ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 352

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
27 november 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG, Euratom) nr. 2028/2004 van de Raad van 16 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

1

 

 

Verordening (EG) nr. 2029/2004 van de Commissie van 26 november 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

8

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

2004/800/EG:Beschikking van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de staatssteunregeling die Italië ten uitvoer heeft gelegd betreffende spoedmaatregelen inzake werkgelegenheid (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 930)  ( 1 )

10

 

*

2004/801/EG:Besluit nr. 801/2004 van het Gemengd Comité EG-Zwitserland van 28 april 2004 tot wijziging van Protocol 3 bij de Overeenkomst betreffende de definitie van het begrip producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking

17

Protocol 3 betreffende de definitie van het begrip producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking

18

 

*

2004/802/EG:Besluit nr. 1/2004 van het Gemengd Comité EU-Zwitserland van 30 april 2004 inzake het vrije verkeer van personen tot wijziging van bijlage III (wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties) bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds

129

 

 

 

*

1 november 2004 — EUR-Lex: nieuwe versie!(Zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

27.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/1


VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 2028/2004 VAN DE RAAD

van 16 november 2004

tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 279, lid 2,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 183,

Gelet op Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van de Rekenkamer (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Raad van Berlijn van maart 1999 heeft een aantal conclusies getrokken over het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen die hebben geleid tot de goedkeuring van Besluit 2000/597/EG, Euratom.

(2)

Op grond van artikel 2, lid 3, en artikel 10, lid 2, onder c), van Besluit 2000/597/EG, Euratom moet het percentage dat de lidstaten als inningskosten inhouden, worden vastgesteld op 25 % van de in artikel 2, lid 1, onder a) en b), van dat besluit bedoelde bedragen die na 31 december 2000 worden vastgesteld, met uitzondering van de bedragen die overeenkomstig de geldende communautaire voorschriften vóór 28 februari 2001 ter beschikking van de Gemeenschappen dienden te zijn gesteld, waarop het inhoudingspercentage van 10 % van toepassing is.

(3)

De Europese Raad van Berlijn heeft besloten dat bij de verdeling van de financiële last van de correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk over de andere lidstaten het aandeel van Duitsland, Oostenrijk, Nederland en Zweden zal worden aangepast om hun financiële bijdrage tot een vierde van hun normale aandeel te beperken.

(4)

Overeenkomstig het Verdrag van Amsterdam en de aan dit Verdrag gehechte Protocollen 4 en 5 behoeven Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet deel te nemen aan maatregelen in het kader van titel IV van het EG-Verdrag en zijn zij dus niet verplicht de financiële gevolgen hiervan te dragen, behalve de administratieve uitgaven. Zij komen dan ook in aanmerking voor een aanpassing van de afgedragen eigen middelen voor elke maatregel waaraan zij niet deelnemen.

(5)

Met het oog op de gelijke behandeling van de lidstaten wat betreft de verplichting om achterstandsrente te betalen bij te late boeking van eigen middelen en aangezien de vaststelling van de toe te passen rentevoeten momenteel gepaard gaat met moeilijkheden die in de praktijk leiden tot moeilijk te rechtvaardigen verschillen tussen de door de aan de Economische en Monetaire Unie deelnemende lidstaten medegedeelde rentevoeten, moet de referentierente voor deze staten worden gelijkgetrokken, en wel door de rentevoet te gebruiken die door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties wordt toegepast; deze rentevoet is vergelijkbaar met de rentevoet die voor de lidstaten buiten de Eurozone als referentierente wordt voorgesteld.

(6)

Het in 1989 ingevoerde systeem van een dubbele boekhouding had als doel een onderscheid te maken ten aanzien van de daadwerkelijke inning van de rechten. Dit systeem heeft zijn doelstellingen slechts ten dele bereikt wat betreft de regeling voor de kwijting van de specifieke boekhouding. Bij controles van de Europese Rekenkamer en de Commissie is namelijk een aantal steeds terugkerende anomalieën bij het bijhouden van de specifieke boekhouding aan het licht gekomen waardoor deze boekhouding geen waarheidsgetrouw beeld geeft van de situatie op het gebied van de invordering. De bedragen waarvan de inning na afloop van een bepaalde periode onzeker blijkt en die bij handhaving een verkeerd beeld geven van het saldo, moeten uit de specifieke boekhouding worden afgeboekt. Aldus worden de lidstaten met het oog op de kosteneffectiviteit tevens bevrijd van de administratieve kosten voor de follow-up van dergelijke bedragen.

(7)

De Commissie dient in nauwe samenwerking met de lidstaten te handelen. Meer in het bijzonder dient zij over de mogelijkheid te beschikken haar opmerkingen aan de betrokken lidstaat te doen toekomen.

(8)

Aangezien er een tijdelijke oplossing moet worden gevonden voor bepaalde administratieve problemen, is het wenselijk te voorzien in enkele overgangsregelingen.

(9)

Op verzoek van de Rekenkamer en om ervoor te zorgen dat de specifieke boekhouding een realistischer beeld geeft van de begrotingssituatie, moeten de lidstaten samen met het laatste kwartaaloverzicht van elk begrotingsjaar een raming van het totaalbedrag van de rechten die aan het eind van het betrokken begrotingsjaar in de specifieke boekhouding zijn opgenomen en waarvan de inning onzeker is, aan de Commissie toezenden.

(10)

Krachtens artikel 2, lid 7, van Besluit 2000/597/EG, Euratom wordt voor de toepassing van dat besluit onder BNP verstaan: BNI voor het betrokken jaar tegen marktprijzen (BNI), zoals bepaald door de Commissie krachtens het ESR 95, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (4). Daarnaast zijn in Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (5) voorschriften vastgelegd voor de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen.

(11)

Overeenkomstig Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad stelt de Commissie vóór 1 januari 2006 een algemeen onderzoek in betreffende het stelsel van eigen middelen. Nieuwe voorstellen van de Commissie op basis van dit onderzoek dienen bijzondere aandacht te schenken aan artikel 2, lid 3, en de artikelen 4 en 5 van dat besluit.

(12)

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 (6) dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In de titel en in de artikelen 1, 2 en 5:

a)

wordt „Besluit 94/728/EG, Euratom” vervangen door „Besluit 2000/597/EG, Euratom”;

b)

wordt in artikel 1 aan de verwijzing naar Besluit 2000/597/EG, Euratom de volgende voetnoot toegevoegd: „(*) PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1.”.

2)

In artikel 6:

a)

wordt lid 3, onder c), vervangen door:

„c)

De BTW-middelen en de aanvullende middelen, met inachtneming van de gevolgen voor die middelen van de aan het Verenigd Koninkrijk toegestane correctie voor begrotingsonevenwichtigheden, worden evenwel in de onder a) genoemde boekhouding opgenomen:

op de eerste werkdag van elke maand, ten belope van één twaalfde zoals in artikel 10, lid 3, aangegeven;

jaarlijks, voor wat betreft de in artikel 10, leden 4 en 7, bedoelde saldi en de in artikel 10, leden 6 en 8, bedoelde aanpassingen, met uitzondering van de in artikel 10, lid 6, eerste streepje, bedoelde bijzondere aanpassingen, die op de eerste werkdag van de maand na die waarin tussen de betrokken lidstaat en de Commissie overeenstemming is bereikt in de boekhouding worden opgenomen.”;

b)

wordt aan het einde van lid 4, onder b), de volgende tekst toegevoegd:

„De lidstaten doen het laatste kwartaaloverzicht van elk begrotingsjaar vergezeld gaan van een raming van het totaalbedrag van de rechten die op 31 december van het betrokken begrotingsjaar in de specifieke boekhouding zijn opgenomen en waarvan de inning onzeker is.”.

3)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

Na 31 december van het derde jaar volgende op een bepaald begrotingsjaar wordt het totaalbedrag dat is opgenomen in de in artikel 6, lid 4, onder a), bedoelde maandoverzichten met betrekking tot dit begrotingsjaar niet meer gecorrigeerd, behoudens op punten waarvan vóór het verstrijken van deze termijn door de Commissie of de betrokken lidstaat kennis werd gegeven.”.

4)

In artikel 9:

a)

wordt na lid 1 het volgende lid ingevoegd:

„1 bis.   Als algemene regel op de dag van de boeking, doch uiterlijk binnen drie werkdagen, ontvangt de Commissie van de lidstaten of de door hen aangewezen organen op een passende wijze, bij voorkeur langs elektronische weg, een rekeningafschrift dat de boekingen van de eigen middelen vermeldt.”;

b)

wordt het huidige lid 2 vervangen door:

„2.   De geboekte bedragen worden overeenkomstig het Financieel Reglement (7), van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen en de uitvoeringsvoorschriften ervan, in euro in de boekhouding opgenomen.

5)

In artikel 10:

a)

wordt lid 1, eerste alinea, vervangen door:

„1.   Na aftrek van de inningskosten krachtens artikel 2, lid 3, en artikel 10, lid 2, onder c), van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (8), geschiedt de boeking van de eigen middelen, bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a) en b), van dat besluit, uiterlijk op de eerste werkdag na de 19e dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het recht overeenkomstig artikel 2 van deze verordening is vastgesteld.

b)

wordt lid 3, eerste en tweede alinea, vervangen door:

„3.   De BTW-middelen en de aanvullende middelen, met inachtneming van de gevolgen voor die middelen van de aan het Verenigd Koninkrijk toegestane correctie voor begrotingsonevenwichtigheden, met uitsluiting van de reserve met betrekking tot leningen en garanties van leningen en van de reserve voor noodhulp, worden op de eerste werkdag van elke maand geboekt voor één twaalfde van de uit dien hoofde uit de begroting voortvloeiende bedragen, omgerekend in nationale valuta's tegen de wisselkoersen van de laatste noteringsdag van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C.

Voor de specifieke behoeften van de betaling van de uitgaven van het EOGFL, afdeling Garantie, kunnen de lidstaten, uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 1765/92 en afhankelijk van de kassituatie van de Gemeenschap, door de Commissie worden verzocht de boeking van één twaalfde of van een deel van één twaalfde van de in de begroting uit hoofde van de BTW-middelen en/of de aanvullende middelen, met inachtneming van de gevolgen voor die middelen van de aan het Verenigd Koninkrijk toegestane correctie voor begrotingsonevenwichtigheden, opgenomen bedragen, met uitzondering van de eigen middelen die bestemd zijn voor de financiering van de reserve voor de garantie van leningen en voor de reserve voor noodhulp, in de loop van het eerste kwartaal van een begrotingsjaar met één of twee maanden te vervroegen.”;

c)

wordt lid 3, zesde alinea, vervangen door:

„De boeking in verband met de in artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom bedoelde monetaire EOGFL-reserve, de reserve met betrekking tot leningen en garanties van leningen en voor de reserve voor noodhulp, welke reserves bij Beschikking 94/729/EG (9) zijn ingesteld, geschiedt op de eerste werkdag van de maand die volgt op die waarin de betrokken uitgaven ten laste van de begroting zijn gebracht en tot het bedrag van deze uitgaven, indien de toerekening aan de begroting vóór de 16e van de maand heeft plaatsgevonden. In de andere gevallen geschiedt de boeking op de eerste werkdag van de tweede maand na de toerekening aan de begroting.

d)

wordt in lid 3, zevende alinea, „artikel 6 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (13), hierna „Financieel Reglement”” genoemd, vervangen door „artikel 8 van het Financieel Reglement”;

e)

wordt lid 3, negende, tiende, elfde en twaalfde alinea, vervangen door:

„Iedere wijziging van het uniforme percentage voor de BTW-middelen, van het percentage voor de aanvullende middelen en van de in de artikelen 4 en 5 van Besluit 2000/597/EG, Euratom bedoelde aan het Verenigd Koninkrijk toegestane correctie voor begrotingsonevenwichtigheden en de financiering daarvan, wordt gerechtvaardigd door de definitieve vaststelling van een gewijzigde begroting; de sedert het begin van het begrotingsjaar geboekte twaalfden worden dienovereenkomstig aangepast.

Deze aanpassingen geschieden bij de eerste boeking na de definitieve vaststelling van de gewijzigde begroting, indien deze vaststelling vóór de 16e van de maand plaatsvindt, en anders bij de tweede boeking na de voornoemde definitieve vaststelling. In afwijking van artikel 8 van het Financieel Reglement worden deze aanpassingen in de rekening van het begrotingsjaar van de hier bedoelde gewijzigde begroting verantwoord.

De twaalfden betreffende de boeking van de maand januari van elk begrotingsjaar worden berekend op basis van de in de ontwerp-begroting, zoals bedoeld in artikel 272, lid 3, van het EG-Verdrag en artikel 177, lid 3, van het EGA-Verdrag, opgenomen bedragen, en in nationale valuta's omgerekend tegen de wisselkoersen van de eerste noteringsdag na 15 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar; deze bedragen worden bij de boeking van de volgende maand geregulariseerd.

Wanneer de begroting vóór het begin van het begrotingsjaar niet definitief is vastgesteld, boeken de lidstaten op de eerste werkdag van elke maand, met inbegrip van de maand januari, één twaalfde van de in de laatste definitief vastgestelde begroting opgenomen BTW-middelen en de aanvullende middelen, met inachtneming van de gevolgen voor die middelen van de aan het Verenigd Koninkrijk toegestane correctie voor begrotingsonevenwichtigheden; de regularisatie geschiedt dan op de eerste vervaldag na de definitieve vaststelling van de begroting, indien deze vóór de 16e van de maand plaatsvindt, en anders op de tweede vervaldag na de definitieve vaststelling van de begroting.”;

f)

wordt lid 4 vervangen door:

„4.   Aan de hand van het in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 bedoelde jaaroverzicht betreffende de grondslag van de BTW-middelen wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor het bedrag dat uit de in dit overzicht opgenomen gegevens voortvloeit bij toepassing van het voor het voorafgaande begrotingsjaar bepaalde uniforme percentage, en gecrediteerd voor de twaalf boekingen die in de loop van dat begrotingsjaar zijn verricht. De grondslag van de BTW-middelen van een lidstaat waarop het voornoemde percentage wordt toegepast, mag echter niet meer bedragen dan het bij artikel 2, lid 1, van Besluit 2000/597/EG, Euratom vastgestelde percentage van het BNP van die lidstaat zoals bedoeld in lid 7, eerste zin, van dit artikel. De Commissie bepaalt het saldo en deelt het tijdig aan de lidstaten mede, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, genoemde rekening kunnen boeken.”;

g)

wordt lid 5 geschrapt;

h)

wordt lid 6, eerste alinea, vervangen door:

„6.   Eventuele rectificaties van de grondslag van de BTW-middelen in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 geven, voor iedere betrokken lidstaat waarvan de grondslag, rekening gehouden met die rectificaties, niet meer dan de percentages bepaald in artikel 2, lid 1, onder c), en artikel 10, lid 2, onder b), van Besluit 2000/597/EG, Euratom bedraagt, aanleiding tot … ” (rest ongewijzigd);

i)

wordt lid 6, tweede alinea, eerste zin, vervangen door:

„Wijzigingen van het BNP zoals bedoeld in lid 8 van dit artikel, geven ook aanleiding tot een aanpassing van het saldo van iedere lidstaat waarvan de grondslag, rekening gehouden met rectificaties, op de percentages bepaald in artikel 2, lid 1, onder c), en artikel 10, lid 2, onder b), van Besluit 2000/597/EG, Euratom wordt afgetopt.”;

j)

wordt het volgende lid ingevoegd:

„10.   Overeenkomstig artikel 2, lid 7, van Besluit 2000/597/EG, Euratom wordt voor de toepassing van dat besluit onder BNP verstaan: BNI voor het betrokken jaar tegen marktprijzen (BNI), zoals vastgesteld bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (10).

6)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 10 bis

1.   Wanneer een lidstaat overeenkomstig het Verdrag van Amsterdam en de daaraan gehechte Protocollen 4 en 5 niet deelneemt aan de financiering van een specifieke actie of een beleidsmaatregel van de Unie, heeft hij recht op een volgens lid 2 berekende aanpassing van de door hem afgedragen eigen middelen. Deze aanpassing heeft een eenmalig en definitief karakter, ongeacht eventuele latere wijzigingen van het aangehouden BNP.

2.   De Commissie berekent de aanpassing tijdens het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar op het moment waarop zij de in artikel 10 van deze verordening bedoelde BNP-saldi vaststelt.

De berekening vindt plaats op basis van de volgende gegevens van het betrokken begrotingsjaar:

de BNP-grootheid tegen marktprijzen en de elementen daarvan;

de uitvoering van de begroting voor wat betreft de beleidsuitgaven voor de betrokken actie of beleidsmaatregel.

Voor de berekening van de aanpassing wordt het totaalbedrag van de betrokken uitgaven, exclusief die welke door de deelnemende derde landen worden gefinancierd, vermenigvuldigd met het aandeel van het BNP van de lidstaat die recht heeft op de aanpassing in het BNP van alle lidstaten. De aanpassing wordt gefinancierd door de deelnemende lidstaten. Om het aandeel van elke lidstaat in de financiering te bepalen, wordt het BNP van de betrokken lidstaat gedeeld door het BNP van alle deelnemende lidstaten. Voor de berekening van de aanpassing geschiedt de omrekening tussen nationale valuta en euro tegen de wisselkoers van de laatste noteringsdag van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het betrokken begrotingsjaar.

Deze aanpassing zal later niet worden bijgesteld, ook al zou het aangehouden BNP later worden gewijzigd.

3.   De Commissie deelt het bedrag van de aanpassing tijdig aan de lidstaten mede, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december op de in artikel 9, lid 1, bedoelde rekening kunnen boeken.”.

7)

Artikel 11 wordt vervangen door:

„Artikel 11

1.   Elke te late boeking op de in lid 9, lid 1, bedoelde rekening verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van achterstandsrente.

2.   Voor de lidstaten van de Economische en Monetaire Unie is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten.

Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd en geldt voor de gehele periode van de vertraging.

3.   Voor de lidstaten die niet aan de Economische en Monetaire Unie deelnemen, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd en geldt voor de gehele periode van de vertraging.

4.   Met betrekking tot de in lid 1 bedoelde betaling van achterstandsrente is artikel 9, leden 2 en 3, van overeenkomstige toepassing.”.

8)

In artikel 12 wordt lid 5 vervangen door:

„5.   De lidstaten of de door de lidstaten overeenkomstig artikel 9, lid 1, aangewezen organen zijn ertoe gehouden de betalingsopdrachten van de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst van de opdrachten uit te voeren en uiterlijk binnen drie werkdagen na elke verrichting aan de Commissie op een passende wijze, bij voorkeur langs elektronische weg, een rekeningafschrift te doen toekomen. Voor verrichtingen die op het middelenverkeer betrekking hebben, zijn de lidstaten echter verplicht de opdrachten binnen de door de Commissie gestelde termijnen uit te voeren.”.

9)

Titel V wordt geschrapt.

10)

De titel van titel VI wordt vervangen door:

 

„Voorschriften voor de toepassing van artikel 7 van Besluit 2000/597/EG, Euratom”

11)

Artikel 15 wordt vervangen door:

„Artikel 15

Voor de toepassing van artikel 7 van Besluit 2000/597/EG, Euratom wordt het saldo van een begrotingsjaar gevormd door het verschil tussen:

de totale ontvangsten die uit hoofde van dat begrotingsjaar zijn geïnd,

en

het bedrag van de uit de kredieten van dat begrotingsjaar verrichte betalingen, vermeerderd met het bedrag van de volgens artikel 9 van het Financieel Reglement overgedragen kredieten van hetzelfde begrotingsjaar. Dit verschil wordt verhoogd of verlaagd met, enerzijds, het nettobedrag voortvloeiende uit het vervallen van van vroegere begrotingsjaren overgedragen kredieten en, anderzijds, en in afwijking van artikel 5, lid 1, van het Financieel Reglement:

de overschrijdingen, als gevolg van veranderingen van de eurokoersen, bij het verrichten van betalingen uit de volgens artikel 9, leden 1 en 4, van het Financieel Reglement van het voorafgaande begrotingsjaar overgedragen niet-gesplitste kredieten,

alsmede

het saldo van de tijdens het begrotingsjaar behaalde koerswinsten en geleden koersverliezen.”.

12)

In artikel 16 wordt de tweede alinea vervangen door:

„2)   Indien daarbij belangrijke verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen naar voren komen, kunnen deze het voorwerp zijn van een nota van wijzigingen bij de ontwerp-begroting voor het volgende jaar of van een gewijzigde begroting voor het lopende jaar.”.

13)

In artikel 17:

a)

wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De lidstaten behoeven de bedragen van de vastgestelde rechten niet ter beschikking van de Commissie te stellen als zij niet kunnen worden geïnd:

a)

hetzij door overmacht, of

b)

hetzij om andere redenen die niet aan hen te wijten zijn.

De bedragen van de vastgestelde rechten worden oninbaar verklaard bij een besluit van de bevoegde administratieve autoriteit.

De bedragen van de vastgestelde rechten worden geacht oninbaar te zijn uiterlijk na een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum waarop het bedrag overeenkomstig artikel 2 is vastgesteld of, in geval van een administratief of gerechtelijk beroep, de vaststelling, kennisgeving of bekendmaking van het definitieve besluit heeft plaatsgevonden.

In geval van betaling in termijnen gaat de periode van ten hoogste vijf jaar in na de laatste betaling die is verricht, voorzover de schuld hiermee niet is voldaan.

De oninbaar verklaarde of geachte bedragen worden definitief afgeboekt uit de in artikel 6, lid 3, onder b), bedoelde specifieke boekhouding. Zij worden opgenomen in een bijlage bij het in lid 4, onder b), van hetzelfde artikel bedoelde kwartaaloverzicht en, eventueel, in het in lid 5 van dit artikel bedoelde kwartaaloverzicht.”;

b)

worden de volgende leden ingevoegd:

„3.   Binnen drie maanden na het in lid 2 genoemde administratieve besluit of de in hetzelfde lid bedoelde vervaldag delen de lidstaten de Commissie de gegevens mede betreffende de gevallen van toepassing van het genoemde lid 2, voorzover het bedrag van de vastgestelde rechten meer bedraagt dan 50 000 EUR.

Die termijn kan door de lidstaten met maximaal drie jaar worden verlengd voor vastgestelde rechten die vóór 1 juli 2006 oninbaar zijn verklaard of geacht.

Deze mededeling, gedaan op een model dat door de Commissie wordt vastgesteld na raadpleging van het in artikel 20 bedoelde comité, moet de Commissie in staat stellen de in lid 2, onder a) en b), bedoelde redenen te beoordelen waarom de betrokken lidstaat het betrokken bedrag niet ter beschikking heeft kunnen stellen, alsmede de maatregelen die hij heeft genomen om de invordering te bewerkstelligen.

4.   De Commissie zendt binnen zes maanden na de ontvangst van de in lid 3 bedoelde mededeling haar opmerkingen aan de betrokken lidstaat toe.

Indien de Commissie om aanvullende inlichtingen heeft verzocht, gaat de termijn van zes maanden in zodra de gevraagde aanvullende inlichtingen zijn ontvangen.”;

c)

wordt lid 3 hernummerd tot lid 5 en komt als volgt te luiden:

„5.   De lidstaten stellen door middel van een jaarverslag de Commissie in kennis van de resultaten van hun controles, alsmede van de algemene en principiële aspecten van de belangrijkste bij de toepassing van deze verordening gerezen problemen, vooral die welke aanleiding hebben gegeven tot geschillen. Dit verslag wordt vóór 1 maart van het jaar dat volgt op het betrokken begrotingsjaar aan de Commissie toegezonden. Het overzicht van de mededelingen van de lidstaten in het kader van dit artikel wordt opgenomen in het door de Commissie opgestelde en in artikel 280, lid 5, van het Verdrag bedoelde verslag. Het model van dit verslag, alsmede de naar behoren gemotiveerde wijzigingen ervan, worden door de Commissie opgesteld na raadpleging van het in artikel 20 bedoelde comité. In voorkomend geval worden passende termijnen voor de toepassing ervan vastgesteld.”.

14)

In artikel 18, lid 1, wordt „Besluit 94/728/EG, Euratom” vervangen door „Besluit 2000/597/EG, Euratom”.

15)

In artikel 21 wordt lid 1, onder c), vervangen door:

„c)

de controles en verificaties bedoeld in artikel 18, leden 2 en 3.”.

16)

De volgende titel IX wordt ingevoegd:

„TITEL IX

Overgangsbepalingen:

Artikel 21 bis

De in artikel 11 van deze verordening bedoelde rentevoet blijft van toepassing voor de berekening van de achterstandsrente in de gevallen waarin de vervaldag valt vóór het einde van de maand waarin Verordening (EG) nr. 2028/2004 van de Raad van 16 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (11) in werking treedt.

17)

Titel IX wordt hernummerd tot titel X.

Artikel 2

De huidige bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 blijven van kracht voorzover zij niet uitdrukkelijk zijn gewijzigd bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 november 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

G. ZALM


(1)  PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42.

(2)  Advies uitgebracht op 26 februari 2004 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt).

(3)  PB C 318 van 30.12.2003, blz. 1.

(4)  PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1267/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 180 van 18.7.2003, blz. 1).

(5)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1.

(6)  PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1.

(7)  Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).”.

(8)  PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42.”;

(9)  Besluit ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 2040/2000 (PB L 244 van 29.9.2000, blz. 27).”;

(10)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1.”.

(11)  PB L 352 van 27.11.2004, blz. 1.”.


27.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/8


VERORDENING (EG) Nr. 2029/2004 VAN DE COMMISSIE

van 26 november 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 27 november 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 26 november 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

79,5

070

81,3

204

102,1

999

87,6

0707 00 05

052

97,5

204

32,5

999

65,0

0709 90 70

052

91,0

204

69,6

999

80,3

0805 20 10

052

59,1

204

49,4

999

54,3

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

052

72,8

624

96,7

999

84,8

0805 50 10

052

48,8

388

41,4

528

25,5

999

38,6

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

052

90,5

388

139,3

400

81,2

404

82,3

720

66,0

800

194,0

999

108,9

0808 20 50

052

120,9

400

96,5

720

50,8

999

89,4


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

27.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/10


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2004

betreffende de staatssteunregeling die Italië ten uitvoer heeft gelegd betreffende spoedmaatregelen inzake werkgelegenheid

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 930)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/800/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben uitgenodigd hun opmerkingen te maken (1),

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Bij schrijven van 12 februari 2003 (A/31217, 14 februari 2003) hebben de Italiaanse autoriteiten overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag een steunregeling betreffende spoedmaatregelen inzake werkgelegenheid aangemeld. De maatregel, die is uitgevoerd zonder voorafgaande goedkeuring door de Commissie, werd in het register van onrechtmatige steunmaatregelen ingeschreven onder nr. NN 7/03.

(2)

Bij schrijven van 12 maart 2003 heeft de Commissie nadere inlichtingen gevraagd. Na eerst om verlenging van de gestelde termijn te hebben verzocht, waarmee de Commissie akkoord is gegaan, hebben de Italiaanse autoriteiten bij schrijven van 20 mei 2003 de Commissie nadere toelichtingen doen toekomen.

(3)

Bij schrijven van 16 oktober 2003 heeft de Commissie Italië kennis gegeven van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van de steunregeling. Dit besluit van de Commissie is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (2). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunregeling te maken. De Commissie heeft van de belanghebbenden geen opmerkingen ter zake ontvangen.

(4)

Bij schrijven van 22 december 2003 heeft Italië zijn opmerkingen ingezonden. De Commissie heeft om nadere toelichtingen verzocht bij schrijven van 19 januari 2004, waarop de Italiaanse autoriteiten hebben geantwoord bij schrijven van 11 februari 2004.

2.   BESCHRIJVING VAN DE STEUNREGELING

(5)

Met de steunregeling wordt beoogd arbeidsplaatsen in stand te houden bij in financiële moeilijkheden verkerende bedrijven die onder de bijzondere insolventieprocedure (amministrazione straordinaria) vallen en meer dan 1 000 personeelsleden in dienst hebben.

(6)

De juridische grondslag voor de steunregeling is wetsdecreet nr. 23 van 14 februari 2003, dat is omgezet in wet nr. 81 van 17 april 2003.

(7)

De begunstigden van de steunregeling zijn overnemers van bedrijven die aan bovenvermelde criteria voldoen (in financiële moeilijkheden verkerend, vallend onder de bijzondere insolventieprocedure en met meer dan 1 000 personeelsleden).

(8)

Wanneer de betrokken bedrijven door derden worden overgenomen, wordt steun verleend wanneer de nieuwe eigenaars bereid zijn het personeel van het overgenomen bedrijf in dienst te houden, zulks voor maximaal 550 personen. Voor elk in dienst gehouden personeelslid krijgt de overnemer:

een maandelijkse bijdrage ten belope van 50 % van de vergoeding waarop de werknemer recht zou hebben in het kader van de bijzondere ontslagregeling (collocamento in mobilità);

een verlaging van de sociale premies ten laste van de werkgever tot het voor leerlingen geldende tarief gedurende de eerste 18 maanden.

Bovenvermelde voordelen zijn die welke krachtens Wet nr. 223/1991 worden verleend aan werkgevers die onder de bijzondere ontslagregeling vallende werknemers in dienst nemen, dus werknemers waarvan het dienstverband onder bepaalde voorwaarden beëindigd is als gevolg van een structurele crisis.

Op basis van de aangemelde regeling worden die voordelen voor maximaal 550 werknemers verleend aan overnemers die bereid zijn personeel van het overgenomen bedrijf in dienst te houden.

De voordelen van de regeling worden verleend voor maximaal 550 personeelsleden, mits aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan: (i) de overname van personeel moet worden geregeld vóór 30 april 2003 in een collectief contract met het ministerie van Werkgelegenheid en (ii) tussen de overnemer en het overgenomen bedrijf mag geen eigendomsverband bestaan, noch mogen zij gelieerd zijn of zeggenschap over elkaar hebben.

(9)

De regeling geldt voor transacties waarbij de overname van het personeel vóór 30 april 2003 is goedgekeurd door middel van een collectief contract met het ministerie van Werkgelegenheid. Voor 2003 was een bedrag van 9,5 miljoen EUR uitgetrokken.

3.   MOTIVERING VAN DE INLEIDING VAN DE PROCEDURE

(10)

Het besluit om de formele onderzoeksprocedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden is mede ingegeven door het feit dat de Commissie van mening was dat de betrokken maatregel staatssteun is in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. De maatregel is bijgevolg in principe verboden en kan alleen als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden aangemerkt indien hij onder één van de in het Verdrag vermelde uitzonderingen valt.

(11)

Aangezien de maatregel beoogt arbeidsplaatsen in stand te houden en bedoeld is voor overnames van in moeilijkheden verkerende bedrijven, heeft de Commissie de verenigbaarheid daarvan getoetst aan de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (hierna „de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun” genoemd) (3), aan Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun (4) en ten slotte aan de richtsnoeren inzake regionale staatssteun (5). De Commissie heeft in het licht van bovenvermelde drie regelgevingen twijfels uitgesproken over de verenigbaarheid van de steunregeling.

(12)

De Commissie heeft verklaard eraan te twijfelen of het bij de betrokken maatregel werkelijk gaat om een steunregeling ten behoeve van een algemene groep begunstigden, en het niet veeleer een maatregel betreft die bedoeld is voor specifieke begunstigden, gezien de korte looptijd van de aangemelde regeling (het wetsdecreet werd goedgekeurd op 14 februari 2003 en de termijn voor de overname van een bedrijf en het verkrijgen van ministeriële toestemming voor het overnemen van het personeel liep af op 30 april 2003).

(13)

De Commissie heeft er voorts op gewezen dat, wanneer Italië vindt dat het bij de aangemelde steunregeling gaat om de individuele kennisgeving van een maatregel voor herstructureringssteun aan één bepaald bedrijf in moeilijkheden, de maatregel dan ook als zodanig had moeten worden aangemeld. In dat geval dient te worden verduidelijkt of het in financiële moeilijkheden verkerende bedrijf de werkelijke begunstigde van de steun is. Voorts had de individuele kennisgeving vergezeld moeten gaan van een herstructureringsplan voor het herstel van de economische en financiële rendabiliteit van de onderneming en had ook moeten worden voldaan aan alle in voornoemde richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun gestelde voorwaarden.

4.   OPMERKINGEN VAN ITALIË

(14)

Bij schrijven van 22 december 2003 heeft Italië de Commissie zijn opmerkingen doen toekomen. De Italiaanse autoriteiten hebben aangegeven dat tijdens de hele looptijd van de regeling één enkel bedrijf overeenkomstig de bepalingen daarvan is overgenomen, namelijk Ocean SpA in Verolanuova (BS), dat is verkocht aan Brandt Italia SpA. Volgens de Italiaanse autoriteiten heeft Brandt Ocean SpA verworven tegen de marktprijs, zonder enig rechtstreeks economisch voordeel te hebben genoten in het kader van de betrokken regeling.

(15)

De Italiaanse autoriteiten hebben voorts te kennen gegeven dat:

de betrokken maatregel niet alleen geldt in specifieke gebieden en voor specifieke begunstigden;

mocht de Commissie deze niet als een maatregel van algemene aard beschouwen, voor ogen moet worden gehouden dat de betrokken maatregel geen concurrentie-effect heeft daar hij bedoeld is om de productieactiviteit van bedrijven in moeilijkheden te herstellen en de bijbehorende werkgelegenheid in stand te houden;

de steunregeling in overeenstemming is met de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun, aangezien zij geen uitbreiding van de productiecapaciteit van het bedrijf tot gevolg heeft, maar erop gericht is de economische en financiële rendabiliteit van de onderneming te herstellen en de werkgelegenheid binnen het bedrijf op peil te houden.

(16)

Bij schrijven van 11 februari 2004 heeft Italië meegedeeld dat per die datum in het kader van de regeling aan Brandt Italia een steunbedrag van 3 197 982,20 EUR was verleend en dat in maart 2003 met de uitbetaling was begonnen.

5.   BEOORDELING VAN DE STEUNREGELING

5.1.   Steunkarakter van de maatregel

(17)

Om te beoordelen of de maatregel steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag vormt, moet worden vastgesteld of deze bepaalde ondernemingen begunstigt, of hij met staatsmiddelen wordt bekostigd, of hij de mededinging vervalst en of hij het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig beïnvloedt.

(18)

De eerste voorwaarde voor de toepassing van artikel 87, lid 1, is dat de maatregel bepaalde ondernemingen begunstigt. Derhalve moet worden vastgesteld of de begunstigden een economisch voordeel ontvangen dat zij bij normale marktvoorwaarden niet zouden hebben verkregen, dan wel of zij ontsnappen aan kosten die zij normaliter hadden moeten dragen, en of hierdoor bepaalde ondernemingen worden begunstigd.

De betrokken regeling voorziet in de toekenning van bijdragen aan en in een verlaging van de sociale premies ten laste van de overnemers van bedrijven die in financiële moeilijkheden verkeren, vallen onder de bijzondere insolventieprocedure en meer dan 1 000 personeelsleden in dienst hebben. Dit betekent dus een economisch voordeel voor de overnemer, die een bijdrage à fonds perdu ontvangt voor elke „overgenomen” werknemer en bovendien gedurende 18 maanden een verlaging van de normaal ten laste van de werkgever komende sociale premies geniet.

De Commissie is van oordeel dat de betrokken maatregel ook voor onder de bijzondere insolventieprocedure vallende bedrijven een economisch voordeel kan inhouden. Wie de werkelijke begunstigde van de steun is hangt namelijk af van een reeks factoren waarover de Italiaanse autoriteiten onvoldoende duidelijkheid hebben verschaft (of het in financiële moeilijkheden verkerende bedrijf nog actief is, of de verkoop de activa van de onderneming dan wel het aandelenbestand betreft, of de overnemer aantoonbaar niet gelieerd is met het bedrijf in financiële moeilijkheden, de wijze waarop de verkoopprijs tot stand is gekomen, enz.).

De Commissie meent dat op basis van de betrokken regeling kan worden geconcludeerd dat een economisch voordeel wordt toegekend aan een specifieke categorie begunstigden, namelijk:

de overnemers van in financiële moeilijkheden verkerende bedrijven die onder de bijzondere insolventieprocedure vallen en meer dan 1 000 personeelsleden in dienst hebben, en die vóór 30 april 2003 een collectief contract met het ministerie van Werkgelegenheid hebben gesloten ter goedkeuring van de overname van werknemers, en/of

in financiële moeilijkheden verkerende bedrijven die onder de bijzondere insolventieprocedure vallen en meer dan 1 000 personeelsleden in dienst hebben en die worden overgenomen.

Gezien het bovenstaande concludeert de Commissie dat het hier geen algemene maatregel betreft, maar een maatregel die bepaalde ondernemingen een economisch voordeel oplevert door hun normale kosten te drukken en hun financiële positie te versterken ten opzichte van concurrenten die geen gebruik kunnen maken van die maatregel. Deze constatering wordt bevestigd door het feit dat de maatregel slechts in één geval is toegepast.

(19)

De tweede voorwaarde voor de toepassing van artikel 87, lid 1, is dat de maatregel met staatsmiddelen wordt bekostigd. In het onderhavige geval blijkt de besteding van staatsmiddelen uit het feit dat enerzijds de maatregel door de overheid à fonds perdu wordt gefinancierd en anderzijds de staat afziet van een deel van de normaal verschuldigde sociale premies.

(20)

Volgens de derde en vierde voorwaarde voor de toepassing van artikel 87, lid 1, moet de maatregel de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden. De betrokken regeling dreigt de mededinging te vervalsen doordat zij de financiële positie van een aantal bedrijven versterkt ten opzichte van hun concurrenten. Dit risico en ook de kans dat het handelsverkeer ongunstig wordt beïnvloed zijn met name aanwezig wanneer de begunstigden concurreren met producten uit andere lidstaten, ook wanneer zij hun producten zelf niet uitvoeren. Indien de begunstigde bedrijven niet exporteren geniet de nationale productie toch een voordeel, aangezien de kansen van bedrijven in andere lidstaten om hun producten naar de betrokken markt uit te voeren door de regeling worden verminderd (6).

(21)

Om bovenvermelde redenen is de betrokken maatregel in principe verboden door artikel 87, lid 1, van het Verdrag en kan deze alleen als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden aangemerkt indien hij onder één van de in het Verdrag vermelde uitzonderingen valt.

5.2.   Rechtmatigheid van de steun

(22)

Aangezien het hier een steunmaatregel van de staat betreft, betreurt de Commissie dat de Italiaanse autoriteiten niet aan de krachtens artikel 88, lid 3, van het Verdrag op hen rustende verplichting hebben voldaan en de regeling zonder voorafgaande goedkeuring van de Commissie ten uitvoer hebben gelegd.

5.3.   Beoordeling van de verenigbaarheid van de steun

(23)

Na het steunkarakter van de betrokken maatregel in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag te hebben vastgesteld, heeft de Commissie onderzocht of hij als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kan worden beschouwd krachtens artikel 87, leden 2 en 3, van het Verdrag.

(24)

De Commissie is van mening dat de steun in kwestie niet valt onder de afwijkingen van artikel 87, lid 2, van het Verdrag, aangezien het niet gaat om steunmaatregelen van sociale aard in de zin van artikel 87, lid 2, onder a), noch om steunmaatregelen tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen in de zin van artikel 87, lid 2, onder b), noch om steunmaatregelen die vallen onder het bepaalde in artikel 87, lid 2, onder c). Uiteraard zijn de afwijkingen van artikel 87, lid 3, onder b) en d) evenmin van toepassing.

(25)

Met artikel 87, lid 3, onder a) en c), als grondslag heeft de Commissie haar beleid ten aanzien van sommige steuncategorieën bepaald in een aantal verordeningen, regelingen en richtsnoeren over de uitzonderingen. De onderzochte steunregeling beoogt arbeidsplaatsen in stand te houden en is bedoeld voor overnames van in moeilijkheden verkerende bedrijven; zij kan dus onder de toepassing van drie welbepaalde besluiten van afgeleid recht vallen. Bijgevolg heeft de Commissie de verenigbaarheid van de betrokken steun getoetst aan de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, aan Verordening (EG) nr. 2204/2002 en ten slotte aan de richtsnoeren inzake regionale staatssteun. De door de Commissie uitgesproken twijfels over de verenigbaarheid van de steunregeling zijn door de toetsing aan bovenvermelde drie regelgevingen bevestigd.

5.4.   Beoordeling op basis van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun

(26)

Aangezien de aangemelde regeling betrekking heeft op de verkoop van in financiële moeilijkheden verkerende bedrijven, hebben de Italiaanse autoriteiten voorgesteld deze te beoordelen op basis van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun. De Commissie heeft gekeken of de steunregeling aan die richtsnoeren kan worden getoetst. Op basis van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun zijn aanvaardbaar:

individueel bij de Commissie aangemelde reddings- en herstructureringssteunmaatregelen voor alle ondernemingen, ongeacht hun omvang;

uitsluitend voor kleine en middelgrote ondernemingen geldende reddings- en herstructureringssteunregelingen.

De Italiaanse autoriteiten hebben een steunregeling aangemeld die geldt voor alle ondernemingen, ongeacht hun omvang. Aangezien de regeling bedoeld is voor de overname van ondernemingen met meer dan 1 000 personeelsleden, komen daarvoor echter hoofdzakelijk grote bedrijven in aanmerking (7). Bijgevolg kan de steunregeling in haar huidige vorm niet als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden aangemerkt op basis van de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun.

(27)

In haar besluit tot inleiding van de procedure heeft de Commissie aangegeven dat wanneer Italië vindt dat het bij de aangemelde steunregeling feitelijk gaat om individuele herstructureringssteun aan één bepaald bedrijf in moeilijkheden, de maatregel dan ook als zodanig had moeten worden aangemeld. In dat geval diende te worden verduidelijkt of het in financiële moeilijkheden verkerende bedrijf de werkelijke begunstigde van de steun was. Voorts had de individuele kennisgeving vergezeld moeten gaan van een herstructureringsplan voor het herstel van de economische en financiële rendabiliteit van de onderneming en had ook moeten worden voldaan aan alle in voornoemde richtsnoeren gestelde voorwaarden.

(28)

De Italiaanse autoriteiten hebben meegedeeld dat tijdens de hele looptijd van de regeling één enkel bedrijf overeenkomstig de bepalingen daarvan is overgenomen. Desondanks zijn zij de maatregel een steunregeling blijven noemen en hebben zij de Commissie geen enkele informatie doen toekomen aan de hand waarvan zij de aanmelding had kunnen beoordelen als een individuele kennisgeving van een maatregel voor herstructureringssteun aan één bepaald bedrijf in moeilijkheden. Bijgevolg kan de Commissie het individuele geval van de overname van Ocean SpA door Brandt Italia niet op zichzelf beoordelen.

5.5.   Beoordeling op basis van Verordening (EG) nr. 2204/2002

(29)

De aangemelde steunregeling beoogt arbeidsplaatsen in stand te houden. Behalve op de richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun beroepen de Italiaanse autoriteiten zich daarnaast ook op Verordening nr. 2204/2002. In dit verband is de argumentatie van de Italiaanse autoriteiten als volgt:

de aangemelde maatregel moet worden beschouwd als een „algemene werkgelegenheidsmaatregel die de mededinging niet vervalst of dreigt te vervalsen door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties” (overweging 6 van Verordening (EG) nr. 2204/2002), aangezien het gaat om een generieke maatregel zonder specifieke doelgroep die geldt voor alle bedrijven met meer dan 1 000 personeelsleden die onder de bijzondere insolventieprocedure vallen en worden overgenomen;

de geboden voordelen zijn identiek met die waarin is voorzien door de regeling „Cassa integrazione, guadagni straordinaria” (uitkering bij buitengewone werkloosheid), die nooit als staatssteun is aangemerkt;

wanneer de regeling als staatssteun moet worden beschouwd, dient zij te worden aangemerkt als een steunregeling voor het scheppen van werkgelegenheid. Artikel 4, lid 4, onder c), van Verordening (EG) nr. 2204/2002 luidt namelijk als volgt: „de nieuwe werknemers die dankzij het scheppen van arbeidsplaatsen in dienst worden genomen, mogen niet eerder een betrekking hebben gehad of moeten hun vorige betrekking hebben verloren dan wel deze verliezen”. Dit zou hier het geval zijn.

(30)

Wat het eerste punt betreft, is de Commissie van oordeel dat het niet gaat om een maatregel van algemene aard om de redenen die reeds zijn vermeld in het onderdeel van deze beschikking dat betrekking heeft op het steunkarakter van de maatregel.

(31)

Wat het tweede punt aangaat, is de betrokken maatregel geen wijziging op regelingen zoals de regeling uitkering bij buitengewone werkloosheid of de bijzondere ontslagregeling. Het betreft daarentegen een tijdelijke maatregel die bedoeld is voor een specifieke situatie en alleen betrekking heeft op transacties die binnen één kwartaal hebben plaatsgevonden. Daarom kan deze maatregel niet worden gelijkgesteld met regelingen zoals de regeling uitkering bij buitengewone werkloosheid of de bijzondere ontslagregeling, die nooit door de Commissie zijn beoordeeld op basis van de regels inzake staatssteun.

(32)

Ten aanzien van het derde punt merkt de Commissie op dat op grond van Verordening (EG) nr. 2204/2002 steun voor het scheppen van nieuwe werkgelegenheid in niet-steunregio’s alleen is toegestaan wanneer deze ten goede komt aan kleine en middelgrote ondernemingen. De aangemelde steunregeling geldt voor het hele nationale grondgebied en voor alle bedrijven, ongeacht hun omvang. Aangezien de regeling bedoeld is voor de overname van ondernemingen met meer dan 1 000 personeelsleden, is er voorts aanleiding om te concluderen dat daarvoor hoofdzakelijk grote bedrijven in aanmerking komen.

(33)

Gezien het bovenstaande kan de aangemelde maatregel niet op basis van Verordening (EG) nr. 2204/2002 als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden aangemerkt.

5.6.   Beoordeling op basis van de richtsnoeren inzake regionale staatssteun

(34)

De Commissie heeft ook bekeken of de regeling zou kunnen worden beoordeeld op basis van de richtsnoeren inzake regionale staatssteun (8). Op grond van die richtsnoeren kunnen, met inachtneming van bepaalde voorwaarden, onder de definitie van exploitatiesteun vallende steunmaatregelen voor de instandhouding van werkgelegenheid worden toegestaan. Ook kan toestemming worden verleend voor steun voor investeringen in vast kapitaal in de vorm van de overname van een vestiging die is gesloten of die zonder die overname zou zijn gesloten.

(35)

De regeling valt echter niet onder het toepassingsgebied van de richtsnoeren inzake regionale staatssteun daar zij geldt voor het hele nationale grondgebied. Bovendien betrof het enige geval waarin de regeling ooit is toegepast een bedrijf in Verolanuova (BS), in een gebied dat niet in aanmerking komt voor de uitzonderingen waarin is voorzien in artikel 87, lid 3, onder a) en c), van het Verdrag. Derhalve kan de aangemelde maatregel niet op basis van de richtsnoeren inzake regionale staatssteun als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd.

(36)

Ten slotte is de aangemelde maatregel onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt omdat hij geen enkele bepaling over het cumuleren van steun uit verschillende bronnen bevat.

6.   CONCLUSIES

(37)

De Commissie constateert dat de onderzochte maatregel een steunmaatregel van de staat is in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag. Italië heeft deze steunmaatregel onrechtmatig ten uitvoer gelegd in strijd met artikel 88, lid 3, van het Verdrag. Op basis van bovenstaande analyse oordeelt de Commissie, in het licht van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden, van Verordening (EG) nr. 2204/2002 en van de richtsnoeren inzake regionale staatssteun, dat de steun onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

(38)

Deze beschikking betreft de steunregeling en de gevallen waarin zij is toegepast en moet onmiddellijk tot uitvoering worden gebracht, met name wat betreft de terugvordering van de eventueel ten onrechte uitgevoerde individuele steunuitkeringen. Deze beschikking doet niets af aan de mogelijkheid dat individuele steunuitkeringen bij beschikking van de Commissie geheel of gedeeltelijk als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd op basis van hun eigen kenmerken.

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteunregeling betreffende spoedmaatregelen inzake werkgelegenheid die Italië ten uitvoer heeft gelegd op basis van wetsdecreet nr. 23 van 14 februari 2003, dat is omgezet in wet nr. 81 van 17 april 2003, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Artikel 2

Italië heft de in artikel 1 bedoelde steunregeling op voorzover deze nog effect sorteert.

Artikel 3

1.   Italië neemt alle nodige maatregelen om de krachtens de in artikel 1 genoemde regeling reeds onrechtmatig ter beschikking gestelde steun van de begunstigden terug te vorderen.

2.   Italië stopt de uitbetaling van reeds toegezegde steun vanaf de datum van deze beschikking.

3.   De terugvordering geschiedt onverwijld en in overeenstemming met de nationaalrechtelijke procedures voorzover deze procedures een onverwijlde en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de beschikking mogelijk maken.

4.   De terug te vorderen steun omvat rente vanaf de datum waarop de steun aan de begunstigden ter beschikking is gesteld tot de datum van de daadwerkelijke terugbetaling ervan.

5.   De rente wordt berekend op grond van de referentievoet voor de berekening van het subsidie-equivalent in het kader van regionale steunregelingen die gold op de datum waarop de steun aan de begunstigde ter beschikking is gesteld.

6.   De in lid 5 bedoelde rentevoet wordt op samengestelde basis toegepast tijdens de hele in lid 4 bedoelde periode.

Artikel 4

Italië deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking door middel van de vragenlijst in de bijlage mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2004.

Voor de Commissie

Mario MONTI

Lid van de Commissie


(1)  PB C 308 van 18.12.2003, blz. 5.

(2)  Zie voetnoot 1.

(3)  PB C 288 van 9.10.1999.

(4)  PB L 337 van 13.12.2002, blz. 3.

(5)  PB C 74 van 10.03.1998.

(6)  Arrest van het Hof van Justitie van 13 juli 1988 in zaak 102/87, Frankrijk/Commissie.

(7)  Wat betreft de verkoop van Ocean SpA aan Brandt Italia, hebben de Italiaanse autoriteiten geen gegevens over de omvang van het overnemende bedrijf verstrekt. Het overgenomen bedrijf had meer dan 1 000 personeelsleden.

(8)  PB C 74 van 10.3.1998.


BIJLAGE

Informatie over de tenuitvoerlegging van Beschikking 2004/800/EG van de Commissie

1.   Totaal aantal begunstigden en totaalbedrag van de terug te vorderen steun

1.1.

Geef een gedetailleerde beschrijving van de wijze waarop het van de individuele begunstigden terug te vorderen steunbedrag zal worden berekend:

kapitaal,

rente.

1.2.

Wat is het totaalbedrag van de krachtens de regeling verleende onrechtmatige steun die moet worden teruggevorderd (brutosteunequivalent in prijzen van …)?

1.3.

Bij hoeveel begunstigden in totaal moet de krachtens deze regeling onrechtmatig verleende steun worden teruggevorderd?

2.   Geplande en reeds getroffen maatregelen voor de terugvordering van de steun

2.1.

Geef een gedetailleerde opgave van de geplande respectievelijk de reeds getroffen maatregelen voor de onverwijlde en daadwerkelijke terugvordering van de steun. Vermeld de juridische grondslag van die maatregelen.

2.2.

Op welke datum zal de terugvordering zijn voltooid?

3.   Informatie over de individuele begunstigden

Vermeld in bijgaande tabel de gegevens van elke begunstigde van wie de krachtens de regeling onrechtmatig verleende steun moet worden teruggevorderd.

Naam van de begunstigde

Adres van de begunstigde

Datum (1)

Bedrag van de onrechtmatig verleende steun (2)

valuta: ….

Terugvordering verricht

Ja/Neen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  Datum (data) waarop de steun (of een deel daarvan) ter beschikking van de begunstigde is gesteld.

(2)  Bedrag van de ter beschikking van de begunstigde gestelde steun (uitgedrukt als brutosteunequivalent in prijzen van …).


27.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/17


BESLUIT Nr. 801/2004 VAN HET GEMENGD COMITÉ EG-ZWITSERLAND

van 28 april 2004

tot wijziging van Protocol 3 bij de Overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

(2004/801/EG)

HET GEMENGD COMITÉ,

Gelet op de op 22 juli 1972 te Brussel ondertekende overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds (1), hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 38 van Protocol 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Protocol 3 van de Overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking, hierna „het Protocol” genoemd, is verscheidene malen gewijzigd. Om redenen van duidelijkheid en rechtszekerheid over de toe te passen oorsprongsregels lijkt het daarom dienstig over te gaan tot een consolidatie van deze wijzigingen op het Protocol.

(2)

Daarnaast moeten de regels voor de be- of verwerking worden aangepast aan de wijzigingen in het geharmoniseerd systeem voor de omschrijving en codering van goederen (hierna „het geharmoniseerd systeem” genoemd) die op 1 januari 2002 in werking zijn getreden.

(3)

Bepaalde eisen inzake de bewerking om niet van oorsprong zijnde materialen de oorsprong te verlenen, moeten worden gewijzigd om rekening te houden met het feit dat een bepaald materiaal binnen de partijen bij de overeenkomst niet wordt vervaardigd en met de bijzondere voorwaarden waarop sommige producten („monolitische geïntegreerde schakelingen”) worden verkregen, hetgeen met zich brengt dat enkele minder belangrijke bewerkingen buiten de partijen bij de overeenkomst worden uitgevoerd.

(4)

Sommige technische aanpassingen zijn noodzakelijk om anomalieën recht te zetten in en tussen de verschillende taalversies van de tekst.

(5)

Voor de goede werking van de overeenkomst en ter vereenvoudiging van het werk van gebruikers en douane, is het gewenst alle bepalingen in kwestie in een nieuwe versie van het Protocol op te nemen.

(6)

De gemeenschappelijke verklaringen betreffende het Prinsdom Andorra, de Republiek San Marino en het onderzoek van de aanpassingen op de oorsprongsregels als gevolg van wijzigingen in het geharmoniseerd systeem moeten, tezamen met het Protocol, worden gehandhaafd.

BESLUIT:

Artikel 1

Protocol 3 van de Overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door bijgevoegde tekst, tezamen met de desbetreffende gemeenschappelijke verklaringen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd.

Het is vanaf 1 juli 2002 van toepassing.

Gedaan te Brussel, 28 april 2004.

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

Dante MARTINELLI


(1)  PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189.


PROTOCOL 3

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

INHOUDSOPGAVE

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene voorwaarden

Artikel 3

Cumulatie in de Gemeenschap

Artikel 4

Cumulatie in Zwitserland

Artikel 5

Geheel en al verkregen producten

Artikel 6

Toereikende be- of verwerking

Artikel 7

Ontoereikende be- of verwerking

Artikel 8

Determinerende eenheid

Artikel 9

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Artikel 10

Stellen of assortimenten

Artikel 11

Neutrale elementen

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 12

Territorialiteitsbeginsel

Artikel 13

Rechtstreeks vervoer

Artikel 14

Tentoonstellingen

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING

Artikel 15

Verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 16

Algemene voorwaarden

Artikel 17

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 18

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 19

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 20

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong

Artikel 20 bis

Gescheiden boekhouding

Artikel 21

Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring

Artikel 22

Toegelaten exporteur

Artikel 23

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

Artikel 24

Overlegging van het bewijs van oorsprong

Artikel 25

Invoer in deelzendingen

Artikel 26

Vrijstelling van het bewijs van oorsprong

Artikel 27

Bewijsstukken

Artikel 28

Bewaring van bewijzen van oorsprong en andere bewijsstukken

Artikel 29

Verschillen en vormfouten

Artikel 30

In euro uitgedrukte bedragen

TITEL VI

REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 31

Wederzijdse bijstand

Artikel 32

Controle van de bewijzen van oorsprong

Artikel 33

Regeling van geschillen

Artikel 34

Sancties

Artikel 35

Vrije zones

TITEL VII

CEUTA EN MELILLA

Artikel 36

Toepassing van het Protocol

Artikel 37

Bijzondere voorwaarden

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 38

Wijzigingen op het Protocol

LIJST VAN BIJLAGEN

Bijlage I

Inleidende aantekeningen bij de lijst in bijlage II

Bijlage II

Lijst van be- of verwerkingen van materialen die niet van oorsprong zijn waardoor het vervaardigde product de oorsprong verkrijgt

Bijlage III

Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag om een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Bijlage IV

Tekst van de factuurverklaring

Bijlage V

Lijst van producten van oorsprong uit Turkije, ingedeeld naar hoofdstuk en post van het geharmoniseerd systeem (GS), waarop de artikelen 3 en 4 niet van toepassing zijn

Gemeenschappelijke verklaringen

Gemeenschappelijke verklaring betreffende het Prinsdom Andorra

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de Republiek San Marino

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de herziening van de wijzigingen in de oorsprongsregels ten gevolge van wijzingen in het geharmoniseerd systeem

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:

a)

„vervaardiging”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;

b)

„materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;

c)

„product”: het verkregen product, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;

d)

„goederen”: zowel materialen als producten;

e)

„douanewaarde”: de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO);

f)

„prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de Gemeenschap of in Zwitserland in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voorzover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;

g)

„waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de Gemeenschap of Zwitserland is betaald;

h)

„waarde van de materialen van oorsprong”: de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;

i)

„toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen die van oorsprong zijn uit de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die in de Gemeenschap of in Zwitserland voor deze materialen is betaald;

j)

„hoofdstukken” en „posten”: de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit Protocol „het geharmoniseerd systeem” of „GS” genoemd;

k)

„ingedeeld”: de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post;

l)

„zending”: producten die gelijktijdig van een exporteur naar een geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van een enkel vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, een enkele factuur.

m)

„gebieden”: ook de territoriale wateren.

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene voorwaarden

1.   Voor de toepassing van de Overeenkomst worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit de Gemeenschap:

a)

geheel en al in de Gemeenschap verkregen producten in de zin van artikel 5;

b)

in de Gemeenschap verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6;

c)

goederen van oorsprong uit de Europese Economische Ruimte (EER) in de zin van Protocol 4 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

2.   Voor de toepassing van de Overeenkomst worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit Zwitserland:

a)

geheel en al in Zwitserland verkregen producten, in de zin van artikel 5;

b)

in Zwitserland verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Zwitserland een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6;

c)

goederen van oorsprong uit de Europese Economische Ruimte (EER) in de zin van Protocol 4 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 3

Cumulatie in de Gemeenschap

1.   Onverminderd artikel 2, lid 1, worden producten als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien zij daar zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit Bulgarije, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein) (1), Tsjechië, Estland, Hongarije, Zwitserland, Litouwen, Letland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Turkije (2) of de Gemeenschap overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in de Gemeenschap be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan die welke in artikel 7 zijn genoemd. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen toereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan.

2.   Indien de in de Gemeenschap verrichte be- of verwerkingen niet meer inhouden dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product slechts als van oorsprong uit de Gemeenschap beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde hoger is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval, dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land dat de hoogste waarde vertegenwoordigt van de bij de vervaardiging in de Gemeenschap gebruikte materialen van oorsprong.

3.   De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in de Gemeenschap geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij naar een van deze landen worden uitgevoerd.

4.   De cumulatie waarin dit artikel voorziet kan uitsluitend worden toegepast op materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van oorsprongsregels die gelijk zijn aan die van dit protocol.

De Gemeenschap zal Zwitserland door tussenkomst van de Commissie van de Europese Gemeenschappen nadere gegevens verstrekken over de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Commissie van de Europese Gemeenschap maakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.

Artikel 4

Cumulatie in Zwitserland

1.   Onverminderd artikel 2, lid 2, worden producten als van oorsprong uit Zwitserland beschouwd indien zij daar zijn verkregen door be- of verwerking van materialen van oorsprong uit Bulgarije, Zwitserland (met inbegrip van Liechtenstein) (1), Tsjechië, Estland, Hongarije, Zwitserland, Litouwen, Letland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Turkije (2) of de Gemeenschap overeenkomstig het bepaalde in het protocol betreffende de oorsprongsregels dat als bijlage aan de overeenkomsten tussen Zwitserland en elk van deze landen is gehecht, op voorwaarde dat deze materialen in Zwitserland be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan die welke in artikel 7 zijn genoemd. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen toereikende be- of verwerkingen hebben ondergaan.

2.   Indien de in Zwitserland verrichte be- of verwerkingen niet meer inhouden dan de in artikel 7 bedoelde be- of verwerkingen, wordt het verkregen product slechts als van oorsprong uit Zwitserland beschouwd indien de aldaar toegevoegde waarde hoger is dan die van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de andere in lid 1 bedoelde landen. Is dit niet het geval, dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het land dat de hoogste waarde vertegenwoordigt van de bij de vervaardiging in Zwitserland gebruikte materialen van oorsprong.

3.   De producten van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde landen die in Zwitserland geen enkele be- of verwerking ondergaan, behouden hun oorsprong wanneer zij naar een van deze landen worden uitgevoerd.

4.   De cumulatie waarin dit artikel voorziet kan uitsluitend worden toegepast op materialen en producten die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van oorsprongsregels die gelijk zijn aan die van dit protocol.

Zwitserland zal de Gemeenschap door tussenkomst van de Commissie van de Europese Gemeenschappen nadere gegevens verstrekken over de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de andere in lid 1 genoemde landen worden toegepast. De Commissie van de Europese Gemeenschap maakt in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie de datum bekend met ingang waarvan de in lid 1 genoemde landen die aan de gestelde voorwaarden voldoen de in dit artikel bedoelde cumulatie mogen toepassen.

Artikel 5

Geheel en al verkregen producten

1.   Als geheel en al in de Gemeenschap of in Zwitserland verkregen worden beschouwd:

a)

aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen producten;

b)

aldaar geoogste producten van het plantenrijk;

c)

aldaar geboren en opgefokte levende dieren;

d)

producten afkomstig van aldaar gehouden levende dieren;

e)

voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;

f)

producten van de zeevisserij en andere door hun schepen buiten de territoriale wateren van de Gemeenschap of Zwitserland uit de zee gewonnen producten;

g)

producten uitsluitend uit de onder f) bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;

h)

aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen, met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of slechts als afval kunnen worden gebruikt;

i)

afval afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;

j)

producten, gewonnen van of vanonder de zeebodem buiten de territoriale wateren, mits zij het alleen recht hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond;

k)

goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met j) bedoelde producten zijn vervaardigd.

2.   De termen „hun schepen” en „hun fabrieksschepen” in lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen

a)

die in een lidstaat van de Gemeenschap of Zwitserland zijn ingeschreven of geregistreerd;

b)

die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap of van Zwitserland voeren;

c)

die voor ten minste 50 % toebehoren aan onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Zwitserland of aan een onderneming die haar hoofdkantoor in een van deze staten heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn van een lidstaat van de Gemeenschap of van Zwitserland, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan deze staten of aan openbare lichamen of onderdanen daarvan;

d)

waarvan de kapitein en de officieren onderdanen zijn van lidstaten van de Gemeenschap of van Zwitserland;

en

e)

waarvan de bemanning voor ten minste 75 % uit onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Zwitserland bestaat.

Artikel 6

Toereikende be- of verwerking

1.   Voor de toepassing van artikel 2 worden producten die niet geheel en al verkregen zijn, geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.

In deze lijst is voor alle onder deze Overeenkomst vallende producten aangegeven welke be- of verwerkingen niet van oorsprong zijnde materialen moeten ondergaan om de oorsprong te verkrijgen en zijn slechts op deze materialen van toepassing. Dit betekent dat indien een product de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst voor dat product heeft voldaan, als materiaal wordt gebruikt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt.

2.   In afwijking van lid 1 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, toch worden gebruikt wanneer:

a)

de totale waarde ervan niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product;

b)

de in de lijst aangegeven maximumpercentages voor de waarde van materialen die niet van oorsprong zijn, door de toepassing van dit lid niet worden overschreden.

Dit lid is niet van toepassing op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld.

3.   De leden 1 en 2 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7.

Artikel 7

Ontoereikende be- of verwerking

1.   Behoudens het bepaalde in lid 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 6 is voldaan:

a)

behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren;

b)

het splitsen en samenvoegen van colli;

c)

het wassen, schoonmaken; het stofvrij maken, verwijderen van roest, olie, verf of dergelijke;

d)

het strijken of persen van textiel;

e)

het eenvoudig schilderen of polijsten;

f)

het doppen, het geheel of gedeeltelijk bleken, het polijsten of glanzen van granen en rijst;

g)

het kleuren van suiker of het vormen van suikerklonten;

h)

het pellen, ontpitten of schillen van noten, vruchten of groenten;

i)

het aanscherpen, eenvoudig vermalen of eenvoudig versnijden;

j)

het zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen);

k)

het eenvoudig plaatsen in flessen, flacons, blikken, zakken, kratten of dozen, het bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de opmaak;

l)

het aanbrengen of opdrukken van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op de verpakking;

m)

het eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten;

n)

het eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel dan wel het uit elkaar nemen van artikelen in onderdelen;

o)

twee of meer van de onder (a) tot en met (n) vermelde behandelingen tezamen;

p)

het slachten van dieren.

2.   Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle be- of verwerkingen die dit product in de Gemeenschap of in Zwitserland heeft ondergaan tezamen genomen.

Artikel 8

Determinerende eenheid

1.   De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol is het product dat bij de bepaling van de indeling volgens het geharmoniseerd systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.

Hieruit volgt dat:

a)

wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder één enkele post van het geharmoniseerd systeem wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;

b)

wanneer een zending bestaat uit een aantal identieke producten die onder dezelfde post van het geharmoniseerd systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol afzonderlijk moet worden genomen.

2.   Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.

Artikel 9

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn begrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.

Artikel 10

Stellen of assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment.

Artikel 11

Neutrale elementen

Om te bepalen of een product van oorsprong is, is het niet noodzakelijk de oorsprong na te gaan van:

a)

energie en brandstof,

b)

fabrieksuitrusting,

c)

machines en werktuigen,

d)

goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen,

die bij de vervaardiging gebruikt kunnen zijn.

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 12

Territorialiteitsbeginsel

1.   Behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c, artikel 2, lid 2, onder c), de artikelen 3 en 4, en lid 3 van dit artikel moet aan de voorwaarden in titel II voor het verkrijgen van de oorsprong zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Zwitserland zijn voldaan.

2.   Behoudens het bepaalde in de artikelen 3 en 4 worden producten van oorsprong die uit de Gemeenschap of Zwitserland naar een ander land worden uitgevoerd en vervolgens opnieuw worden ingevoerd, als niet van oorsprong beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:

a)

de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en

b)

de goederen in de periode dat ze zich in dat andere land bevonden of waren uitgevoerd geen andere bewerkingen hebben ondergaan dan die welke voor hun bewaring in goede staat noodzakelijk waren.

3.   Het verkrijgen van de oorsprong overeenkomstig de voorwaarden van titel II wordt niet beïnvloed door be- of verwerkingen buiten de Gemeenschap of Zwitserland van uit de Gemeenschap of Zwitserland uitgevoerde en later wederingevoerde materialen, indien:

a)

deze materialen geheel en al in de Gemeenschap of Zwitserland zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan die welke in artikel 7 zijn genoemd.

b)

ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

i)

de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen,

en

ii)

de totale buiten de Gemeenschap of Zwitserland door de toepassing van dit artikel toegevoegde waarde niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het eindproduct waarvoor de status van product van oorsprong wordt geclaimd.

4.   Voor de toepassing van lid 3 is het bepaalde in titel II betreffende het verkrijgen van de oorsprong niet van toepassing op buiten de Gemeenschap of Zwitserland verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel de lijst in bijlage II de regel bevat volgens welke de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen een bepaalde waarde niet mogen overschrijden, mogen de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in het gebied van de betrokken partij zijn be- of verwerkt, tezamen met de totale, door de toepassing van dit artikel buiten de Gemeenschap of Zwitserland toegevoegde waarde, het vermelde percentage niet overschrijden.

5.   Voor de toepassing van de leden 3 en 4 wordt onder „totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten de Gemeenschap of Zwitserland gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de aldaar toegevoegde materialen.

6.   De leden 3 en 4 zijn niet van toepassing op producten die niet aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II voldoen of die slechts kunnen worden aangemerkt als toereikend te zijn be- of verwerkt door toepassing van de algemene tolerantieregel van artikel 6, lid 2.

7.   De leden 3 en 4 zijn niet van toepassing op producten van de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.

8.   De in dit artikel bedoelde be- of verwerkingen buiten de Gemeenschap of Zwitserland vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.

Artikel 13

Rechtstreeks vervoer

1.   De bij deze Overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit Protocol voldoen en die rechtstreeks tussen de Gemeenschap en Zwitserland of over het grondgebied van een ander in de artikelen 3 en 4 genoemd land zijn vervoerd. Goederen die één enkele zending vormen, kunnen via een ander grondgebied worden vervoerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondgebied, voorzover ze in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.

Producten van oorsprong mogen per pijpleiding via een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Zwitserland worden vervoerd.

2.   Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:

a)

een enkel vervoersdocument dat het vervoer dekt van het land van uitvoer door het land van doorvoer, of

b)

een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat:

i)

waarin de goederen nauwkeurig zijn omschreven,

ii)

waarin de data zijn vermeld waarop de producten zijn gelost en opnieuw geladen, in voorkomend geval onder opgave van de naam van de gebruikte schepen, of van de andere gebruikte vervoersmiddelen,

en

iii)

dat een verklaring bevat over de voorwaarden waarop de goederen in het land van doorvoer verbleven;

c)

hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.

Artikel 14

Tentoonstellingen

1.   De Overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong die naar een tentoonstelling in een ander dan een in de artikelen 3 en 4 genoemd land zijn verzonden en die na de tentoonstelling in de Gemeenschap of in Zwitserland worden ingevoerd, mits ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:

a)

een exporteur deze producten vanuit de Gemeenschap of Zwitserland naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en ze daar heeft tentoongesteld;

b)

deze exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in de Gemeenschap of Zwitserland;

c)

de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan zijn verzonden;

en

d)

de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.

2.   Een bewijs van oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel V afgegeven of opgesteld en op de gebruikelijke wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Zo nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden gevraagd ten aanzien van de voorwaarden waarop de producten werden tentoongesteld.

3.   Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden, en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING

Artikel 15

Verbod op de teruggave of vrijstelling van douanerechten

1.

a)

Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Zwitserland of een van de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen waarvoor overeenkomstig de bepalingen van titel V een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de Gemeenschap of in Zwitserland niet in aanmerking voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.

b)

De onder hoofdstuk 3 en de posten 1604 en 1605 van het geharmoniseerd systeem ingedeelde producten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van artikel 2, lid 1, onder c), waarvoor overeenkomstig het bepaalde in titel V een bewijs van de oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de Gemeenschap niet in aanmerking voor teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.

2.   Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor de algehele of gedeeltelijke teruggave, kwijtschelding of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in de Gemeenschap of in Zwitserland van toepassing is op materialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt en op de in lid 1, onder b), bedoelde producten, indien een dergelijke teruggave, kwijtschelding of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk wordt toegekend indien de producten die uit deze materialen zijn verkregen worden uitgevoerd, doch niet indien deze producten voor binnenlands gebruik zijn bestemd.

3.   De exporteur van door een bewijs van oorsprong gedekte producten dient steeds bereid te zijn op verzoek van de douaneautoriteiten alle stukken over te leggen waaruit blijkt dat geen teruggave, kwijtschelding of vrijstelling van rechten is verkregen voor de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, inderdaad zijn betaald.

4.   De leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpakking in de zin van artikel 8, lid 2, op accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen in de zin van artikel 9 en op artikelen die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 10, wanneer dergelijke artikelen niet van oorsprong zijn.

5.   De leden 1 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing op materialen waarop de Overeenkomst van toepassing is. Voorts doen zij geen afbreuk aan het systeem van restituties bij de uitvoer van landbouwproducten overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst.

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 16

Algemene voorwaarden

1.   Producten van oorsprong uit de Gemeenschap die in Zwitserland worden ingevoerd en producten van oorsprong uit Zwitserland die in de Gemeenschap worden ingevoerd, vallen onder de toepassing van de Overeenkomst op overlegging van:

a)

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage III is opgenomen; of

b)

in de in artikel 21, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage IV is opgenomen, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument waarin de producten voldoende gedetailleerd zijn omschreven om geïdentificeerd te kunnen worden (hierna „factuurverklaring” genoemd).

2.   Niettegenstaande lid 1 vallen producten van oorsprong in de zin van dit Protocol in de in artikel 26 bedoelde gevallen onder de toepassing van deze Overeenkomst zonder dat een van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.

Artikel 17

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde.

2.   Te dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in, waarvan modellen in bijlage III zijn opgenomen. Deze formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.

3.   De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoekt, dient steeds in staat te zijn op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.

4.   Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van een lidstaat van de Gemeenschap of van Zwitserland indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, uit Zwitserland of uit een van de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen en indien aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.

5.   De met de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 belaste douaneautoriteiten nemen alle nodige maatregelen om te controleren of de producten inderdaad van oorsprong zijn en of aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten. Zij zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak zo is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.

6.   De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.

7.   Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.

Artikel 18

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   In afwijking van artikel 17, lid 7, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering worden afgegeven na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien

a)

dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd;

b)

ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel was afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.

2.   Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.

3.   De douaneautoriteiten kunnen eerst tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan na te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het betrokken dossier.

4.   Op een achteraf afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

ES

„EXPEDIDO A POSTERIORI”

DA

„UDSTEDT EFTERFØLGENDE”

DE

„NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT”

EL

„ΕΚΔΟΘΕΝ ΕΚ ΤΩΝ ΥΣΤΕΡΩΝ”

EN

„ISSUED RETROSPECTIVELY”

FR

„DÉLIVRÉ A POSTERIORI”

IT

„RILASCIATO A POSTERIORI”

NL

„AFGEGEVEN A POSTERIORI”

PT

„EMITIDO A POSTERIORI”

FI

„ANNETTU JÄLKIKÄTEEN”

SV

„UTFÄRDAT I EFTERHAND”.

5.   De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 19

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.

2.   Op het aldus afgegeven duplicaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

ES

„DUPLICADO”

DA

„DUPLIKAT”

DE

„DUPLIKAT”

EL

„ΑΝΤΙΓΡΑΦΟ”

EN

„DUPLICATE”

FR

„DUPLICATA”

IT

„DUPLICATO”

NL

„DUPLICAAT”

PT

„SEGUNDA VIA”

FI

„KAKSOISKAPPALE”

SV

„DUPLIKAT”.

3.   De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

4.   Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 geldt vanaf die datum.

Artikel 20

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong

Voor producten van oorsprong die in de Gemeenschap of Zwitserland onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door een of meer certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats in de Gemeenschap of in Zwitserland. Dit certificaat of deze certificaten worden afgegeven door het douanekantoor dat op de producten toezicht houdt.

Artikel 20 bis

Gescheiden boekhouding

1.   Wanneer het aanzienlijke kosten of materiële moeilijkheden met zich brengt om afzonderlijke voorraden aan te houden van identieke en onderling verwisselbare materialen die van oorsprong en die niet van oorsprong zijn, kunnen de douaneautoriteiten op schriftelijk verzoek van de betrokkene toestaan dat voor het beheer van deze voorraden de methode van gescheiden boekhouding wordt gebruikt.

2.   Met behulp van deze methode moet het mogelijk zijn dat in een bepaalde referentieperiode hetzelfde aantal producten „van oorsprong” wordt verkregen als verkregen zou zijn indien de voorraden fysiek waren gescheiden.

3.   De douaneautoriteiten kunnen vergunning verlenen voor het gebruik van deze methode, op de door hen passend geachte voorwaarden.

4.   De gescheiden boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen die van toepassing zijn in het land waar het product is vervaardigd.

5.   De vergunninghouder kan bewijzen van oorsprong afgeven of aanvragen, al naar gelang van het geval, voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong kunnen worden beschouwd. De vergunninghouder verstrekt op verzoek van de douaneautoriteiten een verklaring over de wijze waarop de hoeveelheden zijn beheerd.

6.   De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning en kunnen deze te allen tijde intrekken wanneer de vergunninghouder deze niet correct gebruikt of niet aan een van de andere in dit Protocol omschreven voorwaarden voldoet.

Artikel 21

Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring

1.   De in artikel 16, lid 1, onder b), genoemde factuurverklaring kan worden opgesteld door:

a)

een toegelaten exporteur in de zin van artikel 22;

b)

een willekeurige exporteur, voor zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet hoger is dan 6 000 EUR.

2.   Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de producten als van oorsprong uit de Gemeenschap, Zwitserland of een van de in de artikelen 3 en 4 genoemde landen kunnen worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen.

3.   De exporteur die de factuurverklaring opstelt moet op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer steeds bereid zijn de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.

4.   Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage IV is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen talenversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. De factuurverklaring mag ook met de hand, met inkt en in blokletters, worden geschreven.

5.   De factuurverklaring wordt door de exporteur eigenhandig ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 22 behoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle factuurverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.

6.   Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij de uitvoer van de producten waarop ze betrekking heeft of later, maar moet uiterlijk twee jaar na de invoer van de producten waarop ze betrekking heeft in het land van invoer worden aangeboden.

Artikel 22

Toegelaten exporteur

1.   De douaneautoriteiten van het land van uitvoer kunnen een exporteur (hierna „toegelaten exporteur” genoemd) die veelvuldig producten verzendt waarop de overeenkomst van toepassing is, vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen ongeacht de waarde van de betrokken producten. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet de exporteur naar het oordeel van de douaneautoriteiten de nodige waarborgen bieden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere voorwaarden van dit Protocol.

2.   De douaneautoriteiten kunnen het verlenen van de status van toegelaten exporteur afhankelijk stellen van de door hen noodzakelijk geachte voorwaarden.

3.   De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een nummer toe dat in de factuurverklaringen wordt vermeld.

4.   De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.

5.   De douaneautoriteiten kunnen de vergunning steeds intrekken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet langer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet langer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet of de vergunning niet op de juiste wijze gebruikt.

Artikel 23

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

1.   Een bewijs van oorsprong is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer.

2.   Bewijzen van oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van buitengewone omstandigheden.

3.   In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden indien de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangebracht.

Artikel 24

Overlegging van het bewijs van oorsprong

Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze autoriteiten kunnen om een vertaling van dit bewijs vragen. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van de Overeenkomst voldoen.

Artikel 25

Invoer in deelzendingen

Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van het land van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406 van het geharmoniseerd systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.

Artikel 26

Vrijstelling van bewijs van oorsprong

1.   Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat het nodig is een bewijs van oorsprong over te leggen, voorzover aan zulke producten ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit Protocol voldoen en er over de juistheid van een dergelijke verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.

2.   Als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van producten die uitsluitend bestemd zijn voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, voorzover noch de aard noch de hoeveelheid van de producten op commerciële doeleinden wijzen.

3.   Voorts mag de totale waarde van deze producten niet hoger zijn dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200 EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 27

Bewijsstukken

De in artikel 17, lid 3, en artikel 21, lid 3, bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een factuurverklaring worden gedekt, producten van oorsprong zijn uit de Gemeenschap, Zwitserland of een van de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen en aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn:

a)

een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkingen om de producten te verkrijgen;

b)

in de Gemeenschap of in Zwitserland afgegeven of opgestelde, en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt;

c)

in de Gemeenschap of in Zwitserland afgegeven of opgestelde, en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de be- of verwerking in de Gemeenschap of in Zwitserland blijkt;

d)

certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of factuurverklaringen waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt, die overeenkomstig dit Protocol in de Gemeenschap of in Zwitserland zijn afgegeven of opgesteld, of die in een van de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen zijn opgesteld overeenkomstig oorsprongsregels die gelijk zijn aan de oorsprongsregels in dit Protocol;

e)

passende bewijsstukken betreffende be- of verwerking buiten het grondgebied van de Gemeenschap en Zwitserland in toepassing van artikel 12 waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van dat artikel is voldaan.

Artikel 28

Bewaring van de bewijzen van oorsprong en de andere bewijsstukken

1.   De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoekt, bewaart de in artikel 17, lid 3, bedoelde bewijsstukken gedurende een periode van ten minste drie jaar.

2.   De exporteur die een factuurverklaring heeft opgesteld, bewaart een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 21, lid 3, bedoelde documenten gedurende een periode van ten minste drie jaar.

3.   De douaneautoriteiten van het land van uitvoer die een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven bewaren het in artikel 17, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende een periode van ten minste drie jaar.

4.   De douaneautoriteiten van het land van invoer bewaren de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en factuurverklaringen die bij hen werden ingediend gedurende een periode van ten minste drie jaar.

Artikel 29

Verschillen en vormfouten

1.   Geringe verschillen tussen de gegevens in het bewijs van oorsprong en de gegevens in de documenten die in verband met de formaliteiten bij invoer bij het douanekantoor worden ingediend, maken het bewijs van oorsprong niet automatisch ongeldig indien blijkt dat het wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.

2.   Kennelijke vormfouten, zoals typefouten, op het bewijs van oorsprong leiden niet tot weigering van dit document indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de daarin vermelde gegevens.

Artikel 30

In euro uitgedrukte bedragen

1.   Voor de toepassing van artikel 21, lid 1, onder b), en artikel 26, lid 3, worden, wanneer de producten gefactureerd zijn in een andere valuta dan de euro, de tegenwaarde van de in euro uitgedrukte bedragen in de nationale valuta van lidstaten van de Gemeenschap, van Zwitserland of een van de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen, jaarlijks door elk van de betrokken landen vastgesteld.

2.   Artikel 21, lid 1, onder b), en artikel 26, lid 3, zijn op een zending van toepassing op basis van de valuta waarin de factuur is opgesteld overeenkomstig het door het betrokken land vastgestelde bedrag.

3.   De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn gelijk aan de tegenwaarde in die valuta van de in euro uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober. De bedragen worden de Commissie van de Europese Gemeenschappen vóór 15 oktober medegedeeld en zijn van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Commissie van de Europese Gemeenschappen stelt alle betrokken landen in kennis van de betrokken bedragen.

4.   Een land mag het bedrag dat het resultaat is van de omrekening in zijn nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag naar boven of beneden afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 % afwijken van het bedrag dat het resultaat is van de omrekening. Een land kan de tegenwaarde in nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag handhaven indien de omrekening van dat bedrag, bij de in lid 3 bedoelde jaarlijkse aanpassing, vóór het afronden, leidt tot een stijging van minder dan 15 % van de tegenwaarde in nationale valuta. De tegenwaarde in nationale valuta kan worden gehandhaafd, indien de omrekening tot een daling van die tegenwaarde leidt.

5.   De in euro uitgedrukte bedragen worden op verzoek van de Gemeenschap of Zwitserland door het Gemengd Comité herzien. Bij deze herziening onderzoekt het Gemengd Comité of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan te dien einde besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.

TITEL VI

REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 31

Wederzijdse bijstand

1.   De douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeenschap en van Zwitserland doen elkaar, via de Commissie van de Europese Gemeenschappen, afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.

2.   Met het oog op de correcte toepassing van dit Protocol verlenen de Gemeenschap en Zwitserland elkaar, via de bevoegde douane-instanties, bijstand bij de controle op de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en de factuurverklaringen en de juistheid van de daarin vermelde gegevens.

Artikel 32

Controle van de bewijzen van oorsprong

1.   De bewijzen van oorsprong worden steekproefsgewijs gecontroleerd en wanneer de douaneautoriteiten van het land van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van dit Protocol.

2.   Met het oog op de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, de factuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten, terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer, in voorkomend geval onder vermelding van de redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd. Zij verstrekken bij deze aanvraag om controle alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.

3.   De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Te dien einde zijn zij gerechtigd elk bewijsmateriaal op te vragen, elke controle van de administratie van de exporteur uit te voeren of elke andere controle te verrichten die zij dienstig achten.

4.   Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer besluiten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, doen zij de importeur het voorstel de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.

5.   De resultaten van de controle worden zo spoedig mogelijk medegedeeld aan de douaneautoriteiten die deze hebben aangevraagd. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten echt zijn, of de betrokken producten als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Zwitserland of een van de andere in de artikelen 3 en 4 genoemde landen beschouwd kunnen worden en of aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.

6.   Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kennen de aanvragende douaneautoriteiten de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.

Artikel 33

Regeling van geschillen

Geschillen ten aanzien van de in artikel 32 bedoelde controles die niet onderling geregeld kunnen worden door de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die deze hebben moeten uitvoeren, en problemen in verband met de interpretatie van dit Protocol worden aan het Gemengd Comité voorgelegd.

In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 34

Sancties

Tegen een ieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen, worden sancties getroffen.

Artikel 35

Vrije zones

1.   De Gemeenschap en Zwitserland nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat producten die onder geleide van een bewijs van de oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.

2.   In afwijking van het bepaalde in lid 1 dienen de bevoegde douaneautoriteiten, wanneer producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Zwitserland die onder dekking van een bewijs van de oorsprong in een vrije zone zijn ingevoerd een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 af te geven mits deze be- of verwerking met de bepalingen van dit Protocol overeenstemt.

TITEL VII

CEUTA EN MELILLA

Artikel 36

Toepassing van het Protocol

1.   De in artikel 2 gebruikte term „Gemeenschap” heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla.

2.   Producten van oorsprong uit Zwitserland die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van Protocol 2 bij de Akte van toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Gemeenschap. Zwitserland zal op onder de Overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde regeling toepassen als op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die vanuit de Gemeenschap worden ingevoerd.

3.   Bij toepassing van lid 2 op producten van oorsprong uit Ceuta en Mellilla, is dit Protocol van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 37.

Artikel 37

Bijzondere voorwaarden

1.   Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, worden beschouwd als:

1)

producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

a)

geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;

b)

in Ceuta en Melilla verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voorzover:

i)

deze producten be- of verwerkingen hebben ondergaan die toereikend zijn in de zin van artikel 6, of voorzover

ii)

deze producten van oorsprong zijn uit Zwitserland of de Gemeenschap en zij be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan de in artikel 7 genoemde be- of verwerkingen;

2)

producten van oorsprong uit Zwitserland:

a)

geheel en al in Zwitserland verkregen producten;

b)

in Zwitserland verkregen producten, bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voorzover:

i)

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6, of voorzover

ii)

deze producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Gemeenschap en zij be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan de in artikel 7 genoemde be- of verwerkingen.

2.   Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.

3.   De exporteur of zijn gemachtigde vermeldt „Zwitserland” en „Ceuta en Melilla” in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of in factuurverklaringen. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt dit bovendien vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of in de factuurverklaring.

4.   De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit Protocol in Ceuta en Melilla.

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 38

Wijziging van het Protocol

Het Gemengd Comité kan besluiten de bepalingen van dit Protocol te wijzigen.


(1)  Het Vorstendom Liechtenstein heeft een douane-unie met Zwitserland en is partij bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

(2)  De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst in bijlage V zijn vermeld.

BIJLAGE I

INLEIDENDE AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II

Aantekening 1

In deze lijst zijn de be- en verwerkingen omschreven waardoor producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 6 van het Protocol.

Aantekening 2

2.1.

In de eerste twee kolommen van de lijst is het verkregen product omschreven. Kolom 1 bevat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerd systeem en kolom 2 de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex” betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.

2.2.

Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerd systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten worden ingedeeld.

2.3.

Wanneer de lijst verschillende regels geeft voor verschillende producten die onder één post zijn ingedeeld, is bij ieder gedachtestreepje dat gedeelte van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 of 4 vermelde regel van toepassing is.

2.4.

Wanneer zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel is gegeven voor het in de kolommen 1 en 2 omschreven product, kan de exporteur kiezen welke regel — die in kolom 3 of die in kolom 4 — hij toepast. Indien in kolom 4 geen regel is gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.

Aantekening 3

3.1.

Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 6 van het Protocol van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in de Gemeenschap of in Zwitserland.

Bijvoorbeeld:

Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt, niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek, is vervaardigd van „ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed” van post ex ex 7224.

Indien dit smeedijzer in de Gemeenschap uit niet van oorsprong zijnde ingots werd vervaardigd, heeft het reeds de oorsprong verkregen krachtens de regel voor post ex ex 7224 in de lijst. Bij de waardeberekening van de motor telt het smeedijzer dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of in een andere fabriek in de Gemeenschap. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

3.2.

De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Mag een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan kan hetzelfde materiaal in een vroeger productiestadium ook worden gebruikt. Hetzelfde materiaal mag evenwel niet worden gebruikt in een later productiestadium.

3.3.

Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat, wanneer in een regel de uitdrukking „materialen van om het even welke post” wordt gebezigd, mogen materialen van alle posten (zelfs die welke onder dezelfde omschrijving en dezelfde post vallen als het product) worden gebruikt, onder voorbehoud van de specifieke beperkingen die in een regel kunnen zijn neergelegd.

Wanneer echter de uitdrukking „vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post …” of „vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van dezelfde post als het product” wordt gebezigd, mogen materialen van alle posten worden gebruikt, met uitzondering van die welke onder dezelfde omschrijving in kolom 2 vallen als het product.

3.4.

Wanneer volgens de regel in de lijst een product van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.

Bijvoorbeeld:

Volgens de regel voor weefsels van de posten 5208 tot en met 5212 mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder chemische, worden gebruikt. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt.

3.5.

Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal moet worden vervaardigd, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen (zie ook aantekening 6.2 met betrekking tot textielproducten).

Bijvoorbeeld:

De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik uit van granen en graanderivaten. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd mogen evenwel worden gebruikt.

Dit geldt evenwel niet voor producten die, hoewel zij niet kunnen worden vervaardigd van het in de lijst genoemde materiaal, wel vervaardigd kunnen worden van een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium.

Bijvoorbeeld:

Indien voor een kledingstuk van ex hoofdstuk 62, van gebonden textielvlies, slechts het gebruik van garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, dan is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies — zelfs al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval zou het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen moeten bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium.

3.6.

Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages voor bepaalde materialen niet worden overschreden.

Aantekening 4

4.1.

De term „natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term „natuurlijke vezels” vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.

4.2.

De term „natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003 en wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.

4.3.

De termen „textielmassa”, „chemische materialen” en „materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.

4.4.

De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.

Aantekening 5

5.1.

Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken (zie ook de aantekeningen 5.3 en 5.4).

5.2.

Deze in aantekening 5.1 genoemde afwijking is evenwel slechts van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.

Basistextielmaterialen zijn:

zijde,

wol,

grof haar,

fijn haar,

paardenhaar (crin),

katoen,

papier en materiaal voor het vervaardigen van papier,

vlas,

hennep,

jute en andere bastvezels,

sisal en andere textielvezels van het geslacht „Agave”,

kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels,

synthetische filamenten,

kunstmatige filamenten,

filamenten die elektriciteit geleiden,

synthetische stapelvezels van polypropyleen,

synthetische stapelvezels van polyester,

synthetische stapelvezels van polyamide,

synthetische stapelvezels van polyacrylonitryl,

synthetische stapelvezels van polyimide,

synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen,

synthetische stapelvezels van poly(fenyleensulfon),

synthetische stapelvezels van poly(vinylchloride),

andere synthetische stapelvezels,

kunstmatige stapelvezels van viscose,

andere kunstmatige stapelvezels,

garens gemaakt van polyurethaan met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld,

garens gemaakt van polyurethaan met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld,

producten van post 5605 (metaalgaren) waarin strippen zijn verwerkt bestaande uit een kern van aluminiumfolie of van kunststoffolie, al dan niet met aluminiumpoeder bedekt, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een transparant of gekleurd kleefmiddel tussen twee strippen kunststof is aangebracht,

andere producten van post 5605.

Bijvoorbeeld:

Garen van post 5205, vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa is vereist) worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het garen.

Bijvoorbeeld:

Een weefsel van wol van post 5112, vervaardigd van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa is vereist) of garens van wol, die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch anderszins met het oog op het spinnen bewerkt) of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het weefsel.

Bijvoorbeeld:

Getufte textielstoffen van post 5802, vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd product wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd product is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn.

Bijvoorbeeld:

Indien de betrokken getufte textielstof is vervaardigd uit katoengarens van post 5205 en uit synthetisch weefsel van post 5407, zijn de gebruikte garens uiteraard van twee verschillende soorten basistextielmateriaal gemaakt en is de getufte textielstof bijgevolg een gemengd product.

5.3.

Voor weefsels die garens bevatten, „gemaakt van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld”, bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20 %.

5.4.

Voor weefsels die strippen bevatten bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof, bedraagt de tolerantie voor de strippen 30 %.

Aantekening 6

6.1.

Wordt voor een bepaald textielproduct in de lijst in een voetnoot naar deze aantekening verwezen, dan mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor de betreffende geconfectioneerde producten, worden gebruikt voorzover zij onder een andere post vallen dan het product en de waarde ervan niet meer bedraagt dan 8 % van de prijs af fabriek van het product.

6.2.

Onverminderd aantekening 6.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld bij de vervaardiging van textielproducten vrij worden gebruikt, of zij nu textiel bevatten of niet.

Bijvoorbeeld:

Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een broek, garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van artikelen van metaal, zoals knopen, niet uit, omdat deze niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Om dezelfde reden is het gebruik van bijvoorbeeld ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel.

6.3.

Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

Aantekening 7

7.1.

Wat de posten ex ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex ex 2901, ex ex 2902 en ex ex 3403 betreft, wordt onder „specifieke behandelingen” verstaan:

a)

vacuümdistillatie,

b)

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing,

c)

kraken,

d)

reforming,

e)

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,

f)

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet,

g)

polymeriseren,

h)

alkyleren,

i)

isomeriseren.

7.2.

Wat de posten 2710 tot en met 2712 betreft, wordt onder „specifieke behandelingen” verstaan:

a)

vacuümdistillatie,

b)

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing,

c)

kraken,

d)

reforming,

e)

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,

f)

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, met rokend zwavelzuur of met zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, van geactiveerde aarde, van actieve koolstof of van bauxiet,

g)

polymeriseren,

h)

alkyleren,

i)

isomeriseren,

k)

uitsluitend voor de zware oliën van post ex ex 2710: ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde producten met ten minste 85 % wordt verlaagd (methode ASTM D 1266-59 T),

l)

uitsluitend voor de producten van post 2710: ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren,

m)

uitsluitend voor de zware oliën van post ex ex 2710: behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250 °C wordt teweeggebracht. Eindbehandeling met waterstof van smeeroliën van post ex ex 2710 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld „hydrofinishing” of ontkleuren), wordt daarentegen niet als een specifieke behandeling aangemerkt,

n)

uitsluitend voor stookolie van post ex ex 2710: atmosferische distillatie, mits deze producten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30 % van het volume ervan overdistilleren bij 300 °C, een en ander bepaald volgens de methode ASTM D 86,

o)

uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post ex ex 2710: behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading,

p)

uitsluitend voor ruwe producten van post ex ex 2712 (met uitzondering van vaseline, ozokeriet, montaanwas of turfwas, paraffine bevattende minder dan 0,75 gewichtspercenten olie): olieafscheiding door gefractioneerde kristallisatie.

7.3.

Wat de posten ex ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex ex 2901, ex ex 2902 en ex ex 3403 betreft, wordt geen oorsprong verkregen door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehalten, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.

BIJLAGE II

Lijst van be- of verwerkingen van materialen die niet van oorsprong zijn waardoor het vervaardigde product het karakter van product van oorsprong verkrijgt

Niet alle in de lijst genoemde producten vallen onder de overeenkomst. De lijst dient daarom samen met de andere delen van de overeenkomst te worden gelezen.

GS-post

Omschrijving

Be- of verwerkingen van niet van oorsprong zijnde materialen die het karakter van oorsprong verlenen

(1)

(2)

(3) of (4)

hoofdstuk 1

Levende dieren

Alle dieren van hoofdstuk 1 moeten geheel en al verkregen zijn

 

hoofdstuk 2

Vlees en eetbare slachtafvallen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen zijn

 

hoofdstuk 3

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex hoofdstuk 4

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhonig; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn

 

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn,

alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) bedoeld bij post 2009 van oorsprong zijn, en

de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 5

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 0502

Bereid haar van varkens of van wilde zwijnen

Reinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar

 

hoofdstuk 6

Levende planten en producten van de bloementeelt

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen zijn, en

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 7

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn

 

hoofdstuk 8

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen zijn, en

de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 9 geheel en al verkregen zijn

 

0901

Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

0902

Thee, ook indien gearomatiseerd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

ex ex 0910

Kruidenmengsels

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

hoofdstuk 10

Granen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al verkregen zijn

 

ex hoofdstuk 11

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen, groenten en planten voor voedingsdoeleinden, knollen en wortels van post 0714 of vruchten geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 1106

Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713

Drogen en malen van peulgroenten van post 0708

 

hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 12 geheel en al verkregen zijn

 

1301

Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en oleoharsen (bijvoorbeeld balsems), van natuurlijke oorsprong

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

 

– plantenslijmen en bindmiddelen, gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten

Vervaardiging uit niet gewijzigde plantenslijmen en bindmiddelen

 

– andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 14

Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 geheel en al verkregen zijn

 

ex hoofdstuk 15

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

1501

Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, ander dan dat bedoeld bij post 0209 of 1503:

 

 

– beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0203, 0206 of 0207 of van beenderen van post 0506

 

– ander

Vervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee van post 0207

 

1502

Rund-, schapen- of geitenvet, ander dan dat bedoeld bij post 1503:

 

 

– beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0202, 0204 of 0206 of van beenderen van post 0506

 

– andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn

 

1504

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

 

– vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1504

 

– andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 1505

Geraffineerde lanoline

Vervaardiging uit ruw wolvet van post 1505

 

1506

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

 

– vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1506

 

– andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn

 

1507 t/m 1515

Plantaardige vette oliën, alsmede fracties daarvan:

 

 

– sojaolie, grondnotenolie, palmolie, kokosolie (kopraolie), palmpittenolie, babassunotenolie, tungolie, aleuritisolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas, fracties van jojobaolie en oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

– vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolie

Vervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 tot en met 1515

 

– andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn

 

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn, en

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen evenwel worden gebruikt

 

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 4 geheel en al verkregen zijn, en

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen evenwel worden gebruikt

 

hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging:

uit dieren van hoofdstuk 1, en/of

waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex hoofdstuk 17

Suiker en suikerwerk, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere saccharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet-gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel:

 

 

– chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702

 

– andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van oorsprong zijn

 

ex ex 1703

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

– moutextract

Vervaardiging uit granen van hoofdstuk 10

 

– andere

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; couscous, ook indien bereid:

 

 

– bevattende niet meer dan 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn

 

– bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn, en

alle materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van aardappelzetmeel van post 1108

 

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld corn-flakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen bedoeld bij post 1806,

waarbij het gebruikte graan of meel (met uitzondering van harde tarwe en Zea indurata maïs en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11

 

ex hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 2001

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2004 en ex ex 2005

Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2008

– Noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol

Vervaardiging waarbij de waarde van alle van oorsprong zijnde gebruikte noten en oliehoudende zaden, bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, meer bedraagt dan 60 % van de prijs af fabriek van het product

 

– pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; maïs

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

– andere, met uitzondering van vruchten (noten daaronder begrepen), anders gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevroren

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie, met uitzondering van

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté, en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij alle gebruikte cichorei geheel en al verkregen is

 

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd

 

 

– sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt

 

– mosterdmeel en bereide mosterd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

ex ex 2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, van de posten 2002 tot en met 2005

 

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij alle gebruikte druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn

 

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentensappen bedoeld bij post 2009

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) van oorsprong zijn

 

2207

Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 2207 of 2208, en

waarbij alle druiven of de van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt mag worden tot ten hoogste 5 % vol

 

2208

Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 2207 of 2208, en

waarbij alle druiven of de van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt mag worden tot ten hoogste 5 % vol

 

ex hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2301

Walvismeel; meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 2303

Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten

Vervaardiging waarbij alle gebruikte maïs geheel en al verkregen is

 

ex ex 2306

Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 %

Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen zijn

 

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

Vervaardiging waarbij:

alle gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk van oorsprong zijn, en

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten, met uitzondering van

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 24 geheel en al verkregen zijn

 

2402

Sigaren, cigarillo's en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak van post 2401 van oorsprong zijn

 

ex ex 2403

Rooktabak

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak van post 2401 van oorsprong zijn

 

ex hoofdstuk 25

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2504

Natuurlijk kristallijn grafiet, met verrijkt koolstofgehalte, gezuiverd en gemalen

Verrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van ruw kristallijn grafiet

 

ex ex 2515

Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cm

Zagen, splijten of dergelijke van marmer (zelfs indien reeds gezaagd) met een dikte van meer dan 25 cm

 

ex ex 2516

Graniet, porfier, basalt, zandsteen en ander natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cm

Zagen, splijten of dergelijke van natuursteen (zelfs indien reeds gezaagd) met een dikte van meer dan 25 cm

 

ex ex 2518

Dolomiet, gesinterd of gebrand

Sinteren of branden van niet-gesinterd of gebrand dolomiet

 

ex ex 2519

Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) mag evenwel worden gebruikt

 

ex ex 2520

Tandtechnisch gips

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2524

Asbestvezels

Vervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat)

 

ex ex 2525

Micapoeder

Malen van mica of van afval van mica

 

ex ex 2530

Verfaarden, gebrand of fijngemaakt

Branden of malen van verfaarden

 

hoofdstuk 26

Ertsen, slakken en assen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 27

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2707

Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke producten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hoge-temperatuur-steenkoolteer, die voor 65 % of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250 °C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2709

Ruwe oliën uit bitumineuze mineralen

Droge distillatie van bitumineuze mineralen

 

2710

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (2)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2711

Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (2)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2712

Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (2)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2713

Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2714

Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2715

Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek (bijvoorbeeld bitumineuze mastiek, vloeibitumen of koudasfalt („cut-back”))

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 28

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2805

„Mischmetall”

Vervaardiging door elektrolytische of thermische behandeling waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2811

Zwaveltrioxide

Vervaardiging uit zwaveldioxide

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2833

Aluminiumsulfaat

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2840

Natriumperboraat

Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 29

Organische chemische producten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2901

Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2902

Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xylenen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2905

Metaalalcoholaten van alcohol bedoeld bij deze post en van ethanol

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 2905. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2915

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2932

– Inwendige ethers, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

– Cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2933

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als hetero-atoom

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2934

Nucleïnezuren en zouten daarvan, al dan niet chemisch welbepaald; andere heterocyclische verbindingen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932, 2933 en 2934 mag evenwel niet meer bedragen dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 2939

Concentraten van papaverbolkaf met een gehalte aan alkaloïden van 50 gewichtspercenten of meer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 30

Farmaceutische producten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3002

Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; sera van geïmmuniseerde dieren of personen, alsmede andere bloedfracties en gewijzigde immunologische producten, al dan niet verkregen door middel van biotechnologische processen; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke producten:

 

 

– producten bestaande uit twee of meer bestanddelen die voor therapeutisch of profylactisch gebruik zijn vermengd of ongemengde producten voor dit gebruik, aangeboden in afgemeten hoeveelheden of gereed voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere:

 

 

– – menselijk bloed

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

– – dierlijk bloed, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

– – bloedfracties, andere dan sera van geimmuniseerde dieren of personen, hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

– – hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

– – andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3002. De materialen van deze omschrijving mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3003 en 3004

Geneesmiddelen (andere dan de producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006):

 

 

– verkregen uit amikacine bedoeld bij post 2941

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 3006

Farmaceutische afvallen, bedoeld bij aantekening 4 k) op dit hoofdstuk

De oorsprong van het product in zijn oorspronkelijke staat zal behouden blijven

 

ex hoofdstuk 31

Meststoffen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3105

Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg, met uitzondering van:

natriumnitraat

calciumcyaanamide

kaliumsulfaat

kaliummagnesiumsulfaat

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 32

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3201

Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan

Vervaardiging uit looiextracten van plantaardige oorsprong

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3205

Verflakken; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk (3), op basis van verflakken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de materialen van de posten 3203, 3204 en 3205. Materialen van post 3205 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 33

Etherische oliën en harsaroma’s; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma’s; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van materialen van een andere „groep” (4). Materialen van dezelfde „groep” als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 34

Zeep, organische tensioactieve producten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta’s, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3403

Smeermiddelen, minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende

Raffinagebewerkingen en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

andere behandelingen waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3404

Kunstwas en bereide was:

 

 

– op basis van paraffine, van was uit aardolie of uit bitumineuze mineralen, uit „slack wax” of uit „scale wax”

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van:

gehydrogeneerde oliën die het karakter hebben van was van post 1516,

chemisch niet welbepaalde vetzuren of industriële vetalcoholen met het karakter van was van post 3823, en

materialen van post 3404.

Deze materialen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 35

Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

 

 

– door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3505

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

– andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de materialen van post 1108

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3507

Bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 36

Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 37

Producten voor fotografie en cinematografie, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3701

Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor „direct-klaar”-fotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassette:

 

 

– filmpakken voor „direct-klaar”-fotografie in kleur, in cassette

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 3701 of 3702. Materialen van post 3702 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

– andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 3701 of 3702. Materialen van de posten 3701 en 3702 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product.

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3702

Fotografische film, lichtgevoelig, onbelicht, op rollen, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; film voor „direct-klaar”-fotografie, op rollen, lichtgevoelig, onbelicht

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 3701 of 3702

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3704

Fotografische platen, film, papier, karton en textiel, belicht doch niet ontwikkeld

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 3701 tot en met 3704

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 38

Diverse producten van de chemische industrie, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3801

– Colloïdaal grafiet, gedispergeerd in olie, en semicolloïdaal grafiet; koolstofpasta’s voor elektroden

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

– grafiet in de vorm van pasta’s, bestaande uit een mengsel van meer dan 30 gewichtspercenten grafiet en minerale olie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3403 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3803

Geraffineerde tallolie

Raffineren van ruwe tallolie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3805

Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd

Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3806

Gomesters

Vervaardiging uit harszuren

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3807

Houtteerpek

Distillatie van houtteer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3808

Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, desinfecteermiddelen en dergelijke producten, opgemaakt in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein, dan wel voorkomend als bereidingen of in de vorm van artikelen zoals zwavelbanden, zwavellonten, zwavelkaarsen en vliegenvangers

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3810

Preparaten voor het beitsen van metalen; vloeimiddelen en andere hulpmiddelen voor het solderen en het lassen van metalen; soldeer- en laspoeder en soldeer- en laspasta's, samengesteld uit metaal en andere stoffen; preparaten van de soort gebruikt voor het bekleden of het vullen van elektroden en van soldeer- en lasstaafjes

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3811

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie:

 

 

– bereide additieven voor smeerolie, aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3811 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3812

Bereide rubbervulcanisatieversnellers; weekmakers van gemengde samenstelling voor rubber of voor kunststof, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereide antioxidanten en andere stabilisatiemiddelen van gemengde samenstelling, voor rubber of voor kunststof

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3813

Preparaten en ladingen, voor brandblusapparaten; brandblusbommen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3814

Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3818

Chemische elementen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden, in de vorm van schijven, plaatjes of dergelijke vormen; chemische verbindingen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3819

Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3820

Anti-vriespreparaten en vloeibare ontdooiingspreparaten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3822

Reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, op een drager, alsmede bereide reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, al dan niet op een drager, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006; gecertificeerde referentiematerialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen

 

 

– industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

– industriële vetalcoholen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 3823

 

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

– de volgende producten van deze post:

– – bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen, op basis van natuurlijke harshoudende producten

– – nafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van nafteenzuren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

– – sorbitol, andere dan die bedoeld bij post 2905)

– – petroleumsulfonaten, met uitzondering van petroleumsulfonaten van alkalimetalen, ammonium of ethanolaminen; thiofeenhoudende sulfonzuren van oliën uit bitumineuze mineralen, alsmede zouten daarvan

– – ionenwisselaars

 

 

– – gasbinders (getters) voor elektrische lampen en vacuümbuizen

– – gealkaliseerde ijzeroxiden voor het zuiveren van gas

 

 

– – ammoniakwaters en gaszuiveringsmassa, verkregen bij het zuiveren van lichtgas

– – sulfonafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van sulfonafteenzuren

– – foezelolie en dippelolie

 

 

– – mengsels van zouten met verschillende anionen

– – kopieerpasta's op basis van gelatine, ook indien op een onderlaag van papier of textiel

– andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3901 t/m 3915

Kunststof in primaire vormen, resten en afval van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex ex 3907 en 3912 waarvoor de regels hierna worden uiteengezet:

 

 

– toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin één enkel monomeer voor meer dan 99 gewichtspercenten van het totale polymeergehalte aanwezig is

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (5)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

– andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (5)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3907

– Copolymeer, vervaardigd uit polycarbonaat en acrylonitril-butadieen-styreencopolymeer (ABS)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product (5)

 

– Polyester

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product en/of vervaardiging uit tetrabroompolycarbonaat (bisfenol A)

 

3912

Cellulose en chemische derivaten daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3916 t/m 3921

Halffabrikaten en artikelen van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex ex 3916, ex ex 3917, ex ex 3920 en ex ex 3921, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet:

 

 

– platte producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte of in andere dan rechthoekige of vierkante vorm gesneden; andere producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

– andere:

 

 

– – toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin één enkel monomeer voor meer dan 99 gewichtspercenten van het totale polymeergehalte aanwezig is

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (5)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

– – andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (5)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3916 en ex ex 3917

Profielen en buizen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 3920

– Ionomeervellen of -foliën

Vervaardiging uit een thermoplastisch partieel zout, een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

– vellen van geregenereerd cellulose, van polyamide of van polyethyleen

Vervaardiging waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 3921

Kunststoffolie, gemetalliseerd

Vervaardiging uit zeer transparant polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron (6)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

3922 t/m 3926

Artikelen van kunststof

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 40

Rubber en werken daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4001

Gelamineerde platen van crêperubber voor zolen

Lamineren van vellen natuurlijke crêperubber

 

4005

Bereide rubber, niet gevulcaniseerd, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen, met uitzondering van natuurlijke rubber, niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

4012

Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, loopvlakken voor banden en velglinten, van rubber:

 

 

– luchtbanden, massieve of halfmassieve banden, van rubber, voorzien van een nieuw loopvlak

Van een nieuw loopvlak voorziene gebruikte banden

 

– andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4011 en 4012

 

ex ex 4017

Werken van geharde rubber

Vervaardiging uit geharde rubber

 

ex hoofdstuk 41

Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4102

Onthaarde huiden en vellen van schapen

Schapenhuiden en -vellen ontdoen van hun wol

 

4104 t/m 4106

Gelooide onthaarde huiden en vellen en niet afgewerkt leder („crust”), alsmede gelooide huiden en vellen en niet afgewerkt leder („crust”) van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt

Herlooien van voorgelooid leder

of

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

4107, 4112 en 4113

Leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, en leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, andere dan de producten bedoeld bij post 4114

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4104 tot en met 4113

 

ex ex 4114

Lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen; gemetalliseerd leder

Vervaardiging uit leder van de posten 4104 tot en met 4106, 4107, 4112 of 4113 op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 42

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 43

Pelterijen en bontwerk; namaakbont, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4302

Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd:

 

 

– banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen

Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

 

– andere

Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

 

4303

Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont

Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen van post 4302

 

ex hoofdstuk 44

Hout, houtskool en houtwaren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4403

Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

Vervaardiging uit hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw behakt of ontdaan van het spint

 

ex ex 4407

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

 

ex ex 4408

Fineerplaten (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen) en platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, met verbinding aan de randen, alsmede ander hout, overlangs gezaagd dan wel gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding

Aaneenvoegen door verbinding aan de randen, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

 

ex ex 4409

Hout waarvan ten minste één zijde of uiteinde is geprofileerd, ook indien geschaafd, geschuurd of met stuikverbinding:

 

 

– geschuurd of met stuikverbinding

Schuren of aaneenvoegen door middel van een stuikverbinding

 

– staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

 

ex ex 4410 t/m ex ex 4413

Staaflijst van hout, voor meubelen, voor lijsten, voor binnenhuisversiering, voor het wegwerken van elektrische leidingen (groeflatjes en afdekprofielen) en voor dergelijke doeleinden

In profiel frezen of vormen

 

ex ex 4415

Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout

Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken

 

ex ex 4416

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout

Vervaardiging uit duighout, ook indien gezaagd op beide hoofdvlakken, doch niet verder bewerkt

 

ex ex 4418

– Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Panelen met cellenstructuur en dakspanen („shingles” en „shakes”) mogen evenwel worden gebruikt

 

– Staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

 

ex ex 4421

Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen

Vervaardiging uit hout van om het even welke post, met uitzondering van houtdraad van post 4409

 

ex hoofdstuk 45

Kurk en kurkwaren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

4503

Werken van natuurkurk

Vervaardiging uit natuurkurk van post 4501

 

hoofdstuk 46

Vlechtwerk en mandenmakerswerk

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

hoofdstuk 47

Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval)

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan die van het product worden ingedeeld

 

ex hoofdstuk 48

Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 4811

Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruit

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

4816

Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozen

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

4817

Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 4818

Closetpapier

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

ex ex 4819

Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 4820

Blocnotes

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 4823

Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier van hoofdstuk 47

 

ex hoofdstuk 49

Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

4909

Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, ook indien geïllustreerd of met garneringen, al dan niet met enveloppe

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4909 en 4911

 

4910

Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen:

 

 

– kalenders van de „eeuwigdurende” soort en kalenders met een verwisselbaar blok op voetstuk van ander materiaal dan papier of karton

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 4909 en 4911

 

ex hoofdstuk 50

Zijde, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 5003

Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd

Kaarden of kammen van afval van zijde

 

5004 t/m ex ex 5006

Garens van zijde en garens van afval van zijde

Vervaardiging uit (7):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

andere natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5007

Weefsels van zijde of van afval van zijde:

 

 

– elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (7)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 51

Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin), met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5106 t/m 5110

Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin)

Vervaardiging uit (7):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5111 t/m 5113

Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin):

 

 

– elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (7)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 52

Katoen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5204 t/m 5207

Garens van katoen

Vervaardiging uit (7):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5208 t/m 5212

Weefsels van katoen:

 

 

– elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (7)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 53

Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5306 t/m 5308

Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens

Vervaardiging uit (7):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5309 t/m 5311

Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens:

 

 

– elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (7)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

jute garen,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5401 t/m 5406

Garens, monofilamenten en draad van synthetische of kunstmatige filamenten

Vervaardiging uit (7):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5407 t/m 5408

Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens:

 

 

– elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (7)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5501 t/m 5507

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa

 

5508 t/m 5511

Garens en naaigarens

Vervaardiging uit (7):

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd, of anderszins bewerkt voor het spinnen,

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5512 t/m 5516

Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels:

 

 

– elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (7)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

papier,

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 56

Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan; met uitzondering van:

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5602

Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen:

 

 

– naaldgetouwvilt

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa;

echter:

polypropyleenfilamentgarens van post 5402,

polypropyleenvezels van post 5503 of 5506, of

polypropyleenkabels van post 5501,

waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

uit caseïnevezels vervaardigde kunstmatige stapelvezels, of

chemische materialen of textielmassa

 

5604

Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of kunststof:

 

 

– draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel

Vervaardiging uit niet-omwoeld of omvlochten draad en koord, van rubber

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5605

Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, -strippen of -poeder, dan wel bedekt met metaal

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

5606

Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogenaamd chainettegaren)

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen,

chemische materialen of textielmassa, of

stoffen voor het vervaardigen van papier

 

hoofdstuk 57

Tapijten:

 

 

– van naaldgetouwvilt

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa;

 

echter:

polypropyleenfilamentgarens van post 5402,

polypropyleenvezels van post 5503 of 5506, of

polypropyleenkabels van post 5501,

waarvan de titer in alle gevallen van één enkel filament of vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt

 

– van ander vilt

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

garens van kokos of jute,

synthetische of kunstmatige filamentgarens,

natuurlijke vezels, of

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen

Juteweefsel mag als rug worden gebruikt

 

ex hoofdstuk 58

Speciale weefsels: getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk, met uitzondering van:

 

 

– elastische weefsels (met rubberdraad verbonden)

Vervaardiging uit eendraadsgaren (7)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5805

Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5810

Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

5901

Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden

Vervaardiging uit garen

 

5902

Bandenkoordweefsel („tyre cord fabric”) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon:

 

 

– minder dan 90 gewichtspercenten textielstoffen bevattende

Vervaardiging uit garen

 

– andere

Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa

 

5903

Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902

Vervaardiging uit garen

of

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5904

Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden

Vervaardiging uit garen (7)

 

5905

Wandbekleding van textielstof:

 

 

– geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen

Vervaardiging uit garen

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa,

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5906

Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902:

 

 

– van brei- of haakwerk

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

– andere weefsels, vervaardigd uit synthetische filamentgarens, bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen

Vervaardiging uit chemische materialen

 

– andere

Vervaardiging uit garen

 

5907

Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio’s of voor dergelijk gebruik

Vervaardiging uit garen

of

 

bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5908

Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rond gebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd:

 

 

– gloeikousjes, geïmpregneerd

Vervaardiging uit rond gebreide buisjes

 

– andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

5909 t/m 5911

Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen:

 

 

– polijstschijven, andere dan die van vilt bedoeld bij post 5911

Vervaardiging uit garen of uit afval van weefsels of lompen en vodden van post 6310

 

– al dan niet vervilte weefsels, van de soort gewoonlijk gebruikt voor papiermachines of voor ander technisch gebruik, ook indien geïmpregneerd of bekleed, rondgeweven of eindloos met enkelvoudige of meervoudige ketting en/of inslag, dan wel plat geweven met meervoudige ketting en/of inslag bedoeld bij post 5911

Vervaardiging uit (7):

– kokosgaren,

– de volgende materialen:

– – polytetrafluorethyleengaren (8),

– – getwijnd polyamidegaren, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met fenolhars,

– – aromatisch polyamidegaren verkregen door polycondensatie van metafenyleendiamine en isoftaalzuur,

– – monofilament van polytetrafluorethyleen (8),

– – garen van synthetische textielvezels in poly(p-fenyleentereftalamide),

 

– – garens van glasvezel, met fenoplasthars bedekt en met acrylvezels omwoeld (8),

– – copolyestermonofilament van een polyester, een tereftaalzuurhars, van 1,4-cyclohexaandiethanol en van isoftaalzuur,

 

– – natuurlijke vezels,

– – synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

– – chemische materialen of textielmassa

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

kokosgaren,

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

hoofdstuk 60

Brei- en haakwerk aan het stuk

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

hoofdstuk 61

Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk:

 

 

– verkregen door aaneennaaien of anderszins aaneenzetten van twee of meer stukken brei- of haakwerk die hetzij op maat zijn gesneden of direct in vorm zijn verkregen

Vervaardiging uit garen (7)  (9)

 

– andere

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

mchemische materialen of textielmassa

 

ex hoofdstuk 62

Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van:

Vervaardiging uit garen (7)  (9)

 

ex ex 6202, ex ex 6204, ex ex 6206, ex ex 6209 en ex ex 6211

Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby's, geborduurd

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

ex ex 6210 en ex ex 6216

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit weefsel zonder deklaag, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

6213 en 6214

Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen:

 

 

– geborduurd

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (7)  (9)

of

vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

– andere

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (7)  (9)

of

confectie gevolgd door bedrukken samen met ten minste twee bewerkingen van voorbereiding of afwerking (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), op voorwaarde dat de totale waarde van de gebruikte niet-bedrukte goederen van de posten 6213 en 6214 niet meer bedraagt dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

6217

Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren:

 

 

– geborduurd

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

– vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

Vervaardiging uit garen (9)

of

vervaardiging uit weefsel zonder deklaag, op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte weefsel zonder deklaag niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

– tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging uit garen (9)

 

ex hoofdstuk 63

Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

6301 t/m 6304

Dekens, bedlinnen, gordijnen, vitrages en andere artikelen voor stoffering:

 

 

– van vilt of gebonden textielvlies

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa

 

– andere:

 

 

– – geborduurd

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (9)  (10)

of

vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk), op voorwaarde dat de waarde van het gebruikte niet-geborduurde weefsel niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (9)  (10)

 

6305

Zakken voor verpakkingsdoeleinden

Vervaardiging uit (7):

natuurlijke vezels,

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard of gekamd, noch anderszins bewerkt voor het spinnen, of

chemische materialen of textielmassa

 

6306

Dekkleden, zeilen voor schepen, zeilplanken, zeilwagens en zeilsleden, zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke, tenten en kampeerartikelen:

 

 

– van gebonden textielvlies

Vervaardiging uit (7)  (9):

natuurlijke vezels, of

chemische materialen of textielmassa

 

– andere

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (7)  (9)

 

6307

Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

6308

Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Elk bestanddeel van het stel of assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel gebruikt worden, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment

 

ex hoofdstuk 64

Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van de samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen van post 6406

 

6406

Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 65

Hoofddeksels en delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

6503

Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvormen (cloches) of van schijfvormige „plateaux,” bedoeld bij post 6501, ook indien gegarneerd

Vervaardiging uit garen of textielvezels (9)

 

6505

Hoeden en andere hoofddeksels, van brei- of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielproducten (aan het stuk, maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerd

Vervaardiging uit garen of textielvezels (9)

 

ex hoofdstuk 66

Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

6601

Paraplu’s en parasols (wandelstokparaplu’s, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 67

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 68

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 6803

Werken van leisteen of van samengekit leigruis

Vervaardiging uit bewerkte leisteen

 

ex ex 6812

Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

ex ex 6814

Werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen

Vervaardiging uit bewerkt mica (met inbegrip van geagglomereerd of gereconstitueerd mica)

 

hoofdstuk 69

Keramische producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 70

Glas en glaswerk, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7003, ex ex 7004 en ex ex 7005

Glas met niet-reflecterende lagen

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7006

Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuin geslepen randen, gegraveerd, van gaten voorzien, geëmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden:

 

 

– platen van glas (substraten), bekleed met een diëlektrische metaallaag, halfgeleidend volgens de normen van SEMII (11)

Vervaardiging uit platen van glas (substraten) van post 7006

 

– andere

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7007

Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit opeengekitte glasplaten

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7008

Meerwandig glas voor isoleringsdoeleinden

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7009

Spiegels van glas, ook indien omlijst, achteruitkijkspiegels daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7010

Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

slijpen van glaswerk, op voorwaarde dat de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glas niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7013

Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

slijpen van glaswerk, op voorwaarde dat de totale waarde van het gebruikte niet-geslepen glaswerk niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

of

versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk, op voorwaarde dat de totale waarde van het gebruikte met de hand geblazen glaswerk niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 7019

Werken (andere dan garen) van glasvezels

Vervaardiging uit:

ongekleurde lonten, rovings en garens, ook indien gesneden, of

glaswol

 

ex hoofdstuk 71

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7101

Echte of gekweekte parels, in stellen, tijdelijk aaneengeregen met het oog op het vervoer

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 7102, ex ex 7103 en ex ex 7104

Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging uit onbewerkte edelstenen of halfedelstenen

 

7106, 7108 en 7110

Edele metalen:

 

 

– onbewerkt

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 7106, 7108 en 7110

of

de elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van post 7106, 7108 of 7110

of

de legering van edele metalen van post 7106, 7108 of 7110, onderling of met onedele metalen

 

– halfbewerkt of in poedervorm

Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen

 

ex ex 7107, ex ex 7109 en ex ex 7111

Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt

Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt

 

7116

Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7117

Fancybijouterieën

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, op voorwaarde dat de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 72

Gietijzer, ijzer en staal, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7207

Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204 of 7205

 

7208 t/m 7216

Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit ijzer of niet-gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen, van post 7206

 

7217

Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van post 7207

 

ex ex 7218, 7219 t/m 7222

Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal

Vervaardiging uit roestvrij staal, in ingots of in andere primaire vormen, van post 7218

 

7223

Draad van roestvrij staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van roestvrij staal, van post 7218

 

ex ex 7224, 7225 t/m 7228

Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen van gelegeerd of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit staal, in ingots of in andere primaire vormen, van post 7206, 7218 of 7224

 

7229

Draad van ander gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabrikaten van ander gelegeerd staal van post 7224

 

ex hoofdstuk 73

Werken van gietijzer, van ijzer en van staal, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7301

Damwandprofielen

Vervaardiging uit materialen van post 7206

 

7302

Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails

Vervaardiging uit materialen van post 7206

 

7304, 7305 en 7306

Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal

Vervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7218 of 7224

 

ex ex 7307

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen

Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken waarvan de waarde niet meer bedraagt dan 35 % van de prijs af fabriek van het product

 

7308

Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustrades), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Gelaste profielen van post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

ex ex 7315

Sneeuwkettingen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 74

Koper en werken van koper, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7401

Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper)

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7402

Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7403

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw:

 

 

– geraffineerd koper

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

– koperlegeringen en geraffineerd koper dat andere elementen bevat

Vervaardiging uit geraffineerd koper, ruw, of uit resten en afval van koper

 

7404

Resten en afval, van koper

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

7405

Toeslaglegeringen van koper

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 75

Nikkel en werken van nikkel, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7501 t/m 7503

Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie; ruw nikkel; resten en afval, van nikkel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 76

Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7601

Ruw aluminium

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

of

Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling, uit niet-gelegeerd aluminium of uit resten en afval van aluminium

 

7602

Resten en afval, van aluminium

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 7616

Werken van aluminium andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium mogen echter worden gebruikt, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 77

Gereserveerd voor een mogelijk toekomstig gebruik in het geharmoniseerd systeem

 

 

ex hoofdstuk 78

Lood en werken van lood, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7801

Ruw lood:

 

 

– geraffineerd lood

Vervaardiging uit werklood

 

– ander

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Resten en afval van post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

7802

Resten en afval, van lood

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 79

Zink en werken van zink, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7901

Ruw zink

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Resten en afval van post 7902 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

7902

Resten en afval, van zink

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 80

Tin en werken van tin, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8001

Ruw tin

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Resten en afval van post 8002 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

8002 en 8007

Resten en afval, van tin; andere werken van tin

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

hoofdstuk 81

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen:

 

 

– andere onedele metalen, bewerkt; werken van deze stoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex hoofdstuk 82

Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

8206

Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 8202 tot en met 8205. Gereedschap van de posten 8202 tot en met 8205 mogen evenwel in het stel worden opgenomen, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel

 

8207

Verwisselbaar gereedschap voor al dan niet mechanisch handgereedschap of voor gereedschapswerktuigen (bijvoorbeeld voor het stampen, stansen, draadtappen, draadsnijden, boren, ruimen, kotteren, frezen, draaien, vastschroeven), daaronder begrepen trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het bewerken van metalen, alsmede grond- en gesteenteboren

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8208

Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8211

Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Lemmetten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

8214

Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

8215

Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

ex hoofdstuk 83

Allerlei werken van onedele metalen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 8302

Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen, en automatische deursluiters

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. De andere materialen van post 8302 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8306

Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen van onedel metaal

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. De andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8401

Kernsplijtstofelementen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product (12)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8402

Stoomketels (stoomgeneratoren), andere dan ketels voor centrale verwarming die zowel heet water als lagedrukstoom kunnen produceren; ketels voor oververhit water

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8403 en ex ex 8404

Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 8402 en hulptoestellen voor deze ketels voor centrale verwarming

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 8403 en 8404

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8406

Stoomturbines en andere dampturbines

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8407

Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8408

Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8409

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8411

Turbinestraalmotoren; schroefturbines en andere gasturbines

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8412

Andere motoren en andere krachtmachines

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8413

Roterende verdringerpompen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8414

Ventilatoren voor industriële of dergelijke doeleinden

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8415

Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8418

Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 8415

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8419

Machines voor de hout-, papierstof-, papier- en kartonindustrieën

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8420

Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoor

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8423

Weegtoestellen en weeginrichtingen, tel- en controletoestellen waarvan de werking op weging berust daaronder begrepen, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gevoeligheid van 5 cg of beter; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8425 t/m 8428

Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede toestellen voor het hanteren van goederen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8431 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8429

Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapenpootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht:

 

 

– wegwalsen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8431 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8430

Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8431 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8431

Delen van wegwalsen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8439

Machines en toestellen voor het vervaardigen van pulp van cellulosehoudende vezelstoffen of voor het vervaardigen of afwerken van papier of van karton

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8441

Andere machines en toestellen voor de bewerking van papierstof, van papier of van karton, snijmachines van alle soorten daaronder begrepen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8444 t/m 8447

Machines van deze posten, bestemd om te worden gebruikt in de textielindustrie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8448

Hulpmachines en hulptoestellen voor de machines bedoeld bij de posten 8444 en 8445

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8452

Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 8440; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachines; naalden voor naaimachines:

 

 

– naaimachines die uitsluitend stiksteken kunnen vormen, waarvan de kop zonder de motor niet meer dan 16 kg of met de motor niet meer dan 17 kg weegt

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product,

de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen die bij het monteren van de kop (zonder motor) zijn gebruikt, niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong, en

de draadspannings-, haak- en zigzagmechanismen van oorsprong zijn

 

– andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8456 t/m 8466

Gereedschapswerktuigen en machines en hun delen en toebehoren, bedoeld bij de posten 8456 tot en met 8466

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8469 t/m 8472

Kantoormachines en -toestellen (bijvoorbeeld schrijfmachines, rekenmachines, automatische gegevensverwerkende machines, duplicators, hechtmachines)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8480

Vormkasten voor gieterijen; modelplaten voor gietvormen; modellen voor gietvormen; gietvormen en andere vormen voor metalen (andere dan gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen, voor rubber of voor kunststof

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8482

Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8484

Metalloplastische pakking; stellen of assortimenten van pakkingringen en andere pakkingstukken, van verschillende samenstelling, in zakjes, in enveloppen of in dergelijke bergingsmiddelen; mechanische afdichtingen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8485

Delen van machines of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk en niet voorzien van elektrische verbindingsstukken, van elektrisch geïsoleerde delen, van spoelen, van contacten of van andere elektrotechnische delen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 85

Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8501

Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8503 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8502

Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van de posten 8501 en 8503 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8504

Elektrische voedingseenheden van de soort gebruikt voor automatische gegevensverwerkende machines

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 8518

Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; elektrische audiofrequentversterkers; elektrische geluidsversterkers

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8519

Platenspelers, elektrogrammofoons, cassettespelers en andere toestellen voor het weergeven van geluid, niet uitgerust voor het opnemen van geluid

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8520

Toestellen voor het opnemen van geluid op magneetbanden en andere toestellen voor het opnemen van geluid, ook indien uitgerust voor het weergeven van geluid

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8521

Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8522

Delen en toebehoren waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestemd voor de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8519 tot en met 8521

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8523

Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8524

Grammofoonplaten, banden en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37:

 

 

– galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8523 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8525

Zendtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie, radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera’s; videocamera's voor stilstaand beeld (zogenaamde still image videocamera's) en andere videocamera-opnametoestellen; digitale fototoestellen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8526

Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8527

Ontvangtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie of radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8528

Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden; videomonitors en videoprojectietoestellen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8529

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528:

 

 

– uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor video-opname- en videoweergaveapparaten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8535 en 8536

Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8538 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8537

Borden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij hoofdstuk 90, alsmede toestellen voor numerieke besturing, andere dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 8538 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8541

Dioden, transistors en dergelijke halfgeleiderelementen, met uitzondering van nog niet tot chips gesneden wafers

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8542

Elektronische geïntegreerde schakelingen en micro-assemblages:

 

 

– monolithische geïntegreerde schakelingen

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van de posten 8541 en 8542 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

of

de diffusie (waar geïntegreerde schakelingen worden gevormd op een halfgeleidersubstraat door de selectieve inbrenging van een geschikt doteringsmateriaal), al of niet geassembleerd en/of getest in een ander land dan die genoemd in de artikelen 3 en 4

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

– andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van de posten 8541 en 8542 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8544

Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt — zogenaamd emaildraad — of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optische vezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8545

Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8546

Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waaruit zij zijn vervaardigd

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8547

Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen enzovoort aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bijvoorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8548

Resten en afval, van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 86

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8608

Vast materieel voor spoor- en tramwegen; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal-, veiligheids-, controle- en bedieningstoestellen voor spoor- en tramwegen, voor verkeers- en waterwegen, voor parkeerterreinen, voor havens en voor vliegvelden; delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 87

Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8709

Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8710

Gevechtswagens en pantserauto's, ook indien met bewapening; delen en onderdelen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8711

Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens:

 

 

– met een motor met op- en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud:

 

 

– – van niet meer dan 50 cm3

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

– – van meer dan 50 cm3

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

– andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8712

Tweewielige fietsen zonder kogellagers

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 8714

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8715

Kinderwagens en delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8716

Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 88

Luchtvaart en ruimtevaart, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 8804

Rotochutes

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 8804

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8805

Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen; deklandingstoestellen en dergelijke; toestellen voor vliegoefeningen op de grond; delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

hoofdstuk 89

Scheepvaart

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Scheepsrompen van post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex hoofdstuk 90

Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen, met uitzondering van:

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9001

Optische vezels en optische vezelbundels; optische vezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma’s, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waaruit zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9002

Lenzen, prisma’s, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waaruit zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9004

Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere) en dergelijke artikelen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9005

Binocles, verrekijkers, alsmede onderstellen daarvoor

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 9006

Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en buizen, voor de fotografie, andere dan flitslampen met elektrische ontsteking

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9007

Filmcamera's en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname- en weergavetoestellen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9011

Optische microscopen, toestellen voor fotomicrografie, cinefotomicrografie en microprojectie daaronder begrepen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 9014

Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9015

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmeters

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9016

Precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 cg of beter, ook indien met gewichten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9017

Tekeninstrumenten, aftekeninstrumenten en rekeninstrumenten (bijvoorbeeld tekenmachines, pantografen, gradenbogen, passerdozen, rekenlinialen, rekenschijven); handinstrumenten voor lengtemeting (bijvoorbeeld maatstokken, micrometers, schuifmaten, kalibers), niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9018

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde, daaronder begrepen scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen:

 

 

– tandartsstoelen met ingebouwde tandheelkundige apparatuur, alsmede spuwbakken voor behandelkamers van tandartsen

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 9018

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

– andere

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9019

Toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek; toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aërosoltherapie; toestellen voor kunstmatige ademhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9020

Andere ademhalingstoestellen en gasmaskers, andere dan beschermingsmaskers zonder mechanische delen of vervangbare filters

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9024

Machines, apparaten en toestellen voor onderzoek van de hardheid, de trekvastheid, de samendrukbaarheid, de rekbaarheid of andere mechanische eigenschappen van materialen (bijvoorbeeld metaal, hout, textiel, papier, kunststof)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9025

Densimeters, areometers, vochtwegers en dergelijke drijvende instrumenten, thermometers, pyrometers, barometers, hygrometers en psychrometers, ook indien zelfregistrerend; combinaties van deze instrumenten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9026

Instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de doorstroming, het peil, de druk of andere variabele karakteristieken van vloeistoffen of van gassen (bijvoorbeeld doorstromingsmeters, peiltoestellen, manometers, warmteverbruiksmeters), andere dan instrumenten, apparaten en toestellen, bedoeld bij de posten 9014, 9015, 9028 en 9032

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9027

Instrumenten, apparaten en toestellen voor natuurkundige of scheikundige analyse (bijvoorbeeld polarimeters, refractometers, spectrometers, analysetoestellen voor gassen of voor rook); instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de viscositeit, de poreusheid, de uitzetting, de oppervlaktespanning en dergelijke; instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van hoeveelheden warmte, geluid of licht (belichtingsmeters daaronder begrepen); microtomen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9028

Verbruiksmeters en productiemeters voor gassen, voor vloeistoffen of voor elektriciteit, standaardmeters daaronder begrepen:

 

 

– delen en toebehoren

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9029

Toerentellers, productietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9030

Oscilloscopen, spectrumanalysetoestellen en andere instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van elektrische grootheden; meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor alfa-, beta- en gammastralen, röntgenstralen, kosmische stralen en andere ioniserende stralen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9031

Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk; profielprojectietoestellen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9032

Automatische regelaars

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9033

Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij dit hoofdstuk

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 91

Uurwerken, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9105

Wekkers, pendules, klokken en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerk

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9109

Uurwerken, compleet en gemonteerd, andere dan horloge-uurwerken

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet meer bedraagt dan de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde materialen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9110

Complete uurwerken, niet gemonteerd of gedeeltelijk gemonteerd (stellen onderdelen); niet-complete uurwerken, gemonteerd; onvolledige, onafgewerkte uurwerken („ébauches”)

Vervaardiging waarbij:

de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van alle gebruikte materialen van post 9114 niet meer bedraagt dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9111

Kasten voor horloges bedoeld bij de posten 9101 en 9102, alsmede delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9112

Kasten voor klokken, voor pendules, enz., alsmede delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9113

Horlogebanden en delen daarvan:

 

 

– van onedel metaal, ook indien verguld of verzilverd, of van metaal geplateerd met edel metaal

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

– andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 92

Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

hoofdstuk 93

Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 94

Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex ex 9401 en ex ex 9403

Meubelen van onedele metalen met delen van niet-opgevulde katoenstof met een gewicht van niet meer dan 300 gram per m2

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

of

vervaardiging uit reeds in een gebruiksklare vorm geconfectioneerde katoenstof van post 9401 of 9403, op voorwaarde dat:

de waarde ervan niet meer bedraagt dan 25 % van de prijs af fabriek van het product, en

alle gebruikte andere materialen reeds van oorsprong zijn en onder een andere post dan post 9401 of 9403 worden ingedeeld

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

9405

Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9406

Geprefabriceerde bouwwerken

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex hoofdstuk 95

Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

9503

Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9506

Golfstokken en delen van golfstokken

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Ruw gevormde blokken voor het maken van golfstokken mogen evenwel worden gebruikt

 

ex hoofdstuk 96

Diverse werken, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 9601 en ex ex 9602

Werken van dierlijke, plantaardige of minerale stoffen, geschikt om te worden gesneden

Vervaardiging uit „bewerkte” materialen van dezelfde post

 

ex ex 9603

Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk, bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd uit marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9605

Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren

Elk artikel in het assortiment moet beantwoorden aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel worden gebruikt, op voorwaarde dat de totale waarde ervan niet meer bedraagt dan 15 % van de prijs af fabriek van het assortiment

 

9606

Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9608

Kogelpennen; vilt- en merkstiften, alsmede andere pennen met poreuze punt; vulpennen; doorschrijfpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 9609

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product. Pennen en penpunten van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt

 

9612

Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos

Vervaardiging:

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9613

Aanstekers met piëzo-ontstekingsmechanisme

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 9613 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 9614

Tabakspijpen, pijpekoppen daaronder begrepen

Vervaardiging uit ébauchons

 

hoofdstuk 97

Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 


(1)  Deze zijn omschreven in de aantekeningen 7.1 en 7.3.

(2)  Deze zijn omschreven in de aantekening 7.2.

(3)  Volgens aantekening 3 op hoofdstuk 32 behoren deze preparaten tot de soorten die gebruikt worden voor het kleuren van om het even welk materiaal of die als bestanddeel worden gebruikt bij het vervaardigen van kleurpreparaten, op voorwaarde dat zij niet onder een andere post van hoofdstuk 32 worden ingedeeld.

(4)  Als een „groep” wordt beschouwd ieder deel van de omschrijving van de post, van de rest gescheiden door een puntkomma.

(5)  Voor producten die enerzijds bestaan uit materialen van de posten 3901 tot en met 3906 en anderzijds uit materialen van de posten 3907 tot en met 3911, geldt deze beperking alleen voor die groep materialen die qua gewicht in het product overheerst.

(6)  De volgende folie wordt beschouwd als zeer transparant: folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten volgens ASTM-D 1003-16 (Gardner Hazemeter) d.i. de troebelingsfactor, minder bedraagt dan 2 %.

(7)  Zie aantekening 5 voor bijzondere voorwaarden in verband met producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.

(8)  Het gebruik van dit materiaal is beperkt tot de vervaardiging van weefsels van een soort gebruikt op papiermachines.

(9)  Zie aantekening 6.

(10)  Zie aantekening 6 voor brei- en haakwerk aan het stuk, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door aaneennaaien of aaneenzetten van stukken brei- of haakwerk (gesneden of direct in vorm gebreid).

(11)  SEMII — Semiconductor Equipment and Materials Institute Incorporated.

(12)  Deze regel is tot en met 31.12.2005 van toepassing.

BIJLAGE III

Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag om een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Aanwijzingen voor het drukken

1)

De afmetingen van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, zodanig gelijmd dat het goed beschrijfbaar is en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

2)

De bevoegde instanties van de lidstaten van de Gemeenschap en Zwitserland kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder certificaat van deze vergunning melding gemaakt. Op elk certificaat worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. De certificaten worden van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

Image

Image

Image

Image

BIJLAGE IV

FACTUURVERKLARING

Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet in de verklaring te worden overgenomen.

Nederlandse versie

De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (1)), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … oorsprong zijn (2).

Spaanse versie

El exportador de los productos incluidos en el presente documento [autorización aduanera no (1)] declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (2)

Deense versie

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (1)), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (2)

Duitse versie

Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (1)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nichts anderes angegeben, präferenzbegünstigte … (2) Ursprungswaren sind.

Griekse versie

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο [άδεια τελωνείου υπ' αριθ. … (1)] δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (2).

Engelse versie

The exporter of the products covered by this document (customs authorization No … (1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … (2) preferential origin.

Franse versie

L'exportateur des produits couverts par le présent document [autorisation douanière no (1)] déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (2).

Italiaanse versie

L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento [autorizzazione doganale n. … (1)] dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (2).

Portugese versie

O abaixo assinado, exportador dos produtos cobertos pelo presente documento [autorização aduaneira n.o (1)], declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (2).

Finse versie

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa N:o … (1)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … alkuperätuotteita (2).

Zweedse versie

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (2).

 (3)

(Plaats en datum)

 (4)

(Handtekening van de exporteur gevolgd door zijn naam in blokletters)


(1)  Indien de factuurverklaring door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden ingevuld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, wordt het gedeelte tussen haakjes weggelaten of wordt niets ingevuld.

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld.

(3)  Deze gegevens kunnen worden weggelaten indien ze in het document zelf al voorkomen.

(4)  Indien de exporteur niet behoeft te ondertekenen, dan behoeft ook diens naam niet te worden vermeld.

BIJLAGE V

Lijst van materialen van oorsprong uit Turkije, naar hoofdstuk en post van het geharmoniseerd systeem (GS), waarop de bepalingen van de artikelen 3 en 4 niet van toepassing zijn

Hoofdstuk 1

 

Hoofdstuk 2

 

Hoofdstuk 3

 

0401 tot 0402

 

ex ex 0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kéfir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0404 tot 0410

 

0504

 

0511

 

Hoofdstuk 6

 

0701 tot 0709

 

ex ex 0710

Groenten behalve suikermaïs, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met uitzondering van suikermaïs van code 0704 40 00

ex ex 0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van suikermaïs van code 0711 90 30

0712 tot 0714

 

Hoofdstuk 8

 

ex Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van maté van code 0903

Hoofdstuk 10

 

Hoofdstuk 11

 

Hoofdstuk 12

 

ex ex 1302

Pectinestoffen, pectinaten en pectaten

1501 tot 1514

 

ex ex 1515 —

Andere plantaardige vetten en vette oliën (met uitzondering van jojoba olie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

ex ex 1516 —

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opalwax”

ex ex 1517 en

 

ex ex 1518 —

Margarine, kunstreuzel en andere bereide spijsvetten

ex ex 1522 —

Afvallen afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was, met uitzondering van dégras

Hoofdstuk 16

 

1701

 

ex ex 1702 —

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (lévulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig vermengd; karamel; met uitzondering van die van de codes 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10

1703

 

1801 en 1802

 

ex ex 1902 —

Gevulde deegwaren, bevattende meer dan twintig gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, worst, vlees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten

ex ex 2001 —

Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende vruchten van het geslacht „capsicum”, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur

2002 en 2003

 

ex ex 2004 —

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermaïs

ex ex 2005 —

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken en van suikermaïs

2006 en 2007

 

ex ex 2008 —

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van pindakaas, palmharten, maïs, yamswortel, zoete aardappelen en eetbare delen van planten met een zetmeelgehalte van vijf gewichtspercenten of meer, wijnbladeren, hopscheuten en andere soortgelijke eetbare delen van planten

2009

 

ex ex 2106 —

Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

2204

 

2206

 

ex ex 2207 —

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen; ethylaclohol, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen

ex ex 2208 —

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol, verkregen uit landbouwproducten die in deze lijst zijn opgenomen

2209

 

Hoofdstuk 23

 

2401

 

4501

 

5301 en 5302

 

1)

Producten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem, van oorsprong uit het Prinsdom Andorra, worden door Zwitserland behandeld als producten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van deze overeenkomst.

2)

Protocol nr. 3 is van overeenkomstige toepassing voor het bepalen van de oorsprong van de bovenvermelde.

1)

Producten van oorsprong uit de Republiek San Marino worden door Zwitserland behandeld als producten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van deze overeenkomst.

2)

Protocol nr. 3 is van overeenkomstige toepassing voor het bepalen van de oorsprong van de vorengenoemde producten.

Wanneer, ten gevolge van wijzigingen in de nomenclatuur, wijzigingen in de oorsprongsregels, zoals vastgesteld bij Besluit nr. 0000/2004, de inhoud veranderen van een regel die voor Besluit 0000/2004 bestond, en een dergelijke verandering nadelig lijkt te zijn voor de belangen van de betrokken sectoren, zal, indien één van de partijen bij de overeenkomst hierom in de periode tot en met 31 december 2004 verzoekt, het Gemengd Comité als een dringende kwestie onderzoeken of de inhoud van de betrokken regel in de toestand moet worden hersteld zoals die was voordat Besluit nr. 0000/2004 werd vastgesteld.

Het Gemengd Comité zal binnen drie maanden na het verzoek door één van de partijen bij de overeenkomst besluiten de inhoud van de betrokken regel te herstellen of niet te herstellen.

Indien de inhoud van de betrokken regel wordt hersteld, zorgen de partijen bij de overeenkomst ook voor het juridische kader dat nodig is om de terugbetaling mogelijk te maken van de douanerechten op de betrokken producten die na 1 januari 2002 zijn ingevoerd.


27.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/129


BESLUIT Nr. 1/2004 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND

van 30 april 2004

inzake het vrije verkeer van personen tot wijziging van bijlage III (wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties) bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds

(2004/802/EG)

HET GEMENGD COMITÉ,

Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen („de overeenkomst”), en met name op de artikelen 14 en 18,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De overeenkomst werd op 21 juni 1999 ondertekend en is op 1 juni 2002 in werking getreden. In bijlage III is rekening gehouden met het acquis zoals dat op 31 december 1998 bestond.

(2)

Deze bijlage moet worden bijgewerkt om rekening te houden met de sedert 21 juni 1999 voornamelijk bij de richtlijnen 1999/42/EG (1) en 2001/19/EG (2) ingevoerde wijzigingen.

(3)

De wijzigingen op bijlage III gaan in op de datum van inwerkingtreding van het voorgestelde besluit,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage III bij de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn goedkeuring door het Gemengd Comité EU-Zwitserland.

Gedaan te Brussel, 30 april 2004.

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

Dieter GROSSEN


(1)  PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77.

(2)  PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE III

WEDERZIJDSE ERKENNING VAN BEROEPSKWALIFICATIES

DEEL A

Besluiten waarnaar wordt verwezen

A.   Algemeen stelsel

1.   389 L 0048: Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PB L 19 van 24.1.1989, blz. 16), gewijzigd bij:

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

2.   392 L 0051: Richtlijn 92/51/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (PB L 209 van 24.7.1992, blz. 25), gewijzigd bij:

—   394 L 0038: Richtlijn 94/38/EG van de Commissie van 26 juli 1994 tot wijziging van de bijlagen C en D van Richtlijn 92/51/EEG van de Raad betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (PB L 217 van 23.8.1994, blz. 8),

—   395 L 0043: Richtlijn 95/43/EG van de Commissie van 20 juli 1995 tot wijziging van de bijlagen C en D van Richtlijn 92/51/EEG van de Raad betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (PB L 184 van 3.8.1995, blz. 21),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   397 L 0038: Richtlijn 97/38/EG van de Commissie van 20 juni 1997 tot wijziging van bijlage C van Richtlijn 92/51/EEG van de Raad betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (PB L 184 van 3.8.1997, blz. 31),

—   32000 L 0005: Richtlijn 2000/5/EG van de Commissie van 25 februari 2000 tot wijziging van de bijlagen C en D van Richtlijn 92/51/EEG van de Raad betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van Richtlijn 89/48/EEG (PB L 54 van 26.2.2000, blz. 42),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

3.   399 L 0042: Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's (PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77, met rectificatie 31999L0042R(01), PB L 23 van 25.1.2002, blz. 48).

B.   Juridische beroepen

4.   377 L 0249: Richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten (PB L 78 van 26.3.1977, blz. 17), gewijzigd bij:

—   1 79 H: Documenten betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen, akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Helleense Republiek en de aanpassingen van de Verdragen (PB L 291 van 19.11.1979, blz. 91),

—   1 85 I: Documenten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Gemeenschappen, akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen (PB L 302 van 15.11.1985, blz. 160),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gewijzigd:

Aan artikel 1, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„Zwitserland:

Avocat

Advokat, Rechtsanwalt, Anwalt, Fürsprecher, Fürsprech

Avvocato”.

—   398 L 0005: Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PB L 77 van 14.3.1998, blz. 36).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gewijzigd:

Aan artikel 1, lid 2, onder a), wordt het volgende toegevoegd:

„Zwitserland:

Avocat

Advokat, Rechtsanwalt, Anwalt, Fürsprecher, Fürsprech

Avvocato.”

C.   Medische en paramedische werkzaamheden

6.   381 L 1057: Richtlijn 81/1057/EEG van de Raad van 14 december 1981 tot aanvulling van de Richtlijnen 75/362/EEG, 77/452/EEG, 78/686/EEG en 78/1026/EEG met betrekking tot de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van respectievelijk de arts, de verantwoordelijke algemeen ziekenverpleger, de beoefenaar van de tandheelkunde en de dierenarts, voor wat betreft de verworven rechten (PB L 385 van 31.12.1981, blz. 25).

Artsen

7.   393 L 0016: Richtlijn 93/16/EEG van de Raad van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels (PB L 165 van 7.7.1993, blz. 1), gewijzigd bij:

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   398 L 0021: Richtlijn 98/21/EG van de Commissie van 8 april 1998 tot wijziging van Richtlijn 93/16/EEG van de Raad ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels (PB L 119 van 22.4.1998, blz. 15),

—   398 L 0063: Richtlijn 98/63/EG van de Commissie van 3 september 1998 tot wijziging van Richtlijn 93/16/EEG van de Raad ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels (PB L 253 van 15.9.1998, blz. 24),

—   399 L 0046: Richtlijn 1999/46/EG van de Commissie van 21 mei 1999 tot wijziging van Richtlijn 93/16/EEG van de Raad ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 25),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1),

—   52002 XC 0316 (02): Mededeling — Kennisgeving van benamingen voor medische specialismen,

—   52002 XC 1128 (01): Kennisgeving van benamingen voor medische specialismen.

a)Artikel 3 wordt vervangen door bijlage A betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de geneeskunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE A

Titels van diploma’s, certificaten en andere titels in de geneeskunde

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Bijbehorend certificaat

Zwitserland

Diplôme fédéral de médecin

Eidgenössisches Arztdiplom

Diploma federale di medico

Département fédéral de l’intérieur

Eidgenössisches Departement des Innern

Dipartimento federale dell’internoi”

 

b)Artikel 5 wordt vervangen door bijlage B betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de gespecialiseerde geneeskunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE B

Titels van diploma’s, certificaten en andere titels in de gespecialiseerde geneeskunde

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Bijbehorend certificaat

Zwitserland

Diplôme de médecin spécialiste

Diplom als Facharzt

Diploma di medico specialista

Département fédéral de l’intérieur et Fédération des médecins suisses

Eidgenössisches Departement des Innern und Verbindung der Schweizer Ärztinnen und Ärzte

Dipartimento federale dell’interno e Federazione dei medici svizzeri”

 

c)Artikel 5, lid 3, en artikel 7, lid 2, worden vervangen door bijlage C betreffende de titels van opleidingen in de gespecialiseerde geneeskunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE C

Titels van opleidingen in de gespecialiseerde geneeskunde

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Anesthesiologie/Anesthesie reanimatie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Anesthésiologie

Anästhesiologie

Anestesiologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Heelkunde

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Chirurgie

Chirurgie

Chirurgia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Neurochirurgie

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Neurochirurgie

Neurochirurgie

Neurochirurgia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Verloskunde en gynaecologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Gynécologie et obstétrique

Gynäkologie und Geburtshilfe

Ginecologia e ostetricia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Inwendige geneeskunde

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Médecine interne

Innere Medizin

Medicina interna

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Oogheelkunde/Oftalmologie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Ophtalmologie

Ophtalmologie

Oftalmologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Keel-, neus- en oorheelkunde/Otorhinolaryngologie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Oto-rhino-laryngologie

Oto-Rhino-Laryngologie

Otorinolaringoiatria

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Kindergeneeskunde/Pediatrie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Pédiatrie

Kinder- und Jugendmedizin

Pediatria

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Longziekten en tuberculose/Pneumologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Pneumologie

Pneumologie

Pneumologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Urologie

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Urologie

Urologie

Urologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Orthopedie/Orthopedische heelkunde

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Chirurgie orthopédique et traumatologie de l’appareil locomoteur

Orthopädische Chirurgie und Traumatologie des Bewegungsapparates

Chirurgia ortopedica e traumatologia del sistema motorio

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Pathologische anatomie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Pathologie

Pathologie

Patologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Neurologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Neurologie

Neurologie

Neurologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Psychiatrie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Psychiatrie et psychothérapie

Psychiatrie und Psychotherapie

Psichiatria e psicoterapia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Radiodiagnostiek/Röntgendiagnose

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Radiologie

Radiologie

Radiologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Radiotherapie/Radiotherapie-oncologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Radio-oncologie/radiothérapie

Radio-Onkologie/Strahlentherapie

Radio-oncologia/radioterapia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Plastische chirurgie/reconstructieve en esthetische heelkunde

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Chirurgie plastique, reconstructive et esthétique

Plastische, rekonstruktive und ästhetische Chirurgie

Chirurgia plastica, ricostruttiva ed estetica

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Cardio-thoracale chirurgie/Heelkunde op de thorax

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Chirurgie cardiaque et vasculaire thoracique

Herz- und thorakale Gefässchirurgie

Chirurgia del cuore e dei vasi toracici

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Kinderchirurgie

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Zwitserland

Chirurgie pédiatrique

Kinderchirurgie

Chirurgia pediatrica

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Cardiologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Cardiologie

Kardiologie

Cardiologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Gastro-enterologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Gastro-entérologie

Gastroenterologie

Gastroenterologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Reumatologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Rhumatologie

Rheumatologie

Reumatologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Algemene hematologie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Hématologie

Hämatologie

Ematologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Endocrinologie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Endocrinologie-diabétologie

Endokrinologie-Diabetologie

Endocrinologia-diabetologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Revalidatie/Fysische geneeskunde en revalidatie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Médecine physique et réadaptation

Physikalische Medizin und Rehabilitation

Medicina fisica e riabilitatzione

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Dermatologie en venerologie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Dermatologie et vénéréologie

Dermatologie und Venerologie

Dermatologia e venereologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Tropische geneeskunde

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Médecine tropicale et médecine des voyages

Tropen- und Reisemedizin

Medicina tropicale e medicina di viaggio

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Kinderpsychiatrie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Psychiatrie et psychothérapie d’enfants et d’adolescents

Kinder- und Jugendpsychiatrie und -psychotherapie

Psichiatria e psicoterapia infantile e dell’adolescenza

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Nefrologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Néphrologie

Nephrologie

Nefralogia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Maatschappij en gezondheid

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Prévention et santé publique

Prävention und Gesundheitswesen

Prevenzione e salute pubblica

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Farmacologie

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Pharmacologie clinique et toxicologie

Klinische Pharmakologie und Toxikologie

Farmacologia clinica e tossicologia

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Arbeid en gezondheid/Arbeidsgeneeskunde

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Médecine du travail

Arbeitsmedizin

Medicina del lavoro

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Allergologie

Minimale duur van de opleiding: 3 jaar

Zwitserland

Allergologie et immunologie clinique

Allergologie und klinische Immunologie

Allergologia e immunologia clinica

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Nucleaire geneeskunde

Minimale duur van de opleiding: 4 jaar

Zwitserland

Médecine nucléaire

Nuklearmedizin

Medicina nucleare

 


Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Maxillo-faciale geneeskunde

Minimale duur van de opleiding: 5 jaar

Suiza

Chirurgie maxillo-faciale

Kiefer- und Gesichtschirurgie

Chirurgia mascello-facciale”

 

8.   96/C/216/03: Lijst van de benamingen van de diploma's, certificaten en andere bewijsstukken alsmede van de beroepstitels van huisarts, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 93/16/EEG (PB C 216 van 25.7.1996):

i)benamingen van de diploma's, certificaten en andere bewijsstukken:

 

„diplôme de médecin praticien”

 

„Diplom als praktischer Arzt/praktische Ärztin”

 

„diploma di medico generico”

ii)beroepstitels:

 

„médecin praticien”

 

„praktischer Arzt/praktische Ärztin/pratische Ärztin”

 

„medico generico”.

Ziekenverplegers

9.   377 L 0452: Richtlijn 77/452/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB L 176 van 15.7.1977, blz. 1), gewijzigd bij:

—   1 79 H: Documenten betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen, Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Helleense Republiek en de aanpassingen van de Verdragen (PB L 291 van 19.11.1979, blz. 91),

—   1 85 I: Documenten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Gemeenschappen, Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen (PB L 302 van 15.11.1985, blz. 160),

—   389 L 0594: Richtlijn 89/594/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 19),

—   389 L 0595: Richtlijn 89/595/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 30),

—   390 L 0658: Richtlijn 90/658/EEG van de Raad van 4 december 1990 (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 73),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gewijzigd:

a)Aan artikel 1, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„in Zwitserland:

 

infirmière, infirmier

 

Pflegefachfrau, Pflegefachmann

 

infermiera, infermiere”.

b)Artikel 3 wordt vervangen door de bijlage betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de verpleegkunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de verpleegkunde

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Bijbehorend certificaat

Zwitserland

infirmière diplômée et infirmier diplômé diplomierte

Pflegefachfrau, diplomierter Pflegefachmann

infermiera diplomata e infermiere diplomato

Ecoles qui proposent des filières de formation reconnues par l' État

Schulen, die staatlich anerkannte Bildungsgänge durchführen

Scuole che propongono dei cicli di formazione riconosciuti dallo Statu”

 

10.   377 L 0453: Richtlijn 77/453/EEG van de Raad van 27 juni 1977 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (PB L 176 van 15.7.1977, blz. 8), gewijzigd bij:

—   389 L 0595: Richtlijn 89/595/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 30),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

Beoefenaars van de tandheelkunde

11.   378 L 0686: Richtlijn 78/686/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de beoefenaar der tandheelkunde, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB L 233 van 24.8.1978, blz. 1), gewijzigd bij:

—   1 79 H: Documenten betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen, Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Helleense Republiek en de aanpassingen van de Verdragen (PB L 291 van 19.11.1979, blz. 91),

—   1 85 I: Documenten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Gemeenschappen, Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen (PB L 302 van 15.11.1985, blz. 160),

—   389 L 0594: Richtlijn 89/594/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 19),

—   390 L 0658: Richtlijn 90/658/EEG van de Raad van 4 december 1990 (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 73),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gewijzigd:

a)Aan artikel 1 wordt het volgende toegevoegd:

„in Zwitserland:

 

médecin dentiste

 

Zahnarzt

 

medico-dentista”.

b)Artikel 3 wordt vervangen door bijlage A betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de tandheelkunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE A

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de tandheelkunde

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Bijbehorend certificaat

Zwitserland

Diplôme fédéral de médecin-dentiste

Eidgenössisches Zahnarztdiplom

Diploma federale di medico-dentista

Département fédéral de l’intérieur

Eidgenössisches Departement des Innern

Dipartimento federale dell’interno”

 

c)Artikel 5 wordt vervangen door bijlage B betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de gespecialiseerde tandheelkunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE B

Titels van diploma's, certificaten en andere titels in de gespecialiseerde tandheelkunde

a)   Orthodontie

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Bijbehorend certificaat

Zwitserland

Diplôme fédéral d’orthodontiste

Diplom für Kieferorthopädie

Diploma di ortodontista

Département fédéral de l’intérieur et Société Suisse d’Odonto-stomatologie

Eidgenössisches Departement des Innern und Schweizerische Zahnärzte-Gesellschaft

Dipartimento federale dell’interno e Società Svizzera di Odontologia e Stomatologia

 


b)   Kaakchirurgie

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Bijbehorend certificaat

Zwitserland

Diplôme fédéral de chirurgie orale

Diplom für Oralchirurgie

Diploma di chirurgia orale

Département fédéral de l’intérieur et Société Suisse d’Odonto-stomatologie

Eidgenössisches Departement des Innern und Schweizerische Zahnärzte-Gesellschaft

Dipartimento federale dell’interno e Società Svizzera di Odontologia e Stomatologia”

 

12.   378 L 0687: Richtlijn 78/687/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de beoefenaar der tandheelkunde (PB L 233 van 24.8.1978, blz. 10), gewijzigd bij:

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

Dierenartsen

13.   378 L 1026: Richtlijn 78/1026/EEG van de Raad van 18 december 1978 inzake de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten en andere titels van dierenarts, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten (PB L 362 van 23.12.1978, blz. 1), gewijzigd bij:

—   1 79 H: Documenten betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen, Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Helleense Republiek en de aanpassingen van de Verdragen (PB L 291 van 19.11.1979, blz. 92),

—   1 85 I: Documenten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Gemeenschappen, Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen (PB L 302 van 15.11.1985, blz. 160),

—   389 L 0594: Richtlijn 89/594/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 19),

—   390 L 0658: Richtlijn 90/658/EEG van de Raad van 4 december 1990 (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 73),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

Artikel 3 wordt vervangen door de bijlage betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de diergeneeskunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE

14.   378 L 1027: Richtlijn 78/1027/EEG van de Raad van 18 december 1978 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van dierenarts (PB L 362 van 23.12.1978, blz. 7), gewijzigd bij:

—   389 L 0594: Richtlijn 89/594/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 19),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

Verloskundigen

15.   380 L 0154: Richtlijn 80/154/EEG van de Raad van 21 januari 1980 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de verloskundige, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB L 33 van 11.2.1980, blz. 1), gewijzigd bij:

—   380 L 1273: Richtlijn 80/1273/EEG van de Raad van 22 december 1980 (PB L 375 van 31.12.1980, blz. 74),

—   1 85 I: Documenten betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek tot de Europese Gemeenschappen, Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen (PB L 302 van 15.11.1985, blz. 161),

—   389 L 0594: Richtlijn 89/594/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 19),

—   390 L 0658: Richtlijn 90/658/EEG van de Raad van 4 december 1990 (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 73),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz.1),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gewijzigd:

a)Aan artikel 1 wordt het volgende toegevoegd:

„in Zwitserland:

 

sage femme

 

Hebamme

 

Levatrice”.

b)Artikel 3 wordt vervangen door de bijlage betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de verloskunde, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE

Titels van diploma’s, certificaten en andere titels in de verloskunde

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Bijbehorend certificaat

Zwitserland

Sage-femme diplômée

Diplomierte Hebamme

Levatrice diplomata

Ecoles qui proposent des filières de formation reconnues par l' État

Schulen, die staatlich anerkannte Bildungsgänge durchführen

Scuole che propongono dei cicli di formazione riconosciuti dallo Statu”

 

16.   380 L 0155: Richtlijn 80/155/EEG van de Raad van 21 januari 1980 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van verloskundige (PB L 33 van 11.2.1980, blz. 8), gewijzigd bij:

—   389 L 0594: Richtlijn 89/594/EEG van de Raad van 30 oktober 1989 (PB L 341 van 23.11.1989, blz. 19),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

Farmacie

17.   385 L 0432: Richtlijn 85/432/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied (PB L 253 van 24.9.1985, blz. 34), gewijzigd bij:

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

18.   385 L 0433: Richtlijn 85/433/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging voor bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied (PB L 253 van 24.9.1985, blz. 37), gewijzigd bij:

—   385 L 0584: Richtlijn 85/584/EEG van de Raad van 20 december 1985 (PB L 372 van 31.12.1985, blz. 42),

—   390 L 0658: Richtlijn 90/658/EEG van de Raad van 4 december 1990 (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 73),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gewijzigd:

Artikel 4 wordt vervangen door de bijlage betreffende de titels van diploma's, certificaten en andere titels in de farmacie, die als volgt wordt aangevuld:

„BIJLAGE

D.   Architectuur

19.   385 L 0384: Richtlijn 85/384/EEG van de Raad van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB L 223 van 21.8.1985, blz. 15), gewijzigd bij:

—   385 L 0614: Richtlijn 85/614/EEG van de Raad van 20 december 1985 (PB L 376 van 31.12.1985, blz. 1),

—   386 L 0017: Richtlijn 86/17/EEG van de Raad van 27 januari 1986 (PB L 27 van 1.2.1986, blz. 71),

—   390 L 0658: Richtlijn 90/658/EEG van de Raad van 4 december 1990 (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 73),

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz. 1),

—   32001 L 0019: Richtlijn 2001/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG van de Raad betreffende het algemeen stelsel van erkenning van beroepskwalificaties en de Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG en 93/16/EEG van de Raad betreffende de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (verpleegkundige), beoefenaar der tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, architect, apotheker en arts (PB L 206 van 31.7.2001, blz. 1).

a)Aan artikel 11 wordt het volgende toegevoegd:

„in Zwitserland:

de diploma's uitgereikt door de „écoles polytechniques fédérales/ Eidgenössische Technische Hochschulen/Politecnici Federali”: arch. dipl. EPF/dipl.Arch. ETH/arch.dipl.PF,

de diploma's uitgereikt door de „École d'architecture de l'Université de Genève”: architecte diplômé EAUG,

de certificaten van de „Fondation des registres suisses des ingénieurs, des architectes et des techniciens”/„Stiftung der Schweizerischen Register der Ingenieure, der Architekten und der Techniker”/Fondazione dei Registri svizzeri degli ingegneri, degli architetti e dei tecnici (REG): architecte REG A/Architekt REG A/architetto REG A”.

b)Artikel 15 is niet van toepassing.

20.   98/C/217: Diploma's, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur die onderling door de lidstaten worden erkend (bijwerking van mededeling 96/C 205/05 van 16 juli 1996) (PB C 217 van 11.7.1998). (Bijgewerkt door de mededelingen 99/C 351/10 van 4 december 1999, PB C 351 van 4.12.1999, 2001/C 333/02 van 28 november 2001, PB C 333 van 28.11.2001, 2002/C 214/03 van 10 september 2002, met de rectificatie in PB C 79 van 2.4.2003.)

In de bijwerking 2003/C 294/02 van 4 december 2003, PB C 294 van 4.12.2003 (met de rectificatie in PB C 297 van 9.12.2003) wordt voor de toepassing van deze overeenkomst het volgende ingevoegd:

„in Zwitserland:

de diploma's uitgereikt door de „Accademia di Architettura dell'Università della Svizzera Italiana: diploma di architettura”: (arch. dipl. USI)”.

E.   Handel en tussenpersonen

21.

De richtlijnen 364 L 022, 364 L 0223, 364 L 0224, 368 L 0363, 368 L 0364, 370 L 0522, 370 L 0523 en 375 L 0369 zijn ingetrokken bij Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's (PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77, met de rectificatie 31999L0042R(01), PB L 23 van 25.1.2002, blz. 48).

Handel in en distributie van giftige producten

22.   374 L 0556: Richtlijn 74/556/EEG van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de werkzaamheden welke ressorteren onder de handel in en de distributie van giftige producten en de werkzaamheden die het beroepsmatig gebruik van die producten meebrengen met inbegrip van de werkzaamheden van tussenpersonen (PB L 307 van 18.11.1974, blz. 1).

22bis.   374 L 0557: Richtlijn 74/557/EEG van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden en voor de werkzaamheden van tussenpersonen welke onder de handel in en de distributie van giftige producten ressorteren (PB L 307 van 18.11.1974, blz. 5), gewijzigd bij:

—   95/1/EG, Euratom, EGKS: Besluit van de Raad van de Europese Unie van 1 januari 1995 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie (PB L 1 van 1.1.1995, blz.1).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt gewijzigd:

„in Zwitserland:

Alle giftige stoffen en producten in de zin van artikel 2 van de Wet giftige stoffen (RS 813.0), met name die welke zijn opgenomen in de lijst van giftige stoffen en producten 1, 2 en 3, overeenkomstig artikel 3 van de verordening giftige stoffen (RS 813.01)”.

Zelfstandige handelsagenten

23.   386 L 0653: Richtlijn 86/653/EEG van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten (PB L 382 van 31.12.1986, blz. 17).

F.   Industrie en ambacht

24.

De richtlijnen 364 L 0427, 364 L 0429, 364 L 0428, 366 L 0162, 368 L 0365, 368 L 0366 en 369 L 0082 zijn ingetrokken bij Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's (PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77, met rectificatie 31999L0042R(01), PB L 23 van 25.1.2002, blz. 48).

G.   Werkzaamheden van tussenpersonen op het gebied van het vervoer

25.

Richtlijn 382 L 0470 is ingetrokken bij Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's (PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77, met rectificatie 31999L0042R(01), PB L 23 van 25.1.2002, blz. 48).

H.   Filmindustrie

26.

De richtlijnen 363 L 0607, 365 L 0264, 368 L 0369 en 370 L 0451 zijn ingetrokken bij Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's (PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77, met rectificatie 31999L0042R(01), PB L 23 van 25.1.2002, blz. 48).

I.   Andere sectoren

27.

De richtlijnen 367 L 0043, 368 L 0367, 368 L 0368, 375 L 0368 en 382 L 0489 zijn ingetrokken bij Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's (PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77, met rectificatie 31999L0042R(01), PB L 23 van 25.1.2002, blz. 48).

J.   Landbouw

28.

De richtlijnen 363 L 0261, 363 L 0262, 365 L 0001, 367 L 0530, 367 L 0531, 367 L 0532, 367 L 0654, 368 L 0192, 368 L 0415 en 371 L 0018 zijn ingetrokken bij Richtlijn 1999/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 juni 1999 betreffende de invoering van een regeling voor de erkenning van diploma's betreffende beroepswerkzaamheden die binnen de werkingssfeer van de liberaliseringsrichtlijnen en van de richtlijnen houdende overgangsmaatregelen vallen en tot aanvulling van het algemene stelsel van erkenning van diploma's (PB L 201 van 31.7.1999, blz. 77, met rectificatie 31999L0042R(01), PB L 23 van 25.1.2002, blz. 48).

K.   Diversen

29.   385 D 0368: Besluit 85/368/EEG van de Raad van 16 juli 1985 inzake de vergelijkbaarheid van de getuigschriften van vakbekwaamheid tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 56).

DEEL B

Besluiten waarvan de overeenkomstsluitende partijen akte nemen

De overeenkomstsluitende partijen nemen akte van de inhoud van de volgende besluiten:

In het algemeen

30.   374 Y 0820(01): Resolutie van de Raad van 6 juni 1974 betreffende de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten en andere titels (PB C 98 van 20.8.1974, blz. 1).

Algemeen stelsel

31.   389 L 0048: Verklaring van de Raad en de Commissie betreffende Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PB L 19 van 24.1.1989, blz. 23).

Artsen

32.   375 X 0366: Aanbeveling 75/366/EEG van de Raad van 16 juni 1975 betreffende de onderdanen van het Groothertogdom Luxemburg die in het bezit zijn van een in een derde land verleend artsendiploma (PB L 167 van 30.6.1975, blz. 20).

33.   375 X 0367: Aanbeveling 75/367/EEG van de Raad van 16 juni 1975 betreffende het klinische gedeelte van de opleiding van de arts (PB L 167 van 30.6.1975, blz. 21).

34.   375 Y 0701(01): Verklaringen van de Raad afgelegd ter gelegenheid van de aanneming der teksten betreffende de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten van artsen in de Gemeenschap (PB C 146 van 1.7.1975, blz. 1).

35.   386 X 0458: Aanbeveling 86/458/EEG van de Raad van 15 september 1986 betreffende de onderdanen van het Groothertogdom Luxemburg die in het bezit zijn van een in een derde staat verleend artsendiploma (PB L 267 van 19.9.1986, blz. 30).

36.   389 X 0601: Aanbeveling 89/601/EEG van de Commissie van 8 november 1989 betreffende de opleiding van gezondheidswerkers op kankergebied (PB L 346 van 27.11.1989, blz. 1).

Beoefenaars van de tandheelkunde

37.   378 Y 0824(01): Verklaring betreffende de richtlijn inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de beoefenaar der tandheelkunde (PB C 202 van 24.8.1978, blz. 1).

Dierenartsen

38.   378 X 1029: Aanbeveling 78/1029/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderdanen van het Groothertogdom Luxemburg die houder zijn van een in een derde land afgegeven diploma van dierenarts (PB L 362 van 23.12.1978, blz. 12).

39.   378 Y 1223(01): Verklaringen met betrekking tot de richtlijn inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van dierenarts, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB C 308 van 23.12.1978, blz. 1).

Farmacie

40.   385 X 0435: Aanbeveling 85/435/EEG van de Raad van 16 september 1985 betreffende de onderdanen van het Groothertogdom Luxemburg die in het bezit zijn van een in een derde land afgegeven apothekersdiploma (PB L 253 van 24.9.1985, blz. 45).

Architectuur

41.   385 X 0386: Aanbeveling 85/386/EEG van de Raad van 10 juni 1985 betreffende houders van een in een derde land afgegeven diploma op het gebied van de architectuur (PB L 223 van 21.8.1985, blz. 28).”.


27.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 352/s3


1 november 2004 — EUR-Lex: nieuwe versie!

europa.eu.int/eur-lex/lex/

De nieuwe site geeft u eveneens toegang tot Celex, waar u gratis, gemakkelijk en in 20 talen de grootste documentaire database van het EU-recht kan raadplegen.