ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 174

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

48e jaargang
7 juli 2005


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1055/2005 van de Raad van 27 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economische beleid

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1056/2005 van de Raad van 27 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten

5

 

 

Verordening (EG) nr. 1057/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

10

 

*

Verordening (EG) nr. 1058/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen

12

 

*

Verordening (EG) nr. 1059/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen

15

 

*

Verordening (EG) nr. 1060/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

18

 

*

Verordening (EG) nr. 1061/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau

24

 

*

Verordening (EG) nr. 1062/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

30

 

*

Verordening (EG) nr. 1063/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

36

 

*

Verordening (EG) nr. 1064/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Litouwse interventiebureau

42

 

*

Verordening (EG) nr. 1065/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Duitse interventiebureau

48

 

*

Verordening (EG) nr. 1066/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau

54

 

*

Verordening (EG) nr. 1067/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de openbare interventieaankoop in de sector rundvlees betreft

60

 

*

Verordening (EG) nr. 1068/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 824/2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethoden voor de bepaling van de kwaliteit

65

 

 

Verordening (EG) nr. 1069/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

69

 

 

Verordening (EG) nr. 1070/2005 van de Commissie van 6 juli 2005 tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen

71

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

Beschikking van de Commissie van 4 juli 2005 betreffende de niet-opneming van triazamaat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1960)  ( 1 )

72

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/1


VERORDENING (EG) Nr. 1055/2005 VAN DE RAAD

van 27 juni 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economische beleid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 99, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 252 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het stabiliteits- en groeipact bestond aanvankelijk uit Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (3), Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (4) en de resolutie van de Europese Raad van 17 juni 1997 betreffende het stabiliteits- en groeipact (5). Het stabiliteits- en groeipact heeft zijn nut bewezen bij het verankeren van begrotingsdiscipline en op deze wijze bijgedragen tot een hoge mate van macro-economische stabiliteit met een lage inflatie en lage rentetarieven, hetgeen noodzakelijk is voor een duurzame groei en het scheppen van werkgelegenheid.

(2)

Op 20 maart 2005 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een verslag met als titel „De uitvoering van het stabiliteits- en groeipact verbeteren” , dat erop gericht is de governance van en de nationale zeggenschap in het begrotingskader te verbeteren door middel van de versterking van de economische onderbouwing en de doeltreffendheid van het pact, zowel wat zijn preventieve als wat zijn correctieve instrumenten betreft, de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen, de groei te bevorderen en buitensporige lasten voor de toekomstige generaties te voorkomen. De Europese Raad heeft dit verslag bekrachtigd in zijn conclusies van 23 maart 2005 (6), waarin wordt verklaard dat het verslag een bijwerking en aanvulling vormt van het stabiliteits- en groeipact, waarvan het thans integraal deel uitmaakt.

(3)

Overeenkomstig het verslag van de Raad Ecofin van 20 maart 2005, dat de Europese Raad in zijn voorjaarsbijeenkomst van 2005 heeft onderschreven, verklaren de lidstaten, de Raad en de Commissie dat zij zich eraan committeren het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact effectief en te gepasten tijde uit te voeren door middel van collegiale ondersteuning en collegiale pressie, en bij het economisch en begrotingstoezicht nauw en constructief samen te werken, teneinde te waarborgen dat de bepalingen van het pact zeker en doeltreffend zijn.

(4)

Verordening (EG) nr. 1466/97 moet worden gewijzigd om de overeengekomen verbeterde uitvoering van het stabiliteits- en groeipact volledig te kunnen toepassen.

(5)

Het stabiliteits- en groeipact verplicht de lidstaten te voldoen aan de middellangetermijndoelstelling van een begrotingssituatie „die vrijwel in evenwicht is of een overschot vertoont” (VIEO). In het licht van de economische en budgettaire heterogeniteit in de Unie moet de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling voor individuele lidstaten worden gedifferentieerd, teneinde rekening te houden met de diversiteit van de economische en budgettaire omstandigheden en ontwikkelingen, alsmede van het begrotingsrisico voor de houdbaarheid van de openbare financiën, mede gelet op de te verwachten demografische veranderingen. De middellangetermijnbegrotingsdoelstelling mag voor afzonderlijke lidstaten van de VIEO-situatie afwijken. Voor de lidstaten die tot de eurozone of tot WKM 2 behoren, zouden de specifieke conjunctuurgezuiverde middellangetermijnbegrotingsdoelstellingen per land, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, aldus binnen een vastgestelde marge moeten liggen.

(6)

Er moet worden gestreefd naar een meer symmetrische aanpak van het begrotingsbeleid gedurende de gehele cyclus door een sterkere begrotingsdiscipline in economisch goede tijden, teneinde procyclisch beleid te vermijden en de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling geleidelijk te bereiken. Het nastreven daarvan zou de lidstaten in staat moeten stellen normale conjunctuurschommelingen te ondervangen zonder dat hun overheidstekort de referentiewaarde van 3 % BBP overschrijdt, en zou snelle vorderingen op weg naar budgettaire houdbaarheid moeten garanderen. Met inachtneming van het bovenstaande moet ruimte worden gelaten voor budgettaire armslag, in het bijzonder gelet op de behoefte aan openbare investeringen.

(7)

Lidstaten die deze middellangetermijnbegrotingsdoelstelling nog niet hebben bereikt, moeten maatregelen nemen om die gedurende de cyclus te halen. Daartoe moeten de lidstaten die tot de eurozone of tot WKM 2 behoren, streven naar een minimale conjunctuurgezuiverde jaarlijkse aanpassing, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen.

(8)

Ter versterking van de groeigerichtheid van het pact zouden grote structurele hervormingen met rechtstreekse kostenbesparende effecten op de lange termijn, mede door verhoging van de potentiële groei, en bijgevolg met een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn, in aanmerking moeten worden genomen bij de vaststelling van het aanpassingstraject naar de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling voor landen die deze doelstelling nog niet hebben bereikt en bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van deze doelstelling voor landen die de doelstelling wel hebben bereikt. Om geen belemmeringen op te werpen voor structurele hervormingen die de houdbaarheid van de openbare financiën op de lange termijn duidelijk verbeteren, zou bijzondere aandacht moeten worden besteed aan pensioenhervormingen die gepaard gaan met de invoering van een meerpijlerstelsel dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat, aangezien deze hervormingen tijdens de uitvoeringsperiode tot een kortstondige verslechtering van de openbare financiën leiden.

(9)

De Raad zou meer tijd moeten uittrekken voor de behandeling van de stabiliteits- en convergentieprogramma's om deze aan een grondige beoordeling te kunnen onderwerpen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1466/97 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende opschrift en artikel 2 worden ingevoegd:

„AFDELING 1BIS

MIDDELLANGETERMIJNBEGROTINGSDOELSTELLINGEN

Artikel 2bis

Elke lidstaat heeft een gedifferentieerde middellangetermijndoelstelling voor zijn begrotingssituatie. Deze middellangetermijnbegrotingsdoelstellingen per land kunnen afwijken van het vereiste van een begrotingssituatie die vrijwel in evenwicht is of een overschot vertoont. Zij bieden een veiligheidsmarge ten opzichte van de referentiewaarde voor het overheidstekort van 3 % BBP; zij garanderen snelle vorderingen op weg naar budgettaire houdbaarheid en met inachtneming hiervan laten zij ruimte voor budgettaire armslag, in het bijzonder gelet op de behoefte aan openbare investeringen.

Met inachtneming van deze factoren worden voor de lidstaten die tot de eurozone en voor de lidstaten die tot WKM 2 behoren, middellangetermijnbegrotingsdoelstellingen per land bepaald binnen een vastgestelde marge tussen – 1 % BBP en evenwicht of overschot, na correctie voor conjunctuurschommelingen en ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen.

De middellangetermijnbegrotingsdoelstelling van een lidstaat kan eens in de vier jaar worden bijgesteld, maar ook wanneer er grote structurele hervormingen plaatsvinden.”.

2)

Artikel 3, lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt a) wordt vervangen door:

„a)

de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling en het aanpassingstraject met het oog op het bereiken van deze doelstelling voor het overschot/tekort van de overheid en de verwachte ontwikkeling van de schuldquote van de overheid;”.

b)

Punt c) wordt vervangen door:

„c)

een gedetailleerde en kwantitatieve beoordeling van de budgettaire en andere economische beleidsmaatregelen die worden genomen en/of voorgesteld om de doelstellingen van het programma te bereiken, inclusief een kosten/batenanalyse van grote structurele hervormingen met rechtstreekse kostenbesparende effecten op de lange termijn, mede door verhoging van de potentiële groei;”.

c)

Het volgende punt wordt toegevoegd:

„e)

indien van toepassing, de redenen waarom wordt afgeweken van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling.”.

3)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea van lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Op basis van beoordelingen door de Commissie en het bij artikel 114 van het Verdrag ingestelde comité toetst de Raad in het kader van het multilaterale toezicht op grond van artikel 99 de door de lidstaat in kwestie gepresenteerde middellangetermijnbegrotingsdoelstelling, beoordeelt hij of de economische veronderstellingen waarop het programma gebaseerd is, realistisch zijn, of het aanpassingstraject richting de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling passend is en of de met het oog op de naleving van het aanpassingstraject genomen en/of voorgenomen maatregelen afdoende zijn om de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling gedurende de cyclus te halen.

Bij de beoordeling van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling onderzoekt de Raad of de betrokken lidstaat de jaarlijkse verbetering van zijn conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, die nodig is om zijn middellangetermijnbegrotingsdoelstelling te bereiken, nastreeft, met 0,5 % BBP als benchmark. De Raad neemt in aanmerking of in economisch goede tijden een grotere aanpassing wordt nagestreefd, terwijl in economisch slechte tijden een minder zware inspanning toelaatbaar is.

Bij de bepaling van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling voor de lidstaten die dit doel nog niet bereikt hebben, en bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van deze doelstelling voor landen die de doelstelling wel hebben bereikt, met dien verstande dat er een passende veiligheidsmarge voor de naleving van de tekortreferentiewaarde gewaarborgd moet zijn, en dat een terugkeer naar de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling binnen de programmaperiode wordt verwacht, houdt de Raad rekening met de uitvoering van grote structurele hervormingen die op de lange termijn rechtstreekse kostenbesparende effecten hebben, mede doordat zij de potentiële groei verhogen, en bijgevolg een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën hebben.

Bijzondere aandacht wordt besteed aan pensioenhervormingen die gepaard gaan met de invoering van een meerpijlerstelsel dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat. De lidstaten die dergelijke hervormingen doorvoeren, wordt toegestaan van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling of van de doelstelling zelf af te wijken, met dien verstande dat de afwijking de nettokosten van de hervorming van de openbaar beheerde pijler moet weerspiegelen en een tijdelijk karakter draagt, en dat een passende veiligheidsmarge ten opzichte van de referentiewaarde voor het tekort wordt aangehouden.”.

b)

In lid 2 worden de woorden „twee maanden” vervangen door de woorden „drie maanden”.

4)

Artikel 7, lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt a) wordt vervangen door:

„a)

de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling en het aanpassingstraject richting deze doelstelling voor het overschot/tekort van de overheid en de verwachte ontwikkeling van de schuldquote van de overheid; de middellangetermijndoelstellingen voor het monetaire beleid; de relatie tussen deze doelstellingen en prijs- en wisselkoersstabiliteit;”.

b)

Punt c) wordt vervangen door:

„c)

een gedetailleerde en kwantitatieve beoordeling van de budgettaire en andere economische beleidsmaatregelen die worden genomen en/of voorgesteld om de doelstellingen van het programma te bereiken, inclusief een kosten/batenanalyse van grote structurele hervormingen met rechtstreekse kostenbesparende effecten op de lange termijn, mede door verhoging van de potentiële groei;”.

c)

Het volgende punt wordt toegevoegd:

„e)

indien van toepassing, de redenen waarom wordt afgeweken van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling.”.

5)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De eerste alinea van lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Op basis van beoordelingen door de Commissie en het bij artikel 114 van het Verdrag ingestelde comité toetst de Raad in het kader van het multilateraal toezicht op grond van artikel 99 de door de lidstaat in kwestie gepresenteerde middellangetermijnbegrotingsdoelstelling, beoordeelt hij of de economische veronderstellingen waarop het programma gebaseerd is, realistisch zijn en of de met het oog op de naleving van het aanpassingstraject genomen en/of voorgenomen maatregelen afdoende zijn om de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling gedurende de cyclus te halen.

Bij de beoordeling van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling neemt de Raad in aanmerking of in economisch goede tijden een grotere aanpassing wordt nagestreefd, terwijl in economisch slechte tijden een minder zware inspanning toelaatbaar is. Voor de lidstaten die tot WKM 2 behoren, onderzoekt de Raad of de betrokken lidstaat de jaarlijkse verbetering van zijn conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, die nodig is om zijn middellangetermijnbegrotingsdoelstelling te bereiken, nastreeft, met 0,5 % BBP als benchmark.

Bij de bepaling van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling voor de lidstaten die dit doel nog niet bereikt hebben, en bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van deze doelstelling voor landen die de doelstelling wel hebben bereikt, met dien verstande dat er een passende veiligheidsmarge voor de naleving van de tekortreferentiewaarde gewaarborgd moet zijn, en dat een terugkeer naar de middellangetermijnbegrotingsdoelstelling binnen de programmaperiode wordt verwacht, houdt de Raad rekening met de uitvoering van grote structurele hervormingen die op de lange termijn rechtstreekse kostenbesparende effecten hebben, mede doordat zij de potentiële groei verhogen, en bijgevolg een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën hebben.

Bijzondere aandacht wordt besteed aan pensioenhervormingen die gepaard gaan met de invoering van een meerpijlerstelsel dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat. De lidstaten die dergelijke hervormingen doorvoeren, wordt toegestaan van het aanpassingstraject richting middellangetermijnbegrotingsdoelstelling of van de doelstelling zelf af te wijken, met dien verstande dat de afwijking de nettokosten van de hervorming van de openbaar beheerde pijler moet weerspiegelen en een tijdelijk karakter draagt, en dat een passende veiligheidsmarge ten opzichte van de referentiewaarde voor het tekort wordt aangehouden”.

b)

In lid 2 worden de woorden „twee maanden” vervangen door de woorden „drie maanden”.

6)

De in de verordening voorkomende verwijzingen naar artikel 103 en artikel 109 C van het Verdrag worden gelezen als verwijzingen naar artikel 99, respectievelijk artikel 114.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 27 juni 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-C. JUNCKER


(1)  PB C 144 van 14.6.2005, blz. 17.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 9 juni 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 21 juni 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van het Europees Parlement van 23 juni 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(4)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.

(5)  PB C 236 van 2.8.1997, blz. 1.

(6)  Zie bijlage 2 bij de conclusies van de Europese Raad van 22-23 maart 2005.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/5


VERORDENING (EG) Nr. 1056/2005 VAN DE RAAD

van 27 juni 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 14, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het stabiliteits- en groeipact bestond aanvankelijk uit Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (3), Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (4) en de resolutie van de Europese Raad van 17 juni 1997 betreffende het stabiliteits- en groeipact (5). Het stabiliteits- en groeipact heeft zijn nut bewezen bij het vestigen van begrotingsdiscipline en op deze wijze bijgedragen tot een hoge mate van macro-economische stabiliteit met een lage inflatie en lage rentetarieven, hetgeen noodzakelijk is voor een duurzame groei en het scheppen van werkgelegenheid.

(2)

Op 20 maart 2005 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een verslag met als titel „De uitvoering van het stabiliteits- en groeipact verbeteren”, dat erop gericht is de governance van en de nationale zeggenschap in het begrotingskader te verbeteren door middel van de versterking van de economische onderbouwing en de doeltreffendheid van het pact, zowel wat zijn preventieve als wat zijn correctieve instrumenten betreft, de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen, de groei te bevorderen en buitensporige lasten voor de toekomstige generaties te voorkomen. De Europese Raad heeft dit verslag bekrachtigd in zijn conclusies van 23 maart 2005 (6), waarin wordt verklaard dat het verslag een bijwerking en aanvulling vormt van het stabiliteits- en groeipact, waarvan het thans integraal deel uitmaakt.

(3)

Overeenkomstig het verslag van de Raad Ecofin van 20 maart 2005, dat de Europese Raad in zijn voorjaarsbijeenkomst 2005 heeft onderschreven, verklaren de lidstaten, de Raad en de Commissie dat zij zich eraan committeren het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact effectief en te gepasten tijde uit te voeren door middel van collegiale ondersteuning en collegiale pressie, en bij het economisch en begrotingstoezicht nauw en constructief samen te werken, teneinde te waarborgen dat de bepalingen van het pact zeker en doeltreffend zijn.

(4)

Verordening (EG) nr. 1467/97 moet worden gewijzigd om de overeengekomen verbeterde uitvoering van het stabiliteits- en groeipact volledig te kunnen toepassen.

(5)

Het grondbeginsel voor de toepassing van de buitensporigtekortprocedure is dat een buitensporig tekort onmiddellijk gecorrigeerd wordt. De procedure moet eenvoudig, transparant en billijk blijven.

(6)

Het concept „uitzonderlijke overschrijding van de referentiewaarde welke door een ernstige economische neergang wordt veroorzaakt”, zou moeten worden herzien. Daarbij dient terdege rekening te worden gehouden met de economische heterogeniteit in de Europese Unie.

(7)

De Commissie zou altijd een verslag krachtens artikel 104, lid 3, van het Verdrag moeten opstellen. In haar verslag zou zij moeten onderzoeken of een of meer van de in artikel 104, lid 2, bedoelde uitzonderingen van toepassing zijn. Het verslag van de Commissie krachtens artikel 104, lid 3, zou een deugdelijke afspiegeling moeten vormen van de middellangetermijnontwikkelingen in de economische situatie alsook van de middellangetermijnontwikkelingen in de begrotingssituatie. Voorts zouden andere factoren in aanmerking moeten worden genomen die naar het oordeel van de betrokken lidstaat relevant zijn om een algemene kwalitatieve evaluatie van de overschrijding van de referentiewaarde te kunnen maken.

(8)

Bij alle begrotingsbeoordelingen in het kader van een buitensporigtekortprocedure moet zorgvuldig worden gekeken naar een overschrijding die dicht bij de referentiewaarde ligt en die het gevolg is van de toepassing van pensioenhervormingen waarbij een meerpijlersysteem wordt ingevoerd dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat, aangezien de uitvoering van deze hervormingen tot een verslechtering van de begrotingssituatie op de korte termijn leidt, terwijl de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn er duidelijk mee gebaat is. Met name bij de beoordeling op grond van artikel 104, lid 12, van het Verdrag van de vraag of het buitensporig tekort is gecorrigeerd, zouden de Commissie en de Raad de ontwikkelingen in de EDP-tekorten moeten beoordelen en daarbij tevens rekening moeten houden met de nettokosten van de hervorming van de openbaar beheerde pijler.

(9)

De termijnen voor de besluitvorming door de Raad in de buitensporigtekortprocedure zouden moeten worden verlengd om de betrokken lidstaat in staat te stellen zijn optreden beter in de nationale begrotingsprocedure in te passen en een coherenter pakket aan maatregelen uit te werken. Meer in het bijzonder zou de termijn waarbinnen de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag moet besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat, doorgaans moeten worden bepaald op uiterlijk vier maanden na de data voor het verstrekken van gegevens die zijn vastgelegd in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (7). Dit zou een oplossing bieden voor de gevallen waarin de begrotingsgegevens vlak na de in Verordening (EG) nr. 3605/93 vastgelegde data nog niet door de Commissie (Eurostat) zijn gevalideerd.

(10)

Met het oog op een onmiddellijke correctie van buitensporige tekorten is het noodzakelijk dat lidstaten die zich in een buitensporigtekortsituatie bevinden, effectieve maatregelen nemen en jaarlijks een minimale verbetering van hun conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, eenmalige en tijdelijke maatregelen niet meegerekend, bewerkstelligen. Landen met een buitensporig tekort zullen, als ijkpunt, een jaarlijkse minimumbegrotingsinspanning moeten leveren na correctie voor conjunctuurschommelingen en ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen.

(11)

De maximale termijnen waarbinnen lidstaten effectieve maatregelen moeten nemen, dienen te worden verlengd zodat zij de maatregelen beter in de nationale begrotingsprocedure kunnen inpassen en een meer gestructureerd pakket aan maatregelen kunnen uitwerken.

(12)

Indien de betrokken lidstaat effectief gevolg heeft gegeven aan een aanbeveling krachtens artikel 104, lid 7, van het Verdrag dan wel een aanmaning krachtens artikel 104, lid 9, en onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën beletten dat het buitensporige tekort binnen de door de Raad vastgestelde termijn wordt gecorrigeerd, zou de Raad een herziene aanbeveling krachtens artikel 104, lid 7, of een herziene aanmaning krachtens artikel 104, lid 9, tot deze lidstaat moeten kunnen richten.

(13)

De huidige totale termijn van ten hoogste tien maanden tussen de in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 3605/93 vastgelegde data voor het verstrekken van gegevens en het besluit om sancties op te leggen, sluit niet meer aan bij de gewijzigde termijnen die gelden voor elke fase van de procedure en voor de mogelijkheid om herziene aanbevelingen krachtens artikel 104, lid 7, van het Verdrag of herziene aanmaningen krachtens artikel 104, lid 9, uit te vaardigen. De totale maximumtermijn zou daarom met deze gewijzigde termijnen in overeenstemming moeten worden gebracht.

(14)

Ook de bepalingen die gelden voor de toepassing van de procedure bij buitensporige tekorten op het Verenigd Koninkrijk en die zijn vervat in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1467/97, moeten worden aangepast om met deze wijzigingen rekening te houden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1467/97 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

„2.   De Commissie en de Raad kunnen, wanneer zij overeenkomstig artikel 104, leden 3 tot en met 6, van het Verdrag een evaluatie maken en besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat, een overschrijding van de referentiewaarde welke door een ernstige economische neergang wordt veroorzaakt, als een overschrijding van uitzonderlijke aard in de zin van artikel 104, lid 2, onder a), tweede streepje, aanmerken indien de overschrijding van de referentiewaarde het gevolg is van een negatief BBP-groeipercentage in volume of van een gecumuleerd productieverlies tijdens een langdurige periode van zeer geringe BBP-groei in volume ten opzichte van de potentiële groei.

3.   Bij de opstelling van een verslag krachtens artikel 104, lid 3, van het Verdrag houdt de Commissie rekening met alle andere relevante factoren zoals vermeld in dat artikel. Het verslag dient een deugdelijke afspiegeling te vormen van de middellangetermijnontwikkelingen in de economische situatie (met name potentiële groei, heersende conjunctuuromstandigheden, uitvoering van beleidsmaatregelen in het kader van de agenda van Lissabon en beleidsmaatregelen om O&O en innovatie te bevorderen) en van de middellangetermijnontwikkelingen in de begrotingssituatie (met name begrotingsconsolidatie in „goede tijden”, houdbaarheid van de schuldpositie, overheidsinvesteringen en de algemene kwaliteit van de overheidsfinanciën). Bovendien houdt de Commissie terdege rekening met alle andere factoren die naar het oordeel van de betrokken lidstaat relevant zijn om een uitvoerige kwalitatieve evaluatie van de overschrijding van de referentiewaarde te kunnen maken die deze lidstaat aan de Commissie en de Raad kenbaar heeft gemaakt. In dat verband moet bijzondere aandacht uitgaan naar begrotingsinspanningen om financiële bijdragen op een hoog niveau te brengen of te handhaven die gericht zijn op bevordering van de internationale solidariteit en verwezenlijking van Europese beleidsdoelstellingen, met name de eenmaking van Europa, indien de groei en de begrotingslast van een lidstaat daardoor nadelig worden beïnvloed. Een evenwichtige algehele evaluatie omvat al deze factoren.

4.   Indien volledig is voldaan aan de tweeledige voorwaarde van het overkoepelende principe dat, voordat de in lid 3 genoemde relevante factoren in aanmerking worden genomen, het algemene overheidstekort dicht bij de referentiewaarde blijft en de overschrijding van de referentiewaarde slechts van tijdelijke aard is, worden deze factoren ook in aanmerking genomen bij de in artikel 104, leden 4, 5 en 6, van het Verdrag genoemde stappen die leiden naar een besluit over het al dan niet bestaan van een buitensporig tekort. De evenwichtige algehele evaluatie door de Raad omvat al deze factoren.

5.   Bij alle begrotingsevaluaties in het kader van de buitensporigtekortprocedure zien de Commissie en de Raad zorgvuldig toe op de toepassing van pensioenhervormingen waarbij een meerpijlersysteem wordt ingevoerd dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat.

6.   Indien de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag, heeft besloten dat in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat, houden de Commissie en de Raad in de daaropvolgende fasen van de procedure van artikel 104 van het Verdrag rekening met de in lid 3 bedoelde relevante factoren, inclusief die welke vermeld zijn in artikel 3, lid 5, en in artikel 5, lid 2, van deze verordening. Deze relevante factoren worden evenwel niet in aanmerking genomen in het door de Raad krachtens artikel 104, lid 12, van het Verdrag, te nemen besluit tot intrekking van sommige of alle van de in artikel 104, leden 6 tot en met 9 en lid 11, van het Verdrag, bedoelde besluiten

7.   In het geval van lidstaten waarvan het tekort de referentiewaarde overschrijdt, doch dicht bij de referentiewaarde ligt, en wanneer dat tekort het gevolg is van de toepassing van pensioenhervormingen waarbij een meerpijlersysteem wordt ingevoerd dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat, nemen de Commissie en de Raad bij hun beoordeling van ontwikkelingen in de EDP-tekorten ook de kosten van de openbaar beheerde pijler in aanmerking. Daartoe worden de nettokosten van de hervorming gedurende een overgangsperiode van vijf jaar op een lineair degressieve basis in aanmerking genomen. Deze nettokosten worden ook in aanmerking genomen in het door de Raad krachtens artikel 104, lid 12, van het Verdrag, te nemen besluit tot intrekking van sommige of alle van de in artikel 104, leden 6 tot en met 9 en lid 11, van het Verdrag, bedoelde besluiten, indien het tekort in aanzienlijke mate en voortdurend is afgenomen en een niveau heeft bereikt dat de referentiewaarde benadert.”.

2)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag, besluit de Raad, doorgaans uiterlijk vier maanden na de data voor het verstrekken van gegevens die zijn vastgelegd in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 3605/93, of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat. Wanneer de Raad besluit dat er een buitensporig tekort bestaat, richt hij terzelfder tijd overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag, aanbevelingen tot de betrokken lidstaat.”.

b)

Lid 4 wordt vervangen door:

„4.   In de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag, wordt een termijn van ten hoogste zes maanden bepaald waarbinnen de betrokken lidstaat daaraan effectief gevolg moet geven. In de aanbeveling van de Raad wordt tevens een termijn bepaald voor het corrigeren van het buitensporige tekort, dat, behoudens bijzondere omstandigheden, binnen het jaar nadat het is geconstateerd, verholpen moet zijn. In de aanbeveling verzoekt de Raad de lidstaat een minimale jaarlijkse verbetering van het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, van ten minste 0,5 % BBP als benchmark te bewerkstelligen, teneinde het buitensporige tekort binnen de in de aanbeveling gestelde termijn te corrigeren.

5.   Indien effectief gevolg is gegeven aan een aanbeveling krachtens artikel 104, lid 7, van het Verdrag, en indien zich na de goedkeuring van de aanbeveling onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën voordoen, kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, een herziene aanbeveling krachtens artikel 104, lid 7, van het Verdrag, aannemen. Bij de herziene aanbeveling, waarin rekening wordt gehouden met de in artikel 2, lid 3, van deze verordening genoemde relevante factoren, mag met name de termijn die is bepaald voor het corrigeren van het buitensporige tekort met een jaar worden verlengd. De Raad beoordeelt op basis van de in zijn aanbeveling vervatte economische prognoses of er sprake is van onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën.”.

3)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

1.   Een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 9, van het Verdrag, om de betrokken deelnemende lidstaat aan te manen maatregelen te treffen om het tekort te verminderen, wordt genomen binnen twee maanden nadat de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag heeft vastgesteld dat geen effectief gevolg aan zijn aanbevelingen is gegeven. In de aanmaning verzoekt de Raad de lidstaat een minimale jaarlijkse verbetering van het conjunctuurgezuiverde begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, van ten minste 0,5 % BBP als benchmark te bewerkstelligen, teneinde het buitensporige tekort binnen de in de aanmaning gestelde termijn te corrigeren.

2.   Indien effectief gevolg is gegeven aan een aanmaning krachtens artikel 104, lid 9, van het Verdrag en indien er zich na de goedkeuring van de aanmaning onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën voordoen, kan de Raad, op aanbeveling van de Commissie, een herziene aanmaning krachtens artikel 104, lid 9, van het Verdrag aannemen. Bij de herziene aanmaning, waarin rekening wordt gehouden met de in artikel 2, lid 3, van deze verordening genoemde relevante factoren, mag met name de termijn die is bepaald voor het corrigeren van het buitensporige tekort met een jaar worden verlengd. De Raad beoordeelt op basis van de in zijn aanmaning vervatte economische prognoses of er sprake is van onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën.”.

4)

In artikel 6, tweede zin, worden de woorden „twee maanden” vervangen door de woorden „vier maanden”.

5)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

Indien een deelnemende lidstaat zich niet voegt naar de opeenvolgende besluiten van de Raad overeenkomstig artikel 104, leden 7 en 9, van het Verdrag, wordt het besluit van de Raad om sancties op te leggen, overeenkomstig artikel 104, lid 11, van het Verdrag, doorgaans genomen binnen zestien maanden na de in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 3605/93 vastgelegde data voor het verstrekken van gegevens. Ingeval artikel 3, lid 5, of artikel 5, lid 2, van deze verordening wordt toegepast, wordt de termijn van zestien maanden dienovereenkomstig gewijzigd. In geval van een opzettelijk tekort, waarvan de Raad besluit dat het buitensporig is, wordt een spoedprocedure gevolgd.”.

6)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 2 komt als volgt te luiden:

„2.   De periode gedurende welke de procedure is opgeschort, wordt niet meegerekend bij de in artikel 6 bedoelde periode, noch bij de in artikel 7 bedoelde periode.”.

b)

Het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

„3.   Indien de Commissie na het verstrijken van de in artikel 3, lid 4, eerste zin, bedoelde termijn en na het verstrijken van de in artikel 6, tweede zin, bedoelde termijn van oordeel is dat de getroffen maatregelen, mits zij volledig ten uitvoer worden gelegd en op voorwaarde dat de economische ontwikkelingen sporen met de prognoses, lijken te volstaan voor het boeken van voldoende vooruitgang om het buitensporige tekort binnen de door de Raad vastgestelde termijn te corrigeren, stelt zij de Raad daarvan in kennis. De kennisgeving van de Commissie wordt openbaar gemaakt.”.

7)

De in de verordening voorkomende verwijzingen naar de artikelen 104 C, 109 E, 109 F en 201 van het Verdrag worden respectievelijk gelezen als verwijzingen naar de artikelen 104, 116, 117 en 269. Een verwijzing naar artikel D van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt gelezen als een verwijzing naar artikel 4.

8)

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1467/97 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 27 juni 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-C. JUNCKER


(1)  PB C 144 van 14.6.2005, blz. 16.

(2)  Advies van 9 juni 2005 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(4)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.

(5)  PB C 236 van 2.8.1997, blz. 1.

(6)  Bijlage 2 bij de conclusies van de Europese Raad van 22-23 maart 2005.

(7)  PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 351/2002 (PB L 55 van 26.2.2002, blz. 23).


BIJLAGE

„BIJLAGE

TIJDSLIMIETEN DIE GELDEN VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK

1.

Om een gelijke behandeling van alle lidstaten te waarborgen, houdt de Raad bij het nemen van besluiten uit hoofde van de afdelingen 2, 3 en 4 van deze verordening op zodanige wijze rekening met het afwijkende begrotingsjaar van het Verenigd Koninkrijk, dat de besluiten met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk worden genomen op een tijdstip in het begrotingsjaar dat aansluit bij het tijdstip waarop de besluiten met betrekking tot de andere lidstaten genomen zijn of zullen worden.

2.

De bepalingen in kolom I worden vervangen door de bepalingen in kolom II.

Kolom I

Kolom II

„doorgaans binnen vier maanden na de in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad bepaalde data voor het verstrekken van gegevens”

(artikel 3, lid 3)

„doorgaans zes maanden na afloop van het begrotingsjaar waarin het tekort optrad”

„het jaar nadat het is geconstateerd”

(artikel 3, lid 4)

„het begrotingsjaar nadat het is geconstateerd”

„doorgaans binnen zestien maanden na de in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 3605/93 bepaalde data voor het verstrekken van gegevens”

(artikel 7)

„doorgaans binnen 18 maanden na afloop van het begrotingsjaar waarin het tekort optrad”

„het voorgaande jaar”

(artikel 12, lid 1)

„het voorgaande begrotingsjaar” ”


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/10


VERORDENING (EG) Nr. 1057/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 7 juli 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 6 juli 2005 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

65,5

096

42,0

999

53,8

0707 00 05

052

78,9

999

78,9

0709 90 70

052

75,5

999

75,5

0805 50 10

382

71,1

388

60,2

528

61,5

999

64,3

0808 10 80

388

85,7

400

90,7

404

94,3

508

68,9

512

74,9

528

66,7

720

66,9

804

91,0

999

79,9

0808 20 50

388

86,1

512

47,1

528

70,0

800

46,1

999

62,3

0809 10 00

052

186,8

999

186,8

0809 20 95

052

290,1

400

316,1

999

303,1

0809 40 05

624

113,7

999

113,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/12


VERORDENING (EG) Nr. 1058/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het licht van de huidige marktsituatie voor granen is het dienstig voor gerst een openbare inschrijving te houden voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2).

(2)

De uitvoeringsbepalingen inzake de procedure voor een openbare inschrijving ten aanzien van de vaststelling van de restitutie bij uitvoer zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 1501/95. Inschrijving houdt onder andere de verplichting in een aanvraag om een uitvoercertificaat in te dienen en een zekerheid te stellen. Het bedrag van deze zekerheid dient te worden vastgesteld.

(3)

De specifieke geldigheidsduur van de in het kader van deze inschrijving afgegeven certificaten moet worden bepaald. Deze geldigheidsduur moet zijn afgestemd op de behoeften van de wereldmarkt voor het verkoopseizoen 2005/2006.

(4)

Om alle gegadigden een gelijke behandeling te waarborgen, moet de geldigheidsduur van de afgegeven certificaten gelijk zijn.

(5)

Ter wille van het goede verloop van een inschrijvingsprocedure voor de uitvoer, dienen een minimumhoeveelheid, alsmede de termijn waarbinnen en de vorm waarin de bij de bevoegde diensten ingediende offertes moeten worden doorgegeven, te worden vastgesteld.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een openbare inschrijving gehouden voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1501/95.

2.   De inschrijving heeft betrekking op gerst voor uitvoer naar Algerije, Saoedi-Arabië, Bahrein, Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Iran, Irak, Israël, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Marokko, Mauritanië, Oman, Qatar, Syrië, Tunesië en Jemen.

3.   De inschrijving wordt gehouden tot en met 22 juni 2006. Tot die tijd worden wekelijks deelinschrijvingen gehouden en de hoeveelheden en de data voor het indienen van de offertes daarvoor worden in het bericht van inschrijving vastgesteld.

In afwijking van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1501/95 verstrijkt de termijn voor het indienen van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005.

Artikel 2

Een offerte is slechts geldig indien zij ten minste 1 000 ton betreft.

Artikel 3

De in artikel 5, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde zekerheid bedraagt 12 EUR per ton.

Artikel 4

1.   In afwijking van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (3) worden de overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1501/95 afgegeven uitvoercertificaten, voor de bepaling van de geldigheidsduur ervan, geacht te zijn afgegeven op de dag van de indiening van de offerte.

2.   De in het kader van de in deze verordening bedoelde openbare inschrijving afgegeven uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de dag van afgifte in de zin van lid 1 tot het einde van de vierde daaropvolgende maand.

Artikel 5

De lidstaten doen de ingediende offertes uiterlijk anderhalf uur na het verstrijken van de wekelijkse termijn voor het indienen van de offertes, die in het bericht van inschrijving is vermeld, aan de Commissie toekomen met gebruikmaking van een formulier volgens het in de bijlage vastgestelde model.

Indien geen offertes zijn ingediend, stellen de lidstaten de Commissie daarvan eveneens binnen de in de voorgaande alinea genoemde termijn in kennis.

De termijnen voor het indienen van de offertes hebben betrekking op de Belgische tijd.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).

(3)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1741/2004 (PB L 311 van 8.10.2004, blz. 17).


BIJLAGE

Formulier (1)

Inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen

(Verordening (EG) nr. 1058/2005)

(Einde van de termijn voor het indienen van offertes)

1

2

3

Volgnummer van de inschrijvers

Hoeveelheid in ton

Bedrag van de uitvoerrestitutie (in EUR/t)

1

 

 

2

 

 

3

 

 

etc.

 

 


(1)  In te dienen bij directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling (D/2).


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/15


VERORDENING (EG) Nr. 1059/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het licht van de huidige marktsituatie voor granen is het dienstig voor zachte tarwe een openbare inschrijving te houden voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2).

(2)

De uitvoeringsbepalingen inzake de procedure voor een openbare inschrijving ten aanzien van de vaststelling van de restitutie bij uitvoer zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 1501/95. Inschrijving houdt onder andere de verplichting in een aanvraag om een uitvoercertificaat in te dienen en een zekerheid te stellen. Het bedrag van deze zekerheid dient te worden vastgesteld.

(3)

De specifieke geldigheidsduur van de in het kader van deze inschrijving afgegeven certificaten moet worden bepaald. Deze geldigheidsduur moet zijn afgestemd op de behoeften van de wereldmarkt voor het verkoopseizoen 2005/2006.

(4)

Om alle gegadigden een gelijke behandeling te waarborgen, moet de geldigheidsduur van de afgegeven certificaten gelijk zijn.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van deze inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

Ter wille van het goede verloop van een inschrijvingsprocedure voor de uitvoer, dienen een minimumhoeveelheid, alsmede de termijn waarbinnen en de vorm waarin de bij de bevoegde diensten ingediende offertes moeten worden doorgegeven, te worden vastgesteld.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een openbare inschrijving gehouden voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1501/95.

2.   De inschrijving heeft betrekking op zachte tarwe voor uitvoer naar landen met uitzondering van Albanië, Bulgarije, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (3), de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Liechtenstein, Roemenië en Zwitserland.

3.   De inschrijving wordt gehouden tot en met 22 juni 2006. Tot die tijd worden wekelijks deelinschrijvingen gehouden en de hoeveelheden en de data voor het indienen van de offertes daarvoor worden in het bericht van inschrijving vastgesteld.

In afwijking van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1501/95 verstrijkt de termijn voor het indienen van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005.

Artikel 2

Een offerte is slechts geldig indien zij ten minste 1 000 ton betreft.

Artikel 3

De in artikel 5, lid 3, onder a), van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde zekerheid bedraagt 12 EUR per ton.

Artikel 4

1.   In afwijking van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4) worden de overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1501/95 afgegeven uitvoercertificaten, voor de bepaling van de geldigheidsduur ervan, geacht te zijn afgegeven op de dag van de indiening van de offerte.

2.   De in het kader van de in deze verordening bedoelde openbare inschrijving afgegeven uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de dag van afgifte in de zin van lid 1 tot het einde van de vierde daaropvolgende maand.

Artikel 5

De lidstaten doen de ingediende offertes uiterlijk anderhalf uur na het verstrijken van de wekelijkse termijn voor het indienen van de offertes, die in het bericht van inschrijving is vermeld, aan de Commissie toekomen met gebruikmaking van een formulier volgens het in de bijlage vastgestelde model.

Indien geen offertes zijn ingediend, stellen de lidstaten de Commissie daarvan eveneens binnen de in de voorgaande alinea genoemde termijn in kennis.

De termijnen voor het indienen van de offertes hebben betrekking op de Belgische tijd.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).

(3)  Met inbegrip van Kosovo, als omschreven in Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad van 10 juni 1999.

(4)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1741/2004 (PB L 311 van 8.10.2004, blz. 17).


BIJLAGE

Formulier (1)

Wekelijkse inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer van zachte tarwe naar bepaalde derde landen

(Verordening (EG) nr. 1059/2005)

(Einde van de termijn voor het indienen van offertes)

1

2

3

Volgnummer van de inschrijvers

Hoeveelheid in ton

Bedrag van de uitvoerrestitutie (in EUR/t)

1

 

 

2

 

 

3

 

 

enz.

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/18


VERORDENING (EG) Nr. 1060/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 30 000 t zachte tarwe die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

In artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is voorzien in de mogelijkheid dat de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding tot een bepaald maximum aan de koper-exporteur worden vergoed. Gelet op de geografische ligging van Slowakije dient deze bepaling te worden toegepast.

(7)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Slowaakse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 30 000 t zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Liechtenstein, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

4.   Overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 worden de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de koper exporteur vergoed tot het in het bericht van inschrijving bepaalde maximum.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daarop volgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 21 juli 2005, 4 augustus 2005, 18 augustus 2005, 1 september 2005, 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Slowaakse interventiebureau:

Pôdohospodárska platobná agentúra oddelenie obilnín a škrobu

Dobrovičova 12

SK-815 26 Bratislava

tel.: 421-2-58243271

fax: 421-2-58243362.

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 t en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 75 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de zachte tarwe wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analyses bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analyses, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 t, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie moet in de documenten betreffende de verkoop van zachte tarwe overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Slowaakse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordeninglaatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 636/2004 (PB L 100 van 6.4.2004, blz. 25).

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1060/2005)

Naam van de indiener van de offerte, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Trigo blando de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1060/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční pšenice obecná nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1060/2005

:

in het Deens

:

Blød hvede fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1060/2005

:

in het Duits

:

Weichweizen aus Interventionsbeständen ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1060/2005

:

in het Ests

:

Pehme nisu sekkumisvarudest, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1060/2005

:

in het Grieks

:

Μαλακός σίτος παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1060/2005

:

in het Engels

:

Intervention common wheat without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1060/2005

:

in het Frans

:

Blé tendre d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1060/2005

:

in het Italiaans

:

Frumento tenero d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1060/2005

:

in het Lets

:

Intervences parastie kvieši bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1060/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai paprastieji kviečiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1060/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós búza, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1060/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Zachte tarwe uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1060/2005

:

in het Pools

:

Pszenica zwyczajna interwencyjna niedająca prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1060/2005

:

in het Portugees

:

Trigo mole de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1060/2005

:

in het Slovaaks

:

Intervenčná pšenica obyčajná nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1060/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija navadne pšenice brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1060/2005

:

in het Fins

:

Interventiovehnä, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1060/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionsvete, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1060/2005.


BIJLAGE III

Formulier (1)

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Slowaakse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1060/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Geboden prijs

(in EUR per t) (2)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR per t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR per t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

etc.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/24


VERORDENING (EG) Nr. 1061/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 250 000 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Poolse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 250 000 ton zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Liechtenstein, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daarop volgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 21 juli 2005, 4 augustus 2005, 18 augustus 2005, 1 september 2005, 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Poolse interventiebureau:

Agencja Rynku Rolnego

Biuro Produktów Roślinnych

Dział Zbóż

Ul. Nowy Świat 6/12

PL-00-400 Warszawa

Tel. (48-22) 661 78 10

Fax (48-22) 661 78 26.

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 75 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de zachte tarwe wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analyses bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analyses, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 moet in de documenten betreffende de verkoop van zachte tarwe overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Poolse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1061/2005)

Naam van de indiener van de offerte, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Trigo blando de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1061/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční pšenice obecná nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1061/2005

:

in het Deens

:

Blød hvede fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1061/2005

:

in het Duits

:

Weichweizen aus Interventionsbeständen ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1061/2005

:

in het Ests

:

Pehme nisu sekkumisvarudest, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1061/2005

:

in het Grieks

:

Μαλακός σίτος παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1061/2005

:

in het Engels

:

Intervention common wheat without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1061/2005

:

in het Frans

:

Blé tendre d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1061/2005

:

in het Italiaans

:

Frumento tenero d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1061/2005

:

in het Lets

:

Intervences parastie kvieši bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1061/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai paprastieji kviečiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1061/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós búza, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1061/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Zachte tarwe uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1061/2005

:

in het Pools

:

Pszenica zwyczajna interwencyjna niedająca prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1061/2005

:

in het Portugees

:

Trigo mole de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1061/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčná pšenica obyčajná nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1061/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija navadne pšenice brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1061/2005

:

in het Fins

:

Interventiovehnä, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1061/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionsvete, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1061/2005.


BIJLAGE III

Formulier (1)

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Poolse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1061/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Geboden prijs (2)

(in EUR per t)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR per t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR per t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

etc.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/30


VERORDENING (EG) Nr. 1062/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 80 000 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

In artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is voorzien in de mogelijkheid dat de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding tot een bepaald maximum aan de koper-exporteur worden vergoed. Gelet op de geografische ligging van Oostenrijk dient deze bepaling te worden toegepast.

(7)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Oostenrijkse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 80 000 ton zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Liechtenstein, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

4.   Overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 worden de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de koper exporteur vergoed tot het in het bericht van inschrijving bepaalde maximum.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daarop volgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 21 juli 2005, 4 augustus 2005, 18 augustus 2005, 1 september 2005, 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Oostenrijkse interventiebureau:

AMA (Agrarmarkt Austria)

Dresdnerstraße 70

A-1200 Wien

Fax

(00 43 1) 33151 4624

(00 43 1) 33151 4469.

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 75 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de zachte tarwe wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analyses bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analyses, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 moet in de documenten betreffende de verkoop van zachte tarwe overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Oostenrijkse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1062/2005)

Naam van de indiener van de offerte, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Trigo blando de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1062/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční pšenice obecná nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1062/2005

:

in het Deens

:

Blød hvede fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1062/2005

:

in het Duits

:

Weichweizen aus Interventionsbeständen ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1062/2005

:

in het Ests

:

Pehme nisu sekkumisvarudest, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1062/2005

:

in het Grieks

:

Μαλακός σίτος παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1062/2005

:

in het Engels

:

Intervention common wheat without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1062/2005

:

in het Frans

:

Blé tendre d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1062/2005

:

in het Italiaans

:

Frumento tenero d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1062/2005

:

in het Lets

:

Intervences parastie kvieši bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1062/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai paprastieji kviečiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1062/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós búza, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1062/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Zachte tarwe uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1062/2005

:

in het Pools

:

Pszenica zwyczajna interwencyjna niedająca prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1062/2005

:

in het Portugees

:

Trigo mole de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1062/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčná pšenica obyčajná nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1062/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija navadne pšenice brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1062/2005

:

in het Fins

:

Interventiovehnä, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1062/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionsvete, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1062/2005.


BIJLAGE III

Formulier (1)

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1062/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Geboden prijs (2)

(in EUR per t)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR per t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR per t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

enz.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/36


VERORDENING (EG) Nr. 1063/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 180 000 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

In artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is voorzien in de mogelijkheid dat de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding tot een bepaald maximum aan de koper-exporteur worden vergoed. Gezien de geografische ligging van Tsjechië dient deze bepaling te worden toegepast.

(7)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Tsjechische interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 180 000 ton zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Liechtenstein, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

4.   Overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 worden de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de koper exporteur vergoed tot het in het bericht van inschrijving bepaalde maximum.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daarop volgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 21 juli 2005, 4 augustus 2005, 18 augustus 2005, 1 september 2005, 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Tsjechische interventiebureau:

Statní zemědělsky intervenční fond

Odbor Rostlinných Komodit

Ve Smečkách 33

CZ-110 00, Praha1

Tel. (420) 222 87 16 67/403

Fax (420) 222 29 68 06 404

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 75 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de zachte tarwe wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analyses bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analyses, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 moet in de documenten betreffende de verkoop van zachte tarwe overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Tsjechische interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1063/2005)

Naam van de indiener van de offerte, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Trigo blando de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1063/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční pšenice obecná nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1063/2005

:

in het Deens

:

Blød hvede fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1063/2005

:

in het Duits

:

Weichweizen aus Interventionsbeständen ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1063/2005

:

in het Ests

:

Pehme nisu sekkumisvarudest, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1063/2005

:

in het Grieks

:

Μαλακός σίτος παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1063/2005

:

in het Engels

:

Intervention common wheat without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1063/2005

:

in het Frans

:

Blé tendre d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1063/2005

:

in het Italiaans

:

Frumento tenero d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1063/2005

:

in het Lets

:

Intervences parastie kvieši bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1063/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai paprastieji kviečiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1063/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós búza, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1063/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Zachte tarwe uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1063/2005

:

in het Pools

:

Pszenica zwyczajna interwencyjna niedająca prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1063/2005

:

in het Portugees

:

Trigo mole de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1063/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčná pšenica obyčajná nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1063/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija navadne pšenice brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1063/2005

:

in het Fins

:

Interventiovehnä, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1063/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionsvete, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1063/2005.


BIJLAGE III

Formulier (1)

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Tsjechische interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1063/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Geboden prijs

(in EUR per t) (2)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR per t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR per t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

etc.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/42


VERORDENING (EG) Nr. 1064/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Litouwse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 150 000 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Litouwse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Litouwse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 150 000 ton zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Liechtenstein, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daarop volgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 21 juli 2005, 4 augustus 2005, 18 augustus 2005, 1 september 2005, 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Litouwse interventiebureau:

The Lithuanian Agricultural and Food Products Market regulation Agency

L. Stuokos-Guceviciaus Str. 9-12,

Vilnius, Lithuania

Tel: 370-5-2685049

Fax: 370-5-2685061

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 75 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de zachte tarwe wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analyses bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analyses, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 moet in de documenten betreffende de verkoop van zachte tarwe overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Litouwse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Litouwse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1064/2005)

Naam van de indiener van de offerte, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Trigo blando de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1064/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční pšenice obecná nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1064/2005

:

in het Deens

:

Blød hvede fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1064/2005

:

in het Duits

:

Weichweizen aus Interventionsbeständen ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1064/2005

:

in het Ests

:

Pehme nisu sekkumisvarudest, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1064/2005

:

in het Grieks

:

Μαλακός σίτος παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1064/2005

:

in het Engels

:

Intervention common wheat without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1064/2005

:

in het Frans

:

Blé tendre d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1064/2005

:

in het Italiaans

:

Frumento tenero d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1064/2005

:

in het Lets

:

Intervences parastie kvieši bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1064/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai paprastieji kviečiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1064/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós búza, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1064/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Zachte tarwe uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1064/2005

:

in het Pools

:

Pszenica zwyczajna interwencyjna niedająca prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1064/2005

:

in het Portugees

:

Trigo mole de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1064/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčná pšenica obyčajná nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1064/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija navadne pšenice brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1064/2005

:

in het Fins

:

Interventiovehnä, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1064/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionsvete, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1064/2005.


BIJLAGE III

Formulier (1)

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Litouwse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1064/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Geboden prijs (2)

(in EUR per t)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR per t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR per t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

enz.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/48


VERORDENING (EG) nr. 1065/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Duitse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 300 000 ton gerst die in het bezit is van het Duitse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Duitse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 300 000 ton gerst voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Canada, Kroatië, Liechtenstein, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Mexico, Roemenië, Servië en Montenegro (4), de Verenigde Staten van Amerika en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daarop volgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 21 juli, 4 augustus 2005, 18 augustus 2005, 1 september 2005, 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006, 25 mei 2006 en 15 juni 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Duitse interventiebureau:

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE)

Deichmannsaue 29

D-53179 Bonn

Fax

(49-228) 68 45 39 85

(49-228) 68 45 32 76

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 64 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om zonder extra kosten een andere partij gerst van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de gerst wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analyses bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analyses, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 moet in de documenten betreffende de verkoop van gerst overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Duitse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Duitse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1065/2005)

Naam van de indiener van de offerte, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Cebada de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1065/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční ječmen nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1065/2005

:

in het Deens

:

Byg fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1065/2005

:

in het Duits

:

Interventionsgerste ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1065/2005

:

in het Ests

:

Sekkumisoder, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1065/2005

:

in het Grieks

:

Κριθή παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1065/2005

:

in het Engels

:

Intervention barley without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1065/2005

:

in het Frans

:

Orge d’intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1065/2005

:

in het Italiaans

:

Orzo d’intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1065/2005

:

in het Lets

:

Intervences mieži bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1065/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai miežiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1065/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós árpa, visszatérítés illetve adó nem alkalmazandó, 1065/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Gerst uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1065/2005

:

in het Pools

:

Jęczmień interwencyjny nie dający prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1065/2005

:

in het Portugees

:

Cevada de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1065/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčný jačmeň, nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1065/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija ječmena brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1065/2005

:

in het Fins

:

Interventio-ohra, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1065/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionskorn, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1065/2005.


BIJLAGE III

Formulier (1)

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van gerst die in het bezit is van het Duitse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1065/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Geboden prijs (2)

(in EUR per t)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR per t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR per t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

etc.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/54


VERORDENING (EG) Nr. 1066/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2) zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (3) zijn gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en de bestemming van producten uit interventie vastgesteld.

(3)

Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente openbare inschrijving te openen voor de uitvoer van 500 000 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau.

(4)

Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

(5)

Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van de bij deze verordening geopende inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

(6)

In artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is voorzien in de mogelijkheid dat de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding tot een bepaald maximum aan de koper-exporteur worden vergoed. Gezien de geografische ligging van Hongarije dient deze bepaling te worden toegepast.

(7)

Om het beheer van de regeling te moderniseren, moet worden voorzien in de elektronische overdracht van de door de Commissie vereiste gegevens.

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het Hongaarse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.

Artikel 2

De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 500 000 ton zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Liechtenstein, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Roemenië, Servië en Montenegro (4) en Zwitserland.

Artikel 3

1.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

2.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

3.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in de offerte is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

4.   Overeenkomstig artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 worden de kosten van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding aan de koper exporteur vergoed tot het in het bericht van inschrijving bepaalde maximum.

Artikel 4

1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daarop volgende maand.

2.   De in het kader van deze openbare inschrijving ingediende offertes hoeven niet vergezeld te gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (5).

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 14 juli 2005 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De termijn voor de indiening van de offertes voor de volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), behalve op 21 juli 2005, 4 augustus 2005, 18 augustus 2005, 1 september 2005, 3 november 2005, 29 december 2005, 13 april 2006 en 25 mei 2006; in de weken van laatstgenoemde data wordt geen deelinschrijving gehouden.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de laatste deelinschrijving verstrijkt op 22 juni 2006 om 9.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

2.   De offertes moeten worden ingediend bij het Hongaarse interventiebureau:

Mezogazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal

Alkotmány u. 29.

H-1385 Budapest 62

Pf 867

Tel. (36-1) 219 62 60

Fax (36-1) 219 62 59

Artikel 6

Het interventiebureau, de opslaghouder en de koper gaan, op verzoek van deze laatste en in onderlinge overeenstemming, naar keuze van de koper hetzij vóór hetzij bij de uitslag uit de opslagplaats, over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde die evenwel niet de opslaghouder kan zijn.

De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper, of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters worden genomen bij uitslag uit de opslagplaats.

In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld.

Artikel 7

1.   De koper moet de partij als zodanig aanvaarden indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die:

a)

beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit;

b)

beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

1 kilogram per hectoliter voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 75 kilogram per hectoliter,

1 procentpunt voor het vochtgehalte,

0,5 procentpunt voor de in de punten B.2 en B.4 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (6) bedoelde onzuiverheden,

0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven.

2.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die beter is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het in lid 1, onder b), bedoelde verschil, kan de koper:

a)

hetzij de partij als zodanig aanvaarden,

b)

hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen.

In het in de eerste alinea, onder b), bedoelde geval is de koper pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

3.   Indien het eindresultaat van de analyses van de monsters duidt op een kwaliteit die minder is dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, mag de koper beslissen de betrokken partij niet af te halen. Hij is pas van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 8

In de in artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder b), en lid 3, bedoelde gevallen kan de koper het interventiebureau verzoeken om zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe van de vastgestelde kwaliteit te leveren. In dat geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen drie dagen na het door de koper ingediende verzoek worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Indien de koper, binnen een periode van ten hoogste een maand na de datum van het eerste door de koper ingediende verzoek om vervanging, na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de vastgestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden ontslagen, nadat hij de Commissie en het interventiebureau daarvan onverwijld op de hoogte heeft gebracht met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage I.

Artikel 9

1.   Indien de zachte tarwe wordt uitgeslagen vóórdat de resultaten van de in artikel 6 bedoelde analyses bekend zijn, zijn vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico’s voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

2.   De kosten van de in artikel 6 bedoelde monsternemingen en analyses, maar niet die van de in artikel 7, lid 3, bedoelde monsternemingen en analyses, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. De overslagkosten en de eventueel op verzoek van de koper verrichte aanvullende analyses zijn voor rekening van de koper.

Artikel 10

In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 moet in de documenten betreffende de verkoop van zachte tarwe overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, in het uitslagbewijs als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, in de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, in het exemplaar T5, een van de in bijlage II vastgestelde vermeldingen worden opgenomen.

Artikel 11

1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten aan de kopers zijn afgegeven.

2.   In afwijking van artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs, met dien verstande dat het bedrag nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van deze zekerheid wordt gesteld bij de afgifte van het certificaat en het saldo vóór het afhalen van het graan.

Artikel 12

Het Hongaarse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes langs elektronische weg in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Deze kennisgeving moet plaatsvinden met gebruikmaking van het formulier volgens het model in bijlage III.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2005 (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 10).

(3)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13).

(4)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

(5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


BIJLAGE I

Mededeling inzake weigering en eventuele vervanging van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1066/2005)

Naam van de indiener van de offerte, aan wie is toegewezen:

Datum van de toewijzing:

Datum van de weigering van de partij door de koper:


Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Adres van de silo

Reden voor de weigering tot overneming

 

 

 

soortelijk gewicht (kg/hl)

% gekiemde korrels

% uitschot (Schwarzbesatz)

% bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

andere


BIJLAGE II

In artikel 10 bedoelde vermelding

:

in het Spaans

:

Trigo blando de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 1066/2005

:

in het Tsjechisch

:

Intervenční pšenice obecná nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 1066/2005

:

in het Deens

:

Blød hvede fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 1066/2005

:

in het Duits

:

Weichweizen aus Interventionsbeständen ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 1066/2005

:

in het Ests

:

Pehme nisu sekkumisvarudest, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 1066/2005

:

in het Grieks

:

Μαλακός σίτος παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1066/2005

:

in het Engels

:

Intervention common wheat without application of refund or tax, Regulation (EC) No 1066/2005

:

in het Frans

:

Blé tendre d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 1066/2005

:

in het Italiaans

:

Frumento tenero d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 1066/2005

:

in het Lets

:

Intervences parastie kvieši bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 1066/2005

:

in het Litouws

:

Intervenciniai paprastieji kviečiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 1066/2005

:

in het Hongaars

:

Intervenciós búza, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 1066/2005/EK rendelet

:

in het Nederlands

:

Zachte tarwe uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 1066/2005

:

in het Pools

:

Pszenica zwyczajna interwencyjna niedająca prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 1066/2005

:

in het Portugees

:

Trigo mole de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 1066/2005

:

in het Slowaaks

:

Intervenčná pšenica obyčajná nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 1066/2005

:

in het Sloveens

:

Intervencija navadne pšenice brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 1066/2005

:

in het Fins

:

Interventiovehnä, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 1066/2005

:

in het Zweeds

:

Interventionsvete, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 1066/2005.


BIJLAGE III

Formulier (1)

Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Hongaarse interventiebureau

(Verordening (EG) nr. 1066/2005)

1

2

3

4

5

6

7

Volgnummer van de inschrijvers

Nummer van de partij

Hoeveelheid

(in t)

Geboden prijs (2)

(in EUR per t)

Toeslagen (+)

Kortingen (–)

(in EUR per t)

(p.m.)

Handelskosten (3)

(in EUR per t)

Bestemming

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

 

etc.

 

 

 

 

 

 


(1)  In te dienen bij DG AGRI (D/2).

(2)  Deze prijs omvat de toeslagen en kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.

(3)  De handelskosten omvatten kosten voor diensten en verzekeringen vanaf het moment van uitslag uit de interventievoorraad tot het moment van levering franco aan boord (FOB) in de haven van uitvoer, met uitzondering van de transportkosten. De vermelde bedragen moeten worden gebaseerd op de reële gemiddelde kosten die het interventiebureau in de loop van het halfjaar voorafgaand aan de inschrijvingsperiode heeft genoteerd, uitgedrukt in EUR per ton.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/60


VERORDENING (EG) Nr. 1067/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de openbare interventieaankoop in de sector rundvlees betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 27, lid 4, en artikel 41,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 562/2000 van de Commissie (2) is de lijst van de voor interventie in aanmerking komende producten vastgesteld. Bijlage VI bij die verordening bevat de adressen van de interventiebureaus. Aangezien Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, moet de informatie betreffende die lidstaten in die bijlagen worden opgenomen.

(2)

Verordening (EG) nr. 562/2000 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 562/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij de onderhavige verordening.

2)

Bijlage VI wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1899/2004 (PB L 328 van 30.10.2004, blz. 67).

(2)  PB L 68 van 16.3.2000, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1592/2001 (PB L 210 van 3.8.2001, blz. 18).


BIJLAGE I

„BIJLAGE II

Productos admisibles para la intervención — Produkty k intervenci — Produkter, der er kvalificeret til intervention — Interventionsfähige Erzeugnisse — Sekkumiskõlblike toodete loetelu — Προϊόντα επιλέξιμα για την παρέμβαση — Products eligible for intervention — Produits éligibles à l'intervention — Prodotti ammissibili all'intervento — Produkti, kas ir piemēroti intervencei — Produktai, kuriems taikoma intervencija — Intervencióra alkalmas termékek — Producten die voor interventie in aanmerking komen — Produkty kwalifikujące się do skupu interwencyjnego — Produtos elegíveis para a intervenção — Produkty, ktoré môžu byť predmetom intervencie — Proizvodi, primerni za intervencijo — Interventiokelpoiset tuotteet — Produkter som kan bli föremål för intervention

BELGIQUE/BELGIË

Carcasses, demi-carcasses: Hele dieren, halve dieren:

Catégorie A, classe U2/

Categorie A, klasse U2

Catégorie A, classe U3/

Categorie A, klasse U3

Catégorie A, classe R2/

Categorie A, klasse R2

Catégorie A, classe R3/

Categorie A, klasse R3

ČESKÁ REPUBLIKA

Jatečně upravená těla, půlky jatečně upravených těl:

Kategorie A, třída R2

Kategorie A, třída R3

DANMARK

Hele og halve kroppe:

Kategori A, klasse R2

Kategori A, klasse R3

DEUTSCHLAND

Ganze oder halbe Tierkörper:

Kategorie A, Klasse U2

Kategorie A, Klasse U3

Kategorie A, Klasse R2

Kategorie A, Klasse R3

EESTI

Rümbad, poolrümbad:

Kategooria A, klass R2

Kategooria A, klass R3

ΕΛΛΑΔΑ

Ολόκληρα ή μισά σφάγια

Κατηγορία A, κλάση R2

Κατηγορία A, κλάση R3

ESPAÑA

Canales o semicanales:

Categoría A, clase U2

Categoría A, clase U3

Categoría A, clase R2

Categoría A, clase R3

FRANCE

Carcasses, demi-carcasses:

Catégorie A, classe U2

Catégorie A, classe U3

Catégorie A, classe R2/

Catégorie A, classe R3/

Catégorie C, classe U2

Catégorie C, classe U3

Catégorie C, classe U4

Catégorie C, classe R3

Catégorie C, classe R4

Catégorie C, classe O3

IRELAND

Carcases, half-carcases:

Category C, class U3

Category C, class U4

Category C, class R3

Category C, class R4

Category C, class O3

ITALIA

Carcasse e mezzene:

Categoria A, classe U2

Categoria A, classe U3

Categoria A, classe R2

Categoria A, classe R3

ΚΥΠΡΟΣ

Ολόκληρα ή μισά σφάγια:

Κατηγορία A, κλάση R2

LATVIJA

Liemeņi, pusliemeņi:

A kategorija, R2 klase

A kategorija, R3 klase

LIETUVA

Skerdenos ir skerdenų pusės:

A kategorija, R2 klasė

A kategorija, R3 klasė

LUXEMBOURG

Carcasses, demi-carcasses:

Catégorie A, classe R2

Catégorie C, classe R3

Catégorie C, classe O3

MAGYARORSZÁG

Hasított test vagy hasított féltest:

A kategória, R2 osztály

A kategória, R3 osztály

MALTA

Carcases, half-carcases:

Category A, class R3

NEDERLAND

Hele dieren, halve dieren:

Categorie A, klasse R2

Categorie A, klasse R3

ÖSTERREICH

Ganze oder halbe Tierkörper:

Kategorie A, Klasse U2

Kategorie A, Klasse U3

Kategorie A, Klasse R2

Kategorie A, Klasse R3

POLSKA

Tusze, półtusze:

Kategoria A, klasa R2

Kategoria A, klasa R3

PORTUGAL

Carcaças ou meias-carcaças

Categoria A, classe U2

Categoria A, classe U3

Categoria A, classe R2

Categoria A, classe R3

SLOVENIJA

Trupi, polovice trupov:

Kategorija A, razred R2

Kategorija A, razred R3

SLOVENSKO

Jatočné telá, jatočné polovičky:

Kategória A, akostná trieda R2

Kategória A, akostná trieda R3

SUOMI/FINLAND

Ruhot, puoliruhot:

Kategoria A, luokka R2

Kategoria A, luokka R3

SVERIGE

Slaktkroppar, halva slaktkroppar:

Kategori A, klass R2

Kategori A, klass R3

UNITED KINGDOM

I.   Great Britain

Carcases, half-carcases:

Category C, class U3

Category C, class U4

Category C, class R3

Category C, class R4

II.   Northern Ireland

Carcases, half-carcases:

Category C, class U3

Category C, class U4

Category C, class R3

Category C, class R4

Category C, class O3”


BIJLAGE II

„BIJLAGE VI

Direcciones de los organismos de intervención — Adresy intervenčních agentur — Interventionsorganernes adresser — Anschriften der Interventionsstellen — Sekkumisametite aadressid — Διευθύνσεις του οργανισμού παρέμβασης — Addresses of the intervention agencies — Adresses des organismes d'intervention — Indirizzi degli organismi d'intervento — Intervences aģentūru adreses — Intervencinių agentūrų adresai — Az intervenciós hivatalok címei — Adressen van de interventiebureaus — Adresy agencji interwencyjnych — Endereços dos organismos de intervenção — Adresy intervenčných orgánov — Naslovi intervencijskih agencij — Interventieoelinten osoitteet — Interventionsorganens adresser

Belgique/België

 

Bureau d'intervention et de restitution belge

Rue de Trèves 82

B-1040 Bruxelles

 

Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

Trierstraat 82

B-1040 Brussel

Tel. (32-2) 287 24 11

Fax (32-2) 230 25 33/280 03 07

Česká republika

Státní zemědělský intervenční fond (SZIF)

Ve Smečkách 33

110 00 Praha 1

Česká Republika

Telefon: +420 222 871 855

Fax: +420 222 871 680

Danmark

Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri

Direktoratet for Fødevareerhverv

Nyropsgade 30

DK-1780 København V

Tlf. +45 33 95 80 00

Fax +45 33 95 80 34

Deutschland

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE)

Deichmanns Aue 29

D-53179 Bonn

DK-1780 København V

Tel.: (+49 228) 68 45-37 04/37 50

Fax: (+49 228) 68 45-39 85/32 76

Eesti

PRIA (Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet)

Narva mnt. 3

51009 Tartu

Tel: +372-7371 200

Faks: +372-7371 201

Ελλάδα

ΟΠΕΚΕΠΕ (Οργανισμός Πληρωμών και Ελέγχου Κοινοτικών Ενισχύσεων Προσανατολισμού και Εγγυήσεων)

Αχαρνών 241

GR-10446 Αθήνα

Τηλ: +30-210-2284180

Φαξ: +30-210-2281479

España

FEGA (Fondo Español de Garantía Agraria)

Beneficencia, 8

E-28005 Madrid

Tel. (34) 913 47 65 00, 3 47 63 10

Fax (34) 915 21 98 32, 915 22 43 87

France

Ofival

80, avenue des Terroirs de France

F-75607 Paris Cedex 12

Téléphone (33) 144 68 50 00

Télécopieur (33) 144 68 52 33

Ireland

Department of Agriculture and Food

Johnston Castle Estate

County Wexford

Tel. (353-53) 634 00

Fax (353-53) 428 42

Italia

AGEA (Agenzia Erogazioni in Agricoltura)

Via Palestro 81

I-00185 Roma

Tel. (39-06) 449 49 91

Fax (39-06) 445 39 40/444 19 58

Κύπρος

Κυπριακός Οργανισμός Αγροτικών Πληρωμών

Τ.Θ. 16102, CY-2086 Λευκωσία

Οδός Μιχαήλ Κουτσόφτα 20

CY-2000 Λευκωσία

Τηλ.: 00-357-22557777

Φαξ: 00-357-22557755

Latvia

Latvijas Republikas Zemkopības ministrija

Lauku atbalsta dienests

Republikas laukums 2

LV-1981 Rīga Latvija

Tālr. +371 7027542

Fakss +3717027120

Lietuva

VĮ Lietuvos žemės ūkio ir maisto produktų rinkos reguliavimo agentūra

L. Stuokos-Gucevičiaus g. 9-12

LT-01122 Vilnius

Tel. (+370 5) 268 50 50

Faks. (+370 5) 268 50 61

Luxembourg

Service d'économie rurale, section „cheptel et viande”

113-115, rue de Hollerich

L-1741 Luxembourg

Téléphone (352) 47 84 43

Hungary

Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal

H-1054 Budapest, Alkotmány u. 29.

Postacím: H-1385, Budapest 62., Pf. 867

Telefon: (+36-1) 219-4576

Fax: (+36-1) 219-8905

Malta

Ministry for Rural Affairs and the Environment

Barriera Wharf

Valetta CMR02

Malta

Tel.: (+356) 22952000, 22952222

Fax: (+356) 22952212

Nederland

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Dienst Regelingen

Slachthuisstraat 71

Postbus 965

6040 AZ Roermond

Tel. (31-475) 35 54 44

Fax (31-475) 31 89 39

Österreich

AMA-Agramarkt Austria

Dresdner Straβe 70

A-1201 Wien

Tel.: (43-1) 33 15 12 18

Fax: (43-1) 33 15 4624

Poland

Agencja Rynku Rolnego

Biuro Mięsa

ul. Nowy Świat 6/12

00-400 Warszawa

Tel. +48 22 661 71 09

Fax +48 22 661 77 56

Portugal

INGA — Instituto Nacional de Intervenção e Garantia Agrícola

Rua Fernando Curado Ribeiro, n.o 4 6.o E

P-1600 Lisboa

Tel.: (351) 217 51 85 00

Fax: (351) 217 51 86 15

Slovenia

ARSKTRP – Agencija Republike Slovenije za kmetijske trge in razvoj podeželja

Dunajska 160

SI-1000 Ljubljana

Tel. (386-1) 478 93 59

Faks (386-1) 478 92 00

Slovensko

Pôdohospodárska platobná agentúra

Dobrovičova 12

815 26 Bratislava

Slovenská republika

Tel.: +421-2-59266397

Fax: +421-2-52965033

Suomi/Finland

Maa- ja metsätalousministeriö

Interventioyksikkö

PL 30

FI-00023 VALTIONEUVOSTO

(Toimiston osoite: Malminkatu 16, 00100 Helsinki)

Puhelin (358-9) 16 001

Faksi (358-9) 1605 2202

Sverige

Jordbruksverket – Swedish Board of Agriculture,

Intervention Division

S-551 82 Jönköping

Tfn (46-36) 15 50 00

Fax (46-36) 19 05 46

United Kingdom

Rural Payments Agency

Lancaster House

Hampshire Court

Newcastle-upon-Tyne

NE4 7YH

Tel. (44-191) 273 96 96”


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/65


VERORDENING (EG) Nr. 1068/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 824/2000 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethoden voor de bepaling van de kwaliteit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Verordening (EG) nr. 1784/2003 komt rogge met ingang van het verkoopseizoen 2004/2005 niet langer voor interventie in aanmerking. Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (2) dient derhalve aan die nieuwe situatie te worden aangepast.

(2)

Zachte tarwe en durumtarwe zijn graansoorten waarvoor minimumkwaliteitscriteria voor menselijke consumptie zijn vastgesteld en die moeten voldoen aan de gezondheidsnormen zoals vastgesteld op grond van Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (3). De overige graansoorten zijn hoofdzakelijk bestemd voor vervoedering en moeten voldoen aan het bepaalde in Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (4). Bepaald dient te worden dat de bovenbedoelde normen van toepassing zijn wanneer de betrokken producten in het kader van de interventieregeling worden overgenomen.

(3)

Sommige van die normen zijn met ingang van 1 juli 2006 van toepassing bij de eerste bewerking van de producten. Om te garanderen dat de vóór die datum overgenomen granen bij levering uit de interventievoorraden tegen de beste voorwaarden kunnen worden verhandeld, dient te worden bepaald dat met ingang van het verkoopseizoen 2005/2006 alle voor interventie aangeboden producten aan de bedoelde normen moeten voldoen.

(4)

De mogelijkheden voor de ontwikkeling van mycotoxinen blijken verband te houden met bijzondere omstandigheden die in hoofdzaak kunnen worden onderkend op basis van weersomstandigheden zoals geconstateerd tijdens de groei van de granen, en met name tijdens de bloei ervan.

(5)

De interventiebureaus kunnen de risico’s op overschrijding van de toegestane maximumwaarden voor verontreinigingen bepalen aan de hand van de van de aanbieders verkregen gegevens en hun eigen analysecriteria. Om de kosten te beperken is het derhalve gerechtvaardigd te bepalen dat vóór de overneming van de producten analysen onder verantwoordelijkheid van de interventiebureaus slechts hoeven te worden verricht op basis van een risicoanalyse die het mogelijk maakt de kwaliteit van de producten bij het onder de interventieregeling brengen ervan te garanderen.

(6)

De artikelen 2 en 5 van Verordening (EEG) nr. 3492/90 van de Raad van 27 november 1990 houdende bepaling van de elementen die in acht dienen te worden genomen in de jaarrekeningen voor de financiering van interventiemaatregelen in de vorm van openbare opslag door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (5) bevatten aansprakelijkheidsregels. In die artikelen is met name bepaald dat de lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om de goede bewaring te waarborgen van de producten waarop een communautaire interventiemaatregel is toegepast, en dat alle hoeveelheden waarvan ten gevolge van de normale materiële omstandigheden van de opslag of een te lange bewaring de kwaliteit is verminderd, dienen te worden geboekt als uitgeslagen op de dag waarop de kwaliteitsvermindering is vastgesteld. In die artikelen wordt tevens gepreciseerd dat een product als in kwaliteit verminderd wordt beschouwd, wanneer het niet meer voldoet aan de bij de aankoop geldende kwaliteitsvoorwaarden. Bijgevolg dient alleen een kwaliteitsvermindering die onder die bepalingen valt, voor rekening van de Gemeenschapsbegroting te kunnen komen. Een lidstaat die bij de aankoop van een product in het kader van de bovenbedoelde risicoanalyse een niet-adequaat besluit heeft genomen, dient derhalve zelf aansprakelijk te zijn mocht later blijken dat het product niet aan de minimumnormen voldeed. Met een dergelijk besluit kan immers de kwaliteit van het product niet worden gewaarborgd, en de goede bewaring ervan dus evenmin. Daarom dient te worden gepreciseerd onder welke voorwaarden de lidstaat in een dergelijk geval aansprakelijk moet worden gesteld.

(7)

In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 824/2000 is een lijst opgenomen van de methoden die, naar gelang van de te analyseren criteria, moeten worden gebruikt om de kwaliteit van de voor interventie aangeboden granen te bepalen. Wat die methoden betreft, heeft de Internationale Organisatie voor Standaardisatie de methode voor de bepaling van het valgetal van Hagberg aangepast. De betrokken verwijzing dient door de nieuwe verwijzing te worden vervangen. Ook is het wenselijk te preciseren welke analysemethoden moeten worden gebruikt voor de controle op de naleving van de normen inzake verontreinigingen.

(8)

Met het oog op duidelijkheid en nauwkeurigheid moet artikel 6 van Verordening (EG) nr. 824/2000 opnieuw worden geredigeerd, vooral wat de volgorde van de betrokken bepalingen betreft. Aangezien het beginsel van een risicoanalyse voor de controle op mycotoxinen wordt ingevoerd, is het gerechtvaardigd de analysen voor de bepaling van het gehalte aan mycotoxinen toe te voegen aan de analysen waarvan de kosten voor rekening van de aanbieder zijn.

(9)

Verordening (EG) nr. 824/2000 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 824/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Tijdens de in artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde perioden is elke houder van homogene partijen van minimaal 80 ton zachte tarwe, gerst, maïs of sorghum, of minimaal 10 ton durumtarwe, geoogst in de Gemeenschap, gerechtigd dat graan aan het interventiebureau aan te bieden.”.

2)

In artikel 2, lid 2, worden de eerste en de tweede alinea vervangen door:

„De granen worden als van gezonde handelskwaliteit beschouwd wanneer zij een kleur hebben die eigen is aan de betrokken graansoort, geen onfrisse reuk hebben, vrij zijn van ongedierte (met inbegrip van mijt) in al zijn ontwikkelingsstadia, voldoen aan de in bijlage I vermelde minimumkwaliteitscriteria en de in de communautaire regelgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus van verontreinigingen, inclusief radioactiviteit, niet overschrijden. De maximumgehalten aan verontreinigingen, die niet mogen worden overschreden, zijn:

voor zachte tarwe en durumtarwe, de op grond van Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad (6) vastgestelde maximumgehalten, inclusief de in de punten 2.4 tot en met 2.7 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie (7) vastgestelde maximumgehalten voor Fusarium-toxinen in zachte tarwe en durumtarwe;

voor gerst, maïs en sorghum, de bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) vastgestelde maximumgehalten.

De lidstaten controleren de niveaus van verontreinigingen, inclusief radioactiviteit, op basis van een risicoanalyse waarbij met name rekening wordt gehouden met de door de aanbieder verstrekte gegevens en de door hem aangegane verbintenissen met betrekking tot de inachtneming van de geldende normen, vooral wat de door hem verkregen resultaten van de analysen betreft. De frequentie en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig, vooral in het geval dat de marktsituatie door de verontreinigingen ernstig kan worden verstoord, vastgesteld volgens de in artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde procedure.

3)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 3.7 wordt vervangen door:

„3.7.

Het valgetal van Hagberg (amylaseactiviteitstest) wordt overeenkomstig ISO-methode 3093:2004 vastgesteld.”;

b)

het volgende punt 3.10 wordt toegevoegd:

„3.10.

De bemonsteringsmethoden en de referentieanalysemethoden voor de bepaling van het gehalte aan mycotoxinen zijn die van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 466/2001.”.

4)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.   Het interventiebureau laat onder eigen verantwoordelijkheid de fysische en technische kenmerken van de genomen monsters analyseren binnen 20 werkdagen na de samenstelling van het representatieve monster.

2.   De volgende kosten zijn voor rekening van de aanbieder:

a)

de kosten voor het bepalen van het tanninegehalte van sorghum;

b)

de kosten voor de amylaseactiviteitstest (Hagberg);

c)

de kosten voor het bepalen van het eiwitgehalte van zachte tarwe en durumtarwe;

d)

de kosten voor de Zélény-test;

e)

de kosten voor het testen van de machinale verwerkbaarheid;

f)

de kosten voor de analysen op verontreinigingen.

3.   Indien uit de in lid 1 bedoelde analysen blijkt dat het aangeboden graan niet de voor interventie vereiste minimumkwaliteit heeft, neemt de aanbieder het op zijn kosten terug. Hij neemt eveneens alle gemaakte kosten voor zijn rekening.

4.   Bij geschillen laat het interventiebureau opnieuw de nodige controles op de betrokken producten uitvoeren en worden de kosten daarvoor door de verliezende partij gedragen.”.

5)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de punten c) en d) worden vervangen door:

„c)

Wanneer het percentage gebroken korrels hoger is dan 3 % bij durumtarwe, zachte tarwe of gerst en 4 % bij maïs of sorghum, wordt per 0,1 % boven genoemde percentages een korting van 0,05 EUR toegepast.

d)

Wanneer het percentage graanbijmengsel hoger is dan 2 % voor durumtarwe, 4 % voor maïs of sorghum en 5 % voor zachte tarwe of gerst, wordt per 0,1 % boven genoemde percentages een korting van 0,05 EUR toegepast.”;

b)

punt f) wordt vervangen door:

„f)

Wanneer het gehalte aan uitschot (Schwarzbesatz) hoger is dan 0,5 % bij durumtarwe en 1 % bij zachte tarwe, gerst, maïs of sorghum, wordt per 0,1 % boven genoemde percentages een korting van 0,1 EUR toegepast.”.

6)

Aan artikel 10 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   In het geval dat de bij de onderhavige verordening voorgeschreven controles moeten worden verricht op basis van de risicoanalyse als bedoeld in artikel 2, lid 2, tweede alinea, is de lidstaat aansprakelijk voor de financiële gevolgen van het niet in acht nemen van de toegestane maximumgehalten aan verontreinigingen. Deze aansprakelijkheid geldt onverminderd de voor de lidstaat bestaande mogelijkheden van verhaal op de aanbieder of de opslaghouder bij niet-nakoming van hun verbintenissen of verplichtingen.

In het geval van ochratoxine A en aflatoxine evenwel komen de financiële gevolgen ten laste van de communautaire begroting indien de betrokken lidstaat ten genoegen van de Commissie kan bewijzen dat bij de inslag aan de normen was voldaan, dat de normale opslagvoorwaarden in acht zijn genomen en dat de andere verplichtingen van de opslaghouder zijn nagekomen.”.

7)

In bijlage I wordt de kolom „Rogge” geschrapt.

8)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt 1.2, onder a) wordt de eerste alinea vervangen door:

„Als noodrijpe korrels worden beschouwd de korrels die, na verwijdering van alle andere in deze bijlage bedoelde bestanddelen van het monster, door zeven met de hierna genoemde spleetbreedte gaan: zachte tarwe 2,0 mm, durumtarwe 1,9 mm en gerst 2,2 mm.”;

b)

punt 2.3 wordt geschrapt.

9)

In bijlage III wordt punt 1 als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„Voor zachte tarwe, durumtarwe en gerst wordt een doorsneemonster van 250 g telkens gedurende een halve minuut over zeven met spleetbreedten van 3,5 mm, respectievelijk van 1,0 mm gezeefd.”;

b)

de zevende alinea wordt vervangen door:

„Het deelmonster wordt gedurende een halve minuut gezeefd over een zeef met een spleetbreedte van 2,0 mm voor zachte tarwe, 1,9 mm voor durumtarwe en 2,2 mm voor gerst. De bestanddelen die door deze zeef gaan, worden als noodrijpe korrels beschouwd. Door vorst aangetaste korrels en onrijpe groene korrels worden tot de categorie „noodrijpe korrels” gerekend.”.

10)

In voetnoot 2 bij bijlage IV wordt de tweede alinea vervangen door:

„De ventilatie moet zodanig zijn dat, wanneer in een volle stoof de monsters gedurende twee uur worden gedroogd voor griesmeel van granen met kleine korrels (zachte tarwe, durumtarwe, gerst en sorghum) en gedurende vier uur voor maïs, de resultaten minder dan 0,15 % afwijken van de resultaten die na drie uur droging zijn verkregen voor granen met kleine korrels en na vijf uur droging voor maïs.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De in punt 2 genoemde bepalingen betreffende Fusarium-toxinen en de methode voor controle van het gehalte aan verontreinigingen zijn evenwel eerst van toepassing voor de granen die vanaf het verkoopseizoen 2005/2006 worden geoogst en overgenomen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).

(3)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(4)  PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/8/EG van de Commissie (PB L 27 van 29.1.2005, blz. 44).

(5)  PB L 337 van 4.12.1990, blz. 3.

(6)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

(7)  PB L 77 van 16.3.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 856/2005 (PB L 143 van 7.6.2005, blz. 3).

(8)  PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10.”.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/69


VERORDENING (EG) Nr. 1069/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1423/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten uit de sector suiker, andere dan melasse (2), en met name op artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede zin, en artikel 3, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2005/2006 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 van de Commissie (3).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1423/95 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1011/2005 voor het verkoopseizoen 2005/2006 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1423/95 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 7 juli 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 624/98 (PB L 85 van 20.3.1998, blz. 5).

(3)  PB L 170 van 1.7.2005, blz. 35.


BIJLAGE

Met ingang van 7 juli 2005 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

21,64

5,48

1701 11 90 (1)

21,64

10,80

1701 12 10 (1)

21,64

5,29

1701 12 90 (1)

21,64

10,28

1701 91 00 (2)

26,12

12,17

1701 99 10 (2)

26,12

7,65

1701 99 90 (2)

26,12

7,65

1702 90 99 (3)

0,26

0,39


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt I, bij Verordening (EG) nr. 1260/2001.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/71


VERORDENING (EG) Nr. 1070/2005 VAN DE COMMISSIE

van 6 juli 2005

tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 betreffende katoen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (2), en met name op artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt op gezette tijden een wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald, rekening houdende met de historische verhouding tussen de in aanmerking genomen wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen en de berekende prijs voor niet-geëgreneerde katoen. Deze historische verhouding is vastgesteld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 van de Commissie van 2 augustus 2001, houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor katoen (3). Als de wereldmarktprijs niet op die wijze kan worden bepaald, wordt hij bepaald op basis van de laatst vastgestelde prijs.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 wordt de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen bepaald voor een product met bepaalde kenmerken, waarbij rekening wordt gehouden met de gunstigste, voor de werkelijke markttendens representatief geachte aanbiedingen en noteringen. Om deze prijs te bepalen, wordt het gemiddelde berekend van de aanbiedingen en noteringen op één of meer Europese beurzen voor in een haven van Noord-Europa cif-geleverde producten uit de verschillende, voor de internationale handel als meest representatief beschouwde productielanden. Evenwel is bepaald dat deze criteria voor het bepalen van de wereldmarktprijs voor geëgreneerde katoen worden aangepast, om rekening te houden met de verschillen op grond van de kwaliteit van het geleverde product en de aard van de aanbiedingen en noteringen. In artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 is bepaald welke aanpassingen kunnen plaatsvinden.

(3)

Op grond van bovenbedoelde criteria moet de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen op het hieronder aangegeven niveau worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 bedoelde wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen wordt vastgesteld op 23,984 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 7 juli 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 juli 2005.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1.

(2)  PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3.

(3)  PB L 210 van 3.8.2001, blz. 10. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2002 (PB L 223 van 20.8.2002, blz. 3).


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

7.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 174/72


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 2005

betreffende de niet-opneming van triazamaat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1960)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/487/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bepaalt dat een lidstaat gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van deze richtlijn mag toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die niet in bijlage I opgenomen werkzame stoffen bevatten en die twee jaar na de datum van kennisgeving van de richtlijn reeds op de markt zijn, op zijn grondgebied op de markt worden gebracht terwijl deze stoffen in het kader van een werkprogramma geleidelijk worden onderzocht.

(2)

Verordeningen (EG) nr. 451/2000 (2) en (EG) nr. 703/2001 (3) van de Commissie stellen gedetailleerde regels vast voor de uitvoering van de tweede fase van het werkprogramma zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG. Voor de werkzame stof triazamaat heeft de kennisgever de Commissie op 7 juli 2004 laten weten dat hij deze stof niet langer in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen wenst te zien. Derhalve dient triazamaat niet in die bijlage te worden opgenomen en dienen de lidstaten alle toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten, in te trekken.

(3)

Er dient een extra termijn te worden toegestaan voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden zodat deze nog gedurende één extra groeiseizoen kunnen worden gebruikt.

(4)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Triazamaat wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten zorgen ervoor dat:

1)

toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die triazamaat bevatten, vóór 4 januari 2006 worden ingetrokken;

2)

met ingang van de datum van bekendmaking van deze beschikking geen triazamaat bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden toegelaten en geen toelatingen voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen meer worden vernieuwd.

Artikel 3

Eventuele extra termijnen die door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG worden toegestaan voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden, moeten zo kort mogelijk zijn en moeten uiterlijk op 4 januari 2007 aflopen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 230 van 19.08.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/34/EG van de Commissie (PB L 125 van 18.5.2005, blz. 5).

(2)  PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).

(3)  PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.