ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 171

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
1 juli 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 621/2008 van de Commissie van 30 juni 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 622/2008 van de Commissie van 30 juni 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004, wat betreft schikkingsprocedures in kartelzaken ( 1 )

3

 

 

Verordening (EG) nr. 623/2008 van de Commissie van 30 juni 2008 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 juli 2008

6

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2008/66/EG van de Commissie van 30 juni 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine op te nemen als werkzame stof ( 1 )

9

 

*

Richtlijn 2008/67/EG van de Commissie van 30 juni 2008 tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen ( 1 )

16

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

Raad van ministers ACS-EG

 

 

2008/494/EG

 

*

Besluit nr. 1/2008 van de ACS-EG-Raad van ministers van 13 juni 2008 betreffende de herziening van de financieringsvoorwaarden in geval van kortetermijnfluctuaties van de exportopbrengsten

63

 

 

Rectificaties

 

 

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 620/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 houdende rectificatie van Verordening (EG) nr. 386/2008 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten (PB L 168 van 28.6.2008)

65

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

1.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/1


VERORDENING (EG) Nr. 621/2008 VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 2008

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 510/2008 van de Commissie (PB L 149 van 7.6.2008, blz. 61).

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 juni 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

39,1

MK

34,1

TR

47,7

ZZ

40,3

0707 00 05

JO

156,8

MK

11,6

TR

83,4

ZZ

83,9

0709 90 70

JO

216,7

TR

97,2

ZZ

157,0

0805 50 10

AR

114,8

IL

116,0

US

72,2

ZA

111,2

ZZ

103,6

0808 10 80

AR

79,6

BR

89,7

CL

99,6

CN

93,8

NZ

115,6

US

102,0

UY

88,5

ZA

86,8

ZZ

94,5

0809 10 00

IL

121,6

TR

198,9

ZZ

160,3

0809 20 95

TR

362,6

US

354,9

ZZ

358,8

0809 30 10, 0809 30 90

CL

244,7

IL

144,8

ZZ

194,8

0809 40 05

IL

157,2

ZZ

157,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


1.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/3


VERORDENING (EG) Nr. 622/2008 VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004, wat betreft schikkingsprocedures in kartelzaken

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (1), en met name op artikel 33,

Na bekendmaking van de ontwerp-verordening (2),

Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (3) zijn de regels voor de deelname van de betrokken partijen aan dit soort procedures vastgesteld.

(2)

Partijen in de procedure zijn mogelijk bereid hun deelname aan een kartel dat artikel 81 van het Verdrag schendt, en hun aansprakelijkheid ten aanzien van die deelname, te erkennen mits zij de beoogde vaststelling van de Commissie ten aanzien van hun aandeel in de inbreuk en de hoogte van mogelijke geldboeten redelijkerwijs kunnen voorzien, en met die vaststelling kunnen instemmen. Het dient voor de Commissie mogelijk te zijn om, waar zo nodig, aan die partijen de bezwaren te onthullen die zij, op basis van het in het dossier beschikbare bewijsmateriaal, ten aanzien van hen voornemens is aan te voeren, alsmede de geldboeten die hun naar verwachting zullen worden opgelegd. Het feit dat dit soort gegevens zo vroeg wordt vrijgegeven, moet de betrokken partijen in staat stellen hun standpunt kenbaar te maken wat betreft de bezwaren die de Commissie ten aanzien van hen voornemens is aan te voeren, alsmede wat betreft hun mogelijke aansprakelijkheid.

(3)

Wanneer de Commissie de door de partijen met het oog op een schikking gedane verklaringen in de mededeling van punten van bezwaar weergeeft en de partijen in hun antwoord bevestigen dat de mededeling van punten van bezwaar overeenstemt met de inhoud van hun met het oog op een schikking gedane verklaringen, dient de Commissie in staat te zijn om, na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1/2003, over te gaan tot het geven van een beschikking op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003.

(4)

Derhalve dient een schikkingsprocedure te worden ingesteld om de Commissie in staat te stellen kartelzaken sneller en doeltreffender af te handelen. De Commissie behoudt een ruime beoordelingsmarge om te bepalen welke zaken in aanmerking kunnen komen om te peilen of de partijen belangstelling hebben om schikkingsgesprekken te gaan voeren, alsmede om te besluiten dit soort gesprekken te gaan voeren, stop te zetten of tot een definitieve schikking te komen. Daarom kan de Commissie op ieder tijdstip in de procedure besluiten om schikkingsgesprekken volledig stop te zetten in een bepaalde zaak of ten aanzien van een of meer van de partijen. In dat verband kan rekening worden gehouden met de kans dat met de betrokken partijen binnen een redelijke termijn tot een gemeenschappelijke conclusie wordt gekomen betreffende de omvang van de mogelijke bezwaren; daarbij gaat het om factoren als aantal betrokken partijen, voorzienbare tegenstrijdige standpunten over de toerekening van de aansprakelijkheid, of de mate waarin de feiten worden betwist. Het vooruitzicht om procedurele voordelen te behalen wordt in acht genomen, rekening houdende met de vooruitgang die tijdens de schikkingsprocedure ten algemene is geboekt, waaronder enige onredelijke vertraging verbonden aan de vereiste middelen om toegang tot de niet-vertrouwelijke versies van documenten in het dossier te verschaffen. Andere punten van zorg kunnen meespelen zoals het mogelijk stellen van een precedent.

(5)

Klagers zullen nauw bij schikkingsprocedures worden betrokken en zullen naar behoren schriftelijk op de hoogte worden gehouden over de aard en de inhoud van de procedure, om hen in staat te stellen hun standpunten daarover kenbaar te maken en zodoende aan het onderzoek van de Commissie mee te werken. In de specifieke context echter van schikkingsprocedures dient het feit dat klagers een niet-vertrouwelijke versie van de mededeling van punten van bezwaar wordt verschaft, mogelijk niet het doel dat klagers in staat worden gesteld aan het onderzoek van de Commissie mee te werken, en kan het de partijen in de procedure ontmoedigen om met de Commissie mee te werken. Met het oog daarop dient de Commissie niet te worden verplicht een niet-vertrouwelijke versie van de mededeling van punten van bezwaar aan de klagers te verschaffen.

(6)

Verordening (EG) nr. 773/2004 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 773/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   De Commissie kan op elk tijdstip besluiten de procedure in te leiden met het oog op de vaststelling van een beschikking op grond van hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1/2003; dit besluit dient echter te worden genomen vóór de voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003, vóór de toezending van een mededeling van punten van bezwaar, vóór een verzoek aan de partijen hun belangstelling te laten blijken om schikkingsgesprekken te voeren, of vóór de publicatie van een bekendmaking in de zin van artikel 27, lid 4, van die verordening, naargelang van welke handeling het eerst plaatsvindt.”.

2.

Artikel 6, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   Wanneer de Commissie de punten van bezwaar meedeelt met betrekking tot een zaak waarin zij een klacht heeft ontvangen, verschaft zij de klager een exemplaar van de niet-vertrouwelijke versie van de mededeling van punten van bezwaar, behalve in die gevallen waarin de schikkingsprocedure wordt toegepast; in dat geval stelt zij de klager schriftelijk in kennis van de aard en het onderwerp van de procedure. De Commissie stelt ook een termijn vast waarbinnen de klager schriftelijk zijn standpunt kenbaar kan maken.”.

3.

Artikel 10, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   De Commissie deelt de betrokken partijen de jegens hen aangevoerde bezwaren mee. De mededeling van punten van bezwaar wordt schriftelijk gericht aan elk van de partijen tegen wie bezwaren worden aangevoerd.”.

4.

Het volgende artikel 10 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 10 bis

Schikkingsprocedure in kartelzaken

1.   Na de inleiding van de procedure op grond van artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1/2003 kan de Commissie een termijn vaststellen waarbinnen de partijen schriftelijk kunnen aangeven dat zij bereid zijn schikkingsgesprekken te voeren, met als doel om eventueel verklaringen met het oog op een schikking in te dienen. De Commissie is niet verplicht rekening te houden met antwoorden die zij na het verstrijken van die termijn ontvangt.

Indien twee of meer partijen binnen dezelfde onderneming aangeven dat zij bereid zijn overeenkomstig de eerste alinea schikkingsgesprekken te voeren, dienen dezen gemeenschappelijke vertegenwoordigers aan te stellen, die zijn gemachtigd om namens hen met de Commissie deze gesprekken te voeren. Bij het vaststellen van de in de eerste alinea bedoelde termijn deelt de Commissie aan de betrokken partijen mee dat zij binnen dezelfde onderneming zijn geïdentificeerd, met het enkele doel hen in staat te stellen aan deze bepaling te voldoen.

2.   Partijen die aan schikkingsgesprekken deelnemen, kunnen door de Commissie in kennis worden gesteld van:

a)

de bezwaren die zij voornemens is jegens hen aan te voeren;

b)

het bewijsmateriaal waarvan wordt gebruikgemaakt om de beoogde bezwaren vast te stellen;

c)

niet-vertrouwelijke versies van ieder specifiek, toegankelijk document dat op dat tijdstip in het dossier van de zaak is opgenomen, voor zover een verzoek van een partij gerechtvaardigd is om die partij in staat te stellen haar positie ten aanzien van een bepaalde periode of enig ander specifiek aspect van het kartel te bepalen, en

d)

de bandbreedte van mogelijke geldboeten.

Deze gegevens zijn vertrouwelijk, tenzij de Commissie vooraf uitdrukkelijk toestemming tot vrijgave heeft gegeven.

Indien de schikkingsgesprekken vorderen, kan de Commissie een termijn vaststellen waarbinnen de partijen zich ertoe kunnen verbinden de schikkingsprocedure te volgen door verklaringen met het oog op een schikking in te dienen waarin de uitkomsten van de schikkingsgesprekken zijn weergegeven en waarin zij hun betrokkenheid bij een schending van artikel 81 van het Verdrag en hun aansprakelijkheid erkennen. Vooraleer de Commissie voor de betrokken partijen een termijn vaststelt voor het doen van verklaringen met het oog op een schikking, hebben dezen het recht dat hun de in artikel 10 bis, lid 2, eerste alinea, bedoelde gegevens, op hun verzoek, tijdig worden meegedeeld. De Commissie is niet verplicht rekening te houden met verklaringen met het oog op een schikking die zij na het verstrijken van die termijn ontvangt.

3.   Wanneer de inhoud van de door de partijen met het oog op een schikking gedane verklaringen in de aan de partijen kennisgegeven mededeling van punten van bezwaar is weergegeven, wordt door het schriftelijke antwoord van de betrokken partijen op de mededeling van punten van bezwaar, binnen een door de Commissie vast te stellen termijn, bevestigd dat de aan hen gerichte mededeling van punten van bezwaar de inhoud van hun met het oog op een schikking gedane verklaringen weergeeft. De Commissie kan daarop, na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1/2003, overgaan tot het geven van een beschikking op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003.

4.   De Commissie kan op ieder tijdstip in de procedure besluiten om schikkingsgesprekken volledig stop te zetten in een bepaalde zaak of ten aanzien van één of meer van de betrokken partijen, indien zij van menig is dat procedurele voordelen in het gedrang komen.”.

5.

Artikel 11, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   De Commissie biedt de partijen aan wie zij een mededeling van punten van bezwaar richt, de mogelijkheid om te worden gehoord alvorens zij het in artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 bedoelde Adviescomité raadpleegt.”.

6.

Artikel 12 komt als volgt te luiden:

„Artikel 12

1.   De Commissie stelt de partijen aan wie zij een mededeling van punten van bezwaar richt, in de gelegenheid tijdens een hoorzitting hun standpunt toe te lichten, indien zij in hun schriftelijke opmerkingen daarom verzoeken.

2.   Bij het indienen van hun verklaringen met het oog op een schikking, bevestigen de partijen evenwel aan de Commissie dat zij alleen de gelegenheid moeten krijgen hun argumenten tijdens een hoorzitting uiteen te zetten wanneer door de mededeling van punten van bezwaar de inhoud van hun verklaringen met het oog op een schikking niet wordt weergegeven.”.

7.

In artikel 15 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

„1 bis.   Na inleiding van de procedure van artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1/2003 en om de partijen die daartoe bereid zijn, in staat te stellen verklaringen met het oog op een schikking in te dienen, geeft de Commissie, op verzoek en op de in desbetreffende alinea's vastgestelde voorwaarden, de in artikel 10 bis, lid 2, bedoelde bewijsstukken en documenten vrij. Met het oog daarop bevestigen de partijen bij het doen van hun verklaringen met het oog op een schikking aan de Commissie dat zij alleen toegang tot het dossier zullen vragen na ontvangst van de mededeling van punten van bezwaar wanneer de inhoud van hun met het oog op een schikking gedane verklaringen niet in de mededeling van punten van bezwaar zijn weergegeven.”.

8.

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 komt als volgt te luiden:

„1.   De Commissie houdt bij de vaststelling van de in artikel 3, lid 3, artikel 4, lid 3, artikel 6, lid 1, artikel 7, lid 1, artikel 10, lid 2, artikel 10 bis, leden 1, 2 en 3, en artikel 16, lid 3, bedoelde termijnen zowel rekening met de tijd die nodig is voor het opstellen van de stukken, als met het spoedeisende karakter van de zaak.”;

b)

lid 3 komt als volgt te luiden:

„3.   De in artikel 4, lid 3, artikel 10 bis, leden 1 en 2, en artikel 16, lid 3, bedoelde termijnen bedragen ten minste twee weken. De in artikel 3, lid 3, bedoelde termijn bedraagt ten minste twee weken, behalve voor verklaringen met het oog op een schikking, waarvoor correcties binnen één week plaatsvinden. De in artikel 10 bis, lid 3, bedoelde termijn bedraagt ten minste twee weken.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2008.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1419/2006 (PB L 269 van 28.9.2006, blz. 1).

(2)  PB C 50 van 27.10.2007, blz. 48.

(3)  PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1792/2006 (PB L 362 van 20.12.2006, blz. 1).


1.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/6


VERORDENING (EG) Nr. 623/2008 VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 2008

tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 juli 2008

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat het invoerrecht voor de producten van de GN-codes 1001 10 00, 1001 90 91, ex 1001 90 99 [zachte tarwe van hoge kwaliteit], 1002, ex 1005 met uitzondering van hybriden voor zaaidoeleinden, en ex 1007 met uitzondering van hybriden voor zaaidoeleinden, gelijk is aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs voor de betrokken zending. Dit invoerrecht mag echter niet hoger zijn dan het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)

In artikel 136, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat voor de berekening van het in lid 1 van dat artikel bedoelde invoerrecht regelmatig representatieve cif-invoerprijzen voor de betrokken producten worden vastgesteld.

(3)

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 is de prijs die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het invoerrecht voor de producten van de GN-codes 1001 10 00, 1001 90 91, ex 1001 90 99 (zachte tarwe van hoge kwaliteit), 1002 00, 1005 10 90, 1005 90 00 en 1007 00 90, de dagelijkse representatieve cif-invoerprijs die wordt bepaald volgens de methode van artikel 4 van die verordening.

(4)

Er dienen invoerrechten te worden vastgesteld voor de periode vanaf 1 juli 2008, die van toepassing zullen zijn totdat een nieuwe vaststelling in werking treedt.

(5)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 608/2008 van de Commissie van 26 juni 2008 houdende tijdelijke opschorting van de douanerechten bij invoer van bepaalde granen voor het verkoopseizoen 2008/2009 (3) wordt de toepassing van bepaalde bij de onderhavige verordening vastgestelde rechten evenwel opgeschort,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 1 juli 2008, worden in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgesteld op basis van de in bijlage II vermelde elementen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 510/2008 van de Commissie (PB L 149 van 7.6.2008, blz. 61).

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1816/2005 (PB L 292 van 8.11.2005, blz. 5).

(3)  PB L 166 van 27.6.2008, blz. 19.


BIJLAGE I

Vanaf 1 juli 2008 geldende invoerrechten voor de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(EUR/t)

1001 10 00

HARDE TARWE van hoge kwaliteit

0,00 (2)

van gemiddelde kwaliteit

0,00 (2)

van lage kwaliteit

0,00 (2)

1001 90 91

ZACHTE TARWE, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed

0,00 (2)

1002 00 00

ROGGE

0,00 (2)

1005 10 90

MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden

0,00

1005 90 00

MAÏS, andere dan zaaigoed (3)

0,00 (2)

1007 00 90

GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

0,00 (2)


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt,

2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 608/2008 wordt de toepassing van dit recht opgeschort.

(3)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.


BIJLAGE II

Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten

16.6.2008-27.6.2008

1.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

(EUR/t)

 

Zachte tarwe (1)

Maïs

Harde tarwe van hoge kwaliteit

Harde tarwe van gemiddelde kwaliteit (2)

Harde tarwe van lage kwaliteit (3)

Gerst

Beurs

Minnéapolis

Chicago

Notering

259,01

187,53

Fob-prijs VSA

282,92

272,92

252,92

157,14

Golfpremie

8,73

Grote-Merenpremie

27,11

2.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

Vrachtkosten: Golf van Mexico–Rotterdam:

43,58 EUR/t

Vrachtkosten: Grote Meren–Rotterdam:

48,70 EUR/t


(1)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(2)  Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(3)  Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


RICHTLIJNEN

1.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/9


RICHTLIJN 2008/66/EG VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 2008

tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine op te nemen als werkzame stof

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 1490/2002 (3) van de Commissie zijn de bepalingen voor de uitvoering van de derde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgesteld en is een lijst opgesteld van werkzame stoffen die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine zijn in deze lijst opgenomen.

(2)

Voor deze werkzame stoffen zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 451/2000 en (EG) nr. 1490/2002 beoordeeld voor een aantal door de kennisgevers voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1490/2002 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor bifenox was België de rapporterende lidstaat en werd alle relevante informatie ingediend op 4 juli 2005. Voor diflufenican was het Verenigd Koninkrijk de rapporterende lidstaat en werd alle relevante informatie ingediend op 1 augustus 2005. Voor fenoxaprop-P was Oostenrijk de rapporterende lidstaat en werd alle relevante informatie ingediend op 2 mei 2005. Voor fenpropidin en quinoclamine was Zweden de rapporterende lidstaat en werd alle relevante informatie ingediend op 24 juni 2005 respectievelijk 15 juni 2005.

(3)

De evaluatieverslagen zijn door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst en zijn op 14 november 2007 voor quinoclamine, op 29 november 2007 voor bifenox en fenoxaprop-P en op 17 december 2007 voor diflufenican en fenpropidin bij de Commissie ingediend in de vorm van de wetenschappelijke verslagen van de EFSA (4). Deze verslagen zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 14 maart 2008 afgerond in de vorm van de evaluatieverslagen van de Commissie voor bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine.

(4)

Uit de verschillende analysen is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine bevatten, in het algemeen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen die zijn onderzocht en opgenomen in de evaluatieverslagen van de Commissie. Deze werkzame stoffen moeten derhalve in bijlage I worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.

(5)

Onverminderd deze conclusie moet nadere informatie over bepaalde specifieke punten worden ingewonnen. Artikel 6, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat aan de opneming van een werkzame stof in bijlage I voorwaarden kunnen worden verbonden. Er dient dan ook te worden geëist dat bifenox ter bevestiging van de risicobeoordeling voor consumenten en het langetermijnrisico voor plantenetende zoogdieren en fenpropidin ter bevestiging van de risicobeoordeling voor het langetermijnrisico voor plantenetende en insectenetende vogels aan verdere tests worden onderworpen en dat deze studies door de kennisgevers worden voorgelegd.

(6)

Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat een werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de opneming voortvloeien.

(7)

Onverminderd de verplichtingen zoals vastgelegd in Richtlijn 91/414/EEG ten gevolge van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine bevatten, opnieuw te onderzoeken en ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG, met name in artikel 13 en bijlage I, is voldaan. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen naargelang het geval wijzigen, vervangen of intrekken overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG. In afwijking van de bovenstaande termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige in bijlage III vermelde dossier voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen van Richtlijn 91/414/EEG.

(8)

Bij eerdere opnemingen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie (5) zijn onderzocht, is gebleken dat de uitlegging van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft tot problemen kan leiden. Om verdere problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten daarom worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang tot een dossier verschaft dat aan de vereisten van bijlage II bij die richtlijn voldoet. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe vastgestelde richtlijnen tot wijziging van bijlage I geen nieuwe verplichtingen op.

(9)

Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

De lidstaten dienen uiterlijk op 30 juni 2009 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 juli 2009.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

1.   De lidstaten moeten overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine als werkzame stof bevatten, voor 30 juni 2009 zo nodig wijzigen of intrekken.

Uiterlijk op die datum verifiëren zij met name of aan de voorwaarden van bijlage I bij die richtlijn met betrekking tot bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine is voldaan, met uitzondering van de voorwaarden in deel B van de tekst betreffende die werkzame stoffen, en of de houder van de toelating in het bezit is van of toegang heeft tot een dossier dat overeenkomstig de voorwaarden van artikel 13 van die richtlijn aan de eisen van bijlage II bij die richtlijn voldoet.

2.   In afwijking van lid 1 voeren de lidstaten op basis van een dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG en rekening houdend met deel B van de tekst van bijlage I van die richtlijn wat bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine betreft, overeenkomstig de uniforme beginselen in bijlage VI bij die richtlijn een nieuwe evaluatie uit voor elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine bevat als enige werkzame stof of als een van een aantal werkzame stoffen die alle uiterlijk 31 december 2008 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen. Aan de hand van die evaluatie bepalen zij of het gewasbeschermingsmiddel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van die richtlijn.

Daarna zorgen de lidstaten ervoor dat:

a)

als bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine de enige werkzame stof in het gewasbeschermingsmiddel is, de toelating, indien nodig, uiterlijk 31 december 2012 wordt gewijzigd of ingetrokken; of

b)

als het gewasbeschermingsmiddel naast bifenox, diflufenican, fenoxaprop-P, fenpropidin en quinoclamine nog andere werkzame stoffen bevat, de toelating — zo nodig — uiterlijk op 31 december 2012 of, als dat later is, op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de richtlijn waarbij die stoffen aan bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn toegevoegd, wordt gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/45/EG van de Commissie (PB L 94 van 5.4.2008, blz. 21).

(2)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).

(3)  PB L 224 van 21.8.2002, blz. 23. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2007 (PB L 246 van 21.9.2007, blz. 19).

(4)  EFSA Scientific Report (2007) 119, 1-84, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance bifenox (afgerond op 29 november 2007).

EFSA Scientific Report (2007) 122, 1-84, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance diflufenican (afgerond op 17 december 2007).

EFSA Scientific Report (2007) 121, 1-76, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance fenoxaprop-P (afgerond op 29 november 2007).

EFSA Scientific Report (2007) 124, 1-84, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance fenpropidin (afgerond op 17 december 2007, herziene versie van 29 januari 2008 met correcties van verkeerde berekeningen in de risicobeoordeling van de gevolgen voor het water).

EFSA Scientific Report (2007) 117, 1-70, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance quinoclamine (afgerond op 14 november 2007).

(5)  PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 416/2008 (PB L 125 van 9.5.2008, blz. 25).


BIJLAGE

Aan het einde van de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt de volgende tekst toegevoegd:

Nr.

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Inwerkingtreding

Geldigheidsduur

Bijzondere bepalingen

„186

Bifenox

CAS-nr. 42576-02-3

CIPAC-nr. 413

Methyl-5-(2,4-dichloorfenoxy)-2-nitrobenzoaat

≥ 970 g/kg onzuiverheden:

 

maximaal 3 g/kg 2,4-dichloorfenol

 

maximaal 6 g/kg 2,4-dichlooranisool

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bifenox dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

de blootstelling van de consumenten via de voeding aan bifenoxresiduen in producten van dierlijke oorsprong of in wisselgewassen.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

informatie over residuen van bifenox en zijn metaboliet hydroxybifenoxzuur in levensmiddelen van dierlijke oorsprong en over bifenoxresiduen in wisselgewassen;

informatie voor de verdere beoordeling van het langetermijnrisico voor plantenetende zoogdieren als gevolg van het gebruik van bifenox.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke gegevens en informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling aan de Commissie verstrekt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

187

Diflufenican

CAS-nr. 83164-33-4

CIPAC-nr. 462

2′,4′-difluor-2-(α,α,α-trifluor-m-tolyloxy) nicotinanilide

≥ 970 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diflufenican dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van in het water levende organismen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen, zoals een spuitvrije bufferzone in het veld, worden toegepast.

188

Fenoxaprop-P

CAS-nr. 113158-40-0

CIPAC-nr. 484

(R)-2[4-[(6-chloor-2-benzoxazolyl)oxy]-fenoxy]propionzuur

≥ 920 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenoxaprop-P dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten;

de aanwezigheid van de beschermstof mefenpyr-diethyl in geformuleerde producten wat betreft de blootstelling van de toedieners, werknemers en omstanders;

de persistentie van de stof en sommige afbraakproducten daarvan in koudere zones en gebieden waar anaerobe omstandigheden kunnen voorkomen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

189

Fenpropidin

CAS-nr. 67306-00-7

CIPAC-nr. 520

(R,S)-1-[3-(4-tert-butylfenyl)-2-methylpropyl]piperidine

≥ 960 g/kg (racemaat)

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenpropidin dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de veiligheid van de toedieners en de werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

de bescherming van in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

informatie voor de verdere beoordeling van het langetermijnrisico voor plantenetende en insectenetende vogels als gevolg van het gebruik van fenpropidin.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke gegevens en informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling aan de Commissie verstrekt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

190

Quinoclamine

CAS-nr. 2797-51-5

CIPAC-nr. 648

2-amino-3-chloor-1,4-naftochinon

≥ 965 g/kg onzuiverheid:

dichlon (2,3-dichloor-1,4-naftochinon) maximaal 15 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die quinoclamine bevatten voor andere toepassingen dan voor siergewassen of kwekerijgewassen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 1, onder b), en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over quinoclamine dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de veiligheid van de toedieners, de werknemers en de omstanders, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

de bescherming van in het water levende organismen;

de bescherming van vogels en kleine zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.


(1)  Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.”


1.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/16


RICHTLIJN 2008/67/EG VAN DE COMMISSIE

van 30 juni 2008

tot wijziging van Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 96/98/EG van de Raad van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen (1), en met name op artikel 17,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor de toepassing van Richtlijn 96/98/EG gelden de van kracht zijnde versies van de internationale verdragen en beproevingsnormen.

(2)

Aangezien sedert 1 juli 2002, de datum waarop Richtlijn 96/98/EG een eerste maal is gewijzigd, wijzigingen van de internationale verdragen en toepasselijke beproevingsnormen in werking zijn getreden, is het ter wille van de duidelijkheid wenselijk deze wijzigingen op te nemen in de betrokken richtlijn.

(3)

De Internationale Maritieme Organisatie en de Europese normalisatie-instellingen hebben normen vastgesteld, waaronder gedetailleerde beproevingsnormen, voor bepaalde in bijlage A.2 van Richtlijn 96/98/EG opgesomde uitrusting of uitrusting die niet in de lijst is opgenomen maar relevant wordt geacht voor de toepassing van die richtlijn. Daarom moet deze uitrusting worden opgenomen in bijlage A.1, of worden verplaatst van bijlage A.2 naar bijlage A.1, al naar gelang van het geval.

(4)

Richtlijn 96/98/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(5)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 2002/84/EG van het Europees Parlement en de Raad ingestelde COSS-comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage A van Richtlijn 96/98/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

Uitrusting die als „nieuwe uitrusting” is vermeld onder het kopje „benaming” van bijlage A.1 of is verplaatst van bijlage A.2 naar A.1 en is vervaardigd in overeenstemming met typekeuringsprocedures die reeds op het grondgebied van de betrokken lidstaat van kracht waren voor de in artikel 3, lid 1, bedoelde datum, mag gedurende een periode van twee jaar gerekend vanaf deze datum in de handel worden gebracht en aan boord van een schip worden geplaatst.

Artikel 3

Omzetting

1.   De lidstaten dienen uiterlijk 21 juli 2009 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 21 juli 2009.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 juni 2008.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vicevoorzitter


(1)  PB L 46 van 17.2.1997, blz. 25. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/84/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 324 van 29.11.2002, blz. 53).


BIJLAGE

BIJLAGE A

Lijst van gebruikte afkortingen

 

Circ.: Circulaire.

 

COLREG: International Regulations for Preventing Collisions at Sea (Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee).

 

COMSAR: IMO subcomité inzake Radiocommunicatie, opsporing en redding.

 

EN: Europese norm.

 

ETSI: Europees Instituut voor Telecommunicatienormen.

 

FSS: Internationale code voor brandveiligheidsystemen.

 

FTP: Internationale code voor brandproefprocedures.

 

HSC: Internationale code voor de veiligheid van hogesnelheidsvaartuigen (High Speed Craft Code).

 

IBC: Internationale Code inzake het vervoer van chemicaliën in bulk (International Bulk Chemical Code).

 

ICAO: Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.

 

IEC: Internationale Elektrotechnische Commissie (International Electro-technical Commission).

 

IMO: Internationale Maritieme Organisatie.

 

ISO: Internationale Organisatie voor Normalisatie.

 

ITU: Internationale Telecommunicatie Unie.

 

LSA: reddingsmiddel (Life saving appliance).

 

MARPOL: Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (International Convention for the Prevention of Pollution from Ships).

 

MEPC: Comité voor bescherming van het mariene milieu (Marine Environment Protection Committee).

 

MSC: Maritieme Veiligheidscommissie (Maritime Safety Committee).

 

SOLAS: het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee.

 

Reg.: voorschrift.

 

Res.: resolutie.

BIJLAGE A.1

UITRUSTING WAARVOOR IN INTERNATIONALE INSTRUMENTEN REEDS GEDETAILLEERDE BEPROEVINGSNORMEN BESTAAN

Op heel bijlage A.1 van toepassing zijnde noten

a)

Algemeen: Naast de specifiek vermelde internationale beproevingsnormen staat een aantal bepalingen, waaraan de hand moet worden gehouden bij het typeonderzoek zoals vermeld in de overeenstemmingsbeoordelingsmodules van bijlage B, in de toepasselijke voorschriften van de internationale verdragen en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO.

b)

Kolom 5: Wanneer IMO resoluties worden vermeld zijn alleen de beproevingsnormen in de desbetreffende delen van de bijlagen bij de resoluties van toepassing en niet de bepalingen van de resoluties zelf.

c)

Kolom 5: Van kracht zijnde versies van de internationale verdragen en beproevingsnormen. Ten behoeve van een correcte verwijzing naar de relevante normen moet op de beproevingsverslagen, certificaten van overeenstemming en verklaringen van overeenstemming worden aangegeven welke norm en welke versie daarvan werd toegepast.

d)

Kolom 5: Waneer twee benamingen van groepen beproevingsnormen worden gescheiden door een „of” voldoet elk van deze groepen aan alle beproevingseisen waarmee overeenstemming met de IMO prestatienormen kan worden aangetoond. Het volstaat bijgevolg op basis van één van deze groepen te testen om aan te tonen dat aan de eisen van de desbetreffende internationale instrumenten is voldaan. Bijgevolg zijn wanneer een ander scheidingsteken (komma) wordt gebruikt, alle opgesomde referenties van toepassing.

e)

Kolom 6: Een kruisje onder H betekent: module H plus certificaat van ontwerponderzoek.

f)

De in deze bijlage vastgestelde eisen gelden onverminderd de uitrustingseisen in de internationale verdragen.

1.   Persoonlijke reddingsmiddelen

Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.1/1.1

Reddingsboeien

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/7,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, II,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ. 980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.2

Positie aangevende lichten voor persoonlijke reddingsmiddelen:

voor reddingsvlotten en hulpverleningsboten

voor reddingsboeien

voor reddingsvesten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/7,

Voorschrift III/22,

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/32,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) II, IV,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ 885,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

(Behalve eisen voor batterijen zoals gespecificeerd in EN 394 (1993), die enkel op lichten voor reddingsgordels van toepassing zijn)

B + D

B + E

B + F

A.1/1.3

Zelfwerkende rooksignalen voor reddingsboeien

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/7,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, II,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.4

Reddingsvesten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/7,

Voorschrift III/22,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13.12,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, II,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.922,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

(Behalve eisen voor batterijen zoals gespecificeerd in EN 394 (1993), die enkel oplichten voor reddingsgordels van toepassing zijn)

B + D

B + E

B + F

A.1/1.5

Overlevingspakken en beschermingspakken die niet als reddingsvesten zijn geclassificeerd:

geïsoleerd of niet geïsoleerd:

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/7,

Voorschrift III/22,

Voorschrift III/32,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, II,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

EN ISO 15027-3 (2002).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.6

Overlevingspakken en beschermingspakken die als reddingsvesten zijn geclassificeerd:

geïsoleerd of niet geïsoleerd:

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/7,

Voorschrift III/22,

Voorschrift III/32,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, II,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70),

EN ISO 15027-3 (2002).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.7

Hulpmiddelen tegen warmteverlies

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/22,

Voorschrift III/32,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, II,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.8

Valschermsignalen (pyrotechniek)

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/6,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, III,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.9

Handstakellichten (pyrotechniek)

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, III,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.10

Drijvende rooksignalen (pyrotechniek)

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, III,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.11

Lijnwerptoestellen

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/18,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VII,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.12

Opblaasbare reddingsvlotten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/13,

Voorschrift III/21,

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/31,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.811,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.13

Vaste reddingsvlotten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/21,

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/31,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.811,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70),

IMO MSC/Circ.1006.

B + D

B + E

B + F

A.1/1.14

Zichzelf automatisch oprichtende reddingsvlotten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV,

IMO Res.. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.809 met inbegrip van Add.1.

IMO MSC/Circ.811,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70),

IMO MSC/Circ.809 met inbegrip van Add.1.

IMO MSC/Circ.1006.

B + D

B + E

B + F

A.1/1.15

Overdekte omkeerbare reddingsvlotten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8, bijlage 10,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8, bijlage 11,

IMO MSC/Circ.809 met inbegrip van Add.1.

IMO MSC/Circ.811,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res.. MSC.81(70),

IMO MSC/Circ.809 met inbegrip van Add.1.

IMO MSC/Circ.1006.

B + D

B + E

B + F

A.1/1.16

Zelfdrijfvoorzieningen voor reddingsvlotten; (hydrostatische openers)

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/13,

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res.. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res.. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.811,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.17

Reddingsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/21,

Voorschrift III/31,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70),

IMO MSC/Circ.1006.

B + D

B + F

G

A.1/1.18

Vaste hulpverleningsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/21,

Voorschrift III/31,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, V,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70),

IMO MSC/Circ.1006.

B + D

B + F

G

A.1/1.19

Hulpverleningsboten in opgeblazen toestand

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/21,

Voorschrift III/31,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, V,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70),

ISO 15372 (2000).

B + D

B + F

G

A.1/1.20

Snelle hulpverleningsboten

Voorschrift III/4.

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, V,

IMO MSC/Circ.809 met inbegrip van Add.1.

IMO MSC/Circ.980,

IMO MSC/Circ.1016,

IMO MSC/Circ.1094.

IMO Res. MSC.81(70),

IMO MSC/Circ.1006,

ISO 15372 (2000).

B + D

B + F

G

A.1/1.21

Tewaterlatingsmiddelen waarbij gebruikgemaakt wordt van lopers (davits)

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/23,

Voorschrift III/33,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/1.22

Tewaterlatingsmiddelen door middel van vrij opdrijven voor reddingsvlotten

Verplaatst naar A.2/1.3

A.1/1.23

Tewaterlatingsmiddelen door middel van vrije val voor reddingsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/16,

Voorschrift III/23,

Voorschrift III/33,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/1.24

Tewaterlatingsmiddelen voor reddingsvlotten

(Davits)

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/12,

Voorschrift III/16,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/1.25

Tewaterlatingsmiddelen voor snelle hulpverleningsboten

(Davits)

Voorschrift III/4.

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VI,

IMO MSC/Circ.809 met inbegrip van Add.1.

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/1.26

Loskoppelmechanisme voor

Reddingsboten en hulpverleningsboten en

Reddingsvlotten

met torenloper of -lopers te water gelaten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/16,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.27

Systemen voor evacuatie op zee

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/15,

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + F

G

A.1/1.28

Hulpverleningsmiddelen

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70),

IMO MSC/Circ.810.

B + D

B + F

A.1/1.29

Inschepingsladders

Verplaatst naar A.2/1.4

A.1/1.30

Retroflecterende materialen

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. A.658(16).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.31

VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot

Verplaatst naar A.1/5.17 en A.1/5.18

A.1/1.32

9 GHz SAR-transponder (SART)

Verplaatst naar A.1/4.18

A.1/1.33

Radarreflector voor reddingsboten en hulpverleningsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV, V,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.164(78),

IMO MSC/Circ.980.

EN ISO 8729 (1998).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/1.34

Kompas voor reddings- en hulpverleningsboten

Verplaatst naar A.1/4.23

A.1/1.35

Draagbare brandblusapparaten voor reddingsboten en hulpverleningsboten

Verplaatst naar A.1/3.38

A.1/1.36

Voortstuwingsmotor voor reddings-/ hulpverleningsboot

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) IV, V,

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.37

Voortstuwingsmotor-buitenboordmotor voor hulpverleningsboot

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, V.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.38

Zoeklichten voor gebruik in reddings- en hulpverleningsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV, V,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.39

Open omkeerbare reddingsvlotten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8, bijlage 10,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8, bijlage 11,

IMO MSC/Circ.980.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) bijlage 10,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) bijlage 11.

B + D

B + F

A.1/1.40

Loodsstoeltje

Voorschrift V/23.

Voorschrift V/23,

IMO Res. A.889 (21),

IMO MSC/Circ.773,

IMO MSC/Circ.980.

ISO 799 (2004).

B + D

B + E

B + F

A.1/1.41

(Nieuwe apparatuur)

Lieren voor reddingsvlotten en hulpverleningsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/16,

Voorschrift III/17,

Voorschrift III/23,

Voorschrift III/24,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8.

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code),

IMO Res. MSC.81(70).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/1.42

(Nieuwe apparatuur)

Loodsladder

Voorschrift V/23,

Voorschrift X/3.

Voorschrift V/23

IMO Res. A.889 (21)

IMO MSC/Circ.528/rev.1.

IMO Res. A.889(21).

B + D

B + E

B + F

G


2.   Voorkoming van verontreiniging van de zee

Nr.

Benaming

Voorschrift MARPOL 73/78 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Toepasselijke voorschriften van MARPOL 73/78 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.1/2.1

Oliefiltreersysteem (voor oliegehalte van de uitstromende vloeistof dat 15 p.p.m. niet overschrijdt)

Bijlage 1, Voorschrift 16(4),

Bijlage 1, Voorschrift 16(5),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.6,

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.7.

Bijlage 1, Voorschrift 16(1),

Bijlage 1, Voorschrift 16(2),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.1,

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.2,

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.3,

IMO Res. MEPC.60(33),

IMO Res. MEPC.107(49).

B + D

B + E

B + F

A.1/2.2

Detectoren van het olie/water scheidingsvlak

Bijlage 1, Voorschrift 15(3)(b),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 32.

Bijlage 1, Voorschrift 15(3)(b),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 32.

IMO Res. MEPC.5(XIII).

B + D

B + E

B + F

A.1/2.3

Oliegehaltemeters

Bijlage 1, Voorschrift 16(5),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.7,

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.7,

Bijlage 1, Voorschrift 16(1) en (2),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 14.1 en 14.2.

IMO Res. MEPC.60(33),

IMO Res. MEPC.107(49).

B + D

B + E

B + F

A.1/2.4

Oliefiltreersystemen voor koppeling aan een bestaande olie/water afscheider (voor oliegehalte van de uitstromende vloeistof dat de 15 ppm niet overschrijdt)

Geschrapt

A.1/2.5

Bewakings- en regelsystemen voor olielozingen voor een olietanker

Bijlage 1, Voorschrift 15(3)(a),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 31.2,

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 31.3.

Bijlage 1, Voorschrift 15(3),

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 31.2,

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 31.3,

Herziene Bijlage 1, Voorschrift 31.4.

IMO Res. MEPC.107(49).

B + D

B + E

B + F

A.1/2.6

Afvoersystemen

Bijlage IV, Voorschrift 9.

Herziene Bijlage IV, Voorschrift 9.

IMO Res. MEPC.2(VI).

B + D

B + E

B + F

A.1/2.7

Scheepsafvalverbranders

Bijlage V1, Voorschrift 16(2)(a),

Bijlage VI, Voorschrift 16.

Bijlage V1, Voorschrift 16(2)(a),

Bijlage VI, Voorschrift 16.

IMO Res. MEPC.76(40).

B + D

B + E

B + F

G


3.   Brandbeveiligingsapparatuur

Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.1/3.1

Primaire dekbedekking

Voorschrift II-2/4,

Voorschrift II-2/6,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/4,

Voorschrift II-2/6,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. A.653(16),

IMO Res. A.687(17),

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.916,

IMO MSC/Circ.1004.

B + D

A.1/3.2

Draagbare brandblusapparaten

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 4.

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift II-2/19,

Voorschrift II-2/20,

IMO Res. A.951 (23),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 4.

EN 3-3 (1994),

EN 3-6 (1995), met inbegrip van A.1 (1999),

EN 3-7 (2004).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.3

Brandweeruitrusting: beschermende kleding (kleding voor brandbestrijding op korte afstand)

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

EN 469 (2006),

EN 531 (1995),

EN 531/A1 (1998),

EN 1486 (1996).

Of:

ISO 15538 (2001).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.4

Brandweeruitrusting: laarzen

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

EN ISO 20344 (2004),

EN ISO 20345 (2004).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.5

Brandweeruitrusting: handschoenen

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

EN 659 (2003),

EN 60903 (2002) (uitsluitend voor geleidingsvermogen).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.6

Brandweeruitrusting: helm

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

EN 443 (1997).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.7

Ademhalingstoestel zijnde een onafhankelijk werkend persluchttoestel

Noot: Bij ongevallen waarbij gevaarlijke goederen zijn betrokken moet een persluchtmasker worden gebruikt.

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

EN 136 (1998),

EN 137 (2007).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.8

Ademhalingsapparatuur met luchttoevoer voor gebruik met een rookhelm of rookmasker

Noot: Bij ongevallen waarbij gevaarlijke goederen zijn betrokken moet een persluchtmasker worden gebruikt.

Voorschrift X/3.

Noot: Niet opgenomen in de nieuwe voorschriften van hoofdstuk II-2 Verordening (IMO Res. MSC.99 (73)) of in de FSS-Code (IMO Res. MSC.98 (73)).

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

EN 14593-1 (2005),

EN 14593-2 (2005),

EN 14594 (2005).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.9

Onderdelen voor sprinklersystemen voor verblijfsruimten, dienstruimten en controlestations, die gelijkwaardig zijn aan de in SOLAS 74, Voorschrift II-2/12, vermelde systemen (beperkt tot straalpijpen en hun prestatie).

Voorschrift II-2/7,

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 8.

Voorschrift II-2/7,

Voorschrift II-2/9,

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 8.

IMO Res. A.800(19).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/3.10

Straalpijpen voor vast aangebrachte sproei-installaties voor water onder druk in ruimten voor machines

Verplaatst naar A.2/3,11

A.1/3.11

Brandwerendheid van afscheidingen van klasse „A” en „B”

afscheidingen van klasse „A”

afscheidingen van klasse „B”

Klasse „A”

Voorschrift II-2/3,2.

Klasse „B”

Voorschrift II-2/3,4.

Voorschrift II-2/9, en,

Klasse „A”

Voorschrift II-2/3.2.

Klasse „B”

Voorschrift II-2/3.4.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.12

Inrichtingen om vlamdoorslag naar de ladingtanks in tankers te voorkomen

Voorschrift II-2/4,

Voorschrift II-2/16.

Voorschrift II-2/4,

Voorschrift II-2/16,

EN 12874 (2001),

ISO 15364 (2000),

IMO MSC/Circ.677

IMO MSC/Circ.1009.

B + F

A.1/3.13

Niet brandbare materialen

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/5,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.14

Andere materialen dan staal voor buisleidingen die afscheidingen van klasse „A” of „B” doorboren

Voorschrift II-2/9.

Voorschrift II-2/9.

IMO Res. A.754 (18),

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.15

Andere materialen dan staal voor leidingen waardoor olie of brandstofolie wordt gevoerd

buizen en fittingen,

kleppen,

soepele buisleidingen.

Voorschrift II-2/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/4,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7, 10

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.10.

IMO Res. A.753 (18),

ISO 15540 (1999),

ISO 15541 (1999).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.16

Branddeuren

Voorschrift II-2/9.

Voorschrift II-2/9.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/3.17

Onderdelen voor bedieningssysteem voor branddeuren

Noot: Het gebruik van de term „onderdelen van een... systeem” in kolom 2 kan betekenen dat een afzonderlijk onderdeel, een groep onderdelen of het volledige systeem moet worden beproefd om vast te stellen of aan de internationale voorschriften is voldaan.

Voorschrift II-2/9,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/9,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.18

Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend vermogen

decoratieve fineerlagen

verfsystemen

vloerbedekkingen

isolerende bekleding van buisleidingen,

lijm die wordt gebruikt bij de constructie van afscheidingen van klasse „B” en „C”

brandbare leidingdoorvoeren

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/5,

Voorschrift II-2/6,

Voorschrift II-2/9,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/5,

Voorschrift II-2/6,

Voorschrift II-2/9,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.916,

IMO MSC/Circ.1004,

IMO MSC/Circ.1036,

IMO MSC/Circ.1120,

ISO 1716 (2002).

Noot: Indien het oppervlaktemateriaal een bepaalde maximum calorische waarde moet hebben, wordt deze gemeten volgens ISO 1716.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.19

Draperieën, gordijnen en andere hangende materialen en wandbekleding van textiel

(De aanduiding heeft betrekking op SOLAS-eisen).

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/9,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/9,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.20

Bekleed meubilair

(De aanduiding heeft betrekking op SOLAS-eisen).

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/5,

Voorschrift II-2/9,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/5,

Voorschrift II-2/9,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.21

Matrassen en beddengoed

(De aanduiding heeft betrekking op SOLAS-eisen).

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/9,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/3,

Voorschrift II-2/9,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.22

Brandkleppen

Voorschrift II-2/9.

Voorschrift II-2/9.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.23

Niet-brandbare, afscheidingen van klasse „A” doorborende leidingen

Verplaatst naar A.1/ 3.26

A.1/3.24

Doorvoeren van elektrische kabels door afscheidingen van klasse „A”

Verplaatst naar A.1/3.26

A.1/3.25

Brandbestendige ramen en patrijspoorten van klasse „A” en „B”

Voorschrift II-2/9.

Voorschrift II-2/9,

IMO MSC/Circ.847,

IMO MSC/Circ.1120.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1004,

IMO MSC/Circ.1036.

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.26

Doorvoeren door afscheidingen van klasse „A”

elektriciteitskabels

buizen, leidingen, hoofdleidingen, enz.

Voorschrift II-2/9.

Voorschrift II-2/9.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.27

Doorvoeren door afscheidingen van klasse „B”

elektriciteitskabels

buizen, leidingen, hoofdleidingen, enz.

Voorschrift II-2/9.

Voorschrift II-2/9.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO MSC/Circ.1120.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.28

Sprinklersystemen (beperkt tot de sprinklerkoppen)

Voorschrift II-2/7,

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 8.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 8.

ISO 6182-1 (2004).

Of:

EN 12259-1 (1999).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.29

Brandslangen

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

EN 14540 (2004).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.30

Draagbare zuurstofmeet- en gasdetectieapparatuur

Voorschrift II-2/4,

Voorschrift VI/3.

Voorschrift II-2/4,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 15.

EN 60945 (2002),

IEC 60092-504 (2001),

IEC 60533 (1999),

en, indien van toepassing:

a)

Categorie 1: (veilig gebied):

EN 50104 (2002) met inbegrip van AMD 2004 Zuurstof,

EN 61779-1 (2000),

EN 61779-4 (2000).

b)

Categorie 2: (gasontploffingsgevaar)

EN 50104 (2002) met inbegrip van AMD 2004 Zuurstof,

EN 61779-1 (2000),

EN 61779-4 (2000),

IEC 60079-0 (2004),

IEC 60079-1 (2003),

IEC 60079-10 (2002),

IEC 60079-11 (2006),

IEC 60079-15 (2005),

IEC 60079-26 (2006).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.31

Straalpijpen voor vaste sprinklersystemen, voor hogesnelheidsvaartuigen (HSC)

Voorschrift X/3.

IMO MSC/Circ.912,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.44(65).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/3.32

Vuurbeperkende materialen (met uitzondering van meubilair) voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.33

Vuurbeperkende materialen voor meubilair voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.34

Vuurbestendige afscheidingen voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.35

Branddeuren op hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. A.754 (18),

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.36

Brandkleppen op hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. A.754 (18),

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.37

Doorvoeren door vuurbestendige afscheidingen op hogesnelheidsvaartuigen

elektriciteitskabels

buizen, leidingen, hoofdleidingen, enz.

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO Res. A.754 (18),

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.38

Draagbare brandblusapparaten voor reddingsboten en hulpverleningsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res. A.951(23),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV, V,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8.

EN 3-3 (1994),

EN 3-6 (1995),

EN 3-6 A1 (1999),

EN 3-7 (2004).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.39

Straalpijpen voor equivalente brandblusinstallaties met water als blusmiddel voor machinekamers van categorie A en ladingpompkamers

Voorschrift II-2/10.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 7.

IMO MSC/Circ.1165.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.40

In de vloer aangebrachte verlichtingssystemen (uitsluitend onderdelen)

Voorschrift II-2/13,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 11.

Voorschrift II-2/13,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 11.

IMO Res. A.752(18).

Of:

ISO 15370 (2001).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/3.41

Ademhalingstoestellen voor noodevacuatie (EEBD)

Voorschrift II-2/13.

Voorschrift II-2/13.3.4,

Voorschrift II-2/13.4.3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3,

IMO MSC/Circ.849.

EN 402 (2003),

EN 1146 (2005),

EN 13794 (2002).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.42

Onderdelen voor systemen met inert gas als blusmiddel

Voorschrift II-2/4.

Voorschrift II-2/4,

IMO Res. A.567 (14),

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 15,

IMO MSC/Circ.847 Corr.1.

IMO MSC/Circ.1120.

IMO MSC/Circ.353,

IMO MSC/Circ.450 Rev.1,

IMO MSC/Circ.485.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/3.43

Straalpijpen voor brandblusinstallaties (automatisch of manueel bediend) voor frituurtoestellen

Voorschrift II-2/1,

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/1.2.2.3,

Voorschrift II-2/10.6.4,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

ISO 15371 (2000).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/3.44

Brandweeruitrusting -reddingslijn

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.45

Onderdelen voor equivalente vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel (blusmiddel, kleppen en straalpijpen) voor machinekamers en ladingpompkamers

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 5.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 5,

IMO MSC/Circ.848.

IMO MSC/Circ.848.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.46

Equivalente vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel voor machinekamers (aerosolsystemen)

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 5,

IMO MSC/Circ.1007.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 5,

IMO MSC/Circ.1007.

IMO MSC/Circ.1007.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.47

Concentraat voor vast aangebrachte schuimblusinstallaties met hoge expansie voor machinekamers en ladingpompkamers

Noot: Vast aangebrachte schuimblusinstallaties met hoge expansie voor machinekamers en ladingpompkamers dienen nog steeds tot tevredenheid van de administratie te worden getest met het goedgekeurde concentraat.

Voorschrift II-2/10.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 6.

IMO MSC/Circ.670.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/3.48

Vast aangebrachte brandblusinstallaties met water als blusmiddel voor lokale toepassing in machinekamers van categorie „A”

(Tests van straalpijpen en prestatie)

Voorschrift II-2/1,

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/1,

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

IMO MSC/Circ.913.

B + D

B + E

B + F

A.1/3.49

Straalpijpen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties met watersproeisysteem onder druk in ruimten van bijzondere aard, ro-ro-vrachtruimten, ro-ro-ruimten en voertuigdekken

Verplaatst naar A.2/3,2

A.1/3.50

Beschermende kleding die bestand is tegen werking van chemische stoffen

Verplaatst naar A.2/3,9

A.1/3.51

Ex A.2/3.5

Ex A.2/3.6

Ex A.2/3.7

Ex A.2/3.16

Ex A.2/3.17

Onderdelen voor vast aangebrachte branddetectie- en brandalarminstallaties in controlestations, dienstruimten, verblijfsruimten, bemande en onbemande machinekamers

Voorschrift II-2/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 9.

Voorschrift II-2/7.2.2, -Voorschrift II-2/7.4

Voorschrift II2/7.4.1,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 9.

Brandmeldcentrales. Elektrische installaties in schepen:

EN 54-2 (1997), met inbegrip van A.1 (1999) en A1(2006),

Energievoorziening:

EN 54-4 (1997), met inbegrip van A.1 (1999), A1(2002) en A2(2006),

Thermische melders - Puntmelders

EN 54-5 (2000), met inbegrip van A.1 (2002),

Rookmelders – Puntmelders werkend volgens het strooilicht-, verduisterings- of ionisatieprincipe

EN 54-7 (2000), met inbegrip van A.1 (2002) en A2(2006),

Vlamdetectoren - Puntmelders

EN 54-10 (2002), met inbegrip van A.1 (2005),

Handbrandmelders:

EN 54-11 (2001), met inbegrip van A.1 (2005),

En, in voorkomend geval, elektrische en elektronische installaties in schepen:

IEC 60092-504 (2001),

IEC 60533 (1999).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.52

Ex A.2/3.1

Niet-draagbare en draagbare brandblussers

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 4.

Voorschrift II-2/4,

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 4.

EN 1866 (1998).

Of:

ISO 11601 (1999).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.53

Ex A.2/3.18

Alarmapparatuur

Voorschrift II-2/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 9.

Voorschrift II-2/7,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 9.

Akoestische signaalgevers

EN 54-3 (2001), met inbegrip van A.1 (2002) en A2(2006),

IEC 60092-504 (2001)

IEC 60533 (1999).

B + D

B + E

B + F

A.1/3.54

(Nieuwe apparatuur)

Vaste zuurstofmeet- en gasdetectieapparatuur

Voorschrift VI/3.

Voorschrift II-2/4,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 15.

EN 60945 (2002),

IEC 60092-504 (2001),

IEC 60533 (1999),

en, indien van toepassing:

a)

Categorie 4: (veilig gebied)

EN 50104 (2002), met inbegrip van AMD 2004 Zuurstof,

EN 61779-1 (2000),

EN 61779-4 (2000).

b)

Categorie 3: (gasontploffingsgevaar)

EN 50104 (2002), met inbegrip van AMD 2004 Zuurstof,

EN 61779-11 (2000).

B + D

B + E

B + F


4.   Navigatieapparatuur

Noten voor deel 4: Navigatieapparatuur

Kolom 5: Telkens wanneer wordt verwezen naar de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks, wordt rekening gehouden met het voorgenomen ontwerp van het item om te bepalen welke norm van de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks van toepassing is.


Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.1/4.1

Magnetisch kompas

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.382(X),

IMO Res. A.694(17).

EN ISO 449 (1999),

EN ISO 694 (2001),

ISO 1069 (1973),

ISO 2269 (1992),

EN 60945 (2002).

Of:

ISO 449 (1997),

ISO 694 (2000),

ISO 1069 (1973),

ISO 2269 (1992),

IEC 60945 (2002).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.2

Zendend koersinstrument -Transmitting Heading Device, THD (magnetische methode)

Voorschrift V/18,

Voorschrift V/19,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.116(73).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks;

ISO 22090-2 (2004), met inbegrip van Corrigendum 2005.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

ISO 22090-2 (2004), met inbegrip van Corrigendum 2005.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.3

Gyrokompas

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.424(XI),

IMO Res. A.694(17).

EN ISO 8728 (1998),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

ISO 8728 (1997),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.4

Radarapparatuur

Verplaatst naar A.1/4.34, A.1/4.35 en A.1/4.36

A.1/4.5

Automatische radarplotapparatuur (ARPA)

Verplaatst naar A.1/4.34

A.1/4.6

Echoloodapparatuur

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.224(VII),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN ISO 9875 (2001),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

ISO 9875 (2000),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.7

Snelheids- en afstandsmeetapparatuur (SDME)

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.824 (19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN 60945 (2002),

EN 61023 (1999),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61023 (1999),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.8

Roerstand-, rpm-, spoedindicator

Verplaatst naar A.1/4.20, A.1/4.21 en A.1/4.22

A.1/4.9

Bochtaanwijzer

Verplaatst naar A.2/4,26

A.1/4.10

Radiorichtingzoeker

Geschrapt

A.1/4.11

Loran-C-apparatuur

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.818 (19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN 60945 (2002),

EN 61075 (1993),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61075 (1991),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.12

Chayka-apparatuur

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.818 (19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN 60945 (2002),

EN 61075 (1993),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61075 (1991),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.13

Decca navigatieapparatuur

Geschrapt

A.1/4.14

GPS-apparatuur

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.818(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO Res. MSC.112(73).

EN 60945 (2002),

EN 61108-1 (2003),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61108-1 (2003),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.15

GLONASS-apparatuur

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.113(73).

EN 60945 (2002),

EN 61108-2 (1998),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61108-2 (1998),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.16

Koersautomaat (Heading Control System — HCS) (voorheen automatische piloot)

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.342(IX),

IMO Res. A.694(17).

EN ISO 11674 (2001),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

ISO 11674 (2000),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.17

Loodsstoeltje

Verplaatst naar A. 1/1.40

A.1/4.18

9 GHz SAR-transponder (SART)

Voorschrift III/4,

Voorschrift IV/14,

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift III/6,

Voorschrift IV/7,

IMO Res. A.530(13),

IMO Res. A.802(19),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8, 14

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8, 14,

ITU-R M.628-3 (11/93).

EN 60945 (2002),

EN 61097-1 (1993).

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61097-1 (1992).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.19

Radarapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen

Verplaatst naar A.1/4.37

A.1/4.20

Roerstandindicator

Verplaatst naar A.2/4,27

A.1/4.21

Rpm-indicator (schroef)

Verplaatst naar A.2/4,28

A.1/4.22

Spoedindicator

Verplaatst naar A.2/4,29

A.1/4.23

Kompas voor reddings- en hulpverleningsboten

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) IV, V,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8, 13

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8, 13.

EN ISO 613 (2001)

ISO 10316 (1990).

Of:

ISO 613 (2000),

ISO 10316 (1990).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.24

Automatische radarplotapparatuur (ARPA) voor hogesnelheidsvaartuigen

Verplaatst naar A.1/4.37

A.1/4.25

Automatisch volgsysteem (ATA)

Verplaatst naar A.1/4.35

A.1/4.26

Automatisch volgsysteem (ATA) voor hogesnelheidsvaartuigen

Verplaatst naar A.1/4.38

A.1/4.27

Elektronische plotapparatuur (EPA)

Verplaatst naar A.1/4.45

A.1/4.28

Geïntegreerde brug

Verplaatst naar A.2/4,30

A.1/4.29

Reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder — VDR)

Voorschrift V/18,

Voorschrift V/20,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/20,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.861(20),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks,

EN 61996 (2001).

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks,

IEC 61996 (2000).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.30

Elektronisch kaartsysteem (Electronic Chart Display and Information System — ECDIS) met backup, en rasterkaartsysteem (Raster Chart Display System — RCDS)

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.817 (19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

[ECDIS back-up en RCDS zijn alleen van toepassing als deze functies in de ECDIS zijn opgenomen. Op het certificaat van module B is aangegeven of deze opties zijn getest].

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks,

EN 61174 (2001-12).

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks,

IEC 61174 (2001-10).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.31

Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.821(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

ISO 16328 (2001),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

ISO 16328 (2001),

IEC 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.32

AIS-apparatuur (Automatic Identification System)

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.74(69),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

ITU-R M. 1371-1(10/00).

Noot: ITU-R M. 1371-1(10/00) Bijlage 3 is alleen van toepassing overeenkomstig de voorschriften van IMO Res.MSC.74(69).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks,

EN 61993-2 (2001).

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks,

IEC 61993-2 (2001).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.33

Routeautomaat

(werkt wanneer het schip een snelheid van minimale manoeuvreersnelheid tot 30 knopen heeft)

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.74(69).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks,

EN 62065 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks,

IEC 62065 (2002).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.34

Radarinstallatie met automatische radarplotapparatuur (ARPA)

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19.

IMO Res. A.278(VIII),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.823(19),

IMO Res. MSC.64(67),

ITU-R M. 628-3(11/93),

ITU-R M. 1177-3(06/03).

EN 60872-1 (1998),

EN 60936-1 (2000),

EN 60936-1 A1 (2002),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60872-1 (1998),

IEC 60936-1 Ed.1.1 (2002),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.35

Radarinstallatie met automatisch volgsysteem (ATA)

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.278(VIII),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.64(67),

ITU-R M. 628-3(11/93),

ITU-R M. 1177-3(06/03).

EN 60872-2 (1999),

EN 60936-1 (2000),

EN 60936-1 A1 (2002),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60872-2 (1998),

IEC 60936-1 Ed.1.1 (2002),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.36

Radarinstallatie met elektronische plotapparatuur (EPA)

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.278(VIII),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.64(67),

ITU-R M. 628-3(11/93),

ITU-R M. 1177-3(06/03).

EN 60872-3 (2001),

EN 60936-1 (2000),

EN 60936-1 A1 (2002),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks,

Of:

IEC 60872-3 (2000),

IEC 60936-1 Ed.1.1 (2002),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.37

Radarinstallatie met automatische radarplotapparatuur (ARPA) voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

IMO Res. A.278(VIII),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.820(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.64(67),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

ITU-R M. 628-3(11/93),

ITU-R M. 1177-3(06/03).

EN 60872-1 (1998),

EN 60936-2 (1999),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60872-1 (1998),

IEC 60936-2 (1998),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.38

Radarinstallatie met automatisch volgsysteem (ATA) voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

IMO Res. A.278(VIII),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.820(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.64(67),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

ITU-R M. 628-3(11/93),

ITU-R M. 1177-3(06/03).

EN 60872-2 (1999),

EN 60936-2 (1999),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60872-2 (1998),

IEC 60936-2 (1998),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.39

Radarreflector

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.164(78).

EN ISO 8729 (1998),

EN 60945 (2002),

Of:

ISO 8729 (1997),

IEC 60945 (2002).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.40

Ex A.2/4.2

Koersautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen, (Heading Control System, voorheen auto-pilot)

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.822(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

ISO 16329 (2003),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

ISO 16329 (2003),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.41

Ex A.2/4.3

Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (GNSS-methode)

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.116(73).

ISO 22090-3 (2004),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

ISO 22090-3 (2004),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.42

Ex A.2/4.5

Zoeklicht voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

ISO 17884 (2004),

EN 60945 (2002).

Of:

ISO 17884 (2004),

IEC 60945 (2002).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.43

Ex A.2/4.6

Nachtzichtapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.94(72),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

ISO 16273 (2003),

EN 60945 (2002).

Of:

ISO 16273 (2003),

IEC 60945 (2002).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.44

Ex A.2/4.12

Differentiëlebakenontvanger

DGPS,

DGLONASS

Apparatuur

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.114(73).

EN 60945 (2002),

EN 61108-1 (2003),

EN 61108-2 (1998),

IEC 61108-4 (2004),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61108-1 (2002),

IEC 61108-2 (1998),

IEC 61108-4 (2004),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.45

Ex A.2/4.21

Kaartfuncties voor scheepsradar

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.817 (19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.64(67),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN 60936-3 (2002),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60936-3 (2002),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/4.46

Ex A.2/4.22

Zendend koersinstrument -Transmitting Heading Device, THD (gyroscoopmethode)

Voorschrift V/18.

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.116(73).

ISO 22090-1 (2002),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

ISO 22090-1 (2002),

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1./4.47

(Nieuwe apparatuur)

Vereenvoudigde reisgegevensrecorder (S-VDR)

Voorschrift V/20.

Voorschrift V/20,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.163(78).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks,

IEC 61996-2 (2006).

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks,

IEC 61996-2 (2006).

B + D

B + E

B + F

G


5.   Radiocommunicatieapparatuur

Noten voor deel 5, Radiocommunicatieapparatuur.

Kolom 5: Als IMO MSC/Circ.862 en de normen voor het testen van producten tegenstrijdig zijn, hebben de voorschriften van IMO MSC/Circ.862 voorrang.

Telkens wanneer wordt verwezen naar de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks, wordt rekening gehouden met het voorgenomen ontwerp van het item om te bepalen welke norm van de EN 61162-reeks of de IEC 61162-reeks van toepassing is.


Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.1/5.1

VHF-radio-installatie waarmee zenden en ontvangen door middel van DSC en radio-telefonie mogelijk zijn

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.385(X),

IMO Res. A.524(13),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.803 (19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.489-2 (10/95),

ITU-R M.493-10 (05/00),

ITU-R M.541-8 (10/97),

ITU-R M.689-2 (11/93).

ETSI ETS 300 162-1 V1.4.1 (2005-05),

ETSI EN 300338 V1.2.1 (1999-04),

ETSI EN 300.828 V1.1.1 (1998-03),

ETSI EN 301.925 V1.1.1 (2002-09),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-3 (1994),

IEC 61097-7 (1996),

EN 61162 reeks.

IMO MSC/Circ.862.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.2

VHF DSC-luisterwachtontvanger

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.803 (19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.489-2 (10/95),

ITU-R M.493-10 (05/00),

ITU-R M.541-8 (10/97).

ETSI EN 300338 V1.2.1 (1999-04),

ETSI EN 300.828 V1.1.1 (1998-03),

ETSI EN 301033 V1.2.1 (2005-05),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-3 (1994),

IEC 61097-8 (1998).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.3

NAVTEX-ontvanger

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.148(77),

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.540-2 (06/90),

ITU-R M.625-3 (10/95).

ETSI EN 300 065-1 V1.1.3 (2005-5),

ETSI EN 301011 V1.1.1 (1998-09),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-6 (2005-12).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.4

EGC-ontvanger

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.570(14),

IMO Res. A.664(16),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO COMSAR Circ.32.

ETSI ETS 300.460 Ed.1 (1996-05),

ETSI ETS 300 460/ A1 (1997-11),

ETSI EN 300829 V1.1.1 (1998-03),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-4 (1994).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.5

HF-maritieme veiligheidsinformatie (MSI) apparatuur (HF NBDP-ontvanger)

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14

Voorschrift IV/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.699(17),

IMO Res. A.700(17),

IMO Res. A.806(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.491-1 (07/86),

ITU-R M.492-6 (10/95),

ITU-R M.540-2 (06/90),

ITU-R M.625-3 (10/95),

ITU-R M.688 (06/90).

ETSI ETS 300067 Ed.1 (1990-11),

ETSI ETS 300 067/ A1 Ed.1 (1993-10),

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.6

406 MHz EPIRB (COSPAS-SARSAT)

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.662(16),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.696(17),

IMO Res. A.810(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.633-2 (05/00),

ITU-R M.690-1 (10/95).

ETSI EN 300066 V 1.3.1 (2001-01),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-2 (2002),

IMO MSC/Circ.862.

Noot: IMO MSC/Circ. 862 is alleen van toepassing op het optionele remote activation device (apparaat voor activering op afstand), niet op het noodradiobaken (EPIRB) zelf.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.7

L-band EPIRB-noodradiobaken (INMARSAT)

Verplaatst naar A.2/5.6

A.1/5.8

2 182 kHz luisterwachtontvanger

Geschrapt

A.1/5.9

Tweetonige alarmsignaalzender

Geschrapt

A.1/5.10

MF-radio-installatie waarmee zenden en ontvangen door middel van DSC en radio-telefonie mogelijk zijn

Noot: in overeenstemming met de besluiten van de IMO en de ITU zijn de eisen voor tweetonige alarmsignaalzenders en H3E-transmissie niet meer opgenomen in de beproevingsnormen

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/9,

Voorschrift IV/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.804(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.493-10 (05/00),

ITU-R M.541-8 (10/97).

ETSI EN 300338 V1.2.1 (1999-04),

ETSI ETS 300 373-1 V1.2.1 (2002-10),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-3 (1994),

IEC 61097-9 (1997),

EN 61162 reeks.

IMO MSC/Circ.862.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.11

MF DSC-luisterwachtontvanger

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/9,

Voorschrift IV/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.804(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.493-10 (05/00),

ITU-R M.541-8 (10/97),

ITU-R M.1173 (10/95).

ETSI EN 300338 V1.2.1 (1999-04),

ETSI EN 301033 V1.2.1 (2005-05),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-3 (1994),

IEC 61097-8 (1998).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.12

Inmarsat-B scheepssatellietstation

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.570(14),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.808(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32.

EN 60945 (2002),

IEC 61097-10 (1999),

IMO MSC/Circ. 862.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.13

Inmarsat-C scheepssatellietstation

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.570(14),

IMO Res. A.664 (16), (alleen van toepassing als de Inmarsat C SES EGC-functies omvat),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.807(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32.

ETSI ETS 300.460 Ed.1 (1996-05),

ETSI ETS 300 460/ A1 (1997-11),

ETSI EN 300829 V1.1.1 (1998-03),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-4 (1994),

EN 61162 reeks.

IMO MSC/Circ.862.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.14

MF/HF-radio waarmee zenden en ontvangen door middel van DSC, NBDP en radiotelefonie mogelijk zijn

Noot: In overeenstemming met de besluiten van de IMO en de ITU zijn de eisen voor tweetonige alarmsignaalzenders en A3H-transmissie niet meer opgenomen in de beproevingsnormen.

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.806(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.476-5 (10/95),

ITU-R M.491-1 (07/86),

ITU-R M.492-6 (10/95),

ITU-R M.493-10 (05/00),

ITU-R M.541-8 (10/97),

ITU-R M.625-3 (10/95),

ITU-R M.1173 (10/95).

ETSI ETS 300067 Ed.1 (1990-11),

ETSI ETS 300 067/ A1 Ed.1 (1993-10),

ETSI EN 300338 V1.2.1 (1999-04),

ETSI ETS 300 373-1 V1.2.1 (2002-10),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-3 (1994),

IEC 61097-9 (1997),

EN 61162 reeks.

IMO MSC/Circ.862.

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.15

MF/HF DSC luisterwachtontvanger

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.806(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.493-10 (05/00),

ITU-R M.541-8 (10/97).

ETSI EN 300338 V1.2.1 (1999-04),

ETSI EN 301033 V1.2.1 (2005-05),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-3 (1994),

IEC 61097-8 (1998).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.16

VHF radiotelefonietoestel voor de aeronautische frequenties

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/7,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.80(70),

IMO COMSAR Circ.32,

ICAO-Conventie, Bijlage 10, Radiovoorschriften.

ETSI EN 301688 V1.1.1 (2000-07),

EN 60945 (2002).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.17

Draagbaar VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift III/6,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8, 14

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8, 14,

IMO Res. MSC.149(77),

ITU-R M.489-2 (10/95),

ITU-R M.542.1 (07/82).

ETSI EN 300225 V1.4.1 (2004-12),

EN 300828 V1.1.1 (1998-03),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-12 (1996).

B + D

B + E

B + F

G

A.1/5.18

Vast VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift III/6,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.809(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8, 14

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8, 14,

ITU-R M.489-2 (10/95).

ETSI EN 301466 V1.1.1 (2000-11),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-12 (1996).

B + D

B + E

B + F

G

A1/5.19

Ex A.2/5.3

Inmarsat-F scheepssatellietstation

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/10,

IMO Res. A.570(14),

IMO Res. A.808(19),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32.

EN 60945 (2002),

IEC 61097-13 (2003),

IMO MSC/Circ.862.

B + D

B + E

B + F

G


6.   Krachtens COLREG 72 vereiste apparatuur

Nr.

Benaming

Voorschrift COLREG 72 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van COLREG en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.1/6.1

Ex A.2/6.1

Navigatielichten

COLREG Bijlage I/14.

Annex I/14,

IMO Res. A.694(17).

EN 14744 (2005),

EN 60945 (2002).

B + D

B + E

B + F

G

BIJLAGE A.2

UITRUSTING WAARVOOR IN INTERNATIONALE INSTRUMENTEN GEEN GEDETAILLEERDE BEPROEVINGSNORMEN BESTAAN

1.   Persoonlijke reddingsmiddelen

Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.2/1.1

Radarreflector voor reddingsvlotten

Voorschrift III/4,

Voorschrift III/34,

Voorschrift X/3.

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code).

 

 

A.2/1.2

Overlevingspakken

Voorschrift III/4,

Voorschrift III/34.

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code).

 

 

A.2/1.3

Tewaterlatingsmiddelen door middel van vrij opdrijven voor reddingsvlotten

Voorschrift III/4,

Voorschrift III/34.

Voorschrift III/13,

Voorschrift III/16,

Voorschrift III/26,

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 8,

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code) I, IV, VI,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 8,

IMO MSC/Circ.980.

 

 

A.2/1.4

Inschepingsladders

Voorschrift III/4,

Voorschrift X/3.

Voorschrift III/34,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

ISO 799 (1980).

 

A.2/1.5

Ex A.2/1.3

Omroepinstallatie en algemene-alarminstallatie

(bij gebruik als brandalarm is punt A.1/3.53 van toepassing)

Voorschrift III/6.

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.48(66)-(LSA Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO MSC/Circ.808.

 

 


2.   Voorkoming van verontreiniging van de zee

Nr.

Benaming

Voorschrift MARPOL 73/78 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Toepasselijke voorschriften van MARPOL 73/78 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.2/2.1

Boordsystemen voor NOx-bewaking en -registratie

Bijlage VI, Voorschrift 13,

NOx Technische code.

Bijlage VI, Voorschrift 13,

NOx Technische code.

 

 

A.2/2.2

Boordsystemen voor de reiniging van uitlaatgassen

Bijlage VI Voorschrift. 13.3 (b) (i),

Bijlage VI Voorschrift. 14.4 (b).

Bijlage VI Voorschrift. 13.3 (b) (i),

Bijlage VI Voorschrift. 14.4 (b).

IMO Res. MEPC.130(55).

 

A.2/2.3

Equivalente systemen voor NOx-emissiereductie aan boord

Bijlage VI Voorschrift. 13.3 (b) (ii),

Bijlage VI Voorschrift. 13.3 (b) (ii),

 

 

A.2/2.4

Andere technologische middelen voor SOx-emissiebeperking

Bijlage VI Voorschrift. 14.4 (c).

Bijlage VI Voorschrift. 14.4 (c).

 

 

A.2/2.5

Beheersystemen voor ballastwater

 

 

IMO Res. MEPC.125(53),

IMO Res. MEPC.126(53).

 


3.   Brandbeveiligingsapparatuur

Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.2/3.1

Niet-draagbare en draagbare brandblussers

Verplaatst naar A.1/3.52

A.2/3.2

Straalpijpen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties met watersproeisysteem onder druk in ruimten van bijzondere aard, ro-ro-vrachtruimten, ro-ro-ruimten en voertuigdekken

Voorschrift II-2/19,

Voorschrift II-2/20,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 7.

Voorschrift II-2/19,

Voorschrift II-2/20,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 7.

IMO Res. A.123(V),

IMO MSC/Circ.914.

 

A.2/3.3

Startinrichtingen voor het starten van generatoraggregaten bij koud weer

Voorschrift II-1/44,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-1/44,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

 

 

A.2/3.4

Straalpijpen waarmee kan worden gesproeid of gespoten

(spray/jet)

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

 

 

A.2/3.5

Onderdelen voor vast aangebrachte branddetectie- en brandalarminstallaties in controlestations, dienstruimten, verblijfsruimten, bemande en onbemande machinekamers

Verplaatst naar A.1/3.51

A.2/3.6

Rookdetectoren

Verplaatst naar A.1/3.51

A.2/3.7

Warmtedetectoren

Verplaatst naar A.1/4.51

A.2/3.8

Elektrische veiligheidslamp

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

IEC Publicatie 79.

 

A.2/3.9

Ex A.1/3.50

Beschermende kleding die bestand is tegen werking van chemische stoffen

Voorschrift II-2/19.

Voorschrift II-2/19,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7.

EN 943-1 (2002),

EN 943-1 (2002)/AC (2005),

EN 943-2 (2002),

EN ISO 6529 (2003),

EN ISO 6530 (2005),

EN 14605 (2005),

IMO MSC/Circ.1120.

 

A.2/3.10

In de vloer aangebrachte verlichting

Verplaatst naar A.1/3.40

A.2/3.11

Straalpijpen voor vast aangebrachte sproei-installaties voor water onder druk in ruimten voor machines

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code)

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

 

 

A.2/3.12

Equivalente vast aangebrachte op gas gebaseerde brandblusinstallaties in voor machines bestemde ruimten of ladingpompkamers

Verplaatst naar A.1/3.45

A.2/3.13

Ademhalingsapparatuur met luchttoevoer via een luchtslang

(Hogesnelheidsvaartuig)

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 7,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code) 3.

EN 14593-1 (2005),

EN 14593-2 (2005).

 

A.2/3.14

Brandslangen (op haspel)

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

EN 671-1 (1994) + AC (1995).

 

A.2/3.15

Onderdelen voor rookdetectiesystemen met monsterextractie

Voorschrift II-2/7,

Voorschrift II-2/19,

Voorschrift II-2/20,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

Voorschrift II-2/7,

Voorschrift II-2/19,

Voorschrift II-2/20,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

 

 

A.2/3.16

Vlamdetectoren

Verplaatst naar A.1/3.51

A.2/3.17

Handbrandmelders

Verplaatst naar A.1/3.51

A.2/3.18

Alarmapparatuur

Verplaatst naar A.1/3.53

A.2/3.19

Onderdelen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties met water als blusmiddel voor lokale toepassing in machinekamers van categorie „A”

Verplaatst naar A.1/3.48

A.2/3.20

Bekleed meubilair

Verplaatst naar A.1/3.20

A.2/3.21

Onderdelen voor brandblusinstallaties voor opslagkasten met verf en ontvlambare vloeistoffen

Voorschrift II-2/10.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

IMO MSC/Circ.847.

 

A.2/3.22

Onderdelen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties voor kombuisafvoerkokers

Voorschrift II-2/9.

Voorschrift II-2/9.

 

 

A.2/3.23

Onderdelen voor brandblusinstallaties voor helikopterdekken

Voorschrift II-2/18.

Voorschrift II-2/18.

 

 

A.2/3.24

Draagbare schuimblussers

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift II-2/20,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift II-2/20,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

 

 

A.2/3.25

Afscheidingen van klasse C

Voorschrift II-2/3.

Voorschrift II-2/3.

IMO Res. A.653(16),

IMO Res. A.799(19),

IMO Res. MSC.61(67)-(FTP Code),

ISO 1716 (1973).

 

A.2/3.26

Vloeibaargasinstallaties voor huishoudelijk gebruik (onderdelen)

Voorschrift II-2/4.

Voorschrift II-2/4.

 

 

A.2/3.27

Onderdelen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel (CO2).

Voorschrift II-2/5,

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift X/3.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

pr EN 12094 Delen 1-20.

 

A.2/3.28

Onderdelen voor schuimblusinstallaties met gemiddelde expansie - vast dekschuimsysteem op tankschepen

Voorschrift II-2/10.

Voorschrift II-2/10.8.1,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

IMO MSC/Circ.798.

 

A.2/3.29

Onderdelen voor vast aangebrachte schuimblusinstallaties met lage expansie voor machinekamers en voor dekbeveiliging op tankschepen.

Voorschrift II-2/10.

Voorschrift II-2/10,

IMO Res. MSC.98(73)-(FSS Code).

IMO MSC/Circ.582 en Corrigendum 1.

 

A.2/3.30

Geëxpandeerd schuim voor vast aangebrachte brandblusinstallaties op chemicaliëntankers

IMO Res. MSC.4(48)-(IBC Code).

IMO Res. MSC.4(48)-(IBC Code).

IMO MSC/Circ.553,

IMO MSC/Circ.582,

IMO MSC/Circ.799.

 

A2/3.31

Handbediende sproei-installaties

Voorschrift II-2/10,

Voorschrift II-2/10,

A800(19).

 

 


4.   Navigatieapparatuur

Noten voor deel 4: Navigatieapparatuur

Kolommen 3 en 4: Verwijzingen naar SOLAS hoofdstuk V moeten worden gelezen als verwijzingen naar SOLAS 1974 als gewijzigd door MSC 73 en in werking tredend op 1 juli 2002.


Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.2/4.1

Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen

Verplaatst naar A.1/4.31

A.2/4.2

Koersautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen, (Heading Control System, voorheen auto-pilot)

Verplaatst naar A.1/4.40

A.2/4.3

Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (GNSS-methode)

Verplaatst naar A.1/4.41

A.2/4.4

Dagseinlamp

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.95(72),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/4.5

Zoeklicht voor hogesnelheidsvaartuigen

Verplaatst naar A.1/4.42

A.2/4.6

Nachtzichtapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen

Verplaatst naar A.1/4.43

A.2/4.7

Routeautomaat

Verplaatst naar A.1/4.33

A.2/4.8

Elektronische kaart - Electronic Chart Display and Information System (ECDIS).

Verplaatst naar A.1/4.30

A.2/4.9

Elektronische kaart - Electronic Chart Display and Information System (ECDIS), backup

Verplaatst naar A.1/4.30

A.2/4.10

Rasterkaart - Raster Chart Display System (RCDS)

Verplaatst naar A.1/4.30

A.2/4.11

Geïntegreerde GPS/GLONASS-apparatuur

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.74(69),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002).

IEC 61162 reeks.

 

A.2/4.12

DGPS, DGLONASS-apparatuur

Verplaatst naar A.1/4.44

A.2/4.13

Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen

Verplaatst naar A.1/4.31

A.2/4.14

Reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder — VDR)

Verplaatst naar A.1/4.29

A.2/4.15

Geïntegreerd navigatiesysteem

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.86(70).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

IEC 61924 (2006)

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

IEC 61924 (2006).

 

A.2/4.16

Geïntegreerde brug

Verplaatst naar A.1/4.28

A.2/4.17

Radardoelversterker

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

IMO Res. A.694(17),

ITU-R M 1176 (10/95).

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/4.18

Ontvanger voor geluidssignalen

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.86(70),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

 

A.2/4.19

Magnetisch kompas voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

IMO Res. A.382(X),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

EN ISO 449 (1999),

EN ISO 694 (2001),

ISO 1069 (1973),

ISO 2269 (1992),

EN 60945 (2002).

Of:

ISO 449 (1997),

ISO 694 (2000),

ISO 1069 (1973),

ISO 2269 (1992),

IEC 60945 (2002).

 

A.2/4.20

Routeautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

 

A.2/4.21

Kaartfuncties voor scheepsradar

Verplaatst naar A.1/4.45

A.2/4.22

Zendend koersinstrument -Transmitting Heading Device, THD (gyroscoopmethode)

Verplaatst naar A.1/4.46

A.2/4.23

Zendend koersinstrument -Transmitting Heading Device, THD (magnetische methode)

Verplaatst naar A.1/4.2

A.2/4.24

Stuwkrachtindicator

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

 

 

A.2/4.25

Indicator voor laterale stuwkracht, spoed en modus

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

 

 

A.2/4.26

Ex A.1/4.9

Bochtaanwijzer

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.526(13),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks.

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks.

 

A.2/4.27

Ex A.1/4.20

Roerstandindicator

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/4.28

Ex A.1/4.21

Rpm-indicator (schroef)

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17).

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/4.29

Ex A.1/4.22

Spoedindicator

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17).

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/4.30

Ex A.1/4.28

Geïntegreerde brug

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 13,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 13.

Voorschrift V/19,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 15,

IMO Res. MSC.64(67),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 15.

EN 60945 (2002),

EN 61162 reeks,

EN 61209 (1999).

Of:

IEC 60945 (2002),

IEC 61162 reeks,

IEC 61209 (1999).

 

A.2/4.31

(Nieuwe apparatuur)

Steun

Voorschrift V/18.

Voorschrift V/19.

EN 60945 (2002).

 

A.2/4.32

(Nieuwe apparatuur)

Bridge Navigational Watch Alarm System (BNWAS)

 

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.128(75),

IMO MSC/Circ.982.

 

 

A.2/4.33

(Nieuwe apparatuur)

Routeautomaat

(werkt wanneer het schip een snelheid van 30 knopen of meer heeft)

Voorschrift V/18,

Voorschrift X/3.

 

EN 60945 (2002).

 


5.   Radiocommunicatieapparatuur

Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.2/5.1

VHF-noodradiobaken (EPIRB)

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift IV/8,

IMO Res. A.662(16),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.805(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

ITU-R M.489-2 (10/95),

ITU-R M.693 (06/90).

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/5.2

Reserve-energiebron voor de radio

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift IV/13,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO COMSAR Circ.16,

IMO COMSAR Circ.32.

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/5.3

Inmarsat-F scheepssatellietstation

Verplaatst naar A.1/5.19.

A.2/5.4

Noodpaneel

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift IV/6,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO MSC/Circ. 862,

IMO COMSAR Circ.32.

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/5.5

Ontvangstpaneel voor noodoproepen

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code).

Voorschrift IV/6,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code),

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code),

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32.

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 

A.2/5.6

Ex A.1/5.7

L-band EPIRB-noodradiobaken (INMARSAT)

Voorschrift IV/14,

Voorschrift X/3,

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14.

Voorschrift IV/7,

Voorschrift X/3,

IMO Res. A.662(16),

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. A.812(19),

IMO Res. MSC.36(63)-(1994 HSC Code) 14,

IMO Res. MSC.97(73)-(2000 HSC Code) 14,

IMO MSC/Circ.862,

IMO COMSAR Circ.32,

ITU-R M.632-3 (02/97),

ITU-R M.690-1 (10/95).

ETSI ETS 300372 Ed.1 (1996-05),

EN 60945 (2002),

IEC 61097-5 (1997),

IMO MSC/Circ.862.

Noot: IMO MSC/Circ. 862 is alleen van toepassing op het optionele remote activation device (apparaat voor activering op afstand), niet op het noodradiobaken (EPIRB) zelf.

 

A.2/5.7

(Nieuwe apparatuur)

Scheepsveiligheidsalarmsysteem

 

Voorschrift XI-2/6,

IMO Res. A.694(17),

IMO Res. MSC.147(77),

IMO MSC/Circ.1072.

EN 60945 (2002).

Of:

IEC 60945 (2002).

 


6.   Krachtens COLREG 72 vereiste apparatuur

Nr.

Benaming

Voorschrift COLREG 72 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van COLREG en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.2/6.1

Navigatielichten

Verplaatst naar A.1/6.1.

A.2/6.2

Middelen voor het geven van geluidssignalen

Bijlage III/3.

Bijlage III/3,

IMO Res. A.694(17).

EN 60945 (2002),

Fluiten - Colreg 72 bijlage III/1 (Prestaties),

Bellen of gongs - Colreg 72 bijlage III/2 (Prestaties),

IEC 60945 (1996),

Fluiten - Colreg 72 bijlage III/1 (Prestaties),

Bellen of gongs - Colreg 72 bijlage III/2 (Prestaties).

6


7.   Veiligheidsuitrusting voor drogestortgoedschepen

Nr.

Benaming

Voorschrift SOLAS 74 indien „typekeuring” is voorgeschreven

Geldende voorschriften van SOLAS 74 en de desbetreffende resoluties en circulaires van de IMO

Beproevingsnormen

Modules voor beoordeling van de overeenstemming

1

2

3

4

5

6

A.2/7.1

Beladingsmeetapparatuur

Voorschrift XII/11,

1997 SOLAS Conference Voorschrift 5.

Voorschrift XII/11,

1997 SOLAS Conference Voorschrift 5.

 

 

A.2/7.2

(Nieuwe apparatuur)

Waterniveaudetectoren op bulk carriers

IMO Res. MSC.188(79).

Voorschrift XII/12,

IMO Res. MSC.188(79).

IEC 60092-0504,

IEC 60529.

IMO Res. MSC.188(79).

 


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

Raad van ministers ACS-EG

1.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/63


BESLUIT Nr. 1/2008 VAN DE ACS-EG-RAAD VAN MINISTERS

van 13 juni 2008

betreffende de herziening van de financieringsvoorwaarden in geval van kortetermijnfluctuaties van de exportopbrengsten

(2008/494/EG)

DE ACS-EG-RAAD VAN MINISTERS,

Gelet op de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst, die op 23 juni 2000 in Cotonou is ondertekend en op 25 juni 2005 in Luxemburg is herzien (hierna de „ACS-EG-partnerschapsovereenkomst” genoemd), en met name op artikel 100,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De partijen bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst erkennen dat instabiliteit van de exportopbrengsten de ontwikkeling van de ACS-staten negatief kan beïnvloeden en hebben daarom een stelsel voor aanvullende steun opgezet om de negatieve effecten van eventuele instabiliteit van de exportopbrengsten, onder meer voor de landbouw en de mijnbouw, te reduceren; zij bevestigen dat het doel van die steun is het veiligstellen van de hervormingen en het beleid op sociaaleconomisch gebied, die door de terugval van de opbrengsten gevaar lopen, en het reduceren van de negatieve effecten van instabiliteit van de exportopbrengsten van landbouw- en mijnbouwproducten.

(2)

Overeenkomstig bijlage II, artikel 11, van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst worden de bepalingen van hoofdstuk 3 van die bijlage betreffende de financiering in geval van kortetermijnfluctuaties van de exportopbrengsten uiterlijk na twee jaar en daarna op verzoek van een der partijen herzien.

(3)

Het steunstelsel om de negatieve effecten van eventuele instabiliteit van de exportopbrengsten te reduceren, is voor het eerst gewijzigd bij Besluit nr. 2/2004 van de ACS-EG-Raad van ministers van 30 juni 2004.

(4)

Bij de ondertekening van de herziening van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst op 25 juni 2005 in Luxemburg hebben de partijen gezamenlijk verklaard dat „de ACS-EG-Raad van ministers uit hoofde van artikel 100 van de Overeenkomst van Cotonou een onderzoek (zal) instellen naar de voorstellen van de ACS met betrekking tot bijlage II betreffende kortdurende fluctuaties van de exportopbrengsten”.

(5)

De werking van het stelsel voor de financiering in geval van kortetermijnfluctuaties van de exportopbrengsten moet worden verbeterd en er moet voor worden gezorgd dat de doelstellingen beter verwezenlijkt worden,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage II, hoofdstuk 3, van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

„Criteria

1.   Aanvullende financiële middelen worden vrijgemaakt indien sprake is van:

een daling van 10 % (2 % in het geval van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende of insulaire staten en van landen die zich in een situatie na een conflict of een natuurramp bevinden) van de exportopbrengsten van goederen, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbrengsten in de vier aan het toepassingsjaar voorafgaande jaren, waarbij geen rekening wordt gehouden met de meest extreme waarde, of

een daling van 10 % (2 % in het geval van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende of insulaire staten en van landen die zich in een situatie na een conflict of een natuurramp bevinden) van de exportopbrengsten van alle landbouw- en mijnbouwproducten, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbrengsten in de vier aan het toepassingsjaar voorafgaande jaren, waarbij geen rekening wordt gehouden met de meest extreme waarde voor landen waarvan de exportopbrengsten uit landbouw- of mijnbouwproducten meer dan 40 % van de totale exportopbrengsten uit goederen vertegenwoordigen, of

een daling van 10 % (2 % in het geval van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende of insulaire staten en van landen die zich in een situatie na een conflict of een natuurramp bevinden) van de exportopbrengsten van alle landbouw- en mijnbouwproducten, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van de opbrengsten in de vier aan het toepassingsjaar voorafgaande jaren, waarbij geen rekening wordt gehouden met de meest extreme waarde voor landen waarvan de exportopbrengsten uit landbouw- of mijnbouwproducten tussen 20 en 40 % van de totale exportopbrengsten uit goederen vertegenwoordigen, mits de totale opbrengsten niet bovenproportioneel stijgen doordat het aandeel van de exportopbrengsten uit land- of mijnbouwproducten in de totale uitvoer afneemt.”.

2.

In artikel 9 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Het recht op aanvullende financiële middelen is van toepassing wanneer de in lid 1 omschreven daling van de exportopbrengsten ten minste 0,5 % van het bbp bedraagt. Het recht op aanvullende financiële middelen is beperkt tot drie opeenvolgende jaren.”.

3.

In artikel 9 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   De aanvullende financiële middelen worden opgenomen in de openbare rekeningen van het betrokken land. Zij worden gebruikt overeenkomstig de programmeringsregels en -methoden, inclusief de specifieke bepalingen van bijlage IV „Procedures voor tenuitvoerlegging en beheer”, op basis van vooraf opgestelde overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de betrokken ACS-staat in het jaar volgend op het toepassingsjaar. Bij overeenstemming tussen de partijen kunnen de middelen worden gebruikt voor financiering van in de nationale begroting opgenomen programma’s. Een deel van de aanvullende financiële middelen kan evenwel worden bestemd voor specifieke sectoren, met name voor de ontwikkeling van commerciële verzekeringsregelingen die bescherming bieden tegen fluctuaties van exportopbrengsten.”.

4.

Het volgende artikel wordt toegevoegd aan hoofdstuk 3 van bijlage II:

„Artikel 9 bis

1.   Het bedrag van de aanvullende financiële middelen is gelijk aan de daling van de exportopbrengsten vermenigvuldigd met het rekenkundig gemiddelde van de verhouding overheidsinkomsten/bruto binnenlands product in de vier aan het toepassingsjaar voorafgaande jaren, waarbij geen rekening wordt gehouden met de meest extreme waarde en het verhoudingscijfer ten hoogste 25 % bedraagt.

2.   De door de ACS-staten verstrekte gegevens voor het bepalen van de toekenningscriteria en de in artikel 9 omschreven aanvullende financiële middelen worden door de Commissie geanalyseerd in de plaatselijke munteenheid, gecorrigeerd voor inflatie. De Commissie rekent vervolgens het potentiële bedrag van de aanvullende financiële middelen overeenkomstig haar procedures om in euro.

3.   Binnen de totale toewijzing voor de nationale indicatieve programma’s stelt de Commissie jaarlijks voor alle ACS-staten een toewijzing vast voor steun in geval van kortetermijnfluctuaties van de exportopbrengsten. Indien het bedrag van de financiële middelen dat op basis van de in artikel 9 vastgestelde criteria wordt berekend, hoger is dan die toewijzing, worden de nationale toewijzingen verdeeld naar verhouding van het in euro uitgedrukte potentiële bedrag van de aanvullende financiële middelen voor iedere ACS-staat.”.

5.

Artikel 10 wordt vervangen door:

„Het systeem voor de verdeling van aanvullende financiële middelen voorziet in voorschotten om de nadelige gevolgen op te vangen van eventuele vertragingen bij het verkrijgen van de geconsolideerde handelsstatistieken en om ervoor te zorgen dat de betrokken middelen uiterlijk in de begroting van het tweede jaar volgend op het toepassingsjaar kunnen worden opgenomen. Voorschotten zijn voorbehouden voor landen waar de financiële middelen uit hoofde van FLEX via algemene begrotingssteun kunnen worden verstrekt. Zij worden vrijgemaakt op basis van door de regering opgestelde en bij de Commissie ingediende voorlopige exportstatistieken. Voorschotten bedragen ten hoogste 100 % van het geschatte bedrag van de aanvullende financiële middelen voor het toepassingsjaar. De aldus vrijgemaakte bedragen worden aangepast aan de hand van de definitieve geconsolideerde exportstatistieken. Deze statistieken worden uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op het toepassingsjaar ingediend.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Addis Abeba, 13 juni 2008.

Voor de ACS-EG-Raad van ministers

De voorzitter

Mohamed Ahmed AWALEH


Rectificaties

1.7.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/65


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 620/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 houdende rectificatie van Verordening (EG) nr. 386/2008 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 168 van 28 juni 2008 )

Bladzijde 28, bijlage, in de titel:

in plaats van:

te lezen: