ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
49e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
* |
||
|
|
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 101/2006 VAN DE RAAD
van 20 januari 2006
houdende wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1975/2004 en (EG) nr. 1976/2004 tot uitbreiding van de definitieve antidumpingrechten en compenserende rechten op PET-folie uit India tot PET-folie verzonden uit Brazilië en Israël, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Brazilië of Israël
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisantidumpingverordening” genoemd), en met name op artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, en op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) (hierna „de basisantisubsidieverordening” genoemd), en met name op artikel 20 en artikel 23, lid 3,
Gezien het voorstel dat de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité heeft ingediend,
Overwegende hetgeen volgt:
A. THANS GELDENDE MAATREGELEN
(1) |
Bij de Verordeningen (EG) nr. 1676/2001 (3) en (EG) nr. 2597/1999 (4) heeft de Raad antidumping- respectievelijk compenserende maatregelen ingesteld ten aanzien van polyethyleentereftalaatfolie (hierna „PET-folie” genoemd) uit onder meer India. |
(2) |
Bij de Verordeningen (EG) nr. 1975/2004 (5) en (EG) nr. 1976/2004 (6) heeft de Raad deze maatregelen uitgebreid tot PET-folie die vanuit Israël en Brazilië wordt verzonden (hierna „de uitgebreide maatregelen” genoemd), met uitzondering van PET-folie vervaardigd door de Braziliaanse onderneming Terphane Ltda en door de Israëlische onderneming Jolybar Ltd, die met name zijn genoemd in de respectieve verordeningen. |
(3) |
Op 10 december 2004 (7) heeft de Commissie een herzieningsonderzoek ingeleid naar aanleiding van het vervallen van de definitieve compenserende maatregelen op basis van artikel 18 van de basisantisubsidieverordening. Op basis van de bevindingen van dit onderzoek zal worden besloten tot intrekking dan wel verlenging van de uitgebreide maatregelen. |
B. HUIDIG ONDERZOEK
1. Verzoek om een herziening
(4) |
De Commissie heeft vervolgens een verzoek ontvangen om vrijstelling van de uitgebreide maatregelen op basis van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de basisantidumpingverordening en artikel 20 en artikel 23, lid 3, van de basisantisubsidieverordening. Dit verzoek was afkomstig van Hanita Coatings Rural Cooperative Association Ltd, kibboets Hanita, 22885, Israël (hierna „Hanita” genoemd), een producent in Israël. |
2. Inleiding van een herzieningsprocedure
(5) |
De Commissie onderzocht het door Hanita verstrekte bewijsmateriaal en achtte dit toereikend voor de inleiding van een onderzoek op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de basisantidumpingverordening en artikel 20 en artikel 23, lid 3, van de basisantisubsidieverordening teneinde vast te stellen of Hanita van de uitgebreide maatregelen kon worden vrijgesteld. Na overleg in het Raadgevend Comité en nadat de EG-producenten opmerkingen hadden kunnen maken, heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 1370/2005 (8) een procedure ingeleid met het oog op een eventuele herziening van de Verordeningen (EG) nr. 1975/2004 en (EG) nr. 1976/2004 ten aanzien van Hanita. |
(6) |
Bij de verordening tot inleiding van de herzieningsprocedure is het bij Verordening (EG) nr. 1975/2004 ingestelde antidumpingrecht op PET-folie die door Hanita vanuit Israël wordt verzonden, ingetrokken. Tegelijkertijd werd de douane overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisantidumpingverordening opgedragen passende maatregelen te nemen om die invoer te registreren. |
3. Betrokken product
(7) |
Het betrokken product is, zoals omschreven in het oorspronkelijke onderzoek, polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie), die doorgaans wordt ingedeeld onder de GN-code ex 3920 62 19 of ex 3920 62 90. |
(8) |
PET-folie die vanuit Israël in de Gemeenschap wordt ingevoerd, aangegeven onder de GN-code ex 3920 62 19 of ex 3920 62 90, heeft dezelfde technische, fysische en chemische basiskenmerken en dezelfde gebruiksdoeleinden als de in het kader van het oorspronkelijke onderzoek gedefinieerde PET-folie. Het gaat dus om soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisantidumpingverordening en artikel 1, lid 5, van de basisantisubsidieverordening. |
4. Onderzoek
(9) |
De Commissie heeft Hanita en de vertegenwoordigers van Israël van de inleiding van de herzieningsprocedure in kennis gesteld. Belanghebbenden werd verzocht hun standpunt kenbaar te maken. Hun werd tevens meegedeeld dat zij konden vragen om te worden gehoord. Een dergelijk verzoek is evenwel niet ontvangen. |
(10) |
De Commissie heeft ook een vragenlijst gezonden aan Hanita en binnen de gestelde termijn een toereikend antwoord ontvangen. De Commissie heeft alle gegevens die zij voor het onderzoek nodig had, verzameld en gecontroleerd. Er is een controle bij Hanita verricht. |
5. Onderzoektijdvak
(11) |
Het onderzoek had betrekking op de periode van 1 januari 2004 tot en met 30 juni 2005. Er werden gegevens verzameld van 2001 tot het einde van het onderzoektijdvak om vast te stellen of zich enige wijziging in het handelspatroon had voorgedaan. |
C. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
(12) |
Het onderzoek bevestigde dat Hanita PET-folie niet had uitgevoerd naar de Gemeenschap tijdens het onderzoektijdvak van het onderzoek dat tot de uitbreiding van de maatregelen leidde, dat wil zeggen van 1 januari tot en met 31 december 2003. Hanita begon dit product pas uit te voeren na de uitbreiding van de maatregelen. |
(13) |
Voorts bleek uit het voorgelegde bewijsmateriaal dat Hanita geen rechtstreekse of onrechtstreekse banden had met een van de Indiase producenten/exporteurs of Israëlische ondernemingen die onderworpen zijn aan de geldende antidumping- en compenserende maatregelen. |
(14) |
Zoals reeds in overweging 12 vermeld, is Hanita pas na de uitbreiding van de maatregelen begonnen PET-folie naar de Gemeenschap uit te voeren. Hanita snijdt en verwerkt aangekochte PET-folie en vervaardigt een reeks producten waarvan sommige onder dezelfde GN-codes vallen als het betrokken product. In PET-folie die door Hanita wordt verwerkt en naar de Gemeenschap uitgevoerd, worden geen materialen uit India gebruikt. Deze werkwijze wordt derhalve niet als ontduiking aangemerkt. |
D. WIJZIGING VAN DE ONDERZOCHTE MAATREGELEN
(15) |
Overeenkomstig bovenstaande bevindingen waaruit blijkt dat Hanita de geldende maatregelen niet heeft ontdoken, dient dit bedrijf van de uitgebreide maatregelen te worden vrijgesteld. |
(16) |
De bij de verordening tot inleiding van de herzieningsprocedure ingestelde registratie van de invoer van PET-folie uit Israël, afkomstig van Hanita, dient te worden beëindigd. Daar in artikel 14, lid 5, van de basisantidumpingverordening is bepaald dat maatregelen ten aanzien van het product waarvan de invoer werd geregistreerd moeten worden genomen met ingang van de datum van registratie, moet geen antidumpingrecht worden geheven op PET-folie die door Hanita vanuit Israël werd verzonden en waarvan de invoer in de Gemeenschap overeenkomstig de verordening tot inleiding van de herzieningsprocedure werd geregistreerd. |
(17) |
De vrijstelling van de uitgebreide maatregelen voor door Hanita vervaardigde PET-folie blijft, overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisantidumpingverordening en artikel 23, lid 3, van de basisantisubsidieverordening, van toepassing zolang niet blijkt dat de vrijstelling is verleend op grond van onjuiste of misleidende informatie van de betrokken onderneming. Bij aanwijzingen van het tegendeel kan de Commissie een onderzoek openen om vast te stellen of de vrijstelling moet worden ingetrokken. |
(18) |
De vrijstelling van de uitgebreide maatregelen voor door Hanita vervaardigde PET-folie is gebaseerd op de bevindingen van dit herzieningsonderzoek. Deze vrijstelling is derhalve uitsluitend van toepassing op de invoer van PET-folie die uit Israël is verzonden en door deze specifieke rechtspersoon is vervaardigd. PET-folie die is vervaardigd of verzonden door ondernemingen die niet specifiek met naam en adres in artikel 1, lid 1, van de Verordeningen (EG) nr. 1975/2004 en (EG) nr. 1976/2004 zijn genoemd, met inbegrip van rechtspersonen die banden hebben met de specifiek genoemde ondernemingen, komen niet in aanmerking voor de vrijstelling en zijn onderworpen aan het bij de Verordeningen (EG) nr. 1676/2001 en (EG) nr. 2597/1999 ingestelde residuele recht. |
E. PROCEDURE
(19) |
Hanita en alle overige belanghebbenden werden in kennis gesteld van de feiten en overwegingen op basis waarvan Hanita vrijstelling zou worden verleend van de uitgebreide maatregelen en daarop zijn geen opmerkingen ontvangen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1975/2004 wordt vervangen door:
„1. Het definitieve antidumpingrecht van 53,3 % dat bij Verordening (EG) nr. 1676/2001 werd ingesteld op polyethyleentereftalaatfolie, ingedeeld onder de GN-codes ex 3920 62 19 en ex 3920 62 90, van oorsprong uit India, wordt uitgebreid tot polyethyleentereftalaatfolie verzonden uit Brazilië en Israël (al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Brazilië of Israël) (Taric-codes 3920621901, 3920621904, 3920621907, 3920621911, 3920621914, 3920621917, 3920621921, 3920621924, 3920621927, 3920621931, 3920621934, 3920621937, 3920621941, 3920621944, 3920621947, 3920621951, 3920621954, 3920621957, 3920621961, 3920621967, 3920621974, 3920621992, 3920629031, 3920629092). Van deze uitbreiding is uitgezonderd polyethyleentereftalaatfolie die is vervaardigd door Terphane Ltda, BR 101, km 101, City of Cabo de Santo Agostinho, State of Pernambuco, Brazilië (aanvullende Taric-code A569), door Jolybar Filmtechnic Converting Ltd (1987), Hacharutsim str. 7, Ind. Park Siim 2000, Natania South, 42504, POB 8380, Israël (aanvullende Taric-code A570), en door Hanita Coatings Rural Cooperative Association Ltd, kibboets Hanita, 22885, Israël (aanvullende Taric-code A691).”.
2. Artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1976/2004 wordt vervangen door:
„1. Het definitieve compenserende recht van 19,1 % dat bij Verordening (EG) nr. 2597/1999 werd ingesteld op polyethyleentereftalaatfolie, ingedeeld onder de GN-codes ex 3920 62 19 en ex 3920 62 90, van oorsprong uit India, wordt uitgebreid tot polyethyleentereftalaatfolie verzonden uit Brazilië en Israël (al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Brazilië of Israël) (Taric-codes 3920621901, 3920621904, 3920621907, 3920621911, 3920621914, 3920621917, 3920621921, 3920621924, 3920621927, 3920621931, 3920621934, 3920621937, 3920621941, 3920621944, 3920621947, 3920621951, 3920621954, 3920621957, 3920621961, 3920621967, 3920621974, 3920621992, 3920629031, 3920629092). Van deze uitbreiding is uitgezonderd polyethyleentereftalaatfolie die is vervaardigd door Terphane Ltda, BR 101, km 101, City of Cabo de Santo Agostinho, State of Pernambuco, Brazilië (aanvullende Taric-code A569), door Jolybar Filmtechnic Converting Ltd (1987), Hacharutsim str. 7, Ind. Park Siim 2000, Natania South, 42504, POB 8380, Israël (aanvullende Taric-code A570), en door Hanita Coatings Rural Cooperative Association Ltd, kibboets Hanita, 22885, Israël (aanvullende Taric-code A691).”.
Artikel 2
De registratie van de invoer van PET-folie krachtens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1370/2005 wordt beëindigd zonder de heffing van antidumpingrechten.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Raad
De voorzitster
U. PLASSNIK
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).
(2) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004.
(3) PB L 227 van 23.8.2001, blz. 1.
(4) PB L 316 van 10.12.1999, blz. 1.
(5) PB L 342 van 15.11.2004, blz. 1.
(6) PB L 342 van 15.11.2004, blz. 8.
(7) PB C 306 van 10.12.2004, blz. 2.
(8) PB L 218 van 23.8.2005, blz. 3.
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 102/2006 VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 20 januari 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
99,5 |
204 |
72,5 |
|
212 |
95,5 |
|
624 |
115,6 |
|
999 |
95,8 |
|
0707 00 05 |
052 |
137,6 |
204 |
101,1 |
|
999 |
119,4 |
|
0709 10 00 |
220 |
88,5 |
999 |
88,5 |
|
0709 90 70 |
052 |
144,3 |
204 |
139,9 |
|
999 |
142,1 |
|
0805 10 20 |
052 |
46,0 |
204 |
61,7 |
|
212 |
61,8 |
|
220 |
50,3 |
|
624 |
58,4 |
|
999 |
55,6 |
|
0805 20 10 |
052 |
74,2 |
204 |
75,6 |
|
999 |
74,9 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
052 |
62,6 |
204 |
95,6 |
|
400 |
86,0 |
|
464 |
142,9 |
|
624 |
74,0 |
|
662 |
27,9 |
|
999 |
81,5 |
|
0805 50 10 |
052 |
50,2 |
220 |
60,5 |
|
999 |
55,4 |
|
0808 10 80 |
400 |
117,5 |
404 |
104,8 |
|
512 |
58,4 |
|
720 |
64,2 |
|
999 |
86,2 |
|
0808 20 50 |
400 |
81,6 |
720 |
39,1 |
|
999 |
60,4 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 103/2006 VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
houdende vaststelling van aanvullende bepalingen voor de toepassing van het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1208/81 van de Raad van 28 april 1981 tot vaststelling van het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen (2), en met name op artikel 6, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EEG) nr. 2930/81 van de Commissie van 12 oktober 1981 houdende vaststelling van aanvullende bepalingen voor de toepassing van het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen (3) is ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan. |
(2) |
Teneinde een uniforme indeling van de geslachte volwassen runderen in de Gemeenschap te waarborgen, dient de definitie van de vleesklassen en de vetklassen nader te worden vastgesteld. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 6, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 1208/81 bedoelde aanvullende bepalingen waarin de definitie van de vleesklassen en de vetklassen nader wordt vastgesteld, zijn opgenomen in bijlage I.
Artikel 2
Verordening (EEG) nr. 2930/81 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
José Manuel BARROSO
De voorzitter
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
(2) PB L 123 van 7.5.1981, blz. 3. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1026/91 (PB L 106 van 26.4.1991, blz. 2).
(3) PB L 293 van 13.10.1981, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2237/91 (PB L 204 van 27.7.1991, blz. 11).
(4) Zie bijlage II.
BIJLAGE I
1. BEVLEESDHEID
Vorm van de profielen van het geslachte dier, in het bijzonder van de hoogwaardige delen (stomp, rug, schouder)
Bevleesdheidsklasse |
Aanvullende bepalingen |
||||
S Superieur |
|
De bovenbil (in België „dikke bil” genoemd) puilt zeer ruim over de schaambeensvoeg (symphisis pelvis) heen |
|||
|
Dikke lende (in België „kleinhoofd” genoemd) sterk gerond |
||||
|
|
||||
E Uitstekend |
|
De bovenbil („dikke bil”) puilt ruimschoots over de schaambeensvoeg (symphisis pelvis) heen |
|||
|
Dikke lende („kleinhoofd”) sterk gerond |
||||
|
|
||||
U Zeer goed |
|
De bovenbil („dikke bil”) puilt over de schaambeensvoeg (symphisis pelvis) heen |
|||
|
Dikke lende („kleinhoofd”) gerond |
||||
|
|
||||
R Goed |
|
De bovenbil („dikke bil”) en de dikke lende („kleinhoofd”) zijn licht gerond |
|||
|
|
||||
|
|
||||
O Matig |
|
|
|||
|
Dikke lende („kleinhoofd”) rechtlijnig |
||||
|
|
||||
P Gering |
|
|
|||
|
|
||||
|
|
2. VETHEID
Hoeveelheid vet aan de buitenkant van het geslachte dier en aan de binnenzijde van de borstholte
Vetheidsklasse |
Aanvullende bepalingen |
1 Gering |
Geen vet aan de binnenzijde van de borstholte |
2 Licht |
Aan de binnenzijde van de borstholte zijn de spieren tussen de ribben duidelijk zichtbaar |
3 Middelmatig |
Aan de binnenzijde van de borstholte zijn de spieren tussen de ribben nog zichtbaar |
4 Sterk vervet |
De vetstrepen van de stomp zijn opvallend. Aan de binnenzijde van de borstholte mogen de spieren tussen de ribben met vet doorregen zijn |
5 Zeer sterk vervet |
De stomp is bijna volledig bedekt met een dikke laag vet, zodat de vetbanden niet meer duidelijk zijn te onderkennen. Aan de binnenzijde van de borstholte zijn de spieren tussen de ribben met vet doorregen |
BIJLAGE II
Ingetrokken verordening met de wijziging ervan
Verordening (EEG) nr. 2930/81 van de Commissie |
|
Verordening (EEG) nr. 2237/91 van de Commissie |
BIJLAGE III
Concordantietabel
Verordening (EEG) nr. 2930/81 |
De onderhavige verordening |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
— |
Artikel 2 |
Artikel 2 |
Artikel 3 |
Bijlage |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/9 |
VERORDENING (EG) Nr. 104/2006 VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (2),
Gelet op Verordening (EG) nr. 2247/2003 van de Commissie van 19 december 2003 houdende bepalingen ter uitvoering, in de sector rundvlees, van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) (3), en met name op artikel 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2247/2003 kunnen voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië invoercertificaten worden afgegeven. De invoer mag evenwel de voor ieder van de betrokken uitvoerende derde landen vastgestelde hoeveelheid niet overschrijden. |
(2) |
Voor producten van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië overstijgen de hoeveelheden, uitgedrukt in vlees zonder been, waarvoor van 1 tot en met 10 januari 2006 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2247/2003 certificaten zijn aangevraagd, niet de voor deze landen beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg kunnen voor de aangevraagde hoeveelheden invoercertificaten worden afgegeven. |
(3) |
De hoeveelheden, waarvoor met ingang van 1 februari 2006 certificaten kunnen worden aangevraagd binnen de totale hoeveelheid van 52 100 t, dienen te worden vastgesteld. |
(4) |
Er dient op te worden gewezen dat deze verordening Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (4) onverlet laat, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De hieronder vermelde lidstaten geven op 21 januari 2006 voor de onderstaande hoeveelheden producten van de sector rundvlees, uitgedrukt in vlees zonder been, van oorsprong uit sommige staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, invoercertificaten af voor de daarbij vermelde landen van oorsprong:
|
Duitsland:
|
|
Verenigd Koninkrijk:
|
Artikel 2
Certificaataanvragen kunnen overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2247/2003 in de eerste tien dagen van de maand februari 2006 worden ingediend voor de volgende hoeveelheden rundvlees zonder been:
Botswana: |
18 466 t, |
Kenia: |
142 t, |
Madagaskar: |
7 579 t, |
Swaziland: |
3 363 t, |
Zimbabwe: |
9 100 t, |
Namibië: |
12 550 t. |
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op 21 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1899/2004 van de Commissie (PB L 328 van 30.10.2004, blz. 67).
(2) PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.
(3) PB L 333 van 20.12.2003, blz. 37. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1118/2004 (PB L 217 van 17.6.2004, blz. 10).
(4) PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/11 |
VERORDENING (EG) Nr. 105/2006 VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 17/2006 van de Commissie (4). |
(2) |
De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).
(2) PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).
(3) PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.
(4) PB L 11 van 17.1.2006, blz. 15.
BIJLAGE
Met ingang van 21 januari 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
32,98 |
1,39 |
1701 11 90 (1) |
32,98 |
5,04 |
1701 12 10 (1) |
32,98 |
1,26 |
1701 12 90 (1) |
32,98 |
4,71 |
1701 91 00 (2) |
31,08 |
9,69 |
1701 99 10 (2) |
31,08 |
5,17 |
1701 99 90 (2) |
31,08 |
5,17 |
1702 90 99 (3) |
0,31 |
0,34 |
(1) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).
(2) Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.
(3) Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 106/2006 VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 betreffende katoen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (2), en met name op artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt op gezette tijden een wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald, rekening houdende met de historische verhouding tussen de in aanmerking genomen wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen en de berekende prijs voor niet-geëgreneerde katoen. Deze historische verhouding is vastgesteld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 van de Commissie van 2 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor katoen (3). Als de wereldmarktprijs niet op die wijze kan worden bepaald, wordt hij bepaald op basis van de laatst vastgestelde prijs. |
(2) |
Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald voor een product met bepaalde kenmerken, waarbij rekening wordt gehouden met de gunstigste, voor de werkelijke markttendens representatief geachte aanbiedingen en noteringen. Om deze prijs te bepalen, wordt het gemiddelde berekend van de aanbiedingen en noteringen op één of meer Europese beurzen voor in een haven van Noord-Europa cif-geleverde producten uit de verschillende, voor de internationale handel als meest representatief beschouwde productielanden. Evenwel is bepaald dat deze criteria voor het bepalen van de wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen worden aangepast, om rekening te houden met de verschillen op grond van de kwaliteit van het geleverde product en de aard van de aanbiedingen en noteringen. In artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 is bepaald welke aanpassingen kunnen plaatsvinden. |
(3) |
Op grond van bovenbedoelde criteria moet de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen op het hieronder aangegeven niveau worden vastgesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 bedoelde wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen wordt vastgesteld op 22,345 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 21 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1.
(2) PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3.
(3) PB L 210 van 3.8.2001, blz. 10. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2002 (PB L 223 van 20.8.2002, blz. 3).
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/14 |
VERORDENING (EG) Nr. 107/2006 VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
inzake de afgifte van invoercertificaten voor bepaalde conserven van paddestoelen voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1864/2004 van de Commissie van 26 oktober 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor uit derde landen ingevoerde conserven van paddestoelen (2), en met name op artikel 10, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De hoeveelheden waarvoor in de periode van 2 tot en met 6 januari 2006 overeenkomstig artikel 8, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1864/2004 door traditionele importeurs en nieuwe importeurs certificaataanvragen zijn ingediend, overtreffen de beschikbare hoeveelheden voor producten van oorsprong uit China. |
(2) |
Bijgevolg is het nodig te bepalen in hoeverre de certificaataanvragen die op 16 januari 2006 aan de Commissie zijn meegedeeld, kunnen worden ingewilligd en per categorie van importeurs en per oorsprong van de producten de data vast te stellen tot welke de afgifte van certificaten moet worden geschorst, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De certificaataanvragen voor invoer overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1864/2004, die in de periode van 2 tot en met 6 januari 2006 zijn ingediend en op 16 januari 2006 aan de Commissie zijn meegedeeld, worden ingewilligd voor de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde percentages van de aangevraagde hoeveelheden.
Artikel 2
Voor de betrokken categorie van importeurs en de betrokken oorsprong worden de certificaataanvragen voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2006 voor invoer overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1864/2004, die na 6 januari 2006 en vóór de in bijlage II bij de onderhavige verordening vermelde datum worden ingediend, afgewezen.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op 21 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
J. L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2004 van de Commissie (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 25).
(2) PB L 325 van 28.10.2004, blz. 30.
BIJLAGE I
Oorsprong van de producten |
Toewijzingspercentage |
||||||
Bulgarije |
Roemenië |
China |
Andere derde landen dan Bulgarije, Roemenië en China |
||||
|
100 % |
— |
42,84 % |
100 % |
|||
|
7,09 % |
— |
|||||
|
BIJLAGE II
Oorsprong van de producten |
Datum |
|||||
Bulgarije |
Roemenië |
China |
Andere derde landen dan Bulgarije, Roemenië en China |
|||
|
1.1.2007 |
1.1.2007 |
1.1.2007 |
1.1.2007 |
||
|
1.1.2007 |
1.1.2007 |
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Commissie
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/16 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
waarbij bepaalde bedrijven worden vrijgesteld van de uitbreiding tot rijwielonderdelen van het bij Verordening (EEG) nr. 2474/93 ingestelde antidumpingrecht op rijwielen uit de Volksrepubliek China, laatstelijk gehandhaafd en gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2005 en tot opheffing van de bij Verordening (EG) nr. 88/97 vastgestelde schorsing van het uitgebreide antidumpingrecht voor bepaalde bedrijven
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 54)
(2006/22/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (hierna „basisverordening” genoemd) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 71/97 van de Raad van 10 januari 1997 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht, ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 2474/93 voor rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China op de invoer van bepaalde onderdelen van rijwielen uit de Volksrepubliek China en tot heffing van het uitgebreide recht op dergelijke uit hoofde van Verordening (EG) nr. 703/96 geregistreerde invoer (2), gehandhaafd bij Verordening (EG) nr. 1524/2000 (3) en gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2005 (4),
Gelet op Verordening (EG) nr. 88/97 van de Commissie van 20 januari 1997 tot goedkeuring van de vrijstelling van de invoer van bepaalde delen van rijwielen, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, van de uitbreiding bij Verordening (EG) nr. 71/97 van de Raad van het bij Verordening (EEG) nr. 2474/93 van de Raad ingestelde antidumpingrecht (5) (hierna „de vrijstellingsverordening” genoemd), gehandhaafd bij Verordening (EG) nr. 1524/2000 en gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2005, en met name op artikel 7,
Na overleg in het Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Na de inwerkingtreding van de vrijstellingsverordening heeft een aantal rijwielassemblagebedrijven op grond van artikel 3 van die verordening een aanvraag ingediend om vrijstelling van het antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 71/97 was uitgebreid tot bepaalde rijwielonderdelen uit de Volksrepubliek China („het uitgebreide antidumpingrecht”). De Commissie heeft in het Publicatieblad verscheidene malen lijsten bekendgemaakt van indieners van een dergelijke aanvraag (6) waarvoor het uitgebreide antidumpingrecht was geschorst op grond van artikel 5, lid 1, van de vrijstellingsverordening. |
(2) |
Na de laatste bekendmaking van de lijst van bedrijven waarvan de aanvraag werd onderzocht (7), werd een onderzoekperiode gekozen. Deze liep van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 voor bedrijven die voor de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei 2004 in de 15 lidstaten waren gevestigd en van 1 mei 2004 tot en met 31 december 2004 voor bedrijven die in de nieuwe lidstaten waren gevestigd. Aan alle bedrijven waarvan de aanvraag werd onderzocht, werd een lijst gezonden met vragen over hun assemblageactiviteiten in de onderzoekperiode. |
A. EERDERE SCHORSING VAN HET UITGEBREIDE ANTIDUMPINGRECHT
A.1. Ingewilligde aanvragen om vrijstelling
(3) |
De Commissie heeft van de in tabel 1 vermelde bedrijven alle informatie ontvangen die nodig is om over de ontvankelijkheid van hun aanvragen te oordelen. De ontvangen informatie werd onderzocht en zo nodig ter plaatse gecontroleerd. Het is de Commissie gebleken dat de aanvragen van de in tabel 1 genoemde bedrijven op grond van artikel 4, lid 1, van de vrijstellingsverordening kunnen worden ingewilligd. Tabel 1
|
(4) |
De Commissie heeft kunnen vaststellen dat de waarde van de onderdelen uit de Volksrepubliek China die deze bedrijven bij de assemblage van rijwielen hebben gebruikt minder dan 60 % was van de totale waarde van de onderdelen die bij de assemblage werd gebruikt en dat artikel 13, lid 2, van de basisverordening derhalve niet op hen van toepassing is. |
(5) |
Daarom dienen bovengenoemde bedrijven, overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de vrijstellingsverordening, van het uitgebreide antidumpingrecht te worden vrijgesteld. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de vrijstellingsverordening dienen de in tabel 1 vermelde bedrijven met ingang van de datum van ontvangst van hun aanvraag van het uitgebreide antidumpingrecht te worden vrijgesteld. Voorts moet hun douaneschuld uit hoofde van het uitgebreide antidumpingrecht als nietig worden beschouwd vanaf de datum van ontvangst van hun aanvraag om vrijstelling. |
(7) |
Opgemerkt wordt dat de volgende vijf bedrijven die in tabel 1 zijn genoemd de diensten van de Commissie in kennis hebben gesteld van een wijziging in hun naam en/of adres of de overdracht van hun activiteiten in het onderzoektijdvak:
|
(8) |
Vastgesteld werd dat deze wijzigingen in naam, adres of de verplaatsing van de economische activiteiten niet van invloed waren op de assemblageactiviteiten als bedoeld in de vrijstellingsverordening en de Commissie is derhalve van oordeel dat deze wijzigingen geen invloed dienen te hebben op de vrijstelling van het uitgebreide recht. |
A.2. Afgewezen en ingetrokken aanvragen
(9) |
De in tabel 2 genoemde bedrijven hebben ook een aanvraag ingediend om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht. Tabel 2
|
(10) |
Bij de controle bleek dat een bedrijf een bepaalde administratie niet voerde en dat het niet de gegevens kon verstrekken die voor de toekenning van de vrijstelling noodzakelijk waren. Met name konden geen gegevens worden gecontroleerd over de oorsprong van de bij de assemblage gebruikte rijwielonderdelen, hetgeen vereist is volgens artikel 6, lid 2, van de vrijstellingsverordening. Nadat dit bedrijf was medegedeeld dat de Commissie voornemens was zijn aanvraag af te wijzen, heeft het schriftelijk opmerkingen gemaakt. Het heeft echter geen controleerbare aanvullende gegevens verstrekt ter ondersteuning van zijn argumenten. |
(11) |
Een ander bedrijf heeft de Commissie medegedeeld zijn aanvraag om vrijstelling in te trekken. |
(12) |
Een ander bedrijf heeft niet de informatie verstrekt die voor het onderzoek van zijn aanvraag nodig was. Daarom heeft de Commissie dit bedrijf, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van de vrijstellingsverordening, ervan in kennis gesteld dat zij voornemens was zijn aanvraag af te wijzen. Het bedrijf kon hierover opmerkingen maken. Er zijn geen opmerkingen ontvangen. |
(13) |
Een ander bedrijf heeft de rijwielonderdelen in de onderzoekperiode niet gebruikt voor de vervaardiging of assemblage van rijwielen, hetgeen in strijd is met artikel 6, lid 2, van de vrijstellingsverordening. Nadat dit bedrijf hiervan in kennis was gesteld, heeft het opmerkingen toegezonden. Daar deze informatie echter betrekking had op een periode na de onderzoekperiode kon ze, overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de basisverordening, niet in aanmerking worden genomen. |
(14) |
Daar de in tabel 2 genoemde bedrijven niet hebben voldaan aan de criteria van artikel 6, lid 2, van de vrijstellingsverordening, moet de Commissie hun aanvragen om vrijstelling afwijzen overeenkomstig artikel 7, lid 3, van die verordening. Daarom moet de schorsing van het uitgebreide antidumpingrecht als bedoeld in artikel 5 van de vrijstellingsverordening worden opgeheven en moet het uitgebreide antidumpingrecht worden geheven vanaf de datum van ontvangst van de aanvragen van deze bedrijven. |
A.3. Aanvragen die nader onderzocht moeten worden
(15) |
De in tabel 3 genoemde bedrijven hebben ook een aanvraag ingediend om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht. Tabel 3
|
(16) |
Opgemerkt wordt dat het in tabel 3 genoemde bedrijf „ROG Kolesa, d.d., Letališka 29, 1000 Ljubljana, Slovenië” eerder „ELAN Bikes d.d.” heette. Vastgesteld werd dat deze naamswijziging niet van invloed was op de aanvraag om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht. |
(17) |
Wat deze aanvragen betreft, was het de Commissie niet mogelijk, vanwege bijzondere omstandigheden die verband hielden met de gewijzigde structuur van deze bedrijven, vast te stellen of hun assemblageactiviteiten voor de onderzoekperiode buiten het toepassingsgebied vielen van artikel 13, lid 2, van de basisverordening. |
(18) |
Voor een bedrijf konden de diensten van de Commissie de antwoorden op de vragenlijst niet ter plaatse controleren omdat de voornaamste boekhouddocumenten die moesten worden ingezien voordat eventueel vrijstelling kon worden verleend bij de rechtbank waren. De boekhouding was bij de rechtbank in het kader van een gerechtelijk akkoord. |
(19) |
Twee bedrijven waren tot een nieuw bedrijf gefuseerd. Daar deze fusie eerst plaatsvond na de toezending van de antwoorden op de vragenlijst, kon de Commissie niet controleren of artikel 13, lid 2, van de basisverordening van toepassing was op de assemblageactiviteiten van het nieuwe bedrijf. |
(20) |
Een ander bedrijf had rijwielonderdelen in de onderzoekperiode ingevoerd, maar was eerst na de onderzoekperiode met de assemblage begonnen. |
(21) |
Voor de drie andere bedrijven kon bij de controle ter plaatse niet worden vastgesteld wat de waarde was van de rijwielonderdelen uit de Volksrepubliek China in de totale waarde van de rijwielonderdelen die in de onderzoekperiode bij de assemblage waren gebruikt, daar de bedrijven bij de assemblage zeer veel onderdelen hadden gebruikt die voor de uitbreiding van de EU waren aangekocht. |
(22) |
Daarom dienen de in tabel 3 vermelde bedrijven te worden gehandhaafd in de lijst van bedrijven waarvan de aanvraag wordt onderzocht. De schorsing van het uitgebreide antidumpingrecht dient voor deze bedrijven te worden voortgezet. |
B. GEEN EERDERE SCHORSING VAN HET UITGEBREIDE ANTIDUMPINGRECHT
B.1. Onontvankelijke aanvragen
(23) |
De in tabel 4 genoemde bedrijven hebben ook een aanvraag ingediend om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht. Tabel 4
|
(24) |
Deze bedrijven voldeden niet aan de criteria voor vrijstelling overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de vrijstellingsverordening. |
(25) |
Twee bedrijven hebben per maand minder dan 300 stuks belangrijke rijwielonderdelen (per soort) gebruikt bij de vervaardiging of assemblage van rijwielen. |
(26) |
Drie bedrijven konden niet aantonen dat artikel 13, lid 2, van de basisverordening niet op hen van toepassing was en met name dat de waarde van de onderdelen uit de Volksrepubliek China die bij de assemblage van rijwielen was gebruikt minder dan 60 % bedroeg van de totale waarde van de onderdelen die bij de assemblage werden gebruikt. |
(27) |
Deze conclusie werd aan de bedrijven medegedeeld die hierover opmerkingen konden maken. Er werden geen opmerkingen ontvangen. Deze bedrijven werd dus geen vrijstelling verleend. |
B.2. Aanvragen naar aanleiding waarvan schorsing kan worden verleend
(28) |
Voorts werden van de in tabel 5 vermelde bedrijven aanvragen om vrijstelling ontvangen op grond van artikel 3 van de vrijstellingsverordening. De schorsing van het uitgebreide recht naar aanleiding van deze aanvragen dient in werking te treden op de datum die is vermeld in de kolom „datum van inwerkingtreding”. Tabel 5
|
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De in tabel 1 vermelde bedrijven worden vrijgesteld van het antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 2474/93 werd ingesteld op rijwielen uit de Volksrepubliek China, dat werd gehandhaafd bij Verordening (EG) nr. 1524/2000, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2005 en dat bij Verordening (EG) nr. 71/97 werd uitgebreid tot bepaalde rijwielonderdelen uit de Volksrepubliek China.
De vrijstelling treedt in werking op de dag die voor elk bedrijf is vermeld in de kolom „Datum van inwerkingtreding”.
Tabel 1
Vrijgestelde bedrijven
Naam |
Adres |
Land |
Schorsing op grond van Verordening (EG) nr. 88/97 |
Datum van inwerkingtreding |
Aanvullende TARIC-code |
4EVER s.r.o. |
2. května 267, CZ-742 13 Studénka |
Tsjechië |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A558 |
Accell Hunland Kft. |
Parkoló tér 1., H-1059 Tószeg |
Hongarije |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A534 |
AMP Welding, s.r.o. |
Orlové 165, SK-017 01 Považská Bystrica |
Slowakije |
Artikel 7 |
14.6.2004 |
A572 |
Bike Fun International s.r.o. |
Štefánikova 1163, CZ-742 21 Kopřivnice |
Tsjechië |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A536 |
BPS Bicycle Industrial s.r.o. |
Šumavská 779/2, CZ-787 01 Šumperk |
Tsjechië |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A537 |
CAPRI-Ne Kft. |
Kiskút útja 1., H-8000 Székesfehérvár |
Hongarije |
Artikel 7 |
3.5.2004 |
A562 |
Ciclo Meccanica Srl |
Via delle Industrie 14 I-20050 Sulbiate (MI) |
Italië |
Artikel 7 |
16.9.2004 |
A170 |
EURO.T POLSKA Sp. z o.o. |
ul. Drogowców 12, PL-42-200 Częstochowa |
Polen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A549 |
Eurobik, s.r.o. |
Bardejovská 36, SK-080 06 Prešov |
Slowakije |
Artikel 7 |
27.8.2004 |
A575 |
EXPLORER group s.r.o. |
CZ-742 67 Ženklava 167 |
Tsjechië |
Artikel 7 |
24.5.2004 |
A563 |
Falter Bike GmbH & Co. KG |
Bunzlauer Straße 15, D-33719 Bielefeld |
Duitsland |
Artikel 7 |
22.7.2004 |
A125 |
FHMM Sp. z o.o. |
ul. Ciecholewicka 29, 55-120 Oborniki Śląskie |
Polen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A548 |
IB Sp. z o.o. |
Zakład Pracy Chronionej, ul. Miłośników Podhala 1, PL-34-425 Biały Dunajec |
Polen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A539 |
IDEAL EUROPE Sp. z o.o. |
ul. Metalowa 11, PL-99-300 Kutno |
Polen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A540 |
Jan Zasada Biuro Ekonomiczno-Handlowe |
ul. Fabryczna 6, PL-98-300 Wieluń |
Polen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A542 |
Jozef Kender-Kenzel |
Imeľ č. 830, SK-946 52 Imeľ |
Slowakije |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A557 |
KROSS S.A. |
ul. Leszno 46, PL-06-300 Przasnysz |
Polen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A543 |
Mama spol. s.r.o. |
Krajinská 1, SK-921 01 Piešťany |
Slowakije |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A551 |
Master Bike, s.r.o. |
Sadová 2, CZ-789 01 Zábřeh na Moravě |
Tsjechië |
Artikel 7 |
4.5.2004 |
A552 |
N.V. Race Productions |
Ambachtstraat 19, B-3980 Tessenderlo |
België |
Artikel 7 |
15.9.2004 |
A576 |
Neuzer Kerékpár Kereskedelmi és Szolgáltató Kft. |
Eötvös u. 48., H-2500 Esztergom |
Hongarije |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A545 |
Novus Bike s.r.o. |
Hlavní 266, CZ-747 81 Otice |
Tsjechië |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A553 |
Olimpia Kerékpár Kft. |
Ostorhegy u. 4., H-1164 Budapest |
Hongarije |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A554 |
Przedsiębiorstwo Handlowo Produkcyjne UNIBIKE Jerzy Orłowski, Piotr Drobotowski Sp. Jawna |
ul. Przemysłowa 28B, PL-85-758 Bydgoszcz |
Polen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A556 |
Schwinn-Csepel Kerékpárgyártó és Forgalmazó Rt. |
Gyepsor u. 1., H-1211 Budapest |
Hongarije |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A555 |
Sprick Rowery Sp. z o.o. |
ul. Świerczewskiego 76, PL-66-200 Świebodzin |
Polen |
Artikel 7 |
7.6.2004 |
A571 |
Trade-Stomil Sp. z o.o. |
ul. 6 Sierpnia 74, PL-90-646 Łódź |
Polen |
Artikel 7 |
30.7.2004 |
A574 |
UAB Baltik Vairas |
Pramonės g. 3, LT-78138 Śiauliai |
Litouwen |
Artikel 7 |
1.5.2004 |
A547 |
Zweirad Paulsen |
Hauptstraße 80, D-49635 Badbergen |
Duitsland |
Artikel 7 |
22.6.2004 |
A566 |
Artikel 2
De aanvragenen om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 88/97 werden ingediend door de in tabel 2 vermelde bedrijven worden afgewezen.
De schorsing van het uitgebreide antidumpingrecht op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 88/97 wordt opgeheven voor elk bedrijf vanaf de datum van inwerkingtreding die is vermeld in de kolom „Datum van inwerkingtreding”.
Tabel 2
Bedrijven waarvoor de schorsing is opgeheven
Naam |
Adres |
Land |
Schorsing op grond van Verordening (EG) nr. 88/97 |
Datum van inwerkingtreding |
Aanvullende TARIC-code |
Czech Bike, a.s. |
Palackého 82, CZ-612 00 Brno |
Tsjechië |
Artikel 5 |
17.5.2004 |
A560 |
MEMO cz, s.r.o. |
Jungmannova 319, CZ-506 01 Jičín |
Tsjechië |
Artikel 5 |
5.5.2004 |
A544 |
Special Bike di Diciolla Francesco |
Via dei Mille 50, I-71042 Cerignola (Foggia) |
Italië |
Artikel 5 |
5.3.2004 |
A533 |
Winora Staiger GmbH |
Max-Planck-Straße 6, D-97526 Sennfeld |
Duitsland |
Artikel 5 |
29.4.2004 |
A559 |
Artikel 3
Onderstaande tabel 3 vormt de bijgewerkte lijst van bedrijven waarvan de aanvraag op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 88/97 worden onderzocht. De schorsing van het uitgebreide recht naar aanleiding van deze aanvragen treedt in werking op de datum die is vermeld in de kolom „datum van inwerkingtreding” in tabel 3.
Tabel 3
Bedrijven waarvan de aanvraag wordt onderzocht
Naam |
Adres |
Adres |
Schorsing op grond van Verordening (EG) nr. 88/97 |
Datum van inwerkingtreding |
Aanvullende TARIC-code |
A.J. Maias Lda |
Estrada Nacional N.o 1, Malaposta, Apart. 27, P-3781-908 Sangalhos |
Portugal |
Artikel 5 |
23.2.2005 |
A401 |
Avantisbike — Fabrico de Bicicletas S.A. |
Rua do Casarão, P-3750-869 Borralha |
Portugal |
Artikel 5 |
10.11.2005 |
A726 |
ARKUS Sp. z o.o. |
Podgrodzie 32c, PL-39-200 Dębica |
Polen |
Artikel 5 |
Vanaf 23.6.2004 tot 31.5.2005 |
A565 |
ARKUS & ROMET Group Sp. z o.o. |
Podgrodzie 32c, PL-39-200 Dębica |
Polen |
Artikel 5 |
1.6.2005 |
A565 |
Athletic International Sp. z o.o. |
ul. Drawska 21, PL-02-202 Warszawa |
Polen |
Artikel 5 |
3.8.2004 |
A568 |
BELVE s.r.o. |
Palkovičova 5, SK-915 01 Nové Mesto nad Váhom |
Slowakije |
Artikel 5 |
4.5.2004 |
A535 |
Bike Mate s.r.o. |
Dlhá 248/43, SK-905 01 Senica |
Slowakije |
Artikel 5 |
8.10.2004 |
A589 |
Bike Sport |
Krzemionka 14, PL-62-872 Godziesze |
Polen |
Artikel 5 |
3.1.2005 |
A593 |
Cannondale Europe B.V. |
Hanzepoort 27, 7575 DB Oldenzaal, Nederland |
Nederland |
Artikel 5 |
21.6.2005 |
A686 |
Cseke Trade Kft. |
Gyepsor u. 1., H-1211 Budapest |
Hongarije |
Artikel 5 |
21.4.2005 |
A685 |
C-TRADING, s.r.o. |
V. Palkovicha 19, SK-946 03 Kolárovo |
Slowakije |
Artikel 5 |
10.2.2005 |
A662 |
Decathlon Sp. z o.o. |
ul. Malborska 53, PL-03-286 Warszawa |
Polen |
Artikel 5 |
19.8.2005 |
A696 |
ROG Kolesa, d.d. |
Letališka 29, SLO-1000 Ljubljana |
Slovenië |
Artikel 5 |
1.5.2004 |
A538 |
Eurobike Kft. |
Zengő utca 58., H-7693 Pécs-Hird |
Hongarije |
Artikel 5 |
28.1.2005 |
A624 |
Fabryka Rowerów Romet-Jastrowie Sp. z o.o. |
ul. Naturowicza 14, PL-64-915 Jastrowie |
Polen |
Artikel 5 |
Vanaf 14.6.2004 tot 31.5.2005 |
A564 |
Firma Wielobranżowa ART-POL Artur Nowak |
ul. Homera 4/20, PL-42-200 Częstochowa |
Polen |
Artikel 5 |
22.9.2005 |
A697 |
Hermann Hartje KG |
Deichstraße 120—122, D-27318 Hoya/Weser |
Duitsland |
Artikel 5 |
7.11.2005 |
A725 |
ISTRO-HGA, spol. s.r.o. |
Svätopeterská 14, SK-947 01 Hurbanovo |
Slowakije |
Artikel 5 |
1.5.2004 |
A541 |
Koliken Kft. |
Széchenyi u. 103., H-6400 Kiskunhalas |
Hongarije |
Artikel 5 |
8.11.2004 |
A616 |
Koninklijke Gazelle B.V. |
Wilhelminaweg 8, 6951 BP Dieren, Nederland |
Nederland |
Artikel 5 |
29.6.2005 |
8609 |
Kynast Bike GmbH |
Artlandstraße 55, D-49610 Quakenbrück |
Duitsland |
Artikel 5 |
29.7.2005 |
A692 |
Manufacture de Cycles du Comminges |
Z.I. Ouest, F-31800 Saint-Gaudens |
Frankrijk |
Artikel 5 |
29.6.2005 |
A690 |
Maver Sp. z o.o. |
ul. Przasnysza 77, 06-200 Maków Mazowiecki |
Polen |
Artikel 5 |
19.10.2005 |
A728 |
Maxbike s.r.o. |
Svatoplukova 2771, CZ-700 30 Ostrava-Vítkovice |
Tsjechië |
Artikel 5 |
3.1.2005 |
A664 |
Muller Sport Bohemia s.r.o. |
Okružní 110 Hlincová Hora, CZ-373 71 Rudolfov |
Tsjechië |
Artikel 5 |
8.11.2004 |
A605 |
OLPRAN, spol. s.r.o. |
Libušina 101, CZ-772 11 Olomouc |
Tsjechië |
Artikel 5 |
1.5.2004 |
A546 |
P.W.U.H. Sterna |
ul. Lotników 51, PL-73-102 Stargard Szczeciński |
Polen |
Artikel 5 |
2.2.2005 |
A631 |
PFIFF Vertriebs GmbH |
Wilhelmstraße 58, D-49610 Quakenbrück |
Duitsland |
Artikel 5 |
6.4.2005 |
A668 |
TIESSE Snc di Tosato Virginio & C. |
Via Meucci 12, I-35030 Caselle di Selvazzano Dentro (PD) |
Italië |
Artikel 5 |
24.10.2005 |
A724 |
TOLIN Przedsiębiorstwo Prywatne Jerzy Topolski |
Łęg Witoszyn, PL-87-811 Fabianki |
Polen |
Artikel 5 |
10.9.2004 |
A586 |
Victus International Trading S.A. |
ul. Naramowicka 150, PL-61-619 Poznań |
Polen |
Artikel 5 |
11.10.2004 |
A588 |
Vizija Sport d.o.o. |
Tržaška cesta 87b, SI-1370 Logatec |
Slovenië |
Artikel 5 |
24.1.2005 |
A630 |
Artikel 4
De aanvragen om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht die zijn ingediend door de in onderstaande tabel 4 vermelde bedrijven worden afgewezen.
Tabel 4
Bedrijven waarvan de aanvraag is afgewezen
Naam |
Adres |
Land |
Avex Kft. |
Csenterics u. 3., H-2440 Százhalombatta |
Hongarije |
Ets Duret |
8, rue de Clémont, F-18410 Argent-sur-Sauldre |
Frankrijk |
P.P.H.U. Interbike |
ul. Drogowców 12, PL-42-200 Częstochowa |
Polen |
P.P.U H. POL-FOX |
ul. Tenisowa 81, PL-42-200 Częstochowa |
Polen |
Unimex |
Domburgseweg 87, 4356 BK Oostkapelle, Nederland |
Nederland |
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten en tot de in de artikelen 1, 2, 3 en 4 genoemde bedrijven.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
Peter MANDELSON
Lid van de Commissie
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) PB L 16 van 18.1.1997, blz. 55.
(3) PB L 175 van 14.7.2000, blz. 39.
(4) PB L 183 van 14.7.2005, blz. 1.
(5) PB L 17 van 21.1.1997, blz. 17.
(6) PB C 45 van 13.2.1997, blz. 3, PB C 112 van 10.4.1997, blz. 9, PB C 220 van 19.7.1997, blz. 6, PB C 378 van 13.12.1997, blz. 2, PB C 217 van 11.7.1998, blz. 9, PB C 37 van 11.2.1999, blz. 3, PB C 186 van 2.7.1999, blz. 6, PB C 216 van 28.7.2000, blz. 8, PB C 170 van 14.6.2001, blz. 5, PB C 103 van 30.4.2002, blz. 2, PB C 35 van 14.2.2003, blz. 3, PB C 43 van 22.2.2003, blz. 5, PB C 54 van 2.3.2004, blz. 2 en PB C 299 van 4.12.2004, blz. 4.
(7) PB C 299 van 4.12.2004, blz. 4.
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/27 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
tot wijziging van Beschikking 2005/710/EG tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met een vermoeden van hoogpathogene aviaire influenza in Roemenië
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 61)
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/23/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,
Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), en met name op artikel 18, lid 7,
Gelet op Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (2), en met name op artikel 22, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Aviaire influenza is een besmettelijke virale ziekte bij pluimvee en andere vogels, die leidt tot sterfte en anomalieën die snel de vorm van een epizoötie kunnen aannemen en daardoor een ernstige bedreiging vormen voor de dier- en de volksgezondheid en voor de rentabiliteit van de pluimveehouderij. Het gevaar bestaat dat de ziekteverwekker wordt binnengebracht via de internationale handel in levend pluimvee en pluimveeproducten. |
(2) |
Op 12 oktober 2005 heeft Roemenië de Commissie meegedeeld dat uit een klinisch geval bij pluimvee een influenza A-virus subtype H5N1 (Aziatische stam) geïsoleerd is. Beschikking 2005/710/EG van de Commissie van 13 oktober 2005 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met een vermoeden van hoogpathogene aviaire influenza in Roemenië (3) werd daarom goedgekeurd. |
(3) |
Roemenië heeft strenge maatregelen ter bestrijding van de ziekte genomen en nadere informatie over de ziektesituatie naar de Commissie gestuurd, zodat de opschorting van de invoer tot de getroffen en risicovolle delen van het Roemeense grondgebied kan worden beperkt. |
(4) |
Beschikking 2005/710/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2005/710/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: „Artikel 1 1. De lidstaten schorten de invoer op van:
2. In afwijking van lid 1, onder b), staan de lidstaten de invoer toe van de onder lid 1, onder b), eerste tot en met derde streepje, vallende producten van vóór 1 augustus 2005 geslachte dieren. 3. In de veterinaire certificaten/handelsdocumenten die de zendingen van de in lid 2 vermelde producten vergezellen, worden naar gelang van de diersoort de volgende woorden opgenomen: „Vers vlees van pluimvee/Vers vlees van loopvogels/Vers vlees van vrij vederwild/Vers vlees van gekweekt vederwild/vleesproduct van of met vlees van pluimvee, loopvogels, vrij of gekweekt vederwild/vleesbereiding van of met vlees van pluimvee, loopvogels, vrij of gekweekt vederwild/rauw voeder voor gezelschapsdieren en niet-verwerkte voedermiddelen met delen van pluimvee, loopvogels, vrij of gekweekt vederwild (4) van vóór 1 augustus 2005 geslachte dieren, overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Beschikking 2005/710/EG. 4. In afwijking van lid 1, onder b), tweede streepje, staan de lidstaten de invoer toe van vleesproducten van of met vers vlees van pluimvee, loopvogels, vrij en gekweekt vederwild, als het vlees van deze soorten ten minste een van de specifieke behandelingen heeft ondergaan als bedoeld onder B, C of D in deel 4 van bijlage II bij Beschikking 2005/432/EG van de Commissie.”. |
2) |
Er wordt een bijlage toegevoegd, waarvan de tekst is opgenomen in de bijlage bij deze beschikking. |
Artikel 2
De lidstaten nemen onmiddellijk de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen en zij maken die maatregelen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(2) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1); gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1).
(3) PB L 269 van 14.10.2005, blz. 42.
(4) Doorhalen wat niet van toepassing is.”.
BIJLAGE
„BIJLAGE
De in artikel 1, leden a) en b), bedoelde delen van het Roemeense grondgebied:
DEEL A
ISO-code van het land |
Naam van het land |
Deel van het grondgebied |
||
RO |
Roemenië |
|
DEEL B
ISO-code van het land |
Naam van het land |
Deel van het grondgebied |
||||||||||||
RO |
Roemenië |
In Roemenië de provincies:
|
21.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 17/30 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 20 januari 2006
tot tweede wijziging van Beschikking 2005/710/EG tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met een vermoeden van hoogpathogene aviaire influenza in Roemenië
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 62)
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/24/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), en met name op artikel 18, lid 7,
Gelet op Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (2), en met name op artikel 22, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Aviaire influenza is een besmettelijke virale ziekte bij pluimvee en andere vogels, die leidt tot sterfte en anomalieën die snel de vorm van een epizoötie kunnen aannemen en daardoor een ernstige bedreiging vormen voor de dier- en de volksgezondheid en voor de rentabiliteit van de pluimveehouderij. Het gevaar bestaat dat de ziekteverwekker wordt binnengebracht via de internationale handel in levend pluimvee en pluimveeproducten. |
(2) |
Op 12 oktober 2005 heeft Roemenië de Commissie meegedeeld dat uit een klinisch geval bij pluimvee de Aziatische stam van het aviaire-influenzavirus geïsoleerd is. Beschikking 2005/710/EG van de Commissie van 13 oktober 2005 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met een vermoeden van hoogpathogene aviaire influenza in Roemenië (3) werd daarom goedgekeurd. |
(3) |
Die beschikking werd gewijzigd om Roemenië in regio’s in te delen voor de invoer in de Gemeenschap van vlees en vleesproducten van pluimvee, aangezien de uitbraken van de Aziatische stam van het aviaire-influenzavirus in Roemenië tot de Donaudelta beperkt waren. |
(4) |
Er hebben zich nieuwe uitbraken van de ziekte voorgedaan in dat deel van Roemenië dat infectievrij werd beschouwd. Het gebied in Roemenië waaruit geen vlees en vleesproducten van pluimvee in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, moet daarom worden uitgebreid tot het gebied ten oosten en ten zuiden van de Karpaten. |
(5) |
Aangezien Roemenië de aanwezigheid van de ziekte op haar grondgebied heeft bevestigd, moet de titel van Beschikking 2005/710/EG dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
Beschikking 2005/710/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2005/710/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De titel wordt vervangen door: |
2) |
De bijlage wordt vervangen door de tekst van de bijlage bij deze beschikking. |
Artikel 2
De lidstaten nemen onmiddellijk de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen en zij maken die maatregelen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 20 januari 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(2) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1).
(3) PB L 269 van 14.10.2005, blz. 42. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/23/EG (Zie bladzijde 27 van dit Publicatieblad).
BIJLAGE
„BIJLAGE
De in artikel 1, onder a) en b), bedoelde delen van het Roemeense grondgebied
DEEL A
ISO-code van het land |
Naam van het land |
Deel van het grondgebied |
||
RO |
Roemenië |
|
DEEL B
ISO-code van het land |
Naam van het land |
Deel van het grondgebied |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RO |
Roemenië |
In Roemenië de provincies:
|