ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
50e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
RICHTLIJNEN |
|
|
* |
Richtlijn 2007/28/EG van de Commissie van 25 mei 2007 tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de Richtlijnen 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van azoxystrobin, chloorfenapyr, folpet, iprodione, lambda-cyhalothrin, maleïnehydrazide, metalaxyl-M en trifloxystrobin ( 1 ) |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
26.5.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 576/2007 VAN DE COMMISSIE
van 25 mei 2007
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 26 mei 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 25 mei 2007 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
MA |
39,1 |
TR |
106,2 |
|
ZZ |
72,7 |
|
0707 00 05 |
JO |
151,2 |
TR |
139,8 |
|
ZZ |
145,5 |
|
0709 90 70 |
TR |
99,7 |
ZZ |
99,7 |
|
0805 10 20 |
EG |
46,5 |
IL |
42,8 |
|
MA |
46,7 |
|
ZZ |
45,3 |
|
0805 50 10 |
AR |
32,4 |
ZA |
66,9 |
|
ZZ |
49,7 |
|
0808 10 80 |
AR |
92,4 |
BR |
77,3 |
|
CL |
79,2 |
|
CN |
90,8 |
|
NZ |
113,7 |
|
US |
130,3 |
|
UY |
73,3 |
|
ZA |
96,0 |
|
ZZ |
94,1 |
|
0809 20 95 |
TR |
497,4 |
US |
325,0 |
|
ZZ |
411,2 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „andere oorsprong”.
26.5.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 577/2007 VAN DE COMMISSIE
van 25 mei 2007
betreffende de 32e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1898/2005, hoofdstuk II
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (2) kunnen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit hun interventievoorraden verkopen door middel van een permanente openbare inschrijving en kunnen zij steun toekennen voor room, boter en boterconcentraat. In artikel 25 van die verordening is bepaald dat in het licht van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld. Voorts is bepaald dat die prijs of steun kan worden gedifferentieerd volgens de bestemming van de boter, het vetgehalte ervan en de bijmengingsmethode. Het bedrag van de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1898/2005 bedoelde verwerkingszekerheid moet dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(2) |
Het onderzoek van de offertes heeft ertoe geleid geen gevolg te geven aan de inschrijving. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan de 32e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1898/2005, hoofdstuk II, wordt geen gevolg gegeven.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 26 mei 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).
26.5.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 578/2007 VAN DE COMMISSIE
van 25 mei 2007
betreffende de 32e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1898/2005, hoofdstuk III
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (2), houden de interventiebureaus een permanente openbare inschrijving voor de toekenning van steun voor boterconcentraat. In artikel 54 van die verordening is bepaald dat in het licht van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes een maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat met een vetgehalte van ten minste 96 % moet worden vastgesteld. |
(2) |
Een bestemmingszekerheid zoals bedoeld in artikel 53, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1898/2005 moet worden gesteld om de overname van het boterconcentraat door de detailhandel te waarborgen. |
(3) |
Het onderzoek van de offertes heeft ertoe geleid geen gevolg te geven aan de inschriijving. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan de 32e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1898/2005, hoofdstuk III, wordt geen gevolg gegeven.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 26 mei 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).
26.5.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 579/2007 VAN DE COMMISSIE
van 25 mei 2007
tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor boter voor de 64e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2771/1999
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10, onder c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (2) hebben interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter die in hun bezit zijn, te koop aangeboden door middel van een permanente openbare inschrijving. |
(2) |
Krachtens artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2771/1999 wordt op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen biedingen een minimumverkoopprijs vastgesteld of besloten geen boter toe te wijzen. |
(3) |
Gezien de ontvangen biedingen, dient een minimumverkoopprijs te worden vastgesteld. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 64e bijzondere inschrijving op grond van Verordening (EG) nr. 2771/1999, waarvoor de termijn voor het indienen van biedingen is verstreken op 22 mei 2007, wordt de minimumverkoopprijs voor boter vastgesteld op 265,50 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 26 mei 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2007.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 van de Commissie (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1802/2005 (PB L 290 van 4.11.2005, blz. 3).
RICHTLIJNEN
26.5.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135/6 |
RICHTLIJN 2007/28/EG VAN DE COMMISSIE
van 25 mei 2007
tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de Richtlijnen 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van azoxystrobin, chloorfenapyr, folpet, iprodione, lambda-cyhalothrin, maleïnehydrazide, metalaxyl-M en trifloxystrobin
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 10,
Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (2), en met name op artikel 7,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (3), en met name op artikel 4, lid 1, onder f),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG valt de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik op bepaalde gewassen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Deze toelating moet stoelen op een beoordeling van de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Bij deze beoordeling moet onder meer worden gekeken naar de blootstelling van toedieners en omstanders, de milieueffecten in bodem, water en lucht, en de gevolgen bij mens en dier van de consumptie van residuen op behandelde gewassen. |
(2) |
De maximumresidugehalten (MRL’s) worden vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk is en toxicologisch aanvaardbaar blijft, met name wat de geschatte opname via de voeding betreft. |
(3) |
De MRL’s voor onder de Richtlijnen 86/363/EEG en 90/642/EEG vallende bestrijdingsmiddelen moeten voortdurend worden bekeken en kunnen worden gewijzigd om rekening te houden met nieuwe of veranderde toepassingen. De Commissie is in kennis gesteld van nieuwe of gewijzigde toepassingen die zullen leiden tot andere gehalten aan residuen van azoxystrobin, chloorfenapyr, folpet, iprodione, lambda-cyhalothrin, maleïnehydrazide, metalaxyl-M en trifloxystrobin. |
(4) |
De levenslange blootstelling van de consument aan die bestrijdingsmiddelen via levensmiddelen die residuen daarvan kunnen bevatten, is beoordeeld en geëvalueerd volgens in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren (4). Op grond van deze beoordelingen en evaluaties moeten de MRL’s voor die bestrijdingsmiddelen zodanig worden vastgesteld dat de aanvaardbare dagelijkse inname niet wordt overschreden. |
(5) |
Voor chloorfenapyr, folpet en lambda-cyhalothrin bestaat een acute referentiedosis (ARfD) en is de acute blootstelling van de consument via elk levensmiddel dat residuen van deze bestrijdingsmiddelen kan bevatten volgens momenteel in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren beoordeeld. Er is rekening gehouden met het advies en de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité voor planten, met name over de bescherming van de consument van met bestrijdingsmiddelen behandelde levensmiddelen (5). Op grond van de beoordeling van de inname via de voeding moeten de MRL’s voor deze bestrijdingsmiddelen zodanig worden vastgesteld dat de ARfD niet wordt overschreden. Uit de beschikbare informatie voor de overige stoffen blijkt dat geen ARfD en dus ook geen beoordeling van de acute effecten nodig is. |
(6) |
Wanneer toegelaten toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen niet tot detecteerbare gehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in of op het levensmiddel leiden, wanneer er geen toegelaten toepassingen zijn, wanneer door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, of wanneer toepassingen in derde landen die leiden tot residuen in of op levensmiddelen die op de markt van de Gemeenschap verkrijgbaar kunnen zijn, niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, moeten de MRL’s op de ondergrens van de analytische bepaling worden vastgesteld. |
(7) |
Dat op communautair niveau voorlopige MRL’s worden vastgesteld of gewijzigd, neemt niet weg dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI bij die richtlijn voorlopige MRL’s voor maleïnehydrazide and trifloxystrobin kunnen vaststellen. Een periode van vier jaar wordt voldoende geacht om de ontwikkeling van andere toepassingen van deze stoffen mogelijk te maken. Daarna moeten de voorlopige communautaire MRL’s definitief worden. |
(8) |
De in de bijlagen bij de Richtlijnen 86/363/EEG en 90/642/EEG opgenomen MRL’s moeten daarom worden gewijzigd om te zorgen voor een degelijke bewaking van en controle op de toepassingen van de desbetreffende gewasbeschermingsmiddelen en om de consument te beschermen. Als in de bijlagen bij die richtlijnen reeds MRL’s zijn vastgesteld, moeten die worden gewijzigd. Als er nog geen MRL’s zijn bepaald, moeten die voor het eerst worden vastgesteld. |
(9) |
De Richtlijnen 86/363/EEG en 90/642/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 86/363/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.
Artikel 2
Richtlijn 90/642/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.
Artikel 3
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 26 november 2007 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 27 november 2007.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2007.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/27/EG van de Commissie (PB L 128 van 16.5.2007, blz. 31).
(2) PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/27/EG van de Commissie.
(3) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/25/EG van de Commissie (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 34).
(4) Richtsnoeren voor het voorspellen van de opname via de voeding van residuen van bestrijdingsmiddelen (herziene versie), opgesteld door GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).
(5) Opinion regarding questions relating to amending the annexes to Council Directives 86/362/EEC, 86/363/EEC and 90/642/EEC (uitgebracht op 14 juli 1998); Opinion regarding variable pesticide residues in fruit and vegetables (uitgebracht op 14 juli 1998); http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/scp/outcome_ppp_en.html
BIJLAGE I
In deel B van bijlage II bij Richtlijn 86/363/EEG wordt de volgende regel toegevoegd:
|
Maximumgehalte in mg/kg |
||
Residuen van bestrijdingsmiddelen |
voor vlees met inbegrip van vet, vleesbereidingen, eetbare slachtafvallen en dierlijke vetten, vermeld in bijlage I onder de posten ex 0201, 0202, 0203, 0204, 0205, 0206, 0207, ex 0208, 0209, 0210, 1601 en 1602 |
voor melk en melkproducten, vermeld in bijlage I onder de posten 0401, 0402, 0405 en 0406 |
voor verse eieren uit de schaal, voor vogeleieren en eigeel, vermeld in bijlage I onder de posten 0407 en 0408 |
„Maleïnehydride (2) |
vlees (met uitzondering van pluimvee) 0,05 (3), lever (met uitzondering van pluimvee) 0,05 (3), nieren (met uitzondering van pluimvee) 0,5 (3), andere 0,02 (1) (3) |
0,1 (3) |
(1) Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.
(2) De residudefinitie voor melk en melkproducten is: maleïnehydrazide en de conjugaten daarvan, uitgedrukt als maleïnehydrazide.
(3) Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.
(4) Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld tot en met 30 juni 2008 in afwachting van de indiening van gegevens door de aanvrager. Als op die datum nog geen gegevens zijn ontvangen, zal het MRL bij een richtlijn of een verordening worden ingetrokken.”
BIJLAGE II
In deel A van bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG worden de kolommen voor azoxystrobin, chloorfenapyr, folpet, iprodione, lambda-cyhalothrin, maleïnehydrazide, metalaxyl en trifloxystrobin vervangen door:
|
Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg) |
|||||||||
Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen van toepassing zijn |
Azoxystrobin |
Chloorfenapyr |
Folpet |
Iprodione |
Lambda-cyhalothrin |
Maleïnehydrazide |
Metalaxyl, inclusief andere mengsels van samenstellende isomeren, waaronder metalaxyl-M (som van de isomeren) |
Trifloxystrobin |
||
|
|
0,05 (1) |
|
|
|
|
|
|||
|
1 |
|
0,02 (1) |
|
|
|
0,5 |
0,3 (3) |
||
Grapefruits |
|
|
|
|
0,1 |
|
|
|
||
Citroenen |
|
|
|
5 (3) |
0,2 |
|
|
|
||
Limoenen |
|
|
|
|
0,2 |
|
|
|
||
Mandarijnen (inclusief clementines en andere kruisingen) |
|
|
|
1 (3) |
0,2 |
|
|
|
||
Sinaasappelen |
|
|
|
|
0,1 |
|
|
|
||
Pomelo’s |
|
|
|
|
0,1 |
|
|
|
||
Andere |
|
|
|
0,02 (1) |
|
|
|
|||
|
0,1 (1) |
|
0,02 (1) |
|
0,05 (1) |
|
0,05 (1) |
|||
Amandelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Paranoten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Cashewnoten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Kastanjes |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Kokosnoten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Hazelnoten |
|
|
|
0,2 (3) |
|
|
|
|
||
Macadamianoten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Pecannoten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Pijnboompitten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Pistaches (pimpernoten) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Walnoten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
0,05 (1) |
|
3 (2) |
5 (3) |
0,1 |
|
1 |
0,5 (3) |
||
Appelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Peren |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Kweeperen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
0,05 (1) |
|
|
3 (3) |
|
|
0,05 (1) |
|
||
Abrikozen |
|
|
|
|
0,2 |
|
|
1 (3) |
||
Kersen |
|
|
2 |
|
|
|
|
1 (3) |
||
Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen) |
|
|
|
|
0,2 |
|
|
1 (3) |
||
Pruimen |
|
|
|
|
|
|
|
0,2 (3) |
||
Andere |
|
|
0,02 (1) |
|
0,1 |
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
2 |
|
|
10 (3) |
0,2 |
|
|
5 (3) |
||
Tafeldruiven |
|
|
0,02 (1) |
|
|
|
2 |
|
||
Wijndruiven |
|
|
5 |
|
|
|
1 |
|
||
|
2 |
|
3 (2) |
15 (3) |
0,5 |
|
0,5 |
0,5 (3) |
||
|
|
|
|
10 (3) |
|
|
0,05 (1) |
|||
Bramen |
3 |
|
3 (2) |
|
|
|
|
|
||
Dauwbramen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Loganbessen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Frambozen |
3 |
|
3 (2) |
|
0,2 |
|
|
|
||
Andere |
0,05 (1) |
|
0,02 (1) |
|
0,02 (1) |
|
|
|
||
|
0,05 (1) |
|
|
10 (3) |
|
|
0,05 (1) |
|
||
Blauwe bosbessen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Veenbessen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Aalbessen (rood, zwart en wit) |
|
|
3 (2) |
|
0,1 |
|
|
1 (3) |
||
Kruisbessen |
|
|
3 (2) |
|
0,1 |
|
|
1 (3) |
||
Andere |
|
|
0,02 (1) |
|
0,02 (1) |
|
|
|||
|
0,05 (1) |
|
0,02 (1) |
0,2 |
|
0,05 (1) |
||||
|
|
|
0,02 (1) |
|
|
|
0,05 (1) |
|
||
Avocado’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bananen |
2 |
|
|
|
|
|
|
0,05 (3) |
||
Dadels |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vijgen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Kiwi’s |
|
|
|
5 (3) |
|
|
|
|
||
Kumquats |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Lychees |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Mango’s |
0,2 |
|
|
|
0,1 |
|
|
|
||
Olijven (tafelolijven) |
|
|
|
|
0,5 |
|
|
|
||
Olijven (olieproductie) |
|
|
|
|
0,5 |
|
|
|
||
Papaja’s |
0,2 |
|
|
|
|
|
|
1 (3) |
||
Passievruchten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Ananassen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Granaatappels |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
0,05 (1) |
|
|
0,02 (1) |
|
|
||||
|
|
0,05 (1) |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
0,02 (1) |
|
|
|
|
|
||
Rode bieten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Wortelen |
0,2 |
|
|
0,5 (3) |
|
30 (3) |
0,1 |
0,05 (3) |
||
Cassave |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Knolselderij |
0,3 |
|
|
|
0,1 |
|
|
|
||
Mierikswortel (peperwortel) |
0,2 |
|
|
0,5 (3) |
|
|
0,1 |
|
||
Aardperen (topinamboers) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Pastinaken |
0,2 |
|
|
0,5 (3) |
|
30 (3) |
0,1 |
|
||
Wortelpeterselie |
0,2 |
|
|
0,5 (3) |
|
|
|
|
||
Radijzen |
0,2 |
|
|
0,3 (3) |
0,1 |
|
0,1 |
|
||
Schorseneren |
0,2 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Bataten (zoete aardappelen) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Koolrapen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Rapen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Yams |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
0,05 (1) |
|
|
0,02 (1) |
0,05 (1) |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
||||
Knoflook |
|
|
|
0,2 (3) |
|
15 (3) |
0,5 |
|
||
Uien |
|
|
0,1 |
0,2 (3) |
|
15 (3) |
0,5 |
|
||
Sjalotten |
|
|
|
0,2 (3) |
|
15 (3) |
0,5 |
|
||
Bosuien |
2 |
|
|
3 (3) |
0,05 |
|
0,2 |
|
||
Andere |
0,05 (1) |
|
0,02 (1) |
0,02 (1) |
0,05 (1) |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
2 |
|
|
5 (3) |
|
|
|
|
||
Tomaten |
|
|
2 (2) |
|
0,1 |
|
0,2 |
0,5 (3) |
||
Pepers (paprika’s) |
|
|
|
|
0,1 |
|
0,5 |
|
||
Aubergines |
|
|
|
|
0,5 |
|
|
|
||
Okra’s |
|
|
|
|
0,1 |
|
|
|
||
Andere |
|
|
0,02 (1) |
|
0,02 (1) |
|
0,05 (1) |
|||
|
1 |
|
0,02 (1) |
2 (3) |
0,1 |
|
|
0,2 (3) |
||
Komkommers |
|
|
|
|
|
|
0,5 |
|
||
Augurken |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Courgettes |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
|
|
|
|
0,05 (1) |
|
||
|
0,5 |
|
1 |
1 (3) |
0,05 |
|
|
|
||
Meloenen |
|
|
|
|
|
|
0,2 |
0,3 (3) |
||
Pompoenen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Watermeloenen |
|
|
|
|
|
|
0,2 |
0,2 |
||
Andere |
|
|
|
|
|
|
0,05 (1) |
|||
|
0,05 (1) |
|
0,02 (1) |
0,05 |
|
0,05 (1) |
||||
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
0,5 |
|
0,02 (1) |
0,1 (3) |
0,1 |
|
0,2 |
|
||
Broccoli |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bloemkool |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
0,3 |
|
0,02 (1) |
|
|
|
|
|
||
Spruitjes |
|
|
|
0,5 (3) |
0,05 |
|
|
|
||
Sluitkool |
|
|
|
5 (3) |
0,2 |
|
1 |
|
||
Andere |
|
|
|
0,02 (1) |
|
0,05 (1) |
|
|||
|
5 |
|
0,02 (1) |
|
1 |
|
|
|
||
Chinese kool |
|
|
|
5 (3) |
|
|
|
|
||
Boerenkool |
|
|
|
|
|
|
0,2 |
|
||
Andere |
|
|
|
|
|
0,05 (1) |
|
|||
|
0,2 |
|
0,05 |
0,02 (1) |
|
0,05 (1) |
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
3 |
|
|
10 (3) |
|
|
|
|
||
Tuinkers |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Veldsla |
|
|
|
|
|
|
0,2 |
|
||
Sla |
|
|
2 |
|
0,5 |
|
2 |
|
||
Andijvie |
|
|
|
|
|
|
1 |
|
||
Rucola |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bladeren en stengels van koolsoorten, inclusief raapstelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
0,02 (1) |
|
1 |
|
0,05 (1) |
|
||
|
0,05 (1) |
|
|
0,5 |
|
0,05 (1) |
|
|||
Spinazie |
|
|
10 |
|
|
|
|
|
||
Snijbiet |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
0,02 (1) |
|
|
|
|
|
||
|
0,05 (1) |
|
0,02 (1) |
0,02 (1) |
|
0,05 (1) |
|
|||
|
0,2 |
|
0,02 (1) |
2 (3) |
0,02 (1) |
|
0,3 |
|
||
|
3 |
|
0,02 (1) |
10 (3) |
1 |
|
2 |
|
||
Kervel |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bieslook |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Peterselie |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bladselderij |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
0,05 (1) |
|
|||
Bonen (met peul) |
1 |
|
2 (2) |
5 (3) |
0,2 |
|
|
0,5 (3) |
||
Bonen (zonder peul) |
0,2 |
|
2 (2) |
|
|
|
|
|
||
Erwten (met peul) |
0,5 |
|
|
2 (3) |
0,2 |
|
|
|
||
Erwten (zonder peul) |
0,2 |
|
|
0,3 (3) |
0,2 |
|
|
|
||
Andere |
0,05 (1) |
|
0,02 (1) |
0,02 (1) |
|
|
||||
|
|
|
0,02 (1) |
|
|
|
||||
Asperges |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Kardoen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bleekselderij |
5 |
|
|
|
0,3 |
|
|
|
||
Knolvenkel |
|
|
|
|
0,3 |
|
|
|
||
Artisjokken |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Prei |
2 |
|
|
|
0,3 |
|
0,2 |
|
||
Rabarber |
|
|
|
0,2 (3) |
|
|
|
|
||
Andere |
0,05 (1) |
|
|
0,02 (1) |
|
0,05 (1) |
|
|||
|
0,05 (1) |
|
0,02 (1) |
|
0,05 (1) |
|||||
|
|
|
|
|
0,02 (1) |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
0,5 |
|
|
|
||
|
0,1 |
0,05 (1) |
0,02 (1) |
0,2 (3) |
0,02 (1) |
0,05 (1) |
||||
Bonen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Linzen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Erwten |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Lupinen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
0,1 (1) |
0,05 (1) |
|
0,05 (1) |
0,1 (1) |
||||
Lijnzaad |
|
|
|
0,5 (3) |
|
|
|
|
||
Pinda’s |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Papaverzaad |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Sesamzaad |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Zonnebloempitten |
|
|
|
0,5 (3) |
|
|
|
|
||
Kool- en raapzaad |
0,5 |
|
|
0,5 (3) |
|
|
|
|
||
Sojabonen |
0,5 |
|
|
|
|
|
|
|
||
Mosterdzaad |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Katoenzaad |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Hennepzaad |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andere |
0,05 (1) |
|
|
|
|
|
|
|||
|
0,05 (1) |
0,05 (1) |
0,1 |
0,02 (1) |
50 (3) |
0,05 (1) |
||||
Vroege aardappelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bewaaraardappelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
0,1 (1) |
50 |
0,05 (1) |
1 |
0,1 (1) |
|||||
|
20 |
0,1 (1) |
150 |
10 |
10 |
30 (3) |
(1) Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.
(2) Som van captan en folpet.
(3) Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.”.