ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 93

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
31 maart 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

1

 

*

Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

12

 

*

Verordening (EG) nr. 511/2006 van de Raad van 27 maart 2006 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1531/2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op kleurentelevisietoestellen van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China

26

 

 

Verordening (EG) nr. 512/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

28

 

 

Verordening (EG) nr. 513/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 houdende tijdelijke bepalingen voor de afgifte van invoercertificaten die zijn aangevraagd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 565/2002 tot vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en invoering van een stelsel van oorsprongscertificaten, voor uit derde landen ingevoerde knoflook

30

 

*

Verordening (EG) nr. 514/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 824/2000 ten aanzien van de termijn waarbinnen in het verkoopseizoen 2005/2006 in sommige lidstaten granen voor interventie moeten worden geleverd

31

 

*

Verordening (EG) nr. 515/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 houdende vaststelling, voor het verkoopseizoen 2005/2006, van een overgangsmaatregel met betrekking tot de financiering van de opslag van graan dat voor interventie is aangeboden in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

32

 

 

Verordening (EG) nr. 516/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling, voor de sector suiker, vanaf 31 maart 2006 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

34

 

 

Verordening (EG) nr. 517/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

36

 

 

Verordening (EG) nr. 518/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de suikersector

38

 

 

Verordening (EG) nr. 519/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 22e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1138/2005

41

 

 

Verordening (EG) nr. 520/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de productierestitutie voor in de chemische industrie gebruikte witte suiker voor de periode van 1 tot en met 30 april 2006

42

 

 

Verordening (EG) nr. 521/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

43

 

 

Verordening (EG) nr. 522/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

45

 

 

Verordening (EG) nr. 523/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

50

 

 

Verordening (EG) nr. 524/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

52

 

 

Verordening (EG) nr. 525/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

55

 

 

Verordening (EG) nr. 526/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

57

 

 

Verordening (EG) nr. 527/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

58

 

 

Verordening (EG) nr. 528/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1809/2005

60

 

 

Verordening (EG) nr. 529/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 betreffende de offertes voor de uitvoer van gerst die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1058/2005

61

 

 

Verordening (EG) nr. 530/2006 van de Commissie van 30 maart 2006 betreffende de offertes voor de uitvoer van zachte tarwe die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2005

62

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Besluit van de Commissie van 6 maart 2006 houdende intrekking van Besluit 2002/683/EG tot aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van ontvangtoestellen voor kleurentelevisie van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China

63

 

*

Beschikking van de Commissie van 27 maart 2006 tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat betreft regionalisatie voor Argentinië en de modelcertificaten betreffende de invoer van vers vlees van runderen uit Brazilië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 896)  ( 1 )

65

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 2152/2005 van de Commissie van 23 december 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 327/98 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst, alsmede van Verordening (EG) nr. 1549/2004 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad ten aanzien van de invoerregeling voor rijst en tot vaststelling van een overgangsregeling voor de invoer van Basmati-rijst (PB L 342 van 24.12.2005)

79

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/1


VERORDENING (EG) Nr. 509/2006 VAN DE RAAD

van 20 maart 2006

inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De productie, de vervaardiging en de distributie van landbouwproducten en levensmiddelen nemen in de economie van de Gemeenschap een belangrijke plaats in.

(2)

De diversificatie van de landbouwproductie moet worden bevorderd. De bevordering van traditionele producten met specifieke kenmerken kan een belangrijke troef worden voor het platteland, met name voor probleemgebieden of afgelegen gebieden, enerzijds doordat het inkomen van de landbouwers erdoor wordt verbeterd anderzijds doordat wordt voorkomen dat de bevolking uit die gebieden wegtrekt.

(3)

Voor de goede werking van de interne markt in de sector levensmiddelen moet het bedrijfsleven kunnen beschikken over instrumenten waarmee het aan zijn producten waarde kan toevoegen en waarmee tevens de consument tegen misbruik kan worden beschermd en de eerlijkheid van handelstransacties kan worden gegarandeerd.

(4)

Het begrip „specificiteitcertificering” is gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitcertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen (2), en het begrip „gegarandeerde traditionele specialiteit” is geïntroduceerd in Verordening (EEG) nr. 1848/93 van de Commissie (3), waarin toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2082/92 zijn vastgesteld. Specificiteitcertificeringen, vaker „gegarandeerde traditionele specialiteiten” genoemd, spelen in op de vraag van de consument naar traditionele producten met specifieke kenmerken. Gezien de verscheidenheid aan producten in de handel en de overvloedige informatie die erover wordt verstrekt, moet de consument, om beter zijn keuze te kunnen bepalen, over duidelijke en bondige informatie kunnen beschikken wat de specifieke kenmerken van deze levensmiddelen betreft.

(5)

Ter wille van de duidelijkheid zou afstand moeten worden gedaan van het begrip „specificiteitcertificering” ten voordele van het begrip „gegarandeerde traditionele specialiteit”, dat makkelijker te begrijpen is; om voor zowel producent als consument te verduidelijken wat het doel van deze verordening is, zou het begrip „specificiteit” precies moeten worden omschreven en zou een definitie van het begrip „traditioneel” moeten worden vastgesteld.

(6)

Sommige producenten willen marktwaarde ontlenen aan traditionele landbouwproducten of levensmiddelen waarvan de specifieke kenmerken zich duidelijk onderscheiden van andere soortgelijke producten of levensmiddelen. Om de consument te beschermen dient de gegarandeerde traditionele specialiteit te worden gecontroleerd. Een dergelijke regeling op basis van vrijwilligheid, die de handelaren in staat stelt aan de kwaliteit van een landbouwproduct of levensmiddel op communautair niveau bekendheid te geven, moet volledige garanties bieden, zodat eventuele verwijzingen ernaar in de handel gerechtvaardigd zijn.

(7)

Voor de etikettering van landbouwproducten en levensmiddelen gelden de algemene voorschriften als vervat in Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (4). Gezien hun specificiteit, dienen er voor gegarandeerde traditionele specialiteiten evenwel aanvullende bijzondere voorschriften te worden vastgesteld. Om op het grondgebied van de Gemeenschap geproduceerde gegarandeerde traditionele specialiteiten gemakkelijker en sneller te kunnen identificeren, moet het gebruik van de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit” of het desbetreffende communautaire symbool op het etiket verplicht worden gesteld, waarbij voor de marktdeelnemers moet worden voorzien in een redelijke termijn om zich hiernaar te schikken.

(8)

Om de inachtneming en de bestendigheid van de gegarandeerde traditionele specialiteiten te garanderen, moeten de in groeperingsverband samenwerkende producenten zelf de specifieke kenmerken vastleggen in een productdossier. Ook producenten uit derde landen moet de mogelijkheid worden geboden om een gegarandeerde traditionele specialiteit te laten registreren.

(9)

De op het grondgebied van de Gemeenschap beschermde gegarandeerde traditionele specialiteiten moeten worden onderworpen aan een controleregeling, gebaseerd op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (5), alsmede aan een controleregeling die ten doel heeft te garanderen dat de bepalingen van het productdossier door de marktdeelnemers in acht worden genomen voordat de landbouwproducten en levensmiddelen in de handel worden gebracht.

(10)

Gegarandeerde traditionele specialiteiten komen slechts voor bescherming in aanmerking indien zij op communautair niveau geregistreerd zijn. In geval van registratie worden ook de sector en de consument geïnformeerd.

(11)

De nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat moeten elke registratieaanvraag onderzoeken met inachtneming van de gemeenschappelijke minimumvoorschriften, inclusief een bezwaarprocedure op nationaal niveau, teneinde te garanderen dat het betrokken landbouwproduct of levensmiddel traditioneel is en specifieke kenmerken heeft. Vervolgens dient de Commissie een onderzoek te verrichten om te garanderen dat door de lidstaten en door producenten uit derde landen ingediende registratieaanvragen op eenvormige wijze worden behandeld.

(12)

Om de registratieprocedure efficiënter te maken, moeten vexatoire en ongefundeerde bezwaren buiten beschouwing worden gelaten en moet worden bepaald op welke gronden de Commissie de ontvankelijkheid van bij haar ingediende bezwaarschriften beoordeelt. Onderdanen van derde landen met een rechtmatig belang hebben recht op bezwaar overeenkomstig dezelfde criteria als die welke gelden voor producenten uit de Gemeenschap. Deze criteria moeten worden beoordeeld in relatie tot het grondgebied van de Gemeenschap. Op grond van de opgedane ervaring moet de periode voor overleg in geval van bezwaar worden aangepast.

(13)

Er moeten bepalingen komen om de reikwijdte van de bescherming die krachtens deze verordening wordt geboden te verduidelijken, met name met de vermelding dat deze verordening onverminderd van toepassing moet zijn op de bestaande regels inzake merkenrechten en geografische aanduidingen.

(14)

Om concurrentieverstoring te voorkomen, moet elke producent, ook een producent uit een derde land, kunnen gebruikmaken van een geregistreerde benaming, vergezeld van een bijzondere vermelding en, in voorkomend geval, het communautaire symbool, vergezeld van de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, dan wel een als zodanig geregistreerde benaming, voorzover het landbouwproduct of het levensmiddel dat wordt geproduceerd of verwerkt, aan de eisen van het desbetreffende productdossier voldoet, en de producent overeenkomstig deze verordening een beroep doet op de diensten van een controleautoriteit of -orgaan.

(15)

Vermeldingen in verband met de specificiteit van een landbouwproduct of een levensmiddel moeten rechtsbescherming genieten en aan controles worden onderworpen om voor de producent aantrekkelijk en voor de consument betrouwbaar te zijn.

(16)

De lidstaten moeten leges kunnen heffen om de gemaakte kosten te dekken.

(17)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (6).

(18)

Vastgesteld moet worden welke bepalingen van deze verordening van toepassing zijn op registratieaanvragen die vóór de datum van inwerkingtreding bij de Commissie zijn ingediend. Voorts moet marktdeelnemers een redelijke termijn worden geboden om de nodige aanpassingen door te voeren met betrekking tot de particuliere controleorganen en de etikettering van landbouwproducten en levensmiddelen die als gegarandeerde traditionele specialiteit in de handel worden gebracht.

(19)

Ter wille van de duidelijkheid en de transparantie moet Verordening (EEG) nr. 2082/92 worden ingetrokken en vervangen door deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Werkingssfeer

1.   In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld voor het erkennen als gegarandeerde traditionele specialiteit van:

a)

de in bijlage I bij het Verdrag bedoelde landbouwproducten die voor menselijke consumptie zijn bestemd;

b)

de in bijlage I bij deze verordening bedoelde levensmiddelen.

Bijlage I bij deze verordening kan volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden gewijzigd.

2.   Deze verordening geldt onverminderd andere bijzondere communautaire bepalingen.

3.   Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (7) is niet van toepassing op de gegarandeerde traditionele specialiteiten waarvoor deze verordening geldt.

Artikel 2

Definities

1.   In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„specificiteit”: het aspect of geheel van aspecten waardoor een landbouwproduct of een levensmiddel zich duidelijk onderscheidt van andere soortgelijke producten of levensmiddelen die tot dezelfde categorie behoren;

b)

„traditioneel”: het aantoonbare gebruik op de communautaire markt gedurende een periode waarin overdracht van de ene op de andere generatie plaatsvindt; deze periode is die welke in het algemeen aan één generatie wordt toegeschreven, namelijk ten minste 25 jaar;

c)

„gegarandeerde traditionele specialiteit”: een traditioneel landbouwproduct of een traditioneel levensmiddel waarvan de specificiteit door de Gemeenschap is erkend via registratie uit hoofde van deze verordening;

d)

„groepering”: elke organisatie, ongeacht haar rechtsvorm of samenstelling, van producenten of verwerkers die met hetzelfde landbouwproduct of hetzelfde levensmiddel werken.

2.   Het aspect of het geheel van aspecten als bedoeld in lid 1, onder a), kan betrekking hebben op de intrinsieke kenmerken van het product, zoals de fysische, de chemische, de microbiologische of de organoleptische kenmerken, op de productiemethode of op de specifieke voorwaarden waaraan bij de productie moet worden voldaan.

De presentatie van een landbouwproduct of een levensmiddel wordt niet beschouwd als een aspect in de zin van lid 1, onder a).

De in lid 1, onder a), omschreven specificiteit mag niet worden beperkt tot een kwalitatieve of kwantitatieve samenstelling of een productiewijze als vervat in communautaire of nationale wetgeving, in normen van normalisatie-instituten of in facultatieve normen; deze regel is evenwel niet van toepassing wanneer de betrokken wetgeving of norm is vastgesteld om de specificiteit van een product te omschrijven.

Andere belanghebbende partijen mogen deel uitmaken van de in lid 1, onder d), bedoelde groepering.

Artikel 3

Register

De Commissie houdt een register bij van de gegarandeerde traditionele specialiteiten die op communautair niveau zijn erkend uit hoofde van deze verordening.

Het register bevat twee aparte lijsten van gegarandeerde traditionele specialiteiten, naargelang het gebruik van de benaming van het product of het levensmiddel al dan niet gereserveerd is voor producenten die het productdossier in acht nemen.

Artikel 4

Eisen met betrekking tot producten en benamingen

1.   Om in het in artikel 3 bedoelde register te worden opgenomen, moet een landbouwproduct of een levensmiddel hetzij geproduceerd zijn op basis van traditionele grondstoffen, hetzij gekenmerkt worden door een traditionele samenstelling dan wel geproduceerd en/of verwerkt zijn volgens een traditionele productie- en/of verwerkingsmethode.

In het register mogen geen landbouwproducten of levensmiddelen worden opgenomen waarvan de specificiteit berust op de herkomst of de geografische oorsprong. Onverminderd artikel 5, lid 1, is het gebruik van geografische termen in een benaming toegestaan.

2.   Om in het register te worden opgenomen, moet de benaming:

a)

hetzij op zichzelf specifiek zijn,

b)

hetzij de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking brengen.

3.   Een specifieke benaming als bedoeld in lid 2, onder a), moet traditioneel zijn en in overeenstemming zijn met de nationale bepalingen, dan wel door het gebruik algemeen gangbaar zijn geworden.

Een benaming die de specificiteit tot uitdrukking brengt als bedoeld in lid 2, onder b), mag niet in het register worden opgenomen indien:

a)

zij uitsluitend verwijst naar algemene claims die voor een aantal landbouwproducten of levensmiddelen gelden of waarin specifieke communautaire wetgeving voorziet;

b)

zij misleidend is, met name indien zij verwijst naar een vanzelfsprekend kenmerk van het product of naar een kenmerk dat niet overeenstemt met het productdossier, en zij de consument derhalve kan misleiden wat de kenmerken van het product betreft.

Artikel 5

Beperkingen op het gebruik van benamingen

1.   Deze verordening laat de voorschriften van de Gemeenschap of van de lidstaten betreffende intellectuele eigendom, met name die inzake geografische aanduidingen en handelsmerken, onverlet.

2.   De naam van een planten- of dierenras mag in de benaming van een gegarandeerde traditionele specialiteit worden gebruikt, op voorwaarde dat deze niet misleidend is wat de aard van het product betreft.

Artikel 6

Productdossier

1.   Om voor een gegarandeerde traditionele specialiteit (GTS) in aanmerking te komen, moet een landbouwproduct of een levensmiddel in overeenstemming zijn met een productdossier.

2.   Het productdossier omvat:

a)

de in artikel 4, lid 2, bedoelde benaming, in een of meer talen, waarbij moet worden vermeld of de groepering de registratie ervan aanvraagt met of zonder reservering van de benaming, en of zij om toepassing vraagt van het bepaalde in artikel 13, lid 3;

b)

de beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel, met inbegrip van de belangrijkste fysische, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken;

c)

de beschrijving van de productiemethode die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, alsmede de methode van verwerking van het landbouwproduct of het levensmiddel;

d)

de belangrijkste kenmerken waaraan de specificiteit wordt ontleend en, in voorkomend geval, de gebruikte referentiebasis;

e)

de belangrijkste kenmerken ter staving van het traditionele karakter als bedoeld in artikel 4, lid 1, eerste alinea;

f)

de minimumeisen en de procedures voor de controle van de specificiteit.

Artikel 7

Registratieaanvraag

1.   Alleen groeperingen zijn gerechtigd een aanvraag tot registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit in te dienen.

Verscheidene groeperingen uit verschillende lidstaten of derde landen kunnen een gezamenlijke aanvraag indienen.

2.   Een groepering kan slechts een registratieaanvraag indienen voor landbouwproducten of voedingsmiddelen die door de groepering worden geproduceerd of verkregen.

3.   De registratieaanvraag omvat ten minste:

a)

de naam en het adres van de aanvragende groepering;

b)

het in artikel 6 bedoelde productdossier;

c)

de naam en het adres van de autoriteiten of organen die verifiëren of de bepalingen van het productdossier worden nageleefd, alsmede hun specifieke taken;

d)

de documenten ter staving van het specifieke en traditionele karakter van het product.

4.   Indien de groepering is gevestigd in een lidstaat, wordt de aanvraag ingediend bij die lidstaat.

De lidstaat onderzoekt de aanvraag op gepaste wijze en controleert of de aanvraag gerechtvaardigd is en aan de voorwaarden van deze verordening voldoet.

5.   De lidstaat voorziet tijdens het in lid 4, tweede alinea, vermelde onderzoek in een nationale bezwaarprocedure, waarbij een adequate bekendmaking van de aanvraag wordt gewaarborgd en een redelijke periode wordt vastgesteld waarin elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die op het grondgebied van de lidstaat is gevestigd of woonachtig is, bezwaar tegen de aanvraag kan aantekenen.

De lidstaat onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn op basis van de criteria van artikel 9, lid 3, eerste alinea.

6.   Wanneer de lidstaat van oordeel is dat aan het bepaalde in de artikelen 4, 5 en 6 is voldaan, doet hij de volgende zaken aan de Commissie toekomen:

a)

de naam en het adres van de aanvragende groepering,

b)

het in artikel 6 bedoelde productdossier,

c)

de naam en het adres van de autoriteiten of organen die verifiëren of de bepalingen van het productdossier worden nageleefd, alsmede hun specifieke taken,

d)

een verklaring van de lidstaat dat de door de groepering ingediende aanvraag aan de voorwaarden van deze verordening en van de uitvoeringsbepalingen ervan voldoet.

7.   Een aanvraag met betrekking tot landbouwproducten of levensmiddelen die wordt ingediend door een groepering van een derde land, wordt rechtstreeks of via de autoriteiten van dat land bij de Commissie ingediend en bevat de in lid 3 vermelde gegevens.

8.   De in dit artikel bedoelde en aan de Commissie toegezonden documenten zijn gesteld in één van de officiële talen van de instellingen van de Europese Unie of gaan vergezeld van een beëdigde vertaling in een van die talen.

Artikel 8

Onderzoek door de Commissie

1.   De Commissie onderzoekt de overeenkomstig artikel 7 ontvangen aanvraag op gepaste wijze en controleert of de aanvraag gerechtvaardigd is en aan de voorwaarden van deze verordening voldoet. Dit onderzoek zou niet langer dan twaalf maanden in beslag mogen nemen.

De Commissie maakt elke maand de lijst bekend van benamingen waarvoor een registratieaanvraag is ingediend, en de datum waarop de aanvragen bij de Commissie zijn ingediend.

2.   Wanneer de Commissie op grond van het in de eerste alinea van lid 1 bedoelde onderzoek vaststelt dat aan de bepalingen van deze verordening is voldaan, maakt zij de in artikel 7, lid 3, onder a) tot en met c), bedoelde gegevens bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Wanneer niet aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan, verwerpt de Commissie de registratieaanvraag volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 9

Bezwaarschriften

1.   Lidstaten of derde landen kunnen tot uiterlijk zes maanden na de in artikel 8, lid 2, eerste alinea, vermelde datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar aantekenen tegen de geplande registratie door een met redenen omklede verklaring bij de Commissie in te dienen.

2.   Ook elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die gevestigd of woonachtig is in een andere lidstaat dan de lidstaat die de registratieaanvraag heeft ingediend of in een derde land, kan ook bezwaar tegen de geplande registratie aantekenen door een met redenen omklede verklaring in te dienen.

In een lidstaat gevestigde of woonachtige natuurlijke of rechtspersonen dienen zo'n verklaring bij die lidstaat in binnen een termijn die een bezwaar overeenkomstig lid 1 mogelijk maakt.

In een derde land verblijvende of woonachtige natuurlijke of rechtspersonen dienen hun verklaring binnen de in lid 1 bedoelde termijn rechtstreeks of via de autoriteiten van het betrokken derde land bij de Commissie in.

3.   Ontvankelijk zijn alleen bezwaarschriften die binnen de in lid 1 bedoelde termijn bij de Commissie worden ingediend en die:

a)

ofwel aantonen dat niet aan de voorwaarden van de artikelen 2, 4 en 5 is voldaan;

b)

ofwel, in geval van een in artikel 13, lid 2, bedoelde aanvraag, aantonen dat de benaming op rechtmatige, erkende en economisch significatieve wijze wordt gebruikt voor soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen.

De Commissie onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn.

De in de eerste alinea bedoelde criteria moeten worden beoordeeld met betrekking tot het grondgebied van de Gemeenschap.

4.   De Commissie registreert de benaming wanneer ze geen krachtens lid 3 ontvankelijk bezwaarschrift heeft ontvangen.

De registratie wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

5.   Wanneer een bezwaarschrift krachtens lid 3 ontvankelijk is, verzoekt de Commissie de belanghebbende partijen op gepaste wijze overleg te plegen.

Als de belanghebbende partijen binnen een termijn van zes maanden een akkoord bereiken, brengen zij de Commissie op de hoogte van alle gegevens die tot het akkoord geleid hebben, met inbegrip van het standpunt van de aanvrager en de opposant. Als de overeenkomstig artikel 8, lid 2, bekendgemaakte gegevens niet of slechts minimaal zijn gewijzigd, volgt de Commissie de procedure van lid 4 van dit artikel. In alle andere gevallen herhaalt zij het in artikel 8, lid 1, bedoelde onderzoek.

Als er geen akkoord wordt bereikt, neemt de Commissie volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure een besluit waarbij zij rekening houdt met de loyale en traditionele gebruiken en met de werkelijke risico's van verwarring.

Dit besluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

6.   De in dit artikel bedoelde en aan de Commissie toegezonden documenten zijn gesteld in één van de officiële talen van de instellingen van de Europese Unie of gaan vergezeld van een beëdigde vertaling in een van die talen.

Artikel 10

Annulering

Wanneer de Commissie, overeenkomstig de in artikel 19, lid 1, onder f), bedoelde gedetailleerde uitvoeringsbepalingen, vindt dat de voorwaarden van het productdossier van een landbouwproduct of een levensmiddel dat betrekking heeft op een gegarandeerde traditionele specialiteit, niet langer worden nageleefd, annuleert zij de registratie volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure. De annulering wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Artikel 11

Wijziging van het productdossier

1.   Het productdossier kan op verzoek van een lidstaat worden gewijzigd naar aanleiding van een verzoek van een op zijn grondgebied gevestigde groepering of een in een derde land gevestigde groepering. In dit laatste geval wordt het verzoek rechtstreeks of via de autoriteiten van het derde land bij de Commissie ingediend.

In het verzoek moet een rechtmatig economisch belang worden aangetoond en moeten de gevraagde wijzigingen worden beschreven en gemotiveerd.

Het verzoek om goedkeuring van een wijziging is onderworpen aan de procedure van de artikelen 7, 8 en 9.

Als echter slechts minimale wijzigingen worden voorgesteld, beslist de Commissie of de wijziging wordt goedgekeurd zonder de procedure van artikel 8, lid 2, en artikel 9 te volgen.

De minimale wijzigingen worden in voorkomend geval door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

2.   De lidstaten zien erop toe dat elke producent of verwerker die het productdossier waarvoor om een wijziging is verzocht, toepast, in kennis wordt gesteld van de bekendmaking. Afgezien van de in artikel 9, lid 3, bedoelde bezwaarschriften, zijn ook bezwaarschriften die aantonen dat er een economisch belang kleeft aan de productie van de gegarandeerde traditionele specialiteit, ontvankelijk.

3.   Indien de wijziging een tijdelijke verandering behelst van het productdossier ingevolge een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd, wordt het verzoek doorgegeven aan de Commissie door de lidstaat op verzoek van een groepering van producenten of door een in een derde land gevestigde groepering. De procedure van lid 1, vierde alinea, is van toepassing.

Artikel 12

Benamingen, aanduiding en symbool

1.   Alleen producenten die aan het productdossier voldoen, mogen op de etikettering, op reclame of andere documenten die betrekking hebben op een landbouwproduct of een levensmiddel, verwijzen naar een gegarandeerde traditionele specialiteit.

2.   Wanneer op de etikettering van een op het grondgebied van de Gemeenschap geproduceerd landbouwproduct of levensmiddel verwezen wordt naar een gegarandeerde traditionele specialiteit, moet de geregistreerde benaming, tezamen met het communautaire symbool of de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, worden aangebracht.

3.   De in lid 2 bedoelde vermelding is facultatief voor de etikettering van gegarandeerde traditionele specialiteiten die buiten het grondgebied van de Gemeenschap worden geproduceerd.

Artikel 13

Voorschriften betreffende de geregistreerde benaming

1.   Vanaf de datum van bekendmaking als bedoeld in artikel 9, lid 4 of lid 5, mag een benaming die in het in artikel 3 bedoelde register is geregistreerd, alleen nog worden gebruikt om het met het productdossier overeenkomende landbouwproduct of levensmiddel te identificeren als gegarandeerde traditionele specialiteit, overeenkomstig artikel 12. Geregistreerde benamingen mogen wel worden gebruikt op de etikettering van producten die niet met het geregistreerde productdossier overeenstemmen, maar dan wel zonder de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, de afkorting „GTS” of het bijbehorende communautaire symbool.

2.   Een gegarandeerde traditionele specialiteit mag evenwel worden geregistreerd met reservering van de benaming voor een landbouwproduct of een levensmiddel dat met het bekendgemaakte productdossier overeenstemt, mits de groepering daar in haar registratieaanvraag om heeft verzocht en de in artikel 9 bedoelde procedure niet toont dat de benaming op rechtmatige, erkende en economisch significatieve wijze wordt gebruikt voor soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen. Vanaf de datum van bekendmaking als bedoeld in artikel 9, lid 4, of artikel 9, lid 5, mag de benaming niet langer worden gebruikt op de etikettering van soortgelijke landbouwproducten of levensmiddelen die niet aan het geregistreerde productdossier voldoen, zelfs niet wanneer hij niet vergezeld gaat van de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit”, de afkorting „GTS” of het bijbehorende communautaire symbool.

3.   Wanneer om registratie van een benaming in een enkele taal wordt verzocht, kan de groepering in het productdossier bepalen dat, bij het in de handel brengen van het product, op het etiket niet alleen de benaming van het product in de originele taal wordt aangebracht, maar ook in andere officiële talen wordt vermeld dat het product is verkregen volgens de traditie van de regio, de lidstaat of het derde land waarvan de aanvraag afkomstig is.

Artikel 14

Officiële controles

1.   De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn dan wel verantwoordelijk zijn voor de officiële controles wat betreft de in de onderhavige verordening vastgestelde verplichtingen, zulks overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat elke exploitant die aan deze verordening voldoet, in aanmerking komt voor een systeem van officiële controles.

3.   De Commissie maakt de namen en adressen van de in lid 1 en in artikel 15 bedoelde autoriteiten en organen bekend, en werkt die gegevens periodiek bij.

Artikel 15

Verificatie inzake de inachtneming van het productdossier

1.   Voor in de Gemeenschap geproduceerde landbouwproducten en levensmiddelen wordt de verificatie inzake de inachtneming van het productdossier, voordat het product op de markt wordt gebracht, uitgevoerd door:

één of meer bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 14, en/of

één of meer controleorganen in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 882/2004, die optreden als orgaan voor productcertificering.

De kosten van die verificatie inzake de inachtneming komen ten laste van de aan de controle onderworpen marktdeelnemer.

2.   Voor in een derde land geproduceerde landbouwproducten en levensmiddelen wordt de verificatie inzake de inachtneming van het productdossier, voordat het product op de markt wordt gebracht, uitgevoerd door:

één of meer door het derde land aangewezen openbare instanties, en/of

één of meer organen voor productcertificering.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde organen voor productcertificering dienen te voldoen aan, en vanaf 1 mei 2010 te zijn geaccrediteerd volgens de Europese norm EN 45011 of ISO/IEC Guide 65. (Algemene voorschriften voor instanties die productcertificeringssystemen toepassen).

4.   Wanneer de in de leden 1 en 2 bedoelde autoriteiten ervoor gekozen hebben de verificatie inzake de inachtneming uit te voeren, dienen zij afdoende garanties inzake objectiviteit en onpartijdigheid te bieden, en over gekwalificeerd personeel en voldoende middelen voor de uitoefening van hun taken te beschikken.

Artikel 16

Verklaringen van producenten voor de aangewezen autoriteiten of organen

1.   Een producent van een lidstaat die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, stelt, ook al maakt hij deel uit van de groepering die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend, de in artikel 14, lid 3, bedoelde aangewezen autoriteiten of organen van de lidstaat waar hij is gevestigd, daar van tevoren van in kennis, op aanwijzing van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 14, lid 1.

2.   Een producent van een derde land die voornemens is om voor het eerst een gegarandeerde traditionele specialiteit te produceren, stelt, ook al maakt hij deel uit van de groepering die de oorspronkelijke aanvraag heeft ingediend, de in artikel 14, lid 3, bedoelde aangewezen autoriteiten of organen daar van tevoren van in kennis, indien nodig op aanwijzing van de producentengroepering of de autoriteit van het derde land.

Artikel 17

Bescherming

1.   De lidstaten treffen de nodige maatregelen om rechtsbescherming te bieden tegen elk misbruik of elk misleidend gebruik van het begrip „gegarandeerde traditionele specialiteit”, de afkorting „GTS” en het bijbehorende communautaire symbool, alsmede tegen elke nabootsing van overeenkomstig artikel 13, lid 2, geregistreerde en gereserveerde benamingen.

2.   Geregistreerde benamingen worden beschermd tegen alle praktijken die de consument kunnen misleiden, waaronder praktijken die de suggestie wekken dat het landbouwproduct of het levensmiddel een door de Gemeenschap erkende gegarandeerde traditionele specialiteit is.

3.   De lidstaten treffen alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de op nationaal niveau gebruikte verkoopbenamingen niet kunnen worden verward met de overeenkomstig artikel 13, lid 2, geregistreerde en gereserveerde benamingen.

Artikel 18

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor gegarandeerde traditionele specialiteiten.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 19

Uitvoerings- en overgangsbepalingen

1.   Overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden gedetailleerde uitvoeringsbepalingen voor deze verordening vastgesteld. Ze omvatten met name:

a)

de gegevens die moeten worden opgenomen in het in artikel 6, lid 2, bedoelde productdossier;

b)

bepalingen betreffende de indiening van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 7, lid 1, door groeperingen die zijn gevestigd in verschillende lidstaten of derde landen;

c)

bepalingen betreffende de toezending aan de Commissie van de in artikel 7, leden 3 en 6, bedoelde registratieaanvragen, de in artikel 7, lid 7, bedoelde registratieaanvragen en de in artikel 11 bedoelde wijzigingsverzoeken;

d)

bepalingen inzake het in artikel 3 bedoelde register van gegarandeerde traditionele specialiteiten;

e)

bepalingen inzake de in artikel 9 bedoelde bezwaarschriften, inclusief bepalingen inzake passend overleg tussen de belanghebbende partijen;

f)

bepalingen inzake de in artikel 10 bedoelde annulering van de registratie van een gegarandeerde traditionele specialiteit;

g)

bepalingen inzake de aanduiding en het symbool, bedoeld in artikel 12;

h)

een omschrijving van „minimale wijziging” als bedoeld in artikel 11, lid 1, vierde alinea;

i)

bepalingen inzake de voorwaarden voor toezicht op de naleving van de bepalingen van het productdossier.

2.   De benamingen die op de datum waarop deze verordening in werking treedt al krachtens Verordening (EEG) nr. 2082/92 zijn geregistreerd, worden automatisch opgenomen in het in artikel 3 vermelde register. De bijbehorende productdossiers worden gelijkgesteld met de productdossiers als bedoeld in artikel 6, lid 1.

3.   Voor hangende aanvragen, verklaringen en verzoeken die de Commissie vóór de datum van inwerkintreding van deze verordening heeft ontvangen:

a)

gelden de procedures van artikel 7 niet;

b)

kan de Commissie, wanneer het productdossier andere dan de in artikel 6 bedoelde gegevens bevat, verzoeken om een nieuwe versie van het productdossier die verenigbaar is met dat artikel, indien dat nodig is om de aanvraag verder af te werken.

Artikel 20

Leges

De lidstaten kunnen leges heffen om hun kosten te dekken van onder meer het onderzoek van de registratieaanvragen, de bezwaarschriften, de wijzigingsaanvragen en de annulatieaanvragen uit hoofde van deze verordening.

Artikel 21

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 2082/92 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de in bijlage II opgenomen concordantietabel.

Artikel 22

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De bepalingen van artikel 12, lid 2, zijn evenwel van toepassing met ingang van 1 mei 2009, onverminderd de bepalingen die van toepassing zijn op producten die vóór die datum in de handel zijn gebracht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PRÖLL


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(3)  PB L 168 van 10.7.1993, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2167/2004 (PB L 371 van 18.12.2004, blz. 8).

(4)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/89/EG (PB L 308 van 25.11.2003, blz. 15).

(5)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.

(6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(7)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.


BIJLAGE I

Levensmiddelen als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b)

Bier,

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten,

Suikerwerk, brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren,

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld,

Samengestelde gerechten,

Bereide kruidensausen,

Soep of bouillon,

Dranken op basis van plantenextracten,

Consumptie-ijs en sorbets.


BIJLAGE II

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 2082/92

Deze verordening

Artikel 1, lid 1, eerste alinea

Artikel 1, lid 1, eerste alinea

Artikel 1, lid 1, tweede alinea

Artikel 1, lid 1, tweede alinea

Artikel 1, leden 2 en 3

Artikel 1, leden 2 en 3

Artikel 2, lid 1, eerste alinea

Artikel 2, lid 1, onder a)

Artikel 2, lid 1, tweede alinea

Artikel 2, lid 2, tweede alinea

Artikel 2, lid 1, derde alinea

Artikel 2, lid 2, derde alinea

Artikel 2, lid 2, eerste zin

Artikel 2, lid 1, onder d)

Artikel 2, lid 2, tweede zin

Artikel 2, lid 2, vierde alinea

Artikel 2, lid 3

Artikel 2, lid 1, onder c)

Artikel 2, lid 1, onder b)

Artikel 2, lid 2, eerste alinea

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 1, eerste alinea

Artikel 4, lid 2

Artikel 4, lid 1, tweede alinea

Artikel 5, lid 1

Artikel 4, lid 2

Artikel 5, lid 2

Artikel 4, lid 3, tweede alinea

Artikel 5, lid 3

Artikel 4, lid 3, eerste alinea

Artikel 5, lid 4

Artikel 4, lid 1, tweede zin van de tweede alinea

Artikel 5

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 6, lid 2

Artikel 6, lid 2

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 6

Artikel 7, leden 7 en 8

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, leden 4 en 5

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1, eerste alinea

Artikel 8, lid 1, tweede alinea

Artikel 8, lid 2, eerste alinea

Artikel 8, lid 2

Artikel 8, lid 3

Artikel 9, leden 1 en 2

Artikel 9, lid 3

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, lid 4

Artikel 9, lid 2

Artikel 9, lid 5

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11, lid 1

Artikel 11, lid 1, eerste alinea

Artikel 11, lid 2, eerste alinea

Artikel 11, lid 1, derde alinea

Artikel 11, lid 1, tweede alinea

Artikel 11, lid 2, tweede alinea

Artikel 11, lid 2

Artikel 12

Artikel 19, lid 1, onder g)

Artikel 13, lid 1

Artikel 13, lid 1

Artikel 13, lid 2

Artikel 13, lid 2

Artikel 13, lid 3

Artikel 14

Artikelen 14 en 15

Artikel 15, lid 1

Artikel 12, lid 1

Artikel 12, leden 2 en 3

Artikel 15, lid 2

Artikel 16, lid 1

Artikel 15, lid 3

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 17, leden 1 en 2

Artikel 18

Artikel 17, lid 3

Artikel 19

Artikel 18

Artikel 20

Artikel 19

Artikel 21

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 22

Bijlage

Bijlage I

Bijlage II


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/12


VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

van 20 maart 2006

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De productie, vervaardiging en distributie van landbouwproducten en levensmiddelen nemen in de economie van de Gemeenschap een belangrijke plaats in.

(2)

De diversificatie van de landbouwproductie moet worden bevorderd om op de markt een beter evenwicht tussen vraag en aanbod te bereiken. De bevordering van productie en afzet van producten met bepaalde kenmerken kan een belangrijke troef worden voor het platteland, met name voor probleemgebieden of afgelegen gebieden, doordat het inkomen van de landbouwers wordt verbeterd en doordat wordt voorkomen dat de bevolking uit die gebieden wegtrekt.

(3)

Steeds meer consumenten zijn trouwens geneigd voor hun eten en drinken meer belang aan kwaliteit dan aan kwantiteit te hechten. Dit verlangen naar specifieke producten leidt onder meer tot een vraag naar landbouwproducten of levensmiddelen waarvan de geografische oorsprong vaststaat.

(4)

Gezien de verscheidenheid van de producten in de handel en de overvloedige informatie die erover wordt verstrekt, moet de consument, om zijn keuze beter te kunnen bepalen, over de oorsprong van het product duidelijk en bondig worden geïnformeerd.

(5)

Bij de etikettering van landbouwproducten en levensmiddelen moeten algemene communautaire voorschriften in acht worden genomen en met name Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (2). Voor landbouwproducten en levensmiddelen die uit een afgebakend geografisch gebied afkomstig zijn, moeten, gezien de specificiteit ervan, bijzondere aanvullende bepalingen worden vastgesteld, op grond waarvan producenten op de verpakking de passende communautaire symbolen of vermeldingen dienen aan te brengen. Het gebruik van dergelijke symbolen en vermeldingen moet voor de communautaire benamingen verplicht worden gesteld om enerzijds de consumenten beter over deze categorie producten en de ermee verbonden waarborgen te informeren en anderzijds de identificatie van deze producten op de markten te vergemakkelijken met het oog op vlottere controles. De marktdeelnemers moeten over een redelijke termijn kunnen beschikken om aan deze verplichting te voldoen.

(6)

Het is zaak oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen communautair te benaderen. Met een communautair kader in de vorm van een beschermingsregeling zou het gebruik van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen verder kunnen worden ontwikkeld, aangezien een dergelijk kader, dankzij een meer uniforme aanpak, aan producenten van producten met dergelijke vermeldingen gelijke mededingingsvoorwaarden garandeert en deze producten voor de consumenten geloofwaardiger maakt.

(7)

Het is dienstig dat met de voorgenomen regeling geen afbreuk wordt gedaan aan de reeds bestaande communautaire wetgeving voor wijn en gedistilleerde dranken.

(8)

Deze verordening geldt slechts voor landbouwproducten en levensmiddelen waarvoor er een verband bestaat tussen de kenmerken van het product of het levensmiddel en de geografische oorsprong ervan. Het toepassingsgebied van deze verordening kan echter zo nodig tot andere landbouwproducten of levensmiddelen worden uitgebreid.

(9)

Gezien de bestaande praktijk is het wenselijk twee verschillende niveaus van geografische referenties vast te stellen, namelijk beschermde geografische aanduidingen en beschermde oorsprongsbenamingen.

(10)

Landbouwproducten of levensmiddelen met een beschermde geografische referenties of een beschermde oorsprongsbenaming moeten voldoen aan een aantal voorwaarden, die in een productdossier zijn opgenomen.

(11)

Om in de lidstaten te worden beschermd, moeten geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen op communautair niveau worden geregistreerd. Door inschrijving in een register kan de informatie van het bedrijfsleven en van de consumenten eveneens worden gewaarborgd. Om te waarborgen dat de geregistreerde communautaire benamingen aan de voorwaarden van deze verordening voldoen, is het zaak dat de nationale autoriteiten van de betrokken lidstaat de aanvragen onderzoeken, met inachtneming van gemeenschappelijke minimumbepalingen en een nationale bezwaarprocedure, en dat de Commissie daarna nagaat of aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan en de lidstaten er een uniforme benadering op nahouden.

(12)

De Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Overeenkomst inzake de TRIPs, 1994, opgenomen in bijlage 1C bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie) bevat gedetailleerde bepalingen inzake de beschikbaarheid, de verwerving, de reikwijdte, de instandhouding en de handhaving van rechten uit hoofde van de intellectuele eigendom.

(13)

De bescherming die deze verordening door middel van een registratie biedt, geldt ook voor geografische aanduidingen van derde landen, mits deze aanduidingen in het land van oorsprong worden beschermd.

(14)

De registratieprocedure moet iedere natuurlijke of rechtspersoon uit een lidstaat of een derde land die een rechtmatig belang heeft, de gelegenheid bieden zijn rechten te doen gelden door bezwaar aan te tekenen.

(15)

Het is dienstig procedures vast te stellen om groeperingen met een rechtmatig belang op hun verzoek toe te staan het productdossier na registratie aan de stand van de technologische kennis aan te passen of de registratie van een geografische aanduiding of oorsprongsbenaming van een landbouwproduct of een levensmiddel te annuleren, met name wanneer dit product of levensmiddel niet langer in overeenstemming is met het productdossier op grond waarvan de geografische aanduiding of oorsprongsbenaming is toegekend.

(16)

Ten behoeve van de op het grondgebied van de Gemeenschap beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen moet een monitoringsysteem van officiële controles worden ingesteld op basis van een controlesysteem in het kader van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (3), inclusief een controlesysteem om te waarborgen dat het productdossier voor de landbouwproducten en levensmiddelen in kwestie wordt nageleefd.

(17)

De lidstaten moeten leges kunnen heffen om de gemaakte kosten te dekken.

(18)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4).

(19)

De benamingen die al uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (5) zijn geregistreerd op de datum waarop deze verordening in werking treedt, moeten de door deze verordening gewaarborgde bescherming genieten en automatisch in het register worden opgenomen. Er moet ook worden gezorgd voor overgangsmaatregelen voor registratieaanvragen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening bij de Commissie zijn ingediend.

(20)

Ter wille van de duidelijkheid en de transparantie moet Verordening (EEG) nr. 2081/92 worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

1.   In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld voor de bescherming van de oorsprongsbenamingen en de geografische aanduidingen van de voor menselijke voeding bestemde landbouwproducten die vermeld staan in bijlage I bij het Verdrag, van de levensmiddelen die vermeld staan in bijlage I bij deze verordening, alsmede van de landbouwproducten die vermeld staan in bijlage II bij deze verordening.

Deze verordening is echter niet van toepassing op producten van de wijnbouwsector, met uitzondering van wijnazijn, noch op gedistilleerde dranken. Dit lid geldt onverminderd Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (6).

De bijlagen I en II bij deze verordening kunnen volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure worden gewijzigd.

2.   Deze verordening geldt onverminderd andere bijzondere communautaire bepalingen.

3.   Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (7) is niet van toepassing op de oorsprongsbenamingen en de geografische aanduidingen waarvoor deze verordening geldt.

Artikel 2

Oorsprongsbenaming en geografische aanduiding

1.   In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„oorsprongsbenaming”: de naam van een streek, van een bepaalde plaats of, in uitzonderlijke gevallen, van een land, die wordt gebruikt in de benaming van een landbouwproduct of levensmiddel:

dat afkomstig is uit die streek, die bepaalde plaats of dat land,

waarvan de kwaliteit of de kenmerken hoofdzakelijk of uitsluitend aan het geografische milieu, dat factoren van natuurlijke en menselijke aard omvat, zijn toe te schrijven, en

waarvan de productie, de verwerking en de bereiding in het geografische gebied geschieden;

b)

„geografische aanduiding”: de naam van een streek, van een bepaalde plaats of, in uitzonderlijke gevallen, van een land, die wordt gebruikt in de benaming van een landbouwproduct of levensmiddel:

dat afkomstig is uit die streek, die bepaalde plaats of dat land, en

waarvan een bepaalde hoedanigheid, de faam of ander kenmerk aan deze geografische oorsprong kan worden toegeschreven, en

waarvan de productie en/of de verwerking en/of de bereiding in het geografische gebied geschieden.

2.   Als oorsprongsbenaming of geografische aanduiding worden eveneens traditionele - al dan niet geografische - benamingen beschouwd, indien zij een landbouwproduct of levensmiddel van oorsprong uit een streek of een bepaalde plaats aanduiden dat aan de voorwaarden van lid 1 voldoet.

3.   In afwijking van lid 1, onder a), worden bepaalde geografische benamingen van producten waarvan de grondstoffen afkomstig zijn uit een geografisch gebied dat groter is dan of verschillend is van het verwerkingsgebied, gelijkgesteld met oorsprongsbenamingen, mits:

a)

het productiegebied van de grondstof afgebakend is;

b)

er bijzondere voorwaarden aan de productie van de grondstoffen zijn verbonden;

c)

er een controleregeling bestaat die de naleving van de in onder b) vermelde voorwaarden waarborgt.

De desbetreffende benamingen moeten vóór 1 mei 2004 in het land van oorsprong als oorsprongsbenaming zijn erkend.

Artikel 3

Soortnamen, problemen met namen van planten- en dierenrassen, homoniemen en merken

1.   Benamingen die soortnamen zijn geworden, kunnen niet worden geregistreerd.

In de zin van deze verordening wordt onder een benaming die een soortnaam is geworden, verstaan de naam van een landbouwproduct of een levensmiddel, die weliswaar verband houdt met de plaats of streek waar dit product of dit levensmiddel oorspronkelijk werd geproduceerd of in de handel gebracht, doch in de Gemeenschap de gangbare naam is geworden van een product of een levensmiddel.

Om vast te stellen of een naam al dan niet een soortnaam is geworden, wordt rekening gehouden met alle factoren, in het bijzonder:

a)

de bestaande situatie in de lidstaten en in het traditionele verbruiksgebied;

b)

de relevante nationale of communautaire wetgeving.

2.   Een naam kan niet als oorsprongsbenaming of als geografische aanduiding worden geregistreerd indien hij strijdig is met de naam van een planten- of dierenras en de consument daardoor zou kunnen worden misleid met betrekking tot de werkelijke oorsprong van het product.

3.   Bij de registratie van een benaming die volledig of gedeeltelijk homoniem is met een overeenkomstig deze verordening geregistreerde benaming, wordt naar behoren rekening gehouden met de plaatselijke en traditionele gebruiken en het reële risico van verwarring; In het bijzonder:

a)

wordt een homonieme benaming die bij de consument ten onrechte de indruk wekt dat de producten van oorsprong zijn uit een ander gebied, niet geregistreerd, ook al is de benaming juist wat het grondgebied, de regio of de plaats van oorsprong van de landbouwproducten of de levensmiddelen betreft;

b)

is het gebruik van een geregistreerde homonieme benaming slechts toegestaan indien de praktische omstandigheden garanderen dat de in tweede instantie geregistreerde homonieme benaming zich duidelijk onderscheidt van de reeds geregistreerde benaming, rekening houdend met het feit dat de betrokken producenten een billijke behandeling moeten krijgen en de consument niet mag worden misleid.

4.   Een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding wordt niet geregistreerd indien de registratie, rekening houdend met de faam en bekendheid van een merk en met de tijd dat het reeds in gebruik is, de consument kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van het product.

Artikel 4

Productdossier

1.   Om voor een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) of een beschermde geografische aanduiding (BGA) in aanmerking te komen, moet een product in overeenstemming zijn met een productdossier.

2.   Het productdossier omvat ten minste:

a)

de naam van het landbouwproduct of het levensmiddel, inclusief de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding;

b)

de beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel, inclusief, in voorkomend geval, de grondstoffen en de belangrijkste fysische, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken van het product of het levensmiddel;

c)

de afbakening van het geografische gebied en, in voorkomend geval, de gegevens waaruit blijkt dat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, lid 3;

d)

de gegevens waaruit blijkt dat het landbouwproduct of het levensmiddel afkomstig is uit het geografische gebied, in de zin van artikel 2, lid 1, onder a) of b), al naar gelang van het geval;

e)

de beschrijving van de werkwijze voor het verkrijgen van het product of van het levensmiddel en, in voorkomend geval, de authentieke en onveranderlijke plaatselijke werkwijzen, alsmede elementen betreffende de verpakking, wanneer de aanvragende groepering in de zin van artikel 5, lid 1, aangeeft en rechtvaardigt dat de verpakking in het afgebakende geografische gebied moet plaatsvinden om de kwaliteit te behouden, de oorsprong te waarborgen of de controle te verzekeren;

f)

de gegevens die:

i)

het verband bewijzen tussen de kwaliteit of de kenmerken van het landbouwproduct of het levensmiddel en het geografische milieu in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), of al naar gelang van het geval,

ii)

het verband bewijzen tussen een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het landbouwproduct of het levensmiddel en de geografische oorsprong in de zin van artikel 2, lid 1, onder b);

g)

de naam en het adres van de instanties of organen die verifiëren of de bepalingen van het productdossier worden nageleefd, alsmede hun specifieke taken;

h)

alle specifieke etiketteringsvoorschriften voor het landbouwproduct of het levensmiddel in kwestie;

i)

de eventuele eisen waaraan krachtens communautaire of nationale bepalingen moet worden voldaan.

Artikel 5

Registratieaanvraag

1.   Alleen groeperingen zijn gerechtigd een registratieaanvraag in te dienen.

Onder „groepering” wordt in deze verordening verstaan elke organisatie, ongeacht haar rechtsvorm of samenstelling, van bij hetzelfde landbouwproduct of hetzelfde levensmiddel betrokken producenten of verwerkers. Andere betrokken partijen mogen van de groepering deel uitmaken. Een natuurlijke of rechtspersoon kan met een groepering worden gelijkgesteld overeenkomstig de gedetailleerde voorschriften van artikel 16, onder c).

Bij de benaming van een grensoverschrijdend geografisch gebied of bij een met een grensoverschrijdend geografisch gebied verbonden traditionele benaming kunnen verschillende groeperingen een gezamenlijke aanvraag indienen overeenkomstig de gedetailleerde voorschriften van artikel 16, onder d).

2.   Een groepering kan slechts een registratieaanvraag indienen voor landbouwproducten of levensmiddelen die door de groepering worden geproduceerd of verkregen.

3.   De registratieaanvraag omvat ten minste:

a)

de naam en het adres van de aanvragende groepering;

b)

het in artikel 4 vermelde productdossier;

c)

één document waarin uitsluitend de volgende elementen worden vermeld:

i)

de belangrijkste gegevens van het productdossier: de benaming, een beschrijving van het product met, in voorkomend geval, de specifieke verpakkings- en etiketteringsvoorschriften en een beschrijving van de grenzen van het geografische gebied;

ii)

een beschrijving van het verband tussen het product en het geografische milieu of de geografische oorsprong in de zin van artikel 2, lid 1, onder a) of b), met, in voorkomend geval, de specifieke elementen van de productbeschrijving of de productiemethode die het verband rechtvaardigen.

4.   Een registratieaanvraag met betrekking tot een geografisch gebied in een lidstaat wordt ingediend bij de lidstaat waarin het gebied zich bevindt.

De lidstaat onderzoekt de aanvraag op gepaste wijze en controleert of de aanvraag gerechtvaardigd is en aan de voorwaarden van deze verordening voldoet.

5.   De lidstaat voorziet tijdens het in lid 4, tweede alinea, vermelde onderzoek in een nationale bezwaarprocedure, waarbij een adequate bekendmaking van de aanvraag wordt gewaarborgd en een redelijke periode wordt vastgesteld waarin elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die op het grondgebied van de lidstaat gevestigd of woonachtig is, bezwaar tegen de aanvraag kan aantekenen.

De lidstaat onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn op basis van criteria die de criteria van artikel 7, lid 3, eerste alinea, omvatten.

Indien de lidstaat van oordeel is dat aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan, neemt hij een gunstig besluit en zendt hij de in lid 7 bedoelde documenten aan de Commissie voor een definitief besluit. Wanneer niet aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan, verwerpt de lidstaat de aanvraag.

De lidstaat zorgt ervoor dat het gunstige besluit publiek wordt gemaakt en dat elke betrokken natuurlijk of rechtspersoon met een rechtmatig belang bezwaar kan aantekenen.

De lidstaat zorgt ervoor dat de versie van het productdossier waarop het gunstige besluit betrekking heeft, wordt bekendgemaakt en dat het productdossier elektronisch toegankelijk is.

6.   Op nationaal niveau mag door deze lidstaat slechts voorlopig een bescherming in de zin van deze verordening, alsook in voorkomend geval een aanpassingsperiode voor de benaming worden toegestaan vanaf de datum waarop de aanvraag bij de Commissie wordt ingediend.

De in de eerste alinea vermelde aanpassingsperiode wordt alleen toegestaan als de betrokken ondernemingen de producten legaal in de handel hebben gebracht en daarbij de betreffende benamingen minstens tijdens de vijf voorgaande jaren continu hebben gebruikt en zij dit punt tijdens de in lid 5, eerste alinea, vermelde nationale bezwaarprocedure aan de orde hebben gesteld.

De voorlopige nationale bescherming houdt op te bestaan vanaf de datum waarop een besluit inzake de registratie overeenkomstig deze verordening wordt genomen.

Alleen de betrokken lidstaat is verantwoordelijk voor de gevolgen van een voorlopige nationale bescherming, ingeval de benaming niet zou worden geregistreerd in de zin van deze verordening.

De door de lidstaten krachtens de eerste alinea getroffen maatregelen hebben alleen op nationaal vlak rechtswerking en mogen het intracommunautaire noch het internationale handelsverkeer belemmeren.

7.   Voor elk gunstig besluit van de lidstaat in de zin van lid 5, derde alinea, doet de lidstaat de volgende zaken aan de Commissie toekomen:

a)

de naam en het adres van de aanvragende groepering;

b)

het in lid 3, onder c), vermelde enige document;

c)

een verklaring van de lidstaat dat de aanvraag van de groepering die voor een gunstig besluit in aanmerking komt, aan de voorwaarden van deze verordening en van de uitvoeringsbepalingen ervan voldoet;

d)

de referentie naar de in lid 5, vijfde alinea, vermelde bekendmaking van het productdossier.

8.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om, uiterlijk op 31 maart 2007, aan de leden 4 tot en met 7 te voldoen.

9.   Een registratieaanvraag met betrekking tot een geografisch gebied in een derde land moet de in lid 3 vermelde gegevens omvatten, evenals bewijsstukken die aantonen dat de benaming in het land van oorsprong wordt beschermd.

De aanvraag wordt rechtstreeks of via de autoriteiten van het betrokken derde land bij de Commissie ingediend.

10.   De in dit artikel vermelde en aan de Commissie toegezonden documenten zijn opgesteld in een van de officiële talen van de instellingen van de Europese Unie of gaan vergezeld van een beëdigde vertaling in een van die talen.

Artikel 6

Onderzoek door de Commissie

1.   De Commissie onderzoekt met passende middelen de overeenkomstig artikel 5 ontvangen aanvraag en controleert of de aanvraag gerechtvaardigd is en aan de voorwaarden van deze verordening voldoet. Dit onderzoek zou niet langer dan twaalf maanden in beslag mogen nemen.

De Commissie maakt elke maand de lijst bekend van benamingen waarvoor een registratieaanvraag is ingediend, en de datum waarop de aanvragen bij de Commissie zijn ingediend.

2.   Wanneer de Commissie op grond van het in lid 1, eerste alinea, bedoelde onderzoek vaststelt dat aan de voorwaarden van deze verordening voldaan is, maakt zij het enige document en de verwijzing naar de in artikel 5, lid 5, vijfde alinea, vermelde bekendmaking van het productdossier in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend.

Wanneer niet aan de voorwaarden van deze verordening voldaan is, verwerpt de Commissie de aanvraag volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 7

Bezwaar, registratiebesluit

1.   Lidstaten of derde landen kunnen tot uiterlijk zes maanden na de in artikel 6, lid 2, eerste alinea, vermelde bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar aantekenen tegen de geplande registratie door een met redenen omklede verklaring bij de Commissie in te dienen.

2.   Ook elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang die in een derde land of in een andere lidstaat dan de lidstaat die de registratieaanvraag heeft ingediend, gevestigd of woonachtig is, kan bezwaar tegen de geplande registratie aantekenen door een met redenen omklede verklaring in te dienen.

In een lidstaat gevestigde of woonachtige natuurlijke of rechtspersonen dienen hun verklaring bij deze lidstaat in binnen een termijn die een bezwaar overeenkomstig lid 1 mogelijk maakt.

In een derde land gevestigde of woonachtige natuurlijke of rechtspersonen dienen binnen de in lid 1 vermelde termijn hun verklaring rechtstreeks of via de autoriteiten van het betrokken derde land bij de Commissie in.

3.   Ontvankelijk zijn alleen bezwaarschriften die binnen de in lid 1 vermelde termijn bij de Commissie worden ingediend en die:

a)

ofwel aantonen dat niet aan de voorwaarden van artikel 2 is voldaan;

b)

ofwel aantonen dat de registratie van de voorgestelde naam strijdig is met artikel 3, leden 2, 3 en 4;

c)

ofwel aantonen dat de registratie van de voorgestelde naam schade toebrengt aan een bestaande geheel of gedeeltelijk identieke naam of een handelsmerk, of aan bestaande producten die, te rekenen vanaf de in artikel 6, lid 2, genoemde datum van bekendmaking, ten minste vijf jaar legaal op de markt zijn;

d)

ofwel aantonen dat de naam waarvoor een registratieaanvraag is ingediend, een soortnaam is in de zin van artikel 3, lid 1.

De Commissie onderzoekt of de bezwaarschriften ontvankelijk zijn.

De in de eerste alinea, onder b), c) en d), vermelde criteria moeten worden beoordeeld met betrekking tot het grondgebied van de Gemeenschap, waarmee in het geval van de rechten uit hoofde van de intellectuele eigendom uitsluitend wordt bedoeld het gebied of de gebieden waar die rechten beschermd zijn.

4.   De Commissie registreert de benaming wanneer zij geen krachtens lid 3 ontvankelijk bezwaarschrift heeft ontvangen.

De registratie wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

5.   Wanneer een bezwaarschrift krachtens lid 3 ontvankelijk is, verzoekt de Commissie de belanghebbende partijen op gepaste wijze overleg te plegen.

Als de belanghebbende partijen binnen een termijn van zes maanden een akkoord bereiken, brengen zij de Commissie op de hoogte van alle gegevens die tot het akkoord geleid hebben, met inbegrip van het standpunt van de aanvrager en de opposant. Als de overeenkomstig artikel 6, lid 2, gepubliceerde gegevens niet of slechts minimaal in de zin van artikel 16, onder h), zijn gewijzigd, volgt de Commissie de procedure van lid 4 van dit artikel. In alle andere gevallen herhaalt de Commissie het onderzoek bedoeld in artikel 6, lid 1.

Als er geen akkoord wordt bereikt, neemt de Commissie volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure een besluit waarbij zij rekening houdt met de loyale en traditionele gebruiken en met de werkelijke risico's van verwarring.

Het besluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

6.   De Commissie houdt een register bij van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

7.   De in dit artikel vermelde en aan de Commissie toegezonden documenten zijn opgesteld in een van de officiële talen van de instellingen van de Europese Unie of gaan vergezeld van een beëdigde vertaling in een van die talen.

Artikel 8

Benamingen, aanduidingen en symbolen

1.   Een bij deze verordening geregistreerde benaming mag worden gebruikt door elke marktdeelnemer die landbouwproducten of levensmiddelen in de handel brengt welke met het bijbehorende productdossier overeenstemmen.

2.   Op de etikettering van landbouwproducten en levensmiddelen uit de Gemeenschap die in de handel worden gebracht onder een overeenkomstig deze verordening geregistreerde benaming, worden de aanduidingen „beschermde oorsprongsbenaming” en „beschermde geografische aanduiding” of de daarbijbehorende communautaire symbolen aangebracht.

3.   De in lid 2 bedoelde vermeldingen en de daarbijbehorende communautaire symbolen kunnen ook worden aangebracht op de etikettering van landbouwproducten en levensmiddelen uit derde landen die in de handel worden gebracht onder een overeenkomstig deze verordening geregistreerde benaming.

Artikel 9

Goedkeuring van een wijziging van het productdossier

1.   De groepering die aan de voorwaarden van artikel 5, leden 1 en 2, voldoet en een rechtmatig belang heeft, kan verzoeken een wijziging van het productdossier goed te keuren, met name om met wetenschappelijke en technische ontwikkelingen rekening te houden, of om de in artikel 4, lid 2, onder c), vermelde afbakening van het geografische gebied te herzien.

In het verzoek worden de wijzigingen beschreven en gemotiveerd.

2.   Als de wijziging één of meer wijzigingen van het enige document omvat, is het verzoek tot goedkeuring van de wijziging onderworpen aan de procedure van de artikelen 5, 6 en 7. Als echter slechts minimale wijzigingen worden voorgesteld, beslist de Commissie of de wijziging wordt goedgekeurd zonder de procedure van artikel 6, lid 2, en artikel 7 te volgen, en maakt zij in het geval van goedkeuring de in artikel 6, lid 2, bedoelde elementen bekend.

3.   Als de wijziging geen wijzigingen van het enige document omvat, gelden de volgende regels:

i)

als het geografische gebied zich in een lidstaat bevindt, oordeelt deze lidstaat over de goedkeuring van de wijziging. De lidstaat publiceert bij een positief advies het gewijzigde productdossier en brengt de Commissie op de hoogte van de goedgekeurde wijzigingen en de rechtvaardiging ervan;

ii)

als het geografische gebied zich in een derde land bevindt, oordeelt de Commissie of de voorgestelde wijziging wordt goedgekeurd.

4.   Indien de wijziging een tijdelijke verandering behelst van het productdossier, ingevolge een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd, zijn de procedures van lid 3 van toepassing.

Artikel 10

Officiële controles

1.   De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor controles met betrekking tot de in deze verordening vastgestelde verplichtingen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat elke exploitant die aan deze verordening voldoet, in aanmerking komt voor een systeem van officiële controles.

3.   De Commissie maakt de namen en adressen van de in lid 1 en de artikel 11 bedoelde autoriteiten en organen bekend en werkt die gegevens periodiek bij.

Artikel 11

Verificatie inzake de inachtneming van het productdossier

1.   Voor geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen met betrekking tot een geografisch gebied in de Gemeenschap wordt de verificatie inzake de inachtneming van het productdossier, voordat het product op de markt wordt gebracht, uitgevoerd door:

één of meer bevoegde autoriteiten zoals bedoeld in artikel 10, en/of

één of meer controleorganen in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 882/2004, die optreden als orgaan voor productcertificering.

De kosten van die verificatie inzake de inachtneming van het productdossier komen ten laste van de aan de controle onderworpen marktdeelnemer.

2.   Voor geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen met betrekking tot een geografisch gebied in een derde land wordt de verificatie inzake de inachtneming van het productdossier, voordat het product op de markt wordt gebracht, uitgevoerd door:

één of meer door het derde land aangewezen openbare instanties, en/of

één of meer organen voor productcertificering.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde organen voor productcertificering dienen te voldoen aan, en vanaf 1 mei 2010 te zijn geaccrediteerd volgens, de Europese norm EN 45011 of ISO/IEC Guide 65 (Algemene voorschriften voor instanties die productcertificeringssystemen toepassen).

4.   Wanneer de autoriteiten ervoor gekozen hebben de verificatie inzake de inachtneming overeenkomstig de leden 1 en 2 uit te voeren, dienen zij afdoende garanties inzake objectiviteit en onpartijdigheid te bieden en over gekwalificeerd personeel en voldoende middelen voor de uitoefening van hun taken te beschikken.

Artikel 12

Annulering

1.   Wanneer de Commissie, overeenkomstig de in artikel 16, onder k), bedoelde gedetailleerde uitvoeringsbepalingen, vindt dat de voorwaarden van het productdossier van een landbouwproduct of een levensmiddel met een beschermde benaming niet meer worden nageleefd, annuleert zij de registratie volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure. De annulering wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

2.   Elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang kan verzoeken de registratie te annuleren, mits het verzoek met redenen wordt omkleed.

De procedure van de artikelen 5, 6 en 7 wordt mutatis mutandis toegepast.

Artikel 13

Bescherming

1.   Geregistreerde benamingen zijn beschermd tegen:

a)

elk rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik door de handel van een geregistreerde benaming voor producten die niet onder de registratie vallen, voorzover deze producten vergelijkbaar zijn met de onder deze benaming geregistreerde producten, of voorzover het gebruik van de benaming betekent dat van de reputatie van deze beschermde benaming wordt geprofiteerd;

b)

elk misbruik, elke nabootsing of voorstelling, zelfs indien de werkelijke oorsprong van het product is aangegeven, of indien de beschermde benaming is vertaald, of vergezeld gaat van uitdrukkingen zoals „soort”, „type”, „methode”, „op de wijze van”, „imitatie” en dergelijke;

c)

elke andere valse of misleidende aanduiding met betrekking tot de herkomst, de oorsprong, de aard of de wezenlijke hoedanigheden van het product op de binnen- of buitenverpakking, in reclamemateriaal of documenten betreffende het betrokken product, alsmede het gebruik van een recipiënt die tot misverstanden over de oorsprong van het product aanleiding kan geven;

d)

elke andere praktijk die de consument ten aanzien van de werkelijke oorsprong van het product kan misleiden.

Indien een geregistreerde benaming de naam omvat van een landbouwproduct of levensmiddel, die als soortnaam wordt beschouwd, wordt het gebruik van die soortnaam op dat landbouwproduct of levensmiddel niet beschouwd als strijdig met punt a) of b).

2.   Beschermde benamingen mogen geen soortnamen worden.

3.   Wat betreft de benamingen waarvoor om registratie wordt verzocht uit hoofde van artikel 5, kan in het kader van artikel 7, lid 5, een overgangsperiode van maximaal vijf jaar worden ingesteld, maar uitsluitend wanneer een bezwaar ontvankelijk is verklaard op grond van het feit dat bij de registratie van de voorgestelde naam schade zou worden toegebracht aan een geheel of gedeeltelijk homonieme benaming of aan bestaande producten die sinds ten minste vijf jaar vóór de in artikel 6, lid 2, bedoelde datum van bekendmaking legaal op de markt zijn.

Er kan ook een overgangsperiode worden ingesteld voor ondernemingen die gevestigd zijn in de lidstaat of het derde land waar het geografische gebied zich bevindt, als de betrokken ondernemingen de producten legaal in de handel hebben gebracht en daarbij de betreffende benamingen minstens vijf jaar vóór de in artikel 6, lid 2, vermelde datum van bekendmaking continu hebben gebruikt en het probleem tijdens de in artikel 5, lid 5, eerste en tweede alinea, vermelde nationale bezwaarprocedure of de in artikel 7, lid 2, vermelde communautaire bezwaarprocedure aan de orde is gesteld. De in deze alinea vermelde overgangsperiode en de in artikel 5, lid 6, vermelde aanpassingsperiode mogen samen hoogstens vijf jaar in beslag nemen. Wanneer de in artikel 5, lid 6, bedoelde aanpassingsperiode meer dan vijf jaar in beslag neemt, wordt er geen overgangsperiode toegestaan.

4.   Onverminderd artikel 14 kan de Commissie volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure besluiten een geregistreerde benaming te laten voortbestaan naast een niet-geregistreerde benaming die een plaats in een lidstaat of een derde land aanduidt, wanneer deze benaming identiek is aan de geregistreerde benaming, mits aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

a)

de niet-geregistreerde identieke benaming is vóór 24 juli 1993 al minstens 25 jaar wettig volgens loyale en constante gebruiken gangbaar;

b)

er wordt aangetoond dat met dit gebruik nooit is beoogd van de reputatie van de geregistreerde benaming te profiteren en dat de consument ten aanzien van de werkelijke oorsprong van het product niet is of kan worden misleid;

c)

het probleem in verband met de identieke benamingen is vóór de registratie van de benaming aan de orde gesteld.

De geregistreerde benaming en de niet-geregistreerde identieke benaming mogen niet langer dan 15 jaar naast elkaar blijven bestaan. Daarna mag de niet-geregistreerde benaming niet langer worden gebruikt.

De betrokken niet-geregistreerde geografische benaming mag slechts worden gebruikt indien het land van oorsprong duidelijk en goed leesbaar op het etiket wordt vermeld.

Artikel 14

Verband tussen merken, oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

1.   Wanneer een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding overeenkomstig deze verordening wordt geregistreerd, wordt een aanvraag tot registratie van een merk in situaties zoals vermeld in artikel 13 en betrekking hebbende op dezelfde productklasse, afgewezen als de aanvraag tot registratie van het merk wordt ingediend na de datum waarop de aanvraag tot registratie van de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding bij de Commissie is ingediend.

Merken die in strijd met de bepalingen van de eerste alinea zijn geregistreerd, worden nietig verklaard.

2.   Met inachtneming van het Gemeenschapsrecht mag een merk dat vóór de datum waarop de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding in het land van oorsprong is beschermd, of vóór 1 januari 1996 te goeder trouw is gedeponeerd of ingeschreven, of waarop, overeenkomstig de betrokken wetgeving, door gebruik te goeder trouw op het grondgebied van de Gemeenschap rechten zijn verworven, in situaties zoals bedoeld in artikel 13 verder worden gebruikt niettegenstaande de registratie van een oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, mits het merk geen aanleiding geeft tot nietig- of vervallenverklaring op grond van Eeerste Richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (8) of Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk (9).

Artikel 15

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor beschermde geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 16

Uitvoeringsbepalingen

Volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure worden gedetailleerde uitvoeringsbepalingen voor deze verordening vastgesteld. Deze omvatten met name:

a)

een lijst van de in artikel 2, lid 3, vermelde grondstoffen;

b)

bepalingen over de informatie die in het in artikel 4, lid 2, vermelde productdossier moet worden opgenomen;

c)

de voorwaarden waaronder een natuurlijke of rechtspersoon met een groepering kan worden gelijkgesteld;

d)

bepalingen over het indienen van een registratieaanvraag voor een in artikel 5, lid 1, derde alinea, vermelde benaming van een grensoverschrijdend geografisch gebied;

e)

bepalingen over de inhoud en de toezending aan de Commissie van de in artikel 5, leden 7 en 9, vermelde documenten;

f)

bepalingen over de bezwaarschriften bedoeld in artikel 7, en over de passende overlegprocedures tussen de belanghebbende partijen;

g)

bepalingen over de aanduidingen en symbolen bedoeld in artikel 8;

h)

bepalingen over de in artikel 7, lid 5, tweede alinea, en in artikel 9, lid 2, vermelde minimale wijzigingen, waarbij ermee rekening moet worden gehouden dat de minimale wijzigingen noch de karakteristieke eigenschappen van het product noch het verband mogen wijzigen;

i)

bepalingen over het in artikel 7, lid 6, vermelde register van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen;

j)

bepalingen over de controles om na te gaan of de productdossiers in acht worden genomen;

k)

bepalingen over de annulering van een registratie.

Artikel 17

Overgangsbepalingen

1.   De benamingen die op de dag van inwerkingtreding van deze verordening opgenomen zijn in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (10) en die welke opgenomen zijn in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie (11), worden automatisch opgenomen in het in artikel 7, lid 6, van deze verordening vermelde register. De bijbehorende productdossiers worden gelijkgesteld met de productdossiers bedoeld in artikel 4, lid 1. Bijzondere overgangsmaatregelen met betrekking tot deze registraties blijven van toepassing.

2.   Voor hangende aanvragen, verklaringen en verzoeken die de Commissie vóór de datum van inwerkintreding van deze verordening heeft ontvangen:

a)

gelden de procedures van artikel 5 niet, onverminderd artikel 13, lid 3, en

b)

wordt de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 383/2004 van de Commissie (12) opgestelde samenvatting van het productdossier vervangen door het enige document bedoeld in artikel 5, lid 3, onder c).

3.   De Commissie kan, indien nodig, volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure, andere overgangsbepalingen vaststellen.

Artikel 18

Leges

De lidstaten kunnen leges heffen om hun kosten te dekken van onder meer het onderzoek van de registratieaanvragen, de bezwaarschriften, de wijzigingsaanvragen en de annulatieaanvragen uit hoofde van deze verordening.

Artikel 19

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 2081/92 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de in bijlage III opgenomen concordantietabel.

Artikel 20

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 8, lid 2, is echter van toepassing met ingang van 1 mei 2009, onverminderd de bepalingen die van toepassing zijn op producten die vóór die datum in de handel zijn gebracht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 maart 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

J. PRÖLL


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/89/EG (PB L 308 van 25.11.2003, blz. 15).

(3)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.

(4)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(5)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(6)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

(7)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.

(8)  PB L 40 van 11.2.1989, blz. 1.

(9)  PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1.

(10)  Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen in het kader van de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 704/2005 (PB L 118 van 5.5.2005, blz. 14).

(11)  Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie van 17 december 1996 betreffende de inschrijving van bepaalde benamingen in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen” bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 417/2006 (PB L 72 van 11.3.2006, blz. 8).

(12)  Verordening (EG) nr. 383/2004 van de Commissie van 1 maart 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad ten aanzien van de samenvatting van de belangrijkste gegevens uit de productdossiers (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 16).


BIJLAGE I

Levensmiddelen bedoeld in artikel 1, lid 1

Bier

Dranken op basis van plantenextracten

Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

Natuurlijke gommen en harsen

Mosterdpasta

Deegwaren


BIJLAGE II

Landbouwproducten bedoeld in artikel 1, lid 1

Hooi

Etherische oliën

Kurk

Cochenille (onafgewerkt product van dierlijke oorsprong)

Sierbloemen en -planten

Wol

Teenwilgen

Gezwingeld vlas


BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

Verordening (EEG) nr. 2081/92

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 1

Artikel 2, lid 3

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 4

Artikel 2, lid 3, eerste alinea

Artikel 2, lid 5

Artikel 2, lid 6

Artikel 2, lid 3, tweede alinea

Artikel 2, lid 7

Artikel 3, lid 1, eerste, tweede en derde alinea

Artikel 3, lid 1, eerste, tweede en derde alinea

Artikel 3, lid 1, vierde alinea

Artikel 3, lid 2

Artikel 3, lid 2

Artikel 3, lid 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5, leden 1, 2 en 3

Artikel 5, leden 1, 2 en 3

Artikel 5, lid 4

Artikel 5, lid 4, eerste alinea

Artikel 5, lid 5, eerste alinea

Artikel 5, lid 4, tweede alinea

Artikel 5, lid 5

Artikel 5, lid 5, tweede alinea

Artikel 5, lid 6, eerste alinea

Artikel 5, lid 6, tweede alinea

Artikel 5, lid 5, derde alinea

Artikel 5, lid 6, derde alinea

Artikel 5, lid 5, vierde en vijfde alinea

Artikel 5, lid 6, vierde en vijfde alinea

Artikel 5, lid 5, zesde, zevende en achtste alinea

Artikel 5, lid 7

Artikel 5, lid 6

Artikel 5, lid 8

Artikel 5, leden 9 en 10

Artikel 6, lid 1, eerste alinea

Artikel 6, lid 1, eerste alinea

Artikel 6, lid 1, tweede alinea

Artikel 6, lid 1, derde alinea

Artikel 6, lid 1, tweede alinea

Artikel 6, lid 2

Artikel 6, lid 2, eerste alinea

Artikel 6, leden 3 en 4

Artikel 7, lid 4

Artikel 6, lid 5, eerste alinea

Artikel 6, lid 2, tweede alinea

Artikel 6, lid 5, tweede alinea

Artikel 6, lid 6, eerste alinea

Artikel 6, lid 6, tweede alinea

Artikel 3, lid 3

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 7, lid 2

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 2, eerste alinea

Artikel 7, lid 2, tweede en derde alinea

Artikel 7, lid 4

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 5

Artikel 7, lid 5

Artikel 7, leden 6 en 7

Artikel 8, lid 1

Artikel 8

Artikel 8, lid 2

Artikel 8, lid 3

Artikel 9, eerste alinea

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, tweede en derde alinea

Artikel 9, lid 2

Artikel 9, leden 3 en 4

Artikel 10, lid 1

Artikel 10, lid 1

Artikel 10, lid 2

Artikel 11, lid 1

Artikel 11, lid 2

Artikel 10, lid 3

Artikel 11, leden 3 en 4

Artikel 10, lid 4

Artikel 10, lid 5

Artikel 10, lid 3

Artikel 10, lid 6

Artikel 10, lid 2

Artikel 10, lid 7

Artikel 11, lid 1, tweede alinea

Artikel 11, leden 1 tot en met 3

Artikel 11, lid 4

Artikel 12, lid 1

Artikel 11 bis, onder a)

Artikel 12, lid 2

Artikel 11 bis, onder b)

Artikelen 12 tot en met 12 quinquies

Artikel 13, lid 1

Artikel 13, lid 1

Artikel 13, lid 3

Artikel 13, lid 2

Artikel 13, lid 4

Artikel 13, lid 3, eerste alinea

Artikel 13, lid 3, tweede alinea

Artikel 13, lid 5

Artikel 13, lid 4

Artikel 14, leden 1 en 2

Artikel 14, leden 1 en 2

Artikel 14, lid 3

Artikel 3, lid 4

Artikel 15

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 16

Artikel 17 tot en met 19

Artikel 18

Artikel 20

Bijlage I

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage II


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/26


VERORDENING (EG) Nr. 511/2006 VAN DE RAAD

van 27 maart 2006

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1531/2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op kleurentelevisietoestellen van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op de artikelen 8 en 9,

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1)

In augustus 2002 stelde de Raad bij Verordening (EG) nr. 1531/2002 (2) een definitief antidumpingrecht in op kleurentelevisietoestellen (hierna „betrokken product” genoemd) van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China.

(2)

Tegelijkertijd aanvaardde de Commissie bij Besluit 2002/683/EG (3), een gezamenlijke verbintenis van Haier Electrical Appliances Corp., Ltd, Hisense Import & Export Co., Ltd, Konka Group Co., Ltd, Sichuan Changhong Electric Co., Ltd, Skyworth Multimedia International (Shenzen) Co., Ltd, TCL King Electrical Appliances (Hui Zhou) Co., Ltd en Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd, die in samenwerking met de Chinese Kamer van Koophandel voor de In- en Uitvoer van Machines en Elektronische Producten (China Chamber of Commerce for Import and Export of Machinery and Electronics Products of CCCME) was aangeboden.

(3)

Dit betekende dat de invoer in de Gemeenschap van het betrokken product uit de Volksrepubliek China dat door deze ondernemingen is vervaardigd en een van de typen is die onder de verbintenis vallen (hierna „het product waarop de verbintenis van toepassing was” genoemd), werd vrijgesteld van de definitieve antidumpingrechten.

B.   SCHENDING VAN DE VERBINTENIS

(4)

De verbintenis die door de ondernemingen werd aangeboden, heeft voor hen onder meer tot gevolg dat zij bij verkoop van het product waarop de verbintenis betrekking heeft, aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap verkoopprijzen moeten hanteren die gelijk zijn aan, of meer bedragen dan, de in de verbintenis vastgestelde minimuminvoerprijzen (MIP) en dat zij de in de verbintenis vastgestelde kwantitatieve plafonds in acht moeten nemen. Deze prijzen en plafonds maken een einde aan de schadelijke gevolgen van de dumping.

(5)

Om te waarborgen dat de verbintenis werd nageleefd, stemden de CCCME en de ondernemingen er ook mee in de Commissie alle noodzakelijk geachte gegevens te verstrekken en controlebezoeken ter plaatse toe te staan zodat de juistheid en de betrouwbaarheid van de gegevens in de kwartaalverslagen konden worden gecontroleerd.

(6)

Zoals vermeld in overweging 239 van Verordening (EG) nr. 1531/2002 is in de verbintenis specifiek bepaald dat indien de verbintenis niet wordt nageleefd door één van de betrokken ondernemingen of de CCCME, ervan werd uitgegaan dat zij door geen van de ondertekenaars werd nageleefd. Indien geen medewerking wordt verleend aan de Europese Commissie bij het toezicht op de naleving van de verbintenis, wordt ervan uitgegaan dat deze niet wordt nageleefd.

(7)

In dit verband vroeg de Commissie om ten kantore van de CCCME en twee van de ondernemingen met het grootste verkoopvolume van het betrokken product, namelijk Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd en Konka Group Co., Ltd, een controlebezoek te mogen afleggen. De Commissie zond CCCME, Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd end Konka Group Co., Ltd een brief waarin zij de data opgaf voor het controlebezoek ter plaatse. De CCCME en Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd gaven toestemming voor het controlebezoek. Konka Group Co., Ltd weigerde echter een controlebezoek, hetgeen niet-naleving betekende van de verbintenis.

(8)

In Besluit 2006/258/EG van de Commissie (4) is de schending van de verbintenis meer gedetailleerd uiteengezet.

(9)

Omdat de verbintenis was geschonden, werd de door de ondernemingen en de CCCME aangeboden verbintenis bij Besluit 2006/258/EG ingetrokken. Er moet derhalve onverwijld een definitief antidumpingrecht worden ingesteld op de invoer van het betrokken product dat door de betrokken ondernemingen naar de Gemeenschap wordt uitgevoerd.

(10)

Overeenkomstig artikel 8, lid 9, van de basisverordening moet het antidumpingrecht worden vastgesteld op basis van de gegevens die werden vastgesteld in het kader van het onderzoek dat tot de verbintenis leidde. Aangezien het onderzoek in kwestie bij Verordening (EG) nr. 1531/2002 werd beëindigd en definitieve vaststelling inzake dumping en daaruit voortvloeiende schade werden gedaan, wordt het passend geacht een definitief antidumpingrecht vast te stellen op het niveau en in de vorm die bij die verordening werden opgelegd, namelijk 44,6 % van de nettoprijs, cif franco grens Gemeenschap, vóór inklaring.

C.   WIJZIGING VAN VERORDENING (EG) Nr. 1531/2002

(11)

Gelet op het bovenstaande dient Verordening (EG) nr. 1531/2002 derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1531/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, bijlage I en bijlage II worden ingetrokken.

2)

De artikelen 4 en 5 worden de artikelen 3 en 4.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 maart 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

H. GORBACH


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

(2)  PB L 231 van 29.8.2002, blz. 1.

(3)  PB L 231 van 29.8.2002, blz. 42.

(4)  Zie bladzijde 63 van dit Publicatieblad.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/28


VERORDENING (EG) Nr. 512/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

99,1

204

46,6

212

102,0

999

82,6

0707 00 05

052

138,6

628

155,5

999

147,1

0709 90 70

052

69,4

204

49,8

999

59,6

0805 10 20

052

63,9

204

40,8

212

48,7

220

43,2

400

58,7

624

62,3

999

52,9

0805 50 10

052

41,3

624

63,4

999

52,4

0808 10 80

388

79,3

400

128,3

404

97,8

508

81,7

512

74,0

528

118,9

720

87,9

999

95,4

0808 20 50

388

79,2

512

73,5

528

73,6

720

129,3

999

88,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/30


VERORDENING (EG) Nr. 513/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

houdende tijdelijke bepalingen voor de afgifte van invoercertificaten die zijn aangevraagd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 565/2002 tot vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en invoering van een stelsel van oorsprongscertificaten, voor uit derde landen ingevoerde knoflook

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 31, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 565/2002 van de Commissie (2) is bepaald dat de lidstaten de certificaataanvragen elke week op maandag en op donderdag aan de Commissie moeten meedelen en dat zij de certificaten moeten afgeven op de vijfde werkdag na de dag waarop de aanvraag is ingediend, voorzover de Commissie in die tussentijd geen maatregelen heeft genomen.

(2)

Donderdag 13, vrijdag 14 en maandag 17 april 2006 zijn vrije dagen bij de Commissie. Daarom moet de afgifte van de in de periode van maandag 10 tot en met vrijdag 14 april 2006 aangevraagde certificaten worden opgeschoven.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de periode van maandag 10 tot en met vrijdag 14 april 2006 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 565/2002 aangevraagde invoercertificaten worden afgegeven op vrijdag 21 april 2006, voorzover de Commissie in die tussentijd geen maatregelen heeft genomen op grond van artikel 8, lid 2, van die verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2)  PB L 86 van 3.4.2002, blz. 11. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 537/2004 (PB L 86 van 24.3.2004, blz. 9).


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/31


VERORDENING (EG) Nr. 514/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 824/2000 ten aanzien van de termijn waarbinnen in het verkoopseizoen 2005/2006 in sommige lidstaten granen voor interventie moeten worden geleverd

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie van 19 april 2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethodes voor de bepaling van de kwaliteit (2) is bepaald dat, indien de aanbieding van een marktdeelnemer ontvankelijk is, deze marktdeelnemer zo spoedig mogelijk in kennis wordt gesteld van het leveringsschema. In dit verband is in artikel 4, lid 3, van die verordening bepaald dat de laatste levering aan het interventiecentrum waarvoor de aanbieding wordt gedaan, moet plaatsvinden uiterlijk aan het einde van de vierde maand na de maand van ontvangst van de aanbieding.

(2)

Het verkoopseizoen 2005/2006 is het tweede verkoopseizoen waarin de interventieregeling voor granen wordt toegepast in de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Gemeenschap zijn toegetreden.

(3)

Als gevolg van gunstige weersomstandigheden was ook de oogst 2005 in die lidstaten overvloedig. Dit heeft geleid tot interne marktprijzen voor granen die een stuk lager waren dan de interventieprijs. Daardoor zijn vanaf de opening van de interventieperiode op 1 november 2005 vrij aanzienlijke hoeveelheden voor interventie aangeboden. Door de omvang van de in november 2005 voor interventie aangeboden hoeveelheden, gecombineerd met de geografische spreiding ervan, kan de uiterste datum voor de levering van die hoeveelheden, namelijk 31 maart 2006, niet in acht worden genomen. Om een ordelijke overneming van die aangeboden hoeveelheden mogelijk te maken, dient de leveringstermijn te worden verlengd en moet dus dienovereenkomstig worden afgeweken van Verordening (EG) nr. 824/2000.

(4)

Omdat de situatie op de markt een spoedeisend karakter draagt en tot een onmiddellijke tenuitvoerlegging van de in deze verordening vervatte maatregelen noopt, dient te worden bepaald dat die maatregelen onmiddellijk van toepassing zijn.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 4, lid 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 824/2000 moet in het verkoopseizoen 2005/2006 de laatste levering van de in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije voor interventie aangeboden granen plaatsvinden uiterlijk aan het einde van de zevende maand na de maand van ontvangst van de aanbieding, maar niet later dan 31 juli 2006.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 21. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/32


VERORDENING (EG) Nr. 515/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

houdende vaststelling, voor het verkoopseizoen 2005/2006, van een overgangsmaatregel met betrekking tot de financiering van de opslag van graan dat voor interventie is aangeboden in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,

Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, eerste alinea,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 514/2006 van de Commissie (2) is, op verzoek van enkele lidstaten, voor het verkoopseizoen 2005/2006 de maximumtermijn voor levering van graan dat voor interventie wordt aangeboden in de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Gemeenschap zijn toegetreden, met drie maanden verlengd, met dien verstande dat de levering uiterlijk op 31 juli 2006 moet plaatsvinden.

(2)

Deze maatregel kan resulteren in extra opslagkosten voor graan dat wordt geleverd binnen de nieuwe termijn, maar na afloop van de termijn die oorspronkelijk was vastgesteld in artikel 4, lid 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie van 19 april 2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethodes voor de bepaling van de kwaliteit (3).

(3)

Krachtens artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (4) financiert het EOGFL, afdeling Garantie, de materiële verrichtingen in verband met de opslag. De door de lidstaten gedane uitgaven voor de eventuele vergoeding van de bovengenoemde extra opslagkosten moeten worden gelijkgesteld met de aan de opslag verbonden uitgaven die normaal door de interventiebureaus worden gedragen, en voorzien moet worden in de financiering ervan door het EOGFL, afdeling Garantie, op basis van hetzelfde forfaitaire bedrag, met inachtneming van de maandelijkse verhoging van de interventieprijs op grond van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het EOGFL,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wanneer in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije voor interventie aangeboden graan effectief door het interventiebureau wordt overgenomen na afloop van de in artikel 4, lid 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 824/2000 vastgestelde leveringstermijn, worden de uitgaven die voor de betrokken lidstaat zijn verbonden aan de opslag tussen het einde van deze termijn en de in het leveringsplan vermelde datum van effectieve levering op de plaats van opslag, met dien verstande dat de levering moet plaatsvinden binnen de bij Verordening (EG) nr. 514/2006 vastgestelde termijn, gelijkgesteld met de uitgaven zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 1883/78.

Artikel 2

Het in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1883/78 bedoelde forfaitaire bedrag wordt berekend op basis van het forfaitaire bedrag dat door de Gemeenschap aan de lidstaten wordt betaald voor de opslag van graan dat in het kader van de interventie is aangekocht in het verkoopseizoen 2005/2006, en dat is vastgesteld bij beschikking van de Commissie van 12 oktober 2005 (5), namelijk 1,31 EUR per ton per maand, verminderd met het bedrag van de maandelijkse verhoging overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003, namelijk 0,46 EUR per ton per maand, waarmee de interventieprijs is verhoogd voor elke maand waarmee de in artikel 4, lid 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 824/2000 vastgestelde termijn wordt overschreden.

Deze uitgaven worden in de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3492/90 van de Raad (6) bedoelde jaarrekeningen opgevoerd als uitgaven in verband met de materiële verrichtingen die het gevolg zijn van de aankoop van een product door de interventiebureaus.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing in het verkoopseizoen 2005/2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  Zie bladzijde 31 van dit Publicatieblad.

(3)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).

(4)  PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 695/2005 (PB L 114 van 4.5.2005, blz. 1).

(5)  Beschikking C(2005) 3752 (Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(6)  PB L 337 van 4.12.1990, blz. 3.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/34


VERORDENING (EG) Nr. 516/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling, voor de sector suiker, vanaf 31 maart 2006 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 24, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68 (2) is bepaald dat de cif-invoerprijs voor melasse, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie (3), als „representatieve prijs” wordt aangemerkt. Deze prijs geldt voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68.

(2)

Voor de vaststelling van de representatieve prijs moet rekening worden gehouden met alle in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 785/68 genoemde inlichtingen, behalve in de in artikel 4 van die verordening genoemde gevallen. In voorkomend geval, mag deze vaststelling plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 785/68 aangegeven werkwijze.

(3)

Voor andere kwaliteiten dan de standaardkwaliteit moeten de prijzen naar gelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68 worden verhoogd of verlaagd.

(4)

Indien er een verschil is tussen de reactieprijs voor het betrokken product en de representatieve prijs, moeten aanvullende invoerrechten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1422/95. Als de invoerrechten worden geschorst overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, moeten specifieke bedragen ter vervanging van die rechten worden vastgesteld.

(5)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1422/95.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1422/95 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 79/2003 (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 4).

(3)  PB L 145 van 27.6.1968, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1422/95.


BIJLAGE

Vaststelling, voor de sector suiker, van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 31 maart 2006

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, per 100 kg netto van het betrokken product (1)

1703 10 00 (2)

11,66

0

1703 90 00 (2)

11,66

0


(1)  Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 785/68.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/36


VERORDENING (EG) Nr. 517/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening genoemde producten en de prijzen voor deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 moeten de restituties voor witte suiker en ruwe suiker, welke niet gedenatureerd en in onveranderde vorm uitgevoerd zijn, vastgesteld worden rekening houdend met de toestand op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt voor suiker, en vooral met de in artikel 28 van genoemde verordening bedoelde prijs- en kostenelementen. Volgens dit artikel moet eveneens met het economische aspect van de voorgenomen uitvoertransactie rekening worden gehouden.

(3)

Voor ruwe suiker moet de restitutie vastgesteld worden voor de standaardkwaliteit die bepaald is in bijlage I, punt II, van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Deze restitutie werd bovendien vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 4, van deze verordening. Kandijsuiker werd omschreven in Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2). Het aldus berekende restitutiebedrag voor gearomatiseerde suiker en suiker waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd, moet gelden voor de hoeveelheid sacharose in de betreffende suiker en bijgevolg worden vastgesteld per percent sacharosegehalte.

(4)

In bijzondere gevallen kan het bedrag van de restitutie worden vastgesteld bij besluiten van verschillende aard.

(5)

De restitutie moet elke twee weken worden vastgesteld. De restitutie kan tussentijds gewijzigd worden.

(6)

Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten naar bestemming variëren indien dat vanwege de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(7)

De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker uit de westelijke Balkanlanden sedert begin 2001 en de uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar die landen lijken grotendeels kunstmatig te zijn.

(8)

Ter voorkoming van misbruiken waarbij producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend, weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, mag voor geen van de westelijke Balkanlanden een restitutie worden vastgesteld voor de in deze verordening bedoelde producten.

(9)

Op grond van bovenstaande overwegingen en van de huidige situatie van de suikermarkt, en met name van de noteringen of prijzen van suiker in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, dienen de restituties op een passend niveau te worden vastgesteld.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij de uitvoer in onveranderde vorm van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten, welke niet gedenatureerd zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de bedragen aangegeven in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.


BIJLAGE

RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 31 MAART 2006 (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

21,97 (2)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

21,97 (2)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

21,97 (2)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

21,97 (2)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettogewicht product

0,2389

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

23,89

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

23,89

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

23,89

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettogewicht product

0,2389

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/38


VERORDENING (EG) Nr. 518/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat voor stropen en bepaalde andere producten van de suikersector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bepaalt dat het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening genoemde producten en de prijzen van de Gemeenschap overbrugd kan worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Volgens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2) is de restitutie voor 100 kg van de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten die worden uitgevoerd, gelijk aan het basisbedrag, vermenigvuldigd met het sacharosegehalte, in voorkomend geval verhoogd met het gehalte aan andere als sacharose berekende suikersoorten. Dit sacharosegehalte van het betrokken product wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 vastgesteld.

(3)

Volgens artikel 30, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 moet het basisbedrag van de restitutie voor sorbose, uitgevoerd in ongewijzigde staat, gelijk zijn aan het basisbedrag van de restitutie, verminderd met een honderdste van de restitutie bij de productie die, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1265/2001 van de Commissie van 27 juni 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad, wat de productierestitutie voor bepaalde in de chemische industrie gebruikte producten van de sector suiker betreft (3), geldt voor de in de bijlage bij deze laatste verordening vermelde producten.

(4)

Volgens artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 moet het basisbedrag van de restitutie voor de overige in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening bedoelde en in onveranderde vorm uitgevoerde producten gelijk zijn aan het honderdste deel van het bedrag dat wordt bepaald met inachtneming van enerzijds het verschil tussen de interventieprijs voor witte suiker die gedurende de maand waarvoor het basisbedrag wordt vastgesteld, geldt voor de niet-deficitaire gebieden van de Gemeenschap, en de voor witte suiker op de wereldmarkt geconstateerde noteringen of prijzen, en anderzijds de noodzaak om een evenwicht tot stand te brengen tussen het gebruik van basisproducten uit de Gemeenschap met het oog op de uitvoer van verwerkte producten naar derde landen en het gebruik van de tot het veredelingsverkeer toegelaten producten uit deze landen.

(5)

Volgens artikel 30, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de toepassing van het basisbedrag beperkt worden tot bepaalde in artikel 1, lid 1, onder d), van genoemde verordening bedoelde producten.

(6)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan een restitutie worden vastgesteld bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, lid 1, onder f), g) en h), van die verordening genoemde producten. Het niveau van de restitutie moet worden vastgesteld voor 100 kg droge stof, waarbij rekening wordt gehouden met de restitutie bij uitvoer voor de producten van GN-code 1702 30 91, de restitutie bij uitvoer van de in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde producten en met de economische aspecten van de betrokken uitvoer. Voor de onder f) en g) van voornoemd lid 1 bedoelde producten wordt de restitutie slechts toegekend voor producten die voldoen aan de voorwaarden welke zijn vastgesteld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2135/95 en wordt voor de onder h) bedoelde producten de restitutie alleen toegekend voor producten die voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2135/95.

(7)

De bovengenoemde restituties dienen maandelijks vastgesteld te worden. Zij kunnen tussentijds worden gewijzigd.

(8)

Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kunnen de situatie op de wereldmarkt of specifieke vereisten van bepaalde markten het noodzakelijk maken de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten te differentiëren naar gelang van hun bestemming.

(9)

De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker van herkomst uit de westelijke Balkanlanden sinds het begin van 2001 en de uitvoer van suiker van de Gemeenschap naar die landen lijken een zeer kunstmatig verschijnsel te zijn.

(10)

Om eventuele misbruiken door wederinvoer in de Europese Unie van producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is verleend te voorkomen, is het dienstig voor de westelijke Balkanlanden als geheel geen restituties voor de in deze verordening bedoelde producten vast te stellen.

(11)

Gelet op deze feiten dienen de restituties voor de betrokken producten te worden vastgesteld op een passend niveau.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, lid 1, onder d), f), g) en h), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 genoemde producten worden vastgesteld op de bedragen als aangegeven in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 6).

(2)  PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.

(3)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 63.


BIJLAGE

RESTITUTIES BIJ UITVOER IN ONGEWIJZIGDE STAAT VOOR STROPEN EN BEPAALDE ANDERE PRODUCTEN VAN DE SUIKERSECTOR, VAN TOEPASSING MET INGANG VAN 31 MAART 2006 (1)

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1702 40 10 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

23,89 (2)

1702 60 10 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

23,89 (2)

1702 60 80 9100

S00

EUR/100 kg droge stof

45,38 (3)

1702 60 95 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2389 (4)

1702 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

23,89 (2)

1702 90 60 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2389 (4)

1702 90 71 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2389 (4)

1702 90 99 9900

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2389 (4)  (5)

2106 90 30 9000

S00

EUR/100 kg droge stof

23,89 (2)

2106 90 59 9000

S00

EUR/1 % sacharose × 100 kg nettoproduct

0,2389 (4)

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, als omschreven in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing met ingang van 1 februari 2005 overeenkomstig Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (PB L 23 van 26.1.2005, blz. 17).

(2)  Alleen geldig voor de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(3)  Alleen geldig voor de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2135/95 bedoelde producten.

(4)  Het basisbedrag is niet van toepassing op stropen met een zuiverheid van minder dan 85 % (Verordening (EG) nr. 2135/95). Het sacharosegehalte wordt overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2135/95 vastgesteld.

(5)  Het basisbedrag is niet van toepassing op het in de bijlage, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 3513/92 van de Commissie (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 12) bedoelde product.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/41


VERORDENING (EG) Nr. 519/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 22e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1138/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1138/2005 van de Commissie van 15 juli 2005 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2005/2006 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker.

(2)

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1138/2005, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 22e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1138/2005, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 27,260 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 185 van 16.7.2005, blz. 3.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/42


VERORDENING (EG) Nr. 520/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de productierestitutie voor in de chemische industrie gebruikte witte suiker voor de periode van 1 tot en met 30 april 2006

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 7, lid 5, vijfde streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan worden besloten om restituties bij de productie te verlenen voor de in artikel 1, lid 1, onder a) en f), genoemde producten, voor de onder d) van dat lid genoemde stropen, en voor chemisch zuivere fructose (levulose) van GN-code 1702 50 00 als tussenproduct, die zich in een van de in artikel 23, lid 2, van het Verdrag bedoelde situaties bevinden en worden gebruikt bij de vervaardiging van bepaalde producten van de chemische industrie.

(2)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1265/2001 van de Commissie van 27 juni 2001 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad, wat de productierestitutie voor bepaalde in de chemische industrie gebruikte producten van de sector suiker betreft (2) worden deze restituties bepaald op basis van de voor witte suiker vastgestelde restitutie.

(3)

In artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1265/2001 is bepaald dat de productierestitutie voor witte suiker maandelijks wordt vastgesteld voor perioden die op de eerste van iedere maand beginnen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1265/2001 bedoelde productierestitutie voor witte suiker wordt voor de periode van 1 tot en met 30 april 2006 vastgesteld op 23,731 EUR/100 kg nettogewicht.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 63.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/43


VERORDENING (EG) Nr. 521/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van die verordening genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Verordening (EG) nr. 1517/95 van de Commissie van 29 juni 1995 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad ten aanzien van de invoer- en uitvoerregeling voor mengvoeders op basis van granen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/95 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (2) heeft in artikel 2 de specifieke criteria vastgesteld waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van de restitutie voor deze producten.

(3)

Bij de berekening moet ook rekening worden gehouden met het gehalte aan graanproducten. Gemakshalve zou de restitutie moeten worden betaald voor twee categorieën „graanproducten”, namelijk voor maïs, de meest gebruikte component van uitgevoerde mengvoeders, en maïsproducten, en voor „andere granen”, dat wil zeggen voor restitutie in aanmerking komende graanproducten, andere dan maïs en maïsproducten. Een restitutie zou moeten worden toegekend voor de hoeveelheid graanproducten in het mengvoeder.

(4)

Anderzijds moet het bedrag van de restitutie eveneens rekening houden met de afzetmogelijkheden en verkoopvoorwaarden voor de betrokken producten op de wereldmarkt, het belang dat men erbij heeft om verstoringen op de markt van de Gemeenschap te voorkomen en het economisch aspect van de uitvoer.

(5)

Op grond van de huidige situatie op de markt voor granen, en met name de vooruitzichten inzake de voorziening, moeten de uitvoerrestituties worden geschrapt.

(6)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer voor de in Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde mengvoeders waarop Verordening (EG) nr. 1517/95 van toepassing is, worden overeenkomstig de bijlage bij deze verordening vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 51.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 maart 2006 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mengvoeders op basis van granen

Productcodes van de producten die in aanmerking komen voor een restitutie bij uitvoer:

 

2309 10 11 9000,

 

2309 10 13 9000,

 

2309 10 31 9000,

 

2309 10 33 9000,

 

2309 10 51 9000,

 

2309 10 53 9000,

 

2309 90 31 9000,

 

2309 90 33 9000,

 

2309 90 41 9000,

 

2309 90 43 9000,

 

2309 90 51 9000,

 

2309 90 53 9000.


Graanproducten

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

Maïs en maïsproducten

GN-codes 0709 90 60, 0712 90 19, 1005, 1102 20, 1103 13, 1103 29 40, 1104 19 50, 1104 23, 1904 10 10

C10

EUR/t

0,00

Graanproducten, met uitzondering van maïs en maïsproducten

C10

EUR/t

0,00

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

C10

:

Alle bestemmingen.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/45


VERORDENING (EG) Nr. 522/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 31, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Gelet op de huidige situatie op markt voor melk en zuivelproducten dienen uitvoerrestituties te worden vastgesteld in overeenstemming met de voorschriften en bepaalde criteria van artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999.

(3)

In artikel 31, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 is bepaald dat de restitutie kan variëren naar gelang van de bestemming, indien de situatie in de internationale handel of de specifieke vereisten van bepaalde markten dat noodzakelijk maakt of maken.

(4)

Overeenkomstig het memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Dominicaanse Republiek betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van de invoer van melkpoeder in de Dominicaanse Republiek (2), goedgekeurd bij Besluit 98/486/EG van de Raad (3), kan een bepaalde hoeveelheid naar de Dominicaanse Republiek uitgevoerde communautaire zuivelproducten in aanmerking komen voor verlaagde douanerechten. De uitvoerrestituties voor in het kader van deze regeling uitgevoerde producten dienen bijgevolg te worden verlaagd met een bepaald percentage.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde uitvoerrestituties worden toegekend voor de in de bijlage bij deze verordening vastgestelde producten en bedragen, onder de voorwaarden van artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie (4).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 218 van 6.8.1998, blz. 46.

(3)  PB L 218 van 6.8.1998, blz. 45.

(4)  PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8.


BIJLAGE

Vanaf 31 maart 2006 geldende uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten

Code produit

Destination

Unité de mesure

Montant des restitutions

0401 30 31 9100

L02

EUR/100 kg

13,20

L20

EUR/100 kg

18,86

0401 30 31 9400

L02

EUR/100 kg

20,62

L20

EUR/100 kg

29,47

0401 30 31 9700

L02

EUR/100 kg

22,75

L20

EUR/100 kg

32,49

0401 30 39 9100

L02

EUR/100 kg

13,20

L20

EUR/100 kg

18,86

0401 30 39 9400

L02

EUR/100 kg

20,62

L20

EUR/100 kg

29,47

0401 30 39 9700

L02

EUR/100 kg

22,75

L20

EUR/100 kg

32,49

0401 30 91 9100

L02

EUR/100 kg

25,92

L20

EUR/100 kg

37,04

0401 30 99 9100

L02

EUR/100 kg

25,92

L20

EUR/100 kg

37,04

0401 30 99 9500

L02

EUR/100 kg

38,10

L20

EUR/100 kg

54,43

0402 10 11 9000

L02

EUR/100 kg

4,14

L21 (1)

EUR/100 kg

5,00

0402 10 19 9000

L02

EUR/100 kg

4,14

L21 (1)

EUR/100 kg

5,00

0402 10 91 9000

L02

EUR/100 kg

4,14

L21

EUR/100 kg

5,00

0402 10 99 9000

L02

EUR/100 kg

4,14

L21

EUR/100 kg

5,00

0402 21 11 9200

L02

EUR/100 kg

4,14

L21

EUR/100 kg

5,00

0402 21 11 9300

L02

EUR/100 kg

35,03

L21

EUR/100 kg

44,94

0402 21 11 9500

L02

EUR/100 kg

36,55

L21

EUR/100 kg

46,92

0402 21 11 9900

L02

EUR/100 kg

38,94

L21 (1)

EUR/100 kg

50,00

0402 21 17 9000

L02

EUR/100 kg

4,14

L21

EUR/100 kg

5,00

0402 21 19 9300

L02

EUR/100 kg

35,03

L21

EUR/100 kg

44,94

0402 21 19 9500

L02

EUR/100 kg

36,55

L21

EUR/100 kg

46,92

0402 21 19 9900

L02

EUR/100 kg

38,94

L21 (1)

EUR/100 kg

50,00

0402 21 91 9100

L02

EUR/100 kg

39,19

L21

EUR/100 kg

50,30

0402 21 91 9200

L02

EUR/100 kg

39,42

L21 (1)

EUR/100 kg

50,61

0402 21 91 9350

L02

EUR/100 kg

39,84

L21

EUR/100 kg

51,12

0402 21 91 9500

L02

EUR/100 kg

42,80

L21

EUR/100 kg

54,94

0402 21 99 9100

L02

EUR/100 kg

39,19

L21

EUR/100 kg

50,30

0402 21 99 9200

L02

EUR/100 kg

39,42

L21 (1)

EUR/100 kg

50,61

0402 21 99 9300

L02

EUR/100 kg

39,84

L21

EUR/100 kg

51,12

0402 21 99 9400

L02

EUR/100 kg

42,03

L21

EUR/100 kg

53,96

0402 21 99 9500

L02

EUR/100 kg

42,80

L21

EUR/100 kg

54,94

0402 21 99 9600

L02

EUR/100 kg

45,83

L21

EUR/100 kg

58,82

0402 21 99 9700

L02

EUR/100 kg

47,52

L21

EUR/100 kg

61,03

0402 21 99 9900

L02

EUR/100 kg

49,51

L21

EUR/100 kg

63,55

0402 29 15 9200

L02

EUR/100 kg

4,14

L20

EUR/100 kg

5,00

0402 29 15 9300

L02

EUR/100 kg

35,03

L20

EUR/100 kg

44,94

0402 29 15 9500

L02

EUR/100 kg

36,55

L20

EUR/100 kg

46,92

0402 29 15 9900

L02

EUR/100 kg

38,94

L20

EUR/100 kg

50,00

0402 29 19 9300

L02

EUR/100 kg

35,03

L20

EUR/100 kg

44,94

0402 29 19 9500

L02

EUR/100 kg

36,55

L20

EUR/100 kg

46,92

0402 29 19 9900

L02

EUR/100 kg

38,94

L20

EUR/100 kg

50,00

0402 29 91 9000

L02

EUR/100 kg

39,19

L20

EUR/100 kg

50,30

0402 29 99 9100

L02

EUR/100 kg

39,19

L20

EUR/100 kg

50,30

0402 29 99 9500

L02

EUR/100 kg

42,03

L20

EUR/100 kg

53,96

0402 91 11 9370

L02

EUR/100 kg

4,13

L20

EUR/100 kg

5,90

0402 91 19 9370

L02

EUR/100 kg

4,13

L20

EUR/100 kg

5,90

0402 91 31 9300

L02

EUR/100 kg

4,88

L20

EUR/100 kg

6,97

0402 91 39 9300

L02

EUR/100 kg

4,88

L20

EUR/100 kg

6,97

0402 91 99 9000

L02

EUR/100 kg

15,93

L20

EUR/100 kg

22,76

0402 99 11 9350

L02

EUR/100 kg

10,55

L20

EUR/100 kg

15,08

0402 99 19 9350

L02

EUR/100 kg

10,55

L20

EUR/100 kg

15,08

0402 99 31 9150

L02

EUR/100 kg

10,95

L20

EUR/100 kg

15,65

0402 99 31 9300

L02

EUR/100 kg

9,53

L20

EUR/100 kg

13,62

0402 99 39 9150

L02

EUR/100 kg

10,95

L20

EUR/100 kg

15,65

0403 90 11 9000

L02

EUR/100 kg

4,09

L20

EUR/100 kg

4,93

0403 90 13 9200

L02

EUR/100 kg

4,09

L20

EUR/100 kg

4,93

0403 90 13 9300

L02

EUR/100 kg

34,70

L20

EUR/100 kg

44,55

0403 90 13 9500

L02

EUR/100 kg

36,23

L20

EUR/100 kg

46,50

0403 90 13 9900

L02

EUR/100 kg

38,61

L20

EUR/100 kg

49,55

0403 90 19 9000

L02

EUR/100 kg

38,84

L20

EUR/100 kg

49,86

0403 90 33 9400

L02

EUR/100 kg

34,70

L20

EUR/100 kg

44,55

0403 90 33 9900

L02

EUR/100 kg

38,61

L20

EUR/100 kg

49,55

0403 90 59 9310

L02

EUR/100 kg

13,20

L20

EUR/100 kg

18,86

0403 90 59 9340

L02

EUR/100 kg

19,32

L20

EUR/100 kg

27,59

0403 90 59 9370

L02

EUR/100 kg

19,32

L20

EUR/100 kg

27,59

0403 90 59 9510

L02

EUR/100 kg

19,32

L20

EUR/100 kg

27,59

0404 90 21 9120

L02

EUR/100 kg

3,54

L20

EUR/100 kg

4,27

0404 90 21 9160

L02

EUR/100 kg

4,14

L20

EUR/100 kg

5,00

0404 90 23 9120

L02

EUR/100 kg

4,14

L20

EUR/100 kg

5,00

0404 90 23 9130

L02

EUR/100 kg

35,03

L20

EUR/100 kg

44,94

0404 90 23 9140

L02

EUR/100 kg

36,55

L20

EUR/100 kg

46,92

0404 90 23 9150

L02

EUR/100 kg

38,94

L20

EUR/100 kg

50,00

0404 90 29 9110

L02

EUR/100 kg

39,19

L20

EUR/100 kg

50,30

0404 90 29 9115

L02

EUR/100 kg

39,42

L20

EUR/100 kg

50,61

0404 90 29 9125

L02

EUR/100 kg

39,84

L20

EUR/100 kg

51,12

0404 90 29 9140

L02

EUR/100 kg

42,80

L20

EUR/100 kg

54,94

0404 90 81 9100

L02

EUR/100 kg

4,14

L20

EUR/100 kg

5,00

0404 90 83 9110

L02

EUR/100 kg

4,14

L20

EUR/100 kg

5,00

0404 90 83 9130

L02

EUR/100 kg

35,03

L20

EUR/100 kg

44,94

0404 90 83 9150

L02

EUR/100 kg

36,55

L20

EUR/100 kg

46,92

0404 90 83 9170

L02

EUR/100 kg

38,94

L20

EUR/100 kg

50,00

0404 90 83 9936

L02

EUR/100 kg

10,55

L20

EUR/100 kg

15,08

0405 10 11 9500

L02

EUR/100 kg

69,83

L20

EUR/100 kg

94,15

0405 10 11 9700

L02

EUR/100 kg

71,57

L20

EUR/100 kg

96,50

0405 10 19 9500

L02

EUR/100 kg

69,83

L20

EUR/100 kg

94,15

0405 10 19 9700

L02

EUR/100 kg

71,57

L20

EUR/100 kg

96,50

0405 10 30 9100

L02

EUR/100 kg

69,83

L20

EUR/100 kg

94,15

0405 10 30 9300

L02

EUR/100 kg

71,57

L20

EUR/100 kg

96,50

0405 10 30 9700

L02

EUR/100 kg

71,57

L20

EUR/100 kg

96,50

0405 10 50 9300

L02

EUR/100 kg

71,57

L20

EUR/100 kg

96,50

0405 10 50 9500

L02

EUR/100 kg

69,83

L20

EUR/100 kg

94,15

0405 10 50 9700

L02

EUR/100 kg

71,57

L20

EUR/100 kg

96,50

0405 10 90 9000

L02

EUR/100 kg

74,19

L20

EUR/100 kg

100,04

0405 20 90 9500

L02

EUR/100 kg

65,47

L20

EUR/100 kg

88,27

0405 20 90 9700

L02

EUR/100 kg

68,08

L20

EUR/100 kg

91,79

0405 90 10 9000

L02

EUR/100 kg

89,33

L20

EUR/100 kg

120,44

0405 90 90 9000

L02

EUR/100 kg

71,44

L20

EUR/100 kg

96,33

0406 10 20 9230

L04

EUR/100 kg

12,99

L40

EUR/100 kg

16,24

0406 10 20 9630

L04

EUR/100 kg

19,96

L40

EUR/100 kg

24,94

0406 10 20 9640

L04

EUR/100 kg

29,32

L40

EUR/100 kg

36,65

0406 10 20 9650

L04

EUR/100 kg

24,44

L40

EUR/100 kg

30,55

0406 10 20 9830

L04

EUR/100 kg

9,08

L40

EUR/100 kg

11,33

0406 10 20 9850

L04

EUR/100 kg

10,99

L40

EUR/100 kg

13,74

0406 20 90 9913

L04

EUR/100 kg

21,76

L40

EUR/100 kg

27,20

0406 20 90 9915

L04

EUR/100 kg

29,54

L40

EUR/100 kg

36,93

0406 20 90 9917

L04

EUR/100 kg

31,41

L40

EUR/100 kg

39,24

0406 20 90 9919

L04

EUR/100 kg

35,08

L40

EUR/100 kg

43,86

0406 30 31 9730

L04

EUR/100 kg

3,91

L40

EUR/100 kg

9,17

0406 30 31 9930

L04

EUR/100 kg

3,91

L40

EUR/100 kg

9,17

0406 30 31 9950

L04

EUR/100 kg

5,69

L40

EUR/100 kg

13,34

0406 30 39 9500

L04

EUR/100 kg

3,91

L40

EUR/100 kg

9,17

0406 30 39 9700

L04

EUR/100 kg

5,69

L40

EUR/100 kg

13,34

0406 30 39 9930

L04

EUR/100 kg

5,69

L40

EUR/100 kg

13,34

0406 30 39 9950

L04

EUR/100 kg

6,44

L40

EUR/100 kg

15,09

0406 40 50 9000

L04

EUR/100 kg

34,48

L40

EUR/100 kg

43,09

0406 40 90 9000

L04

EUR/100 kg

35,41

L40

EUR/100 kg

44,26

0406 90 13 9000

L04

EUR/100 kg

39,25

L40

EUR/100 kg

56,18

0406 90 15 9100

L04

EUR/100 kg

40,57

L40

EUR/100 kg

58,06

0406 90 17 9100

L04

EUR/100 kg

40,57

L40

EUR/100 kg

58,06

0406 90 21 9900

L04

EUR/100 kg

39,43

L40

EUR/100 kg

56,30

0406 90 23 9900

L04

EUR/100 kg

35,35

L40

EUR/100 kg

50,82

0406 90 25 9900

L04

EUR/100 kg

34,67

L40

EUR/100 kg

49,63

0406 90 27 9900

L04

EUR/100 kg

31,39

L40

EUR/100 kg

44,95

0406 90 31 9119

L04

EUR/100 kg

29,03

L40

EUR/100 kg

41,60

0406 90 33 9119

L04

EUR/100 kg

29,03

L40

EUR/100 kg

41,60

0406 90 35 9190

L04

EUR/100 kg

41,33

L40

EUR/100 kg

59,45

0406 90 35 9990

L04

EUR/100 kg

41,33

L40

EUR/100 kg

59,45

0406 90 37 9000

L04

EUR/100 kg

39,25

L40

EUR/100 kg

56,18

0406 90 61 9000

L04

EUR/100 kg

44,68

L40

EUR/100 kg

64,65

0406 90 63 9100

L04

EUR/100 kg

44,02

L40

EUR/100 kg

63,49

0406 90 63 9900

L04

EUR/100 kg

42,31

L40

EUR/100 kg

61,32

0406 90 69 9910

L04

EUR/100 kg

42,93

L40

EUR/100 kg

62,22

0406 90 73 9900

L04

EUR/100 kg

36,12

L40

EUR/100 kg

51,75

0406 90 75 9900

L04

EUR/100 kg

36,84

L40

EUR/100 kg

52,98

0406 90 76 9300

L04

EUR/100 kg

32,71

L40

EUR/100 kg

46,82

0406 90 76 9400

L04

EUR/100 kg

36,63

L40

EUR/100 kg

52,44

0406 90 76 9500

L04

EUR/100 kg

33,92

L40

EUR/100 kg

48,15

0406 90 78 9100

L04

EUR/100 kg

35,88

L40

EUR/100 kg

52,42

0406 90 78 9300

L04

EUR/100 kg

35,54

L40

EUR/100 kg

50,76

0406 90 78 9500

L04

EUR/100 kg

34,55

L40

EUR/100 kg

49,04

0406 90 79 9900

L04

EUR/100 kg

29,35

L40

EUR/100 kg

42,19

0406 90 81 9900

L04

EUR/100 kg

36,63

L40

EUR/100 kg

52,44

0406 90 85 9930

L04

EUR/100 kg

40,16

L40

EUR/100 kg

57,80

0406 90 85 9970

L04

EUR/100 kg

36,84

L40

EUR/100 kg

52,98

0406 90 86 9200

L04

EUR/100 kg

35,61

L40

EUR/100 kg

52,80

0406 90 86 9400

L04

EUR/100 kg

38,16

L40

EUR/100 kg

55,80

0406 90 86 9900

L04

EUR/100 kg

40,16

L40

EUR/100 kg

57,80

0406 90 87 9300

L04

EUR/100 kg

33,16

L40

EUR/100 kg

49,00

0406 90 87 9400

L04

EUR/100 kg

33,86

L40

EUR/100 kg

49,49

0406 90 87 9951

L04

EUR/100 kg

35,97

L40

EUR/100 kg

51,50

0406 90 87 9971

L04

EUR/100 kg

35,97

L40

EUR/100 kg

51,50

0406 90 87 9972

L04

EUR/100 kg

15,21

L40

EUR/100 kg

21,86

0406 90 87 9973

L04

EUR/100 kg

35,33

L40

EUR/100 kg

50,57

0406 90 87 9974

L04

EUR/100 kg

37,84

L40

EUR/100 kg

53,93

0406 90 87 9975

L04

EUR/100 kg

37,52

L40

EUR/100 kg

53,02

0406 90 87 9979

L04

EUR/100 kg

35,35

L40

EUR/100 kg

50,82

0406 90 88 9300

L04

EUR/100 kg

29,29

L40

EUR/100 kg

43,13

0406 90 88 9500

L04

EUR/100 kg

30,20

L40

EUR/100 kg

43,15

De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

L02

:

Andorra en Gibraltar.

L20

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van L02, Ceuta, Melilla, Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

L21

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van L02, Ceuta, Melilla, Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika, Bulgarije en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

L04

:

Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Servië en Montenegro en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

L40

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van L02, L04, Ceuta, Melilla, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland, Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika, Bulgarije, Roemenië, Kroatië, Turkije, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


(1)  Voor producten die zijn bestemd voor uitvoer naar de Dominicaanse Republiek in het kader van het contingent 2006/2007, zoals bedoeld in Besluit 98/486/EG, en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 20 bis van Verordening (EG) nr. 174/1999, gelden de volgende restituties:

a)

producten van de productcodes 0402 10 11 9000 en 0402 10 19 9000

0,00 EUR/100 kg;

b)

producten van de productcodes 0402 21 11 9900, 0402 21 19 9900, 0402 21 91 9200 en 0402 21 99 9200

28,00 EUR/100 kg.

De bestemmingen zijn als volgt vastgesteld:

L02

:

Andorra en Gibraltar.

L20

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van L02, Ceuta, Melilla, Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

L21

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van L02, Ceuta, Melilla, Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika, Bulgarije en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

L04

:

Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kosovo, Servië en Montenegro en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

L40

:

Alle bestemmingen, met uitzondering van L02, L04, Ceuta, Melilla, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland, Heilige Stoel (Vaticaanstad), de Verenigde Staten van Amerika, Bulgarije, Roemenië, Kroatië, Turkije, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/50


VERORDENING (EG) Nr. 523/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 581/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor bepaalde soorten boter (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 28 maart 2006.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 581/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 28 maart 2006, de maximumuitvoerrestitutie toegepast op de in artikel 1, lid 1, van die verordening vermelde producten, zoals vermeld in de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 64. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005 (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 32).

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1814/2005 (PB L 292 van 8.11.2005, blz. 3).


BIJLAGE

(EUR/100 kg)

Product

Productcodes

Maximumuitvoerrestitutie voor uitvoer naar de in artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 581/2004 vermelde bestemmingen

Boter

ex ex 0405 10 19 9500

Boter

ex ex 0405 10 19 9700

102,40

Butteroil

ex ex 0405 90 10 9000

123,90


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/52


VERORDENING (EG) Nr. 524/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 15 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, onder a), b), c), d), e) en g), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2) is aangegeven voor welke producten een restitutie moet worden vastgesteld wanneer zij worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 moet de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks worden vastgesteld.

(4)

Voor bepaalde melkproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen, bestaat evenwel het gevaar dat, indien vooraf hoge restituties worden vastgesteld, de verplichtingen die met betrekking tot deze restituties zijn aangegaan, op het spel worden gezet. Om dat gevaar te voorkomen dienen passende voorzorgsmaatregelen te worden genomen, zonder evenwel contracten op lange termijn uit te sluiten. De vaststelling van specifieke restitutiebedragen voor het vooraf vaststellen van de restituties voor deze producten moet het mogelijk maken beide doelstellingen te verwezenlijken.

(5)

In artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 is bepaald dat voor de vaststelling van de restitutie in voorkomend geval rekening moet worden gehouden met de restituties bij de productie en de steunmaatregelen of andere maatregelen van gelijke werking die voor de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 vermelde basisproducten of daarmee gelijkgestelde producten in alle lidstaten worden toegepast uit hoofde van de verordening houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de betrokken sector.

(6)

Ingevolge artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt steun verleend aan in de Gemeenschap geproduceerde en tot caseïne verwerkte ondermelk, indien deze melk en de daarvan vervaardigde caseïne aan bepaalde eisen voldoen.

(7)

Verordening (EG) nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap (3) voorziet in de levering van boter en room tegen verlaagde prijs aan de fabrikanten van bepaalde koopwaren.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restitutiebedragen die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1255/1999 vermelde goederen, worden vastgesteld zoals bepaald in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24.

(3)  PB L 308 van 25.11.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2107/2005 (PB L 337 van 22.12.2005, blz. 20).


BIJLAGE

Restituties welke van toepassing zijn vanaf 31 maart 2006 op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (1)

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving

Restituties

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

ex 0402 10 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van minder dan 1,5 gewichtspercenten (PG 2):

 

 

a)

in geval van uitvoer van goederen van GN-code 3501

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

4,72

5,00

ex 0402 21 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van 26 gewichtspercenten (PG 3):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room in de vorm van een aan PG 3 gelijkgesteld product, tegen verlaagde prijs krachtens Verordening (EG) nr. 1898/2005

20,25

21,93

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

46,72

50,00

ex 0405 10

Boter met een vetgehalte van 82 gewichtspercenten (PG 6):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room tegen verlaagde prijs, vervaardigd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1898/2005

52,84

57,50

b)

in geval van uitvoer van goederen behorende tot GN-code 2106 90 98, met een vetgehalte van 40 of meer gewichtspercenten

95,92

103,75

c)

in geval van uitvoer van andere goederen

88,67

96,50


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/55


VERORDENING (EG) Nr. 525/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

houdende vaststelling van de restituties die van toepassing zijn op bepaalde producten van de sector suiker, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I bij het Verdrag vallen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, onder a), en lid 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 27, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1, lid 1, onder a), c), d), f), g) en h), van die verordening bedoelde producten in de internationale handel enerzijds en de prijzen in de Gemeenschap anderzijds door een restitutie bij de uitvoer worden overbrugd wanneer deze producten worden uitgevoerd in de vorm van goederen die in bijlage V bij die verordening worden genoemd.

(2)

In Verordening (EG) nr. 1043/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 houdende tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad wat betreft de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), is aangegeven voor welke producten een restitutie dient te worden vastgesteld wanneer ze worden uitgevoerd in de vorm van goederen bedoeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1043/2005 dient de restitutievoet per 100 kg van elk van de betrokken basisproducten maandelijks te worden vastgesteld.

(4)

In artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat de restitutie bij uitvoer van een in een goed verwerkt product niet meer mag bedragen dan de restitutie voor ditzelfde product dat in onverwerkte toestand wordt uitgevoerd.

(5)

De ingevolge deze verordening vastgestelde restituties kunnen vooraf worden vastgesteld, aangezien op dit moment niet bekend is hoe de markt zich de komende maanden zal ontwikkelen.

(6)

De naleving van de verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de restituties die kunnen worden toegekend bij de uitvoer van landbouwproducten die zijn verwerkt in niet onder bijlage I bij het Verdrag vallende goederen, kan in het gedrang komen door de vaststelling vooraf van hoge restituties. In deze situatie moeten derhalve vrijwaringsmaatregelen worden genomen zonder dat daardoor de sluiting van langetermijncontracten wordt verhinderd. De vaststelling van een specifieke restitutie voor de voorfixatie van restituties is een maatregel die aan deze verschillende doelstellingen beantwoordt.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties die van toepassing zijn op de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1043/2005 en in artikel 1, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 opgenomen basisproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen vermeld in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 1260/2001, worden vastgesteld zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 987/2005 van de Commissie (PB L 167 van 29.6.2005, blz. 12).

(2)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24.


BIJLAGE

Restituties die worden toegepast vanaf 31 maart 2006 voor bepaalde producten van de sector suiker die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I bij het Verdrag vermelde goederen (1)

GN-code

Omschrijving

Restituties in EUR/100 kg

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

1701 99 10

Witte suiker

23,89

23,89


(1)  De in deze bijlage vastgestelde restituties zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Bulgarije met ingang van 1 oktober 2004 en naar Roemenië met ingang van 1 december 2005, noch op de goederen die zijn opgenomen in de tabellen I en II bij Protocol nr. 2 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 en die met ingang van 1 februari 2005 naar de Zwitserse Bondsstaat of naar het Vorstendom Liechtenstein worden uitgevoerd.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/57


VERORDENING (EG) Nr. 526/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 582/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 28 maart 2006.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 582/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 28 maart 2006, een maximaal restitutiebedrag van 7,00 EUR/100 kg toegepast op het product en de bestemmingen als vermeld in artikel 1, lid 1, van die verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 67. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005 (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 32).

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1814/2005 (PB L 292 van 8.11.2005, blz. 3).


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/58


VERORDENING (EG) Nr. 527/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 500/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

J. L. DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.

(4)  PB L 91 van 29.3.2006, blz. 6.


BIJLAGE

Met ingang van 31 maart 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

37,21

0,12

1701 11 90 (1)

37,21

3,74

1701 12 10 (1)

37,21

0,00

1701 12 90 (1)

37,21

3,44

1701 91 00 (2)

38,95

5,78

1701 99 10 (2)

38,95

2,65

1701 99 90 (2)

38,95

2,65

1702 90 99 (3)

0,39

0,29


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/60


VERORDENING (EG) Nr. 528/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

tot vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1809/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 12, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een inschrijving voor de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs, van herkomst uit derde landen, in Portugal is opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1809/2005 van de Commissie (2).

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (3) kan de Commissie volgens de procedure van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 besluiten een maximumverlaging van het recht bij invoer vast te stellen. Bij deze vaststelling moet met name rekening worden gehouden met de in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 1839/95 genoemde criteria. Er wordt gegund aan elke inschrijver wiens offerte ten hoogste gelijk is aan de maximumverlaging van het recht bij invoer.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumverlaging van het recht bij invoer op het in artikel 1 vermelde bedrag.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 24 tot en met 30 maart 2006, in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1809/2005 worden meegedeeld, wordt de maximumverlaging van het recht bij invoer van maïs vastgesteld op 29,90 EUR/t voor een globale maximumhoeveelheid van 2 014 t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11)

(2)  PB L 291 van 5.11.2005, blz. 4.

(3)  PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1558/2005 (PB L 249 van 24.9.2005, blz. 6).


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/61


VERORDENING (EG) Nr. 529/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

betreffende de offertes voor de uitvoer van gerst die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1058/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1058/2005 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan.

(3)

Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes van 24 tot en met 30 maart 2006 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1058/2005 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 174 van 7.7.2005, blz. 12.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/62


VERORDENING (EG) Nr. 530/2006 VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2006

betreffende de offertes voor de uitvoer van zachte tarwe die zijn meegedeeld in het kader van de openbare inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1059/2005 van de Commissie (2) is een inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie op grond van de meegedeelde offertes besluiten niet tot toewijzing over te gaan.

(3)

Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, niet wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt geen gevolg gegeven aan de offertes die van 24 tot en met 30 maart 2006 zijn meegedeeld in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1059/2005 bedoelde inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 174 van 7.7.2005, blz. 15.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/63


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 6 maart 2006

houdende intrekking van Besluit 2002/683/EG tot aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van ontvangtoestellen voor kleurentelevisie van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China

(2006/258/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 8,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1)

In augustus 2002 stelde de Raad bij Verordening (EG) nr. 1531/2002 (2) een definitief antidumpingrecht in op de invoer van kleurentelevisietoestellen (hierna „het betrokken product” genoemd) uit onder meer de Volksrepubliek China.

(2)

Tegelijkertijd aanvaardde de Commissie bij Besluit 2002/683/EG (3), een gezamenlijke verbintenis van Haier Electrical Appliances Corp., Ltd, Hisense Import & Export Co., Ltd, Konka Group Co., Ltd, Sichuan Changhong Electric Co., Ltd, Skyworth Multimedia International (Shenzen) Co., Ltd, TCL King Electrical Appliances (Hui Zhou) Co., Ltd en Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd, die in samenwerking met de Chinese Kamer van Koophandel voor de In- en Uitvoer van Machines en Elektronische Producten (China Chamber of Commerce for Import and Export of Machinery and Electronics Products of CCCME) was aangeboden.

(3)

Dit betekende dat de invoer in de Gemeenschap van het betrokken product uit de Volksrepubliek China dat door deze ondernemingen is vervaardigd en een van de typen is die onder de verbintenis vallen (hierna „het product waarop de verbintenis van toepassing was” genoemd), werd vrijgesteld van de definitieve antidumpingrechten.

B.   NIET-NAKOMING VAN DE VERBINTENIS

1.   Verplichtingen van de ondernemingen in het kader van verbintenissen

(4)

De verbintenis die door de ondernemingen werd aangeboden, heeft voor hen onder meer tot gevolg dat zij bij verkoop van het product waarop de verbintenis betrekking heeft aan de eerste onafhankelijke afnemer in de Gemeenschap verkoopprijzen moeten hanteren die gelijk zijn aan, of meer bedragen dan, de in de verbintenis vastgestelde minimuminvoerprijzen (MIP) en dat zij de in de verbintenis vastgestelde kwantitatieve plafonds in acht moeten nemen. Deze prijzen en plafonds maken een einde aan de schadelijke gevolgen van de dumping.

(5)

Om te waarborgen dat de verbintenis werd nageleefd, stemden de CCCME en de ondernemingen er ook mee in de Commissie alle noodzakelijk geachte gegevens te verstrekken en controlebezoeken ter plaatse toe te staan zodat de juistheid en de betrouwbaarheid van de gegevens in de kwartaalverslagen konden worden gecontroleerd.

(6)

Zoals vermeld in overweging 239 van Verordening (EG) nr. 1531/2002 is in de verbintenis specifiek bepaald dat indien de verbintenis niet wordt nageleefd door één van de betrokken ondernemingen of de CCCME, ervan wordt uitgegaan dat zij door geen van de ondertekenaars werd nageleefd. Indien geen medewerking wordt verleend aan de Europese Commissie bij het toezicht op de naleving van de verbintenis, wordt ervan uitgegaan dat deze niet wordt nageleefd.

(7)

In dit verband vroeg de Commissie om ten kantore van de CCCME en twee van de ondernemingen met het grootste verkoopvolume van het betrokken product, namelijk Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd en Konka Group Co., Ltd, een controlebezoek te mogen afleggen. De Commissie zond de CCCME, Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd en Konka Group Co., Ltd een brief waarin zij de data opgaf voor het controlebezoek ter plaatse.

2.   Resultaten van de controle ter plaatse

(8)

De CCCME en Xiamen Overseas Chinese Electronic Co., Ltd gaven toestemming voor het controlebezoek. Konka Group Co., Ltd weigerde echter een controlebezoek.

(9)

De onderneming werd gevraagd of dit haar definitieve standpunt was en werd erop gewezen dat de ondernemingen zich er, overeenkomstig clausule 5.6 van de verbintenis, toe hadden verbonden alle informatie te verstrekken die de Europese Commissie in verband met het toezicht op de naleving van de gezamenlijke verbintenis nodig acht, en ambtenaren van de Europese Commissie toestemming te verlenen om alle verstrekte informatie en gegevens te controleren. Dit houdt de mogelijkheid in dat deze ambtenaren, zelfs op korte termijn, een onderzoek bij de bedrijven en/of de CCCCME moeten kunnen uitvoeren.

(10)

Konka Group Co., Ltd, bevestigde schriftelijk niet te willen meewerken en dit standpunt werd vervolgens nog bevestigd door de CCCME.

(11)

De CCCME en de ondernemingen werden derhalve schriftelijk in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was de aanvaarding van de verbintenis als gevolg van de schending van de verbintenis door Konka Group Co., Ltd in te trekken en in plaats daarvan het definitieve antidumpingrecht in te stellen. Er werd een termijn toegestaan waarbinnen zowel schriftelijke als mondelinge opmerkingen konden worden gemaakt. Er zijn geen opmerkingen ontvangen.

C.   INTREKKING VAN BESLUIT 2002/683/EG

(12)

In het licht van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat de aanvaarding van de door de ondernemingen in samenwerking met de CCCME aangeboden verbintenis moet worden opgezegd. Besluit 2002/683/EG van de Commissie tot aanvaarding van een verbintenis moet worden ingetrokken.

(13)

Tegelijk met dit besluit heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 511/2006 (4) Verordening (EG) nr. 1531/2002 gewijzigd om een definitief antidumpingrecht in te stellen op de invoer in de Gemeenschap van kleurentelevisietoestellen door de betrokken ondernemingen,

BESLUIT:

Artikel 1

Besluit 2002/683/EG wordt ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 maart 2006.

Voor de Commissie

Peter MANDELSON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

(2)  PB L 231 van 29.8.2002, blz. 1.

(3)  PB L 231 van 29.8.2002, blz. 42.

(4)  Zie bladzijde 26 van dit Publicatieblad.


31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/65


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 27 maart 2006

tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad wat betreft regionalisatie voor Argentinië en de modelcertificaten betreffende de invoer van vers vlees van runderen uit Brazilië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 896)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/259/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 8, punten 1 en 4, en artikel 9, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (2) bepaalt dat de invoer van die dieren en dat vlees moet voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in de desbetreffende, krachtens die beschikking opgestelde modelcertificaten.

(2)

Argentinië heeft een uitbraak van mond- en klauwzeer (type O) bevestigd in de provincie Corrientes in het departement San Luís del Palmar en heeft de Commissie daarvan onverwijld op 8 februari 2006 van in kennis gesteld.

(3)

Om de gezondheidsstatus van de Gemeenschap te beschermen moeten er regionalisatiemaatregelen worden genomen waarbij de invoer van vlees zonder been van runderen van oorsprong uit dat departement en de omliggende departementen Berón de Astrada, Capital, General Paz, Empedrado, Itati, Mbucuruyá en San Cosme tijdelijk wordt opgeschort.

(4)

De eerste melding van een vermoeden van mond- en klauwzeer bij de veterinaire autoriteiten van Argentinië is op 4 februari 2006 gedaan. De veterinaire autoriteiten hebben echter de certificatie van de uitvoer van vlees van na 4 januari 2006 geslachte dieren opgeschort. Zendingen van dergelijk vlees van op of na 4 januari 2006 geslachte dieren uit de genoemde departementen moeten worden opgeschort. In afwijking daarvan echter moet worden toegestaan dat zendingen met een tussen 4 januari en 4 februari 2006 ondertekend certificaat voor gerijpt vlees zonder been van in de periode 4 januari tot en met 4 februari 2006 geslachte runderen, die al naar de Gemeenschap zijn verzonden, in de Gemeenschap worden ingevoerd.

(5)

Tijdens een recent inspectiebezoek van de Commissie aan Brazilië is gebleken dat de traceerbaarheidssystemen weliswaar aanzienlijk zijn verbeterd, maar dat nog verdere verbeteringen nodig zijn om eventuele contracten tussen dieren met een verschillende gezondheidsstatus te vermijden. Ook de doeltreffendheid van vaccinatie tegen mond- en klauwzeer en de aantoning van de afwezigheid van het mond- en klauwzeervirus moeten worden verbeterd, met inachtneming van het feit dat alleen gerijpt vlees zonder been in de Gemeenschap wordt ingevoerd.

(6)

Als verdere maatregel moeten er aanvullende garanties worden geboden inzake diercontacten, vaccinatie en surveillance.

(7)

Er moet rekening gehouden worden met het non-vaccinatiebeleid ten aanzien van mond- en klauwzeer in de staat Santa Catarina.

(8)

Bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 79/542/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 31 maart 2006.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 maart 2006.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 18 van 23.1.2002, blz. 11.

(2)  PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/9/EG van de Commissie (PB L 7 van 12.1.2006, blz. 23).


BIJLAGE

In bijlage II bij Beschikking 79/542/EEG komen deel I en de lijst van modellen van veterinaire certificaten en het model „BOV” in deel II als volgt te luiden:

„BIJLAGE II

(VERS VLEES)

Deel 1

LIJST VAN DERDE LANDEN OF DELEN DAARVAN (1)

Land

Gebiedscode

Omschrijving van het gebied

Veterinair certificaat

Specifieke voorwaarden

Model

AG

1

2

3

4

5

6

AL — Albanië

AL-0

Het hele land

 

 

AR — Argentinië

AR-0

Het hele land

EQU

 

 

AR-1

De provincies Buenos Aires, Catamarca, Corrientes (behalve de departementen Berón de Astrada, Capital, Empedrado, General Paz, Itati, Mbucuruyá, San Cosme en San Luís del Palmar), Entre Ríos, La Rioja, Mendoza, Misiones, Neuquen, Río Negro, San Juan, San Luis, Santa Fe en Tucumán

BOV

A

1 en 2

AR-2

La Pampa en Santiago del Estero

BOV

A

1 en 2

AR-3

Córdoba

BOV

A

1 en 2

AR-4

Chubut, Santa Cruz en Tierra del Fuego

BOV, OVI, RUW, RUF

 

1

AR-5

Formosa (alleen het grondgebied van Ramón Lista) en Salta (alleen het departement Rivadavia)

BOV

A

1 en 2

AR-6

Salta (alleen de departementen General José de San Martín, Orán, Iruya en Santa Victoria)

BOV

A

1 en 2

AR-7

Chaco, Formosa (met uitzondering van het grondgebied van Ramón Lista), Salta (met uitzondering van de departementen General José de San Martín, Rivadavia, Orán, Iruya en Santa Victoria), Jujuy

BOV

A

1 en 2

AR-8

Chaco, Formosa, Salta, Jujuy, met uitzondering van de bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa

BOV

A

1 en 2

AR-9

De bufferzone van 25 km vanaf de grens met Bolivia en Paraguay die zich uitstrekt van het district Santa Catalina in de provincie Jujuy tot het district Laishi in de provincie Formosa

 

 

AR-10

Delen van de provincie Corrientes: de departementen Berón de Astrada, Capital, Empedrado, General Paz, Itati, Mbucuruyá, San Cosme en San Luís del Palmar

BOV

A

1 en 2

AU — Australië

AU-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

BA — Bosnië-Herzegovina

BA-0

Het hele land

 

 

BG — Bulgarijea

BG-0

Het hele land

EQU

 

 

BG-1

De provincies Varna, Dobrich, Silistra, Choumen, Targovitchte, Razgrad, Rousse, V.Tarnovo, Gabrovo, Pleven, Lovetch, Plovdic, Smolian, Pasardjik, Sofia (district), Sofia (stad), Pernik, Kustendil, Blagoevgrad, Vratza, Montana en Vidin

BOV, OVI, RUW, RUF

BG-2

De provincies Bourgas, Jambol, Sliven, Starazagora, Hasskovo, Kardjali en de 20 km brede corridor aan de grens met Turkije

BH — Bahrein

BH-0

Het hele land

 

 

BR — Brazilië

BR-0

Het hele land

EQU

 

 

BR-1

De staat Minas Gerais met uitzondering van de gewesten Oliveira, Passos, São Gonçalo de Sapucai, Setelagoas en Bambuí,

de staat Espíritu Santo,

de staat Goias en

het deel van de staat Mato Grosso bestaande uit de regionale eenheid Cuiaba (behalve de gemeenten San Antonio de Leverger, Nossa Senhora do Livramento, Pocone en Barão de Melgaço), de regionale eenheid Caceres (behalve de gemeente Caceres), de regionale eenheid Lucas do Rio Verde, de regionale eenheid Rondonopolis (behalve de gemeente Itiquiora), de regionale eenheid Barra do Garça en de regionale eenheid Barra do Bugres.

BOV

A en H

1 en 2

BR-2

De staat Rio Grande do Sul

BOV

A en H

1 en 2

BR-3

Het deel van de staat Mato Grosso do Sul bestaande uit de gemeente Sete Quedas

BOV

A en H

1 en 2

BR-4

De staat Mato Grosso do Sul met uitzondering van de gemeenten Sonora, Aquidauana, Bodoqueno, Bonito, Caracol, Coxim, Jardim, Ladario, Miranda, Pedro Gomes, Porto Murtinho, Rio Negro, Rio Verde of Mato Grosso en Corumbá,

de staat Paraná en

de staat São Paulo

BOV

A en H

1 en 2

BR-5

De staat Paraná,

de staat Mato Grosso do Sul en

de staat São Paulo

1

BR-6

De staat Santa Catarina

BOV

A en H

1 en 2

BW — Botswana

BW-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

BW-1

De veterinary disease control zones 5, 6, 7, 8, 9 en 18

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1 en 2

BW-2

De veterinary disease control zones 10, 11, 12, 13 en 14

BOV, OVI, RUF, RUW

F

1 en 2

BY — Belarus

BY-0

Het hele land

 

 

BZ — Belize

BZ-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

CA — Canada

CA-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW, RUF, RUW,

G

 

CH — Zwitserland

CH-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

CL — Chili

CL-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF

 

 

CN — Volksrepubliek China

CN-0

Het hele land

 

 

CO — Colombia

CO-0

Het hele land

EQU

 

 

CO-1

Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die loopt vanaf het punt waar de rivier de Murri in de rivier de Atrató uitmondt, die dan de Atrató volgt tot waar die in de Atlantische Oceaan uitmondt, vandaar de Atlantische kust volgt tot Cabo Tiburón aan de Panamese grens, dan de Columbiaans-Panamese grens volgt tot aan de Stille Oceaan, dan de kust langs de Stille Oceaan volgt tot aan de monding van de rivier Valle en die vanaf dit punt recht naar het punt loopt waar de Murrí in de Atrató uitmondt

BOV

A

2

CO-3

Het gebied dat wordt begrensd door een lijn die vanaf de monding van de rivier de Sinú aan de Atlantische Oceaan deze rivier tot haar bron in Alto Paramillo volgt, vanaf dit punt, de grens tussen de departementen Antioquía en Córdoba volgend, naar Puerto Rey aan de Atlantische Oceaan loopt en die vandaar de Atlantische kust volgt tot de monding van de rivier de Sinú.

BOV

A

2

CR — Costa Rica

CR-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

CU — Cuba

CU-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

DZ — Algerije

DZ-0

Het hele land

 

 

ET — Ethiopië

ET-0

Het hele land

 

 

FK — Falkland-eilanden

FK-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU

 

 

GL — Groenland

GL-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

GT — Guatemala

GT-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

HK — Hongkong

HK-0

Het hele land

 

 

HN — Honduras

HN-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

HR — Kroatië

HR-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

IL — Israël

IL-0

Het hele land

 

 

IN — India

IN-0

Het hele land

 

 

IS — IJsland

IS-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUF, RUW

 

 

KE — Kenia

KE-0

Het hele land

 

 

MA — Marokko

MA-0

Het hele land

EQU

 

 

MG — Madagaskar

MG-0

Het hele land

 

 

MK — Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (3)

MK-0

Het hele land

OVI, EQU

 

 

MU — Mauritius

MU-0

Het hele land

 

 

MX — Mexico

MX-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

NA — Namibië

NA-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

NA-1

Het gebied ten zuiden van de afsluitingen die lopen van Palgrave Point in het westen tot Gam in het oosten

BOV, OVI, RUF, RUW

F

2

NC — Nieuw-Caledonië

NC-0

Het hele land

BOV, RUF, RUW

 

 

NI — Nicaragua

NI-0

Het hele land

 

 

NZ — Nieuw-Zeeland

NZ-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, RUF, RUW, SUF, SUW

 

 

PA — Panama

PA-0

Het hele land

BOV, EQU

 

 

PY — Paraguay

PY-0

Het hele land

EQU

 

 

PY-1

De gebieden Chaco central en San Pedro

BOV

A

1 en 2

RO — Roemeniëa

RO-0

Het hele land

BOV, OVI, EQU, RUW, RUF

 

 

RU — Rusland

RU-0

Het hele land

 

 

RU-1

De regio Moermansk, het autonome gebied Yamalo-Nemets

RUF

SV — El Salvador

SV-0

Het hele land

 

 

SW — Swaziland

SZ-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

SZ-1

Het gebied ten westen van de „red line”-afsluitingen, die noordwaarts lopen van de Usuturivier naar de grens met Zuid-Afrika ten westen van de Nkalashane

BOV, RUF, RUW

F

2

SZ-2

De in verband met mond- en klauwzeer ingestelde veterinaire toezichts- en vaccinatiegebieden (bekendgemaakt bij wettelijk decreet nr. 51 van 2001)

BOV, RUF, RUW

F

1 en 2

TH — Thailand

TH-0

Het hele land

 

 

TN — Tunesië

TN-0

Het hele land

 

 

TR — Turkije

TR-0

Het hele land

 

 

TR-1

De provincies Amasya, Ankara, Aydin, Balikesir, Bursa, Cankiri, Corum, Denizli, Izmir, Kastamonu, Kutahya, Manisa, Usak, Yozgat en Kirikkale

EQU

 

 

UA — Oekraïne

UA-0

Het hele land

 

 

US — Verenigde Staten van Amerika

US-0

Het hele land

BOV, OVI, POR, EQU, SUF, SUW, RUF, RUW

G

 

XM — Montenegro

XM-0

Het hele douanegebied (4)

BOV, OVI, EQU

 

 

XS — Servië (2)

XS-0

Het hele douanegebied (4)

BOV, OVI, EQU

 

 

UY — Uruguay

UY-0

Het hele land

EQU

 

 

BOV

A

1 en 2

OVI

A

1 en 2

ZA — Zuid-Afrika

ZA-0

Het hele land

EQU, EQW

 

 

ZA-1

De Republiek Zuid-Afrika, met uitzondering van:

het deel van het gebied waar mond- en klauwzeer wordt bestreden, gelegen in de veterinaire gebieden Mpumalanga en de noordelijke provincies, in het district Ingwavuma in het veterinaire gebied Natal en in het grensgebied met Botswana ten oosten van de 28e lengtegraad, en

het district Camperdown in de provincie KwaZuluNatal

BOV, OVI, RUF, RUW

F

2

ZW — Zimbabwe

ZW-0

Het hele land

 

 

=

Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld).

a

=

Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Europese Unie wordt.

Specifieke eisen als bedoeld in kolom 6

„1”: Beperkingen in plaats en tijd:

„2”: Beperkingen in categorie

Slachtafvallen niet toegestaan (met uitzondering van middenrif en kauwspieren van runderen).

Deel 2

MODELLEN VAN DE VETERINAIRE CERTIFICATEN

Modellen:

„BOV”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van als huisdier gehouden runderen (Bos taurus, Bison bison, Bubalus bubalis en kruisingen daarvan)

„POR”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van als huisdier gehouden varkens (Sus scrofa)

„OVI”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van als huisdier gehouden schapen (Ovis aries) en geiten (Capra hircus)

„EQU”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van als huisdier gehouden paardachtigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan)

„RUF”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van gekweekte niet-gedomesticeerde dieren, met uitzondering van Suidae en eenhoevigen

„RUW”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van vrije niet-gedomesticeerde dieren, met uitzondering van Suidae en eenhoevigen

„SUF”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van gekweekte niet-gedomesticeerde Suidae

„SUW”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van vrije niet-gedomesticeerde Suidae

„EQW”

:

Veterinair certificaat voor vers vlees van vrije niet-gedomesticeerde eenhoevigen

AG (Aanvullende garanties):

„A”

:

garanties ten aanzien van rijping, pH-meting en ontbening van vers vlees, met uitzondering van slachtafvallen, gecertificeerd overeenkomstig een certificaat volgens model BOV (punt 10.6), OVI (punt 10.6), RUF (punt 10.7) en RUW (punt 10.4).

„B”

:

garanties ten aanzien van gerijpte opgemaakte slachtafvallen als omschreven in het certificaat volgens model BOV (punt 10.6).

„C”

:

garanties ten aanzien van laboratoriumtests op klassieke varkenspest bij karkassen waarvan het verse vlees is gecertificeerd met een certificaat volgens model SUW (punt 10.3 bis).

„D”

:

garanties ten aanzien van spoeling in bedrijven met dieren waarvan het verse vlees is gecertificeerd met een certificaat volgen model POR (punt 10.3 d).

„E”

:

garanties ten aanzien van tuberculinatie bij dieren waarvan het verse vlees is gecertificeerd met een certificaat volgens model BOV (punt 10.4 d).

„F”

:

garanties ten aanzien van rijping en ontbening van vers vlees, met uitzondering van slachtafvallen, gecertificeerd overeenkomstig een certificaat volgens model BOV (punt 10.6), OVI (punt 10.6), RUF (punt 10.7) en RUW (punt 10.4).

„G”

:

garanties ten aanzien van (1) het uitsluiten van slachtafval en ruggenmerg en (2) tests op en de oorsprong van hertachtigen met betrekking tot Chronic Wasting Disease, zoals bedoeld in een certificaat volgens model RUF (punt 9.2.1) en RUW (punt 9.3.1).

„H”

:

aanvullende garanties vereist voor Brazilië ten aanzien van diercontacten, vaccinatieprogramma's en bewaking. In de Braziliaanse staat Santa Catarina wordt echter niet tegen mond- en klauwzeer gevaccineerd, zodat de verwijzing naar een vaccinatieprogramma niet geldt voor vlees van dieren van oorsprong uit en geslacht in die staat.

Voetnoten

a)

Het land van uitvoer stelt een veterinair certificaat op overeenkomstig het in deel 2 van bijlage II vastgestelde model, naar gelang van de betrokken diersoort. Op elk certificaat worden, in de in het model aangegeven volgorde, de verklaringen opgenomen die voor elk derde land zijn vereist en, naar gelang van het geval, ook de aanvullende garanties die zijn vereist voor het derde land van uitvoer of een deel daarvan. Indien de EU-lidstaat van bestemming dat vereist, worden de aanvullende certificeringsvoorschriften voor de betrokken dieren opgenomen in het origineel van het veterinair certificaat.

b)

Een apart en uniek certificaat moet worden opgesteld voor dieren die afkomstig zijn uit één enkel gebied als vermeld in de kolommen 2 en 3 van deel 1 van bijlage I, die verzonden worden naar dezelfde bestemming en vervoerd worden in dezelfde spoorwagon, dezelfde vrachtwagen, hetzelfde vliegtuig of hetzelfde schip.

c)

Het originele exemplaar van elk certificaat bestaat uit één blad waarvan de beide zijden worden gebruikt, of, indien nodig, een formulier waarvan alle bladen één ondeelbaar geheel vormen.

d)

Het wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de EU-lidstaat waar de controle in de grensinspectiepost zal worden uitgevoerd en van de EU-lidstaat van bestemming. Deze lidstaten kunnen evenwel toestaan dat in plaats van de eigen taal een andere communautaire taal wordt gebruikt, indien nodig met een officiële vertaling.

e)

Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending (zie punt 8.3 van het modelcertificaat) extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat en worden op elke bladzijde de handtekening en het stempel van de certificerende officiële dierenarts aangebracht.

f)

Indien het certificaat, inclusief de onder d) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan genummerd — (bladzijdenummer) van (totaal aantal bladzijden) — en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het codenummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

g)

Het originele exemplaar van het certificaat wordt door een officiële dierenarts ingevuld en ondertekend. De bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer zien er daarbij op toe dat beginselen van certificering worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG van de Raad. De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels of watermerken.

h)

Het originele exemplaar van het certificaat vergezelt de zending tot in de EU-grensinspectiepost.

Image

Image

Image

Image


(1)  Onverminderd de specifieke certificeringsvoorwaarden van communautaire overeenkomsten met derde landen.

(2)  Uitgezonderd Kosovo als omschreven in Resolutie 1244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(3)  Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geenszins vooruitloopt op de definitieve nomenclatuur voor dit land, die zal worden vastgelegd overeenkomstig de conclusies van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.

(4)  Servië en Montenegro zijn republieken met een afzonderlijk douanegebied, die een statenunie vormen, en moeten daarom afzonderlijk worden vermeld.

=

Geen certificaat vastgesteld en invoer van vers vlees verboden (met uitzondering van diersoorten die in de regel voor het hele land worden vermeld).

a

=

Slechts van toepassing totdat deze toetredende staat een lidstaat van de Europese Unie wordt.


Rectificaties

31.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/79


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 2152/2005 van de Commissie van 23 december 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 327/98 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst, alsmede van Verordening (EG) nr. 1549/2004 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad ten aanzien van de invoerregeling voor rijst en tot vaststelling van een overgangsregeling voor de invoer van Basmati-rijst

( Publicatieblad van de Europese Unie L 342 van 24 december 2005 )

I.

Op bladzijde 35 wordt in bijlage III de tekst van bijlage VII vervangen door de volgende tekst:

„BIJLAGE VII

De in artikel 4, lid 4, onder c), bedoelde vermeldingen

:

In het Spaans

:

Derecho reducido en un 30,77 % del derecho fijado en el artículo 1 quinquies del Reglamento (CE) no 1549/2004 de la Comisión, hasta la cantidad indicada en las casillas 17 y 18 del presente certificado [Reglamento (CE) no 327/98]

:

In het Tsjechisch

:

Clo snížené o 30,77 % cla stanoveného v článku 1d nařízení Komise (ES) č. 1549/2004 až na množství uvedené v kolonkách 17 a 18 této licence (nařízení (ES) č. 327/98)

:

In het Deens

:

Nedsættelse på 30,77 % af den told, der er fastsat i artikel 1d i Kommissionens forordning (EF) nr. 1549/2004, op til den mængde, der er angivet i rubrik 17 og 18 i denne licens (forordning (EF) nr. 327/98)

:

In het Duits

:

Zollsatz ermäßigt um 30,77 % des in Artikel 1d der Verordnung (EG) Nr. 1549/2004 der Kommission festgesetzten Zollsatzes bis zu der in den Feldern 17 und 18 dieser Lizenz angegebenen Menge (Verordnung (EG) Nr. 327/98)

:

In het Ests

:

Komisjoni määruse (EÜ) nr 1549/2004 artiklis 1d kindlaks määratud tollimaks, mida on alandatud 30,77 % võrra käesoleva sertifikaadi lahtrites 17 ja 18 märgitud kogusteni (määrus (EÜ) nr 327/98)

:

In het Grieks

:

Δασμός μειωμένος κατά 30,77 % του δασμού που καθορίζεται στο άρθρο 1δ του κανονισμού (ΕΚ) αριθ. 1549/2004 της Επιτροπής, έως την ποσότητα που αναγράφεται στα τετραγωνίδια 17 και 18 του παρόντος πιστοποιητικού [κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 327/98]

:

In het Engels

:

Reduced rate of duty of 30,77 % of the duty set in Article 1d of Commission Regulation (EC) No 1549/2004 up to the quantity indicated in boxes 17 and 18 of this licence (Regulation (EC) No 327/98)

:

In het Frans

:

Droit réduit de 30,77 % du droit fixé à l’article 1er quinquies du règlement (CE) no 1549/2004 de la Commission jusqu’à la quantité indiquée dans les cases 17 et 18 du présent certificat [règlement (CE) no 327/98]

:

In het Italiaans

:

Dazio ridotto in ragione del 30,77 % del dazio fissato all’articolo 1 quinquies del regolamento (CE) n. 1549/2004 della Commissione fino a concorrenza del quantitativo indicato nelle caselle 17 e 18 del presente titolo [regolamento (CE) n. 327/98]

:

In het Lets

:

Ievedmuitas nodoklis samazināts par 30,77 %, salīdzinot ar nodokli, kas noteikts Komisijas Regulas (EK) Nr. 1549/2004 1.d pantā, līdz šīs atļaujas 17. un 18. ailē norādītajam daudzumam (Regula (EK) Nr. 327/98)

:

In het Litouws

:

Komisijos reglamento (EB) Nr. 1549/2004 1d straipsnyje nustatyto muito mokesčio sumažinimas 30,77 % mažesniems kiekiams nei nurodyta šios licencijos 17 ir 18 skirsniuose (Reglamentas (EB) Nr. 327/98)

:

In het Hongaars

:

Az 1549/2004/EK bizottsági rendelet 1.d. cikkében meghatározott vám 30,77 %-os csökkentett vámja az ezen bizonyítvány 17. és 18. rovatában megjelölt mennyiségig (327/98/EK rendelet)

:

In het Maltees

:

Dazju mnaqqas ta’ 30.77 % tat-dazju fiss fl-Artikolu 1(d) tar-Regolament tal-Kummissjoni (KE) Nru 1549/2004 sal-kwantità indikata fis-sezzjoni 17 u 18 ta’ dan iċ-ċertifikat (ir-Regolament (KE) Nru 327/98)

:

In het Nederlands

:

Recht verlaagd met 30,77 % van het in artikel 1 quinquies van Verordening (EG) nr. 1549/2004 van de Commissie vastgestelde recht voor hoeveelheden die niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van dit certificaat vermelde hoeveelheid (Verordening (EG) nr. 327/98)

:

In het Pools

:

Obniżona stawka celna odpowiadająca 30,77 % stawki określonej w art. 1d rozporządzenia Komisji (WE) nr 1549/2004 do ilości wskazanej w sekcjach 17 i 18 niniejszego pozwolenia (rozporządzenie (WE) nr 327/98)

:

In het Portugees

:

Direito reduzido de 30,77 % do direito fixado no artigo 1.o-D do Regulamento (CE) n.o 1549/2004 da Comissão até à quantidade indicada nas casas 17 e 18 do presente certificado [Regulamento (CE) n.o 327/98]

:

In het Slowaaks

:

Clo znížené o 30,77 % cla stanoveného článkom 1d nariadenia Komisie (ES) č. 1549/2004 až na množstvo uvedené v kolónkach 17 a 18 tejto licencie [nariadenie (ES) č. 327/98]

:

In het Sloveens

:

Dajatev, znižana za 30,77 % od dajatve iz člena 1(d) Uredbe Komisije (ES) št. 1549/2004 do količine, navedene v rubrikah 17 in 18 tega potrdila (Uredba (ES) št. 327/98)

:

In het Fins

:

Tulli, jonka määrää on alennettu 30,77 % komission asetuksen (EY) N:o 1549/2004 1 d artiklassa vahvistetusta tullista tämän todistuksen kohdissa 17 ja 18 ilmoitettuun määrään asti (asetus (EY) N:o 327/98)

:

In het Zweeds

:

Tullsatsen nedsatt med 30,77 % av den tullsats som anges i artikel 1d i kommissionens förordning (EG) nr 1549/2004 upp till den mängd som anges i fält 17 och 18 i denna licens (förordning (EG) nr 327/98).”

II.

Op bladzijde 37 (vervolg van bijlage IV), nieuwe bijlage IX van Verordening (EG) nr. 327/98, letter d), in de tabel, in de regel van de kolom „Hoeveelheid (ton)” behorende bij het land Pakistan:

in plaats van:

„1 596”,

te lezen:

„1 595”.