ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 244

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

47e jaargang
16 juli 2004


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

*

Verordening (EG) nr. 1294/2004 van de Raad van 12 juli 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1600/1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

1

 

*

Verordening (EG) nr. 1295/2004 van de Raad van 12 juli 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1599/1999 tot instelling van een definitief compenserend recht op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

5

 

*

Verordening (EG) nr. 1296/2004 van de Raad van 12 juli 2004 tot machtiging van overboekingen tussen de kwantitatieve maxima voor textiel- en kledingproducten van oorsprong uit de Socialistische Republiek Vietnam

10

 

 

Verordening (EG) nr. 1297/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

12

 

 

Verordening (EG) nr. 1298/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 houdende wijziging van de restituties welke van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

14

 

*

Verordening (EG) nr. 1299/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de werkelijke olijfolieproductie en van het bedrag van de productiesteun per eenheid voor het verkoopseizoen 2002/2003

16

 

*

Verordening (EG) nr. 1300/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2003/2004, van het steunbedrag voor niet-geëgreneerde katoen

18

 

 

Verordening (EG) nr. 1301/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de in Verordening (EG) nr. 958/2003 bedoelde verminderingscoëfficiënt in het kader van het tariefcontingent voor tarwe

21

 

 

Verordening (EG) nr. 1302/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de vanaf 16 juli 2004 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

22

 

 

Verordening (EG) nr. 1303/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

24

 

 

Verordening (EG) nr. 1304/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 34e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1290/2003

26

 

 

Verordening (EG) nr. 1305/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

27

 

 

Verordening (EG) nr. 1306/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

35

 

 

Verordening (EG) nr. 1307/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

37

 

 

Verordening (EG) nr. 1308/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de restituties bij de productie in de sectoren granen en rijst

38

 

 

Verordening (EG) nr. 1309/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 juli 2004

39

 

 

Verordening (EG) nr. 1310/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

42

 

 

Verordening (EG) nr. 1311/2004 van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor rijst en breukrijst en schorsing van de afgifte van de uitvoercertificaten

44

 

 

II   Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

 

 

Raad

 

*

2004/548/EG:Beschikking van de Raad van 11 mei 2004 met betrekking tot het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen ten aanzien van een overeenkomst over de monetaire betrekkingen met het Vorstendom Andorra

47

 

*

2004/549/EG:Besluit van de Raad van 12 juli 2004 houdende benoeming van een nieuw lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen

50

 

 

Commissie

 

*

2004/550/EG:Beschikking van de Commissie van 13 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2003/828/EG wat de verplaatsingen van tegen bluetongue gevaccineerde dieren uit beschermingsgebieden betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1925)  ( 1 )

51

 

 

 

*

Bericht aan de lezers(zie bladzijde 3 van de omslag)

s3

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/1


VERORDENING (EG) Nr. 1294/2004 VAN DE RAAD

van 12 juli 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1600/1999 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „basisverordening” genoemd), en met name op artikel 11, lid 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (2), en met name op artikel 20,

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VOORGAANDE PROCEDURES

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1600/1999 (3) heeft de Raad definitieve antidumpingrechten ingesteld op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer, ingedeeld onder de GN-code ex 7223 00 19 (hierna „het betrokken product” genoemd) uit India. Deze rechten zijn ad valoremrechten van 0 tot 55,6 %.

(2)

Tegelijkertijd heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1599/1999 (4) definitieve compenserende rechten ingesteld op hetzelfde product uit India. Deze rechten zijn ad valoremrechten van 0 tot 35,4 % al naar gelang de exporteur; voor niet-medewerkende exporteurs bedraagt het recht 48,8 %.

B.   HUIDIGE PROCEDURE

1.   Verzoek om herziening ten behoeve van een nieuwe exporteur

(3)

Na de vaststelling van de definitieve maatregelen heeft de Commissie een verzoek ontvangen van een Indiase producent, VSL Wires Limited, om een herziening van Verordening (EG) nr. 1600/1999 ten behoeve van een nieuwe exporteur overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de basisverordening. De indiener van het verzoek beweerde geen banden te hebben met andere exporteurs van het betrokken product in India. Voorts beweerde deze exporteur dat hij het betrokken product in het oorspronkelijke onderzoekstijdvak (1 april 1997 tot en met 31 maart 1998) niet naar de Gemeenschap had uitgevoerd, maar dit wel na dit tijdvak had gedaan. Op grond hiervan verzocht hij om vaststelling van een individueel antidumpingrecht indien voor hem dumping zou worden vastgesteld.

2.   Inleiding van de herzieningsprocedure

(4)

De Commissie heeft het door de indiener van het verzoek voorgelegde bewijsmateriaal onderzocht en was van oordeel dat dit toereikend was om over te gaan tot de inleiding van een herzieningsprocedure overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de basisverordening. Na overleg in het kader van het Raadgevend Comité en nadat de EG-producenten in de gelegenheid waren gesteld opmerkingen te maken, heeft de Commissie, bij Verordening (EG) nr. 1225/2003 (5), een procedure ingeleid voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1600/99 ten behoeve van een nieuwe exporteur (de indiener van het verzoek) en is zij met een onderzoek begonnen. Tegelijkertijd werd het antidumpingrecht op het door de indiener van het verzoek geproduceerde betrokken product ingetrokken en werd de douane de opdracht gegeven de invoer van dit product te registreren overeenkomstig artikel 11, lid 4, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening.

(5)

Tezelfdertijd en op dezelfde gronden heeft de Commissie een versnelde procedure voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999 van de Raad (6) ingeleid overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2026/97.

3.   Product

(6)

Het product waarop het huidige onderzoek betrekking heeft, is hetzelfde als dat waarop Verordening (EG) nr. 1600/1999 betrekking had, namelijk roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer, bevattende 2,5 of meer gewichtspercenten nikkel, met uitzondering van roestvrij staaldraad dat 28 of meer, doch niet meer dan 31 gewichtspercenten nikkel en 20 of meer doch niet meer dan 22 gewichtspercenten chroom bevat.

4.   Onderzoekstijdvak

(7)

Het onderzoek had betrekking op de periode van 1 april 2002 tot en met 31 maart 2003 (het „onderzoekstijdvak”).

5.   Partijen

(8)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek alsmede de Indiase regering op de hoogte gebracht van de inleiding van de procedure. Bovendien heeft zij andere rechtstreeks betrokken partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord. De Commissie heeft evenwel geen opmerkingen ontvangen, noch verzoeken om te worden gehoord.

(9)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek een vragenlijst toegezonden en deze werd binnen de vastgestelde termijn volledig beantwoord. De Commissie heeft alle gegevens die zij voor het onderzoek nodig had, verzameld en geverifieerd en heeft bij de indiener van het verzoek een onderzoek ter plaatse ingesteld.

C.   REIKWIJDTE VAN HET NIEUWE ONDERZOEK

(10)

Omdat geen verzoek is ontvangen om de bevindingen inzake schade opnieuw te onderzoeken, had het nieuwe onderzoek uitsluitend betrekking op de bevindingen inzake dumping.

D.   RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

(11)

De indiener van het verzoek kon aantonen dat hij geen rechtstreekse of onrechtstreekse banden had met de Indiase producenten/exporteurs waarop, wat het betrokken product betreft, de antidumpingmaatregelen van toepassing zijn.

(12)

Uit het onderzoek bleek tevens dat de indiener van het verzoek in het oorspronkelijke onderzoekstijdvak (van 1 april 1997 tot en met 31 maart 1998) het betrokken product niet had uitgevoerd.

(13)

De Commissie heeft onderzocht of de indiener van het verzoek het betrokken product na het oorspronkelijke onderzoekstijdvak naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd. De indiener van het verzoek bleek het betrokken product niet naar de Gemeenschap te hebben uitgevoerd, noch was hij een onherroepelijke contractuele verplichting aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van het betrokken product in het onderzoekstijdvak van het herzieningsonderzoek naar de Gemeenschap uit te voeren.

(14)

Vastgesteld werd dat de indiener van het verzoek slechts éénmaal goederen naar de Gemeenschap had uitgevoerd, namelijk in augustus 2001, dit was dus na het oorspronkelijke, maar ruim voor het nieuwe onderzoekstijdvak.

(15)

De indiener van het verzoek heeft de Commissie verzocht het nieuwe onderzoekstijdvak uit te breiden zodat dit ook de periode waarin de verkoop vermeld in overweging 14 plaatsvond, zou omvatten. De indiener van het verzoek beweerde dat hij al in augustus 2001 om een herziening ten behoeve van een nieuwe exporteur had verzocht en stelde voor dat het onderzoekstijdvak betrekking zou hebben op de periode van 1 juli 2001 tot en met 31 maart 2003.

Opgemerkt wordt dat de Commissie, om tot representatieve bevindingen te komen, overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de basisverordening een onderzoekstijdvak vaststelt dat, in geval van dumping, gewoonlijk een periode beslaat van ten minste zes maanden onmiddellijk voorafgaand aan inleiding van de procedure. Het feit dat de indiener van het verzoek pas na bijna twee jaar en een uitvoerige briefwisseling een deugdelijk verzoek tot herziening heeft ingediend, is geen reden om af te wijken van de regel in artikel 6, lid 1, van de basisverordening. Bovendien zou goedkeuring van een dergelijk langer onderzoekstijdvak, gecombineerd met het feit dat het tijdvak alleen deze ene exporttransactie zou omvatten, ertoe kunnen leiden dat er gedateerde gegevens en financiële informatie gebruikt worden, waardoor de bevindingen van het onderzoek aanzienlijk minder nauwkeurig zouden zijn wat de huidige situatie van de indiener van het verzoek betreft.

Zelfs indien een langer onderzoekstijdvak vastgesteld zou worden dat ook de enige exporttransactie in augustus 2001 omvat, dan zou dit geen representatieve grond voor de beoordeling van dumping en de vaststelling van een individueel dumpingrecht zijn. De enige exporttransactie vertegenwoordigde slechts 0,2 % van de jaarlijkse productie van de indiener van het verzoek en de prijs was het dubbele van de prijs van dit product bij uitvoer naar alle andere derde landen in die periode. Derhalve kan deze transactie niet als representatief worden beschouwd en worden gebruikt om bevindingen inzake dumping door de indiener van het verzoek vast te stellen.

(16)

In antwoord op de vragenlijst vermeldde de indiener van het verzoek een contract dat tijdens het nieuwe onderzoekstijdvak gesloten werd, maar bij de controle ter plaatse bleek dat deze koop nooit was doorgegaan. De indiener van het verzoek is dus geen onherroepelijke verplichting aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van het betrokken product naar de Gemeenschap uit te voeren en zijn voornemen naar de Gemeenschap uit te voeren is niet waargemaakt. Om bovengenoemde redenen wordt geconcludeerd dat er geen uitvoer naar de Gemeenschap heeft plaatsgevonden en dat de indiener van het verzoek geen onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om in het onderzoekstijdvak uit te voeren. Het is daarom niet mogelijk overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de basisverordening een individuele dumpingmarge vast te stellen. De bij het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde dumpingmarge voor bedrijven die niet afzonderlijk zijn onderzocht, namelijk 76,2 % (zie overweging 23 van Verordening (EG) nr. 1600/1999), is van toepassing.

E.   ANTIDUMPINGRECHT

(17)

Aangezien de bij het onderzoek vastgestelde hoogste schademarge 55,6 % wat lager is dan de voor de indiener van het verzoek vastgestelde dumpingmarge van 76,2 % (zie overweging 16), mag het antidumpingrecht voor de indiener van het verzoek overeenkomstig artikel 9, lid 4, van de basisverordening, niet hoger zijn dan de schademarge.

(18)

Ondanks het feit dat tijdens het onderzoekstijdvak geen uitvoer naar de Gemeenschap heeft plaatsgevonden, is voor de indiener van het verzoek op grond van het subsidiepercentage (ad valorem 14,1 %) een individueel compenserend recht berekend bij het gelijktijdige versnelde onderzoek voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999, overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2026/97 (zie overweging 5).

(19)

Artikel 14, lid 1, van de basisverordening en artikel 24, lid 1, van Verordening nr. 2026/97 verbieden dat voor een enkel product zowel een antidumpingrecht als een compenserend recht worden opgelegd om het hoofd te bieden aan dezelfde situatie die het gevolg is van dumping of exportsubsidies.

(20)

Op grond hiervan wordt het definitieve antidumpingrecht op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer, geproduceerd en geëxporteerd door VSL Wires Limited, in procenten van de CIF-prijs grens Gemeenschap, vóór inklaring, en rekening houdend met de uitkomst van de gelijktijdige versnelde herziening van de geldende compenserende maatregelen, vastgesteld op 41,5 % (55,6 % minus 14,1 %). Verordening (EG) nr. 1600/1999 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

F.   HEFFING VAN HET ANTIDUMPINGRECHT MET TERUGWERKENDE KRACHT

(21)

Het voor VSL Wires Limited geldende antidumpingrecht wordt met terugwerkende kracht ook geheven van de producten waarvan de invoer geregistreerd werd overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1225/2003.

G.   BEKENDMAKING EN DUUR VAN DE MAATREGELEN

(22)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek en de Indiase regering in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen die ten grondslag lagen aan het voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1600/1999. Ook heeft zij een redelijke termijn vastgesteld waarbinnen de indiener van het verzoek en de Indiase regering opmerkingen konden maken.

(23)

De indiener van het verzoek heeft in antwoord hierop aangevoerd dat de Commissie heeft nagelaten andere mogelijkheden voor vaststelling van de exportprijs in het kader van de berekening van de dumpingmarge in overweging te nemen, met name het gebruik van de exportprijzen van de indiener van het verzoek bij uitvoer naar derde landen. Overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening is de exportprijs in een dumpingberekening de werkelijk betaalde of te betalen prijs van het betrokken product bij uitvoer uit het land van uitvoer naar de Gemeenschap. Er zijn geen bepalingen dat de exportprijs ook kan worden vastgesteld aan de hand van de uitvoer uit het land van uitvoer naar andere bestemmingen dan de Gemeenschap. Dit argument wordt derhalve niet aanvaard en de conclusies in de overwegingen 11 tot en met 16 worden bevestigd.

(24)

Deze herzieningsprocedure is niet van invloed op de datum waarop Verordening (EG) nr. 1600/1999 zal vervallen, overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan de tabel in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1600/1999 wordt het volgende toegevoegd:

„VSL Wires Limited G-1/3 MIDC, Tarapur Industrial Area, Boisar District, Thane, Maharashtra, India

41,5

A444”

Artikel 2

1.   Het antidumpingrecht wordt met terugwerkende kracht ook geheven van het betrokken product waarvan de invoer ingevolge artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1225/2003 van de Commissie werd geregistreerd.

2.   Tenzij anders vermeld, zijn de bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. BOT


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004.

(3)  PB L 189 van 22.7.1999, blz. 19.

(4)  PB L 189 van 22.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 164/2002 (PB L 30 van 31.1.2002, blz. 9).

(5)  PB L 172 van 10.7.2003, blz. 6.

(6)  PB C 161 van 10.7.2003, blz. 2.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/5


VERORDENING (EG) Nr. 1295/2004 VAN DE RAAD

van 12 juli 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1599/1999 tot instelling van een definitief compenserend recht op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 20,

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het kader van het raadgevend comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VOORGAANDE PROCEDURE

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1599/1999 (2) heeft de Raad definitieve compenserende rechten ingesteld op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer, ingedeeld onder GN-code ex 7223 00 19, uit India (hierna „het betrokken product” genoemd). Deze rechten waren ad-valoremrechten van 0 % tot 35,4 % al naar gelang van de exporteur; voor niet-medewerkende exporteurs bedroeg het recht 48,8 %.

B.   HUIDIGE PROCEDURE

1.   Verzoek om een herzieningsprocedure

(2)

Na de vaststelling van de definitieve compenserende maatregelen heeft de Commissie een verzoek ontvangen van een Indiase producent, VSL Wires Limited, om de inleiding van een versnelde procedure voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999, overeenkomstig artikel 20 van de basisverordening. De indiener van het verzoek beweerde geen banden te hebben met andere exporteurs van het betrokken product in India. Voorts beweerde deze exporteur dat hij het betrokken product in het oorspronkelijke onderzoektijdvak (van l april 1997 tot en met 31 maart 1998) niet naar de Gemeenschap had uitgevoerd, maar dit wel na dit tijdvak had gedaan. Op grond hiervan verzocht hij om de vaststelling van een individueel compenserend recht.

2.   Inleiding van een versnelde herzieningsprocedure

(3)

De Commissie heeft het door de indiener van het verzoek voorgelegde bewijsmateriaal onderzocht en was van oordeel dat dit toereikend was om over te gaan tot de inleiding van een herzieningsprocedure overeenkomstig artikel 20 van de basisverordening. Na overleg in het raadgevend comité en nadat de betrokken EG-producenten in de gelegenheid waren gesteld opmerkingen te maken, heeft de Commissie, door middel van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3), een versnelde procedure ingeleid voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999 en is zij met een onderzoek begonnen.

3.   Product

(4)

Het product waarop het huidige onderzoek betrekking heeft, is hetzelfde als dat waarop Verordening (EG) nr. 1599/1999 betrekking had, namelijk roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer, bevattende 2,5 of meer gewichtspercenten nikkel, met uitzondering van roestvrij staaldraad dat 28 of meer, doch niet meer dan 31 gewichtspercenten nikkel en 20 of meer, doch niet meer dan 22 gewichtspercenten chroom bevat.

4.   Onderzoektijdvak

(5)

Het onderzoek naar subsidiëring had betrekking op de periode van 1 april 2002 tot en met 31 maart 2003 (hierna „het onderzoektijdvak” genoemd).

5.   Partijen

(6)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek alsmede de Indiase regering op de hoogte gebracht van de inleiding van de procedure. Bovendien heeft zij andere rechtstreeks betrokken partijen in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken om te worden gehoord. De Commissie heeft evenwel geen opmerkingen ontvangen, noch verzoeken om te worden gehoord.

(7)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek een vragenlijst toegezonden en deze werd binnen de vastgestelde termijn volledig beantwoord. De Commissie heeft alle gegevens die zij voor het onderzoek nodig achtte, verzameld en geverifieerd en heeft bij de indiener van het verzoek een onderzoek ter plaatse ingesteld.

C.   REIKWIJDTE VAN HET NIEUWE ONDERZOEK

(8)

Omdat geen verzoek werd ingediend om de bevindingen inzake de schade aan een nieuw onderzoek te onderwerpen, werd het nieuwe onderzoek beperkt tot de bevindingen met betrekking tot de subsidiëring.

(9)

De Commissie onderzocht dezelfde subsidieregelingen als in het oorspronkelijke onderzoek. Tevens onderzocht zij of de indiener van het verzoek gebruik had gemaakt van enige subsidieregelingen waarvan bij het oorspronkelijke onderzoek vermoed werd dat zij een voordeel zouden kunnen opleveren, maar waarvan volgens het oorspronkelijke onderzoek geen gebruik was gemaakt.

Ten slotte werd nagegaan of de indiener van het verzoek gebruik had gemaakt van subsidieregelingen die na het einde van het oorspronkelijke onderzoektijdvak waren vastgesteld, of dat hij na afloop van deze periode ad-hocsubsidies had ontvangen.

D.   RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

1.   Status van nieuwe exporteur

(10)

De indiener van het verzoek kon aantonen dat hij geen rechtstreekse of onrechtstreekse banden had met de Indiase producenten/exporteurs waarop, wat het betrokken product betreft, de compenserende maatregelen van toepassing zijn.

(11)

Uit het onderzoek bleek tevens dat de indiener van het verzoek in het oorspronkelijke onderzoektijdvak (van 1 april 1997 tot en met 31 maart 1998) het betrokken product niet had uitgevoerd.

(12)

Vastgesteld werd dat de indiener van het verzoek slechts eenmaal goederen naar de Gemeenschap had uitgevoerd, namelijk in augustus 2001, dus na het oorspronkelijke, maar ruim voor het nieuwe onderzoektijdvak.

(13)

In antwoord op de vragenlijst vermeldde de indiener van het verzoek slechts één contract dat tijdens het nieuwe onderzoektijdvak gesloten werd, maar bij de controle ter plaatse bleek dat deze koop inderdaad nooit doorgegaan is. De indiener van het verzoek was derhalve geen onherroepelijke contractuele verplichting aangegaan om naar de Gemeenschap uit te voeren.

(14)

De onderneming heeft gedurende het nieuwe onderzoektijdvak echter aanzienlijke hoeveelheden van het betrokken product uitgevoerd naar andere landen. Aangezien het voordeel van de exportsubsidie onafhankelijk is van het land van bestemming, werd het voordeel berekend op grond van deze export.

De Commissie heeft besloten alle informatie te controleren die zij voor de versnelde herziening nodig had om de hoogte van de eventuele subsidies waartegen compenserende maatregelen genomen kunnen worden, te berekenen naar evenredigheid met de hoogte van de totale relevante omzet van de indiener van het verzoek in het onderzoektijdvak.

2.   Subsidiëring

(15)

Op basis van de antwoorden van de indiener van het verzoek op de vragenlijst van de Commissie werden de onderstaande regelingen onderzocht:

de „Duty Entitlement Passbook”-regeling,

de regeling Vrijstelling vennootschapsbelasting,

de regeling Exportbevordering kapitaalgoederen,

de regeling Exportproductiezones/exportgeoriënteerde bedrijven.

3.   De „Duty Entitlement Passbook”-regeling (DEPB-regeling)

(16)

Vastgesteld werd dat de indiener van het verzoek in het onderzoektijdvak voordelen uit hoofde van deze regeling ontving. Hij maakte gebruik van de DEPB-postexportregeling. De gedetailleerde beschrijving van de regeling is te vinden in paragraaf 4.3 van het export- en importbeleid (mededeling nr. 1/2002-07 van 31 maart 2002 van het Indiase ministerie van Handel en Industrie).

Elke exporteur die aan de voorwaarden voldoet, kan kredietpunten aanvragen die een percentage zijn van de waarde van de uitgevoerde eindproducten. De Indiase autoriteiten hebben voor de meeste producten, waaronder het betrokken product, DEPB-percentages berekend aan de hand van de „Standard Input/Output Norms”. De vergunning waarop de toegekende kredietpunten zijn vermeld, wordt automatisch afgegeven.

De toegekende kredietpunten kunnen worden gebruikt bij de latere invoer van goederen (bijvoorbeeld grondstoffen of kapitaalgoederen), mits daarop geen verboden of beperkingen van toepassing zijn. De ingevoerde goederen kunnen op de binnenlandse markt worden verkocht (waar ze aan omzetbelasting zijn onderworpen) of op andere wijze worden gebruikt.

DEPB-kredietpunten zijn vrij overdraagbaar. De DEPB-vergunning is vanaf de datum van afgifte twaalf maanden geldig.

(17)

De kenmerken van de DEPB-regeling zijn niet gewijzigd sinds het oorspronkelijke onderzoek. Deze regeling houdt een subsidie in die rechtens afhankelijk is van de exportprestaties. Bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld dat zij overeenkomstig artikel 3, lid 4, onder a), van de basisverordening specifiek is en aanleiding geeft tot compenserende maatregelen.

(18)

Uit het onderzoek bleek dat de indiener van het verzoek alle DEPB-kredietpunten had overgedragen aan de gelieerde onderneming Viraj Alloys Ltd. Dezelfde praktijk was toegepast door drie andere gelieerde Indiase ondernemingen van de indiener van het verzoek, te weten Viraj Forgings Ltd, Viraj Impoexpo Ltd en Viraj Profiles Ltd. Het onderzoek bevestigde dat Viraj Alloys Ltd de grondstoffen levert voor alle bovengenoemde ondernemingen en hun overgedragen DEPB-kredietpunten gebruikte om vrij van rechten in te voeren.

Bovendien werd vastgesteld dat de export van het betrokken product geschiedde via een aantal gelieerde ondernemingen. Daar de eigenaren van de indiener van het verzoek door een uitgebreid aandelensysteem zeggenschap hebben over al deze gelieerde ondernemingen en de gelieerde ondernemingen betrokken zijn bij bepaalde aspecten van de productie en distributie van het betrokken product, werd het passend geacht al deze ondernemingen als een enkele ontvanger van het voordeel te beschouwen.

Daarom werd het subsidiepercentage uit hoofde van de DEPB-regeling gebaseerd op het totale aantal kredietpunten in de aan de indiener van het verzoek en zijn gelieerde ondernemingen afgegeven vergunningen. Aangezien de subsidie niet verleend werd op basis van de geexporteerde hoeveelheid, werd het subsidiepercentage omgeslagen over de totale relevante omzet van de indiener van het verzoek en zijn gelieerde ondernemingen, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de basisverordening.

VSL Wires Limited maakte gebruik van deze regeling gedurende het onderzoektijdvak en ontving subsidies ter waarde van 12,7 %.

4.   Regeling vrijstelling vennootschapsbelasting (VV-regeling)

(19)

Vastgesteld werd dat de indiener van het verzoek gedurende het onderzoektijdvak voordelen ontving uit hoofde van deze regeling en met name deel 80HHC van de Indiase inkomstenbelastingwet.

De Indiase inkomstenbelastingwet van 1961 geeft aan op welke grond firma's kunnen worden vrijgesteld van deze belasting. De vrijstellingen omvatten onder andere die van deel 10A (van toepassing op ondernemingen in vrijhandelszones), 10B (van toepassing op ondernemingen die exportgerichte bedrijven zijn) en 80HHC (van toepassing op ondernemingen die goederen exporteren) van deze wet. Om gebruik te kunnen maken van de VV-regeling moet een firma tegelijk met zijn belastingaangifte een aanvraag indienen. Het belastingjaar loopt van 1 april tot en met 31 maart en de belastingaangifte moet vóór 30 november van het volgende jaar ingediend worden. In dit geval valt het onderzoektijdvak samen met het belastingjaar en het boekjaar van 1 april 2002 tot en met 31 maart 2003.

(20)

De kenmerken van de VV-regeling zijn niet gewijzigd sinds het oorspronkelijke onderzoek. Bij het oorspronkelijke onderzoek werd vastgesteld dat de VV-regeling een subsidie is waartegen compenserende maatregelen genomen kunnen worden aangezien de Indiase regering een financiële bijdrage levert aan de onderneming door af te zien van overheidsinkomsten in de vorm van directe belastingen op winst uit export, die wel afgedragen zouden moeten worden indien de onderneming niet om vrijstelling had verzocht. Het blijkt echter dat de VV-regeling uit hoofde van deel 80HHC geleidelijk wordt afgebouwd van het boekjaar 2000-2001 tot het boekjaar 2004-2005, wanneer er over alle winst uit export vennootschapsbelasting moet worden betaald. Tijdens het onderzoekstijdvak was slechts 50 % van de gemaakte winsten vrijgesteld van vennootschapsbelasting.

(21)

De subsidie is rechtens afhankelijk van exportprestaties in de zin van artikel 3, lid 4, onder a), van de basisverordening, omdat alleen exportwinsten zijn vrijgesteld. De subsidie is derhalve specifiek.

(22)

Het voordeel voor de indiener van het verzoek is berekend op grond van het verschil in belasting in het onderzoektijdvak, met en zonder het voordeel van de vrijstelling. De inkomstenbelasting, waaronder de vennootschapsbelasting plus toeslag, die in deze periode van toepassing was, bedroeg 36,75 %. Om het totale voordeel voor de indiener van het verzoek vast te stellen en omdat ook drie met de indiener gelieerde ondernemingen het betrokken product in het onderzoektijdvak hebben uitgevoerd (zie overweging (18)), is bij de vaststelling van het subsidiepercentage rekening gehouden met de vrijstellingen van de vennootschapsbelasting onder deel 80HHC die de indiener van het verzoek, Viraj Forgings Ltd, Viraj Impoexpo Ltd en Viraj Profiles Ltd genoten hebben. Aangezien de subsidie niet verleend werd op basis van de geëxporteerde hoeveelheid, werd het subsidiepercentage omgeslagen over de totale relevante omzet van de indiener van het verzoek en zijn gelieerde ondernemingen, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de basisverordening. Aldus werd vastgesteld dat VSL Wires Limited uit hoofde van deze regeling 1,4 % aan subsidies ontvangen heeft.

5.   Kapitaalgoederenregeling exportbevordering (KGEB-regeling)

(23)

De indiener van het verzoek bleek geen gebruik te hebben gemaakt van de KGEB-regeling.

6.   De regeling exportproductiezones/exportgeoriënteerde bedrijven (EPZ/EGB-regeling)

(24)

De indiener van het verzoek was niet gevestigd in een EPZ en was geen EGB en heeft geen gebruik gemaakt van deze regeling.

7.   Andere regelingen

(25)

De indiener van het verzoek heeft geen gebruik gemaakt van nieuwe subsidieregelingen die zijn ingesteld na het oorspronkelijke onderzoektijdvak en heeft na dit tijdvak evenmin ad hocsubsidies ontvangen.

8.   Hoogte van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies

(26)

Gezien de definitieve conclusies met betrekking tot de bovengenoemde regelingen is de hoogte van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies als volgt:

 

DEPB

VV

Totaal

VSL Wires Limited

12,7 %

1,4 %

14,1 %

E.   WIJZIGING VAN DE COMPENSERENDE MAATREGELEN

(27)

Gezien de conclusies van het onderzoek dient over roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer, geproduceerd en geëxporteerd door VSL Wires Limited, een compenserend recht geheven te worden dat overeenkomt met de ontvangen subsidies die voor deze onderneming zijn vastgesteld gedurende het onderzoektijdvak.

(28)

Verordening (EG) nr. 1599/1999 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

F.   BEKENDMAKING EN DUUR VAN DE MAATREGELEN

(29)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek en de Indiase regering in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen die ten grondslag lagen aan het voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1599/1999. Ook heeft zij een redelijke termijn vastgesteld waarbinnen de indiener van het verzoek en de Indiase regering opmerkingen konden maken.

(30)

In zijn reactie op deze kennisgeving beweerde de indiener van het verzoek dat de DEPB-postexportregeling een kwijtscheldingsregeling/terugbetalingsregeling is die door de Commissie onjuist beoordeeld is wat betreft de hoogte van de subsidie en het tot compenserende maatregelen aanleiding gevende voordeel. Hij beweerde dat het voordeel uit deze regeling door de Commissie onjuist beoordeeld was omdat alleen de te veel terugbetaalde rechten als subsidie beschouwd konden worden, en dat de praktische werking van de regeling niet door de Commissie is onderzocht.

De Commissie heeft herhaaldelijk geconcludeerd (zie bijvoorbeeld Verordening (EG) nr. 1338/2002 van de Raad (4) en met name de overwegingen 14 tot en met 20) dat de DEPB-postexportregeling geen terugbetalingsregeling of terugbetalingsregeling voor vervangende inputs is, aangezien zij aan geen van de met artikel 2, lid 1, onder ii), verband houdende voorwaarden in de bijlagen I, II en III van de basisverordening voldoet. De regeling omvat geen verplichting om alleen goederen te importeren die bij de vervaardiging van het exportproduct worden verbruikt (bijlage II van de basisverordening), hetgeen zou waarborgen dat de regeling voldoet aan de eisen in bijlage I, onder i). Bovendien is er geen controlesysteem om na te gaan of de ingevoerde goederen daadwerkelijk verbruikt zijn tijdens het productieproces. Het is evenmin een terugbetalingsregeling voor vervangende inputs, omdat de grondstoffen niet in dezelfde hoeveelheden moeten worden ingevoerd en dezelfde kenmerken moeten hebben als de in het binnenland aangeschafte grondstoffen die bij de productie van de exportproducten zijn gebruikt (bijlage III van de basisverordening). Tot slot komen exporteurs in aanmerking voor de DEPB-regeling ongeacht of zij enige inputs invoeren.

De indiener van het verzoek had de grondstoffen vrij van rechten ingevoerd via één van zijn gelieerde ondernemingen met gebruikmaking van de overgedragen DEPB-kredietpunten van alle gelieerde ondernemingen, verkregen op grond van de export van diverse producten. Er kon echter geen verband worden aangetoond tussen de kredietpunten van de afzonderlijke ondernemingen en de daadwerkelijk geïmporteerde goederen van de enige gelieerde onderneming die de grondstoffen had ingevoerd. Bovendien had de Indiase regering geen controlesysteem om na te gaan welke geïmporteerde materialen gebruikt werden voor welk product en door welke onderneming. Omdat de bovengenoemde uitzondering op de subsidiedefinitie daarom niet van toepassing is, staat het tot compenserende maatregelen aanleiding gevende voordeel gelijk aan het bedrag van het totale aantal uit hoofde van de regeling toegekende kredietpunten. Daarom kan dit argument niet worden aanvaard.

Verder beweerde de indiener van het verzoek dat de diensten van de Commissie nagelaten hadden om de invoerrechten in mindering te brengen op de kosten, waardoor de subsidie onjuist berekend is. De Commissie heeft de indiener van het verzoek vooraf, en gelet op de in overweging 18 beschreven situatie, verzocht een lijst in te dienen van DEPB-postexportkredietpunten voor alle export in het onderzoektijdvak. Tevens is de indiener verzocht deze informatie te verstrekken over alle export door zijn gelieerde ondernemingen in dezelfde periode, alsook gegevens over kosten die gemaakt zijn om deze kredietpunten te verkrijgen. De indiener van het verzoek heeft deze gegevens echter niet verstrekt en kon deze tijdens de controle ter plaatse ook niet verstrekken. Vanwege het gebrek aan relevante informatie konden dergelijke kosten dus niet in mindering worden gebracht op het subsidiepercentage vastgesteld zoals in overweging 18 beschreven.

(31)

Deze herzieningsprocedure is niet van invloed op de datum waarop Verordening (EG) nr. 1599/1999 zal vervallen, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van de basisverordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan de tabel in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1599/1999 wordt het volgende toegevoegd:

„VSL Wires Limited G-1/3 MIDC, Tarapur Industrial Area, Boisar District, Thane, Maharashtra, India

14,1

A444”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. BOT


(1)  PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 189 van 22.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 164/2002 (PB L 30 van 31.1.2002, blz. 9).

(3)  PB C 161 van 10.7.2003, blz. 2.

(4)  PB L 196 van 25.7.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 492/2004 (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 6).


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/10


VERORDENING (EG) Nr. 1296/2004 VAN DE RAAD

van 12 juli 2004

tot machtiging van overboekingen tussen de kwantitatieve maxima voor textiel- en kledingproducten van oorsprong uit de Socialistische Republiek Vietnam

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 15 december 1992 hebben de Europese Gemeenschap en de Socialistische Republiek Vietnam een overeenkomst betreffende de handel in textiel- en kledingproducten (1) geparafeerd, die bij Besluit 96/477/EG is goedgekeurd (2). Die overeenkomst is laatstelijk gewijzigd bij een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Socialistische Republiek Vietnam, die op 15 februari 2003 werd geparafeerd en met ingang van 10 september 2003 voorlopig werd toegepast (3).

(2)

Krachtens artikel 9 van die overeenkomst kunnen bepaalde kwantitatieve maxima naar het volgende jaar worden overgeboekt indien zij tijdens het lopende jaar niet zijn gebruikt.

(3)

In het licht van de verhoging van het contingent waarin de briefwisseling van 15 februari 2003 voorziet, heeft de Socialistische Republiek Vietnam op 10 september 2003 gevraagd dat de ongebruikte hoeveelheden van het verhoogde contingent voor 2003 naar de kwantitatieve maxima van het contingentjaar 2004 worden overgeboekt.

(4)

Aangezien de ondernemingen uit Vietnam en de Gemeenschap slechts ten dele van de verhoging van het contingent in 2003 gebruik konden maken, is het passend het ongebruikte gedeelte van deze bijkomende hoeveelheden over te boeken naar de contingenten van contingentjaar 2004,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het contingentjaar 2004 worden overboekingen tussen de kwantitatieve maxima voor textiel- en kledingproducten van oorsprong uit de Socialistische Republiek Vietnam toegestaan overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. BOT


(1)  PB L 410 van 31.12.1992, blz. 279.

(2)  PB L 199 van 8.8.1996, blz. 1.

(3)  PB L 152 van 20.6.2003, blz. 41.


BIJLAGE

690 Vietnam

Aanpassing

Overboeking van ongebruikte hoeveelheden van contingentjaar 2003

Groep

Categorie

Eenheid

Maximum 2004

Werkniveau 2004 na toepassing van de gebruikelijke flexibiliteitsregelingen

Ongebruikte hoeveelheden van 2003

% van het totale contingent 2003 dat moet worden aangepast

Nieuw werkniveau 2004 na aanpassing

IB

4

stuks

16 531 000

17 870 677

2 722 278

55,7 %

20 592 955

IB

5

stuks

5 482 000

5 926 263

1 621 000

100,0 %

7 547 263

IB

6

stuks

8 435 000

9 400 125

136 893

5,5 %

9 537 018

IB

7

stuks

4 638 000

5 013 739

1 372 000

100,0 %

6 385 739

IB

8

stuks

21 929 000

22 674 787

6 482 000

100,0 %

29 156 787

IIB

15

stuks

944 000

956 190

260 435

76,4 %

1 216 625

IIB

18

kg

1 593 000

1 662 790

535 000

100,0 %

2 197 790

IIB

26

stuks

2 069 000

2 159 580

696 000

100,0 %

2 855 580

IIB

28

stuks

6 391 000

6 670 860

2 147 000

100,0 %

8 817 860

IIB

29

stuks

669 000

696 510

249 000

100,0 %

945 510

IIB

31

stuks

7 873 000

8 057 050

3 055 000

100,0 %

11 112 050

IIB

68

kg

773 000

783 440

257 000

100,0 %

1 040 440

IIB

73

stuks

1 871 000

1 954 510

606 000

100,0 %

2 560 510

IIB

76

kg

2 034 000

2 087 020

392 825

59,5 %

2 479 845

IIB

78

kg

2 024 000

2 118 500

598 000

100,0 %

2 716 500

IIB

83

kg

674 000

705 430

200 000

100,0 %

905 430

IIIA

35

kg

1 082 000

1 130 370

350 000

100,0 %

1 480 370

IIIA

41

kg

1 311 000

1 328 860

244 882

57,2 %

1 573 742

IIIB

97

kg

366 000

370 970

91 681

75,8 %

462 651

V

161

kg

409 000

426 920

138 000

100,0 %

564 920


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/12


VERORDENING (EG) Nr. 1297/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1947/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 17).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

39,9

096

46,2

999

43,1

0707 00 05

052

87,2

999

87,2

0709 90 70

052

85,2

999

85,2

0805 50 10

382

134,1

388

60,8

508

63,6

524

62,4

528

53,7

999

74,9

0808 10 20, 0808 10 50, 0808 10 90

388

84,5

400

101,4

404

86,6

508

73,1

512

87,1

524

83,4

528

80,9

720

83,6

804

94,3

999

86,1

0808 20 50

052

120,3

388

95,9

512

93,1

528

80,3

999

97,4

0809 10 00

052

202,8

999

202,8

0809 20 95

052

315,8

068

222,3

400

351,5

404

303,6

999

298,3

0809 30 10, 0809 30 90

052

173,7

999

173,7

0809 40 05

388

108,3

512

91,6

624

171,4

999

123,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/14


VERORDENING (EG) Nr. 1298/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

houdende wijziging van de restituties welke van toepassing zijn op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), inzonderheid op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De restitutiebedragen welke met ingang van af 25 juni 2004 worden toegepast op de in de bijlage bedoelde producten, uitgevoerd in de vorm van niet in bijlage I van het Verdrag vermelde goederen, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1162/2004 van de Commissie (2).

(2)

Toepassing van de regels en criteria welke zijn aangehaald in Verordening (EG) nr. 1162/2004 op de gegevens waarover de Commissie op het huidige tijdstip beschikt, geeft aanleiding tot wijziging van de op dit tijdstip geldende restituties in de zin als vermeld in de bijlage bij deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restitutiebedragen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1162/2004 worden gewijzigd zoals in de bijlage van deze verordening aangegeven.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Olli REHN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1787/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 121).

(2)  PB L 224 van 25.6.2004, blz. 9.


BIJLAGE

Restituties welke van toepassing zijn vanaf 16 juli 2004 op bepaalde zuivelproducten die worden uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het verdrag vallen

(EUR/100 kg)

GN-code

Omschrijving

Restituties

Bij vaststelling vooraf van de restituties

Overige gevallen

ex 0402 10 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van minder dan 1,5 gewichtspercenten (PG 2):

 

 

a)

in geval van uitvoer van goederen van GN-code 3501

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

20,30

29,00

ex 0402 21 19

Melk in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met een vetgehalte van 26 gewichtspercenten (PG 3):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room in de vorm van een aan PG 3 gelijkgesteld product, tegen verlaagde prijs krachtens Verordening (EG) nr. 2571/97

25,23

36,05

b)

in geval van uitvoer van andere goederen

49,00

70,00

ex 0405 10

Boter met een vetgehalte van 82 gewichtspercenten (PG 6):

 

 

a)

bij uitvoer van producten, bevattende boter of room tegen verlaagde prijs, vervaardigd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2571/97

32,20

46,00

b)

in geval van uitvoer van goederen behorende tot GN-code 2106 90 98, met een vetgehalte van 40 of meer gewichtspercenten

96,78

138,25

c)

in geval van uitvoer van andere goederen

91,70

131,00


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/16


VERORDENING (EG) Nr. 1299/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de werkelijke olijfolieproductie en van het bedrag van de productiesteun per eenheid voor het verkoopseizoen 2002/2003

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), en met name op artikel 5,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de productiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (2), en met name op artikel 17 bis, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG vloeit voort dat de productiesteun per eenheid moet worden aangepast in elke lidstaat waar de werkelijke productie de in lid 3 van dat artikel bedoelde overeenkomstige gegarandeerde nationale hoeveelheid overschrijdt. Om de omvang van deze overschrijding te bepalen, moet voor Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal rekening worden gehouden met de ramingen van de productie van tafelolijven die in olijfolie-equivalent zijn omgerekend aan de hand van de desbetreffende coëfficiënten als bedoeld in, respectievelijk, voor Griekenland, Beschikking 2001/649/EG van de Commissie (3), voor Spanje, Beschikking 2001/650/EG van de Commissie (4), voor Frankrijk, Beschikking 2001/648/EG van de Commissie (5), voor Italië, Beschikking 2001/658/EG van de Commissie (6), en voor Portugal, Beschikking 2001/670/EG van de Commissie (7).

(2)

In artikel 17 bis, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2261/84 is bepaald dat, met het oog op de vaststelling van het bedrag van de productiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten, voor het betrokken verkoopseizoen een raming van de olijfolieproductie moet worden opgesteld. Voornoemd bedrag moet op een zodanig niveau worden vastgesteld dat onverschuldigde betaling aan olijventelers wordt uitgesloten. Dit bedrag geldt eveneens voor in olijfolie-equivalent uitgedrukte hoeveelheden tafelolijven. Voor het verkoopseizoen 2002/2003 zijn de geraamde productie en het bedrag van de productiesteun dat kan worden voorgeschoten, vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1794/2003 van de Commissie (8).

(3)

Om de werkelijke productie waarvoor het recht op steun is erkend, vast te stellen, moeten de betrokken lidstaten, overeenkomstig artikel 14, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2366/98 van de Commissie (9), de Commissie na elk verkoopseizoen, uiterlijk op 15 mei, de hoeveelheid meedelen die voor steun in aanmerking wordt genomen. Uit deze mededelingen blijkt dat de voor steun in aanmerking genomen hoeveelheid voor het verkoopseizoen 2002/2003 voor Griekenland 473 820 t bedraagt, voor Spanje 960 716 t, voor Frankrijk 3 344 t, voor Italië 686 342 t en voor Portugal 28 771 t.

(4)

Het accepteren van deze hoeveelheden voor steun door de lidstaten impliceert dat de in de Verordeningen (EEG) nr. 2261/84 en (EEG) nr. 2366/98 bedoelde controles zijn verricht. Met de vaststelling van de werkelijke productie aan de hand van de door de lidstaten meegedeelde gegevens betreffende de hoeveelheden die voor steun zijn geaccepteerd, wordt echter niet vooruitgelopen op de conclusies die kunnen worden getrokken bij verificatie van deze gegevens in het kader van de procedure voor de goedkeuring van de rekeningen.

(5)

Rekening houdende met de werkelijke productie moet ook het bedrag worden vastgesteld van de productiesteun per eenheid als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening nr. 136/66/EEG die voor de in aanmerking komende hoeveelheden van de werkelijke productie moet worden betaald.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Voor het verkoopseizoen 2002/2003 bedraagt de werkelijke productie die voor de steun voor olijfolie, als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Verordening nr. 136/66/EEG, in aanmerking moet worden genomen:

473 820 t voor Griekenland,

960 716 t voor Spanje,

3 344 t voor Frankrijk,

686 342 t voor Italië,

28 771 t voor Portugal.

2.   Voor het verkoopseizoen 2002/2003 bedraagt het bedrag van de productiesteun per eenheid product, als bedoeld in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG, die wordt betaald voor de in aanmerking komende hoeveelheden van de werkelijke productie:

118,35 EUR/100 kg voor Griekenland,

103,43 EUR/100 kg voor Spanje,

130,40 EUR/100 kg voor Frankrijk,

102,85 EUR/100 kg voor Italië,

130,40 EUR/100 kg voor Portugal.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 865/2004 (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).

(2)  PB L 208 van 3.8.1984, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1639/98 (PB L 210 van 28.7.1998, blz. 38).

(3)  PB L 229 van 25.8.2001, blz. 16. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2001/880/EG (PB L 326 van 11.12.2001, blz. 42).

(4)  PB L 229 van 25.8.2001, blz. 20. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2001/883/EG (PB L 327 van 12.12.2001, blz. 43).

(5)  PB L 229 van 25.8.2001, blz. 12. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2001/879/EG (PB L 326 van 11.12.2001, blz. 41).

(6)  PB L 231 van 29.8.2001, blz. 16. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2001/884/EG (PB L 327 van 12.12.2001, blz. 44).

(7)  PB L 235 van 4.9.2001, blz. 16. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2001/878/EG (PB L 326 van 11.12.2001, blz. 40).

(8)  PB L 262 van 14.10.2003, blz. 11.

(9)  PB L 293 van 31.10.1998, blz. 50. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1780/2003 (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 6).


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/18


VERORDENING (EG) Nr. 1300/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2003/2004, van het steunbedrag voor niet-geëgreneerde katoen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Akte van toetreding van Griekenland, en met name op het daaraan gehechte Protocol nr. 4 betreffende katoen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1051/2001 is bepaald dat het bedrag van de productiesteun voor niet-geëgreneerde katoen wordt vastgesteld op basis van het verschil tussen, enerzijds, de overeenkomstig artikel 3, lid 1, en artikel 7 van die verordening vastgestelde streefprijs en, anderzijds, de overeenkomstig artikel 4 van die verordening bepaalde wereldmarktprijs.

(2)

In artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1591/2001 van de Commissie van 2 augustus 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor katoen (3) is bepaald dat uiterlijk op 30 juni van het betrokken verkoopseizoen het steunbedrag voor niet-geëgreneerde katoen wordt vastgesteld voor elke periode waarvoor een wereldmarktprijs voor dit product is bepaald.

(3)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1051/2001 zijn bij Verordening (EG) nr. 1123/2004 van de Commissie (4) voor het verkoopseizoen 2003/2004 de werkelijk geproduceerde hoeveelheid niet-geëgreneerde katoen en de daaruit voortvloeiende verlaging van de streefprijs vastgesteld.

(4)

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1051/2001 is in de loop van het verkoopseizoen 2003/2004 op gezette tijden de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen vastgesteld.

(5)

Bijgevolg dient voor het verkoopseizoen 2003/2004 het steunbedrag te worden vastgesteld voor elk van de perioden waarvoor een wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen is bepaald,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 juli 2003 tot en met 31 maart 2004 worden in de bijlage de steunbedragen voor niet-geëgreneerde katoen die behoren bij de wereldmarktprijzen die zijn vastgesteld bij de in de bijlage genoemde verordeningen, vastgesteld telkens met ingang van de datum van inwerkingtreding van elk van die verordeningen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  Protocol laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

(2)  PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2002 (PB L 223 van 20.8.2002, blz. 3).

(3)  PB L 210 van 3.8.2001, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1486/2002.

(4)  PB L 218 van 18.6.2004, blz. 3.


BIJLAGE

STEUN VOOR NIET-GEËGRENEERDE KATOEN

(EUR/100 kg)

Verordening van de Commissie tot vaststelling van de wereldmarktprijs voor niet-geëgreneerde katoen (EG) nr.

Steunbedrag

Griekenland

Spanje

Portugal

1170/2003 (1)

63,153

66,342

78,354

1243/2003 (2)

62,810

65,999

78,011

1293/2003 (3)

62,904

66,093

78,105

1328/2003 (4)

64,942

68,131

80,143

1366/2003 (5)

65,259

68,448

80,460

1395/2003 (6)

63,337

66,526

78,538

1399/2003 (7)

65,171

68,360

80,372

1424/2003 (8)

65,318

68,507

80,519

1477/2003 (9)

65,081

68,270

80,282

1488/2003 (10)

63,348

66,537

78,549

1544/2003 (11)

62,697

65,886

77,898

1586/2003 (12)

63,025

66,214

78,226

1606/2003 (13)

61,558

64,747

76,759

1640/2003 (14)

59,194

62,383

74,395

1661/2003 (15)

61,367

64,556

76,568

1737/2003 (16)

61,465

64,654

76,666

1781/2003 (17)

61,504

64,693

76,705

1797/2003 (18)

59,292

62,481

74,493

1827/2003 (19)

57,332

60,521

72,533

1849/2003 (20)

56,604

59,793

71,805

1888/2003 (21)

54,776

57,965

69,977

1937/2003 (22)

55,232

58,421

70,433

1974/2003 (23)

54,229

57,418

69,430

2047/2003 (24)

56,027

59,216

71,228

2073/2003 (25)

58,387

61,576

73,588

2108/2003 (26)

57,857

61,046

73,058

2159/2003 (27)

59,130

62,319

74,331

2254/2003 (28)

61,500

64,689

76,701

2281/2003 (29)

59,022

62,211

74,223

2299/2003 (30)

59,279

62,468

74,480

47/2004 (31)

58,655

61,844

73,856

94/2004 (32)

57,840

61,029

73,041

181/2004 (33)

59,194

62,383

74,395

196/2004 (34)

61,263

64,452

76,464

207/2004 (35)

59,164

62,353

74,365

221/2004 (36)

61,319

64,508

76,520

225/2004 (37)

59,198

62,387

74,399

233/2004 (38)

61,604

64,793

76,805

313/2004 (39)

61,808

64,997

77,009

374/2004 (40)

58,721

61,910

73,922

434/2004 (41)

61,470

64,659

76,671

452/2004 (42)

62,097

65,286

77,298

523/2004 (43)

59,137

62,326

74,338

539/2004 (44)

61,442

64,631

76,643

598/2004 (45)

59,226

62,415

74,427


(1)  PB L 162 van 1.7.2003, blz. 65.

(2)  PB L 173 van 11.7.2003, blz. 43.

(3)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 23.

(4)  PB L 186 van 25.7.2003, blz. 33.

(5)  PB L 194 van 1.8.2003, blz. 51.

(6)  PB L 197 van 5.8.2003, blz. 10.

(7)  PB L 198 van 6.8.2003, blz. 7.

(8)  PB L 202 van 9.8.2003, blz. 9.

(9)  PB L 211 van 21.8.2003, blz. 17.

(10)  PB L 213 van 23.8.2003, blz. 9.

(11)  PB L 218 van 30.8.2003, blz. 45.

(12)  PB L 227 van 11.9.2003, blz. 11.

(13)  PB L 229 van 13.9.2003, blz. 18.

(14)  PB L 233 van 19.9.2003, blz. 12.

(15)  PB L 234 van 20.9.2003, blz. 12.

(16)  PB L 249 van 1.10.2003, blz. 35.

(17)  PB L 260 van 11.10.2003, blz. 7.

(18)  PB L 262 van 14.10.2003, blz. 16.

(19)  PB L 267 van 17.10.2003, blz. 20.

(20)  PB L 269 van 21.10.2003, blz. 7.

(21)  PB L 277 van 28.10.2003, blz. 13.

(22)  PB L 285 van 1.11.2003, blz. 25.

(23)  PB L 293 van 11.11.2003, blz. 8.

(24)  PB L 303 van 21.11.2003, blz. 16.

(25)  PB L 311 van 27.11.2003, blz. 7.

(26)  PB L 316 van 29.11.2003, blz. 19.

(27)  PB L 324 van 11.12.2003, blz. 22.

(28)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 47.

(29)  PB L 336 van 23.12.2003, blz. 93. Verordening gerectificeerd bij Verordening (EG) nr. 97/2004 (PB L 15 van 22.1.2004, blz.12).

(30)  PB L 340 van 24.12.2003, blz. 53. Verordening gerectificeerd bij Verordening (EG) nr. 97/2004.

(31)  PB L 6 van 10.1.2004, blz. 28.

(32)  PB L 14 van 21.1.2004, blz. 9.

(33)  PB L 28 van 31.1.2004, blz. 17.

(34)  PB L 32 van 5.2.2004, blz. 7.

(35)  PB L 34 van 6.2.2004, blz. 37.

(36)  PB L 36 van 7.2.2004, blz. 19.

(37)  PB L 37 van 10.2.2004, blz. 7.

(38)  PB L 39 van 11.2.2004, blz. 18.

(39)  PB L 52 van 21.2.2004, blz. 49.

(40)  PB L 63 van 28.2.2004, blz. 43.

(41)  PB L 71 van 10.3.2004, blz. 7.

(42)  PB L 72 van 11.3.2004, blz. 85.

(43)  PB L 83 van 20.3.2004, blz. 9.

(44)  PB L 86 van 24.3.2004, blz. 20.

(45)  PB L 94 van 31.3.2004, blz. 43.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/21


VERORDENING (EG) Nr. 1301/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de in Verordening (EG) nr. 958/2003 bedoelde verminderingscoëfficiënt in het kader van het tariefcontingent voor tarwe

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 958/2003 van de Commissie van 3 juni 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Besluit 2003/286/EG van de Raad wat betreft de concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde graanproducten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2809/2004 (2), en met name op artikel 2, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 958/2003 is een jaarlijks tariefcontingent van 275 000 t tarwe voor het verkoopseizoen 2004/2005 geopend.

(2)

De overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 958/2003 op 12 juli 2004 gevraagde hoeveelheden overschrijden de beschikbare hoeveelheid. Derhalve moet, door vaststelling van de op de gevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt, worden bepaald in hoeverre de certificaten afgegeven kunnen worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Elke op 12 juli 2004 overeenkomstig artikel 2, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 958/2003 ingediende en aan de Commissie meegedeelde invoercertificaataanvraag voor het contingent „Bulgarije” voor tarwe wordt ingewilligd tot 39,85507 % van de gevraagde hoeveelheden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 136 van 4.6.2003, blz. 3.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/22


VERORDENING (EG) Nr. 1302/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling, voor de sector suiker, van de vanaf 16 juli 2004 geldende representatieve prijzen en de bedragen van de aanvullende invoerrechten voor melasse

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 24, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 1422/95 van de Commissie van 23 juni 1995 tot vaststelling, voor de sector suiker, van de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van melasse en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 785/68 (2) is bepaald dat de cif-invoerprijs voor melasse, vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 785/68 van de Commissie (3), als „representatieve prijs” wordt aangemerkt. Deze prijs geldt voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 785/68.

(2)

Voor de vaststelling van de representatieve prijs moet rekening worden gehouden met alle in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 785/68 genoemde inlichtingen, behalve in de in artikel 4 van die verordening genoemde gevallen. In voorkomend geval, mag deze vaststelling plaatsvinden overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 785/68 aangegeven werkwijze.

(3)

Voor andere kwaliteiten dan de standaardkwaliteit moeten de prijzen naar gelang van de kwaliteit van de aangeboden melasse overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 785/68 worden verhoogd of verlaagd.

(4)

Op grond van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 785/68 kan een representatieve prijs bij uitzondering voor een beperkte tijd ongewijzigd gehandhaafd worden wanneer de Commissie geen kennis meer heeft kunnen nemen van de aanbiedingsprijs waarvan is uitgegaan voor de vorige vaststelling van de representatieve prijs, en wanneer de beschikbare aanbiedingsprijzen die niet voldoende representatief lijken te zijn voor de werkelijke markttendens, plotseling aanzienlijke wijzigingen van de representatieve prijs teweeg zouden brengen.

(5)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de betrokken producten moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1422/95.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1422/95 bedoelde producten worden vastgesteld in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 79/2003 (PB L 13 van 18.1.2003, blz. 4).

(3)  PB L 145 van 27.6.1968, blz. 12. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1422/1995 (PB L 141 van 24.6.1995, blz. 12).


BIJLAGE

Vaststelling, voor de sector suiker, van de representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor melasse van toepassing vanaf 16 juli 2004

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

Toe te passen recht bij invoer als gevolg van schorsing van de invoerrechten, als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, per 100 kg netto van het betrokken product (1)

1703 10 00 (2)

8,50

0

1703 90 00 (2)

9,85

0


(1)  Dit bedrag vervangt, overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1422/95, het voor deze producten vastgestelde bedrag van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in artikel 1 van de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 785/68.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/24


VERORDENING (EG) Nr. 1303/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer van witte en ruwe suiker in onveranderde vorm

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), inzonderheid op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt voor de in artikel 1, lid 1, onder a), van die verordening genoemde producten en de prijzen voor deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 moeten de restituties voor witte suiker en ruwe suiker, welke niet gedenatureerd en in onveranderde vorm uitgevoerd zijn, vastgesteld worden rekening houdend met de toestand op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt voor suiker, en vooral met de in artikel 28 van genoemde verordening bedoelde prijs- en kostenelementen. Volgens dit artikel moet eveneens met het economische aspect van de voorgenomen uitvoertransactie rekening worden gehouden.

(3)

Voor ruwe suiker moet de restitutie vastgesteld worden voor de standaardkwaliteit die bepaald is in bijlage I, punt II, van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Deze restitutie werd bovendien vastgesteld overeenkomstig artikel 28, lid 4, van deze verordening. Kandijsuiker werd omschreven in Verordening (EG) nr. 2135/95 van de Commissie van 7 september 1995 inzake uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van uitvoerrestituties in de sector suiker (2). Het aldus berekende restitutiebedrag voor gearomatiseerde suiker en suiker waaraan kleurstoffen zijn toegevoegd, moet gelden voor de hoeveelheid sacharose in de betreffende suiker en bijgevolg worden vastgesteld per percent sacharosegehalte.

(4)

In bijzondere gevallen kan het bedrag van de restitutie worden vastgesteld bij besluiten van verschillende aard.

(5)

De restitutie moet elke twee weken worden vastgesteld. De restitutie kan tussentijds gewijzigd worden.

(6)

Krachtens artikel 27, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 kan de restitutie voor de in artikel 1 van deze verordening genoemde producten naar bestemming variëren indien dat vanwege de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.

(7)

De aanzienlijke en snelle toename van de preferentiële invoer van suiker uit de westelijke Balkanlanden sedert begin 2001 en de uitvoer van suiker uit de Gemeenschap naar die landen lijken grotendeels kunstmatig te zijn.

(8)

Ter voorkoming van misbruiken waarbij producten van de suikersector waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend, weer in de Gemeenschap worden ingevoerd, mag voor geen van de westelijke Balkanlanden een restitutie worden vastgesteld voor de in deze verordening bedoelde producten.

(9)

Op grond van bovenstaande overwegingen en van de huidige situatie van de suikermarkt, en met name van de noteringen of prijzen van suiker in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, dienen de restituties op een passend niveau te worden vastgesteld.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij de uitvoer in onveranderde vorm van de in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1260/2001 genoemde producten, welke niet gedenatureerd zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de bedragen aangegeven in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 214 van 8.9.1995, blz. 16.


BIJLAGE

RESTITUTIES BIJ UITVOER VAN WITTE SUIKER EN RUWE SUIKER IN ONVERANDERDE VORM VAN TOEPASSING VANAF 16 JULI 2004

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Restitutiebedrag

1701 11 90 9100

S00

EUR/100 kg

39,62 (1)

1701 11 90 9910

S00

EUR/100 kg

40,44 (1)

1701 12 90 9100

S00

EUR/100 kg

39,62 (1)

1701 12 90 9910

S00

EUR/100 kg

40,44 (1)

1701 91 00 9000

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,4307

1701 99 10 9100

S00

EUR/100 kg

43,07

1701 99 10 9910

S00

EUR/100 kg

43,96

1701 99 10 9950

S00

EUR/100 kg

43,96

1701 99 90 9100

S00

EUR/1 % saccharose × 100 kg nettogewicht product

0,4307

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

S00

:

alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen) met uitzondering van Albanië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro (met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de uitzondering geldt niet voor suiker die verwerkt is in producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).


(1)  Dit bedrag geldt voor ruwe suiker met een rendement van 92 %. Indien het rendement van de geëxporteerde ruwe suiker afwijkt van 92 %, wordt het bedrag van de toe te passen restitutie berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/26


VERORDENING (EG) Nr. 1304/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer naar bepaalde derde landen van witte suiker voor de 34e deelinschrijving in het kader van de inschrijving bedoeld in Verordening (EG) nr. 1290/2003

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 27, lid 5, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1290/2003 van de Commissie van 18 juli 2003 inzake een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2003/2004 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker (2) worden deelinschrijvingen gehouden voor de uitvoer naar bepaalde derde landen van deze suiker.

(2)

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2003, naar gelang van het geval, wordt een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld voor de betrokken deelinschrijving, waarbij met name rekening wordt gehouden met de situatie en de te verwachten ontwikkeling van de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de 34e deelinschrijving voor witte suiker, gehouden krachtens Verordening (EG) nr. 1290/2003, wordt het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer vastgesteld op 47,100 EUR/100 kg.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(2)  PB L 181 van 19.7.2003, blz. 7. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2126/2003 (PB L 319 van 4.12.2003, blz. 4).


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/27


VERORDENING (EG) Nr. 1305/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), inzonderheid op artikel 31, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kan het verschil tussen de in de internationale handel geldende prijzen van de producten als bedoeld in artikel 1 van genoemde verordening en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer voorzover de akkoorden gesloten overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag dat toestaan.

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1255/1999 moeten de restituties voor de producten als bedoeld in artikel 1 van die verordening, die als zodanig worden uitgevoerd, worden vastgesteld rekening houdend met:

de situatie en de verwachte ontwikkeling op de markt van de Gemeenschap met betrekking tot de prijzen voor melk en zuivelproducten en de beschikbare hoeveelheden, evenals met de prijzen voor melk en zuivelproducten in de internationale handel,

de afzetkosten en de meest gunstige vervoerskosten, berekend vanaf de markten van de Gemeenschap tot aan de havens of andere plaatsen van uitvoer van de Gemeenschap, evenals met de aanvoerkosten tot aan de landen van bestemming,

de doelstellingen van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten, zijnde het verzekeren van een evenwichtige en een natuurlijke ontwikkeling van de prijzen en het handelsverkeer op deze markten,

de beperkingen die resulteren uit de akkoorden gesloten overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag,

het belang dat erin gelegen is om verstoringen op de markt van de Gemeenschap te voorkomen,

het economisch aspect van de beoogde uitvoer.

(3)

Krachtens artikel 31, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 worden de prijzen in de Gemeenschap bepaald met inachtneming van de toegepaste prijzen die met het oog op de uitvoer het gunstigst blijken te zijn. Bij de bepaling van de prijzen in de internationale handel wordt met name rekening gehouden met:

a)

de prijzen die op de markten in derde landen worden toegepast,

b)

de gunstigste prijzen bij invoer in de derde landen van bestemming uit andere derde landen,

c)

de producentenprijzen die in de uitvoerende derde landen worden geconstateerd en, in voorkomend geval, met inachtneming van de subsidies die door deze landen worden toegekend,

d)

de aanbiedingsprijzen franco grens van de Gemeenschap.

(4)

Krachtens artikel 31, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 kunnen de situatie op de wereldmarkt of de specifieke eisen van bepaalde markten het noodzakelijk maken dat voor de producten als bedoeld in artikel 1 van genoemde verordening naar gelang van hun bestemming een verschillend restitutiebedrag wordt vastgesteld.

(5)

Artikel 31, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voorziet erin dat de lijst van producten waarvoor een restitutie wordt verleend bij uitvoer, en het bedrag van deze restitutie ten minste eenmaal per vier weken worden vastgesteld. Het bedrag van de restitutie kan echter gedurende meer dan vier weken op hetzelfde niveau gehandhaafd blijven.

(6)

Krachtens artikel 16 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de invoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten (2), is de verleende restitutie voor zuivelproducten met toegevoegde suiker gelijk aan de som van twee elementen. Het ene element dient om rekening te houden met de hoeveelheid zuivelproducten en wordt berekend door het basisbedrag te vermenigvuldigen met het gehalte aan zuivelproducten van het betrokken product, het andere element dient om rekening te houden met de hoeveelheid toegevoegde sacharose en wordt berekend door het basisbedrag van de restitutie die op de dag van uitvoer geldt voor de producten als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (3), te vermenigvuldigen met het sacharosegehalte van het gehele product. Dit laatste element evenwel wordt uitsluitend in aanmerking genomen als de sacharose is geproduceerd uit in de Gemeenschap geteelde suikerbieten of in de Gemeenschap geteeld suikerriet.

(7)

Bij Verordening (EEG) nr. 896/84 van de Commissie (4), zijn aanvullende bepalingen ingesteld inzake de toekenning van de restituties in geval van wijziging van het verkoopseizoen. Deze bepalingen voorzien in de mogelijkheid de restituties naar gelang van de datum waarop de producten zijn vervaardigd, te differentiëren.

(8)

Voor de berekening van het restitutiebedrag voor smeltkaas moet worden bepaald dat de eventueel toegevoegde hoeveelheid aan caseïne en/of caseïnaten niet in aanmerking wordt genomen.

(9)

De toepassing van deze regels op de huidige marktsituatie in de zuivelsector, in het bijzonder op de prijzen van deze producten in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, leidt tot het vaststellen van de restitutie voor de producten op de bedragen aangegeven in de bijlage.

(10)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bedoeld in artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 voor de uitgevoerde producten in ongewijzigde staat worden vastgesteld op de bedragen als aangegeven in de bijlage.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1948/2003 (PB L 287 van 5.11.2003, blz. 13).

(3)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 39/2004 (PB L 6 van 10.1.2004, blz. 16).

(4)  PB L 91 van 1.4.1984, blz. 71. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 222/88 (PB L 28 van 1.2.1998, blz. 1).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie

0401 10 10 9000

970

EUR/100 kg

1,804

0401 10 90 9000

970

EUR/100 kg

1,804

0401 20 11 9500

970

EUR/100 kg

2,788

0401 20 19 9500

970

EUR/100 kg

2,788

0401 20 91 9000

970

EUR/100 kg

3,528

0401 30 11 9400

970

EUR/100 kg

8,141

0401 30 11 9700

970

EUR/100 kg

12,22

0401 30 31 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

20,79

A01

EUR/100 kg

29,70

0401 30 31 9400

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

32,47

A01

EUR/100 kg

46,39

0401 30 31 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

35,82

A01

EUR/100 kg

51,16

0401 30 39 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

20,79

A01

EUR/100 kg

29,70

0401 30 39 9400

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

32,47

A01

EUR/100 kg

46,39

0401 30 39 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

35,82

A01

EUR/100 kg

51,16

0401 30 91 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

40,82

A01

EUR/100 kg

58,31

0401 30 99 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

40,82

A01

EUR/100 kg

58,31

0401 30 99 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

59,99

A01

EUR/100 kg

85,70

0402 10 11 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

24,03

A01

EUR/100 kg

29,00

0402 10 19 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

24,03

A01

EUR/100 kg

29,00

0402 10 91 9000

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,2403

A01

EUR/kg

0,2900

0402 10 99 9000

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,2403

A01

EUR/kg

0,2900

0402 21 11 9200

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

24,03

A01

EUR/100 kg

29,00

0402 21 11 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

49,04

A01

EUR/100 kg

62,93

0402 21 11 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

51,17

A01

EUR/100 kg

65,69

0402 21 11 9900

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,53

A01

EUR/100 kg

70,00

0402 21 17 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

24,03

A01

EUR/100 kg

29,00

0402 21 19 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

49,04

A01

EUR/100 kg

62,93

0402 21 19 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

51,17

A01

EUR/100 kg

65,69

0402 21 19 9900

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,53

A01

EUR/100 kg

70,00

0402 21 91 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,87

A01

EUR/100 kg

70,43

0402 21 91 9200

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

55,19

A01

EUR/100 kg

70,85

0402 21 91 9350

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

55,76

A01

EUR/100 kg

71,58

0402 21 91 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

59,93

A01

EUR/100 kg

76,93

0402 21 99 9100

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,87

A01

EUR/100 kg

70,43

0402 21 99 9200

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

55,19

A01

EUR/100 kg

70,85

0402 21 99 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

55,76

A01

EUR/100 kg

71,58

0402 21 99 9400

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

58,85

A01

EUR/100 kg

75,55

0402 21 99 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

59,93

A01

EUR/100 kg

76,93

0402 21 99 9600

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

64,15

A01

EUR/100 kg

82,35

0402 21 99 9700

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

66,54

A01

EUR/100 kg

85,43

0402 21 99 9900

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

69,32

A01

EUR/100 kg

88,97

0402 29 15 9200

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,2403

A01

EUR/kg

0,2900

0402 29 15 9300

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,4904

A01

EUR/kg

0,6293

0402 29 15 9500

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5117

A01

EUR/kg

0,6569

0402 29 15 9900

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5453

A01

EUR/kg

0,7000

0402 29 19 9300

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,4904

A01

EUR/kg

0,6293

0402 29 19 9500

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5117

A01

EUR/kg

0,6569

0402 29 19 9900

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5453

A01

EUR/kg

0,7000

0402 29 91 9000

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5487

A01

EUR/kg

0,7043

0402 29 99 9100

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5487

A01

EUR/kg

0,7043

0402 29 99 9500

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5885

A01

EUR/kg

0,7555

0402 91 11 9370

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

4,958

A01

EUR/100 kg

7,083

0402 91 19 9370

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

4,958

A01

EUR/100 kg

7,083

0402 91 31 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

5,859

A01

EUR/100 kg

8,371

0402 91 39 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

5,859

A01

EUR/100 kg

8,371

0402 91 99 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

25,08

A01

EUR/100 kg

35,83

0402 99 11 9350

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1268

A01

EUR/kg

0,1812

0402 99 19 9350

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1268

A01

EUR/kg

0,1812

0402 99 31 9150

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1316

A01

EUR/kg

0,1880

0402 99 31 9300

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1501

A01

EUR/kg

0,2144

0402 99 39 9150

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1316

A01

EUR/kg

0,1880

0403 90 11 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

23,69

A01

EUR/100 kg

28,59

0403 90 13 9200

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

23,69

A01

EUR/100 kg

28,59

0403 90 13 9300

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

48,59

A01

EUR/100 kg

62,37

0403 90 13 9500

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

50,72

A01

EUR/100 kg

65,10

0403 90 13 9900

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,05

A01

EUR/100 kg

69,37

0403 90 19 9000

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,38

A01

EUR/100 kg

69,80

0403 90 33 9400

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,4859

A01

EUR/kg

0,6237

0403 90 33 9900

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5405

A01

EUR/kg

0,6937

0403 90 51 9100

970

EUR/100 kg

1,804

0403 90 59 9170

970

EUR/100 kg

12,22

0403 90 59 9310

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

20,79

A01

EUR/100 kg

29,70

0403 90 59 9340

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

30,42

A01

EUR/100 kg

43,45

0403 90 59 9370

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

30,42

A01

EUR/100 kg

43,45

0403 90 59 9510

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

30,42

A01

EUR/100 kg

43,45

0404 90 21 9120

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

20,49

A01

EUR/100 kg

24,74

0404 90 21 9160

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

24,03

A01

EUR/100 kg

29,00

0404 90 23 9120

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

24,03

A01

EUR/100 kg

29,00

0404 90 23 9130

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

49,04

A01

EUR/100 kg

62,93

0404 90 23 9140

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

51,17

A01

EUR/100 kg

65,69

0404 90 23 9150

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,53

A01

EUR/100 kg

70,00

0404 90 29 9110

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

54,87

A01

EUR/100 kg

70,43

0404 90 29 9115

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

55,19

A01

EUR/100 kg

70,85

0404 90 29 9125

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

55,76

A01

EUR/100 kg

71,58

0404 90 29 9140

L01

EUR/100 kg

L02

EUR/100 kg

59,93

A01

EUR/100 kg

76,93

0404 90 81 9100

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,2403

A01

EUR/kg

0,2900

0404 90 83 9110

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,2403

A01

EUR/kg

0,2900

0404 90 83 9130

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,4904

A01

EUR/kg

0,6293

0404 90 83 9150

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5117

A01

EUR/kg

0,6569

0404 90 83 9170

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,5453

A01

EUR/kg

0,7000

0404 90 83 9936

L01

EUR/kg

L02

EUR/kg

0,1268

A01

EUR/kg

0,1812

0405 10 11 9500

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

119,99

L02

EUR/100 kg

94,80

A01

EUR/100 kg

127,81

0405 10 11 9700

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

122,98

L02

EUR/100 kg

97,16

A01

EUR/100 kg

131,00

0405 10 19 9500

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

119,99

L02

EUR/100 kg

94,80

A01

EUR/100 kg

127,81

0405 10 19 9700

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

122,98

L02

EUR/100 kg

97,16

A01

EUR/100 kg

131,00

0405 10 30 9100

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

119,99

L02

EUR/100 kg

94,80

A01

EUR/100 kg

127,81

0405 10 30 9300

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

122,98

L02

EUR/100 kg

97,16

A01

EUR/100 kg

131,00

0405 10 30 9700

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

122,98

L02

EUR/100 kg

97,16

A01

EUR/100 kg

131,00

0405 10 50 9300

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

122,98

L02

EUR/100 kg

97,16

A01

EUR/100 kg

131,00

0405 10 50 9500

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

119,99

L02

EUR/100 kg

94,80

A01

EUR/100 kg

127,81

0405 10 50 9700

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

122,98

L02

EUR/100 kg

97,16

A01

EUR/100 kg

131,00

0405 10 90 9000

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

127,49

L02

EUR/100 kg

100,71

A01

EUR/100 kg

135,79

0405 20 90 9500

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

112,50

L02

EUR/100 kg

88,87

A01

EUR/100 kg

119,83

0405 20 90 9700

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

116,99

L02

EUR/100 kg

92,42

A01

EUR/100 kg

124,61

0405 90 10 9000

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

155,77

L02

EUR/100 kg

123,06

A01

EUR/100 kg

165,93

0405 90 90 9000

L01

EUR/100 kg

075

EUR/100 kg

124,60

L02

EUR/100 kg

98,43

A01

EUR/100 kg

132,71

0406 10 20 9100

A00

EUR/100 kg

0406 10 20 9230

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

19,49

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

24,36

0406 10 20 9290

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

18,13

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

22,66

0406 10 20 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

7,95

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

9,94

0406 10 20 9610

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

26,43

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

33,05

0406 10 20 9620

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

26,81

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

33,51

0406 10 20 9630

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

29,94

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

37,41

0406 10 20 9640

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

43,98

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

54,98

0406 10 20 9650

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

36,65

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

45,81

0406 10 20 9830

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

13,60

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

17,00

0406 10 20 9850

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

16,48

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

20,61

0406 20 90 9100

A00

EUR/100 kg

0406 20 90 9913

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

30,39

400

EUR/100 kg

5,48

A01

EUR/100 kg

37,99

0406 20 90 9915

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

40,11

400

EUR/100 kg

7,30

A01

EUR/100 kg

50,14

0406 20 90 9917

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

42,63

400

EUR/100 kg

7,77

A01

EUR/100 kg

53,28

0406 20 90 9919

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

47,63

400

EUR/100 kg

8,66

A01

EUR/100 kg

59,55

0406 30 31 9710

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

4,01

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

9,37

0406 30 31 9730

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

5,87

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

13,76

0406 30 31 9910

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

4,01

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

9,37

0406 30 31 9930

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

5,87

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

13,76

0406 30 31 9950

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

8,54

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

20,01

0406 30 39 9500

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

5,87

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

13,76

0406 30 39 9700

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

8,54

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

20,01

0406 30 39 9930

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

8,54

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

20,01

0406 30 39 9950

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

9,66

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

22,63

0406 30 90 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

10,13

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

23,74

0406 40 50 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

46,55

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

58,19

0406 40 90 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

47,80

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

59,75

0406 90 13 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

52,57

400

EUR/100 kg

10,44

A01

EUR/100 kg

75,24

0406 90 15 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

54,32

400

EUR/100 kg

10,76

A01

EUR/100 kg

77,75

0406 90 17 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

54,32

400

EUR/100 kg

10,76

A01

EUR/100 kg

77,75

0406 90 21 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

53,23

400

EUR/100 kg

7,72

A01

EUR/100 kg

76,00

0406 90 23 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

46,74

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

67,19

0406 90 25 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

46,43

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

66,46

0406 90 27 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

42,05

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

60,20

0406 90 31 9119

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

38,65

400

EUR/100 kg

4,43

A01

EUR/100 kg

55,41

0406 90 33 9119

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

38,65

400

EUR/100 kg

4,43

A01

EUR/100 kg

55,41

0406 90 33 9919

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,31

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

50,82

0406 90 33 9951

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

35,68

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

50,85

0406 90 35 9190

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

54,67

400

EUR/100 kg

10,64

A01

EUR/100 kg

78,60

0406 90 35 9990

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

54,67

400

EUR/100 kg

6,96

A01

EUR/100 kg

78,60

0406 90 37 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

52,57

400

EUR/100 kg

10,44

A01

EUR/100 kg

75,24

0406 90 61 9000

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

57,92

400

EUR/100 kg

9,91

A01

EUR/100 kg

83,81

0406 90 63 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

57,63

400

EUR/100 kg

11,08

A01

EUR/100 kg

83,12

0406 90 63 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

55,40

400

EUR/100 kg

8,48

A01

EUR/100 kg

80,28

0406 90 69 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 69 9910

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

55,40

400

EUR/100 kg

8,48

A01

EUR/100 kg

80,28

0406 90 73 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

48,25

400

EUR/100 kg

9,12

A01

EUR/100 kg

69,13

0406 90 75 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

48,58

400

EUR/100 kg

3,85

A01

EUR/100 kg

69,87

0406 90 76 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

43,80

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

62,70

0406 90 76 9400

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

49,06

400

EUR/100 kg

4,01

A01

EUR/100 kg

70,23

0406 90 76 9500

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

46,67

400

EUR/100 kg

4,01

A01

EUR/100 kg

66,24

0406 90 78 9100

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

45,26

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

66,12

0406 90 78 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

47,99

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

68,53

0406 90 78 9500

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

47,54

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

67,47

0406 90 79 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

38,81

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

55,78

0406 90 81 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

49,06

400

EUR/100 kg

8,24

A01

EUR/100 kg

70,23

0406 90 85 9930

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

52,98

400

EUR/100 kg

10,28

A01

EUR/100 kg

76,23

0406 90 85 9970

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

48,58

400

EUR/100 kg

8,99

A01

EUR/100 kg

69,87

0406 90 86 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 86 9200

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

44,57

400

EUR/100 kg

5,39

A01

EUR/100 kg

66,11

0406 90 86 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

45,22

400

EUR/100 kg

5,92

A01

EUR/100 kg

66,80

0406 90 86 9400

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

48,03

400

EUR/100 kg

6,69

A01

EUR/100 kg

70,23

0406 90 86 9900

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

52,98

400

EUR/100 kg

7,84

A01

EUR/100 kg

76,23

0406 90 87 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 87 9200

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

37,15

400

EUR/100 kg

4,83

A01

EUR/100 kg

55,07

0406 90 87 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

41,51

400

EUR/100 kg

5,45

A01

EUR/100 kg

61,35

0406 90 87 9400

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

42,60

400

EUR/100 kg

5,97

A01

EUR/100 kg

62,28

0406 90 87 9951

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

48,18

400

EUR/100 kg

8,25

A01

EUR/100 kg

68,97

0406 90 87 9971

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

48,18

400

EUR/100 kg

6,69

A01

EUR/100 kg

68,97

0406 90 87 9972

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

20,53

400

EUR/100 kg

A01

EUR/100 kg

29,51

0406 90 87 9973

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

47,31

400

EUR/100 kg

4,70

A01

EUR/100 kg

67,72

0406 90 87 9974

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

51,35

400

EUR/100 kg

4,70

A01

EUR/100 kg

73,18

0406 90 87 9975

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

52,36

400

EUR/100 kg

6,23

A01

EUR/100 kg

74,00

0406 90 87 9979

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

46,74

400

EUR/100 kg

4,70

A01

EUR/100 kg

67,19

0406 90 88 9100

A00

EUR/100 kg

0406 90 88 9300

L03

EUR/100 kg

L04

EUR/100 kg

36,67

400

EUR/100 kg

5,92

A01

EUR/100 kg

53,99

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A“ zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

L01

Heilige Stoel (gebruikelijke naam: Vaticaanstad), Malta, Estland, Letland, Litouwen, Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Cyprus en de Verenigde Staten van Amerika.

L02

Andorra en Gibraltar.

L03

Ceuta, Melilla, IJsland, Noorwegen, Zwitserland, Liechtenstein, Kroatië, Andorra, Gibraltar, Heilige Stoel, Malta, Turkije, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechische Republiek, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Slovenië, Kroatië, Canada, Cyprus, Australië en Nieuw-Zeeland.

L04

Albanië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

„970“ omvat de uitvoer zoals bedoeld in artikel 36, lid 1, onder a) en c), en artikel 44, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11) en de uitvoer op basis van contracten met op het grondgebied van een lidstaat gestationeerde maar niet onder zijn gezag vallende strijdkrachten.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/35


VERORDENING (EG) Nr. 1306/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor boter in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 581/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 581/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 tot opening van een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor bepaalde soorten boter (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 juli 2004.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 581/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 juli 2004, de maximumuitvoerrestitutie toegepast op de in artikel 1, lid 1, van die verordening vermelde producten, zoals vermeld in de bijlage van deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 64.

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58.


BIJLAGE

(EUR/100 kg)

Product

Productcodes

Maximumuitvoerrestitutie

Voor uitvoer naar de in artikel 1, lid 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 581/2004 vermelde bestemming

Voor uitvoer naar de in artikel 1, lid 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 581/2004 vermelde bestemmingen

Boter

ex ex 0405 10 19 9500

138,50

Boter

ex ex 0405 10 19 9700

133,00

142,00

Butteroil

ex ex 0405 90 10 9000

165,80

178,80


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/37


VERORDENING (EG) Nr. 1307/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de maximumuitvoerrestitutie voor mageremelkpoeder in het kader van de permanente inschrijving van Verordening (EG) nr. 582/2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 3, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 582/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 een permanente inschrijving voor de bepaling van de uitvoerrestituties voor mageremelkpoeder (2) voorziet in een permanente inschrijving.

(2)

Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (3) moet, na bestudering van de offertes die in het kader van de inschrijving zijn ingediend, een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 juli 2004.

(3)

Het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In het kader van de bij Verordening (EG) nr. 582/2004 geopende permanente inschrijving wordt voor de inschrijvingsperiode die eindigt op 14 juli 2004, een maximaal restitutiebedrag van 34,00 EUR/100 kg toegepast op het product en de bestemmingen als vermeld in artikel 1, lid 1, van die verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 186/2004 van de Commissie (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 6).

(2)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 67.

(3)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/38


VERORDENING (EG) Nr. 1308/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de restituties bij de productie in de sectoren granen en rijst

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 7, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 8, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 1722/93 van de Commissie van 30 juni 1993 tot vaststelling van de toepassingsbepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1766/92 en (EEG) nr. 1418/76 van de Raad wat de regelingen inzake de productierestituties in de sector granen respectievelijk rijst betreft (3) zijn de voorwaarden voor de toekenning van de productierestitutie vastgesteld. De berekeningsgrondslag is bepaald in artikel 3 van genoemde verordening. De aldus berekende restitutie, zo nodig gedifferentieerd voor aardappelmeel, moet eenmaal per maand worden vastgesteld en mag slechts gewijzigd worden wanneer de maïs- en/of tarweprijzen een significante verandering te zien geven.

(2)

De in deze verordening vastgestelde productierestituties moeten worden aangepast met de in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 1722/93 bepaalde coëfficiënten, teneinde het juiste te betalen bedrag te verkrijgen.

(3)

Het Comité van beheer voor granen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 3, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1722/93 bedoelde productierestitutie per ton zetmeel wordt vastgesteld op:

a)

00,00 EUR/t voor zetmeel uit maïs, tarwe, gerst, haver, rijst of breukrijst;

b)

9,62 EUR/t voor aardappelmeel.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27).

(3)  PB L 159 van 1.7.1993, blz. 112. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 216/2004 (PB L 36 van 7.2.2004, blz. 13).


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/39


VERORDENING (EG) Nr. 1309/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de invoerrechten in de sector granen van toepassing vanaf 16 juli 2004

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2), en met name op artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat bij de invoer van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden geheven. Voor de producten als bedoeld in lid 2 van dat artikel is het invoerrecht echter gelijk aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs van de betrokken zending. Dit invoerrecht mag echter niet hoger zijn dan het recht van het gemeenschappelijk douanetarief.

(2)

In artikel 10, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 is bepaald dat de cif-invoerprijzen worden berekend aan de hand van de representatieve prijzen voor het betrokken product op de wereldmarkt.

(3)

Bij Verordening (EG) nr. 1249/96 zijn bepalingen vastgesteld voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1784/2003 ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen.

(4)

De vastgestelde invoerrechten zijn van toepassing totdat een nieuwe vaststelling in werking treedt.

(5)

Voor het normaal functioneren van het stelsel van invoerrechten moeten deze rechten voor de zwevende valuta's worden berekend aan de hand van de in een referentieperiode geconstateerde representatieve marktkoersen.

(6)

De toepassing van Verordening (EG) nr. 1249/96 leidt ertoe de invoerrechten vast te stellen zoals vermeld in bijlage I bij deze verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde invoerrechten in de sector granen worden vastgesteld in bijlage I bij deze verordening en zijn bepaald aan de hand van de in bijlage II vermelde elementen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

(2)  PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1110/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12).


BIJLAGE I

Vanaf 16 juli 2004 geldende invoerrechten voor de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1784/2003 bedoelde producten

GN-code

Omschrijving

Invoerrecht (1)

(in EUR/ton)

1001 10 00

Harde tarwe van hoge kwaliteit

0,00

van gemiddelde kwaliteit

0,00

van lage kwaliteit

8,40

1001 90 91

Zachte tarwe, zaaigoed

0,00

ex 1001 90 99

Zachte tarwe van hoge kwaliteit, andere dan voor zaaidoeleinden

0,00

1002 00 00

Rogge

27,42

1005 10 90

Maïs, zaaigoed, andere dan hybriden

55,08

1005 90 00

Maïs, andere dan zaaigoed (2)

55,08

1007 00 90

Graansorgho, andere dan hybriden bestemd voor zaaidoeleinden

37,51


(1)  Voor producten die via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal in de Gemeenschap worden aangevoerd (artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1249/96) komt de importeur in aanmerking voor een verlaging van het invoerrecht met:

3 EUR/t, als de loshaven aan de Middellandse Zee ligt, of

2 EUR/t, als de loshaven in Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Estland, Letland, Litouen, Polen, Finland, Zweden of aan de Atlantische kust van het Iberisch Schiereiland ligt.

(2)  De importeur komt in aanmerking voor een forfaitaire verlaging van het invoerrecht met 24 EUR/t, als aan de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1249/96 vastgestelde voorwaarden is voldaan.


BIJLAGE II

Berekeningselementen

periode van 30.6.-14.7.2004

1.

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Beursnotering

Minneapolis

Chicago

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Minneapolis

Product (eiwitgehalte bij 12 % vocht)

HRS2 (14 %)

YC3

HAD2

Van gemiddelde kwaliteit (1)

Van lage kwaliteit (2)

US barley 2

Notering (EUR/t)

129,85 (3)

80,55

151,53 (4)

141,53 (4)

121,53 (4)

102,51 (4)

Golfpremie (EUR/t)

9,01

 

 

Grote-Merenpremie (EUR/t)

10,41

 

 

2.

Gemiddelden over de referentieperiode bepaald in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

Vrachttarieven/kosten: Golf van Mexico-Rotterdam: 22,48 EUR/t; Grote Meren-Rotterdam: 27,10 EUR/t.

3.

Subsidies bedoeld in artikel 4, lid 2, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1249/96:

0,00 EUR/t (HRW2)

0,00 EUR/t (SRW2).


(1)  Een korting van 10 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(2)  Een korting van 30 EUR/t (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(3)  Premie van 14 EUR/t inbegrepen (artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1249/96).

(4)  Fob Duluth.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/42


VERORDENING (EG) Nr. 1310/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

betreffende de invoercertificaten voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (2), en met name op artikel 5,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2247/2003 van de Commissie van 19 december 2003 houdende bepalingen ter uitvoering, in de sector rundvlees, van Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) (3), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2247/2003 kunnen voor producten van de sector rundvlees van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië invoercertificaten worden afgegeven. De invoer mag evenwel de voor ieder van de betrokken uitvoerende derde landen vastgestelde hoeveelheid niet overschrijden.

(2)

Voor producten van oorsprong uit Botswana, Kenia, Madagaskar, Swaziland, Zimbabwe en Namibië overstijgen de hoeveelheden, uitgedrukt in vlees zonder been, waarvoor van 1 tot en met 10 juli 2004 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2247/2003 certificaten zijn aangevraagd, niet de voor deze landen beschikbare hoeveelheden. Bijgevolg kunnen voor de aangevraagde hoeveelheden invoercertificaten worden afgegeven.

(3)

De hoeveelheden, waarvoor met ingang van 1 augustus 2004 certificaten kunnen worden aangevraagd binnen de totale hoeveelheid van 52 100 t, dienen te worden vastgesteld.

(4)

Er dient op te worden gewezen dat deze verordening Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (4) onverlet laat,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De hieronder vermelde lidstaten geven op 21 juli 2004 voor de onderstaande hoeveelheden producten van de sector rundvlees, uitgedrukt in vlees zonder been, van oorsprong uit sommige staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, invoercertificaten af voor de daarbij vermelde landen van oorsprong:

 

Verenigd Koninkrijk:

500 t van oorsprong uit Botswana,

20 t van oorsprong uit Swaziland,

1 000 t van oorsprong uit Namibië;

 

Duitsland:

1 100 t van oorsprong uit Botswana,

450 t van oorsprong uit Namibië.

Artikel 2

Certificaataanvragen kunnen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2247/2003 in de eerste tien dagen van de maand augustus 2004 worden ingediend voor de volgende hoeveelheden rundvlees zonder been:

Botswana:

13 876 t,

Kenia:

142 t,

Madagaskar:

7 579 t,

Swaziland:

3 254 t,

Zimbabwe:

9 100 t,

Namibië:

7 885 t.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 21 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

J. M. SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(2)  PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.

(3)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 37. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1118/2004 (PB L 217 van 17.6.2004, blz. 10).

(4)  PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/44


VERORDENING (EG) Nr. 1311/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 juli 2004

tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor rijst en breukrijst en schorsing van de afgifte van de uitvoercertificaten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (1), inzonderheid op artikel 13, lid 3, tweede alinea, en lid 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95 kan het verschil tussen de noteringen of de prijzen op de wereldmarkt van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten en de prijzen van deze producten in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

(2)

Krachtens artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 3072/95 moeten de restituties worden vastgesteld met inachtneming van de situatie en de vooruitzichten terzake van de beschikbare hoeveelheid rijst en breukrijst en van de prijzen hiervan op de markt van de Gemeenschap enerzijds en van de prijzen van rijst en breukrijst op de wereldmarkt anderzijds. Volgens dit artikel is het eveneens noodzakelijk om op de rijstmarkt voor een evenwichtige situatie en een natuurlijke ontwikkeling van de prijzen en het handelsverkeer zorg te dragen en bovendien rekening te houden met het economische aspect van de voorgenomen uitvoer, met de wenselijkheid om verstoringen op de markt van de Gemeenschap te vermijden en met de limieten die voortvloeien uit overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

(3)

Bij Verordening (EEG) nr. 1361/76 van de Commissie (2) is vastgesteld welke de maximumhoeveelheid breukrijst is die rijst, waarvoor de restitutie bij uitvoer is vastgesteld, mag bevatten, terwijl daarbij tevens het percentage is bepaald van de op deze restitutie toe te passen vermindering, voor het geval dat de hoeveelheid breukrijst welke de uitgevoerde rijst bevat deze maximumhoeveelheid overschrijdt.

(4)

Aangezien de permanente openbare inschrijvingen voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van rijst voor het lopende verkoopseizoen zijn beëindigd, is er niet langer aanleiding om voor dit product gewone restituties vast te stellen. Bij de vaststelling van de restituties dient daarmee rekening te worden gehouden.

(5)

In artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 3072/95 zijn de specifieke criteria bepaald waarmee bij de berekening van de restitutie bij uitvoer van rijst en breukrijst rekening moet worden gehouden.

(6)

De situatie op de wereldmarkt en de specifieke eisen van sommige markten kunnen een differentiatie van de restitutie voor sommige producten al naar gelang van hun bestemming noodzakelijk maken.

(7)

Teneinde rekening te houden met de bestaande vraag naar verpakte, langkorrelige rijst op bepaalde markten, moet worden voorzien in de vaststelling van een specifieke restitutie voor dat product.

(8)

De restitutie moet minstens eenmaal per maand worden vastgesteld; de restitutie kan tussentijds worden gewijzigd.

(9)

De toepassing van deze regels op de huidige situatie van de rijstmarkt, en met name op de noteringen of prijzen van rijst en breukrijst in de Gemeenschap en op de wereldmarkt, voert tot het vaststellen van de bedragen van de restitutie, zoals vermeld in de bijlage van deze verordening.

(10)

In het kader van het beheer van de volumebeperkingen die voortvloeien uit de WTO-verbintenissen van de Gemeenschap, dient de afgifte van uitvoercertificaten met restitutie te worden geschorst.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De restituties bij uitvoer van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 3072/95 genoemde producten in ongewijzigde staat worden, met uitzondering van de in lid 1, onder c), van dat artikel genoemde producten, op de in de bijlage aangegeven bedragen vastgesteld.

Artikel 2

De afgifte van uitvoercertificaten met vaststelling vooraf van de restitutie wordt geschorst.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 16 juli 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2002 van de Commissie (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 27).

(2)  PB L 154 van 15.6.1976, blz. 11.


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 15 juli 2004 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer voor rijst en breukrijst en schorsing van de afgifte van de uitvoercertificaten

Productcode

Bestemming

Meeteenheid

Bedrag van de restitutie (1)

1006 20 11 9000

R01

EUR/t

0

1006 20 13 9000

R01

EUR/t

0

1006 20 15 9000

R01

EUR/t

0

1006 20 17 9000

EUR/t

1006 20 92 9000

R01

EUR/t

0

1006 20 94 9000

R01

EUR/t

0

1006 20 96 9000

R01

EUR/t

0

1006 20 98 9000

EUR/t

1006 30 21 9000

R01

EUR/t

0

1006 30 23 9000

R01

EUR/t

0

1006 30 25 9000

R01

EUR/t

0

1006 30 27 9000

EUR/t

1006 30 42 9000

R01

EUR/t

0

1006 30 44 9000

R01

EUR/t

0

1006 30 46 9000

R01

EUR/t

0

1006 30 48 9000

EUR/t

1006 30 61 9100

R01

EUR/t

0

R02

EUR/t

0

R03

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

021 en 023

EUR/t

0

1006 30 61 9900

R01

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

066

EUR/t

0

1006 30 63 9100

R01

EUR/t

0

R02

EUR/t

0

R03

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

021 en 023

EUR/t

0

1006 30 63 9900

R01

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

1006 30 65 9100

R01

EUR/t

0

R02

EUR/t

0

R03

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

021 en 023

EUR/t

0

1006 30 65 9900

R01

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

1006 30 67 9100

021 en 023

EUR/t

0

066

EUR/t

0

1006 30 67 9900

066

EUR/t

0

1006 30 92 9100

R01

EUR/t

0

R02

EUR/t

0

R03

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

021 en 023

EUR/t

0

1006 30 92 9900

R01

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

066

EUR/t

0

1006 30 94 9100

R01

EUR/t

0

R02

EUR/t

0

R03

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

021 en 023

EUR/t

0

1006 30 94 9900

R01

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

066

EUR/t

0

1006 30 96 9100

R01

EUR/t

0

R02

EUR/t

0

R03

EUR/t

0

066

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

021 en 023

EUR/t

0

1006 30 96 9900

R01

EUR/t

0

A97

EUR/t

0

066

EUR/t

0

1006 30 98 9100

021 en 023

EUR/t

0

1006 30 98 9900

EUR/t

1006 40 00 9000

EUR/t

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

R01

Zwitserland, Liechtenstein en het gebied van de gemeenten Livigno en Campione d'Italia.

R02

Marokko, Algerije, Tunesië, Egypte, Israël, Libanon, Libië, Syrië, Voormalige Spaanse Sahara, Jordanië, Irak, Iran, Jemen, Koeweit, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Bahrein, Qatar, Saoedi-Arabië, Eritrea, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Noorwegen, Faeröer, IJsland, Rusland, Belarus, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Servië en Montenegro, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Albanië, Bulgarije, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Moldavië, Oekraïne, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië.

R03

Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Brazilië, Venezuela, Canada, Mexico, Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Cuba, Bermuda, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland, Hongkong SAR, Singapore, A40 met uitzondering van de Nederlandse Antillen, Aruba, Turks- en Caicoseilanden, A11 met uitzondering van Suriname, Guyana en Madagaskar.


(1)  De in artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie (PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12) bepaalde procedure is van toepassing voor de in het kader van deze verordening aangevraagde certificaten voor de volgende hoeveelheden en bestemmingen:

bestemming R01

0 t;

totaal van de bestemmingen R02 en R03

0 t;

bestemmingen 021 en 023

0 t;

bestemming 066

0 t;

bestemmingen A97

0 t.

NB: De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie „A” zijn vastgesteld in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1).

De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2081/2003 van de Commissie (PB L 313 van 28.11.2003, blz. 11).

De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

R01

Zwitserland, Liechtenstein en het gebied van de gemeenten Livigno en Campione d'Italia.

R02

Marokko, Algerije, Tunesië, Egypte, Israël, Libanon, Libië, Syrië, Voormalige Spaanse Sahara, Jordanië, Irak, Iran, Jemen, Koeweit, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Bahrein, Qatar, Saoedi-Arabië, Eritrea, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Noorwegen, Faeröer, IJsland, Rusland, Belarus, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Servië en Montenegro, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Albanië, Bulgarije, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Moldavië, Oekraïne, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië.

R03

Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Brazilië, Venezuela, Canada, Mexico, Guatemala, Honduras, El Salvador, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Cuba, Bermuda, Zuid-Afrika, Australië, Nieuw-Zeeland, Hongkong SAR, Singapore, A40 met uitzondering van de Nederlandse Antillen, Aruba, Turks- en Caicoseilanden, A11 met uitzondering van Suriname, Guyana en Madagaskar.


II Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing

Raad

16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/47


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 11 mei 2004

met betrekking tot het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen ten aanzien van een overeenkomst over de monetaire betrekkingen met het Vorstendom Andorra

(2004/548/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 111, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro (1) is de munteenheid van elke deelnemende lidstaat met ingang van 1 januari 1999 vervangen door de euro.

(2)

Met ingang van dezelfde datum is de Gemeenschap bevoegd voor aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime in lidstaten waar de euro is ingevoerd.

(3)

Het is aan de Raad om besluiten te nemen over de regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten inzake aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime.

(4)

De Gemeenschap heeft monetaire overeenkomsten gesloten met Monaco (2), Vaticaanstad (3) en San Marino (4). Deze landen hadden eerder al monetaire verdragen gesloten met Frankrijk of Italië voordat de euro werd ingevoerd.

(5)

Het Vorstendom Andorra (hierna „Andorra” genoemd) heeft geen officiële munteenheid en heeft evenmin enigerlei monetaire overeenkomst met een lidstaat of een derde land gesloten. Oorspronkelijk waren in Andorra de facto de Spaanse en Franse bankbiljetten en -munten in gebruik; met ingang van 1 januari 2002 zijn deze vervangen door eurobankbiljetten en munten.

(6)

Op 15 juli 2003 heeft Andorra formeel om de sluiting van een monetaire overeenkomst met de Gemeenschap verzocht.

(7)

Gezien de nauwe economische betrekkingen tussen Andorra en de Gemeenschap is het aangewezen dat in een overeenkomst tussen de Gemeenschap en Andorra bepalingen zijn opgenomen betreffende eurobankbiljetten en -munten, de wettige status van de euro in Andorra en de toegang tot de betalingssystemen van de eurozone. Aangezien de euro reeds in Andorra in gebruik is, dient ermee te worden ingestemd dat Andorra de euro als officiële munteenheid gebruikt en dat het land de status van wettig betaalmiddel toekent aan de eurobankbiljetten en -munten die zijn uitgegeven door het Europees Stelsel van centrale banken en de lidstaten waar de euro is ingevoerd.

(8)

Het feit dat de euro de officiële munteenheid van Andorra wordt, geeft Andorra daarom nog niet het recht om bankbiljetten en munten, hetzij in euro, hetzij in een andere denominatie, in omloop te brengen en evenmin om monetaire surrogaten uit te geven, tenzij de monetaire overeenkomst daarin uitdrukkelijk voorziet. Andorra geeft momenteel dinermunten voor verzamelaars uit; de mogelijkheid om dit te blijven doen, zal worden onderzocht.

(9)

Het is van belang dat Andorra erop toeziet dat de regels van de Gemeenschap betreffende de eurobankbiljetten en -munten in Andorra van toepassing zijn. Eurobankbiljetten en -munten dienen op een afdoende wijze te worden beschermd tegen fraude en vervalsing. Het is eveneens van belang dat Andorra alle noodzakelijke maatregelen neemt op dit gebied en terzake met de Gemeenschap samenwerkt.

(10)

Andorra dient zich ertoe te verbinden alle relevante maatregelen ten uitvoer te leggen die deel uitmaken van het communautaire bancaire en financiële regelgevingskader, met inbegrip van de voorkoming van witwassen van geld, de preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen en de statistische rapportageverplichtingen. De tenuitvoerlegging van deze maatregelen zal onder meer bijdragen tot de totstandbrenging van vergelijkbare en billijke verhoudingen tussen financiële instellingen uit de eurozone en financiële instellingen gevestigd in Andorra.

(11)

De Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken kunnen alle soorten banktransacties verrichten met betrekking tot in derde landen gevestigde financiële instellingen. Op passende voorwaarden kunnen de ECB en de nationale centrale banken financiële instellingen uit derde landen toegang tot hun betalingssystemen bieden. De overeenkomst tussen de Gemeenschap en Andorra mag de ECB of de nationale centrale banken geen enkele verplichting opleggen.

(12)

De Commissie dient te worden gemachtigd tot het voeren van de onderhandelingen met Andorra. De buurlanden van Andorra, Spanje en Frankrijk, dienen volledig bij de onderhandelingen te worden betrokken. Ook de ECB dient volledig te worden betrokken voor de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen.

(13)

Deze beschikking heeft alleen betrekking op de tussen Andorra en de Gemeenschap te sluiten overeenkomst over monetaire aangelegenheden, met uitsluiting van andere aangelegenheden die in het kader van aparte overeenkomsten dienen te worden geregeld. Andorra werd immers verzocht in te stemmen met gelijkwaardige maatregelen op bepaalde gebieden, zoals met name de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden. De Raad zal zich bij zijn oordeel of aan de nodige voorwaarden voor de opening van de onderhandelingen over de monetaire overeenkomst is voldaan, laten leiden door de vorderingen die bij de onderhandelingen over en de parafering van de overeenkomst over de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden zijn gemaakt, alsook door een aanbeveling van de Commissie.

(14)

De Commissie dient de ontwerp-overeenkomst ter advies voor te leggen aan het Economisch en Financieel Comité. De ontwerp-overeenkomst zou ook aan de Raad moeten worden voorgelegd indien ofwel Spanje of Frankrijk, ofwel de ECB, ofwel het Economisch en Financieel Comité van oordeel is dat dit noodzakelijk is,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie stelt Andorra ervan in kennis dat de Gemeenschap bereid is zo spoedig mogelijk met Andorra een overeenkomst over monetaire aangelegenheden te sluiten en biedt onderhandelingen over een dergelijke overeenkomst aan.

Artikel 2

Het standpunt dat de Gemeenschap zal innemen bij de onderhandelingen met Andorra over een overeenkomst betreffende de in het navolgende genoemde aangelegenheden, is gebaseerd op de in de artikelen 3 tot en met 6 vervatte beginselen.

Artikel 3

1.   Andorra heeft het recht om de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken.

2.   Andorra heeft het recht om de status van wettig betaalmiddel toe te kennen aan eurobankbiljetten en -munten.

Artikel 4

1.   Andorra verbindt zich ertoe geen bankbiljetten, munten of monetaire surrogaten van welke aard dan ook uit te geven, tenzij de voorwaarden voor de uitgifte daarvan met de Gemeenschap zijn overeengekomen.

2.   Het bieden van de mogelijkheid aan Andorra om gouden en zilveren dinermunten voor verzamelaars te blijven uitgeven, zal worden onderzocht.

Artikel 5

1.   Andorra verbindt zich ertoe zich te voegen naar de regels van de Gemeenschap betreffende eurobankbiljetten en -munten.

2.   Andorra verbindt zich ertoe nauw met de Gemeenschap samen te werken op het gebied van de bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen fraude en vervalsing en de regels van de Gemeenschap op dat gebied aan te nemen.

Artikel 6

1.   Andorra verbindt zich ertoe door middel van gelijkwaardige instrumenten of directe omzettingen alle passende maatregelen te nemen zowel voor de toepassing van alle relevante communautaire bancaire en financiële wetgeving — met name die welke betrekking heeft op de werkzaamheden van en het toezicht op de betrokken instellingen —, als voor de toepassing van alle relevante Gemeenschapswetgeving betreffende de voorkoming van witwassen van geld, de preventie van fraude en vervalsing van girale betaalmiddelen en de statistische rapportageverplichtingen.

2.   Aan financiële instellingen die op het grondgebied van Andorra zijn gevestigd, wordt toegang verleend tot de betalings- en afwikkelingssystemen in de eurozone op passende voorwaarden die in de overeenkomst over monetaire aangelegenheden worden vastgelegd. Deze voorwaarden worden vastgesteld in overleg met de ECB.

Artikel 7

De Commissie voert namens de Gemeenschap de onderhandelingen met Andorra over de in de artikelen 3 tot en met 6 bedoelde aangelegenheden. Spanje en Frankrijk worden volledig bij de onderhandelingen betrokken. De ECB wordt volledig betrokken bij de onderhandelingen die binnen haar bevoegdheidssfeer vallen.

Artikel 8

De onderhandelingen over een overeenkomst over monetaire aangelegenheden worden geopend zodra de Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op aanbeveling van de Commissie, overeenstemming heeft bereikt over het feit dat de voor de opening van deze onderhandelingen noodzakelijke voorwaarden zijn vervuld.

Zowel de voorafgaandelijke parafering door beide partijen van de overeenkomst over de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, als de verbintenis van Andorra om deze overeenkomst vóór een met de Gemeenschap overeen te komen datum te sluiten, maken deel uit van deze voorwaarden.

Indien Andorra de overeenkomst over de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden niet vóór de overeengekomen datum heeft gesloten, worden de onderhandelingen over de monetaire overeenkomst opgeschort totdat deze sluiting plaatsvindt.

Artikel 9

De Commissie legt de ontwerp-overeenkomst ter advies voor aan het Economisch en Financieel Comité.

De Commissie is bevoegd de overeenkomst namens de Gemeenschap te sluiten, tenzij ofwel Spanje of Frankrijk, ofwel de ECB, ofwel het Economisch en Financieel Comité van oordeel is dat de overeenkomst aan de Raad dient te worden voorgelegd.

Artikel 10

Deze beschikking is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel, 11 mei 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

C. McCREEVY


(1)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2596/2000 (PB L 300 van 29.11.2000, blz. 2).

(2)  PB L 142 van 31.5.2002, blz. 59.

(3)  PB C 299 van 25.10.2001, blz. 1. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2003/738/EG van de Raad (PB L 267 van 17.10.2003, blz. 27).

(4)  PB C 209 van 27.7.2001, blz. 1.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/50


BESLUIT VAN DE RAAD

van 12 juli 2004

houdende benoeming van een nieuw lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen

(2004/549/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 215, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

BESLUIT:

Artikel 1

De heer Olli REHN wordt voor de periode van 12 juli 2004 tot en met 31 oktober 2004 tot lid van de Commissie benoemd.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op 12 juli 2004.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. BOT


Commissie

16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/51


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 13 juli 2004

tot wijziging van Beschikking 2003/828/EG wat de verplaatsingen van tegen bluetongue gevaccineerde dieren uit beschermingsgebieden betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1925)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/550/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2000/75/EG van de Raad van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (1), en met name op artikel 9, lid 1, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2003/828/EG van de Commissie van 25 november 2003 inzake beschermings- en toezichtsgebieden in verband met bluetongue (2) is aangenomen in het licht van de situatie met betrekking tot bluetongue in de getroffen gebieden van de Gemeenschap. Bij die beschikking zijn beschermings- en toezichtsgebieden (hierna „beperkingsgebieden” genoemd) afgebakend op grond van de specifieke epizoötiologische situatie en zijn de voorwaarden vastgelegd voor de toepassing van uitzonderingen op het in Richtlijn 2000/75/EG neergelegde verbod op verplaatsingen van dieren in en uit die gebieden (hierna „het verplaatsingsverbod” genoemd).

(2)

Het Office international des épizooties (OIE — Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten) heeft van 26 tot 29 oktober 2003 een symposium over bluetongue gehouden. Een van de conclusies van dat symposium was dat dieren zonder gevaar voor verspreiding van het virus van een besmet naar een niet met bluetongue besmet gebied mogen worden verplaatst, als zij minstens één maand voor de datum van de verplaatsing gevaccineerd zijn en het gebruikte vaccin alle in het gebied van herkomst voorkomende serotypen bestrijkt.

(3)

In het licht van die conclusie zijn de in Beschikking 2003/828/EG vastgestelde voorwaarden voor verplaatsingen van gevaccineerde dieren op grond van de situatie in het laatste kwartaal van 2003 bij Beschikking 2004/34/EG gewijzigd om dergelijke verplaatsingen mogelijk te maken zonder dat de viruscirculatie in het gebied van herkomst of de vectoractiviteit in het gebied van bestemming hoeft te zijn geëindigd. Bij wijze van voorzorg voorzag Beschikking 2003/828/EG echter alleen in die mogelijkheid voor verplaatsingen binnen de lidstaat uit gebieden waar de vaccinatie was voltooid overeenkomstig het door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde programma.

(4)

Na de derde vaccinatiecampagne die is uitgevoerd in de winter 2003-2004 en de algemene vermindering van de viruscirculatie in alle betrokken beperkingsgebieden is het nu mogelijk algemene voorwaarden voor nationale verplaatsingen van gevaccineerde dieren uit de beperkingsgebieden te overwegen zonder rekening te houden met de resterende viruscirculatie in het gebied van herkomst. De dieren moeten echter bij wijze van voorzorg afkomstig zijn uit beslagen die zijn gevaccineerd overeenkomstig het door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat goedgekeurde programma en het toezichtsprogramma voor vectoren in een epizoötiologisch relevant gebied van bestemming mag geen activiteit van volwassen culicoïdes imicola hebben aangetoond.

(5)

Artikel 3, lid 1, van Beschikking 2003/828/EG voorziet in uitzonderingen op het verplaatsingsverbod voor dieren en sperma, eicellen en embryo’s daarvan binnen de lidstaat en geldt voor een aantal beperkingsgebieden in Frankrijk en Italië. Het is dienstig een administratieve fout te corrigeren in verband met de weglating van Spanje in artikel 3, lid 1, van die beschikking.

(6)

Beschikking 2003/828/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2003/828/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, leden 1 en 2, komt als volgt te luiden:

„1.   Het verplaatsingsverbod geldt niet voor verzendingen binnen de lidstaat van dieren en van sperma, eicellen en embryo's daarvan, uit een in bijlage I vermeld beperkingsgebied, mits de dieren, het sperma, de eicellen en de embryo's voldoen aan de in bijlage II vermelde voorwaarden, dan wel, voor Spanje, Frankrijk en Italië, aan het bepaalde in lid 2, of voor Griekenland aan het bepaalde in lid 3.

2.   In Spanje, Frankrijk en Italië staat de bevoegde autoriteit ook een uitzondering op het verplaatsingsverbod toe ten behoeve van verzendingen binnen de lidstaat zoals bedoeld in lid 1, wanneer:

a)

de dieren afkomstig zijn van een beslag dat is gevaccineerd overeenkomstig het door de bevoegde autoriteit vastgestelde programma;

b)

de dieren meer dan 30 dagen en minder dan een jaar vóór de datum van verzending zijn gevaccineerd tegen het serotype of de serotypen die in een uit epizoötiologisch oogpunt relevant gebied van herkomst aanwezig zijn of kunnen zijn;

c)

uit het toezichtsprogramma voor vectoren in een uit epizoötiologisch oogpunt relevant gebied van bestemming is gebleken dat volwassen culicoïdes imicola niet langer actief zijn.”.

2)

Bijlage I wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing vanaf 5 augustus 2004.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 327 van 22.12.2000, blz. 74.

(2)  PB L 311 van 27.11.2003, blz. 41. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2004/34/EG (PB L 7 van 13.1.2004, blz. 47).


BIJLAGE

BIJLAGE I

(Beperkingsgebieden: geografische gebieden waarin de lidstaten beschermings- en toezichtsgebieden moeten instellen)

Gebied A (serotypen 2 en 9 en in mindere mate 4 en 16)

Italië

Abruzzo

:

Chieti, alle gemeenten die ressorteren onder de lokale sanitaire dienst van Avezzano-Sulmona

Basilicata

:

Matera en Potenza

Calabria

:

Catanzaro, Cosenza, Crotone, Reggio Calabria, Vibo Valentia

Campania

:

Caserta, Benevento, Avellino, Napoli, Salerno

Lazio

:

Frosinone, Latina

Molise

:

Isernia, Campobasso

Puglia

:

Foggia, Bari, Lecce, Taranto, Brindisi

Sicilië

:

Agrigento, Catania, Caltanissetta, Enna, Messina, Palermo, Ragusa, Siracusa en Trapani

Malta (1)

Gebied B (serotype 2)

Italië

Abruzzo

:

L'Aquila (met uitzondering van alle gemeenten die ressorteren onder de lokale sanitaire dienst van Avezzano-Sulmona)

Lazio

:

Viterbo, Roma, Rieti

Marche

:

Ascoli Piceno, Macerata

Toscana

:

Massa Carrara, Pisa, Grosseto, Livorno

Umbria

:

Terni en Perugia

Gebied C (serotypen 2 en 4 en in mindere mate 16)

Spanje

Islas Baleares

Frankrijk

Corse du sud, Haute-Corse

Italië

Sardinië

:

Cagliari, Nuoro, Sassari, Oristano

Gebied D

Griekenland

Het volledige Griekse grondgebied met uitzondering van de onder gebied E vermelde prefecturen

Gebied E

Griekenland

De prefecturen Dodekanisi, Samos, Chios en Lesvos

Cyprus (1)

”.

(1)  Voorlopige diergezondheidsstatus voor Cyprus en Malta, in afwachting van de analyse van epizoötiologische gegevens; status moet uiterlijk op 1 mei 2007worden herzien.


16.7.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/s3


BERICHT AAN DE LEZERS

Bij de laatste uitbreiding is er een situatie ontstaan waardoor bepaalde Publicatiebladen op 30 april 2004 in een vereenvoudigde versie zijn gepubliceerd, in de toen nog elf officiële talen van de Europese Unie.Er is besloten om de in die Publicatiebladen bekendgemaakte besluiten opnieuw te publiceren in de vorm van rectificaties en in de gebruikelijke opmaak van het Publicatieblad.Daarom worden de Publicatiebladen waarin deze rectificaties voorkomen, slechts in de elf talen van vóór de uitbreiding uitgebracht. De vertalingen van de besluiten in de talen van de nieuwe lidstaten zullen in de speciale uitgave van het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen waarin de teksten van de instellingen en van de Europese Centrale Bank die vóór 1 mei 2004 zijn aangenomen, zijn opgenomen.Hieronder is een concordantietabel weergegeven van de Publicatiebladen die op 30 april zijn gepubliceerd, en de overeenkomstige rectificaties.

Publicatieblad van 30 april

Rectificatie in Publicatieblad

L 139

L 226 van 25 juni

L 144

L 199 van 7 juni

L 146

L 225 van 25 juni

L 149

L 215 van 16 juni

L 150

L 185 van 24 mei

L 151

L 208 van 10 juni

L 152

L 216 van 16 juni

L 153

L 231 van 30 juni

L 154

L 189 van 27 mei

L 155

L 193 van 1 juni

L 156

L 202 van 7 juni

L 157

L 195 van 2 juni

L 158

L 229 van 29 juni

L 159

L 184 van 24 mei

L 160

L 212 van 12 juni

L 161

L 206 van 9 juni

L 164

L 220 van 21 juni

L 165

L 191 van 28 mei

L 166

L 200 van 7 juni

L 167

L 201 van 7 juni