ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 304

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
30 september 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1590/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 ( 1 )

1

 

*

Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming

12

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

2004/633/EG:Besluit van de Raad van 30 maart 2004 houdende sluiting van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

24

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken

25

 

*

2004/634/EG:Besluit van de Raad van 30 maart 2004 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken

32

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken

34

 

*

2004/635/EG:Besluit van de Raad van 21 april 2004 betreffende de sluiting van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds

38

Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds

39

 

*

2004/636/EG:Besluit van de Raad van 29 april 2004 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart

209

Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol-verdrag) van 13 december 1960, meermalen gewijzigd en door het Protocol van 27 juni 1997 geconsolideerd

210

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

30.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/1


VERORDENING (EG) Nr. 1590/2004 VAN DE RAAD

van 26 april 2004

tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De biologische en de genetische diversiteit in de landbouw zijn essentieel voor de duurzame ontwikkeling van de landbouwproductie en van de plattelandsgebieden. Het is derhalve dienstig de nodige maatregelen te nemen om het potentieel van die diversiteit op duurzame wijze in stand te houden, te karakteriseren, te verzamelen en te gebruiken als bijdrage aan de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

(2)

De instandhouding en het duurzame gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw dragen ook bij tot het verwezenlijken van de doelstellingen van het bij Besluit 93/626/EEG (1) goedgekeurde Verdrag inzake biologische diversiteit en de daarmee samenhangende strategie van de Europese Gemeenschap inzake biodiversiteit, die een actieplan voor de instandhouding van de biodiversiteit en de bescherming van de genetische hulpbronnen in de landbouw bevat. Voorts is het een van de belangrijkste doelstellingen van het mondiaal actieplan voor het behoud en het duurzame gebruik van de plantaardige genetische hulpbronnen voor voeding en landbouw van de FAO en van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw, dat de Commissie en de lidstaten op 6 juni 2002 hebben ondertekend.

(3)

De uitlopende activiteiten in de lidstaten (door overheidsinstanties dan wel natuurlijke of rechtspersonen) en van diverse internationale organisaties en programma's zoals de FAO, het Europese samenwerkingsprogramma voor genetische hulpbronnen (ECP/GR), de Adviesgroep internationaal landbouwonderzoek (CGIAR), het Mondiaal forum voor landbouwkundig onderzoek (GFAR), de door de Gemeenschap gesteunde regionale en subregionale organisaties voor landbouwkundig onderzoek ten behoeve van ontwikkeling (ARD), het Europees regionaal contactpunt (ERFP) van nationale coördinatoren voor het beheer van de genetische hulpbronnen van landbouwhuisdieren, het Europees programma voor genetische hulpbronnen in de bosbouw (Euforgen) en de relevante verbintenissen in het kader van de lopende ministeriële conferenties over de bescherming van de bossen in Europa (MCPFE) vereisen een doeltreffende uitwisseling van gegevens en een nauwe coördinatie tussen de belangrijkste actoren in de Europese Gemeenschap en de betrokken organisaties over de hele wereld op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van de genetische hulpbronnen in de landbouw om de positieve gevolgen daarvan voor de landbouw te versterken.

(4)

De activiteiten op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw kunnen bevorderlijk zijn voor het behoud van de biologische diversiteit, voor de verbetering van de kwaliteit van landbouwproducten, voor een grotere diversificatie in plattelandsgebieden en voor een vermindering van de inputs en de productiekosten in de landbouw, doordat ze een duurzame landbouwproductie bevorderen en bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden.

(5)

De instandhouding ex situ en in situ van genetische hulpbronnen in de landbouw (inclusief instandhouding en ontwikkeling in situ/op het landbouwbedrijf) moet worden bevorderd. Dit moet alle voor de landbouw en de plattelandsontwikkeling nuttige of potentieel nuttige plantaardige, microbiële en dierlijke genetische hulpbronnen omvatten, inclusief de genetische hulpbronnen van bosbouwgewassen, overeenkomstig de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, teneinde de genetische hulpbronnen in stand te houden en de toepassing van te weinig gebruikte variëteiten of rassen in de landbouwproductie te bevorderen.

(6)

De in de Gemeenschap beschikbare kennis over de genetische hulpbronnen en over de oorsprong en kenmerken daarvan is nog steeds voor verbetering vatbaar. Overeenkomstig de internationale verdragen en overeenkomsten zouden relevante gegevens over bestaande faciliteiten en activiteiten op nationaal of regionaal niveau met betrekking tot de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw in elke lidstaat, gebundeld moeten worden en beschikbaar moeten worden gesteld aan de andere lidstaten, alsmede op communautair en internationaal niveau, met name aan de ontwikkelingslanden.

(7)

De ontwikkeling van gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventarissen op internet om dergelijke kennis te verzamelen en om te waarborgen dat deze beschikbaar blijft op communautair en internationaal niveau, zou moeten worden bevorderd, met name als het gaat om de aanhoudende inspanningen voor de ontwikkeling van een inventaris van verzamelingen ex situ in Europese genenbanken („Epgris” — European Plant Genetic Resources Information Infra-Structure „Eurisco”, gefinancierd uit het vijfde kaderprogramma).

(8)

De Gemeenschap zou de inspanningen in de lidstaten voor de instandhouding en het duurzame gebruik van biologische diversiteit in de landbouw moeten aanvullen en bevorderen. Een communautaire meerwaarde moet worden bevorderd door bestaande acties op elkaar af te stemmen en de ontwikkeling van nieuwe grensoverschrijdende initiatieven met betrekking tot de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw te ondersteunen.

(9)

Derhalve moet worden voorzien in maatregelen die een aanvulling vormen op of verder reiken dan het toepassingsgebied (wat betreft de begunstigden en/of de voor financiering in aanmerking komende acties) van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (2).

(10)

Om bij te dragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen is bij Verordening (EG) nr. 1467/94 van de Raad van 20 juni 1994 inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (3) een communautair actieprogramma voor een periode van vijf jaar vastgesteld. Dit programma is op 31 december 1999 afgelopen en zou moeten worden vervangen door een nieuw communautair programma. Derhalve moet Verordening (EG) nr. 1467/94 worden ingetrokken.

(11)

Bij de selectie en de uitvoering van de maatregelen in het kader van het nieuwe communautaire programma moet rekening worden gehouden met de activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie die worden gesteund op nationaal niveau of uit hoofde van de kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie. Het in de handel brengen van in het kader van het nieuwe programma te gebruiken zaaizaad en plantaardig teeltmateriaal moet gebeuren onverminderd het bepaalde in Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (4), Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (5), Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (6), Richtlijn 92/33/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (7), Richtlijn 92/34/EEG van de Raad van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (8), Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (9), Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (10), Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (11), Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (12), Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (13), Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (14), Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (15).

(12)

In de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER-overeenkomst) is bepaald dat de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die aan de Europese Economische Ruimte (EVA/EER-landen) deelnemen, onder andere nauwer en op grotere schaal moeten samenwerken in het kader van de communautaire activiteiten op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw.

(13)

Omwille van een betere uitvoering van het communautaire programma moet een werkprogramma voor de periode 2004-2006 worden opgesteld met vermelding van de toe te passen financiële bepalingen.

(14)

Voor de uitvoering van en het toezicht op het communautaire programma moet de Commissie een beroep kunnen doen op de bijstand van wetenschappelijke en technische adviseurs.

(15)

De communautaire bijdrage moet volledig uit rubriek 3 (intern beleid) van de financiële vooruitzichten worden gefinancierd.

(16)

De maatregelen ter uitvoering van deze verordening moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (16),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstellingen

Met het oog op het bereiken van de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de nakoming van de op internationaal niveau aangegane verbintenissen wordt een communautair programma voor de periode 2004–2006 ingesteld om de in de lidstaten geleverde inspanningen op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van de genetische hulpbronnen in de landbouw op communautair niveau aan te vullen en te stimuleren.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   Deze verordening is van toepassing op voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige plantaardige, microbiële en dierlijke genetische hulpbronnen.

2.   In het kader van deze verordening mag geen steun worden verleend voor:

a)

uit hoofde van titel II, hoofdstuk VI, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 voor steun in aanmerking komende verbintenissen zoals gespecificeerd in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 445/2002 van de Commissie van 26 februari 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (17),

b)

uit hoofde van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie voor steun in aanmerking komende activiteiten.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening moet worden verstaan onder:

a)

„plantaardige genetische hulpbronnen”, de genetische hulpbronnen van landbouwgeassen, tuinbouwgewassen, geneeskrachtige planten en kruiden, fruitgewassen, bosbouwgewassen en voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige wilde flora;

b)

„dierlijke genetische hulpbronnen”, de genetische hulpbronnen van (gewervelde en ongewervelde) landbouwhuisdieren en voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige wilde fauna;

c)

„genetisch materiaal”, alle materiaal van plantaardige, microbiële en dierlijke oorsprong, waaronder het materiaal voor vermenigvuldiging en plantenvermeerdering, dat functionele eenheden van de erfelijkheid bevat;

d)

„genetische hulpbronnen in de landbouw”, alle materiaal van plantaardige, microbiële en dierlijke oorsprong met een daadwerkelijke of potentiële waarde voor de landbouw;

e)

„instandhouding in situ”, de instandhouding van genetisch materiaal in ecosystemen en natuurlijke habitats en het behoud en herstel van levensvatbare populaties van soorten of wilde rassen in hun natuurlijke omgeving en, in het geval van gedomesticeerde dierenrassen of gecultiveerde plantensoorten, in het agrarische milieu waar zij hun onderscheidende kenmerken hebben ontwikkeld;

f)

„instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf”, „instandhouding en ontwikkeling in situ” op het niveau van het landbouwbedrijf;

g)

„instandhouding ex sit” de instandhouding van genetisch materiaal voor de landbouw buiten de natuurlijke habitat;

h)

„verzameling ex situ”, de verzameling van genetisch materiaal voor de landbouw buiten de natuurlijke habitat;

i)

„biogeografisch gebied”, een geografisch gebied met typische kenmerken ten aanzien van de samenstelling en de structuur van fauna en flora.

Artikel 4

Subsidiabele acties

1.   Het in artikel 1 bedoelde communautaire programma omvat gerichte, gecoördineerde en begeleidende acties als omschreven in de artikelen 5, 6 en 7.

2.   Alle acties in het kader van dit programma moeten in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving betreffende het in de handel brengen van zaaizaad en teeltmateriaal en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst, alsook met de in de Europese Gemeenschap geldende fytosanitaire en zoötechnische regels en de regels betreffende de diergezondheid, waarbij tevens rekening moet worden gehouden met:

a)

andere activiteiten op het niveau van de Gemeenschap;

b)

relevante internationale processen, ontwikkelingen en overeenkomsten, met name in verband met:

het Verdrag inzake biologische diversiteit,

het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw,

het Mondiaal actieplan voor het behoud en het duurzame gebruik van de plantaardige genetische hulpbronnen voor voeding en landbouw en andere acties van de FAO,

de Europese strategie voor het behoud van planten (EPCS) en de relevante resoluties van de ministeriële conferenties over de bescherming van de bossen in Europa (MCPFE),

de Mondiale strategie voor het beheer van de genetische hulpbronnen van landbouwhuisdieren, en

de programma's in het kader van internationale organisaties zoals het Europese samenwerkingsprogramma voor genetische hulpbronnen (ECP/GR), het Europees regionaal contactpunt (ERFP) van nationale coördinatoren voor het beheer van de genetische hulpbronnen van landbouwhuisdieren, en het Europees programma voor genetische hulpbronnen in de bosbouw (Euforgen) en de Adviesgroep internationaal landbouwonderzoek (CGIAR).

Artikel 5

Gerichte acties

De gerichte acties omvatten:

a)

acties voor de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw ex situ en in situ;

b)

de ontwikkeling van een gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van de genetische hulpbronnen die momenteel in situ worden bewaard, met inbegrip van activiteiten voor de instandhouding van genetische hulpbronnen in situ/op het landbouwbedrijf;

c)

de ontwikkeling van een Europese gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van de verzamelingen ex situ (genenbanken), faciliteiten in situ (hulpbronnen) en databases die momenteel beschikbaar zijn of worden ontwikkeld op basis van nationale inventarissen;

d)

de bevordering van de regelmatige uitwisseling van technische en wetenschappelijke gegevens, met name over de oorsprong en de individuele kenmerken van de beschikbare genetische hulpbronnen, tussen bevoegde organisaties in de lidstaten.

De onder a) bedoelde acties zijn transnationaal, in voorkomend geval rekening houdend met de biogeografische regionale aspecten, en vormen een communautaire ondersteuning van of aanvulling op regionale of nationale activiteiten. In het kader van de acties mag geen steun worden verleend aan de instandhouding van natuurgebieden.

Artikel 6

Gecoördineerde acties

De gecoördineerde acties zijn gericht op de uitwisseling van gegevens over thematische vraagstukken ter verbetering van de coördinatie van acties en programma's met betrekking tot de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw in de Gemeenschap. Deze acties zijn transnationaal.

Artikel 7

Begeleidende acties

De begeleidende acties omvatten voorlichtings-, verspreidings- en adviserende acties, met inbegrip van seminars, technische conferenties, vergaderingen met non-gouvernementele organisaties (NGO's) en andere relevante belanghebbenden, opleidingen en de voorbereiding van technische verslagen.

Artikel 8

Werkprogramma

1.   De Commissie ziet erop toe dat het communautaire programma wordt uitgevoerd op basis van een werkprogramma voor de periode 2004–2006 dat wordt opgesteld volgens de procedure van artikel 15, lid 2, en onder voorbehoud van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen.

2.   De in het kader van het communautaire programma gecofinancierde maatregelen hebben een looptijd van maximaal 4 jaar.

Artikel 9

Selectie van subsidiabele acties

1.   Op basis van het in artikel 8 bedoelde werkprogramma en aan de hand van oproepen tot het indienen van voorstellen voor acties die worden gepubliceerd in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie worden de in het kader van het communautaire programma te financieren acties door de Commissie geselecteerd.

2.   De oproepen tot het indienen van voorstellen hebben betrekking op de in de artikelen 5, 6 en 7 en in bijlage I bedoelde acties. De inhoud van de oproepen tot het indienen van voorstellen wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 15, lid 2, en in overeenstemming met de relevante artikelen van titel VI van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (18).

3.   Voorstellen voor acties als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7 mogen worden ingediend door overheidsinstanties en door iedere natuurlijke of rechtspersoon die onderdaan van een lidstaat is en in de Gemeenschap gevestigd is, met inbegrip van genenbanken, NGO's, kwekers, technische instituten, experimentele landbouwbedrijven, landbouwers en bosbeheerders. Instanties of personen die in een derde land zijn gevestigd mogen met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 eveneens voorstellen indienen.

4.   Bij de beoordeling van de voorstellen wordt met de volgende criteria rekening gehouden:

a)

relevantie met betrekking tot de doelstellingen van het programma als bepaald in artikel 1;

b)

technische kwaliteit van het voorgestelde werk;

c)

capaciteit om de werkzaamheden tot een goed einde te brengen en een efficiënt beheer ervan te waarborgen, beoordeeld aan de hand van middelen en competenties, met inbegrip van de door de partijen vastgelegde organisatorische regelingen;

d)

Europese toegevoegde waarde en potentiële bijdrage aan het communautaire beleid.

5.   Voorstellen voor acties die in het kader van het communautaire programma moeten worden gefinancierd, zullen worden geselecteerd op basis van het oordeel van onafhankelijke deskundigen. De onafhankelijke deskundigen zullen hiertoe worden uitgenodigd door de Commissie overeenkomstig het bepaalde in artikel 57, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en in artikel 178 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (19).

6.   Indien nodig worden uitvoeringsbepalingen voor dit artikel vastgesteld volgens de in artikel 15, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 10

Deelname van derde landen

Aan het communautaire programma kan worden deelgenomen door:

a)

de EVA-/EER-landen, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de EER-overeenkomst;

b)

geassocieerde landen overeenkomstig de voorwaarden van de respectieve bilaterale overeenkomsten tot vaststelling van de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma's.

Artikel 11

Subsidieovereenkomst

1.   Na goedkeuring van de geselecteerde acties sluit de Commissie subsidieovereenkomsten met de deelnemers aan deze acties overeenkomstig het bepaalde in de relevante artikelen van titel VI van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002. De subsidieovereenkomsten bevatten nadere uitvoeringsbepalingen inzake verslaglegging over en verspreiding, bescherming en benutting van de resultaten van de acties.

2.   De Commissie neemt de nodige maatregelen, met name door middel van technische, administratieve en boekhoudkundige controles ten kantore van de begunstigden, om te controleren dat de verstrekte informatie en bewijsstukken accuraat zijn en dat aan alle verplichtingen uit hoofde van de subsidieovereenkomst is voldaan.

Artikel 12

Technische bijstand

1.   Overeenkomstig artikel 57, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 mag de Commissie wetenschappelijke en technische deskundigen voor de uitvoering van het communautaire programma verzoeken om bijstand, met inbegrip van technisch advies over de voorbereiding van oproepen tot het indienen van voorstellen, voor de beoordeling van technische en financiële verslagen, en voor toezicht, verslaglegging en voorlichtingsdoeleinden.

2.   Op basis van een inschrijvingsprocedure voor overheidsopdrachten overeenkomstig het bepaalde in de relevante artikelen van titel V van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, wordt een dienstenovereenkomst gesloten.

Artikel 13

Communautaire financiële bijdrage

1.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan acties als bedoeld in artikel 5 bedraagt maximaal 50 % van de totale kosten van de actie.

2.   De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan acties als bedoeld in de artikelen 6 en 7 bedraagt maximaal 80 % van de totale kosten van de actie.

3.   De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage van maximaal 100 % van de totale kosten voor bijstand als bedoeld in artikel 9, lid 5 (beoordeling van voorstellen), artikel 12 (technische bijstand) en artikel 14 (evaluatie van het communautaire programma).

4.   Uit rubriek 3 (intern beleid) van de financiële vooruitzichten wordt bijgedragen in de financiering van de acties en de bijstand in het kader van het communautaire programma op grond van deze verordening.

5.   Een indicatieve verdeling van de voor dit communautaire programma beschikbare middelen is opgenomen in bijlage II.

Artikel 14

Evaluatie van het communautaire programma

Na afloop van het communautaire programma wijst de Commissie een groep onafhankelijke deskundigen aan om verslag uit te brengen over uitvoering van deze verordening, om de resultaten te evalueren en om passende aanbevelingen te doen. Het verslag van deze groep wordt, tezamen met de opmerkingen van de Commissie, bij het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité ingediend.

Artikel 15

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité voor de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw („het comité”).

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op een maand.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

4.   Het comité wordt regelmatig over de uitvoering van het communautaire programma ingelicht.

Artikel 16

Intrekking

Verordening (EG) nr. 1467/94 wordt ingetrokken, onverminderd de contractuele verplichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten die partijen op grond van die verordening zijn aangegaan.

Artikel 17

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 26 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

J. WALSH


(1)  PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1.

(2)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1783/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 70).

(3)  PB L 159 van 28.6.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(4)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG (PB L 165 van 3.7.2003, blz. 23).

(5)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG.

(6)  PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).

(7)  PB L 157 van 10.6.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(8)  PB L 157 van 10.6.1992, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.

(9)  PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.

(10)  PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17.

(11)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.

(12)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.

(13)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1829/2003.

(14)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG.

(15)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/61/EG.

(16)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(17)  PB L 74 van 15.3.2002, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 963/2003 (PB L 138 van 5.6.2003, blz. 32).

(18)  PB L 248 van 10.9.2002, blz. 1.

(19)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.


BIJLAGE I

COMMUNAUTAIR PROGRAMMA: IN AANMERKING KOMENDE ACTIES EN GEBIEDEN

1.   In aanmerking komende acties en gebieden

Het communautaire programma heeft betrekking op de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen die momenteel op het grondgebied van de Gemeenschap voorkomen. In aanmerking komende organismen zijn: planten (zaadplanten), dieren (gewervelde dieren en sommige ongewervelde dieren) en micro-organismen.

Zowel actief materiaal als materiaal in rusttoestand (zaden, embryo's, sperma en stuifmeel) valt binnen het toepassingsgebied van het programma. Het omvat zowel collecties ex-situ als collecties in-situ en op het landbouwbedrijf („on farm”). Materiaal van alle types komt in aanmerking, zoals cultivars en inheemse rassen, landrassen, kwekersmateriaal, collecties van genotypes en wilde soorten.

Voorrang wordt gegeven aan soorten die belangrijk zijn voor de landbouw, de tuinbouw of de bosbouw in de Gemeenschap, of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij dat zullen worden.

De voorkeur wordt gegeven aan acties die gericht zijn op het gebruik van genetische hulpbronnen met het oog op:

a)

diversificatie van de landbouwproductie,

b)

verhoging van de productkwaliteit,

c)

duurzaam beheer en gebruik van natuurlijke en agrarische hulpbronnen,

d)

kwalitatieve verbetering van het milieu en het platteland,

e)

ontwikkeling van producten met nieuwe gebruiks- en afzetmogelijkheden.

Bij het inventariseren van collecties en het opzetten van nieuwe collecties wordt er in het kader van het programma naar gestreefd dat specifiek regionale, traditionele kennis en ervaring van de gebruikers (land- en tuinbouwers) over de manier van telen, bijzondere toepassingen, verwerking, smaak en dergelijke mede worden opgenomen. Deze informatie dient niet als lopende tekst, maar moet zoveel mogelijk in gestandaardiseerde vorm geregistreerd worden waardoor de gegevens in een relationele databank opgeslagen en gemakkelijk teruggevonden kunnen worden.

Alle acties in het kader van dit programma moeten in overeenstemming zijn met de communautaire wetgeving betreffende het in de handel brengen van zaaizaad en teeltmateriaal en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst, alsook met de in de Europese Gemeenschap geldende fytosanitaire en zoötechnische regels en regels betreffende de diergezondheid.

Overeenkomstig de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de internationale verbintenissen van de Gemeenschap moeten de nodige maatregelen worden getroffen met het oog op de verbreiding en verwerking van alle resultaten van de werkzaamheden op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw die tot het bereiken van deze doelstellingen en tot het nakomen van deze verbintenissen kunnen bijdragen. Hoofddoel is doeltreffende en praktische ondersteuning te geven aan de huidige en toekomstige eindgebruikers van genetische hulpbronnen in de Europese Gemeenschap.

2.   Uitgesloten acties en gebieden

De hiernavolgende activiteiten komen uitdrukkelijk niet in aanmerking voor financiële steun in het kader van dit programma: theoretische studies, studies om hypothesen te toetsen, studies ter ontwikkeling van instrumenten of technieken, werkzaamheden met onbeproefde technieken of „model”-systemen, alle andere onderzoekwerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden kunnen namelijk in aanmerking worden genomen in het raam van de communautaire kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling. Wel kan een aanpassing van bestaande methoden met betrekking tot een binnen deze verordening vallende activiteit in aanmerking komen voor steun in het kader van het communautaire programma.

Acties die voor steun in aanmerking komen op grond van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie zijn niet subsidiabel.

In het kader van dit programma kan evenmin steun worden toegekend voor verbintenissen die reeds in de lidstaten lopen en/of die subsidiabel zijn op grond van titel II, hoofdstuk VI, van Verordening (EG) nr. 1257/1999, zoals bepaald in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 445/2002. Acties die tot synergie tussen Verordening (EG) nr. 1257/1999 en dit programma leiden, moeten echter worden bevorderd.

Acties met betrekking tot lagere dier- en plantensoorten of micro-organismen, met inbegrip van fungi, komen in het kader van dit programma slechts voor steun in aanmerking wanneer zij op het land zijn geteeld of gekweekt of wanneer ze geschikt zijn om als biologisch bestrijdingsmiddel te worden gebruikt in de landbouw in de ruimste zin van het woord. Op deze regel wordt een uitzondering gemaakt voor het bijzondere geval waarin vaststaat dat er een genspecifieke relatie is tussen parasiet of symbiont en gastheer, en beide organismen in stand moeten worden gehouden. Voor het verzamelen en verkrijgen van materiaal gelden de bovengenoemde prioriteiten.

3.   Soorten acties

De uitvoering van het communautair programma voor de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw omvat gerichte acties, gecoördineerde acties en begeleidende acties. De volgende acties worden gestimuleerd.

3.1.   Gerichte acties

Deze acties met het oog op de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw ex situ, in situ en op het landbouwbedrijf („on-farm”) hebben ten doel op Gemeenschapsniveau regionale of nationale activiteiten te ondersteunen of aan te vullen. De acties zijn grensoverschrijdend (waarbij zo nodig ook rekening gehouden wordt met biogeografische regionale aspecten). In het kader van de acties mag geen steun worden verleend voor de instandhouding van natuurgebieden.

De acties moeten een meerwaarde (verbreiding van kennis, toenemend gebruik, verbetering van de methoden, uitwisseling tussen lidstaten) geven aan de agromilieuregelingen in verband met bedreigde soorten, populaties van herkomst, cultivars of rassen waarvoor reeds nationale of regionale steun verleend wordt (bijvoorbeeld karakterisering van genetische verscheidenheid en genetische afstand tussen de respectieve rassen, gebruik van plaatselijke producten, coördinatie en het zoeken naar raakvlakken tussen de beheerders van de verschillende regelingen).

De acties moeten in de regel worden uitgevoerd door in de Gemeenschap gevestigde deelnemers en in het kader van dit programma gefinancierd worden; in voorkomend geval wordt een partnerschap met organisaties uit andere landen aangegaan. Voorrang wordt gegeven aan acties met twee of meer onderling onafhankelijke deelnemers die in verschillende lidstaten gevestigd zijn. De deelname van NGO's en andere betrokkenen bij de instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf moet worden bevorderd.

De verspreiding en uitwisseling van Europees genetische hulpbronnen moet worden bevorderd om ervoor te zorgen dat het gebruik van te weinig gebruikte soorten en ook van een grote verscheidenheid aan genetische hulpbronnen in een duurzame landbouwproductie toeneemt.

Voor plantaardige genetische hulpbronnen is nu reeds een Europese gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van de nationale genetische-hulpbronnencollecties ex situ (genenbanken), faciliteiten in situ (hulpbronnen) en op basis van nationale inventarissen opgezette databanken beschikbaar of wordt deze nu ontwikkeld in het kader van Epgris. Er moeten nationale inventarissen van collecties ex situ in Europese landen en een Europese internetcatalogus (Eurisco) worden opgesteld en verder worden verbeterd. Daarnaast moeten inventarissen van hulpbronnen (genenreservaten of eenheden voor de instandhouding van genetisch materiaal) worden ontwikkeld.

Een Europese gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van genetische hulpbronnen voor de bosbouw met inbegrip van hulpbronnen in situ (genenreservaten of eenheden voor instandhouding van genetisch materiaal) en collecties ex situ moet worden opgesteld op basis van nationale inventarissen en met inachtneming van de werkzaamheden van het Euforgen-netwerkprogramma.

Voor op landbouwbedrijven bewaarde dierlijke genetische hulpbronnen moet vooral gestreefd worden naar een Europees netwerk van nationale inventarissen betreffende de administratieve aspecten (financieringsbron en — status, situatie van de rassen en de mate waarin ze bedreigd zijn, plaats waar stamboeken worden gehouden, enz.), dat beheerd moet worden overeenkomstig DAD-IS, het informatiesysteem van de FAO voor de mondiale strategie voor het beheer van de genetische hulpbronnen van landbouwhuisdieren (AnGR).

Voor de instandhouding ex situ van dierlijke genetische hulpbronnen (zaad, embryo's) moet op internet een netwerk van nationale inventarissen en een Europese internetcatalogus voor minimale paspoortgegevens worden ontwikkeld. Het is in de eerste plaats de bedoeling een lijst op te stellen van de voorzieningen (opslag en bewaring) voor in de Gemeenschap verzamelde genetische hulpbronnen in de landbouw en deze regelmatig bij te werken en bekend te maken, alsook van de lopende werkzaamheden in verband met de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van deze genetische hulpbronnen. Daarbij kunnen minimale paspoortgegevens van afzonderlijke aanwinsten worden vermeld.

Voor microbiële genetische hulpbronnen moet op internet een netwerk van nationale inventarissen van hulpbronnen ex situ en in situ worden opgezet in het kader van het Europees netwerk van centra voor biologische hulpbronnen (European Biological Resource Centre Network — EBRCN).

Een regelmatige uitwisseling van gegevens tussen de bevoegde organisaties in de lidstaten, met name over de oorsprong en individuele kenmerken van de beschikbare genetische hulpbronnen, moet worden bevorderd. Dit zal het opzetten van een netwerk van nationale inventarissen vergemakkelijken, dat een overzicht zal bieden van de collecties van bewaarde genetische hulpbronnen en van daarmee verband houdende activiteiten in de Gemeenschap. Het netwerk van nationale inventarissen heeft ten doel de communautaire en nationale werkzaamheden te ondersteunen en een zo ruim mogelijke kennis en aanwending van bewaard genetisch materiaal te bevorderen.

De uitgaven voor de opbouw van de capaciteit van NGO's, de opstelling van en het toezicht op de inventarissen, de regelmatige uitwisselingen van gegevens tussen de bevoegde organisaties in de lidstaten en de opstelling van regelmatig verschijnende publicaties en verslagen moeten worden gefinancierd met de in totaal voor de uitvoering van dit programma uitgetrokken middelen.

3.2.   Gecoördineerde acties

Gecoördineerde acties zijn bedoeld om de coördinatie binnen de Gemeenschap van reeds in de lidstaten uitgevoerde afzonderlijke acties (op nationaal, regionaal of plaatselijk vlak) voor de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, de documentatie, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw te verbeteren, vooral door het organiseren van seminars en het voorbereiden van verslagen. Meer in het bijzonder zijn de acties erop gericht de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en de Commissie over thematische vraagstukken te bevorderen en de plaatselijke (op het landbouwbedrijf), regionale of nationale acties en programma's (die in opdracht van de lidstaat of door andere instanties uitgevoerd of gepland worden), met inbegrip van de acties die in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999, Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1) en Verordening (EEG) nr. 2082/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen (2) of Richtlijn 98/95/EG van de Raad van 14 december 1998 houdende wijziging, in het kader van de consolidatie van de interne markt en ten aanzien van genetisch gemodificeerde plantenrassen en plantgenetische hulpbronnen, van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 66/403/EEG, 69/208/EEG, 70/457/EEG en 70/458/EEG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, pootaardappelen, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en groentezaad, en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (3) (kunnen) worden uitgevoerd, beter af te stemmen op elkaar, op de in de hele Gemeenschap toe te passen maatregelen en op de desbetreffende internationale werkwijzen, ontwikkelingen en overeenkomsten. Gecoördineerde acties kunnen ook coördinatiewerkzaamheden van gespecialiseerde technische groepen over thematische vraagstukken (specifieke, plantaardige of dierlijke genetische hulpbronnen) omvatten. De gecoördineerde acties zijn transnationaal.

3.3.   Begeleidende acties

Deze specifieke acties omvatten voorlichtings-, verspreidings- en adviserende acties, onder andere:

het organiseren van seminars, technische conferenties, werkvergaderingen, vergaderingen met NGO's en andere betrokken instanties en belanghebbenden;

opleidingen en maatregelen om de mobiliteit van specialisten te bevorderen;

voorbereiding van technische verslagen;

maatregelen om de benutting van de resultaten door de markt (gebruikers) in de hand te werken.

4.   Gerichte acties: nadere gegevens over de in aanmerking komende deelgebieden

4.1.   Genetische hulpbronnen van landbouwgewassen

1.

Uitbouw op internet van een permanent en breed toegankelijk netwerk van nationale inventarissen van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen (in situ en ex situ); bijwerking en verdere verbetering van de Eurisco;

2.

uitwisseling van gegevens over methoden, technieken en ervaringen op het gebied van activiteiten op het landbouwbedrijf, met inbegrip van gebruiks- en marketingconcepten die de aanplant van te weinig gebruikte gewassen kunnen bevorderen en die kunnen bijdragen tot diversifiëring van de landbouw;

3.

inventaris en documentatie van in situ-hulpbronnen van verwante wilde gewassen die gebruikt worden of nuttig kunnen zijn voor de voedselproductie en in de landbouw;

4.

het opzetten, bijwerken en verbeteren op internet van de Europese centrale databanken voor landbouwgewassen (European Central Crop Databases — ECCDB's) met karakteriserings- en evaluatiegegevens en met een link naar het netwerk van nationale inventarissen en naar de Eurisco-catalogus voor de paspoortgegevens;

5.

het tot stand brengen en op elkaar afstemmen van permanente Europese collecties ex situ op basis van de bestaande nationale of institutionele collecties ex situ, waarbij concepten voor taakverdeling onder de Europese landen bij de instandhouding van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen ten uitvoer worden gelegd;

6.

opbouw en coördinatie van een Europees netwerk van instandhoudings- en demonstratievelden/-tuinen voor bedreigde en te weinig gebruikte genetische hulpbronnen van landbouwgewassen;

7.

karakterisering en evaluatie van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen die voor de Europese landbouw van belang kunnen zijn;

8.

verzameling van genetische hulpbronnen van landbouwgewassen die voor de Europese landbouw van belang kunnen zijn, in overeenstemming met internationale voorschriften en verplichtingen.

4.2.   Genetische hulpbronnen van bosbouwgewassen

1.

Het opzetten op internet van een permanent en breed toegankelijk netwerk van nationale inventarissen van genetische hulpbronnen voor de bosbouw die voor duurzaam bosbeheer in Europa gebruikt worden of nuttig kunnen zijn;

2.

Uitwisseling van gegevens over werkwijzen, technieken en ervaringen op het gebied van instandhouding en beheer van geetische hulpbronnen van bosbouwgewassen;

3.

beoordeling en ontwikkeling van de beste operationele beheerspraktijk voor genetisch bosbouwmateriaal en opname van hiermee verband houdende werkzaamheden in nationale bosbouwprogramma's;

4.

totstandbrenging van Europese netwerken van representatieve genenreservaten of eenheden voor de instandhouding van genen ten behoeve van bepaalde doelsoorten om instandhouding en karakterisering op Europees niveau te verbeteren;

5.

evaluatie van genetische bosbouwhulpbronnen op het niveau van soort en herkomst (met inbegrip van de evaluatie van lopende herkomstproeven) die voor een duurzaam bosbeheer in Europa waardevol kunnen zijn;

6.

totstandbrenging en coördinatie van collecties om in de gehele Europese Gemeenschap het gebruik van genetische hulpbronnen voor bebossing, herbebossing, bosherstel en veredeling te bevorderen;

7.

verzameling van genetische bosbouwhulpbronnen die voor Europa van belang kunnen zijn.

4.3.   Dierlijke genetische hulpbronnen

1.

Het opzetten op internet van een permanent en breed toegankelijk Europees netwerk van nationale inventarissen van dierlijke genetische hulpbronnen ex situ en in situ/op het landbouwbedrijf met inachtneming van de werkzaamheden in het kader van het Europese netwerk van nationale coördinatoren voor dierlijke genetische hulpbronnen en met een link naar het DAD-IS-systeem van de FAO;

2.

vaststelling van voor heel Europa geldende genormaliseerde en vergelijkbare criteria voor het vastleggen van nationale prioriteiten op het gebied van duurzame instandhouding en aanwending van dierlijke genetische hulpbronnen en van daarmee verband houdende eisen inzake internationale samenwerking;

3.

totstandbrenging van Europese collecties van gecryoconserveerde dierlijke genetische hulpbronnen op basis van nationale of institutionele gecryoconserveerde collecties;

4.

karakterisering en evaluatie van dierlijke genetische hulpbronnen (soorten en rassen) die voor de voedselproductie en de landbouw gebruikt worden of nuttig kunnen zijn;

5.

vastlegging van een Europees genormaliseerd prestatietoetsensysteem voor dierlijke genetische hulpbronnen in de landbouw en documentatie van de kenmerken van bedreigde rassen en populaties van landbouwhuisdieren;

6)

totstandbrenging en coördinatie van een Europees netwerk van instandhoudingsboerderijen, reddingscentra en dierenparken voor bedreigde Europese rassen van landbouwhuisdieren;

7.

ontwikkeling van gemeenschappelijke grensoverschrijdende fokprogramma's voor bedreigde rassen en populaties. Vaststelling van regels voor de uitwisseling van gegevens, genetisch materiaal en fokdieren;

8.

ontwikkeling van strategieën om de rentabiliteit van landrassen te verhogen en zodoende een nauwere samenhang met de typische producten daarvan tot stand te brengen, en om de waarde van de landrassen wegens hun bijdrage op milieugebied (bv. landschapsbehoud, beheer van landbouwecosystemen) en aan het multifunctionele karakter van de landbouw (bv. instandhouding van de culturele verscheidenheid van het platteland, plattelandsontwikkeling en - toerisme, enz.) te definiëren en te verhogen;

9.

ontwikkeling van strategieën om de aanwending van te weinig gebruikte dierlijke genetische hulpbronnen die voor Europa van belang kunnen zijn, te bevorderen.


(1)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(2)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.

(3)  PB L 25 van 1.2.1999, blz. 1.


BIJLAGE II

INDICATIEVE VERDELING VAN DE FINANCIËLE MIDDELEN VOOR HET COMMUNAUTAIRE PROGRAMMA

 

%

Acties

90

Gerichte acties

73

voor de instandhouding, de karakterisering, en verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw ex situ en in situ om op Gemeenschapsniveau regionale of nationale activiteiten te ondersteunen of aan te vullen;

(53)

voor de ontwikkeling van een Europese gedecentraliseerde, permanente en breed toegankelijke inventaris op internet van genetische hulpbronnen in de landbouw (meer in het bijzonder de oorsprong en kenmerken ervan), instandhoudingsactiviteiten, faciliteiten en databanken die momenteel in de Gemeenschap beschikbaar zijn of ontwikkeld worden.

(20)

Gecoördineerde acties

9

Uitwisseling van gegevens over thematische vraagstukken ter verbetering van de coördinatie van nationale acties en programma's, alsook om deze beter af te stemmen op de communautaire maatregelen en op het verloop van de internationale onderhandelingen.

 

Begeleidende acties

8

Voorlichtings-, verspreidings- en adviserende acties, met inbegrip van seminars, technische conferenties, vergaderingen met NGO's en andere relevante belanghebbenden, opleidingen en de voorbereiding van technische verslagen.

 

Technische bijstand en raadpleging van deskundigen (evaluatie)

10 (8 + 2)

Totaal

100


30.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/12


RICHTLIJN 2004/83/EG VAN DE RAAD

van 29 april 2004

inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 63, eerste alinea, punt 1, onder c), punt 2, onder a), en punt 3, onder a),

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (3),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een gemeenschappelijk asielbeleid, met inbegrip van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel, behoort tot de doelstelling van de Europese Unie geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen die openstaat voor degenen die onder druk van de omstandigheden op legale wijze om bescherming in de Gemeenschap verzoeken.

(2)

De Europese Raad is tijdens zijn bijzondere bijeenkomst in Tampere op 15 en 16 oktober 1999 overeengekomen te streven naar de invoering van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel dat stoelt op de volledige en niet-restrictieve toepassing van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 („Verdrag van Genève”), zoals aangevuld door het Protocol van New York van 31 januari 1967 („Protocol”), en zo het verbod tot uitzetting of terugleiding (non-refoulement) te handhaven en te garanderen dat niemand naar het land van vervolging wordt teruggestuurd.

(3)

Het Verdrag van Genève en het Protocol vormen de hoeksteen van het internationale rechtsstelsel ter bescherming van vluchtelingen.

(4)

Volgens de conclusies van Tampere dient een gemeenschappelijk Europees asielstelsel op korte termijn op elkaar afgestemde regels te omvatten inzake de toekenning en de inhoud van de vluchtelingenstatus.

(5)

De conclusies van Tampere houden tevens in, dat de bepalingen ten aanzien van de vluchtelingenstatus moeten worden aangevuld met maatregelen inzake subsidiaire vormen van bescherming die eenieder die een dergelijke bescherming behoeft een passende status verlenen.

(6)

Het hoofddoel van deze richtlijn is te verzekeren dat er in alle lidstaten een minimaal niveau aan bescherming wordt geboden aan personen die werkelijk bescherming behoeven omdat zij redelijkerwijze niet erop kunnen vertrouwen dat hun land van herkomst of het land van de gewone verblijfplaats deze bescherming verstrekt.

(7)

De onderlinge aanpassing van bepalingen inzake de erkenning en de inhoud van de vluchtelingenstatus en de subsidiaire bescherming dient ertoe bij te dragen de secundaire migratie van asielzoekers tussen de lidstaten te beperken, voorzover deze migratie louter door verschillen in de wetgevingen wordt veroorzaakt.

(8)

Het ligt in de aard van minimumnormen, dat de lidstaten ten aanzien van onderdanen van derde landen en staatlozen die om internationale bescherming van een lidstaat verzoeken, gunstiger bepalingen kunnen treffen of in stand houden, mits het desbetreffende verzoek door een vluchteling in de zin van artikel 1 A van het Verdrag van Genève of door een persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, wordt geacht te zijn ingediend.

(9)

Onderdanen van derde landen of staatlozen die op het grondgebied van de lidstaten mogen blijven om redenen die geen verband houden met een behoefte aan internationale bescherming, maar, op discretionaire basis, uit mededogen of op humanitaire gronden, vallen niet onder deze richtlijn.

(10)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. In het bijzonder tracht deze richtlijn de menselijke waardigheid, het recht op asiel van asielzoekers en hun begeleidende familieleden en de bescherming bij verwijdering, uitzetting en uitlevering op grond van de artikelen 1, 18 en 19 van het Handvest ten volle te eerbiedigen.

(11)

Met betrekking tot de behandeling van personen die onder de werkingssfeer van deze richtlijn vallen, zijn de lidstaten gebonden aan de verplichtingen uit hoofde van de instrumenten van internationaal recht waarbij zij partij zijn en die discriminatie verbieden.

(12)

Het „belang van het kind” dient bij de uitvoering van deze richtlijn een van de hoofdoverwegingen van de lidstaten te zijn.

(13)

Deze richtlijn geldt onverminderd het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol inzake asiel voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie.

(14)

De erkenning van de vluchtelingenstatus heeft declaratoire kracht.

(15)

Het Handboek over procedures en criteria voor het bepalen van de vluchtelingenstatus van het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor vluchtelingen bevat voor de lidstaten waardevolle aanwijzingen bij het vaststellen van de vluchtelingenstatus overeenkomstig artikel 1 van het Verdrag van Genève.

(16)

Er dienen minimumnormen voor de omschrijving en de inhoud van de vluchtelingenstatus te worden vastgesteld om de bevoegde nationale instanties van de lidstaten bij de toepassing van het Verdrag van Genève voor te lichten.

(17)

Het is noodzakelijk gemeenschappelijke begrippen in te voeren van de criteria op grond waarvan asielzoekers als vluchtelingen in de zin van artikel 1 van het Verdrag van Genève worden aangemerkt.

(18)

Met name is het nodig tot gemeenschappelijke begrippen te komen ten aanzien van de behoefte aan bescherming ter plaatse; de oorsprong van schade en bescherming; en binnenlandse bescherming en vervolging, met inbegrip van de redenen van de vervolging.

(19)

Bescherming wordt niet alleen geboden door de staat, maar ook door partijen of organisaties, met inbegrip van internationale organisaties, die voldoen aan de criteria van deze richtlijn, leden 2 en 3, en die een regio of een deel van enige omvang van het grondgebied van de staat beheersen.

(20)

Met name is het nodig dat de lidstaten bij de beoordeling van aanvragen om internationale bescherming van minderjarigen, met specifiek op kinderen gerichte vormen van vervolging rekening houden, zoals het ronselen van kinderen voor strijdkrachten, mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting en dwangarbeid.

(21)

Met name is het nodig tot een gemeenschappelijke opvatting te komen aangaande de vervolgingsgrond „het behoren tot een bepaalde sociale groep”, die zodanig moet worden uitgelegd dat daaronder zowel groepen vallen die kunnen worden gedefinieerd op grond van bepaalde fundamentele kenmerken, zoals geslacht of seksuele gerichtheid, als groepen, zoals vakbonden, die uit personen bestaan die een achtergrond of gemeenschappelijke eigenschappen bezitten, die dermate fundamenteel is voor de identiteit of de morele integriteit dat van deze personen niet mag worden gedwongen het lidmaatschap van die groep op te geven.

(22)

Handelingen welke in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties zijn omschreven in de preambule en de artikelen 1 en 2 van het Handvest van de Verenigde Naties, en zijn onder andere neergelegd in de resoluties van de Verenigde Naties betreffende maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, waarin wordt verklaard dat „terroristische daden, methoden en werkwijzen strijdig zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties”, en dat het doelbewust financieren en plannen van en het aanzetten tot terroristische daden eveneens strijdig zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties.

(23)

Als bedoeld in artikel 14, kan het begrip „status” ook de vluchtelingenstatus omvatten.

(24)

Tevens dienen minimumnormen te worden vastgesteld voor de omschrijving en inhoud van subsidiaire bescherming. De subsidiaire beschermingsregeling moet de in het Verdrag van Genève vastgelegde regeling ter bescherming van vluchtelingen aanvullen.

(25)

Er dienen criteria te worden vastgesteld om degenen die om internationale bescherming verzoeken, als personen te erkennen die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komen. Deze criteria dienen in overeenstemming te zijn met de internationale verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van instrumenten op het gebied van de mensenrechten en met de bestaande praktijken in de lidstaten.

(26)

Gevaren waaraan de bevolking van een land of een deel van de bevolking in het algemeen is blootgesteld, vormen normaliter op zich geen individuele bedreiging die als ernstige schade kan worden aangemerkt.

(27)

Zich ervan bewust dat de gezinsleden louter door hun verwantschap met de vluchteling normaal gezien op zodanige wijze kwetsbaar zijn voor daden van vervolging dat zulks een grond voor de toekenning van de status van vluchteling zou kunnen vormen.

(28)

Het begrip nationale veiligheid en openbare orde heeft ook betrekking op gevallen waarin een onderdaan van een derde land behoort tot een vereniging die steun verleent aan het internationale terrorisme of een dergelijke vereniging steunt.

(29)

De voordelen die aan de gezinsleden van personen met subsidiaire bescherming worden toegekend, hoeven niet noodzakelijkerwijs dezelfde te zijn als die welke aan de statushouder worden toegekend, doch moeten in vergelijking daarmee wel billijk zijn.

(30)

Binnen de grenzen van hun internationale verplichtingen kunnen de lidstaten bepalen dat alvorens voordelen inzake de toegang tot werkgelegenheid, sociale zekerheid, gezondheidszorg en integratievoorzieningen kunnen worden toegekend, een verblijfstitel overeenkomstig artikel 22 moet zijn afgegeven.

(31)

Deze richtlijn is niet van toepassing op financiële voordelen die door de lidstaten worden toegekend om onderwijs en opleiding te bevorderen.

(32)

Er dient rekening te worden gehouden met de praktische problemen die personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus ondervinden bij het waarmerken van hun buitenlandse diploma's, getuigschriften of andere bewijzen van officiële kwalificaties.

(33)

Met name om sociale problemen te voorkomen is het dienstig dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus in het kader van de sociale bijstand zonder discriminatie passende sociale voorzieningen en bestaansmiddelen ontvangen.

(34)

Wat sociale bijstand en gezondheidszorg betreft moeten de gedetailleerde bepalingen inzake de verstrekking van de fundamentele prestaties in de nationale wetgeving worden vastgesteld. De mogelijkheid om de prestaties voor personen met de subsidiaire-beschermingsstatus te beperken tot de fundamentele prestaties moet zodanig worden opgevat dat hieronder ten minste is begrepen minimale inkomenssteun, steun bij ziekte, bij zwangerschap en bij hulpverlening aan ouders, in de mate waarin deze overeenkomstig de wetgeving van de betreffende lidstaat aan eigen onderdanen worden toegekend.

(35)

Personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus behoren toegang te krijgen tot lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg.

(36)

De uitvoering van deze richtlijn dient met regelmatige tussenpozen te worden geëvalueerd, met name rekening houdend met de ontwikkeling van de internationale verplichtingen van de lidstaten inzake non-refoulement, met de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in de lidstaten alsook met de ontwikkeling van de gemeenschappelijke basisbeginselen op het stuk van de integratie.

(37)

Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde richtlijn, namelijk minimumnormen vast te stellen voor de toekenning door de lidstaten van internationale bescherming aan onderdanen van derde landen en staatlozen en de inhoud van de verleende bescherming, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van de voorgestelde maatregel beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de onderhavige richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(38)

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft het Verenigd Koninkrijk bij brief van 28 januari 2002 kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn.

(39)

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft Ierland bij brief van 13 februari 2002 kennis gegeven van zijn wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn.

(40)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze richtlijn en is deze richtlijn niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp en werkingssfeer

Het doel van deze richtlijn is minimumnormen vast te stellen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, alsmede de inhoud van de verleende bescherming.

Artikel 2

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„internationale bescherming”: de vluchtelingenstatus en de subsidiaire bescherming zoals omschreven in de punten d) en f);

b)

„Verdrag van Genève”: het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen dat op 28 juli 1951 te Genève tot stand is gekomen, zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967;

c)

„vluchteling”: een onderdaan van een derde land die zich wegens een gegronde vrees voor vervolging om redenen van ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep, buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit en de bescherming van dat land niet kan of, wegens deze vrees, niet wil inroepen, dan wel een staatloze die zich om dezelfde reden buiten het land bevindt waar hij vroeger gewoonlijk verbleef en daarheen niet kan, dan wel wegens genoemde vrees niet wil terugkeren, en op wie artikel 12 niet van toepassing is;

d)

„vluchtelingenstatus”: de erkenning door een lidstaat van een onderdaan van een derde land of een staatloze als vluchteling;

e)

„persoon die voor de subsidiaire-beschermingsstatus in aanmerking komt”: een onderdaan van een derde land of een staatloze die niet voor de vluchtelingenstatus in aanmerking komt, doch ten aanzien van wie er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat, wanneer hij naar zijn land van herkomst, of in het geval van een staatloze, naar het land waar hij vroeger gewoonlijk verbleef, terugkeert, een reëel risico zou lopen op ernstige schade als omschreven in artikel 15, en op wie artikel 17, leden 1 en 2, niet van toepassing is, en die zich niet onder de bescherming van dat land kan of, wegens dat risico, wil stellen;

f)

„subsidiaire-beschermingsstatus”, de erkenning door een lidstaat van een onderdaan van een derde land of een staatloze als een persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt;

g)

„verzoek om internationale bescherming”: een verzoek van een onderdaan van een derde land of een staatloze om bescherming van een lidstaat die kennelijk de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus wenst en niet uitdrukkelijk verzoekt om een andere, niet onder deze richtlijn vallende vorm van bescherming waarom afzonderlijk kan worden gevraagd;

h)

„gezinsleden”: voorzover het gezin reeds bestond in het land van herkomst, de volgende leden van het gezin van de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend die in verband met het verzoek om internationale bescherming in dezelfde lidstaat aanwezig zijn:

de echtgenoot van de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend of diens niet-gehuwde partner met wie hij een duurzame relatie onderhoudt, indien de wetgeving of de praktijk van de betrokken lidstaat ongehuwde paren krachtens zijn vreemdelingenwetgeving op een vergelijkbare wijze behandelt als gehuwde paren;

de minderjarige kinderen van de bij het eerste gedachtestreepje bedoelde paren of de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, mits zij ongehuwd zijn en ten laste komen, ongeacht de vraag of zij naar nationaal recht wettige, buitenechtelijke of geadopteerde kinderen zijn;

i)

„niet-begeleide minderjarigen”: onderdanen van derde landen en staatlozen jonger dan 18 jaar die zonder begeleiding van een voor hen hetzij wettelijk, hetzij volgens het gewoonterecht verantwoordelijke volwassene op het grondgebied van de lidstaten aankomen, zolang zij niet daadwerkelijk onder de hoede van een dergelijke volwassene zijn gesteld. Ook vallen onder deze definitie minderjarigen die, nadat zij het grondgebied van de lidstaten zijn binnengekomen, zonder begeleiding zijn komen te verkeren;

j)

„verblijfstitel”: iedere door de instanties van een lidstaat overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat verstrekte vergunning of machtiging op grond waarvan een onderdaan van een derde land of staatloze op het grondgebied van die lidstaat mag verblijven;

k)

„land van herkomst”: het land of de landen van de nationaliteit of, voor staatlozen, van de vroegere gewone verblijfplaats.

Artikel 3

Gunstiger normen

De lidstaten kunnen ter bepaling van wie als vluchteling of als voor subsidiaire bescherming in aanmerking komend persoon wordt erkend en ter bepaling van de inhoud van de internationale bescherming, gunstiger normen vaststellen of handhaven indien die met deze richtlijn verenigbaar zijn.

HOOFDSTUK II

BEOORDELING VAN VERZOEKEN OM INTERNATIONALE BESCHERMING

Artikel 4

Beoordeling van feiten en omstandigheden

1.   De lidstaten mogen van de verzoeker verlangen dat hij alle elementen ter staving van het verzoek om internationale bescherming zo spoedig mogelijk indient. De lidstaat heeft tot taak om de relevante elementen van het verzoek in samenwerking met de verzoeker te beoordelen.

2.   De in lid 1 bedoelde elementen bestaan in de verklaringen van de verzoeker en alle documentatie in het bezit van de verzoeker over zijn leeftijd, achtergrond, ook die van relevante familieleden, identiteit, nationaliteit(en), land(en) en plaats(en) van eerder verblijf, eerdere asielverzoeken, reisroutes, identiteits- en reisdocumenten en de redenen waarom hij een verzoek om internationale bescherming indient.

3.   De beoordeling van een verzoek om internationale bescherming moet plaatsvinden op individuele basis en houdt onder meer rekening met:

a)

alle relevante feiten in verband met het land van herkomst op het tijdstip waarop een beslissing inzake het verzoek wordt genomen met inbegrip van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van het land van herkomst en de wijze waarop deze worden toegepast;

b)

de door de verzoeker afgelegde verklaring en overgelegde documenten, samen met informatie over de vraag of de verzoeker aan vervolging of andere ernstige schade is blootgesteld dan wel blootgesteld zou kunnen worden;

c)

de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, waartoe factoren behoren zoals achtergrond, geslacht en leeftijd, teneinde te beoordelen of op basis van de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, de daden waaraan hij blootgesteld is of blootgesteld zou kunnen worden, met vervolging of ernstige schade overeenkomen;

d)

de vraag of zijn activiteiten, sedert hij zijn land heeft verlaten, uitsluitend ten doel hadden de nodige voorwaarden te scheppen om een verzoek om internationale bescherming te kunnen indienen, teneinde na te gaan of de betrokkene, in geval van terugkeer naar dat land, door die activiteiten aan vervolging of ernstige schade zal worden blootgesteld;

e)

de vraag of in redelijkheid kan worden verwacht dat de verzoeker zich onder de bescherming kan stellen van een ander land waar hij zich op zijn staatsburgerschap kan beroepen.

4.   Het feit dat de verzoeker in het verleden reeds is blootgesteld aan vervolging of aan ernstige schade of dat hij rechtstreeks is bedreigd met dergelijke vervolging of dergelijke schade, is een duidelijke aanwijzing dat de vrees van de verzoeker voor vervolging gegrond is en het risico op het lijden van ernstige schade reëel is, tenzij er goede redenen zijn om aan te nemen dat die vervolging of ernstige schade zich niet opnieuw zal voordoen.

5.   Wanneer lidstaten het beginsel toepassen, volgens welk het de taak van de verzoeker is zijn verzoek om internationale bescherming te staven, wordt de verzoeker ondanks het eventuele ontbreken van bewijsmateriaal voor een aantal van de verklaringen van de verzoeker, geloofwaardig geacht en wordt hem het voordeel van de twijfel gegund, wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de verzoeker heeft een oprechte inspanning geleverd om zijn verzoek te staven;

b)

alle relevante elementen waarover de verzoeker beschikt, zijn overgelegd, of er is een bevredigende verklaring gegeven omtrent het ontbreken van andere relevante elementen;

c)

de verklaringen van de verzoeker zijn samenhangend en aannemelijk bevonden en zijn niet in strijd met beschikbare algemene en specifieke informatie die relevant is voor zijn verzoek;

d)

de verzoeker heeft zijn verzoek om internationale bescherming zo spoedig mogelijk ingediend, tenzij hij goede redenen kan aanvoeren waarom hij dit heeft nagelaten, en

e)

vast is komen te staan dat de verzoeker in grote lijnen als geloofwaardig kan worden beschouwd.

Artikel 5

Ter plaatse ontstane behoefte aan internationale bescherming

1.   Een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op het lijden van ernstige schade kan gegrond zijn op gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden nadat de verzoeker het land van herkomst heeft verlaten.

2.   Een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op het lijden van ernstige schade kan gegrond zijn op activiteiten van de verzoeker sedert hij het land van herkomst heeft verlaten, met name wanneer wordt vastgesteld dat de betrokken activiteiten de uitdrukking en de voortzetting vormen van overtuigingen of strekkingen die de betrokkene in het land van herkomst aanhing.

3.   Onverminderd het Verdrag van Genève, kunnen de lidstaten vaststellen dat een verzoeker die een herhaalde aanvraag indient, normaliter niet de vluchtelingenstatus wordt verleend indien het risico van vervolging gegrond is op omstandigheden die de verzoeker zelf heeft veroorzaakt nadat hij het land van herkomst heeft verlaten.

Artikel 6

Actoren van vervolging of ernstige schade

Actoren van vervolging of ernstige schade kunnen onder meer zijn:

a)

de staat;

b)

partijen of organisaties die de staat of een aanzienlijk deel van zijn grondgebied beheersen;

c)

niet-overheidsactoren, indien kan worden aangetoond dat de actoren als bedoeld in de punten a) en b), inclusief internationale organisaties, geen bescherming als bedoeld in artikel 7 kunnen of willen bieden tegen vervolging of ernstige schade.

Artikel 7

Actoren van bescherming

1.   Bescherming kan worden geboden door:

a)

de staat, of

b)

partijen of organisaties, inclusief internationale organisaties, die de staat of een aanzienlijk deel van zijn grondgebied beheersen.

2.   In het algemeen wordt bescherming geboden wanneer de actoren als bedoeld in lid 1 redelijke maatregelen tot voorkoming van vervolging of het lijden van ernstige schade treffen, onder andere door de instelling van een doeltreffend juridisch systeem voor de opsporing, gerechtelijke vervolging en bestraffing van handelingen die vervolging of ernstige schade vormen, en wanneer de verzoeker toegang tot een dergelijke bescherming heeft.

3.   Bij het beoordelen of een internationale organisatie een staat of een aanzienlijk deel van zijn grondgebied beheerst en bescherming verleent als omschreven in lid 2, houden de lidstaten rekening met de richtsnoeren die worden gegeven in toepasselijke Raadsbesluiten.

Artikel 8

Binnenlandse bescherming

1.   Als onderdeel van de beoordeling van het verzoek om internationale bescherming kunnen de lidstaten vaststellen dat een verzoeker geen behoefte heeft aan internationale bescherming, indien er in een deel van het land van herkomst geen gegronde vrees bestaat voor vervolging of geen reëel risico op ernstige schade, en van de verzoeker redelijkerwijs kan worden verwacht dat hij in dat deel van het land blijft.

2.   Bij de beoordeling of een deel van het land van herkomst aan de in lid 1 genoemde voorwaarden voldoet, houden de lidstaten bij hun beslissing over het verzoek rekening met de algemene omstandigheden in dat deel van het land en met de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker op het tijdstip waarop een beslissing inzake het verzoek wordt genomen.

3.   Lid 1 kan van toepassing zijn ondanks het feit dat er technische belemmeringen bestaan om terug te keren naar het land van herkomst.

HOOFDSTUK III

VOORWAARDEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN DE VLUCHTELINGENSTATUS

Artikel 9

Daden van vervolging

1.   Daden van vervolging in de zin van artikel 1 A van het Verdrag van Genève moeten:

a)

zo ernstig van aard zijn of zo vaak voorkomen dat zij een ernstige schending vormen van de grondrechten van de mens, met name de rechten ten aanzien waarvan geen afwijking mogelijk is uit hoofde van artikel 15, lid 2, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

b)

een samenstel zijn van verschillende maatregelen, waaronder mensenrechtenschendingen, die voldoende ernstig zijn om iemand op een soortgelijke wijze te treffen als omschreven in punt a).

2.   Daden van vervolging in de zin van lid 1 kunnen onder meer de vorm aannemen van:

a)

daden van lichamelijk of geestelijk geweld, inclusief seksueel geweld;

b)

wettelijke, administratieve, politiële en/of gerechtelijke maatregelen die op zichzelf discriminerend zijn of op discriminerende wijze worden uitgevoerd;

c)

onevenredige of discriminerende vervolging of bestraffing;

d)

ontneming van de toegang tot rechtsmiddelen, waardoor een onevenredig zware of discriminerende straf wordt opgelegd;

e)

vervolging of bestraffing wegens de weigering militaire dienst te vervullen tijdens een conflict, wanneer het vervullen van militaire dienst strafbare feiten of handelingen inhoudt die onder de uitsluitingsclausule van artikel 12, lid 2 vallen;

f)

daden van genderspecifieke of kindspecifieke aard.

3.   Overeenkomstig artikel 2, punt c), moet er een verband zijn tussen de in artikel 10 genoemde redenen en de daden die als vervolging worden aangemerkt in de zin van lid 1.

Artikel 10

Gronden van vervolging

1.   Bij de beoordeling van de gronden van vervolging houden de lidstaten rekening met de volgende elementen:

a)

het begrip „ras” omvat met name de aspecten huidskleur, afkomst of het behoren tot een bepaalde etnische groep;

b)

het begrip „godsdienst” omvat met name theïstische, niet-theïstische en atheïstische geloofsovertuigingen, het deelnemen aan of het zich onthouden van formele erediensten in de particuliere of openbare sfeer, hetzij alleen of in gemeenschap met anderen, andere religieuze activiteiten of uitingen, dan wel vormen van persoonlijk of gemeenschappelijk gedrag die op een godsdienstige overtuiging zijn gebaseerd of daardoor worden bepaald;

c)

het begrip „nationaliteit” is niet beperkt tot staatsburgerschap of het ontbreken daarvan, maar omvat met name ook het behoren tot een groep die wordt bepaald door haar culturele, etnische of linguïstische identiteit, door een gemeenschappelijke geografische of politieke oorsprong of door verwantschap met de bevolking van een andere staat;

d)

een groep wordt geacht een specifieke sociale groep te vormen als met name:

leden van de groep een aangeboren kenmerk vertonen of een gemeenschappelijke achtergrond hebben die niet gewijzigd kan worden, of een kenmerk of geloof delen dat voor de identiteit of de morele integriteit van de betrokkenen dermate fundamenteel is, dat van de betrokkenen niet mag worden geëist dat zij dit opgeven, en

de groep in het betrokken land een eigen identiteit heeft, omdat zij in haar directe omgeving als afwijkend wordt beschouwd.

Afhankelijk van de omstandigheden in het land van herkomst kan een specifieke sociale groep een groep zijn die als gemeenschappelijk kenmerk seksuele gerichtheid heeft. Seksuele gerichtheid omvat geen handelingen die volgens het nationale recht van de lidstaten als strafbaar worden beschouwd. Genderaspecten kunnen in overweging worden genomen, maar zijn op zichzelf geen aanleiding voor de toepassing van dit artikel;

e)

het begrip „politieke overtuiging” houdt met name in dat de betrokkene een opvatting, gedachte of mening heeft betreffende een aangelegenheid die verband houdt met de in artikel 6 genoemde actoren van vervolging en hun beleid of methoden, ongeacht of de verzoeker zich in zijn handelen door deze opvatting, gedachte of mening heeft laten leiden.

2.   Bij het beoordelen of de vrees van de verzoeker voor vervolging gegrond is, doet het niet terzake of de verzoeker in werkelijkheid de raciale, godsdienstige, nationale, sociale of politieke kenmerken vertoont die aanleiding geven tot de vervolging indien deze kenmerken hem door de actor van de vervolging worden toegeschreven.

Artikel 11

Beëindiging

1.   Een onderdaan van een derde land of staatloze houdt op vluchteling te zijn wanneer hij:

a)

vrijwillig opnieuw de bescherming inroept van het land van zijn nationaliteit; of

b)

na verlies van zijn nationaliteit deze vrijwillig opnieuw heeft verworven; of

c)

een nieuwe nationaliteit heeft verworven en de bescherming geniet van het land van zijn nieuwe nationaliteit; of

d)

zich vrijwillig opnieuw gevestigd heeft in het land dat hij had verlaten of waarbuiten hij zich bevond uit vrees voor vervolging; of

e)

omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling werd erkend, hebben opgehouden te bestaan, niet langer kan weigeren zich onder de bescherming te stellen van het land van zijn nationaliteit;

f)

indien hij geen nationaliteit bezit, kan terugkeren naar het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, omdat de omstandigheden in verband waarmee hij als vluchteling is erkend, hebben opgehouden te bestaan.

2.   Bij de toepassing van de punten e) en f), van lid 1, dienen de lidstaten na te gaan of de verandering van de omstandigheden een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft om de gegronde vrees van de vluchteling voor vervolging weg te nemen.

Artikel 12

Uitsluiting

1.   Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van de vluchtelingenstatus wanneer:

a)

hij onder artikel 1 D van het Verdrag van Genève valt, dat betrekking heeft op het genieten van bescherming of bijstand van andere organen of instellingen van de Verenigde Naties dan de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen. Is die bescherming of bijstand om welke reden ook opgehouden zonder dat de positie van de betrokkene definitief geregeld is in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de algemene vergadering van de Verenigde Naties, dan heeft de betrokkene op grond van dit feit recht op de voorzieningen uit hoofde van deze richtlijn;

b)

hij door de bevoegde autoriteiten van het land waar hij zich heeft gevestigd, beschouwd wordt de rechten en verplichtingen te hebben, welke met het bezit van de nationaliteit van dat land verbonden zijn, of daarmee gelijkwaardige rechten en verplichtingen.

2.   Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van de vluchtelingenstatus wanneer er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat:

a)

hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft begaan, zoals omschreven in de internationale overeenkomsten die zijn opgesteld om bepalingen met betrekking tot deze misdrijven in het leven te roepen;

b)

hij buiten het land van toevlucht een ernstig, niet-politiek misdrijf heeft begaan voordat hij tot dit land als vluchteling is toegelaten, dat wil zeggen vóór de afgifte van een verblijfsvergunning op grond van de toekenning van de vluchtelingenstatus; bijzonder wrede handelingen kunnen, zelfs indien zij met een beweerd politiek oogmerk zijn uitgevoerd, als ernstige, niet-politieke misdrijven aangemerkt worden;

c)

hij zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen welke in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties als vervat in de preambule en de artikelen 1 en 2 van het Handvest van de Verenigde Naties.

3.   Lid 2 is van toepassing op personen die aanzetten tot of anderszins deelnemen aan de in dat lid genoemde misdrijven of daden.

HOOFDSTUK IV

VLUCHTELINGENSTATUS

Artikel 13

Verlening van de vluchtelingenstatus

De lidstaten verlenen de vluchtelingenstatus aan een onderdaan van een derde land of staatloze die overeenkomstig de hoofdstukken II en III als vluchteling wordt erkend.

Artikel 14

Intrekking, beëindiging of weigering tot verlenging van de vluchtelingenstatus

1.   Met betrekking tot verzoeken om internationale bescherming die worden ingediend na de inwerkingtreding van deze richtlijn, trekken de lidstaten de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie verleende vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze in, beëindigen zij deze of weigeren zij deze te verlengen indien hij volgens de criteria van artikel 11 geen vluchteling meer is.

2.   Onverminderd de plicht van de vluchteling uit hoofde van artikel 4, lid 1, om melding te maken van alle relevante feiten en alle relevante documenten waarover hij beschikt, over te leggen, toont de lidstaat die de vluchtelingenstatus heeft verleend per geval aan dat de betrokken persoon geen vluchteling meer is of dat nooit geweest is, overeenkomstig lid 1.

3.   De lidstaten trekken de vluchtelingenstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze in, beëindigen deze of weigeren deze te verlengen, indien, nadat hem de vluchtelingenstatus is verleend, door de betrokken lidstaat wordt vastgesteld dat

a)

hij op grond van artikel 12 van de vluchtelingenstatus uitgesloten is of had moeten zijn;

b)

hij feiten verkeerd heeft weergegeven of heeft achtergehouden, of valse documenten heeft gebruikt, en dit doorslaggevend is geweest voor de verlening van de vluchtelingenstatus.

4.   De lidstaten kunnen de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie aan een vluchteling verleende status intrekken, beëindigen of weigeren te verlengen wanneer:

a)

er goede redenen bestaan om hem te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt;

b)

hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf en een gevaar vormt voor de gemeenschap van die lidstaat.

5.   De lidstaten mogen onder de in lid 4 omschreven omstandigheden besluiten geen status te verlenen aan een vluchteling wanneer nog geen besluit in die zin is genomen.

6.   Personen op wie lid 4 of lid 5 van toepassing is, genieten de rechten die zijn vastgelegd in de artikelen 3, 4, 16, 22, 31, 32 en 33 van het Verdrag van Genève of daarmee vergelijkbare rechten, voorzover zij in de lidstaat aanwezig zijn.

HOOFDSTUK V

VOORWAARDEN OM IN AANMERKING TE KOMEN VOOR SUBSIDIAIRE BESCHERMING

Artikel 15

Ernstige schade

Ernstige schade bestaat uit:

a)

doodstraf of executie; of

b)

foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van een verzoeker in zijn land van herkomst; of:

c)

ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict.

Artikel 16

Beëindiging

1.   Een onderdaan van een derde land of staatloze komt niet meer in aanmerking voor subsidiaire bescherming wanneer de omstandigheden op grond waarvan de subsidiaire bescherming is verleend, niet langer bestaan, of zodanig zijn gewijzigd dat deze bescherming niet langer nodig is.

2.   Bij de toepassing van lid 1, nemen de lidstaten in aanmerking of de wijziging van de omstandigheden zo ingrijpend en niet-voorbijgaand is dat de persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming niet langer een reëel risico op ernstige schade loopt.

Artikel 17

Uitsluiting

1.   Een onderdaan van een derde land of staatloze wordt uitgesloten van subsidiaire bescherming wanneer er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat:

a)

hij een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf of een misdrijf tegen de menselijkheid heeft gepleegd, zoals gedefinieerd in de internationale instrumenten waarmee wordt beoogd regelingen te treffen ten aanzien van dergelijke misdrijven;

b)

hij een ernstig misdrijf heeft gepleegd;

c)

hij zich schuldig heeft gemaakt aan daden die in strijd zijn met de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties als vervat in de preambule en de artikelen 1 en 2 van het Handvest van de Verenigde Naties;

d)

hij een gevaar vormt voor de gemeenschap of voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt.

2.   Lid 1 is van toepassing op personen die aanzetten tot of anderszins deelnemen aan de daar genoemde misdrijven of daden.

3.   De lidstaten mogen een onderdaan van een derde land of staatloze van subsidiaire bescherming uitsluiten, indien hij, voordat hij tot de betrokken lidstaat werd toegelaten, een of meer andere dan de in lid 1 bedoelde misdrijven heeft gepleegd die strafbaar zouden zijn met gevangenisstraf indien zij in de betrokken lidstaat waren gepleegd, en indien hij zijn land van herkomst alleen heeft verlaten om straffen als gevolg van deze misdrijven te ontlopen.

HOOFDSTUK VI

SUBSIDIAIRE-BESCHERMINGSSTATUS

Artikel 18

Verlening van de subsidiaire-beschermingsstatus

De lidstaten verlenen de subsidiaire-beschermingsstatus aan een onderdaan van een derde land of staatloze die overeenkomstig de hoofdstukken II en V in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming.

Artikel 19

Intrekking, beëindiging of weigering tot verlenging van de subsidiaire-beschermingsstatus

1.   Met betrekking tot na de inwerkingtreding van deze richtlijn ingediende verzoeken om internationale bescherming, trekken de lidstaten de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie verleende subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze in, beëindigen zij deze of weigeren zij deze te verlengen indien hij volgens de criteria van artikel 16 niet langer in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming.

2.   De lidstaten kunnen de door een regerings-, administratieve, rechterlijke of quasi-rechterlijke instantie verleende subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of een staatloze intrekken, beëindigen of weigeren te verlengen indien hij, nadat hem de subsidiaire-beschermingsstatus was verleend, had moeten worden uitgesloten van subsidiaire bescherming overeenkomstig artikel 17, lid 3.

3.   De lidstaten trekken de subsidiaire-beschermingsstatus van een onderdaan van een derde land of staatloze in, beëindigen deze of weigeren deze te verlengen indien:

a)

hij, nadat hem de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, op grond van artikel 17, leden 1 en 2, van subsidiaire bescherming uitgesloten is of had moeten zijn;

b)

hij feiten verkeerd heeft weergegeven of heeft achtergehouden, of valse documenten heeft gebruikt, en dit doorslaggevend is geweest voor de verlening van de subsidiaire-beschermingsstatus.

4.   Onverminderd de plicht, uit hoofde van artikel 4, lid 1, van de onderdaan van een derde land of staatloze om melding te maken van alle relevante feiten en alle relevante documenten waarover hij beschikt over te leggen, toont de lidstaat die de subsidiaire-beschermingsstatus heeft verleend per geval aan dat de betrokken persoon niet of niet langer in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming, overeenkomstig de leden 1, 2 en 3.

HOOFDSTUK VII

KENMERKEN VAN DE INTERNATIONALE BESCHERMING

Artikel 20

Algemene bepalingen

1.   Dit hoofdstuk geldt onverminderd de in het Verdrag van Genève neergelegde rechten.

2.   Dit hoofdstuk geldt zowel voor vluchtelingen als voor personen die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komen, tenzij anders is bepaald.

3.   Bij de toepassing van dit hoofdstuk houden de lidstaten rekening met de specifieke situatie van kwetsbare personen zoals minderjarigen, niet-begeleide minderjarigen, personen met een handicap, ouderen, zwangere vrouwen, alleenstaande ouders met minderjarige kinderen en personen die folteringen hebben ondergaan, zijn verkracht of aan andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld zijn blootgesteld.

4.   Lid 3 is uitsluitend van toepassing op personen die volgens een individuele beoordeling van hun situatie bijzondere behoeften hebben.

5.   Bij de uitvoering van de bepalingen van dit hoofdstuk die betrekking hebben op minderjarigen, laten de lidstaten zich primair leiden door het belang van het kind.

6.   Binnen de beperkingen die het Verdrag van Genève stelt, mogen de lidstaten de voorzieningen van dit hoofdstuk beperken voor vluchtelingen die hun vluchtelingenstatus hebben verkregen op basis van activiteiten die uitsluitend of in hoofdzaak ten doel hadden de nodige voorwaarden te scheppen om als vluchteling te worden erkend.

7.   Binnen de uit de internationale verplichtingen van de lidstaten voortvloeiende beperkingen, mogen de lidstaten de voorzieningen van dit hoofdstuk beperken voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming en hun subsidiaire-beschermingsstatus hebben verkregen op basis van activiteiten die uitsluitend of in hoofdzaak ten doel hadden de nodige voorwaarden te scheppen om te worden erkend als persoon die in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming.

Artikel 21

Bescherming tegen refoulement

1.   De lidstaten eerbiedigen het beginsel van non-refoulement met inachtneming van hun internationale verplichtingen.

2.   Wanneer dit op grond van de in lid 1 genoemde internationale verplichtingen niet verboden is, mogen de lidstaten een al dan niet formeel erkende vluchteling uitzetten of terugleiden wanneer:

a)

redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij een gevaar vormt voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt; of

b)

hij een gevaar vormt voor de samenleving van die lidstaat, omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf.

3.   De lidstaten mogen de verblijfstitel van een vluchteling op wie lid 2 van toepassing is, intrekken, beëindigen of weigeren te verlengen of te verstrekken.

Artikel 22

Informatie

De lidstaten verschaffen personen ten aanzien van wie is erkend dat zij internationale bescherming behoeven zo spoedig mogelijk nadat hun de desbetreffende beschermingsstatus is verleend, toegang tot in een voor hen begrijpelijke taal duidelijke informatie betreffende de rechten en plichten die verband houden met die status.

Artikel 23

Instandhouding van het gezin

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat het gezin in stand kan worden gehouden.

2.   De lidstaten waarborgen dat gezinsleden van de persoon met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus die zelf niet in aanmerking komen voor die statussen, aanspraak kunnen maken op de in de artikelen 24 tot en met 34 genoemde voordelen, overeenkomstig de nationale procedures en voorzover verenigbaar met de persoonlijke juridische status van het gezinslid.

Ten aanzien van de gezinsleden van personen met de subsidiaire-beschermingsstatus kunnen de lidstaten de voorwaarden voor de betrokken voordelen bepalen.

In dat geval zien de lidstaten erop toe dat de toegekende rechten een toereikende levensstandaard waarborgen.

3.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing wanneer het gezinslid op grond van de hoofdstukken III en V van de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus uitgesloten is.

4.   Onverminderd de leden 1 en 2 kunnen de lidstaten de daarin verleende rechten weigeren, beperken of intrekken om redenen van nationale veiligheid of openbare orde.

5.   De lidstaten kunnen besluiten dat dit artikel ook geldt voor andere naaste verwanten die ten tijde van het vertrek uit het land van herkomst deel uitmaakten van het gezin van de persoon aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, en die op dat tijdstip volledig of grotendeels te zijnen laste kwamen.

Artikel 24

Verblijfstitels

1.   Zo spoedig mogelijk nadat de vluchtelingenstatus is verleend en zonder dat afbreuk wordt gedaan aan artikel 19, lid 3, verstrekken de lidstaten aan personen met de vluchtelingenstatus een verblijfstitel die ten minste drie jaar geldig is en kan worden verlengd, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.

Onverminderd het bepaalde in artikel 23, lid 1, kan de aan de gezinsleden van de personen met de vluchtelingenstatus af te geven verblijfstitel minder dan drie jaar geldig zijn en verlengbaar zijn.

2.   Zo spoedig mogelijk nadat de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, verstrekken de lidstaten personen die subsidiaire bescherming genieten een verblijfstitel die ten minste één jaar geldig is en kan worden verlengd, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.

Artikel 25

Reisdocumenten

1.   De lidstaten verstrekken personen met de vluchtelingenstatus reisdocumenten in de in de bijlage bij het Verdrag van Genève vermelde vorm voor reizen buiten hun grondgebied, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.

2.   De lidstaten verstrekken aan personen met de subsidiaire beschermingsstatus die geen nationaal paspoort kunnen verkrijgen documenten waarmee zij kunnen reizen, ten minste indien om ernstige humanitaire redenen hun aanwezigheid in een andere staat is vereist, tenzij dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich daartegen verzetten.

Artikel 26

Toegang tot werk

1.   De lidstaten staan personen met een vluchtelingenstatus toe onmiddellijk nadat hun deze status is verleend, een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige op te nemen, waarbij de algemene voorschriften die gelden voor het beroep en de overheidsdienst moeten worden nageleefd.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat personen met een vluchtelingenstatus onder vergelijkbare voorwaarden als voor de eigen onderdanen gelden, toegang krijgen tot voorzieningen zoals het werkgebonden onderwijsaanbod voor volwassenen, beroepsopleiding en praktische werkervaring op de arbeidsplaats.

3.   De lidstaten staan personen met de subsidiaire-beschermingsstatus toe onmiddellijk nadat hun deze status is verleend een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige op te nemen, waarbij de algemene voorschriften die gelden voor het beroep en de overheidsdienst moeten worden nageleefd. Hierbij kan rekening gehouden worden met de toestand van de arbeidsmarkt in de lidstaten, inclusief met het oog op de eventuele prioritering van de toegang tot de arbeidsmarkt voor een beperkte, overeenkomstig de nationale wetgeving vast te stellen periode. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met een subsidiare-beschermingsstatus toegang hebben tot banen die hen worden aangeboden overeenkomstig de nationale voorschriften inzake prioritering op de arbeidsmarkt.

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de subsidiaire-beschermingsstatus onder door de lidstaten te bepalen voorwaarden toegang krijgen tot voorzieningen zoals het werkgebonden onderwijsaanbod voor volwassenen, beroepsopleiding en praktische werkervaring op de arbeidsplaats.

5.   Het recht dat in de lidstaten van toepassing is op de beloning, de toegang tot socialezekerheidsstelsels in verband met beroepsactiviteiten als werknemer of zelfstandige, en de andere arbeidsvoorwaarden zijn van toepassing.

Artikel 27

Toegang tot onderwijs

1.   De lidstaten bieden alle minderjarigen aan wie de vluchtelingen- of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, onder dezelfde voorwaarden als voor de eigen onderdanen gelden, onbeperkt toegang tot het onderwijsstelsel.

2.   De lidstaten bieden volwassenen aan wie de vluchtelingen- of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, onder de voorwaarden die voor legaal verblijvende onderdanen van derde landen gelden, toegang tot het algemene onderwijsstelsel, voortgezette opleidingsvoorzieningen en om- en herscholing.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingen- of de subsidiaire-status dezelfde behandeling krijgen als de eigen onderdanen, wat de erkenning van buitenlandse diploma's, getuigschriften en andere bewijzen van officiële kwalificaties betreft.

Artikel 28

Sociale voorzieningen

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus in de lidstaat die deze statussen heeft toegekend de nodige bijstand in de zin van sociale bijstand ontvangen zoals de onderdanen van die lidstaat.

2.   In afwijking van de algemene regel in lid 1, kunnen de lidstaten de sociale bijstand voor personen met de subsidiaire-beschermingsstatus beperken tot de meest fundamentele prestaties die qua niveau en toegangsvoorwaarden moeten overeenkomen met die welke voor de eigen onderdanen gelden.

Artikel 29

Gezondheidszorg

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus toegang tot de gezondheidszorg krijgen onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van de lidstaat die de status heeft toegekend.

2.   In afwijking van de algemene regel in lid 1 kunnen de lidstaten de gezondheidszorg voor personen met de subsidiaire-beschermingsstatus beperken tot de meest fundamentele prestaties, die qua niveau en toegangsvoorwaarden moeten overeenkomen met die welke voor de eigen onderdanen gelden.

3.   De lidstaten verstrekken personen met de vluchtelingen- of de subsidiaire-beschermingsstatus die bijzondere behoeften hebben, zoals zwangere vrouwen, gehandicapten, personen die foltering, verkrachting of andere ernstige vormen van psychologisch, fysiek of seksueel geweld hebben ondergaan of minderjarigen die het slachtoffer zijn geweest van enige vorm van mishandeling, verwaarlozing, uitbuiting, foltering, wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of die onder een gewapend conflict hebben geleden, passende gezondheidszorg onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van de lidstaat die de status heeft toegekend.

Artikel 30

Niet-begeleide minderjarigen

1.   De lidstaten nemen zo spoedig mogelijk nadat de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus is verleend, de nodige maatregelen om te verzekeren dat niet-begeleide minderjarigen worden vertegenwoordigd door een wettelijke voogd, dan wel, indien nodig, door een organisatie die belast is met de zorg voor en het welzijn van minderjarigen, of op een andere passende wijze worden vertegenwoordigd, zoals op basis van wetgeving of een rechterlijke uitspraak.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de voor elke niet-begeleide minderjarige aangewezen voogd of vertegenwoordiger in verband met de toepassing van deze richtlijn naar behoren in de behoeften van de minderjarige voorziet. De bevoegde instanties evalueren zulks regelmatig.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat niet-begeleide minderjarigen worden geplaatst:

a)

bij volwassen familieleden, of

b)

in een pleeggezin, of

c)

in speciale centra voor minderjarigen, of

d)

in andere voor minderjarigen geschikte tehuizen.

In dit verband krijgt het kind inspraak in overeenstemming met zijn leeftijd en rijpheid.

4.   Voorzover mogelijk, worden broers en zusters bij elkaar gehuisvest, daarbij rekening houdend met het belang van de betrokken minderjarige en in het bijzonder met zijn leeftijd en rijpheid. Veranderingen in de verblijfplaats van niet-begeleide minderjarigen worden tot het strikt noodzakelijke minimum beperkt.

5.   In het belang van niet-begeleide minderjarigen trachten de lidstaten hun gezinsleden zo spoedig mogelijk op te sporen. In gevallen waarin gevaar bestaat voor het leven of de lichamelijke integriteit van de minderjarige of zijn naaste familieleden, met name indien zij in het land van herkomst zijn achtergebleven, moet bij het verzamelen, verwerken en verspreiden van gegevens over deze personen de vertrouwelijkheid worden gewaarborgd.

6.   Personen die met niet-begeleide minderjarigen werken, moeten een passende opleiding met betrekking tot hun behoeften volgen of gevolgd hebben.

Artikel 31

Toegang tot huisvesting

De lidstaten zorgen ervoor dat personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus toegang tot huisvesting hebben, onder vergelijkbare voorwaarden als andere onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven.

Artikel 32

Vrij verkeer binnen de lidstaat

De lidstaten staan op hun grondgebied het vrije verkeer toe van personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus onder dezelfde voorwaarden en beperkingen als gelden voor de andere onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven.

Artikel 33

Toegang tot integratievoorzieningen

1.   Teneinde de integratie van vluchtelingen in de samenleving te vergemakkelijken, voorzien de lidstaten in integratieprogramma's welke zij passend achten of zorgen zij voor de omstandigheden waaronder de toegang tot dergelijke programma's gewaarborgd is.

2.   Wanneer de lidstaten zulks passend achten, wordt personen met de subsidiaire-beschermingsstatus toegang verleend tot de integratieprogramma's.

Artikel 34

Repatriëring

De lidstaten kunnen personen met de vluchtelingenstatus of de subsidiaire-beschermingsstatus die wensen te repatriëren, bijstand verlenen.

HOOFDSTUK VIII

ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 35

Samenwerking

Elke lidstaat wijst een nationaal contactpunt aan en deelt het adres daarvan mee aan de Commissie, die de andere lidstaten daarvan in kennis stelt.

De lidstaten nemen in overleg met de Commissie alle passende maatregelen om een rechtstreekse samenwerking en uitwisseling van gegevens tussen de bevoegde instanties tot stand te brengen.

Artikel 36

Personeel

De lidstaten zorgen ervoor dat de instanties en andere organisaties die deze richtlijn uitvoeren de nodige opleiding ontvangen en wat de informatie betreft die zij uit hoofde van hun werk verkrijgen, gebonden zijn aan geheimhouding als omschreven in de nationale wetgeving.

HOOFDSTUK IX

SLOTBEPALINGEN

Artikel 37

Verslagen

1.   Uiterlijk op 10 april 2008 brengt de Commissie verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van deze richtlijn en stelt zij eventueel noodzakelijke wijzigingen voor. De wijzigingsvoorstellen hebben bij voorrang betrekking op de artikelen 15, 26 en 33. De lidstaten doen de Commissie alle nuttige informatie toekomen om dat verslag uiterlijk op 10 oktober 2007 te kunnen opstellen.

2.   Na de indiening van het verslag brengt de Commissie ten minste om de vijf jaar verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad omtrent de toepassing van deze richtlijn.

Artikel 38

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 10 oktober 2006 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de bepalingen van nationaal recht die zij op het door deze richtlijn bestreken gebied vaststellen.

Artikel 39

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 40

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Luxemburg, 29 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

M. McDOWELL


(1)  PB C 51 E van 26.2.2002, blz. 325.

(2)  PB C 300 E van 11.12.2003, blz. 25.

(3)  PB C 221 van 17.9.2002, blz. 43.

(4)  PB C 278 van 14.11.2002, blz. 44.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

30.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/24


BESLUIT VAN DE RAAD

van 30 maart 2004

houdende sluiting van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

(2004/633/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste volzin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft de Commissie op27-28 januari 2003 gemachtigd om namens de Gemeenschap over de in dit besluit bedoelde overeenkomst te onderhandelen.

(2)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

In het Gemengd Comité douanesamenwerking, dat bij artikel 21 van de overeenkomst is opgericht, wordt de Gemeenschap vertegenwoordigd door de Commissie, bijgestaan door vertegenwoordigers van de lidstaten.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad gaat namens de Gemeenschap over tot de in artikel 22 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving (1).

Gedaan te Brussel, 30 maart 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

M. McDOWELL


(1)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken

De Europese Gemeenschap en de Republiek India (hierna „overeenkomstsluitende partijen” genoemd),

GELET OP het belang van de handelsbetrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en India en verlangende, in het voordeel van beide overeenkomstsluitende partijen, bij te dragen tot de harmonieuze ontwikkeling van deze betrekkingen;

ERKENNENDE dat, om dit doel te bereiken, de partijen zich ertoe dienen te verbinden de douanesamenwerking te intensiveren;

REKENING houdende met de ontwikkeling van de douanesamenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen, met name wat de douaneprocedures betreft;

OVERWEGENDE dat overtredingen van de douanewetgeving de economische, fiscale en commerciële belangen van beide overeenkomstsluitende partijen schaden, en erkennende het belang van een nauwkeurige vaststelling van de douanerechten en andere heffingen;

OVERTUIGD dat samenwerking tussen de douaneautoriteiten de maatregelen ter voorkoming van deze overtredingen doeltreffender maakt;

GELET OP de verplichtingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten die reeds door de overeenkomstsluitende partijen zijn aanvaard, op de aanbevelingen van de Internationale Douaneraad (Wereld Douane Organisatie) van 5 december 1953 betreffende wederzijdse administratieve bijstand, alsmede op de activiteiten op het gebied van douaneaangelegenheden van de Wereldhandelsorganisatie;

OVERWEGENDE dat op 20 december 1993 een Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India inzake partnerschap en ontwikkeling is ondertekend,

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)

„douanewetgeving”: de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Europese Gemeenschap en India betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder enige andere douaneregeling, met inbegrip van verboden, beperkingen en controlemaatregelen die onder de bevoegdheid van de douaneautoriteiten en andere administratieve autoriteiten vallen;

b)

„douaneautoriteit”: in de Europese Gemeenschap, de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, en in India, de Centrale Dienst Douane en Accijnzen binnen de Belastingdienst van het ministerie van Financiën;

c)

„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die op grond van deze overeenkomst een verzoek om bijstand indient;

d)

„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een overeenkomstsluitende partij is aangewezen en die op grond van deze overeenkomst een verzoek om bijstand ontvangt;

e)

„persoonsgegevens”: alle informatie betreffende een persoon wiens identiteit bekend is of kan worden vastgesteld;

f)

„met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving;

g)

„persoon”: elke natuurlijke of rechtspersoon;

h)

„informatie”: gegevens, al dan niet verwerkt of geanalyseerd, documenten, verslagen en andere mededelingen in welke vorm dan ook, met inbegrip van de elektronische vorm, of gewaarmerkte kopieën daarvan.

Artikel 2

Territoriaal toepassingsgebied

Deze overeenkomst is, onder de in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vastgestelde voorwaarden, van toepassing op het grondgebied waar dit Verdrag van kracht is, enerzijds, en in India, anderzijds.

Artikel 3

Toekomstige ontwikkelingen

De overeenkomstsluitende partijen kunnen deze overeenkomst in onderling overleg, door middel van overeenkomsten betreffende specifieke sectoren of aangelegenheden, uitbreiden teneinde de douanesamenwerking overeenkomstig hun respectieve douanewetgevingen te intensiveren en aan te vullen.

Artikel 4

Reikwijdte van de samenwerking

1.   De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de douanesamenwerking te intensiveren. De overeenkomstsluitende partijen zullen met name samenwerken bij:

a)

het opzetten en onderhouden van communicatiekanalen tussen hun douaneautoriteiten om tot een veilige en snelle uitwisseling van informatie te komen;

b)

het bevorderen van een effectieve coördinatie tussen hun douaneautoriteiten;

c)

alle andere administratieve aangelegenheden met betrekking tot deze overeenkomst die een gemeenschappelijk optreden noodzakelijk kunnen maken.

2.   De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich er ook toe om handelsbevorderingsacties op het gebied van douane te ontwikkelen overeenkomstig de internationale normen.

3.   De douanesamenwerking in het kader van deze overeenkomst heeft betrekking op alle aangelegenheden in verband met de toepassing van de douanewetgeving.

Artikel 5

Reikwijdte van de wederzijdse bijstand

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar bijstand op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen en voorzover de beschikbare middelen dit toelaten, op de wijze en onder de voorwaarden die in deze overeenkomst zijn vastgesteld, teneinde de correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, met name met het oog op het voorkomen, opsporen en bestrijden van met die wetgeving strijdige handelingen.

2.   De bijstand in douanezaken waarin deze overeenkomst voorziet, wordt verleend tussen de douaneautoriteiten en de andere administratieve autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen die bevoegd zijn voor de toepassing van deze overeenkomst. Zij vormt geen beletsel voor de toepassing van de regels betreffende wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van een rechterlijke autoriteit worden uitgeoefend.

3.   De bijstand bij de invordering van rechten, heffingen en boetes valt niet onder deze overeenkomst.

Artikel 6

Verplichtingen uit hoofde van andere overeenkomsten

1.   Onverminderd de respectieve bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en de lidstaten:

a)

doet deze overeenkomst geen afbreuk aan de verplichtingen van de overeenkomstsluitende partijen krachtens andere internationale overeenkomsten of conventies;

b)

worden de bepalingen van deze overeenkomst verenigbaar geacht met overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand die tussen individuele lidstaten en India zijn gesloten of kunnen worden gesloten;

c)

doet deze overeenkomst geen afbreuk aan de communautaire bepalingen inzake de uitwisseling, tussen de bevoegde diensten van de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van informatie die krachtens deze overeenkomst is verkregen en die van belang kan zijn voor de Gemeenschap.

2.   In afwijking van lid 1 prevaleren de bepalingen van deze overeenkomst boven die van alle bilaterale overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand die tussen individuele lidstaten en India zijn gesloten of kunnen worden gesloten, voorzover de bepalingen van de laatstgenoemde overeenkomsten onverenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

3.   De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar over alle vraagstukken in verband met de toepasselijkheid van deze overeenkomst en trachten hiervoor een oplossing te vinden in het bij artikel 21 ingestelde Gemengd Comité douanesamenwerking.

TITEL II

DOUANESAMENWERKING

Artikel 7

Samenwerking bij de toepassing van de douaneprocedures

De overeenkomstsluitende partijen bevestigen hun verbintenis het legitieme goederenverkeer te vereenvoudigen en informatie en ervaring uit te wisselen over maatregelen om de douanetechnieken en -procedures te verbeteren, evenals over geautomatiseerde systemen, met het doel deze verbintenis overeenkomstig de overeenkomst uit te voeren.

Artikel 8

Technische bijstand

De douaneautoriteiten kunnen elkaar technische bijstand verlenen en personeel en expertise uitwisselen, wat betreft maatregelen om douanetechnieken en -procedures te verbeteren, en wat betreft computersystemen die bedoeld zijn om deze doelstellingen overeenkomstig deze overeenkomst te bereiken.

Artikel 9

Overleg in internationale organisaties

Het streven van de douaneautoriteiten zal erop gericht zijn de samenwerking op gebieden van gemeenschappelijk belang te ontwikkelen en te intensiveren om de gedachtewisseling over douanezaken in internationale organisaties te vergemakkelijken.

TITEL III

WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND

Artikel 10

Bijstand op verzoek

1.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit haar alle terzake dienende informatie die zij nodig kan hebben om ervoor te zorgen dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie over geconstateerde of voorgenomen handelingen die strijdig zijn of kunnen zijn met de douanewetgeving.

Met name verschaffen de douaneautoriteiten elkaar informatie betreffende activiteiten die op het grondgebied van de andere partij tot overtredingen zouden kunnen leiden, zoals bijvoorbeeld onjuiste douaneaangiften, oorsprongscertificaten en facturen of andere documenten waarvan bekend is dat zij onjuist of vervalst zijn, of waarop een dergelijke verdenking rust.

2.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede:

a)

of goederen die uit een van de overeenkomstsluitende partijen zijn uitgevoerd op regelmatige wijze in de andere overeenkomstsluitende partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;

b)

of goederen die in een van de overeenkomstsluitende partijen zijn ingevoerd op regelmatige wijze uit de andere overeenkomstsluitende partij zijn uitgevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

3.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat bijzonder toezicht wordt gehouden op:

a)

personen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht;

b)

plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn of kunnen worden opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om bij handelingen in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

c)

goederen die op zodanige wijze worden of kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

d)

vervoermiddelen die op zodanige wijze worden of kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt.

Artikel 11

Ongevraagde bijstand

De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar, op eigen initiatief en overeenkomstig hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, bijstand indien zij zulks noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met name in situaties die aanzienlijke schade kunnen toebrengen aan de economie, de volksgezondheid, de openbare veiligheid of vergelijkbare vitale belangen van de andere partij, en in het bijzonder door informatie te verstrekken betreffende:

a)

handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor de andere overeenkomstsluitende partij;

b)

nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij overtredingen van de douanewetgeving;

c)

goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van handelingen in strijd met de douanewetgeving;

d)

personen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen verrichten of hebben verricht;

e)

middelen van vervoer waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij gebruikt zijn of kunnen worden om handelingen te verrichten die met de douanewetgeving in strijd zijn.

Artikel 12

Verstrekking van documenten en kennisgeving van besluiten

1.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen alle nodige maatregelen voor:

a)

de afgifte van alle administratieve documenten;

b)

de kennisgeving van alle besluiten van de verzoekende autoriteit die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen, aan een geadresseerde die in het rechtsgebied van de aangezochte autoriteit verblijft of gevestigd is.

2.   Verzoeken om verstrekking van documenten of kennisgeving van besluiten worden schriftelijk aan de aangezochte autoriteit gericht in een officiële taal van die autoriteit of in een voor die autoriteit aanvaardbare taal. Dit geldt niet voor documenten die worden afgegeven overeenkomstig het bepaalde in lid 1.

Artikel 13

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1.   Verzoeken in het kader van deze overeenkomst worden schriftelijk gedaan. Zij gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.

2.   Overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken moeten de volgende gegevens bevatten:

a)

de naam van de verzoekende autoriteit;

b)

gevraagde maatregel;

c)

het doel en de reden van het verzoek;

d)

relevante wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen;

e)

zo nauwkeurig en volledig mogelijke informatie over de personen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f)

een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd.

3.   Verzoeken moeten worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Deze eis is niet van toepassing op documenten die bij het in lid 1 bedoelde verzoek zijn gevoegd.

4.   Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht; in afwachting daarvan kunnen conservatoire maatregelen worden genomen.

Artikel 14

Behandeling van verzoeken

1.   De aangezochte autoriteit behandelt verzoeken om bijstand, binnen de grenzen van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde overeenkomstsluitende partij handelde, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is eveneens van toepassing op andere diensten waaraan de aangezochte autoriteit het verzoek ingevolge deze overeenkomst doorzendt indien laatstgenoemde autoriteit niet zelfstandig kan handelen.

2.   Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de aangezochte overeenkomstsluitende partij.

3.   Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze gestelde voorwaarden ten kantore van de aangezochte autoriteit of van een andere betrokken autoriteit in de zin van lid 1, gegevens verzamelen over handelingen die strijdig zijn of kunnen zijn met de douanewetgeving en die de verzoekende autoriteit nodig heeft voor de toepassing van deze overeenkomst.

4.   Daartoe gemachtigde ambtenaren van een overeenkomstsluitende partij kunnen met instemming van de andere overeenkomstsluitende partij en onder de door deze gestelde voorwaarden aanwezig zijn bij onderzoek dat in specifieke gevallen in het rechtsgebied van laatstgenoemde autoriteit wordt verricht.

5.   Indien een verzoek niet kan worden ingewilligd, wordt de verzoekende autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis gesteld, met vermelding van de redenen en van alle andere informatie die volgens de aangezochte autoriteit nuttig kan zijn voor de verzoekende autoriteit.

Artikel 15

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1.   De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van documenten, gewaarmerkte kopieën van documenten, rapporten en dergelijke.

2.   Deze informatie mag in de vorm van computerbestanden worden verstrekt.

3.   De originelen van dossiers en documenten worden uitsluitend op verzoek verstrekt, wanneer gewaarmerkte afschriften niet toereikend zijn. Deze originelen worden ten spoedigste geretourneerd. Aan de rechten die de aangezochte autoriteit of derden aan de originelen ontlenen wordt geen afbreuk gedaan.

Artikel 16

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1.   Bijstand kan worden geweigerd of afhankelijk worden gesteld van bepaalde voorwaarden wanneer een partij van mening is dat het verlenen van bijstand in het kader van deze overeenkomst:

a)

de vitale belangen van India of van de lidstaat van de Europese Gemeenschap die om bijstand in het kader van deze overeenkomst is verzocht, kan aantasten;

b)

de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar kan brengen, in het bijzonder in de in artikel 17, lid 2, bedoelde gevallen; of

c)

tot schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim zou leiden.

2.   De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of procedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte autoriteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.

3.   Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand vraagt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.

4.   In de in lid 1 en lid 2 bedoelde gevallen dienen het besluit van de aangezochte autoriteit en de redenen die daaraan ten grondslag liggen onverwijld aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.

Artikel 17

Uitwisseling van gegevens en geheimhoudingsplicht

1.   Alle informatie die ter uitvoering van deze overeenkomst in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, overeenkomstig de regelgeving van elk van de overeenkomstsluitende partijen. De verstrekte gegevens vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming die de desbetreffende wetgeving van de partij die ze heeft ontvangen aan dergelijke gegevens biedt, dan wel de desbetreffende bepalingen die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.

2.   Persoonsgegevens kunnen enkel worden uitgewisseld indien de overeenkomstsluitende partij die ze ontvangt, zich ertoe verbindt deze gegevens ten minste de bescherming te verlenen die zij zouden krijgen in de overeenkomstsluitende partij die ze verstrekt. De overeenkomstsluitende partij die de informatie verstrekt, stelt hiervoor geen eisen die strenger zijn dan die welke in haar eigen rechtsgebied gelden.

De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van hun terzake geldende voorschriften, met inbegrip van, in voorkomend geval, de rechtsvoorschriften van de lidstaten van de Gemeenschap.

3.   Geen enkele bepaling van deze overeenkomst vormt een beletsel voor het gebruik van krachtens deze overeenkomst verkregen informatie of documenten als bewijsmateriaal in procedures of vorderingen die achteraf bij rechtbanken of tribunalen worden ingesteld ten aanzien van handelingen die strijdig zijn met de douanewetgeving. De overeenkomstsluitende partijen kunnen derhalve in hun bewijsvoeringen, verslagen en getuigenissen en bij de procedures die achteraf bij rechtbanken en tribunalen aanhangig worden gemaakt, gebruik maken van krachtens deze overeenkomst verkregen informatie en geraadpleegde documenten. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt of inzage heeft gegeven tot deze documenten wordt van dergelijk gebruik in kennis gesteld.

4.   De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de in deze overeenkomst omschreven doeleinden. Indien een van de overeenkomstsluitende partijen dergelijke informatie voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij vooraf om de schriftelijke toestemming te verzoeken van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Voorts gelden voor deze informatie de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen.

5.   De bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden door het bij artikel 21 ingestelde Gemengd Comité douanesamenwerking vastgesteld.

Artikel 18

Deskundigen en getuigen

Een ambtenaar van een aangezochte autoriteit kan worden gemachtigd, binnen de grenzen van de hem verleende machtiging, als deskundige of getuige voor een autoriteit van de andere overeenkomstsluitende partij op te treden in verband met aangelegenheden waarop deze overeenkomst van toepassing is en daarbij de voor het onderzoek noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of voor echt gewaarmerkte afschriften van bescheiden voorleggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld voor welke autoriteit de ambtenaar moet verschijnen en over welk onderwerp en in welke functie of hoedanigheid hij zal worden gehoord.

Artikel 19

Kosten van de bijstand

1.   De overeenkomstsluitende partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van deze overeenkomst zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

2.   Indien tijdens de uitvoering van een verzoek blijkt dat de afronding van de uitvoering van dat verzoek buitengewone uitgaven met zich meebrengt, plegen de douaneautoriteiten overleg om de voorwaarden vast te stellen waarop de uitvoering kan worden voortgezet.

TITEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Uitvoering

1.   De bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Centrale Dienst Douane en Accijnzen binnen de Belastingdienst van het ministerie van Financiën van de Republiek India, anderzijds, dragen zorg voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst. Deze instanties stellen alle praktische maatregelen en bepalingen voor de toepassing van dit protocol vast, rekening houdend met de voorschriften op het gebied van gegevensbescherming. Zij kunnen de bevoegde instanties aanbevelingen doen voor wijzigingen die huns inziens in deze overeenkomst dienen te worden aangebracht.

2.   De overeenkomstsluitende partijen raadplegen elkaar en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van deze overeenkomst worden vastgesteld.

Artikel 21

Gemengd Comité douanesamenwerking

1.   Er wordt een Gemengd Comité douanesamenwerking ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en India. Het comité stelt met wederzijdse instemming van de partijen de plaats, de data en de agenda van zijn bijeenkomsten vast.

2.   Het Gemengd Comité douanesamenwerking zal, onder meer,

a)

toezien op de correcte werking van de overeenkomst;

b)

alle kwesties onderzoeken die zich bij de toepassing ervan voordoen;

c)

de voor douanesamenwerking nodige maatregelen nemen, overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst;

d)

ideeën uitwisselen over onderwerpen van gemeenschappelijk belang op het gebied van de douanesamenwerking, waaronder te nemen maatregelen en de daarvoor benodigde middelen;

e)

oplossingen aanbevelen om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken.

3.   Het Gemengd Comité douanesamenwerking stelt zijn reglement van orde vast.

4.   Het Gemengd Comité douanesamenwerking zal jaarlijks verslag uitbrengen aan de Gemengde Commissie die is ingesteld bij artikel 22 van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India inzake partnerschap en ontwikkeling.

Artikel 22

Datum van inwerkingtreding en geldigheid

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de daartoe benodigde procedures zijn voltooid.

2.   Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst beëindigen door de andere partij daarvan schriftelijk in kennis te stellen. De overeenkomst vervalt drie maanden na de dag van opzegging aan de andere overeenkomstsluitende partij. Verzoeken om bijstand die vóór de beëindiging van de overeenkomst werden ontvangen, worden overeenkomstig de overeenkomst afgehandeld.

Artikel 23

Authentieke teksten

Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud, in de volgende talen: Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Italiaans, Nederlands, Portugees, Spaans, Zweeds en Hindi, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Hecho en Bruselas, el veintiocho de abril de dos mil cuatro.

Udfærdiget i Bruxelles den otteogtyvende april to tusind og fire.

Geschehen zu Brüssel am achtundzwanzigsten April zweitausendundvier.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι οκτώ Απριλίου δύο χιλιάδες τέσσερα.

Done at Brussels on the twenty-eighth day of April in the year two thousand and four.

Fait à Bruxelles, le vingt-huit avril deux mille quatre.

Fatto a Bruxelles, addì ventotto aprile duemilaquattro.

Gedaan te Brussel, de achtentwintigste april tweeduizendvier.

Feito em Bruxelas, em vinte e oito de Abril de dois mil e quatro.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäkahdeksantena päivänä huhtikuuta vuonna kaksituhattaneljä.

Som skedde i Bryssel den tjugoåttonde april tjugohundrafyra.

Por la Comunidad Europea

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Για την Ευρωπαïκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Voor de Europese Gemeenschap

Pela Comunidade Europeia

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapens vägnar

Image

Image

Por la República de la India

For Republikken Indien

Für die Republik Indien

Για τη Δημοκρατία της Ινδίας

For the Republic of India

Pour la République de l'Inde

Per la Repubblica d'India

Voor de Republiek India

Pela República da Índia

Intian tasavallan puolesta

För Republiken Indien

Image

Image


30.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/32


BESLUIT VAN DE RAAD

van 30 maart 2004

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken

(2004/634/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 juncto artikel 300, lid 2, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken (1) (hierna „OSWB” te noemen) voorziet in de mogelijkheid de overeenkomst uit te breiden om de douanesamenwerking te intensiveren en met overeenkomsten betreffende specifieke sectoren of aangelegenheden aan te vullen.

(2)

De Commissie heeft namens de Gemeenschap onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de OSWB tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken (hierna „de overeenkomst” te noemen).

(3)

Met de overeenkomst wordt de douanesamenwerking tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika uitgebreid tot containerveiligheid en aanverwante zaken. De overeenkomst beoogt de onmiddellijke en succesvolle uitbreiding van het Container Security Initiative tot alle havens in de Gemeenschap die aan de toepasselijke voorschriften voldoen. De overeenkomst bevat ook een werkprogramma voor verdere samenwerking op het stuk van de uitvoeringsmaatregelen, met inbegrip van de ontwikkeling van normen voor risicomanagementtechnieken, de informatie die nodig is voor de identificatie van ladingen met een hoog risico die worden ingevoerd in de landen die partij zijn bij de overeenkomst, en programma's voor partnerschappen met de industrie.

(4)

Externe coördinatie van de douanecontrolenormen met de Verenigde Staten van Amerika is nodig om de veiligheid van de toeleveringsketen te waarborgen en daarbij de continuïteit van de legitieme handel in containers te verzekeren. In het bijzonder is het van essentieel belang dat alle communautaire havens op basis van eenvormige beginselen kunnen deelnemen aan het Container Security Initiative, en dat in de VS-havens vergelijkbare normen worden bevorderd. Het rechtstreekse doel van de overeenkomst is dan ook facilitering van de legitieme handel tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, waarbij op basis van wederkerigheid wordt gezorgd voor een hoog veiligheidsniveau door middel van samenwerking bij de uitwerking van maatregelen op specifieke controlegebieden waarvoor de Gemeenschap bevoegd is.

(5)

De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om het Container Security Initiative uit te breiden tot alle communautaire havens door middel van regelingen met de Verenigde Staten van Amerika waarin wordt bepaald welke communautaire havens deelnemen aan het Container Security Initiative en waarin bepalingen zijn opgenomen betreffende de detachering van VS-douaneambtenaren aldaar, dan wel eventuele bestaande beginselverklaringen in die zin te handhaven, op voorwaarde dat die regelingen in overeenstemming zijn met het Verdrag en verenigbaar zijn met de bij de overeenkomst uitgebreide OSWB.

(6)

Er dient te worden gezorgd voor nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de instellingen van de Gemeenschap met het oog op verdere intensivering en uitbreiding van de douanesamenwerking in het kader van de OSWB.

(7)

Daartoe wordt een overlegprocedure ingesteld op grond waarvan lidstaten die voornemens zijn om met de Verenigde Staten van Amerika te onderhandelen over regelingen inzake aangelegenheden die onder de uitgebreide OSWB vallen, onmiddellijk kennis geven van dat voornemen en de desbetreffende informatie verstrekken. Indien een lidstaat of de Commissie na korte tijd daarom verzoekt, wordt over de informatie overleg gepleegd tussen de lidstaten en de Commissie.

(8)

Het belangrijkste doel van het overleg is de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat de regelingen in overeenstemming zijn met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met het gemeenschappelijk beleid, in het bijzonder het gemeenschappelijk kader voor samenwerking met de Verenigde Staten van Amerika als vastgesteld in de uitgebreide OSWB.

(9)

Wanneer de Commissie van oordeel is dat een regeling die een lidstaat met de Verenigde Staten van Amerika wenst uit te voeren, niet verenigbaar is met de uitgebreide OSWB of dat de betrokken aangelegenheid in het kader van de uitgebreide OSWB moet worden behandeld, stelt zij de lidstaat daarvan in kennis.

(10)

De overlegprocedure laat de respectieve bevoegdheden van de lidstaten en de Europese Gemeenschap om de beoogde regelingen vast te stellen onverlet.

(11)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken (hierna „de overeenkomst” genoemd) wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 3

1.   De lidstaten kunnen regelingen met de Verenigde Staten van Amerika handhaven of vaststellen om communautaire havens op te nemen in het Container Security Initiative. Elke regeling verwijst naar de uitgebreide OSWB en is daarmee in overeenstemming, ook de minimumnormen zodra deze zijn aangenomen.

De Commissie en de betrokken lidstaten kunnen overleg plegen om ervoor te zorgen dat deze regelingen in overeenstemming zijn met de uitgebreide OSWB.

2.   Alvorens een lidstaat met de Verenigde Staten begint te onderhandelen over regelingen die betrekking hebben op andere dan de in lid 1 bedoelde aangelegenheden, maar wel onder de uitgebreide OSWB vallen, stelt hij de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis en verstrekt hij in die kennisgeving de nodige informatie.

3.   De lidstaten of de Commissie kunnen binnen acht werkdagen na ontvangst van de kennisgeving verzoeken om overleg met de andere lidstaten en de Commissie. Dat overleg vindt plaats binnen drie weken na ontvangst van de kennisgeving. In dringende gevallen wordt onverwijld overleg gepleegd.

4.   De Commissie brengt binnen vijf dagen na de afsluiting van het overleg schriftelijk advies uit over de verenigbaarheid van de ter kennis gebrachte regelingen met de uitgebreide OSWB, en in voorkomend geval over de noodzaak om de aangelegenheid in het kader van de uitgebreide OSWB te behandelen.

5.   Het overleg vindt plaats in het bij artikel 247 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2) ingestelde comité.

6.   De lidstaten zenden aan de Commissie en de andere lidstaten een afschrift toe van de in de leden 1 en 2 bedoelde regelingen, alsmede van eventuele opzeggingen of wijzigingen.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

M. McDOWELL


(1)  PB L 222 van 12.8.1997, blz. 17.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 12.12.2000, blz. 17).


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken

DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA,

Gelet op de op 28 mei 1997 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken, hierna „de OSWB” te noemen,

Overwegende:

(1)

Erkennende dat, in het kader van de OSWB, de U.S. Customs and Border Protection per 1 maart 2003 in de plaats is getreden van de United States Customs Service,

(2)

Eraan herinnerend dat de overeenkomstsluitende partijen op grond van artikel 3 van de OSWB in onderling overleg tot uitbreiding van de samenwerkingsgebieden kunnen besluiten,

(3)

Eraan herinnerend dat, op grond van artikel 22 van de OSWB, het Gemengd Comité douanesamenwerking is samengesteld uit vertegenwoordigers van de douaneautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen. Voor de Europese Gemeenschap zijn dat de bevoegde diensten van de Commissie, bijgestaan door de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap; voor de Verenigde Staten van Amerika is dat de U.S. Customs and Border Protection, Department of Homeland Security,

(4)

Erkennende dat het Gemengd Comité douanesamenwerking bij artikel 22 van de OSWB is opgericht,

(5)

Erkennende dat de douaneautoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika en van de Europese Gemeenschap van oudsher nauwe en vruchtbare betrekkingen onderhouden,

(6)

Overtuigd dat deze samenwerking verder kan worden verbeterd, onder meer door intensivering van de uitwisseling van relevante informatie en beste praktijken tussen de U.S. Customs and Border Protection, de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, opdat bij de algemene douanecontroles met betrekking tot het internationale handelsverkeer naar behoren rekening wordt gehouden met het veiligheidsaspect,

(7)

Erkennende dat het van belang is dat deze samenwerking tot alle vormen van internationaal vervoer en alle soorten goederen wordt uitgebreid — aanvankelijk met de nadruk op het zeecontainervervoer,

(8)

Erkennende dat de omvang van de handel in zeecontainers en andere handelsvormen tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika groot is, en dat de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika een belangrijke spilfunctie voor het containervervoer uit tal van landen vervullen,

(9)

Erkennende dat zeecontainers van overal ter wereld in de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap worden ingevoerd, overgeladen of in doorvoer zijn,

(10)

Overtuigd dat terroristische pogingen om de wereldhandel te ontwrichten door overal ter wereld terroristische wapens in zeecontainers of in andere ladingen te verbergen, of door die ladingen als wapen te gebruiken, moeten worden afgeschrikt, voorkomen en verboden,

(11)

Overtuigd dat zowel voor de Europese Gemeenschap als voor de Verenigde Staten van Amerika de veiligheid moet worden verbeterd en tegelijkertijd de legitieme handel moet worden vergemakkelijkt,

(12)

Erop wijzend dat het van belang is om — voorzover haalbaar — op basis van wederkerigheid systemen op te zetten om de legitieme handel veilig te stellen en te vergemakkelijken en daarbij naar behoren rekening te houden met bedreigingsevaluaties,

(13)

Erkennende dat de veiligheid van de legitieme handel sterk kan worden verbeterd met behulp van een systeem waarbij de douaneautoriteiten van het land van invoer samenwerken met de bij eerdere stadia van de toeleveringsketen betrokken douaneautoriteiten, teneinde tijdig gebruik te kunnen maken van informatie- en inspectietechnologie om containers met een hoog risico op te sporen en te onderzoeken voordat zij de haven of de laad- of overlaadplaats verlaten,

(14)

Hun steun betuigend aan het Container Security Initiative (CSI), dat bedoeld is om het mondiale handelsverkeer over zee veilig te stellen door middel van een betere samenwerking in de zeehavens overal ter wereld, die gericht is op het opsporen en onderzoeken van containers met een hoog risico en het waarborgen dat deze tijdens de doorvoer intact blijven,

(15)

Eraan herinnerend dat in artikel 5 van de OSWB is bepaald hoe die overeenkomst zich verhoudt tot bilaterale overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse bijstand die tussen afzonderlijke lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika zijn of worden gesloten,

(16)

Erkennende dat het CSI zo snel mogelijk moet worden uitgebreid tot alle havens in de Europese Gemeenschap waar het handelsverkeer per zeecontainer met de Verenigde Staten van Amerika de de minimis-drempel overschrijdt, waar aan bepaalde minimumvereisten is voldaan en waar adequate inspectietechnologie beschikbaar is,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

De douanesamenwerking in het kader van de OSWB wordt geïntensiveerd en uitgebreid om de veiligheid van zeecontainers en andere ladingen die van ongeacht welke plaats in de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika worden ingevoerd, aldaar worden overgeladen of aldaar in doorvoer zijn, te verbeteren.

Artikel 2

Er wordt naar behoren rekening gehouden met artikel 5 van de OSWB, waarin is bepaald hoe de OSWB zich verhoudt tot bilaterale overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse bijstand tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika, alsmede tot beginselverklaringen betreffende het CSI die deze bilaterale overeenkomsten aanvullen.

Artikel 3

De doelstellingen van de geïntensiveerde en uitgebreide samenwerking zijn onder meer:

1.

ondersteuning van de onmiddellijke en succesvolle uitbreiding van het CSI tot alle havens in de Europese Gemeenschap die aan de toepasselijke voorschriften voldoen, en bevordering van de toepassing van vergelijkbare normen in de betrokken VS-havens;

2.

samenwerking ter versterking van de met de douane verband houdende aspecten van de beveiliging van de logistieke keten van de internationale handel en in het bijzonder — als hoogste prioriteit — verbetering van de opsporing en het veiligheidsonderzoek van alle zeecontainerladingen met een hoog risico;

3.

voorzover haalbaar, vaststelling van minimumnormen voor risicomanagementtechnieken en daarmee samenhangende vereisten en programma's, en

4.

voorzover haalbaar, coördinatie van standpunten in multilaterale fora waar aangelegenheden in verband met de veiligheid van containers op passende wijze aan de orde kunnen worden gesteld en besproken.

Artikel 4

Het Gemengd Comité douanesamenwerking beraadt zich op de juiste vorm en inhoud van documenten en/of maatregelen voor de verdere uitvoering van de geïntensiveerde en uitgebreide douanesamenwerking in het kader van deze overeenkomst.

Artikel 5

Een werkgroep, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de U.S. Customs and Border Protection en van de Commissie en wordt bijgestaan door de belanghebbende lidstaten van de Gemeenschap, buigt zich onder meer over de in de bijlage genoemde aangelegenheden en formuleert terzake aanbevelingen voor het Gemengd Comité douanesamenwerking.

Artikel 6

De werkgroep brengt aan het hoofd van de U.S. Customs and Border Protection en aan de directeur-generaal van het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie van de Commissie regelmatig, en aan het Gemengd Comité douanesamenwerking jaarlijks, verslag uit over de stand van haar werkzaamheden.

Artikel 7

Deze overeenkomst treedt in werking bij de ondertekening door de overeenkomstsluitende partijen, waarmee zij uiting geven aan hun instemming om door de overeenkomst te zijn gebonden. Indien de overeenkomst niet op dezelfde dag door beide overeenkomstsluitende partijen wordt ondertekend, treedt zij in werking op de dag waarop de tweede ondertekening plaatsvindt.

Hecho en Bruselas, el veintiocho de abril de dos mil cuatro.

Udfærdiget i Bruxelles den otteogtyvende april to tusind og fire.

Geschehen zu Brüssel am achtundzwanzigsten April zweitausendundvier.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι οκτώ Απριλίου δύο χιλιάδες τέσσερα.

Done at Brussels on the twenty-eighth day of April in the year two thousand and four.

Fait à Bruxelles, le vingt-huit avril deux mille quatre.

Fatto a Bruxelles, addì ventotto aprile duemilaquattro.

Gedaan te Brussel, de achtentwintigste april tweeduizendvier.

Feito em Bruxelas, em vinte e oito de Abril de dois mil e quatro.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenäkahdeksantena päivänä huhtikuuta vuonna kaksituhattaneljä.

Som skedde i Bryssel den tjugoåttonde april tjugohundrafyra.

Voor de Europese Gemeenschap

Image

Voor de Verenigde Staten van Amerika

Image

BIJLAGE

Bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken

Opdat bij de algemene douanecontroles met betrekking tot het internationale handelsverkeer naar behoren rekening wordt gehouden met het veiligheidsaspect, moet de werkgroep die is opgericht bij artikel 5 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake intensivering en uitbreiding van de Overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken tot samenwerking op het gebied van containerveiligheid en aanverwante zaken, zich buigen over aangelegenheden op onder meer de volgende gebieden van samenwerking tussen de U.S. Customs and Border Protection en de douaneautoriteiten in de Europese Gemeenschap, en terzake aanbevelingen formuleren:

a)

Het vaststellen van minimumnormen, in het bijzonder met het oog op deelneming aan het CSI, en het aanbevelen van methoden waarmee aan deze normen kan worden voldaan.

b)

Het bepalen en ruimer doen toepassen van beste praktijken op het gebied van de veiligheidscontroles met betrekking tot het internationale handelsverkeer, in het bijzonder die welke in het kader van het CSI zijn ontwikkeld.

c)

Voorzover haalbaar, het uitwerken en vaststellen van normen met betrekking tot de informatie die nodig is voor de opsporing van ladingen met een hoog risico die in de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap worden ingevoerd, overgeladen of in doorvoer zijn.

d)

Voorzover haalbaar, het verbeteren en vaststellen van normen voor de opsporing en het onderzoek van ladingen met een hoog risico, onder meer wat betreft de uitwisseling van informatie, het gebruik van geautomatiseerde opsporingssystemen en de ontwikkeling van minimumnormen voor inspectietechnologieën en onderzoeksmethoden.

e)

Voorzover haalbaar, het verbeteren en vaststellen van normen voor programma's voor partnerschappen met de industrie die bedoeld zijn om de veiligheid van de toeleveringsketen te verbeteren en de legitieme handel te vergemakkelijken.

f)

Het in kaart brengen van de wijzigingen die in de wet- en regelgeving moeten worden aangebracht om de aanbevelingen van de werkgroep op te volgen.

g)

Het onderzoeken met welke documenten en maatregelen de geïntensiveerde en uitgebreide douanesamenwerking op de in deze bijlage genoemde gebieden verder kan worden geïmplementeerd.


30.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/38


BESLUIT VAN DE RAAD

van 21 april 2004

betreffende de sluiting van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds

(2004/635/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 310, juncto artikel 300, lid 2, tweede zin, en artikel 300, lid 3, tweede alinea (1),

Gezien het voorstel van de Commissie (2),

Gezien de instemming van het Europees Parlement (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, die namens de Europese Gemeenschap op 25 juni 2001 te Luxemburg is ondertekend, dient te worden goedgekeurd.

(2)

De bepalingen van deze overeenkomst die binnen de toepassingssfeer van deel III, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, binden het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als deel van de Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk of Ierland (naar gelang van het geval) de Arabische Republiek Egypte ervan in kennis stelt dat het Verenigd Koninkrijk of Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeenschap overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan die Verdragen is gehecht,

BESLUIT:

Artikel 1

De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, hierna de „associatieovereenkomst” te noemen, de daaraan gehechte bijlagen, protocollen, alsmede de aan de Slotakte gehechte gemeenschappelijke verklaringen, verklaringen van de Europese Gemeenschap en briefwisseling, worden namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De in de eerste alinea bedoelde teksten zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

1.   Het standpunt dat de Gemeenschap inneemt in de Associatieraad en in het Associatiecomité, wanneer dit laatste door de Associatieraad is gemachtigd, wordt vastgesteld door de Raad op voorstel van de Commissie overeenkomstig de verdragsbepalingen dienaangaande.

2.   Het voorzitterschap van de Associatieraad wordt overeenkomstig artikel 75 van de associatieovereenkomst bekleed door de voorzitter van de Raad. Het voorzitterschap van het Associatiecomité wordt bekleed door een vertegenwoordiger van de Commissie, overeenkomstig het reglement van orde van het Associatiecomité.

3.   Per geval wordt door de Raad besloten tot bekendmaking van de besluiten van de Associatieraad en het Associatiecomité in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn namens de Europese Gemeenschap de akte van kennisgeving neder te leggen, als bedoeld in artikel 92 van de associatieovereenkomst.

Gedaan te Luxemburg, 21 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

J. WALSH


(1)  Na het verstrijken van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op 23 juli 2002 (PB L 194 van 23.7.2002, blz. 35) heeft de Europese Gemeenschap alle rechten en verplichtingen van de EGKS overgenomen.

(2)  PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 2.

(3)  PB C 153 E van 27.6.2002, blz. 264.


EUROPEES-MEDITERRANE OVEREENKOMST

waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds

HET KONINKRIJK BELGIË,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna de „lidstaten” genoemd, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, en DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna „de Gemeenschap” genoemd,

enerzijds, en

DE ARABISCHE REPUBLIEK EGYPTE, hierna „Egypte” genoemd,

anderzijds,

GELET OP het belang van de traditionele banden tussen de Gemeenschap, haar lidstaten en Egypte en hun gemeenschappelijke waarden,

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap, de lidstaten en Egypte deze banden wensen te versterken en duurzame betrekkingen op basis van partnerschap en wederkerigheid tot stand wensen te brengen,

GELET OP het belang dat de partijen hechten aan de eerbiediging van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, en in het bijzonder aan de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de politieke en economische vrijheden waarop de Associatie is gegrondvest,

VERLANGENDE een regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale kwesties van wederzijds belang in te stellen en te ontwikkelen,

GELET OP de verschillen tussen Egypte en de Gemeenschap wat betreft economische en sociale ontwikkeling, en de noodzaak het proces van economisch en sociale ontwikkeling in Egypte te versterken,

VERLANGENDE hun economische betrekkingen te versterken en met name hun onderlinge handelsverkeer, investeringen en technische samenwerking te ontwikkelen, en dit proces te ondersteunen door een regelmatige dialoog inzake economische, wetenschappelijke, technologische, culturele, audiovisuele en sociale aangelegenheden, teneinde de kennis van en het begrip voor elkander te bevorderen,

GELET OP de keuze van de Gemeenschap en Egypte voor vrijhandel en met name de verbintenis tot naleving van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994 en de andere multilaterale overeenkomsten welke aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie zijn gehecht,

ZICH BEWUST VAN de noodzaak samen te werken teneinde de politieke stabiliteit en de economische ontwikkeling in de regio te bevorderen, door regionale samenwerking aan te moedigen,

ERVAN OVERTUIGD dat de associatieovereenkomst een nieuw klimaat voor hun betrekkingen zal scheppen,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

Artikel 1

1.   Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Egypte, anderzijds.

2.   De doelstellingen van deze overeenkomst zijn:

een passend kader tot stand te brengen voor politieke dialoog met het oog op het versterken van de politieke betrekkingen tussen de partijen;

de voorwaarden vast te leggen voor de geleidelijke liberalisering van het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer;

de ontwikkeling van evenwichtige economische en sociale betrekkingen tussen de partijen te bevorderen door middel van dialoog en samenwerking;

bij te dragen tot de economische en sociale ontwikkeling van Egypte;

regionale samenwerking aan te moedigen, teneinde de vreedzame coëxistentie en economische en politieke stabiliteit te consolideren;

samenwerking op andere gebieden van wederzijds belang te bevorderen.

Artikel 2

De betrekkingen tussen de partijen en alle bepalingen van deze overeenkomst zijn gegrondvest op de eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele rechten van de mens, als vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die aan hun binnen- en buitenlands beleid ten grondslag liggen en een wezenlijk onderdeel van de overeenkomst zijn.

TITEL I

POLITIEKE DIALOOG

Artikel 3

1.   Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de partijen ingesteld. Deze dient hun onderlinge betrekkingen te verstevigen, bij te dragen tot de ontwikkeling van een duurzaam partnerschap en het wederzijdse begrip en de onderlinge solidariteit te versterken.

2.   De politieke dialoog en de samenwerking zijn met name gericht op het volgende:

ontwikkeling van een sterker wederzijds begrip en convergentie van de standpunten over internationale vraagstukken, met name over aangelegenheden die belangrijke gevolgen voor een partij kunnen hebben;

versterking van het vermogen van elke partij om het standpunt en de belangen van de andere partij in acht te nemen;

versterking van de regionale veiligheid en stabiliteit;

bevordering van gezamenlijke initiatieven.

Artikel 4

De politieke dialoog heeft betrekking op alle onderwerpen van gemeenschappelijke belang, met name vrede, veiligheid, democratie en regionale ontwikkeling.

Artikel 5

1.   De politieke dialoog vindt plaats met regelmatige tussenpozen en telkens wanneer nodig, en wel:

a)

op ministerieel niveau, voornamelijk in het kader van de Associatieraad;

b)

op het niveau van enerzijds hoge ambtenaren van Egypte en anderzijds het voorzitterschap van de Raad en de Commissie;

c)

met optimale gebruikmaking van alle diplomatieke kanalen, in het bijzonder door middel van regelmatige briefings door ambtenaren, overleg bij gelegenheid van internationale vergaderingen en contacten tussen diplomatieke vertegenwoordigers in derde landen;

d)

via alle andere wegen die een nuttige bijdrage leveren tot het consolideren, ontwikkelen en intensiveren van deze dialoog.

2.   Een politieke dialoog wordt gevoerd tussen het Europees Parlement en de Volksvergadering van Egypte.

TITEL II

VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN

BASISBEGINSELEN

Artikel 6

De Gemeenschap en Egypte brengen stapsgewijs een vrijhandelszone tot stand in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste twaalf jaar, te beginnen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst, overeenkomstig de bepalingen van deze titel en in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 en andere multilaterale overeenkomsten inzake de handel in goederen die opgenomen zijn in de bijlagen bij de overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), hierna „GATT” te noemen.

HOOFDSTUK 1

Industrieproducten

Artikel 7

Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en Egypte, opgenomen in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomenclatuur en het Egyptische douanetarief, met uitzondering van de producten genoemd in bijlage I.

Artikel 8

Producten van oorsprong uit Egypte worden bij invoer in de Gemeenschap toegelaten met vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking en zonder kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking.

Artikel 9

1.   De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage II, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:

bij de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 75 % van het basisrecht;

een jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 50 % van het basisrecht;

twee jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 25 % van het basisrecht;

drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken.

2.   De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage III, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:

drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 90 % van het basisrecht;

vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 75 % van het basisrecht;

vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 60 % van het basisrecht;

zes jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 45 % van het basisrecht;

zeven jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 30 % van het basisrecht;

acht jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 15 % van het basisrecht;

negen jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken.

3.   De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage IV, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:

vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 95 % van het basisrecht;

zes jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 90 % van het basisrecht;

zeven jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 75 % van het basisrecht;

acht jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 60 % van het basisrecht;

negen jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 45 % van het basisrecht;

tien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 30 % van het basisrecht;

elf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 15 % van het basisrecht;

twaalf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken.

4.   De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage V, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:

zes jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 90 % van het basisrecht;

zeven jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 80 % van het basisrecht;

acht jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 70 % van het basisrecht;

negen jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 60 % van het basisrecht;

tien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 50 % van het basisrecht;

elf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 40 % van het basisrecht;

twaalf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 30 % van het basisrecht;

dertien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 20 % van het basisrecht;

veertien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 10 % van het basisrecht;

vijftien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle resterende rechten en heffingen ingetrokken.

5.   De douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer die in Egypte van toepassing zijn op de producten van oorsprong uit de Gemeenschap, andere dan die genoemd in de bijlagen II, III, IV en V, worden afgeschaft volgens het tijdschema dat voor die producten bij besluit van het Associatiecomité zal worden vastgesteld.

6.   Indien zich met betrekking tot een bepaald product ernstige problemen voordoen, kunnen de overeenkomstig de leden 1, 2, 3 en 4 van toepassing zijnde tijdschema's in overleg worden herzien door het Associatiecomité, met dien verstande dat het tijdschema waarvoor de herziening is aangevraagd voor het betrokken product niet verder verlengd kan worden dan de maximale overgangsperiode. Indien het Associatiecomité geen besluit heeft genomen binnen 30 dagen na de kennisgeving van het verzoek van Egypte om herziening van het tijdschema, kan Egypte het tijdschema voorlopig opschorten voor een periode van maximaal een jaar.

7.   Het basisrecht waarop de verlagingen van de leden 1, 2, 3 en 4 worden toegepast, is voor elk betrokken product het recht bedoeld in artikel 18.

Artikel 10

De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn tevens van toepassing op douanerechten van fiscale aard.

Artikel 11

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 9 mag Egypte buitengewone maatregelen van beperkte duur vaststellen, waarbij douanerechten worden verhoogd of opnieuw ingesteld.

2.   Dergelijke maatregelen mogen uitsluitend worden genomen ten behoeve van jonge industrieën of van sectoren waarin herstructureringen plaatsvinden of die met grote moeilijkheden te kampen hebben, met name wanneer deze moeilijkheden ernstige sociale gevolgen hebben.

3.   Invoerrechten die krachtens dergelijke uitzonderlijke maatregelen door Egypte worden toegepast ten aanzien van producten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen niet meer dan 25 % ad valorem bedragen en dienen een preferentiële marge voor producten van oorsprong uit de Gemeenschap in te houden. De totale waarde van de ingevoerde producten waarop dergelijke maatregelen van toepassing zijn, mag niet meer bedragen van 20 % van de totale invoer van industrieproducten uit de Gemeenschap gedurende het laatste jaar waarvoor statistische gegevens beschikbaar zijn.

4.   Deze maatregelen mogen gedurende niet meer dan vijf jaar worden toegepast, tenzij het Associatiecomité de toepassing ervan over een langere periode toestaat. Zij treden uiterlijk bij het verstrijken van de overgangsperiode buiten werking.

5.   Deze maatregelen kunnen voor een gegeven product niet langer worden getroffen, indien meer dan drie jaar is verstreken sinds de opheffing van alle rechten en kwantitatieve beperkingen of heffingen en maatregelen van gelijke werking die op het betrokken product van toepassing waren.

6.   Egypte stelt het Associatiecomité in kennis van alle buitengewone maatregelen die het voornemens is te treffen. Op verzoek van de Gemeenschap vindt vooraf overleg plaats over deze maatregelen en de sectoren waarop zij betrekking hebben. Indien het dergelijke maatregelen neemt, legt Egypte aan het comité een tijdschema voor de afschaffing van de overeenkomstig dit artikel ingestelde douanerechten voor. Dit tijdschema dient te voorzien in de geleidelijke afschaffing van deze rechten in gelijke jaarlijkse percentages, beginnende uiterlijk twee jaar nadat zij werden ingesteld. Het Associatiecomité kan een ander tijdschema vaststellen.

7.   In afwijking van het bepaalde in lid 4 kan het Associatiecomité, in verband met de problemen bij het opzetten van een nieuwe industrie, Egypte toestaan bij uitzondering de in lid 1 bedoelde maatregelen te handhaven gedurende ten hoogste vier jaar na afloop van de overgangsperiode van twaalf jaar.

HOOFDSTUK 2

Landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten

Artikel 12

Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap en Egypte, opgenomen in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur en het Egyptische douanetarief, alsmede op de producten genoemd in bijlage I.

Artikel 13

De Gemeenschap en Egypte liberaliseren geleidelijk het onderlinge handelsverkeer in landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten die voor beide partijen van belang zijn.

Artikel 14

1.   Voor de invoer in de Gemeenschap van de landbouwproducten van oorsprong uit Egypte genoemd in Protocol nr. 1 gelden de regelingen van dat protocol.

2.   Voor de invoer in Egypte van de landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap genoemd in Protocol nr. 2 gelden de regelingen van dat protocol.

3.   Voor de handel in onder dit hoofdstuk vallende verwerkte landbouwproducten gelden de regelingen van Protocol nr. 3.

Artikel 15

1.   Gedurende het derde uitvoeringsjaar van de overeenkomst onderzoeken de Gemeenschap en Egypte de situatie, teneinde vast te stellen welke maatregelen door de Gemeenschap en Egypte vanaf het begin van het vierde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst moeten worden toegepast om het in artikel 13 genoemde doel te bereiken.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1, en de handelsstromen voor landbouwproducten, visserijproducten en bewerkte landbouwproducten tussen de partijen alsmede de bijzondere gevoeligheid van deze producten in aanmerking genomen, onderzoeken de Gemeenschap en Egypte in de Associatieraad per product op basis van wederkerigheid de mogelijkheid om passende wederzijdse concessies in te stellen.

Artikel 16

1.   Indien ten gevolge van de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid een specifieke regeling wordt ingesteld of indien de bestaande regelingen worden gewijzigd of in geval van wijziging of uitbreiding van de bepalingen betreffende de tenuitvoerlegging van het landbouwbeleid, kan de betrokken partij voor de betrokken producten de in deze overeenkomst vervatte regeling wijzigen.

2.   De betrokken partij stelt in een dergelijk geval het Associatiecomité op de hoogte. Op verzoek van de andere partij komt het Associatiecomité bijeen om te voorzien in de belangen van de verzoekende partij.

3.   Indien de Gemeenschap of Egypte krachtens lid 1 de regeling van deze overeenkomst voor landbouwproducten wijzigt, wordt voor de invoer van producten van oorsprong uit de andere partij een voordeel toegekend dat vergelijkbaar is met het voordeel waarin deze overeenkomst voorziet.

4.   Over de toepassing van dit artikel wordt in de Associatieraad overleg gepleegd.

HOOFDSTUK 3

Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 17

1.   In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte worden geen nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking ingesteld.

2.   Ten aanzien van het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte worden kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.

3.   De Gemeenschap en Egypte passen onderling geen douanerechten bij uitvoer of heffingen van gelijke werking, noch kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking toe.

Artikel 18

1.   De rechten van toepassing op de onderlinge invoer van de partijen zijn de bij de WTO geconsolideerde rechten of de op 1 januari 1999 toegepaste rechten, indien deze lager zijn. Indien de rechten na 1 januari 1999 erga omnes zijn verlaagd, is het verlaagde recht van toepassing.

2.   In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte worden geen nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking ingesteld, noch worden de rechten of heffingen welke reeds van toepassing zijn verhoogd, tenzij deze overeenkomst anders bepaalt.

3.   De partijen stellen elkander in kennis van de door hen per 1 januari 1999 toegepaste rechten.

Artikel 19

1.   Voor producten van oorsprong uit Egypte geldt bij invoer in de Gemeenschap geen gunstiger regeling dan die welke tussen de lidstaten onderling geldt.

2.   De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing onverminderd de bijzondere bepalingen inzake de toepassing van het gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden.

Artikel 20

1.   De partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, rechtstreeks of onrechtstreeks, discrimineren tussen producten van de ene partij en soortgelijke producten van oorsprong uit de andere partij.

2.   Terugbetaling van binnenlandse belasting voor producten die naar een der partijen worden uitgevoerd, mag de bedragen van de op deze producten rustende directe of indirecte belastingen niet overschrijden.

Artikel 21

1.   Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de instelling van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.

2.   De partijen plegen overleg in de Associatieraad over overeenkomsten tot instelling van douane-unies of vrijhandelszones en desgewenst over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Een dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Unie, teneinde rekening te kunnen houden met de wederzijdse belangen van de partijen.

Artikel 22

Indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping in de zin van artikel VI van de GATT 1994 plaatsvindt, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 en haar binnenlandse wetgeving op dit gebied.

Artikel 23

Onverminderd het bepaalde in artikel 34 is de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.

Tot de in artikel 34, lid 2, bedoelde regels zijn vastgesteld, kan, indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping in de zin van de artikelen VI en XVI van de GATT 1994 plaatsvindt, zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen en haar binnenlandse wetgeving op dit gebied.

Artikel 24

1.   De bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen zijn van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.

2.   Vóór een partij vrijwaringsmaatregelen toepast krachtens artikel XIX van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen, verstrekt zij het Associatiecomité alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

Teneinde een dergelijke oplossing te vinden voeren de partijen in het Associatiecomité onverwijld overleg. Indien de partijen niet binnen dertig dagen na de aanvang van dit overleg tot overeenstemming komen over een oplossing waarbij de toepassing van vrijwaringsmaatregelen kan worden vermeden, kan de partij die voornemens is vrijwaringsmaatregelen te nemen, de bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen toepassen.

3.   Indien krachtens dit artikel vrijwaringsmaatregelen worden toegepast, kiezen de partijen bij voorrang maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst het minst verstoren.

4.   De vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het Associatiecomité, dat hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder met het oog op afschaffing van deze maatregelen, zodra de omstandigheden zulks toelaten.

Artikel 25

1.   Indien als gevolg van de naleving van artikel 17, lid 3,

i)

goederen worden wederuitgevoerd naar een derde land ten aanzien waarvan de exporterende partij voor het betrokken product kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen van gelijke werking toepast, of

ii)

een ernstig tekort aan producten die van wezenlijk belang zijn voor de exporterende partij ontstaat of dreigt te ontstaan,

en de bovenbedoelde situaties aanleiding geven of vermoedelijk zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende partij, kan deze partij passende maatregelen nemen volgens de procedures van artikel 2.

2.   De moeilijkheden die voortvloeien uit de in lid 1 bedoelde omstandigheden worden ter beoordeling aan het Associatiecomité voorgelegd. Het Associatiecomité kan alle besluiten nemen die nodig zijn om aan de moeilijkheden een einde te maken. Indien het Associatiecomité niet binnen 30 dagen nadat de zaak aan het comité is voorgelegd een dergelijk besluit heeft genomen, kan de exporterende partij passende maatregelen nemen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken product. Deze maatregelen mogen geen discriminerend karakter hebben en dienen te worden ingetrokken zodra de redenen voor hun toepassing niet meer bestaan.

Artikel 26

Niets in deze overeenkomst vormt een beletsel voor verboden of beperkingen op de invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het leven van mensen en dieren of het behoud van planten, de bescherming van het nationaal cultuurgoed van artistieke, historische of archeologische waarde, of uit hoofde van de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, noch voor voorschriften betreffende goud en zilver. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de partijen vormen.

Artikel 27

Het begrip „producten van oorsprong” voor de toepassing van deze titel en de regelingen voor administratieve samenwerking op dit gebied zijn gedefinieerd in Protocol nr. 4.

Artikel 28

Bij invoer in de Gemeenschap worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur. Bij invoer in Egypte worden de goederen ingedeeld overeenkomstig het Egyptische douanetarief.

TITEL III

RECHT VAN VESTIGING EN VERLENING VAN DIENSTEN

Artikel 29

1.   De partijen bevestigen opnieuw hun verbintenissen op grond van de Algemene overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS), die aan de WTO-Overeenkomst is gehecht, en met name de verbintenis tot wederzijdse toekenning van een meestbegunstigingsbehandeling ten aanzien van de handel in dienstensectoren waarop deze verbintenissen betrekking hebben.

2.   Overeenkomstig de GATS is deze behandeling niet van toepassing op:

a)

door een partij toegekende voordelen overeenkomstig de bepalingen van een overeenkomst als gedefinieerd in artikel V van de GATS of maatregelen die genomen zijn op grond van een dergelijke overeenkomst;

b)

andere voordelen toegekend overeenkomstig de lijst van uitzonderingen op de meestbegunstigingsclausule die door een partij aan de GATS is gehecht.

Artikel 30

1.   De partijen zullen overwegen de toepassingssfeer van de overeenkomst uit te breiden met het recht van vestiging van vennootschappen van een partij op het grondgebied van de andere partij en de liberalisering van de dienstverlening door vennootschappen van een partij aan ontvangers van diensten in een andere partij.

2.   De Associatieraad doet de nodige aanbevelingen voor de uitvoering van de in lid 1 vermelde doelstelling.

Bij het opstellen van deze aanbevelingen houdt de Associatieraad rekening met de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van de meestbegunstigingsbehandeling die de partijen elkander wederzijds toekennen overeenkomstig hun wederzijdse verplichtingen in het kader van de GATS, met name artikel V.

3.   De uitvoering van de in lid 1 genoemde doelstelling wordt door de Associatieraad uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan een eerste onderzoek onderworpen.

TITEL IV

KAPITAALVERKEER EN ANDERE ECONOMISCHE VRAAGSTUKKEN

HOOFDSTUK 1

Betalings- en kapitaalverkeer

Artikel 31

Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 33 verbinden de partijen zich ertoe machtiging te verlenen tot alle betalingen op de lopende rekening in volledig converteerbare valuta.

Artikel 32

1.   Vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst zien de Gemeenschap en Egypte toe op de liberalisering van het kapitaalverkeer voor rechtstreekse investeringen in ondernemingen die volgens het recht van het gastland zijn opgericht, alsmede de vereffening en repatriëring van deze investeringen en daaruit voortvloeiende winst.

2.   De partijen voeren overleg om het verkeer van kapitaal tussen de Gemeenschap en Egypte te vergemakkelijken, en geheel vrij te geven zodra de omstandigheden zulks toelaten.

Artikel 33

Indien een of meer lidstaten van de Gemeenschap dan wel Egypte in ernstige betalingsbalansproblemen verkeren of dreigen te verkeren, kan de Gemeenschap, respectievelijk Egypte, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in het kader van de GATT en de artikelen VIII en XIV van de statuten van het Internationaal Monetair Fonds, beperkingen instellen ten aanzien van de lopende betalingen, indien dergelijke beperkingen strikt noodzakelijk zijn. De Gemeenschap, respectievelijk Egypte, stelt de andere partij hiervan onmiddellijk in kennis en doet deze partij zo spoedig mogelijk een tijdschema toekomen voor de opheffing van deze maatregelen.

HOOFDSTUK 2

Mededinging en andere economische vraagstukken

Artikel 34

1.   Onverenigbaar met de goede werking van de overeenkomst zijn, voorzover de handel tussen de Gemeenschap en Egypte daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:

i)

alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen welke ertoe strekken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;

ii)

het misbruik van een machtspositie door een of meer ondernemingen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Egypte of op een wezenlijk deel daarvan;

iii)

alle overheidssteun die de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen door begunstiging van bepaalde ondernemingen of van de productie van bepaalde goederen.

2.   De Associatieraad neemt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst een besluit tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van lid 1.

In afwachting van de vaststelling van deze bepalingen worden de bepalingen van artikel 23 toegepast voor de tenuitvoerlegging van lid 1, onder iii).

3.   Elke partij voorziet in doorzichtigheid ten aanzien van de overheidssteun, met name door ieder jaar aan de andere partij mededeling te doen van het totale bedrag en de verdeling van de verstrekte steun en door op verzoek informatie over steunprogramma's te verstrekken. Indien een partij daarom verzoekt, verstrekt de andere partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.

4.   Lid 1, onder iii), is niet van toepassing op de landbouwproducten vermeld in titel II, hoofdstuk 2. Op deze producten zijn de WTO-overeenkomst inzake de landbouw en de desbetreffende bepalingen van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen van toepassing.

5.   Indien de Gemeenschap of Egypte van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1 kunnen zij passende maatregelen nemen na overleg in het kader van het Associatiecomité of na een termijn van 30 werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg, mits:

met de in lid 2 bedoelde uitvoeringsmaatregelen die praktijk niet afdoende kan worden tegengegaan, of

indien deze uitvoeringsbepalingen ontbreken, de praktijk de belangen van de andere partij ernstig schaadt of dreigt te schaden of aan haar nationale industrie, met inbegrip van de dienstverlenende sector, aanmerkelijke schade toebrengt of dreigt toe te brengen,

Met betrekking tot praktijken die onverenigbaar zijn met lid 1, onder iii), kunnen, indien de WTO-regels erop van toepassing is, deze passende maatregelen alleen worden vastgesteld volgens de procedures en voorwaarden bepaald door de WTO of in een ander in het kader daarvan tot stand gekomen instrument dat voor beide partijen van toepassing is.

6.   Niettegenstaande eventueel daarmee strijdige bepalingen die overeenkomstig lid 2 zijn vastgesteld, wisselen de partijen informatie uit met inachtneming van de beperkingen welke voortvloeien uit het beroeps- of zakengeheim.

Artikel 35

De lidstaten en Egypte passen, zonder afbreuk te doen aan de in het kader van de GATT aangegane verplichtingen, alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, zodanig dat uiterlijk vanaf het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst tussen onderdanen van de lidstaten en van Egypte geen discriminatie meer bestaat wat de voorwaarden voor aankoop en verkoop van goederen betreft. Het Associatiecomité wordt in kennis gesteld van de maatregelen die daartoe worden genomen.

Artikel 36

Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen maatregelen die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte verstoren en strijdig zijn met de belangen van de partijen, worden vastgesteld of gehandhaafd. Deze bepaling vormt geen beletsel voor de uitvoering, de jure of de facto, van bijzondere taken die aan deze ondernemingen zijn opgedragen.

Artikel 37

1.   Overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en in bijlage VI zien de partijen toe op adequate en effectieve bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten, overeenkomstig de gebruikelijke internationale normen, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten te doen gelden.

2.   De tenuitvoerlegging van dit artikel en van bijlage VI wordt regelmatig door de partijen geëvalueerd. Bij problemen op het gebied van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten die afbreuk doen aan het handelsverkeer, wordt op verzoek van een partij spoedoverleg overleg gevoerd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.

Artikel 38

De partijen stellen zich een geleidelijke liberalisering van de overheidsopdrachten ten doel. De Associatieraad voert overleg over de tenuitvoerlegging van deze doelstelling.

TITEL V

ECONOMISCHE SAMENWERKING

Artikel 39

Doelstellingen

1.   De partijen verbinden zich ertoe tot wederzijds voordeel hun economische samenwerking te versterken.

2.   De economische samenwerking heeft als doel:

bevordering van de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van deze overeenkomst;

bevordering van de totstandkoming van evenwichtige economische betrekkingen tussen de partijen;

ondersteuning van de inspanningen van Egypte om duurzame economische en sociale ontwikkeling tot stand te brengen.

Artikel 40

Toepassingsgebied

1.   De samenwerking is in de eerste plaats gericht op sectoren waar zich interne problemen voordoen of die gevolgen ondervinden van de liberalisering van de gehele Egyptische economie, met name de liberalisering van het handelsverkeer tussen Egypte en de Gemeenschap.

2.   Voorts wordt bij de samenwerking prioriteit gegeven aan de sectoren die de economieën van Egypte en de Gemeenschap dichter tot elkander brengen, met name sectoren die groei en werkgelegenheid scheppen.

3.   De samenwerking moedigt maatregelen om de intraregionale samenwerking te stimuleren aan.

4.   Bij de uitvoering van de verschillende terreinen van de economische samenwerking wordt de bescherming van het milieu en het ecologische evenwicht in acht genomen, voor zover relevant voor die terreinen.

5.   De partijen kunnen overeenkomen hun economische samenwerking uit te breiden tot sectoren die niet onder de bepalingen van deze titel vallen.

Artikel 41

Methoden en procedures

De economische samenwerking wordt met name verwezenlijkt door middel van:

a)

een regelmatige economische dialoog tussen de partijen die alle terreinen van het macro-economisch beleid bestrijkt;

b)

regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën op alle terreinen van de samenwerking; in dit verband worden onder meer bijeenkomsten van ambtenaren en deskundigen gehouden;

c)

uitwisseling van advies, deskundigheid en scholing;

d)

gezamenlijke activiteiten als seminars en werkgroepen;

e)

technische en administratieve bijstand en bijstand op het gebied van regelgeving.

Artikel 42

Onderwijs en opleiding

De partijen stellen in onderlinge samenwerking welke de meest effectieve methoden zijn om onderwijs en beroepsopleidingen significant te verbeteren, en passen deze methoden toe, met name ten aanzien van overheidsondernemingen en particuliere ondernemingen, handelsgerelateerde dienstverlening, de overheid, technische instellingen, instanties voor normalisatie en certificatie en andere relevante organisaties. In dit verband wordt bijzondere aandacht geschonken aan de toegang voor vrouwen tot hoger onderwijs en opleidingsfaciliteiten.

De samenwerking stimuleert tevens de totstandkoming van betrekkingen tussen gespecialiseerde instanties in de Gemeenschap en Egypte en bevordert de uitwisseling van informatie en ervaring en het gezamenlijk gebruik van technische faciliteiten.

Artikel 43

Wetenschappelijke en technologische samenwerking

De samenwerking heeft als doel:

a)

het bevorderen van duurzame betrekkingen tussen de wetenschappelijke gemeenschap in de Gemeenschap en die in Egypte, met name door middel van:

openstelling van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's van de Gemeenschap voor Egypte, overeenkomstig de geldende bepalingen inzake de deelname van derde landen;

deelname van Egypte aan netwerken voor gedecentraliseerde samenwerking;

bevordering van synergie tussen opleiding en onderzoek;

b)

het versterken van de onderzoekscapaciteit in Egypte;

c)

het stimuleren van technologische innovatie, uitwisseling van nieuwe technologieën en verspreiding van kennis.

Artikel 44

Milieu

1.   De samenwerking heeft als doel het voorkomen van de aantasting van het milieu, het terugdringen van verontreiniging en het rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen, teneinde duurzame ontwikkeling te waarborgen.

2.   Specifiek richt de samenwerking zich op de volgende terreinen:

woestijnvorming;

de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee en de bestrijding en voorkoming van verontreiniging van de zee;

waterbeheer;

energiebeheer;

afvalbeheer;

verzilting;

beheer van het milieu van gevoelige kustgebieden;

de effecten van industriële ontwikkeling en met name de veiligheid van industriële installaties;

de gevolgen van de landbouw voor de kwaliteit van bodem en water;

milieueducatie en -voorlichting.

Artikel 45

Industriële samenwerking

De samenwerking bevordert en stimuleert met name:

het debat over industriebeleid en concurrentie in een open economie;

de industriële samenwerking tussen bedrijven in de Gemeenschap en in Egypte: dit houdt onder meer toegang voor Egypte in tot communautaire netwerken voor samenwerking tussen ondernemingen en tot netwerken voor gedecentraliseerde samenwerking;

de modernisering en herstructurering van de Egyptische industrie;

totstandbrenging van een voor de ontwikkeling van het particuliere bedrijfsleven gunstig klimaat, teneinde groei en diversifiëring van de industriële productie te stimuleren;

overdracht van technologie, innovatie en onderzoek en ontwikkeling;

ontwikkeling van het menselijk potentieel;

toegang tot de kapitaalmarkt ten behoeve van de financiering van productieve investeringen.

Artikel 46

Investeringen en stimulering van investeringen

De samenwerking is gericht op versterking van de instroom van kapitaal, deskundigheid en technologie naar Egypte door onder meer:

op gepaste wijze investeringsmogelijkheden en bronnen van informatie over investeringsregels te identificeren;

informatie te verstrekken over Europese investeringsregelingen (technische bijstand, rechtstreekse financiële ondersteuning, fiscale stimuleringsmaatregelen, investeringsverzekering en dergelijke) voor investeringen buiten de EG, en de Egypte beter in staat te stellen daarvan te profiteren;

een juridisch klimaat tot stand te brengen dat bevorderlijk is voor de onderlinge investeringen, eventueel door sluiting door Egypte en de lidstaten van overeenkomsten ter bescherming van investeringen en overeenkomsten ter vermijding van dubbele belastingheffing;

de mogelijkheden voor de oprichting van joint ventures te onderzoeken, met name voor het midden- en kleinbedrijf, en voor de sluiting van overeenkomsten tussen de lidstaten en Egypte;

mechanismen voor de stimulering van investeringen in te stellen.

De samenwerking kan zich uitstrekken tot planning en uitvoering van projecten waarmee ter plaatse de doeltreffende verwerving en gebruik van basistechnologieën, het gebruik van normen, de ontwikkeling van het menselijk potentieel en het scheppen van werkgelegenheid kan worden gedemonstreerd.

Artikel 47

Normalisatie en conformiteitsbeoordeling

De partijen streven ernaar de verschillen op het gebied van harmonisatie en conformiteitsbeoordeling te beperken. Specifiek richt de samenwerking in dit verband zich op de volgende terreinen:

a)

voorschriften op het gebied van normalisatie, metrologie, kwaliteitsnormen en erkenning van conformiteit, met name wat betreft sanitaire en fytosanitaire normen voor landbouwproducten en voedingsmiddelen;

b)

modernisering van de Egyptische instanties voor conformiteitsbeoordeling, teneinde te zijner tijd overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning van conformiteitsbeoordeling te sluiten;

c)

het ontwikkelen van structuren voor de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom, normalisatie en kwaliteitsnormen.

Artikel 48

Aanpassing van wetgeving

De partijen doen wat in hun vermogen ligt om hun wetgeving onderling aan te passen, teneinde de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te vereenvoudigen.

Artikel 49

Financiële diensten

De partijen werken samen om hun normen en voorschriften te harmoniseren, onder andere met het oog op:

a)

versterking en herstructurering van de financiële sector in Egypte;

b)

verbetering van de boekhoudings- en boekhoudcontrolesystemen, alsmede het toezicht op en de reglementering van het bankwezen, het verzekeringswezen en andere segmenten van de financiële sector in Egypte.

Artikel 50

Landbouw en visserij

De samenwerking is gericht op:

a)

modernisering en herstructurering van landbouw en visserij, onder meer door modernisering van infrastructuur en uitrusting, ontwikkeling van technologie voor verpakking, opslag en marketing en verbetering van particuliere distributieketens;

b)

diversificatie van productie en externe afzetmarkten, onder meer door stimulering van de oprichting van joint ventures in de agro-industriële sector;

c)

hechtere samenwerking op veterinair en fytosanitair gebied en inzake teelttechnieken teneinde handelsverkeer tussen de partijen te vergemakkelijken. De partijen wisselen hiertoe informatie uit.

Artikel 51

Vervoer

De samenwerking is gericht op:

herstructurering en modernisering van weg-, spoorweg-, haven- en luchthaveninfrastructuur die gekoppeld is aan de belangrijkste trans-Europese verbindingen van gemeenschappelijk belang;

definitie en toepassing van exploitatienormen die vergelijkbaar zijn met die welke in de Gemeenschap gangbaar zijn;

vernieuwing van technische installaties voor multimodaal vervoer, containervervoer en overslag;

verbetering van het beheer van luchthavens, de luchtverkeersleiding en de spoorwegen, mede inhoudende samenwerking tussen de verantwoordelijke nationale instanties;

verbetering van navigatiehulpmiddelen.

Artikel 52

Telecommunicatie en informatiemaatschappij

De partijen erkennen dat informatie- en communicatietechnologieën een cruciaal element zijn van een moderne samenleving, een vitale factor voor de economische en sociale ontwikkeling en een hoeksteen van de opkomende informatiemaatschappij.

De samenwerkingsactiviteiten van de partijen op dit gebied zijn gericht op:

een dialoog over vraagstukken die verband houden met de verschillende aspecten van de informatiemaatschappij, zoals het telecommunicatiebeleid;

uitwisseling van informatie en mogelijke technische bijstand op het gebied van regelgeving, normalisatie, conformiteitsbeoordeling en certificering in verband met informatietechnologieën en telecommunicatie;

verspreiding van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en verfijning van nieuwe toepassingen op dit gebied;

uitvoering van gezamenlijke projecten voor onderzoek, technische ontwikkeling of industriële toepassingen op het gebied van informatietechnologieën, communicatie, telematica en de informatiemaatschappij;

deelname van Egyptische organisaties, binnen de gevestigde kaders, aan proefprojecten en Europese programma's;

onderlinge koppeling van netwerken en interoperabiliteit van telematicadiensten in de Gemeenschap en Egypte.

Artikel 53

Energie

Bij de samenwerking genieten prioriteit:

bevordering van duurzame energie;

bevordering van energiebesparing en efficiënt energiegebruik;

toegepast onderzoek naar datanetwerken in de economische en sociale sector, met name ten behoeve van de verbinding tussen ondernemingen in de Gemeenschap en in Egypte;

ondersteuning voor de modernisering en ontwikkeling van energienetwerken en koppeling daarvan aan de netwerken van de Gemeenschap.

Artikel 54

Toerisme

De prioriteiten voor de samenwerking zijn:

stimulering van investeringen in het toerisme;

verbetering van de kennis van de toeristenindustrie en versterking van de consistentie van beleid dat op het toerisme van invloed is;

betere seizoensspreiding van het toerisme;

bevordering van de samenwerking met regio's en steden in buurlanden;

benadrukking van het belang van het culturele erfgoed voor het toerisme;

zorgen voor een passende wisselwerking tussen toerisme en het milieu;

versterking van het concurrentievermogen van het toerisme door steun voor professionalisering.

Artikel 55

Douane

1.   De partijen ontwikkelen de samenwerking op douanegebied teneinde erop toe te zien dat de handelsbepalingen worden nageleefd. Bij de samenwerking hebben prioriteit:

a)

vereenvoudiging van controles en procedures voor in- en uitklaring van goederen;

b)

toepassing van het „enig document” en een systeem om de douanevervoerregelingen van de Gemeenschap en Egypte te koppelen.

2.   Onverminderd het bepaalde in de overeenkomst inzake verdere samenwerking, in het bijzonder wat de bestrijding van drugs en het witwassen van geld betreft, verlenen de douaneadministraties van de partijen elkander administratieve bijstand overeenkomstig Protocol nr. 5.

Artikel 56

Statistiek

De samenwerking is met name gericht op harmonisatie van de door de partijen gebruikte methoden, zodat betrouwbare statistieken kunnen worden opgesteld voor alle gebieden die onder deze overeenkomst vallen en voor statistische verwerking in aanmerking komen.

Artikel 57

Witwassen van geld

1.   De partijen werken samen om te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van de opbrengst van criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.

2.   De samenwerking op dit gebied omvat mede technische en administratieve bijstand voor het opzetten van effectieve normen voor de bestrijding van witwassen, die met de internationale normen overeenstemmen.

Artikel 58

Bestrijding van drugs

1.   De samenwerking is met name gericht op:

verbetering van de effectiviteit van beleid en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van het aanbod van en de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, almede op bestrijding van het misbruik van deze producten;

bevordering van een gezamenlijke aanpak voor het terugdringen van de vraag.

2.   De partijen bepalen gezamenlijk, in overeenstemming met hun respectieve wetgeving, welke strategieën en samenwerkingsmethoden geboden zijn om deze doelstellingen te bereiken. Hun optreden, voor zover niet gemeenschappelijk, wordt gebaseerd op overleg en nauwe coördinatie.

Aan dit optreden kunnen de betrokken overheidsinstellingen en particuliere instellingen deelnemen, alle overeenkomstig hun bevoegdheden, in samenwerking met de bevoegde instanties van Egypte, de Gemeenschap en haar lidstaten.

3.   De samenwerking wordt verwezenlijkt door middel van uitwisseling van informatie en waar nodig gezamenlijke activiteiten met betrekking tot:

oprichting of uitbreiding van instellingen voor sociale dienstverlening en gezondheidszorg en informatiecentra voor de behandeling en sociale reïntegratie van drugsverslaafden;

uitvoering van projecten op het gebied van preventie, voorlichting, opleiding, en epidemiologisch onderzoek;

het opstellen van effectieve normen voor de voorkoming van het onrechtmatig gebruik van precursoren en andere essentiële stoffen die worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen, overeenkomend met de internationale normen.

Artikel 59

Bestrijding van terrorisme

Overeenkomstig internationale verdragen en hun nationale wetgeving werken de partijen samen op dit gebied, waarbij de nadruk ligt op:

uitwisseling van informatie over middelen en methoden voor de bestrijding van terrorisme;

uitwisseling van ervaringen met betrekking tot de voorkoming van terrorisme;

gezamenlijk onderzoek naar de voorkoming van terrorisme.

Artikel 60

Regionale samenwerking

De samenwerking is met name gericht op:

ontwikkeling van de economische infrastructuur;

wetenschappelijk en technologisch onderzoek;

intraregionale handel;

douanezaken;

cultuur;

milieuvraagstukken.

Artikel 61

Bescherming van de consument

De samenwerking op dit gebied is gericht op de harmonisatie van de regelingen voor de bescherming van de consument in de Europese Gemeenschap en in Egypte en dient voorzover mogelijk gericht te zijn op:

versterking van de onderlinge compatibiliteit van de consumentenwetgeving, teneinde handelsbelemmeringen te voorkomen;

instelling, ontwikkeling en onderlinge koppeling van systemen voor wederzijdse informatieverstrekking over gevaarlijke voedingsmiddelen en industrieproducten (systemen voor vroegtijdige waarschuwing);

uitwisseling van informatie en deskundigen;

organisatie van opleidingsregelingen en verlening van technische bijstand.

TITEL VI

HOOFDSTUK 1

Dialoog en samenwerking op sociaal gebied

Artikel 62

De partijen bevestigen opnieuw het belang dat zij hechten aan billijke behandeling van hun werknemers die legaal op het grondgebied van de andere partij verblijven en werkzaam zijn. De lidstaten en Egypte komen overeen, indien een van hen daarom verzoekt, besprekingen te openen over onderlinge bilaterale overeenkomsten inzake arbeidsvoorwaarden voor en socialezekerheidsrechten van werknemers uit Egypte en de lidstaten die legaal verblijven en werkzaam zijn op hun grondgebied.

Artikel 63

1.   Tussen de partijen wordt een regelmatige dialoog ingesteld over onderwerpen op sociaal gebied die voor hen van belang zijn.

2.   In het kader van deze dialoog wordt onderzocht hoe vooruitgang kan worden bewerkstelligd wat betreft het verkeer van werknemers, gelijke behandeling en sociale integratie van onderdanen van Egypte en van de lidstaten van de Gemeenschap die legaal op het grondgebied van de andere partij verblijven.

3.   De dialoog heeft met name betrekking op alle vraagstukken betreffende:

a)

leef- en werkomstandigheden van migrantengemeenschappen;

b)

migratie;

c)

illegale migratie;

d)

activiteiten ter bevordering van de gelijke behandeling van onderdanen van Egypte en van de lidstaten van de Gemeenschap, wederzijdse kennis van cultuur en beschaving, bevordering van tolerantie en afschaffing van discriminatie.

Artikel 64

De dialoog over sociale aangelegenheden wordt gevoerd volgens dezelfde procedures als die waarin in titel I van deze overeenkomst wordt voorzien.

Artikel 65

Teneinde de samenwerking op sociaal gebied tussen de partijen te consolideren, worden activiteiten en programma's uitgevoerd op alle gebieden die voor hen van belang zijn.

Hierbij hebben de volgende onderwerpen prioriteit:

a)

vermindering van de migratiedruk, met name door het verbeteren van de levensomstandigheden, het scheppen van werkgelegenheid en inkomensgenerende activiteiten en het ontwikkelen van het onderwijs in de gebieden waaruit emigranten afkomstig zijn;

b)

bevordering van de betrokkenheid van vrouwen bij het economische en sociale ontwikkelingsproces;

c)

ontwikkeling en versterking van Egyptische programma's voor gezinsplanning en de bescherming van moeder en kind;

d)

verbetering van het stelsel van sociale zekerheid;

e)

verbetering van de gezondheidszorg;

f)

verbetering van de levensomstandigheden in arme gebieden;

g)

uitvoering en financiering van uitwisselings- en vrijetijdsprogramma's voor gemengde groepen Europese en Egyptische jongeren die in de lidstaten verblijven ter bevordering van de kennis van elkanders cultuur en van de tolerantie.

Artikel 66

De samenwerkingsactiviteiten kunnen worden uitgevoerd in samenwerking met de lidstaten en bevoegde internationale organisaties.

Artikel 67

De Associatieraad richt voor het einde van het eerste jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst een werkgroep op. Deze wordt belast met de permanente en regelmatige evaluatie van de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de hoofdstukken 1 tot en met 3.

HOOFDSTUK 2

Samenwerking inzake voorkoming van en controle op illegale immigratie en andere consulaire aangelegenheden

Artikel 68

De partijen werken samen teneinde illegale immigratie te voorkomen ente controleren. Hiertoe geldt het volgende:

iedere lidstaat van de Europese Gemeenschap verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van Egypte verblijven op verzoek van Egypte zonder verdere formaliteiten over te nemen, zodra de betrokken personen uitdrukkelijk als zodanig zijn geïdentificeerd;

Egypte verbindt zich ertoe eigen onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Gemeenschap verblijven op verzoek van die lidstaat zonder verdere formaliteiten over te nemen, zodra de betrokken personen uitdrukkelijk als zodanig zijn geïdentificeerd;

Voor dergelijke doeleinden verstrekken de lidstaten en Egypte hun onderdanen passende identiteitsdocumenten.

Wat de lidstaten van de Europese Unie betreft zijn de verplichtingen van dit artikel uitsluitend van toepassing op personen die voor de toepassing van het Gemeenschapsrecht geacht worden hun onderdanen te zijn.

Wat Egypte betreft zijn de verplichtingen van dit artikel uitsluitend van toepassing op personen die overeenkomstig het Egyptische rechtsstelsel en alle relevante wetgeving betreffende het staatsburgerschap geacht worden onderdanen van Egypte te zijn.

Artikel 69

Na de inwerkingtreding van de overeenkomst openen de partijen op verzoek van een van hen onderhandelingen over de sluiting van onderlinge bilaterale overeenkomsten waarin hun specifieke verplichtingen betreffende de overname van hun onderdanen worden geregeld. Indien een partij zulks noodzakelijk acht, bevatten dergelijke overeenkomsten tevens regelingen voor de overname van onderdanen van derde landen. In die regelingen wordt bepaald welke categorieën personen onder de regelingen vallen, alsmede op welke wijze de overname dient te geschieden.

Egypte wordt passende financiële en technische steun verleend voor de tenuitvoerlegging van deze regelingen.

Artikel 70

De Associatieraad onderzoekt welke andere gezamenlijke inspanningen kunnen worden verricht voor de voorkoming van en de controle op illegale immigratie en met betrekking tot andere consulaire aangelegenheden.

HOOFDSTUK 3

Samenwerking op het gebied van cultuur, audiovisuele media en informatie

Artikel 71

1.   De partijen bevorderen de culturele samenwerking ten aanzien van terreinen van wederzijds belang, in een geest van respect voor elkanders cultuur. Er wordt een duurzame dialoog inzake cultuur ingesteld. De samenwerking is met name gericht op het bevorderen van:

het conserveren en restaureren van historisch en cultureel erfgoed (monumenten en locaties van cultuurhistorische waarde, artefacten, zeldzame boeken en handschriften en dergelijke);

de uitwisseling van tentoonstellingen, theatergroepen, kunstenaars, letterkundigen, intellectuelen, culturele evenementen en dergelijke;

vertalingen;

de opleiding van personen die in de cultuursector werkzaam zijn.

2.   De samenwerking op het gebied van de audiovisuele media bevordert coproducties en gezamenlijke opleidingsactiviteiten. De partijen streven ernaar de deelname van Egypte aan communautaire initiatieven op dit gebied te stimuleren.

3.   De partijen zijn het erover eens dat cultuurprogramma's van de Gemeenschap en een of meer lidstaten, alsmede andere activiteiten van wederzijds belang, tot Egypte kunnen worden uitgebreid.

4.   De partijen stimuleren culturele samenwerking van commerciële aard, met name door middel van gezamenlijke projecten (voor productie, investering en marketing), opleiding en uitwisseling van informatie.

5.   Bij de vaststelling van samenwerkingsactiviteiten en -programma's en gezamenlijke activiteiten besteden de partijen bijzondere aandacht aan jongeren, aan zelfexpressie en communicatievaardigheden met gebruikmaking van schriftelijke en audiovisuele media, en aan monumentenzorg en verbreiding van cultuur.

6.   De samenwerking wordt met name verwezenlijkt door middel van:

een regelmatige dialoog tussen de partijen;

regelmatige uitwisseling van informatie en ideeën in alle sectoren van samenwerking, onder meer door middel van bijeenkomsten van ambtenaren en deskundigen;

activiteiten op het gebied van adviesverlening, expertise en opleiding;

gezamenlijke activiteiten als seminars en workshops;

technische en administratieve bijstand en bijstand op het gebied van de regelgeving;

verspreiding van informatie over samenwerkingsinitiatieven.

TITEL VII

FINANCIËLE SAMENWERKING

Artikel 72

Ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst wordt een financieel samenwerkingspakket aan Egypte ter beschikking gesteld volgens de passende procedures en met de vereiste financiële middelen.

De financiële samenwerking is met name gericht op:

het bevorderen van hervormingen die gericht zijn op de modernisering van de economie;

het op peil brengen van de economische infrastructuur;

het bevorderen van particuliere investeringen en activiteiten die werkgelegenheid scheppen;

het opvangen van de gevolgen voor Egypte van de geleidelijke instelling van een vrijhandelsgebied, met name door de industrie te moderniseren en te herstructureren en Egyptes exportcapaciteit te vergroten;

flankerende maatregelen voor beleid in de sociale sector;

het bevorderen van de capaciteit en het vermogen van Egypte op het gebied van de bescherming van intellectuele eigendomsrechten;

aanvullende maatregelen, waar nodig, ter uitvoering van bilaterale overeenkomsten ter voorkoming en beheersing van illegale immigratie;

flankerende maatregelen ten behoeve van de formulering en tenuitvoerlegging van de concurrentiewetgeving.

Artikel 73

Met het oog op een gecoördineerde benadering van uitzonderlijke macro-economische en financiële problemen die uit de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst zouden kunnen voortvloeien, schenken de partijen bijzondere aandacht aan de ontwikkelingen in het handelsverkeer en de financiële betrekkingen tussen de Gemeenschap en Egypte in het kader van de krachtens titel V ingestelde regelmatige economische dialoog.

TITEL VIII

INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 74

Er wordt een Associatieraad opgericht, die eenmaal per jaar, of telkens wanneer de omstandigheden zulks vereisen, op ministerieel niveau bijeenkomt op initiatief van zijn voorzitter, overeenkomstig het reglement van orde.

De Associatieraad behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de overeenkomst voordoen en alle andere bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.

Artikel 75

1.   De Associatieraad bestaat uit enerzijds leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en anderzijds leden van de regering van Egypte.

2.   De leden van de Associatieraad kunnen regelingen treffen om zich te doen vertegenwoordigen, overeenkomstig de daartoe in het reglement van orde van deze Associatieraad vast te stellen voorwaarden.

3.   De Associatieraad stelt zijn reglement van orde vast.

4.   De Associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een lid van de Raad van de Europese Unie en een lid van de regering van Egypte, zulks overeenkomstig het bepaalde in het reglement van orde van de Associatieraad.

Artikel 76

Voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst heeft de Associatieraad beslissingsbevoegdheid in de gevallen die in de overeenkomst worden genoemd.

De besluiten van de Associatieraad zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. De Associatieraad kan tevens alle nuttige aanbevelingen doen.

De besluiten en aanbevelingen van de Associatieraad worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

Artikel 77

1.   Er wordt een Associatiecomité opgericht, dat toezicht houdt op het beheer van deze overeenkomst, onder voorbehoud van de aan de Associatieraad toegekende bevoegdheden.

2.   De Associatieraad kan alle of een deel van zijn bevoegdheden aan het Associatiecomité delegeren.

Artikel 78

1.   Het Associatiecomité vergadert op het niveau van hoge ambtenaren en bestaat uit enerzijds vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en van leden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, en anderzijds vertegenwoordigers van de regering van Egypte.

2.   Het Associatiecomité stelt zijn reglement van orde vast.

3.   Het Associatiecomité wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en een vertegenwoordiger van de regering van Egypte.

Artikel 79

1.   Het Associatiecomité heeft beslissingsbevoegdheid inzake het beheer van deze overeenkomst en op de terreinen waarop de Associatieraad bevoegdheden aan het Associatiecomité heeft gedelegeerd.

2.   De besluiten van het Associatiecomité worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.

Artikel 80

De Associatieraad kan besluiten werkgroepen of lichamen in te stellen die voor de uitvoering van de overeenkomst nodig zijn. Hij stelt voor alle aldus aan hem ondergeschikte werkgroepen of lichamen de werkopdracht vast.

Artikel 81

De Associatieraad neemt alle nuttige maatregelen ter bevordering van de samenwerking en de contacten tussen het Europees Parlement en de Volksvergadering van Egypte.

Artikel 82

1.   Elk der partijen kan ieder geschil dat verband houdt met de toepassing of de interpretatie van deze overeenkomst aan de Associatieraad voorleggen.

2.   De Associatieraad kan het geschil bij besluit beslechten.

3.   Beide partijen zijn verplicht de maatregelen te treffen die voor de uitvoering van besluiten als bedoeld in lid 2 noodzakelijk zijn.

4.   Indien het geschil niet overeenkomstig lid 2 kan worden beslecht, kan elk der partijen de andere partij ervan in kennis stellen dat zij een scheidsrechter heeft aangewezen, waarop de andere partij binnen twee maanden een tweede scheidsrechter dient aan te wijzen. Voor de toepassing van deze procedure worden de Gemeenschap en de lidstaten geacht één partij bij het geschil te zijn.

De Associatieraad wijst een derde scheidsrechter aan.

De scheidsrechters besluiten bij meerderheid van stemmen.

Elke partij bij het geschil treft de maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van het besluit van de scheidsrechters noodzakelijk zijn.

Artikel 83

Niets in deze overeenkomst belet een overeenkomstsluitende partij maatregelen te nemen:

a)

die zij nodig acht om onthulling van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist te beletten;

b)

die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmaterieel of met onderzoek, ontwikkeling of productie die onmisbaar zijn voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;

c)

die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veiligheid in geval van ernstige binnenlandse problemen die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.

Artikel 84

Op de door deze overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen, geldt het volgende:

de regelingen die Egypte ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van de lidstaten, hun onderdanen of hun vennootschappen;

de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Egypte toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van Egyptische onderdanen of vennootschappen.

Artikel 85

Ten aanzien van directe belastingen heeft geen der bepalingen van de overeenkomst tot gevolg dat:

de door een partij toegekende voordelen op fiscaal gebied in enige internationale overeenkomst of regeling waardoor deze partij gebonden is worden uitgebreid;

de vaststelling of toepassing door een partij van maatregelen ter voorkoming van fraude of belastingontduiking wordt verhinderd;

afbreuk wordt gedaan aan het recht van een partij de ter zake doende bepalingen van haar fiscale wetgeving toe te passen op belastingplichtigen die zich niet in een zelfde situatie bevinden, met name ten aanzien van hun woonplaats.

Artikel 86

1.   De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.

2.   Indien een der partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in geval van wezenlijke inbreuk op deze overeenkomst door de andere partij, verstrekt zij de Associatieraad alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

Wezenlijke inbreuk op deze overeenkomst houdt in: verbreking van deze overeenkomst in strijd met de algemene regels van het internationale recht of ernstige schending van een essentieel element van deze overeenkomst, waardoor een klimaat wordt geschapen dat niet bevorderlijk is voor overleg, alsmede situaties waarin uitstel afbreuk zou doen aan de doelstellingen van deze overeenkomst.

3.   Bij de keuze van maatregelen als bedoeld in lid 2 wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren. De partijen komen voorts overeen dat deze maatregelen in overeenstemming dienen te zijn met het internationale recht en in verhouding dienen te staan tot de schending.

De genomen maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Associatieraad gebracht en op verzoek van de andere partij in de Associatieraad besproken. Indien een der partijen in geval van wezenlijke inbreuk op de overeenkomst als bedoeld in lid 2 een maatregel neemt, kan de andere partij een beroep doen op de procedure voor geschillenbeslechting.

Artikel 87

De protocollen 1 tot en met 5 en de bijlagen I tot en met VI vormen een integrerend onderdeel van de overeenkomst.

Artikel 88

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder „partijen” verstaan: enerzijds Egypte, en anderzijds de Gemeenschap, dan wel de lidstaten, dan wel de Gemeenschap en de lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

Artikel 89

Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Elk der partijen kan deze overeenkomst door kennisgeving aan de andere partij opzeggen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze overeenkomst op van toepassing te zijn.

Artikel 90

Deze overeenkomst is van toepassing op enerzijds het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing zijn, overeenkomstig het bepaalde in die Verdragen, en anderzijds op het grondgebied van Egypte.

Artikel 91

Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 92

1.   Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkander ervan kennisgeving doen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.

2.   Bij inwerkingtreding vervangt deze overeenkomst de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Egypte en de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en Egypte, ondertekend te Brussel op 18 januari 1997.

Hecho en Luxemburgo, el veinticinco de junio de dos mil uno.

Udfærdiget i Luxembourg den femogtyvende juni to tusind og et.

Geschehen zu Luxemburg am fünfundzwanzigsten Juni zweitausendundeins.

Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι πέντε Ιουνίου δύο χιλιάδες ένα.

Done at Luxembourg on the twenty-fifth day of June in the year two thousand and one.

Fait à Luxembourg, le vingt-cinq juin deux mille un.

Fatto a Lussemburgo, addì venticinque giugno duemilauno.

Gedaan te Luxemburg, de vijfentwintigste juni tweeduizendeneen.

Feito no Luxemburgo, em vinte e cinco de Junho de dois mil e um.

Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattayksi.

Som skedde i Luxemburg den tjugofemte juni tjugohundraett.

Image

Pour le Royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

Für das Königreich Belgien

Image

Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale.

Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

Pela República Portuguesa

Image

Suomen tasavallan puolesta

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

Por las Comunidades Europeas

For De Europæiske Fællesskaber

Für die Europäischen Gemeinschaften

Για τις Ευρωπαïκές Κοινότητες

For the European Communities

Pour les Communautés européennes

Per le Comunità europee

Voor de Europese Gemeenschappen

Pelas Comunidades Europeias

Euroopan yhteisöjen puolesta

På Europeiska gemenskapernas vägnar

Image

Image

BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN

Bijlage I:

Landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, bedoeld in de artikelen 7 en 12

Bijlage II:

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 1, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is

Bijlage III:

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 2, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is

Bijlage IV:

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 3, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is

Bijlage V:

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap, bedoeld in artikel 9, lid 4

Bijlage VI:

Intellectuele eigendom, bedoeld in artikel 37

Protocol nr. 1:

Regeling van toepassing bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Egypte

Protocol nr. 2:

Regeling van toepassing bij de invoer in Egypte van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap

Protocol nr. 3:

Regeling van toepassing op verwerkte landbouwproducten

Protocol nr. 4:

Definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

Protocol nr. 5:

Wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken

BIJLAGE I

Landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, bedoeld in de artikelen 7 en 12

GS-code

2905 43

(mannitol)

GS-code

2905 44

(sorbitol)

GS-code

2905 45

(glycerol)

GS-post

3301

(etherische oliën)

GS-code

3302 10

(reukstoffen)

GS-code

3501 t/m 3505

(eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm)

GS-code

3809 10

(appreteermiddelen)

GS-post

3823

(industriële vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen)

GS-code

3824 60

(sorbitol, niet elders genoemd)

GS-code

4101 t/m 4103

(huiden en vellen)

GS-post

4301

(pelterijen, niet gelooid noch anderszins bereid)

GS-code

5001 t/m 5003

(ruwe zijde; afval van zijde)

GS-code

5101 t/m 5103

(wol; fijn haar; grof haar)

GS-code

5201 t/m 5203

(katoen, niet gekaard en niet gekamd; afval van katoen; katoen, gekaard of gekamd)

GS-post

5301

(ruwe vlas)

GS-post

5302

(ruwe hennep)

BIJLAGE II

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 1, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is

 

2501001

 

2502000

 

2503100

 

2503900

 

2504100

 

2504900

 

2505109

 

2505909

 

2506100

 

2506210

 

2506290

 

2507000

 

2508100

 

2508200

 

2508300

 

2508400

 

2508500

 

2508600

 

2508700

 

2509000

 

2511100

 

2511200

 

2512000

 

2513110

 

2513190

 

2513210

 

2513290

 

2514000

 

2517100

 

2517200

 

2517300

 

2517411

 

2517491

 

2518100

 

2518200

 

2518300

 

2519100

 

2519900

 

2520201

 

2521000

 

2522100

 

2522200

 

2522300

 

2524000

 

2525100

 

2525200

 

2525300

 

2526201

 

2527000

 

2528100

 

2528900

 

2529100

 

2529210

 

2529220

 

2529300

 

2530100

 

2530200

 

2530400

 

2530909

 

2601110

 

2601120

 

2601200

 

2602000

 

2603000

 

2604000

 

2605000

 

2606000

 

2607000

 

2608000

 

2609000

 

2610000

 

2611000

 

2612100

 

2612200

 

2613100

 

2613900

 

2614000

 

2615100

 

2615900

 

2616100

 

2616900

 

2617100

 

2617900

 

2618000

 

2619000

 

2620110

 

2620190

 

2620200

 

2620300

 

2620400

 

2620500

 

2620900

 

2621000

 

2701110

 

2701120

 

2701190

 

2701200

 

2702100

 

2702200

 

2703000

 

2709000

 

2710001

 

2710002

 

2711110

 

2711120

 

2711139

 

2711140

 

2711190

 

2711210

 

2711290

 

2712100

 

2712200

 

2712900

 

2713110

 

2713120

 

2713200

 

2713900

 

2714100

 

2714900

 

2715000

 

2716000

 

2801200

 

2801300

 

2802000

 

2804210

 

2804290

 

2804500

 

2804610

 

2804690

 

2804700

 

2804800

 

2804900

 

2805110

 

2805190

 

2805210

 

2805220

 

2805300

 

2805400

 

2809100

 

2809201

 

2810001

 

2812100

 

2812900

 

2813100

 

2813900

 

2814100

 

2814200

 

2815200

 

2815300

 

2816100

 

2816200

 

2816300

 

2817000

 

2818100

 

2818200

 

2818300

 

2819100

 

2819900

 

2820100

 

2820900

 

2821100

 

2821200

 

2822000

 

2823000

 

2825101

 

2825109

 

2825200

 

2825300

 

2825400

 

2825500

 

2825600

 

2825700

 

2825800

 

2825900

 

2826110

 

2826120

 

2826190

 

2826200

 

2826300

 

2826900

 

2827100

 

2827200

 

2827310

 

2827320

 

2827330

 

2827340

 

2827350

 

2827360

 

2827370

 

2827380

 

2827390

 

2827410

 

2827490

 

2827510

 

2827590

 

2827600

 

2828909

 

2829110

 

2829199

 

2829900

 

2830100

 

2830200

 

2830300

 

2830900

 

2831100

 

2831900

 

2832100

 

2832200

 

2832300

 

2833210

 

2833220

 

2833230

 

2833240

 

2833250

 

2833260

 

2833270

 

2833290

 

2833300

 

2833400

 

2834100

 

2834210

 

2834220

 

2834290

 

2835000

 

2835210

 

2835220

 

2835230

 

2835240

 

2835250

 

2835260

 

2835290

 

2835310

 

2835390

 

2836100

 

2836201

 

2836301

 

2836401

 

2836409

 

2836500

 

2836600

 

2836700

 

2836910

 

2836920

 

2836930

 

2836990

 

2837110

 

2837190

 

2837200

 

2838000

 

2839000

 

2839190

 

2839200

 

2839900

 

2840110

 

2840190

 

2840200

 

2840300

 

2841100

 

2841200

 

2841300

 

2841400

 

2841500

 

2841600

 

2841700

 

2841800

 

2841900

 

2842100

 

2842900

 

2843100

 

2843210

 

2843290

 

2843300

 

2843900

 

2844101

 

2844109

 

2844200

 

2844300

 

2844400

 

2844500

 

2845100

 

2845900

 

2846100

 

2846900

 

2847000

 

2848100

 

2848900

 

2849100

 

2849200

 

2849900

 

2850000

 

2851000

 

2901109

 

2901210

 

2901220

 

2901230

 

2901240

 

2901290

 

2901299

 

2902110

 

2902190

 

2902300

 

2902410

 

2902420

 

2902430

 

2902440

 

2902500

 

2902600

 

2902700

 

2902900

 

2902909

 

2903110

 

2903120

 

2903130

 

2903140

 

2903150

 

2903160

 

2903190

 

2903210

 

2903220

 

2903230

 

2903290

 

2903300

 

2903400

 

2903510

 

2903590

 

2903610

 

2903620

 

2903690

 

2904100

 

2904200

 

2904201

 

2904209

 

2904900

 

2905110

 

2905120

 

2905130

 

2905140

 

2905150

 

2905160

 

2905170

 

2905190

 

2905210

 

2905220

 

2905290

 

2905310

 

2905320

 

2905390

 

2905410

 

2905420

 

2905490

 

2905500

 

2906110

 

2906120

 

2906130

 

2906140

 

2906190

 

2906210

 

2906290

 

2907110

 

2907120

 

2907130

 

2907140

 

2907150

 

2907190

 

2907210

 

2907220

 

2907230

 

2907290

 

2907300

 

2908100

 

2908200

 

2908900

 

2909110

 

2909190

 

2909200

 

2909300

 

2909410

 

2909420

 

2909430

 

2909440

 

2909490

 

2909500

 

2909600

 

2910100

 

2910200

 

2910300

 

2910900

 

2911000

 

2912110

 

2912120

 

2912130

 

2912190

 

2912210

 

2912290

 

2912300

 

2912410

 

2912420

 

2912490

 

2912500

 

2913000

 

2914110

 

2914120

 

2914130

 

2914190

 

2914210

 

2914220

 

2914230

 

2914290

 

2914300

 

2914410

 

2914490

 

2914500

 

2914600

 

2914690

 

2914700

 

2915110

 

2915120

 

2915130

 

2915211

 

2915220

 

2915230

 

2915240

 

2915290

 

2915310

 

2915320

 

2915330

 

2915340

 

2915350

 

2915390

 

2915400

 

2915500

 

2915600

 

2915700

 

2915901

 

2915909

 

2916110

 

2916120

 

2916130

 

2916140

 

2916150

 

2916190

 

2916200

 

2916310

 

2916320

 

2916330

 

2916390

 

2917110

 

2917120

 

2917130

 

2917140

 

2917190

 

2917200

 

2917310

 

2917320

 

2917330

 

2917340

 

2917350

 

2917360

 

2917370

 

2917390

 

2918110

 

2918120

 

2918130

 

2918140

 

2918150

 

2918160

 

2918170

 

2918190

 

2918210

 

2918220

 

2918230

 

2918290

 

2918300

 

2918900

 

2919000

 

2920100

 

2920900

 

2921110

 

2921120

 

2921190

 

2921210

 

2921220

 

2921290

 

2921300

 

2921410

 

2921420

 

2921430

 

2921440

 

2921450

 

2921490

 

2921510

 

2921590

 

2922110

 

2922120

 

2922130

 

2922190

 

2922210

 

2922220

 

2922300

 

2922410

 

2922420

 

2922490

 

2922500

 

2923100

 

2923200

 

2923900

 

2924100

 

2924210

 

2924291

 

2924299

 

2925110

 

2925190

 

2925200

 

2926100

 

2926200

 

2926900

 

2927000

 

2928000

 

2929100

 

2929900

 

2930100

 

2930200

 

2930300

 

2930400

 

2930900

 

2931000

 

2932110

 

2932120

 

2932130

 

2932190

 

2932210

 

2932290

 

2932900

 

2933110

 

2933190

 

2933210

 

2933290

 

2933310

 

2933390

 

2933400

 

2933510

 

2933590

 

2933610

 

2933690

 

2933710

 

2933790

 

2933900

 

2934100

 

2934200

 

2934300

 

2934900

 

2935000

 

2936100

 

2936210

 

2936220

 

2936230

 

2936240

 

2936250

 

2936260

 

2936270

 

2936280

 

2936290

 

2936900

 

2937100

 

2937210

 

2937220

 

2937290

 

2937910

 

2937920

 

2937990

 

2938100

 

2938900

 

2939100

 

2939210

 

2939290

 

2939300

 

2939400

 

2939500

 

2939600

 

2939700

 

2939909

 

2940000

 

2941100

 

2941200

 

2941300

 

2941400

 

2941500

 

2941900

 

2942000

 

3001100

 

3001200

 

3001900

 

3002100

 

3002200

 

3002310

 

3002390

 

3002901

 

3002909

 

3003310

 

3003901

 

3004310

 

3004901

 

3006109

 

3006200

 

3006300

 

3006400

 

3006600

 

3101000

 

3102210

 

3104100

 

3104200

 

3104300

 

3104900

 

3105100

 

3105200

 

3105300

 

3105400

 

3105510

 

3105590

 

3105600

 

3105900

 

3201100

 

3201200

 

3201300

 

3201900

 

3202100

 

3202900

 

3203000

 

3205000

 

3211001

 

3212100

 

3214101

 

3401202

 

3402119

 

3402129

 

3402139

 

3402199

 

3403119

 

3403199

 

3403919

 

3403999

 

3404100

 

3404200

 

3404909

 

3407001

 

3507100

 

3507900

 

3701100

 

3701302

 

3701992

 

3702100

 

3702511

 

3702521

 

3702522

 

3702551

 

3702559

 

3702561

 

3702911

 

3702921

 

3702922

 

3702941

 

3702951

 

3703101

 

3703201

 

3703901

 

3801100

 

3801200

 

3801300

 

3801900

 

3802100

 

3802900

 

3803000

 

3804000

 

3805100

 

3805200

 

3805900

 

3806100

 

3806200

 

3806300

 

3806900

 

3807001

 

3807009

 

3809910

 

3809920

 

3809930

 

3809990

 

3810100

 

3810900

 

3811119

 

3811199

 

3811219

 

3811299

 

3811909

 

3812100

 

3812200

 

3812300

 

3813000

 

3814000

 

3815110

 

3815120

 

3815190

 

3815900

 

3816000

 

3817100

 

3817200

 

3818000

 

3819000

 

3820000

 

3821000

 

3822000

 

3822600

 

3901100

 

3901200

 

3901300

 

3901901

 

3901909

 

3902100

 

3902200

 

3902300

 

3902900

 

3903110

 

3903190

 

3903200

 

3903300

 

3903900

 

3904101

 

3904300

 

3904400

 

3904500

 

3904610

 

3904690

 

3904900

 

3905110

 

3905190

 

3905900

 

3906100

 

3906900

 

3907100

 

3907200

 

3907300

 

3907400

 

3907501

 

3907509

 

3907600

 

3907910

 

3907990

 

3908100

 

3908900

 

3909100

 

3909200

 

3909300

 

3909409

 

3909500

 

3910000

 

3911100

 

3911900

 

3912110

 

3912120

 

3912209

 

3912310

 

3912390

 

3912900

 

3913100

 

3913900

 

3914000

 

3915100

 

3915200

 

3915300

 

3915900

 

3917101

 

3920101

 

3921901

 

3923301

 

3923501

 

3926903

 

3926907

 

4001100

 

4001210

 

4001220

 

4001291

 

4001301

 

4002110

 

4002191

 

4002201

 

4002311

 

4002391

 

4002410

 

4002491

 

4002510

 

4002591

 

4002601

 

4002701

 

4002801

 

4002910

 

4002991

 

4003000

 

4004000

 

4014100

 

4016101

 

4016921

 

4016992

 

4016993

 

4017001

 

4104101

 

4104102

 

4104291

 

4105191

 

4106191

 

4110000

 

4205001

 

4206101

 

4401100

 

4401210

 

4401220

 

4401300

 

4402000

 

4403100

 

4403200

 

4403201

 

4403209

 

4403310

 

4403320

 

4403330

 

4403340

 

4403350

 

4403910

 

4403920

 

4403991

 

4403999

 

4404100

 

4404200

 

4406100

 

4406900

 

4407100

 

4407210

 

4407220

 

4407230

 

4407910

 

4407920

 

4407990

 

4408101

 

4408201

 

4408901

 

4413000

 

4417001

 

4421901

 

4421903

 

4501100

 

4501900

 

4503100

 

4701000

 

4702000

 

4703110

 

4703190

 

4703210

 

4703290

 

4704110

 

4704190

 

4704210

 

4704290

 

4705000

 

4706100

 

4706910

 

4706920

 

4706930

 

4707100

 

4707200

 

4707300

 

4707900

 

4801000

 

4802521

 

4802601

 

4810991

 

4811311

 

4811312

 

4811391

 

4812000

 

4819501

 

4823901

 

4823903

 

4823904

 

4901100

 

4901910

 

4901990

 

4902100

 

4902900

 

4903000

 

4904000

 

4905010

 

4905910

 

4905990

 

4906000

 

4907001

 

4907002

 

4907010

 

4907020

 

4911993

 

5004001

 

5104000

 

5105101

 

5105291

 

5303100

 

5303900

 

5304100

 

5304900

 

5305110

 

5305190

 

5305210

 

5305290

 

5305910

 

5404102

 

5405002

 

5407101

 

5501100

 

5501200

 

5501300

 

5501900

 

5502000

 

5503100

 

5503200

 

5503300

 

5503400

 

5503900

 

5504100

 

5504900

 

5505100

 

5505200

 

5506100

 

5506200

 

5506300

 

5506900

 

5507000

 

5602101

 

5602210

 

5602290

 

5602900

 

5902100

 

5902200

 

5902300

 

5902900

 

5903902

 

6812200

 

6812400

 

6812700

 

6812901

 

6815201

 

7001000

 

7002100

 

7002311

 

7002321

 

7011100

 

7011200

 

7011900

 

7017100

 

7017200

 

7017900

 

7019391

 

7102100

 

7102210

 

7102290

 

7102310

 

7104200

 

7105100

 

7105900

 

7106910

 

7106921

 

7108120

 

7108131

 

7108200

 

7110111

 

7110191

 

7110211

 

7110291

 

7110311

 

7110391

 

7110411

 

7110491

 

7112100

 

7112200

 

7112900

 

7118100

 

7118101

 

7118109

 

7118900

 

7118901

 

7118902

 

7118909

 

7201400

 

7202410

 

7202490

 

7202500

 

7202600

 

7202700

 

7202800

 

7202910

 

7202920

 

7202930

 

7202999

 

7203100

 

7203900

 

7204100

 

7204210

 

7204290

 

7204300

 

7204410

 

7204490

 

7205210

 

7205290

 

7206901

 

7210111

 

7210121

 

7210901

 

7212101

 

7218100

 

7218900

 

7219110

 

7219120

 

7219130

 

7219140

 

7219210

 

7219220

 

7219230

 

7219240

 

7219310

 

7219320

 

7219330

 

7219340

 

7219350

 

7219900

 

7220110

 

7220120

 

7220200

 

7220900

 

7223000

 

7225100

 

7226100

 

7226920

 

7302300

 

7302400

 

7317002

 

7401100

 

7401200

 

7402000

 

7403110

 

7403120

 

7403130

 

7403190

 

7403210

 

7403220

 

7403230

 

7403290

 

7404000

 

7405100

 

7405900

 

7406100

 

7406200

 

7407101

 

7407221

 

7407291

 

7410211

 

7410221

 

7501100

 

7501200

 

7502100

 

7502200

 

7503000

 

7508001

 

7606111

 

7606121

 

7606911

 

7606921

 

7607111

 

7607191

 

7607201

 

7801100

 

7801910

 

7801990

 

7802000

 

7901110

 

7901120

 

7901200

 

7902000

 

8001100

 

8001200

 

8002000

 

8101100

 

8101910

 

8101920

 

8101931

 

8101939

 

8101990

 

8102100

 

8102910

 

8102920

 

8102930

 

8102990

 

8103100

 

8103900

 

8104110

 

8104190

 

8104200

 

8104300

 

8104900

 

8105101

 

8105109

 

8105900

 

8106001

 

8106009

 

8107101

 

8107102

 

8107900

 

8108101

 

8108102

 

8108900

 

8109101

 

8109102

 

8109900

 

8110001

 

8110009

 

8111001

 

8111009

 

8112111

 

8112112

 

8112190

 

8112201

 

8112209

 

8112301

 

8112309

 

8112401

 

8112409

 

8112911

 

8112919

 

8112990

 

8113001

 

8113009

 

8201100

 

8201200

 

8201300

 

8201400

 

8201500

 

8201600

 

8201900

 

8202100

 

8202200

 

8202310

 

8202320

 

8202400

 

8202910

 

8202990

 

8203100

 

8203200

 

8203300

 

8203400

 

8204110

 

8204120

 

8204200

 

8205600

 

8206000

 

8207110

 

8207120

 

8207200

 

8207300

 

8207400

 

8207500

 

8207600

 

8207700

 

8207800

 

8207900

 

8208100

 

8208200

 

8208300

 

8208400

 

8208900

 

8209000

 

8303000

 

8308902

 

8401100

 

8401200

 

8401300

 

8401400

 

8402111

 

8402119

 

8402129

 

8402192

 

8402199

 

8402202

 

8402209

 

8402902

 

8402909

 

8403100

 

8403900

 

8404101

 

8404109

 

8404202

 

8404209

 

8404901

 

8404909

 

8405900

 

8406110

 

8406190

 

8406900

 

8407100

 

8407290

 

8407310

 

8407320

 

8407331

 

8407332

 

8407333

 

8407341

 

8407342

 

8407343

 

8408109

 

8408209

 

8408909

 

8409100

 

8410110

 

8410120

 

8410130

 

8410900

 

8411110

 

8411120

 

8411210

 

8411220

 

8411810

 

8411820

 

8411910

 

8411990

 

8412100

 

8412210

 

8412290

 

8412310

 

8412390

 

8412801

 

8412809

 

8412901

 

8412909

 

8413200

 

8413400

 

8413500

 

8413600

 

8413709

 

8413812

 

8413819

 

8413820

 

8413919

 

8413920

 

8414100

 

8414200

 

8414309

 

8414400

 

8414599

 

8414809

 

8416100

 

8416200

 

8416300

 

8416900

 

8417100

 

8417200

 

8417800

 

8417901

 

8417909

 

8418501

 

8418611

 

8418691

 

8419200

 

8419310

 

8419320

 

8419390

 

8419400

 

8419500

 

8419600

 

8419810

 

8419890

 

8420101

 

8420109

 

8420911

 

8420919

 

8420991

 

8420999

 

8421110

 

8421129

 

8421190

 

8421219

 

8421220

 

8421290

 

8421390

 

8422190

 

8422200

 

8422300

 

8422400

 

8422909

 

8423101

 

8423891

 

8423902

 

8424200

 

8424300

 

8424812

 

8424819

 

8424891

 

8425110

 

8425190

 

8425200

 

8425310

 

8425390

 

8425410

 

8425420

 

8425490

 

8426110

 

8426120

 

8426190

 

8426200

 

8426300

 

8426410

 

8426490

 

8426910

 

8426990

 

8427100

 

8427200

 

8428109

 

8428200

 

8428310

 

8428320

 

8428330

 

8428390

 

8428400

 

8428500

 

8428600

 

8428900

 

8429110

 

8429190

 

8429200

 

8429300

 

8429400

 

8429510

 

8429520

 

8429590

 

8430100

 

8430310

 

8430390

 

8430410

 

8430490

 

8430500

 

8430610

 

8430620

 

8430690

 

8431100

 

8431209

 

8431319

 

8431390

 

8431410

 

8431420

 

8431430

 

8431490

 

8432101

 

8432109

 

8432211

 

8432219

 

8432291

 

8432299

 

8432301

 

8432309

 

8432401

 

8432409

 

8432801

 

8432809

 

8432900

 

8433110

 

8433190

 

8433200

 

8433300

 

8433400

 

8433510

 

8433520

 

8433530

 

8433590

 

8433600

 

8433900

 

8434100

 

8434200

 

8434900

 

8435100

 

8435900

 

8436100

 

8436210

 

8436290

 

8436800

 

8436910

 

8436990

 

8437100

 

8437800

 

8437900

 

8438100

 

8438200

 

8438300

 

8438400

 

8438500

 

8438600

 

8438800

 

8438900

 

8439100

 

8439200

 

8439300

 

8439910

 

8439990

 

8440100

 

8440900

 

8441100

 

8441200

 

8441300

 

8441400

 

8441800

 

8441900

 

8442100

 

8442200

 

8442300

 

8442400

 

8442501

 

8442509

 

8443110

 

8443120

 

8443190

 

8443210

 

8443290

 

8443300

 

8443400

 

8443500

 

8443600

 

8443900

 

8444000

 

8445110

 

8445120

 

8445130

 

8445190

 

8445200

 

8445300

 

8445400

 

8445900

 

8446100

 

8446210

 

8446290

 

8446300

 

8447110

 

8447120

 

8447200

 

8448110

 

8448190

 

8448200

 

8448320

 

8448330

 

8448390

 

8448420

 

8448490

 

8448510

 

8448590

 

8449000

 

8451100

 

8451299

 

8451401

 

8451409

 

8451500

 

8451800

 

8451901

 

8451903

 

8451909

 

8452210

 

8452290

 

8452300

 

8452909

 

8453100

 

8453200

 

8453800

 

8453900

 

8454100

 

8454200

 

8454300

 

8454900

 

8455100

 

8455210

 

8455220

 

8455300

 

8455900

 

8456101

 

8456109

 

8456201

 

8456209

 

8456301

 

8456309

 

8456901

 

8456909

 

8457100

 

8457200

 

8457300

 

8458110

 

8458190

 

8458910

 

8458990

 

8459100

 

8459210

 

8459290

 

8459310

 

8459390

 

8459400

 

8459510

 

8459590

 

8459610

 

8459690

 

8459700

 

8460110

 

8460190

 

8460210

 

8460290

 

8460310

 

8460390

 

8460400

 

8460900

 

8461100

 

8461200

 

8461300

 

8461400

 

8461500

 

8461900

 

8462100

 

8462210

 

8462290

 

8462310

 

8462390

 

8462410

 

8462490

 

8462910

 

8462990

 

8463100

 

8463200

 

8463300

 

8463900

 

8464100

 

8464200

 

8464900

 

8465100

 

8465911

 

8465912

 

8465919

 

8465920

 

8465930

 

8465940

 

8465950

 

8465960

 

8465990

 

8466100

 

8466200

 

8466300

 

8466910

 

8466920

 

8466931

 

8466939

 

8466940

 

8467110

 

8467190

 

8467810

 

8467890

 

8467910

 

8467920

 

8467990

 

8468100

 

8468200

 

8468800

 

8468901

 

8468902

 

8468909

 

8471100

 

8471200

 

8471910

 

8471920

 

8471930

 

8471990

 

8473300

 

8474100

 

8474200

 

8474310

 

8474320

 

8474390

 

8474809

 

8474900

 

8475100

 

8475200

 

8475900

 

8476110

 

8476190

 

8476900

 

8477100

 

8477200

 

8477300

 

8477400

 

8477510

 

8477590

 

8477800

 

8477900

 

8478100

 

8478900

 

8479100

 

8479200

 

8479309

 

8479400

 

8479810

 

8479820

 

8479892

 

8479899

 

8479900

 

8480100

 

8480200

 

8480410

 

8480490

 

8480500

 

8480600

 

8480710

 

8480790

 

8481100

 

8481200

 

8481300

 

8481400

 

8481809

 

8481900

 

8482100

 

8482200

 

8482300

 

8482400

 

8482500

 

8482800

 

8482910

 

8482990

 

8501100

 

8501200

 

8501310

 

8501320

 

8501330

 

8501340

 

8501409

 

8501519

 

8501529

 

8501530

 

8501610

 

8501620

 

8501630

 

8501640

 

8502139

 

8502200

 

8502300

 

8502400

 

8503001

 

8503002

 

8504219

 

8504221

 

8504222

 

8504223

 

8504231

 

8504232

 

8504233

 

8504321

 

8504322

 

8504323

 

8504331

 

8504332

 

8504333

 

8504341

 

8504342

 

8504343

 

8504409

 

8504500

 

8504900

 

8505110

 

8505190

 

8505200

 

8505300

 

8505900

 

8508100

 

8508200

 

8508800

 

8508900

 

8513101

 

8513901

 

8514100

 

8514200

 

8514300

 

8514400

 

8514900

 

8515110

 

8515191

 

8515199

 

8515210

 

8515291

 

8515299

 

8515310

 

8515391

 

8515800

 

8515900

 

8516904

 

8517100

 

8517200

 

8517301

 

8517309

 

8517401

 

8517402

 

8517409

 

8517810

 

8517820

 

8517901

 

8517902

 

8517909

 

8519991

 

8520901

 

8522901

 

8523111

 

8523121

 

8523131

 

8523201

 

8525101

 

8525200

 

8526100

 

8526910

 

8526921

 

8528102

 

8528202

 

8529901

 

8530100

 

8530800

 

8530900

 

8531109

 

8531200

 

8531809

 

8531909

 

8532100

 

8532210

 

8532220

 

8532230

 

8532240

 

8532250

 

8532290

 

8532300

 

8532900

 

8533100

 

8533210

 

8533290

 

8533310

 

8533390

 

8533400

 

8533900

 

8535109

 

8535211

 

8535212

 

8535290

 

8535301

 

8535302

 

8535400

 

8536109

 

8536201

 

8536300

 

8536501

 

8536502

 

8539291

 

8539313

 

8539902

 

8540110

 

8540120

 

8540200

 

8540300

 

8540410

 

8540420

 

8540490

 

8540810

 

8540890

 

8540910

 

8540990

 

8541100

 

8541210

 

8541290

 

8541300

 

8541400

 

8541500

 

8541600

 

8541900

 

8542110

 

8542190

 

8542200

 

8542800

 

8542900

 

8543100

 

8543200

 

8543300

 

8543801

 

8543809

 

8543900

 

8544201

 

8544700

 

8545110

 

8545190

 

8545200

 

8545900

 

8546101

 

8546201

 

8547101

 

8601100

 

8601200

 

8602100

 

8602900

 

8603100

 

8603900

 

8604000

 

8607110

 

8607120

 

8607190

 

8607210

 

8607290

 

8607300

 

8607910

 

8607990

 

8608000

 

8701100

 

8701300

 

8701901

 

8701909

 

8704101

 

8704212

 

8704213

 

8704221

 

8704222

 

8704231

 

8704232

 

8704312

 

8704313

 

8704321

 

8704322

 

8704902

 

8704903

 

8708291

 

8708401

 

8708501

 

8708601

 

8708701

 

8708801

 

8708911

 

8708921

 

8708931

 

8708941

 

8708991

 

8709110

 

8709190

 

8709900

 

8713100

 

8713900

 

8714200

 

8801100

 

8801900

 

8802110

 

8802120

 

8802200

 

8802300

 

8802400

 

8802500

 

8803100

 

8803200

 

8803300

 

8803900

 

8804000

 

8805100

 

8805200

 

8901101

 

8901102

 

8901103

 

8901201

 

8901301

 

8901901

 

8901902

 

8902001

 

8902003

 

8902300

 

8904000

 

8905100

 

8905200

 

8905900

 

8907100

 

8907900

 

8908000

 

9001100

 

9005801

 

9005901

 

9006100

 

9007190

 

9007291

 

9007919

 

9007921

 

9010101

 

9010109

 

9010201

 

9010209

 

9010300

 

9010900

 

9011100

 

9011200

 

9011800

 

9011900

 

9012100

 

9012900

 

9013100

 

9013200

 

9013800

 

9013900

 

9014100

 

9014200

 

9014800

 

9014900

 

9015100

 

9015200

 

9015300

 

9015400

 

9015800

 

9015900

 

9016000

 

9017100

 

9017201

 

9017209

 

9017300

 

9017800

 

9017900

 

9018110

 

9018190

 

9018200

 

9018312

 

9018319

 

9018320

 

9018390

 

9018410

 

9018490

 

9018500

 

9018900

 

9019100

 

9019200

 

9020000

 

9021110

 

9021190

 

9021210

 

9021290

 

9021300

 

9021400

 

9021900

 

9022110

 

9022190

 

9022210

 

9022290

 

9022300

 

9022900

 

9023000

 

9024100

 

9024800

 

9024900

 

9025110

 

9025190

 

9025200

 

9025800

 

9025900

 

9026100

 

9026200

 

9026800

 

9026900

 

9027100

 

9027200

 

9027300

 

9027400

 

9027500

 

9027800

 

9027900

 

9028100

 

9028309

 

9028900

 

9029100

 

9029200

 

9029900

 

9030100

 

9030200

 

9030310

 

9030390

 

9030400

 

9030810

 

9030890

 

9030900

 

9031100

 

9031200

 

9031300

 

9031400

 

9031800

 

9031900

 

9032100

 

9032200

 

9032810

 

9032890

 

9032900

 

9033000

 

9106100

 

9106200

 

9106900

 

9107000

 

9108110

 

9108120

 

9108190

 

9108200

 

9108910

 

9108990

 

9110110

 

9110120

 

9110190

 

9110900

 

9114100

 

9114200

 

9114300

 

9114400

 

9114900

 

9405101

 

9405501

 

9501000

 

9502091

 

9502109

 

9502910

 

9502990

 

9503100

 

9503200

 

9503300

 

9503410

 

9503490

 

9503500

 

9503600

 

9503700

 

9503800

 

9503900

 

9504100

 

9506110

 

9506120

 

9506190

 

9506210

 

9506290

 

9506310

 

9506320

 

9506390

 

9506510

 

9506590

 

9506610

 

9506620

 

9506690

 

9506700

 

9506910

 

9506990

 

9507100

 

9507200

 

9507300

 

9507900

 

9508000

 

9603500

 

9607200

 

9608601

 

9618000

 

9705000

BIJLAGE III

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 2, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is

 

2501009

 

2505101

 

2505901

 

2510100

 

2510200

 

2517419

 

2517499

 

2520100

 

2520209

 

2520900

 

2523291

 

2526100

 

2526209

 

2530300

 

2705000

 

2707100

 

2707200

 

2707500

 

2707600

 

2707910

 

2707990

 

2708100

 

2708200

 

2710003

 

2710009

 

2711131

 

2803000

 

2804100

 

2804300

 

2804400

 

2806100

 

2806200

 

2809209

 

2810009

 

2811110

 

2811190

 

2811210

 

2811220

 

2811230

 

2811290

 

2815110

 

2815120

 

2824100

 

2824200

 

2824901

 

2824909

 

2828101

 

2828102

 

2828901

 

2829191

 

2833110

 

2833190

 

2836209

 

2836309

 

2901101

 

2901291

 

2902200

 

2902901

 

2912600

 

3005101

 

3005109

 

3005901

 

3005909

 

3006101

 

3006500

 

3204110

 

3204121

 

3204129

 

3204130

 

3204141

 

3204149

 

3204150

 

3204160

 

3204170

 

3204191

 

3204199

 

3204200

 

3204900

 

3206100

 

3206200

 

3206300

 

3206410

 

3206420

 

3206430

 

3206490

 

3206500

 

3207201

 

3207209

 

3207300

 

3207400

 

3208101

 

3208201

 

3208901

 

3209101

 

3209901

 

3210001

 

3210003

 

3210004

 

3211009

 

3212901

 

3212902

 

3213100

 

3213900

 

3214109

 

3215110

 

3215191

 

3215199

 

3215900

 

3401111

 

3401201

 

3402111

 

3402121

 

3402131

 

3402191

 

3402901

 

3402909

 

3403111

 

3403191

 

3403911

 

3403991

 

3404901

 

3407009

 

3506100

 

3506910

 

3506990

 

3601000

 

3602000

 

3603000

 

3604901

 

3604909

 

3606100

 

3606900

 

3701200

 

3701301

 

3701309

 

3701910

 

3701991

 

3701999

 

3702200

 

3702310

 

3702320

 

3702390

 

3702410

 

3702420

 

3702430

 

3702440

 

3702519

 

3702529

 

3702530

 

3702540

 

3702559

 

3702569

 

3702919

 

3702929

 

3702930

 

3702949

 

3702959

 

3703109

 

3703209

 

3703909

 

3704000

 

3705100

 

3705200

 

3705900

 

3706101

 

3706901

 

3707100

 

3707900

 

3801111

 

3808101

 

3808109

 

3808201

 

3808209

 

3808301

 

3808309

 

3808401

 

3808409

 

3808901

 

3808909

 

3811110

 

3811191

 

3811211

 

3811291

 

3811901

 

3904109

 

3904210

 

3904220

 

3909401

 

3916100

 

3916200

 

3916900

 

3917211

 

3917221

 

3917231

 

3917291

 

3917311

 

3917321

 

3917391

 

3919900

 

3919901

 

3919909

 

3920109

 

3920200

 

3920300

 

3920410

 

3920420

 

3920510

 

3920590

 

3920610

 

3920620

 

3920630

 

3920690

 

3920710

 

3920720

 

3920730

 

3920790

 

3920910

 

3920920

 

3920930

 

3920940

 

3920990

 

3921110

 

3921120

 

3921130

 

3921140

 

3921190

 

3921909

 

3923101

 

3923211

 

3923302

 

3926101

 

3926102

 

3926201

 

3926901

 

3926902

 

3926904

 

3926905

 

3926906

 

3926908

 

4001292

 

4001302

 

4002199

 

4002209

 

4002319

 

4002399

 

4002499

 

4002599

 

4002609

 

4002709

 

4002809

 

4002999

 

4005100

 

4005200

 

4005910

 

4005990

 

4006100

 

4006900

 

4007000

 

4008110

 

4008190

 

4008210

 

4008290

 

4009100

 

4009200

 

4009300

 

4009400

 

4009500

 

4010100

 

4010919

 

4010999

 

4011100

 

4011200

 

4011300

 

4011400

 

4011500

 

4011910

 

4011990

 

4012100

 

4012200

 

4012900

 

4013100

 

4013200

 

4013900

 

4014900

 

4016109

 

4016910

 

4016929

 

4016930

 

4016940

 

4016950

 

4016994

 

4016999

 

4017002

 

4017009

 

4103200

 

4104109

 

4104210

 

4104220

 

4104299

 

4104310

 

4104390

 

4105110

 

4105120

 

4105199

 

4105200

 

4106110

 

4106120

 

4106199

 

4106200

 

4107101

 

4107211

 

4107291

 

4107901

 

4111000

 

4203101

 

4203210

 

4203291

 

4203301

 

4203401

 

4204000

 

4206109

 

4206900

 

4405000

 

4408109

 

4408209

 

4408909

 

4409109

 

4409209

 

4411110

 

4411210

 

4411310

 

4411910

 

4502000

 

4503900

 

4504100

 

4504900

 

4802101

 

4802109

 

4802200

 

4802300

 

4802400

 

4802511

 

4802519

 

4802521

 

4802529

 

4802531

 

4802539

 

4802601

 

4802609

 

4803001

 

4804110

 

4804190

 

4804210

 

4804290

 

4804310

 

4804390

 

4804410

 

4804420

 

4804490

 

4804510

 

4804520

 

4804590

 

4805100

 

4805210

 

4805220

 

4805230

 

4805290

 

4805300

 

4805400

 

4805500

 

4805600

 

4805700

 

4805800

 

4806100

 

4806200

 

4806300

 

4806400

 

4807100

 

4807910

 

4807990

 

4808100

 

4808200

 

4808300

 

4808900

 

4809100

 

4809200

 

4809300

 

4809900

 

4810110

 

4810120

 

4810210

 

4810290

 

4810310

 

4810320

 

4810390

 

4810910

 

4810999

 

4811100

 

4811210

 

4811290

 

4811319

 

4811399

 

4811400

 

4811901

 

4811909

 

4813100

 

4813200

 

4813901

 

4813909

 

4816100

 

4816200

 

4816300

 

4816900

 

4823300

 

4823400

 

4823701

 

4823902

 

4907003

 

4907004

 

4908100

 

4908900

 

4910001

 

4911101

 

4911991

 

4911992

 

5004009

 

5005000

 

5006001

 

5006009

 

5105109

 

5105210

 

5105299

 

5105300

 

5105400

 

5106100

 

5106200

 

5107100

 

5107200

 

5108100

 

5108200

 

5110009

 

5113001

 

5204110

 

5204190

 

5204200

 

5205110

 

5205120

 

5205130

 

5205140

 

5205150

 

5205210

 

5205220

 

5205230

 

5205240

 

5205250

 

5205310

 

5205320

 

5205330

 

5205340

 

5205350

 

5205410

 

5205420

 

5205430

 

5205440

 

5205450

 

5206110

 

5206120

 

5206130

 

5206150

 

5206210

 

5206220

 

5206230

 

5206240

 

5206250

 

5206310

 

5206320

 

5206330

 

5206340

 

5206350

 

5206410

 

5206420

 

5206430

 

5206440

 

5206450

 

5207100

 

5207900

 

5305990

 

5306100

 

5306209

 

5307100

 

5307200

 

5308100

 

5308200

 

5308300

 

5308901

 

5308909

 

5309101

 

5310901

 

5311009

 

5401109

 

5401209

 

5402100

 

5402200

 

5402310

 

5402320

 

5402330

 

5402390

 

5402411

 

5402412

 

5402420

 

5402430

 

5402491

 

5402492

 

5402510

 

5402520

 

5402590

 

5402610

 

5402620

 

5402690

 

5403100

 

5403200

 

5403311

 

5403312

 

5403320

 

5403331

 

5403332

 

5403391

 

5403392

 

5403410

 

5403420

 

5403490

 

5404101

 

5404109

 

5404900

 

5405001

 

5405009

 

5407102

 

5508109

 

5508209

 

5509110

 

5509120

 

5509210

 

5509220

 

5509310

 

5509320

 

5509410

 

5509420

 

5509510

 

5509520

 

5509530

 

5509590

 

5509610

 

5509620

 

5509690

 

5509910

 

5509920

 

5509990

 

5510110

 

5510120

 

5510200

 

5510300

 

5510900

 

5601100

 

5601210

 

5601220

 

5601290

 

5601300

 

5602109

 

5603000

 

5604100

 

5604200

 

5604900

 

5605000

 

5806101

 

5806103

 

5806401

 

5806403

 

5807100

 

5807200

 

5807900

 

5901901

 

5903101

 

5903201

 

5903901

 

5907001

 

5910000

 

5911100

 

5911200

 

5911310

 

5911320

 

5911400

 

5911900

 

6115911

 

6115921

 

6115931

 

6115991

 

6307200

 

6307901

 

6307902

 

6310101

 

6310109

 

6310900

 

6310909

 

6406101

 

6801000

 

6802101

 

6802102

 

6803000

 

6804100

 

6804211

 

6804219

 

6804221

 

6804229

 

6804231

 

6804239

 

6804300

 

6805300

 

6806100

 

6806200

 

6806900

 

6807100

 

6807900

 

6808000

 

6809901

 

6811100

 

6811200

 

6812100

 

6812300

 

6812500

 

6812600

 

6812909

 

6814100

 

6814900

 

6815100

 

6815209

 

6815910

 

6815990

 

6901000

 

6902100

 

6902200

 

6902901

 

6902902

 

6902909

 

6903100

 

6903200

 

6903900

 

6909110

 

6909190

 

6909191

 

6909900

 

7002200

 

7002319

 

7002399

 

7003191

 

7003192

 

7003200

 

7004901

 

7004902

 

7005101

 

7005102

 

7005291

 

7005292

 

7005300

 

7006001

 

7010100

 

7010902

 

7010903

 

7010904

 

7012000

 

7014001

 

7015100

 

7015901

 

7015909

 

7016909

 

7019100

 

7019200

 

7019310

 

7019320

 

7019399

 

7019900

 

7020001

 

7020009

 

7101100

 

7101210

 

7102200

 

7102390

 

7103100

 

7103910

 

7103990

 

7104100

 

7104900

 

7106100

 

7106922

 

7106929

 

7107001

 

7107009

 

7107220

 

7108110

 

7108132

 

7108139

 

7109001

 

7109009

 

7109240

 

7110112

 

7110192

 

7110199

 

7110212

 

7110292

 

7110299

 

7110312

 

7110392

 

7110399

 

7110492

 

7110499

 

7111001

 

7111002

 

7111100

 

7115100

 

7115901

 

7116101

 

7116201

 

7202110

 

7202190

 

7202210

 

7202290

 

7202300

 

7206909

 

7208110

 

7209140

 

7209210

 

7209340

 

7209440

 

7210119

 

7210129

 

7210902

 

7212109

 

7304100

 

7304200

 

7304319

 

7304399

 

7304419

 

7304499

 

7304519

 

7304599

 

7304909

 

7307210

 

7307220

 

7307230

 

7307290

 

7307910

 

7307920

 

7307930

 

7307990

 

7310292

 

7316000

 

7407109

 

7407219

 

7407229

 

7407299

 

7408110

 

7408190

 

7408210

 

7408220

 

7408290

 

7409110

 

7409190

 

7409210

 

7409290

 

7409310

 

7409390

 

7409400

 

7409900

 

7410110

 

7410120

 

7410219

 

7410229

 

7411100

 

7411210

 

7411220

 

7411290

 

7412100

 

7412200

 

7413000

 

7414100

 

7414900

 

7415100

 

7415210

 

7415290

 

7415310

 

7415320

 

7415390

 

7416000

 

7419992

 

7504000

 

7505110

 

7505120

 

7505210

 

7505220

 

7506100

 

7506200

 

7507110

 

7507120

 

7507200

 

7601100

 

7601200

 

7602000

 

7603100

 

7603200

 

7604109

 

7604290

 

7605110

 

7605190

 

7605210

 

7605290

 

7606119

 

7606129

 

7606919

 

7606929

 

7607119

 

7607199

 

7607209

 

7612909

 

7616902

 

7803000

 

7804110

 

7804190

 

7804200

 

7805000

 

7806000

 

7903100

 

7903900

 

7904000

 

7905000

 

7906000

 

7907100

 

7907900

 

8003000

 

8004000

 

8005100

 

8005200

 

8006000

 

8205100

 

8205200

 

8205300

 

8205400

 

8205510

 

8205590

 

8205700

 

8205800

 

8205900

 

8211940

 

8212101

 

8212109

 

8212201

 

8212202

 

8212203

 

8212900

 

8213000

 

8214100

 

8214901

 

8214902

 

8214903

 

8214909

 

8301100

 

8301200

 

8301300

 

8301409

 

8301500

 

8301600

 

8301700

 

8302100

 

8302200

 

8302300

 

8302410

 

8302420

 

8302490

 

8302500

 

8302600

 

8305100

 

8305200

 

8305900

 

8306100

 

8307100

 

8307900

 

8308100

 

8308200

 

8308909

 

8309901

 

8311109

 

8311209

 

8311309

 

8311909

 

8407339

 

8407349

 

8407900

 

8408102

 

8408103

 

8408202

 

8408203

 

8408902

 

8408903

 

8409919

 

8409999

 

8413110

 

8413190

 

8413300

 

8413830

 

8413911

 

8413913

 

8414301

 

8415901

 

8418502

 

8418619

 

8418691

 

8418699

 

8418991

 

8418999

 

8421211

 

8421230

 

8421310

 

8421910

 

8421990

 

8423109

 

8423200

 

8423300

 

8423810

 

8423820

 

8423899

 

8423901

 

8423902

 

8424100

 

8428101

 

8431201

 

8431312

 

8448310

 

8448410

 

8451300

 

8452100

 

8452901

 

8469100

 

8469210

 

8469290

 

8469310

 

8469390

 

8470100

 

8470210

 

8470290

 

8470300

 

8470400

 

8470500

 

8470900

 

8472100

 

8472200

 

8472300

 

8472900

 

8473100

 

8473210

 

8473290

 

8473400

 

8474801

 

8479301

 

8481802

 

8483100

 

8483400

 

8483500

 

8483600

 

8483900

 

8484100

 

8484900

 

8485100

 

8485900

 

8501401

 

8501511

 

8501521

 

8503002

 

8504109

 

8506119

 

8506121

 

8506129

 

8506139

 

8506199

 

8506200

 

8506909

 

8507101

 

8507201

 

8507300

 

8507801

 

8507901

 

8507909

 

8510901

 

8510902

 

8511100

 

8511200

 

8511300

 

8511400

 

8511500

 

8511800

 

8511900

 

8511909

 

8512100

 

8512200

 

8512300

 

8512400

 

8512900

 

8513109

 

8513909

 

8516291

 

8516400

 

8516901

 

8516902

 

8524211

 

8524221

 

8524231

 

8524901

 

8529101

 

8531101

 

8531801

 

8531901

 

8534000

 

8535101

 

8535211

 

8535301

 

8535900

 

8536101

 

8536209

 

8536410

 

8536490

 

8536509

 

8536619

 

8536900

 

8537101

 

8537109

 

8537209

 

8539100

 

8539210

 

8539229

 

8539299

 

8539312

 

8539319

 

8539390

 

8539400

 

8539901

 

8539909

 

8544110

 

8544190

 

8544300

 

8544419

 

8544499

 

8544519

 

8544599

 

8544609

 

8546102

 

8546209

 

8546900

 

8547109

 

8547200

 

8547900

 

8548000

 

8605000

 

8606100

 

8606200

 

8606300

 

8606910

 

8606920

 

8606990

 

8609000

 

8703101

 

8705100

 

8705200

 

8705300

 

8705400

 

8705900

 

8708100

 

8708210

 

8708299

 

8708310

 

8708390

 

8708409

 

8708509

 

8708609

 

8708709

 

8708809

 

8708919

 

8708929

 

8708939

 

8708949

 

8708999

 

8711109

 

8711209

 

8711309

 

8711409

 

8711509

 

8711909

 

8712009

 

8714110

 

8714190

 

8714910

 

8714920

 

8714930

 

8714940

 

8714950

 

8714960

 

8714999

 

8715000

 

8716900

 

8901104

 

8901109

 

8901209

 

8901309

 

8901903

 

8901909

 

8902002

 

8902009

 

8903102

 

8903912

 

8903922

 

8903992

 

8906009

 

9001200

 

9001300

 

9001401

 

9001409

 

9001501

 

9001509

 

9001900

 

9002110

 

9002190

 

9002200

 

9002909

 

9006200

 

9006309

 

9006409

 

9006519

 

9006529

 

9006539

 

9006599

 

9006610

 

9006620

 

9006690

 

9006910

 

9006990

 

9007110

 

9007210

 

9007299

 

9007911

 

9007929

 

9008100

 

9008200

 

9008300

 

9008400

 

9008900

 

9009110

 

9009120

 

9009210

 

9009220

 

9009300

 

9009900

 

9028201

 

9028209

 

9028301

 

9101119

 

9101129

 

9101199

 

9101219

 

9101299

 

9101999

 

9102110

 

9102120

 

9102190

 

9102210

 

9102290

 

9102910

 

9102990

 

9103100

 

9103900

 

9104000

 

9105110

 

9105190

 

9105210

 

9105290

 

9105910

 

9105990

 

9109110

 

9109190

 

9109900

 

9111109

 

9111200

 

9111800

 

9111909

 

9112100

 

9112800

 

9112900

 

9201100

 

9201200

 

9201900

 

9202100

 

9202900

 

9203000

 

9204100

 

9204200

 

9205100

 

9205900

 

9206000

 

9207100

 

9207900

 

9209100

 

9209200

 

9209300

 

9209910

 

9209920

 

9209930

 

9209940

 

9209990

 

9302000

 

9303100

 

9303200

 

9303300

 

9303900

 

9304000

 

9305100

 

9305210

 

9305290

 

9305901

 

9305909

 

9307000

 

9401901

 

9402100

 

9402900

 

9405102

 

9504200

 

9504909

 

9506400

 

9603210

 

9603291

 

9603301

 

9603400

 

9603902

 

9604000

 

9606100

 

9608109

 

9608200

 

9608310

 

9608399

 

9608409

 

9608609

 

9608919

 

9608999

 

9609109

 

9609200

 

9609900

 

9610000

 

9611000

 

9613801

 

9613901

 

9617000

 

9706000

BIJLAGE IV

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap waarop bij invoer in Egypte het in artikel 9, lid 3, bedoelde tijdschema voor de afschaffing van de rechten van toepassing is

 

2515110

 

2515120

 

2515200

 

2516110

 

2516120

 

2516210

 

2516220

 

2516900

 

2523100

 

2523210

 

2523292

 

2523300

 

2523900

 

2704000

 

2706000

 

2707300

 

2707400

 

2801100

 

2807000

 

2808000

 

2915219

 

2939901

 

2939902

 

3003100

 

3003200

 

3003390

 

3003400

 

3003909

 

3004100

 

3004200

 

3004320

 

3004390

 

3004400

 

3004500

 

3004909

 

3102100

 

3102290

 

3102300

 

3102400

 

3102500

 

3102600

 

3102700

 

3102800

 

3102900

 

3103100

 

3103200

 

3103900

 

3207100

 

3208109

 

3208209

 

3208909

 

3209102

 

3209902

 

3210002

 

3212909

 

3214900

 

3302109

 

3302901

 

3302909

 

3303001

 

3303009

 

3304101

 

3304109

 

3304201

 

3304209

 

3304301

 

3304309

 

3304911

 

3304919

 

3304991

 

3304999

 

3305101

 

3305109

 

3305201

 

3305209

 

3305301

 

3305309

 

3305901

 

3305909

 

3306101

 

3306109

 

3306901

 

3306909

 

3307101

 

3307109

 

3307201

 

3307209

 

3307301

 

3307309

 

3307411

 

3307419

 

3307491

 

3307499

 

3307901

 

3307909

 

3401119

 

3401190

 

3401209

 

3402200

 

3405100

 

3405200

 

3405300

 

3405400

 

3405900

 

3406000

 

3604100

 

3605000

 

3706109

 

3706902

 

3912201

 

3917109

 

3917219

 

3917229

 

3917239

 

3917299

 

3917319

 

3917329

 

3917330

 

3917399

 

3917400

 

3918100

 

3918900

 

3919100

 

3921902

 

3921903

 

3922100

 

3922200

 

3922900

 

3923109

 

3923219

 

3923290

 

3923309

 

3923400

 

3923509

 

3923900

 

3924100

 

3924900

 

3925100

 

3925200

 

3925300

 

3925900

 

3926109

 

3926209

 

3926300

 

3926400

 

3926909

 

4010911

 

4010991

 

4015110

 

4015190

 

4015901

 

4015909

 

4107109

 

4107219

 

4107299

 

4107909

 

4108000

 

4109000

 

4201000

 

4202110

 

4202120

 

4202190

 

4202210

 

4202220

 

4202290

 

4202310

 

4202320

 

4202390

 

4202910

 

4202920

 

4202991

 

4202999

 

4203109

 

4203292

 

4302110

 

4302120

 

4302130

 

4302190

 

4302200

 

4302300

 

4303100

 

4303900

 

4304001

 

4304009

 

4409101

 

4409102

 

4409201

 

4409202

 

4410100

 

4410900

 

4411190

 

4411290

 

4411390

 

4411990

 

4412110

 

4412120

 

4412190

 

4412210

 

4412290

 

4412910

 

4412991

 

4412999

 

4414000

 

4415100

 

4415200

 

4416000

 

4417009

 

4418100

 

4418200

 

4418300

 

4418400

 

4418500

 

4418901

 

4418909

 

4419000

 

4420100

 

4420901

 

4420909

 

4421100

 

4421902

 

4421909

 

4601100

 

4601200

 

4601910

 

4601990

 

4602100

 

4602900

 

4803009

 

4814200

 

4814300

 

4814901

 

4814909

 

4815000

 

4817100

 

4817200

 

4817300

 

4818101

 

4818109

 

4818200

 

4818300

 

4818400

 

4818500

 

4818900

 

4819101

 

4819109

 

4819201

 

4819209

 

4819300

 

4819400

 

4819509

 

4819600

 

4820101

 

4820109

 

4820201

 

4820209

 

4820301

 

4820309

 

4820400

 

4820501

 

4820509

 

4820901

 

4820909

 

4821100

 

4821900

 

4822100

 

4822900

 

4823110

 

4823190

 

4823200

 

4823510

 

4823590

 

4823600

 

4823709

 

4823909

 

4909000

 

4910002

 

4910003

 

4910004

 

4910009

 

4911102

 

4911103

 

4911109

 

4911910

 

4911999

 

5007100

 

5007200

 

5007900

 

5109100

 

5109900

 

5110001

 

5111110

 

5111190

 

5111200

 

5111300

 

5111900

 

5112110

 

5112190

 

5112200

 

5112300

 

5112900

 

5113009

 

5208110

 

5208120

 

5208130

 

5208190

 

5208210

 

5208220

 

5208230

 

5208290

 

5208310

 

5208320

 

5208330

 

5208390

 

5208410

 

5208420

 

5208430

 

5208490

 

5208510

 

5208520

 

5208530

 

5208590

 

5209110

 

5209120

 

5209190

 

5209210

 

5209220

 

5209290

 

5209310

 

5209320

 

5209390

 

5209410

 

5209420

 

5209430

 

5209490

 

5209510

 

5209520

 

5209590

 

5210110

 

5210120

 

5210190

 

5210210

 

5210220

 

5210290

 

5210310

 

5210320

 

5210390

 

5210410

 

5210420

 

5210490

 

5210510

 

5210520

 

5210590

 

5211110

 

5211120

 

5211190

 

5211210

 

5211220

 

5211290

 

5211310

 

5211320

 

5211390

 

5211410

 

5211420

 

5211430

 

5211490

 

5211510

 

5211520

 

5211590

 

5212110

 

5212120

 

5212130

 

5212140

 

5212150

 

5212210

 

5212220

 

5212230

 

5212240

 

5212250

 

5306201

 

5308901

 

5309110

 

5309190

 

5309210

 

5309290

 

5310109

 

5310909

 

5311001

 

5401101

 

5401201

 

5406100

 

5406200

 

5407109

 

5407200

 

5407300

 

5407410

 

5407420

 

5407430

 

5407440

 

5407510

 

5407520

 

5407530

 

5407540

 

5407600

 

5407710

 

5407720

 

5407730

 

5407740

 

5407810

 

5407820

 

5407830

 

5407840

 

5407910

 

5407920

 

5407930

 

5407940

 

5408100

 

5408210

 

5408220

 

5408230

 

5408240

 

5408310

 

5408320

 

5408330

 

5408340

 

5508101

 

5508201

 

5511100

 

5511200

 

5511300

 

5512110

 

5512190

 

5512210

 

5512290

 

5512910

 

5512990

 

5513110

 

5513120

 

5513130

 

5513190

 

5513210

 

5513220

 

5513230

 

5513290

 

5513310

 

5513320

 

5513330

 

5513390

 

5513410

 

5513420

 

5513430

 

5513490

 

5514110

 

5514120

 

5514130

 

5514190

 

5514210

 

5514220

 

5514230

 

5514290

 

5514310

 

5514320

 

5514330

 

5514390

 

5514410

 

5514420

 

5514430

 

5514490

 

5515110

 

5515120

 

5515130

 

5515190

 

5515210

 

5515220

 

5515290

 

5515910

 

5515920

 

5515990

 

5516120

 

5516130

 

5516140

 

5516210

 

5516220

 

5516230

 

5516240

 

5516310

 

5516320

 

5516330

 

5516340

 

5516410

 

5516420

 

5516430

 

5516440

 

5516910

 

5516920

 

5516930

 

5516940

 

5606000

 

5607100

 

5607210

 

5607290

 

5607300

 

5607410

 

5607490

 

5607500

 

5607900

 

5608110

 

5608190

 

5608900

 

5609000

 

5701100

 

5701900

 

5702100

 

5702200

 

5702310

 

5702320

 

5702390

 

5702410

 

5702420

 

5702490

 

5702510

 

5702520

 

5702590

 

5702910

 

5702920

 

5702990

 

5703100

 

5703200

 

5703300

 

5703900

 

5704100

 

5704900

 

5705000

 

5801100

 

5801210

 

5801220

 

5801230

 

5801240

 

5801250

 

5801260

 

5801310

 

5801320

 

5801330

 

5801340

 

5801350

 

5801360

 

5801900

 

5801901

 

5801910

 

5801920

 

5802110

 

5802190

 

5802200

 

5802300

 

5803100

 

5803900

 

5804100

 

5804210

 

5804290

 

5804300

 

5805000

 

5806102

 

5806109

 

5806200

 

5806310

 

5806320

 

5806390

 

5806402

 

5806409

 

5808100

 

5808900

 

5809000

 

5810100

 

5810910

 

5810920

 

5810990

 

5811000

 

5901100

 

5901909

 

5903109

 

5903209

 

5903909

 

5904100

 

5904910

 

5904920

 

5905000

 

5906100

 

5906910

 

5906990

 

5907001

 

5907009

 

5908000

 

5909000

 

6001100

 

6001210

 

6001220

 

6001290

 

6001910

 

6001920

 

6001990

 

6002100

 

6002200

 

6002300

 

6002410

 

6002420

 

6002430

 

6002490

 

6002910

 

6002920

 

6002930

 

6002990

 

6101100

 

6101200

 

6101300

 

6101900

 

6102100

 

6102200

 

6102300

 

6102900

 

6103110

 

6103120

 

6103190

 

6103210

 

6103220

 

6103230

 

6103290

 

6103310

 

6103320

 

6103330

 

6103390

 

6103410

 

6103420

 

6103430

 

6103490

 

6104110

 

6104120

 

6104130

 

6104190

 

6104210

 

6104220

 

6104230

 

6104290

 

6104310

 

6104320

 

6104330

 

6104390

 

6104410

 

6104420

 

6104430

 

6104440

 

6104490

 

6104510

 

6104520

 

6104530

 

6104590

 

6104610

 

6104620

 

6104630

 

6104690

 

6105100

 

6105200

 

6105900

 

6106100

 

6106200

 

6106900

 

6107110

 

6107120

 

6107190

 

6107210

 

6107220

 

6107290

 

6107910

 

6107920

 

6107990

 

6108110

 

6108190

 

6108210

 

6108220

 

6108290

 

6108310

 

6108320

 

6108390

 

6108910

 

6108920

 

6108990

 

6109100

 

6109900

 

6110100

 

6110200

 

6110300

 

6110900

 

6111100

 

6111200

 

6111300

 

6111900

 

6112110

 

6112120

 

6112190

 

6112200

 

6112310

 

6112390

 

6112410

 

6112490

 

6113001

 

6113009

 

6114100

 

6114200

 

6114300

 

6114900

 

6115110

 

6115120

 

6115190

 

6115200

 

6115919

 

6115929

 

6115939

 

6115999

 

6116100

 

6116910

 

6116920

 

6116930

 

6116990

 

6117100

 

6117200

 

6117800

 

6201110

 

6201120

 

6201130

 

6201190

 

6201910

 

6201920

 

6201930

 

6201990

 

6202110

 

6202120

 

6202130

 

6202190

 

6202910

 

6202920

 

6202930

 

6202990

 

6203110

 

6203120

 

6203190

 

6203210

 

6203220

 

6203230

 

6203290

 

6203310

 

6203320

 

6203330

 

6203390

 

6203410

 

6203420

 

6203430

 

6203490

 

6204110

 

6204120

 

6204130

 

6204190

 

6204210

 

6204220

 

6204230

 

6204290

 

6204310

 

6204320

 

6204330

 

6204390

 

6204410

 

6204420

 

6204430

 

6204440

 

6204490

 

6204510

 

6204520

 

6204530

 

6204590

 

6204610

 

6204620

 

6204630

 

6204690

 

6205100

 

6205200

 

6205300

 

6205900

 

6206100

 

6206200

 

6206300

 

6206400

 

6206900

 

6207110

 

6207190

 

6207210

 

6207220

 

6207290

 

6207910

 

6207920

 

6207990

 

6208110

 

6208190

 

6208210

 

6208220

 

6208290

 

6208910

 

6208920

 

6208990

 

6209100

 

6209200

 

6209300

 

6209900

 

6210100

 

6210200

 

6210300

 

6210400

 

6210500

 

6211110

 

6211120

 

6211200

 

6211310

 

6211320

 

6211330

 

6211390

 

6211410

 

6211420

 

6211430

 

6211490

 

6212100

 

6212200

 

6212300

 

6212900

 

6213100

 

6213200

 

6213900

 

6214100

 

6214200

 

6214300

 

6214400

 

6214900

 

6215100

 

6215200

 

6215900

 

6216000

 

6217100

 

6217900

 

6301100

 

6301200

 

6301300

 

6301400

 

6301900

 

6302100

 

6302210

 

6302220

 

6302290

 

6302310

 

6302320

 

6302390

 

6302400

 

6302510

 

6302520

 

6302530

 

6302590

 

6302600

 

6302910

 

6302920

 

6302930

 

6302990

 

6303110

 

6303120

 

6303190

 

6303910

 

6303920

 

6303990

 

6304110

 

6304190

 

6304910

 

6304920

 

6304930

 

6304990

 

6305100

 

6305200

 

6305310

 

6305390

 

6305900

 

6306110

 

6306120

 

6306190

 

6306210

 

6306220

 

6306290

 

6306310

 

6306390

 

6306410

 

6306490

 

6306910

 

6306990

 

6307100

 

6307909

 

6308000

 

6309001

 

6309002

 

6309009

 

6309100

 

6309200

 

6309900

 

6401100

 

6401910

 

6401920

 

6401990

 

6402110

 

6402190

 

6402200

 

6402300

 

6402910

 

6402990

 

6403110

 

6403190

 

6403200

 

6403300

 

6403400

 

6403510

 

6403590

 

6403910

 

6403990

 

6404110

 

6404190

 

6404200

 

6405100

 

6405200

 

6405900

 

6406109

 

6406200

 

6406910

 

6406991

 

6406999

 

6501000

 

6502000

 

6503000

 

6504000

 

6505100

 

6505900

 

6506100

 

6506910

 

6506920

 

6506990

 

6507000

 

6601100

 

6601910

 

6601990

 

6602001

 

6602009

 

6603100

 

6603200

 

6603900

 

6701000

 

6702100

 

6702900

 

6703000

 

6704110

 

6704190

 

6704200

 

6704900

 

6802109

 

6802211

 

6802219

 

6802221

 

6802229

 

6802231

 

6802239

 

6802291

 

6802299

 

6802911

 

6802919

 

6802921

 

6802931

 

6802939

 

6802991

 

6802999

 

6805100

 

6805200

 

6809110

 

6809190

 

6809902

 

6809909

 

6810110

 

6810190

 

6810200

 

6810910

 

6810991

 

6810992

 

6810999

 

6811300

 

6811900

 

6813100

 

6813900

 

6904100

 

6904900

 

6905100

 

6905900

 

6906000

 

6907100

 

6907900

 

6908101

 

6908109

 

6908901

 

6908909

 

6910100

 

6910900

 

6911100

 

6911900

 

6912000

 

6913100

 

6913900

 

6914100

 

6914900

 

7003110

 

7003199

 

7003300

 

7004100

 

7004909

 

7005109

 

7005210

 

7005299

 

7006002

 

7006009

 

7007110

 

7007190

 

7007210

 

7007290

 

7008001

 

7008009

 

7009100

 

7009910

 

7009920

 

7010901

 

7010905

 

7010909

 

7013100

 

7013210

 

7013290

 

7013310

 

7013320

 

7013390

 

7013910

 

7013990

 

7014009

 

7016100

 

7016901

 

7018100

 

7018200

 

7018900

 

7113110

 

7113190

 

7113200

 

7114110

 

7114190

 

7114200

 

7115909

 

7116109

 

7116209

 

7117110

 

7117190

 

7117900

 

7201100

 

7201200

 

7201301

 

7201309

 

7202991

 

7204500

 

7205100

 

7206100

 

7207110

 

7207120

 

7207190

 

7207200

 

7208120

 

7208130

 

7208140

 

7208210

 

7208220

 

7208230

 

7208240

 

7208310

 

7208320

 

7208330

 

7208340

 

7208350

 

7208410

 

7208420

 

7208430

 

7208440

 

7208450

 

7208902

 

7208909

 

7209110

 

7209120

 

7209130

 

7209210

 

7209220

 

7209230

 

7209310

 

7209320

 

7209330

 

7209410

 

7209420

 

7209430

 

7209901

 

7209902

 

7209909

 

7210200

 

7210310

 

7210390

 

7210410

 

7210490

 

7210500

 

7210600

 

7210700

 

7210903

 

7210909

 

7211110

 

7211120

 

7211191

 

7211199

 

7211210

 

7211220

 

7211291

 

7211299

 

7211300

 

7211410

 

7211491

 

7211499

 

7211901

 

7211909

 

7212210

 

7212290

 

7212300

 

7212400

 

7212500

 

7212600

 

7213100

 

7213200

 

7213310

 

7213390

 

7213410

 

7213490

 

7213500

 

7214101

 

7214109

 

7214200

 

7214300

 

7214400

 

7214500

 

7214600

 

7215100

 

7215200

 

7215300

 

7215400

 

7215900

 

7216210

 

7216220

 

7216310

 

7216320

 

7216330

 

7216400

 

7216500

 

7216600

 

7216901

 

7216909

 

7217110

 

7217120

 

7217130

 

7217190

 

7217210

 

7217220

 

7217230

 

7217290

 

7217310

 

7217320

 

7217330

 

7217390

 

7221000

 

7222100

 

7222200

 

7222300

 

7222400

 

7224100

 

7224900

 

7225200

 

7225300

 

7225400

 

7225500

 

7225900

 

7226200

 

7226910

 

7226990

 

7227100

 

7227200

 

7227900

 

7228100

 

7228200

 

7228300

 

7228400

 

7228500

 

7228600

 

7228700

 

7228800

 

7229100

 

7229200

 

7229900

 

7301100

 

7301200

 

7302100

 

7302200

 

7302901

 

7302909

 

7303000

 

7304311

 

7304391

 

7304411

 

7304511

 

7304591

 

7304901

 

7305111

 

7305119

 

7305121

 

7305129

 

7305191

 

7305199

 

7305201

 

7305209

 

7305319

 

7305391

 

7305399

 

7305901

 

7305909

 

7306101

 

7306109

 

7306201

 

7306209

 

7306301

 

7306309

 

7306401

 

7306409

 

7306501

 

7306509

 

7306601

 

7306609

 

7306901

 

7306909

 

7307111

 

7307119

 

7307191

 

7307199

 

7308100

 

7308200

 

7308300

 

7308400

 

7308900

 

7309000

 

7310100

 

7310211

 

7310212

 

7310219

 

7310291

 

7310299

 

7311001

 

7311009

 

7312101

 

7312109

 

7312901

 

7312909

 

7313000

 

7314110

 

7314190

 

7314200

 

7314300

 

7314410

 

7314420

 

7314490

 

7314500

 

7315110

 

7315120

 

7315190

 

7315200

 

7315810

 

7315820

 

7315890

 

7315900

 

7317001

 

7317009

 

7318110

 

7318120

 

7318130

 

7318140

 

7318150

 

7318160

 

7318190

 

7318210

 

7318220

 

7318230

 

7318240

 

7318290

 

7319100

 

7319200

 

7319300

 

7319900

 

7320100

 

7320200

 

7320900

 

7321110

 

7321120

 

7321130

 

7321810

 

7321820

 

7321830

 

7321900

 

7322110

 

7322190

 

7322900

 

7323100

 

7323910

 

7323920

 

7323930

 

7323940

 

7323990

 

7324100

 

7324211

 

7324219

 

7324290

 

7324900

 

7325100

 

7325910

 

7325990

 

7326110

 

7326190

 

7326200

 

7326901

 

7326902

 

7326903

 

7326909

 

7407211

 

7407219

 

7417000

 

7418100

 

7418200

 

7419100

 

7419910

 

7419920

 

7419991

 

7419999

 

7508002

 

7508003

 

7508009

 

7604101

 

7604210

 

7608100

 

7608200

 

7609000

 

7610100

 

7610900

 

7611000

 

7612100

 

7612901

 

7613000

 

7614100

 

7614900

 

7615100

 

7615200

 

7616100

 

7616901

 

7616909

 

8007000

 

8210000

 

8211100

 

8211910

 

8211920

 

8211930

 

8214200

 

8214909

 

8215100

 

8215200

 

8215910

 

8215990

 

8301401

 

8304000

 

8306210

 

8306290

 

8306300

 

8308901

 

8309100

 

8309909

 

8310000

 

8311101

 

8311201

 

8311301

 

8311901

 

8402121

 

8402191

 

8402201

 

8402901

 

8404109

 

8404201

 

8404909

 

8407210

 

8408101

 

8408201

 

8408901

 

8409911

 

8409991

 

8413701

 

8413811

 

8413813

 

8413912

 

8414510

 

8414591

 

8414592

 

8414600

 

8414801

 

8414900

 

8415100

 

8415810

 

8415820

 

8415830

 

8415909

 

8418101

 

8418109

 

8418211

 

8418219

 

8418221

 

8418229

 

8418291

 

8418299

 

8418300

 

8418400

 

8418509

 

8418691

 

8418910

 

8418991

 

8418991

 

8419110

 

8419191

 

8419199

 

8419900

 

8421121

 

8422110

 

8422901

 

8424811

 

8424891

 

8424901

 

8424909

 

8427900

 

8431311

 

8450110

 

8450120

 

8450190

 

8450200

 

8450900

 

8451210

 

8451902

 

8452400

 

8479891

 

8479891

 

8480301

 

8480302

 

8480309

 

8481801

 

8483200

 

8483300

 

8502110

 

8502120

 

8502131

 

8504101

 

8504211

 

8504221

 

8504222

 

8504223

 

8504231

 

8504232

 

8504233

 

8504310

 

8504321

 

8504322

 

8504323

 

8504331

 

8504332

 

8504333

 

8504341

 

8504342

 

8504343

 

8504401

 

8506111

 

8506130

 

8506131

 

8506191

 

8506901

 

8507109

 

8507209

 

8507400

 

8507809

 

8509100

 

8509200

 

8509300

 

8509400

 

8509800

 

8509900

 

8510100

 

8510200

 

8510909

 

8516100

 

8516210

 

8516299

 

8516310

 

8516320

 

8516330

 

8516500

 

8516600

 

8516710

 

8516720

 

8516790

 

8516800

 

8516903

 

8516909

 

8518100

 

8518210

 

8518220

 

8518290

 

8518300

 

8518400

 

8518500

 

8518900

 

8519100

 

8519210

 

8519290

 

8519310

 

8519390

 

8519400

 

8519910

 

8519999

 

8520100

 

8520200

 

8520310

 

8520390

 

8520909

 

8521100

 

8521900

 

8522100

 

8522902

 

8522909

 

8523119

 

8523129

 

8523139

 

8523209

 

8523900

 

8524100

 

8524219

 

8524229

 

8524239

 

8524909

 

8525109

 

8525300

 

8526929

 

8527110

 

8527190

 

8527210

 

8527290

 

8527310

 

8527320

 

8527390

 

8527900

 

8528101

 

8528109

 

8528201

 

8528209

 

8529108

 

8529109

 

8529909

 

8536202

 

8536503

 

8536611

 

8536690

 

8537201

 

8537202

 

8538100

 

8538900

 

8539221

 

8539311

 

8544209

 

8544411

 

8544412

 

8544491

 

8544492

 

8544511

 

8544512

 

8544591

 

8544592

 

8544601

 

8544602

 

8701200

 

8701901

 

8702100

 

8702900

 

8703102

 

8703210

 

8703221

 

8703311

 

8703312

 

8704109

 

8704211

 

8704219

 

8704229

 

8704239

 

8704311

 

8704319

 

8704901

 

8704909

 

8706000

 

8707100

 

8707900

 

8711101

 

8711201

 

8711301

 

8711401

 

8711501

 

8711901

 

8712001

 

8714991

 

8716200

 

8716310

 

8716390

 

8716400

 

8716800

 

8903101

 

8903911

 

8903921

 

8903991

 

9002901

 

9003110

 

9003190

 

9003900

 

9004100

 

9004900

 

9005100

 

9005809

 

9005909

 

9006301

 

9006401

 

9006511

 

9006521

 

9006531

 

9006591

 

9018311

 

9101111

 

9101121

 

9101191

 

9101211

 

9101291

 

9101911

 

9101991

 

9111100

 

9111101

 

9111901

 

9113100

 

9113200

 

9113901

 

9113902

 

9113909

 

9208100

 

9208901

 

9305902

 

9305903

 

9306100

 

9306219

 

9306299

 

9306309

 

9306909

 

9401100

 

9401200

 

9401300

 

9401400

 

9401500

 

9401610

 

9401690

 

9401710

 

9401790

 

9401800

 

9401909

 

9403100

 

9403200

 

9403300

 

9403400

 

9403500

 

9403600

 

9403700

 

9403800

 

9403900

 

9404100

 

9404210

 

9404290

 

9404900

 

9405109

 

9405200

 

9405300

 

9405400

 

9405509

 

9405600

 

9405910

 

9405920

 

9405990

 

9406001

 

9406002

 

9406009

 

9502101

 

9504300

 

9504400

 

9504901

 

9505100

 

9505900

 

9601100

 

9601900

 

9602001

 

9602009

 

9603101

 

9603102

 

9603299

 

9603309

 

9603901

 

9603903

 

9603909

 

9605000

 

9606210

 

9606220

 

9606290

 

9606300

 

9607110

 

9607190

 

9608101

 

9608102

 

9608391

 

9608401

 

9608501

 

9608509

 

9608911

 

9608991

 

9609101

 

9612100

 

9612200

 

9613100

 

9613200

 

9613300

 

9613809

 

9613909

 

9614100

 

9614200

 

9614900

 

9615110

 

9615190

 

9615900

 

9616100

 

9616200

 

9701100

 

9701900

 

9702000

 

9703000

 

9704000

BIJLAGE V

Industriële producten van oorsprong uit de Gemeenschap, bedoeld in artikel 9, lid 4

 

8703 10 30

 

8703 10 90

 

8703 22 90

 

8703 23 10

 

8703 23 20

 

8703 23 90

 

8703 24 00

 

8703 31 90

 

8703 32 20

 

8703 32 90

 

8703 33 00

 

8703 90 00

 

8716 10 00

BIJLAGE VI

Intellectuele eigendom, bedoeld in artikel 37

1.

Voor het einde van het vierde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst treedt Egypte toe tot de volgende multilaterale verdragen inzake intellectuele-eigendomsrechten:

Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome 1961);

Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd 1980);

Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Octrooiensamenwerkingsverdrag) (Washington 1970, geamendeerd 1979, gewijzigd 1984);

Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (Akte van Genève 1991);

Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève 1977, gewijzigd 1979);

Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Madrid 1989).

2.

De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de hiernavolgende multilaterale overeenkomsten:

Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Marrakesh 15 april 1994), bijlage bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, met inachtneming van de overgangsperiode voor ontwikkelingslanden waarin in artikel 65 wordt voorzien;

Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm 1967, gewijzigd 1979);

Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs 1971);

Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm 1967, geamendeerd 1979).

3.

De Associatieraad kan besluiten dat punt 1 op andere multilaterale verdragen op dit gebied van toepassing is.

PROTOCOL Nr. 1

Regeling van toepassing bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Egypte

1.

De in de bijlage genoemde producten van oorsprong uit Egypte mogen in de Gemeenschap worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld.

2.

a)

De douanerechten worden afgeschaft of verlaagd als aangegeven in kolom A.

b)

Voor bepaalde producten waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een douanerecht ad valorem en een specifiek recht voorziet, zijn de in de kolommen A en C vermelde verlagingspercentages uitsluitend op het recht ad valorem van toepassing.

3.

Voor bepaalde producten worden de douanerechten afgeschaft binnen de grenzen van de tariefcontingenten vermeld in kolom B.

Voor ingevoerde hoeveelheden die het contingent overschrijden, wordt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief, afhankelijk van het product, volledig toegepast of verlaagd als aangegeven in kolom C.

Voor het eerste toepassingsjaar wordt de omvang van de tariefcontingenten berekend in verhouding tot het basisvolume, rekening houdend met het gedeelte van de periode dat op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst reeds is verstreken.

4.

Voor producten waarbij in kolom D naar dit punt 4 wordt verwezen, wordt de omvang van de tariefcontingenten vermeld in kolom B jaarlijks verhoogd met 3 % van de omvang van het voorgaande jaar. De eerste verhoging vindt plaats één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst.

5.

De door de Europese Gemeenschap en Egypte overeengekomen invoerprijs, vanaf welke het specifieke recht als vermeld in de lijst van concessies die door de Gemeenschap bij de WTO is aangemeld tot nul wordt verlaagd, bedraagt van 1 december tot en met 31 mei voor verse sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), ingedeeld onder de GN-codes ex 0805 10 10, ex 0805 10 30 en ex 0805 10 50, binnen het tariefcontingent van 34 000 ton dat op de concessie betreffende douanerechten ad valorem van toepassing is:

266 EUR per ton van 1 december 1999 tot en met 31 mei 2000;

264 EUR per ton gedurende elke volgende periode van 1 december tot en met 31 mei.

Indien de invoerprijs voor een zending 2 %, 4 %, 6 % of 8 % lager is dan de overeengekomen invoerprijs, bedraagt het specifieke douanerecht respectievelijk 2 %, 4 %, 6 % of 8 % van deze overeengekomen invoerprijs. Indien de invoerprijs voor een zending lager is dan 92 % van de overeengekomen invoerprijs, is het bij de WTO geconsolideerde specifieke douanerecht van toepassing.

BIJLAGE BIJ PROTOCOL Nr. 1

 

 

A

B

C

D

GN-code

Omschrijving van de goederen

Verlaging meestbegunstigingsrecht (1)

Tariefcontingent

Verlaging douanerecht boven tariefcontingent (1)

Specifieke bepalingen

 

 

(%)

(t)

(%)

 

0601

Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

0602

Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed

100

2 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0603 10

Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, van 1 oktober tot en met 15 april

100

3 000 waarvan 1 000 t GN-codes 0603 10 29 en 0603 10 69

Overeenkomstig bij briefwisseling overeengekomen voorwaarden

0604 99

Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0701 90 51

Nieuwe aardappelen (primeurs), vers of gekoeld, van 1 januari tot en met 31 maart

100

jaar 1: 130 000

jaar 2: 190 000

jaar 3 en volgende: 250 000

60

 

ex 0702 00

Tomaten, vers of gekoeld, van 1 november tot en met 31 maart

100

 

ex 0703 10

Uien en sjalotten, vers of gekoeld, van 1 februari tot en met 15 juni

100

15 000

60

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0703 20 00

Knoflook, vers of gekoeld, van 1 februari tot en met 15 juni

100

3 000

50

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0704

Rode kool, witte kool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, vers of gekoeld, van 1 november tot en met 15 april

100

1 500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0705 11

Kropsla, van 1 november tot en met 31 maart

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0706 10 00

Wortelen en rapen, vers of gekoeld, van 1 januari tot en met 30 april

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0707 00

Komkommers en augurken, vers of gekoeld, van 1 januari tot en met eind februari

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0708

Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld, van 1 november tot en met 30 april

100

jaar 1: 15 000

jaar 2: 17 500

jaar 3 en volgende: 20 000

 

0709

Andere groenten, vers of gekoeld:

asperges, van 1 oktober tot en met eind februari

niet-scherpsmakende pepers, van 1 november tot en met 30 april

andere groenten, van 1 november tot en met eind februari

100

 

ex 0710

ex 0711

Bevroren en voorlopig verduurzaamde groenten, andere dan suikermaïs van post 0710 40 00 en 0711 90 30 en paddestoelen van het geslacht Agaricus van posten 0710 80 61 en 0711 90 40

100

jaar 1: 1 000

jaar 2: 2 000

jaar 3 en volgende: 3 000

 

0712

Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid

100

16 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0713

Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten) andere dan zaaigoed van de posten 0713 10 10, 0713 33 10 en 0713 90 10

100

 

0714 20

Bataten (zoete aardappelen), vers, gekoeld, bevroren of gedroogd

100

3 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

0804 10 00

Dadels, vers of gedroogd

100

 

0804 50 00

Guaves, mango's en manggistans, vers of gedroogd

100

 

0805 10

Sinaasappelen, vers of gedroogd

100

jaar 1: 50 000 (2)

jaar 2: 55 000 (2)

jaar 3 en volgende: 60 000 (2)

60

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 5

0805 20

Mandarijnen (tangerines en satsuma's daaronder begrepen), clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers of gedroogd

100

 

 

0805 30

Citroenen en lemmetjes, vers of gedroogd

100

 

0805 40

Pompelmoezen en pomelo's, vers of gedroogd

100

 

ex 0806 10

Druiven, vers, van 1 februari tot en met 14 juli

100

 

ex 0807 11 00

Watermeloenen, vers, van 1 februari tot en met 15 juni

100

 

ex 0807 19 00

Ander meloenen, vers, van 15 oktober tot en met 31 mei

100

1 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

0808 20

Peren en kweeperen, vers

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0809 30

Perziken (nectarines daaronder begrepen), vers, van 15 maart tot en met 31 mei

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0809 40

Pruimen en sleepruimen, vers, van 15 april tot en met 31 mei

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

ex 0810 10

Aardbeiden, vers, van 1 oktober tot en met 31 maart

100

jaar 1: 500

jaar 2: 1 000

jaar 3 en volgende: 1 500

 

0810 90 85

Ander fruit, vers

100

 

0811

0812

Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, of voorlopig verduurzaamd, doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

100

jaar 1: 1 000

jaar 2: 2 000

jaar 3 en volgende: 3 000

 

0904

Peper van het geslacht Piper; vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, gedroogd, fijngemaakt of gemalen

100

 

0909

Anijszaad, steranijszaad, venkelzaad, korianderzaad, komijnzaad en karwijzaad; jeneverbessen

100

 

0910

Gember, saffraan, kurkuma, tijm, laurierbladeren, kerrie en andere specerijen

100

 

1006

Rijst

25

32 000

 

1202

Grondnoten

100

 

ex 1209

Zaaigoed, sporen daaronder begrepen, ander dan bietenzaad van posten 1209 11 00 en 1209 19 00

100

 

1211

Planten, plantendelen, zaden en vruchten, van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de reukwerkindustrie, in de geneeskunde of voor insecten- of parasietenbestrijding of voor dergelijke doeleinden

100

 

1212

Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

100

 

1515 50 11

Sesamolie, ruw, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie (3)

100

1 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

1515 90

Andere plantaardige vetten en vette oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

100

500

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

1703

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker

100

350 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

2001 90 10

Mangochutney

100

 

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

100

1 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

2008 11

Grondnoten

100

3 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

2009

Ongegiste vruchten- of groentesappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

100

1 000

Specifieke bepalingen in Protocol nr. 1, punt 4

2302

Zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van granen of van peulvruchten

60

 

5301

Vlas

100

 


(1)  De rechtenverlaging geldt uitsluitend voor rechten ad valorem.

(2)  Tariefcontingent van toepassing van 1 juli tot en met 30 juni. Hiervan is 34 000 ton bestemd voor verse sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), ingedeeld onder de GN-codes ex 0805 10 10, ex 0805 10 30 en ex 0805 10 50, gedurende de periode van 1 december tot en met 31 mei.

(3)  Indeling onder deze post is afhankelijk van de voorwaarden van de desbetreffende communautaire voorschriften.

PROTOCOL Nr. 2

Regeling van toepassing bij de invoer in Egypte van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap

1.

De in de bijlage genoemde producten van oorsprong uit de Gemeenschap mogen in Egypte worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld.

2.

De douanerechten bij invoer worden afgeschaft of verlaagd tot de waarde aangegeven in kolom A.

3.

Voor bepaalde producten worden de rechten afgeschaft of verlaagd binnen de grenzen van de tariefcontingenten vermeld in kolom B.

BIJLAGE BIJ PROTOCOL Nr. 2

 

 

A

B

Egyptische code

Omschrijving van de goederen

Rechtenverlaging

Tariefcontingent (ton)

Levende runderen

0102 10

fokdieren van zuiver ras

100 %

onbeperkt

0102 90

andere

50 %

10 000

0202 30

Vlees van runderen, bevroren, zonder been

50 %

25 000

Melk

 

in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, met een vetgehalte van niet meer dan 1,5 gewichtspercent:

 

 

0402 10 10

– –

voor zuigelingen

 

 

0402 10 91

– –

andere dan voor zuigelingen, in verpakkingen met een inhoud van 20 kg of meer

 

 

 

in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, met een vetgehalte van meer dan 1,5 gewichtspercent:

 

 

 

– –

zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen:

100 %

onbeperkt

0402 21 10

– – –

voor zuigelingen, halfvol

 

 

0402 21 91

– – –

andere, in verpakkingen met een inhoud van 20 kg of meer

 

 

 

– –

met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen:

 

 

0402 29 10

– – –

voor zuigelingen, halfvol

 

 

0402 29 91

– – –

andere, in verpakkingen met een inhoud van 20 kg of meer

 

 

Room

0402 21 20

zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

25 %

500

0402 29 20

met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

 

 

0405 00 90

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen, in verpakkingen met een inhoud van 20 kg of meer

25 %

5 000

Kaas en wrongel

0406 10 90

verse (niet gerijpte) kaas, weikaas daaronder begrepen, en wrongel, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 20 kg

 

 

0406 20 90

kaas van alle soorten, geraspt of in poeder, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 20 kg

 

 

0406 30 90

smeltkaas, niet geraspt noch in poeder, geraspt of in poeder, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 20 kg

50 %

2 000

0406 40 90

blauwgroen geaderde kaas, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 20 kg

 

 

0406 90 90

andere kaas, in verpakkingen met een inhoud van meer dan 20 kg, andere dan uit koemelk bereide witte kaas in pekel

 

 

0601

Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212

100 %

onbeperkt

0602

Levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten: champignonbroed

100 %

onbeperkt

0701 10 00

Pootaardappelen

100 %

onbeperkt

ex 0713

Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten), andere dan peulgroenten van de posten 0713 20 00 (kekers) en 0713 90 00 (andere)

100 %

3 000

0802

Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld

50 %

300

0808 10 00

Appelen, vers, van 1 januari tot en met 29 februari

25 %

500

0809 20 00

Kersen, vers

25 %

500

0812 10 00

Kersen, voorlopig verduurzaamd, doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

30 %

500

1201

Sojabonen, ook indien gebroken

100 %

onbeperkt

1204

Lijnzaad, ook indien gebroken

100 %

onbeperkt

1206

Zonnebloempitten, ook indien gebroken

100 %

onbeperkt

1207 10

Palmnoten en palmpitten, ook indien gebroken

100 %

onbeperkt

1207 30

Ricinuszaad, ook indien gebroken

50 %

onbeperkt

1207 40

Sesamzaad, ook indien gebroken

100 %

onbeperkt

1207 50

Mosterdzaad, ook indien gebroken

50 %

onbeperkt

1207 92

Kariténoten, ook indien gebroken

50 %

onbeperkt

1207 99

Andere oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken

50 %

onbeperkt

1209

Zaaigoed, sporen daaronder begrepen

100 %

onbeperkt

Sojaolie en fracties daarvan:

1507 10 90

ruwe olie, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein

100 %

15 000

1507 90 91

gezuiverde olie (halfgeraffineerd), niet opgemaakt voor de verkoop in het klein

 

 

Zonnebloemzaadolie

1512 11 91

ruwe olie, niet opgemaakt voor de verkoop in het klein

100 %

15 000

1512 19 91

gezuiverde olie (halfgeraffineerd), niet opgemaakt voor de verkoop in het klein

 

 

2002 90 90

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan tomaten, geheel of in stukken, in verpakkingen met een netto-inhoud van meer dan 5 kg

50 %

500

2003

Paddestoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

50 %

100

2301 20 00

Meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

100 %

10 000

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

30 %

20 000

PROTOCOL Nr. 3

betreffende de handel tussen Egypte en de Gemeenschap in verwerkte landbouwproducten

Artikel 1

1.   Douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer welke in Egypte van toepassing zijn op verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage I bij dit protocol, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hiernavolgende tijdschema:

voor de producten in tabel 1 worden de rechten twee jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft;

voor de producten in tabel 2 worden de rechten als volgt verlaagd:

twee jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst: -5 % van het basisrecht;

drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst: -10 % van het basisrecht;

vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst: -15 % van het basisrecht;

voor de producten in tabel 3 worden de rechten als volgt verlaagd:

twee jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst: -5 % van het basisrecht;

drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst: -15 % van het basisrecht;

vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst: -25 % van het basisrecht;

2.   Voor de invoer van in bijlage II bij dit protocol genoemde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Egypte gelden de daarin vermelde rechten, ongeacht of beperkingen in het kader van een contingent van toepassing zijn.

3.   De in de bijlagen I en II bij dit protocol vermelde verlagingen van de douanerechten zijn van toepassing op de in artikel 18 bedoelde basisrechten.

4.   De Associatieraad kan:

de lijst van de onder dit protocol vallende verwerkte landbouwproducten uitbreiden;

de in de bijlagen I en II bij dit protocol vermelde rechten wijzigen;

de tariefcontingenten verruimen of afschaffen.

Artikel 2

1.   De overeenkomstig artikel 1 toegepaste rechten kunnen bij besluit van het Associatiecomité worden verlaagd:

wanneer in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Egypte de op de basisproducten toegepaste rechten worden verlaagd, of

naar aanleiding van verlagingen die het gevolg zijn van wederzijdse concessies voor verwerkte landbouwproducten.

2.   Wat de door de Gemeenschap toegepaste rechten betreft worden de onder het eerste streepje bedoelde verlagingen berekend op basis van het als landbouwelement aangemerkt deel van het recht, dat betrekking heeft op de landbouwproducten die daadwerkelijk bij de vervaardiging van de bedoelde verwerkte landbouwproducten zijn gebruikt, en in mindering gebracht op de rechten voor die basislandbouwproducten.

Artikel 3

De Gemeenschap en Egypte stellen elkaar in kennis van de administratieve regelingen die zijn vastgesteld voor de onder dit protocol vallende producten.

Deze regelingen dienen een gelijke behandeling van alle betrokken partijen te waarborgen en dienen zo eenvoudig en soepel mogelijk te zijn.

BIJLAGE I BIJ PROTOCOL Nr. 3

Tabel 1

Egyptische code

Omschrijving van de goederen

Recht %

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

 

0405 00 90

andere (in verpakkingen met een inhoud van meer dan 20 kg)

0 %

0505

Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren:

 

0505 10

Veren van de soorten die als opvulmateriaal worden gebruikt; dons:

 

0505 10 00

ruw

0 %

0505 90 00

andere

0 %

0506

Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen

0 %

0509 90 00

Echte sponzen

0 %

0510 00

Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig geconserveerd

0 %

0903 00

Maté

0 %

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd

 

 

zeewier en andere algen:

 

 

– –

andere:

 

1302 19 90

– – –

andere

0 %

1302 20 00

pectinestoffen, pectinaten en pectaten:

0 %

 

– –

plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten:

0 %

1302 31 00

– –

agar-agar

0 %

1302 32 00

– –

plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd, uit sint-jansbrood, uit sint-jansbroodpitten of uit guarzaden

0 %

1401

Plantaardige stoffen van de soort hoofdzakelijk gebruikt in de mandenmakerij of voor vlechtwerk (bijvoorbeeld bamboe, rotan, riet, bies, teen, raffia, lindebast, alsmede gezuiverd, gebleekt of geverfd stro van graangewassen):

 

1401 10 00

bamboe

0 %

1401 20 00

rotan

0 %

1401 90 00

andere

0 %

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

 

1505 10

ruw wolvet:

 

1505 10 90

voor de groothandel

0 %

1505 90

andere:

 

1505 90 90

voor de groothandel

0 %

1506 00 90

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, voor de groothandel

0 %

1515

Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

1515 60

Jojobaolie en fracties daarvan:

 

1515 60 90

Jojobaolie en fracties daarvan, voor de groothandel

0 %

1518 00 10

Linoxyne

0 %

1518 00 90

Andere

0 %

1521

Plantaardige was, bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd:

 

1521 10

Plantaardige was

0 %

1521 90

Andere

0 %

1522 00 00

Dégras

0 %

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel:

 

1702 50 00

chemisch zuivere fructose

0 %

1702 90 10

chemische zuivere maltose

0 %

1803

Cacaopasta, ook indien ontvet:

 

1803 10 00

niet ontvet

0 %

1803 20 00

geheel of gedeeltelijk ontvet

0 %

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

1901 10

bereidingen voor de voeding van kinderen, opgemaakt voor de verkoop in het klein

0 %

1901 90 11/19/21/ 30/90/91

andere

0 %

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

2101 20 00

extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté

0 %

2101 30 00

gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

0 %

2905 43 00

Mannitol

0 %

2905 44 00

D-glucitol (sorbitol)

0 %

2905 45 00

Glycerol

0 %

3809 10 00

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen

0 %

3823 (1)

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen:

 

 

industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils:

 

3823 11 00

stearinezuur

0 %

3823 12 00

oliezuur

0 %

3823 13 00

tallvetzuren

0 %

3823 19

andere:

 

3823 19 10

gedistilleerde vetzuren

0 %

3823 19 30

vetzuurdistillaat

0 %

3823 19 90

andere

0 %

3823 70 00

industriële vetalcoholen

0 %

3824 (1)

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

3824 60

sorbitol andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44:

 

 

– –

in waterige oplossing: A46

0 %

3824 60 11

– – –

met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

0 %

3824 60 19

– – –

andere

 

 

– – – –

andere

0 %

3824 60 91

– – –

met een gehalte aan D-mannitol van niet meer dan 2 gewichtspercenten, berekend op het D-glucitolgehalte

0 %

3824 60 99

– – –

andere

0 %

Tabel 2

Egyptische code

Omschrijving van de goederen

Verlaging op de basisrechten %

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

0403 10 00

yoghurt

-15 %

0403 90

andere:

 

 

andere:

 

0403 90 91

opgemaakt voor de verkoop in het klein

-15 %

0403 90 99

andere

-15%

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

 

0405 00 10

Verpakkingen met een inhoud van minder dan 20 kg

-15 %

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

1302 12 00

– –

van zoethout

-15 %

1302 13 00

– –

van hop

-15 %

1302 14 00

– –

van pyretrum of van wortels van rotenon bevattende planten

-15 %

1302 19

– –

andere:

 

1302 19 20

– – –

plantenextracten, onderling vermengd, voor de vervaardiging van dranken of van producten voor menselijke consumptie

-15 %

1404

Plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

1404 10 00

Ruw plantaardig materiaal van de soort hoofdzakelijk gebruikt als verf- of looistof

-15 %

1404 20

– –

katoenlinters:

 

1404 20 10

– – –

chemisch behandeld

-15 %

1404 20 90

– – –

andere

-15 %

1404 90 00

Andere

-15 %

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

 

1505 10

ruw wolvet:

 

1505 10 10

– –

opgemaakt voor de verkoop in het klein

-15 %

1505 90

andere:

 

1505 90 10

– –

voor de verkoop in het klein

-15 %

1516 20 10

Plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan: gehydrogeneerde ricinusolie, zogeheten „opal wax”

-15 %

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

 

1517 10

Margarine, andere dan vloeibare margarine:

 

1517 10 10

– – –

opgemaakt voor de verkoop in het klein, in verpakkingen met een inhoud van minder dan 20 kg

-15 %

1517 90

andere:

 

1517 90 11

– – – –

vloeibare margarine, opgemaakt voor de verkoop in het klein, in verpakkingen met een inhoud van minder dan 20 kg

-15 %

1517 90 91

– – – –

andere, opgemaakt voor de verkoop in het klein

-15 %

1520 00

Glycerol:

 

1520 10 00

ruwe glycerol

-15 %

1520 90

andere:

 

1520 90 10

– –

voor gebruik in geneesmiddelen

-15 %

1520 90 90

– –

andere

-15 %

1804 00 00

Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie

-15 %

1805 00 00

Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

-15 %

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur:

 

2001 90

andere:

 

 

– –

broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten

-15 %

 

– –

palmharten

-15 %

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren:

 

2004 10 00

aardappelen

-15 %

2004 90 00

andere groenten en mengsels van groenten:

 

 

– –

suikermaïs

-15 %

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

 

2005 20 00

aardappelen:

 

 

– –

in de vorm van meel, gries, griesmeel of vlokken

-15 %

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

2101 10 00

extracten, essences en concentraten, van koffie, en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie

-15 %

2103

Sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

 

2103 10 00

sojasaus

-15 %

2103 20 00

tomatenketchup en andere tomatensauzen

-15 %

2103 30 00

mosterdmeel en bereide mosterd:

-15 %

2103 90 00

– –

andere

-15 %

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie:

 

2104 10 00

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

-15 %

2104 20

Samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie:

 

2104 20 10

– –

voor de voeding van zuigelingen

-15 %

2104 20 90

– –

andere

-15 %

2105 00 00

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

-15 %

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

2106 10 00

proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen

-15 %

2106 90

andere:

 

2106 90 10

– –

emulgatoren

-15 %

2106 90 30

– – –

producten voor menselijke consumptie, voor medische toepassingen

-15 %

2106 90 90

– – –

andere, „fondues” daaronder begrepen

-15 %

3505 10

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel

-15 %

3505 20

Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel

-15 %

Tabel 3

Egyptische code

Omschrijving van de goederen

Verlaging op de basisrechten %

0507

Ivoor, schildpad, walvisbaarden (walvisbaardhaar daaronder begrepen), horens, geweien, hoeven, nagels, klauwen en snavels, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden; poeder en afval van deze stoffen

-25 %

0508 00

Koraal en dergelijke stoffen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet verder bewerkt; schelpen en schalen, van schaaldieren, van weekdieren of van stekelhuidigen, alsmede rugplaten van inktvissen, ruw of eenvoudig voorbehandeld, doch niet in vorm gesneden, alsmede poeder en afval van deze stoffen

-25 %

0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren:

 

0710 40 00

suikermaïs

-25 %

0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie:

 

0711 90 00

andere:

 

 

– –

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

-25 %

1506

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

1506 00 10

voor de verkoop in het klein

-25 %

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

-25 %

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten

-25 %

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 50 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 10 gewichtspercenten cacaopoeder bevattend, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

1901 20 00

mengsels en deeg, voor de bereiding van bakkerswaren bedoeld bij post 1905

-25 %

 

– –

moutextract:

-25 %

1901 90 29

– – – –

andere

-25 %

1901 90 99

– – – –

andere

-25 %

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

-25 %

 

deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid

-25 %

1903 00 00

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

-25 %

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid (2)

-25 %

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

-25 %

2001

Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur:

 

2001 90 90

andere:

 

 

– –

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

-25 %

2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren:

 

2004 90 00

andere groenten en mengsels van groenten:

 

2004 90 10

– – –

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

-25 %

2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren:

 

2005 80 00

suikermaïs (Zea mays var. saccharata)

-25 %

2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

2008 11 00

Grondnoten:

– –

pindakaas

-25 %

 

andere, mengsels met andere dan die van post 2008 19 daaronder begrepen:

 

2008 91 00

– –

palmharten

-25 %

2008 92 00

– –

mengsels: zonder toegevoegde alcohol

-25 %

2008 99 00

– –

andere

-25 %

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder

-25 %

2201

Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw

-25 %

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

-25 %

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

-25 %

3302

Mengsels van reukstoffen en mengsels (oplossingen in alcohol daaronder begrepen) op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen, van de soort gebruikt als grondstof voor de industrie; andere bereidingen op basis van reukstoffen van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken:

 

3302 10

Van de soort gebruikt in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie

-25 %


(1)  De groepen 3823 en 3824 (en alle in deze groepen ingedeelde producten) worden ingedeeld volgens de GN-code.

(2)  Deze omschrijving is op 1.1.1996 gewijzigd: zie post 1904 in bijlage II, tabel 3.

BIJLAGE II BIJ PROTOCOL Nr. 3

Tabel 1

GN-code

Omschrijving van de goederen

Recht %

0505

Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren:

 

0505 10

Veren van de soorten die als opvulmateriaal worden gebruikt; dons:

 

0505 10 90

– –

andere

0 %

0505 90 00

andere

0 %

0509 00

Echte sponzen:

 

0509 00 90

andere

0 %

0903 00 00

Maté

0 %

1212

Sint-jansbrood, zeewier en andere algen, suikerbieten en suikerriet, vers of gedroogd, ook indien in poedervorm; vruchtenpitten, ook indien in de steen en andere plantaardige producten (ongebrande cichoreiwortels van de variëteit Cichorium intybus sativum daaronder begrepen) hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

1212 20 00

zeewier en andere algen

0 %

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

 

plantensappen en plantenextracten:

 

1302 12 00

– –

van zoethout

0 %

1302 13 00

– –

van hop

0 %

1302 14 00

– –

van pyretrum of van wortels van rotenon bevattende planten

0 %

1302 19

– –

andere:

 

1302 19 30

– – –

plantenextracten, onderling vermengd, voor de vervaardiging van dranken of van producten voor menselijke consumptie

0 %

 

– – –

andere:

 

1302 19 91

– – – –

voor geneeskundig gebruik

0 %

1302 20

pectinestoffen, pectinaten en pectaten:

 

1302 20 10

– –

in droge toestand

0 %

1302 20 90

– –

andere

0 %

 

plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten:

 

1302 31 00

– –

agar-agar

0 %

1302 32

– –

plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd, uit sint-jansbrood, uit sint-jansbroodpitten of uit guarzaden:

 

1302 32 10

– – –

uit sint-jansbrood of uit sint-jansbroodpitten

0 %

1505

Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

 

1505 10 00

ruw wolvet

0 %

1505 90 00

andere

0 %

1506 00 00

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

0 %

1515

Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

1515 60

jojobaolie en fracties daarvan

 

1515 60 90

– –

andere

0 %

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid:

 

1516 20

plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan:

 

1516 20 10

– –

gehydrogeneerde ricinusolie, zogeheten „opal wax”

0 %

1517 90 93

– – –

mengsels en bereidingen voor menselijke consumptie van de soorten gebruikt als preparaten voor het insmeren van bakvormen

0 %

1518 00

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

1518 00 10

Linoxyne

0 %

 

mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

 

 

andere:

 

1518 00 91

– –

standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516

0 %

 

– –

andere:

 

1518 00 95

– – –

mengsels en bereidingen van dierlijke vetten en oliën of van dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, niet geschikt voor menselijke consumptie

0 %

1518 00 99

– – –

andere

0 %

1520 00 00

Ruwe glycerd; glycerolwater en glycerollogen

0 %

1521

Plantaardige was (andere dan triglyceriden), bijenwas, was van andere insecten, alsmede walschot (spermaceti), ook indien geraffineerd of gekleurd:

 

1521 10

plantaardige was:

 

1521 10 90

– –

andere

0 %

1521 90

andere:

 

1521 90 10

– –

walschot (spermaceti), ruw of geraffineerd, ook indien gekleurd

0 %

 

– –

bijenwas, was van andere insecten, ook indien geraffineerd of gekleurd

 

1521 90 99

– – –

andere

0 %

1522 00

Dégras; afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was:

 

1522 00 10

dégras

0 %

1702 90

andere, invertsuiker daaronder begrepen:

 

1702 90 10

– –

chemisch zuivere maltose

0 %

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen):

 

1704 90

andere:

 

1704 90 10

– –

zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen

0 %

1803

Cacaopasta, ook indien ontvet:

 

1803 10 00

niet ontvet

0 %

1803 20 00

geheel of gedeeltelijk ontvet

0 %

1804 00 00

Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie

0 %

1805 00 00

Cacaopoeder, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

0 %

1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten:

 

1806 10

cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd:

 

1806 10 15

– –

geen saccharose bevattend of met een saccharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als saccharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als saccharose, van minder dan 5 gewichtspercenten

0 %

 

– –

andere:

 

1901 90 91

– – –

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, saccharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten saccharose (het gehalte aan invertsuiker daaronder begrepen) of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel, geen bereidingen in poeder voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend

0 %

2001 90 60

– –

palmharten

0 %

2008 11 10

– – –

pindakaas

0 %

 

andere, mengsels met andere dan die van post 2008 19 daaronder begrepen:

 

2008 91 00

– –

palmharten

0 %

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

 

extracten, essences en concentraten, van koffie en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie:

 

2101 11

– –

extracten, essences en concentraten:

 

2101 11 11

– – –

met een gehalte aan droge uit koffie afkomstige stof van 95 of meer gewichtspercenten

0 %

2101 11 19

– – –

andere

0 %

 

– –

preparaten:

 

 

– –

preparaten op basis van koffie:

 

2101 12 92

– – –

preparaten op basis van extracten, essences of concentraten, van koffie

0 %

2101 20

extracten, essences en concentraten, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté:

 

2101 20 20

– –

extracten, essences en concentraten:

0 %

 

– –

preparaten

 

2101 20 92

– – –

op basis van extracten, essences en concentraten, van thee of van maté

0 %

2101 30

– –

gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan:

 

 

– –

gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten:

 

2101 30 11

– – –

gebrande cichorei

0 %

 

– –

extracten, essences en concentraten van gebrande cichorei en van andere gebrande koffiesurrogaten:

 

2101 30 91

– – –

van gebrande cichorei

0 %

2102

Gist, ook indien inactief; andere eencellige micro-organismen, dood (andere dan de vaccins bedoeld bij post 3002); samengesteld bakpoeder:

 

2102 10

levende gist:

 

2102 10 10

– –

reinculturen van gist

0 %

2102 10 31

– –

bakkersgist

0 %

2102 10 39

– –

bakkersgist (niet gedroogd)

0 %

2102 10 90

– –

andere

0 %

2102 20

inactieve gist; andere eencellige micro-organismen, dood:

 

 

– –

inactieve gist:

 

2102 20 11

– – –

in tabletten, in blokken of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg

0 %

2102 20 19

– – –

andere

0 %

2102 20 90

– –

andere

0 %

2102 30 00

samengesteld bakpoeder

0 %

2103

Sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

 

2103 10 00

sojasaus

0 %

2103 20 00

tomatenketchup en andere tomatensauzen

0 %

2103 30

mosterdmeel en bereide mosterd:

 

2103 30 10

– –

mosterdmeel

0 %

2103 30 90

– –

bereide mosterd

0 %

2103 90

– –

andere:

 

2103 90 10

– –

mangochutney, vloeibaar

0 %

2103 90 30

– –

aromatische bitters met een alcohol-volumegehalte van 44,2 of meer doch niet meer dan 49,2 % vol, bevattende 1,5 of meer doch niet meer dan 6 gewichtspercenten gentianine, kruiden en diverse ingrediënten en met een suikergehalte van 4 of meer doch niet meer dan 10 gewichtspercenten, in verpakkingen met een inhoudsruimte van niet meer dan 0,5 l

0 %

2103 90 90

– –

andere

0 %

2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon; samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie:

 

2104 10

preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

0 %

2104 20 00

samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie

0 %

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

2106 10

proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen:

 

2106 10 20

– –

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, saccharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten saccharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

0 %

 

andere:

 

2106 90

– –

andere:

 

2106 90 92

– – –

bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, saccharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten saccharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel

0 %

2201

Water, natuurlijk of kunstmatig mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, noch gearomatiseerd; ijs en sneeuw:

 

2201 10

mineraalwater en spuitwater:

0 %

2201 90 00

andere

0 %

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009:

 

2202 10 00

water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd

0 %

2202 90

andere:

 

2202 90 10

– –

geen producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of vetstoffen afkomstig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend

0 %

2203 00

Bier van mout:

 

 

in verpakkingen inhoudende niet meer dan 10 l:

 

2203 00 01

– –

verpakt in flessen

0 %

2203 00 09

– –

andere

0 %

2203 00 10

in verpakkingen inhoudende meer dan 10 l

0 %

2205

Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen:

 

2205 10

in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 l:

 

2205 10 10

– –

met een effectief alcoholvolumegehalte van niet meer dan 18 % vol

0 %

2205 10 90

– –

met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 18 % vol

0 %

2205 90

andere:

 

2205 90 10

– –

met een effectief alcoholvolumegehalte van niet meer dan 18 % vol

0 %

2205 90 90

– –

met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 18 % vol

0 %

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

0 %

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

0 %

2402 10 00

sigaren en cigarillo’s, tabak bevattend

0 %

2402 20

sigaretten, tabak bevattend:

 

2402 20 10

– –

kruidnagels bevattend

0 %

2402 20 90

– –

andere

0 %

2402 90 00

andere

0 %

2403

Andere tabak en tabakssurrogaten, tot verbruik bereid; gehomogeniseerde en gereconstitueerde tabak; tabaksextracten en tabakssausen:

 

2403 10

rooktabak, ook indien tabakssurrogaten bevattend, ongeacht in welke verhouding:

0 %

 

andere

 

2403 91 00

– –

gehomogeniseerde en gereconstitueerde tabak

0 %

2403 99

– –

andere:

 

2403 99 10

– – –

pruimtabak en snuif

0 %

2403 99 90

– – –

andere

0 %

Tabel 2

GN-code

Omschrijving van de goederen

Recht (1)

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao:

 

0403 10 51 t/m 99

– –

yoghurt, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

0 % + E.A.

0403 90 71 t/m 99

– –

andere, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

0 % + E.A.

0405

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's:

 

0405 20

Zuivelpasta's:

 

0405 20 10

– –

met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch minder dan 60 gewichtspercenten

0 % + E.A.

0405 20 30

– –

met een vetgehalte van 60 of meer gewichtspercenten doch niet meer dan 75 gewichtspercenten:

0 % + E.A.

0710 40 00

Suikermaïs (ook indien gestoomd of in water gekookt), bevroren

0 % + E.A.

0711 90 30

Suikermaïs, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

0 % + E.A.

ex 1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516:

 

1517 10 10

Margarine, andere dan vloeibare margarine, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

0 % + E.A.

1517 90 10

– –

andere, met een gehalte aan van melk afkomstige vetstoffen van meer dan 10 doch niet meer dan 15 gewichtspercenten

 

1702 50 00

Chemisch zuivere fructose

0 % + E.A.

ex 1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen); ander dan zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen, vallende onder post 1704 90 10

0 % + E.A.

ex 1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten, andere dan die van post 1806 10 15

0 % + E.A.

ex 1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan bereidingen van post 1901 90 91 (2)

0 % + E.A.

ex 1902

Deegwaren, andere dan gevulde deegwaren van posten 1902 20 10 en 1902 20 30; koeskoes, ook indien bereid

0 % + E.A.

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

0 % + E.A.

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

0 % + E.A.

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

0 % + E.A.

2001 90 30

Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

0 % + E.A.

2001 90 40

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

0 % + E.A.

2004 10 91

Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren

0 % + E.A.

2004 90 10

Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren

0 % + E.A.

2005 20 10

Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

0 % + E.A.

2005 80 00

Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren

0 % + E.A.

2008 99 85

Maïs, andere dan suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol

0 % + E.A.

2008 99 91

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toegevoegde suiker en zonder toegevoegde alcohol

0 % + E.A.

2101 12 98

Preparaten op basis van koffie

0 % + E.A.

2101 20 98

Preparaten op basis van thee of van maté

0 % + E.A.

2101 30 19

Gebrande koffiesurrogaten, andere dan gebrande cichorei

0 % + E.A.

2101 30 99

Extracten, essences en concentraten van gebrande koffiesurrogaten, andere dan van gebrande cichorei

0 % + E.A.

2105

Consumptie-ijs, ook indien cacao bevattend

0 % + E.A.

ex 2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan die bedoeld bij de posten 2106 10 20 en 2106 90 92, en andere dan gearomatiseerde suikerstroop of suikerstroop met toegevoegde kleurstoffen

0 % + E.A.

2202 90 91

2202 90 95

2202 90 99

Alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009, producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 of verstoffen afkomstig van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404 bevattend

0 % + E.A.

2905 43 00

Mannitol

0 % + E.A.

2905 44

D-glucitol (sorbitol)

0 % + E.A.

3302 10 29

Mengsels van reukstoffen en mengsels op basis van een of meer van deze zelfstandigheden met andere stoffen; andere bereidingen op basis van reukstoffen

0 % + E.A.

ex 3505 10

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel, andere dan door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel van post 3505 10 50

0 % + E.A.

3505 20

Lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel

0 % + E.A.

3809 10

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen

0 % + E.A.

3824 60

Sorbitol, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 2905 44

0 % + E.A.

Tabel 3

GN-code

Omschrijving van de goederen

Jaarlijks contingent

(1 000 kg)

Recht (3)

ex 1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen); andere dan zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten sacharose, zonder andere toegevoegde stoffen, vallende onder post 1704 90 10

1 000

0 % + (EA-30 %)

ex 1806

Chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten, andere dan die van post 1806 10 15

1 200

0 % + (EA-30 %)

ex 1902

Deegwaren, andere dan gevulde deegwaren van posten 1902 20 10 en 1902 20 30; koeskoes, ook indien bereid

1 500

0 % + (EA-30 %)

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen (4)

1 000

0 % + (EA-30 %)

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

1 200

0 % + (EA-30 %)

2004 10 91

2005 20 10

Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, ook indien bevroren

1 800

0 % + (EA-30 %)


(1)  E.A.: landbouwcomponent als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3448/93.

(2)  Nieuwe definitie per 1.1.1996.

(3)  E.A.: landbouwcomponent als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3448/93.

(4)  Nieuwe definitie per 1.1.1996.

PROTOCOL Nr. 4

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking

INHOUD

TITEL I —   ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1:

Definities

TITEL II —   DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2:

Algemene voorwaarden

Artikel 3:

Bilaterale cumulatie van de oorsprong

Artikel 4:

Diagonale cumulatie van de oorsprong

Artikel 5:

Geheel en al verkregen producten

Artikel 6:

Toereikende bewerking of verwerking

Artikel 7:

Ontoereikende bewerking of verwerking

Artikel 8:

Determinerende eenheid

Artikel 9:

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Artikel 10:

Stellen of assortimenten

Artikel 11:

Neutrale elementen

TITEL III —   TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 12:

Territorialiteitsbeginsel

Artikel 13:

Rechtstreeks vervoer

Artikel 14:

Tentoonstellingen

TITEL IV —   TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 15:

Verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten

TITEL V —   BEWIJS VAN DE OORSPRONG

Artikel 16:

Algemene voorwaarden

Artikel 17:

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 18:

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 19:

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Artikel 20:

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong

Artikel 21:

Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring

Artikel 22:

Toegelaten exporteurs

Artikel 23:

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

Artikel 24:

Overlegging van het bewijs van oorsprong

Artikel 25:

Invoer in deelzendingen

Artikel 26:

Vrijstelling van bewijs van oorsprong

Artikel 27:

Ondersteunende documenten

Artikel 28:

Bewaring van het bewijs van oorsprong en de ondersteunende documenten

Artikel 29:

Verschillen en vormfouten

Artikel 30:

In euro uitgedrukte bedragen

TITEL VI —   REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 31:

Wederzijdse bijstand

Artikel 32:

Controle van bewijzen van oorsprong

Artikel 33:

Beslechting van geschillen

Artikel 34:

Sancties

Artikel 35:

Vrije zones

TITEL VII —   CEUTA EN MELILLA

Artikel 36:

Toepassing van het protocol

Artikel 37:

Bijzondere voorwaarden

TITEL VIII —   SLOTBEPALINGEN

Artikel 38:

Wijziging van het protocol

Artikel 39:

Tenuitvoerlegging van het protocol

Artikel 40:

Goederen in doorvoer of in opslag

BIJLAGEN

BIJLAGE I:

Aantekeningen bij de lijst in bijlage II

BIJLAGE II:

Oorsprongverlenende be- of verwerkingen

BIJLAGE IIA:

Oorsprongverlenende be- of verwerkingen als bedoeld in artikel 6, lid 2

BIJLAGE III:

Producten van oorsprong uit Turkije waarop artikel 4 niet van toepassing is, opgesomd in de volgorde van de indeling in het geharmoniseerde systeem

BIJLAGE IV:

Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

BIJLAGE V:

Factuurverklaring

BIJLAGE VI:

Gemeenschappelijke verklaringen

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

a)

„vervaardiging”: elk type be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;

b)

„materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen en dergelijke die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;

c)

„product”: het verkregen product, ook indien dit bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;

d)

„goederen”: zowel materialen als producten;

e)

„douanewaarde”: de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO);

f)

„prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de Gemeenschap of in Egypte in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, mits in die prijs de waarde van alle gebruikte materialen is inbegrepen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;

g)

„waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de Gemeenschap of in Egypte is betaald;

h)

„waarde van de materialen van oorsprong”: de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;

i)

„toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte producten van oorsprong uit andere landen dan die waarin die producten zijn verkregen;

j)

„hoofdstukken” en „posten”: de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit protocol „geharmoniseerd systeem” of „GS” genoemd;

k)

„ingedeeld”: de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post;

l)

„zending”: producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van één vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, één factuur;

m)

„gebieden”: ook de territoriale wateren.

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene voorwaarden

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de volgende producten beschouwd als van oorsprong uit de Gemeenschap:

a)

geheel en al in de Gemeenschap verkregen producten in de zin van artikel 5 van dit protocol;

b)

in de Gemeenschap verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de Gemeenschap een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol.

2.   Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de volgende producten beschouwd als van oorsprong uit Egypte:

a)

geheel en al in Egypte verkregen producten, in de zin van artikel 5 van dit protocol;

b)

in Egypte verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Egypte een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6 van dit protocol.

Artikel 3

Bilaterale cumulatie van de oorsprong

1.   Materialen van oorsprong uit de Gemeenschap worden beschouwd als materialen van oorsprong uit Egypte, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, van dit protocol genoemde be- of verwerkingen.

2.   Materialen van oorsprong uit Egypte worden beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 7, lid 1, van dit protocol genoemde be- of verwerkingen.

Artikel 4

Diagonale cumulatie van de oorsprong

1.   Met inachtneming van het bepaalde in de leden 2 en 3 worden materialen die van oorsprong zijn uit Algerije, Cyprus, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije (1) of de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in de zin van de overeenkomsten tussen de Gemeenschap en Egypte en die landen, beschouwd als materialen van oorsprong uit de Gemeenschap dan wel Egypte, indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen „toereikende be- of verwerkingen” hebben ondergaan.

2.   Producten die op grond van lid 1 de oorsprong hebben verkregen worden uitsluitend als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte beschouwd, wanneer de aldaar toegevoegde waarde hoger is dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong uit een van de in lid 1 genoemde andere landen. Is dit niet het geval, dan wordt het verkregen product beschouwd als van oorsprong uit het in lid 1 genoemde land waar de meeste waarde is toegevoegd aan de gebruikte materialen van oorsprong. Bij het bepalen van de oorsprong wordt geen rekening gehouden met materialen van oorsprong uit de in lid 1 genoemde andere landen die in de Gemeenschap of in Egypte een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan.

3.   De in dit artikel bedoelde cumulatieregels zijn uitsluitend van toepassing op materialen die hun oorsprongskarakter hebben verkregen krachtens oorsprongsregels welke identiek zijn met die van dit protocol. De Gemeenschap en Egypte verstrekken elkaar, door tussenkomst van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, nadere bijzonderheden over de overeenkomsten en de daarin opgenomen oorsprongsregels die met de in lid 1 genoemde andere landen zijn gesloten.

4.   Zodra aan de eisen van lid 3 is voldaan en een datum voor de inwerkingtreding van deze bepalingen is vastgesteld, leeft iedere partij de op haar rustende kennisgevingsverplichtingen na.

Artikel 5

Geheel en al verkregen producten

1.   Als geheel en al in de Gemeenschap of in Egypte verkregen worden beschouwd:

a)

aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen producten;

b)

aldaar geoogste producten van het plantenrijk;

c)

aldaar geboren en opgefokte levende dieren;

d)

producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;

e)

voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;

f)

producten van de zeevisserij en andere door hun schepen buiten de territoriale wateren van de Gemeenschap of van Egypte uit de zee gewonnen producten;

g)

producten uitsluitend uit de onder f) bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;

h)

aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen, met inbegrip van gebruikte banden die uitsluitend geschikt zijn om van een nieuw loopvlak te worden voorzien of slechts als afval kunnen worden gebruikt;

i)

afval en schroot afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;

j)

producten, gewonnen uit de zeebodem of -ondergrond buiten de territoriale wateren, mits zij alleen het recht hebben op ontginning van deze bodem of ondergrond;

k)

goederen die aldaar uitsluitend van de onder a) tot en met j) bedoelde producten zijn vervaardigd.

2.   De termen „hun schepen” en „hun fabrieksschepen” in lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:

a)

die in een lidstaat van de Gemeenschap of in Egypte zijn ingeschreven of geregistreerd;

b)

die de vlag van een lidstaat van de Gemeenschap of van Egypte voeren;

c)

die voor ten minste 50 % toebehoren aan onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Egypte of aan een onderneming die haar hoofdkantoor in een van deze staten heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn een lidstaat van de Gemeenschap of van Egypte, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal aan deze staten of aan openbare lichamen of onderdanen van deze staten toebehoort;

d)

waarvan de kapitein en de officieren onderdaan zijn van een lidstaat van de Gemeenschap of van Egypte, en

e)

waarvan de bemanning voor ten minste 75 % uit onderdanen van lidstaten van de Gemeenschap of van Egypte bestaat.

Artikel 6

Toereikende bewerking of verwerking

1.   Niet geheel en al verkregen producten worden geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan in de zin van artikel 2, indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.

Deze voorwaarden geven voor alle onder deze overeenkomst vallende producten aan welke be- of verwerkingen niet van oorsprong zijnde materialen moeten ondergaan om het karakter van product van oorsprong te verkrijgen en zijn slechts op deze materialen van toepassing. Dit betekent dat indien een product dat de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst voor dat product heeft voldaan, als materiaal gebruikt wordt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt.

2.   In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden in bijlage IIA vermelde producten die niet geheel en al zijn verkregen, geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan, indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage IIA is voldaan.

Het bepaalde in dit lid is gedurende drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst van toepassing.

3.   In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:

a)

wanneer de totale waarde ervan niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product;

b)

wanneer in de lijst een of meer percentages zijn gegeven voor de maximumwaarde van de materialen die niet van oorsprong zijn, en deze percentages door de toepassing van dit lid niet worden overschreden.

Dit lid is niet van toepassing op producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem.

4.   De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 7.

Artikel 7

Ontoereikende bewerking of verwerking

1.   Behoudens het bepaalde in lid 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 6 is voldaan:

a)

behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere producten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeelten en soortgelijke behandelingen);

b)

eenvoudige behandelingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van stellen en assortimenten van artikelen), wassen, verven en snijden;

c)

i)

veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoegen van colli;

ii)

eenvoudig verpakken in flessen, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes en dergelijke, en alle andere handelingen in verband met de opmaak;

d)

het aanbrengen van merken, etiketten of soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op hun verpakkingen;

e)

eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit protocol om als producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte te worden beschouwd;

f)

eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig product;

g)

twee of meer van de onder a) tot en met f) vermelde behandelingen tezamen;

h)

het slachten van dieren.

2.   Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle be- of verwerkingen die dit product in de Gemeenschap of in Egypte heeft ondergaan tezamen genomen.

Artikel 8

Determinerende eenheid

1.   De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit protocol is het product dat volgens de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.

Hieruit volgt dat:

a)

wanneer een product dat uit een groep of verzameling van artikelen bestaat onder één post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de determinerende eenheid is;

b)

wanneer een zending bestaat uit een aantal identieke producten die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit protocol afzonderlijk moet worden genomen.

2.   Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.

Artikel 9

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen

Accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen die samen met materieel, machines, apparaten of voertuigen worden geleverd en deel uitmaken van de normale uitrusting daarvan en in de prijs daarvan zijn inbegrepen of niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, worden geacht één geheel te vormen met het materieel en de machines, apparaten of voertuigen in kwestie.

Artikel 10

Stellen en assortimenten

Stellen en assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem worden als van oorsprong beschouwd, indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.

Artikel 11

Neutrale elementen

Om te bepalen of een product van oorsprong is, is het niet noodzakelijk de oorsprong na te gaan van:

a)

energie en brandstof;

b)

fabrieksuitrusting;

c)

machines en werktuigen;

d)

goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen.

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 12

Territorialiteitsbeginsel

1.   Aan de in titel II genoemde voorwaarden voor het verkrijgen van het karakter van product van oorsprong moet zonder onderbreking in de Gemeenschap of in Egypte zijn voldaan, behoudens het bepaalde in artikel 4.

2.   Behoudens het bepaalde in artikel 4 worden producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte die naar een ander land worden uitgevoerd en teruggezonden, niet als van oorsprong beschouwd tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:

a)

de teruggekeerde goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen, en

b)

dat zij tijdens de periode dat ze waren uitgevoerd geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.

Artikel 13

Rechtstreeks vervoer

1.   De bij de overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit protocol voldoen en die rechtstreeks tussen de Gemeenschap en Egypte of over het grondgebied van een in artikel 4 genoemd ander land zijn vervoerd. Producten die één zending vormen, kunnen via een ander grondgebied worden vervoerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondgebied, mits ze in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.

Producten van oorsprong mogen via een pijpleiding door een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Egypte worden vervoerd.

2.   Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:

a)

één vervoersdocument dat in het land van uitvoer is opgesteld ter dekking van het vervoer door het land van doorvoer, of

b)

een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin:

i)

de producten nauwkeurig zijn omschreven;

ii)

de data zijn vermeld waarop de producten gelost en opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder opgave van de naam van de gebruikte schepen, of van de andere gebruikte vervoermiddelen, en

iii)

een verklaring betreffende de voorwaarden waarop de producten in het land van doorvoer verbleven, of,

c)

bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.

Artikel 14

Tentoonstellingen

1.   De overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong die naar een tentoonstelling in een ander dan een in artikel 4 genoemd land zijn verzonden en die na de tentoonstelling zijn verkocht en in de Gemeenschap of in Egypte worden ingevoerd, mits ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:

a)

een exporteur deze producten vanuit de Gemeenschap of Egypte naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en ze daar heeft tentoongesteld;

b)

deze exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in de Gemeenschap of Egypte;

c)

de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan zijn verzonden, en

d)

de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.

2.   Een bewijs van de oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel V afgegeven of opgesteld en op de normale wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Indien nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden verlangd ten aanzien van de aard van de producten en de voorwaarden waaronder zij zijn tentoongesteld.

3.   Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 15

Verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten

1.   Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Egypte of een van de andere in artikel 4 genoemde landen waarvoor overeenkomstig titel V een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de Gemeenschap of in Egypte niet in aanmerking voor teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.

2.   Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor terugbetaling of algehele of gedeeltelijke vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in de Gemeenschap of in Egypte van toepassing is op materialen die bij de vervaardiging worden gebruikt, indien een dergelijke terugbetaling of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk wordt toegekend indien de producten die uit genoemde materialen zijn verkregen worden uitgevoerd, doch niet van toepassing is indien deze producten voor binnenlands gebruik zijn bestemd.

3.   De exporteur van producten die door een bewijs van oorsprong zijn gedekt, dient steeds bereid te zijn op verzoek van de douaneautoriteiten alle stukken over te leggen waaruit blijkt dat geen teruggave of vrijstelling van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, daadwerkelijk zijn betaald.

4.   De leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpakking in de zin van artikel 8, lid 2, op accessoires, vervangingsonderdelen en gereedschappen in de zin van artikel 9 en op artikelen die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 10, wanneer dergelijke artikelen niet van oorsprong zijn.

5.   De leden 1 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing op materialen van de soort waarop de overeenkomst van toepassing is. Zij doen geen afbreuk aan het stelsel van restituties bij de uitvoer van landbouwproducten overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst.

6.   Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing gedurende de zes jaar die volgen op de inwerkingtreding van de overeenkomst.

7.   Na de inwerkingtreding van de bepalingen van dit artikel mag Egypte, in afwijking van lid 1, regelingen toepassen voor de vrijstelling of teruggave van douanerechten en heffingen van gelijke werking op materialen die bij de vervaardiging van producten van oorsprong zijn gebruikt, onder het volgende voorbehoud:

a)

een douanerecht van 5 %, of een lager recht indien dit in Egypte van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 25 tot en met 49 en 64 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem zijn ingedeeld;

b)

een douanerecht van 10 %, of een lager recht indien dit in Egypte van toepassing is, wordt geheven op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerde systeem zijn ingedeeld.

Voor het einde van de overgangsperiode bedoeld in artikel 6 van de overeenkomst wordt de toepassing van de bepalingen van dit artikel geëvalueerd.

TITEL V

BEWIJS VAN DE OORSPRONG

Artikel 16

Algemene voorwaarden

1.   Deze overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die in Egypte worden ingevoerd en op producten van oorsprong uit Egypte die in de Gemeenschap worden ingevoerd, op vertoon van:

a)

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage IV is opgenomen; of

b)

in de in artikel 21, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage V is opgenomen, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument en waarin de producten duidelijk genoeg zijn omschreven om geïdentificeerd te kunnen worden (hierna „factuurverklaring” genoemd).

2.   In afwijking van lid 1 vallen producten van oorsprong in de zin van dit protocol in de in artikel 26 bedoelde gevallen onder de toepassing van deze overeenkomst zonder dat een van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.

Artikel 17

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   Certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.

2.   Hiervoor vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger zowel het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 als het aanvraagformulier in. Modellen van beide formulieren zijn in bijlage IV opgenomen. De formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin de overeenkomst is opgesteld, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.

3.   Exporteurs die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoeken, dienen steeds bereid te zijn, op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, alle nodige documenten over te leggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

4.   Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van een lidstaat van de Europese Gemeenschap of van Egypte, indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, uit Egypte of uit een van de andere in artikel 4 genoemde landen en tevens aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

5.   De met de afgifte belaste douaneautoriteiten nemen alle nodige maatregelen om te controleren of de producten daadwerkelijk van oorsprong zijn, en gaan na of aan alle andere voorwaarden van dit protocol is voldaan. Zij kunnen in dit verband bewijsmateriaal opvragen, de administratie van de exporteur inzien en elke andere controle verrichten die zij dienstig achten. Deze douaneautoriteiten zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Met name wordt nagegaan of het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak zodanig is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.

6.   De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.

7.   Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.

Artikel 18

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   In afwijking van artikel 17, lid 7, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft worden afgegeven, indien

a)

dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd; of

b)

ten genoegen van de douaneautoriteiten is aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel is afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.

2.   Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.

3.   Vóór de douaneautoriteiten tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaan, dienen zij te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.

4.   Op een achteraf afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

„NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT”, „DELIVRE A POSTERIORI”, „RILASCIATO A POSTERIORI”, „AFGEGEVEN A POSTERIORI”, „ISSUED RETROSPECTIVELY”, „UDSTEDT EFTERFØLGENDE”, „ΕΚΔΟΘΕΝ ΕΚ ΤΩΝ ΥΣΤΕΡΩΝ”, „EXPEDIDO A POSTERIORI”, „EMITIDO A POSTERIORI”, „ANNETTU JÄLKIKÄTEEN”, „UTFÄRDAT I EFTERHAND”, „Arabische versie”.

5.   De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 19

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

1.   In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 kan de exporteur de douaneautoriteiten die het certificaat hebben afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.

2.   Op het aldus afgegeven duplicaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:

„DUPLIKAT”, „DUPLICATA”, „DUPLICATO”, „DUPLICAAT”, „DUPLICATE”, „ΑΝΤΙΓΡΑΦΟ”, „DUPLICADO”, „SEGUNDA VIA”, „KAKSOISKAPPALE”, „Arabische versie”.

3.   De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

4.   Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, is vanaf die datum geldig.

Artikel 20

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong

Voor producten van oorsprong die in de Gemeenschap of in Egypte onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door een of meer certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats in de Gemeenschap of in Egypte. Dit certificaat of deze certificaten worden afgegeven door het douanekantoor dat op de producten toezicht houdt.

Artikel 21

Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring

1.   Factuurverklaringen als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder b), kunnen worden opgesteld door:

a)

toegelaten exporteurs in de zin van artikel 22; of door

b)

alle exporteurs, voor zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 EUR bedraagt.

2.   Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de producten kunnen worden beschouwd als van oorsprong uit de Gemeenschap, uit Egypte of uit een van de in artikel 4 genoemde landen, en tevens aan de andere voorwaarden van dit protocol voldoen.

3.   De exporteur die de factuurverklaring opstelt moet steeds bereid zijn op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

4.   Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage V is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen taalversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. De factuurverklaring mag ook met de hand, met inkt en in blokletters, worden geschreven.

5.   De factuurverklaring wordt door de exporteur eigenhandig ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 22 behoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle factuurverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.

6.   Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft of later, maar moet uiterlijk twee jaar na de invoer van de producten waarop ze betrekking heeft in het land van invoer worden aangeboden.

Artikel 22

Toegelaten exporteurs

1.   De douaneautoriteiten van het land van uitvoer kunnen exporteurs die veelvuldig producten verzenden waarop deze overeenkomst van toepassing is, vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet een exporteur naar het oordeel van de douaneautoriteiten de nodige waarborgen bieden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere voorwaarden van dit protocol.

2.   De douaneautoriteiten kunnen het verlenen van de status van toegelaten exporteur afhankelijk stellen van de door hen noodzakelijk geachte voorwaarden.

3.   De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een nummer toe, dat op de factuurverklaringen moet worden vermeld.

4.   De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.

5.   De vergunning kan door de douaneautoriteiten te allen tijde worden ingetrokken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet langer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet langer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet of de vergunning niet op de juiste wijze gebruikt.

Artikel 23

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

1.   Een bewijs van oorsprong is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer.

2.   Bewijzen van oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.

3.   In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden indien de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangebracht.

Artikel 24

Overlegging van het bewijs van oorsprong

Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze autoriteiten kunnen een vertaling van het bewijs van oorsprong verlangen. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van de overeenkomstig voldoen.

Artikel 25

Invoer in deelzendingen

Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van het land van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406 van het geharmoniseerde systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending.

Artikel 26

Vrijstelling van bewijs van oorsprong

1.   Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat het nodig is een formeel bewijs van oorsprong over te leggen, mits aan zulke producten ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit protocol voldoen en er over de juistheid van deze verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.

2.   Als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van producten die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, mits noch de aard noch de hoeveelheid van de producten op commerciële doeleinden wijzen.

3.   Voorts mag de totale waarde van deze producten niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200 EUR producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 27

Ondersteunende documenten

De in artikel 17, lid 3, en artikel 21, lid 3, bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een factuurverklaring worden gedekt, producten van oorsprong zijn uit de Gemeenschap, Egypte of een van de andere in artikel 4 genoemde landen en aan de andere voorwaarden van dit protocol voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn:

a)

een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkingen om de producten te verkrijgen;

b)

in de Gemeenschap of in Egypte afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt;

c)

in de Gemeenschap of in Egypte afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit be- of verwerking in de Gemeenschap of in Egypte blijkt;

d)

certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of factuurverklaringen waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt, die overeenkomstig dit protocol in de Gemeenschap of in Egypte zijn afgegeven of opgesteld, of die in een van de in artikel 4 genoemde landen zijn opgesteld overeenkomstig oorsprongsregels die gelijk zijn aan de oorsprongsregels in dit protocol.

Artikel 28

Bewaring van het bewijs van oorsprong en de ondersteunende documenten

1.   Exporteurs die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoeken, dienen de in artikel 17, lid 3, bedoelde ondersteunende documenten ten minste drie jaar te bewaren.

2.   Exporteurs die een factuurverklaring opstellen, dienen een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 21, lid 3, bedoelde documenten gedurende ten minste drie jaar te bewaren.

3.   De douaneautoriteiten van het land van uitvoer die een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven, bewaren het in artikel 17, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende ten minste drie jaar.

4.   De douaneautoriteiten van het land van invoer bewaren de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en factuurverklaringen die bij hen worden ingediend gedurende ten minste drie jaar.

Artikel 29

Verschillen en vormfouten

1.   Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de gegevens in het bewijs van oorsprong en de gegevens in de documenten die in verband met de formaliteiten bij invoer bij het douanekantoor worden ingediend, dan is het bewijs van oorsprong daardoor niet automatisch ongeldig, indien blijkt dat het wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.

2.   Kennelijke vormfouten zoals typefouten op het bewijs van oorsprong maken dit document niet ongeldig, indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de in daarin vermelde gegevens.

Artikel 30

In euro uitgedrukte bedragen

1.   Het land van uitvoer stelt de tegenwaarde vast in zijn nationale valuta van de in euro uitgedrukte bedragen en deelt deze via de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de landen van invoer mede.

2.   Indien deze bedragen hoger zijn dan de overeenkomstige door het land van invoer vastgestelde bedragen, worden ze door laatstgenoemd land aanvaard indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van het land van uitvoer. Indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van een lidstaat van de Gemeenschap of van een van de in artikel 3 genoemde andere landen, aanvaardt het land van invoer het door het betrokken land medegedeelde bedrag.

3.   De te gebruiken tegenwaarde van de euro in een nationale valuta is de tegenwaarde van de euro in die nationale valuta op de eerste werkdag van oktober 1999.

4.   In euro uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde daarvan in de nationale valuta van de lidstaten van de Gemeenschap en Egypte worden op verzoek van de Gemeenschap of Egypte door het Associatiecomité herzien. Bij deze herziening ziet het Associatiecomité erop toe dat de bedragen in de nationale valuta's niet dalen. Voorts onderzoekt het comité of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan in dit verband besluiten de in euro uitgedrukte bedragen te wijzigen.

TITEL VI

REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 31

Wederzijdse bijstand

1.   De douaneautoriteiten van de lidstaten van de Gemeenschap en van Egypte doen elkaar via de Commissie van de Europese Gemeenschappen afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.

2.   Met het oog op de correcte toepassing van dit protocol verlenen de Gemeenschap en Egypte elkaar via de bevoegde douane-instanties bijstand bij de controle op de echtheid van de certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en de factuurverklaringen en de juistheid van de daarop vermelde gegevens.

Artikel 32

Controle van bewijzen van oorsprong

1.   Bewijzen van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd, en tevens wanneer de douaneautoriteiten van het land van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van dit protocol.

2.   Ten behoeve van de toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en de factuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten, terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer, eventueel onder vermelding van de redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd. Zij verstrekken bij deze aanvraag om controle alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.

3.   De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Deze zijn in dit verband gerechtigd bewijsmateriaal op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij dienstig achten.

4.   Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer besluiten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, doen zij de importeur het voorstel de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.

5.   De resultaten van de controle worden zo spoedig mogelijk medegedeeld aan de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten al dan niet echt zijn, of de betrokken producten als producten van oorsprong uit de Gemeenschap, Egypte of een van de in artikel 4 genoemde landen beschouwd kunnen worden en of aan de andere voorwaarden van dit protocol is voldaan.

6.   Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen, of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kennen de aanvragende douaneautoriteiten de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.

Artikel 33

Beslechting van geschillen

Geschillen ten aanzien van de in artikel 32 bedoelde controles die niet onderling geregeld kunnen worden tussen de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die deze hebben moeten uitvoeren, en problemen in verband met de interpretatie van dit protocol worden aan het Associatiecomité voorgelegd.

In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Artikel 34

Sancties

Sancties worden getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of doet opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen.

Artikel 35

Vrije zones

1.   De Gemeenschap en Egypte nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat producten die onder geleide van een bewijs van oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bevaren.

2.   In afwijking van het bepaalde in lid 1 geven de bevoegde douaneautoriteiten, wanneer producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Egypte die onder dekking van een bewijs van oorsprong in een vrije zone zijn ingevoerd, een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 af, mits deze be- of verwerking met de bepalingen van dit protocol overeenstemt.

TITEL VII

CEUTA EN MELILLA

Artikel 36

Toepassing van het protocol

1.   De in artikel 2 gebruikte term „Gemeenschap” heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla.

2.   Producten van oorsprong uit Egypte die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van Protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Gemeenschap. Egypte past op onder de overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde regeling toe als op producten van oorsprong uit de Gemeenschap die uit de Gemeenschap worden ingevoerd.

3.   Bij toepassing van lid 2 op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla is dit protocol van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 37.

Artikel 37

Bijzondere voorwaarden

1.   Mits rechtstreeks vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, worden beschouwd als:

1.

producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

a)

geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;

b)

in Ceuta en Melilla verkregen producten, bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, mits:

i)

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6, of

ii)

deze producten van oorsprong zijn uit Egypte of uit de Gemeenschap in de zin van dit protocol en be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 7, lid 1, bedoelde ontoereikende be- of verwerkingen;

2.

producten van oorsprong uit Egypte:

a)

geheel en al in Egypte verkregen producten;

b)

in Egypte verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, mits:

i)

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 6, of

ii)

deze producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Gemeenschap in de zin van dit protocol en be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 7, lid 1, bedoelde ontoereikende be- of verwerkingen.

2.   Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.

3.   De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt „Egypte” en „Ceuta en Melilla” in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaring. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt dit bovendien vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de factuurverklaring.

4.   De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit protocol in Ceuta en Melilla.

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 38

Wijziging van het protocol

De Associatieraad kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.

Artikel 39

Tenuitvoerlegging van het protocol

De Gemeenschap en Egypte nemen ieder voor zich de maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van dit protocol.

Artikel 40

Goederen in doorvoer of in opslag

De overeenkomst kan worden toegepast op goederen die aan de bepalingen van dit protocol voldoen en die op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst onderweg zijn of die in de Gemeenschap of in Egypte of tijdelijk zijn opgeslagen of zich daar in een douane-entrepot of vrije zone bevinden, mits binnen vier maanden na die datum een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij de douaneautoriteiten van de staat van invoer wordt ingediend dat achteraf door de bevoegde instanties van de staat van uitvoer is opgesteld, tezamen met de documenten waaruit blijkt dat de goederen rechtstreeks zijn vervoerd.


(1)  De in dit artikel bedoelde cumulatie geldt niet voor materialen van oorsprong uit Turkije die in de lijst van bijlage III bij dit protocol zijn vermeld.

BIJLAGE I BIJ PROTOCOL Nr. 4

Aantekeningen bij de lijst in bijlage II

Aantekening 1

In deze lijst zijn de be- en verwerkingen omschreven waardoor producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 6 van het protocol.

Aantekening 2

1.

In de eerste twee kolommen van de lijst wordt het verkregen product omschreven. Kolom 1 bevat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerde systeem en kolom 2 de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex” betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.

2.

Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld.

3.

Wanneer in de lijst verschillende regels worden gegeven voor verschillende producten die onder dezelfde post vallen, wordt na elk streepje dat deel van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 of 4 vermelde voorwaarde van toepassing is.

4.

Wanneer voor een in de kolommen 1 en 2 vermeld product zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel wordt gegeven, kan de exporteur kiezen welke regel, die in kolom 3 of die in kolom 4, wordt toegepast. Indien in kolom 4 geen oorsprongsregel wordt gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.

Aantekening 3

5.

Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 6 van het protocol van toepassing, ongeacht of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in de Gemeenschap of in Egypte.

Voorbeeld

Een motor van post 8407 waarvoor de regel geldt dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die daarin worden verwerkt niet hoger mag zijn dan 40 % van de prijs af fabriek, is vervaardigd van „ander gelegeerd staal, enkel ruw voorgesmeed” van post ex 7224.

Indien dit smeedijzer in de Gemeenschap van niet van oorsprong zijnde ingots werd vervaardigd, heeft het reeds de oorsprong verkregen krachtens de regel voor post ex 7224. Bij de waardeberekening van de motor telt het dan als materiaal van oorsprong, of het nu in dezelfde fabriek werd vervaardigd of in een andere fabriek in de Gemeenschap. De waarde van de niet van oorsprong zijnde ingots wordt dus niet meegerekend bij het berekenen van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

6.

De regels in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Mag een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan kan hetzelfde materiaal in een vroeger productiestadium ook worden gebruikt. Hetzelfde materiaal in een later productiestadium mag evenwel niet worden gebruikt.

7.

Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat, wanneer volgens de regel „materialen van een willekeurige post” mogen worden gebruikt, ook materialen van dezelfde post als het product mogen worden gebruikt, voorzover de regel verder geen beperkingen inhoudt. „Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post met inbegrip van andere materialen van post …” houdt evenwel in dat materialen van dezelfde post als het product slechts gebruikt mogen worden als de omschrijving ervan verschilt van die van het product in kolom 2.

8.

Wanneer volgens een regel in de lijst een product van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.

Voorbeeld

Volgens de regel voor weefsels van de posten 5208 tot en met 5212 mogen natuurlijke vezels en andere materialen, waaronder chemische, worden gebruikt. Dit betekent niet dat beide moeten worden gebruikt; het ene of het andere materiaal of beide kunnen worden gebruikt.

9.

Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit evenwel niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen. (Zie ook aantekening 6.2 met betrekking tot textielstoffen).

Voorbeeld

De regel voor post 1904 sluit het gebruik van granen en graanderivaten uitdrukkelijk uit. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd, mogen evenwel worden gebruikt.

Deze regel is evenwel niet van toepassing op producten die niet kunnen worden vervaardigd uit het in de lijst genoemde materiaal, maar die wel kunnen worden vervaardigd uit een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium.

Voorbeeld

Indien voor een kledingstuk van ex hoofdstuk 62, van gebonden textielvlies, het gebruik van uitsluitend garen dat niet van oorsprong is, is toegestaan, is het niet mogelijk uit te gaan van stof van gebonden textielvlies — ook al kan gebonden textielvlies normalerwijze niet van garen worden vervaardigd. In een dergelijk geval moet het uitgangsmateriaal zich in het stadium vóór garen bevinden, dat wil zeggen in het vezelstadium.

10.

Indien een regel in de lijst twee of meer percentages geeft als maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages voor bepaalde materialen niet worden overschreden.

Aantekening 4

11.

De term „natuurlijke vezels” in de lijst heeft betrekking op andere dan kunstmatige of synthetische vezels, met inbegrip van afval, in het stadium vóór het spinnen. Tenzij anders vermeld omvat de term „natuurlijke vezels” vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen.

12.

De term „natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 0503, zijde van de posten 5002 en 5003 en wol, fijn of grof haar van de posten 5101 tot en met 5105, katoen van de posten 5201 tot en met 5203 en andere plantaardige vezels van de posten 5301 tot en met 5305.

13.

De termen „textielmassa”, „chemische stoffen” en „materialen voor het vervaardigen van papier” in de lijst hebben betrekking op materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, maar die gebruikt kunnen worden bij de vervaardiging van kunstmatige, synthetische of papieren vezels of garens.

14.

De term „synthetische en kunstmatige stapelvezels” in de lijst heeft betrekking op kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, op synthetische of kunstmatige stapelvezels en op synthetisch of kunstmatig afval van de posten 5501 tot en met 5507.

Aantekening 5

15.

Indien voor een bepaald product in de lijst naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 3 van de lijst genoemde voorwaarden niet van toepassing op basistextielmaterialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt en die, samen genomen, ten hoogste 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen uitmaken. (Zie ook de aantekeningen 5.3 en 5.4).

16.

De in punt 5.1 genoemde tolerantie is evenwel uitsluitend van toepassing op gemengde producten die van twee of meer basistextielmaterialen zijn vervaardigd.

Basistextielmaterialen zijn:

zijde,

wol,

grof haar,

fijn haar,

paardenhaar (crin),

katoen,

papier en materiaal voor het vervaardigen van papier,

vlas,

hennep,

jute en andere bastvezels,

sisal en andere textielvezels van het geslacht Agave,

kokosvezels, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels,

synthetische filamenten,

kunstmatige filamenten,

synthetische stapelvezels van polypropyleen,

synthetische stapelvezels van polyester,

synthetische stapelvezels van polyamide,

synthetische stapelvezels van polyacrylonitriel,

synthetische stapelvezels van polyimide,

synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen,

synthetische stapelvezels van polyfenyleensulfide,

synthetische stapelvezels van polyvinylchloride,

andere synthetische stapelvezels,

kunstmatige stapelvezels van viscose,

andere kunstmatige stapelvezels,

garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld,

garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld,

producten van post 5605 (metaalgarens) met strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof,

andere producten van post 5605.

Voorbeeld

Garen van post 5205, vervaardigd van katoenvezels van post 5203 en van synthetische stapelvezels van post 5506, is een gemengd garen. Derhalve mogen niet van oorsprong zijnde stapelvezels die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa is vereist) worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het garen.

Voorbeeld

Een weefsel van wol van post 5112, vervaardigd van garens van wol van post 5107 en van synthetische garens van stapelvezels van post 5509, is een gemengd weefsel. Derhalve mogen synthetische garens die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa is vereist) of garens van wol, die niet voldoen aan de regels van oorsprong (volgens welke een vervaardiging is vereist uit natuurlijke vezels die niet gekaard zijn of gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen), of een combinatie van deze twee soorten garens worden gebruikt tot 10 gewichtspercenten van het weefsel.

Voorbeeld

Getufte textielstoffen van post 5802, vervaardigd van garens van katoen van post 5205 en van weefsels van katoen van post 5210, is slechts een gemengd product wanneer het katoenweefsel zelf een gemengd product is, vervaardigd van onder twee verschillende posten ingedeelde garens, of wanneer de gebruikte katoengarens zelf gemengde garens zijn.

Voorbeeld

Indien de getufte textielstof is vervaardigd van katoengarens van post 5205 en synthetisch weefsel van post 5407, zijn de gebruikte garens uiteraard van twee verschillende soorten basistextielmateriaal gemaakt en is de getufte textielstof bijgevolg een gemengd product.

Voorbeeld

Een getuft tapijt, vervaardigd van zowel kunstmatige garens als katoengarens en met een grondlaag van jute, is een gemengd product omdat drie basistextielmaterialen zijn gebruikt. Derhalve mogen alle niet van oorsprong zijnde materialen die in een later productiestadium zijn dan de regel toelaat, worden gebruikt, mits hun totale gewicht niet meer bedraagt dan 10 % van het gewicht van de textielmaterialen van het tapijt. Zo zouden in dit productiestadium zowel de jutegrondlaag als de kunstmatige garens ingevoerd kunnen zijn, mits aan de voorwaarden inzake het gewicht wordt voldaan.

17.

Voor producten die garens bevatten „van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, ook indien omwoeld”, bedraagt de tolerantie voor dit garen ten hoogste 20 %.

18.

Voor weefsels met „strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of een kern van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststof” bedraagt de tolerantie voor de strippen 30 %.

Aantekening 6

19.

Wordt voor een bepaald textielproduct in de lijst in een voetnoot naar deze aantekening verwezen, dan mogen textielmaterialen, met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen, die niet voldoen aan de regel in kolom 3 van de lijst voor de betreffende geconfectioneerde producten, worden gebruikt mits zij onder een andere post vallen dan het product en de waarde ervan niet meer bedraagt dan 8 % van de prijs af fabriek van het product.

20.

Onverminderd aantekening 6.3 mogen materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld vrij worden gebruikt, ongeacht of zij textiel bevatten.

Voorbeeld

Wanneer volgens een regel in de lijst voor een bepaald textielartikel, zoals een broek, garen moet worden gebruikt, sluit dit het gebruik van artikelen van metaal (bijvoorbeeld knopen) niet uit, omdat deze niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld. Om dezelfde reden is het gebruik van bijvoorbeeld ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel.

21.

Wanneer een percentageregel van toepassing is, moet met de waarde van materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, rekening worden gehouden bij de berekening van de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn.

Aantekening 7

22.

Onder „aangewezen behandeling” in de zin van de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt verstaan:

a)

vacuümdistillatie,

b)

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing (1),

c)

kraken,

d)

reforming,

e)

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,

f)

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, rokend zwavelzuur of zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, geactiveerde aarde, actieve koolstof of bauxiet,

g)

polymeriseren,

h)

alkyleren,

i)

isomeriseren.

23.

Onder „aangewezen behandeling” in de zin van de posten 2710 tot en met 2712 wordt verstaan:

a)

vacuümdistillatie,

b)

herdistillatie volgens een proces van ver doorgevoerde splitsing (1),

c)

kraken,

d)

reforming,

e)

extractie met behulp van selectieve oplosmiddelen,

f)

een bewerking bestaande uit alle navolgende behandelingen: behandelen met geconcentreerd zwavelzuur, rokend zwavelzuur of zwavelzuuranhydride, neutraliseren met behulp van alkalische stoffen, ontkleuren en zuiveren met behulp van van nature actieve aarde, geactiveerde aarde, actieve koolstof of bauxiet,

g)

polymeriseren,

h)

alkyleren,

ij)

isomeriseren,

k)

uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: ontzwavelen met gebruikmaking van waterstof, waardoor het zwavelgehalte van de behandelde producten met ten minste 85 % wordt verlaagd (methode ASTM D 1266-59 T),

l)

uitsluitend voor producten van post 2710: ontparaffineren, anders dan door enkel filtreren,

m)

uitsluitend voor de zware oliën van post ex 2710: behandelen met waterstof, uitgezonderd ontzwavelen, waarbij de waterstof actief deelneemt aan een scheikundige reactie die, met behulp van een katalysator, onder een druk van meer dan 20 bar en bij een temperatuur van meer dan 250° C wordt teweeggebracht. Eindbehandeling met waterstof van smeeroliën van post ex 2710 die in het bijzonder verbetering van de kleur of de stabiliteit ten doel heeft (bijvoorbeeld hydrofinishing of ontkleuren) wordt daarentegen niet als een aangewezen behandeling aangemerkt,

n)

uitsluitend voor stookolie van post ex 2710: atmosferische distillatie, mits deze producten, distillatieverliezen inbegrepen, voor minder dan 30 % van het volume ervan overdistilleren bij 300° C, een en ander bepaald volgens de methode ASTM D 86,

o)

uitsluitend voor andere zware oliën dan gasolie of stookolie van post 2710: behandelen met gebruikmaking van hoogfrequente glimontlading.

24.

Voor de posten ex 2707, 2713 tot en met 2715, ex 2901, ex 2902 en ex 3403 wordt geen oorsprong verkregen door eenvoudige behandelingen zoals reinigen, decanteren, ontzouten, afsplitsen van water, filtreren, kleuren, merken, het verkrijgen van een bepaald zwavelgehalte door het mengen van producten met uiteenlopende zwavelgehaltes, alle combinaties van die behandelingen of soortgelijke behandelingen.


(1)  Zie aanvullende aantekening (GN) 4 b) bij hoofdstuk 27 van de gecombineerde nomenclatuur.

BIJLAGE II BIJ PROTOCOL Nr. 4

Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen

Niet alle in de lijst genoemde producten vallen onder de overeenkomst.

De lijst dient tezamen met de andere onderdelen van de overeenkomst te worden gelezen.

GS-post

Omschrijving

Oorsprongverlenende be- of verwerkingen

(1)

(2)

(3) of (4)

Hoofdstuk 01

Levende dieren

Alle dieren van hoofdstuk 1 moeten geheel en al zijn verkregen

 

Hoofdstuk 02

Vlees en eetbare slachtafvallen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen moeten zijn

 

Hoofdstuk 03

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex Hoofdstuk 04

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen moeten zijn

 

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

Vervaardiging waarbij:

-

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen moeten zijn;

-

alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) bedoeld bij post 2009 geheel en al verkregen moeten zijn;

-

de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

ex Hoofdstuk 05

Producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex 0502

Bereid haar van varkens of van wilde zwijnen

Reinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar

 

Hoofdstuk 06

Levende planten en producten van de bloementeelt

Vervaardiging waarbij:

-

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen zijn;

-

de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 07

Groenten, planten, wortels en knollen voor voedingsdoeleinden

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen moeten zijn

 

Hoofdstuk 08

Eetbare vruchten; schillen van citrusvruchten of van meloenen

Vervaardiging waarbij:

-

alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen moeten zijn, en

-

de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 09

Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 9 geheel en al verkregen moeten zijn

 

0901

Koffie, ook indien gebrand of cafeïnevrij; bolsters en schillen van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

0902

Thee, ook indien gearomatiseerd

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

ex 0910

Kruidenmengsels

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

Hoofdstuk 10

Granen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex Hoofdstuk 11

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij de groenten, granen, knollen en wortels van post 0714, of de vruchten die hierbij zijn gebruikt, geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex 1106

Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713

Drogen en malen van de bij post 0708 bedoelde peulgroenten

 

Hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en geneeskundig gebruik; stro en voeder

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 12 geheel en al verkregen moeten zijn

 

1301

Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en harsaroma's (bijvoorbeeld balsems), van natuurlijke oorsprong

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet hoger mag zijn dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agar-agar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

 

 

 

-

plantenslijmen en bindmiddelen, gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten

Vervaardiging uit ongewijzigde plantenslijmen en bindmiddelen

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 14

Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex Hoofdstuk 15

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

1501

Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, met uitzondering van vet van de posten 0209 of 1503:

 

 

 

-

beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van post 0203, 0206 of 0207 of van beenderen bedoeld bij post 0506

 

 

-

andere

Vervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee bedoeld bij post 0207

 

1502

Rund-, schapen- of geitenvet, andere dan dat bedoeld bij post 1503:

 

 

 

-

beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0202, 0204 of 0206 of van beenderen bedoeld bij post 0506

 

 

-

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn

 

1504

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

 

 

-

vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 1504

 

 

-

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex 1505

Geraffineerde lanoline

Vervaardiging uit ruw wolvet bedoeld bij post 1505

 

1506

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

 

 

 

-

vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 1506

 

 

-

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn

 

1507 t/m 1515

Plantaardige vette oliën, alsmede fracties daarvan:

 

 

 

-

Sojaolie, grondnotenolie, palmolie, kokosolie (kopraolie), palmpittenolie, babassunotenolie, tungolie, aleuritisolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas, fracties van jojobaolie en oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

 

-

vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolie

Vervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 tot en met 1515

 

 

-

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn

 

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid

Vervaardiging waarbij:

-

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen moeten zijn;

-

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen echter wel worden gebruikt.

 

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten of oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516

Vervaardiging waarbij:

-

alle materialen van de hoofdstukken 2 en 4 geheel en al verkregen moeten zijn, en

-

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen moeten zijn. Materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 mogen echter wel worden gebruikt.

 

Hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging uit dieren bedoeld bij hoofdstuk 1. Alle gebruikte materialen bedoeld bij hoofdstuk 3 dienen geheel en al verkregen te zijn.

 

ex Hoofdstuk 17

Suiker en suikerwerk, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel:

 

 

 

-

chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 1702

 

 

-

andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen die reeds van oorsprong zijn

 

ex 1703

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

Vervaardiging waarbij:

-

alle gebruikte materialen onder een andere post zijn ingedeeld dan het product;

-

de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

Hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan

Vervaardiging waarbij:

-

alle gebruikte materialen onder een andere post zijn ingedeeld dan het product;

-

de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

-

moutextract

Vervaardiging uit granen bedoeld bij hoofdstuk 10

 

 

-

andere

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid:

 

 

 

-

met ten hoogste 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij de gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen moeten zijn

 

 

-

met meer dan 20 gewichtspercenten vlees, vleesafval, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij:

-

de gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen moeten zijn, en

-

alle materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn

 

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van aardappelzetmeel bedoeld bij post 1108

 

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen, andere dan maïs, in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel en gries), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 1806,

-

waarbij het gebruikte graan of meel (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen moet zijn, en

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11

 

ex Hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, vruchten en andere plantendelen, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex 2001

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 2004

ex 2005

Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

ex 2008

-

Noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol

Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte noten en oliehoudende zaden, bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, die reeds van oorsprong zijn, hoger moet zijn dan 60 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; maïs

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

 

-

andere, met uitzondering van vruchten en noten, op andere wijze gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevroren

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

2009

Ongegiste vruchten- of groentesappen (druivenmost daaronder begrepen), zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

ex Hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij alle gebruikte cichorei geheel en al verkregen moet zijn

 

2103

Sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

 

 

 

-

sauzen en preparaten voor sauzen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt

 

 

-

mosterdmeel en bereide mosterd

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

ex 2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, bedoeld bij de posten 2002 tot en met 2005

 

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

 

ex Hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij de gebruikte druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen moeten zijn

 

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product, en

-

waarbij alle gebruikte vruchtensappen (andere dan vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) reeds van oorsprong moeten zijn

 

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

Vervaardiging:

-

uit materialen die niet onder post 2207 of 2208 zijn ingedeeld, en

-

waarbij de druiven of de van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen moeten zijn of waarbij, indien alle gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak gebruikt kan worden tot een volume van ten hoogste 5 %

 

ex Hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 2301

Walvismeel; meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex 2303

Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten

Vervaardiging waarbij de gebruikte maïs geheel en al verkregen moet zijn

 

ex 2306

Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 %

Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen moeten zijn

 

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

Vervaardiging waarbij:

-

de gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk reeds van oorsprong moeten zijn, en

-

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen moeten zijn

 

ex Hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabaksurrogaten, met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 24 geheel en al verkregen moeten zijn

 

2402

Sigaren, cigarillo's en sigaretten, van tabak of van tabaksurrogaten

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de niet-bereide tabak of van de afvallen van tabak van post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn

 

ex 2403

Rooktabak

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de niet-bereide tabak of van de afvallen van tabak van post 2401 reeds van oorsprong moeten zijn

 

ex Hoofdstuk 25

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 2504

Natuurlijk kristallijn grafiet, met koolstof verrijkt, gezuiverd en gemalen

Verrijking van het koolstofgehalte, het zuiveren en malen van het ruwe kristallijn grafiet

 

ex 2515

Marmer, enkel gesneden door zagen, splijten en dergelijke, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, met een dikte van niet meer dan 25 cm

Zagen, splijten en dergelijke van marmer (ook indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm

 

ex 2516

Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, in blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, enkel gesneden door zagen, splijten of op dergelijke wijze, met een dikte van niet meer dan 25 cm

Zagen, splijten en dergelijke van natuursteen (ook indien reeds gezaagd), met een dikte van meer dan 25 cm

 

ex 2518

Dolomiet, gesinterd of gebrand

Sinteren of branden van niet gesinterd of gebrand dolomiet

 

ex 2519

Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet), fijngemaakt, in hermetisch gesloten recipiënten, en magnesiumoxide, ook indien zuiver, met uitzondering van gesmolten magnesia of doodgebrande magnesia (gesinterd)

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Natuurlijk magnesiumcarbonaat (magnesiet) bedoeld bij post 2519 mag evenwel worden gebruikt

 

ex 2520

Tandtechnisch gips

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 2524

Asbestvezels

Vervaardiging uit asbestmineralen (asbestconcentraat)

 

ex 2525

Micapoeder

Malen van mica of van afval van mica

 

ex 2530

Verfaarden, gebrand of fijngemaakt

Branden of malen van verfaarden

 

Hoofdstuk 26

Ertsen, slakken en assen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 27

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 2707

Oliën waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische bestanddelen overtreft, zijnde soortgelijke producten als minerale oliën verkregen bij het distilleren van hogetemperatuur-steenkoolteer, die voor 65 % of meer van hun volume overdistilleren bij een temperatuur van 250° C of minder (mengsels van benzol en van benzine daaronder begrepen), bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 2709

Ruwe oliën uit bitumineuze mineralen

Droge distillatie van bitumineuze mineralen

 

2710

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2711

Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2712

Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2713

Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze materialen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2714

Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

2715

Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 28

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen of van isotopen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 2805

„Mischmetall”

Vervaardiging door elektrolytische of thermische behandeling uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 2811

Zwaveltrioxide

Vervaardiging uit zwaveldioxide

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 2833

Aluminiumsulfaat

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 2840

Natriumperboraat

Vervaardiging uit dinatriumtetraboraatpentahydraat

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 29

Organische chemische producten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 2901

Acyclische koolwaterstoffen bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

 

 

 

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 2902

Cycloalkanen en cycloalkenen (andere dan azulenen), benzeen, tolueen, xyleen, bestemd om te worden gebruikt als motorbrandstof of als andere brandstof

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 2905

Metaalalcoholaten van alcoholen bedoeld bij deze post en van ethanol

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 2905 daaronder begrepen. Metaalalcoholaten van deze post mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2915

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2915 en 2916 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 2932

-

Inwendige ethers, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

-

Cyclische acetalen en inwendige hemiacetalen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van alle gebruikte materialen van post 2909 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2933

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als heteroatoom

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932 en 2933 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

2934

Nucleïnezuren en zouten daarvan; andere heterocyclische verbindingen

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post. De waarde van de gebruikte materialen van de posten 2932, 2933 en 2934 mag evenwel niet hoger zijn dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 30

Farmaceutische producten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3002

Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; antisera, andere bloedfracties, andere gewijzigde immunologische producten, ook indien op biotechnologische wijze verkregen; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke producten:

 

 

 

-

producten bestaande uit twee of meer bestanddelen die voor therapeutisch of profylactisch gebruik zijn vermengd, of ongemengde producten voor dit gebruik, aangeboden in afgemeten hoeveelheden of gereed voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere:

 

 

 

-

menselijk bloed

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

dierlijk bloed, bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

bloedfracties, andere dan antisera, hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

hemoglobine, bloedglobuline en serumglobuline

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, andere materialen van post 3002 daaronder begrepen. De hiernaast omschreven materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3003 en 3004

Geneesmiddelen (andere dan de producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006)

-

uit amikacine bedoeld bij post 2941 verkregen

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel worden gebruikt, tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van post 3003 of 3004 mogen evenwel slechts worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product,

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 31

Meststoffen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3105

Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg, met uitzondering van:

-

natriumnitraat

-

calciumcyaanamide

-

kaliumsulfaat

-

magnesiumkaliumsulfaat

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 32

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3201

Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan

Vervaardiging uit looiextracten van plantaardige oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3205

Verflakken; preparaten op basis van verflakken, bedoeld bij aantekening 3 bij dit hoofdstuk (2)

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 3203, 3204 en 3205. Materialen van post 3205 kunnen echter worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 33

Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, materialen van een andere groep (3) van deze post daaronder begrepen. Materialen van dezelfde groep mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 34

Zeep, organische tensioactieve producten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrande gips, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3403

Smeermiddelen bevattende minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen

Raffinage en/of een of meer specifieke behandelingen (1)

of

Andere behandelingen, waarbij alle gebruikte materialen onder een andere post dan het product zijn ingedeeld. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3404

Kunstwas en bereide was:

-

op basis van paraffine, van was uit aardolie of uit bitumineuze mineralen, uit „slack wax” of uit „scale wax”

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van:

-

gehydrogeneerde oliën die het karakter hebben van was bedoeld bij post 1516

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

chemisch niet gedefinieerde vetzuren of industriële vetalcoholen met het karakter van was bedoeld bij post 3823;

 

 

 

-

materialen van post 3404

 

 

 

Deze materialen mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 35

Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3505

Dextrine en ander gewijzigd zetmeel (bijvoorbeeld voorgegelatineerd of veresterd zetmeel); lijm op basis van zetmeel, van dextrine of van ander gewijzigd zetmeel:

 

 

 

-

door ethervorming of door verestering gewijzigd zetmeel

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 3505

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 1108

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3507

Bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 36

Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 37

Producten voor fotografie en cinematografie, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3701

Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor „direct klaar”-fotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassette

 

 

 

-

filmpakken voor „direct klaar”-fotografie in kleur

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702. Materialen van post 3702 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702. Materialen van de posten 3701 en 3702 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3702

Fotografische film, lichtgevoelig, onbelicht, op rollen, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; film voor „direct klaar”-fotografie, op rollen, lichtgevoelig, onbelicht

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 3701 of 3702

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3704

Fotografische platen, film, papier, karton en textiel, belicht doch niet ontwikkeld

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan de posten 3701 t/m 3704

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 38

Diverse producten van de chemische industrie, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3801

-

colloïdaal grafiet, gedispergeerd in olie, en semicolloïdaal grafiet; koolstofpasta's voor elektroden

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

grafiet in de vorm van pasta's, bestaande uit een mengsel van meer dan 30 gewichtspercenten grafiet en minerale olie

Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van post 3403 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3803

Geraffineerde tallolie

Raffineren van ruwe tallolie

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3805

Sulfaatterpentijnolie, gezuiverd

Zuivering, inhoudende het distilleren of het raffineren van ruwe sulfaatterpentijnolie

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3806

Gomesters

Vervaardiging uit harszuren

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3807

Houtteerpek

Distillatie van houtteer

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

3808

Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, ontsmettingsmiddelen en dergelijke producten, opgemaakt in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein, dan wel voorkomend als bereidingen of in de vorm van artikelen zoals zwavelbanden, zwavellonten, zwavelkaarsen en vliegenvangers

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van de producten

 

3809

Appreteermiddelen, middelen voor het versnellen van het verfproces of van het fixeren van kleurstoffen, alsmede andere producten en preparaten (bijvoorbeeld preparaten voor het beitsen), van de soort gebruikt in de textielindustrie, de papierindustrie, de lederindustrie of dergelijke industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van de producten

 

3810

Preparaten voor het beitsen van metalen; vloeimiddelen en andere hulpmiddelen voor het solderen en het lassen van metalen; soldeer- en laspoeder en soldeer- en laspasta's, samengesteld uit metaal en andere stoffen; preparaten van de soort gebruikt voor het bekleden of het vullen van elektroden en van soldeer- en lasstaafjes

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van de producten

 

3811

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen) of voor andere vloeistoffen die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt als minerale olie:

 

 

 

-

bereide additieven voor smeerolie, aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevattende

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 3811 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3812

Bereide rubbervulcanisatieversnellers; weekmakers van gemengde samenstelling voor rubber of voor kunststof, elders genoemd, noch elders onder begrepen; bereide antioxidanten en andere stabilisatiemiddelen van gemengde samenstelling, voor rubber of voor kunststof

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3813

Preparaten en ladingen, voor brandblusapparaten; brandblusbommen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3814

Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3818

Chemische elementen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden, in de vorm van schijven, plaatjes of dergelijke vormen; chemische verbindingen, gedoopt met het oog op hun gebruik voor elektronische doeleinden

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3819

Remvloeistoffen en andere vloeibare preparaten voor hydraulische krachtoverbrenging, die geen of minder dan 70 gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3820

Antivriespreparaten en vloeibare ontdooiingspreparaten

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3822

Reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, op een drager, alsmede bereide reageermiddelen voor diagnose of voor laboratoriumgebruik, al dan niet op een drager, andere dan die bedoeld bij post 3002 of 3006

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

3823

Industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils; industriële vetalcoholen

 

 

 

-

industriële eenwaardige vetzuren; bij raffinage verkregen acid-oils

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

 

-

industriële vetalcoholen

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de andere materialen van post 3823

 

3824

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen; residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen:

 

 

 

-

de volgende producten van deze post:

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen, op basis van natuurlijke harshoudende producten

Nafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van nafteenzuren

Sorbitol, andere dan die bedoeld bij post 2905

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Petroleumsulfonaten, met uitzondering van petroleumsulfonaten van alkalimetalen, ammonium of ethanolaminen; thiofeenhoudende sulfonzuren van oliën uit bitumineuze mineralen, alsmede zouten daarvan

Ionenwisselaars

Gasbinders (getters) voor elektrische lampen en vacuümbuizen

 

 

 

Gealkaliseerde ijzeroxiden voor het zuiveren van gas

Ammoniakwaters en gaszuiveringsmassa, verkregen bij het zuiveren van lichtgas

Sulfonafteenzuren en niet in water oplosbare zouten daarvan; esters van sulfonafteenzuren

Foezelolie en dippelolie

Mengsels van zouten met verschillende anionen

Kopieerpasta's op basis van gelatine, ook indien op een onderlaag van papier of textiel

 

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 3901 t/m 3915

Kunststof in primaire vormen, resten en afval van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex 3907 en 3912 waarvoor de regels hierna worden uiteengezet:

 

 

 

-

toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin een enkel monomeer voor meer dan 99 gewichtspercenten van het totale polymeergehalte aanwezig is

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product (4)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (4)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3907

-

copolymeren vervaardigd uit polycarbonaat en acrylonitril-butadieen-styreencopolymeer (ABS)

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product (4)

 

 

-

polyester

Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product, en/of vervaardiging uit tetrabroom-(bisfenol A)-polycarbonaat

 

3912

Cellulose en chemische derivaten daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen, in primaire vormen:

Vervaardiging waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

3916 t/m 3921

Halffabrikaten en artikelen van kunststof, met uitzondering van de producten van de posten ex 3916, ex 3917, ex 3920 en ex 3921, waarvoor de regels hierna zijn uiteengezet:

 

 

 

-

platte producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte of in andere dan rechthoekige of vierkante vorm gesneden; andere producten, verder bewerkt dan alleen aan de oppervlakte

-

andere:

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

toegevoegde homopolymerisatieproducten waarin een monomeer voor meer dan 99 gewichtspercenten van het totale polymeergehalte aanwezig is

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

-

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product (4)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen van hoofdstuk 39 niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product (4)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3916 en ex 3917

Profielen en buizen

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product, en

-

waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex 3920

-

Ionomeervellen of -foliën

Vervaardiging uit een thermoplastisch partieel zout, een copolymeer van ethyleen en metacrylzuur, gedeeltelijk geneutraliseerd met metaalionen, voornamelijk zink en natrium

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

Vellen van geregenereerd cellulose, van polyamide of van polyethyleen

Vervaardiging waarbij de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 3921

Kunststoffolie, gemetalliseerd

Vervaardiging uit zeer transparante polyesterfolie met een dikte van minder dan 23 micron (5)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

3922 t/m 3926

Artikelen van kunststof

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 40

Rubber en werken daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 4001

Gelamineerde platen van crêperubber voor zolen

Lamineren van vellen natuurlijke crêperubber

 

4005

Bereide rubber, niet gevulkaniseerd, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen

Vervaardiging uit materialen, met uitzondering van natuurrubber, met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

4012

Gebruikte of van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden van rubber; massieve of halfmassieve banden, verwisselbare loopvlakken voor banden en velglinten, van rubber:

 

 

 

-

van een nieuw loopvlak voorziene luchtbanden, massieve of halfmassieve banden van rubber

Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 4011 en 4012

 

ex 4017

Werken van geharde rubber

Vervaardiging uit geharde rubber

 

ex Hoofdstuk 41

Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 4102

Onthaarde huiden en vellen van schapen

Schapenhuiden en -vellen ontdoen van hun wol

 

4104 t/m 4107

Leder, alsmede voorgelooide onthaarde vellen en huiden, ander dan leder bedoeld bij post 4108 of 4109

Herlooien van voorgelooid leder

of

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

4109

Lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen; gemetalliseerd leder

Vervaardiging uit leder van de posten 4104 tot en met 4107, tot een waarde van 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 42

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 43

Pelterijen en bontwerk; namaakbont, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 4302

Pelterijen, gelooid of anderszins bereid, samengevoegd:

 

 

 

-

banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen

Bleken of verven, naast snijden en samenvoegen van niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

 

 

-

andere

Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen

 

4303

Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont

Vervaardiging uit niet-samengevoegde, gelooide of anderszins bereide pelterijen bedoeld bij post 4302

 

ex Hoofdstuk 44

Hout, houtskool en houtwaren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 4403

Hout, enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

Vervaardiging uit hout, onbewerkt, ook indien ontschorst of ruw behakt of ontdaan van het spint

 

ex 4407

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm

Schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding

 

ex 4408

Fineer en hout in platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout, met een dikte van niet meer dan 6 mm, waarin een verbinding is gemaakt, alsmede ander hout, overlangs gezaagd of gesneden of geschild, met een dikte van niet meer dan 6 mm, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding

Aanbrengen van een verbinding, schaven, schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding

 

ex 4409

Hout waarvan ten minste één zijde over de gehele lengte is geprofileerd, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding:

-

geschuurd of met vingerlasverbinding

Schuren of aaneenvoegen door middel van een vingerlasverbinding

 

 

-

staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

 

ex 4410

t/m ex 4413

Staaflijst van hout, voor lijsten voor schilderijen, voor foto's, voor spiegels en dergelijke

In profiel frezen of vormen

 

ex 4415

Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, van hout

Vervaardiging uit niet op maat gezaagde planken

 

ex 4416

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout

Vervaardiging uit duighout, ook indien gezaagd op beide hoofdvlakken, doch niet verder bewerkt

 

ex 4418

-

Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, van hout:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Panelen met cellenstructuur en dakspanen („shingles” en „shakes”) mogen evenwel worden gebruikt

 

 

-

staaflijsthout

In profiel frezen of vormen

 

ex 4421

Hout geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen

Vervaardiging uit hout van een willekeurige post, met uitzondering van houtdraad bedoeld bij post 4409

 

ex Hoofdstuk 45

Kurk en kurkwaren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

4503

Werken van natuurkurk

Vervaardiging uit natuurkurk bedoeld bij post 4501

 

Hoofdstuk 46

Vlechtwerk en mandenmakerswerk

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

Hoofdstuk 47

Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval)

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 48

Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 4811

Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruit

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47

 

4816

Carbonpapier, zelfkopiërend papier en ander papier voor het maken van doorslagen en overdrukken (ander dan dat van post 4809), complete stencils en offsetplaten, van papier, ook indien verpakt in dozen

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47

 

4817

Enveloppen, postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten, van papier of van karton; assortimenten van papierwaren voor correspondentie in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 4818

Closetpapier

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47

 

ex 4819

Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 4820

Blocnotes

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 4823

Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, op maat gesneden

Vervaardiging uit materialen voor het vervaardigen van papier bedoeld bij hoofdstuk 47

 

ex Hoofdstuk 49

Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

4909

Prentbriefkaarten en andere gedrukte briefkaarten; gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, ook indien geïllustreerd of met garneringen, al dan niet met enveloppe

Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder de posten 4909 of 4911

 

4910

Kalenders van alle soorten, gedrukt, kalenderblokken daaronder begrepen:

 

 

 

-

zogeheten „eeuwigdurende” kalenders en kalenders met een verwisselbaar blok op voetstuk van andere stoffen dan papier of karton

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder de posten 4909 of 4911

 

ex Hoofdstuk 50

Zijde, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 5003

Afval van zijde (cocons ongeschikt om te worden afgehaspeld, afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), gekaard of gekamd

Kaarden of kammen van afval van zijde

 

5004 t/m ex 5006

Garens van zijde en garens van afval van zijde

Vervaardiging uit (6):

-

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

andere natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5007

Weefsels van zijde of van afval van zijde:

 

 

 

-

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (6)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

 

 

 

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

papier, of

 

 

 

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 51

Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin), met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

5106 t/m 5110

Garens van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin)

Vervaardiging uit (6):

-

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5111 t/m 5113

Weefsels van wol, van fijn haar of grof haar, of van paardenhaar (crin):

 

 

 

-

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (6)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

 

 

 

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

papier,

 

 

 

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 52

Katoen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

5204 t/m 5207

Garens van katoen

Vervaardiging uit (6):

-

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5208 t/m 5212

Weefsels van katoen:

 

 

 

-

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (6)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

 

 

 

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

papier,

 

 

 

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 53

Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

5306 t/m 5308

Garens van andere plantaardige textielvezels; papiergarens

Vervaardiging uit (6):

-

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5309 t/m 5311

Weefsels van andere plantaardige textielvezels; weefsels van papiergarens:

 

 

 

-

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (6)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

papier,

 

 

 

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5401 t/m 5406

Garens en monofilamenten van synthetische of kunstmatige filamenten

Vervaardiging uit (6):

-

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5407 en 5408

Weefsels van synthetische of kunstmatige filamentgarens:

 

 

 

-

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (6)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

 

 

 

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

papier,

 

 

 

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5501 t/m 5507

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa

 

5508 t/m 5511

Garens en naaigarens van synthetische of kunstmatige stapelvezels

Vervaardiging uit (6):

-

ruwe zijde of afval van zijde, gekaard of gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5512 t/m 5516

Weefsels van synthetische of kunstmatige stapelvezels:

 

 

 

-

elastische weefsels voorzien van rubberdraad

Vervaardiging uit eendraadsgaren (6)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

papier,

 

 

 

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 56

Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit (6):

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5602

Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen:

 

 

 

-

naaldgetouwvilt

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels,

-

chemische materialen of textielmassa

 

 

 

Echter:

-

filamentgarens van polypropyleen, bedoeld bij post 5402,

-

stapelvezels van polypropyleen, bedoeld bij post 5503 of 5506, of

-

kabels van polypropyleenfilamenten, bedoeld bij post 5501, waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een waarde van 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels,

-

uit caseïnevezels vervaardigde kunstmatige stapelvezels, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

5604

Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel; textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof:

 

 

 

-

draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel

Vervaardiging uit draad en koord, van rubber, niet omwoeld en niet omvlochten met textiel

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5605

Metaalgarens, ook indien omwoeld, bestaande uit textielgarens of uit strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, verbonden met metaaldraad, metaalstrippen of metaalpoeder, dan wel bedekt met metaal

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

5606

Omwoeld garen, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, omwoeld, andere dan die bedoeld bij post 5605 en andere dan omwoeld paardenhaar (crin); chenillegaren; kettingsteekgaren (zogeheten chainettegaren)

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen,

-

chemische materialen of textielmassa, of

-

materialen voor het vervaardigen van papier

 

Hoofdstuk 57

Tapijten:

 

 

 

-

van naaldgetouwvilt

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels, of

-

chemische materialen of textielmassa

Echter:

 

 

 

-

filamentgarens van polypropyleen, bedoeld bij post 5402,

-

stapelvezels van polypropyleen, bedoeld bij post 5503 of 5506, of

-

kabels van polypropyleenfilamenten, bedoeld bij post 5501, waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een waarde van 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

van ander vilt

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

-

kokosgaren,

-

synthetisch of kunstmatig filamentgaren,

-

natuurlijke vezels, of

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen.

 

ex Hoofdstuk 58

Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk, met uitzondering van:

 

 

 

-

elastische weefsels (met rubberdraad verbonden)

Vervaardiging uit eendraadsgaren (6)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

 

 

 

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa,

 

 

 

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5805

Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

5810

Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

5901

Weefsels bedekt met lijm of met zetmeelachtige stoffen, van de soort gebruikt voor het boekbinden, voor het kartonneren, voor foedraalwerk of voor dergelijk gebruik; calqueerlinnen en tekenlinnen; schilderdoek; stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels voor steunvormen van hoeden

Vervaardiging uit garen

 

5902

Bandenkoordweefsel (tyre cord fabric) van garens met een hoge sterktegraad, van nylon of van andere polyamiden, van polyesters of van viscoserayon:

 

 

 

-

met niet meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen

Vervaardiging uit garen

 

 

-

andere

Vervaardiging uit chemische materialen of textielmassa

 

5903

Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van kunststof, andere dan die bedoeld bij post 5902

Vervaardiging uit garen

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5904

Linoleum, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag of een bekleding op een drager van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden

Vervaardiging uit garen (6)

 

5905

Wandbekleding van textielstof:

 

 

 

-

geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen

Vervaardiging uit garen

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

 

 

 

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa,

of

 

 

 

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanente finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5906

Gegummeerde weefsels, andere dan die bedoeld bij post 5902:

 

 

 

-

van brei- of haakwerk

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

 

-

andere weefsels, vervaardigd van synthetische filamentgarens, bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielstoffen

Vervaardiging uit chemische materialen

 

 

-

andere

Vervaardiging uit garen

 

5907

Weefsels, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt; beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik

Vervaardiging uit garen

of

Bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte niet-bedrukte weefsels niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

5908

Kousen, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, geweven, gevlochten of gebreid; gloeikousjes en rondgebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd:

 

 

 

-

gloeikousjes, geïmpregneerd

Vervaardiging uit rondgebreide buisjes

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

5909 t/m 5911

Artikelen voor technisch gebruik, van textielstoffen:

-

polijstschijven, andere dan die van vilt bedoeld bij post 5911

-

al dan niet vervilte weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines of voor ander technisch gebruik, ook indien geïmpregneerd of bedekt, buisvormig of eindloos, met enkelvoudige of meervoudige ketting of inslag, of plat geweven, met meervoudige ketting of inslag, bedoeld bij post 5911

Vervaardiging uit garen, uit afval van weefsels of uit lompen en vodden van post 6310

Vervaardiging uit (6):

-

kokosgaren,

-

de volgende materialen:

-

polytetrafluorethyleengaren (7),

-

polyamidegaren, getwijnd en bedekt, geïmpregneerd of met fenolhars bedekt,

-

aromatische polyamidegaren verkregen door polycondensatie van m-fenyleendiamine en isoftaalzuur,

-

monofilament van polytetrafluorethyleen (7),

-

garen van synthetische textielvezels van poly-p-fenyleentereftalamide,

-

garens van glasvezel, met fenoplasthars bedekt en met acrylvezels omwoeld (7),

-

monofilament van copolyester van een polyester, een tereftaalzuurhars, van 1,4-cyclohexaandiëthanol en isoftaalzuur,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

-

kokosgaren,

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

Hoofdstuk 60

Brei- en haakwerk aan het stuk

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

Hoofdstuk 61

Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk:

 

 

 

-

verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht

Vervaardiging uit garen (6)  (8)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

ex Hoofdstuk 62

Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van:

Vervaardiging uit garen (9)  (8)

 

ex 6202

ex 6204,

ex 6206,

ex 6209 ex 6211

Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby's, geborduurd

Vervaardiging uit garen (8)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (6)

 

ex 6210

ex 6216

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

Vervaardiging uit garen (8)

of

Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (6)

 

6213

6214

Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen:

 

 

 

-

geborduurd

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (6)  (8)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (9)

 

 

-

andere

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (6)  (8)

of

Vervaardiging gevolgd door bedrukken tezamen met ten minste twee voorbereidings- of afwerkingsbehandelingen (zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen), mits de waarde van de gebruikte, niet-bedrukte weefsels van de posten 6213 en 6214 niet hoger is dan 47,5 % van de prijs af fabriek van het product

 

6217

Ander geconfectioneerde kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212) van kleding of van kledingtoebehoren:

 

 

 

-

geborduurd

Vervaardiging uit garen (8)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8)

 

 

-

vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester

Vervaardiging uit garen (8)

of

Vervaardiging uit weefsel zonder deklaag met een waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product (8)

 

 

-

tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product, en

 

 

-

andere

Vervaardiging uit garen (8)

 

ex Hoofdstuk 63

Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

6301 t/m 6304

Dekens, beddenlinnen en dergelijke; gordijnen en dergelijke; andere artikelen voor stoffering:

 

 

 

-

van vilt of gebonden textielvlies

Vervaardiging uit (6):

-

natuurlijke vezels, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

 

-

andere:

 

 

 

-

geborduurd

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (8)  (9)

of

Vervaardiging uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk) met een waarde van ten hoogste 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (8)  (9)

 

6305

Zakken voor verpakkingsdoeleinden

Vervaardiging uit (9):

-

natuurlijke vezels,

-

synthetische of kunstmatige stapelvezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

6306

Dekkleden en zonneschermen voor winkelpuien en dergelijke; tenten; zeilen voor schepen, voor zeilplanken, voor zeilwagens en voor zeilsleden kampeerartikelen:

 

 

 

-

van gebonden textielvlies

Vervaardiging uit (6)  (8):

-

natuurlijke vezels, of

-

chemische materialen of textielmassa

 

 

-

andere

Vervaardiging uit ongebleekt eendraadsgaren (6)  (8)

 

6307

Andere geconfectioneerde artikelen, patronen voor kleding daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

6308

Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Elk onderdeel van het stel of assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel gebruikt worden tot een totale waarde van niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment

 

ex Hoofdstuk 64

Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen bedoeld bij post 6406

 

6406

Delen van schoeisel (daaronder begrepen bovendelen, al dan niet voorzien van zolen, andere dan buitenzolen); inlegzolen, hielkussens en dergelijke artikelen; slobkousen, beenkappen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 65

Hoofddeksels en delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

6503

Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvormen (cloches) of van schijfvormige „plateaux” bedoeld bij post 6501, ook indien gegarneerd

Vervaardiging uit garen of textielvezels (8)

 

6505

Hoeden en andere hoofddeksels, van brei- of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielproducten (aan het stuk, maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerd

Vervaardiging uit garen of textielvezels (8)

 

ex Hoofdstuk 66

Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

6601

Paraplu's en parasols (wandelstokparaplu's, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 67

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 68

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 6803

Werken van leisteen of van samengekit leigruis

Vervaardiging uit bewerkte leisteen

 

ex 6812

Werken van asbest; werken van mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post

 

ex 6814

Bewerkt mica en werken van mica, geagglomereerd of gereconstitueerd mica daaronder begrepen, op een drager van papier, van karton of van andere stoffen

Vervaardiging uit bewerkt mica (met inbegrip van geagglomereerd of gereconstitueerd mica)

 

Hoofdstuk 69

Keramische producten

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 70

Glas en glaswerk, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 7003

ex 7004

ex 7005

Glas met niet-reflecterende lagen

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7006

Glas bedoeld bij post 7003, 7004 of 7005, gebogen, met schuin geslepen randen, gegraveerd, van gaten voorzien, geëmailleerd of op andere wijze bewerkt, doch niet omlijst noch met andere stoffen verbonden

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7007

Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit opeengekitte glasplaten

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7008

Meerwandig glas voor isoleringsdoeleinden

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7009

Spiegels van glas, ook indien omlijst, achteruitkijkspiegels daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen van post 7001

 

7010

Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

of

Slijpen van glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7013

Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, ander dan bedoeld bij post 7010 of 7018

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

of

Slijpen van glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

of

Versieren met de hand (met uitzondering van zijdezeefdruk) van met de hand geblazen glaswerk waarvan de waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 7019

Werken (andere dan garen) van glasvezels

Vervaardiging uit:

-

ongekleurde lonten, rovings en garens, of

-

glaswol

 

ex Hoofdstuk 71

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 7101

Echte of gekweekte parels, in stellen, tijdelijk aaneengeregen met het oog op het vervoer

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 7102

ex 7103

ex 7104

Bewerkte natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging uit onbewerkte edelstenen of halfedelstenen

 

7106, 7108 en 7110

Edele metalen:

 

 

 

-

onbewerkt

Vervaardiging uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 7106, 7108 of 7110,

of

elektrolytische, thermische of chemische scheiding van de bij post 7106, 7108 of 7110 bedoelde edele metalen

of

legering van de bij post 7106, 7108 of 7110 bedoelde edele metalen onderling of met onedele metalen

 

 

-

halfbewerkt of in poedervorm

Vervaardiging uit onbewerkte edele metalen

 

ex 7107

ex 7109

ex 7111

Metalen geplateerd met edele metalen, halfbewerkt

Vervaardiging uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt

 

7116

Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7117

Fancybijouterieën

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

of

 

 

 

Vervaardiging uit delen van onedel metaal, niet geplateerd of bedekt met edele metalen, waarvan de totale waarde niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 72

Gietijzer, ijzer en staal, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

7207

Halffabrikaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit materialen van post 7201, 7202, 7203, 7204 of 7205

 

7208 t/m 7216

Gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206

 

7217

Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7207

 

ex 7218, 7219 t/m 7222

Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, staven en profielen, van roestvrij staal

Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen, bedoeld bij post 7218

 

7223

Draad van roestvrij staal

Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7218

 

ex 7224, 7225 t/m 7228

Halffabrikaten, gewalste platte producten, walsdraad, warmgewalste staven en profielen, onregelmatig opgerold; profielen van ander gelegeerd staal; holle staven voor boringen, van gelegeerd of niet-gelegeerd staal

Vervaardiging uit ingots of andere primaire vormen, bedoeld bij post 7206, 7218 of 7224

 

7229

Draad van ander gelegeerd staal

Vervaardiging uit halffabrikaten bedoeld bij post 7224

 

ex Hoofdstuk 73

Werken van gietijzer, van ijzer en van staal, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 7301

Damwandprofielen van ijzer of van staal

Vervaardiging uit materialen van post 7206

 

7302

Bestanddelen van spoorbanen, van gietijzer, van ijzer of van staal: spoorstaven (rails), contrarails en heugels voor tandradbanen, wisseltongen, puntstukken, wisselstangen en andere bestanddelen van kruisingen en wissels, dwarsliggers, lasplaten, spoorstoelen, wiggen, onderlegplaten, klemplaten, dwarsplaten en dwarsstangen en andere bestanddelen, voor het leggen, het verbinden of het bevestigen van rails

Vervaardiging uit materialen van post 7206

 

7304, 7305 en 7306

Buizen, pijpen en holle profielen, van ijzer (ander dan gietijzer) of van staal

Vervaardiging uit materialen van post 7206, 7207, 7218 of 7224

 

ex 7307

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal (ISO nr. X5CrNiMo 1712), bestaande uit verschillende delen

Draaien, boren, ruimen, draadsnijden, afbramen en zandstralen van gesmede onbewerkte stukken met een totale waarde van niet meer dan 35 % van de prijs af fabriek van het product

 

7308

Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustraden), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 9406; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Gelaste profielen bedoeld bij post 7301 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

ex 7315

Sneeuwkettingen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 7315 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 74

Koper en werken van koper, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7401

Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper)

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

7402

Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

7403

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw:

 

 

 

-

geraffineerd koper

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

 

-

koperlegeringen

Vervaardiging uit geraffineerd koper, ruw, of resten en afval van koper

 

7404

Resten en afval, van koper

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

7405

Toeslaglegeringen van koper

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 75

Nikkel en werken van nikkel, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7501 t/m 7503

Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie; ruw nikkel; resten en afval, van nikkel

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 76

Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7601

Ruw aluminium

Vervaardiging door thermische of elektrolytische behandeling van niet-gelegeerd aluminium of van resten en afval van aluminium

 

7602

Resten en afval, van aluminium

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 7616

Werken van aluminium, andere dan metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product. Metaaldoek (metaaldoek zonder eind daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad, uit plaatgaas, verkregen door het uitrekken van plaat- of bandaluminium mogen echter worden gebruikt,

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 77

Gereserveerd voor eventueel toekomstig gebruik in het geharmoniseerd systeem

 

 

ex Hoofdstuk 78

Lood en werken van lood, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7801

Ruw lood:

 

 

 

-

geraffineerd lood

Vervaardiging uit werklood

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 7802 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

7802

Resten en afval, van lood

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 79

Zink en werken van zink, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

7901

Ruw zink

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 7902 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

7902

Resten en afval, van zink

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 80

Tin en werken van tin, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8001

Ruw tin

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Resten en afval bedoeld bij post 8002 mogen evenwel niet worden gebruikt

 

8002 en 8007

Resten en afval, van tin; andere werken van tin

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

Hoofdstuk 81

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen:

 

 

 

-

andere onedele metalen, bewerkt; werken van deze stoffen

Vervaardiging waarbij de totale waarde van de gebruikte materialen van dezelfde post als het product niet meer mag zijn dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex Hoofdstuk 82

Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

8206

Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer van de posten 8202 tot en met 8205, opgemaakt voor de verkoop in het klein

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan de posten 8202 tot en met 8205. Gereedschap bedoeld bij de posten 8202 tot en met 8205 kan evenwel in het stel worden opgenomen, tot een waarde van ten hoogste 15 % van de prijs af fabriek van het stel

 

8207

Verwisselbaar gereedschap voor al dan niet mechanisch handgereedschap of voor gereedschapswerktuigen (bijvoorbeeld voor het stampen, stansen, draadtappen, draadsnijden, boren, ruimen, kotteren, frezen, draaien, vastschroeven), daaronder begrepen trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het bewerken van metalen, alsmede grond- en gesteenteboren

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8208

Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 8211

Messen (andere dan die bedoeld bij post 8208), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Lemmeten en handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

8214

Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

8215

Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Handvatten van onedel metaal mogen evenwel worden gebruikt

 

ex Hoofdstuk 83

Allerlei werken van onedele metalen, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 8302

Andere garnituren, beslag en dergelijke artikelen, voor gebouwen, en automatische deursluiters

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Andere materialen van post 8302 mogen evenwel worden gebruikt, tot een waarde van ten hoogste 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 8306

Beeldjes en andere versieringsvoorwerpen van onedel metaal

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Andere materialen van post 8306 mogen evenwel worden gebruikt, tot een waarde van ten hoogste 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8401

Kernsplijtstofelementen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product (10)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8402

Stoomketels (stoomgeneratoren), andere dan ketels voor centrale verwarming die zowel heet water als lagedrukstoom kunnen produceren; ketels voor oververhit water

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8403 en ex 2005

Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 8402 en hulptoestellen voor deze ketels voor centrale verwarming

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan post 8403 of 8404

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8406

Stoomturbines en andere dampturbines

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8407

Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8408

Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semidieselmotoren)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8409

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8411

Turbinestraalmotoren; schroefturbines en andere gasturbines

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8412

Andere motoren en andere krachtmachines

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 8413

Roterende verdringerpompen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8414

Ventilatoren voor industriële of dergelijke doeleinden

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8415

Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8418

Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 8415

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product,

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8419

Machines voor de hout-, papierstof- en kartonindustrieën

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8420

Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoor

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8423

Weegtoestellen en weeginrichtingen, tel- en controletoestellen waarvan de werking op weging berust daaronder begrepen, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gevoeligheid van 5 cg of beter; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8425 t/m 8428

Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede toestellen voor het hanteren van goederen

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8431 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8429

Bulldozers, angledozers, egaliseermachines, schrapers, mechanische schoppen, excavateurs (emmergravers), laadschoppen, wegwalsen, schapenpootwalsen en andere bodemverdichtingsmachines, met eigen beweegkracht:

 

 

 

-

wegwalsen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8431 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8430

Andere machines en toestellen voor het afgraven, egaliseren, schrapen, delven, aanstampen of boren van of in grond, mineralen of ertsen; heimachines en machines voor het uittrekken van heipalen; sneeuwruimers

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8431 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8431

Delen van wegwalsen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8439

Machines en toestellen voor het vervaardigen van pulp van cellulosehoudende vezelstoffen of voor het vervaardigen of afwerken van papier of van karton

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8441

Andere machines en toestellen voor de bewerking van papierstof, van papier of van karton, snijmachines van alle soorten daaronder begrepen

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van dezelfde post als het product niet hoger is dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8444 t/m 8447

Machines van deze posten, bestemd om te worden gebruikt in de textielindustrie

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 8448

Hulpmachines en hulptoestellen voor de machines bedoeld bij de posten 8444 en 8445

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8452

Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 8440; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachines; naalden voor naaimachines:

 

 

 

-

naaimachines die uitsluitend stiksteken kunnen vormen, waarvan de kop zonder de motor niet meer dan 16 kg of met de motor niet meer dan 17 kg weegt

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen die bij het monteren van de kop (zonder motor) zijn gebruikt, niet hoger is dan de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong, en

-

waarbij het draadspannings-, haak- en zigzagmechanisme reeds van oorsprong zijn

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8456

t/m 8466

Gereedschapswerktuigen en machines en hun delen en toebehoren, bedoeld bij de posten 8456 tot en met 8466

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8469 t/m 8472

Kantoormachines en -toestellen (bijvoorbeeld schrijfmachines, rekenmachines, automatische gegevensverwerkende machines, duplicators, hechtmachines)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8480

Vormkasten voor gieterijen; modelplaten voor gietvormen; modellen voor gietvormen; gietvormen en andere vormen voor metalen (andere dan gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen, voor rubber of voor kunststof

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8482

Kogellagers, rollagers, naaldlagers en dergelijke lagers

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8484

Metalloplastische pakking; stellen of assortimenten van pakkingringen en andere pakkingstukken, van verschillende samenstelling, in zakjes, in enveloppen of in dergelijke bergingsmiddelen; mechanische afdichtingen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8485

Delen van machines of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk en niet voorzien van elektrische verbindingsstukken, van elektrisch geïsoleerde delen, van spoelen, van contacten of van andere elektrotechnische delen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 85

Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8501

Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8503 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8502

Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8501 en 8503 tezamen niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8504

Voedingseenheden van de soort gebruikt voor automatische gegevensverwerkende machines

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 8518

Microfoons en statieven daarvoor; luidsprekers, ook indien gemonteerd in een klankkast; elektrische audiofrequentieversterkers; elektrische geluidsversterkers

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8519

Platenspelers, elektrogrammofoons, cassettespelers en andere toestellen voor het weergeven van geluid, niet uitgerust voor het opnemen van geluid

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8520

Toestellen voor het opnemen van geluid op magneetbanden en andere toestellen voor het opnemen van geluid, ook indien uitgerust voor het weergeven van geluid

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8521

Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8522

Delen en toebehoren waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestemd voor de toestellen en apparaten bedoeld bij de posten 8519 tot en met 8521

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8523

Dragers, geprepareerd voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, doch waarop niet is opgenomen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8524

Grammofoonplaten, banden en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de goederen bedoeld bij hoofdstuk 37:

 

 

 

-

galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8523 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8525

Zendtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie, radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera's; videocamera's voor stilstaand beeld (zogeheten still image videocamera's) en andere videocameraopnametoestellen

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8526

Radartoestellen, toestellen voor radionavigatie en toestellen voor radioafstandsbediening

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8527

Ontvangtoestellen voor radiotelefonie, radiotelegrafie of radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8528

Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden; videomonitors en videoprojectietoestellen

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8529

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528:

 

 

 

-

uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor video-opname- en videoweergaveapparaten

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8535 en 8536

Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8538 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8537

Borden, panelen, kasten en dergelijke, voorzien van twee of meer toestellen bedoeld bij post 8535 of 8536, voor elektrische bediening of voor het verdelen van elektrische stroom, ook indien voorzien van instrumenten of toestellen bedoeld bij hoofdstuk 90, alsmede toestellen voor numerieke besturing, andere dan de schakelapparaten bedoeld bij post 8517

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8538 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8541

Dioden, transistors en dergelijke halfgeleiderelementen, met uitzondering van nog niet tot chips gesneden wafers

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8542

Elektronische geïntegreerde schakelingen en microassemblages

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de gebruikte materialen van post 8541 en 8542 tezamen niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

8544

Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt — zogeheten emaildraad — of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezelkabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8545

Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8546

Isolatoren voor elektriciteit, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8547

Isolerende werkstukken, geheel van isolerend materiaal dan wel voorzien van daarin bij het gieten, persen enzovoort aangebrachte eenvoudige metalen verbindingsstukken (bijvoorbeeld nippels met schroefdraad), voor elektrische machines, toestellen of installaties, andere dan de isolatoren bedoeld bij post 8546; isolatiebuizen en verbindingsstukken daarvoor, van onedel metaal, inwendig geïsoleerd

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8548

Resten en afval van elektrische elementen, van elektrische batterijen en van elektrische accumulatoren; gebruikte elektrische elementen, gebruikte elektrische batterijen en gebruikte elektrische accumulatoren; elektrische delen van machines, van apparaten of van toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 86

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8608

Vast materieel voor spoor- en tramwegen; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal-, veiligheids-, controle- en bedieningstoestellen voor spoor- en tramwegen, voor verkeers- en waterwegen, voor parkeerterreinen, voor havens en voor vliegvelden; delen daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 87

Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

8709

Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8710

Gevechtswagens en pantserauto's, ook indien met bewapening; delen daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8711

Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens:

 

 

 

-

met een motor met op- en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud:

 

 

 

-

- van niet meer dan 50 cm3

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 20 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

- van meer dan 50 cm3

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

andere

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8712

Tweewielige fietsen zonder kogellagers

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 8714

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8715

Kinderwagens en delen daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

8716

Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 88

Luchtvaartuigen, ruimtevaartuigen en delen daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8804

Rotochutes

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 8804

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8805

Lanceertoestellen voor luchtvaartuigen; deklandingstoestellen en dergelijke; toestellen voor vliegoefeningen op de grond; delen daarvan

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

Hoofdstuk 89

Schepen, boten en andere vaartuigen

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Scheepsrompen bedoeld bij post 8906 mogen evenwel niet worden gebruikt

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex Hoofdstuk 90

Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen, met uitzondering van:

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9001

Optische vezels en optischevezelbundels; optischevezelkabels, andere dan die bedoeld bij post 8544; platen of bladen van polariserende stoffen; lenzen (contactlenzen daaronder begrepen), prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, niet gemonteerd, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9002

Lenzen, prisma's, spiegels en andere optische elementen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd, gemonteerd, voor instrumenten, apparaten en toestellen, andere dan die van niet-optisch bewerkt glas

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9004

Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere) en dergelijke artikelen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 9005

Binocles, verrekijkers, astronomische kijkers, optische telescopen, alsmede onderstellen daarvoor, met uitzondering van astronomische refractietelescopen en onderstellen daarvoor

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product,

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 9006

Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en buizen, voor de fotografie, andere dan flitslampen met elektrische ontsteking

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product,

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9007

Filmcamera's en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname- en weergavetoestellen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product,

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9011

Optische microscopen, toestellen voor fotomicrografie, cinefotomicrografie en microprojectie daaronder begrepen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product,

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 9014

Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9015

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmeters

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9016

Precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 centigram of beter, ook indien met gewichten

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9017

Tekeninstrumenten, aftekeninstrumenten en rekeninstrumenten (bijvoorbeeld tekenmachines, pantografen, gradenbogen, passerdozen, rekenlinialen, rekenschijven); handinstrumenten voor lengtemeting (bijvoorbeeld maatstokken, micrometers, schuifmaten, kalibers), niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9018

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geneeskunde, voor de chirurgie, voor de tandheelkunde of voor de veeartsenijkunde, daaronder begrepen scintigrafische en andere elektromedische apparaten en toestellen, alsmede apparaten en toestellen voor onderzoek van het gezichtsvermogen:

 

 

 

-

tandartsstoelen met ingebouwde tandheelkundige apparatuur, alsmede spuwbakken voor behandelkamers van tandartsen

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met inbegrip van andere materialen van post 9018

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

-

andere

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9019

Toestellen voor mechanische therapie; toestellen voor massage; toestellen voor psychotechniek; toestellen voor ozontherapie, voor oxygeentherapie, voor aërosoltherapie; toestellen voor kunstmatige ademhaling en andere therapeutische ademhalingstoestellen

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9020

Andere ademhalingstoestellen en gasmaskers, andere dan beschermingsmaskers zonder mechanische delen of vervangbare filters

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het product

9024

Machines, apparaten en toestellen voor onderzoek van de hardheid, de trekvastheid, de samendrukbaarheid, de rekbaarheid of andere mechanische eigenschappen van materialen (bijvoorbeeld metaal, hout, textiel, papier, kunststof)

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9025

Densimeters, areometers, vochtwegers en dergelijke drijvende instrumenten, thermometers, pyrometers, barometers, hygrometers en psychrometers, ook indien zelfregistrerend; combinaties van deze instrumenten

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9026

Instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de doorstroming, het peil, de druk of andere variabele karakteristieken van vloeistoffen of van gassen (bijvoorbeeld doorstromingsmeters, peiltoestellen, manometers, warmteverbruiksmeters), andere dan instrumenten, apparaten en toestellen, bedoeld bij de posten 9014, 9015, 9028 en 9032

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9027

Instrumenten, apparaten en toestellen voor natuurkundige of scheikundige analyse (bijvoorbeeld polarimeters, refractometers, spectrometers, analysetoestellen voor gassen of voor rook); instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van de viscositeit, de poreusheid, de uitzetting, de oppervlaktespanning en dergelijke; instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van hoeveelheden warmte, geluid of licht (belichtingsmeters daaronder begrepen); microtomen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9028

Verbruiksmeters en productiemeters voor gassen, voor vloeistoffen of voor elektriciteit, standaardmeters daaronder begrepen

 

 

 

-

delen en toebehoren

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9029

Toerentellers, productietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers en dergelijke; snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij de posten 9014 en 9015; stroboscopen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9030

Oscilloscopen, spectrumanalysetoestellen en andere instrumenten, apparaten en toestellen voor het meten of het verifiëren van elektrische grootheden; meet- en detectietoestellen en -instrumenten voor alfa-, bèta- en gammastraling, röntgenstraling, kosmische straling en andere ioniserende straling

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9031

Meet- of verificatie-instrumenten, -apparaten, -toestellen en -machines, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk; profielprojectietoestellen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9032

Automatische regelaars

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9033

Delen en toebehoren (niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk) van machines, apparaten, toestellen, instrumenten of artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 91

Uurwerken, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

9105

Wekkers, pendules, klokken en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerk

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9109

Uurwerken, compleet en gemonteerd, andere dan horloge-uurwerken

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9110

Complete uurwerken, niet gemonteerd of gedeeltelijk gemonteerd (stellen onderdelen); niet-complete uurwerken, gemonteerd; onvolledige, onafgewerkte uurwerken („ébauches”)

Vervaardiging:

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

-

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 9114 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9111

Kasten voor horloges, alsmede delen daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9112

Kasten voor klokken, voor pendules, enzovoort, alsmede delen daarvan

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

9113

Horlogebanden en delen daarvan:

 

 

 

-

van onedel metaal, ook indien verguld of verzilverd, of geplateerd of gedoubleerd met edel metaal

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

andere

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 92

Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 93

Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 94

Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

ex 9401

ex 9403

Meubelen van onedele metalen met delen van niet-opgevulde katoenstof met een gewicht van niet meer dan 300 gram per m2

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

of

Vervaardiging uit reeds in een gebruiksklare vorm geconfectioneerde katoenstof bedoeld bij post 9401 of 9403, mits:

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

 

 

-

de waarde ervan niet hoger is dan 25 % van de prijs af fabriek van het product, en

-

alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn en onder een andere post dan post 9401 of 9403 zijn ingedeeld

 

9405

Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vast aangebrachte lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9406

Geprefabriceerde bouwwerken

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 95

Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

9503

Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 9506

Golfstokken en ander materieel voor het golfspel

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Ruw gevormde blokken voor het maken van golfclubs mogen evenwel worden gebruikt

 

ex Hoofdstuk 96

Diverse werken, met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 

ex 9601

ex 9602

Werken van dierlijke, plantaardige of minerale stoffen, geschikt om te worden gesneden

Vervaardiging uit „bewerkte” materialen van dezelfde post

 

ex 9603

Bezems en borstels (met uitzondering van bezems, heiboenders en dergelijk borstelwerk bestaande uit samengebonden materialen, ook indien met steel, alsmede borstels vervaardigd van marter- of eekhoornhaar), met de hand bediende mechanische vegers zonder motor, penselen, kwasten en plumeaus, verfkussens en verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9605

Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren

Elk artikel in het assortiment moet voldoen aan de regel die van toepassing zou zijn indien het geen deel uitmaakte van het assortiment. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de prijs af fabriek van het assortiment

 

9606

Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

9612

Inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken, ook indien op spoelen of in cassettes; stempelkussens, ook indien geïnkt, met of zonder doos

Vervaardiging:

-

uit materialen van een andere post dan het product;

-

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 9613

Aanstekers met piëzo-ontstekingsmechanisme

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 9613 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex 9614

Tabakspijpen, pijpenkoppen daaronder begrepen

Vervaardiging uit ébauchons

 

Hoofdstuk 97

Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product

 


(1)  Bijzondere voorwaarden inzake specifieke behandelingen zijn opgenomen in aantekening 7.

(2)  Volgens aantekening 3 bij hoofdstuk 32 behoren tot deze post preparaten op basis van kleurstoffen van de soort gebruikt voor het kleuren van stoffen of als bestanddeel bij het vervaardigen van kleurpreparaten, mits zij niet onder een andere post van hoofdstuk 32 zijn ingedeeld.

(3)  Als groep wordt beschouwd: ieder deel van de omschrijving van de post die van de rest door een puntkomma is gescheiden.

(4)  In het geval van producten die enerzijds bestaan uit materialen van de posten 3901 tot en met 3906 en anderzijds uit materialen van de posten 3907 tot en met 3911 geldt deze beperking alleen voor de groep materialen met het hoogste gewichtspercentage in het product.

(5)  Als zeer transparant wordt beschouwd: folie waarvan het doorzichtigheidsverlies, gemeten met een nefolometer van Gardner volgens ASTM-D 1003-16 (troebelingsfactor), minder dan 2 % bedraagt.

(6)  Zie aantekening 5 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.

(7)  Dit product kan slechts worden gebruikt bij de vervaardiging van weefsels van de soort gebruikt voor papiermachines.

(8)  Zie aantekening 6.

(9)  Zie aantekening 6 voor artikelen van brei- of haakwerk, niet elastisch of gegummeerd, verkregen door het aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van stukken brei- of haakwerk die in vorm zijn gesneden of rechtstreeks in vorm zijn gebracht.

(10)  Deze regel is van toepassing tot en met 31 december 2005.

BIJLAGE IIA BIJ PROTOCOL Nr. 4

Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen als bedoeld in artikel 6, lid 2

GS-post

Omschrijving

Oorsprongverlenende be- of verwerkingen

(1)

(2)

(3) of (4)

3205

Verflakken; preparaten op basis van verflakken, bedoeld bij aantekening 3 bij dit hoofdstuk (1)

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van de posten 3203, 3204 en 3205. Materialen van post 3205 mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

3301

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, materialen van een andere groep (2) van deze post daaronder begrepen. Materialen van dezelfde groep mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van ten hoogste 30 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

3303

Parfums, reuk- en toiletwaters

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

3304

Schoonheidsmiddelen en producten voor de huidverzorging (andere dan geneesmiddelen), preparaten tegen zonnebrand en preparaten voor het verkrijgen van een bruine huidskleur daaronder begrepen; producten voor manicure of voor pedicure

Vervaardiging uit materialen van een andere post dan het product. Materialen van dezelfde post als het product mogen evenwel worden gebruikt tot een waarde van 30 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

8415

Machines en apparaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en elementen voor het wijzigen van de temperatuur en de vochtigheid van de lucht, die waarmee de vochtigheid van de lucht niet afzonderlijk kan worden geregeld daaronder begrepen

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8501

Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten

Vervaardiging:

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product;

waarbij, binnen de hierboven gestelde beperking, de waarde van de materialen van post 8503 niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8528

Ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden; videomonitors en videoprojectietoestellen

Vervaardiging:

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product;

waarbij de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan de waarde van de materialen van oorsprong

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

ex 8712

Tweewielige fietsen zonder kogellagers

Vervaardiging uit materialen van een willekeurige post, met uitzondering van post 8714

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product

8714

Delen en toebehoren van de voertuigen bedoeld bij de posten 8711 tot en met 8713:

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

8716

Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan

Vervaardiging:

uit materialen van een andere post dan het product;

uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

Vervaardiging uit materialen met een totale waarde van niet meer dan 40 % van de prijs af fabriek van het product


(1)  Volgens aantekening 3 bij hoofdstuk 32 behoren tot deze post preparaten op basis van kleurstoffen van de soort gebruikt voor het kleuren van stoffen of als bestanddeel bij het vervaardigen van kleurpreparaten, mits zij niet onder een andere post van hoofdstuk 32 zijn ingedeeld.

(2)  Als groep wordt beschouwd: ieder deel van de omschrijving van de post die van de rest door een puntkomma is gescheiden.

BIJLAGE III BIJ PROTOCOL Nr. 4

Producten van oorsprong uit Turkije waarop artikel 4 niet van toepassing is, opgesomd in de volgorde van de indeling in het geharmoniseerde systeem

Hoofdstuk 1

 

Hoofdstuk 2

 

Hoofdstuk 3

 

0401 t/m 0402

 

ex 0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

0404 t/m 0410

 

0504

 

0511

 

Hoofdstuk 6

 

0701 t/m 0709

 

ex 0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

ex 0711

Groenten (andere dan suikermaïs bedoeld bij onderverdeling 0711 90 30), voorlopig verduurzaamd (bij voorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie

0712 t/m 0714

 

Hoofdstuk 8

 

ex Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen, met uitzondering van maté bedoeld bij post 0903

Hoofdstuk 10

 

Hoofdstuk 11

 

Hoofdstuk 12

 

ex 1302

Pectine

1501 t/m 1514

 

ex 1515

Andere plantaardige vetten en vette oliën, alsmede fracties daarvan (met uitzondering van jojobaolie en fracties daarvan), ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

ex 1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdinieerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, andere dan gehydrogeneerde ricinusolie (zogeheten „opal wax”)

ex 1517 en

ex 1518

Margarine, imitatiespek en andere bereide eetbare vetten

ex 1522

Afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was, andere dan dégras

Hoofdstuk 16

 

1701

 

ex 1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel, andere dan bedoeld bij de onderverdelingen 1702 11 00, 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 50 00 en 1702 90 10

1703

 

1801 en 1802

 

ex 1902

Deegwaren, gevuld, bevatttende meer dan 20 gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren, andere ongewervelde waterdieren, worst, vlees of slachtafvallen van alle soorten, met inbegrip van vet van alle soorten of oorsprong

ex 2001

Komkommers en augurken, uien, mangochutney, scherpsmakende vruchten van het geslacht Capsicum, paddestoelen en olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

2002 en 2003

 

ex 2004

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, andere dan aardappelen in de vorm van meel of gries en suikermaïs in de vorm van vlokken

ex 2005

Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006 en andere dan producten bereid uit aardappelen of suikermaïs

2006 en 2007

 

ex 2008

Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, andere dan pindakaas, palmharten, maïs, broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, wijnrankbladeren, hopscheuten en dergelijke eetbare plantendelen

2009

 

ex 2106

Gearomatiseerde suiker, siroop en melasse, met toegevoegde kleurstoffen

2204

 

2206

 

ex 2207

Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer, verkregen uit hier genoemde landbouwproducten

ex 2208

Ethylalcohol, niet-gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van minder dan 80 % vol, verkregen uit hier genoemde landbouwproducten

2209

 

Hoofdstuk 23

 

2401

 

4501

 

5301 en 5302

 

BIJLAGE IV BIJ PROTOCOL Nr. 4

Certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en aanvraag van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

Aanwijzingen voor het drukken

1.

Het formaat van het formulier is 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, zodanig gelijmd dat het goed beschrijfbaar is en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

2.

De bevoegde instanties van de lidstaten van de Gemeenschap en van Egypte kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door daartoe erkende drukkerijen. In het laatste geval moet op elk formulier naar deze erkenning worden verwezen. Elk formulier dient te zijn voorzien van de naam en het adres van de drukker of van een merkteken aan de hand waarvan deze geïdentificeerd kan worden. De certificaten worden van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

Image

Image

Image

Image

BIJLAGE V BIJ PROTOCOL Nr. 4

FACTUURVERKLARING

Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. Deze voetnoten behoeven echter niet in de verklaring te worden overgenomen.

Nederlandse versie

De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (1)) verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … oorsprong zijn (2).

Spaanse versie

El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera no (1)) declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (2).

Deense versie

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (1)) erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (2).

Duitse versie

Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (1)), der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte … Ursprungswaren sind (2).

Griekse versie

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (άδεια τελωνείου υπάριθ. … (1)) δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (2).

Engelse versie

The exporter of the products covered by this document (customs authorization No … (1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … preferential origin (2).

Franse versie

L'exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière no (1)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (2).

Italiaanse versie

L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. … (1)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (2).

Portugese versie

O abaixo assinado, exportador dos produtos cobertos pelo presente documento (autorização aduaneira no (1)) declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (2).

Finse versie

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupan:o … (1) ilmoittaa), että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja …alkuperätuotteita (2).

Zweedse versie

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (2).

Arabische versie

………

…………………………………………………… (3)

(Plaats en datum)

…………………………………………………… (4)

(Handtekening van de exporteur, gevolgd door zijn naam in blokletters)


(1)  Indien de factuurverklaring door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 22 van het protocol wordt opgesteld, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden ingevuld. Indien de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, wordt het gedeelte tussen haakjes weggelaten of wordt niets ingevuld.

(2)  Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 37 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld.

(3)  Deze vermeldingen kunnen achterwege blijven indien de gegevens op het document zelf zijn aangegeven.

(4)  Zie artikel 21 van het protocol. Indien de exporteur niet behoeft te ondertekenen, behoeft ook diens naam niet te worden vermeld.

BIJLAGE VI BIJ PROTOCOL Nr. 4

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE EEN OVERGANGSPERIODE VOOR DOCUMENTEN DIE BETREKKING HEBBEN OP HET BEWIJS VAN OORSPRONG

1.

Gedurende twaalf maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst worden certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en EUR.2, afgegeven krachtens de op 18 januari 1977 ondertekende Samenwerkingsovereenkomst, door de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en van Egypte aanvaard als geldig bewijs van oorsprong in de zin van Protocol nr. 4.

2.

Verzoeken om controle achteraf van bovengenoemde documenten worden door de bevoegde douaneautoriteiten van de Gemeenschap en van Egypte ingewilligd gedurende twee jaar na de afgifte van het desbetreffende bewijs van oorsprong. De controles worden uitgevoerd in overeenstemming met titel VI van Protocol nr. 4 bij deze overeenkomst.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE HET PRINSDOM ANDORRA

1.

Producten van oorsprong uit Andorra die vallen onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerde systeem, worden door Egypte aanvaard als producten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van deze overeenkomst.

2.

Protocol nr. 4 is van overeenkomstige toepassing op de definitie van de oorsprong van deze producten.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE REPUBLIEK SAN MARINO

1.

Producten van oorsprong uit San Marino worden door Egypte aanvaard als producten van oorsprong uit de Gemeenschap in de zin van deze overeenkomst.

2.

Protocol nr. 4 is van overeenkomstige toepassing op de definitie van de oorsprong van deze producten.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING INZAKE CUMULATIE VAN DE OORSPRONG

De Gemeenschap en Egypte erkennen de belangrijke bijdrage die cumulatie van de oorsprong levert tot het stimuleren van de ontwikkeling in de richting van een vrijhandelsgebied waarvan alle deelnemers aan het proces van Barcelona deel uitmaken.

De Gemeenschap streeft ernaar met de partnerlanden in het Middellandse-Zeegebied, in het bijzonder op hun verzoek met de landen van de Maghreb en de Mashrak, overeenkomsten te sluiten inzake toepassing van cumulatie van de oorsprong, zodra de betrokken partners bereid zijn gelijkluidende oorsprongsregels toe te passen.

De partijen verklaren voorts dat verschillen met betrekking tot het type cumulatie dat in de deelnemende landen reeds van kracht is, geen belemmering vormen voor het bereiken van dit doel. Onmiddellijk na de ondertekening van de overeenkomst vangen de partijen, met dit doel voor ogen, een onderzoek aan naar de mogelijkheden tot cumulatie met de betrokken landen gedurende de overgangsperiode, met name voor sectoren waarvoor de betrokken mediterrane landen gelijkluidende oorsprongsregels toepassen.

De Gemeenschap zal de betrokken partnerlanden bijstand verlenen om tot cumulatie van de oorsprongsregels te komen.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING INZAKE DE VERWERKINGSEISEN VERVAT IN BIJLAGE II

Beide partijen stemmen in met de verwerkingseisen die in de bijlagen II en IIA bij de overeenkomst zijn vervat.

Een beperkt aantal met redenen omklede verzoeken van Egypte om afwijking zal door de Gemeenschap evenwel in behandeling worden genomen, mits deze verzoeken niet van zodanige aard zijn dat afbreuk wordt gedaan aan het streven naar cumulatie van de oorsprong uit de landen van het Middellandse-Zeegebied.

PROTOCOL Nr. 5

inzake wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder:

a)

„douanewetgeving”: de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die op het grondgebied van de partijen van toepassing zijn op de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing daarvan onder andere douaneregelingen of -procedures, met inbegrip van verbods-, beperkings- en controlemaatregelen;

b)

„verzoekende autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die door een der partijen is aangewezen en die een verzoek om bijstand op grond van dit protocol indient;

c)

„aangezochte autoriteit”: een bevoegde administratieve autoriteit die door een der partijen is aangewezen en die een verzoek om bijstand op grond van dit protocol ontvangt;

d)

„persoonsgegevens”: alle gegevens betreffende een natuurlijke persoon van wie de identiteit bekend is of kan worden vastgesteld;

e)

„met de douanewetgeving strijdige handeling”: elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar op de onder hun bevoegdheid vallende gebieden bijstand, op de wijze en op de voorwaarden als bij dit protocol vastgesteld, met het oog op correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder bij het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van handelingen in strijd met deze wetgeving.

2.   De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor alle administratieve autoriteiten van de partijen die voor de toepassing van dit protocol bevoegd zijn. Deze bijstand doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor gegevens die zijn verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van gerechtelijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

3.   Dit protocol heeft geen betrekking op bijstand bij de invordering van rechten, heffingen en boetes.

Artikel 3

Bijstand op verzoek

1.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle terzake dienende informatie die deze nodig heeft om erop toe te zien dat de douanewetgeving correct wordt toegepast, met inbegrip van informatie betreffende voorgenomen of vastgestelde handelingen die met deze wetgeving in strijd zijn of zouden kunnen zijn.

2.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede:

a)

of goederen die uit het grondgebied van een der partijen zijn uitgevoerd op correcte wijze op het grondgebied van een andere partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval met vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst;

b)

of goederen die op het grondgebied van een der partijen zijn ingevoerd op correcte wijze uit het grondgebied van de andere partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval met vermelding van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

3.   Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit, overeenkomstig haar wet- en regelgeving, de nodige maatregelen met het oog op bijzonder toezicht op:

a)

natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien van wie een gegrond vermoeden bestaat dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;

b)

plaatsen waar goederen op zodanige wijze zijn of zouden kunnen zijn opgeslagen dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bedoeld zijn om te worden gebruikt bij handelingen die in strijd zijn met de douanewetgeving;

c)

goederen die op zodanige wijze worden of zouden kunnen worden vervoerd dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt;

d)

vervoermiddelen die op zodanige wijze worden of zouden kunnen worden gebruikt dat redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij bestemd zijn om in strijd met de douanewetgeving te worden gebruikt.

Artikel 4

Bijstand op eigen initiatief

De partijen verlenen elkaar, in overeenstemming met hun wet- en regelgeving, op eigen initiatief bijstand indien zij dit noodzakelijk achten voor de juiste toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder indien zij informatie hebben verkregen over:

activiteiten die met deze wetgeving in strijd zijn of lijken te zijn en die voor de andere partij van belang zouden kunnen zijn;

nieuwe middelen of methoden die worden gebruikt bij overtredingen van de douanewetgeving;

goederen die het voorwerp vormen van handelingen in strijd met de douanewetgeving;

natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien van wie een gegrond vermoeden bestaat dat zij handelingen verrichten of hebben verricht die met de douanewetgeving in strijd zijn;

middelen van vervoer waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat zij gebruikt zijn of kunnen worden om handelingen te verrichten die met de douanewetgeving in strijd zijn.

Artikel 5

Verstrekking van documenten en kennisgeving van besluiten

Op aanvraag van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit overeenkomstig haar wet- en regelgeving alle maatregelen die nodig zijn voor:

verstrekking van documenten of

kennisgeving van besluiten

die van de verzoekende autoriteit uitgaan en verband houden met de toepassing van dit protocol, aan een geadresseerde die op het grondgebied van de aangezochte autoriteit verblijft of gevestigd is.

Verzoeken om verstrekking van documenten of kennisgeving van besluiten worden schriftelijk aan de aangezochte autoriteit gericht in een officiële taal van die autoriteit of in een voor die autoriteit aanvaardbare taal.

Artikel 6

Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand

1.   Verzoeken op grond van dit protocol worden schriftelijk gedaan en gaan vergezeld van de bescheiden die voor de behandeling ervan noodzakelijk zijn. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.

2.   Overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken moeten de volgende gegevens bevatten:

a)

de naam van de verzoekende autoriteit;

b)

de gevraagde maatregel;

c)

het voorwerp en de reden van het verzoek;

d)

de toepasselijke wet- en regelgeving en andere rechtselementen;

e)

zo nauwkeurige en volledig mogelijke gegevens betreffende de natuurlijke personen of rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;

f)

een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd.

3.   Verzoeken moeten worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor deze autoriteit aanvaardbare taal. Deze eis is niet van toepassing op documenten die bij het in lid 1 bedoelde verzoek zijn gevoegd.

4.   Indien een verzoek niet in de juiste vorm wordt gedaan, kan om correctie of aanvulling worden verzocht. Er kunnen echter reeds voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Artikel 7

Behandeling van verzoeken

1.   Om aan een verzoek om bijstand te voldoen, gaat de aangezochte autoriteit, binnen de perken van haar bevoegdheden en met de middelen waarover zij beschikt, te werk alsof zij voor eigen rekening of in opdracht van een andere autoriteit van dezelfde partij handelt, door reeds beschikbare informatie te verstrekken en het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten. Deze bepaling is tevens van toepassing op instanties aan welke de aangezochte autoriteit het verzoek doorzendt, indien deze autoriteit niet zelfstandig kan handelen.

2.   Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wet- en regelgeving van de aangezochte partij.

3.   Daartoe gemachtigde ambtenaren van een der partijen kunnen met instemming van de andere partij en op de door deze gestelde voorwaarden, in de kantoren van de aangezochte autoriteit of van een andere betrokken instantie als bedoeld in lid 1, gegevens verzamelen over handelingen die met de douanewetgeving in strijd zijn of kunnen zijn en die de verzoekende autoriteit voor de toepassing van dit protocol nodig heeft.

4.   Ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere partij en op de door deze gestelde voorwaarden, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het grondgebied van laatstgenoemde wordt verricht.

Artikel 8

Vorm waarin de informatie dient te worden verstrekt

1.   De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het ingestelde onderzoek aan de verzoekende autoriteit mede in de vorm van documenten, gewaarmerkte kopieën van documenten, rapporten en dergelijke.

2.   Deze informatie kan met behulp van systemen voor automatische gegevensverwerking worden verstrekt.

3.   De originelen van dossiers en documenten worden uitsluitend op verzoek verstrekt, wanneer gewaarmerkte afschriften niet toereikend zijn. Deze originelen worden ten spoedigste geretourneerd.

Artikel 9

Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend

1.   Bijstand kan worden geweigerd of er kunnen voorwaarden of eisen aan worden verbonden, wanneer een partij van oordeel is dat bijstand op grond van dit protocol:

a)

de soevereiniteit zou kunnen aantasten van Egypte of van de lidstaat die om bijstand is verzocht;

b)

de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen in gevaar zou kunnen brengen, in het bijzonder in de in artikel 10, lid 2, bedoelde gevallen, of

c)

tot schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim zou leiden.

2.   De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of procedure zou verstoren. In dat geval pleegt de aangezochte autoriteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend op door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.

3.   Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.

4.   Indien bijstand wordt geweigerd, dient het besluit daartoe en de redenen daarvoor terstond aan de verzoekende autoriteit te worden medegedeeld.

Artikel 10

Uitwisseling van informatie en geheimhouding

1.   Alle informatie die ter uitvoering van dit protocol in welke vorm dan ook wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter, overeenkomstig de regelgeving van elk van de partijen. De verstrekte gegevens vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming die de desbetreffende wetgeving van de partij die ze heeft ontvangen aan dergelijke gegevens biedt, dan wel de desbetreffende bepalingen die op de instellingen van de Gemeenschap van toepassing zijn.

2.   Persoonsgegevens mogen uitsluitend worden doorgegeven indien de partij die deze ontvangt zich ertoe verbindt deze gegevens op een wijze te beschermen die ten minste gelijkwaardig is aan de wijze waarop de partij die de gegevens verstrekt deze beschermt. Te dien einde stellen de partijen elkaar in kennis van hun terzake geldende voorschriften, met inbegrip van, in voorkomend geval, de rechtsvoorschriften van de lidstaten van de Gemeenschap.

3.   Het gebruik van op grond van dit protocol verkregen informatie in gerechtelijke en administratieve procedures in verband met overtredingen van de douanewetgeving wordt geacht voor de doeleinden van dit protocol te geschieden. De partijen kunnen derhalve bij de bewijsvoering, in verslagen en getuigenissen en bij procedures die bij rechtbanken aanhangig worden gemaakt, gebruik maken van informatie die op grond van dit protocol is verkregen en documenten waarin op grond van dit protocol inzage is gegeven. De bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt of inzage heeft gegeven tot deze documenten wordt van dergelijk gebruik in kennis gesteld.

4.   De verkregen informatie wordt uitsluitend voor de toepassing van dit protocol gebruikt. Indien één van de partijen dergelijke informatie voor andere doeleinden wenst te gebruiken, dient zij vooraf om de schriftelijke toestemming te verzoeken van de autoriteit die de informatie heeft verstrekt. Dergelijke informatie mag uitsluitend op de door deze autoriteit vastgestelde voorwaarden worden gebruikt.

Artikel 11

Deskundigen en getuigen

Een onder een aangezochte autoriteit ressorterende ambtenaar kan worden gemachtigd, binnen de perken van de hem verleende machtiging, als getuige of deskundige op te treden in gerechtelijke of administratieve procedures die betrekking hebben op aangelegenheden waarop dit protocol van toepassing is, en daarbij de voor deze procedures noodzakelijke voorwerpen, bescheiden of gewaarmerkte kopieën over te leggen. In de convocatie dient uitdrukkelijk te worden vermeld over welke aangelegenheid en in welke functie of hoedanigheid de betrokken ambtenaar zal worden ondervraagd.

Artikel 12

Kosten van de bijstand

De partijen brengen elkaar geen kosten in rekening voor uitgaven die ter uitvoering van dit protocol zijn gemaakt, met uitzondering, in voorkomend geval, van de uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en vertalers die niet in overheidsdienst zijn.

Artikel 13

Tenuitvoerlegging

1.   Met de tenuitvoerlegging van dit protocol zijn enerzijds de douaneautoriteiten van Egypte en anderzijds de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten belast. Zij stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing van dit protocol vast, daarbij de voorschriften op het gebied van de gegevensbescherming in aanmerking nemend. Zij kunnen de bevoegde autoriteiten aanbevelingen doen over wijzigingen die naar hun oordeel in dit protocol moeten worden aangebracht.

2.   De partijen plegen overleg over en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit protocol worden vastgesteld.

Artikel 14

Andere overeenkomsten

1.   Rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de Europese Gemeenschap en van haar lidstaten, geldt voor de bepalingen van dit protocol het volgende:

zij hebben geen gevolgen voor de verplichtingen van de partijen op grond van andere internationale overeenkomsten of verdragen;

zij worden geacht een aanvulling te vormen op overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die zijn of kunnen worden gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Egypte;

zij hebben geen gevolgen voor de communautaire bepalingen betreffende de uitwisseling tussen de bevoegde diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de douaneautoriteiten van de lidstaten van gegevens die op grond van dit protocol zijn verkregen en die van belang kunnen zijn voor de Gemeenschap.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1 hebben de bepalingen van dit protocol voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten betreffende wederzijdse bijstand die tussen afzonderlijke lidstaten en Egypte zijn of kunnen worden gesloten, indien de bepalingen van laatstgenoemde overeenkomsten met die van dit protocol strijdig zijn.

3.   In geval van problemen in verband met de toepassing van dit protocol plegen de partijen onderling overleg in het Associatiecomité om deze op te lossen.

SLOTAKTE

De gevolmachtigden van:

HET KONINKRIJK BELGIË,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE FRANSE REPUBLIEK,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK FINLAND,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

verdragsluitende partijen bij het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP en het Verdrag tot oprichting van de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna „de lidstaten” te noemen, en van

de EUROPESE GEMEENSCHAP en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL, hierna „de Gemeenschap” te noemen,

enerzijds, en

de gevolmachtigden van de Arabische Republiek Egypte, hierna „Egypte” te noemen,

anderzijds,

bijeengekomen te Luxemburg, op 25 juni 2001, voor de ondertekening van de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, hierna de „Europees-mediterrane overeenkomst” te noemen, hebben de volgende teksten aangenomen:

De Europees-mediterrane overeenkomst, de bijlagen daarbij en de volgende protocollen:

Protocol nr. 1

betreffende de regelingen die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten van oorsprong uit Egypte van toepassing zijn,

Protocol nr. 2

betreffende de regelingen die bij de invoer in Egypte van landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap van toepassing zijn,

Protocol nr. 3

betreffende de regeling van toepassing op verwerkte landbouwproducten,

Protocol nr. 4

betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en regelingen voor administratieve samenwerking,

Protocol nr. 5

betreffende wederzijdse bijstand tussen administratieve autoriteiten in douanezaken.

De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Egypte hebben de volgende gemeenschappelijke verklaringen aangenomen, die aan deze Slotakte zijn gehecht:

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 3, lid 2

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 14

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 18

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 34

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 37 en bijlage VI

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende titel VI, hoofdstuk 1

 

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de bescherming van persoonsgegevens.

De gevolmachtigden van Egypte nemen kennis van de volgende unilaterale verklaringen van de Europese Gemeenschap:

 

Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 11

 

Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 19

 

Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 21

 

Verklaring van de Europese Gemeenschap betreffende artikel 34.

 

Verklaring van de Europese Gemeenschap.

De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van Egypte hebben tevens nota genomen van de volgende aan deze Slotakte gehechte overeenkomst in de vorm van een briefwisseling:

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Egypte betreffende de invoer in de Gemeenschap van verse afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van post 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief.

Hecho en Luxemburgo, el veinticinco de junio de dos mil uno.

Udfærdiget i Luxembourg den femogtyvende juni to tusind og et.

Geschehen zu Luxemburg am fünfundzwanzigsten Juni zweitausendundeins.

Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι πέντε Ιουνίου δύο χιλιάδες ένα.

Done at Luxembourg on the twenty-fifth day of June in the year two thousand and one.

Fait à Luxembourg, le vingt-cinq juin deux mille un.

Fatto a Lussemburgo, addì venticinque giugno duemilauno.

Gedaan te Luxemburg, de vijfentwintigste juni tweeduizendeneen.

Feito no Luxemburgo, em vinte e cinco de Junho de dois mil e um.

Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäviidentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattayksi.

Som skedde i Luxemburg den tjugofemte juni tjugohundraett.

Image

Pour le Royaume de Belgique

Voor het Koninkrijk België

Für das Königreich Belgien

Image

Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Région wallonne, la Région flamande et la Région de Bruxelles-Capitale.

Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Diese Unterschrift bindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Französische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.

På Kongeriget Danmarks vegne

Image

Für die Bundesrepublik Deutschland

Image

Για την Ελληνική Δημοκρατία

Image

Por el Reino de España

Image

Pour la République française

Image

Thar cheann Na hÉireann

For Ireland

Image

Per la Repubblica italiana

Image

Pour le Grand-Duché de Luxembourg

Image

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

Image

Für die Republik Österreich

Image

Pela República Portuguesa

Image

Suomen tasavallan puolesta

Image

För Konungariket Sverige

Image

For the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

Image

Por las Comunidades Europeas

For De Europæiske Fællesskaber

Für die Europäischen Gemeinschaften

Για τις Ευρωπαïκές Κοινότητες

For the European Communities

Pour les Communautés européennes

Per le Comunità europee

Voor de Europese Gemeenschappen

Pelas Comunidades Europeias

Euroopan yhteisöjen puolesta

På Europeiska gemenskapernas vägnar

Image

Image

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 3, LID 2

De partijen zijn het erover eens dat de politieke dialoog en de samenwerking tevens betrekking hebben op vraagstukken in verband met de bestrijding van terrorisme.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 14

De partijen komen overeen dat zij onderhandelingen zullen voeren over wederzijdse verlening van concessies voor de handel in vis en visserijproducten, op basis van wederkerigheid en wederzijds belang. Er wordt naar gestreefd uiterlijk één jaar na de ondertekening van de overeenkomst tot overeenstemming te komen over de details.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 18

Bij ernstige moeilijkheden die ontstaan zijn door de omvang van de invoer, kunnen de bepalingen inzake overleg tussen de partijen worden toegepast, indien nodig met spoed.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 34

De partijen erkennen dat Egypte thans werkt aan de formulering van de concurrentiewetgeving. Deze zal de noodzakelijke voorwaarden scheppen voor overeenstemming over de uitvoeringsbepalingen bedoeld in artikel 34, lid 2. Zolang de formulering van de eigen wetgeving niet is voltooid, neemt Egypte de in de Europese Unie ontwikkelde concurrentieregels in acht.

Zolang de in artikel 34, lid 2, bedoelde uitvoeringsbepalingen niet zijn vastgesteld, kunnen de partijen bij ernstige moeilijkheden de kwestie ter overweging voorleggen aan de Associatieraad.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 37 EN BIJLAGE VI

In het kader van de overeenkomst omvat intellectuele eigendom inzonderheid het volgende: auteursrechten, met inbegrip van de auteursrechten op computerprogramma's, en naburige rechten, octrooien, industriële tekeningen en modellen, geografische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, fabrieks- en handelsmerken en dienstmerken, schema's (topografieën) van geïntegreerde schakelingen, alsmede bescherming tegen oneerlijke mededinging, als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967) en bescherming van niet openbaargemaakte informatie inzake knowhow.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 39

De partijen komen overeen dat in geval van ernstige verstoring van het evenwicht in hun handelsbalans, waardoor hun handelsbetrekkingen zouden kunnen worden verstoord, elk der partijen kan verzoeken om overleg in het Associatiecomité, teneinde in overeenstemming met het bepaalde in artikel 39 de totstandkoming van evenwichtige economische betrekkingen tussen de partijen te bevorderen en middelen te onderzoeken om de situatie te verbeteren door het evenwicht duurzaam te herstellen.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE TITEL VI, HOOFDSTUK 1

De partijen komen overeen te streven naar vergemakkelijking van de afgifte van visa aan te goeder trouw zijnde personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de overeenkomst, zoals onder andere zakenlieden, investeerders, academici, personen in opleiding en overheidsfunctionarissen. Gezinsleden van personen die legaal op het grondgebied van de andere partij verblijven komen eveneens in aanmerking.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS

De partijen komen overeen dat de bescherming van persoonsgegevens wordt gewaarborgd voor alle terreinen waarop persoonsgegevens zullen worden uitgewisseld.

VERKLARINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 11

Wanneer om overleg wordt verzocht op grond van artikel 11 is de Gemeenschap bereid tot overleg binnen 30 dagen nadat Egypte het Associatiecomité van de buitengewone maatregel in kennis heeft gesteld.

Dergelijk overleg moet waarborgen dat de betrokken maatregelen in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 11. De Gemeenschap zal zich niet tegen vaststelling van de maatregelen verzetten, indien aan deze voorwaarden is voldaan.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 19

De in artikel 19, lid 2, bedoelde bijzondere bepalingen die de Gemeenschap toepast ten aanzien van de Canarische Eilanden zijn die welke zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 21

De Gemeenschap is bereid op verzoek van Egypte bijeenkomsten te houden op het niveau van ambtenaren, teneinde informatie te verstrekken over wijzigingen die zich in haar handelsbetrekkingen met derde landen kunnen hebben voorgedaan.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP BETREFFENDE ARTIKEL 34

De Gemeenschap verklaart dat zij, tot de Associatieraad de in artikel 34, lid 2, bedoelde regels inzake eerlijke concurrentie heeft vastgesteld, in het kader van de interpretatie van artikel 34, lid 1, alle handelwijzen die in strijd zijn met dat artikel zal beoordelen aan de hand van de criteria die voortvloeien uit de regels die vervat zijn in de artikelen 81, 82 en 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de artikelen 65 en 66 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal voor producten die onder dat Verdrag vallen, alsmede de communautaire regelgeving inzake overheidssteun, met inbegrip van het afgeleide recht.

Ten aanzien van de landbouwproducten bedoeld in titel II, hoofdstuk 3, verklaart de Gemeenschap dat zij alle handelwijzen die in strijd zijn met artikel 34, lid 1, onder i), zal beoordelen aan de hand van de criteria die de Gemeenschap heeft vastgesteld op grond van de artikelen 36 en 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name die welke zijn vastgesteld bij Verordening nr. 26/62 van de Raad, zoals gewijzigd, en alle handelwijzen die in strijd zijn met artikel 34, lid 1, onder iii), aan de hand van de criteria die de Gemeenschap heeft vastgesteld op grond van de artikelen 36 en 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

VERKLARING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

De bepalingen van de overeenkomst die binnen de toepassingssfeer van deel III, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, binden het Verenigd Koninkrijk en Ierland als afzonderlijke overeenkomstsluitende partijen, en niet als deel van de Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk of Ierland (naar gelang van het geval) de Arabische Republiek Egypte ervan in kennis stelt dat het Verenigd Koninkrijk of Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeenschap overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken, overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan die Verdragen is gehecht.

OVEREENKOMST

in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Egypte betreffende de invoer in de Gemeenschap van verse afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van post 0603 10 van het gemeenschappelijke douanetarief

Mijnheer,

Door de Gemeenschap en Egypte is het volgende overeengekomen:

Protocol nr. 1 bij de Europees-mediterrane overeenkomst voorziet in afschaffing van de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers, vallende onder post 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Egypte, met inachtneming van een limiet van 3 000 ton.

Egypte verbindt zich tot naleving van onderstaande voorwaarden ten aanzien van de invoer in de Gemeenschap van rozen en anjers die voor de afschaffing van deze rechten in aanmerking komen:

het prijsniveau voor de invoer in de Gemeenschap moet ten minste 85 % bedragen van het communautaire prijsniveau voor dezelfde producten gedurende dezelfde perioden;

het prijsniveau van de Egyptische producten wordt vastgesteld aan de hand van de prijzen van de ingevoerde producten op representatieve invoermarkten van de Gemeenschap;

het communautaire prijsniveau wordt vastgesteld aan de hand van de producentenprijzen op representatieve markten van de belangrijkste productielidstaten;

het prijsniveau wordt iedere twee weken vastgesteld en gecorrigeerd voor de respectieve hoeveelheden. Deze bepaling geldt zowel voor de communautaire prijzen als voor de Egyptische prijzen;

bij de vaststelling van zowel de communautaire producentenprijzen als de invoerprijzen van Egyptische producten wordt onderscheid gemaakt tussen grootbloemige en kleinbloemige rozen en tussen eenbloemige en veelbloemige anjers;

indien het Egyptische prijsniveau voor een product minder dan 85 % van het communautaire prijsniveau bedraagt, wordt de tariefpreferentie opgeschort. De Gemeenschap stelt de tariefpreferentie opnieuw in, zodra een Egyptisch prijsniveau van 85 % of meer van het communautaire prijsniveau is vastgesteld.

Ik moge u verzoeken te bevestigen dat uw regering met de inhoud van deze brief instemt.

Gelieve, mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Namens de Europese Gemeenschap

Mijnheer,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:

„Door de Gemeenschap en Egypte is het volgende overeengekomen:

Protocol nr. 1 bij de Europees-mediterrane overeenkomst voorziet in afschaffing van de douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, vers, vallende onder post 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Egypte, met inachtneming van een limiet van 3 000 ton.

Egypte verbindt zich tot naleving van onderstaande voorwaarden ten aanzien van de invoer in de Gemeenschap van rozen en anjers die voor de afschaffing van deze rechten in aanmerking komen:

het prijsniveau voor de invoer in de Gemeenschap moet ten minste 85 % bedragen van het communautaire prijsniveau voor dezelfde producten gedurende dezelfde perioden;

het prijsniveau van de Egyptische producten wordt vastgesteld aan de hand van de prijzen van de ingevoerde producten op representatieve invoermarkten van de Gemeenschap;

het communautaire prijsniveau wordt vastgesteld aan de hand van de producentenprijzen op representatieve markten van de belangrijkste productielidstaten;

het prijsniveau wordt iedere twee weken vastgesteld en gecorrigeerd voor de respectieve hoeveelheden. Deze bepaling geldt zowel voor de communautaire prijzen als voor de Egyptische prijzen;

bij de vaststelling van zowel de communautaire producentenprijzen als de invoerprijzen van Egyptische producten wordt onderscheid gemaakt tussen grootbloemige en kleinbloemige rozen en tussen eenbloemige en veelbloemige anjers;

indien het Egyptische prijsniveau voor een product minder dan 85 % van het communautaire prijsniveau bedraagt, wordt de tariefpreferentie opgeschort. De Gemeenschap stelt de tariefpreferentie opnieuw in, zodra een Egyptisch prijsniveau van 85 % of meer van het communautaire prijsniveau is vastgesteld.

Ik moge u verzoeken te bevestigen dat uw regering met de inhoud van deze brief instemt.”.

Ik heb de eer te bevestigen dat mijn regering met de inhoud van uw brief instemt.

Gelieve, mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor de regering van de Arabische Republiek Egypte


30.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/209


BESLUIT VAN DE RAAD

van 29 april 2004

betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart

(2004/636/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de instemming van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In verband met de congestie van het luchtruim en de op handen zijnde tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim moeten op communautair niveau en in het kader van de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol) dringend maatregelen worden getroffen.

(2)

De Gemeenschap heeft de exclusieve bevoegdheid of een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid op bepaalde gebieden die vallen onder het Internationaal Verdrag van 13 december 1960 tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (het Eurocontrol-verdrag), meermalen gewijzigd, en geconsolideerd bij het protocol dat op 27 juni 1997 voor ondertekening is opengesteld („het herziene verdrag”). Artikel 40 van het herziene verdrag staat toe dat de Gemeenschap tot Eurocontrol toetreedt met het oog op de uitoefening van die bevoegdheden.

(3)

De Commissie heeft namens de Gemeenschap met de partijen bij het Eurocontrol-verdrag onderhandeld over een protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot Eurocontrol („het protocol”).

(4)

Het protocol is namens de Gemeenschap op 8 oktober 2002 te Brussel ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

(5)

Ingevolge de verplichtingen tot samenwerking tussen de Gemeenschap en de lidstaten dienen de Gemeenschap en de lidstaten die lid zijn van Eurocontrol het toetredingsprotocol en het herziene verdrag gelijktijdig te bekrachtigen teneinde een uniforme en volledige toepassing van de bepalingen daarvan binnen de Gemeenschap te waarborgen.

(6)

Het protocol dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn namens de Europese Gemeenschap de akte van bekrachtiging, samen met de bij dit besluit gevoegde verklaring inzake bevoegdheid, neer te leggen bij de regering van het Koninkrijk België, overeenkomstig artikel 9, lid 2, van het protocol.

De akte van bekrachtiging van het protocol door de Europese Gemeenschap wordt op hetzelfde tijdstip neergelegd als de akten van bekrachtiging van het protocol door alle lidstaten en de akten van bekrachtiging van het herziene verdrag door alle lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 29 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

M. McDOWELL


(1)  Advies uitgebracht op 20 april 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).


PROTOCOL

betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol-verdrag) van 13 december 1960, meermalen gewijzigd en door het Protocol van 27 juni 1997 geconsolideerd

DE REPUBLIEK ALBANIË,

DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

HET KONINKRIJK BELGIË,

DE REPUBLIEK BULGARIJE,

DE REPUBLIEK CYPRUS,

DE REPUBLIEK KROATIË,

HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

HET KONINKRIJK SPANJE,

DE REPUBLIEK FINLAND,

DE FRANSE REPUBLIEK,

HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

DE HELLEENSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK HONGARIJE,

IERLAND,

DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

DE VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË,

HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

DE REPUBLIEK MALTA,

DE REPUBLIEK MOLDAVIË,

HET VORSTENDOM MONACO,

HET KONINKRIJK NOORWEGEN,

HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

DE PORTUGESE REPUBLIEK,

ROEMENIË,

DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK SLOVENIË,

HET KONINKRIJK ZWEDEN,

DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,

DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

DE REPUBLIEK TURKIJE,

EN

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

Gelet op het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol-verdrag) van 13 december 1960 gewijzigd door het Aanvullend Protocol van 6 juli 1970, op zijn beurt gewijzigd door het Protocol van 21 november 1978, het geheel gewijzigd door het Protocol van 12 februari 1981, en herzien en geconsolideerd door het Protocol van 27 juni 1997, hierna „het verdrag” genoemd, en met name op artikel 40 hiervan,

Gelet op de bevoegdheden die bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957, herzien door het Verdrag van Amsterdam van 2 oktober 1997, zijn toegekend aan de Europese Gemeenschap op bepaalde, door het verdrag bestreken gebieden,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

De Europese Gemeenschap treedt, binnen het kader van haar bevoegdheid, tot het verdrag toe onder de in dit protocol vastgelegde voorwaarden, overeenkomstig artikel 40 van het verdrag.

Artikel 2

Met betrekking tot de Europese Gemeenschap is het verdrag in het raam van haar bevoegdheid van toepassing op „en route”-luchtvaartdiensten en de daarmede verband houdende naderings- en plaatselijke diensten ten behoeve van het luchtverkeer in de vluchtinformatiegebieden van haar lidstaten zoals in bijlage II bij het verdrag opgesomd, en binnen de grenzen van de territoriale toepasselijkheid van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

De toepassing van dit protocol op de luchthaven van Gibraltar laat de respectieve rechtsopvattingen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven is gelegen, onverlet.

De toepassing van dit protocol op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort totdat de regelingen van de gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van 2 december 1987 van toepassing worden. De regeringen van het Koninkrijk Spanje en van het Verenigd Koninkrijk zullen de overige verdragsluitende partijen bij dit protocol van die datum in kennis stellen.

Artikel 3

Onverminderd het in dit protocol bepaalde, worden de bepalingen van het verdrag uitgelegd als de Europese Gemeenschap in het kader van haar bevoegdheid omsluitende; de onderscheiden termen ter aanduiding van de verdragsluitende partijen en hun vertegenwoordigers moeten dienovereenkomstig worden begrepen.

Artikel 4

De Europese Gemeenschap draagt niet bij aan de begroting van Eurocontrol.

Artikel 5

Onverminderd de uitoefening van haar stemrecht krachtens artikel 6 is de Europese Gemeenschap gerechtigd te zijn vertegenwoordigd in en betrokken bij de werkzaamheden van alle organen van Eurocontrol waarin elk van haar lidstaten rechtens als verdragsluitende partij is vertegenwoordigd en waarin onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende kwesties kunnen worden behandeld, zulks met uitzondering van de met audit belaste organen.

In alle lichamen van Eurocontrol waaraan zij rechtens deelneemt doet de Europese Gemeenschap haar standpunten gelden binnen het kader van haar bevoegdheid overeenkomstig de haar eigen institutionele regels.

De Europese Gemeenschap mag noch voor het lidmaatschap van verkozen Eurocontrol-organen, noch voor ambten in die lichamen waaraan zij rechtens deelneemt, kandidaten voordragen.

Artikel 6

1.   Voor besluiten omtrent zaken waarin de Europese Gemeenschap uitsluitende bevoegdheid geniet en ter toepassing van de regels van artikel 8 van het verdrag, oefent de Europese Gemeenschap het stemrecht van haar lidstaten krachtens het verdrag uit en de aldus door de Europese Gemeenschap uitgebrachte stemmen en gewogen stemmen worden gecumuleerd ter bepaling van de in voornoemd artikel 8 van het verdrag vermelde meerderheden. Bij stemming door de Gemeenschap stemmen haar lidstaten niet.

Ter bepaling van het aantal verdragsluitende partijen benodigd voor de inwilliging van een verzoek tot besluitvorming bij drievierde meerderheid als bepaald aan het eind van artikel 8, lid 2, eerste alinea, wordt de Gemeenschap geacht haar lidstaten die tevens lid zijn van Eurocontrol, te vertegenwoordigen.

2.   Een besluit ten aanzien van een specifiek onderwerp waarover door de Europese Gemeenschap moet worden gestemd, wordt op een daartoe strekkend verzoek van een verdragsluitende partij die geen lid is van de Europese Gemeenschap, uitgesteld. Het uitstel wordt benut voor overleg tussen de verdragsluitende partijen, bijgestaan door het Agentschap van Eurocontrol, over het voorgestelde besluit. In geval van een dergelijk verzoek kan de besluitvorming met uiterlijk zes maanden worden verdaagd.

Bij besluiten omtrent kwesties waarin de Europese Gemeenschap geen uitsluitende bevoegdheid geniet, stemmen de lidstaten van de Europese Gemeenschap overeenkomstig hun stemrecht als bepaald in artikel 8 van het verdrag en neemt de Europese Gemeenschap geen deel aan de stemming.

3.   De Europese Gemeenschap stelt de overige verdragsluitende partijen ervan in kennis wanneer zij voor een agendapunt van de algemene vergadering, de Raad of een overlegorgaan waaraan de algemene vergadering en de Raad bevoegdheden hebben gedelegeerd, het onder lid 1 van dit artikel bedoelde stemrecht zal uitoefenen. Deze verplichting geldt eveneens voor per briefwisseling te nemen besluiten.

Artikel 7

De draagwijdte van de aan de Gemeenschap verleende bevoegdheid is in algemene termen aangeduid in een door de Europese Gemeenschap bij de ondertekening van dit protocol afgelegde schriftelijke verklaring.

Deze verklaring kan, zo nodig, worden gewijzigd door kennisgeving van de Europese Gemeenschap aan Eurocontrol. Zij vormt geen vervanging of enigerlei inperking van de zaken die kunnen worden bestreken in de kennisgeving inzake de bevoegdheid van de Gemeenschap welke vóór de besluitvorming in Eurocontrol door formele stemming of anderszins dient te geschieden.

Artikel 8

Artikel 34 van het verdrag is van toepassing op elk geschil tussen twee of meer verdragsluitende partijen bij dit protocol of tussen een of meer verdragsluitende partijen bij dit protocol en Eurocontrol aangaande de interpretatie, toepassing of uitvoering van dit protocol en met name zijn bestaansreden, geldigheid en opzegging.

Artikel 9

1.   Dit protocol wordt ter ondertekening opengesteld voor alle ondertekenende staten van het Protocol tot consolidatie van het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol-verdrag) van 13 december 1960, meermalen gewijzigd en op 27 juni 1997 ter ondertekening opengesteld, hierna „het consoliderend protocol” genoemd, alsmede voor de Europese Gemeenschap.

Voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding wordt het tevens ter ondertekening opengesteld voor elke staat welke naar behoren is gemachtigd het consoliderend protocol te ondertekenen, zulks overeenkomstig artikel II van genoemd protocol.

2.   Dit protocol dient bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd te worden. De instrumenten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de regering van het Koninkrijk België.

3.   Wanneer het is bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd door alle ondertekenende staten die tevens ondertekenaars zijn van het consoliderend protocol, waarvan de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring is vereist voor de inwerkingtreding van het consoliderend protocol enerzijds, alsmede door de Europese Gemeenschap anderzijds, wordt dit protocol van kracht op de eerste dag van de tweede maand na de nederlegging van het laatste instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, mits het consoliderend protocol op die datum van kracht is geworden. Indien niet aan deze voorwaarde is voldaan, wordt dit protocol van kracht op dezelfde datum als het consoliderend protocol.

4.   Dit protocol treedt voor die ondertekenaars die hun instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring na de datum van inwerkingtreding hebben nedergelegd, in werking op de eerste dag van de tweede maand na de nederlegging van het desbetreffende instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

5.   De regering van het Koninkrijk België stelt de regeringen van de overige staten, ondertekenaars van dit protocol, alsook de Europese Gemeenschap in kennis van elke ondertekening, elke nederlegging van een instrument van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring en van elke datum van inwerkingtreding van dit protocol krachtens de leden 3 en 4.

Artikel 10

Elke toetreding tot het verdrag na de datum van inwerkingtreding ervan houdt tevens instemming in met de bindende kracht van dit protocol. De artikelen 39 en 40 van het verdrag zijn ook van toepassing op dit protocol.

Artikel 11

1.   Dit protocol blijft voor onbepaalde tijd van kracht.

2.   Indien alle leden van Eurocontrol die tevens lidstaat van de Europese Gemeenschap zijn, besluiten zich uit Eurocontrol terug te trekken, wordt de kennisgeving van de terugtrekking uit het verdrag alsmede uit dit protocol geacht te zijn gegeven door de Europese Gemeenschap gelijktijdig met de kennisgeving van terugtrekking krachtens artikel 38, lid 2, van het Verdrag door de laatste lidstaat van de Europese Gemeenschap die zich uit Eurocontrol terugtrekt.

Artikel 12

De regering van het Koninkrijk België doet dit protocol registreren bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties, alsook bij de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie krachtens artikel 83 van het op 7 december 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart.

Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, hun handtekening onder dit protocol hebben geplaatst.

Gedaan te Brussel, op 8 oktober 2002, in elk der officiële talen van de ondertekenende staten, in een enkel exemplaar, dat wordt nedergelegd in het archief van de regering van het Koninkrijk België, die een gewaarmerkt afschrift hiervan toezendt aan de regeringen van de overige ondertekenende staten, alsmede aan de Europese Gemeenschap. In geval van verschil tussen de teksten is de Franse tekst doorslaggevend.

Verklaring over de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap ten aanzien van aangelegenheden die onder het Internationale Eurocontrol-verdrag vallen

In overeenstemming met de desbetreffende artikelen van het EG-Verdrag zoals die door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn uitgelegd, geeft deze verklaring aan wat de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap is ten aanzien van aangelegenheden die onder het Internationale Eurocontrol-verdrag vallen.

A.   ALGEMENE BEGINSELEN

1.

De uitoefening van de bevoegdheden die de lidstaten overeenkomstig het EG-Verdrag aan de Gemeenschap hebben overgedragen, is uit de aard der zaak voortdurend aan ontwikkeling onderhevig. In het kader van het verdrag kunnen de bevoegde instellingen besluiten nemen die bepalend zijn voor de omvang van de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap. Daarom behoudt de Europese Gemeenschap zich het recht voor deze verklaring dienovereenkomstig te wijzigen, zonder dat dit een voorafgaande voorwaarde is voor de uitoefening van haar bevoegdheden in Eurocontrol.

2.

In verband met Eurocontrol is alleen de externe bevoegdheid van de Europese Gemeenschap relevant. Een en ander heeft tot gevolg dat, tenzij de bevoegde instellingen uitdrukkelijk besluiten tot rechtstreekse uitoefening van een externe bevoegdheid uit hoofde van het verdrag op een bepaald gebied, de Europese Gemeenschap alleen exclusieve bevoegdheid heeft voorzover internationale overeenkomsten of andere in het kader van internationale samenwerking tot stand gekomen regelgeving gevolgen hebben voor de interne wetgeving (1).

B.   DOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP UITGEOEFENDE BEVOEGDHEDEN

1.   Bevoegdheden inzake luchtverkeersbeheer

a)

Normalisatie: de harmonisatie van technische specificaties in het algemeen en met betrekking tot apparatuur en systemen voor het verstrekken van luchtvaartdiensten in het bijzonder (artikelen 95 en 80 van het EG-Verdrag).

De belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen zijn Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (2) en de Richtlijnen 93/65/EEG van de Raad (3) en 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (4).

b)

Beleid inzake onderzoek en technologische ontwikkeling (artikelen 163 tot en met 173 van het EG-Verdrag).

Momenteel zijn de belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen Besluit 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) en de Beschikkingen 2002/834/EG van de Raad (6) en 2002/835/EG van de Raad (7). Deze instrumenten hebben voornamelijk betrekking op het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (universiteiten en researchinstituten), alsook op onderzoek en technologische ontwikkeling in verband met luchtvaart en telematica, met inbegrip van systemen en apparatuur voor luchtverkeersbeheer.

c)

Trans–Europese netwerken (artikelen 154 tot en met 156 van het EG-Verdrag): het gaat hier om vervoer, telecommunicatie en energie, met als doel te zorgen voor interoperabiliteit en verenigbaarheid van nationale netwerken door collectieve planning, financiële aansporingen en interoperabiliteitsnormen.

De belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen zijn Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad (8) en Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad (9).

d)

Beleid inzake de harmonisatie van het radiospectrum: hier gaat het met name om de totstandbrenging van een oriënterend kader en een juridisch kader om te zorgen voor een coördinatie van de beleidsmaatregelen en de harmonisatie van de voorwaarden met betrekking tot de beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van het radiospectrum die nodig zijn voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt op communautaire beleidsterreinen zoals elektronische communicatie, vervoer, onderzoek en ontwikkeling.

Het belangrijkste rechtsinstrument dat de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen is Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (10).

2.   Bevoegdheden op het gebied van de luchtvaart

Het luchtvaartbeleid (artikel 80, lid 2, van het EG-Verdrag en de daaruit voortvloeiende wetgeving) heeft tot doel het verstrekken van luchtvaartdiensten in de Gemeenschap te vergemakkelijken, de veiligheid en beveiliging te bevorderen en bij te dragen aan de doeltreffende werking van de interne markt.

De belangrijkste rechtsinstrumenten die de Europese Gemeenschap op dit gebied heeft aangenomen zijn de Verordeningen (EEG) nr. 2407/92 van de Raad (11), (EEG) nr. 2408/92 van de Raad (12), (EEG) nr. 2409/92 van de Raad (13) en (EEG) nr. 95/93 van de Raad (14) en de Verordeningen (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (15) en (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad (16), ten uitvoer gelegd bij Verordening (EG) nr. 622/2003 van de Commissie (17), Verordening (EG) nr. 437/2003 van het Europees Parlement en de Raad (18) en Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad (19).

3.

Het is tevens mogelijk dat Eurocontrol een maatregel moet nemen die gevolgen heeft voor de bestaande reglementering op algemene beleidsterreinen van de Gemeenschap, zoals mededinging, vrij verkeer van goederen en diensten (met inbegrip van overheidsopdrachten en gegevensbescherming), milieubescherming, sociaal beleid, economische en sociale samenhang.

C.   BEVOEGDHEID VAN DE LIDSTATEN

1.

Indien de Europese Gemeenschap geen interne regels heeft vastgesteld en er niet is besloten tot rechtstreekse uitoefening van een externe bevoegdheid, blijven de lidstaten bevoegd.

2.

Hierbij zij benadrukt dat het Verdrag de Europese Gemeenschap geen bevoegdheid verleent ten aanzien van aangelegenheden die verband houden met nationale veiligheid en defensie, met als gevolg dat de organisatie en het gebruik van het luchtruim voor militaire doeleinden buiten de bevoegdheidssfeer van de Europese Gemeenschap vallen.


(1)  Aldus door het Hof van Justitie bepaald in de adviezen 1/94 (Jurisprudentie 1994, blz. I-5267), 2/91 (Jurisprudentie 1993, blz. I-1061), 1/76 (Jurisprudentie 1977, blz. 741) en in de zaak 22/71 (Jurisprudentie 1971, blz. 949).

(2)  PB L 373 van 31.12.1991, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1).

(3)  PB L 187 van 29.7.1993, blz. 52. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2082/2000 van de Commissie (PB L 254 van 9.10.2000, blz. 1).

(4)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

(5)  PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.

(6)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1.

(7)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44.

(8)  PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1. Beschikking gewijzigd bij Beschikking nr. 1346/2001/EG (PB L 185 van 6.7.2001, blz. 1).

(9)  PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1655/1999 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 197 van 29.7.1999, blz. 1).

(10)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.

(11)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1.

(12)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 8. Verordening gewijzigd bij de Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden.

(13)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 15.

(14)  PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1554/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 221 van 4.9.2003, blz. 1).

(15)  PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1.

(16)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 1.

(17)  PB L 89 van 5.4.2003, blz. 9.

(18)  PB L 66 van 11.3.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1358/2003 van de Commissie (PB L 194 van 1.8.2003, blz. 9).

(19)  PB L 167 van 4.7.2003, blz. 23.