ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 168

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
28 juni 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EG) nr. 615/2008 van de Raad van 23 juni 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1405/2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers

1

 

 

Verordening (EG) nr. 616/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

3

 

*

Verordening (EG) nr. 617/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor broedeieren en kuikens van pluimvee

5

 

*

Verordening (EG) nr. 618/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot aanpassing van de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de krachtens het ACS-protocol en de overeenkomst met India in te voeren rietsuiker voor de leveringsperiode 2007/2008

17

 

*

Verordening (EG) nr. 619/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot opening van een permanente inschrijving voor de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten

20

 

 

Verordening (EG) nr. 620/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 houdende rectificatie van Verordening (EG) nr. 386/2008 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

27

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2008/64/EG van de Commissie van 27 juni 2008 tot wijziging van de bijlagen I tot en met IV bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen

31

 

*

Richtlijn 2008/65/EG van de Commissie van 27 juni 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/439/EEG betreffende het rijbewijs

36

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Commissie

 

 

2008/489/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 27 juni 2008 betreffende tijdelijke beschermende maatregelen tegen de verspreiding van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) in Portugal (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3312)

38

 

 

III   Besluiten op grond van het EU-Verdrag

 

 

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

 

 

2008/490/GBVB

 

*

Besluit EUSEC/2/2008 van het Politiek en Veiligheidscomité van 24 juni 2008 betreffende de benoeming van het hoofd van de missie voor de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo)

41

 

*

Gemeenschappelijk Optreden 2008/491/GBVB van de Raad van 26 juni 2008 tot wijziging en verlenging van Gemeenschappelijk Optreden 2007/406/GBVB inzake de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo)

42

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/1


VERORDENING (EG) Nr. 615/2008 VAN DE RAAD

van 23 juni 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1405/2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (2) zijn het toepassingsgebied van de verordening en de omschrijving van de kleinere eilanden vastgesteld. Uit de ervaring met de toepassing van de verordening is gebleken dat het toepassingsgebied ervan moet worden gewijzigd.

(2)

Bij artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1405/2006 wordt een specifieke regeling ingesteld om een aantal eilanden in de Egeïsche Zee die vanwege hun buitengewone geografische ligging extra vervoerskosten moeten dragen, te voorzien van producten die van essentieel belang zijn voor menselijke consumptie, voor verwerking of als productiemiddel in de landbouw. Deze producten zijn opgenomen in bijlage I bij het Verdrag. In artikel 3 moet bijgevolg een verwijzing naar bijlage I bij het Verdrag worden opgenomen, om het toepassingsgebied van het artikel te beperken tot uitsluitend de in die bijlage opgenomen producten.

(3)

Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1405/2006 heeft betrekking op de procedure voor de vaststelling van bepalingen ter uitvoering van hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 1405/2006. Aangezien een soortgelijke bepaling over de uitvoering van de volledige verordening is opgenomen in artikel 14 van die verordening, moet artikel 6 worden geschrapt.

(4)

Artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1405/2006 voorziet in maatregelen ten gunste van de lokale landbouwproductie in het algemeen en is dus breder van opzet dan artikel 3. Daarom moet in artikel 7 een verwijzing worden opgenomen naar titel II van het derde deel van het Verdrag om te verduidelijken dat dit artikel van toepassing is op de voortbrengselen van bodem, veeteelt en visserij, en op de producten van de eerste graad van bewerking welke met de genoemde voortbrengselen rechtstreeks verband houden.

(5)

In de in artikel 9, onder e), van Verordening (EG) nr. 1405/2006 vastgestelde lijst van elementen die in het steunprogramma moeten worden opgenomen, wordt melding gemaakt van de bepalingen inzake controle en sancties. Nationale controlemaatregelen en administratieve sancties vallen echter niet onder de goedkeuringsprocedure in het kader van de communautaire steunprogramma’s voor de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee. Krachtens artikel 16 van de reeds genoemde verordening moet de Commissie slechts in kennis worden gesteld van dergelijke nationale maatregelen. Bijgevolg moet artikel 9, onder e), worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat bepalingen inzake controles en administratieve sancties niet worden opgenomen in het door de bevoegde Griekse autoriteiten ingediende programma.

(6)

Verordening (EG) nr. 1405/2006 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(7)

De meeste maatregelen in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1405/2006 nemen de vorm aan van rechtstreekse betalingen en moeten daarom worden vermeld in Verordening (EG) nr. 1782/2003 (3). De vermelding „Egeïsche eilanden” is in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 per vergissing geschrapt op grond van artikel 20, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1405/2006. Bijlage I dient derhalve dienovereenkomstig te worden gerectificeerd met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1405/2006,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1405/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 1 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Bij deze verordening worden specifieke maatregelen op het gebied van landbouw vastgesteld om de problemen te verhelpen die het gevolg zijn van de grote afstand en het insulaire karakter van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee, hierna „de kleinere eilanden” genoemd.”.

2.

In artikel 3 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Er wordt een specifieke voorzieningsregeling ingesteld voor de in bijlage I bij het verdrag genoemde landbouwproducten (hierna „landbouwproducten” genoemd) die op de kleinere eilanden van essentieel belang zijn voor menselijke consumptie, voor verwerking of als productiemiddel in de landbouw.”.

3.

Artikel 6 wordt geschrapt.

4.

In artikel 7 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Het communautaire steunprogramma bevat de maatregelen die noodzakelijk zijn om, binnen het toepassingsgebied van titel II van het derde deel van het verdrag, de continuïteit en de ontwikkeling van de lokale agrarische productietakken op de kleinere eilanden te waarborgen.”.

5.

Artikel 9, onder e), wordt vervangen door:

„e)

de regelingen om voor een doeltreffende en adequate uitvoering van het programma te zorgen, met inbegrip van de regelingen inzake publiciteit, toezicht en evaluatie;”.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt als volgt gewijzigd:

In bijlage I wordt na de vermelding „Posei” het volgende ingevoegd:

„Egeïsche eilanden

Hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1405/2006 (4)

Rechtstreekse betalingen in de zin van artikel 2 van deze verordening die worden uitgekeerd op grond van de in de programma’s vastgestelde maatregelen

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 2 is evenwel van toepassing vanaf 1 januari 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 23 juni 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

I. JARC


(1)  Advies van 5 juni 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1.

(3)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 479/2008 (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

(4)  PB L 265 van 26.9.2006, blz. 3.”.


28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/3


VERORDENING (EG) Nr. 616/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 28 juni 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

37,7

MK

32,3

TR

52,6

ZZ

40,9

0707 00 05

JO

156,8

MK

22,9

TR

104,0

ZZ

94,6

0709 90 70

JO

216,7

TR

96,9

ZZ

156,8

0805 50 10

AR

93,1

IL

116,0

TR

135,6

US

83,6

ZA

113,7

ZZ

108,4

0808 10 80

AR

85,5

BR

86,4

CL

99,8

CN

86,1

NZ

117,8

US

105,3

UY

88,5

ZA

88,5

ZZ

94,7

0809 10 00

IL

121,6

TR

197,2

ZZ

159,4

0809 20 95

TR

409,7

US

373,7

ZZ

391,7

0809 30 10, 0809 30 90

CL

244,7

IL

144,8

US

245,1

ZZ

211,5

0809 40 05

IL

157,5

ZZ

157,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/5


VERORDENING (EG) Nr. 617/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor broedeieren en kuikens van pluimvee

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (1), en met name op artikel 121, onder f), juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Met ingang van 1 juli 2008 wordt Verordening (EEG) nr. 2782/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende de productie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee (2) ingetrokken door Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)

Sommige bij Verordening (EEG) nr. 2782/75 vastgestelde bepalingen en verplichtingen zijn niet in Verordening (EG) nr. 1234/2007 overgenomen.

(3)

Daarom moeten enkele specifieke bepalingen en verplichtingen worden vastgesteld in het kader van een verordening houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007, om te zorgen voor de continuïteit en het goed functioneren van de gemeenschappelijke marktordening, en met name van de handelsnormen.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 zijn de minimumeisen vastgesteld waaraan broedeieren en kuikens van pluimvee moeten voldoen om in de Gemeenschap in de handel te worden gebracht. Ter wille van de duidelijkheid dienen nieuwe uitvoeringsbepalingen voor deze eisen te worden vastgesteld. Verordening (EEG) nr. 1868/77 van de Commissie van 29 juli 1977 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2782/75 betreffende de productie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee (3) moet derhalve worden ingetrokken en worden vervangen door een nieuwe verordening.

(5)

Bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 zijn bepaalde voorschriften betreffende de productie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee vastgesteld. De tenuitvoerlegging van die regels vereist dat uitvoeringsbepalingen worden opgesteld die er onder meer op gericht zijn te voorkomen dat uit de broedmachine gehaalde broedeieren in de handel kunnen worden gebracht zonder speciaal merkteken, vast te stellen welke aanduidingen op de eieren en op de verpakkingen die eieren en kuikens bevatten, moeten worden aangebracht, alsmede te bepalen dat de nodige mededelingen worden gedaan.

(6)

Het blijkt noodzakelijk aan ieder bedrijf een apart registratienummer toe te kennen volgens een in elke lidstaat vastgestelde code, zodat kan worden bepaald tot welke sector het bedrijf behoort.

(7)

Het bestaande stelsel voor verzameling van gegevens over de intracommunautaire handel in en de productie van kuikens en broedeieren moet strikt worden gehandhaafd om productievooruitzichten voor de korte termijn te kunnen opstellen. Elke lidstaat moet de bij overtreding toe te passen sancties vaststellen.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.

Broedeieren: vogeleieren van pluimvee van de onderverdelingen 0407 00 11 en 0407 00 19 van de gecombineerde nomenclatuur, bestemd voor de productie van kuikens, onderscheiden naar soort, categorie en type, en geïdentificeerd overeenkomstig deze verordening, die in de Gemeenschap zijn geproduceerd of uit derde landen zijn ingevoerd.

2.

Kuikens: levende kuikens van pluimvee waarvan het gewicht niet meer bedraagt dan 185 gram, van de onderverdelingen 0105 11 en 0105 19 van de gecombineerde nomenclatuur, die in de Gemeenschap zijn geproduceerd of uit derde landen zijn ingevoerd, van de volgende categorieën:

a)

gebruikskuikens: kuikens van een van de volgende typen:

i)

slachtkuikens: kuikens bestemd om te worden gemest en vóór de geslachtsrijpheid te worden geslacht;

ii)

legkuikens: kuikens bestemd om opgefokt te worden met het oog op de productie van consumptie-eieren;

iii)

kuikens voor gemengd gebruik: kuikens bestemd voor de leg of voor de slacht;

b)

vermeerderingskuikens: kuikens bestemd voor de productie van gebruikskuikens;

c)

fokkuikens: kuikens bestemd voor de productie van vermeerderingskuikens.

3.

Bedrijf: bedrijf of deel van een bedrijf van een van de volgende bedrijfssectoren:

a)

selectiebedrijf: bedrijf dat zich toelegt op de productie van broedeieren voor de productie van fokkuikens, vermeerderingskuikens of gebruikskuikens;

b)

vermeerderingsbedrijf: bedrijf dat zich toelegt op de productie van broedeieren, bestemd voor de productie van gebruikskuikens;

c)

broederij: bedrijf dat zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het leveren van kuikens.

4.

Capaciteit: het maximale aantal broedeieren dat de broedmachines, met uitsluiting van de uitbroedkasten, gelijktijdig kunnen bevatten.

Artikel 2

Registratie van bedrijven

1.   Elk bedrijf wordt op zijn verzoek bij de door de lidstaat aangewezen bevoegde instantie ingeschreven en krijgt een registratienummer.

Het registratienummer kan worden ontnomen aan de bedrijven die niet beantwoorden aan de bepalingen van deze verordening.

2.   Elke registratieaanvraag van een van de in lid 1 bedoelde bedrijven wordt gericht aan de daartoe bevoegde instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan het bedrijf is gelegen. Deze instantie kent aan het bedrijf een registratienummer toe dat bestaat uit een van de in bijlage I opgenomen codes en een identificatiegetal, en aan de hand waarvan kan worden bepaald tot welke sector het bedrijf behoort.

3.   De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van iedere wijziging in de code die wordt gebruikt voor het toekennen van de registratienummers, aan de hand waarvan kan worden bepaald tot welke sector het bedrijf behoort.

Artikel 3

Het merken van broedeieren en verpakkingen daarvan

1.   Broedeieren voor de productie van kuikens worden elk afzonderlijk gemerkt.

2.   Op elk voor de productie van kuikens te gebruiken broedei wordt afzonderlijk door het producerende bedrijf het registratienummer van dit bedrijf gestempeld. De letters en cijfers moeten worden aangebracht met onuitwisbare zwarte inkt en moeten ten minste 2 mm hoog en 1 mm breed zijn.

3.   In afwijking van lid 2 kunnen de lidstaten evenwel toestaan dat de broedeieren op een andere dan de in dat lid bedoelde wijze worden gemerkt, mits het stempel zwart, onuitwisbaar en duidelijk zichtbaar is en een vlak van minimaal 10 mm2 bestrijkt. Dit merkteken wordt, voordat de eieren in de broedmachine worden geplaatst, aangebracht op het producerende bedrijf of in de broederij. De lidstaat die van deze mogelijkheid gebruikmaakt, stelt de andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis en deelt hun de ter zake genomen maatregelen mee.

4.   Broedeieren worden vervoerd in onberispelijk schone verpakkingen die uitsluitend broedeieren van dezelfde soort, dezelfde categorie en hetzelfde type pluimvee bevatten, die afkomstig zijn uit één bedrijf en waarop één van de in bijlage II opgenomen vermeldingen is aangebracht.

5.   Op grond van de in bepaalde invoerende derde landen geldende bepalingen, kunnen de voor uitvoer bestemde broedeieren en de verpakkingen daarvan worden voorzien van andere dan de in deze verordening voorgeschreven aanduidingen, mits er geen gevaar bestaat voor verwarring met laatstbedoelde aanduidingen, of met de in artikel 121, onder d), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en in de uitvoeringsverordeningen voorgeschreven aanduidingen.

6.   Verpakkingen of recipiënten waarin de broedeieren worden vervoerd, dienen met het registratienummer van het producerende bedrijf te zijn gemerkt.

7.   Uitsluitend overeenkomstig dit artikel gemerkte broedeieren mogen tussen de lidstaten worden vervoerd of verhandeld.

8.   Uit derde landen afkomstige broedeieren mogen slechts worden ingevoerd indien daarop in ten minste 3 mm grote letters de naam van het land van oorsprong en de gedrukte vermelding „à couver”, „broedei”, „rugeaeg”, „Bruteier”, „προς εκκόλαψιν”, „para incubar”, „hatching”, „cova”, „para incubação”, „haudottavaksi”, „för kläckning”, „líhnutí”, „haue”, „inkubācija”, „perinimas”, „keltetésre”, „tifqis”, „do wylęgu”, „valjenje”, „liahnutie”, „за люпене” of „incubare” voorkomen. De verpakkingen van deze eieren mogen uitsluitend broedeieren van dezelfde soort, dezelfde categorie en hetzelfde type pluimvee, uit hetzelfde land van oorsprong en van dezelfde verzender bevatten en er moeten ten minste de volgende aanduidingen op voorkomen:

a)

de op de eieren voorkomende aanduidingen;

b)

de pluimveesoort waarvan de eieren afkomstig zijn;

c)

de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

Artikel 4

Het merken van verpakkingen die kuikens bevatten

1.   De kuikens worden volgens soort, type en categorie pluimvee verpakt.

2.   De dozen bevatten uitsluitend kuikens van dezelfde broederij en dragen ten minste het registratienummer van de broederij.

3.   Uit derde landen afkomstige kuikens mogen slechts worden ingevoerd indien zij overeenkomstig lid 1 zijn onderverdeeld. De dozen mogen uitsluitend kuikens uit hetzelfde land van oorsprong en van dezelfde verzender bevatten en er moeten ten minste de volgende aanduidingen op zijn aangebracht:

a)

de naam van het land van oorsprong;

b)

de pluimveesoort waartoe de kuikens behoren;

c)

de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

De aanduidingen op de verpakkingen worden aangebracht met onuitwisbare zwarte inkt, in letters en cijfers die ten minste 20 mm hoog en 10 mm breed zijn en een lijndikte van 1 mm hebben.

Artikel 5

Begeleidende documenten

1.   Voor de verzending van elke partij broedeieren of kuikens wordt een begeleidend document opgesteld waarop ten minste de volgende aanduidingen voorkomen:

a)

de naam of firmanaam en het adres van het bedrijf, alsmede zijn registratienummer;

b)

het aantal broedeieren of kuikens volgens soort, categorie en type pluimvee;

c)

de verzenddatum;

d)

de naam en het adres van de geadresseerde.

2.   Indien het uit derde landen ingevoerde partijen broedeieren en kuikens betreft, wordt het registratienummer van het bedrijf vervangen door de naam van het land van oorsprong.

Artikel 6

Registratie

Elke broederij registreert per soort, per categorie (selectie, fok of gebruik) en per type (slacht, leg of gemengd gebruik) de volgende gegevens:

a)

de datum van inleg, het aantal ingelegde broedeieren en het registratienummer van het bedrijf waar de broedeieren zijn geproduceerd;

b)

de datum waarop de kuikens zijn uitgekomen en het aantal uitgekomen kuikens dat bestemd is om daadwerkelijk te worden gebruikt;

c)

het aantal broedeieren dat uit de broedmachine is gehaald en de identiteit van de koper.

Artikel 7

Gebruik van de uit de broedmachine gehaalde eieren

De uit de broedmachine gehaalde broedeieren worden gebruikt voor andere doeleinden dan voor menselijke consumptie. Zij kunnen worden gebruikt als industrie-eieren in de zin van artikel 1, tweede alinea, onder h), van Verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie (4).

Artikel 8

Mededelingen

1.   Iedere broederij informeert de bevoegde instantie van de lidstaat elke maand per soort, per categorie en per type over het aantal ingelegde broedeieren en het aantal uitgekomen kuikens dat daadwerkelijk bestemd is om te worden gebruikt.

2.   Zo nodig wordt aan andere dan de in lid 1 bedoelde bedrijven, op een wijze en op voorwaarden die worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure, om statistische gegevens over het pluimveebeslag van selectie- en vermeerderingskuikens verzocht.

3.   Elke maand zenden de lidstaten de Commissie, onmiddellijk na ontvangst en verwerking van de in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens, een overzicht toe dat is opgesteld aan de hand van deze gegevens voor de vorige maand.

In dit door de lidstaat verstrekte overzicht wordt bovendien het aantal in dezelfde maand ingevoerde en uitgevoerde kuikens vermeld, uitgesplitst naar soort, categorie en type pluimvee.

4.   Het model van het in lid 3 bedoelde overzicht is opgenomen in bijlage III. Voor elke maand van het kalenderjaar zenden de lidstaten de Commissie uiterlijk vier weken na de desbetreffende maand een dergelijk overzicht.

5.   De lidstaten kunnen het in bijlage III opgenomen modeloverzicht (deel I) gebruiken om bij de broederijen de in de leden 1 en 2 bedoelde inlichtingen te verzamelen.

6.   De lidstaten mogen voorschrijven dat het in artikel 5 bedoelde begeleidende document voor kuikens in verschillende exemplaren moet worden opgesteld. In dat geval wordt bij in- en uitvoer, alsmede in het intracommunautaire handelsverkeer een exemplaar van dit document toegezonden aan de in artikel 9 bedoelde bevoegde instantie.

7.   De lidstaten die de in lid 6 bedoelde procedure toepassen, stellen de overige lidstaten en de Commissie daarvan in kennis.

Artikel 9

Controle-instanties

Door de lidstaten aangewezen instanties zien toe op de naleving van deze verordening. De lijst van deze instanties wordt uiterlijk één maand vóór de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, ter kennis van de andere lidstaten en van de Commissie gebracht. Iedere wijziging van de genoemde lijst wordt uiterlijk één maand na die wijziging aan de andere lidstaten en de Commissie meegedeeld.

Artikel 10

Sancties

De lidstaten nemen de nodige maatregelen voor de bestraffing van overtredingen van de verordeningen betreffende de productie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee.

Artikel 11

Verslaglegging

Vóór 30 januari van ieder jaar zenden de lidstaten de Commissie een overeenkomstig het model van bijlage IV opgesteld statistisch overzicht van de structuur en de activiteit van de broederijen.

Artikel 12

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 1868/77 wordt ingetrokken met ingang van 1 juli 2008.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening en naar Verordening (EEG) nr. 2782/75 gelden als verwijzing naar deze verordening en moeten worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage V.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 510/2008 van de Commissie (PB L 149 van 7.6.2008, blz. 61).

(2)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 100. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(3)  PB L 209 van 17.8.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1792/2006 (PB L 362 van 20.12.2006, blz. 1).

(4)  PB L 163 van 24.6.2008, blz. 6.


BIJLAGE I

Codes als bedoeld in artikel 2, lid 2

BE

voor België

BG

voor Bulgarije

CZ

voor Tsjechië

DK

voor Denemarken

DE

voor Duitsland

EE

voor Estland

IE

voor Ierland

EL

voor Griekenland

ES

voor Spanje

FR

voor Frankrijk

IT

voor Italië

CY

voor Cyprus

LV

voor Letland

LT

voor Litouwen

LU

voor Luxemburg

HU

voor Hongarije

MT

voor Malta

NL

voor Nederland

AT

voor Oostenrijk

PL

voor Polen

PT

voor Portugal

RO

voor Roemenië

SI

voor Slovenië

SK

voor Slowakije

FI

voor Finland

SE

voor Zweden

UK

voor het Verenigd Koninkrijk


BIJLAGE II

In artikel 3, lid 4, bedoelde vermeldingen

:

Bulgaars

:

яйца за люпене

:

Spaans

:

huevos para incubar

:

Tsjechisch

:

násadová vejce

:

Deens

:

Rugeæg

:

Duits

:

Bruteier

:

Ests

:

Haudemunad

:

Grieks

:

αυγά προς εκκόλαψιν

:

Engels

:

eggs for hatching

:

Frans

:

œufs à couver

:

Italiaans

:

uova da cova

:

Lets

:

inkubējamas olas

:

Litouws

:

kiaušiniai perinimui

:

Hungarian

:

Keltetőtojás

:

Maltees

:

bajd tat-tifqis

:

Nederlands

:

Broedeieren

:

Pools

:

jaja wylęgowe

:

Portugees

:

ovos para incubação

:

Roemeens

:

ouă puse la incubat

:

Slowaaks

:

násadové vajcia

:

Sloveens

:

valilna jajca

:

Fins

:

munia haudottavaksi

:

Zweeds

:

Kläckägg


BIJLAGE III

MAANDELIJKS OVERZICHT VAN DE PRODUCTIE VAN EN DE HANDEL IN BROEDEIEREN EN KUIKENS VAN PLUIMVEE

DEEL I

Land:

Jaar:

1 000 stuks


Omschrijving

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

A.

Ingelegde broedeieren

Hanen, kippen, kuikens

Grootouderdieren en ouderdieren

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grootouderdieren en ouderdieren

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemengd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenden

Gebruik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ganzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kalkoenen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Parelhoenders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B.

Benutting van de kuikens

Hanen, kippen, kuikens

Grootmoederdieren en moederdieren

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Legkuikens

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grootmoederdieren en moederdieren

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Slachtkuikens

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemengd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenden

Slachtkuikens

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ganzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kalkoenen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Parelhoenders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hanen, kippen, kuikens

Gesekste haantjes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IN- EN UITVOER VAN KUIKENS VAN PLUIMVEE

DEEL II

Land:

Jaar:

1 000 stuks


Intracommunautair handelsverkeer

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

INVOER

Hanen, kippen, kuikens

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemengd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ganzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kalkoenen

Kuikens: gebruik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Parelhoenders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITVOER

Hanen, kippen, kuikens

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemengd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ganzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kalkoenen

Kuikens: gebruik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Parelhoenders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Invoer uit en uitvoer naar derde landen

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

INVOER

Hanen, kippen, kuikens

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemengd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ganzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kalkoenen

Kuikens: gebruik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Parelhoenders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UITVOER

Hanen, kippen, kuikens

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

leg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: grootmoederdieren en moederdieren

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kuikens: gebruik

slacht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gemengd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ganzen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kalkoenen

Kuikens: gebruik

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Parelhoenders

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toezenden aan

:

1.

Directoraat-generaal Landbouw, afdeling: Producten van de pluimveehouderij Wetstraat 200, B-1049 Brussel.

2.

Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Landbouwstatistiek, Luxembourg 1, Centre européen Boîte postale 1907, Luxembourg.


BIJLAGE IV

STRUCTUUR VAN DE BROEDERIJEN EN ACTIVITEIT

Image

Image


BIJLAGE V

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 2782/75

Verordening (EEG) nr. 1868/77

Onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 3

Artikel 2, lid 1

Artikel 1, lid 1

Artikel 2, lid 2, en bijlage I

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 3

Artikel 5, lid 1

Artikel 3, lid 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 3, lid 2

Artikel 2, lid 2, eerste alinea

Artikel 3, lid 3

Artikel 2, lid 2, tweede alinea

Artikel 3, lid 6

Artikel 2, lid 2, derde alinea

Artikel 3, lid 3

Artikel 5, lid 2

Artikel 3, lid 4, en bijlage II

Artikel 5, lid 3

Artikel 3, lid 5

Artikel 6

Artikel 3, lid 8

Artikel 2, lid 3

Artikel 3, lid 7

Artikel 11

Artikel 4, leden 1 en 2

Artikel 12

Artikel 4, lid 3, eerste alinea

Artikel 3

Artikel 4, lid 3, tweede alinea

Artikel 13

Artikel 5

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 8

Artikel 7

Artikel 9

Artikel 8, leden 1 en 2

Artikel 10, lid 1

Artikel 8, lid 3

Artikel 4, lid 1

Artikel 8, lid 4

Artikel 4, lid 2

Artikel 8, lid 5

Artikel 4, lid 3

Artikel 8, lid 6

Artikel 4, lid 4

Artikel 8, lid 7

Artikel 16

Artikel 9

Artikel 5

Artikel 10

Artikel 6

Artikel 11

Artikel 7

Artikel 12, eerste alinea

Artikel 8

Artikel 13

Bijlage I

Bijlage III

Bijlage II

Bijlage IV


28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/17


VERORDENING (EG) Nr. 618/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

tot aanpassing van de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de krachtens het ACS-protocol en de overeenkomst met India in te voeren rietsuiker voor de leveringsperiode 2007/2008

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 31,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 12 van Verordening (EG) nr. 950/2006 van de Commissie van 28 juni 2006 tot vaststelling, voor de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer en de raffinage van suikerproducten in het kader van bepaalde tariefcontingenten en preferentiële overeenkomsten (2) zijn de voorwaarden vastgesteld voor het bepalen van de leveringsverplichtingen tegen nulrecht van de producten van GN-code 1701, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, voor invoer van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend.

(2)

Voor de leveringsperiode 2007/2008 zijn deze hoeveelheden vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 77/2008 van de Commissie van 28 januari 2008 tot vaststelling van de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de krachtens het ACS-protocol en de overeenkomst met India in te voeren rietsuiker voor de leveringsperiode 2007/2008 (3).

(3)

In artikel 7, leden 1 en 2, van het ACS-protocol zijn de voorschriften vastgesteld voor het geval een ACS-staat de overeengekomen hoeveelheid niet levert.

(4)

De bevoegde autoriteiten van Barbados, Congo, Kenia, Madagaskar en Trinidad en Tobago hebben de Commissie gemeld dat zij de overeengekomen hoeveelheden niet volledig kunnen leveren en dat zij geen extra leveringsperiode vragen.

(5)

Na raadpleging van de betrokken ACS-staten moeten de niet-geleverde hoeveelheden derhalve worden overgedragen naar de leveringsperiode 2007/2008.

(6)

Verordening (EG) nr. 77/2008 moet bijgevolg worden ingetrokken en de hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de leveringsperiode 2007/2008 moeten worden aangepast overeenkomstig artikel 12, lid 1 en lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 950/2006.

(7)

In artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 950/2006 is bepaald dat lid 1 van dat artikel niet van toepassing is op een hoeveelheid die opnieuw is toegewezen overeenkomstig artikel 7, lid 1 of lid 2, van het ACS-protocol. De bij de onderhavige verordening opnieuw toegewezen hoeveelheid zou derhalve moeten worden ingevoerd vóór 30 juni 2008. In verband met de laattijdige vaststelling van deze nieuwe toewijzing en rekening houdend met de tijd die is toegestaan voor het aanvragen van invoercertificaten, kan deze termijn evenwel niet in acht worden genomen. Artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 950/2006 moet derhalve ook van toepassing zijn op de krachtens de onderhavige verordening opnieuw toegewezen hoeveelheid.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de invoer van producten van GN-code 1701, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend, voor de leveringsperiode 2007/2008 worden voor ieder betrokken land van uitvoer aangepast overeenkomstig de in de bijlage opgenomen tabel.

Artikel 2

In afwijking van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 950/2006, is artikel 14, lid 1, van die verordening van toepassing op de krachtens de onderhavige verordening opnieuw toegewezen en na 30 juni 2008 ingevoerde hoeveelheid.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 77/2008 wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1260/2007 (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 1).

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 371/2007 (PB L 92 van 3.4.2007, blz. 6).

(3)  PB L 24 van 29.1.2008, blz. 6.


BIJLAGE

Hoeveelheden van de leveringsverplichtingen voor de invoer van preferentiële suiker van oorsprong uit de landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend, voor de leveringsperiode 2007/2008, uitgedrukt in ton wittesuikerequivalent

Landen die het ACS-protocol en de overeenkomst met India hebben ondertekend

Leveringsverplichtingen 2007/2008

Barbados

27 464,3

Belize

69 615,98

Congo

0,00

Ivoorkust

10 123,12

Fiji

162 656,25

Guyana

191 368,87

India

9 999,83

Jamaica

148 003,16

Kenia

2 045,07

Madagaskar

6 249,50

Malawi

24 367,72

Mauritius

476 789,70

Mozambique

5 965,92

Oeganda

0,00

Saint Kitts en Nevis

0,00

Suriname

0,00

Swaziland

126 027,92

Tanzania

9 672,60

Trinidad en Tobago

0,00

Zambia

11 865,01

Zimbabwe

37 660,14

TOTAAL

1 319 875,62


28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/20


VERORDENING (EG) Nr. 619/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

tot opening van een permanente inschrijving voor de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (1), en met name op artikel 161, lid 3, artikel 164, lid 2, onder b), en artikel 170, juncto artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 162, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 kan, om de uitvoer van een aantal zuivelproducten mogelijk te maken, het verschil tussen de prijzen op de wereldmarkt en de prijzen in de Gemeenschap door een uitvoerrestitutie worden overbrugd binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie (2) zijn regels vastgesteld voor de inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder van productcode ex ex 0402 10 19 9000, natuurlijke boter in blokken van productcode ex ex 0405 10 19 9700 en van butteroil in recipiënten van productcode ex ex 0405 90 10 9000. Bij Verordening (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie van 10 december 2007 houdende gemeenschappelijke bepalingen betreffende inschrijvingen voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde landbouwproducten (3) is Verordening (EG) nr. 580/2004 met ingang van 1 juli 2008 ingetrokken.

(3)

Overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1454/2007 moet een permanente inschrijving worden geopend voor de in artikel 1, lid 1, van die verordening bedoelde producten. Aangezien in Verordening (EG) nr. 1454/2007 niet alle specifieke regels voor de zuivelsector zijn opgenomen die tot dusverre in Verordening (EG) nr. 580/2004 waren vervat, moeten die regels met ingang van de datum van intrekking van die verordening opnieuw worden vastgesteld. Om praktische redenen en om redenen van duidelijkheid en vereenvoudiging moet één enkele verordening worden vastgesteld waarin ook de specifieke bepalingen van Verordening (EG) nr. 581/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor bepaalde soorten boter (4), en van Verordening (EG) nr. 582/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder (5) worden opgenomen.

(4)

Verordening (EG) nr. 1282/2006 van de Commissie van 17 augustus 2006 tot vaststelling van specifieke bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (6) is van toepassing op alle uitvoercertificaten en uitvoerrestituties in de zuivelsector. Certificaten die zijn afgegeven in het kader van de bij de onderhavige verordening geopende inschrijving hebben betrekking op specifieke producten, en om die reden is het passend specifieke regels vast te stellen waarbij wordt afgeweken van de bij Verordening (EG) nr. 1282/2006 vastgestelde algemene regels inzake uitvoercertificaten. In artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1454/2007 is bepaald dat de certificaten door de bevoegde autoriteit van de lidstaat worden afgegeven, uiterlijk op de vijfde werkdag volgende op de inwerkingtreding van het besluit van de Commissie tot vaststelling van een maximumrestitutie, alsmede dat het certificaat geldig is met ingang van de dag van de feitelijke afgifte. Het is derhalve aangewezen om een geldigheidsperiode vast te stellen die afwijkt van die welke is vastgesteld in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1282/2006, om ervoor te zorgen dat alle afgegeven certificaten een gelijke geldigheidsperiode hebben.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Voor de bepaling van de uitvoerrestitutie voor de volgende in sector 9 van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (7) genoemde zuivelproducten wordt een permanente inschrijving geopend, waarbij aan alle in de Gemeenschap gevestigde personen gelijke toegang wordt gegarandeerd:

a)

natuurlijke boter in blokken met een nettogewicht van ten minste 20 kg, van productcode ex ex 0405 10 19 9700;

b)

butteroil in recipiënten met een netto-inhoud van ten minste 20 kg, van productcode ex ex 0405 90 10 9000;

c)

mageremelkpoeder in zakken met een netto-inhoud van ten minste 25 kg en met niet meer dan 0,5 gewichtspercenten toegevoegde melkvreemde bestanddelen, van productcode ex ex 0402 10 19 9000.

Artikel 2

Bestemming

De in artikel 1 genoemde producten zijn bestemd voor uitvoer naar alle bestemmingen, met uitzondering van:

a)

derde landen: Andorra, Liechtenstein, de Verenigde Staten van Amerika en de Heilige Stoel (Vaticaanstad);

b)

tot de lidstaten behorend grondgebied dat geen deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap: de Faeröer, Groenland, Helgoland, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de Regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent;

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.

Artikel 3

Geldende voorschriften

Behoudens andersluidende bepalingen in de onderhavige verordening zijn de Verordeningen (EG) nr. 1291/2000 (8), (EG) nr. 1282/2006 en (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie van toepassing.

Artikel 4

Indiening van de offertes

1.   De offertes mogen alleen gedurende de inschrijvingsperiode worden ingediend en zijn alleen geldig voor de inschrijvingsperiode waarin zij zijn ingediend.

2.   Elke inschrijvingsperiode begint om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de tweede dinsdag van de maand, met de volgende uitzonderingen:

a)

in augustus begint de periode om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de derde dinsdag van de maand;

b)

in december begint de periode om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de eerste dinsdag van de maand.

Indien de betrokken dinsdag een feestdag is, begint de periode om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de volgende werkdag.

Elke inschrijvingsperiode eindigt om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de derde dinsdag van de maand, met de volgende uitzonderingen:

a)

in augustus eindigt de periode om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de vierde dinsdag van de maand;

b)

in december eindigt de periode om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de tweede dinsdag van de maand.

Indien de betrokken dinsdag een feestdag is, eindigt de periode om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de voorgaande werkdag.

3.   Elke inschrijvingsperiode wordt genummerd in een reeks die begint met de eerste periode waarin wordt voorzien.

4.   De offertes worden ingediend bij de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

5.   De offertes worden per bestemming afzonderlijk ingediend voor één van de productcodes als bedoeld in artikel 1.

6.   Behalve de in artikel 3, lid 5, onder c), van Verordening (EG) nr. 1454/2007 bedoelde vermelding moet de inschrijver in vak 16 van de certificaataanvraag de in artikel 1 van de onderhavige verordening bedoelde, door „ex” voorafgegane productcode voor de uitvoerrestitutie vermelden.

Artikel 5

Minimumhoeveelheden

Voor de in artikel 1 bedoelde producten moet iedere inschrijving betrekking hebben op een hoeveelheid van ten minste 10 ton.

Artikel 6

Zekerheid

De inschrijvingszekerheid bedraagt 15 % van het meest recente maximumbedrag van de uitvoerrestitutie dat is vastgesteld voor dezelfde productcode en dezelfde bestemming. Het bedrag van de inschrijvingszekerheid mag echter niet minder bedragen dan 5 EUR per 100 kg.

Artikel 7

Kennisgeving van de offertes aan de Commissie

Voor de toepassing van artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1454/2007 moeten de lidstaten de Commissie binnen drie uur na het einde van elke inschrijvingsperiode als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de onderhavige verordening, van alle geldige inschrijvingen apart kennisgeven in de in bijlage I bij de onderhavige verordening gespecificeerde vorm.

Artikel 8

Uitvoercertificaten

1.   Het bepaalde in artikel 7, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1282/2006 is niet van toepassing.

2.   In afwijking van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1282/2006 begint de periode van geldigheid van het uitvoercertificaat op de dag van feitelijke afgifte ervan en eindigt deze aan het einde van de vierde maand na die waarin de inschrijvingsperiode eindigt overeenkomstig artikel 4, lid 2, derde alinea, van de onderhavige verordening.

Artikel 9

Intrekking

Verordening (EG) nr. 581/2004 en Verordening (EG) nr. 582/2004 worden ingetrokken.

Artikel 10

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 510/ 2008 van de Commissie (PB L 149 van 7.6.2008, blz. 61).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 128/2007 (PB L 41 van 13.2.2007, blz. 6).

(3)  PB L 325 van 11.12.2007, blz. 69.

(4)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 64. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1543/2007 (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 62).

(5)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 67. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1543/2007.

(6)  PB L 234 van 29.8.2006, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 532/2007 (PB L 125 van 15.5.2007, blz. 7).

(7)  PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1.

(8)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.


BIJLAGE I

LIDSTAAT:

Contactpersoon:

Telefoon:

Fax:

E-mail:

A.   Boter „82 %”

Lidstaat:

Toekenning van een restitutie voor boter „82 %” van productcode ex ex 0405 10 19 9700 bij uitvoer naar bepaalde derde landen (Verordening (EG) nr. 619/2008) Inschrijvingsnummer: …/R/200. Uiterste inschrijvingstermijn:


1

2

3

4

5

Offerte nr.

Inschrijver nr. (1)

Hoeveelheid (in t)

Bestemming

Uitvoerrestitutie (EUR/100 kg)

(in opklimmende volgorde)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


B.   Butteroil

Lidstaat:

Toekenning van een restitutie voor butteroil van productcode ex ex 0405 90 10 9000 bij uitvoer naar bepaalde derde landen (Verordening (EG) nr. 619/2008) Inschrijvingsnummer: …/R/200. Uiterste inschrijvingstermijn:


1

2

3

4

5

Offerte nr.

Inschrijver nr. (2)

Hoeveelheid (in t)

Bestemming

Uitvoerrestitutie (EUR/100 kg)

(in opklimmende volgorde)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


C.   Mageremelkpoeder

Lidstaat:

Toekenning van een restitutie voor mageremelkpoeder van productcode ex ex 0402 10 19 9000 bij uitvoer naar bepaalde derde landen (Verordening (EG) nr. 619/2008) Inschrijvingsnummer: …/R/200. Uiterste inschrijvingstermijn:


1

2

3

4

5

Offerte nr.

Inschrijver nr. (3)

Hoeveelheid (in t)

Bestemming

Uitvoerrestitutie (EUR/100 kg)

(in opklimmende volgorde)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Iedere inschrijver krijgt voor elke inschrijvingsperiode een nummer toegewezen.

(2)  Iedere inschrijver krijgt voor elke inschrijvingsperiode een nummer toegewezen.

(3)  Iedere inschrijver krijgt voor elke inschrijvingsperiode een nummer toegewezen.


BIJLAGE II

In Verordening (EG) nr. 1454/2007 en de onderhavige verordening bedoelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarbij de offertes moeten worden ingediend:

BE

Bureau d'intervention et de restitution belge

Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

Rue de Trèves 82/Trierstraat 82

B-1040 Bruxelles/Brussel

Tél./Tel. (32-2) 287 24 11

Télécopieur/Fax (32-2) 287 25 24

BG

State fund „Agriculture“ — Paying Agency

136, Tsar Boris III Blvd.

1618 Sofia

Bulgaria

Tel.: + 359 2 81 87 100

Tel./fax: + 359 2 81 87 167

CZ

Státní zemědělský intervenční fond (SZIF)

Ve Smečkách 33

110 00, Praha 1

Czech Republic

Tel: (420) 222 871 431

Fax: (420) 0 222 871 769

E-mail: licence@szif.cz

DK

Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri

Direktoratet for FødevareErhverv

Eksportstøttekontoret

Nyropsgade 30

DK-1780 København V

Tlf. (45) 33 95 80 00

Fax (45) 33 95 80 18

DE

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE)

D-53168 Bonn

oder

Deichmanns Aue 29

D-53179 Bonn

Tel. (0049 228) 6845-3732, 3718, 3884

Fax (0049 228) 6845-3874, 3792

EE

Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet (PRIA)

Narva mnt 3

Tartu 51009

Eesti

Tel: (+ 372) 737 1200

Fax: (+ 372) 737 1201

EL

ΟΠΕΚΕΠΕ — Διεύθυνση μηχανισμών αγοράς

Αχαρνών 364 & Γλαράκη 10β

GR-111 45 Αθήνα

Tηλ.: (30-210) 212 48 93

Φαξ: (30-210) 202 06 08

ES

Ministerio de Medio Ambiente y Medio Rural y Marino

Fondo Español de Garantía Agraria

Subdireccion General de Regulación de Mercados

Almagro, 33

E-28010

Tel. (34) 913 47 49 17-18

Fax (34) 913 47 47 07

FR

Office de l’élevage

12, rue Henri-Rol-Tanguy

TSA 30003

F-93555 Montreuil-sous-Bois

Tél. (33-1) 73 30 30 00

Fax (33-1) 73 30 30 38

IE

Department of Agriculture, Fisheries and Food

Johnstown Castle Estate

Wexford

Ireland

Tel. (353) 53 63 400

Fax (353) 53 42 843

IT

Ministero del commercio internazionale

Direzione generale per la politica commerciale

DIV. II

Viale Boston 25

I-00142 Roma

Tel: + 39 06 59 93 22 04

Fax: + 39 06 59 93 21 41

CY

Ministry of Commerce, Industry and Tourism

Import & Export Licensing Unit

1421 Lefkosia (Nicosia)

Cyprus

Tel: + 357 22867 100

Fax: + 357 22375 120

LV

Lauku atbalsta dienests (LAD)

Republikas laukums 2

Rīga, LV-1981

Latvija

Tālr.: (371) 702 75 42

Fakss: (371) 702 71 20

LT

Nacionalinė mokėjimo agentūra prie Žemės ūkio ministerijos

Blindžių g. 17

08111 Vilnius

Lietuva

Tel. + 370 5 25 26 703

Faksas + 370 5 25 26 945

LU

Office des licences

21, Rue Philippe II

L-2011 Luxembourg

Tél.: 352 24782370

Télécopieur: 352 466138

HU

Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal (MVH)

Soroksári út 22–24.

H-1095 Budapest

Hungary

Tel.: (36-1) 37 43 603

Fax: (36-1) 47 52 114

MT

Ministry for Rural Affairs and Environment

Barriera Wharf

Valletta — CMR 02

Tel: + 356 2295 2228

NL

Productschap zuivel

Louis Braillelaan 80

NL-2719 EK Zoetermeer

Nederland

Tel.: (31-79) 368 1534

Fax: (31-79) 368 1955

E-mail: mr@pz.agro.nl

AT

Agrarmarkt Austria

Dresdner Straße 70

A-1200 Wien

Tel.: (43-1) 331 51 0

Fax: (43-1) 331 51 303

E-Mail: lizenzen@ama.gv.at

PL

Agencja Rynku Rolnego

Nowy Świat 6/12

00-400 Warszawa

Poland

Tel. (48) 22 661-75-90

Faks (48) 22 661-76-04

PT

Ministério das Finanças

Direcção-Geral das Alfândegas e dos Impostos Especiais sobre o Consumo

Direcção de Serviços de Licenciamento

Rua Terreiro do Trigo — Edifício da Alfândega

P-1149-060 Lisboa

Tel.: (351) 218 81 42 62

Fax.: (351) 218 81 42 61

RO

Agenția de Plăți și Intervenție pentru Agricultură

Bd. Carol I nr. 17, sector 2

030161 București

România

Tel.: (40-21) 305 48 02

Tel.: (40-21) 305 48 42

Fax: (40-21) 305 48 03

SL

Agencija Republike Slovenije za kmetijske trge in razvoj podeželja

Dunajska cesta 160

1000 Ljubljana

Slovenija

Telefon: + 386 1 478 9228

Telefaks: + 386 1 478 9297

SK

Pôdohospodárska platobná agentúra (Agricultural Paying Agency)

Dobrovičova 12

815 26 Bratislava

Slovenská republika

Tel.: (421-2) 57 51 26 13

Fax: (421-2) 53 41 21 80

FI

Maaseutuvirasto, Markkinatukiosasto

P.O. Box 256

FI-00101 Helsinki

Puhelin: (358-20) 772 007

Faksi (358-20) 772 55 09

SV

Statens jordbruksverk

Vallgatan 8

S-511 82 Jönköping

Tfn (46-36) 15 50 00

Fax (46-36) 19 05 46

UK

Rural Payments Agency (RPA)

Lancaster House, Hampshire Court

UK — Newcastle upon Tyne NE4 7YE

Tel. 44 0 191 226 5262

Fax 44 0 191 226 5101


28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/27


VERORDENING (EG) Nr. 620/2008 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

houdende rectificatie van Verordening (EG) nr. 386/2008 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 386/2008 van de Commissie (2) zijn de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten vastgesteld.

(2)

Er dient rekening te worden gehouden met de bij Verordening (EG) nr. 1499/2007 van de Commissie van 18 december 2007 houdende bekendmaking, voor 2008, van de bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 (3) vastgestelde landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties, vastgestelde wijzigingen van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten. Verordening (EG) nr. 386/2007 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. Voor de duidelijkheid moeten deze wijzigingen van toepassing zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 386/2008,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 386/2008 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 386/2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1152/2007 (PB L 258 van 4.10.2007, blz. 3). Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt met ingang van 1 juli 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(2)  PB L 116 van 30.4.2008, blz. 17.

(3)  PB L 333 van 19.12.2007, blz. 10.


BIJLAGE

„BIJLAGE

Vanaf 27 juni 2008 geldende uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

0401 30 31 9100

L20

EUR/100 kg

0401 30 31 9400

L20

EUR/100 kg

0401 30 31 9700

L20

EUR/100 kg

0401 30 39 9100

L20

EUR/100 kg

0401 30 39 9400

L20

EUR/100 kg

0401 30 39 9700

L20

EUR/100 kg

0401 30 91 9100

L20

EUR/100 kg

0401 30 99 9100

L20

EUR/100 kg

0401 30 99 9500

L20

EUR/100 kg

0402 10 11 9000

L20 (1)

EUR/100 kg

0402 10 19 9000

L20 (1)

EUR/100 kg

0402 10 99 9000

L20

EUR/100 kg

0402 21 11 9200

L20

EUR/100 kg

0402 21 11 9300

L20

EUR/100 kg

0402 21 11 9500

L20

EUR/100 kg

0402 21 11 9900

L20 (1)

EUR/100 kg

0402 21 17 9000

L20

EUR/100 kg

0402 21 19 9300

L20

EUR/100 kg

0402 21 19 9500

L20

EUR/100 kg

0402 21 19 9900

L20 (1)

EUR/100 kg

0402 21 91 9100

L20

EUR/100 kg

0402 21 91 9200

L20 (1)

EUR/100 kg

0402 21 91 9350

L20

EUR/100 kg

0402 21 99 9100

L20

EUR/100 kg

0402 21 99 9200

L20 (1)

EUR/100 kg

0402 21 99 9300

L20

EUR/100 kg

0402 21 99 9400

L20

EUR/100 kg

0402 21 99 9500

L20

EUR/100 kg

0402 21 99 9600

L20

EUR/100 kg

0402 21 99 9700

L20

EUR/100 kg

0402 29 15 9200

L20

EUR/100 kg

0402 29 15 9300

L20

EUR/100 kg

0402 29 15 9500

L20

EUR/100 kg

0402 29 19 9300

L20

EUR/100 kg

0402 29 19 9500

L20

EUR/100 kg

0402 29 19 9900

L20

EUR/100 kg

0402 29 99 9100

L20

EUR/100 kg

0402 29 99 9500

L20

EUR/100 kg

0402 91 10 9370

L20

EUR/100 kg

0402 91 30 9300

L20

EUR/100 kg

0402 91 99 9000

L20

EUR/100 kg

0402 99 10 9350

L20

EUR/100 kg

0402 99 31 9300

L20

EUR/100 kg

0403 90 11 9000

L20

EUR/100 kg

0403 90 13 9200

L20

EUR/100 kg

0403 90 13 9300

L20

EUR/100 kg

0403 90 13 9500

L20

EUR/100 kg

0403 90 13 9900

L20

EUR/100 kg

0403 90 33 9400

L20

EUR/100 kg

0403 90 59 9310

L20

EUR/100 kg

0403 90 59 9340

L20

EUR/100 kg

0403 90 59 9370

L20

EUR/100 kg

0404 90 21 9120

L20

EUR/100 kg

0404 90 21 9160

L20

EUR/100 kg

0404 90 23 9120

L20

EUR/100 kg

0404 90 23 9130

L20

EUR/100 kg

0404 90 23 9140

L20

EUR/100 kg

0404 90 23 9150

L20

EUR/100 kg

0404 90 81 9100

L20

EUR/100 kg

0404 90 83 9110

L20

EUR/100 kg

0404 90 83 9130

L20

EUR/100 kg

0404 90 83 9150

L20

EUR/100 kg

0404 90 83 9170

L20

EUR/100 kg

0405 10 11 9500

L20

EUR/100 kg

0405 10 11 9700

L20

EUR/100 kg

0405 10 19 9500

L20

EUR/100 kg

0405 10 19 9700

L20

EUR/100 kg

0405 10 30 9100

L20

EUR/100 kg

0405 10 30 9300

L20

EUR/100 kg

0405 10 30 9700

L20

EUR/100 kg

0405 10 50 9500

L20

EUR/100 kg

0405 10 50 9700

L20

EUR/100 kg

0405 10 90 9000

L20

EUR/100 kg

0405 20 90 9500

L20

EUR/100 kg

0405 20 90 9700

L20

EUR/100 kg

0405 90 10 9000

L20

EUR/100 kg

0405 90 90 9000

L20

EUR/100 kg

0406 10 20 9640

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 10 20 9650

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 10 20 9830

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 10 20 9850

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 20 90 9913

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 20 90 9915

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 20 90 9917

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 20 90 9919

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 30 31 9730

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 30 31 9930

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 30 31 9950

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 30 39 9500

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 30 39 9700

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 30 39 9930

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 30 39 9950

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 40 50 9000

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 40 90 9000

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 13 9000

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 15 9100

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 17 9100

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 21 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 23 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 25 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 27 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 32 9119

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 35 9190

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 35 9990

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 37 9000

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 61 9000

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 63 9100

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 63 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 69 9910

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 73 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 75 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 76 9300

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 76 9400

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 76 9500

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 78 9100

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 78 9300

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 79 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 81 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 85 9930

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 85 9970

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 86 9200

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 86 9400

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 86 9900

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9300

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9400

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9951

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9971

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9973

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9974

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9975

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 87 9979

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 88 9300

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

0406 90 88 9500

L04

EUR/100 kg

L40

EUR/100 kg

De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

L20

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van:

a)

derde landen: Andorra, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein en de Verenigde Staten van Amerika;

b)

tot de lidstaten behorend grondgebied dat geen deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap: de Faeröer, Groenland, Helgoland, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de Regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.

L04

:

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië (), Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

L40

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van:

a)

derde landen: L04, Andorra, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitzerland, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika, Kroatië, Turkije, Australië, Canada, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika;

b)

tot de lidstaten behorend grondgebied dat geen deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap: de Faeröer, Groenland, Helgoland, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de Regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.


(1)  Voor producten die zijn bestemd voor uitvoer naar de Dominicaanse Republiek in het kader van het contingent 2008/2009 als bedoeld in Besluit 98/486/EG en die voldoen aan de voorwaarden van hoofdstuk III, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 1282/1999, gelden de volgende restituties:

a)

producten van de GN-codes 0402 10 11 9000 en 0402 10 19 9000

0,00 euro/100 kg

b)

producten van de GN-codes 0402 21 11 9900, 0402 21 19 9900, 0402 21 91 9200 en 0402 21 99 9200

0,00 euro/100 kg

De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

L20

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van:

a)

derde landen: Andorra, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein en de Verenigde Staten van Amerika;

b)

tot de lidstaten behorend grondgebied dat geen deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap: de Faeröer, Groenland, Helgoland, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de Regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.

L04

:

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië (), Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

L40

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van:

a)

derde landen: L04, Andorra, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitzerland, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika, Kroatië, Turkije, Australië, Canada, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika;

b)

tot de lidstaten behorend grondgebied dat geen deel uitmaakt van het douanegebied van de Gemeenschap: de Faeröer, Groenland, Helgoland, Ceuta, Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de Regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.

(2)  Met inbegrip van Kosovo, onder bescherming van de Verenigde Naties, krachtens resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad van 10 juni 1999.”


RICHTLIJNEN

28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/31


RICHTLIJN 2008/64/EG VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

tot wijziging van de bijlagen I tot en met IV bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 14, tweede alinea, onder c) en d),

In overleg met de betrokken lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2000/29/EG voorziet in bepaalde maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de lidstaten van voor planten of plantaardige producten schadelijke organismen uit andere lidstaten of derde landen. Er wordt ook voorzien in de erkenning van bepaalde gebieden als beschermd gebied.

(2)

Op grond van door de lidstaten verstrekte informatie is vastgesteld dat slechts bepaalde voor opplant bestemde planten van Dendranthema (DC.) Des Moul, Dianthus L., Pelargonium l'Hérit. ex Ait. en Solanaceae een risico vormen voor de verspreiding van Heliothis armigera Hübner. Aangezien het risico van verspreiding van dat organisme tot die planten beperkt is, moet dat organisme worden geschrapt uit bijlage I bij Richtlijn 2000/29/EG, die een algemeen verbod oplegt, en in plaats daarvan worden opgenomen in bijlage II bij die richtlijn, die slechts een verbod oplegt voor specifieke planten die een risico vormen. Verder moet de naam van Heliothis armigera Hübner worden veranderd in Helicoverpa armigera (Hübner), overeenkomstig haar recente herziene wetenschappelijke benaming.

(3)

Uit door de lidstaten verstrekte informatie is gebleken dat Colletotrichum acutatum Simmonds in de Gemeenschap wijdverbreid is. Daarom mag dat organisme niet langer als schadelijk organisme worden opgenomen in de lijst van Richtlijn 2000/29/EG en is het niet nodig dat ten aanzien van dat organisme uit hoofde van die richtlijn verdere beschermende maatregelen worden genomen. Bijlage II bij Richtlijn 2000/29/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Uit door Portugal verstrekte informatie blijkt dat het Citrus tristeza virus (Europese isolaten) op Madeira is geconstateerd. Dit gedeelte van het Portugese grondgebied kan daarom niet langer worden erkend als een beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijk organisme en de bijlagen II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Uit door Spanje verstrekte informatie blijkt dat Thaumetopoea pityocampa (Den. et Schiff.) op Ibiza is geconstateerd. Dit gedeelte van het Spaanse grondgebied kan daarom niet langer worden erkend als een beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijk organisme en de bijlagen II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Uit door Slovenië verstrekte informatie blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. in de regio’s Koroška en Notranjska is geconstateerd. Deze regio’s kunnen daarom niet langer als beschermd gebied ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. worden erkend en de bijlagen II, III en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Uit door Italië verstrekte informatie blijkt dat Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. in sommige delen van de regio's Emilia-Romagna, Lombardije en Veneto is geconstateerd. Deze delen van het Italiaanse grondgebied kunnen daarom niet langer als beschermd gebied ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. worden erkend en de bijlagen II, III en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Uit de Zwitserse fytosanitaire wetgeving blijkt dat de kantons Bern en Graubünden in Zwitserland niet langer als een beschermd gebied voor Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. worden erkend. De afwijkingsregeling waarbij de invoer uit die regio's naar bepaalde beschermde gebieden onder naleving van bijzondere eisen wordt toegestaan, moet daarom worden geschrapt en deel B van bijlage IV bij Richtlijn 2000/29/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De bijlagen I tot en met IV bij Richtlijn 2000/29/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I tot en met IV bij Richtlijn 2000/29/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 31 augustus 2008 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 september 2008.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/41/EG van de Commissie (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 51).


BIJLAGE

De bijlagen I tot en met IV bij Richtlijn 2000/29/EG worden als volgt gewijzigd:

1.

In bijlage I, deel A, rubriek II, onder a), wordt punt 3 geschrapt.

2.

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

Deel A, rubriek II, wordt als volgt gewijzigd:

i)

Onder a) wordt na punt 6.1 het volgende punt 6.2 ingevoegd:

„6.2.

Helicoverpa armigera (Hübner)

Planten van Dendranthema (DC.) Des Moul, Dianthus L., Pelargonium l'Hérit. ex Ait. en de familie Solanaceae, bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden”

ii)

Onder c) wordt punt 2 geschrapt.

b)

Deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

Onder a) wordt punt 10 geschrapt.

ii)

Onder b), punt 2, wordt de tekst in de derde kolom, beschermd(e) gebied(en), vervangen door:

„E, EE, F (Corsica), IRL, I (Abruzzen, Apulië, Basilicata, Calabrië, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza); Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Ligurië, Lombardije (met uitzondering van de provincie Mantua), Marche, Molise, Piemonte, Sardinië, Sicilië, Toscane, Umbrië, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincie Rovigo, de gemeenten Castelbaldo, Barbona, Piacenza d’Adige, Vescovana, S. Urbano, Boara Pisani, Masi in de provincie Padua en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT, A (Burgenland, Karinthië, Neder-Oostenrijk, Tirol (administratief district Lienz), Stiermarken en Wenen), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Notranjska en Maribor), SK (met uitzondering van de gemeenten Blahová, Horné Mýto en Okoč (district Dunajská Streda), Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland, het eiland Man en de Kanaaleilanden).”.

iii)

Onder d), punt 1, wordt de tekst in de derde kolom, beschermd(e) gebied(en), vervangen door:

„EL, F (Corsica), M, P (met uitzondering van Madeira)”.

3.

Bijlage III, deel B, wordt als volgt gewijzigd:

a)

In punt 1 wordt de tekst in de tweede kolom, beschermd(e) gebied(en), vervangen door:

„E, EE, F (Corsica), IRL, I (Abruzzen, Apulië, Basilicata, Calabrië, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza); Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Ligurië, Lombardije (met uitzondering van de provincie Mantua), Marche, Molise, Piemonte, Sardinië, Sicilië, Toscane, Umbrië, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincie Rovigo, de gemeenten Castelbaldo, Barbona, Piacenza d’Adige, Vescovana, S. Urbano, Boara Pisani, Masi in de provincie Padua en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT, A (Burgenland, Karinthië, Neder-Oostenrijk, Tirol (administratief district Lienz), Stiermarken en Wenen), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Notranjska en Maribor), SK (met uitzondering van de gemeenten Blahová, Horné Mýto en Okoč (district Dunajská Streda), Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland, het eiland Man en de Kanaaleilanden).”.

b)

In punt 2 wordt de tekst in de tweede kolom, beschermd(e) gebied(en), vervangen door:

„E, EE, F (Corsica), IRL, I (Abruzzen, Apulië, Basilicata, Calabrië, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza); Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Ligurië, Lombardije (met uitzondering van de provincie Mantua), Marche, Molise, Piemonte, Sardinië, Sicilië, Toscane, Umbrië, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincie Rovigo, de gemeenten Castelbaldo, Barbona, Piacenza d’Adige, Vescovana, S. Urbano, Boara Pisani, Masi in de provincie Padua en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT, A (Burgenland, Karinthië, Neder-Oostenrijk, Tirol (administratief district Lienz), Stiermarken en Wenen), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Notranjska en Maribor), SK (met uitzondering van de gemeenten Blahová, Horné Mýto en Okoč (district Dunajská Streda), Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland, het eiland Man en de Kanaaleilanden).”.

4.

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

Deel A wordt als volgt gewijzigd:

i)

In rubriek I, punt 27.1, tweede kolom, bijzondere eisen, worden de woorden „Heliothis armigera Hübner” vervangen door „Helicoverpa armigera (Hübner)”.

ii)

In rubriek II, punt 20, tweede kolom, bijzondere eisen, worden de woorden „Heliothis armigera Hübner” vervangen door „Helicoverpa armigera (Hübner)”.

b)

Deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

Punt 17 wordt geschrapt.

ii)

Punt 21 wordt als volgt gewijzigd:

In de tweede kolom, bijzondere eisen, wordt punt c) vervangen door:

„c)

de planten van oorsprong zijn uit een van de volgende Zwitserse kantons: Fribourg/Freiburg, Vaud, Valais, of”.

De tekst in de derde kolom, beschermd(e) gebied(en), wordt vervangen door:

„E, EE, F (Corsica), IRL, I (Abruzzen, Apulië, Basilicata, Calabrië, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza); Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Ligurië, Lombardije (met uitzondering van de provincie Mantua), Marche, Molise, Piemonte, Sardinië, Sicilië, Toscane, Umbrië, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincie Rovigo, de gemeenten Castelbaldo, Barbona, Piacenza d’Adige, Vescovana, S. Urbano, Boara Pisani, Masi in de provincie Padua en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT, A (Burgenland, Karinthië, Neder-Oostenrijk, Tirol (administratief district Lienz), Stiermarken en Wenen), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Notranjska en Maribor), SK (met uitzondering van de gemeenten Blahová, Horné Mýto en Okoč (district Dunajská Streda), Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland, het eiland Man en de Kanaaleilanden).”.

iii)

Punt 21.3 wordt als volgt gewijzigd:

In de tweede kolom, bijzondere eisen, wordt punt b) vervangen door:

„b)

van oorsprong zijn uit een van de volgende Zwitserse kantons: Fribourg/Freiburg, Vaud, Valais, of”.

De tekst in de derde kolom, beschermd(e) gebied(en), wordt vervangen door:

„E, EE, F (Corsica), IRL, I (Abruzzen, Apulië, Basilicata, Calabrië, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza); Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Ligurië, Lombardije (met uitzondering van de provincie Mantua), Marche, Molise, Piemonte, Sardinië, Sicilië, Toscane, Umbrië, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincie Rovigo, de gemeenten Castelbaldo, Barbona, Piacenza d’Adige, Vescovana, S. Urbano, Boara Pisani, Masi in de provincie Padua en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT, A (Burgenland, Karinthië, Neder-Oostenrijk, Tirol (administratief district Lienz), Stiermarken en Wenen), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Notranjska en Maribor), SK (met uitzondering van de gemeenten Blahová, Horné Mýto en Okoč (district Dunajská Streda), Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland, het eiland Man en de Kanaaleilanden).”.

iv)

Punt 31 wordt als volgt gewijzigd:

De tekst in de derde kolom, beschermd(e) gebied(en), wordt vervangen door:

„EL, F (Corsica), M, P (met uitzondering van Madeira)”.


28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/36


RICHTLIJN 2008/65/EG VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

tot wijziging van Richtlijn 91/439/EEG betreffende het rijbewijs

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (1), en met name op artikel 7 bis, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De in bijlage I en I bis bij Richtlijn 91/439/EEG beschreven lijst van codes moet worden aangepast.

(2)

Communautaire code 78, die inhoudt dat de houder van een rijbewijs van deze categorie alleen voertuigen met automatische schakeling mag besturen, moet worden gewijzigd in het licht van de wetenschappelijke en technische vooruitgang op dit gebied.

(3)

De minimumeisen voor voertuigen die tijdens rijexamens worden gebruikt, zoals vastgesteld in bijlage II bij Richtlijn 91/439/EEG, moeten in overeenstemming worden gebracht met de wijziging van de definitie van communautaire code 78.

(4)

De minimumeisen voor theoretische en praktische examens, zoals vastgesteld in bijlage II bij Richtlijn 91/439/EEG, moeten worden herzien teneinde de examenvereisten in overeenstemming te brengen met de eisen van het dagelijkse verkeer wat het gebruik van tunnels betreft, en aldus de verkeersveiligheid van deze delen van de weginfrastructuur te verbeteren.

(5)

De in de punten 5.2 en 6.2.5 van bijlage II bij Richtlijn 91/439/EEG vastgestelde termijnen zijn te kort gebleken om de nodige maatregelen op bevredigende wijze ten uitvoer te kunnen leggen. Er dient een aanvullende termijn te worden toegekend.

(6)

Richtlijn 91/439/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De maatregelen van deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het comité voor het rijbewijs,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 91/439/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1.

In bijlage I, punt 2, bladzijde 4 van het rijbewijs, en in bijlage I bis, punt 2, bladzijde 2 van het rijbewijs, onder a), rubriek 12, wordt communautaire code 10.02 vervangen door:

„10.02.

Voertuigen zonder koppelingspedaal (of handbediende hendel, voor categorie A of A1)”;

2.

In bijlage I, punt 2, betreffende bladzijde 4 van het rijbewijs en in bijlage I bis, punt 2, betreffende bladzijde 2 van het rijbewijs, onder a), rubriek 12, wordt communautaire code 78 vervangen door:

78.   Alleen geldig voor voertuigen zonder koppelingspedaal (of handbediende hendel, voor categorie A of A1)”;

3.

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan punt 2.1.3 wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

veilig rijden in tunnels”;

b)

punt 5.1, tweede en derde alinea, worden vervangen door:

„Indien de kandidaat het examen inzake rijvaardigheid en rijgedrag aflegt in een voertuig zonder koppelingspedaal (of handbediende hendel, voor categorie A of A1), dient dit in het op grond van een dergelijk examen afgegeven rijbewijs te worden vermeld. Rijbewijzen waarin die vermelding is opgenomen, gelden uitsluitend voor het besturen van voertuigen zonder koppelingspedaal (of handbediende hendel, voor categorie A of A1).

Onder „voertuig met automatische schakeling” wordt een voertuig zonder koppelingspedaal verstaan (of handbediende hendel, voor categorie A of A1).”

c)

de laatste alinea van punt 5.2 wordt vervangen door:

„Examenvoertuigen van de categorieën B+E, C, C+E, C1, C1+E, D, D+E, D1 en D1+E die niet voldoen aan de bovenstaande minimumnormen maar die wel vóór of op de in artikel 3 van Richtlijn 2008/65/EG van de Commissie gespecificeerde datum (2) werden gebruikt, mogen nog worden gebruikt tot 30 september 2013. De vereisten inzake de lading die met deze voertuigen mag worden vervoerd, mogen tot 30 september 2013 door de lidstaten worden toegepast.

d)

in de tweede alinea van punt 6.2.5 wordt „vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn” vervangen door „uiterlijk 30 september 2008”;

e)

in de punten 6.3.8, 7.4.8 en 8.3.8 wordt het woord „tunnels” toegevoegd aan de lijst van speciale verkeerselementen.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 september 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden door de lidstaten vastgesteld.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Vicevoorzitter


(1)  PB L 237 van 24.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/103/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 344).

(2)  PB L 168 van 28.6.2008, blz. 36.”


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Commissie

28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/38


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2008

betreffende tijdelijke beschermende maatregelen tegen de verspreiding van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) in Portugal

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3312)

(2008/489/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 16, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Beschikking 2006/133/EG van de Commissie van 13 februari 2006 tot tijdelijke verplichting van de lidstaten om ten aanzien van andere gebieden in Portugal dan die waarvan bekend is dat Bursaphelenchus xylophilus (Steiner en Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) er niet voorkomt, aanvullende maatregelen te nemen teneinde de verspreiding ervan tegen te gaan (2), voert Portugal een uitroeiingsprogramma uit om de verspreiding van het dennenaaltje tegen te gaan.

(2)

Portugal heeft een ministerieel besluit vastgesteld (Portaria nr. 358/2008 van 12 mei 2008) waarbij het vervoer van vatbaar hout en vatbare planten uit het vasteland van Portugal verboden wordt tenzij het hout een warmtebehandeling heeft ondergaan en de planten naar behoren zijn gecontroleerd.

(3)

Portugal heeft bij de Commissie overeenkomstig artikel 4, tweede alinea, van Beschikking 2006/133/EG een voorstel voor een onderzoekprogramma voor het hele Portugese grondgebied ingediend. Dat voorstel is op 26 en 27 mei 2008 in het Permanent Plantenziektekundig Comité besproken. Op grond van de conclusies van het comité heeft de Commissie het onderzoekprogramma echter niet goedgekeurd, omdat het toezicht onvoldoende intensief is.

(4)

Portugal heeft de Commissie op 5 juni 2008 in kennis gesteld van nieuwe uitbraken van het dennenaaltje als gevolg van een buitengewoon onderzoek door de Portugese autoriteiten in aanvulling op het jaarlijkse onderzoek, in het gedeelte van Portugal waarvan tot nu toe bekend was dat het dennenaaltje er niet voorkwam.

(5)

Blijkens een inspectiebezoek van het Voedsel- en Veterinair Bureau van 2 tot en met 6 juni 2008 kan op grond van de beschikbare gegevens niet worden bevestigd dat er in Portugal gebieden zijn die vrij van het dennenaaltje zijn. Bovendien zijn de communautaire en nationale maatregelen niet volledig uitgevoerd.

(6)

Daarom worden de tot nog toe genomen maatregelen onvoldoende geacht en kan niet langer worden uitgesloten dat er een onmiddellijk risico bestaat dat het dennenaaltje zich als gevolg van het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten vanuit Portugal verspreidt. Bovendien moeten de overige lidstaten nu zo spoedig mogelijk toestemming krijgen om het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten, van oorsprong uit heel Portugal, naar hun grondgebied te controleren.

(7)

Naar aanleiding van de recente toename van het aantal uitbraken van het dennenaaltje in Portugal moeten zo spoedig mogelijk maatregelen worden genomen om het grondgebied van de overige lidstaten van het dennenaaltje te vrijwaren en de handelsbelangen van de Gemeenschap ten aanzien van derde landen te beschermen. Het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten vanuit Portugal naar de overige lidstaten en naar derde landen moet worden verboden, tenzij dat materiaal adequaat is behandeld of, als het om planten gaat, gecontroleerd. Daarom moeten de voorschriften voor het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten vanuit afgebakende gebieden naar andere gebieden in Portugal of naar andere lidstaten, worden uitgebreid tot al het vervoer vanuit Portugal naar andere lidstaten en derde landen. De traceerbaarheid moet worden gewaarborgd door elke eenheid van een zending te voorzien van een plantenpaspoort of een merkteken. De lidstaten moeten alle vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten uit Portugal die hun grondgebied binnenkomen, kunnen controleren.

(8)

In afwachting van de vergadering van het Permanent Plantenziektekundig Comité moeten tijdelijke beschermende maatregelen worden genomen om de verspreiding van het dennenaaltje vanuit Portugal naar andere lidstaten en naar derde landen tegen te gaan.

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zullen door het Permanent Plantenziektekundig Comité worden bezien,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1.   Portugal zorgt ervoor dat wordt voldaan aan de voorwaarden van de bijlage met betrekking tot vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten die vanuit zijn grondgebied naar andere lidstaten of naar derde landen worden vervoerd.

2.   Andere lidstaten van bestemming dan Portugal mogen zendingen vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten die afkomstig zijn uit Portugal en hun grondgebied binnenkomen, testen op de aanwezigheid van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje).

3.   Deze beschikking laat Beschikking 2006/133/EG onverlet.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/41/EG van de Commissie (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 51).

(2)  PB L 52 van 23.2.2006, blz. 34. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2008/378/EG (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 22).


BIJLAGE

In geval van vervoer vanuit Portugal naar andere lidstaten en naar derde landen geldt het volgende:

a)

vatbare planten moeten vergezeld gaan van een plantenpaspoort dat overeenkomstig Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie (1) is opgesteld en afgegeven, nadat:

zij officieel zijn gecontroleerd op en vrij zijn bevonden van sporen of symptomen van het dennenaaltje, en

er sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus geen symptomen van het dennenaaltje zijn waargenomen op de plaats van productie en in de onmiddellijke nabijheid daarvan;

b)

vatbaar hout en vatbare schors, behalve hout in de vorm van:

plakjes, spanen, kleine stukjes, resten of afval, geheel of gedeeltelijk verkregen uit deze Coniferae,

pakkisten, kratten of trommels,

laadborden, laadkisten of andere laadplateaus,

stuwmateriaal, tussenschotten en dwarsbalken,

maar met inbegrip van hout dat niet meer zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft, moet vergezeld gaan van het onder a) bedoelde plantenpaspoort, nadat dat hout of die schors een adequate warmtebehandeling (kerntemperatuur van ten minste 56 °C gedurende 30 minuten) heeft ondergaan om ervoor te zorgen dat dat hout of die schors vrij is van levende dennenaaltjes;

c)

vatbaar hout in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, resten of afval, geheel of gedeeltelijk verkregen uit deze Coniferae, moet vergezeld gaan van het onder a) bedoelde plantenpaspoort, nadat het op adequate wijze is gefumigeerd om ervoor te zorgen dat het vrij is van levende dennenaaltjes;

d)

vatbaar hout in de vorm van stuwmateriaal, tussenschotten en dwarsbalken, met inbegrip van hout dat niet meer zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft, en in de vorm van pakkisten, kratten, trommels of vergelijkbare verpakkingen, laadborden, laadkisten of andere laadplateaus, en opzetranden voor laadborden, al dan niet daadwerkelijk gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen, moet onderworpen worden aan een van de goedgekeurde maatregelen zoals aangegeven in bijlage I bij de Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen inzake „Guidelines for regulating wood packaging material in international trade”. Het moet een merkteken dragen waaruit blijkt dat de behandeling heeft plaatsgevonden, alsmede waar en door wie die behandeling is uitgevoerd, of het moet vergezeld gaan van het onder a) bedoelde plantenpaspoort waarin wordt verklaard dat de maatregelen zijn uitgevoerd.

Portugal zorgt ervoor dat elke vervoerde eenheid vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten wordt voorzien van het onder a) bedoelde plantenpaspoort of het merkteken overeenkomstig de Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen.


(1)  PB L 4 van 8.1.1993, blz. 22.


III Besluiten op grond van het EU-Verdrag

BESLUITEN OP GROND VAN TITEL V VAN HET EU-VERDRAG

28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/41


BESLUIT EUSEC/2/2008 VAN HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ

van 24 juni 2008

betreffende de benoeming van het hoofd van de missie voor de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo)

(2008/490/GBVB)

HET POLITIEK EN VEILIGHEIDSCOMITÉ,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 25, derde alinea,

Gelet op Gemeenschappelijk Optreden 2007/406/GBVB van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo) (1), en met name op artikel 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 1 maart 2008 is Michel SIDO benoemd tot hoofd van de missie voor de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo („EUSEC RD Congo”).

(2)

Op 23 juni 2008 heeft Michel SIDO zijn ontslag als hoofd van de missie ingediend.

(3)

De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger stelt voor Jean-Paul MICHEL te benoemen tot nieuw hoofd van de missie voor EUSEC RD Congo,

BESLUIT:

Artikel 1

Jean-Paul MICHEL wordt benoemd tot hoofd van de missie voor EUSEC RD Congo.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op 1 juli 2008.

Gedaan te Brussel, 24 juni 2008.

Voor het Politiek en Veiligheidscomité

De voorzitter

M. IPAVIC


(1)  PB L 151 van 13.6.2007, blz. 52.


28.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/42


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2008/491/GBVB VAN DE RAAD

van 26 juni 2008

tot wijziging en verlenging van Gemeenschappelijk Optreden 2007/406/GBVB inzake de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie voert sedert 2 mei 2005 een adviserende en bijstandverlenende missie uit op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo). Het huidige mandaat van de missie is vastgesteld bij Gemeenschappelijk Optreden 2007/406/GBVB (1) en verstrijkt op 30 juni 2008.

(2)

Het mandaat van de missie dient met ingang van 1 juli 2008 met een periode van 12 maanden te worden verlengd.

(3)

Wat betreft de steun van de Europese Unie aan de Congolese autoriteiten op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector in de DRC zou voortaan ook bijzondere aandacht kunnen uitgaan naar het vaststellen van de nadere regelingen voor de organisatie van de toekomstige Snelle Reactiemacht die door de regering van de DRC in het algemene legerhervormingsplan is omschreven. Het accent zou in het bijzonder op de menselijke-hulpbronnenfunctie moeten liggen.

(4)

De op 23 januari 2008 te Goma ondertekende verbintenisverklaringen tussen de regering van de DRC en in de Kivu's opererende gewapende groeperingen hebben in die regio een vredesproces op gang gebracht. De internationale gemeenschap, en met name de Europese Unie, begeleiden dit proces via de speciale vertegenwoordiger van de EU (SVEU) voor het gebied van de Grote Meren in Afrika. De EUSEC-DR Congo-missie zou moeten bijdragen aan de door de SVEU geleverde inspanningen in het kader van de werkzaamheden ter uitvoering van de verbintenisverklaringen voor de Kivu's.

(5)

Voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 zou voorzien moeten worden in een nieuw referentiebedrag dat de uitgaven in verband met de missie moet dekken.

(6)

De huidige veiligheidssituatie in de DRC kan verslechteren, hetgeen mogelijk ernstige gevolgen zou hebben voor het proces van versterking van de democratie, de rechtsstaat en de veiligheid op internationaal en regionaal vlak. Een permanente toezegging van politieke steun en middelen van de EU zal ertoe bijdragen de stabiliteit in de regio te versterken.

(7)

Gemeenschappelijk Optreden 2007/406/GBVB dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Optreden 2007/406/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1.

in artikel 2 worden de punten a) tot en met e) vervangen door:

„a)

het verstrekken van advies en bijstand aan de Congolese autoriteiten bij hun activiteiten ten behoeve van de integratie, de herstructurering en de wederopbouw van het Congolese leger, met name door:

bij te dragen tot de ontwikkeling van de verschillende concepten en onderdelen van het nationale beleid, waaronder de werkzaamheden betreffende horizontale aspecten van alle onder de hervorming van de veiligheidssector in de DRC vallende gebieden;

de commissies en instanties die bij deze werkzaamheden betrokken zijn ondersteuning te bieden en behulpzaam te zijn bij het bepalen van de prioriteiten en concrete behoeften van de Congolezen;

bij te dragen, mede door het ter beschikking stellen van zijn expertise betreffende de selectie, de opleiding en de training van het personeel en de evaluatie van de infrastructuur- en materiaalbehoeften, tot het vaststellen van de nadere regelingen voor de organisatie van de Snelle Reactiemacht en de geleidelijke totstandbrenging daarvan in het kader van het algemene legerhervormingsplan, zulks met eerbiediging van de beginselen van de rechten van de mens, het internationaal humanitair recht en, soortgelijke rechten, alsmede van de rechten van door gewapende conflicten getroffen kinderen;

b)

het leiden en tot een goed einde brengen van het project voor technische bijstand voor de modernisering van de betalingsketen van het ministerie van Defensie van de DRC, hierna „project betalingsketen” genoemd, teneinde de taken uit te voeren die in het algemeen concept betreffende het project worden omschreven;

c)

het verstrekken, steunend op het project betalingsketen, van steun aan de menselijke-hulpbronnenfunctie en aan de ontwikkeling van een algemeen beleid op dit gebied;

d)

het aanwijzen van verschillende projecten en opties welke de EU of haar lidstaten in het kader van de hervorming van de veiligheidssector kunnen besluiten te ondersteunen, en bijdragen tot de uitwerking van deze projecten en opties;

e)

het toezicht houden op en uitvoeren van door de lidstaten gefinancierde of geïnitieerde concrete projecten in het kader van de doelstellingen van de missie, in coördinatie met de Commissie;

f)

het bijstaan, indien nodig, van de SVEU in het kader van de werkzaamheden van de comités van het vredesproces in de Kivu's;

en

g)

het helpen zorgen voor de samenhang van alle geleverde inspanningen op het gebied van hervorming van de veiligheidssector.”;

2.

in artikel 3, onder a), wordt het tweede streepje vervangen door:

„—

een ondersteuningseenheid, en”;

3.

in artikel 3, onder c), tweede streepje, worden de woorden „een mobiel team” vervangen door de woorden „mobiele teams”;

4.

artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Het hoofd van de missie draagt zorg voor het dagelijks beheer van de missie en is verantwoordelijk voor personeels- en tuchtzaken.”;

b)

in lid 2 wordt de eerste zin vervangen door:

„2.   In het kader van de in artikel 2, onder e), genoemde taakomschrijving van de missie, kan het hoofd van de missie een beroep doen op financiële bijdragen van de lidstaten.”;

5.

in artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Het financiële referentiebedrag bestemd voor de uitgaven van de missie voor de periode van 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2008 bedraagt EUR 9 700 000.

Het financiële referentiebedrag bestemd voor de uitgaven van de missie voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 bedraagt EUR 8 450 000.”;

6.

artikel 15 wordt geschrapt;

7.

artikel 16, tweede alinea, komt als volgt te luiden:

„Het is van toepassing tot en met 30 juni 2009.”.

Artikel 2

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op 1 juli 2008.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 juni 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  PB L 151 van 13.6.2007, blz. 52.