ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
47e jaargang |
Inhoud |
|
Rectificaties |
Bladzijde |
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
Rectificaties
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/1 |
Rectificatie van Beschikking 2004/452/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van een lijst van organen waarvan de onderzoekers voor wetenschappelijke doeleinden toegang hebben tot vertrouwelijke gegevens
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/452/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot vaststelling van een lijst van organen waarvan de onderzoekers voor wetenschappelijke doeleinden toegang hebben tot vertrouwelijke gegevens
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1664)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/452/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (1), en met name op artikel 20, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 831/2002 van de Commissie van 17 mei 2002 tot tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek, met betrekking tot de toegang tot vertrouwelijke gegevens voor wetenschappelijke doeleinden (2) is bedoeld om, met het oog op statistische conclusies voor wetenschappelijke doeleinden, vast te stellen onder welke voorwaarden toegang kan worden verleend tot aan de communautaire instantie toegezonden vertrouwelijke gegevens en de regels te bepalen voor samenwerking tussen de Gemeenschap en de nationale overheden ter vereenvoudiging van deze toegang. |
(2) |
Met name de volgende vier belangrijke bronnen worden vermeld: het huishoudpanel van de Europese Gemeenschap (ECHP), de Europese arbeidskrachtenenquête (LFS), de communautaire innovatie-enquête (CIS) en de enquête voortgezette beroepsopleiding (CVTS). |
(3) |
De communautaire instantie kan toegang tot vertrouwelijke gegevens verlenen aan onderzoekers van in het kader van Gemeenschapswetgeving of nationale wetgeving van een lidstaat opgerichte universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs of van in het kader van Gemeenschapswetgeving of nationale wetgeving van een lidstaat opgerichte organisaties of instellingen voor wetenschappelijk onderzoek. |
(4) |
Daarnaast en overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder c), van die verordening kan ook toegang worden verleend aan onderzoekers van andere agentschappen, organisaties en instellingen, na advies van het Comité statistisch geheim overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. 322/97. |
(5) |
Daarom moet een lijst van dergelijke organen worden vastgesteld op basis van een evaluatie waarbij rekening wordt gehouden met een aantal voorwaarden, zoals het hoofddoel van het orgaan, de interne organisatorische regelingen voor onderzoek, de genomen voorzorgsmaatregelen of de regelingen voor de verspreiding van onderzoekresultaten. |
(6) |
Een goede staat van dienst of een gevestigde reputatie van het orgaan wat betreft het produceren van kwaliteitsonderzoek en de bekendmaking ervan is een punt van overweging dat voor het verlenen van toegang pleit. Een bijkomende overweging is of het orgaan goed gevestigd en erkend is als gezaghebbend orgaan op zijn specifieke werkterrein, misschien met gereputeerde sponsors, partners of aandeelhouders. |
(7) |
Onderzoek moet in het orgaan een duidelijk omschreven eenheid vormen zonder organisatorische of managementbanden met beleidsgebieden van het orgaan en de onderzoekeenheid moet een afzonderlijke, zelfstandige eenheid zijn onder leiding van een hogere manager zonder directe verantwoordelijkheid voor het beleid of de verwezenlijking van het doel van het orgaan. |
(8) |
Voorts zijn passende waarborgen van het hoofd van het orgaan nodig betreffende diverse aspecten, onder meer om te voorkomen dat medewerkers van de onderzoekeenheid uit de verstrekte gegevens verkregen informatie zonder de toestemming van het hoofd van de onderzoekeenheid doorgeven aan medewerkers buiten de eenheid, behalve wanneer het samenvattende en geaggregeerde onderzoekresultaten betreft, of om ervoor te zorgen dat het voor de medewerkers van het orgaan een zware overtreding van het tuchtreglement is om leden van de onderzoekeenheid te vragen om informatie betreffende individuele records in de verstrekte dataset. |
(9) |
De fysieke beveiliging van de gebouwen van het orgaan en zijn computersystemen moet worden beschreven; er moet een beschrijving worden gegeven van de veilige bewaring van de gegevens in computersystemen, met inbegrip van bijzonderheden over hoe geoorloofde toegang wordt verleend en ongeoorloofde toegang wordt voorkomen, en hoe de systemen worden beveiligd tegen ongeoorloofde toegang van buiten het orgaan; er moet ook een beschrijving worden gegeven van de veilige bewaring van documenten, inclusief papieren documenten, die informatie uit de dataset bevatten. |
(10) |
Het feit dat wetenschappelijke doeleinden de reden voor de toegang vormen, houdt in dat de resultaten kosteloos en snel ter beschikking van de wetenschappelijke wereld worden gesteld. Het gebruik van de datasets voor louter interne verslagen of doeleinden lijkt in strijd met het doel van Verordening (EG) nr. 831/2002. Het beleid van het orgaan inzake verspreiding van door zijn onderzoekeenheid verricht onderzoek moet een open beleid zijn, waarbij bekendmaking in de relevante wetenschappelijke literatuur wordt aangemoedigd en onderzoekresultaten kosteloos beschikbaar worden gesteld op de website van het orgaan of een andere geschikte website. |
(11) |
De Europese Centrale Bank (ECB) moet worden beschouwd als een orgaan dat aan de bovenvermelde voorwaarden voldoet, en wordt derhalve toegevoegd aan de lijst van agentschappen, organisaties en instellingen als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 831/2002. |
(12) |
Deze lijst zal worden bijgewerkt naarmate meer agentschappen, organisaties en instellingen moeten worden beschouwd als in aanmerking komende organen. |
(13) |
Het blijft zo dat specifieke verzoeken om toegang die door die organen worden ingediend, vervolgens moeten worden verwerkt overeenkomstig de in Verordening (EG) nr. 831/2002 vastgestelde voorschriften en procedures. |
(14) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch geheim, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De lijst van organen waarvan de onderzoekers voor wetenschappelijke doeleinden toegang hebben tot vertrouwelijke gegevens, als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 831/2002, is als bijlage bijgevoegd.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
Pedro SOLBES MIRA
Lid van de Commissie
BIJLAGE
ORGANEN WAARVAN DE ONDERZOEKERS VOOR WETENSCHAPPELIJKE DOELEINDEN TOEGANG HEBBEN TOT VERTROUWELIJKE GEGEVENS
Europese Centrale Bank.
(1) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1.
(2) PB L 133 van 18.5.2002, blz. 7.
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/4 |
Rectificatie van Beschikking 2004/453/EG van de Commissie van 29 april 2004 ter uitvoering van Richtlijn 91/67/EEG van de Raad wat betreft maatregelen tegen bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/453/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
ter uitvoering van Richtlijn 91/67/EEG van de Raad wat betreft maatregelen tegen bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1679)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/453/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (1), en met name op artikel 12, lid 2, artikel 13, lid 1, tweede alinea, en artikel 13, lid 2,
Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (2), en met name op artikel 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Wanneer een lidstaat van oordeel is dat zijn grondgebied of een deel daarvan vrij is van een van de in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG vermelde ziekten, kan hij krachtens artikel 13 van die richtlijn de Commissie de nodige bewijzen daarvan voorleggen om ziektevrij te worden verklaard. Denemarken, Finland, Ierland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk hebben de bedoelde bewijzen aan de Commissie voorgelegd. |
(2) |
Wanneer een lidstaat een programma voor de bestrijding en uitroeiing van een van de in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG vermelde ziekten heeft opgesteld, kan hij dat programma krachtens artikel 12 van die richtlijn ter goedkeuring voorleggen aan de Commissie. Finland, Ierland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk hebben dergelijke programma's aan de Commissie voorgelegd. |
(3) |
In Verordening (EEG) nr. 706/73 van de Raad van 12 maart 1973 betreffende de communautaire regeling voor de Kanaaleilanden en het eiland Man inzake het handelsverkeer in landbouwproducten (3) is bepaald dat de veterinaire wetgeving op deze eilanden onder dezelfde voorwaarden als in het Verenigd Koninkrijk moet worden toegepast op producten die door de eilanden worden ingevoerd of door de eilanden naar de Gemeenschap worden uitgevoerd. |
(4) |
Vastgelegd moet worden aan welke eisen de lidstaten moeten voldoen om een ziektevrije status te krijgen en welke criteria zij in het kader van de bestrijdings- en uitroeiingsprogramma's moeten toepassen. Ook moeten de aanvullende garanties worden beschreven die vereist zijn om bepaalde vissoorten te mogen binnenbrengen in de ziektevrije gebieden en de gebieden waar bestrijdings- en uitroeiingsprogramma's worden toegepast. Daarbij moeten de aanbevelingen van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE) in aanmerking genomen worden. |
(5) |
Denemarken heeft bewijzen ingediend waaruit blijkt dat dat land vrij is van voorjaarsviremie van de karper (SVC) en moet dus als vrij van die ziekte worden aangemerkt. |
(6) |
Finland heeft bewijzen ingediend waaruit blijkt dat zijn hele grondgebied vrij is van SVC en delen van zijn grondgebied vrij zijn van Gyrodactylus salaris en infectieuze pancreatische necrose (IPN). De betrokken gebieden moeten dus als vrij van die ziekten worden aangemerkt. Finland heeft tevens een programma ingediend voor de bestrijding van Bacterial Kidney Disease (BKD), dat voor het continentale deel van zijn grondgebied zal gelden. Dat programma moet worden goedgekeurd met het oog op de uitroeiing van de ziekte en de verkrijging van de ziektevrije status. |
(7) |
Ierland heeft bewijzen ingediend waaruit blijkt dat zijn hele grondgebied vrij is van SVC, BKD en Gyrodactylus salaris en moet dus als vrij van die ziekte worden aangemerkt. |
(8) |
Zweden heeft bewijzen ingediend waaruit blijkt dat zijn hele grondgebied vrij is van SVC en IPN en moet dus als vrij van die ziekte worden aangemerkt. Zweden heeft tevens een programma ingediend voor de bestrijding en uitroeiing van BKD, dat voor het continentale deel van zijn grondgebied zal gelden. Dat programma moet worden goedgekeurd met het oog op de uitroeiing van de ziekte en de verkrijging van de ziektevrije status. |
(9) |
Het Verenigd Koninkrijk heeft bewijzen ingediend waaruit blijkt dat zijn hele grondgebied vrij is van Gyrodactylus salaris en delen van zijn grondgebied vrij zijn van IPN, BKD en SVC. De betrokken gebieden moeten dus als vrij van die ziekten worden aangemerkt. Het Verenigd Koninkrijk heeft tevens programma's ingediend voor de bestrijding en uitroeiing van SVC en BKD voor andere delen van zijn grondgebied. Die programma's moeten worden goedgekeurd met het oog op de uitroeiing van de ziekten en de verkrijging van de ziektevrije status. |
(10) |
De aanvullende garanties die bij deze beschikking zijn vastgesteld, moeten na drie jaar opnieuw worden bezien met inachtneming van de ervaring met de bestrijding en uitroeiing van de ziekten en de ontwikkeling van alternatieve bestrijdingsmaatregelen zoals vaccinatie. |
(11) |
Bij Beschikking 93/44/EEG van de Commissie (4) zijn voor een aantal vissoorten aanvullende garanties vastgesteld met het oog op verzending naar Groot-Brittannië, Noord-Ierland, het eiland Man en Guernsey. Die beschikking moet worden ingetrokken en door deze beschikking worden vervangen. |
(12) |
Beschikking 2003/513/EG van de Commissie (5) is een vrijwaringsbeschikking, bedoeld om bepaalde gebieden van de Gemeenschap tegen de insleep van Gyrodactylus salaris te beschermen. Die maatregelen zijn sinds 1996 van kracht en zijn in feite aanvullende garanties en geen vrijwaringsmaatregelen. Beschikking 2003/513/EG moet dus ook worden ingetrokken en door deze beschikking worden vervangen. |
(13) |
De bij de Beschikkingen 93/44/EEG en 2003/513/EG vastgestelde garanties moeten worden aangepast aan de huidige stand van de kennis en de meest recente aanbevelingen van het OIE. |
(14) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Eisen om ziektevrij te worden verklaard
De eisen waaraan moet worden voldaan om een gebied als vrij van een of meer van de in kolom I, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG aan te merken, zijn opgenomen in hoofdstuk I van bijlage I.
Artikel 2
Ziektevrij verklaarde gebieden
De in hoofdstuk II van bijlage I opgenomen gebieden worden aangemerkt als vrij van de in kolom I, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG genoemde ziekten.
Artikel 3
Criteria voor bestrijdings- en uitroeiingsprogramma's
De criteria die de lidstaten in het kader van een bestrijdings- en uitroeiingsprogramma voor een of meer van de in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG moeten hanteren, zijn opgenomen in hoofdstuk I van bijlage II.
Artikel 4
Goedkeuring van bestrijdings- en uitroeiingsprogramma's
De bestrijdings- en uitroeiingsprogramma's voor de in hoofdstuk II van bijlage II genoemde gebieden worden goedgekeurd.
Artikel 5
Aanvullende garanties
1. Levende aquacultuurvis, eieren en gameten, die worden binnengebracht in de gebieden die worden genoemd in hoofdstuk II van bijlage I of hoofdstuk II van bijlage II, bieden alle garanties, ook die inzake verpakking en etikettering, en voldoen aan de nodige specifieke aanvullende eisen, als vastgesteld in het diergezondheidscertificaat volgens het model in bijlage III, met inachtneming van de toelichting in bijlage IV.
2. De eisen van lid 1 gelden niet voor het binnenbrengen van eieren in de in hoofdstuk II van bijlage I of hoofdstuk II van bijlage II genoemde gebieden voor menselijke consumptie.
3. De aanvullende garanties worden gehandhaafd wanneer aan de eisen van bijlage V wordt voldaan.
Artikel 6
Vervoer
Levende aquacultuurvis, eieren en gameten, die in de in bijlage I, hoofdstuk II, of bijlage II, hoofdstuk II, worden binnengebracht, worden vervoerd onder voorwaarden die geen nadelige gevolgen hebben voor hun gezondheidsstatus en de gezondheidsstatus op de plaats van bestemming niet in gevaar brengen.
Artikel 7
Intrekking
Beschikking 93/44/EEG en Beschikking 2003/513/EG worden ingetrokken.
Artikel 8
Evaluatie
De Commissie beziet de bij deze beschikking vastgestelde aanvullende garanties uiterlijk op 30 april 2007 opnieuw. Daarbij wordt rekening gehouden met de ervaring die is opgedaan met de bestrijding en uitroeiing van de ziekten en de ontwikkeling van alternatieve bestrijdingsmaatregelen, zoals vaccins.
Artikel 9
Adressaten
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE I
Ziektevrije status
Hoofdstuk I
Criteria voor een ziektevrije status
A. Ziektevrij land
Een lidstaat wordt aangemerkt als vrij van een ziekte indien in die lidstaat geen soorten voorkomen die voor die ziekte gevoelig zijn of de lidstaat voldoet aan de in de punten 1 en 2 genoemde voorwaarden.
Indien een lidstaat een stroomgebied met een of meer andere lidstaten gemeen heeft, kan die lidstaat alleen ziektevrij worden verklaard als alle gezamenlijke stroomgebieden in beide lidstaten ziektevrij verklaard zijn.
1. |
Een lidstaat waarin de betrokken ziekte ten minste 25 jaar niet is waargenomen terwijl de omstandigheden zodanig zijn dat die ziekte klinisch tot uiting kan komen, kan als ziektevrij worden aangemerkt als: |
1.1. |
er ten minste tien jaar ononderbroken elementaire veiligheidsvoorwaarden ten aanzien van de ziekte gelden. Die elementaire veiligheidsvoorwaarden bestaan minimaal uit het volgende:
|
1.2. |
de natuurlijke populaties voorzover bekend niet besmet zijn; |
1.3. |
er voorwaarden voor de handel en de invoer gelden om de insleep van de ziekte in de lidstaat te voorkomen. |
2. |
Een lidstaat waarin het laatst bekende klinische geval zich minder dan 25 jaar geleden heeft voorgedaan of waar de infectiestatus voordat gericht toezicht plaatsvond, niet bekend is, bijvoorbeeld omdat de omstandigheden niet zodanig waren dat de ziekte klinisch tot uiting kon komen, kan als vrij van de ziekte worden aangemerkt als: |
2.1. |
het voldoet aan de elementaire veiligheidsvoorwaarden als beschreven in punt 1.1, en |
2.2. |
er ten minste twee jaar gericht toezicht plaatsvindt in aquacultuurinrichtingen waar gevoelige soorten worden gehouden zonder dat de ziekteverwekker is opgespoord. Indien er gebieden in het land zijn waarin toezicht in aquacultuurinrichtingen alleen onvoldoende epidemiologische gegevens oplevert (als het aantal aquacultuurinrichtingen klein is), maar er natuurlijke populaties van een of meer van de gevoelige soorten zijn, moeten die natuurlijke populaties in het gerichte toezicht worden opgenomen. De bemonsteringsmethoden en monstergrootten moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2001/183/EG van de Commissie of de desbetreffende hoofdstukken van de International Aquatic Animal Health Code en het Manual of Diagnostic Tests for Aquatic Animals van het OIE. De diagnostische methoden moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan die in de desbetreffende hoofdstukken van het Manual of Diagnostic Tests for Aquatic Animals van het OIE. |
B. Ziektevrij gebied
Op het grondgebied van een lidstaat die met een bepaalde ziekte besmet is of waarvan de status ten aanzien van die ziekte onbekend is, kan een ziektevrij gebied worden ingesteld als in dat gebied geen gevoelige soorten voorkomen of het gebied aan de hierna in de punten 1 en 2 genoemde voorwaarden voldoet.
Een dergelijk ziektevrij gebied moet bestaan uit: een of meer volledige stroomgebieden van de bronnen van de waterlopen tot de zee, of een deel van het stroomgebied van de bron(nen) tot een natuurlijke of kunstmatige barrière die een beletsel vormt voor de migratie van de vissen die zich stroomafwaarts van deze barrière bevinden. Dergelijke gebieden moeten door de bevoegde autoriteit duidelijk worden afgebakend op een kaart van het betrokken grondgebied.
Indien een stroomgebied zich over meer dan een lidstaat uitstrekt, kan het alleen als ziektevrij gebied aangemerkt worden als de onderstaande voorwaarden gelden voor alle delen van het gebied. Beide betrokken lidstaten moeten de erkenning van het gebied aanvragen.
1. |
Een gebied waarin de betrokken ziekte ten minste 25 jaar niet is waargenomen terwijl de omstandigheden zodanig zijn dat die ziekte klinisch tot uiting kan komen, kan als ziektevrij worden aangemerkt als: |
1.1. |
er ten minste tien jaar ononderbroken elementaire veiligheidsvoorwaarden ten aanzien van de ziekte gelden. Die elementaire veiligheidsvoorwaarden bestaan minimaal uit het volgende:
|
1.2. |
de natuurlijke populaties voorzover bekend niet besmet zijn; |
1.3. |
er voorwaarden voor de handel en de invoer gelden om de insleep van de ziekte in het gebied te voorkomen. |
2. |
Een gebied waarin het laatst bekende klinische geval zich minder dan 25 jaar geleden heeft voorgedaan of waar de infectiestatus voordat gericht toezicht plaatsvond, niet bekend is, bijvoorbeeld omdat de omstandigheden niet zodanig waren dat de ziekte klinisch tot uiting kon komen, kan als vrij van de ziekte worden aangemerkt als: |
2.1. |
het voldoet aan de elementaire veiligheidsvoorwaarden als beschreven in punt 1.1, |
2.2. |
er ten minste twee jaar gericht toezicht plaatsvindt in aquacultuurinrichtingen waar gevoelige soorten worden gehouden zonder dat de ziekteverwekker is opgespoord. Indien toezicht in aquacultuurinrichtingen alleen onvoldoende epidemiologische gegevens oplevert (als het aantal aquacultuurinrichtingen klein is), maar er natuurlijke populaties van een of meer van de gevoelige soorten zijn, moeten die natuurlijke populaties in het gerichte toezicht worden opgenomen. De bemonsteringsmethoden en monstergrootten moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2001/183/EG of de desbetreffende hoofdstukken van de International Aquatic Animal Health Code en het Manual of Diagnostic Tests for Aquatic Animals van het OIE. De diagnostische methoden moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan die in de desbetreffende hoofdstukken van het Manual of Diagnostic Tests for Aquatic Animals van het OIE. |
Hoofdstuk II
Gebieden die erkend zijn als vrij van bepaalde ziekten, genoemd in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG
Ziekte |
Lidstaat |
Grondgebied of delen daarvan |
Voorjaarsviremie van de karper (SVC) |
Denemarken |
Het hele grondgebied |
Finland |
Het hele grondgebied; het stroomgebied van de Vuoksi wordt als buffergebied aangemerkt. |
|
Ierland |
Het hele grondgebied |
|
Zweden |
Het hele grondgebied |
|
Verenigd Koninkrijk |
Noord-Ierland, het eiland Man, Jersey en Guernsey |
|
Bacterial Kidney Disease (BKD) |
Ierland |
Het hele grondgebied |
Verenigd Koninkrijk |
Noord-Ierland, het eiland Man en Jersey |
|
Infectieuze pancreatische necrose (IPN) |
Finland |
Het continentale deel van het grondgebied; de stroomgebieden van de Vuoksi en de Kemijoki worden als buffergebied aangemerkt |
Zweden |
Het hele grondgebied |
|
Verenigd Koninkrijk |
Het eiland Man |
|
Besmetting met Gyrodactylus salaris |
Finland |
De stroomgebieden van de Tenojoki en de Näätämönjoki; de stroomgebieden van de Paatsjoki, de Luttojoki, en de Uutuanjoki worden als buffergebied aangemerkt |
Ierland |
Het hele grondgebied |
|
Verenigd Koninkrijk |
Groot-Brittannië, Noord-Ierland, het eiland Man, Jersey en Guernsey |
BIJLAGE II
Bestrijdings- en uitroeiingsprogramma's
Hoofdstuk I
Minimumcriteria voor programma's ter bestrijding en uitroeiing van bepaalde ziekten, genoemd in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG
A. De lidstaat moet in het kader van een goedgekeurd bestrijdings- en uitroeiingsprogramma de volgende criteria toepassen:
1. Van de ziekte moet aangifte worden gedaan bij de bevoegde autoriteit, waarbij ook verdenkingen moeten worden gemeld.
2. Er is een systeem voor vroegtijdige opsporing, waardoor tekenen die op de ziekte wijzen bij waterdieren in een aquacultuurinrichting of in het wild snel worden herkend en snel bij de bevoegde autoriteit worden gemeld, teneinde zo snel mogelijk diagnostisch onderzoek te verrichten, zodat de bevoegde autoriteit de ziekte doeltreffend kan onderzoeken en daar verslag over kan uitbrengen; dit omvat tevens de beschikking over laboratoria die de desbetreffende ziekten kunnen diagnosticeren en onderscheiden, en opleiding van dierenartsen of in visgezondheid gespecialiseerde personen in het opsporen en melden van ongewone ziektegevallen. Een dergelijk systeem voor vroegtijdige opsporing omvat ten minste het volgende:
2.1. algemene alertheid op de karakteristieke symptomen van de vermelde ziekten, bijvoorbeeld bij het personeel van aquacultuur- of verwerkingsinrichtingen;
2.2. dierenartsen of in de gezondheid van waterdieren gespecialiseerde personen, die een opleiding hebben ontvangen in het herkennen en melden van verdachte ziektegevallen;
2.3. het vermogen van de bevoegde autoriteit om ziekten snel en doeltreffend te onderzoeken;
2.4. de beschikking van de bevoegde autoriteit over laboratoria met faciliteiten voor het diagnosticeren en onderscheiden van de desbetreffende ziekte;
3. Er gelden voorwaarden voor de handel en de invoer om de insleep van de ziekte in de lidstaat te voorkomen.
4. Er vindt gericht toezicht plaats op aquacultuurinrichtingen waar gevoelige soorten worden gehouden. Indien er gebieden in het land zijn waarin toezicht in aquacultuurinrichtingen alleen onvoldoende epidemiologische gegevens oplevert (als het aantal aquacultuurinrichtingen klein is), maar er natuurlijke populaties van een of meer van de gevoelige soorten zijn, moeten die natuurlijke populaties in het gerichte toezicht worden opgenomen. De bemonsteringsmethoden en monstergrootten moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Beschikking 2001/183/EG of de desbetreffende hoofdstukken van de International Aquatic Animal Health Code en het Manual of Diagnostic Tests for Aquatic Animals van het OIE. De diagnostische methoden moeten ten minste gelijkwaardig zijn aan die in de desbetreffende hoofdstukken van het Manual of Diagnostic Tests for Aquatic Animals van het OIE.
5. Het bestrijdings- en uitroeiingsprogramma moet worden voortgezet totdat aan de criteria van bijlage I wordt voldaan en de lidstaat of delen daarvan als vrij van de ziekte kunnen worden aangemerkt.
6. Er wordt jaarlijks vóór 1 mei een verslag bij de Commissie ingediend met gegevens over het aantal verdachte gevallen, het aantal bevestigde gevallen, het aantal onder restricties geplaatste bedrijven en locaties, het aantal opgeheven restricties en het resultaat van actief toezicht in het voorgaande kalenderjaar, aan de hand van de onderstaande tabel.
Lidstaat en ziekte |
|
Aantal verdachte gevallen |
|
Aantal bevestigde gevallen |
|
Aantal onder restricties geplaatste bedrijven en locaties |
|
Aantal opgeheven restricties |
|
Aantal bemonsterde bedrijven en vissen/visbassins |
|
Aantal bemonsterde wilde vissen/visbassins (stroomgebieden vermelden) |
|
Resultaten van de bemonstering |
|
B. Bij verdenking op een ziekte zorgt de officiële dienst van de lidstaat voor het volgende:
1. Er worden de nodige monsters voor onderzoek genomen om de aanwezigheid van de betrokken ziekteverwekker vast te stellen.
2. In afwachting van de uitslag van het in punt 1 bedoelde onderzoek plaatst de bevoegde autoriteit het bedrijf onder officieel toezicht en worden de nodige bestrijdingsmaatregelen genomen. Vissen mogen het getroffen bedrijf alleen met toestemming van de officiële dienst verlaten.
3. Als uit het in punt 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er een ziekteverwekker aanwezig is of klinische symptomen zijn, moet de officiële dienst een epizoötiologisch onderzoek uitvoeren om de wijze van besmetting te achterhalen en na te gaan of vissen het bedrijf verlaten hebben in de relevante periode voordat de verdenking is gerezen.
4. Indien uit het epizoötiologisch onderzoek blijkt dat de ziekte in een of meer bedrijven of open wateren is binnengebracht, gelden voor die gebieden de bepalingen van punt 1 en
4.1. worden alle bedrijven in hetzelfde stroomgebied of kustgebied onder officieel toezicht geplaatst;
4.2. mogen geen vissen, eieren of gameten die bedrijven verlaten zonder toestemming van de officiële dienst.
5. Als het gaat om uitgestrekte stroom- of kustgebieden kan de officiële dienst besluiten deze maatregel te beperken tot een kleiner gebied rond het van besmetting verdachte bedrijf, indien hij van mening is dat dat gebied maximale garanties biedt om verspreiding van de ziekte te voorkomen.
C. In het geval de ziekte bevestigd wordt, zorgt de lidstaat voor het volgende:
1. Het bedrijf of de locatie met de besmette vis wordt onmiddellijk onder restricties geplaatst; er worden geen vissen binnengebracht en zonder toestemming van de officiële dienst van de lidstaat mogen geen vissen het bedrijf of de locatie verlaten.
2. De restricties blijven van kracht tot de ziekte is uitgeroeid zoals hierna aangegeven onder punt 2.1 of 2.2:
2.1. Onmiddellijke ruiming van het bestand door:
a) |
alle levende vissen onder toezicht van de officiële dienst te doden, of, in het geval van vissen die al handelsafmetingen bereikt hebben en geen klinische ziektesymptomen vertonen, onder toezicht van de officiële dienst te slachten om ze in de handel te brengen of te verwerken voor menselijke consumptie. In het laatste geval zorgt de officiële dienst ervoor dat de vissen onmiddellijk geslacht en van de ingewanden ontdaan worden en dat deze handelingen op zodanige wijze worden verricht dat verspreiding van ziekteverwekkers wordt voorkomen. De lidstaat kan per geval, met inachtneming van het risico van verspreiding van de ziekte naar andere bedrijven of de natuurlijke populatie, toestaan dat vissen die nog geen handelsafmetingen bereikt hebben op het bedrijf gehouden worden totdat dat wel het geval is; |
b) |
stillegging van het bedrijf of de locatie (en zo nodig ontsmetting) gedurende voldoende lange tijd na de ruiming, met inachtneming van deel 1,7 van de meest recente editie van de International Aquatic Animal Health Code van het OIE. |
2.2. Geleidelijke maatregelen om de infectie te doen verdwijnen door zorgvuldig beheer van de besmette bedrijven of locaties door middel van:
a) |
verwijdering en vernietiging van dode vissen en vissen die klinische ziektesymptomen vertonen, oogsten van vissen die geen klinische ziektesymptomen vertonen, totdat elke door ziekte getroffen epidemiologische eenheid op de locatie van vis ontdaan en ontsmet is; of |
b) |
verwijdering en vernietiging van dode vissen en vissen die klinische ziektesymptomen vertonen, wanneer ruiming en/of ontsmetting niet mogelijk is gezien de aard van de locatie (bv. riviersysteem of groot meer). |
3. Om de zieke op de besmette bedrijven of locaties snel uit te roeien kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat toestaan dat vissen die geen klinische ziektesymptomen vertonen onder toezicht van de bevoegde autoriteit worden vervoerd naar andere bedrijven of gebieden in dezelfde lidstaat, wanneer die geen ziektevrije status of goedgekeurd bestrijdings- en uitroeiingsprogramma heeft.
4. Vissen die ingevolge punt 2,1 of 2,2 geruimd zijn, moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden verwijderd.
5. Voor de herbevolking moeten vissen worden gebruikt die afkomstig zijn van gecertificeerd ziektevrije bronnen.
6. De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat de ziekte zich naar andere gekweekte vissen of natuurlijke bestanden verspreidt.
Hoofdstuk II
Gebieden met goedgekeurde bestrijdings- en uitroeiingsprogramma's voor bepaalde ziekten, genoemd in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG
Ziekte |
Lidstaat |
Grondgebied of delen daarvan |
Voorjaarsviremie van de karper (SVC) |
Verenigd Koninkrijk |
Groot-Brittannië |
Bacterial Kidney Disease (BKD) |
Finland |
Het continentale deel van het grondgebied |
Zweden |
Het continentale deel van het grondgebied |
|
Verenigd Koninkrijk |
Groot-Brittannië |
BIJLAGE III
BIJLAGE IV
Toelichting bij het vervoersdocument en de etikettering
|
|
BIJLAGE V
Minimumcriteria voor het handhaven van aanvullende garanties voor bepaalde ziekten, genoemd in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG, overeenkomstig de artikelen 12 en 13 van die richtlijn
A. Om de toegekende aanvullende garanties te kunnen handhaven, moeten de lidstaten minimaal aan de volgende criteria voldoen:
1. |
Van de ziekte moet aangifte worden gedaan bij de bevoegde autoriteit, waarbij ook verdenkingen moeten worden gemeld. |
2. |
Alle bedrijven met voor de ziekte gevoelige soorten waarvoor de lidstaat een ziektevrije status heeft verkregen, moeten onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit. |
3. |
Er is een systeem voor vroegtijdige opsporing, waardoor tekenen die op de ziekte wijzen bij waterdieren in een aquacultuurinrichting of in het wild snel worden herkend en snel bij de bevoegde autoriteit worden gemeld, teneinde zo snel mogelijk diagnostisch onderzoek te verrichten, zodat de bevoegde autoriteit de ziekte doeltreffend kan onderzoeken en daar verslag over kan uitbrengen; dit omvat tevens de beschikking over laboratoria die de desbetreffende ziekten kunnen diagnosticeren en onderscheiden, en opleiding van dierenartsen of in visgezondheid gespecialiseerde personen in het opsporen en melden van ongewone ziektegevallen. Een dergelijk systeem voor vroegtijdige opsporing moet ten minste bestaan uit:
|
4. |
Er gelden voorwaarden voor de handel en de invoer alsmede het beheer van natuurlijke visbestanden van de gevoelige soorten, om te voorkomen dat de ziekte wordt binnengebracht in de lidstaat of delen daarvan die onder deze beschikking vallen. Vissen afkomstig van kustgebieden mogen niet in continentale gebieden worden binnengebracht zonder toestemming van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming. |
5. |
In lidstaten waar slechts een deel van het grondgebied overeenkomstig bijlage I, hoofdstuk II, ziektevrij verklaard is (dus niet het hele grondgebied), moet het gerichte toezicht in de ziektevrij verklaarde gebieden worden voortgezet overeenkomstig bijlage II, hoofdstuk I.A, punt 4. |
6. |
Levende aquacultuurvis, eieren en gameten, die in de in bijlage I, hoofdstuk II, of bijlage II, hoofdstuk II, worden binnengebracht, worden vervoerd onder voorwaarden die geen nadelige gevolgen hebben voor hun gezondheidsstatus en de gezondheidsstatus op de plaats van bestemming niet in gevaar brengen. Het vervoer vindt plaats in water dat als vrij van de desbetreffende ziekte beschouwd wordt doordat het uit dezelfde bron komt als het water van het bedrijf of de locatie van oorsprong en tijdens het vervoer alleen ververst wordt op plaatsen waar dat is toegestaan door de lidstaat van bestemming, in voorkomend geval in samenwerking met de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong. |
7. |
Er wordt niet tegen de ziekte gevaccineerd. |
8. |
Er wordt jaarlijks vóór 1 mei een verslag bij de Commissie ingediend met gegevens over het aantal verdachte gevallen, het aantal bevestigde gevallen, het aantal onder restricties geplaatste bedrijven en locaties, het aantal opgeheven restricties en het resultaat van actief toezicht in het voorgaande kalenderjaar, aan de hand van de onderstaande tabel.
|
B. Bij verdenking op een ziekte zorgt de officiële dienst van de lidstaat voor het volgende:
1. |
Er worden de nodige monsters voor onderzoek genomen om de aanwezigheid van de betrokken ziekteverwekker vast te stellen. |
2. |
In afwachting van de uitslag van het in punt 1 bedoelde onderzoek plaatst de bevoegde autoriteit het bedrijf onder officieel toezicht en worden de nodige bestrijdingsmaatregelen genomen. Vissen mogen het getroffen bedrijf alleen met toestemming van de officiële dienst verlaten. |
3. |
Als uit het in punt 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er een ziekteverwekker aanwezig is of klinische symptomen zijn, moet de officiële dienst een epizoötiologisch onderzoek uitvoeren om de wijze van besmetting te achterhalen en na te gaan of vissen het bedrijf verlaten hebben in de relevante periode voordat de verdenking is gerezen. |
4. |
Indien uit het epizoötiologisch onderzoek blijkt dat de ziekte in een of meer bedrijven of open wateren is binnengebracht, gelden voor die gebieden de bepalingen van punt 1 en
|
5. |
Als het gaat om uitgestrekte stroom- of kustgebieden kan de officiële dienst besluiten deze maatregel te beperken tot een kleiner gebied rond het van besmetting verdachte bedrijf, indien hij van mening is dat dat gebied maximale garanties biedt om verspreiding van de ziekte te voorkomen. |
C. In het geval de ziekte bevestigd wordt, zorgt de lidstaat voor het volgende:
1. |
Het bedrijf of de locatie met de besmette vis wordt onmiddellijk onder restricties geplaatst; er worden geen vissen binnengebracht en zonder toestemming van de officiële dienst van de lidstaat mogen geen vissen het bedrijf of de locatie verlaten. |
2. |
De restricties blijven van kracht tot de ziekte is uitgeroeid zoals hierna aangegeven onder punt 2.1 of 2.2: |
2.1. |
Onmiddellijke ruiming van het bestand van een bedrijf door:
|
2.2. |
Geleidelijke maatregelen om de infectie te doen verdwijnen door zorgvuldig beheer van de besmette bedrijven of wateren door middel van:
|
3. |
Om de zieke op de besmette bedrijven of locaties snel uit te roeien kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat toestaan dat vissen die geen klinische ziektesymptomen vertonen onder toezicht van de bevoegde autoriteit worden vervoerd naar andere bedrijven of gebieden in dezelfde lidstaat, wanneer die geen ziektevrije status of goedgekeurd bestrijdings- en uitroeiingsprogramma heeft. |
4. |
Vissen die ingevolge punt 2.1 of punt 2.2 geruimd zijn, moeten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden verwijderd. |
5. |
Voor de herbevolking moeten vissen worden gebruikt die afkomstig zijn van gecertificeerd ziektevrije bronnen. |
6. |
De lidstaten nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat de ziekte zich naar andere gekweekte vissen of natuurlijke bestanden verspreidt. |
7. |
Wanneer de lidstaat de ziekte op een continentaal bedrijf heeft uitgeroeid overeenkomstig deel C, punt 2.1, van deze bijlage en uit het in deel B, punt 3, voorgeschreven epizoötiologisch onderzoek blijkt dat de ziekte zich niet naar andere bedrijven of onder natuurlijke visbestanden heeft verspreid, wordt de ziektevrije status onmiddellijk hersteld. Is dit niet het geval, dan kan de ziektevrije status alleen worden hersteld wanneer aan bijlage I is voldaan. |
(1) PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 24. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).
(3) PB L 68 van 15.3.1973, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1274/86 (PB L 107 van 24.4.1986, blz. 1).
(4) PB L 16 van 25.1.1993, blz. 53. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 94/865/EG (PB L 352 van 31.12.1994, blz. 75).
(5) PB L 177 van 16.7.2003, blz. 22.
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/20 |
Rectificatie van Beschikking 2004/454/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Beschikking 2003/858/EG tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek, en van levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/454/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot wijziging van de bijlagen I, II en III bij Beschikking 2003/858/EG tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor de invoer van levende vis en van eieren en gameten daarvan bestemd voor de kweek, en van levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1680)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/454/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten (1), en met name op artikel 20, lid 1, en artikel 21, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Beschikking 2003/858/EG van de Commissie (2) zijn specifieke veterinairrechtelijke voorschriften en modelcertificaten vastgesteld voor derde landen of delen daarvan waaruit de lidstaten levende vis en eieren en gameten daarvan, bestemd voor de kweek, en levende vis afkomstig van aquacultuur en producten daarvan, bestemd voor menselijke consumptie, in de Gemeenschap mogen invoeren. |
(2) |
Bij Beschikking 2004/453/EG van de Commissie van 29 april 2004 ter uitvoering van Richtlijn 91/67/EEG van de Raad wat betreft maatregelen tegen bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren (3) zijn aan Denemarken, Finland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden aanvullende garanties geboden voor bepaalde ziekten die vermeld staan in kolom 1, lijst III, van bijlage A bij Richtlijn 91/67/EEG. |
(3) |
Die garanties moeten ook gelden voor de invoer van levende vis uit derde landen. De garanties moeten worden opgenomen in de bijlagen I, II en III bij Beschikking 2003/858/EG, die dus gewijzigd moet worden. |
(4) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2003/858/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst van bijlage I bij deze beschikking. |
2) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst van bijlage II bij deze beschikking. |
3) |
Bijlage III wordt vervangen door de tekst van bijlage III bij deze beschikking. |
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE I
„BIJLAGE I
Gebieden van waaruit de invoer van bepaalde soorten levende vis en eieren en gameten daarvan, bestemd voor de kweek, in de Europese Gemeenschap (EG) is toegestaan
Land |
Gebied |
Specifieke voorschriften (4) |
Opmerkingen (5) |
|||||||
ISO-code |
Naam |
Code |
Beschrijving |
VHS |
IHN |
SVC |
BKD |
IPN |
G. salaris |
|
AL |
Albanië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
AU |
Australië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BR |
Brazilië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BG |
Bulgarije |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
CA |
Canada |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CL |
Chili |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
CN |
Volksrepubliek China |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CO |
Colombia |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
CG |
Congo |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
HR |
Kroatië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MK (6) |
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ID |
Indonesië |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
IL |
Israël |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
JM |
Jamaica |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
JP |
Japan |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
MY |
Maleisië (schiereiland, alleen westelijk Maleisië) |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
NZ |
Nieuw-Zeeland |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
RU |
Russische Federatie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SG |
Singapore |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ZA |
Zuid-Afrika |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
LK |
Sri Lanka |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
TW |
Taiwan |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TH |
Thailand |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleen karpers |
TR |
Turkije |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
US |
Verenigde Staten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BIJLAGE II
„BIJLAGE II
BIJLAGE III
„BIJLAGE III
Toelichting
|
|
(1) PB L 46 van 19.2.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 324 van 11.12.2003, blz. 37.
(4) „Ja” of „Neen” invullen naar gelang van het geval, indien het aangewezen bedrijf, het kustgebied of het continentale gebied door de centrale bevoegde autoriteit van het land van uitvoer is erkend als gebied dat ook voldoet aan de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften – met inbegrip van een non-vaccinatiebeleid – voor het binnenbrengen in communautaire gebieden en bedrijven met een door de Gemeenschap goedgekeurd programma of erkende status ten aanzien van een of meer van de volgende ziekten: virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze hematopoïetische necrose (IHN), of aanvullende garanties voor voorjaarsviremie van de karper (SVC), Bacterial Kidney Disease (BKD), infectieuze pancreatische necrose (IPN) en/of Gyrodactylus salaris (G. salaris).
(5) Geen beperkingen indien niets is ingevuld. Indien het land of gebied slechts bepaalde soorten en/of eieren of gameten mag uitvoeren, moet in deze kolom de soort worden aangegeven en/of bijvoorbeeld de vermelding „alleen eieren” worden ingevuld.
(6) Voorlopige code die niet vooruitloopt op de definitieve benaming voor dit land, die zal worden vastgelegd na de afsluiting van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.”
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/31 |
Rectificatie van Beschikking 2004/455/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot aanpassing van Beschikking 2003/322/EG ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het voederen van bepaalde aasetende vogels met bepaald categorie 1-materiaal in verband met de toetreding van Cyprus
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/455/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot aanpassing van Beschikking 2003/322/EG ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het voederen van bepaalde aasetende vogels met bepaald categorie 1-materiaal in verband met de toetreding van Cyprus
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1682)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/455/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 57, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor bepaalde besluiten die na 1 mei 2004 van kracht blijven en die in verband met de toetreding moeten worden aangepast, is in de Toetredingsakte van 2003 niet in de noodzakelijke aanpassingen voorzien, of is daarin wel voorzien, maar zijn verdere aanpassingen noodzakelijk. Al deze aanpassingen moeten vóór de toetreding worden goedgekeurd, zodat ze vanaf de toetreding kunnen worden toegepast. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 57, lid 2, van de Toetredingsakte moeten de daartoe noodzakelijke teksten door de Commissie worden goedgekeurd in alle gevallen waarin het oorspronkelijke besluit door de Commissie is goedgekeurd. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (1) biedt de lidstaten de mogelijkheid om toe te staan dat, in afwijking van de in die verordening vastgelegde beperkingen betreffende het gebruik van dierlijke bijproducten, met uitsterven bedreigde of beschermde aasetende vogelsoorten met bepaald categorie 1-materiaal worden gevoederd. |
(4) |
In Beschikking 2003/322/EG van de Commissie (2) zijn de lidstaten vermeld die van die mogelijkheid gebruik mogen maken, met daarbij de soorten aasetende vogels die met het categorie 1-materiaal mogen worden gevoederd en de voorschriften waaronder dat voederen mag plaatsvinden. |
(5) |
Cyprus heeft verzocht om bepaalde soorten aasetende vogels met bepaald categorie 1-materiaal te voederen en heeft toereikende informatie verstrekt over het vóórkomen van die soorten op zijn grondgebied en de veiligheidsmaatregelen die bij het voederen van die vogels met categorie 1-materiaal zullen worden toegepast. |
(6) |
Beschikking 2003/322/EG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(7) |
Het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is van de in deze beschikking vervatte maatregelen in kennis gesteld, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Beschikking 2003/322/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: „Artikel 1 Uitvoeringsbepalingen betreffende het voederen van aasetende vogels met categorie 1-materiaal Krachtens artikel 23, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 1774/2002 mogen Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus en Portugal toestaan dat hele kadavers van dode dieren die gespecificeerd risicomateriaal als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van genoemde verordening kunnen bevatten, worden gebruikt voor het voederen van de met uitsterven bedreigde of beschermde aasetende vogelsoorten zoals vermeld onder A in de bijlage bij deze beschikking.”. |
2) |
Artikel 4 wordt vervangen door: „Artikel 4 Naleving door de betrokken lidstaten Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus en Portugal treffen onverwijld de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen en maken die maatregelen bekend. Ze stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.”. |
3) |
Artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 Adressaten Deze beschikking is gericht tot de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus en de Portugese Republiek.”. |
4) |
In de bijlage wordt onder A het volgende punt f) toegevoegd:
|
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 808/2003 van de Commissie (PB L 117 van 13.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 117 van 13.5.2003, blz. 32.
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/33 |
Rectificatie van Beschikking 2004/456/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot wijziging van Beschikking 2002/613/EG wat betreft de erkende varkensspermacentra in Canada
( Publicatieblad van de Europese Unie L156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/456/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot wijziging van Beschikking 2002/613/EG wat betreft de erkende varkensspermacentra in Canada
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1687)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/456/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (1), en met name op artikel 8, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Beschikking 2002/613/EG van de Commissie van 19 juli 2002 houdende vaststelling van de voorwaarden voor de invoer van sperma van als huisdier gehouden varkens (2) is een lijst vastgesteld van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van sperma van als huisdier gehouden varkens. |
(2) |
Canada heeft gevraagd dat wijzigingen worden aangebracht in de lijst van spermacentra die op grond van Beschikking 2002/613/EG zijn erkend, wat de voor dat land vermelde gegevens betreft. |
(3) |
Canada heeft garanties gesteld voor de naleving van de passende voorschriften, als vastgesteld in Richtlijn 90/429/EEG, en het aan de lijst toe te voegen nieuwe centrum is door de veterinaire diensten van dat land officieel voor uitvoer naar de Gemeenschap goedgekeurd. |
(4) |
Beschikking 2002/613/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Bijlage V bij Beschikking 2002/613/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE
In bijlage V bij Beschikking 2002/613/EG wordt de lijst voor Canada als volgt gewijzigd:
a) |
De volgende rij voor centrum nr. 4-AI-02 wordt geschrapt:
|
b) |
De volgende rij voor centrum nr. 4-AI-24 wordt geschrapt:
|
c) |
De volgende rij wordt toegevoegd:
|
(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 62. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(2) PB L 196 van 25.7.2002, blz. 45. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/52/EG (PB L 10 van 16.1.2004, blz. 67).
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/35 |
Rectificatie van Beschikking 2004/457/EG van de Commissie van 29 april 2004 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/457/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1706)
(Slechts de teksten in de Duitse, de Engelse, de Spaanse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Portugese taal zijn authentiek)
(2004/457/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op artikel 5, lid 2, onder c),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2), en met name op artikel 7, lid 4,
Na raadpleging van het Comité van het Fonds,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 729/70, artikel 7 Verordening (EG) nr. 1258/1999 en artikel 8, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie (3) is bepaald dat de Commissie de nodige verificaties verricht, de resultaten daarvan aan de lidstaten meedeelt, kennis neemt van de door de lidstaten gemaakte opmerkingen, bilaterale besprekingen voert om overeenstemming te bereiken met de betrokken lidstaten en haar conclusies formeel aan deze laatste meedeelt onder verwijzing naar Beschikking 94/442/EG van de Commissie van 1 juli 1994 inzake de instelling van een bemiddelingsprocedure in het kader van de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie (4). |
(2) |
De lidstaten kunnen verzoeken een bemiddelingsprocedure te openen. In sommige gevallen is van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en is het na afloop van deze procedure uitgebrachte rapport door de Commissie onderzocht. |
(3) |
In de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 en in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 is bepaald dat financiering slechts mogelijk is voor restituties bij uitvoer naar derde landen die volgens de communautaire voorschriften in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten worden verleend, en voor interventies ter regulering van de landbouwmarkten waartoe volgens de communautaire voorschriften in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten wordt overgegaan. |
(4) |
Uit de verrichte verificaties, de resultaten van de bilaterale besprekingen en de bemiddelingsprocedures is gebleken dat een deel van de door de lidstaten gedeclareerde uitgaven niet aan die voorwaarden voldoet en derhalve niet door het EOGFL, afdeling Garantie, kan worden gefinancierd. |
(5) |
Er moet een overzicht worden opgesteld van de bedragen die niet als ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, worden erkend, en daarin zijn geen uitgaven begrepen die zijn gedaan vóór de periode van 24 maanden die voorafging aan het tijdstip waarop de Commissie de resultaten van de verificaties schriftelijk aan de lidstaten heeft meegedeeld. |
(6) |
Voor de gevallen waarop deze beschikking betrekking heeft, heeft de Commissie in een syntheseverslag de lidstaten in kennis gesteld van de uitgaven die aan financiering moeten worden onttrokken omdat zij niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn verricht. |
(7) |
Met deze beschikking wordt niet vooruitgelopen op de financiële consequenties die de Commissie zou kunnen trekken uit arresten van het Hof van Justitie in zaken die op 31 januari 2004 aanhangig waren en aangelegenheden betreffen waarop deze beschikking betrekking heeft, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De in de bijlage vermelde, ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, gedeclareerde uitgaven van erkende betaalorganen van de lidstaten worden aan communautaire financiering onttrokken omdat zij niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn verricht.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Correcties
Sector |
Lidstaat |
Begrotingspost |
Reden |
Valuta |
Van financiering uit te sluiten uitgaven |
Reeds afgetrokken bedragen |
Financiële consequenties van deze beschikking |
Begrotings- jaren |
Groenten en fruit |
BE |
1502 |
Specifieke correctie |
EUR |
637 388,15 |
|
637 388,15 |
2000-2002 |
|
Totaal BE |
|
|
|
637 388,15 |
0,00 |
637 388,15 |
|
Groenten en fruit |
ES |
1501 |
Specifieke correctie omdat niet de overeengekomen hoeveelheden zijn geleverd |
EUR |
5 253 601,00 |
|
5 253 601,00 |
1999 |
Groenten en fruit |
ES |
1515 |
Correctie wegens niet-naleving van de Verordeningen (EG) nrs. 2202/96 en 1169/97 - toepassing van sancties |
EUR |
40 765,86 |
|
40 765,86 |
2000-2001 |
Openbare opslag |
ES |
3100 |
Forfaitaire correctie van 2% wegens tekortkomingen van de controles: steun aan de meest behoeftigen |
EUR |
2 949 742,00 |
|
2 949 742,00 |
1999-2001 |
Akkerbouwgewassen |
ES |
1040-1062,1310, 2120-2128 |
Forfaitaire correcties van 2% wegens tekortkomingen van de aanvullende controles |
EUR |
2 314 888,00 |
|
2 314 888,00 |
1999-2001 |
|
Totaal ES |
|
|
|
10 558 996,86 |
0,00 |
10 558 996,86 |
|
Groenten en fruit |
FR |
1508 |
Forfaitaire correcties van 10% wegens het ontbreken van een essentiële controle/compenserende steun voor bananen |
EUR |
20 809 485,00 |
|
20 809 485,00 |
1999-2001 |
Groenten en fruit |
FR |
1508 |
Specifieke correctie van 1,01% wegens niet-naleving van Verordening (EG) nr. 404/93 - compenserende steun voor in de handel gebrachte bananen |
EUR |
3 469 655,00 |
|
3 469 655,00 |
1999-2002 |
Openbare opslag |
FR |
3100 |
Forfaitaire correcties van 10% wegens het ontbreken van een essentiële controle en van 2% wegens tekortkomingen van de aanvullende controles: rijst, mageremelkpoeder, granen |
EUR |
6 206 612,00 |
|
6 206 612,00 |
1999-2000 |
Akkerbouwgewassen |
FR |
1040-1062 |
Specifieke correctie wegens tekortkomingen van de essentiële controles met betrekking tot de voor de rechtstreekse steun in aanmerking komende oppervlakte |
EUR |
27 678 616,00 |
|
27 678 616,00 |
1999-2001 |
|
Totaal FR |
|
|
|
58 164 368,00 |
0,00 |
58 164 368,00 |
|
Financiële audit |
DE |
4100-4115 |
Financiële correctie - certificering van de rekeningen |
EUR |
73 919,00 |
73 919,00 |
0,00 |
2001 |
|
Totaal DE |
|
|
|
73 919,00 |
73 919,00 |
0,00 |
|
Groenten en fruit |
GR |
1509 |
Uitsluiting van de uitgaven die de voor het driejarige actieprogramma gestelde grenzen te boven gaan |
EUR |
1 140 867,35 |
|
1 140 867,35 |
1999-2001 |
Groenten en fruit |
GR |
1512 |
Correctie wegens niet-naleving van de voorschriften betreffende de betaling van de minimumprijs aan de telers |
EUR |
650 549,56 |
|
650 549,56 |
2001 |
Openbare opslag |
GR |
3100 |
Forfaitaire correctie van 2% wegens tekortkomingen van de controles: steun aan de meest behoeftigen |
EUR |
669 839,00 |
|
669 839,00 |
1998-2001 |
Openbare opslag |
GR |
1851-1854, 3100 |
Forfaitaire correctie van 5% wegens tekortkomingen van de essentiële controles en wegens te late levering: rijst |
EUR |
2 510 456,73 |
|
2 510 456,73 |
1999-2001,1999 |
|
Totaal GR |
|
|
|
4 971 712,64 |
0,00 |
4 971 712,64 |
|
Openbare opslag |
IT |
3100 |
Forfaitaire correctie van 2% wegens tekortkomingen van de controles: rijst |
EUR |
2 758 501,00 |
|
2 758 501,00 |
1999-2001 |
Plattelandsont- wikkeling |
IT |
4010-4017 |
Correctie wegens niet-naleving van Verordening (EG) nr. 2075/2000: jonge landbouwers |
EUR |
19 058 682,00 |
|
19 058 682,00 |
2000-2001 |
|
Totaal IT |
|
|
|
21 817 183,00 |
0,00 |
21 817 183,00 |
|
Groenten en fruit |
UK |
1502 |
Forfaitaire correcties van 2% wegens tekortkomingen van de essentiële en de aanvullende controles |
GBP |
218 982,84 |
|
218 982,84 |
2000 |
Dierpremies |
UK |
2220-2221,3900 |
Forfaitaire correcties van 2% wegens tekortkomingen van de controles |
GBP |
2 505 130,93 |
|
2 505 130,93 |
2000-2001 |
Akkerbouwgewassen |
UK |
1040-1060 |
Forfaitaire correcties van 2% wegens tekortkomingen van de controles ter plaatse |
GBP |
11 484 350,00 |
|
11 484 350,00 |
2002 |
|
Totaal UK |
|
|
|
14 208 463,77 |
0,00 |
14 208 463,77 |
|
Groenten en fruit |
NL |
1502 |
Correctie van de uitgaven in verband met een onjuiste toepassing van de forfaitaire 2% voor overheadskosten |
EUR |
78 314,00 |
|
78 314,00 |
2001-2002 |
Dierpremies |
NL |
2120-2128 |
Forfaitaire correcties van 10% wegens tekortkomingen van de essentiële controles |
EUR |
1 037 614,45 |
|
1 037 614,45 |
2002-2003 |
|
Totaal NL |
|
|
|
1 115 928,45 |
0,00 |
1 115 928,45 |
|
Openbare opslag |
PT |
3100 |
Forfaitaire correcties van 2% wegens tekortkomingen van de controles: steun aan de meest behoeftigen |
EUR |
1 338 381,00 |
|
1 338 381,00 |
1998-2001 |
|
Totaal PT |
|
|
|
1 338 381,00 |
0,00 |
1 338 381,00 |
|
(1) PB L 94 van 28.4.1970, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1287/95 (PB L 125 van 8.6.1995, blz. 1).
(2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.
(3) PB L 158 van 8.7.1995, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2025/2001 (PB L 274 van 17.10.2001, blz. 3).
(4) PB L 182 van 16.7.1994, blz. 45. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/535/EG (PB L 193 van 17.7.2001, blz. 25).
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/39 |
Rectificatie van Beschikking 2004/458/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot wijziging van aanhangsel B bij bijlage XII bij de Toetredingsakte van 2003 met het oog op de opname van bepaalde inrichtingen in de vlees-, de melk- en de vissector in Polen in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/458/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot wijziging van aanhangsel B bij bijlage XII bij de Toetredingsakte van 2003 met het oog op de opname van bepaalde inrichtingen in de vlees-, de melk- en de vissector in Polen in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1709)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/458/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (2), en met name op bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, onder e),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, onder a), van de Toetredingsakte van 2003 bepaalt dat de structurele voorschriften, vastgesteld in bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (3), in bijlage I bij Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee (4), in de bijlagen A en B bij Richtlijn 77/99/EEG van de Raad van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (5), in bijlage I bij Richtlijn 94/65/EG van de Raad van 14 december 1994 tot vaststelling van voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van gehakt vlees en vleesbereidingen (6), in bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis vanmelk (7) en in de bijlage bij Richtlijn 91/493/EEG van de Raad van 22 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van visserijproducten (8) onder bepaalde voorwaarden tot en met 31 december 2006 niet van toepassing zijn op de in aanhangsel B bij bijlage XII bij de Toetredingsakte genoemde inrichtingen in Polen. |
(2) |
In Polen hebben 200 extra vleesinrichtingen met hoge capaciteit, 35 extra melkverwerkingsinrichtingen en 24 extra visverwerkingsinrichtingen moeilijkheden om vóór 1 mei 2004 te voldoen aan de structurele voorschriften, vastgesteld in bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG, in bijlage I bij Richtlijn 71/118/EEG, in de bijlagen A en B bij Richtlijn 77/99/EEG, in bijlage I bij Richtlijn 94/65/EG, in bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG en in de bijlage bij Richtlijn 91/493/EEG. |
(3) |
Bijgevolg hebben deze 259 inrichtingen tijd nodig om hun moderniseringsproces af te ronden teneinde volledig te voldoen aan de in de Richtlijnen 64/433/EEG, 71/118/EEG, 77/99/EEG, 94/65/EG, 92/46/EEG en 91/493/EEG vastgestelde relevante structurele voorschriften. |
(4) |
De 259 inrichtingen die thans ver in hun moderniseringsproces zijn gevorderd, hebben betrouwbare garanties gegeven dat zij beschikken over de nodige financiële middelen om hun resterende tekortkomingen binnen een korte termijn te verhelpen en zij hebben van het Poolse „General Veterinary Inspectorate” een gunstig advies ontvangen wat de afronding van hun moderniseringsproces betreft. |
(5) |
Voor Polen zijn de gedetailleerde gegevens over de tekortkomingen voor elke inrichting beschikbaar. |
(6) |
Om de overgang van het bestaande stelsel in Polen naar het stelsel dat voortvloeit uit de toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving te vergemakkelijken is het daarom op verzoek van Polen gerechtvaardigd om een overgangsperiode voor deze 259 inrichtingen toe te staan. |
(7) |
Gezien de vergevorderde modernisering van de 259 inrichtingen moet de overgangsperiode tot maximaal twaalf maanden worden beperkt. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De inrichtingen in de bijlage bij deze beschikking worden toegevoegd aan aanhangsel B, als bedoeld in hoofdstuk 6, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, onder a), bij bijlage XII bij de Toetredingsakte van 2003.
2. Op de in de bijlage opgenomen inrichtingen zijn de voorschriften, als bedoeld in bijlage XII, hoofdstuk 6, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, onder b), van de Toetredingsakte van toepassing.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Vlees-, melk- en visinrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
Deel 1
Nr. |
Veterinair erkenningsnummer |
Naam en adres van de inriching |
Sector: Vlees |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
|||
Activiteit van de inrichtingen |
|||||||
Vers vlees, slachten, uitsnijden |
Vlees-producten |
Gehakt vlees, vleesberei-dingen |
Koelhuis |
||||
1. |
02010202 |
Przedsiębiorstwo Produkcyjno.Handlowo . Usługowe AD . POL, sp. j. |
X |
x |
|
|
31.1.2005 |
2. |
02190117 |
Rolmeks, Spółka z o.o. ul. Kwiatowa 19 58 . 130 Żarów, Buków |
X |
|
|
|
31.10.2004 |
3. |
04090202 |
Z. P. M. „Bolan” Bolesław Wojtasik |
X |
x |
|
|
30.4.2005 |
4. |
04140307 |
Przedsiębiorstwo Rolno .Drobiarskie „Sawdrob” w Gródku Z. P. M Ubojnia Drobiu w Osiu |
x |
|
x |
|
31.10.2004 |
5. |
04090203 |
Przedsiębiorstwo Rolno.Przemysłowe, Spółka z o.o. w Rzadkwinie |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
6. |
04050204 |
P.P.H.U. Irex, Irena Jasinska |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
7. |
04090105 |
P.P.M. Marwoj, sp.j.,Mielcarek.Przybylski |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
8. |
04040202 |
Zakład Mięsny Ritter, Kazimierz Ritter |
x |
x |
x |
|
31.10.2004 |
9. |
06030202 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego KOMPLEKS Stępień, Panasiuk. Stępień sp.j. |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
10. |
06040201 |
Masarnia z Ubojnią Stanisław Kurantowicz |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
11. |
06050201 |
Zakład Przetwórstwa Mięsa „MATTHIAS” Sp z o.o. |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
12. |
06080302 |
IMPERIAL Sp. z o.o. |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
13. |
06180201 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego sp.j. P. Zubrzycki, J.Zieliński |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
14. |
10010205 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego J.S.A.J. Mielczarek,sp. j. |
x |
x |
|
|
31.4.2005 |
15. |
10030201 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego Krzysztof Bartos |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
16. |
10030202 |
Zakład Wędliniarski i Ubojnia Grzegorz Kępa |
x |
x |
x |
|
31.10.2004 |
17. |
10030204 |
Zakład Mięsny Wacław Szaflik, |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
18. |
10030205 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego KAWIKS Sp. j., Karol Chachulski, Wincenty Chachulski |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
19. |
10080209 |
P. P. H. „Jamir” Skup,Ubój, Przetwórstwo Mięsa |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
20. |
10090302 |
Sp. j. LIWA Pajęczno |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
21. |
10120204 |
Ubojnia Zwierząt Rzeźnych Zofia Polcyn, Hucisko |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
22. |
10120213 |
Przedsiębiorstwo Produkcyjno – Handlowo . Usługowe Bak. Pol Jan Bakalarz |
|
x |
|
|
31.10.2004 |
23. |
10120215 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego „Gaik” – Andrzej Gaik |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
24. |
10140204 |
Janina Stanisław Zalewscy P. P. H. U. Zakład Mięsny Borowina |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
25. |
10180302 |
Zakłady Mięsne Makro Walichnowy sp. z o. o. |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
26. |
10184001 |
Zakład Produkcji Konserw ”Marko . Pek” sp. z o.o. |
|
x |
|
|
31.1.2005 |
27. |
10190201 |
Gminna Spółdzielnia Samopomoc Chłopska |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
28. |
10190204 |
Z. P. H. U. Ubojnia Masarnia, J. Karczmarek |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
29. |
10190205 |
Zakład Mięsno.Wędliniarski POL.MAT, sp. z o.o. |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
30. |
10200322 |
Przedsiębiorstwo Produkcyjno.Handlowe ALFA, Jan Chrzęst, Ignacy Karolak sp. j. |
|
x |
|
|
31.1.2005 |
31. |
12070104 |
Bogdan Grabiec i Wspólnicy sp.j. |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
32. |
12070211 |
P. P. H. U. „Markam” Andrzej Marek Skolarus |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
33. |
12070316 |
Zakład Produkcji Mięsno.Wędliniarskiej, Marek Florczak |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
34. |
12100101 |
Ubojnia Zwierząt Rzeźnych Józef Chochorowski |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
35. |
12100103 |
Ubojnia Zwierząt Kazimierz Mółka |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
36. |
12100104 |
Zakład Usługowo.Handlowy Zakup Żywca, Ubój i Sprzedaż Mięsa, Mieczysław Gawlik |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
37. |
12100105 |
Obrót Zwierzętami Rzeźnymi Skup i Ubój oraz Sprzedaż Mięsa Ireneusz Bieniek |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
38. |
12100107 |
Skup i Ubój Zwierząt Rzeźnych Sp. J., Mikulec Czesław, Janusz, Paweł |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
39. |
12100108 |
Zakład Uboju Zwierząt Rzeźnych Jan Kołbon |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
40. |
12100113 |
Handel Zwierzętami Rzeżnymi i Ubój„Antocel”, Antoni Słaby |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
41. |
12110111 |
FIRMA KOJS, Mirosław Kojs |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
42. |
12110201 |
„BIELA” Skup Ubój Zwierząt, Sprzedaż Hurtowa Mięsa, Handel Wyrobami Mięsnymi, Transport Ciężarowy, Stanisław Biela |
x |
|
x |
|
31.1.2005 |
43. |
12120131 |
Ubój Zwierząt Rzeźnych, Skup, Sprzedaż Żywca i Mięsa, Stanisław Ogonek |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
44. |
12120218 |
Z.P.M. Edmund Barczyk |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
45. |
12133807 |
„Lepro.Pol” Sp.j. Ubój Zwierząt Rzeźnych, Hurtowa Sprzedaż Mięsa |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
46. |
12620308 |
Zakład Garmażeryjno . Wędliniarski Stanisław Poręba |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
47. |
14070204 |
Zakład Mięsny „Nowopol” Sp. j. Odział:Garbatka Letnisko |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
48. |
14074201 |
RECREO Zakład Mięsny Maciej Antoniak |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
49. |
14230102 |
Rzeźnia Ubojnia, ZUH Jan Tomczyk |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
50. |
14230202 |
Ubojnia Zwierząt Gospodarczych Andrzej Kazała |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
51. |
14250104 |
Zakład Masarski „SADEŁKO” Sp.j. |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
52. |
14250205 |
Przedsiębiorstwo Produkcyjno. Usługowo.Handlowe „ DURO” Sp. z o.o. |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
53. |
14250213 |
Zakład Masarski „KRAWCZYK” |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
54. |
14310352 |
Centrum Mięsne Eurosmak sp. z o.o. |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
55. |
14340314 |
SOBSMAK sp. z o.o. |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
56. |
14380301 |
Zakłady Mięsne „Ratyński i Synowie” Sp.j. |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
57. |
16610101 |
„Ubojnia” A.J.K. Matejka sp.j. |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
58. |
16610301 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego Matejka Joachim |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
59. |
18030102 |
Ubojnia Zwierząt Rzeźnych P.P.M. „Taurus” Sp. z o.o. |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
60. |
18030105 |
Zakład Handlowo. Produkcyjno.Przetwórczy A.Leja i wspólnicy sp.j. w Jodłowej |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
61. |
18040205 |
Masarnia Radymno, ul. Szopena 5, 37.550 Radymno FPH sp.j. |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
62. |
18060302 |
Zakład Uboju i Przetwórstwa Mięsnego „Radikal” |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
63. |
18110208 |
ZPM „Kabanos”, Sp. z o.o. |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
64. |
18150201 |
ZPM H.A. Paśko sp.j. |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
65. |
18160206 |
ZM „Smak.Eko” sp. z o.o. |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
66. |
18190204 |
Zakład Przetwórstwo Mięsnego Marek Leśniak |
x |
x |
x |
|
30.4.2005 |
67. |
20070205 |
APIS sp. j. |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
68. |
20110104 |
Rolsad Sp. z o.o. |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
69. |
20120101 |
P.P.H.U. „Stan” |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
70. |
22020201 |
Zakład Rzeźnicko Wędliniarski, W. Gierszewski |
x |
x |
x |
|
30.4.2005 |
71. |
22070301 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego W. Zieliński i Spółka, sp.j. |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
72. |
24030306 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego ”Jan Bielesz” sp. z o.o. |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
73. |
24060201 |
Zakład Masarski ME Jędrycha |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
74. |
24060212 |
Z. P. U. Ubój i Przetwórstwo Mięsa, Jan Matyja |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
75. |
24100315 |
P. H. U. „ADAM . POL”, Adam Gajdzik ul. Rolnicza 5 |
|
x |
|
|
30.4.2005 |
76. |
24150201 |
Zakład Rzeźniczo.Wędliniarski B. M. Janeta sp. j. |
x |
x |
x |
|
30.4.2005 |
77. |
24690317 |
„Selgros” Sp. z o. o. Dział Produkcji Mięsa |
x |
|
x |
|
31.10.2004 |
78. |
24700302 |
Rzeźnictwo.Wędliniarstwo C. P. Poliwczak Zakład Pracy Chronionej |
x |
x |
x |
|
31.10.2004 |
79. |
24770301 |
P. P.U.H. Burakowski |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
80. |
24774002 |
Zakłady Mięsne „BRADO . 2” S.A w Tomicach, Oddział nr 2 Ubojnia w Tomicach |
|
|
x |
|
31.10.2004 |
81. |
26020104 |
„POL.MIĘS” Ubojnia Zwierząt, Mirosław Kwiecień |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
82. |
26020304 |
„WIR” Szproch i Pietrusiewicz Przetwórstwo Mięsa Spółka Jawna |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
83. |
26040202 |
Zakład Rolny i Przetwórstwa Mięsnego ’JANPOL” Jan i Grażyna Słomka,Sp. j. |
x |
x |
x |
|
31.10.2004 |
84. |
26040209 |
Zakład Rzeźniczo.Wędliniarski, Zakład Nr 2 |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
85. |
26043804 |
Handel Mięsem –Ubój i Rozbiór Mięsa, H. Brela |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
86. |
26110203 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego „Jawor” Janusz Stefański |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
87. |
28030202 |
ZPHU Sp.j., R. St. M. Kamińscy |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
88. |
28030203 |
Zkład Przetwórstw Mięsnego Karscy Sp. j., Filia Uzdowo |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
89. |
28030204 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego Józef Malinowski |
x |
x |
x |
|
31.10.2004 |
90. |
28070202 |
Masarnia Matis, Sp. z o.o. |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
91. |
28120101 |
Przedsiębiorstwo Wielobranżowe Kazimierz Pawlicki |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
92. |
28120102 |
GOLDMAS Sp. j. Szafarnia |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
93. |
28140313 |
BIO.LEGIZ S.A., ul. Głowackiego 28, 10 . 448 Olsztyn Zakład w Jezioranach |
|
x |
|
|
31.10.2004 |
94. |
28183803 |
Masarnia „Kurpianka”Sp.j. |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
95. |
30040204 |
Rzeźnictwo.Wędliniarstwo Z.J. Konarczak |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
96. |
30090302 |
Wyrób Wędlin i Wyrobów Wędliniarskich, Kazimierz Kołodziejczak |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
97. |
30170601 |
Drop S.A |
|
x |
|
|
30.4.2005 |
98. |
30240204 |
Rolniczy Kombinat Spółdzielczy im. Ludowego Lotnictwa Polskiego w Wilczynie |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
99. |
32120201 |
Z.P.M. Eugeniusz Kowalczyk |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
100. |
06030202 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego „Kompleks”, Stępień, Panasiuk, Stępień Sp. J. 22-110 Ruda Huta, Leśniczówka |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
101. |
06180201 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego Sp. J., Piotr Zubrzycki, Janusz Zieliński, w Kolonii Łaszczówka 49; 22-600 Tomaszów Lubelski |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
102. |
06040201 |
Masarnia z Ubojnią, Stanisław Kurantowicz, ul. Ceglana 25, Hrubieszów 22-500 |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
103. |
06080302 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnegow Kamionce firmy „IMPERIAL” S.A., ul. Gospodarcza 27, 20 - 211 Lublin |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
104. |
06050201 |
ZPM „MATTHIAS” Sp. z o.o. Kolonia Zamek 48 23-310 Modliborzyce |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
105. |
08030201 |
Rzeźnictwo i Wędliniarstwo Szczerba Augustyn ul.Polna 1, 66-300 Międzyrzecz |
x |
|
x |
|
30.4.2005 |
106. |
12060220 |
Firma „Świerczek” Zakład Uboju, Rozbioru i Przetwórstwa Mięsa, 32-043 Skała, ul. Rzeźnicza 1 |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
107. |
12610316 |
„KRAK – MIĘS” J., Naruszewicz, ul. Makuszyńskiego 2A 31-752 Kraków |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
108. |
24050201 |
ZPU Tadeusz Marciniszyn Pniew, ul. Pyskowicka 2, 42-120 Pyskowice |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
109. |
24050302 |
Zakład Masarski H. Suchanek 44-120 Pyskowice, ul. Zaolszany 38 a |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
110. |
24704201 |
Firma Mięsno – Wędliniarska „AJPI”, Filia nr.1,2,3, 41-400 Mysłowice, ul. Oświęcimska 54 |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
111. |
24163801 |
Ubojnia Zwierząt Rzeźnych G.Pałucha, M. Skipirzepa 42-480 Poręba, ul. Armii Krajowej 6 |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
112. |
24170308 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego Marek Łoboda, 34-322 Gilowice 1040 |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
113. |
24100202 |
P.P.H. „ HIT” sp. z o.o. 43-229 Ćwiklice, ul. Spokojna 48 |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
114. |
30220201 |
Ubojnia Masarnia Folmas Sp. z o.o. Rawicz Folwark 49 |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
115. |
32610201 |
Pomorski Przemysł Mięsny „Agros Koszalin.S.A.” 75-209 Koszalin ul. BoWiD 1 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
116. |
0203806 |
„Agro - Tusz” Sp. j., A. Okaj, R. Kręgulewski, J. Głodowski,55-106 Zawonia, Tarnowiec 92 A |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
117. |
04113801 |
Przedsiębiorstwo Produkcyjno-Handlowo-Usługowe Eksport-Import, Roman Zalewski, Morawy, 88-210 Dobre |
x |
|
|
|
30.10.2004 |
118. |
04630201 |
Przedsiębiorstwo Produkcyjno-Usługowo-Handlowe, „Masarnia z Ubojnią”, Czesław Hołubek 87-100 Toruń, ul. Wschodnia 19 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
119. |
04010205 |
Zakład Rzeźniczo-Wędliniarski, Krzysztof Kotrych,Śliwkowo 7, 87-731 Waganiec |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
120. |
04143806 |
Zakład Masarski Marek Rokita ul. Wyzwolenia 6, 86-181 Serock |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
121. |
04140305 |
CHMARZYŃSKI – Przemysł Mięsny i Handel Sp. z o. o. ul. Rynek 14, 86-150 Osie |
x |
x |
|
|
31.10.2004 |
122. |
04140207 |
Rzeźnictwo-Wędliniarstwo BKB Sp. z o. o., Cieleszyn, 86-120 Pruszcz |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
123. |
10010202 |
Rzeźnictwo-Wędliniarstwo Dominik Marczak, 97-400 Bełchatów, Dobrzelów 4 |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
124. |
12090225 |
Zakład Uboju i Przetwórstwa Mięsnego „WĘDZONKA” Józef Górka, 32-400 Myślenice, ul. Słowackiego 100 |
|
x |
|
|
31.1.2005 |
125. |
12160207 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego „ROL-PEK” Leszek Roleski ul. Słoneczna 22, Zblitowska Góra, 33-113 Zgłobice |
x |
|
x |
|
31.10.2004 |
126. |
12110202 |
Firma „BATCZEW”, Stanisław Komperda, Zakład Masarski, Morawczyna 111, 34-404 Klikuszowa |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
127. |
14110203 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego „Getmor” Tadeusz MroczkowskiChrzanowo 28, 06-225 Rzewnie |
x |
x |
|
|
30.10.2004 |
128. |
14340309 |
„Wisapis” Zakład Mięsny – Andrzej Jurzyk, 05-200 Zielonka, ul. Bankowa 2 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
129. |
14240101 |
Ubój Trzody Chlewnej i Bydła Zbigniew Zaręba, Skórznice 32, 06-120 Winnica |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
130. |
18170201 |
ZMs „Beef-San” S.A.w Sanoku 38-500 Sanok, ul. Orzeszkowej |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
131. |
18040202 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego „SZAREK”, 37-500 Jarosław, ul. Widna Góra 74A |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
132. |
22050303 |
Zakład Przetwórstwa Mięsnego „BALERONIK” Ziegert Henryk, 83-300 Kartuzy, ul. Mściwoja II |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
133. |
22050309 |
GS „SCH” Żukowo 83-330 Żukowo, ul.3-go Maja 9E |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
134. |
22060201 |
Zakłady Mięsne Kościerzyna Sp. z o.o., ul. Strzelecka 30/B 83-400 Kościerzyna |
x |
x |
x |
|
30.4.2005 |
135. |
22060203 |
Zakład Mięsny Gminna Spółdzielnia „Samopomoc Chłopska”w Karsinie ul. Długa 184, 83-440 Karasin |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
136. |
22123801 |
Zakład Mięsny Wiklino Dorota Jaworska, Andrzej Jaworsk, Spółka Jawna 76-200 Słupsk, Wiklino 2 |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
137. |
22140301 |
„P i A” Sp. z o. o. 83-130 Pelplin, ul. Podgórna 8 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
138. |
24010317 |
Prywatny Zakład Mięsny „ GAIK”, Sp. z o.o. 42-460 Najdziszów, ul. Topolowa 14 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
139. |
24010318 |
Przetwórstwo Mięsne Bogdan Szopa, 42-470 Siewierz, ul. Piłsudskiego 21 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
140. |
24750318 |
P.P.U.H. „PAT- TRADE” Sp. z o.o., 41-200 Sosnoweic, ul. Kościuszkowców 16 b |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
141. |
24750306 |
Zakład Rzeźniczo- Wędliniarski Bogdan Janik, 41-209 Sosnowiec, ul. Chmielna 14 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
142. |
24650301 |
Zakład Mięsny „ANTOSIK” 41-300 Dąbrowa Górnicza, ul. Łącząca 39 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
143. |
24040206 |
Zakład Produkcyjno – Handlowy „ADMAR” Siedlec, ul. Częstochowska 34, 42-253 Janów |
|
x |
|
|
30.4.2005 |
144. |
24040203 |
PHP „YABRA” Sp. z o.o. 42-297 Poraj, ul. Wschodnia 15 Zakład Przetwórstwa Mięsnego iProdukcji Konserw w Kamienicy Polskiej, ul. Konopnickiej 404 42-260 Kamienica Polska |
|
x |
|
|
30.4.2005 |
145. |
24640307 |
P.P.H.U.„ ROMAN” Eksport-Import Sp. z o.o. 42-200 Częstochowa, ul. Ks. Kordeckiego 85/87 |
|
x |
|
|
31.1.2005 |
146. |
24690306 |
P.P.H. „ROJBER”, Tomasz Rojek Sp.J., 40-479 Katowice, ul. Pszczyńska 10 |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
147. |
24090304 |
Zakłady Mięsne „PORAJ” Marian Pucek, 42-360 Poraj, ul. Nadrzeczna 11 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
148. |
24100201 |
Warsztat Rzeźniczo – Wędliniarski, F. Szostok 43-211 Czarków, ul. Boczna 1 |
x |
x |
x |
|
30.4.2005 |
149. |
24120102 |
Zakład Wędliniarski Andrzej Stania, 44-266 Świerklany, ul. Zygmunta Starego 14, Zakład Uboju Zwierząt w Jankowicach, ul. Sportowa 2, 44-264 Jankowice |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
150. |
24080201 |
RSP „PRZEŁOM” – Masarnia 43-196 Mikołów – Bujaków, ul. Ks. Górka 144 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
151. |
24130301 |
Zakłady Mięsne Ryszard Wojtacha, 42-600 Tarnowskie Góry, ul. Nakielska 9/11 |
|
x |
|
|
31.1.2005 |
152. |
24150101 |
P.P.H-U Rzeźnictwo – Wędliniarstwo, Handel i Gastronomia, Tadeusz Kaczyna Zakład nr.1, 44-373 Wodzisław – Zawada, ul. Szybowa 1 |
x |
|
|
|
30.10.2004 |
153. |
24150304 |
PPUH „JANTAR” Sp. z o.o. Zakład Masarniczy 44-370 Pszów, ul. Ks. Skwary 3 |
|
x |
|
|
30.10.2004 |
154. |
24150103 |
PPH „ ROMA” Romana Leks- Krzanowska 44-361 Syrynia ul. 3 Maja 74 |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
155. |
24080307 |
Z.P.M. „ KODRIN” Henryk Serafin, 43-176 Gostyń, ul. Tyska 56 a |
|
x |
|
|
30.10.2004 |
156. |
24780302 |
WarsztatWędliniarski, „Myrcik” Sp. J., 41-800 Zabrze, ul. Paderewskiego 28-30 |
|
x |
|
|
30.10.2004 |
157. |
24164003 |
P.P.H.U. „JAN*M*JAN” s.c., 42-400 Zawiercie, ul. Senatorska 13 |
|
x |
|
|
31.1.2005 |
158. |
24080305 |
Rzeźnictwo – Wędliniarstwo Grzegorz Zdrzałek 43-178 Ornontowice, ul. Leśna 2 |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
159. |
28010103 |
Zakład Mięsny Bekon ul. Prusa 2, 11-210 Sępopol |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
160. |
30050303 |
Waldi Zakład Przetwórstwa Mięsnego, 62-065 Grodzisk Wielkopolski, ul. Powstańców Chocieszyńskich 97 |
x |
x |
x |
|
30.4.2005 |
161. |
30050202 |
Zakład Mięsno Wedliniarslki Paweł Matysiak, 62-067 Rakoniewice, Garbary 2a |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
162. |
30050212 |
Waldi ZPM Sp.j Rzeźnia Ptaszkowi, 62-065 Grodzisk Wielkopolski, Ptaszkowo 1A |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
163. |
30050304 |
ZPM Szajek, 62-066 Garnowo, ul. Poznańska 50b |
x |
x |
x |
|
31.1.2005 |
164. |
30260103 |
Przedsiębiorstwo Prywatne WOJ.-MAR Rzeźnia w Manieczkach, 63-112 Brodnica, Manieczki, ul. Borecka 5 |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
165. |
30280102 |
PPH ROMEX Pachela Łęgowo, Rzeźnia Wągrowiec, 62-100 Wągrowiec, ul. Skocka 14 |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
166. |
30020207 |
Zakład Rzeźniczo Wędliniarski 64-980 Trzcianka, Osiedle Domańskiego 39 |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
167. |
32040306 |
Masarnia i Ubojnia, Bernard Uchman, 72-132 Mosty 52E |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
168. |
32040202 |
ZPM Grupa „Farmer”, Ignacy Zaniewski, 72-200 Nowogard |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
169. |
32150201 |
Rzeźnictwo i Wędliniarstwo Elżbieta i Stanisław Zimorodzcy 78-400 Szczecinek Dalęcino 41A |
x |
X |
|
|
30.4.2005 |
Vers vlees van pluimvee – Vleesproducten |
|||||||
170. |
04010501 |
Zakład Przemysłu Mięsnego „Dróbalex” s.c. w Rudnikach |
x |
X |
|
|
31.1.2005 |
171. |
10143902 |
F.H. „Alma” Ubój i Dzielenie Drobiu w Cieniach |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
172. |
12100401 |
PPH Drobeksan w Nowym Sączu Ubojnia Drobiu |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
173. |
14323901 |
Ejko E. Kolczyńska, J. Kolczyński w Radonicach |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
174. |
16064301 |
Ubojnia i Handel Drobiem „Ko - Ko” Sp.j. w Świerczowie |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
175. |
16610501 |
Opolskie Zakłady Drobiarskie w Opolu |
x |
X |
|
|
30.4.2005 |
176. |
20110501 |
Spółdzielnia Producentów Drobiu „Eko-Gril” w Sokółce |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
177. |
24063903 |
„Matyja” Jolanta Matyja Ubojnia Drobiu, Bór |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
178. |
24690401 |
Firma Produkcyjno – Handlowa Hybro sp. z o.o. w Katowicach |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
179. |
28070503 |
Zakład Drobiarski „Lech Drob” w Zalewie |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
180. |
30180601 |
Drop S.A. W Ostrowiu Wlkp. |
x |
X |
|
|
31.1.2005 |
181. |
10010501 |
PPHU „Kusy”, Przetwórstwo Mięsne, Spółka Jawna, 97-400 Bełchatów, Korczew 6a |
x |
x |
|
|
30.4.2005 |
182. |
10050501 |
Grupa Producentów Drobiu „BobrownikI” Sp. z o.o., Bobrowniki, 99-418 Bełchów |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
183. |
10100531 |
Zakłady Drobiarskie, „DROB-BOGS”, Jacek Bogusławski Kaleń 5 97-320 Wolbórz |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
184. |
10160404 |
Specjalistyczne Gospodarstwo Rolne Mariola Tonder 97-217 Lubochnia Dabrowa 54 |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
185. |
22053901 |
Ubojnia Drobiu Jerzy Piotrowski, Pępowo ul.Gdańska 118 83-330 Żukowo |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
186. |
22053905 |
A&B DROB Sp. z o.o. ul. Pod Elżbietowo 9 83-330 Żukowo |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
187. |
22120501 |
PUH – Ubojnia Drobiu, „Hubart”, Piotr i Maria Powęzka Bruskowo Wielkie 24 76-206 Słupsk 8 |
x |
x |
|
|
31.1.2005 |
188. |
24010402 |
Ubojnia Drobiu „ Jolgus” 42-583 Bobrowniki, ul. Akacjowa 203 |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
189. |
24010401 |
Ubojnia Drobiu Kazimierz Daniliszyn, 42-580 Wojkowice ul. Gierymskiego 2 |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
190. |
24700401 |
PPH „ Szendera” S. Szendera 41-408 Mysłowice, ul. Morgowska 5b |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
191. |
28090401 |
Zbigniew Jaworski Przedsiębiorstwo Wielobranżowe HASPO |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
192. |
30293903 |
Ubojnia Drobiu Florian Merda, Kopanica, Jaromierz |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
193. |
30193901 |
Rzeźnia Drobiu Krystyna Skowrońska, Chrustowo43, Ujście |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
194. |
30290401 |
PPHU Indrol sp.j. Rostarzewo, Wolsztyńska 68 |
x |
|
|
|
31.10.2004 |
195. |
30210504 |
Ubojnia Drobiu Krystyna Hamrol, Dębienko, Stęszew |
x |
|
|
|
31.1.2005 |
196. |
30240501 |
Zakład Drobiarski ROWEX sp z o.o. Ostroróg |
x |
|
|
|
30.4.2005 |
Koelhuizen |
|||||||
197. |
16611101 |
Przedsiębiorstwo, Przemysłu Chłodniczego, „FRIGOPOL” S.A. |
|
|
|
x |
30.4.2005 |
198. |
16611102 |
Chłodnia Olsztyn Sp. z o.o. Oddział Opole |
|
|
|
x |
30.4.2005 |
199. |
24121101 |
POLARIS, Chłodnie Śląskie Sp. z o.o., Chłodnia |
|
|
|
x |
30.4.2005 |
200. |
14251101 |
Zakład Przetwórstwa Spożywczego „MAKÓW” Sp. z o.o., Chłodnia Składowa Maków, ul. Lipowa 91 26-640 Skaryszew |
|
|
|
x |
30.4.2005 |
Deel 2
Nr. |
Veterinair erkenningsnummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Melk |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
Activiteit van de inrichtingen |
||||
Melk en producten op basis van melk |
||||
1. |
02251601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska w Zgorzelcu |
x |
31.10.2004 |
2. |
06071601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska; 23-200 Kraśnik |
x |
31.1.2005 |
3. |
06081601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska w Lubartowie |
x |
31.1.2005 |
4. |
06081602 |
Spółdzielnia Mleczarska „Michowianka”;Michów |
x |
31.1.2005 |
5. |
06641601 |
Zamojska Spółdzielnia Mleczarska; Zamość |
x |
31.1.2005 |
6. |
10031601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska Łask |
x |
30.4.2005 |
7. |
12051604 |
Spółdzielnia Mleczarska w Łużnej |
x |
31.10.2004 |
8. |
12101602 |
Zakład Produkcji Mleczarskiej Z.J.J.Dominik Sp.j. |
x |
31.1.2005 |
9. |
12631604 |
„MLEKTAR” S.A. |
x |
31.1.2005 |
10. |
14021601 |
Ciechanowska Spółdzielnia Mleczarska w Ciechanowie |
x |
30.4.2005 |
11. |
14031601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska w Garwolinie |
x |
30.4.2005 |
12. |
14091601 |
„Mleko” spółka z o.o. w Lipsku |
x |
31.1.2005 |
13. |
14151602 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska, Zakład Produkcyjny Ostrołęka |
x |
30.4.2005 |
14. |
16091601 |
„JAL” Zakład Produkcyjno Usługowy Sp.j. |
x |
31.10.2004 |
15. |
24091601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska w Myszkowie |
x |
31.1.2005 |
16. |
28621604 |
„Olmlek” Sp. z o. o., Olsztyn |
x |
31.1.2005 |
17. |
30211602 |
Bukowsko Grodziska SM ZP w Buku |
x |
30.4.2005 |
18. |
30641601 |
Mleczarnia Naramowice Sp.z o.o. w Poznaniu |
x |
30.4.2005 |
19. |
32091601 |
Spółdzielnia Mleczarska „Mlekosz” w Koszalinie Serownia w Bobolicach |
x |
30.4.2005 |
20. |
32611601 |
Spółdzielnia Mleczarska „Mlekosz” Zakład Mleczarski w Koszalinie |
x |
30.4.2005 |
21. |
04041602 |
Spółdzielnia Mleczarska w Listwie, 86-230 Lisewo ul. Chełmińska 48 |
x |
30.4.2005 |
22. |
04141602 |
Spółdzielnia Mleczarska ul. Podgórna 11, 86-140 Drzycim |
x |
31.1.2005 |
23. |
10081603 |
Łódzka Spóldzielnia Mleczarska Oddział Produkcyjny Puczniew |
x |
31.4.2005 |
24. |
10111602 |
Spóldzielnia Mleczarska 99-220 Wartkowice ul.Spóldzielcza 3 |
x |
30.4.2005 |
25. |
12071601 |
OSM w Limanowej Ul. Starodworska 6 Zakład produkcyjny Limanowa |
x |
31.3.2005 |
26. |
12071603 |
OSM w Limanowej Zakład Produkcyjny Tymbark |
x |
30.4.2005 |
27. |
16011603 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska w Brzegu Oddział Produkcyjny w Lewinie, Brzeskim ul.Marii Konopnickiej 1, 49-340 Lewin Brzeski |
x |
30.4.2005 |
28. |
22011601 |
Zakład Produkcyjno-Handlowy „SER-MILK” J. Kazubska, S. Kazubski, Zieliń 1, 77-235 Trzebielino |
x |
30.4.2005 |
29. |
22051601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska 83-300 Kartuzy ul. Mściwoja II1 |
x |
30.4. 2005 |
30. |
30631601 |
OSM Rawicz Zakład Produkcyjno Handlowy w Lesznie |
x |
31.10.2004 |
31. |
32011601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska, 78 — 200 Białogard, ul. Chocimska 2 |
x |
30.4.2005 |
32. |
32151603 |
Mleczarnia, Irena Kostyła 78-445 Łubowo, ul. Strzelecka 5 |
x |
30.4.2005 |
33. |
32161601 |
Okręgowa Spółdzielnia Mleczarska, 78 — 200 Białogard. Topialnia Serów Rąbino |
x |
30.4.2005 |
34. |
06141601 |
Spółdzielnia Mleczarska „Kurów”, 24 - 170 Kurów, ul. I-ej Armii Wojska Polskiego 66 |
x |
30.4.2005 |
35. |
14361601 |
Rolnicza Spółdzielnia Mleczarska „Rolmlecz” w Radomiu, Zakład Mleczarski w Zwoleniu, ul. Puławska 88, 26-700 Zwoleń |
x |
30.4.2005 |
Deel 3
Nr. |
Veterinair erkenningsnummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Vis |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
Activiteit van de inrichtingen |
||||
Vis en visproducten |
||||
1. |
02251801 |
Firma Produkcyjno Handlowa „HELENA” |
X |
30.9.2004 |
2. |
06621801 |
P.P.H. „AMIKA” Zakład Przetwórstwa Rybnego |
X |
31.1.2005 |
3. |
14251802 |
PPH „MARK” M.K. Szczęsny |
X |
31.10.2004 |
4. |
22021802 |
R.M. Jacek Schomburg Zakład w Brusach |
X |
30.4.2005 |
5. |
24091801 |
„SONA”, Sp. z o.o. |
X |
30.4.2005 |
6. |
26611801 |
PPH „HORN”, Sp. z o.o. |
X |
31.10.2004 |
7. |
28141802 |
Gospodarstwo Rybackie Sp. z o.o. w likwidacji Przetwórnia Ryb w Rusi |
X |
31.10.2004 |
8. |
32161803 |
Zakład Przetwórstwa Spożywczego „SOLAR” Sp. Jawna, E. i M. Dziobak |
X |
30.4.2005 |
9. |
32161807 |
Przedsiębiorstwo Wielobranżowe „HEST” |
X |
31.10.2004 |
10. |
02641801 |
„REX” P. P. H. i U. Przetwórnia Artykułów Spożywczych i Ryb, Roman Boniewski, ul. Łanowa 2, 52-311 Wrocław |
X |
30.4.2005 |
11. |
12061804 |
Zakład Przetwórstwa Rybnego „KRAK — FISH”, Marek Piekara, Antoni Solecki, S.J. Poskwitów 136 |
X |
31.1.2005 |
12. |
22051804 |
Handel i Przetwórstwo Ryb „Belona”, Helena Wenta ul. Piwna 21 83-340 Sierakowice |
X |
30.4.2005 |
13. |
22061801 |
Rybołówstwo Morskie, Jacek Schomburg, z siedzibą w Helu Zakład w Karsinie, ul. Długa 29, 83-440 Karsin |
X |
30.4.2005 |
14. |
22081811 |
PHU Przetwórstwo Rybne BOJA, 84-300 Lębork, ul. Majkowskiego 2 |
X |
30.4.2005 |
15. |
22111820 |
Zakład Rybny „ARPOL” 84 — 120 Władysławowo, ul. Portowa 5 |
X |
30.4.2005 |
16. |
22111844 |
Przetwórstwo Ryb oraz Handel Obwoźny Halina Szymańska 84-120 Władysławowo, ul. Róży Wiatrów 24 |
X |
30.4.2005 |
17. |
22141803 |
Przetwórnia Ryb „Kamila” Kolonia Ostrowicka 83-135 Mała Karczma |
X |
30.4.2005 |
18. |
22151804 |
„REDRYB” mgr Helena Truszkowska, 84-240 Reda, ul. Spółdzielcza 13 |
X |
30.4.2005 |
19. |
22151805 |
Firma Produkcyjno-Handlowa „MAS”, Warszkowo Młyn, 84-106 Leśniewo |
X |
30.4.2005 |
20. |
22151814 |
DanPol fish Sp.z o.o., ul. Robakowska 75 84-241 Gościcino |
X |
30.4.2005 |
21. |
32151801 |
„Rybpol” Spółka Jawna 78-422 Gwda Wielka, Strażacko |
X |
30.4.2005 |
22. |
06621801 |
Przedsiębiorstwo Produkcyjno — Handlowe „AMIKA” Zakład Przetwórstwa Rybnego 22-100 Chełm ul. Rejowiecka 169 |
X |
31.1.2005 |
23. |
24141801 |
„ADMIRAŁ” Sp. z o.o. 43-143 Lędziny, ul. Pokoju 20 |
X |
31.10.2004 |
24. |
24141802 |
„BIG _ FISH” Sp. z o.o. Zakład Produkcyjny, 43-143 Lędziny, ul. Pokoju 5 |
X |
31.1.2005 |
(1) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17.
(2) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.
(3) PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(4) PB L 55 van 8.3.1971, blz.23. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
(5) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003.
(6) PB L 368 van 31.12.1994, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1.
(7) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(8) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/55 |
Rectificatie van Beschikking 2004/459/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot goedkeuring van een overgangsmaatregel ten behoeve van bepaalde inrichtingen in de melksector in Hongarije
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/459/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot goedkeuring van een overgangsmaatregel ten behoeve van bepaalde inrichtingen in de melksector in Hongarije
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1711)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/459/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (2), en met name op artikel 42,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Hongarije hebben 21 melkverwerkingsinrichtingen moeilijkheden om op 1 mei 2004 te voldoen aan de relevante structurele voorschriften, vastgesteld in bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk (3). |
(2) |
Bijgevolg hebben deze eenentwintig inrichtingen tijd nodig om hun moderniseringsproces af te ronden ten einde volledig te voldoen aan de in Richtlijn 92/46/EEG vastgestelde relevante structurele voorschriften. |
(3) |
Deze 21 inrichtingen die thans ver in hun moderniseringsproces zijn gevorderd, hebben betrouwbare garanties gegeven dat zij beschikken over de nodige financiële middelen om hun resterende tekortkomingen binnen een redelijke termijn te verhelpen en zij hebben van het Hongaarse „Animal Health and Food Control Department” een gunstig advies ontvangen wat de afronding van hun moderniseringsproces betreft. |
(4) |
Voor Hongarije zijn de gedetailleerde gegevens over de tekortkomingen voor elke inrichting beschikbaar. |
(5) |
Om de overgang van het bestaande stelsel in Hongarije naar het stelsel dat voortvloeit uit de toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving te vergemakkelijken is het daarom op verzoek van Hongarije gerechtvaardigd om als uitzonderlijke overgangsmaatregel een overgangsperiode voor deze eenentwintig inrichtingen toe te staan. |
(6) |
Gezien de uitzonderlijke aard van deze tijdelijke afwijking waarin tijdens de uitbreidingsonderhandelingen niet is voorzien, kunnen na de goedkeuring van deze beschikking geen verdere verzoeken van Hongarije worden ingewilligd om overgangsmaatregelen betreffende de structurele voorschriften voor inrichtingen die melk en melkproducten produceren. |
(7) |
Rekening houdend met de vergevorderde modernisering en de uitzonderlijke aard van de overgangsmaatregel, moet de overgangsperiode tot maximaal twaalf maanden worden beperkt en zij kan daarna niet worden verlengd. |
(8) |
Het is dienstig dat de onder deze beschikking vallende inrichtingen waarvoor een overgangregeling geldt, worden onderworpen aan dezelfde voorschriften die gelden voor de producten die afkomstig zijn van de inrichtingen waarvoor een overgangsperiode voor de structurele voorschriften is toegestaan overeenkomstig de in de relevante bijlagen bij de Toetredingsakte bedoelde procedure. |
(9) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De structurele voorschriften, vastgesteld in bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG, zijn onder de in lid 2 vastgestelde voorwaarden niet van toepassing op de in de bijlage bij deze beschikking opgenomen inrichtingen in Hongarije tot de voor elke inrichting aangegeven datum.
2. De volgende voorschriften zijn van toepassing op de producten die afkomstig zijn van de in lid 1 bedoelde inrichtingen:
— |
voorzover de bepalingen van lid 1 op de in de bijlage bij deze beschikking opgenomen inrichtingen van toepassing zijn, mogen de van deze inrichtingen afkomstige producten alleen in de binnenlandse handel worden gebracht of alleen worden gebruikt voor verdere verwerking in dezelfde inrichting, ongeacht de datum waarop zij in de handel worden gebracht; |
— |
zij moeten van het bijzondere keurmerk zijn voorzien. |
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Melkinrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
|
Veterinair erkenningsnummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Melk |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
Activiteit van de inrichtingen |
||||
Melk en producten op basis van melk |
||||
1. |
01501 |
Cheesio Kft., Véménd, Baranya |
X |
30.4.2005 |
2. |
02502 |
Cosinus Gamma Kft. Sajtüzem, Kunszentmiklós, Bács |
X |
30.4.2005 |
3. |
03503 |
Tejfeldolgozó és Sajtkészítő Üzem, Gyomaendrőd, Békés |
X |
30.4.2005 |
4. |
04504 |
Abaújtej Közös Vállalat tejüzeme, Forró, Borsod |
X |
30.4.2005 |
5. |
05505 |
BOPPE Kft., Hódmezővásárhely Csongrád |
X |
30.4.2005 |
6. |
05506 |
Ujfalusi Mihály Bio-kecsketej üzem, Csongràd |
X |
30.4.2005 |
7. |
06507 |
Győzelem Mgsz. Sajtüzem, Lajoskomárom, Fejér |
X |
30.4.2005 |
8. |
06508 |
Tejmix Kft., Kápolnásnyék-Pettend, Fejér |
X |
30.4.2005 |
9. |
09509 |
Egertej Kft., Eger, Heves |
X |
30.4.2005 |
10. |
12510 |
Naszálytej Rt., Vác, Pest |
X |
30.4.2005 |
11. |
12511 |
Dabastej Kft., Dabas, Pest |
X |
30.4.2005 |
12. |
12512 |
Csipkó Istvánné tejüzeme, Pest |
X |
30.4.2005 |
13. |
13513 |
Drávatej Kft., Barcs, Somogy |
X |
30.4.2005 |
14. |
14514 |
Tiszatej Kft., Rakamaz, Szabolcs |
X |
30.4.2005 |
15. |
14515 |
Farmtej Kft., Kemecse, Szabolcs |
X |
30.4.2005 |
16. |
15516 |
Jásztej Rt., Jászapáti, Jász |
X |
30.4.2005 |
17. |
15517 |
Kuntej Rt., Tiszafüred, Jász |
X |
30.4.2005 |
18. |
16518 |
Dámtej Kft., Tamási, Tolna |
X |
30.4.2005 |
19. |
17519 |
Tejfeldolgozó és Kereskedelmi Kft., Körmend, Vas |
X |
30.4.2005 |
20. 18520 |
18520 |
Gici sajt Kft., Gic, Veszprém |
X |
30.4.2005 |
21. |
20521 |
Soma's Trade Kft., Budapest |
X |
30.4.2005 |
(1) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17.
(2) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.
(3) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/58 |
Rectificatie van Beschikking 2004/460/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot wijziging van aanhangsel A bij bijlage VIII bij de Toetredingsakte van 2003 met het oog op de opname van bepaalde inrichtingen in de vlees-, de melk- en de vissector in Letland in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/460/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot wijziging van aanhangsel A bij bijlage VIII bij de Toetredingsakte van 2003 met het oog op de opname van bepaalde inrichtingen in de vlees-, de melk- en de vissector in Letland in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1712)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/460/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (2), en met name op bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, onder d),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, onder a), van de Toetredingsakte van 2003 bepaalt dat de structurele voorschriften, vastgesteld in bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (3), in bijlage I bij Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee (4), in de bijlagen A en B bij Richtlijn 77/99/EEG van de Raad van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesproducten (5), in bijlage I bij Richtlijn 94/65/EG van de Raad van 14 december 1994 tot vaststelling van voorschriften voor de productie en het in de handel brengen van gehakt vlees en vleesbereidingen (6), in bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk (7) en in de bijlage bij Richtlijn 91/493/EEG van de Raad van 22 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van visserijproducten (8) onder bepaalde voorwaarden tot en met 31 december 2006 niet van toepassing zijn op de in aanhangsel A bij bijlage VIII bij de Toetredingsakte genoemde inrichtingen in Letland. |
(2) |
In Letland hebben twaalf extra vleesinrichtingen met hoge capaciteit, een extra pluimvee-inrichting, 13 extra melkverwerkingsinrichtingen en 13 extra visverwerkingsinrichtingen moeilijkheden om vóór 1 mei 2004 te voldoen aan de structurele voorschriften, vastgesteld in bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG, in bijlage I bij Richtlijn 71/118/EEG, in de bijlagen A en B bij Richtlijn 77/99/EEG, in bijlage I bij Richtlijn 94/65/EG, in bijlage B bij Richtlijn 92/46/EEG en in de bijlage bij Richtlijn 91/493/EEG. |
(3) |
Bijgevolg hebben deze 39 inrichtingen tijd nodig om hun moderniseringsproces af te ronden ten einde volledig te voldoen aan de in de Richtlijnen 64/433/EEG, 71/118/EEG, 77/99/EEG, 94/65/EG, 92/46/EEG en 91/493/EEG vastgestelde relevante structurele voorschriften. |
(4) |
De 39 inrichtingen die thans ver in hun moderniseringsproces zijn gevorderd, hebben betrouwbare garanties gegeven dat zij beschikken over de nodige financiële middelen om hun resterende tekortkomingen binnen een korte termijn te verhelpen en zij hebben van de Letse „Food and Veterinary Service” een gunstig advies ontvangen wat de afronding van hun moderniseringsproces betreft. |
(5) |
Voor Letland zijn de gedetailleerde gegevens over de tekortkomingen voor elke inrichting beschikbaar. |
(6) |
Om de overgang van het bestaande stelsel in Letland naar het stelsel dat voortvloeit uit de toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving te vergemakkelijken is het daarom op verzoek van Letland gerechtvaardigd om een overgangsperiode voor deze 39 inrichtingen toe te staan. |
(7) |
Gezien de vergevorderde modernisering van de 39 inrichtingen moet de overgangsperiode tot maximaal twaalf maanden worden beperkt. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De inrichtingen in de bijlage bij deze beschikking worden toegevoegd aan aanhangsel A, als bedoeld in hoofdstuk 4, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, bij bijlage VIII bij de Toetredingsakte van 2003.
2. Op de in de bijlage opgenomen inrichtingen zijn de voorschriften, als bedoeld in bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, onderafdeling I, punt 1, onder b), van de Toetredingsakte van toepassing.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Vlees-, melk- en visinrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
Deel 1
Nr. |
Veterinair erkenningsnummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Vlees |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
||
Activiteit van de inrichtingen |
||||||
Vers vlees, slachten, uitsnijden |
Vlees-producten |
Gehakt vlees, vleesberei-dingen |
||||
1. |
002625 |
Ardeks, Limited liability company, Darza street 19, Saldus, LV 3801 |
|
x |
x |
31.12.2004 |
2. |
LV 07 G |
Jelgavas galas kombinats, Holding company, Savienibas street 8, Jelgava, LV 3001 |
x |
x |
x |
31.12.2004 |
3. |
002029 |
Kompeksim Nakotne, Limited liability company, „Nakotne” Gludas parish, Jelgavas district LV 3013 |
x |
|
|
31.12.2004 |
4. |
LV 09 G |
Lido, Limited liability company Kengaraga street 3, Riga, LV 1063 |
|
x |
x |
31.12.2004 |
5. |
000054 |
Zalites, Farm „Zalites„, Otanku parish, Liepajas district, LV 3474 |
x |
|
|
31.12.2004 |
6. |
LV 33 G |
Vilattrans, Sole proprietor enterprises, „Silakrogs„, Ropazu parish, Rigas district, LV 2135 |
|
|
x |
31.12.2004 |
7. |
LV 26 G |
Ruks Cesu galas kombinats, Joint Stock Company, Miera street 19, Cesis, LV 4101 |
|
x |
x |
31.12.2004 |
8. |
005583 |
BLC Limited liability company Jurkalnes street 4, Riga, LV 1046 |
|
x |
x |
31.12.2004 |
9. |
005579 |
Forevers, Limited liability company, Maskavas street 433, Riga, LV 1063 |
x |
x |
x |
31.12.2004 |
10. |
007226 |
Rubus, Limited liability company, „Bunci”, Salaspils, Rigas district, LV 2219 Abelu street 4, Salaspils, Rigas district, LV 2169 |
x |
x |
x |
31.12.2004 |
11. |
001441 |
Savati, Limited liability company, Jurkalnes street 47a, Riga, LV 1046 |
|
x |
x |
31.12.2004 |
12. |
007483 |
AIBI, Ltd, Inesu parish, Cesu district, LV 4123 |
x |
|
|
31.12.2004 |
13. |
LV 02 G |
Balticovo, Joint Stock Company Iecava, Bauskas district, LV 3913 |
x (9) |
|
|
31.12.2004 |
Deel 2
Nr. |
Veterinair erkenningsnummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Melk |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
Activiteit van de inrichtingen |
||||
Melk en producten op basis van melk |
||||
1. |
007490 |
Smiltenes piens Rauna's dairy plant, Holding company Cesu street 2a, Rauna, Cesis district, LV-4131 |
X |
31.12.2004 |
2. |
005808 |
Rankas piens Jaunpiebalga's dairy plant, Holding company Sporta street 4, Jaunpiebalga, Cesis district, LV-4125 |
X |
31.12.2004 |
3. |
LV 002P |
Straupe, Milk co-operative association „Pienotava„, Straupe parish, Cesis district, LV-4152 |
X |
31.12.2004 |
4. |
LV 005P |
Valmieras piens Rujienas pienotava, Holding company Upes street 5, Rujiena, Valmiera district, LV-4240 |
X |
31.12.2004 |
5. |
000530 |
DK Daugava, Ltd, Serene parish, Aizkraukle district, LV-5123 |
X |
31.12.2004 |
6. |
006697 |
Ozols Kalnu dairy plant, Ltd Briezkalni„, Nigrande parish, Saldus district, LV-3899 |
X |
31.12.2004 |
7. |
LV 007P |
Kraslavas piens Holding company, Izvaltas street 2, Kraslava, LV-5601 |
X |
31.12.2004 |
8. |
002137 |
Latgales piens Holding company Muitas street 3, Daugavpils, LV-5403 |
X |
31.12.2004 |
9. |
LV 015P |
Zemgales piens Holding company, Viestura street 14, Jelgava, LV-3001 |
X |
31.12.2004 |
10. |
004344 |
Neretas pienotava Milk co-operative association, Dzirnavu street 6, Nereta parish, Aizkraukle district, LV-5118 |
X |
31.12.2004 |
11. |
002864 |
Ludzas piensaimnieks Holding company Rupniecibas street 2, Ludza LV-5701 |
X |
31.12.2004 |
12. |
LV 003P |
Druvas partika Holding company, Kuldigas soseja 4, Saldus parish, Saldus district LV-3862 |
X |
31.12.2004 |
13. |
010934 |
Licisi Farm, „Licisi”, Cenas parish, Jelgava district, LV-3042 |
X |
31.12.2004 |
Deel 3
Nr. |
Veterinair erkenningsnummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Vis |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
Activiteit van de inrichtingen |
||||
Vis en visproducten |
||||
1. |
LV 72 Z |
Svani, Limited liability company |
x |
31.12.2004 |
2. |
LV 38 Z |
Roja F.C.T., Limited liability company, „Kroni”, Valdemarpils parish, Talsu district, LV-3260 |
x |
31.12.2004 |
3. |
LV 93 Z |
Kurzemes partika, Limited liability company, „Komplekss”, Kandavas parish, Tukuma district, LV-3120 |
x |
31.12.2004 |
4. |
LV 46 Z |
Ulmes, Limited liability company, Plienciems, Engures parish, Tukuma district, |
x |
31.12.2004 |
5. |
LV 04 Z |
Ventspils ZKK, Joint-stock Company, Enkuru street 12, Ventspils, LV-3601 |
x |
31.12.2004 |
6. |
LV 48 Z |
Korall Plus, Joint-stock Company, Rujienas street 31, Mazsalaca, Valmieras district, LV-4215 |
x |
31.12.2004 |
7. |
009432 |
Taimins, Limited liability company, „Reproduktors”, Laucienas parish, Talsu district, LV-3285 |
x |
31.12.2004 |
8. |
LV 115 Z |
Zila laguna, Limited liability company, Kalkunes street 2, Kalkunes parish, Daugavpils district, LV-5412 |
x |
31.12.2004 |
9. |
LV 64 Z |
Ventspils zvejas osta, Limited liability company, Mednu street 40, Ventspils, LV-3601 |
x |
31.12.2004 |
10. |
LV 85 Z |
Dunte Plus, Limited liability company, „Varzas”, Skultes parish, Limbazu district, LV-4025 |
x |
31.12.2004 |
11. |
LV 60 Z |
Berzciems, Limited liability company, Berzciems, Engures parish, Tukuma district, LV-3112 |
x |
31.12.2004 |
12. |
LV 77 Z |
Alants, Sole proprietor enterprises, „Airi”, Lapmezciema parish, Tukuma district, LV-3118 |
x |
31.12.2004 |
13. |
LV 58 Z |
Zvani, Limited liability company Ezeru street 29, Talsi, LV-3201 |
x |
31.12.2004 |
(1) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17.
(2) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.
(3) PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(4) PB L 55 van 8.3.1971, blz. 23. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
(5) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003.
(6) PB L 368 van 31.12.1994, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).
(7) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(8) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.
(9) Inrichting voor vers vlees van pluimvee.
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/63 |
Rectificatie van Beschikking 2004/461/EG van de Commissie van 29 april 2004 houdende vaststelling van een vragenlijst voor het jaarlijkse verslag over de beoordeling van de luchtkwaliteit overeenkomstig de Richtlijnen 96/62/EG en 1999/30/EG van de Raad en de Richtlijnen 2000/69/EG en 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/461/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
houdende vaststelling van een vragenlijst voor het jaarlijkse verslag over de beoordeling van de luchtkwaliteit overeenkomstig de Richtlijnen 96/62/EG en 1999/30/EG van de Raad en de Richtlijnen 2000/69/EG en 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1714)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/461/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 96/62/EG van de Raad van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (1), en met name op artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 96/62/EG stelt het kader voor de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit vast en bepaalt dat nadere regelingen voor de rapportage van informatie over de luchtkwaliteit moeten worden vastgesteld. |
(2) |
Richtlijn 1999/30/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (2) stelt grenswaarden vast waaraan op een bepaalde streefdatum moet worden voldaan. |
(3) |
Beschikking 2001/839/EG van de Commissie van 8 november 2001 houdende vaststelling van een vragenlijst voor het jaarlijkse verslag over de beoordeling van de luchtkwaliteit overeenkomstig de Richtlijnen 96/62/EG en 1999/30/EG van de Raad (3) voorziet in een model aan de hand waarvan de lidstaten de krachtens die richtlijnen vereiste informatie over de luchtkwaliteit moeten verstrekken. |
(4) |
Richtlijn 2000/69/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2000 betreffende grenswaarden voor benzeen en koolmonoxide in de lucht (4) stelt grenswaarden vast waaraan op een bepaalde streefdatum moet worden voldaan. Richtlijn 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2002 betreffende ozon in de lucht (5) stelt streefwaarden, langetermijndoelstellingen, een informatie- en een alarmdrempel vast waaruit bepaalde verplichtingen voortvloeien. Periodieke verslaglegging door de lidstaten vormt een integrerend onderdeel van die richtlijnen, gelezen in samenhang met Richtlijn 96/62/EG, dat onmisbaar is voor het toezicht op de naleving van die verplichtingen. |
(5) |
Bovendien moet een aantal in artikel 11 van Richtlijn 96/62/EG genoemde elementen met betrekking tot de verontreinigende stoffen welke onder de Richtlijnen 1999/30/EG, 2002/69/EG en 2002/3/EG vallen, jaarlijks worden gerapporteerd. |
(6) |
Ingevolge Richtlijn 1999/30/EG worden de bepalingen inzake de rapportering overeenkomstig Richtlijn 80/779/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende grenswaarden en richtwaarden van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxide en zwevende deeltjes (6), Richtlijn 82/884/EEG van de Raad van 3 december 1982 betreffende een grenswaarde van de luchtkwaliteit voor lood (7) en Richtlijn 85/203/EEG van de Raad van 7 maart 1985 inzake luchtkwaliteitsnormen voor stikstofdioxide (8) met ingang van 19 juli 2001 ingetrokken hoewel de in deze richtlijnen genoemde grenswaarden van kracht blijven tot respectievelijk 2005 voor de Richtlijnen 80/779/EEG en 82/884/EEG en 2010 voor Richtlijn 85/203/EEG, en overschrijdingen van deze grenswaarden ook verder moeten worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 9, lid 6, van Richtlijn 1999/30/EG. |
(7) |
Om te garanderen dat de vereiste informatie in de juiste vorm wordt verstrekt, moet van de lidstaten worden verlangd dat zij daarvoor gebruikmaken van een standaardvragenlijst. |
(8) |
De bij Beschikking 2001/839/EG vastgestelde vragenlijst moet zodanig worden uitgebreid dat zij ook betrekking heeft op de verplichte jaarlijkse rapportage uit hoofde van de Richtlijnen 2000/69/EG en 2002/3/EG, terwijl tezelfdertijd in samenhang met Richtlijn 1999/30/EG enkele wijzigingen moeten worden aangebracht ter verduidelijking en om te zorgen voor een betere beoordeling van de verslagen. |
(9) |
Beschikking 2001/839/EG moet omwille van de duidelijkheid worden vervangen. |
(10) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 12, lid 2, van Richtlijn 96/62/EG ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De lidstaten gebruiken de in de bijlage opgenomen vragenlijst als basis voor de toezending van de informatie die jaarlijks moet worden verstrekt overeenkomstig artikel 11, lid 1, en artikel 12, lid 1, van Richtlijn 96/62/EG en de volgende bepalingen:
— |
artikel 3, leden 1, 3 en 4, artikel 4, lid 1, artikel 5, leden 1, 2, 4 en 5, artikel 6, artikel 7, leden 1, 2 en 3, en artikel 9, lid 6, van Richtlijn 1999/30/EG, |
— |
artikel 3, lid 1, artikel 4 en artikel 5, leden 1, 2, 3 en 5, van Richtlijn 2000/69/EG, en |
— |
artikel 3, leden 1 en 2, artikel 4, leden 1 en 2, artikel 5, artikel 9, leden 1 en 3, en artikel 10, lid 1, onder a), en lid 2, onder b), van Richtlijn 2002/3/EG. |
Artikel 2
Beschikking 2001/839/EG wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
Margot WALLSTRÖM
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Vragenlijst voor het verslag
over
Richtlijn 96/62/EG van de Raad inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit en Richtlijn 1999/30/EG van de Raad betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht alsmede Richtlijn 2000/69/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende grenswaarden voor benzeen en koolmonoxide in de lucht en Richtlijn 2002/3/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende ozon in de lucht
LIDSTAAT: ………………………………………………………………………………….
CONTACTADRES: …………………………………………………………………….......
VERSLAGJAAR: .……………………………………………………………………
DATUM VAN OPSTELLING: ………………...………………………………………….…
In de volgende formulieren wordt een onderscheid gemaakt tussen zaken waarover de lidstaten wettelijk verplicht zijn verslag uit te brengen en zaken waarover het verslag facultatief is. Facultatieve punten zijn schuin gedrukt.
Een groot aantal formulieren bevat een onbeperkt aantal rijen of kolommen die moeten worden ingevuld. In de beschrijving van het formulier is het aantal in te vullen lege rijen of kolommen beperkt tot drie; een stippellijn geeft aan dat het formulier naar behoefte kan worden uitgebreid.
Naast de formulieren die door de lidstaten moeten worden ingevuld, zijn ook enkele tabellen opgenomen. De tabellen geven informatie zoals vaste codes die de lidstaten niet mogen veranderen.
Lijst van formulieren
Formulier 1 |
Contactinstantie en adres |
Formulier 2 |
Begrenzing van zones en agglomeraties |
Formulier 3 |
Meetstations en meetmethoden voor de bepalingen uit hoofde van Richtlijn 1999/30/EG en Richtlijn 2000/69/EG |
Formulier 4 |
Meetstations voor de bepaling van ozon, met inbegrip van stikstofdioxide en stikstofoxiden in samenhang met ozon |
Formulier 5 |
Meetstations en meetmethoden voor de bepaling van de aanbevolen vluchtige organische stoffen |
Formulier 6 |
Meetstations en meetmethoden voor de bepaling van andere ozonprecursoren |
Formulier 7 |
Methoden voor de monsterneming en de meting van PM10 en PM2,5 |
Formulier 8 |
Lijst van zones en agglomeraties waar de niveaus al dan niet de grenswaarden of de grenswaarden plus overschrijdingsmarge overschrijden |
Formulier 9 |
Lijst van zones en agglomeraties waar de niveaus al dan niet de streefwaarden of langetermijndoelstellingen voor ozon overschrijden |
Formulier 10 |
Lijst van zones en agglomeraties waar de niveaus al dan niet de bovenste beoordelingsdrempels of de onderste beoordelingsdrempels overschrijden, en informatie over de toepassing van aanvullende beoordelingsmethoden |
Formulier 11 |
Individuele overschrijdingen van grenswaarden en grenswaarden verhoogd met de overschrijdingsmarge |
Formulier 12 |
Redenen voor individuele overschrijdingen: eventuele aanvullende codes die de lidstaten zelf vaststellen |
Formulier 13 |
Individuele overschrijdingen van ozondrempelwaarden |
Formulier 14 |
Overschrijdingen van ozonstreefwaarden |
Formulier 15 |
Jaaroverzicht voor ozon |
Formulier 16 |
Jaargemiddelden van de concentraties van ozonprecursoren |
Formulier 17 |
Monitoringgegevens over de SO2-niveaus (10-minutengemiddelde) |
Formulier 18 |
Monitoringgegevens over de PM2,5 |
Formulier 19 |
Tabel van de resultaten van de aanvullende bepalingen en de daarbij gebruikte methoden |
Formulier 20 |
Lijst van referenties met betrekking tot de aanvullende bepalingsmethoden bedoeld in formulier 19 |
Formulier 21 |
Overschrijding van grenswaarden voor SO2 als gevolg van natuurlijke bronnen |
Formulier 22 |
Natuurlijke SO2-bronnen: eventuele aanvullende codes die de lidstaten zelf vaststellen |
Formulier 23 |
Overschrijding van de grenswaarden voor PM10 als gevolg van natuurverschijnselen |
Formulier 24 |
Overschrijding van grenswaarden voor PM10 als gevolg van het zandstrooien in de winter |
Formulier 25 |
Overleg over grensoverschrijdende verontreiniging |
Formulier 26 |
Overschrijdingen van in de Richtlijnen 80/779/EEG, 82/884/EEG en 85/203/EEG vastgestelde grenswaarden |
Formulier 27 |
Oorzaken van overschrijdingen van in de Richtlijnen 80/779/EEG, 82/884/EEG en 85/203/EEG vastgestelde grenswaarden: eventuele aanvullende codes die de lidstaten zelf vaststellen |
Lijst van tabellen
Tabel 1 |
Methoden voor de monsterneming en de meting van PM10 en PM2,5 en ozonprecursoren: standaardcodes |
Tabel 2 |
Redenen voor individuele overschrijdingen: standaardcodes |
Tabel 3 |
Voor concentratiekaarten te gebruiken statistische parameters |
Tabel 4 |
Natuurlijke SO2-bronnen: standaardcodes |
Tabel 5 |
Natuurverschijnselen die overschrijdingen van de grenswaarden voor PM10 veroorzaken: standaardcodes |
Formulier 1. Contactinstantie en adres
Naam van de contactinstantie |
|
Postadres |
|
Naam van de contactpersoon |
|
Telefoonnummer van de contactpersoon |
|
Fax van de contactpersoon |
|
E-mailadres van de contactpersoon |
|
Toelichting (indien nodig) |
|
Opmerking bij formulier 1:
De lidstaten wordt verzocht de contactinstantie en, indien mogelijk, de contactpersoon op nationaal niveau in te vullen waarmee de Commissie zo nodig contact kan opnemen in verband met details van deze vragenlijst.
Formulier 2. Begrenzing van zones en agglomeraties
|
Zones |
||
Volledige naam van de zone |
|
|
|
Code voor de zone |
|
|
|
Verontreinigende stof(fen), eventueel voor de zone geldende afzonderlijke beschermingsdoelstellingen |
|
|
|
Type (ag/nonag) |
|
|
|
Oppervlakte (km2) |
|
|
|
Bevolking |
|
|
|
Grenscoördinaten |
|
|
|
Grenscoördinaten |
|
|
|
Grenscoördinaten |
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 2:
1. |
De lidstaten moeten de naam en de code van de zone aangeven. |
2. |
De lidstaten moeten de verontreinigende stof(fen) vermelden voor de zone en daarbij gebruikmaken van de codes: „S” voor SO2, „N” voor NO2/NOx, „P” voor PM10, „L” voor lood, „B” voor benzeen, „C” voor koolmonoxide en „O” voor ozon, van elkaar gescheiden door een puntkomma, of „A” indien al deze verontreinigende stoffen relevant zijn voor de zone. Indien zones afzonderlijk zijn vastgesteld voor bescherming van gezondheid, ecosysteem en vegetatie, moeten de lidstaten de volgende codes gebruiken: „SH” voor bescherming van de gezondheid tegen SO2, „SE” voor bescherming van het ecosysteem tegen SO2, „NH”, voor bescherming van de gezondheid tegen NO2 en „NV” voor bescherming van de vegetatie tegen NOx . |
3. |
Gelieve aan te geven of het een agglomeratie (code: „ag”) betreft of niet (code: „nonag”). |
4. |
Het staat de lidstaten vrij de omvang van de zone en de bevolking daarvan te vermelden voor verdere verwerking van de gegevens op Europees niveau. |
5. |
Voor verdere verwerking wordt de lidstaat verzocht de grenzen van het gebied in standaardformaat aan te geven (polygonen, met gebruikmaking van geografische coördinaten volgens ISO 6709: geografische lengte en breedte). De lidstaat wordt verzocht afzonderlijk een kaart van de gebieden te verstrekken (als elektronisch bestand of op papier) om de juiste interpretatie van de gegevens over het gebied te vergemakkelijken. De lidstaat moet ten minste de grenzen van het gebied in formulier 2 aangeven of een kaart verstrekken. |
Formulier 3. Meetstations en meetmethoden voor de bepalingen uit hoofde van Richtlijn 1999/30/EG (bijlage IX) en Richtlijn 2000/69/EG (bijlage VII)
UG-code meetstation |
Plaatselijke code meetstation |
Code(s) van de zone |
Gebruikt voor de richtlijn |
Gebruikt voor de richtlijn / Code voor de methode die gebruikt is voor het meten van PM10 en PM2,5 |
Gebruikte correctiefactor of -vergelijking |
Functie van het station |
|||||||
SO2 |
NO2 |
NOx |
Lood |
Benzeen |
CO |
PM10 |
PM2,5 |
PM10 |
PM2,5 |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 3:
1. |
In formulier 3 en andere formulieren in deze vragenlijst verwijst „UG-code van het meetstation” naar de code die wordt gebruikt voor het uitwisselen van gegevens in het kader van Beschikking 97/101/EG. „Plaatselijke code van het meetstation” is de code die wordt gebruikt binnen de lidstaat of het betrokken gebied. |
2. |
De lidstaten wordt verzocht in de derde kolom de ozonbewakingszone(s) aan te geven waar het meetstation zich bevindt. Indien het gaat om meer dan één zone, moeten de codes van elkaar worden gescheiden door een puntkomma. |
3. |
De lidstaten wordt verzocht in de kolommen getiteld „SO2”, „NO2”, „NOx”, „Lood”, „Benzeen” en „CO” aan te geven of de meting werd gebruikt voor beoordeling in het kader van Richtlijn 1999/30/EG respectievelijk Richtlijn 2000/69/EG, door daar een „y” in te vullen, en het hokje blanco te laten indien dit niet het geval is. Er zij op gewezen dat het aankruisen van NOx inhoudt dat het meetstation is gelegen op een plaats waar de grenswaarde voor vegetatie van toepassing is. Indien het meetstation ligt in de onmiddellijke nabijheid van specifieke bronnen van loodverontreiniging als bedoeld in bijlage IV van Richtlijn 1999/30/EG, wordt de lidstaat verzocht „SS” in te vullen in plaats van „y”. |
4. |
De lidstaat dient in de kolommen „PM10” en „PM2,5” aan te geven of de meting is gebruikt voor beoordeling in het kader van Richtlijn 1999/30/EG en tevens aan te geven welke meetmethode werd gebruikt. Indien de meting is gebruikt voor beoordeling in het kader van de richtlijn, dient de lidstaat de code van de meetmethode in te vullen (zie opmerking 5); indien de meting niet werd gebruikt voor beoordeling in het kader van de richtlijn, dient het vakje niet te worden ingevuld. Voor niveaus van PM2,5 is de officiële beoordeling in het kader van artikel 6 of van Richtlijn 96/62/EG niet vereist. |
5. |
Voor het aangeven van de meetmethode voor PM10 en PM2,5 kan gebruik worden gemaakt van een van de standaardcodes in deze vragenlijst (zie tabel 1) of van een code die door de lidstaat is vastgesteld en die verwijst naar een afzonderlijke lijst van door de lidstaat beschreven methoden (zie formulier 7). De beschrijving door de lidstaat mag ook een verwijzing zijn naar een afzonderlijk document dat bij de vragenlijst wordt gevoegd. Indien de meetmethode gedurende het betrokken jaar is gewijzigd, dient de lidstaat de codes voor beide methoden in te vullen: eerst de code van de methode die gebruikt is gedurende het grootste deel van het jaar, daarna de tweede code, van elkaar gescheiden door een puntkomma. |
6. |
Indien de meetmethode voor PM10 of PM2,5 niet de in bijlage 9 bij Richtlijn 1999/30/EG vermelde referentiemethode is, dient de lidstaat de correctiefactor in te vullen waarmee de gemeten concentraties zijn vermenigvuldigd om de concentraties te verkrijgen die in deze vragenlijst zijn vermeld of de overeenkomstige correctievergelijking te vermelden. Indien een correctievergelijking werd toegepast, kan deze in vrije vorm worden gerapporteerd; de gemeten concentratie dient te worden aangegeven door „CM” en de in het verslag vermelde concentratie door „CR”. Bij voorkeur dient gebruik te worden gemaakt van de vorm CR = f(CM). Indien de resultaten van de methode gelijkwaardig zijn zonder toepassing van een correctie wordt de lidstaat verzocht dit te vermelden door het cijfer „1” in te vullen onder de correctiefactor of -vergelijking. |
7. |
„Functie van het station” geeft aan of het meetstation gelegen is op een plaats waar (a) de grenswaarden voor de gezondheid, de SO2-grenswaarde voor ecosystemen en de NOx-grenswaarde voor vegetatie van toepassing zijn (code „HEV”), (b) alleen de grenswaarden voor gezondheid en de SO2-grenswaarde voor ecosystemen van toepassing zijn (code „HE”), (c) alleen de grenswaarde voor de gezondheid en de NOx-grenswaarde voor vegetatie van toepassing zijn (code „HV”) of (d) alleen de grenswaarden voor de gezondheid van toepassing zijn (code „H”). |
Formulier 4. Meetstations voor de bepaling van ozon, met inbegrip van stikstofdioxide en stikstofoxiden in samenhang met ozon (Richtlijn 2002/3/EG, bijlagen III, IV en VI)
UG-code meetstation |
Plaatselijke code meetstation |
Code van de zone |
Type meetstation |
Gebruik voor Richtlijn 2002/3/EG |
||
O3 |
NO2 |
NOx |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 4:
1. |
De lidstaten wordt verzocht in de derde kolom de zone aan te geven waar het meetstation zich bevindt. |
2. |
De lidstaten wordt verzocht in de kolommen getiteld „O3”, „NO2” en „NOx” aan te geven of de meting werd gebruikt voor beoordeling in het kader van Richtlijn 2002/3/EG, door daar een „y” in te vullen, en het hokje blanco te laten indien dit niet het geval is. In de kolom „NOx” worden de metingen bedoeld in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2002/3/EG aangegeven, in de kolom „NOx” de metingen bedoeld in artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2002/3/EG. |
3. |
De definitie van het „Type meetstation” volgt bijlage IV van Richtlijn 2002/3/EG. De volgende codes worden gebruikt: „U” voor stedelijke stations, „S” voor voorstedelijke stations, „R” voor plattelandsstations en „RB” voor plattelands-achtergrond-stations. |
Formulier 5. Meetstations en meetmethoden voor de bepaling van de aanbevolen vluchtige organische stoffen (Richtlijn 2002/3/EG, bijlage VI)
|
Meetstations |
||
UG-code meetstation |
|
|
|
Plaatselijke code meetstation |
|
|
|
Code ozonbewakingszone |
|
|
|
ethaan |
|
|
|
ethyleen |
|
|
|
acetyleen |
|
|
|
propaan |
|
|
|
propeen |
|
|
|
n-butaan |
|
|
|
i-butaan |
|
|
|
1-buteen |
|
|
|
trans-2-buteen |
|
|
|
cis-2-buteen |
|
|
|
1,3-butadieen |
|
|
|
n-pentaan |
|
|
|
i-pentaan |
|
|
|
1-penteen |
|
|
|
2-penteen |
|
|
|
isopreen |
|
|
|
n-hexaan |
|
|
|
i-hexaan |
|
|
|
n-heptaan |
|
|
|
n-octaan |
|
|
|
i-octaan |
|
|
|
benzeen |
|
|
|
tolueen |
|
|
|
ethylbenzeen |
|
|
|
m+p-xyleen |
|
|
|
o-xyleen |
|
|
|
1,2,4-trimeth.benzeen |
|
|
|
1,2,3-trimeth.benzeen |
|
|
|
1,3,5-trimeth.benzeen |
|
|
|
formaldehyd |
|
|
|
Totaal koolwaterstoffen excl. methaan |
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 5:
1. |
De lidstaten wordt verzocht in formulier 5 voor elk meetstation en voor iedere uit hoofde van artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2002/3/EG bepaalde stof de meetmethode aan te geven met behulp van een van de in deze vragenlijst verstrekte standaardcodes (zie tabel 1) of een door de lidstaat vastgestelde code (formulier 7). |
2. |
De verplichting tot verslaglegging inzake ozonprecursoren betreft „relevante vluchtige organische stoffen”; de lijst in formulier 5 moet dan ook alleen worden gezien als een aanbeveling in het licht van bijlage VI van Richtlijn 2002/3/EG. |
Formulier 6. Meetstations en meetmethoden voor de bepaling van andere ozonprecursoren (Richtlijn 2002/3/EG, bijlage VI)
|
Meetstations |
||
UG-code meetstation |
|
|
|
Plaatselijke code meetstation |
|
|
|
Code ozonbewakingszone |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerking bij formulier 6:
De lidstaten wordt verzocht in de linkerkolom van formulier 6 de uit hoofde van artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2002/3/EG bepaalde ozonprecursoren aan te geven die niet in formulier 5 zijn opgenomen. De lidstaten wordt verzocht in formulier 6 voor elk meetstation en voor iedere bepaalde stof de meetmethode aan te geven met behulp van een van de in deze vragenlijst verstrekte standaardcodes (zie tabel 1) of een door de lidstaat vastgestelde code (formulier 7). Opmerking 2 bij formulier 5 is van overeenkomstige toepassing op formulier 6.
Tabel 1. Methoden voor de monsterneming en de meting van PM10 en PM2,5 en ozonprecursoren: standaardcodes
Code van de methode |
Beschrijving |
M1 |
PM10 of PM2,5: beta-absorptie |
M2 |
PM10 of PM2,5: gravimetrie voor PM10 en/of PM2,5 — continue meting |
M2dxxx |
PM10 of PM2,5: gravimetrie voor PM10 en/of PM2,5 — aselecte meting; xxx staat voor het aantal meetdagen. Voorbeeld: aselecte bemonstering op 180 dagen per jaar wordt aangegeven als M2d180. |
M3 |
PM10 of PM2,5: oscillerende microbalans voor PM10 en/of PM2,5 |
M4 |
Totaal NMHC: geautomatiseerde, semi-continue bewaking, NMHC berekend als Totaal HC verminderd met de hoeveelheid methaan; FID |
M5 |
Totaal NMHC: geautomatiseerde, semi-continue bewaking, na chromatografische scheiding van NMHC en methaan; FID |
M6 |
Individuele VOS: geautomatiseerde bemonstering en on-line-analyse; cryogene voorconcentratie van de monsters, GC/FID- (MS-) detectie |
M7 |
Individuele VOS: „whole air canister sampling”; off-line-analyse door middel van GC/FID (MS) |
M8 |
Individuele VOS: bemonstering door actieve adsorptie aan een vaste drager; off-line-analyse door middel van GC/FID (MS) na chemische of thermische desorptie |
M9 |
Individuele VOS: bemonstering door diffusieve adsorptie aan een vaste drager; off-line-analyse door middel van GC/FID (MS) na chemische of thermische desorptie |
M10subcode (2) |
Formaldehyd: bemonstering met DNPH; off-line-analyse van hydrazonen door middel van HPLC met UV-detectie (360 nm). |
M11subcode (1) |
Formaldehyd: bemonstering met HMP; off-line-analyse van oxazolidine door middel van GC-NPD |
M12subcode (2) |
Formaldehyd: bemonstering met bisulfiet en chromotroopzuur; off-line-analyse door middel van spectrometrie (580 nm) |
(1) |
DNPH: dinitrofenylhydrazine; FID: vlamionisatiedetectie; GC: gaschromatografie; HC: koolwaterstoffen; HMP: hydroxymethylpiperidine; HPLC: hogedruk-vloeistof-chromatografie; MS: massaspectrometer; NMHC: niet-methaan-koolwaterstoffen; NPD: stikstof- en fosfordetector; UV: ultraviolet; VOS: vluchtige organische stoffen. |
(2) |
Voor bemonstering met behulp van een impinger: subcode „IM”; actieve bemonstering op een sorbens: subcode „AS”; diffusieve bemonstering: subcode „DI”. Voorbeeld: „M10AS”. |
Formulier 7. Methoden voor de monsterneming en de meting van PM10 en PM2,5 en ozonprecursoren: eventuele aanvullende codes die de lidstaten zelf vaststellen (Richtlijn 1999/30/EG, bijlage IX)
Code van de methode |
Beschrijving |
|
|
|
|
|
|
Formulier 8. Lijst van zones en agglomeraties waar de niveaus al dan niet de grenswaarden (LV) of de grenswaarden plus overschrijdingsmarge (LV + MOT) overschrijden (Richtlijn 96/62/EG, artikelen 8, 9 en 11, Richtlijn 1999/30/EG, bijlagen I, II, III en IV, en Richtlijn 2000/69/EG, bijlagen I en II)
Formulier 8a. Lijst van zones waar de grenswaarden voor SO2 al dan niet zijn overschreden
Code voor de zone |
LV voor gezondheid (uurgemiddelde) |
LV voor gezondheid (24- uurgemiddelde) |
LV voor ecosystemen (jaargemiddelde) |
LV voor ecosystemen (wintergemiddelde) |
|||||
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
> LV |
£ LV |
> LV |
£ LV |
> LV |
£ LV |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 8b. Lijst van zones waar de grenswaarden voor NO2/NOx al dan niet zijn overschreden
Code voor de zone |
LV voor gezondheid (uurgemiddelde) |
LV voor gezondheid (jaargemiddelde) |
LV voor vegetatie |
|||||
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
> LV |
£ LV |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 8c. Lijst van zones waar de grenswaarden voor PM10 al dan niet zijn overschreden
Code voor de zone |
LV (24-uurgemiddelde) Fase 1 |
LV (jaargemiddelde) Fase 1 |
LV (24-uurgemiddelde) Fase 2 |
LV (jaargemiddelde) Fase 2 |
|||||||
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
> LV |
£ LV |
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 8d. Lijst van zones waar de grenswaarde voor lood al dan niet is overschreden
Code voor de zone |
LV |
|||
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
SS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 8e. Lijst van zones waar de grenswaarde voor benzeen al dan niet is overschreden
Code voor de zone |
LV |
|||
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
Artikel 3, lid 2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 8f. Lijst van zones waar de grenswaarde voor koolmonoxide al dan niet is overschreden
Code voor de zone |
LV |
||
> LV + MOT |
£ LV + MOT; > LV |
£ LV |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 8:
1. |
De hoofdjes van de kolommen hebben de volgende betekenis:
|
2. |
„> LV + MOT” wordt gelezen als „> LV” wanneer de overschrijdingsmarge is gedaald tot 0 %. In dat geval wordt de kolom met het hoofdje „£ LV + MOT; > LV” niet gebruikt. |
3. |
De situatie in de zone moet door invulling van „y” in de desbetreffende kolom worden aangegeven. |
4. |
Indien de overschrijding uitsluitend is afgeleid uit modelberekeningen, vul dan „m” in, in plaats van „y”. |
5. |
Voor drempels voor ecosystemen en vegetatie moet de desbetreffende kolom alleen worden ingevuld als de overschrijding zich voordeed in gebieden waar deze grenswaarden van toepassing zijn. Voor zones die geen gebieden omvatten waar deze grenswaarden van toepassing zijn, wordt „n” ingevuld in de kolom met het hoofdje „£ LV”. |
6. |
Het wintergemiddelde wordt berekend over de periode van 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het verslagjaar tot en met 31 maart van het verslagjaar. |
7. |
Indien de overschrijding aangegeven in formulier 8d uitsluitend te wijten is aan overschrijding in een gebied dat in de onmiddellijke nabijheid ligt van specifieke bronnen die zijn aangemeld in overeenstemming met bijlage IV van Richtlijn 1999/30/EG, wordt de betrokken lidstaat verzocht zulks aan te geven door een „y” in te vullen in kolom „SS”. |
8. |
In formulier 8e wordt met „LV” de in bijlage I van Richtlijn 2000/69/EG gespecificeerde grenswaarde bedoeld. Voor zones waarvoor de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2000/69/EG een verlengingsperiode voor benzeen heeft toegestaan, wordt de betrokken lidstaat verzocht zulks aan te geven door een „y” in te vullen in kolom „Artikel 3, lid 2”. |
Formulier 9. Lijst van zones en agglomeraties waar de niveaus al dan niet de streefwaarden of langetermijndoelstellingen voor ozon overschrijden (Richtlijn 2002/3/EG, bijlage I)
Code voor de zone |
Drempelwaarde voor gezondheid |
Drempelwaarde voor vegetatie |
||||
> TV |
£ TV; > LTO |
£ LTO |
> TV |
£ TV; > LTO |
£ LTO |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 9:
De hoofdjes van de kolommen hebben de volgende betekenis:
> TV: |
boven de streefwaarde voor ozon; |
£ TV; > LTO : |
lager dan of gelijk aan de streefwaarde maar boven de langetermijn-doelstelling voor ozon; |
£ LTO: |
lager dan of gelijk aan de langetermijndoelstelling voor ozon. |
1. |
De situatie in de zone moet door invulling van „y” in de desbetreffende kolom worden aangegeven. |
2. |
Indien de overschrijding uitsluitend is afgeleid uit modelberekeningen, vul dan „m” in, in plaats van „y”. |
3. |
De situatie moet worden beoordeeld over een periode van drie jaar voor de streefwaarde voor de gezondheid en over een periode van vijf jaar voor de streefwaarde voor de vegetatie. |
Formulier 10. Lijst van zones en agglomeraties waar de niveaus al dan niet de bovenste beoordelingsdrempels (UAT) of de onderste beoordelingsdrempels (LAT) overschrijden, en informatie over de toepassing van aanvullende beoordelingsmethoden
Formulier 10a. Lijst van zones met betrekking tot overschrijdingen van beoordelingsdrempels en aanvullende beoordeling voor SO2
Code voor de zone |
UAT en LAT met betrekking tot de grenswaarde voor de gezondheid (24- uurgemiddelde) |
UAT en LAT met betrekking tot de grenswaarde voor ecosystemen (wintergemiddelde) |
SA |
||||
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 10b. Lijst van zones met betrekking tot overschrijdingen van beoordelingsdrempels en aanvullende beoordeling voor NO2/NOx
Code voor de zone |
UAT en LAT met betrekking tot de grenswaarde voor de gezondheid (uurgemiddelde) |
UAT en LAT met betrekking tot de grenswaarde voor de gezondheid (jaargemiddelde) |
UAT en LAT met betrekking tot de grenswaarde voor de vegetatie |
SA |
||||||
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 10c. Lijst van zones met betrekking tot overschrijdingen van beoordelingsdrempels en aanvullende beoordeling voor PM10
Code voor de zone |
UAT en LAT (24-uurgemiddelde) |
UAT en LAT (jaargemiddelde) |
SA |
||||
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 10d. Lijst van zones met betrekking tot overschrijdingen van beoordelingsdrempels en aanvullende beoordeling voor lood
Code voor de zone |
UAT en LAT |
SA |
||
> UAT |
£ UAT; >LAT |
£ LAT |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 10e. Lijst van zones met betrekking tot overschrijdingen van beoordelingsdrempels en aanvullende beoordeling voor benzeen
Code voor de zone |
UAT en LAT |
SA |
||
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 10f. Lijst van zones met betrekking tot overschrijdingen van beoordelingsdrempels en aanvullende beoordeling voor koolmonoxide
Code voor de zone |
UAT en LAT |
SA |
||
> UAT |
£ UAT; > LAT |
£ LAT |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 10g. Lijst van zones met betrekking tot aanvullende beoordeling voor ozon
Code voor de zone |
SA |
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 10:
1. |
De hoofdjes van de kolommen hebben de volgende betekenis: |
> UAT: |
boven de bovenste beoordelingsdrempel; |
£ UAT; > LAT: |
lager dan of gelijk aan de bovenste beoordelingsdrempel maar boven de onderste beoordelingsdrempel; |
£ LAT: |
lager dan of gelijk aan de onderste beoordelingsdrempel; |
SA: |
aanvullende beoordeling, zie opmerking 6. |
2. |
De situatie in de zone moet door invulling van „y” in de desbetreffende kolom worden aangegeven. |
3. |
Indien de overschrijding uitsluitend is afgeleid uit modelberekeningen, vul dan „m” in, in plaats van „y”. |
4. |
Overschrijding van drempels voor ecosystemen moet alleen worden aangegeven voor gebieden waar de grenswaarden voor ecosystemen van toepassing zijn. |
5. |
De overschrijding van UAT en LAT wordt beoordeeld op basis van het verslagjaar en de voorafgaande vier jaar, overeenkomstig het bepaalde in bijlage V (II) van Richtlijn 1999/30/EG respectievelijk bijlage III (II) van Richtlijn 2000/69/EG. |
6. |
De lidstaten wordt verzocht in kolom „SA” aan te geven of de gegevens afkomstig van de vaste meetstations werd aangevuld met gegevens uit andere bronnen zoals bedoeld in artikel 7, lid 3, van Richtlijn 1999/30/EG, artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2000/69/EG en artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2002/3/EG. |
Formulier 11. Individuele overschrijdingen van grenswaarden en grenswaarden verhoogd met de overschrijdingsmarge (MOT)
Formulier 11a. Overschrijding van de grenswaarde voor de gezondheid verhoogd met de overschrijdingsmarge voor SO2 (uurgemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Uur |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11b. Overschrijding van de grenswaarde voor de gezondheid voor SO2 (24-uurgemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11c. Overschrijding van de grenswaarde voor SO2 voor ecosystemen (jaargemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11d. Overschrijding van de grenswaarde voor SO2 voor ecosystemen (wintergemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11e. Overschrijding van de grenswaarde voor de gezondheid verhoogd met de overschrijdingsmarge voor NO2 (uurgemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Uur |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11f. Overschrijding van de grenswaarde voor de gezondheid verhoogd met de overschrijdingsmarge voor NO2 (jaargemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11g. Overschrijding van de grenswaarde voor NOx voor de vegetatie
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11h. Overschrijding van de grenswaarde verhoogd met de overschrijdingsmarge voor PM10 (fase 1; 24-uurgemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11i. Overschrijding van de grenswaarde verhoogd met de overschrijdingsmarge voor PM10 (fase 1; jaargemiddelde)
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11j. Overschrijding van de grenswaarde verhoogd met de overschrijdingsmarge voor lood
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11k. Overschrijding van de grenswaarde verhoogd met de overschrijdingsmarge voor benzeen
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
Artikel 3, lid 2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 11l. Overschrijding van de grenswaarde verhoogd met de overschrijdingsmarge voor koolmonoxide
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Niveau (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 11:
1. |
Aangeven van de UG-code voor het meetstation is weliswaar niet verplicht maar wordt dringend aanbevolen. |
2. |
Als de overschrijdingsmarge gedaald is tot 0 %, wordt „grenswaarde verhoogd met de overschrijdingsmarge” gelezen als „grenswaarde”. |
3. |
De „Maand” en de „Dag van de maand” worden aangegeven met hun nummer (1-12 respectievelijk 1-31). Het „Uur” wordt als volgt aangegeven: „1” voor de tijd tussen 00:00 u en 01:00 u, enz. |
4. |
Alle overschrijdingen van de grenswaarde verhoogd met de overschrijdingsmarge bij een meetstation moeten worden vermeld indien het totale aantal overschrijdingen boven het toegestane aantal ligt. Indien het totale aantal overschrijdingen bij een meetstation lager is dan of gelijk is aan het toegestane aantal, hoeven geen overschrijdingen te worden vermeld. |
5. |
De reden van overschrijding kan worden aangegeven door één of meer standaardcodes die verstrekt worden in deze vragenlijst (zie tabel 2) of middels een door de lidstaat vastgestelde code die is opgenomen in een afzonderlijke lijst van door de lidstaat omschreven redenen (formulier 12). Indien meer dan één oorzaak wordt aangegeven, moeten de codes van elkaar worden gescheiden door een puntkomma. De door de lidstaat gegeven omschrijving kan ook verwijzen naar een afzonderlijk, bij de vragenlijst gevoegd document. |
6. |
Voor overschrijdingen in zones waarvoor de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2000/69/EG een in de tijd beperkte verlenging heeft toegestaan, wordt de betrokken lidstaat verzocht zulks aan te geven door een „y” in te vullen in kolom „Artikel 3, lid 2”. |
7. |
Indien niet meer dan het toegestane aantal overschrijdingen werd waargenomen, vult de lidstaat in het uiterst linkse vak van de eerste regel „No exceedences” in. |
Tabel 2. Redenen voor individuele overschrijdingen: standaardcodes
Code oorzaak |
Omschrijving |
S1 |
Stadscentrum met druk verkeer |
S2 |
Nabijheid van een verkeersader |
S3 |
Plaatselijke industrie inclusief energieproductie |
S4 |
Steengroeven of mijnbouwactiviteiten |
S5 |
Verwarming van woningen |
S6 |
Door een ongeval ontstane emissie van industriële bron |
S7 |
Door een ongeval ontstane emissie van niet-industriële bron |
S8 |
Natuurlijke bron(nen) of natuurverschijnsel(en) |
S9 |
Strooien van zand in de winter |
S10 |
Transport van luchtvervuiling afkomstig van bronnen buiten de lidstaat |
S11 |
Benzinestation |
S12 |
Parking |
S13 |
Opslagplaats voor benzeen |
Formulier 12. Redenen voor individuele overschrijdingen: eventuele aanvullende codes die de lidstaten zelf vaststellen
Code oorzaak |
Omschrijving |
|
|
|
|
|
|
Formulier 13. Individuele overschrijdingen van ozondrempelwaarden
Formulier 13a. Overschrijding van de informatiedrempel voor ozon
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Hoogste uurgemiddelde van de ozonconcentratie (mg/m3) gedurende de overschrijdingsperiode |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
Tijdstip begin overschrijdingsperiode |
Overschrijdingsduur in uren |
Uurgemiddelde van de NO2-concentratie (mg/m3) gedurende het ozonconcentratiemaximum |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 13b. Overschrijding van de alarmdrempel voor ozon
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Hoogste uurgemiddelde van de ozonconcentratie (mg/m3) gedurende de overschrijdingsperiode |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
Tijdstip begin overschrijdingsperiode |
Overschrijdingsduur in uren |
Uurgemiddelde van de NO2-concentratie (mg/m3) gedurende het ozonconcentratiemaximum |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 13c. Overschrijding van de langetermijndoelstelling voor ozon ter bescherming van de gezondheid
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Maand |
Dag van de maand |
Hoogste 8-uurgemiddelde (mg/m3) voor die dag |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 13:
1. |
Voor de „Code(s) van de oorza(a)k(en)”, zie opmerking 5 bij formulier 11. |
2. |
Formulieren 13a en 13b: een overschrijdingsperiode is een continue periode in de loop van één kalenderdag gedurende welke een drempelwaarde continu werd overschreden. Een periode kan niet meer dan één kalenderdag overlappen. Indien zich in de loop van een kalenderdag meer dan één overschrijdingsperiode voordoet, moet elke periode afzonderlijk worden opgevoerd. |
3. |
NO2-metingen hoeven slechts voor ten minste 50 % van de O3-bemonsteringspunten te worden gerapporteerd (Artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/3/EG). |
Formulier 14. Overschrijdingen van ozonstreefwaarden
Formulier 14a. Stations waar de ozonstreefwaarde voor de menselijke gezondheid is overschreden
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
Aantal overschrijdingsdagen per kalenderjaar, gemiddeld over drie jaar |
Indien geen volledige en aaneengesloten tijdreeks van gegevens over drie jaar werd gebruikt: de gebruikte kalenderjaren |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 14b. Stations waar de ozonstreefwaarde voor de vegetatie is overschreden
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
AOT40 (mei-juli) (mg/m3), gemiddeld over vijf jaar |
Indien geen volledige en aaneengesloten tijdreeks van gegevens over vijf jaar werd gebruikt: de gebruikte kalenderjaren (ten minste drie jaar) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 14:
1. |
De gegevens moeten voldoen aan de eisen van Richtlijn 2002/3/EG, bijlage I (II), voetnoten b en c. Indien de drie- respectievelijk vijfjaargemiddelden niet konden worden bepaald op basis van een volledige en ononderbroken reeks jaargegevens, moeten alle voor de berekening gebruikte jaren in de uiterst rechtse kolom worden vermeld, waarbij de jaartallen door een puntkomma van elkaar worden gescheiden. |
2. |
Formulier 14a: Alle overschrijdingen van de streefwaarde bij een meetstation moeten worden vermeld indien het totale aantal overschrijdingen boven het toegestane aantal ligt. Indien het totale aantal overschrijdingen bij een meetstation lager is dan of gelijk is aan het toegestane aantal, hoeven geen overschrijdingen te worden vermeld. |
Formulier 15. Jaaroverzicht voor ozon
Code voor de zone |
UG-code meetstation |
AOT40 voor bescherming van de vegetatie (μg/m3.h) |
AOT40 voor bescherming van de bossen (μg/m3.h) |
Jaargemiddelde |
||
Waarde |
Aantal geldige gegevens |
Waarde |
Aantal geldige gegevens |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerking bij formulier 15:
Het aantal geldige gegevens voor AOT40 heeft betrekking op de voor de desbetreffende periode beschikbare uurwaarden (voor bescherming van de vegetatie tussen 8.00 en 20.00 uur van mei tot en met juli – ten hoogste 1 104 uren; voor bescherming van de bossen tussen 8.00 en 20.00 uur van april tot en met september – ten hoogste 2 196 uren).
Formulier 16. Jaargemiddelden van de concentraties van ozonprecursoren
Formulier 16a. Jaargemiddelden van de concentraties van de aanbevolen vluchtige organische stoffen
|
Meetstations |
||
UG-code meetstation |
|
|
|
ethaan |
|
|
|
ethyleen |
|
|
|
acetyleen |
|
|
|
propaan |
|
|
|
propeen |
|
|
|
n-butaan |
|
|
|
i-butaan |
|
|
|
1-buteen |
|
|
|
trans-2-buteen |
|
|
|
cis-2-buteen |
|
|
|
1,3-butadieen |
|
|
|
n-pentaan |
|
|
|
i-pentaan |
|
|
|
1-penteen |
|
|
|
2-penteen |
|
|
|
isopreen |
|
|
|
n-hexaan |
|
|
|
i-hexaan |
|
|
|
n-heptaan |
|
|
|
n-octaan |
|
|
|
i-octaan |
|
|
|
benzeen |
|
|
|
tolueen |
|
|
|
ethylbenzeen |
|
|
|
m+p-xyleen |
|
|
|
o-xyleen |
|
|
|
1,2,4-trimeth.benzeen |
|
|
|
1,2,3-trimeth.benzeen |
|
|
|
1,3,5-trimeth.benzeen |
|
|
|
Formaldehyd |
|
|
|
Totaal koolwaterstoffen excl. methaan |
|
|
|
Formulier 16b. Jaargemiddelden van de concentraties van andere ozonprecursoren
|
Meetstations |
||
UG-code meetstation |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 16:
1. |
De lidstaten wordt verzocht op de eerste regel van formulier 16a de UG-codes van de meetstations in te vullen en op de regels daaronder de jaargemiddelden van de concentraties van de overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2002/3/EG bepaalde ozonprecursoren. |
2. |
Voor andere overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2002/3/EG bepaalde ozonprecursoren dan de in formulier 16a genoemde, vult de lidstaat formulier 16b in en houdt daarbij de structuur van formulier 16a aan, waarbij die andere stoffen in de eerste kolom worden aangegeven. |
3. |
De verplichting tot verslaglegging inzake ozonprecursoren betreft „relevante vluchtige organische stoffen”; de lijst in formulier 16a moet dan ook alleen worden gezien als een aanbeveling in het licht van bijlage VI van Richtlijn 2002/3/EG. |
4. |
Concentraties die overeenkomstig Beschikking 97/101/EG over de uitwisseling van informatie werden gerapporteerd, worden in formulier 16 niet vermeld. |
Formulier 17. Monitoringgegevens over de SO2-niveaus (10-minutengemiddelde) (Richtlijn 1999/30/EG, artikel 3, lid 3)
UG-code meetstation |
Aantal keren dat het 10-minutengemiddelde van de concentratie meer bedroeg dan |
Aantal dagen van het kalenderjaar waarop dergelijke overschrijdingen plaatsvonden |
Aantal in de vorige kolom bedoelde dagen waarop uurconcentraties van zwaveldioxide tegelijkertijd boven 350 mg/m3 lagen |
Hoogste gemeten 10-minutengemiddelde (mg/m3) |
Datum waarop de hoogste concentratie is voorgekomen |
|
Maand |
Dag van de maand |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerking bij formulier 17:
Wanneer het voor een lidstaat niet uitvoerbaar is gegevens over het 10-minutengemiddelde van de zwaveldioxideconcentraties op te tekenen, hoeft dit formulier niet te worden ingevuld.
Formulier 18. Monitoringgegevens over de PM2,5-niveaus (24-uurgemiddelde) (Richtlijn 1999/30/EG, artikel 5, lid 2)
UG-code meetstation |
Rekenkundig gemiddelde (μg/m3) |
Mediaan (μg/m3) |
98-percentiel (μg/m3) |
Hoogste concentratie (μg/m3) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19. Tabel van de resultaten van de aanvullende bepalingen en de daarbij gebruikte methoden
Formulier 19a. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van SO2
Code voor de zone |
Boven LV voor gezondheid (uurgemiddelde) |
Boven LV voor de gezondheid (24-uurgemiddelde) |
Boven LV voor ecosystemen (jaargemiddelde) |
Boven LV voor ecosystemen (wintergemiddelde) |
||||||||||||
Gebied |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Oppervlakte blootgesteld ecosysteem |
Gebied |
Oppervlakte blootgesteld ecosysteem |
|||||||||
km2 |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
km2 |
Methode |
km2 |
Methode |
km2 |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19b. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van NO2/NOx
Code voor de zone |
Boven LV voor gezondheid (uurgemiddelde) |
Boven LV voor gezondheid (jaargemiddelde) |
Boven LV voor vegetatie |
|||||||||||||
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Blootgesteld vegetatiegebied |
|||||||||
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
km2 |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19c.1. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van PM10 (fase 1)
Code voor de zone |
Boven LV (24-uurgemiddelde) |
Boven LV (jaargemiddelde) |
||||||||||
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
|||||||
|
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19c.2. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van PM10 (fase 2)
Code voor de zone |
Boven LV (24 -uurgemiddelde) |
Boven LV (jaargemiddelde) |
||||||||||
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
|||||||
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19d. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van lood
Code voor de zone |
Boven LV |
|||||
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
||||
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19e. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van benzeen
Code voor de zone |
Boven LV |
|||||
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
||||
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19f. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van koolmonoxide
Code voor de zone |
Boven LV |
|||||
Gebied |
Weglengte |
Blootgestelde personen |
||||
km2 |
Methode |
km |
Methode |
Aantal |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 19g. Resultaten van en methoden gebruikt voor de aanvullende bepalingen van ozon
Code voor de zone |
Boven TV voor de gezondheid |
Boven LTO voor de gezondheid |
Boven TV voor ecosystemen |
Boven LTO voor ecosystemen |
||||||||||||
Gebied |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Blootgestelde personen |
Gebied |
Oppervlakte blootgesteld ecosysteem |
Gebied |
Oppervlakte blootgesteld ecosysteem |
|||||||||
km2 |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
Aantal |
Methode |
km2 |
Methode |
km2 |
Methode |
km2 |
Methode |
km2 |
Methode |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 19:
1. |
In het vakje „Methode” moet een door de lidstaat vastgestelde code worden ingevuld die verwijst naar een afzonderlijke lijst (formulier 20) van publicaties of verslagen waarin de aanvullende methoden worden beschreven. Formulier 20 maakt deel uit van het verslag aan de Commissie; de publicaties of verslagen waarnaar wordt verwezen hoeven niet aan de Commissie te worden gezonden. |
2. |
Formulier 19 kan worden aangevuld door kaarten die aangeven hoe de concentraties zijn verdeeld. Het verdient aanbeveling zo mogelijk kaarten op te stellen voor de concentraties in elke zone en agglomeratie. Tevens wordt aangeraden de diverse parameters waarin de grenswaarden voor de luchtkwaliteit zijn uitgedrukt, weer te geven in de vorm van concentratie-isolijnen (zie tabel 3), waarbij de afstand tussen de isolijnen telkens 10 % van de grenswaarde bedraagt. |
3. |
De informatie dient betrekking te hebben op de passende middelingsperiode voor de langetermijndoelstellingen (één jaar), de streefwaarde voor de gezondheid (drie jaar) en de streefwaarde voor de vegetatie (vijf jaar). |
Tabel 3. Voor concentratiekaarten te gebruiken statistische parameters
Verontreinigende stof |
Parameters |
SO2 |
99,7-percentiel van het uurgemiddelde; 98,9-percentiel van het 24-uurgemiddelde; jaargemiddelde; wintergemiddelde |
NO2 |
99,8-percentiel van het uurgemiddelde |
NO2/NOx |
Jaargemiddelde |
PM10 |
90,1-percentiel van het 24-uurgemiddelde (fase 1); 97,8-percentiel van het 24-uurgemiddelde (fase 2) |
PM10 en PM2,5 |
Jaargemiddelde |
Lood |
Jaargemiddelde |
Benzeen |
Jaargemiddelde |
Koolmonoxide |
Hoogste dagelijks 8-uurgemiddelde |
Ozon |
92,9-percentiel van het dagelijks 8-uurgemiddelde, gemiddeld over de laatste drie jaar; hoogste dagelijks 8-uurgemiddelde in het verslagjaar; AOT40 (mei tot en met juli), gemiddeld over de laatste vijf jaar |
Formulier 20. Lijst van referenties met betrekking tot de aanvullende bepalingsmethoden bedoeld in formulier 19
Methode |
Volledige referentie |
|
|
|
|
|
|
Formulier 21. Overschrijding van grenswaarden voor SO2 als gevolg van natuurlijke bronnen
Formulier 21a. Grenswaarde voor de gezondheid voor SO2 (uurgemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Aantal gemeten overschrijdingen |
Code natuurlijke bron(nen) |
Geschat aantal overschrijdingen na aftrek van de invloed van de natuurlijke bron(nen) |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 21b. Grenswaarde voor de gezondheid voor SO2 (24-uurgemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Aantal gemeten overschrijdingen |
Code natuurlijke bron(nen) |
Geschat aantal overschrijdingen na aftrek van de invloed van de natuurlijke bron(nen) |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 21c. Grenswaarde voor SO2 voor ecosystemen (jaargemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Jaargemiddelde van de concentratie |
Code natuurlijke bron(nen) |
Geschat jaargemiddelde na aftrek van de invloed van de natuurlijke bron(nen) |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 21d. Grenswaarde voor SO2 voor ecosystemen (wintergemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Wintergemiddelde van de concentratie |
Code natuurlijke bron(nen) |
Geschat jaargemiddelde na aftrek van de invloed van de natuurlijke bron(nen) |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerking bij formulier 21:
De natuurlijke bron kan worden aangegeven door een of meer in deze vragenlijst verstrekte standaardcodes (zie tabel 4) of een door de lidstaat vastgestelde code die is opgenomen in een afzonderlijke lijst van natuurlijke bronnen die door de lidstaat worden beschreven (formulier 22).
Tabel 4. Natuurlijke SO2-bronnen: standaardcodes
Code van de natuurlijke bron |
Beschrijving |
A1 |
Vulkanisme binnen de lidstaat |
A2 |
Vulkanisme buiten de lidstaat |
B |
Kustwetlands |
C1 |
Spontane branden binnen de lidstaat |
C2 |
Spontane branden buiten de lidstaat |
Formulier 22. Natuurlijke SO2-bronnen: eventuele aanvullende codes die de lidstaten zelf vaststellen (Richtlijn 1999/30/EG, artikel 3, lid 4)
Code van de natuurlijke bron |
Beschrijving |
|
|
|
|
|
|
Formulier 23. Overschrijding van de grenswaarden voor PM10 als gevolg van natuurverschijnselen
Formulier 23a. Invloed van natuurverschijnselen op de overschrijding van de grenswaarde voor PM10 (fase 1; 24-uurgemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Aantal gemeten overschrijdingen |
Code van het natuurverschijnsel |
Geschat aantal overschrijdingen na aftrek van de invloed van de natuurlijke bron(nen) |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 23b. Invloed van natuurverschijnselen op de overschrijding van de grenswaarde voor PM10 (fase 1; jaargemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Jaargemiddelde van de concentratie |
Code van het natuurverschijnsel |
Geschat jaargemiddelde na aftrek van de invloed van de natuurlijke bron(nen) |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerking bij formulier 23:
Het natuurverschijnsel kan worden aangegeven door één of meer in deze vragenlijst vermelde standaardcodes (zie tabel 5).
Tabel 5. Natuurverschijnselen die overschrijdingen van de grenswaarden voor PM10 veroorzaken: standaardcodes
Code van het natuurverschijnsel |
Beschrijving |
A1 |
Vulkaanuitbarsting binnen de lidstaat |
A2 |
Vulkaanuitbarsting buiten de lidstaat |
B1 |
Seismische activiteit binnen de lidstaat |
B2 |
Seismische activiteit buiten de lidstaat |
C1 |
Geothermische activiteit binnen de lidstaat |
C2 |
Geothermische activiteit buiten de lidstaat |
D1 |
Natuurbranden binnen de lidstaat |
D2 |
Natuurbranden buiten de lidstaat |
E1 |
Stormverschijnselen binnen de lidstaat |
E2 |
Stormverschijnselen buiten de lidstaat |
F1 |
Atmosferische resuspensie binnen de lidstaat |
F2 |
Atmosferische resuspensie buiten de lidstaat |
G1 |
Verplaatsing van natuurlijke deeltjes uit droge gebieden binnen de lidstaat |
G2 |
Verplaatsing van natuurlijke deeltjes uit droge gebieden buiten de lidstaat |
Formulier 24. Overschrijding van grenswaarden voor PM10 als gevolg van het zandstrooien in de winter
Formulier 24a. Invloed van het zandstrooien in de winter op de overschrijding van de grenswaarde voor PM10 (fase 1; 24-uurgemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Aantal gemeten overschrijdingen |
Geschat aantal overschrijdingen na aftrek van de invloed van het zandstrooien in de winter |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 24b. Invloed van het zandstrooien in de winter op de overschrijding van de grenswaarde voor PM10 (fase 1; jaargemiddelde)
Zone |
UG-code meetstation |
Jaargemiddelde |
Geschat jaargemiddelde van de concentratie na aftrek van de invloed van het zandstrooien in de winter |
Verwijzing naar bewijsstukken |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Formulier 25. Overleg over grensoverschrijdende verontreiniging
Formulier 25a. Algemeen
Heeft de lidstaat met andere lidstaten overleg gepleegd over significante luchtverontreiniging die haar oorsprong vindt in andere lidstaten? Zo ja, vul in ‘y’; zo nee, vul in ‘n’. |
(y of n) |
Formulier 25b. Specificatie per lidstaat
Zo ja: |
AT |
BE |
CY |
CZ |
DE |
DK |
EE |
ES |
FI |
FR |
GR |
HU |
IE |
IT |
LT |
LU |
LV |
MT |
NL |
PL |
PT |
SE |
SK |
SI |
UK |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerking bij formulier 25b:
(1) |
In bevestigend geval „y” invullen, zo niet het vakje leeg laten. |
Formulier 26. Krachtens artikel 9, lid 6, van Richtlijn 1999/30/EG te melden overschrijdingen van in de Richtlijnen 80/779/EEG, 82/884/EEG en 85/203/EEG vastgestelde grenswaarden
Verontreinigende stof |
Overschreden grenswaarde |
Gebruikte monitoringmethode |
UG-code meetstation |
Gemeten waarde (mg/m3) |
Code(s) van de oorza(a)k(en) |
Genomen maatregelen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opmerkingen bij formulier 26:
1. |
De numerieke waarde van de overschreden grenswaarde moet in de tweede kolom worden aangegeven. |
2. |
Voor SO2 en zwevende deeltjes moet worden aangegeven of gebruik is gemaakt van de zwarterookmethode of van de gravimetrische methode. |
3. |
Vermelding van het meetstation is niet verplicht, maar wordt ten zeerste aanbevolen. |
4. |
De oorzaak van de overschrijding kan worden aangegeven door één of meer in deze vragenlijst vermelde standaardcodes (zie tabel 5) of door een door de lidstaat vastgestelde code die is opgenomen in een afzonderlijke lijst van door de lidstaat beschreven oorzaken (formulier 27). Indien meer dan één oorzaak wordt aangegeven, moeten de codes van elkaar worden gescheiden door een puntkomma. De door de lidstaat gegeven beschrijving kan ook verwijzen naar een afzonderlijk, bij de vragenlijst gevoegd document. |
Formulier 27. Oorzaken van overschrijdingen van in de Richtlijnen 80/779/EEG, 82/884/EEG en 85/203/EEG vastgestelde grenswaarden: eventuele aanvullende codes die de lidstaten zelf vaststellen (Richtlijn 1999/30/EG, artikel 9, lid 6)
Code oorzaak |
Beschrijving |
|
|
|
|
|
|
(1) PB L 296 van 21.11.1996, blz. 55. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
(2) PB L 163 van 29.6.1999, blz. 41. Richtlijn gewijzigd bij Beschikking 2001/744/EG van de Commissie (PB L 278 van 23.10.2001, blz. 35).
(3) PB L 319 van 4.12.2001, blz. 45.
(4) PB L 313 van 13.12.2000, blz. 12.
(5) PB L 67 van 9.3.2002, blz. 14.
(6) PB L 229 van 30.8.1980, blz. 30.
(7) PB L 378 van 31.12.1982, blz. 15.
(8) PB L 87 van 27.3.1985, blz. 1.
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/92 |
Rectificatie van Beschikking 2004/462/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot wijziging van aanhangsel A bij bijlage X van de Toetredingsakte van 2003 teneinde bepaalde inrichtingen in de vleessector in Hongarije op te nemen in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/462/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot wijziging van aanhangsel A bij bijlage X van de Toetredingsakte van 2003 teneinde bepaalde inrichtingen in de vleessector in Hongarije op te nemen in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1715)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/462/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (2), en met name op bijlage X, hoofdstuk 5, afdeling B, punt 1, onder d),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage X, hoofdstuk 5, afdeling B, punt 1, onder a), bij de Toetredingsakte van 2003 bepaalt dat de structurele eisen van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (3) tot en met 31 december 2006 onder bepaalde voorwaarden niet van toepassing zijn op de in aanhangsel A bij bijlage X van de Toetredingsakte vermelde inrichtingen in Hongarije. |
(2) |
In Hongarije hebben nog 15 vleesinrichtingen met hoge capaciteit problemen om uiterlijk 1 mei 2004 aan de structurele eisen van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG te voldoen. |
(3) |
Bijgevolg hebben deze 15 inrichtingen tijd nodig om hun moderniseringsproces af te ronden en volledig aan de relevante structurele eisen van Richtlijn 64/433/EEG te voldoen. |
(4) |
Deze 15 inrichtingen, waar de modernisering al ver gevorderd is, hebben betrouwbare garanties gegeven dat zij over de nodige financiële middelen beschikken om hun resterende tekortkomingen spoedig te verhelpen en ze hebben van het Hongaarse „Animal Health and Food Control Department” een gunstig advies ontvangen betreffende de afronding van het moderniseringsproces. |
(5) |
Voor Hongarije zijn de gedetailleerde gegevens over de tekortkomingen van elke inrichting beschikbaar. |
(6) |
Om de overgang van het bestaande stelsel in Hongarije naar het stelsel dat voortvloeit uit de toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving, te vergemakkelijken is het daarom op verzoek van Hongarije gerechtvaardigd een overgangsperiode voor deze 15 inrichtingen toe te staan. |
(7) |
Aangezien de modernisering van de vijftien inrichtingen al ver gevorderd is, wordt de overgangsperiode beperkt tot maximaal twaalf maanden. |
(8) |
Het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is van de in deze beschikking vastgestelde maatregelen op de hoogte gebracht, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De in de bijlage bij deze beschikking vermelde inrichtingen worden toegevoegd aan aanhangsel A bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling B, punt 1, van bijlage X van de Toetredingsakte van 2003.
2. Voor de in de bijlage bij deze beschikking vermelde inrichtingen gelden de voorschriften van bijlage X, hoofdstuk 5, afdeling B, punt 1, onder b), bij de Toetredingsakte.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Vleesinrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
Nr. |
Veterinair erkennings-nummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Vlees |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
||
Activiteit van de inrichtingen |
||||||
Vers vlees, slachten, uitsnijden |
Vleesproducten |
Koelhuis |
||||
1. |
02522 |
Halász Gábor, Ballószög |
x |
|
|
31.12.2004 |
2. |
02523 |
Fejes és Társa Kft., Kecel |
x |
|
|
30.5.2004 |
3. |
02524 |
Zvertyelhús Kft., Kisszállás |
x |
|
|
31.12.2004 |
4. |
03525 |
Atalante Kft., Kaszaper |
x |
|
|
30.3.2005 |
5. |
04526 |
Agrár COOP Kft, Mezőkövesd |
x |
|
|
30.4.2005 |
6. |
06527 |
MUR HÚS- M KFt, Martonvásár |
x |
|
|
30.4.2005 |
7. |
06528 |
Kalória Kft., Szabadbattyány |
x |
|
|
30.4.2005 |
8. |
08529 |
Hajdú-Hús 2000 Kft., Debrecen |
x |
|
|
31.5.2004 |
9. |
08530 |
Szoboszlóhús Kft., Hajdúhadház |
x |
|
|
1.8.2004 |
10. |
08531 |
IMKI-Food Kft., Biharnagybajom |
x |
|
|
1.8.2004 |
11. |
11532 |
Agro Produkt Kft, Pásztó |
x |
|
|
1.11.2004 |
12. |
13533 |
Carnarium Kft, Juta |
x |
|
|
30.4.2005 |
13. |
13534 |
Kapos-Ternero Kft., Hetes |
x |
|
|
30.4.2005 |
14. |
14535 |
Borkesz Hús Kft, Kisvárda |
x |
|
|
31.3.2005 |
15. |
16536 |
Hús Trió Kft, Simontornya |
x |
|
|
30.3.2005 |
(1) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17.
(2) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.
(3) PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/95 |
Rectificatie van Beschikking 2004/463/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot wijziging van het aanhangsel bij bijlage XIV van de Toetredingsakte van 2003 teneinde bepaalde inrichtingen in de vleessector in Slowakije op te nemen in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/463/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot wijziging van het aanhangsel bij bijlage XIV van de Toetredingsakte van 2003 teneinde bepaalde inrichtingen in de vleessector in Slowakije op te nemen in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1730)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/463/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (2), en met name op bijlage XIV, hoofdstuk 5, afdeling B, onder d),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XIV, hoofdstuk 5, afdeling B, onder a), bij de Toetredingsakte van 2003 bepaalt dat de structurele eisen van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (3) en van de bijlagen A en B bij Richtlijn 77/99/EEG van de Raad van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken bij de productie en het in de handel brengen van vleesproducten en bepaalde andere producten van dierlijke oorsprong (4) tot en met 31 december 2006 onder bepaalde voorwaarden niet van toepassing zijn op de in het aanhangsel bij bijlage XIV van de Toetredingsakte vermelde inrichtingen in Slowakije. |
(2) |
In Slowakije hebben nog negen vleesinrichtingen met hoge capaciteit problemen om uiterlijk 1 mei 2004 aan de structurele eisen van bijlage I bij Richtlijn 64/433/EEG en de bijlagen A en B van Richtlijn 77/99/EEG te voldoen. |
(3) |
Bijgevolg hebben deze negen inrichtingen tijd nodig om hun moderniseringsproces af te ronden en volledig aan de relevante structurele eisen van de Richtlijnen 64/433/EEG en 77/99/EEG te voldoen. |
(4) |
Deze negen inrichtingen, waar de modernisering al ver gevorderd is, hebben betrouwbare garanties gegeven dat zij over de nodige financiële middelen beschikken om hun resterende tekortkomingen spoedig te verhelpen en ze hebben van de Slowaakse „Food and Veterinary Service” een gunstig advies ontvangen betreffende de afronding van het moderniseringsproces. |
(5) |
Voor Slowakije zijn de gedetailleerde gegevens over de tekortkomingen van elke inrichting beschikbaar. |
(6) |
Om de overgang van het bestaande stelsel in Slowakije naar het stelsel dat voortvloeit uit de toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving, te vergemakkelijken is het daarom op verzoek van Slowakije gerechtvaardigd een overgangsperiode voor deze negen inrichtingen toe te staan. |
(7) |
Aangezien de modernisering van de negen inrichtingen al ver gevorderd is, wordt de overgangsperiode beperkt tot maximaal twaalf maanden. |
(8) |
Het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is van de in deze beschikking vastgestelde maatregelen op de hoogte gebracht, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
1. De in de bijlage bij deze beschikking vermelde inrichtingen worden toegevoegd aan het aanhangsel bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling B, van bijlage XIV bij de Toetredingsakte van 2003.
2. Voor de in de bijlage bij deze beschikking vermelde inrichtingen gelden de voorschriften van bijlage XIV, hoofdstuk 5, afdeling B, onder b), bij de Toetredingsakte.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Vleesinrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt
Nr. |
Veterinair erkennings-nummer |
Naam en adres van de inrichting |
Sector: Vlees |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
||
Activiteit van de inrichtingen |
||||||
Vers vlees, slachten, uitsnijden |
Vleesproducten |
Koelhuis |
||||
1. |
TN 6-31 |
Jakub Ilavský, s.r.o. 913 11 Trenč. Stankovce 273 |
x |
x |
|
31.12.2004 |
2. |
TN 6-30 |
Jakub Ilavský, s.r.o. Sedličná 54 913 11 Trenč. Stankovce 273 |
|
x |
|
31.12.2004 |
3. |
PE 6-10 |
COLAGEN SLOVAKIA, s.r.o. Kúpeľná 193 958 04 Partizánske |
x |
x |
|
31.3.2005 |
4. |
MI 6-1 |
Mäso ZEMPLÍN a.s. Užhorodská č. 86 071 01 Michalovce |
|
x |
|
16.4.2005 |
5. |
MY 6-1 |
Peter Fabuš-FABUŠ Mäsopriemysel Myjava Šimonovičova 481 907 01 Myjava |
x |
x |
|
15.12.2004 |
6. |
PU 6-1 |
Púchovský mäsový priemysel a.s. Vsetínska 1354/15 020 39 Púchov |
x |
x |
x |
30.4.2005 |
7. |
KN 6-4 |
JATKA Hurbanovo s.r.o. 947 01 Hurbanovo |
x |
x |
|
30.9.2004 |
8. |
MA 6-30 |
BERTO-Ignác Bertovič Hlavná 1 900 66 Vysoká pri Morave |
x |
x |
|
28.2.2005 |
9. |
CA 6-31 |
K.B.K. spol. s.r.o. A. Hlinku 27 022 01 Čadca |
|
x |
|
15.2.2005 |
(1) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17.
(2) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.
(3) PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
(4) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EC) 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).
7.6.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/98 |
Rectificatie van Beschikking 2004/464/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot goedkeuring van een overgangsmaatregel ten behoeve van bepaalde inrichtingen voor de verwerking van dierlijke bijproducten in Letland
( Publicatieblad van de Europese Unie L 156 van 30 april 2004 )
Beschikking 2004/464/EG wordt als volgt gelezen:
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2004
tot goedkeuring van een overgangsmaatregel ten behoeve van bepaalde inrichtingen voor de verwerking van dierlijke bijproducten in Letland
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1739)
(Voor de EER relevante tekst)
(2004/464/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 42,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1) behelst gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten. Zij voorziet in structurele eisen ten aanzien van inrichtingen die materiaal van de categorieën 1, 2 en 3 verwerken. |
(2) |
Teneinde de overschakeling van de bestaande regeling in Letland op de uit de toepassing van de communautaire veterinaire wetgeving voortvloeiende regeling te vergemakkelijken, geven de in bijlage VIII bij de Toetredingsakte bedoelde overgangsmaatregelen een aantal inrichtingen extra tijd om hun structurele tekortkomingen te verhelpen, maar beperken zij de activiteiten van genoemde inrichtingen tot de verwerking van materiaal van categorie 3 als omschreven in Verordening (EG) nr. 1774/2002. |
(3) |
Bij Beschikking 2004/476/EG van de Commissie (2) tot wijziging van aanhangsel B van bijlage VIII bij de Toetredingsakte van 2003 teneinde bepaalde inrichtingen voor de verwerking van dierlijke bijproducten in Letland op te nemen in de lijst van inrichtingen waarvoor een overgangsregeling geldt, zijn nog eens zes inrichtingen in de lijst in het aanhangsel opgenomen. |
(4) |
Voor deze inrichtingen en één inrichting die reeds op de lijst voorkwam, blijkt het noodzakelijk af te wijken van de beperking van de activiteit teneinde met name de negatieve gevolgen voor de gezondheid te voorkomen die zich zouden kunnen voordoen wanneer de inrichtingen hun activiteiten zouden moeten opschorten. |
(5) |
Gelet op het vergevorderde stadium van de moderniseringswerkzaamheden en de uitzonderlijke aard van de overgangsmaatregel, moet de overgangsperiode beperkt worden tot 31 december 2004 en na die datum niet verlengd worden. |
(6) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In afwijking van bijlage VIII, hoofdstuk 4, afdeling B, onderafdeling I, punt 2, onder d), van de Toetredingsakte mogen de in de bijlage bij deze beschikking opgenomen inrichtingen nog tot uiterlijk 31 december 2004 materiaal van de categorieën 1 en 2 als omschreven in Verordening (EG) nr. 1774/2002 en nader gespecificeerd in de bijlage daarbij blijven verwerken
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing onder voorbehoud en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie
David BYRNE
Lid van de Commissie
BIJLAGE
Nr. |
Toelatingsnummer |
Naam en adres van de inrichting |
Categorie van het materiaal dat mag worden verwerkt |
Datum waarop aan de voorschriften moet zijn voldaan |
|
Categorie 1 |
Categorie 2 |
||||
1. |
018409 |
Balticovo, Holding company Iecavas pagasts, Bauskas rajons, LV-3913 |
|
x |
31.12.2004 |
2. |
018675 |
GP Adazi, Holding company Adazu pagasts, Rigas rajons, LV-2164 |
x |
x |
31.12.2004 |
3. |
D18728 |
R- Soft Razotajs LTD “Abava”, Pures pagasts, Tukuma rajons, LV-3124 |
|
|
31.12.2004 |
4. |
018674 |
Putnu fabrika ”Kekava” Holding company Kekavas pagasts, Rigas rajons LV-2123 |
|
x |
31.12.2004 |
5. |
018191 |
Saldus galas kombinats LTD Saldus pagasts, Saldus rajons, LV-3862 |
x |
x |
31.12.2004 |
6. |
019196 |
Lielzeltini LTD Ceraukstes pagasts, Bauskas rajons, LV-3908 |
|
x |
31.12.2004 |
7. |
007525 |
Trials Valmiera SH sub.branch LTD Rupniecibas iela 1, Valmiera, LV-4201 |
x |
x |
31.12.2004 |
(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1.
(2) PB L 160 van 30.4.2004, blz. 88.