European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie C


C/2023/1482

11.12.2023

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

Zaak AT.40760 — Handgranaten

(Voor de EER relevante tekst)

(C/2023/1482)

Het ontwerpbesluit is gericht tot SwissP Defence AG (voorheen RUAG Ammotec AG) en RUAG International Holding AG (“RUAG”); en Diehl Defence GmbH & Co. KG (voorheen Diehl BGT Defence GmbH & Co. KG) en Diehl Stiftung & Co. KG (“Diehl”) (hierna samen “de partijen” genoemd). Het betreft één enkele voortdurende inbreuk op artikel 101 VWEU en artikel 53 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, die bestond in de verdeling van de nationale markten tussen de partijen voor de verkoop van militaire handgranaten, die ook de uitwisseling van concurrentiegevoelige informatie omvatte. De inbreuk duurde van 7 november 2007 tot en met 23 november 2021  (2) en bestreek de Europese Economische Ruimte.

Op 15 april 2021 heeft RUAG een verzoek om immuniteit tegen geldboeten ingediend op grond van de punten 14 en 15 van de mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (hierna: “clementieregeling”) (3). Op 12 november 2021 heeft de Commissie RUAG krachtens punt 18 van de clementieregeling voorwaardelijke immuniteit tegen geldboeten verleend.

Tussen 23 november en 25 november 2021 heeft de Commissie in de bedrijfsgebouwen van Diehl een onaangekondigde inspectie verricht.

Op 24 februari 2022 verzocht Diehl om immuniteit tegen geldboeten op grond van punt 14 van de clementieregeling of, subsidiair, om boetevermindering op grond van punt 27 van de clementieregeling.

Op 18 januari 2023 heeft de Commissie een procedure in de zin van artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1/2003 (4) en artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 773/2004 (5) ingeleid.

De partijen hebben blijk gegeven van hun bereidheid om schikkingsgesprekken aan te gaan, die tussen februari en mei 2023 hebben plaatsgevonden. In juni 2023 hebben de partijen overeenkomstig artikel 10 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 773/2004 verklaringen met het oog op een schikking ingediend.

Op 3 juli 2023 heeft de Commissie een aan de partijen gerichte mededeling van punten van bezwaar aangenomen. In hun respectieve antwoorden op de mededeling van punten van bezwaar hebben de partijen, overeenkomstig artikel 10 bis, lid 3, van Verordening (EG) nr. 773/2004, elk bevestigd dat de mededeling van punten van bezwaar de inhoud van hun verklaringen weergeeft en dat het dus hun vaste wil bleef om de schikkingsprocedure te volgen.

De partijen hebben mij geen verzoeken of klachten overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Besluit 2011/695/EU (6) doen toekomen.

Overeenkomstig artikel 16 van Besluit 2011/695/EU heb ik onderzocht of in het ontwerpbesluit alleen punten van bezwaar worden behandeld ten aanzien waarvan de partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunten kenbaar te maken. Ik ben tot de conclusie gekomen dat dit inderdaad het geval is.

Gelet op het voorafgaande ben ik van mening dat de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten van de partij bij de procedure in deze zaak is geëerbiedigd

Brussel, 18 september 2023

Dorothe DALHEIMER


(1)  Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29) (“Besluit 2011/695/EU”).

(2)  De deelname van RUAG aan het gedrag wordt geacht te zijn beëindigd op 15 april 2021, toen RUAG om immuniteit heeft verzocht.

(3)  Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (PB C 298 van 8.12.2006, blz. 17).

(4)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 622/2008 van de Commissie (PB L 171 van 1.7.2008, blz. 3) en bij Verordening (EU) 2015/1348 van de Commissie (PB L 208 van 5.8.2015, blz. 3).

(6)  Krachtens artikel 15, lid 2, van Besluit 2011/695/EU kunnen partijen bij procedures in kartelzaken die overeenkomstig artikel 10 bis van Verordening (EG) nr. 773/2004 schikkingsgesprekken aangaan, in elk stadium van de schikkingsprocedure een beroep doen op de raadadviseur-auditeur om ervoor te zorgen dat zij hun procedurele rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen.


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/1482/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)