ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 225

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
31 augustus 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1420/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1421/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor granen en meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge

3

 

 

Verordening (EG) nr. 1422/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van het op de restitutie voor granen toe te passen correctiebedrag

5

 

 

Verordening (EG) nr. 1423/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mout

7

 

 

Verordening (EG) nr. 1424/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van het op de restitutie voor mout toe te passen correctiebedrag

9

 

 

Verordening (EG) nr. 1425/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

11

 

*

Verordening (EG) nr. 1426/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van een verbod op de visserij op zeeduivel in ICES-zones VIII c, IX, X, en CECAF-zone 34.1.1 (EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

13

 

 

Verordening (EG) nr. 1427/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

15

 

 

Verordening (EG) nr. 1428/2005 van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van de productierestitutie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven

17

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Besluit van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van een Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij

18

 

*

Besluit van de Commissie van 26 augustus 2005 tot vaststelling van een formulier voor de verzending van verzoeken om rechtsbijstand overeenkomstig Richtlijn 2003/8/EG van de Raad

23

 

*

Beschikking van de Commissie van 29 augustus 2005 betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 3059)  ( 1 )

28

 

*

Besluit nr. 4/2005 van de Gemengde Commissie EG-EVA gemeenschappelijk douanevervoer van 15 augustus 2005 tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer

29

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/1


VERORDENING (EG) Nr. 1420/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 augustus 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

85,4

096

17,5

999

51,5

0707 00 05

052

75,8

068

40,9

999

58,4

0709 90 70

052

85,7

999

85,7

0805 50 10

382

61,0

388

60,2

524

66,4

528

55,0

999

60,7

0806 10 10

052

97,0

400

195,8

512

89,9

624

160,8

999

135,9

0808 10 80

388

54,7

400

69,1

508

42,2

512

44,2

528

68,3

720

31,5

804

58,9

999

52,7

0808 20 50

052

89,2

388

17,0

512

11,4

528

23,7

624

114,6

999

51,2

0809 30 10, 0809 30 90

052

97,1

999

97,1

0809 40 05

052

119,6

066

76,4

093

49,2

098

53,9

624

113,0

999

82,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/3


VERORDENING (EG) Nr. 1421/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor granen en meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

De restituties moeten worden vastgesteld met inachtneming van de elementen als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2).

(3)

Voor meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge moet de restitutie worden berekend met inachtneming van de hoeveelheid granen benodigd voor de vervaardiging van de betreffende producten. Deze hoeveelheden zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1501/95.

(4)

De situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten voor sommige producten kunnen een differentiatie van de restitutie naar bestemming nodig maken.

(5)

De restitutie moet eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan tussentijds worden gewijzigd.

(6)

De toepassing van deze regelen op de huidige situatie in de sector granen en met name op de noteringen of prijzen van deze producten in de Gemeenschap en op de wereldmarkt voert tot het vaststellen van de bedragen van de restitutie zoals vermeld in de bijlage.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer in ongewijzigde staat van de in artikel 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten, met uitzondering van mout, worden op de in de bijlage aangegeven bedragen vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor granen en meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

1001 10 00 9200

EUR/t

1001 10 00 9400

A00

EUR/t

0

1001 90 91 9000

EUR/t

1001 90 99 9000

A00

EUR/t

0

1002 00 00 9000

A00

EUR/t

0

1003 00 10 9000

EUR/t

1003 00 90 9000

A00

EUR/t

0

1004 00 00 9200

EUR/t

1004 00 00 9400

A00

EUR/t

0

1005 10 90 9000

EUR/t

1005 90 00 9000

A00

EUR/t

0

1007 00 90 9000

EUR/t

1008 20 00 9000

EUR/t

1101 00 11 9000

EUR/t

1101 00 15 9100

C01

EUR/t

5,48

1101 00 15 9130

C01

EUR/t

5,12

1101 00 15 9150

C01

EUR/t

4,72

1101 00 15 9170

C01

EUR/t

4,36

1101 00 15 9180

C01

EUR/t

4,08

1101 00 15 9190

EUR/t

1101 00 90 9000

EUR/t

1102 10 00 9500

A00

EUR/t

0

1102 10 00 9700

A00

EUR/t

0

1102 10 00 9900

EUR/t

1103 11 10 9200

A00

EUR/t

0

1103 11 10 9400

A00

EUR/t

0

1103 11 10 9900

EUR/t

1103 11 90 9200

A00

EUR/t

0

1103 11 90 9800

EUR/t

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

C01

:

Alle derde landen met uitzondering van Albanië, Bulgarije, Roemenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Liechtenstein en Zwitserland.


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/5


VERORDENING (EG) Nr. 1422/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van het op de restitutie voor granen toe te passen correctiebedrag

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 moet bij uitvoer van granen de op de dag van indiening van de aanvraag van een certificaat geldende restitutie op verzoek worden toegepast op uitvoer die tijdens de geldigheidsduur van het certificaat moet plaatsvinden. In dat geval kan op de restitutie een correctiebedrag worden toegepast.

(2)

Op grond van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2) kan een correctiebedrag worden vastgesteld voor de in artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 1766/92 (3) bedoelde producten. Dit correctiebedrag moet worden berekend met inachtneming van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde elementen.

(3)

Op grond van de situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten kan het noodzakelijk zijn het correctiebedrag naar gelang van de bestemming te differentiëren.

(4)

Het correctiebedrag moet samen met de restitutie en volgens dezelfde procedure worden vastgesteld. Het kan tussentijds worden gewijzigd.

(5)

Uit de bovengenoemde bepalingen volgt dat het correctiebedrag moet worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het correctiebedrag op de vooraf vastgestelde restituties bij uitvoer van de in artikel 1, lid 1, onder a), b) en c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten, met uitzondering van mout, wordt vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).

(3)  PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1104/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 1).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van het op de restitutie voor granen toe te passen correctiebedrag

(in EUR/t)

Productcode

Bestemming

Lopend

9

1e term.

10

2e term.

11

3e term.

12

4e term.

1

5e term.

2

6e term.

3

1001 10 00 9200

1001 10 00 9400

A00

0

0

0

0

0

1001 90 91 9000

1001 90 99 9000

C01

0

– 0,46

– 0,92

– 1,38

– 1,84

1002 00 00 9000

A00

0

0

0

0

0

1003 00 10 9000

1003 00 90 9000

C02

0

– 0,46

– 0,92

– 1,38

– 1,84

1004 00 00 9200

1004 00 00 9400

C03

0

– 0,46

– 0,92

– 1,38

– 1,84

1005 10 90 9000

1005 90 00 9000

A00

0

0

0

0

0

1007 00 90 9000

1008 20 00 9000

1101 00 11 9000

1101 00 15 9100

C01

0

– 0,63

– 1,26

– 1,89

– 2,52

1101 00 15 9130

C01

0

– 0,59

– 1,18

– 1,77

– 2,36

1101 00 15 9150

C01

0

– 0,54

– 1,09

– 1,63

– 2,17

1101 00 15 9170

C01

0

– 0,50

– 1,00

– 1,50

– 2,00

1101 00 15 9180

C01

0

– 0,47

– 0,94

– 1,41

– 1,88

1101 00 15 9190

1101 00 90 9000

1102 10 00 9500

A00

0

0

0

0

0

1102 10 00 9700

A00

0

0

0

0

0

1102 10 00 9900

1103 11 10 9200

A00

0

0

0

0

0

1103 11 10 9400

A00

0

0

0

0

0

1103 11 10 9900

1103 11 90 9200

A00

0

0

0

0

0

1103 11 90 9800

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

C01

:

Alle derde landen met nitzondering van Albanië, Bulgarije, Roemanië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Liechtenstein en Zwitserland.

C02

:

Algerije, Saoedi Arabië, Bahrein, Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Iran, Irak, Israel, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Marokko, Mauritanië, Oman, Qatar, Syrië, Tunesië en Jemen.

C03

:

Alle derde landen met uitzondering van Bulgarije, Noorwegen, Roemenië, Zwitserland en Liechenstein.


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/7


VERORDENING (EG) Nr. 1423/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mout

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), inzonderheid op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1 van die verordening genoemde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

De restituties moeten worden vastgesteld met inachtneming van de elementen als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2).

(3)

Voor mout moet de restitutie worden berekend met inachtneming van de hoeveelheid granen benodigd voor de vervaardiging van de betreffende producten. Deze hoeveelheden zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1501/95.

(4)

De situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten voor zekere producten kunnen een differentiatie van de restitutie, naar gelang van de bestemming, nodig maken.

(5)

De restitutie moet eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan in de tussentijd worden gewijzigd.

(6)

Bij toepassing van deze regelen op de huidige situatie in de sector granen en met name op de noteringen of prijzen van deze producten in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, moet de restitutie op de in de bijlage vermelde bedragen worden vastgesteld.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde mout worden op de in de bijlage aangegeven bedragen vastgesteld.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor mout

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

1107 10 19 9000

A00

EUR/t

0,00

1107 10 99 9000

A00

EUR/t

0,00

1107 20 00 9000

A00

EUR/t

0,00

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/9


VERORDENING (EG) Nr. 1424/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van het op de restitutie voor mout toe te passen correctiebedrag

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 moet bij uitvoer van granen de op de dag van indiening van de aanvraag van een certificaat geldende restitutie op verzoek worden toegepast op uitvoer die tijdens de geldigheidsduur van het certificaat moet plaatsvinden. In dat geval kan op de restitutie een correctiebedrag worden toegepast.

(2)

Op grond van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen (2), kan een correctiebedrag worden vastgesteld voor de in artikel 1, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 1766/92 (3) bedoelde mout. Het correctiebedrag moet worden berekend met inachtneming van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde elementen.

(3)

Uit de bovengenoemde bepalingen volgt dat het correctiebedrag moet worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het in artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde correctiebedrag dat van toepassing is op de vooraf vastgestelde restituties bij uitvoer van mout, wordt vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).

(3)  PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1104/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 1).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van het op de restitutie voor mout toe te passen correctiebedrag

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

(EUR/t)

Productcode

Bestemming

Lopend

9

1e term.

10

2e term.

11

3e term.

12

4e term.

1

5e term.

2

1107 10 11 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 19 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 91 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 99 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 20 00 9000

A00

0

0

0

0

0

0


(EUR/t)

Productcode

Bestemming

6e term.

3

7e term.

4

8e term.

5

9e term.

6

10e term.

7

11e term.

8

1107 10 11 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 19 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 91 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 10 99 9000

A00

0

0

0

0

0

0

1107 20 00 9000

A00

0

0

0

0

0

0


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/11


VERORDENING (EG) Nr. 1425/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 13, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2681/74 van de Raad van 21 oktober 1974 betreffende de communautaire financiering van de uitgaven in verband met de levering van landbouwproducten als voedselhulp (3) is bepaald dat het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, het gedeelte van de uitgaven financiert dat overeenkomt met de desbetreffende restituties bij uitvoer die overeenkomstig de betrokken communautaire voorschriften zijn vastgesteld.

(2)

Om de opstelling en het beheer van de begroting voor de communautaire voedselhulpacties te vergemakkelijken en om de lidstaten in staat te stellen het bedrag van de communautaire deelname in de financiering van de nationale voedselhulpacties te kennen, moet het bedrag van de voor deze acties toegekende restituties worden vastgesteld.

(3)

De algemene voorschriften en de uitvoeringsbepalingen die in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95 voor de uitvoerrestituties zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing op bovenbedoelde transacties.

(4)

De specifieke criteria die in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de uitvoerrestituties voor rijst zijn vastgesteld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De geldende restituties voor de producten van de sectoren granen en rijst geleverd voor de communautaire en nationale voedselhulpacties, uitgevoerd in het kader van internationale verdragen of andere aanvullende programma's of die in het kader van andere communautaire acties gratis worden geleverd, worden vastgesteld overeenkomstig de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 van de Commissie (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27).

(3)  PB L 288 van 25.10.1974, blz. 1.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 30 augustus 2005 tot vaststelling van de restituties die gelden voor de in het kader van communautaire en nationale voedselhulpacties geleverde producten van de sectoren granen en rijst

(in EUR/t)

Productcode

Bedrag van de restitutie

1001 10 00 9400

0,00

1001 90 99 9000

0,00

1002 00 00 9000

0,00

1003 00 90 9000

0,00

1005 90 00 9000

0,00

1006 30 92 9100

0,00

1006 30 92 9900

0,00

1006 30 94 9100

0,00

1006 30 94 9900

0,00

1006 30 96 9100

0,00

1006 30 96 9900

0,00

1006 30 98 9100

0,00

1006 30 98 9900

0,00

1006 30 65 9900

0,00

1007 00 90 9000

0,00

1101 00 15 9100

5,48

1101 00 15 9130

5,12

1102 10 00 9500

0,00

1102 20 10 9200

53,76

1102 20 10 9400

46,08

1103 11 10 9200

0,00

1103 13 10 9100

69,12

1104 12 90 9100

0,00

NB: Productcodes: zie de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/13


VERORDENING (EG) Nr. 1426/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van een verbod op de visserij op zeeduivel in ICES-zones VIII c, IX, X, en CECAF-zone 34.1.1 (EG-wateren) door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad van 22 december 2004 tot vaststelling, voor 2005, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3), zijn de quota voor 2005 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2005 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2005 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Het is verboden om vis uit dit bestand die vanaf die datum door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

Jörgen HOLMQUIST

Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

(3)  PB L 12 van 14.1.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1300/2005 (PB L 207 van 10.8.2005, blz. 1).


BIJLAGE

Lidstaat

Portugal

Bestand

ANF/8C3411

Soort

Zeeduivel (Lophiidae)

Zone

VIII c, IX, X, CECAF 34.1.1 (EG-wateren)

Daum

29.7.2005


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/15


VERORDENING (EG) Nr. 1427/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3). Deze prijzen en invoerrechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1324/2005 (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 31 augustus 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.

(4)  PB L 210 van 12.8.2005, blz. 25.


BIJLAGE

Met ingang van 31 augustus 2005 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

21,62

5,49

1701 11 90 (1)

21,62

10,81

1701 12 10 (1)

21,62

5,30

1701 12 90 (1)

21,62

10,29

1701 91 00 (2)

27,43

11,52

1701 99 10 (2)

27,43

7,00

1701 99 90 (2)

27,43

7,00

1702 90 99 (3)

0,27

0,38


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/17


VERORDENING (EG) Nr. 1428/2005 VAN DE COMMISSIE

van 30 augustus 2005

tot vaststelling van de productierestitutie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), en met name op artikel 20 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 20 bis van Verordening nr. 136/66/EEG is bepaald dat een productierestitutie wordt verleend voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven. Krachtens artikel 20 bis, lid 6, en onverminderd het bepaalde in lid 3 daarvan, wordt het bedrag van deze restitutie om de twee maanden door de Commissie vastgesteld.

(2)

Volgens artikel 20 bis, lid 2, van voornoemde verordening wordt de restitutie vastgesteld op basis van het verschil tussen de prijzen op de wereldmarkt en die op de markt van de Gemeenschap, waarbij rekening wordt gehouden met de invoerbelasting voor olijfolie, van GN-code 1509 90 00 en de factoren die in aanmerking zijn genomen bij de vaststelling van de uitvoerrestituties voor bovenbedoelde olijfolie tijdens een referentieperiode. Het is dienstig de periode van twee maanden die onmiddellijk voorafgaat aan de periode waarin de productierestitutie wordt toegekend als referentieperiode aan te merken.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria leidt tot het vaststellen van de restitutie zoals hieronder aangegeven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de maanden september en oktober 2005 bedraagt de in artikel 20 bis, lid 2, van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde productierestitutie 44,00 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 september 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 augustus 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/18


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 augustus 2005

tot instelling van een Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij

(2005/629/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 33, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De tenuitvoerlegging van het beleid van de Gemeenschap inzake visserij en aquacultuur vereist bijstand van hooggekwalificeerde wetenschappelijke medewerkers, met name op het gebied van de mariene en visserijbiologie, visserijtechniek, visserijeconomie en verwante vakgebieden, en in verband met de vereisten inzake onderzoek en gegevensverzameling met betrekking tot visserij en aquacultuur.

(2)

Deze bijstand moet worden geboden door een permanent Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) dat binnen de Commissie wordt ingesteld.

(3)

Overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 moet de Commissie het WTECV op gezette tijden raadplegen over aangelegenheden betreffende de instandhouding en het beheer van levende aquatische hulpbronnen, met inbegrip van biologische, economische, milieu-, sociale en technische overwegingen, en moet zij bij voorstellen inzake visserijbeheer uit hoofde van die verordening rekening houden met het advies van het WTECV.

(4)

Het advies van het WTECV over aangelegenheden in verband met visserij moet steunen op de beginselen van deskundigheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, en doorzichtigheid.

(5)

Het is van essentieel belang dat het WTECV optimaal gebruik maakt van externe deskundigheid die binnen en buiten de Gemeenschap aanwezig is, als dat noodzakelijk is voor een specifiek probleem.

(6)

Gelet op het aantal noodzakelijke wijzigingen en de omvang daarvan, moet Besluit 93/619/EG van de Commissie van 19 november 1993 betreffende de instelling van een Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (2) worden ingetrokken,

BESLUIT:

Artikel 1

Instelling van het comité

Er wordt een Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij ingesteld, hierna „het WTECV” genoemd.

Artikel 2

Rol van het WTECV

1.   Op gezette tijden of wanneer dit noodzakelijk wordt geacht, verzoekt de Commissie het WTECV om advies over vraagstukken zoals bedoeld in artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2371/2002. De Commissie kan voor het uitbrengen van een dergelijk advies een bepaalde termijn stellen.

2.   Het WTECV kan de Commissie op eigen initiatief advies geven over vraagstukken zoals bedoeld in artikel 33, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2371/2002.

3.   Het WTECV stelt jaarlijks een rapport op over:

a)

de situatie van de voor de Europese Gemeenschap relevante visbestanden;

b)

de economische consequenties van de situatie van deze visbestanden;

c)

de ontwikkeling van de visserijactiviteit, onder verwijzing naar de biologische, technische en economische aspecten;

d)

andere economische factoren die op de visserij van invloed zijn.

Artikel 3

Structuur

1.   Het WTECV bestaat uit minimaal 30 en maximaal 35 leden.

2.   Leden van het WTECV zijn wetenschappelijke deskundigen op het gebied van mariene biologie, mariene ecologie, visserijwetenschappen, natuurbescherming, bestandsdynamiek, statistiek, vistuigtechnologie, aquacultuur en de economische aspecten van visserij en aquacultuur.

Artikel 4

Benoeming van leden van het WTECV en vaststelling van een reservelijst

1.   De leden van het WTECV worden door de Commissie benoemd op basis van een lijst van geschikte kandidaten. Deze lijst wordt opgesteld nadat in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van de Commissie een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling is bekendgemaakt.

2.   Leden van het WTECV worden benoemd op grond van hun deskundigheid en volgens een geografische spreiding die de diversiteit van de wetenschappelijke problemen en benaderingen binnen de Gemeenschap weerspiegelt.

3.   Een lijst van de leden van het WTECV wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en samen met een beknopt curriculum vitae van elk lid op de website van de Commissie geplaatst.

4.   Kandidaten die voor het WTECV geschikt worden bevonden maar niet worden benoemd, worden op een reservelijst geplaatst. Uit die reservelijst kan de Commissie geschikte kandidaten kiezen ter vervanging van leden die het WTECV verlaten overeenkomstig artikel 6, lid 3.

5.   De reservelijst wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van de Commissie bekendgemaakt.

Artikel 5

Verkiezing van de voorzitter en vice-voorzitters

Het WTECV kiest uit zijn leden een voorzitter en twee vice-voorzitters voor een periode van drie jaar. De voorzitter en de vice-voorzitters van het WTECV kunnen niet meer dan twee opeenvolgende periodes voor dezelfde functie worden gekozen.

Artikel 6

Ambtstermijn

1.   De ambtstermijn van leden van het WTECV bedraagt drie jaar en kan steeds voor een periode van drie jaar worden verlengd.

2.   Na afloop van de periode van drie jaar blijven de leden, de voorzitter en de vice-voorzitters van het WTECV in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun ambtstermijn is voorzien.

3.   Wanneer een lid niet actief aan de werkzaamheden van het WTECV deelneemt, tegenstrijdige belangen vertegenwoordigt of ontslag wil nemen, kan de Commissie zijn lidmaatschap beëindigen.

Artikel 7

Externe deskundigen

Indien de Commissie daarmee instemt, kan het WTECV deskundigen uitnodigen die geen lid zijn van het WTECV en van wie de relevante wetenschappelijke kennis en deskundigheid kan bijdragen tot het werk van het WTECV.

Artikel 8

Werkgroepen

Indien de Commissie daarmee instemt, kan het WTECV specifieke werkgroepen oprichten voor het verrichten van duidelijk omschreven taken. De werkgroepen bestaan uit externe deskundigen en ten minste twee leden van het WTECV. Zij brengen binnen een bepaalde termijn verslag uit aan het WTECV.

Artikel 9

Vergoedingen

1.   Overeenkomstig het bepaalde in de bijlage hebben leden van het WTECV en externe deskundigen recht op een vergoeding voor hun deelname aan de vergaderingen van de WTECV en van de werkgroepen, evenals voor hun werkzaamheden als rapporteur voor bepaalde vraagstukken.

2.   De reis- en verblijfkosten voor leden van het WTECV en externe deskundigen worden door de Commissie betaald.

Artikel 10

Verhouding tussen het WTECV en de Commissie

1.   Vergaderingen van het WTECV en zijn werkgroepen worden door de Commissie goedgekeurd en bijeengeroepen.

2.   De Commissie mag aan vergaderingen van het WTECV en zijn werkgroepen deelnemen.

3.   De Commissie mag deskundigen die geen lid zijn van het WTECV, uitnodigen om aan vergaderingen van het WTECV en zijn werkgroepen deel te nemen.

Artikel 11

Reglement van orde

1.   Het WTECV stelt na goedkeuring van de Commissie zijn reglement van orde vast. Het reglement van orde waarborgt dat het WTECV zijn taken verricht met inachtneming van de beginselen van deskundigheid, onafhankelijkheid en doorzichtigheid, waarbij tegelijkertijd aan gewettigde verzoeken om eerbiediging van fiscale en zakengeheimen gevolg wordt gegeven.

2.   Het reglement van orde voorziet met name in:

a)

de verkiezing van een voorzitter en vice-voorzitters van het WTECV;

b)

procedures voor:

i)

de afhandeling van verzoeken om advies;

ii)

de goedkeuring van adviezen onder normale omstandigheden en, in spoedeisende gevallen, volgens een versnelde schriftelijke procedure;

c)

de oprichting en organisatie van werkgroepen, de benoeming van voorzitters van werkgroepen en de omschrijving van hun taken;

d)

de notulen van de vergaderingen, met inbegrip van bijzonderheden over van het goedgekeurde advies afwijkende standpunten;

e)

de rol van externe deskundigen;

f)

de aanstelling van rapporteurs en de omschrijving van hun taken;

g)

de vorm en inhoud van wetenschappelijke adviezen en procedures om hun samenhang te waarborgen en te bevorderen;

h)

de verantwoordelijkheden en de plichten van leden van het WTECV en externe deskundigen in hun contacten met derden;

i)

de vertegenwoordiging van het WTECV in het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur (RCVA);

j)

de deelname van leden van het WTECV aan regionale adviesraden.

3.   Het reglement van orde wordt op de website van de Commissie bekendgemaakt.

Artikel 12

Besluiten en adviezen

1.   Het WTECV beslist bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Besluiten en adviezen kunnen uitsluitend worden goedgekeurd indien ten minste 70 % van de leden van het WTECV zijn stem heeft uitgebracht of zich heeft onthouden.

2.   Met redenen omklede minderheidsstandpunten worden steeds opgenomen in het advies van het WTECV, met vermelding van de naam van de leden die deze standpunten hebben ingenomen.

3.   Adviezen van het WTECV worden onverwijld en met eerbiediging van zakengeheimen op de website van de Commissie bekendgemaakt.

Artikel 13

Onafhankelijkheid

1.   Leden van het WTECV worden op persoonlijke titel benoemd en externe deskundigen worden op persoonlijke titel uitgenodigd. Zij mogen hun bevoegdheden niet delegeren.

2.   Leden van het WTECV en externe deskundigen handelen onafhankelijk van de lidstaten en van belanghebbenden. Zij leggen een verklaring af waarin zij zich ertoe verbinden te handelen in het openbaar belang en een verklaring waarin zij aangeven of zij al dan niet belangen hebben waarvan zou kunnen worden geoordeeld dat zij aan hun onafhankelijkheid afbreuk doen. Deze verklaringen worden schriftelijk gedaan en zijn openbaar. De leden van het WTECV leggen de verklaringen jaarlijks af.

3.   Leden van het WTECV en externe deskundigen maken op elke vergadering van het WTECV en van de werkgroepen de specifieke belangen kenbaar waarvan zou kunnen worden geoordeeld dat zij aan hun onafhankelijkheid met betrekking tot de agendapunten afbreuk doen.

Artikel 14

Vertrouwelijkheid

1.   Leden van het WTECV en externe deskundigen mogen inlichtingen die hun naar aanleiding van de werkzaamheden van het WTECV of een van de werkgroepen ter kennis zijn gekomen, niet openbaar maken, met uitzondering van de adviezen van het WTECV.

2.   Indien de Commissie het WTECV meedeelt dat het gevraagde advies vertrouwelijk is, zijn bij de betrokken vergadering uitsluitend leden van het WTECV en vertegenwoordigers van de Commissie aanwezig.

Artikel 15

Secretariaat van het WTECV

1.   De Commissie voert het secretariaat van het WTECV en zijn werkgroepen.

2.   Het secretariaat zorgt voor technische en administratieve bijstand en coördinatie ten behoeve van de efficiënte werking van het WTECV en organiseert de vergaderingen van de werkgroepen.

3.   Indien nodig zorgt het secretariaat voor de coördinatie van de activiteiten van het WTECV en van de werkgroepen met die van andere communautaire en internationale organen.

Artikel 16

Slotbepalingen

1.   Besluit 93/619/EG wordt ingetrokken.

2.   De leden van het WTECV die overeenkomstig artikel 1 van Besluit 93/619/EG zijn benoemd, blijven in functie als leden van het bij dit besluit ingestelde comité totdat overeenkomstig artikel 3 van dit besluit nieuwe leden zijn benoemd.

3.   Het bepaalde in artikel 5 is van overeenkomstige toepassing bij het verstrijken van de ambtstermijn van de in lid 2 bedoelde leden.

4.   Besluit 93/619/EG wordt ingetrokken vanaf de datum van de eerste vergadering van het bij dit besluit ingestelde comité.

Gedaan te Brussel, 26 augustus 2005.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 297 van 2.12.1993, blz. 25.


BIJLAGE

VERGOEDINGEN

Voor hun deelname aan de werkzaamheden van het WTECV ontvangen leden van het WTECV en externe deskundigen de volgende vergoedingen:

Deelname aan vergaderingen van het WTECV en werkgroepen

(EUR per volledige dag)

 

Vergadering WTECV

Werkgroepen

Voorzitter

300

300

Vice-voorzitter (1)

300

0

Overige aanwezigen

250

250

Wanneer de deelname beperkt blijft tot een voor- of namiddag, bedraagt de vergoeding 50 % van de vergoeding voor een volledige dag.

Verslagen

(EUR)

 

Adviezen van het WTECV tijdens plenaire vergaderingen of per correspondentie (2)

Verslagen met achtergrondinformatie (3) ter voorbereiding van vergaderingen van het WTECV of werkgroepen

Rapporteur

300

300 (4)


(1)  Uitsluitend aanwezig bij vergaderingen van het WTECV

(2)  De vergoeding wordt betaald bij de voltooiing van een advies.

(3)  Samenvattingen, onderzoeken en achtergrondinformatie.

(4)  De vergoeding wordt betaald voor een periode van maximaal 15 dagen op basis van de termijnen die de Commissie in haar voorafgaande schriftelijke overeenkomst heeft vastgesteld. De Commissie kan het aantal dagen evenwel verhogen indien zij dit nodig acht.


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/23


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 26 augustus 2005

tot vaststelling van een formulier voor de verzending van verzoeken om rechtsbijstand overeenkomstig Richtlijn 2003/8/EG van de Raad

(2005/630/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen (1), en met name op artikel 16, lid 1,

Na raadpleging van het bij artikel 17 van Richtlijn 2003/8/EG opgerichte raadgevend comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2004/844/EG (2) van de Commissie is het modelformulier voor rechtsbijstandsverzoeken overeenkomstig Richtlijn 2003/8/EG vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig Richtlijn 2003/8/EG dient de Commissie tevens een modelformulier vast te stellen om de verzending van verzoeken om rechtsbijstand tussen de gerechtelijke autoriteiten van de lidstaten te vergemakkelijken.

(3)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken heeft Denemarken niet deelgenomen aan de aanneming van Richtlijn 2003/8/EG; deze richtlijn is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken,

BESLUIT:

Enig artikel

Het in de bijlage bij dit besluit opgenomen modelformulier voor de verzending van verzoeken om rechtsbijstand wordt aangenomen.

Gedaan te Brussel, 26 augustus 2005.

Voor de Commissie

Franco FRATTINI

Vice-voorzitter


(1)  PB L 26 van 31.1.2003, blz. 41.

(2)  PB L 365 van 10.12.2004, blz. 27.


BIJLAGE

MODELFORMULIER

Image

Image

Image

Image


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/28


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 29 augustus 2005

betreffende essentiële eisen zoals bedoeld in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad om de toegang tot alarmdiensten via de Cospas-Sarsat-noodbakens te waarborgen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 3059)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/631/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (1), en met name op artikel 3, lid 3, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bepaalde noodbakens met positie-indicatie (Emergency position-indicating radiobeacons, EPIRB's) die via het Cospas-Sarsat-systeem op de 406 MHz-band zenden, maken deel uit van het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (Global Maritime Distress and Safety System, GMDSS).

(2)

Overeenkomstig Beschikking 2004/71/EG van de Commissie van 4 september 2003 betreffende essentiële eisen ten aanzien van radioapparatuur die bedoeld is om op niet Solas-schepen te worden gebruikt voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) (2) moeten fabrikanten van EPIRB’s ervoor zorgen dat dergelijke apparatuur zodanig ontworpen is dat ze correct werkt, dat ze in noodsituaties voldoet aan alle operationele vereisten van het GMDSS en dat de communicatie duidelijk en degelijk is.

(3)

Bakens voor andere doeleinden vallen echter niet onder Beschikking 2004/71/EG. Naar verwachting zullen veel van deze Cospas-Sarsat-bakens met positie indicatie worden gebruikt als noodbaken. Voorzover zij onder Richtlijn 1999/5/EG vallen, dient dan ook te worden bepaald dat zij zodanig ontworpen moeten zijn dat zij correct werken overeenkomstig erkende operationele eisen en voldoen aan alle eisen van het Cospas-Sarsat systeem.

(4)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor overeenstemmingsbeoordeling en markttoezicht inzake telecommunicatie (TCAM),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op noodbakens die via het Cospas-Sarsat-systeem op de 406 MHz-band zenden, voorzover zij niet onder Beschikking 2004/71/EG vallen.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde noodbakens moeten zodanig zijn ontworpen dat een correcte werking overeenkomstig de erkende operationele eisen gewaarborgd is wanneer zij worden blootgesteld aan de omgeving waarin zij kunnen worden gebruikt. In noodsituaties moeten zij duidelijke, krachtige signalen met een hoog betrouwbaarheidsniveau geven, waartoe zij aan alle vereisten van het Cospas-Sarsat-systeem moeten voldoen.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 29 augustus 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter


(1)  PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 16 van 23.1.2004, blz. 54.


31.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 225/29


BESLUIT Nr. 4/2005 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE EG-EVA „GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER

van 15 augustus 2005

tot wijziging van de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer

(2005/632/EG)

DE GEMENGDE COMMISSIE,

Gelet op de Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (1), en met name op artikel 15, lid 3, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer is volledig operationeel bij alle overeenkomstsluitende partijen bij de regeling gemeenschappelijk douanevervoer. Het systeem is betrouwbaar gebleken en functioneert tot tevredenheid van zowel douaneautoriteiten als economische operatoren.

(2)

Onder deze omstandigheden is het niet langer economisch gerechtvaardigd toe te staan dat formaliteiten worden uitgevoerd op grond van een schriftelijke aangifte voor douanevervoer, aangezien het gebruik hiervan inhoudt dat de bevoegde autoriteiten verplicht zijn de gegevens van de aangifte handmatig in te voeren in het geautomatiseerde systeem. In het algemeen moeten alle aangiften voor douanevervoer daarom worden gedaan met behulp van een systeem voor automatische gegevensverwerking.

(3)

Het besluit om schriftelijke aangiften van douanevervoer toe te staan wordt echter overgelaten aan de individuele overeenkomstsluitende partijen, zodat zoveel mogelijk wordt tegemoetgekomen aan de algemene eisen in het desbetreffende land.

(4)

Het gebruik van schriftelijke aangiften voor douanevervoer zou in uitzonderlijke gevallen moeten worden toegestaan, indien het geautomatiseerde systeem van de douane of de applicatie van de operator niet werkt, zodat economische operatoren dan toch douanevervoer kunnen uitvoeren.

(5)

Om reizigers in staat te stellen douanevervoer uit te voeren, dienen de bevoegde autoriteiten het gebruik van schriftelijke aangiften voor douanevervoer toe te staan indien reizigers niet rechtstreeks toegang hebben tot het geautomatiseerde douanevervoersysteem.

(6)

Aangezien bepaalde landen de nodige instrumenten en verbindingen moeten ontwikkelen en toepassen om alle ondernemers op het geautomatiseerde douanevervoersysteem te kunnen aansluiten, dient te worden voorzien in een overgangsperiode waarin het gebruik van schriftelijke aangiften voor douanevervoer toegestaan blijft.

(7)

De bevoegde autoriteiten die schriftelijke aangiften voor douanevervoer aanvaarden, moeten zorgdragen voor de uitwisseling van gegevens over het douanevervoer tussen de bevoegde autoriteiten door middel van informatietechnologie en computernetwerken, behalve in gevallen waarin het geautomatiseerde systeem van de douane of de applicatie van de aangever niet functioneert.

(8)

De overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in de bijlage bij dit besluit,

BESLUIT:

Artikel 1

Aanhangsel I bij de Overeenkomst van 20 mei 1987 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2005.

De bevoegde autoriteiten mogen echter tot uiterlijk 31 december 2006 schriftelijke aangiften van douanevervoer aanvaarden.

Indien de bevoegde autoriteiten besluiten na 1 juli 2005 schriftelijke aangiften van douanevervoer te aanvaarden, dienen zij dit besluit vooraf schriftelijk aan de Commissie mee te delen. In dit geval dragen de bevoegde autoriteiten van deze landen zorg voor de uitwisseling van de gegevens over het douanevervoer tussen de bevoegde autoriteiten door middel van informatietechnologie en computernetwerken.

Gedaan te Bern, 15 augustus 2005.

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

Rudolf DIETRICH


(1)  PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2. Deze overeenkomst is laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 3/2005 (PB L 189 van 21.7.2005, blz. 61).


BIJLAGE

Aanhangsel I wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 17 wordt vervangen door:

„Artikel 17

1.   Aangiften voor douanevervoer worden ingediend bij het kantoor van vertrek met behulp van een systeem voor automatische gegevensverwerking.

2.   Aangiften voor douanevervoer die met behulp van genormaliseerde EDI-berichten worden gedaan, dienen overeen te stemmen met de structuur en de aanwijzingen in aanhangsel III.

3.   Wanneer de aangifte voor douanevervoer wordt gedaan door invoer van de gegevens die voor het vervullen van de formaliteiten zijn vereist in het gegevensverwerkende systeem van de bevoegde autoriteiten, wordt de opgave van de in aanhangsel III bedoelde gegevens van de schriftelijke aangifte vervangen door de toezending aan de bevoegde autoriteiten van gegevens, in gecodeerde of andere door de bevoegde autoriteiten vastgestelde vorm, die overeenstemmen met de gegevens die voor schriftelijke aangiften zijn vereist, zulks met het oog op geautomatiseerde verwerking.

4.   Wanneer het gebruik van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer in het land van vertrek volgt op een andere douanebehandeling of -bestemming, kan het kantoor van vertrek eisen dat deze documenten worden overgelegd.

5.   De goederen worden samen met het vervoersdocument aangeboden. Het kantoor van vertrek kan besluiten dat dit document bij het vervullen van de douaneformaliteiten niet behoeft te worden overgelegd, mits het tot zijn beschikking wordt gehouden.”.

2)

Artikel 18 wordt vervangen door:

„Artikel 18

1.   Voor goederen die onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden vervoerd, kan een aangifte voor douanevervoer worden opgesteld op een formulier dat overeenstemt met een van de modellen in aanhangsel III en overeenkomstig de door de overeenkomstsluitende partijen vastgestelde procedure

a)

indien het geautomatiseerde douanevervoersysteem van de bevoegde autoriteiten niet functioneert,

b)

indien de applicatie van de aangever niet functioneert.

2.   Voor het gebruik van een schriftelijke aangifte voor douanevervoer uit hoofde van lid 1, onder b), is goedkeuring van de bevoegde autoriteiten vereist.

3.   Lid 1 is ook van toepassing

a)

indien een overeenkomstsluitende partij hiertoe besluit,

b)

indien de goederen worden vervoerd door reizigers die geen directe toegang hebben tot het geautomatiseerde systeem van de douane en derhalve hun aangifte niet met behulp van een systeem voor geautomatiseerde gegevensverwerking bij het kantoor van vertrek kunnen indienen. De bevoegde autoriteiten staan toe dat de goederen onder de regeling gemeenschappelijk douanevervoer worden geplaatst door middel van een aangifte voor douanevervoer, opgesteld op een formulier dat overeenstemt met een van de modellen in aanhangsel III.

In deze gevallen dragen de bevoegde autoriteiten zorg voor de uitwisseling van de gegevens over het douanevervoer tussen de bevoegde autoriteiten door middel van informatietechnologie en computernetwerken.

4.   Het formulier voor de aangifte voor douanevervoer kan worden aangevuld met een of meer aanvullende formulieren die overeenstemmen met een van de modellen in aanhangsel III. Deze aanvullende formulieren vormen dan een integrerend onderdeel van de aangifte.

5.   Ladingslijsten die overeenkomstig het model in aanhangsel III zijn opgesteld, kunnen in plaats van aanvullende formulieren worden gebruikt als beschrijvend gedeelte van de aangiften voor douanevervoer waarvan zij dan een integrerend onderdeel vormen.

6.   De in de leden 1, 3, 4 en 5 bedoelde formulieren worden ingevuld volgens de aanwijzingen in aanhangsel III. Zij worden gedrukt en ingevuld in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende partijen die door de bevoegde autoriteiten van het land van vertrek worden aanvaard. Zo nodig kunnen de bevoegde autoriteiten van het bij het gemeenschappelijk douanevervoer betrokken land een vertaling eisen in de officiële taal of een van de officiële talen van dat land.

7.   Het bepaalde in artikel 17, leden 4 en 5, is van overeenkomstige toepassing.”.