ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 171

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
23 juni 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het ELFPO

1

 

*

Verordening (EG) nr. 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten

35

 

*

Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het ELFPO

90

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

23.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/1


VERORDENING (EG) Nr. 883/2006 VAN DE COMMISSIE

van 21 juni 2006

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het ELFPO

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 zijn een Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en een Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) opgericht waaruit steun wordt verleend op basis van het gedeelde beheer van uitgaven uit en bestemmingsontvangsten voor de Gemeenschapsbegroting. Bij die verordening zijn de algemene voorwaarden en regels vastgesteld die gelden voor het bijhouden van de rekeningen en de declaraties van uitgaven en ontvangsten door de betaalorganen en voor de vergoeding van die uitgaven door de Commissie. Deze voorwaarden en regels dienen te worden gepreciseerd, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen de uitvoeringsbepalingen die gemeenschappelijk zijn voor de twee Fondsen, en die welke specifiek zijn voor elk van die Fondsen.

(2)

Voor een goed beheer van de kredieten die voor de twee Fondsen worden uitgetrokken op de begroting van de Europese Gemeenschappen, moet door elk betaalorgaan een boekhouding worden gevoerd uitsluitend voor de door het ELGF dan wel door het ELFPO te financieren uitgaven. Daarbij moet de boekhouding van de betaalorganen voor elk van de twee Fondsen de uitgaven en de ontvangsten uit hoofde van respectievelijk artikel 3, lid 1, artikel 4 en artikel 34 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 afzonderlijk registreren en de mogelijkheid bieden die uitgaven en ontvangsten in verband te brengen met de uit de Gemeenschapsbegroting aan de betaalorganen beschikbaar gestelde financiële middelen.

(3)

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt gefinancierd in euro’s, waarbij de niet tot de eurozone behorende lidstaten de betalingen aan de begunstigden evenwel in hun nationale valuta kunnen verrichten. Derhalve dient, om het mogelijk te maken alle uitgaven en ontvangsten te groeperen, te worden bepaald dat de betaalorganen van die lidstaten in staat moeten zijn om de gegevens over de uitgaven en de ontvangsten zowel in euro’s te verstrekken als in de valuta waarin deze zijn betaald of geïnd.

(4)

Met name gezien het feit dat de lidstaten de financiële middelen ter dekking van de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde uitgaven verschaffen of een voorfinanciering voor de in artikel 4 van die verordening bedoelde uitgaven ontvangen voordat de Commissie die uitgaven financiert in de vorm van vergoedingen van de verrichte uitgaven, dient met het oog op een goed beheer van de geldstromen te worden bepaald dat de lidstaten de voor die vergoedingen benodigde gegevens verzamelen en ter beschikking van de Commissie houden naarmate de uitgaven en ontvangsten plaatsvinden, of periodiek aan de Commissie verstrekken. Daarbij moet rekening worden gehouden met de beheerswijzen die specifiek zijn voor het ELGF en het ELFPO, en moet ervoor worden gezorgd dat de lidstaten gegevens aan de Commissie beschikbaar stellen en verstrekken volgens een tijdschema dat is aangepast aan de beheerswijze van elk van de Fondsen, onverminderd de verplichting voor de lidstaten om de opgestelde gegevens ter beschikking van de Commissie te houden voor een passend toezicht op de ontwikkeling van de uitgaven.

(5)

De algemene verplichtingen inzake het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen hebben betrekking op de gedetailleerde gegevens die nodig zijn om de communautaire geldmiddelen te beheren en te controleren, maar dergelijke details zijn niet vereist voor het vergoeden van de uitgaven. Derhalve dient te worden gepreciseerd welke gegevens over de door het ELGF of het ELFPO te financieren uitgaven periodiek aan de Commissie moeten worden verstrekt.

(6)

De mededelingen van gegevens door de lidstaten aan de Commissie moeten het deze laatste mogelijk maken de gegevens die haar worden verstrekt voor het beheer van de rekeningen van het ELGF en het ELFPO en voor de desbetreffende betalingen, op directe en zo doeltreffend mogelijke wijze te gebruiken. Om dit doel te bereiken dient te worden bepaald dat alle uitwisselingen tussen de lidstaten en de Commissie waarbij gegevens beschikbaar worden gesteld of meegedeeld, langs elektronische of digitale weg moeten gebeuren. Ook toezending met andere middelen kan echter als noodzakelijk worden beschouwd en daarom dient in de gevallen waarin dat gerechtvaardigd is, een dergelijke toezending verplicht te worden gesteld.

(7)

Op grond van artikel 8, lid 1, onder c), punt i), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 moeten voor de handelingen in het kader van de door het ELGF en het ELFPO gefinancierde verrichtingen bij de Commissie uitgavendeclaraties worden ingediend die tevens als betalingsaanvraag gelden en vergezeld gaan van de nodige gegevens. Om het de lidstaten en de betaalorganen mogelijk te maken deze uitgavendeclaraties volgens geharmoniseerde regels op te stellen en het de Commissie mogelijk te maken de betalingsaanvragen in behandeling te nemen, dient te worden bepaald onder welke voorwaarden die uitgaven ten laste van de respectieve begrotingen van het ELGF en het ELFPO kunnen worden gebracht en welke regels gelden enerzijds voor de boeking van de uitgaven en de ontvangsten, en met name van de bestemmingsontvangsten en van de eventueel aan te brengen correcties, en anderzijds voor de feitelijke declaratie van een en ander.

(8)

In artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (2) is bepaald dat, wanneer een interventiemaatregel wordt toegepast, het gefinancierde bedrag wordt bepaald op basis van door de betaalorganen opgestelde jaarrekeningen. Bij die verordening zijn ook de regels en voorwaarden betreffende die rekeningen vastgesteld. Nu het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 is afgeschaft en voor de interventiemaatregelen is vervangen door het ELGF, dient te worden gepreciseerd op welke wijze de financiering van die maatregelen door het ELGF moet worden ingepast in het stelsel van uitgavendeclaraties en maandelijkse betalingen.

(9)

In artikel 15, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 is bepaald dat de uitgaven in de periode van 1 tot en met 15 oktober als in de maand oktober verrichte uitgaven en de uitgaven in de periode van 16 tot en met 31 oktober als in de maand november verrichte uitgaven worden beschouwd. Wat de uitgaven voor openbare opslag betreft, worden echter alle in de maand oktober geboekte uitgaven ten laste van het begrotingsjaar N + 1 gebracht. Onder deze omstandigheden dient te worden bepaald dat de door het ELGF te financieren uitgaven die voortvloeien uit de verrichtingen in verband met openbare opslag in september, uiterlijk op 15 oktober in rekening moeten worden gebracht.

(10)

Welke wisselkoersen moeten worden toegepast, dient af te hangen van de vraag of al dan niet in de landbouwregelingen een ontstaansfeit is vastgesteld. Om te voorkomen dat de niet tot de eurozone behorende lidstaten verschillende wisselkoersen toepassen enerzijds bij de boeking in een andere valuta dan de euro van de geïnde ontvangsten of de aan de begunstigden betaalde steun, en anderzijds bij de opstelling van de uitgavendeclaraties van de betaalorganen, dient te worden bepaald dat de betrokken lidstaten voor hun uitgavendeclaraties betreffende het ELGF dezelfde wisselkoers moeten toepassen als die welke is gebruikt bij de inning van die ontvangsten of de betalingen aan de begunstigden. Ter vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten voor invorderingen die verscheidene verrichtingen betreffen, dient voorts te worden bepaald dat die invorderingen op basis van een enkele wisselkoers moeten worden geboekt. Deze maatregel dient evenwel beperkt te blijven tot de verrichtingen die vóór de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, hebben plaatsgevonden.

(11)

De Commissie doet maandelijkse of periodieke betalingen aan de lidstaten op basis van de door de lidstaten ingediende uitgavendeclaraties. Zij moet evenwel rekening houden met de ontvangsten die de betaalorganen voor rekening van de Gemeenschapsbegroting hebben geïnd. Daarom dienen de voorwaarden te worden vastgesteld waaronder bepaalde verrekeningen moeten worden uitgevoerd tussen uitgaven en ontvangsten in het kader van het ELGF en het ELFPO.

(12)

Na een besluit te hebben genomen over de maandelijkse of periodieke betalingen, stelt de Commissie de financiële middelen die nodig zijn ter dekking van de door het ELGF en het ELFPO te financieren uitgaven, aan de lidstaten beschikbaar volgens een praktische opzet en onder voorwaarden die nader moeten worden bepaald, waarbij die middelen moeten worden overgemaakt op basis van de door de lidstaten aan de Commissie meegedeelde gegevens en met gebruikmaking van de door de Commissie opgezette computersystemen.

(13)

In artikel 13, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3) is bepaald dat, indien de Gemeenschapsbegroting aan het begin van het begrotingsjaar nog niet is vastgesteld, betalingen maandelijks per hoofdstuk kunnen worden verricht tot maximaal een twaalfde van de kredieten die voor het vorige begrotingsjaar in het betrokken hoofdstuk waren toegestaan. In dat geval dienen, om de beschikbare kredieten billijk over de lidstaten te verdelen, de maandelijkse betalingen in het kader van het ELGF en de periodieke betalingen in het kader van het ELFPO te worden verricht ten belope van een per hoofdstuk vastgesteld percentage van de door elk van de lidstaten gedeclareerde uitgaven en dient het saldo dat in een bepaalde maand nog niet is vergoed, te worden toegekend bij de besluiten van de Commissie over de latere maandelijkse of periodieke betalingen.

(14)

Wanneer blijkens de van de lidstaten in het kader van het ELGF ontvangen uitgavendeclaraties het totaalbedrag van de vervroegde vastleggingen die overeenkomstig artikel 150, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 zouden kunnen worden toegestaan, groter is dan de helft van het totaal van de overeenkomstige kredieten van het lopende begrotingsjaar, moet de Commissie de betrokken bedragen verlagen. Met het oog op een goed beheer moet die verlaging over alle lidstaten worden verdeeld naar evenredigheid van de van hen ontvangen uitgavendeclaraties. In dat geval dienen, om de beschikbare kredieten billijk over de lidstaten te verdelen, de maandelijkse betalingen in het kader van het ELGF te worden verricht ten belope van een per hoofdstuk vastgesteld percentage van de door elk van de lidstaten gedeclareerde uitgaven en dient het saldo dat in een bepaalde maand nog niet is vergoed, te worden toegekend bij de beschikkingen van de Commissie over de latere maandelijkse betalingen.

(15)

In de communautaire regelgeving op landbouwgebied zijn ten aanzien van het ELGF uiterste termijnen voor de betaling van de steun aan de begunstigden vastgesteld die door de lidstaten moeten worden nageleefd. Elke betaling die zonder rechtvaardiging na de bij verordening vastgestelde termijn wordt verricht, moet als een onregelmatige uitgave worden beschouwd en zou derhalve niet door de Commissie mogen worden vergoed. Om er evenwel voor te zorgen dat de financiële gevolgen in verhouding staan tot de geconstateerde vertraging bij de betaling, dient te worden bepaald dat de Commissie de betalingen verlaagt met een percentage dat hoger is naarmate de geconstateerde termijnoverschrijding groter is. Overigens moet binnen een vast te stellen forfaitaire marge worden afgezien van verlagingen, met name om het mogelijk te maken geen verlagingen toe te passen in het geval van te late betalingen die het gevolg zijn van wegens een geschil gevoerde procedures.

(16)

In het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de instelling van de bedrijfstoeslagregeling is het voor een goede toepassing van de regels inzake financiële discipline van het grootste belang dat de lidstaten de betalingstermijnen naleven. Daarom moeten specifieke regels worden vastgesteld die het mogelijk maken het gevaar voor overschrijding van de jaarkredieten die in de Gemeenschapsbegroting beschikbaar zijn, zoveel mogelijk af te wenden.

(17)

Overeenkomstig de artikelen 17 en 27 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kan de Commissie betalingen aan de lidstaten verlagen of schorsen in het geval dat de lidstaten betalingstermijnen niet naleven of dat zij gegevens over de uitgaven of gegevens die op grond van de genoemde verordening moeten worden verstrekt met het oog op verificatie van de coherentie van de gegevens over de uitgaven, niet meedelen. Wat het ELFPO betreft, geldt hetzelfde in het geval dat de lidstaten gegevens die moeten worden verstrekt op grond van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (4) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, met inbegrip van het verslag over de mid-termevaluatie van de programma’s, niet meedelen. In dit verband dient de wijze van uitvoering van die verlagingen en schorsingen voor respectievelijk de uitgaven uit het ELGF en die uit het ELFPO te worden vastgesteld.

(18)

Overeenkomstig artikel 180 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 worden de negatieve landbouwuitgaven met ingang van 1 januari 2007 vervangen door bestemmingsontvangsten die volgens hun oorsprong worden toegewezen aan hetzij het ELGF, hetzij het ELFPO. In artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 is bepaald dat de betaalorganen de bedragen die zij door terugvordering in verband met onregelmatigheden of nalatigheden hebben teruggekregen, moeten boeken als bestemmingsontvangsten. Sommige bedragen die als sanctie bij onregelmatigheden of als korting bij niet-naleving van randvoorwaarden worden opgelegd, lijken op de ontvangsten door terugvordering in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zoals bedoeld in artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en moeten daarom op soortgelijke wijze worden behandeld. Derhalve dient te worden bepaald dat de betrokken bedragen onder dezelfde voorwaarden moeten worden geboekt als de rechtstreeks uit terugvordering wegens onregelmatigheden of nalatigheden voortvloeiende bestemmingsontvangsten zoals bedoeld in het genoemde artikel 32.

(19)

De uitgaven die, ter ondersteuning van de plattelandsontwikkeling in het kader van het ELFPO, worden medegefinancierd door de Gemeenschapsbegroting en de nationale begrotingen, zijn gebaseerd op programma’s die uit maatregelen bestaan. Deze uitgaven moeten derhalve op die basis worden gevolgd en geboekt opdat alle verrichtingen per programma en per maatregel kunnen worden geïdentificeerd en de samenhang tussen de verrichte uitgaven en de beschikbaar gestelde middelen kan worden geverifieerd. In dit verband dient te worden gepreciseerd welke elementen de betaalorganen in aanmerking moeten nemen, en met name dient te worden bepaald dat in de boekhouding afzonderlijk moet worden vermeld wat de oorsprong is van de overheids- en de communautaire middelen die voor de financieringen worden gebruikt, en ook dat de van begunstigden in te vorderen en ingevorderde bedragen onder verwijzing naar de oorspronkelijke verrichtingen moeten worden vermeld en geïdentificeerd.

(20)

Voor de betalings- of invorderingsverrichtingen die in het kader van de door het ELFPO gefinancierde programma’s voor plattelandsontwikkeling in een andere nationale valuta dan de euro worden uitgevoerd, moeten de betrokken bedragen in euro’s worden omgerekend. Daarom moet worden voorzien in de toepassing van eenzelfde wisselkoers voor alle in een bepaalde maand geboekte verrichtingen, welke koers moet worden gebruikt voor de uitgavendeclaraties.

(21)

De Commissie heeft voor haar budgettaire en financiële beheer ramingen nodig van de bedragen die in het lopende kalenderjaar nog door het ELFPO moeten worden gefinancierd, en schattingen van de financieringsaanvragen voor het volgende kalenderjaar. Opdat zij haar verplichtingen kan nakomen moeten de betrokken gegevens haar tijdig worden meegedeeld, en in elk geval tweemaal per jaar, namelijk uiterlijk op 31 januari en 31 juli van elk jaar.

(22)

Om het de Commissie mogelijk te maken het financieringsplan voor elk programma voor plattelandsontwikkeling te valideren, rekening te houden met de eventuele aanpassingen daarvan en de nodige controles te verrichten moeten haar bepaalde gegevens worden meegedeeld. Daartoe moet de beheersautoriteit van elk programma in het gemeenschappelijke computersysteem voor het ELFPO de gegevens opnemen die nodig zijn opdat de Commissie met name het maximumbedrag van de bijdrage uit het ELFPO, de verdeling daarvan over de jaren, de verdeling per as en per maatregel en het voor elke as geldende medefinancieringspercentage kan bepalen. Tevens dienen de voorschriften voor de registratie van de gecumuleerde bedragen in het gemeenschappelijke computersysteem te worden vastgesteld.

(23)

In artikel 26, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 is bepaald dat de frequentie van de opstelling van de uitgavendeclaraties voor de verrichtingen in het kader van het ELFPO wordt vastgesteld door de Commissie. Gezien de specifieke kenmerken van de voor het ELFPO toegepaste boekhoudregels, het gebruik van een voorfinanciering en de financiering van de maatregelen per kalenderjaar, is het dienstig deze uitgaven te laten declareren met een aan deze bijzondere omstandigheden aangepaste frequentie.

(24)

De uitwisselingen van gegevens en stukken tussen de Commissie en de lidstaten en het beschikbaar stellen en meedelen van gegevens door de lidstaten aan de Commissie vinden in de regel plaats langs elektronische of digitale weg. Om het gebruik van deze communicatiemethode in het kader van het ELGF en het ELFPO te verbeteren en te veralgemenen zal het noodzakelijk zijn de bestaande computersystemen aan te passen of nieuwe computersystemen op te zetten. Bepaald dient te worden dat dit door de Commissie wordt gerealiseerd en wordt geïmplementeerd nadat de lidstaten via het Comité voor de Landbouwfondsen zijn geïnformeerd.

(25)

De wijze waarop de gegevens door deze computersystemen worden verwerkt, en de vorm en inhoud van de op grond van Verordening (EG) nr. 1290/2005 te verstrekken stukken moeten vaak worden aangepast in verband met de ontwikkeling van de geldende regelgeving of van de behoeften in het kader van het beheer. Ook is een uniforme presentatie van de door de lidstaten te verstrekken stukken noodzakelijk. Om deze doelstellingen te bereiken, de procedures te vereenvoudigen en het mogelijk te maken dat de betrokken computersystemen onmiddellijk operationeel zijn, is het wenselijk de vorm en inhoud van de stukken te definiëren aan de hand van modellen en te bepalen dat de Commissie deze modellen aanpast en actualiseert na het Comité voor de Landbouwfondsen te hebben geïnformeerd.

(26)

Voor het beheer en de controle op de wettigheid van de uitgaven uit het ELGF en het ELFPO zijn de betaalorganen bevoegd. De gegevens over de financiële transacties moeten daarom onder verantwoordelijkheid van het betaalorgaan worden meegedeeld of in de computersystemen worden ingevoerd en worden geactualiseerd, zulks door het betaalorgaan zelf of door de instantie waaraan deze functie is gedelegeerd, in voorkomend geval via de erkende coördinerende instantie.

(27)

Sommige bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 en de uitvoeringsbepalingen daarvan voorgeschreven stukken of procedures vergen de handtekening van een gemachtigde of het akkoord van iemand in een of meer fasen van de betrokken procedure. De voor de verstrekking van die stukken opgezette computersystemen moeten in dergelijke gevallen ondubbelzinnige identificatie van elke persoon mogelijk maken en redelijke garanties bieden dat de inhoud van de stukken niet kan worden gewijzigd, ook voor de verschillende fasen van de procedure. Dit geldt met name voor de uitgavendeclaraties en de bij de jaarrekeningen gevoegde borgingsverklaring zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder c), punten i) en iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en de andere stukken die in het kader van de betrokken procedures langs elektronische weg worden verstrekt.

(28)

Wat de verstrekking van elektronische en digitale stukken betreft, zijn op communautair niveau regels vastgesteld met betrekking tot de wijze van toezending, de voorwaarden voor de geldigheid ten opzichte van de Commissie en de voorwaarden inzake de bewaring, de integriteit en de leesbaarheid op lange termijn. In aanmerking genomen dat het bij het gedeelde beheer van de Gemeenschapsbegroting in het kader van het ELGF en het ELFPO gaat om de door de Commissie of door de betaalorganen opgestelde of ontvangen stukken en om de in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingestelde procedures, dient te worden bepaald dat de communautaire regels van toepassing zijn voor de verstrekking van elektronische en digitale stukken in het kader van deze verordening, en dienen de termijnen te worden vastgesteld gedurende welke de elektronische en digitale stukken moeten worden bewaard.

(29)

In sommige situaties kan de verstrekking van gegevens langs elektronische weg onmogelijk blijken. In het geval van een storing in een computersysteem of het ontbreken van een stabiele verbinding moet de lidstaat de stukken kunnen toezenden in een andere vorm, waarvoor de voorwaarden dienen te worden vastgesteld.

(30)

In artikel 39, lid 1, onder d) en e), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 is bepaald dat de financiële middelen die op 1 januari 2007 in een lidstaat beschikbaar zijn als gevolg van verlagingen of intrekkingen van steunbedragen die deze lidstaat op vrijwillige basis of in het kader van sancties heeft toegepast overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1655/2004 van de Commissie van 22 september 2004 tot vaststelling van bepalingen voor de overgang van het bij artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad ingestelde facultatieve differentiatiesysteem naar het bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad ingestelde verplichte modulatiesysteem (5) of overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (6), door die lidstaat moeten worden gebruikt voor de financiering van maatregelen voor plattelandsontwikkeling. Indien de lidstaten deze financiële middelen niet binnen een bepaalde termijn gebruiken, moeten de betrokken bedragen aan de begroting van het ELGF worden terugbetaald. De voorwaarden voor de toepassing van deze regeling moeten worden vastgesteld en in het kader daarvan dient te worden bepaald hoe de betaalorganen de betrokken bedragen moeten boeken en beheren en hoe er in de betalingsbeschikkingen van de Commissie rekening mee wordt gehouden.

(31)

Op grond van artikel 39, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kunnen de lidstaten die vóór 1 mei 2004 lid waren van de Europese Unie, in gerechtvaardigde gevallen en onder bepaalde bij dat punt a) vastgestelde voorwaarden door de Commissie worden gemachtigd om de betalingen voor de programma’s voor plattelandsontwikkeling van de periode 2000-2006 voort te zetten tot en met 31 december 2006. Om de toepassing van deze afwijking mogelijk te maken dient te worden bepaald welke procedure moet worden gevolgd, welke termijnen de lidstaten in acht moeten nemen en onder welke voorwaarden de afwijking wordt toegepast.

(32)

Derhalve dienen Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie van 16 februari 1996 betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven (7), alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2776/88 en Beschikking C/2004/1723 van de Commissie van 26 april 2004 tot vaststelling van de vorm van de door de lidstaten te verstrekken documenten ten behoeve van de boeking van de uit de afdeling Garantie van het EOGFL gefinancierde uitgaven (8) te worden ingetrokken.

(33)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de Landbouwfondsen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

INLEIDENDE BEPALINGEN DIE GEMEENSCHAPPELIJK ZIJN VOOR HET ELGF EN HET ELFPO

Artikel 1

Onderwerp

Bij de onderhavige verordening worden bepaalde specifieke voorwaarden en regels vastgesteld die in het kader van Verordening (EG) nr. 1290/2005 gelden voor het gedeelde beheer van uitgaven en ontvangsten van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), voor het bijhouden van de rekeningen en de declaraties van uitgaven en ontvangsten door de betaalorganen en voor de vergoeding van de uitgaven door de Commissie.

Artikel 2

Boekhouding van de betaalorganen

1.   Elk betaalorgaan voert een boekhouding die uitsluitend bestemd is voor de boeking van de in artikel 3, lid 1, en de artikelen 4 en 34 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde uitgaven en ontvangsten en voor het gebruik van de financiële middelen die tot zijn beschikking worden gesteld om de betrokken uitgaven te betalen. Deze boekhouding moet het mogelijk maken de financiële gegevens betreffende respectievelijk het ELGF en het ELFPO van elkaar te onderscheiden en afzonderlijk te verstrekken.

2.   De betaalorganen van de niet tot de eurozone behorende lidstaten voeren een boekhouding waarin de bedragen aan uitgaven en ontvangsten worden uitgedrukt in de valuta waarin zij zijn betaald of geïnd. Om de groepering van al hun uitgaven en ontvangsten mogelijk te maken zijn zij evenwel in staat de betrokken gegevens in de nationale valuta en in euro’s te verstrekken.

De lidstaten die niet tegen 16 oktober 2006 een boekhouding kunnen opzetten die aan die criteria voldoet, mogen echter voor de andere uitgaven en ontvangsten van het ELGF dan die welke worden bedoeld in artikel 45, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, de invoering ervan uitstellen tot 16 oktober 2007 na de Commissie daarvan uiterlijk op 15 september 2006 in kennis te hebben gesteld.

HOOFDSTUK 2

ELGF-BOEKHOUDING

Artikel 3

Beschikbaarstelling van gegevens door de lidstaten

Onder de volgende voorwaarden verzamelen de lidstaten de gegevens over het totaalbedrag van de in elke week betaalde of geïnde uitgaven en bestemmingsontvangsten en houden zij deze gegevens ter beschikking van de Commissie:

a)

uiterlijk op de derde werkdag van elke week, de gegevens over het totaalbedrag van de uitgaven en de bestemmingsontvangsten die zijn betaald of geïnd vanaf het begin van de maand tot het einde van de voorgaande week;

b)

uiterlijk op de derde werkdag van de maand in het geval van een week die over twee maanden is verdeeld, de gegevens over het totaalbedrag van de in de voorgaande maand betaalde of geïnde uitgaven en bestemmingsontvangsten.

Artikel 4

Mededeling van gegevens door de lidstaten

1.   Ter uitvoering van artikel 8, lid 1, onder c), punten i) en ii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 verstrekken de lidstaten de Commissie langs elektronische weg de volgende gegevens en stukken met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5 en 6 van de onderhavige verordening:

a)

uiterlijk op de derde werkdag van elke maand, de gegevens over het totaalbedrag van de in de voorgaande maand betaalde of geïnde uitgaven en bestemmingsontvangsten op basis van het model in bijlage I, alsmede alle gegevens die aanzienlijke verschillen tussen de overeenkomstig lid 2, onder a), punt iii), van het onderhavige artikel opgestelde ramingen en de gedane uitgaven of geïnde bestemmingsontvangsten kunnen verklaren;

b)

uiterlijk op de 10e van elke maand, de in artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde uitgavendeclaratie met het totaalbedrag van de in de voorgaande maand betaalde of geïnde uitgaven en bestemmingsontvangsten, ook die in het kader van de openbare opslag, op basis van het model in bijlage II bij de onderhavige verordening. De mededeling over de tussen 1 en 15 oktober betaalde of geïnde uitgaven en bestemmingsontvangsten wordt evenwel uiterlijk op de 25e van dezelfde maand ingediend.

In de uitgavendeclaratie worden de uitgaven en bestemmingsontvangsten uitgesplitst naar artikel, en voor de hoofdstukken betreffende de audit van de landbouwuitgaven en de bestemmingsontvangsten ook naar post, van de nomenclatuur van de begroting van de Europese Gemeenschappen. Onder bijzondere omstandigheden wat de begrotingsbewaking betreft kan de Commissie evenwel een meer gedetailleerde uitsplitsing verlangen;

c)

uiterlijk op de 20e van elke maand, een dossier voor de boeking op de Gemeenschapsbegroting van de uitgaven en bestemmingsontvangsten die het betaalorgaan in de voorgaande maand heeft betaald of geïnd, met uitzondering van het dossier voor de boeking van de uitgaven en bestemmingsontvangsten die van 1 tot en met 15 oktober zijn betaald of geïnd, welk dossier uiterlijk op 10 november wordt ingediend;

d)

uiterlijk op 20 mei en 10 november van elk jaar, ter aanvulling van het onder c) bedoelde dossier, de ingehouden en overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1259/1999 en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1655/2004 gebruikte bedragen.

2.   Het in lid 1, onder c), bedoelde dossier bestaat uit:

a)

een door elk betaalorgaan opgestelde staat (T 104, opgenomen in bijlage V) die de volgende gegevens welke aan de hand van de nomenclatuur van de begroting van de Europese Gemeenschappen en van een aan de lidstaten beschikbaar gestelde meer gedetailleerde nomenclatuur zijn uitgesplitst per soort van uitgaven en van ontvangsten, bevat:

i)

de in de voorgaande maand betaalde of geïnde uitgaven en bestemmingsontvangsten,

ii)

de gecumuleerde uitgaven en bestemmingsontvangsten die vanaf het begin van het begrotingsjaar tot het einde van de voorgaande maand zijn betaald of geïnd,

iii)

ramingen van de uitgaven en de bestemmingsontvangsten die naar gelang van het geval betrekking hebben:

uitsluitend op de lopende maand en de twee daaropvolgende maanden,

behalve op de lopende maand en de twee daaropvolgende maanden ook op de daaropvolgende periode tot het einde van het begrotingsjaar;

b)

een verzamelstaat (T 103, opgenomen in bijlage IV) van de onder a) bedoelde gegevens per lidstaat voor alle betaalorganen van de betrokken lidstaat;

c)

een staat van het eventuele verschil (T 101, opgenomen in bijlage III) tussen de overeenkomstig lid 1, onder b), gedeclareerde uitgaven en de overeenkomstig het onderhavige lid, onder a), gedeclareerde uitgaven met, in voorkomend geval, een verklaring voor dat verschil;

d)

rekeningen ter verantwoording van de uitgaven en de ontvangsten in het kader van de openbare opslag zoals bedoeld in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr.884/2006 van de Commissie (9), ingediend in de vorm van tabellen (e.faudit-tabellen) overeenkomstig bijlage III bij die verordening;

e)

tabellen (T 106 tot en met T 109, opgenomen in de bijlagen VI, VII, VIII en IX) die de onder a) en b) bedoelde staten aanvullen en bestemd zijn voor de in lid 1, onder d), bedoelde mededelingen uiterlijk op 20 mei en 10 november, welke tabellen de stand van de rekeningen eind april en aan het einde van het begrotingsjaar laten zien en omvatten:

een staat van de door elk betaalorgaan overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 of artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1655/2004 ingehouden bedragen, inclusief de eventuele rente (T 106 en T 107),

een staat van de besteding van de betrokken bedragen door elk betaalorgaan overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1259/1999 of artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1655/2004 (T 108),

een algemene verzamelstaat, op het niveau van elke lidstaat, van de in het eerste en het tweede streepje van dit punt bedoelde gegevens en de voor de niet-gebruikte middelen verkregen rente (T 109).

3.   De in lid 2, onder b), bedoelde verzamelstaat van gegevens (T 103) wordt ook op papier aan de Commissie meegedeeld.

4.   Alle financiële gegevens die overeenkomstig dit artikel worden verlangd, worden meegedeeld in euro’s.

Evenwel geldt het volgende:

voor de in lid 2, onder e), bedoelde tabellen gebruiken de lidstaten dezelfde valuta als die welke is gebruikt voor het begrotingsjaar van de inhouding,

voor de declaraties van uitgaven en afgetrokken bedragen zoals bedoeld in artikel 39, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 gebruiken de lidstaten de nationale valuta.

Voorts verstrekken de in artikel 2, lid 2, tweede alinea, van de onderhavige verordening bedoelde lidstaten de andere financiële gegevens over het begrotingsjaar 2007 dan die welke worden bedoeld in artikel 45, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, in de nationale valuta.

Artikel 5

Algemene regels betreffende de declaratie van uitgaven en bestemmingsontvangsten

1.   Onverminderd de bij artikel 6 vastgestelde specifieke bepalingen betreffende de declaratie van uitgaven en ontvangsten in verband met openbare opslag, komen de uitgaven en de bestemmingsontvangsten die de betaalorganen uit hoofde van een bepaalde maand declareren, overeen met de daadwerkelijk in die maand betaalde en geïnde bedragen.

Deze uitgaven en ontvangsten worden op de ELGF-begroting geboekt uit hoofde van een begrotingsjaar „N” dat loopt van 16 oktober van het jaar „N-1” tot en met 15 oktober van het jaar „N”.

Hierbij geldt evenwel het volgende:

a)

de uitgaven die mogen worden betaald vóór het van toepassing worden van de bepaling die voorziet in de volledige of gedeeltelijke financiering ervan door het ELGF, mogen niet eerder worden gedeclareerd dan:

uit hoofde van de maand waarin die bepaling van toepassing is geworden,

of

uit hoofde van de maand na het van toepassing worden van die bepaling;

b)

de bestemmingsontvangsten die de lidstaat de Commissie verschuldigd is, worden gedeclareerd uit hoofde van de maand waarin de bij de communautaire regelgeving bepaalde termijn voor de betaling van de betrokken bedragen verstrijkt;

c)

de correcties die de Commissie in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring en de conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen vaststelt, worden door de Commissie rechtstreeks afgetrokken van of opgeteld bij de maandelijkse betalingen zoals bedoeld in, naar gelang van het geval, artikel 10, lid 2, of artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie (10). De lidstaten nemen de met deze correcties overeenstemmende bedragen evenwel op in de declaratie die wordt opgesteld uit hoofde van de maand waarvoor de correcties worden verricht.

2.   De uitgaven en de bestemmingsontvangsten worden in aanmerking genomen op de datum waarop de rekening van het betaalorgaan is gedebiteerd of gecrediteerd. Voor de betalingen kan de in aanmerking te nemen datum evenwel de datum zijn waarop het betrokken betaalorgaan het betalingsdocument heeft opgesteld en aan een financiële instelling of aan de begunstigde heeft toegezonden. Elk betaalorgaan gebruikt gedurende het hele begrotingsjaar dezelfde methode.

3.   Voor de te declareren uitgaven wordt geen rekening gehouden met de overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1655/2004 toegepaste verlagingen.

4.   De overeenkomstig lid 1 gedeclareerde uitgaven en bestemmingsontvangsten kunnen correcties omvatten van de gegevens die zijn gedeclareerd uit hoofde van de voorgaande maanden van hetzelfde begrotingsjaar.

Indien correcties van bestemmingsontvangsten op het niveau van een betaalorgaan tot het declareren van negatieve bestemmingsontvangsten voor een begrotingsonderdeel leiden, worden de correcties die te veel zijn om op een nulsaldo uit te komen, overgedragen naar de volgende maand. Zij worden in voorkomend geval geregulariseerd bij de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over het betrokken begrotingsjaar.

5.   Niet-uitgevoerde betalingsopdrachten en betalingen waarvoor na de debitering van de rekening weer een creditering heeft plaatsgevonden, worden in mindering gebracht op de uitgaven uit hoofde van de maand waarin de niet-uitvoering of de annulering ter kennis van het betaalorgaan is gebracht.

6.   Ten laste van het ELGF te verrichten betalingen die worden verrekend met vorderingen, worden met het oog op de toepassing van lid 1 geacht in hun geheel te hebben plaatsgevonden:

a)

op de datum van betaling van het aan de begunstigde verschuldigde bedrag indien de vordering lager is dan de betaalbaar gestelde uitgave;

b)

op de datum van verrekening indien de uitgave niet hoger is dan de vordering.

7.   De uiterlijk op 10 november aan de Commissie te verstrekken gecumuleerde gegevens over de aan een begrotingsjaar toe te rekenen uitgaven en bestemmingsontvangsten kunnen uitsluitend in het kader van de overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 aan de Commissie te verstrekken jaarrekeningen worden gecorrigeerd.

Artikel 6

Specifieke regels betreffende de declaratie van uitgaven in verband met openbare opslag

De verrichtingen die in aanmerking moeten worden genomen om een declaratie van uitgaven in verband met openbare opslag op te stellen, zijn de aan het einde van een maand in de rekeningen van het betaalorgaan vastgestelde verrichtingen die hebben plaatsgevonden vanaf het begin van het boekjaar zoals bepaald in artikel 2, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 884/2006 tot het einde van die maand.

Een dergelijke uitgavendeclaratie bevat de overeenkomstig de artikelen 6, 7 en 9 van Verordening (EG) nr. 884/2006 bepaalde waarden en bedragen die de betaalorganen in rekening hebben gebracht in de maand na die waaraan de verrichtingen zijn toegerekend.

Hierbij geldt evenwel het volgende:

a)

voor de verrichtingen van de maand september worden de waarden en bedragen uiterlijk op 15 oktober door de betaalorganen in rekening gebracht;

b)

de totaalbedragen van de in artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 884/2006 bedoelde afschrijving worden in rekening gebracht op de datum zoals bepaald bij de beschikking tot vaststelling van die bedragen.

Artikel 7

Voor de opstelling van de uitgavendeclaraties toe te passen wisselkoers

1.   De niet tot de eurozone behorende lidstaten passen voor de opstelling van hun uitgavendeclaraties dezelfde wisselkoers toe als die welke zij overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2808/98 van de Commissie (11) en de sectorale landbouwregelingen bij de betalingen aan de begunstigden en de inning van ontvangsten hebben gebruikt.

2.   In de andere dan de in lid 1 bedoelde gevallen, en met name voor verrichtingen waarvoor geen ontstaansfeit is vastgesteld bij de sectorale landbouwregelingen, is de toe te passen wisselkoers de voorlaatste wisselkoers die door de Europese Centrale Bank is bepaald vóór de maand uit hoofde waarvan de uitgave of de bestemmingsontvangst wordt gedeclareerd.

3.   De in lid 2 bedoelde wisselkoers geldt eveneens voor de invorderingen die ineens worden verricht voor verscheidene verrichtingen die vóór 16 oktober 2006, of vóór 16 oktober 2007 bij toepassing van artikel 2, lid 2, tweede alinea, hebben plaatsgevonden.

Artikel 8

Betalingsbeschikking van de Commissie

1.   Op basis van de overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b), verstrekte gegevens geeft de Commissie beschikkingen over de maandelijkse betalingen en keert zij deze uit, onverminderd de in latere beschikkingen in aanmerking te nemen correcties en onverminderd de toepassing van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

2.   Indien de Gemeenschapsbegroting aan het begin van het begrotingsjaar nog niet is vastgesteld, worden de maandelijkse betalingen toegekend ten belope van een per uitgavenhoofdstuk vastgesteld percentage van de van de lidstaten ontvangen uitgavendeclaraties en met inachtneming van het maximum zoals bedoeld in artikel 13 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002. De Commissie houdt met het nog niet aan de lidstaten vergoede saldo rekening in de beschikkingen over de latere vergoedingen.

3.   Indien de overeenkomstig artikel 150, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 vervroegde vastleggingen meer bedragen dan de helft van het totaal van de overeenkomstige kredieten van het lopende begrotingsjaar, worden de maandelijkse betalingen toegekend ten belope van een percentage van de van de lidstaten ontvangen uitgavendeclaraties. De Commissie houdt met het nog niet aan de lidstaten vergoede saldo rekening in de beschikkingen over de latere vergoedingen.

Artikel 9

Verlaging van de betalingen door de Commissie

1.   Voor elke uitgave die na het verstrijken van de in de regelgeving bepaalde termijn wordt betaald, wordt een verlaagde boeking in het kader van de maandelijkse betalingen toegepast volgens de onderstaande regels:

a)

ten aanzien van de met vertraging betaalde uitgaven die niet meer dan 4 % uitmaken van de binnen de gestelde termijn betaalde uitgaven, wordt geen verlaging toegepast;

b)

is deze marge van 4 % opgebruikt, dan wordt elke verdere uitgave die met vertraging wordt gedaan, als volgt verlaagd:

bij een vertraging tot één maand wordt de uitgave verlaagd met 10 %,

bij een vertraging tot twee maanden wordt de uitgave verlaagd met 25 %,

bij een vertraging tot drie maanden wordt de uitgave verlaagd met 45 %,

bij een vertraging tot vier maanden wordt de uitgave verlaagd met 70 %,

bij een vertraging van meer dan vier maanden wordt de uitgave verlaagd met 100 %.

2.   In afwijking van lid 1 gelden voor de onder artikel 12 en titel III of, in voorkomend geval, titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (12) vallende rechtstreekse betalingen voor het jaar N die worden betaald na het verstrijken van de in de regelgeving bepaalde termijn, waarbij die betaling plaatsvindt na 15 oktober van het jaar N+1, de volgende voorwaarden:

a)

indien de in lid 1, onder a), bedoelde marge van 4 % niet is opgebruikt voor uiterlijk op 15 oktober van het jaar N+1 verrichte betalingen en er nog meer dan 2 % van resteert, wordt die marge verlaagd tot 2 %;

b)

in elk geval komen voor de betrokken lidstaat de betalingen in het begrotingsjaar N+2 en de volgende begrotingsjaren slechts voor vergoeding in aanmerking binnen de grenzen van zijn in bijlage VIII of VIII bis bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde nationale maximum of zijn overeenkomstig artikel 143 ter, lid 3, van die verordening vastgestelde jaarlijkse totaalbedrag voor het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar waarin de betaling wordt verricht, welke grenzen naar gelang van het geval worden verhoogd voor de in de artikelen 95 en 96 van die verordening bedoelde melkpremie en extra betalingen en voor het in artikel 12 van die verordening bedoelde extra steunbedrag, worden verlaagd met het bij artikel 10 van die verordening vastgestelde percentage en worden gecorrigeerd met de in artikel 11 van die verordening bedoelde aanpassing, een en ander met inachtneming van artikel 12 bis van die verordening en van de bij artikel 4 van Verordening (EG) nr. 188/2005 van de Commissie (13) vastgestelde bedragen;

c)

zijn de onder a) bedoelde marges opgebruikt, dan worden de uitgaven waarop dit lid betrekking heeft, verlaagd met 100 %.

3.   Door de Commissie worden andere termijnoverschrijdingen dan die welke in de leden 1 en 2 zijn vermeld, en/of lagere of geen verlagingspercentages toegepast indien voor bepaalde maatregelen sprake is van bijzondere omstandigheden bij het beheer of indien de lidstaten er gegronde redenen voor aanvoeren.

Voor de in lid 2 bedoelde betalingen geldt de eerste alinea van het onderhavige lid evenwel binnen de grenzen van de maxima zoals bepaald in dat lid 2, onder b).

4.   In het kader van de maandelijkse betalingen wordt tweemaal per begrotingsjaar gecontroleerd op de naleving van de termijnen:

voor de uitgaven die tot en met 31 maart zijn gedaan,

voor de uitgaven die tot en met 31 juli zijn gedaan.

Met eventuele overschrijdingen in de maanden augustus, september en oktober wordt rekening gehouden in de beschikking over de boekhoudkundige goedkeuring zoals bedoeld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

5.   Na de betrokken lidstaten daarvan in kennis te hebben gesteld, kan de Commissie de uitkering van de maandelijkse betalingen aan de lidstaten waarin is voorzien bij artikel 15, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, uitstellen indien de in artikel 4 van de onderhavige verordening bedoelde mededelingen haar te laat bereiken of tegenstrijdigheden bevatten die extra verificaties nodig maken.

6.   De in het onderhavige artikel bedoelde verlagingen en de eventuele andere op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 toegepaste verlagingen worden toegepast onverminderd de latere beschikking over de conformiteitsgoedkeuring zoals bedoeld in artikel 31 van die verordening.

Artikel 10

Boeking en inning van de bestemmingsontvangsten

1.   De artikelen 150 en 151 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 zijn van overeenkomstige toepassing voor de boeking van de in de onderhavige verordening bedoelde bestemmingsontvangsten.

2.   De Commissie besluit in haar overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 gegeven beschikking over de maandelijkse betalingen tot de betaling van het saldo dat resteert wanneer op de door elke lidstaat gedeclareerde uitgaven het bedrag aan bestemmingsontvangsten in mindering wordt gebracht dat de betrokken lidstaat in diezelfde uitgavendeclaratie heeft opgenomen. Deze verrekening geldt als inning van de desbetreffende ontvangsten.

3.   De door de bestemmingsontvangsten ontstane kredieten voor vastleggingen en kredieten voor betalingen worden geopend zodra deze ontvangsten worden bestemd voor de betrokken begrotingsonderdelen. Overeenkomstig de in lid 1 genoemde voorschriften vindt het bestemmen plaats bij de boeking van de bestemmingsontvangsten binnen twee maanden na ontvangst van de door de lidstaten toegezonden staten.

Artikel 11

Beschikbaarstelling van de financiële middelen aan de lidstaten

1.   Na de maandelijkse betalingen bij beschikking te hebben vastgesteld, stelt de Commissie in het kader van de begrotingskredieten de financiële middelen die ter dekking van de door het ELGF te financieren uitgaven nodig zijn na aftrek van het bedrag dat overeenkomt met de bestemmingsontvangsten, aan de lidstaten beschikbaar op de door elke lidstaat geopende rekening.

Indien het feit dat de bestemmingsontvangsten in mindering worden gebracht op de door de Commissie te verrichten betalingen, op het niveau van een lidstaat zou leiden tot een negatief bedrag, worden de af te trekken bedragen die te veel zijn om op een nulsaldo uit te komen, overgedragen naar de volgende maanden.

2.   De lidstaten delen de benaming en het nummer van de in lid 1 bedoelde rekening aan de Commissie mee in het hun door de Commissie beschikbaar gestelde formaat.

3.   Wanneer een in artikel 2, lid 2, tweede alinea, bedoelde lidstaat uitgavendeclaraties voor het begrotingsjaar 2007 in de nationale valuta blijft opstellen, is de wisselkoers die de Commissie voor de betrokken betalingen moet toepassen, de wisselkoers van de 10e van de maand volgende op die uit hoofde waarvan de declaratie is opgesteld, of, indien voor die datum geen algemene notering voorhanden is, de wisselkoers van de eerste daaraan voorafgaande dag waarvoor een dergelijke notering voorhanden is.

Artikel 12

Als bestemmingsontvangsten beschouwde bedragen

1.   De volgende bedragen worden als bestemmingsontvangsten beschouwd op dezelfde voet als de in artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde in verband met onregelmatigheden of nalatigheden ingevorderde bedragen:

a)

de aan de Gemeenschapsbegroting te betalen bedragen die zijn geïnd als gevolg van boetes of sancties die zijn opgelegd overeenkomstig de specifieke regels van de sectorale landbouwregelingen;

b)

de bedragen die overeenkomen met de verlaging van betalingen of de uitsluiting van het ontvangen daarvan overeenkomstig de regels betreffende de bij titel II, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde randvoorwaarden.

2.   De regels die voor de andere dan de in lid 1 bedoelde bestemmingsontvangsten zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing. Indien de in lid 1, onder a), bedoelde bedragen evenwel zijn ingehouden vóór de betaling van de steun waarop de onregelmatigheid of nalatigheid betrekking heeft, worden zij afgetrokken van de desbetreffende uitgave.

HOOFDSTUK 3

ELFPO-BOEKHOUDING

Artikel 13

Boekhouding inzake de programma’s voor plattelandsontwikkeling

1.   Elk voor een programma voor plattelandsontwikkeling aangewezen betaalorgaan voert een boekhouding die het mogelijk maakt alle verrichtingen per programma en per maatregel te identificeren. Deze boekhouding bevat met name:

a)

voor elke verrichting, het bedrag aan overheidsuitgaven en het bedrag aan communautaire bijdrage die voor die verrichting zijn betaald;

b)

de wegens geconstateerde onregelmatigheden of nalatigheden van begunstigden in te vorderen bedragen;

c)

de ingevorderde bedragen met vermelding van de oorspronkelijke verrichting.

2.   De betaalorganen van de niet tot de eurozone behorende lidstaten passen bij de opstelling van hun uitgavendeclaraties in euro’s voor alle betalings- of invorderingsverrichtingen de voorlaatste wisselkoers toe die de Europese Centrale Bank heeft bepaald vóór de maand waarin de verrichtingen in de rekeningen van het betaalorgaan worden geregistreerd.

Artikel 14

Raming van de financiële behoeften

Voor elk programma voor plattelandsontwikkeling verstrekken de lidstaten de Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), punt ii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 volgens het in bijlage X bij de onderhavige verordening opgenomen model tweemaal per jaar samen met de uiterlijk op 31 januari en 31 juli in te dienen uitgavendeclaraties hun raming van de bedragen die voor het lopende jaar door het ELFPO moeten worden gefinancierd, en een geactualiseerde schatting van hun financieringsaanvragen voor het volgende jaar.

Artikel 15

Financieringsplan van de programma’s voor plattelandsontwikkeling

In het financieringsplan van elk programma voor plattelandsontwikkeling worden met name het maximumbedrag van de bijdrage uit het ELFPO, de verdeling daarvan over de jaren, de verdeling per as en per maatregel en het voor elke as geldende medefinancieringspercentage vastgesteld.

Het financieringsplan treedt in werking na de vaststelling van het programma voor plattelandsontwikkeling door de Commissie. Latere aanpassingen van het financieringsplan waarvoor geen nieuwe beschikking van de Commissie nodig is, treden in werking na validering van de betrokken aanpassingen via het voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1698/2005 opgezette beveiligde systeem voor de uitwisseling van gegevens en stukken tussen de Commissie en de lidstaten. Aanpassingen van het financieringsplan waarvoor een nieuwe beschikking van de Commissie nodig is, treden in werking nadat die nieuwe beschikking is gegeven.

Het financieringsplan van elk programma voor plattelandsontwikkeling en elke aanpassing daarvan worden door de beheersautoriteit van dat programma ingevoerd in het in de tweede alinea bedoelde beveiligde systeem voor de uitwisseling van gegevens en stukken.

Artikel 16

Uitgavendeclaraties

1.   De uitgavendeclaraties van de betaalorganen worden opgesteld per programma voor plattelandsontwikkeling. Zij hebben voor elke maatregel voor plattelandsontwikkeling betrekking op het bedrag aan subsidiabele overheidsuitgaven waarvoor het betaalorgaan de overeenkomstige bijdrage uit het ELFPO daadwerkelijk in de referentieperiode heeft betaald.

2.   Als het programma eenmaal is goedgekeurd, zenden de lidstaten hun uitgavendeclaraties zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder c), punt i), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 langs elektronische weg overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 van de onderhavige verordening aan de Commissie toe voor de perioden en op de uiterste data zoals hierna aangegeven:

a)

uiterlijk op 30 april voor de uitgaven in de periode van 1 januari tot en met 31 maart;

b)

uiterlijk op 31 juli voor de uitgaven in de periode van 1 april tot en met 30 juni;

c)

uiterlijk op 10 november voor de uitgaven in de periode van 1 juli tot en met 15 oktober;

d)

uiterlijk op 31 januari voor de uitgaven in de periode van 16 oktober tot en met 31 december.

De uit hoofde van een periode gedeclareerde uitgaven kunnen correcties van de uit hoofde van de voorgaande declaratieperioden van hetzelfde begrotingsjaar gedeclareerde gegevens omvatten.

Evenwel worden, indien een programma voor plattelandsontwikkeling op 31 maart 2007 niet door de Commissie is goedgekeurd, de uitgaven die het betaalorgaan onder eigen verantwoordelijkheid bij voorbaat heeft verricht in de perioden vóór de vaststelling van dat programma, ineens aan de Commissie gedeclareerd in de eerste uitgavendeclaratie na de vaststelling van het programma.

3.   De uitgavendeclaraties worden opgesteld op basis van het in bijlage XI opgenomen model. Voor de programma’s voor plattelandsontwikkeling die betrekking hebben op regio’s waarvoor overeenkomstig artikel 70, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 verschillende medefinancieringspercentages gelden, bevat de aanvraag een afzonderlijke tabel van de uitgaven voor elke categorie van regio’s.

4.   Indien met name als gevolg van het niet meedelen van gegevens die op grond van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en de uitvoeringsbepalingen daarvan moeten worden verstrekt, sprake is van verschillen van mening, interpretatieverschillen of onsamenhangendheden met betrekking tot de uitgavendeclaraties voor een referentieperiode en daardoor verdere verificaties nodig zijn, wordt de betrokken lidstaat verzocht aanvullende gegevens te verstrekken. Deze gegevens worden verstrekt via het in artikel 15, tweede alinea, van de onderhavige verordening bedoelde beveiligde systeem voor de uitwisseling van gegevens en stukken.

De in artikel 26, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bepaalde betalingstermijn kan in dat geval voor het hele bedrag waarop de betalingsaanvraag betrekking heeft, of een deel daarvan worden onderbroken vanaf de datum van toezending van het verzoek om gegevens tot de ontvangst van de gevraagde gegevens en uiterlijk tot de uitgavendeclaratie voor de volgende periode.

Is binnen die termijn geen oplossing bereikt, dan kan de Commissie de betalingen overeenkomstig artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 schorsen of verlagen.

5.   De uiterlijk op 10 november aan de Commissie te verstrekken gecumuleerde gegevens over de aan een begrotingsjaar toe te rekenen uitgaven en bestemmingsontvangsten kunnen uitsluitend in het kader van de overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder c), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 aan de Commissie te verstrekken jaarrekeningen worden gecorrigeerd.

Artikel 17

Berekening van het te betalen bedrag

1.   De communautaire bijdrage die moet worden betaald in de voor elke referentieperiode per as gedeclareerde subsidiabele overheidsuitgaven, wordt berekend op basis van het financieringsplan dat van kracht was op de eerste dag van die periode.

2.   De bedragen aan ELFPO-bijdragen die in een referentieperiode in het kader van het betrokken programma voor plattelandsontwikkeling zijn ingevorderd van begunstigden, worden in de uitgavendeclaratie voor die periode in mindering gebracht op het door het ELFPO te betalen bedrag.

3.   De positieve of negatieve bedragen die eventueel voortvloeien uit de boekhoudkundige goedkeuring overeenkomstig artikel 10, lid 1, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 885/2006 en die opnieuw kunnen worden gebruikt voor het programma voor plattelandsontwikkeling, worden in de eerste declaratie die na de goedkeuringsbeschikking wordt opgesteld, opgeteld bij of afgetrokken van het bedrag van de bijdrage uit het ELFPO.

4.   Onverminderd de begrenzing overeenkomstig artikel 24, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, wordt in het geval dat de gecumuleerde uitgavendeclaraties het voor een as van het programma voor plattelandsontwikkeling geprogrammeerde totaalbedrag overschrijden, het te betalen bedrag begrensd tot het voor die as geprogrammeerde bedrag. De hierdoor uitgesloten overheidsuitgaven kunnen in het kader van een volgende uitgavendeclaratie in aanmerking worden genomen, mits ondertussen een aangepast financieringsplan door de lidstaat is ingediend en door de Commissie is aanvaard.

5.   De communautaire bijdrage wordt door de Commissie, voorzover de nodige begrotingsmiddelen beschikbaar zijn, betaald op de door elke lidstaat geopende rekening of rekeningen.

De lidstaten delen de benaming en het nummer van de rekening of rekeningen aan de Commissie mee in het hun door de Commissie beschikbaar gestelde formaat.

HOOFDSTUK 4

BEPALINGEN DIE GEMEENSCHAPPELIJK ZIJN VOOR HET ELGF EN HET ELFPO

Artikel 18

Elektronische uitwisseling van de gegevens en stukken

1.   Ten behoeve van het meedelen en raadplegen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005 en de uitvoeringsbepalingen daarvan zet de Commissie computersystemen op die het mogelijk maken om langs elektronische weg stukken en gegevens tussen haar en de lidstaten uit te wisselen. Zij stelt de lidstaten van de algemene voorwaarden voor de implementatie van deze systemen in kennis via het Comité voor de Landbouwfondsen.

2.   De in lid 1 bedoelde computersystemen zijn geschikt voor de behandeling van met name:

a)

de voor de financiële transacties benodigde gegevens, en met name de gegevens over de maand- en jaarrekeningen van de betaalorganen, de uitgaven- en ontvangstendeclaraties en andere te verstrekken gegevens en stukken zoals bedoeld in de artikelen 5, 11, 15 en 17 van de onderhavige verordening, in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 885/2006 en in de artikelen 2, 10 en 11 van Verordening (EG) nr. 884/2006;

b)

de stukken van gemeenschappelijk belang waardoor monitoring van de rekeningen en raadpleging van de gegevens en stukken die het betaalorgaan aan de Commissie beschikbaar moet stellen, mogelijk worden gemaakt;

c)

de communautaire teksten en de richtsnoeren van de Commissie over de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid door tussenkomst van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005 erkende en aangewezen instanties en de richtsnoeren voor een geharmoniseerde toepassing van de betrokken regelingen.

3.   Vorm en inhoud van de stukken zoals bedoeld in de artikelen 4, 14 en 17 van de onderhavige verordening, in artikel 7, lid 1, onder a), b en d), van Verordening (EG) nr. 885/2006 en in de artikelen 10 en 11 van Verordening (EG) nr. 884/2006 worden door de Commissie bepaald op basis van de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen II tot en met XI bij de onderhavige verordening, de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 885/2006 en bijlage III bij Verordening (EG) nr. 884/2006.

Deze modellen worden door de Commissie aangepast en geactualiseerd nadat het Comité voor de Landbouwfondsen daarvan in kennis is gesteld.

4.   De in lid 1 bedoelde computersystemen kunnen de voorzieningen omvatten die de Commissie nodig heeft om de ELGF- en ELFPO-gegevens in te voeren en de ELGF- en ELFPO-rekeningen te beheren, alsmede de voorzieningen die nodig zijn voor de berekening van de forfaitaire uitgaven of van de uitgaven waarvoor uniforme methoden moeten worden gebruikt, waaronder met name de uitgaven in verband met de financieringskosten en de afschrijvingen.

5.   De gegevens over de financiële transacties worden onder verantwoordelijkheid van het betaalorgaan meegedeeld en in de in lid 1 bedoelde computersystemen ingevoerd en geactualiseerd door het betaalorgaan zelf of door de instantie waaraan deze functie is gedelegeerd, in voorkomend geval via de overeenkomstig artikel 6, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 erkende coördinerende instantie.

6.   Indien op een stuk of bij een procedure waarin bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 of de uitvoeringsbepalingen daarvan is voorzien, de handtekening van een gemachtigde persoon of het akkoord van een persoon is vereist in een of meer fasen van die procedure, moeten de voor het verstrekken van de betrokken stukken opgezette computersystemen ondubbelzinnige identificatie van elke persoon mogelijk maken en redelijke garanties bieden dat de inhoud van de stukken niet kan worden gewijzigd, ook voor de verschillende fasen van de procedure, overeenkomstig de communautaire regelgeving. Voor de uitgavendeclaraties en de bij de jaarrekeningen gevoegde borgingsverklaring zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder c), punten i) en iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 geldt dat de langs elektronische weg meegedeelde stukken tevens in hun originele vorm worden bewaard door de betaalorganen of, in voorkomend geval, de coördinerende instanties die overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 3, van de genoemde verordening zijn erkend.

7.   De bewaring van de elektronische en digitale stukken moet gedurende de hele bij artikel 9 van Verordening (EG) nr. 885/2006 voorgeschreven periode zijn gegarandeerd.

8.   Heeft een computersysteem met een storing te kampen of ontbreekt een stabiele verbinding, dan kan de lidstaat met voorafgaande toestemming van de Commissie de stukken in een andere vorm toezenden onder de voorwaarden die de Commissie bepaalt.

HOOFDSTUK 5

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

Boeking van middelen die afkomstig zijn van differentiatie of van de niet-naleving van eisen inzake milieubescherming

1.   De overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 of overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1655/2004 ingehouden bedragen worden door de lidstaat geboekt in het credit van een voor elk betaalorgaan geopende specifieke rekening of van een enkele op het niveau van de lidstaat geopende specifieke rekening. De boeking moet het mogelijk maken om bij de betaling van de betrokken steun aan de begunstigde de oorsprong van het krediet te identificeren.

2.   De lidstaten kunnen de in lid 1 bedoelde bijeengebrachte bedragen met het oog op het gebruik ervan toewijzen aan de betaalorganen van hun keuze. Deze bedragen worden geboekt in het credit van de in lid 1 bedoelde rekening of rekeningen en worden uitsluitend gebruikt voor de financiering van de in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1259/1999 bedoelde extra communautaire steun of van de in artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1655/2004 genoemde flankerende maatregelen.

Indien de niet-gebruikte middelen rente opleveren, wordt deze rente toegevoegd aan het aan het einde van elk begrotingsjaar beschikbare saldo en gebruikt voor de financiering van dezelfde maatregelen.

3.   Voor de uitgaven betreffende de in lid 2 bedoelde maatregelen voeren de betaalorganen een afzonderlijke boekhouding los van de overige uitgaven betreffende plattelandsontwikkeling; in deze boekhouding wordt voor elke betaling een boekhoudkundig onderscheid gemaakt tussen de nationale middelen en de middelen die afkomstig zijn van de toepassing van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 of van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1655/2004.

4.   De overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 of overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1655/2004 ingehouden bedragen en de eventueel daarvoor verkregen rente die niet overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 963/2001 van de Commissie (14) of overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1655/2004 zijn betaald, worden op de maandelijkse betalingen in mindering gebracht bij de beschikking die de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 geeft voor de uitgaven in oktober van het betrokken begrotingsjaar. In voorkomend geval is de te gebruiken wisselkoers die welke wordt bedoeld in artikel 7, lid 2, van de onderhavige verordening.

Artikel 20

Uitgaven voor plattelandsontwikkeling ten laste van de afdeling Garantie van het EOGFL tussen 16 oktober en 31 december 2006

Indien een lidstaat overweegt om overeenkomstig artikel 39, lid 1, onder a), tweede zin, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 tot en met 31 december 2006 uitgaven ten laste van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) te brengen in het kader van de programma’s voor plattelandsontwikkeling van de periode 2000-2006, dient deze lidstaat uiterlijk op 1 juli 2006 een daartoe strekkend verzoek in bij de Commissie onder vermelding van de motivering daarvoor. In dit verzoek wordt gepreciseerd om welk programma of welke programma’s en om welke maatregelen het gaat.

In geval van toepassing van de eerste alinea van het onderhavige artikel delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op 31 januari 2007 voor elk programma en elke maatregel mee op welke datum de betalingen ten laste van de afdeling Garantie van het EOGFL zijn verricht.

Artikel 21

Intrekkingen

Verordening (EG) nr. 296/96 en Beschikking C/2004/1723 van 26 april 2004 worden met ingang van 16 oktober 2006 ingetrokken.

Verordening (EG) nr. 296/96, met uitzondering van artikel 3, lid 6 bis, onder a), en Beschikking C/2004/1723 blijven evenwel van toepassing voor alle uitgaven die de lidstaten tot en met 15 oktober 2006 in het kader van de afdeling Garantie van het EOGFL verrichten.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening en beschikking gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen volgens de in bijlage XII opgenomen concordantietabel.

Artikel 22

Inwerkingtreding

1.   Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Zij is met ingang van 16 oktober 2006 van toepassing voor de ontvangsten en de uitgaven die de lidstaten in het kader van het ELGF en het ELFPO innen, respectievelijk verrichten uit hoofde van de begrotingsjaren 2007 en volgende. Artikel 20 is evenwel van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 juni 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

(2)  PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 695/2005 (PB L 114 van 4.5.2005, blz. 1).

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.

(5)  PB L 298 van 23.9.2004, blz. 3.

(6)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(7)  PB L 39 van 17.2.1996, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1607/2005 (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 12).

(8)  Kennisgeving geschied op 26 april 2004. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking C/2005/3741, kennisgeving geschied op 30 september 2005.

(9)  Zie bladzijde 35 van dit Publicatieblad.

(10)  Zie bladzijde 90 van dit Publicatieblad.

(11)  PB L 349 van 24.12.1998, blz. 36.

(12)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.

(13)  PB L 31 van 4.2.2005, blz. 6.

(14)  PB L 136 van 18.5.2001, blz. 4.


OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN

BIJLAGE I

TOTAALBEDRAG VAN DE IN EEN MAAND BETAALDE UITGAVEN EN GEÏNDE BESTEMMINGSONTVANGSTEN (ARTIKEL 4, LID 1, ONDER A))

BIJLAGE II

MAANDELIJKSE UITGAVENDECLARATIE BETREFFENDE HET ELGF (ARTIKEL 4, LID 1, ONDER B))

BIJLAGE III

T 101 – OVEREENSTEMMINGSCONTROLE OP DE MEEGEDEELDE GEGEVENS (ARTIKEL 4, LID 2, ONDER C))

BIJLAGE IV

T 103 – VERZAMELSTAAT (ARTIKEL 4, LID 2, ONDER B))

BIJLAGE V

T 104 – VOLGENS DE NOMENCLATUUR VAN DE BEGROTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN NAAR SOORT VAN UITGAVEN EN VAN ONTVANGSTEN UITGESPLITSTE GEGEVENS (ARTIKEL 4, LID 2, ONDER A))

BIJLAGE VI

T 106 – OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 3 VAN VERORDENING (EG) NR. 1259/1999 INGEHOUDEN BEDRAGEN (ARTIKEL 4, LID 2, ONDER E))

BIJLAGE VII

T 107 – OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4 VAN VERORDENING (EG) NR. 1259/1999 OF ARTIKEL 1 VAN VERORDENING (EG) NR. 1655/2004 INGEHOUDEN BEDRAGEN (ARTIKEL 4, LID 2, ONDER E))

BIJLAGE VIII

T 108 - BESTEDING VAN DE OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 3 EN 4 VAN VERORDENING (EG) NR. 1259/1999 OF ARTIKEL 1 VAN VERORDENING (EG) NR. 1655/2004 INGEHOUDEN BEDRAGEN (ARTIKEL 4, LID 2, ONDER E))

BIJLAGE IX

T 109 – VERZAMELSTAAT VAN DE BESTEDING VAN DE OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 3 EN 4 VAN VERORDENING (EG) NR. 1259/1999 OF ARTIKEL 1 VAN VERORDENING (EG) NR. 1655/2004 INGEHOUDEN BEDRAGEN (ARTIKEL 4, LID 2, ONDER E))

BIJLAGE X

RAMINGEN VAN DE ELFPO-UITGAVEN (ARTIKEL 14)

BIJLAGE XI

UITGAVENDECLARATIE BETREFFENDE HET ELFPO (ARTIKEL 17)

BIJLAGE XII

CONCORDANTIETABEL

BIJLAGE I

TOTAALBEDRAG VAN DE IN EEN MAAND BETAALDE UITGAVEN EN GEÏNDE BESTEMMINGSONTVANGSTEN (ARTIKEL 4, LID 1, ONDER A))

IDES

Inhoud van een declaratie

Inleidend deel van de declaratie

Het inleidende deel van de declaratie omvat de volgende elementen:

Een identificatiecode die aangeeft wat de aard van de boodschap is en welke lidstaat de informatie toezendt. Deze identificatiecode wordt meegedeeld door de Commissie.

De periode waarop de declaratie betrekking heeft.

Bijzonderheden over de uitgaven en de ontvangsten in de betrokken periode:

het totaalbedrag exclusief goedkeuring

de ramingen exclusief goedkeuring

de gevolgen van goedkeuringsbeschikkingen

de uitgaven voor openbare opslag.

Hoofddeel van de declaratie

Het hoofddeel van de declaratie omvat de volgende elementen:

De code van de begrotingspost of het begrotingsartikel

Het gedeclareerde bedrag en de raming

De verklaring voor het verschil ten opzichte van de raming.

Afsluitend deel

Het afsluitende deel van de declaratie bevat een controletotaal dat de som is van alle in het inleidende deel en het hoofddeel van de declaratie vermelde bedragen.

Syntaxis van de boodschap

<I>[IDENTIFICATION]

<C>010<V>[BEGINDATE]/[ENDDATE] <C>020<V>[EXPENDITURE]

<C>030<V>[FORECAST]

<C>040<V>[CLEARANCE]

<C>050<V>[PUBLIC STORAGE]

<C>060<V>[ITEM]

<C>070<V>[AMOUNT]/[FORECAST]

<C>080<V>[DIFF1]/[DIFF2]/[DIFF3]/[DIFF4]

<C>060<V>[ITEM]

<C>070<V>[AMOUNT]/[FORECAST]

<C>080<V>[DIFF1]/[DIFF2]/[DIFF3]/[DIFF4]

<C>090<V>[CHECKSUM]

Beschrijving van de velden

Naam

Formaat

Omschrijving

Inleidend deel van de declaratie: de gegevens komen 1-maal voor

[IDENTIFICATION] *

 

Door de Commissie meegedeelde identificatiecode

[BEGINDATE] *

Datum (DDMMJJJJ)

Begindatum declaratieperiode

[ENDDATE] *

Datum (DDMMJJJJ)

Einddatum declaratieperiode

[EXPENDITURE]*

Getal(30,2)

Totaalbedrag voor de maand, exclusief goedkeuring

[FORECAST] *

Getal(30,2)

Raming

[CLEARANCE] *

Getal(30,2)

Goedkeuringsbeschikkingen

[PUBLIC STORAGE]*

Getal(30,2)

Uitgaven voor openbare opslag

Hoofddeel van de declaratie: de gegevens komen 1- à n-maal voor

[ITEM]

Getal(8)

Begrotingsonderdeel (post of artikel)

[AMOUNT]

Getal(30,2)

Bedrag van de uitgaven/ontvangsten

[FORECAST]

Getal(30,2)

Bedrag van de raming

[DIFF1]

Getal(30,2)

Verschil als gevolg van uitstel in de voorgaande maanden

[DIFF2]

Getal(30,2)

Raming van het naar de volgende maanden over te dragen verschil

[DIFF3]

Getal(30,2)

Verschil als gevolg van vervroeging van voor de volgende maanden verwachte uitgaven

[DIFF4]

Getal(30,2)

Bij de raming gemaakte fouten

Afsluitend deel: het gegeven komt 1-maal voor

[CHECKSUM] *

Getal(30,2)

Controlewaarde: som van alle in de boodschap vermelde bedragen

De velden met een * moeten worden ingevuld.

Voorbeeld

<I>AGRWDMT1

<C>010<V>16102005

<C>020<V>135454513.93

<C>030<V>163388000

<C>040<V>0

<C>050<V>2801326.91

<C>060<V>050201

<C>070<V>5462115.83/21358000

<C>080<V>0/-15835484.17/0/0

<C>060<V>050202

<C>070<V>0/0

<C>080<V>0/0/0/0

<C>090<V>157894562

E-AGREX

Lidstaat:

Datum van toezending:

Contactpersoon:

Telefoon:

E-mailadres:

Uitgaven in de periode van … tot en met …

In euro’s

Totaalbedrag voor de maand excl. goedkeuring (1):

Raming excl. goedkeuring (2):

Verschil = (1)-(2):

Goedkeuring:

Totaalbedrag voor de maand incl. goedkeuring:

Waarvan uitgaven voor openbare opslag (2e categorie)

 

 

 

 


Te verstrekken in de laatste weekfax over de maand of op uitdrukkelijk verzoek van de Commissie

Passende code volgens nomenclatuur

Uitgaven/ontvangsten (1)

Raming (2)

Verschil = (1)-(2)

Verklaring voor aanzienlijke verschillen, in miljoenen euro’s

In de voorgaande maanden uitgesteld

Over te dragen naar de volgende maanden

Vervroeging van voor de volgende maanden verwachte uitgaven

Fout in de raming

 

 

 

 

 

 

 

 

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

BIJLAGE II

MAANDELIJKSE UITGAVENDECLARATIE BETREFFENDE HET ELGF (ARTIKEL 4, LID 1, ONDER B))

Inhoud van een declaratie

Inleidend deel van de declaratie

Het inleidende deel van de declaratie omvat de volgende elementen:

Een identificatiecode die aangeeft wat de aard van de boodschap is en welke lidstaat de informatie toezendt. Het betreft een door de Commissie herkende code, die het dus mogelijk maakt het type van toegezonden declaratie en de betrokken lidstaat te identificeren. (Opmerking: de code wordt met name gebruikt om te garanderen dat de gebruiker die de declaratie indient, daartoe wel degelijk door de betrokken lidstaat is gemachtigd). Deze identificatiecode wordt door de Commissie meegedeeld. De uitgavenperiode waarop de declaratie betrekking heeft.

Voorbeeld: 1105 voor de uiterlijk op 10.12.2005 in te dienen declaratie over de uitgavenperiode 11-2005.

Naam, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de voor de declaratie verantwoordelijke persoon.

Hoofddeel van de declaratie

Het hoofddeel van de declaratie omvat voor elk betrokken onderdeel van de ELGF-nomenclatuur:

de code van het artikel (bv. 050201) of van de post

het gedeclareerde bedrag in euro’s.

Afsluitend deel

Vervolgens wordt in een samenvattend deel het volgende gegeven opgenomen:

het gedeclareerde totaalbedrag in euro’s.

Deel met toelichtingen

De boodschap wordt beëindigd met een veld voor vrije toelichtingen dat tussen 0 en 100 tekstregels omvat. Dit veld wordt gebruikt om de aanvullende informatie te verstrekken waarom de Commissie specifiek heeft verzocht.

Syntaxis van de boodschap

<I>[IDENTIFICATION]

<C>001<V>[PERIOD]

<C>004<V>[RESPNAME]

<C>005<V>[RESPPHONE]

<C>006<V>[RESPFAX]

<C>007<V>[RESPEMAIL]

<C>010<V>[ITEM]/[AMOUNT]

<C>010<V>[ITEM]/[AMOUNT]

<C>010<V>TOTALS/[TOT AMOUNT]

<C>999<V>[COMMENT]

<C>999<V>[COMMENT]

Beschrijving van de velden

Naam

Formaat

Omschrijving

Inleidend deel van de declaratie: de gegevens komen 1-maal voor

[IDENTIFICATION] *

 

Door de Commissie meegedeelde identificatiecode

[PERIOD] *

Periode (MMJJ)

Periode waarop de declaratie betrekking heeft

[RESPNAME] *

Vrije tekst (250 karakters)

Naam en voornaam van de voor de declaratie verantwoordelijke persoon

[RESPPHONE]

Vrije tekst (50 karakters)

Telefoonnummer van de voor de declaratie verantwoordelijke persoon

[RESPFAX]

Vrije tekst (50 karakters)

Faxnummer van de voor de declaratie verantwoordelijke persoon

[RESPEMAIL]

Vrije tekst (50 karakters)

E-mailadres van de voor de declaratie verantwoordelijke persoon

Hoofddeel van de declaratie: de gegevens komen 1- à n-maal voor

[ITEM]

Tekst (8 karakters)

Artikel of post waarvoor wordt gedeclareerd

[AMOUNT]

Getal (15,2)

Bedrag in euro’s

Afsluitend deel: het gegeven komt 1-maal voor

[TOT AMOUNT]

Getal (15,2)

Totaalbedrag van de declaratie in euro’s

Deel met toelichtingen: de gegevens komen 1- à n-maal voor

[COMMENT]

Vrije tekst (200 karakters)

Vrije toelichtingen

De velden met een * moeten worden ingevuld

Voorbeeld

<I>FAX10IE

<C>001<V>1105

<C>004<V>John Smith

<C>005<V>00 32 2 2994789

<C>006<V>00 32 2 2994789

<C>007<V>John. Smith@gmail.com

<C>010<V>050201/23986.21

<C>010<V>050202/0

<C>010<V>050203/3898153.27

<C>010<V>050401/3656976.04

<C>010<V>05070108/0

<C>010<V>05070109/0

<C>010<V>TOTALS/23154379.29

<C>999<V>Dit is een toelichting – Eerste regel

<C>999<V>Dit is een toelichting – Tweede regel

Afdrukversie

Image

ELGF- declaratie tegen de 10e van de maand: Uitgaven en ontvangsten

 

Lidstaat:

 

 

 

Verantwoordelijke persoon:

 

 

 

Telefoonnummer:

 

 

 

Faxnummer:

 

 

 

E-mailadres:

 

 

 

Maand:

 

 

Pagina 1: Bedragen

 

Datum

Uitgaven en ontvangsten

 

In euro’s

artikel of post 1

omschrijving

 

artikel of post 2

omschrijving

 

 

 

 

 

 

artikel of post n

omschrijving

 

 

IN TE VULLEN TOTAAL

 

 

CONTROLEVELD

 

 

BEREKEND TOTAAL

0,00

Pagina 2: Toelichtingen

BIJLAGE III

 

Geen toegang

 

Moet worden ingevuld

LIDSTAAT:

TABEL 101

BEGROTINGSJAAR

OVEREENSTEMMINGSCONTROLE OP DE MEEGEDEELDE GEGEVENS

in EUR

 

1) Het totaal van de uitgaven en de bestemmingsontvangsten in de maand … bedraagt

 

2) De uitgaven en de bestemmingsontvangsten die voor die maand werden gedeclareerd op …, kwamen op

 

3) Eventueel verschil = (1) - (2)

0,00

VERKLARING VOOR HET ONDER 3) VERMELDE VERSCHIL

 

1) Begrotingsonderdelen voor uitgaven:

 

2) Begrotingsonderdelen voor bestemmingsontvangsten:

 


Datum:

 

Verantwoordelijke ambtenaar:

 

BIJLAGE IV

 

Geen toegang

 

Moet worden ingevuld


TABEL 103

STAND EN RAMINGEN VAN DE UITGAVEN EN DE BESTEMMINGSONTVANGSTEN VERZAMELSTAAT

LIDSTAAT:

Begrotingsjaar

in EUR

Betaalorgaan

Gedeclareerde uitgaven tot en met de maand n-1, gecumuleerd

Uitgaven in de maand …

Uitgaven van 16.10.2005. tot en met …

Verificatie gecumuleerde gegevens

Ramingen van de uitgaven

maand n+1

Maanden n+2 & n+3

van maand n+4 tot en met 15 oktober

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IN TE VULLEN TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

Verificatie totaal

 

 

 

 

 

 

 

BEREKEND TOTAAL

0,00

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0,00


Betaalorgaan

Gedeclareerde bestemmings-ontvangsten tot en met de maand n-1, gecumuleerd

Bestemmingsontvangsten in de maand …

Bestemmingsontvangsten van 16.10.2005.tot en met …

Verificatie gecumuleerde gegevens

Ramingen van de bestemmingsontvangsten

maand n+1

maanden n+2 & n+3

van maand n+4 tot en met 15 oktober

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IN TE VULLEN TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

Verificatie totaal

 

 

 

 

 

 

 

BEREKEND TOTAAL

0,00

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0,00


Betaalorgaan

Gedeclareerde uitgaven en bestemmingsontvangsten tot en met de maand n-1, gecumuleerd

Uitgaven en bestemmingsontvangsten in de maand …

Uitgaven en bestemmingsontvangsten van 16.10.2005 tot en met …

Verificatie gecumuleerde gegevens

Ramingen van de uitgaven en de bestemmingsontvangsten

maand n+1

maanden n+2 & n+3

van maand n+4 tot en met 15 oktober

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

IN TE VULLEN TOTAAL

 

 

 

 

 

 

 

Verificatie totaal

 

 

 

 

 

 

 

BEREKEND TOTAAL

0,00

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0,00

Datum:

 

Gemachtigde ondertekenaar:

 

Stempel (1):

 


(1)  Alleen voor de op papier toegezonden verzamelstaat

BIJLAGE V

T 104 – VOLGENS DE NOMENCLATUUR VAN DE BEGROTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN NAAR SOORT VAN UITGAVEN EN VAN ONTVANGSTEN UITGESPLITSTE GEGEVENS

Inhoud van een declaratie

Inleidend deel van de declaratie

Het inleidende deel van de declaratie omvat de volgende elementen:

Een identificatiecode die aangeeft wat de aard van de boodschap is en welk betaalorgaan de informatie toezendt. (Opmerking: de code wordt met name gebruikt om te garanderen dat de gebruiker die de declaratie indient, daartoe wel degelijk door de betrokken lidstaat is gemachtigd.) Deze identificatiecode wordt door de Commissie meegedeeld. De uitgavenperiode waarop de declaratie betrekking heeft.

Voorbeeld: 200511 voor de uiterlijk op 20.12.2005 in te dienen T 104-declaratie over de uitgavenperiode 11-2005.

De taal van de declaratie

Hoofddeel van de declaratie

Het hoofddeel van de declaratie omvat voor elke subpost van de ELGF-nomenclatuur:

De code van de subpost (bv. 050201043010001 of, indien de subpost onbekend is, 050201049999999).

De omschrijving van de subpost in de taal die is aangegeven in het inleidende deel van de declaratie.

Het voor de betrokken periode (N) gedeclareerde bedrag, de som van de sinds het begin van het begrotingsjaar gedeclareerde bedragen en de ramingen voor de perioden N+1, N+2… N+3 en N+4… einde begrotingsjaar. Alle bedragen moeten in euro's worden gedeclareerd.

Afsluitend deel

Na de lijst van alle subposten worden opgenomen:

Het totaal van de voor de betrokken periode (N) gedeclareerde bedragen, het totaal van de sommen van de sinds het begin van het begrotingsjaar gedeclareerde bedragen en de totalen van de ramingen voor de perioden N+1, N+2… N+3 en N+4… einde begrotingsjaar.

De verklaring voor het gebruik van subposten „9999999”

Een veld voor vrije toelichtingen

Syntaxis van de boodschap

<I>[IDENTIFICATION]

<C>001<V>[PERIOD]

<C>011<V>[LANGUAGE]

<C>002<V>[SUBITEM]

<C>012<V>[DESCRIPTION]

<C>003<V>[AMOUNT]/[AMOUNT CUMUL]/[PRE1]/[PRE2]/[PRE3]

<C>002<V>[SUBITEM]

<C>012<V>[DESCRIPTION]

<C>003<V>[AMOUNT]/[AMOUNT CUMUL]/[PRE1]/[PRE2]/[PRE3]

<C>004<V>[AMOUNT TOT]/[AMOUNT CUMUL TOT]/[PRE1 TOT]/[PRE2 TOT]/PRE3 TOT]

<C>005<V>[EXPLANATION]

<C>006<V>[COMMENT]

Beschrijving van de velden

Naam

Formaat

Omschrijving

Inleidend deel van de declaratie: de gegevens komen 1-maal voor

[IDENTIFICATION] *

 

Door de Commissie meegedeelde identificatiecode

[PERIOD] *

Periode (JJJJMM)

Uitgavenperiode

[LANGUAGE] *

2 karakters

ISO-code van de taal

Hoofddeel van de declaratie: de gegevens komen 1- à n-maal voor

[SUBITEM] *

Getal (15)

Subpost

[DESCRIPTION] *

Vrije tekst (600)

Omschrijving van de subpost

[AMOUNT] *

Getal (15,2)

Gedeclareerd bedrag

[AMOUNT CUMUL] *

Getal (15,2)

Gecumuleerd bedrag

[PRE1] *

Getal (15,2)

Bedrag van de raming voor de periode N+1

[PRE2] *

Getal (15,2)

Bedrag van de raming voor de periode N+2… N+3

[PRE3] *

Getal (15,2)

Bedrag van de raming voor de periode N+4… einde begrotingsjaar

Afsluitend deel: de gegevens komen 1-maal voor

[AMOUNT TOT] *

Getal (15,2)

Totaal van de gedeclareerde bedragen

[AMOUNT CUMUL TOT] *

Getal (15,2)

Totaal van de gecumuleerde bedragen

[PRE1 TOT] *

Getal (15,2)

Totaal van de ramingen voor de periode N+1

[PRE2 TOT] *

Getal (15,2)

Totaal van de ramingen voor de periode N+2… N+3

[PRE3 TOT] *

Getal (15,2)

Totaal van de ramingen voor de periode N+4… einde begrotingsjaar

[EXPLANATION]

Vrije tekst (80)

Verklaring voor subposten 9999999

[COMMENT]

Vrije tekst (80)

Toelichtingen

De velden met een * moeten worden ingevuld.

Voorbeeld

<I>AGRCYP1T3

<C>001<V>200510

<C>011<V>EN

<C>002<V>050203003011001

<C>012<V>Sugar and isoglucose

<C>003<V>0,00/0,00/0,00/30000,00/0,00

<C>002<V>050208011500001

<C>012<V>Export refunds — fresh fruits & vegetables

<C>003<V>32417,34/32417,34/2500,00/2500,00/0,00

<C>002<V>050301020000002

<C>012<V>Single area payment scheme — new Member States — R.1782/03, Art.143b) — year 2005

<C>003<V>0,00/0,00/8357983,69/0,00/0,00

<C>004<V>478378,38/478378,38/9393593,69/330246,00/1400000,00

<C>006<V>No Comment

BIJLAGE VI

TABEL 106

OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 3 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1259/1999 INGEHOUDEN BEDRAGEN

(periode van 16/10/N-1 tot en met …)

LIDSTAAT:

 

BEGROTINGSJAAR:

N

BETAALORGAAN:

 

 

 


Munteenheid:

 


Subpost van de begroting

Omschrijving

Bedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Correcties voor het begrotingsjaar (N-1, -2, …)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0,00


Datum:

 

Gemachtigde ondertekenaar

 

BIJLAGE VII

TABEL 107

OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1259/1999 OF ARTIKEL 1 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1655/2004 INGEHOUDEN BEDRAGEN

(periode van 16/10/N-1 tot en met …)

LIDSTAAT:

 

BEGROTINGSJAAR:

N

BETAALORGAAN:

 

 

 


Munteenheid:

 


Subpost van de begroting

Omschrijving

Bedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Correcties voor het begrotingsjaar (N-1, -2, …)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

0,00


Datum:

 

Gemachtigde ondertekenaar:

 

BIJLAGE VIII

TABEL 108

BESTEDING VAN DE OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 3 & 4 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1259/1999 OF ARTIKEL 1 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1655/2004 INGEHOUDEN BEDRAGEN

(periode van 16/10/N-1 tot en met …)

JAAR VAN INHOUDING N

LIDSTAAT:

 

BETAALORGAAN:

 


Munteenheid:

 


 

 

Uitgaven in het begrotingsjaar

BEGROTINGSPOST

Omschrijving

N

N+1

N+2

N+3

TOTAAL

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

0,00

Totaal bestede bedragen

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00


Datum:

 

Gemachtigde ondertekenaar:

 

BIJLAGE IX

TABEL 109

VERZAMELSTAAT VAN DE BESTEDING VAN DE OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 3 & 4 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1259/1999 OF ARTIKEL 1 VAN VERORDENING (EG) Nr. 1655/2004 INGEHOUDEN BEDRAGEN

(periode van 16/10/N-1 tot en met …)

JAAR VAN INHOUDING N

LIDSTAAT:

 


Munteenheid:

 


 

IN HET BEGROTINGSJAAR N IN TOTAAL INGEHOUDEN BEDRAG (1)

 

 

Uitgaven in het begrotingsjaar

BETAALORGAAN

N

N+1

N+2

N+3

TOTAAL

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

0,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal-generaal

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Correctie van de ingehouden bedragen

 

 

 

 

0,00

Voor de niet-gebruikte middelen verkregen rente

 

 

 

 

0,00

Saldo

 

 

 

 

0,00


Datum:

 

Gemachtigde ondertekenaar:

 


(1)  Dit bedrag moet gelijk zijn aan de som van de totalen van de op … opgestelde tabellen 106 en 107.

BIJLAGE X

A)

UITERLIJK OP 31 JANUARI IN TE DIENEN RAMINGEN VAN DE DOOR HET ELFPO TE BETALEN BEDRAGEN

Schatting van de bedragen in euro’s die het ELFPO in het jaar „N” zal moeten betalen voor:

Nummer van het programma

januari - maart

april - juni

juli - oktober

 

 

 

 

Schatting van de bedragen in euro’s die het ELFPO in het jaar „N +1” zal moeten betalen voor:

oktober – december

januari - maart

april – juni

juli - oktober

 

 

 

 

B)

UITERLIJK OP 31 JULI IN TE DIENEN RAMINGEN VAN DE DOOR HET ELFPO TE BETALEN BEDRAGEN

Schatting van de bedragen in euro’s die het ELFPO in het jaar „N” zal moeten betalen voor:

Nummer van het programma

januari - maart

april – juni

juli - oktober

 

XXXXXXXXXX

XXXXXXXXXX

 

Schatting van de bedragen in euro’s die het ELFPO in het jaar „N +1” zal moeten betalen voor:

oktober - december

januari - maart

april – juni

juli - oktober

 

 

 

 

BIJLAGE XI

A)   UITGAVENDECLARATIE

Programma voor plattelandsontwikkeling_________________________ CCI-nummer __________

Staat van de verrichtingen waarvoor het betaalorgaan tussen __/__/__ en __/__/__ de communautaire bijdrage heeft betaald

As/maatregel

Aan de communautaire medefinanciering ten grondslag liggende overheidsuitgaven

Maatregel 111

(bedrag in euro’s)

Maatregel 112

(bedrag in euro’s)

 

Maatregel 1xy

(bedrag in euro’s)

Totaal as I

(automatische berekening)

Maatregel 211

(bedrag in euro’s)

Maatregel 212

(bedrag in euro’s)

 

Maatregel 2xy

(bedrag in euro’s)

Totaal as II

(automatische berekening)

Maatregel 311

(bedrag in euro’s)

Maatregel 312

(bedrag in euro’s)

 

Maatregel 3xy

(bedrag in euro’s)

Totaal as III

(automatische berekening)

Leader-acties type as I (411)

(bedrag in euro’s)

Leader-acties type as II (412)

(bedrag in euro’s)

Leader-acties type as III (413)

(bedrag in euro’s)

Samenwerkingsprojecten (421)

(bedrag in euro’s)

Beheer plaatselijke groep (431)

(bedrag in euro’s)

Totaal as Leader

(automatische berekening)

Totaal maatregelen

(automatische berekening)

Technische bijstand

(bedrag in euro’s)

TOTAAL

(automatische berekening)

B)   VERZAMELSTAAT OVERHEIDSUITGAVEN

As

Totaal overheidsuitgaven

Medefinancieringspercentage

Overheidsbijdragen

Nationaal

Communautair

As I

(automatische berekening)

(vastgesteld in het programma)

(automatische berekening)

(automatische berekening)

As II

(automatische berekening)

(vastgesteld in het programma)

(automatische berekening)

(automatische berekening)

As III

(automatische berekening)

(vastgesteld in het programma)

(automatische berekening)

(automatische berekening)

As LEADER

(automatische berekening)

(vastgesteld in het programma)

(automatische berekening)

(automatische berekening)

Technische bijstand

(automatische berekening)

(vastgesteld in het programma)

(automatische berekening)

(automatische berekening)

TOTAAL

(automatische berekening)

 

(automatische berekening)

(automatische berekening)

C)   BETALINGSAANVRAAG

Totale ELFPO-bijdrage in de gedeclareerde uitgaven

(automatische berekening)

In de declaratieperiode ingevorderde bedragen (-)

euro

Regularisatie begrenzing of verlaging vorige declaratie (+)

euro

Eventueel saldo (+/-) volgens de goedkeuringsbeschikking over het jaar x

euro

Betalingsaanvraag aan het ELFPO

euro

Voor het betaalorgaan, datum, naam en hoedanigheid van de persoon die de declaratie heeft opgesteld

Voor de coördinerende instantie, datum, naam en hoedanigheid van de persoon die toestemming geeft voor toezending aan de Commissie

BIJLAGE XII

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EG) nr. 296/96

De onderhavige verordening

Artikel 1, lid 1

Artikel 11, lid 1

Artikel 1, lid 2

Artikel 11, lid 2

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 2

Artikel 19, lid 1

Artikel 2, lid 3

Artikel 19, lid 2, eerste alinea

Artikel 2, lid 4

Artikel 19, lid 2, tweede alinea

Artikel 2, lid 5

Artikel 19, lid 3

Artikel 3, lid 1

Artikel 3

Artikel 3, lid 2

Artikel 4, lid 1, onder a)

Artikel 3, lid 3

Artikel 4, lid 1, onder b)

Artikel 3, lid 3 bis

Artikel 18, lid 8

Artikel 3, lid 4

Artikel 4, lid 1, tweede alinea

Artikel 3, lid 5

Artikel 4, lid 1, onder c)

Artikel 3, lid 6, onder a)

Artikel 4, lid 2, onder a)

Artikel 3, lid 6, onder b)

Artikel 4, lid 2, onder b)

Artikel 3, lid 6, onder c)

Artikel 4, lid 2, onder c)

Artikel 3, lid 6, onder d)

Artikel 4, lid 2, onder d)

Artikel 3, lid 6 bis, onder a)

Geschrapt

Artikel 3, lid 6 bis, onder b)

Artikel 4, lid 2, onder e)

Artikel 3, lid 7

Geschrapt

Artikel 3, lid 8

Geschrapt

Artikel 3, lid 9

Artikel 1, lid 2

Artikel 3, lid 10

Geschrapt

Artikel 3, lid 11

Artikel 7

Artikel 4, lid 1

Artikel 8

Artikel 4, lid 2, onder a) en b)

Artikel 9, lid 1

Artikel 4, lid 2, onder c)

Artikel 9, lid 2

Artikel 4, lid 2, onder d)

Artikel 9, lid 3

Artikel 4, lid 2, onder e)

Geschrapt

Artikel 4, lid 3

Artikel 9, lid 4

Artikel 4, lid 4

Artikel 9, lid 6

Artikel 4, lid 5

Artikel 9, lid 5

Artikel 4, lid 6

Geschrapt

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6

Artikel 19, lid 4

Artikel 7, lid 1

Artikel 5, leden 1, 3 en 4

Artikel 7, lid 2

Artikel 5, lid 2

Artikel 7, lid 3

Artikel 5, lid 5

Artikel 7, lid 4

Artikel 5, lid 6

Artikel 7, lid 5

Artikel 5, lid 7

Artikel 7, lid 6

Geschrapt

Artikel 8

Artikel 18

Artikel 9

Artikel 21

Artikel 10

Artikel 22


23.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/35


VERORDENING (EG) Nr. 884/2006 VAN DE COMMISSIE

van 21 juni 2006

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (1), en met name op artikel 9,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2), en met name op artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De interventiemaatregelen ter regulering van de landbouwmarkten zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden door de Gemeenschap gefinancierd overeenkomstig de sectorale landbouwregelingen. Wat de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag betreft, is in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1883/78 bepaald dat het door de Gemeenschap te financieren bedrag wordt bepaald op basis van door de betaalorganen opgestelde jaarrekeningen. Bij die verordening zijn ook de regels en voorwaarden betreffende die rekeningen vastgesteld. Nu bij Verordening (EG) nr. 1290/2005 het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) is ingesteld ter vervanging van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), dienen de desbetreffende uitvoeringsbepalingen te worden vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 kunnen de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag slechts worden gefinancierd indien de desbetreffende uitgaven zijn verricht door de door de lidstaten aangewezen en erkende betaalorganen. Overeenkomstig artikel 6, lid 1, tweede alinea, van die verordening kan de uitvoering van taken op het gebied van met name het beheer of de controle van de interventiemaatregelen, met uitzondering van de betaling van de steun, evenwel worden gedelegeerd. Deze taken moeten ook door tussenkomst van verscheidene betaalorganen kunnen worden vervuld. Voorts dient te worden bepaald dat het beheer van bepaalde maatregelen inzake openbare opslag onder verantwoordelijkheid van het betaalorgaan kan worden toevertrouwd aan derde partijen in de overheids- of de privésector. Derhalve is het dienstig de omvang van de verantwoordelijkheid van de betaalorganen op dit gebied aan te geven, hun verplichtingen te preciseren en te bepalen onder welke voorwaarden en volgens welke regels het beheer van bepaalde maatregelen inzake openbare opslag kan worden toevertrouwd aan derde partijen in de overheids- of de privésector. Wat dit laatste betreft, dient tevens te worden bepaald dat de betrokken derde partijen daartoe contracten moeten sluiten die zijn gebaseerd op de bij de onderhavige verordening vastgestelde verplichtingen en algemene beginselen.

(3)

De uitgaven voor de maatregelen voor interventie in de vorm van de openbare opslag kunnen van uiteenlopende aard zijn. Daarom is het noodzakelijk voor elke categorie van verrichtingen te preciseren welke uitgaven voor communautaire financiering in aanmerking kunnen komen, en met name onder welke voorwaarden die uitgaven kunnen worden gedekt, waarbij de voorwaarden voor subsidiabiliteit van die uitgaven en de wijze van berekening ervan moeten worden vastgesteld. In dit verband dient met name te worden gepreciseerd in welke gevallen die uitgaven moeten worden geboekt op basis van de daadwerkelijk door de betaalorganen geconstateerde elementen, en in welke gevallen dat op basis van door de Commissie vastgestelde forfaitaire bedragen moet zijn.

(4)

Om het de niet tot de eurozone behorende lidstaten mogelijk te maken hun uitgaven en kosten onder geharmoniseerde voorwaarden in de nationale valuta en in euro’s te groeperen, moet worden bepaald onder welke voorwaarden de verrichtingen in verband met openbare opslag in hun rekeningen worden opgenomen en welke wisselkoers van toepassing is.

(5)

Voor de bepaling van het bedrag van de communautaire financiering in het kader van de uitgaven voor openbare opslag is het, gezien de zeer uiteenlopende aard van de betrokken maatregelen en het ontbreken van homogene ontstaansfeiten, dienstig een enkel ontstaansfeit te bepalen op basis van de rekeningen die door de betaalorganen worden opgesteld en bijgehouden en aan de debet-, respectievelijk de creditzijde waarvan de verschillende door de betaalorganen geconstateerde elementen van de uitgaven en de ontvangsten worden geboekt.

(6)

Om de uitgaven voor openbare opslag vergoed te krijgen moeten de betaalorganen overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het ELFPO (3) de door hen in rekening gebrachte waarden en bedragen opnemen in hun uitgavendeclaratie over de maand na de maand waaraan de verrichtingen in verband met openbare opslag zijn toegerekend. Voor een goed verloop van deze procedure dient te worden bepaald onder welke voorwaarden de voor de berekening van de kosten en uitgaven benodigde gegevens aan de Commissie moeten worden meegedeeld.

(7)

Het moet aan de hand van de boekhouding betreffende de openbare interventievoorraden mogelijk zijn het bedrag van de communautaire financiering te bepalen en tegelijk ook de stand van die voorraden na te gaan. Daartoe dienen de betaalorganen apart een voorraadboekhouding en financiële rekeningen bij te houden die de nodige gegevens bevatten om de ontwikkeling van de voorraden te volgen, respectievelijk het financiële beheer te voeren over de uitgaven en ontvangsten in het kader van de interventiemaatregelen inzake openbare opslag.

(8)

De betaalorganen moeten de elementen betreffende hoeveelheden, waarden en bepaalde gemiddelden boeken. Evenwel behoren bepaalde verrichtingen of uitgaven hetzij wegens bepaalde omstandigheden niet, hetzij volgens specifieke regels in aanmerking te worden genomen. Om verschillen in behandeling te voorkomen en de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen moet worden gepreciseerd om welke gevallen en omstandigheden het gaat en op welke wijze de betrokken gegevens dienen te worden geboekt.

(9)

De datum van boeking van de verschillende elementen van uitgaven en ontvangsten die bij de interventiemaatregelen inzake openbare opslag horen, hangt af van de aard van de verrichtingen en kan worden bepaald in het kader van de geldende sectorale landbouwregeling. In dit verband is het dienstig enerzijds als algemene regel te bepalen dat deze elementen worden geboekt op de datum waarop de uit de interventiemaatregel voortvloeiende materiële verrichting plaatsvindt, en anderzijds de bijzondere gevallen vast te stellen waarmee rekening moet worden gehouden.

(10)

De betaalorganen moeten in het kader van hun algemene verantwoordelijkheid de voorraden interventieproducten regelmatig controleren. Om een uniforme toepassing van deze verplichting door alle betaalorganen te waarborgen dient te worden bepaald hoe vaak en volgens welke algemene beginselen de voorraden moeten worden gecontroleerd en geïnventariseerd.

(11)

De wijze van waarderen van de verrichtingen in verband met openbare opslag hangt eveneens af van de aard van de verrichtingen en kan worden bepaald in het kader van de geldende sectorale landbouwregeling. Derhalve is het dienstig om enerzijds als algemene regel te bepalen dat de waarde van de aankopen en van de verkopen gelijk is aan de som van de betalingen of de inningen die voor de materiële verrichtingen zijn of moeten worden uitgevoerd, en anderzijds specifieke regels vast te stellen en aan te geven met welke bijzondere gevallen rekening moet worden gehouden.

(12)

Vorm en inhoud van de stukken die in het kader van de interventiemaatregelen inzake openbare opslag moeten worden verstrekt, en de voorwaarden en nadere voorschriften die gelden voor de toezending of bewaring van die stukken door de lidstaten, dienen te worden vastgesteld. Om redenen van coherentie met de regels die zijn vastgesteld op de andere deelgebieden van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, moeten de mededelingen en uitwisselingen van gegevens waarin de onderhavige verordening voorziet, gebeuren onder de voorwaarden en op de wijze zoals bepaald in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 883/2006.

(13)

De bij de onderhavige verordening vastgestelde maatregelen vervangen het bepaalde in de Verordeningen (EEG) nr. 411/88 van de Commissie van 12 februari 1988 met betrekking tot de bij de berekening van de financieringskosten van de interventies in de vorm van aankoop, opslag en afzet toe te passen methode en rentevoeten (4), (EEG) nr. 1643/89 van de Commissie van 12 juni 1989 tot vaststelling van de forfaitaire bedragen voor de financiering van de materiële verrichtingen in verband met de opslag van landbouwproducten (5), (EEG) nr. 2734/89 van de Commissie van 8 september 1989 tot vaststelling van de bij de bepaling van de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, te financieren uitgaven voor de tenuitvoerlegging van artikel 37, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad, in aanmerking te nemen elementen (6), (EEG) nr. 3492/90 van de Raad van 27 november 1990 houdende bepaling van de elementen die in acht dienen te worden genomen in de jaarrekeningen voor de financiering van interventiemaatregelen in de vorm van openbare opslag door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (7), (EEG) nr. 3597/90 van de Commissie van 12 december 1990 inzake boekingsregels voor aankoop, opslag en verkoop van landbouwproducten door de interventiebureaus (8), (EEG) nr. 147/91 van de Commissie van 22 januari 1991 tot vaststelling van tolerantiegrenzen voor de verliezen aan door de interventiebureaus opgeslagen landbouwproducten (9) en (EG) nr. 2148/96 van de Commissie van 8 november 1996 tot vaststelling van de voorschriften voor de evaluatie van en de controle op de hoeveelheden landbouwproducten in de openbare interventievoorraden (10).

(14)

De Verordeningen (EEG) nr. 411/88, (EEG) nr. 1643/89, (EEG) nr. 2734/89, (EEG) nr. 3492/90, (EEG) nr. 3597/90, (EEG) nr. 147/91 en (EG) nr. 2148/96 dienen derhalve te worden ingetrokken.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de Landbouwfondsen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

INTERVENTIEMAATREGELEN DIE DE VORM VAN VERRICHTINGEN IN VERBAND MET OPENBARE OPSLAG AANNEMEN

Artikel 1

Onderwerp

De onderhavige verordening bevat de voorwaarden en regels die gelden voor de financiering door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) van de uitgaven in verband met de interventiemaatregelen inzake openbare opslag, voor het beheer en de controle van de desbetreffende verrichtingen door de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde betaalorganen, voor de boeking van de desbetreffende uitgaven en ontvangsten van het ELGF en voor de verstrekking van de desbetreffende gegevens en stukken aan de Commissie.

Artikel 2

Verantwoordelijkheid en verplichtingen van het betaalorgaan

1.   De betaalorganen dragen onder hun verantwoordelijkheid zorg voor het beheer en de controle van de verrichtingen in verband met de interventiemaatregelen inzake openbare opslag, zulks onder de voorwaarden zoals vastgesteld in bijlage I en in voorkomend geval bij de sectorale landbouwregeling, en met name op basis van de in die bijlage vastgestelde minimale controlepercentages.

Zij kunnen hun bevoegdheden ter zake delegeren aan interventiebureaus die voldoen aan de erkenningsvoorwaarden zoals vastgesteld in punt 1, onder C), van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie (11), of kunnen optreden door tussenkomst van andere betaalorganen.

2.   De betaalorganen of interventiebureaus kunnen onverminderd hun algehele verantwoordelijkheid op het gebied van de openbare opslag:

a)

het beheer van bepaalde maatregelen inzake openbare opslag toevertrouwen aan natuurlijke of rechtspersonen die de interventielandbouwproducten opslaan, hierna „opslaghouders” genoemd. In dit geval moet dat beheer worden gevoerd in het kader van opslagcontracten die zijn gebaseerd op de in bijlage II omschreven verplichtingen en algemene beginselen,

b)

natuurlijke of rechtspersonen belasten met de opdracht bepaalde specifieke bij de sectorale regeling voorgeschreven taken te verrichten.

3.   De betaalorganen hebben op het gebied van de openbare opslag met name de volgende verplichtingen:

a)

voor elk product waarvoor een interventiemaatregel inzake openbare opslag wordt toegepast, houden zij een voorraadboekhouding en financiële rekeningen bij op basis van de verrichtingen die zij uitvoeren van 1 oktober van een jaar tot en met 30 september van het volgende jaar, welke periode hierna „boekjaar” wordt genoemd;

b)

zij houden een lijst bij van de opslaghouders met wie zij een contract in het kader van de openbare opslag hebben gesloten. Deze lijst bevat de nodige gegevens om een nauwkeurige identificatie van alle opslagvoorzieningen mogelijk te maken, cijfers over de capaciteit daarvan en de nummers van loodsen, koel- en vriesruimten of silo’s en gaat vergezeld van plattegronden en schema's van de opslagvoorzieningen;

c)

zij houden de voor de openbare opslag gebruikte standaardcontracten, de regels die zijn vastgesteld voor de overname van de producten, voor de opslag van de producten in de opslagplaatsen van de opslaghouders en voor de uitslag van de producten uit die opslagplaatsen, en de regels die gelden met betrekking tot de aansprakelijkheid van de opslaghouders, ter beschikking van de Commissie;

d)

op gecentraliseerde wijze voeren zij een geautomatiseerde voorraadboekhouding die betrekking heeft op alle plaatsen van opslag, op alle producten en op alle hoeveelheden en kwaliteiten van de verschillende producten, en waarin voor elk van die producten het gewicht (in voorkomend geval het netto- en het brutogewicht) of het volume is vermeld;

e)

zij voeren alle verrichtingen in verband met de opslag, de bewaring, het vervoer of de overdracht van interventieproducten uit overeenkomstig de communautaire en nationale voorschriften, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid van de kopers, van de andere in het kader van een verrichting optredende betaalorganen of van de in dit verband met een opdracht belaste personen;

f)

het hele jaar door verrichten zij de controles op de plaatsen van opslag van de interventieproducten. Deze controles worden met onregelmatige tussenpozen en onverwachts verricht. Een aankondiging vooraf waarbij de aankondigingstermijn strikt beperkt blijft tot de noodzakelijke minimumduur, mag evenwel worden gedaan mits dit het doel van de controle niet schaadt. Behalve in naar behoren gerechtvaardigde gevallen bedraagt deze aankondigingstermijn niet meer dan 24 uur;

g)

zij verrichten een jaarlijkse inventarisatie overeenkomstig het bepaalde in artikel 8.

Wanneer in een lidstaat het beheer van de rekeningen inzake openbare opslag voor een of meer producten door verscheidene betaalorganen wordt gevoerd, worden de voorraadboekhoudingen en de financiële rekeningen zoals bedoeld onder a) en d) op het niveau van de lidstaat geconsolideerd voordat de desbetreffende gegevens aan de Commissie worden verstrekt.

4.   De betaalorganen nemen alle nodige maatregelen ter waarborging van:

a)

de goede bewaring van de producten waarvoor maatregelen inzake communautaire interventie worden toegepast. Ten minste eenmaal per jaar vergewissen zij zich van de kwaliteit van de opgeslagen producten;

b)

de integriteit van de interventievoorraden.

5.   De betaalorganen stellen de Commissie onverwijld in kennis van:

a)

de gevallen waarin verlenging van de periode van opslag van een product ertoe kan leiden dat het product in kwaliteit achteruitgaat;

b)

de kwantitatieve verliezen of de kwaliteitsvermindering van een product als gevolg van een natuurramp.

Wanneer situaties zoals bedoeld in de eerste alinea, onder a) en b), ter kennis van de Commissie worden gebracht, worden de passende beschikkingen gegeven:

a)

voor situaties zoals bedoeld in dat punt a), volgens de procedure zoals bedoeld in artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad (12) of, naar gelang van het geval, in het overeenkomstige artikel van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten;

b)

voor situaties zoals bedoeld in dat punt b), volgens de in artikel 41, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2005 bedoelde procedure.

6.   De betaalorganen dragen de financiële gevolgen van een slechte bewaring van een product waarvoor communautaire interventie is toegepast, met name wanneer onaangepaste opslagmethoden er de oorzaak van zijn. Onverminderd de rechtsmiddelen tegen de opslaghouder, zijn zij financieel aansprakelijk wanneer zij hun verbintenissen of verplichtingen niet nakomen.

7.   Het betaalorgaan zorgt ervoor dat de rekeningen inzake openbare opslag en alle in het kader van de interventie opgestelde of ontvangen stukken, contracten en bestanden langs elektronische weg of in zijn hoofdkantoor permanent toegankelijk zijn voor functionarissen van de Commissie en in opdracht van de Commissie handelende personen.

8.   De betaalorganen verstrekken:

a)

op verzoek van de Commissie, de in lid 7 bedoelde stukken en gegevens en de aanvullende nationale bestuursrechtelijke bepalingen die voor de toepassing en het beheer van de interventiemaatregelen zijn vastgesteld;

b)

op de bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2006 vastgestelde tijdstippen, gegevens over de openbare opslag op basis van de in bijlage III bij de onderhavige verordening opgenomen modellen.

Artikel 3

Maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag

De maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag kunnen met betrekking tot landbouwproducten de aankoop, de opslag, het vervoer en de overdracht van voorraden en de verkoop en andere vormen van afzet van voorraden overeenkomstig het bepaalde in de sectorale landbouwregeling en in de onderhavige verordening omvatten.

Artikel 4

Financiering van de interventie-uitgaven in het kader van de verrichtingen in verband met openbare opslag

1.   In het kader van de in artikel 2 bedoelde verrichtingen in verband met openbare opslag worden door het ELGF, voor zover geen overeenkomstige uitgaven zijn vastgesteld bij de geldende sectorale landbouwregeling, de volgende uitgaven bij wijze van interventie gefinancierd:

a)

de financieringskosten voor de middelen die door de lidstaten worden verschaft voor de aankoop van producten, volgens de in bijlage IV opgenomen berekeningsvoorschriften;

b)

de uitgaven voor de in bijlage V genoemde materiële verrichtingen in verband met de aankoop en de verkoop of een andere wijze van afstand doen van producten (inslag, bewaring en uitslag van producten in openbare opslag) op basis van voor de hele Gemeenschap uniforme forfaitaire bedragen, berekend volgens de in bijlage VI opgenomen voorschriften;

c)

de uitgaven voor materiële verrichtingen die niet noodzakelijk verband houden met de aankoop en de verkoop of een andere wijze van afstand doen van producten, op basis van forfaitaire of niet-forfaitaire bedragen overeenkomstig de bepalingen die door de Commissie zijn vastgesteld in het kader van de sectorale landbouwregelingen inzake die producten en in bijlage VII;

d)

de afschrijving op de opgeslagen producten volgens de in bijlage VIII opgenomen berekeningsvoorschriften;

e)

de verschillen (winsten en verliezen) tussen de boekwaarde en de prijs waartegen de producten worden afgezet, of de verschillen die uit andere factoren voortvloeien.

2.   Onverminderd de specifieke regels en ontstaansfeiten die zijn vastgesteld in de bijlagen bij de onderhavige verordening of in de landbouwregelingen, en met name bij artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2808/98 van de Commissie (13), geldt voor de niet tot de eurozone behorende lidstaten dat de in lid 1, onder b) en c), van het onderhavige artikel bedoelde uitgaven die worden berekend op basis van in euro’s vastgestelde bedragen, en de uitgaven of de ontvangsten die in het kader van de onderhavige verordening in de nationale valuta gebeuren, naar gelang van het geval in de nationale valuta of in euro’s worden omgerekend op basis van de laatste wisselkoers die vóór het boekjaar waarin de verrichtingen in de rekeningen van het betaalorgaan worden opgenomen, door de Europese Centrale Bank is bepaald. Deze wisselkoers geldt eveneens voor de boekingen met betrekking tot de verschillende specifieke gevallen zoals bedoeld in artikel 7, lid 1, van de onderhavige verordening.

Voor het boekjaar 2007 passen de in artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 883/2006 bedoelde lidstaten evenwel de in artikel 13 van de onderhavige verordening bedoelde wisselkoersen toe.

HOOFDSTUK 2

BOEKING VAN DE VERRICHTINGEN IN VERBAND MET OPENBARE OPSLAG

Artikel 5

Inhoud van de door de betaalorganen bij te houden boekhouding inzake de openbare voorraden

1.   De in artikel 2, lid 3, onder a), bedoelde voorraadboekhouding bevat apart de volgende categorieën van elementen:

a)

de hoeveelheden producten die worden geconstateerd bij de inslag in en de uitslag uit de voorraden, met of zonder fysieke verplaatsing;

b)

de hoeveelheden die worden gebruikt in het kader van de bij Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad (14) ingestelde regeling voor kosteloze uitreiking aan de meest behoeftigen, geboekt overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3149/92 van de Commissie (15), waarbij de aan een andere lidstaat overgedragen hoeveelheden afzonderlijk worden vermeld;

c)

de hoeveelheden van de genomen monsters, waarbij de door kopers genomen monsters apart worden vermeld;

d)

de hoeveelheden die, nadat door middel van een visueel onderzoek constateringen zijn gedaan in het kader van de jaarlijkse inventarisatie of bij de controle na de overname voor interventieopslag, niet opnieuw kunnen worden verpakt en ondershands worden verkocht;

e)

de hoeveelheden die door identificeerbare of niet-identificeerbare oorzaken ontbreken, inclusief die welke overeenstemmen met de in de voorschriften bepaalde toleranties;

f)

de hoeveelheden die in kwaliteit zijn achteruitgegaan;

g)

de overtollige hoeveelheden;

h)

de ontbrekende hoeveelheden die de tolerantiegrenzen overschrijden;

i)

de ingeslagen hoeveelheden die niet aan de gestelde voorwaarden blijken te voldoen en waarvan de overname daarom wordt geweigerd;

j)

de nettohoeveelheden die zich aan het einde van elke maand of van het boekjaar in de voorraden bevinden en worden overgeboekt naar de volgende maand of het volgende boekjaar.

2.   De in artikel 2, lid 3, onder a), bedoelde financiële rekeningen bevatten:

a)

de waarde van de in lid 1, onder a), van het onderhavige artikel bedoelde hoeveelheden, waarbij de waarde van de aangekochte hoeveelheden en die van de verkochte hoeveelheden afzonderlijk worden vermeld;

b)

de boekwaarde van de hoeveelheden die worden gebruikt of geboekt in het kader van de in lid 1, onder b), van het onderhavige artikel genoemde regeling voor kosteloze uitreiking;

c)

de in artikel 4, lid 1, onder a), bedoelde financieringskosten;

d)

de in artikel 4, lid 1, onder b) en c), bedoelde uitgaven in verband met materiële verrichtingen;

e)

de bedragen die voortvloeien uit de in artikel 4, lid 1, onder d), bedoelde afschrijvingen;

f)

de bedragen die worden geïnd van de verkopers, kopers en opslaghouders, met uitzondering van de in artikel 11, lid 2, bedoelde bedragen;

g)

het bedrag dat afkomstig is van de onderhandse verkopen als gevolg van de jaarlijkse inventarisatie of als gevolg van de controles na de overname van de producten in de interventievoorraden;

h)

de verliezen en winsten op de uitgeslagen producten, de in het onderhavige lid, onder e), bedoelde afschrijvingen in aanmerking genomen;

i)

de andere debet- en creditelementen, en met name die welke betrekking hebben op de in lid 1, onder c) tot en met g), van het onderhavige artikel bedoelde hoeveelheden;

j)

de gemiddelde boekwaarde, uitgedrukt per ton of per hectoliter naar gelang van het geval.

Artikel 6

Boeking

1.   De in artikel 5 genoemde elementen worden geboekt op basis van de door de betaalorganen daadwerkelijk geconstateerde hoeveelheden, waarden, bedragen en gemiddelden of op basis van de waarden en bedragen zoals berekend aan de hand van de door de Commissie vastgestelde forfaitaire bedragen.

2.   Bij de in lid 1 bedoelde constateringen en berekeningen worden de volgende regels toegepast:

a)

wat de hoeveelheden betreft waarvoor ontbrekende hoeveelheden of kwaliteitsverminderingen zijn geconstateerd die vallen onder de bijlagen X en XII, worden de uitslagkosten slechts geboekt voor de daadwerkelijk verkochte en uitgeslagen hoeveelheden;

b)

de hoeveelheden waarvoor bij een overdracht tussen lidstaten wordt geconstateerd dat zij ontbreken, worden niet als ingeslagen in de lidstaat van bestemming beschouwd en komen niet in aanmerking voor de forfaitaire inslagkosten;

c)

in het geval van vervoer of een overdracht worden de daarvoor vastgestelde forfaitaire inslagkosten en uitslagkosten slechts geboekt indien die kosten volgens de communautaire regelgeving niet als een integrerend deel van de vervoerskosten worden beschouwd;

d)

behoudens bijzondere bepalingen in de communautaire regelgeving, worden de bedragen die afkomstig zijn van de verkoop van producten die in kwaliteit zijn achteruitgegaan, en eventuele andere in dat verband ontvangen bedragen niet in de ELGF-administratie geboekt;

e)

de eventueel geconstateerde overtollige hoeveelheden worden in de tabel betreffende de stand en de mutaties van de voorraden negatief geboekt bij de ontbrekende hoeveelheden. Met deze overtollige hoeveelheden wordt rekening gehouden bij de bepaling van de hoeveelheden die de tolerantiegrens overschrijden;

f)

de andere monsters dan die welke door de kopers worden genomen, worden geboekt overeenkomstig het bepaalde in bijlage XII, punt 2, onder a).

3.   De correcties die door de Commissie voor het lopende boekjaar worden aangebracht in de in artikel 5 genoemde elementen, worden meegedeeld aan het Comité voor de Landbouwfondsen. Zij kunnen ter kennis van de lidstaten worden gebracht bij een beschikking over de maandelijkse betalingen of, als daar geen gelegenheid toe is, bij de beschikking over de boekhoudkundige goedkeuring. Zij worden door de betaalorganen geboekt onder de bij die beschikking vastgestelde voorwaarden.

Artikel 7

Data waarop de uitgaven en ontvangsten en de verplaatsingen van producten worden geboekt

1.   De verschillende elementen van de uitgaven en ontvangsten worden geboekt op de datum waarop de uit de interventiemaatregel voortvloeiende materiële verrichting plaatsvindt.

In de hierna genoemde gevallen zijn echter de volgende data van toepassing:

a)

de datum waarop het in artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1262/2001 van de Commissie (16) bedoelde opslagcontract voor witte of ruwe suiker ingaat, wat de hoeveelheden betreft die worden overgenomen in het kader van een opslagcontract dat de aanbieder en het betaalorgaan vóór de eigendomsovergang van de aangeboden voorraden hebben gesloten;

b)

de dag van de inning wat de geïnde bedragen zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, onder f) en g), betreft;

c)

de datum van de feitelijke betaling van de kosten in verband met materiële verrichtingen, indien die kosten niet door forfaitaire bedragen worden gedekt.

2.   De verschillende elementen betreffende de fysieke verplaatsingen van de producten en het voorraadbeheer worden geboekt op de datum waarop de uit de interventiemaatregel voortvloeiende materiële verrichting plaatsvindt.

In de hierna genoemde gevallen zijn echter de volgende data van toepassing:

a)

de datum van overname van de producten door het betaalorgaan, overeenkomstig de verordening houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor het betrokken product, wat de hoeveelheden betreft die in openbare opslag worden ingeslagen zonder dat de plaats van opslag verandert;

b)

de datum waarop de feiten worden geconstateerd, wat de ontbrekende of in kwaliteit achteruitgegane hoeveelheden en de overtollige hoeveelheden betreft;

c)

de dag van de feitelijke uitslag van de producten in het geval van de onderhandse verkoop van producten die na een visueel onderzoek in het kader van de jaarlijkse inventarisatie of bij een controle na de interventieovername niet meer opnieuw kunnen worden verpakt en in voorraad blijven;

d)

het einde van het boekjaar voor de eventuele verliezen die de tolerantiegrens overschrijden.

Artikel 8

Inventarisatie

1.   In de loop van elk boekjaar maken de betaalorganen voor elk product waarvoor communautaire interventie is toegepast, een inventaris op.

Zij vergelijken de resultaten van deze inventarisatie met de boekhoudgegevens. De geconstateerde kwantitatieve verschillen en de bedragen die voortvloeien uit de bij verificaties ontdekte kwalitatieve verschillen, worden geboekt overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder b) en c).

2.   Voor de ontbrekende hoeveelheden die het gevolg zijn van de normale opslagverrichtingen, gelden de in bijlage XI bepaalde tolerantiegrenzen; die hoeveelheden komen overeen met het verschil tussen de theoretische voorraad volgens een boekhoudkundige inventarisatie enerzijds, en de werkelijke voorraad zoals vastgesteld bij de in lid 1 bedoelde inventarisatie anderzijds, of met de boekhoudkundige voorraad die resteert wanneer de werkelijke voorraad van een pakhuis op is.

HOOFDSTUK 3

WAARDERING IN DE REKENINGEN

Artikel 9

Waardering van de verrichtingen in verband met openbare opslag

1.   De waarde van de aankopen en van de verkopen is gelijk aan de som van de voor de materiële verrichtingen uitgevoerde of uit te voeren betalingen of inningen, behoudens de bijzondere bepalingen zoals vastgesteld bij het onderhavige artikel en in:

a)

bijlage IX wat distillatieproducten (onder de gemengde regeling vallende alcohol) betreft,

b)

bijlage X wat ontbrekende hoeveelheden betreft,

c)

bijlage XII wat in kwaliteit achteruitgegane of vernietigde producten betreft,

d)

bijlage XIII wat ingeslagen producten betreft waarvan de overname is geweigerd.

2.   De waarde van de aankopen wordt voor de hoeveelheden producten die worden ingeslagen, bepaald op basis van de interventieprijs met inachtneming van de verhogingen, toeslagen, kortingen, percentages en coëfficiënten die overeenkomstig de bij de sectorale landbouwregelingen vastgestelde criteria op de interventieprijs moeten worden toegepast bij de aankoop van het product.

In de gevallen en situaties zoals bedoeld in bijlage X en bijlage XII, punt 2, onder a) en c), worden de verhogingen, toeslagen, kortingen, percentages en coëfficiënten evenwel niet in aanmerking genomen.

3.   De kosten die bij de aankoop van de producten overeenkomstig de communautaire regelgeving worden betaald of geïnd voor de in artikel 4, lid 1, onder c), bedoelde materiële verrichtingen, worden apart van de aankoopprijs als uitgaven of ontvangsten betreffende technische kosten geboekt.

4.   In de in artikel 5, lid 2, bedoelde financiële rekeningen worden de hoeveelheden producten die aan het einde van het boekjaar in voorraad zijn en naar het volgende boekjaar moeten worden overgeboekt, gewaardeerd op basis van hun gemiddelde boekwaarde (prijs waartegen wordt overgeboekt) zoals bepaald in de maandrekening over de laatste maand van het boekjaar.

5.   De ingeslagen hoeveelheden die niet aan de voorwaarden voor opslag blijken te voldoen, worden op het tijdstip van de uitslag als verkoop geboekt tegen de prijs waartegen zij zijn aangekocht.

Indien evenwel op het tijdstip van de fysieke uitslag van een product is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van het bepaalde in bijlage X, onder b), moet de Commissie vooraf over de uitslag van het product worden geraadpleegd.

6.   Wanneer een rekening een creditsaldo laat zien, wordt dit saldo in mindering gebracht op de uitgaven van het lopende boekjaar.

7.   In geval van wijziging van forfaitaire bedragen, betalingstermijnen, rentevoeten of andere berekeningselementen na de eerste dag van een maand, zijn de nieuwe elementen van toepassing vanaf de materiële verrichtingen van de volgende maand.

HOOFDSTUK 4

GEFINANCIERDE BEDRAGEN EN DECLARATIES VAN DE UITGAVEN EN DE ONTVANGSTEN

Artikel 10

Gefinancierd bedrag

1.   Het bedrag dat moet worden gefinancierd op grond van de in artikel 3 bedoelde interventiemaatregelen, wordt bepaald op basis van de overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder a), door de betaalorganen opgestelde en bijgehouden rekeningen waarin aan de debet-, respectievelijk de creditzijde de verschillende elementen van de uitgaven en ontvangsten zoals bedoeld in artikel 5 worden geboekt, in voorkomend geval met inachtneming van de in het kader van de sectorale landbouwregelingen vastgestelde bedragen van uitgaven.

2.   Het betaalorgaan bezorgt de Commissie maandelijks en jaarlijks langs elektronische weg de voor de financiering van de uitgaven voor openbare opslag benodigde gegevens en de rekeningen ter verantwoording van de uitgaven en de ontvangsten in het kader van de openbare opslag, een en ander in de vorm van tabellen (e. FAUDIT-tabellen) waarvan de modellen zijn opgenomen in bijlage III bij de onderhavige verordening, en binnen de termijnen zoals vastgesteld bij artikel 4, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 883/2006 en bij artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2006.

Artikel 11

Declaraties van de uitgaven en de ontvangsten

1.   De financiering door het ELGF is gelijk aan de uitgaven zoals deze zijn berekend op basis van de door het betaalorgaan meegedeelde elementen, zijn verlaagd met de eventueel uit de interventiemaatregelen voortgevloeide ontvangsten, zijn gevalideerd via het door de Commissie opgezette computersysteem en door het betaalorgaan zijn opgenomen in zijn overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 883/2006 opgestelde uitgavendeclaratie.

2.   De in verband met onregelmatigheden of nalatigheden ingevorderde bedragen zoals bedoeld in artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en de van verkopers, kopers en opslaghouders geïnde bedragen die voldoen aan de bij artikel 12 van Verordening (EG) nr. 883/2006 vastgestelde criteria, worden ten gunste van de begroting van het ELGF gedeclareerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 2, onder a), van die verordening.

HOOFDSTUK 5

UITWISSELING VAN GEGEVENS EN STUKKEN

Artikel 12

Computersystemen

De mededelingen en uitwisselingen van gegevens waarin de onderhavige verordening voorziet, en de opstelling van de stukken waarvan de modellen zijn opgenomen in bijlage III, gebeuren door middel van computersystemen die een beveiligde elektronische uitwisseling mogelijk maken, onder de voorwaarden en op de wijze zoals vastgesteld bij artikel 18 van Verordening (EG) nr. 883/2006.

HOOFDSTUK 6

OVERGANGSMAATREGELEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 13

Overgang

1.   Voor de niet tot de eurozone behorende lidstaten wordt de waarde, na aftrek van de tweede afschrijving aan het einde van het boekjaar 2006, van de nettohoeveelheden die van het boekjaar 2006 naar het boekjaar 2007 worden overgeboekt, in euro's omgerekend aan de hand van de laatste wisselkoers die de Europese Centrale Bank vóór het boekjaar 2007 heeft bepaald.

2.   In het geval dat een niet tot de eurozone behorende lidstaat overeenkomstig artikel 2, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 883/2006 in het boekjaar 2007 zijn rekeningen in de nationale valuta blijft bijhouden, moeten tijdens en aan het einde van dat boekjaar de volgende wisselkoersen worden toegepast:

a)

de laatste wisselkoers die de Europese Centrale Bank vóór het boekjaar 2007 heeft bepaald, voor de omrekening in de nationale valuta van:

de forfaitaire bedragen betreffende de in artikel 4, lid 1, onder b) en c), van de onderhavige verordening bedoelde uitgaven,

de in bijlage X, onder a), van de onderhavige verordening bedoelde waarde van de hoeveelheden die ontbreken door overschrijding van de tolerantiegrenzen voor bewaar- of verwerkingsverliezen,

de in bijlage XII, punt 2, onder a), van de onderhavige verordening bedoelde waarde van de hoeveelheden die door schadegevallen in kwaliteit zijn achteruitgegaan of zijn vernietigd,

de in artikel 6, lid 2, onder f), van de onderhavige verordening bedoelde waarde van de andere monsters dan die welke door de kopers worden genomen,

de in bijlage XIII, punt 1, onder a) en b), van de onderhavige verordening bedoelde forfaitaire bedragen betreffende de hoeveelheden waarvan de overname wordt geweigerd;

b)

de laatste wisselkoers die de Europese Centrale Bank vóór de eerste dag van elk kwartaal van het boekjaar 2007, te beginnen met 1 oktober 2006, heeft bepaald, voor de omrekening in de nationale valuta van:

de in bijlage X, onder a), van de onderhavige verordening bedoelde waarde van de hoeveelheden die ontbreken als gevolg van diefstal of andere identificeerbare oorzaken,

de in bijlage X, onder c), van de onderhavige verordening bedoelde waarde van de ontbrekende hoeveelheden die worden geconstateerd nadat producten zijn overgedragen of vervoerd,

de in bijlage XII, punt 2, onder c), van de onderhavige verordening bedoelde waarde van de hoeveelheden die door slechte bewaaromstandigheden in kwaliteit zijn achteruitgegaan of zijn vernietigd;

c)

de laatste wisselkoers die de Europese Centrale Bank vóór het boekjaar 2008 heeft bepaald, voor de omrekening in euro's van de waarde, na aftrek van de tweede afschrijving aan het einde van het boekjaar 2007, van de nettohoeveelheden die van het boekjaar 2007 naar het boekjaar 2008 worden overgeboekt.

Artikel 14

Intrekkingen

Met ingang van 1 oktober 2006 worden de Verordeningen (EEG) nr. 411/88, (EEG) nr. 1643/89, (EEG) nr. 2734/89, (EEG) nr. 3492/90, (EEG) nr. 3597/90, (EEG) nr. 147/91 en (EG) nr. 2148/96 ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen volgens de in bijlage XVI opgenomen concordantietabellen.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 oktober 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 juni 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 695/2005 (PB L 114 van 4.5.2005, blz. 1).

(2)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

(3)  Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

(4)  PB L 40 van 13.2.1988, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 956/2005 (PB L 164 van 24.6.2005, blz. 8).

(5)  PB L 162 van 13.6.1989, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 269/91 (PB L 28 van 2.2.1991, blz. 22).

(6)  PB L 263 van 9.9.1989, blz. 16.

(7)  PB L 337 van 4.12.1990, blz. 3.

(8)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 43. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1392/97 (PB L 190 van 19.7.1997, blz. 22).

(9)  PB L 17 van 23.1.1991, blz. 9. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 652/92 (PB L 70 van 17.3.1992, blz. 5).

(10)  PB L 288 van 9.11.1996, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 808/1999 (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 70).

(11)  Zie bladzijde 90 van dit Publicatieblad.

(12)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(13)  PB L 349 van 24.12.1998, blz. 36.

(14)  PB L 352 van 15.12.1987, blz. 1.

(15)  PB L 313 van 30.10.1992, blz. 50.

(16)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 48.


OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN

BIJLAGE I

VERPLICHTINGEN VAN DE BETAALORGANEN EN PROCEDURES VOOR EEN FYSIEKE INSPECTIE, overeenkomstig artikel 2, lid 3

BIJLAGE II

IN HET OPSLAGCONTRACT TUSSEN EEN BETAALORGAAN EN EEN OPSLAGHOUDER OP TE NEMEN VERPLICHTINGEN VAN DE OPSLAGHOUDER EN ALGEMENE BEGINSELEN BETREFFENDE ZIJN VERANTWOORDELIJKHEID, overeenkomstig artikel 2, lid 2

BIJLAGE III

GEGEVENS DIE DE LIDSTATEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 10, LID 2, MOETEN VERSTREKKEN via het in artikel 12 bedoelde computersysteem (e.faudit-tabellen)

BIJLAGE IV

BEREKENING VAN DE FINANCIERINGSKOSTEN overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), en Aanhangsel met de referentierentevoeten

BIJLAGE V

MATERIËLE VERRICHTINGEN DIE WORDEN GEDEKT DOOR DE FORFAITAIRE BEDRAGEN zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b)

BIJLAGE VI

BEPALING VAN DE FORFAITAIRE BEDRAGEN VOOR DE GEMEENSCHAP overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b)

BIJLAGE VII

VOOR DE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN BETREFFENDE BEPAALDE PRODUCTEN IN AANMERKING TE NEMEN SPECIFIEKE ELEMENTEN

BIJLAGE VIII

AFSCHRIJVING OP DE PRODUCTEN IN VOORRAAD overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d)

BIJLAGE IX

WAARDERING VAN DE VOORRADEN DISTILLATIEPRODUCTEN (ONDER DE GEMENGDE REGELING VALLENDE ALCOHOL)

BIJLAGE X

WAARDERING VAN DE ONTBREKENDE HOEVEELHEDEN

BIJLAGE XI

TOLERANTIEGRENZEN

BIJLAGE XII

WAARDERING VAN DE IN KWALITEIT ACHTERUITGEGANE OF VERNIETIGDE HOEVEELHEDEN

BIJLAGE XIII

BOEKHOUDREGELS VOOR INGESLAGEN PRODUCTEN WAARVAN DE OVERNAME WORDT GEWEIGERD

BIJLAGE XIV

MODEL VOOR DE MAANDELIJKSE DECLARATIE VAN DE OPSLAGHOUDER AAN HET BETAALORGAAN

BIJLAGE XV

MODEL VOOR DE JAARLIJKSE DECLARATIE VAN DE OPSLAGHOUDER AAN HET BETAALORGAAN

BIJLAGE XVI

CONCORDANTIETABEL

BIJLAGE I

VERPLICHTINGEN VAN DE BETAALORGANEN EN PROCEDURES OP HET GEBIED VAN DE FYSIEKE INSPECTIE (artikel 2, lid 3)

A.   VERPLICHTINGEN VAN DE BETAALORGANEN

I.   Controles

1.   Frequentie en representativiteit

Ten minste eenmaal per jaar wordt elke plaats van opslag overeenkomstig het bepaalde in punt B onderworpen aan een controle die met name betrekking heeft op:

de wijze waarop de gegevens over de openbare opslag worden verzameld;

de overeenstemming tussen de ter plaatse door de opslaghouder bewaarde boekhoudgegevens en de gegevens die aan het betaalorgaan zijn verstrekt;

de fysieke aanwezigheid in de voorraden van de in de boeken van de opslaghouder vermelde hoeveelheden die als basis zijn gebruikt voor de meest recente maandstaat die de opslaghouder heeft ingediend, welke aanwezigheid visueel of, bij twijfel of betwisting, door weging of meting wordt vastgesteld;

de gezonde handelskwaliteit van de opgeslagen producten.

De fysieke aanwezigheid blijkt uit een fysieke inspectie die representatief genoeg is en ten minste de in punt B vermelde percentages betreft en op grond waarvan mag worden geconcludeerd dat alle in de voorraadboekhouding opgenomen hoeveelheden daadwerkelijk in de voorraden aanwezig zijn.

De kwaliteitscontroles worden op visuele, olfactorische en/of organoleptische wijze en, in geval van twijfel, door middel van grondige analyses verricht.

2.   Extra controles

Wanneer bij de fysieke inspectie een afwijking wordt geconstateerd, moet volgens dezelfde methode een extra percentage worden geïnspecteerd van de hoeveelheden die zich in interventieopslag bevinden. De inspectie wordt desnoods voortgezet totdat alle producten van de gecontroleerde partij of in het gecontroleerde pakhuis zijn gewogen.

II.   Processen-verbaal over de controles

1.   De interne controledienst van het betaalorgaan of de instantie waaraan het betaalorgaan de controleopdracht heeft gegeven, stelt een proces-verbaal op over elk van de verrichte controles of fysieke inspecties.

2.   Het proces-verbaal bevat ten minste de volgende gegevens:

a)

de betrokken opslaghouder, het adres van het bezochte pakhuis en de gecontroleerde partijen;

b)

datum en tijd waarop de controle is begonnen en is beëindigd;

c)

de plaats waar de controle is verricht, en een beschrijving van de omstandigheden op het gebied van opslag, verpakking en toegankelijkheid;

d)

de volledige identiteit en de functie van de personen die de controle hebben verricht, en de aan hen gegeven opdracht;

e)

de verrichte controlewerkzaamheden en de voor volumetrische meting toegepaste technieken, zoals de meetmethoden, de uitgevoerde berekeningen en de verkregen tussen- en eindresultaten, alsmede de conclusies die uit een en ander zijn getrokken;

f)

voor elke in het pakhuis opgeslagen partij of kwaliteit, de in de boekhouding van het betaalorgaan vermelde hoeveelheid, de in de boekhouding van het pakhuis vermelde hoeveelheid en de verschillen die eventueel tussen die twee boekhoudingen zijn geconstateerd;

g)

voor elke fysiek geïnspecteerde partij of kwaliteit, de onder f) bedoelde gegevens, de ter plaatse geconstateerde hoeveelheid en de eventuele verschillen; het nummer van de partij of van de kwaliteit, de betrokken pallets, kartons, silo’s, opslagtanks of andere recipiënten en het gewicht (in voorkomend geval het netto- en het brutogewicht) of het volume;

h)

de in geval van verschillen door de opslaghouder afgelegde verklaringen;

i)

de plaats en de datum en de handtekeningen van de opsteller van het proces-verbaal en van de opslaghouder of diens vertegenwoordiger;

j)

in voorkomend geval, het feit dat de controle wegens een afwijking is verruimd, onder vermelding van het aan deze verruimde controle onderworpen percentage van de opgeslagen hoeveelheden, de geconstateerde verschillen en de gegeven uitleg.

3.   De processen-verbaal worden onmiddellijk toegezonden aan het hoofd van de dienst die is belast met het bijhouden van de rekeningen van het betaalorgaan. Onmiddellijk na ontvangst van het proces-verbaal wordt de boekhouding van het betaalorgaan op basis van de geconstateerde verschillen gecorrigeerd.

4.   De processen-verbaal worden bewaard in het hoofdkantoor van het betaalorgaan en zijn toegankelijk voor de functionarissen van de Commissie en de personen die in opdracht van de Commissie handelen.

5.   In een door het betaalorgaan opgesteld samenvattend document worden vermeld:

de verrichte controles, waaronder de fysieke inspecties (controles ten behoeve van de inventarisatie), die apart moeten worden vermeld,

de gecontroleerde hoeveelheden,

de geconstateerde afwijkingen ten opzichte van de maand- en jaarstaten en de oorzaken van deze afwijkingen.

De gecontroleerde hoeveelheden en de geconstateerde afwijkingen worden voor elk betrokken product aangegeven in massa of in volume en in procenten van de totale opgeslagen hoeveelheden.

In dat samenvattende document wordt apart melding gemaakt van de controles die zijn verricht om de kwaliteit van de opgeslagen producten te verifiëren. Het samenvattende document wordt aan de Commissie toegezonden tegelijk met de in artikel 8, lid 1, onder c), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde jaarrekeningen.

Het samenvattende document wordt voor de eerste maal voor het boekjaar 2006 opgesteld en aan de Commissie meegedeeld.

B.   PROCEDURE VOOR EEN FYSIEKE INSPECTIE IN HET KADER VAN DE ONDER A BEDOELDE CONTROLES PER SECTOR VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID

I.   Boter

1.   De voor controle geselecteerde partijen komen overeen met ten minste 5 % van de totale hoeveelheid die is opgeslagen uit hoofde van openbare interventie. De selectie wordt vóór het bezoek aan de opslagplaats voorbereid aan de hand van de boekhoudgegevens van het betaalorgaan, maar wordt de opslaghouder niet vooraf meegedeeld.

2.   De controle ter plaatse op de aanwezigheid van de geselecteerde partijen en op de samenstelling daarvan wordt verricht door:

constatering van de overeenstemming met de controlenummers van de partijen en de kartons volgens de aankoop- of inslaglijsten,

weging van pallets (één pallet op de tien) en van kartons (één karton per pallet),

visuele controle van de inhoud van een karton (één pallet op de vijf),

controle op de staat van de verpakking.

3.   De fysiek geïnspecteerde partijen en de geconstateerde gebreken worden beschreven in het proces-verbaal over de controle.

II.   Mageremelkpoeder

1.   De voor controle geselecteerde partijen komen overeen met ten minste 5 % van de totale hoeveelheid die is opgeslagen uit hoofde van openbare interventie. De selectie wordt vóór het bezoek aan de opslagplaats voorbereid aan de hand van de boekhoudgegevens van het betaalorgaan, maar wordt de opslaghouder niet vooraf meegedeeld.

2.   De controle ter plaatse op de aanwezigheid van de geselecteerde partijen en op de samenstelling daarvan wordt verricht door:

constatering van de overeenstemming met de controlenummers van de partijen en de zakken volgens de aankoop- of inslaglijsten,

weging van pallets (één pallet op de tien) en van zakken (één zak op de tien),

visuele controle van de inhoud van een zak (één pallet op de vijf),

controle op de staat van de verpakking.

3.   De fysiek geïnspecteerde partijen en de geconstateerde gebreken worden beschreven in het proces-verbaal over de controle.

III.   Granen

1.   Procedure voor een fysieke inspectie

a)

De voor controle geselecteerde cellen of kamers komen overeen met ten minste 5 % van de totale hoeveelheid granen of rijst die is opgeslagen uit hoofde van openbare interventie.

De selectie wordt voorbereid aan de hand van de in de voorraadboekhouding van het betaalorgaan beschikbare gegevens, maar wordt de opslaghouder niet vooraf meegedeeld.

b)

Fysieke inspectie:

controle op de aanwezigheid van granen of rijst in de geselecteerde cellen of kamers,

identificatie van de granen of de rijst,

controle van de opslagomstandigheden en controle van de kwaliteit van de opgeslagen producten overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (1) wat granen betreft en overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 708/98 van de Commissie (2) wat specifiek rijst betreft,

vergelijking van de plaats van opslag en de identiteit van de granen of de rijst met de gegevens in de voorraadboekhouding van het pakhuis,

bepaling van de opgeslagen hoeveelheden volgens een vooraf door het betaalorgaan erkende methode waarvan een beschrijving moet worden bewaard op het hoofdkantoor van het betaalorgaan.

c)

In elke plaats van opslag moeten een plattegrond van het pakhuis en het opmetingsdocument voor elke opslagsilo of –kamer beschikbaar zijn.

In elk pakhuis moeten de granen of moet de rijst zo zijn opgeslagen dat een volumetrische controle mogelijk is.

2.   Behandeling van geconstateerde verschillen

Een afwijking bij de volumetrische controle van de producten wordt getolereerd.

Zo zijn bij opslag in een silo of een vlakke opslagruimte de in bijlage II, deel II, vastgestelde regels van toepassing wanneer het bij de fysieke inspectie geconstateerde gewicht van het opgeslagen product in het geval van granen ten minste 5 % en in het geval van rijst ten minste 6 % verschilt van het in de boekhouding vermelde gewicht ervan.

Voor in een pakhuis opgeslagen granen of rijst mag rekening worden gehouden met de hoeveelheden zoals bepaald bij de weging bij de inslag in plaats van met de hoeveelheden die bij een volumetrische bepaling worden verkregen, indien deze laatste bepaling niet de wenselijke nauwkeurigheidsgraad oplevert en het tussen de betrokken twee waarden geconstateerde verschil niet al te groot is.

Het betaalorgaan maakt onder eigen verantwoordelijkheid van die mogelijkheid gebruik als dat verantwoord is gezien de omstandigheden, die per geval worden beoordeeld. Het maakt daarvan melding in het proces-verbaal over de controle, dat wordt opgesteld op basis van het volgende indicatieve model:

(Indicatief model)

GRANEN – CONTROLE VAN DE VOORRAAD

Product:

Opslaghouder:

Opslagruimte, silo:

Nummer van de opslagcel:

Datum:

Partij:

Hoeveelheid volgens de boekhouding:


A.   Voorraden in een silo

Nummer van de kamer

Totaal volume volgens de silogegevens m3 (A)

Geconstateerde vrije ruimte m3 (B)

Volume van de opgeslagen granen m3 (A – B)

Geconstateerd soortgelijk gewicht kg/hl = 100

Gewicht van de opgeslagen granen of rijst

 

 

 

 

 

 

 

Totaal (A): …


B.   Voorraden in een vlakke opslagruimte

 

Kamer nr.

Kamer nr.

Kamer nr.

Ingenomen oppervlakte: …

… m2

… m3

… m2

… m3

… m2

… m3

Hoogte: …

… m

… m

… m

Correcties: …

 

… m3

 

… m3

 

… m3

Volume: …

… m3

… m3

… m3

Soortgelijk gewicht: …

… kg/hl

… kg/hl

… kg/hl

Totaal gewicht: …

… ton

… ton

… ton

 

Totaal (B): …

 

Totaal gewicht in de opslagruimte: …

 

Verschil t.o.v. het in de boekhouding vermelde gewicht: …

 

In %: …

…, op

 

 

Controleur betaalorgaan:

(Stempel en handtekening)

IV.   Alcohol

1.   De voor controle geselecteerde tanks komen overeen met ten minste 5 % van de totale hoeveelheid die is opgeslagen uit hoofde van openbare interventie. De selectie wordt vóór het bezoek aan het pakhuis voorbereid aan de hand van de boekhoudgegevens van het betaalorgaan, maar wordt de opslaghouder niet vooraf meegedeeld.

2.   Controle van de door de douane aangebrachte loodzegels indien de nationale voorschriften in een dergelijke verzegeling voorzien.

3.   De controle ter plaatse op de aanwezigheid van de tanks en op de inhoud ervan wordt verricht door:

identificatie van de tanks aan de hand van het nummer ervan en identificatie van het alcoholtype,

vergelijking van de identiteit van de tanks en de inhoud ervan met de gegevens in de voorraadboekhouding van het pakhuis en de gegevens in de boekhouding van het betaalorgaan,

organoleptische controle op de aanwezigheid van alcohol, het alcoholtype en het volume alcohol in de tanks,

onderzoek van de opslagomstandigheden door visuele controle van andere tanks.

4.   De fysiek geïnspecteerde tanks en de geconstateerde gebreken worden beschreven in het proces-verbaal over de controle.

V.   Rundvlees

1.   De voor controle geselecteerde partijen komen overeen met ten minste 5 % van de totale hoeveelheid die is opgeslagen uit hoofde van openbare interventie. De selectie wordt vóór het bezoek aan de opslagplaats voorbereid aan de hand van de boekhoudgegevens van het betaalorgaan, maar wordt de opslaghouder niet vooraf meegedeeld.

2.   De controle ter plaatse op de aanwezigheid van de geselecteerde partijen vlees zonder been en op de samenstelling van deze partijen wordt verricht door:

identificatie van de partijen en de pallets en controle van het aantal kartons,

controle van het gewicht van 10 % van de pallets of containers,

controle van het gewicht van 10 % van de kartons op elke gewogen pallet,

visuele controle op de inhoud van die kartons en op de staat van de verpakking in de kartons.

Bij de selectie van de pallets moet rekening worden gehouden met de verschillende typen van deelstukken die zijn opgeslagen.

3.   De fysiek geïnspecteerde partijen en de geconstateerde gebreken worden beschreven in het proces-verbaal over de controle.

VI.   Suiker in bulk (3)

1.   Procedure voor een fysieke inspectie van de openbare voorraden suiker die zijn ingeslagen vanaf het verkoopseizoen 2006/2007

a)

De voor controle geselecteerde silo’s, cellen en kamers komen overeen met ten minste 5 % van de totale hoeveelheid suiker in bulk die is opgeslagen uit hoofde van openbare interventie.

De selectie wordt voorbereid aan de hand van de in de voorraadboekhouding van het betaalorgaan beschikbare gegevens, maar wordt de opslaghouder niet vooraf meegedeeld.

b)

Fysieke inspectie:

controle op de aanwezigheid van de suiker in bulk in de geselecteerde silo’s, cellen of kamers,

vergelijking van de boekhoudgegevens van de opslaghouder met die van het betaalorgaan,

identificatie van de suiker in bulk,

controle van de opslagomstandigheden en vergelijking van de plaats van opslag en de identiteit van de suiker in bulk met de boekhoudgegevens van de opslaghouder,

bepaling van de opgeslagen hoeveelheden volgens een vooraf door het betaalorgaan erkende methode waarvan een beschrijving moet worden bewaard op het hoofdkantoor van het betaalorgaan.

c)

In elke plaats van opslag moeten een plattegrond van het pakhuis en het opmetingsdocument voor elke opslagsilo of –kamer beschikbaar zijn.

De suiker in bulk moet zo zijn opgeslagen dat een volumetrische controle mogelijk is.

2.   Procedure voor een fysieke inspectie van de openbare voorraden suiker die zijn ingeslagen in het verkoopseizoen 2004/2005 of het verkoopseizoen 2005/2006

a)

In het geval dat de hierboven onder 1 beschreven inventarisatieprocedures niet kunnen worden toegepast, worden alle aan- of afvoerpunten van de silo/plaats van opslag door het betaalorgaan officieel verzegeld. Om ervoor te zorgen dat deze zegels intact blijven, controleert het betaalorgaan elke maand of zij ongeschonden zijn. Over deze inspecties wordt een gedetailleerde beschrijving opgesteld. Alleen in aanwezigheid van een inspecteur van het betaalorgaan is het toegestaan zich toegang tot de voorraden te verschaffen.

De lidstaat zorgt ervoor dat de zegels worden aangebracht volgens een procedure die goede garanties biedt dat de uit hoofde van openbare interventie opgeslagen producten onaangeroerd blijven.

b)

Tevens moet ten minste eenmaal per jaar een inspectie worden uitgevoerd om de opslagomstandigheden te controleren en na te gaan of de producten goed zijn bewaard.

3.   Behandeling van geconstateerde verschillen

Bij de volumetrische controle wordt een tolerantiemarge toegepast.

Bij opslag in een silo of een vlakke opslagruimte is het bepaalde in bijlage II van toepassing wanneer het bij de fysieke inspectie (volumetrische bepaling) geconstateerde gewicht van het opgeslagen product ten minste 5 % verschilt van het in de boekhouding vermelde gewicht ervan.

Voor in een silo/pakhuis opgeslagen suiker in bulk mag rekening worden gehouden met de hoeveelheden zoals bepaald bij de weging bij de inslag in plaats van met de hoeveelheden volgens de volumetrische bepaling, indien deze laatste bepaling niet de wenselijke nauwkeurigheidsgraad oplevert en het tussen de betrokken twee waarden geconstateerde verschil niet al te groot is.

Het betaalorgaan maakt onder eigen verantwoordelijkheid van de in de derde alinea bedoelde mogelijkheid gebruik als dat verantwoord is gezien de omstandigheden, die per geval worden beoordeeld. Het maakt daarvan melding in het proces-verbaal.

VII.   Verpakte suiker (4)

1.   Procedure voor een fysieke inspectie van de openbare voorraden suiker die zijn ingeslagen vanaf het verkoopseizoen 2006/2007

a)

De voor controle geselecteerde partijen komen overeen met ten minste 5 % van de totale hoeveelheid suiker die is opgeslagen uit hoofde van openbare interventie. De selectie van de te controleren partijen wordt vóór het bezoek aan de plaats van opslag uitgevoerd aan de hand van de gegevens die in de voorraadboekhouding van het betaalorgaan beschikbaar zijn, maar wordt de opslaghouder niet vooraf meegedeeld.

b)

Controle ter plaatse op de aanwezigheid van de geselecteerde partijen en op de samenstelling daarvan:

constatering van de overeenstemming met de controlenummers van de partijen en de zakken volgens de aankoop- of inslaglijsten,

vergelijking van de boekhoudgegevens van de opslaghouder met die van het betaalorgaan,

controle op de staat van de verpakking.

Voor in zakken van 50 kg verpakte suiker:

weging van pallets (één pallet op de twintig) en van zakken (één zak per gewogen pallet),

visuele controle van de inhoud van zakken (één zak per tien gewogen pallets).

Voor in „grote zakken” verpakte suiker:

weging van één grote zak op de twintig,

visuele controle van de inhoud van één grote zak per twintig gewogen zakken.

c)

De fysiek geïnspecteerde partijen en de geconstateerde verschillen/gebreken worden beschreven in het proces-verbaal over de inventarisatie.

2.   Procedure voor een fysieke inspectie van de openbare voorraden suiker die zijn ingeslagen in het verkoopseizoen 2004/2005 of het verkoopseizoen 2005/2006

a)

In het geval dat de hierboven onder 1 beschreven inventarisatieprocedures niet kunnen worden toegepast, worden alle aan- of afvoerpunten van de plaats van opslag door het betaalorgaan officieel verzegeld. Om ervoor te zorgen dat deze zegels intact blijven, controleert het betaalorgaan elke maand of zij ongeschonden zijn. Over deze inspecties wordt een gedetailleerde beschrijving opgesteld. Alleen in aanwezigheid van een inspecteur van het betaalorgaan is het toegestaan zich toegang tot de voorraden te verschaffen.

De lidstaat zorgt ervoor dat de zegels worden aangebracht volgens een procedure die goede garanties biedt dat de uit hoofde van openbare interventie opgeslagen producten onaangeroerd blijven.

b)

Tevens moet ten minste eenmaal per jaar een inspectie worden uitgevoerd om de opslagomstandigheden te controleren en na te gaan of de producten goed zijn bewaard.


(1)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).

(2)  PB L 98 van 31.3.1998, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1107/2004 (PB L 211 van 12.6.2004, blz. 14).

(3)  Geïnventariseerd worden de voorraden waarvoor een opslagcontract is gesloten.

(4)  Geïnventariseerd worden de voorraden waarvoor een opslagcontract is gesloten.

BIJLAGE II

IN HET OPSLAGCONTRACT TUSSEN EEN BETAALORGAAN EN EEN OPSLAGHOUDER OP TE NEMEN VERPLICHTINGEN VAN DE OPSLAGHOUDER EN ALGEMENE BEGINSELEN BETREFFENDE ZIJN VERANTWOORDELIJKHEID (artikel 2, lid 2)

De opslaghouder is verantwoordelijk voor de goede bewaring van de producten waarvoor communautaire interventiemaatregelen worden toegepast. Hij draagt de financiële gevolgen van een slechte bewaring van de producten.

I.   Kwaliteit van de producten

In het geval dat de opgeslagen interventieproducten door slechte of ongeschikte opslagomstandigheden in kwaliteit zijn achteruitgegaan, komen de verliezen ten laste van de opslaghouder en worden zij in de rekeningen inzake de openbare opslag geboekt als een verlies als gevolg van een achteruitgang in kwaliteit van het product door de opslagomstandigheden (regel 900.001 van tabel 53).

II.   Ontbrekende hoeveelheden

1.   De opslaghouder is verantwoordelijk voor alle geconstateerde verschillen tussen de opgeslagen hoeveelheden en de gegevens die zijn vermeld in de aan het betaalorgaan toegezonden opslagstaten.

2.   Indien de ontbrekende hoeveelheden groter zijn dan de hoeveelheden die overeenkomen met de overeenkomstig artikel 8, lid 2, bijlage I, onder B, deel III, punt 2, en bijlage XI of de sectorale landbouwregeling geldende tolerantiegrens of tolerantiegrenzen, worden zij in hun geheel de opslaghouder aangerekend als niet-identificeerbaar verlies. Betwist de opslaghouder de ontbrekende hoeveelheden, dan kan hij verlangen dat het product wordt gewogen of gemeten, waarbij de daarmee gemoeide kosten voor zijn rekening zijn tenzij blijkt dat de opgegeven hoeveelheden daadwerkelijk aanwezig zijn of dat het verschil niet groter is dan de geldende tolerantiegrens of tolerantiegrenzen, in welk geval de weeg- of meetkosten voor rekening van het betaalorgaan zijn.

De in bijlage I, onder B, deel III, punt 2, en deel VI, punt 3, bepaalde tolerantiegrenzen gelden onverminderd de andere in de eerste alinea bedoelde toleranties.

III.   Bewijsstukken en maandelijkse en jaarlijkse declaratie

1.   Bewijsstukken en maandelijkse declaratie

a.

De stukken over de inslag, de opslag en de uitslag van de producten die als basis voor de opstelling van de jaarrekeningen worden gebruikt, moeten in het bezit van de opslaghouder zijn en ten minste de volgende gegevens bevatten:

de plaats van opslag (met, in voorkomend geval, de identificatie van de opslagcel of -tank),

de van de voorgaande maand overgeboekte hoeveelheid,

de ingeslagen en uitgeslagen hoeveelheden per partij,

de voorraden aan het einde van de periode.

Deze stukken moeten het mogelijk maken de op enig tijdstip in de voorraden aanwezige hoeveelheden met zekerheid te identificeren, waarbij met name ook rekening moet worden gehouden met de hoeveelheden die reeds zijn aangekocht of verkocht, maar nog niet zijn ingeslagen of uitgeslagen.

b.

Ten minste eenmaal per maand worden de stukken over de inslag, de opslag en de uitslag van de producten door de opslaghouder aan het betaalorgaan toegezonden ter staving van een maandelijkse verzamelstaat van de voorraden. Zij moeten vóór de 10e van de maand na de maand waarop zij betrekking hebben, in het bezit van het betaalorgaan zijn.

c.

Een model voor de maandelijkse verzamelstaat van de voorraden is opgenomen in bijlage XIV. De betaalorganen stellen dit model langs elektronische weg beschikbaar aan de opslaghouders.

2.   Jaarlijkse declaratie

a.

De opslaghouder stelt aan de hand van de maandstaten zoals bedoeld in punt 1 een jaarstaat van de voorraden op. Deze jaarstaat wordt aan het betaalorgaan meegedeeld uiterlijk op 15 oktober volgende op de afsluiting van het boekjaar.

b.

De jaarstaat van de voorraden geeft een overzicht van de opgeslagen hoeveelheden, uitgesplitst naar product en naar plaats van opslag, voor elk product met vermelding van de hoeveelheden in voorraad, de nummers van de partijen (behalve voor granen), het jaar van inslag (behalve voor alcohol) en een verklaring voor de eventueel geconstateerde afwijkingen.

c.

Een model voor de jaarstaat van de voorraden is opgenomen in bijlage XV. De betaalorganen stellen dit model langs elektronische weg beschikbaar aan de opslaghouders.

IV.   Geautomatiseerde voorraadboekhouding en beschikbaarstelling van gegevens

In het tussen het betaalorgaan en de opslaghouder gesloten contract inzake openbare opslag worden de nodige bepalingen opgenomen om het mogelijk te maken te garanderen dat de communautaire regelgeving wordt nageleefd.

Dat contract voorziet met name in:

het voeren van een geautomatiseerde voorraadboekhouding van de interventievoorraden,

het rechtstreeks en onmiddellijk beschikbaar stellen van een permanente inventaris,

het op elk tijdstip beschikbaar stellen van alle stukken over de inslag, de opslag en de uitslag van de in voorraad gehouden producten en van de ter uitvoering van deze verordening opgestelde boekhoudkundige stukken en processen-verbaal die in het bezit van de opslaghouder zijn,

permanente toegang tot die stukken voor de functionarissen van het betaalorgaan en van de Commissie en voor elke in opdracht van het betaalorgaan of de Commissie handelende persoon.

V.   Vorm en inhoud van de aan het betaalorgaan te verstrekken stukken

Vorm en inhoud van de in deel III, punten 1 en 2, bedoelde stukken worden vastgesteld onder de voorwaarden en op de wijze zoals bepaald in artikel 18 van Verordening (EG) 883/2006.

VI.   Bewaring van de stukken

Onverminderd de geldende nationale bepalingen, worden de bewijsstukken betreffende alle handelingen voor de verrichtingen in verband met openbare opslag door de opslaghouder bewaard gedurende de gehele bij artikel 9 van Verordening (EG) 885/2006 voorgeschreven periode.

BIJLAGE III

GEGEVENS DIE DE LIDSTATEN MOETEN VERSTREKKEN VIA HET IN ARTIKEL 12 BEDOELDE COMPUTERSYSTEEM

Tabellen van de computerapplicatie e-FAUDIT (1)

(artikel 2, lid 8 b), artikel 10§2 en artikel 12)

1

Maandelijkse en jaarlijkse berekening van de verliezen op verkopen en de afschrijvingsbedragen in het kader van de openbare opslag

2

Prijsverschillen en andere elementen

3

Berekening van de technische kosten

4

Berekening van de financieringskosten

8

Stand en mutaties van de voorraden in openbare opslag

9

Berekening van de waarde van de uitbeenverliezen boven de toegestane verliezen (rundvlees)

13

Terugbetaling van kosten wegens weigering van de goederen (technische kosten) — Verordening (EG) nr. …/2006 (bijlage XI, punt 1, onder a) en b))

14

Terugbetaling van kosten wegens weigering van de goederen (financieringskosten en waarde) — Verordening (EG) nr. …/2006 (bijlage XI, punt 1, onder c), en artikel 9, lid 5)

28

Verantwoording van de overdrachten uit andere lidstaten

52

Samenvattende tabel voor de berekening van de te boeken maandelijkse bedragen

53

Gedetailleerd overzicht van de afzet

54

Maandelijkse berekening van de verliezen door de levering van levensmiddelen voor de meest behoeftigen in de Gemeenschap (Verordening (EEG) nr. 3730/87) (andere producten dan rundvlees)

55

Rundvlees — Maandelijkse berekening van de verliezen door de levering van levensmiddelen voor de meest behoeftigen in de Gemeenschap (Verordening (EEG) nr. 3730/87)

56

Maandelijkse berekening van de verliezen door de kosteloze levering van levensmiddelen

99

Berekening van de aan het begin van het boekjaar over te boeken waarde

Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 1

Maandelijkse en jaarlijkse berekening van de verliezen op verkopen en de afschrijvingsbedragen in het kader van de openbare opslag

Euro — Ton

Lijn nr

Methode van berekening of referenties

Beschrijving

Hoeveelheden (T of HL)

Eenheidsbedrag

Waarden

Kolom

a

b

c

d

e

001

T99/010 and 050

Overgedragen hoeveelheden van het voorgaande begrotingsjaar aan gemiddelde overgedragen boekwaarde

0,000

0,00

002

Buitengewone waardevermindering

Budget item:

0,00

003

= 001e – 002e

Totale waarde der hoeveelheden in opslag bij het begin van het financiële jaar

0,00

004

Hoeveelheden en waarde van de ingekochte producten gedurende de periode

005

= 004e × coëfficiënt

Waardevermindering bij de inkoop (Bijlage VIII § 1)

0,00

006

T28/910

Door overdracht ontvangen hoeveelheden tot het einde van voorgaande maand

0,000

008

T28/910

Te boeken waarde volgens overdracht

0,00

009

= 001c + 004c + 006c

Overgedragen hoeveelheden, binnengebracht of getransfereerd

0,000

010

= 003e + 004e – 005e + 008e

Totale boekwaarde

0,00

011

= 010e/009c

Gemiddelde boekwaarde

0,00

020

T53/997

Uitslag tot het einde van … (inbegrepen de niet-identificeerbare verliezen)

0,000

021

T53/999

Inkomsten met betrekking tot uitslag tot het einde van … (inbegrepen niet-identificeerbare verliezen)

0,00

025

= 009c – 020c

Hoeveelheden aan het einde van …

0,000

031

= 011d Periode 12

Gemiddelde boekwaarde van de laatste periode die moet overgedragen worden naar het volgend begrotingsjaar

0,00

034

= 025c × 031d

Theoretische waarde van de over te dragen hoeveelheden

0,00

050

Extra afschrijving (Bijlage VIII § 3 en 4)

Budgetpost

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 2

Prijsverschillen en andere elementen

Euro — Ton

Lijnnummer

Berekeningsmethode of verwijzing naar andere tabellen

Beschrijving

Hoeveelheden (t of hl)

Eenheidsprijs

Koers

Coëfficiënt

Waarden

Kolom

a

b

c

d

e

f

g

DEBET

001

Tab. 001 — Lijn 9

Overgedragen hoeveelheden, ingekocht of overgedragen

0,000

002

Tab. 001 — Lijn 10

Overgedragen waarde van hoeveelheden, ingekocht of overgedragen

0,00

003

Andere debet elementen

004

DEBET TOTAAL

0,00

CREDIT

005

T 53 — Lijn 993

Waardevermindering ten gevolge van uitgaande goederen inbegrepen schade of verlies ten gevolge van bekende oorzaken

0,000

0,00

006

= 1c – 5c – 9c

Verliezen ten gevolge van onbekende oorzaken

0,000

007

= 1c × % grens

Maximum tolerantie

0,000

0,050

008

= 6c – 7c

Hoeveelheden die de tolerantiegrens en overeenstemmende waarde overschrijden

0,000

0,000

1,000000

1,050

0,00

009

Tab 001 — Lijnen 025 en 034

Over te dragen hoeveelheden en de daarmee overeenkomende waarde

0,000

0,00

010

Ingevorderde bedragen en verbeurde waarborgen

011

Tab. 016. 017

Terugbetaling van kosten en boetes

012

Tab. 028 — Lijn 990

Waarde van door overdracht ontvangen hoeveelheden

0,00

013

Tab. 053 of 007 — Lijn 998

Geleden verliezen ten gevolge van overdracht naar andere Lidstaten

0,00

014

Tab. 009 — Lijn 600

Verliezen die de maximum tolerantie voor verwerking overschrijden

0,00

015

Andere credit elementen

016

TOTAAL CREDIT

0,00

017

= 4g – 16g

DEBET/CREDIT SALDO

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 3

Berekening van de technische kosten

Euro — Ton

Lijn Nr

Beschrijving

Van (dd/mm/yyyy)

Tot (dd/mm/yyyy)

Hoeveelheden (t of hl)

Eenheidskoers in EURO

Koers

Waarde

a

b

c

d

e

f

g

h = e×f×g

A.   

Forfaitaire kosten

010

Kosten van inslag met verplaatsing (T08/c+h)

010.001

0,000

0,00

1,000000

0,00

030

Kosten van inslag zonder verplaatsing (T08/d)

030.001

0,000

0,00

1,000000

0,00

050

Kosten van transport met verplaatsing(T08/e)

050.001

0,000

0,00

1,000000

0,00

070

Kosten van transport zonder verplaatsing (T08/f)

070.001

0,000

0,00

1,000000

0,00

090

Kosten van opslag

090.001

0,000

0,00

1,000000

0,00

130

Kosten van kleuren of denatureren

130.001

1,000000

0,00

160

Kosten voor het aanbrengen van label en markering (alleen bijkomende kosten)

160.001

0,00

1,000000

0,00

180

Kosten voor verplaatsing heen en terug naar opslag

180.001

0,00

1,000000

0,00

500

Forfaitaire transportkosten

560

Terugbetaling technische kosten voor geweigerde hoeveelheden (T13/100)×(–1)

0,00

B.   

Niet forfaitaire kosten

600.1

Reële primaire transportkosten in geval van inkoop — positief

600.2

Reële primaire transportkosten in geval van inkoop — negatief

601.1

Transportkosten — Export — positief

601.2

Transportkosten — Export — negatief

602.1

Transportkosten — Overdrachten tussen LS — positief

602.2

Transportkosten — Overdrachten tussen LS — negatief

603.1

Transportkosten na interventie — positief

603.2

Transportkosten na interventie — negatief

610.1

Verwerkingskosten — positief

610.2

Verwerkingskosten — negatief

620.1

Andere kosten — positief

620.2

Andere kosten

999

TOTALE TECHNISCHE KOSTEN

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 4

Berekening van de financieringskosten

Euro — Ton

Lijnnummer

Periode

Totale voorraden bij het begin van elke maand

Totale voorraden bij het einde van elke maand

Gemiddelde voorraad

In de periode aangekochte hoeveelheden

Aftrek betalingstermijn stock

Negatieve gemiddelde voorraad voorgaand jaar

Gemiddelde voorraad voor berekening

Gemiddelde boekwaarde

Koers %

Financiële kosten

Van (MM/YYYY)

Tot (MM/YYYY)

Kolom

a1

a2

b

c

d

e

f

g

h

i

i1

j

001.001

 

 

0,000

0,000

0,000

0,000

 

0,000

0,000

0,00

2,300

0,00

100

SUBTOTAAL FINANCIERINGSKOSTEN

0,00

105

Vermindering tengevolge weigering (lijn 050, tab. 014)

0,00

110

Korting in verband met afhalingstermijn na betaling van de verkochte goederen

(Bijlage IV (III) § 1)

0,00

120

Toeslag in verband met afhalingstermijn na betaling van de verkochte goederen

(Bijlage IV (III) § 2)

0,00

130

TOTALE FINANCIERINGSKOSTEN

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 8

Stand en mutaties van de voorraden in openbare opslag

Ton

Lijn Nr

Maand Jaar (mm/yyy)

Voorraad bij het begin van elke maand

INGESLAGEN HOEVEELHEDEN

UITGESLAGEN HOEVEELHEDEN

Overdrachten per periode (ontvangen hoeveelheden)

Voorraad bij het einde van elke maand inclusief overdrachten

Voorraad bij het einde van elke maand exclusief overdrachten

Inslag met verplaatsing

Inslag zonder verplaatsing

Uitslag met verplaatsing + monsters

Uitslag zonder verplaatsing

Ontbrekende hoeveelheden (al dan niet identificeerbare verliezen, diefstal, schadegevallen, enz + na termijn granen en rijst

Kolom

a

b

c

d

e

f

g

h

i = b+c+d–e–f–g+h

j = b+c+d–e–f–g

1

 

 

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

2

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

3

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

4

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

5

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

6

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

7

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

8

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

9

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

10

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

11

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

12

 

0,000

 

 

 

 

 

0,000

0,000

0,000

99

Totaal

0,000

0,000

0,000

0,000

0,000

0,000

0,000

0,000

0,000


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 9

Berekening van de waarde van de uitbeenverliezen boven de toegestane verliezen (rundvlees)

Euro — Ton

Lijnnummer

Periodes

Hoeveelheden verstuurd voor het ontbenen of verwerking (2)

Geproduceerde hoeveelheden (Netto-gewicht) (2)

Coëfficiënt of %

Interventieprijs

Koers

Aan de FEOGA te crediteren bedrag

Kolom

a

b

c

d

ef

f

g

100

Hoeveelheden die in bewerking gegeven zijn tijdens het vorige begrotingsjaar en verwerkt tijdens het huidige begrotingsjaar

200

Hoeveelheden die in bewerking gegeven en verwerkt zijn tijdens het begrotingsjaar

300

Totaal van de in bewerking gegeven en verwerkte hoeveelheden

= 100 + 200

0,000

0,000

400

Voorgeschreven minimum rendement

= 300 col. (b) × { 1 – 400 col. (d) }

0,000

1,00

500

Verliezen boven het minimum rendement

= 300 – 400

0,000

600

Aan de FEOGA te crediteren bedragen

T 009/500/c (indien negatief) × T009/600/d × T009/600/f009

1,00

0,00

1,000000

0,00

700

Behandelde hoeveelheden waarvan de verwerking nog niet beëindigd is op het einde van het boekjaar (voor ontbeend rundsvlees)


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 13

Terugbetaling van kosten wegens weigering van de goederen (technische kosten) — (bijlage XIII, punt 1, onder a) en b))

Euro — Ton

A.   

KOSTEN VAN INSLAG EN UITSLAG

Lijnnummer

Maand/Jaar van uitslag (MM/YYY)

Geweigerde tonnen

Codes 1 of 2 of 3 of 4 (3)

Som van eenheidsbedragen geldig tijdens de maand van transport

Koers van toepassing op de forfaitaire bedragen

Waarden

Kolom

a

b

c

d

e

f = b×d×e

001.001

 

 

 

 

1,000000

0,00

050 Subtotaal

0,000

0,00

B.   

KOSTEN VAN OPSLAG

Lijnnummer

Maand/Jaar van Verplaatsing (MM/YYYY)

Aantal maanden van opslag

Geweigerde tonnen

Eenheidsbedrag geldig tijdens de maand van transport

Koers van toepassing op de forfaitaire bedragen

Waarden

051.001

 

 

 

0,00

1,000000

0,00

099 Subtotaal

0,000

0,00

100 TOTAAL

(=> T03/560)

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 14

Terugbetaling van kosten wegens weigering van de goederen (financieringskosten en waarde) — (bijlage XIII, punt 1, onder c), en artikel 9, lid 5)

Euro — Ton

1.   

FINANCIERINGSKOSTEN

Lijnnummer

Maand en jaar van verplaatsing (mm/yyyy)

Geweigerde tonnen

Aantal maanden van opslag

Aantal maanden van betaling bij het binnenkomen

Aantal maanden in aanmerking te nemen voor berekening

Overgedragen gemiddelde boekwaarde

Financieel kostenpercentage

Waarden

Kolom

a

b

c

d

e = c–d

f

g

h = b×e×f×(g/12)

001.001

 

 

 

0

0

 

0,000

 

050 Subtotaal

0,000

(=> T04/105)

0,00

2.   

WAARDE BIJ LEVERING (Zonder waardevermindering bij levering)

Lijnnummer

Geweigerde tonnen

Waarde bij levering/Ton

Totale waarde

051.001

 

 

0,00

200 Subtotaal

0,000

(=> T53/950)

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 28

Verantwoording van de overdrachten uit andere lidstaten

Euro — Ton

Lijn Nr

Maand en jaar

Land van Oorsprong

Verordening (EEG)

Ontvangen hoeveelheden aan het einde van de periode

Prijs

Wisselkoers

Waarde

Kolom

a

b

c

d

e

f

g

OVERDRACHTEN VAN DE LAATSTE MAAND VAN HET VOORGAANDE BEGROTINGSJAAR

001.001

 

 

 

0,00

1,000000

0,00

OVERDRACHTEN VOOR HET LOPENDE BEGROTINGSJAAR

002.001

 

 

 

0,00

1,000000

0,00

OVERDRACHTEN VAN DE LOPENDE PERIODE

003.001

 

 

 

0,00

1,000000

0,00

910 Total

zonder de juiste periode

(=> T01/006)

0,00

(=> T01/008)

0,00

990 Total

zonder 001

(=> T02/012)

0,00

(=> T52/040)

0,00

NB: Deze tabel moet niet worden vervolledigd in geval van gratis verdeling


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 52

Samenvattende tabel voor de berekening van de te boeken maandelijkse bedragen

Euro — Ton

Regel nr.

OMSCHRIJVING

Technische kosten

Financieringskosten

Overige kosten

Afschrijving bij aankoop

Kolom

a

b

c

d

e

020

correcties krachtens artikel 6, lid 3 — beschikking van ...

0

0

0

0

030

Uitgaven in verband met de materiële verrichtingen van … tot en met …

0,00

0,00

0,00

0,00

052

Waarde van de door overdracht voor kosteloze uitreiking (T54,55/390f) ontvangen hoeveelheden

053

Negatieve waarde van de overgeboekte hoeveelheden (T99/065)

0,00

400

Voor de periode tot en met … te boeken totalen

0,00

0,00

0,00

0,00

410

Voor de periode tot het einde van de voorgaande maand geboekte bedragen

 

 

 

 

420

Voor … te boeken bedragen

0,00

0,00

0,00

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 53

Gedetailleerd overzicht van de afzet

Euro — Ton

Lijn nr

Beschrijving

Datum (mm/yyyy)

Bijkomende noodzakelijke gegevens

Land van Oorsprong

Land van Bestemming

Hoeveelheden (t/hl)

Coëfficiënt

Intereventieprijs

Koers

Waarde

Kolom

a

b

c

d

e

f

g

h

i

j = f×g×h×i

001.001

Normaal beschikbaar

201.001

Speciale maatregelen

400

Voedselhulp

500

Genomen monsters

501.001

Monsters (andere)

0,00

0,00

1,000000

0,00

502

Verkoop bij onderlinge overeen-komst in het raam van de inventaris (Art 5 lid 2g en 7 lid 2c)

851

Gratis verdeling (T54,55/400 Plan 1,2)

860

Samenvatting gratis levering (T56/400 Plans 1,2)

900.001

Kwaliteitsverlies als gevolg van de opslagcondities

0,00

0,00

1,000000

0,00

910.001

Kwaliteitsverlies als gevolg van te lange duur van opslag

920.001

Natuurrampen

930.001

Verliezen die kunnen geboekt worden

0,00

0,00

1,000000

0,00

940.001

Schade

0,00

0,00

1,000000

0,00

950

Hoeveelheden geweigerd na kwaliteitscontrole (T14/200)

0,000

0,00

991.001

Overdrachten naar andere lidstaten voor vrije verdeling

0

0

0,00

992.001

Overdrachten naar andere lidstaten andere overdrachten

0

0

0,00

993

Subtotaal 001 tot 992 (=> T02/005c,e)

0

0,00

996.001

Verliezen omwille van niet gekende oorzaken

0,00

0,00

1,000000

0,00

997

Subtotaal 993 + 996 (in hoeveelheden)

0,00

998.001

Verliezen ten gevolge van overdrachten (gratis verdeling of tussen lidstaten) T02/013

0,00

0,00

1,000000

0,00

999

TOTAAL (waarde alleen) (=> T01/012f)

0,00


Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 

Tabel 54

Maandelijkse berekening van de verliezen door de levering van levensmiddelen voor de meest behoeftigen in de Gemeenschap (Verordening (EEG) nr. 3730/87) (andere producten dan rundvlees)

Euro — Ton

Uit uw eigen voorraad:

Programma voor het jaar:


Regel nr.

Omschrijving

Datum

Afgezette hoeveelheden (ton)

Interventieprijs

Omrekeningskoers

Waarde afgezette hoeveelheden

Kolom

a

b

c

d

e

f = c×d×e

002

correcties krachtens artikel 6, lid 3 — beschikking van

030.001

0,00

300

Totaal (030):

0,00

310

Andere debetelementen (positief)

320

Andere creditelementen (negatief — gebruik minteken)

330

Verbeurde zekerheden

390

Totaal (300 + 310 + 320 + 330):

0,00

400

Totaal afgezette hoeveelheden en te boeken bedragen voor de periode tot en met … (001 + 002 + 390):

0,00

410

Voor de periode tot het einde van de voorgaande maand (…) geboekte bedragen

0,00

420

(400 — 410) Voor … te boeken bedragen

0,00

Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 

Tabel 55

Rundvlees

Maandelijkse berekening van de verliezen door de levering van levensmiddelen voor de meest behoeftigen in de Gemeenschap (Verordening (EEG) nr. 3730/87)

Euro — Ton

Uit uw eigen voorraad:

Programma voor het jaar:


Regel nr.

Omschrijving

Datum

Afgezette hoeveelheden (ton)

Coëfficiënt

Interventieprijs

Omrekeningskoers

Waarde afgezette hoeveelheden

Kolom

a

b

c

d

e

f

g = c×d×e×f

002

correcties krachtens artikel 6, lid 3 — beschikking van

030.010

Voorvoeten

0,35

0,00

1,000000

0,00

030.020

Achtervoeten

0,50

0,00

1,000000

0,00

300

Totaal (030):

0,000

0,00


Regel nr.

Omschrijving

Begin- en einddatum

Afgezette hoeveelheden (ton)

Interventieprijs

Omrekeningskoers

Waarde afgezette hoeveelheden

Kolom

a

b

c

d

e

f

310

Andere debetelementen (positief)

320

Andere creditelementen (negatief — gebruik minteken)

330

Verbeurde zekerheden

390

Totaal (300 + 310 + 320 + 330):

0,00

400

Totaal afgezette hoeveelheden en te boeken bedragen voor de periode tot en met … (001 + 002 + 390):

0,000

0,00

410

Voor de periode tot het einde van de voorgaande maand (…) geboekte bedragen

0,00

420

(400 — 410) Voor … te boeken bedragen

0,00

Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

 

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 

Tabel 56

Maandelijkse berekening van de verliezen door de kosteloze levering van levensmiddelen

Euro — Ton

Bestemming:

Verordening:

Uit uw eigen voorraad:

Programma voor het jaar:


Regel nr.

Omschrijving

Datum

Afgezette hoeveelheden (ton)

Interventieprijs

Omrekeningskoers

Waarde afgezette hoeveelheden

Kolom

a

b

c

d

e

f = 2×d×e

2

correcties krachtens artikel 6, lid 3 — beschikking van:

030.001

 

 

0,00

1,000000

0,00

300

Totaal 30 tot en met 200

0,000

0,00


Regel nr.

Omschrijving

Begin- en einddatum

Afgezette hoeveelheden (ton)

Interventieprijs

Omrekeningskoers

Waarde afgezette hoeveelheden

Kolom

a

b

c

d

e

f

310

Andere debetelementen (positief)

320

Andere creditelementen (negatief — gebruik minteken)

330

Verbeurde zekerheden

390

Totaal (300 + 310 + 320 + 330):

0,00

400

Totaal afgezette hoeveelheden en te boeken bedragen voor de periode tot en met … (001 + 002 + 390)

0,000

0,00

410

Voor de periode tot het einde van de voorgaande maand (…) geboekte bedragen

0,00

420

(400 — 410) Voor … te boeken bedragen

0,00

Lidstaat

Begrotingsjaar

Met max tolerantie

X

Product

HANDELINGEN VAN

AAN

Zonder max tolerantie

 


Tabel 99

Berekening van de aan het begin van het boekjaar over te boeken waarde

Euro — Ton

Lijn nummer

Berekeningsmethode of referenties naar andere tabellen

Beschrijving

Hoeveelheden (t of hl)

Waarde

Kolom

a

b

c

d

010

T01/025c Voorgaande begrotingsjaar

Hoeveelheden in stock op het einde van het voorgaande begrotingsjaar (=> T01/001)

0,000

020

T01/031d Voorgaande begrotingsjaar

Gemiddelde boekwaarde (aangifte van 10 November — voorgaande jaar, in EUR

030

= 010c × 020d

Theoretische waarde van de naar het lopende jaar overgedragen hoeveelheden (in EUR)

0,00

040

Bijkomende waardevermindering, Bijlage VIII § 3 en 4 (in EUR)

0,00

050

Waarde van hoeveelheden overgedragen naar het lopend begrotingsjaar (in EUR)

0,00

055

Waarde van de hoeveelheden overgedragen naar het lopend begrotingsjaar (in EUR)

0,00

057

Gemiddelde boekwaarde van het vorig begrotingsjaar (in EUR) => T14/001f

060

Negatieve waarde van hoeveelheden overgedragen naar het lopend begrotingsjaar (in EUR)

0,00

065

Negatieve waarde van de hoeveelheden die werden overgedragen naar het lopend begrotingsjaar (in EUR) => T52/053

0,00


(1)  Sommige details betreffende de vorm en inhoud van de basistabellen die zich in deze bijlage bevinden, kunnen afwijken in de toepassing e-FAUDIT naargelang het produkt en de betrokken periode.

(2)  De hoeveelheden zijn uitgedrukt in ton en tot op drie decimalen

(3)  Code:

1 = Inslag met PM en uitslag met PM

2 = Inslag zonder PM en uitslag zonder PM

3 = Inslag met PM en uitslag zonder PM

4 = Inslag zonder PM en uitslag met PM

(PM = fysische verplaatsing)

BIJLAGE IV

BEREKENING VAN DE FINANCIERINGSKOSTEN OVEREENKOMSTIG

artikel 4, lid 1, onder a)

I.   Toe te passen rentevoeten

1.   Voor de berekening van de bedragen van de financieringskosten die door het ELGF moeten worden gedragen voor de in het kader van de aankoop van de interventieproducten door de lidstaten verschafte middelen, wordt door de Commissie een voor de Gemeenschap uniforme rentevoet vastgesteld aan het begin van elk boekjaar. Deze uniforme rentevoet komt overeen met het gemiddelde van de in de zes maanden vóór de mededeling van de lidstaten zoals bedoeld in punt 2 van dit deel I geconstateerde driemaands en twaalfmaands EURIBOR-rentevoeten waaraan een gewicht van respectievelijk eenderde en tweederde is toegekend.

2.   Met het oog op de bepaling van de voor een boekjaar toe te passen rentevoeten delen de lidstaten de Commissie op haar verzoek de gemiddelde rentevoet mee die zij werkelijk hebben betaald gedurende een referentieperiode die overeenkomt met de zes maanden die aan dat verzoek voorafgingen.

Indien de door een lidstaat meegedeelde rentevoet hoger is dan de op basis van de referentieperiode voor de Gemeenschap vastgestelde uniforme rentevoet, wordt de uniforme rentevoet toegepast. Indien de door een lidstaat meegedeelde rentevoet lager is dan de op basis van de referentieperiode voor de Gemeenschap vastgestelde uniforme rentevoet, wordt voor die lidstaat een rentevoet vastgesteld op het niveau van de meegedeelde rentevoet.

Blijft de mededeling van een lidstaat achterwege, dan is de toe te passen rentevoet gelijk aan de door de Commissie vastgestelde uniforme rentevoet. Indien de Commissie evenwel constateert dat het niveau van de rentevoeten voor die lidstaat lager is dan de uniforme rentevoet, stelt zij de rentevoet voor die lidstaat vast op dat lagere niveau. Deze constatering vindt plaats op basis van het gemiddelde van de in het aanhangsel van deze bijlage genoemde referentierentevoeten in de in de eerste alinea bedoelde referentieperiode, verhoogd met 1 procentpunt. Indien de referentierentevoeten niet voor de hele referentieperiode beschikbaar zijn, worden de wel voor die periode beschikbare rentevoeten gebruikt.

II.   Berekening van de financieringskosten

1.   De berekening van de financieringskosten wordt gesplitst volgens de perioden van geldigheid van de overeenkomstig deel I door de Commissie vastgestelde rentevoeten.

2.   De in artikel 4, lid 1, onder a), bedoelde financieringskosten worden berekend door de rentevoet voor de lidstaat toe te passen op de gemiddelde waarde per ton product waarvoor interventie heeft plaatsgevonden, en vervolgens het aldus verkregen bedrag te vermenigvuldigen met de gemiddelde voorraad van het boekjaar.

3.   Voor de toepassing van punt 2 gelden de volgende definities:

de gemiddelde waarde per ton product wordt berekend door de totale waarde van de op de eerste dag van het boekjaar in voorraad zijnde en de in de loop van het boekjaar aangekochte producten te delen door de totale hoeveelheid, uitgedrukt in tonnen, van de op de eerste dag van het boekjaar in voorraad zijnde en de in de loop van het boekjaar aangekochte producten;

de gemiddelde voorraad van het boekjaar wordt berekend door de som van de beginvoorraden en de eindvoorraden van alle maanden van het boekjaar te delen door een getal dat gelijk is aan tweemaal het aantal maanden van het boekjaar.

4.   In het geval van een product waarvoor overeenkomstig bijlage VIII, punt 1, een afschrijvingscoëfficiënt is vastgesteld, wordt de waarde van de tijdens het boekjaar aangekochte producten berekend door het uit de toepassing van die coëfficiënt voortvloeiende afschrijvingsbedrag af te trekken van de aankoopprijs.

5.   In het geval van een product waarvoor overeenkomstig bijlage VIII, punt 3, tweede alinea, een tweede afschrijving plaatsvindt, wordt bij de berekening van de gemiddelde voorraad gestopt vóór de datum van ingang van die voor de gemiddelde waarde in aanmerking te nemen afschrijving.

6.   In het geval dat in de voorschriften betreffende de gemeenschappelijke marktordening is bepaald dat het door het betaalorgaan aangekochte product pas mag worden betaald na een wachttijd na de datum van overname en het een wachttijd van ten minste één maand betreft, wordt de berekende gemiddelde voorraad in de rekeningen verlaagd met een hoeveelheid die wordt berekend met behulp van de volgende formule:

Formula

waarin

Q

=

in de loop van het boekjaar aangekochte hoeveelheden,

N

=

aantal maanden van de minimale wachttijd voor de betaling.

Voor deze berekening wordt ervan uitgegaan dat onmiddellijk na de in de voorschriften aangegeven minimale wachttijd wordt betaald. Een maand wordt geacht uit 30 dagen te bestaan. Elk gedeelte van een maand dat meer dan 15 dagen bedraagt, wordt als een hele maand gerekend; elk gedeelte van niet meer dan 15 dagen wordt voor deze berekening niet in aanmerking genomen.

In het geval dat na de in de eerste alinea bedoelde verlaging de berekening van de gemiddelde voorraad een negatief resultaat oplevert aan het einde van het boekjaar, wordt het negatieve saldo in mindering gebracht op de voor het volgende boekjaar berekende gemiddelde voorraad.

III.   Onder verantwoordelijkheid van de betaalorganen toe te passen bijzondere bepalingen

1.   In het geval dat, ten aanzien van de verkoop van het product door het betaalorgaan, in de voorschriften betreffende de gemeenschappelijke marktordening of in de voor die verkoop bekendgemaakte berichten van inschrijving is bepaald dat na betaling door de koper een wachttijd voor het afhalen van het product in acht moet worden genomen en het daarbij gaat om een wachttijd van meer dan 30 dagen, worden de overeenkomstig deel II berekende financieringskosten door de betaalorganen in de rekeningen verlaagd met een bedrag dat wordt berekend met behulp van de volgende formule:

Formula

waarin

V

=

door de koper betaald bedrag,

J

=

aantal dagen tussen de ontvangst van de betaling en het afhalen van het product, verminderd met 30 dagen,

i

=

voor het boekjaar geldende rentevoet.

2.   Indien bij de verkoop van landbouwproducten door de betaalorganen de werkelijke termijn die na het afhalen van die producten verstrijkt voordat wordt betaald, ingevolge specifieke communautaire verordeningen langer is dan 30 dagen, worden de overeenkomstig deel II berekende financieringskosten door de betaalorganen in de rekeningen verhoogd met een bedrag dat wordt berekend met behulp van de volgende formule:

Formula

waarin

M

=

door de koper te betalen bedrag,

D

=

aantal dagen tussen het afhalen van het product en de ontvangst van de betaling, verminderd met 30 dagen,

i

=

voor het boekjaar geldende rentevoet.

3.   De in de punten 1 en 2 bedoelde financieringskosten worden aan het einde van het boekjaar uit hoofde van dat boekjaar geboekt voor het betrokken aantal dagen tot die einddatum, en uit hoofde van het nieuwe boekjaar voor de resterende dagen.

AANHANGSEL

REFERENTIERENTEVOETEN zoals bedoeld in bijlage IV

1.

Tsjechië

Driemaands Prague interbank borrowing offered rate (PRIBOR)

2.

Denemarken

Driemaands Copenhagen interbank borrowing offered rate (CIBOR)

3.

Estland

Driemaands Talin interbank borrowing offered rate (TALIBOR)

4.

Cyprus

Driemaands Nicosia interbank borrowing offered rate (NIBOR)

5.

Letland

Driemaands Riga interbank borrowing offered rate (RIGIBOR)

6.

Litouwen

Driemaands Vilnius interbank borrowing offered rate (VILIBOR)

7.

Hongarije

Driemaands Budapest interbank borrowing offered rate (BUBOR)

8.

Malta

Driemaands Malta interbank borrowing offered rate (MIBOR)

9.

Polen

Driemaands Warszawa interbank borrowing offered rate (WIBOR)

10.

Slovenië

Driemaands Interbank borrowing offered rate (SITIBOR)

11.

Slowakije

Driemaands Bratislava interbank borrowing offered rate (BRIBOR)

12.

Zweden

Driemaands Stockholm interbank borrowing offered rate (STIBOR)

13.

Verenigd Koninkrijk

Driemaands London interbank borrowing offered rate (LIBOR)

14.

Overige lidstaten

Driemaands Euro interbank borrowing offered rate (EURIBOR)

BIJLAGE V

MATERIËLE VERRICHTINGEN DIE WORDEN GEDEKT DOOR DE FORFAITAIRE BEDRAGEN

zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b)

SECTOR GRANEN EN RIJST

I.   FORFAITAIR BEDRAG VOOR DE INSLAG

a)

Transport, bij aankomst, van het vervoermiddel naar de opslagcel (silo of kamer van het pakhuis) – eerste overslag;

b)

weging;

c)

bemonstering/analyses/bepaling van de kwaliteit.

II.   FORFAITAIR BEDRAG VOOR DE OPSLAG

a)

Huur van de ruimten tegen de contractprijs;

b)

verzekeringskosten [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

c)

maatregelen ter bestrijding van ongedierte [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

d)

jaarlijkse inventarisatie [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

e)

eventuele ventilatie [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag].

III.   FORFAITAIR BEDRAG VOOR DE UITSLAG

a)

Weging;

b)

bemonstering/analyses (indien gefinancierd in het kader van de interventie);

c)

fysieke uitslag en lading in het eerste vervoermiddel.

SECTOR SUIKER

I.   FORFAITAIR BEDRAG VOOR DE INSLAG

a)

Transport, bij aankomst, van het vervoermiddel naar de opslagcel (silo of kamer van het pakhuis) – eerste overslag;

b)

weging;

c)

bemonstering/analyses/bepaling van de kwaliteit;

d)

opzakken (in voorkomend geval).

II.   AANVULLEND FORFAITAIR BEDRAG VOOR HET VERVOER

a)

Vervoerskosten volgens de afstandsklasse.

III.   FORFAITAIR BEDRAG VOOR DE OPSLAG

a)

Huur van de ruimten tegen de contractprijs;

b)

verzekeringskosten [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

c)

maatregelen ter bestrijding van ongedierte [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

d)

jaarlijkse inventarisatie [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag].

IV.   FORFAITAIR BEDRAG VOOR DE UITSLAG

a)

Weging;

b)

bemonstering/analyses (indien gefinancierd in het kader van de interventie);

c)

fysieke uitslag en lading in het eerste vervoermiddel.

SECTOR RUNDVLEES

I.   OVERNAME, UITBENEN EN INSLAG (VLEES ZONDER BEEN)

a)

Kwaliteitscontrole van het vlees met been;

b)

weging van het vlees met been;

c)

goederenbehandeling;

d)

met de uitvoering van het contract voor het uitbenen gemoeide kosten, die omvatten:

eerste koeling,

transport van de opslagplaats (interventiecentrum) naar de uitsnijderij (tenzij de verkoper de goederen in de uitsnijderij aflevert),

uitsnijden, opmaken, wegen, verpakken en snel invriezen,

voorlopige opslag van de deelstukken; inladen, transport en heropslag in het vrieshuis van de opslagplaats (interventiecentrum),

kosten van verpakkingsmateriaal: polyethyleenzakken, kartons, stockinettes,

waarde van beenderen en stukken vet en andere afsnijdsels die in de uitsnijderij blijven (van de kosten af te trekken ontvangsten).

II.   OPSLAG

a)

Huur van de ruimten tegen de contractprijs;

b)

verzekeringskosten [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

c)

controle van de temperatuur [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

d)

jaarlijkse inventarisatie [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag].

III.   UITSLAG

a)

Weging;

b)

kwaliteitscontrole (indien gefinancierd in het kader van de interventie);

c)

transport van het vrieshuis naar het laadperron van het vrieshuis.

ZUIVELSECTOR: BOTER

I.   OVERNAME EN INSLAG

a)

Transport, bij aankomst, van het vervoermiddel naar de opslagcel;

b)

weging en identificatie van de verpakkingseenheden;

c)

bemonstering/kwaliteitscontrole;

d)

inslag in het vrieshuis en invriezen;

e)

tweede bemonstering/kwaliteitscontrole aan het einde van de proefperiode.

II.   OPSLAG

a)

Huur van de ruimten tegen de contractprijs;

b)

verzekeringskosten [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

c)

controle van de temperatuur [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

d)

jaarlijkse inventarisatie [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag].

III.   UITSLAG

a)

Weging, identificatie van de verpakkingseenheden;

b)

transport van het vrieshuis naar het laadperron van het vrieshuis als het vervoermiddel een container is, en datzelfde transport en inladen op dat perron als het vervoermiddel een vrachtwagen of een treinwagon is.

IV.   SPECIFIEKE ETIKETTERING OF MERKING

Indien een dergelijke etikettering verplicht is op grond van de voor de afzet van de producten vastgestelde EG-verordening.

ZUIVELSECTOR: MAGEREMELKPOEDER

I.   OVERNAME EN INSLAG

a)

Transport, bij aankomst, van het vervoermiddel naar de opslagkamer;

b)

weging;

c)

bemonstering/kwaliteitscontrole;

d)

controle van de merking en van de verpakking.

II.   OPSLAG

a)

Huur van de ruimten tegen de contractprijs;

b)

verzekeringskosten [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

c)

controle van de temperatuur [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

d)

jaarlijkse inventarisatie [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag].

III.   UITSLAG

a)

Weging;

b)

bemonstering/controle van de goederen (indien gefinancierd in het kader van de interventie);

c)

als het vervoermiddel een vrachtwagen of een treinwagon is, transport naar het laadperron van het pakhuis en inladen in het vervoermiddel exclusief het vastzetten van de lading – als het gaat om een ander vervoermiddel, in het bijzonder een container, uitsluitend transport naar het laadperron van het pakhuis.

IV.   SPECIFIEKE MERKING

Specifieke merking van de verpakkingszakken in het geval van verkoop bij inschrijving voor een specifiek gebruiksdoel.

SECTOR ALCOHOL (VERORDENING (EG) NR. 1493/1999)

I.   OVERNAME EN INSLAG

a)

Verificatie/controle van de hoeveelheid;

b)

bemonstering/kwaliteitscontrole;

c)

overbrenging in een tank (tenzij gekocht zonder verplaatsing van de alcohol).

II.   OPSLAG

a)

Contractprijs of huur voor de tanks;

b)

verzekeringskosten [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

c)

controle van de temperatuur [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag];

d)

jaarlijkse inventarisatie [tenzij reeds begrepen in het onder a) bedoelde bedrag].

III.   UITSLAG

a)

Controle van de hoeveelheid;

b)

bemonstering/analyse van de kwaliteit (indien gefinancierd in het kader van de interventie);

c)

inladen in een voertuig of overbrengen in een tank van de koper.

BIJLAGE VI

BEPALING VAN DE FORFAITAIRE BEDRAGEN VOOR DE GEMEENSCHAP

overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b)

I.   Toe te passen forfaitaire bedragen

1.   De uniforme forfaitaire bedragen voor de Gemeenschap worden per product vastgesteld op basis van de laagste werkelijke kosten die zijn geconstateerd in een referentieperiode die begint op 1 oktober van het jaar n en eindigt op 30 april van het daaropvolgende jaar.

2.   Onder „geconstateerde werkelijke kosten” wordt verstaan de werkelijke kosten van de in bijlage V genoemde materiële verrichtingen die in de referentieperiode hebben plaatsgevonden, gebaseerd hetzij op een individuele facturering van die verrichtingen, hetzij op een gesloten contract betreffende die verrichtingen. Als in de referentieperiode een voorraad van een bepaald product bestaat, maar er geen inslag of geen uitslag heeft plaatsgevonden, mogen ook de in de opslagcontracten voor dat product voorkomende referentiegegevens over kosten worden gebruikt.

3.   De lidstaten delen de in de referentieperiode gedragen werkelijke kosten van de in bijlage V genoemde verrichtingen uiterlijk op 10 mei aan de Commissie mee. De in punt 1 bedoelde forfaitaire bedragen worden vastgesteld in euro's op basis van het gewogen gemiddelde van de werkelijke kosten die in de referentieperiode zijn geconstateerd in ten minste vier lidstaten met de laagste werkelijke kosten voor een bepaalde materiële verrichting, mits die lidstaten goed zijn voor ten minste 33 % van de totale gemiddelde voorraad van het betrokken product in de referentieperiode. Is dit laatste niet het geval, dan worden de werkelijke kosten van andere lidstaten in de weging meegenomen totdat 33 % van de hoeveelheden is bereikt.

4.   Als voor een bepaald product in minder dan vier lidstaten openbare opslag plaatsvindt, worden de forfaitaire bedragen voor dat product vastgesteld op basis van de in de betrokken lidstaten geconstateerde werkelijke kosten.

5.   Als voor een opgeslagen product de door een lidstaat meegedeelde werkelijke kosten, welke kosten moeten worden gebruikt bij de in punt 3 bedoelde berekening, tweemaal zo hoog zijn als het rekenkundige gemiddelde van de door de andere lidstaten meegedeelde werkelijke kosten, worden zij verlaagd tot dat gemiddelde.

6.   De werkelijke kosten die in aanmerking worden genomen voor de in de punten 3 en 4 bedoelde berekening, worden gewogen aan de hand van de hoeveelheden die door de gekozen lidstaten waren opgeslagen.

7.   De werkelijke kosten die worden meegedeeld door de niet tot de eurozone behorende lidstaten, worden in euro’s omgerekend aan de hand van de gemiddelde koers van hun valuta in de in lid 1 bedoelde referentieperiode.

II.   Bijzondere bepalingen

1.   Bij de vaststelling van de forfaitaire bedragen kunnen daarin hogere uitgaven voor de uitslag uit de opslagplaats worden opgenomen indien de lidstaat voor de hele duur van het boekjaar en de totale voorraad van een product verklaart af te zien van toepassing van de betrokken tolerantiegrens zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, en de hoeveelheid garandeert.

Deze verklaring wordt aan de Commissie gezonden en moet haar bereiken vóór de ontvangst van de eerste maanddeclaratie van de uitgaven in het betrokken boekjaar of, wanneer het betrokken product zich aan het begin van het boekjaar niet in interventieopslag bevindt, uiterlijk in de maand na de eerste inslag van dat product in een interventiepakhuis.

De in de eerste alinea bedoelde verhoging wordt berekend door de interventieprijs voor het betrokken product te vermenigvuldigen met de tolerantiegrens voor dat product zoals bedoeld in artikel 8, lid 2.

2.   Voor alle opgeslagen producten behalve rundvlees worden de forfaitaire bedragen die zijn vastgesteld voor de uitgaven die zijn gemoeid met de inslag in en de uitslag uit de plaatsen van opslag, verlaagd indien er geen fysieke verplaatsing van de betrokken hoeveelheden is. Deze verlaging wordt door de Commissie verhoudingsgewijs berekend op basis van de verlaging van de forfaitaire bedragen die zijn vastgesteld bij de beschikking die de Commissie voor het voorgaande boekjaar heeft gegeven.

3.   De Commissie kan de eerder voor een product vastgestelde forfaitaire bedragen handhaven wanneer geen openbare opslag had plaatsgevonden of in het lopende boekjaar geen openbare opslag zal plaatsvinden.

BIJLAGE VII

VOOR DE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN BETREFFENDE BEPAALDE PRODUCTEN IN AANMERKING TE NEMEN SPECIFIEKE ELEMENTEN

I.   GRANEN

Droging

De extra kosten voor droging om het vochtgehalte te verlagen tot onder het voor de standaardkwaliteit bepaalde gehalte worden in aanmerking genomen als uitgaven voor een materiële verrichting zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder c), voorzover de noodzaak van deze verrichting is vastgesteld volgens de in artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde procedure.

De kwantitatieve verliezen als gevolg van de droging komen niet in aanmerking voor toepassing van de tolerantiegrens voor bewaarverliezen.

II.   ETHYLALCOHOL UIT WIJN

1.

Waarde van de aangekochte hoeveelheden

Voor de toepassing van artikel 9, lid 2, eerste alinea, ten aanzien van de aangekochte alcohol brengen de interventiebureaus een met de steun aan de distilleerder overeenkomend bedrag in mindering op de aankoopprijs voor de alcohol en boeken zij dat bedrag in de begrotingspost voor distillatie. De aankoopwaarde van de alcohol na aftrek van de steun wordt geboekt in het veld voor de waarde van de in de betrokken periode overgenomen aangekochte hoeveelheden (regel 004 van tabel 1). De af te trekken steun is die welke geldt voor de geleverde kwaliteit alcohol.

2.

Voor de toepassing van bijlage X en van bijlage XII, punt 2, onder a) en c), moet in plaats van de interventieprijs de aan de distilleerder te betalen prijs na aftrek van de in punt 1 bedoelde steun in aanmerking worden genomen.

III.   RUNDVLEES

Voor de toepassing van bijlage X en van bijlage XII, punt 2, onder a) en c), is de voor rundvlees zonder been in aanmerking te nemen basisprijs de interventieprijs, vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,47.

BIJLAGE VIII

AFSCHRIJVING OP DE PRODUCTEN IN VOORRAAD

overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d)

1.

Indien wordt verwacht dat de verkoopprijs van een in openbare interventie opgeslagen product lager zal zijn dan de aankoopprijs ervan, wordt bij de aankoop een afschrijvingspercentage, „coëfficiënt k” genoemd, toegepast. Het wordt voor elk product vastgesteld aan het begin van elk boekjaar.

2.

Het afschrijvingspercentage komt ten hoogste overeen met het verschil tussen de aankoopprijs van het betrokken product en de prijs waartegen het naar verwachting zal kunnen worden afgezet.

3.

De Commissie kan de afschrijving bij de aankoop beperken tot een gedeelte van het overeenkomstig lid 2 berekende percentage. Dit gedeelte kan niet kleiner zijn dan 70 % van de overeenkomstig punt 1 vastgestelde afschrijving.

In dat geval past de Commissie aan het einde van het boekjaar een tweede afschrijving toe volgens de in punt 5 aangegeven methode.

4.

Met het oog op de in punt 3, tweede alinea, bedoelde afschrijvingen stelt de Commissie vóór 20 oktober van elk jaar totaalbedragen voor afschrijving per product en per lidstaat vast.

Daartoe wordt per product en per lidstaat de verwachte verkoopprijs van de opgeslagen producten vergeleken met de geschatte over te boeken waarde. De verschillen tussen de geschatte over te boeken waarden en de resultaten van de vermenigvuldiging van de verwachte verkoopprijzen met de geschatte aan het einde van het boekjaar opgeslagen hoeveelheden leveren de totaalbedragen voor afschrijving per product en per betrokken lidstaat op.

5.

De schatting van de hoeveelheden in openbare opslag en de over te boeken waarden per product en per lidstaat in de zin van artikel 6, lid 1, wordt gebaseerd op een uiterlijk op 7 september van het jaar n+1 aan de Commissie toe te zenden mededeling van de lidstaten over de producten in voorraad op 30 september van dat jaar die de volgende gegevens bevat:

de in de periode van 1 oktober van een jaar n tot en met 31 augustus van het jaar n+1 aangekochte hoeveelheden;

de hoeveelheden die op 31 augustus van het jaar n+1 zijn opgeslagen;

de waarde in euro's van de producten die op 31 augustus van het jaar n+1 zijn opgeslagen;

de ramingen van de hoeveelheden die op 30 september van het jaar n+1 in voorraad zullen zijn;

de schattingen van de hoeveelheden die tussen 1 en 30 september van het jaar n+1 zullen worden aangekocht;

de waarde in euro’s van de aankopen tussen 1 en 30 september van het jaar n+1.

6.

De waarden in nationale valuta die de niet tot de eurozone behorende lidstaten meedelen met het oog op de berekening van de afschrijving aan het einde van het boekjaar, worden in euro’s omgerekend met gebruikmaking van de koersen die gelden op het tijdstip van de berekening van de totaalbedragen voor afschrijving aan het einde van het boekjaar.

7.

De Commissie deelt de totaalbedragen voor afschrijving per product aan elke betrokken lidstaat mee om het de lidstaten mogelijk te maken die bedragen op te nemen in hun laatste maanddeclaratie van uitgaven aan het ELGF van het betrokken boekjaar.

BIJLAGE IX

WAARDERING VAN DE VOORRADEN DISTILLATIEPRODUCTEN (ONDER DE GEMENGDE REGELING VALLENDE ALCOHOL)

De door het ELGF te financieren kosten in verband met de afzet van de producten die zijn verkregen door distillatie zoals bedoeld in de artikelen 35 en 36 van Verordening (EEG) nr. 822/87, zijn gelijk aan de aankoopwaarde van de betrokken alcohol, verlaagd met:

a)

de ontvangsten uit de verkoop van de alcohol;

b)

de tegenwaarde van de kwantitatieve verliezen boven de tolerantiegrens;

c)

de tegenwaarde van de hoeveelheden die ontbreken als gevolg van diefstal of andere identificeerbare verliezen;

d)

de tegenwaarde van de hoeveelheden die als gevolg van de opslagomstandigheden in kwaliteit zijn achteruitgegaan;

e)

de tegenwaarde van de door schadegevallen verloren gegane hoeveelheden;

f)

de in het kader van de communautaire regelgeving verbeurde zekerheden;

g)

eventuele andere ontvangsten.

BIJLAGE X

WAARDERING VAN DE ONTBREKENDE HOEVEELHEDEN

Behoudens de bijzondere bepalingen die zijn opgenomen in bijlage VII, wordt de waarde van de ontbrekende hoeveelheden berekend overeenkomstig de volgende voorschriften:

a)

De waarde van de hoeveelheden die ontbreken door overschrijding van de tolerantiegrenzen voor bewaar- of verwerkingsverliezen of als gevolg van diefstal of andere identificeerbare oorzaken, wordt berekend door die hoeveelheden te vermenigvuldigen met de op de eerste dag van het lopende boekjaar voor de standaardkwaliteit van het betrokken product geldende interventieprijs, verhoogd met 5 %.

In het geval van alcohol wordt de interventieprijs vervangen door de aan de distilleerder betaalde prijs na aftrek van een bedrag dat overeenkomt met de aan de distilleerder betaalde steun.

b)

Indien op de dag waarop de ontbrekende hoeveelheden worden geconstateerd, de gemiddelde marktprijs voor de standaardkwaliteit in de lidstaat waar het product is opgeslagen, hoger is dan 105 % van de basisinterventieprijs, betaalt de contractant het interventiebureau een vergoeding ten bedrage van de door de lidstaat geconstateerde marktprijs, verhoogd met 5 %.

De lidstaat bepaalt de gemiddelde marktprijs aan de hand van de gegevens die hij de Commissie regelmatig verstrekt.

De verschillen tussen de als gevolg van de toepassing van de marktprijs geïnde bedragen, en de met toepassing van de interventieprijs ten gunste van het ELGF geboekte bedragen, moeten aan het einde van het boekjaar aan het ELGF worden gecrediteerd als onderdeel van de andere creditelementen.

c)

Indien ontbrekende hoeveelheden worden geconstateerd na een overdracht of na het vervoer van producten van een interventiecentrum (opslagplaats) of een door het betaalorgaan aangewezen plaats van opslag naar een andere plaats, wordt de waarde van die ontbrekende hoeveelheden in het geval dat bij de sectorale communautaire regelingen geen specifieke waarde is vastgesteld, bepaald overeenkomstig punt a).

BIJLAGE XI

TOLERANTIEGRENZEN

1.

De tolerantiegrenzen ter dekking van de kwantitatieve verliezen die het gevolg zijn van de normale opslagverrichtingen die volgens de regels worden uitgevoerd, worden voor de onderscheiden producten waarvoor een maatregel inzake openbare opslag wordt toegepast, vastgesteld op:

granen

0,2 %

padie - maïs - sorgho

0,4 %

suiker

0,1 %

alcohol

0,6 %

mageremelkpoeder

0,0 %

boter

0,0 %

rundvlees

0,6 %.

2.

De bij het uitbenen van rundvlees toegestane verliezen worden vastgesteld op 32 %. Dit percentage wordt toegepast op het totaal van de in het boekjaar voor uitbening aangevoerde hoeveelheden.

3.

Voor de opslag van de producten die afkomstig zijn van de bij de artikelen 35 en 36 van Verordening (EEG) nr. 822/87 ingestelde distillatiemaatregelen, geldt de tolerantiegrens voor de kwantitatieve opslagverliezen die is vastgesteld voor de producten van de bij artikel 39 van die verordening ingestelde distillatiemaatregel.

4.

Bij de in punt 1 vastgestelde tolerantiegrenzen gaat het om het percentage van het werkelijke gewicht, zonder verpakking, van de in de loop van het betrokken boekjaar ingeslagen en overgenomen hoeveelheden, verhoogd met de hoeveelheden die aan het begin van dat boekjaar in voorraad waren.

Deze toleranties worden toegepast bij de fysieke controles van de voorraden. Voor elk product wordt de tolerantiegrens berekend ten opzichte van het totaal van de door het betaalorgaan opgeslagen hoeveelheden van dat product.

Het werkelijke gewicht bij de inslag en bij de uitslag wordt berekend door het geconstateerde gewicht te verminderen met het forfaitaire gewicht van de verpakking dat in de aankoopvoorwaarden is bepaald of, als er geen desbetreffende aankoopvoorwaarden zijn, het gemiddelde gewicht van de door het betaalorgaan gebruikte verpakkingen.

5.

Een verlies van een aantal verpakkingseenheden of van een aantal stuks die zijn geregistreerd, wordt niet gedekt door de tolerantiegrens.

6.

De hoeveelheden die ontbreken als gevolg van diefstal of van andere verliezen door identificeerbare oorzaken, komen niet in aanmerking voor toepassing van de in de punten 1 en 2 vastgestelde tolerantiegrenzen.

7.

De in de punten 1 en 2 vermelde grenzen worden vastgesteld door de Commissie.

BIJLAGE XII

WAARDERING VAN DE IN KWALITEIT ACHTERUITGEGANE OF VERNIETIGDE HOEVEELHEDEN

1.

Behoudens bijzondere bepalingen in de communautaire regelgeving wordt een product als in kwaliteit achteruitgegaan beschouwd als het niet langer voldoet aan de bij de aankoop geldende kwaliteitseisen.

2.

De waarde van de hoeveelheden in kwaliteit achteruitgegane of vernietigde producten wordt afhankelijk van de aard van de oorzaak berekend overeenkomstig de volgende voorschriften:

a)

bij schadegevallen wordt, onverminderd de in bijlage VII opgenomen bijzondere bepalingen, de waarde van de producten berekend door de betrokken hoeveelheden te vermenigvuldigen met de op de eerste dag van het lopende boekjaar voor de standaardkwaliteit geldende basisinterventieprijs, verlaagd met 5 %;

b)

bij natuurrampen wordt de waarde van de aangetaste hoeveelheden bepaald bij een specifieke beschikking van de Commissie die wordt gegeven volgens de procedure zoals bedoeld in artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of, naar gelang van het geval, in het overeenkomstige artikel van de andere verordeningen houdende een gemeenscha ppelijke ordening der landbouwmarkten;

c)

bij slechte bewaaromstandigheden, met name door ongeschiktheid van de opslagmethoden, wordt de waarde van het product geboekt overeenkomstig bijlage X, onder a) en b);

d)

bij een te lange opslagperiode wordt de boekwaarde van het product bij de verkoop ervan op basis van de verkoopprijs bepaald volgens de procedure zoals bedoeld in artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 of, naar gelang van het geval, in het overeenkomstige artikel van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten.

Het besluit tot verkoop wordt onverwijld genomen overeenkomstig de voor het betrokken product geldende sectorale landbouwregeling. De ontvangsten uit de verkoop worden in de rekeningen opgenomen uit hoofde van de maand van uitslag van het product.

BIJLAGE XIII

BOEKHOUDREGELS VOOR INGESLAGEN PRODUCTEN WAARVAN DE OVERNAME WORDT GEWEIGERD

1.

Behoudens bijzondere bepalingen in de communautaire regelgeving worden de voor een geweigerde hoeveelheid reeds geboekte inslag-, uitslag-, opslag- en financieringskosten elk afzonderlijk afgetrokken en in de rekeningen opgenomen overeenkomstig de volgende voorschriften:

a)

de af te trekken inslag- en uitslaguitgaven worden berekend door de geweigerde hoeveelheden te vermenigvuldigen met de respectieve forfaitaire bedragen die gelden in de maand van uitslag;

b)

de af te trekken opslaguitgaven worden berekend door de geweigerde hoeveelheden te vermenigvuldigen met het aantal tussen de inslag en de uitslag verstreken maanden en met het forfaitaire bedrag dat geldt in de maand van uitslag;

c)

de af te trekken financieringskosten worden berekend door de geweigerde hoeveelheden te vermenigvuldigen met het aantal tussen de inslag en de uitslag verstreken maanden minus het aantal maanden van de bij de inslag geldende wachttijd voor de betaling, met de in de maand van uitslag voor de financieringskosten geldende rentevoet, gedeeld door twaalf, en met de aan het begin van het boekjaar geldende gemiddelde boekwaarde voor overboeking of, als er geen gemiddelde boekwaarde voor overboeking bestaat, met de gemiddelde boekwaarde van de eerste declaratiemaand.

2.

De in punt 1 bedoelde kosten worden geboekt uit hoofde van de materiële verrichtingen van de maand van uitslag.

BIJLAGE XIV

MODEL VOOR DE MAANDELIJKSE DECLARATIE VAN DE OPSLAGHOUDER AAN HET BETAALORGAAN

(Indicatief model)

MAANDSTAAT VOLGENS DE BOEKEN

Producten:

Opslaghouder:

Maand:

Opslagplaats:

Nummer:

Adres:

Partij

Omschrijving

Hoeveelheden (kg, ton, hl, kisten, stuks, enz.)

Datum

Opmerkingen

Inslag

Uitslag

 

Overgeboekte hoeveelheid

 

 

 

 

 

Over te boeken hoeveelheid

 

 

 

 

(stempel en handtekening)

Plaats en datum:

Naam:

BIJLAGE XV

MODEL VOOR DE JAARLIJKSE DECLARATIE VAN DE OPSLAGHOUDER AAN HET BETAALORGAAN

(Indicatief model)

JAARSTAAT VAN DE VOORRADEN

Producten:

Opslaghouder:

Jaar:

Opslagplaats:

Nummer:

Adres:

Partij

Omschrijving

Geboekte hoeveelheid en/of geboekt gewicht

Opmerkingen

 

 

 

 

(stempel en handtekening)

Plaats en datum:

Naam:

BIJLAGE XVI

CONCORDANTIETABEL

 

De onderhavige verordening

Artikel 1


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Verordening (EEG) nr. 411/88

De onderhavige verordening

Artikel 1

Bijlage IV, deel II, punten 2 en 3

Artikel 2, lid 1

Bijlage IV, deel II, punt 4

Artikel 2, lid 1

Bijlage IV, deel II, punt 5

Artikel 2, lid 2

Bijlage IV, deel II, punt 6

Artikel 2, lid 3

Bijlage IV, deel III, punt 1

Artikel 2, lid 4

Bijlage IV, deel III, punt 2

Artikel 3

Bijlage IV, deel I, punt 1

Artikel 4

Bijlage IV, deel I, punt 2

Artikel 5

Artikel 6

Bijlage

Aanhangsel van bijlage IV


Verordening (EEG) nr. 1643/89

De onderhavige verordening

Artikel 1

Bijlage VI, deel I, punt 1

Artikel 1 bis

Artikel 4, lid 2

Artikel 2

Bijlage VI, deel I, punten 2 tot en met 6

Artikel 3

Artikel 2, lid 3, onder c)

Bijlage

Bijlage V


Verordening (EEG) nr. 2734/89

De onderhavige verordening

Artikel 1

Bijlage IX

Artikel 2

Artikel 9, lid 1

Artikel 3

Bijlage XI, punt 3

Artikel 4


Verordening (EEG) nr. 3492/90

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 5

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 4

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 8

Artikel 3

Artikel 8, lid 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 8, lid 2

Artikel 4, lid 2

Bijlage XI, punt 2

Artikel 4, lid 3

Bijlage XI, punt 6

Artikel 4, lid 4

Bijlage XI, punt 7

Artikel 5, lid 1

Artikel 7, lid 2, onder b)

Artikel 5, lid 2

Artikel 5, lid 3

Artikel 6, lid 2, onder d)

Artikel 5, lid 4

Bijlage XII, punt 1

Artikel 5, lid 5

Artikel 2, lid 5

Artikel 6

Artikel 5, lid 2, onder f)

Artikel 7

Artikel 9, lid 1, onder a)

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Bijlage, onder A

Artikel 4

Bijlage, onder B, eerste streepje

Artikel 9, lid 1

Bijlage, onder B, tweede streepje

Artikel 5, lid 2, onder f)


Verordening (EEG) nr. 3597/90

De onderhavige verordening

Artikel 1, leden 1 tot en met 3

Artikel 7, lid 1

Artikel 1, lid 4

Bijlage IV, deel III, punt 3

Artikel 1, lid 4, tweede alinea

Bijlage IV, deel II, punt 1

Artikel 2, leden 1 en 2

Bijlage X

Artikel 2, lid 3

Bijlage XII

Artikel 2, lid 4

Artikel 2, lid 5

Artikel 2, lid 5, eerste streepje

Artikel 9, lid 2, tweede alinea

Artikel 2, lid 5, tweede en derde streepje

Artikel 4, lid 2

Artikel 3, lid 1

Artikel 6, lid 2, onder a)

Artikel 3, lid 2

Artikel 6, lid 2, onder b)

Artikel 3, lid 3

Artikel 6, lid 2, onder c)

Artikel 4

Bijlage VI, deel II, punt 1

Artikel 5

Artikel 9, lid 3

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2, onder f)

Artikel 6, lid 2

Artikel 7, lid 2, onder c)

Artikel 7, lid 1

Artikel 9, lid 5

Artikel 7, leden 2 en 3

Bijlage XIII

Artikel 7, lid 4

Artikel 4, lid 2

Artikel 8

Artikel 9, lid 7

Artikel 9

Artikel 9, lid 1

Artikel 10

Artikel 6, lid 2, onder e)

Artikel 11

Artikel 2, lid 3, onder a)

Artikel 12

Bijlage

Bijlage VII


Verordening (EEG) nr. 147/91

De onderhavige verordening

Artikel 1

Bijlage XI, punten 4 en 5

Artikel 2

Bijlage XI, punten 1 en 2

Artikel 3

Artikel 7, lid 2, onder d)

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6


Verordening (EEG) nr. 2148/96

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 2, lid 2 en lid 3, onder a) en b)

Artikel 2

Bijlage II, deel III, punt 1

Artikel 3

Bijlage II, deel II, punt 2

Artikel 4

Bijlage I, onder A, deel I

Artikel 5

Bijlage I, onder A, deel II

Artikel 6

Bijlage II, deel II

Artikel 7, lid 1

Artikel 2, lid 3, onder d)

Artikel 7, lid 2

Artikel 2, lid 7

Artikel 8

Bijlage II, deel IV

Artikel 9

Artikel 2, lid 8

Artikel 10

Artikel 11

Bijlage I

Bijlage XIV

Bijlage II

Bijlage XV

Bijlage III

Bijlage I, onder B


23.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/90


VERORDENING (EG) Nr. 885/2006 VAN DE COMMISSIE

van 21 juni 2006

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het ELFPO

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op artikel 42,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1290/2005 moeten nieuwe uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Daarom moet Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie (2) worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.

(2)

De lidstaten mogen betaalorganen slechts erkennen indien deze voldoen aan bepaalde op communautair niveau vastgestelde minimumcriteria. Deze criteria dienen betrekking te hebben op vier fundamentele gebieden: de interne opzet, de controleactiviteiten, informatie en communicatie en monitoring. De lidstaten moeten aanvullende erkenningscriteria kunnen vaststellen om rekening te houden met de specifieke kenmerken van een betaalorgaan.

(3)

De lidstaten dienen ertoe te worden verplicht voortdurend toezicht te houden op hun betaalorganen en een systeem op te zetten voor de uitwisseling van informatie over mogelijke gevallen van niet-naleving. Voor de behandeling van dergelijke gevallen dient een procedure te worden ingesteld die onder meer de verplichting inhoudt een plan op te stellen om de geconstateerde tekortkomingen binnen een te bepalen termijn te verhelpen. Voor de uitgaven van betaalorganen waarvan de erkenning door hun lidstaat wordt gehandhaafd hoewel zij een dergelijk verbeterplan niet binnen de gestelde termijn hebben uitgevoerd, moet de bij artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 vastgestelde procedure voor de conformiteitsgoedkeuring worden toegepast.

(4)

Uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld met betrekking tot inhoud en vorm van de in artikel 8, lid 1, onder c), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde borgingsverklaring.

(5)

Het is nodig de rol van de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde coördinerende instantie te verduidelijken en de criteria voor de erkenning ervan vast te stellen.

(6)

Om ervoor te zorgen dat de accountantsverklaringen en de rapporten die moeten worden opgesteld door de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde certificerende instanties, de Commissie helpen bij de procedure voor de goedkeuring van de rekeningen, dient te worden aangegeven wat de inhoud ervan moet zijn.

(7)

Om het de Commissie mogelijk te maken de rekeningen overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 goed te keuren is het nodig de inhoud van de jaarrekeningen van de betaalorganen nader aan te geven en een uiterste datum vast te stellen voor de indiening van die rekeningen en andere relevante stukken bij de Commissie. Voorts dient te worden verduidelijkt gedurende welke periode de betaalorganen de bewijsstukken met betrekking tot alle uitgaven en bestemmingsontvangsten ter beschikking van de Commissie moeten houden.

(8)

Bovendien dient te worden bepaald dat de Commissie vorm en inhoud vaststelt van de boekhoudgegevens die de betaalorganen haar moeten verstrekken. In dit verband is het dienstig om in de onderhavige verordening ook de regels betreffende het gebruik van die boekhoudgegevens op te nemen die momenteel zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2390/1999 van de Commissie van 25 oktober 1999 tot vaststelling van vorm en inhoud van de boekhoudkundige informatie die aan de Commissie moet worden verstrekt met het oog op de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie, alsmede ten behoeve van monitoring en het opstellen van prognoses (3). Verordening (EG) nr. 2390/1999 moet daarom worden ingetrokken.

(9)

Uitvoeringsbepalingen dienen te worden vastgesteld enerzijds voor de procedure voor de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen zoals bedoeld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1290/2005, en anderzijds voor de procedure voor de conformiteitsgoedkeuring van uitgaven zoals bedoeld in artikel 31 van die verordening, waarbij ook moet worden voorzien in een mechanisme om de daaruit resulterende bedragen al naar het geval af te trekken van of op te tellen bij een van de volgende betalingen aan de lidstaten.

(10)

Ten behoeve van de procedure voor de conformiteitsgoedkeuring is een Bemiddelingsorgaan opgericht en zijn regels voor de samenstelling en het functioneren daarvan vastgesteld bij Beschikking 94/442/EG van de Commissie van 1 juli 1994 inzake de instelling van een bemiddelingsprocedure in het kader van de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie (4). Eenvoudigheidshalve dienen die regels in de onderhavige verordening te worden opgenomen en waar nodig te worden aangepast. Daarom moet Beschikking 94/442/EG worden ingetrokken.

(11)

Als een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1663/95 erkend betaalorgaan na 16 oktober 2006 verantwoordelijkheden krijgt die het eerder niet had, is voor die nieuwe verantwoordelijkheden een nieuwe erkenning nodig volgens de bij de onderhavige verordening vastgestelde criteria. Als overgangsmaatregel moet het mogelijk worden gemaakt de erkenning aan te passen vóór 16 oktober 2007.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de Landbouwfondsen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

BETAALORGANEN EN ANDERE INSTANTIES

Artikel 1

Erkenning van de betaalorganen

1.   Om te worden erkend moet een betaalorgaan zoals gedefinieerd in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 beschikken over een administratieve organisatie en een systeem voor interne controle die voldoen aan de in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgestelde criteria (hierna „erkenningscriteria” genoemd) met betrekking tot:

a)

de interne opzet,

b)

de controleactiviteiten,

c)

informatie en communicatie,

d)

monitoring.

De lidstaten kunnen verdere erkenningscriteria vaststellen om rekening te houden met de omvang, de verantwoordelijkheden en andere specifieke kenmerken van het betaalorgaan.

2.   Voor elk betaalorgaan wijst de lidstaat een autoriteit op ministerieel niveau aan die bevoegd is voor de verlening en de intrekking van de erkenning van het betaalorgaan en voor de uitvoering van de bij deze verordening aan haar opgedragen taken (hierna „de bevoegde autoriteit” genoemd). De lidstaat stelt de Commissie hiervan in kennis.

3.   De bevoegde autoriteit beslist door een formeel besluit over de erkenning van het betaalorgaan op basis van een onderzoek aan de hand van de erkenningscriteria.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door een instantie die onafhankelijk is van het te erkennen betaalorgaan en heeft met name betrekking op de regelingen voor de opdrachtgeving tot en de uitvoering van betalingen, de bescherming van de Gemeenschapsbegroting, de beveiliging van de informatiesystemen, het bijhouden van de boeken, de scheiding van de functies en de geschiktheid van de interne en de externe controles ten aanzien van de transacties die worden gefinancierd door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

4.   Indien het betaalorgaan naar het oordeel van de bevoegde autoriteit niet aan de erkenningscriteria voldoet, doet de bevoegde autoriteit het betaalorgaan instructies toekomen waarin is gespecificeerd aan welke voorwaarden het betaalorgaan moet voldoen voordat de erkenning kan worden verleend.

In afwachting van de uitvoering van de verlangde veranderingen kan de erkenning voorlopig worden verleend voor een periode die wordt vastgesteld met inachtneming van de ernst van de geconstateerde problemen en niet langer is dan 12 maanden. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaat een verlenging van die periode toestaan.

5.   De in artikel 8, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde gegevens en stukken worden verstrekt onmiddellijk nadat het betaalorgaan voor het eerst is erkend en in elk geval voordat door het betaalorgaan verrichte uitgaven in rekening worden gebracht aan het ELGF of het ELFPO. Zij gaan vergezeld van verklaringen en stukken over:

a)

de aan het betaalorgaan opgedragen verantwoordelijkheden;

b)

de verdeling van de verantwoordelijkheden over de afdelingen van het betaalorgaan;

c)

de betrekkingen tussen het betaalorgaan en andere, openbare of particuliere instanties die zijn belast met de uitvoering van maatregelen in het kader waarvan het betaalorgaan uitgaven in rekening brengt aan het ELGF of het ELFPO;

d)

de procedures voor de ontvangst, de verificatie en de betaalbaarstelling van de aanvragen van de begunstigden en de procedures voor de opdrachtgeving tot betaling, de betaling en de boeking van de uitgaven;

e)

de bepalingen inzake de beveiliging van de informatiesystemen.

6.   De Commissie stelt het Comité voor de Landbouwfondsen in kennis van de in elke lidstaat erkende betaalorganen.

Artikel 2

Herbeoordeling van de erkenning

1.   De bevoegde autoriteit oefent voortdurend toezicht uit op de betaalorganen waarvoor zij verantwoordelijk is, met name op basis van de overeenkomstig artikel 5, leden 3 en 4, door de certificerende instantie opgestelde accountantsverklaringen en rapporten, en ten aanzien van de eventueel geconstateerde tekortkomingen onderneemt zij een vervolgactie. Om de drie jaar stelt de bevoegde autoriteit de Commissie schriftelijk in kennis van de resultaten van haar toezicht en geeft zij aan of de betaalorganen nog steeds aan de erkenningscriteria voldoen.

2.   De lidstaten zetten een systeem op dat ervoor zorgt dat welke informatie ook die aanleiding geeft tot het vermoeden dat een betaalorgaan niet aan de erkenningscriteria voldoet, onverwijld aan de bevoegde autoriteit wordt doorgegeven.

3.   Wanneer bij een erkend betaalorgaan niet langer aan een of meer van de erkenningscriteria wordt voldaan of ten aanzien van een of meer van de erkenningscriteria sprake is van zulke ernstige tekortkomingen dat het vermogen van het betaalorgaan de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 omschreven taken te vervullen is aangetast, maakt de bevoegde autoriteit de erkenning van het betaalorgaan voorwaardelijk en stelt zij een plan op om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen binnen een periode die wordt vastgesteld naar gelang van de ernst van het probleem en niet langer is dan 12 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de erkenning voorwaardelijk wordt gemaakt. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaat een verlenging van die periode toestaan.

4.   De bevoegde autoriteit stelt de Commissie in kennis van elk overeenkomstig lid 3 opgesteld plan en van de uitvoering van dat plan.

5.   Indien de erkenning wordt ingetrokken, erkent de bevoegde autoriteit onverwijld overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 en artikel 1 van de onderhavige verordening een ander betaalorgaan om ervoor te zorgen dat de betalingen aan de begunstigden niet worden onderbroken.

6.   Indien de Commissie oordeelt dat de bevoegde autoriteit haar verplichting overeenkomstig lid 3 een verbeterplan op te stellen niet is nagekomen of dat het betaalorgaan verder wordt erkend zonder een dergelijk plan binnen de vastgestelde periode volledig te hebben uitgevoerd, pakt zij de resterende tekortkomingen aan in het kader van de conformiteitsgoedkeuring waarin artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 voorziet.

Artikel 3

Borgingsverklaring

1.   De in artikel 8, lid 1, onder c), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde borgingsverklaring wordt tijdig opgesteld om het de certificerende instantie mogelijk te maken het in artikel 5, lid 4, tweede alinea, onder b), van de onderhavige verordening bedoelde oordeel te geven.

De borgingsverklaring luidt zoals aangegeven in bijlage II en kan punten van voorbehoud bevatten waarin de mogelijke financiële gevolgen zijn gekwantificeerd. In dat geval bevat de borgingsverklaring een verbeteractieplan en een nauwkeurig tijdschema voor de uitvoering daarvan.

2.   De borgingsverklaring is gebaseerd op een doeltreffend toezicht dat gedurende het hele jaar op het bestaande beheers- en controlesysteem is uitgeoefend.

Artikel 4

Coördinerende instantie

1.   De in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde coördinerende instantie fungeert voor alle ELGF- en ELFPO-aangelegenheden als enige gesprekspartner van de Commissie in de betrokken lidstaat ten aanzien van:

a)

de verspreiding van de communautaire teksten en richtsnoeren terzake onder de betaalorganen en onder de instanties die zijn belast met de uitvoering van die teksten en richtsnoeren, en de bevordering van een geharmoniseerde toepassing ervan;

b)

de verstrekking aan de Commissie van de in de artikelen 6 en 8 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde informatie;

c)

het voor de Commissie beschikbaar zijn van een volledige registratie van alle voor statistische en controledoeleinden benodigde boekhoudgegevens.

2.   Een betaalorgaan mag als coördinerende instantie fungeren mits de twee functies gescheiden worden gehouden.

3.   De coördinerende instantie mag bij de uitvoering van haar taken volgens de nationale procedures een beroep doen op andere administratieve instanties of diensten, in het bijzonder die welke over boekhoudkundige of technische deskundigheid beschikken.

4.   De betrokken lidstaat beslist door een formeel besluit op ministerieel niveau over de erkenning van de coördinerende instantie nadat hij zich ervan heeft vergewist dat de administratieve regelingen van de coördinerende instantie voldoende waarborgen bieden dat deze instantie de in artikel 6, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde taken kan vervullen.

Om te worden erkend moet de coördinerende instantie procedures hebben ingesteld die garanderen dat:

a)

alle declaraties aan de Commissie zijn gebaseerd op informatie uit naar behoren gemachtigde bronnen;

b)

naar behoren toestemming voor de declaraties aan de Commissie is gegeven voordat deze worden verzonden;

c)

een deugdelijk controlespoor bestaat ter staving van de aan de Commissie toegezonden informatie;

d)

een registratie van de ontvangen en de verzonden informatie op veilige wijze wordt opgeslagen, hetzij op papier, hetzij in gecomputeriseerde vorm.

5.   De vertrouwelijkheid, de integriteit en de beschikbaarheid van alle door de coördinerende instantie bewaarde computergegevens worden gegarandeerd door maatregelen die zijn aangepast aan de administratieve structuur, de personeelsbezetting en de technologische omgeving van de coördinerende instantie. De financiële en de technologische inspanningen staan in verhouding tot de feitelijke risico's die aanwezig zijn.

6.   De in artikel 6, lid 3, eerste alinea, en artikel 8, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde gegevens en stukken worden verstrekt onmiddellijk nadat de coördinerende instantie voor het eerst is erkend en in elk geval voordat uitgaven waarvoor de coördinerende instantie verantwoordelijk is, in rekening worden gebracht aan het ELGF of het ELFPO. Zij gaan vergezeld van het besluit tot erkenning van de coördinerende instantie en van informatie over de omstandigheden op het gebied van administratie, boekhouding en interne controle waaronder de coördinerende instantie functioneert.

Artikel 5

Certificering

1.   De in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde certificerende instantie wordt aangewezen door de bevoegde autoriteit. Zij is operationeel onafhankelijk van het betaalorgaan en de coördinerende instantie in kwestie en beschikt over de nodige technische deskundigheid.

2.   De certificerende instantie verricht haar onderzoek van het betrokken betaalorgaan overeenkomstig de internationaal aanvaarde normen voor accountantsonderzoek en met inachtneming van de eventueel door de Commissie vastgestelde richtsnoeren voor de toepassing van die normen.

De certificerende instantie verricht haar controles tijdens en na afloop van elk begrotingsjaar.

3.   De certificerende instantie stelt een accountantsverklaring op waarin zij vermeldt of zij een redelijke zekerheid heeft verkregen dat de bij de Commissie in te dienen rekeningen waarheidsgetrouw, volledig en nauwkeurig zijn en dat de procedures voor de interne controle naar tevredenheid hebben gefunctioneerd.

De accountantsverklaring is gebaseerd op een onderzoek van de procedures en van een steekproef uit de transacties. Dit onderzoek betreft de administratieve structuur van het betaalorgaan slechts ten aanzien van de vraag of die structuur ervoor kan zorgen dat de overeenstemming met de communautaire voorschriften wordt gecontroleerd voordat betalingen worden verricht.

4.   De certificerende instantie stelt een rapport over haar bevindingen op. Het rapport betreft mede de gedelegeerde of door de nationale douaneautoriteiten uitgeoefende functies. In het rapport wordt vermeld:

a)

of het betaalorgaan aan de erkenningscriteria voldoet;

b)

of de procedures van het betaalorgaan van dien aard zijn dat zij redelijke garanties bieden dat de aan het ELGF en het ELFPO in rekening gebrachte uitgaven zijn gedaan in overeenstemming met de communautaire voorschriften, en, in voorkomend geval, welke aanbevelingen voor verbeteringen zijn gedaan en opgevolgd;

c)

of de in artikel 6, lid 1, bedoelde jaarrekeningen in overeenstemming zijn met de boeken en registraties van het betaalorgaan;

d)

of de staten van de uitgaven en van de interventieverrichtingen een materieel waarheidsgetrouw, volledig en nauwkeurig beeld geven van de aan het ELGF en het ELFPO in rekening gebrachte verrichtingen;

e)

of de financiële belangen van de Gemeenschap naar behoren worden beschermd wat de betaalde voorschotten, de verkregen waarborgen, de interventievoorraden en de te innen bedragen betreft.

Het rapport gaat vergezeld van:

a)

informatie over het aantal personeelsleden die het accountantsonderzoek hebben uitgevoerd, en hun vakbekwaamheid, over de verrichte werkzaamheden, over het aantal onderzochte transacties, over het materialiteitsniveau en het betrouwbaarheidsniveau die zijn bereikt, over de eventueel geconstateerde tekortkomingen en de ter verbetering gedane aanbevelingen en over de activiteiten niet alleen van de certificerende instantie, maar ook van andere instanties voor accountantsonderzoek, binnen en buiten het betaalorgaan, waarop de zekerheid die de certificerende instantie ten aanzien van de gerapporteerde aangelegenheden heeft verkregen, geheel of ten dele is gebaseerd;

b)

een oordeel over de in artikel 8, lid 1, onder c), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde borgingsverklaring.

HOOFDSTUK 2

GOEDKEURING VAN DE REKENINGEN

Artikel 6

Inhoud van de jaarrekeningen

De in artikel 8, lid 1, onder c), punt iii), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde jaarrekeningen omvatten:

a)

de in artikel 34 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde bestemmingsontvangsten;

b)

de uitgaven ten laste van het ELGF, samengevat per post en subpost van de Gemeenschapsbegroting;

c)

de uitgaven ten laste van het ELFPO, per programma en maatregel;

d)

gegevens over de uitgaven en de bestemmingsontvangsten of de bevestiging dat de bijzonderheden over elke transactie worden bewaard in een computerbestand dat ter beschikking van de Commissie is;

e)

een tabel van de verschillen per post en subpost of, in het geval van het ELFPO, per programma en maatregel tussen de in de jaarrekeningen gedeclareerde uitgaven en bestemmingsontvangsten en die welke voor dezelfde periode zijn gedeclareerd in de stukken zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 883/2006 van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot het bijhouden van de rekeningen van de betaalorganen, de declaraties van uitgaven en ontvangsten en de voorwaarden voor de vergoeding van uitgaven in het kader van het ELGF en het ELFPO (5) wat het ELGF betreft en in artikel 16, lid 2, van die verordening wat het ELFPO betreft, vergezeld van een verklaring voor elk verschil;

f)

de tabel van de aan het einde van het begrotingsjaar nog te innen bedragen volgens het model in bijlage III;

g)

een samenvatting van de interventieverrichtingen en een overzicht van de omvang en de plaats van opslag van de voorraden aan het einde van het begrotingsjaar;

h)

een bevestiging dat de bijzonderheden over elke mutatie bij de interventieopslag worden bewaard in de bestanden van het betaalorgaan.

Artikel 7

Indiening van gegevens

1.   Met het oog op de goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 doet elke lidstaat aan de Commissie toekomen:

a)

de in de jaarrekeningen opgenomen elementen zoals bedoeld in artikel 6 van de onderhavige verordening;

b)

de door de certificerende instantie of instanties opgestelde accountantsverklaringen en rapporten zoals bedoeld in artikel 5, leden 3 en 4, van de onderhavige verordening;

c)

volledige registraties van alle voor statistische en controledoeleinden benodigde boekhoudgegevens;

d)

de in artikel 3 van de onderhavige verordening bedoelde borgingsverklaring of borgingsverklaringen.

2.   De in lid 1 bedoelde stukken en boekhoudgegevens worden aan de Commissie toegezonden uiterlijk op 1 februari van het jaar na afloop van het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. De in lid 1, onder a), b) en d), bedoelde stukken worden toegezonden in één exemplaar samen met een elektronische versie in de vorm en onder de voorwaarden zoals door de Commissie vastgesteld overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 883/2006.

3.   Op verzoek van de Commissie of op initiatief van de lidstaat kunnen verdere gegevens met betrekking tot de goedkeuring van de rekeningen aan de Commissie worden toegezonden binnen een termijn die door de Commissie wordt bepaald met inachtneming van de voor het verstrekken van die gegevens benodigde hoeveelheid werk. Bij ontstentenis van die gegevens kan de Commissie de rekeningen goedkeuren op basis van de gegevens die in haar bezit zijn.

4.   In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie een verzoek gegevens later te mogen indienen inwilligen indien dat verzoek aan haar wordt gericht voordat de betrokken indieningstermijn is verstreken.

5.   Indien een lidstaat meer dan één betaalorgaan heeft erkend, doet hij de Commissie tevens uiterlijk op 15 februari van het jaar na afloop van het begrotingsjaar waarom het gaat, een door de coördinerende instantie opgestelde samenvatting toekomen die een overzicht geeft van de in artikel 3 bedoelde borgingsverklaringen en de in artikel 5, lid 3, bedoelde accountantsverklaringen.

Artikel 8

Vorm en inhoud van de boekhoudgegevens

1.   Vorm en inhoud van de in artikel 7, lid 1, onder c), bedoelde boekhoudgegevens en de wijze waarop deze aan de Commissie moeten worden toegezonden, worden vastgesteld volgens de in artikel 41, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde procedure.

2.   De boekhoudgegevens mogen door de Commissie uitsluitend worden gebruikt voor:

a)

de vervulling van haar taken op het gebied van de goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005;

b)

de monitoring van ontwikkelingen en het opstellen van prognoses in de landbouwsector.

De Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) wordt toegang tot deze gegevens verleend voor de uitoefening van hun functies.

3.   Persoonsgegevens die deel uitmaken van de verzamelde boekhoudgegevens, mogen uitsluitend voor de in lid 2 genoemde doeleinden worden verwerkt. Met name geldt dat, indien de Commissie boekhoudgegevens voor het in lid 2, onder b), bedoelde doel gebruikt, zij de daarin opgenomen persoonsgegevens moet anonimiseren en uitsluitend in geaggregeerde vorm mag verwerken.

4.   De betrokken personen dienen eventuele vragen over de verwerking van hun persoonsgegevens aan de Commissie toe te zenden zoals aangegeven in bijlage IV.

5.   De Commissie zorgt ervoor dat de boekhoudgegevens vertrouwelijk blijven en veilig worden bewaard.

Artikel 9

Bewaring van de boekhoudgegevens

1.   De bewijsstukken betreffende de door het ELGF gefinancierde uitgaven en de door dit Fonds te innen bestemmingsontvangsten worden ter beschikking van de Commissie gehouden gedurende ten minste drie jaar na het jaar waarin de Commissie de rekeningen over het betrokken begrotingsjaar overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 heeft goedgekeurd.

2.   De bewijsstukken betreffende de door het ELFPO gefinancierde uitgaven en de door dit Fonds te innen bestemmingsontvangsten worden ter beschikking van de Commissie gehouden gedurende ten minste drie jaar na het jaar waarin de eindbetaling door het betaalorgaan heeft plaatsgevonden.

3.   In geval van onregelmatigheden of nalatigheid worden de in de leden 1 en 2 bedoelde bewijsstukken ter beschikking van de Commissie gehouden gedurende ten minste drie jaar na het jaar waarin de betrokken bedragen volledig van de begunstigde zijn teruggekregen en aan het ELGF of het ELFPO zijn gecrediteerd of waarin de financiële gevolgen van de niet-inning zijn bepaald overeenkomstig artikel 32, lid 5, of artikel 33, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

4.   In het geval van een procedure voor een conformiteitsgoedkeuring zoals bedoeld in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden de in de leden 1 en 2 van het onderhavige artikel bedoelde bewijsstukken ter beschikking van de Commissie gehouden gedurende ten minste één jaar na het jaar waarin die procedure wordt beëindigd, of, indien een conformiteitsbeschikking het voorwerp is van een gerechtelijke procedure bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, gedurende ten minste één jaar na het jaar waarin die gerechtelijke procedure wordt beëindigd.

Artikel 10

Boekhoudkundige goedkeuring

1.   In de in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde beschikking tot goedkeuring van de rekeningen wordt bepaald welke bedragen aan gedurende het betrokken begrotingsjaar in elke lidstaat verrichte uitgaven als ten laste van het ELGF en het ELFPO komend worden erkend op basis van de in artikel 6 van de onderhavige verordening bedoelde rekeningen en eventuele verlagingen en schorsingen overeenkomstig de artikelen 17 en 27 van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Voor het ELGF worden in de beschikking tot goedkeuring van de rekeningen tevens de bedragen bepaald die overeenkomstig artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 in rekening moeten worden gebracht aan de Gemeenschap en aan de betrokken lidstaat.

Voor het ELFPO zijn in het bij de beschikking tot goedkeuring van de rekeningen bepaalde bedrag de geldmiddelen begrepen die de betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 33, lid 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 opnieuw mag gebruiken.

2.   Wat het ELGF betreft, wordt het bedrag dat als gevolg van de beschikking tot goedkeuring van de rekeningen moet worden teruggevorderd van of betaald aan elke lidstaat, vastgesteld door de maandelijkse betalingen voor het betrokken begrotingsjaar af te trekken van de overeenkomstig lid 1 voor hetzelfde jaar erkende uitgaven. Dit bedrag wordt door de Commissie afgetrokken van of opgeteld bij de maandelijkse betaling voor de uitgaven die zijn gedaan in de tweede maand na de beschikking tot goedkeuring van de rekeningen.

Wat het ELFPO betreft, wordt het bedrag dat als gevolg van de beschikking tot goedkeuring van de rekeningen moet worden teruggevorderd van of betaald aan elke lidstaat, vastgesteld door de tussentijdse betalingen voor het betrokken begrotingsjaar af te trekken van de overeenkomstig lid 1 voor datzelfde jaar erkende uitgaven. Dit bedrag wordt door de Commissie afgetrokken van of opgeteld bij de volgende tussentijdse betaling of de eindbetaling.

3.   De Commissie deelt de resultaten van haar verificatie van de verstrekte gegevens, samen met de wijzigingen die zij eventueel voorstelt, aan de betrokken lidstaat mee uiterlijk op 31 maart na afloop van het begrotingsjaar.

4.   Indien de Commissie de rekeningen van een lidstaat om redenen die aan die lidstaat zijn toe te schrijven, niet vóór 30 april van het volgende jaar kan goedkeuren, stelt de Commissie de lidstaat in kennis van de aanvullende onderzoeken die zij zich voorneemt overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 in te stellen.

5.   Dit artikel is van overeenkomstige toepassing voor de bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 34 van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Artikel 11

Conformiteitsgoedkeuring

1.   Indien de Commissie als gevolg van een onderzoek van mening is dat uitgaven niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn gedaan, deelt zij haar bevindingen aan de betrokken lidstaat mee en geeft zij aan welke correctiemaatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat die voorschriften in de toekomst worden nageleefd.

In de mededeling wordt naar dit artikel verwezen. De lidstaat antwoordt binnen twee maanden na ontvangst van de mededeling en de Commissie kan ten gevolge van dat antwoord haar standpunt wijzigen. De Commissie kan in gevallen waarin dat gerechtvaardigd is, instemmen met een verlenging van de antwoordtermijn.

Na afloop van de antwoordtermijn belegt de Commissie een bilaterale vergadering en pogen beide partijen tot overeenstemming te komen over de te nemen maatregelen en over de beoordeling van de ernst van de overtreding en van de aan de Gemeenschapsbegroting toegebrachte financiële schade.

2.   Binnen twee maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de notulen van de in lid 1, derde alinea, bedoelde bilaterale vergadering doet de lidstaat mededeling van de eventueel in die vergadering gevraagde gegevens of van welke andere gegevens ook die hij nuttig acht voor het lopende onderzoek.

In gevallen waarin dat gerechtvaardigd is, kan de Commissie op een met redenen omkleed verzoek van de lidstaat een verlenging van de in de eerste alinea bedoelde termijn toestaan. Het verzoek moet vóór het verstrijken van die termijn tot de Commissie worden gericht.

Na het verstrijken van de in de eerste alinea bedoelde termijn deelt de Commissie haar conclusies op basis van de in het kader van de procedure voor de conformiteitsgoedkeuring ontvangen gegevens formeel aan de lidstaat mee. In de mededeling wordt de beoordeling vermeld van de uitgaven waarvoor de Commissie onttrekking aan communautaire financiering overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 overweegt, en wordt naar artikel 16, lid 1, van de onderhavige verordening verwezen.

3.   De lidstaat stelt de Commissie in kennis van de correctiemaatregelen die hij heeft genomen om ervoor te zorgen dat de communautaire voorschriften worden nageleefd, en van de feitelijke datum van tenuitvoerlegging van deze maatregelen.

Na een eventueel overeenkomstig hoofdstuk 3 van de onderhavige verordening door het Bemiddelingsorgaan opgesteld rapport te hebben onderzocht, geeft de Commissie zo nodig overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 een of meer beschikkingen tot onttrekking aan communautaire financiering van de door de niet-naleving van communautaire voorschriften beïnvloede uitgaven tot het tijdstip dat de lidstaat de correctiemaatregelen daadwerkelijk ten uitvoer heeft gelegd.

Bij de beoordeling van de aan communautaire financiering te onttrekken uitgaven kan de Commissie met eventueel na het verstrijken van de in lid 2 bedoelde termijn door de lidstaat meegedeelde gegevens rekening houden indien dit voor een betere schatting van de aan de Gemeenschapsbegroting toegebrachte financiële schade nodig is, mits de latere toezending van de gegevens door uitzonderlijke omstandigheden wordt gerechtvaardigd.

4.   Wat het ELGF betreft, brengt de Commissie de aan communautaire financiering te onttrekken bedragen in mindering op de maandelijkse betalingen voor de uitgaven die zijn gedaan in de tweede maand na de overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 gegeven beschikking.

Wat het ELFPO betreft, brengt de Commissie de aan communautaire financiering te onttrekken bedragen in mindering op de volgende tussentijdse betaling of op de eindbetaling.

Op verzoek van de lidstaat kan de Commissie evenwel, indien de hoogte van de in mindering te brengen bedragen dat rechtvaardigt, na raadpleging van het Comité voor de Landbouwfondsen een andere datum voor het in mindering brengen van die bedragen vaststellen.

5.   Dit artikel is van overeenkomstige toepassing voor de bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 34 van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

HOOFDSTUK 3

BEMIDDELINGSPROCEDURE

Artikel 12

Bemiddelingsorgaan

Ten behoeve van de procedure voor de conformiteitsgoedkeuring waarin artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 voorziet, wordt bij de Commissie een Bemiddelingsorgaan opgericht. Het Bemiddelingsorgaan heeft tot taak:

a)

elke aangelegenheid te onderzoeken die aan het Bemiddelingsorgaan wordt voorgelegd door een lidstaat die van de Commissie een formele mededeling op grond van artikel 11, lid 2, derde alinea, van de onderhavige verordening heeft ontvangen waarin een beoordeling is opgenomen van de uitgaven die de Commissie voornemens is aan communautaire financiering te onttrekken;

b)

te pogen de uiteenlopende standpunten van de Commissie en de betrokken lidstaat met elkaar in overeenstemming te brengen;

c)

aan het einde van zijn onderzoek een rapport over de resultaten van zijn bemiddelingspogingen op te stellen waarin het Bemiddelingsorgaan, mochten alle of sommige geschilpunten onopgelost zijn gebleven, de opmerkingen opneemt die het nuttig acht.

Artikel 13

Samenstelling van het Bemiddelingsorgaan

1.   Het Bemiddelingsorgaan bestaat uit vijf leden die zijn gekozen uit vooraanstaande personen die alle garanties inzake onafhankelijkheid bieden en zeer deskundig zijn hetzij op terreinen die verband houden met de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, inclusief plattelandsontwikkeling, hetzij wat de praktijk van financiële accountantscontrole betreft.

De leden moeten onderdanen van verschillende lidstaten zijn.

2.   De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden door de Commissie na raadpleging van het Comité voor de Landbouwfondsen benoemd voor een eerste ambtstermijn van drie jaar.

De ambtstermijn kan telkens met niet meer dan één jaar worden verlengd, waarbij het Comité voor de Landbouwfondsen van de verlenging in kennis wordt gesteld. Is de te benoemen voorzitter echter reeds een lid van het Bemiddelingsorgaan, dan bedraagt de duur van zijn eerste ambtstermijn als voorzitter drie jaar.

De namen van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.   De leden van het Bemiddelingsorgaan worden beloond met inachtneming van de tijd die zij aan de functie moeten besteden. De communicatie- en vervoerskosten worden vergoed overeenkomstig de geldende regels.

4.   De voorzitter en de leden blijven na het verstrijken van hun ambtstermijn in functie totdat zij worden vervangen of hun ambtstermijn wordt verlengd.

5.   De ambtstermijn van een lid dat niet langer aan de voorwaarden voor de vervulling van zijn taken bij het Bemiddelingsorgaan voldoet, of dat om welke reden dan ook voor onbepaalde tijd niet beschikbaar is, kan door de Commissie na raadpleging van het Comité voor de Landbouwfondsen worden beëindigd.

In dat geval wordt het lid voor het resterende deel van de periode waarvoor het lid was benoemd, door een plaatsvervangend lid vervangen, waarbij het Comité voor de Landbouwfondsen van de vervanging in kennis wordt gesteld.

Indien de ambtstermijn van de voorzitter wordt beëindigd, wordt het lid dat de taken van de voorzitter moet vervullen gedurende het resterende deel van de periode waarvoor de voorzitter was benoemd, door de Commissie benoemd na raadpleging van het Comité voor de Landbouwfondsen.

Artikel 14

Onafhankelijkheid van het Bemiddelingsorgaan

1.   De leden van het Bemiddelingsorgaan vervullen hun taken op onafhankelijke wijze en vragen noch aanvaarden van enige regering of instantie instructies.

Een lid neemt niet aan de werkzaamheden van het Bemiddelingsorgaan deel en ondertekent evenmin een rapport indien dat lid in een vorige functie persoonlijk betrokken was bij de aan de orde zijnde aangelegenheid.

2.   Onverminderd artikel 287 van het Verdrag maken de leden geen informatie openbaar waarvan zij bij hun werkzaamheden voor het Bemiddelingsorgaan kennis hebben genomen. Dergelijke informatie draagt een vertrouwelijk karakter en valt onder de geheimhoudingsplicht.

Artikel 15

Werkregelingen

1.   De vergaderingen van het Bemiddelingsorgaan vinden plaats in de zetel van de Commissie. De werkzaamheden worden door de voorzitter voorbereid en georganiseerd. Is de voorzitter verhinderd, dan wordt onverminderd artikel 13, lid 5, eerste alinea, het voorzitterschap waargenomen door het langstzittende lid.

Voor het secretariaat van het Bemiddelingsorgaan wordt zorg gedragen door de Commissie.

2.   Onverminderd artikel 14, lid 1, tweede alinea, worden de rapporten aangenomen bij volstrekte meerderheid van de aanwezige leden met een quorum van drie leden.

De rapporten worden ondertekend door de voorzitter en de leden die aan de beraadslagingen hebben deelgenomen. Zij worden medeondertekend door het secretariaat.

Artikel 16

Bemiddelingsprocedure

1.   Een lidstaat kan binnen 30 werkdagen na ontvangst van de in artikel 11, lid 2, derde alinea, bedoelde formele mededeling van de Commissie een aangelegenheid aan het Bemiddelingsorgaan voorleggen door een met redenen omkleed verzoek om bemiddeling te doen toekomen aan het secretariaat van het Bemiddelingsorgaan.

De te volgen procedure en het adres van het secretariaat worden ter kennis van de lidstaten gebracht via het Comité voor de Landbouwfondsen.

2.   Een bemiddelingsverzoek is slechts ontvankelijk indien het bedrag waarvoor volgens de mededeling van de Commissie onttrekking aan communautaire financiering wordt overwogen:

a)

hetzij hoger is dan 1 miljoen EUR;

b)

hetzij ten minste 25 % uitmaakt van de totale jaarlijkse uitgaven van de lidstaat in het kader van de betrokken begrotingsposten.

Bovendien kan de voorzitter van het Bemiddelingsorgaan een bemiddelingsverzoek ontvankelijk verklaren indien de betrokken lidstaat tijdens de voorafgaande besprekingen heeft gesteld en aangetoond dat het gaat om een principekwestie betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften. Een dergelijk verzoek is echter niet ontvankelijk indien het uitsluitend een zaak van juridische interpretatie betreft.

3.   Het Bemiddelingsorgaan verricht zijn onderzoekingen zo informeel en zo snel mogelijk en baseert zich daarbij op het bewijsmateriaal in het dossier en op hoor en wederhoor van de Commissie en de betrokken nationale autoriteiten.

4.   Indien het Bemiddelingsorgaan er niet in slaagt om binnen vier maanden nadat het een zaak voorgelegd heeft gekregen, de standpunten van de Commissie en de lidstaat met elkaar in overeenstemming te brengen, wordt de bemiddelingsprocedure als mislukt beschouwd. In het in artikel 12, onder c), bedoelde rapport wordt aangegeven om welke redenen de standpunten niet met elkaar in overeenstemming konden worden gebracht. Vermeld wordt in dit rapport of in de loop van de procedure gedeeltelijke overeenstemming is bereikt.

Het rapport wordt toegezonden aan:

a)

de betrokken lidstaat;

b)

de Commissie;

c)

de andere lidstaten in het kader van het Comité voor de Landbouwfondsen.

HOOFDSTUK 4

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 17

Overgangsbepalingen

1.   In het geval dat een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1663/95 erkend betaalorgaan verantwoordelijkheid op zich neemt voor uitgaven waarvoor het voordien niet verantwoordelijk was, worden het onderzoek zoals bedoeld in artikel 1, lid 3, van de onderhavige verordening en de nieuwe erkenning die als gevolg van de nieuwe verantwoordelijkheden noodzakelijk zijn, uiterlijk op 16 oktober 2007 afgerond.

2.   Voor het begrotingsjaar 2007 bevat het in artikel 5, lid 4, bedoelde rapport van de certificerende instantie ten aanzien van de beveiliging van de informatiesystemen slechts aan de hand van een scoringssysteem opgestelde opmerkingen en voorlopige conclusies over de door het betaalorgaan getroffen maatregelen. Deze opmerkingen zijn gebaseerd op de geldende internationaal aanvaarde beveiligingsnormen die in punt 3, onder B), van bijlage I zijn vermeld, en in deze opmerkingen wordt aangegeven in hoeverre doeltreffende beveiligingsmaatregelen waren getroffen.

Artikel 18

Intrekkingen

1.   Verordening (EG) nr. 1663/95, Verordening (EG) nr. 2390/1999 en Beschikking 94/442/EG worden met ingang van 16 oktober 2006 ingetrokken. Verordening (EG) nr. 1663/95 blijft evenwel van toepassing voor de goedkeuring van de rekeningen over het begrotingsjaar 2006 overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad (6).

De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van het Bemiddelingsorgaan die zijn benoemd overeenkomstig Beschikking 94/442/EG, blijven in functie totdat hun ambtstermijn verstrijkt of totdat zij worden vervangen.

2.   Verwijzingen naar de bij lid 1 ingetrokken besluiten gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen overeenkomstig de in bijlage V opgenomen concordantietabel.

Artikel 19

Inwerkingtreding en het van toepassing worden

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 16 oktober 2006. De artikelen 3 en 5, artikel 6, onder a) tot en met e) en onder g) en h), en de artikelen 7 en 10 zijn evenwel alleen voor de aan de begrotingsjaren 2007 en volgende toe te rekenen uitgaven en bestemmingsontvangsten van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 juni 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 320/2006 (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

(2)  PB L 158 van 8.7.1995, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 465/2005 (PB L 77 van 23.3.2005, blz. 6).

(3)  PB L 295 van 16.11.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1359/2005 (PB L 214 van 19.8.2005, blz. 11).

(4)  PB L 182 van 16.7.1994, blz. 45. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/535/EG (PB L 193 van 17.7.2001, blz. 25).

(5)  Zie blz. 1 van dit Publicatieblad.

(6)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.


BIJLAGE I

ERKENNINGSCRITERIA

1.   Interne opzet

A)   Organisatiestructuur

Het betaalorgaan beschikt over een organisatiestructuur die het in staat stelt de volgende hoofdfuncties te vervullen ten aanzien van de ELGF- en de ELFPO-uitgaven:

i)

De opdrachtgeving tot en de controle van de betalingen, met het doel zich ervan te vergewissen dat het aan een aanvrager te betalen bedrag in overeenstemming is met de communautaire voorschriften, welke functie met name de administratieve controles en de controles ter plaatse omvat.

ii)

De uitvoering van de betalingen, met het doel de aanvrager (of zijn gevolmachtigde) het bedrag te betalen waarvoor de betalingsopdracht is gegeven, of, in het geval van plattelandsontwikkeling, het deel dat overeenkomt met de communautaire medefinanciering.

iii)

De boekhoudkundige verantwoording van de betalingen, met het doel alle betalingen in de afzonderlijke rekeningen van het betaalorgaan voor de ELGF- en de ELFPO-uitgaven in de vorm van een informatiesysteem vast te leggen en de periodieke overzichten van de uitgaven op te stellen, inclusief de maandelijkse, driemaandelijkse (voor het ELFPO) en jaarlijkse declaraties aan de Commissie. In de rekeningen worden ook de door de Fondsen gefinancierde activa opgenomen, waarbij het met name gaat om de interventievoorraden, de niet-verrekende voorschotten, de zekerheden en de debiteuren.

De organisatiestructuur van het betaalorgaan zorgt voor een duidelijke toewijzing van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden op alle operationele niveaus en voor een scheiding van de in de eerste alinea genoemde drie functies, waarbij de bij die functies behorende verantwoordelijkheden zijn omschreven in een organisatieschema. Die organisatiestructuur omvat tevens de technische diensten en de in punt 4 genoemde interne auditdienst.

B)   Niveau van de personele middelen

Het betaalorgaan draagt zorg voor het volgende:

i)

Passende personele middelen worden toegewezen om de werkzaamheden uit te voeren en de op de verschillende operationele niveaus benodigde technische vaardigheden zijn aanwezig.

ii)

De taken worden zo verdeeld dat geen enkele functionaris wordt belast met meer dan een van de verantwoordelijkheden op het gebied van de opdrachtgeving, de betaling of de boekhouding met betrekking tot de aan het ELGF of het ELFPO in rekening gebrachte bedragen en dat geen enkele functionaris een van die taken verricht zonder dat op zijn werk toezicht wordt uitgeoefend door een tweede functionaris.

iii)

De verantwoordelijkheden van elke functionaris worden schriftelijk omschreven, waarbij ook de financiële grenzen aan zijn bevoegdheid worden vastgesteld.

iv)

Op alle operationele niveaus is de opleiding van het personeel adequaat en er bestaat een beleid om personeel op gevoelige posities te laten rouleren of om als alternatief het toezicht te verscherpen.

v)

Passende maatregelen ter voorkoming van een belangenconflict worden genomen wanneer een persoon die een verantwoordelijke of gevoelige positie bekleedt ten aanzien van de verificatie, de opdrachtgeving, de betaling of de boekhouding in verband met aanvragen, buiten het betaalorgaan nog andere functies vervult.

C)   Delegatie

Indien taken van het betaalorgaan overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 aan een andere instantie worden gedelegeerd, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:

i)

Tussen het betaalorgaan en die instantie moet een schriftelijke overeenkomst zijn gesloten waarin de aard van de aan het betaalorgaan toe te zenden gegevens en bewijsstukken is omschreven en is aangegeven binnen welke termijn die toezending moet plaatsvinden. De overeenkomst moet het voor het betaalorgaan mogelijk maken aan de erkenningscriteria te voldoen.

ii)

Het betaalorgaan blijft in alle gevallen verantwoordelijk voor een doelmatig beheer van de middelen van de betrokken Fondsen.

iii)

De verantwoordelijkheden en verplichtingen van de andere instantie, met name ten aanzien van de controle op en de verificatie van de naleving van de communautaire voorschriften, zijn duidelijk omschreven.

iv)

Het betaalorgaan ziet erop toe dat de instantie beschikt over doeltreffende systemen om ervoor te zorgen dat zij haar verantwoordelijkheden op bevredigende wijze vervult.

v)

De instantie geeft het betaalorgaan uitdrukkelijk de bevestiging dat zij haar verantwoordelijkheden daadwerkelijk vervult, en beschrijft de daartoe gebruikte middelen.

vi)

Het betaalorgaan beoordeelt de gedelegeerde functies op regelmatige basis om de bevestiging te krijgen dat de verrichte werkzaamheden van een bevredigend niveau zijn en aan de communautaire voorschriften voldoen.

De bovenvermelde voorwaarden zijn van overeenkomstige toepassing voor de door de nationale douaneautoriteiten verrichte taken met betrekking tot de landbouwuitgaven.

2.   Controleactiviteiten

A)   Procedures voor de opdrachtgeving tot betaling van aanvragen

Het betaalorgaan stelt de volgende procedures vast:

i)

Het betaalorgaan stelt gedetailleerde procedures vast voor de ontvangst, de registratie en de verwerking van de aanvragen, met inbegrip van een beschrijving van alle te gebruiken stukken.

ii)

Elke voor de opdrachtgeving verantwoordelijke functionaris beschikt over een gedetailleerde checklist van de verificaties die hij moet verrichten, en neemt in de bewijsstukken betreffende de aanvraag zijn verklaring op dat die controles zijn verricht. Deze verklaring mag met behulp van elektronische middelen worden afgegeven. Er moet bewijs zijn dat het werk is nagezien door een personeelslid met een hogere rang.

iii)

Tot betaling van een aanvraag wordt pas opdracht gegeven nadat voldoende controles zijn verricht om zich ervan te vergewissen dat deze aanvraag voldoet aan de communautaire voorschriften. Die controles omvatten de controles die zijn voorgeschreven bij de verordening betreffende de specifieke maatregel op grond waarvan de steun wordt aangevraagd, en de controles die krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 moeten worden verricht om fraude en onregelmatigheden te voorkomen en op te sporen en waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bestaande risico’s. Wat het ELFPO betreft, moeten er bovendien procedures zijn om na te gaan of de criteria voor de toekenning van steun zijn nageleefd en of is voldaan aan alle geldende communautaire voorschriften, waaronder met name de voorschriften inzake de plaatsing van overheidsopdrachten en inzake milieubescherming.

iv)

De leiding van het betaalorgaan wordt op een passend niveau regelmatig en tijdig over de resultaten van de verrichte controles geïnformeerd, zodat altijd met de toereikendheid van die controles rekening kan worden gehouden voordat een aanvraag wordt afgehandeld.

v)

De verrichte werkzaamheden worden tot in detail beschreven in een verslag dat elke aanvraag of groep aanvragen vergezelt, dan wel, waar dat passend is, in een verslag dat betrekking heeft op één verkoopseizoen. Het verslag gaat vergezeld van een verklaring over de subsidiabiliteit van de goedgekeurde aanvragen en over aard, reikwijdte en grenzen van de verrichte werkzaamheden. Wat het ELFPO betreft, moet bovendien zekerheid worden verschaft dat de criteria voor de toekenning van de steun zijn nageleefd en dat is voldaan aan alle geldende communautaire voorschriften, waaronder met name de voorschriften inzake de plaatsing van overheidsopdrachten en inzake milieubescherming. Indien fysieke of administratieve controles niet alle aanvragen maar een steekproef daaruit betreffen, moeten de geselecteerde aanvragen worden geïdentificeerd, moet de methode van steekproeftrekking worden beschreven en moet verslag worden uitgebracht over de resultaten van alle controles en over de ten aanzien van afwijkingen en onregelmatigheden genomen maatregelen. De bewijsstukken moeten volstaan om zekerheid te verschaffen dat alle vereiste controles op de subsidiabiliteit van de aanvragen waarvoor opdracht tot betaling wordt gegeven, zijn verricht.

vi)

In het geval dat stukken (op papier of in elektronische vorm) betreffende aanvragen waarvoor opdracht tot betaling is gegeven, en betreffende verrichte controles door andere instanties worden bewaard, moeten door die instanties en het betaalorgaan procedures worden ingesteld om ervoor te zorgen dat de locatie van alle dergelijke stukken die relevant zijn voor door het betaalorgaan verrichte specifieke betalingen, wordt geregistreerd.

B)   Betalingsprocedures

Het betaalorgaan stelt de nodige procedures vast om ervoor te zorgen dat de betalingen uitsluitend op aan de aanvrager of diens gevolmachtigde toebehorende bankrekeningen worden verricht. De betaling wordt door de bank van het betaalorgaan of, in voorkomend geval, door een betaalkantoor van de overheid uitgevoerd binnen vijf werkdagen na de datum waarop het bedrag in rekening is gebracht aan het ELGF of het ELFPO. Voor de begrotingsjaren 2007 en 2008 kunnen de betalingen echter ook door middel van een cheque worden verricht. Procedures worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat alle betalingen waarvoor de overmaking niet wordt uitgevoerd, weer aan de Fondsen worden gecrediteerd. Er wordt niet in contanten betaald. De goedkeuring van de opdrachtgevende functionaris en/of zijn supervisor mag met behulp van elektronische middelen worden verleend, mits een passend niveau van beveiliging van die middelen is gegarandeerd en de identiteit van de ondertekenaar in de elektronische records wordt ingevoerd.

C)   Boekhoudprocedures

Het betaalorgaan stelt de volgende procedures vast:

i)

De boekhoudprocedures moeten ervoor zorgen dat de maandelijkse, driemaandelijkse (voor het ELFPO) en jaarlijkse declaraties volledig en juist zijn en tijdig worden ingediend en dat eventuele fouten of omissies worden ontdekt en gecorrigeerd, met name dankzij met tussenpozen verrichte controles en aansluitingsvergelijkingen.

ii)

Bij de boekhouding betreffende de interventieopslag moet ervoor worden gezorgd dat, in elk stadium vanaf de aanvaarding van een aanbieding tot de fysieke afzet van het product, gegevens over de hoeveelheden en de bijbehorende kosten overeenkomstig de geldende verordeningen correct en snel worden verwerkt en per identificeerbare partij in de juiste rekening worden geboekt, en moet er tevens voor worden gezorgd dat voor elke opslagplaats hoeveelheid en aard van de opgeslagen voorraden te allen tijde kunnen worden bepaald.

D)   Procedures betreffende voorschotten en zekerheden

De betalingen van voorschotten worden afzonderlijk opgenomen in de boekhouding of een subadministratie. Procedures worden vastgesteld om ervoor te zorgen:

i)

dat voor zekerheden slechts een beroep wordt gedaan op financiële instellingen die voldoen aan de bij Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (1) vastgestelde voorwaarden en zijn erkend door de bevoegde autoriteiten, dat de zekerheden geldig blijven totdat zij worden vrijgegeven of geïnd, en dat op verzoek van het betaalorgaan zonder meer aan de uit de zekerheden voortvloeiende verplichtingen wordt voldaan;

ii)

dat de voorschotten binnen de gestelde termijn worden verrekend en dat de voorschotten die reeds hadden moeten zijn verrekend, onverwijld worden geïdentificeerd en de betrokken zekerheden onverwijld worden geïnd.

E)   Procedures betreffende vorderingen

Alle in de punten A) tot en met D) vermelde criteria zijn van overeenkomstige toepassing voor heffingen, verbeurde zekerheden, terug te betalen bedragen, bestemmingsontvangsten, enz. die het betaalorgaan voor rekening van het ELGF of het ELFPO moet innen.

Het betaalorgaan zet een systeem op om alle verschuldigde bedragen vast te stellen en om al die vorderingen vóór de inning ervan op te nemen in een debiteurenadministratie. De debiteurenadministratie wordt op gezette tijden gecontroleerd en het nodige wordt gedaan om de vervallen schulden te innen.

F)   Controlespoor

De gegevens over de bewijsstukken met betrekking tot de opdrachtgeving tot betaling, de boeking en de betaling van aanvragen en de behandeling van voorschotten, zekerheden en vorderingen moeten in het betaalorgaan beschikbaar zijn om ervoor te zorgen dat er te allen tijde een voldoende gedetailleerd controlespoor is.

3.   Informatie en communicatie

A)   Communicatie

Het betaalorgaan stelt de nodige procedures vast om ervoor te zorgen dat elke wijziging van de communautaire verordeningen, met name wat de geldende steunbedragen betreft, wordt genoteerd en dat de instructies, databases en checklists tijdig worden geactualiseerd.

B)   Beveiliging van de informatiesystemen

De beveiliging van de informatiesystemen wordt gebaseerd op de criteria die zijn vastgesteld in de in het betrokken begrotingsjaar geldende versie van een van de volgende internationaal aanvaarde normen:

i)

International Standards Organisation 17799/British Standard 7799: Code of Practise for Information Security Management (BS ISO/IEC 17799),

ii)

Bundesamt für Sicherheit in der Informationstechnik: IT-Grundschutzhandbuch/IT Baseline Protection Manual (BSI),

iii)

Information Systems Audit and Control Foundation: Control Objectives for Information and related Technology (COBIT).

Het betaalorgaan kiest een van die internationale normen als basis voor zijn beveiliging van de informatiesystemen.

De beveiligingsmaatregelen dienen te zijn aangepast aan de administratieve structuur, de personeelsbezetting en de technologische omgeving van elk afzonderlijk betaalorgaan. De financiële en de technologische inspanningen moeten in verhouding staan tot de feitelijke risico's die aanwezig zijn.

4.   Monitoring

A)   Permanente monitoring via de activiteiten op het gebied van interne controle

De interne controle omvat ten minste de volgende activiteiten:

i)

de technische diensten en gedelegeerde instanties die zijn belast met het verrichten van controles en de uitoefening van andere functies, monitoren om een behoorlijke uitvoering van de verordeningen, richtsnoeren en procedures te garanderen;

ii)

de aanzet geven tot systeemveranderingen om de controlesystemen in het algemeen te verbeteren;

iii)

bij het betaalorgaan ingediende aanvragen en verzoeken en andere gegevens die aanleiding geven tot een vermoeden van onregelmatigheden, onderzoeken.

De permanente monitoring maakt deel uit van de gewone, steeds terugkerende operationele activiteiten van het betaalorgaan. Op alle niveaus worden de dagelijkse werkzaamheden en controleactiviteiten van het betaalorgaan op permanente basis gemonitord om een voldoende gedetailleerd controlespoor te garanderen.

B)   Afzonderlijke evaluaties door een interne auditdienst

Het betaalorgaan stelt in dit verband de volgende procedures vast:

i)

De interne auditdienst is onafhankelijk van de andere afdelingen van het betaalorgaan en rapporteert aan de directeur van het betaalorgaan.

ii)

De interne auditdienst verifieert of de door het betaalorgaan vastgestelde procedures toereikend zijn om ervoor te zorgen dat de naleving van de communautaire voorschriften wordt gecontroleerd en dat de rekeningen juist en volledig zijn en tijdig worden opgesteld. De verificaties mogen beperkt blijven tot geselecteerde maatregelen en tot steekproeven uit de transacties, mits een controleplan ervoor zorgt dat alle belangrijke terreinen, met inbegrip van de afdelingen die zijn belast met de opdrachtgeving tot betaling, worden bestreken over een periode van ten hoogste vijf jaar.

iii)

De werkzaamheden van de interne auditdienst worden verricht overeenkomstig internationaal aanvaarde normen, worden vastgelegd in werkdocumenten en resulteren in rapporten en aanbevelingen die worden gericht tot de hoogste leiding van het betaalorgaan.


(1)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.


BIJLAGE II

BORGINGSVERKLARING

Ik, …, directeur van het betaalorgaan …, leg hierbij de rekeningen over die voor dit betaalorgaan zijn opgesteld over het begrotingsjaar van 16.10.xx tot en met 15.10.xx+1.

Op basis van mijn eigen oordeel en van de tot mijn beschikking staande gegevens, die onder meer de resultaten van de werkzaamheden van de interne auditdienst omvatten, verklaar ik dat:

de overgelegde rekeningen naar mijn beste weten een waarheidsgetrouw, volledig en nauwkeurig beeld geven van de uitgaven en ontvangsten in het bovengenoemde begrotingsjaar. Met name zijn alle vorderingen, voorschotten, zekerheden en voorraden waarvan ik kennis heb, in de rekeningen geboekt en zijn alle voor het ELGF en het ELFPO geïnde ontvangsten naar behoren aan de passende Fondsen gecrediteerd;

het door mij opgezette systeem een redelijke zekerheid biedt dat de onderliggende transacties wettig en regelmatig zijn en dat de subsidiabiliteit van de aanvragen en, in het geval van plattelandsontwikkeling, de procedure voor de toekenning van steun worden beheerd, gecontroleerd en gedocumenteerd overeenkomstig de communautaire voorschriften.

[Ten aanzien van deze zekerheid gelden evenwel de volgende punten van voorbehoud:]

Voorts bevestig ik dat mij geen niet-meegedeelde zaken bekend zijn die de financiële belangen van de Gemeenschap zouden kunnen schaden.

Handtekening


BIJLAGE III

MODELTABELLEN VOOR DE NOG TE INNEN BEDRAGEN

De lidstaten verstrekken per betaalorgaan de in artikel 6, onder f), bedoelde gegevens met behulp van de volgende tabellen:

Tabel 1

Overzicht van de in het afgelopen begrotingsjaar lopende terugvorderingsprocedures wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELGF — administratieve procedures

In 2007 in te dienen tabel:

a

b

c

d

e

f

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal

Saldo 15 oktober 2005

Geïnde bedragen

(2006)

Met correcties gemoeide bedragen

(2006) (1)

Totaal niet-goedgekeurde oninbaar verklaarde bedragen

Nog te innen bedragen

(15 oktober 2006)

< 2002

 

 

 

 

 

2002

 

 

 

 

 

2003

 

 

 

 

 

2004

 

 

 

 

 

2005

 

 

 

 

 

2006

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 


In 2008 en volgende jaren in te dienen tabel:

a

b

c

d

e

f

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal

Saldo 15 oktober jaar n-1

Geïnde bedragen

(jaar n)

Met correcties gemoeide bedragen

(jaar n) (2)

Oninbaar verklaarde bedragen

(jaar n)

Nog te innen bedragen

(15 oktober jaar n)

< n – 4 (3)

 

 

 

 

 

n-4

 

 

 

 

 

n-3

 

 

 

 

 

n-2

 

 

 

 

 

n-1

 

 

 

 

 

N

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

Tabel 2

Overzicht van de in het afgelopen begrotingsjaar lopende terugvorderingsprocedures wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELGF — gerechtelijke procedures

In 2007 in te dienen tabel:

a

b

c

d

e

f

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal

Saldo 15 oktober 2005

Geïnde bedragen

(2006)

Met correcties gemoeide bedragen

(2006) (4)

Totaal niet-goedgekeurde oninbaar verklaarde bedragen

Nog te innen bedragen

(15 oktober 2006)

< 1998

 

 

 

 

 

1998

 

 

 

 

 

1999

 

 

 

 

 

2000

 

 

 

 

 

2001

 

 

 

 

 

2002

 

 

 

 

 

2003

 

 

 

 

 

2004

 

 

 

 

 

2005

 

 

 

 

 

2006

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 


In 2008 en volgende jaren in te dienen tabel:

a

b

c

d

e

f

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal

Saldo 15 oktober jaar n-1

Geïnde bedragen

(jaar n)

Met correcties gemoeide bedragen

(jaar n) (5)

Oninbaar verklaarde bedragen (jaar n)

Nog te innen bedragen (15 oktober jaar n)

< n – 8 (6)

 

 

 

 

 

n-8

 

 

 

 

 

n-7

 

 

 

 

 

n-6

 

 

 

 

 

n-5

 

 

 

 

 

n-4

 

 

 

 

 

n-3

 

 

 

 

 

n-2

 

 

 

 

 

n-1

 

 

 

 

 

N

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

Bij toepassing van artikel 32, lid 5, vijfde alinea, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 zijn de tabellen 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.

Tabel 3

Overzicht van de in het afgelopen begrotingsjaar lopende terugvorderingsprocedures wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELFPO — administratieve procedures

In 2008 en volgende jaren in te dienen tabel:

a

b

c

d

e

f

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal

Saldo 15 oktober jaar n-1

Geïnde bedragen

(jaar n)

Met correcties gemoeide bedragen

(jaar n) (7)

Oninbaar verklaarde bedragen (jaar n)

Nog te innen bedragen (15 oktober jaar n)

2007

 

 

 

 

 

2008

 

 

 

 

 

2009

 

 

 

 

 

2010

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016+4

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 


Tabel 4

Overzicht van de in het afgelopen begrotingsjaar lopende terugvorderingsprocedures wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELFPO — gerechtelijke procedures

In 2008 en volgende jaren in te dienen tabel:

a

b

c

d

e

f

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal

Saldo 15 oktober jaar n-1

Geïnde bedragen

(jaar n)

Met correcties gemoeide bedragen

(jaar n) (8)

Oninbaar verklaarde bedragen

(jaar n)

Nog te innen bedragen

(15 oktober jaar n)

2007

 

 

 

 

 

2008

 

 

 

 

 

2009

 

 

 

 

 

2010

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2016+8

 

 

 

 

 

Totaal

 

 

 

 

 

Bij toepassing van artikel 33, lid 8, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 zijn de tabellen 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.

De lidstaten dienen de tabellen 5 en 6 elektronisch in volgens een formaat dat jaarlijks vóór 15 oktober door de Commissie wordt meegedeeld.

Tabel 5

Bedragen die zijn gemoeid met de individuele gevallen van onregelmatigheden ten nadele van het ELGF

a

b

c

d

e

f

g

h

i

j

k

l

m

Identificatienummer

ECR-identificatie indien van toepassing (9)

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal over de onregelmatigheid

Gerechtelijke procedures aangespannen

Oorspronkelijk bedrag

Totaal met correcties gemoeid bedrag (vanaf begin terugvordering)

Totaal geïnd bedrag (vanaf begin terugvordering)

Oninbaar verklaard bedrag (vanaf begin terugvordering)

Datum vaststelling oninbaarheid

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande

Redenen voor oninbaarheid

Met correcties gemoeid bedrag (in begrotingsjaar n)

Geïnd bedrag (begrotingsjaar n)

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Tabel 6

Bedragen die zijn gemoeid met de individuele gevallen van onregelmatigheden ten nadele van het ELFPO

a

b

c

d

e

f

g

h

i

J

k

l

m

Identificatienummer

ECR-identificatie indien van toepassing (10)

Begrotingsjaar van het eerste proces-verbaal over de onregelmatigheid

Gerechtelijke procedures aangespannen

Oorspronkelijk bedrag

Totaal met correcties gemoeid bedrag (vanaf begin terugvordering)

Totaal geïnd bedrag (vanaf begin terugvordering)

Oninbaar verklaard bedrag (vanaf begin terugvordering)

Datum vaststelling oninbaarheid

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande

Redenen voor oninbaarheid

Met correcties gemoeid bedrag (in begrotingsjaar n)

Geïnd bedrag (begrotingsjaar n)

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

j/n

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Inclusief de correcties die voortvloeien uit een overschakeling van administratieve procedures op een gerechtelijke procedure.

(2)  Inclusief de correcties die voortvloeien uit een overschakeling van administratieve procedures op een gerechtelijke procedure.

(3)  In deze regel worden de inningen en/of correcties overeenkomstig artikel 32, lid 5, derde en vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 opgenomen.

(4)  Inclusief de correcties die voortvloeien uit een overschakeling van administratieve procedures op een gerechtelijke procedure.

(5)  Inclusief de correcties die voortvloeien uit een overschakeling van administratieve procedures op een gerechtelijke procedure.

(6)  In deze regel worden de inningen en/of correcties overeenkomstig artikel 32, lid 5, derde en vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 opgenomen.

(7)  Inclusief de correcties die voortvloeien uit een overschakeling van administratieve procedures op een gerechtelijke procedure.

(8)  Inclusief de correcties die voortvloeien uit een overschakeling van administratieve procedures op een gerechtelijke procedure.

(9)  Het betreft de unieke identificatie van de overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11) gemelde gevallen.

(10)  Het betreft de unieke identificatie van de overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11) gemelde gevallen.


BIJLAGE IV

TOEZENDING VAN DE IN ARTIKEL 8, LID 4, BEDOELDE VRAGEN

De in artikel 8, lid 4, bedoelde vragen moeten worden gezonden aan:

Europese Commissie, DG AGRI-J-1, Wetstraat 200, B-1049 Brussel,

of

AGRI-J1@cec.eu.int.


BIJLAGE V

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EG) nr. 1663/95

De onderhavige verordening

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 3, tweede alinea

Artikel 1, lid 3, tweede alinea

Artikel 1, lid 4

Artikel 1, lid 4

Artikel 1, lid 5

Artikel 2, lid 5

Artikel 1, lid 7

Artikel 1, lid 5

Artikel 2, lid 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 2, lid 2

Artikel 4, lid 6

Artikel 2, lid 3

Artikel 8, lid 1

Artikel 3, lid 1, eerste alinea

Artikel 5, lid 1, tweede zin

Artikel 3, lid 1, tweede alinea

Artikel 5, lid 3, tweede alinea

Artikel 3, lid 1, derde alinea

Artikel 5, lid 2

Artikel 3, lid 3

Artikel 5, lid 4

Artikel 4, lid 1, onder a), b) en c)

Artikel 7, lid 1, onder a), b) en c)

Artikel 4, lid 2

Artikel 7, lid 2

Artikel 4, lid 3

Artikel 7, lid 3

Artikel 4, lid 4

Artikel 7, lid 4

Artikel 5, lid 1, onder a)

Artikel 6, onder b) en c)

Artikel 5, lid 1, onder b)

Artikel 6, onder e)

Artikel 5, lid 1, onder c)

Artikel 6, onder f)

Artikel 5, lid 1, onder d)

Artikel 6, onder g)

Artikel 5, lid 1, onder e)

Artikel 6, onder h)

Artikel 6

Artikel 9, leden 1 en 2

Artikel 7, lid 1, tweede alinea

Artikel 10, lid 2

Artikel 7, lid 2

Artikel 10, lid 3

Artikel 7, lid 3

Artikel 10, lid 4

Artikel 8

Artikel 11


Verordening (EG) nr. 2390/1999

De onderhavige verordening

Artikel 2, lid 1

Artikel 8, lid 2

Artikel 2, lid 2

Artikel 8, lid 3

Artikel 2, lid 3

Artikel 8, lid 5


Beschikking 94/442/EG

De onderhavige verordening

Artikel 1, lid 1

Artikel 12

Artikel 2, lid 1

Artikel 16, lid 1

Artikel 2, lid 2

Artikel 16, lid 2

Artikel 2, lid 4

Artikel 16, lid 3

Artikel 2, lid 5

Artikel 16, lid 4, eerste alinea

Artikel 2, lid 6

Artikel 16, lid 4, tweede alinea

Artikel 3, lid 1, eerste alinea

Artikel 13, lid 1

Artikel 3, lid 1, tweede, derde en vierde alinea

Artikel 13, lid 2

Artikel 3, lid 2

Artikel 13, lid 3

Artikel 3, lid 3

Artikel 13, lid 4

Artikel 3, lid 4, tweede alinea

Artikel 13, lid 5

Artikel 3, lid 5

Artikel 13, lid 5

Artikel 4, lid 1

Artikel 15, lid 1

Artikel 4, lid 2

Artikel 14, lid 1, tweede alinea

Artikel 4, lid 3

Artikel 15, lid 2

Artikel 5, lid 1

Artikel 14, lid 1, eerste alinea

Artikel 5, lid 2

Artikel 14, lid 2