ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 341

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

65e jaargang
6 september 2022


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2022/C 341/01

Verklaring van de Commissie met betrekking tot artikel 9, lid 1, punt c), en artikel 11, lid 1, van de uitvoeringsverordening van de Commissie tot vaststelling van technische en operationele specificaties van het technisch systeem voor de grensoverschrijdende geautomatiseerde uitwisseling van bewijs en de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2022/C 341/02

Wisselkoersen van de euro — 5 september 2022

2


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2022/C 341/03

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10864 - AGC GLASS EUROPE / INTERPANE) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

3

2022/C 341/04

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10894 BC PARTNERS / BAIN CAPITAL / FEDRIGONI) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

5

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2022/C 341/05

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

7

2022/C 341/06

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

12

2022/C 341/07

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

22


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

6.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/1


VERKLARING VAN DE COMMISSIE

met betrekking tot artikel 9, lid 1, punt c), en artikel 11, lid 1, van de uitvoeringsverordening van de Commissie tot vaststelling van technische en operationele specificaties van het technisch systeem voor de grensoverschrijdende geautomatiseerde uitwisseling van bewijs en de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel

(2022/C 341/01)

De verwijzingen in artikel 9, lid 1, punt c), en artikel 11, lid 1, naar toekomstige oplossingen voor vertegenwoordigingsbevoegdheden en volmachten (“indien en voor zover er oplossingen zijn gevonden voor vertegenwoordiging overeenkomstig Verordening (EU) nr. 910/2014 en de uitvoeringshandelingen die uit hoofde van die verordening zijn vastgesteld”) hebben met name betrekking op oplossingen die verder gaan dan de huidige minimale gegevenspakketten van vertegenwoordiger en vertegenwoordigde en aanvullende semantiek met betrekking tot de mate van vertegenwoordiging of specifieke beperkingen van het mandaat bestrijken. De noodzaak om dergelijke oplossingen te ontwikkelen is reeds benoemd in de conclusies van het overleg van het samenwerkingsnetwerk van 20 juni 2016, die zijn overgenomen in hoofdstuk 2.8 (“Natural and legal person representative”) van het eIDAS SAML Attribute Profile, versie 1.2 van 31 augustus 2019 (1).


(1)  https://ec.europa.eu/cefdigital/wiki/download/attachments/82773108/eIDAS%20SAML%20Attribute%20Profile%20v1.2%20Final.pdf?version=2&modificationDate=1571068651772&api=v2


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

6.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/2


Wisselkoersen van de euro (1)

5 september 2022

(2022/C 341/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

0,9920

JPY

Japanse yen

139,47

DKK

Deense kroon

7,4364

GBP

Pond sterling

0,86358

SEK

Zweedse kroon

10,7290

CHF

Zwitserse frank

0,9747

ISK

IJslandse kroon

142,70

NOK

Noorse kroon

9,9188

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,622

HUF

Hongaarse forint

403,90

PLN

Poolse zloty

4,7360

RON

Roemeense leu

4,8198

TRY

Turkse lira

18,0792

AUD

Australische dollar

1,4616

CAD

Canadese dollar

1,3043

HKD

Hongkongse dollar

7,7867

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6289

SGD

Singaporese dollar

1,3932

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 359,98

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

17,0880

CNY

Chinese yuan renminbi

6,8768

HRK

Kroatische kuna

7,5173

IDR

Indonesische roepia

14 782,83

MYR

Maleisische ringgit

4,4563

PHP

Filipijnse peso

56,477

RUB

Russische roebel

 

THB

Thaise baht

36,263

BRL

Braziliaanse real

5,1407

MXN

Mexicaanse peso

19,8192

INR

Indiase roepie

79,2332


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

6.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/3


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10864 - AGC GLASS EUROPE / INTERPANE)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 341/03)

1.   

Op 30 augustus 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

AGC Glass Europe SA (“AGC Glass Europe”, België)

Interpane International Glas GmbH en Interpane Glass Holding AG Interpane (samen “Interpane”, Duitsland)

AGC Glass Europe verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Interpane.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

AGC Glass Europe maakt deel uit van AGC Group en staat onder uiteindelijke zeggenschap van AGC Inc. AGC Glass Europe produceert en verwerkt vlak glas voor de bouwsector, de automobielindustrie, de zonne-energiesector en gespecialiseerde industrieën via een netwerk van glasproductie- en -verwerkingsinstallaties in heel Europa,

Interpane is een familiebedrijf dat actief is op het gebied van de fabricage en de verwerking van architectonisch glas in Europa.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10864 - AGC GLASS EUROPE / INTERPANE

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


6.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/5


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10894 BC PARTNERS / BAIN CAPITAL / FEDRIGONI)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2022/C 341/04)

1.   

Op 26 augustus 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ontvangen (1).

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

BC Partners LLP (“BC Partners”, Verenigde Staten),

Bain Capital Investors, L.L.C. (“Bain Capital”, Verenigd Koninkrijk),

Fedrigoni S.p.A. (“Fredigoni”, Italië), onder de uitsluitende zeggenschap van Bain Capital.

BC Partners en Bain Capital zijn voornemens gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening te verkrijgen over Fredigoni.

De concentratie moet totstandkomen door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

BC Partners: internationale private-equityonderneming die uitsluitend adviesdiensten aanbiedt. Fondsen die worden geadviseerd door BC Partners, met inbegrip van BC Partners Management XI Limited, het BC Partners fonds dat de investering in Fredigoni heeft gedaan, zijn zuiver financiële investeerders, terwijl hun portefeuillemaatschappijen actief zijn op het gebied van financiële diensten, gezondheidszorg, onderwijs, consumenten en detailhandel in Europa en Noord-Amerika;

Bain Capital: private-equitybeleggingsonderneming die middels haar fondsenfamilie investeert in ondernemingen in een aantal landen en industrieën, met name IT, gezondheidszorg, detailhandel en consumentenproducten, communicatie, financiën en de maakindustrie;

Fredigoni: produceert en levert wereldwijd speciale papierproducten en zelfklevende materialen voor creatieve en luxe verpakkingstoepassingen, en kantoorbenodigdheden.

4.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

5.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10894 BC PARTNERS / BAIN CAPITAL / FEDRIGONI

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

6.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/7


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2022/C 341/05)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“Dalmatinska janjetina”

EU-nr.: PDO-HR-02799 – 17.8.2021

BOB (X) BGA ( )

1.   Naam/Namen [van de BOB of de BGA]

“Dalmatinska janjetina”

2.   Lidstaat of derde land

Kroatië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.1. Vers vlees (en verse slachtafval)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

“Dalmatinska janjetina” verwijst naar lamsvlees afkomstig van de lammeren van een inheems Kroatisch schapenras — de Dalmatische pramenka — die uitsluitend in het in punt 4 vermelde geografische gebied worden geboren, gefokt en geslacht.

Voor de productie van “Dalmatinska janjetina” worden de lammeren geslacht wanneer ze 70 tot 130 dagen oud zijn en 15 kg tot 28 kg wegen.

De onderscheidende kenmerken van de karkassen van Dalmatische pramenkalammeren zijn hun gemiddelde tot zeer goede bevleesdheid en hun lichte tot matige bedekking met vetweefsel (klasse 2 of 3). De karkassen wegen, met de kop, 8 tot 14 kg, zijn maximaal 80 cm lang en leveren een warm slachtrendement van ten minste 45 % op. Het spierweefsel is lichtroze tot roze van kleur, en het vlees van de lange rugspier bevat minder dan 4 % vet en ten minste vijf verschillende vluchtige organische chemische verbindingen uit de terpenengroep.

“Dalmatinska janjetina” wordt het hele jaar door verhandeld, uitsluitend vers en gekoeld, ofwel als geheel karkas met de kop, nieren en het niervet (die aan het karkas moeten blijven vastzitten), en al dan niet met het orgaanvlees (lever, longen met luchtpijp en hart) en de testes, die, indien aanwezig, als onderdeel van het karkas worden beschouwd, ofwel als half karkas, wat betekent dat het karkas in de lengte doormidden wordt gehakt langs de scheidingslijn die door het midden van de kop, de hals-, rug-, lende- en staartwervels, het borstbeen en het bekken loopt.

“Dalmatinska janjetina” wordt altijd in bereide toestand gegeten. Het vlees is sappig en mals, smelt in de mond en heeft niet het uitgesproken aroma of de uitgesproken smaak van schapenvlees.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Totdat ze worden geslacht, worden de lammeren die voor de productie van “Dalmatinska janjetina” worden gebruikt uitsluitend gevoed met de melk van hun moeder en met weidegras.

Weidegras is de belangrijkste voedingsbron voor schapen en vult maximaal 80 % van hun voedingsbehoeften in. De resterende 20 % bestaat uit weidehooi en/of, minder vaak, luzernehooi (voornamelijk in de winter). Ten minsten 80 % van het voeder is afkomstig uit het afgebakende geografische productiegebied van “Dalmatinska janjetina” dat in punt 4 wordt beschreven. Het hooi is meestal afkomstig van nabije weiden in de vruchtbaardere gebieden van het Dalmatische achterland — de berggebieden van Dalmatië — en, in uiterste nood en bij droogte, ook van buiten het afgebakende productiegebied van “Dalmatinska janjetina”, meer bepaald van de weiden van Lika en Gorski Kotar, maar uitsluitend uit de volgende provincies: de provincie Zadar (gebied van de stad Gračac), de provincie Lika-Senj (de hele provincie), de provincie Karlovac (uitsluitend het grondgebied van de stad Ogulin en de gemeenten Josipdol, Plaški en Saborsko) en de provincie Primorje-Gorski Kotar (uitsluitend het grondgebied van de steden Vrbovsko, Delnice en Čabar en de gemeenten Lokve, Fužine, Mrkopalj, Ravna Gora, Skrad en Brod Moravice). Hooi uit de bovenvermelde gebieden mag worden gebruikt als aanvullend voeder voor schapen (maar niet voor lammeren) in de winter, tijdens de droogstand van de ooien (die dan drachtig zijn) en heeft daarom geen gevolgen voor de kwaliteit en scheikundige samenstelling van het lamsvlees.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle fasen in de productie van “Dalmatinska janjetina” moeten plaatsvinden in het afgebakende geografische productiegebied als bedoeld in punt 4.

Het productieproces van “Dalmatinska janjetina” omvat het opfokken, dekken en lammeren van Dalmatische pramenkaschapen en het opfokken en slachten van hun lammeren.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Voordat de karkassen en halve karkassen van Dalmatische pramenkalammeren in de handel worden gebracht, moeten ze een stempel krijgen van het erkende slachthuis waar de dieren zijn geslacht en moeten ze in transparante, zelfklevende plasticfolie worden verpakt.

Het inpakken — d.w.z. het wikkelen van plasticfolie rondom de uitgeslachte en gekoelde karkassen van “Dalmatinska janjetina”-lammeren — vindt plaats in slachthuizen in het in punt 4 bedoelde gebied voordat het product in de handel wordt gebracht, voornamelijk ter bescherming van de hygiëne van het vlees (om te voorkomen dat de karkassen tijdens de behandeling en het vervoer in contact komen met microbiële besmettingsbronnen), de versheid en de kwaliteit (om te voorkomen dat de karkassen in contact komen met de lucht en aldus de chemische processen te vertragen waardoor het vet en de eiwitten in het vlees worden afgebroken).

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

“Dalmatinska janjetina” wordt geproduceerd binnen de bestuurlijke grenzen van de provincie Lika-Senj (uitsluitend het gebied van de stad Novalja en de kusthellingen van het Velebit-gebergte op het grondgebied van de gemeente Karlobag) en de provincie Zadar (uitsluitend de gebieden van de steden Benkovac, Biograd, Nin, Obrovac, Pag en Zadar en de gemeenten Bibinje, Galovac, Jasenice, Kali, Kolan, Kukljica, Lišane Ostrovičke, Novigrad, Pakoštane, Pašman, Polača, Poličnik, Posedarje, Povljana, Preko, Privlaka, Ražanac, Sali, Stankovci, Starigrad, Sukošan, Sveti Filip i Jakov, Škabrnja, Tkon, Vir, Vrsi en Zemunik Donji) en op het gehele grondgebied van de provincies Šibenik-Knin, Split-Dalmatia en Dubrovnik-Neretva.

5.   Verband met het geografische gebied

Specificiteit van het geografische gebied

Natuurlijke factoren

Het geografische gebied Dalmatië omvat drie verschillende geomorfologische en klimaatzones (het kust- en eilandgebied met een mediterraan klimaat, het Dalmatische achterland met een submediterraan klimaat en het berggebied met een continentaal klimaat), die, samen met de mensen die er door de eeuwen heen hun stempel op gedrukt hebben, rechtstreeks van invloed zijn geweest op de plantengroei in dit gebied. Op plaatsen waar de bora zich sterk laat voelen of plaatsen met arme, rotsachtige bodems (bv. de uitlopers van het Velebit-gebergte) zijn voornamelijk weiden met salie en vedergras (Ass. Stipo-Salvietum officinalis) te vinden, met een groot aantal Illyrische en Illyrisch-Adriatische endemische soorten, voornamelijk soorten die zich hebben aangepast aan de droogte en de hevige borawind, met name aromatische en geneeskrachtige planten. Dalmatië is een van de Europese regio’s met de rijkste flora, aangezien er naar schatting 3 500 verschillende plantensoorten groeien, waarvan meer dan 7 % endemisch is, met daarnaast een groter aantal steno-endemische soorten (Ozimec et al., Poljoprivredna bioraznolikost Dalmacije, Tradicijske sorte i pasmine Dalmacije, 2009, blz. 430). Op weiden in het Dalmatische achterland groeien voornamelijk Illyrisch zwenkgras en bolvormig zwenkgras (Ass. Festuco-Koelerietum officinalis), waarvan de floristische samenstelling wordt gedomineerd door tal van lage, meestal vlakbij de grond groeiende kruidachtige soorten, waarschijnlijk als gevolg van een selectieproces dat heeft plaatsgevonden tijdens de duizenden jaren begrazing door schapen. Deze weiden worden beschouwd als typische schapenweiden (Rogošić, Gospodarenje mediteranskim prirodnim resursima, 2000, blz. 112). Dit toont niet alleen duidelijk aan dat de inheemse Dalmatische pramenkaschapen zich hebben aangepast aan natuurlijke omstandigheden met schaarse voedingsstoffen, maar ook dat deze soort van invloed is geweest op de botanische samenstelling en kenmerken van de weiden. Naast de welige groei van verschillende plantensoorten zijn de onderscheidende kenmerken van het Dalmatische weidelandschap in de kust- en eilandgebieden en het Dalmatische achterland de schaarse aanwezigheid van weiland, met name tijdens de droge perioden van het jaar, en het aanzienlijke aandeel plantensoorten met een lage voedingswaarde maar een grote rijkdom aan aromatische en antioxiderende chemische verbindingen (tweezaadlobbigen) (bijlage 6.4. Krvavica et al., “Isparljivi sastojci arome dalmatinske janjetine”, Meso 1, 2015, blz. 58). Deze eigenschappen maken dat de Dalmatische weilanden beslist uniek te noemen zijn en sterk verschillen van de weilanden in continentale gebieden, terwijl de berggebieden, waar de plantengroei in de zomer niet wordt belemmerd (en waar geen droogte heerst, in tegenstelling tot de lager gelegen gebieden van het Dalmatische achterland, de kust en de eilanden), niet alleen rijk aan plantensoorten zijn, maar ook een groot aantal weilanden omvatten die traditioneel worden gebruikt voor de productie van hooi van hoge kwaliteit of als graasweiden tijdens de jaarlijkse droogteperiode.

Menselijke factoren

De naam “Dalmatië” is nauw verbonden met de traditionele schapenhouderij in dit gebied. In het verre verleden, in de 4e eeuw voor Christus, vestigden de “Dalmatae” of “Delmatae”, een Illyrische stam, zich op het grondgebied dat wij tegenwoordig Dalmatië noemen. Deze stam kreeg zijn naam van het Illyrische woord voor schaap — “dalma” of “delma” — en de Romeinse provincie Dalmatië werd naar die stam vernoemd (Ozimec et al., Poljoprivredna bioraznolikost Dalmacije; Tradicijsko poljoprivredno bilje i domaće životinje, 2009, blz. 203, 204). De eerste geschreven documenten over de schapenteelt in Dalmatië dateren uit de late 17e en de vroege 19e eeuw, terwijl een bron uit het jaar 1808 verwijst naar de teelt van bijna twee miljoen schapen en geiten (Defilippis, Dalmatinska poljoprivreda u prošlosti, 2001, blz. 83; in Kraljski Dalmatin, 1808, blz. 218, 222). Er bestaan historische beschrijvingen van de nomadische levensstijl van de Dalmatische schapenhouders, die hun schapen en geiten in de zomermaanden (juni-augustus) doorgaans de nabije bergen op dreven, waar zij de zomer doorbrachten samen met de dieren, een gebruik dat vandaag de dag nog steeds bestaat in deze regio (de bergketens Velebit, Dinarides, Svilaja, Kamešnica, Mosor en Biokovo). Schapenhouders doen dit voornamelijk omdat tijdens de zomer de vegetatie in het laagland niet verder groeit — en er dus te weinig weiland en water is.

De traditionele bereidingswijze van “Dalmatinska janjetina” bestaat erin dat het gehele lamskarkas met kop en al wordt geroosterd (Brusić, 8000 godina uzgoja ovaca na hrvatskom Jadranu, blz.. 416, 427, 428, 431), een bereidingswijze die cruciale gevolgen heeft gehad voor de kenmerken van de lamskarkassen van de Dalmatische pramenkasoort (leeftijd en gewicht van de lammeren), die om die reden altijd met de kop worden verhandeld.

Specifieke kenmerken van het product

“Dalmatinska janjetina” wordt bijzonder op prijs gesteld door de consumenten en wordt, gezien zijn uitzonderlijke kwaliteit, beschouwd als een culinaire specialiteit van Dalmatië. De karkassen van Dalmatische pramenkalammeren behoren op basis van hun gewicht tot de categorie van lichte lamskarkassen. In vergelijking met lammeren die in continentale gebieden worden geteeld of die intensief in stallen worden gefokt, leveren de karkassen van de Dalmatische pramenkalammeren een hoger slachtrendement op en is het spierweefsel iets donkerder van kleur en minder vet. Het vlees van de lange rugspier bevat minder dan 4 % vet (Vnučec, 2011, Odlike trupa i kakvoća mesa janjadi iz različitih sustava uzgoja, doctoraatsthesis, blz. 61), bevat meer verschillende vluchtige organische verbindingen, voornamelijk terpenen (Krvavica et al., op. cit., 2015, blz. 62) en heeft een specifieke vetzuursamenstelling. De combinatie van al deze kenmerken creëert specifieke organoleptische eigenschappen die door de consumenten sterk worden gewaardeerd. De leeftijd en het lichaamsgewicht van de lammeren bij de slacht en de manier waarop de karkassen in het slachthuis worden uitgeslacht, worden voornamelijk bepaald door de traditionele schapenhouderij, het beoogde gebruik van het product en de gewoonten van de consumenten; bijgevolg worden karkassen van Dalmatische pramenkalammeren — d.w.z. “Dalmatinska janjetina” — altijd in de handel gebracht samen met de kop, de nieren en het niervet, en met of zonder het orgaanvlees en de testes.

De naam “Dalmatinska janjetina” komt van oudsher voor in het dagelijkse taalgebruik, zoals blijkt uit de menu’s van tal van restaurants in Dalmatië en continentaal Kroatië, en die naam wordt ook gebruikt in de wetenschappelijke literatuur en de vakliteratuur.

Oorzakelijk verband tussen het geografische gebied en het product

Het oorzakelijk verband tussen het geografische gebied en het product “Dalmatinska janjetina” is gebaseerd op de specifieke kwaliteit van het vlees van de Dalmatische pramenkalammeren en de traditionele teeltmethode in het specifieke geografische gebied.

“Dalmatinska janjetina” draagt de naam van het gebied waarin de Dalmatische pramenkalammeren worden geteeld (Dalmatië), en de naam Dalmatië zelf is afkomstig van het Illyrische woord voor schaap — “dalma of “delma”. Het mag dan ook worden gezegd dat Dalmatië al sinds mensenheugenis een land van schapen en schapenhouders is.

De kenmerken van de Dalmatische pramenka — zoals zijn gehardheid en behendigheid, en vooral zijn smalle, spitse snuit, de soepelheid van zijn kaak en lippen — wijzen erop dat deze soort zich gedurende duizenden jaren heeft aangepast aan de ruwe omstandigheden van het Dalmatische karstlandschap, zodat deze dieren kunnen grazen op de moeilijk bereikbare weiden op de rotsachtige Dalmatische bodem, die is begroeid met heesters en struiken, en zij zelfs kunnen overleven op het uiterst onherbergzame en woeste terrein op de zeer steile hellingen van het kustgebied. Bovendien worden de weiden van het Dalmatische achterland beschouwd als typisch grasland voor begrazing door schapen, wellicht omdat er een selectie aan planten groeit die na duizenden jaren grazen, vooral door schapen, tot is stand gekomen, maar het aanpassingsproces heeft duidelijk in beide richtingen gewerkt. Het specifieke aroma en de specifieke smaak van “Dalmatinska janjetina” zijn voornamelijk toe te schrijven aan de vele plantensoorten in de drie verschillende vegetatiezones, met onder meer een aanzienlijk aantal soorten met een lage voedingswaarde maar een grote rijkdom aan aromatische en antioxiderende scheikundige verbindingen, die cruciale gevolgen hebben voor de specifieke scheikundige samenstelling van het product, met name de vetzuursamenstelling (Vnučec, op. cit., 2011, blz. 67), en voor de samenstelling van vluchtige aromatische verbindingen. Bijgevolg omvat het aromatische profiel van “Dalmatinska janjetina” een aanzienlijk hoger aantal verschillende vluchtige verbindingen dan andere soorten lamsvlees, met name het aantal en het algehele percentage terpenen in vergelijking met continentaal lamsvlees (Krvavica et al., “Isparljivi sastojci mesa janjadi iz različitih zemljopisnih područja”, proceedings, 2016, blz. 162). Terpenen zijn metabolieten van tweezaadlobbigen die in ruime mate voorkomen in de unieke en diverse florale samenstelling van de Dalmatische weilanden en die rechtstreeks en intact in het spierweefsel van het dier worden opgenomen (Krvavica et al., op.cit., 2015, blz. 58), en die in de literatuur dan ook worden beschouwd als unieke merkstoffen van planten (Krvavica et al., op. cit., 2016, blz. 162). Aangezien in het gebied waarin de Dalmatische pramenkaschapen worden geteeld voor een groot deel van het jaar weinig weiland is te vinden, leggen de schapen en lammeren elke dag grote afstanden af tijdens hun zoektocht naar voedsel, met als gevolg dat “Dalmatinska janjetina” minder vet bevat en iets donkerder van kleur (lichtroze tot roze) is dan andere soorten lamsvlees. Door de karige weilanden groeien de lammeren ook minder snel, met als gevolg dat hun spijsverteringsstelsel minder goed ontwikkeld is; bijgevolg is het slachtrendement van karkassen hoger dan voor continentale lammeren (Mioč et al., “Dalmatinska janjetina”, proceedings, 2012, blz. 31, 32, 34). In het licht van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het kenmerkende aroma en de specifieke smaak van “Dalmatinska janjetina” niet alleen het resultaat zijn van de kenmerken van de soort en de traditionele methode van de schapen- en lammerenteelt, maar ook — en vooral — van de specificiteit van het geografische gebied waar de Dalmatische pramenkasoort wordt geteeld.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

https://poljoprivreda.gov.hr/UserDocsImages/dokumenti/hrana/zoi-zozp-zts/dokumenti-zoi-zozp-zts/Specifikacija%20DJ%20-%20izmijenjena_02.2022_%C4%8Distopis.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


6.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/12


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2022/C 341/06)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING WAARBIJ HET ENIG DOCUMENT WORDT GEWIJZIGD

“Priorat/Priorato”

PDO-ES-A1560-AM03

Datum van mededeling: 10.6.2022

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Toevoeging van nieuwe kleinere geografische eenheden

BESCHRIJVING:

Er is een aantal nieuwe kleinere geografische eenheden (locaties en wijngaarden) toegevoegd.

Bij deze wijziging wordt punt 4.2 van het productdossier gewijzigd door toevoeging van de punten b) en c). De wijziging heeft echter geen gevolgen voor het enig document.

Het betreft een standaardwijziging aangezien het niet gaat om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018.

REDENEN:

In het productdossier zijn reeds kleinere geografische eenheden erkend, maar nu heeft de toezichtsraad van de BOB “Priorat” werk gemaakt van de identificatie van de namen van locaties in het BOB-gebied die in het kadaster en/of op officiële kaarten staan, met de bedoeling om lokale plaatsnamen te behouden en te promoten.

Daarbij heeft de toezichtsraad met behulp van actuele en historische kaarten en kadastrale documenten een lijst met locaties in het BOB-gebied “Priorat” opgesteld en goedgekeurd, met de bedoeling om te zorgen voor een “duidelijke afbakening” van de locaties aan de hand van kaarten en de referenties van de desbetreffende kadastrale polygonen en percelen, overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) 2019/33.

Voorts is opgemerkt dat op nog kleinere schaal aan bepaalde wijngaarden ook een eigen specifieke naam is toegekend, aan de hand waarvan ze kunnen worden geïdentificeerd. Wijngaarden die onder een specifieke plaatsnaam of een traditionele naam bekendstaan, kunnen slechts officieel met die naam worden aangeduid als de toezichtsraad ze in het register van wijnbouwers heeft ingevoerd. Overeenkomstig artikel 20, lid 2, van de verordening inzake de BOB “Priorat” (Besluit van de Catalaanse regering ARP 188/2006 van 18 april 2006) moet in het register onder meer het volgende worden opgenomen: “[...] de naam van de wijngaard, de plaats en gemeente waarin het wijnbouwperceel is gelegen, het productiegebied, de bijzonderheden betreffende de polygoon en de percelen uit het Catalaanse wijngaardregister [Registro vitivinícola de Cataluña], het druivenras of de druivenrassen die er worden geteeld en alle informatie die nodig is om de wijngaard in kwestie nauwkeurig te classificeren en te lokaliseren”.

De namen waarmee de plaatsen in een gebied (deel van een gemeente) worden aangeduid, vervullen zowel een technische als een culturele functie: een technische functie omdat met de namen de plaatsen in geografisch opzicht worden geïdentificeerd en een culturele functie omdat zij informatie bevatten over de cultuur, de taal of de gebruiken van degenen die de naam hebben bedacht. Plaatsnamen vormen zo bezien een collectieve nalatenschap die als onderdeel van het taalkundig en cultureel erfgoed van een gebied moet worden beschermd.

De waarde van plaatsnamen als onderdeel van het immaterieel cultureel erfgoed van een land is onder meer erkend door de negende Conferentie van de Verenigde Naties voor de standaardisatie van geografische namen (resolutie IX/4, New York, augustus 2007). Deze waarde wordt ook genoemd in de preambule bij Besluit 59/2001 van de Catalaanse regering van 23 januari 2001 tot oprichting van het plaatsnamencomité [Comisión de Toponimia] en tot wijziging van Besluit 78/1991 inzake het gebruik van plaatsnamen.

Voor de wijnbouw, en vooral voor het gebied dat onder de BOB “Priorat” valt, geldt dat het aloude economische en culturele belang van wijngaarden voor de plaatselijke bevolking en voor taalkundige en etnische groepen duidelijk getuigt van de waarde van die wijngaarden als immaterieel cultureel erfgoed. Door de mogelijkheid om een wijn te voorzien van de naam van een specifieke locatie of wijngaard als “kleinere geografische eenheid” kan de plaats waar de druiven worden geteeld, geografisch exact worden bepaald. Bovendien draagt dit bij aan de instandhouding en promotie van de namen die oudere generaties wijnbouwers in het BOB-gebied “Priorat” hebben gegeven aan de diverse plaatsen (delen van gemeenten) waaruit het afgebakende geografische gebied bestaat.

Het is de bedoeling dat producenten van wijnen die de BOB mogen voeren, de gelegenheid krijgen om in exacte geografische termen aan te geven waar de teelt heeft plaatsgevonden van de druiven die voor de productie van een specifieke wijn zijn gebruikt. Zo krijgt de consument zoveel mogelijk informatie en worden de namen waaronder de locaties binnen het gebied en de wijngaarden bekendstaan, in leven gehouden en gepromoot, overeenkomstig de lokale gebruiken.

2.   Nieuwe maximale productieopbrengsten

BESCHRIJVING:

De maximumopbrengsten voor de druiventeelt zijn verlaagd voor wijn met etiketten waarop de volgende aanduidingen staat vermeld, die te maken hebben met de diverse erkende geografische eenheden: “vila” (dorp), “paraje” (locatie), “viña clasificada” (wijngaard met classificatie) en “gran viña clasificada” (grote wijngaard met classificatie).

Bij deze wijziging worden punt 8.3, onderdeel B), van het productdossier en punt 5.2 van het enig document gewijzigd.

Het betreft een standaardwijziging aangezien het niet gaat om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018.

REDENEN:

Het doel is om de kwaliteit te verbeteren en de consument met grotere nauwkeurigheid te kunnen vertellen waar de druiven zijn geteeld.

3.   Voorschriften voor het gebruik van nieuwe etiketaanduidingen in combinatie met kleinere geografische eenheden

BESCHRIJVING:

De voorschriften voor het gebruik van de aanduiding “vino de vila de” (wijn uit het dorp) zijn gewijzigd en er zijn voorwaarden vastgesteld voor het gebruik van de nieuwe aanduidingen “paraje”, “viña clasificada” en “gran viña clasificada”, alle in combinatie met de naam van een kleinere geografische eenheid.

Bij deze wijziging worden punt 8.3, onderdeel B), van het productdossier en punt 9 van het enig document gewijzigd.

Het betreft een standaardwijziging aangezien het niet gaat om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018.

REDENEN:

Volgens het voorstel moet 100 % van de druiven afkomstig zijn van de betreffende kleinere geografische eenheid in gevallen waarin de bovengenoemde optionele aanduidingen worden gebruikt in combinatie met de kleinere geografische eenheden. Verder wordt voorgesteld om beperkingen in te stellen ten aanzien van teeltwijzen en wijnbereidingsprocedés, zodat de kleinere geografische eenheden uitsluitend worden vermeld indien de typische kenmerken van de BOB-wijnen “Priorat” volledig tot hun recht komen en het merendeel van de druiven afkomstig is van traditionele wijnstokken met een lage opbrengst van de rassen garnacha negra, garnacha peluda, garnacha blanca of cariñena, die het vaakst worden gebruikt voor het bereiden van wijnen met de BOB “Priorat”.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Priorat

Priorato

2.   Type geografische aanduiding

BOB — Beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

3.

Likeurwijn

16.

Wijn van overrijpe druiven

4.   Beschrijving van de wijn(en)

1.   WIJN — witte en roséwijnen en witte en rosé vinos de finca (een speciale Catalaanse categorie van hoogwaardige wijnen van enkelvoudige wijngaarden)

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Zuiver, helder en glinsterend. Met de juiste aromatische intensiteit en kwaliteit.

Witte wijn: krachtige, fruitige, florale en melkachtige aroma’s. Evenwichtig, zacht en fris.

Houtgerijpte witte wijn: fruitige en/of kruidige aroma’s. Evenwichtig en mooi gestructureerd in de mond.

Roséwijn: fruitige en/of florale aroma’s. Fruitig in de mond, met een aangenaam lange afdronk; deze wijn geeft een goed eerste indruk die zich in de mond ontwikkelt.

De vinos de finca moeten daarnaast beschikken over een zuiver en helder uiterlijk, de juiste aromatische intensiteit en een mooie structuur in de mond.

*

Gehalte aan vluchtige zuren: wijnen jonger dan één jaar: 16,5 milli-equivalent per liter; wijnen ouder dan één jaar: 18 milli-equivalent per liter.

*

Maximaal gehalte aan zwaveldioxide: 200 mg/l indien het suikergehalte minder dan 5 g/l bedraagt, en 250 mg/l indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt.

*

Wanneer er geen grenswaarden zijn vermeld, gelden de huidige wettelijke voorschriften.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

13

Minimale totale zuurgraad

3,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

2.   WIJN — rode wijn en rode vinos de finca

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Zuiver, helder en glinsterend. Fruitige en/of florale en/of minerale primaire aroma’s. Evenwichtige eerste indruk en ontwikkeling in de mond, met structuur en frisheid.

Houtgerijpte wijn: zuiver en helder uiterlijk. Evenwicht tussen primaire, secundaire en tertiaire aroma’s. Intense en prettige eerste indruk en ontwikkeling in de mond, met een aangename tanninestructuur.

De vinos de finca moeten daarnaast beschikken over een zuiver en helder uiterlijk, de juiste aromatische intensiteit en een mooie structuur in de mond.

*

Gehalte aan vluchtige zuren: wijnen jonger dan één jaar: 16,5 milli-equivalent per liter; wijnen ouder dan één jaar: 20 milli-equivalent per liter.

*

Maximaal gehalte aan zwaveldioxide: 150 mg/l indien het suikergehalte minder dan 5 g/l bedraagt, en 200 mg/l indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt.

*

Wanneer er geen grenswaarden zijn vermeld, gelden de huidige wettelijke voorschriften.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

13,5

Minimale totale zuurgraad

3,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

3.   Likeurwijn (rancio, zoete likeurwijn, witte en rode mistela, van nature zoete wijn)

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

Rancio: zuiver en helder uiterlijk, met een kleur die varieert van robijnrood tot bruin met terracottatinten. Specifiek aan de rijping te danken tertiaire aroma’s. Waarneembare vluchtige zuurheid en mogelijk aroma’s van gedroogde vruchten. Evenwichtige zuurgraad en romig in de mond.

Zoete rancio: hetzelfde uiterlijk en aroma als hierboven is beschreven. Qua smaak uitgesproken smeuïg en waarneembaar zoet.

Zoete likeurwijn: zuiver en helder uiterlijk. Aroma’s van fruit en/of bloemen en/of specerijen en/of gedroogde vruchten. In de mond smeuïg en waarneembaar zoet.

Witte mistela: zuiver en helder; strogeel van kleur, mogelijk met gouden accenten. Aroma’s van verse druiven; floraal, fruitig en/of kruidig. Smeuïg, evenwichtig qua zuurgraad en waarneembaar zoet.

Rode mistela: hetzelfde als hierboven is beschreven, maar met een rode kleur en mogelijk paarse schakeringen.

Van nature zoete wijn: zuiver en helder uiterlijk. Aroma’s van fruit en/of bloemen en/of kruiden en/of gedroogde vruchten. Mogelijk tertiaire aroma’s. In de mond smeuïg en waarneembaar zoet.

*

Gehalte aan vluchtige zuren: witte en roséwijnen: maximaal 18 milli-equivalent per liter; rode wijnen: maximaal 20 milli-equivalent per liter; rancio: maximaal 40 milli-equivalent per liter.

*

Maximaal gehalte aan zwaveldioxide: 150 mg/l indien het suikergehalte minder dan 5 g/l bedraagt, en 200 mg/l indien het suikergehalte 5 g/l of meer bedraagt.

*

Wanneer er geen grenswaarden zijn vermeld, gelden de huidige wettelijke voorschriften.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

15

Minimale totale zuurgraad

3,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

4.   WIJN VAN OVERRIJPE DRUIVEN

BEKNOPTE OMSCHRIJVING

De wijn van overrijpe druiven wordt verkregen zonder het natuurlijk alcoholgehalte kunstmatig te verhogen; de alcohol ontstaat uitsluitend door gisting. De wijn moet een natuurlijk alcoholgehalte van meer dan 15 % vol. en een minimaal effectief alcoholgehalte van 13,5 % vol. bezitten.

Binnen deze wijncategorie verstaat men onder vimblanc wijn van de most van de garnacha tinta-druif, die is gegist in (bij voorkeur eikenhouten) vaten met een maximuminhoud van 100 liter per vat.

Zuiver en helder uiterlijk. Jonge vimblanc heeft een paarsrode kleur van variërende intensiteit, terwijl gerijpte vimblanc zelfs robijnrood kan zijn. Aroma’s van gedroogde vruchten. Mogelijk tertiaire aroma’s. In de mond smeuïg en waarneembaar zoet.

*

Gehalte aan vluchtige zuren: wijnen jonger dan één jaar: maximaal 16,5 milli-equivalent per liter; witte en roséwijnen ouder dan één jaar: maximaal 18 milli-equivalent per liter; rode wijnen ouder dan één jaar: maximaal 20 milli-equivalent per liter.

*

Maximaal gehalte aan zwaveldioxide: witte en roséwijnen: 200 mg/l; rode wijnen: 150 mg/l.

*

Wanneer er geen grenswaarden zijn vermeld, gelden de huidige wettelijke voorschriften.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

13,5

Minimale totale zuurgraad

3,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

5.1.   Specifieke oenologische procedés

1.   Teeltwijze

Om druiven met de beste eigenschappen te verkrijgen, moeten traditionele teeltwijzen worden gebruikt.

Alle teeltwijzen moeten milieuvriendelijk zijn en recht doen aan het fysiologisch evenwicht van de wijnstokken. Er moet gebruik worden gemaakt van de agronomische kennis die nodig is voor het verkrijgen van druiven die optimaal zijn voor de wijnbereiding.

De wijnstok moet worden geleid door middel van de traditionele gobeletmethode of enige andere methode die de beste kwaliteit en aromatische rijkdom van de wijn verzekert.

De plantdichtheid bedraagt minimaal 2 500 en maximaal 9 000 wijnstokken per hectare. Voor wijngaarden die vanaf 1 januari 2013 nieuw worden aangeplant, bedraagt de plantdichtheid minimaal 3 000 en maximaal 9 000 wijnstokken per hectare.

Irrigatie vergt voorafgaande toestemming en mag enkel worden toegepast als het voortbestaan van de wijnstokken daarvan afhangt of om de kwaliteit van de druiven te waarborgen of verbeteren.

De oogst gebeurt bij voorkeur handmatig. Beschermde wijnen mogen alleen worden gemaakt van druiven met een minimaal potentieel suikergehalte van 12,5 % vol. in het geval van rode rassen en 12 % vol. in het geval van witte rassen.

2.   Toepasselijke beperkingen op de wijnbereiding

Bij de bereiding van most moeten de traditionele procedés worden gevolgd en moet de technologie worden gebruikt die bedoeld is om de kwaliteit van de wijn te optimaliseren. Bij de productie moet passende druk worden uitgeoefend om de most of de wijn te extraheren en deze van de schil/moer te scheiden, zodat de opbrengst niet meer dan 65 liter wijn voor elke 100 kg geoogste druiven bedraagt.

Wijnen die de aanduiding “vino de finca” krijgen, moeten in de wijnmakerij volledig apart van andere wijnen geproduceerd en gerijpt worden en te allen tijde identificeerbaar zijn. De maximale toegestane opbrengst voor druiven die voor de bereiding van vino de finca worden gebruikt, bedraagt 15 % minder dan de voor de BOB vastgestelde grens. De methoden voor de oogst, het vervoer, de behandeling en het persen van de druiven, de beheersing van het gistingsproces, de oenologische procedés tijdens het bereidingsproces en de rijping van de wijn moeten producten van de hoogste kwaliteit opleveren.

Wijnen waarvoor geldt dat op het etiket naar een kleinere geografische eenheid mag worden verwezen, moeten in de wijnmakerij apart van andere wijnen geproduceerd en gerijpt worden en te allen tijde identificeerbaar zijn.

5.2.   Maximumopbrengsten

1.

Blauwe druivenrassen

6 000 kilogram druiven per hectare

2.

 

39 hectoliter per hectare

3.

Witte druivenrassen

8 000 kilogram druiven per hectare

4.

52 hectoliter per hectare

5.

Blauwe druivenrassen bestemd voor de productie van vino de finca

5 100 kilogram druiven per hectare

6.

 

33,15 hectoliter per hectare

7.

Witte druivenrassen bestemd voor de productie van vino de finca

6 800 kilogram druiven per hectare

8.

 

44,2 hectoliter per hectare

9.

Blauwe druivenrassen die op dicht beplante percelen worden geteeld (5 000 tot 9 000 wijnstokken per hectare). Per stok die wordt aangeplant in een productie van meer dan 5 000 wijnstokken/ha wordt 0,5 kg opgeteld bij de maximumopbrengst.

6 000 kilogram druiven per hectare

10.

 

39 hectoliter per hectare

11.

Witte druivenrassen die op dicht beplante percelen worden geteeld (5 000 tot 9 000 wijnstokken per hectare). Per stok die wordt aangeplant in een productie van meer dan 5 000 wijnstokken/ha wordt 0,5 kg opgeteld bij de maximumopbrengst.

8 000 kilogram druiven per hectare

12.

 

52 hectoliter per hectare

13.

Blauwe druivenrassen die voor de productie van wijn met de aanduiding “villa” zijn bestemd

5 000 kilogram druiven per hectare

14.

 

32,5 hectoliter per hectare

15.

Witte druivenrassen die voor de productie van wijn met de aanduiding “villa” zijn bestemd

7 000 kilogram druiven per hectare

16.

 

45,5 hectoliter per hectare

17.

Blauwe druivenrassen die voor de productie van wijn met de aanduiding “paraje” of de aanduiding “viña clasificada” zijn bestemd

4 000 kilogram druiven per hectare

18.

 

26 hectoliter per hectare

19.

Witte druivenrassen die voor de productie van wijn met de aanduiding “paraje” of de aanduiding “viña clasificada” zijn bestemd

6 000 kilogram druiven per hectare

20.

 

39 hectoliter per hectare

21.

Blauwe druivenrassen die voor de productie van wijn met de aanduiding “gran viña clasificada” zijn bestemd

3 000 kilogram druiven per hectare

22.

 

19,5 hectoliter per hectare

23.

Witte druivenrassen die voor de productie van wijn met de aanduiding “gran viña clasificada” zijn bestemd

4 000 kilogram druiven per hectare

24.

 

26 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

Bellmunt del Priorat; Gratallops; El Lloar; La Morera de Montsant en het aanpalende dorp Escaladei; Poboleda; Porrera; Torroja del Priorat; La Vilella Alta; La Vilella Baixa; het noordelijke deel van de gemeente Falset, bestaande uit de kadastrale polygonen 1, 4, 5, 6, 7, 21 en 25 in hun geheel, de percelen 38, 39, 40, 71, 92, het westelijke deel van 93 (1,69 ha), 96, 97, 98, 99, 100, 101, het noordelijke deel van 102 (0,16 ha), 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 115, 116, 117, 118, 119, 120, 121, 122, 123, 124, 126, 128, 129, 130, 146, 147, 149 en 150 in polygoon 2, de percelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, het noordelijke deel van 47 (17 ha), het noordelijke deel van 50 (2,6 ha), het noordelijke deel van 52 (3 ha), het noordelijke deel van 53 (14 ha), 54, 55, 56, 57, 58, 59 en 60 in polygoon 3, de percelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, het noordelijke deel van 28 (1,36 ha), het noordelijke deel van 29 (3,85 ha), 63, 69, 72, 73, 74 en 75 in polygoon 19, de percelen 18, 19, 20, 21, het noordelijke deel van 27 (1,36 ha), het noordelijke deel van 28 (2,04 ha), 31, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, het noordelijke deel van 65 (0,85 ha), 67, 69, 70, 71, 75, 76, 77 en 78 in polygoon 20, de percelen 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39 en 40 in polygoon 22 en de percelen 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 36, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47 en 48 in polygoon 24; en het oostelijke deel van de gemeente Molar, bestaande uit de polygonen 5, 6 en 7 in hun geheel, het oostelijke deel van perceel 8 (0,45 ha) en de percelen 9, 10, 11, 12, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 37, 39, 40, 44, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 60, 62, 63, 65 en 68 in polygoon 4, de percelen 29, 30, 31, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101,102, 103, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112,113, 114, 115, 116, 117, 118, 119, 120, 121, 122, 123, 124, 125, 126, 127, 128, 129, 130, 131, 132, 133, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 143, 144, 145, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, 158, 159, 160, 161, 162, 163, 164, 165, 166, 167, 169, 170, 171, 172, 173, 174, 176, 194, 197, 198, 201, 203, 204, 205, 206, 207, 208, 209, 211 en 212 in polygoon 8, de percelen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 33, 34, 38, 39, 40, 44 en 45 in polygoon 9, en de percelen 8, 13, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 35, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 44, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65 en 72 in polygoon 10.

7.   Wijndruivenras(sen)

GARNACHA TINTA

MAZUELA — CARIÑENA

MAZUELA — SAMSÓ

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

De grond van het zeer heuvelachtige land bestaat uit materiaal uit het paleozoïcum, hoofdzakelijk leisteen uit het devoon en het carboon. In Catalonië is dit de oudste leisteen die in verband kan worden gebracht met de wijnbouw. De ondiepe bodems met een laag gehalte aan organische stof zijn voornamelijk gevormd door het uiteenvallen van leisteen, in het Catalaans llicorell of llicorella genoemd. Op zoek naar water en voedingsstoffen wortelen de wijnstokken tussen de stukken leisteen, waaraan de wijnen hun karakteristieke minerale toetsen te danken hebben.

Qua klimaat zorgt het feit dat het gebied redelijk afgeschermd is van de invloed van de zee en tegelijkertijd door de Sierra de Montsant wordt beschermd tegen de koude noordenwind voor een gemiddelde jaartemperatuur van 14 °C tot 12 °C (in het laagstgelegen deel van het gebied in de uitlopers van de Sierra de Montsant). Er bestaat evenwel een aanzienlijk temperatuurverschil tussen dag en nacht, vooral in de zomer wanneer de minimumtemperatuur ’s nachts kan dalen tot 12 °C, terwijl de maximumtemperatuur tijdens de middag wel kan oplopen tot 40 °C. Aan de oppervlakte van de rotsbodem kunnen nog hogere temperaturen worden gemeten. Deze temperatuurschommelingen zijn bevorderlijk voor een graduele rijping en de gewenste ontwikkeling van de fenolische bestanddelen in de druiven.

De geringe jaarlijkse neerslag (400-500 liter per vierkante meter) en de noordwestenwind, die vocht uit het oppervlak snel doet verdampen, zijn samen met de geologische opbouw van het land en de bijzondere bodemstructuur bevorderlijk voor een trage en volledige rijping van de druiven aan de stok, waardoor ze in optimaal gerijpte toestand kunnen worden geoogst. Aan de andere kant belemmeren de harde bodems en het droge klimaat over het algemeen de groei van de wijnstokken. Dit betekent evenwel dat de planten weinig vatbaar zijn voor ziekten en dat garandeert de goede kwaliteit van de druiven.

Die natuurlijke factoren en de kenmerken van de wijngaarden verlenen “Priorat”-wijnen smaak, body en structuur.

Hierdoor bezitten de wijnen van de eerste oogsten (witte, rosé- en rode wijnen) voorts een helder en glinsterend uiterlijk, kenmerkende fruitige aroma’s en uitgesproken minerale toetsen, een frisse zuurgraad en een consistente afdronk.

Het hoge suikergehalte van bepaalde “Priorat”-druiven is bepalend voor de specifieke kenmerken van de likeurwijnen. In het verleden moedigde het voor “Priorat”-druiven kenmerkende hoge suikergehalte de productie van een groot aantal wijnen met veel restsuiker en/of een hoog alcoholgehalte aan. Dankzij de graduele rijping van rassen zoals garnacha kunnen wijnen met een hoog alcoholgehalte worden geproduceerd die de complexiteit en frisheid van het basisras behouden.

De ranciowijnen zijn wijnen zonder restsuikers en met een hoog gehalte aan mineralen. Deze wijnen worden geproduceerd met behulp van een oxidatieproces in eiken vaten of glazen recipiënten. Tijdens het oxidatieproces krijgen de wijnen bepaalde tertiaire aroma’s, onder andere van gedroogde vruchten, alsook hun karakteristiek robijnrode tot bruine kleur met terracottatinten.

De zoete likeurwijnen worden geproduceerd door de vinificatie van druiven met een hoog suikergehalte. Zodra een natuurlijk alcoholgehalte van 8 % vol. is bereikt, wordt wijnalcohol toegevoegd tot een niveau van 15 % vol. De wijnen worden gekenmerkt door het zuivere uiterlijk, de aroma’s van gedroogde vruchten, een mooie structuur en waarneembare zoetheid in de mond.

De mistelawijnen worden bereid uit most waaraan wijnalcohol wordt toegevoegd tot een alcoholgehalte van 15 % vol. is bereikt. Dit gebeurt door middel van een zeven dagen durend afhevelingsproces, dat voorkomt dat de natuurlijke suikers gaan gisten. De wijnen worden gekenmerkt door hun aroma’s van bloemen en vers fruit met opmerkelijk kruidige toetsen.

De van nature zoete wijnen worden bereid uit most die zeer rijk aan suikers is en die gedeeltelijk worden gefermenteerd tot een minimaal natuurlijk alcoholgehalte van 7 % vol. is bereikt en vervolgens wordt aangelengd met wijnalcohol tot ten minste 15 % vol. is bereikt. De wijnen worden gekenmerkt door hun fruitige en kruidige aroma’s met toetsen van gedroogde vruchten.

De wijnbouw op de flanken en steile hellingen van dit gebied is moeilijk en duur en levert geringe oogsten op. Dat zijn echter precies de omstandigheden die de productie van geconcentreerde wijnen van topkwaliteit met een hoog alcoholgehalte mogelijk maken, en het is het hoge alcoholgehalte dat de wijnen de onmiskenbare fijne en delicate aroma’s verschaft. Voor wijnen die van overrijpe druiven worden gemaakt, geldt dat de druiven worden gedroogd of dat zij lang aan de wijnstok blijven hangen, waardoor het vocht kan verdampen. Door deze technieken krijgen de druiven een heel hoge concentratie aan natuurlijke suikers, hetgeen de basis vormt voor de bereiding van dergelijke wijnen. De wijnen hebben een natuurlijk alcoholgehalte van ten minste 15 % vol., dat niet kunstmatig wordt verhoogd, en worden gekenmerkt door hun tertiaire aroma’s van gedroogde vruchten en hun mooie structuur in de mond.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Motivering:

Betere traceerbaarheid: door de verplaatsingen van de wijnen te beperken, wordt de identificatie gemakkelijker.

Om aantasting van de kwaliteit te voorkomen. De bottelarijen in het gebied zijn afgestemd op de kwaliteit en kwantiteit van de wijn. Door de transporttijd te verkorten, worden hitte- en lichtschade en vertragingen vermeden.

De bottelingslocatie wordt vaak vereenzelvigd met de plaats van oorsprong van de wijn. Indien de botteling zowel binnen als buiten het gebied zou plaatsvinden, zou dat het vertrouwen van consumenten — die ervan uitgaan dat alle stadia van de productie van een BOB-wijn plaatsvinden onder toezicht van de houders van de bescherming — kunnen aantasten.

Botteling buiten het gebied kan niet worden vergeleken met botteling die binnen het gebied maar in een andere faciliteit plaatsvindt dan die waar de wijn werd geproduceerd omdat:

toestemming moet worden verleend voor elke verzending van wijn in bulk;

alleen geautoriseerde wijnmakerijen die voldoen aan bepaalde technische voorschriften de wijn mogen bottelen;

de geautoriseerde wijnmakerijen alleen onder de BOB vallende druiven, most of wijnen mogen verwerken en alleen wijnen met de BOB mogen produceren en bottelen;

de geringe omvang van het afgebakende gebied garandeert dat de transporttijd tot een minimum kan worden beperkt; en

de wijn in het gebied met het microklimaat blijft en niet wordt blootgesteld aan temperatuurschommelingen en hoogteverschillen die de wijn te snel kunnen doen rijpen.

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende etiketteringsbepalingen

Beschrijving van de voorwaarde:

Alle soorten verpakkingen moeten voorzien zijn van een eenmalige garantiezegel of genummerd etiket. Deze etikettering moet in de wijnmakerij zelf worden aangebracht.

De traditionele aanduiding en naam “Denominación de Origen Calificada Priorat” (“BOB Priorat”) moeten duidelijk zichtbaar op het etiket van gebottelde wijnen worden aangebracht, binnen het gezichtsveld van de verplichte vermeldingen. De letters ter aanduiding van de naam “Priorat” mogen maximaal 4 mm hoog zijn en de hoogte van de letters van de aanduiding “Denominación de Origen Calificada” (BOB) mag maximaal 2 mm bedragen.

Bovendien moet op het etiket de naam van de gemeente of de postcode van de bottelaar of de verzender zijn vermeld. De hoogte van de letters die worden gebruikt ter aanduiding van de gemeente mag niet meer dan 3 mm bedragen, tenzij die aanduiding (gedeeltelijk) overeenkomt met de naam van een kleinere geografische eenheid die op het etiket mag worden gebruikt.

Indien van toepassing moet de aanduiding “vino de finca” op het etiket worden vermeld, samen met de naam van de BOB.

De aanduidingen “vino de vila de ...”, “paraje ...”, “viña clasificada ...” en “gran viña clasificada ...” gevolgd door de naam van een kleinere geografische eenheid mogen niet worden gebruikt op het etiket van producten die niet aan de onderstaande eisen voldoen:

alle druiven zijn geteeld in de desbetreffende kleinere geografische eenheid;

de opbrengsten van druiven per hectare blijft onder bepaalde plafonds;

de wijnstokken hebben een bepaalde minimumleeftijd;

ten minste 60 % van de druiven die voor het bereiden van de wijn worden gebruikt (90 % bij wijnen met de aanduiding “gran viña clasificada”) behoort tot de rassen mazuela, garnacha tinta, garnacha blanca of garnacha peluda.

Link naar het productdossier

http://incavi.gencat.cat/.content/005-normativa/plecs-condicions-do-catalanes/Arxius-plecs/PC-Priorat-DOQ-nov-21-control-de-canvis.pdf


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


6.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 341/22


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2022/C 341/07)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

PRODUCTDOSSIER VAN EEN GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEIT

“ЛУКАНКА ТРОЯНСКА / LUKANKA TROYANSKA / ТРОЯНСКА ЛУКАНКА / TROYANSKA LUKANKA”

EU-nr.: TSG-BG-02797 – 16.8.2021

Lidstaat of derde land: Bulgarije

1.   Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd

“Луканка Троянска / Lukanka Troyanska / Троянска луканка/ Troyanska lukanka”

2.   Productcategorie

Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)

3.   Grond voor registratie

3.1.   Het product is:

het resultaat van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met de traditionele gebruiken voor dat product of dat levensmiddel;

vervaardigd uit de traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten.

De productie van “Lukanka Troyanska/Troyanska lukanka” hangt samen met de traditionele productiemethode, waarbij de microbiologische, fysisch-chemische en biochemische processen in de vleesingrediënten de stabiele kleur, de goede structuur, het aangename aroma en de aangename smaak van het eindproduct vormen. Het proces van microbiologische rijping, dat begint wanneer de worst (lukanka) wordt gedroogd en doorgaat gedurende de gehele productiecyclus en met name tijdens de eerste rijpingsfase, speelt een belangrijke rol in de kwaliteit van het product.

De specifieke organoleptische eigenschappen van “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka”, namelijk het smaakpalet en de consistentie, zijn voornamelijk te danken aan deze microbiologische, biochemische en fysische processen die tijdens de rijping plaatsvinden.

De specifieke smaak en het specifieke aroma zijn tot op zekere hoogte ook het gevolg van het “koude rookproces”.

3.2.   De naam:

wordt van oudsher gebruikt om het specifieke product aan te duiden;

is een verwijzing naar het traditionele karakter of de specificiteit van het product.

Door de populariteit van “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” verbreidde de naam zich over alle streken van het land en is de productie industrieel geworden, maar het recept en de productietechniek zijn bewaard gebleven. Het drogen vindt tegenwoordig ook plaats in droogkamers met airconditioning, die het hele jaar door een productie mogelijk maken die niet afhankelijk is van seizoenen of regio’s. De naam “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” is zo het algemene taalgebruik binnengedrongen zonder dat het geografische gebied van invloed is op de kwaliteit en de kenmerken van het product.

De naam “Troyanska” zelf komt van de naam van de stad Trojan, waar het product voor het eerst werd geproduceerd en werd gepopulariseerd door Ilia Taslakov. Hij was een van de eerste worstproducenten in Bulgarije. In 1883 voerde hij de eerste vleesmolens in Bulgarije in. (Hristo Tsachev, Sofia Yoncheva en Magdalena Mladenova. Aan het begin van de 21e eeuw: heden, verleden en toekomst van de vleesverwerkende nijverheid in Bulgarije. Sofia, coöperatieve uitgeverij HVP, 1999, blz. 65).

4.   Omschrijving

4.1.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, met inbegrip van de belangrijkste fysieke, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken die het specifieke karakter van het product aantonen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

“Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” is een geperst, rauw gezouten en rauw gerookt vleesproduct dat is bereid uit gemalen rundvlees of buffelvlees (gekoeld of bevroren) en varkensvlees (gekoeld of bevroren), aanvullende ingrediënten en natuurlijke smaakmakers die in natuurlijke of kunstmatige worstvellen worden gestopt die strak om de vulling zitten. Het product is na verwijdering van het vel geschikt voor directe consumptie.

Fysieke kenmerken – vorm en afmetingen

Rechte of licht gebogen, geperste stukken met een diameter (φ) van 50-80 mm; aan beide uiteinden met twijn dichtgebonden of met clips afgesloten; tussen 20 en 60 cm lang, of tot 90 cm indien het product bestemd is om in plakken te worden gesneden.

Chemische eigenschappen

watergehalte: ≤ 40 % van het totale gewicht;

totaal eiwitgehalte: ≥ 16,8 %;

zout: ≤ 5 %;

pH: niet minder dan 5,2.

Organoleptische kenmerken

Uitzicht en kleur:

Worstvel: schoon, glad en smetteloos, zonder oneffenheden of andere fouten, geen vettig condensaat of indeukingen en geen holten in het vlees eronder; donkerrood tot bruinrood van kleur, met droge witte schimmel die niet binnendringt; het vel zit strak om de vulling.

Snijvlak: gelijkmatig gestructureerd en homogeen aan de binnenkant van de dwarsdoorsnede.

Consistentie: dicht en elastisch.

Smaak en geur: karakteristiek, aangenaam, matig gezouten; een duidelijk aroma van de gebruikte kruiden en een kenmerkend rooksmaak, vrij van aroma’s en geuren die verschillen van die van de gebruikte kruiding.

“Lukanka Troyanska/Troyanska lukanka” mag in zijn geheel of in stukken, vacuümverpakt, in cellofaan of in een gemodificeerde-atmosfeerverpakking in de handel worden gebracht.

4.2.   Beschrijving van de productiemethode van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, en de manier waarop het product wordt bereid (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

De volgende grondstoffen en aanvullende ingrediënten worden gebruikt voor de productie van “Lukanka Troyanska/Troyanska lukanka”:

Vlees per 100 kg grondstof (worstmengsel):

rundvlees/buffelvlees (gekoeld of bevroren) met een vetgehalte van ten hoogste 15 %: 60 kg;

varkensvlees (gekoeld of bevroren) met een vetgehalte van ten hoogste 10 %: 20 kg;

varkensvlees (gekoeld of bevroren) met een vetgehalte van ten hoogste 50 %: 20 kg.

Het rundvlees/buffelvlees en het varkensvlees wordt van het hele karkas genomen, met uitzondering van de lendenen en de haasjes, d.w.z. zuiver vlees.

Kruiding (op 100 kg vlees):

natuurlijke zwarte of witte peper: 300 g;

suiker: 300 g.

Andere:

zout: 2,3 kg

kaliumnitraat (E 252): 100 g, of natriumnitraat (E 251): 85 g;

antioxidant – ascorbinezuur (E 300): 50 g.

Het gebruik van starterculturen is toegestaan in een verhouding van 20 tot 50 g per 100 kg worstvlees.

Deze culturen zijn een optimale combinatie van individuele, geselecteerde stammen Lactobacillus en Micrococcus-bacteriën, en niet-pathogene coagulase-negatieve stammen van Staphylococcus en Pediococcus, in verschillende verhoudingen. De starterculturen zijn van invloed op de rijpings- en droogprocessen, aangezien ze een rol spelen bij het aanzuren en bij de vorming van kleur, smaak en aroma. Ze verhinderen ook de ontwikkeling van ongewenste microflora.

Worstvel: natuurdarm (gemaakt van gezouten dikke darm van een rund of blindedarm van een schaap) of kunstdarm, diameter (φ): 50-80 mm.

Twijn toegestaan voor gebruik in levensmiddelen of clips en ophanghaken.

Productiemethode

“Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” wordt geproduceerd uit rundvlees (buffelvlees) en varkensvlees, zoals hierboven omschreven. Nadat de beenderen en pezen zijn verwijderd en het vlees is gesorteerd, wordt het met de hand of machinaal gehakt. Het gehakte vlees wordt gewogen volgens het recept en het worstmengsel wordt vervolgens op een van de volgende drie manieren bereid:

door het te malen in een vleesmolen en te mengen met een snijmachine;

door het te malen in en vleesmolen en te mengen met een mixer;

door het te malen en te mengen met een snijmachine.

Tijdens het maal- en mengproces worden alle kruiden en zouten en de startercultuur toegevoegd in de hoeveelheden die het recept voorschrijft. Het resulterende worstmengsel wordt vervolgens machinaal in een worstvel geperst. Dit kan bestaan uit de dikke darm van een rund of de blindedarm van een schaap of kan een kunstdarm zijn. De darm wordt aan beide uiteinden met twijn dichtgebonden of met clips afgesloten. Na het vullen worden de “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka”-worsten opgehangen aan houten of metalen stokken op worstrekken. Gedurende twee tot drie dagen worden de worsten gedroogd en uitgelekt bij een luchttemperatuur tussen 8 °C (zonder gebruikmaking van starterculturen) en 24 °C (wanneer starterculturen worden gebruikt) en bij een relatieve vochtigheid van 65 tot 90 %, waarna ze naar de droogkamer worden gebracht.

Na het drogen en uitlekken worden de “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” koud gerookt. Deze technische bewerking wordt uitgevoerd in gespecialiseerde koudrookkamers bij een rook- en luchttemperatuur van 14 tot 25 °C gedurende 2 tot 24 uur, afhankelijk van de rookkamers in de fabriek, waarna de worsten worden gedroogd. Ze worden gedroogd bij een luchttemperatuur van ten hoogste 17 °C en een relatieve vochtigheid van niet meer dan 85 %, in op natuurlijke wijze of met airconditioning geconditioneerde kamers. Gedurende het drogen en rijpen worden de worsten twee- tot driemaal geperst met behulp van platte houten, plastic of metalen persen. De productiechef bepaalt op het oog wanneer de worsten klaar zijn om te worden geperst. De worsten worden voor het eerst in de pers geplaatst als de onderkant en het oppervlak volledig droog aanvoelen en vetpartikels licht opbollen onder de darm. De productiechef bepaalt wanneer de worst opnieuw wordt geperst. De worsten blijven bij elke persing 12 tot 24 uur in de pers. Voor het persen worden verschillende soorten mechanische of hydraulische persen gebruikt. De druk die door de verschillende soorten persen wordt uitgeoefend, hangt af van de mate van droogheid, zoals beoordeeld door de productiechef. Aan het begin van het droogproces is de druk lichter en tegen het einde van het droogproces wordt hij verhoogd. Tijdens het persen verhoogt de mechanische druk de temperatuur van het product enigszins. In combinatie met het gecondenseerde vocht zorgt dit ervoor dat zich op het oppervlak een laag witte edelschimmel vormt.

Het productieproces van “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” neemt minstens twintig dagen in beslag en is voltooid wanneer het product zijn karakteristieke structuur en consistentie heeft aangenomen.

4.3.   Beschrijving van de belangrijkste elementen die het traditionele karakter van het product bepalen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

“Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” wordt geproduceerd met behulp van traditionele productietechnieken en houdt verband met de geschiedenis en identiteit van het Bulgaarse volk. De worst maakt deel uit van de verscheidenheid aan rauw gezouten en rauw gerookte vleesproducten die al decennialang in Bulgarije worden geproduceerd.

De ambachtelijke productiemethode van “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” werd in de 19e en het begin van de 20e eeuw toegepast. Ze werd traditioneel seizoensgebonden uitgevoerd in natuurlijke droogkamers in bergachtige gebieden waar de weersomstandigheden geschikt waren, zoals in de stad Trojan.

De traditionele productiemethode, die wordt gekenmerkt door het droogproces, is wat van dit product een Bulgaarse specialiteit heeft gemaakt. Tijdens het droogproces worden bepaalde parameters (temperatuur en vochtigheid) gecontroleerd. Dankzij de populariteit van het product en de komst van droogkamers met klimaatregeling waarmee de droogparameters van een natuurlijke omgeving behouden blijven, heeft de productie van “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” zich over het hele land verspreid en kreeg ze een industrieel karakter. De kwaliteitskenmerken en het recept van het product zijn echter tot op de dag van vandaag ongewijzigd gebleven. Uit de gevestigde praktijk is gebleken dat het gebruik van de traditionele methode met een beproefd recept en een probate techniek een rauw gezouten en rauw gerookt “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka”-vleesproduct met een bijzondere vorm en een originele smaak oplevert.

De productie van “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” dateert van het midden van de 19e eeuw. De eerste meesterproducent was Ilia Taslakov (1846-1942), uit Trojan.

Later waren er volgens de in 1909 gepubliceerde internationale almanak voor handel en nijverheid in Bulgarije 58 officieel geregistreerde producenten van pastarma- en sujuk-worsten en 56 officieel geregistreerde producenten van lukanka-worsten, waaronder “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka”. (Tsachev, H. et al. Aan het begin van de 20e eeuw: heden, verleden en toekomst van de vleesverwerkende nijverheid in Bulgarije, blz. 66).

De samenstelling en de kwaliteitseisen van “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” werden in 1958 voor het eerst officieel gestandaardiseerd in Bulgaarse staatsnorm 2589-58 betreffende lukanka-worsten. De belangrijkste regels en normen voor de techniek die aan dit kwaliteitsproduct ten grondslag ligt, zijn vastgelegd.

De productietechniek voor “Lukanka Troyanska / Troyanska lukanka” wordt ook beschreven in de publicatie Proizvodstvo i plasment na mesni produkti (Productie en distributie van vleesproducten), 1963, en in Sbornik tehnologichni instruktsii za proizvodstvo ma mesni proizvedeniya (Productie-instructies voor vleesproducten), 1980, alsook in technische norm 34-83 “Lukanka Troyanska”, nationale agro-industriële unie (NAPS), Sofia, 1983, waarin de samenstelling een kleine verandering onderging die geen gevolgen had voor de organoleptische kenmerken van het product. De bereidingsmethode is in de loop der tijd ongewijzigd gebleven.


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.