar minder dan twee jaar oud

3.02.04.

Mannelijke runderen van twee jaar en ouder

27.

Mannelijke runderen, ten minste twee jaar oud

3.02.05.

Vaarzen van twee jaar en ouder

28.

Fokvaarzen

29.

Mestvaarzen

3.02.06.

Melkkoeien

30.

Melkkoeien

31.

Afgemolken koeien

3.02.99.

Andere koeien

32.

Overige koeien

3.03.01.

Schapen (alle leeftijden)

 

3.03.01.01.

Schapen, vrouwelijke dieren voor de voortplanting

40.

Fokooien

3.03.01.99.

Andere schapen

41.

Overige schapen

3.03.02.

Geiten (alle leeftijden)

 

3.03.02.01.

Geiten, vrouwelijke dieren voor de voortplanting

38.

Vrouwelijke geiten voor de voortplanting

3.03.02.99.

Andere geiten

39.

Overige geiten

3.04.01.

Biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg

43.

Biggen

3.04.02.

Fokzeugen van 50 kg en meer

44.

Fokzeugen

3.04.99.

Andere varkens

45.

Mestvarkens

46.

Overige varkens

3.05.01.

Mesthoenders

47.

Slachtkuikens

3.05.02.

Leghennen

48.

Leghennen

3.05.03.

Ander pluimvee

49.

Overig pluimvee

3.05.03.01.

Kalkoenen

3.05.03.02.

Eenden

3.05.03.03.

Ganzen

3.05.03.04.

Struisvogels

3.05.03.99.

Ander pluimvee, niet elders genoemd

3.06.

Moederkonijnen (voedsters)

34.

Moederkonijnen

3.07.

Bijen

33.

Bijenvolken

II.   Codes waaronder enige in de landbouwstructuurenquêtes van 2010, 2013 en 2016 opgenomen kenmerken worden gegroepeerd

P45.

Melkvee = 3.02.01. (mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan één jaar) + 3.02.03. (vrouwelijke runderen tussen één en twee jaar oud) + 3.02.05. (vaarzen van twee jaar en ouder) + 3.02.06. (melkkoeien).

P46.

Runderen = P45 (melkvee) + 3.02.02. (mannelijke runderen tussen één en twee jaar oud) + 3.02.04. (mannelijke runderen van twee jaar en ouder) + 3.02.99. (andere koeien).

GL

Graasdieren = 3.01. (eenhoevigen) + P46 (runderen) + 3.03.01.01. (schapen, vrouwelijke dieren voor de voortplanting) + 3.3.1.99. (andere schapen) + 3.03.02.01. (geiten, vrouwelijke dieren voor de voortplanting) + 3.03.02.99. (andere geiten).

Indien GL=0

FCP1

Voor verkoop bestemde voedergewassen = 2.01.05. (voederhakvruchten) + 2.01.09. (groen geoogste gewassen) + 2.03.01. (grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst) + 2.03.02. (weiden met geringe opbrengst).

FCP4

Voedergewassen voor graasdieren = 0.

P17

Hakvruchten = 2.01.03. (aardappelen) + 2.01.04. (suikerbieten) + 2.01.05. (voederhakvruchten).

Indien GL>0

FCP1

Voor verkoop bestemde voedergewassen = 0.

FCP4

Voedergewassen voor graasdieren = 2.01.05. (voederhakvruchten) + 2.01.09. (groen geoogste gewassen) + 2.03.01. (grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst) + 2.03.02. (weiden met geringe opbrengst).

P17

Hakvruchten = 2.01.03. (aardappelen) + 2.01.04. (suikerbieten).

P151.

Granen, uitgezonderd rijst = 2.01.01.01. (zachte tarwe en spelt) + 2.01.01.02. (harde tarwe) + 2.01.01.03. (rogge) + 2.01.01.04. (gerst) + 2.01.01.05. (haver) + 2.01.01.06. (korrelmais) + 2.01.01.99. (overige granen voor korrelwinning).

P15.

Granen = P151 (granen, uitgezonderd rijst) + 2.01.01.07. (rijst).

P16.

Oliehoudende zaden = 2.01.06.04. (kool- en raapzaad) + 2.01.06.05. (zonnebloemen) + 2.01.06.06. (sojabonen) + 2.01.06.07. (lijnzaad) + 2.01.06.08. (andere oliehoudende gewassen).

P51.

Varkens = 3.04.01. (biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg) + 3.04.02. (fokzeugen van 50 kg en meer) + 3.04.99. (andere varkens).

P52.

Pluimvee = 3.05.01. (mesthoenders) + 3.05.02. (leghennen) + 3.05.03. (ander pluimvee).

P1.

Akkerbouw = P15 (granen) + 2.01.02. (drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning) + 2.01.03. (aardappelen) + 2.01.04. (suikerbieten) + 2.01.06.01. (tabak) + 2.01.06.02. (hop) + 2.01.06.03. (katoen) + P16 (oliehoudende zaden) + 2.01.06.09. (vlas) + 2.01.06.10. (hennep) + 2.01.06.11. (andere vezelgewassen) + 2.01.06.12. (aromatische planten, geneeskrachtige kruiden en specerijen) + 2.01.06.99. (andere handelsgewassen, niet elders genoemd) + 2.01.07.01.01. (verse groenten, meloenen en aardbeien — in de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking — akkerbouwmatig geteeld) + 2.01.10. (zaaizaad en zaailingen op bouwland) + 2.01.11. (overige gewassen op bouwland) + 2.01.12.01. (braakland, zonder financiële steun) + FCP1 (voor verkoop bestemde voedergewassen).

P2.

Tuinbouw = 2.01.07.01.02. (verse groenten, meloenen en aardbeien — in de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking — tuinbouwmatig geteeld) + 2.01.07.02. (verse groenten, meloenen en aardbeien — onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie) + 2.01.08.01. (bloemen en sierplanten — in de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking) + 2.01.08.02. (bloemen en sierplanten — onder glas of andere hoge (betreedbare) beschermingsinstallatie) + 2.06.01. (paddenstoelen) + 2.04.05. (boomkwekerijgewassen).

P3.

Meerjarige teelten = 2.04.01. (boomgaarden en kleinfruit) + 2.04.02. (citrusvruchtaanplantingen) + 2.04.03. (olijfboomgaarden) + 2.04.04. (wijngaarden) + 2.04.06. (andere meerjarige teelten) + 2.04.07. (meerjarige teelten onder glas).

P4.

Graasdieren en voedergewassen = GL (graasdieren) + FCP4 (voedergewassen voor graasdieren).

P5.

Hokdieren = P51 (varkens) + P52 (pluimvee) + 3.06. (moederkonijnen (voedsters)).

C.   DEFINITIE VAN DE KLASSEN VAN PRODUCTIERICHTING

Aan de bepaling van de klassen van productierichting liggen twee uitgangspunten ten grondslag, namelijk:

a)

De aard van de betrokken kenmerken

De kenmerken zijn ontleend aan de lijst van kenmerken waarvoor bij de enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven 2010, 2013 en 2016 gegevens worden verzameld: zij worden aangeduid met de code die is vermeld in de overeenstemmingstabel in deel B.I van deze bijlage, of met een code waaronder een aantal van die kenmerken is gegroepeerd, voor welke codes wordt verwezen naar deel B.II van deze bijlage (2).

b)

De minimale en/of maximale aandelen van de kenmerken die de klassengrenzen bepalen

Tenzij anders vermeld, worden deze minimale en/of maximale aandelen aangegeven als breuken van de totale standaardopbrengst van het bedrijf.

Gespecialiseerde bedrijven — gewassen

Productierichting (PR)

Definitie

Code van het kenmerk en minimaal/maximaal aandeel ervan

(zie deel B van deze bijlage)

Algemene PR

Hoofd-PR

Bijzondere PR

Code

 

Code

 

Code

 

1

Gespecialiseerde akkerbouwbedrijven

 

 

 

 

Akkerbouw, d.w.z. granen, drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning, oliehoudende zaden, aardappelen, suikerbieten, handelsgewassen, verse groenten, meloenen en aardbeien als akkerbouwgewas, zaaizaad en zaailingen op bouwland, overige gewassen op bouwland, braakland en voor verkoop bestemde voedergewassen > 2/3

P1 > 2/3

15

Bedrijven gespecialiseerd in de teelt van granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen

 

 

Granen, oliehoudende zaden en drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning > 2/3

P15 + P16 + 2.01.02. > 2/3

151

Bedrijven gespecialiseerd in de teelt van granen (andere dan rijst), oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen

Granen, uitgezonderd rijst, oliehoudende zaden, drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning > 2/3

P151 + P16 + 2.01.02. > 2/3

152

Gespecialiseerde rijstbedrijven

Rijst > 2/3

2.01.01.07. > 2/3

153

Bedrijven met gecombineerde teelt van granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen en rijst

Bedrijven van klasse 15, uitgezonderd die van de klassen 151 en 152

 

16

Andere akkerbouwbedrijven

 

 

Akkerbouw > 2/3; granen, oliehoudende zaden en drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning ≤ 2/3

P15 + P16 + 2.01.02. ≤ 2/3

161

Gespecialiseerde hakvruchtenbedrijven

Aardappelen, suikerbieten en voederhakvruchten > 2/3

P17 > 2/3

162

Bedrijven met gecombineerde teelt van granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen en hakvruchten

Granen, oliehoudende zaden en drooggeoogste peulvruchten en eiwitrijke gewassen voor korrelwinning > 1/3; hakvruchten > 1/3

P15 + P16 + 2.01.02. > 1/3; P17 > 1/3

163

Gespecialiseerde akkerbouwgroentebedrijven

Verse groenten, meloenen en aardbeien als akkerbouwgewas > 2/3

2.01.07.01.01. > 2/3

164

Gespecialiseerde tabakbedrijven

Tabak > 2/3

2.01.06.01. > 2/3

165

Gespecialiseerde katoenbedrijven

Katoen > 2/3

2.01.06.03. > 2/3

166

Bedrijven met diverse combinaties van akkerbouwgewassen

Bedrijven van klasse 16, uitgezonderd die van de klassen 161, 162, 163, 164 en 165

 

2

Gespecialiseerde tuinbouwbedrijven

 

 

 

 

Verse groenten, meloenen en aardbeien als opengrondstuinbouwgewas en onder glas, bloemen en sierplanten in de open grond en onder glas, paddenstoelen en boomkwekerijgewassen > 2/3

P2 > 2/3

21

Gespecialiseerde glastuinbouwbedrijven

 

 

Verse groenten, meloenen en aardbeien onder glas en bloemen en sierplanten onder glas > 2/3

2.01.07.02. + 2.01.08.02. > 2/3

211

Gespecialiseerde glasgroentebedrijven

Verse groenten, meloenen en aardbeien onder glas > 2/3

2.01.07.02. > 2/3

212

Gespecialiseerde bedrijven bloemen en sierplanten onder glas

Bloemen en sierplanten onder glas > 2/3

2.01.08.02. > 2/3

213

Gespecialiseerde bedrijven gemengde tuinbouw onder glas

Bedrijven van klasse 21, uitgezonderd die van de klassen 211 en 212

 

22

Gespecialiseerde opengrondstuinbouwbedrijven

 

 

Verse groenten, meloenen en aardbeien in de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking tuinbouwmatig geteeld en bloemen en sierplanten in de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking > 2/3

2.01.07.01.02. + 2.01.08.01. > 2/3

221

Gespecialiseerde opengrondsgroentebedrijven

Verse groenten, meloenen en aardbeien in de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking tuinbouwmatig geteeld > 2/3

2.01.07.01.02. > 2/3

222

Gespecialiseerde bedrijven bloemen en sierplanten in de open grond

Bloemen en sierplanten in de open lucht of onder lage (niet-betreedbare) beschermingsafdekking > 2/3

2.01.08.01. > 2/3

223

Gespecialiseerde bedrijven gemengde tuinbouw in de open grond

Bedrijven van klasse 22, uitgezonderd die van de klassen 221 en 222

 

23

Andere tuinbouwbedrijven

 

 

Tuinbouwbedrijven met glastuinbouw ≤ 2/3 en tuinbouw in de open grond ≤ 2/3

2.01.07.01.02. + 2.01.08.01. ≤ 2/3; 2.01.07.02. + 2.01.08.02. ≤ 2/3

231

Gespecialiseerde paddenstoelbedrijven

Paddenstoelen > 2/3

2.06.01. > 2/3

232

Gespecialiseerde boomkwekerijbedrijven

Boomkwekerijgewassen > 2/3

2.04.05. > 2/3

233

Bedrijven met diverse tuinbouwteelten

Bedrijven van klasse 23, uitgezonderd die van de klassen 231 en 232

 

3

Gespecialiseerde bedrijven blijvende teelten

 

 

 

 

Boomgaarden en kleinfruit, citrusvruchtaanplantingen, olijfboomgaarden, wijngaarden, andere meerjarige teelten en meerjarige teelten onder glas > 2/3

P3 > 2/3

35

Gespecialiseerde bedrijven wijnbouw en druiventeelt

 

 

Wijngaarden > 2/3

2.04.04. > 2/3

351

Gespecialiseerde wijnbouwbedrijven — kwaliteitswijn

Wijngaarden waar gewoonlijk kwaliteitswijn wordt geproduceerd > 2/3

2.04.04.01. > 2/3

352

Gespecialiseerde wijnbouwbedrijven — andere wijn dan kwaliteitswijn

Wijngaarden waar gewoonlijk andere wijnen worden geproduceerd > 2/3

2.04.04.02. > 2/3

353

Gespecialiseerde bedrijven tafeldruiven

Wijngaarden waar gewoonlijk tafeldruiven worden geproduceerd > 2/3

2.04.04.03. > 2/3

354

Andere bedrijven wijnbouw en druiventeelt

Bedrijven van klasse 35, uitgezonderd die van de klassen 351, 352 en 353

 

36

Gespecialiseerde fruit- en citrusteeltbedrijven

 

 

Boomgaarden en kleinfruit en citrusvruchtaanplantingen > 2/3

2.04.01. + 2.04.02. > 2/3

361

Gespecialiseerde fruitteeltbedrijven (andere vruchten dan citrusfruit, tropisch fruit en noten)

Fruit van gematigde breedten en kleinfruit > 2/3

2.04.01.01.01. + 2.04.01.02. > 2/3

362

Gespecialiseerde citrusteeltbedrijven

Citrusfruit > 2/3

2.04.02. > 2/3

363

Gespecialiseerde notenteeltbedrijven

Noten > 2/3

2.04.01.03. > 2/3

364

Gespecialiseerde bedrijven tropisch fruit

Tropisch fruit > 2/3

2.04.01.01.02. > 2/3

365

Gespecialiseerde bedrijven fruit, citrusfruit, tropisch fruit en noten: gemengde productie

Bedrijven van klasse 36, uitgezonderd die van de klassen 361, 362, 363 en 364

 

37

Gespecialiseerde olijventeeltbedrijven

370

Gespecialiseerde olijventeeltbedrijven

Olijfboomgaarden > 2/3

2.04.03. > 2/3

38

Bedrijven met diverse combinaties van blijvende teelten

380

Bedrijven met diverse combinaties van blijvende teelten

Bedrijven van klasse 3, uitgezonderd die van de klassen 35, 36 en 37

 


Gespecialiseerde bedrijven — veeteelt

Productierichting (PR)

Definitie

Code van het kenmerk en minimaal/maximaal aandeel ervan

(zie deel B van deze bijlage)

Algemene PR

Hoofd-PR

Bijzondere PR

Code

 

Code

 

Code

 

4

Gespecialiseerde graasdierbedrijven

 

 

 

 

Voedergewassen voor graasdieren (d.w.z. voederhakvruchten, groen geoogste gewassen, grasland en weiden met geringe opbrengst) en graasdieren (d.w.z. eenhoevigen en alle categorieën van runderen, schapen en geiten) > 2/3

P4 > 2/3

45

Gespecialiseerde melkveebedrijven

 

 

Melkkoeien > 3/4 van alle graasdieren; graasdieren > 1/3 van de graasdieren en voedergewassen

3.02.06. > 3/4 GL; GL > 1/3 P4

46

In jong- en vleesvee gespecialiseerde rundveebedrijven

 

 

Alle runderen (d.w.z. runderen jonger dan één jaar, runderen tussen één en twee jaar oud en runderen van twee jaar en ouder (mannelijke dieren, vaarzen, melkkoeien en andere koeien)) > 2/3 van de graasdieren; melkkoeien ≤ 1/10 van de graasdieren; graasdieren > 1/3 van de graasdieren en voedergewassen

P46 > 2/3 GL; 3.02.06. ≤ 1/10 GL; GL > 1/3 P4

47

Rundveebedrijven: melk en jong- en vleesvee gecombineerd

 

 

Alle runderen > 2/3 van de graasdieren; melkkoeien > 1/10 van de graasdieren; graasdieren > 1/3 van de graasdieren en voedergewassen; uitgezonderd de bedrijven van klasse 45

P46 > 2/3 GL; 3.02.06. > 1/10 GL; GL > 1/3 P4; uitgezonderd klasse 45

48

Graasdierbedrijven: schapen, geiten en andere graasdieren

 

 

Alle runderen ≤ 2/3 van de graasdieren

P46 ≤ 2/3

481

Gespecialiseerde schapenbedrijven

Schapen > 2/3 van de graasdieren; graasdieren > 1/3 van de graasdieren en voedergewassen

3.03.01. > 2/3 GL; GL > 1/3 P4

482

Bedrijven met schapen en rundvee gecombineerd

Alle runderen > 1/3 van de graasdieren; schapen > 1/3 van de graasdieren; graasdieren >1/3 van de graasdieren en voedergewassen

P46 > 1/3 GL; 3.03.01. > 1/3 GL; GL > 1/3 P4

483

Gespecialiseerde geitenbedrijven

Geiten > 2/3 van de graasdieren; graasdieren > 1/3 van de graasdieren en voedergewassen

3.03.02. > 2/3 GL; GL > 1/3 P4

484

Bedrijven met diverse graasdieren

Bedrijven van klasse 48, uitgezonderd die van de klassen 481, 482 en 483

 

5

Gespecialiseerde hokdierbedrijven

 

 

 

 

Hokdieren, d.w.z. varkens (d.w.z. biggen, fokzeugen en andere varkens), pluimvee (d.w.z. mesthoenders, leghennen en ander pluimvee) en moederkonijnen (voedsters) > 2/3

P5 > 2/3

51

Gespecialiseerde varkensbedrijven

 

 

Varkens > 2/3

P51 > 2/3

511

Gespecialiseerde fokvarkensbedrijven

Fokzeugen > 2/3

3.04.02. > 2/3

512

Gespecialiseerde vleesvarkensbedrijven

Biggen en andere varkens > 2/3

3.04.01. + 3.04.99. > 2/3

513

Bedrijven met fok- en vleesvarkens gecombineerd

Bedrijven van klasse 51, uitgezonderd die van de klassen 511 en 512

 

52

Gespecialiseerde pluimveebedrijven

 

 

Pluimvee > 2/3

P52 > 2/3

521

Gespecialiseerde legkippenbedrijven

Leghennen > 2/3

3.05.02. > 2/3

522

Gespecialiseerde slachtpluimveebedrijven

Mesthoenders en ander pluimvee > 2/3

3.05.01. + 3.05.03. > 2/3

523

Bedrijven met combinaties van legkippen en slachtpluimvee

Bedrijven van klasse 52, uitgezonderd die van de klassen 521 en 522

 

53

Andere gespecialiseerde hokdierbedrijven

 

 

Bedrijven van klasse 5, uitgezonderd die van de klassen 51 en 52

 


Gemengde bedrijven

Productierichting (PR)

Definitie

Code van het kenmerk en minimaal/maximaal aandeel ervan

(zie deel B van deze bijlage)

Algemene PR

Hoofd-PR

Bijzondere PR

Code

 

Code

 

Code

 

6

Bedrijven met combinaties van gewassen

61

Bedrijven met combinaties van gewassen

 

 

Akkerbouw en tuinbouw en meerjarige teelten > 2/3 maar {akkerbouw ≤ 2/3 en tuinbouw ≤ 2/3 en meerjarige teelten ≤ 2/3}

(P1 + P2 + P3) > 2/3; P1 ≤ 2/3; P2 ≤ 2/3; P3 ≤ 2/3

611

Bedrijven met combinaties van tuinbouw en blijvende teelten

Tuinbouw > 1/3; meerjarige teelten > 1/3

P2 > 1/3; P3 > 1/3

612

Bedrijven met combinaties van akker- en tuinbouw

Akkerbouw > 1/3; tuinbouw > 1/3

P1 > 1/3; P2 > 1/3

613

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en wijnbouw/druiventeelt

Akkerbouw > 1/3; wijngaarden > 1/3

P1 > 1/3; 2.04.04. > 1/3

614

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en blijvende teelten

Akkerbouw > 1/3; meerjarige teelten > 1/3; wijngaarden ≤ 1/3

P1 > 1/3; P3 > 1/3; 2.04.04. ≤ 1/3

615

Bedrijven met combinaties van gewassen (accent op akkerbouw)

Akkerbouw > 1/3; geen enkele andere productietak > 1/3

P1 > 1/3; P2 ≤ 1/3; P3 ≤ 1/3;

616

Andere bedrijven met combinaties van gewassen

Bedrijven van klasse 61, uitgezonderd die van de klassen 611, 612, 613, 614 en 615

 

7

Bedrijven met combinaties van veeteelt

 

 

 

 

Graasdieren en voedergewassen en hokdieren > 2/3; graasdieren en voedergewassen ≤ 2/3; hokdieren ≤ 2/3

P4 + P5 > 2/3; P4 ≤ 2/3; P5 ≤ 2/3

73

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren

 

 

Graasdieren en voedergewassen > hokdieren

P4 > P5

731

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op melkvee

Melkvee > 1/3 van de graasdieren; melkkoeien > 1/2 van het melkvee

P45 > 1/3 GL; 3.02.06. > 1/2 P45;

732

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op graasdieren andere dan melkvee

Bedrijven van klasse 73, uitgezonderd die van klasse 731

 

74

Bedrijven met veeteeltcombinaties, accent op hokdieren

 

 

Graasdieren en voedergewassen ≤ hokdieren

P4 ≤ P5

741

Bedrijven met veeteeltcombinaties: hokdieren en melkvee

Melkvee > 1/3 van de graasdieren; hokdieren > 1/3; melkkoeien > 1/2 van het melkvee

P45 > 1/3 GL; P5 > 1/3; 3.02.06. > 1/2 P45

742

Bedrijven met veeteeltcombinaties: hokdieren en graasdieren andere dan melkvee

Bedrijven van klasse 74, uitgezonderd die van klasse 741

 

8

Bedrijven met combinaties van gewassen en veeteelt

 

 

 

 

Bedrijven die niet konden worden ondergebracht in de klassen 1 t/m 7

 

83

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en graasdieren

 

 

Akkerbouw > 1/3; graasdieren en voedergewassen > 1/3

P1 > 1/3; P4 > 1/3

831

Bedrijven met combinaties van akkerbouw met melkvee

Melkvee > 1/3 van de graasdieren; melkkoeien > 1/2 van het melkvee; melkvee < akkerbouw

P45 > 1/3 GL; 3.02.06. > 1/2 P45; P45 < P1

832

Bedrijven met combinaties van melkvee met akkerbouw

Melkvee > 1/3 van de graasdieren; melkkoeien > 1/2 van het melkvee; melkvee ≥ akkerbouw

P45 > 1/3 GL; 3.02.06. > 1/2 P45; P45 ≥ P1

833

Bedrijven met combinaties van akkerbouw met graasdieren andere dan melkvee

Akkerbouw > graasdieren en voedergewassen; uitgezonderd de bedrijven van klasse 831

P1 > P4; uitgezonderd klasse 831

834

Bedrijven met combinaties van graasdieren andere dan melkvee met akkerbouw

Bedrijven van klasse 83, uitgezonderd die van de klassen 831, 832 en 8332

 

84

Bedrijven met diverse gewassen- en veeteeltcombinaties

 

 

Bedrijven van klasse 8, uitgezonderd die van klasse 83

 

841

Bedrijven met combinaties van akkerbouw en hokdieren

Akkerbouw > 1/3; hokdieren > 1/3

P1 > 1/3; P5 > 1/3

842

Bedrijven met combinaties van blijvende teelten en graasdieren

Meerjarige teelten > 1/3; graasdieren en voedergewassen > 1/3

P3 > 1/3; P4 > 1/3

843

Bijenteeltbedrijven

Bijen > 2/3

3.7. > 2/3

844

Bedrijven met andere gewassen- en veeteeltcombinaties

Bedrijven van klasse 84, uitgezonderd die van de klassen 841, 842 en 843

 


Niet-geclassificeerde bedrijven

Productierichting (PR)

Definitie

Code van het kenmerk en minimaal/maximaal aandeel ervan

(zie deel B van deze bijlage)

Algemene PR

Hoofd-PR

Bijzondere PR

Code

 

Code

 

Code

 

9

Niet-geclassificeerde bedrijven

 

 

 

 

Niet-geclassificeerde bedrijven

Totale standaardopbrengst = 0


(1)  PB L 237 van 4.9.2008, blz. 18.

(2)  De kenmerken 2.01.05. (voederhakvruchten), 2.01.09. (groen geoogste gewassen), 2.01.12.01. (braakland, zonder financiële steun), 2.01.12.02. (braakland zonder economische opbrengst, waarvoor financiële steun wordt verleend), 2.02. (tuinen voor eigen gebruik), 2.03.01. (grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst), 2.03.02. (weiden met geringe opbrengst), 2.03.03. (blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt), 3.02.01. (mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan één jaar), 3.03.01.99. (andere schapen), 3.03.02.99. (andere geiten) en 3.04.01. (biggen met een levend gewicht van minder dan 20 kg) worden slechts onder bepaalde voorwaarden meegeteld (zie bijlage IV, punt 5).


BIJLAGE II

ECONOMISCHE BEDRIJFSOMVANG

A.   ECONOMISCHE BEDRIJFSOMVANG

De economische bedrijfsomvang wordt gemeten als de totale standaardopbrengst van het bedrijf, uitgedrukt in euro's.

B.   KLASSEN VAN ECONOMISCHE BEDRIJFSOMVANG

De bedrijven worden ingedeeld in grootteklassen met de volgende grenzen:

Klasse

Grenzen in euro's

I

minder dan 2 000 EUR

II

van 2 000 tot minder dan 4 000 EUR

III

van 4 000 tot minder dan 8 000 EUR

IV

van 8 000 tot minder dan 15 000 EUR

V

van 15 000 tot minder dan 25 000 EUR

VI

van 25 000 tot minder dan 50 000 EUR

VII

van 50 000 tot minder dan 100 000 EUR

VIII

van 100 000 tot minder dan 250 000 EUR

IX

van 250 000 tot minder dan 500 000 EUR

X

van 500 000 tot minder dan 750 000 EUR

XI

van 750 000 tot minder dan 1 000 000 EUR

XII

van 1 000 000 tot minder dan 1 500 000 EUR

XIII

van 1 500 000 tot minder dan 3 000 000 EUR

XIV

3 000 000 EUR of meer

Voor toepassing op het gebied van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen en de communautaire enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven kan worden bepaald dat de grootteklassen IV en V, VIII en IX, X en XI, van XII tot en met XIV of van X tot en met XIV worden samengevoegd.

Ter uitvoering van artikel 4, lid 1, van Verordening 79/65/EEG stellen de lidstaten voor het waarnemingsgebied van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen een drempelwaarde van de economische bedrijfsomvang vast die gelijk is aan de ondergrens van een van de bovenvermelde grootteklassen.


BIJLAGE III

RECHTSTREEKS MET HET BEDRIJF VERBAND HOUDENDE ANDERE WINSTGEVENDE WERKZAAMHEDEN

A.   DEFINITIE VAN RECHTSTREEKS MET HET BEDRIJF VERBAND HOUDENDE ANDERE WINSTGEVENDE WERKZAAMHEDEN

De rechtstreeks met het bedrijf verband houdende winstgevende werkzaamheden, andere dan de landbouwwerkzaamheden van het bedrijf, omvatten alle niet-landbouwwerkzaamheden die rechtstreeks met het bedrijf verband houden en een economische impact op het bedrijf hebben. Het betreft werkzaamheden waarbij hetzij productiemiddelen van het bedrijf (grond, gebouwen, machines, landbouwproducten enz.), hetzij producten van het bedrijf worden gebruikt.

B.   SCHATTING VAN HET BELANG VAN DE RECHTSTREEKS MET HET BEDRIJF VERBAND HOUDENDE ANDERE WINSTGEVENDE WERKZAAMHEDEN (AWW'S)

Het aandeel van de rechtstreeks met het bedrijf verband houdende AWW's in de finale output van het bedrijf wordt als volgt geschat aan de hand van het aandeel van de omzet uit de rechtstreeks met het bedrijf verband houdende AWW's in de totale omzet van het bedrijf (inclusief rechtstreekse betalingen):

Formula

C.   KLASSEN NAAR HET BELANG VAN DE RECHTSTREEKS MET HET BEDRIJF VERBAND HOUDENDE AWW's

De bedrijven worden als volgt in klassen ingedeeld volgens de grenzen waarbinnen het belang van de rechtstreeks met het bedrijf verband houdende AWW's in procenten van de finale output ligt.

Klasse

Grenzen in procenten

I

Van 0 % tot en met 10 %

II

Van meer dan 10 % tot en met 50 %

III

Van meer dan 50 % tot minder dan 100 %


BIJLAGE IV

STANDAARDOPBRENGSTEN (SO's)

1.   DEFINITIE EN WIJZE VAN BEREKENING VAN DE SO's

a)   Onder opbrengst van een landbouwkenmerk wordt verstaan: de geldwaarde van de brutoproductie van het betrokken landbouwproduct tegen de prijs af boerderij.

Onder standaardopbrengst (SO) wordt verstaan: de waarde van de opbrengst die overeenstemt met de gemiddelde situatie in een bepaalde regio voor elk van de onderscheiden landbouwkenmerken.

b)   De opbrengst is gelijk aan de som van de waarde van het/de hoofdproduct(en) en de waarde van het/de bijproduct(en).

De waarden worden berekend door de productie per eenheid te vermenigvuldigen met de prijs af boerderij. Zij zijn exclusief btw, belastingen op producten en rechtstreekse betalingen.

c)   Productieperiode

De SO's hebben betrekking op een productieperiode van twaalf maanden (kalender- of landbouwjaar).

Voor de plantaardige en de dierlijke producten waarbij de productieduur minder of meer dan twaalf maanden bedraagt, wordt een SO berekend die betrekking heeft op de aanwas of productie over twaalf maanden.

d)   Basisgegevens en referentieperiode

De SO's worden bepaald met behulp van de elementen die zijn genoemd in het vorenstaande punt b). De hiervoor benodigde basisgegevens worden in de lidstaten verzameld over een referentieperiode van vijf opeenvolgende kalender- of landbouwjaren. Deze referentieperiode is uniform voor alle lidstaten en wordt door de Commissie vastgesteld. Zo hebben bijvoorbeeld de SO's van de referentieperiode „2007” betrekking op de kalenderjaren 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009 of de landbouwjaren 2005/2006, 2006/2007, 2007/2008, 2008/2009 en 2009/2010.

e)   Eenheden

1)   Fysieke eenheden:

a)

De SO's voor de kenmerken van de plantaardige productie worden bepaald per hectare van de betrokken oppervlakte.

Voor paddenstoelen worden de SO's evenwel bepaald op basis van de bruto-opbrengsten van alle opeenvolgende oogsten in de loop van het jaar en uitgedrukt per 100 m2 oppervlak van de bedden. Voor gebruik in het kader van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen worden de aldus bepaalde SO's gedeeld door het aantal opeenvolgende oogsten per jaar, welk aantal door de lidstaten wordt meegedeeld.

b)

De SO's voor de kenmerken van de dierlijke productie worden bepaald per dier, voor pluimvee evenwel per honderd stuks en voor bijen per volk.

2)   Munteenheden en afronding

De basisgegevens voor de bepaling van de SO's en de berekende SO's zelf dienen te luiden in euro's. Voor de lidstaten die niet deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie, worden de SO's in euro's omgerekend met behulp van de gemiddelde wisselkoersen in de referentieperiode als omschreven in punt 1, onder d), van deze bijlage. Deze wisselkoersen worden door de Commissie aan die lidstaten meegedeeld.

De SO's mogen op het naaste veelvoud van 5 EUR worden afgerond wanneer dit zinvol is.

2.   AGGREGATIENIVEAU VAN DE SO's

a)   Volgens de kenmerken van de plantaardige en de dierlijke productie

De SO's worden bepaald voor alle landbouwkenmerken waarvoor in de communautaire landbouwstructuurenquêtes een rubriek is opgenomen, zulks overeenkomstig de voor deze enquêtes geldende aanwijzingen.

b)   Geografisch

De SO's worden op zijn minst voor geografische eenheden bepaald die verenigbaar zijn met die van de communautaire landbouwstructuurenquêtes en van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen. Probleem- of berggebieden worden niet als een geografische eenheid beschouwd.

Er wordt geen SO bepaald voor kenmerken die niet voorkomen in de betrokken regio.

3.   VERZAMELING VAN GEGEVENS VOOR DE BEPALING VAN DE SO's

a)

De basisgegevens voor de bepaling van de SO's worden vernieuwd op zijn minst telkens wanneer een landbouwstructuurenquête in de vorm van een telling wordt uitgevoerd.

b)

Tussen twee communautaire landbouwstructuurenquêtes in de vorm van een telling worden de SO's geactualiseerd telkens wanneer een landbouwstructuurenquête wordt uitgevoerd. Een dergelijke actualisatie vindt plaats:

hetzij door de basisgegevens te vernieuwen op soortgelijke wijze als vermeld onder a),

hetzij door toepassing van een berekeningsmethode waarmee de SO's kunnen worden geactualiseerd. De beginselen voor een dergelijke methode worden op communautair niveau vastgesteld.

4.   UITVOERING

De lidstaten hebben tot taak overeenkomstig het bepaalde in deze bijlage de basisgegevens voor de berekening van de SO's te verzamelen, de SO's te berekenen en in euro's om te rekenen en in voorkomend geval de voor de toepassing van de actualisatiemethode benodigde gegevens te verzamelen.

5.   BEHANDELING VAN BIJZONDERE GEVALLEN

Voor de berekening van de SO's voor bepaalde soorten kenmerken gelden de volgende bijzondere voorschriften:

a)   Braakland, zonder financiële steun

De SO voor braakland zonder financiële steun wordt slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf andere positieve SO's zijn.

b)   Braakland zonder economische opbrengst, waarvoor financiële steun wordt verleend, en blijvend grasland dat niet langer voor productiedoeleinden wordt gebruikt en voor financiële steun in aanmerking komt

Aangezien de inkomsten uit grond zonder economische opbrengst waarvoor financiële steun wordt verleend, beperkt blijven tot de rechtstreekse betalingen, worden de SO's van dergelijke grond geacht gelijk te zijn aan nul.

c)   Tuinen voor eigen gebruik

Aangezien de producten van tuinen voor eigen gebruik normaliter bestemd zijn voor consumptie door de bezitter en niet voor verkoop, worden de SO's van dergelijke tuinen geacht gelijk te zijn aan nul.

d)   Rundvee

Voor rundvee wordt bij de kenmerken onderscheid gemaakt naar leeftijdscategorie. De opbrengst komt dan overeen met de waarde van de aanwas van het dier tijdens zijn verblijf in de betrokken categorie. Met andere woorden, de opbrengst komt overeen met het verschil tussen de waarde van het dier wanneer het de categorie verlaat en zijn waarde wanneer het de categorie binnenkomt (ook vervangingswaarde genoemd).

e)   Mannelijke en vrouwelijke runderen, jonger dan één jaar

SO's voor runderen jonger dan één jaar worden slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf meer runderen jonger dan één jaar dan koeien zijn. Alleen de SO's voor de boventallige runderen jonger dan één jaar worden meegerekend.

f)   Andere schapen en andere geiten

De SO's voor andere schapen worden slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf geen vrouwelijke schapen voor de voortplanting zijn.

De SO's voor andere geiten worden slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf geen vrouwelijke geiten voor de voortplanting zijn.

g)   Biggen

De SO's voor biggen worden slechts meegerekend in de totale SO van het bedrijf wanneer er op het bedrijf geen fokzeugen zijn.

h)   Voedergewassen

Wanneer er geen graasdieren (d.w.z. eenhoevigen, runderen, schapen of geiten) op het bedrijf zijn, worden de voedergewassen (d.w.z. voederhakvruchten, groen geoogste gewassen en grasland) beschouwd als bestemd voor verkoop en maakt de opbrengst ervan deel uit van de opbrengst van de akkerbouw.

Wanneer er wel graasdieren op het bedrijf zijn, worden de voedergewassen beschouwd als bestemd voor vervoedering aan de graasdieren en maakt de opbrengst ervan deel uit van de opbrengst van de graasdieren en voedergewassen.


BIJLAGE V

Concordantietabel

Beschikking 85/377/EEG

De onderhavige verordening

Artikel 1, eerste alinea

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, tweede alinea

Artikel 2, lid 1, en artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 3

Artikel 1, lid 2

Artikelen 3 tot en met 5

Artikel 6

Artikel 2, lid 1

Artikel 7, eerste alinea, inleidend zinsdeel

Artikel 2, lid 2, inleidend zinsdeel

Artikel 7, eerste alinea, eerste tot en met derde streepje

Artikel 2, lid 2, eerste alinea, onder a) tot en met c)

Artikel 7, eerste alinea, vierde streepje

Artikel 7, tweede alinea

Artikel 7, derde alinea

Artikel 2, lid 2, tweede alinea

Artikelen 8 en 9

Artikel 3

Artikelen 4 tot en met 7

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 8

Bijlage I

Bijlage IV

Bijlage II

Bijlage I

Bijlage III

Bijlage II

Bijlage III

Bijlage V


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/25


VERORDENING (EG) Nr. 1243/2008 VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2008

tot wijziging van de bijlagen III en VI bij Richtlijn 2006/141/EG wat betreft de eisen inzake de samenstelling van bepaalde volledige zuigelingenvoeding

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/398/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen (1), en met name op artikel 4, lid 1, derde alinea, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie van 22 december 2006 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding en tot wijziging van Richtlijn 1999/21/EG (2) stelt onder meer criteria inzake de samenstelling van volledige zuigelingenvoeding vast.

(2)

Richtlijn 2006/141/EG bepaalt dat bij de vervaardiging van volledige zuigelingenvoeding uitsluitend de in bijlage III bij die richtlijn opgenomen stoffen mogen worden gebruikt teneinde te voorzien in de behoeften aan onder meer aminozuren en andere stikstofverbindingen.

(3)

Bijlage III bij die richtlijn moet worden gewijzigd om het gebruik van L-arginine en het hydrochloride daarvan in volledige zuigelingenvoeding toe te staan.

(4)

Richtlijn 2006/141/EG bepaalt ook dat volledige zuigelingenvoeding vervaardigd van eiwithydrolysaten, zoals omschreven in punt 2.2 van bijlage I bij die richtlijn, waarvan het eiwitgehalte tussen het minimum en 0,56 g/100 kJ (2,25 g/100 kcal) ligt, in overeenstemming moet zijn met de desbetreffende specificaties in bijlage VI. Die bijlage bevat de specificaties van het eiwitgehalte en de eiwitbron en de eiwitbewerking bij de vervaardiging van volledige zuigelingenvoeding, vervaardigd van wei-eiwithydrolysaten uit koemelk.

(5)

Verordening (EG) nr. 1609/2006 van de Commissie van 27 oktober 2006 tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van zuigelingenvoeding op basis van hydrolysaten van wei-eiwit, vervaardigd van koemelkeiwit, voor een periode van twee jaar (3) staat het in de handel brengen toe van zuigelingenvoeding op basis van hydrolysaten uit koemelk overeenkomstig de in de bijlage bij die verordening vastgestelde specificaties voor eiwitgehalte, eiwitbron, eiwitverwerking en eiwitkwaliteit. Die vergunning is op 27 oktober 2008 afgelopen.

(6)

Bij Richtlijn 2006/141/EG wordt de in Verordening (EG) nr. 1609/2006 vastgestelde vergunning op permanente basis verleend. In bijlage VI bij Richtlijn 2006/141/EG zijn de specificaties voor het eiwitgehalte, de eiwitbron en de eiwitbewerking voor de volledige zuigelingenvoeding in kwestie vastgesteld. De bijzondere samenstellingseisen in verband met de eiwitkwaliteit zijn echter niet in die bijlage opgenomen. Het ontbreken van dergelijke eisen zou ertoe leiden dat van eiwithydrolysaten vervaardigde volledige zuigelingenvoeding na het verstrijken van de geldigheidsduur van Verordening (EG) nr. 1609/2006 niet meer in de handel zou mogen worden gebracht.

(7)

De ontbrekende specificaties betreffende de eiwitkwaliteit, die zijn opgenomen in de bij Verordening (EG) nr. 1609/2006 vastgestelde eisen voor de verlening van een vergunning, moeten worden toegevoegd aan bijlage VI bij Richtlijn 2006/141/EG. Die bijlage moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Om een onderbreking van het handelsverkeer in volledige zuigelingenvoeding te vermijden, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 28 oktober 2008.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen III en VI bij Richtlijn 2006/141/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 28 oktober 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 186 van 30.6.1989, blz. 27.

(2)  PB L 401 van 30.12.2006, blz. 1.

(3)  PB L 299 van 28.10.2006, blz. 9.


BIJLAGE

De bijlagen III en VI bij Richtlijn 2006/141/EG worden als volgt gewijzigd:

1)

In punt 3 van bijlage III wordt de volgende stof ingevoegd boven aan de lijst, getiteld „Aminozuren en andere stikstofverbindingen”:

„L-arginine en het hydrochloride daarvan (1)

2)

In bijlage VI wordt het volgende punt 4 toegevoegd:

„4.   Eiwitkwaliteit

Het gehalte aan onmisbare en onder voorwaarden onmisbare aminozuren van moedermelk, uitgedrukt in mg per 100 kJ en 100 kcal, is als volgt:

 

Per 100 kJ (2)

Per 100 kcal

Arginine

16

69

Cystine

6

24

Histidine

11

45

Isoleucine

17

72

Leucine

37

156

Lysine

29

122

Methionine

7

29

Fenylalanine

15

62

Threonine

19

80

Tryptofaan

7

30

Tyrosine

14

59

Valine

19

80


(1)  L-arginine en het hydrochloride daarvan mogen alleen worden gebruikt bij de vervaardiging van de in artikel 7, lid 1, derde alinea, bedoelde volledige zuigelingenvoeding.”.

(2)  1 kJ = 0,239 kcal.”


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/28


VERORDENING (EG) Nr. 1244/2008 VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1614/2000 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip „producten van oorsprong” in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Cambodja wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), en met name op artikel 247,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2), en met name op artikel 76,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (3) heeft de Gemeenschap algemene tariefpreferenties toegestaan aan Cambodja. Verordening (EG) nr. 980/2005 loopt op 31 december 2008 af maar wordt per 1 januari 2009 vervangen door Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (4), waarin de toekenning door de Gemeenschap van de genoemde tariefpreferenties aan Cambodja wordt bevestigd.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 werd het begrip „producten van oorsprong” gedefinieerd voor gebruik in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties („SAP”). Verordening (EEG) nr. 2454/93 bevat ook bepalingen volgens welke afwijkingen op die definitie kunnen worden toegestaan ten behoeve van de minst ontwikkelde landen die voor het SAP in aanmerking komen, indien deze hiertoe een verzoek bij de Gemeenschap indienen.

(3)

Cambodja is op grond van Verordening (EG) nr. 1614/2000 van de Commissie (5), die verscheidene malen is verlengd en die op 31 december 2008 afloopt, voor een dergelijke afwijking in aanmerking gekomen voor bepaalde textielproducten.

(4)

Bij schrijven van 31 juli en van 15 oktober 2008 heeft Cambodja een verzoek ingediend voor verlenging van de geldigheidsduur van de afwijking overeenkomstig artikel 76 van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

(5)

Toen de geldigheidsduur van Verordening (EG) nr. 1614/2000 voor het laatst werd verlengd bij Verordening (EG) nr. 1807/2006 van de Commissie (6), werd verwacht dat nieuwe, eenvoudiger en meer ontwikkelingsgerichte SAP-oorsprongsregels van toepassing zouden zijn als die geldigheidsduur zou aflopen. Er zijn echter nog geen nieuwe SAP-oorsprongsregels goedgekeurd en nu wordt verwacht dat dergelijke nieuwe oorsprongsregels niet voor het einde van 2009 zullen zijn ingevoerd.

(6)

Volgens het verzoek zou het vermogen van de Cambodjaanse kledingindustrie om zijn uitvoer naar de Gemeenschap voort te zetten door de toepassing van de oorsprongsregels inzake toereikende be- of verwerking en regionale cumulatie ernstig worden aangetast en zouden investeerders worden afgeschrikt. Dit zou leiden tot een verdere sluiting van bedrijven en tot werkloosheid in dat land. Bovendien lijkt het erop dat de toepassing van de thans geldende SAP-oorsprongsregels zelfs gedurende een korte periode reeds het beschreven effect kan hebben.

(7)

De afwijking moet gelden voor een periode die lang genoeg is om nieuwe SAP-oorsprongsregels goed te keuren en in te voeren. Aangezien de sluiting van langetermijncontracten waarop de afwijking van toepassing is, van bijzonder belang is voor de stabiliteit en de groei van de Cambodjaanse industrie, moet de verlenging van dien aard zijn dat zij de bedrijven in staat stelt dergelijke contracten te sluiten.

(8)

De toekomstige nieuwe oorsprongsregels moeten van dien aard zijn dat de Cambodjaanse producten die momenteel alleen door toepassing van de afwijking in aanmerking komen voor preferentiële tariefbehandeling, daarvoor in de toekomst in aanmerking komen door toepassing van de nieuwe oorsprongsregels. De afwijking zal op dat moment overbodig worden. Om voor duidelijkheid voor het bedrijfsleven te zorgen moet Verordening (EG) nr. 1614/2000 derhalve met ingang van de datum waarop de nieuwe oorsprongsregels van toepassing worden, worden ingetrokken.

(9)

De afwijking moet derhalve worden verlengd tot de nieuwe oorsprongsregels van kracht worden die in Verordening (EEG) nr. 2454/93 zullen worden opgenomen, maar mag in ieder geval niet langer van toepassing zijn dan tot en met 31 december 2010.

(10)

Verordening (EG) nr. 1614/2000 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De bepalingen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1614/2000 wordt vervangen door:

„Artikel 2

De in artikel 1 vervatte afwijking is van toepassing op de producten die rechtstreeks vanuit Cambodja worden vervoerd en in de Gemeenschap worden ingevoerd, tot de in de bijlage vermelde jaarlijkse hoeveelheden, van 15 juli 2000 tot en met de datum van toepassing van een wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93, wat betreft de definitie van het begrip „producten van oorsprong” voor gebruik in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties, maar die afwijking loopt in elk geval uiterlijk op 31 december 2010 af.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2008.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(2)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(3)  PB L 169 van 30.6.2005, blz. 1.

(4)  PB L 211 van 6.8.2008, blz. 1.

(5)  PB L 185 van 25.7.2000, blz. 46.

(6)  PB L 343 van 8.12.2006, blz. 71.


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/30


VERORDENING (EG) Nr. 1245/2008 VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1615/2000 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip „producten van oorsprong” in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties in verband met de bijzondere situatie van Nepal wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), en met name op artikel 247,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2), en met name op artikel 76,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (3) heeft de Gemeenschap algemene tariefpreferenties toegestaan aan Nepal. Verordening (EG) nr. 980/2005 loopt op 31 december 2008 af maar wordt per 1 januari 2009 vervangen door Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (4), waarin de toekenning door de Gemeenschap van de genoemde tariefpreferenties aan Nepal wordt bevestigd.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 werd het begrip „producten van oorsprong” gedefinieerd voor gebruik in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties („SAP”). Verordening (EEG) nr. 2454/93 bevat ook bepalingen volgens welke afwijkingen op die definitie kunnen worden toegestaan ten behoeve van de minst ontwikkelde landen die voor het SAP in aanmerking komen, indien deze hiertoe een verzoek bij de Gemeenschap indienen.

(3)

Nepal is op grond van Verordening (EG) nr. 1615/2000 van de Commissie (5), die verscheidene malen is verlengd en die op 31 december 2008 afloopt, voor een dergelijke afwijking in aanmerking gekomen voor bepaalde textielproducten.

(4)

Bij schrijven van 9 juli en van 3 oktober 2008 heeft Nepal een verzoek ingediend voor verlenging van de geldigheidsduur van de afwijking overeenkomstig artikel 76 van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

(5)

Toen de geldigheidsduur van Verordening (EG) nr. 1615/2000 voor het laatst werd verlengd bij Verordening (EG) nr. 1808/2006 van de Commissie (6), werd verwacht dat nieuwe, eenvoudiger en meer ontwikkelingsgerichte SAP-oorsprongsregels van toepassing zouden zijn als die geldigheidsduur zou aflopen. Er zijn echter nog geen nieuwe SAP-oorsprongsregels goedgekeurd en nu wordt verwacht dat dergelijke nieuwe oorsprongsregels niet voor het einde van 2009 zullen zijn ingevoerd.

(6)

Volgens het verzoek zou het vermogen van de Nepalese kledingindustrie om zijn uitvoer naar de Gemeenschap voort te zetten door de toepassing van de oorsprongsregels inzake toereikende be- of verwerking en regionale cumulatie ernstig worden aangetast en zouden investeerders worden afgeschrikt. Dit zou leiden tot een verdere sluiting van bedrijven en tot werkloosheid in dat land. Bovendien lijkt het erop dat de toepassing van de thans geldende SAP-oorsprongsregels zelfs gedurende een korte periode reeds het beschreven effect kan hebben.

(7)

De afwijking moet gelden voor een periode die lang genoeg is om nieuwe SAP-oorsprongsregels goed te keuren en in te voeren. Aangezien de sluiting van langetermijncontracten waarop de afwijking van toepassing is, van bijzonder belang is voor de stabiliteit en de groei van de Nepalese industrie, moet de verlenging van dien aard zijn dat zij de bedrijven in staat stelt dergelijke contracten te sluiten.

(8)

De toekomstige nieuwe oorsprongsregels moeten van dien aard zijn dat de Nepalese producten die momenteel alleen door toepassing van de afwijking in aanmerking komen voor preferentiële tariefbehandeling, daarvoor in de toekomst in aanmerking komen door toepassing van de nieuwe oorsprongsregels. De afwijking zal op dat moment overbodig worden. Om voor duidelijkheid voor het bedrijfsleven te zorgen moet Verordening (EG) nr. 1615/2000 derhalve met ingang van de datum waarop de nieuwe oorsprongsregels van toepassing worden, worden ingetrokken.

(9)

De afwijking moet derhalve worden verlengd tot de nieuwe oorsprongsregels van kracht worden die in Verordening (EEG) nr. 2454/93 zullen worden opgenomen, maar mag in ieder geval niet langer van toepassing zijn dan tot en met 31 december 2010.

(10)

Verordening (EG) nr. 1615/2000 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De bepalingen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1615/2000 wordt vervangen door:

„Artikel 2

De in artikel 1 vervatte afwijking is van toepassing op de producten die rechtstreeks vanuit Nepal worden vervoerd en in de Gemeenschap worden ingevoerd, tot de in de bijlage vermelde jaarlijkse hoeveelheden, van 15 juli 2000 tot en met de datum van toepassing van een wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93, wat betreft de definitie van het begrip „producten van oorsprong” voor gebruik in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties, maar die afwijking loopt in elk geval uiterlijk op 31 december 2010 af.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2008.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(2)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(3)  PB L 169 van 30.6.2005, blz. 1.

(4)  PB L 211 van 6.8.2008, blz. 1.

(5)  PB L 185 van 25.7.2000, blz. 54.

(6)  PB L 343 van 8.12.2006, blz. 73.


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/32


VERORDENING (EG) Nr. 1246/2008 VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2008

tot wijziging van artikel 23, lid 2, en de bijlagen II en III van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft de financiële overdrachten van de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt naar plattelandsontwikkeling

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 1782/2003, (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 3/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2392/86 en (EG) nr. 1493/1999 (1), en met name op artikel 23, lid 3, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Slovenië en het Verenigd Koninkrijk hebben de Commissie in kennis gesteld van een financiële overdracht van begrotingsmiddelen voor steunprogramma’s naar de begrotingsmiddelen voor plattelandsontwikkeling.

(2)

Artikel 23, lid 2, en de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 479/2008 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 479/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 23, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   In de hieronder vermelde kalenderjaren zijn de volgende bedragen beschikbaar:

2009: 40,66 miljoen EUR,

2010: 82,11 miljoen EUR,

vanaf 2011: 122,61 miljoen EUR.”.

2.

De bijlagen II en III worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 december 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1.


BIJLAGE

BIJLAGE II

BEGROTING VOOR STEUNPROGRAMMA’S

(als bedoeld in artikel 8, lid 1)

(in 1000 EUR)

Begrotingsjaar

2009

2010

2011

2012

2013

Vanaf 2014

BG

15 608

21 234

22 022

27 077

26 742

26 762

CZ

2 979

4 076

4 217

5 217

5 151

5 155

DE

22 891

30 963

32 190

39 341

38 867

38 895

EL

14 286

19 167

19 840

24 237

23 945

23 963

ES

213 820

284 219

279 038

358 000

352 774

353 081

FR

171 909

226 814

224 055

284 299

280 311

280 545

IT (1)

238 223

298 263

294 135

341 174

336 736

336 997

CY

2 749

3 704

3 801

4 689

4 643

4 646

LT

30

37

45

45

45

45

LU

344

467

485

595

587

588

HU

16 816

23 014

23 809

29 455

29 081

29 103

MT

232

318

329

407

401

402

AT

8 038

10 888

11 313

13 846

13 678

13 688

PT

37 802

51 627

53 457

65 989

65 160

65 208

RO

42 100

42 100

42 100

42 100

42 100

42 100

SI

3 522

3 770

3 937

5 119

5 041

5 045

SK

2 938

4 022

4 160

5 147

5 082

5 085

UK

0

61

67

124

120

120

BIJLAGE III

VERDELING VAN DE MIDDELEN VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

(als bedoeld in artikel 23, lid 3)

(in 1000 EUR)

Begrotingsjaar

2009

2010

Vanaf 2011

BG

CZ

DE

EL

ES

15 491

30 950

46 441

FR

11 849

23 663

35 512

IT

13 160

26 287

39 447

CY

LT

LU

HU

MT

AT

PT

RO

SI

1 050

1 050

SK

UK

160

160

160


(1)  De nationale maxima in bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 voor Italië over de jaren 2008, 2009 en 2010 worden met 20 miljoen EUR verlaagd, en die bedragen zijn opgenomen in de bedragen van de begroting voor Italië met betrekking tot de begrotingsjaren 2009, 2010 en 2011, zoals die in deze tabel vermeld zijn.


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/35


VERORDENING (EG) Nr. 1247 /2008 VAN DE COMMISSIE

van 11 december 2008

houdende afwijking van de Verordeningen (EG) nr. 2402/96, (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 955/2005, (EG) nr. 969/2006, (EG) nr. 1918/2006, (EG) nr. 1964/2006, (EG) nr. 1002/2007, (EG) nr. 27/2008 en (EG) nr. 1067/2008 ten aanzien van data voor de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten in 2009 in het kader van tariefcontingenten voor bataten (zoete aardappelen), maniokzetmeel, maniok, granen, rijst en olijfolie en houdende afwijking van de Verordeningen (EG) nr. 382/2008, (EG) nr. 1518/2003, (EG) nr. 596/2004 en (EG) nr. 633/2004 ten aanzien van data voor de afgifte van uitvoercertificaten in 2009 in de sectoren rundvlees, varkensvlees, eieren en slachtpluimvee

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Besluit 96/317/EG van de Raad van 13 mei 1996 betreffende de aanvaarding van de resultaten van het overleg met Thailand in het kader van artikel XXIII van de GATT (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (2), en met name op artikel 1, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale GMO”-verordening) (3), en met name op artikel 144, lid 1, artikel 148 en artikel 161, lid 3, in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 2402/96 van de Commissie van 17 december 1996 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van bepaalde jaarlijkse tariefcontingenten voor bataten (zoete aardappelen) en maniokzetmeel (4) bevat bijzondere bepalingen inzake de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten voor bataten (zoete aardappelen) in het kader van de contingenten 09.4013 en 09.4014, enerzijds, en voor maniokzetmeel in het kader van de contingenten 09.4064 en 09.4065, anderzijds.

(2)

Verordening (EG) nr. 27/2008 van de Commissie van 15 januari 2008 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van bepaalde jaarlijkse tariefcontingenten voor producten van de GN-codes 0714 10 91, 0714 10 98, 0714 90 11 en 0714 90 19, van oorsprong uit andere derde landen dan Thailand (5) bevat bijzondere bepalingen inzake de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten voor de producten waarop die verordening betrekking heeft, in het kader van de contingenten 09.4009, 09.4010, 09.4011, 09.4012 en 09.4021.

(3)

De Verordeningen (EG) nr. 1067/2008 van de Commissie van 30 oktober 2008 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (6), (EG) nr. 2305/2003 van de Commissie van 29 december 2003 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van gerst uit derde landen (7) en (EG) nr. 969/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor de invoer van maïs uit derde landen (8) bevatten bijzondere bepalingen inzake de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit in het kader van de contingenten 09.4123, 09.4124 en 09.4125, voor gerst in het kader van contingent 09.4126 en voor maïs in het kader van contingent 09.4131.

(4)

De Verordeningen (EG) nr. 2058/96 van de Commissie van 28 oktober 1996 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 (9), (EG) nr. 1964/2006 van de Commissie van 22 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de opening en de wijze van beheer van een contingent voor de invoer van rijst van oorsprong uit Bangladesh overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3491/90 van de Raad (10), (EG) nr. 1002/2007 van de Commissie van 29 augustus 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2184/96 van de Raad betreffende de invoer van rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte (11) en (EG) nr. 955/2005 van de Commissie van 23 juni 2005 houdende opening van een contingent voor de invoer in de Gemeenschap van rijst van oorsprong uit Egypte (12) bevatten bijzondere bepalingen inzake de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten voor breukrijst in het kader van contingent 09.4079, voor rijst van oorsprong uit Bangladesh in het kader van contingent 09.4517, voor rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte in het kader van contingent 09.4094 en voor rijst van oorsprong uit Egypte in het kader van contingent 09.4097.

(5)

Verordening (EG) nr. 1918/2006 van de Commissie van 20 december 2006 inzake de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor olijfolie van oorsprong uit Tunesië (13) bevat bijzondere bepalingen inzake de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten voor olijfolie in het kader van contingent 09.4032.

(6)

Gezien de feestdagen in het jaar 2009, dient in bepaalde perioden van de Verordeningen (EG) nr. 2402/96, (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 2375/2002, (EG) nr. 2305/2003, (EG) nr. 955/2005, (EG) nr. 969/2006, (EG) nr. 1918/2006, (EG) nr. 1964/2006, (EG) nr. 1002/2007 en (EG) nr. 27/2008 te worden afgeweken ten aanzien van data voor de indiening van aanvragen voor en de afgifte van invoercertificaten, opdat voor de inachtneming van de betrokken contingentshoeveelheden kan worden gezorgd.

(7)

In artikel 12, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie van 21 april 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees (14), artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1518/2003 van de Commissie van 28 augustus 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector varkensvlees (15), artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 596/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector eieren (16) en artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 633/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee (17) is bepaald dat de uitvoercertificaten worden afgegeven op de woensdag na de week waarin de certificaataanvragen zijn ingediend, op voorwaarde dat de Commissie in die tussentijd geen bijzondere maatregel heeft vastgesteld.

(8)

Gezien de feestdagen in het jaar 2009 en de gevolgen daarvan voor de verschijning van het Publicatieblad van de Europese Unie, zal in bepaalde gevallen de periode tussen de indiening van de aanvragen en de dag waarop de certificaten moeten worden afgegeven, te kort zijn om voor een goed marktbeheer te kunnen zorgen. In die gevallen dient die periode derhalve te worden verlengd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bataten (zoete aardappelen)

1.   In afwijking van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2402/96 kunnen voor het jaar 2009 noch vóór dinsdag 6 januari 2009, noch na dinsdag 15 december 2009 aanvragen voor invoercertificaten voor bataten (zoete aardappelen) in het kader van de contingenten 09.4013 en 09.4014 worden ingediend.

2.   In afwijking van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2402/96 worden de invoercertificaten voor bataten (zoete aardappelen) die in het kader van de contingenten 09.4013 en 09.4014 op de in bijlage I vermelde datum zijn aangevraagd, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (18) genomen maatregelen afgegeven op de in die bijlage I vermelde datum.

Artikel 2

Maniokzetmeel

1.   In afwijking van artikel 9, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2402/96 kunnen voor het jaar 2009 noch vóór dinsdag 6 januari 2009, noch na dinsdag 15 december 2009 aanvragen voor invoercertificaten voor maniokmeel in het kader van de contingenten 09.4064 en 09.4065 worden ingediend.

2.   In afwijking van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2402/96 worden de invoercertificaten voor maniokzetmeel die in het kader van de contingenten 09.4064 en 09.4065 op de in bijlage II vermelde datum zijn aangevraagd, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen afgegeven op de in die bijlage II vermelde datum.

Artikel 3

Maniok

1.   In afwijking van artikel 8, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 27/2008 kunnen voor het jaar 2009 noch vóór maandag 5 januari 2009, noch na woensdag 16 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) aanvragen voor invoercertificaten voor maniok in het kader van de contingenten 09.4009, 09.4010, 09.4011, 09.4012 en 09.4021 worden ingediend.

2.   In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 27/2008 worden de invoercertificaten voor maniok die in het kader van de contingenten 09.4009, 09.4010, 09.4011, 09.4012 en 09.4021 op de in bijlage III vermelde data zijn aangevraagd, onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen afgegeven op de in die bijlage III vermelde datum.

Artikel 4

Granen

1.   In afwijking van artikel 4, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1067/2008 begint voor het jaar 2009 de eerste periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit in het kader van de contingenten 09.4123, 09.4124 en 09.4125 eerst op donderdag 1 januari 2009 te lopen. Geen dergelijke aanvragen kunnen meer worden ingediend na vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   In afwijking van artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2305/2003 begint voor het jaar 2009 de eerste periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor gerst in het kader van contingent 09.4126 eerst op donderdag 1 januari 2009 te lopen. Geen dergelijke aanvragen kunnen meer worden ingediend na vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

3.   In afwijking van artikel 4, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 969/2006 begint voor het jaar 2009 de eerste periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor maïs in het kader van contingent 09.4131 eerst op donderdag 1 januari 2009 te lopen. Geen dergelijke aanvragen kunnen meer worden ingediend na vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

Artikel 5

Rijst

1.   In afwijking van artikel 2, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 2058/96 begint voor het jaar 2009 de eerste periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor breukrijst in het kader van contingent 09.4079 eerst op donderdag 1 januari 2009 te lopen. Geen dergelijke aanvragen kunnen meer worden ingediend na vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   In afwijking van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1964/2006 begint voor het jaar 2009 de eerste periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor rijst van oorsprong uit Bangladesh in het kader van contingent 09.4517 eerst op donderdag 1 januari 2009 te lopen. Geen dergelijke aanvragen kunnen meer worden ingediend na vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

3.   In afwijking van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1002/2007 begint voor het jaar 2009 de eerste periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte in het kader van contingent 09.4094 eerst op donderdag 1 januari 2009 te lopen. Geen dergelijke aanvragen kunnen meer worden ingediend na vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

4.   In afwijking van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 955/2005 begint voor het jaar 2009 de eerste periode voor de indiening van aanvragen voor invoercertificaten voor rijst van oorsprong uit Egypte in het kader van contingent 09.4097 eerst op donderdag 1 januari 2009 te lopen. Geen dergelijke aanvragen kunnen meer worden ingediend na vrijdag 11 december 2009 om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

Artikel 6

Olijfolie

In afwijking van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1918/2006 worden de op maandag 6 of dinsdag 7 april 2009 in het kader van contingent 09.4032 aangevraagde invoercertificaten voor olijfolie onder voorbehoud van overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 genomen maatregelen afgegeven op vrijdag 17 april 2009.

Artikel 7

Certificaten voor uitvoer met een restitutie in de sectoren rundvlees, varkensvlees, eieren en slachtpluimvee

In afwijking van artikel 12, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 382/2008, artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1518/2003, artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 596/2004 en artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 633/2004 worden de uitvoercertificaten waarvoor de aanvragen zijn ingediend in de in bijlage IV bij de onderhavige verordening vermelde perioden, afgegeven op de aldaar vermelde bijbehorende data.

De in de eerste alinea bepaalde afwijking geldt slechts voor zover vóór die data van afgifte geen enkele van de in artikel 12, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 382/2008, artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1518/2003, artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 596/2004 of artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 633/2004 bedoelde bijzondere maatregelen is genomen.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 december 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 122 van 22.5.1996, blz. 15.

(2)  PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

(3)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(4)  PB L 327 van 18.12.1996, blz. 14.

(5)  PB L 13 van 16.1.2008, blz. 3.

(6)  PB L 290 van 31.10.2008, blz. 3.

(7)  PB L 342 van 30.12.2003, blz. 7.

(8)  PB L 176 van 30.6.2006, blz. 44.

(9)  PB L 276 van 29.10.1996, blz. 7.

(10)  PB L 408 van 30.12.2006, blz. 19.

(11)  PB L 226 van 30.8.2007, blz. 15.

(12)  PB L 164 van 24.6.2005, blz. 5.

(13)  PB L 365 van 21.12.2006, blz. 84.

(14)  PB L 115 van 29.4.2008, blz. 10.

(15)  PB L 217 van 29.8.2003, blz. 35.

(16)  PB L 94 van 31.3.2004, blz. 33.

(17)  PB L 100 van 6.4.2004, blz. 8.

(18)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.


BIJLAGE I

Afgifte van invoercertificaten voor bataten (zoete aardappelen) in het kader van de contingenten 09.4013 en 09.4014 in bepaalde perioden van het jaar 2009

Datum van indiening van de aanvragen

Datum van afgifte van de certificaten

Dinsdag 7 april 2009

Vrijdag 17 april 2009


BIJLAGE II

Afgifte van invoercertificaten voor maniokzetmeel in het kader van de contingenten 09.4064 en 09.4065 in bepaalde perioden van het jaar 2009

Datum van indiening van de aanvragen

Datum van afgifte van de certificaten

Dinsdag 7 april 2009

Vrijdag 17 april 2009


BIJLAGE III

Afgifte van invoercertificaten voor maniok in het kader van de contingenten 09.4009, 09.4010, 09.4011, 09.4012 en 09.4021 in bepaalde perioden van het jaar 2009

Datum van indiening van de aanvragen

Datum van afgifte van de certificaten

Maandag 6, dinsdag 7 en woensdag 8 april 2009

Vrijdag 17 april 2009


BIJLAGE IV

Periode voor de indiening van aanvragen voor uitvoercertificaten in de sectoren rundvlees, varkensvlees, eieren en slachtpluimvee

Datum van afgifte

Van 6 tot en met 10 april 2009

16 april 2009

Van 25 tot en met 29 mei 2009

4 juni 2009

Van 13 tot en met 17 juli 2009

23 juli 2009

Van 26 tot en met 30 oktober 2009

5 november 2009


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/39


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 december 2008

betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten

(2008/939/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft namens de Gemeenschap onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tot verlenging met een jaar van de bestaande overeenkomst met de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten en de protocollen bij die overeenkomst, waarbij de kwantitatieve beperkingen in een aantal gevallen worden aangepast.

(2)

Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling moet vanaf 1 januari 2009 voorlopig worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de sluiting daarvan, op voorwaarde dat de Republiek Belarus de overeenkomst op wederkerige basis voorlopig toepast.

(3)

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling moet namens de Gemeenschap worden ondertekend,

BESLUIT:

Artikel 1

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn tot ondertekening, namens de Gemeenschap, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus tot wijziging van de op 1 april 1993 in Brussel geparafeerde Overeenkomst inzake de handel in textielproducten tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus, laatstelijk gewijzigd en verlengd bij een op 19 oktober 2007 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, onder voorbehoud van de sluiting daarvan.

De tekst van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Op voorwaarde van wederkerigheid wordt de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling vanaf 1 januari 2009 op voorlopige basis toegepast, in afwachting van de formele sluiting daarvan.

Artikel 3

1.   Indien de Republiek Belarus niet voldoet aan punt 2.4 van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling worden de contingenten voor 2009 verminderd tot de in 2008 toegepaste niveaus.

2.   Het besluit tot uitvoering van lid 1 wordt genomen in overeenstemming met de procedures bedoeld in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen (1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 december 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

B. KOUCHNER


(1)  PB L 275 van 8.11.1993, blz. 1.


OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten

Excellentie,

1.   Ik verwijs naar de op 1 april 1993 geparafeerde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten, laatstelijk gewijzigd en verlengd bij de op 19 oktober 2007 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling (hierna „de overeenkomst” genoemd).

2.   Aangezien de overeenkomst op 31 december 2008 verstrijkt, besluiten de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus overeenkomstig artikel 19, lid 1, van de overeenkomst de looptijd ervan met een jaar te verlengen, met inachtneming van de volgende wijzigingen en voorwaarden:

2.1.

Artikel 19, lid 1, van de overeenkomst komt als volgt te luiden:

„Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. Zij is van toepassing tot en met 31 december 2009.”.

2.2.

Bijlage II, waarin de kwantitatieve beperkingen voor de uitvoer uit de Republiek Belarus naar de Europese Gemeenschap zijn opgenomen, wordt vervangen door aanhangsel 1 van deze brief.

2.3.

De bijlage bij protocol C, waarin de kwantitatieve beperkingen voor de uitvoer van de Republiek Belarus naar de Europese Gemeenschap na passieve veredeling in de Republiek Belarus zijn opgenomen, wordt voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 vervangen door aanhangsel 2 van deze brief.

2.4.

Voor de invoer in Belarus van textiel- en kledingproducten uit de Europese Gemeenschap worden in 2009 invoerrechten toegepast die niet hoger zijn dan die welke voor 2003 zijn vastgesteld in aanhangsel 4 van de op 11 november 1999 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus, gewijzigd bij aanhangsel 3 van deze brief. De wijziging betreft alleen de tarieflijnen 5407 72, 5606 00 10, 5905 00, 5906 91, 6309 00, 6310 10 en 6310 90. De in 2009 door Belarus op deze producten toegepaste tarieven zijn: 5407 72 — 4 %, 5606 00 10 — 0 %, 5905 00 — 4 %, 5906 91 — 0 %, 6309 00 — 20 %, 6310 10 — 20 %, 6310 90 — 20 %.

Als deze rechten niet worden toegepast, heeft de Gemeenschap het recht voor de resterende looptijd van de overeenkomst de kwantitatieve beperkingen voor 2008, zoals overeengekomen in de op 19 oktober 2007 geparafeerde briefwisseling, pro rata opnieuw in te stellen.

3.   De Europese Gemeenschap en Belarus herinneren aan hun akkoord om uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van deze overeenkomst overleg te plegen, teneinde eventueel een nieuwe overeenkomst te sluiten.

4.   Mocht de Republiek Belarus vóór de datum waarop de overeenkomst verstrijkt, lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) worden, dan zijn de overeenkomsten en regels van de WTO van toepassing met ingang van de datum van de toetreding van de Republiek Belarus tot de WTO.

5.   Ik verzoek u mij te bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt. Indien zulks het geval is, treedt deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe benodigde juridische procedures zijn voltooid. In afwachting daarvan is deze overeenkomst voorlopig van toepassing met ingang van 1 januari 2009, op basis van wederkerigheid.

Met bijzondere hoogachting,

Voor de Europese Gemeenschap

Aanhangsel 1

„BIJLAGE II

Belarus

Categorie

Eenheid

Contingent vanaf 1 januari 2009

Groep IA

1

ton

1 586

2

ton

6 643

3

ton

242

Groep IB

4

1 000 stuks

1 839

5

1 000 stuks

1 105

6

1 000 stuks

1 705

7

1 000 stuks

1 377

8

1 000 stuks

1 160

Groep IIA

20

ton

329

22

ton

524

Groep IIB

15

1 000 stuks

1 726

21

1 000 stuks

930

24

1 000 stuks

844

26/27

1 000 stuks

1 117

29

1 000 stuks

468

73

1 000 stuks

329

Groep IIIB

67

ton

359

Groep IV

115

ton

420

117

ton

2 312

118

ton

471”

Aanhangsel 2

„BIJLAGE BIJ PROTOCOL C

Categorie

Eenheid

Vanaf 1 januari 2009

4

1 000 stuks

6 610

5

1 000 stuks

9 215

6

1 000 stuks

12 290

7

1 000 stuks

9 225

8

1 000 stuks

3 140

15

1 000 stuks

5 387

21

1 000 stuks

3 584

24

1 000 stuks

922

26/27

1 000 stuks

4 492

29

1 000 stuks

1 820

73

1 000 stuks

6 979”

Aanhangsel 3

„Aanhangsel 4

Maximumrechten voor de invoer van textielproducten uit de Europese Gemeenschap in de Republiek Belarus

GN-code

Recht %

2000

2001

2002

2003

2009

5001 00

4

4

4

4

4

5002 00

4

4

4

4

4

5003 00

4

4

4

4

4

5004 00

4

4

4

4

4

5005 00

4

4

4

4

4

5006 00

4

4

4

4

4

5007 10

4

4

4

4

4

5007 20

4

4

4

4

4

5007 90

4

4

4

4

4

5101 11

4

4

4

4

4

5101 19

4

4

4

4

4

5101 21

4

4

4

4

4

5101 29

4

4

4

4

4

5101 30

4

4

4

4

4

5102 11

4

4

4

4

4

5102 19

4

4

4

4

4

5102 20

4

4

4

4

4

5103 10

4

4

4

4

4

5103 20

4

4

4

4

4

5103 30

4

4

4

4

4

5104 00

4

4

4

4

4

5105 10

4

4

4

4

4

5105 21

4

4

4

4

4

5105 29

4

4

4

4

4

5105 31

4

4

4

4

4

5105 39

4

4

4

4

4

5105 40

4

4

4

4

4

5106 10

4

4

4

4

4

5106 20

4

4

4

4

4

5107 10

4

4

4

4

4

5107 20

4

4

4

4

4

5108 10

4

4

4

4

4

5108 20

4

4

4

4

4

5109 10

4

4

4

4

4

5109 90

4

4

4

4

4

5110 00

4

4

4

4

4

5111 11

15

12

10

8

8

5111 19

15

12

10

8

8

5111 20

15

12

10

8

8

5111 30

15

12

10

8

8

5111 90

15

12

10

8

8

5112 11

15

12

10

8

8

5112 19

15

12

10

8

8

5112 20

15

12

10

8

8

5112 30

15

12

10

8

8

5112 90

15

12

10

8

8

5113 00

0

0

0

0

0

5201 00

0

0

0

0

0

5202 10

0

0

0

0

0

5202 91

0

0

0

0

0

5202 99

0

0

0

0

0

5203 00

0

0

0

0

0

5204 11

5

5

5

4

4

5204 19

5

5

5

4

4

5204 20

5

5

5

4

4

5205 11

5

5

5

4

4

5205 12

5

5

5

4

4

5205 13

5

5

5

4

4

5205 14

5

5

5

4

4

5205 15

5

5

5

4

4

5205 21

5

5

5

4

4

5205 22

5

5

5

4

4

5205 23

5

5

5

4

4

5205 24

5

5

5

4

4

5205 26

5

5

5

4

4

5205 27

5

5

5

4

4

5205 28

5

5

5

4

4

5205 31

5

5

5

4

4

5205 32

5

5

5

4

4

5205 33

5

5

5

4

4

5205 34

5

5

5

4

4

5205 35

5

5

5

4

4

5205 41

5

5

5

4

4

5205 42

5

5

5

4

4

5205 43

5

5

5

4

4

5205 44

5

5

5

4

4

5205 46

5

5

5

4

4

5205 47

5

5

5

4

4

5205 48

5

5

5

4

4

5206 11

5

5

5

4

4

5206 12

5

5

5

4

4

5206 13

5

5

5

4

4

5206 14

5

5

5

4

4

5206 15

5

5

5

4

4

5206 21

5

5

5

4

4

5206 22

5

5

5

4

4

5206 23

5

5

5

4

4

5206 24

5

5

5

4

4

5206 25

5

5

5

4

4

5206 31

5

5

5

4

4

5206 32

5

5

5

4

4

5206 33

5

5

5

4

4

5206 34

5

5

5

4

4

5206 35

5

5

5

4

4

5206 41

5

5

5

4

4

5206 42

5

5

5

4

4

5206 43

5

5

5

4

4

5206 44

5

5

5

4

4

5206 45

5

5

5

4

4

5207 10

5

5

5

4

4

5207 90

5

5

5

4

4

5208 11

14

12

10

8

8

5208 12

14

12

10

8

8

5208 13

14

12

10

8

8

5208 19

14

12

10

8

8

5208 21

14

12

10

8

8

5208 22

14

12

10

8

8

5208 23

14

12

10

8

8

5208 29

14

12

10

8

8

5208 31

14

12

10

8

8

5208 32

14

12

10

8

8

5208 33

14

12

10

8

8

5208 39

14

12

10

8

8

5208 41

14

12

10

8

8

5208 42

14

12

10

8

8

5208 43

14

12

10

8

8

5208 49

14

12

10

8

8

5208 51

14

12

10

8

8

5208 52

14

12

10

8

8

5208 59

14

12

10

8

8

5209 11

14

12

10

8

8

5209 12

14

12

10

8

8

5209 19

14

12

10

8

8

5209 21

14

12

10

8

8

5209 22

14

12

10

8

8

5209 29

14

12

10

8

8

5209 31

14

12

10

8

8

5209 32

14

12

10

8

8

5209 39

14

12

10

8

8

5209 41

14

12

10

8

8

5209 42

14

12

10

8

8

5209 43

14

12

10

8

8

5209 49

14

12

10

8

8

5209 51

14

12

10

8

8

5209 52

14

12

10

8

8

5209 59

14

12

10

8

8

5210 11

14

12

10

8

8

5210 19

14

12

10

8

8

5210 21

14

12

10

8

8

5210 29

14

12

10

8

8

5210 31

14

12

10

8

8

5210 32

14

12

10

8

8

5210 39

15

12

10

8

8

5210 41

14

12

10

8

8

5210 49

14

12

10

8

8

5210 51

14

12

10

8

8

5210 59

14

12

10

8

8

5211 11

14

12

10

8

8

5211 12

14

12

10

8

8

5211 19

14

12

10

8

8

5211 20

14

12

10

8

8

5211 31

14

12

10

8

8

5211 32

14

12

10

8

8

5211 39

14

12

10

8

8

5211 41

15

12

10

8

8

5211 42

14

12

10

8

8

5211 43

14

12

10

8

8

5211 49

14

12

10

8

8

5211 51

15

12

10

8

8

5211 52

14

12

10

8

8

5211 59

14

12

10

8

8

5212 11

14

12

10

8

8

5212 12

14

12

10

8

8

5212 13

14

12

10

8

8

5212 14

14

12

10

8

8

5212 15

14

12

10

8

8

5212 21

14

12

10

8

8

5212 22

14

12

10

8

8

5212 23

14

12

10

8

8

5212 24

14

12

10

8

8

5212 25

14

12

10

8

8

5301 10

4

4

4

4

4

5301 21

4

4

4

4

4

5301 29

4

4

4

4

4

5301 30

4

4

4

4

4

5302 10

4

4

4

4

4

5302 90

4

4

4

4

4

5303 10

4

4

4

4

4

5303 90

4

4

4

4

4

5305 00

4

4

4

4

4

5306 10

5

5

5

4

4

5306 20

5

5

5

4

4

5307 10

4

4

4

4

4

5307 20

4

4

4

4

4

5308 10

4

4

4

4

4

5308 20

4

4

4

4

4

5308 90

4

4

4

4

4

5309 11

9

9

8

8

8

5309 19

9

9

8

8

8

5309 21

9

9

8

8

8

5309 29

9

9

8

8

8

5310 10

9

9

8

8

8

5310 90

9

9

8

8

8

5311 00

9

9

8

8

8

5401 10

4

4

4

4

4

5401 20

4

4

4

4

4

5402 11

10

10

10

10

10

5402 19

10

10

10

10

10

5402 20

10

10

10

10

10

5402 31

10

10

10

10

10

5402 32

10

10

10

10

10

5402 33

10

10

10

10

10

5402 34

10

10

10

10

10

5402 39

10

10

10

10

10

5402 44

0

0

0

0

0

5402 45

0

0

0

0

0

5402 46

0

0

0

0

0

5402 47

10

10

10

10

10

5404 48

0

0

0

0

0

5402 49

0

0

0

0

0

5402 51

0

0

0

0

0

5402 52

10

10

10

10

10

5402 59

0

0

0

0

0

5402 61

0

0

0

0

0

5402 62

0

0

0

0

0

5402 69

0

0

0

0

0

5403 10

4

4

4

4

4

5403 31

10

10

10

10

10

5403 32

4

4

4

4

4

5403 33

4

4

4

4

4

5403 39

4

4

4

4

4

5403 41

4

4

4

4

4

5403 42

4

4

4

4

4

5403 49

4

4

4

4

4

5404 11

5

5

5

5

5

5404 12

5

5

5

5

5

5404 19

5

5

5

5

5

5404 90

5

4

4

4

4

5405 00

5

4

4

4

4

5406 00

4

4

4

4

4

5407 10

9

8

8

8

8

5407 20

9

8

8

8

8

5407 30

9

8

8

8

8

5407 41

9

8

8

8

8

5407 42

9

8

8

8

8

5407 43

9

8

8

8

8

5407 44

9

8

8

8

8

5407 51

9

8

8

8

8

5407 52

9

8

8

8

8

5407 53

9

8

8

8

8

5407 54

9

8

8

8

8

5407 61

9

8

8

8

8

5407 69

9

8

8

8

8

5407 71

9

8

8

8

8

5407 72

9

8

8

8

4

5407 73

9

8

8

8

8

5407 74

9

8

8

8

8

5407 81

9

8

8

8

8

5407 82

9

8

8

8

8

5407 83

9

8

8

8

8

5407 84

9

8

8

8

8

5407 91

9

8

8

8

8

5407 92

9

8

8

8

8

5407 93

9

8

8

8

8

5407 94

9

8

8

8

8

5408 10

9

8

8

8

8

5408 21

9

8

8

8

8

5408 22

9

8

8

8

8

5408 23

9

8

8

8

8

5408 24

9

8

8

8

8

5408 31

9

8

8

8

8

5408 32

9

8

8

8

8

5408 33

9

8

8

8

8

5408 34

9

8

8

8

8

5501 10

4

4

4

4

4

5501 20

5

5

5

5

5

5501 30

5

5

5

5

5

5501 40

4

4

4

4

4

5501 90

4

4

4

4

4

5502 00

4

4

4

4

4

5503 11

0

0

0

0

0

5503 19

0

0

0

0

0

5503 20

0

0

0

0

0

5503 30

5

5

5

5

5

5503 40

0

0

0

0

0

5503 90

0

0

0

0

0

5504 10

4

4

4

4

4

5504 90

4

4

4

4

4

5505 10

5

5

5

5

5

5505 20

5

5

5

5

5

5506 10

4

4

4

4

4

5506 20

4

4

4

4

4

5506 30

4

4

4

4

4

5506 90

4

4

4

4

4

5507 00

4

4

4

4

4

5508 10

4

4

4

4

4

5508 20

4

4

4

4

4

5509 11

5

5

5

4

4

5509 12

5

5

5

4

4

5509 21

5

5

5

4

4

5509 22

5

5

5

4

4

5509 31

5

5

5

4

4

5509 32

5

5

5

4

4

5509 41

5

5

5

4

4

5509 42

5

5

5

4

4

5509 51

5

5

5

4

4

5509 52

5

5

5

4

4

5509 53

5

5

5

4

4

5509 59

5

5

5

4

4

5509 61

5

5

5

4

4

5509 62

5

5

5

4

4

5509 69

5

5

5

4

4

5509 91

5

5

5

4

4

5509 92

5

5

5

4

4

5509 99

5

5

5

4

4

5510 11

5

5

5

4

4

5510 12

5

5

5

4

4

5510 20

5

5

5

4

4

5510 30

5

5

5

4

4

5510 90

5

5

5

4

4

5511 10

5

5

5

4

4

5511 20

5

5

5

4

4

5511 30

5

5

5

4

4

5512 11

9

8

8

8

8

5512 19

9

8

8

8

8

5512 21

9

8

8

8

8

5512 29

9

8

8

8

8

5512 91

9

8

8

8

8

5512 99

9

8

8

8

8

5513 11

9

8

8

8

8

5513 12

9

9

8

8

8

5513 13

9

9

8

8

8

5513 19

9

9

8

8

8

5513 21

9

9

8

8

8

5513 23

9

9

8

8

8

5513 29

9

9

8

8

8

5513 31

9

9

8

8

8

5513 39

9

9

8

8

8

5513 41

9

9

8

8

8

5513 49

9

8

8

8

8

5514 11

9

9

8

8

8

5514 12

9

8

8

8

8

5514 19

9

9

8

8

8

5514 21

9

9

8

8

8

5514 22

9

9

8

8

8

5514 23

9

9

8

8

8

5514 29

9

9

8

8

8

5514 30

9

9

8

8

8

5514 41

9

9

8

8

8

5514 42

9

9

8

8

8

5514 43

9

8

8

8

8

5514 49

9

8

8

8

8

5515 11

9

8

8

8

8

5515 12

9

8

8

8

8

5515 13

9

8

8

8

8

5515 19

9

8

8

8

8

5515 21

9

8

8

8

8

5515 22

9

8

8

8

8

5515 29

9

8

8

8

8

5515 91

9

8

8

8

8

5515 99

9

8

8

8

8

5516 11

9

9

8

8

8

5516 12

9

9

8

8

8

5516 13

9

9

8

8

8

5516 14

9

9

8

8

8

5516 21

9

9

8

8

8

5516 22

9

9

8

8

8

5516 23

9

8

8

8

8

5516 24

9

9

8

8

8

5516 31

9

9

8

8

8

5516 32

9

9

8

8

8

5516 33

9

9

8

8

8

5516 34

9

9

8

8

8

5516 41

9

9

8

8

8

5516 42

9

9

8

8

8

5516 43

9

9

8

8

8

5516 44

9

9

8

8

8

5516 91

9

9

8

8

8

5516 92

9

9

8

8

8

5516 93

9

9

8

8

8

5516 94

9

9

8

8

8

5601 10

4

4

4

4

4

5601 21

4

4

4

4

4

5601 22

4

4

4

4

4

5601 29

4

4

4

4

4

5601 30

4

4

4

4

4

5602 10

4

4

4

4

4

5602 21

4

4

4

4

4

5602 29

10

4

4

4

4

5602 90

4

4

4

4

4

5603 11

4

4

4

4

4

5603 12

4

4

4

4

4

5603 13

4

4

4

4

4

5603 14

4

4

4

4

4

5603 91

4

4

4

4

4

5603 92

4

4

4

4

4

5603 93

4

4

4

4

4

5603 94

4

4

4

4

4

5604 10

4

4

4

4

4

5604 90

4

4

4

4

4

5605 00

4

4

4

4

4

5606 00 10

4

4

4

4

0

5606 00 91

4

4

4

4

4

5606 00 99

4

4

4

4

4

5607 21

8

8

8

8

8

5607 29

8

8

8

8

8

5607 41

20

20

20

20

20

5607 49

5

5

5

5

5

5607 50

5

5

5

5

5

5607 90

8

8

8

8

8

5608 11

4

4

4

4

4

5608 19

4

4

4

4

4

5608 90

4

4

4

4

4

5609 00

4

4

4

4

4

5701 10

25

18

12

8

8

5701 90

8

8

8

8

8

5702 10

25

18

12

8

8

5702 20

8

8

8

8

8

5702 31

8

8

8

8

8

5702 32

25

18

12

8

8

5702 39

8

8

8

8

8

5702 41

8

8

8

8

8

5702 42

25

18

12

8

8

5702 49

8

8

8

8

8

5702 50

8

8

8

8

8

5702 91

8

8

8

8

8

5702 92

25

18

12

8

8

5702 99

25

18

12

8

8

5703 10

25

18

12

8

8

5703 20

25

18

12

8

8

5703 30

25

18

12

8

8

5703 90

25

18

12

8

8

5704 10

8

8

8

8

8

5704 90

25

18

12

8

8

5705 00

25

18

12

8

8

5801 10

18

15

10

8

8

5801 21

18

15

10

8

8

5801 22

18

15

10

8

8

5801 23

18

15

10

8

8

5801 24

18

15

10

8

8

5801 25

15

12

10

8

8

5801 26

15

12

10

8

8

5801 31

18

15

10

8

8

5801 32

18

15

10

8

8

5801 33

18

15

10

8

8

5801 34

18

15

10

8

8

5801 35

15

12

10

8

8

5801 36

15

12

10

8

8

5801 90

18

15

10

8

8

5802 11

18

15

10

8

8

5802 19

18

15

10

8

8

5802 20

18

15

10

8

8

5802 30

18

15

10

8

8

5803 00

18

15

10

8

8

5804 10

15

12

10

8

8

5804 21

18

15

10

8

8

5804 29

18

15

10

8

8

5804 30

18

15

10

8

8

5805 00

18

15

10

8

8

5806 10

15

12

10

8

8

5806 20

15

12

10

8

8

5806 31

18

15

10

8

8

5806 32

15

12

10

8

8

5806 39

15

12

10

8

8

5806 40

15

12

10

8

8

5807 10

18

15

10

8

8

5807 90

18

15

10

8

8

5808 10

18

15

10

8

8

5808 90

15

12

10

8

8

5809 00

15

12

10

8

8

5810 10

18

15

10

8

8

5810 91

15

12

10

8

8

5810 92

15

12

10

8

8

5810 99

15

12

10

8

8

5811 00

15

12

10

8

8

5901 10

4

4

4

4

4

5901 90

4

4

4

4

4

5902 10

4

4

4

4

4

5902 20

4

4

4

4

4

5902 90

5

5

5

5

5

5903 10

4

4

4

4

4

5903 20

4

4

4

4

4

5903 90

4

4

4

4

4

5904 10

8

8

8

8

8

5904 90

8

8

8

8

8

5905 00

8

8

8

8

4

5906 10

4

4

4

4

4

5906 91

4

4

4

4

0

5906 99

4

4

4

4

4

5907 00

4

4

4

4

4

5908 00

4

4

4

4

4

5909 00

4

4

4

4

4

5910 00

4

4

4

4

4

5911 10

4

4

4

4

4

5911 20

4

4

4

4

4

5911 31

4

4

4

4

4

5911 32

4

4

4

4

4

5911 40

4

4

4

4

4

5911 90

4

4

4

4

4

6001 10

4

4

4

4

4

6001 21

9

8

8

8

8

6001 22

4

4

4

4

4

6001 29

4

4

4

4

4

6001 91

4

4

4

4

4

6001 92

9

8

8

8

8

6001 99

9

8

8

8

8

6002 40

9

8

8

8

8

6002 90

9

8

8

8

8

6003 10

9

8

8

8

8

6003 20

9

8

8

8

8

6003 30

9

8

8

8

8

6003 40

9

8

8

8

8

6003 90

9

8

8

8

8

6004 10

9

8

8

8

8

6004 90

9

8

8

8

8

6005 21

9

8

8

8

8

6005 22

9

8

8

8

8

6005 23

9

8

8

8

8

6005 24

9

8

8

8

8

6005 31

9

8

8

8

8

6005 32

9

8

8

8

8

6005 33

9

8

8

8

8

6005 34

9

8

8

8

8

6005 41

9

8

8

8

8

6005 42

9

8

8

8

8

6005 43

9

8

8

8

8

6005 44

9

8

8

8

8

6005 90

9

8

8

8

8

6006 10

9

8

8

8

8

6006 21

9

8

8

8

8

6006 22

9

8

8

8

8

6006 23

9

8

8

8

8

6006 24

9

8

8

8

8

6006 31

9

8

8

8

8

6006 32

9

8

8

8

8

6006 33

9

8

8

8

8

6006 34

9

8

8

8

8

6006 41

9

8

8

8

8

6006 42

9

8

8

8

8

6006 43

9

8

8

8

8

6006 44

9

8

8

8

8

6006 90

9

8

8

8

8

6101 20

25

18

12

12

12

6101 30

25

18

12

12

12

6101 90

25

18

12

12

12

6102 10

25

18

12

12

12

6102 20

25

18

12

12

12

6102 30

25

18

12

12

12

6102 90

25

18

12

12

12

6103 10

25

18

12

12

12

6103 22

25

18

12

12

12

6103 23

25

18

12

12

12

6103 29

25

18

12

12

12

6103 31

25

18

12

12

12

6103 32

25

18

12

12

12

6103 33

25

18

12

12

12

6103 39

25

18

12

12

12

6103 41

25

18

12

12

12

6103 42

25

18

12

12

12

6103 43

25

18

12

12

12

6103 49

25

18

12

12

12

6104 13

25

18

12

12

12

6104 19

25

18

12

12

12

6104 22

25

18

12

12

12

6104 23

25

18

12

12

12

6104 29

25

18

12

12

12

6104 31

25

18

12

12

12

6104 32

25

18

12

12

12

6104 33

25

18

12

12

12

6104 39

25

18

12

12

12

6104 41

25

18

12

12

12

6104 42

25

18

12

12

12

6104 43

25

18

12

12

12

6104 44

25

18

12

12

12

6104 49

25

18

12

12

12

6104 51

25

18

12

12

12

6104 52

25

18

12

12

12

6104 53

25

18

12

12

12

6104 59

25

18

12

12

12

6104 61

25

18

12

12

12

6104 62

25

18

12

12

12

6104 63

25

18

12

12

12

6104 69

25

18

12

12

12

6105 10

25

18

12

12

12

6105 20

25

18

12

12

12

6105 90

25

18

12

12

12

6106 10

25

18

12

12

12

6106 20

25

18

12

12

12

6106 90

25

18

12

12

12

6107 11

25

18

12

12

12

6107 12

25

18

12

12

12

6107 19

25

18

12

12

12

6107 21

25

18

12

12

12

6107 22

25

18

12

12

12

6107 29

25

18

12

12

12

6107 91

25

18

12

12

12

6107 99

25

18

12

12

12

6108 11

25

18

12

12

12

6108 19

25

18

12

12

12

6108 21

25

18

12

12

12

6108 22

25

18

12

12

12

6108 29

25

18

12

12

12

6108 31

25

18

12

12

12

6108 32

25

18

12

12

12

6108 39

25

18

12

12

12

6108 91

25

18

12

12

12

6108 92

25

18

12

12

12

6108 99

25

18

12

12

12

6109 10

25

18

12

12

12

6109 90

25

18

12

12

12

6110 11

25

18

12

12

12

6110 12

25

18

12

12

12

6110 19

25

18

12

12

12

6110 20

25

18

12

12

12

6110 30

25

18

12

12

12

6110 90

25

18

12

12

12

6111 20

25

18

12

12

12

6111 30

25

18

12

12

12

6111 90

25

18

12

12

12

6112 11

25

18

12

12

12

6112 12

25

18

12

12

12

6112 19

25

18

12

12

12

6112 20

25

18

12

12

12

6112 31

25

18

12

12

12

6112 39

25

18

12

12

12

6112 41

25

18

12

12

12

6112 49

25

18

12

12

12

6113 00

25

18

12

12

12

6114 20

25

18

12

12

12

6114 30

25

18

12

12

12

6114 90

25

18

12

12

12

6115 10

13

12

12

12

12

6115 21

13

12

12

12

12

6115 22

13

12

12

12

12

6115 29

13

12

12

12

12

6115 30

13

12

12

12

12

6115 94

13

12

12

12

12

6115 95

13

12

12

12

12

6115 96

13

12

12

12

12

6115 99

13

12

12

12

12

6116 10

13

12

12

12

12

6116 91

13

12

12

12

12

6116 92

13

12

12

12

12

6116 93

13

12

12

12

12

6116 99

13

12

12

12

12

6117 10

25

18

12

12

12

6117 80

25

18

12

12

12

6117 90

25

18

12

12

12

6201 11

25

18

12

12

12

6201 12

25

18

12

12

12

6201 13

25

18

12

12

12

6201 19

25

18

12

12

12

6201 91

25

18

12

12

12

6201 92

25

18

12

12

12

6201 93

25

18

12

12

12

6201 99

25

18

12

12

12

6202 11

25

18

12

12

12

6202 12

25

18

12

12

12

6202 13

25

18

12

12

12

6202 19

25

18

12

12

12

6202 91

25

18

12

12

12

6202 92

25

18

12

12

12

6202 93

25

18

12

12

12

6202 99

25

18

12

12

12

6203 11

25

18

12

12

12

6203 12

25

18

12

12

12

6203 19

25

18

12

12

12

6203 22

25

18

12

12

12

6203 23

25

18

12

12

12

6203 29

25

18

12

12

12

6203 31

25

18

12

12

12

6203 32

25

18

12

12

12

6203 33

25

18

12

12

12

6203 39

25

18

12

12

12

6203 41

25

18

12

12

12

6203 42

25

18

12

12

12

6203 43

25

18

12

12

12

6203 49

25

18

12

12

12

6204 11

25

18

12

12

12

6204 12

25

18

12

12

12

6204 13

25

18

12

12

12

6204 19

25

18

12

12

12

6204 21

25

18

12

12

12

6204 22

25

18

12

12

12

6204 23

25

18

12

12

12

6204 29

25

18

12

12

12

6204 31

25

18

12

12

12

6204 32

25

18

12

12

12

6204 33

25

18

12

12

12

6204 39

25

18

12

12

12

6204 41

25

18

12

12

12

6204 42

25

18

12

12

12

6204 43

25

18

12

12

12

6204 44

25

18

12

12

12

6204 49

25

18

12

12

12

6204 51

25

18

12

12

12

6204 52

25

18

12

12

12

6204 53

25

18

12

12

12

6204 59

25

18

12

12

12

6204 61

25

18

12

12

12

6204 62

25

18

12

12

12

6204 63

25

18

12

12

12

6204 69

25

18

12

12

12

6205 20

25

18

12

12

12

6205 30

25

18

12

12

12

6205 90

25

18

12

12

12

6206 10

25

18

12

12

12

6206 20

25

18

12

12

12

6206 30

25

18

12

12

12

6206 40

25

18

12

12

12

6206 90

25

18

12

12

12

6207 11

25

18

12

12

12

6207 19

25

18

12

12

12

6207 21

25

18

12

12

12

6207 22

25

18

12

12

12

6207 29

25

18

12

12

12

6207 91

25

18

12

12

12

6207 99

25

18

12

12

12

6208 11

25

18

12

12

12

6208 19

25

18

12

12

12

6208 21

25

18

12

12

12

6208 22

25

18

12

12

12

6208 29

25

18

12

12

12

6208 91

25

18

12

12

12

6208 92

25

18

12

12

12

6208 99

25

18

12

12

12

6209 20

25

18

12

12

12

6209 30

25

18

12

12

12

6209 90

25

18

12

12

12

6210 10

25

18

12

12

12

6210 20

25

18

12

12

12

6210 30

25

18

12

12

12

6210 40

25

18

12

12

12

6210 50

25

18

12

12

12

6211 11

25

18

12

12

12

6211 12

25

18

12

12

12

6211 20

25

18

12

12

12

6211 32

25

18

12

12

12

6211 33

25

18

12

12

12

6211 39

25

18

12

12

12

6211 41

25

18

12

12

12

6211 42

25

18

12

12

12

6211 43

25

18

12

12

12

6211 49

25

18

12

12

12

6212 10

25

18

12

12

12

6212 20

25

18

12

12

12

6212 30

25

18

12

12

12

6212 90

25

18

12

12

12

6213 20

25

18

12

12

12

6213 90

25

18

12

12

12

6214 10

25

18

12

12

12

6214 20

25

18

12

12

12

6214 30

25

18

12

12

12

6214 40

25

18

12

12

12

6214 90

25

18

12

12

12

6215 10

25

18

12

12

12

6215 20

25

18

12

12

12

6215 90

25

18

12

12

12

6216 00

25

18

12

12

12

6217 10

25

18

12

12

12

6217 90

25

18

12

12

12

6301 10

25

18

12

12

12

6301 20

25

18

12

12

12

6301 30

25

18

12

12

12

6301 40

25

18

12

12

12

6301 90

25

18

12

12

12

6302 10

25

18

12

12

12

6302 21

25

18

12

12

12

6302 22

25

18

12

12

12

6302 29

25

18

12

12

12

6302 31

25

18

12

12

12

6302 32

25

18

12

12

12

6302 39

25

18

12

12

12

6302 40

25

18

12

12

12

6302 51

25

18

12

12

12

6302 53

25

18

12

12

12

6302 59

25

18

12

12

12

6302 60

25

18

12

12

12

6302 91

25

18

12

12

12

6302 93

25

18

12

12

12

6302 99

25

18

12

12

12

6303 12

25

18

12

12

12

6303 19

25

18

12

12

12

6303 91

25

18

12

12

12

6303 92

25

18

12

12

12

6303 99

25

18

12

12

12

6304 11

25

18

12

12

12

6304 19

25

18

12

12

12

6304 91

25

18

12

12

12

6304 92

25

18

12

12

12

6304 93

25

18

12

12

12

6304 99

25

18

12

12

12

6305 10

4

4

4

4

4

6305 20

4

4

4

4

4

6305 32

4

4

4

4

4

6305 33

18

15

12

12

12

6305 39

5

4

4

4

4

6305 90

5

4

4

4

4

6306 12

25

18

12

12

12

6306 19

25

18

12

12

12

6306 22

25

18

12

12

12

6306 29

12

12

12

12

12

6306 30

12

12

12

12

12

6306 40

12

12

12

12

12

6306 91

12

12

12

12

12

6306 99

12

12

12

12

12

6307 10

25

18

12

12

12

6307 20

25

18

12

12

12

6307 90

25

18

12

12

12

6308 00

25

18

12

12

12

6309 00

25

18

12

12

20

6310 10

25

18

12

12

20

6310 90

25

18

12

12

20”

Excellentie,

Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief van …, die als volgt luidt:

1.   Ik verwijs naar de op 1 april 1993 geparafeerde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus inzake de handel in textielproducten, laatstelijk gewijzigd en verlengd bij de op 19 oktober 2007 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling (hierna „de overeenkomst” genoemd).

2.   Aangezien de overeenkomst op 31 december 2008 verstrijkt, besluiten de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus overeenkomstig artikel 19, lid 1, van de overeenkomst de looptijd ervan met een jaar te verlengen, met inachtneming van de volgende wijzigingen en voorwaarden:

2.1.

Artikel 19, lid 1, van de overeenkomst komt als volgt te luiden:

„Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. Zij is van toepassing tot en met 31 december 2009.”.

2.2.

Bijlage II, waarin de kwantitatieve beperkingen voor de uitvoer uit de Republiek Belarus naar de Europese Gemeenschap zijn opgenomen, wordt vervangen door aanhangsel 1 van deze brief.

2.3.

De bijlage bij protocol C, waarin de kwantitatieve beperkingen voor de uitvoer van de Republiek Belarus naar de Europese Gemeenschap na passieve veredeling in de Republiek Belarus zijn opgenomen, wordt voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 vervangen door aanhangsel 2 bij deze brief.

2.4.

Voor de invoer in Belarus van textiel- en kledingproducten uit de Europese Gemeenschap worden in 2009 invoerrechten toegepast die niet hoger zijn dan die welke voor 2003 zijn vastgesteld in aanhangsel 4 van de op 11 november 1999 geparafeerde overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Belarus, gewijzigd bij aanhangsel 3 van deze brief. De wijziging betreft alleen de tarieflijnen 5407 72, 5606 00 10, 5905 00, 5906 91, 6309 00, 6310 10 en 6310 90. De in 2009 door Belarus op deze producten toegepaste tarieven zijn: 5407 72 — 4 %, 5606 00 10 — 0 %, 5905 00 — 4 %, 5906 91 — 0 %, 6309 00 — 20 %, 6310 10 — 20 %, 6310 90 — 20 %.

Als deze rechten niet worden toegepast, heeft de Gemeenschap het recht voor de resterende looptijd van de overeenkomst de kwantitatieve beperkingen voor 2008, zoals overeengekomen in de op 19 oktober 2007 geparafeerde briefwisseling, pro rata opnieuw in te stellen.

3.   De Europese Gemeenschap en Belarus herinneren aan hun akkoord om uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van deze overeenkomst overleg te plegen, teneinde eventueel een nieuwe overeenkomst te sluiten.

4.   Mocht de Republiek Belarus vóór de datum waarop de overeenkomst verstrijkt, lid van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) worden, dan zijn de overeenkomsten en regels van de WTO van toepassing met ingang van de datum van de toetreding van de Republiek Belarus tot de WTO.

5.   Ik verzoek u mij te bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt. Indien zulks het geval is, treedt deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe benodigde juridische procedures zijn voltooid. In afwachting daarvan is deze overeenkomst voorlopig van toepassing met ingang van 1 januari 2009, op basis van wederkerigheid.

Met bijzondere hoogachting.”

Hierbij bevestig ik dat mijn regering met de inhoud van uw brief instemt.

Met bijzondere hoogachting,

Voor de regering van de Republiek Belarus


Commissie

13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/61


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2008

tot vaststelling van de standaardvoorschriften voor de rapportering inzake nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen waarvoor financiële bijstand van de Gemeenschap wordt verleend

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 6032)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/940/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name op artikel 24, lid 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 90/424/EEG stelt de procedures vast voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten en zoönosen.

(2)

Krachtens artikel 24, lid 1, van Beschikking 90/424/EEG moet worden voorzien in een financiële maatregel van de Gemeenschap om de onkosten van de lidstaten voor de financiering van nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van de in de bijlage bij die beschikking vermelde dierziekten en zoönosen te vergoeden.

(3)

Na de vaststelling van Beschikking 2008/341/EG van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van communautaire criteria voor nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (2) en met het oog op de verdere verbetering van de werkwijze voor de indiening, goedkeuring en voortgangsbeoordeling tijdens de uitvoering van de programma’s zijn bij Beschikking 2008/425/EG van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van standaardvoorschriften voor de indiening door de lidstaten van door de Gemeenschap te financieren nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (3) die standaardvoorschriften geactualiseerd om ze in overeenstemming te brengen met die criteria.

(4)

Punt 7, onder e), van de bijlage bij Beschikking 2008/341/EG bepaalt dat de door de lidstaten bij de Commissie ingediende uitroeiingsprogramma’s waarvoor financiële bijstand wordt gevraagd, voorschriften moeten bevatten voor een passende vergoeding van de eigenaars van dieren die in het kader van het programma moeten worden geslacht of geruimd, en voor de producten die moeten worden vernietigd.

(5)

Het is dienstig te bepalen dat, wanneer dergelijke voorschriften ontbreken, de vergoeding binnen negentig dagen moet worden betaald om te voorkomen dat de financiële steun van de Gemeenschap wordt verlaagd.

(6)

Beschikking 90/424/EEG bepaalt dat de lidstaten voor elk goedgekeurd programma tussentijdse technische en financiële verslagen en jaarlijks uiterlijk 30 april een gedetailleerd technisch jaarverslag met onder meer een beoordeling van de resultaten en een gedetailleerd verslag van de uitgaven van het voorafgaande jaar moeten indienen.

(7)

Er is een evaluatiesysteem opgezet om de voortgang te beoordelen die bij de uitvoering van de uitroeiings- en bestrijdingsprogramma’s is gemaakt. Het evaluatiesysteem voorziet in een rapporteringssysteem betreffende de epizoötiologische gegevens uit de programma’s, dat is gebaseerd op Beschikking 2002/677/EG van de Commissie van 22 augustus 2002 houdende vaststelling van de standaardvoorschriften voor de rapportering inzake de programma’s voor de uitroeiing van en de controle op dierziekten waarvoor financiële bijstand van de Gemeenschap wordt verleend, en tot intrekking van Beschikking 2000/322/EG (4).

(8)

Na de vaststelling van Beschikking 2008/425/EG is het wenselijk het rapporteringssysteem te harmoniseren en Beschikking 2002/677/EG in te trekken en door deze beschikking te vervangen.

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De lidstaten dienen overeenkomstig deze beschikking tussentijdse en eindverslagen in betreffende de krachtens artikel 24 van Beschikking 90/424/EEG vastgestelde uitroeiings-, bestrijdings- en bewakingsprogramma’s.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder:

a)

„tussentijdse verslagen”: bij de Commissie in te dienen tussentijdse technische en financiële verslagen waarin de lopende programma’s worden beoordeeld, als bedoeld in artikel 24, lid 7, onder a), van Beschikking 90/424/EEG;

b)

„eindverslagen”: jaarlijks uiterlijk 30 april bij de Commissie in te dienen gedetailleerde technische en financiële verslagen over het hele toepassingsjaar van de programma’s, als bedoeld in artikel 24, lid 7, onder b), van Beschikking 90/424/EEG;

c)

„betalingsaanvragen”: bij de Commissie in te dienen betalingsaanvragen betreffende de uitgaven van een lidstaat, als bedoeld in artikel 24, lid 8, van Beschikking 90/424/EEG.

Artikel 3

1.   Met betrekking tot lopende programma’s die overeenkomstig artikel 24, lid 5, van Beschikking 90/424/EEG zijn goedgekeurd voor financiële bijstand van de Gemeenschap, wordt jaarlijks uiterlijk 31 juli een tussentijds verslag bij de Commissie ingediend.

2.   De tussentijdse verslagen bevatten:

a)

met betrekking tot rundertuberculose, runderbrucellose, schapen- en geitenbrucellose (B. melitensis), endemische runderleukose (EBL), de ziekte van Aujeszky, blauwtong in endemische of hoogrisicostreken, Afrikaanse varkenspest, vesiculaire varkensziekte, klassieke varkenspest, miltvuur, besmettelijke runderperipneumonie, echinokokkose, trichinellose en verocytotoxine-producerende E. coli, al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in de bijlagen I, II, III, IV en VII gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

b)

met betrekking tot rabiës, al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in de bijlagen I en VII gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

c)

met betrekking tot salmonellose (zoönotische salmonella), al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in de bijlagen I, V.A en VII gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

d)

met betrekking tot overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s), al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in bijlage VIII gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

e)

met betrekking tot aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels, al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in bijlage IX gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

f)

met betrekking tot ziekten bij aquacultuurdieren zoals infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), virale hemorragische septikemie (VHS), koi-herpesvirus (KHV), besmetting met Bonamia ostreae, besmetting met Marteilia refringens en white spot disease bij schaaldieren, al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in bijlage X gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing.

Artikel 4

1.   De eindverslagen bevatten:

a)

met betrekking tot rundertuberculose, runderbrucellose, schapen- en geitenbrucellose (B. melitensis), endemische runderleukose (EBL), de ziekte van Aujeszky, blauwtong in endemische of hoogrisicostreken, Afrikaanse varkenspest, vesiculaire varkensziekte, klassieke varkenspest, miltvuur, besmettelijke runderperipneumonie, echinokokkose, trichinellose en verocytotoxine-producerende E. coli, de betalingsaanvraag en al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in de bijlagen II, III, IV, V, VI en VII en in de specifieke bijlagen VII.A, VII.B, VII.C of VII.D gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

b)

met betrekking tot rabiës, de betalingsaanvraag en al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in de bijlagen VII en VII.E gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

c)

met betrekking tot salmonellose (zoönotische salmonella), de betalingsaanvraag en al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in de bijlagen V.A, VI, VII en VII.F gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

d)

met betrekking tot overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s), de betalingsaanvraag en al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in bijlage VIII gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

e)

met betrekking tot aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels, de betalingsaanvraag en al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in bijlage IX gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing;

f)

met betrekking tot ziekten bij aquacultuurdieren zoals infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), virale hemorragische septikemie (VHS), koi-herpesvirus (KHV), besmetting met Bonamia ostreae, besmetting met Marteilia refringens en white spot disease bij schaaldieren, de betalingsaanvraag en al de relevante informatie, met inbegrip van ten minste de in bijlage X gespecificeerde informatie, voor zover van toepassing.

2.   Bij het invullen van de in de bijlagen VII.C, VII.D en VII.F vastgestelde tabel moeten de lidstaten, onverminderd artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie (5), in de kolom „vergoeding” vermelden welke vergoeding is toegekend tussen 1 en 90 kalenderdagen nadat het dier is geslacht of de producten zijn vernietigd of nadat het verzoek om bijstand door de eigenaar is ingediend. Indien de betrokken autoriteiten buiten de periode van 90 dagen (tussen 91 en 210 kalenderdagen) vergoedingen betalen, wordt de financiële steun van de Gemeenschap verlaagd.

Artikel 5

Beschikking 2002/677/EG wordt ingetrokken.

Artikel 6

Deze beschikking is van toepassing op programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten die met ingang van 1 januari 2009 worden uitgevoerd.

Artikel 7

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

(2)  PB L 115 van 29.4.2008, blz. 44.

(3)  PB L 159 van 18.6.2008, blz. 1.

(4)  PB L 229 van 27.8.2002, blz. 24.

(5)  PB L 39 van 17.2.1996, blz. 5.


BIJLAGE I

VOORSCHRIFTEN VOOR TUSSENTIJDSE TECHNISCHE EN FINANCIËLE EVALUATIE

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Ziekte/zoönose (1):

 

Diersoort:

De evaluatie moet ten minste omvatten:

1.

technische en financiële evaluatie:

1.1.

bevestiging dat alle wetgeving met betrekking tot de uitvoering van het programma van kracht was bij het begin van het programma (zo niet, evaluatie van de situatie);

1.2.

evaluatie van de uitvoering van de in het kader van het programma vereiste begrotingsmaatregelen;

1.3.

raming van de in het kader van het programma reeds gedane uitgaven voor de maatregelen waarvoor financiële bijstand wordt verleend;

1.4.

raming van de in het hele rapporteringsjaar te verrichten uitgaven voor de maatregelen waarvoor financiële bijstand wordt verleend.


(1)  Ziekte of zoönose en diersoort indien nodig.


BIJLAGE II

GEGEVENS OVER BESLAGEN (1)

(één tabel per ziekte/diersoort)

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Ziekte (2):

 

Diersoort:

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag


Regio (3)

Totaal aantal beslagen (4)

Totaal aantal beslagen waarop het programma van toepassing is

Aantal gecontroleerde beslagen (5)

Aantal positieve beslagen (6)

Aantal nieuwe positieve beslagen (7)

Aantal geruimde beslagen

Percentage geruimde positieve beslagen

Indicatoren

Percentage dekking beslagen

Percentage positieve beslagen

Prevalentie bij beslagen in de periode in kwestie

Percentage nieuwe positieve beslagen

Incidentie bij beslagen

1

2

3

4

5

6

7

8 = (7/5) × 100

9 = (4/3) × 100

10 = (5/4) × 100

11 = (6/4) × 100

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal — 1 (8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Met beslagen worden koppels of bedrijven bedoeld, naargelang van het geval.

(2)  Ziekte en diersoort indien nodig.

(3)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(4)  Totaal aantal beslagen in de regio, ongeacht of zij al dan niet voor het programma in aanmerking komen.

(5)  Met controleren wordt bedoeld het testen (in het kader van het programma) van het beslag op de desbetreffende ziekte, om de gezondheidsstatus van het beslag te handhaven, te verhogen, enz. In deze kolom mag een beslag slechts eenmaal worden meegeteld, ook al is het meer dan eens gecontroleerd.

(6)  Beslagen waarbij ten minste één dier positief heeft gereageerd in de periode in kwestie, ongeacht het aantal keer dat het beslag is gecontroleerd.

(7)  Beslagen waarvan de status in de vorige periode was: onbekend, niet vrij-negatief, vrij, officieel vrij of geschorst, en waarbij in de periode in kwestie ten minste één dier positief heeft gereageerd.

(8)  Gegevens betreffende de overeenkomstige periode in het voorafgaande jaar.


BIJLAGE III

GEGEVENS OVER DIEREN

(één tabel per ziekte/diersoort)

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Ziekte (1):

 

Diersoort:

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag


Regio (2)

Totaal aantal dieren (3)

Aantal in het kader van het programma te testen dieren (4)

Aantal geteste dieren (4)

Aantal individueel geteste dieren (5)

Aantal positieve dieren

Slacht

Indicatoren

Aantal geslachte of geruimde dieren die positief hebben gereageerd

Totaal aantal geslachte dieren (6)

Percentage dekking dieren

Percentage positieve dieren Prevalentie bij dieren

1

2

3

4

5

6

7

8

9 = (4/3) × 100

10 = (6/4) × 100

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal — 1 (7)

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Ziekte en diersoort indien nodig.

(2)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(3)  Totaal aantal dieren in de regio, ongeacht of zij al dan niet voor het programma in aanmerking komen.

(4)  Omvat dieren die individueel zijn getest en dieren die aan de hand van verzamelmonsters zijn getest.

(5)  Omvat enkel de individueel geteste dieren, niet de dieren die zijn getest aan de hand van verzamelmonsters (bv. tankmelkmonsters).

(6)  Omvat alle geslachte dieren die positief hebben gereageerd en alle in het kader van het programma geslachte dieren die negatief hebben gereageerd.

(7)  Gegevens betreffende de overeenkomstige periode in het voorafgaande jaar.


BIJLAGE IV

GEGEVENS OVER VACCINATIEPROGRAMMA’S

(één tabel per ziekte/diersoort)

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Ziekte (1):

 

Diersoort:

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag


Regio (2)

Totaal aantal beslagen (3)

Totaal aantal dieren

Informatie over een vaccinatieprogramma voor jonge dieren

Informatie over een algemeen vaccinatieprogramma

Aantal beslagen waarop het vaccinatieprogramma van toepassing is

Aantal gevaccineerde beslagen

Aantal gevaccineerde dieren

Aantal toegediende vaccindoses

Aantal beslagen waarop het vaccinatieprogramma van toepassing is

Aantal gevaccineerde beslagen

Aantal gevaccineerde volwassen dieren (4)

Aantal gevaccineerde jonge dieren (4)

Aantal toegediende vaccindoses

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal — 1 (5)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Ziekte en diersoort indien nodig.

(2)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(3)  Met beslagen worden koppels of bedrijven bedoeld, naargelang van het geval.

(4)  Als omschreven in het programma.

(5)  Gegevens betreffende de overeenkomstige periode in het voorafgaande jaar.


BIJLAGE V

GEGEVENS OVER DE STATUS VAN BESLAGEN AAN HET EIND VAN DE PERIODE

(één tabel per ziekte/diersoort)

 

Lidstaat:

 

Ziekte (1):

 

Datum:

 

Diersoort:

 

Jaar:


Regio (2)

Status van beslagen en dieren waarop het programma van toepassing is (3)

Totaal aantal beslagen en dieren waarop het programma van toepassing is

Onbekend (4)

Niet vrij of niet officieel vrij

Status vrij of officieel vrij geschorst (7)

Vrij (8)

Officieel vrij (9)

Laatste controle positief (5)

Laatste controle negatief (6)

Beslagen

Dieren (10)

Beslagen

Dieren (10)

Beslagen

Dieren (10)

Beslagen

Dieren (10)

Beslagen

Dieren (10)

Beslagen

Dieren (10)

Beslagen

Dieren (10)

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal — 1 (11)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Ziekte en diersoort indien nodig.

(2)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(3)  Aan het eind van de verslagperiode.

(4)  Onbekend: geen vorige controleresultaten beschikbaar.

(5)  Niet vrij en laatste controle positief: beslag gecontroleerd met ten minste één positief resultaat bij de laatste controle.

(6)  Niet vrij en laatste controle negatief: beslag gecontroleerd met negatieve resultaten bij de laatste controle, maar is niet „vrij” of „officieel vrij”.

(7)  Aan het eind van de verslagperiode voor de desbetreffende ziekte geschorst als omschreven in de communautaire wetgeving.

(8)  Vrij beslag als gedefinieerd in de communautaire wetgeving voor de desbetreffende ziekte.

(9)  Officieel vrij beslag als gedefinieerd in de communautaire wetgeving voor de desbetreffende ziekte.

(10)  Omvat dieren waarop het programma van toepassing is in beslagen met de desbetreffende status (linkerkolom).

(11)  Totaal voor de overeenkomstige verslagperiode in het voorafgaande jaar.

BIJLAGE V.A

GEGEVENS OVER ZOÖNOTISCHE SALMONELLA

Tussentijds technisch verslag

Technisch eindverslag

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Salmonellaserotypen (1):

 

Diersoort:

 

Regio (8):

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag


Type koppel (2)

Totaal aantal koppels (3)

Totaal aantal dieren

Totaal aantal koppels waarop het programma van toepassing is

Totaal aantal dieren waarop het programma van toepassing is

Aantal gecontroleerde koppels (4)

Aantal positieve koppels (5)

Aantal geruimde koppels

Totaal aantal geslachte of vernietigde dieren

Hoeveelheid vernietigde eieren (aantal of kg)

Hoeveelheid eieren bestemd voor eiproducten (aantal of kg)

Serotypen waarop het bestrijdingsprogramma gericht is (6)

Andere serotypen (7)

Serotypen waarop het bestrijdingsprogramma gericht is (6)

Andere serotypen (7)

Serotypen waarop het bestrijdingsprogramma gericht is (6)

Andere serotypen (7)

Serotypen waarop het bestrijdingsprogramma gericht is (6)

Andere serotypen (7)

Serotypen waarop het bestrijdingsprogramma gericht is (6)

Andere serotypen (7)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  De serotypen specificeren die onder de bestrijdingsprogramma’s vallen, bv. S. Enteritidis, S. Typhimurium, andere serotypen (specificeren).

(2)  Bijvoorbeeld vermeerderingskoppels (opfokkoppels, volwassen koppels), koppels voor productie, koppels legkippen, koppels vleeskuikens, fokkalkoenen, vleeskalkoenen, fokvarkens, slachtvarkens, enz. Koppels is gelijk aan beslagen, naargelang van het geval.

(3)  Totaal aantal koppels in de regio, ongeacht of zij al dan niet voor het programma in aanmerking komen.

(4)  Met controleren wordt bedoeld het testen (in het kader van het programma) van het koppel op zoönotische salmonella. In deze kolom mag een koppel slechts eenmaal worden meegeteld, ook al is het meer dan eens gecontroleerd.

(5)  Indien een koppel overeenkomstig voetnoot d meer dan eens is gecontroleerd, mag een positief monster maar één keer in aanmerking worden genomen.

(6)  Salmonella Enteritidis of Salmonella Typhimurium, Salmonella Hadar, Salmonella Virchow, Salmonella Infantis of andere serovars waarop het bestrijdingsprogramma gericht is.

(7)  Andere salmonellaserovars dan die welke in het bestrijdingsprogramma worden gespecificeerd en waarop dit programma gericht is.

(8)  Regio of land, naargelang van het geval.


BIJLAGE VI

VOORSCHRIFTEN VOOR DE EINDVERSLAGEN

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Ziekte/zoönose (1):

 

Diersoort:

Het verslag moet ten minste bevatten (2):

1.

De in te dienen gegevens (bijlagen II, III, IV, V en V.A, naargelang van het geval)

2.

Technische evaluatie van de situatie:

2.1.

Epizoötiologische kaarten voor elke ziekte/infectie

2.2.

Informatie over de gebruikte diagnostische test (tabel A)

Tabel A

Ziekte/diersoort

Test (3)

Aard van het monster (4)

Type test (5)

Aantal uitgevoerde tests

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.

Gegevens over de infectie

Ziekte/diersoort

Aantal besmette beslagen

Aantal besmette dieren

 

 

 

 

 

 

2.4.

Redenen voor schorsing van de status vrij of officieel vrij voor elke ziekte (tabel B)

Tabel B

Ziekte/diersoort

Reden (6)

Aantal geschorste beslagen

 

 

 

2.5.

Bereikte doelstellingen en technische problemen

2.6.

Aanvullende epizoötiologische informatie: informatie inzake epizoötiologisch onderzoek, abortussen, laesies die zijn geconstateerd in het slachthuis of bij de necropsie, humane gevallen, enz.

3.

Financiële aspecten:

3.1.

Ingevulde tabellen van bijlage VII

3.2.

Overzicht van de in het kader van het programma gedane uitgaven

3.3.

Gedetailleerde lijst van de subsidiabele kosten


(1)  Ziekte of zoönose en diersoort indien nodig.

(2)  Voor programma’s inzake zoönotische salmonella hoeven alleen de in de punten 1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6 en 3 bedoelde gegevens te worden verstrekt.

(3)  Vermelden: huidtest, Bengaals rood, CF, iELISA, cELISA, isolatie, PCR, bacteriologische analyse, andere (specificeren).

(4)  Indien nodig vermelden: bloedserum, bloed, plasma, melk, tankmelk, verdachte laesie, foetus, faeces, eieren, dode kuikens, meconium, andere (specificeren).

(5)  Vermelden: screeningtest, bevestigingstest, aanvullende test, routinetest, andere (specificeren).

(6)  Reden vermelden:

niet-negatief resultaat bij diagnostische test,

voldoet niet aan de routinetestfrequentie,

opneming in het beslag van dieren met ontoereikende status,

vermoeden dat de ziekte aanwezig is,

andere (specificeren).


BIJLAGE VII

TUSSENTIJDS FINANCIEEL VERSLAG/FINANCIEEL EINDVERSLAG EN BETALINGSAANVRAAG

(één tabel per ziekte/zoönose/diersoort)

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Ziekte/zoönose:

 

Diersoort:

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag


Regio (1)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (2)

Vergoeding

Laboratoriumanalyse of andere diagnostische test op officiële monsters

Vaccins

Andere (specificeren)

Andere (specificeren)

1

2

3

4

5

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

Wij verklaren dat:

deze uitgaven reëel zijn, naar behoren verantwoord zijn en subsidiabel zijn overeenkomstig de bepalingen van Beschikking/Verordening (EG) nr. …/… (specifiek financieringsbesluit vermelden);

alle bewijsstukken betreffende de uitgaven beschikbaar zijn voor inspectie, met name om de hoogte van het bedrag van de vergoeding voor dieren te verantwoorden;

voor dit programma geen andere bijdrage van de Gemeenschap werd aangevraagd en alle inkomsten die uit activiteiten in het kader van het programma zijn verkregen, bij de Commissie zijn gedeclareerd;

het programma is uitgevoerd overeenkomstig de communautaire wetgeving, met name de mededingingsregels, de voorschriften inzake de gunning van overheidsopdrachten en de bepalingen inzake staatssteun;

controleprocedures van toepassing zijn, met name om de juistheid van de gedeclareerde bedragen te verifiëren en om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

 

Datum: ...

 

Naam en handtekening van de operationele directeur: ...


(1)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(2)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

BIJLAGE VII.A

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR PROGRAMMA’S BETREFFENDE VARKENS

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Ziekte van Aujeszky — klassieke varkenspest — Afrikaanse varkenspest — vesiculaire varkensziekte (1)

Regio (2)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (3)

Laboratoriumanalysen en andere diagnostische tests

Vaccinatie

Aantal tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Kosten van de tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Aantal vaccindoses en lokazen

(type vaccin specificeren)

Kosten van de vaccindoses en lokazen

(type vaccin specificeren)

Distributiekosten

(type distributie specificeren)

ELISA

Andere

(specificeren)

Andere

(specificeren)

ELISA

Andere

(specificeren)

Andere

(specificeren)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0

0

0,00

0,00

0,00

0,00


(1)  Eén programma per tabel. Alleen het programma in kwestie laten staan en de andere wissen.

(2)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(3)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

BIJLAGE VII.B

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR BLAUWTONGPROGRAMMA’S

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Blauwtong

Regio (1)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (2)

Laboratoriumanalysen en andere diagnostische tests

Vaccinatie

Andere maatregelen

Aantal tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Kosten van de tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Aantal vaccindoses

(type vaccin specificeren)

Kosten van de vaccindoses

(type vaccin specificeren)

Aard van de maatregelen

(specificeren)

Kosten van de maatregelen

(specificeren)

ELISA

Andere (specificeren)

Andere (specificeren)

ELISA

Andere (specificeren)

Andere (specificeren)

 

 

 

 

 

 

Vallen

Andere

Vallen

Andere

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0

0

0,00

0,00


(1)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(2)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

BIJLAGE VII.C

DEEL 1

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR PROGRAMMA’S BETREFFENDE RUNDEREN

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Runderbrucellose — rundertuberculose — endemische runderleukose (1)

Regio (2)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (3)

Vergoeding

Aantal dieren waarvoor vergoeding is betaald

Totale kosten van de dieren waarvoor vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor binnen 90 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 91 en 120 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 121 en 150 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 151 en 180 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 181 en 210 kalenderdagen vergoeding is betaald

Bedrag ontvangen voor verwijdering (alleen voor RB en RT)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

DEEL 2

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR PROGRAMMA’S BETREFFENDE RUNDEREN

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Runderbrucellose — rundertuberculose — endemische runderleukose (4)

Regio (5)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (6)

Laboratoriumanalysen en andere diagnostische tests

Vaccinatie

Aantal tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Kosten van de tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Aantal vaccindoses

(type vaccin specificeren)

Kosten van de vaccindoses

(type vaccin specificeren)

ELISA

Bengaals rood

Complementbindingsreactie

Tuberculinatie

AGID

Andere (specificeren)

ELISA

Bengaals rood

Complementbindingsreactie

Tuberculinatie

AGID

Andere (specificeren)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0

0

0,00

0,00


(1)  Eén programma per tabel. Alleen het programma in kwestie laten staan en de andere wissen.

(2)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(3)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

(4)  Eén programma per tabel. Alleen het programma in kwestie laten staan en de andere wissen.

(5)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(6)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

BIJLAGE VII.D

DEEL 1

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR PROGRAMMA’S BETREFFENDE B. MELITENSIS

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Schapen- en geitenbrucellose

Regio (1)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (2)

Vergoeding

Aantal dieren per diersoort

Kosten van de dieren per diersoort

Totale kosten van de dieren waarvoor vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor binnen 90 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 91 en 120 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 121 en 150 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 151 en 180 kalenderdagen vergoeding is betaald

Kosten van de dieren waarvoor tussen 181 en 210 kalenderdagen vergoeding is betaald

Schapen

Geiten

Schapen

Geiten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

DEEL 2

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR PROGRAMMA’S BETREFFENDE B. MELITENSIS

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Schapen- en geitenbrucellose

Regio (3)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (4)

Laboratoriumanalysen en andere diagnostische tests

Vaccinatie

Aantal tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Kosten van de tests of laboratoriumanalysen

(type test of analyse specificeren)

Aantal vaccindoses

(type vaccin specificeren)

Kosten van de vaccindoses

(type vaccin specificeren)

Bengaals rood

Complementbindingsreactie

Andere (specificeren)

Andere (specificeren)

Bengaals rood

Complementbindingsreactie

Andere (specificeren)

Andere (specificeren)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0,00

0

0

0,00

0,00


(1)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(2)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

(3)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(4)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

BIJLAGE VII.E

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR RABIËSPROGRAMMA’S

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Rabiës

Regio (1)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (2)

Vaccinatie

Aantal vaccindoses en lokazen

(type vaccin specificeren)

Kosten van de vaccindoses en lokazen

(type vaccin specificeren)

Distributiekosten

(type distributie specificeren)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00


(1)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(2)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

BIJLAGE VII.F

DEEL I

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR SALMONELLAPROGRAMMA’S

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Salmonella

Regio (1)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (2)

Vergoeding

Aantal dieren en eieren per vergoedingscategorie

Kosten van dieren en eieren per vergoedingscategorie

Vergoeding betaald binnen 90 kalenderdagen

Vergoeding betaald tussen 91 en 120 kalenderdagen

Vergoeding betaald tussen 121 en 150 kalenderdagen

Vergoeding betaald tussen 151 en 180 kalenderdagen

Vergoeding betaald tussen 181 en 210 kalenderdagen

Totaal vergoed

Vernietigde dieren (3)

Hittebehandelde dieren (3)

Geïncubeerde broedeieren

Vernietigde niet-geïncubeerde broedeieren

Hittebehandelde niet-geïncubeerde broedeieren

Vernietigde dieren (3)

Hittebehandelde dieren (3)

Geïncubeerde broedeieren

Vernietigde niet-geïncubeerde broedeieren

Hittebehandelde niet-geïncubeerde broedeieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0

0

0,00

0,00

DEEL 2

BIJLAGE BIJ HET FINANCIËLE EINDVERSLAG VOOR SALMONELLA

 

Lidstaat:

 

Referentieperiode:

 

Jaar:

 

Diersoort:

Salmonella

Regio (4)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (5)

Laboratoriumanalysen en andere diagnostische tests

Vaccinatie

Aantal bacteriologische tests

(type test specificeren)

Kosten van de bacteriologische tests

(type test specificeren)

Aantal vaccindoses

(type vaccin specificeren)

Kosten van de vaccindoses

(type vaccin specificeren)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0

0

0,00

0,00


(1)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(2)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.

(3)  Diersoort en -categorie specificeren, zoals fokdieren, legkippen, vleeskuikens, fokkalkoenen, fokvarkens, slachtvarkens enz.

(4)  Regio als omschreven in het goedgekeurde uitroeiingsprogramma van de lidstaat.

(5)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.


BIJLAGE VIII

TUSSENTIJDS TECHNISCH EN FINANCIEEL VERSLAG/TECHNISCH EN FINANCIEEL EINDVERSLAG EN BETALINGSAANVRAGEN

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Ziekte (1):

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag


Tabel A

Bewaking van TSE’s

Lidstaat:

Jaar:

Tests bij runderen

 

Aantal tests

Eenheidskosten

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, punten 2.1, 3 en 4, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2)

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel I, punt 2.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Totaal

 

 

 

Tests bij schapen

 

Aantal tests

Eenheidskosten

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 5, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests uitgevoerd overeenkomstig bijlage VII, hoofdstuk A, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Andere (specificeren)

 

 

 

Totaal

 

 

 

Tests bij geiten

 

Aantal tests

Eenheidskosten

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 5, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Tests uitgevoerd overeenkomstig bijlage VII, hoofdstuk A, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Andere (specificeren)

 

 

 

Tests bij dieren van andere soorten

Tests bij dieren van andere soorten (elke diersoort afzonderlijk specificeren)

 

 

 

Totaal

 

 

 

Genotypering

 

Aantal tests

Eenheidskosten

Totale kosten

Genotypering van dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 8.1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Genotypering van dieren als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, punt 8.2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Primaire moleculaire test met onderscheidende immunoblotting

 

Aantal tests

Eenheidskosten

Totale kosten

Tests bij dieren als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c) i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 


Tabel B

Uitroeiing van TSE’s

Lidstaat:

Maand:

Jaar:


Ruiming bij BSE

 

Aantal dieren

Eenheidskosten

Totale kosten

Dieren gedood overeenkomstig bijlage VII, hoofdstuk A, punt 2.1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Scrapie

Ruiming

 

 

Aantal dieren

Eenheidskosten

Totale kosten

Dieren gedood overeenkomstig bijlage VII, hoofdstuk A, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Genotypering

 

 

Aantal tests

Eenheidskosten

Totale kosten

Dieren gegenotypeerd overeenkomstig bijlage VII, hoofdstuk A, punt 2.3, bij Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Ooien gegenotypeerd in het kader van een fokprogramma als bedoeld in artikel 6 bis van Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Rammen gegenotypeerd in het kader van een fokprogramma als bedoeld in artikel 6 bis van Verordening (EG) nr. 999/2001

 

 

 

Totaal

 

 

 

Wij verklaren dat:

deze uitgaven reëel zijn, naar behoren verantwoord zijn en subsidiabel zijn overeenkomstig de bepalingen van Beschikking/Verordening (EG) nr. …/… (specifiek financieringsbesluit vermelden);

alle bewijsstukken betreffende de uitgaven beschikbaar zijn voor inspectie, met name om de hoogte van het bedrag van de vergoeding voor dieren te verantwoorden;

voor dit programma geen andere bijdrage van de Gemeenschap werd aangevraagd en alle inkomsten die uit activiteiten in het kader van het programma zijn verkregen, bij de Commissie zijn gedeclareerd;

het programma is uitgevoerd overeenkomstig de communautaire wetgeving, met name de mededingingsregels, de voorschriften inzake de gunning van overheidsopdrachten en de bepalingen inzake staatssteun;

controleprocedures van toepassing zijn, met name om de juistheid van de gedeclareerde bedragen te verifiëren en om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

 

Datum: …

 

Naam en handtekening van de operationele directeur:…


(1)  Ziekte en diersoort indien nodig

(2)  PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1.


BIJLAGE IX

TUSSENTIJDS TECHNISCH EN FINANCIEEL VERSLAG/TECHNISCH EN FINANCIEEL EINDVERSLAG EN BETALINGSAANVRAGEN

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Ziekte:

 

Diersoort:

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag

DEEL A:   TECHNISCH VERSLAG

Tabel 1

Bemonsterde pluimveehouderijen (2) (met uitzondering van eenden en ganzen)

Serologisch onderzoek overeenkomstig bijlage I, punt B, bij Beschikking 2007/268/EG (1) in bedrijven met vleeskuikens (alleen wanneer risico bestaat)/vleeskalkoenen/fokkippen/fokkalkoenen/legkippen/legkippen met vrije uitloop/loopvogels/gekweekt vederwild (fazanten, patrijzen, kwartels, …)/„hobbykoppels”/andere (laten staan wat van toepassing is)

GEBRUIK ÉÉN FORMULIER PER PLUIMVEECATEGORIE

NUTS 2-code (3)

Totaal aantal bedrijven (4)

Totaal aantal bemonsterde bedrijven

Aantal monsters per bedrijf

Totaal aantal uitgevoerde tests per methode

Methode laboratoriumanalyse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 


Tabel 2

Eenden- en ganzenbedrijven (5) bemonsterd overeenkomstig bijlage I, punt C, bij Beschikking 2007/268/EG

Serologisch onderzoek

NUTS 2-code (6)

Totaal aantal eenden- en ganzenbedrijven (7)

Totaal aantal bemonsterde eenden- en ganzenbedrijven

Aantal monsters per bedrijf

Totaal aantal uitgevoerde tests per methode

Methode laboratoriumanalyse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 


Tabel 3

In het wild levende vogels — Onderzoek overeenkomstig het surveillanceprogramma voor aviaire influenza bij in het wild levende vogels, als vastgesteld in bijlage II bij Beschikking 2007/268/EG

NUTS 2-code (8)

Totaal aantal bemonsterde vogels

Totaal aantal voor actieve surveillance genomen monsters

Totaal aantal voor passieve surveillance genomen monsters

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

DEEL B:   FINANCIEEL VERSLAG

 

Lidstaat: …

 

Referentieperiode: …

 

Jaar: …

 

Diersoort: …

Aviaire influenza

Regio (9)

Voor medefinanciering in aanmerking komende maatregelen (10)

Laboratoriumanalysen en andere diagnostische tests

Bemonstering

Aantal laboratoriumtests

Kosten van de laboratoriumtests

Aantal monsters van in het wild levende vogels

ELISA

AGID

Hemagglutinatieremmingstest (HAR) voor H5/H7

Virusisolatie

PCR

Andere

(specificeren)

ELISA

AGID

Hemagglutinatieremmingstest (HAR) voor H5/H7

Virusisolatie

PCR

Andere

(specificeren)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0

0

0

0

0

0

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Wij verklaren dat:

deze uitgaven reëel zijn, naar behoren verantwoord zijn en subsidiabel zijn overeenkomstig de bepalingen van Beschikking/Verordening (EG) nr. … (specifiek financieringsbesluit vermelden);

alle bewijsstukken betreffende de uitgaven beschikbaar zijn voor inspectie, met name om de hoogte van het bedrag van de vergoeding voor dieren te verantwoorden;

voor dit programma geen andere bijdrage van de Gemeenschap werd aangevraagd en alle inkomsten die uit activiteiten in het kader van het programma zijn verkregen, bij de Commissie zijn gedeclareerd;

het programma is uitgevoerd overeenkomstig de communautaire wetgeving, met name de mededingingsregels, de voorschriften inzake de gunning van overheidsopdrachten en de bepalingen inzake staatssteun;

controleprocedures van toepassing zijn, met name om de juistheid van de gedeclareerde bedragen te verifiëren en om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

 

Datum: …

 

Naam en handtekening van de operationele directeur: …


(1)  PB L 115 van 3.5.2007, blz. 3.

(2)  Bedrijven, koppels of inrichtingen, naargelang van het geval.

(3)  Verwijst naar de locatie van het bedrijf van oorsprong. Indien geen NUTS 2-code (Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek) kan worden gebruikt, moeten de coördinaten (lengte/breedte) of de regio worden opgegeven.

(4)  Totaal aantal bedrijven voor een categorie pluimvee in de desbetreffende NUTS 2 of regio.

(5)  Bedrijven, koppels of inrichtingen, naargelang van het geval.

(6)  Verwijst naar de locatie van het bedrijf van oorsprong. Indien geen NUTS 2-code kan worden gebruikt, moeten de coördinaten (lengte/breedte) of de regio worden opgegeven.

(7)  Totaal aantal eenden- en ganzenbedrijven in de desbetreffende NUTS 2 of regio.

(8)  Verwijst naar de plaats van verzameling van vogels/monsters. Indien geen NUTS 2-code kan worden gebruikt, moeten de coördinaten (lengte/breedte) worden opgegeven.

(9)  Gebied als omschreven in het goedgekeurde programma van de lidstaat.

(10)  Gegevens in nationale valuta, exclusief btw.


BIJLAGE X

TUSSENTIJDS TECHNISCH EN FINANCIEEL VERSLAG/TECHNISCH EN FINANCIEEL EINDVERSLAG

 

Lidstaat:

 

Datum:

 

Jaar:

 

Ziekte (1):

 

Diersoort:

Verslagperiode

:

 Tussentijds verslag

 Eindverslag

DEEL A:   TECHNISCH VERSLAG

1.   Ziekten

1.1.

Vis

 VHS

 IHN

 ISA

 KHV

1.2.

Weekdieren

 Marteilia refringens

 Bonamia ostreae

1.3.

Schaaldieren

 Wittevlekkenvirus


2.   Algemene informatie over het programma

2.1.

Bevoegde autoriteit (2)

 

2.2.

Organisatie van en toezicht op alle bij het programma betrokken belanghebbenden (3)

 

2.3.

Duur van het programma

 


3.   Gegevens over het testen van dieren

Lidstaat, gebied of compartiment (4)

 

Ziekte:

 

Jaar:


Kwekerij of kweekgebied van weekdieren

Aantal bemonsteringen

Aantal klinische inspecties

Watertemperatuur bij bemonstering/inspectie

Soorten bij bemonstering

Bemonsterde soorten

Aantal bemonsterde dieren (totaal en per soort)

Aantal tests

Positieve resultaten van laboratoriumonderzoek

Positieve resultaten van klinische inspecties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

Totaal


4.   Gegevens over het testen van kwekerijen of kweekgebieden

 

Ziekte:

 

Jaar:


Lidstaat, gebied of compartiment (5)

Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren (6)

Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarop het programma van toepassing is

Totaal aantal gecontroleerde kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren (7)

Aantal positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren (8)

Aantal nieuwe positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren (9)

Aantal geruimde kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren

Percentage geruimde positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren

Verwijderde en vernietigde dieren (10)

STREEFCIJFERINDICATOREN

Percentage dekking kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren

Percentage positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren

Prevalentie bij kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren in de periode in kwestie

Percentage nieuwe positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren

Incidentie bij kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren

1

2

3

4

5

6

7

8 = (7/5) × 100

9

10 = (4/3) × 100

11 = (5/4) × 100

12 = (6/4) × 100

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DEEL B:   FINANCIEEL VERSLAG

Tabel A

Gedetailleerde analyse van de kosten van het programma

Kosten inzake

Specificatie

Aantal eenheden

Eenheidskosten in EUR

Totaalbedrag in EUR

Communautaire steun (11) gevraagd

(ja/neen)

1.   

Tests

1.1.

Kosten van de analyse

Test:

 

 

 

 

 

Test:

 

 

 

 

 

Test:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.2.

Kosten van de bemonstering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.3.

Andere kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.   

Vaccinatie of behandeling

2.1.

Aankoop van het vaccin/de behandeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.2.

Distributiekosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3.

Toedieningskosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.4.

Controlekosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.   

Verwijdering en vernietiging van de aquacultuurdieren

3.1.

Vergoeding voor dieren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.

Vervoerskosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.3.

Vernietigingskosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.4.

Verlies in geval van verwijdering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.5.

Kosten van de behandeling van producten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.   

Reiniging en ontsmetting

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.   

Salarissen (alleen personeel dat voor het programma in dienst is genomen)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.   

Verbruiksgoederen en specifieke uitrusting

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.   

Andere kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

Wij verklaren dat:

deze uitgaven reëel zijn, naar behoren verantwoord zijn en subsidiabel zijn overeenkomstig de bepalingen van Beschikking/Verordening (EG) nr. …/… (specifiek financieringsbesluit vermelden);

alle bewijsstukken betreffende de uitgaven beschikbaar zijn voor inspectie, met name om de hoogte van het bedrag van de vergoeding voor dieren te verantwoorden;

voor dit programma geen andere bijdrage van de Gemeenschap werd aangevraagd en alle inkomsten die uit activiteiten in het kader van het programma zijn verkregen, bij de Commissie zijn gedeclareerd;

het programma is uitgevoerd overeenkomstig de communautaire wetgeving, met name de mededingingsregels, de voorschriften inzake de gunning van overheidsopdrachten en de bepalingen inzake staatssteun;

controleprocedures van toepassing zijn, met name om de juistheid van de gedeclareerde bedragen te verifiëren en om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

 

Datum: …

 

Naam en handtekening van de operationele directeur: …


(1)  Ziekte en diersoort indien nodig.

(2)  Beschrijving van de structuur, de competenties, de taken en de bevoegdheden van de betrokken bevoegde autoriteit(en).

(3)  Beschrijving van de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op en de coördinatie van het programma en de diverse betrokkenen.

(4)  Lidstaat, gebied of compartiment als gedefinieerd in het goedgekeurde programma.

(5)  Lidstaat, gebied of compartiment als gedefinieerd in het goedgekeurde programma.

(6)  Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren in de lidstaat, het gebied of het compartiment als gedefinieerd in bijlage V, punt 7.

(7)  Met controleren wordt bedoeld het testen (in het kader van het programma) van een kwekerij/kweekgebied van weekdieren op de desbetreffende ziekte, om de gezondheidsstatus van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren te verhogen. In deze kolom mag een kwekerij/kweekgebied van weekdieren slechts eenmaal worden meegeteld, ook al is zij/het meer dan eens gecontroleerd.

(8)  Kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarbij ten minste één dier positief heeft gereageerd in de periode in kwestie, ongeacht het aantal keer dat de kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren zijn gecontroleerd.

(9)  Kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarvan de gezondheidsstatus in de vorige periode overeenkomstig bijlage III, deel A, bij Richtlijn 2006/88/EG, categorie I, categorie II, categorie III of categorie IV was en waar ten minste één dier in de periode in kwestie positief heeft gereageerd.

Voor programma’s die vóór 1 augustus 2008 zijn ingediend, kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren die in de vorige periode niet positief op de ziekte in kwestie hebben gereageerd en waar in deze periode ten minste één dier positief heeft gereageerd.

(10)  Dieren × 1 000 of totaal gewicht van de verwijderde en vernietigde dieren.

(11)  Betreft ofwel veterinaire fondsen, ofwel het Europees Visserijfonds (Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad).


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/91


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 8 december 2008

betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7803)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/941/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn mag toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I bij die richtlijn opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van de richtlijn reeds op de markt zijn, op zijn grondgebied op de markt worden gebracht terwijl deze stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht.

(2)

Bij de Verordeningen (EG) nr. 1112/2002 (2) en (EG) nr. 2229/2004 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun eventuele opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. De in de bijlage bij deze beschikking opgenomen stoffen komen op die lijst voor.

(3)

Binnen twee maanden na ontvangst van het ontwerp-evaluatieverslag hebben de betrokken kennisgevers hun steun voor de opneming van die stoffen overeenkomstig artikel 24 sexies van Verordening (EG) nr. 2229/2004 vrijwillig ingetrokken.

(4)

De Commissie heeft de ontwerp-evaluatieverslagen, de aanbevelingen van de als rapporteur optredende lidstaten en de opmerkingen van de andere lidstaten onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de artikelen 24 ter en 24 septies niet van toepassing zijn. Bijgevolg is artikel 24 sexies van toepassing.

(5)

De in de bijlage bij deze beschikking vermelde stoffen mogen daarom niet worden opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

(6)

Aangezien de niet-opneming van deze stoffen niet is gebaseerd op het bestaan van duidelijke aanwijzingen van schadelijke uitwerkingen, als vastgesteld in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 2229/2004, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om overeenkomstig artikel 25, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2229/2004 de toelatingen te handhaven tot en met 31 december 2010.

(7)

De looptijd van eventuele door de lidstaten toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen en het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die de in de lijst vermelde stoffen bevatten, moet worden beperkt tot twaalf maanden, zodat de bestaande voorraden nog gedurende één extra groeiseizoen mogen worden gebruikt.

(8)

Deze beschikking laat de indiening van een nieuwe aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG en Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan zijn opgenomen (4), volgens de versnelde procedure als bedoeld in de artikelen 13 tot en met 22 van die verordening onverlet.

(9)

De artikelen 13 tot en met 22 van Verordening (EG) nr. 33/2008 voorzien in een versnelde procedure voor een dergelijke nieuwe aanvraag. Die procedure stelt de kennisgevers wier stof op grond van hun intrekking niet in de lijst is opgenomen, in staat een nieuwe aanvraag in te dienen overeenkomstig de versnelde procedure van Verordening (EG) nr. 33/2008. Bij de indiening van de nieuwe aanvraag in het kader van deze procedure mogen kennisgevers alleen de aanvullende gegevens verstrekken die nodig zijn voor het onderzoek van de specifieke kwesties waarvoor tijdens de risicobeoordeling nadere informatie nodig werd geoordeeld. De kennisgever heeft het ontwerp-evaluatieverslag ontvangen waarin die gegevens worden aangegeven.

(10)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze beschikking vermelde stoffen worden niet als werkzame stoffen opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

Artikel 2

De lidstaten trekken de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die een of meer van de in de bijlage opgenomen stoffen bevatten, uiterlijk op 31 december 2010 in.

Artikel 3

Eventuele extra termijnen die door de lidstaten worden toegestaan overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG, moeten uiterlijk op 31 december 2011 verstrijken.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 december 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 168 van 27.6.2002, blz. 14.

(3)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13.

(4)  PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.


BIJLAGE

LIJST VAN WERKZAME STOFFEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1

Werkzame stof

Ontwerp-evaluatieverslag aan de kennisgever meegedeeld op

1-Decanol

7 april 2008

6-Benzyladenine

25 februari 2008

Aluminiumsulfaat

31 maart 2008

Azadirachtin

18 februari 2008

Bromadiolon

11 juli 2008

Ethoxyquine

13 maart 2008

Vetalcoholen

3 april 2008

Indolylazijnzuur

13 maart 2008

Indolylboterzuur

13 maart 2008

Californische pap

31 maart 2008

Naftylazijnzuur

3 maart 2008

1-Naftylacetamide

3 maart 2008

Propisochlor

16 mei 2008

Kwassiehout

17 maart 2008

Zinkfosfide

11 juli 2008


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/94


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 9 december 2008

tot wijziging van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 augustus 2007, 1 september 2007, 1 oktober 2007, 1 november 2007, 1 december 2007 en 1 januari 2008 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn

(2008/942/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, als vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), en met name op artikel 13, tweede alinea, van bijlage X,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 624/2008 van de Raad (2) zijn, overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, van bijlage X bij het Statuut, de aanpassingscoëfficiënten vastgesteld die met ingang van 1 juli 2007 van toepassing zijn op de bezoldigingen die in de valuta van de standplaats worden uitbetaald aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen die in derde landen werkzaam zijn.

(2)

Met ingang van 1 augustus 2007, 1 september 2007, 1 oktober 2007, 1 november 2007, 1 december 2007 en 1 januari 2008 dienen bepaalde van deze aanpassingscoëfficiënten overeenkomstig artikel 13, tweede alinea, van bijlage X bij dit Statuut te worden gewijzigd, aangezien uit statistische gegevens waarover de Commissie beschikt, is gebleken dat de wijziging van de kosten van levensonderhoud, die aan de hand van de aanpassingscoëfficiënt en de desbetreffende wisselkoers wordt gemeten, voor bepaalde derde landen sedert de laatste aanpassing meer dan 5 % bedraagt,

BESLUIT:

Enig artikel

De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de in de valuta van de standplaats uitbetaalde bezoldigingen van de in derde landen werkzame ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Gemeenschappen worden voor een aantal landen aangepast zoals aangegeven in de bijlage. De bijlage bevat zes maandtabellen waarin de betrokken landen en de opeenvolgende toepassingsdata voor elk land worden vermeld (1 augustus 2007, 1 september 2007, 1 oktober 2007, 1 november 2007, 1 december 2007 en 1 januari 2008).

De voor de berekening van deze bezoldigingen toegepaste wisselkoersen worden vastgesteld overeenkomstig de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement en hebben betrekking op de in de eerste alinea bedoelde data.

Gedaan te Brussel, 9 december 2008.

Voor de Commissie

Benita FERRERO-WALDNER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.

(2)  PB L 172 van 2.7.2008, blz. 1.


BIJLAGE

AUGUSTUS 2007

Standplaats

Wisselkoersen

Augustus 2007 (1)

Aanpassingscoëfficiënten

Augustus 2007 (2)

Economische pariteiten

Augustus 2007

Bangladesh

94,2022

49,9

47,03

Ghana

1,279

67,5

0,863

Soedan

2,77849

53,6

1,489


SEPTEMBER 2007

Standplaats

Wisselkoersen

September 2007 (1)

Aanpassingscoëfficiënten

September 2007 (2)

Economische pariteiten

September 2007

Kazachstan (Astana) (3)

170,67

71,8

122,6

Paraguay

6 968

76,0

5 298

Jemen (4)

271,551

72,1

195,7


OKTOBER 2007

Standplaats

Wisselkoersen

Oktober 2007 (1)

Aanpassingscoëfficiënten

Oktober 2007 (2)

Economische pariteiten

Oktober 2007

Eritrea

21,4263

45,5

9,744

Guinee (Conakry) (5)

5 398,58

63,8

3 445

India

56,215

54,3

30,52


NOVEMBER 2007

Standplaats

Wisselkoersen

November 2007 (1)

Aanpassingscoëfficiënten

November 2007 (2)

Economische pariteiten

November 2007

Armenië

465,26

116,1

540,1

Cambodja

5 832

69,1

4 029

Gabon

655,957

116,6

765

Lesotho

9,4923

59,1

5,612

Madagaskar

2 586,65

77,6

2 008

Venezuela (6)

3 097,51

64,1

1 987

Jemen (4)

286,558

64,5

184,7


DECEMBER 2007

Standplaats

Wisselkoersen

December 2007 (1)

Aanpassingscoëfficiënten

December 2007 (2)

Economische pariteiten

December 2007

Djibouti

261,925

90,9

238

Jamaica

104,777

83,6

87,59

Tonga

2,8039

87,0

2,438

Trinidad en Tobago

9,2323

67,0

6,19


JANUARI 2008

Standplaats

Wisselkoersen

Januari 2008 (1)

Aanpassingscoëfficiënten

Januari 2008 (2)

Economische pariteiten

Januari 2008

Algerije

97,9677

90,0

88,13

Chili

718,74

66,2

476

Gambia

32,75

69,7

22,82

Ghana

1,3895

65,3

0,907

Guinee (Conakry) (5)

6 072,9

59,6

3 618

Kazachstan (Astana) (3)

173,75

75,3

130,9

Swaziland

10,0012

58,0

5,805

Tadzjikistan

5,08916

65,2

3,319

Venezuela (6)

3 158,78

67,4

2 130

Jemen (4)

289,84

59,9

173,6


(1)  EURO 1 = nationale munt.

(2)  Brussel = 100 %.

(3)  De coëfficiënt voor Astana werd in de betrokken periode door dit besluit tweemaal aangepast: voor september 2007 en januari 2008.

(4)  De coëfficiënt voor Jemen werd in de betrokken periode door dit besluit driemaal aangepast: voor september 2007, november 2007 en januari 2008.

(5)  De coëfficiënt voor Conakry werd in de betrokken periode door dit besluit tweemaal aangepast: voor oktober 2007 en januari 2008.

(6)  De coëfficiënt voor Venezuela werd in de betrokken periode door dit besluit tweemaal aangepast: voor november 2007 en januari 2008.


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/97


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 12 december 2008

betreffende de niet-opneming van beenderolie in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 8083)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/943/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn mag toestaan dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I bij die richtlijn opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van de richtlijn reeds op de markt zijn, op zijn grondgebied op de markt worden gebracht terwijl deze stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht.

(2)

Bij de Verordeningen (EG) nr. 1112/2002 (2) en (EG) nr. 2229/2004 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de vierde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Beenderolie is in die lijst opgenomen.

(3)

Voor beenderolie zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 1112/2002 en (EG) nr. 2229/2004 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2229/2004 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor beenderolie was België de rapporterende lidstaat en was alle relevante informatie in oktober 2006 ingediend.

(4)

De Commissie heeft beenderolie overeenkomstig artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2229/2004 onderzocht. Een ontwerp-evaluatieverslag voor die stof is door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 26 september 2008 afgerond in de vorm van het evaluatieverslag van de Commissie.

(5)

Tijdens het onderzoek van deze werkzame stof door het comité is, rekening houdend met de van de lidstaten ontvangen opmerkingen, geconcludeerd dat er duidelijke aanwijzingen bestaan dat mag worden verwacht dat de werkzame stof een schadelijke uitwerking op de gezondheid van de mens heeft en dat met name de cruciale ontbrekende gegevens het niet mogelijk maken een betrouwbare ADI (aanvaardbare dagelijkse inname) en ARfD (acute referentiedosis) vast te stellen, en deze waarden zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de risicobeoordeling. Bovendien is de blootstelling van de toedieners in alle gemodelleerde scenario’s groter dan 100 % van het aanvaardbaar niveau van blootstelling van de toediener (AOEL). Bovendien zijn andere problemen die door de als rapporteur optredende lidstaat in zijn evaluatieverslag aan de orde zijn gesteld, in het evaluatieverslag voor de stof opgenomen.

(6)

De Commissie heeft de kennisgever verzocht haar zijn opmerkingen over de resultaten van het onderzoek van beenderolie te doen toekomen en aan te geven of hij al dan niet van plan was om de stof verder te ondersteunen. De kennisgever heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht. Ondanks de door de kennisgever aangevoerde argumenten blijven de geconstateerde problemen echter bestaan en de evaluaties op basis van de verstrekte gegevens hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die beenderolie bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden, in het algemeen aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen.

(7)

Beenderolie mag daarom niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

(8)

De nodige maatregelen moeten worden genomen om erop toe te zien dat de verleende toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die beenderolie bevatten, binnen een bepaalde termijn worden ingetrokken en niet worden verlengd, en dat voor dergelijke producten geen nieuwe toelatingen worden verleend.

(9)

De looptijd van eventuele door de lidstaten toegestane termijnen voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden gewasbeschermingsmiddelen die beenderolie bevatten, moet worden beperkt tot twaalf maanden om het mogelijk te maken dat de bestaande voorraden nog gedurende ten hoogste één extra groeiseizoen worden gebruikt, zodat gewasbeschermingsmiddelen die beenderolie bevatten nog gedurende 18 maanden na de vaststelling van deze beschikking beschikbaar blijven.

(10)

Deze beschikking laat de indiening van een aanvraagdossier voor beenderolie overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG en Verordening (EG) nr. 33/2008 van de Commissie van 17 januari 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de uitvoering van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad met betrekking tot een normale en een versnelde procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die deel uitmaakten van het in artikel 8, lid 2, van die richtlijn bedoelde werkprogramma, maar niet in bijlage I ervan zijn opgenomen (4) met het oog op de eventuele opneming van deze stof in bijlage I onverlet.

(11)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beenderolie wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten zorgen ervoor dat:

a)

toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die beenderolie bevatten, uiterlijk op 12 juni 2009 worden ingetrokken;

b)

met ingang van de datum van bekendmaking van deze beschikking geen beenderolie bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden toegelaten en geen toelatingen voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen meer worden verlengd.

Artikel 3

Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane termijnen lopen zo snel mogelijk en uiterlijk op 12 juni 2010 af.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 12 december 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2)  PB L 168 van 27.6.2002, blz. 14.

(3)  PB L 379 van 24.12.2004, blz. 13.

(4)  PB L 15 van 18.1.2008, blz. 5.


III Besluiten op grond van het EU-Verdrag

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/99


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2008/944/GBVB VAN DE RAAD

van 8 december 2008

tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De lidstaten zijn voornemens voort te bouwen op de gemeenschappelijke criteria die zijn aangenomen tijdens de Europese Raden van Luxemburg en Lissabon in respectievelijk 1991 en 1992, alsmede op de in 1998 door de Raad aangenomen Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer.

(2)

De lidstaten erkennen dat staten die militaire goederen en technologie uitvoeren een bijzondere verantwoordelijkheid dragen.

(3)

De lidstaten zijn vastbesloten hoge gemeenschappelijke normen vast te stellen die worden gezien als minimum voor het beheer van en het betrachten van terughoudendheid bij overdracht van militaire goederen en technologie door alle lidstaten, en om de uitwisseling van relevante informatie te intensiveren met het oog op meer transparantie.

(4)

De lidstaten zijn vastbesloten de uitvoer te voorkomen van militaire goederen en technologie die voor binnenlandse onderdrukking of internationale agressie kunnen worden gebruikt, dan wel tot regionale instabiliteit kunnen bijdragen.

(5)

De lidstaten zijn voornemens nauwer samen te werken en convergentie op het gebied van de uitvoer van militaire goederen en technologie te bevorderen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB).

(6)

Er zijn aanvullende maatregelen genomen tegen illegale overdrachten, in de vorm van het EU-programma ter voorkoming en bestrijding van illegale handel in conventionele wapens.

(7)

De Raad heeft op 12 juli 2002 Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB (1) aangenomen inzake de bijdrage van de Europese Unie aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens.

(8)

De Raad heeft op 23 juni 2003 Gemeenschappelijk Standpunt 2003/468/GBVB (2) over het toezicht op de tussenhandel in wapens aangenomen.

(9)

De Raad heeft in december 2003 een strategie aangenomen tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, en in december 2005 een strategie ter bestrijding van de illegale opslag van en handel in handvuurwapens en lichte wapens en ammunitie daarvoor, die een groter gemeenschappelijk belang van de lidstaten van de Europese Unie impliceren bij een gecoördineerde aanpak van de controle op de uitvoer van militaire technologie en uitrusting.

(10)

Het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten is in 2001 aangenomen.

(11)

Het VN-register van conventionele wapens is in 1992 ingesteld.

(12)

De staten hebben het recht de middelen voor zelfverdediging over te dragen, hetgeen verenigbaar is met het recht van zelfverdediging dat erkend wordt door het VN-Handvest.

(13)

De wens van de lidstaten om, als onderdeel van hun industriële basis en hun defensie-inspanningen, een defensie-industrie in stand te houden, wordt erkend.

(14)

De versterking van een technologische en industriële basis voor de Europese defensie die bijdraagt aan de uitvoering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, in het bijzonder het gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid, moet vergezeld gaan van samenwerking en convergentie op het gebied van militaire goederen en technologie.

(15)

De lidstaten nemen zich voor het beleid van de Europese Unie inzake controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie te versterken door de aanneming van dit gemeenschappelijk standpunt, dat de op 8 juni 1998 door de Raad aangenomen Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer actualiseert en vervangt.

(16)

Op 13 juni 2000 heeft de Raad een gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie vastgesteld die regelmatig opnieuw wordt bezien, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met soortgelijke nationale en internationale lijsten (3).

(17)

De Unie moet zorgen voor de samenhang van haar gehele externe optreden in het kader van haar externe betrekkingen, zulks overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van het Verdrag; in dit verband neemt de Raad nota van het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad van 22 juni 2000 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer van producten en technologie voor tweeërlei gebruik (4),

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Elke lidstaat toetst per geval de bij hem ingediende aanvragen inzake uitvoervergunningen voor goederen die worden vermeld in de in artikel 12 bedoelde gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, aan de criteria van artikel 2.

2.   De in lid 1 bedoelde aanvragen inzake uitvoervergunningen omvatten:

aanvragen inzake vergunningen voor feitelijke uitvoer, ook wanneer deze is bestemd voor de productie onder licentie van militaire goederen in derde landen;

aanvragen inzake vergunningen voor tussenhandel;

aanvragen inzake vergunningen voor „doorvoer” of „overlading”;

aanvragen inzake vergunningen voor de immateriële overdracht van software en technologie via middelen als elektronische media, fax of telefoon.

De wetgeving van de lidstaten bepaalt in welke gevallen een uitvoervergunning voor deze aanvragen is vereist.

Artikel 2

Criteria

1.   Criterium 1: Naleving van de internationale verplichtingen en verbintenissen van de lidstaten, in het bijzonder de door de VN-Veiligheidsraad of de Europese Unie aangenomen sancties, overeenkomsten ter zake van non-proliferatie en andere onderwerpen, alsmede andere internationale verplichtingen

Een uitvoervergunning wordt geweigerd indien de verlening ervan strijdig is met onder andere:

a)

de internationale verplichtingen van de lidstaten en de door hen aangegane verbintenissen om wapenembargo’s van de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa te doen naleven;

b)

de internationale verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, het Verdrag inzake biologische en toxinewapens en het Verdrag inzake chemische wapens;

c)

de verbintenis van de lidstaten om geen enkel type antipersoneelmijn uit te voeren;

d)

de verbintenissen van de lidstaten binnen het raamwerk van de Australische Groep, het Missile Technology Control Regime, het Comité-Zangger, de Groep van Nucleaire Exportlanden, het Wassenaar Arrangement en de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten.

2.   Criterium 2: Eerbiediging van de mensenrechten in het land van eindbestemming en naleving van het internationaal humanitair recht door dat land

De lidstaten evalueren de houding van het ontvangende land ten opzichte van belangrijke, in internationale mensenrechteninstrumenten vastgelegde beginselen, en

a)

weigeren een uitvoervergunning wanneer er een duidelijk risico bestaat dat uit te voeren militaire goederen of technologie gebruikt worden voor binnenlandse onderdrukking;

b)

gaan zeer zorgvuldig te werk wanneer zij per geval en rekening houdend met de aard van de militaire goederen of technologie, vergunningen afgeven voor landen waar door de ter zake bevoegde instanties van de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Raad van Europa ernstige schendingen van de mensenrechten zijn geconstateerd.

Met goederen of technologie die voor binnenlandse onderdrukking kunnen worden gebruikt, wordt hier onder meer bedoeld goederen of technologie waarvan bewezen is dat zulke of soortgelijke goederen of technologie voor binnenlandse onderdrukking zijn gebruikt door de beoogde eindgebruiker, of die naar mag worden aangenomen een andere bestemming zullen krijgen dan officieel is verklaard en gebruikt zullen worden voor binnenlandse onderdrukking. Overeenkomstig artikel 1 van dit gemeenschappelijk standpunt wordt de aard van de goederen of technologie zorgvuldig onderzocht, in het bijzonder indien ze bedoeld zijn voor binnenlandse veiligheidsdoeleinden. Binnenlandse onderdrukking omvat onder meer foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing, standrechtelijke of willekeurige executies, verdwijningen, willekeurige gevangenneming en andere ernstige schendingen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden die staan omschreven in de desbetreffende internationale mensenrechteninstrumenten, waaronder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

De lidstaten evalueren de houding van het ontvangende land ten opzichte van belangrijke, in instrumenten van internationaal humanitair recht vastgelegde beginselen, en

c)

weigeren een uitvoervergunning indien er een duidelijk risico bestaat dat de uit te voeren militaire goederen of technologie gebruikt worden bij het begaan van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht.

3.   Criterium 3: Interne situatie van het land van eindbestemming ten gevolge van spanningen of gewapende conflicten

De lidstaten weigeren een uitvoervergunning voor militaire goederen of technologie waardoor gewapende conflicten worden uitgelokt of verlengd dan wel bestaande spanningen of conflicten in het land van eindbestemming worden verergerd.

4.   Criterium 4: Handhaving van vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio

De lidstaten weigeren een uitvoervergunning indien er een duidelijk risico bestaat dat het beoogde ontvangende land de uit te voeren militaire goederen of technologie voor agressie jegens een ander land gebruikt of er kracht mee wil bijzetten aan territoriale aanspraken. Bij het afwegen van deze risico’s houden de lidstaten onder andere rekening met:

a)

het bestaan of de waarschijnlijkheid van een gewapend conflict tussen het ontvangende en een ander land;

b)

eventuele aanspraken op het grondgebied van een buurland door een ontvangend land dat in het verleden met geweld heeft gepoogd die aanspraken te doen gelden, of waarvoor het met geweld heeft gedreigd;

c)

de waarschijnlijkheid dat de militaire goederen of technologie anders gebruikt zullen worden dan voor de legitieme nationale veiligheid en verdediging van het ontvangende land;

d)

de noodzaak de regionale stabiliteit niet sterk in negatieve zin te beïnvloeden.

5.   Criterium 5: Nationale veiligheid van de lidstaten, van de gebieden waarvan een van de lidstaten de buitenlandse betrekkingen behartigt, alsmede van bevriende landen of bondgenoten

De lidstaten houden rekening met:

a)

de mogelijke gevolgen van de uit te voeren militaire goederen of technologie voor hun eigen defensie- en veiligheidsbelangen alsmede die van lidstaten en van bevriende landen en bondgenoten, waarbij deze factor echter niet van invloed mag zijn op de toepassing van de criteria inzake de naleving van de mensenrechten en de regionale vrede, veiligheid en stabiliteit;

b)

het risico dat de betrokken militaire goederen of technologie tegen de eigen troepen of die van lidstaten of van bevriende landen of bondgenoten gebruikt worden.

6.   Criterium 6: Gedrag van het land dat militaire goederen of technologie koopt jegens de internationale gemeenschap, met name de houding van dat land tegenover terrorisme, de aard van zijn bondgenootschappen en de eerbiediging van het internationaal recht

De lidstaten houden onder andere rekening met de mate waarin het land dat militaire goederen of technologie koopt, in het verleden:

a)

het terrorisme en de internationaal georganiseerde criminaliteit heeft gesteund of aangemoedigd;

b)

zijn internationale verbintenissen, in het bijzonder wat betreft het niet-gebruiken van geweld, en het internationaal humanitair recht heeft nageleefd;

c)

zich heeft gecommitteerd aan non-proliferatie en andere aspecten van wapenbeheersing en ontwapening, met name door ondertekening, ratificatie en implementatie van de onder b) van criterium 1 genoemde verdragen op dat gebied.

7.   Criterium 7: Gevaar dat de militaire goederen of technologie in het kopende land een andere bestemming krijgen of onder ongewenste voorwaarden opnieuw worden uitgevoerd

Bij het beoordelen van de impact op het ontvangende land van de uit te voeren militaire goederen of technologie en van het risico dat deze goederen of technologie een andere, ongewenste eindgebruiker of een ander ongewenst eindgebruik krijgen, wordt rekening gehouden met:

a)

de legitieme belangen inzake defensie en binnenlandse veiligheid van het ontvangende land, inclusief deelname aan VN- of andere vredeshandhavingsoperaties;

b)

het technische vermogen van het ontvangende land om de goederen of technologie te gebruiken;

c)

het vermogen van het ontvangende land om effectieve uitvoercontroles te verrichten;

d)

het risico dat de goederen of technologie opnieuw worden uitgevoerd naar ongewenste bestemmingen en de mate waarin het ontvangende land zich in het verleden heeft gehouden aan wederuitvoerbepalingen of aan wederuitvoer voorafgaande toestemmingen die de uitvoerende lidstaat passend acht op te leggen;

e)

het risico dat de goederen of technologie bij terroristische organisaties of individuele terroristen terechtkomen;

f)

het risico van „reverse engineering” of onbedoelde overdracht van technologie.

8.   Criterium 8: Compatibiliteit van de uitvoer van militaire goederen of technologie met de technische en economische capaciteit van het ontvangende land, rekening houdend met de wenselijkheid dat de staten aan hun legitieme behoeften inzake veiligheid en defensie voldoen met zo gering mogelijke aanwending van menselijk en economisch potentieel voor bewapening

In het licht van informatie uit goede bron, bijvoorbeeld rapporten van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, stellen de lidstaten zich de vraag of de voorgestelde uitvoer ernstig afbreuk zou doen aan de duurzame ontwikkeling van het ontvangende land. In dit verband beoordelen zij de hoogte van de militaire uitgaven van het ontvangende land ten opzichte van de sociale uitgaven, waarbij ook rekening wordt gehouden met steun van de Europese Unie en bilaterale steun.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk standpunt doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om in nationaal verband restrictievere regels toe te passen.

Artikel 4

1.   De lidstaten verspreiden details over aanvragen voor uitvoervergunningen die geweigerd werden op grond van de criteria van dit gemeenschappelijk standpunt en lichten daarbij toe waarom de vergunning is geweigerd. Alvorens een lidstaat een vergunning verleent die de afgelopen drie jaar door één of meer andere lidstaten voor een in wezen identieke transactie geweigerd is, raadpleegt hij eerst die lidstaat of lidstaten. Besluit hij na raadpleging toch een vergunning te verlenen, dan brengt hij de lidstaat of lidstaten van de oorspronkelijke weigering(en) daarvan op de hoogte en geeft een gedetailleerde uitleg van zijn motivering.

2.   Het besluit om militaire goederen of technologie over te dragen dan wel die overdracht te weigeren, behoort tot de nationale bevoegdheid van de lidstaten. Er is sprake van weigering van een vergunning wanneer een lidstaat de toestemming voor de feitelijke verkoop of uitvoer van de betrokken militaire goederen of technologie weigert, terwijl die verkoop of de totstandkoming van de betrokken overeenkomst normaal gesproken zou zijn doorgegaan. Daartoe kan een mede te delen weigering in overeenstemming met de nationale procedures de weigering van toestemming voor het beginnen van onderhandelingen of een afwijzende beschikking op een formeel eerste verzoek om inlichtingen inzake een specifieke order omvatten.

3.   De lidstaten houden dergelijke weigeringen en raadplegingen vertrouwelijk en halen er geen commercieel voordeel uit.

Artikel 5

Uitvoervergunningen worden uitsluitend toegekend op basis van betrouwbare voorafgaande kennis betreffende het eindgebruik in het land van eindbestemming. Daartoe zal in het algemeen een grondig gecontroleerd eindgebruikerscertificaat of passende documentatie en/of een of andere, door het land van eindbestemming afgegeven, officiële machtiging vereist zijn. Bij de beoordeling van aanvragen inzake vergunningen voor de uitvoer van militaire goederen of technologie bestemd voor productie in derde landen, houden de lidstaten in het bijzonder rekening met het potentiële gebruik van het eindproduct in het producerende land en met het risico dat het eindproduct kan worden afgeleid of uitgevoerd naar een ongewenste eindgebruiker.

Artikel 6

Onverminderd Verordening (EG) nr. 1334/2000 van de Raad gelden de criteria in artikel 2 van dit gemeenschappelijk standpunt en de raadplegingsprocedure van artikel 4 ook voor lidstaten met betrekking tot goederen en technologie voor tweeerlei gebruik als vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1334/2000 wanneer er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de eindgebruikers van dergelijke goederen en technologie de strijdkrachten, de binnenlandse veiligheidsdienst of vergelijkbare eenheden in het ontvangende land zijn. Referenties in dit gemeenschappelijk standpunt naar militaire goederen of technologie worden geacht ook betrekking te hebben op dergelijke goederen en technologie.

Artikel 7

Teneinde dit gemeenschappelijk standpunt zo doeltreffend mogelijk te maken, streven de lidstaten in het kader van het GBVB naar versterking van hun samenwerking en bevordering van hun convergentie op het gebied van de uitvoer van militaire goederen en technologie.

Artikel 8

1.   Iedere lidstaat doet een vertrouwelijk jaarverslag over zijn uitvoer van militaire goederen en technologie en de uitvoering van dit gemeenschappelijk standpunt toekomen aan de andere lidstaten.

2.   Een jaarverslag van de Europese Unie, dat gebaseerd is op de bijdragen van alle lidstaten, wordt aan de Raad voorgelegd en in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

3.   Iedere lidstaat die goederen of technologie uitvoert die op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen staan, publiceert voorts een nationaal rapport over zijn uitvoer van militaire goederen en technologie, waarvan de inhoud voldoet aan de nationale wetgeving, zoals toepasselijk, en verstrekt voor het jaarverslag van de Europese Unie informatie over de uitvoering van dit gemeenschappelijk standpunt, zoals bepaald in de gids voor de gebruiker.

Artikel 9

De lidstaten beoordelen in voorkomend geval in het kader van het GBVB gezamenlijk de situatie van potentiële of werkelijke ontvangers van militaire goederen en technologie uit de lidstaten in het licht van de beginselen en criteria van dit gemeenschappelijk standpunt.

Artikel 10

Waar dat passend is, mogen de lidstaten ook rekening houden met het effect van de voorgestelde uitvoer op hun economische, sociale, commerciële en industriële belangen, maar deze factoren mogen niet van invloed zijn op de toepassing van de voorgaande criteria.

Artikel 11

De lidstaten spannen zich tot het uiterste in om andere staten die militaire goederen of technologie uitvoeren, ertoe over te halen de criteria van dit gemeenschappelijk standpunt toe te passen. Met derde landen die de criteria toepassen, wisselen zij op gezette tijden ervaringen uit over hun beleid inzake controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie, alsook over de toepassing van de criteria.

Artikel 12

De lidstaten zorgen ervoor dat zij op grond van hun nationale wetgeving de uitvoer van op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vermelde goederen en technologie kunnen controleren. De gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen fungeert als referentie voor de nationale lijsten van militaire goederen en technologie van de lidstaten, maar komt niet rechtstreeks in de plaats daarvan.

Artikel 13

De Gids voor de gebruiker bij de Gedragscode van de Europese Unie betreffende de uitvoer van militair materieel, die op gezette tijden opnieuw wordt bezien, dient als leidraad voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk standpunt.

Artikel 14

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag van zijn vaststelling.

Artikel 15

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt drie jaar na de vaststelling ervan geëvalueerd.

Artikel 16

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 december 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

B. KOUCHNER


(1)  PB L 191 van 19.7.2002, blz. 1.

(2)  PB L 156 van 25.6.2003, blz. 79.

(3)  Laatstelijk gewijzigd op 10 maart 2008, PB C 98 van 18.4.2008, blz. 1.

(4)  PB L 159 van 30.6.2000, blz. 1.


13.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/s3


BERICHT AAN DE LEZER

De instellingen hebben besloten in hun teksten niet langer te verwijzen naar de laatste wijziging van de aangehaalde besluiten.

Tenzij anders vermeld, zijn de besluiten waarnaar in de hierin gepubliceerde teksten wordt verwezen, de besluiten zoals die momenteel van kracht zijn.