ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 288

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
19 oktober 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1554/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1555/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1039/2006 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus van België, Tsjechië, Duitsland, Spanje, Ierland, Italië, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Zweden

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1556/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad wat de invoerregeling voor varkensvlees betreft (Gecodificeerde versie)

7

 

*

Verordening (EG) nr. 1557/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1952/2005 van de Raad met betrekking tot de registratie van de contracten en de mededeling van de gegevens in de sector hop

18

 

*

Verordening (EG) nr. 1558/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2799/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder

21

 

*

Verordening (EG) nr. 1559/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 tot vaststelling van minimumkwaliteitseisen waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap in het kader van de productiesteunregeling moeten voldoen (Gecodificeerde versie)

22

 

 

Verordening (EG) nr. 1560/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

26

 

 

Verordening (EG) nr. 1561/2006 van de Commissie van 18 oktober 2006 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

28

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Besluit van de Raad van 1 september 2006 betreffende de ondertekening, namens de Gemeenschap, van de Samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds

30

Samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds en de Republiek Korea, anderzijds

31

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/1


VERORDENING (EG) Nr. 1554/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 18 oktober 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

70,5

096

40,1

204

40,2

999

50,3

0707 00 05

052

99,9

096

30,8

999

65,4

0709 90 70

052

94,4

999

94,4

0805 50 10

052

58,2

388

61,8

524

57,7

528

59,9

999

59,4

0806 10 10

052

94,4

066

54,3

092

44,8

400

172,2

999

91,4

0808 10 80

388

79,6

400

105,1

404

100,0

800

176,1

804

138,9

999

119,9

0808 20 50

052

107,9

388

102,9

720

60,0

999

90,3


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/3


VERORDENING (EG) Nr. 1555/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1039/2006 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus van België, Tsjechië, Duitsland, Spanje, Ierland, Italië, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Zweden

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 40, lid 2, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De te koop aangeboden hoeveelheden die momenteel zijn vermeld in Verordening (EG) nr. 1039/2006 van de Commissie (2), zijn gebaseerd op de stand van de interventievoorraden op 30 juni 2006. Sindsdien hebben de interventiebureaus hoeveelheden verkocht en in Duitsland zijn er inmiddels geen interventievoorraden meer.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1539/2006 van de Commissie van 13 oktober 2006 tot vaststelling van een jaarprogramma voor de toewijzing aan de lidstaten van voor het begrotingsjaar 2007 te boeken financiële middelen voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap (3) is bepaald dat 33 224 ton suiker uit de interventievoorraden van de Gemeenschap moet worden genomen voor verstrekking in de lidstaten, zulks overeenkomstig bijlage I bij die verordening.

(3)

Bij de verkoop op de interne markt van de Gemeenschap door middel van een permanente openbare inschrijving moet met die hoeveelheden rekening worden gehouden.

(4)

Met het oog op een goed beheer van de hoeveelheden interventiesuiker dient te worden bepaald dat de lidstaten de daadwerkelijk verkochte hoeveelheid moeten meedelen.

(5)

Verordening (EG) nr. 1039/2006 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1039/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

2)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

De interventiebureaus van België, Tsjechië, Spanje, Ierland, Italië, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije en Zweden gaan, via een permanente openbare inschrijving, over tot de verkoop op de markt van de Gemeenschap van in totaal 899 896,41 ton suiker die voor interventie is aanvaard en beschikbaar is voor de verkoop op de interne markt. De betrokken hoeveelheid per lidstaat is opgenomen in bijlage I.”.

3)

Aan artikel 4 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Uiterlijk op de vijfde werkdag na de vaststelling door de Commissie van de minimumverkoopprijs delen de betrokken interventiebureaus de in het kader van de betrokken deelinschrijving daadwerkelijk verkochte hoeveelheid volgens het in bijlage III opgenomen model mee aan de Commissie.”.

4)

Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij de onderhavige verordening.

5)

Een bijlage III wordt toegevoegd waarvan de tekst is opgenomen in bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 187 van 8.7.2006, blz. 3.

(3)  PB L 283 van 14.10.2006, blz. 14.


BIJLAGE I

„BIJLAGE I

Lidstaten waarvan het interventiebureau suiker in voorraad heeft

Lidstaat

Interventiebureau

Voor verkoop op de interne markt beschikbare voorraad van het interventiebureau

België

Bureau d’intervention et de restitution belge

Rue de Trèves, 82

B-1040 Bruxelles

Tél. (32-2) 287 24 11

Fax (32-2) 287 25 24

28 648,00

Tsjechië

Státní zemědělský intervenční fond, oddělení pro cukr a škrob

Ve Smečkách 33

CZ-11000 PRAHA 1

Tél. (420) 222 87 14 27

Fax (420) 222 87 18 75

34 156,72

Spanje

Fondo Español de Garantía Agraria

Beneficencia, 8

E-28004 Madrid

Tel (34) 913 47 64 66

Fax (34) 913 47 63 97

77 334,00

Ierland

Intervention Section

On Farm Investment

Subsidies and Storage Division

Department of Agriculture and Food

Johnstown Castle Estate

Wexford

Ireland

Tel. (353) 536 34 37

Fax (353) 914 28 43

12 000,00

Italië

AGEA — Agenzia per le erogazioni in agricoltura

Ufficio ammassi pubblici e privati e alcool

Via Torino, 45

I-00185 Roma

Tel.: (39) 06 49 499 558

Fax: (39) 06 49 499 761

494 011,70

Hongarije

Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal (MVH), Budapest

(Agricultural and Rural Development Agency)

Soroksári út 22–24

H-1095 Budapest

Tél. (36-1) 219 62 13

Fax (36-1) 219 89 05 or (36-1) 219 62 59

141 942,90

Polen

Agencja Rynku Rolnego

Biuro Cukru

Dział Dopłat i Interwencji

Nowy Świat 6/12

00-400 Warszawa

Tel.: (48-22) 661 71 30

Faks: (48-22) 661 72 77

13 118,00

Slovenië

Agencija RS za kmetijske trge in razvoj podeželja

Dunajska 160

SI-1000 Ljubljana

Tel. (386-1) 580 77 92

Faks (386-1) 478 92 06

5 647,00

Slowakije

Podohospodarska platobna agentura

Oddelenie cukru a ostatných komodit

Dobrovičova, 12

SK – 815 26 Bratislava

Tél (4214) 58 24 32 55

Fax (4212) 53 41 26 65

34 000,00

Zweden

Jordbruksverket

Vallgatan 8

S-55182 Jönköping

Tfn: (46-36) 15 50 00

Fax: (46-36) 19 05 46

59 038,00”


BIJLAGE II

„BIJLAGE III

Voor de in artikel 4, lid 3, bedoelde mededeling aan de Commissie te gebruiken model

Formulier (1)

Deelinschrijving van … voor de verkoop van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus

Verordening (EG) nr. 1039/2006

1

2

Lidstaat die suiker uit de voorraad van het interventiebureau verkoopt

Daadwerkelijk verkochte hoeveelheid (in ton)


(1)  Per fax toe te zenden aan het volgende nummer: (32-2) 292 10 34.”


19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/7


VERORDENING (EG) Nr. 1556/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad wat de invoerregeling voor varkensvlees betreft

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (2), en met name op artikel 22,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1432/94 van de Commissie van 22 juni 1994 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector varkensvlees, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor varkensvlees en bepaalde andere landbouwproducten (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 774/94 zijn met ingang van 1 januari 1994 nieuwe jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor bepaalde producten van de sector varkensvlees. Deze contingenten worden voor onbepaalde tijd toegepast.

(3)

Er dient te worden gezorgd voor het beheer van de regeling via invoercertificaten. Te dien einde moeten met name de voorschriften betreffende de indiening van de aanvragen worden vastgesteld en moet worden bepaald welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten, in afwijking van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (5). Bovendien moet worden bepaald dat de certificaten na afloop van een bedenktijd worden afgegeven en dat eventueel de certificaataanvragen slechts voor een bepaald, uniform percentage van de gevraagde hoeveelheden worden aanvaard. In het belang van de aanvragers moet worden bepaald dat de certificaataanvragen kunnen worden ingetrokken nadat het bedoelde percentage is vastgesteld.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 774/94 is bepaald dat binnen de grenzen van een bepaalde hoeveelheid het douanerecht voor de invoer van bepaalde producten van de sector varkensvlees 0 % bedraagt. Met het oog op regelmatige invoer moet de genoemde hoeveelheid over een jaar worden gespreid.

(5)

Om de handel tussen de Gemeenschap en derde landen te vergemakkelijken, moet invoer van producten van de varkensvleessector worden toegestaan zonder verplichting om te importeren uit het land van oorsprong, dat evenwel voor statistische doeleinden in vak 8 van het invoercertificaat moet worden vermeld.

(6)

Om ervoor te zorgen dat de invoerregelingen naar behoren worden beheerd, heeft de Commissie nauwkeurige gegevens nodig van de lidstaten over de daadwerkelijk ingevoerde hoeveelheden. Omwille van de duidelijkheid mag voor de mededelingen van de lidstaten aan de Commissie over die hoeveelheden slechts één enkel model worden gebruikt.

(7)

Met het oog op een doeltreffend beheer van de bedoelde regeling, is het dienstig de zekerheid voor in het kader van de regeling afgegeven invoercertificaten vast te stellen. Vanwege het aan deze regeling inherente gevaar van speculatie in de sector varkensvlees, dienen de voorwaarden waarop de marktdeelnemers van de bedoelde regeling gebruik kunnen maken nauwkeurig te worden vastgesteld.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor elke invoer van in bijlage I bedoelde producten in de Gemeenschap in het kader van het in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 774/94 geopende tariefcontingent, moet een invoercertificaat worden overgelegd.

In bijlage I zijn de voor deze regeling in aanmerking komende hoeveelheden aangegeven, alsmede het percentage van het douanerecht.

Artikel 2

De in bijlage I vastgestelde hoeveelheid wordt als volgt over het jaar gespreid:

25 % voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart,

25 % voor de periode van 1 april tot en met 30 juni,

25 % voor de periode van 1 juli tot en met 30 september,

25 % voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december.

Artikel 3

Met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde invoercertificaten gelden de volgende bepalingen:

a)

de aanvrager moet een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn die bij de indiening van de aanvraag ten genoegen van de bevoegde instanties in de lidstaten kan aantonen dat hij sedert ten minste twaalf maanden werkzaam is op het gebied van de handel met derde landen in de sector varkensvlees; deze regeling geldt evenwel niet voor detailhandelszaken of restaurants die hun producten rechtstreeks aan de eindverbruiker verkopen;

b)

de certificaataanvraag moet het volgnummer bevatten en mag betrekking hebben op producten van twee verschillende GN-codes, van oorsprong uit één van de in deze verordening bedoelde landen; in dat geval worden alle GN-codes in vak 16 en de desbetreffende omschrijvingen in vak 15 opgegeven; de certificaataanvraag moet op ten minste 20 ton betrekking hebben en op ten hoogste 20 % van de hoeveelheid die beschikbaar is voor de betrokken in artikel 2 vermelde periode;

c)

op de certificaataanvraag en op het certificaat wordt in vak 8 het land van oorsprong vermeld;

d)

op de certificaataanvraag en op het certificaat moet in vak 20 een van de in bijlage II, deel A, genoemde vermeldingen worden aangebracht;

e)

op het certificaat moet in vak 24 een van de in bijlage II, deel B, genoemde vermeldingen worden aangebracht.

Artikel 4

1.   Certificaataanvragen kunnen alleen gedurende de eerste zeven dagen van de maand voorafgaand aan elke in artikel 2 genoemde periode worden ingediend.

2.   Certificaataanvragen zijn slechts ontvankelijk voor zover de aanvrager schriftelijk verklaart dat hij voor de betrokken periode en voor de in bijlage I bedoelde producten noch in de lidstaat waar de aanvraag wordt ingediend, noch in andere lidstaten, andere aanvragen heeft ingediend of zal indienen.

Wanneer dezelfde aanvrager meer dan één aanvraag voor de in bijlage I bedoelde producten indient, is geen van zijn aanvragen ontvankelijk.

Elke aanvrager mag evenwel meerdere aanvragen voor invoercertificaten indienen voor in bijlage I bedoelde producten, indien deze producten van oorsprong zijn uit verschillende landen. De aanvragen, die telkens slechts op één land van oorsprong betrekking mogen hebben, moeten gelijktijdig bij de bevoegde autoriteit van een lidstaat worden ingediend. Zij worden, wat betreft het in artikel 3, onder b), bedoelde maximum, en voor de toepassing van de in de tweede alinea van dit lid vervatte regel, als één enkele aanvraag beschouwd.

3.   De lidstaten delen de Commissie op de derde werkdag na de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen, voor elk van de betrokken producten, gegevens mee over de ingediende aanvragen. Deze mededeling omvat de lijst van de aanvragers en de aangevraagde hoeveelheden.

Alle mededelingen, ook de mededeling dat er geen aanvragen zijn ingediend, worden op de aangegeven werkdag langs elektronische weg toegezonden, met gebruikmaking van een formulier naar het model in bijlage III, wanneer er geen aanvragen zijn ingediend, en van formulieren naar het model in de bijlagen III en IV, wanneer er wel aanvragen zijn ingediend.

4.   De Commissie beslist zo spoedig mogelijk in welke mate aan de in artikel 3 bedoelde aanvragen gevolg kan worden gegeven.

Als de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd, groter zijn dan de beschikbare hoeveelheden, stelt de Commissie een uniform percentage vast en wordt van de aangevraagde hoeveelheden telkens dit uniform percentage aanvaard. Is het percentage lager dan 5 %, dan kan de Commissie besluiten geen gevolg te geven aan de aanvragen en de zekerheden onmiddellijk vrij te geven.

5.   De aanvrager mag zijn certificaataanvraag binnen tien werkdagen na de bekendmaking van het uniforme percentage in het Publicatieblad van de Europese Unie intrekken indien de toepassing van dit percentage resulteert in de vaststelling van een hoeveelheid die minder dan 20 ton bedraagt. De lidstaten brengen de Commissie daarvan op de hoogte uiterlijk vijf dagen na de intrekking van de certificaataanvraag en geven de zekerheid onmiddellijk vrij.

6.   De Commissie stelt de resterende hoeveelheid vast, die wordt toegevoegd aan de beschikbare hoeveelheid voor de volgende periode van hetzelfde jaar.

7.   De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.

8.   De afgegeven certificaten zijn in de hele Gemeenschap geldig.

9.   Vóór het einde van de vierde maand na elke in bijlage I genoemde jaarlijkse periode, doen de lidstaten aan de Commissie mededeling van de in de betrokken periode daadwerkelijk ingevoerde hoeveelheden van de onder deze verordening vallende producten.

Voor alle mededelingen, ook voor de mededeling dat er geen producten zijn ingevoerd, moet gebruik worden gemaakt van een formulier naar het model in bijlage V.

Artikel 5

Voor de toepassing van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 bedraagt de geldigheidsduur van de invoercertificaten 150 dagen vanaf de dag van feitelijke afgifte.

De geldigheidsduur van de certificaten verstrijkt evenwel in elk geval uiterlijk op 31 december van het jaar van afgifte.

Op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten zijn niet overdraagbaar.

Artikel 6

Voor elke aanvraag voor een invoercertificaat voor in bijlage I bedoelde producten moet een zekerheid van 20 EUR per 100 kg worden gesteld.

Artikel 7

De bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn van toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mag de in het kader van deze verordening ingevoerde hoeveelheid echter niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat aangegeven hoeveelheid. In vak 19 van het certificaat wordt daartoe het cijfer „0” ingevuld.

Artikel 8

Verordening (EG) nr. 1432/94 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VII.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 91 van 8.4.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2198/95 van de Commissie (PB L 221 van 19.9.1995, blz. 3).

(2)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(3)  PB L 156 van 23.6.1994, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 341/2005 (PB L 53 van 26.2.2005, blz. 28).

(4)  Zie bijlage VI.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 7).


BIJLAGE I

DOUANERECHT VASTGESTELD OP 0 %

(in ton)

Volgnummer

GN-code

1 januari t/m 31 december

09.4046

0203 19 13

0203 29 15

7 000


BIJLAGE II

DEEL A

In artikel 3, onder d), bedoelde vermeldingen:

:

in het Spaans

:

Reglamento (CE) no 1556/2006

:

in het Tsjechisch

:

Nařízení (ES) č. 1556/2006

:

in het Deens

:

Forordning (EF) nr. 1556/2006

:

in het Duits

:

Verordnung (EG) Nr. 1556/2006

:

in het Ests

:

Määrus (EÜ) nr 1556/2006

:

in het Grieks

:

Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1556/2006

:

in het Engels

:

Regulation (EC) No 1556/2006

:

in het Frans

:

règlement (CE) no 1556/2006

:

in het Italiaans

:

Regolamento (CE) n. 1556/2006

:

in het Lets

:

Regula (EK) Nr. 1556/2006

:

in het Litouws

:

Reglamentas (EB) Nr. 1556/2006

:

in het Hongaars

:

1556/2006/EK rendelet

:

in het Maltees

:

Ir-Regolament (KE) Nru 1556/2006

:

in het Nederlands

:

Verordening (EG) nr. 1556/2006

:

in het Pools

:

Rozporządzenie (WE) nr 1556/2006

:

in het Portugees

:

Regulamento (CE) n.o 1556/2006

:

in het Slowaaks

:

Nariadenie (ES) č. 1556/2006

:

in het Sloveens

:

Uredba (ES) št. 1556/2006

:

in het Fins

:

Asetus (EY) N:o 1556/2006

:

in het Zweeds

:

Förordning (EG) nr 1556/2006

DEEL B

In artikel 3, onder e), bedoelde vermeldingen:

:

in het Spaans

:

Derecho de aduana del 0 % en aplicación del Reglamento (CE) no 1556/2006

:

in het Tsjechisch

:

Clo stanoveno na 0 % podle nařízení (ES) č. 1556/2006

:

in het Deens

:

Told fastsat til 0 % i henhold til forordning (EF) nr. 1556/2006

:

in het Duits

:

Auf 0 v. H. festgesetzter Zoll gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1556/2006

:

in het Ests

:

Vastavalt määrusele (EÜ) nr 1556/2006 on kinnitatud 0 % tollimaks

:

in het Grieks

:

Δασμός καθοριζόμενος σε 0 % κατ’ εφαρμογή του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1556/2006

:

in het Engels

:

Customs duty fixed at 0 % pursuant to Regulation (EC) No 1556/2006

:

in het Frans

:

droit de douane fixé à 0 % en application du règlement (CE) no 1556/2006

:

in het Italiaans

:

Dazio doganale fissato allo 0 % in applicazione del regolamento (CE) n. 1556/2006

:

in het Lets

:

Noteikts 0 % muitas nodoklis, ievērojot Regulu (EK) Nr. 1556/2006

:

in het Litouws

:

0 % muitas, nustatytas pagal Reglamentą (EB) Nr. 1556/2006

:

in het Hongaars

:

0 %-os vámtétel a(z) 1556/2006/EK rendelet alapján

:

in het Maltees

:

Rata ta’ dazju doganali ffissat għal 0 % skond ir-Regolament (KE) Nru 1556/2006

:

in het Nederlands

:

Douanerecht 0 % op grond van Verordening (EG) nr. 1556/2006

:

in het Pools

:

Cło ustalone na poziomie 0 % na podstawie Rozporządzenia (WE) nr 1556/2006

:

in het Portugees

:

Direito aduaneiro fixado em 0 %, nos termos do Regulamento (CE) n.o 1556/2006

:

in het Slowaaks

:

Clo stanovené na úrovni 0 % podľa nariadenia (ES) č. 1556/2006

:

in het Sloveens

:

0 % dajatev v skladu z Uredbo (ES) št. 1556/2006

:

in het Fins

:

Tulliksi vahvistettu 0 % asetuksen (EY) N:o 1556/2006 mukaisesti

:

in het Zweeds

:

Tullsats fastställd till 0 % i enlighet med Förordning (EG) nr 1556/2006


BIJLAGE III

Mededeling in de zin van Verordening (EG) nr. 1556/2006, artikel 4, lid 3

Aanvraag van invoercertificaten

Toe te zenden door de lidstaten op het volgende e-mailadres:

AGRI-IMP-PORK@ec.europa.eu

of per fax (32-2) 292 17 39

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

DG AGRI.D.2 — Tenuitvoerlegging van marktmaatregelen

Sector varkensvlees

Aanvraag van invoercertificaten waarvoor het douanerecht op 0 % is vastgesteld

Datum

Periode

Lidstaat:

Afzender:

Contactpersoon:

Telefoon:

Fax:

E-mailadres:

 

 


Volgnummer

Aangevraagde hoeveelheid (in ton per product)

09.4046

 


BIJLAGE IV

Mededeling in de zin van Verordening (EG) nr. 1556/2006, artikel 4, lid 3

Aanvraag van invoercertificaten

Toe te zenden door de lidstaten op het volgende e-mailadres:

AGRI-IMP-PORK@ec.europa.eu

of per fax (32-2) 292 17 39

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

DG AGRI.D.2 — Tenuitvoerlegging van marktmaatregelen

Sector varkensvlees

Aanvraag van invoercertificaten waarvoor het douanerecht op 0 % is vastgesteld

Datum

Periode

Lidstaat:

 

 


Volgnummer

GN-code

Aanvrager (naam en adres)

Aangevraagde hoeveelheid

(in ton)

09.4046

 

 

 

Totaal (in ton) per product

 


BIJLAGE V

Mededeling in de zin van Verordening (EG) nr. 1556/2006, artikel 4, lid 9

Daadwerkelijk ingevoerde hoeveelheden

Toe te zenden door de lidstaten op het volgende e-mailadres:

AGRI-IMP-PORK@ec.europa.eu

of per fax (32-2) 292 17 39

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

DG AGRI.D.2 — Tenuitvoerlegging van marktmaatregelen

Sector varkensvlees

Lidstaat:


Volgnummer

Daadwerkelijk ingevoerde hoeveelheid

Land van oorsprong

 

 

 


BIJLAGE VI

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 1432/94 van de Commissie

(PB L 156 van 23.6.1994, blz. 14)

 

Verordening (EG) nr. 1593/95 van de Commissie

(PB L 150 van 1.7.1995, blz. 94)

 

Verordening (EG) nr. 2068/96 van de Commissie

(PB L 277 van 30.10.1996, blz. 12)

 

Verordening (EG) nr. 1377/2000 van de Commissie

(PB L 156 van 29.6.2000, blz. 30)

 

Verordening (EG) nr. 1006/2001 van de Commissie

(PB L 140 van 24.5.2001, blz. 13)

Uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr. 2083/2004 van de Commissie

(PB L 360 van 7.12.2004, blz. 12)

Uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr. 341/2005 van de Commissie

(PB L 53 van 26.2.2005, blz. 28)

Uitsluitend artikel 1


BIJLAGE VII

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EG) nr. 1432/94

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, eerste alinea

Artikel 2

Artikel 2, tweede alinea

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 2, eerste alinea, eerste zin

Artikel 4, lid 2, eerste alinea

Artikel 4, lid 2, eerste alinea, tweede zin

Artikel 4, lid 2, tweede alinea

Artikel 4, lid 2, eerste alinea, derde en vierde zin en tweede alinea

Artikel 4, lid 2, derde alinea

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 4, eerste en tweede alinea

Artikel 4, lid 4, eerste en tweede alinea

Artikel 4, lid 4, derde alinea

Artikel 4, lid 5

Artikel 4, lid 4, vierde alinea

Artikel 4, lid 6

Artikel 4, lid 5

Artikel 4, lid 7

Artikel 4, lid 6

Artikel 4, lid 8

Artikel 4, lid 7

Artikel 4, lid 9

Artikelen 5, 6 en 7

Artikelen 5, 6 en 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9

Bijlage I

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage II

Bijlage III

Bijlage III

Bijlage IV

Bijlage IV

Bijlage V

Bijlage VI

Bijlage VII


19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/18


VERORDENING (EG) Nr. 1557/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

houdende vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1952/2005 van de Raad met betrekking tot de registratie van de contracten en de mededeling van de gegevens in de sector hop

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1952/2005 van de Raad van 23 november 2005 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 1696/71, (EEG) nr. 1037/72, (EEG) nr. 879/73 en (EEG) nr. 1981/82 (1), en met name op artikel 17, vierde en vijfde streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1952/2005 moet, met het oog op duidelijkheid en rationaliteit, Verordening (EEG) nr. 776/73 van de Commissie van 20 maart 1973 betreffende de registratie van de contracten en de mededeling van de gegevens in de sector hop (2), worden ingetrokken en vervangen door een nieuwe tekst.

(2)

In artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1952/2005 is bepaald dat elk contract voor de levering van hop in de Gemeenschap tussen een producent of geassocieerde producenten, enerzijds, en een koper, anderzijds, wordt geregistreerd door organen die daartoe door elke producerende lidstaat zijn aangewezen. Bijgevolg moeten de voorschriften voor deze registratie worden vastgesteld.

(3)

Voor leveringen op grond van op voorhand gesloten contracten als bedoeld in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1952/2005, bestaat de mogelijkheid dat zij, met name met betrekking tot de hoeveelheid, niet in overeenstemming zijn met de overeengekomen bepalingen. Om exacte informatie te verkrijgen over de afzet van hop moeten derhalve ook deze leveringen worden geregistreerd.

(4)

Om de registratie van op voorhand gesloten contracten te vergemakkelijken is het dienstig te bepalen dat zij schriftelijk moeten worden gesloten en aan het door de lidstaat aangewezen orgaan moeten worden meegedeeld.

(5)

Voor andere dan de op voorhand gesloten contracten is het aangewezen dat, bij gebrek aan andere bewijsstukken, de registratie ervan plaatsvindt op basis van duplicaten van de vereffende facturen voor de gedane leveringen.

(6)

In artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1952/2005 is bepaald dat de lidstaten en de Commissie elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens verstrekken. De voorschriften voor deze mededelingen moeten derhalve worden vastgesteld.

(7)

Aangezien in Ierland geen hop meer wordt geproduceerd, moet, met het oog op duidelijkheid en rationaliteit, Verordening (EEG) nr. 1375/75 van de Commissie van 29 mei 1975 betreffende de voorwaarden voor erkenning van organisaties van hopproducenten in Ierland (3) worden ingetrokken.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor hop,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Alleen de contracten betreffende hop die op het grondgebied van de betrokken lidstaat is geoogst, moeten worden geregistreerd op grond van artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1952/2005.

Artikel 2

Het door de lidstaat overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1952/2005 aangewezen orgaan verricht de registratie van alle gedane leveringen, waarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen de op voorhand gesloten contracten als bedoeld in artikel 14, lid 2, van voornoemde verordening, en de andere contracten.

Artikel 3

De op voorhand gesloten contracten worden schriftelijk opgesteld. Een exemplaar van elk op voorhand gesloten contract wordt binnen een maand na de datum waarop het is gesloten, door de producent of de erkende producentengroepering toegezonden aan het in artikel 2 bedoelde orgaan.

Artikel 4

Andere dan de op voorhand gesloten contracten worden geregistreerd op basis van een duplicaat van de vereffende factuur die door de verkoper moet worden toegezonden aan het in artikel 2 bedoelde orgaan.

De verkoper kan deze duplicaten toezenden naarmate de leveringen plaatsvinden, dan wel in één keer, maar in elk geval vóór 15 maart.

Artikel 5

Voor elke oogst delen de lidstaten, uiterlijk op 15 april van het jaar dat volgt op het betrokken oogstjaar, de in de bijlage vastgestelde gegevens langs elektronische weg mee aan de Commissie.

Artikel 6

De Verordeningen (EEG) nr. 776/73 en (EEG) nr. 1375/75 worden ingetrokken.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 317 van 3.12.2005, blz. 29.

(2)  PB L 74 van 22.3.1973, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1516/77 (PB L 169 van 7.7.1977, blz. 12).

(3)  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 27.


BIJLAGE

HOP: op voorhand gesloten contracten en oogstbalans

Uiterlijk op 15 april van het jaar dat volgt op het oogstjaar aan de Commissie mee te delen gegevens

 

Oogst:

 

Lidstaat die de aangifte doet:

 

Bittere hop

Aromatische hop

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

1.

HOEVEELHEID HOP WAARVOOR OP VOORHAND CONTRACTEN ZIJN GESLOTEN VOOR DE BETROKKEN OOGST (in ton)

Image

Image

 

2.   

GELEVERDE HOP:

2.1.   

Op grond van op voorhand gesloten contracten

2.1.1.

Geleverde hoeveelheid (in ton)

 

 

 

2.1.2.

Gemiddelde prijs (1) (EUR per kg (2))

 

 

 

2.2.   

Op grond van andere contracten

2.2.1.

Geleverde hoeveelheid (in ton)

 

 

 

2.2.2.

Gemiddelde prijs (1) (EUR per kg (2))

 

 

 

2.3.

Totale geleverde hoeveelheid (in ton)

 

 

 

3.

HOEVEELHEID NIET-VERKOCHTE HOP (in ton)

 

 

 

4.   

ALFAZUUR:

4.1.

Opbrengst aan alfazuur (in ton)

 

 

 

4.2.

Gemiddeld alfazuurgehalte (in %)

 

 

 

5.   

OPPERVLAKTE HOP (in hectare):

5.1.

Totale geoogste oppervlakte

 

 

 

5.2.

Totaal nieuwe aanplantingen (oogstjaar)

 

 

 

6.

NAAM VAN DE LANDBOUWERS DIE HOP PRODUCEREN

Image

Image

 

7.

HOEVEELHEID HOP WAARVOOR OP VOORHAND CONTRACTEN ZIJN GESLOTEN VOOR DE VOLGENDE OOGST (in ton)

Image

Image

 


(1)  Prijs af bedrijf.

(2)  Lidstaten die gebruikmaken van de nationale valuta, passen de omrekeningskoers toe die geldt op 1 januari van het jaar dat volgt op de oogst.


19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/21


VERORDENING (EG) Nr. 1558/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2799/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie (2) zijn de steunbedragen vastgesteld voor ondermelk en mageremelkpoeder die voor voederdoeleinden worden gebruikt, rekening houdend met de in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 genoemde factoren. Gezien de stijging van de marktprijs voor mageremelkpoeder op de interne markt, de stijging van de marktprijzen voor concurrerende eiwitten, de verminderde aanvoer van mageremelkpoeder en de gunstige prijssituatie in de kalversector moeten deze steunbedragen worden vastgesteld op nul zolang de huidige situatie aanhoudt.

(2)

Verordening (EG) nr. 2799/1999 moet derhalve dienovereenkomstig worden aangepast.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2799/1999 wordt vervangen door:

„1.   Het steunbedrag wordt vastgesteld op:

a)

0,00 EUR per 100 kg ondermelk met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 35,6 %;

b)

0,00 EUR per 100 kg ondermelk met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 31,4 % maar minder dan 35,6 %;

c)

0,00 EUR per 100 kg mageremelkpoeder met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 35,6 %;

d)

0,00 EUR per 100 kg mageremelkpoeder met een eiwitgehalte over de vetvrije droge stof van ten minste 31,4 % maar minder dan 35,6 %.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1018/2006 (PB L 183 van 5.7.2006, blz. 12).


19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/22


VERORDENING (EG) Nr. 1559/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

tot vaststelling van minimumkwaliteitseisen waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap in het kader van de productiesteunregeling moeten voldoen

(Gecodificeerde versie)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte produkten op basis van groenten en fruit (1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 2319/89 van de Commissie van 28 juli 1989 tot vaststelling van minimumkwaliteitseisen waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap in het kader van de productiesteunregeling moeten voldoen (2) is ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Bij artikel 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2201/96 is een productiesteunregeling ingesteld voor bepaalde in bijlage I bij die verordening genoemde producten.

(3)

De vast te stellen minimumkwaliteitseisen hebben ten doel te voorkomen dat producten worden geproduceerd waarnaar geen vraag bestaat of waardoor de markt zou worden verstoord. Deze eisen moeten zijn gebaseerd op traditionele en bonafide fabricageprocédés.

(4)

De bij deze verordening vastgestelde kwaliteitseisen zijn uitvoeringsbepalingen die een aanvulling vormen op Verordening (EG) nr. 1535/2003 van de Commissie van 29 augustus 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de steunregeling voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit betreft (4).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte producten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de minimumkwaliteitseisen vastgesteld waaraan Williams- en Rochaperen op siroop en/of natuurlijk vruchtensap, hierna volgens de definitie van artikel 2, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1535/2003 „peren op siroop en/of natuurlijk vruchtensap” genoemd, moeten voldoen.

Artikel 2

Voor de vervaardiging van peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap mogen alleen peren van de soort Pyrus Communis L., variëteiten Williams en Rocha, worden gebruikt. Het basisproduct moet vers, gezond en schoon zijn, en geschikt voor verwerking.

Het basisproduct mag, voordat het voor de vervaardiging van peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap wordt gebruikt, gekoeld zijn.

Artikel 3

1.   Peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap worden vervaardigd in een van de in lid 2 vermelde presentatievormen.

2.   Voor de toepassing van deze verordening worden de presentatievormen voor peren als volgt omschreven:

a)

„hele vruchten”: hele vruchten met of zonder steel waarvan het klokhuis niet is verwijderd;

b)

„halve vruchten”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in twee ongeveer gelijke delen zijn gesneden;

c)

„kwarten”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in vier ongeveer gelijke delen zijn gesneden;

d)

„schijfjes”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in meer dan vier wigvormige delen zijn gesneden;

e)

„dobbelsteentjes”: vruchten waarvan het klokhuis is verwijderd en die in kubusachtige delen zijn gesneden.

3.   Elke recipiënt met peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap mag slechts één presentatievorm bevatten en moet bestaan uit vruchten of delen daarvan van vrijwel gelijke grootte. In de recipiënt mogen geen andere soorten fruit voorkomen.

4.   De kleur van de peren op siroop en/of natuurlijk vruchtensap dient kenmerkend te zijn voor de variëteit Williams of de variëteit Rocha. Een lichtroze verkleuring wordt niet als een gebrek beschouwd. Peren met bijzondere ingrediënten worden geacht de kenmerkende kleur te vertonen wanneer geen abnormale verkleuring wegens de onderscheiden gebruikte ingrediënten wordt vastgesteld.

5.   Peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap moeten vrij zijn van vreemde bestanddelen van niet-plantaardige oorsprong, alsmede van vreemde smaak en geur. De vruchten moeten vlezig zijn en mogen variëren in zachtheid, maar ze mogen noch uitzonderlijk zacht, noch uitzonderlijk stevig zijn.

6.   Peren op siroop en/of natuurlijk vruchtensap moeten nagenoeg vrij zijn van:

a)

vreemde bestanddelen van plantaardige oorsprong;

b)

schil;

c)

gesmette exemplaren.

Hele vruchten, halve vruchten en kwarten moeten nagenoeg vrij zijn van mechanisch beschadigde exemplaren.

Artikel 4

1.   Vruchten of delen daarvan worden geacht van nagenoeg gelijke grootte te zijn wanneer het gewicht van het grootste exemplaar in een recipiënt niet meer bedraagt dan tweemaal het gewicht van het kleinste exemplaar.

Indien een recipiënt minder dan 20 exemplaren bevat, mag één exemplaar buiten beschouwing worden gelaten. Bij het bepalen van het grootste en het kleinste exemplaar worden gebroken exemplaren buiten beschouwing gelaten.

2.   Peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap worden geacht aan de in artikel 3, lid 6, bepaalde voorwaarden te voldoen, wanneer de volgende toleranties niet worden overschreden:

 

Presentatievorm

Hele en halve vruchten en kwarten

Andere

Gesmette exemplaren

15 % in aantal

1,5 kg

Mechanisch beschadigde exemplaren

10 % in aantal

niet van toepassing

Schil

100 cm2 totale oppervlakte

100 cm2 totale oppervlakte

Vreemde bestanddelen van plantaardige oorsprong:

 

 

klokhuis

10 exemplaren

10 exemplaren

losse perenpitten

80

80

ander materiaal, met inbegrip van los klokhuismateriaal

60 stuks

60 stuks

Voor zover de toleranties niet zijn vastgesteld als een percentage in aantal, gelden zij per 10 kg netto uitlekgewicht.

Bij „hele vruchten” worden klokhuizen niet als een gebrek beschouwd.

3.   Voor de toepassing van lid 2 wordt verstaan onder:

a)

„gesmette exemplaren”: vruchten met verkleurde oppervlakte of met vlekjes die duidelijk contrasteren met de overheersende kleur en die tot in het vruchtvlees kunnen doorlopen, inzonderheid kneuzingen, schimmelaantastingen en donkere verkleuringen;

b)

„mechanisch beschadigde exemplaren”: exemplaren die zijn uiteengevallen in afzonderlijke delen, waarbij het geheel van dergelijke delen dat gelijk is aan de omvang van een volledig exemplaar wordt beschouwd als één exemplaar, of exemplaren waarbij de correcties te groot zijn en die diepe insnijdingen van het oppervlak vertonen die de aanblik wezenlijk schaden;

c)

„schil”: zowel schil die vastzit aan het vruchtvlees van de peer als schil die los in de recipiënt wordt aangetroffen;

d)

„vreemde bestanddelen van plantaardige oorsprong”: plantaardige bestanddelen die niet van de vrucht zelf afkomstig zijn of die aan het vruchtvlees vastzaten, maar die tijdens de verwerking hadden moeten worden verwijderd, in het bijzonder klokhuis, perenpitten, stelen en bladeren, alsmede delen daarvan. Schil wordt hierbij evenwel buiten beschouwing gelaten;

e)

„klokhuis”: het al dan niet aan de vrucht vastzittende weefsel van het klokhuis, met of zonder pitten, of delen daarvan. Stukjes klokhuis worden als één exemplaar beschouwd, wanneer het totaal van dergelijke delen ongeveer gelijk is aan de helft van een klokhuis;

f)

„losse perenpitten”: pitten die geen deel uitmaken van het klokhuis, maar die zich los in de recipiënt bevinden.

Artikel 5

1.   De peren en de siroop en/of het natuurlijk vruchtensap in een recipiënt moeten ten minste 90 % van de watercapaciteit van de recipiënt innemen.

2.   Het netto uitlekgewicht van de vruchten moet gemiddeld ten minste gelijk zijn aan de volgende percentages van de in gram uitgedrukte watercapaciteit van de recipiënt:

Presentatievorm

Recipiënten met een nominale watercapaciteit van

425 ml of meer

minder dan 425 ml

Hele vruchten

50

46

Halve vruchten

54

46

Kwarten

56

46

Schijfjes

56

46

Dobbelsteentjes

56

50

3.   Voor peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap in glazen recipiënten wordt 20 ml van de watercapaciteit afgetrokken alvorens de in de leden 1 en 2 bedoelde percentages worden berekend.

4.   Op elke recipiënt wordt ter aanduiding van de datum en het jaar van productie en de verwerker een merk aangebracht. Dit merk, dat mag zijn gecodeerd, dient te zijn goedgekeurd door de bevoegde instanties van de lidstaat waar de producten worden vervaardigd.

Deze instanties kunnen ten aanzien van het merken aanvullende voorschriften vaststellen.

Artikel 6

De verwerker gaat gedurende de verwerkingsperiode dagelijks en met geregelde tussenpozen na of de peren op siroop en/of op natuurlijk vruchtensap voldoen aan de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen. Van de uitslag van de verificatie wordt aantekening gehouden.

Artikel 7

Verordening (EEG) nr. 2319/89 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2004 van de Commissie (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 25).

(2)  PB L 220 van 29.7.1989, blz. 51. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 996/2001 (PB L 139 van 23.5.2001, blz. 9).

(3)  Zie bijlage I.

(4)  PB L 218 van 30.8.2003, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1663/2005 (PB L 267 van 12.10.2005, blz. 22).


BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met de wijziging ervan

Verordening (EEG) nr. 2319/89 van de Commissie

(PB L 220 van 29.7.1989, blz. 51)

 

Verordening (EG) nr. 996/2001 van de Commissie

(PB L 139 van 23.5.2001, blz. 9)

uitsluitend artikel 2


BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 2319/89

De onderhavige verordening

Artikelen 1 tot en met 4

Artikelen 1 tot en met 4

Artikel 5, leden 1, 2 en 3

Artikel 5, leden 1, 2 en 3

Artikel 5, lid 4, eerste en tweede zin

Artikel 5, lid 4, eerste alinea

Artikel 5, lid 4, derde zin

Artikel 5, lid 4, tweede alinea

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8, eerste alinea

Artikel 8

Artikel 8, tweede alinea

Bijlage I

Bijlage II


19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/26


VERORDENING (EG) Nr. 1560/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2006/2007 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1552/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 55 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 179 van 1.7.2006, blz. 36.

(4)  PB L 287 van 18.10.2006, blz. 30.


BIJLAGE

Met ingang van 19 oktober 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

25,13

3,75

1701 11 90 (1)

25,13

8,97

1701 12 10 (1)

25,13

3,61

1701 12 90 (1)

25,13

8,54

1701 91 00 (2)

32,66

8,90

1701 99 10 (2)

32,66

4,54

1701 99 90 (2)

32,66

4,54

1702 90 99 (3)

0,33

0,33


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/28


VERORDENING (EG) Nr. 1561/2006 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2006

betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (2),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2247/2003 van de Commissie van 19 december 2003 houdende bepalingen ter uitvoering, in de sector rundvlees, van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) (3), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2247/2003 kunnen voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië invoercertificaten worden afgegeven. De invoer mag evenwel de voor ieder van de betrokken uitvoerende derde landen vastgestelde hoeveelheid niet overschrijden.

(2)

Voor producten van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië overstijgen de hoeveelheden, uitgedrukt in vlees zonder been, waarvoor van 1 tot en met 10 oktober 2006 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2247/2003 certificaten zijn aangevraagd, niet de voor deze landen beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg kunnen voor de aangevraagde hoeveelheden invoercertificaten worden afgegeven.

(3)

De hoeveelheden, waarvoor met ingang van 1 november 2006 certificaten kunnen worden aangevraagd binnen de totale hoeveelheid van 52 100 t, dienen te worden vastgesteld.

(4)

Er dient op te worden gewezen dat deze verordening Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (4) onverlet laat,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hieronder vermelde lidstaten geven op 21 oktober 2006 voor de onderstaande hoeveelheden producten van de sector rundvlees, uitgedrukt in vlees zonder been, van oorsprong uit sommige staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, invoercertificaten af voor de daarbij vermelde landen van oorsprong:

 

Duitsland:

100 t van oorsprong uit Botswana,

270 t van oorsprong uit Namibië;

 

Verenigd Koninkrijk:

100 t van oorsprong uit Botswana,

100 t van oorsprong uit Namibië.

Artikel 2

Certificaataanvragen kunnen overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2247/2003 in de eerste tien dagen van de maand november 2006 worden ingediend voor de volgende hoeveelheden rundvlees zonder been:

Botswana:

14 159 t,

Kenia:

142 t,

Madagaskar:

7 579 t,

Swaziland:

3 363 t,

Zimbabwe:

9 100 t,

Namibië:

7 122 t.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 21 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.

(3)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 37. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1118/2004 (PB L 217 van 17.6.2004, blz. 10).

(4)  PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

19.10.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 288/30


BESLUIT VAN DE RAAD

van 1 september 2006

betreffende de ondertekening, namens de Gemeenschap, van de Samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds

(2006/700/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 133 en 170, in samenhang met de eerste zin van de eerste alinea van artikel 300, lid 2,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft onderhandeld over een samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS), hierna de „overeenkomst” genoemd, met de Republiek Korea.

(2)

De op 12 januari 2006 geparafeerde overeenkomst moet worden ondertekend onder voorbehoud van de eventuele sluiting ervan op een later tijdstip,

BESLUIT:

Artikel 1

De Samenwerkingsovereenkomst betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (GNSS) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds, wordt namens de Gemeenschap ondertekend, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.

De tekst van de overeenkomst is aan deze beschikking gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen onder voorbehoud van sluiting.

Gedaan te Brussel, 1 september 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

E. TUOMIOJA


SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

betreffende een civiel mondiaal satellietnavigatiesysteem (Civil Global Navigation Satellite System) (GNSS) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds en de Republiek Korea, anderzijds

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna de „Gemeenschap” genoemd),

en

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK ESTLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK LETLAND,

DE REPUBLIEK LITOUWEN,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

DE REPUBLIEK MALTA,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE REPUBLIEK POLEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

De partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna „de lidstaten”, enerzijds, en

DE REPUBLIEK KOREA (hierna „Korea”),

anderzijds,

hierna gezamenlijk „de partijen”,

GEZIEN de gemeenschappelijke belangen bij de ontwikkeling van een mondiaal navigatiesatellietsysteem (hierna „GNSS”) voor civiel gebruik,

ERKENNENDE het belang van Galileo als een bijdrage tot de navigatie- en informatie-infrastructuur in Europa en Korea,

ERKENNENDE het geavanceerde niveau van de satellietnavigatieactiviteiten van Korea,

GEZIEN de toenemende ontwikkeling van GNSS-toepassingen in Korea, Europa en andere gebieden in de wereld,

ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Doel van de overeenkomst

Het doel van de overeenkomst is het stimuleren, faciliteren en versterken van samenwerking tussen de partijen op het gebied van civiele mondiale satellietnavigatie in het kader van Europese en Koreaanse bijdragen aan een civiel mondiaal navigatiesatellietsysteem (GNSS).

Artikel 2

Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

„augmentatie”: regionale of lokale mechanismen zoals het „European Geostationary Navigation Overlay System” (EGNOS). Deze mechanismen stellen de gebruikers van mondiaal GNSS in staat een verbeterde prestatie te verkrijgen, zoals verhoogde nauwkeurigheid, beschikbaarheid, integriteit en betrouwbaarheid;

b)

„Galileo”: een autonoom civiel Europees mondiaal satellietgebaseerd plaatsbepalings-, navigatie- en tijdsynchronisatiesysteem onder civiele leiding, voor de aanbieding van GNSS-diensten die zijn ontworpen en ontwikkeld door de Gemeenschap, haar lidstaten en het Europees Ruimteagentschap. De exploitatie van Galileo kan aan een private partij worden overgedragen. Galileo voorziet in de „Open Service”, „Commercial Service”, „Safety of Life Service” en „Search and Rescue Service” naast een beveiligde „Public Regulated Service” met beperkte toegang, die is ontworpen om te voldoen aan de behoeften van geautoriseerde gebruikers uit de overheidssector;

c)

„lokale elementen van Galileo”: lokale mechanismen die aan de gebruikers van satellietgebaseerde navigatie- en tijdsynchronisatiesignalen van Galileo extra inputinformatie aanbieden naast de informatie die afkomstig is van de voornaamste in gebruik zijnde constellatie. Lokale elementen kunnen worden ingezet voor extra prestatie rondom luchthavens, zeehavens en in stedelijke of andere in geografisch opzicht moeilijke omgevingen. Galileo zal generieke modellen voor lokale elementen aanbieden;

d)

„apparatuur voor mondiale navigatie, plaatsbepaling en tijdsynchronisatie”: alle civiele eindgebruikersapparatuur bestemd om satellietgebaseerde navigatie- of tijdsynchronisatiesignalen uit te zenden, te ontvangen of te verwerken, om een dienst aan te bieden of om te werken met een regionale augmentatie;

e)

„regulerende maatregel”: elke wet, regeling, regel, procedure, beslissing, beleid of administratieve handeling;

f)

„interoperabiliteit”: een situatie op gebruikersniveau waarin een tweesystemenontvanger signalen kan gebruiken van twee systemen samen hetgeen een gelijke of betere prestatie oplevert dan wanneer slechts één systeem wordt gebruikt;

g)

„intellectuele eigendom”: intellectuele eigendom in de zin van artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom, gedaan te Stockholm op 14 juli 1967;

h)

„aansprakelijkheid”: het feit dat een persoon of juridische entiteit in rechte aangesproken kan worden tot de vergoeding van aan een andere persoon of juridische entiteit berokkende schade in overeenstemming met specifieke rechtsbeginselen en -regels. Deze verplichting kan voorgeschreven zijn in een overeenkomst (contractuele aansprakelijkheid) of in een rechtsnorm (niet-contractuele aansprakelijkheid);

i)

„geclassificeerde informatie”: informatie, ongeacht of deze ontstaat in de EU of ontvangen wordt uit lidstaten, niet-EU-landen of internationale organisaties, die bescherming behoeft tegen ongeoorloofde openbaarmaking, welke in verschillende mate de essentiële belangen — inclusief de nationale veiligheid — van de partijen of van afzonderlijke lidstaten zou kunnen schaden. De classificering ervan wordt aangeduid door een classificeringswaarmerk. Dergelijke informatie wordt geclassificeerd in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en moet tegen elke vorm van verlies aan vertrouwelijkheid, integriteit of beschikbaarheid worden beschermd.

Artikel 3

Beginselen van de samenwerking

De partijen komen overeen de volgende beginselen toe te passen op onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsactiviteiten:

1)

wederzijds voordeel op basis van een algemeen evenwicht van rechten en verplichtingen inclusief bijdragen;

2)

partnerschap in het Galileo-programma in overeenstemming met de procedures en regels waaraan het beheer van Galileo is onderworpen;

3)

wederkerige kansen om samenwerkingsactiviteiten in de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en Koreaanse GNSS-projecten voor civiel gebruik uit te voeren;

4)

tijdige uitwisseling van informatie die van invloed kan zijn op samenwerkingsactiviteiten;

5)

passende bescherming van intellectuele eigendomsrechten zoals bedoeld in artikel 8, lid 3, van deze overeenkomst;

6)

vrijheid om satellietnavigatiediensten te verlenen op de grondgebieden van de partijen;

7)

onbeperkte handel in GNSS-goederen op de grondgebieden van de partijen.

Artikel 4

Toepassingsgebied van de samenwerkingsactiviteiten

1.   De sectoren voor samenwerkingsactiviteiten op het gebied van satellietnavigatie en -tijdsynchronisatie zijn: radiospectrum, wetenschappelijk onderzoek en opleiding, industriële samenwerking, handels- en marktontwikkeling, normen, certificering en regulerende maatregelen, augmentaties, veiligheid, aansprakelijkheid en kostendekking. De partijen kunnen de lijst in lid 1 aanpassen bij beslissing van het op grond van artikel 14 van deze overeenkomst opgerichte GNSS-stuurcomité.

2.   Deze overeenkomst heeft geen betrekking op samenwerking tussen de partijen op de onderstaande gebieden. Indien de partijen het erover eens zijn dat wederzijdse voordelen zullen voortvloeien uit de uitbreiding van de samenwerking tot een van de onderstaande gebieden, zal deze het onderhandelen over en sluiten van passende overeenkomsten tussen de partijen vereisen:

2.1.

gevoelige technologieën en producten van Galileo op grond van exportcontrole- en non-proliferatievoorschriften die van toepassing zijn in de Europese Gemeenschap of haar lidstaten,

2.2.

cryptografie en informatiebeveiliging van Galileo (Infosec),

2.3.

de systeembeveiligingsarchitectuur van Galileo (ruimte-, grond- en gebruikerssegmenten),

2.4.

veiligheidscontroleaspecten van de mondiale segmenten van Galileo,

2.5.

de Public Regulated Services in hun definitie-, ontwikkelings-, implementatie-, test- en evaluatie- en operationele (beheer en gebruik) fase, en

2.6.

de uitwisseling van geclassificeerde informatie betreffende satellietnavigatie en Galileo.

3.   Deze overeenkomst is niet van invloed op de ten behoeve van de activiteiten van het Galileo-programma bij het Gemeenschapsrecht ingestelde institutionele structuur. Deze overeenkomst is evenmin van invloed op de toepasselijke regulerende maatregelen ter uitvoering van non-proliferatie- en exportcontroleverbintenissen, inclusief controle van immateriële overdrachten van technologie, noch op nationale veiligheidsmaatregelen.

Artikel 5

Vormen van samenwerking

1.   Behoudens hun toepasselijke regulerende maatregelen bevorderen de partijen zoveel mogelijk de samenwerkingsactiviteiten op grond van deze overeenkomst met het oog op het bieden van vergelijkbare kansen voor deelname aan hun activiteiten in de onder artikel 4 bedoelde sectoren.

2.   De partijen komen overeen samenwerkingsactiviteiten uit te voeren zoals bedoeld in de artikelen 6 tot en met 13 van deze overeenkomst.

Artikel 6

Radiospectrum

1.   Voortbouwend op vroegere successen in het kader van de Internationale Telecommunicatie-unie komen de partijen overeen hun samenwerking en wederzijdse steun in verband met radiospectrumkwesties voort te zetten.

2.   In deze context wisselen de partijen informatie uit over frequentieaanvragen en bevorderen zij adequate frequentietoewijzingen voor Galileo en het toekomstige Koreaanse GNSS inclusief het Satellite Based Augmentation System (SBAS) teneinde de beschikbaarheid van Galileo-diensten te verzekeren ten voordele van de gebruikers wereldwijd en met name in Korea en de Gemeenschap.

3.   De partijen erkennen dat het belangrijk is om het radionavigatiespectrum te beschermen tegen verstoring en interferentie. Met het oog hierop sporen zij bronnen van interferentie op en streven zij wederzijds aanvaardbare oplossingen na om interferentie te bestrijden.

4.   De partijen komen overeen het comité in het kader van artikel 14 met de taak te belasten de passende mechanismen te definiëren om effectieve contacten en samenwerking in deze sector te verzekeren.

5.   Niets in deze overeenkomst mag aldus worden geïnterpreteerd dat afbreuk wordt gedaan aan de toepasselijke bepalingen van de Internationale Telecommunicatie-unie, inclusief de ITU-radioreglementen.

Artikel 7

Wetenschappelijk onderzoek

De partijen bevorderen gezamenlijke onderzoeksactiviteiten op het gebied van GNSS via Europese en Koreaanse onderzoeksprogramma's inclusief het kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling van de Europese Gemeenschappen, de onderzoeksprogramma's van het Europees Ruimteagentschap en de GNSS-gerelateerde ministeries en agentschappen van Korea.

De gezamenlijke onderzoeksactiviteiten moeten bijdragen tot het plannen van toekomstige ontwikkelingen van een GNSS voor civiel gebruik.

De partijen komen overeen het comité uit hoofde van artikel 14 met de taak te belasten het passende mechanisme te definiëren om voor effectieve contacten en samenwerking in deze sector te zorgen.

Artikel 8

Industriële samenwerking

1.   De partijen stimuleren en steunen de samenwerking tussen de bedrijven van de twee partijen, via middelen zoals joint ventures en Koreaanse deelname aan relevante Europese industriële verenigingen alsmede Europese deelname aan relevante Koreaanse industriële verenigingen, met het doel het opzetten van het Galileo-systeem en het bevorderen van het gebruik en de ontwikkeling van Galileo-toepassingen en -diensten.

2.   De partijen richten in het kader van het op grond van artikel 14 opgerichte Stuurcomité een gezamenlijke adviesgroep inzake industriële samenwerking op om de samenwerking inzake satellietontwikkeling en -productie, lanceerdiensten, grondstationfaciliteiten en toepassingsproducten te onderzoeken en te sturen.

3.   Ter vergemakkelijking van industriële samenwerking verlenen en verzekeren de partijen, in overeenstemming met de relevante internationale normen die zijn vastgesteld in het kader van de TRIPS-overeenkomst en internationale verdragen waarvan beide partijen ondertekenaar zijn, adequate en effectieve bescherming van intellectuele eigendomsrechten betreffende de gebieden en sectoren die relevant zijn voor de ontwikkeling en exploitatie van Galileo/Egnos, inclusief effectieve middelen om dergelijke normen te handhaven.

4.   Uitvoer door Korea naar derde landen van gevoelige producten en technologieën die specifiek ontwikkeld en gefinancierd worden in het kader van het Galileo-programma en door de bevoegde beveiligingsinstantie van Galileo aan exportcontrole onderworpen zijn verklaard, moet door Korea ter voorafgaande goedkeuring aan de bevoegde beveiligingsinstantie van Galileo worden voorgelegd. In elke afzonderlijke overeenkomst als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de overeenkomst wordt eveneens in een passend mechanisme voorzien waarmee partijen kunnen aanbevelen de uitvoer van bepaalde producten vergunningsplichtig te maken.

5.   Om bij te dragen tot het realiseren van de doelstellingen van de overeenkomst stimuleren de partijen het aanhalen van de banden tussen het Europees Ruimteagentschap en de GNSS-gerelateerde ministeries en agentschappen van Korea.

Artikel 9

Handels- en marktontwikkeling

1.   De partijen stimuleren handel en investeringen in Europese en Koreaanse satellietnavigatie-infrastructuur, -apparatuur, lokale elementen van Galileo en toepassingen.

2.   Met dit doel leveren de partijen een inspanning om voorlichting te geven over de Galileo-satellietnavigatieactiviteiten, wijzen zij potentiële barrières aan voor de groei in GNSS-toepassingen en nemen zij passende maatregelen om deze groei te bevorderen.

3.   Om de gebruikersbehoeften vast te stellen en er effectief op in te spelen, overwegen de partijen de oprichting van een gezamenlijk GNSS-gebruikersforum.

4.   Deze overeenkomst heeft geen invloed op de rechten en verplichtingen van de partijen uit hoofde van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie.

Artikel 10

Normen, certificering en regulerende maatregelen

1.   De partijen, die het belang erkennen van het coördineren van de benaderingen op het gebied van internationale normalisatie en certificering betreffende mondiale satellietnavigatiediensten, steunen gezamenlijk de ontwikkeling van Galileo-normen en bevorderen de toepassing ervan wereldwijd, waarbij de klemtoon wordt gelegd op de interoperabiliteit met andere GNSS-systemen.

Een van de doelstellingen van de coördinatie is het bevorderen van breed en innovatief gebruik van de Galileo-diensten voor open, commerciële en aan de Safety of Life gerelateerde doeleinden als wereldwijde navigatie- en tijdsynchronisatienorm. De partijen komen overeen te trachten gunstige omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling van Galileo-toepassingen.

2.   Ter bevordering en implementering van de doelstellingen van deze overeenkomst werken de partijen voor zover nodig samen inzake aan satellietplaatsbepaling, -navigatie en -tijdsynchronisatie gerelateerde kwesties die rijzen in met name de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Internationale Maritieme Organisatie en de Internationale Telecommunicatie-unie.

3.   Op bilateraal niveau zorgen de partijen ervoor dat maatregelen inzake technische normen, certificering en vergunningseisen en -procedures betreffende GNSS geen onnodige handelsbelemmeringen vormen. Binnenlandse eisen zijn gebaseerd op objectieve, niet-discriminerende en toepasselijke transparante criteria.

4.   De partijen nemen de nodige regulerende maatregelen om het gebruik mogelijk te maken van ontvangers, het grond- en het ruimtesegment van Galileo op de onder hun jurisdictie vallende grondgebieden. In dat verband geeft de regering van de Republiek Korea aan Galileo radiocommunicatiediensten geen minder gunstige behandeling dan aan andere soortgelijke diensten.

5.   De partijen bevorderen de deelname van Koreaanse vertegenwoordigers aan Europese normalisatieorganisaties.

Artikel 11

Ontwikkeling van mondiale en regionale GNSS-grondaugmentatiesystemen

1.   De partijen werken met elkaar samen om grondsysteemarchitecturen te definiëren en implementeren die de integriteit van Galileo/Egnos, de nauwkeurigheid en continuïteit van de diensten van Galileo en Egnos en de interoperabiliteit met andere GNSS-systemen optimaal waarborgen.

2.   Daartoe werken de partijen op regionaal niveau samen met het oog op het implementeren in Korea van een op het Galileo-systeem gebaseerd regionaal grondaugmentatiesysteem. Verwacht wordt dat een dergelijk regionaal systeem naast de diensten die door het Galileo-systeem mondiaal worden aangeboden, regionale integriteitsdiensten aanbiedt. Als wegbereider kunnen de partijen de uitbreiding van Egnos in de Oost-Aziatische regio overwegen.

3.   Op lokaal niveau vergemakkelijken de partijen de ontwikkeling van lokale elementen van Galileo.

Artikel 12

Veiligheid

1.   De partijen beschermen de mondiale navigatiesatellietsystemen tegen misbruik, interferentie, verstoring en vijandige handelingen.

2.   De partijen zetten alle haalbare stappen om de continuïteit en de beveiliging van de satellietnavigatiediensten en de gerelateerde infrastructuur op hun grondgebied te verzekeren.

3.   De partijen erkennen dat samenwerking om de beveiliging van het Galileo-systeem en de Galileo-diensten te verzekeren een belangrijke gemeenschappelijke doelstelling is.

4.   Derhalve creëren de partijen een passend overlegkanaal voor GNSS-veiligheidskwesties.

De praktische regelingen en procedures moeten door de bevoegde beveiligingsinstanties van beide partijen worden vastgesteld.

Artikel 13

Aansprakelijkheid en kostendekking

De partijen werken samen om een aansprakelijkheidsregeling en kostendekkingsregelingen vast te stellen en te implementeren teneinde de aanbieding van civiele GNSS-diensten te vergemakkelijken.

Artikel 14

Samenwerkingsmechanisme

1.   De samenwerkingsactiviteiten krachtens deze overeenkomst worden namens Korea door de regering van de Republiek Korea en namens de Gemeenschap en haar lidstaten door de Europese Commissie gecoördineerd en bevorderd.

2.   In overeenstemming met de doelstelling van artikel 1 richten deze twee entiteiten een GNSS-stuurcomité op, hierna het „comité”, voor het beheer van deze overeenkomst. Dit comité bestaat uit officiële vertegenwoordigers van elke partij en stelt op basis van wederzijdse consensus zijn eigen reglement van orde vast.

Het comité heeft onder meer de volgende taken:

a)

bevorderen van, doen van aanbevelingen aan de partijen over en toezicht uitoefenen op de verschillende samenwerkingsactiviteiten in verband met de overeenkomst;

b)

adviseren van de partijen over manieren waarop de samenwerking kan worden uitgebreid en verbeterd overeenkomstig de in deze overeenkomst neergelegde beginselen;

c)

evalueren van de efficiënte werking en uitvoering van deze overeenkomst;

d)

bespreken van de mogelijkheid tot uitbreiding van de samenwerking tot de in lid 2 van artikel 4 bedoelde gebieden.

3.   Het comité vergadert in principe jaarlijks. De vergaderingen vinden afwisselend in de Gemeenschap en in Korea plaats. Op verzoek van één van beide partijen kunnen buitengewone vergaderingen worden georganiseerd.

De door of namens het comité gemaakte kosten worden gedragen door de partij die het lid of de leden van het comité heeft aanbevolen of aangewezen. Andere kosten dan reis- en verblijfskosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de vergaderingen van het comité worden gedragen door de partij die als gastheer optreedt. Het comité kan gezamenlijke technische werkgroepen oprichten betreffende specifieke onderwerpen die de partijen aangewezen achten, zoals industriële samenwerking en normalisering.

4.   De partijen juichen de potentiële deelname toe van Korea aan de Europese GNSS-toezichtautoriteit in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving van de Europese Gemeenschap en de uitvoeringsbepalingen en procedures betreffende een dergelijke deelname.

Artikel 15

Financiering

1.   Elke partij draagt, tenzij door de partijen anders overeengekomen, de kosten van het vervullen van haar respectieve verantwoordelijkheden krachtens deze overeenkomst. De uitvoeringsbepalingen en procedures als bedoeld in artikel 14, lid 4, behelzen een passende financiële bijdrage aan het Galileo-programma van het niet-EU-land dat besluit om deelneming in de Toezichtautoriteit aan te vragen.

2.   De partijen ondernemen in overeenstemming met hun wet- en regelgeving alle redelijke stappen om het binnenkomen van, aanwezig blijven op en verlaten van hun grondgebied te vergemakkelijken voor bij de samenwerkingsactiviteiten krachtens deze overeenkomst betrokken of gebruikte personen, kapitaal, materieel, gegevens en apparatuur.

3.   Wanneer specifieke samenwerkingsregelingen van de ene partij voorzien in financiële steun aan deelnemers van de andere partij, dan worden dergelijke subsidies, financiële bijdragen of andere vormen van bijdragen van de ene partij aan de deelnemers van de andere partij ter ondersteuning van deze activiteiten toegekend vrij van belastingen en douanerechten overeenkomstig de relevante wet- en regelgeving die op het moment dat dergelijke subsidies en financiële bijdragen of andere vormen van bijdragen worden toegekend van kracht is op de grondgebieden van elke partij.

Artikel 16

Informatie-uitwisseling

1.   De partijen stellen administratieve regelingen en informatiepunten in om te voorzien in overleg en de effectieve uitvoering van de bepalingen van deze overeenkomst.

2.   De partijen stimuleren verdere uitwisselingen van informatie betreffende satellietnavigatie tussen de instellingen en ondernemingen van de twee partijen.

Artikel 17

Overleg en oplossing van geschillen

1.   De partijen bespreken, op verzoek van een van hen, onmiddellijk alle kwesties die voortkomen uit de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst. Alle geschillen betreffende de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst worden in der minne geschikt tussen de partijen.

2.   Lid 1 belet de partijen niet een beroep te doen op geschillenregeling in het kader van de WTO-overeenkomsten.

Artikel 18

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen de voltooiing van de daartoe vereiste procedures ter kennis hebben gebracht. De kennisgevingen worden gezonden aan de Raad van de Europese Unie, die de depositaris van deze overeenkomst is.

2.   De beëindiging van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of de duur van in het kader van de overeenkomst getroffen regelingen of specifieke rechten of verplichtingen die op het gebied van intellectuele eigendomsrechten zijn ontstaan.

3.   Deze overeenkomst kan worden gewijzigd wanneer de partijen daarover schriftelijk onderlinge overeenstemming bereiken. Wijzigingen treden in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen de depositaris in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

4.   Deze overeenkomst blijft van kracht gedurende een periode van vijf jaar en blijft daarna van kracht tenzij zij door een partij aan het einde van de eerste vijf jaar of op elk moment daarna wordt beëindigd door de andere partij minstens zes maanden van te voren schriftelijk in kennis te stellen van haar voornemen om deze overeenkomst te beëindigen.

Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Koreaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Pour le Royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

Für das Königreich Belgien

Image

Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale.

Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.

Za Českou republiku

Image

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Eesti Vabariigi nimel

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la Republique française

Image

Thar cheani Na hÉireann

For Ireland

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Για την Κυπριακή Δημοκρατία,

Image

Latvijas Republikas vārdā

Image

Lietuvos Respublikos vardu

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

A Magyar Köztársaság részéről

Image

Għar-Repubblika ta’ Malta

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Osterreich

Image

W imieniu Rzeczypospolitej Polskiej

Image

Pela República Portuguesa

Image

Za Republiko Slovenijo

Image

Za Slovenskú republiku

Image

Suomen tasavallan puolesta

For Republiken Finland

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per Ia Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

az Európai Közösség részéről

Għall-Komunitâ Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Za Európske spoločenstvo

za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vagnar

Image

Image

Image

Image