ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 203

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
31 juli 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EG) nr. 704/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië voor de periode van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2012

1

Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de visserij voor de periode van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2012

4

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

31.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 203/1


VERORDENING (EG) nr. 704/2008 VAN DE RAAD

van 15 juli 2008

betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië voor de periode van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2012

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië hebben een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij gesloten. Deze overeenkomst is goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 1801/2006 van de Raad (2) en is op 5 december 2006 in werking getreden.

(2)

De Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië hebben onderhandeld over een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie voor de periode van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2012, en dit protocol geparafeerd.

(3)

Het is in het belang van de Gemeenschap dit protocol goed te keuren.

(4)

Dit protocol vervangt het vorige protocol, dat bij Verordening (EG) nr. 1801/2006 is goedgekeurd.

(5)

Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië tot samenwerking op het gebied van de visserij voor de periode van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2012 wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

1.   De bij het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

Visserijcategorie

Maximale BT of maximumaantal vergunningen per vergunningperiode

Lidstaat

BT, vergunningen of jaarlijks maximaal toegestane vangst per lidstaat

Categorie 1 Vaartuigen voor de visserij op schaaldieren met uitzondering van langoesten en krab

9 570 BT

Spanje

7 313 BT

Italië

1 371 BT

Portugal

886 BT

Categorie 2 Trawlers en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug op zwarte heek

3 240 BT

Spanje

3 240 BT

Categorie 3 Vaartuigen voor de visserij op andere demersale vissoorten dan zwarte heek met ander vistuig dan trawls

1 162 BT

Spanje

1 162 BT

Categorie 4 Vriestrawlers voor de visserij op demersale vissoorten

375 BT

Griekenland

375 BT

Categorie 5 Koppotigen

13 950 BT

32 vergunningen

Spanje

24 vergunningen

Italië

4 vergunningen

Portugal

1 vergunning

Griekenland

3 vergunningen

Categorie 6 Langoesten

300 BT

Portugal

300 BT

Categorie 7 Vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen

22 vergunningen

Spanje

17 vergunningen

Frankrijk

5 vergunningen

Categorie 8 Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

22 vergunningen

Spanje

18 vergunningen

Frankrijk

4 vergunningen

Categorie 9 Vriestrawlers voor de pelagische visserij

17 vergunningen voor een referentiehoeveelheid van 250 000 ton

 

 

Categorie 10 Krabvisserij

300 BT

Spanje

300 BT

Categorie 11 Koelvaartuigen voor de pelagische visserij

15 000 BT per maand gemiddeld op jaarbasis

 

 

2.   Krachtens de bepalingen van het protocol kunnen de niet-benutte vangsten van categorie 11 (koelvaartuigen voor de pelagische visserij) worden benut door categorie 9 (vriestrawlers voor pelagische visserij) tot maximaal 20 vergunningen per maand.

3.   Voor categorie 9 (vriestrawlers voor de pelagische visserij) zal de Commissie na ontvangst van een door de lidstaten opgesteld jaarlijks visserijplan met een uitvoerig overzicht van de aanvragen per vaartuig, de vergunningsaanvragen doorgeven aan de Mauritaanse autoriteiten. Op basis hiervan en rekening houdend met het gebruik van de referentiehoeveelheid van 250 000 ton, zal de Commissie de Mauritaanse autoriteiten inlichten over het voornemen het extra quotum van 50 000 ton bovenop de referentiehoeveelheid al dan niet te gebruiken. In voorkomend geval zal zij die autoriteiten verzoeken het extra quotum van 50 000 ton te verhogen.

Het jaarlijks visserijplan geeft voor elk vaartuig aan in welke maanden het actief is en de geraamde vangsten voor elke maand waarin het actief is. Uiterlijk op 15 oktober 2008 worden de visserijplannen voor het eerste jaar waarin het protocol wordt toegepast, bij de Commissie ingediend. Met ingang van 2009 worden deze plannen uiterlijk op 31 januari van elk jaar bij de Commissie ingediend.

Wanneer het aantal aanvragen voor vergunningen voor categorie 9 (Vriestrawlers voor de pelagische visserij) het maximumaantal per referentieperiode overschrijdt, zal de Commissie de aanvragen van vaartuigen die in de negen maanden voorafgaand aan de betrokken vergunningsaanvraag het meest gebruik hebben gemaakt van de vergunningen, met voorrang naar de Mauritaanse autoriteiten doorsturen.

4.   Voor categorie 11 (koelvaartuigen voor de pelagische visserij), stuurt de Commissie de Mauritaanse autoriteiten de vergunningsaanvragen door na ontvangst van een door de lidstaten opgesteld jaarlijks visserijplan met een uitvoerig overzicht van de aanvragen per vaartuig. Dat plan wordt uiterlijk op 1 december van het voorgaande jaar bij de Commissie ingediend. Daarin wordt het voor elke maand activiteiten geraamde aantal BT aangegeven.

Wanneer de aanvragen gemiddeld (over een jaar) meer dan 15 000 GT per maand bedragen, zullen de vergunningen worden verleend aan de hand van de in de eerste alinea genoemde visserijplannen.

Artikel 3

1.   De vangstmogelijkheden worden beheerd overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (3).

2.   Als met de vergunningsaanvragen van de in artikel 2 genoemde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden zijn benut, kan de Commissie vergunningsaanvragen van andere lidstaten in overweging nemen

Artikel 4

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van dit protocol vissen, melden de in de Mauritaanse visserijzone gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie op de wijze zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee (4).

Artikel 5

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn het protocol te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BARNIER


(1)  Advies van 10 juli 2008 (nog niet in het PB verschenen).

(2)  PB L 343 van 8.12.2006, blz. 1.

(3)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2007 (PB L 192 van 24.7.2007, blz. 1).

(4)  PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.


PROTOCOL

Tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst tussen de europese gemeenschap en de islamitische republiek mauritanië tot samenwerking op het gebied van de visserij voor de periode van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2012

Artikel 1

Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

1.   De vangstmogelijkheden die met ingang van augustus 2008 op grond van de artikelen 5 en 6 van de overeenkomst voor een periode van vier jaar worden verleend, worden vastgesteld in de bij dit protocol gevoegde tabel. Deze mogelijkheden maken deel uit van de in bijlage III vermelde totale visserijinspanning die door de autoriteiten van Mauritanië is vastgesteld op basis van de beschikbare en periodiek bijgewerkte wetenschappelijke adviezen.

2.   Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 4 en 5 van dit protocol.

3.   Op grond van artikel 6 van de overeenkomst mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, in de Mauritaanse visserijzones alleen visserijactiviteiten uitoefenen indien daarvoor in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bepalingen van de bijlagen bij dit protocol een vergunning is afgegeven.

Artikel 2

Financiële tegenprestatie — Betalingswijze

1.   De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie is vastgesteld op 86 miljoen euro voor het eerste jaar, 76 miljoen euro voor het tweede jaar, 73 miljoen euro voor het derde jaar en 70 miljoen euro voor het vierde jaar (1). Van deze financiële tegenprestatie wordt door Mauritanië in het eerste jaar 11 miljoen euro, in het tweede jaar 16 miljoen euro, in het derde jaar 18 miljoen euro en in het vierde jaar 20 miljoen euro uitgetrokken voor de financiële ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het nationale visserijbeleid als vastgesteld in artikel 7, lid 1, onder b), van de overeenkomst, waarvan 1 miljoen euro per jaar voor de ondersteuning van het nationaal park Banc d'Arguin (Parc National du Banc d'Arguin).

2.   Bij overschrijding van de totale hoeveelheid van 250 000 ton per jaar voor categorie 9, „pelagische visserij”, wordt voor iedere door de Gemeenschap opgeviste ton vis een extra bijdrage betaald van 40 euro.

3.   Lid 1 is van toepassing, onverminderd de artikelen 4 tot en met 7, 9, 10 en 13 van dit protocol.

4.   De betaling door de Gemeenschap van de financiële tegenprestatie gebeurt uiterlijk op 31 augustus 2008 voor het eerste jaar en uiterlijk op 1 augustus voor de volgende jaren.

5.   De financiële tegenprestatie wordt gestort op één rekening van de Thesaurie van de Islamitische Republiek Mauritanië bij de Centrale Bank van Mauritanië, waarvan de gegevens door het ministerie worden verstrekt.

6.   Onverminderd artikel 6 van dit protocol worden besluiten over de toewijzing van deze bijdrage en van de steun voor het PNBA genomen in het kader van de begrotingswet van Mauritanië; deze besluiten vallen dan ook volledig onder de bevoegdheid van Mauritanië.

Artikel 3

Wetenschappelijke samenwerking

1.   Beide partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de wateren van Mauritanië te bevorderen op basis van de beginselen van een duurzaam beheer.

2.   Tijdens de geldigheidsduur van dit protocol werken beide partijen samen om dieper in te gaan op bepaalde vraagstukken met betrekking tot de situatie van de visbestanden in de visserijzones van Mauritanië; hiertoe komt het gezamenlijk wetenschappelijk comité overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de overeenkomst ten minste eenmaal per jaar bijeen. Op verzoek van een van de partijen en indien nodig in het kader van dit protocol kunnen ook extra vergaderingen van dit gezamenlijk wetenschappelijk comité worden belegd.

3.   Op basis van de conclusies van het gezamenlijk wetenschappelijk comité en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen, voeren beide partijen overleg binnen de in artikel 0 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om in voorkomend geval en in onderlinge overeenstemming maatregelen te nemen die gericht zijn op een duurzaam beheer van de visbestanden.

4.   De taakomschrijving van het gezamenlijk wetenschappelijk comité heeft met name betrekking op de volgende activiteiten:

a)

wetenschappelijk jaarverslag opstellen over de onder deze overeenkomst vallende visserijtakken;

b)

jaarprogramma vaststellen en uitvoeren dat betrekking heeft op specifieke wetenschappelijke vraagstukken, om een beter inzicht te krijgen in de visbestanden en de ontwikkeling van de ecosystemen;

c)

de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst gerezen wetenschappelijke vraagstukken bestuderen volgens een door het comité in onderlinge overeenstemming goedgekeurde procedure;

d)

er meer, indien nodig, experimentele visreizen maken om na te gaan met welke vangst- en exploitatiemogelijkheden de instandhouding van de visbestanden en hun ecosysteem kan worden gegarandeerd.

Artikel 4

Herziening van de vangstmogelijkheden

1.   De in artikel 1 van dit protocol bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd, voor zover uit de conclusies van het in artikel 4, lid 1, bedoelde gezamenlijk wetenschappelijk comité blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Mauritanië niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig verhoogd pro rata temporis. Het totaalbedrag van de financiële tegenprestatie van de Europese Gemeenschap mag echter niet meer bedragen dan het dubbele van het in artikel 2, lid 1, van dit protocol vermelde bedrag en blijft in verhouding staan tot de verhoging van de vangstmogelijkheden.

2.   Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over de vaststelling van in artikel, lid 3, van dit protocol bedoelde maatregelen ter verlaging van de in artikel 1 van dit protocol bedoelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig verlaagd pro rata temporis. Onverminderd artikel 6 van dit protocol kan de financiële tegenprestatie door de Gemeenschap worden geschorst indien geen van de in dit protocol vastgestelde vangstmogelijkheden kan worden benut.

3.   De verdeling van de vangstmogelijkheden over de verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden herzien, mits de partijen daartoe samen besluiten en eventuele aanbevelingen van het gezamenlijk wetenschappelijk comité inzake het beheer van de bestanden die de gevolgen van die herverdeling zouden ondervinden, in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële bijdrage af indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dat rechtvaardigt.

4.   Tot de in de leden 1, 2, en 3 bedoelde herzieningen van de vangstmogelijkheden wordt in onderlinge overeenstemming door beide partijen besloten in het kader van de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie.

Artikel 5

Experimentele visserij

1.   De partijen kunnen experimentele visreizen uitvoeren in de Mauritaanse visserijzones, na advies van het in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde gezamenlijk wetenschappelijk comité. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van een van de partijen en bepalen per geval de soorten, voorwaarden en andere relevante parameters.

2.   Vergunningen voor experimentele visserij worden verleend voor testdoeleinden voor een periode van ten hoogste zes maanden en in overeenstemming met artikel 6, lid 2, van de overeenkomst. Voor deze visserij is een recht verschuldigd.

3.   Wanneer de partijen vaststellen dat de experimentele visreizen positieve resultaten hebben opgeleverd en de ecosystemen en de mariene biologische rijkdommen daarbij in stand zijn gehouden, kunnen volgens de in artikel 4 van het onderhavige protocol bedoelde overlegprocedure nieuwe vangstmogelijkheden worden toegekend aan communautaire vaartuigen, totdat het protocol is verstreken en naargelang van de toegestane visserijinspanning. De financiële tegenprestatie wordt verhoogd overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.

4.   De experimentele visserij vindt plaats in nauwe samenwerking met het Mauritaans instituut voor oceanografisch onderzoek en visserij (IMROP). Het Mauritaans instituut voor oceanografisch onderzoek en visserij beslist over de samenstelling van het team van onderzoekers en waarnemers dat aan boord gaat; de kosten zijn ten laste van de reders. Het instituut stelt een verslag op over de gegevens die de experimentele visserij oplevert en deelt dit mee aan het ministerie.

5.   De vangsten in het kader van deze experimentele visserij zijn eigendom van de reder. Vangsten van vis die niet aan de wettelijk voorgeschreven maten voldoet en van soorten die krachtens de wetgeving van Mauritanië niet mogen worden gevangen, aan boord gehouden en afgezet, zijn verboden.

6.   Tenzij de partijen in onderlinge overeenstemming anders hebben bepaald, landen vaartuigen die in het kader van de regelingen voor experimentele visserij vissen, al hun vangsten aan in Mauritanië.

Artikel 6

Bijdrage van de partnerschapsovereenkomst aan de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Mauritanië

1.   De in artikel 7, lid 1, onder b), van de overeenkomst bedoelde financiële steun is overeenkomstig artikel 2, lid 1, van dit protocol vastgesteld op 11 miljoen euro voor het eerste jaar, 16 miljoen euro voor het tweede jaar, 18 miljoen euro voor het derde jaar en 20 miljoen euro voor het vierde jaar. Deze financiële steun draagt bij tot de ontwikkeling en de uitvoering van de „Stratégie Nationale de Développement durable du secteur des Pêches de Mauritanie” (nationale strategie voor de duurzame ontwikkeling van de visserijsector in Mauritanië), met het oog op de totstandbrenging van een duurzame en verantwoorde visserij in de wateren van dat land in overeenstemming met de strategische doelstellingen op het gebied van de instandhouding van visbestanden en van een betere integratie van de sector in de nationale economie, met name wat betreft de in lid 3 bedoelde gebieden waarvan de indicatieve lijst van indicatoren in bijlage IV staat, alsmede de ondersteuning van het nationaal park Banc d'Arguin.

2.   Mauritanië is verantwoordelijk voor het beheer van het bedrag dat overeenkomt met de in lid vermelde financiële steun, in het licht van de door beide partijen in onderlinge overeenstemming vastgestelde doelstellingen, de daarmee samenhangende programmering en de indicatoren aan de hand waarvan de uitvoering kan worden geëvalueerd.

3.   Onverminderd de door beide partijen vastgestelde doelstellingen en in overeenstemming met de prioriteiten van de nationale strategie voor de duurzame ontwikkeling van de visserijsector in Mauritanië en om te zorgen voor een duurzaam en verantwoord beheer van de visbestanden en de ontwikkeling van de sector komen beide partijen overeen zich te concentreren op de volgende gebieden:

in het kader van het beheer van de visserij en de optimalisatie van de opbrengst:

de uitvoering van plannen voor het beheer van de visserij (octopus, garnalen, enz.);

de versterking van visserij- en oceanografisch onderzoek;

de uitbreiding van de controle op zee;

de controle en aanpassing van de capaciteit;

de ontwikkeling van nieuwe visserijtakken (sardines, ansjovis, enz.);

in het kader van de toename van de economische en sociale impact van de sector:

de ontwikkeling van infrastructuur en havendiensten;

de normering en bevordering van de kwaliteit, met name op het gebied van verbetering van de hygiëneomstandigheden van de productie van visserijproducten en de versterking van de controlecapaciteit van de bevoegde Mauritaanse autoriteiten;

de bevordering van de particuliere investeringen in de sector, met name via het op peil brengen en de modernisering van het productieapparaat, de bevordering van algemene concurrentiefactoren en van de comparatieve voordelen;

de ontwikkeling van de kleinschalige zeevisserij, de binnenvisserij en de aquacultuur;

in het kader van de bescherming van het zeemilieu, de habitats en de kust:

de instandhouding van het zeemilieu en de aquatische habitats;

de versterking van de capaciteit op het gebied van onderzoek naar en bestrijding van vervuiling van de zee;

in het kader van de hervorming van het juridische en institutionele kader:

de versterking van de institutionele capaciteit van het ministerie van Visserij en van de instanties die daaronder ressorteren;

de verbetering van het wettelijke kader voor de uitoefening van de visserijactiviteiten en van het institutionele kader van de sector.

Artikel 7

Bepalingen inzake de verlening van de steun voor het sectorale visserijbeleid van Mauritanië

1.   Onverminderd de bepalingen van artikel 6, lid 3, van dit protocol, dienen de Europese Gemeenschap en het ministerie, binnen de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, op basis van de richtsnoeren van bijlage IV en met ingang van de inwerkingtreding van het protocol, overeenstemming te bereiken over:

a)

de jaarlijkse en meerjaarlijkse richtsnoeren voor de uitvoering van de in artikel 6 vastgestelde prioriteiten van het Mauritaanse visserijbeleid die gericht zijn op de instelling van een duurzame en verantwoorde visserij, en met name die welke bedoeld worden in artikel 6, lid 3;

b)

de te bereiken jaarlijkse en meerjarige doelstellingen, en de criteria en indicatoren die moeten worden gebruikt om de behaalde resultaten jaarlijks te kunnen evalueren.

2.   Elke wijziging van deze richtsnoeren, doelstellingen en evaluatiecriteria en -indicatoren wordt door beide partijen in de gemengde commissie goedgekeurd.

3.   In aansluiting op de doelstellingen en richtsnoeren die zijn vastgesteld en uitgevoerd in het protocol voor de periode 2006-2008, dat tot en met 31 juli 2008 van kracht was, wordt ieder jaar uiterlijk op 1 maart een meerjarenprogrammering, per kalenderjaar, aan de Europese Commissie meegedeeld.

Het eerste jaar waarin dit protocol van toepassing is, worden de meerjarenprogrammering en de jaarlijkse toewijzing door Mauritanië van de in artikel 6, lid 1, van dit protocol bedoelde sectorale steun uiterlijk op 1 maart aan de Europese Gemeenschap meegedeeld na goedkeuring door de gemengde commissie van de richtsnoeren, de doelstellingen en de evaluatiecriteria en -indicatoren.

In juni vindt een gezamenlijke tussentijdse evaluatie van de sectorale steun plaats, die betrekking heeft op de mate waarin de resultaatindicatoren voor het lopende kalenderjaar zijn verwezenlijkt, en in de maand januari van het volgende jaar vindt een gezamenlijke eindevaluatie plaats. Bovendien deelt Mauritanië uiterlijk op 30 oktober van elk jaar mee hoeveel middelen op de begroting voor de sector zijn uitgetrokken in de begrotingswet voor het volgende jaar.

4.   Als voorbereiding op deze gezamenlijke evaluaties stuurt het ministerie de Commissie uiterlijk één maand vóór de gezamenlijke tussentijdse evaluatie, respectievelijk de gezamenlijke eindevaluatie een voorlopig respectievelijk een jaarlijks eindverslag toe over de verwezenlijking van de bereikte resultaten, over eventuele geconstateerde moeilijkheden, en over de voorgestelde corrigerende maatregelen en inhaalprogramma's.

De Commissie behoudt zich het recht voor de Mauritaanse autoriteiten aanvullende informatie te vragen over deze resultaten teneinde binnen de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie met de Mauritaanse autoriteiten overleg te plegen over eventuele corrigerende maatregelen om de doelstellingen alsnog te kunnen bereiken.

Artikel 8

Economische integratie van de communautaire actoren in de visserijsector in Mauritanië

1.   Beide partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de communautaire actoren in de Mauritaanse visserijsector in zijn geheel te bevorderen. In de loop van 2008 evalueren de beide partijen in dit verband gezamenlijk en objectief de problemen in verband met particuliere investeringen in de visserijsector in Mauritanië, met als doel daaruit richtsnoeren te distilleren waarmee investeringen kunnen worden bevorderd, rekening houdend met de ontwikkeling van de infrastructuur voor de aanvoer, het aan de normen aanpassen en moderniseren van het productieapparaat en de bevordering van de sectoren op het gebied van de handel in visserijproducten, alsmede maatregelen om de juridische en institutionele randvoorwaarden van de sector en het concurrentievermogen daarvan te verbeteren.

2.   Beide partijen komen overeen een gezamenlijke denktank op te richten om de vraagstukken te onderzoeken die verband houden met de bevordering van particuliere investeringen in de Mauritaanse visserijsector, met name het faciliteren van de vestiging van Europese particuliere ondernemingen, van gezamenlijke bedrijven van Mauritaanse en Europese marktdeelnemers en van passende formules van publiek-private samenwerking. Deze denktank kan een specifiek jaarlijks actieplan vaststellen en gezamenlijk toezien op de uitvoering ervan, met name in het kader van de bijdrage van de partnerschapsovereenkomst aan de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Mauritanië.

3.   Beide partijen besluiten eveneens een jaarlijkse ontmoeting in te stellen in het kader van een forum ter bevordering van het particuliere partnerschap in de Mauritaanse visserijsector. Dit forum, waarvoor Europese en Mauritaanse particuliere marktdeelnemers worden uitgenodigd, wordt in Mauritanië gehouden.

4.   Om met name de sector „verse producten” te ontwikkelen verleent Mauritanië, als stimulans, aan de communautaire actoren die vis aanvoeren in de havens in Mauritanië (met name voor verkoop aan de plaatselijke industrie, voor de verwerking van deze producten in Mauritanië of voor het vervoer over land van de vangsten die zijn gedaan in Mauritaanse visserijzones) een verlaging van de verschuldigde rechten, overeenkomstig bijlage I bij dit protocol en de relevante regelgeving van Mauritanië.

Artikel 9

Geschillen — Schorsing van de toepassing van het protocol

1.   De partijen moeten in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van de in dit protocol vastgestelde bepalingen.

2.   De toepassing van het protocol kan op initiatief van een partij worden geschorst wanneer het geschil tussen beide partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet tot een minnelijke schikking heeft geleid.

3.   De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst, indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt.

4.   In afwijking van de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde schorsingsprocedure behoudt de Gemeenschap zich het recht voor over te gaan tot onmiddellijke schorsing van de toepassing van het protocol wanneer Mauritanië de verbintenissen die dat land is aangegaan ten aanzien van de uitvoering van zijn sectoraal visserijbeleid, niet nakomt. Deze schorsing wordt onverwijld aan de Mauritaanse autoriteiten meegedeeld.

5.   Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie pro rata temporis overeenkomstig verlaagd afhankelijk van de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol is geschorst.

Artikel 10

Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling

Onverminderd artikel 4 kan, wanneer de Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst:

a)

het ministerie stelt de Europese Commissie in kennis van het feit dat geen betaling heeft plaatsgevonden. De Europese Commissie verricht de nodige controles en gaat zo nodig binnen 30 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving, over tot betaling;

b)

indien binnen de onder a) vastgestelde termijn de betaling niet is gedaan of niet op adequate wijze is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Mauritanië het recht de toepassing van dit protocol te schorsen. Zij stellen de Europese Commissie daarvan onverwijld in kennis;

c)

de toepassing van dit protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald.

Artikel 11

Geldend nationaal recht

Onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst zijn op de activiteiten van vaartuigen die onder dit protocol en de bijlagen daarvan vallen, met name de aanvoer, het overladen, het gebruik van havendiensten, het bunkeren of andere activiteiten, de nationale wetten en voorschriften van Mauritanië van toepassing.

Artikel 12

Duur

Dit protocol en de bijlagen daarvan zijn van toepassing voor een periode van twee jaar met ingang van 1 augustus 2008, tenzij zij overeenkomstig artikel 13 worden opgezegd.

Artikel 13

Opzegging

1.   In geval van opzegging stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.

2.   Na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

Artikel 14

Inwerkingtreding

1.   Dit protocol en de bijbehorende bijlagen treden in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.

2.   Het protocol en de bijlagen zijn van toepassing met ingang van 1 augustus 2008 en vervangen het protocol voor de periode van 1 juli 2006 tot en met 31 juli 2008 en de bijlagen daarbij.


(1)  Aan dit bedrag worden nog de in hoofdstuk III van bijlage 1 bedoelde bijdragen van de reders toegevoegd, die rechtstreeks aan Mauritanië worden overgemaakt op de in hoofdstuk IV van bijlage 1 vermelde rekening, en die worden geraamd op 15 miljoen euro per jaar.

Bovendien omvatten het nationaal strategiedocument en het nationaal indicatief programma van het 10e EOF voor Mauritanië onder meer 40 miljoen euro aan geplande begrotingssteun over drie jaar met ingang van 2009, als dat op grond van de noodzakelijke voorwaarden mogelijk is. Wanneer de prestaties op het moment van de tussentijdse evaluatie van het 10e EOF in 2010, met inbegrip van het sectorale visserijbeleid, over het algemeen positief zijn, kan een eventuele verhoging van de programmeerbare toewijzing in het kader van het 10e EOF worden overwogen.

 

Tabel van de vangstmogelijkheden

Type visserij

 

 

SCHAALDIEREN

DEMERSALE VISSERIJ

KOPPOTIGEN

PELAGISCHE VISSERIJ

 

Categorie 1

Schaaldieren met uitzondering van langoesten en krab

Categorie 10

Krab

Categorie 6

Langoesten

Categorie 2

Trawlers en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug op zwarte heek

Categorie 3

Vaartuigen voor de demersale visserij op andere demersale vissoorten dan zwarte heek met ander vistuig dan trawls

Categorie 4

Trawlers voor de visserij op andere demersale vissoorten dan zwarte heek

Categorie 5

Koppotigen

Categorie 7

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen

Categorie 8

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en met de drijvende beug

Categorie 9

Vriestrawlers voor de pelagische visserij (1)

Categorie 11

Koelvaartuigen voor de pelagische visserij (1)

Maximale BT per vergunningsperiode

9 570 BT

300 BT

300 BT

3 240 BT

1 162 BT

375 BT

13 950 BT

32 vaartuigen

22 vaartuigen

22 vaartuigen

17 vergunningen

15 000 BT per maand gemiddeld op jaarbasis

CATEGORIE 1: VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ OP SCHAALDIEREN MET UITZONDERING VAN LANGOESTEN EN KRAB

1.   Visserijzone

i)

Ten noorden van 19° 21,00 NB, buiten het gebied dat wordt begrensd door een lijn die de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,30 NB

17° 03,00 WL

20° 40,00 NB

17° 07,50 WL

20° 05,00 NB

17° 07,50 WL

19° 35,50 NB

16° 47,00 WL

19° 28,00 NB

16° 45,00 WL

19° 21,00 NB

16° 45,00 WL

ii)

Ten zuiden van 19° 21,00 NB, ten westen van de 6-mijlslijn, (zie de referentie van de coördinaten in bijlage II, aanhangsel 6).

Wanneer het ontwikkelingsplan voor garnalen is goedgekeurd, kan deze zone met instemming van beide partijen worden herzien.


2.   Toegestaan vistuig

Bodemtrawls voor garnalen of ander selectief tuig

Beide partijen voeren technische proeven uit om de kenmerken van het selectieve vistuig te bepalen, en met name: (i) sorteerroosters voor sleepnetten, (ii) ander selectief tuig dan sleepnetten. Dit selectief tuig moet voor 31 december 2009 in gebruik worden genomen na een wetenschappelijke, technische en economische evaluatie van de resultaten van deze proeven.

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden. Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbel garen is vervaardigd, is verboden. Het gebruik van beschermende sleeplappen is toegestaan overeenkomstig artikel 24 van de Mauritaanse visserijwet.


3.   Toegestane minimummaaswijdte

50 mm


4.   Biologische rustperiode

Twee (2) periodes van twee (2) maanden: mei-juni en september-oktober

Beide partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg in het kader van de gemengde commissie besluiten de duur van deze biologische rustperiodes aan te passen, te verlengen of te verkorten, en voor bepaalde periodes gesloten zones afbakenen om de kweek en concentratie van jonge vis te beschermen.


5.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


6.   Toegestane tonnage/visrechten

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Toegestane tonnage (BT) per vergunningsperiode

9 570 BT

9 570 BT

9 570 BT

9 570 BT

Visrechten in euro/BT/jaar

291

303

315

315


7.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

CATEGORIE 2: RAWLERS (1) EN VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ MET DE GRONDBEUG OP ZWARTE HEEK

1.   Visserijzone

1.1.

i)

Ten noorden van 19° 15,60 NB, ten westen van de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,30 NB

17° 03,00 WL

20° 36,00 NB

17° 11,00 WL

20° 36,00 NB

17° 36,00 WL

20° 03,00 NB

17° 36,00 WL

19° 45,70 NB

17° 03,00 WL

19° 29,00 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 49,60 WL

ii)

Ten zuiden van 19° 15,60 NB tot 17° 50,00 NB, ten westen van de 18-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

iii)

Ten zuiden van 17° 50,00 NB, ten westen van de 12-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

1.2.

De tijdens de biologische rustperiode voor de visserij op koppotigen afgebakende zones zijn:

i)

Tussen Cap Blanc en Cap Timiris wordt de zone waarin het verboden is te vissen, afgebakend door de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,00 NB

17° 03,00 WL

20° 46,00 NB

17° 47,00 WL

20° 03,00 NB

17° 47,00 WL

19° 47,00 NB

17° 14,00 WL

19° 21,00 NB

16° 55,00 WL

19° 15,60 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 49,60 WL

ii)

Ten zuiden van Cap Timiris (ten zuiden van 19° 15,60 NB) tot Nouakchott (17° 50,00 NB) is de zone waarin het verboden is te vissen, de 18-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

iii)

Ten zuiden van Nouakchott (17° 50,00 NB) is de zone waarin het verboden is te vissen, de 12-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

grondbeug

bodemtrawls voor de heekvisserij.

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden.

Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbel garen is vervaardigd, is verboden.


3.   Toegestane minimummaaswijdte

70 mm voor het trawlnet.


4.   Biologische rustperiode

Beide partijen bepalen in het kader van de gemengde commissie en op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke en door het gezamenlijke wetenschappelijke comité goedgekeurde adviezen de meest geschikte biologische rustperiode.


5.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


6.   Toegestane tonnage/visrechten

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Toegestane tonnage (BT) per vergunningsperiode

3 240 BT

3 240 BT

3 240 BT

3 240 BT

Visrechten in euro/BT/jaar

148

153

159

159


7.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Met uitsluiting van vriestrawlers.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

CATEGORIE 3: VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ OP ANDERE DEMERSALE SOORTEN DAN ZWARTE HEEK, MET ANDER VISTUIG DAN TRAWLS

1.   Visserijzone

1.1.

i)

Ten noorden van 19° 48,50 NB, buiten 3 zeemijl vanaf de basislijn Cap Blanc-Cap Timiris.

ii)

Ten zuiden van 19° 48,50 NB tot 19° 21,00 NB, ten westen van 16° 45,00 WL.

iii)

Ten zuiden van 19° 21,00 NB, buiten 3 zeemijl, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

1.2.

De tijdens de biologische rustperiode voor de visserij op koppotigen afgebakende zones zijn:

i)

Tussen Cap Blanc en Cap Timiris:

20° 46,00 NB

17° 03,00 WL

20° 46,00 NB

17° 47,00 WL

20° 03,00 NB

17° 47,00 WL

19° 47,00 NB

17° 14,00 WL

19° 21,00 NB

16° 55,00 WL

19° 15,60 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 49,60 WL

ii)

Ten zuiden van Cap Timiris (ten zuiden van 19° 15,60 NB) tot Nouakchott (17° 50,00 NB), is de zone waarin het verboden is te vissen de 3-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

iii)

Ten zuiden van Nouakchott (17° 50,00 NB), is de zone waarin het verboden is te vissen de 3-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

beuglijnen;

vast kieuwnet dat maximaal 7 m hoog en maximaal 100 m lang is. Kieuwnetten vervaardigd uit monofilvezels uit polyamide zijn op grond van de Mauritaanse wetgeving verboden.

handlijnen;

korven;

zegennetten voor de visserij op aas.


3.   Toegestane minimummaaswijdte

120 mm voor kieuwnetten.

20 mm voor netten voor de visserij met levend aas;


4.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


5.   Toegestane tonnage

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Toegestane tonnage (BT) per vergunningsperiode

1 162 BT

1 162 BT

1 162 BT

1 162 BT

Visrechten in euro/BT/jaar

254

264

274

274


6.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Het vistuig dat zal worden gebruikt, moet worden opgegeven bij de aanvraag van de kwartaalvergunning.

Zegennetten mogen alleen worden gebruikt voor de visserij op aas dat zal worden gebruikt voor de visserij met handlijnen of korven.

Het gebruik van korven is toegestaan voor maximaal zeven vaartuigen met een tonnage per vaartuig van minder dan 135 BT.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

Beide partijen bepalen in het kader van de gemengde commissie en op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke en door het gezamenlijke wetenschappelijke comité goedgekeurde adviezen de meest geschikte biologische rustperiode.

CATEGORIE 4: RIESTRAWLERS VOOR DE VISSERIJ OP DEMERSALE SOORTEN

1.   Visserijzone

1.1.

i)

Ten noorden van 19° 15,60 NB, ten westen van de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,30 NB

17° 03,00 WL

20° 36,00 NB

17° 11,00 WL

20° 36,00 NB

17° 36,00 WL

20° 03,00 NB

17° 36,00 WL

19° 45,70 NB

17° 03,00 WL

19° 29,00 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 49,60 WL

ii)

Ten zuiden van 19° 15,60 NB tot 17° 50,00 NB, ten westen van de 18-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

iii)

Ten zuiden van 17° 50,00 NB, ten westen van de 12-mijlslijn, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Trawlnetten

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden.

Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbel garen is vervaardigd, is verboden.


3.   Toegestane minimummaaswijdte

70 mm


4.   Biologische rustperiode

Twee (2) periodes van twee (2) maanden: mei-juni en september-oktober

Beide partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg in het kader van de gemengde commissie besluiten de duur van deze biologische rustperiodes aan te passen, te verlengen of te verkorten, en voor bepaalde periodes gesloten zones afbakenen om de kweek en concentratie van jonge vis te beschermen.


5.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


6.   Toegestane tonnage/visrechten

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Toegestane tonnage (BT) per vergunningsperiode

375 BT

375 BT

375 BT

375 BT

Visrechten in euro/BT/jaar

156

163

169

169


7.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

CATEGORIE 5: VISSERIJ OP KOPPOTIGEN

1.   Visserijzone

Ten noorden van 19° 15,60 NB, buiten het gebied dat de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,30 NB

17° 03,00 WL

20° 40,00 NB

17° 07,50 WL

19° 57,00 NB

17° 07,50 WL

19° 28,20 NB

16° 48,00 WL

19° 18,50 NB

16° 48,00 WL

19° 18,50 NB

16° 40,50 WL

19° 15,60 NB

16° 38,00 WL

Ten zuiden van 19° 15,60 NB tot 17° 50,00 NB, ten westen van de 9-mijlszone, gemeten vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

Ten zuiden van 17° 50,00 NB, ten westen van de 6-mijlszone, gemeten vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Bodemtrawl

Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden.

Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbel garen is vervaardigd, is verboden.


3.   Toegestane minimummaaswijdte

70 mm


4.   Biologische rustperiode

Twee (2) periodes van twee (2) maanden: mei-juni en september-oktober

Beide partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg in het kader van de gemengde commissie en op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen besluiten de duur van deze biologische rustperiodes aan te passen, te verlengen of te verkorten, en voor bepaalde periodes gesloten zones afbakenen om de kweek en concentratie van jonge vis te beschermen.


5.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


6.   Toegestane tonnage/visrechten

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Toegestane tonnage (BT) per vergunningsperiode

13 950 BT

13 950 BT

13 950 BT

13 950 BT

Visrechten in euro/BT/jaar

349

363

377

377


7.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

CATEGORIE 6: VISSERIJ OP LANGOESTEN

1.   Visserijzone

1.1

Ten noorden van 19° 21,00 NB: 20 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn Cap Blanc-Cap Timiris

1.2

Ten zuiden van 19° 21,00 NB: 15 zeemijl, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Korven


3.   Toegestane minimummaaswijdte

Netmateriaal van 60 mm.


4.   Biologische rustperiode

Twee (2) periodes van twee (2) maanden: mei-juni en september-oktober

Beide partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg in het kader van de gemengde commissie besluiten de duur van deze biologische rustperiodes aan te passen, te verlengen of te verkorten.


5.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


6.   Toegestane tonnage/visrechten

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Toegestane tonnage (BT) per vergunningsperiode

300 BT

300 BT

300 BT

300 BT

Visrechten in euro/BT/jaar

283

294

305

305


7.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Aanvoer wordt aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

CATEGORIE 7: RIESVAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN

1.   Visserijzone

1.1.

Ten noorden van 19° 21,00 NB: 30 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn van Cap Blanc-Cap Timiris;

1.2.

Ten zuiden van 19° 21,00 NB: 30 zeemijl, gemeten vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Zegen


3.   Toegestane minimummaaswijdte

Door de ICCAT aanbevolen normen.


4.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


5.   Toegestane tonnage/visrechten

Rechten per gevangen ton

35 €

 

 

 

Aantal vaartuigen dat mag vissen

22

 

 

 

Voorschot in euro per vaartuig per jaar

1 750 €

 

 

 


6.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

CATEGORIE 8: AARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL EN MET DE DRIJVENDE BEUG

1.   Visserijzone

Voor vaartuigen met drijvende beug is dezelfde zone van toepassing als voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen.

Voor de tonijnvisserij met de hengel is de zone als volgt afgebakend:

1.1.

ten noorden van 19° 21,00 NB: 15 zeemijl, gemeten vanaf de basislijn van Cap Blanc-Cap Timiris;

1.2.

ten zuiden van 19° 21,00 NB: 12 zeemijl, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

Zone waar mag worden gevist met levend aas:

Ten noorden van 19° 48,50 NB, buiten 3 zeemijl vanaf de basislijn Cap Blanc-Cap Timiris.

Ten zuiden van 19° 48,50 NB tot 19° 21,00 NB, ten westen van 16° 45,00 WL.

Ten zuiden van 19° 21,00 NB, buiten 3 zeemijl, waarvan de coördinaten worden berekend op basis van de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Hengel en drijvende beug


3.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


4.   Toegestane tonnage/visrechten

Aantal vaartuigen dat mag vissen

22

 

 

 

Vaartuigen voor de visserij met de hengel — rechten per ton gevangen vis

25 €

 

 

 

Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug — rechten per ton gevangen vis

35 €

 

 

 

Voorschot in euro per vaartuig per jaar

2 500 € met de hengel

3 500 € met de drijvende beug

 

 

 


5.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

1)

Toegestane minimummaaswijdte voor de visserij met levend aas: 16 mm. Het vissen met levend aas zal beperkt zijn tot een aantal dagen per maand dat wordt vastgesteld door de gemengde commissie. De aanvang en het einde van deze activiteit moeten worden meegedeeld aan de controleautoriteit.

2)

Gezien de aanbevelingen van de ICCAT en de FAO ter zake, is de visserij op de haaisoorten reuzenhaai (Cetorhinus maximus), witte haai (Carcharodon carcharias), zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en ruwe haai (Galeorhinus galeus) verboden.

3)

Met inachtneming van de aanbevelingen van de ICCAT 04-10 en 05-05 met betrekking tot het behoud van haaien die in het kader van de door het ICCAT geregelde visserij zijn gevangen.

4)

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

5)

Beide partijen bepalen in gezamenlijk overleg de praktische regelingen om het voor dit type visserij mogelijk te maken het levend aas te vangen of te verzamelen dat nodig is voor de activiteiten van deze vaartuigen. Wanneer deze activiteiten plaatsvinden in gevoelige zones of met niet-conventioneel tuig, zullen deze regelingen worden vastgesteld op basis van de aanbevelingen van het IMROP en in overleg met de controleautoriteit.

CATEGORIE 9: RIESTRAWLERS VOOR DE PELAGISCHE VISSERIJ

1.   Visserijzone

i)

Ten noorden van 19° 21,00 NB: buiten de zone die wordt begrensd door een lijn die de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,30 NB

17° 03,00 WL

20° 36,00 NB

17° 11,00 WL

20° 36,00 NB

17° 24,10 WL

19° 57,00 NB

17° 24,10 WL

19° 45,70 NB

17° 03,00 WL

19° 29,00 NB

16° 51,50 WL

19° 21,00 NB

16° 45,00 WL

ii)

Ten zuiden van 19° 21,00 NB tot 17° 50,00 NB tot 13 zeemijl vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

iii)

Ten zuiden van 17° 50,00 NB tot 16° 04,00 NB tot 12 zeemijl vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Pelagische trawl

De kuil van pelagische of semi-pelagische trawls kan worden verstevigd door een netwerk met een minimummaaswijdte van 400 mm (gestrekte mazen) en verstevigingsstroppen met een tussenafstand van minimaal anderhalve meter, behalve voor die van het achterste gedeelte van de trawl die op ten minste 2 m van het kuilvenster moet worden aangebracht. Het verstevigen of verdubbelen van kuilen met andere middelen is verboden en met de trawls mogen in geen geval andere soorten worden bevist dan de kleine pelagische soorten waarvan de vangst is toegestaan.


3.   Toegestane minimummaaswijdte

40 mm


4.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.

Zie hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 7 van bijlage I voor de omrekeningsfactoren voor kleine pelagische soorten.


5.   Toegestane tonnage/visrechten

Aantal vaartuigen dat tegelijk mag vissen

17

Visrechten in euro/BT/jaar

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Vaartuigen met een tonnage (BT) van 5 000 BT of minder

8,2

8,3

8,4

8,5

Vaartuigen met een tonnage (BT) van 5 000 BT maar minder dan 7 000 BT

7,2

7,3

7,4

7,5

Vaartuigen met een tonnage (BT) van 7 000 BT maar minder dan 9 500 BT

6,2

6,3

6,4

6,5

In totaal mogen de vangsten van alle vriestrawlers die in aanmerking komen voor deze vergunningen, niet meer bedragen dan 250 000 ton per jaar, maar ze hebben de mogelijkheid dat quotum te overschrijden op grond van het bepaalde in het protocol en de bijlagen daarbij.


6.   Opmerkingen

De niet-benutte vangstmogelijkheden van categorie 11 kunnen worden gebruikt door categorie 9 tot maximaal 20 vergunningen per maand.

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en bijlage 1.

CATEGORIE 10: ISSERIJ OP KRAB

1.   Visserijzone

i)

Ten noorden van 19° 15,6 NB, ten westen van de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,30 NB

17° 03,00 WL

20° 36,00 NB

17° 11,00 WL

20° 36,00 NB

17° 36,00 WL

20° 03,00 NB

17° 36,00 WL

19° 45,70 NB

17° 03,00 WL

19° 29,00 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 51,50 WL

19° 15,60 NB

16° 49,60 WL

ii)

Ten zuiden van 19° 15,60 NB tot 17° 50 NB, ten westen van de 18-mijlslijn, gemeten vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

iii)

Ten zuiden van 17° 50 NB, ten westen van de 12-mijlslijn, gemeten vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Korven voor krab


3.   Toegestane minimummaaswijdte

Netmateriaal van 60 mm.


4.   Biologische rustperiode

Twee (2) periodes van twee (2) maanden: mei-juni en september-oktober

Beide partijen kunnen in gemeenschappelijk overleg in het kader van de gemengde commissie en op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen besluiten de duur van deze biologische rustperiodes aan te passen, te verlengen of te verkorten, en voor bepaalde periodes gesloten zones afbakenen om de kweek en concentratie van jonge vis te beschermen.


5.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.


6.   Toegestane tonnage/visrechten

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Toegestane tonnage (BT) per vergunningsperiode

300BT

300BT

300BT

300BT

Visrechten in euro/BT/jaar

283

294

305

305


7.   Opmerkingen

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.

CATEGORIE 11: OELVAARTUIGEN VOOR DE PELAGISCHE VISSERIJ

1.   Visserijzone

i)

Ten noorden van 19° 21,00 NB: buiten de zone die wordt begrensd door een lijn die de volgende punten met elkaar verbindt:

20° 46,30 NB

17° 03,00 WL

20° 36,00 NB

17° 11,00 WL

20° 36,00 NB

17° 24,10 WL

19° 57,00 NB

17° 24,10 WL

19° 45,70 NB

17° 03,00 WL

19° 29,00 NB

16° 51,50 WL

19° 21,00 NB

16° 45,00 WL

ii)

Ten zuiden van 19° 21,00 NB, tot 17° 50,00 NB tot 13 zeemijl vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.

iii)

Ten zuiden van 17° 50,00 NB tot 16° 04,00 NB tot 12 zeemijl vanaf de 6-mijlslijn waarvan de coördinaten in aanhangsel 6 van bijlage II staan.


2.   Toegestaan vistuig

Pelagische trawls en ringzegens voor de industriële visserij

De kuil van pelagische of semi-pelagische trawls kan worden verstevigd door een netwerk met een minimummaaswijdte van 400 mm (gestrekte mazen) en verstevigingsstroppen met een tussenafstand van minimum anderhalve meter behalve voor die van het achterste gedeelte van de trawl die op ten minste 2 m van het kuilvenster moet worden aangebracht. Het verstevigen of verdubbelen van kuilen met andere middelen is verboden en met de trawls mogen in geen geval andere soorten worden bevist dan de kleine pelagische soorten waarvan de vangst is toegestaan.


3.   Toegestane minimummaaswijdte

40 mm voor trawls en 20 mm voor ringzegens


4.   Bijvangsten en minimummaten

In overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, zie hoofdstuk VI en aanhangsel 5 van bijlage I voor de bijvangsten en hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 6 van bijlage I voor de minimummaten.

Wanneer in de Mauritaanse wetgeving geen bepalingen zijn opgenomen inzake de bijvangsten en minimummaten voor bepaalde soorten, overleggen beide partijen in het kader van de gemengde commissie om de toegestane bijvangsten c.q. de minimummaten te bepalen.

Zie hoofdstuk V, punt 5, en aanhangsel 7 van bijlage I voor de omrekeningsfactoren voor kleine pelagische soorten.


5.   Toegestane tonnage/visrechten

Toegestane tonnage

15 000 BT per maand (jaargemiddelde), wat overeenkomt met 3 maandelijkse vergunningen voor vriesvaartuigen voor de pelagische visserij (categorie 9).

Door de vangsten per maand op jaarbasis te boeken komt de gemiddelde maandelijkse benutting na een jaar waarin het protocol van toepassing is, overeen met het hierboven vermelde cijfer en kunnen niet-benutte vangstmogelijkheden naar de volgende maand worden overgedragen.

 

2008/2009

2009/2010

2010/2011

2011/2012

Visrechten in euro/BT/jaar

7,2

7,3

7,4

7,5


6.   Opmerkingen

De niet-benutte vangstmogelijkheden van categorie 11 kunnen worden gebruikt door categorie 9 tot maximaal 20 vergunningen per maand.

De visrechten zijn vastgesteld voor de periode van vier jaar waarin het protocol van toepassing is.

De vangsten van de koelvaartuigen voor de pelagische visserij zijn niet aan een maximum gebonden.

De overgangsbepalingen voor de aanmonstering van zeelieden zijn opgenomen in bijlage 1 (punt 6 van hoofdstuk XV)

Aanvoer en overladen worden aangemoedigd overeenkomstig de bepalingen van het protocol en van bijlage 1.


(1)  De niet-benutte vangstmogelijkheden van categorie 11 kunnen worden gebruikt door categorie 9 tot maximaal 20 vergunningen per maand.

BIJLAGE I

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN MAURITANIË

HOOFDSTUK I

Vereiste documenten voor de vergunningsaanvraag

1.   Wanneer voor een vaartuig voor het eerst een vergunning wordt aangevraagd, dient de Commissie, via de delegatie, bij het ministerie voor elk vaartuig afzonderlijk een aanvraagformulier voor een vergunning in volgens het in aanhangsel 1 van deze bijlage opgenomen model. De verstrekte gegevens met betrekking tot de naam van het vaartuig, de tonnage in BT, de identificatieletters en -nummers, de radioroepnaam, het motorvermogen, de lengte over alles en de registratiehaven moeten conform zijn aan de gegevens die voorkomen in het communautaire gegevensbestand van vissersvaartuigen (vlootregister).

2.   Tevens dient de reder bij de eerste aanvraag van een vergunning de volgende documenten te voegen:

een door de lidstaat voor eensluidend gewaarmerkte kopie van de meetbrief waarop in BT de tonnage van het vaartuig is vermeld;

een door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat voor eensluidend gewaarmerkte recente kleurenfoto van het zijaanzicht van het vaartuig in zijn huidige staat. Deze foto moet minstens 15 x 10 cm groot zijn;

de documenten die nodig zijn voor de inschrijving in het Mauritaanse nationale scheepsregister. Voor die inschrijving zijn geen registratierechten verschuldigd. De inspectie in het kader van de registratie in het nationale scheepsregister is strikt administratief.

3.   Bij iedere wijziging van de tonnage van een vaartuig is de reder verplicht een door de lidstaat voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de nieuwe meetbrief in te dienen en ook de documenten in verband met deze wijziging, met name een kopie van de door de reder bij zijn bevoegde overheid ingediende aanvraag en het akkoord van de overheid, bij te voegen, en moet hij voorts een gedetailleerde opgave van de aan het vaartuig uitgevoerde wijzigingen verstrekken.

Bij veranderingen wat betreft de structuur of het uiterlijk van het vaartuig moet ook een nieuwe door de bevoegde autoriteiten gecertificeerde foto worden verstrekt.

4.   Aanvragen van visvergunningen worden alleen ingediend voor vaartuigen waarvoor de op grond van bovenstaande punten 1, 2 en 3 vereiste documenten zijn verstrekt.

HOOFDSTUK II

Bepalingen inzake het aanvragen, de afgifte en de geldigheid van de vergunningen

1.   Voorwaarden om voor de visserij in aanmerking te komen:

1.1.   Vaartuigen die visserijactiviteiten in het kader van deze overeenkomst wensen uit te oefenen, moeten het recht hebben om in de visserijzone van Mauritanië te vissen.

1.2.   Om voor dat recht in aanmerking te komen, mag in Mauritanië voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod op visserijactiviteiten gelden. Ook mogen zij bij Mauritanië geen verplichtingen meer hebben op grond van eerdere visserijactiviteiten in dat land.

2.   Het aanvragen van vergunningen:

2.1.   Voor de vergunningen voor vaartuigen voor de pelagische visserij dient de Commissie, via de delegatie, bij het ministerie ten minste tien werkdagen vóór het begin van de visserijactiviteiten de aanvragen in, vergezeld van de documenten om de technische kenmerken te staven.

Voor alle andere soorten vergunningen dient de Commissie via de delegatie elk kwartaal, ten minste 1 maand vóór het begin van de geldigheidsduur van de gevraagde vergunningen, bij het ministerie de lijsten in van de vaartuigen waarvoor, op grond van de in de technische notities bij het protocol vastgestelde maxima voor elk type visserij, een vergunning wordt aangevraagd voor de uitoefening van de visserij. Deze lijsten gaan vergezeld van de betalingsbewijzen. Vergunningsaanvragen die niet zijn ingediend binnen de bovenvermelde termijn, worden niet in behandeling genomen.

2.2.   In deze lijsten wordt per type visserij het aantal vaartuigen vermeld, met voor elk vaartuig de voornaamste kenmerken, met inbegrip van het vistuig zoals vermeld in het communautaire vlootregister, het bedrag van de betalingen uitgesplitst per rubriek, en het aantal Mauritaanse zeelieden.

2.3.   Bij de vergunningsaanvragen wordt, in een formaat dat compatibel is met de software van het ministerie, een gegevensbestand gevoegd met alle informatie die nodig is voor het opstellen van de visvergunningen, met inbegrip van eventuele wijzigingen in de gegevens van de vaartuigen.

2.4.   De vergunningsaanvragen worden alleen ingediend voor in aanmerking komende vaartuigen waarvoor is voldaan aan alle voorwaarden die zijn vastgesteld in de punten 2.1, 2.2 en 2.3.

2.5.   Vaartuigen in het bezit van visvergunningen in de buurlanden kunnen op hun vergunningsaanvraag het land, de vissoort(en) en de geldigheidsduur van deze vergunningen vermelden om het veelvuldig binnenvaren in en verlaten van de visserijzone te vergemakkelijken.

2.6.   Van persoonsgegevens die in het kader van een vergunningsaanvraag — en meer in het algemeen in het kader van deze overeenkomst — worden ingediend, mag alleen gebruik worden gemaakt in het kader van deze overeenkomst.

3.   Afgifte van vergunningen

3.1.   Het ministerie geeft een vergunning af aan een vaartuig nadat de vertegenwoordiger van de reder, ten minste 10 dagen vóór het begin van de geldigheidsduur van de gevraagde vergunningen, voor elk vaartuig een afzonderlijk betalingsbewijs heeft voorgelegd (een door de Thesaurie van Mauritanië opgestelde kwitantie), zoals vermeld in hoofdstuk IV. Deze termijn wordt voor vaartuigen voor de pelagische visserij ingekort tot vijf dagen. De vergunningen zijn te verkrijgen bij de diensten van het ministerie in Nouadhibou of in Nouakchott.

3.2.   Op de vergunningen worden voorts vermeld de geldigheidsduur, de technische kenmerken van het vaartuig, het aantal Mauritaanse zeelieden en verwijzingen naar de betaling van de visrechten, alsmede de voorwaarden voor het uitoefenen van de visserij zoals bepaald in de desbetreffende technische notities.

3.3.   De visserijvergunningen worden slechts afgegeven voor vaartuigen waarvoor alle voor de afgifte van de vergunningen nodige administratieve formaliteiten zijn vervuld. Vaartuigen die een vergunning ontvangen, zullen worden opgenomen in de lijst van vaartuigen die gerechtigd zijn te vissen; deze lijst zal via de delegatie zowel naar de controledienst als naar de Commissie worden doorgestuurd.

3.4.   Wanneer het Mauritaanse ministerie vergunningsaanvragen afwijst, wordt de Commissie daar via de delegatie van in kennis gesteld. In voorkomend geval verleent het ministerie een tegoed voor de eventueel reeds betaalde bedragen, verminderd met de eventueel uitstaande boetes.

3.5.   Beide partijen komen overeen de invoering van een elektronisch vergunningssysteem te bevorderen.

4.   Geldigheid en gebruik van de vergunningen

4.1.   Een vergunning is slechts geldig voor de periode waarvoor de verschuldigde visrechten zijn betaald overeenkomstig de bepalingen van de technische notities, die op de vergunning in kwestie staan vermeld.

De vergunningen worden afgegeven voor een periode van drie, zes of twaalf maanden. Zij kunnen worden verlengd.

Voor vaartuigen voor de pelagische visserij (categorieën 9 en 11), kan een vergunning van een maand worden afgegeven. Voor trawlers voor de pelagische visserij (uitsluitend van categorie 9) wordt in de vergunning ter informatie het quotum voor de vergunningsperiode vermeld. Hoeveelheden die niet zijn benut in de periode waarvoor de vergunning geldt, kunnen worden overgedragen naar een nieuwe vergunning voor hetzelfde vaartuig of naar een ander vaartuig in dezelfde categorie.

De vergunningen zijn slechts geldig in een van de volgende periodes:

eerste periode

:

van 1 augustus 2008 tot en met 31 december 2008

tweede periode

:

van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009

derde periode

:

van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010

vierde periode

:

van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011

vijfde periode

:

van 1 januari 2012 tot en met 31 juli 2012

De geldigheidstermijn van een vergunning kan niet beginnen in de loop van een jaarlijkse periode, noch verstrijken in de loop van de daaropvolgende jaarlijkse periode.

4.2.   Een vergunning wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. In het geval van naar behoren door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat geconstateerde overmacht, wordt op verzoek van de Commissie de vergunning voor een vaartuig echter zo spoedig mogelijk vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig van dezelfde categorie, waarbij echter de voor deze categorie toegestane tonnage niet mag worden overschreden.

4.3.   De te vervangen vergunning wordt door de Commissie via de delegatie teruggestuurd aan het ministerie dat de nieuwe vergunning afgeeft.

4.4.   Andere aanpassingen van de betaalde bedragen in verband met de vervanging van de vergunning dienen te worden uitgevoerd voordat de vervangende vergunning wordt afgegeven.

4.5.   De vergunning moet aan boord van het betrokken vaartuig bewaard worden en moet bij iedere controle aan de hiertoe gemachtigde autoriteiten worden voorgelegd.

HOOFDSTUK III

Visrechten

1.   De visrechten worden voor elk vaartuig berekend aan de hand van de bedragen die voor elk jaar zijn vastgesteld in de technische notities bij het protocol. Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen, behalve van vaartuigen voor de pelagische visserij, worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3 %, respectievelijk 2 % om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken. De bedragen van de visrechten omvatten alle aan de vergunning verbonden lasten of heffingen, met uitzondering van de parafiscale heffing (1), havenrechten of dienstverleningsheffingen. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 van het protocol wordt in de begrotingswet een begrotingstoewijzing voor de financiering van beëdigde onafhankelijke wetenschappelijke waarnemers en controleurs opgenomen die in de plaats komt van de gedeeltelijke betaling op grond van het vorige protocol.

Met uitzondering van de categorieën 7 en 8 (tonijnvisserij — zie hoofdstuk XIV) en de categorieën 9 en 11 (betalingen per maand), is de parafiscale heffing per volledig kwartaal (of een veelvoud daarvan) verschuldigd, ongeacht of er in die periode al dan niet een biologische rustperiode valt.

De voor de betaling van de parafiscale heffing voor een kalenderjaar toe te passen wisselkoers van euro in MRO is de door de Centrale Bank van Mauritanië berekende gemiddelde koers over het voorgaande jaar; het ministerie deelt deze koers mee uiterlijk op 1 december van het jaar vóór het jaar waarin die koers wordt toegepast.

2.   De visrechten worden betaald voor een of meer kwartalen, behalve bij een kortere geldigheidsduur waarin bij deze overeenkomst is voorzien of die voortvloeit uit de toepassing van deze overeenkomst, in welk geval de rechten betaald moeten worden in verhouding tot de feitelijke geldigheidsduur van de vergunning.

3.   Een kwartaal komt overeen met een periode van drie maanden die ingaat op 1 oktober, 1 januari, 1 april of 1 juli, met uitzondering van de eerste en de laatste periode van het protocol die loopt van 1.8.2008 tot en met 30.9.2008, respectievelijk van 1.3.2012 tot en met 31.7.2012.

HOOFDSTUK IV

Wijze van betaling

1.   De betalingen — in euro — geschieden als volgt:

a)

voor de visrechten:

door overschrijving op een van de rekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank, ten gunste van de Thesaurie van Mauritanië;

b)

voor de parafiscale heffing:

door overschrijving op een van de rekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank, ten gunste van de controledienst;

c)

voor de boetes:

door overschrijving op een van de rekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank, ten gunste van de Thesaurie van Mauritanië;

d)

voor de vergoedingen voor uitbreiding van vergunningen

door overschrijving op een van de rekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank, ten gunste van het ministerie;

2.   De in punt 1 bedoelde bedragen worden geacht daadwerkelijk te zijn geïnd wanneer de thesaurie of het ministerie, hiervan in kennis gesteld door de Mauritaanse Centrale Bank, de bevestiging van betaling geven.

3.   Vóór de inwerkingtreding van het protocol geven de Mauritaanse autoriteiten de Commissie de lijst door van de rekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank met vermelding van de voor internationale overschrijvingen vereiste gegevens (BIC- en IBAN-code).

HOOFDSTUK V

Mededeling van de vangstgegevens

1.   Een visreis van een vaartuig van de Gemeenschap wordt gedefinieerd als zijnde:

de tijd tussen het binnenvaren en het uitvaren van de visserijzone van Mauritanië, ofwel

de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Mauritanië en het overladen van de vangst, ofwel

de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Mauritanië en het lossen van de vangst in Mauritanië.

2.   Logboek

2.1.   De kapiteins van de vaartuigen vullen elke dag duidelijk leesbaar het visserijlogboek in en ondertekenen het; het logboek, naar het model in aanhangsel 2 van deze bijlage, kan overeenkomstig de Mauritaanse regelgeving worden gewijzigd. Dit logboek dient correct en leesbaar te worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig te worden ondertekend. Voor de vaartuigen die vissen op over grote afstanden trekkende soorten, is het bepaalde in hoofdstuk XIV van deze bijlage van toepassing.

Voor de verschillen die worden geconstateerd tussen de vangstaangifte in het logboek en het resultaat van de inspectie is een tolerantiemarge vastgesteld van:

7 % voor de visserij met koelvaartuigen;

4 % voor de visserij op niet-pelagische soorten met vriesvaartuigen;

2 % voor de visserij op pelagische soorten met vriesvaartuigen.

2.2.   Onvolledige of niet correct ingevulde logboeken worden als niet ingevuld beschouwd.

2.3.   Aan het einde van elke visreis wordt het originele exemplaar van het logboek door de kapitein van het vaartuig rechtstreeks aan de controledienst afgegeven. De reder is verplicht de nationale autoriteiten van de lidstaat alsmede de Commissie, via de delegatie, binnen 15 werkdagen een kopie van dit logboek te zenden.

2.4.   Als de in de punten 2.1, 2.2 en 2.3 vermelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is, en dit onverminderd de sancties waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet.

2.5.   Beide partijen komen overeen de invoering van een elektronisch logboek te bevorderen.

2.6.   Voor vaartuigen voor de pelagische visserij (categorieën 9 en 11) wordt de vangst gecontroleerd bij aanvoer, bij overlading of aan het eind van de reis.

3.   Aanvullend logboek (aangiften van aanvoer en overlading)

3.1.   Bij elke aanvoer of overlading zijn de kapiteins verplicht het aanvullend logboek volgens het model in aanhangsel 3 bij deze bijlage correct en leesbaar in te vullen en te ondertekenen.

3.2.   In geval van aanvoer zendt de reder het originele exemplaar van de aangifte van aanvoer binnen 30 dagen na de aanlanding aan de controledienst met een kopie aan het ministerie. Binnen dezelfde termijn dient ook een kopie te worden verzonden aan de nationale autoriteiten van de lidstaat en, via de delegatie, aan de Commissie. Voor vaartuigen voor de pelagische visserij is de termijn vastgesteld op 15 dagen.

3.3.   In geval van overlading geeft de kapitein het originele exemplaar van de aangifte van overlading onmiddellijk na de overlading aan de controledienst af met een kopie voor het ministerie. Binnen een termijn van 15 werkdagen dient ook een kopie te worden verzonden aan de nationale autoriteiten van de lidstaat en, via de delegatie, aan de Commissie.

3.4.   Als de in de punten 3.1, 3.2 en 3.3 vermelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is.

4.   Kwartaalaangiften

4.1.   Vóór het einde van de derde maand van het kwartaal stelt de Commissie het ministerie, via de delegatie, in kennis van de hoeveelheden die de vaartuigen van de Gemeenschap in het voorgaande kwartaal hebben gevangen. Voor vaartuigen voor de pelagische visserij (categorieën 9 en 11) vindt deze kennisgeving maandelijks plaats binnen een termijn van niet meer dan 30 dagen na het einde van de betrokken maand.

4.2.   Deze gegevens worden uitgesplitst per maand en per type visserij, per vaartuig en per vissoort.

4.3.   Deze gegevens worden eveneens aan het ministerie verzonden door middel van een elektronisch bestand in een formaat dat compatibel is met de software die het ministerie gebruikt.

5.   Betrouwbaarheid van de gegevens

Om bruikbaar te zijn als grondslag voor het toezicht op de ontwikkeling van de visbestanden, moeten de gegevens die zijn vermeld in de documenten als bedoeld in de punten 1, 2, 3 en 4, in overeenstemming zijn met het feitelijke verloop van de visserij.

De geldende Mauritaanse wetgeving over de minimummaten van de aan boord gehouden vangsten is van toepassing en is opgenomen in aanhangsel 6.

Een lijst met de omrekeningsfactoren die van toepassing zijn op de vangsten voor de omrekening van ontkopte vis/vis in gehele staat en/of gestripte vis/vis in gehele staat is opgenomen in aanhangsel 7.

HOOFDSTUK VI

Bijvangsten

1.   De percentages bijvangsten worden op elk moment bepaald in verhouding tot het totale gewicht van de levende en aan boord bewaarde vangsten, en dit overeenkomstig de wetgeving van Mauritanië. In aanhangsel 5 van deze bijlage worden de percentages per categorie aangegeven.

De voorschriften ten aanzien van deze bijvangsten staan op de afgegeven vergunningen.

2.   Alle overschrijdingen worden overeenkomstig de wetgeving van Mauritanië bestraft en kunnen voor de overtredende partij, dat wil zeggen zowel de kapitein als het vaartuig, een definitief verbod op alle visserijactiviteiten in Mauritanië tot gevolg hebben.

3.   Het ongeoorloofd aan boord hebben van vissoorten is verboden en wordt bestraft overeenkomstig de wetgeving van Mauritanië.

HOOFDSTUK VII

Aanvoer in Mauritanië

In het belang van een betere integratie met het oog op een gezamenlijke ontwikkeling van hun respectieve visserijsector, zijn beide partijen overeengekomen de vrijwillige aanvoer aan te moedigen en de volgende bepalingen vast te leggen met betrekking tot deze aanvoer in Mauritaanse havens.

ALGEMENE VOORWAARDEN EN FINANCIËLE STIMULANSEN

1.   De aanvoer moet gebeuren in de Mauritaanse haven Nouadhibou. De reder die zijn vangst aanvoert, kiest vrij de datum waarop de aanvoer zal plaatsvinden. Hij deelt de controledienst en de Mauritaanse havenautoriteiten 72 uur vóór de geplande aankomst in de haven deze datum per fax of e-mail mee, met vermelding van de totale hoeveelheid die hij meent te zullen aanvoeren. De havenautoriteiten bevestigen de consignataris of de reder binnen 24 uur op dezelfde wijze dat de aanvoer zal plaatsvinden binnen 24 uur na de aankomst in de haven.

2.   De aanvoer moet zijn voltooid binnen 24 uur na de aankomst van het vaartuig in de haven.

3.   Na voltooiing van de aanvoer, geven de bevoegde havenautoriteiten de kapitein een aanvoercertificaat.

4.   Tijdens de periode waarin het vaartuig zich in de haven bevindt, geldt voor de vissers een regeling van vrije doorvoer met een „zeevaartboekje”.

5.   De vaartuigen van de Gemeenschap die in Mauritanië aanvoeren of overladen, krijgen een korting op de voor de vergunning te betalen visrechten voor de periode waarin de aanvoer of overlading heeft plaatsgevonden. Deze korting bedraagt 25 % van de kosten van de lopende vergunning voor vaartuigen die aanvoeren en 15 % voor vaartuigen die overladen. Opgemerkt zij echter dat:

de korting op de voor de vergunning te betalen visrechten niet van toepassing is op vaartuigen die minder dan 15 % van de in het logboek voor de betrokken vergunningsperiode aangegeven vangsten aanvoeren/overladen;

de korting op de voor de vergunning te betalen visrechten pro rata van toepassing is op vaartuigen die tussen de 16 % en de 65 % van de in het logboek voor de betrokken vergunningsperiode aangegeven vangsten aanvoeren/overladen (voorbeeld: aanvoer van 30 % van de aangegeven vangsten geeft recht op 30 % van de korting van 25 % op de visrechten);

de korting op de voor de vergunning te betalen visrechten volledig van toepassing is op vaartuigen die meer dan 65 % van de in het logboek voor de betrokken vergunningsperiode aangegeven vangsten aanvoeren/overladen;

6.   Wijze van toepassing: de kopieën van het (de) aanvoercertifica(a)t(en) betreffende de door een vaartuig verrichte aanvoer worden aan de Commissie toegestuurd via de delegatie. Wanneer voor het betrokken vaartuig een nieuwe vergunningsaanvraag wordt ingediend, stuurt de Commissie het ministerie de kopieën van de certificaten toe, vergezeld van een verzoek om korting van de visrechten voor de nieuwe vergunning.

7.   Vóór het einde van het eerste halfjaar waarin dit protocol wordt toegepast, verstrekt het ministerie de Commissie de volgende gegevens via de delegatie:

de algemene voorwaarden voor de aanvoer, inclusief de havenheffingen;

de inrichtingen die conform de communautaire regelgeving ter zake zijn erkend;

de douane-entrepots;

het aantal en de maximumgrootte van de vaartuigen die er toegang toe hebben;

de opslagvoorwaarden en -capaciteit voor bevroren (–22 °C), gekoelde en verse producten;

de middelen en de frequentie van het vervoer om de visserijproducten naar buitenlandse markten te brengen;

de voorwaarden en de gemiddelde prijzen van de bevoorrading (brandstoffen, levensmiddelen, enz.);

de radioroepnaam, de telefoonnummers, het faxnummer en het telexnummer, alsmede de openingstijden van de kantoren van de havenautoriteiten;

alle andere gegevens die de aanvoer kunnen vergemakkelijken.

FISCALE EN FINANCIËLE VOORWAARDEN

Het vaartuig van de Gemeenschap dat vis aanvoert te Nouadhibou, is vrijgesteld van belastingen of heffingen van gelijke werking, met uitzondering van havenheffingen en -kosten die — in dezelfde omstandigheden — worden toegepast voor Mauritaanse vaartuigen.

Voor visserijproducten geldt een douaneregeling overeenkomstig de geldende Mauritaanse wetgeving. Zij zijn bijgevolg bij hun binnenkomst in de Mauritaanse haven of bij uitvoer vrijgesteld van alle douaneformaliteiten en douanerechten of -heffingen van gelijke werking en worden beschouwd als goederen onder een regeling van „tijdelijk douanevervoer” („tijdelijke opslag”).

De reder kan vrij beslissen over de bestemming van de productie van zijn vaartuig. Deze kan worden verwerkt, opgeslagen onder een douaneregeling, verkocht in Mauritanië of uitgevoerd (tegen vreemde valuta's).

Op de in Mauritanië verkochte producten die bestemd zijn voor de Mauritaanse markt, worden dezelfde belastingen en heffingen toegepast als op Mauritaanse visserijproducten.

De winst kan worden uitgevoerd zonder extra kosten (vrijstelling van douanerechten en heffingen van gelijke werking).

Het tarief voor de havenbelastingen voor overlading in de toegestane zones van aanhangsel 5 van het protocol wordt vastgesteld op 1,25$ per ton overgeladen vis. Alle wijzigingen van dit tarief moeten door de in de overeenkomst bedoelde gemengde commissie worden goedgekeurd

De havenautoriteit heft de belasting voor het binnenvaren en het uitvaren eveneens op vervoers- en bevoorradingsschepen.

Deze maatregelen, die op 1 december 2007 in werking zijn getreden, worden na een jaar toepassing geëvalueerd.

HOOFDSTUK VIII

Aanmonstering van Mauritaanse zeelieden

Afgezien van de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen die ernaar zullen streven ten minste één Mauritaan per vaartuig aan te monsteren, de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel die ten minste drie Mauritaanse zeelieden per vaartuig moeten aanmonsteren, en de vaartuigen voor de pelagische visserij van categorie 11 waarvoor overgangsbepalingen zijn vastgesteld in punt 6 van hoofdstuk XV van deze bijlage, is elk vaartuig van de Gemeenschap verplicht ten minste de onderstaande aantallen Mauritaanse zeelieden aan te monsteren tijdens de effectieve duur van de reis:

2 zeelieden en 1 officier of 1 waarnemer voor vaartuigen met een tonnage van minder dan 200 BT;

3 zeelieden en 1 officier of 1 waarnemer voor vaartuigen met een tonnage van 200 BT of meer, maar minder dan 250 BT;

4 zeelieden en 1 officier of 1 waarnemer voor vaartuigen met een tonnage van 250 BT of meer maar minder dan 300 BT;

6 zeelieden en 1 officier voor vaartuigen met een tonnage van 300 BT of meer, maar minder dan 350 BT;

7 zeelieden en 1 officier voor vaartuigen met een tonnage van 350 BT of meer, maar minder dan 500 BT;

8 zeelieden en 1 officier voor vaartuigen met een tonnage van 500 BT of meer, maar minder dan 800 BT;

een aantal zeelieden dat overeenkomt met 37 % van de bemanning, met een minimum van 8 zeelieden en 2 officieren, voor vaartuigen met een tonnage van 800 BT of meer, maar minder dan 2 000 BT;

een aantal zeelieden dat overeenkomt met 37 % van de bemanning, met een minimum van 12 zeelieden en 2 officieren, voor vaartuigen van 2 000 BT of meer.

1.2.   Voor vaartuigen met een tonnage van 800 BT of meer wordt het minimumaantal aan te monsteren zeelieden verminderd met 2 voor elke extra officier die wordt aangemonsterd.

1.3.   De reders zijn vrij in de keuze van de Mauritaanse zeelieden en officieren die zij willen aanmonsteren overeenkomstig de bepalingen van het koopvaardijwetboek.

2.   De reder of zijn vertegenwoordiger deelt aan het ministerie de namen mee van de op het betrokken vaartuig aangemonsterde Mauritaanse zeelieden, met vermelding van hun inschrijving op de bemanningslijst.

3.   De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op communautaire vissersvaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

4.   De arbeidsovereenkomsten van de Mauritaanse zeelieden, waarvan de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers, in samenwerking met de bevoegde autoriteit van Mauritanië. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

5.   De reder of zijn vertegenwoordiger moet binnen een termijn van twee maanden na de afgifte van de vergunning rechtstreeks aan het ministerie een kopie meedelen van het bedoelde contract, naar behoren geparafeerd door de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat.

6.   Het loon van de Mauritaanse zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vóór de afgifte van de vergunningen vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de betrokken Mauritaanse zeelieden of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de Mauritaanse zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor Mauritaanse bemanningen, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

7.   Indien een of meer aan boord werkzame zeelieden niet op het voor het vertrek van het vaartuig vastgestelde tijdstip verschijnen, mag het vaartuig de geplande visreis aanvangen na de bevoegde autoriteiten van de haven van inscheping op de hoogte te hebben gebracht van het feit dat er onvoldoende zeelieden zijn, en zijn monsterrol te hebben geactualiseerd. Deze autoriteiten brengen de controledienst daarvan op de hoogte.

De reder is verplicht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat zijn vaartuig uiterlijk bij de volgende visreis het op grond van deze overeenkomst vereiste aantal zeelieden aan boord heeft.

8.   Bij niet-aanmonstering van Mauritaanse zeelieden om andere redenen dan die welke bedoeld zijn in het vorige punt, zijn de reders van de betrokken vaartuigen van de Gemeenschap verplicht binnen 3 maanden een forfaitair bedrag te betalen van 20 euro per visdag in de Mauritaanse visserijzone per zeeman.

De betaling voor niet-aanmonstering van zeelieden gebeurt naar rato van het aantal daadwerkelijke visdagen, en niet voor de hele geldigheidsduur van de vergunning.

Dat bedrag wordt gebruikt voor de opleiding van Mauritaanse zeevissers en wordt overgemaakt op de in punt 1, onder b), van hoofdstuk IV van deze bijlage vermelde rekening.

9.   De Commissie deelt, via de delegatie, het ministerie halfjaarlijks de lijst mee van de op 1 januari en op 1 juli van elk jaar op de vaartuigen van de Gemeenschap aangemonsterde Mauritaanse zeelieden, met vermelding van hun nummer van inschrijving in het register van zeelieden en van het vaartuig waarop zij zijn aangemonsterd.

10.   Behoudens het in punt 7 bedoelde geval wordt, indien een reder de bepaling inzake de aanmonstering van het aantal Mauritaanse vissers herhaaldelijk niet nakomt, de visvergunning van het vaartuig automatisch geschorst totdat wel aan die verplichting is voldaan.

HOOFDSTUK IX

Technische inspecties

1.   Ieder vaartuig van de Gemeenschap meldt zich eens per jaar, en na elke wijziging van de tonnage of elke verandering van categorie resulterend in het gebruik van andere soorten vistuig, in de haven van Nouadhibou of Nouakchott om de voorgeschreven inspecties te ondergaan. Deze inspecties vinden verplicht plaats binnen 48 uur na aankomst van het schip in de haven.

De voorwaarden voor de technische inspecties van de vaartuigen voor de tonijnvisserij, de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en de vaartuigen voor de pelagische visserij, zijn vastgesteld in de hoofdstukken XIV en XV van deze bijlage.

2.   Indien de inspectie een gunstig resultaat heeft opgeleverd, wordt aan de kapitein van het vaartuig een verklaring afgegeven met een geldigheidsduur die gelijk is aan die van de vergunning en die de facto kosteloos wordt verlengd voor vaartuigen die hun vergunning in de loop van het jaar vernieuwen. De verklaring moet te allen tijde aan boord van het vaartuig worden bewaard.

3.   Bij de technische controle wordt nagegaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan boord in overeenstemming zijn met de bepalingen van de overeenkomst en of aan de voorwaarden betreffende de Mauritaanse bemanning is voldaan.

4.   De kosten van de inspectie worden aan de reder in rekening gebracht volgens de in de Mauritaanse wetgeving vastgestelde tariefregeling en worden meegedeeld aan de communautaire partij. Zij mogen niet hoger zijn dan de gewoonlijk door andere vaartuigen voor dezelfde diensten betaalde bedragen.

5.   Als een van de in de punten 1 en 2 vastgestelde verplichtingen niet wordt nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat wel aan die verplichting is voldaan.

HOOFDSTUK X

Identificatie van de vaartuigen

1.   De identificatiemerktekens van elk vaartuig van de Gemeenschap moeten in overeenstemming zijn met de communautaire regelgeving ter zake. Het ministerie moet in kennis worden gesteld van deze regelgeving voordat dit protocol in werking treedt. Eventuele wijzigingen van de wetgeving worden ten minste één maand vóór de inwerkingtreding ervan aan het ministerie meegedeeld.

2.   Elk vaartuig dat zijn merktekens, naam of registratienummer verhult, kan een sanctie worden opgelegd op grond van de geldende Mauritaanse wetgeving.

HOOFDSTUK XI

Schorsing of intrekking van de vergunning

Als de Mauritaanse autoriteiten op grond van dit protocol of van de Mauritaanse wetgeving besluiten de vergunning van een vaartuig van de Gemeenschap te schorsen of definitief in te trekken, dient de kapitein van dat vaartuig zijn visserijactiviteit onverwijld te beëindigen en zich naar de haven van Nouadhibou te begeven om het origineel van zijn vergunning in te leveren bij de controledienst. Zodra de voorgeschreven formaliteiten zijn vervuld, stelt het ministerie de Commissie, via de delegatie, ervan in kennis dat de schorsing is opgeheven en wordt de vergunning teruggegeven.

HOOFDSTUK XII

Overtredingen

1.   Alle overtredingen worden bestraft overeenkomstig de Mauritaanse wetgeving.

2.   In geval van ernstige of zeer ernstige visserijovertredingen, zoals omschreven in de Mauritaanse wetgeving, behoudt het ministerie zich het recht voor de betrokken vaartuigen en kapiteins, en eventueel de betrokken reders, voorlopig of definitief van alle visserijactiviteiten in Mauritanië uit te sluiten.

HOOFDSTUK XIII

Boetes

Het bedrag van de boete die wordt toegepast op een vaartuig van de Gemeenschap, wordt bepaald in overeenstemming met de Mauritaanse wetgeving, met inachtneming van het in die wetgeving opgenomen minimum- en maximumbedrag. Het bedrag wordt vastgesteld volgens de procedure van hoofdstuk VI, punt 3, van bijlage II. Het bedrag van de boete wordt door de controledienst omgerekend in euro met toepassing van de in hoofdstuk III, punt 1, van deze bijlage vastgestelde wisselkoers. Beide bedragen worden tegelijk aan de reder en aan de Commissie meegedeeld, via de delegatie.

De Mauritaanse wetgeving alsmede eventuele latere wijzigingen daarvan worden meegedeeld aan de Gemeenschap.

HOOFDSTUK XIV

Bepalingen voor vaartuigen die vissen op over grote afstanden trekkende soorten (vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug)

1.   De vergunningen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden afgegeven voor een periode die overeenkomt met een kalenderjaar, behalve voor het eerste en het laatste jaar van dit protocol.

Het originele exemplaar van de vergunning moet te allen tijde aan boord van het vaartuig worden bewaard en moet op verzoek van de controledienst worden getoond. De Commissie houdt een ontwerplijst bij van de vaartuigen waarvoor overeenkomstig dit protocol een visvergunning is aangevraagd. Deze ontwerplijst wordt meteen na de vaststelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan aan het ministerie meegedeeld. Na ontvangst van deze ontwerplijst en nadat de Commissie aan het ministerie heeft gemeld dat het voorschot is betaald, wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteiten van Mauritanië opgenomen op een lijst van vaartuigen die toestemming hebben om te vissen, welke lijst wordt meegedeeld aan de controledienst. In dat geval wordt aan de reder een gewaarmerkt afschrift van die lijst afgegeven dat in plaats van de visvergunning aan boord wordt bewaard totdat de vergunning is afgegeven.

Zodra het bewijs van betaling van het voorschot is voorgelegd, stelt het ministerie de vergunning op en neemt het het betrokken vaartuig op in de lijst van vaartuigen die toestemming hebben om te vissen, welke lijst via de delegatie wordt doorgegeven aan de controledienst en aan de Commissie, via de delegatie.

2.   Voordat de vergunningen worden afgegeven, onderwerpen alle vaartuigen die voor het eerst in het kader van de overeenkomst actief worden, zich aan de voorgeschreven inspecties. Deze inspecties kunnen worden uitgevoerd in een nader overeen te komen buitenlandse haven. Alle aan de inspecties verbonden kosten zijn ten laste van de reder.

3.   De vergunningen worden afgegeven nadat op de in hoofdstuk IV, punt 1, onder a), bedoelde rekening een forfaitair bedrag is overgemaakt dat overeenstemt met het in de technische notities bij het protocol vastgestelde voorschot. Dit forfaitaire bedrag wordt vastgesteld naar rato van de geldigheidsduur van de vergunning voor het eerste en het laatste jaar van de Overeenkomst.

De parafiscale heffing wordt betaald naar rato van de in de Mauritaanse visserijzone doorgebrachte tijd. De maandelijkse termijnen worden beschouwd als periodes van 30 dagen daadwerkelijke visserijactiviteit. Deze bepaling laat het ondeelbare karakter van deze heffing onverlet, en dientengevolge is het bedrag voor iedere begonnen maandelijkse termijn verschuldigd.

De eerste maandelijkse termijn moet bij de indiening van de vergunningsaanvraag worden voldaan, waarbij de gecumuleerde aantallen visdagen in aanmerking worden genomen.

Een vaartuig dat gedurende het jaar 1 tot 30 dagen heeft gevist, betaalt een heffing voor één maand. De tweede maandelijkse termijn van deze heffing is verschuldigd na de eerste periode van 30 dagen, enzovoorts.

Aanvullende maandelijkse termijnen moeten uiterlijk 10 dagen na de eerste dag van elke aanvullende periode worden betaald.

4.   De vaartuigen moeten een logboek bijhouden volgens het ICCAT-model in aanhangsel 4 van deze bijlage, voor elke visserijperiode in de Mauritaanse wateren. Het logboek moet ook worden ingevuld als niets is gevangen.

Voor de periodes waarin een in voorgaande alinea bedoeld vaartuig buiten de wateren van Mauritanië heeft verbleven, moet in het bovenbedoelde logboek de vermelding „buiten EEZ Mauritanië” worden ingevuld.

Binnen 15 werkdagen na aankomst in de haven van aanvoer, worden de in dit punt bedoelde logboeken ingediend bij het ministerie en de nationale autoriteiten van de lidstaat.

Als een van de hierboven vermelde verplichtingen niet wordt nagekomen, wordt, onverminderd de sancties waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet, de visvergunning automatisch geschorst totdat wel aan die verplichting is voldaan.

5.   Onder voorbehoud van eventuele verificaties door Mauritanië dient de Commissie, via de delegatie, vóór 15 juni van elk jaar bij het ministerie een afrekening in van de rechten die voor het afgelopen visjaar verschuldigd zijn; de afrekening wordt opgemaakt aan de hand van de door elke reder opgestelde vangstaangiften die zijn gevalideerd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het IRD (Institut de Recherche pour le Développement), IEO (Instituto Espanol de Oceanografia), INIAP (Instituto Nacional de Investigaçao Agraria e das Pescas) en het IMROP (Instituut voor oceanografisch onderzoek en visserij van Mauritanië).

6.   Voor het laatste jaar van toepassing van de overeenkomst wordt de afrekening van de rechten die voor het afgelopen visjaar verschuldigd zijn, meegedeeld binnen 4 maanden na het verstrijken van de overeenkomst.

7.   De definitieve afrekening wordt aan de betrokken reders toegestuurd, die beschikken over een termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving en de goedkeuring van de cijfers door het ministerie, om zich te kwijten van hun financiële verplichtingen ten aanzien van hun bevoegde autoriteiten. De betaling in euro, ten gunste van de Thesaurie van Mauritanië op de in hoofdstuk IV, punt 1, onder a), vermelde rekeningen, vindt uiterlijk anderhalve maand na die kennisgeving plaats.

Als het bedrag van de definitieve afrekening lager is dan het in punt 4 bedoelde voorschot, wordt het verschil evenwel niet terugbetaald aan de reder.

8.   In afwijking van het bepaalde in bijlage II, hoofdstuk I, dienen de vaartuigen van de Gemeenschap telkens binnen drie uur vóór het binnenvaren en het verlaten van de visserijzone van Mauritanië hun positie en de aan boord aanwezige hoeveelheden vis mede te delen aan de Mauritaanse autoriteiten, bij voorkeur per telefax of, bij gebrek daaraan, via de radio.

Het faxnummer en de radiofrequentie worden door de controledienst meegedeeld.

Een kopie van de faxberichten of van de opname van de radioberichten wordt door de Mauritaanse autoriteiten en door de reders bewaard totdat de in punt 5 bedoelde definitieve afrekening door beide partijen is goedgekeurd.

9.   Op verzoek van de Mauritaanse autoriteiten en in overleg met de betrokken reders nemen vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen voor een overeen te komen periode een wetenschappelijk waarnemer aan boord.

HOOFDSTUK XV

Bepalingen inzake vaartuigen voor de pelagische visserij

1.   Het originele exemplaar van de vergunning moet te allen tijde aan boord van het vaartuig worden bewaard en moet op verzoek aan de bevoegde autoriteiten van Mauritanië worden voorgelegd. Als het origineel van de vergunning om praktische redenen niet onmiddellijk nadat het door het ministerie is afgegeven, aan het vaartuig kan worden bezorgd, mag gedurende maximaal tien dagen een kopie of een fax aan boord worden bewaard.

2.   De technische inspecties van vaartuigen kunnen in Europa worden uitgevoerd. De reis- en verblijfkosten van twee door het ministerie aan te wijzen inspecteurs zijn ten laste van de reders.

3.   De bedragen van de visrechten omvatten alle aan de vergunning verbonden lasten of heffingen, met uitzondering van de parafiscale heffing, havenrechten of dienstverleningsheffingen.

Wanneer de Gemeenschap over een extra quotum tot maximaal 50 000 ton voor categorie 9 wil beschikken, informeert zij Mauritanië daarover ieder jaar uiterlijk op 15 februari. Beide partijen kunnen echter in onderling overleg per jaar besluiten dit maximum te verruimen op grond van de beschikbare wetenschappelijke adviezen of na raadpleging van het gezamenlijk wetenschappelijk comité.

Op basis van de informatie van de Gemeenschap wordt ieder jaar vóór 15 september een definitieve afrekening van de vangsten voor het afgelopen jaar opgesteld.

Op basis van deze door beide partijen overeengekomen definitieve afrekening van de vangsten moet de Gemeenschap bij overschrijding van de totale hoeveelheid van 250 000 ton 40 euro per extra ton gevangen vis betalen, bij wijze van extra financiële tegenprestatie ten gunste van de Mauritaanse Thesaurie.

Het principe van een maximumhoeveelheid voor de vangsten is niet van toepassing op vaartuigen voor de pelagische visserij (geen vriesvaartuigen) van categorie 11.

De visrechten en de eventuele extra bedragen worden op de in hoofdstuk IV, punt 1, onder a), bedoelde de rekening ten gunste van de Thesaurie van Mauritanië overgemaakt.

4.   Vaartuigen voor de pelagische visserij stellen de controledienst in kennis van hun voornemen een Mauritaanse visserijzone binnen te varen of te verlaten. Die mededeling moet bij het binnenvaren 12 uur van tevoren worden gedaan, en bij het verlaten 36 uur van tevoren. Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het tegelijkertijd zijn positie en de aan boord gehouden vangsten (hoeveelheden en soorten) door.

5.   De reders doen het nodige wat betreft het vervoer van de Mauritaanse zeelieden en wetenschappelijke waarnemers en nemen de kosten daarvan voor hun rekening.

6.   Voor vaartuigen voor de pelagische visserij van categorie 11 gelden voor de aanmonstering van zeelieden de volgende bepalingen:

tijdens de eerste zes maanden van visserij in de Mauritaanse visserijzones zijn de vaartuigen vrijgesteld van de verplichting tot aanmonstering van Mauritaanse zeelieden;

tijdens de volgende zes maanden van visserij monsteren de vaartuigen 50 % van het in hoofdstuk VIII, punt 1, vermelde aantal zeelieden aan;

Aan het eind van deze twee periodes zijn de bepalingen van hoofdstuk VIII, punt 1, van toepassing op vaartuigen van categorie 11.


(1)  Op grond van het decreet tot instelling van de parafiscale heffing zijn de tarieven van deze heffing voor vaartuigen voor de industriële visserij, die moeten worden betaald in de plaatselijke valuta, als volgt:

Categorie visserij op schaaldieren, koppotigen en demersale vissoorten:

Tonnage

Bedrag per kwartaal (MRO)

< 99 BT

50 000

100-200 BT

100 000

200-400 BT

200 000

400-600 BT

400 000

> 600 BT

600 000

Categorie pelagische visserij (kleine en grote)

Tonnage

Bedrag per maand (MRO)

< 2 000 BT

50 000

2 000-3 000 BT

150 000

3 000-5 000 BT

500 000

5 000-7 000 BT

750 000

7 000-9 000 BT

1 000 000

> 9 000 BT

1 300 000

Aanhangsel 1

VISSERIJOVEREENKOMST MAURITANIË — EUROPESE GEMEENSCHAP

AANVRAAG VAN EEN VISVERGUNNING

Image

Aanhangsel 2

Image

Aanhangsel 3

Image

Aanhangsel 4

ICCAT-LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ OP TONIJN

Image

Aanhangsel 5

GELDENDE MAURITAANSE WETGEVING INZAKE BIJVANGSTEN

Wetgeving Mauritanië- 2002/073

Categorieën

Toegestane bijvangsten

Verboden vangsten

1

Vaartuigen voor de visserij op schaaldieren met uitzondering van langoesten en krab

20 % vis en 15 % koppotigen.

7,5 % krab

Langoesten

2

Trawlers en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug op zwarte heek

Trawlers: 25 % vis

Vaartuigen voor de visserij met de beug 50 % vis

Koppotigen en schaaldieren

3

Vaartuigen voor de visserij op andere demersale vissoorten dan zwarte heek, met ander vistuig dan trawls

10 % van de toegestane doelsoort of doelsoorten (levend gewicht) waarvan maximaal 5 % garnalen en 5 % inktvis en zeekat

Octopus

Heek (maximumpercentage vast te stellen in de gemengde commissie)

4

Vriestrawlers voor de visserij op demersale vissoorten

10 % van de toegestane doelsoort of doelsoorten (levend gewicht) waarvan maximaal 5 % garnalen en 5 % inktvis en zeekat

Octopus

5

Koppotigen

5 % garnalen

 

6

Vaartuigen voor de visserij op langoesten

 

Vissen, koppotigen, garnalen, groene langoesten en krab

7

Vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen

 

Andere soorten dan de doelsoort of -soorten

8

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en met de drijvende beug

 

Andere soorten dan de doelsoort of -soorten

9

Vriestrawlers voor de pelagische visserij

3 % van de toegestane doelsoort of -soorten (levend gewicht)

Schaaldieren en koppotigen, met uitzondering van inktvis

10

Krabvisserij

 

Vissen, koppotigen en andere schaaldieren dan de doelsoort

11

Koelvaartuigen voor de pelagische visserij

3 % van de toegestane doelsoort of -soorten (levend gewicht)

Schaaldieren en koppotigen, met uitzondering van inktvis

Aanhangsel 6

GELDENDE WETGEVING INZAKE MINIMUMMATEN VAN DE AAN BOORD GEHOUDEN VANGSTEN

„Afdeling III: Over de minimummaten en –gewichten van de soorten

Artikel 2: De minimummaten van de soorten moeten worden gemeten:

voor vissen: van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin (totale lengte);

voor koppotigen, de lengte van het lichaam (de mantel) zonder tentakels;

voor schaaldieren, van de punt van het rostrum tot de punt van de staart.

De punt van het rostrum is de voortzetting van het pantser dat zich aan de voorkant in het midden van de cephalothorax bevindt. In het geval van de roze langoest moet het midden van het holle deel van het pantser tussen beide frontale uitsteeksels als referentiepunt worden gekozen.

Artikel 3: De minimummaten en –gewichten van zeevissen, koppotigen en schaaldieren waarop de visserij is toegestaan, zijn:

a)

Voor zeevis:

Oorsardientje en Madeira sardine (Sardinella aurita en Sardinella maderensis)

18 cm

Sardine (Sardina pilchardus)

16 cm

Horsmakreel (Trachurus Spp)

19 cm

Horsmakreel (Decapterus rhonchus)

19 cm

Makreel (Scomber japonicus)

25 cm

Goudbrasem (Sparus aurata)

20 cm

Brasem (Sparus caeruleostictus)

23 cm

Roodgestreepte zeebrasem (Sparus auriga), Gewone zeebrasem (Sparus pagrus)

23 cm

Tandbrasem (Dentex Spp)

15 cm

Rode pandora, Zeebrasem (Pagellus bellottii, Pagellus acarne)

19 cm

Middellandse-Zeeknorvis (Plectorhynchus mediterraneus)

25 cm

„Vieille noire”

25 cm

Zwarte ombervis (Sciaena umbra)

25 cm

Ombervis (Argirosomus regius) en Senegalese ombervis Pseudotholithus senegalensis)

70 cm

Wrakbaarzen (Epinephelus Spp)

40 cm

Zeepiranha, blauwvis, blauwbaars (Pomatomus saltator)

30 cm

West-Afrikaanse mul (Pseudupeneus prayensis)

17 cm

Harders (Mugil Spp)

20 cm

Gladde haai, toonhaai, zandhaai (Mustellus mustellus, Leptocharias smithi)

60 cm

Gevlekte zeebaars (Dicentrarchus punctatus)

20 cm

Hondstong (Cynoglossus canariensis, Cynoglossus monodi)

20 cm

Hondstong (Cynoglossus cadenati, Cynoglossus senegalensis)

30 cm

Heek (Merluccius Spp)

30 cm

Geelvintonijn (Thunnus albacares) met een gewicht van minder dan

3,2 kg

Grootoogtonijn, patudo (Thunnus obesus) met een gewicht van minder dan

3,2 kg

b)

Voor koppotigen:

Octopus (Octopus vulgaris)

500 gr (gestript)

Gewone pijlinktvis (Loligo vulgaris)

13 cm

Gewone zeekat, gewone inktvis, inktvis (Sepia officinalis)

13 cm

Inktvis (Sepia bertheloti)

07 cm

c)

Voor schaaldieren:

Koningslangoest, groene langoest (Panulirus regius)

21 cm

Roze langoest (Panulirus mauritanicus)

23 cm

Roze diepzeegarnaal (Parapeneus longirostris)

06 cm

Diepzeekrab (Geryon maritae)

06 cm

Penaeus notialis, Penaeus kerathurus

200 per kg”

Aanhangsel 7

LIJST VAN OMREKENINGSFACTOREN

OMREKENINGSFACTOR, TOE TE PASSEN OP VISSERIJPRODUCTEN, VERKREGEN UIT AAN BOORD VAN TRAWLERS VERWERKTE KLEINE PELAGISCHE SOORTEN

Productie

Behandeling

Omrekeningsfactor

Sardinella

Ontkopt

Handmatig versnijden

1,416

Ontkopt, gestript

Handmatig versnijden

1,675

Ontkopt, gestript

Machinaal versnijden

1,795

Makreel

Ontkopt

Handmatig versnijden

1,406

Ontkopt, gestript

Handmatig versnijden

1,582

Ontkopt

Machinaal versnijden

1,445

Ontkopt, gestript

Machinaal versnijden

1,661

Haarstaartvis

Ontkopt, gestript

Handmatig versnijden

1,323

moten

Handmatig versnijden

1,340

Ontkopt, gestript (speciale versnijding)

Handmatig versnijden

1,473

Sardine

Ontkopt

Handmatig versnijden

1,416

Ontkopt, gestript

Handmatig versnijden

1,704

Ontkopt, gestript

Machinaal versnijden

1,828

Horsmakreel

Ontkopt

Handmatig versnijden

1,570

Ontkopt

Machinaal versnijden

1,634

Ontkopt, gestript

Handmatig versnijden

1,862

Ontkopt, gestript

Machinaal versnijden

1,953

NB: Voor de verwerking van vis tot vismeel wordt de volgende omrekeningsfactor gebruikt: 5,5 ton verse vis voor 1 ton vismeel.

BIJLAGE II

SAMENWERKING BIJ DE CONTROLE VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK MAURITANIË

HOOFDSTUK I

Binnenvaren en uitvaren van de visserijzone van Mauritanië

1.   Met uitzondering van vaartuigen voor de tonijnvisserij, vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en vaartuigen voor de pelagische visserij (waarvoor de termijnen in overeenstemming moeten zijn met het bepaalde in de hoofdstukken XIV en XV van bijlage I), moeten vaartuigen van de Gemeenschap op grond van deze Overeenkomst de volgende berichten meedelen:

a)

Binnenvaren:

De berichten worden ten minste 36 uur van tevoren verstuurd en omvatten de volgende gegevens:

de positie van het vaartuig op het tijdstip van de mededeling;

de dag, de datum en bij benadering het uur waarop het vaartuig de Mauritaanse EEZ zal binnenvaren;

in het geval van vaartuigen die eerder hebben gemeld in het bezit te zijn van een visvergunning voor een andere visserijzone van het deelgebied, de naar soort uitgesplitste, op het tijdstip van de mededeling aan boord gehouden vangsten. De controledienst heeft in dit geval het recht om het met betrekking tot de andere zone bijgehouden logboek in te zien en mag de in punt 4 van dit hoofdstuk vastgestelde controletijd niet overschrijden.

b)

Uitvaren

De berichten worden ten minste 48 uur van tevoren verstuurd en omvatten de volgende gegevens:

de positie van het vaartuig op het tijdstip van de mededeling;

de dag, de datum en bij benadering het uur waarop het vaartuig de Mauritaanse EEZ zal verlaten;

de naar soort uitgesplitste, op het tijdstip van de mededeling aan boord gehouden vangsten.

2.   Telkens als hun vaartuigen de visserijzone van Mauritanië binnenvaren en uitvaren, zenden de reders per fax, per e-mail of per post aan de controledienst een bericht naar de faxnummers of de adressen als vermeld in aanhangsel 1 van deze bijlage. Wanneer zich bij de communicatie via deze kanalen problemen voordoen, kan die informatie bij wijze van uitzondering via de Gemeenschap worden doorgestuurd.

Wijzigingen van de nummers of adressen worden 15 dagen voordat zij van kracht worden, via de delegatie ter kennis van de Commissie gebracht.

3.   Tijdens hun aanwezigheid in de Mauritaanse EEZ stemmen de communautaire vaartuigen voortdurend af op de internationale omroepfrequenties (VHF kanaal 16 of HF 2 182 kHz).

4.   De Mauritaanse autoriteiten behouden zich het recht voor om, na ontvangst van een bericht waarin wordt gemeld dat een vaartuig de visserijzone verlaat, in de haven van Nouadhibou of van Nouakchott, vóór het vertrek een controle aan boord uit te voeren op basis van een steekproef.

Deze controles mogen niet meer dan 6 uur in beslag nemen voor vaartuigen voor de pelagische visserij (categorie 9) en niet meer dan 3 uur voor de andere categorieën.

5.   Niet-naleving van de bepalingen van de punten 1 tot en met 3 wordt bestraft met de volgende sancties:

a)

bij een eerste overtreding:

het vaartuig wordt, indien mogelijk, opgebracht;

de lading aan boord wordt gelost en in beslag genomen en de opbrengst ervan wordt overgemaakt aan de Thesaurie,

het vaartuig betaalt de minimumboete waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet;

b)

bij een tweede overtreding:

het vaartuig wordt, indien mogelijk, opgebracht;

de lading aan boord wordt gelost en in beslag genomen en de opbrengst ervan wordt overgemaakt aan de Thesaurie,

het vaartuig betaalt de maximumboete waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet;

de vergunning wordt voor de resterende looptijd ingetrokken;

c)

bij een derde overtreding:

het vaartuig wordt, indien mogelijk, opgebracht;

de lading aan boord wordt gelost en in beslag genomen en de opbrengst ervan wordt overgemaakt aan de Thesaurie,

de vergunning wordt definitief ingetrokken,

de kapitein en het vaartuig krijgen verbod om nog in Mauritanië actief te zijn.

6.   Indien het vaartuig dat in overtreding is, niet kan worden opgebracht, brengt het ministerie de Commissie en de vlaggenlidstaat hiervan op de hoogte, zodat de in punt 5 hierboven vermelde sancties kunnen worden toegepast.

HOOFDSTUK II

Onschuldige doorvaart

Als vissersvaartuigen van de Gemeenschap, op grond van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en van de betrokken nationale en internationale wetgeving, gebruik maken van hun recht op onschuldige doorvaart van en scheepvaart in de visserijzone van Mauritanië, moet al hun vistuig degelijk zijn vastgemaakt en aan boord zo zijn opgeborgen dat het niet onmiddellijk kan worden gebruikt.

HOOFDSTUK III

Overlading

1.   Overlading van de vangsten van vaartuigen van de Gemeenschap dient uitsluitend plaats te vinden op de rede van een Mauritaanse haven en in de in aanhangsel 5 bij deze bijlage vermelde zones.

2.   Vaartuigen van de Gemeenschap die wensen over te laden, dienen de in de punten 3 en 4 beschreven procedure in acht te nemen.

3.   De reders van de betrokken vaartuigen stellen de controledienst ten minste 36 uur van tevoren, met gebruikmaking van de in hoofdstuk I, punt 2, van deze bijlage genoemde communicatiemiddelen, in kennis van:

de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen;

de naam van het vrachtschip waarop wordt overgeladen;

de over te laden hoeveelheid (in ton) van elke soort;

de dag, de datum en het uur van overlading.

De controledienst deelt zijn antwoord binnen 24 uur mee.

4.   Overladen wordt beschouwd als het verlaten van de visserijzone van Mauritanië. Derhalve moeten de vaartuigen de originele exemplaren van de logboeken en van de aangiften van aanvoer of overlading bij de controledienst indienen en mededelen of zij voornemens zijn door te gaan met vissen dan wel de visserijzone van Mauritanië te verlaten.

5.   Overladen op andere wijze dan beschreven in de punten 1 tot en met 4, is niet toegestaan in de Mauritaanse EEZ-zone. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet.

6.   De Mauritaanse partij behoudt zich het recht voor de overlading te weigeren indien het transportvaartuig zich zowel binnen als buiten de maritieme zones onder Mauritaanse jurisdictie aan illegale, ongemelde en ongereglementeerde visvangst schuldig heeft gemaakt.

HOOFDSTUK IV

Inspectie en controle

1.   De kapiteins van vaartuigen van de Gemeenschap moeten iedere met inspectie en controle van de visserij belaste Mauritaanse ambtenaar het aan boord gaan vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken.

Deze ambtenaren blijven niet langer aan boord dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een inspectieverslag afgegeven.

2.   De Gemeenschap verbindt zich ertoe het specifieke controleprogramma in de havens van de Gemeenschap te blijven uitvoeren. Dit programma wordt meegedeeld aan het ministerie, dat zich het recht voorbehoudt te vragen aanwezig te mogen zijn bij deze controles overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk V. Samenvattingen van de controleverslagen worden regelmatig aan het ministerie verzonden.

HOOFDSTUK V

Wederzijdse waarneming met betrekking tot de controles aan de wal

Beide partijen besluiten tot invoering van een regeling voor wederzijdse waarneming met betrekking tot de controles aan de wal, teneinde daardoor de efficiëntie van de controle te verbeteren. Zij wijzen hiervoor vertegenwoordigers aan die de door de respectieve nationale controlediensten verrichte controles en inspecties bijwonen en opmerkingen kunnen maken over de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst.

Deze vertegenwoordigers moeten:

een vakopleiding hebben genoten,

passende ervaring op visserijgebied hebben, en

grondige kennis hebben van de bepalingen van de overeenkomst en van dit protocol.

Wanneer de vertegenwoordiger aanwezig is bij inspecties, worden deze uitgevoerd door de nationale controlediensten en mag hij op eigen initiatief geen inspectiebevoegdheden van de nationale ambtenaren uitoefenen.

Wanneer de vertegenwoordiger de nationale ambtenaren vergezelt, heeft hij toegang tot de vaartuigen, kantoren en documenten die door deze ambtenaren worden geïnspecteerd, om de gegevens (die geen naamsverwijzingen bevatten) te verzamelen die noodzakelijk zijn voor het verrichten van zijn taak.

De vertegenwoordiger vergezelt de nationale controlediensten bij hun bezoeken in havens aan boord van vaartuigen aan de kade, in openbare visveilingen, in magazijnen van groothandelaren in vis, in koelhuizen en in andere ruimten die verband houden met de aanvoer en opslag van vis vóór de eerste verkoop op het grondgebied waar het product voor het eerst op de markt wordt gebracht.

De vertegenwoordiger stelt elke vier maanden een verslag op over de controles waaraan hij heeft deelgenomen en dient dit in bij de bevoegde autoriteiten. Deze autoriteiten verstrekken een kopie aan de andere overeenkomstsluitende partij.

1.   Uitvoering

De bevoegde controleautoriteit van een overeenkomstsluitende partij deelt de andere overeenkomstsluitende partij steeds tien dagen vóór de inspectiedatum mee dat besloten is tot een inspectie in de haven.

De andere overeenkomstsluitende partij meldt vijf dagen vóór bovenbedoelde datum dat hij voornemens is een vertegenwoordiger te sturen.

De missie van de vertegenwoordiger duurt niet langer dan 15 dagen.

2.   Vertrouwelijkheid

De vertegenwoordiger behandelt de goederen en installaties aan boord van de vaartuigen en in andere lokalen met de vereiste zorgvuldigheid en beschouwt alle documenten die hij ter inzage krijgt, als vertrouwelijk.

De vertegenwoordiger deelt de resultaten van zijn werkzaamheden uitsluitend mee aan zijn bevoegde autoriteiten.

3.   Plaats

Dit programma geldt voor de aanlandingshavens van de Gemeenschap en voor de havens van Mauritanië.

4.   Financiering

Iedere overeenkomstsluitende partij neemt alle kosten van zijn vertegenwoordiger voor zijn rekening, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten.

HOOFDSTUK VI

Procedure bij aanhouding van vaartuigen en toepassing van sancties

1.   Proces-verbaal van de aanhouding

Het proces-verbaal van de aanhouding wordt naar waarheid door de controledienst opgesteld op basis van eventueel vastgestelde overtredingen die zijn opgenomen in het inspectieverslag. Dit verslag vermeldt de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding; de kapitein van het vaartuig moet het verslag ondertekenen, maar hij mag er zijn kanttekeningen bij plaatsen, en hij krijgt een kopie van het verslag van de controledienst.

Deze ondertekening heeft geen consequenties voor de rechten en de middelen die de kapitein ter verdediging kan aanvoeren ten aanzien van de hem ten laste gelegde overtreding.

2.   Kennisgeving van de aanhouding

Bij aanhouding stelt de controledienst de vertegenwoordiger van het vaartuig per post in kennis van het proces-verbaal van de overtreding en van het inspectieverslag. De controledienst stelt de delegatie zo snel mogelijk, en in ieder geval binnen 48 werkuren, in kennis van de aanhouding van een vissersvaartuig van de Gemeenschap in de visserijzone van Mauritanië, en van de toegepaste sancties.

In geval van een overtreding die niet op zee kan worden beëindigd, moet de kapitein zijn vaartuig op verzoek van de controledienst naar de haven van Nouadhibou varen. In geval van een overtreding die door de kapitein is erkend en die wel op zee kan worden beëindigd, mag het vaartuig doorgaan met vissen.

In beide gevallen kan het vaartuig na beëindiging van de overtreding doorgaan met vissen.

3.   Afwikkeling van de aanhouding

3.1.   Overeenkomstig de bepalingen van dit protocol en van de Mauritaanse wetgeving kan de overtreding worden afgewikkeld hetzij via een schikkingsprocedure, hetzij via een gerechtelijke procedure.

3.2.   Bij een schikkingsprocedure wordt het bedrag van de boete bepaald tussen een bij de Mauritaanse wet vastgesteld minimum- en maximumbedrag.

De consignataris van het vaartuig neemt onverwijld contact op met de controledienst om tot een oplossing van deze overtreding te komen.

De schikkingscommissie wordt door de controledienst uitsluitend op een werkdag bijeengeroepen, 24 uur na de aankomst van het vaartuig in de haven. Dit geldt ook voor aanhoudingen naar aanleiding van controles voor aanvang van de visreis.

De betaling van de boete moet uiterlijk 30 dagen na de schikkingsprocedure plaatsvinden via overschrijving. Wanneer een vaartuig de Mauritaanse EEZ verlaat, moet de daadwerkelijke betaling voordien hebben plaatsgevonden. Als bewijs van betaling van de boete om de vrijgave van het vaartuig te bewerkstelligen, moet het ontvangstbewijs van de Thesaurie en/of een kopie van de bancaire overmaking via Swift die door de Centrale Bank van Mauritanië (Nouadhibou of Nouakchott) is goedgekeurd, aan de controledienst worden toegestuurd. In het geval van bewijsvoering door een goedgekeurde overschrijving via Swift moet de consignataris de controledienst ten minste 72 uur na de vrijgave van het vaartuig het origineel van het ontvangstbewijs van de Thesaurie opsturen.

3.3.   Als de schikkingsprocedure geen resultaat heeft opgeleverd, geeft het ministerie het dossier door aan de officier van justitie. Volgens de geldende wetgeving moet de reder een bankgarantie verstrekken om eventuele boetes te dekken. Het vaartuig wordt 72 uur na de datum waarop de bankgarantie is gesteld, vrijgegeven.

3.4.   De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is afgerond. De bankgarantie wordt door het ministerie vrijgegeven zodra de procedure is beëindigd zonder veroordeling. Wanneer een veroordeling tot betaling van een boete volgt, gebeurt die betaling overeenkomstig de geldende regelgeving, waarin met name is bepaald dat de bankgarantie wordt vrijgegeven wanneer de boete binnen 30 dagen na de veroordeling wordt betaald.

3.5.   Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten:

zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of

zodra, in afwachting van de voltooiing van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 3.3 is gesteld, en deze door het ministerie is aanvaard.

4.   Naleving van de voorschriften

Alle gegevens over het verloop van de schikkings- of gerechtelijke procedure of over door communautaire vaartuigen begane overtredingen worden binnen 48 uur via de delegatie aan de Commissie meegedeeld.

HOOFDSTUK VII

Satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen

1.   Alle vissersvaartuigen die in het kader van deze overeenkomst vissen, worden via satelliet gevolgd wanneer zij zich in de Mauritaanse EEZ bevinden.

2.   Met het oog op het satellietvolgsysteem worden de coördinaten (breedtegraad en lengtegraad) van de Mauritaanse EEZ vermeld in aanhangsel 4.

3.   De partijen wisselen volgens de voorwaarden die in de punten 5 en 7 worden vastgesteld, gegevens uit inzake de adressen en de parameters voor de elektronische communicatie tussen hun controlecentra. Deze gegevens omvatten, voor zover mogelijk, de namen, telefoon- en faxnummers en de elektronische adressen (Internet of https) die kunnen worden gebruikt voor de algemene communicatie tussen de controlecentra. De gegevens betreffende het Mauritaans controlecentrum zijn opgenomen in aanhangsel 1 van deze bijlage.

4.   De positie van vaartuigen wordt bepaald met een foutenmarge van minder dan 500 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %.

5.   Wanneer een op grond van de overeenkomst vissend vaartuig dat overeenkomstig de geldende Gemeenschapswetgeving via satelliet wordt gevolgd, de EEZ van Mauritanië binnenvaart, meldt het controlecentrum van de vlaggenstaat de positie ervan met een interval van maximaal 1 uur aan het centrum voor visserijtoezicht (CVT) van Mauritanië (identificatie van het vaartuig, breedtegraad, lengtegraad, vaarrichting en -snelheid). De berichten worden geïdentificeerd met de vermelding „Positierapport”.

6.   De in punt 5 bedoelde berichten worden elektronisch in https-formaat of volgens een ander beveiligd protocol (X25…) verstuurd. De transmissie gebeurt in real time en in het formaat dat in aanhangsel 3 wordt gedefinieerd.

7.   Indien de aan boord van een vissersvaartuig aanwezige satellietapparatuur voor permanente positiebepaling onklaar is, meldt de kapitein van het vaartuig te gelegener tijd de in punt 5 bedoelde gegevens aan het controlecentrum van de vlaggenstaat en aan het Centrum voor visserijtoezicht (CVT) van Mauritanië. In dat geval moet om de 4 uur een algemeen positierapport worden verzonden. Dit algemene positierapport omvat de positierapporten die om het uur door de kapitein van het vaartuig zijn geregistreerd en moet voldoen aan de in punt 5 gestelde voorwaarden. Het verdient aanbeveling dat reders, bij wijze van voorzorg, een tweede baken aan boord hebben.

Het controlecentrum van de vlaggenstaat verzendt deze rapporten onverwijld naar het Mauritaanse CVT. Onklare apparatuur wordt binnen 5 dagen gerepareerd of vervangen. Na deze periode dient het vaartuig de Mauritaanse EEZ te verlaten of een Mauritaanse haven aan te doen.

In geval van ernstige technische problemen die niet binnen 5 dagen kunnen worden opgelost, kan op verzoek van de kapitein een afwijking voor 15 dagen worden toegestaan. In dat geval blijven de bepalingen van punt 7 van toepassing en moeten alle vaartuigen, met uitzondering van die voor de tonijnvisserij, in een haven aanleggen om een Mauritaanse wetenschappelijke waarnemer aan boord te nemen.

8.   De controlecentra van de vlaggenstaten controleren om het uur de bewegingen van hun vaartuigen in de Mauritaanse EEZ. Indien de vaartuigen niet volgens de vastgestelde voorwaarden worden gevolgd, wordt het Mauritaanse CVT daarvan onmiddellijk in kennis gesteld en wordt de procedure van punt 7 van toepassing.

9.   Indien het Mauritaanse CVT constateert dat de vlaggenstaat de bij punt 5 bedoelde informatie niet doorgeeft, stelt het centrum de Commissie, via de delegatie, hiervan onverwijld in kennis.

10.   De overeenkomstig deze bepalingen aan de andere partij gemelde gegevens dienen uitsluitend om de Mauritaanse autoriteiten in staat te stellen de op grond van de visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Mauritanië visgerechtigde vaartuigen van de Gemeenschap te controleren en te bewaken. Deze gegevens mogen onder geen beding aan derden worden meegedeeld.

11.   De componenten van de software en van de apparatuur van het satellietvolgsysteem moeten betrouwbaar zijn; het moet onmogelijk zijn de posities te vervalsen of manueel te bewerken.

Het systeem moet volledig automatisch en permanent operationeel zijn en mag niet worden beïnvloed door milieu- en klimaatfactoren. Het is verboden het satellietvolgsysteem te vernielen, te beschadigen, buiten werking te stellen of te beïnvloeden.

De kapiteins van de vaartuigen zien erop toe dat:

de gegevens niet worden gewijzigd;

de antenne(s) van de satellietvolgapparatuur niet worden gestoord;

de elektrische voeding van de satellietvolgapparatuur niet wordt onderbroken;

de satellietvolgapparatuur niet wordt gedemonteerd.

12.   De partijen komen overeen elkaar op verzoek de gegevens betreffende de gebruikte satellietvolgapparatuur mee te delen om na te gaan of alle apparatuur volledig compatibel is met de in het kader van deze bepalingen aan de partijen gestelde eisen.

13.   Geschillen over de interpretatie of de toepassing van deze bepalingen worden door de partijen in onderling overleg behandeld in de gemengde commissie die is ingesteld bij artikel 10 van de overeenkomst.

14.   In geval van twijfel over een bepaald vaartuig richt het Mauritaanse CVT een verzoek aan de vlaggenstaat, die onverwijld de geografische posities (polling) van het desbetreffende vaartuig aan het Centrum moet verstrekken voor de in het verzoek vermelde periode.

Wanneer de activiteiten van bepaalde vaartuigen verdacht worden gevonden, stelt Mauritanië de vlaggenstaat en de Gemeenschap hiervan officieel in kennis. De Gemeenschap verbindt zich ertoe de bepalingen op het gebied van het gemeenschapsrecht toe te passen.

15.   Beide partijen verbinden zich ertoe binnen de in artikel 10 van de Overeenkomst vermelde gemengde commissie de beste oplossing te vinden om:

a)

vóór de inwerkingtreding van dit protocol alle technische problemen op te lossen die de doelmatigheid van het VMS-systeem in Mauritanië zouden kunnen aantasten;

b)

alle mogelijkheden en middelen te onderzoeken om de samenwerking te versterken ten einde de VMS-bepalingen beter te kunnen uitvoeren, en met name de simultane gegevenstransmissie door Europese vaartuigen aan het Centrum voor visserijtoezicht van de vlaggenstaat en aan het CVT te bevorderen.

HOOFDSTUK VIII

Mauritaanse wetenschappelijke waarnemers aan boord van vaartuigen van de Gemeenschap

Er wordt een regeling voor waarnemingen aan boord van de vaartuigen van de Gemeenschap ingevoerd.

1.   Alle vaartuigen van de Gemeenschap die een vergunning hebben om te vissen in de Mauritaanse visserijzones, nemen een Mauritaans wetenschappelijk waarnemer aan boord, behalve vaartuigen voor de tonijnvisserij waar dit plaatsvindt op verzoek van het ministerie. In geen geval mag er meer dan één wetenschappelijke waarnemer aan boord zijn.

Het ministerie verstrekt de Commissie, via de delegatie, ieder kwartaal vóór de afgifte van de vergunningen de lijst van vaartuigen die een wetenschappelijk waarnemer aan boord moeten nemen.

2.   Een wetenschappelijk waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord van een vaartuig. Op expliciet verzoek van het ministerie kan de periode aan boord, naar gelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen van een bepaald vaartuig, evenwel tot meerdere visreizen worden uitgebreid. Een daartoe strekkend verzoek wordt door het ministerie gedaan bij de mededeling van de naam van de wetenschappelijke waarnemer die is aangewezen om aan boord van het betrokken vaartuig te gaan.

Wanneer een visreis korter uitvalt dan gepland, kan dat voor de wetenschappelijke waarnemer aanleiding zijn voor een nieuwe visreis op hetzelfde vaartuig.

3.   Het ministerie stelt de Commissie, via de delegatie, minstens zeven werkdagen vóór de geplande inschepingsdatum in kennis van de namen van de aangewezen wetenschappelijke waarnemers, die over de nodige documenten moeten beschikken.

4.   Alle kosten in verband met de werkzaamheden van de wetenschappelijke waarnemers, inclusief salaris, emolumenten en vergoedingen, zijn voor rekening van het ministerie. Indien de wetenschappelijke waarnemer in een buitenlandse haven aan boord wordt genomen of van boord gaat, zijn de reiskosten en de dagvergoedingen ten laste van de reder tot het moment waarop de waarnemer aan boord gaat van het vaartuig of aankomt in de Mauritaanse haven.

5.   De kapiteins van de vaartuigen aan boord waarvan een wetenschappelijk waarnemer wordt geplaatst, nemen alle nodige maatregelen voor het aan boord komen en het vertrek van de wetenschappelijke waarnemer.

De wetenschappelijke waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld.

De wetenschappelijke waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat hem de voor de uitoefening van zijn taken vereiste communicatiemiddelen gebruiken, staat inzage toe van de rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houdende documenten, d.w.z. het logboek, de aangiften van aanvoer of overlading en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn waarnemingstaken.

6.   De wetenschappelijke waarnemer wordt gewoonlijk aan boord genomen in een Mauritaanse haven bij de eerste visreis na mededeling van de lijst van vaartuigen aan boord waarvan een waarnemer zal worden geplaatst, welke mededeling plaatsvindt 20 dagen voor het begin van de visreis.

De reders melden de controledienst via hun plaatselijke vertegenwoordigers, met gebruikmaking van de in hoofdstuk I van deze bijlage genoemde communicatiemiddelen, binnen 15 dagen na bovengenoemde mededeling de data en havens die voor de inscheping van de wetenschappelijke waarnemer zijn vastgesteld.

7.   De wetenschappelijke waarnemer dient zich op de dag vóór de voor zijn inscheping vastgestelde datum bij de kapitein van het vaartuig te melden. Wanneer de wetenschappelijke waarnemer zich niet meldt, stelt de kapitein van het vaartuig de controledienst hiervan in kennis die de waarnemer binnen twee uur vervangt. Is dit niet het geval, dan heeft het vaartuig het recht de haven te verlaten met een attest van afwezigheid van de wetenschappelijke waarnemer. Het ministerie kan vervolgens echter wel op eigen kosten zorg dragen voor het aan boord laten van een nieuwe wetenschappelijke waarnemer, waarbij de visserijactiviteiten van het vaartuig niet mogen worden gehinderd.

8.   Als een van de hierboven vermelde verplichtingen met betrekking tot de wetenschappelijke waarnemers niet wordt nagekomen door de reder, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat wel aan de verplichting is voldaan.

9.   De waarnemer moet:

een vakopleiding hebben genoten,

passende ervaring op visserijgebied hebben, en

een grondige kennis hebben van de bepalingen van dit protocol en van de geldende Mauritaanse wetgeving.

10.   De wetenschappelijke waarnemer ziet erop toe dat de vaartuigen van de Gemeenschap die vissen in de visserijzone van Mauritanië, de bepalingen van dit protocol naleven.

Hij stelt daarover een rapport op. De taken van de waarnemer zijn met name:

de visserijactiviteiten van de vaartuigen observeren;

de positie van de vaartuigen bij de visserijactiviteit bepalen;

bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's verrichten;

het gebruikte vistuig en de maaswijdte daarvan noteren.

11.   De waarnemingstaken zijn beperkt tot de visserijactiviteit en de daarmee verband houdende werkzaamheden die onder dit protocol vallen.

12.   De wetenschappelijke waarnemer

zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,

gebruikt voor het meten van de maaswijdte van de in het kader van deze overeenkomst gebruikte netten de erkende instrumenten en procedures,

behandelt de goederen en installaties aan boord met de vereiste zorgvuldigheid en beschouwt alle documenten betreffende dat vaartuig als vertrouwelijk.

13.   Aan het einde van de waarnemingsperiode en voordat hij het vaartuig verlaat, stelt de wetenschappelijke waarnemer een rapport op volgens het model in aanhangsel 2 van deze bijlage. Hij ondertekent dat rapport in aanwezigheid van de kapitein, die er de door hem nuttig geachte opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het rapport aan de kapitein.

Het ministerie geeft de Commissie, via de delegatie, ter informatie elke maand de rapporten door van de voorgaande maand.

HOOFDSTUK IX

Teruggooi en vervuiling

Beide partijen onderzoeken het probleem van de teruggooi van vis in zee door vissersvaartuigen en bestuderen de mogelijkheden voor valorisatie van de betrokken vis.

Beide partijen komen overeen dat meteen bij inwerkingtreding van dit protocol controlemaatregelen worden uitgevoerd om te voorkomen dat vissersvaartuigen afgewerkte olie op zee lozen.

HOOFDSTUK X

Bestrijding van illegale visserij

Om illegale visserij in de visserijzone van Mauritanië, die schadelijk is voor het beheer van de visbestanden, te voorkomen en te bestrijden, zijn beide partijen overeengekomen regelmatig informatie dienaangaande uit te wisselen.

Onverminderd de maatregelen die de partijen toepassen op grond van hun wetgeving, plegen zij overleg over afzonderlijk of gezamenlijk te nemen aanvullende maatregelen. Daartoe versterken zij hun samenwerking, met name voor de bestrijding van de illegale visserij.

Aanhangsel 1

VISSERIJOVEREENKOMST MAURITANIË — EUROPESE GEMEENSCHAP

CONTACTGEGEVENS VAN DE CONTROLEDIENST

Délégation à la Surveillance des Pêches et au Contrôle en Mer

(Delegatie die verantwoordelijk is voor het toezicht op de visserij en de controle op zee in Mauritanië)

(DSPCM)

Adres:

Boîte Postale (BP) 260 Nouadhibou

Mauritanië

Tel.:

(222) 574 57 01

Fax:

(222) 574 63 12

E-mail:

dspcm@toptechnology.mr

GEGEVENS VAN HET MAURITAANS CENTRUM VOOR VISSERIJTOEZICHT

Naam van het CVT

DSPCM SSN

Tel. VMS

(222) 574 67 43/574 56 26

Fax VMS

(222) 574 67 43

E-mail VMS

dspcm@toptechnology.mr

Adres X25

20803403006315

Aanhangsel 2

RAPPORT VAN DE MAURITAANSE WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMER

Image

Image

Aanhangsel 3

DOORGEVEN VAN VMS BOODSCHAPPEN IN MAURITANIË

POSITIERAPPORT

Data

Code

Verplicht/facultatief

Opmerkingen

Begin record

SR

O

Systeeminformatie — geeft het begin van de record aan

Geadresseerde

AD

O

Berichtinformatie — geadresseerde. ISO-alfa-3-landcode

Verzender

FR

O

Berichtinformatie — verzender. ISO-alfa-3-landcode

Vlaggenstaat

FS

O

 

Berichttype

TM

O

Berichtinformatie — berichttype „POS”

Radioroepnaam

RC

O

Vaartuiginformatie — internationale radioroepnaam van het vaartuig

Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij

IR

O

Vaartuiginformatie — uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO3-code van de vlagstaat, gevolgd door een nummer)

Extern registratienummer

XR

O

Vaartuiginformatie — kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig

Breedtegraad

LA

O

Positie-informatie — positie in graden, minuten en tienden van een minuut N/Z GGMM.m (WGS-84)

Voorbeeld: N2046.3

Lengtegraad

LO

O

Positie-informatie — positie in graden, minuten en tienden van een minuut O/W GGMM.m (WGS-84)

Voorbeeld: W01647.6

Vaarrichting

CO

O

Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360°

Vaarsnelheid

SP

O

Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen

Datum

DA

O

Positie-informatie — datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD)

Tijd

TI

O

Positie-informatie — tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM)

Einde record

ER

O

Systeeminformatie — geeft het einde van de record aan

Tekenset: ISO 8859.1

De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

een dubbele schuine streep (//) en een code geven het begin van de transmissie aan,

een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en gegeven.

De facultatieve gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het einde van de record.

Aanhangsel 4

GRENZEN VAN DE EEZ VAN MAURITANIË

EEZ-coördinaten/Protocol

VMS EU

1

Zuidelijke limiet

Breedte-graad 16° 04' NB

Lengte-graad 19° 58' WL

2

Coördinaten

Breedte-graad 16° 30' NB

Lengte-graad 19° 54' WL

3

Coördinaten

Breedte-graad 17° 00' NB

Lengte-graad 19° 47' WL

4

Coördinaten

Breedte-graad 17° 30' NB

Lengte-graad 19° 33' WL

5

Coördinaten

Breedte-graad 18° 00' NB

Lengte-graad 19° 29' WL

6

Coördinaten

Breedte-graad 18° 30' NB

Lengte-graad 19° 28' WL

7

Coördinaten

Breedte-graad 19° 00' NB

Lengte-graad 19° 43' WL

8

Coördinaten

Breedte-graad 19° 23' NB

Lengte-graad 20° 01' WL

9

Coördinaten

Breedte-graad 19° 30' NB

Lengte-graad 20° 04' WL

10

Coördinaten

Breedte-graad 20° 00' NB

Lengte-graad 20° 14,5’ WL

11

Coördinaten

Breedte-graad 20° 30' NB

Lengte-graad 20° 25,5' WL

12

Noordelijke limiet

Breedte-graad 20° 46' NB

Lengte-graad 20° 04,5' WL

Aanhangsel 5

Coördinaten van de zone waarvoor overlading aan de kade in de haven van Nouadhibou is toegestaan

(BUOY 2= NB 20° 43,6 WL 17° 01,8)

1

Coördinaten

Breedtegraad 20° 43,6' NB

Lengtegraad 17° 01,4' WL

2

Coördinaten

Breedtegraad 20° 43,6' NB

Lengtegraad 16° 58,5' WL

3

Coördinaten

Breedtegraad 20° 46,6' NB

Lengtegraad 16° 58,5' WL

4

Coördinaten

Breedtegraad 20° 46,7' NB

Lengtegraad 17° 00,4' WL

5

Coördinaten

Breedtegraad 20° 45,3' NB

Lengtegraad 17° 00,4' WL

6

Coördinaten

Breedtegraad 20° 45,3' NB

Lengtegraad 17° 01,5' WL

Coördinaten van de zone waarvoor overlading aan de kade in de haven van Nouakchott is toegestaan

1

Coördinaten

Breedtegraad 18° 01,5' NB

Lengtegraade 16° 07' WL

2

Coördinaten

Breedtegraad 18° 01,5' NB

Lengtegraade 16° 03,8' WL

3

Coördinaten

Breedtegraad 17° 59' NB

Lengtegraad 16° 07' WL

4

Coördinaten

Breedtegraad 17° 59' NB

Lengtegraad 16° 03,8' WL

Aanhangsel 6

Image

BIJLAGE III

NB: Voor 2005 zijn de gegevens over de activiteiten van de vaartuigen uit de Baltische landen (Litouwen en Letland), met inbegrip van de vangstcijfers (133 053 ton) opgenomen in de kolom „Andere landen” en niet in de kolom „EU”.

(*)

de gegevens betreffende de categorieën tonijnvisserij 7 en 8 voor de EU-vloot zijn EU-gegevens.

MINISTERIE VAN VISSERIJ

DIRECTIE INDUSTRIËLE VISSERIJ

GEGEVENS OVER DE ACTIVITEITEN VAN VISSERSVAARTUIGEN IN HET JAAR 2005


 

MAURITANIË

EU

ANDERE LANDEN

TOTAAL

CATEGORIEËN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

1

22

10 484

5 413

2 390

1 538

35

18 408

9 889

4 682

7 663

9

7 151

2 135

697

468

66

36 043

17 437

7 769

9 669

2

8

7 042

3 171

398

386

14

4 794

3 089

1 956

7 210

1

307

161

18

6

23

12 143

6 421

2 372

7 602

3

6

2 049

1 040

904

1 294

13

2 387

1 244

1 418

4 036

4

1 939

799

418

503

23

6 375

3 083

2 740

5 833

4

0

0

0

0

0

9

4 946

2 470

834

858

0

0

0

0

0

9

4 946

2 470

834

858

5

C

100

63 316

29 876

19 795

22 333

50

34 554

20 922

9 758

16 833

0

0

0

0

0

150

97 870

50 798

29 553

39 166

G

88

26 699

20 081

11 714

10 137

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

88

26 699

20 081

11 714

10 137

ST

188

90 015

49 957

31 509

32 470

50

34 554

20 922

9 758

16 833

0

0

0

0

0

238

124 569

70 879

41 267

49 303

6

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

7

0

0

0

0

0

23

46 265

28 983

 

1 708

0

0

0

0

0

23

46 265

28 983

0

1 708

8

0

0

0

0

0

27

9 797

6 137

 

7 633

4

1 451

909

 

 

31

11 248

7 046

0

7 633

9

3

10 350

17 136

594

28 587

12

75 460

59 699

1 044

112 347

51

145 449

316 158

7 848

416 212

66

231 259

392 993

9 486

557 146

10

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4

1 236

839

44

80

4

1 236

839

44

80

TOTAAL

227

119 940

76 717

35 796

64 275

183

196 611

132 433

19 691

158 288

73

157 533

321 001

9 025

417 269

483

474 084

530 151

64 512

639 833


 

 

CATEGORIEËN

AV:

Aantal vaartuigen

1

SCHAALDIEREN M.U.V. LANGOESTEN

7

TONIJN ZEGEN

KW:

Vermogen in Eenheid

2

ZWARTE HEEK

8

TONIJN HENGEL + BEUG

BT:

Brutotonnage

3

DEMERSALE SOORTEN, ANDER VISTUIG DAN TRAWL

9

PELAGISCH

AVD:

Aantal visdagen

4

TRAWLERS VOOR ANDERE DEMERSALE SOORTEN DAN HEEK

10

KRAB

VANGSTEN:

Totaal vangsten van de vaartuigen

5

KOPPOTIGEN

11

PELAGISCHE VISSERIJ VERS

 

doelsoorten en bijvangsten.

6

LANGOESTEN

 

 

Beide partijen komen overeen de visserijinspanning uiterlijk op 1 mei van het volgende jaar bij te werken.

MINISTERIE VAN VISSERIJ

DIRECTIE INDUSTRIËLE VISSERIJ

GEGEVENS OVER DE ACTIVITEITEN VAN VISSERSVAARTUIGEN IN HET JAAR 2006


 

MAURITANIË

EU

ANDERE LANDEN

TOTAAL

CATEGORIEËN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

AV

KW

BT

AVD

VANGSTEN

1

20

13 616

4 715

3 039

1 474

34

14 926

9 601

6 910

7 042

3

1 501

936

293

308

57

30 043

15 252

10 242

8 824

2

2

589

224

88

476

13

3 915

3 414

2 526

7 874

0

0

0

0

0

15

4 504

3 638

2 614

8 350

3

6

2 779

1 010

594

4 661

7

1 110

552

637

2 173

0

0

0

0

0

13

3 889

1 562

1 231

6 834

4

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

5

C

84

67 290

26 176

18 947

11 212

43

30 086

17 983

7 665

13 995

0

0

0

0

0

127

97 376

44 159

26 612

25 207

G

42

7 546

4 838

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

42

7 546

4 838

ST

126

 

 

26 493

16 050

43

 

 

7 665

13 995

 

 

 

 

 

169

 

 

34 158

30 045

6

0

0

0

0

0

1

570

219

98

11

0

0

0

0

0

1

570

219

98

11

7 (1)

0

0

0

0

0

10

20 062

8 547

 

978

11

22 068

5 650

 

 

21

42 130

14 197

 

 

8 (1)

0

0

0

0

0

20

8 383

3 207

 

7 812

16

4 611

4 914

 

 

36

12 994

8 121

 

 

9

0

0

0

0

0

15

56 269

73 441

1 939

264 645

22

90 385

113 506

3 705

271 480

37

146 654

186 947

5 644

536 125

10

1

692

132

90

160

1

441

252

61

180

0

0

0

0

0

2

1 133

384

151

340

11

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

TOTAAL

155

84 966

32 257

30 304

22 821

144

135 762

117 216

19 836

304 709

52

118 565

125 006

3 998

271 788

351

339 293

274 479

54 138

590 528


 

 

CATEGORIEËN

AV:

Aantal vaartuigen

1

SCHAALDIEREN M.U.V. LANGOESTEN

7

TONIJN ZEGEN

KW:

Vermogen in Eenheid

2

ZWARTE HEEK

8

TONIJN HENGEL + BEUG

BT:

Brutotonnage

3

DEMERSALE SOORTEN, ANDER VISTUIG DAN TRAWL

9

PELAGISCH

AVD:

Aantal visdagen

4

TRAWLERS VOOR ANDERE DEMERSALE SOORTEN DAN HEEK

10

KRAB

VANGSTEN:

Totaal vangsten van de vaartuigen

5

KOPPOTIGEN

11

PELAGISCHE VISSERIJ VERS

 

doelsoorten en bijvangsten.

6

LANGOESTEN

 

 


(1)  de gegevens betreffende de categorieën tonijnvisserij 7 en 8 voor de EU-vloot zijn EU-gegevens.

Beide partijen komen overeen de visserijinspanning uiterlijk op 1 mei van het volgende jaar bij te werken.

BIJLAGE IV

Richtsnoeren met het oog op het uitwerken van de matrix van doelstellingen en prestatie-indicatoren voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van de Stratégie de développement durable du secteur de la pêche de la Mauritanie (strategie voor de duurzame ontwikkeling van de visserijsector in Mauritanië)

Strategische prioriteiten en doelstellingen

Indicatoren (indicatieve lijst)

1.   Beheer van de visserij en de optimalisatie van de opbrengst

1.1

Duurzaam beheer van de visserij

Aantal opgestelde, uitgevoerde en geëvalueerde beheersplannen

Aantal vaartuigen voor de artisanale visserij en de kustvisserij dat is geregistreerd (in absolute cijfers en als een percentage)

Vaartuigenregister dat in de EEZ van Mauritanië wordt bijgehouden

1.2

Versterking van visserij- en oceanografisch onderzoek

Aantal uitgevoerde evaluatiecampagnes met betrekking tot de beviste bestanden

Aantal uitgevoerde onderzoeksprogramma's

Aantal opgestelde en opgevolgde aanbevelingen inzake de toestand van de voornaamste visbestanden (met name de maatregelen op het gebied van stillegging van de visserij en de maatregelen voor de instandhouding voor overbeviste bestanden)

1.3

Versterking van de bewaking van de visserij

[Aantal onafhankelijke beëdigde controleurs en de opneming van posten op de begroting in de wet van]

Kwaliteit en diversiteit van de gerealiseerde inspecties (aantal controledagen op zee, aantal controles in de haven en op zee, aantal controles vanuit de lucht, aantal statistische bulletins dat is gepresenteerd)

Het door radar bestreken gebied van de Mauritaanse EEZ

Aantal met VMS uitgeruste vaartuigen

Gebruikspercentage van het elektronische logboek/industriële en kustvisserij samen

1.4

Controle en aanpassing van de capaciteit

Uitvoering van het programma voor de aanpassing van de capaciteit

Verminderingspercentage van de vaartuigen die op demersale soorten, met name octopus, vissen

1.5

Ontwikkeling van nieuwe visserijtakken

Uitvoering van projecten ter ontwikkeling van de nieuwe visserijtakken

2.   Vergroting van de economische en sociale impact van de sector

2.1

Ontwikkeling van infrastructuur en havendiensten

Voortgang van de modernisering van de haven van Nouadhibou

Voortgang van de modernisering en uitbreiding van de vissershaven Voor artisanale visserij van Nouadhibou

Aantal uitgevoerde acties met betrekking tot de aanpassing aan de normen van de vismarkt

Voortgang van de bouw van de kades voor de artisanale visserij

Aantal scheepswrakken dat van de rede van Nouadhibou is weggehaald

2.2

Herstructurering van de Mauritaanse industriële vloot, modernisering en verbetering van de sanitaire voorzieningen van de artisanale vloot

Aantal gerealiseerde herstructureringsmaatregelen

Kwaliteit van de voorgestelde financiële instrumenten

Aantal kano's dat is uitgerust met koelinstallaties

Regelgeving inzake de minimumvoorwaarden op het gebied van de gezondheid en hygiëne die van toepassing zijn op kano's en hun producten, en uitvoering daarvan

2.3

Verbetering van de kwaliteit van de visserijproducten (aanpassing aan de gezondheidsnormen van de aangevoerde en verwerkte producten).

Het systeem voor de inspectie van visserijproducten is aangepast en het is operationeel

Aantal bewustmakingscampagnes met betrekking tot de hygiënevoorschriften (aantal opleidingen georganiseerd en aantal opgeleide personen)

Het onderzoekslaboratorium in Nouakchott is operationeel

Vismarkt van Nouakchott voldoet aan sanitaire normen

Talrijke kano's zijn uitgerust met ijskisten

Aantal plaatsen dat is ingericht voor het aanlanden en verwerken van de vangsten van de artisanale visserij

2.4

Ontwikkeling van de artisanale zeevisserij, de binnenvisserij en de aquacultuur

Volume van de vangsten van de artisanale visserij

Aantal gerealiseerde aquacultuurprojecten

Omvang van de gerealiseerde financiering voor binnenvisserijprojecten

2.5

Bevordering van de particuliere investeringen in de sector

Aantal goedgekeurde institutionele hervormingen

Verbeteringen van het juridische investeringsklimaat

Speciale financiële instrumenten die zijn uitgevoerd (begrotingslijnen voor artisanale visserij en steun voor de industriële visserij)

Aantal georganiseerde commerciële-partnerschapsfora

Volume gerealiseerde particuliere investeringen

Aantal tot stand gebrachte publiek-private of particuliere partnerschappen

3.   Bescherming van het zeemilieu, van de habitats en van de kust

3.1

Instandhouding van het zeemilieu en de aquatische habitats

Aantal uitgevoerde diagnostische studies naar het zeemilieu (uitgangssituatie en vervolgstudies over milieuparameters)

Aantal gerealiseerde instandhoudingsacties en de kwaliteit daarvan

Verbetering van de verwerkingscapaciteit voor vervuilende stoffen (vaten voor het verzamelen van afgewerkte olie, enz.), rioolwaterzuiveringsinstallaties

Goedgekeurde en tenuitvoergelegde regelgeving over het beheer van vervuilende stoffen

3.2

Vergroting van de capaciteit op het gebied van onderzoek naar en bestrijding van vervuiling van de zee

Staat van uitvoering van het anti-vervuilingscentrum

Kwaliteit en kwantiteit van het aangeschafte bestrijdingsmateriaal

4.   Hervorming van het juridisch en institutioneel kader

4.1.

Versterking van personeelsopleiding

Goedgekeurd en uitgevoerd opleidingsplan

Aantal bijscholingsstages voor het management

Aantal opleidingsstages voor het technische personeel

4.2

Verbetering van de doelmatigheid van de technische diensten van het ministerie van Visserij en van de diensten die bij het beheer van de sector betrokken zijn

Groeicijfer van de huishoudelijke begroting

Functionerende gegevensbank

Verbetering van het beheer van de vergunningen voor de artisanale en de industriële visserij

4.3

Versterking van het toezicht op en de evaluatie van de uitvoering van de strategie (het sturen van het systeem)

Operationeeltoezichtsysteem opgezet

Reeks relevante indicatoren beschikbaar; worden regelmatig gemeten

Aantal uitgevoerde periodieke evaluaties