ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
51e jaargang |
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Raad |
|
|
|
2008/188/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/189/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/190/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/191/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/192/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/193/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/194/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/195/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/196/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/197/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/198/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/199/EG |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
|
2008/200/EG |
|
|
* |
||
|
|
2008/201/EG |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 199/2008 VAN DE RAAD
van 25 februari 2008
betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (3) is bepaald dat het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) op gezette tijden het beheer van levende aquatische hulpbronnen, met inbegrip van biologische, economische, milieu-, sociale en technische overwegingen beoordeelt. |
(2) |
In de Gedragscode voor een verantwoorde visserij van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en in de Overeenkomst van de Verenigde Naties inzake de instandhouding en het beheer van grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden wordt gewezen op de noodzaak het onderzoek en de verzameling van gegevens te ontwikkelen om de wetenschappelijke kennis over de sector te vergroten. |
(3) |
Overeenkomstig de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid ten aanzien van de instandhouding, het beheer en de exploitatie van levende aquatische hulpbronnen in niet-communautaire wateren moet de Gemeenschap deelnemen aan de inspanningen om de visbestanden in stand te houden, met name overeenkomstig de bepalingen die zijn goedgekeurd in het kader van de partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied of door de regionale organisaties voor visserijbeheer. |
(4) |
Op 23 januari 2003 heeft de Raad de conclusies goedgekeurd van de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een actieplan van de Gemeenschap om milieubeschermingseisen in het gemeenschappelijk visserijbeleid te integreren, waarin de grondbeginselen, de beheersmaatregelen en een werkprogramma zijn vastgelegd en waarmee voor een meer op het ecosysteem gerichte aanpak van het visserijbeheer is gekozen. |
(5) |
Op 13 oktober 2003 heeft de Raad de conclusies goedgekeurd betreffende de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over verbetering van het wetenschappelijk en technisch advies ten behoeve van het communautaire visserijbeheer, waarin de behoeften van de Commissie aan wetenschappelijk advies worden beschreven en waarin de mechanismen voor adviesverlening worden uiteengezet, waarbij wordt aangegeven op welke punten het systeem moet worden versterkt en waarin mogelijke oplossingen voor de korte, de middellange en de lange termijn worden gegeven. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 1543/2000 van de Raad van 29 juni 2000 tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (4) moet worden herzien om terdege rekening te houden met een op de vloot gebaseerde aanpak van het visserijbeheer, de noodzaak om een op het ecosysteem gebaseerde aanpak te ontwikkelen, de noodzaak om de kwaliteit, de volledigheid en de toegankelijkheid van de visserijgegevens te verbeteren, het verlenen van wetenschappelijk advies efficiënter te ondersteunen en de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen. |
(7) |
De huidige verordeningen inzake de verzameling en het beheer van gegevens op het gebied van de visserij bevatten bepalingen met betrekking tot het verzamelen en beheren van gegevens over de vissersvloten en de activiteiten en de vangsten daarvan, alsmede over de prijsontwikkeling, waarmee in de onderhavige verordening rekening moet worden gehouden om het verzamelen en het gebruik van deze gegevens in het gehele gemeenschappelijk visserijbeleid te stroomlijnen en doublures bij het verzamelen van gegevens te voorkomen. Het gaat met name om de volgende verordeningen: Verordening (EEG) nr. 2847/93 van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (5), Verordening (EG) nr. 788/96 van 22 april 1996 betreffende de indiening door de lidstaten van statistieken over de aquacultuurproductie (6), Verordening (EG) nr. 2091/98 van 30 september 1998 betreffende de indeling van de communautaire vissersvloot en de visserijinspanning in segmenten ten behoeve van de meerjarige oriëntatieprogramma’s (7), Verordening (EG) nr. 104/2000 van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (8), Verordening (EG) nr. 2347/2002 van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (9), Verordening (EG) nr. 1954/2003 van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (10), Verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS) (11), Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (12), Verordening (EG) nr. 812/2004 van 26 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de incidentele vangsten van walvisachtigen bij de visserij (13), Verordening (EG) nr. 1921/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende de indiening van statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten (14), Verordening (EG) nr. 1966/2006 van 21 december 2006 betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie (15), Verordening (EG) nr. 1100/2007 van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal (16). |
(8) |
De gegevens die worden verzameld voor de wetenschappelijke evaluatie omvatten onder meer informatie over vloten en hun activiteiten, biologische gegevens betreffende vangsten, met inbegrip van de overboord gezette hoeveelheden, inspectiegegevens inzake visbestanden en de eventuele milieu-effecten van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem. Ook moeten gegevens worden opgenomen die de prijsvorming verklaren en andere gegevens die een beoordeling van de economische situatie van het visserijbedrijf, de aquacultuur en de visverwerkende industrie vergemakkelijken, alsmede gegevens inzake de ontwikkeling van de werkgelegenheid in deze bedrijfstakken. |
(9) |
Om levende aquatische hulpbronnen te beschermen en in stand te houden en de duurzame exploitatie daarvan te garanderen, moet geleidelijk een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer worden ingevoerd. Met het oog daarop moeten gegevens worden verzameld om de impact van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem te kunnen beoordelen. |
(10) |
Communautaire programma’s voor het verzamelen, het beheer en het gebruik van visserijgegevens moeten onder directe verantwoordelijkheid van de lidstaten worden uitgevoerd. De lidstaten moeten dan ook nationale programma’s opstellen die in overeenstemming zijn met het communautaire programma. |
(11) |
De lidstaten moeten onderling en met derde landen samenwerken en hun nationale programma’s onderling afstemmen wat betreft de verzameling van gegevens betreffende eenzelfde mariene regio en regio’s met ter zake relevante binnenwateren. |
(12) |
Het is noodzakelijk op communautair niveau prioriteiten te stellen en de voor het verzamelen en verwerken van gegevens in de Gemeenschap gebruikte procedures te harmoniseren om tot een coherent overkoepelend systeem en een optimale kosten-batenverhouding te komen binnen een stabiel meerjarig regionaal kader. |
(13) |
De gegevens als bedoeld in de onderhavige verordening moeten worden opgenomen in nationale geautomatiseerde gegevensbanken, zodat zij toegankelijk zijn voor de Commissie en kunnen worden doorgegeven aan de eindgebruikers. Het is in het belang van de wetenschappelijke gemeenschap dat geanonimiseerde gegevens beschikbaar zijn voor partijen die belang hebben bij de analyse van dergelijke gegevens. |
(14) |
Voor het beheer van visserijbestanden moeten gedetailleerde gegevens worden verwerkt om specifieke onderwerpen te kunnen behandelen. In dit verband moeten de lidstaten de voor wetenschappelijke analyse benodigde gegevens verstrekken en ervoor zorgen dat zij over de technische capaciteit beschikken om dat te doen. Indien nodig zullen de gedetailleerde gegevens, voordat zij worden doorgegeven, moeten worden geaggregeerd tot het aggregatieniveau dat is aangegeven in de door de eindgebruikers bepaalde vraag. |
(15) |
De verplichtingen inzake de toegang tot de gegevens die onder deze verordening vallen, gelden onverminderd de verplichtingen van de lidstaten die voortvloeien uit Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie (17) en uit Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Århus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (18). |
(16) |
De bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens is, voor de toepassing van deze verordening, geregeld bij Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (19) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (20). |
(17) |
De uitvoering van nationale programma’s voor het verzamelen en beheren van de visserijgegevens vergt grote uitgaven. De voordelen van deze programma’s zullen echter pas op communautaire schaal geheel tot uiting komen. Daarom moet worden bepaald dat de Gemeenschap overeenkomstig Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht bijdraagt in de door de lidstaten gemaakte kosten (21). |
(18) |
Wanneer de Commissie van mening is dat de betrokken uitgaven verband houden met onregelmatigheden, zullen overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EG) nr. 861/2006 financiële correcties worden aangebracht. |
(19) |
De correcte uitvoering van de nationale programma’s, en in het bijzonder de naleving van termijnen, kwaliteitscontrole, validering en doorzending van de verzamelde gegevens, zijn bijzonder belangrijk. Daarom moet de financiële bijdrage van de Gemeenschap worden gebonden aan voorwaarden inzake naleving van de termijnen, kwaliteitscontrole, naleving van de overeengekomen kwaliteitscriteria en doorzending van de gegevens. Bijgevolg moet een systeem van financiële sancties voor niet-naleving van deze voorwaarden worden ingevoerd. |
(20) |
Om de betrouwbaarheid te verbeteren van het wetenschappelijke advies dat nodig is om het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) uit te voeren, moeten de lidstaten en de Commissie nauw samenwerken in de betrokken internationale wetenschappelijke organen. |
(21) |
Er moet bij voorrang voor worden gezorgd dat de betrokken wetenschappelijke deskundigen deelnemen aan de vergaderingen van de groepen deskundigen die het voor het voeren van het GVB benodigde wetenschappelijke onderzoek uitvoeren. |
(22) |
De wetenschappelijke wereld moet worden geraadpleegd en de visserijsector en andere belanghebbende groepen moeten worden geïnformeerd over de uitvoering van de bepalingen inzake gegevensverzameling. De organen voor het inwinnen van adviezen zijn het WTECV, dat is opgericht bij Besluit 2005/629/EG van de Commissie (22), het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur, dat is opgericht bij Besluit 1999/478/EG van de Commissie (23), en de regionale adviesraden die zijn opgericht bij Besluit 2004/585/EG van de Raad (24). |
(23) |
Het comité van beheer moet zorgen voor nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie om de correcte uitvoering van deze verordening te vergemakkelijken. De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (25). |
(24) |
In het licht van de in het verleden opgedane ervaring en van de nieuwe behoeften is het dienstig Verordening (EG) nr. 1543/2000 in te trekken en te vervangen door de onderhavige verordening, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
1. In deze verordening worden regels vastgesteld inzake:
a) |
de verzameling en het beheer, in het kader van meerjarenprogramma’s, van biologische, technische, milieu- en sociaaleconomische gegevens betreffende de visserijsector; |
b) |
het gebruik, voor wetenschappelijke analyse, van gegevens betreffende de visserijsector in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). |
2. In de onderhavige verordening worden ook bepalingen ter verbetering van het voor de uitvoering van het GVB benodigde wetenschappelijk advies vastgesteld.
3. Deze verordening doet geen afbreuk aan de verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 95/46/EG, Verordening (EG) nr. 45/2001, Richtlijn 2003/4/EG en Verordening (EG) nr. 1367/2006.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„visserijsector”: activiteiten in verband met de commerciële visserij, de recreatievisserij, de aquacultuur en de visverwerkende industrie; |
b) |
„aquacultuur”: de kweek of teelt van aquatische organismen, waarbij technieken worden gebruikt om de aangroei van de betrokken organismen te verhogen tot boven de natuurlijke capaciteit van het milieu; deze organismen blijven in de gehele fase van de kweek of de teelt, tot en met de oogst, eigendom van een natuurlijke persoon of rechtspersoon; |
c) |
„recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de levende aquatische rijkdommen worden geëxploiteerd als vrijetijdsbesteding of als sport; |
d) |
„mariene regio’s”: geografische gebieden als omschreven in bijlage I bij Besluit 2004/585/EG en de door de regionale organisaties voor visserijbeheer ingestelde gebieden; |
e) |
„primaire gegevens”: gegevens met betrekking tot individuele vaartuigen, individuele natuurlijke of rechtspersonen en individuele monsters; |
f) |
„metagegevens”: gegevens die kwalitatieve en kwantitatieve informatie verschaffen over de verzamelde primaire gegevens; |
g) |
„gedetailleerde gegevens”: gegevens op basis van de primaire gegevens, in een vorm waarbij natuurlijke personen of rechtspersonen niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd; |
h) |
„geaggregeerde gegevens”: het resultaat van de samenvatting van de primaire of de gedetailleerde gegevens voor specifieke analytische doeleinden; |
i) |
„eindgebruikers”: organen die met het oog op onderzoek of beheer belang hebben bij de wetenschappelijke analyse van gegevens in de visserijsector; |
j) |
„vloot/visserijbemonstering”: de verzameling van biologische, technische en sociaaleconomische gegevens op basis van nader overeengekomen regionale visserijsoorten en vlootsegmenten; |
k) |
„communautair vissersvaartuig”: een vaartuig als gedefinieerd in artikel 3, onder d), van Verordening (EG) nr. 2371/2002. |
HOOFDSTUK II
GEGEVENSVERZAMELING EN -BEHEER IN HET KADER VAN MEERJARENPROGRAMMA’S
AFDELING 1
Communautair programma en nationale programma’s
Artikel 3
Communautair programma
1. Een communautair meerjarenprogramma voor het verzamelen, het beheer en het gebruik van biologische, technische, milieu- en sociaaleconomische gegevens betreffende:
a) |
commerciële visserij die door communautaire vissersvaartuigen wordt beoefend:
|
b) |
recreatievisserij die binnen de communautaire wateren wordt beoefend, met inbegrip van recreatievisserij op aal en zalm in de binnenwateren; |
c) |
aquacultuuractiviteiten met betrekking tot mariene soorten, waaronder aal en zalm, die in de lidstaten en de communautaire wateren worden beoefend; |
d) |
de visverwerkende industrie |
wordt overeenkomstig de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.
2. Deze communautaire programma’s worden telkens voor een periode van drie jaar vastgesteld. De eerste periode loopt van 2009 tot en met 2010.
Artikel 4
Nationale programma’s
1. Onverminderd de bestaande verplichtingen op het gebied van gegevensverzameling op grond van de communautaire wetgeving, verzamelen de lidstaten primaire gegevens op biologisch, technisch, milieu- en sociaaleconomisch gebied in het kader van een nationaal meerjarenprogramma („het nationale programma”), dat in overeenstemming met het communautaire programma wordt opgesteld.
2. In het nationale programma worden met name de volgende in afdeling 2 vastgestelde elementen opgenomen:
a) |
meerjarige bemonsteringsprogramma’s; |
b) |
zo nodig een regeling voor toezicht op zee op commerciële en recreatievisserij; |
c) |
een regeling voor onderzoeken op zee; |
d) |
een regeling voor het beheer en het gebruik van de gegevens ten behoeve van wetenschappelijke analyses. |
3. De procedures en methoden die gebruikt moeten worden bij het verzamelen en analyseren van gegevens en bij het ramen van hun nauwkeurigheid en hun precisie, worden opgenomen in de nationale programma’s.
4. De lidstaten leggen hun nationale programma’s ter goedkeuring voor aan de Commissie. Zij sturen deze langs elektronische weg vóór de datum, in het formaat en naar het adres als bepaald door de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.
5. De eerste nationale programma’s bevatten de activiteiten voor de periode 2009 tot en met 2010.
Artikel 5
Coördinatie en samenwerking
1. De lidstaten coördineren hun nationale programma’s met andere lidstaten in dezelfde mariene regio en stellen alles in het werk om hun activiteiten te coördineren met derde landen die soevereiniteit of jurisdictie uitoefenen over wateren in dezelfde mariene regio. Hiertoe kan de Commissie regionale coördinatievergaderingen beleggen, om de lidstaten te helpen hun nationale programma’s en de uitvoering van de verzameling, het beheer en het gebruik van de gegevens in eenzelfde regio te coördineren.
2. Om rekening te houden met eventuele aanbevelingen die op regionaal niveau tijdens de regionale coördinatievergaderingen zijn gedaan, dienen de lidstaten indien nodig in de loop van de programmeringsperiode wijzigingen op hun nationale programma’s in. Die wijzigingen worden uiterlijk twee maanden vóór het jaar van uitvoering aan de Commissie toegestuurd.
3. De uitvoeringsbepalingen voor dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 27, lid 2.
Artikel 6
Beoordeling en goedkeuring van nationale programma’s
1. Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) beoordeelt:
a) |
of de nationale programma’s en de eventueel daarin aangebrachte wijzigingen in overeenstemming zijn met de artikelen 4 en 5, en |
b) |
de wetenschappelijke relevantie van de gegevens die door de nationale programma’s zullen worden bestreken voor de in artikel 1, lid 1, bepaalde doeleinden, en de kwaliteit van de voorgestelde methodes en procedures. |
2. Als uit de in lid 1 bedoelde beoordeling door het WTECV blijkt dat een nationaal programma niet voldoet aan de artikelen 4 en 5 of geen garantie biedt voor de wetenschappelijke relevantie van de gegevens of voor voldoende kwaliteit van de voorgestelde methodes en procedures, stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis en doet zij voorstellen om dat programma aan te passen. De betrokken lidstaat legt vervolgens een herzien nationaal programma aan de Commissie voor.
3. De Commissie keurt de nationale programma’s en de daarin overeenkomstig artikel 5, lid 2, aangebrachte wijzigingen goed op basis van de beoordeling door het WTECV en de door haar diensten uitgevoerde kostenraming.
Artikel 7
Beoordeling en goedkeuring van het resultaat van de nationale programma’s
1. De lidstaten leggen de Commissie jaarlijks een verslag voor over de verwezenlijking van hun nationale programma’s. Zij doen dat vóór de datum, in het formaat en naar het adres als bepaald door de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.
2. Het WTECV beoordeelt:
a) |
de uitvoering van de overeenkomstig artikel 6, lid 3, door de Commissie goedgekeurde nationale programma’s, en |
b) |
de kwaliteit van de door de lidstaten verzamelde gegevens. |
3. De Commissie beoordeelt de uitvoering van de nationale programma’s op basis van:
a) |
de beoordeling van het WTECV; |
b) |
de raadpleging van de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en de bevoegde internationale wetenschappelijke organisaties, en |
c) |
de door haar diensten uitgevoerde kostenraming. |
Artikel 8
Communautaire financiële bijdrage
1. De communautaire financiële bijdrage voor nationale programma’s wordt overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 861/2006 vastgestelde regels ten uitvoer gelegd.
2. De in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 861/2006 bedoelde basisgegevens bestrijken alleen die delen van de nationale programma’s van de lidstaten waarbij het communautaire programma ten uitvoer is gelegd.
3. De communautaire financiële bijdrage voor nationale programma’s wordt alleen verleend als de in de onderhavige verordening vastgestelde regels volledig worden nageleefd.
4. Na de betrokken lidstaten in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord, kan de Commissie in de volgende gevallen de communautaire financiële bijdrage schorsen en/of terugvorderen:
a) |
uit de in lid 7 bedoelde beoordeling blijkt dat de uitvoering van een nationaal programma niet voldoet aan deze verordening, of |
b) |
uit de in artikel 7, lid 3, onder b), bedoelde raadpleging blijkt dat de gegevens niet door de lidstaat zijn verstrekt overeenkomstig artikel 16, lid 3, en artikel 20, lid 1, of |
c) |
de kwaliteitscontrole en de verwerking van de gegevens niet zijn verricht overeenkomstig artikel 14, lid 2, en artikel 17. |
5. Onverminderd lid 3 kan de Commissie in de volgende omstandigheden, na de betrokken lidstaten in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord, de communautaire financiële bijdrage ook verlagen:
a) |
een nationaal programma is niet vóór de overeenkomstig artikel 4, lid 4, bepaalde datum bij de Commissie ingediend; |
b) |
een verslag is niet vóór de overeenkomstig artikel 7, lid 1, bepaalde datum bij de Commissie ingediend; |
c) |
een officieel verzoek om gegevens is gedaan door een eindgebruiker en die gegevens zijn niet overeenkomstig artikel 20, leden 2 en 3, aan de betrokken eindgebruiker geleverd, of de kwaliteitscontrole en de verwerking van deze gegevens zijn niet in overeenstemming met artikel 14, lid 2, en artikel 17. |
6. De in de leden 4 en 5 bedoelde verlaging van de communautaire financiële bijdrage is evenredig met de mate waarin niet aan de voorwaarden is voldaan. De in lid 5 bedoelde verlaging wordt in de loop van de tijd geleidelijk toegepast, en bedraagt niet meer dan 25 % van de totale jaarlijkse kosten van het nationale programma.
7. De bepalingen ter uitvoering van de in lid 6 bedoelde verlaging worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.
AFDELING 2
Eisen waaraan bij het proces van gegevensverzameling moet worden voldaan
Artikel 9
Bemonsteringsprogramma’s
1. De lidstaten stellen nationale meerjarenprogramma’s voor de bemonstering op.
2. Meerjarige nationale bemonsteringsprogramma’s voorzien met name in:
a) |
een bemonsteringsplan voor biologische gegevens volgens vloot/visserijbemonstering, zo nodig met inbegrip van recreatievisserij; |
b) |
een bemonsteringsplan voor ecosysteemgegevens waarmee de impact van de visserijsector op het mariene ecosysteem kan worden beoordeeld, en dat bijdraagt aan het toezicht op de staat van het mariene milieu; |
c) |
een bemonsteringsplan voor sociaaleconomische gegevens aan de hand waarvan de economische situatie van de visserijsector kan worden beoordeeld, de prestaties van de sector in de loop der tijd kunnen worden geanalyseerd en effectbeoordelingen van genomen of voorgestelde maatregelen kunnen worden uitgevoerd. |
3. De protocollen en methoden die voor de opstelling van nationale bemonsteringsprogramma’s worden gebruikt, worden door de lidstaten verstrekt en zijn, voor zover mogelijk, als volgt:
a) |
op de lange termijn stabiel; |
b) |
binnen regio’s gestandaardiseerd; |
c) |
in overeenstemming met de kwaliteitsnormen die zijn vastgesteld door de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en de bevoegde internationale wetenschappelijke organisaties. |
4. De nauwkeurigheid en de precisie van de verzamelde gegevens worden indien nodig systematisch geëvalueerd.
Artikel 10
Toegang tot de bemonsteringsplaatsen
De lidstaten zorgen ervoor dat de monsternemers die door de met de uitvoering van het nationale programma belaste orgaan zijn aangewezen, om hun taken te kunnen uitvoeren, toegang krijgen tot:
a) |
alle aangelande vangsten, in voorkomend geval met inbegrip van overgeladen vangsten en vangsten voor overplaatsing naar de aquacultuur; |
b) |
door overheidsorganen bijgehouden gegevensbestanden van vaartuigen en bedrijven die voor het verzamelen van economische gegevens relevant zijn; |
c) |
economische gegegevens van met de visserij samenhangende bedrijven. |
Artikel 11
Toezicht op zee op commerciële en recreatievisserij
1. Indien nodig voor het verzamelen van gegevens in het kader van de nationale programma’s, zetten de lidstaten regelingen op voor toezicht op zee op commerciële en recreatievisserij en leggen zij deze ook ten uitvoer.
2. De taken van het toezicht op zee worden door de lidstaten vastgesteld.
3. De kapiteins van communautaire vissersvaartuigen laten monsternemers die optreden in het kader van een regeling voor toezicht op zee en die zijn aangewezen door het met de uitvoering van het nationale programma belaste orgaan, aan boord van hun vaartuig toe, en werken met hen samen zodat zij hun taken aan boord kunnen uitvoeren.
4. De kapiteins van communautaire vissersvaartuigen mogen monsternemers die optreden in het kader van een regeling voor toezicht op zee alleen de toegang tot hun vaartuig weigeren op grond van een duidelijk gebrek aan ruimte op het vaartuig of om veiligheidsredenen in overeenstemming met de nationale wetgeving. In dergelijke gevallen verzamelt de bemanning van het communautaire vissersvaartuig zelf de gegevens aan de hand van een door hen uitgevoerd bemonsteringsprogramma, dat door het met de uitvoering van het nationale programma belaste orgaan is opgesteld en wordt beheerd.
Artikel 12
Onderzoeken op zee
1. De lidstaten voeren wetenschappelijke onderzoeken op zee uit om, onafhankelijk van de gegevens die afkomstig zijn van de commerciële visserij, de omvang en de verspreiding van bestanden te meten en om de impact van de visserijactiviteit op het milieu te onderzoeken.
2. De lijst van onderzoekinspecties op zee die in aanmerking komen voor de communautaire financiële bijdrage, wordt vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.
HOOFDSTUK III
GEGEVENSBEHEER
Artikel 13
Gegevensopslag
De lidstaten:
a) |
zorgen ervoor dat de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire gegevens veilig worden opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbanken en nemen alle nodige maatregelen om te garanderen dat deze gegevens vertrouwelijk worden behandeld; |
b) |
zorgen ervoor dat de metagegevens die betrekking hebben op de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire sociaaleconomische gegevens veilig worden opgeslagen in geautomatiseerde gegevensbanken; |
c) |
treffen de nodige technische voorzieningen om dergelijke gegevens te beschermen tegen onopzettelijk of niet-geautoriseerd wissen, toevallig verlies, beschadiging, verspreiding of onbevoegde raadpleging. |
Artikel 14
Kwaliteitscontrole en validering van de gegevens
1. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de primaire gegevens die in het kader van de nationale programma’s worden verzameld, en van de daarvan afgeleide gedetailleerde en geaggregeerde gegevens die aan de eindgebruikers worden doorgegeven.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat:
a) |
de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire gegevens op fouten worden gecontroleerd aan de hand van passende kwaliteitscontroleprocedures; |
b) |
de gedetailleerde en geaggregeerde gegevens die van de in het kader van de nationale programma’s verzamelde primaire gegevens zijn afgeleid, worden gevalideerd, voordat zij naar de eindgebruikers worden doorgestuurd; |
c) |
de kwaliteitsborgingsprocedures die op de onder a) en b) genoemde primaire, gedetailleerde en geaggregeerde gegevens worden toegepast, worden opgesteld overeenkomstig de door de internationale wetenschappelijke organen, de regionale organisaties voor visserijbeheer en het WTECV vastgestelde procedures. |
HOOFDSTUK IV
HET GEBRUIK VAN DE VERZAMELDE GEGEVENS IN HET KADER VAN HET GVB
Artikel 15
Betrokken gegevens
1. Dit hoofdstuk is van toepassing op alle gegevens die zijn verzameld:
a) |
in het kader van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 788/96, (EG) nr. 2091/98, (EG) nr. 104/2000, (EG) nr. 2347/2002, (EG) nr. 1954/2003, (EG) nr. 2244/2003, (EG) nr. 26/2004, (EG) nr. 812/2004, (EG) nr. 1921/2006, (EG) nr. 1966/2006 en (EG) nr. 1100/2007; |
b) |
in het kader van de onderhavige verordening:
|
2. De lidstaten voorkomen iedere doublure bij het verzamelen van de in lid 1 bedoelde gegevens.
Artikel 16
Toegang tot en doorzending van primaire gegevens
1. Ten behoeve van de controle op het bestaan van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, verzamelde primaire gegevens, met uitzondering van de sociaaleconomische gegevens, zorgen de lidstaten ervoor dat de Commissie toegang heeft tot de in artikel 13, onder a), bedoelde nationale geautomatiseerde gegevensbanken.
2. Ten behoeve van de controle van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, verzamelde sociaaleconomische gegevens zorgen de lidstaten ervoor dat de Commissie toegang heeft tot de in artikel 13, onder b), bedoelde nationale geautomatiseerde gegevensbanken.
3. De lidstaten sluiten overeenkomsten met de Commissie om een effectieve ongehinderde toegang tot hun in de leden 1 en 2 bedoelde nationale geautomatiseerde gegevensbanken te garanderen, onverminderd de verplichtingen op grond van andere communautaire regelgeving.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat de in het kader van onderzoeken op zee verzamelde primaire gegevens worden doorgezonden naar internationale wetenschappelijke organisaties en passende wetenschappelijke organen binnen regionale organisaties voor visserijbeheer overeenkomstig de internationale verplichtingen van de Gemeenschap en de lidstaten.
Artikel 17
Verwerking van primaire gegevens
1. De lidstaten verwerken de primaire gegevens tot reeksen van gedetailleerde of geaggregeerde gegevens overeenkomstig:
a) |
de desbetreffende internationale normen, wanneer die bestaan; |
b) |
op internationaal of regionaal niveau overeengekomen protocollen, wanneer die bestaan. |
2. De lidstaat verstrekt de eindgebruikers en de Commissie zo nodig een beschrijving van de methoden die zijn gebruikt om de gevraagde gegevens te verwerken, alsmede hun statistische eigenschappen.
Artikel 18
Verstrekking van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens
1. De lidstaten maken gedetailleerde en geaggregeerde gegevens beschikbaar voor eindgebruikers om de wetenschappelijke analyse daarvan te ondersteunen:
a) |
als basis voor advies ten behoeve van het visserijbeheer, met name van de regionale adviesraden; |
b) |
in het belang van het openbare debat en de deelneming van belanghebbenden aan de ontwikkeling van beleid; |
c) |
voor wetenschappelijke publicatie. |
2. Teneinde de anonimiteit te waarborgen kunnen de lidstaten in voorkomend geval weigeren om voor de in lid 1, onder b), bedoelde oogmerken aan eindgebruikers gegevens te verschaffen over de activiteit van vaartuigen op basis van informatie van satellietvolgsystemen.
Artikel 19
Doorzending van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens
De lidstaten zenden gedetailleerde en geaggregeerde gegevens door in een beveiligd elektronisch formaat.
Artikel 20
Procedure voor de doorzending van gedetailleerde en geaggregeerde gegevens
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de betrokken gedetailleerde en geaggregeerde gegevens die geregeld moeten worden ingezonden, tijdig worden verstrekt aan de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en aan de betrokken internationale wetenschappelijke organisaties, overeenkomstig de internationale verplichtingen van de Gemeenschap en de lidstaten.
2. Wanneer gedetailleerde en geaggregeerde gegevens worden gevraagd voor specifieke wetenschappelijke analyses, zorgen de lidstaten ervoor dat de gegevens aan de eindgebruiker worden verstrekt:
a) |
voor het in artikel 18, lid 1, onder a), bedoelde oogmerk, binnen één maand na ontvangst van het verzoek om deze gegevens; |
b) |
voor het in artikel 18, lid 1, onder b), bedoelde oogmerk, binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek om deze gegevens. |
3. Wanneer gedetailleerde en geaggregeerde gegevens worden gevraagd voor wetenschappelijke publicatie als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder c):
a) |
mogen de lidstaten, om de professionele belangen van de gegevensverzamelaars te beschermen, de doorgifte van gegevens naar de eindgebruikers gedurende drie jaar ophouden. De lidstaten informeren de eindgebruikers en de Commissie over dergelijke besluiten. In naar behoren gemotiveerde gevallen mag de Commissie toestaan dat die periode wordt verlengd; |
b) |
zorgen de lidstaten ervoor dat de gegevens binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek om deze gegevens aan de eindgebruikers worden verstrekt, indien deze termijn van drie jaar reeds is verstreken. |
4. De lidstaten mogen alleen weigeren gedetailleerde en geaggregeerde gegevens door te zenden:
a) |
als er een risico bestaat dat de identiteit van de natuurlijke en/of de rechtspersonen bekend wordt, in welk geval de lidstaat alternatieve methoden mag voorstellen om aan de behoeften van de eindgebruikers tegemoet te komen zonder de anonimiteit te schenden; |
b) |
in de in artikel 22, lid 3, bedoelde gevallen; |
c) |
indien dezelfde gegevens reeds beschikbaar zijn in een andere, voor de eindgebruikers gemakkelijk toegankelijke vorm of formaat. |
5. Wanneer gegevens worden gevraagd door andere eindgebruikers dan de passende regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en de bevoegde internationale wetenschappelijke organisaties, en wanneer die gegevens verschillen van die welke reeds aan die organen en organisaties zijn verstrekt, mogen de lidstaten die eindgebruikers de werkelijke kosten voor de extractie en de eventuele aggregatie van de gegevens in rekening brengen voordat de gegevens worden doorgestuurd.
Artikel 21
Herziening van de weigering om gegevens te verstrekken
1. Als een lidstaat op grond van artikel 20, lid 3, onder a), weigert gegevens te verstrekken, kan de eindgebruiker de Commissie verzoeken die weigering te herzien. Als de Commissie van mening is dat de weigering niet naar behoren is gemotiveerd, kan zij de lidstaat manen de gegevens binnen één maand alsnog te verstrekken.
2. Als de lidstaat de gegevens niet binnen de in lid 1 genoemde termijn verstrekt, is artikel 8, leden 5 en 6, van toepassing.
Artikel 22
Verplichtingen van de eindgebruikers
1. De eindgebruikers van de gegevens:
a) |
gebruiken de gegevens overeenkomstig artikel 18 alleen voor de in hun aanvraag vermelde doeleinden; |
b) |
zorgen voor een behoorlijke bronvermelding; |
c) |
zijn verantwoordelijk voor een juist en passend gebruik van de gegevens vanuit het oogpunt van wetenschapsethiek; |
d) |
informeren de Commissie en de betrokken lidstaten over mogelijke problemen in verband met de gegevens; |
e) |
verstrekken de betrokken lidstaten en de Commissie de referenties van de resultaten van het gebruik van de gegevens; |
f) |
verstrekken de gevraagde gegevens niet zonder instemming van de betrokken lidstaat aan derden; |
g) |
verkopen de gegevens niet aan derden. |
2. De lidstaten informeren de Commissie over iedere niet-naleving van de eisen door de eindgebruikers.
3. Wanneer een eindgebruiker niet aan alle in lid 1 vermelde eisen voldoet, mag de Commissie de betrokken lidstaat toestaan die eindgebruiker de toegang tot de gegevens te beperken of te weigeren.
HOOFDSTUK V
ONDERSTEUNING VOOR WETENSCHAPPELIJK ADVIES
Artikel 23
Deelneming aan vergaderingen van internationale organen
De lidstaten zorgen ervoor dat hun nationale deskundigen deelnemen aan relevante vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en internationale wetenschappelijke organisaties.
Artikel 24
Coördinatie en samenwerking
1. De lidstaten en de Commissie coördineren hun inspanningen en werken samen om de betrouwbaarheid van wetenschappelijk advies, de kwaliteit van de werkprogramma’s en de werkwijze van regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap partij of waarnemer is en van internationale wetenschappelijke organen verder te verbeteren.
2. Dergelijke coördinatie en samenwerking mag geen afbreuk doen aan het open wetenschappelijk debat en is erop gericht onpartijdig wetenschappelijk advies te bevorderen.
HOOFDSTUK VI
SLOTBEPALINGEN
Artikel 25
Uitvoeringsmaatregelen
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld.
Artikel 26
Toezicht
De Commissie ziet samen met het WTECV toe op de voortgang van de nationale programma’s in het bij artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 opgerichte Comité voor de visserij en de aquacultuur („het comité”).
Artikel 27
Het comité
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.
Artikel 28
Intrekking
1. Verordening (EG) nr. 1543/2000 wordt hierbij met ingang van 1 januari 2009 ingetrokken. De ingetrokken bepalingen blijven echter van toepassing op de vóór 31 december 2008 goedgekeurde nationale programma’s.
2. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de in de bijlage opgenomen concordantietabel.
Artikel 29
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
A. VIZJAK
(1) Advies van 13 november 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB C 10 van 15.1.2008, blz. 53.
(3) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2007 (PB L 192 van 24.7.2007, blz. 1).
(4) PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1.
(5) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1098/2007 (PB L 248 van 22.9.2007, blz. 1).
(6) PB L 108 van 1.5.1996, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
(7) PB L 266 van 1.10.1998, blz. 36.
(8) PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1759/2006 (PB L 335 van 1.12.2006, blz. 3).
(9) PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2269/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 1).
(10) PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1.
(11) PB L 333 van 20.12.2003, blz. 17.
(12) PB L 5 van 9.1.2004, blz. 25. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1799/2006 (PB L 341 van 7.12.2006, blz. 26).
(13) PB L 150 van 30.4.2004, blz. 12, gerectificeerd in PB L 185 van 24.5.2004, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 809/2007 (PB L 182 van 12.7.2007, blz. 1).
(14) PB L 403 van 30.12.2006, blz. 1.
(15) PB L 409 van 30.12.2006, blz. 1, gerectificeerd in PB L 36 van 8.2.2007, blz. 3.
(16) PB L 248 van 22.9.2007, blz. 17.
(17) PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.
(18) PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13.
(19) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.
(20) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(21) PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1.
(22) PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18.
(23) PB L 187 van 20.7.1999, blz. 70. Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/864/EG (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 91).
(24) PB L 256 van 3.8.2004, blz. 17. Besluit gewijzigd bij Besluit 2007/409/EG (PB L 155 van 15.6.2007, blz. 68).
(25) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).
BIJLAGE
Concordantietabel
Verordening (EG) nr. 1543/2000 |
Verordening (EG) nr. 199/2008 |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 2 |
Artikel 2 |
Artikel 3 |
De artikelen 3, 4 en 5 |
Artikel 4 |
Artikel 15 |
Artikel 5 |
De artikelen 3 en 25 |
Artikel 6 |
De artikelen 4 en 8 |
Artikel 7 |
De artikelen 13 en 18 |
Artikel 8 |
De artikelen 25 en 26 |
Artikel 9 |
Artikel 27 |
Artikel 10 |
Artikel 26 |
Artikel 11 |
Artikel 29 |
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 200/2008 VAN DE COMMISSIE
van 4 maart 2008
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 5 maart 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 4 maart 2008 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
JO |
69,6 |
MA |
51,8 |
|
TN |
120,5 |
|
TR |
143,2 |
|
ZZ |
96,3 |
|
0707 00 05 |
EG |
244,4 |
JO |
190,5 |
|
MA |
114,7 |
|
TR |
198,4 |
|
ZZ |
187,0 |
|
0709 90 70 |
MA |
92,7 |
TR |
167,2 |
|
ZZ |
130,0 |
|
0805 10 20 |
EG |
45,4 |
IL |
53,4 |
|
MA |
51,9 |
|
TN |
50,1 |
|
TR |
97,1 |
|
ZZ |
59,6 |
|
0805 50 10 |
EG |
95,9 |
IL |
110,0 |
|
SY |
56,4 |
|
TR |
123,4 |
|
ZZ |
96,4 |
|
0808 10 80 |
AR |
97,3 |
CA |
77,9 |
|
CN |
92,3 |
|
MK |
42,4 |
|
US |
107,6 |
|
UY |
89,9 |
|
ZZ |
84,6 |
|
0808 20 50 |
AR |
80,9 |
CL |
67,2 |
|
CN |
51,9 |
|
US |
123,2 |
|
ZA |
103,0 |
|
ZZ |
85,2 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/15 |
VERORDENING (EG) Nr. 201/2008 VAN DE COMMISSIE
van 4 maart 2008
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1109/2007 voor het verkoopseizoen 2007/2008 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2007/2008 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1109/2007 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 137/2008 van de Commissie (4). |
(2) |
De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 1109/2007 voor het verkoopseizoen 2007/2008 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 5 maart 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1260/2007 (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 1). Verordening (EG) nr. 318/2006 wordt per 1 oktober 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
(2) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1568/2007 (PB L 340 van 22.12.2007, blz. 62).
(3) PB L 253 van 28.9.2007, blz. 5.
(4) PB L 42 van 16.2.2008, blz. 7.
BIJLAGE
Met ingang van 5 maart 2008 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 95
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
25,86 |
3,53 |
1701 11 90 (1) |
25,86 |
8,60 |
1701 12 10 (1) |
25,86 |
3,39 |
1701 12 90 (1) |
25,86 |
8,17 |
1701 91 00 (2) |
24,93 |
12,96 |
1701 99 10 (2) |
24,93 |
8,25 |
1701 99 90 (2) |
24,93 |
8,25 |
1702 90 95 (3) |
0,25 |
0,40 |
(1) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).
(2) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.
(3) Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/17 |
VERORDENING (EG) Nr. 202/2008 VAN DE COMMISSIE
van 4 maart 2008
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het aantal en de namen van de wetenschappelijke panels van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name op artikel 28, lid 4, tweede alinea,
Gezien het verzoek dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid op 12 september 2007 heeft ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het panel voor levensmiddelenadditieven, aroma's, technische hulpstoffen en materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, speelt een belangrijke rol voor de veiligheid van de voedselketen en voor de bescherming van de consumenten. |
(2) |
Uit ervaring blijkt dat het panel sinds het is opgericht bijna 50 % van alle aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid gegeven opdrachten heeft ontvangen. Hoewel het panel jaarlijks een groot aantal wetenschappelijke adviezen verstrekt, heeft het problemen met de werkdruk. |
(3) |
Naar verwachting zal het aantal opdrachten dat het panel te verwerken krijgt, in de toekomst stijgen bij goedkeuring van nieuwe verticale wetgeving over aan levensmiddelen toegevoegde vitaminen en mineralen, en over levensmiddelenadditieven, aroma's en voedingsenzymen. |
(4) |
Daarom dient het panel te worden vervangen door twee nieuwe panels, respectievelijk „panel voor levensmiddelenadditieven en aan levensmiddelen toegevoegde bronnen van voedingsstoffen” en „panel voor materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, enzymen, kleurstoffen en technische hulpstoffen”. |
(5) |
Bij de taakverdeling tussen de twee nieuwe panels dient ervoor te worden gezorgd dat de expertise van elk van de panels overeenstemt met hun bevoegdheidsgebied en bijdraagt tot een betere werkverdeling. De werkprocedures voor de wetenschappelijke comités en panels van de Europese Voedselautoriteit moeten soepele coördinatie en geharmoniseerde methoden garanderen. |
(6) |
Verordening (EG) nr. 178/2002 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 28, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 178/2002 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Punt a) komt als volgt te luiden:
|
2. |
Het volgende punt j) wordt toegevoegd:
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 575/2006 van de Commissie (PB L 100 van 8.4.2006, blz. 3).
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/18 |
VERORDENING (EG) Nr. 203/2008 VAN DE COMMISSIE
van 4 maart 2008
tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat gamitromycine betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 4, derde alinea,
Gezien de adviezen van het Europees Geneesmiddelenbureau die zijn opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Alle farmacologisch werkzame substanties die in de Gemeenschap worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die bestemd zijn voor voedselproducerende dieren, moeten worden beoordeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2377/90. |
(2) |
Bij het Europees Geneesmiddelenbureau is een aanvraag tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen ingediend voor gamitromycine, een antibioticum dat tot de groep van de macroliden behoort. In zijn eerste advies heeft het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik („het comité”) een totale aanvaardbare dagelijkse inname („ADI”) van 370 μg/persoon vastgesteld als basis voor de berekening van de maximumwaarde voor residuen. Deze was gebaseerd op de microbiologische ADI. Voor lever en nieren zijn de maximumwaarden voor residuen vastgesteld op 100, respectievelijk 200 μg/kg. De aanvrager is tegen het eerste advies in beroep gegaan: hij was het niet eens met de vastgestelde microbiologische ADI, noch met de maximumwaarden voor residuen die het comité voor lever en nieren had vastgesteld. Hij verzocht de totale ADI te verhogen tot 600 μg/persoon, wat overeenkomt met de toxicologische ADI. Hij stelde ook voor dat het comité zou overwegen de maximumwaarden voor residuen voor nieren en lever met de helft te verlagen indien de totale ADI niet op 600 μg/persoon wordt vastgesteld. Het comité heeft het beroep in overweging genomen en heeft er in zijn definitieve advies mee ingestemd de microbiologische ADI te wijzigen en de totale ADI voor gamitromycine op 600 μg/persoon vast te stellen. Het comité heeft besloten dat voor gamitromycine voorlopige maximumwaarden voor residuen moeten worden vastgesteld. Het is bijgevolg wenselijk deze stof voor runderen, voor vetweefsel, lever en nieren, met uitzondering van dieren die melk voor menselijke consumptie produceren, op te nemen in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90. De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2009. |
(3) |
Verordening (EEG) nr. 2377/90 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Voordat deze verordening van toepassing wordt, moeten de lidstaten voldoende tijd krijgen om de in verband met deze verordening noodzakelijke aanpassingen aan te brengen in de vergunningen om de betrokken geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in de handel te brengen die zijn verleend overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2). |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 5 mei 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vicevoorzitter
(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 61/2008 van de Commissie (PB L 22 van 25.1.2008, blz. 8).
(2) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).
BIJLAGE
A. De volgende substantie wordt toegevoegd in punt 1.2.2. van bijlage III (Lijst van in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik aangewende farmacologisch werkzame substanties waarvoor voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld):
1. Infectiewerende middelen
1.2. Antibiotica
1.2.2. Macroliden
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Indicatorresidu |
Diersoorten |
Maximumwaarden voor residuen |
Te onderzoeken weefsels |
Overige bepalingen |
„Gamitromycine |
Gamitromycine |
Runderen |
20 μg/kg |
Vetweefsel |
De voorlopige maximumwaarden voor residuen zijn slechts van toepassing tot 1 juli 2009. Niet te gebruiken bij dieren die melk voor menselijke consumptie produceren.” |
200 μg/kg |
Lever |
||||
100 μg/kg |
Nieren |
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/21 |
VERORDENING (EG) Nr. 204/2008 VAN DE COMMISSIE
van 4 maart 2008
tot vaststelling van de invoerrechten voor halfwitte of volwitte rijst met ingang van 5 maart 2008
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenshappelijke ordening van de rijstmarkt (1), en met name op artikel 11 quater,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de door de bevoegde autoriteiten overgelegde gegevens maakt de Commissie op dat voor de periode van 1 september 2007 tot 29 februari 2008 invoercertificaten zijn afgegeven voor een hoeveelheid van 192 418 ton halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30. Het invoerrecht voor halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30 moet bijgevolg worden gewijzigd. |
(2) |
Aangezien het toepasselijke recht moet worden vastgesteld binnen een termijn van 10 dagen na de bovengenoemde periode, dient de onderhavige verordening onverwijld in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het invoerrecht voor halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30 bedraagt 175 EUR per ton.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 maart 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1). Verordening (EG) 1785/2003 wordt met ingang van 1 september 2008 vervangen door Verordening (EG) nr. 1234/2007 (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/22 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Maldiven inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/188/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek der Maldiven onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
De overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/695/EG van de Raad (2). |
(4) |
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek der Maldiven inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) Advies van 12 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 286 van 17.10.2006, blz. 19.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/23 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/189/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met Georgië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/357/EG van de Raad (2). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Georgië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) Advies uitgebracht op 6 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 134 van 20.5.2006, blz. 23.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/24 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/190/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Moldavië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2006/345/EG van de Raad (2). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Moldavië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) Advies van 16 mei 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 126 van 13.5.2006, blz. 23.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/25 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Libanon inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/191/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Libanon onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/543/EG van de Raad (2). |
(4) |
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Libanon inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) Advies van 6 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 215 van 5.8.2006, blz. 15.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/26 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek ten oosten van de Uruguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/192/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek ten oosten van de Uruguay onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/848/EG van de Raad (2). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek ten oosten van de Uruguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) Advies uitgebracht op 12 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 330 van 28.11.2006, blz. 18.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/27 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/193/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de Raad de Commissie gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003 heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Kroatië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
Deze overeenkomst is, overeenkomstig Besluit 2006/370/EG van de Raad (2), namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip. |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) Advies van 27 september 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 136 van 24.5.2006, blz. 31.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/28 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/194/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie bij besluit van 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad van 5 juni 2003, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Singapore onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. |
(3) |
De overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/592/EG van de Raad (2). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Singapore inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 7, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) Advies van 12 oktober 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 243 van 6.9.2006, blz. 21.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/29 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kirgizië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/195/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gelet op het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Kirgizië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
(3) |
Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2007/470/EG van de Raad (1). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kirgizië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om de in artikel 9, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) PB L 179 van 7.7.2007, blz. 38.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/30 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Maleisië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/196/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de regering van Maleisië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
(3) |
Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2007/210/EG van de Raad (1). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Maleisië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) PB L 94 van 4.4.2007, blz. 26.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/31 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Paraguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/197/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Republiek Paraguay onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
(3) |
Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2007/323/EG van de Raad (1). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Paraguay inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) PB L 122 van 11.5.2007, blz. 30.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/32 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 18 februari 2008
inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten
(2008/198/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst. |
(2) |
Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (hierna „de overeenkomst” genoemd). |
(3) |
Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2006/550/EG (1). |
(4) |
Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. RUPEL
(1) PB L 217 van 8.8.2006, blz. 16.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/33 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 28 februari 2008
betreffende de sluiting van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie
(2008/199/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 310, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin, en lid 3, tweede alinea,
Gelet op de Toetredingsakte van 2005, en met name op artikel 6, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien de instemming van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, is namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten ondertekend op 26 november 2007. |
(2) |
Het protocol moet worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Enig artikel
Het protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (1), wordt goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten.
Gedaan te Brussel, 28 februari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
D. MATE
(1) PB L 312 van 30.11.2007, blz. 33.
Commissie
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/34 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 20 februari 2008
tot beëindiging van de onderzoekprocedure in verband met handelspraktijken van Argentinië bij de invoer van textielproducten en kledingartikelen
(2008/200/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (1), en met name op artikel 11, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
A. PROCEDURE
(1) |
Op 11 oktober 1999 heeft Euratex (European Apparel and Textile Organisation) een klacht ingediend op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad (hierna „de verordening” genoemd) namens zijn leden die naar Argentinië uitvoeren of wensen uit te voeren. |
(2) |
Volgens de klacht zou de verkoop van textielproducten en kledingartikelen in Argentinië worden gehinderd door belemmeringen van het handelsverkeer in de zin van artikel 2, lid 1, van de verordening, dat wil zeggen „elke door een derde land ingestelde of gehandhaafde handelspraktijk waartegen uit hoofde van de internationale regelingen voor het handelsverkeer maatregelen kunnen worden genomen”. De aangevoerde belemmeringen waren:
|
(3) |
Klager voerde tevens aan dat deze praktijken nadelige gevolgen hadden voor het handelsverkeer als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de verordening. |
(4) |
In het licht van het bovenstaande en na raadpleging van het bij de verordening ingestelde Raadgevend Comité besloot de Commissie dat er voldoende bewijsmateriaal was om een onderzoek naar de juridische en feitelijke aspecten van deze kwestie te openen. Daarom heeft zij op 27 november 1999 een onderzoekprocedure ingeleid (2). |
B. BEVINDINGEN VAN DE ONDERZOEKSPROCEDURE
(5) |
In 2000 was de conclusie van het onderzoek met betrekking tot het certificaat van oorsprong dat de belastende voorschriften kennelijk in strijd waren met de artikelen VIII.3 en X van GATT 1994 en artikel 7.1 van de WTO-overeenkomst inzake textiel- en kledingproducten, en met de aanbevelingen van artikel VIII.1, onder c), van GATT 1994. De etiketteringsvoorschriften leken in strijd te zijn met artikel 2.2 van de WTO-overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen en met de aanbevelingen van artikel VIII.1, onder c), van GATT 1994. De verplichting tot indiening van een verklaring over de productsamenstelling leek in strijd te zijn met artikel 2 van de WTO-overeenkomst inzake procedures op het gebied van invoervergunningen. Wat de procedure voor de controle van de douanewaarde betreft, kon de Commissie geen definitief standpunt bekendmaken als gevolg van de recente invoering van een nieuwe wet waarin deze kwestie wordt geregeld. Wat de kwestie van de inspectie vóór verzending betreft, kon er geen schending van een bepaling van de WTO-overeenkomst inzake inspectie vóór verzending worden vastgesteld. Toch leek deze inspectie niet in overeenstemming te zijn met het doel en de geest van de overeenkomst. Tot slot is er geen schending van WTO-voorschriften vastgesteld wat de heffing van een statistiekrecht betreft, en de kwestie van discriminatoire btw was reeds aan de orde gekomen in het kader van een andere procedure betreffende de invoer van afgewerkt leer in Argentinië (3). |
(6) |
Ook kwam uit het onderzoek naar voren dat de onderzochte maatregelen cumulatief nadelige gevolgen hadden of dreigden te hebben in de zin van artikel 2, lid 4, van de verordening. |
C. ONTWIKKELINGEN NA BEËINDIGING VAN HET ONDERZOEK
(7) |
Na het onderzoek vonden in de loop van de jaren besprekingen met de Argentijnse autoriteiten plaats om te trachten tot overeenstemming te komen over de (geleidelijke) afschaffing van de handelsbelemmeringen. |
(8) |
Wat de vaststelling van de douanewaarde betreft, is de situatie de afgelopen drie jaar verbeterd. De transparantie is vergroot, terwijl Europese producenten en exporteurs een inbreng hebben bij de bepaling van de indicatieve waarden voor de vaststelling van de douanewaarde. Inspectie vóór verzending is afgeschaft, en het verplichte aangifteformulier voor de productsamenstelling lijkt de exporteurs niet voor problemen te stellen. |
(9) |
Wat het certificaat van oorsprong betreft, is er wezenlijke vooruitgang geboekt sinds op 8 februari 2002 de Instruccion General No 9/2002 de la Direccion General de Aduanas is ingevoerd. Tot voor kort was de belangrijkste handelsbelemmering voor de Europese industrie het voorschrift dat bij driehoekshandel niet alleen het certificaat van oorsprong bij de Argentijnse autoriteiten moest worden ingediend, maar ook de factuur van de producent van de goederen van oorsprong uit een derde land aan de exporteur in het land van verzending, waardoor de vertrouwelijkheid van de oorspronkelijke transactie in het geding kon komen. Door de invoering van Nota External No 3/07 van de Administracion Federal de Ingresos Publicos (Subdireccion general tecnico legal aduanera), heeft Argentinië in feite het voorschrift tot indiening van een kopie van de oorspronkelijke factuur ingetrokken. Deze wordt nu vervangen door een certificaat dat door de bevoegde autoriteiten van het land van verzending, bijvoorbeeld een Kamer van Koophandel, is afgegeven en dat vervolgens door het Argentijnse consulaat in het land van verzending moet worden gelegaliseerd. |
(10) |
Met betrekking tot de etiketteringsvoorschriften die samenhangen met de verplichting om fiscale etiketten in te naaien, hebben de Argentijnse autoriteiten informatie verschaft waaruit blijkt dat de aan dit voorschrift verbonden kosten zeer laag zijn in verhouding tot de waarde van de zending. Hieruit volgt dat de mogelijke nadelige gevolgen van deze resterende handelsbelemmeringen geen aanmerkelijke consequenties hebben, noch kunnen hebben, voor de economie van de Gemeenschap of van een regio van de Gemeenschap, of op de textielproducerende sector daarvan. |
D. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
(11) |
Gezien bovenstaande analyse luidt de conclusie dat de onderzoeksprocedure heeft uitgewezen dat een bevredigende situatie is ontstaan ten aanzien van de handelsbelemmeringen, zoals deze worden genoemd in de klacht van Euratex of dat, wat het innaaien van fiscale etiketten betreft, de onderzochte maatregel op zichzelf geen aanmerkelijke consequenties voor de textielproducerende regio’s van de Europese Gemeenschap heeft. De onderzoeksprocedure dient daarom overeenkomstig artikel 11, lid 1, van de verordening te worden beëindigd. |
(12) |
Het Raadgevend Comité is geraadpleegd over de in dit besluit vervatte maatregelen, |
BESLUIT:
Enig artikel
De onderzoekprocedure betreffende de door Argentinië opgelegde maatregelen bij de invoer van textielproducten en kledingartikelen wordt hierbij beëindigd.
Gedaan te Brussel, 20 februari 2008.
Voor de Commissie
Peter MANDELSON
Lid van de Commissie
(1) PB L 349 van 31.12.1994, blz. 71. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 356/95 (PB L 41 van 23.2.1995, blz. 3).
(2) PB C 340 van 27.11.1999, blz. 70.
(3) PB L 295 van 4.11.1998, blz. 46.
5.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/36 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 28 februari 2008
tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die belast wordt met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1042/2006 en tot wijziging van Besluit 2007/166/EG houdende vaststelling van de lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen voor de visserij
(2008/201/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 28, lid 4,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1042/2006 van de Commissie van 7 juli 2006 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van artikel 28, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 5, artikel 6, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4,
Gelet op de door de lidstaten gemelde aanwijzingen van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 5, artikel 6, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 is de Commissie gemachtigd een instantie aan te wijzen voor de toepassing van het bepaalde in de betrokken artikelen. |
(2) |
Krachtens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (3) bestaat de opdracht van het Bureau er onder meer in de lidstaten bij de verslaglegging over de visserijactiviteiten en de controles en inspecties aan de Commissie bij te staan en bij te dragen tot de werkzaamheden van de lidstaten en de Commissie inzake het onderzoek naar en de ontwikkeling van controle- en inspectietechnieken. |
(3) |
Het Communautair Bureau voor visserijcontrole moet derhalve worden aangewezen als de in artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 4, artikel 4, lid 5, artikel 6, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 bedoelde instantie. |
(4) |
In artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 is bepaald dat de Commissie, nadat de eerste lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen die gerechtigd zijn inspecties te verrichten overeenkomstig artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 is opgesteld, de lijst uiterlijk op 31 december van elk jaar wijzigt op basis van de door de lidstaten gemelde wijzigingen. |
(5) |
De bij Besluit 2007/166/EG van de Commissie (4) vastgestelde lijst van communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen moet derhalve worden gewijzigd. |
(6) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur, |
BESLUIT:
Artikel 1
Het Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) is de instantie die is aangewezen om:
a) |
beslissingen inzake toestemmingen overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1042/2006 te ontvangen; |
b) |
te fungeren als contactpunt overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006; |
c) |
verslagen op te vragen en te ontvangen overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1042/2006; |
d) |
de lijst van de communautaire inspecteurs en inspectiemiddelen, en de wijzigingen daarvan, te publiceren overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006; |
e) |
identificatiedocumenten af te geven overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1042/2006; |
f) |
verslagen op te vragen en te ontvangen overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1042/2006; |
Artikel 2
De bijlage bij Besluit 2007/166/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige beschikking.
Gedaan te Brussel, 28 februari 2008.
Voor de Commissie
Joe BORG
Lid van de Commissie
(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2007 (PB L 192 van 24.7.2007, blz. 1).
(2) PB L 187 van 8.7.2006, blz. 14.
(3) PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1.
(4) PB L 76 van 16.3.2007, blz. 22.
BIJLAGE
Land |
Inspecteurs |
Inspectievaartuigen |
Inspectievliegtuigen |
Andere inspectiemiddelen |
België |
Casier, Maarten De Vleeschouwer, Guy Devogel, Geert Lieben, Richard |
BNS STERN BNS VALCKE BNS ALBATROS DAB ZEEHOND |
OO-MMM |
|
Bulgarije |
Angelov Kamenov, Vladimir Apostolov Kumurdgiev, Kiril Dobrinov Tanev, Stanimir |
NAFA 1 NAFA 2 NAFA 22 |
|
|
Cyprus |
Avgousti, Antonis Karagiannis, Christos Kyriakou, Kyriakos Michail, Michalis Nikolaou, Nikolas Papadopoulos, Andreas Sophokleous, Maria |
AMMOCHOSTOS GORGO ALKYON AMFITRITI |
|
5 voertuigen |
Denemarken |
Akselsen, Ole Andersen, Bent Andersen, Jesper Sandager Andersen, Lars Ole Andersen, Mogens Andersen, Niels Andersen, Peter Bunk Anderson, Jacob Aufeldt, Lasse Otto Backe, René Barrit, Jørgen Beck, Bjarne Baagø Bendtsen, Finn Jørgen Bendtsen, Lars Bernholm, Kristian Birkenborg, Pernille Brølling, Eigil Toft Baadsgård, Jørgen Carl, Morten Christoffersen, Flemming Christensen, Frantz Christensen, Jesper Just Christensen, Peter Christensen, Thomas Damsgaard, Kristen Degn, Jesper Dølling, Robert Ebert, Thomas Elnef, Frank Godt Eriksen, Lars Bonde Fick, Carsten Frederiksen, Torben Broe Grønkjær, Ole Gaarde, Børge Handrup, Jacob Hansen, Bruno Ellekær Hansen, Gunnar Hansen, Jan Duval Hansen, Martin Hansen, Ole Heldager, Peter Hestbek, Flemming Høi, Jesper Højrup, Torben Jaeger, Michael Wassermann Jensen, Anders Christer Jensen, Anker Mark Jensen, Hanne Juul Jensen, Jimmy Langelund Jensen, Jonas Krøyer Jensen, Jørgen Uth Jensen, Lars Henrik Jensen, Lone Jensen, Poul Erik Jensen, René Sandholt Jensen, Tommy Johansen, Allan Juul, Axel Juul, Torben Jørgensen, Kristian Jørgensen, Ole Holmberg Karlsen, Jesper Knudsen, Malene Knudsen, Niels Knudsen, Ole Kokholm, Peder Kristensen, Henrik Kristensen, Jeanne Marie Kristensen, Peter Holmgaard Lange, Rune Kjærgaard Larsen, Michael Larsen, Peter Hjort Larsen, Tim Bonde Lundbæk, Tommy Madsen, Jens Erik Madsen, Johnny Mogensen, Erik Motzfeldt, Dan Høegh Møller, Gert Nielsen, Christian Nielsen, Dan Randum Nielsen, Gunner Nielsen, Hans Henrik Nielsen, Henrik Früsthück Nielsen, Jeppe Nielsen, Kim Tage Nielsen, Niels Kristian Nielsen, Steen Nielsen, Søren Nielsen, Trine Fris Nørgaard, Max Pedersen, Kenneth Pedersen, Kurt Benny Pedersen, Preben Toft Petersen, Jimmy Porsmose, Tommy Poulsen, Bue Poulsen, John Rasmussen, Tim Risager, Preben Rømer, Kim Schou, Kasper Schultz, Flemming Seibæk, Helge Siegumfeldt, Jeanette Simonsen, Morten Skrivergaard, Lennart Skaaning, Per Sørensen, Willy Thomsen, Bjarne Thomsen, Klaus Thorsen, Michael Trab, Jens Ole Vistrup, Annette Klarlund Wille, Claus Wind, Bernt Paul Aasted, Lars Jerne |
VESTKYSTEN NORDSØEN HAVØRNEN HAVTERNEN |
|
|
Estland |
Grigorjev, Mait Grosmann, Meit Kekkonen, Janno Kutsar, Andres Kõue, Gunnar Lasn, Margus Niinemaa, Endel Ulla, Indrek Varblane, Viljar Vipp, Heino |
Kati Kõu Maru Pikker Torm Valvas Vapper |
Enstrom 480B MI-8 L-410 |
Kulkuri 34: AMA 220 Kulkuri 34: AMA 906 Kulkuri 34: AMA 518 |
Finland |
Heikkinen, Pertti Hiltunen, Jouni Komulainen, Unto Koivisto, Kare Koskenala, Timo Koskinen, Aki Lähde, Jukka Linder, Jukka Nikiforow, Mikael Malin, Mikko Sundqvist, Lars Suominen, Ari Suominen, Paavo Ulenius, Niklas Ylönen, Camilla |
Merikarhu Tursas Uisko |
Dornier OH-MVN Dornier OH-MVH |
|
Frankrijk |
Baron, Philippe Bigot, Jean-Paul Bon, Philippe Chang Pi Hin, Emilien Chapel, Vincent Christ, Hervé Crochard, Thierry Fortier, Eric Hudela, Emmanuel Isore, Pascal Jeany, Maxime Le Cousin, Jean-Luc Richard, Jean-François Sanson, Fabien Villenave, Patrick |
VCSM Escaut VCSM Yser VCSM Scarpe VCSM Esteron PCG Géranium PATRA Glaive PSP Flamant PSP Pluvier PSP Cormoran VCSM Aber Vrach VCSM Penfeld VCSM Elorn VCSM Sèvre VCSM Vertonne VCSM Trieux VCSM Charente VCSM Adour PATRA Epée PSP Sterne P400 La Gracieuse VCSM Odet VCSM Tech VCSM Maury VCSM Huveaune VCSM Argens VCSM Vésubie VCSM Hérault VCSM Gravona PSP Arago PSP Grebe Bâtiment ALFAN KAN AN AVEL THEMIS IRIS |
2 Dauphins (openbare dienst) Nord 262 Falcon 50 Marine Alouette III Lynx Panther 3 Reims-Aviation F 406 |
|
Duitsland |
Abs, Volker Ackermann, Michael Appelmans, Jürgen Arndt, Oliver Baumann, Jörg Bembenek, Jörg Bergmann, Udo Bieder, Mathias Bigalski, Hans-Georg Birkholz, Rüdiger Bloch, Ralf Bösherz, Andreas Brunnlieb, Jürgen Carstensen, Lutz Cassens, Enno Christiansen, Dirk Cordes, Reiner Dörbrandt, Stefan Drenkhan, Michael Ehlers, Klaus Engelbrecht, Sascha Erdmann, Christian Franke, Hermann Franz, Martin Garbe, Robert Hänse, Dirk Hansen, Hagen Heidkamp, Max Heisler, Lars Herda, Heinrich Hickmann, Michael Homeister, Alfred Hoyer, Oliver Jens, Bernd Kaczenski, Bernhard Kersten, Mickel Kind, Karl-Heinz Knutzen, Stefan Kollath, Mark Köhn, Thorsten Krüger, Martin Linke, Hans-Herbert Lührs, Carsten Mücher, Martin Nöckel, Steffen Oltmann, Jens Pauls, Werner Perkuhn, Martin Raabe, Karsten Ramm, Jörg Reimers, André Rutz, Dietmar Sauerwein, Dirk Schmidt, Harald Schröder, Lasse Schuler, Claas Skrey, Erich Slabik, Peter Springer, Gunnar Sturm, Jochen Sween, Gorm Thieme, Stefan Thomas, Raik Tiedemann, Harald Vierk, Matthias Welz, Oliver Welz, Henning Welz-Juhl, Hans-Joachim Wichert, Peter Wolken, Hans |
SYLT HELGOLAND EIDER GLÜCKSSBURG FALSHÖFT FEHMARN GREIF BREMERHAVEN EMDEN HAMBURG HIDDENSEE KNIEPSAND MEERKATZE PRIWALL RÜGEN SCHL.HOLSTEIN SEEADLER SEEFALKE GRAUBUTT STEINBUTT GOLDBUTT |
|
|
Griekenland |
Παπαλεονάρδος Δημοσθένης Γασπαράτος Σωκράτης Ξυπνητού Βασιλική Κανδυλιώτης Νικόλαος Κουζίλου Σταυρούλα Αργυρακοπούλου Αικατερίνη Αδαμοπούλου Γεωργία Ηλιάδης Νικόλαος Τοπάλογλου Κωνσταντίνος Ακριβός Δημήτριος Καλογήρου Νικόλαος Αργυρίου Γεωργία Γαλανούλη Ιωάννα Παπακωνσταντίνου Νικόλαος Μπουλακάκης Ευάγγελος Βυργιώτης Νικόλαος Πασσαδής Νικόλαος Χαμαλίδης Βασίλειος Γιαννούσης Βασίλειος Ουζούνογλου Ραλλού Σλανκίδης Βασίλειος Κιλέτση Στυλιανή Βαρθής Νικόλαος Γανωτής Κωνσταντίνος Βελισσαρόπουλος Ευάγγελος Καπετανάκης Δημήτριος Δεσποτάκη Σοφία Τριαντάφυλλος Χρήστος Δόντσιος Ευστράτιος Μπραουδάκης Γεώργιος Αλεξανδρόπουλος Ευστάθιος Βασιλοπούλου Διονυσία Τσάμης Χρήστος Ζακυνθινός Κωνσταντίνος Καπλάνης Γεώργιος Χασανίδης Γεώργιος Γαλούζης Γεώργιος Λαΐνης Δημήτριος Τσάρκος Παναγιώτης Βουρλέτσης Σωτήριος Κουλαξίδης Βασίλειος Πέτρου Ευθύμιος Βελισσαρόπουλος Αλέξανδρος |
ΛΣ 060 ΛΣ 139 ΛΣ 169 ΛΣ 172 |
AC 23 AC 3 |
|
Ierland |
Allan, Damian Allen, Patrick Allison, James Anderson, Kareen Anglim, Bobby Armstrong, Stuart Barber, Kevin Barrett, Brendan Barrett, Elizabeth Barry, Dave Bolger, Derek Boyle, Jimmy Boyle, Ronan Brandon, JJ Brannigan, Steve Brett, Martin Brophy, Paul Brunicardi, Michael Buckley, David Bugler, Andrew Burke, Pat Burke, Stephen Butler, D Butler, John Butler, Patricia Byrne, Kenneth Cahalane, Donnchadh Campbell, Stephen Carey, Ronan Carr, Kieran Casey, Anthony Chandler, Frank Chute, Killian Claffey, Seamus Clancy, Martin Cleary, Aidan Cloake, Niall Coffey, Kevin Cogan, Jerry Coleman, Tommy Collins, Damien Connery, Paul Connolly, Matt Corish, Cormac Corrigan, Kieran Cosgrove, Kenneth Cosgrove, Thomas Cotter, Colm Cotter, Jamie Coughlan, Susan Counihan, Martin Craven, Cormac Cronin, James Cronin, Martin Crowley, Brian Cummins, Paul Cummins, William Curran, Siobhan Daly, JJ Daly, Joe Daly, Mick Dempsey, Brian Dicker, Philip Doherty, Anita Doherty, John Doherty, Pat Donaldson, Stuart Downes, Eamon Downing, Erica Downing, John Downing, Maurice Doyle, Cronan Duane, Paul Ducker, Nigel Duffy, John Falvey, John Fanning, Grace Farrell, Brian Fennel, Siobhan Ferguson, Kevin Finegan, Ultan Fitzgerald, Brian Fitzgerald, Brian Fitzgerald, Richard Fitzpatrick, Gerard Flannery, Kevin Fleming, David Fleming, Owen Flynn, Alan Foley, Brendan Foran, Bryan Fowler, Patrick Fulton, Grant Gallagher, Dominick Gallagher, Neil Gallagher, Orlaith Gallagher, Patrick Geraghty, Tony Gernon, Ross Gleeson, Marie Gormanly, Breda Goss, Frank Goulding, Donal Graepel, Hugo Grant, Willie Greenwood, Mark Grogan, Suzanne Hamilton, Alan Hamilton, Greg Hamilton, Ken Hamilton, Martin Hanley, Richard Hannon, Gary Harding, James Harkin, Paddy Harrington, Michael Harty, Paddy Hayes, Joseph Hederman, John Heffernan, Bernard Hegarty, Paul Henson, Maria Hevers, Brian Hewson, Kevin Hickey, Adrian Hickey, Mick Hobbins, Tom Holland, Ken Hollingsworth, Edward Humphries, Daniel Kavanagh, Douglas Kearney, Brendan Kearney, John Keeley, Dave Keirse, Gavin Kelly, Dominic Kelly, Paul Kenneally, Jonathan Kennedy, Tom Kennelly, Mick Keogh, Mark Kerr, Charlie Kinsella, Gordon Kirwan, Conor Kirwan, Darragh Laide, Cathal Leahy, Alan Linehan, Sean Lowry, Tommy Lynch frahill, Gavin Lynch, Darren Lynch, Gerard Lynch, Grainne Lynch, Robbie MacGabhann, Declan Mackey, John Madden, Brendan Madine, Stephen Maloney, Nessa Manning, Neil Matthews, Brian Mc Carthy, Gavin Mc Carthy, Jerome Mc Carthy, Robert Mc Carthy, Tadgh Mc Connell, Clodagh Mc Cormack, Damien Mc Court, Colm Mc Garry, John Mc Ginn, Aodh Mc Grath, Martin Mc Groarty, John Mc Groarty, Mark Mc Keown, Amelia Mc Loughlin, Ronan Mc Nulty, Pat Mc Philbin, Dwain McGroary, Peter McLoughlin, Gerard McLoughlin, John McNamara, Kenneth McUmphraigh, Caoimhin Mellett, Mark Minehane, John Minehane, Ken Mooney, Caroline Moore, Connor Moore, Stephen Morrison, Joe Motyer, Brian Mulcahy, John Mulcahy, Liam Mulcahy, Steven Mullane, Paul Mullery, Alan Mullowney, Owen Mundy, Brendan Murphy, Brian Murphy, Claire Murphy, Enda Murphy, John Murran, Sean Murray, Paul Nalty, Christopher Navy, John Newstead, Sean Nolan, Brian O Brien, Paul O Connor, Dermot O Donovan, Michael O Driscoll, Olan O Leary, Stephen O Mahony, David O Sullivan, Cormac O’Beirnes, Derek O’Brien, Ken O’Brien, Paul O’Brien, Roberta O’Brien, Tom O’Callaghan, Donal O’Connell, James O’Connell, Paul O’Connor, Frank O’Donnell, Francis O’Donnell, Garvan O’Donnell, Pearse O’Donnell, Seamus O’Donoghue, Niamh O’Donovan, Diarmuid O’Dowd, Brendan O’Driscoll, Mark O’Flynn, Danny O’Halloran, Barry O’Keeffe, Olan O’Leary, Brian O’Leary, David O’Mahony, Denis O’Neachtain, Aonghus O’Neill, Donal O’Neill, Shane O’Regan, Alan O’Regan, Tony O’Shea, Cliona O’Shea, Jack O’Sullivan, Aileen Patterson, Adrienne Pentony, Declan Peyronnet, Arnaud Plante, Tom Plunkett, Thomas Power, Cathal Power, Declan Power, Gillian Prendergast, Kevin Price, Pat Pyne, Alan Quigley, Declan Quinn, Mikey Reddin, Tony Rice, Kieran Ridge, Patrick Robinson, James Rogers, Kevin Russell, Mark Ryan, EP Rynne, Cormac Scalici, Fabio Scanlon, Patrick Scannell, Ken Shalloo, Jim Shields, Brian Smyth, Eoin Stack, Stephen Sweeney, Brian Tarrant, Martin Tigh, Declan Timon, Eric Tortoise, Chas Touhy, Tom Tubridy, Fergal Tully, Hugh Turley, Mark Turnbull, Michael Twomey, Peter Twomey, Tom Tyrell, Wayne VallSenties, Virginia Van Raesfealt, Mark Verling, Ronan Vivash, Nigel Wall, Danny Wallace, Eugene Walsh, Dave Walsh, Larry Walsh, Richard Walsh, Steve Ward, Paul Ward, Terry Weldon, James Whelan, Mark Whelan, Paul Whelehan, Jason White, William Wickham, Larry Wilmot, Emmet Wilson, Tony Woodward, Ciaran |
LE EMER LE AOIFE LE AISLING LE EITHNE LE ORLA LE CIARA LE ROISIN LE NIAMH |
C-252 C-253 |
|
Italië |
Bizzarro, Federico Burlando, Michele S.G. Carta, Sebastiano Folliero, Alessandro Maltese, Franco Maria Morello, Salvatore Petrillo, Agostino Rivalta, Fabio Salce, Paolo |
CP 901 CP 902 CP 903 CP 904 CP 905 CP 906 CP 276 CP 288 CP 2039 CP 2110 CP 2094 CP 2073 CP 273 CP 286 CP 2077 CP 2108 CP 2087 CP 271 CP 284 CP 2104 CP 2046 CP 2099 CP 2074 CP 267 CP 280 CP 2111 CP 2082 CP 2064 CP 265 CP 278 CP 289 CP 2097 CP 2096 CP 2079 CP 268 CP 281 CP 2103 CP 2053 CP 2066 CP 2071 CP 2102 CP 2080 CP 2072 CP 272 CP 285 CP 2098 CP 2081 CP 2086 CP 274 CP 2107 CP 2085 CP 287 CP 2095 CP 277 CP 2084 CP 266 CP 279 CP 2204 CP 2088 CP 2109 CP 2203 CP 269 CP 275 CP 282 CP 290 CP 2201 CP 2205 CP 2093 CP 2092 CP 2202 CP 2105 CP 2106 CP 283 CP 291 CP 2100 CP 270 CP 2101 CP 2091 CP 2075 CP 292 CP 2076 CP 2058 |
MANTA 10-01 MANTA 10-02 ORCA 8-01 ORCA 8-02 ORCA 8-03 ORCA 8-04 ORCA 8-05 ORCA 8-06 ORCA 8-07 ORCA 8-08 ORCA 8-09 ORCA 8-10 ORCA 8-11 ORCA 8-12 KOALA 9-01 KOALA 9-02 KOALA 9-03 KOALA 9-04 KOALA 9-05 KOALA 9-06 KOALA 9-08 |
|
Letland |
Baruskovs, Vladislavs Brants, Janis Holmstroms, Arturs Kalejs, Rudolfs Klagiss, Felikss Latkovska, Jolanta Leja, Janis Millers, Edgars Naumova, Daina Pincuks, Maksims Pusilds, Aigars Savickis, Helmuts Skrube, Juris Sprogis, Eduards Veinbergs, Miks |
|
Piper Seneca PA-34-220T Tiger AG-5B |
|
Litouwen |
Babčionis, Genadijus Barlovskis, Andrius Jonaitis, Arūnas Labanauskas, Aivaras Lendzbergas, Erlandas Vaitkus, Giedrius Vozgirdas, Eduardas Žartun, Vitalij |
RIB „Brig Falcon 400L” Vakaris Tobis |
|
|
Malta |
Aquilina, Audrey Axiaq, Saviour Camilleri, David Caruana, Frans Cauchi Marco Cremona, Russel Cutajar, Alex Debono, Joseph Farrugia, Charles Grech, James.L. Hamilton, John Mifsud, Daniel Nappa, Jason Sant, Jean Pierre Scerri, Angelino Scicluna, Etienne Tabone, Alan |
P51 P52 P01 P61 |
BN-2B: AS16 BN-2B: AS19 |
|
Nederland |
Altorffer, Wim Arst, Christian Bakker, Jan Bastiaan, Robert Beij, Wim Boone, Jan Kees De Boer, Meindert De Kort, Maarten De Mol, Gert Dieke, Richard Duinstra, Jacob Frankhuisen, Gerrit Freke, Hans Groebe, Pat Hematyar Tabatabaie, Fariborz Jeurissen, Maria Karlas, Tonny Kleinen, Tom Koenen, Gerard Kraaijenoord, Jaap Kramer, Willem Krijnen, Hans Kwakman, Jeroen Leenheer, Adrie Meijer, Cor Miedema, Anco Ros, Michel Schekkerman, Cees Schneider, Leendert Schoon, Anneke Tervelde, Lex Van den Berg, Dirk Van der Jeugd, Rob Van der Molen, Ton Van der Veer, Siemen Van Echten, Jeanet Velt, Ernst Vervoort, Hans Weijtmans, Peter Wijbenga, Arjan Wijkhuisen, Eddy Zegel, Gerrit Zevenbergen, Jan Zijlstra, Evelien |
Barend Biesheuvel |
|
Vaartuigen en vliegtuigen opereren onder de vlag van de kustwacht VCC |
Polen |
Bartczak, Tomasz Jamioł, Waldemar Jóźwiak, Marek Kozłowski, Piotr Kucharski, Tadeusz Łukasewicz, Paweł Łuczkiewicz, Tomasz Niewiadomski, Piotr Nowak, Włodzimierz Patyk, Konrad Skibior, Sławomir Szumicki, Tomasz Wereszczyński, Leszek Wiliński, Adam |
Nawigator XXI Kontroler-18 Kontroler-21 Kontroler-25 |
|
|
Portugal |
Albuquerque, José Branco, Francisco Camões, Manuel Canato, Francisco Diogo, João Ferreira, Carlos Figueira, Fernando Fonseca, Álvaro Silva, António Silva, Ma João Teixeira, Alexandre |
NRP AFONSO CERQUEIRA NRP ANTÓNIO ENES NRP BATISTA DE ANDRADE NRP JACINTO CANDIDO NRP JOÃO COUTINHO NRP JOÃO ROBY NRP PEREIRA D’ECA |
C212/100: 16510 C212/100: 16512 C212/100: 16519 C212/300: 17201 C212/300: 17202 EH101: 19607 EH101: 19608 |
|
Slovenië |
Smoje, Robert Smoje, Vinko |
|
|
|
Spanje |
Alcade Gutiérrez, Pedro Águila Paneque, José Luís Amunarriz Emazabel, Sebastián Avedillo Contreras, Buena Ventura Bermúdez Pena, Francisco Boy Carmona, Esther Boy Carmona, Sara Brotons Martínez, Jose J. Camacho Ayo, Alejandro Carro Martínez, Pedro Chamizo Catalán, Carlos Coello de Miguel, Javier Company Balaguer, Míguel Ángel Criado Bará, Bernardo Dávila Rodríguez, Juan Carlos De la Hoz Perles, Míguel Del Hierro Suánces, Javier Díaz Lago, Tomás Durán Abuín, Santiago Feito Fernández, Cesáreo Ferreño Matínez, Jose A. Fole López, Luís Maria Fontán Aldereguía, Maria C. Fontán Aldereguia, Manuel Fontanet Doménech, Felipe García Asensio, Melchor García Cánovas, Francisco García Domínguez, Alfonso Carlos García Gen, Juan Ramón García Simonet, Cristina Garrote Díaz, Enrique Genovés Ferriols, José C. González Fernández, Manuel A. González Merayo, Sergio González Túñez, José Manuel Guijo Rodríguez, Luís Carlos Gutiérrez Tudela, Manuel Heredia Arteaga, Jorge Hernández Betzen, Roberto Hierro Suanzes, Belén del. Hierro Suanzes, Maria del. León Carmona, Ángel Lestón Leal, Juan Manuel Marra-López Porta, Julio Martínez de la Sierra, José Manuel Martínez González, Jesús Martínez Velasco, Carolina Mata Pena, Alberto Mayoral Vázquez, Gonzalo F. Medina García, Esteban Meijueiro Morado, Victor Méndez-Villamil Mata, María Mene Ramos, Ángel Menéndez Fernández, Manuel J. Miranda Almón, Fernando Muiños López, Juan Carlos Nieto Conde, Fernando Ochando Ramos, Ana M. Orgueira Pérez, Ma Vanesa Ortigueira Gil, Adolfo Daniel Pérez González, Virgilio Pérez Quíles, Julián Javier Piñón Lourido, Jesús Prieto Estévez, Laura Puerta Baranda, Raúl Rey Carríl, Camilo José Ríos Cidras, Manuel Rios Cidras, Xose Rodríguez Moreno, Alberto Rodríguez Múñiz, José M. Rodríguez Novoa, Silvia Romero Insúa, Jesús Ruiz Gómez, Sonia Ruiz Valverde, Antonio Saavedra España, Jesús Sáez Puig, Pedro San Claudio Pérez, José Vicente Sánchez Fernández, Manuel Pedro Sánchez Rodríguez, Joaquín Sánchez Sánchez, Esmeralda Santos Maneiro, José Tomás Santos Pinilla, Beatriz Teijeiro Teijeiro, Alberto Tenorio Rodríguez, José Luís Torre González, Miguel A. Torrejón Colón, José María Torres Pérez, José Ángel Tórtola López, José Antonio Tubio Rodríguez, Xosé Vázquez Pérez, Juana Ma Vega García, Francisco M. Vidal Cardalda, José Manuel Villa Martínez, Rafael Andrés Yeregui Velasco, Pablo Zabala Silva, Laura M. |
CHILREU TARIFA ALBORÁN ARNOMENDI RÍO ANDARAX SALEMA RÍO GUADIARO RÍO FRANCOLÍ |
DOÑANA SANCTI PETRI ROCHE ALCOTÁN II ALCOTÁN III ALCOTÁN IV ALCOTÁN V |
|
Zweden |
Åberg, Christian Almers, Johan Antonsson, Jan-Eric Axelsson, Bjarne Bengtsson, David Berg, Jonas Birgander, Harald Blomqvist, Anders Braxenholm, Tommy Bühler, Hanna Carlsson, Christian Carlsson, Kent Cederholm, Jan Dahl, Ulrika Davidsson, Stig Dunmark, Mats Ekersved, Roger Elsrud, Tomas Engerberg, Johan Englund, Raymond Eriksson, Örjan Erlandsson, Per Falk, David Fernström, Björn Forsberg, Jeannette Hansén, Klas Hansson, Stig-Lennart Holm, Mats Holmberg, Kjell Holmgren, Douglas Hultemar, Staffan Hultén, Lars Jakobsson, Magnnus Jansson, Bengt Johansson, André Johansson, Ingmar Johansson, Thomas Johnsson, Kristin Johnsson, Per Jönsson, Jan-Erik Karlsson, Daniel Karlsson, Bengt-Åke Larsson, Christoffer Larsson, Jesper Larsson, Mats Lindahl, Håkan Lindén, Roger Lundberg, Lars Löfström, Anders Magnusson, Marianne Månsson, Leif Månsson, Olle Mårtensson, Per Nihlén, Linus Nilsson, Birgitta Nilsson, Jan-Åke Nilsson, Joakim Norrby, Tom Ohlin, Ingemar Olovsson, Bo Olsson, Kenneth Olsson, Lars Olsson, Peter Olsson, Sven Östlihn, Gunnar Persson, André Persson, Göran Persson, Mats Pettersson, Anders Petersson, Christer Petersson, Jan Philipsson, Gunnar Pyk, Staffan Risberg, Patrik Robertsson, Roland Roosberg, Henrik Rosén, Hans-Christer Rube, Ann Rydberg, Håkan Samuelsson, Niklas Sandberg, Rolf Sandblom, Örjan Schütz, Elias Selander, Roy Sjöberg, Ruben Sjövik, Kristina Ström, Jonna Sundberg, Caroline Swahn, Johan Svensson, Lars Tedvik, Arvid Thuresson, Lars-Göran Thälund, Bo Thörncrantz, Olof Thörngren, Jonas Weimenhög, Per Wickbom, Jan Wimmer, Anders Wisjö, Patrik Wrangborn, Thomas |
KBV 020 KBV 048 KBV 050 KBV 051 KBV 103 KBV 181 KBV 201 KBV 202 KBV 283 KBV 286 KBV 288 KBV 301 KBV 303 KBV 307 |
KBV 501 KBV 502 KBV 503 KBV 583 KBV 587 |
|
Verenigd Koninkrijk |
Ainsley, Andrew Aitken, Alison Allen, Terry Austin, Simon Bamford, Kylie Banks, Andrew Bayntun, David Bell, Graham John Bell, Lewis Billson, Carol Black, Jo Boden, Michael Browne, Marc Bryan, Paul Burnett, Graeme Carroll, Dave Charman, Colin Clarke, Ian Collins, Tony Cook, David Corner, Nigel Coyle, James Craig, Ian Alexander Cullum, Will Donnelly, Martin Peter Douglas, Sean Draper, Peter Ebdy, James Edwards, Peter Elliott, Philip Feasey, Ian Ferguson, Adam Fletcher, Paul Flint, Toby Ford-Keyte, Graham Gardiner, Kevin Garside, Nick Gooding, Colin Gough, Callum Green, David Duncan Grier, Derek Griffin, Stuart Gristwood, Malcolm Hall, Ryan Hancock, Jeremy Harris, William Hart, Steve Hay, John Henderson, Rod Hepples, Stephen Higgins, Frank Holbrook, Joanna Hutchinson, Nick Irish, Rachel Jamieson, Malcolm John, Barrie Johnson, Paul Johnston, Stephen Johnston, Isobel L’amie, Chris Laycock, Jonathon Paul Lett, Jonathon Lovett, Graham MacCallum, Archie Mackenzie, Alex MacKinnon, Christopher John Mair, Angus Mair, Aaron Marshall, Phil May, Roger McCusker, Simon McDonnell, Alistair McEwan, Colin Mcqueen, Jason Mills, John Alexander Moore, Matt Moslempour, Tahmores Muir, James Munday, David Neave, James Nelson, Paul Newlands, Andy Nicholson, Chris Nick, Mynard Ord, Viv Owen, Gary Page, Tim Parker, Juliette Parr, Jonathan Perry, Andy Poulding, Daniel Putt, David Radford, Angus Reeves, Adam Renfree, Stephen Roberts, Julian Robinson, Neil Rushton, Jame Scorer, Andy Serafino, P Skinner, Amy Slater, Michael Smart, Barrie Snowball, David Sooben, Jez Stevens, Chris Stipetic, John Strang, Nicol Styles, Mario Thain, Marc Todd, Ian Varty, Jason Weighell, David Wellum, Neil Weychan, Paul Whitby, Philip Whyte, Ron Williams, Justin Wilson, Tom Wilson, Al Worsnop, Mark Alexander Wright, Nicholas Yates, Simon Young, Ally Young, Iain |
HMS SEVERN HMS TYNE HMS MERSEY FPV JURA FPV MINNA FPV VIGILANT FPV NORNA FPV HIRTA |
WATCHDOG 64 WATCHDOG 65 WATCHDOG 71 WATCHDOG 72 |
|