25.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/211


BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 5 mei 2010

over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen voor het begrotingsjaar 2008

(2010/548/EU)

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen voor het begrotingsjaar 2008,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen voor het begrotingsjaar 2008, tezamen met de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 — C7-0061/2010),

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name op artikel 185,

gelet op Verordening (EG) nr. 2007/2004 van 26 oktober 2004 houdende oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (3), en met name op artikel 30,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (4), en met name op artikel 94,

gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0085/2010),

1.

verleent de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2008;

2.

formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie;

3.

verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).

De voorzitter

Jerzy BUZEK

De secretaris-generaal

Klaus WELLE


(1)  PB C 304 van 15.12.2009, blz. 38.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.


RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 5 mei 2010

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen voor het begrotingsjaar 2008

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen voor het begrotingsjaar 2008,

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen voor het begrotingsjaar 2008, tezamen met de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 — C7-0061/2010),

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name op artikel 185,

gelet op Verordening (EG) nr. 2007/2004 van 26 oktober 2004 houdende oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (3), en met name op artikel 30,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (4), en met name op artikel 94,

gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0085/2010),

A.

overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2008 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Parlement op 23 april 2009 kwijting heeft verleend aan de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2007 (5) en in de resolutie bij het besluit over het verlenen van kwijting onder andere:

betreurde dat de Rekenkamer in het jaarverslag 2007 gewezen had op verschillende tekortkomingen die reeds in het jaarverslag 2006 werden onderlijnd, met name een hoog niveau van overgedragen kredieten en annuleringen (bijna 70 % van de voor 2007 beschikbare kredieten werden niet besteed);

opmerkte dat de begroting voor 2007 van het Agentschap (42 100 000 EUR) meer dan het dubbele van de begroting voor 2006 (19 200 000 EUR) beliep;

het Agentschap verzocht om zijn financiële beleid te verbeteren, vooral met betrekking tot de verhoging van zijn budget voor de begrotingsjaren 2007 en 2008,

C.

overwegende dat 2008 het derde volle werkjaar was voor het Agentschap,

1.

is verheugd dat de Rekenkamer met redelijke zekerheid kon vaststellen dat de jaarrekening van Frontex voor het op 31 december 2008 afgesloten begrotingsjaar op alle essentiële punten betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn;

2.

constateert dat de begroting van het Agentschap de afgelopen drie jaar aanzienlijk is verhoogd; neemt nota van het feit dat de begroting voor 2008 met 29 000 000 EUR steeg, d.w.z. bijna 69 % in vergelijking met het voorgaande jaar, en dat die begroting in 2007 (42 100 000 EUR) al meer dan verdubbeld was ten opzichte van die van 2006 (19 200 000 EUR);

Terugkerende problemen sinds het begrotingsjaar 2006

3.

acht het zorgwekkend dat de Rekenkamer gewezen heeft op verschillende tekortkomingen die reeds in haar jaarverslagen over 2006 en 2007 werden onderlijnd; betreurt met name:

het hoge percentage overdrachten en annuleringen (van de voor 2008 beschikbare kredieten werd 49 % niet tijdens het begrotingsjaar gebruikt, van die voor 2007 69 % en van die voor 2006 55 %),

dat juridische verbintenissen werden aangegaan vóór de desbetreffende begrotingsvastlegging,

dat de aanwervingsprocedures volgens de Rekenkamer afwijken van de regels, met name voor wat betreft de transparantie en de niet-discriminerende aard van de betrokken procedures;

4.

neemt nota van het feit dat 30 300 000 EUR van de kredieten van het begrotingsjaar moesten worden overgedragen naar het volgende jaar en dat 13 000 000 EUR van de beschikbare kredieten moesten worden geannuleerd; benadrukt tevens dat bij de beleidsuitgaven (titel III) van de 26 800 000 EUR aan overgedragen vastleggingskredieten een bedrag van 850 000 EUR betrekking had op afgesloten transacties en had dus moeten worden vrijgemaakt; neemt in dit verband echter kennis van het antwoord van het Agentschap, dat verklaart correcties te hebben aangebracht in de definitieve financiële staten en toezegt ook aanvullende maatregelen te zullen treffen om de controle op de vastleggingen te versterken;

5.

wijst er niettemin met klem op dat een hoog percentage overdrachten en annuleringen aantoont dat het Agentschap niet in staat is een zo forse verhoging van zijn budget te beheren; erkent dat het Agentschap aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt bij het gebruik van de kredieten in 2009, maar vraagt zich toch af of de begrotingsautoriteit in de toekomst niet voorzichtiger moet zijn voordat zij besluit de begroting van het Agentschap te verhogen, rekening houdend met de tijd die nodig is om de nieuwe activiteiten ten uitvoer te leggen; verzoekt het Agentschap derhalve om meer gedetailleerde informatie over de uitvoerbaarheid van de toekomstige vastleggingen;

6.

acht het ook noodzakelijk dat het Agentschap zorgt voor:

een doeltreffend systeem voor de programmering van en de controle op contractueel vastgelegde termijnen,

een beoordelingsproces met betrekking tot de risico's van zijn activiteiten, opdat het die vervolgens op de voet kan volgen,

een systeem van gesplitste kredieten voor subsidies in de toekomstige begrotingen, om annuleringen tijdens volgende begrotingsjaren te vermijden;

7.

maakt zich zorgen over de kritiek van de Rekenkamer dat het Agentschap meer dan 17 000 000 EUR heeft uitbetaald op basis van unilaterale, uitsluitend door het Agentschap ondertekende subsidiebesluiten, hoewel de huidige regels voor de agentschappen niet in dergelijke instrumenten voorzien; geeft tevens uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat de Rekenkamer van mening is dat het Agentschap die besluiten vaak getekend heeft nadat de betroffen acties al gestart of zelfs afgerond waren; neemt echter nota van het antwoord van het Agentschap dat er inmiddels nieuwe kaderakkoorden zijn getekend met alle grensautoriteiten die zullen deelnemen aan de gezamenlijke, door Frontex gecoördineerde operaties;

8.

acht het zorgwekkend dat de Rekenkamer opnieuw heeft geconstateerd dat er juridische verbintenissen zijn aangegaan voordat de dienovereenkomstige begrotingsvastleggingen hadden plaatsgevonden; constateert bovendien dat er aan het eind van het begrotingsjaar 49 vastleggingen achteraf in de lijst van uitzonderingen werden opgenomen, voor een totaalbedrag van meer dan 1 000 000 EUR; wijst erop dat het Agentschap weliswaar heeft verklaard dat het aantal uitzonderingen in mei 2009 al 50 % lager was dan in hetzelfde tijdvak van het voorgaande jaar, maar dat het hoge aantal uitzonderingen wijst op een terugkerend probleem in het vastleggingssysteem van het Agentschap; verzoekt het Agentschap derhalve meer doeltreffendheid aan de dag te leggen bij het streven naar een volledige oplossing van dit probleem;

9.

waardeert het dat het Agentschap een beleid inzake kasmiddelenbeheer heeft ingevoerd;

10.

neemt er kennis van dat in 2008 bij het Agentschap een bedrag van 474 116,65 EUR aan inkomsten uit rente is geboekt; leidt uit de jaarrekening en de hoogte van de rentebetalingen af dat het Agentschap permanent over hoge kasvoorraden beschikt; neemt er nota van dat de kasvoorraden van het Agentschap op 31 december 200828 604 623,67 EUR bedroegen; verzoekt de Commissie na te gaan welke mogelijkheden er bestaan voor de volledige toepassing van een op de behoeften gericht beheer van de kasmiddelen, als bedoeld in artikel 15, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002, en welke conceptuele aanpassingen nodig zijn om de kasvoorraden van het Agentschap duurzaam tot een minimum te beperken;

11.

verzoekt het Agentschap zijn taken volledig uit te oefenen en zijn financiële beheer verder te verbeteren, vooral wat de verhoging van zijn begroting voor 2009 en 2010 betreft;

Personele middelen

12.

constateert met bezorgdheid dat de Rekenkamer opnieuw heeft vastgesteld dat de aanwervingsprocedures niet volgens de regels verlopen en dat de beginselen van transparantie en non-discriminatie van kandidaten daarbij niet gewaarborgd zijn;

Prestaties

13.

neemt nota van het feit dat de raad van bestuur van het Agentschap in juni 2009 een meerjarig programma voor de periode 2010-2013 heeft vastgesteld, hoewel dat niet in zijn basisverordening voorzien is; wijst op het belang van dit meerjarig programma voor een betere planning van de activiteiten van het Agentschap en een betere evaluatie van de risico's; verzoekt het Agentschap niettemin met spoed een duidelijk verband te leggen tussen zijn werkprogramma en zijn financiële prognoses;

14.

moedigt de uitvoerend directeur aan om gegevens over de impact van de verrichtingen voor te leggen aan de raad van bestuur;

15.

verzoekt het Agentschap om in de aan zijn volgende verslag aan de Rekenkamer toe te voegen tabel een vergelijkend overzicht op te nemen van de tijdens het onderhavige verslagjaar en het voorgaande begrotingsjaar bereikte resultaten, zodat de kwijtingsautoriteit de prestaties van het Agentschap over de jaren heen beter kan beoordelen;

16.

merkt op dat het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het Agentschap in de komende jaren gebaseerd moet blijven op het functioneren van het Agentschap gedurende het desbetreffende jaar;

Transparantie

17.

merkt op dat het Agentschap op zijn website geen informatie bekendmaakt over zijn bestuursorganen; beveelt daarom aan om de transparantie te vergroten door een lijst van de leden van de raad van bestuur op de website van het Agentschap te plaatsen, met volledige contactgegevens van alle leden;

Samenwerking met de lidstaten

18.

constateert dat het gebruik en de uitvoering van de begroting ten dele afhankelijk zijn van de deelname van de lidstaten; moedigt het Agentschap derhalve aan de dialoog met de lidstaten te versterken om hun deelname te vergroten;

19.

verzoekt het Agentschap zijn financieel beheer met betrekking tot de terugbetaling van door de lidstaten gemaakte kosten te verbeteren, door samen met de lidstaten de oorzaken van het probleem op te sporen en samen passende oplossingen te vinden;

Interne audit

20.

erkent dat 4 van de 23 aanbevelingen die de dienst Interne audit (IAS) had geformuleerd naar aanleiding van zijn eerste audit in 2007 daadwerkelijk naar behoren zijn uitgevoerd, terwijl aan de uitvoering van 15 aanbevelingen nog wordt gewerkt en die van 4 aanbevelingen nog niet is gestart; wijst erop dat de aanbevelingen, die „zeer belangrijk” worden geacht, betrekking hebben op de volledige uitwerking van taakomschrijvingen en de vaststelling van streefdoelen voor alle personeelsleden, verbetering van de veiligheid, verbetering van de registratie van post, verbetering van het subsidiebeheer en naleving van het Financieel Reglement;

21.

feliciteert het Agentschap met de aanwerving van een coördinator interne controle/kwaliteitsmanager eind 2008; wijst erop dat deze nieuwe post het Agentschap zal helpen bij een meer gestructureerde, gedisciplineerde en coherente aanpak bij de uitvoering van de aanbevelingen van de IAS;

22.

verwijst voor verdere, meer algemene opmerkingen bij het kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 5 mei 2010 (6) over de resultaten, het financiële beheer en het toezicht op de agentschappen.


(1)  PB C 304 van 15.12.2009, blz. 38.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 255 van 26.9.2009, blz. 126.

(6)  Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0139 (zie bladzijde 241 van dit Publicatieblad).