ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 201

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
2 augustus 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 919/2007 van de Commissie van 1 augustus 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 920/2007 van de Commissie van 1 augustus 2007 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 930/2000 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen

3

 

*

Verordening (EG) nr. 921/2007 van de Commissie van 1 augustus 2007 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1535/2003, voor het verkoopseizoen 2007/2008, met betrekking tot de uiterste datum voor de ondertekening van de contracten voor voor verwerking bestemde tomaten in Bulgarije en Roemenië

6

 

*

Verordening (EG) nr. 922/2007 van de Commissie van 1 augustus 2007 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1227/2000 met betrekking tot een overgangsregeling voor de aan Bulgarije en Roemenië toegekende financiële toewijzingen voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden

7

 

*

Verordening (EG) nr. 923/2007 van de Commissie van 1 augustus 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1623/2000 met betrekking tot bepaalde termijnen in het kader van de distillatie van bijproducten van de wijnbereiding

9

 

 

Verordening (EG) nr. 924/2007 van de Commissie van 1 augustus 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 918/2007 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 augustus 2007

10

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2007/544/EG

 

*

Besluit van de Raad van 23 juli 2007 betreffende de sluiting van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

13

 

 

2007/545/EG, Euratom

 

*

Besluit van de Raad van 23 juli 2007 houdende benoeming van een Deens lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

14

 

*

Addendum bij Besluit 2007/543/EG van de Raad van 23 juli 2007 betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-overeenkomst) (PB L 200 van 1.8.2007)

15

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/1


VERORDENING (EG) Nr. 919/2007 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 augustus 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 1 augustus 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

33,2

TR

48,7

XK

36,3

XS

36,3

ZZ

38,6

0707 00 05

TR

100,8

ZZ

100,8

0709 90 70

TR

86,9

ZZ

86,9

0805 50 10

AR

56,6

UY

55,7

ZA

65,0

ZZ

59,1

0806 10 10

EG

154,6

MA

146,6

TR

169,3

ZZ

156,8

0808 10 80

AR

89,8

AU

160,4

BR

82,5

CL

97,8

CN

68,3

NZ

100,9

US

102,0

ZA

102,2

ZZ

100,5

0808 20 50

AR

60,9

CL

79,5

NZ

154,7

TR

143,7

ZA

122,0

ZZ

112,2

0809 20 95

CA

361,1

TR

278,1

US

346,3

ZZ

328,5

0809 30 10, 0809 30 90

TR

156,1

ZZ

156,1

0809 40 05

IL

110,0

ZZ

110,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/3


VERORDENING (EG) Nr. 920/2007 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2007

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 930/2000 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (1), en met name op artikel 9, lid 6,

Gelet op Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (2), en met name op artikel 9, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Richtlijnen 2002/53/EG en 2002/55/EG stellen algemene regels vast inzake de geschiktheid van rasbenamingen door te verwijzen naar artikel 63 van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (3).

(2)

In Verordening (EG) nr. 930/2000 van de Commissie van 4 mei 2000 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen (4) worden nadere bepalingen voor het hanteren van bepaalde in artikel 63 van Verordening (EG) nr. 2100/94 aangegeven criteria vastgesteld, met name wanneer er beletsels voor het gebruik van een rasbenaming bestaan.

(3)

Sinds de vaststelling van Verordening (EG) nr. 930/2000 is de definitie van de term „nauwverwante soort”, die door de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten wordt gebruikt, geëvolueerd. De bij Verordening (EG) nr. 930/2000 vastgestelde nadere bepalingen moeten dienovereenkomstig worden bijgewerkt.

(4)

Verordening (EG) nr. 930/2000 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 930/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 4 wordt punt b) vervangen door:

„b)

een „nauwverwante soort”: een soort als omschreven in de bijlage bij deze verordening.”.

2)

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 930/2000 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is niet van toepassing op rasbenamingen die de aanvrager vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteit voorlegt.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/124/EG van de Commissie (PB L 339 van 6.12.2006, blz. 12).

(3)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 873/2004 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 38).

(4)  PB L 108 van 5.5.2000, blz. 3. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1831/2004 (PB L 321 van 22.10.2004, blz. 29).


BIJLAGE

„BIJLAGE

Nauwverwante soorten

„Nauwverwante soorten”, als bedoeld in artikel 4, onder b), worden als volgt gedefinieerd:

a)

als er meer dan één categorie binnen een geslacht is, is de lijst van categorieën in punt 1 van toepassing;

b)

als de categorieën meer dan één geslacht omvatten, is de lijst van categorieën in punt 2 van toepassing;

c)

voor niet in de lijst van categorieën in de punten 1 en 2 opgenomen geslachten en soorten wordt een geslacht in de regel als een categorie beschouwd.

1.   Categorieën binnen een geslacht

Categorieën

Wetenschappelijke namen

Categorie 1.1

Brassica oleracea

Categorie 1.2

Brassica met uitzondering van Brassica oleracea

Categorie 2.1

Beta vulgaris — suikerbiet, voederbiet

Categorie 2.2

Beta vulgaris — rode biet, inclusief Cheltenham beet, snijbiet

Categorie 2.3

Beta met uitzondering van de categorieën 2.1 en 2.2

Categorie 3.1

Cucumis sativus

Categorie 3.2

Cucumis melo

Categorie 3.3

Cucumis met uitzondering van de categorieën 3.1 en 3.2

Categorie 4.1

Solanum tuberosum

Categorie 4.2

Solanum met uitzondering van de categorie 4.1


2.   Categorieën die meer dan één geslacht omvatten

Categorieën

Wetenschappelijke namen

Categorie 201

Secale, Triticale, Triticum

Categorie 203 (1)

Agrostis, Dactylis, Festuca, Festulolium, Lolium, Phalaris, Phleum en Poa

Categorie 204 (1)

Lotus, Medicago, Ornithopus, Onobrychis, Trifolium

Categorie 205

Cichorium, Lactuca


(1)  De categorieën 203 en 204 worden niet alleen vastgesteld op grond van nauwverwante soorten.”


2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/6


VERORDENING (EG) Nr. 921/2007 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2007

houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1535/2003, voor het verkoopseizoen 2007/2008, met betrekking tot de uiterste datum voor de ondertekening van de contracten voor voor verwerking bestemde tomaten in Bulgarije en Roemenië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië,

Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er moeten overgangsmaatregelen worden genomen om producenten en verwerkers in Bulgarije en Roemenië de mogelijkheid te geven gebruik te maken van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (1).

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1535/2003 van de Commissie van 29 augustus 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de steunregeling voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit betreft (2) moeten, voor tomaten, contracten worden ondertekend vóór 15 februari tussen de door de bevoegde autoriteiten erkende verwerkers en de erkende of voorlopig erkende telersverenigingen. Het is dienstig enkel voor het verkoopseizoen 2007/2008 af te wijken van het bij Verordening (EG) nr. 1535/2003 vastgestelde tijdschema voor de ondertekening van contracten. Zoniet zouden, met name voor tomaten, de betrokken partijen geen gebruik kunnen maken van de bij Verordening (EG) nr. 2201/96 vastgestelde steunregeling in het lopende verkoopseizoen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 6, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1535/2003 mogen voor tomaten, uitsluitend voor Bulgarije en Roemenië en in het verkoopseizoen 2007/2008, de contracten tussen de telersverenigingen in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening en de erkende verwerkers worden ondertekend uiterlijk op 31 juli 2007 en ten minste tien dagen vóór het begin van de contractuele leveringen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203).

(2)  PB L 218 van 30.8.2003, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1663/2005 (PB L 267 van 12.10.2005, blz. 22).


2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/7


VERORDENING (EG) Nr. 922/2007 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2007

houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1227/2000 met betrekking tot een overgangsregeling voor de aan Bulgarije en Roemenië toegekende financiële toewijzingen voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr. 1227/2000 van de Commissie van 31 mei 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, inzonderheid met betrekking tot het productiepotentieel (2), zijn de bepalingen voor de financiering van de herstructurerings- en omschakelingsregeling vastgesteld.

(2)

Voor het begrotingsjaar 2007 zijn aan Bulgarije en Roemenië kredieten toegekend bij Beschikking 2007/381/EG van de Commissie van 1 juni 2007 tot vaststelling, voor het wijnoogstjaar 2006/2007, van de voor een bepaald aantal hectaren geldende indicatieve financiële toewijzing voor Bulgarije en Roemenië, met het oog op de herstructurering en omschakeling van wijngaarden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad (3).

(3)

In de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr. 1227/2000 is met name bepaald dat de kredieten die zijn toegewezen aan een lidstaat die zijn uitgaven niet uiterlijk op 30 juni heeft gedaan of betaalbaar heeft gesteld, moeten worden toegewezen aan de lidstaten wier gedane en betaalbaar gestelde uitgaven gelijk zijn aan de hun toebedeelde toewijzing. In die artikelen is tevens bepaald dat de aan de lidstaten toegewezen bedragen voor het volgende begrotingsjaar worden verlaagd, indien de uitgaven die deze lidstaten tegen 30 juni hebben gedaan, minder bedragen dan 75 % van de aan hen toegekende eerste toewijzingen.

(4)

Bulgarije en Roemenië passen in het wijnoogstjaar 2006/2007 voor het eerst de herstructurerings- en omschakelingsregeling toe en slagen er niet in om tegen 30 juni het grootste deel van hun eerste toewijzing te benutten. De toepassing van de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr. 1227/2000 zou leiden tot buitensporige verlagingen van de kredieten die in dit en het volgende begrotingsjaar voor die lidstaten beschikbaar zijn voor herstructurering en omschakeling.

(5)

Om dergelijke buitensporige verlagingen te voorkomen, moet voor het wijnoogstjaar 2006/2007 bij wijze van overgangsmaatregel worden afgeweken van Verordening (EG) nr. 1227/2000, in de zin dat Bulgarije en Roemenië de kans moeten krijgen om tegen het einde van het lopende begrotingsjaar 90 % van hun eerste toewijzing voor het wijnoogstjaar 2006/2007 uit te betalen en in de zin dat deze landen worden vrijgesteld van de verlaging van hun eerste toewijzing in het volgende wijnoogstjaar.

(6)

In 2001 en 2005 werd een soortgelijke bepaling ingevoerd toen de betrokken lidstaten de regeling voor de herstructurering en omschakeling van wijngaarden voor het eerst toepasten. Aangezien de late bekendmaking van de beschikking inzake de eerste toewijzingen er mede toe kan hebben geleid dat de betrokken lidstaten hun eerste toewijzing niet konden opgebruiken, moet met het oog op de volledige benutting van deze toewijzingen hetzelfde hoge niveau worden vastgesteld als in 2005.

(7)

De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In afwijking van artikel 16, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1227/2000 en met betrekking tot het begrotingsjaar 2007 mogen Bulgarije en Roemenië tot uiterlijk 10 juli 2007 een aanvraag aan de Commissie zenden om later, in het begrotingsjaar 2007, uitgaven te financieren in aanvulling op het op grond van artikel 16, lid 1, onder a) en b), van die verordening aan de Commissie meegedeelde bedrag, waarbij het maximum van 90 % van de krachtens Beschikking 2007/381/EG voor hen vastgestelde financiële toewijzing in acht moet worden genomen. Deze lidstaten mogen tot uiterlijk 15 oktober 2007 90 % van hun eerste toewijzing voor het wijnoogstjaar 2006/2007 uitbetalen.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1227/2000 worden aanvragen tot latere financiering die overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder c), van die verordening aan de Commissie worden gezonden door andere lidstaten dan Bulgarije en Roemenië, ingewilligd naar rato van de middelen die beschikbaar blijven na aftrek van de op grond van artikel 16, lid 1, onder a) en b), van die verordening meegedeelde bedragen voor alle lidstaten en na aftrek van de bedragen die door Bulgarije en Roemenië zijn meegedeeld op grond van artikel 16, lid 1, onder a) en b), van die verordening en het bepaalde in lid 1 van het onderhavige artikel.

3.   In afwijking van artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1227/2000 en met betrekking tot het begrotingsjaar 2007 wordt voor het volgende wijnoogstjaar geen verlaging ten opzichte van de eerste toewijzing toegepast voor Bulgarije en Roemenië.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(2)  PB L 143 van 16.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1216/2005 (PB L 199 van 29.7.2005, blz. 32).

(3)  PB L 141 van 2.6.2007, blz. 80.


2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/9


VERORDENING (EG) Nr. 923/2007 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2007

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1623/2000 met betrekking tot bepaalde termijnen in het kader van de distillatie van bijproducten van de wijnbereiding

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), en met name op artikel 33,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de artikelen 45, 59 en 61 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 van de Commissie van 25 juli 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de marktmechanismen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (2) zijn data voor de distillatie van de bijproducten van de wijnbereiding vastgesteld. In een aantal lidstaten blijkt het wegens het geringe aantal distilleerderijen moeilijk om deze producten binnen de gestelde termijnen te distilleren. Derhalve moeten de termijnen worden verlengd.

(2)

Aangezien in de bestaande wetgeving is bepaald dat de bijproducten uiterlijk op 15 juli van het lopende wijnoogstjaar aan de distilleerderijen moeten worden geleverd, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 15 juli 2007.

(3)

De in deze verordening vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1623/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 45, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door:

„In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea geldt voor de wijnoogstjaren 2004/2005, 2005/2006 en 2006/2007 in plaats van de in die alinea vermelde datum de datum 31 augustus van het volgende wijnoogstjaar.”.

2)

In artikel 59 wordt de derde alinea vervangen door:

„In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea geldt voor de wijnoogstjaren 2004/2005, 2005/2006 en 2006/2007 in plaats van de in die alinea vermelde datum de datum 15 september van het volgende wijnoogstjaar.”.

3)

Artikel 61, lid 3, tweede alinea, wordt vervangen door:

„Voor de wijnoogstjaren 2004/2005, 2005/2006 en 2006/2007 geldt in plaats van de in de eerste alinea vermelde datum evenwel de datum 15 september van het volgende wijnoogstjaar.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van 15 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(2)  PB L 194 van 31.7.2000, blz. 45. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 897/2007 (PB L 196 van 28.7.2007, blz. 20).


2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/10


VERORDENING (EG) Nr. 924/2007 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2007

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 918/2007 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 1 augustus 2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De invoerrechten in de sector granen die van toepassing zijn vanaf 1 augustus 2007, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 918/2007 van de Commissie (3).

(2)

Aangezien het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR/t verschilt van het vastgestelde recht, moet een overeenkomstige aanpassing van de bij Verordening (EG) nr. 918/2007 vastgestelde invoerrechten plaatsvinden.

(3)

Verordening (EG) nr. 918/2007 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 918/2007 worden vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 augustus 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 29.9.2003, blz. 78. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 735/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 6).

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).

(3)  PB L 200 van 1.8.2007, blz. 41.


BIJLAGE

BIJLAGE I

Vanaf 2 augustus 2007 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(EUR/t)

1001 10 00

HARDE TARWE van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

0,00

1001 90 91

ZACHTE TARWE, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

ZACHTE TARWE van hoge kwaliteit, andere dan zaaigoed

0,00

1002 00 00

ROGGE

0,00

1005 10 90

MAÏS, zaaigoed, ander dan hybriden

10,55

1005 90 00

MAÏS, andere dan zaaigoed (2)

10,55

1007 00 90

GRAANSORGHO, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

0,00

BIJLAGE II

Elementen voor de berekening van de in bijlage I vastgestelde rechten

31.7.2007

1.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

(EUR/t)

 

Zachte tarwe (3)

Maïs

Harde tarwe van hoge kwaliteit

Harde tarwe van gemiddelde kwaliteit (4)

Harde tarwe van lage kwaliteit (5)

Gerst

Beurs

Minneapolis

Chicago

Notering

182,18

93,57

Fob-prijs VSA

229,29

219,29

199,29

155,07

Golfpremie

15,23

Grote-Merenpremie

10,26

2.

Gemiddelden over de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96 bedoelde referentieperiode:

Vrachtkosten: Golf van Mexico–Rotterdam:

42,68 EUR/t

Vrachtkosten: Grote Meren–Rotterdam:

43,77 EUR/t


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd, komt de importeur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96 in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt,

2 EUR/t als de loshaven in Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen, Finland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.

(3)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(4)  Korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(5)  Korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/13


BESLUIT VAN DE RAAD

van 23 juli 2007

betreffende de sluiting van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie

(2007/544/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 310, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin, en lid 3, tweede alinea,

Gelet op de Toetredingsakte van 2003, en met name op artikel 6, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de instemming van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, is namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten ondertekend op 24 april 2007 te Luxemburg.

(2)

Het protocol moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Enig artikel

Het protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds, wordt namens de Europese Gemeenschap en haar lidstaten goedgekeurd, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht (2).

Gedaan te Brussel, 23 juli 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

L. AMADO


(1)  Instemming betuigd op 10 juli 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB L 118 van 8.5.2007, blz. 8.


2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/14


BESLUIT VAN DE RAAD

van 23 juli 2007

houdende benoeming van een Deens lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité

(2007/545/EG, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 259,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 167,

Gelet op Besluit 2006/703/EG, Euratom van de Raad van 16 oktober 2006 tot benoeming van de Deense leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2006 tot en met 20 september 2010 (1),

Gezien de voordracht van de Deense regering,

Na het advies van de Commissie te hebben ingewonnen,

Overwegende dat in dit Comité een vacature voor een Deens lid is ontstaan door het aftreden van de heer Henrik FALLESEN,

BESLUIT:

Artikel 1

Mevrouw Sinne ALSING CONAN wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ter vervanging van de heer Henrik FALLESEN, voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2010.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

L. AMADO


(1)  PB L 291 van 21.10.2006, blz. 33.


2.8.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 201/15


ADDENDUM

bij Besluit 2007/543/EG van de Raad van 23 juli 2007 betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-overeenkomst)

(Publicatieblad van de Europese Unie L 200 van 1 augustus 2007)

De volgende verklaringen worden aan het besluit toegevoegd:

„VERKLARING VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE BETREFFENDE:

de Overeenkomst van 26 juli 1995 op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst):

Met betrekking tot artikel 40, lid 2, van de Europol-overeenkomst, stemt de Republiek Bulgarije ermee in dat geschillen tussen lidstaten over de uitlegging of toepassing van de overeenkomst systematisch worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese gemeenschappen;

het Protocol van 24 juli 1996, opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst:

Overeenkomstig artikel 2 van het Protocol betreffende de prejudiciële uitlegging door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst verklaart de Republiek Bulgarije de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te aanvaarden overeenkomstig de procedures van artikel 2, lid 2, onder a).”.