ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 342

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
27 december 2007


Inhoud

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

Bladzijde

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2007/854/EG

 

*

Besluit van de Raad van 4 december 2007 inzake de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau

1

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011

3

Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011

5

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

27.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 342/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 4 december 2007

inzake de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau

(2007/854/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 300, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Gemeenschap heeft met de Republiek Guinee-Bissau onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vaartuigen uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover Guinee-Bissau de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezit.

(2)

Na afloop van die onderhandelingen is op 23 mei 2007 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij geparafeerd.

(3)

De overeenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee-Bissau wordt ingetrokken bij de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij.

(4)

Om te garanderen dat de vaartuigen van de Gemeenschap kunnen blijven vissen is het van belang dat de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij zo spoedig mogelijk wordt toegepast. Daarom hebben beide partijen een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing, vanaf 16 juni 2007, van het geparafeerde protocol bij de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij geparafeerd.

(5)

Het is in het belang van de Gemeenschap de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling goed te keuren.

(6)

Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector, van het protocol en van de bijlagen daarbij, is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

1.   De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

a)

garnaalvisserij:

Spanje

1 421

BRT

Italië

1 776

BRT

Griekenland

137

BRT

Portugal

1 066

BRT

b)

vangst van vis/koppotigen:

Spanje

3 143

BRT

Italië

786

BRT

Griekenland

471

BRT

c)

vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

Spanje

10

vaartuigen

Frankrijk

9

vaartuigen

Portugal

4

vaartuigen

d)

vaartuigen voor de visserij met de hengel:

Spanje

10

vaartuigen

Frankrijk

4

vaartuigen

2.   Als met de vergunningsaanvragen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningsaanvragen van andere lidstaten in overweging nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van de in artikel 1 bedoelde overeenkomst vissen, melden de in de visserijzone van Guinee-Bissau gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie op de wijze zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee (1).

Artikel 4

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Gedaan te Brussel, 4 december 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

F. TEIXEIRA DOS SANTOS


(1)  PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.


OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011

Excellentie,

Het doet mij genoegen dat de onderhandelaars van de Republiek Guinee-Bissau en van de Europese Gemeenschap overeenstemming hebben bereikt over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Gemeenschap, alsmede over een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, en de bijlagen daarbij.

Het resultaat van deze onderhandelingen, dat een positief gevolg is van de vorige overeenkomst, zal onze relaties op visserijgebied intensiveren en leiden tot een volwaardig partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam en verantwoordelijk visserijbeleid in de wateren van Guinee-Bissau. Ik wil u in dit opzicht dan ook voorstellen gelijktijdig de procedures voor de goedkeuring en de ratificatie van de teksten van de overeenkomst, van het protocol en van de bijlagen en aanhangsels daarbij te starten volgens de procedures die voor de inwerkingtreding ervan vereist zijn in de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Gemeenschap.

Verwijzend naar de overeenkomst en het protocol die op 23 mei 2007 zijn geparafeerd en waarbij voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011 de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie zijn vastgesteld, heb ik de eer u mee te delen dat de regering van de Republiek Guinee-Bissau zich, met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Guinee-Bissau, bereid verklaart deze overeenkomst en dit protocol met ingang van 16 juni 2007 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 19 van de overeenkomst, op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval dient de eerste tranche van de in artikel 2 van het protocol vastgestelde financiële tegenprestatie te worden betaald vóór 30 april 2008.

Mag ik u vragen te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing?

Hoogachtend,

Voor de regering van de Republiek Guinee-Bissau

Excellentie,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden welke als volgt luidt:

„Excellentie,

Het doet mij genoegen dat de onderhandelaars van de Republiek Guinee-Bissau en van de Europese Gemeenschap overeenstemming hebben bereikt over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Gemeenschap, alsmede over een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, en de bijlagen daarbij.

Het resultaat van deze onderhandelingen, dat een positief gevolg is van de vorige overeenkomst, zal onze relaties op visserijgebied intensiveren en leiden tot een volwaardig partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam en verantwoordelijk visserijbeleid in de wateren van Guinee-Bissau. Ik wil u in dit opzicht dan ook voorstellen gelijktijdig de procedures voor de goedkeuring en de ratificatie van de teksten van de overeenkomst, van het protocol en van de bijlagen en aanhangsels daarbij te starten volgens de procedures die voor de inwerkingtreding ervan vereist zijn in de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Gemeenschap.

Verwijzend naar de overeenkomst en het protocol die op 23 mei 2007 zijn geparafeerd en waarbij voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011 de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie zijn vastgesteld, heb ik de eer u mee te delen dat de regering van de Republiek Guinee-Bissau zich, met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Gemeenschap in de wateren van Guinee-Bissau, bereid verklaart deze overeenkomst en dit protocol met ingang van 16 juni 2007 voorlopig toe te passen in afwachting van de inwerkingtreding ervan overeenkomstig artikel 19 van de overeenkomst, op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap bereid is hetzelfde te doen.

In dat geval dient de eerste tranche van de in artikel 2 van het protocol vastgestelde financiële tegenprestatie te worden betaald vóór 30 april 2008.

Mag ik u vragen te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing?”

Hoogachtend, Voor de regering van de Republiek Guinee-Bissau.

Ik heb de eer u te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met een dergelijke voorlopige toepassing.

Hoogachtend, Voor de Europese Gemeenschap


PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna de „Gemeenschap” genoemd,

en

DE REPUBLIEK GUINEE-BISSAU, hierna „Guinee-Bissau” genoemd,

hierna de „partijen” genoemd,

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap en Guinee-Bissau nauw samenwerken, met name in het kader van de Overeenkomst van Cotonou, waarbij een nauwe samenwerking tot stand is gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Guinee-Bissau, anderzijds, en dat beide partijen wensen deze samenwerking te intensiveren,

ERAAN HERINNEREND dat de Gemeenschap en Guinee-Bissau het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties hebben ondertekend en dat Guinee-Bissau, overeenkomstig dat Verdrag, een exclusieve economische zone heeft vastgesteld die zich uitstrekt tot 200 zeemijl uit de kust, waarbinnen het soevereine rechten uitoefent op het gebied van exploratie, instandhouding en beheer,

VASTBESLOTEN om de besluiten en de aanbevelingen uit te voeren van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan, hierna de „ICCAT” genoemd, van de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) of van alle andere regionale of internationale organisaties op dit gebied waarvan beide partijen lid zijn of waarbij zij vertegenwoordigd zijn,

VASTBERADEN om in hun beider belang, met name op basis van de beginselen van de Gedragscode voor een verantwoorde visserij die is goedgekeurd op de FAO-Conferentie in 1995, samen te werken aan de totstandkoming van een verantwoorde visserij, die de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de mariene biologische rijkdommen moet garanderen, en hiertoe met name de controleregeling voor alle visserijactiviteiten te verscherpen om ervoor te zorgen dat de maatregelen voor het beheer en de instandhouding van die rijkdommen doeltreffend zijn en dat het mariene milieu wordt beschermd,

BEVESTIGEND dat de oeverstaten de principes van het internationale recht in acht moeten nemen wanneer zij in de onder hun jurisdictie vallende wateren hun soevereine rechten op de biologische rijkdom van die wateren uitoefenen met het oog op exploratie, exploitatie, instandhouding en beheer van deze rijkdommen,

ERVAN OVERTUIGD dat de verwezenlijking van hun respectieve economische en sociale doelstellingen op visserijgebied zal worden bevorderd door in die sector op wetenschappelijk en technisch gebied nauw samen te werken op een wijze die de instandhouding en de rationele exploitatie van de visbestanden garandeert,

ERVAN OVERTUIGD dat deze samenwerking de vorm moet aannemen van initiatieven en maatregelen die, ongeacht of ze door beide partijen samen of door een partij afzonderlijk worden genomen, elkaar aanvullen en van die aard zijn dat de coherentie van de beleidslijnen en de synergie van de inspanningen worden gegarandeerd,

ZICH KRACHTIG INZETTEND voor een verantwoorde en duurzame visserij,

VASTBESLOTEN daartoe in het kader van het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau bij te dragen tot het bevorderen van de totstandkoming van een partnerschap, in het kader waarvan met name zal kunnen worden bepaald wat de meest geschikte middelen zijn om dit beleid doeltreffend uit te voeren en te garanderen dat de economische actoren en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,

VERLANGENDE bepalingen en voorwaarden vast te stellen met betrekking tot de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzones van Guinee-Bissau, en met betrekking tot de steun die de Gemeenschap verleent voor de invoering van een verantwoorde visserij in die visserijzones,

VASTBERADEN te streven naar een nog nauwere economische samenwerking in de visserijsector en de daarmee samenhangende sectoren door in Guinee-Bissau investeringen te creëren en te ontwikkelen waarbij ondernemingen van beide partijen betrokken zijn,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Draagwijdte van de overeenkomst

Bij deze overeenkomst worden de beginselen, regels en procedures vastgesteld inzake:

de economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking op visserijgebied, die tot doel heeft om, ter waarborging van de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, een verantwoorde visserij in de visserijzones van Guinee-Bissau in te voeren en de Guinee-Bissause visserijsector te ontwikkelen;

de toegang van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap tot de visserijzones van Guinee-Bissau;

het toezicht op de visserij in de visserijzones van Guinee-Bissau, dat tot doel heeft de bovengenoemde voorschriften te handhaven, de doeltreffendheid van de maatregelen op het gebied van instandhouding en beheer van de visbestanden te verzekeren en illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te bestrijden;

de partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de ontwikkeling, in het belang van beide partijen, van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst, het protocol en de bijlagen daarbij wordt verstaan onder:

a)

„visserijzones van Guinee-Bissau”: de wateren waarover Guinee-Bissau de soevereiniteit of de jurisdictie bezit. De in deze overeenkomst bedoelde visserijactiviteiten van vaartuigen van de Gemeenschap mogen alleen worden uitgeoefend in de zones waarin op grond van de wetgeving van Guinee-Bissau mag worden gevist;

b)

„het ministerie”: de afdeling van de regering die voor de visserijsector verantwoordelijk is;

c)

„communautaire autoriteiten”: de Commissie;

d)

„vaartuig van de Gemeenschap”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

e)

„gemengde commissie”: een commissie van vertegenwoordigers van de Gemeenschap en Guinee-Bissau, waarvan de taken zijn beschreven in artikel 10 van deze overeenkomst;

f)

„de bewaking”: het directoraat dat met de bewaking van de visserij belast is;

g)

„de delegatie”: de delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau;

h)

„ACS-zeelieden”: elke zeeman uit een niet-Europees land dat de Overeenkomst van Cotonou heeft ondertekend. In die zin is een zeeman van Guinee-Bissau een ACS-zeeman;

i)

„reder”: elke persoon die juridisch aansprakelijk is voor een vissersvaartuig.

Artikel 3

Beginselen en doelstellingen van deze overeenkomst

1.   De partijen verbinden zich ertoe de verantwoorde visserij en de duurzame exploitatie van de visbestanden in de visserijzones van Guinee-Bissau te bevorderen, zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn.

2.   De partijen verbinden zich ertoe te handelen volgens de beginselen van dialoog en voorafgaand overleg, met name wat betreft de uitvoering, enerzijds, van het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau en, anderzijds, van het beleid en de maatregelen van de Gemeenschap die een impact kunnen hebben op de visserijsector van Guinee-Bissau.

3.   De partijen verbinden zich ertoe deze overeenkomst uit te voeren volgens de beginselen van goed economisch en sociaal bestuur.

4.   De partijen werken ook samen aan evaluaties voor, tijdens en na de maatregelen, programma’s en acties die op grond van deze overeenkomst worden uitgevoerd.

5.   Als zeelieden van Guinee-Bissau en/of de ACS-landen op vaartuigen van de Gemeenschap worden aangemonsterd, geldt de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk, die van rechtswege van toepassing is op de overeenkomstige contracten en algemene arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

Artikel 4

Wetenschappelijke samenwerking

1.   Tijdens de duur van de overeenkomst doen de Gemeenschap en Guinee-Bissau het nodige om de ontwikkeling van de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Guinee-Bissau te volgen; hiertoe zal jaarlijks afwisselend in de Gemeenschap en in Bissau een gezamenlijke wetenschappelijke vergadering worden gehouden.

2.   De twee partijen plegen, op basis van de conclusies van de jaarlijkse wetenschappelijke vergadering en in het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en van de aanbevelingen en de resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT), de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) en alle andere regionale of internationale organisaties op dit gebied waarvan beide partijen lid zijn of waarbij zij vertegenwoordigd zijn, overleg in de in artikel 10 van deze overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, indien nodig, in onderlinge overeenstemming maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen.

3.   De partijen verbinden zich ertoe om, hetzij rechtstreeks, hetzij binnen de bevoegde internationale of regionale organisaties, te overleggen met het oog op het beheer en de instandhouding van de visbestanden en op samenwerking bij de tenuitvoerlegging van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek ter zake.

Artikel 5

Toegang van vaartuigen van de Gemeenschap tot de visgronden in de visserijzones van Guinee-Bissau

1.   De visserijactiviteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de in Guinee-Bissau geldende wetten en voorschriften. De bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau stellen de Gemeenschap in kennis van elke wijziging in die regelgeving. Onverminderd bepalingen die de partijen onder elkaar zouden kunnen overeenkomen, moeten de vaartuigen van de Gemeenschap deze wijzigingen in de regelgeving binnen één maand na de kennisgeving ervan in acht nemen.

2.   Guinee-Bissau verbindt zich ertoe vaartuigen van de Gemeenschap in zijn visserijzones te laten vissen overeenkomstig deze overeenkomst, het aan de overeenkomst gehechte protocol en de bijbehorende bijlagen.

3.   Guinee-Bissau ziet toe op de effectieve toepassing van de bepalingen van het protocol betreffende de visserijcontroles. De vaartuigen van de Gemeenschap werken samen met de autoriteiten van Guinee-Bissau die voor de uitvoering van deze controles bevoegd zijn.

4.   De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat de onder communautaire vlaggen varende vaartuigen deze overeenkomst en de wetgeving inzake de uitoefening van de visserij in de onder de jurisdictie van Guinee-Bissau vallende wateren in acht nemen, conform het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties.

Artikel 6

Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij

1.   De vaartuigen van de Gemeenschap mogen slechts visserijactiviteiten in de visserijzones van Guinee-Bissau uitoefenen indien zij beschikken over een visvergunning die op grond van deze overeenkomst is afgegeven. Zij mogen alleen vissen als de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau daarvoor, op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap, een vergunning hebben afgegeven. De bepalingen inzake de afgifte van vergunningen en de betaling van de visrechten en de bijdragen in de kosten voor wetenschappelijke waarnemers, alsook de andere voorwaarden voor de uitoefening van de visserij in de visserijzones van Guinee-Bissau door vaartuigen van de Gemeenschap, worden vastgesteld in de bijlagen.

2.   Voor niet in het geldende protocol opgenomen visserijtypes en voor de experimentele visserij kan het ministerie visvergunningen afgeven aan vaartuigen van de Gemeenschap. Dergelijke vergunningen mogen echter alleen worden afgegeven indien beide partijen daarover gunstig hebben geadviseerd.

3.   In het protocol bij deze overeenkomst worden de vangstmogelijkheden vastgesteld die Guinee-Bissau in zijn visserijzones verleent aan vaartuigen van de Gemeenschap, alsmede de in artikel 7 van deze overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie van de Gemeenschap.

4.   De overeenkomstsluitende partijen zorgen er via een adequate administratieve samenwerking tussen hun bevoegde autoriteiten voor dat deze voorwaarden en bepalingen correct worden toegepast.

Artikel 7

Financiële tegenprestatie

1.   De Gemeenschap betaalt Guinee-Bissau een financiële tegenprestatie overeenkomstig de in het protocol en de bijbehorende bijlagen vastgestelde voorwaarden en regelingen. Deze ene tegenprestatie wordt bepaald op basis van twee gegevens, namelijk:

a)

een financiële compensatie voor de toegang van vaartuigen van de Gemeenschap tot de visserijzones van Guinee-Bissau, onverminderd de rechten die de vaartuigen van de Gemeenschap verschuldigd zijn voor het verkrijgen van vergunningen,

b)

een financiële steun van de Gemeenschap voor de uitvoering van het nationale visserijbeleid, waarbij wordt gestreefd naar een verantwoorde visserij en een duurzame exploitatie van de visbestanden in de wateren van Guinee-Bissau.

2.   De in lid 1, onder b), bedoelde financiële steun wordt in onderlinge overeenstemming en overeenkomstig het protocol bepaald op basis van de doelstellingen die beide partijen vaststellen en die in het kader van het sectorale visserijbeleid in Guinee-Bissau moeten worden verwezenlijkt.

3.   De financiële tegenprestatie van de Gemeenschap wordt ieder jaar betaald overeenkomstig het protocol en onverminderd de bepalingen van deze overeenkomst en van het protocol inzake eventuele wijzigingen van het bedrag van de tegenprestatie op grond van:

a)

ernstige gebeurtenissen, met uitzondering van natuurverschijnselen, die de visserij in de wateren van Guinee-Bissau onmogelijk maken;

b)

een verlaging van de vangstmogelijkheden voor de vaartuigen van de Gemeenschap, die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld met het oog op de toepassing van maatregelen voor het beheer van de betrokken bestanden die op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden;

c)

een verhoging van de vangstmogelijkheden voor de vaartuigen van de Gemeenschap, die in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgesteld voor zover dit, gezien de toestand van de betrokken bestanden, volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies mogelijk is;

d)

een herziening van de voorwaarden voor de communautaire financiële steun voor de uitvoering van het sectorale visserijbeleid in Guinee-Bissau, voor zover dit gerechtvaardigd is op grond van de door de partijen geconstateerde resultaten van de jaarlijkse en meerjarige programmering;

e)

de opzegging van deze overeenkomst krachtens artikel 14;

f)

de schorsing van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 15 van de overeenkomst of overeenkomstig het protocol.

Artikel 8

Bevordering van de samenwerking tussen de economische actoren

1.   De partijen bevorderen economische, wetenschappelijke en technische samenwerking in de visserijsector en aanverwante sectoren. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die hiertoe kunnen worden genomen, te coördineren.

2.   De partijen bevorderen de uitwisseling van informatie over visserijtechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking van visserijproducten.

3.   De partijen spannen zich in om omstandigheden te creëren die bevorderlijk zijn voor de technische, economische en commerciële betrekkingen tussen de bedrijven van de partijen; hiertoe bieden zij stimulansen die een klimaat scheppen dat aanzet tot zaken doen en investeren.

4.   Met name stimuleren de partijen, met inachtneming van de Guinee-Bissause en de communautaire wetgeving, de bevordering van investeringen die gericht zijn op het wederzijdse belang.

Artikel 9

Administratieve samenwerking

De overeenkomstsluitende partijen, die zich willen vergewissen van de doeltreffendheid van de maatregelen voor het beheer en de instandhouding van de visbestanden:

gaan administratief samenwerken om er elk van hun kant op toe te zien dat hun vaartuigen deze overeenkomst en de regelgeving betreffende de maritieme visserij van Guinee-Bissau naleven;

werken samen om met name via gegevensuitwisseling en nauwe administratieve samenwerking illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst te voorkomen en te bestrijden.

Artikel 10

Gemengde commissie

1.   Er wordt een gemengde commissie opgericht die samengesteld is uit vertegenwoordigers van de twee partijen en toeziet op de toepassing van deze overeenkomst. De gemengde commissie moet:

a)

toezicht houden op de uitvoering, de interpretatie en de goede werking van de overeenkomst, en op het oplossen van geschillen;

b)

toezicht houden op de bijdrage van de partnerschapsovereenkomst aan de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau en deze bijdrage evalueren;

c)

optreden als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op visserijgebied;

d)

fungeren als forum voor de minnelijke schikking van mogelijke geschillen over de interpretatie of de toepassing van de overeenkomst;

e)

indien nodig de vangstmogelijkheden herzien, en naar aanleiding daarvan de financiële tegenprestatie;

f)

praktische bepalingen vaststellen voor de in artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde administratieve samenwerking;

g)

de in artikel 8 van deze overeenkomst bedoelde samenwerking tussen de economische actoren volgen en evalueren en indien nodig met voorstellen komen om die te bevorderen;

h)

elke andere taak vervullen die de partijen haar in onderlinge overeenstemming opleggen, inclusief taken in verband met de strijd tegen de illegale visserij en met administratieve samenwerking.

2.   De gemengde commissie komt minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Guinee-Bissau en in de Gemeenschap, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Indien een van de partijen daarom verzoekt, wordt een buitengewone vergadering belegd.

Artikel 11

Toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag gestelde voorwaarden en, anderzijds, op het grondgebied van Guinee-Bissau en de wateren onder Guinee-Bissause jurisdictie.

Artikel 12

Duur van de overeenkomst

Deze overeenkomst is geldig voor een periode van vier jaar vanaf de datum van inwerkingtreding. Zij wordt verlengd voor een periode van telkens vier jaar, tenzij zij overeenkomstig artikel 14 wordt opgezegd.

Artikel 13

Regeling van geschillen

Bij geschillen over de toepassing van deze overeenkomst raadplegen de overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar in de gemengde commissie.

Artikel 14

Opzegging

1.   Deze overeenkomst kan door elke partij worden opgezegd, met name wegens ernstige gebeurtenissen, bijvoorbeeld wanneer de toestand van de betrokken visbestanden verslechtert, wanneer wordt geconstateerd dat de aan vaartuigen van de Gemeenschap toegestane vangstmogelijkheden slechts in beperkte mate worden benut of wanneer de door de partijen aangegane verbintenissen tot het bestrijden van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visvangst niet worden nagekomen.

2.   De betrokken partij stelt de andere partij ten minste zes maanden voor het einde van de eerste periode of van iedere volgende periode schriftelijk in kennis van haar voornemen om de overeenkomst op te zeggen.

3.   Na de in lid 2 bedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.

4.   De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt, wordt evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 15

Schorsing

1.   De toepassing van deze overeenkomst kan op initiatief van een partij worden geschorst wanneer tussen de partijen een ernstige onenigheid bestaat over de toepassing van de bepalingen van de overeenkomst. De toepassing kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt. Na ontvangst van deze kennisgeving plegen de partijen overleg met het oog op de minnelijke schikking van hun geschil.

2.   De in artikel 7 bedoelde financiële tegenprestatie wordt voor de duur van de schorsing evenredig en pro rata temporis verlaagd, onverminderd artikel 9, lid 4, van het protocol.

Artikel 16

Protocol en bijlagen

Het protocol en de daarbij horende bijlagen met aanhangsels vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 17

Geldend nationaal recht

De activiteiten van de vissersvaartuigen van de Gemeenschap die in de wateren van Guinee-Bissau actief zijn, ressorteren onder het recht van Guinee-Bissau, behoudens andersluidende bepalingen in deze overeenkomst of het protocol met de bijbehorende bijlagen en aanhangsels.

Artikel 18

Intrekking

Op de dag van de inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt de Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Guinee-Bissau en de Europese Economische Gemeenschap inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau, die op 29 augustus 1980 in werking is getreden, bij de onderhavige overeenkomst ingetrokken en vervangen.

Het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de visserijovereenkomst blijft evenwel van toepassing tijdens de in artikel 1, lid 1, van dat protocol bedoelde periode en vormt een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 19

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn afgewikkeld.

PROTOCOL

tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau

Artikel 1

Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

1.   De krachtens artikel 5 en 6 van de overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een periode van vier jaar die ingaat op 16 juni 2007, vastgesteld als volgt:

schaaldieren en demersale soorten

a)

vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 4 400 brt per jaar,

b)

vriestrawlers voor de visvangst en voor de vangst van koppotigen: 4 400 brt per jaar;

sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982)

c)

vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en beugschepen: 23 vaartuigen,

d)

vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 14 vaartuigen.

2.   Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 5 en 6 van dit protocol.

3.   Op grond van artikel 6 van de overeenkomst mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, slechts visserijactiviteiten in de Guinee-Bissause visserijzones uitoefenen indien daarvoor in het kader van dit protocol en overeenkomstig de bijlagen bij dit protocol een vergunning is afgegeven.

Artikel 2

Financiële tegenprestatie en specifieke bijdrage — Betalingswijze

1.   De in artikel 7 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 van dit protocol bepaalde periode, vastgesteld op 7 miljoen EUR per jaar.

2.   Als het gebruik van de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van dit protocol bedoelde vangstmogelijkheden door de vaartuigen van de Gemeenschap evenwel toeneemt, kent de Gemeenschap Guinee-Bissau binnen de grenzen van de in dit protocol vastgestelde vangstmogelijkheden een aanvullend financieel bedrag toe dat evenredig is met die stijging en ten hoogste 1 miljoen EUR per jaar bedraagt. Uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van dit protocol komen de twee partijen in de gemengde commissie overeen de referentieperiode, de basisindex en de specifieke betalingsmechanismen vast te stellen.

3.   Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 11 en 12 van dit protocol.

4.   De Gemeenschap betaalt de in lid 1 vastgestelde financiële tegenprestatie voor het eerste jaar uiterlijk op 30 april 2008 en voor de volgende jaren telkens uiterlijk op 15 juni.

5.   Onverminderd artikel 8 van dit protocol worden besluiten over de toewijzing van deze tegenprestatie genomen in het kader van de financieringswet van Guinee-Bissau; deze besluiten vallen dan ook volledig onder de bevoegdheid van Guinee-Bissau.

6.   Bij het in lid 1 bedoelde bedrag komt een specifieke bijdrage van de Gemeenschap ten belope van 500 000 EUR per jaar, die bestemd is voor de invoering van een sanitair en fytosanitair systeem voor visserijproducten. Indien nodig kunnen de twee partijen evenwel beslissen een deel van deze specifieke bijdrage te gebruiken voor de versterking van het systeem voor toezicht, controle en bewaking in de visserijzones van Guinee-Bissau. Deze bijdrage wordt beheerd overeenkomstig artikel 3 van dit protocol.

7.   Onverminderd artikel 3 van dit protocol wordt de in lid 6 bedoelde specifieke bijdrage voor het eerste jaar uiterlijk op 30 april 2008 en voor de volgende jaren telkens uiterlijk op 15 juni betaald.

8.   De in dit artikel vastgestelde bedragen worden betaald op een bij de Centrale Bank van Guinee-Bissau geopende rekening van de Schatkist, waarvan de gegevens elk jaar door het ministerie worden meegedeeld.

Artikel 3

Specifieke bijdrage ter verbetering van de sanitaire en fytosanitaire omstandigheden voor de visserijproducten en ter ondersteuning van het toezicht, de controle en de bewaking van de visserij

1.

De in artikel 2, lid 6, van dit protocol vermelde specifieke bijdrage van de Gemeenschap dient met name om de visserijsector te helpen zich aan de sanitaire normen aan te passen en om, indien nodig, het beleid inzake toezicht, controle en bewaking van Guinee-Bissau te ondersteunen.

2.

Guinee-Bissau is verantwoordelijk voor het beheer van het desbetreffende bedrag en gaat bij dat beheer uit van de acties en de jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering die de twee partijen in onderling overleg hebben vastgesteld.

3.

Onverminderd deze door beide partijen vastgestelde doelstellingen komen beide partijen, in overeenstemming met de artikelen 8 en 9 van dit protocol, overeen zich te concentreren op het volgende:

a)

alle acties die tot doel hebben de sanitaire en fytosanitaire omstandigheden voor de visserijproducten te verbeteren, met inbegrip van de versterking van de bevoegde autoriteit, de aanpassing van het CIPA aan de ISO 9000-norm, de opleiding van functionarissen en het conform maken van het nodige rechtskader;

en, indien nodig:

b)

alle acties ter ondersteuning van het toezicht, de controle en de bewaking van de visserij, met inbegrip van de bewaking op zee en via de lucht van de wateren van Guinee-Bissau, de invoering van een satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS), de verbetering van het rechtskader en van de toepassing daarvan met betrekking tot inbreuken.

4.

Een gedetailleerd jaarverslag wordt ter goedkeuring aan de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie voorgelegd.

5.

De Gemeenschap behoudt zich evenwel het recht voor om de betaling van de in artikel 2, lid 6, van dit protocol bedoelde specifieke bijdrage vanaf het eerste jaar van de toepassing van het protocol te schorsen bij geschillen over de programmering van de acties of wanneer de verkregen resultaten, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden, niet in overeenstemming zijn met de programmering.

Artikel 4

Wetenschappelijke samenwerking

1.   De partijen verbinden zich ertoe de verantwoorde visserij in de visserijzone van Guinee-Bissau aan te moedigen op basis van de beginselen van duurzaam beheer, met name door op subregionaal niveau en vooral in het kader van de subregionale visserijcommissie (Commission Sous Régionale des Pêches — CSRP) de samenwerking inzake verantwoorde visserij te bevorderen.

2.   Tijdens de geldigheidsduur van dit protocol werken beide partijen samen om dieper in te gaan op bepaalde vraagstukken met betrekking tot de situatie van de visbestanden in de visserijzones van Guinee-Bissau; hiertoe komt het gezamenlijk wetenschappelijk comité overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de overeenkomst ten minste eenmaal per jaar bijeen. Op verzoek van één van de partijen en indien daar in het kader van de overeenkomst behoefte aan is, kunnen ook extra vergaderingen van dit gezamenlijk wetenschappelijk comité worden belegd.

3.   De twee partijen plegen, op basis van de conclusies van de jaarlijkse gezamenlijke wetenschappelijke vergadering en in het licht van de aanbevelingen en de resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen (ICCAT), de Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) en alle andere regionale of internationale organisaties op dit gebied waarvan de twee partijen lid zijn of waarbij zij vertegenwoordigd zijn, overleg in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie om, indien nodig, in onderlinge overeenstemming maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen.

Artikel 5

Herziening van de vangstmogelijkheden

1.   De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden verhoogd voor zover uit de conclusies van de in artikel 4, lid 2, van de overeenkomst bedoelde jaarlijkse gezamenlijke wetenschappelijke vergadering blijkt dat een dergelijke verhoging het duurzame beheer van de visbestanden van Guinee-Bissau niet schaadt. De in artikel 2, lid 1, vastgestelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig en pro rata temporis verhoogd. Het door de Europese Gemeenschap betaalde totaalbedrag van de financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan tweemaal het in artikel 2, lid 1, genoemde bedrag.

2.   Wanneer de partijen daarentegen overeenstemming bereiken over de vaststelling van maatregelen als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de overeenkomst die een verlaging inhouden van de in artikel 1 vastgestelde vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd. Onverminderd artikel 8 van dit protocol kan de financiële tegenprestatie door de Europese Gemeenschap worden geschorst indien geen van de in dit protocol vastgestelde vangstmogelijkheden kan worden benut.

3.   De verdeling van de vangstmogelijkheden over de verschillende categorieën vaartuigen kan eveneens worden herzien, mits de partijen daartoe samen besluiten en eventuele aanbevelingen van de jaarlijkse gezamenlijke wetenschappelijke vergadering inzake het beheer van de bestanden waarop die herverdeling een negatieve invloed zou kunnen hebben, in acht worden genomen. De partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële bijdrage af indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dat rechtvaardigt.

4.   Tot de in de leden 1, 2, en 3 bedoelde herzieningen van de vangstmogelijkheden wordt in onderlinge overeenstemming door beide partijen besloten in het kader van de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie.

Artikel 6

Nieuwe vangstmogelijkheden en experimentele visserij

1.   Indien vissersvaartuigen van de Gemeenschap belangstelling hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 van dit protocol zijn vermeld, raadpleegt de Gemeenschap Guinee-Bissau met het oog op een eventuele vergunning voor die nieuwe activiteiten. In voorkomend geval spreken de partijen voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en indien nodig passen zij dit protocol en de bijbehorende bijlagen aan.

2.   De partijen kunnen experimentele visreizen in de visserijzones van Guinee-Bissau uitvoeren na advies van het in artikel 4 van de overeenkomst bedoelde gezamenlijk wetenschappelijk comité. Daartoe plegen zij overleg op verzoek van een van de partijen en bepalen per geval de nieuwe bestanden, de voorwaarden en andere relevante parameters.

3.   Vergunningen voor experimentele visserij worden toegekend voor een proefperiode van maximaal zes maanden.

4.   Wanneer de partijen concluderen dat de experimentele visreizen positieve resultaten opleveren en dat daarbij de ecosystemen worden gevrijwaard en de mariene biologische rijkdommen in stand worden gehouden, kunnen volgens de in artikel 5 van dit protocol bedoelde overlegprocedure nieuwe vangstmogelijkheden worden toegekend aan vaartuigen van de Gemeenschap, zulks tot het verstrijken van het protocol en naargelang van de toelaatbare visserijinspanning. De financiële tegenprestatie wordt verhoogd overeenkomstig artikel 5 van dit protocol.

5.   De vangsten die in het kader van deze experimentele visserij worden gedaan, zijn eigendom van de reders. Vangsten van vis die niet aan de wettelijk voorgeschreven maten voldoet en van soorten die krachtens de wetgeving van Guinee-Bissau niet mogen worden gevangen, aan boord gehouden en afgezet, zijn verboden.

Artikel 7

Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie in abnormale omstandigheden

1.   Indien abnormale omstandigheden, met uitzondering van natuurverschijnselen, de visserij in de exclusieve economische zone (EEZ) van Guinee-Bissau onmogelijk maken, kan de Europese Gemeenschap de betaling van de in artikel 2 van dit protocol vastgestelde financiële tegenprestatie en specifieke bijdrage schorsen. Het besluit tot schorsing wordt, na overleg tussen beide partijen, genomen binnen twee maanden volgend op het verzoek van een van beide partijen, en op voorwaarde dat de Europese Gemeenschap op het moment van de schorsing alle verschuldigde bedragen heeft betaald.

2.   De betaling van de in artikel 2 van dit protocol vastgestelde financiële tegenprestatie en specifieke bijdrage wordt hervat zodra de partijen, na overleg, in onderlinge overeenstemming constateren dat de omstandigheden die aan de basis van de stopzetting van de visserij lagen, verdwenen zijn en/of dat de situatie van die aard is dat er opnieuw gevist kan worden.

3.   De samen met de betaling van de financiële tegenprestatie geschorste geldigheid van de aan vaartuigen van de Gemeenschap verleende vergunningen wordt verlengd voor een periode gelijk aan de duur van de schorsing van de visserijactiviteiten.

Artikel 8

Bijdrage van de partnerschapsovereenkomst aan de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau

1.   Van de in artikel 2, lid 1, bedoelde financiële tegenprestatie gaat 35 %, d.i. 2 450 000 EUR, naar de ontwikkeling en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid in Guinee-Bissau, met de bedoeling een duurzame en verantwoorde visserij in de wateren van Guinee-Bissau in te voeren.

2.   Guinee-Bissau is verantwoordelijk voor het beheer van het overeenkomstige bedrag en gaat bij dat beheer uit van de doelstellingen en de jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering die de twee partijen in onderling overleg hebben vastgesteld, met name wat betreft goed beheer van de visbestanden, intensivering van wetenschappelijk onderzoek, versterking van de controlecapaciteit van de bevoegde Guinee-Bissause autoriteiten en verbetering van de productieomstandigheden voor visserijproducten.

3.   Onverminderd de doelstellingen die zij hebben vastgesteld, spreken beide partijen, in overeenstemming met de prioriteiten van de strategie voor duurzame ontwikkeling van de visserijsector van Guinee-Bissau, af om, met het oog op een duurzaam en verantwoord beheer van de sector, zich onder meer te concentreren op de volgende gebieden: toezicht op en controle en bewaking van de visserijactiviteiten, wetenschappelijk onderzoek en beheer van de visgronden.

Artikel 9

Bepalingen inzake de verlening van de steun voor het sectorale visserijbeleid van Guinee-Bissau

1.   Onverminderd artikel 8, lid 3, maken de Europese Gemeenschap en het ministerie, zodra dit protocol in werking treedt, in de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie afspraken over:

a)

de jaarlijkse en meerjarige richtsnoeren voor de uitvoering van de op een duurzame en verantwoorde visserij gerichte prioriteiten van het Guinee-Bissause visserijbeleid, en met name van de prioriteiten als bedoeld in artikel 8, lid 2;

b)

de te bereiken jaarlijkse en meerjarige doelstellingen, en de criteria en indicatoren die moeten worden gebruikt om de behaalde resultaten jaarlijks te kunnen evalueren. In bijlage IV zijn de basiselementen vermeld met betrekking tot de doelstellingen en de prestatie-indicatoren die in het kader van het protocol in aanmerking moeten worden genomen.

2.   Elke wijziging van deze richtsnoeren, doelstellingen en evaluatiecriteria en -indicatoren wordt door de twee partijen in de gemengde commissie goedgekeurd.

3.   Voor het eerste jaar wordt de bestemming waaraan Guinee-Bissau de in artikel 8, lid 1, van dit protocol bedoelde financiële steun toewijst, aan de Europese Gemeenschap meegedeeld op het ogenblik waarop de richtsnoeren, doelstellingen en evaluatiecriteria en -indicatoren in de gemengde commissie worden goedgekeurd.

4.   Elk jaar deelt het ministerie de Europese Gemeenschap deze toewijzing mee, voor het eerste jaar uiterlijk vier maanden na de inwerkingtreding van dit protocol, en voor de volgende jaren telkens uiterlijk op 15 juni.

5.   Het jaarverslag over de uitvoering van de geprogrammeerde en gefinancierde acties, de bereikte resultaten en de eventueel ondervonden moeilijkheden wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie.

6.   De Europese Gemeenschap behoudt zich evenwel het recht voor om, als de jaarlijkse beoordeling van de werkelijke resultaten van de uitvoering van het visserijbeleid het op dat ogenblik rechtvaardigt, na overleg in de gemengde Commissie de betaling van het in artikel 8, lid 1, van het protocol vastgestelde bedrag te wijzigen of te schorsen.

Artikel 10

Economische integratie van de communautaire actoren in de visserijsector van Guinee-Bissau

1.   De twee partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de communautaire actoren in de hele visserijsector van Guinee-Bissau te bevorderen.

2.   De twee partijen verbinden zich er met name toe de oprichting van tijdelijke ondernemingsverenigingen met communautaire en Guinee-Bissause actoren te bevorderen met het oog op de gezamenlijke exploitatie van de visbestanden van de exclusieve economische zone van Guinee-Bissau.

3.   Onder een tijdelijke ondernemingsvereniging wordt elk samenwerkingsverband verstaan op basis van een contract van bepaalde duur dat tussen communautaire reders en Guinee-Bissause natuurlijke personen of rechtspersonen wordt gesloten om gezamenlijk de quota van Guinee-Bissau te vangen of te exploiteren met een of meer vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Gemeenschap voeren, en om de winst of het verlies die voortvloeit uit de gezamenlijk ondernomen economische activiteit, te delen.

4.   Guinee-Bissau verleent de nodige machtigingen opdat de tijdelijke ondernemingsverenigingen die zijn opgericht voor de exploitatie van de visbestanden in zee, in zijn visserijzones kunnen vissen.

5.   De vaartuigen van de Gemeenschap die besloten hebben in het kader van het geldende protocol tijdelijke ondernemingsverenigingen op te richten voor de in artikel 1, lid 1, onder a) en b), van dit protocol bedoelde visserijtypes, worden vrijgesteld van de betaling van vergunningsrechten. Bovendien zal Guinee-Bissau vanaf het derde jaar waarin het protocol wordt toegepast, financiële steun verlenen voor de oprichting van dergelijke tijdelijke ondernemingsverenigingen. Het bedrag van deze steun mag in totaal niet meer bedragen dan 20 % van het totaalbedrag van de visrechten die de reders in het kader van dit protocol betalen.

6.   De gemengde commissie stelt in het kader van het geldende protocol de nodige financiële en technische bepalingen vast voor de verlening van deze steun en de bevordering van tijdelijke ondernemingsverenigingen.

Artikel 11

Geschillen — Schorsing van de toepassing van het protocol

1.   De partijen moeten in de gemengde commissie, zo nodig in een bijzondere zitting ervan, overleg plegen over eventuele onderlinge geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van dit protocol en de bijbehorende bijlagen.

2.   De toepassing van het protocol kan op initiatief van een partij worden geschorst wanneer het geschil tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in de gemengde commissie gevoerde overleg niet tot een minnelijke schikking heeft geleid.

3.   De toepassing van dit protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt.

4.   Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Zodra een minnelijke schikking is getroffen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie voor de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol was geschorst, evenredig en pro rata temporis verlaagd.

Artikel 12

Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-nakoming van de verbintenissen van Guinee-Bissau met betrekking tot een verantwoorde en duurzame visserij

Onverminderd artikel 4 van dit protocol kan de toepassing van dit protocol overeenkomstig artikel 11, leden 3 en 4, worden geschorst wanneer Guinee-Bissau zijn verbintenis om te streven naar een verantwoorde en duurzame visserij, met name door de inachtneming van de jaarlijkse visserijbeheerplannen van de regering van Guinee-Bissau, niet nakomt.

Het visserijbeheerplan voor het eerste jaar waarin het protocol van toepassing is, is opgenomen in bijlage III bij dit protocol. De twee partijen volgen elk jaar de ontwikkeling van dit visserijbeheerplan in het kader van de in artikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie.

Artikel 13

Schorsing van de toepassing van het protocol bij niet-betaling

Onverminderd artikel 4 kan, wanneer de Europese Gemeenschap de in artikel 2 bedoelde betalingen niet verricht, de toepassing van dit protocol als volgt worden geschorst:

a)

de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau stellen de Commissie ervan in kennis dat de betaling niet heeft plaatsgevonden. De Commissie verricht de nodige controles en gaat, indien nodig, over tot betaling binnen 30 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving;

b)

als binnen de onder a) vastgestelde termijn het verschuldigde bedrag niet is betaald of niet op adequate wijze is gemotiveerd waarom dat niet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau het recht de toepassing van het protocol te schorsen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

De toepassing van dit protocol wordt hervat zodra het betrokken bedrag is betaald.

Artikel 14

Intrekking

Het huidige protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en Guinee-Bissau inzake de visserij voor de kust van Guinee-Bissau wordt ingetrokken en vervangen door het onderhavige protocol met de bijbehorende bijlagen.

Artikel 15

Inwerkingtreding

1.   Het onderhavige protocol en de bijbehorende bijlagen treden in werking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.

2.   Het onderhavige protocol en de bijbehorende bijlagen zijn van toepassing met ingang van 16 juni 2007.

BIJLAGE I

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE-BISSAU

HOOFDSTUK I

Formaliteiten voor het aanvragen en het afgeven van vergunningen

AFDELING 1

Algemene bepalingen voor alle vaartuigen

1.   Alleen daarvoor in aanmerking komende vaartuigen kunnen een visvergunning krijgen voor de visserijzone van Guinee-Bissau.

2.   Een vaartuig komt slechts voor een vergunning in aanmerking als voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van de visserij in de wateren van Guinee-Bissau geldt. Voorts mogen zij bij Guinee-Bissau geen verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in het kader van visserijovereenkomsten met de Gemeenschap.

3.   Vaartuigen uit de Gemeenschap waarvoor een visvergunning wordt aangevraagd, kunnen worden vertegenwoordigd door een in Guinee-Bissau verblijvende gemachtigd agent. De naam en het adres van deze vertegenwoordiger worden in de vergunningsaanvraag vermeld.

4.   De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen via de delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau uiterlijk 20 dagen vóór de aanvang van de gevraagde geldigheidsduur bij het ministerie een aanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst wil vissen.

5.   Voor het indienen van de aanvragen bij het ministerie wordt gebruikgemaakt van de daartoe door de regering van Guinee-Bissau verstrekte formulieren, waarvan een model is opgenomen in aanhangsel 1. De autoriteiten van Guinee-Bissau nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in het kader van de vergunningsaanvraag ontvangen gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Deze gegevens worden uitsluitend in het kader van de uitvoering van de visserijovereenkomst gebruikt.

6.   Elke vergunningsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:

het bewijs dat de voor de geldigheidstermijn van de vergunning verschuldigde visrechten en het in hoofdstuk VII, punt 13, bedoelde bedrag zijn betaald;

elk ander document of attest dat op grond van de bijzondere bepalingen voor de verschillende soorten vaartuigen in het kader van dit protocol vereist is.

7.   Het bedrag van de visrechten wordt overgemaakt op de door de autoriteiten van Guinee-Bissau opgegeven rekening.

8.   De rechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en kosten voor dienstverlening.

9.   De vergunningen voor alle vaartuigen worden, uiterlijk 20 dagen na de datum van ontvangst van alle in punt 6 bedoelde documenten, door het ministerie aan de reders of hun vertegenwoordigers afgegeven via de delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau.

10.   Als de kantoren van de delegatie van de Commissie gesloten zijn wanneer de vergunning moet worden ondertekend, wordt de vergunning rechtstreeks naar de gemachtigde agent van het vaartuig gezonden, met kopie aan de delegatie.

11.   De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

12.   Wanneer evenwel wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de vergunning van een bepaald vaartuig op verzoek van de Europese Gemeenschap worden vervangen door een nieuwe vergunning op naam van een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten hoeven te worden betaald. Als de brutoregistertonnage (brt) van het vervangende vaartuig groter is dan die van het te vervangen vaartuig, wordt het verschil in rechten pro rata temporis betaald.

13.   De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Commissie terug aan het ministerie.

14.   De nieuwe vergunning gaat in op de datum waarop de reder de geannuleerde vergunning aan het ministerie terugzendt. De delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau wordt van de vergunningsoverdracht in kennis gesteld.

15.   De vergunning moet permanent aan boord worden bewaard, onverminderd hoofdstuk I, afdeling 2, punt 1.

16.   De twee partijen spreken met elkaar af de invoering te bevorderen van een vergunningssysteem dat uitsluitend steunt op elektronische uitwisseling van alle hierboven beschreven informatie en documentatie. De twee partijen komen overeen te streven naar een snelle vervanging van de papieren vergunning door een elektronisch equivalent, bijvoorbeeld de lijst van vaartuigen die in de visserijzone van Guinee-Bissau mogen vissen.

17.   De partijen verbinden zich ertoe om in de gemengde commissie alle verwijzingen naar brt in dit protocol te vervangen door verwijzingen naar bt en alle betrokken bepalingen dienovereenkomstig aan te passen. Deze vervanging zal worden voorafgegaan door een adequaat technisch overleg tussen de partijen.

AFDELING 2

Bijzondere bepalingen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug

1.   De vergunning moet steeds aan boord zijn. De Europese Gemeenschap houdt een ontwerplijst bij van de vaartuigen waarvoor overeenkomstig dit protocol een visvergunning is aangevraagd. Deze ontwerplijst wordt meteen na de opstelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan aan de autoriteiten van Guinee-Bissau meegedeeld. Meteen na de ontvangst van deze ontwerplijst en van de door de Commissie aan de autoriteiten van Guinee-Bissau toegestuurde kennisgeving van de betaling van het voorschot wordt het vaartuig door de bevoegde autoriteit van Guinee-Bissau ingeschreven op een lijst van visgerechtigde vaartuigen, die aan de met de visserijcontrole belaste autoriteiten en aan de delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau wordt meegedeeld. In dat geval stuurt de delegatie van de Commissie de reder een eensluidend afschrift van die lijst, dat aan boord wordt bewaard in plaats van de visvergunning totdat de bevoegde autoriteit van Guinee-Bissau de visvergunning heeft afgegeven.

2.   De vergunningen zijn een jaar geldig. De geldigheidsduur kan worden verlengd.

3.   De visrechten worden voor elk vaartuig berekend aan de hand van de bedragen die voor elk jaar zijn vastgesteld in de technische notities bij het protocol. Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3 %, respectievelijk 2 % om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken.

4.   De vergunningen worden afgegeven nadat de forfaitaire bedragen volgens de betrokken technische notitie aan de bevoegde nationale autoriteiten zijn betaald.

5.   De definitieve afrekening van de rechten die voor een bepaald jaar verschuldigd zijn, wordt uiterlijk op 15 juni van het daaropvolgende jaar door de Commissie, via haar delegatie, opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften, die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO) en het Instituto Português de Investigaçao Maritima (IPIMAR).

6.   Deze definitieve afrekening wordt terzelfder tijd aan het ministerie en aan de reders toegezonden.

7.   Uiterlijk op 31 juli van het jaar waarin de definitieve afrekening van de rechten is opgemaakt, maken de reders eventuele extra bedragen ten gunste van de bevoegde nationale autoriteiten van Guinee-Bissau over op de in afdeling 1, punt 7, bedoelde rekening.

8.   Als het bedrag van de definitieve afrekening evenwel lager is dan het in punt 3 bedoelde voorschot, wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.

AFDELING 3

Bijzondere bepalingen voor trawlers

1.   Elke vergunningsaanvraag voor de in deze afdeling bedoelde vaartuigen gaat vergezeld van de volgende documenten, naast de reeds in afdeling 1, punt 6, van dit hoofdstuk genoemde documenten:

een voor eensluidend gewaarmerkte kopie van het door de lidstaat opgestelde document waarop de tonnage van het vaartuig in brt is vermeld, en

het conformiteitsattest dat het ministerie heeft afgegeven na een overeenkomstig hoofdstuk VIII, punt 3.2, verricht technisch bezoek aan het vaartuig.

2.   Als een nieuwe vergunning wordt aangevraagd voor een vaartuig waaraan reeds in het kader van dit protocol een vergunning is verleend en dat geen technische wijzigingen heeft ondergaan, behoeft de aanvraag, die via de delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau bij het ministerie wordt ingediend, slechts vergezeld te gaan van het bewijs dat de visrechten voor de gevraagde perioden en het in hoofdstuk VII, punt 13, bedoelde bedrag zijn betaald. Bij de toekenning van de nieuwe vergunning verwijst het ministerie op die vergunning naar de eerste vergunningsaanvraag in het kader van het protocol.

3.   De vergunningen zijn slechts geldig in één van de volgende perioden:

eerste periode: van 16 juni 2007 tot en met 31 december 2007

tweede periode:van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008

derde periode: van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009

vierde periode: van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010

vijfde periode: van 1 januari 2011 tot en met 15 juni 2011

4.   De geldigheidstermijn van een vergunning kan niet beginnen in de loop van een jaarlijkse periode en verstrijken in de loop van de daaropvolgende jaarlijkse periode.

5.   Een kwartaal komt overeen met een periode van drie maanden die ingaat op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober, met uitzondering van de eerste en de laatste periode van het protocol die respectievelijk lopen van 16 juni 2007 tot en met 30 september 2007 en van 1 april 2011 tot en met 15 juni 2011.

6.   De vergunningen zijn geldig voor de duur van één jaar, zes maanden of drie maanden. De geldigheidsduur kan worden verlengd.

7.   De vergunning moet steeds aan boord zijn.

8.   De visrechten worden voor elk vaartuig berekend aan de hand van de bedragen die voor elk jaar zijn vastgesteld in de technische notities bij het protocol. Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3 %, respectievelijk 2 % om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken.

HOOFDSTUK II

Visserijzones

De in artikel 1 van het protocol bedoelde vaartuigen van de Gemeenschap mogen de visserij beoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl gemeten vanaf de basislijnen.

HOOFDSTUK III

Regeling inzake vangstaangiften voor vaartuigen die in de wateren van guinee-bissau mogen vissen

1.   Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt onder de duur van een visreis van een vaartuig van de Gemeenschap het volgende verstaan:

hetzij de tijd tussen het binnenvaren en het uitvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau;

hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het overladen van de vangst;

hetzij de tijd tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het aanlanden van de vangst in Guinee-Bissau.

Alle vaartuigen die op grond van de overeenkomst in de wateren van Guinee-Bissau mogen vissen, geven hun vangsten als volgt aan bij het ministerie:

2.1.   De aangiften hebben betrekking op de tijdens elke visreis door het vaartuig gedane vangsten. Bij afloop van elke visreis en in elk geval voordat het vaartuig de wateren van Guinee-Bissau verlaat, worden de aangiften via de delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau aan het ministerie meegedeeld per fax, post of e-mail, met kopie aan de Commissie. Als de aangifte via e-mail wordt meegedeeld, sturen de twee geadresseerden allebei onmiddellijk elektronisch een ontvangstbewijs aan het vaartuig terug, met kopie aan elkaar. Voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij worden de verklaringen aan het einde van elk visseizoen toegestuurd.

2.2.   De op een fysieke drager aangebrachte originele exemplaren van de aangiften die per fax of e-mail zijn doorgestuurd tijdens een jaarlijkse geldigheidsperiode van de vergunning in de zin van hoofdstuk I, afdeling 2, punt 2, voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij en in de zin van hoofdstuk I, afdeling 3, punt 3, voor de trawlers, worden binnen 45 dagen na de laatste in die periode gemaakte visreis aan het ministerie toegestuurd. Kopieën hiervan op fysieke drager worden aan de delegatie van de Commissie in Guinee-Bissau toegestuurd.

2.3.   De vaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 2 (komt overeen met de desbetreffende bladzijde uit het logboek). Voor de perioden waarin het vaartuig zich niet in de wateren van Guinee-Bissau bevond, wordt de vermelding „Buiten de EEZ van Guinee-Bissau” in het logboek aangebracht.

2.4.   De trawlers geven hun vangsten aan met behulp van het formulier volgens het model in aanhangsel 3, en vermelden daarop de totale vangsten per soort en per kalendermaand of gedeelte daarvan.

2.5.   De formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig worden ondertekend.

3.   Wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, behoudt de regering van Guinee-Bissau zich het recht voor om de vergunning van het betrokken vaartuig te schorsen totdat de formaliteit is vervuld, om ten aanzien van de reder van het vaartuig de sanctie toe te passen waarin de regelgeving van Guinee-Bissau voorziet, en om bij recidive de vergunning niet te vernieuwen. De Commissie wordt hiervan in kennis gesteld.

De twee partijen komen overeen een systeem voor elektronische uitwisseling van deze gegevens in te voeren.

HOOFDSTUK IV

Bijvangsten

De omvang van de bijvangsten voor elk visserijtype waarin dit protocol voorziet, wordt vastgesteld volgens de wetgeving van Guinee-Bissau en gepreciseerd in de technische notities voor elk van die types.

HOOFDSTUK V

Aanmonstering van zeelieden

De reders aan wie visserijvergunningen in het kader van de overeenkomst worden verleend, dragen bij tot de praktische beroepsopleiding van onderdanen van Guinee-Bissau en tot de verbetering van de arbeidsmarkt onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

1.   iedere reder van een trawler verbindt zich ertoe het volgende aantal zeevissers in dienst te nemen:

drie zeevissers op vaartuigen met een tonnage van minder dan 250 brt,

vier zeevissers op vaartuigen met een tonnage tussen 250 brt en 400 brt,

vijf zeevissers op vaartuigen met een tonnage tussen 400 brt en 650 brt,

zes zeevissers op vaartuigen met een tonnage van meer dan 650 brt.

2.   De reders spannen zich in om bovenop dit aantal nog meer Guinee-Bissause zeelieden in dienst te nemen.

3.   De reders zijn vrij om via hun vertegenwoordigers de zeelieden te kiezen die zij op hun vaartuigen willen aanmonsteren.

4.   De reder of zijn vertegenwoordiger deelt aan het ministerie de namen mee van de op het betrokken vaartuig aangemonsterde Guinee-Bissause zeelieden, met vermelding van hun inschrijving op de bemanningslijst.

5.   De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op vaartuigen van de Gemeenschap. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

6.   De arbeidsovereenkomsten van de zeelieden uit Guinee-Bissau, waarvan de ondertekenende partijen een kopie ontvangen, worden in overleg met het ministerie gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

7.   Het loon van de Guinee-Bissause zeelieden komt ten laste van de reder. Het wordt vóór de afgifte van de vergunningen vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers enerzijds en de autoriteiten van Guinee-Bissau anderzijds. De bezoldigingsvoorwaarden van de Guinee-Bissause zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor de bemanningen van Guinee-Bissau, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

8.   De op de vaartuigen van de Gemeenschap aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren.

9.   Als evenwel om andere dan de in het vorige punt genoemde redenen geen Guinee-Bissause zeelieden worden aangemonsterd, moeten de reders van de vaartuigen van de Gemeenschap zo spoedig mogelijk voor het betrokken visseizoen een forfaitair bedrag betalen dat even groot is als de lonen van de niet-aangemonsterde zeelieden.

10.   Dit bedrag wordt gestort op een aparte rekening die de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau vooraf opgeven, en zal dienen voor de financiering van de overheidsstructuren voor beroepsopleiding op visserijgebied.

HOOFDSTUK VI

Technische maatregelen

1.   De vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, nemen de maatregelen en aanbevelingen die de ICCAT heeft vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen.

2.   De specifieke maatregelen voor de trawlers zijn opgenomen in de desbetreffende technische notities.

3.   Als Guinee-Bissau met het oog op biologische rust een gebied voor de volledige visvangst of voor een visserijtype afsluit, doet het dat voor alle betrokken vaartuigen, zonder onderscheid te maken tussen nationale vaartuigen, vaartuigen van de Gemeenschap of vaartuigen die de vlag van een derde land voeren.

4.   Als dit na een effectanalyse nodig blijkt, spreken de twee partijen in de gemengde commissie af welke corrigerende maatregelen inzake de biologische rustperiode moeten worden toegepast.

5.   Als Guinee-Bissau naast de in punt 3 genoemde maatregelen noodmaatregelen moet nemen die leiden tot de sluiting van een gebied voor de visvangst of tot het langer dan gepland aanhouden van de sluiting in het kader van die maatregelen, wordt een vergadering van de gemengde commissie belegd om het effect van de toepassing van die maatregelen op de vaartuigen van de Gemeenschap te beoordelen.

6.   Als door de toepassing van de punten 4 en 5 de periode waarin een gebied voor de visvangst wordt gesloten, langer wordt, plegen de twee partijen in de gemengde commissie overleg om het bedrag van de financiële tegenprestatie aan te passen aan de beperking van de vangstmogelijkheden die voor de Gemeenschap uit die maatregelen voortvloeit.

HOOFDSTUK VII

Waarnemers aan boord van trawlers

De vaartuigen die in het kader van de overeenkomst een vergunning hebben om in de wateren van Guinee-Bissau te vissen, nemen overeenkomstig de onderstaande bepalingen waarnemers aan boord die zijn aangewezen door Guinee-Bissau.

1.1.   Elke trawler neemt een door het ministerie van Visserij aangewezen waarnemer aan boord. In dat geval stellen het ministerie van Visserij en de reders of hun vertegenwoordigers in onderling overleg vast in welke haven de betrokken waarnemer aan boord zal gaan.

1.2.   Het ministerie stelt de lijst vast van de vaartuigen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, alsmede de lijst van de waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan. Deze lijsten worden bijgewerkt. Zij worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens om de drie maanden na eventuele wijziging ervan, aan de Commissie meegedeeld.

1.3.   Bij de afgifte van de vergunning deelt het ministerie de betrokken reder of diens vertegenwoordiger de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het betrokken vaartuig.

2.   Het ministerie bepaalt hoelang de waarnemer aan boord blijft, maar in de regel is de duur van zijn aanwezigheid beperkt tot de tijd die nodig is om zijn taken te verrichten. Het ministerie stelt de reder of zijn vertegenwoordiger van deze duur in kennis wanneer het de naam van de waarnemer meedeelt die is aangewezen om aan boord van het betrokken vaartuig te gaan.

3.   De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de autoriteiten van Guinee-Bissau in onderlinge overeenstemming vastgesteld.

4.   De waarnemer gaat aan het begin van de eerste visreis aan boord in de haven van Guinee-Bissau en, als de vergunning wordt vernieuwd, in de door de reder gekozen haven.

5.   De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de datums en de havens te melden die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn vastgesteld, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen vóór de waarnemers aan boord gaan, plaatsvindt.

6.   Als de waarnemer in een ander land aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een waarnemer van Guinee-Bissau aan boord heeft, de visserijzone van Guinee-Bissau verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk kan terugkeren; de kosten hiervan zijn voor rekening van de reder.

7.   Als de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen.

De waarnemer wordt aan boord als officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van Guinee-Bissau bevindt, verricht hij de volgende taken:

8.1.   hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen;

8.2.   hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

8.3.   hij verricht bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma’s;

8.4.   hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

8.5.   hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de visserijwateren van Guinee-Bissau zijn gedaan;

8.6.   hij verifieert de percentages bijvangsten en raamt de hoeveelheid teruggooi;

8.7.   hij deelt ten minste eenmaal per week per radio de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst.

9.   De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen.

10.   De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van met name het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak.

Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt:

11.1.   hij zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,

11.2.   hij gaat zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en bewaart geheimhouding over alle documenten van het betrokken vaartuig,

11.3.   hij stelt een activiteitenverslag op, dat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau. Deze autoriteiten verwerken het verslag en doen binnen een week een afschrift ervan toekomen aan de delegatie van de Commissie in Bissau.

12.   Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt de waarnemer, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op, dat aan de bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau wordt toegestuurd, met kopie aan de Commissie. De waarnemer ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er de door hem nuttig geachte opmerkingen in een bijlage aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein.

13.   De reder zorgt, op zijn kosten, voor kost en logies van de waarnemers, die op dit punt als officier worden behandeld, rekening houdend met de mogelijkheden die de indeling van het vaartuig biedt.

Als bijdrage in de kosten voor de aanwezigheid aan boord van deze waarnemer maakt de reder aan de autoriteiten van Guinee-Bissau samen met de betaling van de visrechten een bedrag over van 12 EUR per brt per jaar, pro rata temporis, voor elk vaartuig dat in de wateren van Guinee-Bissau vist.

14.   Het loon en de sociale lasten voor de waarnemer zijn voor rekening van het ministerie.

HOOFDSTUK VIII

Waarnemers aan boord van vaartuigen voor de tonijnvisserij

De twee partijen gaan zo snel mogelijk met de belanghebbende landen aan tafel zitten om een systeem van regionale waarnemers in te voeren en de bevoegde regionale visserijorganisatie te kiezen.

HOOFDSTUK IX

Controle

1.   Overeenkomstig hoofdstuk I, afdeling 2, punt 1, houdt de Europese Gemeenschap een lijst bij van vaartuigen waarvoor een visvergunning is afgegeven overeenkomstig het protocol. Deze lijst wordt meteen na de opstelling ervan en vervolgens na elke bijwerking ervan meegedeeld aan de voor de visserijcontrole bevoegde autoriteiten van Guinee-Bissau.

2.   Meteen na de ontvangst van de kennisgeving waaruit blijkt dat de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 3, van deze bijlage bedoelde voorschotten zijn betaald, worden de vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, op de in het vorige punt genoemde lijst ingeschreven. In dat geval wordt een eensluidend afschrift van de lijst van vaartuigen voor de tonijnvisserij aan de reder toegestuurd; dit afschrift wordt aan boord bewaard in plaats van de visvergunning totdat de bevoegde autoriteit van Guinee-Bissau de visvergunning heeft afgegeven.

3.   Technische bezoeken voor trawlers

3.1.   Iedere trawler van de Gemeenschap meldt zich eens per jaar en na elke wijziging van de tonnage of elke verandering van visserijtype die tot het gebruik van andere soorten vistuig leidt, in de haven van Guinee-Bissau aan om de in de regelgeving voorgeschreven inspecties te ondergaan. Deze inspecties vinden verplicht plaats binnen 48 uur na aankomst van het schip in de haven.

3.2.   Wanneer het vaartuig in orde is bevonden, wordt aan de kapitein van het vaartuig een verklaring afgegeven met een geldigheidsduur die gelijk is aan de duur van de vergunning en die de facto wordt verlengd voor vaartuigen die hun vergunning in de loop van het jaar vernieuwen. De totale geldigheidsduur van de verklaring mag echter niet meer bedragen dan één jaar. De verklaring moet te allen tijde aan boord van het vaartuig worden bewaard.

3.3.   Bij de technische inspectie wordt nagegaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan boord in overeenstemming zijn met de bepalingen van de overeenkomst en of is voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de bemanning.

3.4.   De kosten van de controle worden aan de reder in rekening gebracht volgens de in de Guinee-Bissause regelgeving vastgestelde tariefregeling. Zij mogen niet hoger zijn dan de gewoonlijk door andere vaartuigen voor dezelfde diensten betaalde bedragen.

3.5.   Als de in de punten 3.1 en 3.2 vastgestelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunning automatisch geschorst totdat zulks wel het geval is.

4.   Binnenvaren en verlaten van de zone

Alle vaartuigen van de Europese Gemeenschap die in het kader van de overeenkomst in de visserijzone van Guinee-Bissau vissen, delen, telkens als zij de visserijzone van Guinee-Bissau binnenvaren of verlaten, datum en uur en hun positie mee aan het radiostation van het ministerie van Visserij.

Het ministerie van Visserij deelt de roepletters, de radiofrequentie en de oproeptijden aan de reders mee bij de afgifte van de visserijvergunning.

Als het niet mogelijk is de radio te gebruiken, mogen de vaartuigen de bedoelde gegevens via andere communicatiemiddelen meedelen zoals via telex, fax (nr. 20 11 57, nr. 20 19 57 of nr. 20 69 50) of via een telegram.

4.1.   De vaartuigen van de Gemeenschap die van plan zijn om de visserijzone van Guinee-Bissau binnen te varen of te verlaten, delen dit ten minste 24 uur van te voren mee aan het ministerie. Voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij bedraagt deze termijn slechts zes uur.

4.2.   Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de wateren te verlaten meedeelt, geeft het ook zijn positie en de aan boord gehouden gevangen hoeveelheden en soorten door. Deze berichten worden bij voorkeur per fax doorgestuurd; vaartuigen die daarmee niet zijn uitgerust, mogen hun gegevens via de radio of per e-mail meedelen.

4.3.   Vaartuigen die hun aanwezigheid niet aan het ministerie hebben gemeld en op de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, worden beschouwd als vaartuigen zonder vergunning.

4.4.   De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens bij het afgeven van de visvergunning meegedeeld.

5.   Controleprocedures

5.1.   De kapiteins van de vaartuigen van de Gemeenschap die in de visserijwateren van Guinee-Bissau vissen, moeten elke Guinee-Bissause ambtenaar die met de inspectie en controle van de visserijactiviteiten is belast, het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken.

5.2.   Deze ambtenaren blijven niet langer aan boord dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is.

5.3.   Na elke inspectie en controle wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

6.   Aanhouding

6.1.   Wanneer een vaartuig van de Gemeenschap in de visserijwateren van Guinee-Bissau wordt aangehouden of een sanctie op een dergelijk vaartuig wordt toegepast, stelt het ministerie de Commissie via haar delegatie in Guinee-Bissau daarvan binnen 48 uur in kennis.

6.2.   Terzelfder tijd ontvangt de Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding.

7.   Proces-verbaal van de aanhouding

7.1.   De kapitein van het vaartuig ondertekent het proces-verbaal waarin de bevoegde autoriteit van de kuststaat de geconstateerde feiten heeft opgetekend.

7.2.   Deze ondertekening heeft geen consequenties ten aanzien van de rechten en de middelen die de kapitein te zijner verdediging kan doen gelden met betrekking tot de overtreding die hem ten laste wordt gelegd.

7.3.   De kapitein kan overeenkomstig de geldende wetgeving worden verzocht zijn vaartuig naar een door de bevoegde autoriteiten opgegeven haven te brengen.

8.   Informatievergadering bij aanhouding

8.1.   Voordat ten aanzien van de kapitein, de bemanning van het vaartuig, de lading of de uitrusting van het vaartuig maatregelen worden overwogen — tenzij het maatregelen betreft om bewijsmateriaal over de vermoedelijke overtreding veilig te stellen — wordt op verzoek van de Gemeenschap één werkdag na ontvangst van de hierboven bedoelde gegevens een informatievergadering gehouden tussen de Commissie en het ministerie, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat.

8.2.   Tijdens deze vergadering verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de resultaten van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding van het vaartuig kunnen worden getroffen.

9.   Afwikkeling van de aanhouding

9.1.   Voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een schikkingsprocedure af te handelen. Deze procedure moet uiterlijk vier werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld.

9.2.   Bij een schikkingsprocedure wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau.

9.3.   Als de zaak niet volgens een schikkingsprocedure kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door het ministerie opgegeven bank een bankgarantie die wordt vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die verantwoordelijk zijn voor de overtreding.

9.4.   De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is afgerond. Zij wordt vrijgegeven zodra de procedure zonder veroordeling wordt beëindigd. Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, geeft het ministerie het saldo vrij.

9.5.   Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning wordt gemachtigd de haven te verlaten:

zodra aan de bij de schikkingsprocedure vastgestelde verplichtingen is voldaan, of

zodra, in afwachting van de afronding van de gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in punt 9.3 is gesteld en deze door het ministerie is aanvaard.

10.   Naleving van de voorschriften

Alle gegevens over door vaartuigen van de Gemeenschap begane overtredingen worden regelmatig, via de delegatie, aan de Commissie meegedeeld.

11.   Overlading

11.1.   Vaartuigen van de Gemeenschap die hun vangsten in de wateren van Guinee-Bissau willen overladen, doen dat op de rede van een Guinee-Bissause haven.

11.2.   De reders van die vaartuigen stellen het ministerie ten minste 24 uur van tevoren in kennis van:

de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen;

de naam van het vrachtschip waarop wordt overgeladen;

de over te laden hoeveelheid (in tonnen) van elke soort;

de dag waarop wordt overgeladen.

11.3.   Overladen wordt beschouwd als het verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau. De vaartuigen moeten derhalve de vangstaangiften bij de bevoegde autoriteiten indienen en meedelen of zij voornemens zijn door te gaan met vissen dan wel de visserijzone van Guinee-Bissau te verlaten.

11.4.   In de visserijzone van Guinee-Bissau mag op geen enkele andere wijze dan hierboven beschreven worden overgeladen. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende Guinee-Bissause regelgeving voorziet.

12.   De kapiteins van de vaartuigen van de Gemeenschap die hun vangst in een haven van Guinee-Bissau aanlanden of overladen, moeten de controle op deze verrichtingen door inspecteurs van Guinee-Bissau toestaan en vergemakkelijken. Na elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven.

HOOFDSTUK X

Satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen

De twee partijen spreken in de gemengde commissie af dat zij, zodra de technische omstandigheden dit mogelijk maken, bepalingen vaststellen inzake een satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van deze overeenkomst vissen.

Aanhangsels

1.

Formulier voor de aanvraag van een visvergunning

2.

Statistische gegevens over de vangsten en de visserijinspanning

3.

Logboek van vaartuigen voor de tonijnvisserij

AANHANGSEL 1

Image

Image

Image

AANHANGSEL 2

Image

Image

AANHANGSEL 3

Image

BIJLAGE II

NOTITIE 1 — VISSERIJTYPE 1:

VRIESTRAWLERS VOOR DE VISVANGST EN DE VANGST VAN KOPPOTIGEN

1.   Visserijzone

Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

2.   Toegestaan vistuig

Er mag gebruik worden gemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.

Boomkorren zijn toegestaan.

Het is verboden om bij welk vistuig dan ook voorzieningen aan te brengen die de mazen van de netten versperren of de selectieve werking ervan verminderen. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, uitsluitend aan de onderkant van de kuil van bodemtrawls, beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend worden bevestigd aan de voorkant en de zijkanten van de kuil van bodemtrawls. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat die bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de uitgerokken mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.

Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.

3.   Toegestane minimummaaswijdte

70 mm

4.   Biologische rustperiode

Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau.

Als de regelgeving van Guinee-Bissau niet in de nodige bepalingen voorziet, stellen de twee partijen in de gemengde commissie de meest geschikte biologische rustperiode vast op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke en door de gezamenlijke wetenschappelijke vergadering goedgekeurde adviezen.

5.   Bijvangsten

Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau:

Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst aan het einde van een visreis als gedefinieerd in hoofdstuk III van de bijlage bij dit protocol, voor niet meer dan 9 % uit schaaldieren en niet meer dan 9 % uit koppotigen bestaan.

Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst aan het einde van een visreis als gedefinieerd in hoofdstuk III van de bijlage bij dit protocol, voor niet meer dan 9 % uit schaaldieren bestaan.

Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de Guinee-Bissause regelgeving bestraft.

De twee partijen plegen in de gemengde commissie overleg met het oog op de eventuele aanpassing van de toegestane percentages.

6.   Toegestane tonnage/visrechten

Toegestane tonnage (brt) per jaar

4 400

Visrechten in EUR/brt/jaar

229 EUR/brt/jaar

Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3 %, respectievelijk 2 % om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken.

7.   Opmerkingen

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol.

NOTITIE 2 — VISSERIJTYPE 2:

TRAWLERS VOOR DE GARNAALVISSERIJ

1.   Visserijzone

Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

2.   Toegestaan vistuig

Er mag gebruik worden gemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig.

Boomkorren zijn toegestaan.

Het is verboden om bij welk vistuig dan ook voorzieningen aan te brengen die de mazen van de netten versperren of de selectieve werking ervan verminderen. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, uitsluitend aan de onderkant van de kuil van bodemtrawls, beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend worden bevestigd aan de voorkant en de zijkanten van de kuil van bodemtrawls. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de uitgerokken mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn.

Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd.

3.   Toegestane minimummaaswijdte

40 mm

Guinee-Bissau verbindt zich ertoe zijn wetgeving uiterlijk 12 maanden na de inwerkingtreding van dit protocol zodanig te wijzigen dat er een maaswijdte van 50 mm zal gelden, in overeenstemming met de in de subregio geldende wetgevingen; deze wijziging zal gelden voor de hele vloot die op schaaldieren vist en werkzaam is in de visserijzone van Guinee-Bissau.

4.   Biologische rustperiode

Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau.

Als de regelgeving van Guinee-Bissau niet in de nodige bepalingen voorziet, stellen de twee partijen in de gemengde commissie de meest geschikte biologische rustperiode vast op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke en door de gezamenlijke wetenschappelijke vergadering goedgekeurde adviezen.

5.   Bijvangsten

Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau:

Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de garnaalvangst mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst aan het einde van een visreis als gedefinieerd in hoofdstuk III van de bijlage bij dit protocol, voor niet meer dan 50 % uit koppotigen en vis bestaan.

Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de Guinee-Bissause regelgeving bestraft.

6.   Toegestane tonnage/visrechten

Toegestane tonnage (brt) per jaar

4 400

Visrechten in EUR/brt/jaar

229 EUR/brt/jaar

Voor driemaandelijkse en zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten pro rata temporis berekend en vermeerderd met 3 %, respectievelijk 2 % om de vaste kosten van het opstellen van de vergunningen te dekken.

7.   Opmerkingen

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol.

NOTITIE 3 — VISSERIJTYPE 3:

VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL

1.   Visserijzone

Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel mogen het levend aas vangen dat ze nodig hebben voor het uitoefenen van hun activiteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau.

2.   Toegestaan vistuig en technische maatregelen

Hengels

Ringzegen met levend aas: 16 mm

De vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, nemen de maatregelen en aanbevelingen die de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) heeft vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen.

3.   Bijvangsten

Gelet op de aanbevelingen van de ICCAT en de FAO is het verboden te vissen op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus).

4.   Toegestane tonnage/visrechten

Rechten per gevangen ton

25 EUR/ton

Jaarlijks forfaitair visrecht

500 EUR voor 20 t

Aantal vaartuigen dat mag vissen

14

5.   Opmerkingen

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol.

NOTITIE 4 — VISSERIJTYPE 4:

VRIESSCHEPEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN BEUGSCHEPEN

1.   Visserijzone

Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°.

2.   Toegestaan vistuig en technische maatregelen

Zegen + drijvende beug

De vaartuigen die op sterk migrerende soorten vissen, nemen de maatregelen en aanbevelingen die de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT) heeft vastgesteld met betrekking tot het vistuig en de technische specificaties daarvan in acht, alsmede alle andere, voor hun visserijactiviteiten geldende technische maatregelen.

3.   Toegestane minimummaaswijdte

Door de ICCAT aanbevolen normen

4.   Bijvangsten

Gelet op de aanbevelingen van de ICCAT en de FAO is het verboden te vissen op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus).

5.   Toegestane tonnage/visrechten

Rechten per gevangen ton

35 EUR/ton

Jaarlijks forfaitair visrecht

3 150 EUR voor 90 t

Aantal vaartuigen dat mag vissen

23

6.   Opmerkingen

De voorwaarden voor de uitoefening van de visserijactiviteiten door de vaartuigen zijn vastgesteld in de bijlage bij het protocol.

BIJLAGE III

Beheerplan 2007 — Schaaldieren en demersale soorten

Soorten

brt 2006

brt 2007

Verschil in brt

Verschil in brt, uitgedrukt in %

Schaaldieren

11 000

8 000

–3 000

–27 %

Koppotigen

8 000

5 600

–2 400

–30 %

Demersale vissen

12 000

18 000

6 000

50 %

Pelagische vissen

20 000

23 000

3 000

15 %

Tonijn

49 000

49 000

0

0 %

TOTAAL

100 000

103 600

3 600

0

Onder voorbehoud van een gunstig wetenschappelijk advies vermindert Guinee-Bissau tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst zijn visserijinspanning voor de visserij op garnalen en koppotigen en sluit het in 2007 geen nieuwe overeenkomsten met derde landen of de Europese Gemeenschap.

Als geen gebruik wordt gemaakt van de vangstmogelijkheden die per 1 januari 2007 aan derde landen zijn toegekend, hoeven deze vangstmogelijkheden niet meer te worden aangeboden voor 2008 en de daaropvolgende jaren.

Voor deze visserijtypes worden geen vangstmogelijkheden voor bevrachting toegekend.

Alle overeenkomsten met Europese vennootschappen, verenigingen of ondernemingen worden stopgezet en formeel opgezegd binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van dit protocol.

BIJLAGE IV

Basisgegevens met betrekking tot de doelstellingen en de prestatie-indicatoren die in acht moeten worden genomen in het kader van de artikelen 3, 8 en 9 van het protocol

Strategische zwaartepunten en doelstellingen

Indicatoren

1.

Verbetering van de sanitaire omstandigheden met het oog op de ontwikkeling van de visserijsector

 

1.1.

Werkzaamheden voor het verkrijgen van een erkenning voor uitvoer

Het parlement heeft een regelgeving inzake minimale hygiënevereisten voor industriële vaartuigen, kano’s en visserijbedrijven opgesteld en goedgekeurd en deze regelgeving wordt uitgevoerd.

Er is een bevoegde autoriteit aangewezen.

Het CIPA is aan de ISO 9000-norm aangepast.

Er is een laboratorium dat microbiologische en chemische analyses kan uitvoeren.

Er werd een bewakings- en analyseplan voor garnalen (PNVAR 2008) vastgesteld, dat in de wetgeving is opgenomen.

Aantal opgeleide gezondheidsinspecteurs

Aantal gezondheidsfunctionarissen en functionarissen van het ministerie van Visserij dat is opgeleid op het gebied van hygiënenormen

De erkenning voor uitvoer naar de Europese Unie is verkregen.

1.2.

Modernisering en verbetering van de sanitaire voorzieningen van de industriële vloot en de artisanale vloot

Aantal aan de normen aangepaste industriële vaartuigen

Aantal houten kano’s dat is vervangen door kano’s in meer geschikt materiaal (in absolute cijfers en in percentage)

Aantal kano’s dat is uitgerust met koelinstallaties

Uitbreiding van het aantal aanlandingsplaatsen

Vaartuigen voor de artisanale visserij en de kustvisserij die aan de hygiënenormen zijn aangepast (in absolute cijfers en in percentage)

1.3.

Ontwikkeling van de infrastructuur, met name van de haveninfrastructuur

De haven van Bissau is gerenoveerd en de vissershaven is uitgebreid.

De vismarkt van de haven van Bissau, waar de vangsten van de artisanale en de industriële visserij worden aangevoerd, is gerenoveerd en aan de normen aangepast.

De haven van Bissau is aan de internationale normen aangepast (ratificatie van het SOLAS-verdrag).

De scheepswrakken zijn uit de haven verwijderd.

1.4.

Bevordering van de afzet van visserijproducten (sanitaire en fytosanitaire omstandigheden waarin de producten worden aangevoerd en verwerkt)

Het systeem voor de inspectie van de visserijproducten is aangepast en het is operationeel.

Bij de actoren is aan bewustmaking gedaan met betrekking tot de hygiënevoorschriften (aantal opleidingen dat is georganiseerd en aantal opgeleide personen)

Het analyselaboratorium is operationeel.

Aantal plaatsen dat is aangepast voor het aanlanden en verwerken van de vangsten van de artisanale visserij

De oprichting van technische en commerciële partnerschappen met particuliere buitenlandse partners wordt bevorderd.

Er is een begin gemaakt met de eco-etikettering van Guinee-Bissause producten.

2.

Verbetering van toezicht, controle en bewaking in de visserijzone

 

2.1.

Verbetering van het rechtskader

Het ministerie van Visserij en het ministerie van Defensie hebben een overeenkomst over bewaking en controle goedgekeurd.

Er is een nationaal plan voor toezicht, controle en bewaking vastgesteld en tenuitvoergelegd.

2.2.

Versterking van toezicht, controle en bewaking

Er is een team van onafhankelijke beëdigde controleurs operationeel (aantal in dienst genomen en opgeleide personen) en in de daarvoor benodigde begrotingsmiddelen is voorzien in het kader van de financieringswet.

Aantal dagen bewaking op zee: 250 dagen per jaar aan het einde van de looptijd van het protocol

Aantal controles in de haven en op zee

Aantal controles vanuit de lucht

Aantal gepubliceerde statistische bulletins

Percentage gebied dat per radar wordt gecontroleerd

Percentage van de vloot dat met VMS wordt gecontroleerd

Het opleidingsprogramma is aangepast aan de toegepaste bewakingstechnieken (aantal opleidingsuren, aantal technici dat is opgeleid, enz.)

2.3.

Follow-up van de aanhoudingen van vaartuigen

Het systeem van aanhoudingen, sancties en betaling van boetes is veel transparanter gemaakt.

De regelgeving inzake de betaling van boetes is verbeterd en het is verboden de boete op een andere dan financiële wijze te vereffenen.

Het systeem voor de inning van de boetes is verbeterd.

Jaarlijks worden statistische gegevens over ontvangen boetes bekendgemaakt.

Er wordt een zwarte lijst van gestrafte vaartuigen opgesteld.

Jaarlijks worden statistieken over de sancties opgesteld en bekendgemaakt.

Het jaarverslag van het FISCAP wordt bekendgemaakt.

3.

Verbetering van het visserijbeheer

 

3.1.

Beheer van de visserijinspanning voor de garnaalvisserij en de vangst van koppotigen

Behoud, in 2007, van de bestaande overeenkomsten met derde landen en de Europese Gemeenschap. Als geen gebruik wordt gemaakt van de vangstmogelijkheden die per 1 januari 2007 aan derde landen zijn toegekend, hoeven deze vangstmogelijkheden niet meer te worden aangeboden voor 2008 en de daaropvolgende jaren.

Er worden geen vangstmogelijkheden voor bevrachting toegekend.

Binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van dit protocol zijn alle overeenkomsten met Europese vennootschappen, verenigingen of ondernemingen definitief stopgezet en formeel opgezegd.

3.2.

Modernisering en intensivering van onderzoek op het gebied van de visbestanden

De onderzoekscapaciteit van het CIPA is vergroot.

3.3.

Verbetering van de kennis op het gebied van de visbestanden

De jaarlijkse trawlervisreis voor studie- en statistiekdoeleinden is verricht.

Aantal geëvalueerde visbestanden

Aantal onderzoeksprogramma’s

Aantal opgestelde en opgevolgde aanbevelingen inzake de toestand van de voornaamste visbestanden (met name de maatregelen op het gebied van stillegging van de visserij en de maatregelen voor de instandhouding voor overbeviste bestanden)

De jaarlijkse visserijinspanning voor soorten waarvoor een ontwikkelingsplan is opgesteld, wordt geëvalueerd.

Het instrument voor het beheer van de visserijinspanning is operationeel (databank, instrumenten voor statistische controle, dienstennetwerk voor het beheer van de vloot, publicatie van statistische bulletins, enz.)

3.4.

Gecontroleerde ontwikkeling van de visserij

Vóór het begin van het betrokken jaar wordt het jaarlijks beheerplan voor de industriële visserij goedgekeurd.

Er is een ontwikkelingsplan voor overbeviste bestanden vastgesteld, dat wordt uitgevoerd.

Er wordt een bestand van de vaartuigen in de EEZ bijgehouden, waarin ook de vaartuigen voor de ambachtelijke visserij zijn opgenomen.

Aantal opgestelde, uitgevoerde en geëvalueerde ontwikkelingsplannen

3.5.

Verbetering van de doelmatigheid van de technische diensten van het ministerie van Visserij en Maritieme Economie en van de diensten die bij het beheer van de sector betrokken zijn

De administratieve capaciteit is verhoogd.

Er is een opleidings- en herscholingsplan opgesteld en uitgevoerd (aantal opgeleide functionarissen, aantal opleidingsuren, enz.)

De mechanismen voor coördinatie, overleg en samenwerking met de partners zijn verbeterd.

Het systeem voor het verzamelen van visserijgegevens en de statistische controle op de visserij is verbeterd.

3.6.

Versterking van het systeem voor het beheer van de vergunningen en het toezicht op de vaartuigen.

Aantal opleidingsuren voor technici

Aantal opgeleide technici

Netwerkvorming op het gebied van diensten en statistieken