ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 219

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
24 augustus 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1373/2005 van de Commissie van 23 augustus 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1374/2005 van de Commissie van 23 augustus 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1375/2005 van de Commissie van 23 augustus 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

9

 

*

Verordening (EG) nr. 1376/2005 van de Commissie van 23 augustus 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Zweedse interventiebureau

15

 

*

Verordening (EG) nr. 1377/2005 van de Commissie van 23 augustus 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Finse interventiebureau

21

 

*

Verordening (EG) nr. 1378/2005 van de Commissie van 22 augustus 2005 tot 52e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad

27

 

*

Richtlijn 2005/48/EG van de Commissie van 23 augustus 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad ten aanzien van de maximumgehalten aan residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen in en op granen en bepaalde producten van dierlijke en plantaardige oorsprong ( 1 )

29

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 3 augustus 2005 inzake verlenging van de beperkte erkenning van het Hellenic Register of Shipping (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 2940)  ( 1 )

43

 

*

Beschikking van de Commissie van 22 augustus 2005 betreffende een afwijking van het merken van varkensvlees en het latere gebruik daarvan voor bepaalde bedrijven in een toezichtsgebied voor Afrikaanse varkenspest op Sardinië, Italië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 3161)

45

 

*

Beschikking van de Commissie van 23 augustus 2005 tot vaststelling van de hoeveelheden methylbromide die vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005 in de Europese Gemeenschap mogen worden gebruikt in kritische toepassingen krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 468)

47

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/1


VERORDENING (EG) Nr. 1373/2005 VAN DE COMMISSIE

van 23 augustus 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 24 augustus 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 augustus 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 23 augustus 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

92,9

999

92,9

0707 00 05

052

83,1

999

83,1

0709 90 70

052

78,8

528

57,8

999

68,3

0805 50 10

382

63,0

388

62,1

524

56,7

528

49,0

999

57,7

0806 10 10

052

97,9

220

156,4

400

196,3

624

184,2

999

158,7

0808 10 80

388

76,5

400

72,5

404

91,1

508

64,8

512

74,6

528

77,0

720

30,6

804

77,2

999

70,5

0808 20 50

052

104,0

388

76,6

512

9,9

528

33,1

999

55,9

0809 30 10, 0809 30 90

052

97,4

999

97,4

0809 40 05

052

77,4

624

65,0

999

71,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/3


VERORDENING (EG) Nr. 1374/2005 VAN DE COMMISSIE

van 23 augustus 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 64 016 ton gerst die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

In artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is voorzien in de mogelijkheid om de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de als exporteur aangewezen inschrijver te vergoeden tot een bepaald maximum. Gezien de geografische ligging van Slowakije moet deze bepaling worden toegepast.

(7)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Slowaakse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 64 016 ton gerst voor uitvoer naar derde landen, met uitzondering van Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Canada, Kroatië, de Verenigde Staten van Amerika, Liechtenstein, Mexico, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

4.   Op grond van artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 worden de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de als exporteur aangewezen inschrijver vergoed tot het in het bericht van inschrijving bepaalde maximum.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daaropvolgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 8 september 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Slowaakse interventiebureau:

Pôdohospodárska platobná agentúra oddelenie obilnín a škrobu

Dobrovičova 12

SK-815 26 Bratislava

Tel. (421-2) 58 24 32 71

Fax (421-2) 58 24 33 62.

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór, hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analysen langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 64 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om hem zonder extra kosten een andere partij gerst van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de gerst wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analysen bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analysen, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analysen, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analysen zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie moet in de documenten betreffende de verkoop van gerst overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Slowaakse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1741/2004 (PB L 311 van 8.10.2004, blz. 17).

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1374/2005)

Naam van de indiener van het bod, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveel/heid

(in ton)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Cebada de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1374/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční ječmen nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1374/2005

:

in het Deens

:

Byg fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1374/2005

:

in het Duits

:

Interventionsgerste ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1374/2005

:

in het Ests

:

Sekkumisoder, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1374/2005

:

in het Grieks

:

Κριθή παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1374/2005

:

in het Engels

:

Intervention barley without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1374/2005

:

in het Frans

:

Orge d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1374/2005

:

in het Italiaans

:

Orzo d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1374/2005

:

in het Lets

:

Intervences mieži bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1374/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai miežiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1374/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós árpa, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1374/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Gerst uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1374/2005

:

in het Pools

:

Jęczmień interwencyjny niedający prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1374/2005

:

in het Portugees

:

Cevada de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1374/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčný jačmeň nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1374/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija ječmena brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1374/2005

:

in het Fins

:

Interventio-ohra, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1374/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionskorn, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1374/2005.


BIJLAGE III

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

Formulier (1)

(Verordening (EG) nr. 1374/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in ton)

Geboden prijs

(in EUR/t) (2)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR/t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR/t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

enz.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/9


VERORDENING (EG) Nr. 1375/2005 VAN DE COMMISSIE

van 23 augustus 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 31 443 ton gerst die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

In artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is voorzien in de mogelijkheid om de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de als exporteur aangewezen inschrijver te vergoeden tot een bepaald maximum. Gezien de geografische ligging van Tsjechië moet deze bepaling worden toegepast.

(7)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Tsjechische interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 31 443 ton gerst voor uitvoer naar derde landen, met uitzondering van Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Canada, Kroatië, de Verenigde Staten van Amerika, Liechtenstein, Mexico, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

4.   Op grond van artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 worden de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de als exporteur aangewezen inschrijver vergoed tot het in het bericht van inschrijving bepaalde maximum.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daaropvolgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 8 september 2005 om 9 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Tsjechische interventiebureau:

Statní zemědělsky intervenční fond

Odbor Rostlinných Komodit

Ve Smečkách 33

CZ-110 00, Praha1

Tel. (420) 222 871 667/403

Fax (420) 222 296 806 404.

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór, hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analysen langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kg per hl voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 64 kg per hl,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om hem zonder extra kosten een andere partij gerst van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de gerst wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analysen bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analysen, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analysen, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie moet in de documenten betreffende de verkoop van gerst overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Tsjechische interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordering gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1741/2004 (PB L 311 van 8.10.2004, blz. 17).

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1375/2005)

Naam van de indiener van het bod, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveel/heid

(in ton)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Cebada de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1375/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční ječmen nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1375/2005

:

in het Deens

:

Byg fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1375/2005

:

in het Duits

:

Interventionsgerste ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1375/2005

:

in het Ests

:

Sekkumisoder, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1375/2005

:

in het Grieks

:

Κριθή παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1375/2005

:

in het Engels

:

Intervention barley without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1375/2005

:

in het Frans

:

Orge d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1375/2005

:

in het Italiaans

:

Orzo d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1375/2005

:

in het Lets

:

Intervences mieži bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1375/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai miežiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1375/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós árpa, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1375/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Gerst uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1375/2005

:

in het Pools

:

Jęczmień interwencyjny niedający prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1375/2005

:

in het Portugees

:

Cevada de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1375/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčný jačmeň nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1375/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija ječmena brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1375/2005

:

in het Fins

:

Interventio-ohra, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1375/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionskorn, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1375/2005.


BIJLAGE III

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

Formulier (1)

(Verordening (EG) nr. 1375/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in ton)

Geboden prijs

(EUR/t) (2)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(EUR/t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(EUR/t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

enz.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/15


VERORDENING (EG) Nr. 1376/2005 VAN DE COMMISSIE

van 23 augustus 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Zweedse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 104 730 ton gerst die in het bezit is van het Zweedse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Zweedse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 104 730 ton gerst voor uitvoer naar derde landen, met uitzondering van Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Canada, Kroatië, de Verenigde Staten van Amerika, Liechtenstein, Mexico, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daaropvolgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 8 september 2005 om 9 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Zweedse interventiebureau:

Statens Jordbruksverk

Vallgatan 8

S-55182 Jönköping

fax (46) 36 19 05 46

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór, hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kg/hl voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 64 kg/hl,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage I bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om hem zonder extra kosten een andere partij gerst van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de gerst wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analysen bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analysen, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analysen zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie moet in de documenten betreffende de verkoop van gerst overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Zweedse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1741/2004 (PB L 311 van 8.10.2004, blz 17).

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Zweedse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1376/2005)

Naam van de indiener van het bod, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid in ton

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Cebada de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1376/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční ječmen nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1376/2005

:

in het Deens

:

Byg fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1376/2005

:

in het Duits

:

Interventionsgerste ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1376/2005

:

in het Ests

:

Sekkumisoder, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1376/2005

:

in het Grieks

:

Κριθή παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1376/2005

:

in het Engels

:

Intervention barley without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1376/2005

:

in het Frans

:

Orge d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1376/2005

:

in het Italiaans

:

Orzo d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1376/2005

:

in het Lets

:

Intervences mieži bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1376/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai miežiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1376/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós árpa, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1376/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Gerst uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1376/2005

:

in het Pools

:

Jęczmień interwencyjny niedający prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1376/2005

:

in het Portugees

:

Cevada de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1376/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčný jačmeň nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1376/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija ječmena brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1376/2005

:

in het Fins

:

Interventio-ohra, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1376/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionskorn, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1376/2005.


BIJLAGE III

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Zweedse interventiebureau

Formulier (1)

(Verordening (EG) nr. 1376/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid in ton

Geboden prijs

(EUR/t) (2)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(EUR/t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(EUR/t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

etc.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in euro per ton.


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/21


VERORDENING (EG) Nr. 1377/2005 VAN DE COMMISSIE

van 23 augustus 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Finse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 27 780 ton gerst die in het bezit is van het Finse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Finse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 27 780 ton gerst voor uitvoer naar derde landen, met uitzondering van Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Canada, Kroatië, de Verenigde Staten van Amerika, Liechtenstein, Mexico, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daaropvolgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 8 september 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Finse interventiebureau:

Maa- ja metsätalousministeriö, interventioyksikkö

PL 232

FI-00171 Helsinki

Fax (358-9) 16 05 27 72, (358-9) 16 05 27 78

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór, hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analysen langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 64 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analysen van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om hem zonder extra kosten een andere partij gerst van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de gerst wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analysen bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analysen, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analysen, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analysen zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie moet in de documenten betreffende de verkoop van gerst overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Finse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 augustus 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, p. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1741/2004 (PB L 311 van 8.10.2004, blz. 17).

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1068/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz. 65).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Finse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1377/2005)

Naam van de indiener van het bod, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in ton)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Cebada de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1377/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční ječmen nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1377/2005

:

in het Deens

:

Byg fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1377/2005

:

in het Duits

:

Interventionsgerste ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1377/2005

:

in het Ests

:

Sekkumisoder, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1377/2005

:

in het Grieks

:

Κριθή παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1377/2005

:

in het Engels

:

Intervention barley without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1377/2005

:

in het Frans

:

Orge d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1377/2005

:

in het Italiaans

:

Orzo d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1377/2005

:

in het Lets

:

Intervences mieži bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1377/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai miežiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1377/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós árpa, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1377/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Gerst uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1377/2005

:

in het Pools

:

Jęczmień interwencyjny niedający prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1377/2005

:

in het Portugees

:

Cevada de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1377/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčný jačmeň nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1377/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija ječmena brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1377/2005

:

in het Fins

:

Interventio-ohra, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1377/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionskorn, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1377/2005.


Bijlage III

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Finse interventiebureau

Formulier (1)

(Verordening (EG) nr. 1377/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

in ton

Geboden prijs

(in EUR/t) (2)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR/t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR/t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

enz.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/27


VERORDENING (EG) Nr. 1378/2005 VAN DE COMMISSIE

van 22 augustus 2005

tot 52e wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (1), en met name op artikel 7, lid 1, eerste streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden personen, groepen en entiteiten opgesomd van welke de tegoeden en economische middelen krachtens die verordening worden bevroren.

(2)

De Commissie Sancties van de VN-veiligheidsraad, heeft op 17 augustus 2005 besloten de lijst te wijzigen van natuurlijke en rechtspersonen, groeperingen en entiteiten waarop de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van toepassing zou moeten zijn. Bijlage I moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

Teneinde de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 881/2002 wordt hierbij gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2005.

Voor de Commissie

Eneko LANDÁBURU

Directeur-generaal Buitenlandse betrekkingen


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1347/2005 van de Commissie (PB L 212 van 17.8.2005, blz. 26)


BIJLAGE

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:

De volgende vermelding wordt toegevoegd aan de lijst van rechtspersonen, groepen en entiteiten:

„Al-Akhtar Trust International (alias a) Al Akhtar Trust, b) Al-Akhtar Medical Centre, c) Akhtarabad Medical Camp). Adres: a) ST-1/A, Gulsahn-e-Iqbal, Block 2, Karachi, 25300, Pakistan, b) Gulistan-e-Jauhar, Block 12, Karachi, Pakistan. Overige informatie: Regionale kantoren in Pakistan: Bahawalpur, Bawalnagar, Gilgit, Islamabad, Mirpur Khas, Tando-Jan-Muhammad. Akhtarabad Medical Camp bevindt zich in Spin Boldak, Afghanistan.”


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/29


RICHTLIJN 2005/48/EG VAN DE COMMISSIE

van 23 augustus 2005

tot wijziging van de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad ten aanzien van de maximumgehalten aan residuen van bepaalde bestrijdingsmiddelen in en op granen en bepaalde producten van dierlijke en plantaardige oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen (1), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (2), en met name op artikel 10,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (3), en met name op artikel 7,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (4), en met name op artikel 4, lid 1, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De volgende bestaande werkzame stoffen zijn in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen: iprodion bij Richtlijn 2003/31/EG van de Commissie (5), propiconazool bij Richtlijn 2003/70/EG van de Commissie (6) en molinaat bij Richtlijn 2003/81/EG van de Commissie (7).

(2)

De volgende nieuwe werkzame stoffen zijn in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen: mesotrione bij Richtlijn 2003/68/EG van de Commissie (8) en silthiofam, picoxystrobin, flufenacet, iodosulfuron-methyl-natrium en fosthiazaat bij Richtlijn 2003/84/EG van de Commissie (9).

(3)

De betrokken werkzame stoffen zijn in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen op grond van de evaluatie van de informatie die is verstrekt met betrekking tot het voorgestelde gebruik. Sommige lidstaten hebben informatie betreffende dit gebruik verstrekt overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van die richtlijn. De beschikbare informatie is onderzocht en is toereikend om een aantal maximumresidugehalten (MRL's) vast te stellen.

(4)

Wanneer nog geen communautair MRL of voorlopig MRL bestaat, moeten de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG een nationaal voorlopig MRL vaststellen voordat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, mogen worden toegelaten.

(5)

De communautaire MRL's en de door de Codex Alimentarius aanbevolen gehalten worden volgens vergelijkbare procedures vastgesteld en geëvalueerd. Er bestaat een beperkt aantal Codex-MRL's voor iprodion en propiconazool. In de richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG zijn al communautaire MRL’s vastgesteld voor iprodion (Richtlijn 93/58/EG van de Raad (10)) en propiconazool (Richtlijn 94/30/EG van de Raad (11)). Hiermee is in deze richtlijn rekening gehouden. Met Codex-MRL's waarvoor in de nabije toekomst aanbevelingen tot intrekking zullen worden gedaan, is geen rekening gehouden. De op Codex-MRL's gebaseerde MRL's zijn geevalueerd in het licht van het risico voor de consument. Er is geen risico geconstateerd wanneer gebruik werd gemaakt van de toxicologische eindpunten die zijn vervat in de studies waarover de Commissie beschikt.

(6)

Met betrekking tot de opneming van de betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn de desbetreffende technische en wetenschappelijke evaluaties verwerkt in de evaluatieverslagen van de Commissie. De evaluatieverslagen voor de genoemde stoffen zijn goedgekeurd op de data die zijn vermeld in de in de overwegingen 1 en 2 genoemde richtlijnen van de Commissie. In deze evaluatieverslagen is de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI), en zo nodig de acute referentiedosis (ARfD), vastgesteld. De blootstelling van consumenten aan met de betrokken werkzame stof behandelde levensmiddelen is geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden. Voorts is rekening gehouden met de door de Wereldgezondheidsorganisatie (12) gepubliceerde richtsnoeren en met het advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten (13) over de gebruikte methoden. De conclusie was dat de voorgestelde MRL's niet leiden tot overschrijding van de ADI of de ARfD.

(7)

Om ervoor te zorgen dat de consument op adequate wijze wordt beschermd tegen blootstelling aan residuen als gevolg van ongeoorloofd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, moeten voor dergelijke combinaties product/bestrijdingmiddel voorlopige MRL's worden vastgesteld op de ondergrens van de analytische bepaling.

(8)

De vaststelling op communautair niveau van dergelijke voorlopige MRL's laat onverlet dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI daarbij voorlopige MRL's voor de betrokken stoffen mogen vaststellen. Een periode van vier jaar wordt voldoende geacht om de ontwikkeling van andere toepassingen van de betrokken werkzame stof mogelijk te maken. De voorlopige MRL's moeten daarna definitief worden.

(9)

De in de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG opgenomen MRL's moeten daarom worden gewijzigd om te zorgen voor een degelijke bewaking van en controle op dit toepassingsverbod en om de consument te beschermen. Als in de bijlagen bij die richtlijnen reeds MRL's zijn vastgesteld, moeten die worden gewijzigd. Als er nog geen MRL's zijn bepaald, moeten die voor het eerst worden vastgesteld.

(10)

De Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG moeten derhalve dienovereenkomstig worden aangepast.

(11)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel1

Richtlijn 86/362/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A van bijlage II worden de in bijlage I bij deze richtlijn vermelde maximumgehalten aan residuen voor mesotrione, silthiofam, picoxystrobin, flufenacet, iodosulfuron-methyl-natrium, fosthiazaat en molinaat toegevoegd.

2)

In deel A van bijlage II worden de maximumgehalten aan residuen voor propiconazool en iprodion vervangen door de in bijlage II bij deze richtlijn vermelde waarden.

Artikel 2

Richtlijn 86/363/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A van bijlage II worden de in bijlage III bij deze richtlijn vermelde maximumgehalten aan residuen voor picoxystrobin toegevoegd.

2)

In deel B van bijlage II worden de maximumgehalten aan residuen voor propiconazool vervangen door de in bijlage IV bij deze richtlijn vermelde waarden.

Artikel 3

Richtlijn 90/642/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage II worden de in bijlage V bij deze richtlijn vermelde maximumgehalten aan residuen voor mesotrione, silthiofam, picoxystrobin, flufenacet, iodosulfuron-methyl-natrium, fosthiazaat en molinaat toegevoegd.

2)

In bijlage II worden de maximumgehalten aan residuen voor propiconazool en iprodion vervangen door de in bijlage VI bij deze richtlijn vermelde waarden.

Artikel 4

1.   De lidstaten dragen zorg voor vaststelling en bekendmaking uiterlijk op 24 februari 2006 van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mee, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 24 februari 2007.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 5

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 23 augustus 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/46/EG van de Commissie (PB L 177 van 9.7.2005, blz. 35).

(2)  PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/46/EG.

(3)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/46/EG.

(4)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

(5)  PB L 101 van 23.4.2003, blz. 3.

(6)  PB L 184 van 23.7.2003, blz. 9.

(7)  PB L 224 van 6.9.2003, blz. 29.

(8)  PB L 177 van 16.7.2003, blz. 12.

(9)  PB L 247 van 30.9.2003, blz. 20.

(10)  PB L 211 van 23.8.1993, blz. 6.

(11)  PB L 189 van 23.7.1994, blz. 70.

(12)  Guidelines for predicting dietary intake of pesticide residues (herziene versie), opgesteld door het GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).

(13)  Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten met betrekking tot de wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad (Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten, 14 juli 1998) (http://europa.eu.int/comm/food/fs/sc/index_en.html).


BIJLAGE I

Maximumgehalte in mg/kg (ppm)

Residuen van bestrijdingsmiddelen

Afzonderlijke producten waarop de MRL's van toepassing zijn

Mesotrione (som van mesotrione en MNBA (4-methylsulfonyl-2-nitro-benzoëzuur), uitgedrukt als mesotrione)

0,05 (1)  (2)

GRANEN

Silthiofam

0,05 (1)  (2)

GRANEN

Picoxystrobin

0,2 (2) Gerst

0,2 (2) Haver

0,05 (1)  (2) Overige granen

Flufenacet (som van alle verbindingen die de N-fluorofenyl-N-isopropyl-groep bevatten, uitgedrukt als flufenacet)

0,05 (1)  (2)

GRANEN

Iodosulfuron-methyl-natrium (iodosulfuron-methyl, inclusief zouten, uitgedrukt als iodosulfuron-methyl)

0,02 (1)  (2)

GRANEN

Fosthiazaat

0,02 (1)  (2)

GRANEN

Molinaat

0,05 (1)  (2)

GRANEN


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft het voorlopige maximumresidugehalte aan overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 13 september 2009.


BIJLAGE II

Maximumgehalte in mg/kg

Residuen van bestrijdingsmiddelen

Afzonderlijke producten waarop de MRL's van toepassing zijn

Propiconazool

0,2 (2) Gerst

0,2 (2) Haver

0,05 (1)  (2) Overige granen

Iprodion

3 (2) Rijst

0,5 (2) Haver, gerst en tarwe

0,02 (1)  (2) Overige granen


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft het voorlopige maximumresidugehalte aan overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 13 september 2009.


BIJLAGE III

Maximumgehalte in mg/kg (ppm)

Residuen van bestrijdingsmiddelen

vet in vlees, vleesbereidingen, eetbaar slachtafval en dierlijke vetten, vermeld in bijlage I onder de posten ex 0201, 0202, 0203, 0204, 0205 00 00, 0206, 0207, ex 0208, 0209 00, 0210, 1601 00 en 1602 (3)  (6)

rauwe en volle koemelk, vermeld in bijlage I onder de post 0401; andere levensmiddelen onder de posten 0401, 0402, 0405 00 en 0406 overeenkomstig (4)  (6)

verse eieren uit de schaal, vogeleieren en eigeel, vermeld in bijlage I onder de posten 0407 00 en 0408 (5)  (6)

Picoxystrobin

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft het voorlopige maximumresidugehalte aan overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 13 september 2009.

(3)  Voor levensmiddelen met 10 of minder gewichtspercenten vet wordt het residu gerelateerd aan het totale gewicht van het uitgebeende product. In dat geval bedraagt het maximumgehalte één tiende van de aan het vetgehalte gerelateerde waarde, maar ten minste 0,01 mg/kg.

(4)  Bij de bepaling van het residu in rauwe en volle koemelk moet de berekening op een vetgehalte van 4 gewichtspercenten gebaseerd zijn. Voor van andere dieren afkomstige rauwe en volle melk worden de residuen uitgedrukt op basis van het vetgehalte.

Voor de andere in bijlage I onder de posten 0401, 0402, 0405 00 en 0406 genoemde levensmiddelen

met een vetgehalte van minder dan 2 gewichtspercenten, is het maximumgehalte gelijk aan de helft van het voor rauwe en volle melk vastgestelde maximumgehalte;

met een vetgehalte van 2 of meer gewichtspercenten, wordt het maximumgehalte uitgedrukt in mg/kg vet.

In dat geval bedraagt het maximumgehalte 25-maal het voor rauwe en volle melk vastgestelde maximumgehalte.

(5)  Voor eieren en eiproducten met een vetgehalte van meer dan 10 % wordt het maximumgehalte uitgedrukt in mg/kg vet. In dat geval is het maximumgehalte tienmaal hoger dan het maximumgehalte voor verse eieren.

(6)  De voetnoten (1), (2) en (3) gelden niet als de ondergrens van de analytische bepaling is aangegeven.


BIJLAGE IV

Maximumgehalte in mg/kg (ppm)

Residuen van bestrijdingsmiddelen

vlees met inbegrip van vet, vleesbereidingen, eetbaar slachtafval en dierlijke vetten, vermeld in bijlage I onder de posten ex 0201, 0202, 0203, 0204, 0205 00 00, 0206, 0207, ex 0208, 0209 00, 0210, 1601 00 en 1602

melk en melkproducten, vermeld in bijlage I onder de posten 0401, 0402, 0405 00 en 0406

verse eieren uit de schaal, vogeleieren en eigeel, vermeld in bijlage I onder de posten 0407 00 en 0408

Propiconazool

Lever van herkauwers 0,1 (2);

andere producten van dierlijke oorsprong 0,01 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)

0,01 (1)  (2)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft het voorlopige maximumresidugehalte aan overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 13 september 2009.


BIJLAGE V

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de MRL's van toepassing zijn

Mesotrione (som van mesotrione en MNBA (4-methylsulfonyl-2-nitrobenzoëzuur), uitgedrukt als mesotrione)

Silthiofam

Picoxystrobin

Flufenacet (som van alle verbindingen die de N-fluorofenyl-N-isopropyl-groep bevatten, uitgedrukt als flufenacet)

Iodosulfuron-methyl-natrium (iodosulfuron-methyl, inclusief zouten, uitgedrukt als iodosulfuron-methyl)

Fosthiazaat

Molinaat

1.

Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker; noten

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

 

0,05 (1)  (2)

i)

CITRUSVRUCHTEN

 

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Grapefruits, pompelmoezen

 

 

 

 

 

 

 

Citroenen

 

 

 

 

 

 

 

Lemmetjes

 

 

 

 

 

 

 

Mandarijnen (inclusief clementines en dergelijke kruisingen van citrusvruchten)

 

 

 

 

 

 

 

Sinaasappelen

 

 

 

 

 

 

 

Pomelo's

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

ii)

NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

 

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Amandelen

 

 

 

 

 

 

 

Paranoten

 

 

 

 

 

 

 

Cashewnoten

 

 

 

 

 

 

 

Kastanjes

 

 

 

 

 

 

 

Kokosnoten

 

 

 

 

 

 

 

Hazelnoten

 

 

 

 

 

 

 

Macadamia

 

 

 

 

 

 

 

Pecannoten

 

 

 

 

 

 

 

Pingels (pignolen)

 

 

 

 

 

 

 

Pimpernoten (pistaches)

 

 

 

 

 

 

 

Walnoten (okkernoten)

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

iii)

PITVRUCHTEN

 

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Appels

 

 

 

 

 

 

 

Peren

 

 

 

 

 

 

 

Kweeperen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

iv)

STEENVRUCHTEN

 

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

Abrikozen

 

 

 

 

 

 

 

Kersen

 

 

 

 

 

 

 

Perziken (inclusief nectarines en dergelijke kruisingen)

 

 

 

 

 

 

 

Pruimen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

v)

BESVRUCHTEN EN KLEINFRUIT

 

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

a)

Tafel- en wijndruiven

 

 

 

 

 

 

 

Tafeldruiven

 

 

 

 

 

 

 

Wijndruiven

 

 

 

 

 

 

 

b)

Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

 

 

 

 

 

 

 

c)

Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

 

 

 

 

 

 

 

Bramen

 

 

 

 

 

 

 

Dauwbramen

 

 

 

 

 

 

 

Loganbessen

 

 

 

 

 

 

 

Frambozen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

d)

Ander kleinfruit en besvruchten (voorzover niet wild)

 

 

 

 

 

 

 

Blauwe bosbessen

 

 

 

 

 

 

 

Veenbessen

 

 

 

 

 

 

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

 

 

 

 

 

 

Kruisbessen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

e)

Wilde besvruchten en wilde vruchten

 

 

 

 

 

 

 

vi)

DIVERSE VRUCHTEN

 

 

 

 

 

 

 

Avocado's

 

 

 

 

 

 

 

Bananen

 

 

 

 

 

0,05 (2)

 

Dadels

 

 

 

 

 

 

 

Vijgen

 

 

 

 

 

 

 

Kiwi's

 

 

 

 

 

 

 

Kumquats

 

 

 

 

 

 

 

Lychees

 

 

 

 

 

 

 

Mango's

 

 

 

 

 

 

 

Olijven

 

 

 

 

 

 

 

Passievruchten

 

 

 

 

 

 

 

Ananassen

 

 

 

 

 

 

 

Papaja’s

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

0,02 (1)  (2)

 

2.

Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

i)

WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

 

 

 

 

 

 

 

Rode bieten

 

 

 

 

 

 

 

Wortelen

 

 

 

 

 

 

 

Knolselderij

 

 

 

 

 

 

 

Mierikswortel (peperwortel)

 

 

 

 

 

 

 

Aardperen (topinamboers)

 

 

 

 

 

 

 

Pastinaken

 

 

 

 

 

 

 

Knolpeterselie

 

 

 

 

 

 

 

Radijzen

 

 

 

 

 

 

 

Schorseneren

 

 

 

 

 

 

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

 

 

 

 

 

Koolraap

 

 

 

 

 

 

 

Rapen

 

 

 

 

 

 

 

Yams

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

ii)

BOLGEWASSEN

 

 

 

 

 

 

 

Knoflook

 

 

 

 

 

 

 

Uien

 

 

 

 

 

 

 

Sjalotten

 

 

 

 

 

 

 

Bosuien

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

iii)

VRUCHTGROENTEN

 

 

 

 

 

 

 

a)

Solanaceae

 

 

 

 

 

 

 

Tomaten

 

 

 

 

 

 

 

Pepers (paprika's)

 

 

 

 

 

 

 

Aubergines

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

 

 

 

 

 

 

Komkommers

 

 

 

 

 

 

 

Augurken

 

 

 

 

 

 

 

Courgettes

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

 

 

 

 

 

 

Meloenen

 

 

 

 

 

 

 

Pompoenen

 

 

 

 

 

 

 

Watermeloenen

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

d)

Suikermaïs

 

 

 

 

 

 

 

iv)

KOOLSOORTEN

 

 

 

 

 

 

 

a)

Bloemkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

Broccoli

 

 

 

 

 

 

 

Bloemkool

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

Spruitjes

 

 

 

 

 

 

 

Sluitkool

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

c)

Bladkoolachtigen

 

 

 

 

 

 

 

Chinese kool

 

 

 

 

 

 

 

Boerenkool

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

d)

Koolrabi

 

 

 

 

 

 

 

v)

BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

 

 

 

 

 

 

 

a)

Sla en dergelijke

 

 

 

 

 

 

 

Tuinkers

 

 

 

 

 

 

 

Veldsla

 

 

 

 

 

 

 

Sla

 

 

 

 

 

 

 

Andijvie

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

b)

Spinazie en dergelijke

 

 

 

 

 

 

 

Spinazie

 

 

 

 

 

 

 

Snijbiet

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

c)

Waterkers

 

 

 

 

 

 

 

d)

Witlof

 

 

 

 

 

 

 

e)

Kruiden

 

 

 

 

 

 

 

Kervel

 

 

 

 

 

 

 

Bieslook

 

 

 

 

 

 

 

Peterselie

 

 

 

 

 

 

 

Bladselderij

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

vi)

PEULGROENTEN (vers)

 

 

 

 

 

 

 

Bonen (met peul)

 

 

 

 

 

 

 

Bonen (zonder peul)

 

 

 

 

 

 

 

Erwten (met peul)

 

 

 

 

 

 

 

Erwten (zonder peul)

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

vii)

STENGELGROENTEN

 

 

 

 

 

 

 

Asperges

 

 

 

 

 

 

 

Kardoen

 

 

 

 

 

 

 

Bleekselderij

 

 

 

 

 

 

 

Knolvenkel

 

 

 

 

 

 

 

Artisjokken

 

 

 

 

 

 

 

Prei

 

 

 

 

 

 

 

Rabarber

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

viii)

FUNGI

 

 

 

 

 

 

 

a)

Gekweekte paddestoelen

 

 

 

 

 

 

 

b)

Wilde paddestoelen

 

 

 

 

 

 

 

3.

Peulvruchten

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

Bonen

 

 

 

 

 

 

 

Linzen

 

 

 

 

 

 

 

Erwten

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

4.

Oliehoudende zaden

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

Lijnzaad

 

 

 

 

 

 

 

Pinda's

 

 

 

 

 

 

 

Papaverzaad

 

 

 

 

 

 

 

Sesamzaad

 

 

 

 

 

 

 

Zonnebloempitten

 

 

 

 

 

 

 

Kool- en raapzaad

 

 

 

 

 

 

 

Sojabonen

 

 

 

 

 

 

 

Mosterdzaad

 

 

 

 

 

 

 

Katoenzaad

 

 

 

 

 

 

 

Andere

 

 

 

 

 

 

 

5.

Aardappelen

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,1 (2)

0,02 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

Vroege aardappelen

 

 

 

 

 

 

 

Bewaaraardappelen

 

 

 

 

 

 

 

6.

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

7.

Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,05 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft het voorlopige maximumresidugehalte aan overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 13 september 2009.


BIJLAGE VI

Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de MRL's van toepassing zijn

Propiconazool

Iprodion

1.   

Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker; noten

i)

CITRUSVRUCHTEN

0,05 (1)  (2)

 

Grapefruits, pompelmoezen

 

 

Citroenen

 

5 (2)

Lemmetjes

 

 

Mandarijnen (inclusief clementines en dergelijke kruisingen van citrusvruchten)

 

1 (2)

Sinaasappelen

 

 

Pomelo's

 

 

Andere

 

0,02 (1)  (2)

ii)

NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,05 (1)  (2)

 

Amandelen

 

 

Paranoten

 

 

Cashewnoten

 

 

Kastanjes

 

 

Kokosnoten

 

 

Hazelnoten

 

0,2 (2)

Macadamia

 

 

Pecannoten

 

 

Pingels (pignolen)

 

 

Pimpernoten (pistaches)

 

 

Walnoten (okkernoten)

 

 

Andere

 

0,02 (1)  (2)

iii)

PITVRUCHTEN

0,05 (1)  (2)

5 (2)

Appels

 

 

Peren

 

 

Kweeperen

 

 

Andere

 

 

iv)

STEENVRUCHTEN

 

3 (2)

Abrikozen

0,2 (2)

 

Kersen

 

 

Perziken (inclusief nectarines en dergelijke kruisingen)

0,2 (2)

 

Pruimen

 

 

Andere

0,05 (1)  (2)

 

v)

BESVRUCHTEN EN KLEINFRUIT

0,05 (1)  (2)

 

a)

Tafel- en wijndruiven

 

10 (2)

Tafeldruiven

 

 

Wijndruiven

 

 

b)

Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

 

15 (2)

c)

Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

 

10 (2)

Bramen

 

 

Dauwbramen

 

 

Loganbessen

 

 

Frambozen

 

 

Andere

 

 

d)

Ander kleinfruit en besvruchten (voorzover niet wild)

 

10 (2)

Blauwe bosbessen

 

 

Veenbessen

 

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

 

Kruisbessen

 

 

Andere

 

 

e)

Wilde besvruchten en wilde vruchten

 

0,02 (1)  (2)

vi)

DIVERSE VRUCHTEN

 

 

Avocado's

 

 

Bananen

0,1 (2)

 

Dadels

 

 

Vijgen

 

 

Kiwi's

 

5 (2)

Kumquats

 

 

Lychees

 

 

Mango's

 

 

Olijven

 

 

Passievruchten

 

 

Ananassen

 

 

Papaja’s

 

 

Andere

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

2.   

Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

i)

WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

0,05 (1)  (2)

 

Rode bieten

 

 

Wortelen

 

0,3 (2)

Knolselderij

 

0,3 (2)

Mierikswortel (peperwortel)

 

0,1 (2)

Aardperen (topinamboers)

 

 

Pastinaken

 

0,3 (2)

Knolpeterselie

 

 

Radijzen

 

0,3 (2)

Schorseneren

 

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

Koolraap

 

 

Rapen

 

 

Yams

 

 

Andere

 

0,02 (1)  (2)

ii)

BOLGEWASSEN

0,05 (1)  (2)

 

Knoflook

 

0,2 (2)

Uien

 

0,2 (2)

Sjalotten

 

0,2 (2)

Bosuien

 

3 (2)

Andere

 

0,02 (1)  (2)

iii)

VRUCHTGROENTEN

0,05 (1)  (2)

 

a)

Solanaceae

 

5 (2)

Tomaten

 

 

Pepers (paprika's)

 

 

Aubergines

 

 

Andere

 

 

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

 

2 (2)

Komkommers

 

 

Augurken

 

 

Courgettes

 

 

Andere

 

 

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

 

1 (2)

Meloenen

 

 

Pompoenen

 

 

Watermeloenen

 

 

Andere

 

 

d)

Suikermaïs

 

0,02 (1)  (2)

iv)

KOOLSOORTEN

0,05 (1)  (2)

 

a)

Bloemkoolachtigen

 

0,1 (2)

Broccoli

 

 

Bloemkool

 

 

Andere

 

 

b)

Sluitkoolachtigen

 

 

Spruitjes

 

0,5 (2)

Sluitkool

 

5 (2)

Andere

 

0,02 (1)  (2)

c)

Bladkoolachtigen

 

 

Chinese kool

 

5 (2)

Boerenkool

 

 

Andere

 

0,02 (1)  (2)

d)

Koolrabi

 

0,02 (1)  (2)

v)

BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

0,05 (1)  (2)

 

a)

Sla en dergelijke

 

10 (2)

Tuinkers

 

 

Veldsla

 

 

Sla

 

 

Andijvie

 

 

Andere

 

 

b)

Spinazie en dergelijke

 

0,02 (1)  (2)

Spinazie

 

 

Snijbiet

 

 

Andere

 

 

c)

Waterkers

 

0,02 (1)  (2)

d)

Witlof

 

0,2 (2)

e)

Kruiden

 

10 (2)

Kervel

 

 

Bieslook

 

 

Peterselie

 

 

Bladselderij

 

 

Andere

 

 

vi)

PEULGROENTEN

0,05 (1)  (2)

 

Bonen (met peul)

 

5 (2)

Bonen (zonder peul)

 

 

Erwten (met peul)

 

2 (2)

Erwten (zonder peul)

 

0,3 (2)

Andere

 

0,02 (1)  (2)

vii)

STENGELGROENTEN (vers)

 

 

Asperges

 

 

Kardoen

 

 

Bleekselderij

 

 

Knolvenkel

 

 

Artisjokken

 

 

Prei

0,1 (2)

 

Rabarber

 

0,2 (2)

Andere

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

viii)

FUNGI

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

a)

Gekweekte paddestoelen

 

 

b)

Wilde paddestoelen

 

 

3.

Peulvruchten

0,05 (1)  (2)

0,2 (2)

Bonen

 

 

Linzen

 

 

Erwten

 

 

Andere

 

 

4.   

Oliehoudende

Lijnzaad

 

0,5 (2)

Pinda's

0,2 (2)

 

Papaverzaad

 

 

Sesamzaad

 

 

Zonnebloempitten

 

0,5 (2)

Kool- en raapzaad

 

0,5 (2)

Sojabonen

 

 

Mosterdzaad

 

 

Katoenzaad

 

 

Andere

0,1 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

5.

Aardappelen

0,05 (1)  (2)

0,02 (1)  (2)

Vroege aardappelen

 

 

Bewaaraardappelen

 

 

6.

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)

7.

Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

0,1 (1)  (2)

0,1 (1)  (2)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft het voorlopige maximumresidugehalte aan overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG: behoudens wijzigingen wordt dit gehalte definitief met ingang van 13 september 2009.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/43


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 3 augustus 2005

inzake verlenging van de beperkte erkenning van het Hellenic Register of Shipping

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 2940)

(Slechts de tekst in de Griekse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/623/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 94/57/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Gezien de brief van 2 april 2004 van de Cypriotische autoriteiten, waarin zij vragen de beperkte erkenning van het Hellenic Register of Shipping (hierna „het HRS” genoemd) overeenkomstig artikel 4, lid 2 van Richtlijn 94/57/EG voor Cyprus te verlengen,

Gezien de brief van 7 september 2004 van de Griekse autoriteiten, waarin zij vragen om de onvoorwaardelijke verlenging van de beperkte erkenning van het HRS overeenkomstig artikel 4, lid 3 van die richtlijn,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De beperkte erkenning op grond van artikel 4, lid 3 van Richtlijn 94/57/EG is een in tijd en reikwijdte beperkte erkenning die wordt verleend aan als classificatiebureaus bekendstaande organisaties die voldoen aan alle andere criteria dan die genoemd in de punten 2 en 3 van de „Algemene criteria” in de bijlage bij genoemde richtlijn, teneinde de betrokken organisatie de gelegenheid te geven meer ervaring op te doen.

(2)

Bij Beschikking 2001/890/EG van de Commissie (2) is het HRS voor Griekenland op grond van artikel 4, lid 3 met ingang van 13 december 2001 erkend voor een periode van drie jaar.

(3)

De Commissie heeft geverifieerd dat het HRS voldoet aan alle andere criteria van de bijlage bij Richtlijn 94/57/EG dan die genoemd in de punten 2 en 3 van de „Algemene criteria” in genoemde bijlage.

(4)

De beoordeling door de Commissie heeft voorts aanwijzingen opgeleverd dat het HRS door moet blijven gaan met de ontwikkeling van zijn systeem van kwaliteitsindicatoren om zijn vermogen tot risico- en prestatiemeting te vergroten.

(5)

De prestatiegegevens van de organisatie met betrekking tot veiligheid en verontreiniging, zoals gepubliceerd door het Memorandum van Parijs, waren slecht in de periode 2000-2002. In 2003 viel er echter een lichte verbetering te bespeuren, en het HRS heeft zich ten doel gesteld haar prestatiegegevens op het gemiddeld niveau van de erkende organisaties te brengen.

(6)

De in deze beschikking voorziene maatregelen zijn overeenkomstig het advies van het bij artikel 7 van Richtlijn 94/57/EG opgerichte COSS comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De beperkte erkenning van het „Hellenic Register of Shipping”, verleend bij Beschikking 2001/890/EG, wordt met drie jaar verlengd met ingang van de datum van vaststelling van deze beschikking.

Artikel 2

De effecten van de maatregel zijn beperkt tot Griekenland en Cyprus.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Griekenland en de Republiek Cyprus.

Gedaan te Brussel, 3 augustus 2005.

Voor de Commissie

Jacques BARROT

Vice-voorzitter


(1)  PB L 319 van 12.12.1994, blz. 20. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/84/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 324 van 29.11.2002, blz. 53).

(2)  PB L 329 van 14.12.2001, blz. 72.


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/45


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 augustus 2005

betreffende een afwijking van het merken van varkensvlees en het latere gebruik daarvan voor bepaalde bedrijven in een toezichtsgebied voor Afrikaanse varkenspest op Sardinië, Italië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 3161)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(2005/624/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/60/EG van de Raad van 27 juni 2002 houdende vaststelling van specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot besmettelijke varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest (1), en met name op artikel 11, lid 1, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2005/363/EG van de Commissie van 2 mei 2005 tot vaststelling van maatregelen ter bescherming van de diergezondheid tegen Afrikaanse varkenspest op Sardinië, Italië (2) is vastgesteld naar aanleiding van de aanwezigheid van Afrikaanse varkenspest op Sardinië, Italië.

(2)

Er vinden nog steeds uitbraken van Afrikaanse varkenspest op Sardinië plaats en Italië neemt maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest op Sardinië in het kader van Richtlijn 2002/60/EG.

(3)

Richtlijn 2002/60/EG bepaalt dat de bevoegde autoriteit, zodra de diagnose van Afrikaanse varkenspest bij varkens op een bedrijf officieel is bevestigd, een beschermingsgebied instelt met een straal van ten minste drie kilometer en een toezichtsgebied met een straal van ten minste tien kilometer rond de plaats waar de uitbraak zich heeft voorgedaan.

(4)

Richtlijn 2002/60/EG bepaalt ook dat varkens de eerste 40 respectievelijk 30 dagen na voltooiing van de voorlopige reiniging en ontsmetting van en, indien nodig, insectenverdelging op de besmette bedrijven, niet van het bedrijf waar zij worden gehouden („bedrijf van herkomst”) naar een beschermings- en een toezichtsgebied mogen worden afgevoerd. Na deze perioden kan de bevoegde autoriteit toestaan dat varkens van het bedrijf van herkomst naar een slachthuis worden afgevoerd, als aan specifieke voorwaarden wordt voldaan.

(5)

Krachtens Richtlijn 2002/60/EG kan op verzoek van een lidstaat, vergezeld van de nodige documenten ter verantwoording, een afwijking van voornoemde voorwaarden worden toegestaan.

(6)

Een uitbraak van Afrikaanse varkenspest werd op 25 mei 2005 in de gemeente Anela op Sardinië bevestigd. De bevoegde autoriteit heeft onmiddellijk een beschermingsgebied ingesteld met een straal van drie kilometer rond de plaats waar de uitbraak zich heeft voorgedaan, dat deel uitmaakt van een toezichtsgebied met een straal van tien kilometer rond deze plaats. Een andere uitbraak werd op 10 juni 2005 in het ingestelde beschermingsgebied in de gemeente Bultei bevestigd.

(7)

De Italiaanse autoriteiten hebben de Commissie verzocht om een afwijking van de bepaling dat vers vlees met het voorgeschreven bijzondere merk moet worden gemerkt en van de voorwaarde dat vers vlees afkomstig van bedrijven die zijn gelegen in het ingestelde toezichtsgebied moet worden verwerkt. Ter staving van het verzoek werd gewezen op de ernstige moeilijkheden bij het vinden van een markt voor verwerkt vlees, de gevolgen voor het welzijn van de varkens in sommige bedrijven als zij niet tijdig worden geslacht, en het te verwaarlozen extra risico voor de dierlijke gezondheid als gevolg van een dergelijke afwijking, als ook specifieke maatregelen ter bestrijding van de ziekte worden genomen. Daarom is het dienstig te bepalen dat onder bepaalde voorwaarden varkensvlees van in het ingestelde toezichtsgebied gelegen bedrijven niet hoeft te worden verwerkt en niet met het bijzondere merk hoeft te worden gemerkt en later verwerkt. Om de afwezigheid van Afrikaanse varkenspest en van elk risico van verspreiding van de ziekte te garanderen moeten aanvullende maatregelen worden genomen betreffende het bedrijf van herkomst en de verplaatsing van deze varkens.

(8)

De controle- en bemonsteringsprocedures wat betreft de afvoer van varkens uit een bedrijf in een ingesteld toezichtsgebied naar een slachthuis overeenkomstig het handboek (3) moeten volledig worden toegepast. Ingeval gebruik wordt gemaakt van de in artikel 11, lid 4, van Richtlijn 2002/60/EG bedoelde afwijking, is punt 6 van hoofdstuk IV van de bijlage van het handboek van toepassing.

(9)

Het is ook dienstig dat varkensvlees, varkensvleesproducten en andere producten die varkensvlees bevatten van varkens die afkomstig zijn van bedrijven waarvoor een dergelijke afwijking wordt toegekend, worden gemerkt met het in Beschikking 2005/363/EG voorgeschreven bijzondere merk om ervoor te zorgen dat dergelijk varkensvlees, dergelijke varkensvleesproducten en andere producten die varkensvlees bevatten niet uit Sardinië worden verzonden en om te zorgen voor de traceerbaarheid van dergelijk varkensvlees en dergelijke producten.

(10)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

Bij deze beschikking wordt een afwijking toegestaan van de voorwaarde betreffende de verwerking van vers vlees van varkens afkomstig van bedrijven die zijn gelegen in het toezichtsgebied dat is ingesteld rond de bedrijven waarin de diagnose van Afrikaanse varkenspest op 25 mei 2005 in de gemeente Anela en op 10 juni 2005 in de gemeente Bultei op Sardinië, Italië, officieel is bevestigd.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze beschikking zijn de definities in artikel 2 van Richtlijn 2002/60/EG en artikel 2 van Beschikking 2005/363/EG van toepassing.

Artikel 3

Afwijking van artikel 10, lid 3, onder f), vierde streepje, van Richtlijn 2002/60/EG

De bevoegde autoriteit kan toestaan dat vers vlees van varkens die rechtstreeks zijn afgevoerd naar een slachthuis overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder f), van Richtlijn 2002/60/EG niet wordt verwerkt, als voorgeschreven in artikel 10, lid 3, onder f), vierde streepje, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

Het bedrijf van herkomst voldoet aan de eisen van artikel 4.

b)

De verplaatsing van de varkens voldoet aan alle relevante eisen, vastgesteld in Richtlijn 2002/60/EG en met name in artikel 11, lid 1, onder f), en lid 4, wat betreft de periode van 30 respectievelijk 21 dagen na voltooiing van de voorlopige reiniging en ontsmetting van en, indien nodig, insectenverdelging op de besmette bedrijven, tijdens welke de varkens niet van het bedrijf van herkomst mogen worden afgevoerd.

c)

Het vlees, de varkensvleesproducten en andere producten die varkensvlees bevatten dat van deze varkens afkomstig is, worden voorzien van een speciaal gezondheids- of identificatiemerk, als voorgeschreven in artikel 4 van Beschikking 2005/363/EG.

Artikel 4

Eisen wat het bedrijf van herkomst betreft

Het in artikel 3 bedoelde bedrijf van herkomst voldoet aan de volgende eisen:

a)

Het bedrijf van herkomst is niet gelegen in een beschermingsgebied dat is ingesteld ingevolge een uitbraak van Afrikaanse varkenspest.

b)

De nodige bioveiligheidsmaatregelen om het binnenbrengen van Afrikaanse varkenspest te voorkomen, alsook een zelfcontroleprogramma om Afrikaanse varkenspest op te sporen, beide bedoeld in het bij Beschikking 2005/362/EG van de Commissie (4) goedgekeurde uitroeiingsprogramma, zijn in het bedrijf van herkomst ingevoerd en door de bevoegde autoriteit goedgekeurd vóór de instelling van het toezichtsgebied rond een uitbraak van Afrikaanse varkenspest waarin het bedrijf is gelegen.

c)

Er mag in het bedrijf van herkomst ten minste twee jaar vóór de verzending van de varkens uit dit bedrijf geen Afrikaanse varkenspest zijn gediagnosticeerd.

Artikel 5

Informatieverstrekking aan de Commissie en de andere lidstaten

Italië stelt de Commissie en de andere lidstaten elke maand na de datum van deze beschikking in kennis van alle relevante informatie over de toepassing van deze beschikking.

Artikel 6

Toepassing

Deze beschikking is van toepassing tot en met 30 september 2005.

Artikel 7

Adressaat

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 22 augustus 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 192 van 20.7.2002, blz. 27. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(2)  PB L 118 van 5.5.2005, blz. 39. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2005/494/EG (PB L 182 van 13.7.2005, blz. 26).

(3)  Beschikking 2003/422/EG van de Commissie van 26 mei 2003 tot goedkeuring van een handboek voor de diagnose van Afrikaanse varkenspest (PB L 143 van 11.6.2003, blz. 35).

(4)  Beschikking 2005/362/EG van de Commissie van 2 mei 2005 tot goedkeuring van de programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in Sardinië, Italië (PB L 118 van 5.5.2005, blz. 37).


24.8.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/47


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 23 augustus 2005

tot vaststelling van de hoeveelheden methylbromide die vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005 in de Europese Gemeenschap mogen worden gebruikt in kritische toepassingen krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 468)

(Slechts de teksten in de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese en de Spaanse taal zijn authentiek)

(2005/625/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (1), en met name op artikel 3, lid 2, onder ii),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 3, lid 2, onder i), punt d), en artikel 4, lid 2, onder i), punt d), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 is de productie, respectievelijk de invoer van methylbromide voor alle toepassingen verboden na 31 december 2004, behalve onder meer voor kritische toepassingen die beantwoorden aan artikel 3, lid 2, onder ii), en aan de criteria van Besluit nr. IX/6 van de partijen bij het Protocol van Montreal. Deze uitzonderingen voor kritische toepassingen hebben tot doel gedurende een korte periode een afwijking toe te staan, zodat alternatieven kunnen worden goedgekeurd.

(2)

Bij Besluit nr. IX/6 is vastgesteld dat de toepassing van methylbromide alleen als „kritisch” mag worden beschouwd wanneer de gebruiker aantoont dat het niet beschikbaar zijn van methylbromide voor die toepassing tot een ernstige marktverstoring zou leiden en dat er voor de gebruiker geen technisch en economisch haalbare alternatieven of vervangingsmiddelen beschikbaar zijn die uit milieu- en gezondheidsoverwegingen aanvaardbaar zijn en geschikt zijn voor de gewassen en omstandigheden in kwestie. Bovendien mag de productie en het eventuele gebruik van methylbromide alleen worden toegestaan wanneer alle technisch en economisch haalbare maatregelen zijn genomen om de kritische toepassing en alle daarmee gepaard gaande emissies van methylbromide tot een minimum te beperken. De gebruiker dient ook aan te tonen dat een behoorlijke inspanning wordt geleverd om alternatieven en vervangingsmiddelen te evalueren, in de handel te brengen en volgens de nationale wetgeving te laten goedkeuren en dat onderzoek wordt gedaan naar de ontwikkeling en toepassing van alternatieven en vervangingsmiddelen.

(3)

De Commissie heeft 84 voorstellen voor kritische toepassingen van methylbromide ontvangen van tien lidstaten, waaronder België (60 825 kg), Frankrijk (467 135 kg), Duitsland (45 250 kg), Griekenland (227 280 kg), Italië (2 298 225 kg), Polen (44 100 kg), Portugal (130 000 kg), Spanje (1 059 000 kg), Nederland (120 kg) en het Verenigd Koninkrijk (140 408 kg). In totaal is toestemming gevraagd voor het gebruik van 4 472 343 kg methylbromide, waarvan 4 111 640 kg (92 %) voor gebruik vóór de oogst en 360 703 kg (8 %) voor gebruik na de oogst.

(4)

De Commissie heeft de criteria van Besluit nr. IX/6 en artikel 3, lid 2, onder ii), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 toegepast om te bepalen voor welke hoeveelheid methylbromide in 2005 toestemming wordt verleend voor gebruik in kritische toepassingen. De Commissie is tot de vaststelling gekomen dat er afdoende alternatieven voorhanden zijn in de Gemeenschap en dat deze alternatieven, sinds het indienen van de voorstellen voor kritische toepassingen door de lidstaten, steeds meer ingang hebben gevonden in veel landen die partij zijn bij het Protocol van Montreal. De Commissie heeft daarom vastgesteld dat in 2005 in totaal 2 777 333 kg methylbromide mag worden gebruikt voor kritische toepassingen in de lidstaten. Dit stemt overeen met 14,4 % van de hoeveelheid methylbromide die in 1991 in de Europese Gemeenschap werd gebruikt en wijst er dus op dat meer dan 85 % van de toen gebruikte methylbromide is vervangen door alternatieven. De categorieën kritische toepassingen gelijken sterk op die van bijlage II, tabel A, bij het verslag van de eerste buitengewone vergadering van de partijen bij het Protocol van Montreal (2), en op die van tabel 1A van Besluit XVI/2 van de zestiende vergadering van de partijen bij het Protocol van Montreal (3).

(5)

Krachtens artikel 3, lid 2, onder ii), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 moet de Commissie bepalen voor welke gebruikers de vrijstelling voor kritische toepassingen geldt. Aangezien de lidstaten krachtens artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 de minimumopleidingseisen moeten vaststellen voor het personeel dat betrokken is bij het gebruik van methylbromide, en aangezien methylbromide alleen wordt gebruikt voor fumigatie, heeft de Commissie vastgesteld dat methylbromide alleen mag worden gebruikt door fumigatiebedrijven; alleen fumigatiebedrijven krijgen, op voorstel van de lidstaten, een vergunning van de Commissie voor het gebruik van methylbromide voor kritische toepassingen. Deze bedrijven beschikken over de nodige kwalificaties om methylbromide veilig te gebruiken, in tegenstelling tot landbouwers of eigenaars van molens, die over het algemeen niet over de nodige kwalificaties beschikken om methylbromide te gebruiken, maar op wiens eigendom het wordt gebruikt.

(6)

Bij Besluit IX/6 is bepaald dat de productie en het gebruik van methylbromide voor kritische toepassingen alleen wordt toegestaan als er geen methylbromide uit de bestaande voorraden opgeslagen of gerecycleerde methylbromide beschikbaar is. In artikel 3, lid 2, onder ii), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 is bepaald dat de productie en de invoer van methylbromide slechts wordt toegestaan indien er van geen van de partijen bij het protocol gerecycleerd of geregenereerd methylbromide te verkrijgen zijn. Overeenkomstig Besluit IX/6 en artikel 3, lid 2, onder ii), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 heeft de Commissie vastgesteld dat er een voorraad van 205 926 kg beschikbaar is voor kritische toepassingen. De Europese Commissie heeft licentieprocedures opgesteld om te garanderen dat de voorraden worden gebruikt alvorens de invoer of productie van methylbromide wordt toegestaan.

(7)

Aangezien het gebruik van methylbromide voor kritische toepassingen is toegestaan vanaf 1 januari 2005, en om te garanderen dat belanghebbende bedrijven en exploitanten profijt kunnen trekken van het licentiesysteem, is het aangewezen dat deze beschikking met ingang van 1 januari 2005 van toepassing wordt.

(8)

De in deze beschikking vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18 van Verordening (EG) nr. 2037/2000 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Polen, de Portugese Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland krijgen toestemming om vanaf 1 januari tot en met 31 december 2005 in totaal 2 777 333 kg methylbromide te gebruiken voor kritische toepassingen, voor de specifieke hoeveelheden en gebruikscategorieën die zijn beschreven in de bijlagen I tot en met X.

Artikel 2

De voorraden die door de bevoegde autoriteit van elke lidstaat beschikbaar worden gesteld voor kritische toepassingen, worden in mindering gebracht op de hoeveelheid die mag worden ingevoerd of geproduceerd om te voldoen aan de kritische toepassingen in die lidstaat.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot Het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Polen, de Portugese Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Artikel 4

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2005 en loopt af op 31 december 2005.

Gedaan te Brussel, 23 augustus 2005.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1. Laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1804/2003 van de Commissie (PB L 359 van 4.12.2004, blz. 28).

(2)  UNEP/OzL.Pro.ExMP/1/3. Eerste buitengewone vergadering van de partijen bij het Protocol van Montreal, gehouden van 24-26 maart 2004 in Montreal, Canada. www.unep.org/ozone/Meeting_Documents/mop/index.asp

(3)  UNEP/OzL.Pro.16/Dec XVI/2. Zestiende vergadering van de partijen bij het Protocol van Montreal, gehouden van 22-26 november 2004 in Praag, Tsjechië. www.unep.org/ozone


BIJLAGE I

KONINKRIJK BELGIË

Toegestane kritische toepassingen

kg

Grondgebonden slateelt in kassen

23 000

Andijvieteelt

2 190

Grondgebonden tomatenteelt in kassen

4 846

Grondgebonden paprika- en aubergineteelt in kassen

3 000

Grondgebonden komkommerteelt in kassen

549

Teelt van witte asperges in de volle grond

225

Aardbeienplantenteelt

2 306

Houtige fruitgewassen (behalve aardbeien; aanplantingen)

1 350

Grondgebonden teelt van uien en prei (uitsluitend zaailingen)

660

Beschermde teelt van sierplanten (behalve rozen en chrysanten)

2 794

Beschermde teelt van snijchrysanten

896

Grondgebonden plantenopkweek in de volle grond

630

Grondgebonden bomenopkweek in de volle grond

230

Bloemmolens (17 molens)

4 264

Antieke onroerende constructies en meubelen (Axel Vervoort; Gemeentebestuur Bonheiden)

199

Oude gebouwen (beschermde monumenten en particuliere woningen)

438

Constructies en objecten (kerken, huizen, levensmiddeleninrichtingen) met uitzondering van roerende goederen

307

Oude gebouwen (antieke objecten, dakconstructies en vast meubilair in historische gebouwen; Prohygiena)

282

Houtbewerkingsateliers (6 gebouwen)

101

Levensmiddelenbedrijven (21 inrichtingen)

300

Molens (25 molens)

200

Bloemmolen (Bloemmolens Diksmuide)

72

Levensmiddelenopslag (droog), constructie (17 inrichtingen)

120

Gevoelige elektronische apparatuur

50

Lege silo’s (eigendommen van 37 ondernemingen)

43

Levensmiddelenbedrijf (1 molen; Molens Vandenbempt)

15

Kerken, monumenten en scheepsinterieurs (Bugbusters)

59

Totaal

49 126

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 2 848 kg.


BIJLAGE II

FRANSE REPUBLIEK

Toegestane kritische toepassingen

kg

Tomaten en aubergines (beschermd en volle grond)

33 250

Komkommer (beschermd en volle grond)

21 140

Speciale wortelen van zandgrond (in Bretagne geteeld, met de hand geoogst en vatbaar voor Fusarium solani en Rhizoctonia violacea)

8 000

Aardbeienplanten

37 600

Aardbeien met de aanduiding Perigord

34 000

Ranunculus, Anemone, Paeonia en Lelietje-van-dalen in de volle grond

21 785

Aanplant van appel, peer, perzik, nectarine, abrikoos, pruim en framboos

10 000

Bosboomkweek; Douglassparren voor de truffelproductie

2 000

Fruitboomkweek

2 000

Zaadhandel PLAN-SPG

135

Molens

21 440

Rijst: snelle desinfectie na oogst

1 400

Kastanjes

2 000

Totaal

194 750

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 14 280 kg.


BIJLAGE III

BONDSREPUBLIEK DUITSLAND

Toegestane kritische toepassingen

kg

Voorzieningen voor levensmiddelenverwerking, in het bijzonder molens, met te fumigeren ruimten van meer dan 10 000 m3

19 350

Kunstvoorwerpen (desinfectie van huiszwam Serpula lacrimans in kerken)

250

Total

19 600

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 7 000 kg.


BIJLAGE IV

HELLEENSE REPUBLIEK

Toegestane kritische toepassingen

kg

Tomaten (beschermd)

92 000

Komkommer (beschermde teelt, met inbegrip van tunnels die worden geplaatst na behandeling, permanente kassen en halfopen tunnels)

24 000

Anjers, rozen en gipskruid als snijbloemen (volle grond en beschermd)

8 000

Molens, levensmiddelenbedrijven, verwerkende bedrijven

16 000

Rozijnen en gedroogde vijgen

3 081

Totaal

143 081

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 0 kg.


BIJLAGE V

ITALIAANSE REPUBLIEK

Toegestane kritische toepassingen

kg

Tomaten (beschermd)

671 000

Snijbloemen (beschermd)

162 000

Aardbeien (beschermd)

130 000

Meloen (beschermd)

112 000

Paprika (beschermd)

111 000

Aubergine (beschermd)

96 000

Aardbeienplanten

78 000

Molens en verwerkingsinstallaties

89 600

Kunstvoorwerpen in musea

4 180

Totaal

1 453 780

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 167 474 kg.


BIJLAGE VI

REPUBLIEK POLEN

Toegestane kritische toepassingen

kg

Geneeskrachtige kruiden en gedroogde paddestoelen als droge levensmiddelen

3 500

Aardbeienplanten

34 600

Totaal

38 100

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 210 kg.


BIJLAGE VII

PORTUGESE REPUBLIEK

Toegestane kritische toepassingen

kg

Snijbloemen (beschermd en volle grond)

35 000

Totaal

35 000

Voor deze kritische toepassing in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 0 kg.


BIJLAGE VIII

KONINKRIJK SPANJE

Toegestane kritische toepassingen

Kg

Aardbeienplanten (in Castilla y León)

230 000

Aardbeien (beschermd, in Huelva)

330 000

Paprika (beschermd, in Murcia en het zuiden van de autonome gemeenschap Valencia)

150 000

Snijbloemen (beschermd, in Cádiz en Sevilla)

47 700

Snijbloemen in Catalonië

18 000

Totaal

775 700

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 8 309 kg.


BIJLAGE IX

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

Toegestane kritische toepassingen

kg

Desinfectie van aardbeienplanten na de oogst

120

Totaal

120

Voor deze kritische toepassing in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 250 kg.


BIJLAGE X

VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND

Toegestane kritische toepassingen

kg

Aardbeien en frambozen (volle grond)

35 700

Sierboomteelt, bestrijding van verwelkingsziekte Verticillium

5 000

Molens (46); gebouwen voor de opslag van tarwe, mais en rijst die worden beheerd door Quaker Oats, Kelloggs, Weetabix Ltd, Ryecroft en EOM

18 326

Droge levensmiddelen (noten, gedroogd fruit, rijst, bonen, granen, eetbare zaden) voor Whitworths Ltd

1 571

Molen, bijbehorende bakkerijen, ruimtes voor eindproducten en opslagruimtes, beheerd door Ryvita Company Ltd (Dorset)

1 787

Gebouwen – voorzieningen en apparatuur voor verwerking en opslag, beheerd door Whitworths Ltd

880

Gebouwen – gebouw voor de opslag van specerijen, beheerd door Newly Weds Foods Ltd

1 125

Verwerkingsinstallatie, beheerd door Warehouse and Spice Grinding Facility (Pataks Foods Ltd)

1 000

Verwerkingsinstallatie voor kruiden en specerijen, beheerd door British Pepper and Spice Ltd, Lion Foods, en East Anglian Food Ingredients

1 080

Gespecialiseerde kaasopslagruimtes

1 561

Incidenteel geïnfecteerde kruidenierswaren (o.a. pappadams), verwerkt door McCormick (UK) Ltd, British Pepper and Spice Ltd, East Anglian Food Ingredients en Pataks Foods Ltd

46

Totaal

68 076

Voor kritische toepassingen in de lidstaat beschikbare voorraad methylbromide = 6 554 kg.