ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
47e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
Verordening (EG) nr. 2172/2004 van de Commissie van 17 december 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 417/2002 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen ( 1 ) |
|
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
* |
|
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
|
|
|
Raad |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 2164/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 17 december 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
112,2 |
204 |
84,3 |
|
624 |
182,9 |
|
999 |
126,5 |
|
0707 00 05 |
052 |
101,2 |
999 |
101,2 |
|
0709 90 70 |
052 |
110,5 |
204 |
69,1 |
|
999 |
89,8 |
|
0805 10 10, 0805 10 30, 0805 10 50 |
052 |
31,2 |
204 |
47,8 |
|
388 |
43,1 |
|
528 |
41,6 |
|
999 |
40,9 |
|
0805 20 10 |
204 |
62,6 |
999 |
62,6 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
052 |
71,3 |
204 |
43,0 |
|
464 |
171,7 |
|
624 |
98,1 |
|
999 |
96,0 |
|
0805 50 10 |
052 |
46,6 |
528 |
38,8 |
|
999 |
42,7 |
|
0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90 |
388 |
149,0 |
400 |
77,6 |
|
404 |
102,4 |
|
720 |
67,5 |
|
999 |
99,1 |
|
0808 20 50 |
400 |
99,8 |
528 |
47,4 |
|
720 |
54,6 |
|
999 |
67,3 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 2165/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
houdende opening van een inschrijving voor de toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (tomaten, sinaasappelen, citroenen en appelen)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1961/2001 van de Commissie (2) zijn de uitvoeringsbepalingen voor de uitvoerrestituties in de sector groenten en fruit vastgesteld. |
(2) |
Op grond van artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 kan, voorzover dit nodig is om een economisch significante uitvoer mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag, een uitvoerrestitutie worden betaald voor de door de Gemeenschap uitgevoerde producten. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 is het dienstig erop toe te zien dat de eerder door de restitutieregeling op gang gebrachte handelsstromen niet worden verstoord. Daarom, en wegens de seizoengebondenheid van de uitvoer van groenten en fruit, moeten contingenten per product worden vastgesteld, op basis van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (3). Deze hoeveelheden moeten worden verdeeld met inachtneming van de bederfelijkheid van de betrokken producten. |
(4) |
Krachtens artikel 35, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij de vaststelling van de restituties rekening gehouden met de situatie en de verwachte ontwikkeling met betrekking tot de prijzen van groenten en fruit op de markt van de Gemeenschap en de beschikbare hoeveelheden enerzijds, en de prijzen in de internationale handel anderzijds. Voorts moeten ook de afzet- en vervoerskosten en het economische aspect van de beoogde uitvoer in aanmerking worden genomen. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 35, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt bij het bepalen van de marktprijzen van de Gemeenschap rekening gehouden met de prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. |
(6) |
Wegens de omstandigheden in de internationale handel of specifieke vereisten van bepaalde markten, kan het nodig zijn de restitutie voor een bepaald product te differentiëren naar gelang van de bestemming van dat product. |
(7) |
Voor tomaten, sinaasappelen, citroenen en appelen van de kwaliteitsklassen Extra, I en II van de gemeenschappelijke handelsnormen kan de uitvoer economisch significant zijn. |
(8) |
Met het oog op een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en gelet op de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap is het dienstig een inschrijving te houden en het indicatieve restitutiebedrag en de verwachte hoeveelheden voor de betrokken periode vast te stellen. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een inschrijving geopend voor de toekenning van uitvoercertificaten van het A3-stelsel. In de bijlage worden de betrokken producten, de periode voor de indiening van de offertes, de indicatieve eenheidsbedragen van de restitutie en de verwachte hoeveelheden vastgesteld.
2. Certificaten die in het kader van de voedselhulp worden afgegeven, zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4), worden niet afgeboekt op de in de bijlage bij deze verordening bedoelde hoeveelheden.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1961/2001 bedraagt de geldigheidsduur van de certificaten van het A3-stelsel twee maanden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 10 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 268 van 9.10.2001, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 537/2004 (PB L 86 van 24.3.2004, blz. 9).
(3) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2180/2003 (PB L 335 van 22.12.2003, blz. 1).
(4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.
BIJLAGE
INSCHRIJVING VOOR DE TOEKENNING VAN UITVOERCERTIFICATEN VAN HET A3-STELSEL IN DE SECTOR GROENTEN EN FRUIT (TOMATEN, SINAASAPPELEN, CITROENEN EN APPELEN)
Periode voor de indiening van de offertes: 10 en 11 januari 2005. |
|||
Productcode (1) |
Bestemming (2) |
Indicatief restitutiebedrag (in EUR/t netto) |
Verwachte hoeveelheden (in t) |
0702 00 00 9100 |
F08 |
30 |
3 074 |
0805 10 20 9100 |
A00 |
29 |
59 194 |
0805 50 10 9100 |
A00 |
43 |
19 601 |
0808 10 80 9100 |
F04, F09 |
28 |
15 757 |
(1) De codes van de producten zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).
(2) De codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 3846/87. De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
F03 |
Alle bestemmingen met uitzondering van Zwitserland. |
||||||
F04 |
Hongkong, Singapore, Maleisië, Sri Lanka, Indonesië, Thailand, Taiwan, Papoea-Nieuw-Guinea, Laos, Cambodja, Vietnam, Japan, Uruguay, Paraguay, Argentinië, Mexico en Costa Rica. |
||||||
F08 |
Alle bestemmingen met uitzondering van Bulgarije. |
||||||
F09 |
De volgende bestemmingen:
|
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 2166/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
betreffende de opening, voor 2005, van tariefcontingenten voor de invoer in de Europese Gemeenschap van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Zwitserland
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (1), en met name op artikel 7, lid 2,
Gelet op Besluit 2000/239/EG van de Raad van 13 maart 2000 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, betreffende Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (2), en met name op artikel 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De jaarlijkse tariefcontingenten voor bepaalde verwerkte landbouwproducten, bedoeld in de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, betreffende Protocol nr. 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (3), hierna „de overeenkomst” genoemd, moeten worden geopend voor 2005. |
(2) |
Het in de overeenkomst vastgelegde jaarlijkse contingent voor goederen van de GN-codes 2202 10 00 en ex 2202 90 10 is uitgeput. Ingevolge de overeenkomst moet dit daarom voor 2005 met 10 % worden verhoogd. |
(3) |
Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4) bevat voorschriften voor het beheer van tariefcontingenten. De bij deze verordening geopende tariefcontingenten moeten overeenkomstig die voorschriften worden beheerd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer in verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde tariefcontingenten voor de invoer van verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Zwitserland in de Gemeenschap zijn vrij van rechten geopend van 1 januari tot en met 31 december 2005.
Voor de invoer van in tabel 2 van de bijlage opgenomen goederen die dit contingent te boven gaat, geldt een recht van 9,1 %.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde communautaire tariefcontingenten worden door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vice-voorzitter
(1) PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).
(2) PB L 76 van 25.3.2000, blz. 11.
(3) PB L 76 van 25.3.2000, blz. 12.
(4) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2286/2003 (PB L 341 van 31.12.2003, blz. 1).
BIJLAGE
Tabel 1
Volgnummer |
GN-code |
Omschrijving |
Hoeveelheden (nettogewicht) |
Toepasselijk recht |
09.0911 |
1302 20 10 |
Pectinestoffen, pectinaten en pectaten: in droge toestand |
733 t |
vrij |
09.0912 |
2101 11 11 |
Extracten, essences en concentraten met een gehalte aan uit koffie afkomstige droge stof van 95 of meer gewichtspercenten |
2 263 t |
vrij |
09.0913 |
2101 20 20 |
Extracten, essences en concentraten van thee of van maté |
159 t |
vrij |
09.0914 |
2106 90 92 |
Producten voor menselijke consumptie/andere, bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel |
1 309 t (1) |
vrij |
Tabel 2
Volgnummer |
GN-code |
Omschrijving |
Hoeveelheid voor 2005 |
Toepasselijk recht binnen het contingent |
Toepasselijk recht buiten het contingent |
09.0916 |
2202 10 00 |
Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd |
120 788 250 l |
vrij |
9,1 % |
ex 2202 90 10 (Taric-code 10) |
Andere alcoholvrije suikerhoudende dranken |
(1) Zie Verordening (EG) nr. …/2004 van de Raad tot vaststelling, voor de Zwitserse Bondsstaat, van concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde verwerkte landbouwproducten. In verband met de toetreding van de tien nieuwe lidstaten is 280 t aan het basiscontingent voor het jaar 2004 toegevoegd.
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 2167/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot aanpassing van Verordening (EEG) nr. 1848/93 in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 57, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen (1) is een communautaire regeling vastgesteld voor de bescherming van traditionele specialiteiten en is in de artikelen 12 en 15 voorzien in een communautair symbool en een vermelding. |
(2) |
In bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 1848/93 van de Commissie van 9 juli 1993 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen (2) zijn dat communautair symbool en die vermelding in alle talen van de Gemeenschap vastgesteld. |
(3) |
In verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije moet worden voorzien in een communautair symbool en een vermelding in de talen van de nieuwe lidstaten. |
(4) |
Verordening (EEG) nr. 1848/93 moet bijgevolg worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 1848/93 wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 168 van 10.7.1993, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 296/2004 (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 15).
BIJLAGE
„BIJLAGE I
Deel A
Español
Čeština
Dansk
Deutsch
Eesti keel
Ελληνικά
English
Français
Italiano
Latviešu valoda
Lietuvių kalba
Magyar
Malti
Nederlands
Polski
Português
Slovenčina
Slovenščina
Suomi
Svenska
Deel B
ES |
ESPECIALIDAD TRADICIONAL GARANTIZADA |
CS |
ZARUČENÁ TRADIČNÍ SPECIALITA |
DA |
GARANTI FOR TRADITIONEL SPECIALITET |
DE |
GARANTIERT TRADITIONELLE SPEZIALITÄT |
ET |
GARANTEERITUD TRADITSIOONILINE ERITUNNUS |
ΕL |
ΕΙΔΙΚΟ ΠΑΡΑΔΟΣΙΑΚΟ ΠΡΟΪΟΝ ΕΓΓΥΗΜΕΝΟ |
EN |
TRADITIONAL SPECIALITY GUARANTEED |
FR |
SPÉCIALITÉ TRADITIONNELLE GARANTIE |
IT |
SPECIALITÀ TRADIZIONALE GARANTITA |
LV |
GARANTĒTAS TRADICIONĀLĀS ĪPATNĪBAS |
LT |
GARANTUOTAS TRADICINIS GAMINYS |
HU |
HAGYOMÁNYOS KÜLÖNLEGES TERMÉK |
MT |
SPEĊJALITÀ TRADIZZJONALI GARANTITA |
NL |
GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEIT |
PL |
GWARANTOWANA TRADYCYJNA SPECJALNOŚĆ |
PT |
ESPECIALIDADE TRADICIONAL GARANTIDA |
SK |
ŠPECIALITA GARANTOVANÁ TRADÍCIOU |
SL |
ZAJAMČENA TRADICIONALNA POSEBNOST |
FI |
AITO PERINTEINEN TUOTE |
SV |
GARANTERAD TRADITIONELL SPECIALITET” |
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 2168/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot aanpassing van Verordening (EEG) nr. 2037/93 in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 57, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1) is een communautaire regeling vastgesteld voor de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen. |
(2) |
In bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2037/93 van de Commissie van 27 juli 1993 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2) zijn het desbetreffende communautaire symbool en de vermelding in alle talen van de Gemeenschap vastgesteld. |
(3) |
In verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije moet worden voorzien in een communautair symbool en een vermelding in de talen van de nieuwe lidstaten. |
(4) |
Verordening (EEG) nr. 2037/93 moet bijgevolg worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2037/93 wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 185 van 28.7.1993, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1726/98 (PB L 224 van 11.8.1998, blz. 1).
BIJLAGE
„BIJLAGE I
Deel A.1
Español
Čeština
Dansk
Deutsch
Eesti keel
Ελληνικά
English
Français
Italiano
Latviešu valoda
Lietuvių kalba
Magyar
Malti
Nederlands
Polski
Português
Slovenčina
Slovenščina
Suomi
Svenska
Deel A.2
Español
Čeština
Dansk
Deutsch
Eesti keel
Ελληνικά
English
Français
Italiano
Latviešu valoda
Lietuvių kalba
Magyar
Malti
Nederlands
Polski
Português
Slovenčina
Slovenščina
Suomi
Svenska
Deel B
Taal EG |
Afkortingen |
Vermeldingen |
ES |
DOP/IGP |
denominación de origen protegida indicación geográfica protegida |
CS |
CHOP/CHZO |
chráněné označení původu chráněné zeměpisné označení |
DA |
BOB/BGB |
beskyttet oprindelsesbetegnelse beskyttet geografisk betegnelse |
DE |
g.U./g.g.A. |
geschützte Ursprungsbezeichnung geschützte geographische Angabe |
ET |
KPN/KGT |
kaitstud päritolunimetus kaitstud geograafiline tähis |
EL |
ΠΟΠ/ ΠΓΕ |
προστατευόμενη oνομασία προελεύσεως προστατευόμενη γεωγραφική ένδειξη |
EN |
PDO/PGI |
protected designation of origin protected geographical indication |
FR |
AOP/IGP |
appellation d’origine protégée indication géographique protégée |
IT |
DOP/IGP |
denominazione d’origine protetta indicazione geografica protetta |
LV |
ACVN/AĢIN |
aizsargāts cilmes vietas nosaukums aizsargāta ģeogrāfiskās izcelsmes norāde |
LT |
SKVN/SGN |
saugoma kilmės vietos nuoroda saugoma geografinė nuoroda |
HU |
OEM/OFJ |
oltalom alatt álló eredetmegjelölés oltalom alatt álló földrajzi jelzés |
MT |
DPO/IĠP |
denominazzjoni protetta ta’ oriġini indikazzjoni ġeografika protetta |
NL |
BOB/BGA |
beschermde oorsprongsbenaming beschermde geografische aanduiding |
PL |
CHNP/CHOG |
chroniona nazwa pochodzenia chronione oznaczenie geograficzne |
PT |
DOP/IGP |
denominação de origem protegida indicação geográfica protegida |
SK |
CHOP/CHZO |
chránené označenie pôvodu chránené zemepisné označenie |
SL |
ZOP/ZGO |
zaščitena označba porekla zaščitena geografska označba |
FI |
SAN/SMM |
suojattu alkuperänimitys suojattu maantieteellinen merkintä |
SV |
SUB/SGB |
skyddad ursprungsbeteckning skyddad geografisk beteckning” |
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/18 |
VERORDENING (EG) Nr. 2169/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1535/2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad wat de steunregeling voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit betreft
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (1), en met name op artikel 6 ter, lid 3, en artikel 6 quater, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1535/2003 van de Commissie (2) is bepaald dat een aanvullende overeenkomst bij een contract ten hoogste 30 % van de oorspronkelijk in het contract bepaalde hoeveelheid mag betreffen. Voor gedroogde vijgen die bestemd zijn voor de productie van vijgenpasta mag dat echter tot 100 % zijn van de hoeveelheden die oorspronkelijk in het contract tussen teler en verwerker zijn bepaald. Deze afwijkende regeling voor gedroogde vijgen geldt slechts tot en met het verkoopseizoen 2003/2004. |
(2) |
De genoemde afwijkende regeling is ingesteld omdat het hele verkoopseizoen lang onafgebroken werd geproduceerd en uitgevoerd en nu dient er wegens de blijvende geldigheid van deze reden een permanent karakter aan te worden gegeven. |
(3) |
Daarom moet Verordening (EG) nr. 1535/2003 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verwerkte producten op basis van groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1535/2003 wordt de tweede alinea vervangen door:
„Voor contracten die betrekking hebben op gedroogde vijgen bestemd voor de productie van vijgenpasta, mogen echter uiterlijk op 31 mei aanvullende overeenkomsten worden gesloten voor maximaal 100 % van de oorspronkelijk in het contract overeengekomen hoeveelheden.”.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 2004/2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2004 van de Commissie (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 25).
(2) PB L 218 van 30.8.2003, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1132/2004 (PB L 219 van 19.6.2004, blz. 3).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/19 |
VERORDENING (EG) Nr. 2170/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van de verdeling van 5 000 t korte vlasvezels en hennepvezels in gegarandeerde nationale hoeveelheden voor Denemarken, Griekenland, Ierland, Italië en Luxemburg voor het verkoopseizoen 2004/2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (1), en met name op artikel 9,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 245/2001 van de Commissie van 5 februari 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en –hennep (2) is bepaald dat de verdeling van 5 000 t korte vlasvezels en hennepvezels in gegarandeerde nationale hoeveelheden, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000, voor het lopende verkoopseizoen vóór 16 november moet plaatsvinden. |
(2) |
Daartoe hebben Denemarken en Italië de Commissie de gegevens verstrekt betreffende de oppervlakten waarvoor een aankoop-verkoopcontract, een verwerkingsverbintenis of een contract voor loonverwerking bestaat, en betreffende de schatting van de opbrengsten aan stro en vezels van vlas en hennep. |
(3) |
Denemarken, Griekenland, Ierland en Luxemburg hebben meegedeeld dat zij in het verkoopseizoen 2004/2005 geen vezelvlas of -hennep zullen produceren. |
(4) |
Ramingen op grond van de bedoelde mededelingen geven aan dat de totale productie van de vijf betrokken lidstaten lager zal zijn dan de 5 000 t die hen als totale hoeveelheid is toegewezen, zodat de hierna genoemde gegarandeerde nationale hoeveelheden moeten worden vastgesteld. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor natuurlijke vezels, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het verkoopseizoen 2004/2005 wordt de in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde verdeling in gegarandeerde nationale hoeveelheden als volgt vastgesteld:
|
57 t |
||
|
0 t |
||
|
0 t |
||
|
1 227 t |
||
|
0 t. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 16 november 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 393/2004 (PB L 65 van 3.3.2004, blz. 4).
(2) PB L 35 van 6.2.2001, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1401/2003 (PB L 199 van 7.8.2003, blz. 3).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/20 |
VERORDENING (EG) Nr. 2171/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van bijzondere regels voor het beheer en de verdeling van bepaalde krachtens Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad voor 2005 ingestelde kwantitatieve contingenten voor textielproducten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzondere, communautaire regeling (1) inzonderheid op artikel 17, leden 3 en 6, en artikel 21, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 517/94 zijn kwantitatieve restricties ingesteld voor de invoer van bepaalde textielproducten van oorsprong uit bepaalde derde landen, die worden toegewezen in chronologische volgorde van binnenkomst van de kennisgevingen van de lidstaten. |
(2) |
Overeenkomstig de genoemde verordening is het in bepaalde omstandigheden mogelijk om bij de toewijzing van hoeveelheden andere methoden toe te passen, het contingent in tranches te verdelen of een aandeel van een specifiek kwantitatief maximum te reserveren voor aanvragen die door bewijzen van eerdere invoerprestaties worden gestaafd. |
(3) |
Om de continuïteit van het handelsverkeer niet te verstoren dienen de regels voor het beheer van de kwantitatieve contingenten voor 2005 vóór aanvang van het contingentjaar te worden aangepast. |
(4) |
De in voorgaande jaren goedgekeurde maatregelen, zoals die vervat in Verordening (EG) nr. 2308/2003 van de Commissie van 29 december 2003 tot vaststelling van bijzondere regels voor het beheer en de verdeling van bepaalde krachtens Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad voor 2004 ingestelde kwantitatieve contingenten voor textielproducten (2), hebben tot een bevredigend resultaat geleid, en het is derhalve passend soortgelijke regels goed te keuren voor 2005 terwijl tevens de aanpassingen die bij Verordening (EG) nr. 2308/2003 zijn vastgesteld om rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei 2004 moeten worden uitgesloten. |
(5) |
Om aan de behoeften van een zo groot mogelijk aantal bedrijven te voldoen, verdient het aanbeveling de methode van toewijzing op grond van de chronologische volgorde van binnenkomst van de kennisgevingen van de lidstaten flexibeler te maken door de hoeveelheden die op grond van deze methode per bedrijf kunnen worden toegewezen tot een maximumhoeveelheid te beperken. |
(6) |
Om de continuïteit van het handelsverkeer zo veel mogelijk te waarborgen en om een doelmatig beheer van de contingenten mogelijk te maken, is het wenselijk toe te staan dat bedrijven een eerste aanvraag voor een invoervergunning voor 2005 indienen voor de hoeveelheid producten die zij in 2004 hebben ingevoerd. |
(7) |
Met het oog op een optimale benutting van de contingenten dient te worden bepaald dat elk bedrijf, na gebruik van tenminste 50 % van een vergunning, een nieuwe aanvraag voor een vergunning kan indienen voor een bijkomende hoeveelheid, voor zover het contingent niet is uitgeput. |
(8) |
Met het oog op een goed beheer van de contingenten is het dienstig de geldigheidsduur van de invoervergunningen vast te stellen op negen maanden vanaf de datum van afgifte, met dien verstande dat zij niet langer geldig zijn dan tot het einde van het jaar. De lidstaten geven de invoervergunningen niet af dan nadat zij van de Commissie hebben vernomen dat hoeveelheden beschikbaar zijn, en uitsluitend indien het betrokken bedrijf het bestaan van een contract kan aantonen en, bij afwezigheid van een specifieke verklaring van het tegendeel, schriftelijk verklaart dat het binnen de Gemeenschap niet reeds eerder op grond van deze verordening een invoervergunning voor de betrokken categorie en het betrokken land heeft verkregen. De bevoegde nationale autoriteiten mogen de geldigheidsduur van vergunningen echter op verzoek van de betrokken importeurs verlengen met drie maanden, doch uiterlijk tot en met 31 maart 2006 indien de vergunningen op de datum van de aanvraag van de verlenging reeds voor ten minste 50 % zijn benut. |
(9) |
De maatregelen waarin wordt voorzien in deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het textielcomité dat is opgericht krachtens artikel 25 van Verordening (EG) nr. 517/94, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Deze verordening beoogt regels vast te stellen voor het beheer van kwantitatieve contingenten voor de invoer van bepaalde textielproducten, genoemd in de bijlagen III B en IV bij Verordening (EG) nr. 517/94, voor 2005.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde contingenten worden toegewezen in chronologische volgorde van binnenkomst van de kennisgevingen van de lidstaten bij de Commissie. In deze kennisgevingen zijn de hoeveelheden aangegeven die de bedrijven hebben aangevraagd en die per bedrijf de in de bijlage I aangegeven maximumhoeveelheden niet mogen overschrijden.
De maximumhoeveelheden zijn echter niet van toepassing op bedrijven die, ten overstaan van de bevoegde nationale autoriteiten bij hun eerste aanvraag voor 2005, aan de hand van de hen in 2004 verleende invoervergunningen, kunnen aantonen, uit het betrokken derde land een grotere hoeveelheid van dezelfde categorie producten te hebben ingevoerd dan bovenbedoelde maximumhoeveelheid voor die categorie.
Voor die bedrijven kan de hoeveelheid die door de bevoegde autoriteiten kan worden toegestaan, binnen de grenzen van de beschikbare hoeveelheden, niet hoger zijn dan de in 2004 uit hetzelfde derde land ingevoerde hoeveelheid van dezelfde categorie.
Artikel 3
Een importeur die reeds 50 % van de hem op grond van deze verordening toegewezen hoeveelheid heeft benut, kan een nieuwe aanvraag indienen voor de invoer van producten van dezelfde categorie en uit hetzelfde land van oorsprong, voor de hoeveelheden die de in bijlage I genoemde maximumhoeveelheden niet overschrijden.
Artikel 4
1. De in bijlage II opgenomen bevoegde nationale autoriteiten kunnen de Commissie in kennis stellen van de hoeveelheden waarvoor aanvragen voor invoervergunningen worden ingediend, met ingang van 4 januari 2005, 10.00 uur.
Met de in het eerste lid vastgestelde tijd wordt plaatselijke tijd in Brussel bedoeld.
2. De bevoegde nationale autoriteiten geven de invoervergunningen niet af dan nadat zij van de Commissie hebben vernomen dat hoeveelheden voor invoer beschikbaar zijn, overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 517/94.
Zij geven de invoervergunningen slechts af indien het betrokken bedrijf
a) |
het bestaan kan aantonen van een contract voor de levering van de goederen, en |
b) |
schriftelijk verklaart, voor de betrokken categorie en het betrokken land:
|
3. De invoervergunningen zijn vanaf de datum van afgifte negen maanden geldig, echter uiterlijk tot en met 31 december 2005.
De bevoegde nationale autoriteiten kunnen echter, op verzoek van de betrokken importeur, de geldigheidsduur van een vergunning verlengen met drie maanden, indien de vergunning op het moment van de aanvraag voor verlenging voor ten minste 50 % was benut. Een dergelijke verlenging verstrijkt in geen geval na 31 maart 2006.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Peter MANDELSON
Lid van de Commissie
(1) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1887/2004 (PB L 326 van 29.10.2004, blz. 25).
(2) PB L 342 van 30.12.2003, blz. 13.
BIJLAGE I
Maximumhoeveelheden bedoeld in de artikelen 2 en 3
Land |
Categorie |
Eenheid |
Maximumhoeveelheid |
Noord-Korea |
1 |
kilogram |
10 000 |
2 |
kilogram |
10 000 |
|
3 |
kilogram |
10 000 |
|
4 |
stuks |
10 000 |
|
5 |
stuks |
10 000 |
|
6 |
stuks |
10 000 |
|
7 |
stuks |
10 000 |
|
8 |
stuks |
10 000 |
|
9 |
kilogram |
10 000 |
|
12 |
paar |
10 000 |
|
13 |
stuks |
10 000 |
|
14 |
stuks |
10 000 |
|
15 |
stuks |
10 000 |
|
16 |
stuks |
10 000 |
|
17 |
stuks |
10 000 |
|
18 |
kilogram |
10 000 |
|
19 |
stuks |
10 000 |
|
20 |
kilogram |
10 000 |
|
21 |
stuks |
10 000 |
|
24 |
stuks |
10 000 |
|
26 |
stuks |
10 000 |
|
27 |
stuks |
10 000 |
|
28 |
stuks |
10 000 |
|
29 |
stuks |
10 000 |
|
31 |
stuks |
10 000 |
|
36 |
kilogram |
10 000 |
|
37 |
kilogram |
10 000 |
|
39 |
kilogram |
10 000 |
|
59 |
kilogram |
10 000 |
|
61 |
kilogram |
10 000 |
|
68 |
kilogram |
10 000 |
|
69 |
stuks |
10 000 |
|
70 |
stuks |
10 000 |
|
73 |
stuks |
10 000 |
|
74 |
stuks |
10 000 |
|
75 |
stuks |
10 000 |
|
76 |
kilogram |
10 000 |
|
77 |
kilogram |
5 000 |
|
78 |
kilogram |
5 000 |
|
83 |
kilogram |
10 000 |
|
87 |
kilogram |
10 000 |
|
109 |
kilogram |
10 000 |
|
117 |
kilogram |
10 000 |
|
118 |
kilogram |
10 000 |
|
142 |
kilogram |
10 000 |
|
151A |
kilogram |
10 000 |
|
151B |
kilogram |
10 000 |
|
161 |
kilogram |
10 000 |
|
Servië en Montenegro (1) |
1 |
kilogram |
20 000 |
2 |
kilogram |
20 000 |
|
2a |
kilogram |
10 000 |
|
3 |
kilogram |
10 000 |
|
5 |
stuks |
10 000 |
|
6 |
stuks |
10 000 |
|
7 |
stuks |
10 000 |
|
8 |
stuks |
10 000 |
|
9 |
kilogram |
10 000 |
|
15 |
stuks |
10 000 |
|
16 |
stuks |
10 000 |
|
67 |
kilogram |
10 000 |
(1) Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.
BIJLAGE II
Lijst van bureaus die vergunningen afgeven als bedoeld in artikel 4
|
|
|
|||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
|
|
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/26 |
VERORDENING (EG) Nr. 2172/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 417/2002 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 417/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 18 februari 2002 betreffende het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen (1), en met name op artikel 11,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 417/2002 is gebaseerd op de definities en normen die in detail zijn uiteengezet in bijlage I bij het internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (hierna het „Marpol-Verdrag” genoemd). |
(2) |
Op 4 december 2003 heeft het comité voor de bescherming van het mariene milieu (MEPC) van de Internationale Maritieme Organisatie een aantal wijzigingen van bijlage I bij het Marpol-Verdrag goedgekeurd. Deze wijzigingen worden van kracht op 5 april 2005. |
(3) |
De verwijzingen naar bijlage I van het Marpol-Verdrag in Verordening (EG) nr. 417/2002 moeten in overeenstemming worden gebracht met deze wijzigingen. |
(4) |
De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het standpunt van het Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 417/2002 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In artikel 6 wordt de verwijzing naar „MEPC-resolutie 94(46) van 27 april 2001” vervangen door een verwijzing naar „MEPC-resolutie 94(46) van 27 april 2001, zoals gewijzigd bij MEPC-resoluties 99(48) van 11 oktober 2002 en 112(50) van 4 december 2003”. |
3) |
In artikel 11 wordt de verwijzing naar „Resoluties 94(46) en 95(46) van de MEPC” vervangen door een verwijzing naar „MEPC-resolutie 111(50) en MEPC-resolutie 94(46), zoals gewijzigd bij MEPC-resoluties 99(48) en 112(50)”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Jacques BARROT
Vice-voorzitter
(1) PB L 64 van 7.3.2002, blz.1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1726/2003 (PB L 249 van 1.10.2003, blz. 1).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/28 |
VERORDENING (EG) Nr. 2173/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector varkensvlees
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), en met name op artikel 13, lid 3, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In de zin van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 kan het verschil tussen de prijs van de producten, bedoeld in artikel 1, lid 1, van de genoemde verordening, op de wereldmarkt en in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer. |
(2) |
Voor de toepassing van deze regelsen en criteria op de huidige marktsituatie in de sector varkensvlees wordt de restitutie als volgt vastgesteld. |
(3) |
Het is dienstig voor de producten van GN-code 0210 19 81 de restitutie vast te stellen op een bedrag dat enerzijds rekening houdt met de kwaliteitskenmerken van de onder deze code vallende producten en anderzijds met de te verwachten ontwikkeling van de productiekosten op de wereldmarkt. Het is evenwel dienstig voor bepaalde specifiek Italiaanse producten van GN-code 0210 19 81 de handhaving van de deelname van de Gemeenschap in de internationale handel te verzekeren. |
(4) |
Op grond van de mededingingsvoorwaarden in bepaalde derde landen, die traditioneel de belangrijkste invoerlanden zijn van de producten van de GN-codes 1601 00 en 1602, is het dienstig voor deze producten een bedrag vast te stellen dat rekening houdt met deze voorwaarden. Het is evenwel dienstig ervoor te zorgen dat de restitutie slechts wordt toegekend op het nettogewicht van eetbare stoffen, met uitzondering van het gewicht van beenderen, welke eventueel in deze bereidingen voorkomen. |
(5) |
Krachtens artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 kunnen de situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten het noodzakelijk maken dat voor de producten als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 naar gelang van hun bestemming een verschillend restitutiebedrag wordt vastgesteld. |
(6) |
Bij de vaststelling van de restituties moet rekening worden gehouden met de wijzigingen in de restitutienomenclatuur die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (2). |
(7) |
Het is wenselijk de toekenning van de restituties te beperken tot de producten die binnen de Gemeenschap vrij in het verkeer kunnen worden gebracht. Derhalve dient te worden bepaald dat de producten, om voor een restitutie in aanmerking te kunnen komen, moeten zijn voorzien van het keurmerk zoals voorgeschreven bij respectievelijk Richtlijn 64/433/EEG van de Raad (3), Richtlijn 94/65/EG van de Raad (4) en Richtlijn 77/99/EEG van de Raad (5). |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De lijst van de producten waarvoor bij de uitvoer de restitutie wordt verleend als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2759/75, alsmede de bedragen van deze restitutie, worden vastgesteld in de bijlage.
De producten moeten voldoen aan de respectieve voorschriften inzake het aanbrengen van het keurmerk zoals vastgesteld in:
— |
bijlage I, hoofdstuk XI, bij Richtlijn 64/433/EEG, |
— |
bijlage I, hoofdstuk VI, bij Richtlijn 94/65/EG, |
— |
bijlage B, hoofdstuk VI, bij Richtlijn 77/99/EEG. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 20 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1365/2000 (PB L 156 van 29.6.2000, blz. 5).
(2) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2180/2003 (PB L 335 van 22.12.2003, blz. 1).
(3) PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/23/EG (PB L 243 van 11.10.1995, blz. 7).
(4) PB L 368 van 31.12.1994, blz. 10.
(5) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/76/EG (PB L 10 van 16.1.1998, blz. 25).
BIJLAGE
Bij de verordening van de Commissie van 17 december 2004 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector varkensvlees
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Restitutiebedrag |
||
0210 11 31 9110 |
P08 |
EUR/100 kg |
59,50 |
||
0210 11 31 9910 |
P08 |
EUR/100 kg |
59,50 |
||
0210 19 81 9100 |
P08 |
EUR/100 kg |
59,50 |
||
0210 19 81 9300 |
P08 |
EUR/100 kg |
59,50 |
||
1601 00 91 9120 |
P08 |
EUR/100 kg |
21,50 |
||
1601 00 99 9110 |
P08 |
EUR/100 kg |
16,50 |
||
1602 41 10 9110 |
P08 |
EUR/100 kg |
32,00 |
||
1602 41 10 9130 |
P08 |
EUR/100 kg |
19,00 |
||
1602 42 10 9110 |
P08 |
EUR/100 kg |
25,00 |
||
1602 42 10 9130 |
P08 |
EUR/100 kg |
19,00 |
||
1602 49 19 9130 |
P08 |
EUR/100 kg |
19,00 |
||
NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 27.3.2002, blz. 1) zoals gewijzigd. De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:
|
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/31 |
VERORDENING (EG) Nr. 2174/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 154e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(2) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 154e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de minimumverkoopprijzen voor boter uit interventievoorraden alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 17 december 2004 tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 154e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
(EUR/100 kg) |
||||||
Formule |
A |
B |
||||
Verwerkingsmethode |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
||
Minimumverkoopprijs |
Boter ≥ 82 % |
In ongewijzigde staat |
211,1 |
214,25 |
— |
215,1 |
Concentraat |
208,5 |
— |
— |
— |
||
Verwerkingszekerheid |
In ongewijzigde staat |
73 |
73 |
— |
73 |
|
Concentraat |
73 |
— |
— |
— |
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/33 |
VERORDENING (EG) Nr. 2175/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 154e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(2) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 154e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de maximumbedragen van de steun alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 17 december 2004 tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 154e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
(EUR/100 kg) |
|||||
Formule |
A |
B |
|||
Verwerkingsmethode |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
|
Maximumbedrag van de steun |
Boter ≥ 82 % |
58 |
54 |
58 |
54 |
Boter < 82 % |
56 |
52 |
— |
— |
|
Boterconcentraat |
69 |
65 |
69 |
65 |
|
Room |
|
|
26 |
23 |
|
Verwerkingszekerheid |
Boter |
64 |
— |
64 |
— |
Boterconcentraat |
76 |
— |
76 |
— |
|
Room |
— |
— |
29 |
— |
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/35 |
VERORDENING (EG) Nr. 2176/2004 VAN DE COMMISSIE
17 december 2004
betreffende de 73e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2799/1999 bedoelde permanente verkoop bij inschrijving
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 26 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en magere melkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd magere melkpoeder (2), houden de interventiebureaus voor bepaalde in hun bezit zijnde hoeveelheden magere melkpoeder een permanente verkoop bij inschrijving. |
(2) |
Volgens de voorwaarden van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 wordt, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen voor iedere bijzondere inschrijving, een minimumverkoopprijs vastgesteld of wordt besloten de verkoop bij inschrijving geen doorgang te laten vinden. |
(3) |
Het onderzoek van de offertes heeft er toe geleid geen gevolg te geven aan de inschrijving. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 73e bijzondere inschrijving in het kader van Verordening (EG) nr. 2799/1999, waarvoor de termijn voor indiening van de offertes is afgelopen op 14 december 2004, wordt geen gevolg gegeven aan de inschrijving.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1839/2004 (PB L 322 van 23.10.2004, blz. 4).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/36 |
VERORDENING (EG) Nr. 2177/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor boter voor de 10e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2771/1999
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10, onder c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (2) hebben interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter die in hun bezit zijn, te koop aangeboden door middel van een permanente openbare inschrijving. |
(2) |
Krachtens artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2771/1999 wordt op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen biedingen een minimumverkoopprijs vastgesteld of besloten geen boter toe te wijzen. |
(3) |
Gezien de ontvangen biedingen, dient een minimumverkoopprijs te worden vastgesteld. |
(4) |
Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 10e bijzondere inschrijving op grond van Verordening (EG) nr. 2771/1999, waarvoor de termijn voor het indienen van biedingen is verstreken op 14 december 2004, wordt de minimumverkoopprijs voor boter vastgesteld op 270 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1932/2004 (PB L 333 van 9.11.2004, blz. 4).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/37 |
VERORDENING (EG) Nr. 2178/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de 9e deelinschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 214/2001
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10, onder c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 214/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder (2) hebben interventiebureaus bepaalde hoeveelheden mageremelkpoeder die in hun bezit zijn, te koop aangeboden door middel van een permanente openbare inschrijving. |
(2) |
Krachtens artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 214/2001 wordt op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen biedingen een minimumverkoopprijs vastgesteld of besloten geen mageremelkpoeder toe te wijzen. |
(3) |
Gezien de ontvangen biedingen, dient een minimumverkoopprijs te worden vastgesteld. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 9e deelinschrijving op grond van Verordening (EG) nr. 214/2001, waarvoor de termijn voor het indienen van biedingen is verstreken op 14 december 2004, wordt de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder vastgesteld op 204,00 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 37 van 7.2.2001, blz. 100. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1675/2004 (PB L 300 van 25.9.2004, blz. 12).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/38 |
VERORDENING (EG) Nr. 2179/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 326e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 429/90 van de Commissie van 20 februari 1990 betreffende de toekenning, via openbare inschrijving, van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap (2), houden de interventiebureaus een permanente verkoop bij inschrijving voor de toekenning van steun voor boterconcentraat. In artikel 6 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, voor boterconcentraat met een botervetgehalte van ten minste 96 % een maximumbedrag voor de steun wordt vastgesteld of wordt besloten om aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bestemmingszekerheid moet dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(2) |
Het verdient aanbeveling, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen, het maximumbedrag van de steun op de hiernavolgende hoogte vast te stellen en dienovereenkomstig de bestemmingszekerheid te bepalen. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 326e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90, worden de maximumbedrag en de bestemmingszekerheid als volgt vastgesteld:
|
69 EUR/100 kg, |
||
|
76 EUR/100 kg. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 45 van 21.2.1990, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 van de Commissie (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/39 |
VERORDENING (EG) Nr. 2180/2004 VAN DE COMMISSIE
van 17 december 2004
tot wijziging van de vanaf 18 december 2004 geldende invoerrechten in de sector granen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De invoerrechten in de sector granen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2142/2004 van de Commissie (3). |
(2) |
In artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1249/96 is bepaald dat, indien in de loop van een toepassingsperiode het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR per ton verschilt van het vastgestelde recht, een overeenkomstige aanpassing wordt uitgevoerd. Dit verschil heeft zich voorgedaan. De in Verordening (EG) nr. 2142/2004 vastgestelde invoerrechten moeten derhalve worden aangepast, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen I en II bij de Verordening (EG) nr. 2142/2004 worden vervangen door de bijlagen I en II bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 18 december 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 december 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 270 van 29.9.2003, blz. 78.
(2) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).
(3) PB L 369 van 16.12.2004, blz. 55.
BIJLAGE I
Vanaf 18 december 2004 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten
GN-code |
Omschrijving |
Invoerrecht (1) (in EUR/ton) |
1001 10 00 |
Harde tarwe van hoge kwaliteit |
0,00 |
van gemiddelde kwaliteit |
0,00 |
|
van lage kwaliteit |
0,00 |
|
1001 90 91 |
Zachte tarwe, zaaigoed |
0,00 |
ex 1001 90 99 |
Zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan voor zaaidoeleinden |
0,00 |
1002 00 00 |
Rogge |
47,57 |
1005 10 90 |
Maïs, zaaigoed, andere dan hybriden |
52,37 |
1005 90 00 |
Maïs, andere dan zaaigoed (2) |
52,37 |
1007 00 90 |
Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden |
47,57 |
(1) Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd (artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96) komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:
— |
3 EUR/t, als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, of |
— |
2 EUR/t, als de loshaven in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Estland, Letland, Litouen, Polen, Finland, Zweden of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt. |
(2) De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t, als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
BIJLAGE II
Berekeningselementen
periode van 15.12.2004-16.12.2004
1) |
Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:
|
2) |
Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96: Vrachttarieven/kosten: Golf van Mexico–Rotterdam: 32,77 EUR/t; Grote Meren–Rotterdam: 46,26 EUR/t. |
3) |
|
(1) Een korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(2) Een korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(3) Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(4) Fob Duluth.
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/42 |
VERORDENING (EG) Nr. 2181/2004 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 16 december 2004
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen en Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen
(ECB/2004/21)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), inzonderheid op artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) van de Europese Centrale Bank van 22 november 2001 met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen (2) vereist dat monetaire financiële instellingen (MFI’s) onder meer maandelijkse statistische gegevens rapporteren inzake hun balans per maandultimo met het oog op de productie van de geconsolideerde balans van de MFI-sector. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) stipuleert dat de bedrijfseconomische regels die voor deze rapportage toegepast dienen te worden, zijn vastgelegd in de nationale implementaties van Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (3) en in andere van toepassing zijnde internationale normen. Zowel nationale wetgeving inzake bedrijfseconomische regels, alsook internationale normen zijn gewijzigd sedert de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13). Richtlijn 86/635/EEG is zodanig gewijzigd dat bepaalde financiële instrumenten tegen hun reële waarde in het economische verkeer gewaardeerd kunnen worden. Internationale standaarden voor jaarrekeningen kunnen eveneens waardering van bepaalde financiële instrumenten tegen hun reële waarde in het economische verkeer stipuleren. |
(3) |
Met het oog op de statistische gegevens die de Europese Centrale Bank (ECB) voor de vervulling van haar taken benodigt, dient rapportage van depositoverplichtingen en leningen tegen hun nominale waarde te geschieden. |
(4) |
Gezien het bovenstaande is het noodzakelijk geworden Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) te wijzigen, teneinde daarin expliciet voor te schrijven dat rapportage van depositoverplichtingen en leningen tegen hun nominale waarde dient te geschieden. |
(5) |
Gezien de huidige stand van zaken in het statistische harmonisatieproces als resultante van Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13), is het tevens wenselijk de toepassing van de tot nu toe vigerende waarderingsregels betreffende leningen waarvoor voorzieningen getroffen zijn, en overgenomen leningen te continueren. Derhalve mogen nationale centrale banken de toepassing van vigerende waarderingsregels op dergelijke leningen toestaan totdat de ECB deze regels bijwerkt, teneinde rapportage verder te harmoniseren. |
(6) |
Dat sommige MFI’s mogelijkerwijze uitgegeven schuldbewijzen waarderen tegen de reële waarde in het economische verkeer, noopt tot verduidelijking van de reikwijdte van de rapportage van de „overige herwaarderingsaanpassingen” ten aanzien van prijsherwaarderingen van effecten. |
(7) |
Uit het bovenstaande volgt dat Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) van de Europese Centrale Bank van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen (4) eveneens zou moeten worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage I wordt overeenkomstig bijlage I bij deze verordening gewijzigd.
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage II wordt overeenkomstig bijlage II bij deze verordening gewijzigd.
Artikel 3
Deze verordening treedt op 1 januari 2005 in werking.
Gedaan te Frankfurt am Main, 16 december 2004.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.
(2) PB L 333 van 17.12.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1746/2003 (ECB/2003/10) (PB L 250 van 2.10.2003, blz. 17).
(3) PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16).
(4) PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24.
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13) wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Deel 1, sectie II, wordt als volgt vervangen: „II. Bedrijfseconomische regels Tenzij deze verordening iets anders bepaalt, zijn de bedrijfseconomische regels die door MFI’s toegepast worden ten behoeve van rapportage uit hoofde van deze verordening, de regels die zijn vastgelegd in de nationale implementaties van Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (1) en andere van toepassing zijnde internationale normen. Onverminderd de heersende administratieve praktijken en salderingsregelingen in lidstaten, worden alle financiële activa en passiva voor statistische doeleinden gerapporteerd op brutobasis.”. |
2. |
Aan deel 1, sectie III, worden de volgende paragrafen toegevoegd: „Statistische waardering van depositoverplichtingen en leningen
|
3. |
Aan deel 1, sectie IV, wordt de volgende paragraaf 10 toegevoegd: „Statistische waardering van depositoverplichtingen en leningen
|
4. |
Paragraaf 11 van deel 1, sectie V, wordt als volgt vervangen:
|
5. |
Paragraaf 12 van deel 1, sectie V, wordt als volgt vervangen:
|
6. |
De tabel „Gedetailleerde beschrijving van de categorieën instrumenten die voorkomen op de geaggregeerde balans op maandbasis van de MFI-sector” in deel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
BIJLAGE II
Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) wordt als volgt gewijzigd:
Paragraaf 42 van deel 4, sectie XIII, wordt als volgt vervangen:
„42. |
Tenzij in de hiernavolgende paragrafen iets anders wordt vermeld, zijn de uitsplitsing naar instrument voor MFI-rentetarieven en de definities van de verschillende soorten instrumenten overeenkomstig de categorieën activa en passiva zoals uiteengezet in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2423/2001 (ECB/2001/13).”. |
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Raad
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/46 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 6 december 2004
houdende benoeming van twee Luxemburgse leden en van vier Luxemburgse plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's
(2004/865/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 263,
Gezien de voordracht van de Luxemburgse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 22 januari 2002 heeft de Raad Besluit 2002/60/EG (1) aangenomen houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's. |
(2) |
In het Comité van de Regio’s zijn twee zetels van leden vrijgekomen door het aftreden van de heer Jean ASSELBORN, waarvan de Raad op 21 september 2004 in kennis is gesteld, en van mevrouw Lydia MUTSCH, waarvan de Raad op 18 oktober 2004 in kennis is gesteld; tevens zijn in het Comité van de Regio’s vier zetels van plaatsvervangende leden vrijgekomen door het aftreden van de heren Romain SCHNEIDER, Jean Marie HALSDORF, John LIBER en Lucien LUX, waarvan de Raad op 18 oktober 2004 in kennis is gesteld, |
BESLUIT:
Enig artikel
In het Comité van de Regio's worden de volgende personen benoemd:
a) |
als leden:
|
b) |
als plaatsvervangers:
|
voor de verdere duur van de ambtstermijn, dit wil zeggen tot en met 25 januari 2006.
Gedaan te Brussel, 6 december 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
H. HOOGERVORST
(1) PB L 24 van 26.1.2002, blz. 38.
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/47 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 13 december 2004
waarbij Oostenrijk wordt gemachtigd af te wijken van artikel 17 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting
(2004/866/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), inzonderheid op artikel 27, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij brief aan de Commissie, waarvan het secretariaat-generaal op 12 december 2003 de ontvangst heeft geregistreerd, hebben de Oostenrijkse autoriteiten verzocht een maatregel te mogen toepassen in afwijking van artikel 17 van Richtlijn 77/388/EEG. |
(2) |
De andere lidstaten zijn op 26 maart 2004 van dit verzoek in kennis gesteld. |
(3) |
De afwijkende maatregel heeft betrekking op de totale uitsluiting van het recht op aftrek van de BTW op de uitgaven voor goederen en diensten die voor meer dan 90 % van het totale gebruik voor de privé-behoeften van de belastingschuldige of diens werknemers, of meer in het algemeen voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Deze afwijking van artikel 17 wordt gerechtvaardigd door de noodzaak de BTW-heffing te vereenvoudigen. |
(4) |
De geldigheidsduur van onderhavige machtiging dient tot en met 31 december 2009 te worden beperkt. Op deze manier kan worden beoordeeld of de derogatiemaatregel al dan niet moet worden gehandhaafd, rekening houdend met de door Oostenrijk in deze periode opgedane ervaring. |
(5) |
Deze derogatiemaatregel heeft geen invloed op de eigen BTW-middelen van de Gemeenschappen, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In afwijking van artikel 17, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG wordt Oostenrijk gemachtigd de BTW op uitgaven voor goederen en diensten van het recht op aftrek uit te sluiten, wanneer deze goederen en diensten voor meer dan 90 % van het totale gebruik voor privé-doeleinden van de belastingplichtige of diens werknemers worden gebruikt of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 december 2009.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Republiek Oostenrijk.
Gedaan te Brussel, op 13 december 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
B. R. BOT
(1) PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/48 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 13 december 2004
tot wijziging van Beschikking 2002/463/EG tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma)
(2004/867/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 66,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het voornaamste doel van Beschikking 2002/463/EG (3) is de administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie te bevorderen. |
(2) |
De Commissie heeft in haar mededeling aan het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 ten behoeve van de Europese Raad van Thessaloniki betreffende de ontwikkeling van een gemeenschappelijk beleid inzake illegale immigratie, mensensmokkel en mensenhandel, buitengrenzen en de terugkeer van illegaal verblijvende personen, de mogelijkheid geopperd om het ARGO-programma te herzien door financiële steun te verstrekken aan nationale projecten op het gebied van de buitengrenzen voor het verhelpen van specifieke structurele zwaktes op strategische grenspunten, die in overleg met de lidstaten zouden kunnen worden vastgesteld op basis van objectieve criteria. |
(3) |
De Europese Raad van Thessaloniki verzocht de Commissie om na te gaan of middelen uit rubriek 3 van de financiële vooruitzichten kunnen worden aangewend om in de periode 2004-2006 de meest dringende structurele noden op dit gebied te lenigen en om tot een ruimere definitie van solidariteit te komen, waaronder onder andere ook de communautaire steun bij het beheer van de buitengrenzen zou vallen. |
(4) |
De begrotingsautoriteit (4) heeft de kredieten voor het ARGO-programma voor 2004 aanzienlijk verhoogd met het oog op een beter beheer van de buitengrenzen. |
(5) |
Om de algemene doelstellingen van het ARGO-programma te verwezenlijken dienen meer acties op het gebied van de buitengrenzen te worden voorgesteld en nieuwe soorten acties te worden overwogen. |
(6) |
Teneinde het programma toegankelijker te maken voor de nationale administraties, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben acties voor te stellen waaraan niet noodzakelijk andere lidstaten deelnemen, maar die overeenkomstig Beschikking 2002/463/EG aan de verwezenlijking van de algemene doelstellingen bijdragen en de activiteiten op het gebied van de buitengrenzen ondersteunen. |
(7) |
Er dient een indicatief maximum te worden vastgesteld voor de beschikbare kredieten die voor acties door één lidstaat worden gereserveerd. |
(8) |
De bepalingen van Beschikking 2002/463/EG die betrekking hebben op de raadpleging van het ARGO-comité moeten in overeenstemming worden gebracht met het nieuwe Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie (5). |
(9) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt dat land niet deel aan de aanneming van deze beschikking, die derhalve niet bindend is voor en niet van toepassing is op Denemarken. |
(10) |
Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft het Verenigd Koninkrijk meegedeeld dat het wenst deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze beschikking. |
(11) |
Overeenkomstig artikel 1 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Ierland niet deel aan de aanneming van deze beschikking. Dientengevolge, en onverminderd artikel 4 van voornoemd protocol, zijn de bepalingen van deze beschikking niet van toepassing op Ierland. |
(12) |
Beschikking 2002/463/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2002/463/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 10 wordt het volgende lid ingevoegd: „1 bis De in artikel 8 bedoelde acties die door de nationale overheidsdienst van een lidstaat worden voorgesteld en de uitvoering behelzen van acties op één van de in artikel 4 vermelde beleidsterreinen, komen voor medefinanciering uit hoofde van het ARGO-programma in aanmerking, mits zij:
|
2) |
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing met ingang van de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
Gedaan te Brussel, 13 december 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
B. R. BOT
(1) Advies van 17 november 2004 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
(2) Advies van 27 oktober 2004 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).
(3) PB L 161 van 19.6.2002, blz. 11.
(4) Algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 (PB L 53 van 23.2.2004).
Commissie
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/50 |
BESLUIT Nr. 29/2004 VAN DE GEMENGDE COMMISSIE DIE IS INGESTELD BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE WEDERZIJDSE ERKENNING TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
van 5 november 2004
tot opneming van een overeenstemmingsbeoordelingsorgaan in de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit
(2004/868/EG)
DE GEMENGDE COMMISSIE,
Gelet op de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, en met name op de artikelen 7 en 14,
BESLUIT:
1) |
Het in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorgaan wordt toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen die in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit is opgenomen in de kolom „toegang van de EG tot de markt van de VS”. |
2) |
De specifieke bevoegdheden, wat de producten en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures betreft, van het in aanhangsel A vermelde overeenstemmingsbeoordelingsorgaan zijn door de partijen overeengekomen en zullen door hen worden gehandhaafd. |
Dit besluit, opgemaakt in twee exemplaren, wordt ondertekend door vertegenwoordigers van de Gemengde Commissie die gemachtigd zijn de overeenkomst namens de partijen te wijzigen. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop de laatste van deze handtekeningen is aangebracht.
Ondertekend te Washington DC, 25 oktober 2004.
Namens de Verenigde Staten van Amerika
James C. SANFORD
Ondertekend te Brussel, 5 november 2004.
Namens de Europese Gemeenschap
Joanna KIOUSSI
AANHANGSEL A
Het hierna vermelde EG-overeenstemmingsbeoordelingsorgaan wordt toegevoegd aan de lijst van overeenstemmingsbeoordelingsorganen in afdeling V van de sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit in de kolom „toegang van de EG tot de markt van de VS”
D.A.R.E. Consultancy BV |
Vijzelmolenlaan 7 |
3447 GX Woerden |
Nederland |
Tel. (31) 348 430 979 |
Fax (31) 348 430 645 |
Rectificaties
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 371/52 |
Retificatie van Verordening (EG) nr. 2129/2004 van de Commissie van 14 december 2004 tot vaststelling van de representatieve prijzen in de sectoren slachtpluimvee en eieren, alsmede van ovoalbumine, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1484/95
( Publicatieblad van de Europese Unie L 368 van 15 december 2004 )
Op bladzijde 21, in de tabel bij de bijlage, kolom 5, „Oorsprong”, in de laatste regel:
in plaats van:
„02”,
te lezen:
„03”.