ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 160

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

66e jaargang
5 mei 2023


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2023/C 160/01

Mededeling van de Commissie inzake een vereenvoudigde behandeling van bepaalde concentraties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen

1

2023/C 160/02

Mededeling van de Commissie — Mededeling overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikel 13, lid 3, en de artikelen 20 en artikel 22 van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/914 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie

11


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2023/C 160/03

Wisselkoersen van de euro — 4 mei 2023

14

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2023/C 160/04

Aankondiging van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

15

2023/C 160/05

Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

28

2023/C 160/06

Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

40

2023/C 160/07

Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

52


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2023/C 160/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.11111 – UBS / CREDIT SUISSE) ( 1 )

63

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2023/C 160/09

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

65

2023/C 160/10

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

89

2023/C 160/11

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

97


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/1


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

inzake een vereenvoudigde behandeling van bepaalde concentraties op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen

(2023/C 160/01)

I.   INLEIDING

1.

Uit de ervaring die de Commissie bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) heeft opgedaan, is gebleken dat bepaalde categorieën concentraties doorgaans geen risico op mededingingsbezwaren inhouden. Het doel van deze mededeling is uiteen te zetten onder welke voorwaarden de Commissie bepaalde concentraties op gestroomlijnde wijze zal onderzoeken en de nodige houvast te bieden met betrekking tot de vereenvoudigde procedure die is vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EU) 2023/914 van de Commissie van 20 mei 2023 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties (“de uitvoeringsverordening”) (2). Deze mededeling vervangt de mededeling van 2013 (3) en zal van toepassing zijn vanaf de dag van inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening.

2.

De Commissie zal concentraties die aan de in punt 5 van deze mededeling vastgestelde voorwaarden voldoen, volgens de vereenvoudigde procedure onderzoeken, mits geen van de in afdeling II.C van deze mededeling beschreven garanties of uitsluitingen van toepassing is (4). Voor deze concentraties stelt de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt b), van de concentratieverordening (5) binnen 25 werkdagen na de datum van aanmelding een besluit in verkorte vorm vast waarbij een concentratie verenigbaar met de interne markt wordt verklaard. Voorts kan de Commissie in bepaalde omstandigheden gebruik maken van de flexibiliteitsclausule in de punten 8 en 9 van deze mededeling om in het kader van de vereenvoudigde procedure bepaalde concentraties die niet aan de voorwaarden van punt 5 van deze mededeling voldoen, te herzien, mits geen van de in deel II.C genoemde waarborgen of uitsluitingen van toepassing is (6). De Commissie kan echter ook met betrekking tot een voorgenomen concentratie op grond van de concentratieverordening een onderzoek inleiden, een volledig besluit vaststellen, of beide doen, zelfs indien het voornemen onder de categorieën in deze mededeling valt, met name indien de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing zijn.

3.

Bepaalde concentraties die volgens de normale procedure worden onderzocht, kunnen aanleiding geven tot horizontale overlappingen (7) of verticale banden (8) die aan de voorwaarden van punt 5, d), van deze mededeling voldoen. Op voorwaarde dat geen van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is, worden deze horizontale overlappingen of verticale banden op een gestroomlijnde wijze (d.w.z. op dezelfde wijze als bij een verkort besluit) in het eindbesluit van de Commissie volgens van de normale procedure beoordeeld. Verder kan de Commissie in bepaalde omstandigheden van de flexibiliteitsclausule uit punt 8 van deze mededeling gebruikmaken om bepaalde horizontale overlappingen of verticale banden op een gestroomlijnde wijze volgens de normale procedure te beoordelen, mits geen van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is.

4.

Door de procedure uit de afdelingen II, III en IV te volgen wil de Commissie de EU-concentratiecontrole doelgerichter en doelmatiger maken.

II.   VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEREENVOUDIGDE PROCEDURE IN AANMERKING KOMENDE CATEGORIEËN CONCENTRATIES

A.   In aanmerking komende concentraties

5.

De Commissie past in beginsel (9) de vereenvoudigde procedure toe op de volgende categorieën concentraties (10):

(a)

Twee of meer ondernemingen verkrijgen gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming, op voorwaarde dat de gemeenschappelijke onderneming op het huidige moment geen omzet heeft in de Europese Economische Ruimte (“EER”) (11) of daar in de toekomst geen omzet verwacht, en de betrokken ondernemingen niet voornemens zijn op het tijdstip van de aanmelding activa binnen de EER over te dragen aan de gemeenschappelijke onderneming (12);

(b)

Twee of meer ondernemingen verkrijgen gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming, op voorwaarde dat de gemeenschappelijke onderneming slechts in geringe mate in de EER actief is. Dit heeft betrekking op concentraties die aan alle volgende voorwaarden voldoen:

i)

de huidige jaaromzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte activiteiten (13) evenals de verwachte jaaromzet bedragen minder dan 100 miljoen EUR binnen de EER (14);

ii)

de totale waarde van de overdrachten van activa aan de gemeenschappelijke onderneming in de EER, zoals gepland (15) op het tijdstip van de aanmelding, minder is dan 100 miljoen EUR (16).

(c)

Twee of meer ondernemingen fuseren, of één of meer ondernemingen verkrijgen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming, mits geen van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde productmarkt en dezelfde geografische markt (17) of op een relevante productmarkt die upstream of downstream ligt van een productmarkt waarop één of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn (18).

(d)

Twee of meer ondernemingen fuseren, of een of meer ondernemingen verkrijgen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming, en in alle plausibele marktomschrijvingen wordt aan de voorwaarden uit punt 5, d), i), en punt 5, d, ii), voldaan (19):

i)

het gezamenlijke marktaandeel van alle partijen bij de concentratie die bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde productmarkt en dezelfde geografische markt (20) (“horizontale overlapping”), voldoet aan ten minste één van de volgende voorwaarden (21):

aa)

het bedraagt minder dan 20 %;

bb)

het bedraagt minder dan 50 % en de toename (delta) van de Herfindahl-Hirschmann Index (“HHI”) als gevolg van de concentratie bedraagt op deze markt minder dan 150 (22);

ii)

de individuele en gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie die bedrijfsactiviteiten verrichten op een productmarkt die een upstream- of downstreammarkt is ten opzichte van een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is (“verticale band”) (23), voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden (24):

aa)

zij bedragen minder dan 30 % op de upstream- en downstreammarkt;

bb)

zij bedragen minder dan 30 % op de upstreammarkt en de partijen bij de concentratie die op de downstreammarkt actief zijn, bezitten een inkoopaandeel (25) van minder dan 30 % ten aanzien van upstreaminputs;

cc)

zij bedragen minder dan 50 % op zowel de upstream- als de downstreammarkt, de toename (delta) van de HHI als gevolg van de concentratie bedraagt minder dan 150 op zowel de upstream- als de downstreammarkt, en de kleinere onderneming in termen van marktaandeel is dezelfde in de upstreammarkt en de downstreammarkt (26).

(e)

een partij verkrijgt uitsluitende zeggenschap over een onderneming waarover zij al gezamenlijke zeggenschap uitoefent.

6.

Een concentratie kan echter voldoen aan de criteria van meer dan één van de in deze mededeling beschreven categorieën. Aanmeldende partijen kunnen een concentratie dan ook aanmelden op basis van meer dan één categorie (27).

7.

Voor de toepassing van punt 5, c), en punt 5, d), worden, in geval van een verkrijging van gezamenlijke zeggenschap waarbij de gemeenschappelijke onderneming niet op dezelfde productmarkt actief is als de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, de banden die alleen bestaan tussen de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, voor de toepassing van deze mededeling niet als horizontale overlappingen of verticale banden beschouwd (28). Wanneer bovendien de gemeenschappelijke onderneming en de ondernemingen die gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, op dezelfde productmarkt en geografische markt actief zijn, moet bij de gezamenlijke marktaandelen bovendien rekening worden gehouden met de activiteiten van alle ondernemingen die op die markt actief zijn. Wanneer de concentratie niet tot een toename leidt en de horizontale overlappingen en verticale banden reeds bestonden, worden dergelijke reeds bestaande overlappingen en banden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van punt 5, c), en punt 5, d).

B.   Flexibiliteitsclausule voor de overschakeling van de normale naar de vereenvoudigde procedure

8.

Op verzoek van de aanmeldende partijen kan de Commissie bepaalde concentraties die niet onder een van de in punt 5 van deze mededeling genoemde categorieën vallen, volgens de vereenvoudigde procedure onderzoeken. Dit kan worden gedaan wanneer twee of meer ondernemingen fuseren, of een of meer ondernemingen uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap over een andere onderneming verkrijgen, indien in alle plausibele marktomschrijvingen aan de voorwaarden uit punt 8, a), en punt 8, b), wordt voldaan (29) :

(a)

het gezamenlijke marktaandeel van alle partijen bij de concentratie die een horizontale overlapping hebben, blijft minder dan 25 %;

(b)

de individuele en gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie die een verticale band vertonen, voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden (30):

i)

zij bedragen minder dan 35 % op de upstream- en downstreammarkt;

ii)

zij bedragen minder dan 50 % op één markt, terwijl de individuele en gezamenlijke marktaandelen van alle partijen bij de concentratie in alle overige verticaal verbonden markten minder dan 10 % bedragen.

9.

Op verzoek van de aanmeldende partijen kan de Commissie bepaalde concentraties die niet onder een van de in punt 5 van deze mededeling genoemde categorieën vallen, volgens de vereenvoudigde procedure onderzoeken. Dit kan worden gedaan indien twee of meer ondernemingen gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming verwerven, op voorwaarde dat (31):

(a)

de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten (32) binnen de EER minder dan 150 miljoen EUR bedraagt (33), en

(b)

de totale waarde van de overdrachten van activa aan de gemeenschappelijke onderneming in de EER, zoals gepland (34) op het tijdstip van de aanmelding, minder is dan 150 miljoen EUR (35).

10.

De categorieën die in de punten 8 en 9worden genoemd, zijn elk op zich – niet cumulatief – van toepassing. Voor alle duidelijkheid: punt 8 kan met punt 5, d), worden gecombineerd. Daarom kunnen de aanmeldende partijen voor bepaalde markten om toepassing van de flexibiliteitsclausule verzoeken, mits aan de in punt 8 genoemde voorwaarden is voldaan, en komen deze partijen voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking indien alle overige markten aan de in punt 5, d), neergelegde voorwaarden voldoen.

C.   Garanties en uitsluitingen

11.

Deze afdeling geeft een niet-limitatieve lijst van voorbeelden van soorten concentraties die van de vereenvoudigde procedure kunnen worden uitgesloten.

12.

De aanwezigheid van een of meer van de in deze afdeling beschreven omstandigheden kan voor de Commissie een reden zijn om de aanmeldende partijen mee te delen dat de vereenvoudigde behandeling niet geschikt is voor concentraties die onder punt 5 vallen. Wanneer zich een of meer van de in deze afdeling beschreven omstandigheden voordoen, zal de flexibiliteitsclausule van de punten 8 en 9 doorgaans niet worden toegepast. In die gevallen mag de Commissie terugkeren naar de normale procedure.

C.1.   Gemeenschappelijke ondernemingen met verwaarloosbare activiteiten in de EER (punt 5, b) en punt 9)

13.

Voor concentraties die onder punt 5, b), vallen, kan de normale procedure passend worden geacht, wanneer tussen de partijen bij de concentratie horizontale of verticale banden bestaan op basis waarvan niet valt uit te sluiten dat de concentratie ernstige twijfel zal doen rijzen ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de interne markt, of indien een van in afdeling II.C bedoelde bijzondere omstandigheden zich voordoet (36). Daarnaast kan de Commissie het passend achten een volledig onderzoek in het kader van de normale concentratieprocedure te verrichten indien de omzet van bepaalde gemeenschappelijke ondernemingen op het tijdstip van de aanmelding onder de in punt 5, b), i), of punt 9 vastgestelde drempel ligt maar verwacht kan worden dat de omzet deze drempels in de EER in de volgende drie jaar in aanzienlijke mate zal overschrijden.

C.2.   Moeilijkheid bij het omschrijven van de relevante markten

14.

Bij het beoordelen van de vraag of een concentratie die onder de punten 5, 8 of 9 valt, desondanks volgens de normale procedure moet worden onderzocht, zal de Commissie zich ervan vergewissen dat alle relevante omstandigheden voldoende duidelijk zijn vastgesteld. Daar de marktomschrijvingen bij deze beoordeling waarschijnlijk een cruciale rol zullen spelen, moeten de aanmeldende partijen informatie over alle plausibele alternatieve marktomschrijvingen verstrekken, in de regel in de prenotificatiefase (37). Het staat aan de aanmeldende partijen om: i) alle alternatieve relevante productmarkten en geografische markten te beschrijven waarop de aangemelde concentratie gevolgen kan hebben; en ii) alle gegevens en inlichtingen te verstrekken betreffende de afbakening van dergelijke markten (38). De Commissie heeft de uiteindelijke bevoegdheid om het definitieve besluit over de marktomschrijving te nemen op grond van een onderzoek van de feitelijke gegevens van het geval. De Commissie zal de vereenvoudigde procedure niet toepassen wanneer de relevante markten of de marktaandelen van de partijen bij de concentratie moeilijk kunnen worden bepaald. Als de concentratie nieuwe rechtsvragen van algemeen belang opwerpt, kan de Commissie er eveneens van afzien een verkort besluit vast te stellen en kan zij, in plaats daarvan, terugkeren naar de normale procedure.

C.3.   Deelnemingen zonder zeggenschap

15.

Eén partij bij de concentratie kan aanzienlijke deelnemingen zonder zeggenschap hebben in ondernemingen die actief zijn op de markt(en) waarop een andere partij bij de concentratie actief is. Een overnemer kan bijvoorbeeld een minderheidsbelang zonder zeggenschap hebben in een onderneming die actief is op dezelfde markt(en) als de doelonderneming dan wel op een upstream- of downstreammarkt ten opzichte van de markt(en) waarop de doelonderneming actief is. Als deze ondernemingen een zeer aanzienlijk marktaandeel hebben, is het in bepaalde omstandigheden mogelijk dat de concentratie niet geschikt is voor onderzoek volgens de vereenvoudigde procedure, zelfs als de gezamenlijke marktaandelen van de partijen bij de concentratie onder de in punt 5 genoemde drempels liggen. Hetzelfde kan het geval zijn indien een of meer concurrenten van de ene partij bij de concentratie aanzienlijke deelnemingen zonder zeggenschap hebben in een van de andere partijen bij de concentratie.

C.4.   Andere uit mededingingsoogpunt waardevolle activa

16.

Bepaalde soorten concentraties kunnen de marktmacht van de partijen bij de concentratie verhogen, zelfs wanneer de partijen niet op dezelfde markt werkzaam zijn. Dit kan het gevolg zijn van een combinatie van technologische, financiële of andere middelen, of uit mededingingsoogpunt waardevolle activa, zoals grondstoffen, intellectuele-eigendomsrechten (bijvoorbeeld octrooien, knowhow, ontwerpen en merken), infrastructuur, een omvangrijke gebruikersbasis of commercieel waardevolle gegevensbestanden. Deze concentraties zijn mogelijk niet geschikt voor onderzoek volgens de vereenvoudigde procedure.

C.5.   Nauw verbonden aangrenzende markten

17.

Ook concentraties waarbij ten minste twee partijen bij de concentratie aanwezig zijn op nauw verbonden aangrenzende markten (39), kunnen voor de vereenvoudigde procedure ongeschikt zijn. Dit kan met name het geval zijn wanneer een of meer partijen bij de concentratie een individueel of gezamenlijk marktaandeel van ten minste 30 % hebben op een productmarkt waar tussen de partijen bij de concentratie geen horizontale overlapping of verticale banden bestaan maar die grenst aan een markt waarop een andere partij actief is (40). De vraag of er sprake is van aangrenzende markten, moet worden beantwoord overeenkomstig punt 14 van deze mededeling.

C.6.   Omstandigheden als bepaald in de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale en niet-horizontale fusies en andere bijzondere omstandigheden

18.

Bij bijzondere omstandigheden waarvan sprake is in de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies en niet-horizontale fusies (41) en/of in deze afdeling, is de kans kleiner dat de Commissie de vereenvoudigde procedure zal toepassen. Dit betreft bijvoorbeeld omstandigheden waarbij:

(a)

de markt reeds geconcentreerd is (met name wanneer, naast de partijen bij de concentratie, minder dan drie concurrenten een betekenisvolle aanwezigheid op de markt hebben) (42);

(b)

de in punt 5 of 8 van deze mededeling vastgestelde marktaandeeldrempels in termen van capaciteit of productie worden overschreden op markten waar deze maatstaven belangrijk kunnen zijn (43);

(c)

een van de partijen bij de concentratie een recente nieuwkomer is (44);

(d)

er overlappingen optreden op markten waar producten sterk gedifferentieerd zijn (45);

(e)

de voorgenomen concentratie een belangrijke reële of potentiële concurrentiefactor zou uitschakelen (46);

(f)

de voorgenomen concentratie twee belangrijke innovatoren zou combineren (47);

(g)

de voorgenomen concentratie een onderneming met veelbelovende producten in de productpijplijn betreft (48);

(h)

de concentratie potentiële concurrentie zou uitschakelen (49);

(i)

er aanwijzingen zijn dat de voorgenomen concentratie de partijen bij de concentratie in staat zou stellen de expansie van hun concurrenten te belemmeren, de toegang van concurrenten tot voorzieningsbronnen of markten te belemmeren of de toetredingsdrempels te verhogen (50);

(j)

de gefuseerde entiteit door integratie toegang zou krijgen tot commercieel gevoelige informatie over de upstream- of downstreamactiviteiten van haar concurrenten (51);

(k)

de partijen bij de concentratie actief zijn op markten die tot verschillende niveaus van een waardeketen behoren zonder dat er verticale banden bestaan, en de individuele of gezamenlijke marktaandelen op ten minste één van deze markten 30 % of meer bedragen.

19.

De Commissie kan terugkeren naar een volledig onderzoek volgens de normale procedure in gevallen waarin er zich een coördinatieprobleem voordoet in het kader van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening (52).

C.7.   Verschuiving van gezamenlijke zeggenschap naar uitsluitende zeggenschap

20.

Uit de ervaring van de Commissie tot dusver is gebleken dat bij een verschuiving van gezamenlijke naar uitsluitende zeggenschap in uitzonderlijke gevallen toch een nader onderzoek, een volledig besluit of beide noodzakelijk kunnen zijn. Bijzondere mededingingsbezwaren kunnen zich voordoen in omstandigheden waarin de vroegere gemeenschappelijke onderneming wordt geïntegreerd in de groep of het netwerk van haar enige overblijvende aandeelhouder met uitsluitende zeggenschap, waarbij beperkingen worden weggenomen die voorheen uitgingen van de potentieel uiteenlopende prikkels van de andere aandeelhouders met zeggenschap, en zich het feit voordoet dat de voormalige gemeenschappelijke onderneming een minder concurrerende marktstrategie aanneemt. Een voorbeeld is het scenario waarin onderneming A en onderneming B bijvoorbeeld gezamenlijke zeggenschap over gemeenschappelijke onderneming C. Een concentratie waarbij A uitsluitende zeggenschap over C verwerft, kan aanleiding geven tot mededingingsbezwaren indien: i) C een rechtstreekse concurrent van A is; ii) C en A een aanzienlijke gezamenlijke marktpositie innemen; en iii) hierdoor een zekere mate van onafhankelijkheid wordt weggenomen waarover C beschikte (53). In gevallen waarin dergelijke scenario’s nader moeten worden onderzocht, kan de Commissie terugkeren naar de normale procedure (54).

21.

De Commissie kan ook terugkeren naar de normale procedure wanneer zijzelf noch de bevoegde autoriteiten in de lidstaten de eerdere verkrijging van gezamenlijke zeggenschap over de betrokken gemeenschappelijke onderneming hebben onderzocht.

C.8.   Door lidstaten of derden opgeworpen gegronde mededingingsbezwaren

22.

De Commissie zal naar de normale procedure terugkeren wanneer een lidstaat of een Staat van de Europese Vrijhandelsassociatie binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van het afschrift van de aanmelding gegronde mededingingsbezwaren betreffende een aangemelde concentratie heeft gemaakt of, wanneer een derde partij gegronde mededingingsbezwaren heeft gemaakt binnen de termijn die voor dergelijke opmerkingen is vastgesteld.

C.9.   Verzoeken tot verwijzing

23.

De vereenvoudigde procedure zal niet van toepassing zijn wanneer een lidstaat overeenkomstig artikel 9 van de concentratieverordening om verwijzing van een aangemelde concentratie verzoekt of wanneer de Commissie instemt met een verzoek van een of meer lidstaten om een aangemelde concentratie overeenkomstig artikel 22 van de concentratieverordening te verwijzen.

C.10.   Verwijzing vóór de aanmelding op verzoek van de aanmeldende partijen

24.

Onder de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling kan de Commissie de vereenvoudigde procedure toepassen op concentraties waarbij:

(a)

zij na een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de concentratieverordening besluit de zaak niet naar een lidstaat te verwijzen;

(b)

de zaak na een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de concentratieverordening naar de Commissie wordt verwezen.

III.   PROCEDUREVOORSCHRIFTEN

A.   Concentraties die rechtstreeks zonder prenotificatiecontacten kunnen worden aangemeld

25.

Volgens de concentratieverordening hebben aanmeldende partijen het recht een concentratie te allen tijde aan te melden, mits de aanmelding volledig is. De mogelijkheid van aan de aanmelding voorafgaande contacten is een dienstverlening die de Commissie de aanmeldende partijen op vrijwillige basis aanbiedt, ter voorbereiding van de formele procedure inzake concentratiecontrole. Aan de aanmelding voorafgaande contacten kunnen voor zowel de aanmeldende partijen als de Commissie bijzonder nuttig zijn omdat dan precies kan worden bepaald welke informatie in de aanmelding moet worden verstrekt. In de meeste gevallen leiden prenotificatiecontacten tot een aanzienlijke vermindering van de vereiste informatie.

26.

Op basis van de ervaring die de Commissie met de toepassing van de vereenvoudigde procedure heeft opgedaan, kunnen bepaalde categorieën concentraties die voor een onderzoek volgens de vereenvoudigde procedure in aanmerking komen (onder die welke in punt 5 van deze mededeling zijn vermeld), worden beoordeeld binnen een termijn die korter is dan de in artikel 10, lid 1, van de concentratieverordening vastgestelde termijn van 25 werkdagen. Dit komt doordat voor deze concentraties doorgaans minder onderzoek nodig is. Zo kunnen onder punt 5, a), of punt 5, c), vallende concentraties worden beoordeeld in het kader van een verder gestroomlijnde “uiterst vereenvoudigde” procedure zoals beschreven in dit punt. Volgens deze uiterst vereenvoudigde procedure moeten deze concentraties worden aangemeld door de relevante rubrieken van het verkorte formulier CO (55) in te vullen (met name rubriek 7 waarin het type vereenvoudigde behandeling wordt aangegeven). De aanmeldende partijen wordt verzocht de concentratie rechtstreeks, zonder prenotificatiecontacten, aan te melden.

B.   Prenotificatiecontacten bij concentraties die tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden leiden

27.

In zaken die aanleiding geven tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden tussen de activiteiten van de partijen bij de concentratie (met inbegrip van pijplijnproducten), worden de aanmeldende partijen sterk aangemoedigd gebruik te maken van de mogelijkheid van prenotificatiecontacten. Dit geldt ook voor zaken die onder de punten 5, 8 of 9 van deze mededeling vallen, op voorwaarde dat de activiteiten van de partijen bij de concentratie horizontale overlappingen of verticale banden hebben of tot nauw verbonden aangrenzende markten behoren. Prenotificatiecontacten worden bijvoorbeeld sterk aangemoedigd bij een onder punt 5, b), vallende concentratie die aanleiding geeft tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden tussen de activiteiten van de partijen. Deze prenotificatiecontacten kunnen bijzonder belangrijk zijn als een of meer markten niet aan de criteria van punt 5, d), voldoen.

28.

In zaken die aanleiding geven tot horizontale overlappingen of niet-horizontale banden tussen de activiteiten van de partijen bij de concentratie, moeten prenotificatiecontacten ten minste twee weken vóór het verwachte tijdstip van aanmelding aanvangen.

C.   Verzoek om toewijzing van een caseteam

29.

Voordat zij formeel een aanmelding indienen in het kader van de vereenvoudigde procedure, moeten de aanmeldende partijen een verzoek om toewijzing van een caseteam indienen. In het verzoek moet het type concentratie, het punt van deze mededeling waaronder de concentratie valt, en de verwachte datum van aanmelding worden vermeld. In de in punt 27 genoemde gevallen waarin de aanmeldende partijen de concentratie rechtstreeks zonder of met zeer weinig prenotificatiecontacten aanmelden, moet het verzoek om toewijzing van een caseteam ten minste één week voor de verwachte datum van aanmelding worden ingediend.

D.   Verkort besluit

30.

Wanneer de Commissie zich ervan heeft vergewist dat de concentratie voldoet aan de criteria voor de vereenvoudigde procedure (zie de punten 5, 8 en 9), stelt zij normaal gesproken een verkort besluit vast. Het gaat om de gevallen waarvoor zij een aanmelding met het formulier CO (56) heeft ontvangen, maar die niet tot mededingingsbezwaren aanleiding geven. De concentratie zal aldus, overeenkomstig artikel 10, leden 1 en 6, van de concentratieverordening, binnen 25 werkdagen vanaf de datum van aanmelding met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard. De Commissie zal trachten een besluit in verkorte vorm te nemen zo snel als dit mogelijk is na het verstrijken van de termijn van 15 werkdagen waarin lidstaten, overeenkomstig artikel 9 van de concentratieverordening, om verwijzing van een aangemelde concentratie kunnen verzoeken. Binnen de termijn van 25 werkdagen behoudt de Commissie evenwel de mogelijkheid naar de normale procedure terug te keren en dus een onderzoek in te leiden en/of een volledig besluit vast te stellen, indien zij dit dienstig acht. In dat geval kan de Commissie, indien zij geen formulier CO heeft ontvangen, de aanmelding overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de uitvoeringsverordening inhoudelijk als onvolledig beschouwen.

E.   Bekendmaking van het besluit in verkorte vorm

31.

Net als bij uitgebreide goedkeuringsbesluiten zal de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendmaken dat het verkorte besluit is vastgesteld. De openbare versie van het verkorte besluit zal op de website van directoraat-generaal Concurrentie worden bekendgemaakt. Het verkorte besluit bevat: i) de informatie over de aangemelde concentratie die op het tijdstip van de aanmelding in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt (namen van de partijen bij de concentratie, hun land van oorsprong, de aard van de concentratie en de betrokken economische activiteiten); en ii) een verklaring dat de concentratie verenigbaar is met de interne markt omdat zij onder een of meer van de in deze mededeling beschreven categorieën valt, waarbij de toepasselijke categorie of categorieën uitdrukkelijk zijn vermeld.

F.   Onder punt 5, d), of punt 8 vallende markten in volgens de normale procedure vastgestelde besluiten

32.

Bepaalde concentraties die volgens de normale procedure worden onderzocht, kunnen aanleiding geven tot horizontale overlappingen of verticale banden die aan de voorwaarden van punt 5, d), van deze mededeling voldoen. Bepaalde concentraties die volgens de normale procedure worden onderzocht, kunnen ook aanleiding geven tot horizontale overlappingen of verticale banden die aan de voorwaarden van punt 8 van deze mededeling voldoen. Het eindbesluit in deze gevallen bevat geen gedetailleerde beoordeling van deze horizontale overlappingen of verticale banden. In dit verband zal het eindbesluit een verklaring bevatten dat bepaalde horizontale overlappingen of verticale banden binnen een of meer van de in deze mededeling beschreven categorieën vallen. Hierbij worden de toepasselijke categorie of categorieën uitdrukkelijk aangegeven.

33.

De Commissie kan besluiten een gedetailleerde beoordeling van de in punt 32 aangegeven horizontale overlappingen of verticale banden op te nemen indien een van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is.

IV.   NEVENBEPERKINGEN

34.

De vereenvoudigde procedure is niet geschikt voor concentraties waarin de betrokken ondernemingen uitdrukkelijk verzoeken om een beoordeling van restricties die rechtstreeks verband houden met en noodzakelijk zijn voor de totstandbrenging van de concentratie.

(1)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de “concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), beschikbaar op: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/TXT/?uri=CELEX:32004R0139.

(2)  PB L, 119, 5.5.2023, blz. 22.

(3)  Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A52013XC1214%2802%29.

(4)  Zie afdeling II.C van deze mededeling.

(5)  De aanmeldingsvereisten zijn uiteengezet in de bijlagen I en II bij de uitvoeringsverordening.

(6)  Zie afdeling II.C van deze mededeling.

(7)  Een concentratie geeft aanleiding tot horizontale overlappingen wanneer de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde relevante productmarkt(en) en geografische markt(en), met inbegrip van producten in de productpijplijn. Horizontale overlappingen met betrekking tot producten in de productpijplijn omvatten overlappingen tussen producten in de productpijplijn en overlappingen tussen een of meer op de markt gebrachte producten en een of meer producten in de productpijplijn. Pijplijnproducten zijn producten die waarschijnlijk op korte of middellange termijn in de handel zullen worden gebracht. Pijplijnproducten omvatten ook diensten.

(8)  Een concentratie geeft aanleiding tot verticale banden wanneer een of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten uitoefenen op een productmarkt upstream of downstream ten opzichte van een productmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is, met inbegrip van de ontwikkeling van producten in de productpijplijn. Verticale banden met betrekking tot producten in de productpijplijn omvatten banden tussen producten in de productpijplijn onderling en banden tussen een of meer op de markt gebrachte producten en een of meer producten in de productpijplijn.

(9)  Op voorwaarde dat geen van de garanties of uitsluitingen uit afdeling II.C van deze mededeling van toepassing is.

(10)  Een concentratie die aan alle criteria van een van de in punt 5, a), b), c), d) of e), vermelde categorieën voldoet, zal in beginsel een concentratie zijn die voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komt. Dit betekent echter niet dat een transactie automatisch in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure als zij onder een van die categorieën valt. Een transactie kan bijvoorbeeld onder punt 5, b), vallen, maar tegelijkertijd aanleiding geven tot horizontale overlappingen die de in punt 5, d), vastgestelde drempels overschrijden. In dat geval kan de Commissie terugkeren naar de normale concentratieprocedure, met name indien een van de in afdeling II.C genoemde omstandigheden zich voordoet.

(11)  Met “huidige omzet” wordt verwezen naar de omzet die op het tijdstip van de aanmelding door de gemeenschappelijke onderneming wordt behaald. De omzet van de gemeenschappelijke onderneming kan worden bepaald aan de hand van de recentste gecontroleerde jaarrekeningen van de moedermaatschappijen of van de gemeenschappelijke onderneming zelf, afhankelijk van de vraag of voor de in de gemeenschappelijke onderneming samengevoegde middelen afzonderlijke jaarrekeningen beschikbaar zijn. Met “in de toekomst verwachte omzet” wordt de omzet bedoeld die naar verwachting in de drie jaar na de aanmelding zal worden behaald.

(12)  Alle activa die op het tijdstip van de aanmelding daadwerkelijk aan de gemeenschappelijke onderneming worden overgedragen of volgens de plannen zullen worden overgedragen, moeten in aanmerking worden genomen, ongeacht de datum waarop deze activa daadwerkelijk aan de gemeenschappelijke onderneming zullen worden overgedragen.

(13)  Dit geldt in vele situaties. Bijvoorbeeld:

bij de gezamenlijke overname van een doelonderneming is de in aanmerking te nemen omzet die van de onderneming waarvan overname is beoogd (de gemeenschappelijke onderneming);

bij de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming waarin de moedermaatschappijen hun bedrijfsactiviteiten inbrengen, is de in aanmerking te nemen omzet die van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten;

wanneer zich bij de ondernemingen die zeggenschap over een bestaande gemeenschappelijke onderneming hebben, een onderneming voegt die daartoe voordien niet behoorde, moeten de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en de omzet van de door de nieuwe moedermaatschappij ingebrachte bedrijfsactiviteiten (indien een dergelijke inbreng gebeurt) in aanmerking worden genomen.

(14)  Zie voetnoot 11 voor houvast voor de berekening van de omzet van gemeenschappelijke ondernemingen en voor de termen “huidige” en “verwachte” omzet.

(15)  Zie voetnoot 12.

(16)  De totale waarde van de activa van de gemeenschappelijke onderneming kan worden bepaald aan de hand van de laatste regelmatig opgestelde en goedgekeurde balans van elke moedermaatschappij. Onder “activa” moet worden verstaan: i) alle materiële en immateriële activa die aan de gemeenschappelijke onderneming zullen worden overgedragen (tot de materiële activa behoren onder meer de productie-installaties, de afzetvoorzieningen voor groot- en kleinhandel en de voorraden; voorbeelden van immateriële activa zijn onder meer intellectuele eigendom, goodwill, pijpleidingen of O&O-programma’s); en iii) elk bedrag aan financiering, met inbegrip van toegang tot contanten, krediet of verplichtingen van de gemeenschappelijke onderneming die een moederonderneming van de gemeenschappelijke onderneming heeft toegezegd uit te breiden of te garanderen.

(17)  Zie de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A31997Y1209%2801%29. Wanneer in deze mededeling sprake is van activiteiten van ondernemingen op markten, moet dit worden begrepen als activiteiten op markten binnen de EER of op markten die de EER omvatten maar die ruimer kunnen zijn dan de EER.

(18)  Zie voetnoot 4 van de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van niet-horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 265 van 18.10.2008, blz. 6), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52008XC1018%2803%29(“ richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies”). Voor de toepassing van deze mededeling veronderstelt een verticale band gewoonlijk dat de input rechtstreeks wordt gebruikt bij de eigen productie van de downstreamentiteit (d.w.z. dat de input in het product wordt geïntegreerd of strikt noodzakelijk is voor de productie van het downstreamproduct) of dat de input wordt doorverkocht door de downstreamonderneming (bv. distributeurs). Een en ander sluit externe banden of banden met diensten aan verschillende sectoren uit, zoals de levering van elektriciteit of afvalinzameling.

(19)  De drempels voor horizontale overlappingen en verticale banden gelden voor elke plausibele alternatieve omschrijving van de productmarkt en de geografische markt waarmee eventueel rekening moet worden gehouden. Het is belangrijk dat de onderliggende marktomschrijvingen die in de aanmelding zijn uiteengezet, voldoende precies zijn om de beoordeling te rechtvaardigen dat deze drempels niet worden bereikt, en dat alle eventueel te onderzoeken plausibele alternatieve marktomschrijvingen worden vermeld (waaronder geografische markten die enger zijn dan nationale markten).

(20)  Zie voetnoot 17.

(21)  Voor alle duidelijkheid, als sommige van de plausibele markten waarop een transactie betrekking heeft, voldoen aan de voorwaarden van punt 5, d), i), aa), en andere aan die van punt 5, d), i), bb), wordt de transactie geacht aan de voorwaarden van punt 5, d), i), te voldoen.

(22)  De HHI wordt berekend door de som te maken van de gekwadrateerde individuele marktaandelen van alle ondernemingen op de markt. Zie punt 16 in de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen (PB C 31 van 5.2.2004, blz. 5), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=celex%3A52004XC0205%2802%29 (“ richtsnoeren betreffende horizontale fusies”). Om echter de HHI-delta te berekenen die de concentratie oplevert, is het voldoende om van het kwadraat van de som van de marktaandelen van de partijen bij de concentratie (m.a.w. het kwadraat van het marktaandeel van de uit de concentratie ontstane onderneming nà de concentratie) de som van de kwadraten van de individuele marktaandelen van de partijen bij de concentratie af te trekken (de marktaandelen van alle overige concurrenten op de markt blijven immers ongewijzigd zodat er geen invloed is op de uitkomst van de vergelijking).

(23)  Zie de voetnoten 17 en 18.

(24)  Voor alle duidelijkheid, als sommige van de plausibele markten waarop een transactie betrekking heeft, voldoen aan de voorwaarden van punt 5, d), ii), aa), en andere aan die van punt 5, d), ii), bb) en/of punt 5, d), ii), cc), wordt de transactie geacht aan de voorwaarden van punt 5, d), ii), te voldoen.

(25)  Het inkoopaandeel van een onderneming wordt berekend door i) het volume of de waarde van de productaankopen door de onderneming op de upstreammarkt, te delen door ii) de totale omvang van de upstreammarkt (in termen van volume of waarde).

(26)  Deze categorie dient om kleine toenames van een reeds bestaande verticale integratie in beeld te krijgen. Een voorbeeld: onderneming A, die op zowel een upstream- als downstreammarkt actief is (en op elk daarvan een marktaandeel van 45 % heeft), verwerft onderneming B die op dezelfde upstream- en downstreammarkten actief is (en op elk daarvan een marktaandeel van 0,5 % heeft). Deze categorie bestrijkt geen situaties waarin het grootste deel van de verticale integratie het gevolg is van de transactie, ook al bedragen de gezamenlijke marktaandelen minder dan 50 % en is de HHI-delta minder dan 150. Deze categorie bestrijkt bijvoorbeeld niet de volgende situatie: onderneming A die upstream met een marktaandeel van 45 % en downstream met een marktaandeel van 0,5 % actief is, verwerft onderneming B die upstream met een marktaandeel van 0,5 % en downstream met een gezamenlijk marktaandeel van 45 % actief is.

(27)  Wanneer een concentratie onder meer dan één categorie voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaken valt, moeten de aanmeldende partijen dit uitdrukkelijk in het aanmeldingsformulier aangeven.

(28)  Deze overlappingen of banden kunnen echter aanleiding geven tot coördinatie in de zin van artikel 2, lid 4, van de concentratieverordening en moeten in overeenstemming met punt 19 van deze mededeling worden behandeld.

(29)  Zie voetnoot 17.

(30)  Voor alle duidelijkheid, als sommige van de plausibele markten waarop een transactie betrekking heeft, voldoen aan de voorwaarden van punt 8, b), i), en andere aan die van punt 8, b), ii), wordt de transactie geacht aan de voorwaarden van punt 8, b), te voldoen.

(31)  Een concentratie die aan alle criteria van een van de in de punten 8 of 9 vermelde categorieën voldoet, zal in beginsel voor de flexibiliteitsclausule in aanmerking kunnen komen. Dit betekent echter niet dat een transactie automatisch in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure als zij onder een van die categorieën valt. Een transactie kan bijvoorbeeld onder punt 9 vallen, maar tegelijkertijd aanleiding geven tot horizontale overlappingen die de in punt 5, d), of punt 8 vastgestelde drempels overschrijden. In dat geval kan de Commissie weigeren de zaak volgens de vereenvoudigde procedure te onderzoeken.

(32)  Zie voetnoot 13.

(33)  Zie voetnoot 11 voor houvast voor de berekening van de omzet van gemeenschappelijke ondernemingen en voor de term “huidige” omzet.

(34)  Zie voetnoot 12.

(35)  Zie voetnoot 16.

(36)  In gevallen die onder punt 5, b), of punt 9 vallen, moeten de aanmeldende partijen, wanneer de activiteiten van de partijen bij de concentratie aanleiding geven tot horizontale overlappingen of verticale banden, alle gegevens en informatie met betrekking tot de omschrijving van die markten verstrekken.

(37)  Zie punt 28.

(38)  Zoals bij alle overige aanmeldingen kan de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 3, punt a), van de concentratieverordening, het verkorte besluit intrekken wanneer dit berust op onjuiste informatie waarvoor een van de betrokken ondernemingen verantwoordelijk is.

(39)  Productmarkten kwalificeren als “nauw verbonden aangrenzende markten” wanneer de producten onderling complementair zijn of wanneer zij tot een scala van producten behoren die doorgaans door hetzelfde soort afnemers voor hetzelfde eindgebruik worden afgenomen.

(40)  Zie punt 25 en deel V van de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies.

(41)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies.

(42)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 17, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 36. Een marktaanwezigheid kan als betekenisvol worden beschouwd als een concurrent een marktaandeel van 5 % of meer heeft.

(43)  Zie het besluit van de Commissie van 19 september 2019 in zaak M.8674, BASF/Solvay’s Polyamide Business, punt 475.

(44)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 37.

(45)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 28.

(46)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 37, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 7 en punt 26, c).

(47)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 38, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 26, a).

(48)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 38, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 26, a).

(49)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 58.

(50)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 36, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punten 29, 49 en 75.

(51)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punt 78.

(52)  Zie de richtsnoeren betreffende horizontale fusies, punten 39 en volgende, en de richtsnoeren betreffende niet-horizontale fusies, punt 26.

(53)  Beschikking van de Commissie van 17 december 2008 in zaak M.5141, KLM/Martinair, punten 14 tot en met 22.

(54)  Beschikking van de Commissie van 18 september 2002 in zaak M.2908, Deutsche Post/DHL (II).

(55)  Zie bijlage II bij de uitvoeringsverordening.

(56)  Zie bijlage I bij de uitvoeringsverordening.


5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/11


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Mededeling overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikel 13, lid 3, en de artikelen 20 en artikel 22 van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/914 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie

(2023/C 160/02)

Krachtens artikel 3, lid 2, artikel 13, lid 3, en de artikelen 20 en 22 van Uitvoeringsverordening (EU) [ 2023/914] van de Commissie van 20 april 2023 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (“de uitvoeringsverordening”) (1) moeten aanmeldingen, gemotiveerde kennisgevingen, opmerkingen met betrekking tot bezwaren van de Commissie, door de betrokken ondernemingen aangeboden verbintenissen en het formulier RM bij de Commissie worden ingediend in het formaat dat is vastgesteld in het Publicatieblad van de Europese Unie.

In dit document stelt de Commissie, op grond van artikel 3, lid 2, artikel 13, lid 3, en de artikelen 20 en 22 van de uitvoeringsverordening, het formaat vast waarin aanmeldingen, gemotiveerde kennisgevingen, opmerkingen met betrekking tot bezwaren van de Commissie, door de betrokken ondernemingen aangeboden verbintenissen en het formulier RM (de “documenten”) bij de Commissie moeten worden ingediend.

1.   Wijze van toezending van documenten aan de Commissie

1.

Documenten met een bestandsgrootte van minder dan 10 gigabyte moeten elektronisch worden toegezonden met behulp van EU Send Web (“EU Send”), het onlineplatform van de Commissie voor veilige uitwisseling van documenten (2). EU Send vereist voorafgaande registratie en legt beperkingen in omvang op aan via het systeem verzonden documenten die moeten worden gewijzigd. Als een zending kleiner dan 10 GB is, maar groter dan de beperkingen in omvang die EU Send oplegt, moet deze in verschillende delen worden verzonden.

2.

Via EU Send verzonden bestanden moeten vergezeld gaan van een verzendformulier dat door EU Send is verstrekt. Het verzendformulier moet correct worden ingevuld.

3.

Bestanden met een grootte van meer dan 10 GB mogen met behulp van harde schijven met Microsoft Windows-compatibele formattering en niet-gecomprimeerde data in een externe USB 2.0- of 3.0-behuizing persoonlijk of per aangetekende post worden bezorgd bij DG Concurrentie van de Commissie.

4.

Documenten die per aangetekende post of persoonlijk worden bezorgd, moeten aan DG Concurrentie worden geadresseerd, op het adres dat vermeld is op de website van DG Concurrentie (3). Adressering van documenten aan andere diensten van de Commissie kan tot vertragingen leiden.

2.   Elektronische ondertekening van documenten

5.

Dit deel bevat technische specificaties voor de ondertekening van elektronisch ingediende documenten (indien een handtekening vereist is). Dit geldt voor documenten die via EU Send worden verzonden en voor documenten die aan de Commissie worden bezorgd op externe opslagapparaten.

6.

Om als geldig te worden aangemerkt, moeten elektronisch ingediende documenten worden ondertekend met ten minste één gekwalificeerde elektronische handtekening (QES) die voldoet aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 910/2014 (de “eIDAS-verordening”) (4). Alleen aan QES wordt uitdrukkelijk hetzelfde rechtsgevolg verbonden als aan handgeschreven handtekeningen in alle lidstaten. Daarom worden andere soorten elektronische handtekeningen, zoals gescande handtekeningen of geavanceerde elektronische handtekeningen zoals vermeld in de eIDAS-verordening, die niet aan de vereisten van QES voldoen, niet aanvaard.

7.

Het formaat van de gekwalificeerde elektronische handtekeningen moet voldoen aan een van de formaten waarvan sprake in Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1506 van de Commissie (5) of aan hun meest recente specificaties zoals gepubliceerd door het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI).

8.

Gekwalificeerde vertrouwensdiensten kunnen worden verkregen van gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten (QTSP’s) zoals bepaald in de eIDAS-verordening. QTSP’’s zijn commerciële dienstverleners en gekwalificeerde leden van het Trust Scheme van de EU. QTSP’s zijn opgenomen in de Trusted List Browser (6).

9.

Digitale of hardwarematige middelen waarmee een gekwalificeerde elektronische handtekening wordt ingevoegd, zoals gekwalificeerde elektronische certificaten en apparaten voor het genereren van gekwalificeerde elektronische handtekeningen, dienen door de afzender te worden aangeschaft en onder diens verantwoordelijkheid te blijven.

10.

Documenten die met een gekwalificeerde elektronische handtekening zijn ondertekend, zullen door de Commissie worden gevalideerd. Om er extra zeker van te zijn dat een gekwalificeerde elektronische handtekening met succes door DG Concurrentie zal worden gevalideerd, is het mogelijk de geldigheid ervan tegen vergoeding door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten te laten valideren (7). De webapplicatie Digital Signature Services van de Commissie kan ook voor demonstratiedoeleinden worden gebruikt (8). Voor alle duidelijkheid, dit platform mag niet worden gebruikt voor het indienen van zaakgerelateerde documenten, noch van vertrouwelijke of zaakspecifieke informatie.

11.

Ondertekende documenten mogen niet worden versleuteld of andere certificaten bevatten dan certificaten voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen.

12.

De metadata van de gekwalificeerde elektronische handtekening moeten overeenstemmen met de contactgegevens van de ondertekenaar. Wanneer een document met een of meer gekwalificeerde elektronische handtekeningen wordt ondertekend, wordt u verzocht, voor informatiedoeleinden, de contactgegevens van de ondertekenaar te vermelden en aan het einde van het document de vermelding “[e-handtekening]” op te nemen. Een visuele weergave van de elektronische handtekening is optioneel en heeft geen extra juridische waarde.

13.

Het wijzigen van een ondertekend document maakt bestaande elektronische handtekeningen ongeldig. Daarom mag een document niet meer worden gewijzigd nadat het van een of meer gekwalificeerde elektronische handtekeningen is voorzien.

14.

Documenten die elektronisch zijn ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening, mogen niet worden vergrendeld of met een wachtwoord worden beveiligd. Zo kan de Commissie met speciale software toegang tot het document verkrijgen en de geldigheid van de gekwalificeerde elektronische handtekening controleren.

3.   Technische specificaties van elektronisch ingediende documenten

15.

In dit deel wordt ingegaan op de technische specificaties voor elektronisch ingediende documenten, met inbegrip van documenten toegezonden via EU Send of bezorgd op externe opslagapparaten.

16.

Alle documenten die in elektronisch formaat worden ingediend, moeten vóór indiening op virussen worden gescand en dus vrij zijn van virussen. De Commissie zal geïnfecteerde bestanden wissen en geïnfecteerde externe opslagmedia verwijderen. Gewiste of verwijderde bestanden kunnen de ingediende stukken ongeldig of onvolledig maken.

17.

Documenten die met behulp van EU Sign worden ingediend, mogen niet worden versleuteld. Voor documenten die op externe opslagapparaten worden bezorgd, wordt versleuteling sterk aanbevolen. Versleuteling mag alleen op het opslagapparaat worden toegepast. Afzonderlijke documenten die op het apparaat zijn opgeslagen, mogen niet met een wachtwoord worden beschermd. Wachtwoorden voor ontsleuteling moeten afzonderlijk worden toegezonden.

18.

Alle documenten moeten in pdf-formaat (Portable Document Format) of xlsx-formaat (spreadsheetformaat) worden ingediend (met inachtneming van punt 21 hieronder). Documenten in pdf-formaat moeten doorzoekbaar zijn, hetzij als digitaal aangemaakte pdf’s of omdat ze met optische tekenherkenning (OCR) zijn gescand. Documenten in xlsx-formaat moeten worden ingediend met alle onderliggende data in onbewerkte toestand en alle onderliggende formules en algoritmen intact.

19.

De bestandsnaam van de documenten moet zodanig worden gedefinieerd dat de desbetreffende rubriek in het formulier CO, het verkorte formulier CO, het formulier RS of het formulier RM gemakkelijk kan worden geïdentificeerd. Elke bestandsnaam van een document moet bovendien het nummer bevatten van de procedure waarvoor de documenten worden ingediend. Bestandsnamen van documenten mogen geen speciale of niet-Latijnse tekens bevatten en het volledige documentpad mag niet groter zijn dan 250 tekens.

20.

Elke bladzijde in een pdf-formaat moet met het bedrijfsidentificatienummer en het opeenvolgende documentcontrolenummer (bv. ABC-00000001) worden gemarkeerd.

4.   Aanvullende specificaties voor interne documenten die als onderdeel van rubriek 5.4 van het formulier CO worden ingediend

21.

Documenten moeten in het oorspronkelijke formaat worden ingediend (d.w.z. niet naar pdf-formaat worden geconverteerd als onderdeel van het formulier CO dat bij de Commissie wordt ingediend).

22.

E-mailberichten en andere bestanden moeten als enkelvoudige bestanden worden ingediend (zij mogen niet in “.pst”-, “.zip”- of “.nsf”-formaat worden ingediend). .nsf-bestanden moeten naar een “enkelvoudig” e-mailformaat (zoals.msg- of.eml-formaat) worden geconverteerd.

23.

De documenten moeten in hun geheel en in onbewerkte vorm worden toegezonden. Alle onderliggende metadata moeten intact zijn. Er mag geen gebruik worden gemaakt van software voor deduplicatie of e-mail-threading.

5.   Alternatieve methoden voor het ondertekenen en indienen van documenten bij DG Concurrentie

24.

Als EU Send niet beschikbaar is vanwege onderhoud of om technische redenen waarop de Commissie geen invloed heeft, neem dan onmiddellijk contact op met het IT-ondersteuningsteam van EU Send (COMP-EU-SEND@ec.europa.eu). Gebruik dit e-mailadres niet om documenten in te dienen of vertrouwelijke of zaakspecifieke informatie te bespreken.

25.

Wanneer verzending via EU Send technisch niet mogelijk is en de Commissie bij uitzondering andere wijzen van verzending toestaat, kunnen documenten van minder dan 10 GB met de hand worden overhandigd of per aangetekende post naar DG Concurrentie worden verzonden. Gebruik externe opslagapparatuur, zoals USB, cd of dvd, of harde schijven met Microsoft Windows-compatibele formattering en niet-gecomprimeerde data in een externe USB 2.0- of 3.0-behuizing. Deze documenten moeten met een gekwalificeerde elektronische handtekening (QES) digitaal worden ondertekend.

26.

Indien ondertekening van documenten met een QES niet haalbaar is en de Commissie bij wijze van uitzondering andere middelen van ondertekening toestaat, kan een met de hand ondertekend exemplaar van de volledige inschrijving persoonlijk worden overhandigd of per aangetekende post aan DG Concurrentie worden toegezonden. In dat geval moeten bij de ingediende stukken twee digitale exemplaren van alle ingediende stukken op externe opslagapparaten voor informatie worden gevoegd (zoals een USB-stick, cd of dvd, dan wel externe harde schijven met Microsoft Windows-compatibele formattering en niet-gecomprimeerde data in een externe USB 2.0- of 3.0-behuizing). Bij de ingediende stukken moet een met de hand ondertekende verklaring worden gevoegd waarin wordt verklaard dat de ondertekende papieren kopie en de digitale kopieën identiek zijn.

6.   Datum van toepassing

27.

De instructies in deze mededeling zijn van toepassing vanaf de dag van inwerkingtreding van de uitvoeringsverordening.

(1)  PB L 119 van 5.5.2023, blz. 22.

(2)  Ga voor instructies over het gebruik van EU Send (ook wel “eTrustEx” genoemd) naar: https://ec.europa.eu/competition-policy/mergers/practical-information_en

(3)  https://ec.europa.eu/competition-policy/mergers/practical-information_en

(4)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1674727430021&uri=CELEX%3A32014R0910

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1506 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van specificaties betreffende formaten van geavanceerde elektronische handtekeningen en geavanceerde zegels die door openbare instanties moeten worden erkend overeenkomstig respectievelijk artikel 27, lid 5, en artikel 37, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 37).

(6)  De QTSP’s per EU-lidstaat zijn hier te vinden: https://esignature.ec.europa.eu/efda/tl-browser/#/screen/home. Alleen QTSP'’s met het label “QCert for ESig” kunnen een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen verstrekken, dat vereist is voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen.

(7)  De QTSP’s per EU-lidstaat zijn hier te vinden: https://esignature.ec.europa.eu/efda/tl-browser/#/screen/home. Gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten met de vermelding “QVal for QESig” kunnen gekwalificeerde valideringsdiensten voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen aanbieden.

(8)  De webapplicatie voor digitale handtekeningen van de Commissie: https://ec.europa.eu/cefdigital/DSS/webapp-demo/validation


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/14


Wisselkoersen van de euro (1)

4 mei 2023

(2023/C 160/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1074

JPY

Japanse yen

148,92

DKK

Deense kroon

7,4503

GBP

Pond sterling

0,88015

SEK

Zweedse kroon

11,3410

CHF

Zwitserse frank

0,9802

ISK

IJslandse kroon

150,10

NOK

Noorse kroon

11,8282

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

23,460

HUF

Hongaarse forint

373,94

PLN

Poolse zloty

4,5905

RON

Roemeense leu

4,9295

TRY

Turkse lira

21,5825

AUD

Australische dollar

1,6585

CAD

Canadese dollar

1,5072

HKD

Hongkongse dollar

8,6909

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7668

SGD

Singaporese dollar

1,4695

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 465,69

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

20,1357

CNY

Chinese yuan renminbi

7,6538

IDR

Indonesische roepia

16 263,59

MYR

Maleisische ringgit

4,9313

PHP

Filipijnse peso

61,286

RUB

Russische roebel

 

THB

Thaise baht

37,430

BRL

Braziliaanse real

5,5194

MXN

Mexicaanse peso

19,8208

INR

Indiase roepie

90,5495


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/15


AANKONDIGING VAN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK POLEN

in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2023/C 160/04)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gryfice”

AFDELING I: RECHTSGROND

1.

Artikel 49h, lid 2, van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd).

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake openbare aanbestedingen voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofvelden en de winning van koolwaterstoffen, en concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Staatsblad 2015, punt 1171).

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; bijzondere uitgave in het Pools: hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262).

AFDELING II: AANBESTEDENDE INSTANTIE

Naam: Ministerstwo Klimatu i Środowiska [ministerie van Klimaat en Milieu]

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa, Polen

Tel. +48 223692449,

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend:

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gryfice”, dat deel uitmaakt van de concessiepercelen 62, 82 en 83.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten zullen worden uitgevoerd:

Het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

691 055,17

219 674,19

2

692 737,14

221 619,12

3

693 771,09

224 785,26

4

695 846,05

233 241,52

5

697 800,71

239 098,78

6

689 034,77

237 808,88

7

688 700,54

245 043,47

8

687 684,41

264 181,99

9

684 723,09

259 134,45

10

673 948,18

266 614,09

11

675 598,09

237 055,20

12

673 865,95

223 383,30

13

673 409,40

219 824,29

14

677 185,11

213 499,78

15

687 174,95

217 946,87

16

685 637,43

221 987,20

17

688 367,49

223 047,42

18

689 636,16

219 042,50

met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 23:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

19

679 335,20

223 870,95

20

679 746,86

224 268,31

21

679 040,45

224 478,55

22

678 251,69

224 485,63

23

678 251,81

224 056,04

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt, is 747,96 km2. De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 5 000 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de carboon- en permformaties worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie en aardgas bevinden en dat te winnen.

3)   Uiterste datum voor de indiening van inschrijvingen:

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12:00 Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het ministerie van Klimaat en Milieu, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan:

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als de exploitant, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Het evaluatiecomité zal de ontvangen voorstellen op basis van de volgende criteria beoordelen:

30 %

de omvang en planning van de voorgestelde geologische werkzaamheden, met inbegrip van de geologische operaties, of de mijnbouwoperaties;

20 %

de omvang en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen;

20 %

de financiële draagkracht aan de hand waarvan een adequate garantie wordt geboden dat de activiteiten in verband met de prospectie en de exploratie van koolwaterstofvelden, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 %

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van geologische operaties, of de mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 %

de technische capaciteit voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofvelden, enerzijds, en voor de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch en logistiek gebied en op het gebied van personele middelen (inclusief 2 % voor de reikwijdte van de samenwerking, wat betreft de ontwikkeling en toepassing van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen, met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofvelden die rekening houden met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en die kunnen worden toegepast in die omstandigheden);

5 %

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofvelden of de winning van koolwaterstoffen, zodat de veiligheid op het werk, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming worden gewaarborgd.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimale omvang van de geologische informatie:

Bij het indienen van een inschrijving is het niet vereist om het recht op het gebruik van geologische informatie aan te tonen.

Bij het begin van de winningsfase moet een onderneming een bewijs leveren van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten:

De activiteiten in het kader van de concessie moeten beginnen binnen 14 dagen te rekenen vanaf de datum waarop het concessiebesluit definitief is.

7)   Voorwaarden voor verlening van de concessie:

Op grond van artikel 49x, lid 2a, van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek moet een begunstigde inschrijver die activiteiten uitvoert bestaande uit de prospectie, exploratie of winning van koolwaterstoffen afkomstig van velden in maritieme gebieden van de Republiek Polen, een zekerheid stellen voor claims die als gevolg van die activiteiten kunnen ontstaan. De zekerheid wordt gesteld na de datum waarop het besluit tot goedkeuring van het operationele plan van de mijnbouwfaciliteit als bedoeld in artikel 108, lid 11, van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek is afgegeven en vóór de datum waarop de mijnbouwfaciliteit in bedrijf wordt genomen.

Het bedrag van de zekerheid voor activiteiten die op basis van het operationele plan van de mijnbouwfaciliteit worden uitgevoerd, bedraagt 80 000 000 PLN (voluit geschreven: tachtig miljoen zloty).

Als het bevoegde mijnbouwkantoor van het district aanvullende operationele plannen van de mijnbouwfaciliteit goedkeurt, met inbegrip van nieuwe geologische operaties (het boren van boorgaten), wordt het bedrag van de zekerheid stapsgewijze verhoogd met 40 000 000 PLN (voluit geschreven: veertig miljoen zloty) voor elk nieuw geboord boorgat.

De volgende zekerheden worden aanvaard:

1.

een zekerheid in geldelijke vorm;

2.

borgstellingen van banken of coöperatieve spaar- en kredietunies; de verplichting van de instelling moet altijd een geldelijke verplichting zijn;

3.

bankgaranties;

4.

verzekeringsgaranties;

5.

waarborgen die zijn uitgegeven door een van de entiteiten als bedoeld in artikel 6b, lid 5, punt 2, van de Wet van 9 november 2000 tot oprichting van het Poolse Agentschap voor de ontwikkeling van ondernemingen (Pools Staatsblad 2020, punt 299);

6.

wisselbrieven, gewaarborgd door een bank of een coöperatieve spaar- en kredietunie;

7.

pandrechten op door de thesaurie uitgegeven zekerheden;

8.

wettelijke-aansprakelijkheidsverzekering.

8)   Minimale omvang van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, of mijnbouwoperaties:

Geofysische onderzoeken van 50 km (lengte excitatielijn) met tweedimensionale (2D) seismische tests of van 25 km2 (winningsgebied) met driedimensionale (3D) seismische tests.

Boren van een boorgat tot een maximale diepte van 5 000 m (ware verticale diepte — TVD), met verplichte boring van prospectieve intervallen.

9)   Periode waarvoor de concessie zal worden verleend:

De concessieperiode bedraagt dertig jaar en omvat:

1)

een periode van vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend;

2)

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen..

10)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen:

De geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden te rekenen vanaf de datum waarop het concessiebesluit definitief is geworden.

De geologische operaties (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de datum waarop het concessiebesluit definitief is geworden.

Aangezien het aanbestedingsgebied gedeeltelijk binnen de grenzen van maritieme binnenwateren en de kuststrook van maritieme wateren (technische en beschermde gebieden) valt, zijn de gedetailleerde voorwaarden voor uitvoering van de activiteit vastgesteld krachtens de beschikking van de directeur van het maritiem kantoor van Szczecin van 21 oktober 2022 (ref.: GPG-I.6211.78.22.DW(8):

1.

een verbod op operaties in waterlichamen die worden gebruikt voor de scheepvaart en om de veiligheid van de scheepvaart te verzekeren; de grenzen van deze wateren worden bepaald op basis van:

1)

lid 3, punt 1, en lid 4, punt 1, van Beschikking nr. 5 van de directeur van het maritiem kantoor van Szczecin van 8 augustus 2017 tot vaststelling van de infrastructuur voor toegang tot de zeehavens in Dziwnów, Kamień Pomorski, Lubin, Mrzeżyno, Nowe Warpno, Police, Stepnica, Trzebież, Wapnica en Wolin, en tot steigers en pieren in Międzyzdroje, Niechorze en Rewal (publicatieblad van de provincie Zachodniopomorskie 2017, punt 3487, zoals gewijzigd);

2)

lid 164, punt 1, van Beschikking nr. 3 van de directeur van het maritiem kantoor van Szczecin van 26 juli 2013 tot vaststelling van havenvoorschriften (publicatieblad van de provincie Zachodniopomorskie 2013, punt 2932, zoals gewijzigd)

in het gebied dat bestaat uit maritieme binnenwateren;

2.

een verbod op de oprichting van permanente faciliteiten die de status hebben van kunstmatige eilanden, structuren of installaties voor de winning van koolwaterstoffen in de zin van artikel 23 van de Wet van 21 maart 1991 betreffende de maritieme gebieden van de Republiek Polen en het maritieme bestuur (Pools Staatsblad 2022, punt 457, zoals gewijzigd) in het gebied dat onder de maritieme binnenwateren valt;

3.

een vereiste om kabels en pijpleidingen aan te brengen op een diepte van ten minste 3 m onder de bedding van een waterlichaam waar pijpleidingen bedoeld zijn voor gebruik voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofvelden en de winning van koolwaterstoffen in maritieme binnenwateren.

De uitvoering van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgrond en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasvelden.

11)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze aankondiging gevoegd.

12)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor het gebied “Gryfice” gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 183 235,24 PLN (voluit geschreven: honderddrieëntachtigduizend tweehonderdvijfendertig zloty en vierentwintig grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden zijn te vinden in de in punt 10 genoemde bijlage.

13)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en de vereiste documenten van inschrijvers:

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

de naam (handelsnaam) en de statutaire zetel van de inschrijver;

2)

het onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied waarvoor de concessie zal worden verleend en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie zal worden verleend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, de omvang en de aard van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, of de mijnbouwoperaties, en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en de omvang van die werkzaamheden;

6)

de omvang en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, punt 2, van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot het vastgoed (gebied) waarin de geplande activiteiten zullen worden uitgevoerd, of het door die entiteit aangevraagde recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van de gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een milieuvergunning is vereist;

9)

de manier waarop de geplande activiteiten de schadelijke gevolgen voor het milieu zullen tegengaan;

10)

de omvang van de geologische informatie waarover de inschrijver beschikt;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofvelden of de winning van koolwaterstoffen, met inbegrip van het garanderen van veiligheid op het werk, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

de technische capaciteit voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofvelden, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch en logistiek gebied en op het gebied van personele middelen;

13)

de financiële draagkracht aan de hand waarvan een adequate garantie wordt geboden dat de activiteiten in verband met de prospectie en de exploratie van koolwaterstofvelden, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van geologische operaties, of de mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de aankondiging van de aanbestedingsprocedure vermelde bedrag;

16)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

de namen (handelsnamen) en de statutaire zetels van alle entiteiten die de inschrijving indienen;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, zoals voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst;

17)

de vorm van de zekerheid die is gesteld krachtens punt 7.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de aankondiging van die aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een zekerheid is gesteld;

3)

een exemplaar van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, in de zin van artikel 49a, lid 17, van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met een weergave van de bestuurlijke grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de entiteit die aan de aanbestedingsprocedure deelneemt, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de uitvoering van de concessie;

6)

twee exemplaren van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of er extra documenten bijvoegen.

5.

De door de inschrijvers verstrekte documenten moeten originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen zijn, zoals bepaald in het Wetboek bestuursrechtelijke procedure. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de concessieverlenende instantie zijn opgesteld.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten moeten worden ingediend samen met een vertaling in het Pools die door een beëdigde vertaler is gemaakt.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of een verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die na de uiterste datum voor indiening van inschrijvingen worden ingediend, worden ongeopend teruggestuurd naar de inschrijvers.

14)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum:

De inschrijvers moeten vóór de uiterste datum voor indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: duizend zloty en nul grosz) stellen.

AFDELING IV: ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De concessieverlenende instantie duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de voordeligste inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het Regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor aanbestedingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofvelden en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Staatsblad 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt aan de concessieverlenende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag kan worden geraadpleegd door andere entiteiten die een inschrijving indienen, samen met de inschrijvingen zelf en alle aanbestedingsstukken.

IV.2)   Aanvullende verduidelijkingen

Binnen 14 dagen na de bekendmaking van de aankondiging kan een geïnteresseerde entiteit de concessieverlenende autoriteit verzoeken om verduidelijking van de gedetailleerde specificaties van de aanbesteding. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de concessieverlenende autoriteit de verduidelijkingen in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en voor de winning van aardolie en aardgas in het aanbestedingsgebied “Gryfice” (“Pakiet danych geologicznych do postępowania przetargowego na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż. Obszar przetargowy “Gryfice””), dat beschikbaar is op de website van het ministerie van Klimaat en Milieu op het volgende adres: https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/piata-runda-przetargow-2021/

en bij

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [departement Geologie en Mijnbouwconcessies]

Ministerstwo Klimatu i Środowiska [ministerie van Klimaat en Milieu]

ul. Wawelska 52/54

00-922 Warszawa

POLEN

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


OVEREENKOMST

tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gryfice”, hierna “de overeenkomst” genoemd

gesloten te Warschau op … tussen:

de thesaurie, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna “de thesaurie” genoemd,

en

… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw” genoemd,

hierna afzonderlijk “een partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd,

waarvan de tekst als volgt luidt:

Artikel 1

1.

De thesaurie, als exclusieve eigenaar van de substraten van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten Świerzno, Karnice, Rewal en Brojce en de stedelijke/landelijke gemeenten Wolin, Kamień Pomorski, Dziwnów, Golczewo, Płoty, Trzebiatów en Gryfice in de provincie Zachodniopomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijnen die door de punten 1 tot en met 18 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

691 055,17

219 674,19

2

692 737,14

221 619,12

3

693 771,09

224 785,26

4

695 846,05

233 241,52

5

697 800,71

239 098,78

6

689 034,77

237 808,88

7

688 700,54

245 043,47

8

687 684,41

264 181,99

9

684 723,09

259 134,45

10

673 948,18

266 614,09

11

675 598,09

237 055,20

12

673 865,95

223 383,30

13

673 409,40

219 824,29

14

677 185,11

213 499,78

15

687 174,95

217 946,87

16

685 637,43

221 987,20

17

688 367,49

223 047,42

18

689 636,16

219 042,50

met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 23:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

19

679 335,20

223 870,95

20

679 746,86

224 268,31

21

679 040,45

224 478,55

22

678 251,69

224 485,63

23

678 251,81

224 056,04

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 5 000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gryfice”.

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de carboon- en permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden;

2)

in de rest van het gebied alle operaties en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de carboon- en permformaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 747,96 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie en aardgas, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Artikel 2

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Artikel 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van dertig jaar, bestaande uit vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de reden daarvoor.

Artikel 4

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw stelt de thesaurie schriftelijk in kennis van elke wijziging die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en adres of organisatievorm, een verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. De thesaurie kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen dertig dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Artikel 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke voorschriften, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Artikel 6

De thesaurie behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Artikel 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw betaalt aan de thesaurie de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het eerste jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;

b)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het tweede jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;

c)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het derde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;

d)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het vierde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;

e)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven:zloty) voor het vijfde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;

met inachtneming van de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding uiterlijk op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van de gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, zoals door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek aangekondigd in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk is aan nul, wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verliest voordat de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn verstreken is, moet de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren gegaan doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4, gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig punt 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verloren is gegaan. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, met name verplichtingen inzake de bescherming van aardolie- en aardgasvelden.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze “Gryfice”” (“Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gryfice””).

De betalingsdatum is de datum waarop de geldmiddelen op de bankrekening van de thesaurie worden bijgeschreven.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting worden onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wijzigt met als gevolg dat die activiteiten onderworpen worden aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

De thesaurie stelt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw schriftelijk in kennis van wijzigingen aan het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan de thesaurie worden betaald, ongeacht de inkomsten die de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht ontvangt.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verzendt binnen zeven dagen na de betalingsdatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding voor vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw naar de thesaurie.

Artikel 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw een investeringsbeslissing ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen dertig dagen vanaf de datum van die beslissing een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet is gesloten binnen dertig dagen na de datum van de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervalt het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Artikel 9

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van de thesaurie.

Artikel 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan de thesaurie, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen door overmacht.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of punt 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de thesaurie een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of punt 2, gespecificeerde termijn, verzoekt de thesaurie de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de uitstaande vergoeding te betalen binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat de thesaurie binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan de thesaurie de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor het vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de hele prospectie- en exploratiefase opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of kan de thesaurie de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van dertig dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen.

6.

Beëindiging van de overeenkomst gebeurt schriftelijk, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien de thesaurie de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, punt 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

De thesaurie behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door de thesaurie geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Artikel 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

thesaurie:

Ministerstwo Kimatu i Środowiska [ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;

2)

houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

(adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging aan de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke wijziging is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per koerier of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Artikel 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen in het kader van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, uit te voeren, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid te betrachten en die niet het gevolg was van een fout of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht stellen de partijen onmiddellijk alles in het werk om een plan van aanpak overeen te komen.

Artikel 13

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Artikel 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw van de thesaurie geen schadevergoedingen eisen voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Artikel 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van de thesaurie.

Artikel 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek en van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 17

De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Artikel 18

Wijzigingen aan de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Artikel 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw en twee exemplaren voor de thesaurie).

Thesaurie

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw


5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/28


Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2023/C 160/05)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Kartuzy”

AFDELING I:   RECHTSGROND

1.

Artikel 49h, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd)

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Staatsblad 2015, punt 1171).

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; speciale editie in het Pools: hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262)

AFDELING II:   EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat en Milieu

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449, Fax: +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III:   ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend:

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Kartuzy”, deel van concessieblok 49.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd:

Het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

709 648,50

467 438,93

2

709 994,91

434 842,34

3

737 770,93

435 133,01

4

737 259,22

467 502,29

5

720 361,13

467 514,79

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 900,35 km2. De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 5 000 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de cambrische, ordovicische en silurische formaties worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste negentig dagen na de datum van bekendmaking van de kennisgeving, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen:

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12:00 Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het Ministerie van Klimaat en Milieu, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze kennisgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan:

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke of, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen, als marktdeelnemer.

Het evaluatiecomité beoordeelt de ontvangen voorstellen op basis van de volgende criteria:

30 % –

toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties;

20 % –

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen;

20 % –

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 % –

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van geologische of mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 % –

technische capaciteiten voor de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied (inclusief 2 % voor het werkingsgebied van de samenwerking, wat betreft de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen, met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse-instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen die rekening houden met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en die kunnen worden toegepast in die omstandigheden);

5 % –

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie:

Bij het indienen van een inschrijving is het niet vereist om het recht op het gebruik van geologische informatie aan te tonen.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten:

De activiteiten in het kader van de concessie moeten binnen 14 dagen beginnen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties:

Geofysische onderzoeken van 100 km (lengte excitatielijn) met tweedimensionale (2D) seismische tests of van 50 km2 (winningsgebied) met driedimensionale (3D) seismische tests.

Boren van een boorgat tot een maximale diepte van 5 000 m (ware verticale diepte – TVD), met verplichte boring van prospectieve intervallen.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend:

De concessieperiode bedraagt dertig jaar, bestaande uit:

1)

een vijf jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend;

2)

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen:

De geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De geofysische activiteiten (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De uitvoering van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze kennisgeving bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik:

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Gryfice” [sic] gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 220 567,74 PLN (voluit geschreven: tweehonderdtwintigduizend vijfhonderdzevenenzestig zloty en vierenzeventig grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers:

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties, en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een milieuvergunning is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, met inbegrip van het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

16)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

de namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een zekerheid is gesteld;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de uitvoering van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum:

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: (duizend zloty) stellen.

AFDELING IV:   ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het Regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Staatsblad, 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende verduidelijkingen

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de kennisgeving kan een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit verzoeken om verduidelijking van de gedetailleerde specificaties van de aanbesteding. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de verduidelijkingen in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en voor de winning van aardolie en aardgas in het aanbestedingsgebied “Kartuzy” (“Pakiet danych geologicznych do postępowania przetargowego na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż. Obszar przetargowy “Kartuzy””), die beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat en Milieu op het volgende adres: https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/piata-runda-przetargow-2021/

en bij

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [departement Geologie en Mijnbouwconcessies]

Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu]

ul. Wawelska 52/54

00-922 Warschau

POLEN

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


OVEREENKOMSTtot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Kartuzy”, hierna “de overeenkomst” genoemd

gesloten te Warschau op… tussen:

het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. …, hierna “het Ministerie van Financiën” genoemd,

en

… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna elk afzonderlijk een “partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd, en luidende als volgt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten: Kolbudy, Przywidz, Stężyca, Chmielno, Sierakowice, Somonino, Przodkowo, Linia, Szemud, Wejherowo, Łęczyce en Luzino, de stedelijk-landelijke gemeenten Żukowo en Kartuzy en de steden Gdynia en Gdańsk in de provincie Pomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 5 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatensysteem onderling verbindt:

Nr.

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

709 648,50

467 438,93

2

709 994,91

434 842,34

3

737 770,93

435 133,01

4

737 259,22

467 502,29

5

720 361,13

467 514,79

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 5 000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Kartuzy”.

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de cambrische, ordovicische en silurische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de cambrische, ordovicische en silurische formaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 900,35 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

–   met inachtneming van de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze “Kartuzy”” (“Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Kartuzy””).

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen 7 dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.Zodra

de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.Als

het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

Ministerstwo Kimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;

2)

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

(adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/40


Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2023/C 160/06)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gorzów Wielkopolski S”

AFDELING I:   RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49h, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd)

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad, 2015, punt 1171)

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; Speciale editie in het Pools: Hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262)

AFDELING II:   EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat en Milieu

Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III:   ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend:

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gorzów Wielkopolski S”, deel van concessieblok 183.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd:

Het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Nr.

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

549 450,19

244 711,63

2

546 785,65

241 113,57

3

540 242,75

241 894,16

4

540 873,53

247 572,85

5

546 430,59

247 861,28

6

547 712,18

259 199,82

7

540 414,53

256 580,45

8

531 745,15

262 931,15

9

531 753,26

263 057,74

10

521 496,05

262 559,19

11

521 556,67

262 436,44

12

521 365,66

247 695,31

13

528 872,38

239 725,61

14

528 621,24

236 900,92

15

527 049,18

228 863,08

16

540 948,98

229 635,49

17

547 125,25

229 978,70

18

550 209,91

230 150,11

met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 26:

Nr.

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

19

537 338,87

235 938,86

20

537 381,70

235 451,89

21

537 161,68

235 262,61

22

536 191,17

234 978,91

23

535 945,30

236 140,79

24

536 032,11

236 456,84

25

536 631,59

236 671,44

26

537 053,67

236 400,94

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 691,38 km2. De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 4 000 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de permformatie worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste 90 dagen na de datum van bekendmaking van de mededeling, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen:

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12:00 Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het Ministerie van Klimaat en Milieu, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze kennisgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan:

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als marktdeelnemer, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Het evaluatiecomité beoordeelt de ontvangen voorstellen op basis van de volgende criteria:

30 % –

toepassingsgebied en planning van de voorgestelde geologische werkzaamheden, met inbegrip van de geologische of mijnbouwoperaties;

20 % –

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen.

20 % –

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 % –

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 % –

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied (inclusief 2 % voor het werkingsgebied van de samenwerking, wat betreft de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen, met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse- instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen die rekening houden met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en die kunnen worden toegepast in die omstandigheden);

5 % –

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie:

Bij het indienen van een inschrijving is het niet vereist om het recht op het gebruik van geologische informatie aan te tonen.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten:

De activiteiten in het kader van de concessie moeten binnen 14 dagen beginnen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties:

Geofysische onderzoeken van 80 km (lengte excitatielijn) met tweedimensionale (2D) seismische tests of van 50 km2 (winningsgebied) met driedimensionale (3D) seismische tests.

Boren van een boorgat tot een maximale diepte van 4 000 m (ware verticale diepte – TVD), met verplichte boring van prospectieve intervallen.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend:

De concessieperiode bedraagt 30 jaar, bestaande uit:

1)

een 5 jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend;

2)

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen:

De geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De geofysische activiteiten (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De tenuitvoerlegging van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze mededeling bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik:

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Gorzów Wielkopolski S” gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 169 374,27 PLN (voluit geschreven: honderdnegenenzestigduizend driehonderdvierenzeventig zloty en zevenentwintig grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers:

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een besluit inzake milieuomstandigheden is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

17)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een deposito is gestort;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum:

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: (voluit geschreven: duizend zloty) stellen.

AFDELING IV:   ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het Regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad, 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende verduidelijkingen:

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de aankondiging kan een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit verzoeken om verduidelijking van de gedetailleerde specificaties van de aanbesteding. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de verduidelijkingen in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en voor de winning van aardolie en aardgas in het aanbestedingsgebied “Gorzów Wielkopolski S” (“Pakiet danych geologicznych do postępowania przetargowego na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż. Obszar przetargowy “Gorzów Wielkopolski S”), die beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat en Milieu op het volgende adres: https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na- koncesje-na-poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/piata-runda-przetargow- 2021/

en bij:

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [departement Geologie en mijnbouwconcessies]

Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu]

ul. Wawelska 52/54

54 00-922 Warschau

POLEN

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


OVEREENKOMST

tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gorzów Wielkopolski S”, hierna “de overeenkomst” genoemd

gesloten te Warschau op … tussen:

het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna “het Ministerie van Financiën” genoemd,

en

… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna afzonderlijk “een partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd,

waarvan de tekst als volgt luidt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten Lubiszyn, Bogdaniec, Deszczno, Santok, Krzeszyce en Bledzew, de stedelijke/landelijke gemeente Witnica, Lubniewice en Skwierzyna, en de stad Gorzów Wielkopolski in de provincie Lubuskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 18 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

549 450,19

244 711,63

2

546 785,65

241 113,57

3

540 242,75

241 894,16

4

540 873,53

247 572,85

5

546 430,59

247 861,28

6

547 712,18

259 199,82

7

540 414,53

256 580,45

8

531 745,15

262 931,15

9

531 753,26

263 057,74

10

521 496,05

262 559,19

11

521 556,67

262 436,44

12

521 365,66

247 695,31

13

528 872,38

239 725,61

14

528 621,24

236 900,92

15

527 049,18

228 863,08

16

540 948,98

229 635,49

17

547 125,25

229 978,70

18

550 209,91

230 150,11

met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 26:

Punt

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

19

537 338,87

235 938,86

20

537 381,70

235 451,89

21

537 161,68

235 262,61

22

536 191,17

234 978,91

23

535 945,30

236 140,79

24

536 032,11

236 456,84

25

536 631,59

236 671,44

26

537 053,67

236 400,94

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 4 000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gorzów Wielkopolski S”.

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de formaties uit het perm.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 691,38 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel, adres of organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen dertig dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

met inachtneming van de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4, gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig punt 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen dertig dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze “Gorzów Wielkopolski S”” (“Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Gorzów Wielkopolski S”).

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting worden onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen dertig dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen dertig dagen na het investeringsbesluit waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervalt het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of punt 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of punt 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van dertig dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, punt 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

 

Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;

2)

houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

(adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, uit te voeren, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/52


Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

(2023/C 160/07)

Openbare aanbesteding voor een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Siedlce W”

AFDELING I:   RECHTSGRONDSLAG

1.

Artikel 49h, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd)

2.

Verordening van het kabinet van 28 juli 2015 inzake de openbare aanbesteding voor concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, en de concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad, 2015, punt 1171)

3.

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; Speciale editie in het Pools: Hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262)

AFDELING II:   EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN

Naam: Ministerie van Klimaat en Milieu

Postadres: ul. Wawelska 52/54 00-922 Warschau, Polen

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460

Website: www.gov.pl/web/klimat

AFDELING III:   ONDERWERP VAN DE PROCEDURE

1)   Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend:

Concessie voor de prospectie en de exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Siedlce W”, deel van concessieblokken 216, 217, 236 en 237.

2)   Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd:

Het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt, wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:

Nr.

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

508 667,07

687 397,04

2

508 667,07

722 038,06

3

474 026,06

722 038,06

4

474 026,06

687 397,04

De oppervlakte van de verticale projectie van het gebied dat onder deze aanbestedingsprocedure valt is 1 200,00 km2. De onderste grens van het gebied ligt op een diepte van 3 500 m onder de oppervlakte.

Het doel van de werkzaamheden die in de cambrische, ordovicische en silurische formaties worden uitgevoerd, is voor het hierboven omschreven gebied vast te stellen waar zich aardolie- en aardgasbronnen bevinden en daaruit aardolie en aardgas te winnen.

3)   Tijdlimiet, ten minste 90 dagen na de datum van bekendmaking van de mededeling, en plaats voor de indiening van de inschrijvingen:

De inschrijvingen moeten uiterlijk om 12:00 Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend op het hoofdkantoor van het Ministerie van Klimaat en Milieu, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze kennisgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4)   Gedetailleerde specificaties van de aanbesteding, met inbegrip van de evaluatiecriteria en een specificatie van hun wegingsfactor, waarbij ervoor wordt gezorgd dat aan de in artikel 49k van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 genoemde voorwaarden is voldaan:

Inschrijvingen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek, als onafhankelijke, of als marktdeelnemer, indien meerdere entiteiten gezamenlijk een aanvraag voor de concessie indienen.

Het evaluatiecomité beoordeelt de ontvangen voorstellen op basis van de volgende criteria:

30 % –

toepassingsgebied en planning van de voorgestelde geologische werkzaamheden, met inbegrip van de geologische of mijnbouwoperaties;

20 % –

toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen.

20 % –

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

20 % –

de voorgestelde technologie voor de uitvoering van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van mijnbouwoperaties, waarbij innovatieve elementen worden gebruikt die voor dit project zijn ontwikkeld;

5 % –

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied (inclusief 2 % voor het werkingsgebied van de samenwerking, wat betreft de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen, met wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de geologie van Polen, en van analyse- instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen die rekening houden met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en die kunnen worden toegepast in die omstandigheden);

5 % –

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming.

Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.

5)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische informatie:

Bij het indienen van een inschrijving is het niet vereist om het recht op het gebruik van geologische informatie aan te tonen.

Bij het begin van de winningsfase moet de inschrijver een verbintenis afgeven ten bewijze van het bestaan van het recht om geologische informatie te gebruiken voor zover dat nodig is voor zijn activiteiten.

6)   Startdatum van de activiteiten:

De activiteiten in het kader van de concessie moeten binnen 14 dagen beginnen, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

7)   Minimaal toepassingsgebied van de geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties:

Geofysische onderzoeken van 150 km (lengte excitatielijn) met tweedimensionale (2D) seismische tests of van 50 km2 (winningsgebied) met driedimensionale (3D) seismische tests.

Boren van een boorgat tot een maximale diepte van 3 500 m (ware verticale diepte – TVD), met verplichte boring van prospectieve intervallen.

8)   Periode waarvoor de concessie wordt toegekend:

De concessieperiode bedraagt 30 jaar, bestaande uit:

1)

een 5 jaar durende prospectie- en exploratiefase, ingaande op de datum waarop de concessie wordt verleend;

2)

een 25 jaar durende winningsfase, ingaande op de datum waarop het investeringsbesluit wordt verkregen.

9)   Specifieke voorwaarden voor de uitvoering van de activiteiten en het garanderen van de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de milieubescherming en het rationele beheer van bronnen:

De geofysische onderzoeken beginnen binnen 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De geofysische activiteiten (het boren van de boorgaten) beginnen binnen 42 maanden na de dag van de definitieve inwerkingtreding van het concessiebesluit.

De tenuitvoerlegging van het werkprogramma van de concessie mag geen afbreuk doen aan de rechten van de landeigenaren en neemt niet weg dat andere wettelijke bepalingen moeten worden nageleefd, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en de bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieubescherming, landbouwgronden en bossen, natuur, waterlopen en afval.

Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor aardolie- en aardgasbronnen.

10)   Modelovereenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

De modelovereenkomst wordt als bijlage bij deze mededeling bijgevoegd.

11)   Informatie over het bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik:

Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied “Gryfice” [sic] gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 293 976,00 PLN (voluit geschreven: tweehonderddrieënnegentigduizend negenhonderdzesenzeventig zloty en nul grosz) per jaar.

Gedetailleerde betalingsvoorwaarden kunnen in de in punt 10 genoemde bijlage worden gevonden.

12)   Informatie betreffende de vereisten voor inschrijvingen en vereiste documenten van inschrijvers:

1.

In de inschrijvingen moet het volgende worden vermeld:

1)

naam (handelsnaam) en statutaire zetel van de inschrijver;

2)

onderwerp van de inschrijving, samen met een omschrijving van het gebied dat voor de concessie is aangewezen en waarvoor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet worden vastgesteld;

3)

de periode waarvoor de concessie wordt toegekend, de duur van de prospectie- en exploratiefase en de startdatum van de activiteiten;

4)

het doel, het toepassingsgebied en de aard van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties en informatie over de uit te voeren werkzaamheden om het beoogde doel te bereiken, alsook de te gebruiken technologieën;

5)

een tijdschema, uitgesplitst in jaren, voor geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, en het toepassingsgebied van dergelijke werkzaamheden;

6)

het toepassingsgebied en het tijdschema van de verplichte verzameling van monsters tijdens geologische operaties, zoals boorkernen, als bedoeld in artikel 82, lid 2, tweede alinea, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek;

7)

rechten van de inschrijver met betrekking tot onroerende goederen in het gebied waarin de bedoelde activiteiten dienen te worden uitgevoerd, of het door die entiteit verzochte recht voor de oprichting ervan;

8)

een lijst van alle gebieden die in natuurbeschermingsstelsels zijn opgenomen; deze vereiste geldt niet voor projecten waarvoor een besluit inzake milieuomstandigheden is vereist;

9)

de manier waarop de schadelijke gevolgen voor het milieu door de voorgenomen activiteiten moeten worden tegengegaan;

10)

het toepassingsgebied van de geologische informatie ter beschikking van de inschrijver;

11)

ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming;

12)

technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied;

13)

financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering;

14)

de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties;

15)

het voorgestelde bedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw; dit bedrag mag niet lager zijn dan het in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure gespecificeerde bedrag;

17)

indien meerdere entiteiten gezamenlijk inschrijven, moeten de volgende aanvullende gegevens worden verstrekt:

a)

namen (handelsnamen) en statutaire zetels van alle inschrijvende entiteiten;

b)

de exploitant;

c)

de verdeelsleutel voor de kosten van geologische werkzaamheden, waaronder geologische operaties, als voorgesteld in de samenwerkingsovereenkomst.

2.

De inschrijvingen in het kader van een aanbestedingsprocedure moeten voldoen aan de in de bekendmaking van de aanbestedingsprocedure vastgestelde vereisten en voorwaarden.

3.

De volgende documenten moeten bij de inschrijvingen worden bijgevoegd:

1)

bewijs van in de inschrijving beschreven omstandigheden, met name uittreksels uit de relevante registers;

2)

bewijs dat een deposito is gestort;

3)

een kopie van het besluit ter bevestiging van het positieve resultaat van een kwalificatieprocedure, als voorzien in artikel 49a, lid 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek;

4)

grafische bijlagen, opgesteld overeenkomstig de vereisten voor mijnbouwkaarten, met weergave van de administratieve grenzen van het land;

5)

schriftelijke verbintenissen om technische hulpbronnen beschikbaar te stellen voor de inschrijvende entiteit, indien technische hulpbronnen van andere entiteiten worden gebruikt bij de tenuitvoerlegging van de concessie;

6)

twee kopieën van het projectdossier van de geologische operaties.

4.

Inschrijvers mogen op eigen initiatief aanvullende gegevens verstrekken in hun inschrijving of hierbij extra documenten voegen.

5.

De door inschrijvers verstrekte documenten zijn, zoals bepaald in het wetboek bestuursprocesrecht, originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van originelen. Deze vereiste geldt niet voor afschriften van documenten die bij de inschrijvingen moeten worden gevoegd en die door de uitbestedende autoriteit zijn gecreëerd.

6.

Niet in het Pools opgestelde documenten worden samen met een Poolse vertaling door een beëdigde vertaler ingediend.

7.

Inschrijvingen worden ingediend in een verzegelde envelop of verzegelde verpakking waarop de naam (handelsnaam) van de inschrijver alsook het onderwerp van de aanbestedingsprocedure worden vermeld.

8.

Inschrijvingen die worden ingediend na het verstrijken van de termijn voor de indiening, worden ongeopend teruggestuurd.

13)   Informatie over de wijze van zekerheidstelling, het bedrag van de zekerheid en de betalingsdatum:

De inschrijvers moeten vóór het einde van de termijn voor de indiening van de inschrijvingen een zekerheid van 1 000 PLN (voluit geschreven: (voluit geschreven: duizend zloty) stellen.

AFDELING IV:   ADMINISTRATIEVE INFORMATIE

IV.1)   Evaluatiecomité

De uitbestedende autoriteit duidt een evaluatiecomité aan om de aanbestedingsprocedure te organiseren en de meest voordelige inschrijving te selecteren. De samenstelling en het reglement van orde van het comité worden geregeld bij het Regeringsdecreet van 28 juli 2015 voor inschrijvingsprocedures inzake concessies voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen, alsmede concessies voor de winning van koolwaterstoffen (Pools Wettenblad, 2015, punt 1171). Het evaluatiecomité legt de uitbestedende autoriteit een verslag over de aanbestedingsprocedure voor ter goedkeuring. Dit verslag is raadpleegbaar door andere inschrijvende entiteiten, samen met de inschrijvingen zelf en alle daarmee verband houdende documenten.

IV.2)   Aanvullende verduidelijkingen:

Binnen 14 dagen na de publicatiedatum van de aankondiging kan een geïnteresseerde entiteit de uitbestedende autoriteit verzoeken om verduidelijking van de gedetailleerde specificaties van de aanbesteding. Binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek publiceert de uitbestedende autoriteit de verduidelijkingen in het Biuletyn Informacji Publicznej (Openbaar informatiebulletin) op de pagina van de desbetreffende aan die autoriteit ondergeschikte overheidsdienst.

IV.3)   Aanvullende informatie

Volledige informatie over het gebied waarop deze aanbestedingsprocedure betrekking heeft, is door de Poolse geologische dienst verzameld in het Geologisch datapakket voor de aanbestedingsprocedure voor de prospectie en exploratie van olie- en aardgasbronnen en voor de winning van aardolie en aardgas in het aanbestedingsgebied “Siedlce W” (“Pakiet danych geologicznych do postępowania przetargowego na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż. Obszar przetargowy “Siedlce W””), die beschikbaar is op de website van het Ministerie van Klimaat en Milieu op het volgende adres: https://bip.mos.gov.pl/koncesje-geologiczne/przetargi-na-koncesje-na- poszukiwanie-rozpoznawanie-i-wydobywanie-weglowodorow/piata-runda-przetargow-2021/

en bij:

Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [departement Geologie en mijnbouwconcessies]

Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu] ul. Wawelska 52/54

54 00-922 Warschau

POLEN

Tel. +48 223692449

Fax +48 223692460


Overeenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Siedlce W”, hierna “de overeenkomst” genoemd

gesloten te Warschau op… tussen:

het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna “het Ministerie van Financiën” genoemd),

en

… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna “de houder van het recht van vruchtgebruik” genoemd,

hierna elk afzonderlijk een “partij” of gezamenlijk “de partijen” genoemd, en luidende als volgt:

Afdeling 1

1.

Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten: Korytnica, Wierzbno, Liw, Grębków, Sokołów Podlaski, Bielany, Dobre, Jakubów, Cegłów, Kotuń, Mokobody, Siedlce, Skórzec, Suchożebry, Wiśniew en Wodynie, de stedelijk-landelijke gemeenten Kałuszyn en Mrozy, en de steden Sokołów Podlaski, Węgrów en Siedlce in de provincie Mazowieckie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 4 met de volgende coördinaten in het coördinatensysteem PL-1992 onderling verbindt:

Nr.

X [PL-1992]

Y [PL-1992]

1

508 667,07

687 397,04

2

508 667,07

722 038,06

3

474 026,06

722 038,06

4

474 026,06

687 397,04

stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 3 500 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Siedlce W”.

2.

Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.

3.

De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:

1)

in de cambrische, ordovicische en silurische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,

2)

in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de cambrische, ordovicische en silurische formaties.

4.

De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 1 200,00 km2.

5.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.

Afdeling 2

De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.

Afdeling 3

1.

De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.

2.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.

3.

Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.

Afdeling 4

De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.

Afdeling 5

Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.

Afdeling 6

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 7

1.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):

a)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

b)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

c)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

d)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

e)

PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;

–   met inachtneming van de bepalingen van punt 2.

2.

Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.

3.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.

4.

Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.

5.

Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.

6.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.

7.

De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: “Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze “Siedlce W” (”Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied “Siedlce W”).

De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.

8.

De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.

9.

Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.

10.

De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.

11.

De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen 7 dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.

Afdeling 8

1.

Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.

2.

Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.

Afdeling 9

De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 10

1.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.

2.

Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.

3.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.

4.

Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.

5.

De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.

6.

De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.

7.

De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.

8.

Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.

Afdeling 11

1.

De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:

1)

Ministerie van Financiën:

Ministerstwo Kimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;

2)

Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:

(adres).

2.

De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.

3.

Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.

4.

Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.

Afdeling 12

1.

De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder “overmacht” wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.

2.

In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.

Afdeling 13

De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.

Afdeling 14

Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.

Afdeling 15

Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.

Afdeling 16

Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.

Afdeling 17

De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.

Afdeling 18

Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.

Afdeling 19

De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).

Ministerie van Financiën

Houder van het recht van vruchtgebruik


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/63


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.11111 – UBS / CREDIT SUISSE)

(Voor de EER relevante tekst)

(2023/C 160/08)

1.   

Op 26 april 2023 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

UBS Group AG (“UBS”, Zwitserland);

Credit Suisse Group AG (“Credit Suisse”, Zwitserland).

UBS en Credit Suisse zullen een volledige fusie in de zin van artikel 3, lid 1, punt a), van de concentratieverordening aangaan.

De concentratie komt tot stand door middel van een fusieovereenkomst waarbij Credit Suisse opgaat in UBS. UBS wordt de overlevende entiteit.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

UBS is een in Zwitserland opgerichte multinationale investeringsbank en financiëledienstverlener die in dat land ook zijn hoofdkantoor heeft, maar wereldwijd actief is. De activiteiten van UBS omvatten vermogensbeheer, activabeheer, beleggingsbankdiensten en retail- en zakelijk bankieren;

Credit Suisse is een in Zwitserland opgerichte multinationale investeringsbank en financiëledienstverlener die in dat land ook zijn hoofdkantoor heeft, maar wereldwijd actief is. De activiteiten van Credit Suisse omvatten vermogensbeheer, activabeheer, beleggingsbankdiensten en retail- en zakelijk bankieren.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet steeds worden vermeld:

M.11111 – UBS / CREDIT SUISSE

Opmerkingen kunnen per e-mail of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/65


Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2023/C 160/09)

Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

“LOS PEDROCHES”

EU-nr.: PDO-ES-0506-AM02 – 29.7.2021

BOB (X) BGA ( )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Consejo Regulador de la Denominación de Origen Protegida “Los Pedroches” [regelgevende raad voor de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”]

C/ Pozoblanco No 3, 14440 Villanueva de Córdoba (Córdoba), Spanje

Tel. +34 957121084; fax: +34 957121084

E-mail: informacion@jamondolospedroches.es

De regelgevende raad van de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) “Los Pedroches” is een organisatie zonder winstoogmerk die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat — het regionale ministerie van Landbouw en Visserij van Andalusië (2) — bij besluit van 30 januari 1998 is erkend als beheersinstantie van de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”, en valt onder het huidige reglement, dat is vastgesteld bij besluit van het regionale ministerie van 12 februari 2018. De raad vertegenwoordigt de marktdeelnemers die betrokken zijn bij de productie van het product met de BOB, huldigt de beginselen van democratie en vertegenwoordiging van de economische en sectorale belangen in het kader van de BOB en besteedt bijzondere aandacht aan minderheden, waarbij hij de verschillende belangen gelijkelijk vertegenwoordigt. De regelgevende raad heeft bijgevolg de rechtsbevoegdheid om deze wijzigingsaanvraag in te dienen overeenkomstig de nationale wetgeving, in het bijzonder artikel 13, lid 2, punt a), van wet nr. 2/2011 van de regering van Andalusië van 25 maart 2011 inzake visserij en voedselkwaliteit.

2.   Lidstaat of derde land

Spanje

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overig [controle van de naleving van het productdossier en wettelijke voorschriften]

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5.   Wijziging(en)

Op 12 januari 2014 trad in Spanje Koninklijk Besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014 houdende goedkeuring van de kwaliteitsnorm voor Iberisch vlees en Iberische ham, schouder en lende (hierna “kwaliteitsnorm” of “Iberische kwaliteitsnorm” genoemd) in werking, waarbij het eerdere Koninklijk Besluit nr. 1469/2007 van 2 november 2007 met dezelfde titel werd ingetrokken en vervangen. Deze kwaliteitsnorm normaliseert de sector via verplichte vereisten voor Iberische varkensproducten waarvoor de daarin gereguleerde benamingen worden gebruikt, zoals het geval is voor hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches”.

Wij verzoeken om wijziging van de volgende rubrieken van het productdossier van de BOB: “Beschrijving van het product”, “Geografisch gebied”, “Bewijs van oorsprong”, “Werkwijze voor het verkrijgen van het product”, “Verband” en “Etikettering” om die punten af te stemmen op de huidige eisen van de Iberische kwaliteitsnorm wat betreft de omstandigheden waaronder de varkens worden gehouden, het ras waarvan de producten afkomstig zijn en de verkoopbenamingen van de producten, alsmede om de marktdeelnemers een volledig document ter beschikking te kunnen stellen. Voorts zijn alle verwijzingen naar Koninklijk Besluit nr. 1469/2007 van 2 november 2007 vervangen door verwijzingen naar Koninklijk Besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014.

Ondanks deze wijzigingen zijn de voorwaarden van het oorspronkelijke productdossier van de BOB, die restrictiever zijn dan die van de kwaliteitsnorm, gehandhaafd, met name wat betreft het houden van de varkens (voornamelijk hun voeding en lichaamsbeweging) en het minimale percentage genetische zuiverheid van de Iberische varkens, die de grondstof de essentiële kenmerken verlenen die nodig zijn voor de productie van unieke en onderscheidende producten zoals de hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches”.

Andere wijzigingen die niet voortvloeien uit wijzigingen in de Iberische kwaliteitsnorm zijn aangevraagd op initiatief van de regelgevende raad en hebben hoofdzakelijk betrekking op het productieproces. Deze wijzigingen worden op verschillende plaatsen in dit document gemotiveerd.

5.1.   Beschrijving van het product

1.

Het oorspronkelijke productdossier bood de mogelijkheid om voor de productie van onder de BOB vallende hammen en schouders gebruik te maken van varkens die voor ten minste 75 % tot het Iberische ras behoren (zoals vastgesteld bij het inmiddels ingetrokken Koninklijk Besluit nr. 1469/2007 van 2 november 2007). Hoewel de huidige Iberische kwaliteitsnorm (vastgesteld bij Koninklijk Besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014) nog steeds toestaat dat de varkens die worden gebruikt voor de productie van als “Iberisch” op de markt gebrachte hammen en schouders, voor 75 % tot het Iberische ras behoren, komen overeenkomstig het productdossier alleen de deelstukken van 100 % genetisch zuivere varkens van het Iberische ras in aanmerking voor de BOB. Daarom is de mogelijkheid om gebruik te maken van varkens die zijn gekruist met varkens van andere, niet-inheemse rassen geschrapt.

De volgende beschrijving in het oorspronkelijke productdossier (punt B.2, “In aanmerking komende rassen”):

De enige varkens die geschikt zijn om de deelstukken te leveren die worden verwerkt tot de hammen en schouders met de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”, zijn varkens van het Iberische ras, van welk type ook, die voor ten minste 75 % tot het Iberische ras behoren en voor ten hoogste 25 % tot de rassen Duroc en Duroc Jersey, zoals vereist bij Koninklijk Besluit nr. 1469/2007 van 2 november 2007 tot vaststelling van de kwaliteitsnorm voor Iberisch vlees en Iberische ham, schouderham en lende, of bij de handeling waardoor dat besluit wordt vervangen […]

is vervangen door de volgende formulering in het nieuwe productdossier:

De enige varkens die geschikt zijn om de deelstukken te leveren die worden verwerkt tot de hammen en schouders met de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”, zijn 100 % tot het Iberische ras behorende varkens, in overeenstemming met Koninklijk Besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014 tot vaststelling van de kwaliteitsnorm voor Iberisch vlees en Iberische ham, schouderham en lende, […]

In het enig document is de volgende alinea geschrapt uit punt 4.2, “Beschrijving” (oud formulier of oude samenvatting):

“De dieren die geschikt zijn om de deelstukken te leveren die worden verwerkt tot de hammen en schouders met de beschermde oorsprongsbenaming, zijn varkens van het Iberische ras, van welk type ook. Varkens die voor ten minste 75 % tot het Iberische ras behoren en voor ten hoogste 25 % tot de rassen Duroc en Duroc Jersey, komen in aanmerking, mits zij afkomstig zijn van raszuivere Iberische zeugen, zoals bepaald bij koninklijk besluit nr. 1469/2007 van 2 november 2007.”

Reden:

Deze wijziging, waarbij gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om in het productdossier strengere eisen vast te stellen dan in de algemene wetgeving, heeft tot doel de onder de BOB vallende productie te beperken tot producten van de hoogste handelskwaliteit in de sector. Het Iberische varken (een inheemse soort van het Iberisch schiereiland) is een voor de veeteelt gebruikt ras dat vlees oplevert met een hoog gehalte aan vetmarmering en een intense geur en smaak, en dat perfect is aangepast aan het klimaat en de leefomstandigheden op de dehesa (voor Midden- en Zuid-Spanje kenmerkende boomrijke weiden bestaande uit kruidenrijk grasland waarop runderen, geiten en schapen grazen, met bomen van het geslacht Quercus (eik), zoals de steeneik (Quercus ilex sp. ballota; hierna steeds “dehesa’s” genoemd). De consumenten, die het unieke karakter van “Iberische” hammen en schouders erkennen, worden zich steeds meer bewust van de verschillende handelsklassen die zijn ingedeeld op basis van de genetische zuiverheid van de varkens en hun voeding, en hebben een voorkeur voor producten van 100 % Iberische varkens. Bovendien zal deze wijziging bijdragen tot het behoud van de zuiverheid van het Iberische ras.

2.

De volgende eis ten aanzien van de varkens waarvan de deelstukken geschikt zijn om te worden verwerkt tot de hammen en schouders met de BOB, zoals opgenomen in het oorspronkelijke productdossier (punt B.2, “In aanmerking komende rassen”):

“Alle fasen van het leven van de dieren, vanaf hun geboorte tot op het ogenblik waarop het afmesten wordt beëindigd, moeten worden doorlopen in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied.”

is vervangen door de volgende eis:

“Alle productiefasen moeten worden doorlopen in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied.”

Bijgevolg is de volgende alinea (punt D.1, “Herkomst, markering en controle van de dieren”) van het productdossier:

“De varkens verblijven hun hele leven, vanaf hun geboorte tot en met het afmesten, en worden gedood, in varkenshouderijen die zijn ingeschreven in de registers van de regelgevende raad van de BOB “Los Pedroches”, en bijgevolg in het productiegebied van deze BOB.”

vervangen door:

“Elke productiefase die de varkens doorlopen, vindt plaats en wordt afgerond in varkenshouderijen die zijn ingeschreven in de registers van de regelgevende raad van de BOB “Los Pedroches”, en bijgevolg in het productiegebied van deze BOB.”

Ten slotte heeft deze wijziging ook gevolgen voor de volgende punten van de samenvatting: 4.2, “Beschrijving” (uit hoofde waarvan “alle fasen van het leven van de dieren, vanaf hun geboorte tot op het ogenblik waarop het afmesten wordt beëindigd, moeten worden doorlopen in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied”), 4.3, “Geografisch gebied” (uit hoofde waarvan “de varkens […] worden geboren, gehouden en afgemest” in het afgebakende gebied) en 4.4, “Bewijs van oorsprong” (uit hoofde waarvan “alle levensfasen van het varken, van de geboorte en het opfokken tot het afmesten van het dier, [plaatsvinden] in het afgebakende gebied”). In plaats daarvan wordt nu in punt 3.4 van het nieuwe enig document (“Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden) bepaald dat het om de volgende onderdelen gaat:

“Alle stadia van het productieproces vinden plaats in het geografische gebied. De stadia bestaan uit:

het opfokken en het afmesten van het dier, waarvan de poten worden gebruikt voor de vervaardiging van het betrokken product;

het slachten van het dier en het uitsnijden van het vlees.

Alle stadia van de verwerking, te weten: doorzouten, wassen, laten rusten, drogen-rijpen en rijpen in rijpingscellen.”

Reden:

Volgens de oorspronkelijke formulering van het productdossier moesten niet alleen alle productiefasen voor de hammen en schouders in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden, maar moesten ook de varkens die de grondstof voor het product leveren (de karkassen, met name de voor- en achterpoten) in het afgebakende geografische gebied zijn geboren. Deze fase was niet opgenomen in het oorspronkelijke ontwerp van het Besluit van het regionale ministerie van Landbouw en Visserij van 30 januari 1998 tot goedkeuring van de regeling betreffende de oorsprongsbenaming “Los Pedroches” en de regelgevende raad daarvan, dat op 21 februari 1998 is bekendgemaakt in het Boletín Oficial de la Junta de Andalucía (officiële publicatieblad van de regering van Andalusië) en waarvan artikel 5 bepaalt:

“Het productiegebied waar de varkens worden opgefokt en afgemest waarvan de poten worden gebruikt voor de productie van hammen en schouders met de oorsprongsbenaming “Los Pedroches”, bestaat uit de dehesa’s waar steeneiken, kurkeiken en Quercus lusitanica groeien [...]”

De aangevraagde wijziging heeft betrekking op de productiefasen (in plaats van de levensfasen van de dieren), beperkt de uitvoering van deze fasen tot het afgebakende geografische gebied en schrapt de — technisch ongerechtvaardigde — beperking inzake de geboorteplaats van de varkens.

Zoals toegelicht in het punt “Geografische gebied” van het productdossier of in het punt “Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden” van het enig document, moeten het opfokken en afmesten van de varkens, plus alle productiefasen, plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied.

De geboorte van de biggen is in dit verband een levensfase van het dier (volgens de insteek van het oorspronkelijke productdossier), maar geen productiefase van de hammen en schouders met de BOB. Dit wordt ook ondersteund door het feit dat deze biggen kunnen worden gebruikt voor andere doeleinden dan de slacht om te worden verwerkt tot producten met de BOB (zo kunnen ze worden geconsumeerd als geroosterd speenvarken), evenals door het feit dat de geboorteplaats geen invloed heeft op de genetische eis waaraan de varkens moeten voldoen voor de BOB (100 % Iberisch ras).

Bovendien is — zoals toegelicht in de rubriek over het verband — de wijze waarop de varkens worden gehouden, met name het rondscharrelen tijdens de afmestperiode na het spenen (met nadruk op het belang van de dehesa-weiden voor het rantsoen van de varkens), belangrijk voor de totstandkoming van het eindproduct en bepalend voor de kenmerken ervan. De geboorteplaats van de varkens is evenwel niet van belang voor de vervaardiging van het product en heeft geen invloed op de kwaliteit ervan.

Voorts komt dr. Vicente Rodríguez Estévez, verbonden aan de vakgroep Dierlijke Producten van de Universiteit van Córdoba, in zijn technische studie Report on the irrelevance of the place of birth and of the rearing system on the final quality of the pigs covered by the “Los Pedroches” PDO (rapport over de irrelevantie van de geboorteplaats en de wijze van opfokken voor de eindkwaliteit van de varkens die onder de BOB “Los Pedroches” vallen), ondersteund door bestaande literatuur, onder meer tot de conclusie dat de eis dat de varkens moeten zijn geboren in het afgebakende geografische gebied “niet technisch is onderbouwd aan de hand van de kwaliteitskenmerken van het eindproduct, en heeft de geboorteplaats geen invloed op die kenmerken; die kenmerken hangen daarentegen in hoge mate af van het voedsel dat het varken in de laatste twee tot drie maanden van zijn leven binnenkrijgt, d.w.z. de grassen en eikels die door de fysieke omgeving van Los Pedroches en de aangrenzende gebieden worden beïnvloed.”

De afschaffing van de eis dat de varkens in het geografische gebied moeten zijn geboren is ook gerechtvaardigd met het oog op de instandhouding van de biologische en ecologische waarde van de dehesa. Wanneer de Iberische varkens in hun eerste levensfase buiten de traditionele dehesa-varkenshouderijen worden gehouden, worden daarmee de negatieve milieueffecten vermeden die de fokkers, die van oudsher in een klein dehesa-gebied actief zijn, op deze locatie zouden veroorzaken wanneer zij de dieren wel op de dehesa zouden houden, terwijl dat geen voordelen oplevert in de vorm van dieren van hogere kwaliteit of met specifiekere kenmerken. Voorts moet in aanmerking worden genomen dat het fokken van biggen aanzienlijk is geïntensiveerd en geprofessionaliseerd, waardoor de veestapel te groot is geworden en — naast andere schadelijke gevolgen voor de dehesa — te veel mest produceert, met als gevolg dat de gezondheid van de bodem en de bomen van de dehesa wordt aangetast.

Tot slot zal de afschaffing van deze eis bijdragen aan het terugdringen van de inteelt onder de varkens waarmee het beschermde product wordt gemaakt, die het gevolg is van de kleinschalige productie van biggen in traditionele varkenshouderijen en een beperkt aantal fokkers en afbreuk kan doen aan de efficiëntie van het productieproces en zelfs aan de kwaliteit van het eindproduct. De belangrijkste gevolgen ervan zijn lagere geboorte- en groeicijfers en het ontstaan van misvormingen, wat leidt tot een lagere ovulatie bij zeugen en een hogere prenatale sterfte, waardoor het risico toeneemt dat de soort uitsterft.

3.

Uit hoofde van de huidige Iberische kwaliteitsnorm is de klasse “Recebo” voor hammen en schouders geschrapt, en het productdossier en het enig document zijn dienovereenkomstig gewijzigd.

De volgende kwaliteitsklasse is derhalve geschrapt uit het productdossier (punt B.3, “Kwaliteitsklassen voor deelstukken”):

“—

Iberische hammen en schouders “Recebo” zijn afkomstig van varkens die, na een periode van rondscharrelen op dehesa’s in de regio, waar zij zich uitsluitend voeden met eikels en gras, minstens 29 kg zijn aangekomen en die in het kader van dit begrazingssysteem moeten worden bijgevoederd met een door de regelgevende raad gecontroleerde en goedgekeurde dagelijkse hoeveelheid voeder op basis van granen en peulvruchten. De vetzuursamenstelling van het onderhuidse vet van deze varkens, onderzocht met gaschromatografie, stemt overeen met de voor de klasse “Recebo” vastgestelde waarden. Die waarden worden voor elk verkoopseizoen vastgesteld door de regelgevende raad voor de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”. Opdat de varkens over voldoende eikels zouden beschikken, mag de varkensdichtheid voor de categorie “Recebo” met de BOB “Los Pedroches” niet meer bedragen dan twee Iberische varkens per hectare en kan de dichtheid naar beneden worden bijgesteld op basis van de berekening van de eikelvoorraad door deskundigen van het controleorgaan van de regelgevende raad. Deze deelstukken zijn te herkennen aan een rood stempel en het etiket “Recebo” van de BOB “Los Pedroches”.”

In het enig document is de volgende alinea geschrapt (punt 4.2, “Beschrijving”, oud formulier):

“—

Iberische hammen en schouders “Recebo” zijn afkomstig van varkens die, na een periode van rondscharrelen op dehesa’s in de regio, waar zij zich uitsluitend voeden met eikels en gras, minstens 8,75 kg zijn aangekomen en die in het kader van dit begrazingssysteem moeten worden bijgevoederd met een door de regelgevende raad gecontroleerde en goedgekeurde dagelijkse hoeveelheid voeder op basis van granen en peulvruchten. De vetzuursamenstelling van het onderhuidse vet van deze varkens, onderzocht met gaschromatografie, stemt overeen met de voor de klasse “Recebo” vastgestelde waarden. Opdat de varkens over voldoende eikels zouden beschikken, mag de varkensdichtheid voor de klasse “Recebo” met de BOB “Los Pedroches” niet meer bedragen dan twee Iberische varkens per hectare.”

4.

De omschrijvingen van de klassen “de Bellota” en “Cebo de Campo” zijn gewijzigd in “Bellota 100 % Ibérico” en “Cebo de Campo 100 % Ibérico”.

De volgende alinea’s van het productdossier (punt B.3, “Kwaliteitsklassen voor deelstukken”):

“De hammen en schouders worden overeenkomstig Koninklijk Besluit nr. 1469/2007 van 2 november 2007 als volgt ingedeeld op basis van hun voeding:

Iberische hammen en schouders “Bellota”: zijn afkomstig van varkens die worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij rondscharrelen en zich uitsluitend voeden met eikels en grassen. De vetzuursamenstelling van het onderhuidse vet van deze varkens, onderzocht met gaschromatografie, stemt overeen met de voor de klasse “Bellota” vastgestelde waarden. Die waarden worden voor elk verkoopseizoen vastgesteld door de regelgevende raad voor de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”. […] Deze deelstukken zijn te herkennen aan een zwart stempel en het etiket “Bellota” van de BOB “Los Pedroches”. […]

Iberische hammen en schouders “Cebo de Campo” zijn afkomstig van varkens die worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij grazen en zich hoofdzakelijk voeden met het natuurlijke, op de dehesa’s aanwezige voeder: grassen, hooi of stro, al naargelang de periode van het jaar, zo nodig aangevuld met een dagelijkse hoeveelheid diervoeder […]. Deze deelstukken zijn te herkennen aan een geel stempel en het etiket “Cebo de Campo” van de BOB “Los Pedroches”.”

zijn derhalve vervangen door:

“De hammen en schouders worden overeenkomstig koninklijk besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014 als volgt ingedeeld op basis van hun ras en voeding:

Hammen en schouders “Bellota 100 % Ibérico” zijn afkomstig van 100 % genetisch zuivere varkens van het Iberische ras in overeenstemming met koninklijk besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014, en worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij rondscharrelen en zich uitsluitend voeden met eikels en grassen. […] Deze deelstukken zijn te herkennen aan een zwart stempel en het etiket “Bellota 100 % Ibérico” van de BOB “Los Pedroches”.

Hammen en schouders “Cebo de Campo 100 % Ibérico” zijn afkomstig van 100 % genetisch zuivere Iberische varkens als bedoeld in koninklijk besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014, die worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij grazen en zich hoofdzakelijk voeden met het natuurlijke, op de dehesa’s aanwezige voeder: grassen, hooi of stro, al naargelang de periode van het jaar, zo nodig aangevuld met een dagelijkse hoeveelheid diervoeder […]. Deze deelstukken zijn te herkennen aan een groen stempel en het etiket “Cebo de Campo 100 % Ibérico” van de BOB “Los Pedroches”.”

In het enig document worden de volgende alinea’s (punt 4.2, “Beschrijving”, oud formulier):

“De deelstukken worden in klassen ingedeeld naargelang van hun ras en de wijze waarop de verschillende soorten varkens in de laatste fase van de afmestperiode zijn gevoederd, conform Koninklijk Besluit nr. 1469/2007 van 2 november 2007. De drie klassen zijn:

Iberische hammen en schouders “Bellota”: zijn afkomstig van varkens die worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij rondscharrelen en zich uitsluitend voeden met eikels en grassen. De vetzuursamenstelling van het onderhuidse vet van deze varkens, onderzocht met gaschromatografie, stemt overeen met de voor de klasse “Bellota” vastgestelde waarden. Opdat de varkens over voldoende eikels zouden beschikken, mag de varkensdichtheid voor de categorie “Bellota” met de BOB “Los Pedroches” niet meer bedragen dan één Iberisch varken per hectare.

[…]

Hammen en schouders “Cebo de Campo” zijn afkomstig van varkens die worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij grazen en zich hoofdzakelijk voeden met het natuurlijke, op de dehesa’s aanwezige voeder: grassen, hooi of stro, al naargelang de periode van het jaar, zo nodig aangevuld met een door de regelgevende raad gecontroleerde en goedgekeurde dagelijkse hoeveelheid voer op basis van granen en peulvruchten. Opdat de varkens over voldoende natuurlijke voedingsstoffen op de dehesa zouden beschikken, mag de varkensdichtheid voor de categorie “Cebo de Campo” met de BOB “Los Pedroches” niet meer bedragen dan twaalf Iberische varkens per hectare.”

vervangen door de volgende (punt 3.2, “Beschrijving van het product”, huidig formulier):

“De deelstukken worden als volgt in categorieën ingedeeld, naargelang van hun ras en de wijze waarop de varkens in de laatste fase van de afmestperiode zijn gevoederd:

Hammen en schouders “Bellota 100 % Ibérico” zijn afkomstig van 100 % Iberische varkens die worden afgemest op de dehesa waar zij rondscharrelen en zich uitsluitend voeden met eikels en grassen.

Hammen en schouders “Cebo de Campo 100 % Ibérico” zijn afkomstig van 100 % Iberische varkens die worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij grazen en zich hoofdzakelijk voeden met het natuurlijke, op de dehesa’s aanwezige voeder, zo nodig aangevuld met een dagelijks voederrantsoen.”

Reden:

Bij de Iberische kwaliteitsnorm is naast het voeder het ras toegevoegd als criterium voor de indeling van de producten, waarbij moet worden vermeld voor hoeveel procent de voor de producten gebruikte varkens tot het Iberische ras behoren. Aangezien het productdossier van de BOB is beperkt tot 100 % Iberische producten, moesten de categoriebenamingen “de Bellota” en “Cebo de Campo” worden gewijzigd in “Bellota 100 % Ibérico” en “Cebo de Campo 100 % Ibérico”.

5.

Toegevoegd is de mogelijkheid om het maximale aantal varkens per hectare te verlagen overeenkomstig de parameters van de kwaliteitsnorm voor de categorie “de Bellota”.

De volgende alinea van het productdossier (punt B.3, “Kwaliteitsklassen voor deelstukken”):

“Opdat de varkens over voldoende eikels beschikken, mag de varkensdichtheid voor de categorie “de Bellota” met de BOB “Los Pedroches” niet meer bedragen dan één Iberisch varken per hectare en kan de dichtheid naar beneden worden bijgesteld op basis van de berekening van de eikelvoorraad door deskundigen van het controleorgaan van de regelgevende raad.”

is derhalve vervangen door:

“Opdat de varkens over voldoende eikels beschikken, mag de varkensdichtheid voor deze categorie van de BOB “Los Pedroches” niet meer bedragen dan één Iberisch varken per hectare en kan de dichtheid naar beneden worden bijgesteld overeenkomstig de bepalingen van de bijlage bij Koninklijk Besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014 betreffende de maximaal toegestane varkensdichtheid die wordt bepaald aan de hand van de bosbedekking volgens de afbakening in het landbouwpercelenidentificatiesysteem (LPIS) “Sigpac” (geografisch informatiesysteem voor landbouwpercelen) — zie punt E.1 van dit document — of op basis van de jaarlijkse berekening van de eikelvoorraad door deskundigen van het controleorgaan van de regelgevende raad.”

Deze wijziging werkt ook door in punt 4.2 (Beschrijving) van het oude enig document, waarin eveneens wordt opgemerkt dat “de varkensdichtheid voor de categorie “Bellota” met de BOB “Los Pedroches” niet meer [mag] bedragen dan één Iberisch varken per hectare”.

Reden:

ten aanzien van de categorie “de Bellota” bood het oorspronkelijke productdossier de mogelijkheid om het maximale aantal varkens van één dier per hectare te verlagen op basis van de berekening van de eikelvoorraad door deskundigen van het controleorgaan. De controle van de varkensdichtheid is nodig om te waarborgen dat de varkens zich voeden met eikels en om hun bijdrage aan het dehesa-ecosysteem te verbeteren.

Om het productdossier in overeenstemming te brengen met de Iberische kwaliteitsnorm, is de mogelijkheid toegevoegd om het maximale aantal varkens per hectare te verlagen overeenkomstig de parameters die worden vermeld in de bijlage bij de kwaliteitsnorm getiteld “Maximaal toegestane varkensdichtheid zoals bepaald aan de hand van de bosbedekking volgens de afbakening in het landbouwpercelenidentificatiesysteem “Sigpac” (geografisch informatiesysteem voor landbouwpercelen)”. Het Sigpac is een applicatie van het Spaanse ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel waarmee voor veeteelt gebruikte percelen (in dit geval de percelen in het afgebakende gebied als omschreven in het productdossier van de BOB) kunnen worden gelokaliseerd, alsook het met eikeldragende bomen van het geslacht Quercus sp. begroeide areaal ervan.

6.

Zowel in het productdossier (punt B.4, “Fysische en organoleptische kenmerken”) als in het enig document (punt 3.2 van het huidige formulier, “Beschrijving van het product”) is het minimumgewicht ingevoerd dat is vastgelegd in de kwaliteitsnorm voor hammen en schouders van 100 % Iberische varkens.

“Minimumgewicht: 5,75 kg voor hammen en 3,7 kg voor schouders.”

Reden:

De Iberische kwaliteitsnorm omvat regels voor het minimumgewicht van hammen en schouders die met de benaming “Ibérico” in de handel worden gebracht. Daarom is deze beschrijving (die overeenstemt met het minimumgewicht dat is vastgelegd in de kwaliteitsnorm voor hammen en schouders van 100 % Iberische varkens) toegevoegd aan de fysische kenmerken van het product.

7.

De mogelijkheid is toegevoegd om aan hammen en schouders die in hun geheel worden verkocht, de hoef te laten zitten. De volgende alinea van het productdossier (punt B.4, “Fysische en organoleptische kenmerken”) en van het enig document (punt 3.2 van het huidige formulier, “Beschrijving van het product”):

“Uiterlijk voorkomen: langgerekt, gestileerd, met een zijaanzicht in de vorm van een V (wijze van versnijden “serrano”). Behoud van de hoef om de identificatie te vergemakkelijken.”

is daarom als volgt verduidelijkt:

“Uiterlijk voorkomen: langgerekt, gestileerd, met een zijaanzicht in de vorm van een V (wijze van versnijden “serrano”). Indien de hammen en schouders in hun geheel worden verkocht: behoud van de hoef om de identificatie te vergemakkelijken.”

Reden:

In het oorspronkelijke productdossier werd bij de fysieke productkenmerken vermeld dat de hoef moest worden behouden om de identificatie van het product te vergemakkelijken.

Het behoud van de hoef op Iberische hammen en schouders is inderdaad een onderscheidingsteken, maar heeft alleen zin wanneer de deelstukken in hun geheel in de handel worden gebracht, zoals dat van oudsher gebeurt met het merendeel ervan. Het oorspronkelijke productdossier bood echter ook de mogelijkheid om de producten ontbeend, geportioneerd of in plakken te verkopen (vormen die in het nieuwe productdossier zijn gehandhaafd); in die gevallen kan de hoef niet worden behouden als onderdeel van het uiterlijk voorkomen.

5.2.   Geografisch gebied

1.

De volgende zin in het productdossier (rubriek C, “Geografisch gebied”):

“Alle levensfasen van het varken, van de geboorte en het opfokken tot het afmesten van het dier, vinden in het afgebakende gebied plaats onder toezicht van de regelgevende raad. Ook alle fasen van de productie van de Iberische hammen en schouders, van het slachten en versnijden van de Iberische varkens tot en met het rijpen, vinden hier plaats.”

is vervangen door:

“Alle productiefasen die de varkens doorlopen — opfokken en afmesten — vinden in het afgebakende gebied plaats onder toezicht van het controleorgaan. Ook alle fasen van de productie van de Iberische hammen en schouders, van het slachten en het versnijden van de Iberische varkens tot en met het rijpen, vinden hier plaats.”

In het enig document (punt 4.3, “Geografisch gebied”) is de volgende zin:

“Het gebied waar de varkens waarvan de deelstukken bestemd zijn om te worden verwerkt tot hammen en schouders met de oorsprongsbenaming “Los Pedroches”, worden geboren, gehouden en afgemest en waar het hele bereidingsproces — het slachten en versnijden van de Iberische varkens en het doorzouten, het drogen en het rijpen van de deelstukken — plaatsvindt, omvat [...]”

vervangen door:

“Het gebied waar de varkens waarvan de achterhammen en schouders bestemd zijn om te worden verwerkt tot hammen en schouders met de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”, worden gehouden en afgemest en waar het hele bereidingsproces — het slachten en versnijden van de Iberische varkens en het doorzouten, het drogen en het rijpen van de deelstukken — plaatsvindt, omvat [...]”

Reden:

Deze wijziging wordt doorgevoerd om de in wijziging nr. 2 van de “Beschrijving van het product” reeds toegelichte redenen.

Bovendien werd in het oorspronkelijke productdossier ten onrechte verklaard dat de verschillende fasen “door de regelgevende raad worden gecontroleerd”, terwijl deze taak in werkelijkheid wordt uitgevoerd door het controleorgaan. Deze fout is in de voorgestelde nieuwe tekst gecorrigeerd.

5.3.   Bewijs van oorsprong

1.

Aangezien de categorie hammen en schouders “Recebo” overeenkomstig de Iberische kwaliteitsnorm (zie wijziging nr. 3 van de “Beschrijving van het product”) is geschrapt, is de volgende alinea van het productdossier (punt D.2, “Identificatie, markering en controle van de deelstukken”):

“e)

Deze hammen en schouders moeten worden geïdentificeerd met een zegel met een oplopende nummering voor elk verkoopseizoen en voor elk van de drie hierboven in dit productdossier omschreven categorieën voeders.”

vervangen door:

“e)

Deze hammen en schouders moeten worden geïdentificeerd met een zegel met een oplopende nummering voor elk verkoopseizoen en voor elk van de twee hierboven in dit productdossier omschreven categorieën voeders.”

Evenzo wordt de volgende alinea van het productdossier (punt D.6, “Herkomst van het varkensvoeder”):

“In het kader van deze afmestperiode kunnen drie categorieën worden onderscheiden. De onderscheidende productkwaliteit wordt per categorie bepaald aan de hand van de natuurlijke voedingsstoffen die de varkens per seizoen tot zich nemen bij het rondscharrelen op de dehesa.”

vervangen door de volgende (punt D.5, “Herkomst van het varkensvoeder”):

“In het kader van deze afmestperiode kunnen de volgende categorieën worden onderscheiden. De onderscheidende productkwaliteit wordt per categorie bepaald aan de hand van de natuurlijke voedingsstoffen die de varkens per seizoen tot zich nemen bij het rondscharrelen op de dehesa.”

In hetzelfde punt is de volgende alinea geschrapt uit het productdossier:

““Recebo”: tijdens de afmestperiode voeden de varkens zich aanvankelijk uitsluitend met eikels en grassen, waarbij zij ten minste 29 kg aankomen, waarna zij grazen op de dehesa’s van de in het kader van de BOB geregistreerde varkenshouderijen en zich voeden met een dieet van gras en andere natuurlijke voedingsstoffen, indien nodig aangevuld met door de regelgevende raad toegestaan en gecontroleerd diervoeder. Ten minste 85 % van het voeder moet afkomstig zijn uit het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied.”

2.

Het analytisch onderzoek van de vetzuren door middel van gaschromatografie is afgeschaft.

De volgende alinea van het productdossier (punt D.3, “Analytisch onderzoek”) is geschrapt:

“D.3.

Analytisch onderzoek.”

Naast de nodige controles ter plaatse worden de vetzuren in het vet dat bij het slachten van Iberische varkens uit het achterdeel wordt verkregen, geanalyseerd door middel van gaschromatografie, zoals bepaald in Besluit PRE/3844/2004 van 18 november 2014 tot vaststelling van de officiële methoden voor de bemonstering van karkassen van Iberische varkens en de analysemethode voor de bepaling van de vetzuursamenstelling van de totale lipiden van het onderhuidse vetweefsel van Iberische varkens, om na te gaan of de analysewaarden binnen het voor elk type voeder vastgestelde bereik liggen.

In verband hiermee zijn de punten erna omgenummerd (D.3, D.4 enz.).

Reden:

De kenmerken van het vet van Iberische varkens hangen af van het type voeder in de afmestperiode. De eigenschappen van diervoeders zijn recentelijk bepaald door met behulp van gaschromatografie de vetzuurprofielen van het vet te analyseren.

Recente studies in deze sector hebben uitgewezen dat de bepaling van het vetzuurprofiel door middel van gaschromatografie geen betrouwbare wetenschappelijke methode is om Iberische varkens in te delen op basis van de voeders die zij ontvangen. Deze methode om het vetzuurprofiel te onderzoeken blijkt veel vals-positieve resultaten op te leveren, waarbij bijgevoederde varkens worden ingedeeld als “Bellota”, evenals vals-negatieve resultaten, waarbij naar eikels scharrelende varkens niet zijn ingedeeld als “Bellota”. Dit toont aan dat het uiteindelijke lipidenprofiel van de varkens niet alleen wordt beïnvloed door het voeder in de afmestperiode, maar door een grote verscheidenheid aan factoren, zoals de samenstelling van het voeder in de fase voorafgaand aan het afmesten of de wisselende hoeveelheid en kwaliteit van de eikels in de verschillende scharrelseizoenen.

Bovendien hebben diervoederproducenten de afgelopen jaren met enkelvoudig onverzadigde vetzuren – hoofdzakelijk oliezuur (tot 70 % van de totale vetzuren) – verrijkte voeders voor Iberische varkens ontwikkeld. Hierdoor krijgen de uitsluitend met voeder afgemeste varkens een vetzuurprofiel dat vergelijkbaar is met dat van naar eikels scharrelende varkens. De eerste groep varkens heeft dit traditionele voeder echter niet gekregen, en de eindproducten verschillen duidelijk in kwaliteit en categorie.

Om deze reden heeft het Spaanse ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel deze analyse uit de Iberische kwaliteitsnorm geschrapt.

3.

De volgende alinea van het oorspronkelijke productdossier (punt D.5, “Identificatie, markering en controle van het geportioneerde product”):

“De geregistreerde verwerkingsbedrijven moeten 24 uur van tevoren bij de regelgevende raad een verzoek indienen om hammen of schouders met de BOB “Los Pedroches” uit te benen, te portioneren of in plakken te snijden.”

is als volgt gewijzigd (punt D.4, “Identificatie, markering en controle van het geportioneerde product”):

“Geregistreerde marktdeelnemers moeten van tevoren bij de regelgevende raad een verzoek indienen om hammen of schouders met de BOB “Los Pedroches” uit te benen, te portioneren of in plakken te snijden.”

Reden:

Deze wijziging wordt enkel doorgevoerd om organisatorische redenen die verband houden met de exploitanten en de regelgevende raad (waarbij de nieuwe formulering “exploitanten” gelijkstaat aan “verwerkingsinrichtingen”). Het volstaat dat de exploitanten de regelgevende raad vooraf contacteren en verzoeken om toestemming voor het uitbenen, portioneren en/of in plakken snijden van de producten. Die handelingen mogen zij ook verrichten wanneer zij het verzoek korter dan 24 uur van tevoren indienen.

4.

In het punt over het voeder dat wordt verstrekt aan de varkens die worden gebruikt voor de vervaardiging van producten met de benaming “Cebo de Campo” (punt D.5 van het nieuwe productdossier — “Herkomst van het varkensvoeder” — en het gelijknamige punt D.6 van het oude productdossier), wordt de eis gehandhaafd dat “ten minste 65 % van het voeder […] afkomstig [moet zijn] uit het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied”, en wordt de volgende alinea:

“Al het voeder van de onder deze BOB vallende varkens wordt geproduceerd in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied.”

is vervangen door:

“Het voeder van de onder deze BOB vallende varkens wordt in essentie geproduceerd in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied. Het voeder bestaat uit een mengsel van voornamelijk granen (tarwe, gerst en maïs) en in mindere mate peulvruchten (erwten en sojabonen). Een groot deel van de ingrediënten is afkomstig van de traditionele teelt in het geografische gebied, maar een klein deel, zoals soja, niet. Bijgevolg is het technisch niet haalbaar om alle voeder uit het afgebakende geografische gebied te betrekken. Daarom wordt de toevoeging van buiten dat gebied geproduceerd voeder toegestaan.

Als gevolg van het traditionele begrazingssysteem dat voor het opfokken en afmesten nodig is en het feit dat slechts een klein deel van het voeder buiten het grondgebied mag worden geproduceerd, ligt het percentage ingenomen droge stof dat afkomstig is uit het geografische gebied — in het geval van “Cebo de Campo”-varkens, die worden bijgevoederd — echter aanzienlijk boven het door de toepasselijke wetgeving (artikel 1, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013) opgelegde minimum.”

Voorts is de volgende tekst toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document (“Diervoeders en grondstoffen”):

“Grondstoffen

Bouten van:

“Bellota”-varkens: tijdens de afmestperiode bestaat het voeder van de varkens uitsluitend uit eikels en grassen afkomstig van de dehesa’s in het afgebakende geografische gebied. Het voeder wordt aldus volledig betrokken uit het in dit document bedoelde afgebakende geografische gebied.

“Cebo de Campo”-varkens: tijdens de afmestperiode grazen de varkens op de dehesa’s in het afgebakende geografische gebied, waar zij zich hoofdzakelijk voeden met natuurlijke producten, zoals resterende eikels, grassen en resterend stro, naargelang van het seizoen. Indien nodig wordt dit dieet aangevuld met voeder. Ten minste 65 % van het voeder moet afkomstig zijn uit het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied.

Diervoeders

Het aanvullende voeder voor de “Cebo de Campo”-varkens bestaat uit een mengsel van hoofdzakelijk granen (tarwe, gerst en maïs) en in mindere mate peulvruchten (erwten en sojabonen). Een groot deel van de ingrediënten is afkomstig van de traditionele teelt in het geografische gebied, maar een klein deel, zoals soja, niet. Bijgevolg is het technisch niet haalbaar om alle voeder uit het afgebakende geografische gebied te betrekken, zodat het is toegestaan om buiten dat gebied geproduceerd voeder toe te voegen.

Als gevolg van het traditionele begrazingssysteem dat voor het opfokken en afmesten nodig is en het feit dat slechts een klein deel van het voeder buiten het grondgebied mag worden geproduceerd, ligt het percentage ingenomen droge stof dat afkomstig is uit het geografische gebied — in het geval van “Cebo de Campo”-varkens, die worden bijgevoederd — echter aanzienlijk boven het door de toepasselijke wetgeving (artikel 1, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013) toegestane minimum.”

Reden:

In de nieuwe tekst wordt uitgelegd dat het technisch onmogelijk is om uitsluitend gebruik te maken van diervoeders uit het afgebakende geografische gebied, aangezien sommige minder prominente bestanddelen van het dieet, zoals soja, niet lokaal worden geproduceerd. In ieder geval wordt voldaan aan de voorschriften van artikel 1, lid 1, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013: i) de kwaliteit of de kenmerken van het product die hoofdzakelijk aan de geografische omgeving zijn toe te schrijven, worden niet aangetast, aangezien die voortvloeien uit het deel van het dieet van de varkens dat afkomstig is van de dehesa-weiden, en ii) het van buiten het afgebakende geografische gebied afkomstige diervoeder maakt op jaarbasis niet meer dan 50 % van de droge stof uit.

5.

De overbodige vermelding van het percentage uit het afgebakende geografische gebied afkomstige voeders is uit de tekst geschrapt. In hetzelfde punt (D.6, “Herkomst van het varkensvoeder”, van het oude productdossier) wordt de alinea:

“Vóór de afmestperiode voeden de Iberische varkens zich, grazend op de dehesa’s van de varkenshouderijen die de BOB mogen voeren, met natuurlijke voedingsstoffen die op de dehesa worden aangetroffen, zoals gras, hooi of stro, al naargelang de periode van het jaar. Hun dieet wordt aangevuld met geringe hoeveelheden door de regelgevende raad toegestaan en gecontroleerd diervoeder. Deze fase heeft tot doel om oudere, zeer lichte varkens met een hoge botmassa en een zeer laag vetgehalte op te fokken, die vervolgens kunnen worden afgemest in de laatste fase, die bepalend is voor de kwaliteit van de deelstukken. Gedurende deze fase moet ten minste 65 % van het voeder afkomstig zijn uit het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied.”

vervangen door de volgende (punt D.5, “Herkomst van het varkensvoeder”, van het nieuwe productdossier):

“Vóór de afmestperiode voeden de Iberische varkens zich, grazend op de dehesa’s van de varkenshouderijen die de BOB mogen voeren, met natuurlijke voedingsstoffen die op de dehesa worden aangetroffen, zoals gras, hooi of stro, al naargelang de periode van het jaar. Hun dieet wordt aangevuld met geringe hoeveelheden door de regelgevende raad toegestaan en gecontroleerd diervoeder. Deze fase heeft tot doel om oudere, zeer lichte varkens met een hoge botmassa en een zeer laag vetgehalte op te fokken, die vervolgens kunnen worden afgemest in de laatste fase, die bepalend is voor de kwaliteit van de deelstukken.

Deze wijziging werkt door in punt 3.3 (Diervoeders en grondstoffen) van het enig document, waarin voor “Cebo de Campo”-varkens wordt opgemerkt dat “ten minste 65 % van het voeder […] afkomstig [moet zijn] uit het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied”.”

Reden:

De laatste zin is geschrapt: Gedurende deze fase moet ten minste 65 % van het voeder afkomstig zijn uit het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied. Dit voorschrift is overbodig, aangezien het al wordt vermeld in de onmiddellijk voorafgaande alinea over de categorie “Cebo de Campo”. Dit minimumpercentage voeder van oorsprong uit het geografische gebied geldt alleen voor die categorie, want voor de categorie “Bellota” moet 100 % van het voeder in deze fase afkomstig zijn uit het afgebakende geografische gebied.

6.

In het enig document is het punt “Bewijs van oorsprong” geschrapt om het document af te stemmen op het nieuwe formulier van bijlage VI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014.

5.4.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product

1.

In punt E.1 van het productdossier, “Varkenshouderijpraktijken en soorten varkens” zijn de volgende alinea’s onder kopje a), “Cerdo de Bellota”:

“Gewicht bij aanvang van de scharrelperiode: tussen 92 kg en 115 kg (tussen 8 en 10 Spaanse arrobas).

[…]

Uiterste slachtdatum: 31 maart, bij uitzondering 15 april.

[…]

Maximale varkensdichtheid: één Iberisch varken per hectare dehesa.”

als volgt gewijzigd:

“Gewicht van een partij bij aanvang van de scharrelperiode: tussen 92 kg en 115 kg (tussen 8 en 10 Spaanse arrobas).

[…]

De scharrelperiode van de varkens moet tussen 1 oktober en 15 december beginnen, waarna de slacht plaatsvindt tussen 15 december en 31 maart.

[…]

De maximaal toegestane varkensdichtheid moet als volgt worden vastgesteld overeenkomstig Koninklijk Besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014, met dien verstande dat die maximale dichtheid niet meer mag bedragen dan één Iberisch varken per hectare dehesa:

Bosareaal van de in het LPIS opgenomen percelen van de varkenshouderij

(%)

Maximaal toegestane varkensdichtheid op de varkenshouderij

(varkens per hectare)

Maximaal 10

0,25

Maximaal 15

0,42

Maximaal 20

0,58

Maximaal 25

0,75

Maximaal 30

0,92

Maximaal 35

1

Meer dan 35

1 ”

Voorts is de volgende alinea toegevoegd:

“De voor deze voedermethode gebruikte omheiningen en percelen zijn gedefinieerd in Koninklijk Besluit nr. 4/2014 van 10 januari 2014 (d.w.z. dat ze moeten worden geïdentificeerd als eikenbos in het landbouwpercelenidentificatiesysteem “Sigpac”), op voorwaarde dat ze zich binnen het afgebakende grondgebied als bedoeld in dit productdossier bevinden.”

Reden:

Deze wijzigingen zijn uitsluitend aangebracht om het productdossier van de BOB in overeenstemming te brengen met de nieuwe Iberische kwaliteitsnorm, die voorziet in voorschriften inzake de maximaal toegestane varkensdichtheid voor de dieren waarvan producten met de benaming “de Bellota” worden gemaakt, en waarin de begindatum van de scharrelperiode en de slachtdatum zijn bepaald.

2.

Aangezien de categorie hammen en schouders “Recebo” uit de Iberische kwaliteitsnorm is verwijderd, is de volgende alinea van het productdossier (punt E.1, “Varkenshouderijpraktijken en soorten varkens”) geschrapt:

““Recebo”-varkens hebben de volgende kenmerken:

Minimumleeftijd bij slacht: 14 maanden.

Gewicht bij aanvang van de scharrelperiode: tussen 92 kg en 115 kg (tussen 8 en 10 Spaanse arrobas).

Nadat de dieren minimaal 29 kg (2,5 arrobas) zijn aangekomen door zich uitsluitend te voeden met eikels en gras, worden zij afgemest met grassen, natuurlijke voedingsstoffen en door de regelgevende raad toegestaan en gecontroleerd voeder, dat hoofdzakelijk uit granen en peulvruchten moet bestaan.

De dieren worden ten laatste op 15 mei geslacht.

Maximale veedichtheid: twee Iberische varkens per hectare dehesa.”

Het woord “Recebo” is geschrapt uit de volgende passage:

“[…] toegestane diervoeders die in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied worden geproduceerd voor gebruik in de categorieën “Recebo” en “Cebo de Campo” […]”

Die passage luidt nu als volgt:

“[…] toegestane diervoeders die in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied worden geproduceerd voor gebruik in de categorie “Cebo de Campo” […]”

3.

De formulering is in overeenstemming gebracht met de geldende wetgeving inzake de registratie van diervoederbedrijven.

De volgende alinea van het productdossier (punt E.1, “Varkenshouderijpraktijken en soorten varkens”):

“De regelgevende raad heeft een positieve lijst van in het afgebakende geografische gebied geproduceerde en voor gebruik in de categorieën “Recebo” en “Cebo de Campo” toegestane diervoeders opgesteld op basis van de samenstelling ervan; die voeders moeten vooral uit granen en peulvruchten bestaan. De regelgevende raad heeft die samenstelling getoetst aan Koninklijk Besluit nr. 1191/1998 inzake de registratie van diervoederbedrijven.”

is gewijzigd in:

“De regelgevende raad moet controleren of de toegestane diervoeders voor gebruik in de categorie “Cebo de Campo” zijn geproduceerd in het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied en moet daarbij kijken naar de samenstelling ervan; die voeders moeten vooral uit granen en peulvruchten bestaan. De regelgevende raad moet ook nagaan of is voldaan aan de bepalingen van Koninklijk Besluit nr. 629/2019 van 31 oktober 2019 betreffende het algemeen register van diervoederbedrijven, de voorwaarden voor de erkenning of registratie van deze bedrijven en nationale toegangspunten, de activiteiten van de diervoederbedrijven en het nationaal coördinatiecomité voor diervoeders.”

Reden:

Koninklijk Besluit nr. 1191/1998 van 12 juni 1998 inzake de erkenning en registratie van bedrijven en tussenpersonen in de diervoedersector is ingetrokken en de formulering is in overeenstemming gebracht met de nieuwe wetgeving.

4.

De volgende zin is geschrapt uit het productdossier (punt E.2, “Slachten en versnijden”):

“De varkens moeten ten minste 12 uur vóór het slachten aankomen in het slachthuis, zodat zij kunnen herstellen van het vermoeiende vervoer en om een minimale hoeveelheid glycogeen in de spieren te garanderen.”

Reden:

Deze schrapping is nodig omdat het in strijd met de Europese dierenwelzijnsrichtsnoeren is om varkens langer dan 24 uur in het slachthuis te houden (het oorspronkelijke productdossier voorzag in een minimum van 12 uur). Het is daarom passender om louter te vereisen dat het tijdstip waarop de varkens in het slachthuis aankomen en de wijze waarop ze daar worden gehouden in overeenstemming zijn met de toepasselijke technische en gezondheidsvoorschriften.

5.

De volgende alinea van het oorspronkelijke productdossier (punt E.2, “Slachten en versnijden”):

“Ledematen van karkassen die minder dan 110 kg wegen, komen niet in aanmerking voor de BOB.”

is vervangen door:

“Ledematen van karkassen die minder dan 108 kg wegen, komen niet in aanmerking voor de BOB.”

Reden:

Deze wijziging is bedoeld om het productdossier van de BOB in overeenstemming te brengen met de nieuwe Iberische kwaliteitsnorm, waarin het minimale gewicht van een karkas wordt vastgesteld naargelang van het varkensras. Krachtens de kwaliteitsnorm moet het karkas van 100 % Iberische varkens ten minste 108 kg wegen. Dat is slechts 2 kg minder dan het minimumgewicht in het oorspronkelijke productdossier van de BOB (110 kg), en dit verschil heeft een zeer geringe invloed op het eindgewicht van de gerijpte deelstukken en geen invloed op de kwaliteit van het eindproduct. Deze wijziging wordt derhalve louter doorgevoerd om de reden dat gelijkschakeling met de kwaliteitsnorm het beheer van de karkassen vergemakkelijkt.

6.

Ten aanzien van het rustproces van de deelstukken is de volgende alinea van het productdossier (punt E.3, “Industriële verwerking”):

“De rustperiode in de koude cellen hangt af van het gewicht en duurt 30 tot 90 dagen.”

gewijzigd in:

“De rustperiode in de koude cellen hangt af van het gewicht en duurt 30 tot 90 dagen. Deze periode kan evenwel worden verlengd en kan overlappen met de fase van het drogen-rijpen met het oog op het bereiken van de natuurlijke omgevingsomstandigheden (temperatuur en relatieve luchtvochtigheid) die nodig zijn om het product op de juiste wijze te verkrijgen volgens de traditionele methode.”

Reden:

De voorgestelde nieuwe formulering sluit beter aan op de traditionele productiepraktijken en -gebruiken op het grondgebied van de BOB die verband houden met het specifieke klimaat. Van oudsher zijn de temperaturen in dit gebied extremer dan in andere gebieden in Spanje waar hammen en schouders worden geproduceerd, waardoor de temperatuur in de natuurlijke droogcellen er hoger is in de zomermaanden en lager in de winter. Door de hoge temperaturen in de zomermaanden hebben de deelstukken soms een aanpassingsperiode nodig tussen de ruimte waar het nazouten plaatsvindt en de natuurlijke droogcel, waar de temperatuur kan oplopen tot 30 °C. Zo kan worden voorkomen dat zich bij de overgang van de ene naar de andere fase plotse schommelingen in de temperatuur en de relatieve vochtigheid van de hammen en schouders voordoen, die zouden kunnen leiden tot ongelijkmatig gerijpte stukken.

7.

Ten aanzien van het drogen-rijpen van de deelstukken is de volgende alinea van het productdossier (punt E.3, “Industriële verwerking”):

“Dit proces neemt naar schatting ongeveer zes maanden in beslag.”

vervangen door:

“Dit proces neemt naar schatting zes maanden tot een jaar in beslag.”

Reden:

De nieuwe formulering is beter afgestemd op de traditionele praktijken en gebruiken voor de productie van hammen en schouders op het grondgebied van de BOB, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit of de specifieke aard van de producten. De vaststelling van een bandbreedte (“zes maanden tot een jaar”) biedt meer duidelijkheid dan een schatting van het gebruikelijke tijdsbestek (“ongeveer zes maanden”).

8.

De minimale rijpingstijden zijn met de nieuwe Iberische kwaliteitsnorm in overeenstemming gebracht door de volgende alinea van het productdossier over het rijpen in rijpingscellen (punt E.3, “Industriële verwerking”):

“De hammen rijpen vanaf het begin van het productieproces ten minste 18 maanden in rijpingscellen, en de schouders ten minste 12 maanden.”

te vervangen door de volgende alinea:

“De hammen rijpen vanaf het begin van het productieproces ten minste twee jaar in rijpingscellen, en de schouders ten minste een jaar.”

Evenzo wordt de volgende alinea van het oude enig document (punt 4.2, “Beschrijving”):

“De minimale rijpingstijd van de producten bedraagt 12 maanden voor de schouders en 18 maanden voor de hammen.”

vervangen door de volgende (punt 3.2, “Beschrijving van het product”):

“De minimale rijpingstijd van de producten bedraagt een jaar voor de schouders en twee jaar voor de hammen.”

Reden:

Vanwege de in de nieuwe Iberische kwaliteitsnorm vastgestelde minimale rijpingstijden moet de rijpingstijd voor hammen worden verlengd; dit doet geen afbreuk aan de kwaliteitseisen.

9.

De volgende alinea van het productdossier (punt E.3, “Industriële verwerking”) en van het enig document (punt 3.5, “Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst”) over de afhandeling van het eindproduct:

“Geregistreerde magazijnen kunnen toestemming krijgen om de uitgebeende hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches” in de handel te brengen als “delen”, “plakken” of “porties”, voor zover wordt gegarandeerd dat de herkomst van het product niet beperkt is tot het productie- en bereidingsgebied.”

is gewijzigd in:

“Hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches” mogen ontbeend en in delen, plakken of porties worden verkocht, mits zij verpakt zijn en hun oorsprong kan worden geïdentificeerd. Dit is voorbehouden aan exploitanten die het werkprotocol van de regelgevende raad ter waarborging van de traceerbaarheid, de oorsprong, de identificatie en de eindkwaliteit van het product hebben aanvaard en naleven en die daartoe zijn ingeschreven in de registers van de regelgevende raad.”

Reden:

Betere garanties ten aanzien van de traceerbaarheid van het product.

10.

In het enig document is het punt “Werkwijze voor het verkrijgen van het product” geschrapt om het document af te stemmen op het nieuwe formulier van bijlage VI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014.

5.5.   Verband

1.

De rubriek over het verband is herschreven.

De volgende toelichting in rubriek F van het productdossier (“Verband met het geografische gebied”) en de overeenkomstige toelichting in punt 4.6 van de samenvatting (“Verband”):

“Het gebied met de geografische naam “Los Pedroches”, en in het algemeen het hele noordelijke deel van de provincie Córdoba, omvat ongeveer 300 000 hectare met steeneik beplante dehesa’s, oftewel 10 % van het nationale totale areaal, dat ongeveer 3 miljoen hectare beslaat. In het kader van dit systeem van landbouw, bosbouw en begrazing vindt van oudsher extensieve veeteelt plaats, met als meest kenmerkende activiteit het fokken en houden van Iberische varkens, waarbij de voedingswaarde van eikels optimaal wordt benut. Zonder de aanwezigheid van de varkens zou het ecosysteem waarschijnlijk verdwijnen.

Dit vruchtbare bos, dat in het verleden een groot deel van het Middellandse Zeegebied bedekte, komt nu alleen nog voor in een aantal gebieden in Spanje, zoals het betrokken gebied, omdat er twijfel bestaat over de economische levensvatbaarheid ervan. Deze dehesa’s werden in de 16e eeuw gekocht van het Hof en werden grotendeels geveild voor landbouwdoeleinden volgens verschillende methoden, waaronder het rondscharrelen van varkens. In de 19e eeuw werden deze gronden onttrokken aan de eigendom van de kerk en de adel en aangeboden op de markt. Op de exploitatie van die gronden werd echter nog steeds toezicht gehouden. Hierdoor, en dankzij latere wetgeving inzake bomenkap en het beheer van eikenbossen, kon dit ecosysteem tot op heden gevrijwaard blijven.

De dichtheid van de eiken op de dehesa’s in “Los Pedroches” varieert momenteel tussen 40 en 50 bomen per hectare. In het oostelijke deel van het gebied is afgestapt van het zaaien van graansoorten op de dehesa, terwijl die praktijk in het westen wordt voortgezet. Over het algemeen is elk achtste jaar een mastjaar. De gemiddelde eikelopbrengst in de regio is ongeveer 1 000 kg/ha.

Het staat buiten kijf dat het Iberische varken — vanwege zijn gedrag — het best is aangepast aan en van nature geschikt is voor het scharrelsysteem. Dit ras, dat met deze voedingswijze wordt afgemest, is het enige dat de sector kan voorzien van de grondstoffen die nodig zijn om de bij de eindconsument zo populaire vleesproducten te produceren.

Het opfokken volgens deze methode duurt minimaal 15 maanden, waarbij het scharrelen plaatsvindt in de laatste vier of vijf maanden. Deze fase begint eind oktober of begin november, afhankelijk van het jaar, en duurt tot uiterlijk begin maart. In deze fase worden de dieren afgemest, waarbij ze op volledig natuurlijke wijze rondscharrelen en de vruchten van de steeneik, de kurkeik en Quercus lusitanica — d.w.z. eikels — eten, alsook de natuurlijke grassen die in deze tijd van het jaar in dit gebied aanwezig zijn. Overigens is dit het enige gebied met dehesa’s waar Quercus lusitanica vruchtdragend is. Eikels van deze soort zijn ongeveer twintig dagen eerder rijp dan de vruchten van andere eiken, zodat de Iberische varkens eerder kunnen gaan scharrelen. Deze omstandigheid is cruciaal voor de totstandkoming van de kenmerken van de producten met de BOB. Alleen de varkens in het gebied “Los Pedroches” voeden zich in belangrijke mate met de eikels van deze boom, hetgeen belangrijk is voor het verband tussen het product en het afgebakende gebied waarop de BOB betrekking heeft.

De meestvoorkomende typen van het Iberische varken in het betrokken gebied zijn “lampiño”, “negra entrepelada”, “retinta” en “torbiscal”. Verder is het vermeldenswaard dat momenteel inspanningen worden geleverd om het bijna uitgestorven, voor het gebied inheemse type “negro de Los Pedroches” in ere te herstellen.

Uit de door het ministerie van Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling van de Andalusische regering verzamelde gegevens over de productie van dit dier door de jaren heen blijkt dat in het productiegebied jaarlijks ongeveer 50 000 varkens worden afgemest met eikels en dat dit aantal varieert naargelang van de hoeveelheid vruchten die jaarlijks op de dehesa’s wordt geproduceerd.

Deze vorm van varkenshouderij, met het traditionele afmesten op dehesa’s als typisch kenmerk, zorgt voor vetten waarvan het smeltpunt omgekeerd evenredig is met de hoeveelheid eikels die de varkens eten. Deze vetten verlenen de deelstukken bovendien een aroma en een smeuïgheid die zeer op prijs worden gesteld. Voorts krijgen de spieren van de varkens, doordat de dieren voortdurend in beweging zijn, een dichtere textuur waarin de vetten beter doordringen.

De buitengewone sensoriële kwaliteit van de hammen en schouders waarop de BOB van toepassing is, houdt derhalve verband met een uniek en op wereldniveau exclusief varkenshouderijsysteem — namelijk het voornoemde begrazingssysteem — waarbij tijdens de afmestperiode handig gebruik wordt gemaakt van de op de dehesa aanwezige natuurlijke voedingsstoffen, met name eikels en gras. Deze laatste factor is van fundamenteel belang en zorgt voor een vetsamenstelling van het product die in geen enkel ander productiesysteem kan worden nagebootst.

De dehesa’s in het noorden van de provincie Córdoba tellen, in vergelijking met andere soorten van het geslacht Quercus sp., het hoogste percentage steeneiken van het gehele Iberische schiereiland. Dat heeft gevolgen voor het soort eikels dat wordt gegeten door de varkens in het geografische gebied waarop de BOB van toepassing is.

De nadruk moet worden gelegd op het belang van het door de dehesa geleverde veevoeder voor de Iberische varkens die op deze gronden in het kader van een extensief systeem worden gehouden. Dit voeder is voor het eindproduct met de BOB een kenmerkend en onderscheidend element waaruit het verband met het geografische gebied blijkt. De vegetatie die jaarrond aanwezig is op de dehesa’s van “Los Pedroches”, is ongebruikelijk qua type en hoeveelheid, aangezien die verschilt van de vegetatie op dehesa’s in andere gebieden. Ook hieruit blijkt hoe belangrijk de eikels en de weiden in een bepaald gebied zijn voor het onderscheidende karakter van het product en voor de uiteindelijke organoleptische eigenschappen ervan.

De voortreffelijkheid van de hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches” blijkt alleen al uit de markt, aangezien een groot deel van de dieren die in het gebied worden geselecteerd, opgefokt en afgemest om voedsel met een hoge voedingswaarde te verkrijgen, van oudsher naar andere delen van het land wordt gebracht om te worden geslacht. Door de daaropvolgende verwerking en afzet nam de waarde van de producten aanzienlijk toe.

Deze situatie zette evenwel een rem op de economie van het gebied en is aan het veranderen. In de jaren 1980 vestigen zich in het gebied steeds meer bedrijven die zich toelegden op de verwerking en de afzet van — met name de betere deelstukken — van de in de regio geproduceerde karkassen van Iberische varkens.

Deze bedrijven kunnen ook in de toekomst succesvol blijven, daar zij perfect begrijpen dat de meer verfijnde producten van het Iberische varken hun culinaire waarde ontlenen aan de intrinsieke kwaliteit van de grondstof in combinatie met ambachtelijke productietechnieken. Hun grootste verdienste is dat zij de in de loop der jaren in het gebied ontstane en ontwikkelde productietechnieken hebben aangepast aan moderne industriële processen, met eerbied voor de essentie van elke stap in de productie van de hammen, van de vereiste om de dieren te laten rusten tot de uiteindelijke aanbieding aan de consument. Bovendien heeft de ontwikkeling van al deze technieken verbeteringen opgeleverd; zo kunnen mogelijke klimaateffecten worden beheerst, kunnen de schadelijke effecten die in sommige jaren kunnen optreden worden weggenomen en kan het product gedurende meerdere verkoopcycli worden gemonitord en genormaliseerd.

Centrale elementen van de productie zijn de individuele behandeling en controle van elk stuk, een gemiddelde hoogte van ongeveer 700 m boven zeeniveau en het koude en droge landklimaat dat tijdens het productieseizoen heerst in het gebied.

Dit hele proces resulteert in een eindproduct met een gemarmerd uiterlijk op het snijvlak en een aroma en smeuïgheid die door geen enkel ander type geconserveerd vlees in de wereld worden geëvenaard. Deze punten worden niet alleen erkend door de markt — de bijzondere kwaliteit die de hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches” ontlenen aan hun precieze herkomst wordt ook wetenschappelijk erkend.”

is vervangen door de volgende rubriek F van het productdossier (“Verband met het geografische gebied”):

“Het verband met het geografische gebied is gebaseerd op natuurlijke factoren, de specifieke kenmerken van het product en de specifieke productiemethode die in het afgebakende geografische gebied wordt gebruikt. Het specifieke ecosysteem van het geografische gebied is van invloed op de wijze waarop de dieren worden gehouden en maakt het mogelijk de dieren te voederen met natuurlijke voedingsstoffen die bepalend zijn voor de organoleptische kenmerken van het eindproduct. Bovendien is het productieproces, met name de droog- en rijpingsfasen, die plaatsvinden in een natuurlijke omgeving waarbij de klimaatomstandigheden in het gebied worden benut, van invloed op de ontwikkeling van het aroma en de smaak van het product.

Wat de natuurlijke omstandigheden betreft, omvat het gebied met de geografische naam “Los Pedroches”, en in het algemeen het hele noordelijke deel van de provincie Córdoba, ongeveer 300 000 hectare met steeneik beplante dehesa’s, oftewel 10 % van het nationale totale areaal, dat ongeveer 3 miljoen hectare beslaat. In het kader van dit specifieke systeem van landbouw, bosbouw en begrazing vindt van oudsher extensieve veeteelt plaats, met als meest kenmerkende activiteit het fokken en houden van Iberische varkens, waarbij de voedingswaarde van eikels optimaal wordt benut. Zonder de aanwezigheid van de varkens zou het ecosysteem waarschijnlijk verdwijnen.

De voor het gebied specifieke natuurlijke omstandigheden zijn dus in de eerste plaats van invloed op de wijze waarop de dieren worden gehouden: zij worden op volledig natuurlijke, extensieve wijze afgemest door de vruchten van de steeneik, de kurkeik en Quercus lusitanica (d.w.z. eikels) en de natuurlijke grassen van de dehesa optimaal en op volledig natuurlijke wijze te benutten. Het Iberische varken is, gegeven zijn gedrag, het meest geschikt om zich op natuurlijke weiden scharrelend te voeden.

De meestvoorkomende typen van het Iberische varken in het gebied zijn “lampiño”, “negra entrepelada”, “retinta” en “torbiscal”. Verder is het vermeldenswaard dat momenteel inspanningen worden geleverd om het voor het gebied inheemse type “negro de Los Pedroches” in ere te herstellen.

Voorts is “Los Pedroches” het enige gebied met dehesa’s waar Quercus lusitanica vruchtdragend is. Eikels van deze soort zijn ongeveer twintig dagen eerder rijp dan de vruchten van andere eiken, zodat de Iberische varkens eerder kunnen gaan scharrelen. De scharrelperiode begint eind oktober of begin november, afhankelijk van het jaar, en duurt tot uiterlijk begin maart. Zoals opgemerkt, worden de dieren afgemest met de natuurlijke voedingsstoffen die in het gebied aanwezig zijn, en in dit geval voeden zij zich vooral met de eikels van de genoemde bomen.

Zo draait het dieet van de dieren die de grondstof leveren voor de productie van de hammen en schouders met de BOB om de soorten eikels die zij eten, met dien verstande dat het percentage steeneiken (afgezet tegen andere eiken) nergens op het Iberisch schiereiland zo hoog is als op de dehesa’s in het noorden van de provincie Córdoba. Het dieet van de dieren wordt ook gekenmerkt door het gras, het stro en de andere natuurlijke voedingsstoffen op de dehesa.

Ten slotte bevatten de hammen en schouders met de BOB, dankzij deze vorm van extensieve begrazing, met het scharrelen als voornaamste aspect, verschillende vertakte koolwaterstoffen afkomstig van de eikels en het gras dat de varkens eten, alsook vet met een lager smeltpunt dan andere dierlijke vetten. Hieruit blijkt het effect van de natuurlijke factoren van het gebied op de kwaliteit en specifieke kenmerken van het verkregen product.

Deze omstandigheden, samen met het sterk van de natuurlijke klimaatomstandigheden van het gebied afhankelijke productieproces, met name de fasen in natuurlijke droog- en rijpingscellen, zorgen voor de verbindingen die de hammen en schouders “Los Pedroches” hun karakteristieke smaak en aroma verlenen, zoals hieronder wordt toegelicht.

Het afgebakende geografische gebied (in het noorden van de provincie Córdoba en bestaande uit gemeenten in Valle de Los Pedroches, Valle del Guadiato en Sierra de Córdoba, die zich alle op een hoogte van meer dan 300 meter en op een gemiddelde hoogte van ongeveer 700 meter boven zeeniveau bevinden) heeft een eigen klimaat, dat zich van het klimaat in de rest van de provincie en in Andalusië onderscheidt. Het gebied ligt in het hart van de Sierra Morena en wordt in het zuiden begrensd door een reeks bergketens die onderdeel zijn van de Sierra Morena. In het westen en noordwesten wordt het gebied begrensd door de rivier Zújar, in het noorden door de rivier Guadalmez en in het oosten door de rivier Yeguas. Deze rivieren worden gevoed vanuit de lage bergketens, die contrasteren met de grote vlakte waaruit het hele gebied bestaat. Het typische klimaat van het gebied komt voort uit de geïsoleerde ligging van de bergketens Sierra Morena en Cordilleras Béticas.

In het gebied heerst een subhumide mediterraan klimaat met kenmerken van een landklimaat, met lange en koude winters die gepaard gaan met strenge vorst en onregelmatige regenval, en hete en droge zomers. De landklimaat komt vooral tot uiting in het neerslagpatroon en in de dagelijkse en jaarlijkse temperatuurschommelingen, die vrij groot zijn, waarbij de temperaturen grote verschillen vertonen tussen zomer en winter. De meeste dagen is er sprake van een heldere hemel of lichte bewolking, en de zon schijnt gemiddeld meer dan 2 500 uur per jaar.

De temperaturen verschillen sterk per seizoen en zelfs gedurende de dag, maar zijn in het hele gebied vergelijkbaar, bij gemiddelden van 26 °C tot 27 °C in de zomer en 7 °C tot 8 °C in de winter. In de zomer en met name in juli en augustus worden de hoogste temperaturen genoteerd, soms tot meer dan 35 °C overdag, terwijl de temperatuur ’s nachts daalt tot 18 °C à 20 °C. In de winter liggen de waarden aanzienlijk lager, van een maximum van gemiddeld 10 °C tot 15 °C tot een minimum van gemiddeld -2 °C tot 2 °C.

Dankzij deze klimaatomstandigheden kunnen de hammen worden gedroogd in natuurlijke droogcellen. De deelstukken worden opgehangen en blootgesteld aan de omgevingsomstandigheden, terwijl de juiste temperatuur en vochtigheidsgraad worden bereikt door eenvoudigweg de ramen open te zetten of te sluiten. Deze fase levert hammen met een stabiele kleur op, die zodanig drogen dat er een stabiel eindproduct ontstaat. Deze fase bevordert ook de vorming van verbindingen die bepalend zijn voor de smaak (vrije aminozuren) en het aroma (de afbraak van proteïnen en van lipiden) van de ham. Hiertoe wordt de ham blootgesteld aan geleidelijk hogere temperaturen en een lagere luchtvochtigheid. Deze fase valt gewoonlijk samen met de zomer, wanneer de temperatuur geleidelijk stijgt van 15 °C à 18 °C tot 28 °C à 30 °C en de relatieve luchtvochtigheid oploopt tot 60 % tot 80 %. Deze temperatuurstijging bevordert de verspreiding van zout en de uitdroging, waardoor een evenwichtig zoutgehalte en een evenwichtige verdeling van water tussen de externe en interne delen tot stand komen en er als gevolg van de afbraak van proteïnen stoffen vrijkomen die de wateractiviteit afremmen (aw).

Tot slot worden de hammen en schouders overgebracht naar de rijpingscellen, waar de laatste fase van langzame rijping plaatsvindt. In deze laatste fase wordt het in de vorige fase ingezette chemische proces voortgezet, evenals de reacties waarbij de verbindingen ontstaan die het vlees de karakteristieke smaak en het karakteristieke aroma verlenen. Door de lagere temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en aw condenseren de stoffen die ontstaan bij de sterke hydrolyse van lipiden en proteïnen. Dit zijn verbindingen met een laag moleculair gewicht en een hoog smaak- en aromapotentieel: peptiden, aminozuren en aminen die ontstaan bij de hydrolyse van proteïnen, en vrije vetzuren, aldehyden, ketonen, alcoholen, esters en koolwaterstoffen die vrijkomen bij de hydrolyse en oxidatie van lipiden. Zoals hierboven is toegelicht, zijn er ook verschillende vertakte koolwaterstoffen aanwezig, die voortkomen uit plantaardige producten — eikels en gras — die deel uitmaken van het dieet van de varkens.

Ten slotte zijn deze factoren van het productieproces (voornamelijk temperatuur, wateractiviteit en zoutgehalte) bepalend voor de microbiële populatie op het oppervlak van de gerijpte hammen en schouders, die voornamelijk bestaat uit gisten, schimmels en micrococcaceae, die het best zijn aangepast aan de omgevingsomstandigheden. Deze beïnvloeden de organoleptische kenmerken van het eindproduct door de vluchtige stoffen die zij voortbrengen. In dit verband bestaan er wetenschappelijke bewijzen voor de rol die micro-organismen spelen in de proteolytische en lipolytische processen die plaatsvinden tijdens de rijping van ham van Iberische varkens (Núñez e.a. 1998, Rodríguez e.a. 1998) en voor hun bijdrage tot de ontwikkeling van het aroma en de smaak van het vlees (Martín e.a. 2004, 2006); Andrade 2009).”

en door dezelfde bewoordingen in punt 5 van het enig document, “Verband met het geografische gebied”, met uitzondering van de negende alinea, die beknopter is geformuleerd:

“Het afgebakende geografische gebied (dat bestaat uit gemeenten in Valle de Los Pedroches, Valle del Guadiato en Sierra de Córdoba, die zich alle op een hoogte van meer dan 300 meter en op een gemiddelde hoogte van ongeveer 700 meter boven zeeniveau bevinden) heeft een eigen klimaat, dat zich van het klimaat in de rest van de provincie en in Andalusië onderscheidt vanwege de geïsoleerde ligging van het gebied door de bergketens Sierra Morena en Cordilleras Béticas.”

Reden:

Deze wijziging is bedoeld om te wijzen op de invloed die het gebied en de plaatselijke productieomstandigheden tijdens de productie in de natuurlijke omgeving hebben, en op de invloed ervan op de specifieke kenmerken van het eindproduct, naast het belang van de dehesa’s en het extensieve houderijsysteem waarin de varkens worden afgemest en dat reeds in het oorspronkelijke productdossier werd belicht. Deze aspecten met betrekking tot de rijpingsfase, die onmiskenbaar van invloed zijn op de kenmerken van het eindproduct (zoals blijkt uit een studie en een technisch verslag over de invloed van het productiegebied op de rijping van Iberische ham met de BOB “Los Pedroches” door de afdeling O&O&I van het technologisch onderzoekscentrum Cicap) waren in het oorspronkelijke productdossier ten onrechte weggelaten uit de rubriek over het verband.

De wijziging is voorts bedoeld om het oorzakelijk verband tussen het product en de factoren van het geografische gebied duidelijk vast te stellen en algemene of al te vage verwijzingen te vermijden.

5.6.   Etikettering

1.

Op het etiket van de producten wordt nu verwezen naar het ras en de voeding van de varkens. De volgende zinsnede van het productdossier (rubriek H, “Etikettering”):

“[...] waarop de woorden “Denominación de Origen Protegida Los Pedroches” moeten worden vermeld, alsook de klasse waartoe het desbetreffende deelstuk (ham of schouder) behoort, samen met de voedercategorie.”

en de volgende zinsnede van het enig document (punt 4.8, “Etikettering”):

“[...] met de woorden “Denominación de Origen “Los Pedroches”” en de klasse waartoe het desbetreffende deelstuk behoort.”

zijn vervangen door de volgende tekst (rubriek H, “Etikettering”, van het nieuwe productdossier en punt 3.6, “Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst”, van het nieuwe enig document):

“[...] met de woorden “Denominación de Origen Protegida “Los Pedroches”” en de klasse waartoe het desbetreffende deelstuk (ham of schouder) behoort, samen met het ras en de voedercategorie.”

Reden:

Krachtens de kwaliteitsnorm moet op het etiket van de producten worden vermeld voor hoeveel procent het varken behoort tot het Iberische ras, en daarom is een verwijzing naar het ras toegevoegd.

2.

Het officiële BOB-logo, waaraan alle beschermde hammen en schouders te herkennen zijn, is zowel in het productdossier als in het enig document opgenomen.

Op het etiket moet ook het (hieronder afgebeelde) officiële BOB-logo worden weergegeven:

Image 1C1602023NL1510120230505NL0004.0001221276Overeenkomsttot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gryfice, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op … tussen:de thesaurie, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna de thesaurie genoemd,en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw genoemd,hierna afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd,waarvan de tekst als volgt luidt:Artikel 11.De thesaurie, als exclusieve eigenaar van de substraten van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten Świerzno, Karnice, Rewal en Brojce en de stedelijke/landelijke gemeenten Wolin, Kamień Pomorski, Dziwnów, Golczewo, Płoty, Trzebiatów en Gryfice in de provincie Zachodniopomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijnen die door de punten 1 tot en met 18 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]1691055,17219674,192692737,14221619,123693771,09224785,264695846,05233241,525697800,71239098,786689034,77237808,887688700,54245043,478687684,41264181,999684723,09259134,4510673948,18266614,0911675598,09237055,2012673865,95223383,3013673409,40219824,2914677185,11213499,7815687174,95217946,8716685637,43221987,2017688367,49223047,4218689636,16219042,50met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 23:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]19679335,20223870,9520679746,86224268,3121679040,45224478,5522678251,69224485,6323678251,81224056,04stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 5000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gryfice.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de carboon- en permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden;2)in de rest van het gebied alle operaties en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de carboon- en permformaties.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 747,96 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie en aardgas, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Artikel 2De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van dertig jaar, bestaande uit vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de reden daarvoor.Artikel 4De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw stelt de thesaurie schriftelijk in kennis van elke wijziging die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en adres of organisatievorm, een verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. De thesaurie kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen dertig dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Artikel 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke voorschriften, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Artikel 6De thesaurie behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 71.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw betaalt aan de thesaurie de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;b)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;c)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;d)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;e)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding uiterlijk op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van de gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, zoals door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek aangekondigd in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk is aan nul, wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verliest voordat de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn verstreken is, moet de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren gegaan doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4, gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig punt 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verloren is gegaan. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, met name verplichtingen inzake de bescherming van aardolie- en aardgasvelden.7.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Gryfice (Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gryfice).De betalingsdatum is de datum waarop de geldmiddelen op de bankrekening van de thesaurie worden bijgeschreven.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting worden onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wijzigt met als gevolg dat die activiteiten onderworpen worden aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.De thesaurie stelt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw schriftelijk in kennis van wijzigingen aan het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan de thesaurie worden betaald, ongeacht de inkomsten die de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht ontvangt.11.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verzendt binnen zeven dagen na de betalingsdatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding voor vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw naar de thesaurie.Artikel 81.Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw een investeringsbeslissing ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen dertig dagen vanaf de datum van die beslissing een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw gedurende de winningsfase.2.Als het in punt 1 bedoelde addendum niet is gesloten binnen dertig dagen na de datum van de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervalt het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 9De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van de thesaurie.Artikel 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan de thesaurie, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen door overmacht.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of punt 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de thesaurie een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of punt 2, gespecificeerde termijn, verzoekt de thesaurie de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de uitstaande vergoeding te betalen binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat de thesaurie binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan de thesaurie de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor het vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de hele prospectie- en exploratiefase opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of kan de thesaurie de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van dertig dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen.6.Beëindiging van de overeenkomst gebeurt schriftelijk, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien de thesaurie de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, punt 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.De thesaurie behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door de thesaurie geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Artikel 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)thesaurie:Ministerstwo Kimatu i Środowiska [ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging aan de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke wijziging is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per koerier of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Artikel 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen in het kader van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, uit te voeren, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid te betrachten en die niet het gevolg was van een fout of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht stellen de partijen onmiddellijk alles in het werk om een plan van aanpak overeen te komen.Artikel 13De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Artikel 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw van de thesaurie geen schadevergoedingen eisen voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van de thesaurie.Artikel 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek en van het Burgerlijk Wetboek.Artikel 17De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Artikel 18Wijzigingen aan de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Artikel 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw en twee exemplaren voor de thesaurie).ThesaurieHouder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouwC1602023NL2810120230505NL0005.0001341396Overeenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Kartuzy, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op… tussen:het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. …, hierna het Ministerie van Financiën genoemd,en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik genoemd,hierna elk afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd, en luidende als volgt:Afdeling 11.Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten: Kolbudy, Przywidz, Stężyca, Chmielno, Sierakowice, Somonino, Przodkowo, Linia, Szemud, Wejherowo, Łęczyce en Luzino, de stedelijk-landelijke gemeenten Żukowo en Kartuzy en de steden Gdynia en Gdańsk in de provincie Pomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 5 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatensysteem onderling verbindt:Nr.X [PL-1992]Y [PL-1992]1709648,50467438,932709994,91434842,343737770,93435133,014737259,22467502,295720361,13467514,79stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 5000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Kartuzy.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de cambrische, ordovicische en silurische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,2)in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de cambrische, ordovicische en silurische formaties.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 900,35 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Afdeling 2De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Afdeling 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.Afdeling 4De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Afdeling 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Afdeling 6Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 71.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;b)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;c)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;d)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;e)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;–met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.7.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Kartuzy (Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Kartuzy).De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.11.De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen 7 dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.Afdeling 81.Zodrade houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.2.Alshet in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.Afdeling 9De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.Afdeling 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.6.De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Afdeling 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)Ministerie van Financiën:Ministerstwo Kimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Afdeling 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.Afdeling 13De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Afdeling 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.Afdeling 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.Afdeling 17De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Afdeling 18Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Afdeling 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).Ministerie van FinanciënHouder van het recht van vruchtgebruikC1602023NL4010120230505NL0006.0001461516Overeenkomsttot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gorzów Wielkopolski S, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op … tussen:het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna het Ministerie van Financiën genoemd,en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik genoemd,hierna afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd,waarvan de tekst als volgt luidt:Afdeling 11.Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten Lubiszyn, Bogdaniec, Deszczno, Santok, Krzeszyce en Bledzew, de stedelijke/landelijke gemeente Witnica, Lubniewice en Skwierzyna, en de stad Gorzów Wielkopolski in de provincie Lubuskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 18 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]1549450,19244711,632546785,65241113,573540242,75241894,164540873,53247572,855546430,59247861,286547712,18259199,827540414,53256580,458531745,15262931,159531753,26263057,7410521496,05262559,1911521556,67262436,4412521365,66247695,3113528872,38239725,6114528621,24236900,9215527049,18228863,0816540948,98229635,4917547125,25229978,7018550209,91230150,11met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 26:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]19537338,87235938,8620537381,70235451,8921537161,68235262,6122536191,17234978,9123535945,30236140,7924536032,11236456,8425536631,59236671,4426537053,67236400,94stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 4000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gorzów Wielkopolski S.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,2)in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de formaties uit het perm.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 691,38 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Afdeling 2De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Afdeling 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.Afdeling 4De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel, adres of organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen dertig dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Afdeling 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Afdeling 6Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 71.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;b)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;c)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;d)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;e)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4, gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig punt 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen dertig dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.7.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Gorzów Wielkopolski S (“Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gorzów Wielkopolski S).De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting worden onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik uit het gebruik van dat recht.11.De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw naar het Ministerie van Financiën.Afdeling 81.Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen dertig dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.2.Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen dertig dagen na het investeringsbesluit waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervalt het recht van vruchtgebruik.Afdeling 9De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.Afdeling 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of punt 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of punt 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van dertig dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.6.De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, punt 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Afdeling 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)Ministerie van Financiën:Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Afdeling 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, uit te voeren, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.Afdeling 13De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Afdeling 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.Afdeling 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek en het burgerlijk wetboek.Afdeling 17De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Afdeling 18Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Afdeling 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).Ministerie van FinanciënHouder van het recht van vruchtgebruikC1602023NL5210120230505NL0007.0001571626Overeenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Siedlce W, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op… tussen:het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna het Ministerie van Financiën genoemd),en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik genoemd,hierna elk afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd, en luidende als volgt:Afdeling 11.Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten: Korytnica, Wierzbno, Liw, Grębków, Sokołów Podlaski, Bielany, Dobre, Jakubów, Cegłów, Kotuń, Mokobody, Siedlce, Skórzec, Suchożebry, Wiśniew en Wodynie, de stedelijk-landelijke gemeenten Kałuszyn en Mrozy, en de steden Sokołów Podlaski, Węgrów en Siedlce in de provincie Mazowieckie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 4 met de volgende coördinaten in het coördinatensysteem PL-1992 onderling verbindt:Nr.X [PL-1992]Y [PL-1992]1508667,07687397,042508667,07722038,063474026,06722038,064474026,06687397,04stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 3500 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Siedlce W.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de cambrische, ordovicische en silurische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,2)in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de cambrische, ordovicische en silurische formaties.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 1200,00 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Afdeling 2De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Afdeling 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.Afdeling 4De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Afdeling 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Afdeling 6Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 71.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;b)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;c)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;d)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;e)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;–met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.7.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Siedlce W (Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Siedlce W).De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.11.De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen 7 dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.Afdeling 81.Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.2.Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.Afdeling 9De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.Afdeling 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.6.De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Afdeling 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)Ministerie van Financiën:Ministerstwo Kimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Afdeling 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.Afdeling 13De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Afdeling 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.Afdeling 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.Afdeling 17De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Afdeling 18Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Afdeling 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).Ministerie van FinanciënHouder van het recht van vruchtgebruik

5.7.   Controle van de naleving van het productdossier

1.

De informatie in de volgende alinea’s van het productdossier (rubriek G, “Controle van de naleving van het productdossier”) is bijgewerkt:

“De controles van de naleving van het productdossier voordat het product in de handel wordt gebracht, worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006.

Het bevoegde controleorgaan is het directoraat-generaal Industrie en Agrovoedingskwaliteit van het regionale ministerie van Landbouw en Visserij van Andalusië, C/ Tabladilla, s/n, 41071 Sevilla, Spanje, tel.: +34 955032278; fax: +34 955032112; e-mail: dgipa.cap@juntadeandalucia.es.

Voor informatie over de organen die belast zijn met het controleren van de naleving van de voorschriften van het productdossier, zie:

http://www.juntadeandalucia.es/agriculturaypesca/portal/areas-tematicas/industrias-agroalimentarias/calidad-y-promocion-agroalimentaria/denominaciones-de-calidad/jamones-y-paletas.html.”

Deze informatie is vervangen door:

“Voordat het product in de handel wordt gebracht, wordt gecontroleerd of het voldoet aan het productdossier, zoals vereist bij Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen.

De voor de controles bevoegde autoriteit is het directoraat-generaal Agrovoedingsindustrie, Innovatie en Voedselvoorzieningsketen van het ministerie van Landbouw, Visserij, Water en Plattelandsontwikkeling van de regering van de autonome regio Andalusië, C/ Tabladilla, s/n, 41071 Sevilla; tel.: +34 955032278; fax: +34 955032112; e-mail: dgiica.cagpds@juntadeandalucia.es.

Voor informatie over de organen die belast zijn met het controleren van de naleving van de voorschriften van het productdossier, zie:

https://www.juntadeandalucia.es/organismos/agriculturaganaderiapescaydesarrollosostenible/areas/industrias-agroalimentarias/calidad/paginas/denominaciones-calidad-jamones-paletas.html”

Reden:

Deze rubriek is gewijzigd in verband met wijzigingen in de naam van de bevoegde autoriteit, de toepasselijke EU-wetgeving en het verband wat betreft de informatie over de entiteiten die belast zijn met de controle op de naleving van het productdossier.

2.

In het enig document is het punt “Controleorgaan” geschrapt om het document af te stemmen op het nieuwe formulier van bijlage VI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014.

5.8.   Wettelijke voorschriften

Punt I, “Wettelijke voorschriften”, is geschrapt omdat het niet behoort tot de punten die in het productdossier moeten worden opgenomen op grond van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen.

ENIG DOCUMENT

“LOS PEDROCHES”

EU-nr.: PDO-ES-0506-AM02 – 29.7.2021

BOB (X) BGA ( )

1.   Naam van het product

“Los Pedroches”

2.   Lidstaat of derde land

Spanje

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Aan het eind van het productieproces vertonen de hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches” de volgende kenmerken:

Uiterlijk voorkomen: langgerekt, gestileerd, met een zijaanzicht in de vorm van een V (wijze van versnijden “serrano”). Indien de hammen en schouders in hun geheel worden verkocht: behoud van de hoef om de identificatie te vergemakkelijken.

Minimumgewicht: 5,75 kg voor hammen en 3,7 kg voor schouders.

Karakteristieke kleur variërend van roze tot purperrood; een gemarmerd uiterlijk op het snijvlak.

Het vlees is niet heel zout of zoet. Het vlees heeft een droge smaak. Het heeft een prettig en intens aroma, met een voor dit soort producten typische toets van geroosterde of gedroogde noten.

Weinig vezelige textuur.

Glanzend vet, wit-roze of met gelige schakeringen, aromatisch en met een aangename smaak, met een structuur die varieert naargelang van het percentage eikels in het voeder.

De deelstukken worden als volgt in categorieën ingedeeld, naargelang van hun ras en de wijze waarop de varkens in de laatste fase van de afmestperiode zijn gevoederd:

Hammen en schouders “Bellota 100 % Ibérico” zijn afkomstig van 100 % Iberische varkens die worden afgemest op de dehesa waar zij rondscharrelen en zich uitsluitend voeden met eikels en grassen.

Hammen en schouders “Cebo de Campo 100 % Ibérico” zijn afkomstig van 100 % Iberische varkens die worden afgemest op dehesa’s in de regio, waar zij grazen en zich hoofdzakelijk voeden met het natuurlijke, op de dehesa’s aanwezige voeder, zo nodig aangevuld met een dagelijks voederrantsoen.

De minimale rijpingstijd van de producten bedraagt een jaar voor de schouders en twee jaar voor de hammen.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

De grondstoffen

Bouten van:

“Bellota”-varkens: tijdens de afmestperiode bestaat het voeder van de varkens uitsluitend uit eikels en grassen afkomstig van de dehesa’s in het afgebakende geografische gebied. Het voeder wordt aldus volledig betrokken uit het in dit document bedoelde afgebakende geografische gebied.

“Cebo de Campo”-varkens: tijdens de afmestperiode grazen de varkens op de dehesa’s in het afgebakende geografische gebied, waar zij zich hoofdzakelijk voeden met natuurlijke producten, zoals resterende eikels, grassen en resterend stro, naargelang van het seizoen. Indien nodig wordt dit dieet aangevuld met voeder. Ten minste 65 % van het voeder moet afkomstig zijn uit het in dit document omschreven afgebakende geografische gebied.

Diervoeders

Het aanvullende voeder voor de “Cebo de Campo”-varkens bestaat uit een mengsel van hoofdzakelijk granen (tarwe, gerst en maïs) en in mindere mate peulvruchten (erwten en sojabonen). Een groot deel van de ingrediënten is afkomstig van de traditionele teelt in het geografische gebied, maar een klein deel, zoals soja, niet. Bijgevolg is het technisch niet haalbaar om alle voeder uit het afgebakende geografische gebied te betrekken, zodat het is toegestaan om buiten dat gebied geproduceerd voeder toe te voegen.

Zoals toegelicht in punt 5 van dit document, is het op de dehesa aanwezige voedsel bepalend voor de kwaliteit van zowel de grondstof waarvan de hammen en schouders met de BOB worden gemaakt als van het product zelf. Het gebruik van voeder van buiten het gebied heeft dus geen invloed op de kwaliteit van het product, die verband houdt met het geografische gebied.

Als gevolg van het traditionele begrazingssysteem dat voor het opfokken en afmesten nodig is en het feit dat slechts een klein deel van het voeder buiten het grondgebied mag worden geproduceerd, ligt het percentage ingenomen droge stof dat afkomstig is uit het geografische gebied — in het geval van “Cebo de Campo”-varkens, die worden bijgevoederd — echter aanzienlijk boven het door de toepasselijke wetgeving (artikel 1, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013) toegestane minimum.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle stadia van het productieproces vinden plaats in het geografische gebied. De stadia bestaan uit:

het opfokken en het afmesten van het dier, waarvan de poten worden gebruikt voor de vervaardiging van het betrokken product;

het slachten van het dier en het uitsnijden van het vlees.

Alle stadia van de verwerking, te weten: doorzouten, wassen, laten rusten, drogen-rijpen en rijpen in rijpingscellen.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Hammen en schouders met de BOB “Los Pedroches” mogen ontbeend en in delen, plakken of porties worden verkocht, mits zij verpakt zijn en hun oorsprong kan worden geïdentificeerd. Dit is voorbehouden aan exploitanten die het werkprotocol van de regelgevende raad ter waarborging van de traceerbaarheid, de oorsprong, de identificatie en de eindkwaliteit van het product hebben aanvaard en naleven en die daartoe zijn ingeschreven in de registers van de regelgevende raad.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De regelgevende raad moet op elk deelstuk een tweede etiket aanbrengen dat volledig zichtbaar is en niet kan worden hergebruikt, met daarop de woorden “Denominación de Origen Protegida “Los Pedroches”” en de klasse waartoe het desbetreffende deelstuk (ham of schouder) behoort, samen met het ras en de voedercategorie.

Op het etiket moet ook het (hieronder afgebeelde) officiële BOB-logo worden weergegeven:

Image 2C1602023NL1510120230505NL0004.0001221276Overeenkomsttot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gryfice, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op … tussen:de thesaurie, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna de thesaurie genoemd,en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw genoemd,hierna afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd,waarvan de tekst als volgt luidt:Artikel 11.De thesaurie, als exclusieve eigenaar van de substraten van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten Świerzno, Karnice, Rewal en Brojce en de stedelijke/landelijke gemeenten Wolin, Kamień Pomorski, Dziwnów, Golczewo, Płoty, Trzebiatów en Gryfice in de provincie Zachodniopomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijnen die door de punten 1 tot en met 18 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel lopen:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]1691055,17219674,192692737,14221619,123693771,09224785,264695846,05233241,525697800,71239098,786689034,77237808,887688700,54245043,478687684,41264181,999684723,09259134,4510673948,18266614,0911675598,09237055,2012673865,95223383,3013673409,40219824,2914677185,11213499,7815687174,95217946,8716685637,43221987,2017688367,49223047,4218689636,16219042,50met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 23:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]19679335,20223870,9520679746,86224268,3121679040,45224478,5522678251,69224485,6323678251,81224056,04stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 5000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gryfice.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de carboon- en permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden;2)in de rest van het gebied alle operaties en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de carboon- en permformaties.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 747,96 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie en aardgas, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Artikel 2De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van dertig jaar, bestaande uit vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de reden daarvoor.Artikel 4De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw stelt de thesaurie schriftelijk in kennis van elke wijziging die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en adres of organisatievorm, een verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. De thesaurie kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen dertig dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Artikel 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke voorschriften, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Artikel 6De thesaurie behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 71.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw betaalt aan de thesaurie de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;b)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;c)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;d)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;e)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van het vruchtgebruik, te rekenen vanaf de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw;met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding uiterlijk op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van de gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, zoals door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek aangekondigd in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk is aan nul, wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verliest voordat de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn verstreken is, moet de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren gegaan doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4, gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig punt 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verloren is gegaan. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, met name verplichtingen inzake de bescherming van aardolie- en aardgasvelden.7.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Gryfice (Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasvelden en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gryfice).De betalingsdatum is de datum waarop de geldmiddelen op de bankrekening van de thesaurie worden bijgeschreven.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting worden onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wijzigt met als gevolg dat die activiteiten onderworpen worden aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.De thesaurie stelt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw schriftelijk in kennis van wijzigingen aan het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan de thesaurie worden betaald, ongeacht de inkomsten die de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht ontvangt.11.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw verzendt binnen zeven dagen na de betalingsdatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding voor vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw naar de thesaurie.Artikel 81.Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw een investeringsbeslissing ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen dertig dagen vanaf de datum van die beslissing een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van het vruchtgebruik voor de mijnbouw gedurende de winningsfase.2.Als het in punt 1 bedoelde addendum niet is gesloten binnen dertig dagen na de datum van de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervalt het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 9De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van de thesaurie.Artikel 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan de thesaurie, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen door overmacht.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of punt 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de thesaurie een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of punt 2, gespecificeerde termijn, verzoekt de thesaurie de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw de uitstaande vergoeding te betalen binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw nalaat de thesaurie binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan de thesaurie de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor het vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de hele prospectie- en exploratiefase opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of kan de thesaurie de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van dertig dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen.6.Beëindiging van de overeenkomst gebeurt schriftelijk, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien de thesaurie de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, punt 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.De thesaurie behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door de thesaurie geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Artikel 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)thesaurie:Ministerstwo Kimatu i Środowiska [ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging aan de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke wijziging is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per koerier of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Artikel 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen in het kader van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, uit te voeren, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid te betrachten en die niet het gevolg was van een fout of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht stellen de partijen onmiddellijk alles in het werk om een plan van aanpak overeen te komen.Artikel 13De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Artikel 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw van de thesaurie geen schadevergoedingen eisen voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Artikel 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van de thesaurie.Artikel 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet mijnbouw en geologisch onderzoek en van het Burgerlijk Wetboek.Artikel 17De houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Artikel 18Wijzigingen aan de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Artikel 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw en twee exemplaren voor de thesaurie).ThesaurieHouder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouwC1602023NL2810120230505NL0005.0001341396Overeenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Kartuzy, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op… tussen:het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. …, hierna het Ministerie van Financiën genoemd,en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik genoemd,hierna elk afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd, en luidende als volgt:Afdeling 11.Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten: Kolbudy, Przywidz, Stężyca, Chmielno, Sierakowice, Somonino, Przodkowo, Linia, Szemud, Wejherowo, Łęczyce en Luzino, de stedelijk-landelijke gemeenten Żukowo en Kartuzy en de steden Gdynia en Gdańsk in de provincie Pomorskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 5 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatensysteem onderling verbindt:Nr.X [PL-1992]Y [PL-1992]1709648,50467438,932709994,91434842,343737770,93435133,014737259,22467502,295720361,13467514,79stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 5000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Kartuzy.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de cambrische, ordovicische en silurische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,2)in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de cambrische, ordovicische en silurische formaties.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 900,35 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Afdeling 2De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Afdeling 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.Afdeling 4De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Afdeling 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Afdeling 6Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 71.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;b)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;c)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;d)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;e)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;–met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.7.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Kartuzy (Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Kartuzy).De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.11.De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen 7 dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.Afdeling 81.Zodrade houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.2.Alshet in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.Afdeling 9De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.Afdeling 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.6.De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Afdeling 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)Ministerie van Financiën:Ministerstwo Kimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Afdeling 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.Afdeling 13De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Afdeling 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.Afdeling 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.Afdeling 17De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Afdeling 18Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Afdeling 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).Ministerie van FinanciënHouder van het recht van vruchtgebruikC1602023NL4010120230505NL0006.0001461516Overeenkomsttot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gorzów Wielkopolski S, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op … tussen:het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna het Ministerie van Financiën genoemd,en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik genoemd,hierna afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd,waarvan de tekst als volgt luidt:Afdeling 11.Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten Lubiszyn, Bogdaniec, Deszczno, Santok, Krzeszyce en Bledzew, de stedelijke/landelijke gemeente Witnica, Lubniewice en Skwierzyna, en de stad Gorzów Wielkopolski in de provincie Lubuskie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 18 met de volgende coördinaten in het PL-1992-coördinatenstelsel onderling verbindt:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]1549450,19244711,632546785,65241113,573540242,75241894,164540873,53247572,855546430,59247861,286547712,18259199,827540414,53256580,458531745,15262931,159531753,26263057,7410521496,05262559,1911521556,67262436,4412521365,66247695,3113528872,38239725,6114528621,24236900,9215527049,18228863,0816540948,98229635,4917547125,25229978,7018550209,91230150,11met uitzondering van de veelhoek die wordt bepaald door de volgende punten 19 tot en met 26:PuntX [PL-1992]Y [PL-1992]19537338,87235938,8620537381,70235451,8921537161,68235262,6122536191,17234978,9123535945,30236140,7924536032,11236456,8425536631,59236671,4426537053,67236400,94stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 4000 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gorzów Wielkopolski S.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de permformaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,2)in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de formaties uit het perm.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 691,38 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Staatsblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Afdeling 2De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Afdeling 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit vijf jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.Afdeling 4De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel, adres of organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen dertig dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Afdeling 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Afdeling 6Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 71.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;b)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;c)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;d)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;e)… PLN (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen dertig dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4, gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig punt 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen dertig dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.7.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Gorzów Wielkopolski S (“Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Gorzów Wielkopolski S).De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting worden onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik uit het gebruik van dat recht.11.De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen zeven dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw naar het Ministerie van Financiën.Afdeling 81.Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen dertig dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de uitvoering van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.2.Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen dertig dagen na het investeringsbesluit waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervalt het recht van vruchtgebruik.Afdeling 9De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.Afdeling 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of punt 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punt 1 of punt 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van dertig dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.6.De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, punt 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Afdeling 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)Ministerie van Financiën:Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf 14 dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Afdeling 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, uit te voeren, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.Afdeling 13De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Afdeling 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.Afdeling 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek en het burgerlijk wetboek.Afdeling 17De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Afdeling 18Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Afdeling 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).Ministerie van FinanciënHouder van het recht van vruchtgebruikC1602023NL5210120230505NL0007.0001571626Overeenkomst tot vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Siedlce W, hierna de overeenkomst genoemdgesloten te Warschau op… tussen:het Ministerie van Financiën, vertegenwoordigd door de minister van Klimaat en Milieu, voor en namens wie … optreedt krachtens volmacht nr. … hierna het Ministerie van Financiën genoemd),en… (naam van de onderneming) met statutaire zetel te … (volledig adres), geregistreerd op … onder KRS (nationaal rechtbankregister) nr. …, aandelenkapitaal …, vertegenwoordigd door …, hierna de houder van het recht van vruchtgebruik genoemd,hierna elk afzonderlijk een partij of gezamenlijk de partijen genoemd, en luidende als volgt:Afdeling 11.Het Ministerie van Financiën als exclusieve eigenaar van substraat van de aardkorst binnen het grondgebied van de landelijke gemeenten: Korytnica, Wierzbno, Liw, Grębków, Sokołów Podlaski, Bielany, Dobre, Jakubów, Cegłów, Kotuń, Mokobody, Siedlce, Skórzec, Suchożebry, Wiśniew en Wodynie, de stedelijk-landelijke gemeenten Kałuszyn en Mrozy, en de steden Sokołów Podlaski, Węgrów en Siedlce in de provincie Mazowieckie, welk gebied wordt begrensd door de lijn die de punten 1 tot en met 4 met de volgende coördinaten in het coördinatensysteem PL-1992 onderling verbindt:Nr.X [PL-1992]Y [PL-1992]1508667,07687397,042508667,07722038,063474026,06722038,064474026,06687397,04stelt hierbij het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw vast voor de houder van het recht van vruchtgebruik in het bovenstaande gebied, aan de bovenzijde begrensd door de ondergrens van de eigendommen aan het aardoppervlak en aan de onderzijde begrensd door een vlak op 3500 m diepte, op voorwaarde dat de houder van het recht van vruchtgebruik binnen één jaar vanaf de datum van de overeenkomst een concessie verkrijgt voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Siedlce W.2.Indien niet wordt voldaan aan de in punt 1 genoemde voorwaarde voor het verkrijgen van een concessie, vervallen de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.3.De houder van het recht van vruchtgebruik mag in het in punt 1 gespecificeerde gesteentegebied:1)in de cambrische, ordovicische en silurische formaties activiteiten uitvoeren die verband houden met de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen,2)in de rest van het gebied alle werkzaamheden en activiteiten uitvoeren die nodig zijn om zich toegang te verschaffen tot de cambrische, ordovicische en silurische formaties.4.De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 1200,00 km2.5.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw houdt in dat de houder van het recht van vruchtgebruik het in punt 1 gespecificeerde gebied op exclusieve basis mag gebruiken voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen, alsmede voor alle operaties en activiteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn in dat gebied overeenkomstig de geldende wetgeving, en met name de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2022, punt 1072, als gewijzigd), en de op grond van die wet vastgestelde besluiten.Afdeling 2De houder van het recht van vruchtgebruik verklaart dat hij geen bezwaar maakt tegen de feitelijke en juridische status van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw.Afdeling 31.De overeenkomst wordt van kracht op de datum waarop de concessie wordt verkregen.2.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw wordt vastgesteld voor een periode van 30 jaar, bestaande uit 5 jaar voor de prospectie- en exploratiefase en 25 jaar voor de winningsfase, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 8, punt 2, en afdeling 10.3.Het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw loopt af wanneer de concessie afloopt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt, ongeacht de oorzaak.Afdeling 4De houder van het recht van vruchtgebruik stelt het Ministerie van Financiën schriftelijk in kennis van elke verandering die leidt tot een verandering van naam, statutaire zetel en het adres of de organisatievorm, verandering van registratie- en identificatienummers, de wettelijke overdracht van de concessie aan een andere entiteit, een faillissementsaanvraag, een faillietverklaring of de inleiding van herstructureringsprocedures. Het Ministerie van Financiën kan in dergelijke gevallen eisen dat de nodige toelichtingen worden verstrekt. De kennisgeving geschiedt binnen 30 dagen na de datum waarop de hierboven genoemde omstandigheden zich voordoen.Afdeling 5Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten van derde partijen, met name landeigenaren, en de houder van het recht van vruchtgebruik is niet vrijgesteld van het naleven van wettelijke vereisten, met name die met betrekking tot de prospectie en exploratie van mineralen en de bescherming en het gebruik van milieurijkdommen.Afdeling 6Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om binnen het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied het recht van vruchtgebruik voor andere dan in deze overeenkomst gespecificeerde activiteiten vast te stellen op een manier die geen afbreuk doet aan de rechten van de houder van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 71.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt aan het Ministerie van Financiën de volgende vergoedingen voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied tijdens de prospectie- en exploratiefase voor elk jaar van vruchtgebruik voor de mijnbouw (geteld als twaalf opeenvolgende maanden):a)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het eerste jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;b)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het tweede jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;c)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het derde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;d)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vierde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;e)PLN … (bedrag) (voluit geschreven: … zloty) voor het vijfde jaar van vruchtgebruik, te rekenen van de datum waarop de overeenkomst van kracht werd, binnen 30 dagen na het begin van dat jaar van vruchtgebruik;–met inachtneming van de bepalingen van punt 2.2.Indien de datum voor de betaling van de verschuldigde vergoeding voor een gegeven jaar van vruchtgebruik in de periode van 1 januari tot 1 maart valt, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding op 1 maart. Indien de vergoeding echter wordt geïndexeerd overeenkomstig de punten 3, 4 en 5, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik deze niet vroeger dan de datum waarop de in punt 3 bedoelde indexering is aangekondigd, rekening houdend met die indexering.3.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van deze overeenkomst tot het jaar voorafgaand aan de datum voor de betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski). Als deze index voor een bepaald jaar lager is dan of gelijk aan nul, dan wordt voor dat jaar geen indexering toegepast.4.Indien de datum voor de betaling van de vergoeding in hetzelfde kalenderjaar valt als dat waarin de overeenkomst is gesloten, wordt de vergoeding niet geïndexeerd.5.Indien de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de datum voor de betaling van de vergoeding valt, wordt de vergoeding niet geïndexeerd als de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betaalt uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar waarin de overeenkomst is gesloten en van kracht wordt.6.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik het in de overeenkomst vastgestelde recht van vruchtgebruik verliest voor de afloop van de in afdeling 3, punt 2, gespecificeerde termijn, moet de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding betalen voor het volledige jaar van vruchtgebruik waarin hij dit recht heeft verloren. Indien het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw echter is verloren doordat de concessie is ingetrokken of ten gevolge van de in afdeling 10, punten 1, 3 of 4 gespecificeerde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik de vergoeding voor de hele periode van vruchtgebruik van de prospectie- en exploratiefase zoals bepaald in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig lid 3 en onverminderd de contractuele boete als bedoeld in afdeling 10, punt 2. De vergoeding wordt betaald binnen 30 dagen vanaf de datum waarop het recht van vruchtgebruik is verloren. Het verlies van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw ontslaat de houder van het recht van vruchtgebruik niet van milieuverplichtingen met betrekking tot het voorwerp van het recht van vruchtgebruik, met name verplichtingen inzake de bescherming van bronnen.7.De houder van het recht van vruchtgebruik betaalt de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op de bankrekening van het Ministerie van Klimaat en Milieu bij het kantoor van de Nationale Bank van Polen in Warschau, nr. 07 1010 1010 0006 3522 3100 0000, waarbij op de overboekingsopdracht het volgende bericht wordt vermeld: Ustanowienie użytkowania górniczego w związku z udzieleniem koncesji na poszukiwanie i rozpoznawanie złóż ropy naftowej i gazu ziemnego oraz wydobywanie ropy naftowej i gazu ziemnego ze złóż w obszarze Siedlce W (Vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw in verband met het verlenen van een concessie voor de prospectie en exploratie van aardolie- en aardgasbronnen en de winning van aardolie en aardgas in het gebied Siedlce W).De betalingsdatum is de datum van bijschrijving van de geldmiddelen op de bankrekening van het Ministerie van Financiën.8.De in punt 1 gespecificeerde vergoeding is niet onderworpen aan btw. Indien een wetswijziging tot gevolg heeft dat de activiteiten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, aan belasting wordt onderworpen, of indien de interpretatie van de wetgeving wordt gewijzigd met als gevolg dat die activiteiten onderworpen zijn aan btw, wordt het bedrag van de vergoeding vermeerderd met het bedrag van de verschuldigde belasting.9.Het Ministerie van Financiën stelt de houder van het recht van vruchtgebruik schriftelijk in kennis van veranderingen van het in punt 7 genoemde bankrekeningnummer.10.De vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw moet aan het Ministerie van Financiën worden betaald, ongeacht de inkomsten van de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw uit het gebruik van dat recht.11.De houder van het recht van vruchtgebruik stuurt binnen 7 dagen na de betaaldatum een kopie van het bewijs van betaling van de in punt 1 bedoelde vergoeding naar het Ministerie van Financiën.Afdeling 81.Zodra de houder van het recht van vruchtgebruik een investeringsbesluit ter nadere bepaling van de voorwaarden voor de winning van aardolie of aardgas ontvangt, tekenen de partijen binnen 30 dagen vanaf de datum van dat besluit een addendum bij de overeenkomst, waarin de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst tijdens de winningsfase worden vastgesteld, alsmede het bedrag van de vergoeding voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw op het in afdeling 1, punt 1, bedoelde gebied voor elk jaar van vruchtgebruik gedurende de winningsfase.2.Als het in punt 1 bedoelde addendum niet wordt gesloten binnen 30 dagen na de investeringsbeslissing waarin de voorwaarden voor de winning van aardolie en aardgas zijn vastgesteld, vervallen de rechten van vruchtgebruik.Afdeling 9De houder van het recht van vruchtgebruik kan het in afdeling 1, punt 1, vastgestelde recht van vruchtgebruik pas uitoefenen na schriftelijke toestemming van het Ministerie van Financiën.Afdeling 101.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik handelt in strijd met in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen, kan het Ministerie van Financiën, met inachtneming van de bepalingen in de punten 3 en 4, de overeenkomst beëindigen met onmiddellijke ingang, zonder dat de houder van het recht van vruchtgebruik eigendomsclaims kan indienen. De overeenkomst hoeft evenwel niet te worden beëindigd indien de houder van het recht van vruchtgebruik door overmacht bepaalde verplichtingen op grond van de overeenkomst niet is nagekomen.2.Indien de overeenkomst wordt beëindigd om de in punt 1 of 4 vermelde redenen, betaalt de houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw het Ministerie van Financiën een contractuele boete van 25 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en exploratiefase van dat vruchtgebruik, zoals gespecificeerd in afdeling 3, punten 1 en 2, geïndexeerd overeenkomstig afdeling 7, punt 3.3.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik de betaling van de vergoeding uitstelt met meer dan zeven dagen na de in afdeling 7, punten 1 of 2, gespecificeerde termijn, verzoekt het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik de uitstaande vergoeding binnen zeven dagen na ontvangst van het verzoek te betalen; doet hij dit niet, dan wordt de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd.4.Indien de houder van het recht van vruchtgebruik nalaat het Ministerie van Financiën binnen dertig dagen te informeren over de in afdeling 4 bedoelde gebeurtenissen, kan het Ministerie van Financiën de houder van het recht van vruchtgebruik een contractuele boete van 5 % van de vergoeding voor de hele prospectie- en mijnbouwexploratiefase van het vruchtgebruik voor de mijnbouw opleggen voor elk geval waarin is nagelaten informatie te verstrekken, of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk beëindigen, afhankelijk van de opzegtermijn van 30 dagen aan het einde van de kalendermaand.5.De houder van het recht van vruchtgebruik is tot de datum waarop de concessie vervalt, wordt ingetrokken of ongeldig wordt verklaard, gebonden door de overeenkomst en kan de overeenkomst niet beëindigen tot de vervaldatum ervan.6.De overeenkomst wordt schriftelijk beëindigd, anders is de beëindiging niet geldig.7.De partijen komen overeen dat indien het Ministerie van Financiën de overeenkomst beëindigt, de in afdeling 7, lid 1, bedoelde vergoeding, betaald voor het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw, niet wordt terugbetaald.8.Het Ministerie van Financiën behoudt zich het recht voor om een vergoeding te vorderen die uitstijgt boven het bedrag van de contractuele boeten volgens de algemene voorwaarden, indien de door het Ministerie van Financiën geleden schade hoger is dan het bedrag van de contractuele boeten.Afdeling 111.De partijen hebben de volgende contactgegevens verstrekt voor correspondentie:1)Ministerie van Financiën:Ministerstwo Kimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu], ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warszawa;2)Houder van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw:(adres).2.De partijen zijn verplicht elkaar onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van elke wijziging in de contactgegevens zoals aangegeven in punt 1. Voor een dergelijke verandering is geen addendum van de overeenkomst nodig. Correspondentie die naar het meest recentelijk verstrekte contactadres is verstuurd, wordt geacht aan de andere partij te zijn betekend.3.Elke partij betekent correspondentie aan de andere partij in persoon, per post of per aangetekende brief aan de hand van de meest recentelijk door die partij verstrekte contactgegevens.4.Aangetekende brieven die naar het meest recentelijk verstrekte adres van een partij zijn gestuurd en die naar het postkantoor of het koeriersbedrijf worden teruggestuurd, omdat de geadresseerde deze niet op tijd heeft afgehaald, worden vanaf veertien dagen na de eerste poging tot levering behandeld alsof zij betekend zijn.Afdeling 121.De partijen zijn niet aansprakelijk voor niet-naleving van verplichtingen op grond van de overeenkomst als gevolg van overmacht indien kan worden aangetoond dat schade als gevolg van overmacht de niet-naleving van de verplichtingen heeft beïnvloed. Onder overmacht wordt verstaan: een externe gebeurtenis die de partijen niet hadden kunnen voorzien of voorkomen en die het onmogelijk maakt om de overeenkomst ten volle of ten dele, permanent of voor een bepaalde periode, ten uitvoer te leggen, en die een partij niet had kunnen verhinderen door passende zorgvuldigheid en die niet het gevolg was van fouten of nalatigheid door de partij die erdoor is getroffen.2.In geval van overmacht leveren de partijen onmiddellijk alle nodige inspanningen om een aanpak overeen te komen.Afdeling 13De houder van het recht van vruchtgebruik kan om verlenging van de gehele overeenkomst of een deel daarvan vragen, en moet dit schriftelijk doen, anders is de aanvraag ongeldig.Afdeling 14Indien de overeenkomst wordt beëindigd, mag de houder van het recht van vruchtgebruik geen schadevergoedingen eisen van het Ministerie van Financiën voor een waardestijging van het voorwerp van het recht van vruchtgebruik.Afdeling 15Uit de overeenkomst voortvloeiende geschillen worden opgelost door de gewone rechtbank die de geografische rechtsbevoegdheid heeft ten aanzien van de zetel van het Ministerie van Financiën.Afdeling 16Voor deze overeenkomst geldt de Poolse wetgeving, met name de bepalingen van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek en het burgerlijk wetboek.Afdeling 17De houder van het recht van vruchtgebruik draagt de kosten voor de sluiting van de overeenkomst.Afdeling 18Wijzigingen van de overeenkomst gebeuren schriftelijk, anders zijn zij niet geldig.Afdeling 19De overeenkomst is opgesteld in drie identieke exemplaren (een exemplaar voor de houder van het recht van vruchtgebruik en twee exemplaren voor het Ministerie van Financiën).Ministerie van FinanciënHouder van het recht van vruchtgebruik

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het gebied waar de varkens, waarvan de deelstukken bestemd zijn om te worden verwerkt tot hammen en schouders met de beschermde oorsprongsbenaming “Los Pedroches”, worden gehouden en afgemest en waar het hele bereidingsproces — het slachten en versnijden van de Iberische varkens en het doorzouten, het drogen en het rijpen van de deelstukken — plaatsvindt, omvat de volgende gemeenten in de provincie Córdoba:

Alcaracejos, Añora, Belalcázar, Bélmez, Los Blázquez, Cardeña, Conquista, Dos Torres, Espiel, Fuente La Lancha, Fuente Obejuna, La Granjuela, El Guijo, Hinojosa del Duque, Pedroche, Peñarroya-Pueblonuevo, Pozoblanco, Santa Eufemia, Torrecampo, Valsequillo, Villanueva de Córdoba, Villanueva del Duque, Villanueva del Rey, Villaralto en El Viso, en het grondgebied op een hoogte van meer dan 300 meter van de gemeenten Adamuz, Hornachuelos, Montoro, Obejo, Posadas, Villaharta en Villaviciosa.

5.   Verband met het geografische gebied

Het verband met het geografische gebied is gebaseerd op natuurlijke factoren, de specifieke kenmerken van het product en de specifieke productiemethode die in het afgebakende geografische gebied wordt gebruikt. Het specifieke ecosysteem van het geografische gebied is van invloed op de wijze waarop de dieren worden gehouden en maakt het mogelijk de dieren te voederen met natuurlijke voedingsstoffen die bepalend zijn voor de organoleptische kenmerken van het eindproduct. Bovendien is het productieproces, met name de droog- en rijpingsfasen, die plaatsvinden in een natuurlijke omgeving waarbij de klimaatomstandigheden in het gebied worden benut, van invloed op de ontwikkeling van het aroma en de smaak van het product.

Wat de natuurlijke omstandigheden betreft, omvat het gebied met de geografische naam “Los Pedroches”, en in het algemeen het hele noordelijke deel van de provincie Córdoba, ongeveer 300 000 hectare met steeneik beplante dehesa’s, oftewel 10 % van het nationale totale areaal, dat ongeveer 3 miljoen hectare beslaat. In het kader van dit specifieke systeem van landbouw, bosbouw en begrazing vindt van oudsher extensieve veeteelt plaats, met als meest kenmerkende activiteit het fokken en houden van Iberische varkens, waarbij de voedingswaarde van eikels optimaal wordt benut. Zonder de aanwezigheid van de varkens zou het ecosysteem waarschijnlijk verdwijnen.

De voor het gebied specifieke natuurlijke omstandigheden zijn dus in de eerste plaats van invloed op de wijze waarop de dieren worden gehouden: zij worden op volledig natuurlijke, extensieve wijze afgemest door de vruchten van de steeneik, de kurkeik en Quercus lusitanica (d.w.z. eikels) en de natuurlijke grassen van de dehesa optimaal en op volledig natuurlijke wijze te benutten. Het Iberische varken is, gegeven zijn gedrag, het meest geschikt om zich op natuurlijke weiden scharrelend te voeden.

De meestvoorkomende typen van het Iberische varken in het gebied zijn “lampiño”, “negra entrepelada”, “retinta” en “torbiscal”. Verder is het vermeldenswaard dat momenteel inspanningen worden geleverd om het voor het gebied inheemse type “negro de Los Pedroches” in ere te herstellen.

Voorts is “Los Pedroches” het enige gebied met dehesa’s waar Quercus lusitanica vruchtdragend is. Eikels van deze soort zijn ongeveer twintig dagen eerder rijp dan de vruchten van andere eiken, zodat de Iberische varkens eerder kunnen gaan rondscharrelen. De scharrelperiode begint eind oktober of begin november, afhankelijk van het jaar, en duurt tot uiterlijk begin maart. Zoals opgemerkt, worden de dieren afgemest met de natuurlijke voedingsstoffen die in het gebied aanwezig zijn, en in dit geval voeden zij zich vooral met de eikels van de genoemde bomen.

Zo draait het dieet van de dieren die de grondstof leveren voor de productie van de hammen en schouders met de BOB om de soorten eikels die zij eten, met dien verstande dat het percentage steeneiken (afgezet tegen andere eiken) nergens op het Iberisch schiereiland zo hoog is als op de dehesa’s in het noorden van de provincie Córdoba. Het dieet van de dieren wordt ook gekenmerkt door het gras, het stro en de andere natuurlijke voedingsstoffen op de dehesa.

Ten slotte bevatten de hammen en schouders met de BOB, dankzij deze vorm van extensieve begrazing, met het scharrelen als voornaamste aspect, verschillende vertakte koolwaterstoffen afkomstig van de eikels en het gras dat de varkens eten, alsook vet met een lager smeltpunt dan andere dierlijke vetten. Hieruit blijkt het effect van de natuurlijke factoren van het gebied op de kwaliteit en specifieke kenmerken van het verkregen product.

Deze omstandigheden, samen met het sterk van de natuurlijke klimaatomstandigheden van het gebied afhankelijke productieproces, met name de fasen in natuurlijke droog- en rijpingscellen, zorgen voor de verbindingen die de hammen en schouders “Los Pedroches” hun karakteristieke smaak en aroma verlenen, zoals hieronder wordt toegelicht.

Het afgebakende geografische gebied (dat bestaat uit gemeenten in Valle de Los Pedroches, Valle del Guadiato en Sierra de Córdoba, die zich alle op een hoogte van meer dan 300 meter en op een gemiddelde hoogte van ongeveer 700 meter boven zeeniveau bevinden) heeft een eigen klimaat, dat zich van het klimaat in de rest van de provincie en in Andalusië onderscheidt vanwege de geïsoleerde ligging van het gebied door de bergketens Sierra Morena en Cordilleras Béticas.

In het gebied heerst een subhumide mediterraan klimaat met kenmerken van een landklimaat, met lange en koude winters die gepaard gaan met strenge vorst en onregelmatige regenval, en hete en droge zomers. De landklimaat komt vooral tot uiting in het neerslagpatroon en in de dagelijkse en jaarlijkse temperatuurschommelingen, die vrij groot zijn, waarbij de temperaturen grote verschillen vertonen tussen zomer en winter. De meeste dagen is er sprake van een heldere hemel of lichte bewolking, en de zon schijnt gemiddeld meer dan 2 500 uur per jaar.

De temperaturen verschillen sterk per seizoen en zelfs gedurende de dag, maar zijn in het hele gebied vergelijkbaar, bij gemiddelden van 26 °C tot 27 °C in de zomer en 7 °C tot 8 °C in de winter. In de zomer en met name in juli en augustus worden de hoogste temperaturen genoteerd, soms tot meer dan 35 °C overdag, terwijl de temperatuur ’s nachts daalt tot 18 °C à 20 °C. In de winter liggen de waarden aanzienlijk lager, van een maximum van gemiddeld 10 °C tot 15 °C tot een minimum van gemiddeld -2 °C tot 2 °C.

Dankzij deze klimaatomstandigheden kunnen de hammen worden gedroogd in natuurlijke droogcellen. De deelstukken worden opgehangen en blootgesteld aan de omgevingsomstandigheden, terwijl de juiste temperatuur en vochtigheidsgraad worden bereikt door eenvoudigweg de ramen open te zetten of te sluiten. Deze fase levert hammen met een stabiele kleur op, die zodanig drogen dat er een stabiel eindproduct ontstaat. Deze fase bevordert ook de vorming van verbindingen die bepalend zijn voor de smaak (vrije aminozuren) en het aroma (de afbraak van proteïnen en van lipiden) van de ham. Hiertoe wordt de ham blootgesteld aan geleidelijk hogere temperaturen en een lagere luchtvochtigheid. Deze fase valt gewoonlijk samen met de zomer, wanneer de temperatuur geleidelijk stijgt van 15 °C à 18 °C tot 28 °C à 30 °C en de relatieve luchtvochtigheid 60 % à 80 % bedraagt. Deze temperatuurstijging bevordert de zoutdiffusie en de uitdroging, waardoor een evenwichtig zoutgehalte en een evenwichtige verdeling van water tussen de externe en interne delen tot stand komen en er als gevolg van de afbraak van proteïnen stoffen vrijkomen die de wateractiviteit afremmen (aw).

Tot slot worden de hammen en schouders overgebracht naar de rijpingscellen, waar de laatste fase van langzame rijping plaatsvindt. In deze laatste fase wordt het in de vorige fase ingezette chemische proces voortgezet, evenals de reacties waarbij de verbindingen ontstaan die het vlees de karakteristieke smaak en het karakteristieke aroma verlenen. Door de lagere temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en aw condenseren de stoffen die ontstaan bij de sterke hydrolyse van lipiden en proteïnen. Dit zijn verbindingen met een laag moleculair gewicht en een hoog smaak- en aromapotentieel: peptiden, aminozuren en aminen die ontstaan bij de hydrolyse van proteïnen, en vrije vetzuren, aldehyden, ketonen, alcoholen, esters en koolwaterstoffen die vrijkomen bij de hydrolyse en oxidatie van lipiden. Zoals hierboven is toegelicht, zijn er ook verschillende vertakte koolwaterstoffen aanwezig, voortkomend uit plantaardige producten — eikels en gras — die deel uitmaken van het dieet van de varkens.

Ten slotte zijn deze factoren van het productieproces (voornamelijk temperatuur, wateractiviteit en zoutgehalte) bepalend voor de microbiële populatie op het oppervlak van de gerijpte hammen en schouders, die voornamelijk bestaat uit gisten, schimmels en micrococcaceae, die het best zijn aangepast aan de omgevingsomstandigheden. Deze beïnvloeden de organoleptische kenmerken van het eindproduct door de vluchtige stoffen die zij voortbrengen. In dit verband bestaan er wetenschappelijke bewijzen voor de rol die micro-organismen spelen in de proteolytische en lipolytische processen die plaatsvinden tijdens de rijping van ham van Iberische varkens (Núñez e.a. 1998, Rodríguez e.a. 1998) en voor hun bijdrage tot de ontwikkeling van het aroma en de smaak van het vlees (Martín e.a. 2004, 2006); Andrade 2009).

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

https://juntadeandalucia.es/sites/default/files/inline-files/2022/08/Pliego_modificado_Los_Pedroches.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Bevoegde nationale autoriteit als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1151/2012.


5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/89


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2023/C 160/10)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Cariñena”

PDO-ES-A0043-AM03

Datum van mededeling: 6.2.2023

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Toevoeging van twee gemeenten aan het afgebakende geografische gebied van de BOB

Beschrijving:

Het geografische gebied is uitgebreid met de gemeenten Fuendetodos en Vistabella de Huerva, die grenzen aan het afgebakende geografische gebied van de BOB “Cariñena”.

Deze wijziging betreft punt 4 van het productdossier (afbakening van het geografische gebied) en punt 6 “Afgebakend geografisch gebied” van het enig document.

Overeenkomstig artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie en gelet op de oorzaken en redenen geldt de wijziging niet als een wijziging op het niveau van de Unie omdat deze niet betrekking heeft op de naam van de beschermde oorsprongsbenaming, het niet gaat om een wijziging, schrapping of toevoeging van een categorie wijnbouwproducten, noch het verband teniet wordt gedaan of verdere beperkingen worden opgelegd aan het in de handel brengen van het product. Daarom wordt de wijziging als een standaardwijziging beschouwd.

Motivering:

In de terroirstudies, die voornamelijk berustten op een analyse van de bodem- en klimaatkenmerken van beide gemeenten, is het agronomisch potentieel van het BOB-gebied bepaald. De conclusie is dat er geen duidelijke verschillen zijn met het huidige geografische gebied.

De bestudeerde kenmerken van de wijnbouwgebieden van Fuendetodos lijken sterk op een van de terroireenheden van de BOB “Cariñena”, en met name de kalksteenplateauprofielen. Ook is geconstateerd dat de klimaatindices passen in klimaatzone D van de BOB.

Wat de gemeente Vistabella betreft, is geconstateerd dat er twee verschillende gebieden zijn die overeenstemmen met die van de BOB: hellinggronden met leisteen en kwartsiet, en semi-steile, glooiende gronden. In de studie wordt ook geconcludeerd dat de klimaatgegevens voor deze gemeente lijken op die van klimaatzone D van de BOB.

2.   Toevoeging van een wit druivenras (secundair)

Beschrijving:

Aan de lijst van secundaire rassen in het productdossier van de BOB is de Cariñena blanca toegevoegd.

De wijziging betreft punt 6 van het productdossier (druivenras(sen) waaruit de wijn wordt bereid) en heeft geen gevolgen voor het enig document omdat het om een secundair ras gaat.

Overeenkomstig artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie en gelet op de oorzaken en redenen geldt de wijziging niet als een wijziging op het niveau van de Unie omdat deze niet betrekking heeft op de naam van de beschermde oorsprongsbenaming, het niet gaat om een wijziging, schrapping of toevoeging van een categorie wijnbouwproducten, noch het verband teniet wordt gedaan of verdere beperkingen worden opgelegd aan het in de handel brengen van het product. Daarom wordt de wijziging als een standaardwijziging beschouwd.

Motivering:

Bij besluit AGM/1312/2022 van 13 september 2022 is de naam Cariñena blanca als synoniem van Carignan blanc toegevoegd aan de lijst van wijndruivenrassen die in Aragon zijn toegestaan voor de vinificatie.

Dit ras is vanuit zowel productief als oenologisch oogpunt geschikt voor de specifieke omstandigheden in het productiegebied. Het heeft een sterk aromatisch karakter en strookt met het typische sensorische profiel van de witte wijnen met de BOB “Cariñena”.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Cariñena

2.   Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

3.

Likeurwijn

5.

Mousserende kwaliteitswijn

8.

Parelwijn

16.

Wijn van overrijpe druiven

4.   Beschrijving van de wijn(en)

1.   Witte wijnen, roséwijnen

KORTE BESCHRIJVING

Uiterlijk: helder

Witte wijn: groenachtig, lichtgeel, strogeel of geel van kleur.

Roséwijn: uienschil, zalmroze, roze, aardbeiroze of violetroze van kleur.

Geur: fruitig, aroma van hout als de wijn daarmee in contact is geweest, geen fouten.

Smaak: gemiddelde zuurgraad, lage zoetheid, geen fouten.

*

Maximaal gehalte aan zwaveldioxide: 240 mg/l indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt.

**

Wanneer er geen grenswaarden zijn vastgesteld, moeten de in de toepasselijke EU-wetgeving voorgeschreven limieten worden gevolgd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,3

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

180

2.   Rode wijnen

KORTE BESCHRIJVING

Uiterlijk: helder, met kleuren die variëren tussen violetrood, paarsrood, granaatrood en kersenrood.

Geur: fruitig, rode vruchten, aroma van hout als de wijn daarmee in contact is geweest, geen fouten.

Smaak: gemiddelde zuurgraad, lage zoetheid, gemiddelde wrangheid, geen fouten.

*

Maximaal gehalte aan zwaveldioxide: 180 mg/l indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt.

**

Wanneer er geen grenswaarden zijn vastgesteld, moeten de in de toepasselijke EU-wetgeving voorgeschreven limieten worden gevolgd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,3

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

140

3.   Likeurwijn

KORTE BESCHRIJVING

Uiterlijk: helder

Witte wijn: geel, ambergeel of goudgeel van kleur.

Rode wijn: violetrood, paarsrood, granaatrood of kersenrood van kleur.

Geur: rijpe vruchten, hout als de wijn daarmee in contact is geweest, geen fouten.

Smaak: warm mondgevoel (alcohol merkbaar) en zoetheid, geen fouten.

*

Maximaal gehalte aan zwaveldioxide: 200 mg/l indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt.

**

Wanneer er geen grenswaarden zijn vastgesteld, moeten de in de toepasselijke EU-wetgeving voorgeschreven limieten worden gevolgd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

15

Minimale totale zuurgraad

3,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

15

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

150

4.   Mousserende kwaliteitswijn

KORTE BESCHRIJVING

Uiterlijk: helder met kooldioxidebelletjes.

Witte wijn: groenachtig, lichtgeel, strogeel of geel van kleur.

Roséwijn: uienschil, zalmroze, roze, aardbeiroze of violetroze van kleur.

Rode wijn: violetrood, paarsrood, granaatrood, kersenrood of robijnrood.

Geur: fruitig, geen fouten.

Smaak: gevoel van koolstofdioxide in de mond (verfrissende nasmaak), licht zure (frisse) smaak, geen fouten.

*

Wanneer er geen grenswaarden zijn vastgesteld, moeten de in de toepasselijke EU-wetgeving voorgeschreven limieten worden gevolgd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

10

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

10,83

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

160

5.   Parelwijn

KORTE BESCHRIJVING

Uiterlijk: helder met kooldioxidebelletjes.

Witte wijn: groenachtig, lichtgeel, strogeel of geel van kleur.

Roséwijn: uienschil, zalmroze, roze, aardbeiroze of violetroze van kleur.

Rode wijn: violetrood, paarsrood, granaatrood, kersenrood of robijnrood.

Geur: fruitig, geen fouten.

Smaak: gevoel van koolstofdioxide in de mond (verfrissende nasmaak), licht zure (frisse) smaak, geen fouten.

*

witte en roséwijn: maximaal gehalte aan zwaveldioxide 180 mg/l: indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt, dan 240 mg/l.

*

rode wijn: maximaal gehalte aan zwaveldioxide 140 mg/l: indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt, dan 180 mg/l.

**

Wanneer er geen grenswaarden zijn vastgesteld, moeten de in de toepasselijke EU-wetgeving voorgeschreven limieten worden gevolgd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

7

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,3

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

6.   Wijn van overrijpe druiven (late oogst)

KORTE BESCHRIJVING

Uiterlijk: helder

Witte wijn: groenachtig, lichtgeel, strogeel of geel van kleur.

Roséwijn: uienschil, zalmroze, roze, aardbeiroze of violetroze van kleur.

Rode wijn: violetrood, paarsrood, granaatrood, kersenrood of robijnrood.

Geur: rijpe vruchten, hout als de wijn daarmee in contact is geweest, geen fouten.

Smaak: warm mondgevoel (alcohol merkbaar), zoetheid afhankelijk van het suikergehalte, geen fouten.

*

witte en roséwijn: maximaal gehalte aan zwaveldioxide 180 mg/l: indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt, dan 240 mg/l.

*

rode wijn: maximaal gehalte aan zwaveldioxide 140 mg/l: indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt, dan 180 mg/l.

**

Wanneer er geen grenswaarden zijn vastgesteld, moeten de in de toepasselijke EU-wetgeving voorgeschreven limieten worden gevolgd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

13

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

15

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

7.   Wijn van overrijpe druiven (van nature zoet)

KORTE BESCHRIJVING

Uiterlijk: helder

Witte wijn: groenachtig, lichtgeel, strogeel of geel van kleur.

Roséwijn: uienschil, zalmroze, roze, aardbeiroze of violetroze van kleur.

Rode wijn: violetrood, paarsrood, granaatrood, kersenrood of robijnrood.

Geur: rijpe vruchten, hout als de wijn daarmee in contact is geweest, geen fouten.

Smaak: middelhoge zoetheid. Geen afwijkingen.

*

witte en roséwijn: maximaal gehalte aan zwaveldioxide 180 mg/l: indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt, dan 240 mg/l.

*

rode wijn: maximaal gehalte aan zwaveldioxide 140 mg/l: indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt, dan 180 mg/l.

**

Wanneer er geen grenswaarden zijn vastgesteld, moeten de in de toepasselijke EU-wetgeving voorgeschreven limieten worden gevolgd.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

13

Minimale totale zuurgraad

4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

15

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Essentiële oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé

Voor de bereiding van de onder de BOB vallende wijnen worden alleen gezonde druiventrossen gebruikt die een geschikt rijpheidsstadium hebben bereikt en waarschijnlijk een alcoholgehalte van ten minste 9 % opleveren.

Er wordt voldoende druk uitgeoefend om de most of de wijn te extraheren en van de droesem te scheiden, op zodanige wijze dat de opbrengst (combinatie van oversteken en persen) niet meer dan 74 liter wijn per 100 kg druiven bedraagt.

Teeltwijze

De plantdichtheid moet ten minste 1 500 wijnstokken per hectare bedragen die gelijkmatig over de wijngaard zijn verdeeld.

b.   Maximale opbrengsten

1.

Blauwe druivenrassen

62,9 hectoliter per hectare

2.

Blauwe druivenrassen

8 500 kg druiven per hectare

3.

Witte druivenrassen

66,6 hectoliter per hectare

4.

Witte druivenrassen

9 000 kilogram druiven per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

Gemeenten: Aguarón, Aladrén, Alfamén, Almonacid de la Sierra, Alpartir, Cariñena, Cosuenda, Encinacorba, Fuendetodos, Longares, Mezalocha, Muel, Paniza, Tosos, Villanueva de Huerva en Vistabella de Huerva.

7.   Wijndruivenras(sen)

 

CABERNET SAUVIGNON

 

CHARDONNAY

 

GARNACHA BLANCA

 

GARNACHA TINTA

 

MACABEO - VIURA

 

MAZUELA - CARIÑENA

 

MERLOT

 

SYRAH

 

TEMPRANILLO

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

De wijngaarden van Aragón liggen in de regio Celtibera, de locatie van de Romeinse stad Carae (tegenwoordig Cariñena), waarvan de inwoners al in de derde eeuw v. Chr. met honing gemengde wijn dronken. Al in 1696 werd de aanplant op basis van kwaliteit beperkt tot de gemeenten waarvoor thans deze BOB geldt.

De kenmerken van de verschillende bodems in het geografische gebied vormen, samen met de geringe neerslag, de extreme temperaturen en de zogeheten “cierzo” (de overheersende noordenwind), een selectief ecosysteem waarin al eeuwenlang wijnbouw plaatsvindt. Zo ontstaat een eindproduct dat specifiek en op unieke wijze is aangepast aan het gebied waaruit het afkomstig is.

De gebruikte druivenrassen hebben zich goed aangepast aan de bestaande bodem- en klimaatomstandigheden. Dit resulteert in een aantal wijnen met een specifiek karakter als gevolg van hun fysisch-chemische en sensorische eigenschappen, die kenmerkend zijn voor de uit de toegestane rassen bereide wijnen.

WIJN

De wijze waarop de verschillende bodems in het geografische gebied zich naargelang de specifieke kenmerken van de omgeving hebben ontwikkeld, zorgt samen met het klimaat en de verschillende rassen voor evenwichtige wijnen met intense, frisse aroma’s met een goede structuur en een lange afdronk.

LIKEURWIJN

Likeurwijn hoort bij de traditie van wijnbereiding in dit geografische gebied. Dat heeft te maken met de klimatologische omstandigheden met hoge dagtemperaturen en weinig neerslag, waardoor het suikergehalte bij de oogst, met name bij de late oogst, zeer hoog is.

MOUSSERENDE KWALITEITSWIJN

Dit oenologische procedé op basis van de traditionele methode wordt door de wijnmakerijen in dit gebied al sinds het begin van de 20e eeuw toegepast. Door de extreme temperaturen en de vruchtbare kalkhoudende bodem kunnen er rassen worden geteeld die de wijnen body en balans geven. De weinige neerslag en de zonuren zorgen voor een natuurlijk alcoholgehalte dat de productie van mousserende kwaliteitswijnen met het voorgeschreven alcoholgehalte mogelijk maakt.

PARELWIJN

Het natuurlijke alcoholgehalte, de lichte zurigheid en de intensiteit van de fruitige aroma’s in parelwijnen zijn het resultaat van de uren zonneschijn die voor een optimale blootstelling aan de zon zorgen, in combinatie met de grote temperatuurverschillen als gevolg van het continentale klimaat in het gebied en de geringe regenval tijdens de rijpingsperiode van de druiven.

WIJN VAN OVERRIJPE DRUIVEN

Het uitstellen van de oogst in het geografische gebied van de beschermde oorsprongsbenaming “Cariñena” om druiven met een hoger suikergehalte te verkrijgen, geeft deze wijnen hun kenmerkende aroma van rijpe vruchten en zorgt ook voor de zoete en warme nuances die verband houden met het alcoholgehalte. Dit evenwicht wordt bereikt door de druiven lange tijd in de zon te laten rijpen.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende etiketteringsbepalingen

Beschrijving van de voorwaarde:

De commerciële etiketten van elke geregistreerde wijnmakerij moeten aan de Raad van Toezicht worden voorgelegd om te voldoen aan de in dit productdossier vermelde eisen voor opname in het etikettenregister.

Een van de volgende vermeldingen moet op het etiket worden aangebracht:

“Denominación de Origen “Cariñena”” (een traditionele aanduiding in de zin van Verordening (EU) nr. 1308/2013) of “Denominación de Origen Protegida “Cariñena””. Voor consumptie bestemde producten moeten een waarborgmerk dragen dat wordt genummerd en afgegeven door de Raad van Toezicht. De merktekens moeten in de geregistreerde wijnmakerij op zodanige wijze worden bevestigd dat zij niet opnieuw kunnen worden gebruikt.

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het vervoer en de botteling buiten het productiegebied vormen een gevaar voor de kwaliteit van de wijn. Botteling binnen het geografische gebied zorgt ervoor dat de kenmerken en de kwaliteit van de wijn gevrijwaard blijven.

Botteling is een belangrijke handeling, waarbij strenge voorschriften in acht moeten worden genomen. Het bottelen moet dus plaatsvinden in het gebied dat in het productdossier is afgebakend, om alle fysisch-chemische en organoleptische eigenschappen te behouden.

Link naar het productdossier

https://www.aragon.es/documents/20127/60698006/Pliego_de_condiciones_DOP_Cari%C3%B1ena_vc_2022.pdf/4c84782b-a115-c455-0319-42216ec432da?t=1666097211187


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


5.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 160/97


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2023/C 160/11)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) uiterlijk drie maanden na deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

PRODUCTDOSSIER VAN EEN GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEIT

“Twaróg wędzony”

EU-nr.: TSG-PL-2779 – 29.6.2021

Lidstaat of derde land: Polen

1.   Naam/namen waarvoor de registratie wordt aangevraagd

“Twaróg wędzony”

2.   Productcategorie [zie Bijlage XI]

Categorie 1.3. Kaas

3.   Gronden voor registratie

3.1.   Het product is

het resultaat van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met de traditionele gebruiken voor dat product of dat levensmiddel;

vervaardigd uit de traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten.

“Twaróg wędzony” (gerookte wrongelkaas) is een specifieke soort ongerijpte platte kaas waarvan de traditionele productie ongeveer 40 jaar teruggaat. “Twaróg wędzony” dankt zijn traditionele karakter aan de bereidingswijze, het uiterlijk, de kleur en de smaak.

De productiemethode berust op traditionele procedés:

warm roken van de kaas met rook afkomstig van de verbranding van hout van geselecteerde loofbomen;

droogzouten van de kaas of onderdompelen van de kaas in een pekelbad.

Het roken speelt een speciale rol in het productieproces. Deze methode is namelijk niet gebruikelijk voor in Polen gemaakte zure (wrongel)kazen, vanwege het relatief lage gehalte droge stof dat het roken bemoeilijkt. Dankzij het roken en zouten (het zouten van wrongelkazen is geen gangbare praktijk in Polen) krijgt het product zijn specifieke smaak en aroma.

3.2.   De naam

wordt van oudsher gebruikt om het specifieke product aan te duiden;

is een verwijzing naar het traditionele karakter of de specificiteit van het product.

De naam “twaróg wędzony” weerspiegelt het specifieke karakter van het product, dat door het roken wordt verkregen.

4.   Beschrijving

4.1.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, met inbegrip van de belangrijkste fysieke, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken die het specifieke karakter van het product aantonen [artikel 7, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014), hierna “Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie” genoemd]

“Twaróg wędzony” (gerookte wrongelkaas) is een specifieke soort ongerijpte platte kaas in de vorm van een klein cilindervormig blok van 250-300 g, of een parallellepipedumvormig blok met een stuksgewicht van 200-300 g. De kaas heeft de typische kleur van producten die op natuurlijke wijze op loofhout zijn gerookt (kleur van roomgeel tot lichtbruin). De kaas wordt bereid uit koemelk. Bij “twaróg wędzony” met kruiden zijn er aan de buitenkant en op de dwarsdoorsnede van de kaas deeltjes van aromaten zichtbaar (het kan daarbij gaan om knoflookzout, knoflook, peper, paprika, venkel, nigellazaad of komijn). De uiterste houdbaarheidsdatum is dertig dagen vanaf de datum van productie.

“Twaróg wędzony” heeft de volgende organoleptische en fysisch-chemische kenmerken:

Kenmerken

Eisen

Smaak en geur

Lichtzuur, lichtzout tot zout, rooksmaak en rookgeur.

Indien additieven (kruiden) zijn toegevoegd: de karakteristieke smaak en geur van de gebruikte kruiden.

Textuur en consistentie

Homogene massa, een licht brokkelige en enigszins harde massa is toegestaan; scheurtjes tussen de korrels zijn eveneens toegestaan.

Kleur

Wit- tot crèmekleurige kaasmassa, kleur aan de buitenkant roomgeel tot lichtbruin, niet homogeen.

Actieve zuurgraad (pH)

Minimaal 4,2

Zoutgehalte in %

Voor een zelfgeperst product: Minimaal 3,0

Voor een geperst product: Minimaal 2,0

Watergehalte in %

Maximaal 70 %

Vetgehalte in %

Voor een zelfgeperst product: 17,0 ± 3,0

Voor een geperst product: 9,0 ± 1,5

Het roken geeft het product niet alleen zijn rooksmaak en -geur, het verlengt ook de houdbaarheid, wat deze kazen onderscheidt van andere zure (wrongel)kazen. Dat de kaas langer houdbaar is, is niet alleen te danken aan de verhoogde temperatuur tijdens het roken en aan het zouten, maar ook aan de eigenschappen van de rook.

4.2.   Beschrijving van de productiemethode van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, en de manier waarop het product wordt bereid [artikel 7, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie]

STAP I

Verkrijging van de grondstof

De grondstof voor de productie van “twaróg wędzony” is rauwe koemelk.

Bewaring van de rauwe melk

De melk mag vóór de productie maximaal 24 uur worden bewaard bij een temperatuur lager dan 8 °C.

STAP II

Verhitting van de melk, ontgassing, centrifugering en standaardisering van het vet

De rauwe melk wordt bij een temperatuur van ongeveer 65° C in een warmtewisselaar verhit, waar hij ook wordt ontgast, waarna in een centrifuge scheiding van het vet plaatsvindt. Na het centrifugeren wordt het vetgehalte van de melk gestandaardiseerd op ten minste 3,5 % bij productie van zelfgeperste “twaróg wędzony” of ten minste 1,6 % voor de productie van geperste “twaróg wędzony”.

Pasteurisatie van de melk

De melk wordt gedurende 45 seconden gepasteuriseerd bij een temperatuur van 74 tot 80 °C.

Afkoeling

Na het pasteuriseren laat men de melk afkoelen tot een temperatuur van zo’n 20 tot 30 °C. Deze temperatuur wordt ook gebruikt voor het aanzuren van de melk bij wrongelkazen (zie stap III). Vervolgens wordt de melk naar de wrongelbak geleid.

STAP III

Toevoeging van melkfermenten

Aan de melk worden culturen van mesofiele melkzuurbacteriën toegevoegd door middel van rechtstreekse inoculatie. Afhankelijk van het specifieke karakter van de gebruikte bacterieculturen en van het seizoen gebeurt de toevoeging van melkfermenten bij een temperatuur van 20 tot 30 °C. In de zomer worden lagere en in de winter hogere temperaturen gehanteerd. Na de toevoeging van de fermenten wordt de melk in de bak gedurende 15-30 minuten geroerd.

Stremming

De stremming van de melk vindt plaats binnen 12 tot 18 uur afhankelijk van de temperatuur en het type toegevoegde bacterieculturen. De fermentatie stopt bij een pH lager dan 4,65. Voordat de wrongel wordt verwerkt, bekijkt de kaasmaker hoe compact deze is door hem met de hand te breken. Als de wrongel glad is op het breukvlak, is hij goed snijdbaar. Het snijden is dan de volgende stap in de productie.

Verwerking van de wrongel

De wrongel wordt voorzichtig gesneden en vervolgens enkele minuten met rust gelaten. Na het snijden loopt de wei van de buitenkant van de wrongel. Vervolgens ontstaat er een mengsel waarvan de intensiteit toeneemt naarmate de wrongel uitlekt, waarna het verhittingsproces begint met een snelheid van ongeveer 1-2° C/10 min. Meestal wordt de wrongel verhit tot ongeveer 8-10° C boven de temperatuur waarbij de melkfermenten zijn toegevoegd, en ondertussen regelmatig geroerd. De kaasmaker bepaalt wanneer de verhitting wordt beëindigd naargelang van een organoleptische beoordeling van de mate waarin de wrongel is gedroogd. Vervolgens wordt de wrongel enkele minuten met rust gelaten zonder te roeren. Op die manier wordt de wei van de wrongel gescheiden (de korrels drijven naar boven, terwijl de wei zich in het onderste deel van de bak ophoopt). De verwerking van de wrongel neemt in totaal anderhalf uur tot twee uur in beslag.

Het uitlekken van de wei

Aan het eind van de verhitting is een hoeveelheid wei verwijderd die overeenkomt met 60 % van de melk die voor de bereiding wordt gebruikt.

Eerste uitlekking en uitgieting van de wrongel

De wrongel wordt onder een pers (bij de productie van geperste “twaróg wędzony”) of een homogeniseringsapparaat (bij de productie van zelfgeperste “twaróg wędzony”) geplaatst, waar de wei eerst van de wrongel wordt gescheiden.

Tijdens deze stap worden eventueel plantaardige additieven of kruiden aan de wrongel toegevoegd. De volgende additieven zijn toegestaan, met tussen haakjes de maximale hoeveelheden voor 100 kg eindproduct:

knoflookzout (0,25 kg),

gedroogde fijngestampte knoflook (0,3 kg),

gemalen of gebroken peper (0,3 kg),

kruidenpeper (0,5 kg),

venkelzaad (0,5 kg),

komijnzaad (0,5 kg),

zoete of scherpe paprika in poedervorm (in diverse verhoudingen, in totaal 0,8 kg),

nigellazaad (0,25 kg).

Het komijn- of venkelzaad moet vóór toevoeging in kokend water worden geblancheerd.

Bovengenoemde additieven mogen worden gemengd. In dat geval worden de maximale hoeveelheden additieven voor 100 kg eindproduct bij elkaar opgeteld. Het totaalgewicht aan additieven mag daarbij niet boven de 1 kg per 100 kg eindproduct uitkomen.

In dit stadium kan er zout aan de wrongel worden toegevoegd in een hoeveelheid van maximaal 1 kg per 100 kg eindproduct. Als er ook knoflookzout wordt toegevoegd, mag de hoeveelheid toegevoegde zout ten hoogste 0,75 kg per 100 kg eindproduct bedragen.

Zelfpersing in vormen of persing onder persen

Voor de productie van zelfgeperste “twaróg wędzony” in vormen: de gehomogeniseerde stukjes wrongel worden in vormen gegoten, die vervolgens op elkaar worden geplaatst. Na een eerste uitlekking van maximaal 30 minuten wordt de voorgevormde wrongel gekeerd en laat men de wei in een koelcel nogmaals uitlekken.

Bij de productie van geperste “twaróg wędzony” wordt de wrongel met de hand in kaasdoeken gegoten die onder de persen op elkaar zijn geplaatst. De aldus voorbereide porties worden met een kracht van ongeveer 10 N/kg kaas geperst, waarbij de kracht geleidelijk wordt verhoogd tot 30 N/kg. Het persen duurt 30 tot 60 minuten afhankelijk van de mate waarin de wrongel tijdens de verhitting is gedroogd. Na het persen wordt de kaas uit de doeken gehaald en in rechthoeken gesneden.

In dit stadium krijgt de kaas zijn definitieve vorm:

in geval van zelfgeperste wrongel, een cilinder met een diameter van ongeveer 10 cm en een gewicht per stuk van 250-300 g;

in geval van geperste “twaróg wędzony”, een rechthoekig parallellepipedum met afmetingen van het grondvlak van ongeveer 12 × 8 cm en een gewicht van circa 250 g.

Na het zelfpersen of persen moet het watergehalte van de wrongelkaas lager zijn dan 70 %.

Vervolgens wordt de kaas in een koelcel geplaatst. Daarin laat men de kaas tot onder 15 °C afkoelen, wat echter niet langer dan 24 uur mag duren.

STAP IV

Zouten

De zelfgeperste kaas wordt gepekeld. Daarom mag “twaróg wędzony” als “zilt” worden aangemerkt. De kaas wordt in een pekelvat gedompeld, totdat een zoutgehalte van ongeveer 1,5 % is bereikt, gewoonlijk na twaalf tot enkele tientallen minuten. Hoelang het zouten duurt, hangt af van de pekelconcentratie: hoe hoger de concentratie, des te korter het zouten. Bij aanvang moet de pekelconcentratie ongeveer 21 % zijn.

Bij geperste kaas wordt het zout gelijkmatig op beide zijden van de kaas gestrooid en ingewreven. Vervolgens laat men de kaas via een luchtstroom bij een temperatuur van 2-8 °C afkoelen en drogen. Tijdens dit proces wordt de kaas gekeerd.

STAP V

Roken

De kaas wordt op rookkarren met roosters geplaatst (door de gaten in de roosters kan de rook ook het oppervlak van de kaas bereiken dat met het rooster in contact staat). De karren met de kaas worden in rookkamers geplaatst. Voor het roken wordt beuken- en elzenhout verbrand: het gebruik van natuurlijke-rookgeneratoren en spaanders van beuken- of elzenhout is toegestaan. Het roken vindt plaats bij een temperatuur van 40 tot 65 °C, totdat de kenmerkende kleur van het eindproduct is bereikt.

Afkoeling

De gerookte kaas wordt van de rookkamers naar afzonderlijke koelcellen getransporteerd, waar hij doorgaans gedurende 12 tot 24 uur wordt afgekoeld tot een temperatuur lager dan 15 °C.

STAP VI

Verpakking

Na afkoeling wordt de gerookte wrongelkaas onder beschermende atmosfeer (een mengsel van stikstof en kooldioxide) of onder verminderde druk verpakt.

Activiteiten die tijdens het productieproces verboden zijn:

het gebruik van rookaroma’s,

het koud roken van de kaas.

4.3.   Beschrijving van de belangrijkste elementen die het traditionele karakter van het product bepalen (artikel 7, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie)

In het overzicht van de belangrijkste kenmerken waaraan het product zijn traditionele karakter ontleent, worden de voornaamste kenmerken die niet zijn veranderd, aangegeven, met vermelding van precieze en goed gedocumenteerde referenties.

Wrongelkaas (twaróg(2) is een zuivelproduct dat al honderden jaren in Polen wordt gemaakt. Dit gebeurt door de melk te verzuren en vervolgens te verhitten, de wei te scheiden en de wrongel te persen. Wrongelkazen zijn typerend voor de Midden- en Oost-Europese landen. De Poolse term “twaróg” heeft geen equivalent in de talen van de West-Europese landen en de karakteristieke Poolse wrongelkazen zijn in deze landen niet bekend.

Zoals men kan lezen in het boek “Serowarstwo” (De bereiding van kaas) van Jan Licznerski, voor het eerst gepubliceerd in 1922, “produceerde het Poolse volk al sinds mensenheugenis overal “gomółki” uit wrongelkaas, waarna deze werden gedroogd om voorraden op te bouwen”. “Gomółki” zijn een soort platte bolletjes of galettes van wrongelkaas, die men liet drogen om ze te kunnen bewaren (3).

In Polen heeft de kaasbereiding zich vooral ontwikkeld in de achttiende en negentiende eeuw als gevolg van de migratie van de “Olender”-kolonisten (zoals men de nieuwkomers uit Nederland, Pruisen en Duitsland noemde). Zij verspreidden het houden van laaglandrunderen en verschillende methoden voor de verwerking van melk en technieken voor de productie van kaas. De economie van de Olenders berustte hoofdzakelijk op het houden van melkkoeien en de bijbehorende zuivelproductie, vooral de kaasbereiding.

Het lijdt geen twijfel dat wrongelkaas het eerste product was dat van melk werd gemaakt. Dit type gezuurde kaas is het eenvoudigst om te maken en de bereiding is tot op de dag van vandaag vrijwel ongewijzigd gebleven.

Om te begrijpen wat de specifieke kenmerken van de kaasbereiding in de achttiende en negentiende eeuw waren, is het vooral belangrijk te weten dat de term “twaróg” destijds betrekking had op zowel het product dat uit de zure stremming ontstond (met inheemse melkzuurbacteriën of toevoeging van zuur) als op de wrongel die met behulp van stremsel uit kalvermagen was verkregen. Deze wrongel werd aangeduid als “wrongel van zoete melk” (4).

In de literatuur worden vanouds wrongelkazen en stremselkazen onder dezelfde noemer geplaatst. Alleen omdat uitvoerig wordt beschreven hoe de kazen worden verkregen en bereid, hebben we nauwkeurige informatie over het product in kwestie. In het werk dat in het bezit is van het archeologisch en etnografisch museum van Łódź getiteld “Z badań nad pożywieniem ludu Łowickiego (1880-1939)” (Het onderzoek naar de voeding van de inwoners van Łódź (1880-1939) beschrijft Jan Piotr Dekowski de moderne productietechnieken van de “twaróg”, die hij “kaas” op basis van wrongel noemt waarvan de wei is uitgelekt. De auteur zegt verder dat aan de aldus bereide “twaróg” zout en soms ook kruiden werden toegevoegd.

Kenmerkend voor die tijd zijn de pogingen om te ontdekken hoe wrongelkazen langer houdbaar kunnen worden gemaakt door ze te drogen, te zouten, te roken en onder de juiste omstandigheden te bewaren. We zien ook dat er verschillende manieren waren om de kaas culinaire waarde te geven, meestal door zout, kruiden en groenten toe te voegen.

De eerste verwijzingen naar het roken van de wrongel (ook bekend onder de naam “gewone kaas”) zijn te vinden in de publicatie van Antoni Waga van 1837 (5). De auteur schrijft dat deze gewone kaas door het roken een aangename smaak krijgt en ook tegen schimmels en rotting wordt beschermd. Hij waarschuwt overigens tegen te hoge temperaturen, waardoor belletjes kunnen ontstaan of het product kan smelten. Deze waarschuwing geldt nog steeds. Om tot een juiste temperatuur en rooktijd voor de wrongel te komen, is kennis en technische ervaring nodig. Destijds werden takken van de jeneverbes gebruikt. Met de technologische vooruitgang is dit hout echter vervangen door loofhout (beuk en els). Dit hebben we te danken aan nieuwe technische inzichten: roken op naaldhout leidt tot een bittere smaak, een donkere kleur en neerslag van viskeuze stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid.

In een handboek uit 1971 van de hand van Tadeusz Obrusiewicz, getiteld “Technologia mleczarstwa. Część II” (Technologie van zuivelproducten. Deel II) gaat het over de bereiding van een langer houdbare “twaróg wędzony” met aangename nieuwe organoleptische kenmerken.

De industriële bereiding van wrongelkazen berust op de oorspronkelijke technieken die vroeger in huishoudens en kleine agrarische werkplaatsen werden gehanteerd.

Het traditionele karakter van de bereiding van wrongelkaas wordt bepaald door de volgende elementen (6):

aard van de grondstof: afgeroomde melk, gestandaardiseerd vetgehalte van de melk;

intensiteit van de thermische behandeling van de melk: doorgaans korte pasteurisatie bij een temperatuur van ongeveer 74 °C gedurende twaalf seconden of 80 tot 85 °C gedurende enkele tot twaalf seconden;

methode van eiwitneerslag (voornamelijk caseïne): indirecte verzuring door verzuring van de melk (tot een pH van ongeveer 4,6) met behulp van melkzuurbacteriën;

methode voor de behandeling van de wrongel of de gestremde korrelmassa: formaat, mate van droging en marge voor wijziging van de pH;

intensiteit van de eindbehandeling van de wrongel: uitlekken, persen.

Bij de bereiding van de wrongel waaruit “twaróg wędzony” wordt gemaakt, blijft men trouw aan de traditie, wat valt af te leiden uit de hieronder beschreven specifieke technische handelingen, die onder meer zijn te vinden in handboek nr. 342 van 1976 over de bereiding van ongerijpte wrongelkazen, een publicatie van de centrale bond van zuivelcoöperaties in Polen:

gebruik van melk met een gestandaardiseerd vetgehalte als grondstof;

kortdurende pasteurisatie;

stremming met melkzuur geproduceerd door melkzuurbacteriën – duur van het proces 12 tot 18 uur;

snijden van de wrongel, mengen en verhitten/drogen van de kaaskorrels;

persen of zelfpersen van de kaas.

In het begin van de jaren 1980 werd een industriële techniek voor de bereiding van het product genaamd “twaróg wędzony” geïntroduceerd. Deze techniek werd beschreven in technisch handboek nr. 256/83, een publicatie van de provinciale bond van zuivelcoöperaties in Poznań, en de kwaliteitseisen werden neergelegd in productienorm Zn-83/CZSMl/A-85, in 1983 door WZSMl gepubliceerd in Poznań. Gezien de specifieke kenmerken van de centraal geleide economie gold deze norm voor alle werkplaatsen “in het hele land” waar “twaróg wędzony” werd geproduceerd. Tot op heden houdt men zich bij de productie van “twaróg wędzony” aan alle technische voorschriften van bovengenoemd handboek voor handelingen die het product zijn specifieke kenmerken verschaffen wat betreft zouten en roken.

Andere bronnen waarin “twaróg wędzony” wordt vermeld, nemen eveneens de productienorm en het technische handboek als uitgangspunt.

In het artikel met de titel “Twarogi kwasowe – przetwórstwo” (Zure verse kazen – bereiding), gepubliceerd in de vakpers (Przegląd Mleczarski, 2008), constateert deskundige Krzysztof Bohdziewicz dat men er bij de productie van wrongelkaas voorheen begrijpelijkerwijs op uit was om hem langer houdbaar te maken, terwijl het er tegenwoordig om gaat de voedingswaarde ervan te vergroten en het product op de markt meer aantrekkingskracht te geven. In het artikel wordt ook “twaróg wędzony” in de zin van de productienorm van 1983 tot dit type producten gerekend en wordt verwezen naar het zouten van het product en de eventuele toevoeging van kruiden.

Wat betreft de in het handboek en de norm van 1983 beschreven procedures zijn er in de loop van de jaren twee manieren van zouten vóór het roken toegestaan: droogzouten van de kaas (voor geperste kazen) en onderdompeling in een pekelbad (voor zelfgeperste kazen). Beide technieken verwijzen naar traditionele methoden van kaasproductie (7). Toen zouten door onderdompeling in een pekelbad werd ingevoerd, konden de kwaliteitsnormen van het product worden verbeterd zonder de uiteindelijke kenmerken aan te tasten.

Net als zouten en drogen wordt roken beschouwd als een van de oudste methoden om levensmiddelen te conserveren. Nu levensmiddelen op grote schaal door koelen, invriezen, vriesdrogen, steriliseren en conserveren houdbaar worden gemaakt, is roken die rol grotendeels kwijtgeraakt. Het roken wordt echter nog wel, en meer dan voorheen, gebruikt om de producten op traditionele wijze te veredelen.

“Twaróg wędzony” wordt gerookt door loofhout te verbranden. Bij de commerciële productie van “twaróg wędzony” wordt de rook geproduceerd in een schoorsteen die door rookkanalen is verbonden met een passende rookkamer, waar de wrongelkazen op speciale roosters worden geplaatst. In de loop van de tijd zijn er nieuwe rookhulpmethoden in gebruik genomen: natuurlijke-rookgeneratoren en spaanders van beuken- of elzenhout. Hierdoor is het procedé veiliger geworden en kan het roken meer worden gestandaardiseerd, waarbij tegelijk de specifieke kenmerken en eigenschappen van het product en de traditionele methode van het warm roken behouden blijven. Dit is hoe men tegenwoordig te werk gaat.

Op deze wijze blijven het oorspronkelijke karakter en de specifieke kenmerken van het product bewaard. Het zouten van de wrongel en het “warm” roken met loofhout worden daarbij nog steeds als essentieel beschouwd voor de unieke, door de consument zo gewaardeerde kwaliteit van het product.


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  De Poolse term “twaróg” duidt op een caseïnemassa die onder invloed van zuur of stremsel is gestremd en op passende wijze is gedroogd, in het algemeen tot 65 % à 75 % van het watergehalte.

(3)  J. Licznerski, “Serowarstwo”, Warschau, 1922.

(4)  Antoni Waga vermeldde in zijn praktische boek “Teorya gospodarowania wewnętrznego, czyli zbiór wiadomości potrzebnych gospodyniom, dla użytku Instytutów Żeńskich” (De theorie van het huishouden – Alle kennis die huisvrouwen nodig hebben, te gebruiken door vrouwenorganisaties), dat in 1837 werd gepubliceerd, het volgende:

(5)  Reeds genoemd.

(6)  E. Pijanowski, J.Gaweł, “Zarys chemii i technologii mleczarskiej, tom III” (Beknopt handboek van de chemie en techniek van zuivelproducten, deel III), PWRiR, Warschau, 3e druk, gewijzigd in 1986, blz. 222-223.

(7)  E. Pijanowski, J.Gaweł, “Zarys chemii i technologii mleczarskiej, tom III” (Beknopt handboek van de chemie en techniek van zuivelproducten, deel III), PWRiR, Warschau, 3e druk, gewijzigd in 1986, blz. 117-123.