ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 437A

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

65e jaargang
17 november 2022


Inhoud

Bladzijde

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2022/C 437 A/01

Aankondiging van vergelijkend onderzoek EPSO/AST/155/22 — Assistenten (AST 3) op het gebied van veiligheid op de volgende vakgebieden: 1. Operationele beveiliging — 2. Technische beveiliging — 3. Veiligheid en gezondheid op het werk

1


NL

 


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

17.11.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CA 437/1


AANKONDIGING VAN VERGELIJKEND ONDERZOEK

EPSO/AST/155/22 — Assistenten (AST 3) op het gebied van veiligheid op de volgende vakgebieden:

1. Operationele beveiliging

2. Technische beveiliging

3. Veiligheid en gezondheid op het werk

(2022/C 437 A/01)

Uiterste termijn voor het indienen van sollicitaties: 20 december 2022 om 12 uur (’s middags), Belgische tijd

INHOUD

1.

INLEIDING 2

2.

WAT HOUDT DE FUNCTIE IN? 2

3.

AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN? 2

3.1.

Algemene voorwaarden 2

3.2.

Specifieke voorwaarden — talen 3

3.3.

Specifieke voorwaarden — kwalificaties en werkervaring 3

4.

HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE? 7

4.1.

Overzicht van de fasen van het vergelijkend onderzoek 7

4.2.

In het kader van dit vergelijkend onderzoek gebruikte talen 8

4.3.

Fasen van het vergelijkend onderzoek 9

5.

GELIJKE KANSEN EN REDELIJKE VOORZIENINGEN 12

BIJLAGE I

— Functieomschrijving 13

BIJLAGE II

— Voorbeelden van minimumkwalificaties 16

BIJLAGE III

— Algemene bepalingen betreffende vergelijkende onderzoeken 25

1.   INLEIDING

Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert een algemeen vergelijkend onderzoek aan de hand van kwalificaties en tests om reservelijsten op te stellen waaruit de instellingen en andere organen van de Europese Unie (EU) kunnen putten voor de aanwerving van nieuwe ambtenaren als assistenten (graad AST 3).

Deze aankondiging en de bijlagen erbij vormen het juridisch bindende kader voor dit vergelijkend onderzoek.

Het aantal geslaagde kandidaten dat op de reservelijst kan worden geplaatst, is aangegeven in tabel 1.

Tabel 1

Vakgebied 1

Operationele beveiliging

44

Vakgebied 2

Technische beveiliging

24

Vakgebied 3

Veiligheid en gezondheid op het werk

33

Deze aankondiging van vergelijkend onderzoek heeft betrekking op drie vakgebieden. U kunt slechts voor één vakgebied solliciteren. Bij de sollicitatie moet u uw keuze maken. Na validering van uw sollicitatieformulier kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen.

2.   WAT HOUDT DE FUNCTIE IN?

Assistenten op vakgebied 1 — operationele beveiliging — verlenen ondersteuning bij alle veiligheidskwesties in verband met de bescherming van personen, gebouwen en andere infrastructuur, uitrusting, gevoelige en gerubriceerde informatie en andere goederen die van belang zijn voor de EU-instellingen en andere organen. Voor sommige functies op dit gebied is het dragen van een wapen verplicht en moet u regelmatig trainingen op het gebied van vuurwapens en fysieke conditie volgen.

Assistenten op vakgebied 2 — technische beveiliging — dragen bij tot het ontwerp, het technische beheer, de analyse en de technische en administratieve controle van bouwtechnische en technische beveiligingsinstallaties.

Assistenten op vakgebied 3 — veiligheid en gezondheid op het werk — assisteren bij de uitvoering van preventieve maatregelen op het gebied van de veiligheid, gezondheid en hygiëne op het werk, de coördinatie van de aspecten veiligheid en gezondheid op het werk tijdens de bouwplanning en -fase, het opstellen van plannen en instructies inzake veiligheid, gezondheid en hygiëne, alsmede het beheer van noodsituaties.

Alle drie de vakgebieden kunnen werkzaamheden in ploegendienst of bij toerbeurt, buiten de normale kantooruren, omvatten alsook wachtdiensten.

In bijlage I vindt u informatie over de taken.

U moet in het bezit zijn van een geldige veiligheidsmachtiging van het niveau EU SECRET of hoger of u moet bereid zijn de desbetreffende procedure voor het verkrijgen van een veiligheidsmachtiging te doorlopen.

Geslaagde kandidaten op vakgebied 1 — operationele beveiliging — kunnen worden verplicht om vóór aanwerving het bewijs te leveren dat zij een vuurwapenopleiding met goed gevolg hebben voltooid en/of moeten een conditietest en/of schietproef afleggen.

3.   AAN WELKE VOORWAARDEN MOET IK VOLDOEN?

Op de uiterste datum voor de inschrijving moet u voldoen aan alle algemene en specifieke voorwaarden.

3.1.   Algemene voorwaarden

U moet:

a)

uw rechten als staatsburger bezitten als onderdaan van een van de lidstaten van de EU;

b)

voldaan hebben aan de verplichtingen inzake militaire dienst van uw lidstaat;

c)

in zedelijk opzicht de waarborgen bieden die voor de beoogde functie vereist zijn.

3.2.   Specifieke voorwaarden — talen

U moet een goede kennis hebben van ten minste twee van de 24 officiële EU-talen, zoals bepaald in punt 4.2.1.

3.3.   Specifieke voorwaarden — kwalificaties en werkervaring

In bijlage II vindt u voorbeelden van minimumkwalificaties.

3.3.1.   Vakgebied 1 — Operationele beveiliging

a)

Voor vakgebied 1 moet u voldoen aan een van de volgende vereisten (zie tabel 2 voor een samenvatting):

i)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding van ten minste twee jaar bij de politie, het leger, een inlichtingendienst en/of in de beveiligingssector, gevolgd door ten minste drie jaar relevante werkervaring;

ii)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding van ten minste één jaar bij de politie, het leger, een inlichtingendienst en/of in de beveiligingssector, gevolgd door ten minste vier jaar relevante werkervaring;

iii)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding op een ander gebied dan bedoeld in punt 3.3.1, a), i) en ii), gevolgd door ten minste vijf jaar relevante werkervaring;

iv)

beschikken over een diploma van secundair onderwijs dat toegang geeft tot postsecundair onderwijs, gevolgd door ten minste zes jaar relevante werkervaring.

Tabel 2

Soort diploma

Minimale duur van de opleiding

Vereiste minimale duur van de relevante werkervaring

i)

Postsecundair onderwijs of postsecundaire opleiding bij de politie, het leger, een inlichtingendienst en/of in de beveiligingssector

2 jaar

3 jaar

ii)

1 jaar

4 jaar

iii)

Postsecundair onderwijs of postsecundaire opleiding op een ander gebied

alle

5 jaar

iv)

Secundair onderwijs dat toegang geeft tot postsecundair onderwijs

niet van toepassing

6 jaar

b)

Voor de toepassing van punt 3.3.1, a), wordt onder “een jaar” postsecundair onderwijs verstaan ten minste negen maanden effectief onderwijs of effectieve opleiding.

c)

De in punt 3.3.1, a), i) tot en met iv), bedoelde werkervaring wordt als relevant beschouwd als deze rechtstreeks verband houdt met de aard van de taken op vakgebied 1, zoals vermeld in bijlage I bij deze aankondiging, en is opgedaan op twee of meer van de volgende gebieden:

i)

politie, leger of inlichtingendienst (kernactiviteit);

ii)

beveiliging van een instelling, (internationale) organisatie of een particuliere onderneming, in het kader van een contract met de instelling/organisatie of met een particuliere beveiligingsonderneming;

iii)

respons in noodsituaties die de veiligheid van goederen in gevaar kunnen brengen;

iv)

werken in een 24/7-ploegendienst voor de behandeling van veiligheidsincidenten;

v)

diensten ter bescherming van de gezondheid;

vi)

verrichten van veiligheidsonderzoeken met betrekking tot criminaliteit, openbare orde, inlichtingen, terrorisme of IT-beveiliging/cyberbeveiliging;

vii)

rapportage en follow-up van veiligheidskwesties en -activiteiten;

viii)

activiteiten met betrekking tot inlichtingen, contraspionage of terrorismebestrijding;

ix)

verrichten van dreigings-, risico- en kwetsbaarheidsanalyses;

x)

verzamelen van informatie in verband met veiligheidskwesties via inlichtingen uit open bronnen;

xi)

verrichten van onderzoeken (antecedentenonderzoeken) in het kader van persoonlijke veiligheidsmachtigingen of het uitvoeren van veiligheidsverificaties;

xii)

verrichten van evaluaties van geïmplementeerde veiligheidsmaatregelen (inspecties, audits, Red Team-tests);

xiii)

houden van toezicht op of omgaan met videobewakingssystemen en/of toegangscontrole;

xiv)

beheren van een veiligheidsgerelateerde meldkamer (24 uur per dag, 7 dagen per week), in een openbare of particuliere instelling;

xv)

organiseren en beheren van werkschema’s; plannen van de veiligheidsmaatregelen voor de bewaking van gebouwen en faciliteiten;

xvi)

samenwerken met nationale autoriteiten en partnerdiensten bij de voorbereiding van veiligheidsmissies in het buitenland;

xvii)

beheren van veiligheidsmaatregelen en/of advies verlenen over veiligheidskwesties tijdens diplomatieke dienstreizen of in een diplomatieke vertegenwoordiging van een internationale organisatie in het buitenland.

3.3.2.   Vakgebied 2 — Technische beveiliging

a)

Voor vakgebied 2 moet u voldoen aan een van de volgende vereisten (zie tabel 3 voor een samenvatting):

i)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding van ten minste twee jaar op technisch gebied (b.v. ingenieurswetenschappen, mechanica, elektromechanica, elektronica enz.), gevolgd door ten minste drie jaar relevante werkervaring;

ii)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding van ten minste één jaar op technisch gebied (b.v. ingenieurswetenschappen, mechanica, elektromechanica, elektronica enz.), gevolgd door ten minste vier jaar relevante werkervaring;

iii)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding van ten minste twee jaar bij de politie, het leger, een inlichtingendienst en/of in de beveiligingssector, gevolgd door ten minste vier jaar relevante werkervaring;

iv)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding van ten minste één jaar bij de politie, het leger, een inlichtingendienst en/of in de beveiligingssector, gevolgd door ten minste vijf jaar relevante werkervaring;

v)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs of een postsecundaire opleiding op een ander gebied dan bedoeld in punt 3.3.2, a), i) tot en met iv), gevolgd door ten minste zes jaar relevante werkervaring;

vi)

beschikken over een diploma van secundair onderwijs dat toegang geeft tot postsecundair onderwijs, gevolgd door ten minste zeven jaar relevante werkervaring.

Tabel 3

Soort diploma

Minimale duur van de opleiding

Vereiste minimale duur van de relevante werkervaring

i)

Postsecundair onderwijs of postsecundaire opleiding op een technisch gebied (b.v. ingenieurswetenschappen, mechanica, elektromechanica, elektronica of dergelijke)

2 jaar

3 jaar

ii)

1 jaar

4 jaar

iii)

Postsecundair onderwijs of postsecundaire opleiding bij de politie, het leger, een inlichtingendienst en/of in de beveiligingssector

2 jaar

4 jaar

iv)

1 jaar

5 jaar

v)

Postsecundair onderwijs of postsecundaire opleiding op een ander gebied

alle

6 jaar

vi)

Secundair onderwijs dat toegang geeft tot postsecundair onderwijs

niet van toepassing

7 jaar

b)

Voor de toepassing van punt 3.3.2, a), wordt onder “een jaar” postsecundair onderwijs verstaan ten minste negen maanden effectief onderwijs of effectieve opleiding.

c)

De in punt 3.3.2, a), i) tot en met vi), bedoelde werkervaring wordt als relevant beschouwd als deze rechtstreeks verband houdt met de aard van de taken op vakgebied 2, zoals vermeld in bijlage I bij deze aankondiging, en is opgedaan op twee of meer van de volgende gebieden:

i)

ontwerp en/of implementatie van fysieke beveiligingssystemen en -maatregelen, zoals toegangscontrole, elektronische sluizen, inbraakdetectiesystemen, CCTV, beveiligde opslag, röntgenstralen, veilig sleutelbeheer, detectiesystemen voor explosieven of gevaarlijke materialen;

ii)

onderhoud van beveiligingssystemen;

iii)

inspectie van beveiligingssystemen en -installaties;

iv)

werken met geautomatiseerde onderhoudsbeheersystemen (CMMS), met inbegrip van monitoring van en rapportage over kernprestatie-indicatoren op het gebied van onderhoud, opslag en inventaris;

v)

ontwerp en/of uitvoering van technische beveiligingsprojecten voor kantoorgebouwen;

vi)

ontwerp en/of implementatie van netwerken voor beveiligingssystemen;

vii)

aanbestedingen en contractbeheer op het gebied van technische beveiliging;

viii)

onderhoud en beveiliging van IT-netwerken voor beveiligingssystemen;

ix)

ontwerp en/of implementatie van anti-afluisterbeveiligingssystemen;

x)

opstellen en/of uitvoeren van specificaties voor fysieke beveiliging, bijvoorbeeld voor omheiningen, gevels van gebouwen, controlekamers, beveiligde ruimtes (“safe rooms”), controleposten voor auto’s en voetgangers enz.;

xi)

ontwerp en/of implementatie van “hostile vehicle mitigation (HVM)”-systemen en beveiligingssystemen voor parkeerterreinen;

xii)

ontwerp en/of implementatie van technische beveiligingssystemen ter bestrijding van terrorisme, zoals kogelvrij materiaal, installaties tegen explosies, bescherming tegen drones enz.;

xiii)

technische beveiliging in diplomatieke context.

3.3.3.   Vakgebied 3 — Veiligheid en gezondheid op het werk

a)

Voor vakgebied 3 moet u voldoen aan een van de volgende vereisten (zie tabel 4 voor een samenvatting):

i)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs van ten minste twee jaar op een of meer van de in punt 3.3.3, b), genoemde gebieden, gevolgd door ten minste twee jaar relevante werkervaring, en een in punt 3.3.3, c), vermelde gespecialiseerde opleiding hebben voltooid;

ii)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs van ten minste twee jaar op een of meer van de in punt 3.3.3, b), genoemde gebieden, gevolgd door ten minste drie jaar relevante werkervaring;

iii)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs van ten minste twee jaar op een ander gebied dan de in punt 3.3.3, b), genoemde gebieden, gevolgd door ten minste vier jaar relevante werkervaring, en een in punt 3.3.3, c), vermelde gespecialiseerde opleiding hebben voltooid;

iv)

beschikken over een diploma van postsecundair onderwijs van ten minste twee jaar op een ander gebied dan de in punt 3.3.3, b), genoemde gebieden, gevolgd door ten minste vijf jaar relevante werkervaring;

v)

beschikken over een diploma van secundair onderwijs dat toegang geeft tot postsecundair onderwijs, gevolgd door ten minste vijf jaar relevante werkervaring, en een in punt 3.3.3, c), vermelde gespecialiseerde opleiding hebben voltooid;

vi)

beschikken over een diploma van secundair onderwijs dat toegang geeft tot postsecundair onderwijs, gevolgd door ten minste zes jaar relevante werkervaring.

Tabel 4

Heeft u een diploma van postsecundair onderwijs van ten minste twee jaar?

Heeft u een in punt 3.3.3, c), vermelde gespecialiseerde opleiding voltooid?

Vereiste minimale duur van de relevante werkervaring

i)

Ja, op een in punt 3.3.3, b), genoemd gebied

ja

2 jaar

ii)

neen

3 jaar

iii)

Ja, op een ander dan in punt 3.3.3, b), genoemd gebied

ja

4 jaar

iv)

neen

5 jaar

v)

Neen, maar ik heb secundair onderwijs gevolgd dat toegang geeft tot postsecundair onderwijs

ja

5 jaar

vi)

neen

6 jaar

b)

Het in punt 3.3.3, a), i) en ii), bedoelde diploma wordt als relevant beschouwd als het is behaald op een of meer van de volgende gebieden:

i)

veiligheid, gezondheid en hygiëne op het werk (zoals “aangewezen werknemer” of gelijkwaardig, als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1));

ii)

architectuur, techniek, bouw of onderhoud van gebouwen;

iii)

brandbestrijdingstechniek of veiligheidsbeheer;

iv)

chemie;

v)

biologie;

vi)

fysica;

vii)

psychologie;

viii)

ergonomie;

ix)

menselijke geneeskunde en gezondheid (arbeidsgeneeskunde, verpleegkunde, paramedische geneeskunde, fysiotherapie, kinesiologie, osteopathie).

c)

De in punt 3.3.3, a), bedoelde gespecialiseerde opleiding wordt in aanmerking genomen als deze in totaal ten minste 136 opleidingsuren omvat en rechtstreeks verband houdt met vakgebied 3. Bijvoorbeeld: preventieadviseur of aangewezen werknemer op het gebied van veiligheid, ergonomie of psychosociale risico’s; stralingsbeschermings- of veiligheidscoördinator enz. In dit verband is één dag gelijk aan acht uur opleiding.

d)

De in punt 3.3.3, a), i) tot en met vi), bedoelde werkervaring wordt als relevant beschouwd als deze rechtstreeks verband houdt met de aard van de taken op vakgebied 3, zoals vermeld in bijlage I bij deze aankondiging, en is opgedaan op een of meer van de volgende gebieden:

i)

veiligheid, gezondheid en hygiëne op het werk;

ii)

controle van bouwwerkzaamheden, beheer van faciliteiten of coördinatie van de bouwwerkzaamheden;

iii)

brandbestrijdingstechniek of veiligheidsbeheer;

iv)

ergonomie;

v)

welzijn en psychosociale risico’s;

vi)

operationele omgeving (wetenschappelijke laboratoria, testfaciliteiten enz.);

vii)

gezondheids- en veiligheidsbeheersystemen;

viii)

risicoanalyse op de werkplek.

4.   HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE?

4.1.   Overzicht van de fasen van het vergelijkend onderzoek

Dit vergelijkend onderzoek omvat de volgende fasen:

inschrijving (zie punt 4.3.1);

preselectie: toetsen inzake het redeneervermogen (zie punt 4.3.2);

controle van de toelatingsvoorwaarden (zie punt 4.3.3);

assessment (zie punt 4.3.4.):

i)

tests ter beoordeling van de algemene competenties (een casestudy en een situationeel competentiegericht interview);

ii)

een test ter beoordeling van de vakgerelateerde competenties (een vakgerelateerd interview);

controle van bewijsstukken en opstellen van reservelijsten (zie punt 4.3.5).

In de uitnodigingen voor de tests vindt u informatie over de wijze waarop de tests worden afgelegd (op afstand/met fysieke aanwezigheid) en andere nadere instructies.

Als de tests in een testcentrum plaatsvinden, ziet EPSO erop toe dat daarbij de aanbevelingen van de bevoegde volksgezondheidsinstanties (Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en andere internationale, Europese en nationale autoriteiten) in acht worden genomen.

Voor de toetsen inzake het redeneervermogen en voor de casestudy moet u een afspraak boeken volgens de instructies van EPSO. EPSO biedt u normaal gezien de keuze uit verschillende data voor de toetsen inzake het redeneervermogen; voor de casestudy wordt de datum door EPSO bepaald. De periode voor het boeken en het afleggen van de toetsen is beperkt.

4.2.   In het kader van dit vergelijkend onderzoek gebruikte talen

4.2.1.   Taalvereisten

U moet:

a)

een grondige kennis hebben (ten minste niveau C1) van een van de 24 officiële EU-talen. Deze taal wordt hierna “taal 1” genoemd;

b)

voldoende kennis hebben (ten minste niveau B2) van het Engels of het Frans. Deze taal wordt hierna “taal 2” genoemd. Taal 2 moet een andere taal zijn dan taal 1.

Deze minimumniveaus gelden voor alle in het sollicitatieformulier vermelde taalvaardigheden (spreken, schrijven, lezen en luisteren), en komen overeen met de niveaus van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen.

Bij de taalvereisten wordt rekening gehouden met de specifieke aard van de taken van de assistenten op het gebied veiligheid en beveiliging bij de EU-instellingen. Hoewel kennis van andere talen nuttig kan zijn, is het van belang dat de geslaagde kandidaten het Engels of het Frans voldoende beheersen, omdat zij hun taken voornamelijk in een van deze talen of in beide talen zullen verrichten.

Assistenten op het gebied van veiligheid en beveiliging in de EU-instellingen zijn cruciaal voor het waarborgen van de veiligheid van goederen en van de veiligheid en gezondheid op het werk van het personeel. Er kan op hen een beroep worden gedaan wanneer er ernstig gevaar dreigt waarbij onmiddellijk moet worden gehandeld, dringend beslissingen moeten worden genomen, of intern en/of extern overleg moet worden gepleegd (bv. eerste hulp, brandbestrijding, evacuatie, reactie op schutters enz.). Zonder efficiënte communicatie zou het veiligheidspersoneel zijn taken niet kunnen uitvoeren en zouden de veiligheid en gezondheid van mensen of de beveiliging van goederen in gevaar worden gebracht. Daarom is het van het grootste belang dat de nieuwe medewerkers doeltreffend kunnen communiceren in het Engels of het Frans, aangezien deze talen het meest worden gebruikt, zowel op de betrokken gebieden binnen de instellingen als voor contacten met externe belanghebbenden.

De nieuwe medewerkers op deze gebieden zullen dagelijks contact hebben met contractanten, externe bedrijven en lokale overheden (met inbegrip van politie, brandweer, militaire eenheden enz.), voornamelijk in Brussel, Straatsburg en Luxemburg. Op deze locaties verloopt de communicatie met de betrokken externe belanghebbenden hoofdzakelijk in het Frans.

Kennis van het Frans helpt ook om de plaatselijke wetgeving te begrijpen en toe te passen. Ook het Engels wordt vaak gebruikt, bijvoorbeeld voor de contacten met het personeel van de EU-instellingen, bezoekers en niet-Franstalige contractanten, alsook met talrijke afgevaardigden uit de lidstaten. In vele situaties zal kennis van zowel het Engels als het Frans noodzakelijk zijn, bv. bij contacten met bezoekers uit heel Europa, met name tijdens officiële bezoeken van ambassadeurs, ministers of staatshoofden.

Sommige geslaagde kandidaten kunnen aan de slag gaan in de centrale dienst van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) of in een van de EU-delegaties over de hele wereld. De communicatie tussen de centrale dienst van de EDEO en de delegaties en de interne communicatie in de meeste delegaties verloopt voornamelijk in het Engels. Het beveiligingspersoneel gebruikt ook meestal het Engels voor de contacten met partners en lokale overheden over de hele wereld. Frans komt op de tweede plaats: 26 % van de EU-delegaties gebruikt het Frans als belangrijkste werktaal. Sommige delegaties werken in een moeilijke veiligheidscontext; bijgevolg is een goede beheersing van de belangrijkste communicatietaal onontbeerlijk.

Frans en Engels zijn de belangrijkste talen die worden gebruikt voor het formuleren van de behoeften en het opstellen van technische specificaties voor aanbestedingen in verband met veiligheid en beveiliging (bijvoorbeeld toegangscontrole, elektronische sloten, inbraakdetectiesystemen, CCTV, beveiligde opslag, röntgenstralen, beveiligde sleutelbeheerapparatuur, “as built”-bestanden, technische veiligheidscontroles enz.).

De procedurehandleidingen, handleidingen voor hardware en software, alsook de internationale normen en standaarden op veiligheidsgebied zijn overwegend beschikbaar in het Engels of het Frans. De beveiligingsplannen en veiligheidsinstructies zijn overwegend beschikbaar in het Frans. Het beheersen van een van deze talen is dus van essentieel belang voor het begrijpen van de werking van veiligheids- en beveiligingsapparaten.

Talrijke IT-instrumenten die in de EU-instellingen op dit gebied worden gebruikt, zijn in het Engels en/of Frans beschikbaar. Dit geldt bijvoorbeeld voor de interne databanken en interface-instrumenten voor samenwerking tussen instellingen en met contractanten enz.

Opleidingen door externe aanbieders worden in het Engels en/of Frans gegeven, evenals opleidingen op de werkplek.

Om bovengenoemde redenen moeten nieuwe personeelsleden het Engels of Frans voldoende beheersen zodat zij onmiddellijk operationeel zijn.

Deze taalvereisten gelden daarmee ook voor de talen waarin de tests ter beoordeling van de algemene en vakgerelateerde competenties worden afgenomen (zie punt 4.2.2 hieronder).

4.2.2.   Voor de sollicitatie en tests gebruikte talen

In de verschillende fasen van het vergelijkend onderzoek worden de talen gebruikt als aangegeven in tabel 5:

Tabel 5

Selectiefase

Tests

Taal

Inschrijving

een van de 24 officiële EU-talen

Preselectie

toetsen inzake het redeneervermogen

taal 1

Assessment

casestudy

taal 2

situationeel gedragsgericht interview

taal 2

vakgerelateerd interview

taal 2

Geslaagde kandidaten moeten al hun vaardigheden en competenties — zowel de algemene als de vakgerelateerde — in het Engels of het Frans kunnen aantonen. Daarom moeten de belangrijkste onderdelen van de selectie in deze talen worden afgenomen.

Het gebruik van een beperkt aantal talen vergroot ook de homogeniteit, waardoor de verdiensten van de kandidaten beter kunnen worden vergeleken. Dit maakt het in het bijzonder mogelijk voor de jury om juryleden onafhankelijk van hun talenkennis aan te wijzen voor kandidaten, zonder gebruik te maken van vertalingen.

4.2.3.   Voor de communicatie gebruikte talen

Voor de communicatie tussen de kandidaten en EPSO geldt het volgende:

a)

de communicatie (via het EPSO-account of via e-mail) tussen EPSO en de kandidaten die een geldige sollicitatie hebben ingediend, verloopt in een van de talen waarvan de kandidaat in de rubriek “leesvaardigheid” van het sollicitatieformulier heeft verklaard dat hij deze beheerst op niveau B2 of hoger;

b)

in geval van verzoeken en klachten als bedoeld in de punten 4.2.1. en 4.2.2. van de algemene bepalingen betreffende algemene vergelijkende onderzoeken (zie bijlage III bij deze aankondiging), wordt u verzocht uw verzoeken of klachten in het Engels of Frans in te dienen. EPSO antwoordt overeenkomstig punt a);

c)

Alle andere vragen aan EPSO via het onlinecontactformulier kunnen worden gesteld in een van de 24 officiële EU-talen. EPSO zal antwoorden in een van de talen die de betrokken kandidaat heeft opgegeven voor het ontvangen van een antwoord.

4.3.   Fasen van het vergelijkend onderzoek

4.3.1.   Inschrijving

Om u in te schrijven moet u een EPSO-account hebben. Als u nog geen EPSO-account heeft, moet u er een aanmaken. U mag slechts één account aanmaken voor al uw EPSO-sollicitaties.

U kunt zich online inschrijven op de website van EPSO ( https://epso.europa.eu/en/job-opportunities/open-for-application ), ten laatste op

20 december 2022 om 12 uur (’s middags), Belgische tijd

Door uw sollicitatieformulier te valideren, verklaart u te voldoen aan alle voorwaarden die zijn vermeld in het onderdeel “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”. Wanneer u uw sollicitatieformulier eenmaal hebt gevalideerd, kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen. Het is aan u om ervoor te zorgen dat u uw sollicitatieformulier binnen de gestelde termijn indient en valideert.

U moet de gescande bewijsstukken ter staving van de verklaringen in uw sollicitatieformulier uploaden via uw EPSO-account. Nadere instructies krijgt u van EPSO.

4.3.2.   Preselectie: toetsen inzake het redeneervermogen

Alle kandidaten die hun sollicitatieformulier tijdig hebben gevalideerd, worden uitgenodigd voor preselectietoetsen met meerkeuzevragen, in hun taal 1, zoals aangegeven in tabel 6.

Tabel 6

Toetsen

Aantal vragen

Duur

Score

Verbaal redeneervermogen

20

35 minuten

0-20

Numeriek redeneervermogen

10

20 minuten

0-10

Abstract redeneervermogen

10

10 minuten

0-10

Er is geen minimumscore per toets vereist. Voor de kandidaten die behoren tot degenen met de hoogste totaalscores, d.w.z. de scores van de drie toetsen samen, wordt gecontroleerd of zij aan de toelatingsvoorwaarden voldoen (zoals aangegeven in punt 4.3.3).

De voor deze toetsen behaalde scores tellen niet mee voor de eindscore (zie punt 4.3.5).

4.3.3.   Controle van de toelatingsvoorwaarden

Er wordt nagegaan of de kandidaten voldoen aan de toelatingsvoorwaarden als vermeld in punt 3 “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”. Dit gebeurt op basis van de verklaringen in hun sollicitatieformulier, waarna tevens de bewijsstukken worden gecontroleerd. De documenten ter staving van de verklaringen van de kandidaten inzake de toelatingsvoorwaarden worden in een latere fase van het vergelijkend onderzoek door de jury gecontroleerd (zie punt 4.3.5).

Alleen de dossiers van de kandidaten die behoren tot degenen met de hoogste totaalscores voor de toetsen inzake het redeneervermogen, worden gecontroleerd. De toelatingsvoorwaarden worden gecontroleerd in afnemende volgorde van de totaalscores van de kandidaten, totdat een bepaald maximumaantal van kandidaten is bereikt. Het maximumaantal is gelijk aan driemaal het aantal kandidaten dat voor elk vakgebied op de reservelijst kan worden geplaatst. Wanneer de laatste plaats op de reservelijst door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, wordt hun dossier ook gecontroleerd. De dossiers van de andere kandidaten worden niet gecontroleerd.

De kandidaten die na afloop van deze controle aan de toelatingsvoorwaarden voldoen, worden uitgenodigd voor de volgende fase van het vergelijkend onderzoek.

4.3.4.   Assessment

Per vakgebied worden maximaal driemaal zoveel kandidaten toegelaten tot het assessment als het aantal kandidaten dat op de reservelijst kan worden geplaatst (wanneer de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden deze ook toegelaten, zoals aangegeven in punt 4.3.3.).

Bij het assessment worden de algemene en de vakgerelateerde competenties beoordeeld.

De bewijsstukken worden gecontroleerd van de kandidaten die alle vereiste minimumscores hebben behaald en behoren tot de kandidaten die de hoogste totaalscores hebben behaald voor het assessment, zoals aangegeven in punt 4.3.5.

a)   Tests ter beoordeling van de algemene competenties

De algemene competenties worden getoetst tijdens twee onderdelen, in uw taal 2, als aangegeven in tabel 7:

Tabel 7

Competentie

Onderdeel

Score

Gecombineerde minimumscore

1.

Problemen analyseren en oplossen

casestudy

0-10

35/70

2.

Communiceren

casestudy

0-10

3.

Kwaliteits- en resultaatgericht werken

casestudy

0-10

4.

Leren en zich blijven ontwikkelen

situationeel gedragsgericht interview

0-10

5.

Prioriteiten stellen en organiseren

casestudy

0-10

6.

Stressbestendigheid

situationeel gedragsgericht interview

0-10

7.

Samenwerken

situationeel gedragsgericht interview

0-10

Er is geen minimumscore per competentie vereist, maar u moet wel een minimumscore van 35/70 in totaal behalen voor alle competenties samen. De behaalde score telt mee voor de eindscore (zie punt 4.3.5).

b)   Vakgerelateerd interview

De vakgerelateerde competenties worden getoetst aan de hand van een vakgerelateerd interview in taal 2 van de kandidaat, als aangegeven in tabel 8:

Tabel 8

Onderdeel

Score

Vereiste minimumscore

Vakgerelateerd interview

0-100

50/100

De behaalde score telt mee voor de eindscore (zie punt 4.3.5).

4.3.5.   Controle van bewijsstukken en opstelling van reservelijsten

Na afloop van het assessment controleert de jury de bewijsstukken van de kandidaten, alvorens de reservelijsten op te stellen. Zij zal een definitief standpunt innemen over de geschiktheid van de kandidaten na vergelijking van i) hun verklaringen in het sollicitatieformulier (met inbegrip van de rubrieken “Onderwijs en opleiding” en “Werkervaring”) met ii) de documenten die de kandidaten naar hun EPSO-account hebben geüpload ter staving van die verklaringen.

Voor het opstellen van de reservelijsten controleert de jury de dossiers van de kandidaten met de hoogste totaalscores, in dalende volgorde van de scores, totdat het aantal geslaagde kandidaten voor elk vakgebied is bereikt. De dossiers van de andere kandidaten worden niet gecontroleerd.

Alleen de kandidaten die alle vereiste minimumscores hebben behaald en behoren tot de kandidaten met de hoogste totaalscores op 170 punten voor de assessmentonderdelen, worden dus op de reservelijst geplaatst (één reservelijst per vakgebied).“170” is de som van de hoogst mogelijke scores voor de tests ter beoordeling van de algemene competenties (70) en voor het vakgerelateerde interview (100).

De reservelijsten worden in alfabetische volgorde opgesteld. De reservelijsten worden beschikbaar gesteld aan de aanwervende diensten.

Alle kandidaten die de assessmentonderdelen hebben afgelegd, ontvangen een competentiepaspoort met kwalitatieve feedback van de jury. Het competentiepaspoort van de geslaagde kandidaten wordt ook beschikbaar gesteld aan de aanwervende diensten.

Opname op een reservelijst geeft geen recht of garantie op aanwerving.

5.   GELIJKE KANSEN EN REDELIJKE VOORZIENINGEN

EPSO voert een beleid van gelijke kansen voor alle kandidaten.

Als u een handicap of medische aandoening hebt die uw deelname aan de tests bemoeilijkt, vermeld dit dan in uw sollicitatieformulier en laat ons weten welke redelijke voorzieningen u nodig hebt (zie bijlage III met de algemene bepalingen betreffende vergelijkende onderzoeken, punt 1.3). EPSO zal uw verzoek en de bewijsstukken onderzoeken en, indien nodig, redelijke voorzieningen toestaan.

Meer informatie over ons beleid van gelijke kansen en de procedure om te verzoeken om redelijke voorzieningen is te vinden op de website van EPSO.


BIJLAGE I

Functieomschrijving

Vakgebied 1 — Operationele beveiliging

1.

Meewerken aan het opstellen van instructies en richtsnoeren betreffende operationele beveiliging en ervoor zorgen dat deze worden nageleefd.

2.

Assisteren bij veiligheidsmaatregelen voor de bescherming van goederen (personen, uitrusting, gebouwen en andere infrastructuur, gevoelige en gerubriceerde informatie).

3.

Taken in verband met de uitvoering van crisisplannen op het gebied van veiligheid en het nemen van initiatief voor respons in noodsituaties (brand, evacuatie, eerste hulp enz.).

4.

Assisteren bij de voorbereiding en coördinatie van de inzet van middelen in overeenstemming met de risicoanalyse.

5.

Assisteren bij het toezicht op, het beheer van en de coördinatie van operationeel beveiligingspersoneel (met inbegrip van lokaal/in derde landen ingezet personeel) en beveiligingscontractanten, en hen opleiding en schriftelijke instructies geven.

6.

Ondersteunen, in nauwe samenwerking met de protocollaire diensten, van de veiligheids- en operationele maatregelen in verband met de bescherming van vips tijdens officiële bezoeken of in het kader van dienstreizen in EU- en niet-EU-landen.

7.

Beheren van veiligheidsincidenten en/of conflictsituaties die zich voordoen in of rond de gebouwen van de instellingen.

8.

Rapporteren over beveiligingsincidenten of andere veiligheidsgerelateerde kwesties.

9.

Verrichten van veiligheidsonderzoeken/onderzoeken op het gebied van criminaliteit, openbare orde, inlichtingen, terrorisme en IT, en opstellen van verslagen met bevindingen, geleerde lessen en aanbevelingen om de risico’s te beperken.

10.

Uitvoeren van de nodige beschermingsmaatregelen in verband met de toegang tot de gebouwen en werkplekken van de EU-instellingen.

11.

Contacten onderhouden met lokale, nationale en internationale belanghebbenden op het gebied van veiligheidsgerelateerde aangelegenheden.

12.

Meewerken aan periodieke inspecties van gebouwen en/of andere goederen. Toepassen en/of aanpassen van geldende veiligheidsmaatregelen, rapporteren over activiteiten op dit gebied en melden van eventuele onregelmatigheden die tijdens inspecties worden vastgesteld.

13.

Deelnemen aan de administratieve, contractuele en financiële procedures in verband met operationele beveiliging. Verlenen van administratieve en logistieke bijstand op het gebied van operationele beveiliging.

14.

Meewerken aan veiligheidsgerelateerde aanbestedingsprocedures, met name opstellen van technische specificaties en deelnemen aan comités voor de beoordeling van inschrijvingen.

15.

Meewerken aan de voorbereiding van, het beheer van en het geven van opleidingen op het gebied van veiligheid aan personeelsleden, met inbegrip van het leidinggevend personeel.

16.

Deelnemen aan communicatie- en sensibiliseringsactiviteiten en evenementen rond veiligheidskwesties.

17.

Deelnemen aan tests en procedures bij de oplevering van installaties.

18.

Werken met veiligheidssystemen en -toepassingen (toegangscontrole, CCTV, inbraakdetectie, radiocommunicatie enz.) en monitoring van de werking ervan, met inbegrip van de technische bediening van beveiligingsinstallaties, in een ploegendienst (24/7/365) in een meldcentrum.

19.

Verrichten van antecedentenonderzoeken in het kader van op de werkplek van de EU-instellingen georganiseerde evenementen.

20.

Assisteren en adviseren bij veiligheidsverificaties en bij het verlenen van persoonlijke veiligheidsmachtigingen.

21.

Verrichten van dreigings-, risico- en kwetsbaarheidsanalyses.

Vakgebied 2 — Technische beveiliging

1.

Meewerken aan het ontwerpen van het algemene beveiligingsconcept.

2.

Meewerken aan de formulering en ontwikkeling van minimale technische veiligheidsnormen, -vereisten en -specificaties.

3.

Bijdragen tot het verstrekken van technisch advies voor de uitvoering van beveiligingsstrategieën en -richtsnoeren.

4.

Bijdragen tot het beheer, de bevordering, de verbetering en de naleving van de technische veiligheidsmaatregelen en -installaties in de gebouwen van de instellingen. Indien nodig, geven van feedback en voorstellen voor verbetering.

5.

Bijdragen tot de voorbereiding en uitvoering van projecten in verband met technische beveiligingssystemen, met inbegrip van het onderhoud en de instandhouding van gebouwen (beoordelen van de behoeften, opstellen van de meerjarenplanning, aanbestedingen, begrotingscontrole, toezicht op de werkzaamheden, organisatie van inspecties enz.).

6.

Assisteren bij de coördinatie van activiteiten op het gebied van beveiligingstechniek en logistiek.

7.

Assisteren bij de installatie en ondersteuning van technische beveiligingsmaatregelen en -installaties, beveiligingsmaatregelen, beveiligde apparaten en bijbehorende software.

8.

Assisteren bij het gebruiken, de inspectie en het preventief onderhoud van technische beveiligingsinstallaties, met inbegrip van beveiligde IT-systemen.

9.

Assisteren bij het toezicht op technische beveiligingsactiviteiten en -projecten die door interne en externe medewerkers worden uitgevoerd.

10.

Meewerken aan de rapportage over de kernprestatie-indicatoren van beveiligingssystemen.

11.

Waarborgen van de naleving van de toegangsregels van de instellingen bij het toegangsbeheer door externe contractanten.

12.

Meewerken aan de analyse van veiligheidsrisico’s.

13.

Meewerken aan technische beveiligingsmaatregelen om afluisteren te voorkomen.

14.

Assisteren bij de inrichting en controle van veilige/beveiligde speech rooms.

15.

Assisteren bij de planning van en deelname aan aanbestedingsprocedures, met inbegrip van het opstellen van technische specificaties en de kwaliteitscontrole van geleverde diensten en/of uitgevoerde werkzaamheden.

16.

Beheren van contracten met externe contractanten op het gebied van technische beveiliging.

17.

Bijdragen tot de vormgeving en het beheer van projecten in verband met technische beveiligingsinstallaties (CCTV, toegangscontrole, intercom, PA-systemen, röntgenstralen, Itemisers enz.).

18.

Opstellen en uitvoeren van specificaties voor fysieke beveiliging, bijvoorbeeld voor omheiningen, gevels van gebouwen, beveiligde ruimtes (“safe rooms”), controlekamers en controleposten.

19.

Bijdragen tot de vormgeving en het beheer van projecten in verband met IT-netwerken voor beveiligingssystemen (structuur, beveiliging, enz.).

20.

Meewerken aan de voorbereiding van, het beheer van en het geven van opleidingen op het gebied van technische beveiliging aan personeelsleden, met inbegrip van het leidinggevend personeel.

21.

Deelnemen aan communicatieactiviteiten en -evenementen op het gebied van technische beveiliging.

22.

Assisteren bij de bovengenoemde activiteiten in de EU-delegaties overal ter wereld.

Vakgebied 3 — Veiligheid en gezondheid op het werk

1.

Bijdragen aan het opstellen van beleid en richtsnoeren, operationele procedures, adviezen, aanbevelingen en specificaties betreffende de diverse aspecten van gezondheid en veiligheid op het werk, zoals erkenning en preventie van risico’s, lichamelijke en geestelijke gezondheid, hygiëne, ergonomie, toegankelijkheid enz.; indien nodig ook meewerken aan de herziening van het beleid en de regels.

2.

Meewerken aan de instandhouding van het systeem voor het beheer van gezondheids- en veiligheidsaspecten.

3.

Assisteren bij de toepassing van en het toezicht op het beleid en de regels inzake gezondheid en veiligheid op het werk.

4.

Meewerken aan risicoanalyses met betrekking tot alle gebieden van gezondheid en veiligheid op het werk, met name: brandpreventie, veiligheid en hygiëne op het werk, ergonomie, fysieke werkomgeving en psychosociale risico’s; voorstellen doen voor preventiemaatregelen en veiligheidsoplossingen.

5.

Assisteren bij de uitvoering van de nodige maatregelen en bij de coördinatie van acties op het gebied van brandbescherming, eerste hulp, technische veiligheid van gebouwen, hygiëne, lichamelijke en geestelijke gezondheid, ergonomie of andere gebieden in verband met de werkplek.

6.

Bijdragen tot de preventie van en follow-up van incidenten en ongevallen in verband met gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk.

7.

Assisteren bij het opstellen van technische specificaties voor aanbestedingen, aanbestedingsprocedures en het beheer van contracten.

8.

Ondersteunen van de samenwerking met contractanten en met de nationale, Europese of internationale gezondheids- en veiligheidsinstanties op het gebied van gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk.

9.

Assisteren bij de coördinatie van en het toezicht op specifieke activiteiten in verband met de veiligheid van gebouwen.

10.

Assisteren bij het opzetten en beheren van projecten betreffende veiligheid op de werkplek om specifieke veiligheidsaspecten aan te pakken, bv. inzake ergonomie, elektrische installaties/bekabeling, bouwwerkzaamheden, brandpreventie, verwarming, ventilatie en airconditioning (HVAC) enz.

11.

Assisteren bij de voorbereiding van, het beheer van en het geven van gezondheids- en veiligheidsgerelateerde opleidingen aan personeelsleden, met inbegrip van het leidinggevend personeel.

12.

Meewerken aan communicatieactiviteiten en -evenementen op het gebied van gezondheid, veiligheid en hygiëne.

13.

Ondersteunen van het secretariaat van de gemengde raadgevende comités voor preventie en bescherming op het werk in Brussel en Luxemburg (organisatie van vergaderingen, agenda, notulen, verzoeken om toezicht, contacten met leden, enz.).

Einde van BIJLAGE I; klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


BIJLAGE II

Voorbeelden van minimumkwalificaties voor elke lidstaat en het Verenigd Koninkrijk en per rang die in beginsel overeenkomen met de volgens de aankondigingen van vergelijkend onderzoeken vereiste kwalificaties

Klik hier voor een gemakkelijk leesbare versie van deze voorbeelden.

LAND

AST-SC 1 tot en met AST-SC 6

AST 1 tot en met AST 7

AST 3 tot en met AST 11

AD 5 tot en met AD 16

Secundair onderwijs (dat toegang geeft tot hoger onderwijs)

Hoger onderwijs (niet-universitair postsecundair onderwijs of korte universitaire opleiding van ten minste twee jaar)

Universitair onderwijs (of daarmee overeenkomend niveau) (van ten minste drie jaar)

Universitair onderwijs (of daarmee overeenkomend niveau) (van vier jaar of meer)

Belgique — België — Belgien

Certificat de l’enseignement secondaire supérieur (CESS)/Diploma secundair onderwijs

Diplôme d’aptitude à accéder à l’enseignement supérieur (DAES)/Getuigschrift van hoger secundair onderwijs

Diplôme d’enseignement professionnel/Getuigschrift van het beroepssecundair onderwijs

Candidature/Kandidaat

Graduat/Gegradueerde

Bachelor/Professioneel gerichte Bachelor

Bachelor académique (180 crédits)

Academisch gerichte Bachelor (180 ECTS)

Licence/Licentiaat

Master

Diplôme d’études approfondies (DEA)

Diplôme d’études spécialisées (DES)

Diplôme d’études supérieures spécialisées (DESS)

Gediplomeerde in de Voortgezette Studies (GVS)

Gediplomeerde in de Gespecialiseerde Studies (GGS)

Gediplomeerde in de Aanvullende Studies (GAS)

Agrégation/Aggregaat

Ingénieur industriel/Industrieel ingenieur

Doctorat/Doctoraal diploma

България

Диплома за завършено средно образование

Специалист по …

 

Диплома за висше образование

Бакалавър

Магистър

Česko

Vysvědčení o maturitní zkoušce

Vysvědčení o absolutoriu (Absolutorium) + diplomovaný specialista (DiS.)

Diplom o ukončení bakalářského studia (Bakalář)

Diplom o ukončení vysokoškolského studia

Magistr

Doktor

Danmark

Bevis for:

Studentereksamen

Højere Forberedelseseksamen (HF)

Højere Handelseksamen (HHX)

Højere Afgangseksamen (HA)

Bac pro: Bevis for Højere Teknisk Eksamen (HTX)

Videregående uddannelser

= Bevis for = Eksamensbevis som (erhvervsakademiuddannelse AK)

Bachelorgrad (BA eller BS)

Professionsbachelorgrad

Diplomingeniør

Kandidatgrad/Candidatus

Master/Magistergrad (mag.art)

Licenciatgrad

ph.d.-grad

Deutschland

Abitur/Zeugnis der allgemeinen Hochschulreife

Fachabitur/Zeugnis der Fachhochschulreife

 

Fachhochschulabschluss

Bachelor

Hochschulabschluss/Fachhochschulabschluss/Master

Magister Artium/Magistra Artium

Staatsexamen/Diplom

Erstes Juristisches Staatsexamen

Doktorgrad

Eesti

Gümnaasiumi lõputunnistus + riigieksamitunnistus

Lõputunnistus kutsekeskhariduse omandamise kohta

Tunnistus keskhariduse baasil kutsekeskhariduse omandamise kohta

Bakalaureusekraad (min 120 ainepunkti)

Bakalaureusekraad (< 160 ainepunkti)

Rakenduskõrghariduse diplom

Bakalaureusekraad (160 ainepunkti)

Magistrikraad

Arstikraad

Hambaarstikraad

Loomaarstikraad

Filosoofiadoktor

Doktorikraad (120–160 ainepunkti)

Éire/Ireland

Ardteistiméireacht, Grád D3, I 5 ábhar/Leaving Certificate Grade D3 in 5 subjects

Gairmchlár na hArdteistiméireachta (GCAT)/Leaving Certificate Vocational Programme (LCVP)

Teastas Náisiúnta/National Certificate

Gnáthchéim bhaitsiléara/Ordinary bachelor degree

Dioplóma náisiúnta (ND, Dip.)/National diploma (ND, Dip.)

Ardteastas (120 ECTS)/Higher Certificate (120 ECTS)

Céim onóracha bhaitsiléara (3 bliana/180 ECTS) (BA, B.Sc, B.Eng)/Honours bachelor degree (3 years/180 ECTS) (BA, B.Sc, B.Eng)

Céim onóracha bhaitsiléara (4 bliana/240 ECTS)/Honours bachelor degree (4 years/240 ECTS)

Céim ollscoile/University degree

Céim mháistir (60-120 ECTS)/Master’s degree (60-120 ECTS)

Dochtúireacht/Doctorate

Ελλάδα

Απολυτήριο Γενικού Λυκείου Απολυτήριο Κλασικού Λυκείου

Απολυτήριο Τεχνικού Επαγγελματικού Λυκείου

Απολυτήριο Ενιαίου Πολυκλαδικού Λυκείου

Απολυτήριο Ενιαίου Λυκείου

Απολυτήριο Τεχνολογικού Επαγγελματικού Εκπαιδευτηρίου

Δίπλωμα επαγγελματικής κατάρτισης (IΕΚ)

 

Πτυχίο ΑΕI (πανεπιστημίου, πολυτεχνείου, ΤΕI)

Μεταπτυχιακό Δίπλωμα Ειδίκευσης (2ος κύκλος)

Διδακτορικό Δίπλωμα (3ος κύκλος)

España

Bachillerato + Curso de Orientación Universitaria (COU)

Bachillerato

BUP

Diploma de Técnico especialista

FP grado superior (Técnico superior)

Diplomado/Ingeniero técnico

Licenciatura

Máster

Ingeniero

Título de Doctor

France

Baccalauréat

Diplôme d’accès aux études universitaires (DAEU)

Brevet de technicien

Diplôme d’études universitaires générales (DEUG)

Brevet de technicien supérieur (BTS)

Diplôme universitaire de technologie (DUT)

Diplôme d’études universitaires scientifiques et techniques (DEUST)

Licence

Maîtrise

Maîtrise des sciences et techniques (MST), maîtrise des sciences de gestion (MSG), diplôme d’études supérieures techniques (DEST), diplôme de recherche technologique (DRT), diplôme d’études supérieures spécialisées (DESS), diplôme d’études approfondies (DEA), master 1, master 2 professionnel, master 2 recherche

Diplôme des grandes écoles

Diplôme d’ingénieur

Doctorat

Hrvatska

Svjedodžba o državnoj maturi

Svjedodžba o završnom ispitu

Stručni pristupnik/pristupnica

Baccalaureus/Baccalaurea (sveučilišni prvostupnik/prvostupnica)

Baccalaureus/Baccalaurea (sveučilišni prvostupnik/prvostupnica)

Stručni specijalist

Magistar struke

Magistar inženjer/magistrica inženjerka (mag. ing)

Doktor struke

Doktor umjetnosti

Italia

Diploma di maturità (vecchio ordinamento)

Perito ragioniere

Diploma di superamento dell’esame di Stato conclusivo dei corsi di studio di istruzione secondaria superiore

Diploma universitario (DU)

Certificato di specializzazione tecnica superiore

Attestato di competenza (4 semestri)

Diploma di laurea — L (breve)

Diploma di laurea (DL)

Laurea specialistica (LS)

Master di I livello

Dottorato di ricerca (DR)

Κύπρος

Απολυτήριο

Δίπλωμα = Programmes offered by Public/Private Schools of Higher Education (for the latter accreditation is compulsory)

Higher Diploma

 

Πανεπιστημιακό Πτυχίο/Bachelor

Master

Doctorat

Latvija

Atestāts par vispārējo vidējo izglītību

Diploms par profesionālo vidējo izglītību

Diploms par pirmā līmeņa profesionālo augstāko izglītību

Bakalaura diploms (min. 120 kredītpunktu)

Bakalaura diploms (160 kredītpunktu)

Profesionālā bakalaura diploms

Maģistra diploms

Profesionālā maģistra diploms

Doktora grāds

Lietuva

Brandos atestatas

Aukštojo mokslo diplomas

Aukštesniojo mokslo diplomas

Profesinio bakalauro diplomas

Aukštojo mokslo diplomas

Aukštojo mokslo diplomas

Bakalauro diplomas

Magistro diplomas

Daktaro diplomas

Meno licenciato diplomas

Luxembourg

Diplôme de fin d’études secondaires et techniques

BTS

Brevet de maîtrise

Brevet de technicien supérieur

Diplôme de premier cycle universitaire (DPCU)

Diplôme universitaire de technologie (DUT)

Bachelor

Diplôme d’ingénieur technicien

Master

Diplôme d’ingénieur industriel

DESS en droit européen

Magyarország

Gimnáziumi érettségi bizonyítvány

Szakközépiskolai érettségi-képesítő bizonyítvány

Felsőfokú szakképesítést igazoló bizonyítvány (Higher Vocational Programme)

Főiskolai oklevél

Alapfokozat (Bachelor degree 180 credits)

Egyetemi oklevél

Alapfokozat (Bachelor degree 240 credits)

Mesterfokozat (Master degree) (Osztatlan mesterképzés)

Doktori fokozat

Malta

Advanced Matriculation or GCE Advanced level in 3 subjects (2 of them grade C or higher)

Matriculation certificate (2 subjects at Advanced level and 4 at Intermediate level including Systems of Knowledge with overall grade A-C) + Passes in the Secondary Education Certificate examination at Grade 5

2 A Levels (passes A-C) + a number of subjects at Ordinary level, or equivalent

MCAST diplomas/certificates

Higher National Diploma

Bachelor’s degree

Bachelor’s degree

Master of Arts

Doctorate

Nederland

Diploma VWO

Diploma staatsexamen (2 diploma’s)

Diploma staatsexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Diploma staatsexamen VWO)

Diploma staatsexamen hoger algemeen voortgezet onderwijs (Diploma staatsexamen HAVO)

Kandidaatsexamen

Associate degree (AD)

Bachelor (WO)

HBO bachelor degree

Baccalaureus of «Ingenieur»

HBO/WO Master’s degree

Doctoraal examen/Doctoraat

Österreich

Matura/Reifeprüfung

Reife- und Diplomprüfung

Berufsreifeprüfung

Kollegdiplom/Akademiediplom

Fachhochschuldiplom/Bakkalaureus/Bakkalaurea

Universitätsdiplom

Fachhochschuldiplom

Magister/Magistra

Master

Diplomprüfung, Diplom-Ingenieur

Magisterprüfungszeugnis Rigorosenzeugnis

Doktortitel

Polska

Świadectwo dojrzałości

Świadectwo ukończenia liceum ogólnokształcącego

Dyplom ukończenia kolegium nauczycielskiego

Świadectwo ukończenia szkoły policealnej

Licencjat/Inżynier

Magister/Magister inżynier

Dyplom doktora

Portugal

Diploma de Ensino Secundário

Certificado de Habilitações do Ensino Secundário

 

Bacharel Licenciado

Licenciado

Mestre

Doutorado

România

Diplomă de bacalaureat

Diplomă de absolvire (colegiu universitar)

Învățământ preuniversitar

Diplomă de licenţă

Diplomă de licenţă

Diplomă de inginer

Diplomă de urbanist

Diplomă de master

Certificat de atestare (studii academice postuniversitare)

Diplomă de doctor

Slovenija

Maturitetno spričevalo (spričevalo o poklicni maturi) (spričevalo o zaključnem izpitu)

Diploma višje strokovne šole

Diploma o pridobljeni visoki strokovni izobrazbi

Univerzitetna diploma

Magisterij

Specializacija

Doktorat

Slovensko

Vysvedčenie o maturitnej skúške

Absolventský diplom

Diplom o ukončení bakalárskeho štúdia (Bakalár)

Diplom o ukončení vysokoškolského štúdia

Bakalár (Bc.)

Magister

Magister/Inžinier

ArtD.

Suomi/Finland

Ylioppilastutkinto tai peruskoulu + kolmen vuoden ammatillinen koulutus – Studentexamen eller grundskola + treårig yrkesinriktad utbildning

Todistus yhdistelmäopinnoista (Betyg över kombinationsstudier)

Ammatillinen opistoasteen tutkinto – Yrkesexamen på institutnivå

Kandidaatin tutkinto – Kandidatexamen/Ammattikorkeakoulututkinto – Yrkeshögskoleexamen (min. 120 opintoviikkoa – studieveckor)

Maisterin tutkinto – Magisterexamen/Ammattikorkeakoulututkinto – Yrkeshögskoleexamen (min. 160 opintoviikkoa – studieveckor)

Tohtorin tutkinto (Doktorsexamen) joko 4 vuotta tai 2 vuotta lisensiaatin tutkinnon jälkeen – antingen 4 år eller 2 år efter licentiatexamen

Lisensiaatti/Licentiat

Sverige

Slutbetyg från gymnasieskolan (3-årig gymnasial utbildning)

Högskoleexamen (80 poäng)

Högskoleexamen, 2 år, 120 högskolepoäng

Yrkeshögskoleexamen/Kvalificerad yrkeshögskoleexamen, 1–3 år

Kandidatexamen (akademisk examen omfattande minst 120 poäng, varav 60 poäng fördjupade studier i ett ämne + uppsats motsvarande 10 poäng)

Meriter på grundnivå: Kandidatexamen, 3 år, 180 högskolepoäng (Bachelor)

Magisterexamen (akademisk examen omfattande minst 160 poäng, varav 80 poäng fördjupade studier i ett ämne + uppsats motsvarande 20 poäng eller två uppsatser motsvarande 10 poäng vardera)

Licentiatexamen

Doktorsexamen

Meriter på avancerad nivå:

Magisterexamen, 1 år, 60 högskolepoäng

Masterexamen, 2 år, 120 högskolepoäng

Meriter på forskarnivå:

Licentiatexamen, 2 år, 120 högskolepoäng

Doktorsexamen, 4 år, 240 högskolepoäng

United Kingdom

General Certificate of Education Advanced level — 2 passes or equivalent (grades A to E)

BTEC National Diploma

General National Vocational Qualification (GNVQ), advanced level

Advanced Vocational Certificate of Education, A level (VCE A level)

Higher National Diploma/Certificate (BTEC)/SCOTVEC

Diploma of Higher Education (DipHE)

National Vocational Qualifications (NVQ)

Scottish Vocational Qualifications (SVQ) level 4

(Honours) Bachelor degree

NB: Master’s degree in Scotland

Honours Bachelor degree

Master’s degree (MA, MB, MEng, MPhil, MSc)

Doctorate

NOTE:

UK diplomas awarded in 2020 (until 31 December 2020) are accepted without an equivalence. UK diplomas awarded as from 1 January 2021 must be accompanied by an equivalence issued by a competent authority of an EU Member State.

Einde van BIJLAGE II; klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


BIJLAGE III

Algemene bepalingen betreffende vergelijkende onderzoeken

ALGEMENE INFORMATIE

In het kader van de door EPSO georganiseerde selectieprocedures slaat elke verwijzing naar een persoon van een bepaald geslacht tevens op personen van het andere geslacht.

Wanneer in enige fase van het vergelijkend onderzoek de laatste plaats door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten toegelaten tot de volgende fase van het vergelijkend onderzoek. Ook kandidaten die met succes beroep hebben aangetekend, worden toegelaten tot de volgende fase.

Wanneer de laatste plaats op de reservelijst door verschillende kandidaten met dezelfde score wordt gedeeld, worden al deze kandidaten op de reservelijst geplaatst. Ook kandidaten die na een beroep opnieuw tot deze fase van de procedure zijn toegelaten, worden op de reservelijst geplaatst.

1.   TOELATINGSVOORWAARDEN

1.1.   Algemene en specifieke voorwaarden

De algemene en specifieke voorwaarden (waaronder talenkennis) worden voor elk vakgebied of profiel vermeld in het punt “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”.

De specifieke voorwaarden betreffende kwalificaties, werkervaring en talenkennis variëren naargelang van het gezochte profiel. Vermeld in uw sollicitatieformulier zo veel mogelijk informatie over uw kwalificaties en werkervaring — indien verplicht — (zie het punt “Aan welke voorwaarden moet ik voldoen?”) die verband houdt met de aard van de functie .

a)

Diploma's en/of certificaten: Diploma's die zijn afgegeven in een EU-land of niet-EU-land, moeten worden erkend door een officiële instantie van een EU-lidstaat, bijvoorbeeld het Ministerie van Onderwijs. De jury houdt rekening met de verschillende onderwijsstructuren in de lidstaten.

Vermeld voor postsecundair onderwijs en voor technische, specialistische of beroepsopleidingen de vakken, de duur en vermeld tevens of het voltijds, deeltijds of avondonderwijs betrof.

b)

Werkervaring (indien verplicht) wordt alleen meegeteld voor zover deze verband houdt met de aard van de functie en als er sprake is van:

een reële en daadwerkelijke arbeidsprestatie;

bezoldiging;

hiërarchische ondergeschiktheid of de verlening van een dienst;

en onder de volgende voorwaarden:

vrijwilligerswerk: indien met betaling van een vergoeding en vergelijkbaar met gewoon werk wat betreft aantal uren en duur;

stages: indien met betaling van een vergoeding;

militaire dienstplicht: vervuld voor of na het vereiste diploma, voor ten hoogste de duur van de wettelijke dienstplicht in uw lidstaat;

ouderschapsverlof/adoptieverlof: als het verlof is opgenomen tijdens een arbeidscontract;

promotie/doctoraat: wordt meegeteld als werkervaring van ten hoogste drie jaar, op voorwaarde dat de doctorsgraad daadwerkelijk is verworven, ongeacht of er sprake was van bezoldiging, en

deeltijdwerk: wordt meegeteld naar rato van de daadwerkelijk gewerkte tijd, dus als u bijvoorbeeld zes maanden halftijds hebt gewerkt, wordt dit meegeteld als drie maanden werkervaring.

1.2.   Bewijsstukken

In de verschillende fasen van de selectieprocedure moet u een officieel document kunnen overleggen waaruit uw staatsburgerschap blijkt, bijvoorbeeld een paspoort of identiteitskaart, dat geldig moet zijn op de uiterste termijn voor indiening van uw sollicitatie (uiterste datum voor indiening van het eerste deel van uw sollicitatieformulier als de sollicitatieprocedure in twee fasen verloopt).

Voor alle beroepsactiviteiten moeten originelen of gewaarmerkte kopieën kunnen worden overgelegd van:

documenten van voormalige en huidige werkgever(s), waarop wordt vermeld: aard, niveau, begin- en einddatum van de verrichte werkzaamheden, officieel briefhoofd en stempel van de onderneming, en naam en handtekening van de bevoegde persoon, of

de arbeidsovereenkomst(en) en het eerste en het laatste loonstrookje. Voeg hierbij een gedetailleerde beschrijving van de verrichte werkzaamheden;

(voor niet in loondienst verrichte beroepswerkzaamheden, als zelfstandige, in vrije beroepen enz.) facturen of bestelbonnen met specificatie van de verrichte werkzaamheden, of enig ander officieel bewijsstuk;

(voor conferentietolken indien werkervaring vereist is) bewijsstukken waarop het aantal gewerkte dagen wordt vermeld, evenals de talen waarnaar of waaruit is getolkt, en waaruit blijkt dat het specifiek om conferentievertolking gaat.

In de regel zijn geen bewijsstukken vereist om uw talenkennis aan te tonen, behalve voor bepaalde vergelijkende onderzoeken voor linguïsten of specialisten.

Op enig moment in de procedure kunt u worden verzocht om aanvullende informatie of documenten te verstrekken. EPSO zal u laten weten welke bewijsstukken u moet indienen en wanneer.

1.3.   Gelijke kansen en redelijke voorzieningen

Als u een handicap of medische aandoening hebt die uw deelname aan de toetsen belemmert, vermeld dit dan in uw sollicitatieformulier en laat ons weten welke redelijke voorzieningen u nodig hebt. Als de handicap of medische aandoening ontstaat nadat u uw sollicitatieformulier hebt gevalideerd, moet u dit zo snel mogelijk aan EPSO melden, op de hieronder vermelde wijze.

U dient een certificaat van een nationale instantie of een medische verklaring naar EPSO te sturen voordat uw verzoek in aanmerking kan worden genomen. De bewijsstukken worden bestudeerd, waarna in gerechtvaardigde gevallen redelijke voorzieningen worden getroffen.

Als u met een toegankelijkheidsprobleem wordt geconfronteerd, of meer informatie wenst, neem dan contact op met het “accessibility team” van EPSO:

via e-mail (EPSO-accessibility@ec.europa.eu), of

per post:

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

EPSO ACCESSIBILITY

L107 02/DCS

1049 Brussel

BELGIË

2.   WIE VOERT DE SELECTIE UIT?

Een jury wordt aangesteld om de kandidaten te vergelijken en de beste kandidaten te selecteren op basis van hun competenties, vaardigheden en kwalificaties ten opzichte van de eisen die worden beschreven in de aankondiging van vergelijkend onderzoek. De juryleden bepalen ook de moeilijkheidsgraad van de toetsen en keuren de inhoud goed op basis van de voorstellen van EPSO.

Om de onafhankelijkheid van de jury te waarborgen, mogen kandidaten of personen die niet tot de jury behoren, geen contact hebben met de juryleden, behalve in het kader van toetsen die directe interactie tussen de kandidaten en de jury vereisen.

Kandidaten die hun standpunt kenbaar willen maken of hun rechten willen uitoefenen, moeten dit schriftelijk doen. De aan de jury gerichte correspondentie moet worden toegestuurd aan EPSO, dat de correspondentie vervolgens doorstuurt naar de jury. Het is ten strengste verboden om buiten deze procedures enig contact, direct dan wel indirect, met de leden van de jury te hebben. Overtreding van deze regel kan leiden tot diskwalificatie.

Met name een familie- of hiërarchische relatie tussen een kandidaat en een jurylid geeft aanleiding tot een belangenconflict. Juryleden worden verzocht om dit soort situaties aan EPSO te melden zodra zij hiervan op de hoogte zijn. EPSO zal elk geval afzonderlijk beoordelen en passende maatregelen nemen. Niet-naleving van deze regels kan leiden tot disciplinaire maatregelen jegens juryleden en tot diskwalificatie van de kandidaten van het vergelijkend onderzoek (zie punt 4.4).

De namen van de juryleden worden vóór het assessment bekendgemaakt op de website van EPSO (https://epso.europa.eu/nl).

3.   COMMUNICATIE

3.1.   Communicatie met EPSO

Aangeraden wordt ten minste tweemaal per week uw EPSO-account te raadplegen om het verloop van uw sollicitatie te volgen. Als u uw account niet kunt raadplegen door een technisch probleem bij EPSO, moet u dit onmiddellijk melden, uitsluitend via de website van EPSO (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category).

EPSO behoudt zich het recht voor geen antwoord te geven als het informatie betreft die al duidelijk wordt vermeld in deze aankondiging van vergelijkend onderzoek of de bijlagen erbij, of op de EPSO-website, inclusief de rubriek “Veelgestelde vragen”.

Vermeld in alle correspondentie uw naam (zoals vermeld op uw EPSO-account), uw inschrijvingsnummer en het referentienummer van de selectieprocedure.

EPSO behoudt zich het recht voor ongepaste correspondentie te staken, bijvoorbeeld omdat deze steeds hetzelfde onderwerp betreft, of beledigend en/of irrelevant is.

3.2.   Toegang tot informatie

Kandidaten hebben toegang tot bepaalde individuele persoonsgegevens. Deze specifieke toegangsrechten worden verleend op grond van de verplichting tot motivering, zodat de betrokkene eventueel beroep kan instellen tegen een besluit tot afwijzing.

Deze motiveringsplicht moet echter worden afgewogen tegen het feit dat de werkzaamheden van de jury vertrouwelijk zijn, om de onafhankelijkheid van de jury en de objectiviteit van de selectieprocedure te waarborgen. Om vertrouwelijkheidsredenen mogen de opvattingen van de juryleden over de individuele beoordeling van kandidaten en de beoordeling in vergelijking met andere kandidaten niet worden bekendgemaakt.

Deze toegangsrechten gelden specifiek voor kandidaten die deelnemen aan een vergelijkend onderzoek. U kunt niet méér rechten aan de wetgeving inzake de toegang van het publiek tot documenten ontlenen dan de in dit punt beschreven rechten.

3.2.1.   Automatisch beschikbare informatie

Na elke selectiefase van het vergelijkend onderzoek ontvangt u automatisch de volgende informatie via uw EPSO-account:

meerkeuzetoetsen: een overzicht van uw antwoorden en de juiste antwoorden, met de verwijzingsnummers of -letters. De tekst van de vragen en antwoorden wordt nooit meegedeeld;

toelatingsvoorwaarden: of u bent toegelaten. Als u niet bent toegelaten, wordt aangegeven aan welke voorwaarden u niet voldoet;

Talent Screener: uw resultaten, een overzicht met het gewicht van elke vraag, de aan elk antwoord toegekende punten en uw totaalscore;

voorafgaande toetsen: uw resultaten;

tussentijdse toetsen: uw resultaten, als u niet bent toegelaten tot de volgende fase;

assessment: uw competentiepaspoort met uw totaalscores per competentie en de opmerkingen van de jury met kwantitatieve en kwalitatieve feedback over uw prestaties bij het assessment, als u niet bent gediskwalificeerd.

EPSO deelt geen teksten of toetsopdrachten mee aan de kandidaten, aangezien deze mogelijk opnieuw worden gebruikt in toekomstige vergelijkende onderzoeken. In sommige uitzonderlijke gevallen kan EPSO de bronteksten of opdrachten op de website publiceren als

de toetsen zijn afgerond;

de resultaten zijn berekend en meegedeeld aan de kandidaten, en

de bronteksten/opdrachten niet opnieuw worden gebruikt in toekomstige vergelijkende onderzoeken.

3.2.2.   Informatie op verzoek

U kunt om een ongecorrigeerde kopie van uw antwoorden op een schriftelijke toets verzoeken, als de inhoud van de toets niet bedoeld is om opnieuw te worden gebruikt in toekomstige vergelijkende onderzoeken. Dit geldt uitdrukkelijk niet voor antwoorden op elektronische postbakopdrachten en casestudy's.

De gecorrigeerde antwoorden en de details van de scoreberekening vallen onder de vertrouwelijkheid van de werkzaamheden van de jury en worden niet bekendgemaakt.

EPSO streeft ernaar zo veel mogelijk informatie te verstrekken aan de kandidaten, rekening houdend met zijn motiveringsplicht, de vertrouwelijke aard van de werkzaamheden van de jury en de regels voor de bescherming van persoonsgegevens. Alle verzoeken om informatie worden beoordeeld in het licht van deze verplichtingen.

Een verzoek om informatie moet binnen tien kalenderdagen nadat uw resultaten via uw EPSO-account zijn bekendgemaakt, worden ingediend via de website van EPSO (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category).

4.   KLACHTEN EN PROBLEMEN

4.1.   Technische en organisatorische problemen

Als u tijdens de selectieprocedure met een ernstig technisch of organisatorisch probleem wordt geconfronteerd, neem dan contact op met EPSO, uitsluitend via de website van EPSO (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category), zodat wij het probleem kunnen onderzoeken en een oplossing kunnen zoeken.

Vermeld in alle correspondentie uw naam (zoals vermeld op uw EPSO-account), uw inschrijvingsnummer en het referentienummer van de selectieprocedure.

Als het probleem zich in het testcentrum of tijdens de tests op afstand voordoet:

meld het probleem onmiddellijk bij de surveillanten zodat naar een oplossing kan worden gezocht. Vraag hun in ieder geval uw klacht schriftelijk vast te leggen, en

neem binnen drie kalenderdagen na uw test contact op met EPSO via de website (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category) en geef een korte omschrijving van het probleem.

Als het probleem zich buiten het testcentrum voordoet (bijvoorbeeld problemen in verband met de reservering of technische problemen bij tests op afstand voordat u verbinding heeft met een surveillant), volg dan de in uw EPSO-account en op de EPSO-website vermelde instructies of neem onmiddellijk contact op met EPSO via de website (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category).

Als u een probleem hebt in verband met uw inschrijving, moet u onmiddellijk, en in elk geval vóór de uiterste inschrijvingsdatum, contact opnemen met EPSO via de website (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category). Berichten die minder dan vijf werkdagen vóór de uiterste inschrijvingsdatum zijn verstuurd, kunnen mogelijk niet vóór die datum worden beantwoord.

4.2.   Interne heronderzoeksprocedures

4.2.1.   Inhoudelijke fouten in de meerkeuzetoetsen per computer

De databank met de meerkeuzevragen wordt voortdurend en grondig door EPSO en de jury's gecontroleerd.

Als u van mening bent dat een fout in een van de meerkeuzevragen een negatieve invloed heeft gehad op uw vermogen om het juiste antwoord te geven, kunt u de jury verzoeken de vraag/vragen opnieuw te bekijken (een zogeheten “neutralisatieprocedure”).

Bij deze procedure kan de jury besluiten de vraag te annuleren en de oorspronkelijk aan die vraag toegekende punten te verdelen over de rest van de vragen. De herberekening vindt alleen plaats voor de kandidaten die de foutieve vraag hebben gekregen. De scoreberekening zoals beschreven in de desbetreffende onderdelen van deze aankondiging van vergelijkend onderzoek verandert verder niet.

Voor klachten over de meerkeuzetoetsen geldt de volgende regeling:

procedure: neem contact op met EPSO, uitsluitend via de website van EPSO (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category);

termijn: binnen drie kalenderdagen na de datum van de toetsen per computer;

aanvullende informatie: geef een beschrijving van de inhoud van de vraag, zodat de vraag in kwestie kan worden geïdentificeerd, en licht de vermeende fout zo duidelijk mogelijk toe.

Klachten die te laat worden ingediend, of waarin de betwiste vraag of de vermeende fout niet wordt toegelicht, worden niet in behandeling genomen.

Met name worden verzoeken waarin enkel wordt gewezen op vermeende vertaalproblemen, zonder dat het probleem duidelijk wordt omschreven, niet aanvaard.

Dezelfde procedure geldt voor fouten in de elektronische postbakopdracht.

4.2.2.   Verzoek om een heronderzoek

U kunt verzoeken om een heronderzoek van elk besluit van de jury of van EPSO waarbij uw resultaten worden vastgesteld of waarbij wordt bepaald of u naar de volgende fase van het vergelijkend onderzoek mag doorgaan of van verdere deelname wordt uitgesloten.

Verzoeken om een heronderzoek kunnen worden ingediend om een van de volgende redenen:

een materiële onregelmatigheid in de procedure van het vergelijkend onderzoek, en/of

niet-naleving, door de jury of door EPSO, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (1), de aankondiging van het vergelijkend onderzoek of de bijlagen erbij en/of de jurisprudentie.

U kunt de geldigheid van de beoordeling door de jury van uw toetsprestatie of van de relevantie van uw kwalificaties en werkervaring niet betwisten. Met deze beoordeling spreekt de jury een waardeoordeel uit. Dat u het niet eens bent met het oordeel van de jury over uw toetsen, kwalificaties en/of werkervaring, bewijst niet dat de jury een fout heeft gemaakt. Een verzoek om heronderzoek dat op deze basis wordt ingediend, wordt niet gehonoreerd.

Voor verzoeken om een heronderzoek geldt de volgende regeling:

procedure: neem contact op met EPSO, uitsluitend via de website van EPSO (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category);

termijn: binnen tien kalenderdagen nadat het betwiste besluit via uw EPSO-account is bekendgemaakt;

aanvullende informatie: geef duidelijk aan welk besluit u wilt betwisten en op welke gronden.

Verzoeken die te laat worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Binnen 15 werkdagen krijgt u een ontvangstbevestiging. De instantie die het betwiste besluit heeft genomen (de jury of EPSO), analyseert uw verzoek en neemt een besluit, waarna u zo spoedig mogelijk een gemotiveerd antwoord krijgt.

Als het resultaat positief is, wordt u opnieuw toegelaten tot het vergelijkend onderzoek, in de fase waarvan u eerder werd uitgesloten, ongeacht de fase waarin het vergelijkend onderzoek zich intussen bevindt.

4.3.   Andere wijzen van betwisting

4.3.1.   Administratieve klachten

Als deelnemer aan een vergelijkend onderzoek hebt u het recht om bij de directeur van EPSO in zijn hoedanigheid van tot aanstelling bevoegd gezag een administratieve klacht in te dienen.

U kunt een klacht indienen tegen een genomen of niet genomen besluit dat rechtstreeks en onmiddellijk van invloed is op uw rechtspositie als kandidaat, mits er sprake is van een duidelijke schending van de voor de selectieprocedure geldende voorschriften. De directeur van EPSO kan een waardeoordeel van de jury niet terugdraaien (zie punt 4.2.2).

Voor administratieve klachten geldt de volgende regeling:

procedure: neem contact op met EPSO, uitsluitend via de website van EPSO (https://epso.europa.eu/nl/epso-faqs-by-category);

termijn: binnen drie maanden na de bekendmaking van het betwiste besluit of na de datum waarop het besluit had moeten worden genomen;

aanvullende informatie: geef duidelijk aan welk besluit u wilt betwisten en op welke gronden.

Klachten die te laat worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

4.3.2.   Gerechtelijk beroep

Als u deelneemt aan een vergelijkend onderzoek, hebt u het recht een gerechtelijk beroep in te stellen bij het Gerecht op grond van artikel 270 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 91 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Er kan bij het Gerecht geen beroep tegen een besluit van EPSO (in tegenstelling tot een besluit van de jury) worden ingesteld als niet eerst een administratieve klacht op grond van artikel 90, lid 2, van het Statuut is ingediend (zie punt 4.3.1). Met name geldt dit voor besluiten betreffende de algemene toelatingscriteria, die door EPSO worden genomen en niet door de jury.

Voor gerechtelijke beroepen geldt de volgende regeling:

procedure: zie de website van het Gerecht (https://curia.europa.eu/jcms/).

4.3.3.   Europese ombudsman

Alle burgers en inwoners van de EU kunnen een klacht indienen bij de Europese ombudsman.

Alvorens een klacht bij de ombudsman in te dienen, moet u eerst de passende administratieve stappen bij de betrokken instellingen of organen ondernemen (zie de punten 4.1-4.3).

Het indienen van een klacht bij de ombudsman betekent niet dat de termijn voor het indienen van een administratieve klacht of het instellen van een gerechtelijk beroep wordt verlengd.

Voor klachten bij de Europese ombudsman geldt de volgende regeling:

procedure: zie de website van de Europese ombudsman (https://www.ombudsman.europa.eu/nl/home).

4.4.   Diskwalificatie van de selectieprocedure

Op enig moment in een selectieprocedure kunt u worden gediskwalificeerd als EPSO constateert dat u:

meer dan één EPSO-account hebt aangemaakt;

zich hebt ingeschreven voor een niet-verenigbaar vakgebied of profiel;

niet aan alle toelatingsvoorwaarden voldoet;

valse of niet door de nodige documenten gestaafde verklaringen hebt afgelegd;

geen van de vragen van de Talent Screener heeft beantwoord;

niet hebt voldaan aan de regels voor de toetsen die op afstand plaatsvinden;

een of meer toetsen niet hebt geboekt of afgelegd;

bij de toetsen hebt gefraudeerd;

in uw sollicitatieformulier de voor dit vergelijkend onderzoek vereiste talen niet hebt opgegeven of niet de vereiste minimumniveaus voor deze talen hebt opgegeven;

hebt getracht om op ongeoorloofde wijze contact op te nemen met een lid van de jury;

EPSO niet hebt geïnformeerd over een potentieel belangenconflict met een jurylid;

het sollicitatieformulier hebt ingevuld in een andere taal dan de taal/talen die in deze aankondiging van vergelijkend onderzoek is/zijn vermeld (voor eigennamen, officiële titels en functiebenamingen, zoals aangegeven in de bewijsstukken of benamingen/titels van diploma’s kan een uitzondering worden gemaakt), en/of

een schriftelijke of praktische toets hebt ondertekend of hierop een onderscheidend merk hebt aangebracht.

Als u de voorafgaande test ter controle van de internetverbinding niet heeft uitgevoerd, maar vervolgens tijdens de tests op afstand verbindingsproblemen ondervond, behoudt EPSO zich het recht voor om uw toets niet te verplaatsen.

De EU-instellingen werven alleen personen aan die blijk geven van de hoogste mate van integriteit. Fraude of poging tot fraude kan worden bestraft met sancties en kan uw deelname aan toekomstige vergelijkende onderzoeken in gevaar brengen.

5.   VEILIGHEIDSMACHTIGING

Personeelsleden die werken met gevoelige en gerubriceerde informatie die een hoge mate van vertrouwelijkheid vereist (“gerubriceerde EU-informatie”), moeten over een passende veiligheidsmachtiging beschikken.

Daarom kan van geslaagde kandidaten worden verlangd dat zij voor bepaalde functies in het bezit zijn van een certificaat van veiligheidsmachtiging of dat zij dit certificaat tijdig kunnen verkrijgen.

Bijgevolg kan geslaagde kandidaten, als voorwaarde voor aanwerving in bepaalde functies, worden verzocht het veiligheidsonderzoek te ondergaan dat wordt uitgevoerd door de nationale bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn.

Wij raden u aan u te informeren over de procedure alvorens deel te nemen aan deze selectieprocedure.

Deze voorwaarden worden in voorkomend geval steeds duidelijk vermeld in het vacaturebericht.

6.   GEGEVENSBESCHERMING

Uw persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (2).

Zie ook de specifieke verklaring over de bescherming van persoonsgegevens in het kader van een vergelijkend onderzoek (3).

Einde van BIJLAGE III; klik hier om terug te gaan naar de hoofdtekst.


(1)  Verordening nr. 31 (E.E.G.), 11 (E.G.A.), tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB 45 van 14.6.1962, blz. 1385/62). Geconsolideerde versie: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A01962R0031-20220101

(2)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(3)  https://epso.europa.eu/nl/protection-your-personal-data