30.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 169/23


BESLUIT VAN DE RAAD

van 6 april 2009

betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Gemenebest van de Bahama’s inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

(2009/481/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder b), i), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1932/2006 (1) van de Raad werd Verordening (EG) nr. 539/2001 (2) tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum (negatieve lijst) en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld (positieve lijst), gewijzigd, onder andere doordat het Gemenebest van de Bahama’s (hierna „de Bahama’s” genoemd) van de negatieve lijst naar de positieve lijst werd overgeheveld. Verder bepaalt Verordening (EG) nr. 1932/2006 dat de visumvrijstelling slechts geldt vanaf de datum van inwerkingtreding van een tussen de Europese Gemeenschap en de Bahama’s te sluiten visumvrijstellingsovereenkomst.

(2)

Bij besluit van 5 juni 2008 machtigde de Raad de Commissie te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Bahama’s inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf.

(3)

De onderhandelingen over de overeenkomst zijn op 4 juli 2008 begonnen en op 16 oktober 2008 afgerond.

(4)

De op 19 november 2008 te Brussel geparafeerde overeenkomst moet worden ondertekend en de aangehechte verklaringen goedgekeurd. In afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting daarvan noodzakelijke procedures moet de overeenkomst voorlopig worden toegepast.

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, nemen deze lidstaten geen deel aan de aanneming van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaten,

BESLUIT:

Artikel 1

Onder voorbehoud van de sluiting wordt de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Gemenebest van de Bahama’s inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf (hierna „de overeenkomst” genoemd) goedgekeurd namens de Gemeenschap.

De tekst van de overeenkomst wordt aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De aan dit besluit gehechte verklaringen worden goedgekeurd namens de Gemeenschap.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die is/zijn gemachtigd om namens de Gemeenschap de overeenkomst te ondertekenen, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

Artikel 4

In afwachting van de voltooiing van de procedures voor de formele sluiting wordt de overeenkomst op voorlopige basis toegepast vanaf de datum van de ondertekening (3).

Gedaan te Luxemburg, 6 april 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

J. POSPÍŠIL


(1)  PB L 405 van 30.12.2006, blz. 22.

(2)  PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1.

(3)  De datum van ondertekening van de overeenkomst zal worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie door het secretariaat-generaal van de Raad.


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en het Gemenebest van de Bahama’s inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd,

en

HET GEMENEBEST VAN DE BAHAMA’S, hierna „de Bahama’s” genoemd,

hierna gezamenlijk „de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

MET HET OOG OP de verdere ontwikkeling van de vriendschappelijke betrekkingen tussen de overeenkomstsluitende partijen en vanuit de wens om het reizen gemakkelijker te maken door hun burgers voor toegang en kort verblijf vrij te stellen van de visumplicht,

GELET OP Verordening (EG) nr. 1932/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld (1), een wijziging die onder andere inhoudt dat zes derde landen, waaronder de Bahama’s, worden overgeheveld naar de lijst van derde landen waarvan de onderdanen voor kort verblijf in de lidstaten van de Europese Unie (EU) zijn vrijgesteld van de visumplicht,

INDACHTIG artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1932/2006, dat bepaalt dat voor deze zes landen de vrijstelling van de visumplicht pas wordt toegepast vanaf de datum van inwerkingtreding van een visumvrijstellingsovereenkomst die door de Europese Gemeenschap met het betrokken derde land wordt gesloten,

VASTSTELLEND dat de burgers van een aantal lidstaten zijn vrijgesteld van de visumplicht voor een verblijf in de Bahama’s van maximaal drie maanden, terwijl de burgers van andere lidstaten wel visumplichtig zijn,

GELEID DOOR DE WENS het beginsel van gelijke behandeling van alle EU-burgers te waarborgen,

REKENING HOUDEND MET het feit dat personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten tijdens hun kort verblijf niet onder deze overeenkomst vallen, en dat derhalve voor deze categorie personen de desbetreffende regels van het Gemeenschapsrecht en het nationale recht van de lidstaten en van de Bahama’s inzake de visumplicht of de visumvrijstelling en op de toegang tot werk van toepassing blijven,

REKENING HOUDEND MET het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en met het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Doel

Deze overeenkomst voorziet in visumvrij reizen voor de burgers van de Europese Unie en voor de burgers van de Bahama’s die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij reizen voor een periode van maximaal drie maanden binnen een tijdvak van zes maanden.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   „lidstaat”: alle lidstaten van de Europese Unie met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Ierland;

b)   „burger van de Europese Unie”: een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);

c)   „burger van de Bahama’s”: eenieder die in het bezit is van het staatsburgerschap van de Bahama’s;

d)   „Schengengebied”: het gebied zonder binnengrenzen bestaande uit het grondgebied van de lidstaten in de zin van punt a), die het Schengenacquis volledig toepassen.

Artikel 3

Toepassingsgebied

1.   Burgers van de Europese Unie die in het bezit zijn van een door een lidstaat afgegeven gewoon, diplomatiek of dienst/officieel paspoort kunnen zonder visum de Bahama’s inreizen en er verblijven voor de in artikel 4, lid 1, bedoelde periode.

Burgers van de Bahama’s die in het bezit zijn van een door de Bahama’s afgegeven gewoon, diplomatiek of dienst/officieel paspoort kunnen zonder visum het grondgebied van de lidstaten inreizen en er verblijven voor de in artikel 4, lid 2, bedoelde periode.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten.

Voor deze categorie personen kan elke lidstaat afzonderlijk beslissen de visumplicht voor de burgers van de Bahama’s in te voeren of op te heffen, overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 539/2001.

Voor deze categorie personen kunnen de Bahama’s over de visumplicht of de visumvrijstelling voor de burgers van elke lidstaat afzonderlijk beslissen overeenkomstig de nationale wetgeving.

3.   De bij deze overeenkomst geregelde visumvrijstelling laat de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen inzake de voorwaarden voor toegang en kort verblijf onverlet. De lidstaten en de Bahama’s behouden zich het recht voor toegang en kort verblijf te weigeren indien aan een of meer van deze voorwaarden niet wordt voldaan.

4.   De visumvrijstelling geldt ongeacht de wijze van vervoer die wordt gebruikt om de grenzen van de overeenkomstsluitende partijen te overschrijden.

5.   Kwesties die niet onder deze overeenkomst vallen, vallen onder het Gemeenschapsrecht, het nationale recht van de lidstaten of het nationale recht van de Bahama’s.

Artikel 4

Verblijfsduur

1.   De burgers van de Europese Unie mogen gedurende maximaal drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang tot het grondgebied van de Bahama’s in dat land verblijven.

2.   De burgers van de Bahama’s mogen gedurende maximaal drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang tot het grondgebied van een van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen, in het Schengengebied verblijven. Bij de berekening van deze periode van drie maanden per tijdvak van zes maanden wordt geen rekening gehouden met verblijf in een lidstaat die het Schengenacquis nog niet volledig toepast.

De burgers van de Bahama’s mogen gedurende maximaal drie maanden per periode van zes maanden na de datum van eerste toegang tot het grondgebied van een lidstaat die het Schengenacquis nog niet volledig toepast, in die lidstaat verblijven, los van de verblijfsperiode die voor het Schengengebied wordt berekend.

3.   Deze overeenkomst laat onverlet dat zowel de Bahama’s als de lidstaten de verblijfsperiode van drie maanden kunnen verlengen overeenkomstig hun nationale recht en het Gemeenschapsrecht.

Artikel 5

Territoriale toepassing

1.   De bepalingen van deze overeenkomst zijn voor wat betreft de Franse Republiek uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek.

2.   De bepalingen van deze overeenkomst zijn voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 6

Gemengd Comité voor het beheer van de overeenkomst

1.   De partijen richten een gemengd comité van deskundigen op (hierna „het comité” genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Gemeenschap en vertegenwoordigers van de Bahama’s. De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie.

2.   Het comité heeft onder andere de volgende taken:

a)

toezien op de toepassing van deze overeenkomst;

b)

wijzigingen van of toevoegingen aan deze overeenkomst voorstellen;

c)

geschillen beslechten die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst.

3.   Het comité wordt op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen bijeengeroepen wanneer dat nodig is.

4.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7

Verhouding tussen deze overeenkomst en bestaande bilaterale visumvrijstellingsovereenkomstentussen de lidstaten en de Bahama’s

Deze overeenkomst heeft voorrang op de bepalingen van bilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en de Bahama’s, voor zover de bepalingen daarvan betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.

Artikel 8

Slotbepalingen

1.   Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen nationale procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de hierboven bedoelde procedures zijn voltooid.

2.   De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, tenzij zij wordt opgezegd in overeenstemming met lid 5.

3.   Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijk instemming van de overeenkomstsluitende partijen worden gewijzigd. Wijzigingen worden van kracht nadat de overeenkomstsluitende partijen elkaar ervan in kennis gesteld hebben dat hun interne procedures in dit verband zijn voltooid.

4.   Elk van beide overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten, met name in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid, illegale immigratie of de herinvoering van de visumplicht door een van beide overeenkomstsluitende partijen. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk 2 maanden vóór de inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere overeenkomstsluitende partij. De overeenkomstsluitende partij die de toepassing van de overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere overeenkomstsluitende partij in kennis van het feit dat de redenen voor de opschorting niet langer bestaan zodra dit het geval is.

5.   Elk van beide overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Deze overeenkomst wordt 90 dagen na de datum van deze kennisgeving beëindigd.

6.   De Bahama’s kunnen deze overeenkomst alleen ten aanzien van alle lidstaten opschorten of beëindigen.

7.   De Gemeenschap kan deze overeenkomst alleen namens al haar lidstaten opschorten of beëindigen.

Gedaan te Brussel, in tweevoud, op 28 mei 2009 in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

За Европейската общност

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

Az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

För Europeiska gemenskapen

Image

За Бахамската общност

Por la Commonwealth de Las Bahamas

Za Bahamské společenství

For Commonwealth of The Bahamas

Für das Commonwealth der Bahamas

Bahama Ühenduse nimel

Για την Κοινοπολιτεία των Νήσων Μπαχάμες

For the Commonwealth of The Bahamas

Pour le Commonwealth des Bahamas

Per il Commonwealth delle Bahamas

Bahamu Salu Sadraudzības vārdā

Bahamų Sandraugos vardu

A Bahamai Közösség részéről

Għall-Commonwealth tal-Bahamas

Voor het Gemenebest van de Bahama’s

W imieniu Wspólnoty Bahamów

Pela Comunidade das Baamas

Pentru Uniunea Bahamas

Za Bahamské spoločenstvo

Za Zvezo Bahami

Bahaman liittovaltion puolesta

För Samväldet Bahamas

Image


(1)  PB L 405 van 30.12.2006, blz. 22.


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN

De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein enerzijds, en de Bahama’s anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten over de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met deze overeenkomst.


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE IN ARTIKEL 3, LID 2, VAN DEZE OVEREENKOMST BEDOELDE CATEGORIE PERSONEN DIE REIZEN OM EEN BEZOLDIGDE BEZIGHEID TE VERRICHTEN

Met het oog op een gemeenschappelijke interpretatie komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dat in de zin van deze overeenkomst de categorie personen die een bezoldigde bezigheid verrichten, personen omvat die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij reizen om daar als werknemer of als dienstverlener winstgevende beroepswerkzaamheden/een betaalde activiteit uit te oefenen.

Onder deze categorie vallen niet:

zakenlieden, d.w.z. personen die reizen in verband met zakelijke besprekingen (zonder in loondienst te zijn in het land van de andere overeenkomstsluitende partij),

sporters en artiesten die op ad-hocbasis een activiteit verrichten,

journalisten die door hun land van verblijf worden uitgezonden, en

stagiairs van de eigen onderneming.

In het kader van zijn taken op grond van artikel 6 van deze overeenkomst, houdt het gemengd comité toezicht op de uitvoering van deze verklaring en kan het wijzigingen voorstellen indien het dit, op basis van de ervaringen van de overeenkomstsluitende partijen, nodig acht.


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE PERIODE VAN DRIE MAANDEN PER TIJDVAK VAN ZES MAANDEN NA DE DATUM VAN EERSTE TOEGANG ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 VAN DEZE OVEREENKOMST

De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat de maximumperiode van drie maanden per tijdvak van zes maanden na de eerste toegang tot het grondgebied van de Bahama’s of het Schengengebied als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, kan bestaan uit een aaneengesloten bezoek of uit meerdere opeenvolgende bezoeken, die in totaal niet meer dan drie maanden per tijdvak van zes maanden beslaan.


GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE VOORLICHTING AAN DE BURGERS OVER DE VISUMVRIJSTELLINGSOVEREENKOMST

Gezien het belang van transparantie voor de burgers van de Europese Unie en de Bahama’s, komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dat zij zullen zorgen voor de volledige verspreiding van informatie over de inhoud en de gevolgen van de visumvrijstellingsovereenkomst en aanverwante kwesties, zoals de toegangsvoorwaarden.