ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 60

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

51e jaargang
5 maart 2008


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid

1

 

 

Verordening (EG) nr. 200/2008 van de Commissie van 4 maart 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

13

 

 

Verordening (EG) nr. 201/2008 van de Commissie van 4 maart 2008 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1109/2007 voor het verkoopseizoen 2007/2008 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

15

 

*

Verordening (EG) nr. 202/2008 van de Commissie van 4 maart 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het aantal en de namen van de wetenschappelijke panels van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ( 1 )

17

 

*

Verordening (EG) nr. 203/2008 van de Commissie van 4 maart 2008 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat gamitromycine betreft ( 1 )

18

 

 

Verordening (EG) nr. 204/2008 van de Commissie van 4 maart 2008 tot vaststelling van de invoerrechten voor halfwitte of volwitte rijst met ingang van 5 maart 2008

21

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2008/188/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Maldiven inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

22

 

 

2008/189/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

23

 

 

2008/190/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

24

 

 

2008/191/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Libanon inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

25

 

 

2008/192/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek ten oosten van de Uruguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

26

 

 

2008/193/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

27

 

 

2008/194/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

28

 

 

2008/195/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kirgizië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

29

 

 

2008/196/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Maleisië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

30

 

 

2008/197/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Paraguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

31

 

 

2008/198/EG

 

*

Besluit van de Raad van 18 februari 2008 inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

32

 

 

2008/199/EG

 

*

Besluit van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de sluiting van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

33

 

 

Commissie

 

 

2008/200/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 20 februari 2008 tot beëindiging van de onderzoekprocedure in verband met handelspraktijken van Argentinië bij de invoer van textielproducten en kledingartikelen

34

 

 

2008/201/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 28 februari 2008 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die belast wordt met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1042/2006 en tot wijziging van Besluit 2007/166/EG houdende vaststelling van de lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen voor de visserij

36

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/1


VERORDENING (EG) Nr. 199/2008 VAN DE RAAD

van 25 februari 2008

betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (3) is bepaald dat het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) op gezette tijden het beheer van levende aquatische hulpbronnen, met inbegrip van biologische, economische, milieu-, sociale en technische overwegingen beoordeelt.

(2)

In de Gedragscode voor een verantwoorde visserij van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en in de Overeenkomst van de Verenigde Naties inzake de instandhouding en het beheer van grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden wordt gewezen op de noodzaak het onderzoek en de verzameling van gegevens te ontwikkelen om de wetenschappelijke kennis over de sector te vergroten.

(3)

Overeenkomstig de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid ten aanzien van de instandhouding, het beheer en de exploitatie van levende aquatische hulpbronnen in niet-communautaire wateren moet de Gemeenschap deelnemen aan de inspanningen om de visbestanden in stand te houden, met name overeenkomstig de bepalingen die zijn goedgekeurd in het kader van de partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied of door de regionale organisaties voor visserijbeheer.

(4)

Op 23 januari 2003 heeft de Raad de conclusies goedgekeurd van de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een actieplan van de Gemeenschap om milieubeschermingseisen in het gemeenschappelijk visserijbeleid te integreren, waarin de grondbeginselen, de beheersmaatregelen en een werkprogramma zijn vastgelegd en waarmee voor een meer op het ecosysteem gerichte aanpak van het visserijbeheer is gekozen.

(5)

Op 13 oktober 2003 heeft de Raad de conclusies goedgekeurd betreffende de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over verbetering van het wetenschappelijk en technisch advies ten behoeve van het communautaire visserijbeheer, waarin de behoeften van de Commissie aan wetenschappelijk advies worden beschreven en waarin de mechanismen voor adviesverlening worden uiteengezet, waarbij wordt aangegeven op welke punten het systeem moet worden versterkt en waarin mogelijke oplossingen voor de korte, de middellange en de lange termijn worden gegeven.

(6)

Verordening (EG) nr. 1543/2000 van de Raad van 29 juni 2000 tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (4) moet worden herzien om terdege rekening te houden met een op de vloot gebaseerde aanpak van het visserijbeheer, de noodzaak om een op het ecosysteem gebaseerde aanpak te ontwikkelen, de noodzaak om de kwaliteit, de volledigheid en de toegankelijkheid van de visserijgegevens te verbeteren, het verlenen van wetenschappelijk advies efficiënter te ondersteunen en de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen.

(7)

De huidige verordeningen inzake de verzameling en het beheer van gegevens op het gebied van de visserij bevatten bepalingen met betrekking tot het verzamelen en beheren van gegevens over de vissersvloten en de activiteiten en de vangsten daarvan, alsmede over de prijsontwikkeling, waarmee in de onderhavige verordening rekening moet worden gehouden om het verzamelen en het gebruik van deze gegevens in het gehele gemeenschappelijk visserijbeleid te stroomlijnen en doublures bij het verzamelen van gegevens te voorkomen. Het gaat met name om de volgende verordeningen: Verordening (EEG) nr. 2847/93 van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (5), Verordening (EG) nr. 788/96 van 22 april 1996 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over de aquacultuurproductie (6), Verordening (EG) nr. 2091/98 van 30 september 1998 betreffende de indeling van de communautaire vissersvloot en de visserijinspanning in segmenten ten behoeve van de meerjarige oriëntatieprogramma’s (7), Verordening (EG) nr. 104/2000 van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (8), Verordening (EG) nr. 2347/2002 van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (9), Verordening (EG) nr. 1954/2003 van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (10), Verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS) (11), Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (12), Verordening (EG) nr. 812/2004 van 26 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de incidentele vangsten van walvisachtigen bij de visserij (13), Verordening (EG) nr. 1921/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende de indiening van statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten (14), Verordening (EG) nr. 1966/2006 van 21 december 2006 betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie (15), Verordening (EG) nr. 1100/2007 van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal (16).

(8)

De gegevens die worden verzameld voor de wetenschappelijke evaluatie omvatten onder meer informatie over vloten en hun activiteiten, biologische gegevens betreffende vangsten, met inbegrip van de overboord gezette hoeveelheden, inspectiegegevens inzake visbestanden en de eventuele milieu-effecten van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem. Ook moeten gegevens worden opgenomen die de prijsvorming verklaren en andere gegevens die een beoordeling van de economische situatie van het visserijbedrijf, de aquacultuur en de visverwerkende industrie vergemakkelijken, alsmede gegevens inzake de ontwikkeling van de werkgelegenheid in deze bedrijfstakken.

(9)

Om levende aquatische hulpbronnen te beschermen en in stand te houden en de duurzame exploitatie daarvan te garanderen, moet geleidelijk een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer worden ingevoerd. Met het oog daarop moeten gegevens worden verzameld om de impact van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem te kunnen beoordelen.

(10)

Communautaire programma’s voor het verzamelen, het beheer en het gebruik van visserijgegevens moeten onder directe verantwoordelijkheid van de lidstaten worden uitgevoerd. De lidstaten moeten dan ook nationale programma’s opstellen die in overeenstemming zijn met het communautaire programma.

(11)

De lidstaten moeten onderling en met derde landen samenwerken en hun nationale programma’s onderling afstemmen wat betreft de verzameling van gegevens betreffende eenzelfde mariene regio en regio’s met ter zake relevante binnenwateren.

(12)

Het is noodzakelijk op communautair niveau prioriteiten te stellen en de voor het verzamelen en verwerken van gegevens in de Gemeenschap gebruikte procedures te harmoniseren om tot een coherent overkoepelend systeem en een optimale kosten-batenverhouding te komen binnen een stabiel meerjarig regionaal kader.

(13)

De gegevens als bedoeld in de onderhavige verordening moeten worden opgenomen in nationale geautomatiseerde gegevensbanken, zodat zij toegankelijk zijn voor de Commissie en kunnen worden doorgegeven aan de eindgebruikers. Het is in het belang van de wetenschappelijke gemeenschap dat geanonimiseerde gegevens beschikbaar zijn voor partijen die belang hebben bij de analyse van dergelijke gegevens.

(14)

Voor het beheer van visserijbestanden moeten gedetailleerde gegevens worden verwerkt om specifieke onderwerpen te kunnen behandelen. In dit verband moeten de lidstaten de voor wetenschappelijke analyse benodigde gegevens verstrekken en ervoor zorgen dat zij over de technische capaciteit beschikken om dat te doen. Indien nodig zullen de gedetailleerde gegevens, voordat zij worden doorgegeven, moeten worden geaggregeerd tot het aggregatieniveau dat is aangegeven in de door de eindgebruikers bepaalde vraag.

(15)

De verplichtingen inzake de toegang tot de gegevens die onder deze verordening vallen, gelden onverminderd de verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie (17) en uit Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Århus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (18).

(16)

De bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens is, voor de toepassing van deze verordening, geregeld bij Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (19) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (20).

(17)

De uitvoering van nationale programma’s voor het verzamelen en beheren van de visserijgegevens vergt grote uitgaven. De voordelen van deze programma’s zullen echter pas op communautaire schaal geheel tot uiting komen. Daarom moet worden bepaald dat de Gemeenschap overeenkomstig Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht bijdraagt in de door de lidstaten gemaakte kosten (21).

(18)

Wanneer de Commissie van mening is dat de betrokken uitgaven verband houden met onregelmatigheden, zullen overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EG) nr. 861/2006 financiële correcties worden aangebracht.

(19)

De correcte uitvoering van de nationale programma’s, en in het bijzonder de naleving van termijnen, kwaliteitscontrole, validering en doorzending van de verzamelde gegevens, zijn bijzonder belangrijk. Daarom moet de financiële bijdrage van de Gemeenschap worden gebonden aan voorwaarden inzake naleving van de termijnen, kwaliteitscontrole, naleving van de overeengekomen kwaliteitscriteria en doorzending van de gegevens. Bijgevolg moet een systeem van financiële sancties voor niet-naleving van deze voorwaarden worden ingevoerd.

(20)

Om de betrouwbaarheid te verbeteren van het wetenschappelijke advies dat nodig is om het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) uit te voeren, moeten de lidstaten en de Commissie nauw samenwerken in de betrokken internationale wetenschappelijke organen.

(21)

Er moet bij voorrang voor worden gezorgd dat de betrokken wetenschappelijke deskundigen deelnemen aan de vergaderingen van de groepen deskundigen die het voor het voeren van het GVB benodigde wetenschappelijke onderzoek uitvoeren.

(22)

De wetenschappelijke wereld moet worden geraadpleegd en de visserijsector en andere belanghebbende groepen moeten worden geïnformeerd over de uitvoering van de bepalingen inzake gegevensverzameling. De organen voor het inwinnen van adviezen zijn het WTECV, dat is opgericht bij Besluit 2005/629/EG van de Commissie (22), het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur, dat is opgericht bij Besluit 1999/478/EG van de Commissie (23), en de regionale adviesraden die zijn opgericht bij Besluit 2004/585/EG van de Raad (24).

(23)

Het comité van beheer moet zorgen voor nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie om de correcte uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken. De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (25).

(24)

In het licht van de in het verleden opgedane ervaring en van de nieuwe behoeften is het dienstig Verordening (EG) nr. 1543/2000 in te trekken en te vervangen door de onderhavige verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

1.   In deze verordening worden regels vastgesteld inzake:

a)

de verzameling en het beheer, in het kader van meerjarenprogramma’s, van biologische, technische, milieu- en sociaaleconomische gegevens betreffende de visserijsector;

b)

het gebruik, voor wetenschappelijke analyse, van gegevens betreffende de visserijsector in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB).

2.   In de onderhavige verordening worden ook bepalingen ter verbetering van het voor de uitvoering van het GVB benodigde wetenschappelijk advies vastgesteld.

3.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 95/46/EG, Verordening (EG) nr. 45/2001, Richtlijn 2003/4/EG en Verordening (EG) nr. 1367/2006.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„visserijsector”: activiteiten in verband met de commerciële visserij, de recreatievisserij, de aquacultuur en de visverwerkende industrie;

b)

„aquacultuur”: de kweek of teelt van aquatische organismen, waarbij technieken worden gebruikt om de aangroei van de betrokken organismen te verhogen tot boven de natuurlijke capaciteit van het milieu; deze organismen blijven in de gehele fase van de kweek of de teelt, tot en met de oogst, eigendom van een natuurlijke persoon of rechtspersoon;

c)

„recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de levende aquatische rijkdommen worden geëxploiteerd als vrijetijdsbesteding of als sport;

d)

„mariene regio’s”: geografische gebieden als omschreven in bijlage I bij Besluit 2004/585/EG en de door de regionale organisaties voor visserijbeheer ingestelde gebieden;

e)

„primaire gegevens”: gegevens met betrekking tot individuele vaartuigen, individuele natuurlijke of rechtspersonen en individuele monsters;

f)

„metagegevens”: gegevens die kwalitatieve en kwantitatieve informatie verschaffen over de verzamelde primaire gegevens;

g)

„gedetailleerde gegevens”: gegevens op basis van de primaire gegevens, in een vorm waarbij natuurlijke personen of rechtspersonen niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd;

h)

„geaggregeerde gegevens”: het resultaat van de samenvatting van de primaire of de gedetailleerde gegevens voor specifieke analytische doeleinden;

i)

„eindgebruikers”: organen die met het oog op onderzoek of beheer belang hebben bij de wetenschappelijke analyse van gegevens in de visserijsector;

j)

„vloot/visserijbemonstering”: de verzameling van biologische, technische en sociaaleconomische gegevens op basis van nader overeengekomen regionale visserijsoorten en vlootsegmenten;

k)

„communautair vissersvaartuig”: een vaartuig als gedefinieerd in artikel 3, onder d), van Verordening (EG) nr. 2371/2002.

HOOFDSTUK II

GEGEVENSVERZAMELING EN -BEHEER IN HET KADER VAN MEERJARENPROGRAMMA’S

AFDELING 1

Communautair programma en nationale programma’s

Artikel 3

Communautair programma

1.   Een communautair meerjarenprogramma voor het verzamelen, het beheer en het gebruik van biologische, technische, milieu- en sociaaleconomische gegevens betreffende:

a)

commerciële visserij die door communautaire vissersvaartuigen wordt beoefend:

i)

binnen de communautaire wateren, met inbegrip van commerciële visserij op aal en zalm in de binnenwateren;

ii)

buiten de communautaire wateren;

b)

recreatievisserij die binnen de communautaire wateren wordt beoefend, met inbegrip van recreatievisserij op aal en zalm in de binnenwateren;

c)

aquacultuuractiviteiten met betrekking tot mariene soorten, waaronder aal en zalm, die in de lidstaten en de communautaire wateren worden beoefend;

d)

de visverwerkende industrie

wordt overeenkomstig de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

2.   Deze communautaire programma’s worden telkens voor een periode van drie jaar vastgesteld. De eerste periode loopt van 2009 tot en met 2010.

Artikel 4

Nationale programma’s

1.   Onverminderd de bestaande verplichtingen op het gebied van gegevensverzameling op grond van de communautaire wetgeving, verzamelen de lidstaten primaire gegevens op biologisch, technisch, milieu- en sociaaleconomisch gebied in het kader van een nationaal meerjarenprogramma („het nationale programma”), dat in overeenstemming met het communautaire programma wordt opgesteld.

2.   In het nationale programma worden met name de volgende in afdeling 2 vastgestelde elementen opgenomen:

a)

meerjarige bemonsteringsprogramma’s;

b)

zo nodig een regeling voor toezicht op zee op commerciële en recreatievisserij;

c)

een regeling voor onderzoeken op zee;

d)

een regeling voor het beheer en het gebruik van de gegevens ten behoeve van wetenschappelijke analyses.

3.   De procedures en methoden die gebruikt moeten worden bij het verzamelen en analyseren van gegevens en bij het ramen van hun nauwkeurigheid en hun precisie, worden opgenomen in de nationale programma’s.

4.   De lidstaten leggen hun nationale programma’s ter goedkeuring voor aan de Commissie. Zij sturen deze langs elektronische weg vóór de datum, in het formaat en naar het adres als bepaald door de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.

5.   De eerste nationale programma’s bevatten de activiteiten voor de periode 2009 tot en met 2010.

Artikel 5

Coördinatie en samenwerking

1.   De lidstaten coördineren hun nationale programma’s met andere lidstaten in dezelfde mariene regio en stellen alles in het werk om hun activiteiten te coördineren met derde landen die soevereiniteit of jurisdictie uitoefenen over wateren in dezelfde mariene regio. Hiertoe kan de Commissie regionale coördinatievergaderingen beleggen, om de lidstaten te helpen hun nationale programma’s en de uitvoering van de verzameling, het beheer en het gebruik van de gegevens in eenzelfde regio te coördineren.

2.   Om rekening te houden met eventuele aanbevelingen die op regionaal niveau tijdens de regionale coördinatievergaderingen zijn gedaan, dienen de lidstaten indien nodig in de loop van de programmeringsperiode wijzigingen op hun nationale programma’s in. Die wijzigingen worden uiterlijk twee maanden vóór het jaar van uitvoering aan de Commissie toegestuurd.

3.   De uitvoeringsbepalingen voor dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 27, lid 2.

Artikel 6

Beoordeling en goedkeuring van nationale programma’s

1.   Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) beoordeelt:

a)

of de nationale programma’s en de eventueel daarin aangebrachte wijzigingen in overeenstemming zijn met de artikelen 4 en 5, en

b)

de wetenschappelijke relevantie van de gegevens die door de nationale programma’s zullen worden bestreken voor de in artikel 1, lid 1, bepaalde doeleinden, en de kwaliteit van de voorgestelde methodes en procedures.

2.   Als uit de in lid 1 bedoelde beoordeling door het WTECV blijkt dat een nationaal programma niet voldoet aan de artikelen 4 en 5 of geen garantie biedt voor de wetenschappelijke relevantie van de gegevens of voor voldoende kwaliteit van de voorgestelde methodes en procedures, stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis en doet zij voorstellen om dat programma aan te passen. De betrokken lidstaat legt vervolgens een herzien nationaal programma aan de Commissie voor.

3.   De Commissie keurt de nationale programma’s en de daarin overeenkomstig artikel 5, lid 2, aangebrachte wijzigingen goed op basis van de beoordeling door het WTECV en de door haar diensten uitgevoerde kostenraming.

Artikel 7

Beoordeling en goedkeuring van het resultaat van de nationale programma’s

1.   De lidstaten leggen de Commissie jaarlijks een verslag voor over de verwezenlijking van hun nationale programma’s. Zij doen dat vóór de datum, in het formaat en naar het adres als bepaald door de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.

2.   Het WTECV beoordeelt:

a)

de uitvoering van de overeenkomstig artikel 6, lid 3, door de Commissie goedgekeurde nationale programma’s, en

b)

de kwaliteit van de door de lidstaten verzamelde gegevens.

3.   De Commissie beoordeelt de uitvoering van de nationale programma’s op basis van:

a)

de beoordeling van het WTECV;

b)

de raadpleging van de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en de bevoegde internationale wetenschappelijke organisaties, en

c)

de door haar diensten uitgevoerde kostenraming.

Artikel 8

Communautaire financiële bijdrage

1.   De communautaire financiële bijdrage voor nationale programma’s wordt overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 861/2006 vastgestelde regels ten uitvoer gelegd.

2.   De in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 861/2006 bedoelde basisgegevens bestrijken alleen die delen van de nationale programma’s van de lidstaten waarbij het communautaire programma ten uitvoer is gelegd.

3.   De communautaire financiële bijdrage voor nationale programma’s wordt alleen verleend als de in de onderhavige verordening vastgestelde regels volledig worden nageleefd.

4.   Na de betrokken lidstaten in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord, kan de Commissie in de volgende gevallen de communautaire financiële bijdrage schorsen en/of terugvorderen:

a)

uit de in lid 7 bedoelde beoordeling blijkt dat de uitvoering van een nationaal programma niet voldoet aan deze verordening, of

b)

uit de in artikel 7, lid 3, onder b), bedoelde raadpleging blijkt dat de gegevens niet door de lidstaat zijn verstrekt overeenkomstig artikel 16, lid 3, en artikel 20, lid 1, of

c)

de kwaliteitscontrole en de verwerking van de gegevens niet zijn verricht overeenkomstig artikel 14, lid 2, en artikel 17.

5.   Onverminderd lid 3 kan de Commissie in de volgende omstandigheden, na de betrokken lidstaten in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord, de communautaire financiële bijdrage ook verlagen:

a)

een nationaal programma is niet vóór de overeenkomstig artikel 4, lid 4, bepaalde datum bij de Commissie ingediend;

b)

een verslag is niet vóór de overeenkomstig artikel 7, lid 1, bepaalde datum bij de Commissie ingediend;

c)

een officieel verzoek om gegevens is gedaan door een eindgebruiker en die gegevens zijn niet overeenkomstig artikel 20, leden 2 en 3, aan de betrokken eindgebruiker geleverd, of de kwaliteitscontrole en de verwerking van deze gegevens zijn niet in overeenstemming met artikel 14, lid 2, en artikel 17.

6.   De in de leden 4 en 5 bedoelde verlaging van de communautaire financiële bijdrage is evenredig met de mate waarin niet aan de voorwaarden is voldaan. De in lid 5 bedoelde verlaging wordt in de loop van de tijd geleidelijk toegepast, en bedraagt niet meer dan 25 % van de totale jaarlijkse kosten van het nationale programma.

7.   De bepalingen ter uitvoering van de in lid 6 bedoelde verlaging worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.

AFDELING 2

Eisen waaraan bij het proces van gegevensverzameling moet worden voldaan

Artikel 9

Bemonsteringsprogramma’s

1.   De lidstaten stellen nationale meerjarenprogramma’s voor de bemonstering op.

2.   Meerjarige nationale bemonsteringsprogramma’s voorzien met name in:

a)

een bemonsteringsplan voor biologische gegevens volgens vloot/visserijbemonstering, zo nodig met inbegrip van recreatievisserij;

b)

een bemonsteringsplan voor ecosysteemgegevens waarmee de impact van de visserijsector op het mariene ecosysteem kan worden beoordeeld, en dat bijdraagt aan het toezicht op de staat van het mariene milieu;

c)

een bemonsteringsplan voor sociaaleconomische gegevens aan de hand waarvan de economische situatie van de visserijsector kan worden beoordeeld, de prestaties van de sector in de loop der tijd kunnen worden geanalyseerd en effectbeoordelingen van genomen of voorgestelde maatregelen kunnen worden uitgevoerd.

3.   De protocollen en methoden die voor de opstelling van nationale bemonsteringsprogramma’s worden gebruikt, worden door de lidstaten verstrekt en zijn, voor zover mogelijk, als volgt:

a)

op de lange termijn stabiel;

b)

binnen regio’s gestandaardiseerd;

c)

in overeenstemming met de kwaliteitsnormen die zijn vastgesteld door de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en de bevoegde internationale wetenschappelijke organisaties.

4.   De nauwkeurigheid en de precisie van de verzamelde gegevens worden indien nodig systematisch geëvalueerd.

Artikel 10

Toegang tot de bemonsteringsplaatsen

De lidstaten zorgen ervoor dat de monsternemers die door de met de uitvoering van het nationale programma belaste orgaan zijn aangewezen, om hun taken te kunnen uitvoeren, toegang krijgen tot:

a)

alle aangelande vangsten, in voorkomend geval met inbegrip van overgeladen vangsten en vangsten voor overplaatsing naar de aquacultuur;

b)

door overheidsorganen bijgehouden gegevensbestanden van vaartuigen en bedrijven die voor het verzamelen van economische gegevens relevant zijn;

c)

economische gegegevens van met de visserij samenhangende bedrijven.

Artikel 11

Toezicht op zee op commerciële en recreatievisserij

1.   Indien nodig voor het verzamelen van gegevens in het kader van de nationale programma’s, zetten de lidstaten regelingen op voor toezicht op zee op commerciële en recreatievisserij en leggen zij deze ook ten uitvoer.

2.   De taken van het toezicht op zee worden door de lidstaten vastgesteld.

3.   De kapiteins van communautaire vissersvaartuigen laten monsternemers die optreden in het kader van een regeling voor toezicht op zee en die zijn aangewezen door het met de uitvoering van het nationale programma belaste orgaan, aan boord van hun vaartuig toe, en werken met hen samen zodat zij hun taken aan boord kunnen uitvoeren.

4.   De kapiteins van communautaire vissersvaartuigen mogen monsternemers die optreden in het kader van een regeling voor toezicht op zee alleen de toegang tot hun vaartuig weigeren op grond van een duidelijk gebrek aan ruimte op het vaartuig of om veiligheidsredenen in overeenstemming met de nationale wetgeving. In dergelijke gevallen verzamelt de bemanning van het communautaire vissersvaartuig zelf de gegevens aan de hand van een door hen uitgevoerd bemonsteringsprogramma, dat door het met de uitvoering van het nationale programma belaste orgaan is opgesteld en wordt beheerd.

Artikel 12

Onderzoeken op zee

1.   De lidstaten voeren wetenschappelijke onderzoeken op zee uit om, onafhankelijk van de gegevens die afkomstig zijn van de commerciële visserij, de omvang en de verspreiding van bestanden te meten en om de impact van de visserijactiviteit op het milieu te onderzoeken.

2.   De lijst van onderzoekinspecties op zee die in aanmerking komen voor de communautaire financiële bijdrage, wordt vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.

HOOFDSTUK III

GEGEVENSBEHEER

Artikel 13

Gegevensopslag

De lidstaten:

a)

zorgen ervoor dat de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire gegevens veilig worden opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbanken en nemen alle nodige maatregelen om te garanderen dat deze gegevens vertrouwelijk worden behandeld;

b)

zorgen ervoor dat de metagegevens die betrekking hebben op de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire sociaaleconomische gegevens veilig worden opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbanken;

c)

treffen de nodige technische voorzieningen om dergelijke gegevens te beschermen tegen onopzettelijk of niet-geautoriseerd wissen, toevallig verlies, beschadiging, verspreiding of onbevoegde raadpleging.

Artikel 14

Kwaliteitscontrole en validering van de gegevens

1.   De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de primaire gegevens die in het kader van de nationale programma’s worden verzameld, en van de daarvan afgeleide gedetailleerde en geaggregeerde gegevens die aan de eindgebruikers worden doorgegeven.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat:

a)

de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire gegevens op fouten worden gecontroleerd aan de hand van passende kwaliteitscontroleprocedures;

b)

de gedetailleerde en geaggregeerde gegevens die van de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire gegevens zijn afgeleid, worden gevalideerd, voordat zij naar de eindgebruikers worden doorgestuurd;

c)

de kwaliteitsborgingsprocedures die op de onder a) en b) genoemde primaire, gedetailleerde en geaggregeerde gegevens worden toegepast, worden opgesteld overeenkomstig de door de internationale wetenschappelijke organen, de regionale organisaties voor visserijbeheer en het WTECV vastgestelde procedures.

HOOFDSTUK IV

HET GEBRUIK VAN DE VERZAMELDE GEGEVENS IN HET KADER VAN HET GVB

Artikel 15

Betrokken gegevens

1.   Dit hoofdstuk is van toepassing op alle gegevens die zijn verzameld:

a)

in het kader van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 788/96, (EG) nr. 2091/98, (EG) nr. 104/2000, (EG) nr. 2347/2002, (EG) nr. 1954/2003, (EG) nr. 2244/2003, (EG) nr. 26/2004, (EG) nr. 812/2004, (EG) nr. 1921/2006, (EG) nr. 1966/2006 en (EG) nr. 1100/2007;

b)

in het kader van de onderhavige verordening:

i)

gegevens over de activiteit van vaartuigen op basis van informatie van satellietvolgsystemen en andere toezichtsystemen met het vereiste formaat;

ii)

gegevens waarmee een betrouwbare raming kan worden gemaakt van de totale vangsten per bestand per regionaal visserijtype en vlootsegment, per geografisch gebied en per periode, met inbegrip van overboord gezette hoeveelheden en, indien van toepassing, gegevens betreffende vangsten in de recreatievisserij;

iii)

alle vereiste biologische gegevens om de staat van de beviste bestanden te beoordelen;

iv)

gegevens over het ecosysteem die nodig zijn om de impact van de visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem te beoordelen;

v)

de sociaaleconomische gegevens van de visserijsector.

2.   De lidstaten voorkomen iedere doublure bij het verzamelen van de in lid 1 bedoelde gegevens.

Artikel 16

Toegang tot en doorzending van primaire gegevens

1.   Ten behoeve van de controle op het bestaan van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, verzamelde primaire gegevens, met uitzondering van de sociaaleconomische gegevens, zorgen de lidstaten ervoor dat de Commissie toegang heeft tot de in artikel 13, onder a), bedoelde nationale geautomatiseerde gegevensbanken.

2.   Ten behoeve van de controle van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, verzamelde sociaaleconomische gegevens zorgen de lidstaten ervoor dat de Commissie toegang heeft tot de in artikel 13, onder b), bedoelde nationale geautomatiseerde gegevensbanken.

3.   De lidstaten sluiten overeenkomsten met de Commissie om een effectieve ongehinderde toegang tot hun in de leden 1 en 2 bedoelde nationale geautomatiseerde gegevensbanken te garanderen, onverminderd de verplichtingen op grond van andere communautaire regelgeving.

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat de in het kader van onderzoeken op zee verzamelde primaire gegevens worden doorgezonden naar internationale wetenschappelijke organisaties en passende wetenschappelijke organen binnen regionale organisaties voor visserijbeheer overeenkomstig de internationale verplichtingen van de Gemeenschap en de lidstaten.

Artikel 17

Verwerking van primaire gegevens

1.   De lidstaten verwerken de primaire gegevens tot reeksen van gedetailleerde of geaggregeerde gegevens overeenkomstig:

a)

de desbetreffende internationale normen, wanneer die bestaan;

b)

op internationaal of regionaal niveau overeengekomen protocollen, wanneer die bestaan.

2.   De lidstaat verstrekt de eindgebruikers en de Commissie zo nodig een beschrijving van de methoden die zijn gebruikt om de gevraagde gegevens te verwerken, alsmede hun statistische eigenschappen.

Artikel 18

Verstrekking van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens

1.   De lidstaten maken gedetailleerde en geaggregeerde gegevens beschikbaar voor eindgebruikers om de wetenschappelijke analyse daarvan te ondersteunen:

a)

als basis voor advies ten behoeve van het visserijbeheer, met name van de regionale adviesraden;

b)

in het belang van het openbare debat en de deelneming van belanghebbenden aan de ontwikkeling van beleid;

c)

voor wetenschappelijke publicatie.

2.   Teneinde de anonimiteit te waarborgen kunnen de lidstaten in voorkomend geval weigeren om voor de in lid 1, onder b), bedoelde oogmerken aan eindgebruikers gegevens te verschaffen over de activiteit van vaartuigen op basis van informatie van satellietvolgsystemen.

Artikel 19

Doorzending van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens

De lidstaten zenden gedetailleerde en geaggregeerde gegevens door in een beveiligd elektronisch formaat.

Artikel 20

Procedure voor de doorzending van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de betrokken gedetailleerde en geaggregeerde gegevens die geregeld moeten worden ingezonden, tijdig worden verstrekt aan de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en aan de betrokken internationale wetenschappelijke organisaties, overeenkomstig de internationale verplichtingen van de Gemeenschap en de lidstaten.

2.   Wanneer gedetailleerde en geaggregeerde gegevens worden gevraagd voor specifieke wetenschappelijke analyses, zorgen de lidstaten ervoor dat de gegevens aan de eindgebruiker worden verstrekt:

a)

voor het in artikel 18, lid 1, onder a), bedoelde oogmerk, binnen één maand na ontvangst van het verzoek om deze gegevens;

b)

voor het in artikel 18, lid 1, onder b), bedoelde oogmerk, binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek om deze gegevens.

3.   Wanneer gedetailleerde en geaggregeerde gegevens worden gevraagd voor wetenschappelijke publicatie als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder c):

a)

mogen de lidstaten, om de professionele belangen van de gegevensverzamelaars te beschermen, de doorgifte van gegevens naar de eindgebruikers gedurende drie jaar ophouden. De lidstaten informeren de eindgebruikers en de Commissie over dergelijke besluiten. In naar behoren gemotiveerde gevallen mag de Commissie toestaan dat die periode wordt verlengd;

b)

zorgen de lidstaten ervoor dat de gegevens binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek om deze gegevens aan de eindgebruikers worden verstrekt, indien deze termijn van drie jaar reeds is verstreken.

4.   De lidstaten mogen alleen weigeren gedetailleerde en geaggregeerde gegevens door te zenden:

a)

als er een risico bestaat dat de identiteit van de natuurlijke en/of de rechtspersonen bekend wordt, in welk geval de lidstaat alternatieve methoden mag voorstellen om aan de behoeften van de eindgebruikers tegemoet te komen zonder de anonimiteit te schenden;

b)

in de in artikel 22, lid 3, bedoelde gevallen;

c)

indien dezelfde gegevens reeds beschikbaar zijn in een andere, voor de eindgebruikers gemakkelijk toegankelijke vorm of formaat.

5.   Wanneer gegevens worden gevraagd door andere eindgebruikers dan de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en de bevoegde internationale wetenschappelijke organisaties, en wanneer die gegevens verschillen van die welke reeds aan die organen en organisaties zijn verstrekt, mogen de lidstaten die eindgebruikers de werkelijke kosten voor de extractie en de eventuele aggregatie van de gegevens in rekening brengen voordat de gegevens worden doorgestuurd.

Artikel 21

Herziening van de weigering om gegevens te verstrekken

1.   Als een lidstaat op grond van artikel 20, lid 3, onder a), weigert gegevens te verstrekken, kan de eindgebruiker de Commissie verzoeken die weigering te herzien. Als de Commissie van mening is dat de weigering niet naar behoren is gemotiveerd, kan zij de lidstaat manen de gegevens binnen één maand alsnog te verstrekken.

2.   Als de lidstaat de gegevens niet binnen de in lid 1 genoemde termijn verstrekt, is artikel 8, leden 5 en 6, van toepassing.

Artikel 22

Verplichtingen van de eindgebruikers

1.   De eindgebruikers van de gegevens:

a)

gebruiken de gegevens overeenkomstig artikel 18 alleen voor de in hun aanvraag vermelde doeleinden;

b)

zorgen voor een behoorlijke bronvermelding;

c)

zijn verantwoordelijk voor een juist en passend gebruik van de gegevens vanuit het oogpunt van wetenschapsethiek;

d)

informeren de Commissie en de betrokken lidstaten over mogelijke problemen in verband met de gegevens;

e)

verstrekken de betrokken lidstaten en de Commissie de referenties van de resultaten van het gebruik van de gegevens;

f)

verstrekken de gevraagde gegevens niet zonder instemming van de betrokken lidstaat aan derden;

g)

verkopen de gegevens niet aan derden.

2.   De lidstaten informeren de Commissie over iedere niet-naleving van de eisen door de eindgebruikers.

3.   Wanneer een eindgebruiker niet aan alle in lid 1 vermelde eisen voldoet, mag de Commissie de betrokken lidstaat toestaan die eindgebruiker de toegang tot de gegevens te beperken of te weigeren.

HOOFDSTUK V

ONDERSTEUNING VOOR WETENSCHAPPELIJK ADVIES

Artikel 23

Deelneming aan vergaderingen van internationale organen

De lidstaten zorgen ervoor dat hun nationale deskundigen deelnemen aan relevante vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en internationale wetenschappelijke organisaties.

Artikel 24

Coördinatie en samenwerking

1.   De lidstaten en de Commissie coördineren hun inspanningen en werken samen om de betrouwbaarheid van wetenschappelijk advies, de kwaliteit van de werkprogramma’s en de werkwijze van regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en van internationale wetenschappelijke organen verder te verbeteren.

2.   Dergelijke coördinatie en samenwerking mag geen afbreuk doen aan het open wetenschappelijk debat en is erop gericht onpartijdig wetenschappelijk advies te bevorderen.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 25

Uitvoeringsmaatregelen

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.

Artikel 26

Toezicht

De Commissie ziet samen met het WTECV toe op de voortgang van de nationale programma’s in het bij artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 opgerichte Comité voor de visserij en de aquacultuur („het comité”).

Artikel 27

Het comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

3.   De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

Artikel 28

Intrekking

1.   Verordening (EG) nr. 1543/2000 wordt hierbij met ingang van 1 januari 2009 ingetrokken. De ingetrokken bepalingen blijven echter van toepassing op de vóór 31 december 2008 goedgekeurde nationale programma’s.

2.   Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de in de bijlage opgenomen concordantietabel.

Artikel 29

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

A. VIZJAK


(1)  Advies van 13 november 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 10 van 15.1.2008, blz. 53.

(3)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2007 (PB L 192 van 24.7.2007, blz. 1).

(4)  PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1.

(5)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1098/2007 (PB L 248 van 22.9.2007, blz. 1).

(6)  PB L 108 van 1.5.1996, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(7)  PB L 266 van 1.10.1998, blz. 36.

(8)  PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1759/2006 (PB L 335 van 1.12.2006, blz. 3).

(9)  PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2269/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 1).

(10)  PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1.

(11)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 17.

(12)  PB L 5 van 9.1.2004, blz. 25. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1799/2006 (PB L 341 van 7.12.2006, blz. 26).

(13)  PB L 150 van 30.4.2004, blz. 12, gerectificeerd in PB L 185 van 24.5.2004, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 809/2007 (PB L 182 van 12.7.2007, blz. 1).

(14)  PB L 403 van 30.12.2006, blz. 1.

(15)  PB L 409 van 30.12.2006, blz. 1, gerectificeerd in PB L 36 van 8.2.2007, blz. 3.

(16)  PB L 248 van 22.9.2007, blz. 17.

(17)  PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.

(18)  PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13.

(19)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(20)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(21)  PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1.

(22)  PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18.

(23)  PB L 187 van 20.7.1999, blz. 70. Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/864/EG (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 91).

(24)  PB L 256 van 3.8.2004, blz. 17. Besluit gewijzigd bij Besluit 2007/409/EG (PB L 155 van 15.6.2007, blz. 68).

(25)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).


BIJLAGE

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 1543/2000

Verordening (EG) nr. 199/2008

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

De artikelen 3, 4 en 5

Artikel 4

Artikel 15

Artikel 5

De artikelen 3 en 25

Artikel 6

De artikelen 4 en 8

Artikel 7

De artikelen 13 en 18

Artikel 8

De artikelen 25 en 26

Artikel 9

Artikel 27

Artikel 10

Artikel 26

Artikel 11

Artikel 29


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/13


VERORDENING (EG) Nr. 200/2008 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2008

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 maart 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 4 maart 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

JO

69,6

MA

51,8

TN

120,5

TR

143,2

ZZ

96,3

0707 00 05

EG

244,4

JO

190,5

MA

114,7

TR

198,4

ZZ

187,0

0709 90 70

MA

92,7

TR

167,2

ZZ

130,0

0805 10 20

EG

45,4

IL

53,4

MA

51,9

TN

50,1

TR

97,1

ZZ

59,6

0805 50 10

EG

95,9

IL

110,0

SY

56,4

TR

123,4

ZZ

96,4

0808 10 80

AR

97,3

CA

77,9

CN

92,3

MK

42,4

US

107,6

UY

89,9

ZZ

84,6

0808 20 50

AR

80,9

CL

67,2

CN

51,9

US

123,2

ZA

103,0

ZZ

85,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/15


VERORDENING (EG) Nr. 201/2008 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2008

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1109/2007 voor het verkoopseizoen 2007/2008 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2007/2008 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1109/2007 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 137/2008 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1109/2007 voor het verkoopseizoen 2007/2008 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 5 maart 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1260/2007 (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 1). Verordening (EG) nr. 318/2006 wordt per 1 oktober 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1568/2007 (PB L 340 van 22.12.2007, blz. 62).

(3)  PB L 253 van 28.9.2007, blz. 5.

(4)  PB L 42 van 16.2.2008, blz. 7.


BIJLAGE

Met ingang van 5 maart 2008 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 95

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

25,86

3,53

1701 11 90 (1)

25,86

8,60

1701 12 10 (1)

25,86

3,39

1701 12 90 (1)

25,86

8,17

1701 91 00 (2)

24,93

12,96

1701 99 10 (2)

24,93

8,25

1701 99 90 (2)

24,93

8,25

1702 90 95 (3)

0,25

0,40


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/17


VERORDENING (EG) Nr. 202/2008 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2008

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het aantal en de namen van de wetenschappelijke panels van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name op artikel 28, lid 4, tweede alinea,

Gezien het verzoek dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid op 12 september 2007 heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het panel voor levensmiddelenadditieven, aroma's, technische hulpstoffen en materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, speelt een belangrijke rol voor de veiligheid van de voedselketen en voor de bescherming van de consumenten.

(2)

Uit ervaring blijkt dat het panel sinds het is opgericht bijna 50 % van alle aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid gegeven opdrachten heeft ontvangen. Hoewel het panel jaarlijks een groot aantal wetenschappelijke adviezen verstrekt, heeft het problemen met de werkdruk.

(3)

Naar verwachting zal het aantal opdrachten dat het panel te verwerken krijgt, in de toekomst stijgen bij goedkeuring van nieuwe verticale wetgeving over aan levensmiddelen toegevoegde vitaminen en mineralen, en over levensmiddelenadditieven, aroma's en voedingsenzymen.

(4)

Daarom dient het panel te worden vervangen door twee nieuwe panels, respectievelijk „panel voor levensmiddelenadditieven en aan levensmiddelen toegevoegde bronnen van voedingsstoffen” en „panel voor materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, kleurstoffen en technische hulpstoffen”.

(5)

Bij de taakverdeling tussen de twee nieuwe panels dient ervoor te worden gezorgd dat de expertise van elk van de panels overeenstemt met hun bevoegdheidsgebied en bijdraagt tot een betere werkverdeling. De werkprocedures voor de wetenschappelijke comités en panels van de Europese Voedselautoriteit moeten soepele coördinatie en geharmoniseerde methoden garanderen.

(6)

Verordening (EG) nr. 178/2002 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 28, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 178/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Punt a) komt als volgt te luiden:

„a)

het panel voor levensmiddelenadditieven en aan levensmiddelen toegevoegde bronnen van voedingsstoffen;”.

2.

Het volgende punt j) wordt toegevoegd:

„j)

het panel voor materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, kleurstoffen en technische hulpstoffen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 575/2006 van de Commissie (PB L 100 van 8.4.2006, blz. 3).


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/18


VERORDENING (EG) Nr. 203/2008 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2008

tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat gamitromycine betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 4, derde alinea,

Gezien de adviezen van het Europees Geneesmiddelenbureau die zijn opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Alle farmacologisch werkzame substanties die in de Gemeenschap worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die bestemd zijn voor voedselproducerende dieren, moeten worden beoordeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2377/90.

(2)

Bij het Europees Geneesmiddelenbureau is een aanvraag tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen ingediend voor gamitromycine, een antibioticum dat tot de groep van de macroliden behoort. In zijn eerste advies heeft het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik („het comité”) een totale aanvaardbare dagelijkse inname („ADI”) van 370 μg/persoon vastgesteld als basis voor de berekening van de maximumwaarde voor residuen. Deze was gebaseerd op de microbiologische ADI. Voor lever en nieren zijn de maximumwaarden voor residuen vastgesteld op 100, respectievelijk 200 μg/kg. De aanvrager is tegen het eerste advies in beroep gegaan: hij was het niet eens met de vastgestelde microbiologische ADI, noch met de maximumwaarden voor residuen die het comité voor lever en nieren had vastgesteld. Hij verzocht de totale ADI te verhogen tot 600 μg/persoon, wat overeenkomt met de toxicologische ADI. Hij stelde ook voor dat het comité zou overwegen de maximumwaarden voor residuen voor nieren en lever met de helft te verlagen indien de totale ADI niet op 600 μg/persoon wordt vastgesteld. Het comité heeft het beroep in overweging genomen en heeft er in zijn definitieve advies mee ingestemd de microbiologische ADI te wijzigen en de totale ADI voor gamitromycine op 600 μg/persoon vast te stellen. Het comité heeft besloten dat voor gamitromycine voorlopige maximumwaarden voor residuen moeten worden vastgesteld. Het is bijgevolg wenselijk deze stof voor runderen, voor vetweefsel, lever en nieren, met uitzondering van dieren die melk voor menselijke consumptie produceren, op te nemen in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90. De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2009.

(3)

Verordening (EEG) nr. 2377/90 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Voordat deze verordening van toepassing wordt, moeten de lidstaten voldoende tijd krijgen om de in verband met deze verordening noodzakelijke aanpassingen aan te brengen in de vergunningen om de betrokken geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in de handel te brengen die zijn verleend overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 5 mei 2008.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 61/2008 van de Commissie (PB L 22 van 25.1.2008, blz. 8).

(2)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).


BIJLAGE

A. De volgende substantie wordt toegevoegd in punt 1.2.2. van bijlage III (Lijst van in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik aangewende farmacologisch werkzame substanties waarvoor voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld):

1.   Infectiewerende middelen

1.2.   Antibiotica

1.2.2.   Macroliden

Farmacologisch werkzame substantie(s)

Indicatorresidu

Diersoorten

Maximumwaarden voor residuen

Te onderzoeken weefsels

Overige bepalingen

„Gamitromycine

Gamitromycine

Runderen

20 μg/kg

Vetweefsel

De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2009.

Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren.”

200 μg/kg

Lever

100 μg/kg

Nieren


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/21


VERORDENING (EG) Nr. 204/2008 VAN DE COMMISSIE

van 4 maart 2008

tot vaststelling van de invoerrechten voor halfwitte of volwitte rijst met ingang van 5 maart 2008

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenshappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 11 quater,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit de door de bevoegde autoriteiten overgelegde gegevens maakt de Commissie op dat voor de periode van 1 september 2007 tot 29 februari 2008 invoercertificaten zijn afgegeven voor een hoeveelheid van 192 418 ton halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30. Het invoerrecht voor halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30 moet bijgevolg worden gewijzigd.

(2)

Aangezien het toepasselijke recht moet worden vastgesteld binnen een termijn van 10 dagen na de bovengenoemde periode, dient de onderhavige verordening onverwijld in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het invoerrecht voor halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30 bedraagt 175 EUR per ton.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1). Verordening (EG) 1785/2003 wordt met ingang van 1 september 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/22


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Maldiven inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/188/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek der Maldiven onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

De overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/695/EG van de Raad (2).

(4)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Maldiven inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  Advies van 12 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 286 van 17.10.2006, blz. 19.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/23


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/189/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met Georgië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/357/EG van de Raad (2).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  Advies uitgebracht op 6 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 134 van 20.5.2006, blz. 23.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/24


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/190/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Moldavië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2006/345/EG van de Raad (2).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  Advies van 16 mei 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 126 van 13.5.2006, blz. 23.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/25


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Libanon inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/191/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Libanon onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/543/EG van de Raad (2).

(4)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Libanon inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  Advies van 6 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 215 van 5.8.2006, blz. 15.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/26


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek ten oosten van de Uruguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/192/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek ten oosten van de Uruguay onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/848/EG van de Raad (2).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek ten oosten van de Uruguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  Advies uitgebracht op 12 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 330 van 28.11.2006, blz. 18.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/27


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/193/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003 heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Kroatië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

Deze overeenkomst is, overeenkomstig Besluit 2006/370/EG van de Raad (2), namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip.

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  Advies van 27 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 136 van 24.5.2006, blz. 31.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/28


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/194/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Singapore onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

(3)

De overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/592/EG van de Raad (2).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 7, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  Advies van 12 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 243 van 6.9.2006, blz. 21.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/29


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kirgizië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/195/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Kirgizië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd).

(3)

Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2007/470/EG van de Raad (1).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kirgizië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  PB L 179 van 7.7.2007, blz. 38.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/30


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Maleisië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/196/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de regering van Maleisië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd).

(3)

Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2007/210/EG van de Raad (1).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Maleisië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  PB L 94 van 4.4.2007, blz. 26.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/31


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Paraguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/197/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Paraguay onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd).

(3)

Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2007/323/EG van de Raad (1).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Paraguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  PB L 122 van 11.5.2007, blz. 30.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/32


BESLUIT VAN DE RAAD

van 18 februari 2008

inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

(2008/198/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

(2)

Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd).

(3)

Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/550/EG (1).

(4)

Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. RUPEL


(1)  PB L 217 van 8.8.2006, blz. 16.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/33


BESLUIT VAN DE RAAD

van 28 februari 2008

betreffende de sluiting van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

(2008/199/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 310, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin, en lid 3, tweede alinea,

Gelet op de Toetredingsakte van 2005, en met name op artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de instemming van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, is namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten ondertekend op 26 november 2007.

(2)

Het protocol moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Enig artikel

Het protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (1), wordt goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

D. MATE


(1)  PB L 312 van 30.11.2007, blz. 33.


Commissie

5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/34


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 februari 2008

tot beëindiging van de onderzoekprocedure in verband met handelspraktijken van Argentinië bij de invoer van textielproducten en kledingartikelen

(2008/200/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (1), en met name op artikel 11, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

(1)

Op 11 oktober 1999 heeft Euratex (European Apparel and Textile Organisation) een klacht ingediend op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad (hierna „de verordening” genoemd) namens zijn leden die naar Argentinië uitvoeren of wensen uit te voeren.

(2)

Volgens de klacht zou de verkoop van textielproducten en kledingartikelen in Argentinië worden gehinderd door belemmeringen van het handelsverkeer in de zin van artikel 2, lid 1, van de verordening, dat wil zeggen „elke door een derde land ingestelde of gehandhaafde handelspraktijk waartegen uit hoofde van de internationale regelingen voor het handelsverkeer maatregelen kunnen worden genomen”. De aangevoerde belemmeringen waren:

a)

inspectie vóór verzending en minimumdouanewaarden,

b)

buitensporige eisen ten aanzien van certificaten van oorsprong,

c)

verplichting tot indiening van een verklaring over de productsamenstelling,

d)

een buitensporig belastend etiketteringsvoorschrift,

e)

heffing van een statistiekrecht en discriminatoire btw.

(3)

Klager voerde tevens aan dat deze praktijken nadelige gevolgen hadden voor het handelsverkeer als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de verordening.

(4)

In het licht van het bovenstaande en na raadpleging van het bij de verordening ingestelde Raadgevend Comité besloot de Commissie dat er voldoende bewijsmateriaal was om een onderzoek naar de juridische en feitelijke aspecten van deze kwestie te openen. Daarom heeft zij op 27 november 1999 een onderzoekprocedure ingeleid (2).

B.   BEVINDINGEN VAN DE ONDERZOEKSPROCEDURE

(5)

In 2000 was de conclusie van het onderzoek met betrekking tot het certificaat van oorsprong dat de belastende voorschriften kennelijk in strijd waren met de artikelen VIII.3 en X van GATT 1994 en artikel 7.1 van de WTO-overeenkomst inzake textiel- en kledingproducten, en met de aanbevelingen van artikel VIII.1, onder c), van GATT 1994. De etiketteringsvoorschriften leken in strijd te zijn met artikel 2.2 van de WTO-overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen en met de aanbevelingen van artikel VIII.1, onder c), van GATT 1994. De verplichting tot indiening van een verklaring over de productsamenstelling leek in strijd te zijn met artikel 2 van de WTO-overeenkomst inzake procedures op het gebied van invoervergunningen. Wat de procedure voor de controle van de douanewaarde betreft, kon de Commissie geen definitief standpunt bekendmaken als gevolg van de recente invoering van een nieuwe wet waarin deze kwestie wordt geregeld. Wat de kwestie van de inspectie vóór verzending betreft, kon er geen schending van een bepaling van de WTO-overeenkomst inzake inspectie vóór verzending worden vastgesteld. Toch leek deze inspectie niet in overeenstemming te zijn met het doel en de geest van de overeenkomst. Tot slot is er geen schending van WTO-voorschriften vastgesteld wat de heffing van een statistiekrecht betreft, en de kwestie van discriminatoire btw was reeds aan de orde gekomen in het kader van een andere procedure betreffende de invoer van afgewerkt leer in Argentinië (3).

(6)

Ook kwam uit het onderzoek naar voren dat de onderzochte maatregelen cumulatief nadelige gevolgen hadden of dreigden te hebben in de zin van artikel 2, lid 4, van de verordening.

C.   ONTWIKKELINGEN NA BEËINDIGING VAN HET ONDERZOEK

(7)

Na het onderzoek vonden in de loop van de jaren besprekingen met de Argentijnse autoriteiten plaats om te trachten tot overeenstemming te komen over de (geleidelijke) afschaffing van de handelsbelemmeringen.

(8)

Wat de vaststelling van de douanewaarde betreft, is de situatie de afgelopen drie jaar verbeterd. De transparantie is vergroot, terwijl Europese producenten en exporteurs een inbreng hebben bij de bepaling van de indicatieve waarden voor de vaststelling van de douanewaarde. Inspectie vóór verzending is afgeschaft, en het verplichte aangifteformulier voor de productsamenstelling lijkt de exporteurs niet voor problemen te stellen.

(9)

Wat het certificaat van oorsprong betreft, is er wezenlijke vooruitgang geboekt sinds op 8 februari 2002 de Instruccion General No 9/2002 de la Direccion General de Aduanas is ingevoerd. Tot voor kort was de belangrijkste handelsbelemmering voor de Europese industrie het voorschrift dat bij driehoekshandel niet alleen het certificaat van oorsprong bij de Argentijnse autoriteiten moest worden ingediend, maar ook de factuur van de producent van de goederen van oorsprong uit een derde land aan de exporteur in het land van verzending, waardoor de vertrouwelijkheid van de oorspronkelijke transactie in het geding kon komen. Door de invoering van Nota External No 3/07 van de Administracion Federal de Ingresos Publicos (Subdireccion general tecnico legal aduanera), heeft Argentinië in feite het voorschrift tot indiening van een kopie van de oorspronkelijke factuur ingetrokken. Deze wordt nu vervangen door een certificaat dat door de bevoegde autoriteiten van het land van verzending, bijvoorbeeld een Kamer van Koophandel, is afgegeven en dat vervolgens door het Argentijnse consulaat in het land van verzending moet worden gelegaliseerd.

(10)

Met betrekking tot de etiketteringsvoorschriften die samenhangen met de verplichting om fiscale etiketten in te naaien, hebben de Argentijnse autoriteiten informatie verschaft waaruit blijkt dat de aan dit voorschrift verbonden kosten zeer laag zijn in verhouding tot de waarde van de zending. Hieruit volgt dat de mogelijke nadelige gevolgen van deze resterende handelsbelemmeringen geen aanmerkelijke consequenties hebben, noch kunnen hebben, voor de economie van de Gemeenschap of van een regio van de Gemeenschap, of op de textielproducerende sector daarvan.

D.   CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN

(11)

Gezien bovenstaande analyse luidt de conclusie dat de onderzoeksprocedure heeft uitgewezen dat een bevredigende situatie is ontstaan ten aanzien van de handelsbelemmeringen, zoals deze worden genoemd in de klacht van Euratex of dat, wat het innaaien van fiscale etiketten betreft, de onderzochte maatregel op zichzelf geen aanmerkelijke consequenties voor de textielproducerende regio’s van de Europese Gemeenschap heeft. De onderzoeksprocedure dient daarom overeenkomstig artikel 11, lid 1, van de verordening te worden beëindigd.

(12)

Het Raadgevend Comité is geraadpleegd over de in dit besluit vervatte maatregelen,

BESLUIT:

Enig artikel

De onderzoekprocedure betreffende de door Argentinië opgelegde maatregelen bij de invoer van textielproducten en kledingartikelen wordt hierbij beëindigd.

Gedaan te Brussel, 20 februari 2008.

Voor de Commissie

Peter MANDELSON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 349 van 31.12.1994, blz. 71. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 356/95 (PB L 41 van 23.2.1995, blz. 3).

(2)  PB C 340 van 27.11.1999, blz. 70.

(3)  PB L 295 van 4.11.1998, blz. 46.


5.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 60/36


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 februari 2008

tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die belast wordt met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1042/2006 en tot wijziging van Besluit 2007/166/EG houdende vaststelling van de lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen voor de visserij

(2008/201/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 28, lid 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1042/2006 van de Commissie van 7 juli 2006 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van artikel 28, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 5, artikel 6, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4,

Gelet op de door de lidstaten gemelde aanwijzingen van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 5, artikel 6, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 is de Commissie gemachtigd een instantie aan te wijzen voor de toepassing van het bepaalde in de betrokken artikelen.

(2)

Krachtens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (3) bestaat de opdracht van het Bureau er onder meer in de lidstaten bij de verslaglegging over de visserijactiviteiten en de controles en inspecties aan de Commissie bij te staan en bij te dragen tot de werkzaamheden van de lidstaten en de Commissie inzake het onderzoek naar en de ontwikkeling van controle- en inspectietechnieken.

(3)

Het Communautair Bureau voor visserijcontrole moet derhalve worden aangewezen als de in artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 5, artikel 6, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 bedoelde instantie.

(4)

In artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 is bepaald dat de Commissie, nadat de eerste lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen die gerechtigd zijn inspecties te verrichten overeenkomstig artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 is opgesteld, de lijst uiterlijk op 31 december van elk jaar wijzigt op basis van de door de lidstaten gemelde wijzigingen.

(5)

De bij Besluit 2007/166/EG van de Commissie (4) vastgestelde lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen moet derhalve worden gewijzigd.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) is de instantie die is aangewezen om:

a)

beslissingen inzake toestemmingen overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 te ontvangen;

b)

te fungeren als contactpunt overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006;

c)

verslagen op te vragen en te ontvangen overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1042/2006;

d)

de lijst van de communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen, en de wijzigingen daarvan, te publiceren overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006;

e)

identificatiedocumenten af te geven overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1042/2006;

f)

verslagen op te vragen en te ontvangen overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006;

Artikel 2

De bijlage bij Besluit 2007/166/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige beschikking.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2008.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2007 (PB L 192 van 24.7.2007, blz. 1).

(2)  PB L 187 van 8.7.2006, blz. 14.

(3)  PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.

(4)  PB L 76 van 16.3.2007, blz. 22.


BIJLAGE

Land

Inspecteurs

Inspectievaartuigen

Inspectievliegtuigen

Andere inspectiemiddelen

België

Casier, Maarten

De Vleeschouwer, Guy

Devogel, Geert

Lieben, Richard

BNS STERN

BNS VALCKE

BNS ALBATROS

DAB ZEEHOND

OO-MMM

 

Bulgarije

Angelov Kamenov, Vladimir

Apostolov Kumurdgiev, Kiril

Dobrinov Tanev, Stanimir

NAFA 1

NAFA 2

NAFA 22

 

 

Cyprus

Avgousti, Antonis

Karagiannis, Christos

Kyriakou, Kyriakos

Michail, Michalis

Nikolaou, Nikolas

Papadopoulos, Andreas

Sophokleous, Maria

AMMOCHOSTOS

GORGO

ALKYON

AMFITRITI

 

5 voertuigen

Denemarken

Akselsen, Ole

Andersen, Bent

Andersen, Jesper Sandager

Andersen, Lars Ole

Andersen, Mogens

Andersen, Niels

Andersen, Peter Bunk

Anderson, Jacob

Aufeldt, Lasse Otto

Backe, René

Barrit, Jørgen

Beck, Bjarne Baagø

Bendtsen, Finn Jørgen

Bendtsen, Lars

Bernholm, Kristian

Birkenborg, Pernille

Brølling, Eigil Toft

Baadsgård, Jørgen

Carl, Morten

Christoffersen, Flemming

Christensen, Frantz

Christensen, Jesper Just

Christensen, Peter

Christensen, Thomas

Damsgaard, Kristen

Degn, Jesper

Dølling, Robert

Ebert, Thomas

Elnef, Frank Godt

Eriksen, Lars Bonde

Fick, Carsten

Frederiksen, Torben Broe

Grønkjær, Ole

Gaarde, Børge

Handrup, Jacob

Hansen, Bruno Ellekær

Hansen, Gunnar

Hansen, Jan Duval

Hansen, Martin

Hansen, Ole

Heldager, Peter

Hestbek, Flemming

Høi, Jesper

Højrup, Torben

Jaeger, Michael Wassermann

Jensen, Anders Christer

Jensen, Anker Mark

Jensen, Hanne Juul

Jensen, Jimmy Langelund

Jensen, Jonas Krøyer

Jensen, Jørgen Uth

Jensen, Lars Henrik

Jensen, Lone

Jensen, Poul Erik

Jensen, René Sandholt

Jensen, Tommy

Johansen, Allan

Juul, Axel

Juul, Torben

Jørgensen, Kristian

Jørgensen, Ole Holmberg

Karlsen, Jesper

Knudsen, Malene

Knudsen, Niels

Knudsen, Ole

Kokholm, Peder

Kristensen, Henrik

Kristensen, Jeanne Marie

Kristensen, Peter Holmgaard

Lange, Rune Kjærgaard

Larsen, Michael

Larsen, Peter Hjort

Larsen, Tim Bonde

Lundbæk, Tommy

Madsen, Jens Erik

Madsen, Johnny

Mogensen, Erik

Motzfeldt, Dan Høegh

Møller, Gert

Nielsen, Christian

Nielsen, Dan Randum

Nielsen, Gunner

Nielsen, Hans Henrik

Nielsen, Henrik Früsthück

Nielsen, Jeppe

Nielsen, Kim Tage

Nielsen, Niels Kristian

Nielsen, Steen

Nielsen, Søren

Nielsen, Trine Fris

Nørgaard, Max

Pedersen, Kenneth

Pedersen, Kurt Benny

Pedersen, Preben Toft

Petersen, Jimmy

Porsmose, Tommy

Poulsen, Bue

Poulsen, John

Rasmussen, Tim

Risager, Preben

Rømer, Kim

Schou, Kasper

Schultz, Flemming

Seibæk, Helge

Siegumfeldt, Jeanette

Simonsen, Morten

Skrivergaard, Lennart

Skaaning, Per

Sørensen, Willy

Thomsen, Bjarne

Thomsen, Klaus

Thorsen, Michael

Trab, Jens Ole

Vistrup, Annette Klarlund

Wille, Claus

Wind, Bernt Paul

Aasted, Lars Jerne

VESTKYSTEN

NORDSØEN

HAVØRNEN

HAVTERNEN

 

 

Estland

Grigorjev, Mait

Grosmann, Meit

Kekkonen, Janno

Kutsar, Andres

Kõue, Gunnar

Lasn, Margus

Niinemaa, Endel

Ulla, Indrek

Varblane, Viljar

Vipp, Heino

Kati

Kõu

Maru

Pikker

Torm

Valvas

Vapper

Enstrom 480B

MI-8

L-410

Kulkuri 34: AMA 220

Kulkuri 34: AMA 906

Kulkuri 34: AMA 518

Finland

Heikkinen, Pertti

Hiltunen, Jouni

Komulainen, Unto

Koivisto, Kare

Koskenala, Timo

Koskinen, Aki

Lähde, Jukka

Linder, Jukka

Nikiforow, Mikael

Malin, Mikko

Sundqvist, Lars

Suominen, Ari

Suominen, Paavo

Ulenius, Niklas

Ylönen, Camilla

Merikarhu

Tursas

Uisko

Dornier OH-MVN

Dornier OH-MVH

 

Frankrijk

Baron, Philippe

Bigot, Jean-Paul

Bon, Philippe

Chang Pi Hin, Emilien

Chapel, Vincent

Christ, Hervé

Crochard, Thierry

Fortier, Eric

Hudela, Emmanuel

Isore, Pascal

Jeany, Maxime

Le Cousin, Jean-Luc

Richard, Jean-François

Sanson, Fabien

Villenave, Patrick

VCSM Escaut

VCSM Yser

VCSM Scarpe

VCSM Esteron

PCG Géranium

PATRA Glaive

PSP Flamant

PSP Pluvier

PSP Cormoran

VCSM Aber Vrach

VCSM Penfeld

VCSM Elorn

VCSM Sèvre

VCSM Vertonne

VCSM Trieux

VCSM Charente

VCSM Adour

PATRA Epée

PSP Sterne

P400 La Gracieuse

VCSM Odet

VCSM Tech

VCSM Maury

VCSM Huveaune

VCSM Argens

VCSM Vésubie

VCSM Hérault

VCSM Gravona

PSP Arago

PSP Grebe

Bâtiment ALFAN KAN AN AVEL

THEMIS

IRIS

2 Dauphins (openbare dienst)

Nord 262

Falcon 50 Marine

Alouette III

Lynx

Panther

3 Reims-Aviation

F 406

 

Duitsland

Abs, Volker

Ackermann, Michael

Appelmans, Jürgen

Arndt, Oliver

Baumann, Jörg

Bembenek, Jörg

Bergmann, Udo

Bieder, Mathias

Bigalski, Hans-Georg

Birkholz, Rüdiger

Bloch, Ralf

Bösherz, Andreas

Brunnlieb, Jürgen

Carstensen, Lutz

Cassens, Enno

Christiansen, Dirk

Cordes, Reiner

Dörbrandt, Stefan

Drenkhan, Michael

Ehlers, Klaus

Engelbrecht, Sascha

Erdmann, Christian

Franke, Hermann

Franz, Martin

Garbe, Robert

Hänse, Dirk

Hansen, Hagen

Heidkamp, Max

Heisler, Lars

Herda, Heinrich

Hickmann, Michael

Homeister, Alfred

Hoyer, Oliver

Jens, Bernd

Kaczenski, Bernhard

Kersten, Mickel

Kind, Karl-Heinz

Knutzen, Stefan

Kollath, Mark

Köhn, Thorsten

Krüger, Martin

Linke, Hans-Herbert

Lührs, Carsten

Mücher, Martin

Nöckel, Steffen

Oltmann, Jens

Pauls, Werner

Perkuhn, Martin

Raabe, Karsten

Ramm, Jörg

Reimers, André

Rutz, Dietmar

Sauerwein, Dirk

Schmidt, Harald

Schröder, Lasse

Schuler, Claas

Skrey, Erich

Slabik, Peter

Springer, Gunnar

Sturm, Jochen

Sween, Gorm

Thieme, Stefan

Thomas, Raik

Tiedemann, Harald

Vierk, Matthias

Welz, Oliver

Welz, Henning

Welz-Juhl, Hans-Joachim

Wichert, Peter

Wolken, Hans

SYLT

HELGOLAND

EIDER

GLÜCKSSBURG

FALSHÖFT

FEHMARN

GREIF

BREMERHAVEN

EMDEN

HAMBURG

HIDDENSEE

KNIEPSAND

MEERKATZE

PRIWALL

RÜGEN

SCHL.HOLSTEIN

SEEADLER

SEEFALKE

GRAUBUTT

STEINBUTT

GOLDBUTT

 

 

Griekenland

Παπαλεονάρδος Δημοσθένης

Γασπαράτος Σωκράτης

Ξυπνητού Βασιλική

Κανδυλιώτης Νικόλαος

Κουζίλου Σταυρούλα

Αργυρακοπούλου Αικατερίνη

Αδαμοπούλου Γεωργία

Ηλιάδης Νικόλαος

Τοπάλογλου Κωνσταντίνος

Ακριβός Δημήτριος

Καλογήρου Νικόλαος

Αργυρίου Γεωργία

Γαλανούλη Ιωάννα

Παπακωνσταντίνου Νικόλαος

Μπουλακάκης Ευάγγελος

Βυργιώτης Νικόλαος

Πασσαδής Νικόλαος

Χαμαλίδης Βασίλειος

Γιαννούσης Βασίλειος

Ουζούνογλου Ραλλού

Σλανκίδης Βασίλειος

Κιλέτση Στυλιανή

Βαρθής Νικόλαος

Γανωτής Κωνσταντίνος

Βελισσαρόπουλος Ευάγγελος

Καπετανάκης Δημήτριος

Δεσποτάκη Σοφία

Τριαντάφυλλος Χρήστος

Δόντσιος Ευστράτιος

Μπραουδάκης Γεώργιος

Αλεξανδρόπουλος Ευστάθιος

Βασιλοπούλου Διονυσία

Τσάμης Χρήστος

Ζακυνθινός Κωνσταντίνος

Καπλάνης Γεώργιος

Χασανίδης Γεώργιος

Γαλούζης Γεώργιος

Λαΐνης Δημήτριος

Τσάρκος Παναγιώτης

Βουρλέτσης Σωτήριος

Κουλαξίδης Βασίλειος

Πέτρου Ευθύμιος

Βελισσαρόπουλος Αλέξανδρος

ΛΣ 060

ΛΣ 139

ΛΣ 169

ΛΣ 172

AC 23

AC 3

 

Ierland

Allan, Damian

Allen, Patrick

Allison, James

Anderson, Kareen

Anglim, Bobby

Armstrong, Stuart

Barber, Kevin

Barrett, Brendan

Barrett, Elizabeth

Barry, Dave

Bolger, Derek

Boyle, Jimmy

Boyle, Ronan

Brandon, JJ

Brannigan, Steve

Brett, Martin

Brophy, Paul

Brunicardi, Michael

Buckley, David

Bugler, Andrew

Burke, Pat

Burke, Stephen

Butler, D

Butler, John

Butler, Patricia

Byrne, Kenneth

Cahalane, Donnchadh

Campbell, Stephen

Carey, Ronan

Carr, Kieran

Casey, Anthony

Chandler, Frank

Chute, Killian

Claffey, Seamus

Clancy, Martin

Cleary, Aidan

Cloake, Niall

Coffey, Kevin

Cogan, Jerry

Coleman, Tommy

Collins, Damien

Connery, Paul

Connolly, Matt

Corish, Cormac

Corrigan, Kieran

Cosgrove, Kenneth

Cosgrove, Thomas

Cotter, Colm

Cotter, Jamie

Coughlan, Susan

Counihan, Martin

Craven, Cormac

Cronin, James

Cronin, Martin

Crowley, Brian

Cummins, Paul

Cummins, William

Curran, Siobhan

Daly, JJ

Daly, Joe

Daly, Mick

Dempsey, Brian

Dicker, Philip

Doherty, Anita

Doherty, John

Doherty, Pat

Donaldson, Stuart

Downes, Eamon

Downing, Erica

Downing, John

Downing, Maurice

Doyle, Cronan

Duane, Paul

Ducker, Nigel

Duffy, John

Falvey, John

Fanning, Grace

Farrell, Brian

Fennel, Siobhan

Ferguson, Kevin

Finegan, Ultan

Fitzgerald, Brian

Fitzgerald, Brian

Fitzgerald, Richard

Fitzpatrick, Gerard

Flannery, Kevin

Fleming, David

Fleming, Owen

Flynn, Alan

Foley, Brendan

Foran, Bryan

Fowler, Patrick

Fulton, Grant

Gallagher, Dominick

Gallagher, Neil

Gallagher, Orlaith

Gallagher, Patrick

Geraghty, Tony

Gernon, Ross

Gleeson, Marie

Gormanly, Breda

Goss, Frank

Goulding, Donal

Graepel, Hugo

Grant, Willie

Greenwood, Mark

Grogan, Suzanne

Hamilton, Alan

Hamilton, Greg

Hamilton, Ken

Hamilton, Martin

Hanley, Richard

Hannon, Gary

Harding, James

Harkin, Paddy

Harrington, Michael

Harty, Paddy

Hayes, Joseph

Hederman, John

Heffernan, Bernard

Hegarty, Paul

Henson, Maria

Hevers, Brian

Hewson, Kevin

Hickey, Adrian

Hickey, Mick

Hobbins, Tom

Holland, Ken

Hollingsworth, Edward

Humphries, Daniel

Kavanagh, Douglas

Kearney, Brendan

Kearney, John

Keeley, Dave

Keirse, Gavin

Kelly, Dominic

Kelly, Paul

Kenneally, Jonathan

Kennedy, Tom

Kennelly, Mick

Keogh, Mark

Kerr, Charlie

Kinsella, Gordon

Kirwan, Conor

Kirwan, Darragh

Laide, Cathal

Leahy, Alan

Linehan, Sean

Lowry, Tommy

Lynch frahill, Gavin

Lynch, Darren

Lynch, Gerard

Lynch, Grainne

Lynch, Robbie

MacGabhann, Declan

Mackey, John

Madden, Brendan

Madine, Stephen

Maloney, Nessa

Manning, Neil

Matthews, Brian

Mc Carthy, Gavin

Mc Carthy, Jerome

Mc Carthy, Robert

Mc Carthy, Tadgh

Mc Connell, Clodagh

Mc Cormack, Damien

Mc Court, Colm

Mc Garry, John

Mc Ginn, Aodh

Mc Grath, Martin

Mc Groarty, John

Mc Groarty, Mark

Mc Keown, Amelia

Mc Loughlin, Ronan

Mc Nulty, Pat

Mc Philbin, Dwain

McGroary, Peter

McLoughlin, Gerard

McLoughlin, John

McNamara, Kenneth

McUmphraigh, Caoimhin

Mellett, Mark

Minehane, John

Minehane, Ken

Mooney, Caroline

Moore, Connor

Moore, Stephen

Morrison, Joe

Motyer, Brian

Mulcahy, John

Mulcahy, Liam

Mulcahy, Steven

Mullane, Paul

Mullery, Alan

Mullowney, Owen

Mundy, Brendan

Murphy, Brian

Murphy, Claire

Murphy, Enda

Murphy, John

Murran, Sean

Murray, Paul

Nalty, Christopher

Navy, John

Newstead, Sean

Nolan, Brian

O Brien, Paul

O Connor, Dermot

O Donovan, Michael

O Driscoll, Olan

O Leary, Stephen

O Mahony, David

O Sullivan, Cormac

O’Beirnes, Derek

O’Brien, Ken

O’Brien, Paul

O’Brien, Roberta

O’Brien, Tom

O’Callaghan, Donal

O’Connell, James

O’Connell, Paul

O’Connor, Frank

O’Donnell, Francis

O’Donnell, Garvan

O’Donnell, Pearse

O’Donnell, Seamus

O’Donoghue, Niamh

O’Donovan, Diarmuid

O’Dowd, Brendan

O’Driscoll, Mark

O’Flynn, Danny

O’Halloran, Barry

O’Keeffe, Olan

O’Leary, Brian

O’Leary, David

O’Mahony, Denis

O’Neachtain, Aonghus

O’Neill, Donal

O’Neill, Shane

O’Regan, Alan

O’Regan, Tony

O’Shea, Cliona

O’Shea, Jack

O’Sullivan, Aileen

Patterson, Adrienne

Pentony, Declan

Peyronnet, Arnaud

Plante, Tom

Plunkett, Thomas

Power, Cathal

Power, Declan

Power, Gillian

Prendergast, Kevin

Price, Pat

Pyne, Alan

Quigley, Declan

Quinn, Mikey

Reddin, Tony

Rice, Kieran

Ridge, Patrick

Robinson, James

Rogers, Kevin

Russell, Mark

Ryan, EP

Rynne, Cormac

Scalici, Fabio

Scanlon, Patrick

Scannell, Ken

Shalloo, Jim

Shields, Brian

Smyth, Eoin

Stack, Stephen

Sweeney, Brian

Tarrant, Martin

Tigh, Declan

Timon, Eric

Tortoise, Chas

Touhy, Tom

Tubridy, Fergal

Tully, Hugh

Turley, Mark

Turnbull, Michael

Twomey, Peter

Twomey, Tom

Tyrell, Wayne

VallSenties, Virginia

Van Raesfealt, Mark

Verling, Ronan

Vivash, Nigel

Wall, Danny

Wallace, Eugene

Walsh, Dave

Walsh, Larry

Walsh, Richard

Walsh, Steve

Ward, Paul

Ward, Terry

Weldon, James

Whelan, Mark

Whelan, Paul

Whelehan, Jason

White, William

Wickham, Larry

Wilmot, Emmet

Wilson, Tony

Woodward, Ciaran

LE EMER

LE AOIFE

LE AISLING

LE EITHNE

LE ORLA

LE CIARA

LE ROISIN

LE NIAMH

C-252

C-253

 

Italië

Bizzarro, Federico

Burlando, Michele S.G.

Carta, Sebastiano

Folliero, Alessandro

Maltese, Franco Maria

Morello, Salvatore

Petrillo, Agostino

Rivalta, Fabio

Salce, Paolo

CP 901

CP 902

CP 903

CP 904

CP 905

CP 906

CP 276

CP 288

CP 2039

CP 2110

CP 2094

CP 2073

CP 273

CP 286

CP 2077

CP 2108

CP 2087

CP 271

CP 284

CP 2104

CP 2046

CP 2099

CP 2074

CP 267

CP 280

CP 2111

CP 2082

CP 2064

CP 265

CP 278

CP 289

CP 2097

CP 2096

CP 2079

CP 268

CP 281

CP 2103

CP 2053

CP 2066

CP 2071

CP 2102

CP 2080

CP 2072

CP 272

CP 285

CP 2098

CP 2081

CP 2086

CP 274

CP 2107

CP 2085

CP 287

CP 2095

CP 277

CP 2084

CP 266

CP 279

CP 2204

CP 2088

CP 2109

CP 2203

CP 269

CP 275

CP 282

CP 290

CP 2201

CP 2205

CP 2093

CP 2092

CP 2202

CP 2105

CP 2106

CP 283

CP 291

CP 2100

CP 270

CP 2101

CP 2091

CP 2075

CP 292

CP 2076

CP 2058

MANTA 10-01

MANTA 10-02

ORCA 8-01

ORCA 8-02

ORCA 8-03

ORCA 8-04

ORCA 8-05

ORCA 8-06

ORCA 8-07

ORCA 8-08

ORCA 8-09

ORCA 8-10

ORCA 8-11

ORCA 8-12

KOALA 9-01

KOALA 9-02

KOALA 9-03

KOALA 9-04

KOALA 9-05

KOALA 9-06

KOALA 9-08

 

Letland

Baruskovs, Vladislavs

Brants, Janis

Holmstroms, Arturs

Kalejs, Rudolfs

Klagiss, Felikss

Latkovska, Jolanta

Leja, Janis

Millers, Edgars

Naumova, Daina

Pincuks, Maksims

Pusilds, Aigars

Savickis, Helmuts

Skrube, Juris

Sprogis, Eduards

Veinbergs, Miks

 

Piper Seneca PA-34-220T

Tiger AG-5B

 

Litouwen

Babčionis, Genadijus

Barlovskis, Andrius

Jonaitis, Arūnas

Labanauskas, Aivaras

Lendzbergas, Erlandas

Vaitkus, Giedrius

Vozgirdas, Eduardas

Žartun, Vitalij

RIB „Brig Falcon 400L”

Vakaris

Tobis

 

 

Malta

Aquilina, Audrey

Axiaq, Saviour

Camilleri, David

Caruana, Frans

Cauchi Marco

Cremona, Russel

Cutajar, Alex

Debono, Joseph

Farrugia, Charles

Grech, James.L.

Hamilton, John

Mifsud, Daniel

Nappa, Jason

Sant, Jean Pierre

Scerri, Angelino

Scicluna, Etienne

Tabone, Alan

P51

P52

P01

P61

BN-2B: AS16

BN-2B: AS19

 

Nederland

Altorffer, Wim

Arst, Christian

Bakker, Jan

Bastiaan, Robert

Beij, Wim

Boone, Jan Kees

De Boer, Meindert

De Kort, Maarten

De Mol, Gert

Dieke, Richard

Duinstra, Jacob

Frankhuisen, Gerrit

Freke, Hans

Groebe, Pat

Hematyar Tabatabaie, Fariborz

Jeurissen, Maria

Karlas, Tonny

Kleinen, Tom

Koenen, Gerard

Kraaijenoord, Jaap

Kramer, Willem

Krijnen, Hans

Kwakman, Jeroen

Leenheer, Adrie

Meijer, Cor

Miedema, Anco

Ros, Michel

Schekkerman, Cees

Schneider, Leendert

Schoon, Anneke

Tervelde, Lex

Van den Berg, Dirk

Van der Jeugd, Rob

Van der Molen, Ton

Van der Veer, Siemen

Van Echten, Jeanet

Velt, Ernst

Vervoort, Hans

Weijtmans, Peter

Wijbenga, Arjan

Wijkhuisen, Eddy

Zegel, Gerrit

Zevenbergen, Jan

Zijlstra, Evelien

Barend Biesheuvel

 

Vaartuigen en vliegtuigen opereren onder de vlag van de kustwacht VCC

Polen

Bartczak, Tomasz

Jamioł, Waldemar

Jóźwiak, Marek

Kozłowski, Piotr

Kucharski, Tadeusz

Łukasewicz, Paweł

Łuczkiewicz, Tomasz

Niewiadomski, Piotr

Nowak, Włodzimierz

Patyk, Konrad

Skibior, Sławomir

Szumicki, Tomasz

Wereszczyński, Leszek

Wiliński, Adam

Nawigator XXI

Kontroler-18

Kontroler-21

Kontroler-25

 

 

Portugal

Albuquerque, José

Branco, Francisco

Camões, Manuel

Canato, Francisco

Diogo, João

Ferreira, Carlos

Figueira, Fernando

Fonseca, Álvaro

Silva, António

Silva, Ma João

Teixeira, Alexandre

NRP AFONSO

CERQUEIRA

NRP ANTÓNIO

ENES

NRP BATISTA DE ANDRADE

NRP JACINTO CANDIDO

NRP JOÃO COUTINHO

NRP JOÃO ROBY

NRP PEREIRA D’ECA

C212/100: 16510

C212/100: 16512

C212/100: 16519

C212/300: 17201

C212/300: 17202

EH101: 19607

EH101: 19608

 

Slovenië

Smoje, Robert

Smoje, Vinko

 

 

 

Spanje

Alcade Gutiérrez, Pedro

Águila Paneque, José Luís

Amunarriz Emazabel, Sebastián

Avedillo Contreras, Buena Ventura

Bermúdez Pena, Francisco

Boy Carmona, Esther

Boy Carmona, Sara

Brotons Martínez, Jose J.

Camacho Ayo, Alejandro

Carro Martínez, Pedro

Chamizo Catalán, Carlos

Coello de Miguel, Javier

Company Balaguer, Míguel Ángel

Criado Bará, Bernardo

Dávila Rodríguez, Juan Carlos

De la Hoz Perles, Míguel

Del Hierro Suánces, Javier

Díaz Lago, Tomás

Durán Abuín, Santiago

Feito Fernández, Cesáreo

Ferreño Matínez, Jose A.

Fole López, Luís Maria

Fontán Aldereguía, Maria C.

Fontán Aldereguia, Manuel

Fontanet Doménech, Felipe

García Asensio, Melchor

García Cánovas, Francisco

García Domínguez, Alfonso Carlos

García Gen, Juan Ramón

García Simonet, Cristina

Garrote Díaz, Enrique

Genovés Ferriols, José C.

González Fernández, Manuel A.

González Merayo, Sergio

González Túñez, José Manuel

Guijo Rodríguez, Luís Carlos

Gutiérrez Tudela, Manuel

Heredia Arteaga, Jorge

Hernández Betzen, Roberto

Hierro Suanzes, Belén del.

Hierro Suanzes, Maria del.

León Carmona, Ángel

Lestón Leal, Juan Manuel

Marra-López Porta, Julio

Martínez de la Sierra, José Manuel

Martínez González, Jesús

Martínez Velasco, Carolina

Mata Pena, Alberto

Mayoral Vázquez, Gonzalo F.

Medina García, Esteban

Meijueiro Morado, Victor

Méndez-Villamil Mata, María

Mene Ramos, Ángel

Menéndez Fernández, Manuel J.

Miranda Almón, Fernando

Muiños López, Juan Carlos

Nieto Conde, Fernando

Ochando Ramos, Ana M.

Orgueira Pérez, Ma Vanesa

Ortigueira Gil, Adolfo Daniel

Pérez González, Virgilio

Pérez Quíles, Julián Javier

Piñón Lourido, Jesús

Prieto Estévez, Laura

Puerta Baranda, Raúl

Rey Carríl, Camilo José

Ríos Cidras, Manuel

Rios Cidras, Xose

Rodríguez Moreno, Alberto

Rodríguez Múñiz, José M.

Rodríguez Novoa, Silvia

Romero Insúa, Jesús

Ruiz Gómez, Sonia

Ruiz Valverde, Antonio

Saavedra España, Jesús

Sáez Puig, Pedro

San Claudio Pérez, José Vicente

Sánchez Fernández, Manuel Pedro

Sánchez Rodríguez, Joaquín

Sánchez Sánchez, Esmeralda

Santos Maneiro, José Tomás

Santos Pinilla, Beatriz

Teijeiro Teijeiro, Alberto

Tenorio Rodríguez, José Luís

Torre González, Miguel A.

Torrejón Colón, José María

Torres Pérez, José Ángel

Tórtola López, José Antonio

Tubio Rodríguez, Xosé

Vázquez Pérez, Juana Ma

Vega García, Francisco M.

Vidal Cardalda, José Manuel

Villa Martínez, Rafael Andrés

Yeregui Velasco, Pablo

Zabala Silva, Laura M.

CHILREU

TARIFA

ALBORÁN

ARNOMENDI

RÍO ANDARAX

SALEMA

RÍO GUADIARO

RÍO FRANCOLÍ

DOÑANA

SANCTI PETRI

ROCHE

ALCOTÁN II

ALCOTÁN III

ALCOTÁN IV

ALCOTÁN V

 

Zweden

Åberg, Christian

Almers, Johan

Antonsson, Jan-Eric

Axelsson, Bjarne

Bengtsson, David

Berg, Jonas

Birgander, Harald

Blomqvist, Anders

Braxenholm, Tommy

Bühler, Hanna

Carlsson, Christian

Carlsson, Kent

Cederholm, Jan

Dahl, Ulrika

Davidsson, Stig

Dunmark, Mats

Ekersved, Roger

Elsrud, Tomas

Engerberg, Johan

Englund, Raymond

Eriksson, Örjan

Erlandsson, Per

Falk, David

Fernström, Björn

Forsberg, Jeannette

Hansén, Klas

Hansson, Stig-Lennart

Holm, Mats

Holmberg, Kjell

Holmgren, Douglas

Hultemar, Staffan

Hultén, Lars

Jakobsson, Magnnus

Jansson, Bengt

Johansson, André

Johansson, Ingmar

Johansson, Thomas

Johnsson, Kristin

Johnsson, Per

Jönsson, Jan-Erik

Karlsson, Daniel

Karlsson, Bengt-Åke

Larsson, Christoffer

Larsson, Jesper

Larsson, Mats

Lindahl, Håkan

Lindén, Roger

Lundberg, Lars

Löfström, Anders

Magnusson, Marianne

Månsson, Leif

Månsson, Olle

Mårtensson, Per

Nihlén, Linus

Nilsson, Birgitta

Nilsson, Jan-Åke

Nilsson, Joakim

Norrby, Tom

Ohlin, Ingemar

Olovsson, Bo

Olsson, Kenneth

Olsson, Lars

Olsson, Peter

Olsson, Sven

Östlihn, Gunnar

Persson, André

Persson, Göran

Persson, Mats

Pettersson, Anders

Petersson, Christer

Petersson, Jan

Philipsson, Gunnar

Pyk, Staffan

Risberg, Patrik

Robertsson, Roland

Roosberg, Henrik

Rosén, Hans-Christer

Rube, Ann

Rydberg, Håkan

Samuelsson, Niklas

Sandberg, Rolf

Sandblom, Örjan

Schütz, Elias

Selander, Roy

Sjöberg, Ruben

Sjövik, Kristina

Ström, Jonna

Sundberg, Caroline

Swahn, Johan

Svensson, Lars

Tedvik, Arvid

Thuresson, Lars-Göran

Thälund, Bo

Thörncrantz, Olof

Thörngren, Jonas

Weimenhög, Per

Wickbom, Jan

Wimmer, Anders

Wisjö, Patrik

Wrangborn, Thomas

KBV 020

KBV 048

KBV 050

KBV 051

KBV 103

KBV 181

KBV 201

KBV 202

KBV 283

KBV 286

KBV 288

KBV 301

KBV 303

KBV 307

KBV 501

KBV 502

KBV 503

KBV 583

KBV 587

 

Verenigd Koninkrijk

Ainsley, Andrew

Aitken, Alison

Allen, Terry

Austin, Simon

Bamford, Kylie

Banks, Andrew

Bayntun, David

Bell, Graham John

Bell, Lewis

Billson, Carol

Black, Jo

Boden, Michael

Browne, Marc

Bryan, Paul

Burnett, Graeme

Carroll, Dave

Charman, Colin

Clarke, Ian

Collins, Tony

Cook, David

Corner, Nigel

Coyle, James

Craig, Ian Alexander

Cullum, Will

Donnelly, Martin Peter

Douglas, Sean

Draper, Peter

Ebdy, James

Edwards, Peter

Elliott, Philip

Feasey, Ian

Ferguson, Adam

Fletcher, Paul

Flint, Toby

Ford-Keyte, Graham

Gardiner, Kevin

Garside, Nick

Gooding, Colin

Gough, Callum

Green, David Duncan

Grier, Derek

Griffin, Stuart

Gristwood, Malcolm

Hall, Ryan

Hancock, Jeremy

Harris, William

Hart, Steve

Hay, John

Henderson, Rod

Hepples, Stephen

Higgins, Frank

Holbrook, Joanna

Hutchinson, Nick

Irish, Rachel

Jamieson, Malcolm

John, Barrie

Johnson, Paul

Johnston, Stephen

Johnston, Isobel

L’amie, Chris

Laycock, Jonathon Paul

Lett, Jonathon

Lovett, Graham

MacCallum, Archie

Mackenzie, Alex

MacKinnon, Christopher John

Mair, Angus

Mair, Aaron

Marshall, Phil

May, Roger

McCusker, Simon

McDonnell, Alistair

McEwan, Colin

Mcqueen, Jason

Mills, John Alexander

Moore, Matt

Moslempour, Tahmores

Muir, James

Munday, David

Neave, James

Nelson, Paul

Newlands, Andy

Nicholson, Chris

Nick, Mynard

Ord, Viv

Owen, Gary

Page, Tim

Parker, Juliette

Parr, Jonathan

Perry, Andy

Poulding, Daniel

Putt, David

Radford, Angus

Reeves, Adam

Renfree, Stephen

Roberts, Julian

Robinson, Neil

Rushton, Jame

Scorer, Andy

Serafino, P

Skinner, Amy

Slater, Michael

Smart, Barrie

Snowball, David

Sooben, Jez

Stevens, Chris

Stipetic, John

Strang, Nicol

Styles, Mario

Thain, Marc

Todd, Ian

Varty, Jason

Weighell, David

Wellum, Neil

Weychan, Paul

Whitby, Philip

Whyte, Ron

Williams, Justin

Wilson, Tom

Wilson, Al

Worsnop, Mark Alexander

Wright, Nicholas

Yates, Simon

Young, Ally

Young, Iain

HMS SEVERN

HMS TYNE

HMS MERSEY

FPV JURA

FPV MINNA

FPV VIGILANT

FPV NORNA

FPV HIRTA

WATCHDOG 64

WATCHDOG 65

WATCHDOG 71

WATCHDOG 72