ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 144

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
31 mei 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 797/2006 van de Raad van 22 mei 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1785/2003, wat de invoerregeling voor rijst betreft

1

 

 

Verordening (EG) nr. 798/2006 van de Commissie van 30 mei 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

4

 

*

Verordening (EG) nr. 799/2006 van de Commissie van 30 mei 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1168/2005 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor verkoop op de markt van de Gemeenschap van maïs die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

6

 

*

Verordening (EG) nr. 800/2006 van de Commissie van 30 mei 2006 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen (1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007)

7

 

*

Verordening (EG) nr. 801/2006 van de Commissie van 30 mei 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1384/2005 ten aanzien van de hoeveelheid waarop de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau, betrekking heeft

14

 

*

Verordening (EG) nr. 802/2006 van de Commissie van 30 mei 2006 tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten voor vis van de geslachten Thunnus en Euthynnus

15

 

*

Verordening (EG) nr. 803/2006 van de Commissie van 30 mei 2006 tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1915/83 houdende enige uitvoeringsbepalingen inzake de boekhoudingen voor de constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven

18

 

 

Verordening (EG) nr. 804/2006 van de Commissie van 30 mei 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

19

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Besluit van de Raad van 29 mei 2006 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Besluit 2005/930/EG

21

 

*

Informatie betreffende de inwerkingtreding van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en India overeenkomstig artikel XXVIII van de GATT 1994 inzake de wijziging van concessies voor rijst die zijn opgenomen in de aan de GATT 1994 gehechte EG-lijst CXL, gehecht aan Besluit nr. 2004/617/EG van de Raad

24

 

*

Informatie betreffende de inwerkingtreding van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Pakistan overeenkomstig artikel XXVIII van de GATT 1994 inzake de wijziging van concessies voor rijst die zijn opgenomen in de aan de GATT 1994 gehechte EG-lijst CXL, gehecht aan Besluit nr. 2004/618/EG van de Raad

24

 

*

Informatie betreffende de inwerkingtreding van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika over de wijze van berekening van voor gedopte rijst toegepaste rechten en tot wijziging van de Besluiten 2004/617/EG, 2004/618/EG en 2004/619/EG, gehecht aan Besluit nr. 2005/476/EG van de Raad

24

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Gemeenschappelijk Standpunt 2006/380/GBVB van de Raad van 29 mei 2006 inzake de actualisering van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/231/GBVB

25

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/1


VERORDENING (EG) Nr. 797/2006 VAN DE RAAD

van 22 mei 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1785/2003, wat de invoerregeling voor rijst betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 36 en artikel 37, lid 2, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2) moet voor alle invoer in, of uitvoer uit de Gemeenschap van in artikel 1 van die verordening genoemde producten een invoer- of uitvoercertificaat worden overgelegd. Om de procedures voor de marktdeelnemers te vereenvoudigen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om van de verplichting tot het overleggen van een invoercertificaat af te wijken wanneer een dergelijk certificaat niet nodig is om de betrokken invoer van rijst te beheren. De Commissie moet bijgevolg worden gemachtigd om van die verplichting af te wijken.

(2)

Krachtens de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en India in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994, met het oog op de wijziging, wat rijst betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT 1994 (3), die is goedgekeurd bij Besluit 2004/617/EG van de Raad (4), is het recht voor de invoer van gedopte rijst van bepaalde Basmati-variëteiten van oorsprong uit India vastgesteld op 0.

(3)

Krachtens de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Pakistan in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994, met het oog op de wijziging, wat rijst betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT 1994 (5), die is goedgekeurd bij Besluit 2004/618/EG van de Raad (6), is het recht voor de invoer van gedopte rijst van bepaalde Basmati-variëteiten van oorsprong uit Pakistan vastgesteld op 0.

(4)

In de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika over de wijze van berekening van voor gedopte rijst toegepaste rechten (7), die is goedgekeurd bij Besluit 2005/476/EG van de Raad (8), wordt bepaald hoe de invoerrechten voor gedopte rijst van GN-code 1006 20 op gezette tijden moeten worden berekend en vastgesteld.

(5)

Krachtens de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Thailand overeenkomstig artikel XXVIII van de GATT 1994 inzake de wijziging van concessies voor rijst die zijn opgenomen in de aan de GATT 1994 gehechte EG-lijst CXL (9), die is goedgekeurd bij Besluit 2005/953/EG van de Raad (10), wordt bepaald hoe de invoerrechten voor halfwitte en volwitte rijst van GN-code 1006 30 op gezette tijden moeten worden berekend en vastgesteld en wordt het recht voor de invoer van breukrijst van GN-code 1006 40 00 vastgesteld op 65 EUR per ton.

(6)

Krachtens de vier hierboven genoemde besluiten mag de Commissie met het oog op de volledige toepassing van de betrokken overeenkomsten afwijken van Verordening (EG) nr. 1785/2003. Deze afwijkingen zijn uiterlijk tot en met 30 juni 2006 van toepassing.

(7)

Derhalve moeten aanpassingen worden aangebracht aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1785/2003 die betrekking hebben op de vaststelling van de rechten voor de onder die overeenkomsten vallende soorten rijst.

(8)

Alleen Basmati-rijst die tot de in de overeenkomsten vermelde specifieke variëteiten behoort, komt in aanmerking voor invoer met nulrecht. De Commissie dient bijzondere regels vast te stellen om te kunnen nagaan dat de met nulrecht ingevoerde Basmati-rijst daadwerkelijk de vereiste kenmerken vertoont.

(9)

Verordening (EG) nr. 1785/2003 moet derhalve worden gewijzigd. Om de marktdeelnemers ervan te verzekeren dat deze nieuwe invoerregelingen na het verstrijken van de afwijkende regelingen van kracht blijven, dient de onderhavige wijziging met ingang van 1 juli 2006 van toepassing te worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1785/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 10 wordt het volgende lid ingevoegd:

„1 bis   Wanneer met het oog op het beheer van invoer van rijst geen invoercertificaat nodig is, kan de Commissie overeenkomstig de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure afwijken van de in artikel 1, lid 1, van het onderhavige artikel vastgestelde verplichting.”.

2)

Artikel 11, lid 2, wordt geschrapt.

3)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 11 bis

1.   In afwijking van artikel 11, lid 1 wordt het invoerrecht voor gedopte rijst van GN-code 1006 20 binnen 10 dagen na de betrokken referentieperiode door de Commissie vastgesteld op:

a)

30 EUR per ton, indien:

wordt geconstateerd dat de werkelijke invoer van gedopte rijst in het afgelopen verkoopseizoen meer dan 15 % kleiner was dan de in lid 3, eerste alinea, bedoelde jaarlijkse referentiehoeveelheid, of

wordt geconstateerd dat de werkelijke invoer van gedopte rijst in de eerste zes maanden van het verkoopseizoen meer dan 15 % kleiner was dan de in lid 3, tweede alinea, bedoelde halfjaarlijkse referentiehoeveelheid;

b)

42,5 EUR per ton, indien:

wordt geconstateerd dat de werkelijke invoer van gedopte rijst in het afgelopen verkoopseizoen minder dan 15 % kleiner en minder dan 15 % groter was dan de in lid 3, eerste alinea, bedoelde jaarlijkse referentiehoeveelheid, of

wordt geconstateerd dat de werkelijke invoer van gedopte rijst in de eerste zes maanden van het verkoopseizoen minder dan 15 % kleiner en minder dan 15 % groter was dan de in lid 3, tweede alinea, bedoelde halfjaarlijkse referentiehoeveelheid;

c)

65 EUR per ton, indien:

wordt geconstateerd dat de werkelijke invoer van gedopte rijst in het afgelopen verkoopseizoen meer dan 15 % groter was dan de in lid 3, eerste alinea, bedoelde jaarlijkse referentiehoeveelheid, of

wordt geconstateerd dat de werkelijke invoer van gedopte rijst in de eerste zes maanden van het verkoopseizoen meer dan 15 % groter was dan de in lid 3, tweede alinea, bedoelde halfjaarlijkse referentiehoeveelheid.

De Commissie stelt slechts een nieuw toepasselijk recht vast, indien de overeenkomstig dit lid uitgevoerde berekeningen daartoe aanleiding geven. Het laatst vastgestelde recht blijft van toepassing totdat een nieuw recht is vastgesteld.

2.   Voor de berekening van de in lid 1 bedoelde invoer wordt rekening gehouden met de hoeveelheden gedopte rijst van GN-code 1006 20 waarvoor gedurende de betrokken referentieperiode invoercertificaten zijn afgegeven overeenkomstig artikel 10, lid 1, met uitzondering van de in artikel 11 ter bedoelde invoercertificaten voor Basmati-rijst.

3.   De jaarlijkse referentiehoeveelheid bedraagt 437 678 ton voor het verkoopseizoen 2005/2006. Deze hoeveelheid wordt met 6 000 ton per jaar verhoogd voor de verkoopseizoenen 2006/2007 en 2007/2008.

De halfjaarlijkse referentiehoeveelheid komt voor ieder verkoopseizoen overeen met de helft van de in de eerste alinea bedoelde referentiehoeveelheid.

Artikel 11 ter

In afwijking van artikel 11, lid 1, komen de in bijlage IIII bis vermelde variëteiten van gedopte Basmati-rijst van de GN-codes 1006 20 17 en 1006 20 98 in aanmerking voor invoer met nulrecht, indien wordt voldaan aan de voorwaarden die door de Commissie overeenkomstig de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure zijn vastgesteld.

Artikel 11 quater

1.   In afwijking van artikel 11, lid 1, wordt het invoerrecht voor halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30 binnen 10 dagen na de betrokken referentieperiode door de Commissie vastgesteld op:

a)

175 EUR per ton, indien:

wordt geconstateerd dat in de loop van het afgelopen verkoopseizoen meer dan 387 743 ton halfwitte en volwitte rijst is ingevoerd;

wordt geconstateerd dat in de eerste zes maanden van het verkoopseizoen meer dan 182 239 ton halfwitte en volwitte rijst is ingevoerd;

b)

145 EUR per ton, indien:

wordt geconstateerd dat in de loop van het afgelopen verkoopseizoen niet meer dan 387 743 ton halfwitte en volwitte rijst is ingevoerd;

wordt geconstateerd dat in de eerste zes maanden van het verkoopseizoen niet meer dan 182 239 ton halfwitte en volwitte rijst is ingevoerd.

De Commissie stelt slechts een nieuw toepasselijk recht vast, indien de overeenkomstig dit lid uitgevoerde berekeningen daartoe aanleiding geven. Het laatst vastgestelde recht blijft van toepassing totdat een nieuw recht is vastgesteld.

2.   Voor de berekening van de in lid 1 bedoelde invoer wordt rekening gehouden met de hoeveelheden halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30 waarvoor gedurende de betrokken referentieperiode invoercertificaten zijn afgegeven overeenkomstig artikel 10, lid 1.

Artikel 11 quinquies

In afwijking van artikel 11, lid 1, is het invoerrecht voor breukrijst van GN-code 1006 40 00 gelijk aan 65 EUR per ton.”.

4)

De tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening wordt toegevoegd als bijlage III bis.

„BIJLAGE III bis

In artikel 11 ter bedoelde Basmati-variëteiten

Basmati 217

Basmati 370

Basmati 386

Kernel (Basmati)

Pusa Basmati

Ranbir Basmati

Super Basmati

Taraori Basmati (HBC-19)

Type-3 (Dehradun)”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PRÖLL


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 247/2006 (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

(3)  PB L 279 van 28.8.2004, blz. 19.

(4)  PB L 279 van 28.8.2004, blz. 17. Besluit gewijzigd bij Besluit 2005/476/EG (PB L 170 van 1.7.2005, blz. 67).

(5)  PB L 279 van 28.8.2004, blz. 25.

(6)  PB L 279 van 28.8.2004, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2005/476/EG.

(7)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 69.

(8)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 67.

(9)  PB L 346 van 29.12.2005, blz. 26.

(10)  PB L 346 van 29.12.2005, blz. 24.


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/4


VERORDENING (EG) Nr. 798/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 mei 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 mei 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 mei 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

93,9

204

37,5

999

65,7

0707 00 05

052

107,3

999

107,3

0709 90 70

052

92,2

999

92,2

0805 10 20

204

38,1

220

34,2

388

69,7

624

52,0

999

48,5

0805 50 10

388

83,1

528

53,4

999

68,3

0808 10 80

388

109,8

400

126,4

404

100,2

508

79,3

512

85,9

524

88,5

528

89,4

720

86,0

804

108,1

999

97,1

0809 20 95

052

227,5

999

227,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/6


VERORDENING (EG) Nr. 799/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 mei 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1168/2005 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor verkoop op de markt van de Gemeenschap van maïs die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1168/2005 van de Commissie (2) is een permanente openbare inschrijving geopend voor verkoop op de interne markt van 121 525 ton maïs die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau.

(2)

Gezien de huidige marktsituatie, is het wenselijk de hoeveelheden maïs die het Oostenrijkse interventiebureau te koop aanbiedt op de interne markt, te verhogen door de permanente openbare inschrijving betrekking te laten hebben op 211 705 ton.

(3)

Verordening (EG) nr. 1168/2005 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1168/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt „121 525 t” vervangen door „211 705 t”.

2)

In de titel van de bijlage wordt „121 525 t” vervangen door „211 705 t”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 188 van 20.7.2005, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1992/2005 (PB L 320 van 18.12.2005, blz. 25).


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/7


VERORDENING (EG) Nr. 800/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 mei 2006

betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van jonge mannelijke mestrunderen (1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens WTO-lijst CXL moet de Gemeenschap jaarlijks een tariefcontingent openen voor de invoer van 169 000 jonge mannelijke mestrunderen. Als gevolg van de onderhandelingen die hebben geleid tot de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika in het kader van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 (2), welke overeenkomst is goedgekeurd bij Besluit 2006/333/EG van de Raad (3), heeft de Gemeenschap zich er evenwel toe verbonden een aanpassing van dat invoertariefcontingent op te nemen in haar lijst voor alle lidstaten.

(2)

Het is dienstig in de uitvoeringsbepalingen voor het beheer van dit tariefcontingent te bepalen dat de voor de periode van 1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007 beschikbare hoeveelheid overeenkomstig artikel 32, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 op passende wijze over die periode wordt gespreid.

(3)

In het vooruitzicht van de komende inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie en onverminderd artikel 39 van dat Verdrag dient, om de marktdeelnemers in die landen in staat te stellen vanaf de datum van toetreding van hun land van dit contingent te profiteren, de contingentsperiode in twee deelperioden te worden verdeeld, waarbij de in het kader van dit contingent beschikbare hoeveelheid over die deelperioden dient te worden gespreid met inachtneming van de traditionele handelspatronen tussen de Gemeenschap en de landen die in het kader van dit contingent mestrunderen leveren.

(4)

Om enerzijds voor een meer gelijke toegang tot het contingent en anderzijds voor een commercieel rendabel aantal dieren per aanvraag te zorgen, dient te worden bepaald dat in elke aanvraag voor invoercertificaten een minimum- en een maximumaantal dieren in acht moeten worden genomen.

(5)

Ter voorkoming van speculatie moeten de binnen het contingent beschikbare hoeveelheden toegankelijk worden gemaakt voor die marktdeelnemers die kunnen aantonen dat zij werkelijk op enige schaal invoer uit derde landen verrichten. Daarom en met het oog op een doelmatig beheer dient, in aanmerking genomen dat een partij van 50 dieren als een commercieel rendabele partij mag worden beschouwd, van de betrokken handelaren te worden verlangd dat zij in de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 april 2006 ten minste 50 dieren hebben ingevoerd.

(6)

Om controle op de naleving van dit criterium mogelijk te maken dient te worden bepaald dat de aanvragen moeten worden ingediend in de lidstaat waar de importeur is ingeschreven in een BTW-register.

(7)

Ter voorkoming van speculatie moet worden bepaald dat geen toegang tot het contingent wordt verleend aan importeurs die op 1 januari 2006 geen handel in levende runderen meer dreven, en dat de certificaten niet overdraagbaar zijn.

(8)

Het dient mogelijk te worden gemaakt de hoeveelheden waarvoor certificaataanvragen kunnen worden ingediend, pas na bedenktijd en zo nodig na toepassing van een uniforme toewijzingscoëfficiënt toe te wijzen.

(9)

De regeling moet worden beheerd met behulp van invoercertificaten. Daartoe dienen voorschriften betreffende de indiening van de aanvragen en de in de aanvragen en de certificaten op te nemen gegevens te worden vastgesteld, welke voorschriften zo nodig een aanvulling vormen op of afwijken van sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/80 (4) en Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (5).

(10)

Blijkens de ervaring is het voor een goed beheer van het contingent ook nodig dat de titularis van het certificaat een echte importeur is. Daarom moet worden verlangd dat de importeur actief deelneemt aan de aankoop, het vervoer en de invoer van de betrokken dieren. Derhalve dient ten aanzien van de certificaatzekerheid het leveren van het bewijs van die activiteiten eveneens een primaire eis te zijn in de zin van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (6).

(11)

Met het oog op een strikte statistische controle op de in het kader van het contingent ingevoerde dieren dient te worden bepaald dat de tolerantie waarin artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 voorziet, niet geldt.

(12)

Voor de toepassing van dit tariefcontingent zijn doeltreffende controles met betrekking tot de specifieke bestemming van de ingevoerde dieren nodig. Daarom moeten de dieren worden gemest in de lidstaat die het invoercertificaat heeft afgegeven.

(13)

Een zekerheid dient te worden gesteld om te garanderen dat de dieren gedurende ten minste 120 dagen in de opgegeven productie-eenheden worden gemest. Het bedrag van de zekerheid moet op de datum waarop de betrokken dieren in het vrije verkeer worden gebracht, het verschil dekken tussen het recht van het gemeenschappelijk douanetarief en het toe te passen verlaagde recht.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor de periode van 1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007 wordt een tariefcontingent geopend voor de invoer van 24 070 jonge mannelijke runderen van GN-code 0102 90 05, 0102 90 29 of 0102 90 49, bestemd om in de Gemeenschap te worden gemest.

Dit tariefcontingent heeft het volgnummer 09.4005.

2.   Het invoerrecht dat geldt in het kader van het in lid 1 vermelde tariefcontingent, bedraagt 16 % ad valorem, vermeerderd met 582 EUR per ton nettogewicht.

Het in de eerste alinea vermelde recht geldt op voorwaarde dat de ingevoerde dieren gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in de lidstaat die het invoercertificaat heeft afgegeven.

3.   De in lid 1 vermelde hoeveelheid wordt als volgt gespreid:

a)

12 035 levende runderen voor de periode van 1 juli 2006 tot en met 31 december 2006;

b)

12 035 levende runderen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2007.

4.   Indien gedurende de in lid 3, onder a), vermelde periode de ingediende certificaataanvragen betrekking hebben op een kleinere hoeveelheid dan die welke voor die periode beschikbaar is, wordt de resterende hoeveelheid voor die periode opgeteld bij de hoeveelheid die beschikbaar is voor de in lid 3, onder b), vermelde periode.

Artikel 2

1.   Om voor het in artikel 1 vermelde contingent in aanmerking te komen moeten de aanvragers een natuurlijke of rechtspersoon zijn en moeten zij bij de indiening van hun aanvragen voor invoercertificaten ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat aantonen dat zij in de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 april 2006 ten minste 50 dieren van GN-code 0102 90 hebben ingevoerd.

Onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007 kunnen de marktdeelnemers in die landen invoercertificaten aanvragen ten aanzien van de hoeveelheid die beschikbaar is voor de bij artikel 1, lid 3, onder b), vastgestelde tweede deelperiode, op voorwaarde dat zij in de periode van 1 mei 2005 tot en met 30 april 2006 ten minste 50 dieren van GN-code 0102 90 hebben ingevoerd.

De aanvragers moeten zijn ingeschreven in een nationaal BTW-register.

2.   Het bewijs van de invoer wordt uitsluitend geleverd door middel van het door de douaneautoriteiten naar behoren geviseerde douanedocument voor het vrije verkeer waarin de betrokken aanvrager wordt genoemd als de geadresseerde.

De lidstaten kunnen door de bevoegde autoriteit naar behoren voor eensluidend gewaarmerkte kopieën van het in de eerste alinea bedoelde document aanvaarden. Wanneer dergelijke kopieën zijn aanvaard, dient dit voor elke betrokken aanvrager te worden aangegeven in de in artikel 3, lid 5, bedoelde mededeling van de lidstaten.

3.   Marktdeelnemers die op 1 januari 2006 niet langer handel met derde landen in de sector rundvlees dreven, kunnen geen aanvragen indienen.

4.   Een onderneming die is ontstaan door de fusie van ondernemingen die elk beschikken over referentie-importen die voldoen aan de in lid 1 gestelde eis ten aanzien van de minimumomvang ervan, kan die referentie-importen als basis voor haar aanvraag gebruiken.

Artikel 3

1.   Aanvragen voor invoercertificaten kunnen slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager is geregistreerd voor BTW-doeleinden.

2.   De aanvragen voor invoercertificaten voor elk van de bij artikel 1, lid 3, vastgestelde deelperioden:

a)

moeten ten minste 50 dieren betreffen,

b)

mogen niet meer dan 5 % van de beschikbare hoeveelheid betreffen.

In het geval van aanvragen voor meer dan de in de eerste alinea, onder b), bedoelde hoeveelheid wordt het gedeelte boven die hoeveelheid niet in aanmerking genomen.

3.   De aanvragen voor invoercertificaten voor de bij artikel 1, lid 3, onder a), vastgestelde deelperiode worden ingediend gedurende de eerste 10 werkdagen na de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De aanvragen voor invoercertificaten voor de bij artikel 1, lid 3, onder b), vastgestelde deelperiode worden ingediend gedurende de eerste 10 werkdagen van die deelperiode.

4.   Voor elk van de bij artikel 1, lid 3, vastgestelde deelperioden mogen de aanvragers niet meer dan één aanvraag indienen. Wanneer eenzelfde aanvrager meer dan één aanvraag indient, zijn alle aanvragen van die aanvrager onontvankelijk.

5.   Na de ingediende documenten te hebben geverifieerd delen de lidstaten de Commissie uiterlijk op de vijfde werkdag na afloop van de termijn voor de indiening van de aanvragen de lijst van de aanvragers mee, waarin ook de adressen van de aanvragers en de door hen aangevraagde hoeveelheden zijn vermeld.

Alle mededelingen worden per fax of e-mail toegezonden en ook wanneer geen aanvragen zijn ingediend, moet dit aldus worden meegedeeld; in het geval dat wel degelijk aanvragen zijn ingediend, moet voor de mededeling het in bijlage I opgenomen model worden gebruikt.

Artikel 4

1.   Na de in artikel 3, lid 5, bedoelde mededeling neemt de Commissie zo spoedig mogelijk een besluit over de mate waarin de aanvragen kunnen worden ingewilligd.

2.   Indien de hoeveelheden waarop de in artikel 3 bedoelde aanvragen betrekking hebben, de voor de betrokken deelperiode beschikbare hoeveelheid overtreffen, stelt de Commissie een uniforme toewijzingscoëfficiënt vast die moet worden toegepast op de aangevraagde hoeveelheden.

In de gevallen waarin toepassing van de in de eerste alinea bedoelde toewijzingscoëfficiënt tot gevolg heeft dat in het kader van de aanvraag minder dan 50 stuks zouden kunnen worden ingevoerd, wordt de voor die gevallen beschikbare hoeveelheid door de betrokken lidstaat verdeeld in partijen die elk rechten tot invoer van 50 stuks omvatten, en wijst deze lidstaat die partijen toe door loting. Als er bij de verdeling een restant van minder dan 50 stuks is, vormt ook dat restant een partij.

3.   Nadat de Commissie een besluit heeft genomen over de inwilliging van de aanvragen, worden de certificaten zo spoedig mogelijk afgegeven.

Artikel 5

1.   De invoercertificaten worden afgegeven op naam van de marktdeelnemer die de aanvraag heeft ingediend.

2.   De certificaataanvragen en de certificaten bevatten de volgende gegevens:

a)

in vak 8, het land van oorsprong;

b)

in vak 16, een of meer van de volgende GN-codes: 0102 90 05, 0102 90 29 of 0102 90 49;

c)

in vak 20, het volgnummer van het contingent (09.4005) en een van de in bijlage II opgenomen vermeldingen.

Artikel 6

1.   In afwijking van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de op grond van de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten niet overdraagbaar en verlenen zij slechts rechten in het kader van het tariefcontingent als de naam en het adres van de titularis die zij bevatten, overeenstemmen met de naam en het adres van de geadresseerde zoals vermeld in de douaneaangifte voor het vrije verkeer waarvan zij vergezeld gaan.

2.   In afwijking van het bepaalde in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1445/95 zijn de invoercertificaten geldig gedurende 180 dagen, te rekenen vanaf de werkelijke datum van afgifte in de zin van artikel 4, lid 3, van de onderhavige verordening. Na 30 juni 2007 is geen enkel invoercertificaat nog geldig.

3.   De zekerheid voor het invoercertificaat bedraagt 15 EUR per dier en wordt door de aanvrager gesteld tegelijk met het aanvragen van het certificaat.

4.   De afgegeven certificaten zijn in de gehele Gemeenschap geldig.

5.   Overeenkomstig artikel 50, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt het volledige recht van het gemeenschappelijk douanetarief dat geldt op de datum van aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer, geïnd voor alle hoeveelheden die worden ingevoerd boven die welke op het invoercertificaat zijn vermeld.

6.   In afwijking van titel III, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt de zekerheid niet vrijgegeven tenzij het bewijs is geleverd dat de titularis van het certificaat commercieel en logistiek verantwoordelijk is geweest voor de aankoop, het vervoer en het in het vrije verkeer brengen van de betrokken dieren. Dat bewijs omvat ten minste:

a)

het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkte kopie van de handelsfactuur die op naam van de titularis is opgemaakt door de verkoper of diens vertegenwoordiger, welke laatstgenoemde twee personen zijn gevestigd in het derde land van uitvoer, en het bewijs van de betaling door de titularis of van de opening door de titularis van een onherroepelijk documentair krediet ten gunste van de verkoper;

b)

het cognossement of, in voorkomend geval, het weg- of luchtvervoersdocument voor de betrokken dieren dat op naam van de titularis is gesteld;

c)

het bewijs dat bij de aangifte voor het vrije verkeer van de dieren de naam en het adres van de titularis zijn opgegeven als die van de geadresseerde.

Artikel 7

1.   Bij de invoer levert de importeur het bewijs dat hij:

a)

zich er schriftelijk toe heeft verbonden de bevoegde autoriteit van de lidstaat binnen één maand in kennis te stellen van het landbouwbedrijf of de landbouwbedrijven waar de jonge runderen zullen worden gemest;

b)

bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat een zekerheid heeft gesteld overeenkomstig het bedrag dat voor elke in aanmerking komende GN-code is vastgesteld in bijlage III. Het mesten van de ingevoerde dieren in die lidstaat gedurende ten minste 120 dagen te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer is een primaire eis in de zin van artikel 20, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

2.   Behoudens overmacht wordt de in lid 1, onder b), bedoelde zekerheid slechts vrijgegeven indien aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat het bewijs wordt geleverd dat de jonge runderen:

a)

zijn gemest op het landbouwbedrijf of de landbouwbedrijven zoals opgegeven overeenkomstig lid 1;

b)

niet zijn geslacht voordat een periode van 120 dagen te rekenen vanaf de datum van invoer was verstreken, of

c)

om gezondheidsredenen zijn geslacht of door ziekte of een ongeluk zijn gestorven voordat die periode was verstreken.

Nadat dit bewijs is geleverd, wordt de zekerheid onmiddellijk vrijgegeven.

Indien de in lid 1, onder a), gestelde termijn niet in acht is genomen, wordt de zekerheid evenwel verlaagd:

met 15 % en

met 2 % van het resterende bedrag voor elke dag waarmee die termijn is overschreden.

De niet-vrijgegeven bedragen worden verbeurd en behouden als douanerecht.

3.   Indien het in lid 2 bedoelde bewijs niet binnen 180 dagen te rekenen vanaf de datum van invoer wordt geleverd, wordt de zekerheid verbeurd en behouden als douanerecht.

Evenwel wordt, indien dat bewijs niet binnen de in de eerste alinea gestelde termijn van 180 dagen is geleverd, maar wordt overgelegd binnen zes maanden na die termijn, het verbeurde bedrag, verminderd met 15 % van het zekerheidsbedrag, terugbetaald.

Artikel 8

De Verordeningen (EG) nr. 1291/2000 en (EG) nr. 1445/95 zijn van toepassing tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 15.

(3)  PB L 124 van 11.5.2006, blz. 13.

(4)  PB L 143 van 27.6.1995, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1118/2004 (PB L 217 van 17.6.2004, blz. 10).

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 7).

(6)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 673/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 17).


BIJLAGE I

Fax EG: (32 2) 292 17 34

E-mail: AGRI-IMP-BOVINE@cec.eu.int

Toepassing van Verordening (EG) nr. 800/2006

Volgnummer: 09.4005

Image


BIJLAGE II

In artikel 5, lid 2, onder c), bedoelde vermeldingen

:

in het Spaans

:

„Bovinos machos vivos de peso vivo inferior o igual a 300 kg [Reglamento (CE) no 800/2006]”

:

in het Tsjechisch

:

„Živí býci s živou váhou nepřevyšující 300 kg na kus, na výkrm (Nařízení (ES) č. 800/2006)”

:

in het Deens

:

„Levende ungtyre til opfedning, med en levende vægt på ikke over 300 kg pr. dyr (forordning (EF) nr. 800/2006)”

:

in het Duits

:

„Lebende männliche Rinder mit einem Gewicht von höchstens 300 kg je Tier, zur Mast bestimmt (Verordnung (EG) Nr. 800/2006)”

:

in het Ests

:

„Elusad isasveised elusmassiga kuni 300 kg, nuumamiseks (määrus (EÜ) nr 800/2006)”

:

in het Grieks

:

„Ζώντα βοοειδή με βάρος ζώντος που δεν υπερβαίνει τα 300 kg ανά κεφαλή, προς πάχυνση [κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 800/2006]”

:

in het Engels

:

„Live male bovine animals of a live weight not exceeding 300 kg per head, for fattening (Regulation (EC) No 800/2006)”

:

in het Frans

:

„Bovins mâles vivants d'un poids vif inférieur ou égal à 300 kg par tête, destinés à l'engraissement [Règlement (CE) no 800/2006]”

:

in het Italiaans

:

„Bovini maschi vivi di peso vivo non superiore a 300 kg per capo, destinati all’ingrasso [regolamento (CE) n. 800/2006]”

:

in het Lets

:

„Jaunbuļļi nobarošanai, kuru dzīvsvars nepārsniedz 300 kg (Regula (EK) Nr. 800/2006)”

:

in het Litouws

:

„Penėjimui skirti gyvi jaučiai, kurių vieno galvijo gyvasis svoris yra ne didesnis kaip 300 kg (Reglamentas (EB) Nr. 800/2006)”

:

in het Hongaars

:

„Legfeljebb 300 kg egyedi élőtömegű élő hím szarvasmarhaféle, hizlalás céljára (800/2006/EK rendelet)”

:

in het Nederlands

:

„Levende mannelijke mestrunderen met een gewicht van niet meer dan 300 kg per dier (Verordening (EG) nr. 800/2006)”

:

in het Pools

:

„Żywe młode byki o żywej wadze nieprzekraczającej 300 kg za sztukę bydła, opasowe (rozporządzenie (WE) nr 800/2006)”

:

in het Portugees

:

„Bovinos machos vivos com peso vivo inferior ou igual a 300 kg por cabeça, para engorda [Regulamento (CE) n.o 800/2006]”

:

in het Slowaaks

:

„Živé mladé býčky, ktorých živá hmotnosť nepresahuje 300 kg na kus, určené na výkrm [nariadenie (ES) č. 800/2006]”

:

in het Sloveens

:

„Živo moško govedo za pitanje, katerega živa teža ne presega 300 kg na glavo (Uredba (ES) št. 800/2006)”

:

in het Fins

:

„Lihotettaviksi tarkoitettuja eläviä urospuolisia nautaeläimiä, elopaino enintään 300 kg/eläin (asetus (EY) N:o 800/2006)”

:

in het Zweeds

:

„Levande handjur av nötkreatur som väger högst 300 kg, för gödning (förordning (EG) nr 800/2006)”


BIJLAGE III

ZEKERHEIDSBEDRAGEN

Mannelijke mestrunderen

(GN-code)

Bedrag (EUR) per dier

0102 90 05

28

0102 90 29

56

0102 90 49

105


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/14


VERORDENING (EG) Nr. 801/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 mei 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1384/2005 ten aanzien van de hoeveelheid waarop de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau, betrekking heeft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1384/2005 van de Commissie (3) is een permanente inschrijving geopend voor de uitvoer van 60 323 ton gerst die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau.

(3)

Hongarije heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat zijn interventiebureau voornemens is de hoeveelheid waarvoor de inschrijving voor uitvoer wordt gehouden, met 88 652 ton te verhogen. Gezien de marktsituatie is het dienstig op dit verzoek van Hongarije in te gaan.

(4)

Verordening (EG) nr. 1384/2005 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1384/2005 wordt vervangen door:

„Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 148 975 ton gerst voor uitvoer naar derde landen, met uitzondering van Albanië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Canada, Kroatië, de Verenigde Staten van Amerika, Liechtenstein, Mexico, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 220 van 25.8.2005, blz. 27. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1522/2005 (PB L 245 van 21.9.2005, blz. 3).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.”


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/15


VERORDENING (EG) Nr. 802/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 mei 2006

tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten voor vis van de geslachten Thunnus en Euthynnus

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (1), en met name op artikel 26, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 3510/82 van de Commissie van 23 december 1982 tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten voor vis van de geslachten Thunnus en Euthynnus  (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Jaarlijks wordt een communautaire productieprijs vastgesteld voor vis van de geslachten Thunnus en Euthynnus bestemd voor de conservenindustrie.

(3)

Tevens moeten aanpassingscoëfficiënten worden vastgesteld voor de verschillende soorten, maten en aanbiedingsvormen van vis van de geslachten Thunnus en Euthynnus.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor visserijproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De aanpassingscoëfficiënten voor de verschillende soorten, maten en aanbiedingsvormen van vis van de geslachten Thunnus en Euthynnus zijn vastgesteld in bijlage I.

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 3510/82 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2006.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22. Verordening gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(2)  PB L 368 van 28.12.1982, blz. 27. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3899/92 (PB L 392 van 31.12.1992, blz. 24).

(3)  Zie bijlage II.


BIJLAGE I

I.   Aanpassingscoëfficiënten voor de verschillende soorten tonijn

Soort

Coëfficiënt

A.

Geelvintonijn (Thunnus albacares)

 

wegende meer dan 10 kg per stuk

1,0

wegende niet meer dan 10 kg per stuk

0,78

B.

Witte tonijn (Thunnus alalunga)

1,40

C.

Boniet (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis)

0,62

D.

Andere soorten

0,75


II.   Aanpassingscoëfficiënten voor elk van de onder I bedoelde soorten naar gelang van de verschillende aanbiedingsvormen

Aanbiedingsvorm

Coëfficiënt

A.

In gehele staat

1

B.

Ontdaan van ingewanden en kieuwen

1,14

C.

Andere

1,24


BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EEG) nr. 3510/82 van de Commissie (PB L 368 van 28.12.1982, blz. 27)

 

Verordening (EEG) nr. 3940/87 van de Commissie (PB L 373 van 31.12.1987, blz. 6)

uitsluitend punt VII van de bijlage

Verordening (EEG) nr. 3971/89 van de Commissie (PB L 385 van 30.12.1989, blz. 35)

 

Verordening (EEG) nr. 3899/92 van de Commissie (PB L 392 van 31.12.1992, blz. 24)

 


BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 3510/82

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Bijlage

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/18


VERORDENING (EG) Nr. 803/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 mei 2006

tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1915/83 houdende enige uitvoeringsbepalingen inzake de boekhoudingen voor de constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap (1), en met name op artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1915/83 van de Commissie (2) is bepaald dat het verbindingsorgaan vanaf het boekjaar 2005 alle bedrijfsformulieren aan de Commissie zendt uiterlijk twaalf maanden na het einde van het boekjaar waarop die formulieren betrekking hebben.

(2)

Voor het boekjaar 2005 dient België bij wijze van uitzonderingsmaatregel meer tijd voor de verstrekking van de gegevens te worden gegeven om die lidstaat in staat te stellen de vernieuwing te voltooien van het computersysteem dat wordt gebruikt voor de verwerking van de boekhoudkundige gegevens die met het oog op de constatering van de inkomens van de landbouwbedrijven worden verzameld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het boekjaar 2005 zendt het verbindingsorgaan in België in afwijking van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1915/83 de bedrijfsformulieren uiterlijk 18 maanden na het einde van dat boekjaar toe.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB 109 van 23.6.1965, blz. 1859/65. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 660/2004 van de Commissie (PB L 104 van 8.4.2004, blz. 97).

(2)  PB L 190 van 14.7.1983, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1192/2005 (PB L 194 van 26.7.2005, blz. 3).


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/19


VERORDENING (EG) Nr. 804/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 mei 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 mei 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 mei 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.

(4)  PB L 134 van 20.5.2006, blz. 21.


BIJLAGE

Met ingang van 31 mei 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

31,32

1,89

1701 11 90 (1)

31,32

5,87

1701 12 10 (1)

31,32

1,76

1701 12 90 (1)

31,32

5,44

1701 91 00 (2)

35,41

7,53

1701 99 10 (2)

35,41

3,71

1701 99 90 (2)

35,41

3,71

1702 90 99 (3)

0,35

0,31


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/21


BESLUIT VAN DE RAAD

van 29 mei 2006

tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Besluit 2005/930/EG

(2006/379/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2580/2001 van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (1) en met name op artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 21 december 2005 Besluit 2005/930/EG tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Besluit 2005/848/EG (2) aangenomen.

(2)

Er is besloten een bijgewerkte lijst van personen, groepen en entiteiten op te stellen waarop Verordening (EG) nr. 2580/2001 van toepassing is,

BESLUIT:

Artikel 1

De in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 bedoelde lijst wordt vervangen door:

„1.   Personen

1)

ABOU, Rabah Naami (alias Naami Hamza, alias Mihoubi Faycal, alias Fellah Ahmed, alias Dafri Rèmi Lahdi), geboren op 1.2.1966 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

2)

ABOUD, Maisi (alias de Zwitserse Abderrahmane), geboren op 17.10.1964 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

3)

AL-MUGHASSIL, Ahmad Ibrahim (alias ABU OMRAN; alias AL-MUGHASSIL, Ahmed Ibrahim), geboren op 26.6.1967 in Qatif-Bab al Shamal, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

4)

AL-NASSER, Abdelkarim Hussein Mohamed, geboren in Al Ihsa, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

5)

AL YACOUB, Ibrahim Salih Mohammed, geboren op 16.10.1966 in Tarut, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

6)

ARIOUA, Azzedine, geboren op 20.11.1960 in Constantine (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

7)

ARIOUA, Kamel (alias Lamine Kamel), geboren op 18.8.1969 in Constantine (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

8)

ASLI, Mohamed (alias Dahmane Mohamed), geboren op 13.5.1975 in Ain Taya (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

9)

ASLI, Rabah, geboren op 13.5.1975 in Ain Taya (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

10)

ATWA, Ali (alias BOUSLIM, Ammar Mansour; alias SALIM, Hassan Rostom), Libanon, geboren in 1960 in Libanon; Libanees onderdaan

11)

DARIB, Noureddine (alias Carreto, alias Zitoun Mourad), geboren op 1.2.1972 in Algerije (lid van al-Takfir en al-Hijra)

12)

DJABALI, Abderrahmane (alias Touil), geboren op 1.6.1970 in Algerije (lid van al-Takfir en al-Hijra)

13)

EL-HOORIE, Ali Saed Bin Ali (alias AL-HOURI, Ali Saed Bin Ali; alias EL-HOURI, Ali Saed Bin Ali), geboren op 10.7.1965 of 11.7.1965 in El Dibabiya, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

14)

FAHAS, Sofiane Yacine, geboren op 10.9.1971 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

15)

IZZ-AL-DIN, Hasan (alias GARBAYA, Ahmed; alias SA-ID, alias SALWWAN, Samir), Libanon, geboren in 1963 in Libanon, Libanees onderdaan

16)

LASSASSI, Saber (alias Mimiche), geboren op 30.11.1970 in Constantine (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

17)

MOHAMMED, Khalid Shaikh (alias ALI, Salem; alias BIN KHALID, Fahd Bin Adballah; alias HENIN, Ashraf Refaat Nabith; alias WADOOD, Khalid Adbul) geboren op 14.4.1965 of 1.3.1964 in Pakistan, paspoort nr. 488555

18)

MOKTARI, Fateh (alias Ferdi Omar), geboren op 26.12.1974 in Hussein Dey (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

19)

MUGHNIYAH, Imad Fa'iz (alias MUGHNIYAH, Imad Fayiz), hoge inlichtingenofficier van de HEZBOLLAH, geboren op 7.12.1962 in Tayr Dibba, Libanon, paspoort nr. 432298 (Libanon)

20)

NOUARA, Farid, geboren op 25.11.1973 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

21)

RESSOUS, Hoari (alias Hallasa Farid), geboren op 11.9.1968 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

22)

SEDKAOUI, Noureddine (alias Nounou), geboren op 23.6.1963 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

23)

SELMANI, Abdelghani (alias Gano), geboren op 14.6.1974 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

24)

SENOUCI, Sofiane, geboren op 15.4.1971 in Hussein Dey (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

25)

SISON, Jose Maria (alias Armando Liwanag, alias Joma, hoofd van de Communist Party of the Philippines, inclusief NPA), geboren op 8.2.1939 in Cabugao, Filipijnen

26)

TINGUALI, Mohammed (alias Mouh di Kouba), geboren op 21.4.1964 in Blida (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

2.   Groepen en entiteiten

1)

Abu Nidal Organisation (ANO), (alias Fatah Revolutionaire Raad, Arabische Revolutionaire Brigades, Zwarte September, en Revolutionaire Organisatie van Socialistische Moslims)

2)

Al-Aqsa Martelarenbrigades

3)

Al-Aqsa e.V.

4)

Al-Takfir en al-Hijra

5)

Aum Shinrikyo (alias AUM; alias Aum Hoogste Waarheid, alias Aleph)

6)

Babbar Khalsa

7)

Communist Party of the Philippines, inclusief New Peoples Army (NPA), Filipijnen, onderhoudt banden met Sison Jose Maria C. (alias Armando Liwanag, alias Joma, hoofd van de Communist Party of the Philippines, inclusief NPA)

8)

Gama'a al-Islamiyya (Islamitische Groep), (alias Al-Gama'a al-Islamiyya, IG)

9)

Great Islamic Eastern Warriors Front (IBDA-C)

10)

Hamas (inbegrepen Hamas-Izz al-Din al-Qassem)

11)

Hizbul Mujahideen (HM)

12)

Holy Land Foundation for Relief and Development

13)

International Sikh Youth Federation (ISYF)

14)

Kahane Chai (Kach)

15)

Khalisan Zindabad Force (KZF)

16)

Koerdische Arbeiderspartij (PKK), (alias KADEK; alias KONGRA-GEL)

17)

Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE)

18)

Mujahedeen-e Khalq Organisatie (MEK of MKO) [min de „Nationale Raad van verzet van Iran” (NCRI)] (alias het Nationaal Bevrijdingsleger van Iran (NLA, de militante tak van MEK), Volksmujahedeen van Iran (PMOI), Iraanse Islamitische Studentenassociatie)

19)

Ejército de Liberación Nacional (Nationaal Bevrijdingsleger)

20)

Palestinian Liberation Front (PLF) (Palestijns Bevrijdingsfront)

21)

Palestinian Islamic Jihad (PIJ) (Palestijnse Islamitische Jihad)

22)

Popular Front for the Liberation of Palestina (PFLP) (Volksfront voor de bevrijding van Palestina)

23)

Popular Front for the Liberation of Palestine-General Command (alias PFLP-General Command, PFLP-GC) (Volksfront voor de bevrijding van Palestina-Algemeen Commando)

24)

Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia (FARC) (Revolutionaire Strijdrachten van Colombia)

25)

Revolutionair Volksbevrijdingsleger/front/partij (DHKP/C), (alias Devrimci Sol (Revolutionair Links), Dev Sol)

26)

Sendero Luminoso (SL) (Lichtend Pad)

27)

Stichting Al Aqsa (alias Stichting Al Aqsa Nederland, alias Al Aqsa Nederland)

28)

Autodefensas Unidas de Colombia (AUC) (Verenigde Zelfverdedigingsgroepen van Colombia)”.

Artikel 2

Besluit 2005/930/EG wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking.

Gedaan te Brussel, 29 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BARTENSTEIN


(1)  PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1957/2005 van de Commissie (PB L 314 van 30.11.2005, blz. 16).

(2)  PB L 340 van 23.12.2005, blz. 64.


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/24


Informatie betreffende de inwerkingtreding van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en India overeenkomstig artikel XXVIII van de GATT 1994 inzake de wijziging van concessies voor rijst die zijn opgenomen in de aan de GATT 1994 gehechte EG-lijst CXL, gehecht aan Besluit nr. 2004/617/EG van de Raad

Deze overeenkomst is op 1 september 2004 in werking getreden.


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/24


Informatie betreffende de inwerkingtreding van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Pakistan overeenkomstig artikel XXVIII van de GATT 1994 inzake de wijziging van concessies voor rijst die zijn opgenomen in de aan de GATT 1994 gehechte EG-lijst CXL, gehecht aan Besluit nr. 2004/618/EG van de Raad

Deze overeenkomst is op 1 september 2004 in werking getreden.


31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/24


Informatie betreffende de inwerkingtreding van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika over de wijze van berekening van voor gedopte rijst toegepaste rechten en tot wijziging van de Besluiten 2004/617/EG, 2004/618/EG en 2004/619/EG, gehecht aan Besluit nr. 2005/476/EG van de Raad

Deze overeenkomst is op 30 juni 2005 in werking getreden.


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

31.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 144/25


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2006/380/GBVB VAN DE RAAD

van 29 mei 2006

inzake de actualisering van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en houdende intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/231/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op de artikelen 15 en 34,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 27 december 2001 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (1) aangenomen.

(2)

Op 20 maart 2006 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2006/231/GBVB inzake de actualisering van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB (2) aangenomen.

(3)

Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB voorziet in een regelmatige herziening.

(4)

Er is besloten de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB bij te werken en Gemeenschappelijk Standpunt 2006/231/GBVB in te trekken.

(5)

Er is een lijst opgesteld overeenkomstig de criteria van artikel 1, lid 4, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT AANGENOMEN:

Artikel 1

De lijst van personen, groepen en entiteiten waarop Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van toepassing is, is opgenomen in de bijlage.

Artikel 2

Gemeenschappelijk Standpunt 2006/231/GBVB wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk standpunt treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 4

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 29 mei 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

M. BARTENSTEIN


(1)  PB L 344 van 28.12.2001, blz. 93.

(2)  PB L 82 van 21.3.2006, blz. 20.


BIJLAGE

Lijst van personen, groepen en entiteiten als bedoeld in artikel 1 (1)

1.   PERSONEN

1.

ABOU, Rabah Naami (alias Naami Hamza, alias Mihoubi Faycal, alias Fellah Ahmed, alias Dafri Rèmi Lahdi), geboren op 1.2.1966 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

2.

ABOUD, Maisi (alias de Zwitserse Abderrahmane), geboren op 17.10.1964 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

3.

* ALBERDI URANGA, Itziar (E.T.A.-activist), geboren op 7.10.1963 in Durango (Vizcaya), identiteitskaart nr. 78.865.693

4.

* ALBISU IRIARTE, Miguel (E.T.A.-activist; lid van Gestoras Pro-amnistía), geboren op 7.6.1961 in San Sebastián (Guipúzcoa), identiteitskaart nr. 15.954.596

5.

AL-MUGHASSIL, Ahmad Ibrahim (alias ABU OMRAN; alias AL-MUGHASSIL, Ahmed Ibrahim), geboren op 26.6.1967 in Qatif-Bab al Shamal, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

6.

AL-NASSER, Abdelkarim Hussein Mohamed, geboren in Al Ihsa, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

7.

AL YACOUB, Ibrahim Salih Mohammed, geboren op 16.10.1966 in Tarut, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

8.

* APAOLAZA SANCHO, Iván (E.T.A.-activist, lid van K.Madrid), geboren op 10.11.1971 in Beasain (Guipúzcoa), identiteitskaart nr. 44.129.178

9.

ARIOUA, Azzedine, geboren op 20.11.1960 in Constantine (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

10.

ARIOUA, Kamel (alias Lamine Kamel), geboren op 18.8.1969 in Constantine (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

11.

ASLI, Mohamed (alias Dahmane Mohamed), geboren op 13.5.1975 in Ain Taya (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

12.

ASLI, Rabah, geboren op 13.5.1975 in Ain Taya (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

13.

* ARZALLUS TAPIA, Eusebio (E.T.A.-activist), geboren op 8.11.1957 in Regil (Guipúzcoa), identiteitskaart nr. 15.927.207

14.

ATWA, Ali (alias BOUSLIM, Ammar Mansour; alias SALIM, Hassan Rostom), Libanon, geboren in 1960 in Libanon; Libanees onderdaan

15.

DARIB, Noureddine (alias Carreto, alias Zitoun Mourad), geboren op 1.2.1972 in Algerije (lid van al-Takfir en al-Hijra)

16.

DJABALI, Abderrahmane (alias Touil), geboren op 1.6.1970 in Algerije (lid van al-Takfir en al-Hijra)

17.

* ECHEBERRIA SIMARRO, Leire (E.T.A.-activist), geboren op 20.12.1977 in Basauri (Viscaya), identiteitskaart nr. 45.625.646

18.

* ECHEGARAY ACHIRICA, Alfonso (E.T.A.-activist), geboren op 10.1.1958 in Plencia (Viscaya), identiteitskaart nr. 16.027.051

19.

EL-HOORIE, Ali Saed Bin Ali (alias AL-HOURI, Ali Saed Bin Ali; alias EL-HOURI, Ali Saed Bin Ali), geboren op 10.7.1965 of 11.7.1965 in El Dibabiya, Saudi-Arabië; Saudisch onderdaan

20.

FAHAS, Sofiane Yacine, geboren op 10.9.1971 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

21.

* GOGEASCOECHEA ARRONATEGUI, Eneko (E.T.A.-activist), geboren op 29.4.1967 in Guernica (Vizcaya), identiteitskaart nr. 44.556.097

22.

* IPARRAGUIRRE GUENECHEA, Ma Soledad (E.T.A.-activist), geboren op 25.4.1961 in Escoriaza (Navarra), identiteitskaart nr. 16.255.819

23.

* IZTUETA BARANDICA, Enrique (E.T.A.-activist), geboren op 30.7.1955 in Santurce (Vizcaya), identiteitskaart nr. 14.929.950

24.

IZZ-AL-DIN, Hasan (alias GARBAYA, Ahmed, alias SA-ID, alias SALWWAN, Samir), Libanon, geboren in 1963 in Libanon, Libanees onderdaan

25.

LASSASSI, Saber (alias Mimiche), geboren op 30.11.1970 in Constantine (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

26.

MOHAMMED, Khalid Shaikh (alias ALI, Salem; alias BIN KHALID, Fahd Bin Adballah; alias HENIN, Ashraf Refaat Nabith; alias WADOOD, Khalid Adbul) geboren op 14.4.1965 of 1.3.1964 in Pakistan, paspoort nr. 488555

27.

MOKTARI, Fateh (alias Ferdi Omar), geboren op 26.12.1974 in Hussein Dey (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

28.

* MORCILLO TORRES, Gracia (E.T.A.-activist; lid van Kas/Ekin), geboren op 15.3.1967 in San Sebastián (Guipúzcoa), identiteitskaart nr. 72.439.052

29.

MUGHNIYAH, Imad Fa'iz (alias MUGHNIYAH, Imad Fayiz), hoge inlichtingenofficier van de HEZBOLLAH, geboren op 7.12.1962 in Tayr Dibba, Libanon, paspoort nr. 432298 (Libanon)

30.

* NARVÁEZ GOÑI, Juan Jesús (E.T.A.-activist) geboren op 23.2.1961 in Pamplona (Navarra), identiteitskaart nr. 15.841.101

31.

NOUARA, Farid, geboren op 25.11.1973 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

32.

* ORBE SEVILLANO, Zigor (E.T.A.-activist; lid van Jarrai/Haika/Segi), geboren op 22.9.1975 in Basauri (Vizcaya), identiteitskaart nr. 45.622.851

33.

* PALACIOS ALDAY, Gorka (E.T.A-activist; lid van K.Madrid), geboren op 17.10.1974 in Baracaldo (Vizcaya), identiteitskaart nr. 30.654.356

34.

* PEREZ ARAMBURU, Jon Iñaki (E.T.A.-activist; lid van Jarrai/Haika/Segi), geboren op 18.9.1964 in San Sebastián (Guipúzcoa), identiteitskaart nr. 15.976.521

35.

* QUINTANA ZORROZUA, Asier (E.T.A.-activist; lid van K.Madrid), geboren op 27.2.1968 in Bilbao (Vizcaya), identiteitskaart nr. 30.609.430

36.

RESSOUS, Hoari (alias Hallasa Farid), geboren op 11.9.1968 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

37.

* RUBENACH ROIG, Juan Luis (E.T.A.-activist; lid van K.Madrid), geboren op 18.9.1963 in Bilbao (Vizcaya), identiteitskaart nr. 18.197.545

38.

SEDKAOUI, Noureddine (alias Nounou), geboren op 23.6.1963 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

39.

SELMANI, Abdelghani (alias Gano), geboren op 14.6.1974 in Algiers (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

40.

SENOUCI, Sofiane, geboren op 15.4.1971 in Hussein Dey (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

41.

SISON, Jose Maria (alias Armando Liwanag, alias Joma, hoofd van de Communist Party of the Philippines, inclusief NPA), geboren op 8.2.1939 in Cabugao, Filipijnen

42.

TINGUALI, Mohammed (alias Mouh di Kouba), geboren op 21.4.1964 in Blida (Algerije) (lid van al-Takfir en al-Hijra)

43.

* URANGA ARTOLA, Kemen (E.T.A.-activist; lid van Herri Batasuna/E.H/Batasuna), geboren op 25.5.1969 in Ondarroa (Vizcaya), identiteitskaart nr. 30.627.290

44.

* VALLEJO FRANCO, Iñigo (E.T.A.-activist), geboren op 21.5.1976 in Bilbao (Vizcaya), identiteitskaart nr. 29.036.694

45.

* VILA MICHELENA, Fermín (E.T.A.-activist; lid van Kas/Ekin), geboren op 12.3.1970 in Irún (Guipúzcoa), identiteitskaart nr. 15.254.214

2.   GROEPEN EN ENTITEITEN

1.

Abu Nidal Organisation (ANO), (alias Fatah Revolutionaire Raad, Arabische Revolutionaire Brigades, Zwarte September, en Revolutionaire Organisatie van Socialistische Moslims)

2.

Al-Aqsa Martelarenbrigades

3.

Al-Aqsa e.V.

4.

Al-Takfir en al-Hijra

5.

* Nuclei Territoriali Antimperialisti (Anti-imperialistische territoriale eenheden)

6.

* Cooperativa Artigiana Fuoco ed Affini — Occasionalmente Spettacolare (Occasioneel spectaculaire artisanale Coöperatie Vuur en dergelijke)

7.

* Nuclei Armati per il Comunismo (Gewapende eenheden voor het communisme)

8.

Aum Shinrikyo (alias AUM; alias Aum Hoogste Waarheid, alias Aleph)

9.

Babbar Khalsa

10.

* CCCCC — Cellula Contro Capitale, Carcere i suoi Carcerieri e le sue Celle (Cel tegen kapitaal, gevangenissen, cipiers en gevangeniscellen)

11.

Communist Party of the Philippines, inclusief New Peoples Army (NPA), Filipijnen, onderhoudt banden met Sison Jose Maria C. (alias Armando Liwanag, alias Joma, hoofd van de Communist Party of the Philippines, inclusief NPA)

12.

* Continuity Irish Republican Army (CIRA)

13.

* Euskadi Ta Askatasuna/Tierra Vasca y Libertad/Baskenland en Vrijheid (E.T.A.) (De volgende organisaties maken deel uit van de terroristische groep E.T.A.: K.a.s., Xaki; Ekin, Jarrai-Haika-Segi, Gestoras pro-amnistía, Askatasuna, Batasuna (alias Herri Batasuna, alias Euskal Herritarrok)

14.

Gama'a al-Islamiyya (Islamitische Groep), (alias Al-Gama'a al-Islamiyya, IG)

15.

Great Islamic Eastern Warriors Front (IBDA-C)

16.

* Grupos de Resistencia Antifascista Primero de Octubre/Antifascistische Verzetsgroepen Een Oktober (G.R.A.P.O.)

17.

Hamas (inbegrepen Hamas-Izz al-Din al-Qassem)

18.

Hizbul Mujahideen (HM)

19.

Holy Land Foundation for Relief and Development

20.

International Sikh Youth Federation (ISYF)

21.

* Solidarietà Internazionale (Internationale solidariteit)

22.

Kahane Chai (Kach)

23.

Khalisan Zindabad Force (KZF)

24.

Koerdische Arbeiderspartij (PKK), (alias KADEK; alias KONGRA-GEL)

25.

Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE)

26.

* Loyalist Volunteer Force (LVF)

27.

Mujahedeen-e Khalq Organisatie (MEK of MKO) [min de „Nationale Raad van verzet van Iran” (NCRI)] (alias het Nationaal Bevrijdingsleger van Iran (NLA, de militante tak van MEK), Volksmujahedeen van Iran (PMOI), Iraanse Islamitische Studentenassociatie)

28.

Ejército de Liberación Nacional (Nationaal Bevrijdingsleger)

29.

* Orange Volunteers (OV)

30.

Palestinian Liberation Front (PLF) (Palestijns Bevrijdingsfront)

31.

Palestinian Islamic Jihad (PIJ) (Palestijnse Islamitische Jihad)

32.

Popular Front for the Liberation of Palestina (PFLP) (Volksfront voor de bevrijding van Palestina)

33.

Popular Front for the Liberation of Palestine-General Command (alias PFLP-General Command, PFLP-GC) (Volksfront voor de bevrijding van Palestina-Algemeen Commando)

34.

* Real IRA

35.

* Brigate Rosse per la Costruzione del Partito Comunista Combattente (Rode Brigades voor de opbouw van de strijdende communistische partij)

36.

* Red Hand Defenders (RHD)

37.

Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia (FARC) (Revolutionaire Strijdrachten van Colombia)

38.

* Revolutionary Nuclei/Epanastatiki Pirines (Revolutionaire Kernen)

39.

* Revolutionary Organisation 17 November/Dekati Evdomi Noemvri (Revolutionaire Organisatie 17 november)

40.

Revolutionair Volksbevrijdingsleger/front/partij (DHKP/C), (alias Devrimci Sol (Revolutionair Links), Dev Sol)

41.

Sendero Luminoso (SL) (Lichtend Pad)

42.

Stichting Al Aqsa (alias Stichting Al Aqsa Nederland, alias Al Aqsa Nederland)

43.

* Brigata XX Luglio (Brigade van de twintigste juli)

44.

* Ulster Defence Association/Ulster Freedom Fighters (UDA/UFF)

45.

Autodefensas Unidas de Colombia (AUC) (Verenigde Zelfverdedigingsgroepen van Colombia)

46.

* Nucleo di Iniziativa Proletaria Rivoluzionaria (Eenheid van het revolutionaire proletarische initiatief)

47.

* Nuclei di Iniziativa Proletaria (Eenheden van het proletarische initiatief)

48.

* F.A.I. — Federazione Anarchica Informale (Informele anarchistische federatie)


(1)  Ten aanzien van personen, groepen en entiteiten die met een asterisk zijn aangegeven geldt alleen artikel 4 van Gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB.