ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
47e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
* |
Verordening (EG) nr. 1800/2004 van de Commissie van 15 oktober 2004 tot verlening van een vergunning voor tien jaar voor het toevoegingsmiddel Cycostat 66G van de groep Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen in diervoeders ( 1 ) |
|
|
Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/1 |
VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1785/2004 VAN DE RAAD
van 5 oktober 2004
houdende vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die met ingang van 1 januari 2004 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in derde landen tewerkgesteld zijn
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom),
Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), inzonderheid op bijlage X, artikel 13, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Er moet rekening worden gehouden met de stijging van de kosten van levensonderhoud in de landen buiten de Gemeenschap en bijgevolg moeten de aanpassingscoëfficiënten worden vastgesteld die met ingang van 1 januari 2004 van toepassing zijn op de bezoldigingen die in de valuta van het land van tewerkstelling worden uitbetaald aan de ambtenaren die in derde landen zijn tewerkgesteld. |
(2) |
De aanpassingscoëfficiënten die aanleiding geven tot betalingen berekend op grond van Verordening (EG, Eur atom) nr. 64/2004 (2) kunnen een positieve of negatieve aanpassing met terugwerkende kracht van de bezoldiging met zich brengen. |
(3) |
Er moet worden voorzien in een nabetaling in geval van een stijging van de bezoldigingen ingevolge de nieuwe aanpassingscoëfficiënten. |
(4) |
In geval van een daling van de bezoldigingen ingevolge de nieuwe aanpassingscoëfficiënten moet worden voorzien in de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen over de periode tussen 1 januari 2004 en de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
(5) |
Een eventuele terugvordering mag slechts betrekking hebben op een periode van ten hoogste zes maanden vóór de datum van dit besluit en moet kunnen worden gespreid over een periode van ten hoogste twaalf maanden na deze datum, naar analogie van de regeling betreffende de aanpassingscoëfficiënten die binnen de Gemeenschap wordt toegepast op de bezoldigingen en pensioenen van ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2004 worden de in de bijlage aangegeven aanpassingscoëfficiënten toegepast op de bezoldigingen van in derde landen tewerkgestelde ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in de valuta van het land van tewerkstelling worden uitbetaald.
De voor de berekening van deze bezoldigingen toegepaste wisselkoersen zijn die welke worden gebruikt voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor de maand die voorafgaat aan de in de eerste alinea bedoelde datum.
Artikel 2
1. De instellingen gaan over tot nabetalingen ingeval de bezoldigingen ingevolge de in de bijlage aangegeven aanpassingscoëfficiënten worden verhoogd.
2. Ingeval de bezoldigingen ingevolge de in de bijlage aangegeven aanpassingscoëfficiënten worden verlaagd, gaan de instellingen over tot een negatieve aanpassing van de bezoldigingen, met terugwerkende kracht over de periode van 1 januari 2004 tot de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
De terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen die uit deze aanpassing voortvloeit, hebben slechts betrekking op een periode van ten hoogste zes maanden vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening. De terugvordering wordt gespreid over een periode van ten hoogste twaalf maanden na dezelfde datum.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 oktober 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
B. R. BOT
(1) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 van 22.3.2004 (PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1).
(2) PB L 10 van 16.1.2004, blz. 1.
BIJLAGE
Land van tewerkstelling |
Aanpassings- coëfficiënten januari 2004 |
Afghanistan (1) |
0,0 |
Albanië |
80,6 |
Algerije |
86,7 |
Angola |
117,7 |
Argentinië |
61,0 |
Australië |
100,1 |
Bangladesh |
56,7 |
Barbados |
104,7 |
Benin |
87,7 |
Bolivia |
49,9 |
Bosnië en Herzegovina |
74,5 |
Botswana |
74,8 |
Brazilië |
58,5 |
Bulgarije |
72,9 |
Burkina Faso |
82,6 |
Burundi (1) |
0,0 |
Cambodja |
64,3 |
Canada |
79,5 |
Centraal-Afrikaanse Republiek |
112,5 |
Chili |
73,4 |
China |
75,9 |
Cisjordanië-Gazastrook |
87,8 |
Colombia |
55,7 |
Congo |
129,8 |
Costa Rica |
72,1 |
Cuba |
91,5 |
Cyprus |
99,2 |
Democratische Republiek Congo |
140,9 |
Djibouti |
96,6 |
Dominicaanse Republiek |
42,7 |
Ecuador |
69,6 |
Egypte |
45,4 |
Eritrea |
42,6 |
Estland |
74,1 |
Ethiopië |
69,6 |
Fiji |
72,9 |
Filipijnen |
48,7 |
Gabon |
113,7 |
Gambia |
35,5 |
Georgië |
81,7 |
Ghana |
70,5 |
Guatemala |
71,7 |
Guinee |
75,4 |
Guinee-Bissau |
140,8 |
Guyana |
59,0 |
Haïti |
85,7 |
Hongarije |
69,5 |
Hongkong |
86,6 |
India |
48,5 |
Indonesië |
84,5 |
Israël |
91,4 |
Ivoorkust |
107,0 |
Jamaica |
82,5 |
Japan (Naka) |
128,7 |
Japan (Tokio) |
137,3 |
Jemen (1) |
0 |
Jordanië |
75,0 |
Kaapverdië |
75,1 |
Kameroen |
99,1 |
Kazachstan |
91,9 |
Kenia |
76,7 |
Kroatië |
93,9 |
Laos |
71,2 |
Lesotho |
71,0 |
Letland |
70,3 |
Libanon |
91,3 |
Liberia (1) |
0,0 |
Litouwen |
73,2 |
Madagaskar |
89,4 |
Malawi |
69,5 |
Maleisië |
72,7 |
Mali |
90,4 |
Malta |
96,3 |
Marokko |
84,1 |
Mauritanië |
63,0 |
Mauritius |
73,7 |
Mexico |
73,0 |
Mozambique |
73,7 |
Namibië |
81,6 |
Nepal |
67,3 |
Nicaragua |
67,4 |
Nieuw-Caledonië |
120,9 |
Niger |
86,2 |
Nigeria |
70,8 |
Noorwegen |
128,5 |
Oekraïne |
91,4 |
Pakistan |
50,5 |
Papoea-Nieuw-Guinea |
74,0 |
Paraguay |
61,5 |
Peru |
79,8 |
Polen |
66,2 |
Roemenië |
49,5 |
Rusland |
101,3 |
Rwanda |
77,1 |
Salomonseilanden |
81,4 |
Saudi-Arabië (1) |
0,0 |
Senegal |
79,1 |
Servië en Montenegro |
62,9 |
Sierra Leone |
68,8 |
Singapore |
94,7 |
Slovenië |
83,4 |
Slowakije |
80,3 |
Somalië (1) |
0,0 |
Sri Lanka |
59,1 |
Sudan |
37,9 |
Suriname |
52,8 |
Swaziland |
68,7 |
Syrië |
56,8 |
Taiwan |
87,0 |
Tanzania |
60,0 |
Thailand |
60,7 |
Togo |
97,5 |
Trinidad en Tobago |
69,7 |
Tsjaad |
114,6 |
Tsjechië |
80,1 |
Tunesië |
75,8 |
Turkije |
80,7 |
Uganda |
66,9 |
Uruguay |
58,5 |
Vanuatu |
118,9 |
Venezuela |
76,4 |
Verenigde Staten (New York) |
103,6 |
Verenigde Staten (Washington) |
100,1 |
Vietnam |
51,0 |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië |
74,8 |
Zambia |
47,6 |
Zimbabwe |
128,1 |
Zuid-Afrika |
69,0 |
Zuid-Korea |
88,1 |
Zwitserland |
116,1 |
(1) Niet beschikbaar
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/7 |
VERORDENING (EG) Nr. 1786/2004 VAN DE RAAD
van 14 oktober 2004
tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3274/93 waarbij de levering van een aantal goederen en diensten aan Libië wordt verhinderd
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 60 en 301,
Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2004/698/GBVB van de Raad van 14 oktober 2004 inzake de intrekking van beperkende maatregelen tegen Libië (1),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSC) heeft op 12 september 2003, op grond van hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties, in zijn resolutie nr. 1506 (2003) besloten dat de krachtens de punten 4, 5 en 6 van zijn resolutie nr. 748 (1992) en de punten 3, 4, 5, 6 en 7 van zijn resolutie nr. 883 (1993) genomen maatregelen met ingang van die datum worden ingetrokken. |
(2) |
De krachtens de punten 4 en 5 van resolutie nr. 748 (1992) en de punten 3, 4, 5 en 6 van resolutie nr. 883 (1993) vastgestelde maatregelen werden in de Europese Gemeenschap ten uitvoer gelegd via Verordening (EG) nr. 3274/93 van de Raad van 29 november 1993 waarbij de levering van een aantal goederen en diensten aan Libië wordt verhinderd (2). De toepassing van Verordening (EG) nr. 3274/93 werd opgeschort bij Verordening (EG) nr. 836/1999 (3). |
(3) |
Verordening (EG) nr. 3274/93 dient derhalve te worden ingetrokken. |
(4) |
De in punt 8 van resolutie nr. 883 (1993) van de UNSC beoogde maatregelen, die niet bij resolutie nr. 1506 (2003) werden ingetrokken, zijn in de Gemeenschap uitgevoerd via Verordening (EG) nr. 3275/93 (4), die derhalve van kracht dient te blijven, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 3274/93 wordt ingetrokken.
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 3275/93 blijft van kracht. De verwijzing naar het gemeenschappelijk standpunt van 22 november 1993 in de preambule van die verordening wordt gelezen als een verwijzing naar Gemeenschappelijk Standpunt 2004/698/GBVB.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 14 oktober 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
P. VAN GEEL
(1) Zie bladzijde 40 van dit Publicatieblad
(2) PB L 295 van 30.11.1993, blz. 1.
(3) PB L 106 van 23.4.1999, blz. 1.
(4) PB L 295 van 30.11.1993, blz. 4.
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/8 |
VERORDENING (EG) Nr. 1787/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 oktober 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
75,0 |
999 |
75,0 |
|
0707 00 05 |
052 |
101,8 |
999 |
101,8 |
|
0709 90 70 |
052 |
90,3 |
999 |
90,3 |
|
0805 50 10 |
052 |
63,0 |
388 |
60,0 |
|
524 |
26,3 |
|
528 |
41,1 |
|
999 |
47,6 |
|
0806 10 10 |
052 |
98,4 |
400 |
172,7 |
|
999 |
135,6 |
|
0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90 |
388 |
80,7 |
400 |
72,8 |
|
404 |
82,6 |
|
720 |
37,1 |
|
800 |
144,9 |
|
804 |
99,2 |
|
999 |
86,2 |
|
0808 20 50 |
052 |
109,1 |
388 |
83,6 |
|
999 |
96,4 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 1788/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 150e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(2) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 150e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de minimumverkoopprijzen voor boter uit interventievoorraden alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 oktober 2004 tot vaststelling van de minimumverkoopprijzen voor boter die gelden voor de 150e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
(EUR/100 kg) |
||||||
Formule |
A |
B |
||||
Verwerkingsmethode |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
||
Minimumverkoopprijs |
Boter ≥ 82 % |
In ongewijzigde staat |
211,1 |
215,1 |
— |
— |
Concentraat |
209,1 |
— |
— |
— |
||
Verwerkingszekerheid |
In ongewijzigde staat |
129 |
129 |
— |
— |
|
Concentraat |
129 |
— |
— |
— |
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 1789/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 150e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij openbare inschrijving verkopen de interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter uit interventievoorraden die in hun bezit zijn, en kennen steun toe voor room, boter en boterconcentraat, een en ander overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie van 15 december 1997 betreffende de verkoop van boter tegen verlaagde prijs en de toekenning van steun voor room, boter en boterconcentraat voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen (2). In artikel 18 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, een minimumverkoopprijs voor boter en een maximumbedrag van de steun voor room, boter en boterconcentraat worden vastgesteld, die kunnen worden gedifferentieerd volgens de bestemming, het vetgehalte van de boter en de verwerkingsmethode, of wordt besloten aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bedragen van de verwerkingszekerheden moeten dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(2) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 150e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 2571/97, worden de maximumbedragen van de steun alsmede de bedragen van de verwerkingszekerheden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 oktober 2004 tot vaststelling van de maximumbedragen van de steun voor room, boter en boterconcentraat die gelden voor de 150e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2571/97 bedoelde permanente openbare inschrijving
(EUR/100 kg) |
|||||
Formule |
A |
B |
|||
Verwerkingsmethode |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
Met verklikstoffen |
Zonder verklikstoffen |
|
Maximumbedrag van de steun |
Boter ≥ 82 % |
59 |
55 |
— |
55 |
Boter < 82 % |
57 |
53 |
— |
— |
|
Boterconcentraat |
74 |
67 |
74 |
65 |
|
Room |
|
|
26 |
23 |
|
Verwerkingszekerheid |
Boter |
65 |
— |
— |
— |
Boterconcentraat |
81 |
— |
81 |
— |
|
Room |
— |
— |
29 |
— |
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/14 |
VERORDENING (EG) Nr. 1790/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van de minimumverkoopprijs van magere melkpoeder voor de 69e bijzondere inschrijving in het kader van de in Verordening (EG) nr. 2799/1999 bedoelde permanente verkoop bij inschrijving
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 26 van Verordening (EG) nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en magere melkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd magere melkpoeder (2), houden de interventiebureaus voor bepaalde in hun bezit zijnde hoeveelheden magere melkpoeder een permanente verkoop bij inschrijving. |
(2) |
Volgens de voorwaarden van artikel 30 van deze verordening, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen voor iedere bijzondere inschrijving, wordt een minimumverkoopprijs vastgesteld of wordt besloten de verkoop bij inschrijving geen doorgang te laten vinden. Het bedrag van de verwerkingszekerheid moet worden vastgesteld waarbij rekening wordt gehouden met het verschil tussen de marktprijs van magere melkpoeder en de minimumverkoopprijs. |
(3) |
Het verdient aanbeveling, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen, de minimumverkoopprijs op de hiernavolgende hoogte vast te stellen en dienovereenkomstig de verwerkingszekerheid te bepalen. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 69e bijzondere inschrijving in het kader van Verordening (EG) nr. 2799/1999, waarvoor de termijn voor indiening van de offertes is afgelopen op 12 oktober 2004, worden de minimumverkoopprijs en de verwerkingszekerheid als volgt vastgesteld:
|
186,24 EUR/100 kg, |
||
|
40,00 EUR/100 kg. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 340 van 31.12.1999, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1674/2004 (PB L 300 van 25.9.2004, blz. 11).
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/15 |
VERORDENING (EG) Nr. 1791/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van het maximumbedrag van de steun voor boterconcentraat voor de 322e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 429/90 van de Commissie van 20 februari 1990 betreffende de toekenning, via openbare inschrijving, van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap (2), houden de interventiebureaus een permanente verkoop bij inschrijving voor de toekenning van steun voor boterconcentraat. In artikel 6 van die verordening is bepaald dat, rekening houdend met de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen offertes, voor boterconcentraat met een botervetgehalte van ten minste 96 % een maximumbedrag voor de steun wordt vastgesteld of wordt besloten om aan de inschrijving geen gevolg te geven. De bestemmingszekerheid moet dienovereenkomstig worden vastgesteld. |
(2) |
Het verdient aanbeveling, met inachtneming van de ontvangen aanbiedingen, het maximumbedrag van de steun op de hiernavolgende hoogte vast te stellen en dienovereenkomstig de bestemmingszekerheid te bepalen. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 322e bijzondere inschrijving die wordt gehouden in het kader van de permanente verkoop bij inschrijving als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 429/90, worden de minimumverkoopprijs en de bestemmingszekerheid als volgt vastgesteld:
|
74 EUR/100 kg, |
||
|
82 EUR/100 kg. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 45 van 21.2.1990, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 921/2004 van de Commissie (PB L 163 van 30.4.2004, blz. 94).
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/16 |
VERORDENING (EG) Nr. 1792/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor boter voor de 6e bijzondere inschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2771/1999
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10, onder c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie van 16 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (2) hebben interventiebureaus bepaalde hoeveelheden boter die in hun bezit zijn, te koop aangeboden door middel van een permanente openbare inschrijving. |
(2) |
Krachtens artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 2771/1999 wordt op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen biedingen een minimumverkoopprijs vastgesteld of besloten geen boter toe te wijzen. |
(3) |
Gezien de ontvangen biedingen, dient een minimumverkoopprijs te worden vastgesteld. |
(4) |
Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 6e bijzondere inschrijving op grond van Verordening (EG) nr. 2771/1999, waarvoor de termijn voor het indienen van biedingen is verstreken op 12 oktober 2004, wordt de minimumverkoopprijs voor boter vastgesteld op 270 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1448/2004 (PB L 267 van 14.8.2004, blz. 30).
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/17 |
VERORDENING (EG) Nr. 1793/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder voor de 5e deelinschrijving in het kader van de permanente openbare inschrijving zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 214/2001
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 10, onder c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EG) nr. 214/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder (2) hebben interventiebureaus bepaalde hoeveelheden mageremelkpoeder die in hun bezit zijn, te koop aangeboden door middel van een permanente openbare inschrijving. |
(2) |
Krachtens artikel 24 bis van Verordening (EG) nr. 214/2001 wordt op basis van de voor elke bijzondere inschrijving ontvangen biedingen een minimumverkoopprijs vastgesteld of besloten geen mageremelkpoeder toe te wijzen. |
(3) |
Gezien de ontvangen biedingen, dient een minimumverkoopprijs te worden vastgesteld. |
(4) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de 5e deelinschrijving op grond van Verordening (EG) nr. 214/2001, waarvoor de termijn voor het indienen van biedingen is verstreken op 12 oktober 2004, wordt de minimumverkoopprijs voor mageremelkpoeder vastgesteld op 192,10 EUR/100 kg.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).
(2) PB L 37 van 7.2.2001, blz. 100. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1675/2004 (PB L 300 van 25.9.2004, blz. 12).
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/18 |
VERORDENING (EG) Nr. 1794/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot verlaging, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van de steunbedragen voor de producenten van bepaalde citrussoorten in verband met de overschrijding van de verwerkingsdrempel in bepaalde lidstaten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2202/96 van de Raad van 28 oktober 1996 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten (1), en met name op artikel 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2202/96 is voor de Gemeenschap een over de lidstaten verdeelde drempel voor de verwerking van bepaalde citrussoorten vastgesteld, zoals aangegeven in bijlage II bij die verordening. |
(2) |
In artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2202/96 is bepaald dat, als de communautaire verwerkingsdrempel wordt overschreden, de in bijlage I bij die verordening vermelde steunbedragen worden verminderd in elke lidstaat waar de betreffende verwerkingsdrempel is overschreden. De overschrijding van een drempel wordt berekend op basis van het gemiddelde van de hoeveelheden die met steun zijn verwerkt in de laatste drie verkoopseizoenen vóór het verkoopseizoen waarvoor de steun moet worden vastgesteld, of in een overeenkomstige periode. |
(3) |
De lidstaten hebben de met steun verwerkte hoeveelheden sinaasappelen meegedeeld overeenkomstig artikel 39, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 2111/2003 van de Commissie (2), waarin bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2202/96 zijn vastgesteld. Blijkens deze gegevens is de communautaire verwerkingsdrempel met 100 380 t overschreden. Binnen deze overschrijding blijken de drempels voor Griekenland, Italië en Portugal te zijn overschreden. Bijgevolg moeten de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2202/96 vermelde steunbedragen voor sinaasappelen voor het verkoopseizoen 2004/2005 in Griekenland met 0,64 %, in Italië met 14,95 % en in Portugal met 0,29 % worden verlaagd. |
(4) |
De lidstaten hebben de met steun verwerkte hoeveelheden pompelmoezen en pomelo's meegedeeld overeenkomstig artikel 39, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 2111/2003. Blijkens deze gegevens is de communautaire verwerkingsdrempel met 380 t overschreden. Binnen deze overschrijding blijken de drempels voor Griekenland en Spanje te zijn overschreden. Bijgevolg moeten de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2202/96 vermelde steunbedragen voor pompelmoezen en pomelo's voor het verkoopseizoen 2004/2005 in Griekenland met 7,00 % en in Spanje met 16,45 % worden verlaagd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wat Griekenland, Italië en Portugal betreft, zijn voor het verkoopseizoen 2004/2005 de steunbedragen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2202/96 voor sinaasappelen die voor verwerking worden geleverd, vermeld in bijlage I bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Wat Griekenland en Spanje betreft, zijn voor het verkoopseizoen 2004/2005 de steunbedragen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2202/96 voor pompelmoezen en pomelo’s die voor verwerking worden geleverd, vermeld in bijlage II bij de onderhavige verordening.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(2) PB L 317 van 2.12.2003, blz. 5.
BIJLAGE I
(EUR/100 kg) |
|||
|
Meerjarencontracten |
Seizoenscontracten |
Individuele telers |
Griekenland |
11,20 |
9,74 |
8,76 |
Italië |
9,59 |
8,33 |
7,50 |
Portugal |
11,24 |
9,77 |
8,79 |
BIJLAGE II
(EUR/100 kg) |
|||
|
Meerjarencontracten |
Seizoenscontracten |
Individuele telers |
Griekenland |
9,74 |
8,46 |
7,62 |
Spanje |
8,75 |
7,60 |
6,84 |
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/20 |
VERORDENING (EG) Nr. 1795/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot inleiding van een procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1995/2000 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van oplossingen van ureum en ammoniumnitraat uit, onder meer, Algerije, tot intrekking van het recht ten aanzien van de invoer door een Algerijnse exporteur en tot registratie van deze invoer
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende bescherming tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 11, lid 4,
Na overleg met het Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
A. VERZOEK OM HERZIENING
B. PRODUCT
C. THANS GELDENDE MAATREGELEN
D. MOTIVERING VAN HET VERZOEK
E. PROCEDURE
a) Vragenlijsten
b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen
F. INTREKKING VAN HET RECHT EN REGISTRATIE VAN DE INVOER
G. TERMIJNEN
In het belang van een behoorlijk bestuur dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen:
— |
belanghebbenden zich bij de Commissie kunnen aanmelden, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten en hun antwoorden op de in punt E, onder a), genoemde vragenlijst kunnen toezenden of alle andere gegevens die zij voor het onderzoek nuttig achten; |
— |
belanghebbenden schriftelijk kunnen verzoeken door de Commissie te worden gehoord. |
H. NIET-MEDEWERKING
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Op grond van artikel 11, lid 4, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt een procedure tot herziening van Verordening (EG) nr. 1995/2000 geopend teneinde vast te stellen of en in welke mate de invoer van mengsels van ureum en ammoniumnitraat, opgelost in water of in ammoniakwater, vallende onder GN-code 3102 80 00, van oorsprong uit Algerije, vervaardigd en verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap door Fertial Spa (aanvullende Taric-code A573), moet worden onderworpen aan het antidumpingrecht dat bij Verordening (EG) nr. 1995/2000 is ingesteld.
Artikel 2
Het bij Verordening (EG) nr. 1995/2000 ingestelde antidumpingrecht wordt ingetrokken ten aanzien van het in artikel 1 omschreven product.
Artikel 3
Op grond van artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt de douaneautoriteiten de opdracht gegeven passende maatregelen te nemen om de invoer van het in artikel 1 omschreven product te registreren. Deze registratie vindt plaats gedurende negen maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 4
1. Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen zich binnen 40 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening, tenzij anders vermeld, bij de Commissie aan te melden, hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, de in punt E, onder a), bedoelde vragenlijst te beantwoorden en overige informatie te verstrekken. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.
Verzoeken om te worden gehoord dienen schriftelijk binnen dezelfde termijn van 40 dagen te worden ingediend.
2. Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die vertrouwelijk is, moeten van het opschrift „Limited” (3) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „FOR INSPECTION BY INTERESTED PARTIES”.
Alle gegevens betreffende deze zaak en/of verzoeken om te worden gehoord dienen aan het volgende adres te worden gericht:
Commissie van de Europese Gemeenschappen |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat B |
J -79 5/16 |
B-1049 Brussel |
Fax (32-2) 295 65 05 |
Telex: 21877 COMEU B. |
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Pascal LAMY
Lid van de Commissie
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).
(2) PB L 238 van 22.9.2000, blz. 15. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1675/2003 (PB L 238 van 25.9.2003, blz. 4).
(3) Dit betekent dat het document slechts voor intern gebruik is bestemd en beschermd is in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het is een vertrouwelijk document overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 en artikel 6 van de WTO-overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/23 |
VERORDENING (EG) Nr. 1796/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
houdende wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 14/2004 wat betreft de voorzieningsbalans voor de Franse overzeese departementen voor de sector granen en op basis van groenten en fruit verwerkte producten en de voorzieningsbalansen voor Madeira voor de sectoren plantaardige oliën, op basis van groenten en fruit verwerkte producten, melk en zuivelproducten en varkensvlees
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen, houdende wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 525/77 en (EEG) nr. 3763/91 (Poseidom) (1), en met name op artikel 3, lid 6,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1600/92 (Poseima) (2), en met name op artikel 3, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 14/2004 van de Commissie van 30 december 2003 tot vaststelling van de voorzieningsbalansen en van de communautaire steun voor bepaalde essentiële producten voor menselijke consumptie, voor verwerking of voor verbruik als productiemiddel in de landbouw en voor de levering van levende dieren en eieren aan de ultraperifere regio’s overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 1452, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 van de Raad (3) zijn de voorzieningsbalansen en de communautaire steun vastgesteld. |
(2) |
Bij het huidige niveau van de jaarlijkse voorzieningsbalansen voor granen en op basis van groenten en fruit verwerkte producten voor de Franse overzeese departementen en voor plantaardige oliën, op basis van groenten en fruit verwerkte producten, vollemelkpoeder, kaas en varkensvlees voor Madeira ziet het ernaar uit dat de hoeveelheden die voor de voorziening in de hierboven genoemde producten zijn vastgesteld, de behoeften niet kunnen dekken, omdat de vraag groter is dan voorzien. |
(3) |
Daarom moeten de hoeveelheden voor de hierboven genoemde producten worden aangepast aan de daadwerkelijke behoeften van de betrokken ultraperifere regio’s. |
(4) |
In Verordening (EG) nr. 14/2004 is een materiële fout geslopen die betrekking heeft op de GN-code voor de in bijlage II, deel I, genoemde fokpaarden die bestemd zijn voor de Franse overzeese departementen. Deze fout moet worden gecorrigeerd. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 14/2004 moet derhalve worden gewijzigd en gerectificeerd. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de Comités van beheer voor de betrokken producten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 14/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
de delen 1 en 3 van bijlage I worden vervangen door bijlage I bij de onderhavige verordening. |
2) |
de delen 3, 4, 6 en 8 van bijlage III worden vervangen door bijlage II bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
In bijlage II, deel 1, van Verordening (EG) nr. 14/2004 wordt de GN-code voor fokpaarden als volgt gerectificeerd:
|
„0101 11 00” wordt vervangen door „0101 10 10”. |
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2 is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1690/2004 (PB L 305 van 1.10.2004, blz. 1).
(2) PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1690/2004.
(3) PB L 3 van 7.1.2004, blz. 6. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1232/2004 (PB L 234 van 3.7.2004, blz. 5).
BIJLAGE I
„Deel 1
Granen en graanproducten bestemd voor voeding of vervoedering; oliehoudende gewassen, eiwithoudende gewassen, gedroogde voedergewassen
Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar
Departement |
Omschrijving van de goederen |
GN-codes |
Hoeveelheid (ton) |
Steun (EUR/ton) |
||
I |
II |
III |
||||
Guadeloupe |
Zachte tarwe, gerst, maïs en mout |
1001 90, 1003 00, 1005 90 en 1107 10 |
55 000 |
— |
42 |
|
Guyana |
Zachte tarwe, gerst, maïs, voor diervoeding gebruikte producten en mout |
1001 90, 1003 00, 1005 90, 2309 90 31, 2309 90 41, 2309 90 51, 2309 90 33, 2309 90 43, 2309 90 53 en 1107 10 |
6 445 |
— |
52 |
|
Martinique |
Zachte tarwe, gerst, maïs, gries en griesmeel van harde tarwe, haver en mout |
1001 90, 1003 00, 1005 90, 1103 11, 1004 00 en 1107 10 |
52 000 |
— |
42 |
|
Réunion |
Zachte tarwe, gerst, maïs en mout |
1001 90, 1003 00, 1005 90 en 1107 10 |
178 000 |
— |
48 |
„Deel 3
Op basis van groenten en fruit verwerkte producten
Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar
Omschrijving van de goederen |
GN-codes |
Departement |
Hoeveelheid (in ton) |
Steun (euro/ton) |
||
I |
II |
III |
||||
Vruchtenmoes, door koken verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bestemd voor verwerking: |
ex 2007 |
Alle |
45 |
— |
395 |
— |
Vruchtenpulp, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, bestemd voor verwerking: |
ex 2008 |
Guyana |
650 |
— |
586 |
— |
Guadeloupe |
|
— |
408 |
— |
||
Martinique |
|
— |
408 |
— |
||
Réunion |
|
— |
456 |
— |
||
Geconcentreerde ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bestemd voor verwerking: |
ex 2009 |
Guyana |
350 |
|
727 |
|
Martinique |
|
— |
311 |
|||
Réunion |
|
— |
311 |
|
||
Guadeloupe |
|
— |
311 |
|
(1) Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1501/95 van de Commissie (PB L 147 van 30.6.1995, blz. 7) toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.”
(2) Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29) toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.”
BIJLAGE II
„Deel 3
Plantaardige oliën
Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar
MADEIRA
Omschrijving van de goederen |
GN-code |
Hoeveelheid (ton) |
Steun (EUR/ton) |
||
I |
II |
III |
|||
Plantaardige oliën (behalve olijfolie): |
|
|
|
|
|
— plantaardige oliën: |
1507-1516 (1) |
2 700 |
52 |
70 |
|
Olijfolie: |
|
|
|
|
|
— olijfolie, verkregen bij eerste persing |
1509 10 90 |
|
|
|
|
of |
|
500 |
52 |
— |
|
— olijfolie |
1509 90 00 |
|
|
— |
|
AZOREN
Omschrijving van de goederen |
GN-code |
Hoeveelheid (ton) |
Steun (EUR/ton) |
||
I |
II |
III |
|||
Olijfolie: |
|
|
|
|
|
— olijfolie, verkregen bij eerste persing |
1509 10 90 |
400 |
68 |
87 |
|
of |
of |
|
|
|
|
— olijfolie |
1509 90 00 |
|
|
|
|
„Deel 4
Op basis van groenten en fruit verwerkte producten
Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar
MADEIRA
Omschrijving van de goederen |
GN-code |
Hoeveelheid (in ton) |
Steun (euro/ton) |
||
I |
II |
III |
|||
Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen: |
|
|
|
|
|
— andere dan gehomogeniseerde bereidingen op basis van andere vruchten dan citrusvruchten |
2007 99 |
100 |
73 |
91 |
— |
Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen: |
|
760 |
168 |
186 |
— |
— ananas |
2008 20 |
|
|
|
|
— peren |
2008 40 |
|
|
|
|
— kersen |
2008 60 |
|
|
|
|
— perziken |
2008 70 |
|
|
|
|
— andere, mengsels, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2008 19, daaronder begrepen |
|
|
|
|
|
— mengsels |
2008 92 |
|
|
|
|
— andere dan palmharten en mengsels |
2008 99 |
|
|
|
|
Geconcentreerde ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bestemd voor verwerking |
ex 2009 |
130 |
|
186 |
|
AZOREN
Omschrijving van de goederen |
GN-code |
Hoeveelheid (in ton) |
Steun (EUR/ton) |
||
I |
II |
III |
|||
Geconcentreerde ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, bestemd voor verwerking |
ex 2009 |
100 |
|
186” |
|
„Deel 6
Melk en zuivelproducten
Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar
MADEIRA
Omschrijving van de goederen |
GN-code |
Hoeveelheid (in ton) |
Steun (euro/ton) |
||
I |
II |
III (4) |
|||
Melk en room, niet ingedikt, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen (5) |
0401 |
12 000 |
48 |
66 |
|
Mageremelkpoeder (5) |
ex 0402 |
500 |
48 |
66 |
|
Vollemelkpoeder (5) |
ex 0402 |
530 |
48 |
66 |
|
Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen: zuivelpasta's (5) |
ex 0405 |
1 000 |
84 |
102 |
|
Kaas (5) |
0406 |
1 700 |
84 |
102 |
„Deel 8
Sector varkensvlees
Geraamde voorzieningsbalans en communautaire steun voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap per kalenderjaar
MADEIRA
Omschrijving van de goederen |
Code (7) |
Hoeveelheid (ton) |
Steun (EUR/ton) |
||
I |
II |
III |
|||
Vlees van varkens (huisdieren), vers, gekoeld of bevroren |
ex 0203 |
2 800 |
|
|
— |
— hele en halve dieren |
020311109000 |
|
95 |
113 |
|
— hammen en delen daarvan |
020312119100 |
|
143 |
161 |
|
— schouders en delen daarvan |
020312199100 |
|
95 |
113 |
|
— voorstukken en delen daarvan |
020319119100 |
|
95 |
113 |
|
— karbonadestrengen en delen daarvan |
020319139100 |
|
143 |
161 |
|
— buiken (buikspek) en delen daarvan |
020319159100 |
|
95 |
113 |
|
— ander: zonder been |
020319559110 |
|
176 |
194 |
|
— ander: zonder been |
020319559310 |
|
176 |
194 |
|
— hele en halve dieren |
020321109000 |
|
95 |
113 |
|
— hammen en delen daarvan |
020322119100 |
|
143 |
161 |
|
— schouders en delen daarvan |
020322199100 |
|
95 |
113 |
|
— voorstukken en delen daarvan |
020329119100 |
|
95 |
113 |
|
— karbonadestrengen en delen daarvan |
020329139100 |
|
143 |
161 |
|
— buiken (buikspek) en delen daarvan |
020329159100 |
|
95 |
113 |
|
— ander: zonder been |
020329559110 |
|
176 |
194 |
(1) Behalve 1509 en 1510.
(2) Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening nr. 136/66/EEG toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.
(3) Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 3, lid 3, van Verordening nr. 136/66/EEG toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.”
(4) In EUR/100 kg nettogewicht, tenzij anders aangegeven.
(5) De betrokken producten en de voetnoten zijn dezelfde als die van de verordening van de Commissie tot vaststelling van de restituties op grond van artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48).
(6) Het bedrag is gelijk aan de op grond van artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 toegekende restitutie voor producten van dezelfde GN-code.
Indien de op grond van artikel 31 van die verordening toegekende restituties uit verschillende bedragen bestaan in de zin van artikel 2, lid 1, onder e) en onder l), van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11), is het bedrag gelijk aan het hoogste bedrag dat als restitutie is toegekend voor producten van dezelfde code van de nomenclatuur voor de uitvoerrestituties (Verordening (EEG) nr. 3846/87, PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).
Voor boter die is toegewezen in het kader van Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie (PB L 350 van 20.12.1997, blz. 3), geldt het bedrag in kolom II.”
(7) De productcodes en de voetnoten zijn nader bepaald in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).
(8) Het bedrag is gelijk aan de restitutie voor producten van dezelfde GN-code die, in voorkomend geval, is toegekend op grond van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1).”
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/31 |
VERORDENING (EG) Nr. 1797/2004 VAN DE COMMISSIE
van 14 oktober 2004
inzake de stopzetting van de visserij op blauwe leng door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2340/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling, voor 2003 en 2004, van de vangstmogelijkheden voor bestanden van diepzeevissen (2) zijn voor 2004 quota vastgesteld voor blauwe leng. |
(2) |
Om te garanderen dat de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten van een bestand waarvoor een quotum geldt, in acht worden genomen, moet de Commissie de datum vaststellen waarop de vangsten van de vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, geacht worden het toegewezen quotum te hebben bereikt. |
(3) |
Volgens de aan de Commissie meegedeelde gegevens, hebben de hoeveelheden blauwe leng die in de wateren van deelgebied VI, VII (Gemeenschapswateren en wateren niet onder soevereiniteit of jurisdictie van derde landen) zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, het voor 2004 toegewezen quotum bereikt. Het Verenigd Koninkrijk heeft de vangst uit dit bestand verboden met ingang van 9 augustus 2004. Deze datum moet derhalve worden aangehouden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De hoeveelheden blauwe leng die in de wateren van deelgebied VI, VII (Gemeenschapswateren en wateren niet onder soevereiniteit of jurisdictie van derde landen) zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, worden geacht het voor 2004 aan het Verenigd Koninkrijk toegewezen quotum te hebben bereikt.
De visserij op blauwe leng in de wateren van deelgebied VI, VII (Gemeenschapswateren en wateren niet onder soevereiniteit of jurisdictie van derde landen) door vaartuigen die de vlag van het Verenigd Koninkrijk voeren of die in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen vanaf de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, zijn verboden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 9 augustus 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 oktober 2004.
Voor de Commissie
Jörgen HOLMQUIST
Directeur-generaal Visserij
(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1954/2003 (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).
(2) PB L 356 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 762/2004 van de Commissie (PB L 120 van 24.4.2004, blz. 8).
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/32 |
VERORDENING (EG) Nr. 1798/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
betreffende de afgifte van certificaten voor de invoer van knoflook voor het kwartaal van 1 december 2004 tot en met 28 februari 2005
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 565/2002 van de Commissie van 2 april 2002 tot vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en invoering van een stelsel van oorsprongscertificaten, voor uit derde landen ingevoerde knoflook (2), en met name op artikel 8, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De hoeveelheden waarvoor op 11 en 12 oktober 2004 op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 565/2002 door de traditionele importeurs en door de nieuwe importeurs certificaten zijn aangevraagd, overtreffen de beschikbare hoeveelheden voor producten van oorsprong uit China, Argentinië en uit alle andere derde landen. |
(2) |
Derhalve moet worden vastgesteld in welke mate de op 14 oktober 2004 aan de Commissie toegezonden certificaataanvragen kunnen worden ingewilligd en moet, per importeurscategorie en per oorsprong van het product, worden bepaald tot welke data de afgifte van certificaten moet worden geschorst, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Invoercertificaataanvragen die op grond van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 565/2002 zijn ingediend op 11 en 12 oktober 2004 en die aan de Commissie zijn toegezonden op 14 oktober 2004, worden ingewilligd tot de in bijlage I van deze verordening vermelde percentages van de gevraagde hoeveelheden.
Artikel 2
Voor de betrokken importeurscategorie en de betrokken oorsprong worden de invoercertificaataanvragen op grond van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 565/2002 die betrekking hebben op het kwartaal van 1 december 2004 tot en met 28 februari 2005 en die na 12 oktober 2004 en vóór de in bijlage II van deze verordening genoemde datum zijn ingediend, afgewezen.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 86 van 3.4.2002, blz. 11.
BIJLAGE I
Oorsprong producten |
Toekenningspercentages |
||||||||
China |
Andere derde landen dan China en Argentinië |
Argentinië |
|||||||
|
11,177 % |
100,000 % |
100,000 % |
||||||
|
0,788 % |
48,475 % |
3,427 % |
||||||
|
BIJLAGE II
Oorsprong producten |
Data |
||||
China |
Andere derde landen dan China en Argentinië |
Argentinië |
|||
|
28.2.2005 |
— |
— |
||
|
28.2.2005 |
3.1.2005 |
3.1.2005 |
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/34 |
VERORDENING (EG) Nr. 1799/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 oktober 2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat bij de invoer van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden geheven. Voor de producten als bedoeld in lid 2 van dat artikel is het invoerrecht echter gelijk aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs van de betrokken zending. Dit invoerrecht mag echter niet hoger zijn dan het recht van het gemeenschappelijk douanetarief. |
(2) |
In artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat de cif-invoerprijzen worden berekend aan de hand van de representatieve prijzen voor het betrokken product op de wereldmarkt. |
(3) |
Bij Verordening (EG) nr. 1249/96 zijn bepalingen vastgesteld voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1784/2003 ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen. |
(4) |
De vastgestelde invoerrechten zijn van toepassing totdat een nieuwe vaststelling in werking treedt. |
(5) |
Voor het normaal functioneren van het stelsel van invoerrechten moeten deze rechten worden berekend aan de hand van de in een referentieperiode geconstateerde representatieve marktkoersen. |
(6) |
De toepassing van Verordening (EG) nr. 1249/96 leidt ertoe de invoerrechten vast te stellen zoals vermeld in bijlage I bij deze verordening, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde invoerrechten in de sector granen worden vastgesteld in bijlage I bij deze verordening en zijn bepaald aan de hand van de in bijlage II vermelde elementen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 oktober 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).
BIJLAGE I
Vanaf 15 oktober 2004 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten
GN-code |
Omschrijving |
Invoerrecht (1) (in EUR/ton) |
1001 10 00 |
Harde tarwe van hoge kwaliteit |
0,00 |
van gemiddelde kwaliteit |
0,00 |
|
van lage kwaliteit |
0,00 |
|
1001 90 91 |
Zachte tarwe, zaaigoed |
0,00 |
ex 1001 90 99 |
Zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan voor zaaidoeleinden |
0,00 |
1002 00 00 |
Rogge |
38,83 |
1005 10 90 |
Maïs, zaaigoed, andere dan hybriden |
52,50 |
1005 90 00 |
Maïs, andere dan zaaigoed (2) |
52,50 |
1007 00 90 |
Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden |
38,83 |
(1) Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd (artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96) komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:
— |
3 EUR/t, als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, of |
— |
2 EUR/t, als de loshaven in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Estland, Letland, Litouen, Polen, Finland, Zweden of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt. |
(2) De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t, als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
BIJLAGE II
Berekeningselementen
periode van 1.10.-14.10.2004
1. |
Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:
|
2. |
Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96: Vrachttarieven/kosten: Golf van Mexico–Rotterdam: 28,13 EUR/t; Grote Meren–Rotterdam: 35,86 EUR/t. |
3. |
|
(1) Een korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(2) Een korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(3) Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(4) Fob Duluth.
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/37 |
VERORDENING (EG) Nr. 1800/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 oktober 2004
tot verlening van een vergunning voor tien jaar voor het toevoegingsmiddel Cycostat 66G van de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in diervoeders
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 9.G, lid 5, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn coccidiostatica die vóór 1 januari 1988 in bijlage I bij die richtlijn zijn opgenomen, vanaf 1 april 1998 voorlopig toegelaten en naar bijlage B, hoofdstuk I, overgebracht om opnieuw te worden geëvalueerd als toevoegingsmiddel waarvoor een persoonsgebonden vergunning wordt afgegeven aan degene die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen. Het op robenidine gebaseerde product Cycostat 66G is een toevoegingsmiddel dat behoort tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in hoofdstuk I van bijlage B bij Richtlijn 70/524/EEG. |
(2) |
De voor het in het verkeer brengen van Cycostat 66G verantwoordelijke persoon heeft overeenkomstig artikel 9.G, leden 2 en 4, van die richtlijn een vergunningaanvraag en een dossier ingediend. |
(3) |
Indien om redenen die niet verwijtbaar zijn aan de houder van de vergunning, geen uitspraak over het verzoek om verlenging kan worden gedaan vóór het verstrijken daarvan, wordt de geldigheidsduur van de vergunning voor de betrokken toevoegingsmiddelen krachtens artikel 9.G, lid 6, van Richtlijn 70/524/EEG automatisch verlengd tot de Commissie een uitspraak doet. Deze bepaling is van toepassing op de vergunning voor Cycostat 66G. De Commissie heeft het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding op 26 april 2001 verzocht een volledige risico-evaluatie te verrichten; dat verzoek is overgedragen aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. In de loop van de nieuwe evaluatie is herhaaldelijk om aanvullende informatie verzocht, waardoor die evaluatie niet binnen de in artikel 9.G gestelde termijn kon worden afgerond. |
(4) |
Het wetenschappelijk panel voor toevoegingsmiddelen en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft een positief advies uitgebracht over de veiligheid en werkzaamheid van Cycostat 66G voor mestkippen, mestkonijnen en kalkoenen. |
(5) |
Uit de door de Commissie verrichte nieuwe evaluatie van Cycostat 66G is gebleken dat aan de desbetreffende voorwaarden van Richtlijn 70/524/EEG is voldaan. Cycostat 66G moet dus voor tien jaar worden toegelaten als toevoegingsmiddel waarvoor een persoonsgebonden vergunning wordt verleend en worden opgenomen in hoofdstuk I van de lijst als bedoeld in artikel 9.T, onder b), van die richtlijn. |
(6) |
Aangezien de vergunning voor het toevoegingsmiddel nu gebonden is aan een persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen en in de plaats gekomen is van de vorige vergunning, die niet persoonsgebonden was, moet de eerdere vergunning worden ingetrokken. |
(7) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn om het product robenidine onmiddellijk uit de handel te nemen, kan een overgangsperiode van zes maanden worden toegestaan om de bestaande voorraden van het toevoegingsmiddel op te maken. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage B, hoofdstuk I, bij Richtlijn 70/524/EEG wordt het toevoegingsmiddel robenidine, behorende tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” geschrapt.
Artikel 2
Voor het tot de groep „Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” behorende toevoegingsmiddel Cycostat 66G dat in de bijlage wordt vermeld, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.
Artikel 3
De bestaande voorraden robenidine mogen nog gedurende zes maanden vanaf de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1464/2004 (PB L 270 van 18.8.2004, blz. 8).
BIJLAGE
Registratienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam en registratienummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het toevoegingsmiddel |
Toevoegingsmiddel (handelsnaam) |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving |
Diersoort of -categorie |
Maximum-leeftijd |
Minimum |
Maximum |
Andere bepalingen |
Duur van de vergunning |
||||||||||||||
mg werkzame stof/kg volledig diervoeder |
|||||||||||||||||||||||
Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen |
|||||||||||||||||||||||
E 758 |
Alpharma (België) BVBA |
Robenidinehydrochloride 66 g/kg (Cycostat 66G) |
Samenstelling toevoegingsmiddel:
Werkzame stof:
|
Mestkippen |
— |
30 |
36 |
Toediening verboden vanaf ten minste vijf dagen vóór het slachten. |
29 oktober 2014 |
||||||||||||||
Kalkoenen |
— |
30 |
36 |
Toediening verboden vanaf ten minste vijf dagen vóór het slachten. |
29 oktober 2014 |
||||||||||||||||||
Mestkonijnen |
— |
50 |
66 |
Toediening verboden vanaf ten minste vijf dagen vóór het slachten. |
29 oktober 2014 |
Besluiten aangenomen krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie
16.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 317/40 |
GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2004/698/GBVB VAN DE RAAD
van 14 oktober 2004
inzake de intrekking van beperkende maatregelen tegen Libië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 12 september 2003 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties resolutie nr. 1506 (2003) aangenomen, waarbij de op basis van de resoluties nr. 748 (1992) en nr. 883 (1993) van de Veiligheidsraad vastgestelde beperkende maatregelen, uitgezonderd de maatregelen van punt 8 van resolutie nr. 883 (1993), werden ingetrokken, aangezien de Libische regering stappen heeft ondernomen om de bovengenoemde resoluties na te leven, vooral met betrekking tot de aanvaarding van de verantwoordelijkheid voor acties van Libisch personeel in overheidsdienst, het betalen van een passende schadevergoeding en het afzweren van het terrorisme. |
(2) |
De Libische regering heeft ook stappen ondernomen om de claims in verband met de terroristische aanslagen op vlucht 103 van Pan Am boven Lockerbie (Schotland), op vlucht 772 van UTA boven Niger en op discotheek „La Belle” in Berlijn op een bevredigende wijze te regelen. |
(3) |
De beperkende maatregelen die overeenkomstig Besluit 93/614/GBVB (1) werden getroffen om uitvoering te geven aan de resoluties nr. 748 (1992) en nr. 883 (1993) van de Veiligheidsraad, en het wapenembargo dat in 1986 door de lidstaten werd ingesteld en later werd bekrachtigd in Gemeenschappelijk Standpunt 1999/261/GBVB (2), zouden bijgevolg moeten worden ingetrokken. |
(4) |
De maatregelen die krachtens punt 8 van resolutie nr. 883 (1993) werden getroffen, blijven van kracht in overeenstemming met resolutie nr. 1506 (2003). |
(5) |
Een optreden van de Gemeenschap is nodig om een aantal van de hieronder genoemde maatregelen uit te voeren, |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 93/614/GBVB en Gemeenschappelijk Standpunt 1999/261/GBVB worden ingetrokken.
Artikel 2
De maatregelen die werden vastgesteld om ondernemers te beschermen tegen eisen in verband met contracten en transacties op de uitvoering waarvan de beperkende maatregelen opgelegd bij resolutie nr. 883 (1993) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en verwante resoluties van toepassing zijn, blijven van kracht.
Artikel 3
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de datum waarop het wordt aangenomen.
Artikel 4
Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 14 oktober 2004.
Voor de Raad
De voorzitter
P. VAN GEEL
(1) PB L 295 van 30.11.1993, blz. 7.
(2) PB L 103 van 20.4.1999, blz. 1. Gemeenschappelijk standpunt gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 1999/611/GBVB (PB L 242 van 14.9.1999, blz. 31).