ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 290

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
4 november 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1801/2005 van de Commissie van 3 november 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1802/2005 van de Commissie van 3 november 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2771/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1803/2005 van de Commissie van 1 november 2005 houdende vaststelling van eenheidswaarden voor de bepaling van de douanewaarde van bepaalde aan bederf onderhevige goederen

4

 

*

Verordening (EG) nr. 1804/2005 van de Commissie van 3 november 2005 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2807/83 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten

10

 

*

Verordening (EG) nr. 1805/2005 van de Commissie van 3 november 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 356/2005 houdende uitvoeringsbepalingen voor het merken en identificeren van passief vistuig en boomkorren

12

 

 

Verordening (EG) nr. 1806/2005 van de Commissie van 3 november 2005 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

14

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

Besluit van de Raad van 13 juni 2005 inzake de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten

16

Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten

17

 

*

Beschikking van de Raad van 24 oktober 2005 waarbij Frankrijk krachtens artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een gedifferentieerd belastingniveau op motorbrandstoffen toe te passen

25

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 28 oktober 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/618/EG teneinde het departement Ain, Frankrijk, op te nemen in de lijst van regio's die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4178)  ( 1 )

27

 

 

Rectificaties

 

 

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1724/2005 van de Commissie van 20 oktober 2005 betreffende de afgifte van invoercertificaten van rijst van oorsprong uit de ACS-staten en de LGO, die in de eerste vijf werkdagen van oktober 2005 op grond van Verordening (EG) nr. 638/2003 zijn aangevraagd (PB L 276 van 21.10.2005)

29

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/1


VERORDENING (EG) Nr. 1801/2005 VAN DE COMMISSIE

van 3 november 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 4 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 3 november 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

52,8

096

29,6

204

48,0

999

43,5

0707 00 05

052

92,6

204

23,7

999

58,2

0709 90 70

052

85,4

204

51,3

999

68,4

0805 50 10

052

66,7

388

57,8

528

60,8

999

61,8

0806 10 10

052

115,0

400

198,7

508

265,7

512

92,7

624

181,1

720

99,5

999

158,8

0808 10 80

052

73,2

096

15,6

388

89,7

400

107,7

404

88,7

512

71,0

720

36,6

800

190,6

804

66,6

999

82,2

0808 20 50

052

89,3

720

50,7

999

70,0


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/3


VERORDENING (EG) Nr. 1802/2005 VAN DE COMMISSIE

van 3 november 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2771/1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie (2) is bepaald dat de te koop aangeboden interventieboter moet zijn ingeslagen vóór 1 januari 2003.

(2)

Gezien de situatie op de botermarkt en de omvang van de interventievoorraden boter, is het dienstig de vóór 1 januari 2004 ingeslagen boter beschikbaar te stellen voor verkoop.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2771/1999 wordt de datum „1 januari 2003” vervangen door de datum „1 januari 2004”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 november 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1008/2005 (PB L 170 van 1.7.2005, blz. 30).


4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/4


VERORDENING (EG) Nr. 1803/2005 VAN DE COMMISSIE

van 1 november 2005

houdende vaststelling van eenheidswaarden voor de bepaling van de douanewaarde van bepaalde aan bederf onderhevige goederen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1),

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (2) houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92, inzonderheid op artikel 173, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de artikelen 173 tot en met 177 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is bepaald dat de Commissie periodieke eenheidswaarden vaststelt voor de producten die zijn omschreven in de in bijlage 26 van genoemde verordening opgenomen klasse-indeling.

(2)

De toepassing van de regels en maatstaven bepaald in voornoemde artikelen op de gegevens die overeenkomstig het bepaalde in artikel 173, lid 2, van voornoemde verordening aan de Commissie zijn medegedeeld, leidt ertoe voor de betrokken producten de eenheidswaarden vast te stellen die zijn vermeld in de bijlage bij de onderhavige verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De eenheidswaarden bedoeld in artikel 173, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden vastgesteld zoals in de in de bijlage opgenomen lijst vermeld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 4 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 november 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 648/2005 (PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13).

(2)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 883/2005 (PB L 148 van 11.6.2005, blz. 5).


BIJLAGE

Rubriek

Omschrijving

Bedrag van de eenheidswaarden/100 kg netto

Soort, variëteit, GN-code

EUR

LTL

SEK

CYP

LVL

GBP

CZK

MTL

DKK

PLN

EEK

SIT

HUF

SKK

1.10

Nieuwe aardappelen (primeurs)

0701 90 50

 

 

 

 

1.30

Uien (andere dan plantuitjes)

0703 10 19

23,69

13,59

703,33

176,75

370,66

5 954,52

81,79

16,50

10,17

94,51

5 674,27

925,49

255,75

16,13

 

 

 

 

1.40

Knoflook

0703 20 00

159,37

91,40

4 731,73

1 189,12

2 493,62

40 059,54

550,28

110,99

68,42

635,81

38 174,18

6 226,31

1 518,73

108,52

 

 

 

 

1.50

Prei

ex 0703 90 00

62,17

35,65

1 845,83

463,87

972,75

15 627,05

214,66

43,30

26,69

248,03

14 891,58

2 428,86

592,45

42,33

 

 

 

 

1.60

Bloemkool

0704 10 00

1.80

Witte kool en rode kool

0704 90 10

47,92

27,48

1 422,74

357,55

749,79

12 045,17

165,46

33,37

20,57

191,18

11 478,28

1 872,14

456,65

32,63

 

 

 

 

1.90

Broccoli (Brassica oleracea L. convar. botrytis (L.) Alef var. italica Plenck)

ex 0704 90 90

 

 

 

 

1.100

Chinese kool

ex 0704 90 90

104,01

59,65

3 088,06

776,05

1 627,40

26 143,95

359,13

72,43

44,65

414,95

24 913,52

4 063,46

991,16

70,82

 

 

 

 

1.110

Kropsla

0705 11 00

1.130

Wortelen

ex 0706 10 00

30,30

17,38

899,61

226,08

474,09

7 616,21

104,62

21,10

13,01

120,88

7 257,76

1 183,76

288,74

20,63

 

 

 

 

1.140

Radijs

ex 0706 90 90

52,35

30,02

1 554,27

390,60

819,10

13 158,70

180,75

36,46

22,47

208,85

12 539,40

2 045,21

498,87

35,65

 

 

 

 

1.160

Erwten (Pisum sativum), peultjes daaronder begrepen

0708 10 00

462,43

265,20

13 729,50

3 450,32

7 235,43

116 236,00

1 596,67

322,04

198,52

1 844,86

110 765,47

18 066,15

4 406,71

314,87

 

 

 

 

1.170

Bonen:

 

 

 

 

 

 

1.170.1

Bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.)

ex 0708 20 00

132,50

75,99

3 934,02

988,65

2 073,22

33 306,00

457,51

92,28

56,88

528,62

31 738,49

5 176,64

1 262,69

90,22

 

 

 

 

1.170.2

Bonen (Phaseolus spp., vulgaris var. Compressus Savi)

ex 0708 20 00

151,09

86,65

4 485,86

1 127,33

2 364,04

37 977,98

521,68

105,22

64,86

602,77

36 190,59

5 902,78

1 439,81

102,88

 

 

 

 

1.180

Tuinbonen

ex 0708 90 00

1.190

Artisjokken

0709 10 00

1.200

Asperges:

 

 

 

 

 

 

1.200.1

Groene

ex 0709 20 00

266,27

152,70

7 905,47

1 986,70

4 166,18

66 928,92

919,37

185,43

114,31

1 062,27

63 778,98

10 402,53

2 537,39

181,30

 

 

 

 

1.200.2

Andere

ex 0709 20 00

463,35

265,75

13 756,92

3 457,21

7 249,88

116 468,16

1 599,86

322,68

198,92

1 848,54

110 986,70

18 102,24

4 415,51

315,50

 

 

 

 

1.210

Aubergines

0709 30 00

99,22

56,90

2 945,83

740,31

1 552,45

24 839,84

342,59

69,10

42,59

395,84

23 766,07

3 876,31

945,51

67,56

 

 

 

 

1.220

Bleekselderij (Apium graveolens L., var. dulce (Mill.) Pers.)

ex 0709 40 00

138,52

79,44

4 112,66

1 033,54

2 167,37

34 818,39

478,28

96,47

59,47

552,63

33 179,70

5 411,70

1 320,03

94,32

 

 

 

 

1.230

Cantharellen

0709 59 10

334,34

191,74

9 926,55

2 494,61

5 231,28

84 039,70

1 154,41

232,83

143,53

1 333,85

80 084,46

13 062,00

3 186,09

227,65

 

 

 

 

1.240

Niet-scherp smakende pepers

0709 60 10

98,66

56,58

2 929,34

736,16

1 543,76

24 800,26

340,67

68,71

42,36

393,62

23 633,06

3 854,62

940,22

67,18

 

 

 

 

1.250

Venkel

0709 90 50

1.270

Bataten (zoete aardappelen), geheel, vers (bestemd voor menselijke consumptie)

0714 20 10

77,69

44,55

2 306,51

579,64

1 215,53

19 527,23

268,24

54,10

33,35

309,93

18 608,20

3 035,05

740,31

52,90

 

 

 

 

2.10

Kastanjes (Castanea spp.), vers

ex 0802 40 00

2.30

Ananassen, vers

ex 0804 30 00

47,08

27,00

1 397,71

351,25

736,59

11 833,22

162,55

32,78

20,21

187,81

11 276,31

1 839,20

448,62

32,05

 

 

 

 

2.40

Avocaten, vers

ex 0804 40 00

141,95

81,41

4 214,56

1 059,15

2 221,07

35 681,10

490,13

98,86

60,94

566,32

34 001,81

5 545,79

1 352,73

96,66

 

 

 

 

2.50

Guaves en manga's, vers

ex 0804 50

2.60

Sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), vers:

 

 

 

 

 

 

2.60.1

Bloedsinaasappelen en halfbloedsinaasappelen

ex 0805 10 20

44,39

25,46

1 317,94

331,21

694,55

11 157,87

153,27

30,91

19,06

177,09

10 632,74

1 734,23

423,01

30,23

 

 

 

 

2.60.2

Navels, navelines, navelates, salustiana's, verna's, valencia lates, maltaises, shamoutis, ovalis, trovita, hamlins

ex 0805 10 20

40,35

23,14

1 198,04

301,08

631,37

10 142,78

139,33

28,10

17,32

160,98

9 665,42

1 576,46

384,53

27,48

 

 

 

 

2.60.3

Andere

ex 0805 10 20

47,63

27,32

1 414,13

355,38

745,25

11 972,28

164,46

33,17

20,45

190,02

11 408,81

1 860,81

453,89

32,43

 

 

 

 

2.70

Mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen), vers; clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers:

 

 

 

 

 

 

2.70.1

Clementines

ex 0805 20 10

 

 

 

 

2.70.2

Montreales en satsuma's

ex 0805 20 30

 

 

 

 

2.70.3

Mandarijnen en wilkings

ex 0805 20 50

 

 

 

 

2.70.4

Tangerines en andere

ex 0805 20 70

ex 0805 20 90

 

 

 

 

2.85

Lemmetjes (Citrus aurantifolia, Citrus latifolia), vers

0805 50 90

78,93

45,26

2 343,32

588,89

1 234,93

19 838,86

272,52

54,96

33,88

314,88

18 905,17

3 083,48

752,13

53,74

 

 

 

 

2.90

Pompelmoezen en pomelo's of grapefruit, vers:

 

 

 

 

 

 

2.90.1

Witte

ex 0805 40 00

63,02

36,14

1 870,95

470,78

985,99

15 839,75

217,58

43,88

27,05

251,40

15 094,27

2 461,92

600,51

42,91

 

 

 

 

2.90.2

Roze

ex 0805 40 00

71,87

41,22

2 133,84

536,25

1 124,53

18 065,42

248,16

50,05

30,85

286,73

17 215,19

2 807,84

684,89

48,94

 

 

 

 

2.100

Druiven voor tafelgebruik

0806 10 10

 

 

 

 

2.110

Watermeloenen

0807 11 00

76,06

43,62

2 258,22

567,51

1 190,08

19 118,44

262,62

52,97

32,65

303,44

18 218,65

2 971,51

724,81

51,79

 

 

 

 

2.120

Andere meloenen:

 

 

 

 

 

 

2.120.1

Amarillo, Cuper, Honey Dew (daaronder begrepen Cantalene), Onteniente, Piel de Sapo (daaronder begrepen Verde Liso), Rochet, Tendral, Futuro

ex 0807 19 00

59,11

33,90

1 755,08

441,06

924,92

14 858,74

204,11

41,17

25,38

235,83

14 159,43

2 309,44

563,32

40,25

 

 

 

 

2.120.2

Andere

ex 0807 19 00

85,59

49,08

2 541,02

638,58

1 339,12

21 512,67

295,51

59,60

36,74

341,44

20 500,20

3 343,64

815,58

58,27

 

 

 

 

2.140

Peren:

 

 

 

 

 

 

2.140.1

Peren — Nashi (Pyrus pyrifolia),

Peren — Ya (Pyrus bretscheideri)

ex 0808 20 50

 

 

 

 

2.140.2

Andere

ex 0808 20 50

 

 

 

 

2.150

Abrikozen

0809 10 00

116,20

66,64

3 449,98

867,00

1 818,13

29 208,03

401,22

80,92

49,88

463,58

27 833,39

4 539,70

1 107,33

79,12

 

 

 

 

2.160

Kersen

0809 20 95

0809 20 05

473,31

271,44

14 052,57

3 531,51

7 405,69

118 971,20

1 634,24

329,61

203,19

1 888,27

113 371,94

18 491,28

4 510,41

322,28

 

 

 

 

2.170

Perziken

0809 30 90

108,43

62,18

3 219,29

809,03

1 696,56

27 254,96

374,39

75,51

46,55

432,58

25 972,24

4 236,14

1 033,28

73,83

 

 

 

 

2.180

Nectarines

ex 0809 30 10

143,55

82,33

4 262,00

1 071,07

2 246,07

36 082,73

495,65

99,97

61,63

572,69

34 384,53

5 608,21

1 367,96

97,74

 

 

 

 

2.190

Pruimen

0809 40 05

105,89

60,73

3 143,85

790,07

1 656,81

26 616,33

365,61

73,74

45,46

422,45

25 363,66

4 136,88

1 009,07

72,10

 

 

 

 

2.200

Aardbeien

0810 10 00

361,87

207,53

10 744,04

2 700,05

5 662,10

90 960,65

1 249,48

252,01

155,35

1 443,70

86 679,68

14 137,69

3 448,48

246,40

 

 

 

 

2.205

Frambozen

0810 20 10

304,95

174,89

9 053,97

2 275,32

4 771,43

76 652,23

1 052,93

212,37

130,92

1 216,60

73 044,67

11 913,79

2 906,02

207,64

 

 

 

 

2.210

Blauwe bosbessen (vruchten van de Vaccinium myrtillus)

0810 40 30

1 455,44

834,69

43 212,01

10 859,47

22 772,69

365 839,40

5 025,34

1 013,57

624,82

5 806,48

348 621,54

56 861,13

13 869,62

991,01

 

 

 

 

2.220

Kiwi's (Actinidia chinensis Planch.)

0810 50 00

148,01

84,89

4 394,55

1 104,38

2 315,92

37 204,90

511,06

103,08

63,54

590,50

35 453,89

5 782,63

1 410,50

100,78

 

 

 

 

2.230

Granaatappels

ex 0810 90 95

88,63

50,83

2 631,51

661,32

1 386,80

22 278,74

306,03

61,72

38,05

353,60

21 230,21

3 462,71

844,63

60,35

 

 

 

 

2.240

Kaki-appels (daaronder begrepen sharonvrucht)

ex 0810 90 95

211,97

121,57

6 293,51

1 581,60

3 316,67

53 281,76

731,90

147,62

91,00

845,67

50 774,11

8 281,40

2 020,01

144,33

 

 

 

 

2.250

Litchis

ex 0810 90


4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/10


VERORDENING (EG) Nr. 1804/2005 VAN DE COMMISSIE

van 3 november 2005

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2807/83 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 22, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 685/95 en (EG) nr. 2027/95 (2) zijn de criteria en procedures vastgesteld ten behoeve van een systeem voor het beheer van de visserijinspanning in de westelijke wateren.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1415/2004 van de Raad van 19 juli 2004 tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserijinspanningsniveau voor bepaalde visserijgebieden en visserijtakken (3) is voor iedere lidstaat de maximale jaarlijkse visserijinspanning vastgesteld voor de in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1954/2003 omschreven visserijgebieden en visserijtakken.

(3)

Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie van 22 september 1983 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten (4) is wat de westelijke wateren betreft niet langer in overeenstemming met het bepaalde in de Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1415/2004. Derhalve moet bijlage VI bis van Verordening (EEG) nr. 2807/93 worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe regelingen.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 779/97 van de Raad (5) is een regeling voor het beheer van de visserijinspanning in de Oostzee ingesteld. De bestaande verplichtingen inzake de registratie van de visserijinspanning in de Oostzee moeten van kracht blijven.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage VI bis van Verordening (EEG) nr. 2807/83 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 november 2005.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 358 van 20.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1.

(3)  PB L 258 van 19.7.2004, blz. 1.

(4)  PB L 276 van 10.10.1983, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1965/2001 (PB L 268 van 9.10.2001, blz. 23).

(5)  PB L 113 van 30.4.1997, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE VI bis

Tabel 1

VISSERIJINSPANNING — WESTELIJKE WATEREN — Verordening (EG) Nr. 1954/2003 van de Raad

Visserijtak

Doelsoorten

Opmerkingen

Inspanningszones

Demersaal

Demersale soorten, behalve de onder Verordening (EG) nr. 2347/2002 vallende soorten (1)

A

:

ICES V-VI

B

:

ICES VII (behalve biologisch kwetsbaar gebied)

C

:

ICES VIII

Sint-Jakobsschelpen

Sint-Jakobsschelpen

D

:

ICES IX

E

:

ICES X

Krabben

Noordzeekrab, spinkrab

F

:

CECAF 34.1.1

G

:

CECAF 34.1.2

H

:

CECAF 34.2.0

J

:

biologisch kwetsbaar gebied als gedefinieerd in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1954/2003


Tabel 2

VISSERIJINSPANNING — OOSTZEE — Verordening (EG) Nr. 779/97 van de Raad

Visserijtak

Doelsoorten

Opmerkingen

Inspanningszones

Demersaal

 

T

:

deelsectoren 22 tot en met 32

Pelagisch

Haring, sprot

U

:

deelsectoren 30 tot en met 31

X

:

deelsectoren 22-29 en deelsector 32

Anadroom en zoetwater

Zalm, zeeforel en zoetwatervis

T

:

deelsectoren 22 tot en met 32”


(1)  Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6).


4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/12


VERORDENING (EG) Nr. 1805/2005 VAN DE COMMISSIE

van 3 november 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 356/2005 houdende uitvoeringsbepalingen voor het merken en identificeren van passief vistuig en boomkorren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 5, onder c), en artikel 20 bis, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gezien de noodzaak om het merken en identificeren van passief vistuig te specificeren in het gemeenschappelijk visserijbeleid, is Verordening (EG) nr. 356/2005 van de Commissie van 1 maart 2005 houdende uitvoeringsbepalingen voor het merken en identificeren van passief vistuig en boomkorren (2) vastgesteld.

(2)

Uit ervaring en recente adviezen van de lidstaten is gebleken dat de inzet van tussenboeien, zoals vereist in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 356/2005, in de praktijk moeilijkheden oplevert.

(3)

Het is dienstig de onderlinge afstand voor tussenboeien te herzien rekening houdend met de specifieke omstandigheden in bepaalde vangstgebieden van de Gemeenschap.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor visserij en aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 14 van Verordening (EG) nr. 356/2005 wordt vervangen door:

„Artikel 14

Tussenboeien

1.   Passief vistuig dat langer is dan 5 zeemijl, moet worden voorzien van tussenboeien.

a)

De tussenboeien worden op maximaal 5 zeemijl van elkaar geplaatst, zodat geen enkel deel van het vistuig over een lengte van 5 zeemijl of meer ongemarkeerd is.

b)

De tussenboeien hebben dezelfde kenmerken als de eindmarkeringsboeien in de oostelijke sector, behalve dat de vlaggen wit zijn.

2.   In afwijking van het bepaalde in lid 1 moet in de Oostzee passief vistuig dat langer is dan 1 zeemijl worden voorzien van tussenboeien. De tussenboeien worden op maximaal 1 zeemijl van elkaar geplaatst, zodat geen enkel deel van het vistuig over een lengte van 1 zeemijl of meer ongemarkeerd is.

De tussenboeien hebben dezelfde kenmerken als de eindmarkeringsboeien in de oostelijke sector, met uitzondering van het volgende:

a)

de kleur van de vlaggen is wit;

b)

elke vijfde tussenboei wordt uitgerust met een radarreflector die een echo van ten minste twee zeemijl geeft.”.

Artikel 2

Artikel 15 van Verordening (EG) nr. 356/2005 wordt vervangen door:

„Artikel 15

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.”

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 november 2005.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

(2)  PB L 56 van 2.3.2005, blz. 8.


4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/14


VERORDENING (EG) Nr. 1806/2005 VAN DE COMMISSIE

van 3 november 2005

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1748/2005 (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 4 november 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 november 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.

(4)  PB L 280 van 24.10.2005, blz. 12.


BIJLAGE

Met ingang van 4 november 2005 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

25,48

3,64

1701 11 90 (1)

25,48

8,79

1701 12 10 (1)

25,48

3,51

1701 12 90 (1)

25,48

8,36

1701 91 00 (2)

24,18

13,48

1701 99 10 (2)

24,18

8,62

1701 99 90 (2)

24,18

8,62

1702 90 99 (3)

0,24

0,40


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/16


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 juni 2005

inzake de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten

(2005/766/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, lid 2, junctis artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin en artikel 300, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft namens de Gemeenschap met de Verenigde Mexicaanse Staten onderhandeld over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking.

(2)

De op 2 april 2003 geparafeerde overeenkomst is ondertekend op 3 februari 2004 onder voorbehoud van de eventuele sluiting ervan op een later tijdstip.

(3)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad gaat namens de Gemeenschap over tot de in artikel 11 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Gedaan te Luxemburg, 13 juni 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. ASSELBORN


(1)  PB C 226 van 15.9.2005, blz. 19.

(2)  Zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad.


OVEREENKOMST

voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

enerzijds, en

DE VERENIGDE MEXICAANSE STATEN, hierna „Mexico” te noemen,

anderzijds,

hierna „de partijen” te noemen,

OVERWEGENDE de overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Verenigde Mexicaanse Staten en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten van 8 december 1997;

OVERWEGENDE het belang van wetenschap en technologie voor hun economische en sociale ontwikkeling;

OVERWEGENDE de voortdurende wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Gemeenschap en Mexico;

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap en Mexico momenteel op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling ontplooien, waaronder demonstratieprojecten als gedefinieerd in artikel 2, onder e), en dat deelname aan elkaars onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten op basis van wederkerigheid wederzijdse voordelen zal opleveren;

VERLANGENDE een gedegen grondslag te creëren voor samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek waardoor de samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk belang wordt uitgebreid en versterkt en de toepassing van de resultaten van die samenwerking zodanig wordt bevorderd dat het sociaal en economisch belang van beide partijen daardoor wordt gediend;

OVERWEGENDE dat deze overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking onderdeel is van de algemene samenwerking tussen Mexico en de Gemeenschap,

ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:

Artikel 1

Doelstelling

De partijen bevorderen, ontwikkelen en vergemakkelijken onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in samenwerkingsverband tussen de Gemeenschap en Mexico op wetenschappelijke en technologische gebieden van gemeenschappelijk belang.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst:

a)

wordt onder „samenwerkingsactiviteit” verstaan een activiteit die de partijen ontplooien of ondersteunen in het kader van deze overeenkomst, met inbegrip van gemeenschappelijk onderzoek en opleiding van menselijk potentieel;

b)

wordt onder „informatie” verstaan wetenschappelijke of technische gegevens, resultaten of onderzoeks- en ontwikkelingsmethoden die voortvloeien uit gemeenschappelijk onderzoek, alsmede alle andere gegevens die door de deelnemers aan de samenwerkingsactiviteit en, waar nodig, door de partijen zelf, noodzakelijk worden geacht;

c)

heeft „intellectuele eigendom” de betekenis gedefinieerd in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom, gedaan te Stockholm op 14 juli 1967;

d)

wordt onder „gezamenlijk onderzoek” verstaan projecten voor onderzoek, technologische ontwikkeling en/of demonstratie uitgevoerd met dan wel zonder financiële steun van een van de partijen of van beide partijen en waarbij deelnemers uit zowel de Gemeenschap als uit Mexico zijn betrokken;

e)

wordt onder „demonstratieprojecten” verstaan projecten die tot doel hebben de haalbaarheid aan te tonen van nieuwe technologieën die een potentieel economisch voordeel bieden, maar zonder voorafgaande studie van hun haalbaarheid op de markt niet kunnen worden gecommercialiseerd. De partijen houden elkaar regelmatig op de hoogte van de gezamenlijke onderzoeksactiviteiten in het kader van de coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten (artikel 6);

f)

wordt onder „deelnemers” of „onderzoeksentiteiten” verstaan alle natuurlijke en rechtspersonen, onderzoeksinstellingen, bedrijven of enigerlei andere in de Gemeenschap of in Mexico gevestigde onderneming of juridische entiteit die betrokken is bij samenwerkingsactiviteiten, met inbegrip van de partijen zelf.

Artikel 3

Beginselen

De samenwerkingsactiviteiten worden uitgevoerd op basis van onderstaande beginselen:

a)

wederzijds voordeel gebaseerd op een passende verdeling van de voordelen;

b)

wederzijdse mogelijkheden om deel te nemen aan de onderzoeks- en technologische ontwikkelingsactiviteiten van elke partij;

c)

tijdige uitwisseling van informatie die van invloed kan zijn op de samenwerkingsactiviteiten;

d)

effectieve bescherming van de intellectuele eigendom en evenwichtige verdeling van de intellectuele-eigendomsrechten, zoals uiteengezet in de bijlage inzake intellectuele-eigendomsrechten, die een integrerend onderdeel van deze overeenkomst vormt, een en ander in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving.

Artikel 4

Samenwerkingsgebieden

a)

De samenwerking in het kader van deze overeenkomst kan alle activiteiten omvatten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling, demonstratie en wetenschappelijke en technologische opleiding op hoog niveau, hierna „OTO” te noemen, die deel uitmaken van het kaderprogramma voor OTO van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van fundamenteel onderzoek. De bovengenoemde activiteiten moeten gericht zijn op bevordering van de wetenschappelijke vooruitgang, het industriële concurrentievermogen en de economische en sociale ontwikkeling, met name op de volgende gebieden:

milieu en klimaat, met inbegrip van aardobservatie,

medische biologie en gezondheid,

landbouw, bosbouw en visserij,

industriële en productietechnologie,

elektronica, materiaalwetenschappen en metrologie,

niet-nucleaire energie,

transport,

informatiemaatschappijtechnologie,

economische en sociale ontwikkeling,

biotechnologie,

lucht- en ruimtevaart en toegepast onderzoek, en

wetenschaps- en technologiebeleid.

b)

Volgens de voor elke partij geldende procedures kunnen aan deze lijst andere samenwerkingsgebieden worden toegevoegd, nadat de in artikel 6, onder c), punt 7, bedoelde gemengde commissie deze heeft onderzocht en een aanbeveling heeft gedaan, evenals alle soortgelijke OTO-activiteiten die in Mexico op de overeenkomstige gebieden worden ondernomen.

Deze overeenkomst heeft geen gevolgen voor de deelname van Mexico, als ontwikkelingsland, aan activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek ten behoeve van ontwikkeling.

Artikel 5

Vormen van samenwerking

a)

De partijen bevorderen de deelname van instellingen voor hoger onderwijs, onderzoeks- en ontwikkelingscentra en onderzoeks- en ontwikkelingsentiteiten aan samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst met inachtneming van hun beleidslijnen en voorschriften, met het doel mogelijkheden te bieden voor deelname aan hun wetenschappelijke en technologische onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten.

b)

De samenwerkingsactiviteiten kunnen de volgende vorm aannemen:

het opzetten van netwerken en langdurige institutionele allianties tussen onderzoekscentra en onderzoeks- en technologie-instituten en gezamenlijke uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang;

de uitvoering van gezamenlijke OTO-projecten door onderzoeks- en bedrijvencentra in Mexico en Europa, waaronder technologiebedrijven;

de deelname van Mexicaanse onderzoeksinstituten aan OTO-projecten in het bestaande kaderprogramma en deelname op basis van wederkerigheid van in de Gemeenschap gevestigde onderzoeksinstituten aan Mexicaanse projecten in vergelijkbare OTO-sectoren. Een dergelijke deelname is onderworpen aan de voor de OTO-programma’s van iedere partij geldende regels en procedures;

bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers, beleidsvormers op OTO-gebied en technische deskundigen, met inbegrip van wetenschappelijke opleiding door onderzoek;

gezamenlijk organiseren van wetenschappelijke seminars, conferenties, symposia en workshops, alsmede deelname van deskundigen aan deze activiteiten;

uitwisselingen en gezamenlijk gebruik van uitrusting en materialen waaronder het gezamenlijk gebruik en/of het lenen van laboratoriuminfrastructuur en uitrusting;

uitwisseling van informatie over procedures, wetten, voorschriften en programma’s die van belang zijn voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst, uitwisseling van ervaring en studies inzake de beste praktijk op het gebied van wetenschap en technologie;

alle andere vormen van samenwerking als aanbevolen door het in artikel 6, onder b), bedoelde stuurcomité, wanneer deze met de bij elke partij gehanteerde beleidslijnen en procedures in overeenstemming worden geacht.

De gezamenlijke OTO-projecten worden uitgevoerd wanneer de deelnemers een plan voor technologiebeheer hebben opgesteld zoals aangegeven in de bijlage bij deze overeenkomst.

Artikel 6

Coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten

a)

Ten behoeve van deze overeenkomst wijzen de partijen de volgende instanties aan, die als uitvoerende organen optreden, voor de coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten: namens de Verenigde Mexicaanse Staten, el Consejo Nacional de Ciencia y Tecnología (Nationale Raad voor wetenschap en technologie) en, namens de Gemeenschap, de vertegenwoordigers van de Commissie.

b)

De medeondertekenende uitvoerende organen richten een bilateraal stuurcomité OTO-samenwerking op, hierna „stuurcomité” te noemen, voor het beheer van deze overeenkomst; dit comité bestaat uit een vergelijkbaar aantal officiële vertegenwoordigers van beide partijen; het stelt zijn eigen reglement van orde vast.

c)

Het stuurcomité heeft onder meer tot taak:

1)

de verschillende samenwerkingsactiviteiten als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, alsmede die welke in het kader van OTO-ontwikkelingssamenwerking kunnen worden ontplooid en mogelijke andere toekomstige samenwerkingsactiviteiten te bevorderen en hierop toezicht uit te oefenen;

2)

ingevolge artikel 5, onder b), eerste streepje, van alle voor OTO-samenwerking in aanmerking komende sectoren die prioritaire sectoren of subsectoren van gemeenschappelijk belang aan te wijzen waarin samenwerking wordt nagestreefd;

3)

samen met de wetenschappelijke gemeenschappen van beide partijen ingevolge artikel 5, onder b), tweede streepje, projecten te identificeren die tot wederzijds voordeel zijn, elkaar aanvullen en/of deel uitmaken van wederzijdse prioriteiten;

4)

aanbevelingen te doen ingevolge artikel 5, onder b), vijfde streepje;

5)

de partijen te adviseren over de wijze waarop de samenwerking en de verspreiding daarvan kan worden uitgebreid en verbeterd overeenkomstig de in deze overeenkomst neergelegde beginselen;

6)

te controleren en te beoordelen of de overeenkomst efficiënt functioneert en ten uitvoer wordt gelegd;

7)

jaarlijks aan de partijen verslag uit te brengen over de stand, de bereikte resultaten en de doeltreffendheid van de samenwerking in het kader van deze overeenkomst. Dit verslag wordt voorgelegd aan de gemengde commissie die is opgericht bij de associatieovereenkomst van 8 december 1997.

d)

Het stuurcomité komt in de regel eenmaal per jaar bijeen, bij voorkeur voorafgaand aan de vergadering van de bij de associatieovereenkomst opgerichte gemengde commissie; het baseert zich hierbij op een in onderling overleg overeengekomen tijdschema en brengt verslag uit aan de gemengde commissie. De vergaderingen vinden afwisselend in de Gemeenschap en in Mexico plaats. Op verzoek van één of beide partijen kunnen buitengewone vergaderingen worden belegd.

e)

Elke partij draagt de kosten van haar deelname aan de vergaderingen van het stuurcomité. Andere kosten dan reis- en verblijfskosten die rechtstreeks uit de vergaderingen van het stuurcomité voortvloeien, komen ten laste van de partij die als gastheer optreedt.

Artikel 7

Financiering

a)

De samenwerkingsactiviteiten zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van toegewezen middelen en onderworpen aan de van toepassing zijnde wetten en voorschriften, beleidslijnen en programma’s van de partijen. Kosten die door de deelnemers aan samenwerkingsactiviteiten worden gemaakt, geven in principe geen aanleiding tot overdracht van middelen tussen de partijen.

b)

Wanneer samenwerkingsprogramma’s van één van de partijen voorzien in financiële steun aan deelnemers van de andere partij, worden dergelijke subsidies, financiële of andere bijdragen met vrijstelling van belastingen en douanerechten verstrekt met inachtneming van de op het grondgebied van elke partij geldende wetten en voorschriften.

Artikel 8

Toelating van personeel en apparatuur

Elke partij treft alle nodige maatregelen en verstrekt de nodige faciliteiten om de toegang tot, het verblijf op en het vertrek uit haar grondgebied mogelijk te maken voor officieel bij de samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst betrokken deelnemers. Tevens treffen zij de nodige maatregelen om binnen de nationale migratie-, belasting-, douane-, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften van het gastland de nodige faciliteiten te verstrekken voor de materialen, gegevens en apparatuur die bij de activiteiten in het kader van deze overeenkomst worden gebruikt.

Artikel 9

Verspreiding en gebruik van informatie

Voor in Mexico gevestigde onderzoeksentiteiten die aan communautaire OTO-projecten deelnemen, gelden met betrekking tot de eigendom, de verspreiding en het gebruik van informatie en de intellectuele eigendom die uit deze deelneming voortvloeien, de regels voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten van de specifieke OTO-programma’s van de Gemeenschap, alsmede het bepaalde in de bijlage bij deze overeenkomst. In de Gemeenschap gevestigde onderzoeksentiteiten die aan Mexicaanse OTO-projecten deelnemen hebben, met betrekking tot de eigendom, de verspreiding en het gebruik van informatie en de uit deze deelneming voortvloeiende intellectuele eigendom, dezelfde rechten en plichten als Mexicaanse onderzoeksentiteiten en dienen zich aan het bepaalde in de bijlage bij deze overeenkomst te houden.

Artikel 10

Territoriale toepassing

Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Mexico.

Artikel 11

Inwerkingtreding, beëindiging en regeling van geschillen

a)

Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van de laatste van de schriftelijke mededelingen waarmee de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat hun onderscheiden interne procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn voltooid.

b)

Deze overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van vijf jaar en kan stilzwijgend worden verlengd na een volledige evaluatie aan de hand van de resultaten in het voorlaatste jaar van elke opeenvolgende periode van vijf jaar.

c)

De overeenkomst kan met instemming van beide partijen worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking onder de onder a) genoemde voorwaarden.

d)

Deze overeenkomst kan te allen tijde door elke partij worden opgezegd, mits de andere partij daarvan zes maanden tevoren schriftelijk langs diplomatieke weg in kennis wordt gesteld. Het aflopen of de beëindiging van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of de looptijd van enige in het kader van de overeenkomst getroffen regeling noch op de rechten en verplichtingen die zijn ontstaan uit hoofde van de bijlage bij deze overeenkomst.

e)

Alle vraagstukken of geschillen in verband met de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden in onderlinge overeenstemming tussen de partijen geregeld.

TEN BLIJKE WAARVAN de, hiertoe naar behoren gemachtigde, ondergetekenden hun handtekening onder deze overeenkomst hebben gesteld.

Gedaan te Brussel, de derde februari tweeduizend vier, in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. Wanneer de interpretatie van deze teksten verschilt, heeft de Engelse versie voorrang.

Por la Comunidad Europea

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Voor de Europese Gemeenschap

Pela Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Image

Por los Estados Unidos Mexicanos

For De Forenede Mexicanske Stater

Für die Vereinigten Mexikanischen Staaten

Για τις Ηνωμένες Πολιτείες του Μεξικού

For the United Mexican States

Pour les États-Unis mexicains

Per gli Stati Uniti messicani

Voor de Verenigde Mexicaanse Staten

Pelos Estados Unidos Mexicanos

Meksikon yhdysvaltojen puolesta

För Mexikos förenta stater

Image

BIJLAGE

INTELLECTUELE EIGENDOMSRECHTEN

Deze bijlage is integrerend onderdeel van de „Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Mexicaanse Staten”, hierna „de overeenkomst” te noemen.

Uit hoofde van de overeenkomst gecreëerde of verschafte rechten op intellectuele eigendom worden toegekend in overeenstemming met deze bijlage.

I.   TOEPASSING

Deze bijlage is van toepassing op gezamenlijk onderzoek dat in het kader van de overeenkomst wordt verricht, tenzij door de partijen anderszins wordt overeengekomen.

II.   EIGENDOM, TOEKENNING EN UITOEFENING VAN RECHTEN

1.

Deze bijlage heeft betrekking op de toekenning van rechten en belangen tussen de partijen en hun deelnemers. Elke partij en haar deelnemers zorgen ervoor dat de andere partij en haar deelnemers de rechten op intellectuele eigendom kunnen ontvangen die haar in overeenstemming met deze bijlage zijn toegekend. Deze bijlage houdt geen wijziging in van of doet geen afbreuk aan de toekenning van rechten, belangen en royalty’s tussen een partij en haar onderdanen of deelnemers, welke wordt geregeld overeenkomstig de wetten en gebruiken van de partij in kwestie.

2.

De partijen laten zich tevens leiden door de volgende, contractueel te regelen beginselen:

a)

daadwerkelijke bescherming van intellectuele eigendom. De partijen zorgen ervoor dat zij en/of hun deelnemers elkaar binnen een redelijke termijn in kennis stellen van eventuele intellectuele eigendom die uit de overeenkomst of uitvoeringsovereenkomsten voortkomt en tijdig de nodige voorzieningen treffen om deze intellectuele eigendom te beschermen;

b)

doeltreffende exploitatie van resultaten, met inachtneming van de bijdragen van de partijen en hun deelnemers en de bepalingen van artikel 9 van de overeenkomst;

c)

non-discriminatoire behandeling van deelnemers van de andere partij in vergelijking met de behandeling die de eigen deelnemers genieten onverminderd artikel 9 van de overeenkomst;

d)

bescherming van vertrouwelijke zakelijke informatie.

3.

De partijen of deelnemers ontwikkelen gezamenlijk een gemeenschappelijk plan voor technologiebeheer (PTB) met betrekking tot de eigendom en het gebruik, inclusief publicatie, van informatie en intellectuele eigendom welke voortvloeien uit het gemeenschappelijk onderzoek. Voordat de specifieke contracten voor samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling met de onderzoeksinstellingen worden gesloten, moet het plan voor technologiebeheer worden goedgekeurd door de instantie die verantwoordelijk is voor de financiering of andere instanties die betrokken zijn bij de financiering van de technologie. Daarbij wordt rekening gehouden met het advies van het stuurcomité. Het PTB wordt ontwikkeld met inachtneming van de bij iedere partij geldende regels en voorschriften, de doelstellingen van het gezamenlijke onderzoek, de respectieve financiële of andere bijdragen van de partijen en hun deelnemers, de voor- en nadelen van het verlenen van vergunningen per grondgebied of per toepassingsgebied, de overdracht van gegevens, goederen en diensten waarvoor uitvoerbeperkingen gelden, de door de geldende wetgeving opgelegde voorwaarden en andere factoren die door de deelnemers relevant worden geacht. De rechten en verplichtingen inzake intellectuele eigendom met betrekking tot het door gastonderzoekers verrichte onderzoek worden eveneens in de gemeenschappelijke PTB’s geregeld.

Wat de intellectuele eigendom betreft, omvat het PTB doorgaans onder meer een regeling betreffende eigendom, bescherming, gebruikersrechten voor onderzoek en ontwikkelingsdoeleinden, exploitatie en verspreiding, met inbegrip van regelingen voor gezamenlijke publicatie, de rechten en verplichtingen van gastonderzoekers en procedures voor de beslechting van geschillen. Het PTB kan ook betrekking hebben op algemene en specifieke informatie, vergunningen en te verwachten resultaten.

4.

Informatie of intellectuele eigendom welke voortvloeit uit gemeenschappelijk onderzoek en niet in het PTB is geregeld, wordt met instemming van de partijen, overeenkomstig de beginselen van het PTB, toegewezen. In geval van betwisting komt de informatie of intellectuele eigendom toe aan alle deelnemers aan het gemeenschappelijk onderzoek dat de informatie of de intellectuele eigendom heeft voortgebracht. Elke deelnemer op wie deze bepaling van toepassing is heeft dan het recht die informatie of intellectuele eigendom zonder geografische beperking voor eigen commerciële doeleinden te gebruiken.

5.

Elke partij zorgt ervoor dat de andere partij en haar deelnemers over de intellectuele-eigendomsrechten kunnen beschikken die hun overeenkomstig deze beginselen zijn toegekend.

6.

Met inachtneming van de mededingingsvoorwaarden op de onder de overeenkomst vallende gebieden, streeft elke partij ernaar dat de krachtens deze overeenkomst en de daaruit voortvloeiende regelingen verkregen rechten zodanig worden uitgeoefend, dat met name:

i)

de verspreiding en het gebruik van gegevens die in het kader van de overeenkomst zijn ontstaan, bekendgemaakt, of anderszins beschikbaar gesteld, worden aangemoedigd; en

ii)

de vaststelling en de uitvoering van internationale normen worden bevorderd.

7.

De beëindiging of het aflopen van de overeenkomst zullen van generlei invloed zijn op de uit deze bijlage voortvloeiende rechten of verplichtingen.

III.   WERKEN DIE ONDER HET AUTEURSRECHT VALLEN EN WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES

Auteursrechten die aan de partijen of aan hun deelnemers toebehoren, worden geregeld overeenkomstig de Berner Conventie (Akte van Parijs 1971). De bescherming van het auteursrecht strekt zich uit tot uitdrukkingsvormen en niet tot denkbeelden, procedures, werkwijzen of mathematische concepten als zodanig. Beperkingen van of uitzonderingen op exclusieve rechten zijn slechts in bepaalde bijzondere gevallen toelaatbaar, voorzover hierdoor geen belemmeringen ontstaan voor de normale exploitatie van resultaten en de rechtmatige belangen van de houder van de rechten hierdoor niet nodeloos in gevaar worden gebracht.

Behoudens het bepaalde in deel II en tenzij in het PTB anders is overeengekomen, geschiedt de publicatie van de resultaten van gezamenlijk onderzoek gezamenlijk door de partijen of de deelnemers. Naast deze algemene regel is nog het volgende van toepassing.

1)

Indien door een partij of door de overheidsorganen van die partij wetenschappelijke en technische tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, video-opnamen of computerprogramma’s worden gepubliceerd die het resultaat zijn van gemeenschappelijk onderzoek in het kader van de overeenkomst, ontstaat voor de andere partij het wereldwijd geldende, niet-exclusieve, onherroepelijke recht met vrijstelling van royalty’s, om die werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken.

2)

De partijen streven naar verspreiding op een zo groot mogelijke schaal van wetenschappelijke geschriften die het resultaat zijn van gemeenschappelijk onderzoek uit hoofde van de overeenkomst en die door onafhankelijke uitgevers zijn gepubliceerd.

3)

Op alle voor publicatie bestemde exemplaren van een werk waarop auteursrechten rusten en dat volgens deze bepaling tot stand is gekomen, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld, tenzij de auteur uitdrukkelijk wenst daarvan af te zien. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de medewerking en de steun van de partijen.

IV.   UITVINDINGEN, ONTDEKKINGEN EN ANDERE WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE RESULTATEN

Uit samenwerkingsactiviteiten van de partijen zelf voortvloeiende uitvindingen, ontdekkingen en andere wetenschappelijke en technologische resultaten zijn het eigendom van de partijen, tenzij anderszins overeengekomen door de partijen.

V.   NIET OPENBAAR TE MAKEN INFORMATIE

A.   Schriftelijke geheime informatie

1.

Elke partij, haar instanties of haar deelnemers, naar gelang van het geval, stelt in een zo vroeg mogelijk stadium en bij voorkeur in het PTB, vast welke informatie zij niet openbaar wenst te maken met betrekking tot de overeenkomst. Daarbij moet onder meer rekening worden gehouden met:

a)

het geheime karakter van de informatie, in die zin dat de gegevens — als geheel of in de gegeven samenstelling van de onderdelen — niet algemeen bekend zijn bij deskundigen en voor hen ook niet gemakkelijk toegankelijk zijn met wettige middelen;

b)

de feitelijke of de potentiële handelswaarde van de informatie ingevolge het geheime karakter ervan;

c)

de voorafgaande bescherming van de informatie, in die zin dat door de wettelijk bevoegde persoon onder de gegeven omstandigheden redelijke maatregelen zijn genomen om de geheimhouding van de gegevens te verzekeren.

De partijen en hun deelnemers mogen in bepaalde gevallen overeenkomen dat, tenzij anders aangegeven, de bij het gemeenschappelijk onderzoek in het kader van de overeenkomst verschafte, uitgewisselde of gecreëerde informatie geheel of gedeeltelijk geheim moet blijven.

2.

Elke partij en haar deelnemers zorgen ervoor dat niet openbaar te maken informatie gemakkelijk als zodanig kan worden herkend, bijvoorbeeld door een passend kenteken of een beperkend opschrift. Dit geldt ook voor de gehele of gedeeltelijke reproductie van de gegevens in kwestie.

Een partij die uit hoofde van de overeenkomst niet openbaar te maken informatie ontvangt, respecteert het vertrouwelijke karakter van deze gegevens. Deze beperkingen worden automatisch opgeheven wanneer de gegevens in kwestie door de eigenaar worden vrijgegeven.

3.

In het kader van de overeenkomst verstrekte niet openbaar te maken informatie mag door de ontvangende partij worden verspreid onder personen die behoren tot of in dienst zijn van de ontvangende partij en andere betrokken departementen of instellingen van de ontvangende partij welke voor de specifieke doeleinden van het lopend gemeenschappelijk onderzoek gemachtigd zijn, mits deze geheime gegevens krachtens een akkoord inzake de vertrouwelijkheid worden verspreid en gemakkelijk — zoals boven vermeld — als zodanig kunnen worden herkend.

4.

Indien de partij die niet openbaar te maken gegevens verstrekt, hiermee van tevoren schriftelijk instemt, mag de ontvangende partij deze gegevens op een ruimere schaal verspreiden dan volgens punt 3 is toegestaan. De partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van een voorafgaande schriftelijke toestemming voor de verspreiding op ruimere schaal; elke partij verleent deze goedkeuring voorzover dit in het kader van haar binnenlands beleid en haar nationale voorschriften en wetten mogelijk is.

B.   Niet-schriftelijke geheime informatie

Niet op schrift gestelde niet openbaar te maken gegevens of andere vertrouwelijke informatie die worden verstrekt tijdens studiedagen en andere bijeenkomsten welke in het kader van de overeenkomst plaatsvinden, of gegevens verkregen door de indienstneming van personeel, het gebruik van voorzieningen of gemeenschappelijke projecten, worden door de partijen of hun deelnemers behandeld overeenkomstig de in de overeenkomst voor schriftelijke informatie vastgestelde beginselen, mits de ontvanger van dergelijke niet openbaar te maken of anderszins vertrouwelijke gegevens is gewezen op het vertrouwelijke karakter van de medegedeelde informatie, op het tijdstip waarop deze mededeling plaatsvond.

C.   Beheer

Elke partij probeert ervoor te zorgen dat niet openbaar te maken informatie die zij uit hoofde van de overeenkomst ontvangt, wordt beheerd zoals in de overeenkomst is bepaald. Indien één van de partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of redelijkerwijs verwacht niet in staat te zullen zijn, om de in de punten A en B vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis. De betrokken partijen plegen vervolgens overleg om de beste gedragslijn vast te stellen.


4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/25


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 24 oktober 2005

waarbij Frankrijk krachtens artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een gedifferentieerd belastingniveau op motorbrandstoffen toe te passen

(2005/767/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name op artikel 19,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief van 16 juni 2004 heeft Frankrijk gevraagd in het kader van een staatshervorming, met name de decentralisatie van een limitatieve lijst van bevoegdheden die tot nog toe op het centrale niveau werden uitgeoefend, een gedifferentieerd belastingniveau voor gasolie en loodvrije benzine te mogen toepassen.

(2)

De door Frankrijk voorgenomen decentralisatie past in een strategie om de bestuurlijke doeltreffendheid te verhogen door de ontwikkeling van een betere en minder dure openbaredienstverlening. Zij maakt deel uit van een op subsidiariteit afgestemd beleid, doordat zij op een veelheid van terreinen besluitvorming op het passende staatkundige niveau mogelijk maakt. De mogelijkheid van regionale differentiatie vormt voor de regio’s een aanvullende stimulans om de kwaliteit van hun beheer op transparante wijze te verbeteren. Voorts dienen de betrokken verlagingen verband te houden met sociaal-economische omstandigheden in de regio’s.

(3)

Derogaties die niet beperkt zijn in de tijd, kunnen niet worden toegestaan. Artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG bepaalt dat de machtiging voor een verdere belastingverlaging voor energieproducten en elektriciteit voor ten hoogste zes jaar kan worden verleend, met de mogelijkheid tot verlenging.

(4)

Door de geringe differentiatie van de accijnstarieven tussen de verschillende regio’s en de bestaande prijsverschillen tussen de distributienetwerken bestaat er slechts een zeer klein risico dat het verkeer wordt omgeleid (en dat de voor het milieu schadelijke emissies dus toenemen). Dit is tevens in overeenstemming met de eisen van het energiebeleid.

(5)

Het intracommunautaire handelsverkeer van gasolie en loodvrije benzine verloopt nagenoeg volledig onder schorsing van accijns. De door Frankrijk voorgenomen regionale decentralisatie van de accijns laat deze vorm van intracommunautair verkeer onverlet. In de uitzonderlijke gevallen dat het handelsverkeer onder de regeling „accijns betaald” verloopt, zijn de beoogde controlemaatregelen niet-discriminerend en zouden zij, onder voorbehoud van een regelmatige evaluatie van de praktische toepassingsvoorwaarden, het intracommunautaire verkeer van producten onder de regeling „accijns betaald” niet noemenswaardig mogen beïnvloeden. Onder die omstandigheden lijkt de regionale decentralisatie van de accijns niet in de weg te staan aan de goede werking van de interne markt.

(6)

De zeer strikte marges voor de differentiatie van de toepasselijke accijnstarieven in de regio’s, die bovendien zou worden gecompenseerd door de huidige grote prijsverschillen tussen de distributienetwerken, zou moeten helpen garanderen dat de regionale decentralisatie van de accijns niet tot verstoring van de mededinging op de markt van aardolieproducten zal leiden. Aangezien de voorgenomen maatregel niet van toepassing is op commerciële gasolie, is verstoring van de mededinging in het goederen- en het personenvervoer uitgesloten.

(7)

De stijging van de nationale tarieven die zal voorafgaan aan de mogelijkheid tot regionale tariefverlagingen, leidt tot de conclusie dat de toepassing van de Franse maatregel in beginsel geen hinder zou mogen veroorzaken voor het communautaire milieubeschermingsbeleid.

(8)

De Commissie onderzoekt op regelmatige tijdstippen de accijnsverlagingen en -vrijstellingen, teneinde na te gaan of deze niet tot verstoring van de mededinging leiden dan wel de goede werking van de interne markt belemmeren, en of zij verenigbaar zijn met het communautaire beleid inzake milieubescherming, energie en vervoer,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Hierbij wordt Frankrijk gemachtigd verlaagde belastingtarieven toe te passen op loodvrije benzine en gasolie gebruikt voor voortbeweging. Deze mogelijkheid tot verlaging geldt niet voor commerciële gasolie in de zin van artikel 7, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG.

2.   Administratieve regio’s kan worden toegestaan gedifferentieerde verlagingen toe te passen, voorzover de volgende voorwaarden worden nageleefd:

a)

de verlagingen zijn niet hoger dan 35,4 EUR per 1 000 l loodvrije benzine en 23,0 EUR per 1 000 l gasolie;

b)

de verlagingen zijn niet hoger dan het verschil tussen de belastingniveaus voor niet-commerciële gasolie en commerciële gasolie;

c)

de verlagingen houden verband met objectieve sociaal-economische omstandigheden in de regio’s waar zij worden toegepast;

d)

de toepassing van regionale verlagingen leidt er niet toe dat een bepaalde regio concurrentievoorsprong krijgt in de intracommunautaire handel.

3.   De verlaagde tarieven moeten in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Richtlijn 2003/96/EG en met name de in artikel 7 bedoelde minimumtarieven.

Artikel 2

Deze beschikking vervalt drie jaar na de datum van uitvoering van het bepaalde in artikel 1, lid 2.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Luxembourg, 24 oktober 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

B. BRADSHAW


(1)  PB L 283 van 31.10.2003, blz. 51. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/74/EG (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 87).


Commissie

4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/27


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 oktober 2005

tot wijziging van Beschikking 2001/618/EG teneinde het departement Ain, Frankrijk, op te nemen in de lijst van regio's die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4178)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/768/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (1), en met name op artikel 10, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer in varkens en de lijsten van de gebieden in de lidstaten waar goedgekeurde programma's voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky ten uitvoer worden gelegd en die vrij zijn van deze ziekte zijn vastgelegd in Beschikking 2001/618/EG van de Commissie van 23 juli 2001 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens en houdende intrekking van de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG (2).

(2)

In Frankrijk wordt al verscheidene jaren een programma voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky uitgevoerd en het department Ain is een regio waar een goedgekeurd programma voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky ten uitvoer wordt gelegd.

(3)

Frankrijk heeft bij de Commissie de nodige bewijsstukken ingediend waaruit blijkt dat het departement Ain vrij is van de ziekte van Aujeszky en dat de ziekte in dat departement is uitgeroeid.

(4)

Beschikking 2001/618/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlagen I en II bij Beschikking 2001/618/EG worden vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 oktober 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1/2005 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).

(2)  PB L 215 van 9.8.2001, blz. 48. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/320/EG (PB L 102 van 7.4.2004, blz. 75).


BIJLAGE

BIJLAGE I

Lidstaten of regio's daarvan die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en waar vaccinatie niet is toegestaan

ISO-code

Lidstaat

Regio's

AT

Oostenrijk

Het hele grondgebied

CY

Cyprus

Het hele grondgebied

CZ

Tsjechië

Alle regio's

DE

Duitsland

Alle regio's

DK

Denemarken

Alle regio's

FI

Finland

Alle regio's

FR

Frankrijk

De departementen Ain, Aisne, Allier, Alpes-de-Haute-Provence, Alpes-Maritimes, Ardèche, Ardennes, Ariège, Aube, Aude, Aveyron, Bas-Rhin, Bouches-du-Rhône, Calvados, Cantal, Charente, Charente-Maritime, Cher, Corrèze, Côte-d'Or, Creuse, Deux-Sèvres, Dordogne, Doubs, Drôme, Essonne, Eure, Eure-et-Loir, Gard, Gers, Gironde, Hautes-Alpes, Hauts-de-Seine, Haute-Garonne, Haute-Loire, Haute-Marne, Hautes-Pyrénées, Haut-Rhin, Haute-Saône, Haute-Savoie, Haute-Vienne, Hérault, Indre, Indre-et-Loire, Isère, Jura, Landes, Loire, Loire-Atlantique, Loir-et-Cher, Loiret, Lot, Lot-et-Garonne, Lozère, Maine-et-Loire, Manche, Marne, Mayenne, Meurthe-et-Moselle, Meuse, Moselle, Nièvre, Oise, Orne, Paris, Pas de Calais, Pyrénées-Atlantiques, Pyrénées-Orientales, Puy-de-Dôme, Réunion, Rhône, Sarthe, Saône-et-Loire, Savoie, Seine-et-Marne, Seine-Maritime, Seine-Saint-Denis, Somme, Tarn, Tarn-et-Garonne, Territoire de Belfort, Val-de-Marne, Val-d'Oise, Var, Vaucluse, Vendée, Vienne, Vosges, Yonne en Yvelines

LU

Luxemburg

Alle regio's

SE

Zweden

Alle regio's

UK

Verenigd Koninkrijk

Alle regio's in Engeland, Schotland en Wales

BIJLAGE II

Lidstaten of regio's daarvan waar goedgekeurde ziektebestrijdingsprogramma's ten uitvoer worden gelegd

ISO-code

Lidstaat

Regio's

BE

België

Het hele grondgebied

FR

Frankrijk

De departementen Côtes-d'Armor, Finistère, Ille-et-Vilaine, Morbihan en Nord

IT

Italië

De provincie Bolzano

NL

Nederland

Het hele grondgebied


Rectificaties

4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/29


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 1724/2005 van de Commissie van 20 oktober 2005 betreffende de afgifte van invoercertificaten van rijst van oorsprong uit de ACS-staten en de LGO, die in de eerste vijf werkdagen van oktober 2005 op grond van Verordening (EG) nr. 638/2003 zijn aangevraagd

( Pubicatieblad van de Europese Unie L 276 van 21 oktober 2005 )

Bladzijde 21, Verordening (EG) nr. 1724/2005 wordt als volgt gelezen:

VERORDENING (EG) Nr. 1724/2005 VAN DE COMMISSIE

van 20 oktober 2005

betreffende de afgifte van invoercertificaten van rijst van oorsprong uit de ACS-staten en de LGO, die in de eerste vijf werkdagen van oktober 2005 op grond van Verordening (EG) nr. 638/2003 zijn aangevraagd

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten), en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (1),

Gelet op Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Gemeenschap („LGO-besluit”) (2),

Gelet op Verordening (EG) nr. 638/2003 van de Commissie van 9 april 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad en Besluit 2001/822/EG van de Raad ten aanzien van de invoerregeling voor rijst van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en uit de landen en gebieden overzee (LGO) (3), en met name op artikel 17, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

Op basis van de hoeveelheden waarvoor aanvragen voor de tranche van oktober 2005 zijn ingediend, moet worden voorzien in de afgifte van certificaten voor de gevraagde hoeveelheden, al dan niet verminderd, naar gelang van het geval, door toepassing van een percentage,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de invoercertificaataanvragen voor rijst die de eerste vijf werkdagen van oktober 2005 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 638/2003 zijn ingediend en waarvan de Commissie in kennis is gesteld, worden certificaten afgegeven voor de in de aanvragen vermelde hoeveelheden, naar gelang van het geval, verminderd door toepassing van de in de bijlage vastgestelde percentages.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 oktober 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 oktober 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.

(2)  PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1.

(3)  PB L 93 van 10.4.2003, blz. 3.”