![]() |
Publicatieblad |
NL Serie C |
C/2024/625 |
15.1.2024 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Dioikitiko Protodikeio Thessalonikis (Griekenland) op 3 oktober 2023 — FO/Minister van Migratie en Asiel
(Zaak C-610/23, Al Nasiria (1))
(C/2024/625)
Procestaal: Grieks
Verwijzende rechter
Dioikitiko Protodikeio Thessalonikis
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: FO
Verwerende partij: Minister van Migratie en Asiel
Prejudiciële vragen
1) |
Kan de wetgever, gezien het belang van het in artikel 46 van richtlijn 2013/32 (2) bedoelde rechtsmiddel, uit het feit dat een persoon die om internationale bescherming verzoekt, niet in persoon is verschenen voor de commissie die dat rechtsmiddel onderzoekt, afleiden dat de verzoeker hiervan misbruik maakt, en bepalen dat het rechtsmiddel daarom, zonder volledig onderzoek ex nunc van de zaak, als kennelijk ongegrond wordt verworpen (met als gevolg dat geen termijn voor vrijwillig vertrek in de zin van artikel 22, lid 4, van wet 3907/2011 en artikel 7 van richtlijn 2008/115 (3) wordt toegekend)? |
2) |
|
(1) Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.
(2) Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (herschikking) (PB 2013, L 180, blz. 60)
(3) Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB 2008, L 348, blz. 98)
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/625/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)