ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
47e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing |
Bladzijde |
|
|
||
|
* |
||
|
* |
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
* |
Richtlijn 2004/89/EG van de Commissie van 13 september 2004 tot vijfde aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 96/49/EG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor ( 1 ) |
|
|
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing |
|
|
|
Raad |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
* |
2004/641/EG:Besluit van de Commissie van 14 september 2004 tot wijziging van Besluit 2002/627/EG tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten ( 1 ) |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1607/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 september 2004
tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 september 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 september 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 september 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
052 |
71,6 |
999 |
71,6 |
|
0707 00 05 |
052 |
106,2 |
999 |
106,2 |
|
0709 90 70 |
052 |
85,7 |
999 |
85,7 |
|
0805 50 10 |
382 |
67,7 |
388 |
48,1 |
|
524 |
63,6 |
|
528 |
46,6 |
|
999 |
56,5 |
|
0806 10 10 |
052 |
72,8 |
220 |
130,6 |
|
400 |
169,8 |
|
624 |
144,8 |
|
999 |
129,5 |
|
0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90 |
388 |
61,0 |
400 |
106,6 |
|
508 |
69,4 |
|
512 |
102,6 |
|
528 |
86,4 |
|
800 |
177,0 |
|
804 |
89,6 |
|
999 |
98,9 |
|
0808 20 50 |
052 |
99,4 |
388 |
79,8 |
|
999 |
89,6 |
|
0809 30 10, 0809 30 90 |
052 |
115,9 |
999 |
115,9 |
|
0809 40 05 |
066 |
59,0 |
094 |
31,2 |
|
400 |
106,6 |
|
624 |
131,6 |
|
999 |
82,1 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1608/2004 VAN DE COMMISSIE
van 13 september 2004
inzake de stopzetting van de visserij op zeeduivel door vaartuigen die de vlag van België voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 van de Raad van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (2) zijn voor 2004 quota vastgesteld voor zeeduivel. |
(2) |
Om te garanderen dat de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten van een bestand waarvoor een quotum geldt, in acht worden genomen, moet de Commissie de datum vaststellen waarop de vangsten van de vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, geacht worden het toegewezen quotum te hebben bereikt. |
(3) |
Volgens de aan de Commissie meegedeelde gegevens, hebben de hoeveelheden zeeduivel die in de wateren van de ICES-sectoren VIII a, VIII b, VIII d en VIII e zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van België voeren of die in België zijn geregistreerd, het voor 2004 toegewezen quotum bereikt. België heeft de vangst uit dit bestand verboden met ingang van 6 augustus 2004. Deze datum moet derhalve worden aangehouden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De hoeveelheden zeeduivel die in de wateren van de ICES-sectoren VIII a, VIII b, VIII d en VIII e zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van België voeren of die in België zijn geregistreerd, worden geacht het voor 2004 aan België toegewezen quotum te hebben bereikt.
De visserij op zeeduivel in de wateren van de ICES-sectoren VIII a, VIII b, VIII d en VIII e door vaartuigen die de vlag van België voeren of die in België zijn geregistreerd, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen vanaf de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, zijn verboden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 6 augustus 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 september 2004.
Voor de Commissie
Jörgen HOLMQUIST
Directeur-generaal Visserij
(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1954/2003 (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).
(2) PB L 344 van 31.12.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 867/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 144).
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/4 |
VERORDENING (EG) Nr. 1609/2004 VAN DE COMMISSIE
van 13 september 2004
inzake de stopzetting van de visserij op tong door vaartuigen die de vlag van België voeren
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 21, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2287/2003 van de Raad van 19 december 2003 tot vaststelling, voor 2004, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (2) zijn voor 2004 quota vastgesteld voor tong. |
(2) |
Om te garanderen dat de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten van een bestand waarvoor een quotum geldt, in acht worden genomen, moet de Commissie de datum vaststellen waarop de vangsten van de vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, geacht worden het toegewezen quotum te hebben bereikt. |
(3) |
Volgens de aan de Commissie meegedeelde gegevens, hebben de hoeveelheden tong die in de wateren van de ICES-sectoren VIII a en VIII b zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van België voeren of die in België zijn geregistreerd, het voor 2004 toegewezen quotum bereikt. België heeft de vangst uit dit bestand verboden met ingang van 6 augusutus 2004. Deze datum moet derhalve worden aangehouden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De hoeveelheden tong die in de wateren van de ICES-sectoren VIII a en VIII b zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van België voeren of die in België zijn geregistreerd, worden geacht het voor 2004 aan België toegewezen quotum te hebben bereikt.
De visserij op tong in de wateren van de ICES-sectoren VIII a en VIII b door vaartuigen die de vlag van België voeren of die in België zijn geregistreerd, alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen vanaf de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, zijn verboden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 6 augustus 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 september 2004.
Voor de Commissie
Jörgen HOLMQUIST
Directeur-generaal Visserij
(1) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1954/2003 (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).
(2) PB L 344 van 31.12.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 867/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 144).
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 1610/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 september 2004
tot vaststelling van de in Verordening (EG) nr. 573/2003 bedoelde verminderingscoëfficiënt in het kader van het tariefcontingent voor maïs
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 573/2003 van de Commissie van 28 maart 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Besluit 2003/18/EG van de Raad wat betreft de concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde graanproducten van oorsprong uit Roemenië, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2809/2004 (2), en met name op artikel 2, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 573/2003 is een jaarlijks tariefcontingent van 149 000 t maïs voor het verkoopseizoen 2004/2005 geopend. |
(2) |
De overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 573/2003 op 13 september 2004 gevraagde hoeveelheden overschrijden de beschikbare hoeveelheid. Derhalve moet, door vaststelling van de op de gevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt, worden bepaald in hoeverre de certificaten afgegeven kunnen worden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Elke op 13 september 2004 overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 573/2003 ingediende en aan de Commissie meegedeelde invoercertificaataanvraag voor het contingent „Roemenië” voor maïs wordt ingewilligd tot 0,0525388 van de gevraagde hoeveelheden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 september 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 september 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 82 van 29.3.2003, blz. 25.
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/6 |
VERORDENING (EG) Nr. 1611/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 september 2004
tot vaststelling van de in Verordening (EG) nr. 958/2003 bedoelde verminderingscoëfficiënt in het kader van het tariefcontingent voor maïs
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 958/2003 van de Commissie van 3 juni 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Besluit 2003/286/EG van de Raad wat betreft de concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde graanproducten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2809/2004 (2), en met name op artikel 2, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 958/2003 is een jaarlijks tariefcontingent van 88 000 t maïs voor het verkoopseizoen 2004/2005 geopend. |
(2) |
De overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 958/2003 op 13 september 2004 gevraagde hoeveelheden overschrijden de beschikbare hoeveelheid. Derhalve moet, door vaststelling van de op de gevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt, worden bepaald in hoeverre de certificaten afgegeven kunnen worden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Elke op 13 september 2004 overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 958/2003 ingediende en aan de Commissie meegedeelde invoercertificaataanvraag voor het contingent „Bulgarije” voor maïs wordt ingewilligd tot 0,0518166 van de gevraagde hoeveelheden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 september 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 september 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 136 van 4.6.2003, blz. 3.
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/7 |
VERORDENING (EG) Nr. 1612/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 september 2004
tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 september 2004
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat bij de invoer van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden geheven. Voor de producten als bedoeld in lid 2 van dat artikel is het invoerrecht echter gelijk aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs van de betrokken zending. Dit invoerrecht mag echter niet hoger zijn dan het recht van het gemeenschappelijk douanetarief. |
(2) |
In artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat de cif-invoerprijzen worden berekend aan de hand van de representatieve prijzen voor het betrokken product op de wereldmarkt. |
(3) |
Bij Verordening (EG) nr. 1249/96 zijn bepalingen vastgesteld voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1784/2003 ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen. |
(4) |
De vastgestelde invoerrechten zijn van toepassing totdat een nieuwe vaststelling in werking treedt. |
(5) |
Voor het normaal functioneren van het stelsel van invoerrechten moeten deze rechten worden berekend aan de hand van de in een referentieperiode geconstateerde representatieve marktkoersen. |
(6) |
De toepassing van Verordening (EG) nr. 1249/96 leidt ertoe de invoerrechten vast te stellen zoals vermeld in bijlage I bij deze verordening, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde invoerrechten in de sector granen worden vastgesteld in bijlage I bij deze verordening en zijn bepaald aan de hand van de in bijlage II vermelde elementen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 september 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 september 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.
(2) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).
BIJLAGE I
Vanaf 16 september 2004 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten
GN-code |
Omschrijving |
Invoerrecht (1) (in EUR/ton) |
1001 10 00 |
Harde tarwe van hoge kwaliteit |
0,00 |
van gemiddelde kwaliteit |
0,00 |
|
van lage kwaliteit |
3,70 |
|
1001 90 91 |
Zachte tarwe, zaaigoed |
0,00 |
ex 1001 90 99 |
Zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan voor zaaidoeleinden |
0,00 |
1002 00 00 |
Rogge |
43,08 |
1005 10 90 |
Maïs, zaaigoed, andere dan hybriden |
55,86 |
1005 90 00 |
Maïs, andere dan zaaigoed (2) |
55,86 |
1007 00 90 |
Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden |
53,17 |
(1) Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd (artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96) komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:
— |
3 EUR/t, als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, of |
— |
2 EUR/t, als de loshaven in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Estland, Letland, Litouen, Polen, Finland, Zweden of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt. |
(2) De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t, als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
BIJLAGE II
Berekeningselementen
periode van 31.8.-14.9.2004
1. |
Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:
|
2. |
Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96: Vrachttarieven/kosten: Golf van Mexico-Rotterdam: 26,70 EUR/t; Grote Meren-Rotterdam: 31,57 EUR/t. |
3. |
|
(1) Een korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(2) Een korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(3) Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).
(4) Fob Duluth.
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/10 |
VERORDENING (EG) Nr. 1613/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 september 2004
tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van olijfolie
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), en met name op artikel 3, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 3 van Verordening nr. 136/66/EEG, wanneer de prijs in de Gemeenschap hoger is dan de prijsnoteringen op de wereldmarkt, kan het verschil tussen deze prijzen worden overbrugd door een restitutie bij de uitvoer van olijfolie naar derde landen. |
(2) |
De regelen betreffende de vaststelling en de toekenning van de restitutie bij uitvoer van olijfolie zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 616/72 van de Commissie (2). |
(3) |
De restitutie moet overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening nr. 136/66/EEG voor de gehele Gemeenschap gelijk zijn. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening nr. 136/66/EEG moet de restitutie voor olijfolie worden vastgesteld met inachtneming van de situatie en de verwachte ontwikkeling van de olijfolieprijzen en de beschikbare hoeveelheden op de markt van de Gemeenschap en van de olijfolieprijzen op de wereldmarkt. Ingeval de situatie op de wereldmarkt het niet mogelijk maakt de gunstigste noteringen voor olijfolie te bepalen, kan evenwel rekening worden gehouden met de wereldmarktprijs van de voornaamste concurrerende plantaardige oliën en met het gedurende een representatieve periode geconstateerde verschil tussen deze prijs en die van olijfolie. Het restitutiebedrag mag niet hoger zijn dan het verschil tussen de prijs voor olijfolie in de Gemeenschap en die op de wereldmarkt, in voorkomend geval aangepast teneinde rekening te houden met de kosten voor de uitvoer van de producten op de wereldmarkt. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 3, derde alinea, onder b), van Verordening nr. 136/66/EEG, kan worden beslist om de restitutie bij openbare inschrijving vast te stellen. De openbare inschrijving heeft betrekking op het bedrag van de restitutie en kan worden beperkt tot sommige landen van bestemming, bepaalde hoeveelheden, kwaliteiten en aanbiedingsvormen. |
(6) |
Overeenkomstig artikel 3, lid 3, tweede alinea, van Verordening nr. 136/66/EEG kan de restitutie voor olijfolie echter verschillend worden vastgesteld naar gelang van de bestemming, wanneer de situatie op de wereldmarkt of de bijzondere eisen van bepaalde markten zulks noodzakelijk maken. |
(7) |
De restitutie moet ten minste eenmaal per maand worden vastgesteld. Zij kan indien nodig tussentijds worden gewijzigd. |
(8) |
De toepassing van deze regelen op de huidige marktsituatie in de sector olijfolie, en met name op de prijzen van dit product in de Gemeenschap, alsmede op de markten van derde landen brengt met zich dat de restitutie moet worden bepaald op de in de bijlage genoemde bedragen. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De restituties bij de uitvoer van de in artikel 1, lid 2, onder c), van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde producten worden vastgesteld op de in de bijlage aangegeven bedragen.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 september 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 september 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2001 (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 4).
(2) PB L 78 van 31.3.1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2962/77 (PB L 348 van 30.12.1977, blz. 53).
BIJLAGE
bij de verordening van de Commissie van 15 september 2004 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van olijfolie
Productcode |
Bestemming |
Meeteenheid |
Restitutiebedrag |
1509 10 90 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
0,00 |
1509 10 90 9900 |
A00 |
EUR/100 kg |
0,00 |
1509 90 00 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
0,00 |
1509 90 00 9900 |
A00 |
EUR/100 kg |
0,00 |
1510 00 90 9100 |
A00 |
EUR/100 kg |
0,00 |
1510 00 90 9900 |
A00 |
EUR/100 kg |
0,00 |
NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd. De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). |
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 1614/2004 VAN DE COMMISSIE
van 15 september 2004
betreffende de afgifte van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (sinaasappelen en appelen)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), en met name op artikel 35, lid 3, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1431/2004 van de Commissie (2) is een openbare inschrijving geopend en zijn de indicatieve eenheidsbedragen van de restitutie en de indicatieve hoeveelheden vastgesteld waarvoor uitvoercertificaten van het A3-stelsel worden aangevraagd. |
(2) |
Afhankelijk van de ingediende offertes moeten de maximale eenheidsbedragen van de restitutie worden vastgesteld, alsmede de afgiftepercentages voor de offertes waarin de maximumrestitutie wordt gevraagd. |
(3) |
Voor sinaasappelen en appelen bedraagt de maximale restitutie die nodig is voor de toekenning van certificaten voor de totale indicatieve hoeveelheid, binnen de grenzen van de hoeveelheden waarvoor offertes zijn ingediend, niet meer dan anderhalf maal de indicatieve restitutie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De maximale eenheidsbedragen van de restituties en de afgiftepercentages voor sinaasappelen en appelen in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 1431/2004 geopende openbare inschrijving zijn vastgesteld in de bijlage.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 16 september 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 september 2004.
Voor de Commissie
J. M. SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).
(2) PB L 264 van 11.8.2004, blz. 3.
BIJLAGE
Afgifte van uitvoercertificaten van het A3-stelsel in de sector groenten en fruit (sinaasappelen en appelen)
Product |
Maximaal eenheidsbedrag van de restitutie (EUR/t netto) |
Afgiftepercentage voor de hoeveelheden waarvoor het maximale eenheidsbedrag van de restitutie wordt gevraagd |
Sinaasappelen |
30 |
100 % |
Appelen |
29 |
29 % |
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/14 |
RICHTLIJN 2004/89/EG VAN DE COMMISSIE
van 13 september 2004
tot vijfde aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 96/49/EG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 96/49/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (1), en met name op artikel 8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De bijlage bij Richtlijn 96/49/EG bevat het Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID) zoals dat met ingang van 1 juli 2003 van toepassing is. |
(2) |
Het RID wordt normaal gesproken om de twee jaar bijgewerkt. Derhalve is er op 1 januari 2003 een bijgewerkte versie in werking getreden met een overgangstermijn tot en met 30 juni 2003. |
(3) |
Bij wijze van uitzondering is het RID één jaar later opnieuw bijgewerkt, zodat de gewijzigde versie op 1 januari 2004 in werking is getreden. |
(4) |
De bijlage bij Richtlijn 96/49/EG dient derhalve te worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 9 van Richtlijn 96/49/EG ingestelde Comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Richtlijn 96/49/EG wordt vervangen door:
„Het Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID), zoals opgenomen in bijlage I van aanhangsel B van het COTIF en zoals dat met ingang van 1 januari 2004 van toepassing is, met dien verstande dat de woorden „overeenkomstsluitende partij” en „de staten of de spoorwegen” worden vervangen door het woord „lidstaat”.
De tekst van de wijzigingen van de versie van 2004 van het RID zal worden gepubliceerd zodra de tekst in alle officiële talen van de Gemeenschap beschikbaar is.”.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 oktober 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van de tekst van deze bepalingen en een correlatietabel tussen die bepalingen en de onderhavige richtlijn.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 13 september 2004.
Voor de Commissie
LoyolaDE PALACIO
Vice-voorzitter
(1) PB L 235 van 17.9.1996, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/29/EG van de Commissie (PB L 90 van 8.4.2003, blz. 47).
II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing
Raad
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/15 |
BESLUIT Nr. 3/2004 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD EG/MEXICO
van 29 juli 2004
tot wijziging van Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad van 23 maart 2000
(2004/640/EG)
DE GEZAMENLIJKE RAAD,
Gelet op de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds (1), (hierna „de overeenkomst” genoemd), die op 8 december 1997 in Brussel is ondertekend, inzonderheid op de artikelen 5 en 10, juncto artikel 47,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Na de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) tot de Europese Unie op 1 mei 2004 dienen sommige bepalingen van Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad van 23 maart 2000 (2) met betrekking tot de handel in goederen, de certificering van oorsprong en overheidsopdrachten met ingang van diezelfde datum te worden aangepast. |
(2) |
Er dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld met betrekking tot het handelsverkeer dat zich op de toetredingsdatum in douanevervoer of onderweg tussen Mexico en de nieuwe lidstaten of in tijdelijke opslag bevindt, |
BESLUIT:
Artikel 1
1. Bijlage I bij Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van bijlage I bij dit besluit.
2. Zodra de huidige WTO-contingenten door een zuivere tariefregeling zijn vervangen, zijn de tariefcontingenten voor de in bijlage II bij dit besluit genoemde producten die onder GN-code 0803 00 19 (bananen) vallen, niet meer van toepassing.
3. De partijen komen overeen om, wanneer de huidige communautaire invoerregeling door een zuivere tariefregeling wordt vervangen, op verzoek van een partij bijeen te komen om de situatie van de bilaterale handel in bananen te bespreken.
4. Dit artikel doet geen afbreuk aan de inhoud van de herzieningsclausule vastgesteld in artikel 10 van Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad.
Artikel 2
1. De bepalingen van de overeenkomst zijn van toepassing op goederen die uit Mexico naar een van de nieuwe lidstaten of uit een van de nieuwe lidstaten naar Mexico worden uitgevoerd en die voldoen aan de bepalingen van bijlage III bij Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad en op de datum van toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie hetzij in douanevervoer of onderweg waren hetzij zich in Mexico of in een nieuwe lidstaat in tijdelijke opslag, een douane-entrepot of een vrije zone bevinden.
2. In deze gevallen wordt een preferentiële behandeling toegekend, op voorwaarde dat binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten van het land van invoer een certificaat inzake goederenvervoer EUR 1 wordt overgelegd, dat door de douaneautoriteiten of de bevoegde overheidsinstanties van het land van uitvoer achteraf is afgegeven samen met de documenten waaruit blijkt dat de goederen direct zijn vervoerd.
Artikel 3
Artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 2, en aanhangsel IV van bijlage III bij Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad worden gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van bijlage III bij dit besluit.
Artikel 4
1. De in bijlage IV bij dit besluit vermelde instanties van de nieuwe lidstaten worden toegevoegd aan de desbetreffende rubrieken van bijlage VI, deel B, van Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad.
2. De in bijlage V bij dit besluit vermelde publicaties van de nieuwe lidstaten worden toegevoegd aan deel B van bijlage XIII bij Besluit nr. 2/2000 van de Gezamenlijke Raad.
Artikel 5
1. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn goedkeuring; artikel 1, leden 1 en 2, treedt in werking op 1 mei 2004.
2. In afwijking van lid 1 komen de partijen overeen dat, in afwachting van de voltooiing van de interne procedures van de Europese Gemeenschap met het oog op de goedkeuring van dit besluit, de Verenigde Mexicaanse Staten de bepalingen van dit besluit voorlopig toepassen met ingang van 1 mei 2004 en tot de Gezamenlijke Raad dit besluit goedkeurt.
Gedaan te Brussel, 29 juli 2004.
Voor de Gezamenlijke Raad
L. E. DERBEZ
(1) PB L 276 van 28.10.2000, blz. 45.
(2) PB L 157 van 30.6.2000, blz. 10.
BIJLAGE I
Communautair schema voor tariefafbraak
GN-code |
Omschrijving |
Hoeveelheid |
Douanerecht |
1302 20 10 |
Pectinestoffen in droge toestand, pectinaten en pectaten in poedervorm |
250 t |
2 % |
BIJLAGE II
Overgangscontingenten
GN-code |
Omschrijving |
Hoeveelheid |
Douanerecht |
0803 00 19 |
Bananen, vers („plantains” niet inbegrepen) |
2 000 t |
75 EUR/t |
BIJLAGE III
Nieuwe talenversies van de administratieve opmerkingen en de factuurverklaring in bijlage III bij Besluit nr. 2/2000
1) |
Artikel 17, lid 4, van bijlage III bij Besluit nr. 2/2000 wordt als volgt gelezen: „4. Op een achteraf afgegeven EUR 1-certificaat wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:
|
2) |
Artikel 18, lid 2, van bijlage III bij Besluit nr. 2/2000 wordt als volgt gelezen: „2. Op het in het kader van deze procedure afgegeven duplicaat wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:
|
3) |
Onderstaande tekst wordt toegevoegd aan aanhangsel IV van bijlage III bij Besluit nr. 2/2000:
|
BIJLAGE IV
INSTANTIES VAN DE CENTRALE OVERHEID
1) |
De volgende instanties van de centrale overheid worden toegevoegd aan bijlage VI, deel B, hoofdstuk 1, van Besluit nr. 2/2000: „Q. Tsjechië
R. Estland
S. Cyprus
T. Letland
U. Litouwen
V. Hongarije
W. Malta
X. Polen
Y. Slovenië
Z. Slowakije
|
2) |
Onderstaande instanties en categorieën van instanties waarnaar wordt verwezen in de bijlagen I, II, VII, VIII en IX bij Richtlijn 93/38/EEG worden toegevoegd aan het aanhangsel bij bijlage VI, deel B, hoofdstuk 2, van Besluit nr. 2/2000:
|
BIJLAGE V
PUBLICATIES
Tsjechië
Centrální adresa (Central Address)
Estland
State Public Procurement Register
Cyprus
Official Gazette of the Republic
Letland
Official Gazette of the Republic of Latvia
Litouwen
Official Gazette of the Republic of Lithuania
Hongarije
Közbeszerzési Értesítö (Public Procurement Bulletin)
Malta
Official Gazette of the Republic
Polen
Biuletyn Zamówie'n Publicznych (Public Procurement Bulletin)
Slovenië
Official Journal of the Republic of Slovenia
Slowakije
Vestník Verejného Obstarávania (Public procurement journal).
Commissie
16.9.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 293/30 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 14 september 2004
tot wijziging van Besluit 2002/627/EG tot oprichting van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/641/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Besluit 2002/627/EG van de Commissie (1) werd de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten opgericht. |
(2) |
De ervaring die in de praktijk met deze groep is opgedaan, heeft uitgewezen dat het noodzakelijk is enkele kwesties met betrekking tot het lidmaatschap van de groep te verduidelijken en de werkzaamheden van de groep beter af te stemmen op de taken in verband met het dagelijkse toezicht op de tenuitvoerlegging van het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten. |
(3) |
Alle lidstaten hebben regelgevende instanties opgericht die belast zijn met het dagelijkse toezicht op de markt voor elektronische communicatie, |
BESLUIT:
Artikel 1
Beschikking 2002/627/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 wordt geschrapt. |
2) |
De volgende alinea wordt toegevoegd aan artikel 3: „De groep zal de Commissie adviseren en bijstaan in alle zaken in verband met elektronische communicatienetwerken en -diensten waarvoor zij bevoegd is, hetzij op eigen initiatief hetzij op verzoek van de Commissie.”. |
3) |
Artikel 4 wordt vervangen door: „Artikel 4 Leden 1. De groep wordt samengesteld uit de hoofden van de onafhankelijke nationale regelgevende instanties die in elke lidstaat worden opgericht met primaire verantwoordelijkheid voor het toezicht op de dagelijkse werking van de markt voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, of hun vertegenwoordigers. Per lidstaat is er één lid. De Commissie wordt vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger op een passend niveau en verzorgt het secretariaat van de groep. 2. De bijlage bevat een lijst van de in lid 1 bedoelde nationale instanties. De Commissie herziet deze lijst zodra de lidstaten de namen of verantwoordelijkheden van deze instanties aanpassen.”. |
4) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
De tekst in de bijlage bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 14 september 2004.
Voor de Commissie
Olli REHN
Lid van de Commissie
(1) PB L 200 van 30.7.2002, blz. 38.
ANEXO — PŘÍLOHA — BILAG — ANHANG — ANNEKS — ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ — ANNEX — ANNEXE — ALLEGATO — PIELIKUMS — PRIEDAS — MELLÉKLET — ANNESS — BIJLAGE — ZAŁĄCZNIK — ANEXO — PRÍLOHA — PRILOGA — LIITE — BILAGA
Lijst van leden van de ERG
(Europese Groep van regelgevende instantie)
Land |
Nationale regelgevende instantie |
Belgique/België |
Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT) |
Česká republika |
Český telekomunikační úřad (ČTÚ) |
Danmark |
IT- og Telestyrelsen — National IT and Telecom Agency (NITA) |
Deutschland |
Regulierungsbehörde für Telekommunikation und Post (Reg TP) |
Eesti |
Sideamet (SIDEAMET) |
Ελλάδα |
Εθνική Επιτροπή Τηλεπικοινωνιών και Ταχυδρομείων |
Elláda |
National Telecommunications and Post Commission (EETT) |
España |
Comisión del Mercado de las Telecomunicaciones (CMT) |
France |
Autorité de Régulation des Télécommunications (ART) |
Ireland |
Commission for Communications Regulation (ComReg) |
Italia |
Autorità per le garanzie nelle comunicazioni (AGCOM) |
Kypros |
Office of the Commissioner of Telecommunications and Postal Regulation (OCTPR) |
Latvija |
Sabiedrisko pakalpojumu regulēšanas komisija (SPRK) |
Lietuva |
Ryšių reguliavimo tarnyba (RRT) |
Luxembourg |
Institut Luxembourgeois de Régulation (ILR) |
Magyarország |
Nemzeti Hírközlési Hatóság (NHH) |
Malta |
Malta Communications Authority (MCA) |
Nederland |
Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) |
Österreich |
Rundfunk und Telekom Regulierungs-GmbH (RTR) |
Polska |
Urząd Regulacji Telekomunikacji i Poczty (URTiP) |
Portugal |
ICP — Autoridade Nacional de Comunicações (ICP-ANACOM) |
Slovenija |
Agencija za telekomunikacije, radiodifuzijo in pošto Republike Slovenije (ATRP) |
Slovensko |
Telekomunikačný úrad Slovenskej republiky (TU SR) |
Suomi Finland |
Viestintävirasto Kommunikationsverket (FICORA) |
Sverige |
Post- och telestyrelsen (PTS) |
United Kingdom |
Office of Communications (Ofcom) |