ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 321

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
22 oktober 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1825/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1826/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2921/90 met betrekking tot het bedrag van de steun voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1827/2004 van de Commissie van 19 oktober 2004 houdende vaststelling van de opbrengst aan olijven en aan olie voor het verkoopseizoen 2003/2004

4

 

*

Verordening (EG) nr. 1828/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004 teneinde Timor-Leste (Oost-Timor) op te nemen in de lijst van landen waarop bijzondere regelingen voor de minst ontwikkelde landen van toepassing zijn

23

 

*

Verordening (EG) nr. 1829/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot goedkeuring van afwijkingen van Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffenstatistieken wat België, Portugal, Griekenland en Cyprus betreft ( 1 )

24

 

*

Verordening (EG) nr. 1830/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 283/2004 en Verordening (EG) nr. 284/2004 betreffende de registratie van de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) afkomstig van één Braziliaanse en één Israëlische producent/exporteur

26

 

*

Verordening (EG) nr. 1831/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 930/2000 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen

29

 

 

Verordening (EG) nr. 1832/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 betreffende de afgifte van certificaten voor de invoer van knoflook in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 1743/2004 geopende autonome tariefcontingent

32

 

 

Verordening (EG) nr. 1833/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 10e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1327/2004

33

 

 

Verordening (EG) nr. 1834/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1772/2004 vastgestelde restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

34

 

 

Verordening (EG) nr. 1835/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004

36

 

 

Verordening (EG) nr. 1836/2004 van de Commissie van 21 oktober 2004 tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van haver in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004

37

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Commissie

 

*

2004/704/EG:Aanbeveling van de Commissie van 11 oktober 2004 inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van dioxinen en dioxineachtige PCB’s in diervoeders (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3461)  ( 1 )

38

 

*

2004/705/EG:Aanbeveling van de Commissie van 11 oktober 2004 inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van dioxinen en dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3462)  ( 1 )

45

 

*

2004/706/EG:Beschikking van de Commissie van 15 oktober 2004 tot oprichting van het Europees corporate governance forum

53

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/1


VERORDENING (EG) Nr. 1825/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 22 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 21 oktober 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

48,7

204

41,2

624

74,2

999

54,7

0707 00 05

052

121,1

999

121,1

0709 90 70

052

97,2

204

41,2

999

69,2

0805 50 10

052

67,5

388

44,8

524

66,0

528

46,2

999

56,1

0806 10 10

052

99,3

400

178,9

999

139,1

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

64,3

400

88,0

404

80,2

512

107,5

720

100,8

800

145,3

804

77,2

999

94,8

0808 20 50

052

108,4

388

105,3

720

74,9

999

96,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/3


VERORDENING (EG) Nr. 1826/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2921/90 met betrekking tot het bedrag van de steun voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 15, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2921/90 van de Commissie van 10 oktober 1990 betreffende de steunverlening voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt (2), wordt het niveau van de steun voor tot caseïne of caseïnaten verwerkte ondermelk vastgesteld. Gezien de ontwikkeling van de marktprijs voor caseïne en caseïnaten op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt moet het steunbedrag worden verlaagd.

(2)

Verordening (EEG ) nr. 2921/90 moet derhalve worden gewijzigd.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht in de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2921/90 wordt het bedrag „3,30 EUR” vervangen door „2,70 EUR”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 279 van 11.10.1990, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1651/2004 (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 3).


22.10.2004   

NL XM

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/4


VERORDENING (EG) Nr. 1827/2004 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2004

houdende vaststelling van de opbrengst aan olijven en aan olie voor het verkoopseizoen 2003/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), en met name op artikel 5, lid 11,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (2), en met name op artikel 19, tweede alinea, eerste streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 2261/84 is bepaald dat de in artikel 5, lid 7, van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde opbrengst aan olijven en aan olie per homogeen productiegebied wordt vastgesteld op basis van door de producerende lidstaten meegedeelde gegevens. De productiegebieden zijn afgebakend bij Verordening (EG) nr. 2138/97 van de Commissie (3). De opbrengst dient op grond van de ontvangen gegevens te worden vastgesteld.

(2)

In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2366/98 van de Commissie van 30 oktober 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van de productiesteunregeling voor olijfolie voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2004/2005 (4) is voor de raming van de opbrengst in homogene gebieden een methode vastgesteld waarin rekening wordt gehouden met de globale statistische resultaten die zijn gebaseerd op in de meest uitgestrekte regionale gebieden uitgevoerde steekproeven.

(3)

Voor een land met een bescheiden productie, zoals Frankrijk, waar de statistieken worden berekend op basis van één regionaal gebied en een kleine steekproef, is het onmogelijk om voor het nationale niveau voldoende nauwkeurige gegevens te krijgen. Indien de opbrengst van de homogene gebieden op basis van de statistische resultaten wordt aangepast zoals is vastgesteld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2366/98, levert dat voor het verkoopseizoen 2003/2004 cijfers op die duidelijk niet kloppen. Derhalve moet de opbrengst van de homogene gebieden in Frankrijk worden vastgesteld zonder de reeds genoemde aanpassing toe te passen.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage wordt de opbrengst aan olijven en aan olie vastgesteld voor het verkoopseizoen 2003/2004.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2001 (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 4).

(2)  PB L 208 van 3.8.1984, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1639/98 (PB L 210 van 28.7.1998, blz. 38).

(3)  PB L 297 van 31.10.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1808/2004 (PB L 318 van 19.10.2004, blz. 15).

(4)  PB L 293 van 31.10.1998, blz. 50. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1432/2004 (PB L 264 van 11.8.2004, blz. 6).


ANEXO — PŘÍLOHA — BILAG — ANHANG — LISA — ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ — ANNEX — ANNEXE — ALLEGATO — PIELIKUMS — PRIEDAS — MELLÉKLET — BIJLAGE — ZAŁĄCZNIK — ANEXO — PRÍLOHA — PRILOGA — LIITE — BILAGA

A.   ITALIA — ITÁLIE — ITALIEN — ITALIEN — ITAALIA — ΙΤΑΛΙΑ — ITALY — ITALIE — ITALIA — ITĀLIJA — ITALIJA — OLASZORSZÁG — ITALIË — WŁOCHY — ITÁLIA — TALIANSKO — ITALIJA — ITALIA — ITALIEN

Zonas regionales y provincias

Oblasti a území

Regionale zoner og provinser

Erzeugungsregionen und -provinzen

Piirkondlikud alad ja provintsid

Περιφερειακές ζώνες και επαρχίες

Regional areas and provinces

Zones régionales et Provinces

Zone regionali e province

Reģioni un provinces

Regionai ir provincijos

Regionális területek és provinciák

Regionale gebieden en provincies

Strefy regionalne i prowincje

Zonas regionais e províncias

Regionálne zóny a provincie

Regionalna območja in province

Alueelliset vyöhykkeet ja maakunnat

Regionala områden och provinser

Zona (1)

Zóna (2)

Zone (3)

Zone (4)

Piirkond (5)

Ζώνη (6)

Zone (7)

Zone (8)

Zona (9)

Zona (10)

Zona (11)

Övezet (12)

Zone (13)

Obszar (14)

Zona (15)

Zóna (16)

Cona (17)

Alue (18)

Zon (19)

kg. aceitunas/árbol cosechado

kg sklizených oliv/strom

kg oliven/høstet træ

kg Oliven/abgeerntetem Ölbaum

kg oliive/koristatud puu

συγκομιδή σε kg ελαιόκαρπου/δένδρο

kg olives/tree harvested

kg olives/arbre récolté

kg olive/albero sottoposto a raccolta

olīvas (kg)/novākta olīvkoka

alyvuogių kg/nurinkto alyvmedžio

szüretelt olajbogyó kg/fa

kg olijven per afgeoogste boom

kg zebranych oliwek/drzewo

kg azeitonas/árvore objecto de colheita

kg olív/olivovník

kg oliv/rodno oljčno drevo

kg oliiveja/korjattu puu

kg oliver/skördat träd

kg aceite/100 kg aceitunas

kg olivového oleje/100 oliv

kg olie/100 kg oliven

kg Öl/100 kg Oliven

kg õli/100 kg oliive

Χιλιόγραμμα ελαιολάδου/100 χιλιόγραμμα ελαιοκάρπου

oil kg/100 kg olives

kg huile/100 kg olives

kg olio/100 kg olive

eļļas kg/100 kg olīvu

aliejaus kg/100 kg alyvuogių

olaj kg/100 kg olajbogyó

kg olie/100 kg olijven

kg oleju/100 kg oliwek

kg azeite/100 kg azeitonas

kg olivového oleja/100 olív

kg oljčnega olja/100 oliv

kg öljyä/100 kg oliiveja

kg olja/100 kg oliver

1

2

3

4

1.

Foggia/Bari

 

24,5

19,3

Foggia

1

27,6

18,0

2

32,6

16,0

3

22,6

20,0

4

20,1

18,0

Bari

1

56,8

18,5

2

29,2

20,5

3

21,7

19,0

4

15,9

19,0

2.

Taranto/Brindisi/Lecce

 

33,7

17,4

Taranto

1

38,4

17,0

2

45,4

16,8

Brindisi

1

40,9

17,9

2

21,9

14,6

Lecce

1

41,9

17,0

2

32,9

17,9

3

42,6

18,5

3.

Cosenza/Crotone/Catanzaro

 

30,7

20,5

Cosenza

1

39,3

20,1

2

26,2

18,0

3

16,4

18,6

Crotone

1

49,1

22,0

2

45,9

21,5

3

52,4

22,6

Catanzaro

1

29,5

21,5

2

23,6

21,0

3

24,9

21,5

4

9,8

22,0

4.

Vibo Valentia/Reggio Calabria

 

40,5

19,8

Vibo Valentia

1

24,7

22,1

2

26,0

20,3

3

33,3

19,8

Reggio Calabria

1

55,4

19,5

2

54,3

18,5

3

31,0

22,0

4

30,9

21,5

5.

Sicilia

 

21,7

17,3

Agrigento

1

19,3

17,3

Caltanissetta

1

20,8

17,0

Catania

1

29,7

17,5

Enna

1

39,7

15,5

Messina

1

9,5

18,1

2

14,0

19,0

Palermo

1

25,8

19,6

2

14,9

17,0

Ragusa

1

39,7

15,0

Siracusa

1

28,1

13,7

2

13,4

13,6

Trapani

1

17,6

18,3

6.

Campania

 

14,0

18,6

Avellino

1

13,5

17,8

Benevento

1

11,1

17,3

2

9,0

18,7

Caserta

1

11,4

16,4

2

8,9

16,4

Napoli

1

14,6

16,5

Salerno

1

11,5

19,0

2

17,8

19,2

3

31,4

19,4

7.

Lazio

 

14,9

15,8

Frosinone

1

7,5

17,0

Latina

1

19,2

16,7

Rieti

1

16,0

15,6

2

22,0

18,0

Roma

1

5,2

16,8

2

20,6

14,0

3

17,5

15,7

Viterbo

1

18,0

14,0

2

26,0

14,1

8.

Abruzzo

 

14,6

15,8

Chieti

1

10,6

16,0

2

15,4

15,1

L'Aquila

1

21,6

17,7

Pescara

1

15,0

15,8

2

21,6

15,9

Teramo

1

11,3

15,3

2

12,3

16,6

9.

Toscana

 

8,5

16,4

Arezzo

1

5,7

15,6

Firenze

1

5,9

16,4

Prato

1

3,8

16,0

Grosseto

1

14,5

18,0

2

10,1

16,0

3

14,5

16,4

Livorno

1

13,8

16,5

Lucca

1

2,3

16,2

Massa Carrara

1

3,9

16,0

Pisa

1

13,6

16,9

Pistoia

1

6,3

16,2

Siena

1

9,2

17,2

2

6,8

15,6

Otras — Jiné — Andre — Sonstige — Muud — Λοιπά — Other — Autres — Altri — Citas — Kitos — Egyéb — Andere — Inne — Outras — Iné — Ostale — Muuta — Andra

Pordenone

1

2,9

11,8

Trieste

1

7,1

17,3

Trento

1

18,0

16,1

Padova

1

16,2

15,7

Treviso

1

3,7

14,0

Verona

1

15,5

14,9

Vicenza

1

20,0

18,0

Bergamo

1

6,0

16,0

Brescia

1

15,0

14,0

2

20,0

18,0

Como

1

6,2

16,9

Forlì-Cesena

1

14,8

16,8

Bologna

1

8,0

15,0

Ravenna

1

8,7

14,9

Rimini

1

15,5

17,3

Genova

1

2,7

17,0

Imperia

1

11,0

19,8

La Spezia

1

7,1

15,5

Savona

1

7,0

19,0

Perugia

1

7,0

16,1

2

6,2

17,7

Terni

1

5,7

16,8

Ancona

1

10,4

17,0

Macerata

1

15,0

17,5

Ascoli Piceno

1

19,5

16,7

Pesaro

1

12,0

18,0

2

10,0

16,0

Campobasso

1

20,4

15,6

2

7,6

17,1

Isernia

1

10,6

18,0

Matera

1

30,0

20,0

Potenza

1

36,5

16,4

2

18,8

18,5

Cagliari

1

20,0

15,0

Nuoro

1

15,0

16,9

Oristano

1

22,0

16,2

Sassari

1

32,5

18,9

2

26,0

17,9

ITALIË

 

23,1

18,3


B.   FRANCIA — FRANCIE — FRANKRIG — FRANKREICH — PRANTSUSMAA — ΓΑΛΛΙΑ — FRANCE — FRANCIA — FRANCIJA — PRANCŪZIJA — FRANCIAORSZÁG — FRANKRIJK — FRANCJA — FRANÇA — FRANCÚZSKO — FRANCIJA — RANSKA — FRANKRIKE

Zonas regionales y zonas homogéneas

Místní územní oblasti a homogenní zóny

Regionale zoner og homogene zoner

Erzeugungsregionen und homogene Erzeugungsgebiete

Regionaalpiirkonnad ja homogeensed tsoonid

Περιφερειακές ζώνες και oμοιογενείς ζώνες

Regional areas and homogenous zones

Zones régionales et zones homogènes

Zone regionali e zone omogenee

Reģionālās zonas un homogēnās zonas

Regiono sritys ir homogeninės zonos

Regionális térségek és homogén zónák

Regionale gebieden en homogene productiegebieden

Obszary regionalne i strefy jednorodne

Zonas regionais e zonas homogéneas

Regionálne oblasti a homogénne zóny

Regionalna področja in homogene cone

Alueelliset vyöhykkeet ja maakunnat

Regionala områden och enhetliga produktionsområden

Zona (20)

Zóna (21)

Zone (22)

Zone (23)

Piirkond (24)

Ζώνη (25)

Zone (26)

Zone (27)

Zona (28)

Zona (29)

Zona (30)

Övezet (31)

Zone (32)

Obszar (33)

Zona (34)

Zóna (35)

Cona (36)

Alue (37)

Zon (38)

kg. aceitunas/árbol cosechado

kg sklizených oliv/strom

kg oliven/høstet træ

kg Oliven/abgeerntetem Ölbaum

kg oliive/koristatud puu

συγκομιδή σε kg ελαιόκαρπου/δένδρο

kg olives/tree harvested

kg olives/arbre récolté

kg olive/albero sottoposto a raccolta

olīvas (kg)/novākta olīvkoka

alyvuogių kg/nurinkto alyvmedžio

szüretelt olajbogyó kg/fa

kg olijven per afgeoogste boom

kg zebranych oliwek/drzewo

kg azeitonas/árvore objecto de colheita

kg olív/olivovník

kg oliv/rodno oljčno drevo

kg oliiveja/korjattu puu

kg oliver/skördat träd

kg aceite/100 kg aceitunas

kg olivového oleje/100 oliv

kg olie/100 kg oliven

kg Öl/100 kg Oliven

kg õli/100 kg oliive

Χιλιόγραμμα ελαιολάδου/100 χιλιόγραμμα ελαιοκάρπου

oil kg/100 kg olives

kg huile/100 kg olives

kg olio/100 kg olive

eļļas kg/100 kg olīvu

aliejaus kg/100 kg alyvuogių

olaj kg/100 kg olajbogyó

kg olie/100 kg olijven

kg oleju/100 kg oliwek

kg azeite/100 kg azeitonas

kg olivového oleja/100 olív

kg oljčnega olja/100 oliv

kg öljyä/100 kg oliiveja

kg olja/100 kg oliver

Provence-Alpes-Côte d'Azur

 

13,18

16,77

5.

Provence

 

13,75

16,73

6.

Durance

 

14,78

19,36

7.

Pays varois

 

10,69

15,10

8.

Pays niçois

 

12,87

18,15

Otras — Jiné — Andre — Sonstige — Muud — Λοιπά — Other — Autres — Altri — Citas — Kitos — Egyéb — Andere — Inne — Outras — Iné — Ostale — Muuta — Andra

 

12,93

18,65

1.

Roussillon

 

14,55

13,27

2.

Languedoc

 

12,19

14,98

3.

Cévennes

 

10,69

16,49

4.

Baronnies

 

12,09

22,33

9.

Corse

 

15,17

20,52

FRANKRIJK

 

13,06

17,21


C.   GRECIA — ŘECKO — GRÆKENLAND — GRIECHENLAND — KREEKA — ΕΛΛΑΔΑ — GREECE — GRÈCE — GRECIA — GRIEĶIJA — GRAIKIJA — GÖRÖGORSZÁG — GRIEKENLAND — GRECJA — GRÉCIA — GRÉCKO — GRČIJA — KREIKKA — GREKLAND

Zonas regionales y provincias

Oblasti a území

Regionale zoner og provinser

Erzeugungsregionen und -provinzen

Piirkondlikud alad ja provintsid

Περιφερειακές ζώνες και επαρχίες

Regional areas and provinces

Zones régionales et Provinces

Zone regionali e province

Reģioni un provinces

Regionai ir provincijos

Regionális területek és provinciák

Regionale gebieden en provincies

Strefy regionalne i prowincje

Zonas regionais e províncias

Regionálne zóny a provincie

Regionalna območja in province

Alueelliset vyöhykkeet ja maakunnat

Regionala områden och provinser

Zona (39)

Zóna (40)

Zone (41)

Zone (42)

Piirkond (43)

Ζώνη (44)

Zone (45)

Zone (46)

Zona (47)

Zona (48)

Zona (49)

Övezet (50)

Zone (51)

Obszar (52)

Zona (53)

Zóna (54)

Cona (55)

Alue (56)

Zon (57)

kg. aceitunas/árbol cosechado

kg sklizených oliv/strom

kg oliven/høstet træ

kg Oliven/abgeerntetem Ölbaum

kg oliive/koristatud puu

συγκομιδή σε kg ελαιόκαρπου/δένδρο

kg olives/tree harvested

kg olives/arbre récolté

kg olive/albero sottoposto a raccolta

olīvas (kg)/novākta olīvkoka

alyvuogių kg/nurinkto alyvmedžio

szüretelt olajbogyó kg/fa

kg olijven per afgeoogste boom

kg zebranych oliwek/drzewo

kg azeitonas/árvore objecto de colheita

kg olív/olivovník

kg oliv/rodno oljčno drevo

kg oliiveja/korjattu puu

kg oliver/skördat träd

kg aceite/100 kg aceitunas

kg olivového oleje/100 oliv

kg olie/100 kg oliven

kg Öl/100 kg Oliven

kg õli/100 kg oliive

Χιλιόγραμμα ελαιολάδου/100 χιλιόγραμμα ελαιοκάρπου

oil kg/100 kg olives

kg huile/100 kg olives

kg olio/100 kg olive

eļļas kg/100 kg olīvu

aliejaus kg/100 kg alyvuogių

olaj kg/100 kg olajbogyó

kg olie/100 kg olijven

kg oleju/100 kg oliwek

kg azeite/100 kg azeitonas

kg olivového oleja/100 olív

kg oljčnega olja/100 oliv

kg öljyä/100 kg oliiveja

kg olja/100 kg oliver

1

2

3

4

1.

Irakleio

 

27,67

22,02

Irakleio

1

27,91

24,00

2

29,46

23,00

3

29,46

23,00

4

27,91

24,00

5

43,41

25,00

6

35,66

23,00

7

31,01

28,00

8

27,91

28,00

9

24,81

27,00

10

40,31

23,00

2.

Lassithi/Rethymni/Khania

 

27,95

20,71

Lassithi

1

33,06

17,10

2

28,06

14,10

Rethymno

1

40,32

24,00

2

22,58

25,00

3

19,35

25,00

4

25,81

25,00

5

43,55

26,00

6

29,03

22,00

7

25,81

25,00

8

25,81

25,00

9

40,32

24,00

10

27,42

24,00

11

27,42

24,00

12

29,03

22,00

13

27,42

24,00

14

30,64

22,00

15

27,42

24,00

16

14,52

23,00

17

20,97

23,00

Khania

1

17,74

22,00

2

16,13

21,00

3

16,13

25,00

4

24,19

25,00

5

19,35

25,00

6

22,58

25,00

7

19,35

25,00

8

16,13

23,00

9

16,13

25,00

10

32,26

27,00

11

32,26

25,00

12

32,26

25,00

13

32,26

24,00

14

25,81

27,00

15

32,26

25,00

16

32,26

24,00

17

19,03

27,00

3.

Peloponnisos

 

37,09

19,52

Argolis

1

24,35

21,00

2

22,54

19,90

3

20,81

20,00

Arkadia

1

13,87

20,00

2

17,34

24,00

3

6,94

24,00

4

10,41

18,00

5

6,94

21,00

6

10,41

24,00

7

45,09

18,00

8

34,68

19,00

9

24,28

17,00

10

34,68

17,00

11

20,81

16,00

12

13,87

19,00

13

20,81

16,00

14

10,41

17,50

15

27,75

25,00

16

20,81

21,00

17

17,34

20,00

18

6,94

19,00

19

6,94

19,00

20

10,41

20,70

Korinthia

1

17,34

21,00

2

20,81

22,00

3

17,34

29,00

4

17,34

35,00

5

17,34

39,00

6

20,81

25,00

7

17,34

31,00

8

17,34

25,00

Lakonia

1

6,94

20,00

2

20,81

20,00

3

24,28

23,00

4

31,22

22,00

5

17,34

22,00

6

17,34

22,00

7

27,75

20,00

8

31,22

20,00

9

38,15

23,00

Messinia

1

20,81

21,00

2

13,87

20,00

3

24,28

21,00

4

38,15

18,00

5

48,56

17,00

6

20,81

17,00

7

55,50

19,00

8

48,56

18,00

9

31,22

17,00

10

72,84

16,70

11

55,50

18,00

12

38,15

18,00

13

34,68

17,00

14

38,15

16,00

4.

Dytiki Ellada

 

29,60

17,40

Aitoloakarnania

1

37,96

19,60

2

23,72

18,00

3

47,45

19,20

4

28,47

16,90

5

23,72

17,40

6

23,72

19,00

7

21,35

15,10

8

23,72

16,60

Akhaïa

1

52,19

23,00

2

45,08

21,00

3

18,98

9,00

4

30,84

16,00

Ileia

1

21,35

21,10

2

16,61

18,00

3

18,98

21,00

5.

Ionia Nisia

 

28,19

19,59

Zakynthos

1

38,86

19,00

2

42,75

18,00

3

42,75

16,00

Kerkyra

1

22,74

22,00

Kefallinia

1

28,18

18,00

2

25,26

17,00

Levkas

1

12,63

19,00

2

12,63

20,00

3

6,80

18,00

4

3,30

20,00

6.

Sterea Ellada

 

21,90

18,86

Voiotia

1

8,58

18,00

2

17,16

19,00

3

8,58

19,00

4

12,87

20,00

5

25,74

19,00

6

12,87

20,00

Evvoia

1

17,16

20,00

2

12,87

20,00

3

34,32

20,00

4

4,29

20,00

5

34,32

20,00

6

30,03

20,00

7

4,29

20,00

8

4,29

20,00

9

17,16

20,00

10

17,16

20,00

11

4,29

20,00

12

8,58

20,00

13

8,58

20,00

Evrytania

1

35,73

15,00

Fthiotis

1

17,46

18,00

2

16,30

19,30

3

12,57

16,40

4

8,84

17,00

5

2,53

17,00

Fokis

1

64,35

17,00

2

77,22

20,00

3

55,77

19,00

4

60,92

19,70

5

14,16

19,50

6

10,72

19,00

7

21,45

19,00

7.

Lesvos

 

20,47

25,17

Lesvos

1

10,70

27,00

2

4,33

25,40

3

14,98

21,00

4

33,33

27,30

5

24,24

23,00

6

17,53

23,20

7

23,46

26,30

Otras — Jiné — Andre — Sonstige — Muud — Λοιπά — Other — Autres — Altri — Citas — Kitos — Egyéb — Andere — Inne — Outras — Iné — Ostale — Muuta — Andra

Athinai

1

5,32

17,00

Attiki Dytiki

1

15,85

18,00

2

13,87

17,00

3

13,87

17,00

Attiki Anatoliki

1

5,94

19,00

Peiraia

1

16,07

16,00

2

7,03

19,16

3

10,66

19,35

4

8,48

19,64

5

9,23

19,91

6

13,00

18,51

7

8,44

15,86

Arta

1

3,96

16,00

2

3,96

14,00

3

3,96

12,00

Thesprotia

1

40,28

18,29

2

19,26

18,72

3

7,19

15,15

Ioannina

1

9,91

14,00

Preveza

1

29,72

18,00

2

67,37

18,40

3

73,32

20,00

4

25,76

17,00

5

23,78

15,00

6

25,76

14,00

7

19,82

15,00

Karditsa

1

3,80

16,70

Larisa

1

24,37

16,00

2

6,94

16,00

3

2,77

16,00

4

5,35

15,00

Magnisia

1

15,85

19,00

2

15,85

19,00

3

13,87

18,00

4

13,87

18,00

5

1,98

18,00

Trikala

1

19,82

17,00

Drama

1

4,36

13,90

Imathia

1

15,85

13,00

2

13,87

12,00

Kilkis

1

11,81

16,80

2

14,48

16,40

Kozani

1

0,00

0,00

Pella

1

8,04

14,29

2

6,94

17,00

Thessaloniki

1

7,93

19,00

2

9,91

17,00

3

5,94

19,00

Kavala

1

17,24

18,60

2

21,00

18,50

3

19,00

19,60

4

21,20

18,30

5

63,01

16,40

6

13,08

16,60

Pieria

1

20,07

18,00

2

17,84

16,00

3

11,15

16,00

Serrai

1

7,20

18,60

Khalkidiki

1

15,07

25,00

2

4,77

26,00

3

8,90

25,00

4

12,93

25,90

5

13,09

25,60

6

14,49

26,40

7

9,43

27,00

8

3,75

25,50

Evros

1

20,07

19,00

2

8,92

18,00

Xanthi

1

15,28

15,62

Rodopi

1

55,75

18,00

Dodekanisos

1

8,92

21,00

2

14,49

20,00

3

13,38

21,50

Kyklades

1

25,11

18,74

2

8,74

19,75

3

23,19

21,35

4

9,48

24,38

5

28,34

21,56

6

11,85

18,05

7

17,75

21,02

8

4,95

19,05

Samos

1

11,25

22,00

2

4,50

22,00

3

11,25

24,00

4

6,75

24,00

5

4,50

20,00

6

11,25

22,00

7

2,25

20,00

8

2,25

19,00

9

2,25

19,00

10

11,25

24,00

11

2,25

20,00

12

2,25

19,00

Khios

1

6,75

25,00

2

7,87

27,00

3

7,87

25,00

GRIEKENLAND

 

25,36

20,87


D.   ESPAÑA — ŠPANĚLSKO — SPANIEN — SPANIEN — HISPAANIA — ΙΣΠΑΝΙΑ — SPAIN — ESPAGNE — SPAGNA — SPĀNIJA — ISPANIJA — SPANYOLORSZÁG — SPANJE — HISZPANIA — ESPANHA — ŠPANIELSKO — ŠPANIJA — ESPANJA — SPANIEN

Zonas regionales y provincias

Oblasti a území

Regionale zoner og provinser

Erzeugungsregionen und -provinzen

Piirkondlikud alad ja provintsid

Περιφερειακές ζώνες και επαρχίες

Regional areas and provinces

Zones régionales et Provinces

Zone regionali e province

Reģioni un provinces

Regionai ir provincijos

Regionális területek és provinciák

Regionale gebieden en provincies

Strefy regionalne i prowincje

Zonas regionais e províncias

Regionálne zóny a provincie

Regionalna območja in province

Alueelliset vyöhykkeet ja maakunnat

Regionala områden och provinser

Zona (58)

Zóna (59)

Zone (60)

Zone (61)

Piirkond (62)

Ζώνη (63)

Zone (64)

Zone (65)

Zona (66)

Zona (67)

Zona (68)

Övezet (69)

Zone (70)

Obszar (71)

Zona (72)

Zóna (73)

Cona (74)

Alue (75)

Zon (76)

kg. aceitunas/árbol cosechado

kg sklizených oliv/strom

kg oliven/høstet træ

kg Oliven/abgeerntetem Ölbaum

kg oliive/koristatud puu

συγκομιδή σε kg ελαιόκαρπου/δένδρο

kg olives/tree harvested

kg olives/arbre récolté

kg olive/albero sottoposto a raccolta

olīvas (kg)/novākta olīvkoka

alyvuogių kg/nurinkto alyvmedžio

szüretelt olajbogyó kg/fa

kg olijven per afgeoogste boom

kg zebranych oliwek/drzewo

kg azeitonas/árvore objecto de colheita

kg olív/olivovník

kg oliv/rodno oljčno drevo

kg oliiveja/korjattu puu

kg oliver/skördat träd

kg aceite/100 kg aceitunas

kg olivového oleje/100 oliv

kg olie/100 kg oliven

kg Öl/100 kg Oliven

kg õli/100 kg oliive

Χιλιόγραμμα ελαιολάδου/100 χιλιόγραμμα ελαιοκάρπου

oil kg/100 kg olives

kg huile/100 kg olives

kg olio/100 kg olive

eļļas kg/100 kg olīvu

aliejaus kg/100 kg alyvuogių

olaj kg/100 kg olajbogyó

kg olie/100 kg olijven

kg oleju/100 kg oliwek

kg azeite/100 kg azeitonas

kg olivového oleja/100 olív

kg oljčnega olja/100 oliv

kg öljyä/100 kg oliiveja

kg olja/100 kg oliver

1

2

3

4

1.

Jaén

 

56,13

21,11

Jaén

1

38,36

20,23

2

46,44

19,14

3

43,08

18,98

4

45,85

20,07

5

71,39

21,65

6

50,60

21,90

7

38,45

22,21

8

48,52

21,50

9

59,51

22,42

2.

Granada/Málaga/Sevilla

 

44,37

19,87

Granada

1

38,62

21,67

2

46,76

22,53

3

61,77

20,60

4

38,78

23,03

5

75,28

21,69

6

34,34

22,49

Málaga

1

55,07

19,00

2

31,39

20,00

3

19,53

17,00

4

20,72

18,00

5

6,82

16,00

Sevilla

1

49,48

18,50

2

26,17

16,50

3

43,00

14,50

4

11,84

18,50

5

25,18

15,50

6

36,03

18,50

3.

Córdoba

 

44,91

18,97

Córdoba

1

9,43

20,82

2

10,94

19,21

3

33,60

18,57

4

20,91

15,85

5

33,16

17,12

6

76,80

19,69

7

44,74

20,48

8

60,78

18,77

4.

Castilla-La Mancha

 

19,53

21,15

Albacete

1

12,45

22,30

2

11,40

21,41

3

16,97

20,11

4

9,58

19,00

5

11,68

23,40

6

12,51

20,70

7

13,62

21,41

Ciudad Real

1

26,78

21,54

2

15,34

21,24

3

21,16

22,18

4

11,56

19,88

5

16,78

19,60

6

19,51

22,07

Cuenca

1

9,09

20,50

2

8,63

19,44

3

10,13

19,44

4

25,25

20,81

5

18,60

21,57

6

17,90

20,25

Guadalajara

1

10,80

20,40

2

10,68

20,63

3

12,62

20,71

4

12,73

20,53

Toledo

1

19,16

15,39

2

25,83

17,94

3

33,69

20,73

4

19,47

20,49

5

25,90

22,84

6

37,74

21,02

7

21,53

21,54

5.

Cataluña/Com. Valenciana

 

23,57

20,89

Barcelona

1

19,86

18,70

2

18,69

18,70

3

12,85

17,30

4

18,69

17,90

5

12,85

19,00

Gerona

1

17,52

18,00

Lérida

1

8,29

19,50

2

10,98

21,30

3

8,53

18,20

4

7,71

17,30

5

11,68

21,00

6

9,46

21,50

7

8,06

20,70

Tarragona

1

28,04

21,06

2

22,78

19,25

3

37,39

22,31

4

12,90

18,36

5

20,00

15,95

6

21,60

21,16

7

27,29

16,50

Castellón

1

21,17

26,00

2

24,99

16,48

3

16,95

19,26

Valencia

1

16,33

20,22

2

18,65

18,73

3

21,09

20,36

4

13,55

20,06

5

15,67

22,11

Alicante

1

20,22

23,46

2

14,21

24,94

3

11,82

25,53

4

10,09

18,98

5

38,87

15,15

6.

Extremadura

 

17,61

18,72

Badajoz

1

14,02

20,00

2

19,11

20,00

3

25,48

19,00

4

7,65

19,00

5

26,76

21,00

6

6,37

20,00

Cáceres

1

12,74

12,00

2

11,47

14,00

3

12,74

20,00

4

11,47

16,00

5

16,56

18,00

6

14,02

14,00

Otras — Jiné — Andre — Sonstige — Muud — Λοιπά — Other — Autres — Altri — Citas — Kitos — Egyéb — Andere — Inne — Outras — Iné — Ostale — Muuta — Andra

Almería

1

30,52

19,65

Cádiz

1

18,62

19,10

Huelva

1

17,00

16,66

2

38,00

18,17

3

34,00

17,30

Zaragoza

1

14,00

20,00

2

18,00

21,50

3

20,00

22,00

4

22,00

19,00

5

30,00

20,00

6

30,00

20,00

Teruel

1

28,00

23,00

2

20,00

20,50

3

15,00

21,00

4

30,00

21,00

Huesca

1

7,00

20,00

2

14,00

21,00

3

12,00

19,00

4

5,00

21,00

5

10,00

17,00

Baleares

1

6,20

16,55

2

8,60

18,50

3

9,00

19,00

4

12,00

14,26

Ávila

1

25,00

14,50

2

20,00

15,50

3

26,00

14,00

4

23,00

17,00

Salamanca

1

15,00

13,50

2

14,00

12,50

Valladolid

1

1,00

17,00

Zamora

1

32,00

12,50

La Rioja

1

12,50

20,50

Madrid

1

15,38

22,18

2

15,38

20,32

Murcia

1

9,50

22,70

2

7,50

19,40

3

8,50

16,80

4

20,50

18,70

5

8,50

21,50

Navarra

1

13,05

18,40

2

12,29

23,18

Álava

1

33,40

22,60

SPANJE

 

36,00

20,30


E.   PORTUGAL — PORTUGALSKO — PORTUGAL — PORTUGAL — PORTUGAL — ΠΟΡΤΟΓΑΛΙΑ — PORTUGAL — PORTUGAL — PORTOGALLO — PORTUGĀLE — PORTUGALIJA — PORTUGALIA — PORTUGÁLIA — PORTUGAL — PORTUGAL — PORTUGALSKO — PORTUGALSKA — PORTUGALI — PORTUGAL

Zonas regionales y regiones

Místní územní oblasti a regiony

Regionale zoner og regioner

Erzeugungsregionen und Regionen

Regionaalpiirkonnad ja regioonid

Περιφερειακές ζώνες και περιοχή

Regional areas and regions

Zones régionales et régions

Zone regionali e regione

Reģionālās zonas un reģioni

Regioninės sritys ir regionai

Regionális térségek és régiók

Regionale gebieden en regio

Obszary regionalne i regiony

Zonas regionais e regioes

Regionálne oblasti a regióny

Regionalna področja in regije

Alueelliset vyöhykkeet ja maakunta

Regionala områden och kommun

Zona (77)

Zóna (78)

Zone (79)

Zone (80)

Piirkond (81)

Ζώνη (82)

Zone (83)

Zone (84)

Zona (85)

Zona (86)

Zona (87)

Övezet (88)

Zone (89)

Obszar (90)

Zona (91)

Zóna (92)

Cona (93)

Alue (94)

Zon (95)

kg. aceitunas/árbol cosechado

kg sklizených oliv/strom

kg oliven/høstet træ

kg Oliven/abgeerntetem Ölbaum

kg oliive/koristatud puu

συγκομιδή σε kg ελαιόκαρπου/δένδρο

kg olives/tree harvested

kg olives/arbre récolté

kg olive/albero sottoposto a raccolta

olīvas (kg)/novākta olīvkoka

alyvuogių kg/nurinkto alyvmedžio

szüretelt olajbogyó kg/fa

kg olijven per afgeoogste boom

kg zebranych oliwek/drzewo

kg azeitonas/árvore objecto de colheita

kg olív/olivovník

kg oliv/rodno oljčno drevo

kg oliiveja/korjattu puu

kg oliver/skördat träd

kg aceite/100 kg aceitunas

kg olivového oleje/100 oliv

kg olie/100 kg oliven

kg Öl/100 kg Oliven

kg õli/100 kg oliive

Χιλιόγραμμα ελαιολάδου/100 χιλιόγραμμα ελαιοκάρπου

oil kg/100 kg olives

kg huile/100 kg olives

kg olio/100 kg olive

eļļas kg/100 kg olīvu

aliejaus kg/100 kg alyvuogių

olaj kg/100 kg olajbogyó

kg olie/100 kg olijven

kg oleju/100 kg oliwek

kg azeite/100 kg azeitonas

kg olivového oleja/100 olív

kg oljčnega olja/100 oliv

kg öljyä/100 kg oliiveja

kg olja/100 kg oliver

1

2

3

4

1.

Alentejo

 

14,70

14,40

Portalegre

1

14,00

14,00

Barros de Fronteira e zonas circundantes

1

13,00

14,00

2

13,00

14,00

Elvas

1

15,00

14,00

2

15,00

15,00

Litoral Sul

1

12,00

13,00

2

13,00

13,00

Évora

1

13,00

13,00

2

13,00

13,00

3

14,00

12,00

Calcários Duros

1

14,00

13,00

Alto Alentejo Oriental

1

13,00

12,00

2

13,00

13,00

Transição Barros de Beja/Alto Alentejo

1

14,00

13,00

2

14,00

13,00

Margem Esquerda

1

13,00

13,00

2

17,00

18,00

Barros de Beja

1

13,00

12,00

2

14,00

13,00

Serras Alentejanas

1

12,00

12,00

2

12,00

11,00

2.

Norte

 

14,40

15,50

Entre Douro e Minho (Noroeste)

1

8,00

11,00

2

8,00

11,00

3

8,00

11,00

4

9,00

11,00

5

8,00

12,00

6

10,00

11,00

Terra Fria Transmontana

1

12,00

16,00

2

11,00

15,00

Alto Douro

1

16,00

16,00

2

15,00

17,00

3

13,00

15,00

4

13,00

14,00

5

12,00

13,00

3.

Centro

 

12,20

11,30

Centro Litoral

1

9,00

11,00

2

10,00

12,00

3

9,00

11,00

4

10,00

12,00

5

9,00

11,00

Beira Central

1

11,00

13,00

Alto Mondego

1

12,00

12,00

2

12,00

13,00

Beira Serrana

1

9,00

14,00

2

10,00

13,00

3

12,00

12,00

4

12,00

10,00

Centro Interior Serrano

1

12,00

12,00

2

12,00

13,00

3

11,00

12,00

4

12,00

11,00

5

12,00

11,00

Beira Baixa

1

13,00

12,00

2

13,00

11,00

3

13,00

12,00

4

12,00

12,00

Otras — Jiné — Andre — Sonstige — Muud — Λοιπά — Other — Autres — Altri — Citas — Kitos — Egyéb — Andere — Inne — Outras — Iné — Ostale — Muuta — Andra

Oeste e Lisboa

1

9,00

13,00

Ribatejo

1

11,00

12,00

2

11,00

14,00

3

11,00

12,00

4

11,00

12,00

Charneca do Tejo

1

11,00

11,00

2

13,00

12,00

Algarve

1

10,00

12,00

2

10,00

12,00

3

11,00

11,00

PORTUGÁLIA

 

13,40

14,40


(1)  Zonas homogéneas a que se refiere el Reglamento (CE) no 2138/97.

(2)  Homogenní zóny podle Nařízení (ES) č. 2138/97.

(3)  Homogene zoner som omhandlet i forordning (EF) nr. 2138/97.

(4)  Homogene Erzeugungsgebiete gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2138/97.

(5)  Määruses (EÜ) nr 2138/97 viidatud ühtlased tootmispiirkonnad.

(6)  Ομοιογενείς ζώνες που αναφέρει ο κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2138/97.

(7)  Homogenous zones referred to in Regulation (EC) No 2138/97.

(8)  Zones homogènes visées au règlement (CE) no 2138/97.

(9)  Zone omogenee di cui al regolamento (CE) n. 2138/97.

(10)  Homogēnās zonas, noteiktas Regulā (EK) Nr. 2138/97.

(11)  Vienodos zonos, nurodytos Reglamente (EB) Nr. 2138/97.

(12)  A 2138/97/EK rendelet szerinti azonos tulajdonságokkal rendelkező övezetek.

(13)  Homogene productiegebieden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2138/97.

(14)  Jednorodne obszary w rozumieniu rozporządzenia (WE) nr 2138/97.

(15)  Zonas homogéneas referidas no Regulamento (CE) n.o 2138/97.

(16)  Homogénna zóna podľa nariadenia Rady (ES) č. 2138/97.

(17)  Homogene cone v skladu z Uredbo (ES) št. 2138/97.

(18)  Asetuksessa (EY) N:o 2138/97 tarkoitetut yhtenäiset tuotantoalueet.

(19)  Enhetliga produktionsområden enligt förordning (EG) nr 2138/97.

(20)  Zonas homogéneas a que se refiere el Reglamento (CE) no 2138/97.

(21)  Homogenní zóny podle Nařízení (ES) č. 2138/97.

(22)  Homogene zoner som omhandlet i forordning (EF) nr. 2138/97.

(23)  Homogene Erzeugungsgebiete gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2138/97.

(24)  Määruses (EÜ) nr 2138/97 viidatud ühtlased tootmispiirkonnad.

(25)  Ομοιογενείς ζώνες που αναφέρει ο κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2138/97.

(26)  Homogenous zones referred to in Regulation (EC) No 2138/97.

(27)  Zones homogènes visées au règlement (CE) n.o 2138/97.

(28)  Zone omogenee di cui al regolamento (CE) n. 2138/97.

(29)  Homogēnās zonas, noteiktas Regulā (EK) Nr. 2138/97.

(30)  Vienodos zonos, nurodytos Reglamente (EB) Nr. 2138/97.

(31)  A 2138/97/EK rendelet szerinti azonos tulajdonságokkal rendelkező övezetek.

(32)  Homogene productiegebieden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2138/97.

(33)  Jednorodne obszary w rozumieniu rozporządzenia (WE) nr 2138/97.

(34)  Zonas homogéneas referidas no Regulamento (CE) n.o 2138/97.

(35)  Homogénna zóna podľa nariadenia Rady (ES) č. 2138/97.

(36)  Homogene cone v skladu z Uredbo (ES) št. 2138/97.

(37)  Asetuksessa (EY) N:o 2138/97 tarkoitetut yhtenäiset tuotantoalueet.

(38)  Enhetliga produktionsområden enligt förordning (EG) nr 2138/97.

(39)  Zonas homogéneas a que se refiere el Reglamento (CE) no 2138/97.

(40)  Homogenní zóny podle Nařízení (ES) č. 2138/97.

(41)  Homogene zoner som omhandlet i forordning (EF) nr. 2138/97.

(42)  Homogene Erzeugungsgebiete gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2138/97.

(43)  Määruses (EÜ) nr 2138/97 viidatud ühtlased tootmispiirkonnad.

(44)  Ομοιογενείς ζώνες που αναφέρει ο κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2138/97.

(45)  Homogenous zones referred to in Regulation (EC) No 2138/97.

(46)  Zones homogènes visées au règlement (CE) no 2138/97.

(47)  Zone omogenee di cui al regolamento (CE) n. 2138/97.

(48)  Homogēnās zonas, noteiktas Regulā (EK) Nr. 2138/97.

(49)  Vienodos zonos, nurodytos Reglamente (EB) Nr. 2138/97.

(50)  A 2138/97/EK rendelet szerinti azonos tulajdonságokkal rendelkező övezetek.

(51)  Homogene productiegebieden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2138/97.

(52)  Jednorodne obszary w rozumieniu rozporządzenia (WE) nr 2138/97.

(53)  Zonas homogéneas referidas no Regulamento (CE) n.o 2138/97.

(54)  Homogénna zóna podľa nariadenia Rady (ES) č. 2138/97.

(55)  Homogene cone v skladu z Uredbo (ES) št. 2138/97.

(56)  Asetuksessa (EY) N:o 2138/97 tarkoitetut yhtenäiset tuotantoalueet.

(57)  Enhetliga produktionsområden enligt förordning (EG) nr 2138/97.

(58)  Zonas homogéneas a que se refiere el Reglamento (CE) no 2138/97.

(59)  Homogenní zóny podle Nařízení (ES) č. 2138/97.

(60)  Homogene zoner som omhandlet i forordning (EF) nr. 2138/97.

(61)  Homogene Erzeugungsgebiete gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2138/97.

(62)  Määruses (EÜ) nr 2138/97 viidatud ühtlased tootmispiirkonnad.

(63)  Ομοιογενείς ζώνες που αναφέρει ο κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2138/97.

(64)  Homogenous zones referred to in Regulation (EC) No 2138/97.

(65)  Zones homogènes visées au règlement (CE) no 2138/97.

(66)  Zone omogenee di cui al regolamento (CE) n. 2138/97.

(67)  Homogēnās zonas, noteiktas Regulā (EK) Nr. 2138/97.

(68)  Vienodos zonos, nurodytos Reglamente (EB) Nr. 2138/97.

(69)  A 2138/97/EK rendelet szerinti azonos tulajdonságokkal rendelkező övezetek.

(70)  Homogene productiegebieden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2138/97.

(71)  Jednorodne obszary w rozumieniu rozporządzenia (WE) nr 2138/97.

(72)  Zonas homogéneas referidas no Regulamento (CE) n.o 2138/97.

(73)  Homogénna zóna podľa nariadenia Rady (ES) č. 2138/97.

(74)  Homogene cone v skladu z Uredbo (ES) št. 2138/97.

(75)  Asetuksessa (EY) N:o 2138/97 tarkoitetut yhtenäiset tuotantoalueet.

(76)  Enhetliga produktionsområden enligt förordning (EG) nr 2138/97.

(77)  Zonas homogéneas a que se refiere el Reglamento (CE) no 2138/97.

(78)  Homogenní zóny podle Nařízení (ES) č. 2138/97.

(79)  Homogene zoner som omhandlet i forordning (EF) nr. 2138/97.

(80)  Homogene Erzeugungsgebiete gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2138/97.

(81)  Määruses (EÜ) nr 2138/97 viidatud ühtlased tootmispiirkonnad.

(82)  Ομοιογενείς ζώνες που αναφέρει ο κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2138/97.

(83)  Homogenous zones referred to in Regulation (EC) No 2138/97.

(84)  Zones homogènes visées au règlement (CE) no 2138/97.

(85)  Zone omogenee di cui al regolamento (CE) n. 2138/97.

(86)  Homogēnās zonas, noteiktas Regulā (EK) Nr. 2138/97.

(87)  Vienodos zonos, nurodytos Reglamente (EB) Nr. 2138/97.

(88)  A 2138/97/EK rendelet szerinti azonos tulajdonságokkal rendelkező övezetek.

(89)  Homogene productiegebieden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2138/97.

(90)  Jednorodne obszary w rozumieniu rozporządzenia (WE) nr 2138/97.

(91)  Zonas homogéneas referidas no Regulamento (CE) n.o 2138/97.

(92)  Homogénna zóna podľa nariadenia Rady (ES) č. 2138/97.

(93)  Homogene cone v skladu z Uredbo (ES) št. 2138/97.

(94)  Asetuksessa (EY) N:o 2138/97 tarkoitetut yhtenäiset tuotantoalueet.

(95)  Enhetliga produktionsområden enligt förordning (EG) nr 2138/97.


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/23


VERORDENING (EG) Nr. 1828/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2501/2001 van de Raad houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004 teneinde Timor-Leste (Oost-Timor) op te nemen in de lijst van landen waarop bijzondere regelingen voor de minst ontwikkelde landen van toepassing zijn

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2501/2001 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2004 (1), en met name op artikel 35,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 9 van Verordening (EG) nr. 2501/2001 is voorzien in een gunstigere tariefbehandeling voor de minst ontwikkelde landen — als zodanig door de Verenigde Naties (VN) aangewezen — opgenomen in Bijlage I van genoemde verordening.

(2)

Na een aanbeveling van de Economische en Sociale Raad van de VN werd Timor-Leste (Oost-Timor) als gevolg van een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 17 december 2003 aan de lijst van minst ontwikkelde landen toegevoegd.

(3)

Bijlage I van Verordening (EG) nr. 2501/2001 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze verordening bepaalde maatregelen komen overeen met het advies van het Comité Algemene preferenties,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage I wordt na de landcode „TL” de naam „Oost-Timor” vervangen door „Timor Leste (Oost-Timor)” en in kolom H een kruisje toegevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Pascal LAMY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 346 van 31.12.2001, blz. 1. Deze verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/2004 van de Commissie (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 45).


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/24


VERORDENING (EG) Nr. 1829/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot goedkeuring van afwijkingen van Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffenstatistieken wat België, Portugal, Griekenland en Cyprus betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2002 betreffende afvalstoffenstatistieken (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Gezien het verzoek van België van 12 november 2003,

Gezien het verzoek van Portugal van 4 december 2003,

Gezien het verzoek van Griekenland van 15 januari 2004,

Gezien het verzoek van Cyprus van 4 maart 2004,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2150/2002 kan de Commissie gedurende een overgangsperiode afwijkingen van bepaalde bepalingen van de bijlagen bij die verordening toestaan.

(2)

Zulke afwijkingen moeten op hun verzoek worden toegestaan aan België, Portugal, Griekenland en Cyprus.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma, dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De volgende afwijkingen van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2150/2002 worden hierbij toegestaan:

a)

Aan België worden afwijkingen toegestaan voor de opstelling van resultaten betreffende sectie 8, punt 1.1, volgnummers 1 (landbouw, jacht en bosbouw), 2 (visserij) en 16 (diensten), van bijlage I en betreffende sectie 8, punt 2, van bijlage II.

b)

Aan Portugal worden afwijkingen toegestaan voor de opstelling van resultaten betreffende sectie 8, punt 1.1, volgnummers 1 (landbouw, jacht en bosbouw), 2 (visserij) en 16 (diensten), van bijlage I en betreffende sectie 8, punt 2, van bijlage II.

c)

Aan Griekenland worden afwijkingen toegestaan voor de opstelling van resultaten betreffende sectie 8, punt 1.1, volgnummers 1 (landbouw, jacht en bosbouw), 2 (visserij) en 16 (diensten), van bijlage I en betreffende sectie 8, punt 2, van bijlage II.

d)

Aan Cyprus worden afwijkingen toegestaan voor de opstelling van resultaten betreffende sectie 8, punt 1.1, volgnummers 1 (landbouw, jacht en bosbouw), 2 (visserij) en 16 (diensten), van bijlage I en betreffende sectie 8, punt 2, van bijlage II.

2.   De in lid 1 bedoelde afwijkingen worden alleen toegestaan voor gegevens betreffende het eerste referentiejaar, namelijk 2004.

Na afloop van die periode dienen België, Portugal, Griekenland en Cyprus gegevens in vanaf referentiejaar 2006.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Joaquín ALMUNIA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 332 van 9.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 574/2004 (PB L 90 van 27.3.2004, blz. 15).

(2)  PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/26


VERORDENING (EG) Nr. 1830/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 283/2004 en Verordening (EG) nr. 284/2004 betreffende de registratie van de invoer van polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) afkomstig van één Braziliaanse en één Israëlische producent/exporteur

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basis-antidumpingverordening”), en met name op artikel 13 en artikel 14, lid 5, en op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (2) („de basis-antisubsidieverordening”), met name artikel 23 en artikel 24, lid 5,

Na overleg met het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 2597/1999 (3) heeft de Raad definitieve compenserende rechten van 3,8 % tot 19,1 % ingesteld op polyethyleentereftalaatfolie (PET-folie) uit India.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1676/2001 (4) heeft de Raad in 2001 definitieve compenserende rechten van 0 % tot 62,6 % ingesteld op PET-folie uit India.

(3)

Op 6 januari 2004 heeft de Commissie van DuPont Teijin Films, Mitsubishi Polyester Film GmbH en Nuroll SpA het verzoek ontvangen om op grond van artikel 13, lid 3, van de basis-antidumpingverordening en artikel 23, lid 2, van de basis-antisubsidieverordening een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontduiking van de antidumpingmaatregelen en compenserende maatregelen ten aanzien van PET-folie uit India. Volgens het verzoek werden de maatregelen ontdoken door verzending van PET-folie van oorsprong uit India via Brazilië en Israël. Het verzoek bevatte voldoende bewijsmateriaal ten aanzien van de factoren die genoemd worden in artikel 13, lid 1, van de basis-antidumpingverordening en artikel 23, lid 1, van de basis-antisubsidieverordening.

(4)

De Commissie heeft een onderzoek ingeleid naar de mogelijke ontduiking van compenserende maatregelen bij Verordening (EG) nr. 283/2004 (5) en naar de mogelijke ontduiking van antidumpingmaatregelen bij Verordening (EG) nr. 284/2004 (6) („de inleidingsverordeningen”). Op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basis-antidumpingverordening en artikel 23, lid 2, en artikel 24, lid 5, van de basis-antisubsidieverordening en artikel 2 van de inleidingsverordeningen heeft de Commissie de douaneautoriteiten opgedragen met ingang van 20 februari 2004 de invoer te registreren van PET-folie uit Brazilië en Israël, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Brazilië of Israël.

(5)

In artikel 2, lid 3, van de inleidingsverordeningen wordt bepaald dat de Commissie bij verordening de douaneautoriteiten kan opdragen de registratie te beëindigen van producten die zijn vervaardigd door producenten die om vrijstelling van registratie hebben verzocht en voor wie geen ontduiking van de antidumping- en compenserende rechten is vastgesteld.

B.   VERZOEKEN OM VRIJSTELLING

(6)

Binnen de in artikel 3 van de inleidingsverordeningen gestelde termijn heeft de Commissie verzoeken ontvangen om vrijstelling van de registratie en maatregelen van een Braziliaanse producent/exporteur, Terphane Ltda, BR 101, km 101, City of Cabo de Santo Agostinho, State of Pernambuco, Brazilië („Terphane”) en van een Israëlische producent/exporteur, Jolybar Filmtechnic Converting Ltd (1987), Hacharutsim str. 7, Ind. Park Siim 2000, Natania South, 42504, POB 8380, Israël („Jolybar”).

C.   ONDERZOEKTIJDVAK

(7)

Het onderzoek had betrekking op de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003. Voor het onderzoek naar een mogelijke wijziging van de structuur van het handelsverkeer werden gegevens ingewonnen over de periode van 1998 tot en met het onderzoektijdvak.

D.   BEVINDINGEN TEN AANZIEN VAN TERPHANE

(8)

Terphane heeft de vragenlijst van de Commissie beantwoord. De Commissie heeft bij deze onderneming een controle ter plaatse uitgevoerd.

(9)

In het onderzoektijdvak heeft Terphane slechts 10,6 ton PET-folie uitgevoerd naar de Gemeenschap. Voorafgaand aan de export in het onderzoektijdvak had deze onderneming slechts eenmaal, in 2002, een klein monster uitgevoerd. In het onderzoektijdvak en in de periode waarvoor gegevens zijn verzameld, heeft de onderneming daarnaast niets naar de Gemeenschap uitgevoerd. Voorts is vastgesteld dat Terphane zowel een producent als exporteur van het PET-folie is, met eigen productiefaciliteiten voor het gehele productieproces van dit product. De folie die aan de Gemeenschap is geleverd, is door de onderneming vervaardigd in een fabriek die is gebouwd vóór de instelling van de maatregelen ten aanzien van PET-folie uit India. De onderneming heeft nooit PET-folie uit India aangekocht, noch voorafgaand noch in het onderzoektijdvak. Daarom wordt geconcludeerd dat Terphane heeft aangetoond dat het de maatregelen ten aanzien van PET-folie uit India niet heeft ontdoken.

E.   BEVINDINGEN TEN AANZIEN VAN JOLYBAR

(10)

Jolybar heeft de vragenlijst van de Commissie beantwoord. De Commissie heeft bij deze onderneming een controle ter plaatse uitgevoerd.

(11)

De enige medewerkende onderneming in Israël, Jolybar, snijdt en verwerkt aangekochte PET-folie en verkoopt haar producten onder dezelfde GN-code als PET-folie. De onderneming levert al sinds de jaren negentig PET-folie aan de Gemeenschap. De folie die aan de Gemeenschap is geleverd, is door Jolybar vervaardigd in een fabriek die is gebouwd vóór de instelling van de maatregelen tegen Indiase PET-folie. De hoeveelheid PET-folie die Jolybar naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd, is van 1999 tot en met 2003 (het onderzoektijdvak) verdubbeld. De onderneming heeft verklaard dat zij over het algemeen geen Indiase folie aan afnemers in de Gemeenschap levert omdat deze de voorkeur geven aan hoogkwalitatieve Europese folie als grondstof voor de bewerking door Jolybar. In het onderzoektijdvak is bij wijze van uitzondering een hoeveelheid van ongeveer een ton Indiase folie naar één afnemer in de Gemeenschap verzonden, als onderdeel van een grotere zending die de afnemer met spoed nodig had. Daarom wordt geconcludeerd dat er voldoende economische rechtvaardiging bestaat voor de wijziging van het handelspatroon van Jolybar, die overeenkomt met haar activiteiten op de EG-markt.

F.   CONCLUSIES

(12)

Gezien de bovengenoemde conclusies wordt de registratie van de invoer van PET-folie uit Brazilië, vervaardigd door Terphane, en uit Israël, vervaardigd door Jolybar, beëindigd.

(13)

Elk besluit met betrekking tot exporteurs dient in deze fase te worden beperkt tot vrijstelling van registratie. Indien de Raad vervolgens, overeenkomstig artikel 13 van de basis-antidumpingverordening en artikel 23 van de basis-antisubsidieverordening, verordeningen vaststelt tot uitbreiding van de antidumpingmaatregelen, kan hij tevens besluiten bepaalde exporteurs van de uitgebreide maatregelen uit te sluiten.

(14)

De Commissie acht het derhalve passend de inleidingsverordeningen te wijzigen wat betreft de registratie van de invoer van PET-folie uit Brazilië (al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Brazilië) en de registratie van de invoer van PET-folie uit Israël (al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Israël).

(15)

Deze verordening is gebaseerd op bevindingen die specifiek betrekking hebben op Terphane en Jolybar en loopt niet vooruit op een eventueel besluit van de Raad om de bestaande antidumpingmaatregelen en compenserende maatregelen ten aanzien van PET-folie uit India uit te breiden tot PET-folie uit Brazilië (al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Brazilië) en uit Israël (al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Israël).

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 2 van Verordening (EG) nr. 283/2004 van de Commissie:

„In afwijking van het bepaalde in lid 1 is de invoer van het in artikel 1 beschreven product dat wordt vervaardigd door de volgende ondernemingen niet onderworpen aan registratie:

Producent

Aanvullende Taric-code

Terphane Ltda, BR 101, km 101, City of Cabo de Santo Agostinho, State of Pernambuco, Brazilië

A569

Jolybar Filmtechnic Converting Ltd (1987), Hacharutsim str. 7, Ind. Park Siim 2000, Natania South, 42504, POB 8380, Israël

A570”

Artikel 2

Het volgende lid wordt toegevoegd aan artikel 2 van Verordening (EG) nr. 284/2004 van de Commissie:

„In afwijking van het bepaalde in lid 1 is de invoer van het in artikel 1 beschreven product dat wordt vervaardigd door de volgende ondernemingen niet onderworpen aan registratie:

Producent

Aanvullende Taric-code

Terphane Ltda, BR 101, km 101, City of Cabo de Santo Agostinho, State of Pernambuco, Brazilië

A569

Jolybar Filmtechnic Converting Ltd (1987), Hacharutsim str. 7, Ind. Park Siim 2000, Natania South, 42504, POB 8380, Israël

A570”

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Pascal LAMY

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004.

(3)  PB L 316 van 10.12.1999, blz. 1.

(4)  PB L 227 van 23.8.2001, blz. 1.

(5)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 25.

(6)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 28.


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/29


VERORDENING (EG) Nr. 1831/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 930/2000 tot vaststelling van nadere bepalingen betreffende de geschiktheid van rasbenamingen voor landbouw- en groentegewassen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (1), en met name op artikel 9, lid 6,

Gelet op Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (2), en met name op artikel 9, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Richtlijnen 2002/53/EG en 2002/55/EG stellen algemene regels vast inzake de geschiktheid van rasbenamingen door te verwijzen naar artikel 63 van Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (3).

(2)

Verordening (EG) nr. 930/2000 van de Commissie (4) stelt nadere regels vast voor de toepassing van bepaalde criteria in artikel 63 van Verordening (EG) nr. 2100/94, met name wat de beletsels voor het gebruik van rasbenamingen betreft.

(3)

Gezien de ontwikkelingen op het gebied van de bij Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (5) vastgestelde bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen voor landbouwproducten en de bij Verordening (EG) nr. 1239/95 van de Commissie (6) vastgestelde wijzigingen van de procedures voor het Communautair Bureau voor plantenrassen moeten de bij Verordening (EG) nr. 930/2000 vastgestelde nadere bepalingen worden bijgewerkt.

(4)

Verordening (EG) nr. 930/2000 moet daarom worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 930/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 worden de volgende leden ingevoegd:

„2.   Als een geografische aanduiding of een oorsprongsbenaming voor landbouwproducten of levensmiddelen bestaat in de vorm van het oudere recht van een derde, dan ontstaat een verbod op een rasbenaming in de Gemeenschap als deze benaming indruist tegen artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (7) wat betreft de overeenkomstig artikel 5, lid 5, artikel 6 of het vroegere artikel 17 van die verordening in een lidstaat of de Gemeenschap beschermde geografische aanduiding of oorsprongsbenaming voor goederen die identiek zijn aan, of vergelijkbaar zijn met, het plantenras in kwestie.

3.   Een bezwaar tegen de geschiktheid van een benaming op grond van een ouder recht zoals bedoeld in lid 2 kan vervallen indien de eigenaar van dit recht schriftelijk toestemming heeft gegeven om de benaming voor het ras te gebruiken, mits deze toestemming het publiek niet kan misleiden wat de werkelijke oorsprong van het product betreft.

2)

Lid 2 van artikel 2 wordt lid 4.

3)

Artikel 3, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt a) wordt vervangen door:

„a)

wanneer het een fantasienaam betreft die:

i)

uit één enkele letter bestaat;

ii)

uit een reeks letters bestaat, of als afzonderlijk element een reeks letters bevat, die in geen enkele officiële taal van de Gemeenschap een uitspreekbaar woord vormt; aan begin en einde van de benaming mag echter een reeks van ten hoogste drie tekens voorkomen die een bestaande afkorting vormt;

iii)

een getal bevat, tenzij dit integraal deel uitmaakt van de naam of aangeeft dat het ras tot een genummerde reeks van biologisch verwante rassen behoort of zal behoren;

iv)

uit meer dan drie woorden of elementen bestaat, tenzij de naam door de formulering gemakkelijk herkenbaar of reproduceerbaar is;

v)

een te lang woord of element is of bevat;

vi)

een leesteken of ander symbool, combinatie van kleine en hoofdletters (tenzij alleen de eerste letter een hoofdletter is), subscript, superscript of tekening bevat;”

b)

In punt b) wordt punt v) vervangen door:

„v)

een leesteken of ander symbool, subscript, superscript of tekening bevat.”

4)

In artikel 4 wordt punt a) vervangen door:

„a)

„kan worden verward met”: hieronder vallen onder meer rasbenamingen die zich slechts door één letter of door diakritische tekens onderscheiden van de benaming van een ras van een nauwverwante soort dat officieel tot de handel toegelaten is in de Gemeenschap, in de Europese Economische Ruimte of op het grondgebied van een verdragsluitende partij bij het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV), of waarvoor in deze gebieden een kwekersrecht geldt. Een verschil van slechts één letter in een bestaande afkorting als afzonderlijk onderdeel van de rasbenaming wordt echter niet als verwarrend beschouwd. Een verschil van één letter die zo duidelijk uitkomt dat de benaming duidelijk verschilt van eerder geregistreerde rasbenamingen wordt evenmin als verwarrend beschouwd. Verschillen van twee of meer letters worden niet als verwarrend beschouwd tenzij de letters alleen van plaats zijn verwisseld. Een verschil van één cijfer tussen getallen (in gevallen waarin getallen in een fantasienaam zijn toegestaan) wordt niet als verwarrend beschouwd.

Onverminderd artikel 6 geldt deze bepaling niet voor rasbenamingen in de vorm van een code als ook de referentierasbenaming een code is. Voor benamingen in de vorm van een code volstaat een verschil van slechts één teken, letter of cijfer om twee codes van elkaar te onderscheiden. Bij het vergelijken van benamingen in de vorm van een code wordt niet gelet op spaties.”

5)

Punt b) van artikel 5 wordt geschrapt.

6)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

In punt e) wordt punt ii) vervangen door:

„ii)

de botanische of gewone naam van een soort binnen de groep landbouw- of groentegewassen waartoe het ras behoort;”

b)

Punt iii) van punt e) wordt geschrapt.

c)

Het volgende punt f) wordt toegevoegd:

„f)

een geografische naam bevat die misleiding van het publiek wat betreft de kenmerken of waarde van het ras waarschijnlijk maakt.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is niet van toepassing op rasbenamingen die de aanvrager vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening ter goedkeuring aan de bevoegde autoriteit voorlegt.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.

(3)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1650/2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 28).

(4)  PB L 108 van 5.5.2000, blz. 3.

(5)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(6)  PB L 121 van 1.6.1995, blz. 37. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2181/2002 (PB L 331 van 7.12.2002, blz. 14).

(7)  PB L 208 van 27.7.1992, blz. 1.”


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/32


VERORDENING (EG) Nr. 1832/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

betreffende de afgifte van certificaten voor de invoer van knoflook in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 1743/2004 geopende autonome tariefcontingent

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1743/2004 van de Commissie van 8 oktober 2004 houdende opening en wijze van beheer van een autonoom tariefcontingent voor knoflook (1), en met name op artikel 6, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De invoercertificaten die door de traditionele importeurs zijn aangevraagd op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1743/2004 en waarvoor de aanvragen op 19 oktober 2004 door de lidstaten bij de Commissie zijn ingediend, worden afgegeven voor 2,677 % van de gevraagde hoeveelheid.

2.   De invoercertificaten die door de nieuwe importeurs zijn aangevaagd op grond van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1743/2004 en waarvoor de aanvragen op 19 oktober 2004 door de lidstaten bij de Commissie zijn ingediend, worden afgegeven voor 0,914 % van de gevraagde hoeveelheid.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 25 oktober 2004.

Zij is van toepassing tot en met 31 maart 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 311 van 8.10.2004, blz. 19.


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/33


VERORDENING (EG) Nr. 1833/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 10e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1327/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004 van de Commissie van 19 juli 2004 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2004/2005 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker.

(2)

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1327/2004, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 10e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1327/2004, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 45,758 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 22 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 246 van 20.7.2004, blz. 23. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1685/2004 (PB L 303 van 30.9.2004, blz. 21).


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/34


VERORDENING (EG) Nr. 1834/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1772/2004 vastgestelde restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm toe te passen restituties zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1772/2004 van de Commissie (2).

(2)

De gegevens waarover de Commissie nu beschikt, verschillen van die bij de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 1772/2004, zodat de restitutiebedragen moeten worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 vastgestelde restituties bij uitvoer, in onveranderde vorm, van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1772/2004 bedoelde, niet-gedenatureerde producten worden overeenkomstig de bijlage gewijzigd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 22 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 316 van 15.10.2004, blz. 58.


BIJLAGE

GEWIJZIGDE BEDRAGEN VAN DE RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 22 OKTOBER 2004

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

38,89 (1)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

39,20 (1)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

38,89 (1)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

39,20 (1)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,4228

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

42,28

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

42,62

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

42,62

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,4228

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/36


VERORDENING (EG) Nr. 1835/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 13, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1757/2004 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer van gerst naar bepaalde derde landen opengesteld.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (3) kan de Commissie, op grond van de meegedeelde offertes, besluiten een maximumrestitutie bij uitvoer vast te stellen, daarbij rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 bedoelde criteria. In dat geval wordt gegund aan de inschrijver(s) wiens (wier) offerte niet hoger is dan de vastgestelde maximumrestitutie.

(3)

De toepassing van de bovenbedoelde criteria op de huidige marktsituatie leidt voor de betrokken graansoort tot de vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer.

(4)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die op 15 tot en met 21 oktober 2004 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1757/2004 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van gerst vastgesteld op 16,90 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 22 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 313 van 12.10.2004, blz. 10.

(3)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/37


VERORDENING (EG) Nr. 1836/2004 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2004

tot vaststelling van de maximumrestitutie bij uitvoer van haver in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie van 29 juni 1995 tot vaststelling van enkele toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad voor wat de toekenning, in de graansector, van uitvoerrestituties en van bij verstoring van de graanmarkt te treffen maatregelen betreft (2), en met name op artikel 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1565/2004 van de Commissie van 3 september 2004 betreffende een bijzondere interventiemaatregel voor haver in Finland en Zweden voor het verkoopseizoen 2004-2005 voa het verkoopseizoen 2004-2005 (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er is een openbare inschrijving voor de vaststelling van de restitutie bij uitvoer uit Finland en Zweden van in die landen geproduceerd haver naar alle derde landen, met uitzondering van Bulgarije, Noorwegen, Roemenië en Zwitserland, opengesteld bij Verordening (EG) nr. 1565/2004.

(2)

Het is, met name rekening houdend met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1501/95 genoemde criteria, wenselijk een maximumrestitutie vast te stellen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de offertes die van 15 tot en met 21 oktober 2004 in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1565/2004 werden meegedeeld, wordt de maximumrestitutie bij uitvoer van haver vastgesteld op 29,99 EUR/t.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 22 oktober 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1431/2003 (PB L 203 van 12.8.2003, blz. 16).

(3)  PB L 285 van 4.9.2004, blz. 3.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Commissie

22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/38


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 11 oktober 2004

inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van dioxinen en dioxineachtige PCB’s in diervoeders

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3461)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/704/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 211, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2002/32/EG van 7 mei 2002 van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding (1) zijn maximumgehalten vastgesteld voor dioxinen in voedermiddelen en mengvoeder.

(2)

Hoewel eventuele gehalten uit toxicologisch oogpunt voor zowel dioxinen, furanen als dioxineachtige PCB’s zouden moeten gelden, zijn er alleen maximumgehalten vastgesteld voor dioxinen en furanen en niet voor dioxineachtige PCB’s, omdat er nog te weinig bekend is over de prevalentie van dioxineachtige PCB’s. Bovengenoemde richtlijn beoogt de maximumgehalten uiterlijk op 31 december 2004 voor het eerst te herzien in het licht van nieuwe gegevens over de aanwezigheid van dioxinen en dioxineachtige PCB’s, zodanig dat de vast te stellen niveaus ook voor dioxineachtige PCB’s zullen gelden.

(3)

Richtlijn 2002/32/EG beoogt de maximumgehalten uiterlijk op 31 december 2006 nogmaals te herzien met als doel deze gehalten fors te verlagen.

(4)

Er moeten in de hele Europese Gemeenschap betrouwbare gegevens worden verzameld over de aanwezigheid van dioxineachtige PCB’s in een zo groot mogelijk aantal producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren (zoals vastgesteld bij Richtlijn 2002/32/EG inzake ongewenste stoffen in diervoeding) om een duidelijk beeld te kunnen krijgen van de temporele trends van de achtergrondniveaus van deze stoffen in producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren.

(5)

Het verband tussen de aanwezigheid van dioxinen, furanen, dioxineachtige PCB’s en niet-dioxineachtige PCB’s is belangrijk, maar grotendeels onbekend. Het is derhalve gewenst de gekozen monsters waar mogelijk ook op niet-dioxineachtige PCB’s te onderzoeken.

(6)

Krachtens Aanbeveling 2002/201/EG van de Commissie van 4 maart 2002 inzake de reductie van de aanwezigheid van dioxinen, furanen en PCB’s in diervoeder en levensmiddelen (2) moeten de lidstaten afhankelijk van hun productie, gebruik en consumptie van producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren een steekproefsgewijze controle uitvoeren op de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s. Deze controles moeten worden uitgevoerd volgens nauwkeurige richtsnoeren van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Om een hoog niveau van uniformiteit in de gehele Europese Unie te waarborgen moeten deze richtsnoeren onder andere voorschriften omvatten inzake het minimumaantal controles en de wijze van verslaglegging van de resultaten.

(7)

Het is van belang dat deze gegevens op regelmatige basis aan de Commissie worden doorgegeven. De Commissie zorgt voor het samenvoegen van deze gegevens in een gegevensbank die kan worden geraadpleegd door het publiek.

(8)

Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zijn op 1 mei 2004 lid geworden van de Europese Gemeenschap. De nieuwe lidstaten moeten zo snel mogelijk aan het monitoringprogramma gaan deelnemen. Het wordt echter onderkend dat er overgangsmaatregelen moeten komen voor de nieuwe lidstaten en dat er voor hen op dit moment nog geen gedetailleerde minimumaantallen dienen te worden aanbevolen voor de steekproefsgewijze controle op de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in diervoeder,

BEVEELT AAN:

1)

Dat de lidstaten vanaf het jaar 2004 tot en met 31 december 2006 controles uitvoeren van de achtergrondniveaus van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren, overeenkomstig het in de tabel in bijlage I aanbevolen minimumaantal monsters voor jaarlijkse analyse. Het aantal monsters moet jaarlijks opnieuw worden bezien in het licht van de opgedane ervaring;

2)

Dat Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zo snel mogelijk deelnemen aan het monitoringprogramma inzake de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in diervoeders. Het aantal jaarlijks door Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije te analyseren monsters zal met ingang van het jaar 2005 worden vastgesteld;

3)

Dat de lidstaten de Commissie op regelmatige basis de gegevens doorgeven, conform het model van bijlage II, die dan worden samengevoegd in een gegevensbank. Verder dienen zij ook de gegevens te verstrekken die de afgelopen jaren zijn verkregen met gebruikmaking van een analysemethode overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2002/70/EG van de Commissie van 26 juli 2002 tot vaststelling van voorschriften voor de gehaltebepaling van dioxinen en dioxineachtige PCB’s in diervoeders (3) en rekening houdend met de achtergrondniveaus;

4)

Dat de lidstaten, indien mogelijk, ook analyses uitvoeren op niet-dioxineachtige PCB’s in dezelfde monsters.

Gedaan te Brussel, 11 oktober 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/100/EG van de Commissie van 31 oktober 2003 (PB L 285 van 1.11.2003, blz. 33).

(2)  PB L 67 van 9.3.2002, blz. 69.

(3)  PB L 209 van 6.8.2002, blz. 15.


BIJLAGE I

Tabel: Overzicht van het aanbevolen minimumaantal monsters voor jaarlijkse analyse. De verdeling van de monsters is gebaseerd op de productie en/of het gebruik in elk land. Bijzondere aandacht is besteed aan voedermiddelen en mengvoeder met naar verwachting een grotere variatie in achtergrondniveaus van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s


Totaal aantal aanbevolen monsters per land

Voedermiddelen, toevoegingsmiddelen, voormengsels

Mengvoeders

Plantaardig

Mineralen

Sporenelementen, bindmiddelen, verdunningsmiddelen

Voormengsels — alle soorten

Dierlijk

Totaal

Landdieren

Vis

Totaal

Land (1)

Aantal

Granen en daarvan afgeleide producten en bijproducten

Oliehoudende zaden en vruchten en daarvan afgeleide producten en bijproducten/Zaden van peulvruchten en daarvan afgeleide producten en bijproducten

Ruwgewassen en ruwvoedergewassen

Overige voedermiddelen van plantaardige oorsprong

Dierlijk vet/Dierlijke producten (inclusief melkpoeder en eiproducten)

Visolie

Vismeel

Aantal

Runderen

Varkens

Pluimvee

Overige dieren (konijnen, paarden, gezelschapsdieren

Vis

Aantal

België

60

5

5

5

3

3

3

3

4

3

3

37

4

10

5

2

2

23

Denemarken

107

5

5

5

3

3

3

4

3

24

23

78

4

10

3

2

10

29

Duitsland

163

20

12

11

9

9

9

8

10

3

3

94

24

19

14

4

8

69

Griekenland

53

5

5

3

2

2

2

3

3

4

3

32

2

2

2

1

14

21

Spanje

135

8

6

5

7

8

8

8

6

5

9

70

12

21

14

8

10

65

Frankrijk

232

28

19

28

11

11

11

12

7

4

5

136

15

19

32

15

15

96

Ierland

56

5

3

5

2

3

3

3

3

3

3

33

7

3

3

3

5

21

Italië

117

10

7

12

5

5

5

7

5

4

3

63

12

6

14

7

15

54

Luxemburg

33

3

3

3

2

1

1

2

2

1

1

19

3

3

3

2

3

14

Nederland

111

5

5

5

7

8

8

7

5

3

3

56

14

19

13

6

3

55

Oostenrijk

47

5

5

5

2

2

2

3

3

3

3

33

3

3

3

2

3

14

Portugal

50

3

5

5

2

3

3

3

3

3

3

33

4

3

5

2

3

17

Finland

48

5

3

5

2

3

3

3

3

3

3

33

3

3

3

2

4

15

Zweden

49

5

3

6

2

3

3

3

3

3

3

34

4

3

3

2

3

15

Verenigd Koninkrijk

158

10

10

10

6

6

6

10

4

10

8

80

15

7

13

10

33

78

Totaal EU

1 417

122

96

113

65

70

70

79

64

76

76

831

126

131

130

68

131

586

IJsland

67

3

3

3

2

1

1

2

3

19

16

53

3

3

3

2

3

14

Noorwegen

127

5

5

5

3

3

3

5

3

13

15

60

3

3

3

2

56

67

Totaal EER

1 611

130

104

121

70

74

74

86

70

108

107

944

132

137

136

72

190

667


(1)  Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zijn op 1 mei 2004 lid geworden van de Europese Gemeenschap. De nieuwe lidstaten moeten zo snel mogelijk aan het monitoringprogramma gaan deelnemen. Het wordt echter onderkend dat er overgangsmaatregelen moeten komen voor de nieuwe lidstaten en daarom worden voor hen geen gedetailleerde minimumaantallen aanbevolen voor de steekproefsgewijze controle op de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in voedermiddelen.


BIJLAGE II

A.   Toelichting bij het model voor de analyseresultaten van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s en andere PCB’s in diervoeder

1.   Algemene informatie over de geanalyseerde monsters

Land: Naam van de lidstaat waar de controle is uitgevoerd.

Jaar: Jaar waarin de controle is uitgevoerd.

Product: Geanalyseerd voeder — gebruik, indien mogelijk, voor voedermiddelen de terminologie van Richtlijn 1996/25/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verkeer en het gebruik van voedermiddelen (1). Voor mengvoeders is informatie over de samenstelling zeer nuttig.

Handelsstadium: Plaats waar het product is bemonsterd.

Weergave van de resultaten: De resultaten moeten op productbasis worden weergegeven. De resultaten moeten worden uitgedrukt volgens de basis waarop de maximumniveaus zijn vastgesteld (met betrekking tot een diervoeder met een vochtgehalte van 12 % — Richtlijn 2002/32/EG). Voor de analyse van niet-dioxineachtige PCB’s wordt dringend aanbevolen de niveaus op dezelfde basis uit te drukken.

Soort bemonstering: Steekproefsgewijs — de analyseresultaten van een gerichte bemonstering kunnen ook worden vermeld mits duidelijk wordt aangegeven dat het een gerichte bemonstering betreft en dat deze niet noodzakelijkerwijze de normale achtergrondniveaus weergeeft.

Methode: Gebruikte methode.

Erkend: Geef aan of de analysemethode erkend is of niet.

Onzekerheid (%): Het onzekerheidspercentage van de analysemethode.

2.   Specifieke informatie over de geanalyseerde monsters

Aantal monsters: Aantal geanalyseerde monsters van hetzelfde soort product. Indien u over resultaten beschikt van meer monsters dan het aantal kolommen, gelieve nieuwe kolommen met een nummer toe te voegen aan het einde van het formulier.

Productiemethode: Conventioneel/biologisch (zo gedetailleerd mogelijk).

Gebied: Voorzover relevant, gebied of regio waarin het monster is verzameld, indien mogelijk met vermelding van het soort gebied (platteland, stedelijk, industriegebied, haven, open zee, enz.). Bv. Brussel — stedelijk, Middellandse Zee — open zee.

Aantal deelmonsters: Indien het geanalyseerde monster een verzamelmonster is, dient het aantal deelmonsters te worden aangegeven. Indien het analyseresultaat slechts op één monster gebaseerd is, dient dit te worden aangegeven. Aangezien het aantal deelmonsters in een verzamelmonster kan variëren, dient dit aantal voor ieder monster te worden aangegeven.

Vetgehalte (%): Vochtpercentage in het monster (indien beschikbaar).

Vochtgehalte (%): Vochtpercentage in het monster (indien beschikbaar).

3.   Resultaten

Dioxinen, furanen, dioxineachtige PCB’s: De resultaten van elke congeneer moeten worden weergegeven in ppt — nanogram/kilo (ng/kg).

Niet-dioxineachtige PCB’s: De resultaten van elke congeneer moeten worden weergegeven in ppb — microgram/kilo (μg/kg).

LOQ: Limit of quantification (bepaalbaarheidsgrens) in ng/kg of μg/kg (voor niet-dioxineachtige PCB’s).

LOD: Limit of detection (aantoonbaarheidsgrens) in ng/kg of μg/kg (voor niet-dioxineachtige PCB’s).

Voor geanalyseerde congeneren met een waarde onder de aantoonbaarheidsgrens moet het resultaat worden ingevuld als < LOD (de LOD moet als een waarde worden weergegeven).

Voor geanalyseerde congeneren met een waarde onder de bepaalbaarheidsgrens moet het resultaat worden ingevuld als < LOQ (de LOQ moet als een waarde worden weergegeven).

Voor extra PCB-congeneren die zijn geanalyseerd naast de PCB-7 en dioxineachtige PCB’s moeten de nummers van de PCB-congeneren op het formulier worden ingevuld, bv. 31, 99, 110, enz. Indien u over resultaten beschikt van meer PCB-congeneren dan het aantal rijen op het formulier, gelieve nieuwe rijen toe te voegen aan het einde van het formulier.

4.   Opmerkingen

Behalve voor de gebruikte vetextractiemethode, dient deze ruimte ook gebruikt te worden voor relevante extra informatie over de verstrekte gegevens.

B.   Formulier voor congeneerspecifieke analyseresultaten van dioxinen, furanen, dioxineachtige PCB’s en andere PCB’s in diervoeder

Image

Image


(1)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 35. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).


22.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/45


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 11 oktober 2004

inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van dioxinen en dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 3462)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/705/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 211, tweede streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (1) stelt maximumgehalten voor dioxinen in levensmiddelen vast.

(2)

Hoewel eventuele gehalten uit toxicologisch oogpunt voor zowel dioxinen, furanen als dioxineachtige PCB's zouden moeten gelden, zijn er alleen maximumgehalten vastgesteld voor dioxinen en furanen en niet voor dioxineachtige PCB’s, omdat er nog te weinig bekend is over de prevalentie van dioxineachtige PCB’s. Bovengenoemde verordening beoogt de maximumgehalten uiterlijk op 31 december 2004 voor het eerst te herzien in het licht van nieuwe gegevens over de aanwezigheid van dioxinen en dioxineachtige PCB’s, zodanig dat de vast te stellen niveaus ook voor dioxineachtige PCB’s zullen gelden.

(3)

Verordening (EG) nr. 466/2001 beoogt de maximumgehalten uiterlijk op 31 december 2006 nogmaals te herzien met als doel deze gehalten fors te verlagen.

(4)

Er moeten in de hele Europese Gemeenschap betrouwbare gegevens worden verzameld over de aanwezigheid van dioxineachtige PCB’s in een zo groot mogelijk aantal levensmiddelen om een duidelijk beeld te kunnen krijgen van de temporele trends van de achtergrondniveaus van deze stoffen in levensmiddelen.

(5)

Het verband tussen de aanwezigheid van dioxinen, furanen, dioxineachtige PCB’s en niet-dioxineachtige PCB’s is belangrijk, maar tot op zekere hoogte onbekend. Het is derhalve gewenst de gekozen monsters waar mogelijk ook op niet-dioxineachtige PCB’s te onderzoeken.

(6)

Krachtens Aanbeveling 2002/201/EG van de Commissie van 4 maart 2002 inzake de reductie van de aanwezigheid van dioxinen, furanen en PCB’s in diervoeder en levensmiddelen (2) moeten de lidstaten afhankelijk van hun productie en consumptie van levensmiddelen een steekproefsgewijze controle uitvoeren op de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen. Deze controles moeten worden uitgevoerd volgens nauwkeurige richtsnoeren van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Om een hoog niveau van uniformiteit in de gehele Europese Unie te waarborgen moeten deze richtsnoeren onder andere voorschriften omvatten inzake het minimumaantal controles en de wijze van verslaglegging van de resultaten.

(7)

Het is van belang dat deze gegevens op regelmatige basis aan de Commissie worden doorgegeven. De Commissie zorgt voor het samenvoegen van deze gegevens in een gegevensbank die kan worden geraadpleegd door het publiek.

(8)

Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zijn op 1 mei 2004 lid geworden van de Europese Gemeenschap. De nieuwe lidstaten moeten zo snel mogelijk aan het monitoringprogramma gaan deelnemen. Het wordt echter onderkend dat er overgangsmaatregelen moeten komen voor de nieuwe lidstaten en dat er voor hen op dit moment nog geen gedetailleerde minimumaantallen dienen te worden aanbevolen voor de steekproefsgewijze controle op de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen,

BEVEELT AAN:

1)

Dat de lidstaten vanaf het jaar 2004 tot en met 31 december 2006 controles uitvoeren van de achtergrondniveaus van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen, overeenkomstig het in de tabel in bijlage I aanbevolen minimumaantal monsters voor jaarlijkse analyse. Het aantal monsters moet jaarlijks opnieuw worden bezien in het licht van de opgedane ervaring;

2)

Dat Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zo snel mogelijk deelnemen aan het monitoringprogramma inzake de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen. Het aantal jaarlijks door Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije te analyseren monsters zal met ingang van het jaar 2005 worden vastgesteld;

3)

Dat de lidstaten de Commissie op regelmatige basis de gegevens doorgeven, conform het model van bijlage II, die dan worden samengevoegd in een gegevensbank. Verder dienen zij ook de gegevens te verstrekken die de afgelopen jaren zijn verkregen met gebruikmaking van een analysemethode overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2002/69/EG van de Commissie van 26 juli 2002 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op dioxinen en de gehaltebepaling van dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen (3) en rekening houdend met de achtergrondniveaus;

4)

Dat de lidstaten, indien mogelijk, ook analyses uitvoeren op niet-dioxineachtige PCB’s in dezelfde monsters.

Gedaan te Brussel, 11 oktober 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 77 van 16.3.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 684/2004 (PB L 106 van 15.4.2004, blz. 6).

(2)  PB L 67 van 9.3.2002, blz. 69.

(3)  PB L 209 van 6.8.2002, blz. 5. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/44/EG (PB L 113 van 20.4.2004, blz. 17).


BIJLAGE I

Tabel: Overzicht van het aanbevolen minimumaantal levensmiddelenmonsters voor jaarlijkse analyse. De verdeling van de monsters is gebaseerd op de productie in elk land. Bijzondere aandacht is besteed aan levensmiddelen met naar verwachting een grote variatie in achtergrondniveaus van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s. Dit geldt in het bijzonder voor vis.


Land (1)

Aantal (2)

Vlees en vleesproducten (3)

Vis en visserij-producten (4)

Melk en melkproducten (5)

Eieren (6)

Olie en vetten (7)

Fruit, groente en granen (8)

Rundvlees

Varkensvlees

Schapenvlees

Pluimvee

Lever

Vis

Aquacultuurproducten

Melk

Boter/kaas/yoghurt

Kooieieren

Eieren van hennen met vrije uitloop

Dierlijk

Plantaardig

Visolie/voedingssupplementen

Groente

Fruit

Granen

België

53

4

4

2

4

3

3

3

3

4

3

3

3

4

3

3

2

2

Denemarken

66

3

5

2

3

3

15

5

3

3

3

3

2

3

6

3

2

2

Duitsland

147

13

13

3

6

7

7

5

14

14

10

11

12

14

4

4

2

8

Griekenland

55

2

2

7

3

2

4

7

3

3

3

3

2

3

3

4

2

2

Spanje

151

7

9

11

7

6

33

16

3

3

7

7

4

10

5

9

10

4

Frankrijk

168

14

8

5

15

11

18

16

12

14

12

6

6

6

3

6

4

12

Ierland

61

7

3

3

3

3

9

3

3

5

3

3

2

3

4

3

2

2

Italië

126

10

5

5

8

5

8

14

6

3

8

15

3

7

3

12

10

4

Luxemburg

30

2

2

1

2

1

3

1

3

3

3

2

1

1

2

1

1

1

Nederland

88

6

6

3

6

4

14

7

5

6

7

3

3

7

3

4

2

2

Oostenrijk

52

4

4

2

3

2

3

3

3

3

3

7

2

3

3

3

2

2

Portugal

51

3

3

3

4

2

6

3

3

3

3

3

2

3

3

3

2

2

Finland

45

3

3

2

2

1

4

3

3

3

3

3

2

3

3

3

2

2

Zweden

54

3

3

2

3

2

10

3

3

3

3

3

2

3

4

3

2

2

Verenigd Koninkrijk

113

7

4

10

10

4

24

12

7

4

7

3

3

5

4

3

2

4

Totaal EU

1 260

88

74

59

79

56

161

101

74

74

78

75

49

75

53

64

47

53

IJsland

67

2

2

1

2

1

29

2

3

3

3

2

1

1

12

1

1

1

Noorwegen

125

3

3

2

3

3

46

28

3

3

3

3

3

3

10

3

3

3

Totaal EER

1 452

93

79

62

84

60

236

131

80

80

84

80

53

79

75

68

51

57

 ()

 ()

 ()

 ()

 ()

 ()

 ()


(1)  Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zijn op 1 mei 2004 lid geworden van de Europese Gemeenschap. De nieuwe lidstaten moeten zo snel mogelijk aan het monitoringprogramma gaan deelnemen. Het wordt echter onderkend dat er overgangsmaatregelen moeten komen voor de nieuwe lidstaten en daarom worden voor hen geen gedetailleerde minimumaantallen aanbevolen voor de steekproefsgewijze controle op de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s in levensmiddelen.

Toelichting bij de tabel

 ()

 ()

 ()

 ()

 ()

 ()

 ()

(2)  De in de tabel aangegeven aantallen zijn minimumaantallen. De lidstaten wordt verzocht meer monsters te nemen. De extra monsters moeten bij voorkeur worden genomen van de categorieën levensmiddelen die in belangrijke mate bijdragen aan de blootstellingen zoals vlees en vleesproducten, vis en melkproducten (boerderijmelk).

(3)  Vlees en vleesproducten: Behalve van de genoemde categorieën dient ook een aantal monsters te worden genomen van paardenvlees, geitenvlees, konijn en in beperkte mate wild.

(4)  Vis en visserijproducten: De monsters voor zowel niet-gekweekte vis als voor vis afkomstig van aquacultuur dienen over de soorten te worden verdeeld naar evenredigheid van de vangst of productie (voor aquacultuur). Als richtsnoer kunnen de soortspecifieke gegevens over vangst en productie van vis en visserijproducten worden gebruikt uit de brochure „Het GVB gevat in getallen: basisgegevens over het gemeenschappelijk visserijbeleid”, Commissie van de Europese Gemeenschappen, 2004.

Aan de hand van deze gegevens kunnen de volgende aantallen monsters voor verschillende vissoorten en visserijproducten als richtsnoer worden gegeven.

Vangst (aanbeveling voor lidstaten ≥ 10 monsters)

Denemarken: 15 monsters Image 4 haringen, 4 mosselen, 7 andere

Spanje: 33 monsters Image 7 skipjacks, 4 sardienen, 5 geelvintonijnen, 2 horsmakrelen, 2 kortvinnige pijlinktvissen, 13 andere

Frankrijk: 18 monsters Image 3 skipjacks, 3 geelvintonijnen, 2 sardienen, 2 koolvissen, 2 haringen, 6 andere

Nederland: 14 monsters Image 4 sardinella's, 2 horsmakrelen, 3 haringen, 2 makrelen en 3 andere

Zweden: 10 monsters Image 5 haringen, 4 sprotten en 1 kabeljauw

Verenigd Koninkrijk: 24 monsters Image 6 makrelen, 4 haringen, 3 schelvissen, 2 kabeljauwen en 9 andere.

Aquacultuurproducten (aanbeveling voor lidstaten ≥ 5 monsters)

Denemarken: 5 monsters Image 4 forellen en 1 paling

Duitsland: 5 monsters Image 2 mosselen, 2 forellen en 1 karper

Griekenland: 7 monsters Image 3 brasems, 2 baarzen, 1 mossel en 1 andere

Spanje: 16 monsters Image 8 mosselen, 3 forellen, 1 brasem, 1 oester, 1 tonijn en 2 andere

Frankrijk: 16 monsters Image 8 oesters, 4 mosselen, 3 forellen en 1 karper

Italië: 14 monsters Image6 mosselen, 3 schelpen, 3 forellen, 1 baars, 1 brasem

Nederland: 7 monsters Image4 mosselen, 1 paling, 1 oester en 1 zeewolf

Verenigd Koninkrijk: 12 monsters Image 9 zalmen, 2 forellen en 1 mossel.

(5)  Melk en melkproducten: Ten minste 4/5 van de melkmonsters moet van boerderijmelk worden genomen (hoofdzakelijk koemelk). Het verdient ook aanbeveling een aantal extra monsters te nemen van niet van koeien afkomstige melk en melkproducten (geitenmelk, enz.).

(6)  Eieren: Behalve kippeneieren dienen ook eendeneieren, ganzeneieren en kwarteleieren te worden bemonsterd.

(7)  Olie en vetten: Het verdient aanbeveling behalve visolie ook voedingssupplementen op basis van visolie te bemonsteren (olie uit de hele vis en olie uit vislevers).

(8)  Groente: Voornamelijk bladgroente maar ook aardappelen en andere wortel- en knolgewassen.

Fruit: Met inbegrip van bessen en aardbeien.


BIJLAGE II

A.   Toelichting bij het model voor de analyseresultaten van dioxinen, furanen en dioxineachtige PCB’s en andere PCB’s in levensmiddelen

1.   Algemene informatie over de geanalyseerde monsters

Land: Naam van de lidstaat waar de controle is uitgevoerd.

Jaar: Jaar waarin de controle is uitgevoerd.

Product: Geanalyseerd levensmiddel — beschrijf het levensmiddel zo nauwkeurig mogelijk.

Handelsstadium: Plaats waar het product is bemonsterd.

Weefsel: Deel van het geanalyseerde product, bv. vet of spier.

Weergave van de resultaten: De resultaten moeten worden uitgedrukt volgens de basis waarop de maximumniveaus zijn vastgesteld (Verordening (EG) nr. 2375/2001 van de Raad). Voor de analyse van niet-dioxineachtige PCB’s wordt dringend aanbevolen de niveaus op dezelfde basis uit te drukken.

Soort bemonstering: Steekproefsgewijs — de analyseresultaten van een gerichte bemonstering kunnen ook worden vermeld mits duidelijk wordt aangegeven dat het een gerichte bemonstering betreft en dat deze niet noodzakelijkerwijze de normale achtergrondniveaus weergeeft.

Methode: Gebruikte methode.

Erkend: Geef aan of de analysemethode erkend is of niet.

Onzekerheid (%): Het onzekerheidspercentage van de analysemethode.

2.   Specifieke informatie over de geanalyseerde monsters

Aantal monsters: Aantal geanalyseerde monsters van hetzelfde soort product. Indien u over resultaten beschikt van meer monsters dan het aantal kolommen, gelieve nieuwe kolommen met een nummer toe te voegen aan het einde van het formulier.

Productiemethode: Conventioneel/biologisch (zo gedetailleerd mogelijk).

Gebied: Voorzover relevant, gebied of regio waarin het monster is verzameld, indien mogelijk met vermelding van het soort gebied (platteland, stedelijk, industriegebied, haven, open zee, enz.). Bv. Brussel — stedelijk, Middellandse Zee — open zee.

Aantal deelmonsters: Indien het geanalyseerde monster een verzamelmonster is, dient het aantal deelmonsters te worden aangegeven. Indien het analyseresultaat slechts op één monster gebaseerd is, dient dit te worden aangegeven. Aangezien het aantal deelmonsters in een verzamelmonster kan variëren, dient dit aantal voor ieder monster te worden aangegeven.

Vetgehalte (%): Vetpercentage in het monster (indien beschikbaar).

Vochtgehalte (%): Vochtpercentage in het monster (indien beschikbaar).

3.   Resultaten

Dioxinen, furanen, dioxineachtige PCB’s: De resultaten van elke congeneer moeten worden weergegeven in ppt — picogram/gram (pg/g).

Niet-dioxineachtige PCB's: De resultaten van elke congeneer moeten worden weergegeven in ppb — microgram/kilo (μg/kg).

LOQ: Limit of quantification (bepaalbaarheidsgrens) in pg/g of μg/kg (voor niet-dioxineachtige PCB’s).

LOD: Limit of detection (aantoonbaarheidsgrens) in pg/g of μg/kg (voor niet-dioxineachtige PCB’s).

Voor geanalyseerde congeneren met een waarde onder de aantoonbaarheidsgrens moet het resultaat worden ingevuld als < LOD (de LOD moet als een waarde worden weergegeven).

Voor geanalyseerde congeneren met een waarde onder de bepaalbaarheidsgrens moet het resultaat worden ingevuld als < LOQ (de LOQ moet als een waarde worden weergegeven).

Voor extra PCB-congeneren die zijn geanalyseerd naast de PCB-7 en dioxineachtige PCB’s moeten de nummers van de PCB-congeneren op het formulier worden ingevuld, bv. 31, 99, 110, enz. Indien u over resultaten beschikt van meer PCB-congeneren dan het aantal rijen op het formulier, gelieve nieuwe rijen toe te voegen aan het einde van het formulier.

4.   Opmerkingen

Behalve voor de gebruikte vetextractiemethode, dient deze ruimte ook gebruikt te worden voor relevante extra informatie over de verstrekte gegevens.

B.   Formulier voor congeneerspecifieke analyseresultaten van dioxinen, furanen, dioxineachtige PCB's en andere PCB’s in levensmiddelen

Image

Image


22.10.2004   

NL XM

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/53


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2004

tot oprichting van het Europees corporate governance forum

(2004/706/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Goede en transparante corporate governance is van fundamenteel belang voor de verhoging van het concurrentievermogen en de efficiëntie van ondernemingen in de Europese Unie alsook de versterking van de rechten van aandeelhouders en de bescherming van derden.

(2)

De Commissie heeft in september 2001 een groep van deskundigen op hoog niveau op het gebied van het vennootschapsrecht in het leven geroepen om aanbevelingen te doen over een modern regelgevingskader voor het vennootschapsrecht; het mandaat van de groep van deskundigen op hoog niveau op het gebied van het vennootschapsrecht werd verder uitgebreid om specifiek een aantal aspecten van corporate governance te behandelen.

(3)

Na de indiening van het eindverslag van de groep van deskundigen op hoog niveau op het gebied van het vennootschapsrecht op 4 november 2002 verzocht de Raad de Commissie een actieplan voor vennootschapsrecht en corporate governance op te stellen; dit actieplan dient met name een weloverwogen antwoord op de recente ondergang van een aantal ondernemingen te zijn.

(4)

In het actieplan van de Commissie voor de modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie (1), dat in mei 2003 werd goedgekeurd, werd een aantal maatregelen aangeduid die vereist zijn om het regelgevingskader te moderniseren en te vereenvoudigen, waaronder de oprichting van het Europees corporate governance forum.

(5)

Op 22 september 2003 verwelkomde de Raad de indiening van het actieplan dat hij als een belangrijk element voor de totstandbrenging van een transparante en gezonde kapitaalmarkt in de uitgebreide unie beschouwde; de Raad onderschreef de erkenning door de Commissie van het belang van raadpleging van deskundigen en van het publiek als volwaardig onderdeel van de ontwikkeling op EU-niveau van het vennootschapsrecht en de corporate governance en nam nota van het voornemen van de Commissie om een discussieforum voor de in de Europese Unie bestaande stelsels van corporate governance op te richten.

(6)

Het Europees corporate governance forum dient te fungeren als een orgaan voor de uitwisseling van informatie en beste praktijken in de lidstaten om de convergentie van de nationale corporate governancecodes te bevorderen en als een bezinnings-, overleg- en adviesorgaan voor de Commissie op het gebied van corporate governance.

(7)

Het Europees corporate governance forum moet zijn eigen reglement opstellen met volledige inachtneming van de rol en de prerogatieven van de communautaire instellingen (2),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Hierbij wordt een groep van deskundigen op het gebied van corporate governance in de Gemeenschap, die het „Europees corporate governance forum” (hierna: het „Forum” genoemd) wordt genoemd, ingesteld.

Artikel 2

Het is de taak van het Forum om, in het licht van de zich ontwikkelende corporate governancepraktijken in de lidstaten, de convergentie van de nationale regelingen terzake te versterken en, hetzij op verzoek van de Commissie of op eigen initiatief, strategisch advies aan de Commissie te verstrekken over beleidskwesties op het gebied van corporate governance.

Artikel 3

Het Forum bestaat uit ten hoogste achttien leden wier ervaring en bevoegdheid op het gebied van corporate governance op Gemeenschapsniveau alom erkend worden. De leden van het Forum worden door de Commissie benoemd. De ledenlijst is opgenomen in de bijlage.

De Commissie is op de vergaderingen van het Forum vertegenwoordigd; zij wijst een hooggeplaatste vertegenwoordiger aan die aan de discussies deelneemt.

Het Forum wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 4

De ambtstermijn van de leden van het Forum bedraagt drie jaar. Deze kan worden verlengd. Na het verstrijken van de periode van drie jaar blijven de leden van het Forum in functie totdat in hun vervanging is voorzien of hun ambtstermijn is verlengd. Bij ontslag of overlijden van een lid van het Forum tijdens de ambtstermijn benoemt de Commissie een nieuw lid overeenkomstig artikel 3.

Artikel 5

De lijst van de leden wordt ter informatie door de Commissie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Het Forum kan deskundigen en waarnemers uitnodigen om zijn vergaderingen bij te wonen.

Het Forum kan werkgroepen oprichten.

Artikel 7

Het Forum brengt jaarlijks verslag uit aan de Commissie.

Artikel 8

Het Forum stelt zijn reglement van orde vast.

Het secretariaat van het Forum wordt door de Commissie waargenomen.

Artikel 9

Reis- en verblijfkosten die door de leden, waarnemers en deskundigen in het kader van de werkzaamheden van het Forum worden gemaakt, worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de bij deze instelling geldende bepalingen. Zij ontvangen geen bezoldiging.

Artikel 10

Het Forum zal zijn taak opnemen op 18 oktober 2004.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.

Voor de Commissie

Frederik BOLKESTEIN

Lid van de Commissie


(1)  COM(2003) 284 def.

(2)  Deze tekst is gedeeltelijk overgenomen uit de conclusies van de Raad van 22 september 2003.


ANEXO — PŘÍLOHA — BILAG — ANHANG — ANNEKS — ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ — ANNEX — ANNEXE — ALLEGATO — PIELIKUMS — PRIEDAS — MELLÉKLET — ANNESS — BIJLAGE — ZAŁĄCZNIK — ANEXO — PRÍLOHA — PRILOGA — LIITE — BILAGA

Antonio Borges,

Igor Adam Chalupec,

Bertrand Collomb,

Gerhardt Cromme,

David Devlin,

Emílio Gabaglio,

José María Garrido,

Peter Montagnon,

Colette Neuville,

Roland Oetker,

Alastair Ross Goobey,

Rolf Skog,

Andreas Trink,

Jaap Winter,

Eddy Wymeersch.