ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 292

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
8 november 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1813/2005 van de Commissie van 7 november 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1814/2005 van de Commissie van 7 november 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 580/2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1815/2005 van de Commissie van 7 november 2005 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2742/90 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2204/90 van de Raad

4

 

 

Verordening (EG) nr. 1816/2005 van de Commissie van 7 november 2005 tot wijziging van de vanaf 8 november 2005 geldende invoerrechten in de sector granen

5

 

 

Verordening (EG) nr. 1817/2005 van de Commissie van 7 november 2005 tot vaststelling van de communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de toepassing van de regeling voor de invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Jordanië

8

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Informatie betreffende de inwerkingtreding van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds

10

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 4 november 2005 tot wijziging van Beschikking 2002/499/EG houdende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte miniatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit de Republiek Korea, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4235)

11

 

 

Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

 

*

Gemeenschappelijk Optreden 2005/776/GBVB van de Raad van 7 november 2005 tot wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Moldavië

13

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/1


VERORDENING (EG) Nr. 1813/2005 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 8 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 7 november 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

48,9

096

25,4

204

58,0

999

44,1

0707 00 05

052

102,5

204

23,8

999

63,2

0709 90 70

052

113,3

204

45,2

999

79,3

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

624

115,2

999

115,2

0805 50 10

052

70,6

388

79,4

528

60,8

999

70,3

0806 10 10

052

114,7

400

241,1

508

272,1

624

174,7

720

95,6

999

179,6

0808 10 80

052

93,3

096

15,6

388

97,6

400

136,7

404

103,5

512

71,0

720

30,2

800

146,2

804

82,0

999

86,2

0808 20 50

052

103,3

720

48,4

999

75,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/3


VERORDENING (EG) Nr. 1814/2005 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 580/2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 26, lid 3, en artikel 31, lid 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2) is de geldigheidsduur vastgesteld van de uitvoercertificaten, met inbegrip van die welke worden afgegeven in het kader van Verordening (EG) nr. 581/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor bepaalde soorten boter (3) en Verordening (EG) nr. 582/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder (4).

(2)

Bij artikel 8 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie (5) is in afwijking van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 174/1999 de dag vastgesteld vanaf welke de uitvoercertificaten geldig zijn.

(3)

De strekking van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 174/1999 in combinatie met artikel 8 van Verordening (EG) nr. 580/2004 is in sommige gevallen verkeerd geinterpreteerd. Om elke mogelijke grond voor een dergelijke verkeerde interpretatie weg te nemen, dient artikel 8 van de laatstgenoemde verordening te worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 580/2004 wordt punt d) vervangen door:

„d)

begint de in artikel 6 van die verordening bedoelde geldigheidsduur van het uitvoercertificaat op de uiterste datum voor de indiening van de offertes.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2005 (PB L 241 van 17.9.2005, blz. 45).

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 64. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005 (PB L 200 van 30.7.2005, blz. 32).

(4)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 67. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1239/2005.

(5)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2250/2004 (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 25).


8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/4


VERORDENING (EG) Nr. 1815/2005 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2005

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2742/90 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2204/90 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2204/90 van de Raad van 24 juli 1990 tot vaststelling van aanvullende algemene voorschriften van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten ten aanzien van kaas (1), en met name op artikel 3, lid 3, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 3, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2204/90 moet een communautaire boete worden opgelegd wanneer caseïne en caseïnaten zonder toestemming zijn gebruikt voor de bereiding van kaas. De boete is gelijk aan 110 % van het verschil tussen de respectieve waarden van de voor de vervaardiging van 100 kg caseïne en caseïnaten benodigde ondermelk op basis van enerzijds de marktprijs voor mageremelkpoeder en anderzijds de marktprijs voor caseïne en caseïnaten.

(2)

Op basis van de in het laatste kwartaal van 2001 op de markten geconstateerde prijzen voor caseïne en caseïnaten is het bedrag dat verschuldigd is voor de hoeveelheden caseïne en/of caseïnaten die zonder toestemming zijn gebruikt voor de bereiding van kaas, bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2742/90 van de Commissie (2) vastgesteld op 65,00 EUR per 100 kg. Gezien de marktprijs voor mageremelkpoeder en de marktprijs voor caseïne en caseïnaten die in het tweede kwartaal van 2005 zijn geconstateerd, moet dat bedrag worden verlaagd.

(3)

De in het tweede kwartaal van 2005 op de markten geconstateerde prijzen bedragen 200 EUR per 100 kg voor mageremelkpoeder en 580 EUR per 100 kg voor caseïne en caseïnaten.

(4)

Verordening (EEG) nr. 2742/90 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2742/90 worden vervangen door:

„1.   Het op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2204/90 verschuldigde bedrag is gelijk aan 22,00 EUR per 100 kg caseïne en/of caseïnaten.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de vijfde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 201 van 31.7.1990, blz. 7. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2583/2001 (PB L 345 van 29.12.2001, blz. 6).

(2)  PB L 264 van 27.9.1990, blz. 20. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 265/2002 (PB L 43 van 14.2.2002, blz. 13).


8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/5


VERORDENING (EG) Nr. 1816/2005 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2005

tot wijziging van de vanaf 8 november 2005 geldende invoerrechten in de sector granen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De invoerrechten in de sector granen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1799/2005 van de Commissie (3).

(2)

In artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1249/96 is bepaald dat, indien in de loop van een toepassingsperiode het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR per ton verschilt van het vastgestelde recht, een overeenkomstige aanpassing wordt uitgevoerd. Dit verschil heeft zich voorgedaan. De in Verordening (EG) nr. 1799/2005 vastgestelde invoerrechten moeten derhalve worden aangepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij de Verordening (EG) nr. 1799/2005 worden vervangen door de bijlagen I en II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 8 november 2005.

Zij is van toepassing met ingang van 8 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 270 van 29.9.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).

(3)  PB L 288 van 29.10.2005, blz. 47.


BIJLAGE I

Vanaf 8 november 2005 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(in EUR/ton)

1001 10 00

Harde tarwe van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

0,00

1001 90 91

Zachte tarwe, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

Zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan voor zaaidoeleinden

0,00

1002 00 00

Rogge

36,51

1005 10 90

Maïs, zaaigoed, andere dan hybriden

54,24

1005 90 00

Maïs, andere dan zaaigoed (2)

54,24

1007 00 90

Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

36,51


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd (artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96) komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t, als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, of

2 EUR/t, als de loshaven in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Estland, Letland, Litouen, Polen, Finland, Zweden of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t, als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.


BIJLAGE II

Berekeningselementen

periode van 2.11.2005-4.11.2005

1)

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Beursnotering

Minneapolis

Chicago

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Product (eiwitgehalte bij 12 % vocht)

HRS2

YC3

HAD2

Van gemiddelde kwaliteit (1)

Van lage kwaliteit (2)

US barley 2

Notering (EUR/t)

128,77 (3)

64,34

168,91

158,91

138,91

90,69

Golfpremie (EUR/t)

18,31

 

 

Grote-Merenpremie (EUR/t)

32,74

 

 

2)

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Vrachttarieven/kosten: Golf van Mexico–Rotterdam: 20,85 EUR/t; Grote Meren–Rotterdam: 29,54 EUR/t.

3)

Subsidies bedoeld in artikel 4, lid 2, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

0,00 EUR/t (HRW2)

0,00 EUR/t (SRW2).


(1)  Een korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(2)  Een korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(3)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).


8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/8


VERORDENING (EG) Nr. 1817/2005 VAN DE COMMISSIE

van 7 november 2005

tot vaststelling van de communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor anjers en rozen in het kader van de toepassing van de regeling voor de invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Jordanië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4088/87 van de Raad van 21 december 1987 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toepassing van preferentiële douanerechten bij invoer van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië, Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (1), en met name op artikel 5, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2, lid 2, en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 4088/87 is bepaald dat voor eenbloemige anjers (standaard), veelbloemige anjers (tros), grootbloemige rozen en kleinbloemige rozen om de twee weken communautaire invoerprijzen en communautaire producentenprijzen worden vastgesteld die telkens voor twee weken gelden. Overeenkomstig artikel 1 ter van Verordening (EEG) nr. 700/88 van de Commissie van 17 maart 1988 houdende een aantal uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde producten van de bloementeelt van oorsprong uit Cyprus, Israël, Jordanië en Marokko alsmede de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (2) worden deze prijzen vastgesteld voor perioden van twee weken op basis van de door de lidstaten verstrekte gewogen gegevens.

(2)

De bovengenoemde prijzen dienen onverwijld te worden vastgesteld opdat de toe te passen douanerechten kunnen worden bepaald.

(3)

Als gevolg van de toetreding van Cyprus tot de Europese Unie per 1 mei 2004 hoeft voor dat land niet langer een invoerprijs te worden vastgesteld.

(4)

Voor Israël, Marokko en de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook hoeft evenmin nog een invoerprijs te worden vastgesteld in verband met de overeenkomsten die zijn goedgekeurd bij Besluit 2003/917/EG van de Raad van 22 december 2003 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de Associatieovereenkomst EG-Israël (3), Besluit 2003/914/EG van de Raad van 22 december 2003 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nr. 1 en nr. 3 bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en het Koninkrijk Marokko (4) en Besluit 2005/4/EG van de Raad van 22 december 2004 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) ten behoeve van de Palestijnse Autoriteit van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de interim associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Palestijnse Autoriteit (5).

(5)

De Commissie dient, in de periodes tussen de vergaderingen van her Comité van beheer voor levende planten en producten van de bloementeelt, deze maatregelen zonder het advies van het comité vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De communautaire producentenprijzen en de communautaire invoerprijzen voor de in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 4088/87 bedoelde eenbloemige anjers (standaard), veelbloemige anjers (tros), grootbloemige rozen en kleinbloemige rozen worden in de bijlage bij de onderhavige verordening vastgesteld voor de periode van 9 tot en met 22 november 2005.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 382 van 31.12.1987, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/97 (PB L 177 van 5.7.1997, blz. 1).

(2)  PB L 72 van 18.3.1988, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2062/97 (PB L 289 van 22.10.1997, blz. 1).

(3)  PB L 346 van 31.12.2003, blz. 65.

(4)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 117.

(5)  PB L 2 van 5.1.2005, blz. 4.


BIJLAGE

(EUR/100 stuks)

Periode: 9 tot en met 22 november 2005

Communautaire producentenprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

 

21,57

13,95

35,59

16,79

Communautaire invoerprijzen

Eenbloemige anjers

(standaard)

Veelbloemige anjers

(tros)

Grootbloemige rozen

Kleinbloemige rozen

Jordanië


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/10


Informatie betreffende de inwerkingtreding van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds (1)

Aangezien de akten van kennisgeving van de voltooiing van de procedures die vereist waren voor de inwerkingtreding van de op 22 april 2002 te Valencia ondertekende Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds, op 22 juli 2005 zijn uitgewisseld, is deze overeenkomst overeenkomstig artikel 110 daarvan op 1 september 2005 in werking getreden.


(1)  PB L 265 van 10.10.2005, blz. 2.


Commissie

8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/11


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 4 november 2005

tot wijziging van Beschikking 2002/499/EG houdende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte miniatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit de Republiek Korea, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4235)

(2005/775/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 15, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Richtlijn 2000/29/EG mogen planten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., met uitzondering van vruchten en zaden, van oorsprong uit niet-Europese landen in beginsel niet in de Gemeenschap worden binnengebracht. Op grond van Richtlijn 2000/29/EG kunnen echter afwijkingen van deze regel worden toegestaan als vaststaat dat er geen gevaar is voor het binnenbrengen van schadelijke organismen.

(2)

Beschikking 2002/499/EG van de Commissie (2) voorziet in een afwijking voor de invoer, onder bepaalde voorwaarden, van planten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., met uitzondering van vruchten en zaden, van oorsprong uit de Republiek Korea.

(3)

Het Verenigd Koninkrijk heeft verzocht om verlenging van de geldigheidsduur van die afwijking.

(4)

De situatie op grond waarvan die afwijking is toegestaan, is onveranderd gebleven en daarom moet de afwijking van kracht blijven.

(5)

Beschikking 2002/499/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2002/499/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

De lidstaten doen de Commissie en de andere lidstaten vóór 1 augustus van elk jaar vanaf 2005 tot en met 2008 de gegevens toekomen betreffende de op grond van deze beschikking in het jaar vóór die datum ingevoerde hoeveelheden, alsmede een gedetailleerd technisch verslag over het onderzoek dat en/of de tests die bij de betrokken planten is/zijn verricht tijdens de in punt 10 van de bijlage bedoelde quarantaine.

Alle lidstaten waar de planten worden binnengebracht, maar die deze planten niet hebben ingevoerd, doen de Commissie en de overige lidstaten vóór 1 augustus van elk jaar vanaf 2005 tot en met 2008 een gedetailleerd technisch verslag toekomen over het onderzoek dat en/of de tests die bij de in het jaar vóór die datum binnengebrachte planten is/zijn verricht tijdens de in punt 10 van de bijlage bedoelde quarantaine.”.

2)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

De lidstaten mogen de in artikel 1 bedoelde afwijkingen toepassen voor planten die in de volgende perioden in de Gemeenschap zijn ingevoerd:

Plant

Periode

Chamaecyparis:

1.6.2004 tot en met 31.12.2007

Juniperus:

1.11.2004 tot en met 31.3.2005, 1.11.2005 tot en met 31.3.2006 en 1.11.2006 tot en met 31.3.2007

Pinus:

1.6.2004 tot en met 31.12.2007”

3)

In de tweede zin van punt 3 van de bijlage wordt „2004” vervangen door „van elk jaar”.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 november 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/16/EG van de Commissie (PB L 57 van 3.3.2005, blz. 19).

(2)  PB L 168 van 27.6.2002, blz. 53.


Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie

8.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 292/13


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/776/GBVB VAN DE RAAD

van 7 november 2005

tot wijziging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Moldavië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 23 maart 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/265/GBVB (1) tot benoeming van de heer Adriaan JACOBOVITS de SZEGED tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor Moldavië vastgesteld.

(2)

Op 28 juli 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2005/584/GBVB (2) tot verlenging van het mandaat van de SVEU tot en met 28 februari 2006 vastgesteld.

(3)

Op 2 juni 2005 hebben president Voronin van Moldavië en president Joesjenko van Oekraïne een gezamenlijke brief gezonden, waarin de Europese Unie onder meer wordt verzocht de mogelijkheden te onderzoeken voor het verlenen van bijstand bij de instelling van een internationale douanecontrole in het Transdnjestrische gedeelte van de Moldavisch-Oekraïense grens, alsmede voor het opzetten van een doeltreffend internationaal bewakingsmechanisme in dat grensgedeelte.

(4)

Op 20 september 2005 heeft het Politiek en Veiligheidscomité overeenstemming bereikt over de instelling van een EU-grensmissie voor Moldavië - Oekraïne, waartoe onder meer het team van de SVEU voor Moldavië zou moeten worden versterkt.

(5)

Gezien de nieuwe taken van de SVEU voor Moldavië in verband met de EU-grensmissie voor Moldavië - Oekraïne, moet diens mandaat dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Optreden 2005/265/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

a)

Aan artikel 2, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

„g)

de doeltreffendheid van de grens- en douanecontrole en de grensbewaking aan de gemeenschappelijke grens van Moldavië en Oekraïne vergroten, met bijzondere nadruk op het Transdnjestrische gedeelte, met name via een EU-grensmissie.”;

b)

Aan artikel 3, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

„e)

via een ondersteuningsteam, geleid door een hoge politiek adviseur van de SVEU:

i)

uit politiek oogpunt zicht houden op de ontwikkelingen en activiteiten aan de Moldavisch-Oekraïense grens;

ii)

de politieke verbintenis van Moldavië en Oekraïne om hun grensbeheer te verbeteren, analyseren;

iii)

de samenwerking tussen Moldavië en Oekraïne in grensoverschrijdende aangelegenheden bevorderen, mede met het oog op het scheppen van de voorwaarden voor een regeling van het Transdnjestrische conflict.”;

c)

Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Het financiële referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU bedraagt 430 000 EUR.”;

d)

De enige alinea van artikel 8 wordt lid 1 en het volgende lid 2 wordt toegevoegd:

„2.   Krachtens artikel 3, tweede alinea, van het Verdrag zorgen de Raad en de Commissie, overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden, voor de samenhang tussen de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en het externe optreden van de Gemeenschap. De Raad en de Commissie werken daartoe samen.”;

e)

De datum in artikel 10 wordt vervangen door

„28 februari 2006.”.

Artikel 2

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op 1 december 2005.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 7 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. STRAW


(1)  PB L 81 van 30.3.2005, blz. 50.

(2)  PB L 199 van 29.7.2005, blz. 95.