ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 180

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

50e jaargang
10 juli 2007


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 803/2007 van de Commissie van 9 juli 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 804/2007 van de Commissie van 9 juli 2007 tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren

3

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Commissie

 

 

2007/475/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 25 juni 2007 inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Italië zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

5

 

 

2007/476/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 25 juni 2007 betreffende de verenigbaarheid met het communautaire recht van door Duitsland te nemen maatregelen ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

8

 

 

2007/477/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 25 juni 2007 inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Oostenrijk zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

11

 

 

2007/478/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 25 juni 2007 inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Ierland zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

17

 

 

2007/479/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 25 juni 2007 inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door België zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

24

 

 

2007/480/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 25 juni 2007 inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Frankrijk zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

33

 

 

2007/481/EG

 

*

Besluit van de Commissie van 25 juni 2007 inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Finland zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

38

 

 

2007/482/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 9 juli 2007 betreffende de toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad wat betreft de controle op de verzekering tegen de aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3291)  ( 1 )

42

 

 

2007/483/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 9 juli 2007 tot wijziging van Beschikking 2006/415/EG betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in Duitsland (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3413)  ( 1 )

43

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad van 19 april 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 103 van 20.4.2007)

45

 

 

 

*

Bericht aan de lezers(zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/1


VERORDENING (EG) Nr. 803/2007 VAN DE COMMISSIE

van 9 juli 2007

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 10 juli 2007.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2007.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 756/2007 (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 41).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 9 juli 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MA

36,7

MK

48,1

TR

90,9

XS

23,6

ZZ

49,8

0707 00 05

JO

151,2

TR

113,1

ZZ

132,2

0709 90 70

IL

42,1

TR

93,7

ZZ

67,9

0805 50 10

AR

65,9

UY

62,2

ZA

58,7

ZZ

62,3

0808 10 80

AR

87,8

BR

83,3

CL

98,1

CN

98,6

NZ

102,3

US

116,7

UY

98,6

ZA

90,0

ZZ

96,9

0808 20 50

AR

76,9

CL

86,0

CN

59,8

NZ

99,0

ZA

104,2

ZZ

85,2

0809 10 00

TR

200,2

ZZ

200,2

0809 20 95

TR

273,6

US

430,7

ZZ

352,2

0809 30 10, 0809 30 90

US

120,3

ZZ

120,3

0809 40 05

IL

150,7

ZZ

150,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/3


VERORDENING (EG) Nr. 804/2007 VAN DE COMMISSIE

van 9 juli 2007

tot vaststelling van een verbod op de visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1941/2006 van de Raad van 11 december 2006 tot vaststelling, voor 2007, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3) is bepaald dat 10 794 t kabeljauw in 2007 in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) mag worden gevangen door vaartuigen die de vlag van Polen voeren.

(2)

De gegevens die de Commissie heeft verkregen op basis van de door haar inspecteurs verrichte controles met betrekking tot de vangsten uit het betrokken bestand, stroken niet met de door Polen aan de Commissie toegezonden gegevens.

(3)

Uit de gegevens waarover de Commissie beschikt, blijkt dat Poolse vaartuigen in 2007 in de Oostzee drie keer meer vis uit dat bestand hebben gevangen dan door Polen is gemeld. Derhalve moeten de aan Polen voor 2007 toegewezen vangstmogelijkheden voor het betrokken bestand worden geacht volledig te zijn opgebruikt.

(4)

Krachtens artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 moet Polen met ingang van de datum waarop het vangstquotum voor het betrokken bestand wordt geacht volledig te zijn opgebruikt, een voorlopig verbod uitvaardigen op de visserij op dat bestand, alsmede op het aan boord houden, overladen en aanvoeren van de hoeveelheden welke na die datum zijn gevangen.

(5)

Aangezien Polen geen dienstige maatregelen heeft getroffen, dient de Commissie eigener beweging te bepalen op welke datum het aan Polen toegewezen quotum voor de visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, wordt geacht volledig te zijn opgebruikt en dient zij de visserij op dat bestand met ingang van die datum onmiddellijk te verbieden. Met ingang van die datum is het ook verboden om vis uit dit bestand die door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, na die datum is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2007 aan Polen is toegewezen voor de visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening als volledig opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op kabeljauw in de Oostzee (deelsectoren 25-32, EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Polen voeren, is verboden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening tot en met 31 december 2007. In die periode is het ook verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2007.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 (PB L 409 van 30.12.2006, blz. 11, gerectificeerd in PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6).

(3)  PB L 367 van 22.12.2006, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 609/2007 van de Commissie (PB L 141 van 2.6.2007, blz. 33).


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Commissie

10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/5


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2007

inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Italië zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

(2007/475/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (1), en met name op artikel 3 bis, lid 2,

Gezien het advies van het bij artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG ingestelde Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij schrijven van 10 mei 1999 heeft Italië de Commissie in kennis gesteld van ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG genomen maatregelen.

(2)

De Commissie is, binnen een periode van drie maanden vanaf deze kennisgeving, nagegaan of deze maatregelen, met name de evenredigheid van de maatregelen en de transparantie van de nationale overlegprocedure, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(3)

Bij haar onderzoek heeft de Commissie de over het Italiaanse medialandschap beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

(4)

De lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving in de Italiaanse maatregelen was duidelijk en transparant opgesteld.

(5)

De Commissie is ervan overtuigd dat de in de aangemelde Italiaanse maatregelen opgenomen evenementen aan minstens twee van de volgende criteria voldoen, die als betrouwbare indicatoren van het belang van evenementen voor de samenleving worden beschouwd: (i) een bijzondere algemene weerklank binnen de lidstaat en niet alleen van belang voor diegenen die de sport of activiteit in kwestie gewoonlijk volgen; (ii) een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking in de lidstaat, met name als katalysator van culturele identiteit; (iii) deelname van de nationale ploeg aan het betrokken evenement in de context van een wedstrijd of toernooi van internationaal belang; en (iv) het feit dat het evenement traditioneel op de kosteloze televisie wordt uitgezonden en hoge kijkcijfers haalt.

(6)

Een belangrijk aantal van de in de aangemelde Italiaanse maatregelen opgenomen evenementen, met inbegrip van de Olympische zomer- en winterspelen, de finales en de wedstrijden van de Italiaanse nationale ploeg in het wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap voetbal, vallen binnen de categorie van evenementen die traditioneel beschouwd worden als van aanzienlijk belang voor de samenleving, zoals uitdrukkelijk vermeld in overweging 18 van Richtlijn 97/36/EG. Deze evenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Italië omdat zij bijzonder populair zijn bij het algemene publiek en niet alleen bij diegenen die sportevenementen over het algemeen volgen. Voorts zijn zij van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Italiaanse bevolking, omdat zij een belangrijke bijdrage leveren aan het onderlinge begrip tussen volkeren en gezien het belang van sport voor de Italiaanse samenleving als geheel en voor de nationale trots, omdat zij Italiaanse topsporters de mogelijkheid bieden met succes deel te nemen aan deze uiterst belangrijke internationale wedstrijden.

(7)

De andere aangemelde voetbalevenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Italië en zijn van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Italiaanse bevolking gezien het belang van voetbal voor de Italiaanse bevolking als geheel en voor de nationale trots, omdat zij Italiaanse teams de mogelijkheid bieden met succes deel te nemen aan voetbalwedstrijden op topniveau die internationale belangstelling trekken.

(8)

De wielerronde van Italië vindt een bijzondere algemene weerklank in Italië en is van algemeen erkend, onmiskenbaar belang als katalysator van de nationale culturele identiteit, niet alleen gezien het belang van deze ronde als sportevenement op hoog niveau maar ook omdat deze ronde de gelegenheid biedt het land zelf te promoten.

(9)

De bijzondere algemene weerklank in Italië en het algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang van de Italiaanse Grand Prix Formule 1 voor de Italiaanse bevolking zijn toe te schrijven aan de grote successen van Italiaanse auto's in Formule 1 races.

(10)

Het muziekfestival van San Remo vindt een bijzondere algemene weerklank in Italië en is van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Italiaanse culturele identiteit als evenement van de populaire cultuur dat deel uitmaakt van de Italiaanse culturele traditie.

(11)

De aangemelde Italiaanse maatregelen blijken evenredig en rechtvaardigen, om de doorslaggevende reden van het publieke belang dat erin bestaat te zorgen voor brede toegang van het publiek tot uitzendingen van evenementen die van grote betekenis zijn voor de samenleving, een afwijking van de fundamentele vrijheid van dienstverlening van het EG-Verdrag.

(12)

De aangemelde Italiaanse maatregelen zijn verenigbaar met de concurrentieregels van de EG voor zover de aanwijzing van gekwalificeerde omroeporganisaties voor het uitzenden van in de lijst opgenomen evenementen steunt op objectieve criteria die werkelijke en potentiële concurrentie mogelijk maken bij de verwerving van de rechten om deze evenementen uit te zenden. Bovendien is het aantal in de lijst opgenomen evenementen niet onevenredig waardoor de verdere concurrentie op de markt van downstream kosteloze en betaaltelevisie zou worden verstoord.

(13)

Nadat de Commissie de andere lidstaten de Italiaanse maatregelen had meegedeeld en na overleg met het op grond van artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité deelde de directeur-generaal voor Onderwijs en cultuur Italië bij schrijven van 5 juli 1999 mee dat de Europese Commissie niet voornemens was bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregelen.

(14)

Op 7 september 1999 werd een wijziging van de Italiaanse maatregelen aangemeld bij de Commissie. Deze wijziging hield geen veranderingen in van de opgegeven evenementen.

(15)

De Italiaanse maatregelen werden bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (2) overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG. Het corrigendum op die bekendmaking werd vervolgens bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (3).

(16)

Uit het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van het Hof van Justitie in zaak T-33/01, Infront WM tegen de Commissie, volgt dat de verklaring dat maatregelen die zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, een besluit vormt in de zin van artikel 249 van het EG-Verdrag, dat derhalve door de Commissie moet worden genomen. Bijgevolg moet bij dit besluit worden verklaard dat de door Italië aangemelde maatregelen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. De in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen moeten overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad worden bekendgemaakt,

BESLUIT:

Artikel 1

De door Italië bij de Commissie op 10 mei 1999 aangemelde maatregelen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 277 van 30 september 1999 (corrigendum in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 208 van 26 juli 2001), zijn verenigbaar met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 2

De in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen worden overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

(2)  PB C 277 van 30.9.1999, blz. 3.

(3)  PB C 208 van 26.7.2001, blz. 27.


BIJLAGE

Bekendmaking overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

De door Italië genomen maatregelen die overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden bekendgemaakt, worden omschreven in de hiernavolgende passages van het op 9 maart 1999 vastgestelde Besluit nr. 8/1999 van het Bestuur voor Communicatie, als gewijzigd bij diens besluit nr. 172/1999 van 28 juli 1999.

„Artikel 1

1.   Dit besluit heeft betrekking op televisie-uitzendingen over evenementen welke als van aanzienlijk belang voor de samenleving worden beschouwd.

2.   Onder „evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving” wordt verstaan een al dan niet met sport verband houdende gebeurtenis die beantwoordt aan ten minste twee van de volgende criteria:

a)

het evenement, en wat eruit voortvloeit, krijgt speciale en ruime belangstelling in Italië, ook van andere personen dan die welke dit soort evenementen gewoonlijk op de televisie volgen;

b)

het evenement geniet algemene bekendheid bij het grote publiek, heeft een bijzondere culturele betekenis en versterkt de Italiaanse culturele identiteit;

c)

het evenement omvat de betrokkenheid van een nationaal team bij een internationaal toernooi in een bepaalde tak van de sport;

d)

het evenement wordt reeds geruime tijd via de kosteloze televisie uitgezonden en krijgt daarbij in Italië hoge kijkcijfers.

Artikel 2

1.   Het Bestuur heeft de volgende lijst opgesteld met betrekking tot de evenementen welke als van bijzonder belang voor de samenleving dienen te worden geacht en derhalve door televisieomroepen onder Italiaanse jurisdictie niet kunnen worden uitgezonden op exclusieve basis of in gecodeerde vorm, ten einde een aanzienlijk percentage (meer dan 90 %) van het Italiaanse publiek in staat te stellen deze evenementen via de kosteloze zenders te volgen zonder bijkomende kosten voor de aankoop van technische apparatuur:

a)

de Olympische zomer- en winterspelen;

b)

de finale van en alle wedstrijden van de Italiaanse nationale ploeg in het wereldkampioenschap voetbal;

c)

de finale van en alle wedstrijden van de Italiaanse nationale ploeg in het Europese voetbalkampioenschap;

d)

alle wedstrijden thuis en elders van de Italiaanse nationale voetbalploeg in officiële toernooien;

e)

de finale en halve finales van de Champions League en van de UEFA-Cup waaraan een Italiaans team deelneemt;

f)

de wielerronde van Italië (Giro d'Italia);

g)

de Italiaanse grote prijs voor Formule één;

h)

het Italiaanse muziekfestival van San Remo.

2.   De in lid 1, onder b) en c), vermelde evenementen moeten volledig live worden uitgezonden. Voor de andere evenementen kunnen de televisieomroepen vrij beslissen over de voor ongecodeerde transmissie te treffen regelingen.”


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/8


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2007

betreffende de verenigbaarheid met het communautaire recht van door Duitsland te nemen maatregelen ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

(2007/476/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (1), en met name op artikel 3 bis, lid 2,

Gelet op het advies van het ingevolge artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij schrijven van 28 april 1999 heeft Duitsland de Commissie in kennis gesteld van de maatregelen die ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden genomen.

(2)

De Commissie is, binnen een periode van drie maanden vanaf deze kennisgeving, nagegaan of deze maatregelen, met name de evenredigheid van de maatregelen en de transparantie van de nationale overlegprocedure, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(3)

Bij haar onderzoek heeft de Commissie de over het Duitse medialandschap beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

(4)

De lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving in de Duitse maatregelen was duidelijk en transparant opgesteld.

(5)

De Commissie is ervan overtuigd dat de in de aangemelde Duitse maatregelen opgenomen evenementen aan minstens twee van de volgende criteria voldoen, die als betrouwbare indicatoren van het belang van evenementen voor de samenleving worden beschouwd: i) een bijzondere algemene weerklank binnen de lidstaat en niet alleen van belang voor diegenen die de sport of activiteit in kwestie gewoonlijk volgen; ii) een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking in de lidstaat, met name als katalysator van culturele identiteit; iii) deelname van de nationale ploeg aan het betrokken evenement in de context van een wedstrijd of toernooi van internationaal belang, en iv) het feit dat het evenement traditioneel op de kosteloze televisie wordt uitgezonden en hoge kijkcijfers haalt.

(6)

Een belangrijk aantal van de in de aangemelde Duitse maatregelen opgenomen evenementen, met inbegrip van de Olympische zomer- en winterspelen, de openingswedstrijd, de halve finales, de finales en de wedstrijden van de Duitse nationale ploeg in het wereldkampioenschap en het Europese kampioenschap voetbal, vallen binnen de categorie van evenementen die traditioneel beschouwd worden als van aanzienlijk belang voor de samenleving, zoals uitdrukkelijk vermeld in overweging 18 van Richtlijn 97/36/EG. Deze evenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Duitsland omdat zij bijzonder populair zijn bij het algemene publiek en niet alleen bij diegenen die sportevenement over het algemeen volgen.

(7)

De bijzondere aandacht die ook in de niet-gespecialiseerde pers wordt gegeven aan de overige aangemelde evenementen, met inbegrip van de halve finales en de finale van de Duitse voetbalbeker, alle thuis- en uitwedstrijden van het Duitse nationale voetbalteam, de finale van alle officiële toernooien tussen Europese voetbalclubs (Champions League, UEFA Cup) wanneer daaraan wordt deelgenomen door een Duitse club, getuigt van de bijzondere algemene weerklank ervan in Duitsland.

(8)

De aangemelde evenementen zijn van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Duitse bevolking, omdat zij een belangrijke bijdrage leveren aan het onderlinge begrip tussen de volkeren en gezien het belang van sport voor de Duitse samenleving als geheel en aan de nationale trots, omdat zij Duitse topsporters de mogelijkheid bieden met succes deel te nemen aan deze uiterst belangrijke internationale wedstrijden.

(9)

De aangemelde Duitse maatregelen blijken evenredig en rechtvaardigen, om de doorslaggevende reden van het publieke belang dat erin bestaat te zorgen voor brede toegang van het publiek tot uitzendingen van evenementen die van grote betekenis zijn voor de samenleving, een afwijking van de fundamentele vrijheid van dienstverlening van het EG-Verdrag.

(10)

De aangemelde Duitse maatregelen zijn verenigbaar met de concurrentieregels van de Europese Gemeenschap voor zover de aanwijzing van gekwalificeerde omroeporganisaties voor het uitzenden van in de lijst opgenomen evenementen steunt op objectieve criteria die werkelijke en potentiële concurrentie mogelijk maken bij de verwerving van de rechten om deze evenementen uit te zenden. Bovendien is het aantal in de lijst opgenomen evenementen niet onevenredig, waardoor de verdere concurrentie op de markt van kosteloze en betaaltelevisie zou worden verstoord.

(11)

Nadat de Commissie de andere lidstaten de Duitse maatregelen had meegedeeld en na overleg met het op grond van artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité deelde de directeur-generaal voor Onderwijs en cultuur Duitsland bij schrijven van 2 juli 1999 mee dat de Commissie niet voornemens was bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregelen.

(12)

De Duitse maatregelen zijn op 1 april 2000 in werking getreden. Deze uiteindelijke maatregelen verschilden van de in 1999 aangemelde maatregelen omdat één evenement niet langer voorkwam op de lijst van aangemelde evenementen, namelijk de „beker voor bekerhouders”; dit toernooi is namelijk afgevoerd en heeft voor de laatste maal plaatsgevonden in 1998/1999.

(13)

De Duitse maatregelen werden bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (2) overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG.

(14)

Uit het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van het Hof van Justitie in zaak T-33/01, Infront WM tegen de Commissie, volgt dat de verklaring dat maatregelen die zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, een besluit vormt in de zin van artikel 249 van het EG-Verdrag, dat derhalve door de Commissie moet worden genomen. Bijgevolg moet bij dit besluit worden verklaard dat de door Duitsland aangemelde maatregelen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. De uiteindelijk door Duitsland genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen moeten overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt,

BESLUIT:

Artikel 1

De door Duitsland bij de Commissie op 28 april 1999 aangemelde maatregelen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 277 van 29 september 2000, zijn verenigbaar met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 2

De uiteindelijk door Duitsland genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen worden overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

(2)  PB C 277 van 29.9.2000, blz. 4.


BIJLAGE

Bekendmaking overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

De door Duitsland genomen maatregelen die overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden bekendgemaakt, worden omschreven in de hiernavolgende passages van artikel 5 bis van het Rundfunkstaatsvertrag (door de deelstaten overeengekomen omroepverdrag), zoals gewijzigd bij het vierde Rundfunkstaatsvertrag:

„Artikel 5 bis

Uitzendingen van belangrijke evenementen

1.   In de Bondrepubliek Duitsland kunnen evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving (belangrijke evenementen) slechts in gecodeerde vorm via abonneetelevisie worden uitgezonden indien een omroeporganisatie of derde partij ervoor zorgt dat, onder passende voorwaarden, bedoelde evenementen via een kosteloos en algemeen toegankelijk televisiekanaal tegelijkertijd, of, indien gelijktijdig plaatshebbende evenementen zulks onmogelijk maken, iets later worden uitgezonden. Indien de partijen er niet in slagen overeenstemming te bereiken over passende voorwaarden, stemmen zij voordat het evenement plaatsheeft, tijdig in met een arbitrageregeling overeenkomstig afdeling 1025 vv. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Indien zij het niet eens kunnen worden over een arbitrageprocedure om redenen welke door de televisie-omroeporganisatie of de derde partij dienen te worden gestaafd, wordt de in de eerste zin bedoelde uitzending beschouwd als niet onder passende voorwaarden mogelijk gemaakt. Alleen kanalen welke kunnen worden ontvangen door meer dan tweederde van alle gezinnen, worden als algemeen toegankelijk beschouwd.

2.   Met betrekking tot het bovenbepaalde zijn belangrijke evenementen met name:

1.

de Olympische zomer- en winterspelen;

2.

de wereld- en Europese kampioenschappen voetbal: alle wedstrijden waaraan door Duitsland wordt deelgenomen plus de openingswedstrijd, de halve finales en de finale;

3.

de halve finales en de finale van de Duitse voetbalbeker;

4.

alle uit- en thuiswedstrijden van het Duitse nationale voetbalelftal;

5.

de finales van de wedstrijden tussen Europese voetbalclubs (Champions League, UEFA Cup) met Duitse deelname.

Wanneer belangrijke evenementen bestaan uit verschillende afzonderlijke evenementen, wordt elk van die evenementen als belangrijk beschouwd. Het in bovenstaande lijst opnemen of uit de lijst schrappen van evenementen is alleen op basis van een overeenkomst tussen alle deelstaten mogelijk.”


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/11


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2007

inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Oostenrijk zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

(2007/477/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (1), en met name op artikel 3 bis, lid 2,

Gezien het advies van het bij artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG ingestelde Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij schrijven van 12 maart 2001 heeft Oostenrijk de Commissie in kennis gesteld van de maatregelen die ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden genomen.

(2)

De Commissie is, binnen een periode van drie maanden vanaf deze kennisgeving, nagegaan of deze maatregelen, met name de evenredigheid van de maatregelen en de transparantie van de nationale overlegprocedure, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(3)

Bij haar onderzoek heeft de Commissie de over het Oostenrijkse medialandschap beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

(4)

De lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving in de Oostenrijkse maatregelen was duidelijk en transparant opgesteld en er is een uitgebreide raadpleging gehouden in Oostenrijk.

(5)

De Commissie is ervan overtuigd dat de in de aangemelde Oostenrijkse maatregelen opgenomen evenementen aan minstens twee van de volgende criteria voldoen, die als betrouwbare indicatoren van het belang van evenementen voor de samenleving worden beschouwd: i) een bijzondere algemene weerklank binnen de lidstaat en niet alleen van belang voor diegenen die de sport of activiteit in kwestie gewoonlijk volgen; ii) een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking in de lidstaat, met name als katalysator van culturele identiteit; iii) deelname van de nationale ploeg aan het betrokken evenement in de context van een wedstrijd of toernooi van internationaal belang; en iv) het feit dat het evenement traditioneel op de kosteloze televisie wordt uitgezonden en hoge kijkcijfers haalt.

(6)

Een aantal van de in de aangemelde Oostenrijkse maatregelen opgenomen evenementen, met inbegrip van de Olympische zomer- en winterspelen, de openingswedstrijd, de halve finales en de finales en de wedstrijden van de Oostenrijkse nationale ploeg in het wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap voetbal (mannen), vallen binnen de categorie van evenementen die traditioneel beschouwd worden als van aanzienlijk belang voor de samenleving, zoals uitdrukkelijk vermeld in overweging 18 van Richtlijn 97/36/EG. Deze evenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Oostenrijk omdat zij bijzonder populair zijn bij het algemene publiek en niet alleen bij diegenen die sportevenementen over het algemeen volgen.

(7)

De finale wedstrijd van de Oostenrijkse voetbalbeker vindt een bijzondere algemene weerklank in Oostenrijk omdat voetbal de meest populaire sport is in deze lidstaat.

(8)

Het FIS-wereldkampioenschap alpiene skisporten en het FIS-wereldkampioenschap noordse skisporten vinden een bijzondere algemene weerklank in Oostenrijk omdat skiën een zeer populaire sport is die deel uitmaakt van het algemene sportonderricht op school in deze lidstaat. Voorts is het algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang van deze evenementen als katalysator van de Oostenrijkse culturele identiteit toe te schrijven aan het succes van de Oostenrijkse deelnemers aan deze wedstrijden en het belang van het skitoerisme in Oostenrijk.

(9)

Het nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker heeft een onmiskenbaar cultureel belang als hoeksteen van de Oostenrijkse culturele identiteit omdat dit evenement van een kwalitatief bijzonder hoog gehalte is en wereldwijd zeer hoge kijkcijfers haalt.

(10)

Het Wiener Opernball vindt een bijzondere algemene weerklank in Oostenrijk als een evenement op het gebied van de „volkscultuur” en als symbool voor het balseizoen met een specifiek belang in de Oostenrijkse culturele traditie. De belangrijke bijdrage van dit evenement aan de wereldwijde reputatie van de Weense Staatsopera, omdat hier gewoonlijk wereldberoemde operazangers bij betrokken zijn, bevestigt het onmiskenbare culturele belang voor Oostenrijk.

(11)

De aangemelde evenementen worden traditioneel uitgezonden op de kosteloze televisie en halen hoge kijkcijfers.

(12)

De aangemelde Oostenrijkse maatregelen blijken evenredig en rechtvaardigen, om de doorslaggevende reden van het publieke belang dat erin bestaat te zorgen voor brede toegang van het publiek tot uitzendingen van evenementen die van grote betekenis zijn voor de samenleving, een afwijking van de fundamentele vrijheid van dienstverlening van het EG-Verdrag.

(13)

De aangemelde Oostenrijkse maatregelen zijn verenigbaar met de concurrentieregels van de EG voor zover de aanwijzing van gekwalificeerde omroeporganisaties voor het uitzenden van in de lijst opgenomen evenementen steunt op objectieve criteria die werkelijke en potentiële concurrentie mogelijk maken bij de verwerving van de rechten om deze evenementen uit te zenden. Bovendien is het aantal in de lijst opgenomen evenementen niet onevenredig waardoor de verdere concurrentie op de markt van downstream kosteloze en betaaltelevisie zou worden verstoord.

(14)

Nadat de Commissie de andere lidstaten de Oostenrijkse maatregelen had meegedeeld en na overleg met het op grond van artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité deelde de directeur-generaal voor Onderwijs en cultuur Oostenrijk bij schrijven van 31 mei 2001 mee dat de Europese Commissie niet voornemens was bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregelen.

(15)

De Oostenrijkse maatregelen traden op 1 oktober 2001 in werking.

(16)

De Oostenrijkse maatregelen werden bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (2) overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG.

(17)

Uit het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van het Hof van Justitie in zaak T-33/01, Infront WM tegen de Commissie, volgt dat de verklaring dat maatregelen die zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, een besluit vormt in de zin van artikel 249 van het EG-Verdrag, dat derhalve door de Commissie moet worden genomen. Bijgevolg moet bij dit besluit worden verklaard dat de door Oostenrijk aangemelde maatregelen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. De uiteindelijk door Oostenrijk genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen moeten overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad worden bekendgemaakt,

BESLUIT:

Artikel 1

De door Oostenrijk bij de Commissie op 12 maart 2001 aangemelde maatregelen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 16 van 19 januari 2002, zijn verenigbaar met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 2

De uiteindelijk door Oostenrijk genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen worden overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

(2)  PB C 16 van 19.1.2002, blz. 8.


BIJLAGE

Bekendmaking overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

De door de Republiek Oostenrijk genomen maatregelen die overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden bekendgemaakt, worden omschreven in de hierna volgende, uit het Bundesgesetzblatt (staatsblad I nr. 85/2001 en II nr. 305/2001) overgenomen passages:

„85.   Federale wet op de uitoefening van exclusieve televisie-uitzendrechten (Wet exclusieve televisierechten) (Fernsheh-Exclusivrechtegesetz — FERG)

De Nationalrat heeft als volgt besloten:

Artikel I

§ 1.

(1)

Deze wet is, met uitzondering van § 5, slechts van toepassing op televisie-omroeporganisaties, waarvoor het ORF-Gesetz („wet op de Österreichische Rundfunk”), BGBl. nr. 379/1984, of het Privatfernsehgesetz („wet op de particuliere televisie”), BGBl. I Nr. 84/2001, geldt.

(2)

Op voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet verworven televisierechten, voor zover de eraan ten grondslag liggende overeenkomsten niet verlengd worden nadat deze wet van kracht is geworden, is § 3 niet van toepassing.

§ 2.   In deze wet worden onder een evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving slechts een evenement verstaan dat in een krachtens § 4 uitgevaardigd besluit vermeld wordt.

§ 3.

(1)

Wanneer een televisie-omroeporganisatie exclusieve uitzendrechten voor een in krachtens § 4 uitgevaardigd besluit genoemd evenement verworven heeft, maakt zij het mogelijk dat dit evenement door middel van een in Oostenrijk vrij toegankelijk televisieprogramma door ten minste 70 % van de betalers van de omroepbijdrage of kijkers die van deze bijdrage vrijgesteld zijn, op de in het besluit vastgelegde wijze gevolgd kan worden (via rechtstreekse of uitgestelde, volledige of gedeeltelijke verslaggeving). In deze alinea wordt verslaggeving als uitgesteld beschouwd indien er tussen het begin van het evenement en het begin van de uitzending een periode van niet meer dan 24 uur ligt.

(2)

In deze wet worden onder vrij toegankelijke televisieprogramma's programma's verstaan die de televisiekijker zonder aanvullende of regelmatige betalingen voor het gebruik van technische voorzieningen voor decodering ontvangen kan. Als aanvullende betalingen in de zin van deze alinea gelden niet de omroepbijdrage (§ 2 Rundfunkgebührengesetz — RGG) („wet op de omroepbijdrage”), de programmavergoeding (§ 20 Rundfunkgesetz — RFG) („Omroepwet”), de betaling voor een aansluiting op een kabelnet en de aan een kabelexploitant te betalen abonnementskosten.

(3)

Aan de in alinea 1 vermelde verplichting wordt ook geacht te zijn voldaan indien de televisie-omroeporganisatie op aantoonbare en gepaste wijze tegen passende marktvoorwaarden getracht heeft de ontvangst van het evenement in de zin van artikel 1 via een vrij toegankelijk programma mogelijk te maken. Voor het treffen van een minnelijke schikking over deze voorwaarden kan een televisie-omroeporganisatie zich wenden tot de Bundeskommunikationssenat (de toezichthoudende beroepsinstantie voor de media). Deze instantie heeft tot taak om in overleg met de betrokkenen een schikking tot stand te brengen en een verslag van de onderhandelingen en de uitkomst daarvan op te stellen.

(4)

Wanneer er geen schikking wordt getroffen, besluit de Bundeskommunikationssenat op verzoek van een van de betrokken televisie-omroeporganisaties of de organisatie in voldoende mate haar verplichting overeenkomstig de alinea's 1 en 3 nagekomen is. Indien zulks niet het geval is, stelt de Bundeskommunikationssenat in plaats van de omroep de passende marktvoorwaarden in de zin van alinea 3 vast. De Bundeskommunikationssenat stelt met name een passende marktprijs voor het verlenen van uitzendrechten vast.

(5)

Een omroeporganisatie die haar verplichting overeenkomstig alinea 1 niet in voldoende mate nagekomen is, kan met het oog op schadeloosstelling een civiele procedure aanspannen. De aanspraak op schadevergoeding betreft ook compensatie voor gederfde inkomsten.

(6)

Een vordering tot schadevergoeding is slechts ontvankelijk wanneer een besluit overeenkomstig alinea 4 genomen is. Onverminderd alinea 7, zijn de rechterlijke instantie en de bij de procedure betrokken partijen volgens alinea 4 gebonden aan een definitieve beslissing.

(7)

Wanneer de rechter in een procedure volgens alinea 6 de beslissing onrechtmatig acht, beëindigt hij de procedure en dient overeenkomstig artikel 131, lid 2, van de B-VG (federale grondwet) een verzoek in bij het Verwaltungsgerichtshof (administratieve gerechtshof) om een uitspraak betreffende de eventuele wederrechtelijkheid van het besluit. Nadat het Verwaltungsgerichtshof vonnis heeft gewezen, zet de rechter de procedure voort en doet met inachtneming van de rechtsopvatting van het Verwaltungsgerichtshof uitspraak in het rechtsgeding.

§ 4.

(1)

De bondsregering stelt bij besluit vast welke in § 2 bedoelde evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving zijn in Oostenrijk. Het besluit bevat slechts evenementen die ten minste aan twee van de volgende voorwaarden voldoen:

1.

voor het evenement bestaat, vooral als gevolg van de verslaggeving van de media, reeds op grote schaal belangstelling bij de Oostenrijkse bevolking;

2.

het evenement brengt de culturele, artistieke of sociale identiteit van Oostenrijk tot uitdrukking;

3.

het evenement is, vooral vanwege de deelname van Oostenrijkse topsporters, een sportmanifestatie van bijzondere nationale betekenis en er bestaat als gevolg van het internationale belang ervan op grote schaal belangstelling voor bij de televisiekijkers in Oostenrijk;

4.

het evenement is reeds voorheen via de vrij toegankelijke televisie uitgezonden.

(2)

In het besluit wordt vastgelegd of het evenement via de vrij toegankelijke televisie door middel van rechtstreekse, uitgestelde, volledige of gedeeltelijke verslaggeving te volgen moet zijn. Een evenement wordt rechtstreeks en volledig uitgezonden, tenzij het om objectieve redenen (zoals verschillende tijdzones of gelijktijdige organisatie van verscheidene evenementen of van gedeelten van hetzelfde evenement) noodzakelijk of passend is hiervan af te zien.

(3)

Voordat het besluit wordt uitgevaardigd of gewijzigd, worden representatieve vertegenwoordigers van de televisie-omroeporganisaties, houders van rechten, het bedrijfsleven, de consumenten, werknemers en de cultuur- en sportwereld geraadpleegd. Het concept-besluit verschijnt in het Amtsblatt zur Wiener Zeitung, vergezeld van een mededeling dat ieder binnen een termijn van acht weken hierop commentaar kan geven. Het concept wordt vervolgens aan de Europese Commissie voorgelegd. Het besluit mag slechts worden uitgevaardigd indien de Europese Commissie zich niet binnen een termijn van drie maanden na de indiening van het concept tegen de uitvaardiging ervan heeft uitgesproken.

[…]

§ 6.   De Bundeskommunikationssenat is belast met het juridische toezicht op de televisie-omroeporganisaties voor zover het de bepalingen van deze federale wet betreft (§ 11 KOG, BGBl. I nr. 32/2001).

§ 7.

(1)

Ieder die in strijd handelt met de verplichtingen krachtens artikel:

1.

§ 3, alinea 1 of,

[…]

begaat een administratieve overtreding en krijgt door de Bundeskommunikationssenat een geldboete ten bedrage van 36 000-58 000 EUR opgelegd.

(2)

De Bundeskommunikationssenat houdt in het kader van de in alinea 1 bedoelde procedure een openbare hoorzitting.

(3)

De Bundeskommunikationssenat past het Allgemeine Verwaltungsverfahrensgesetz (algemene wet op administratieve procedures) 1991, BGBl. nr. 51, toe en in de in alinea 1 bedoelde gevallen het Verwaltungsstrafgesetz (wet op administratieve sancties) 1991, BGBl. nr. 52.

(4)

Bij herhaaldelijke en ernstige overtredingen van deze wet door een televisie-omroeporganisatie (§ 2, nr. 1 van het Privatfernsehgesetz, BGBl. I nr. 84/2001) leidt de Bundeskommunikationssenat ambtshalve de procedure tot intrekking van de vergunning of het verbod op het uitzenden via de kabel in de zin van § 63 van het Privatfernsehgesetz in.

[…]

§ 9.

(1)

Voor de uitvoering van deze federale wet is wat betreft § 4, de alinea's 1, 2 en 3, laatste zin, de bondsregering, wat betreft § 3, alinea's 5-7, de bondsminister voor Justitie en wat betreft de overige bepalingen de bondskanselier verantwoordelijk.

(2)

Van de bepalingen krachtens § 4, alinea 3, eerste en tweede zin, kan wanneer een besluit voor de eerste maal na de inwerkingtreding van deze wet uitgevaardigd wordt, afgezien worden, indien in het kader van de voorbereiding van de kennisgevingsprocedure overeenkomstig artikel 3 bis, de leden 1 en 2, van Richtlijn 89/552/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG de belanghebbende partijen reeds geraadpleegd zijn en aan de inhoud van het uit te vaardigen besluit in het kader van deze raadplegingsprocedure bekendheid is gegeven.

§ 10.   Door middel van de bepalingen van §§ 1-4, 6-9 en § 11 van deze wet wordt artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten (PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23), zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG (PB L 202 van 30.7.1997 blz. 60), omgezet.

[…]

§ 11.   Deze federale wet treedt op 1 augustus 2001 in werking.

KLESTIL

SCHÜSSEL

305.   Besluit van de bondsregering betreffende evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving

Op grond van § 4, lid 1, van het Bundesgesetz über die Ausübung exklusiver Fernsehübertragungsrechte (Fernseh-Exklusivrechte — FERG), BGBl. I nr. 85/2001, wordt het volgende bepaald:

§ 1.

Gebeurtenissen van aanzienlijk belang voor de samenleving zijn:

1.

de Olympische zomer- en winterspelen;

2.

de wedstrijden van het FIFA-wereldkampioenschap voetbal (mannen) waaraan door het Oostenrijkse elftal wordt deelgenomen plus de openingswedstrijd, de halve finale en de finale;

3.

de wedstrijden van het Europese voetbalkampioenschap (mannen) waaraan door het Oostenrijkse elftal wordt deelgenomen en de openingswedstrijd, de halve finale en de finale;

4.

de finale van de bekerwedstrijd van de Oostenrijkse voetbalbond;

5.

het FIS-wereldkampioenschap alpiene skisporten;

6.

het FIS-wereldkampioenschap noordse skisporten;

7.

het nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker;

8.

het Wiener Opernball.

§ 2.

(1)

Televisie-omroeporganisaties die exclusieve zendrechten voor in § 1 genoemde evenementen verworven hebben, moeten het mogelijk maken om deze evenementen via vrij toegankelijke televisieprogramma's rechtstreeks en volledig te volgen.

(2)

De in § 1, nr. 1, 5, 6 en 8, genoemde evenementen kunnen ook door middel van uitgestelde of slechts gedeeltelijke verslaggeving worden uitgezonden

1.

indien een gedeelte van een evenement of verscheidene evenementen die in § 1 worden genoemd gelijktijdig plaatsvinden of

2.

al voorheen een evenement vanwege de lengte ervan niet volledig is uitgezonden.

§ 3.

Dit besluit wordt op 1 oktober 2001 van kracht.

SCHÜSSEL — RIESS-PASSER — FERRERO-WALDNER — GEHRER — GRASSER — STRASSER — BÖHMDORFER — MOLTERER — HAUPT — FORSTINGER — BARTENSTEIN.”


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/17


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2007

inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Ierland zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

(2007/478/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (1), en met name op artikel 3 bis, lid 2,

Gezien het advies van het bij artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG ingestelde Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij schrijven van 7 november 2002 heeft Ierland de Commissie in kennis gesteld van de maatregelen die ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden genomen.

(2)

De Commissie is, binnen een periode van drie maanden vanaf deze kennisgeving, nagegaan of deze maatregelen, met name de evenredigheid van de maatregelen en de transparantie van de nationale overlegprocedure, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(3)

Bij haar onderzoek heeft de Commissie de over het Ierse medialandschap beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

(4)

De lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving in de Ierse maatregelen was duidelijk en transparant opgesteld en er vond een uitgebreide raadpleging plaats in Ierland.

(5)

De Commissie is ervan overtuigd dat de in de aangemelde Ierse maatregelen opgenomen evenementen aan minstens twee van de volgende criteria voldoen, die als betrouwbare indicatoren van het belang van evenementen voor de samenleving worden beschouwd: (i) een bijzondere algemene weerklank binnen de lidstaat en niet alleen van belang voor diegenen die de sport of activiteit in kwestie gewoonlijk volgen; (ii) een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking in de lidstaat, met name als katalysator van culturele identiteit; (iii) deelname van de nationale ploeg aan het betrokken evenement in de context van een wedstrijd of toernooi van internationaal belang; en (iv) het feit dat het evenement traditioneel op de kosteloze televisie wordt uitgezonden en hoge kijkcijfers haalt.

(6)

Een belangrijk aantal van de in de aangemelde Ierse maatregelen opgenomen evenementen, met inbegrip van de Olympische zomerspelen, de wedstrijden van de Ierse nationale ploeg in het wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap voetbal alsmede de openingswedstrijd, de halve finales en de finales van deze toernooien, vallen binnen de categorie van evenementen die traditioneel beschouwd worden als van aanzienlijk belang voor de samenleving, zoals uitdrukkelijk vermeld in overweging 18 van Richtlijn 97/36/EG. Deze evenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Ierland omdat zij bijzonder populair zijn bij het algemene publiek en niet alleen bij diegenen die sportevenementen over het algemeen volgen. Voorts zijn de wedstrijden in het wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap waaraan Ierland deelneemt van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Ierse bevolking als katalysator van de Ierse culturele identiteit. Die wedstrijden fungeren als centraal aandachtspunt voor de samenleving als geheel en dragen bij tot het creëren van een gevoel van nationale trots.

(7)

De kwalificatiewedstrijden voor het Europees kampioenschap voetbal en de FIFA wereldbeker (uit- en thuiswedstrijden) vinden een bijzondere algemene weerklank in Ierland die verder reikt dan alleen diegenen die deze sport over het algemeen volgen.

(8)

Gaelic voetbal en hurling zijn onmiskenbaar Ierse sporten. De All-Ireland Senior Inter-County Football finale en de Hurling finale zijn dan ook van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Ierse bevolking als katalysator van de nationale culturele identiteit.

(9)

Rugby is een sport die in Ierland in het hele land in clubverband wordt gespeeld. Alle wedstrijden van het zeslanden toernooi en het wereldkampioenschap rugby waaraan Ierland deelneemt vinden dan ook een bijzondere algemene weerklank bij de Ierse bevolking. Bij de wedstrijden in het wereldkampioenschap rugby gaat het om deelneming van de Ierse nationale ploeg aan een belangrijk internationaal toernooi dat dan ook een grote impact heeft op de Ierse nationale identiteit.

(10)

De bijzondere weerklank van de aangemelde paardenrennen en paardensport evenementen in Ierland zijn het gevolg van de belangrijke impact die de Ierse paardenindustrie heeft op plattelandsgebieden in het hele land. De Irish Grand National en de Irish Derby zijn de belangrijkste paardenrennen in Ierland. Gezien het belang van paardenrennen voor het toerisme en de internationale reputatie van Ierland hebben deze evenementen een algemeen erkende, onmiskenbare cultureel belang voor de Ierse bevolking als katalysator van de nationale culturele identiteit. De Nations Cup tijdens de Dublin Horse Show heeft tevens een onmiskenbaar cultureel belang omdat het de tak van Iers springconcours promoot en de sterkste teams in de springconcourswereld aantrekt.

(11)

De aangemelde evenementen werden traditioneel uitgezonden op kosteloze televisie en halen hoge kijkcijfers.

(12)

De aangemelde Ierse maatregelen blijken evenredig en rechtvaardigen, om de doorslaggevende reden van het publieke belang dat erin bestaat te zorgen voor brede toegang van het publiek tot uitzendingen van evenementen die van grote betekenis zijn voor de samenleving, een afwijking van de fundamentele vrijheid van dienstverlening van het EG-Verdrag.

(13)

De aangemelde Ierse maatregelen zijn verenigbaar met de concurrentieregels van de EG voor zover de aanwijzing van gekwalificeerde omroeporganisaties voor het uitzenden van in de lijst opgenomen evenementen steunt op objectieve criteria die werkelijke en potentiële concurrentie mogelijk maken bij de verwerving van de rechten om deze evenementen uit te zenden. Bovendien is het aantal in de lijst opgenomen evenementen niet onevenredig waardoor de verdere concurrentie op de markt van downstream kosteloze en betaaltelevisie zou worden verstoord.

(14)

Nadat de Commissie de andere lidstaten de Ierse maatregelen had meegedeeld en na overleg met het op grond van artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité deelde de directeur-generaal voor onderwijs en cultuur Ierland bij schrijven 10 februari 2003 mee dat de Europese Commissie niet voornemens was bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregelen.

(15)

De Ierse maatregelen traden op 13 maart 2003 in werking.

(16)

De Ierse maatregelen werden bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie  (2) overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG, als gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG.

(17)

Uit het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van het Hof van Justitie in zaak T-33/01, Infront WM tegen de Commissie, volgt dat de verklaring dat maatregelen die zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, een besluit vormt in de zin van artikel 249 van het EG-Verdrag, dat derhalve door de Commissie moet worden genomen. Bijgevolg moet bij dit besluit worden verklaard dat de door Ierland aangemelde maatregelen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. De uiteindelijk door Ierland genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen moeten overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad worden bekendgemaakt,

BESLUIT:

Artikel 1

De door Ierland bij de Commissie op 7 november 2002 aangemelde maatregelen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 100 van 26 april 2003, zijn verenigbaar met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 2

De uiteindelijk door Ierland genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen worden overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

(2)  PB C 100 van 26.4.2003, blz. 12.


BIJLAGE

Bekendmaking overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten

De door Ierland genomen maatregelen die overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden bekendgemaakt, luiden als volgt:

„NUMMER 28 VAN 1999

Broadcasting (major events television coverage) act, 1999 (omroepwet 1999-Televisie-uitzendingen van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving)

Indeling van de afdelingen

Afdeling

1.

Interpretatie

2.

Aanwijzing van evenementen van aanzienlijk belang

3.

Raadpleging

4.

Verplichtingen van omroeporganisaties ten aanzien van aangewezen evenementen

5.

Verplichtingen van omroeporganisaties ten aanzien van evenementen in de lidstaten

6.

Civielrechtelijke middelen

7.

Billijke marktprijzen

8.

Korte benaming

Vermelde wetten

European Communities Act, 1972, nr. 27

European Communities (Amendment) Act, 1993, nr. 25

Broadcasting (major events television coverage) act, 1999

Wet tot regeling van de televisieverslaggeving van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving ter uitvoering van artikel 3 bis van richtlijn 89/552/EEG van 3 oktober 1989, gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997, alsook tot regeling van andere daarmee samenhangende kwesties. [13 november 1999]. De Oireachtas (het parlement) heeft als volgt besloten:

1.

In deze wet wordt verstaan onder:

 

„omroeporganisatie” omroeporganisatie in de betekenis van de richtlijn van de Raad;

 

„richtlijn van de Raad”: Richtlijn nr. 89/552/EEG van 3 oktober 1989 (1), gewijzigd bij Richtlijn nr. 97/36/EG van de Raad van 30 juni 1997 (2);

 

„EER-overeenkomst”: EER-overeenkomst in de betekenis van de European Communities (Amendment) Act, 1993;

 

„evenement”: evenement van belang voor het grote publiek in de Europese Unie, een bepaalde lidstaat of in de Ierse staat of een belangrijke deel van de Ierse staat, dat georganiseerd wordt door een organisator die wettelijk bevoegd is de uitzendrechten voor het evenement te verkopen;

 

„kosteloze televisie-uitzending”: televisie-uitzending, voor de ontvangst waarvan de dienstverrichter geen kosten in rekening brengt;

 

„lidstaat”: een lidstaat van de Europese Gemeenschappen (in de betekenis van de European Communities Act, 1972), met inbegrip van een staat die verdragsluitende partij is bij de EER-overeenkomst;

 

„de minister”: de minister van Kunstzaken, Erfgoed, het Gaelische Taalgebied en de Eilanden;

 

„vrijwel overal te ontvangen verslaggevin”:

a)

kosteloze televisie-uitzending, die door ten minste 95 % van de bevolking van de Ierse staat kan worden ontvangen, of

b)

kosteloze televisie-uitzending, die door ten minste 90 % van de bevolking van de Ierse staat kan worden ontvangen, indien op enig moment minder dan drie omroeporganisaties in staat zijn de onder a) vastgelegde kosteloze televisie-uitzending aan te bieden;

 

„bevoegde omroeporganisatie”: omroeporganisatie die krachtens onderafdeling 2 als bevoegde omroeporganisatie wordt beschouwd;

 

„televisieomroep”: televisieomroep in de betekenis van de richtlijn van de Raad.

2.

De volgende omroeporganisaties worden als bevoegde omroeporganisaties beschouwd:

a)

tot uiterlijk 31 december 2001: een omroeporganisatie die een kosteloze televisie-uitzending aanbiedt van een evenement, waartoe minstens 85 % van de bevolking van de Ierse staat toegang heeft;

b)

met ingang van 1 januari 2002: een omroeporganisatie die een vrijwel overal te ontvangen verslaggeving van een aangewezen evenement aanbiedt.

3.

Voor de toepassing van onderafdeling 2 worden twee of meer omroeporganisaties die een contract of overeenkomst aangaan om gezamenlijk vrijwel overal te ontvangen verslaggeving van een aangewezen evenement aan te bieden, als één omroeporganisatie beschouwd voor zover het dit evenement betreft.

4.

Een omroeporganisatie kan de minister verzoeken een geschil te beslechten betreffende het bereik van een door een omroeporganisatie in de Ierse staat aangeboden kosteloze televisie-uitzending voor de toepassing van onderafdeling 2 en de definitie van „vrijwel overal te ontvangen verslaggeving” in onderafdeling 1.

5.

Alvorens een geschil overeenkomstig onderafdeling 4 te beslechten, kan de minister deskundigen op dit terrein of andere door hem of haar daartoe geschikt geachte personen of instanties raadplegen.

6.

In deze wet:

a)

wordt een verwijzing naar een wettelijk besluit, tenzij de context anders vereist, opgevat als verwijzing naar dit wettelijk besluit, zoals gewijzigd of uitgebreid bij of in het kader van een volgend wettelijk besluit, met inbegrip van deze wet;

b)

is een verwijzing naar een afdeling een verwijzing naar een afdeling van deze wet, tenzij wordt vermeld dat naar een ander wettelijk besluit wordt verwezen, en

c)

is een verwijzing naar een onderafdeling, lid, punt of alinea een verwijzing naar de onderafdeling, het lid, het punt of de alinea van de bepaling, waarin de verwijzing voorkomt, tenzij wordt aangegeven dat een andere bepaling wordt bedoeld.

1.

De minister kan bij beschikking:

a)

evenementen als evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving aanwijzen, waarvoor in het algemeen belang aan een bevoegde omroeporganisatie het recht op verslaggeving via kosteloze televisie-uitzendingen moet worden verleend, en

b)

bepalen of verslaggeving via kosteloze televisie-uitzendingen van een krachtens punt a) aangewezen evenement zal plaatsvinden:

i)

rechtstreeks, uitgesteld of zowel rechtstreeks als uitgesteld, en

ii)

geheel, gedeeltelijk of zowel geheel als gedeeltelijk.

2.

De minister neemt bij een aanwijzing krachtens onderafdeling 1, onder a), alle omstandigheden in acht, met name de volgende criteria:

a)

in hoeverre voor het evenement bij het Ierse publiek bijzondere aandacht bestaat;

b)

in hoeverre het evenement een algemeen erkend, specifiek culturele betekenis heeft voor het Ierse publiek.

3.

De minister kan, om te kunnen vaststellen in hoeverre de criteria overeenkomstig onderafdeling 2 zijn nagekomen, de volgende criteria in overweging nemen:

a)

of een (nationale) ploeg of afzonderlijke Ierse sporters aan het evenement deelnemen;

b)

eerdere praktijk of ervaring met betrekking tot televisieverslaggeving van het evenement of soortgelijke evenementen.

4.

De minister overweegt bij het nemen van een besluit overeenkomstig onderafdeling 2, onder b), het volgende:

a)

de aard van het evenement;

b)

het tijdstip binnen de Ierse staat, waarop het evenement plaatsvindt;

c)

praktische omroeptechnische overwegingen.

5.

De minister kan bij beschikking een overeenkomstig deze afdeling uitgevaardigde beschikking herroepen of wijzigen.

6.

Alvorens een beschikking krachtens deze afdeling uit te vaardigen, te herroepen of te wijzigen, pleegt de minister overleg met de minister van Toerisme, Sport en Recreatie.

7.

Indien wordt voorgesteld een beschikking overeenkomstig deze afdeling uit te vaardigen, te herroepen of te wijzigen, wordt een ontwerp van de beschikking aan beide kamers van de Oireachtas (Parlement) voorgelegd en de beschikking wordt niet uitgevaardigd voordat beide kamers een resolutie hebben aanvaard tot goedkeuring van het ontwerp.

1.

Alvorens een beschikking overeenkomstig afdeling 2 uit te vaardigen:

a)

streeft de minister er naar vermogen naar overleg te plegen met de organisatoren van het evenement en met de omroeporganisaties die in de zin van Richtlijn 89/552/EEG onder de bevoegdheid van de Ierse staat vallen;

b)

publiceert hij in ten minste één landelijk dagblad in de Ierse staat een kennisgeving van een evenement dat hij krachtens die afdeling voornemens is aan te wijzen, en

c)

verzoekt hij het publiek om zijn mening aangaande het geplande evenement.

2.

Als niet kan worden vastgesteld wie de organisator van een evenement is of de organisator van een evenement of een onder de bevoegdheid van de Ierse staat vallende omroep niet ingaat op het verzoek van de minister om te reageren, vormt dit geen beletsel voor de uitvaardiging van een beschikking overeenkomstig afdeling 2.

1.

Indien een onder de bevoegdheid van de Ierse staat vallende omroeporganisatie, die geen bevoegde omroeporganisatie is, exclusieve rechten verwerft om een aangewezen evenement uit te zenden, mag zij het evenement niet uitzenden, tenzij overeenkomstig de beschikking krachtens afdeling 2 de uitzending van het evenement aan een bevoegde omroeporganisatie op verzoek en tegen billijke marktprijzen door de bevoegde omroeporganisatie aangeboden is.

2.

Indien een bevoegde omroeporganisatie de zendrechten voor een aangewezen evenement (overeenkomstig deze afdeling of rechtstreeks) verwerft, zendt zij dit door middel van een kosteloos televisieprogramma uit, dat vrijwel overal te ontvangen is in overeenstemming met de beschikking krachtens afdeling 2.

3.

In deze afdeling wordt onder „aangewezen evenement” een evenement verstaan dat bij een beschikking krachtens afdeling 2 is aangewezen.

5.   Indien een andere lidstaat een evenement als evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving in die lidstaat heeft aangewezen en de Europese Commissie in overeenstemming met artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG de andere lidstaten in kennis heeft gesteld van de door die lidstaat genomen maatregelen, mag geen onder de bevoegdheid van de Ierse staat vallende omroep, die de exclusieve zendrechten voor het aangewezen evenement verwerft, deze zodanig uitoefenen dat een belangrijk deel van het publiek in de desbetreffende lidstaat het evenement in overeenstemming met de genomen maatregelen niet kan volgen.

1.

Indien een omroeporganisatie (de „benadeelde omroeporganisatie”) aanvoert dat een op grond van afdeling 4 of 5 verboden activiteit of handeling wordt, is of zal worden verricht door één of meer andere omroeporganisaties (de „andere omroeporganisatie”), is de benadeelde omroeporganisatie gerechtigd zich tot het High Court te wenden om de volgende maatregelen te nemen tegen de andere omroeporganisatie:

a)

een aan de andere omroeporganisatie gericht verbod om de op grond van afdeling 4 of 5 verboden activiteit of handeling te verrichten;

b)

nietigverklaring van de overeenkomst waarbij de andere omroeporganisatie de exclusieve zendrechten voor het aangewezen evenement heeft verworven;

c)

schadevergoeding van de andere omroeporganisatie;

d)

gerechtelijk bevel om het recht op televisieverslaggeving van het evenement tegen billijke marktprijzen aan de benadeelde omroeporganisatie aan te bieden.

2.

Een beroep op het High Court ten behoeve van een verbod overeenkomstig onderafdeling 1 geschiedt door middel van een verzoekschrift. Bij de behandeling van de zaak kan deze gerechtelijke instantie eventueel een uitspraak in kort geding doen of een beslissing bij voorraad nemen.

1.

Als met het oog op het bepaalde in afdeling 4, onderafdeling 1, de omroepen geen overeenstemming kunnen bereiken over de vraag wat billijke marktprijzen ten aanzien van televisieverslaggeving van een evenement behelzen, kan elk van de omroepen een beroep in kort geding instellen bij het High Court ten behoeve van een beslissing betreffende een billijke marktprijs voor het desbetreffende evenement.

2.

Een beslissing krachtens onderafdeling 1 kan eventueel aanpassings- of aanvullende bepalingen bevatten als het High Court zulks passend acht.

8.   Deze wet kan worden aangehaald als Broadcasting (Major Events Television Coverage) Act, 1999 (Omroepwet 1999 (Televisie-uitzendingen van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving)).

Statutory Instruments (Wettelijke regelingen)

S.I. nr. 99 van 2003

Broadcasting (Major Events Television Coverage) Act 1999 (Designation of Major Events) Order

2003

Ik, Dermot Ahern, minister van Communicatie, Mariene en Natuurlijke Hulpbronnen, vaardig hierbij krachtens de mij bij afdeling 2, onderafdeling 1, van de Broadcasting (Major Events Television Coverage) Act 1999 (nr. 28 van 1999) en bij de Broadcasting (Transfer of Departmental Administration and Ministerial Functions) Order 2002 (S.I. nr. 302 van 2002) (zoals gewijzigd bij de Marine and Natural Resources (Alteration of Name of Department and Title of Minister) Order 2002 (S.I. nr. 307 van 2002)) verleende bevoegdheden, na overleg met de minister van Kunstzaken, Sport en Toerisme, zoals bepaald in onderafdeling 6 (zoals gewijzigd bij de Tourism, Sport and Recreation (Alteration of Name of Department, Title of Minister) Order 2002 (S.I. nr. 307 van 2002)) van die afdeling, de volgende beschikking uit op grond waarvan, overeenkomstig onderafdeling 7 van die afdeling, een ontwerp aan beide kamers van de Oireachtas (Parlement) is voorgelegd en door beide kamers een resolutie is aanvaard tot goedkeuring van het ontwerp:

1)

Deze beschikking kan worden aangehaald als de Broadcasting (Major Events Television Coverage) Act 1999 (Designation of Major Events) Order 2003 (Beschikking van 2003 op grond van de Omroepwet 1999 (Televisie-uitzendingen van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving)).

2)

De evenementen die zijn opgenomen in de bij deze beschikking gevoegde lijst zijn aangewezen als evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving waarvoor in het algemeen belang aan een bevoegde omroeporganisatie het recht op rechtstreekse verslaggeving via kosteloze televisie-uitzendingen moet worden verleend.

3)

Alle wedstrijden van het zeslandentoernooi rugby waaraan Ierland deelneemt, zijn aangewezen als evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving waarvoor in het algemeen belang aan een bevoegde omroeporganisatie het recht op uitgestelde verslaggeving via kosteloze televisie-uitzendingen moet worden verleend.

LIJST VAN EVENEMENTEN

Verordening 2

De Olympische zomerspelen

De Gaelic (All-Ireland Senior Inter-County) football en hurlingfinales

De wereld- en Europese kampioenschappen voetbal: de wedstrijden waaraan Ierland deelneemt

De wereld- en Europese kampioenschappen voetbal: openingswedstrijden, halve finales en finales

Het wereldkampioenschap rugby: de wedstrijden, waaraan door Ierland wordt deelgenomen

De Irish Grand National en de Irish Derby

De Nations Cup tijdens de Dublin Horse Show

VOORZIEN van mijn officiële zegel,

13 maart 2003.

DERMOT AHERN

Minister van Communicatie, Mariene en Natuurlijke Hulpbronnen.


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/24


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2007

inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door België zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

(2007/479/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten, (1) en met name op artikel 3 bis, lid 2,

Gezien het advies van het bij artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG ingestelde Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij schrijven van 10 december 2003 heeft België de Commissie in kennis gesteld van de maatregelen die ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden genomen.

(2)

De Commissie is, binnen een periode van drie maanden vanaf deze kennisgeving, nagegaan of deze maatregelen, met name de evenredigheid van de maatregelen en de transparantie van de nationale overlegprocedure, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(3)

Bij haar onderzoek heeft de Commissie de over het Belgische medialandschap beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

(4)

De lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving in de Belgische maatregelen was duidelijk en transparant opgesteld en er vond een uitgebreide raadpleging plaats in België.

(5)

De Commissie is ervan overtuigd dat de in de aangemelde Belgische maatregelen opgenomen evenementen aan minstens twee van de volgende criteria voldoen, die als betrouwbare indicatoren van het belang van evenementen voor de samenleving worden beschouwd: i) een bijzondere algemene weerklank binnen de lidstaat en niet alleen van belang voor diegenen die de sport of activiteit in kwestie gewoonlijk volgen; ii) een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking in de lidstaat, met name als katalysator van culturele identiteit; iii) deelname van de nationale ploeg aan het betrokken evenement in de context van een wedstrijd of toernooi van internationaal belang; en het feit dat het evenement traditioneel op de kosteloze televisie wordt uitgezonden en hoge kijkcijfers haalt.

(6)

Een aantal van de in de aangemelde Belgische maatregelen opgenomen evenementen, met inbegrip van de Olympische zomer- en winterspelen, alsmede de finales in het wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap voetbal (mannen), vallen binnen de categorie van evenementen die traditioneel beschouwd worden als van aanzienlijk belang voor de samenleving, zoals uitdrukkelijk vermeld in overweging 18 van Richtlijn 97/36/EG. Deze evenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in België omdat zij bijzonder populair zijn bij het algemene publiek en niet alleen bij diegenen die sportevenementen over het algemeen volgen.

(7)

Omdat de twee beste Belgische clubs normaal gesproken tegen elkaar uit komen in de finale om de Belgische voetbalbeker (mannen) en de winnaar met een trofee naar huis gaat (de beker), is deze wedstrijd ook bij diegenen die sportevenementen over het algemeen niet volgen zeer populair en vindt hij dus een bijzondere algemene weerklank in België.

(8)

De aangemelde voetbalevenementen waaraan wordt deelgenomen door nationale ploegen vinden een bijzondere algemene weerklank in België omdat zij Belgische ploegen de gelegenheid bieden het Belgisch voetbal op internationaal niveau te promoten.

(9)

De finales en de halve finales van de Champions League en de UEFA-beker vinden een bijzondere algemene weerklank in België gezien de populariteit van voetbal in België en het prestige van deze wedstrijden die gevolgd worden door het algemene publiek en niet alleen door diegenen die sportevenementen over het algemeen volgen.

(10)

Wielrennen op de weg is een populaire sport in België. Een deel van de Ronde van Frankrijk (mannen), het belangrijkste wielerevenement ter wereld, vindt plaats in België. Het kampioenschap van België wielrennen op de weg (mannen) vindt een bijzondere algemene weerklank in België omdat dit evenement de afsluiting vormt van het wielerseizoen voor beroepsrenners en gevolgd wordt door het algemene publiek en de Belgische media. De andere aangemelde wielerevenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in België als gevolg van de successen die de Belgische deelnemers gewoonlijk op internationaal niveau boeken. De aangemelde internationale wielerwedstrijden die plaatsvinden in België bieden tevens een gelegenheid om het land België te promoten.

(11)

De Memorial Ivo Van Damme die deel uitmaakt van de Golden League, vindt een bijzondere algemene weerklank in België omdat dit een internationaal atletiekevenement op hoog niveau is dat in België wordt gehouden ter nagedachtenis van een groot Belgisch atleet waarbij sport en muziek worden gecombineerd zodat het zeer populair is bij het algemene publiek.

(12)

De aangemelde onderdelen van het Wereldkampioenschap atletiek waaraan wordt deelgenomen door Belgische atleten vinden een bijzondere algemene weerklank in België omdat zij Belgische atleten een gelegenheid bieden zich op internationaal niveau met andere atleten te meten.

(13)

De Grote Prijs van België Formule 1 vindt een bijzondere algemene weerklank omdat deze een zeer mooi Belgisch circuit promoot dat deel uitmaakt van de nationale trots.

(14)

De aangemelde tenniswedstrijden waaraan wordt deelgenomen door nationale spelers of teams vinden een bijzondere algemene weerklank in België als gevolg van de successen van Belgische tennisspelers op internationaal niveau.

(15)

De finale van de Koningin Elisabethwedstrijd heeft een onmiskenbaar cultureel belang met name als katalysator van de Belgische culturele identiteit, als gevolg van de belangrijke bijdrage van Koningin Elisabeth en haar echtgenoot Koning Albert aan de Belgische geschiedenis en de extreem hoge kwaliteit en het wereldwijde belang van dat culturele evenement.

(16)

De aangemelde evenementen, met inbegrip van de evenementen die als één geheel en niet als een reeks individuele evenementen moeten worden beschouwd, worden traditioneel op kosteloze televisie uitgezonden en halen hoge kijkcijfers. In die gevallen waarin bij uitzondering geen specifieke kijkcijfers beschikbaar zijn (finales van het Europees kampioenschap voetbal) is opneming van het evenement in de lijst verder gerechtvaardigd als gevolg van het algemeen erkende, onmiskenbare culturele belang voor de Belgische bevolking, gezien de belangrijke bijdrage aan het onderling begrip tussen volkeren en het belang van voetbal voor de Belgische samenleving als geheel en voor de nationale trots omdat Belgische sportlieden de gelegenheid wordt geboden successen te boeken in deze belangrijke internationale wedstrijd.

(17)

De Belgische maatregelen blijken evenredig en rechtvaardigen, om de doorslaggevende reden van het publieke belang dat erin bestaat te zorgen voor brede toegang van het publiek tot uitzendingen van evenementen die van grote betekenis zijn voor de samenleving, een afwijking van de fundamentele vrijheid van dienstverlening van het EG-Verdrag.

(18)

De Belgische maatregelen zijn verenigbaar met de concurrentieregels van de EG voor zover de aanwijzing van gekwalificeerde omroeporganisaties voor het uitzenden van in de lijst opgenomen evenementen steunt op objectieve criteria die werkelijke en potentiële concurrentie mogelijk maken bij de verwerving van de rechten om deze evenementen uit te zenden. Bovendien is het aantal in de lijst opgenomen evenementen niet onevenredig waardoor de verdere concurrentie op de markt van downstream kosteloze en betaaltelevisie zou worden verstoord.

(19)

Nadat de Commissie de andere lidstaten de Belgische maatregelen had meegedeeld en na overleg met het op grond van artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité deelde de directeur-generaal voor onderwijs en cultuur België bij schrijven van 7 april 2004 mee dat de Europese Commissie niet voornemens was bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregelen.

(20)

De Belgische maatregelen werd in de Vlaamse Gemeenschap goedgekeurd op 28 mei 2004 en in de Franse Gemeenschap op 8 juni 2004.

(21)

Deze maatregelen werden bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie  (2) overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG.

(22)

Uit het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van het Hof van Justitie in zaak T-33/01, Infront WM tegen de Commissie, volgt dat de verklaring dat maatregelen die zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, een besluit vormt in de zin van artikel 249 van het EG-Verdrag, dat derhalve door de Commissie moet worden genomen. Bijgevolg moet bij dit besluit worden verklaard dat de door België aangemelde maatregelen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. De uiteindelijk door België genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen moeten overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad worden bekendgemaakt.

BESLUIT:

Artikel 1

De door België bij de Commissie op 10 december 2003 aangemelde maatregelen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 158 van 29 juni 2005, zijn verenigbaar met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 2

De uiteindelijk door België genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen worden overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

(2)  PB C 158 van 29.6.2005, blz. 13.


BIJLAGE

Bekendmaking overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

De door België genomen maatregelen die overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden bekendgemaakt, worden omschreven in de hiernavolgende passages van door achtereenvolgens de Franse en de Vlaamse Gemeenschappen goedgekeurde en in het Staatsblad gepubliceerd teksten:

voor de Franse Gemeenschap in het decreet betreffende de radio-omroep van 27 februari 2003 (MB nr. 137 van 17.4.2003) en het besluit van 8 juni 2004 (MB nr. 318 van 6.9.2004);

voor de Vlaamse Gemeenschap in het besluit van 25 januari 1995 (DVR nr. 1995-01-25/38) en het besluit van 28 mei 2004 (BS nr. 295 van 19.8.2004).

Een geconsolideerde lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor België is opgenomen in de overeenkomst die werd gesloten tussen de Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap op 28 november 2003:

FRANSE GEMEENSCHAP

„1.   Decreet betreffende de radio-omroep

[…]

Art. 4, lid 1

Na het advies van de Hoge Raad te hebben ingewonnen, kan de Regering de lijst vaststellen van de evenementen die zij van het hoogste belang acht voor het publiek van de Franse Gemeenschap. Voor die evenementen kan geen exclusiviteitsrecht worden verleend aan een uitgever van televisie-omroepdiensten of aan de RTBF, zodat een belangrijk deel van het publiek van die Gemeenschap geen toegang tot die evenementen zou hebben via een televisie-omroepdienst met vrije toegang.

De Regering bepaalt of die evenementen rechtstreeks of onrechtstreeks, volledig of gedeeltelijk, dienen te worden uitgezonden.

Art. 4, lid 2

Een evenement wordt geacht als van het hoogste belang voor het publiek van de Franse Gemeenschap als het beantwoordt aan ten minste twee criteria die hierna vermeld zijn:

1.

het evenement wekt een grote belangstelling bij het publiek van de Franse Gemeenschap in het algemeen en niet alleen bij het publiek dat een dergelijk evenement gewoonlijk volgt;

2.

het evenement is van cultureel belang, zoals dit globaal wordt erkend door het publiek van de Franse Gemeenschap, en werkt als een katalysator van zijn culturele identiteit;

3.

een belangrijke persoon of een nationale ploeg neemt deel aan het betrokken evenement in het kader van een zeer belangrijke internationale competitie of manifestatie;

4.

het evenement wordt traditioneel uitgezonden in een programma van een televisie-omroepdienst met vrije toegang in de Franse Gemeenschap en wekt de belangstelling van een breed publiek.

Na het advies van de Hoge Raad te hebben ingewonnen, stelt de Regering de nadere regels vast volgens welke de hierboven vermelde evenementen toegankelijk moeten worden gemaakt.

Art. 4, lid 3

Een televisie-omroepdienst wordt beschouwd als een dienst met vrije toegang, als hij in het Frans wordt uitgezonden en kan worden ontvangen door 90 % van de gezinnen die over een apparatuur beschikken voor ontvangst van televisie-omroepdiensten gelegen in het Frans taalgebied en in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Naast de technische kosten, kan de ontvangst van deze dienst niet afhankelijk worden gemaakt van een andere betaling dan de eventuele abonnementsprijs voor het basisaanbod van een kabeldistributiedienst.

Art. 4, lid 4

De uitgevers van televisie-omroepdiensten en de RTBF mogen geen exclusiviteitsrechten, die ze na 30 juli 1997 zouden hebben verworven, uitoefenen, waardoor ze de toegang, via een televisie-omroepdienst met vrije toegang, zouden beletten tot evenementen van het hoogste belang, waarvan de lijst werd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, aan een belangrijk deel van het publiek van een lidstaat van de Europese Unie.

Ze schikken zich naar de bijzondere voorwaarden die werden vastgesteld naar aanleiding van de bekendmaking van de voormelde lijsten en die betrekking hebben op de rechtstreekse, onrechtstreekse, volledige of gedeeltelijke toegang.

2.   Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van evenementen van het hoogste belang en tot vaststelling van de nadere regels voor de toegang ertoe voor het publiek

Artikel 1

Binnen de perken van dit besluit gebeurt de toegang van het publiek van de Franse Gemeenschap tot evenementen, rechtstreeks, onrechtstreeks, volledig of gedeeltelijk overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De dienstenuitgever van de televisie-omroep behorend tot de Franse Gemeenschap, die van plan is een exclusiviteitsrecht op heruitzending, dat hij verworven heeft voor een evenement van het hoogste belang, is ertoe gehouden dit uit te zenden via een programma van een televisie-omroepdienst met vrije toegang en overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

De dienstenuitgever van de televisie-omroep die het recht op rechtstreekse en volledige uitzending van een evenement verworven heeft, kan het evenement onrechtstreeks uitzenden via een programma van een televisie-omroepdienst met vrije toegang in de volgende gevallen:

het evenement gebeurt tussen 0 uur en 8 uur, Belgisch uur;

het evenement gebeurt tijdens de zendtijd van een algemeen nieuwsjournaal dat gewoonlijk voor deze uitgever wordt uitgezonden;

het evenement omvat elementen die gelijktijdig gebeuren.

Artikel 4

Dit besluit schept geen enkele verplichting om uit te zenden in hoofde van de RTBF en van de dienstenuitgevers van de televisie-omroep van de Franse Gemeenschap.

Artikel 5

De Minister tot wiens bevoegdheid de Audiovisuele sector behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juni 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap:

De Minister van de Audiovisuele sector,

O. CHASTEL

3.   Bijlage bij het besluit

Lijst van evenementen en categorieën evenementen van het hoogste belang en nadere regels voor de toegang ertoe voor het publiek:

 

de Olympische zomerspelen en winterspelen, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

de finale van de Beker van België voor voetbal, mannen, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

alle wedstrijden van het Belgische voetbalteam, mannen, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de eindronde van het wereldkampioenschap voetbal, mannen, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de eindronde van het Europees kampioenschap voetbal, mannen, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de wedstrijden van de Champions League waaraan een Belgisch clubteam deelneemt, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de wedstrijden voor de UEFA-Cup waaraan een Belgisch clubteam deelneemt, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de Ronde van Frankrijk voor beroepsrenners, mannen, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

Luik-Bastenaken-Luik, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

de Amstel Gold Race, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

de Ronde van Vlaanderen, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

Parijs-Roubaix, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

Milaan-San Remo, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

het kampioenschap van België wielrennen op de weg voor beroepsrenners, mannen, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

het wereldkampioenschap wielrennen op de weg voor beroepsrenners, mannen, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

de Memorial Ivo Van Damme, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de Grote Prijs van België Formule 1, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de volgende Grand Slam-tennistoernooien: Roland Garros en Wimbledon, alle kwartfinales, halve finales en finales met Belgische deelnemers, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

De Davis Cup en de Fed Cup, alle kwartfinales, halve finales en finales waaraan het Belgische team deelneemt, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd, rechtstreekse integrale verslaggeving;

 

de Waalse Pijl, rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen;

 

de wedstrijden van het wereldkampioenschap atletiek waaraan Belgische atleten deelnemen, rechtstreekse integrale verslaggeving.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 8 juni 2004.

De Minister van de Audiovisuele sector,

O. CHASTEL

VLAAMSE GEMEENSCHAP

„1.   Besluit van 25 januari 1995

Art. 76 § 1

De Vlaamse regering stelt een lijst op van evenementen die van aanzienlijk belang voor de samenleving worden geacht en die, om die reden, niet op een exclusieve basis zodanig mogen worden uitgezonden dat een belangrijk deel van het publiek in de Vlaamse Gemeenschap dergelijke evenementen niet via rechtstreekse of uitgestelde verslaggeving op de kosteloze televisie kan volgen.

De Vlaamse regering bepaalt of deze evenementen via volledige of gedeeltelijke rechtstreekse verslaggeving dan wel, waar nodig of passend om objectieve redenen van algemeen belang, via volledige of gedeeltelijke uitgestelde verslaggeving beschikbaar moeten zijn.

Art. 76 § 2

De televisieomroepen van of erkend door de Vlaamse Gemeenschap mogen de door hen verworven exclusieve rechten niet zodanig uitoefenen dat een belangrijk deel van het publiek in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap de door die andere lidstaat aangewezen evenementen, niet op de kosteloze televisie kan volgen via volledige of gedeeltelijke rechtstreekse verslaggeving dan wel, waar nodig of passend om objectieve redenen van openbaar belang, via volledige of gedeeltelijke uitgestelde verslaggeving, zoals door die andere lidstaat is bepaald.

2.   Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving

Overwegende dat een evenement als een evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving kan worden beschouwd wanneer aan 2 van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

1.

het evenement heeft een belangrijke algemene nieuwswaarde en ontlokt een brede interesse bij het publiek;

2.

het evenement vindt plaats in het kader van een belangrijke internationale competitie of is een wedstrijd waaraan de nationale ploeg, een Belgisch clubteam of één of meerdere Belgische sportman/-vrouw deelneemt;

3.

het evenement behoort tot een belangrijke sportdiscipline en heeft een belangrijke culturele waarde in de Vlaamse Gemeenschap;

4.

het evenement wordt traditioneel uitgezonden via kosteloze televisie en haalt hoge kijkcijfers in zijn categorie.

[…]

Artikel 1 § 1

De volgende evenementen worden beschouwd als een evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving:

1.

De Olympische zomerspelen;

2.

Voetbal (mannen): alle wedstrijden van de nationale ploeg en alle wedstrijden van de eindronde van de Wereldbeker en van het Europees kampioenschap;

3.

Champions League en UEFA-Cup:

de wedstrijden waaraan een Belgisch clubteam deelneemt;

halve finales en finales;

4.

De finale van de Beker van België voetbal (mannen);

5.

Wielrennen:

 

De Ronde van Frankrijk voor eliterenners (mannen): alle ritten;

 

De volgende wereldbekerwedstrijden: Milaan-San Remo, Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik, Amstel Gold Race, Parijs-Tours en Ronde van Lombardije;

 

Het kampioenschap van België en het wereldkampioenschap op de weg voor eliterenners (mannen);

6.

Veldrijden: het kampioenschap van België en het wereldkampioenschap voor eliterenners (mannen);

7.

Tennis:

 

Grand Slam-toernooien: alle wedstrijden met Belgische spelers/speelsters vanaf de kwartfinales en alle finales (enkelspel);

 

Davis- en Fed Cup: kwartfinales, halve finales en finales waaraan Belgische ploeg deelneemt;

8.

De Grote Prijs van België Formule 1;

9.

Atletiek: de Memorial Van Damme;

10.

De Koningin Elisabethwedstrijd.

Artikel 1 § 2

De evenementen bedoeld in 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10 zijn via volledige rechtstreekse verslaggeving beschikbaar.

De evenementen bedoeld in 1 en 5 en zijn via gedeeltelijke rechtstreekse verslaggeving beschikbaar.

Art. 2

De exclusieve rechten op de in artikel 1, § 1, vermelde evenementen kunnen niet zodanig worden uitgeoefend dat zij een belangrijk deel van de bevolking verhinderen deze evenementen te volgen op kosteloze televisie.

Een belangrijk deel van de bevolking in de Vlaamse Gemeenschap wordt geacht een evenement van aanzienlijk belang voor de samenleving op kosteloze televisie te kunnen volgen wanneer het evenement wordt uitgezonden door een televisieomroep die in het Nederlands uitzendt en die door ten minste 90 % van de bevolking kan worden ontvangen zonder extra betaling bovenop de prijs van het kabelabonnement.

Art. 3 § 1

Televisieomroepen die niet voldoen aan de bepalingen van artikel 2 en die exclusieve uitzendrechten voor uitzending in het Nederlandse taalgebied en het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad verwerven voor de subartikel 1, § 1, vermelde evenementen, kunnen deze rechten niet uitoefenen tenzij zij via afgesloten overeenkomsten kunnen waarborgen dat een belangrijk deel van de bevolking niet verhinderd zal worden deze evenementen te volgen op kosteloze televisie zoals bepaald in artikel 1, § 2, en artikel 2.

Art. 3 § 2

Televisieomroepen die exclusieve uitzendrechten hebben, kunnen sublicenties verlenen tegen redelijke marktprijzen en binnen tussen de omroepen in onderling overleg af te spreken termijnen aan omroepen die voldoen aan de bepalingen van artikel 2.

Art. 3 § 3

Indien geen enkele omroep bereid wordt gevonden om onder deze voorwaarden sublicenties te nemen, mag de betrokken omroep in afwijking van de bepalingen uit artikel 2 en artikel 3, § 1, alsnog gebruik maken van de verworven uitzendrechten.

Art. 4

De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering,

B. SOMERS

De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport,

M. KEULEN

Geconsolideerde lijst van belangrijke evenementen voor België

1.

De Olympische zomerspelen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

2.

De finale van de Beker van België voetbal, mannen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

3.

Alle wedstrijden van het Belgische voetbalteam, mannen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

4.

De eindronde van het wereldkampioenschap voetbal, mannen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

5.

De eindronde van het Europees kampioenschap voetbal, mannen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

6.

De wedstrijden van de Champions League waaraan een Belgisch clubteam deelneemt

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

7.

De wedstrijden voor de UEFA-Cup waaraan een Belgisch clubteam deelneemt

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

8.

De Ronde van Frankrijk voor beroepsrenners, mannen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

9.

Luik-Bastenaken-Luik

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

10.

De Amstel Gold Race

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

11.

De Ronde van Vlaanderen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

12.

Parijs-Roubaix

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

13.

Milaan-San Remo

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

14.

Het kampioenschap van België wielrennen op de weg voor beroepsrenners, mannen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

15.

Het wereldkampioenschap wielrennen op de weg voor beroepsrenners, mannen

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

Franse Gemeenschap: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

16.

De Memorial Ivo Van Damme

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

17.

De Grote Prijs van België Formule 1

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

18.

De volgende Grand Slam-tennistoernooien: Roland Garros en Wimbledon, alle kwartfinales, halve finales en finales met Belgische deelnemers

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

19.

De Davis Cup en de Fed Cup, alle kwartfinales, halve finales en finales waaraan het Belgische team deelneemt

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

20.

De finale van de Koningin Elisabethwedstrijd

Vlaamse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Franse Gemeenschap: rechtstreekse integrale verslaggeving

Evenementen die uitsluitend op de lijst van de Franse Gemeenschap staan:

1.

De Waalse Pijl: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

2.

De Olympische winterspelen: rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

3.

De wedstrijden van het wereldkampioenschap atletiek waaraan Belgische atleten deelnemen: rechtstreekse integrale verslaggeving

Evenementen die uitsluitend op de lijst van de Vlaamse Gemeenschap staan:

1.

De finales en halve finales van de Champions League: rechtstreekse integrale verslaggeving

2.

De finales en halve finales voor de UEFA-Cup: rechtstreekse integrale verslaggeving

3.

Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije (wielrennen): rechtstreekse verslaggeving en samenvattingen

4.

Het Belgisch en wereldkampioenschap veldrijden voor beroepsrenners, mannen: rechtstreekse integrale verslaggeving

5.

De volgende Grand Slam-tennistoernooien: de Australian en de US Open, alle kwartfinales, halve finales en finales met Belgische deelnemers: rechtstreekse integrale verslaggeving.


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/33


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2007

inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Frankrijk zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

(2007/480/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (1), en met name op artikel 3 bis, lid 2,

Gezien het advies van het bij artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG ingestelde comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij schrijven van 30 december 2003 heeft Frankrijk de Commissie in kennis gesteld van de maatregelen die ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden genomen.

(2)

De Commissie is, binnen een periode van drie maanden vanaf deze kennisgeving, nagegaan of deze maatregelen, met name de evenredigheid van de maatregelen en de transparantie van de nationale overlegprocedure, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(3)

Bij haar onderzoek heeft de Commissie de over het Franse medialandschap beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

(4)

De lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving die waren opgenomen in de lijst van Franse maatregelen, was duidelijk en transparant opgesteld en er vond een uitgebreide raadpleging plaats in Frankrijk.

(5)

De Commissie is ervan overtuigd dat de in de aangemelde Franse maatregelen opgenomen evenementen aan minstens twee van de volgende criteria voldoen, die als betrouwbare indicatoren van het belang van evenementen voor de samenleving worden beschouwd: i) een bijzondere algemene weerklank binnen de lidstaat en niet alleen van belang voor diegenen die de sport of activiteit in kwestie gewoonlijk volgen; ii) een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking in de lidstaat, met name als katalysator van culturele identiteit; iii) deelname van de nationale ploeg aan het betrokken evenement in de context van een wedstrijd of toernooi van internationaal belang, en iv) het feit dat het evenement traditioneel op de kosteloze televisie wordt uitgezonden en hoge kijkcijfers haalt.

(6)

Een belangrijk aantal van de in de aangemelde Franse maatregelen opgenomen evenementen, met inbegrip van de Olympische zomer- en winterspelen, de openingswedstrijd, de halve finales en de finale van het wereldkampioenschap voetbal, alsmede de halve finale en de finale van het Europees kampioenschap voetbal, vallen binnen de categorie van evenementen die traditioneel beschouwd worden als van aanzienlijk belang voor de samenleving, zoals uitdrukkelijk vermeld in overweging 18 van Richtlijn 97/36/EG. Deze evenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Frankrijk omdat zij bijzonder populair zijn bij het algemene publiek en niet alleen bij diegenen die sportevenementen over het algemeen volgen.

(7)

De andere aangemelde voetbalevenementen, waaronder de officiële wedstrijden van de Franse nationale voetbalploeg in het FIFA-programma, de finale van de UEFA-beker wanneer een Franse club die betrokken is bij een van de Franse kampioenschappen, speelt, de finale van de Franse voetbalbeker en de finale van de Champions League voetbal, vinden een bijzondere algemene weerklank in Frankrijk omdat voetbal de meest populaire sport is in dat land.

(8)

Rugby is een belangrijke sport die met name in het zuidwesten van Frankrijk, en derhalve in een groot deel van het land, hoge kijkcijfers haalt. De finale van het Franse rugbykampioenschap, de finale van de Europese rugbybeker wanneer daaraan wordt deelgenomen door een team uit een van de Franse kampioenschappen, het zeslanden-rugbytoernooi en de halve finales en de finale van het wereldkampioenschap rugby vinden derhalve een bijzondere algemene weerklank in Frankrijk.

(9)

De aangemelde tennisevenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Frankrijk omdat tennis de belangrijkste individuele sport is in die lidstaat.

(10)

De Franse Grand Prix Formule 1 vindt een bijzondere algemene weerklank in Frankrijk als gevolg van het belang van dit evenement voor de Franse raceauto-industrie.

(11)

De Ronde van Frankrijk (mannen) vindt een bijzondere algemene weerklank in Frankrijk en is van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking van Frankrijk als katalysator van de nationale culturele identiteit, omdat dit het belangrijkste wielerevenement ter wereld is. Dit evenement weerspiegelt de populariteit van wielrennen in Frankrijk en heeft belangrijke gevolgen voor het toerisme omdat deze ronde de gelegenheid biedt het land zelf te promoten.

(12)

De wielerklassieker Parijs-Roubaix vindt een bijzondere algemene weerklank in Frankrijk omdat deze deel uitmaakt van het Franse erfgoed.

(13)

De aangemelde basketbalevenementen zijn van algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Franse bevolking, met name als katalysator van de nationale culturele identiteit omdat basketbal een belangrijke factor is voor sociale cohesie in Frankrijk.

(14)

De aangemelde handbalevenementen hebben betrekking op wedstrijden waaraan de Franse nationale ploeg deelneemt, en zijn derhalve van aanzienlijk cultureel belang voor de Franse bevolking.

(15)

De wereldkampioenschappen atletiek zijn van algemeen erkend, onmiskenbaar belang voor de Franse bevolking, met name als katalysator van de nationale culturele identiteit, in het bijzonder gezien de successen die de Franse deelnemers gewoonlijk behalen.

(16)

De aangemelde evenementen worden traditioneel uitgezonden via kosteloze televisie en halen hoge kijkcijfers.

(17)

De aangemelde Franse maatregelen blijken evenredig en rechtvaardigen, om de doorslaggevende reden van het publieke belang dat erin bestaat te zorgen voor brede toegang van het publiek tot uitzendingen van evenementen die van grote betekenis zijn voor de samenleving, een afwijking van de fundamentele vrijheid van dienstverlening van het EG-Verdrag.

(18)

De aangemelde Franse maatregelen zijn verenigbaar met de concurrentieregels van de Europese Gemeenschap voor zover de aanwijzing van gekwalificeerde omroeporganisaties voor het uitzenden van in de lijst opgenomen evenementen steunt op objectieve criteria die werkelijke en potentiële concurrentie mogelijk maken bij de verwerving van de rechten om deze evenementen uit te zenden. Bovendien is het aantal in de lijst opgenomen evenementen niet onevenredig, waardoor de verdere concurrentie op de markt van downstream kosteloze en betaaltelevisie zou worden verstoord.

(19)

Nadat de Commissie de andere lidstaten de Franse maatregelen had meegedeeld en na overleg met het op grond van artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité, deelde de directeur-generaal voor Onderwijs en cultuur Frankrijk bij schrijven van 7 april 2004 mee, dat de Commissie niet voornemens was bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregelen.

(20)

De maatregelen werden door Frankrijk goedgekeurd op 22 december 2004.

(21)

Uit het arrest van het Gerecht van eerste aanleg in zaak T-33/01, Infront WM tegen de Commissie, volgt dat de verklaring dat maatregelen die zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht, een besluit vormt in de zin van artikel 249 van het EG-Verdrag, dat derhalve door de Commissie moet worden genomen. Bijgevolg moet bij dit besluit worden verklaard dat de door Frankrijk aangemelde maatregelen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. De uiteindelijk door Frankrijk genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen moeten overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt,

BESLUIT:

Artikel 1

De door Frankrijk bij de Commissie op 30 december 2003 aangemelde maatregelen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG zijn verenigbaar met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 2

De uiteindelijk door Frankrijk genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen worden overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).


BIJLAGE

Bekendmaking overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

De maatregelen die de Franse Republiek heeft getroffen en die overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552 moeten worden bekendgemaakt, luiden als volgt:

„Decreet nr. 2004-1392 van 22 december 2004 ter uitvoering van artikel 20-2 van wet nr. 68-1067 van 30 september 1986 betreffende de vrijheid van communicatie

De eerste minister,

Op basis van het verslag van de minister van Cultuur en communicatie,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten, gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997, met name artikel 3 bis;

Gelet op de Europese Overeenkomst inzake grensoverschrijdende televisie, die sinds 5 mei 1989 openstaat voor ondertekening, gewijzigd bij protocol, door het Comité van ministers van de Raad van Europa van 9 september 1998 vastgesteld en op 1 oktober 1998 voor aanvaarding door de partijen bij de Overeenkomst opengesteld, met name op artikel 9 bis, in samenhang met de wetten nr. 94-542 van 28 juni 1994 en nr. 2001-1210 van 20 december 2001 houdende goedkeuring daarvan en de decreten nr. 95-438 van 14 april 1995 en nr. 2002-739 van 30 april 2002 houdende publicatie daarvan;

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, ondertekend op 2 mei 1992 te Porto, en het protocol tot aanpassing daarvan, ondertekend op 17 maart 1993 te Brussel, met name bijlage X, in samenhang met wet nr. 93-1274 van 2 december 1993 houdende ratificatie daarvan en decreet nr. 94-43 van 1 februari 1994 houdende publicatie daarvan;

Gelet op wet nr. 86-1067 van 30 september 1986, zoals gewijzigd, betreffende de vrijheid van communicatie, met name op artikel 20-2;

Gezien het schrijven van de Commissie van 7 april 2004 inzake de door Frankrijk ingediende ontwerpmaatregelen ter uitvoering van artikel 3 bis van Richtlijn 89/552/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG;

Na de Raad van State (afdeling Binnenlandse zaken) te hebben gehoord,

BESLUIT:

Artikel 1 —   Het onderhavige decreet bepaalt de voorwaarden voor exclusieve uitzending van evenementen van aanzienlijk belang door televisieomroepen teneinde te voorkomen dat een belangrijk deel van het publiek verstoken blijft van de mogelijkheid deze te volgen via een vrij toegankelijke televisieomroepdienst.

Titel I

Voorschriften inzake de uitzending van evenementen van aanzienlijk belang op het Franse grondgebied

Artikel 2 —   In het kader van dit decreet wordt verstaan onder:

a)

„aanbieder van vrij toegankelijke televisieomroepdiensten”, elke aanbieder van televisieomroepdiensten voor de financiering waarvan geen bijdrage van de afnemers wordt verlangd en waarvan de uitzendingen door ten minste 85 % van de huishoudens in continentaal Frankrijk kunnen worden ontvangen;

b)

„aanbieder van televisieomroepdiensten met beperkte toegang”, elke aanbieder van een televisieomroepdienst die niet aan de twee onder a) gestelde voorwaarden voldoet.

Artikel 3 —   De lijst van evenementen zoals bedoeld in artikel 20-2 van voornoemde wet van 30 september 1986 luidt als volgt:

1.

de Olympische zomer- en winterspelen;

2.

de wedstrijden van het Franse voetbalteam die op het programma van de Internationale Voetbalfederatie (FIFA) staan;

3.

de openingswedstrijd, de halve finales en de finale van het wereldkampioenschap voetbal;

4.

de halve finales en de finale van het Europees kampioenschap voetbal;

5.

de finale van de UEFA-cup wanneer daaraan wordt deelgenomen door een team uit een van de Franse kampioenschappen;

6.

de finale van de Champions League voetbal;

7.

de finale van het Franse voetbalbekertoernooi;

8.

het zes landen-rugbytoernooi;

9.

de halve finales en de finale van het wereldkampioenschap rugby;

10.

de finale van het Franse rugbykampioenschap;

11.

de finale van het Europese rugbybekertoernooi wanneer daaraan wordt deelgenomen door een team uit een van de Franse kampioenschappen;

12.

de finales van het enkelspel, mannen en vrouwen, van het tennistoernooi van Roland Garros;

13

de halve finales en de finales van de Davis Cup en de Fed Cup wanneer daaraan wordt deelgenomen door het Franse tennisteam;

14.

de Grand Prix van Frankrijk Formule 1;

15.

de Tour de France wielrennen, mannen;

16.

de wielerklassieker „Parijs-Roubaix”;

17.

de finales van het Europees kampioenschap basketbal, mannen en vrouwen, wanneer daaraan wordt deelgenomen door het Franse team;

18.

de finales van het wereldkampioenschap basketbal, mannen en vrouwen, wanneer daaraan wordt deelgenomen door het Franse team;

19.

de finales van het Europees kampioenschap handbal, mannen en vrouwen, wanneer daaraan wordt deelgenomen door het Franse team;

20.

de finales van het wereldkampioenschap handbal, mannen en vrouwen, wanneer daaraan wordt deelgenomen door het Franse team;

21.

de wereldkampioenschappen atletiek.

Artikel 4 —   Wanneer een aanbieder van televisieomroepdiensten op het Franse grondgebied na 23 augustus 1997 de exclusieve uitzendrechten voor een van de in het vorige artikel genoemde evenementen van aanzienlijk belang heeft verworven, vormt dit geen beletsel voor uitzending van dit evenement door een aanbieder van vrij toegankelijke televisieomroepdiensten, waarbij deze uitzending dan integraal en rechtstreeks dient te zijn, behalve in de volgende gevallen:

1.

De uitzending van het in artikel 3, punt 15, bedoelde evenement mag worden beperkt tot hoogtepunten, op de voor dit evenement gebruikelijke wijze.

2.

De uitzending van de in artikel 3, punten 1 en 21, bedoelde evenementen mag worden beperkt tot fragmenten die representatief zijn voor de verscheidenheid van sporten en voor de deelnemende landen en mag, wanneer wedstrijden gelijktijdig plaatsvinden, ook via uitgestelde verslaggeving worden uitgezonden.

3.

Evenementen van aanzienlijk belang mogen eveneens via uitgestelde verslaggeving worden uitgezonden wanneer zij plaatsvinden tussen 0 uur en 6 uur, Franse tijd, mits de uitzending in Frankrijk vóór 10 uur begint.

Het feit dat een aanbieder van televisieomroepdiensten met beperkte toegang die van de afnemers een bijdrage vraagt voor uitzendingen welke onder de in artikel 2, onder a), van het onderhavige decreet bedoelde voorwaarden kunnen worden ontvangen, een evenement rechtstreeks integraal uitzendt, behoudens bovengenoemde afwijkingen, zonder de bijzondere toegangsvoorwaarden toe te passen, vormt geen beletsel voor de heruitzending van dit evenement van aanzienlijk belang door een vrij toegankelijke televisieomroepdienst.

Artikel 5 —   Teneinde uitzending van een evenement van aanzienlijk belang door een aanbieder van vrij toegankelijke televisieomroepdiensten onder de in artikel 4 bedoelde voorwaarden mogelijk te maken, dient een aanbieder van televisieomroepdiensten die de exclusieve rechten bezit op de gehele of gedeeltelijke uitzending van een evenement van aanzienlijk belang, maar die zelf niet in staat is zich aan deze voorwaarden te houden, met inachtneming van een redelijke termijn vóór het evenement, een aanbod te doen voor de overdracht van deze rechten en daaraan voldoende bekendheid te geven zodat de aanbieders van vrij toegankelijke televisieomroepdiensten op de hoogte zijn, waardoor dit evenement alsnog onder de in artikel 4 bedoelde voorwaarden kan worden uitgezonden. Dit aanbod dient te zijn gebaseerd op billijke, redelijke en niet-discriminerende marktvoorwaarden.

Indien geen enkele aanbieder van televisieomroepdiensten op dit aanbod ingaat door middel van een op billijke, redelijke en niet-discriminerende marktvoorwaarden gebaseerd voorstel, mag de aanbieder die de exclusieve uitzendrechten bezit, hiervan gebruikmaken zonder aan de voorwaarden van artikel 4 te voldoen.

TITEL II

Voorschriften inzake de uitzending van evenementen van aanzienlijk belang op het grondgebied van andere Europese staten

Artikel 6 —   Deze titel is van toepassing op onder Franse bevoegdheid vallende aanbieders van televisieomroepdiensten die op het grondgebied van een staat welke lid van de Europese Unie, partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of partij bij de Europese Overeenkomst inzake grensoverschrijdende televisie is, een evenement uitzenden dat door die staat als van aanzienlijk belang wordt beschouwd in de zin van de bepalingen van Richtlijn 89/552/EEG van 3 oktober 1989 en die de uitzendrechten daarvoor na 23 augustus 1997 hebben verworven.

Artikel 7 —   Aanbieders van onder Franse bevoegdheid vallende aanbieders van televisieomroepdiensten in een van de in artikel 6 bedoelde staten dienen zodanig gebruik te maken van de uitzendrechten voor een evenement dat door die staat van aanzienlijk belang wordt geacht, dat wordt voorkomen dat een belangrijk deel van het publiek verstoken blijft van de mogelijkheid om dit evenement rechtstreeks of niet-rechtstreeks te volgen via een aanbieder van vrij toegankelijke televisieomroepdiensten overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 bis van voornoemde richtlijn van 3 oktober 1989.

Artikel 8 —   Wanneer een onder Franse bevoegdheid vallende aanbieder van televisieomroepdiensten in een van de in artikel 6 bedoelde staten een evenement van aanzienlijk belang uitzendt, dient hij te voldoen aan de voorwaarden welke die staat heeft gesteld aan de uitzending van het evenement door aanbieders van televisieomroepdiensten.

Titel III

Slotbepalingen

Artikel 9 —   De Hoge Raad voor audiovisuele media kan op verzoek van een aanbieder van televisieomroepdiensten advies uitbrengen over de toepassingsvoorwaarden voor het onderhavige decreet.

Artikel 10 —   De Raad van State zal in een komend decreet de lijst vaststellen van evenementen van aanzienlijk belang en de voorwaarden voor de uitzending van televisieverslagen daarvan voor de overzeese departementen, Saint-Pierre-et-Miquelon, Mayotte, Nieuw-Caledonië, Frans Polynesië en de eilanden Wallis en Futuna, waarbij hij rekening houdt met de specifieke kenmerken van elk dezer gemeenschappen en met de technische bijzonderheden van televisieomroep in overzeese gebiedsdelen.

Artikel 11 —   De minister van Cultuur en communicatie en de minister van Overzeese gebiedsdelen worden belast, elk voor wat zijn specifieke bevoegdheden betreft, met de uitvoering van dit decreet, dat zal worden bekendgemaakt in het Staatsblad van de Franse Republiek.

Gedaan te Parijs, 22 december 2004.

Voor de eerste minister

Jean-Pierre RAFFARIN

De minister van cultuur en communicatie

Renaud DONNEDIEU DE VABRES

De minister van overzeese gebiedsdelen

Brigitte GIRARDIN.”


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/38


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2007

inzake de verenigbaarheid met de Gemeenschapswetgeving van maatregelen die door Finland zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

(2007/481/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (1), en met name op artikel 3 bis, lid 2,

Gezien het advies van het bij artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG ingestelde comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij schrijven van 22 september 2006, dat door de Commissie werd ontvangen op 2 oktober 2006, heeft Finland de Commissie in kennis gesteld van maatregelen die ingevolge artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden genomen.

(2)

De Commissie is, binnen een periode van drie maanden vanaf deze kennisgeving, nagegaan of deze maatregelen, met name de evenredigheid van de maatregelen en de transparantie van de nationale overlegprocedure, verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(3)

Bij haar onderzoek heeft de Commissie de over het Finse medialandschap beschikbare gegevens in aanmerking genomen.

(4)

De lijst van evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving in de Finse maatregelen was duidelijk en transparant opgesteld en er vond een uitgebreide raadpleging plaats in Finland.

(5)

De Commissie is ervan overtuigd dat de in de aangemelde Finse maatregelen opgenomen evenementen aan minstens twee van de volgende criteria voldoen, die als betrouwbare indicatoren van het belang van evenementen voor de samenleving worden beschouwd: i) een bijzondere algemene weerklank binnen de lidstaat en niet alleen van belang voor diegenen die de sport of activiteit in kwestie gewoonlijk volgen; ii) een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de bevolking in de lidstaat, met name als katalysator van culturele identiteit; iii) deelname van de nationale ploeg aan het betrokken evenement in de context van een wedstrijd of toernooi van internationaal belang, en iv) het feit dat het evenement traditioneel op de kosteloze televisie wordt uitgezonden en hoge kijkcijfers haalt.

(6)

Een belangrijk aantal van de in de aangemelde Finse maatregelen opgenomen evenementen, met inbegrip van de Olympische zomer- en winterspelen, de openingswedstrijd, de kwart- en halve finales, de finale en de wedstrijden van de Finse nationale ploeg in het wereldkampioenschap voetbal, vallen binnen de categorie van evenementen die traditioneel beschouwd worden als van aanzienlijk belang voor de samenleving, zoals uitdrukkelijk vermeld in overweging 18 van Richtlijn 97/36/EG. Deze evenementen vinden een bijzondere algemene weerklank in Finland omdat zij bijzonder populair zijn bij het algemene publiek en niet alleen bij diegenen die sportevenementen over het algemeen volgen.

(7)

Het door de Internationale IJshockey Federatie (IIHF) georganiseerde wereldkampioenschap ijshockey voor mannen vindt een bijzondere algemene weerklank omdat deze sport actief wordt beoefend door de Finse bevolking en een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang heeft voor de bevolking van deze lidstaat omdat het Finse team grote successen heeft geboekt in dit internationale toernooi. Gezien de specifieke organisatie zou het wereldkampioenschap ijshockey moeten worden beschouwd als één evenement waarin de wedstrijden tussen andere landen tevens van invloed zijn op de positie van teams waartegen Finland moet of zou kunnen spelen en op het algemene resultaat.

(8)

Het door de Internationale Ski Federatie (FIS) georganiseerde wereldkampioenschap Noords skiën (langlaufen, schansspringen en Noordse combinatie) vindt een bijzondere algemene weerklank en heeft een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Finse bevolking als katalysator van culturele identiteit aangezien Noords skiën in Finland de status van nationale sport geniet.

(9)

De in de lijst opgenomen atletiekevenementen, namelijk het door de Internationale Associatie van Atletiekfederaties (IAAF) georganiseerde wereldkampioenschap atletiek, en het door de Europese Atletiek Associatie (EAA) georganiseerde Europese kampioenschap atletiek hebben een algemeen erkend, onmiskenbaar cultureel belang voor de Finse bevolking als katalysator van culturele identiteit omdat de Finse topatleten die Finland internationaal vertegenwoordigen bij tal van individuele disciplines, in hun sporttak tot de wereldelite behoren.

(10)

De in de lijst opgenomen atletiekevenementen worden traditioneel op de kosteloze televisie uitgezonden en halen hoge kijkcijfers.

(11)

De Finse maatregelen blijken evenredig en rechtvaardigen, om de doorslaggevende reden van het publieke belang dat erin bestaat te zorgen voor brede publieke toegang tot uitzendingen van evenementen die van grote betekenis zijn voor de maatschappij, de afwijking van de fundamentele vrijheid van dienstverlening van het EG-Verdrag.

(12)

De Finse maatregelen zijn verenigbaar met de concurrentieregels van de Europese Gemeenschap voor zover de aanwijzing van gekwalificeerde omroeporganisaties voor het uitzenden van in de lijst opgenomen evenementen steunt op objectieve criteria die werkelijke en potentiële concurrentie mogelijk maken bij de verwerving van de rechten om deze evenementen uit te zenden. Bovendien is het aantal in de lijst opgenomen evenementen niet zo onevenredig dat de verdere concurrentie op de downstream kosteloze en betaaltelevisiemarkten verstoord wordt.

(13)

De evenredigheid van de Finse maatregelen wordt versterkt door het feit dat zij geen terugwerkende kracht hebben en derhalve geen impact hebben op de uitoefening van vóór de datum van hun inwerkingtreding verworven uitzendrechten voor in de lijst opgenomen evenementen.

(14)

De Commissie heeft de door Finland aangemelde maatregelen meegedeeld aan de andere lidstaten en de resultaten van de controle op 15 november 2006 gepresenteerd op de bijeenkomst van het ingevolge artikel 23 bis van Richtlijn 89/552/EEG opgerichte comité. Dit comité heeft op deze bijeenkomst een gunstig advies uitgebracht.

(15)

De Finse maatregelen zijn goedgekeurd op 22 februari 2007 en zijn op 1 maart 2007 in werking getreden,

BESLUIT:

Artikel 1

De door Finland overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van Richtlijn 89/552/EEG bij de Commissie op 22 september 2006 aangemelde maatregelen zijn verenigbaar met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 2

De uiteindelijk door Finland genomen en in de bijlage bij dit besluit vermelde maatregelen, worden overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 25 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).


BIJLAGE

Bekendmaking overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten

De door Finland genomen maatregelen die overeenkomstig artikel 3 bis, lid 2, van Richtlijn 89/552/EEG moeten worden bekendgemaakt luiden als volgt:

„BESLUIT VAN DE REGERING

inzake televisieomroepactiviteiten

Goedgekeurd in Helsinki op 22 februari 2007.

Overeenkomstig het besluit van de regering op voorstel van het ministerie van Vervoer en communicatie wordt het volgende besloten krachtens sectie 20, punt 3, van de Finse televisie- en radiowet (744/1998) van 9 oktober 1998, laatstelijk gewijzigd bij wet nr. 394/2003:

Sectie 1

Evenementen van belang voor de maatschappij

De volgende evenementen zijn van betekenis voor de maatschappij in Finland, zoals bedoeld in sectie 20, punt 3, van de Finse televisie- en radiowet (744/1998):

1.

De door het Internationaal Olympisch Comité (IOC) georganiseerde Olympische zomer- en winterspelen;

2.

De openingswedstrijd, kwartfinales, halve finales en finale van de door de FIFA (Wereldvoetbalbond) georganiseerde Wereldbeker voetbal, en de wedstrijden van de Finse ploeg;

3.

De openingswedstrijd, kwartfinales, halve finales en finale van het door de UEFA (Europese voetbalbond) georganiseerde Europees kampioenschap voetbal, en de wedstrijden van de Finse ploeg;

4.

Het door de Internationale IJshockey Federatie (IIHF) georganiseerde wereldkampioenschap ijshockey voor mannen;

5.

Het door de Internationale Ski Federatie (FIS) georganiseerde wereldkampioenschap Noords skiën;

6.

Het door de Internationale Associatie van Atletiekfederaties (IAAF) georganiseerde wereldkampioenschap atletiek;

7.

Het door de Europese Atletiekassociatie (EAA) georganiseerde Europese kampioenschap atletiek.

De openingswedstrijd, halve finales en finale van de Wereldbeker voetbal, en de wedstrijden van de Finse ploeg, de openingswedstrijd, halve finales en finale van het Europese kampioenschap voetbal, en de wedstrijden van de Finse ploeg, de halve finales en de finale van het wereldkampioenschap ijshockey voor mannen en de wedstrijden van de Finse ploeg, zoals bedoeld in punt 1 moeten geheel rechtstreeks worden uitgezonden.

De andere in sectie 1 vermelde evenementen kunnen geheel of gedeeltelijk al dan niet rechtstreeks worden uitgezonden.

Sectie 2

Dit decreet treedt op 1 maart 2007 in werking.

Dit decreet is niet van toepassing op exclusieve rechten die zijn verworven vóór de inwerkingtreding van dit decreet.

Gedaan te Helsinki, 22 februari 2007.

Susanna HUOVINEN

Minister van vervoer en communicatie

Ismo KOSONEN

Hoofd van een eenheid


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/42


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 9 juli 2007

betreffende de toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad wat betreft de controle op de verzekering tegen de aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3291)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/482/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (1), en met name op artikel 2, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 30 mei 2002 is een multilaterale overeenkomst, hierna „de overeenkomst” genoemd, gesloten tussen de nationale bureaus van verzekeraars van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte en andere geassocieerde staten. Deze overeenkomst is gehecht aan Beschikking 2003/564/EG van de Commissie van 28 juli 2003 betreffende de toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad wat betreft de controle op de verzekering tegen de aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (2), waarin de Commissie de datum heeft vastgesteld met ingang waarvan de lidstaten zouden afzien van het verrichten van controle op de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk gestald zijn op het grondgebied van één van de staten die partij zijn bij de overeenkomst en die hieraan zijn onderworpen. De overeenkomst is nadien met andere landen uitgebreid middels de goedkeuring van de addenda nrs. 1 en 2.

(2)

Op 8 maart 2007 hebben de nationale bureaus van verzekeraars van de lidstaten en die van Andorra, Kroatië, IJsland, Noorwegen en Zwitserland addendum nr. 3 bij de overeenkomst ondertekend waarbij de overeenkomst werd uitgebreid met het bureau van Bulgarije en Roemenië. Dit addendum bevat praktische afspraken met het oog op de opheffing van de verzekeringscontrole ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van Bulgarije en Roemenië zijn gestald en die onder het addendum vallen.

(3)

Derhalve is aan alle voorwaarden voldaan voor de opheffing van de controle op de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid overeenkomstig Richtlijn 72/166/EEG ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van Bulgarije en Roemenië zijn gestald,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Met ingang van 1 augustus 2007 zien de lidstaten af van het verrichten van controle op de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid ten aanzien van voertuigen die gewoonlijk op het grondgebied van Bulgarije en Roemenië zijn gestald en die vallen onder addendum nr. 3 van 8 maart 2007 bij de multilaterale overeenkomst tussen nationale bureaus van verzekeraars van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte en andere geassocieerde staten.

Artikel 2

De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de ter uitvoering van deze beschikking genomen maatregelen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2007.

Voor de Commissie

Charlie McCREEVY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 103 van 2.5.1972, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 14).

(2)  PB L 192 van 31.7.2003, blz. 23.


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/43


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 9 juli 2007

tot wijziging van Beschikking 2006/415/EG betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in Duitsland

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 3413)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/483/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name op artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2006/415/EG van de Commissie van 14 juni 2006 betreffende bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij pluimvee in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2006/135/EG (3) bevat bepaalde beschermende maatregelen, waaronder de instelling van gebieden A en B, om na een vermoedelijke of bevestigde uitbraak de verspreiding van deze ziekte te voorkomen.

(2)

Duitsland heeft de Commissie in kennis gesteld van een uitbraak van H5N1 in een hobbypluimveehouderij op zijn grondgebied en heeft passende maatregelen genomen zoals voorgeschreven in Beschikking 2006/415/EG, waaronder de instelling van gebieden A en B overeenkomstig artikel 4 van die beschikking.

(3)

De Commissie heeft deze maatregelen samen met Duitsland bekeken en geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteit van deze lidstaat ingestelde gebieden A en B op voldoende afstand van de plaats van de uitbraak liggen. Derhalve kunnen de gebieden A en B in Duitsland worden bevestigd en kan de duur van die regionalisatie worden vastgelegd.

(4)

Beschikking 2006/415/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen moeten opnieuw worden bezien op de eerstvolgende vergadering van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 2006/415/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2007.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 33); rectificatie in PB L 195 van 2.6.2004, blz. 12).

(2)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).

(3)  PB L 164 van 16.6.2006, blz. 51. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/454/EG (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 87).


BIJLAGE

De bijlage bij Beschikking 2006/415/EG wordt als volgt gewijzigd:

1.

De volgende tekst wordt toegevoegd aan deel A:

ISO-landcode

Lidstaat

Gebied A

Datum einde geldigheid art. 4, lid 4, onder b), iii)

Code (indien voorhanden)

Naam

DE

DUITSLAND

 

 

6.8.2007

 

 

 

ALLENDORF

ARNSGEREUTH

BAD BLANKENBURG

BECHSTEDT

CURSDORF

DEESBACH

DÖSCHNITZ

GRÄFENTHAL

LICHTE

LICHTENHAIN

MARKTGÖLITZ

MELLENBACH-GLASBACH

MEURA

OBERHAIN

OBERWEISSBACH

PIESAU

PROBSTZELLA

REICHMANNSDORF

ROHRBACH

SAALFELD

SAALFELDER HÖHE

SCHMIEDEFELD

SCHWARZBURG

SITZENDORF

UNTERWEISSBACH

WITTGENDORF

 

2.

De volgende tekst wordt toegevoegd aan deel B:

ISO-landcode

Lidstaat

Gebied B

Datum einde geldigheid art. 4, lid 4, onder b), iii)

Code (indien voorhanden)

Naam

DE

DUITSLAND

 

DRÖBISCHAU

KAULSDORF

KÖNIGSEE

LEUTENBERG

MEUSELBACH-SCHWARZMÜHLE

ROTTENBACH

RUDOLSTADT

6.8.2007


Rectificaties

10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/45


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad van 19 april 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

( Publicatieblad van de Europese Unie L 103 van 20 april 2007 )

Op bladzijde 5, artikel 9, letter a), cijfer i)

in plaats van:

„i)

de tegoeden of economische middelen niet worden gebruikt voor een betaling door een persoon, entiteit of lichaam genoemd in bijlage IV of V;”

te lezen:

„i)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een persoon, entiteit of lichaam genoemd in bijlage IV of V;”.


10.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 180/s3


BERICHT AAN DE LEZERS

Bij de laatste uitbreiding is er een situatie ontstaan waardoor bepaalde Publicatiebladen op 27, 29 en 30 december 2006 in een vereenvoudigde versie zijn verschenen, in de toen officiële talen van de Europese Unie.

Er is besloten om de in die Publicatiebladen bekendgemaakte besluiten opnieuw te publiceren in de vorm van rectificaties en in de gebruikelijke opmaak van het Publicatieblad.

Daarom verschijnen de Publicatiebladen waarin deze rectificaties voorkomen, slechts in de talen van vóór de uitbreiding. De vertalingen van de besluiten in de talen van de nieuwe lidstaten zullen in de bijzondere uitgave van het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen waarin de teksten van de instellingen en van de Europese Centrale Bank die vóór 1 januari 2007 zijn aangenomen, zijn opgenomen.

Hieronder is een concordantietabel weergegeven van de Publicatiebladen die op 27, 29 en 30 december 2006 zijn gepubliceerd, en de overeenkomstige rectificaties.

PB van 27 december 2006

Rectificatie in PB (2007)

L 370

L 30

L 371

L 45

L 373

L 121

L 375

L 70


PB van 29 december 2006

Rectificatie in PB (2007)

L 387

L 34


PB van 30 december 2006

Rectificatie in PB (2007)

L 396

L 136

L 400

L 54

L 405

L 29

L 407

L 44

L 408

L 47

L 409

L 36

L 410

L 40

L 411

L 27

L 413

L 50