ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 318

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
28 november 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 1173/2008 van de Commissie van 27 november 2008 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1174/2008 van de Commissie van 27 november 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1134/2008 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 november 2008

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1175/2008 van de Commissie van 27 november 2008 houdende wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1974/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

6

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2008/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten ( 1 )

9

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Commissie

 

 

2008/889/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 18 november 2008 tot wijziging van Beschikkingen 2002/747/EG, 2003/31/EG, 2005/342/EG, 2005/344/EG en 2005/360/EG teneinde de geldigheidsduur van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan bepaalde producten te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 6941)  ( 1 )

12

 

 

III   Besluiten op grond van het EU-Verdrag

 

 

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

 

 

2008/890/GBVB

 

*

Besluit van de Raad van 27 november 2008 tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2007/749/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina

14

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190 van 12.7.2006)

15

 

 

 

*

Bericht aan de lezer (zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/1


VERORDENING (EG) Nr. 1173/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2008

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 28 november 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 november 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

25,7

MA

57,3

TR

85,2

ZZ

56,1

0707 00 05

EG

188,1

JO

167,2

MA

72,1

TR

90,0

ZZ

129,4

0709 90 70

MA

67,0

TR

107,1

ZZ

87,1

0805 20 10

MA

62,3

TR

70,0

ZZ

66,2

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

CN

54,3

HR

54,6

IL

76,8

TR

60,7

ZZ

61,6

0805 50 10

MA

64,0

TR

69,5

ZA

117,7

ZZ

83,7

0808 10 80

CA

88,7

CL

67,1

CN

54,0

MK

32,9

US

109,7

ZA

110,9

ZZ

77,2

0808 20 50

CN

92,9

TR

43,6

ZZ

68,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/3


VERORDENING (EG) Nr. 1174/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2008

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1134/2008 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 november 2008

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 16 november 2008, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1134/2008 van de Commissie (3).

(2)

Aangezien het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR per ton verschilt van het vastgestelde recht, moet een overeenkomstige aanpassing van de bij Verordening (EG) nr. 1134/2008 vastgestelde invoerrechten plaatsvinden.

(3)

Verordening (EG) nr. 1134/2008 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 1134/2008 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 28 november 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 november 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125.

(3)  PB L 306 van 15.11.2008, blz. 63.


BIJLAGE I

Vanaf 28 november 2008 geldende invoerrechten voor de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(EUR/t)

1001 10 00

HARDE TARWE van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

0,00

1001 90 91

ZACHTE TARWE, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed

0,00

1002 00 00

ROGGE

24,22

1005 10 90

MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden

20,22

1005 90 00

MAÏS, andere dan zaaigoed (2)

20,22

1007 00 90

GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

24,22


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt,

2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.


BIJLAGE II

Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten

14.11.2008-26.11.2008

1.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

(EUR/t)

 

Zachte tarwe (1)

Maïs

Harde tarwe van hoge kwaliteit

Harde tarwe van gemiddelde kwaliteit (2)

Harde tarwe van lage kwaliteit (3)

Gerst

Beurs

Minnéapolis

Chicago

Notering

200,85

113,32

Fob-prijs VSA

239,24

229,24

209,24

123,19

Golfpremie

12,14

Grote-Merenpremie

23,58

2.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

Vrachtkosten: Golf van Mexico–Rotterdam:

12,06 EUR/t

Vrachtkosten: Grote Meren–Rotterdam:

10,09 EUR/t


(1)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(2)  Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(3)  Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/6


VERORDENING (EG) Nr. 1175/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 november 2008

houdende wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1974/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit net Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (1), en met name op artikel 91,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1698/2005 is een enkel juridisch kader vastgesteld voor de verlening van steun voor plattelandsontwikkeling uit het ELFPO in de hele Gemeenschap. Ter aanvulling van dat kader zijn bij Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie (2) uitvoeringsbepalingen vastgesteld.

(2)

Artikel 57, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1974/2006 bevat nadere bepalingen over de uitvoering van artikel 88 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op financiële bijdragen die de lidstaten als tegenwaarde voor de communautaire steun leveren, en over de uitvoering van artikel 89 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 betreffende aanvullende nationale financiering die buiten de werkingssfeer van artikel 36 van het Verdrag valt. In dit artikel dienen maatregelen voor de bosbouw te worden opgenomen. Bovendien moet punt 9, onder B, van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1974/2006 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

Artikel 63, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1974/2006 bevat nadere bepalingen over de uitwisseling van gegevens tussen de Commissie en de lidstaten in gevallen van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden, en met name bij een storing in het systeem of het ontbreken van een stabiele verbinding. Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare technische instrumenten dient de mogelijkheid te worden geboden om de stukken niet alleen op papier, maar ook via andere adequate elektronische middelen toe te zenden.

(4)

In bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1974/2006 zijn de factoren voor de omrekening van dieren in grootvee-eenheden, zoals bedoeld in artikel 27, lid 13, van Verordening (EG) nr. 1974/2006, vastgesteld. In de omrekeningsfactor voor „Overig pluimvee” is een tikfout geslopen. Gezien de specifieke kenmerken van sommige soorten pluimvee dient de mogelijkheid te worden ingeruimd om de betrokken omrekeningsfactor te verhogen. Bijlage V moet daarom worden aangepast.

(5)

In artikel 44 bis van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (3) is bepaald dat de lidstaten moeten zorgen voor een jaarlijkse bekendmaking achteraf van de begunstigden van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), alsmede van de per begunstigde uit elk van die fondsen ontvangen bedragen. Verordening (EG) nr. 259/2008 van de Commissie van 18 maart 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de bekendmaking van informatie over de begunstigden van financiële middelen uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (4) bevat voorschriften over inhoud, vorm en datum van de bekendmaking van gegevens over de begunstigden. In bijlage VI, punt 2.1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1974/2006 zijn bepaalde verantwoordelijkheden voor de beheersautoriteit vastgesteld met betrekking tot de bekendmaking van gegevens over begunstigden van steun uit hoofde van plattelandsontwikkelingsprogramma’s. Om overlappende bepalingen over hetzelfde onderwerp te voorkomen, dient de tweede alinea van punt 2.1 in bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1974/2006 te worden geschrapt.

(6)

Verordening (EG) nr. 1974/2006 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1974/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 57, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Programma's voor plattelandsontwikkeling kunnen staatssteun omvatten die tot doel heeft de financiële bijdragen te verschaffen die de lidstaten leveren als tegenwaarde voor de communautaire steun, zoals bedoeld in artikel 88 van Verordening (EG) nr. 1698/2005, ten behoeve van de in de artikelen 25, 43 tot en met 49 en 52 van die verordening bedoelde maatregelen en van concrete acties in het kader van de in de artikelen 21, 24, 28, 29 en 30 van die verordening bedoelde maatregelen of om aanvullende nationale financiering zoals bedoeld in artikel 89 van die verordening te verschaffen ten behoeve van de in de artikelen 25, 27, 43 tot en met 49 en 52 van die verordening bedoelde maatregelen en van de concrete acties in het kader van de in de artikelen 21, 24, 28, 29 en 30 van die verordening bedoelde maatregelen, welke buiten de werkingssfeer van artikel 36 van het Verdrag vallen, mits die staatssteun overeenkomstig punt 9, onder B, van bijlage II bij de onderhavige verordening is geïdentificeerd.”.

2.

Artikel 63, lid 8, wordt vervangen door:

„8.   In gevallen van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden, en met name bij een storing in het systeem of het ontbreken van een stabiele verbinding, kan de lidstaat de stukken op papier of via een andere adequate elektronische weg aan de Commissie toezenden. Voor een dergelijke toezending is de voorafgaande formele toestemming van de Commissie vereist.

Zodra het gebruik van het systeem niet langer door de oorzaak van de overmacht of de uitzonderlijke omstandigheden wordt belet, voert de lidstaat de betrokken stukken in het systeem in. In dat geval wordt de datum waarop de stukken op papier of via een andere adequate elektronische weg zijn verzonden, als de datum van verzending beschouwd.”.

3.

De bijlagen II, V en VI worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 november 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.

(2)  PB L 368 van 23.12.2006, blz. 15.

(3)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(4)  PB L 76 van 19.3.2008, blz. 28.


BIJLAGE

De bijlagen II, V en VI bij Verordening (EG) nr. 1974/2006 worden als volgt gewijzigd:

1.

In bijlage II wordt de eerste alinea van punt 9, onder B, vervangen door:

„Voor de in de artikelen 25, 27 (bij dit laatste artikel alleen voor aanvullende nationale financiering zoals bedoeld in artikel 89 van Verordening (EG) nr. 1698/2005), 43 tot en met 49 en 52 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde maatregelen en voor de buiten de werkingssfeer van artikel 36 van het Verdrag vallende concrete acties in het kader van de in de artikelen 21, 24, 28, 29 en 30 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde maatregelen, een van de volgende mogelijkheden gebruiken:

hetzij aangeven dat de steun zal worden verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie (1);

hetzij verwijzen naar de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 994/98 vastgestelde vrijstellingsverordening van de Commissie op grond waarvan de maatregel is genomen, en het desbetreffende registratienummer vermelden;

hetzij het zaaknummer van de staatssteun en het referentienummer vermelden waaronder de maatregel door de Commissie verenigbaar met het Verdrag is verklaard;

hetzij aangeven om welke andere redenen de betrokken steunregeling moet worden aangemerkt als bestaande steun in de zin van artikel 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 659/1999, met inbegrip van bestaande steunmaatregelen in de zin van de Toetredingsverdragen.

2.

In bijlage V wordt de regel met betrekking tot „Overig pluimvee” vervangen door:

„Overig pluimvee (2)

0,03 GVE

3.

In bijlage VI wordt de tweede alinea van punt 2.1 geschrapt.


(1)  PB L 379 van 28.12.2006, blz. 5.”.

(2)  Deze omrekeningsfactor kan worden verhoogd in het licht van in de plattelandsontwikkelingsprogramma's toe te lichten en te motiveren wetenschappelijk bewijsmateriaal.”.


RICHTLIJNEN

28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/9


RICHTLIJN 2008/97/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 19 november 2008

tot wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152, lid 4, onder b),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 2 van Richtlijn 96/22/EG van de Raad (3) verbiedt onder meer het in de handel brengen van stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan en stoffen met thyreostatische werking om deze aan dieren, van welke soort ook, toe te dienen.

(2)

De reden voor dat absolute verbod was dat het mogelijke misbruik moeilijker zou zijn, als in de handel geen product te verkrijgen was dat voor welke diersoort ook toegelaten was.

(3)

Uit de ervaring die met name is opgedaan met de nationale plannen voor residuen die zijn ingediend krachtens Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan (4) is echter gebleken dat het misbruik van voor gezelschapsdieren bestemde aanbiedingsvormen van producten geen rol speelt als bron van misbruik. Dat is deels te wijten aan het feit dat het economisch onaantrekkelijk is om aanbiedingsvormen bestemd voor gezelschapsdieren te gebruiken als groeibevorderaar bij voedselproducerende dieren.

(4)

Bovendien heeft het verbod van stoffen met thyreostatische werking schadelijke gevolgen voor het welzijn van gezelschapsdieren (honden en katten) wegens het gebrek aan een alternatieve behandeling voor hyperthyrioidie bij die dieren.

(5)

In het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende de bescherming en het welzijn van dieren wordt bepaald dat de Gemeenschap en de lidstaten bij de uitvoering van het beleid van de Gemeenschap, met name op het gebied van de interne markt, ten volle rekening houden met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren.

(6)

Daarom moet de werkingssfeer van Richtlijn 96/22/EG worden beperkt tot voedselproducerende dieren en moet het verbod voor gezelschapsdieren worden ingetrokken. Tevens moet de definitie van therapeutische behandeling worden aangepast.

(7)

In het advies van het Wetenschappelijk Comité voor veterinaire maatregelen in verband met de volksgezondheid (WCVMV) van 30 april 1999 over de mogelijke risico’s voor de menselijke gezondheid van hormoonresiduen in rundvlees en vleesproducten (dat op 3 mei 2000 opnieuw is bekeken en op 10 april 2002 is bevestigd) wordt geconcludeerd dat er een aanzienlijk pakket recent bewijsmateriaal bestaat waaruit zou blijken dat 17β-oestradiol als een volwaardige carcinogene stof moet worden beschouwd, aangezien deze stof zowel het ontstaan als de ontwikkeling van tumoren in de hand werkt, en dat aan de hand van de thans beschikbare gegevens geen kwantitatieve risicoschatting kan worden verricht. Als gevolg daarvan werd Richtlijn 96/22/EG gewijzigd bij Richtlijn 2003/74/EG die onder meer het gebruik van 17β-oestradiol als groeibevorderaar permanent verbood en alle andere omstandigheden waarin het voor therapeutische of zoötechnische doeleinden aan alle landbouwhuisdieren kan worden toegediend, aanzienlijk beperkte, in afwachting van verder onderzoek van de feitelijke en wetenschappelijke situatie en de veterinaire praktijken in de lidstaten.

(8)

In artikel 11 bis van Richtlijn 96/22/EG wordt bepaald dat de Commissie vóór 14 oktober 2005 een verslag moet overleggen over de beschikbaarheid van veterinaire medische producten die een alternatief vormen voor producten die 17β-oestradiol bevatten bij dieren (voedselproducerende dieren) voor therapeutische doeleinden. De Commissie heeft deskundigen om advies gevraagd en heeft het desbetreffende wetenschappelijke verslag opgesteld, dat op 11 oktober 2005 naar het Europees Parlement en de Raad is gestuurd. In dat verslag wordt geconcludeerd dat 17β-oestradiol niet essentieel is voor de productie van voedselproducerende dieren, omdat het gebruik van de beschikbare alternatieven (hoofdzakelijk prostaglandinen) door dierenartsen reeds vrij gangbaar is in de lidstaten en dat het volledige verbod op het gebruik van 17β-oestradiol voor voedselproducerende dieren geen of slechts een verwaarloosbaar effect op de veehouderij en het dierenwelzijn zou hebben.

(9)

De juiste naleving van de relevante wetgeving en eliminatie van het ongeëigende gebruik van niet-toegestane stoffen kunnen worden bevorderd door middel van objectieve informatie- en bewustmakingscampagnes.

(10)

Er werd voorzien in een tijdelijke vrijstelling voor het gebruik van 17β-oestradiol voor de opwekking van bronst bij runderen, paarden, schapen of geiten tot en met 14 oktober 2006. Aangezien doeltreffende alternatieve producten bestaan en reeds worden gebruikt en om te zorgen voor het in de Gemeenschap gekozen hoge niveau van bescherming van de gezondheid, mag die vrijstelling niet worden verlengd.

(11)

Richtlijn 96/22/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 96/22/EG wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 1, lid 2, wordt punt b) vervangen door:

„b)

„therapeutische behandeling”: de individuele toediening aan landbouwhuisdieren krachtens artikel 4 van deze richtlijn van een stof waarvan het gebruik is toegestaan ter behandeling van een door een dierenarts, na onderzoek van het dier, geconstateerde fertiliteitsstoornis — met inbegrip van de onderbreking van een ongewenste dracht — en, voor wat β-agonisten betreft, voor de behandeling met tocolyse van vrouwelijke runderen tijdens het kalven, alsmede voor de behandeling van ademhalingsstoornissen, podotrochleitis en hoefbevangenheid en voor de toediening van tocolyse bij paardachtigen;”.

2.

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

De lidstaten verbieden het in de handel brengen van de in bijlage II vermelde stoffen om deze voor andere dan de in artikel 4, punt 2, genoemde doeleinden aan dieren toe te dienen, indien het vlees en de producten van deze dieren voor menselijke consumptie bestemd zijn.”.

3.

Artikel 4, punt 2, onder i), wordt vervangen door:

„i)

die allyltrenbolon bevatten voor orale toediening of van β-agonisten aan paardachtigen, voor zover deze middelen overeenkomstig de specificaties van de fabrikant worden gebruikt;”.

4.

Artikel 5 bis wordt geschrapt.

5.

In de artikelen 3, 6, 7, 8, 11 en 14 bis wordt de verwijzing naar artikel 5 bis geschrapt.

6.

Artikel 11, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Op geen van de bij communautaire wetgeving vastgestelde lijsten van landen waaruit de lidstaten landbouwhuisdieren of aquacultuurdieren of van dergelijke dieren verkregen vlees of producten mogen invoeren, mogen derde landen voorkomen waar het in de handel brengen en het toedienen van stilbenen, stilbeenderivaten, zouten of esters daarvan alsmede stoffen met thyreostatische werking voor toediening aan dieren van welke soort ook, waarvan het vlees en de producten voor menselijke consumptie zijn bestemd, wettelijk is toegestaan.”.

7.

Artikel 11 bis wordt vervangen door:

„Artikel 11 bis

De Commissie verzamelt aanvullende informatie met betrekking tot de in bijlage III genoemde stoffen, waarbij zij recente wetenschappelijke gegevens uit alle beschikbare bronnen in aanmerking neemt, en evalueert de genomen maatregelen regelmatig, teneinde tijdig de nodige voorstellen bij het Europees Parlement en de Raad te kunnen indienen.”.

8.

Het volgende artikel 11 ter wordt toegevoegd:

„Artikel 11 ter

In samenwerking met de Commissie organiseren de lidstaten informatie- en bewustmakingscampagnes over het totale verbod op het gebruik van 17β-oestradiol bij voedselproducerende dieren, en ze richten deze in het bijzonder op boeren en veterinaire organisaties buiten de Europese Unie die direct of indirect betrokken zijn bij de export naar de Europese Unie van voedsel van dierlijke oorsprong dat onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt.”.

9.

Bijlage II wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2009 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 19 november 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J.-P. JOUYET


(1)  PB C 10 van 15.1.2008, blz. 57.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 5 juni 2008 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 20 oktober 2008.

(3)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3.

(4)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10.


BIJLAGE

„BIJLAGE II

Lijst van verboden stoffen:

 

Lijst A: verboden stoffen

Stoffen met thyreostatische werking,

Stilbenen, stilbeenderivaten, en zouten en esters daarvan,

17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan.

 

Lijst B: verboden stoffen waarvoor afwijkingen kunnen worden toegestaan

β-agonisten.”


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Commissie

28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/12


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 18 november 2008

tot wijziging van Beschikkingen 2002/747/EG, 2003/31/EG, 2005/342/EG, 2005/344/EG en 2005/360/EG teneinde de geldigheidsduur van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan bepaalde producten te verlengen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 6941)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/889/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (1), en met name op artikel 6, lid 1, tweede alinea,

Na raadpleging van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2002/747/EG van de Commissie van 9 september 2002 tot vaststelling van de herziene milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor lampen en tot wijziging van Beschikking 1999/568/EG (2) verstrijkt op 28 februari 2009.

(2)

Beschikking 2003/31/EG van de Commissie van 29 november 2002 tot vaststelling van herziene milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan machineafwasmiddelen en tot wijziging van Beschikking 1999/427/EG (3) verstrijkt op 31 december 2008.

(3)

Beschikking van de Commissie 2005/342/EG van 23 maart 2005 tot vaststelling van herziene milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan handafwasmiddelen (4) verstrijkt op 31 december 2008.

(4)

Beschikking van de Commissie 2005/344/EG van 23 maart 2005 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan allesreinigers en sanitairreinigers (5) verstrijkt op 31 december 2008.

(5)

Beschikking van de Commissie 2005/360/EG van 26 april 2005 tot vaststelling van de milieucriteria en de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan smeermiddelen (6) verstrijkt op 31 mei 2009.

(6)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1980/2000 zijn de in deze beschikkingen vastgestelde milieucriteria, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht, tijdig herzien.

(7)

Gezien de verschillende stadia waarin de herziening van deze beschikkingen zich bevindt, moet de geldigheidsduur van de milieucriteria en de eisen voor de Beschikkingen 2003/31/EG, 2005/342/EG en 2005/344/EG met een periode van 24 maanden, en voor de Beschikkingen 2002/747/EG en 2005/360/EG met een periode van 14 maanden worden verlengd.

(8)

Aangezien de verplichte herziening uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1980/2000 uitsluitend geldt voor de milieucriteria en eisen inzake beoordeling en toezicht, moeten de Beschikkingen 2002/747/EG, 2003/31/EG, 2005/342/EG, 2005/344/EG en 2005/360/EG van kracht blijven.

(9)

De Beschikkingen 2002/747/EG, 2003/31/EG, 2005/342/EG, 2005/344/EG en 2005/360/EG moeten dienovereenkomstig worden ingetrokken.

(10)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De tekst van artikel 5 van Beschikking 2002/747/EG wordt vervangen door:

„Artikel 5

De milieucriteria voor de productgroep „lampen”, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht, blijven geldig tot en met 30 april 2010.”.

Artikel 2

De tekst van artikel 5 van Beschikking 2003/31/EG wordt vervangen door:

„Artikel 5

De milieucriteria voor de productgroep „machineafwasmiddelen”, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht, blijven geldig tot en met 31 december 2010.”.

Artikel 3

De tekst van artikel 3 van Beschikking 2005/342/EG wordt vervangen door:

„Artikel 3

De milieucriteria voor de productgroep „handafwasmiddelen”, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht, blijven geldig tot en met 31 december 2010.”.

Artikel 4

De tekst van artikel 3 van Beschikking 2005/344/EG wordt vervangen door:

„Artikel 3

De milieucriteria voor de productgroep „allesreinigers en sanitairreinigers”, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht, blijven geldig tot en met 31 december 2010.”.

Artikel 5

De tekst van artikel 4 van Beschikking 2005/360/EG wordt vervangen door:

„Artikel 4

De milieucriteria voor de productgroep „smeermiddelen”, alsmede de daarmee verband houdende eisen inzake beoordeling en toezicht, blijven geldig tot en met 31 juli 2010.”.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 november 2008.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1.

(2)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 44.

(3)  PB L 9 van 15.1.2003, blz. 11.

(4)  PB L 115 van 4.5.2005, blz. 9.

(5)  PB L 115 van 4.5.2005, blz. 42.

(6)  PB L 118 van 5.5.2005, blz. 26.


III Besluiten op grond van het EU-Verdrag

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/14


BESLUIT VAN DE RAAD

van 27 november 2008

tot uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2007/749/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina

(2008/890/GBVB)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2007/749/GBVB van de Raad van 19 november 2007 inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (1), met name op artikel 12, lid 1, in samenhang met artikel 23, lid 2, tweede streepje, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 19 november 2007 Gemeenschappelijk Optreden 2007/749/GBVB aangenomen waarin is bepaald dat de EUPM tot en met 31 december 2009 zal worden voortgezet. De begroting voor 2008 en 2009 wordt op jaarbasis vastgesteld.

(2)

Het mandaat van de EUPM zal worden uitgevoerd in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag kan schaden,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2007/749/GBVB voor 2009 bedraagt 12 400 000 EUR.

2.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Unie.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 27 november 2008.

Voor de Raad

De voorzitster

M. ALLIOT-MARIE


(1)  PB L 303 van 21.11.2007, blz. 40.


Rectificaties

28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/15


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 190 van 12 juli 2006 )

Bladzijde 6, artikel 2, punt 15, onder b):

in plaats van:

„b)

in geval van invoer in of doorvoer via de Gemeenschap van afvalstoffen die niet uit een lidstaat afkomstig zijn, de onder de rechtsmacht van het land van herkomst vallende natuurlijke of rechtspersoon die voornemens is afvalstoffen over te brengen of te laten overbrengen, of die deze heeft laten overbrengen, te weten:

i)

de door de wetgeving van het land van uitvoer aangewezen persoon of, bij gebrek van een aanwijzing;

ii)

de houder op het moment van de uitvoer;”,

te lezen:

„b)

in geval van invoer in of doorvoer via de Gemeenschap van afvalstoffen die niet uit een lidstaat afkomstig zijn, de onder de rechtsmacht van het land van verzending vallende natuurlijke of rechtspersoon die voornemens is afvalstoffen over te brengen of te laten overbrengen, of die deze heeft laten overbrengen, te weten:

i)

de door de wetgeving van het land van verzending aangewezen persoon of, bij gebrek van een aanwijzing;

ii)

de houder op het moment van de uitvoer;”.


28.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/s3


BERICHT AAN DE LEZER

De instellingen hebben besloten in hun teksten niet langer te verwijzen naar de laatste wijziging van de aangehaalde besluiten.

Tenzij anders vermeld, zijn de besluiten waarnaar in de hierin gepubliceerde teksten wordt verwezen, de besluiten zoals die momenteel van kracht zijn.