ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 398

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

64e jaargang
1 oktober 2021


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2021/C 398/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10181 — Entega/Viessmann/EMS/EPS) ( 1 )

1

2021/C 398/02

Mededeling overeenkomstig artikel 34, lid 7, punt a), iii), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende door de douaneautoriteiten van de lidstaten genomen beschikkingen inzake bindende inlichtingen over de indeling van goederen in de douanenomenclatuur

2

2021/C 398/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10452 — CPP Investments/FountainVest/Langdi Pharmaceutical) ( 1 )

4

2021/C 398/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10229 — Allianz/Aviva Italia) ( 1 )

5

2021/C 398/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10334 — BMW/Daimler/BP/Digital Charging Solutions) ( 1 )

6


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2021/C 398/06

Wisselkoersen van de euro — 30 september 2021

7

2021/C 398/07

Advies van het Adviescomite voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 15 april 2021 betreffende een ontwerpbesluit in zaak AT.40330 – Goederenvervoer per spoor — Verslaggever: Luxemburg

8

2021/C 398/08

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — Zaak AT.40330 – Goederenvervoer per spoor

9

2021/C 398/09

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 20 april 2021 inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (Zaak AT.40330 – Rail cargo) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021)2521 final)

10

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2021/C 398/10

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap — Aanbesteding met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten overeenkomstig openbaredienstverplichtingen ( 1 )

15


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2021/C 398/11

Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

16

2021/C 398/12

Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antisubsidiemaatregelen

18

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2021/C 398/13

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10486 — CDPQ/Centerbridge/Medical Solutions) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

19

2021/C 398/14

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10443 — Allianz Capital/Aimco/Dalmore/Generation/Porterbrook) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

21

2021/C 398/15

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10314 — Vinci/Energía y Servicios DINSA II) ( 1 )

23

2021/C 398/16

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in zaak AT.40305 – Network Sharing – Czech Republic

24

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2021/C 398/17

Bekendmaking van het in artikel 94, lid 1, punt d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde enig document en van de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier voor een naam in de wijnsector

28

2021/C 398/18

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

36

2021/C 398/19

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

40


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10181 — Entega/Viessmann/EMS/EPS)

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/01)

Op 3 juni 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10181. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/2


Mededeling overeenkomstig artikel 34, lid 7, punt a), iii), van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende door de douaneautoriteiten van de lidstaten genomen beschikkingen inzake bindende inlichtingen over de indeling van goederen in de douanenomenclatuur

(2021/C 398/02)

De douaneautoriteiten trekken vanaf heden beschikkingen inzake bindende inlichtingen in als deze niet langer verenigbaar zijn met de interpretatie van de douanenomenclatuur die is gegeven in de hierna genoemde internationale tariefmaatregelen:

Indelingsbesluiten, indelingsadviezen of wijzigingen in de toelichtingen op de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, aangenomen door de Internationale Douaneraad (IDR document NC2803 — verslag van de 67e zitting van het Comité GS):

WIJZIGINGEN VAN DE TOELICHTINGEN OVEREENKOMSTIG DE PROCEDURE VAN ARTIKEL 8 VAN HET GS-VERDRAG EN INDELINGSADVIEZEN EN -BESLUITEN OPGESTELD DOOR HET COMITÉ GS VAN DE WERELDDOUANEORGANISATIE

(67e ZITTING VAN HET COMITÉ GS IN APRIL 2021)

DOC. NC2803

Wijzigingen van de toelichtingen op de nomenclatuur die is opgenomen in de bijlage bij het GS-verdrag

24.03

30.02

Hoofdstuk 65

73.23

85.01

87.03

95.03

95.05 (blz. XX-9505-1. Deel (A). Punt (3))

T/1

T/12

T/15

T/27

T/16

T/14

T/13

T/15

Indelingsadviezen goedgekeurd door het Comité GS

0410.00/1

T/18

2403.99/2

T/19

2711.19/1

T/20

7004.90/1

T/21

7312.10/1-2

T/22

8415.90/4

T/23

8708.99/6

T/24

9026.20/1

T/25

9503.00/13

T/26

Indelingsadviezen geschrapt door het Comité GS

8528.69/1-2

IJ/29

Indelingsbesluiten goedgekeurd door het Comité GS

2933.79 (INN: Lijst 118)

2939.79

2939.80

T/5

T/9, T/10

T/10

INN: Lijst 120

T/2

INN: Lijst 121

INN: Lijst 122

INN: Lijst 123

INN: Lijst 124

T/3

T/6

T/7

T/11

Nadere informatie over de inhoud van deze maatregelen kan worden verkregen bij het directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie van de Europese Commissie (Wetstraat 200, 1049 Brussel, België) of worden gedownload van de internetsite van dit directoraat-generaal:

https://ec.europa.eu/taxation_customs/business/calculation-customs-duties/what-is-common-customs-tariff/harmonized-system-general-information_en


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/4


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10452 — CPP Investments/FountainVest/Langdi Pharmaceutical)

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/03)

Op 27 september 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10452. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/5


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10229 — Allianz/Aviva Italia)

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/04)

Op 29 juni 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10229. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/6


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10334 — BMW/Daimler/BP/Digital Charging Solutions)

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/05)

Op 24 september 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10334. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/7


Wisselkoersen van de euro (1)

30 september 2021

(2021/C 398/06)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1579

JPY

Japanse yen

129,67

DKK

Deense kroon

7,4360

GBP

Pond sterling

0,86053

SEK

Zweedse kroon

10,1683

CHF

Zwitserse frank

1,0830

ISK

IJslandse kroon

150,90

NOK

Noorse kroon

10,1650

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,495

HUF

Hongaarse forint

360,19

PLN

Poolse zloty

4,6197

RON

Roemeense leu

4,9475

TRY

Turkse lira

10,2981

AUD

Australische dollar

1,6095

CAD

Canadese dollar

1,4750

HKD

Hongkongse dollar

9,0184

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6858

SGD

Singaporese dollar

1,5760

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 371,58

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

17,5629

CNY

Chinese yuan renminbi

7,4847

HRK

Kroatische kuna

7,4889

IDR

Indonesische roepia

16 572,03

MYR

Maleisische ringgit

4,8475

PHP

Filipijnse peso

59,066

RUB

Russische roebel

84,3391

THB

Thaise baht

39,235

BRL

Braziliaanse real

6,2631

MXN

Mexicaanse peso

23,7439

INR

Indiase roepie

86,0766


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/8


Advies van het Adviescomite voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op zijn bijeenkomst van 15 april 2021 betreffende een ontwerpbesluit in zaak AT.40330 – Goederenvervoer per spoor

Verslaggever: Luxemburg

(2021/C 398/07)

1.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de concurrentiebeperkende gedraging in de vorm van de toewijzing van klanten waarop het ontwerpbesluit ziet, bestaat uit een overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen ondernemingen in de zin van artikel 101 van het Verdrag.

2.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het eens met de beoordeling die de Commissie in het ontwerpbesluit heeft gemaakt van de omvang van de productmarkt en de geografische markt waarop de inbreuk betrekking heeft.

3.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de ondernemingen waarop het ontwerpbesluit betrekking heeft, hebben deelgenomen aan één enkele en doorlopende inbreuk op artikel 101 van het Verdrag, zoals uiteengezet in het ontwerpbesluit.

4.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de overeenkomst en/of onderling afgestemde feitelijke gedraging de handel tussen de lidstaten merkbaar ongunstig konden beïnvloeden.

5.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het eens met de beoordeling van de Commissie wat betreft de totale duur van de inbreuk en de duur van de deelname van elke onderneming aan die inbreuk.

6.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het met de Commissie eens wat betreft de toepassing van de richtsnoeren van 2006 voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, punt a), van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd.

7.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het met de Commissie eens wat betreft de op grond van de clementieregeling van 2006 en de mededeling betreffende schikkingsprocedures van 2008 toegekende boetekorting.

8.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) is het met de Commissie eens wat betreft de uiteindelijke bedragen van de geldboeten.

9.   

Het Adviescomité (14 lidstaten) beveelt aan dat zijn advies wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/9


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

Zaak AT.40330 – Goederenvervoer per spoor

(2021/C 398/08)

Het ontwerpbesluit, gericht tot ÖBB (2), DB (3) en NMBS (4) (hierna gezamenlijk “de partijen” genoemd), heeft betrekking op één enkele en voortdurende inbreuk op artikel 101, VWEU, bestaande in de toewijzing van klanten en de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie over het grensoverschrijdend goederenvervoer per spoor in conventionele sectoren (met uitzondering van de automobielsector) op bepaalde routes die beginnen in, eindigen in of passeren door Duitsland, Nederland, Oostenrijk of Hongarije en (in sommige gevallen) België. In het ontwerpbesluit wordt vastgesteld dat ÖBB en DB tussen 8 december 2008 en 30 april 2014 aan deze inbreuk hebben deelgenomen en dat NMBS tussen 15 november 2011 en 30 april 2014 aan deze inbreuk heeft deelgenomen.

Op 4 april 2019 heeft de Commissie ten aanzien van de partijen de procedure van artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 773/2004 (5) ingeleid met het oog op het aangaan van schikkingsgesprekken in het kader van de mededeling inzake schikkingen (6).

Na schikkingsgesprekken (7) en de indiening van schikkingsverklaringen (8) overeenkomstig artikel 10 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 773/2004 heeft de Commissie op 4 december 2020 een aan de partijen gerichte mededeling van punten van bezwaar vastgesteld.

In hun respectieve antwoorden op de mededeling van punten van bezwaar hebben de partijen, overeenkomstig artikel 10 bis, lid 3, van Verordening (EG) nr. 773/2004, elk bevestigd dat de mededeling van punten van bezwaar de inhoud van hun verklaringen weergeeft en dat het hun vaste wil bleef om de schikkingsprocedure te volgen.

Overeenkomstig artikel 16 van Besluit 2011/695/EU heb ik onderzocht of het ontwerpbesluit alleen punten van bezwaar behandelt ten aanzien waarvan de partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunten kenbaar te maken. Ik ben tot de conclusie gekomen dat dit inderdaad het geval is.

Gezien het bovenstaande, en gezien het feit dat de partijen mij geen verzoeken of klachten hebben doen toekomen (9), ben ik van mening dat de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten van alle partijen bij de procedure in deze zaak is geëerbiedigd.

Brussel, 20 april 2021.

Wouter WILS


(1)  Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  Österreichische Bundesbahnen-Holding Aktiengesellschaft en Rail Cargo Austria Aktiengesellschaft (hierna samen “ÖBB” genoemd).

(3)  Deutsche Bahn AG, DB Cargo AG en DB Cargo BTT GmbH (hierna samen “DB” genoemd).

(4)  Société Nationale des Chemins de fer belges/Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (SNCB/NMBS) SA de droit public/NV van publiek recht, LINEAS Group NV (voorheen SNCB Logistics NV/SA) en LINEAS NV (voorheen Xpedys NV/SA) (hierna samen “NMBS” genoemd).

(5)  Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18).

(6)  Mededeling van de Commissie betreffende schikkingsprocedures met het oog op de vaststelling van beschikkingen op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in kartelzaken (PB C 167 van 2.7.2008, blz. 1).

(7)  De schikkingsgesprekken vonden plaats tussen 2 mei 2019 en 28 augustus 2020.

(8)  De partijen hebben hun formele schikkingsverzoeken ingediend op 18 september 2020 (DB) en 21 september 2020 (ÖBB en NMBS).

(9)  Op grond van artikel 15, lid 2, van Besluit 2011/695/EU kunnen partijen bij procedures in kartelzaken die, overeenkomstig artikel 10 bis van Verordening (EG) nr. 773/2004, schikkingsgesprekken aangaan, in elk stadium van de schikkingsprocedure een beroep doen op de raadadviseur-auditeur om ervoor te zorgen dat zij hun procedurele rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen. Zie ook punt 18 van Mededeling 2008/C167/01 van de Commissie betreffende schikkingsprocedures met het oog op de vaststelling van besluiten op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in kartelzaken, PB C167 van 2.7.2008, blz. 1.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/10


SAMENVATTING VAN HET BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 april 2021

inzake een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

(Zaak AT.40330 – Rail cargo)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2021)2521 final)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2021/C 398/09)

Op 20 april 2021 heeft de Commissie een besluit vastgesteld in een procedure op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van het besluit, waaronder de opgelegde sancties, rekening houdende met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

1.   INLEIDING

(1)

Dit besluit heeft betrekking op een eenmalige en continue inbreuk op artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna “VWEU” genoemd). De inbreuk had betrekking op grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor in de Europese Unie (2) die in het kader van het zogenaamde vrachtverdelingsmodel (3) werden verricht in bloktreinen (4) door de drie spoorwegondernemingen Österreichische Bundesbahnen (hierna “ÖBB” genoemd), Deutsche Bahn (hierna “DB” genoemd) en Société Nationale des Chemins de fer belges/Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna “NMBS” genoemd). Het gedrag kwam neer op concurrentieverstorende klantentoewijzing en duurde van december 2008 tot april 2014.

2.   BESCHRIJVING VAN DE ZAAK

2.1.   Procedure

(2)

Nadat ÖBB in april 2015 op grond van de clementieregeling om immuniteit tegen geldboeten had verzocht, heeft de Commissie in september 2015 onaangekondigde inspecties verricht in de kantoren van DB in Duitsland.

(3)

In oktober 2015 heeft DB om een vermindering van geldboeten overeenkomstig de clementieregeling verzocht.

(4)

De Commissie zond verschillende spoorwegondernemingen verschillende verzoeken om inlichtingen en in september 2016 verzocht de NMBS om boetevermindering op grond van de clementieregeling.

(5)

Op 4 april 2019 heeft de Commissie de procedure van artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 773/2004 tegen de adressaten van het besluit ingeleid teneinde schikkingsgesprekken te voeren met hen. De schikkingsgesprekken tussen elk van de partijen en de Commissie vonden plaats tussen mei 2019 en augustus 2020. Vervolgens hebben alle partijen hun formeel verzoek tot schikking ingediend overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 773/2004 (5).

(6)

Op 4 december 2020 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aangenomen. Alle partijen hebben op de mededeling van punten van bezwaar geantwoord en bevestigd dat de inhoud ervan in overeenstemming was met hun verklaringen met het oog op een schikking en dat zij nog steeds bereid waren de schikkingsprocedure te volgen.

(7)

Het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities bracht op 15 april 2021 een gunstig advies uit.

(8)

Op 16 april 2021 heeft de raadadviseur-auditeur zijn eindverslag opgesteld in deze zaak.

2.2.   Samenvatting van de inbreuk

(9)

In deze zaak gaat het om klantentoewijzing in verband met grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor door DB, ÖBB en NMBS. De concurrentieverstorende gedragingen vonden plaats tussen december 2008 en april 2014. Het ging om conventioneel goederenvervoer in bloktreinen, behalve in de automobielsector, volgens het zogenaamde vrachtverdelingsmodel. Volgens het vrachtverdelingsmodel bieden spoorwegondernemingen die samenwerken in het kader van een bepaalde grensoverschrijdende goederenvervoersdienst per spoor de klant één totaalprijs voor de volledige dienst die op grond van één multilateraal contract moet worden verricht.

(10)

De samenwerking tussen spoorwegondernemingen op het gebied van de gezamenlijke verlening van grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor als zodanig, met inbegrip van gezamenlijke prijsstelling in het kader van het vrachtverdelingsmodel, valt krachtens Verordening (EG) nr. 169/2009 van de Raad (6) buiten de werkingssfeer van artikel 101, lid 1, VWEU en wordt in de onderhavige zaak niet ter discussie gesteld (7). Afgezien van rechtmatige contacten in het kader van de samenwerking op basis van het vrachtverdelingsmodel hebben DB, ÖBB en NMBS echter incidenteel bijeenkomsten gehouden en hebben zij andere contacten gehad met gedragingen die verder gingen dan wat nodig was om gezamenlijke grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor te verrichten die niet onder de uitzonderingen van Verordening (EG) nr. 169/2009 van de Raad vallen.

(11)

DB, ÖBB en NMBS hebben elkaars positie als hoofdvervoerder voor bestaande activiteiten beschermd. Volgens het vrachtverdelingsmodel is de hoofdvervoerder de spoorwegonderneming die optreedt als belangrijkste gesprekspartner van de klant, hoewel alle betrokken spoorwegondernemingen partij worden bij de vervoersovereenkomst (anders dan in een onderaannemingsrelatie).

(12)

De rol van hoofdvervoerder kan belangrijke voordelen hebben, met name bij het opbouwen en onderhouden van klantrelaties, die potentieel verdere en/of toekomstige zakelijke kansen bieden (8). De wederzijdse erkenning van de rol van hoofdvervoerder in “bestaande activiteiten” stond dus centraal in de door DB, ÖBB en NMBS uitgevoerde heimelijke afspraken. Deze afspraken verliepen via contacten tussen DB, ÖBB en later NMBS, op alle niveaus van de bedrijfsactiviteiten van de ondernemingen. DB, ÖBB en NMBS waren toentertijd alle verticaal geïntegreerde spoorwegondernemingen die binnen hun groep zowel spoorwegdiensten (tractie) als logistieke/expediteursdiensten verleenden (9).

(13)

De partijen waren het erover eens dat de positie van hoofdvervoerder voor “bestaande activiteiten” moest worden beschermd voor de spoorwegonderneming die deze positie voor een bepaalde bestaande activiteit bekleedde, en dat moest worden vermeden dat de klant verandert van hoofdvervoerder. Om de rol van hoofdvervoerder te beschermen, hebben DB, ÖBB en NMBS zich onthouden van het opstellen van offertes voor potentiële andere klanten, of hebben zij schaduwbestekken opgesteld voor potentiële andere klanten die offertes voor een “bestaande activiteit” hebben aangevraagd.

(14)

De heimelijke afspraken verliepen via contacten tussen concurrenten over de bescherming van de rol van hoofdvervoerder voor een van de partijen of om onderling overeen te komen welke vervoerder de hoofdvervoerder zou zijn voor een bepaalde “bestaande activiteit”, wanneer hier incidenteel discussie over bestond.

(15)

De heimelijke regeling moest ervoor zorgen dat besprekingen tijdens lopende klantencontracten of bij de verlenging van klantencontracten niet leiden tot een verandering van hoofdvervoerder.

(16)

De heimelijke regeling was van toepassing op grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor van DB en ÖBB op routes die beginnen in, eindigen in of passeren door Duitsland of Oostenrijk.

(17)

Het door DB en ÖBB uitgevoerde grensoverschrijdende goederenvervoer per spoor strekte zich ook uit tot Hongarije (waar ÖBB de gevestigde spoorwegonderneming had overgenomen) en tot Nederland (waar DB de gevestigde spoorwegonderneming had overgenomen).

(18)

Hetzelfde gold voor transporten die in België beginnen of eindigen, en werden verricht samen met NMBS. NMBS heeft slechts aan de inbreuk deelgenomen voor zover het dergelijke trilaterale transporten betrof.

(19)

Er bestaat een consistent patroon van heimelijke contacten tussen DB en ÖBB met betrekking tot de rol van hoofdvervoerder in het goederenvervoer per spoor op bloktreinen die sinds 8 december 2008 volgens het vrachtverdelingsmodel werden uitgevoerd. Op 15 november 2011 gingen de heimelijke trilaterale contacten tussen DB, ÖBB en NMBS van start. Het laatste heimelijke contact tussen DB, ÖBB en NMBS vond plaats op 30 april 2014. Op basis hiervan wordt ervan uitgegaan dat de totale inbreuk heeft geduurd van 8 december 2008 tot en met 30 april 2014. De aanvangsdatum voor NMBS was echter 15 november 2011. De duur van de inbreuk is vastgesteld op basis van de bewijsstukken in het dossier van de Commissie waaruit de eerste en laatste heimelijke contacten tussen de partijen blijken.

(20)

NMBS heeft niet aan de regeling deelgenomen voor bilaterale grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor, die alleen DB en ÖBB samen hebben verricht.

2.3.   Adressaten

(21)

Dit besluit is tot de volgende entiteiten gericht:

ÖBB:

Österreichische Bundesbahnen-Holding Aktiengesellschaft;

Rail Cargo Austria Aktiengesellschaft;

DB:

Deutsche Bahn AG;

DB Cargo AG;

DB Cargo BTT GmbH;

NMBS:

Société Nationale des Chemins de fer belges/Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (SNCB/NMBS) SA de droit public/NV van publiek recht;

LINEAS Group NV (voorheen SNCB Logistics NV/SA);

LINEAS NV (voorheen Xpedys NV).

2.4.   Corrigerende maatregelen

(22)

In dit besluit worden de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten van 2006 (10) toegepast.

2.4.1.   Basisbedrag van de geldboete

(23)

De relevante waarde van de verkopen is de verkoop door elke onderneming van conventionele grensoverschrijdende goederenvervoersdiensten per spoor (behalve in de automobielsector) in 2013, die in het kader van het vrachtverdelingsmodel op bloktreinen werden aangeboden en in samenwerking werden verricht a) door de drie spoorwegondernemingen DB, ÖBB en NMBS en beginnen in, eindigen in of passeren door Oostenrijk of Hongarije, Duitsland of Nederland en België, en b) door DB en ÖBB en beginnen in, eindigen in of passeren door Oostenrijk of Hongarije en Duitsland of Nederland.

(24)

Gelet op de aard van de inbreuk en de geografische omvang is het percentage van het variabele bedrag van de geldboeten en het additionele bedrag (de “entry fee”) vastgesteld op 15 % van de waarde van de verkopen.

2.4.2.   Aanpassingen van het basisbedrag

Verzwarende omstandigheden: recidive

(25)

In punt 28 van de richtsnoeren voor de berekening van geldboeten is bepaald dat wanneer een onderneming een identieke of soortgelijke inbreuk pleegt of voortzet nadat de Commissie of een nationale mededingingsautoriteit heeft vastgesteld dat deze onderneming in strijd met artikel 101 of artikel 102, VWEU heeft gehandeld, het basisbedrag zal worden verhoogd tot 100 % per vastgestelde inbreuk.

(26)

Deutsche Bahn AG, de uiteindelijke moedermaatschappij van de groep, was in maart 2012 adressaat van een eerder verbodsbesluit van de Commissie wegens kartelactiviteiten in zaak AT.39462 – Vrachtvervoer.

(27)

Voor Deutsche Bahn AG wordt het basisbedrag van de geldboete daarom verhoogd met 50 %.

Verzachtende omstandigheden

(28)

Verzachtende omstandigheden waren er niet.

Specifieke verhoging met het oog op afschrikking

(29)

Op DB wordt een afschrikkingsfactor van 1,1 toegepast om rekening te houden met haar hoge mondiale omzet.

Toepassing van het 10 %-omzetplafond

(30)

Geen van de voor een van de partijen berekende geldboeten bedraagt meer dan 10 % van de totale omzet van de onderneming in 2019.

Toepassing van de clementieregeling van 2006

(31)

ÖBB verstrekte als eerste onderneming inlichtingen en bewijsstukken in verband met de inbreuk die aan de voorwaarden van punt 8, letter a), van de clementieregeling van 2006 voldeden. Aan ÖBB wordt derhalve immuniteit tegen geldboeten verleend.

(32)

DB voldeed als eerste onderneming aan de vereisten van de punten 24 en 25 van de clementieregeling van 2006. In een betrekkelijk vroeg stadium van het onderzoek heeft DB om clementie verzocht. Zij heeft bewijzen van de inbreuk overgelegd, die een significante toegevoegde waarde hadden ten opzichte van het bewijsmateriaal waarover de Commissie reeds beschikte. Daarom krijgt DB een boeteverlaging van 45 %.

(33)

NMBS voldeed als tweede onderneming aan de vereisten van de punten 24 en 25 van de clementieregeling van 2006. Het clementieverzoek van NMBS had ook een toegevoegde waarde en heeft de vaststelling van de inbreuk aanzienlijk vergemakkelijkt, met name wat DB betreft. Daarom krijgt NMBS een boeteverlaging van 30 %.

Toepassing van de mededeling betreffende schikkingsprocedures

(34)

Volgens punt 32 wordt het bedrag van de aan elke partij op te leggen geldboete met nog eens 10 % verlaagd.

3.   CONCLUSIE

(35)

Krachtens artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 zijn de volgende geldboeten opgelegd:

Onderneming

Boete [EUR]

ÖBB

0

DB

48 324 000

NMBS

270 000


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 411/2004 (PB L 68 van 6.3.2004, blz. 1).

(2)  Het Verenigd Koninkrijk heeft zich per 1 februari 2020 teruggetrokken uit de Europese Unie. Een verwijzing naar de EU in dit besluit heeft derhalve geen betrekking op het Verenigd Koninkrijk.

(3)  Zie hieronder, punt 9 en verder.

(4)  Bloktreinen zijn goederentreinen die van de ene locatie (bv. de productielocatie van de verkoper van de vervoerde goederen) naar een andere locatie (bv. een magazijn van de koper van de goederen) worden verzonden zonder onderweg te worden gesplitst of opgeslagen. Dergelijke bloktreinen bedienen grote klanten, vervoeren vaak één product en rijden op dezelfde ongewijzigde bestemming gedurende lange perioden. Goederenvervoersdiensten per spoor die vallen onder het besluit van de Commissie van 15 juni 2015 in zaak AT.40098 — Bloktreinen zijn van het toepassingsgebied van deze zaak uitgesloten.

(5)  PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18.

(6)  Verordening (EG) nr. 169/2009 van de Raad van 26 februari 2009 houdende de toepassing van mededingingsregels op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, PB L 61 van 5.3.2009, blz. 1;

(7)  Artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 169/2009 van de Raad voorziet in gezamenlijke prijsvormingsprocessen.

(8)  Ondersteunende diensten kunnen bijvoorbeeld bestaan in vervoer van en naar laad- en lostreinstations en opslagdiensten voor vervoerde goederen.

(9)  DB, ÖBB en NMBS zijn de gevestigde exploitanten in Duitsland, Oostenrijk en België. DB nam in 2003 vrachtactiviteiten in Nederland over van de voormalige gevestigde exploitant en ÖBB eind 2007 in Hongarije.

(10)  PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/15


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap

Aanbesteding met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten overeenkomstig openbaredienstverplichtingen

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/10)

Lidstaat

Frankrijk

Betrokken route

Tarbes – Parijs (Orly)

Looptijd van het contract

Van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2026

Uiterste datum voor de indiening van de inschrijvingen en offertes

1 december 2021, 12.00 uur (plaatselijke tijd)

Adres waar de tekst van de aanbesteding en alle relevante informatie en/of documentatie met betrekking tot de openbare aanbesteding en de openbaredienstverplichting kunnen worden verkregen

Syndicat mixte PYRENIA

Bâtiment Pic du Midi

Aéroport Tarbes-Lourdes-Pyrénées

65290 Juillan

FRANKRIJK

Tel. +33 0562325651

E-mail: syndicat.mixte@pyrenia.fr

Website: www.marches-publics.info


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/16


Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

(2021/C 398/11)

1.   

Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) maakt de Europese Commissie bekend dat de hieronder vermelde antidumpingmaatregelen op de in onderstaande tabel vermelde datum zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend overeenkomstig de volgende procedure.

2.   Procedure

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maatregelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is. Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokken maatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Unie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of daarover opmerkingen te maken.

3.   Termijn

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden voor de in onderstaande tabel vermelde datum moet zijn ontvangen door de Europese Commissie, directoraat-generaal Handel (Eenheid G-1), CHAR 4/39, 1049 Brussel, België (2).

4.   

Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Vervaldatum (3)

Bepaald gestreken fijn papier

Volksrepubliek China

Antidumpingrecht

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1188 van de Commissie van 3 juli 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 171 van 4.7.2017, blz. 168)

5.7.2022


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  TRADE-Defence-Complaints@ec.europa.eu

(3)  De maatregel vervalt om middernacht (00.00 uur) op de in deze kolom vermelde datum.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/18


Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antisubsidiemaatregelen

(2021/C 398/12)

1.   Overeenkomstig artikel 18, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) maakt de Europese Commissie bekend dat de hieronder vermelde compenserende maatregelen op de in onderstaande tabel vermelde datum zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend overeenkomstig de volgende procedure.

2.   Procedure

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maatregelen voortzetting of herhaling van subsidiëring en schade waarschijnlijk is. Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokken maatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Unie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of daarover opmerkingen te maken.

3.   Termijn

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden voor de in onderstaande tabel vermelde datum moet zijn ontvangen door de Europese Commissie, directoraat-generaal Handel (Eenheid G-1), CHAR 4/39, 1049 Brussel, België (2).

4.   Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 18, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1037.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Vervaldatum (3)

Bepaald gestreken fijn papier

Volksrepubliek China

Compenserend recht

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1187 van de Commissie van 3 juli 2017 tot instelling van een compenserend recht op bepaald gestreken fijn papier van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 171 van 4.7.2017, blz. 134)

5.7.2022


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(2)  TRADE-Defence-Complaints@ec.europa.eu

(3)  De maatregel vervalt om middernacht (00.00 uur) op de in deze kolom vermelde datum.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/19


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10486 — CDPQ/Centerbridge/Medical Solutions)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/13)

1.   

Op 22 september 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Caisse de dépôt et placement du Québec (“CDPQ”, Canada),

Centerbridge Partners, L.P. (“Centerbridge”, Verenigde Staten),

Medical Solutions LLC (“Medical Solutions”, Verenigde Staten).

CDPQ en Centerbridge verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Medical Solutions.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

CDPQ: wereldwijd actieve institutionele langetermijnbelegger die hoofdzakelijk fondsen beheert voor openbare en semi-openbare pensioen- en verzekeringsplannen,

Centerbridge: mondiale beleggingsbeheerder die actief is over beleggingsdisciplines heen, van private equity tot kredietverlening en aanverwante strategieën, alsmede onroerend goed;

Medical Solutions: uitzendbureau dat gespecialiseerd is in het plaatsen van erkende verpleegkundigen, zorgverleners, tijdelijke klinische leiders en niet-klinische specialisten.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10486 — CDPQ/Centerbridge/Medical Solutions

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/21


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10443 — Allianz Capital/Aimco/Dalmore/Generation/Porterbrook)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/14)

1.   

Op 22 september 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Allianz Infrastructure Luxembourg I Sarl (“Allianz Infrastructure”, Luxemburg), uiteindelijk geadviseerd door Allianz Capital Partners GmbH (“Allianz Capital”, Duitsland),

Alberta Investment Management Corporation (“AIMCo”, Canada),

Ulfstead Bidco Limited, dat onder zeggenschap staat van fondsen die worden beheerd door Dalmore Capital Limited (“Dalmore”, Verenigd Koninkrijk) en Generation Capital Ltd (“Generation”, Israël),

Porterbrook Holdings I Limited (“Porterbrook”, Verenigd Koninkrijk).

Allianz Capital, AIMCo, Dalmore en Generation verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Porterbrook. De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Allianz Capital: Allianz Infrastructure is een volle dochteronderneming van Allianz SE, geadviseerd door Allianz Capital. Allianz Capital is de interne investeringsbeheerder van de Allianz-groep voor alternatieve investeringen die voornamelijk belegt in het kapitaal van verzekeringsmaatschappijen van Allianz en zijn investeringen toespitst op directe investeringen, hernieuwbare energie en indirecte investeringen in private equity;

AIMCo: De grootste en meest gediversifieerde institutionele beleggingsfondsbeheerder van Canada, die wereldwijd belegt namens zijn cliënten, diverse pensioenfondsen, stichtingen en overheidsfondsen in de provincie Alberta, Canada;

Dalmore: Onafhankelijke fondsenbeheersonderneming die zich toelegt op beleggingen in minder risicovolle kansen voor institutionele beleggers in de infrastructuursector in het Verenigd Koninkrijk;

Generation: investeringen in de infrastructuur- en energiesector;

Porterbrook: levering van alle types rollend spoorwegmaterieel en bijbehorende uitrusting aan Britse ondernemingen die passagierstreinen exploiteren en goederenvervoerders.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10443 — Allianz Capital/Aimco/Dalmore/Generation/Porterbrook

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/23


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10314 — Vinci/Energía y Servicios DINSA II)

(Voor de EER relevante tekst)

(2021/C 398/15)

1.   

Op 20 september 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Vinci S.A., de uiteindelijke moedermaatschappij van de VINCI-groep (“Vinci”, Frankrijk),

Energía y Servicios DINSA II, S.L.U. (“ACS ES”, Spanje), momenteel in eigendom van ACS Actividades de Construcción y Servicios, S.A. (Spanje)

Vinci verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van ACS ES.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Vinci: met name de markten voor i) concessies en infrastructuur (voornamelijk snelwegen en luchthavens), ii) gebouwen, openbare werken en civieltechnische werken, iii) diensten op het gebied van energie en informatietechnologie en iv) wegwerkzaamheden,

ACS ES: i) de ondersteunende diensten van de industrie, met inbegrip van het onderhoud van de elektrische infrastructuur en ii) de geïntegreerde projecten gericht op de ontwikkeling van ingenieurs-, aanschaf- en constructiediensten.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10314 — Vinci/Energía y Servicios DINSA

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/24


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in zaak AT.40305 – Network Sharing – Czech Republic

(2021/C 398/16)

1.   Inleiding

(1)

Overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (1) kan de Commissie in gevallen waarin zij voornemens is een besluit tot beëindiging van een inbreuk vast te stellen en de betrokken partijen toezeggingen doen om tegemoet te komen aan de bezwaren die de Commissie hun in haar voorlopige beoordeling te kennen heeft gegeven, beslissen om die toezeggingen bij besluit een verbindend karakter te verlenen. Dat besluit kan voor een bepaalde periode worden vastgesteld en bevat de conclusie dat er niet langer gronden voor een optreden van de Commissie bestaan.

(2)

Volgens artikel 27, lid 4, van dezelfde verordening maakt de Commissie een beknopte samenvatting van de zaak en de hoofdlijnen van de toezeggingen bekend. Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen meedelen binnen de door de Commissie vastgestelde termijn.

2.   Samenvatting van de zaak

(3)

Op 7 augustus 2019 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aangenomen waarin zij haar voorlopige bezwaren te kennen heeft gegeven over de verenigbaarheid met artikel 101 VWEU en artikel 53 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van de horizontale overeenkomsten inzake gedeeld netwerkgebruik (“network sharing agreements” of “NSA’s”) tussen T-Mobile Czech Republic a.s. (“T-Mobile”) en O2 Czech Republic a.s. (“O2”) (2) en vervolgens CETIN a.s. (“CETIN”), die als rechtsopvolger van O2 partij bij de NSA’s was en als exploitant van de infrastructuur bij de NSA’s betrokken was (3), alsmede van de overeenkomst inzake mobiele netwerkdiensten (“mobile network services agreement” of “MNSA”) tussen O2 en CETIN (4). T-Mobile, O2 en CETIN worden in deze mededeling gezamenlijk aangeduid als de “partijen bij de netwerkdeling”.

(4)

Op 14 februari 2020 werd een mededeling van punten van bezwaar gericht aan de moedermaatschappijen van de partijen bij de netwerkdeling, te weten Deutsche Telekom AG en PPF Group N.V.

(5)

Na een zorgvuldige analyse van het bewijsmateriaal in het dossier, met inbegrip van de argumenten en het bewijsmateriaal die de partijen bij deze procedure in hun antwoorden op de mededeling van punten van bezwaar en tijdens de hoorzitting (5) hebben aangevoerd, heeft de Commissie in de voorlopige beoordeling in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003, die op 27 augustus 2021 is vastgesteld. haar bezorgdheid geuit over de verenigbaarheid van de NSA’s en de MNSA met artikel 101 VWEU en artikel 53 van de EER-Overeenkomst. De voorlopige beoordeling werd gericht tot de partijen bij de netwerkdeling en hun moedermaatschappijen.

(6)

De bezorgdheid waaraan uiting is gegeven in de voorlopige beoordeling, wijkt af van de bezwaren die de Commissie in de mededeling van punten van bezwaar aan de partijen bij de procedure heeft geuit. Alleen de in de voorlopige beoordeling geuite bezwaren maken deel uit van de voorlopige beoordeling van de Commissie in de zin van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003.

(7)

De NSA’s hebben betrekking op het delen van passieve (6) en actieve infrastructuur (7) voor 2G-, 3G- en 4G-technologieën voor mobiele telecommunicatie, terwijl spectrum en het kernnetwerk voor elke exploitant gescheiden blijven. De samenwerking bestrijkt het gehele grondgebied van Tsjechië, met uitzondering van Praag en Brno. Ongeveer drie kwart van de abonnees in Tsjechië maakt gebruik van de gemeenschappelijke netwerkinfrastructuur van de partijen bij de netwerkdeling. De MNSA werd gesloten om te bepalen volgens welke regels de mobiele netwerkdiensten door CETIN aan O2 worden verstrekt, nadat CETIN als rechtsopvolger in de plaats van O2 was getreden als contractpartij bij de NSA’s.

(8)

Volgens de voorlopige beoordeling van de Commissie kunnen de NSA’s en de MNSA door hun gevolgen de mededinging beperken in strijd met artikel 101, lid 1, VWEU. De Commissie is voorlopig van oordeel dat de NSA’s (samen met de MNSA), in hun specifieke marktcontext, het vermogen en de prikkels van de partijen bij de netwerkdeling om unilateraal in netwerkinfrastructuur te investeren, beperken en derhalve het vermogen en de prikkels van T-Mobile en O2 om op de retail- en wholesalemarkten voor mobieletelecommunicatiediensten in Tsjechië te concurreren, negatief kunnen beïnvloeden.

(9)

In het bijzonder is de Commissie de voorlopige mening toegedaan dat de NSA’s i) hebben geleid tot een gebrekkige uitrol van de 2 100 MHz-capaciteitsband in Oost-Tsjechië door T-Mobile, alsook tot beperkingen van de individuele flexibiliteit van de partijen bij de netwerkdeling in de uitrol van de 1 800 MHz-band, en ii) de partijen bij de netwerkdeling ten gevolge van negatieve financiële prikkels en informatie-uitwisseling hebben ontmoedigd om unilaterale netwerktoepassingen van welke aard ook te ontwikkelen.

(10)

Wat i) betreft, merkt de Commissie in de voorlopige beoordeling op dat de technologie van T-Mobile haar de mogelijkheid biedt optimaal gebruik te maken van het spectrum dat zij bezit, en LTE uit te rollen in de 2 100 MHz-spectrumband (“LTE2100”) (8). T-Mobile heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt in het gebied waar het de master operator (9) is (het westelijke deel van Tsjechië). Het voorlopige bezwaar van de Commissie is echter dat T-Mobile niet in staat was LTE2100 uit te rollen in het gebied waar zij de visitor operator is en dat door het netwerk van CETIN wordt bediend (het oostelijke deel van Tsjechië), ten nadele van de abonnees in dit deel van het land. Voorts konden capaciteitsuitbreidingen op de 1 800 MHz-spectrumband zonder grote installaties en/of wijzigingen alleen worden toegevoegd op specifieke locaties op basis van de gemeenschappelijke netwerkplanning van de partijen bij de netwerkdeling.

(11)

Wat ii) betreft, concludeert de Commissie voorlopig dat de prikkels bij de visitor operator om te investeren kunnen verzwakken. Dit is te wijten aan het feit dat, zoals uit de voorlopige beoordeling van de Commissie blijkt, netwerkupgrades door de master operator aan de visitor operator worden aangerekend tegen een prijs die hoger is dan de onderliggende kosten. De overeengekomen prijzen voor de uitrol van netwerken liggen dus hoger dan de onderliggende kosten van een dergelijke uitrol die de visitor operator zou hebben gemaakt als hij master operator was. De Commissie komt dan ook tot een voorlopige beoordeling dat de uitgewisselde informatie verder reikt dan strikt noodzakelijk is voor de werking van de NSA’s en strategische informatie omvat die de prikkels van de partijen bij de netwerkdeling om met elkaar te concurreren doet afnemen. Wat de uitwisseling van informatie betreft, is de Commissie voorlopig van oordeel dat deze niet wordt gecompenseerd door de structurele scheiding van O2 en CETIN, aangezien CETIN – op basis van de bepalingen van de MNSA die haar ertoe verplichten bepaalde informatie te delen met O2 – niet doeltreffend functioneert als een “zwarte doos”, d.w.z. dat zij niet daadwerkelijk de spillover van informatie tussen T-Mobile en O2 verhindert.

3.   Hoofdlijnen van de gedane toezeggingen

(12)

De aan de procedure onderworpen partijen zijn het niet eens met de voorlopige beoordeling van de Commissie. Niettemin hebben zij toezeggingen gedaan in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 om aan de mededingingsbezwaren van de Commissie tegemoet te komen. De belangrijkste onderdelen van de toezeggingen kunnen als volgt worden samengevat:

Toezegging inzake modernisering van het netwerk – uitrol van apparatuur voor multi-standard Radio Access Network (RAN) in de middenbandlagen: de bestaande apparatuur, met inbegrip van hardware en software, op alle bestaande locaties waar eind maart 2021 ten minste één middenbandlaag actief was, zal worden vervangen om zowel 4G- als 5G-activiteit in de middenbandlagen te kunnen ondersteunen. De upgrade van de bestaande hardware zal de capaciteiten van het RAN bij de uitrol van capaciteitslaagbanden vergroten, aangezien onder meer de bestaande hardware de exploitatie van LTE2100 slechts in beperkte mate ondersteunt. Deze toezegging tot modernisering van het netwerk zal minder dan vijf jaar na de aanvangsdatum (10) plaatsvinden.

Vaststelling en herziening van de financiële voorwaarden voor unilaterale uitrol – kostengebaseerde prijsstelling voor alle investeringen die de visitor operator aan de master operator vraagt.

Verbetering van de contractuele bepalingen van de NSA’s met betrekking tot de uitwisseling van informatie – contractuele wijzigingen om de uitwisseling van informatie te beperken:

Stroomlijning van de governancestructuur die bij de uitwisseling van informatie betrokken is: een van de niveaus van de governancestructuur schrappen, werkgroepen beperken tot uitsluitend technisch personeel (waarbij niet-technisch personeel alleen betrokken wordt voor zover dat objectief noodzakelijk is en volgens vastgestelde regels voor hun deelname), werkgroepen die op een “need-to-know”-basis moeten worden bestaft, en de vergaderingen van de werkgroepen beperken.

Beperking van de uitgewisselde informatie: bijwerken en verfijnen van de lijst van categorieën informatie die binnen elke respectieve werkgroep kunnen worden uitgewisseld, nader bepalen van de informatie die aan het niet-technisch personeel mag worden verstrekt, commercieel gevoelige informatie aanmerken als verboden informatie, de uitwisseling van capaciteitsprognoses en verkeersprognoses uitdrukkelijk verbieden, en de verplichting afschaffen om wijzigingen van bepaalde voorwaarden van de NSA’s jaarlijks te bespreken.

MNSA-toezeggingen – maatregelen die ervoor moeten zorgen dat CETIN optreedt als een “zwarte doos” tussen T-Mobile en O2, en met name de MNSA-toezeggingen:

specificeren hoe CETIN in het kader van de MNSA met O2 moet handelen, in vergelijking met T-Mobile in het kader van de NSA’s;

ervoor zorgen dat CETIN O2 niet informeert over commercieel gevoelige informatie, deze informatie niet doorgeeft of anderszins automatisch ter beschikking stelt van O2;

ervoor zorgen dat CETIN niet door O2 wordt belemmerd bij het wijzigen van het ontwerp en de samenstelling van het mobiele netwerk.

(13)

Voorts wordt in de toezeggingen bepaald dat er een onafhankelijke monitoring trustee wordt aangesteld om toe te zien op de naleving van de toezeggingen door de partijen bij de netwerkdeling.

(14)

De toezeggingen met betrekking tot de NSA’s blijven van kracht tot en met 28 oktober 2033. De toezeggingen met betrekking tot de MNSA zouden van kracht blijven gedurende een termijn van (i) de looptijd van de MNSA of (ii) de looptijd van de NSA’s, naargelang van de termijn die eerst afloopt.

(15)

De toezeggingen worden volledig in het Engels gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres:

https://ec.europa.eu/competition-policy/index_en

4.   Uitnodiging om opmerkingen te maken

(16)

De Commissie is voornemens om, na een markttest, een besluit krachtens artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 vast te stellen waarmee de hierboven samengevatte en op de website van het directoraat-generaal Concurrentie gepubliceerde toezeggingen verbindend worden verklaard.

(17)

Overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003 nodigt de Commissie belanghebbende derden uit hun opmerkingen over de voorgestelde toezeggingen te maken. Deze opmerkingen dienen de Commissie te bereiken binnen één maand vanaf de datum van deze bekendmaking. Belanghebbende derden wordt ook verzocht een niet-vertrouwelijke versie van hun opmerkingen in te dienen waarin gegevens die zij als bedrijfsgevoelige en anderszins vertrouwelijke informatie beschouwen, dienen te zijn geschrapt en vervangen door een niet-vertrouwelijke samenvatting dan wel door de vermelding “bedrijfsgeheim” of “vertrouwelijk”.

(18)

U wordt verzocht uw antwoorden en opmerkingen te onderbouwen en de relevante feiten te vermelden. Mochten bepaalde aspecten van de voorgestelde toezeggingen volgens u problemen opleveren, dan verzoekt de Commissie u ook een mogelijke oplossing voor te stellen.

(19)

Deze opmerkingen kunnen onder de vermelding van het referentienummer AT.40305 – Network Sharing – Czech Republic – naar de Commissie worden gezonden per email (COMP-GREFFE-ANTITRUST@ec.europa.eu), per fax (fax nr. + 32 22950128) of per post, naar het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie Griffie Antitrust

B-1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Met ingang van 1 december 2009 zijn de artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag, respectievelijk, de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna “VWEU” genoemd) geworden. De bepalingen in beide verdragen zijn inhoudelijk identiek. In het kader van dit besluit moeten verwijzingen naar de artikelen 101 en 102 van het VWEU waar nodig worden begrepen als verwijzingen naar, respectievelijk, de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag.

(2)  De NSA’s met betrekking tot de mobiele telecommunicatietechnologieën 2G/3G en LTE werden respectievelijk gesloten op 29 oktober 2013 en 2 mei 2014.

(3)  Sinds 1 juni 2015 bezit en beheert CETIN de vaste en mobiele infrastructuur die voorheen formeel eigendom van O2 was, terwijl O2 actief is gebleven als exploitant van een mobiel netwerk in Tsjechië.

(4)  De MNSA werd gesloten op 2 juni 2015.

(5)  De hoorzitting vond plaats op 15-17 september 2020.

(6)  Passieve deling omvat het delen van basisinfrastructuur, zoals de ruimte op het dak van een gebouw of op een telecommunicatietoren, de antennemasten, de stroomvoorzieningen en de airconditioningsystemen.

(7)  Actieve deling omvat, naast de passieve activa, het delen van actieve radioapparatuur, d.w.z. het basisstation, de antennes en, voor de toepasselijke technologieën (2G en 3G), de controller nodes.

(8)  T-Mobile gebruikt apparatuur die het Single RAN-concept ondersteunt, d.w.z. het flexibele gebruik van 2G-, 3G- en 4G-technologieën voor mobiele telecommunicatie in dezelfde band en over verschillende banden heen.

(9)  De ontwikkeling en de exploitatie van radiotoegang wordt gedeeld volgens het territorialiteitsbeginsel van de structuur master/visitor operator, waarbij T-Mobile en CETIN elk verantwoordelijk zijn voor het netwerk in één kant van het land: T-Mobile exploiteert en onderhoudt bijvoorbeeld een geconsolideerde mobiele netwerkinfrastructuur in het westelijke deel van Tsjechië (als master operator in dit deel van het land) en bedient de abonnees van beide exploitanten in dit gebied.

(10)  De aanvangsdatum is de datum waarop de partijen bij de netwerkdeling door de Commissie in kennis zijn gesteld van de vaststelling van het definitieve besluit tot aanvaarding van deze toezeggingen overeenkomstig artikel 9 van Verordening 1/2003 en tot sluiting van zaak AT.40305.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/28


Bekendmaking van het in artikel 94, lid 1, punt d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde enig document en van de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier voor een naam in de wijnsector

(2021/C 398/17)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) uiterlijk twee maanden na deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“Dehesa Peñalba”

PDO-ES-02592

Datum van de aanvraag: 18 november 2019

1.   Naam waarvoor de registratie wordt aangevraagd

Dehesa Peñalba

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

RODE WIJN

Uiterlijk: helder, met een gemiddelde tot hoge kleurintensiteit, in tinten die variëren van steenrood tot purperrood.

Geur: gemiddelde tot hoge intensiteit, met de voor het ras typische fruitige (rood en/of zwart fruit) en/of bloemige en/of balsamieke toetsen, alsmede met de door het rijpingsproces verkregen toetsen van wijnen die op hout zijn gerijpt (vanille en/of hout en/of geroosterde en/of gekarameliseerde en/of kruidige elementen).

Smaak: de wijnen moeten evenwichtig zijn en een fruitige (rood en/of zwart fruit) en/of bloemige en/of balsamieke smaak hebben, in combinatie met de door het rijpingsproces verkregen toetsen van wijnen die op hout zijn gerijpt (vanille en/of hout en/of geroosterde en/of gekarameliseerde en/of kruidige elementen). Het zijn wijnen met een volle body en een middelmatige tot lange afdronk.

(*)

Voor niet gespecificeerde waarden gelden de in de EU-regelgeving vastgelegde maximumwaarden.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

12,5

Minimale totale zuurgraad

4 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

20

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

150

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Essentiële oenologische procedés

Teeltmethode

1.

De wijnstokken worden geleid.

2.

De minimale beplantingsdichtheid van de wijngaarden bedraagt 2 000 wijnstokken per hectare.

Specifiek oenologisch procedé

1)

Wijnbereiding

Jonge rode wijnen

De druiven worden met de hand geplukt, in kratten gelegd en vervolgens opgeslagen in een koelinstallatie om hun temperatuur te verlagen tot tussen 5 °C en 10 °C.

De druiven worden met de hand gesorteerd aan de selectietafel en met een transportband naar de vaten gebracht (waarbij geen pompinstallaties worden gebruikt om de druiven op te tillen).

Vóór de gisting worden de druiven vijf tot acht dagen in koud water geweekt (5-10 °C).

Vóór de malolactische gisting worden de wijnen ten minste 15 dagen op de wijnmoer gerijpt.

Er wordt micro-oxygenatie toegepast met een dosering van 15 ml per liter per maand gedurende drie dagen en 6 ml per liter per maand gedurende acht dagen.

De spontane alcoholische gisting vindt plaats in roestvrijstalen vaten.

Gedurende ten minste 21 dagen vindt verdere maceratie plaats tijdens en na de gisting.

Gerijpte rode wijnen

De druiven worden met de hand geplukt, in kratten geplaatst en vervolgens opgeslagen in een koelinstallatie om hun temperatuur te verlagen tot tussen 5 °C en 10 °C.

De druiven worden met de hand gesorteerd aan de selectietafel en met een transportband naar de vaten gebracht (waarbij geen pompinstallaties worden gebruikt om de druiven op te tillen).

Vóór de gisting worden de druiven vijf tot acht dagen in koud water geweekt (5-10 °C).

De spontane alcoholische gisting vindt plaats in roestvrijstalen vaten.

Gedurende ten minste 21 dagen vindt verdere maceratie plaats tijdens en na de gisting.

Vóór de malolactische gisting worden de wijnen ten minste 15 dagen op de wijnmoer gerijpt.

Er wordt micro-oxygenatie toegepast met een dosering van 15 ml per liter per maand gedurende drie dagen en 6 ml per liter per maand gedurende acht dagen.

Specifiek oenologisch procedé

2)

Rijpingsomstandigheden

De rijpingsomstandigheden variëren per wijnsoort, en wel als volgt:

Rode monocépagewijnen

12-24 maanden gerijpt in eiken vaten van 225 liter

Rode assemblagewijnen

6-24 maanden gerijpt in eiken vaten van 225 en/of 500 liter en/of in houten vaten van 5 000 liter

Toepasselijke beperkingen op de wijnbereiding

Voor de extractie van de most mogen alleen mechanische systemen worden gebruikt die de vaste delen van de tros niet beschadigen, met een maximale gemiddelde druif-wijnverhouding van 72 %. Voor rode wijn die wordt gerijpt mogen geen pompen worden gebruikt om de pulp over te brengen naar de vaten.

b.   Maximumopbrengsten

Jonge rode wijnen

8 000 kilogram druiven per hectare.

Jonge rode wijnen

57,60 hectoliter per hectare.

Gerijpte rode wijnen

6 000 kilogram druiven per hectare.

Gerijpte rode wijnen

43,20 hectoliter per hectare.

6.   Afgebakend geografisch gebied

Het geografisch gebied voor de BOB “Dehesa Peñalba” is gelegen in de gemeente Villabáñez (Valladolid). Het gebied is een aaneengesloten stuk grond met een oppervlakte van 91,4287 hectare, in het landbouwperceleninformatiesysteem (LPIS) aangeduid als (*):

“Parcelas” [percelen] 5 121, 5 122, 5 123, 5 124 en 5 125, en “recinto” [kavel] 3 van perceel 9 003 (irrigatiekanaal), allemaal in “polígono” [polygoon] 6 van de gemeente.

De BOB-wijnen “Dehesa Peñalba” moeten worden gemaakt en moeten rijpen in het hierboven gedefinieerde gebied.

(*)

Aangezien het LPIS wordt geactualiseerd, wijzen wij erop dat hier wordt verwezen naar de versie van 2020.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

CABERNET SAUVIGNON

MERLOT

SYRAH

TEMPRANILLO

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

a)   Geografisch gebied (natuurlijke en menselijke factoren)

a.1)   Natuurlijke factoren

Het in punt 1.6 afgebakende geografische gebied heeft zijn eigen unieke klimatologische, terrein- en bodemkenmerken. Deze kenmerken zijn in het hele gebied uniform en verschillen, zoals verderop wordt uitgelegd, van die van de omliggende gebieden. Het gebied is wat traditioneel bekend staat als “pago” of wijnperceel: één enkel ononderbroken stuk grond dat van oudsher wordt gebruikt om druiven te telen, met zijn eigen microklimatologische en bodemkenmerken die het onderscheiden van de aangrenzende gebieden. Het unieke karakter van een “pago” wordt gewoonlijk bepaald door aanwezigheid van fysieke elementen zoals rivieren, vlakten, bossen enz., die bijdragen tot het ontstaan van de specifieke omstandigheden. In dit afgebakende gebied is dit het resultaat van de volgende factoren:

1.

De rivier de Duero is verantwoordelijk voor het heuvelachtige reliëf van het gebied en heeft door erosie en sedimentatie verschillende structuren gevormd, zoals de rivierterrassen — waar zich afzettingsmateriaal (voornamelijk zand en grind) bevindt — en de valleibodem. Als gevolg hiervan is het afgebakende gebied een zacht glooiend landschap (met een constante helling van minder dan 5 %), gelegen op de valleibodem en geflankeerd door twee hoger gelegen vlakten (het afgebakende gebied ligt op een hoogte van 720 m en de twee vlakten liggen op 800-840 m, met een helling van 5-15 %) die het gebied zowel in het noorden als in het zuiden afbakenen. De rivier de Duero begrenst het gebied ook in het noorden. Het gebied aan de andere kant van de rivier staat nog steeds bekend als Dehesa Peñalba, maar naarmate de helling steiler wordt (op de delen die naar de hoogvlakten leiden en op de vlakten zelf), is de grond niet langer geschikt voor wijnbouw. In het zuiden wordt het gebied begrensd door een pijnboombos. Deze twee elementen — de hoogvlakten en het pijnboombos — werken als buffer en beschermen het gebied tegen ongunstige weersomstandigheden.

2.

Het afgebakende gebied ligt op een terras van kiezelachtige riviersedimenten, met een zanderige bovenlaag op een ondergrond van kalkmergel. De bodem valt op door zijn kiezelstenen, grind en een gemiddeld zandgehalte van 78 %, vergeleken met de minder zandige bodems (ongeveer 60 %) die in de westelijke gebieden worden aangetroffen en de meer kleirijke bodems met mergel- en kalkafzettingen van de hoogvlakten en op de hellingen die ernaartoe leiden, waar de hellingsgraad groter is.

Als gevolg hiervan heeft het afgebakende gebied een droge, zanderige bovengrond met filterende eigenschappen: een gebied met warme aarde maar met een koele ondergrond en gezonde waterreserves. Het is arm aan zowel organisch materiaal als voedingsstoffen.

3.

Het feit dat de elementen rond het gebied als buffer fungeren, betekent dat het gebied enigszins wordt afgeschermd tegen ongunstige omstandigheden zoals extreme temperaturen, lage vochtigheidsniveaus, harde winden enz. Als gevolg daarvan heeft het gebied zijn eigen microklimaat, met een mildere temperatuur (een jaarlijks gemiddelde van 12 °C, ongeveer een halve graad warmer dan het omliggende gebied), met name in de lente en de herfst. In het gebied waait een gunstige wind (van west naar oost) en het gebied is langer vorstvrij dan het omliggende gebied (206 dagen per jaar tegen 200 dagen).

Samenvattend kan worden gezegd dat het afgebakende gebied dat bekend staat als Dehesa Peñalba in een rivierbekken op de bodem van de vallei ligt, waar de bodem vlak en de grond homogeen is. De ligging op het noordwesten/zuidwesten is ideaal voor de wijnbouw, en de bodem kan worden omschreven als warm en arm vanwege het hoge zandgehalte en de grove elementen (kiezels en grind). Deze elementen maken dat de bodem zeer doorlaatbaar is en de zonnestralen weerkaatst, waarbij het gebied wordt beschermd door twee vlakten van kalkmergel in het noorden en zuiden, die het afschermen en omsluiten dankzij het hoogteverschil. Het afgebakende gebied wordt ook beïnvloed door het pijnboombos dat langs de zuidelijke en westelijke grenzen loopt, terwijl de rivier de Duero langs de noordelijke en oostelijke randen stroomt. Uit een onderzoek naar de fysieke omgeving blijkt dat het afgebakende gebied dat bekend staat als Dehesa Peñalba een duidelijk gedefinieerd gebied is met zijn eigen uniforme klimatologische en bodemomstandigheden, waarmee het zich onderscheidt van zijn omgeving. Dit is het resultaat van geomorfologische, lithologische en orografische vormingsprocessen en van de aanwezigheid van natuurlijke barrières zoals een rivier, bossen, hellingen en hoogvlakten.

a.2)   Menselijke factoren

De ervaring die de laatste 18 jaar in de wijngaarden van het afgebakende gebied is opgedaan, heeft geleid tot de introductie van een aantal druivenrassen die uiterst geschikt zijn voor de plaatselijke omgeving, waardoor druiven worden verkregen met een hoge concentratie polyfenolen — met name wat het totale anthocyaan- en tanninegehalte betreft.

Tempranillo: dit is het belangrijkste ras dat in de wijngaard van Dehesa Peñalba wordt verbouwd. Dankzij de groene bodembedekkers tussen de rijen en de grondbewerking in de buurt van de stammen, aangevuld met een zorgvuldige ondersteuning van de planten, is deze druif in perfecte harmonie met het plaatselijke gebied.

Syrah: dit is het tweede meest verbouwde ras. Deze druif heeft een langere groeicyclus en profiteert van de ideale omstandigheden in het gebied (zachte lente en herfst), waardoor de kenmerken van het ras optimaal tot uiting kunnen komen.

Cabernet sauvignon: net als de syrah kan deze druif dankzij het microklimaat in het afgebakende gebied zijn volle potentieel bereiken, waardoor echter ook de opbrengst ervan wordt beperkt.

Merlot: terwijl deze druif doorgaans lijdt onder een tekort aan water in de omliggende gebieden, biedt de ondergrond in het afgebakende gebied voldoende waterreserves voor een optimale, evenwichtige rijping.

Om de omstandigheden voor het telen en rijpen van deze druivenrassen te verbeteren, worden tijdens de groeicyclus van de wijnstokken technieken toegepast die een lagere opbrengst per hectare opleveren, wat leidt tot een hogere kwaliteit van de grondstof, met een constante rijpheidsgraad.

Er wordt gebruik gemaakt van duurzame wijnbouwpraktijken, die een maximaal respect voor het milieu waarborgen. De wijnbouwpercelen zijn gecertificeerd als biologisch.

Na dit zorgvuldige proces in de wijngaard, worden in de wijnmakerij meticuleuze productieprocessen toegepast. De volgende stappen zijn het belangrijkst:

De druiven worden met de hand geplukt, in kratten geplaatst en vervolgens opgeslagen in een koelmachine om hun temperatuur te verlagen tot tussen 5 °C en 10 °C. De druiven worden met de hand gesorteerd aan de selectietafel en door de transportband opgetild (zonder gebruik van pompen), zodat er geen oxidatie plaatsvindt voordat zij in de vaten aankomen en de maceratie kan plaatsvinden in optimale omstandigheden.

Gedurende ten minste 21 dagen tijdens en na de gisting vindt er maceratie plaats.

Vóór de malolactische gisting worden de wijnen alcoholisch vergist, waardoor micro-oxygenatie ontstaat.

b)   Kwaliteit en kenmerken van het product die hoofdzakelijk of uitsluitend kunnen worden toegeschreven aan het geografisch gebied

De BOB-wijnen “Dehesa Peñalba” zijn rode wijnen met een diepe, aanhoudende kleur (hoge kleurintensiteit, blauwachtig-rode tint en goede stabiliteit). De wijnen zijn zeer aromatisch, met een overheersende aanwezigheid van rijp rood en zwart fruit, vooral in jonge wijnen. Ze hebben een stevige structuur dankzij hun stabiele hoge polyfenolgehalte, met zachte, aanhoudende tannines. Dit levert zeer elegante wijnen op met een gemiddelde tot volle body, vol smaak en volume en met een lange afdronk.

c)   Beschrijving van het verband — interactie tussen natuurlijke en menselijke factoren en de kenmerken van het product

Het afgebakende gebied van de BOB “Dehesa Peñalba” beslaat een ononderbroken stuk grond, zoals hierboven beschreven, met zijn eigen microklimatologische en bodemkenmerken die het onderscheiden van andere nabijgelegen gebieden. Dankzij deze natuurlijke omstandigheden, in combinatie met de keuze van de rassen, duurzame wijnbouwpraktijken en een meticuleuze productiemethode, is het mogelijk een product (wijn) met specifieke kenmerken te verkrijgen. Deze stelling wordt bevestigd door de volgende elementen:

1.

De bodem, die is gedefinieerd als arme maar warme grond met een hoog zandgehalte en grove elementen (kiezels en grind), waardoor hij zeer doorlatend is en de zon weerkaatst, stimuleert de rijping van de druiven en bevordert verschijnselen zoals de pigmentatie van de schil, die leidt tot druiven met een hoger polyfenolgehalte, met name anthocyanen en tannines.

2.

Het gaat om een vlak gebied met een goede ligging, dat wordt beschermd door twee hoger gelegen vlakten en een pijnboombos en dat in het noorden wordt begrensd door de rivier de Duero en dus omgeven is door natuurlijke barrières. Hierdoor kunnen de druiven perfect rijpen, omdat ze meer via de grond weerkaatste zonnestraling krijgen, en zijn de wijnstokken beschermd tegen extreme weersomstandigheden, wat inhoudt dat de omstandigheden gunstiger zijn op twee belangrijke momenten in de wijncyclus: in de lente, wanneer de druiven bloeien en vrucht zetten, en in de herfst, wanneer de druiven het laatste stadium van het rijpingsproces bereiken. Hierdoor krijgt de wijnstok een langere groeicyclus. Het gebied is langer vorstvrij — waardoor de wijnstokken meer tijd hebben om zich te ontwikkelen en te rijpen — en heeft een hogere gemiddelde jaarlijkse temperatuur dan de omliggende gebieden. Dit alles zorgt voor een evenwichtigere rijping van de druiven, waardoor de pigmentatie van de schil van de rode druiven toeneemt en druiven met een hoger polyfenolgehalte worden verkregen, waardoor ook de wijnen meer polyfenolen bevatten en langer houdbaar zijn dankzij een betere structuur en een hogere concentratie van het totaal aan anthocyanen en tannines.

3.

Dankzij de warme zanderige bodem en het mildere klimaat (zachtere lente en herfst) hebben het tempranillo-ras en vooral de uitheemse rassen met langere groeicycli (de Franse rassen cabernet sauvignon, merlot en syrah) zich zeer goed aangepast, waardoor de druiven evenwichtiger kunnen rijpen en de wijnstokken hun groeicyclus kunnen voltooien, wat inhoudt dat bepaalde componenten (totaal aan anthocyanen en aroma’s) in hogere concentraties worden aangetroffen dan in de druiven die in het omliggende gebied worden geteeld.

4.

De keuze van de druivenrassen, in combinatie met een duurzaam beheer van de wijngaarden, maakt het mogelijk een optimale grondstof te verkrijgen voor de productie van de BOB-wijnen “Dehesa Peñalba”:

Tempranillo zorgt voor structuur, aroma’s van rode vruchten en bosvruchten, en een langdurige kleurdiepte.

Cabernet sauvignon zorgt voor volume, lengte en lang aanhoudende tannines, evenals intens rijpe fruitige en kruidige toetsen.

Merlot geeft elegantie, zeer zachte tannines, rood fruit en een goed evenwicht tussen zuurtegraad en pH.

Syrah biedt zijdezachte tannines, zwart fruit en een pH- en zuurgraad die een goede dosis frisheid geven.

Kortom, de rassen tempranillo en cabernet leveren dankzij hun volume, structuur en lengte wijnen met een lange afdronk op d, terwijl syrah en merlot voor frisheid, zuurgraad, aromatische intensiteit, elegantie en finesse zorgen.

5.

De druiven worden met de hand geplukt, in kratten gelegd en vervolgens in een koelinstallatie bewaard om de temperatuur te verlagen tot tussen 5 °C en 10 °C. Dit voorkomt oxidatie en beschermt de kleur (anthocyaanverbindingen). Door de druiven met de hand te sorteren aan de selectietafel en ze via een transportband (zonder pompen) op te tillen, wordt oxidatie voorkomen voordat ze in de tanks terechtkomen en kan de maceratie in de beste omstandigheden plaatsvinden. Dit alles betekent dat de koude weking begint wanneer de druiven intact zijn, wat ten goede komt van het aromatisch potentieel en de kleurextractie.

6.

Het maceratieproces tijdens en na de gisting is lang genoeg (ten minste 21 dagen) om hogere concentraties kleurstoffen (anthocyanen en tannines) te verkrijgen, om de aroma’s te ontwikkelen en om meer gestructureerde en mogelijk langer houdbare wijnen te verkrijgen.

7.

De vergisting op gist vóór de malolactische gisting — waardoor micro-oxygenatie optreedt — leidt tot een hogere extractie en verlengt de levensduur van de wijnen door een verhoging van het gehalte aan fenolverbindingen, zoals tannines en anthocyanen, omdat het de vorming van pyranoanthocyanen, anthocyanen en flavanolen bevordert, die acetaldehyde nodig hebben om gekleurde ethyl-gekoppelde adducten tot stand te brengen (er is zuurstof nodig voor de vorming van acetaldehyde). Het micro-oxygenatieproces vóór de malolactische gisting verbetert dus de chromatische kenmerken en de kleurstabiliteit van de wijnen. Ook het mondgevoel wordt verbeterd wat body en astringentie betreft. Een ander positief effect van micro-oxygenatie is dat het aroma van de wijn wordt verbeterd door de plantaardige kenmerken te verminderen. Micro-oxygenatie maakt het mogelijk om verbindingen zoals pyrazinen en thiolen, die door zuurstof worden geoxideerd, te verminderen.

Zoals al is uitgelegd, is uit tests gebleken dat de in het afgebakende gebied geteelde druiven hogere concentraties anthocyanen hebben, evenals een hogere tanninesamenstelling. Deze worden tijdens het wijnbereidingsprocedé overgedragen: door de maceratie worden deze stoffen in de wijn opgenomen, waardoor de wijnen intenser worden en een blauwrode tint krijgen wanneer ze jong zijn en een langere levensduur hebben dankzij de vorming van stabielere kleurstoffen. Daardoor hebben de BOB-wijnen “Dehesa Peñalba” een goede kleurintensiteit, meestal met toetsen van rijpe rode en/of zwarte vruchten. Het zijn halfvolle tot volle ronde en rijpe wijnen met een lange afdronk en met een hoge concentratie polyfenolpigmenten, waardoor meer gestructureerde wijnen met een stabielere kleur worden verkregen. Daardoor zijn ze langer houdbaar en geschikter om te rijpen, ook op fles, dan de wijnen uit het omliggende gebied.

Uit onderzoek van de groep Oenologie van het regionaal instituut voor toegepast wetenschappelijk onderzoek (onderdeel van het departement levensmiddelentechnologie van de universiteit van Castilla-La Mancha) blijkt met name dat het in principe mogelijk is om de BOB-wijnen “Dehesa Peñalba” te onderscheiden van wijnen die in de aangrenzende gebieden zijn geproduceerd en even lang hebben gerijpt (de BOB-wijnen “Ribera del Duero” en de BGA-wijn “Castilla y León”), omdat eerstgenoemde wijnen grotere hoeveelheden monomere anthocyanen bevatten die inherent stabieler zijn (met een grotere concentratie delfinidine-dimethylether-3-glucoside en een groter aandeel van de stabielere anthocyanen, zoals van p-cumarinezuur afgeleide anthocyanen en van caffeoyl afgeleide anthocyanen).

Hoewel het afgebakende geografische gebied van de BOB “Dehesa Peñalba” in het gebied van de BGA “Castilla y León” en in de buurt van de BOB “Ribera del Duero” ligt en de wijnen de algemene kenmerken van de BGA vertonen, hebben zij ook enkele wezenlijk verschillende eigenschappen en enkele andere kenmerken die niet voorkomen in de BOB-wijnen “Ribera del Duero”.

Hieronder volgt een vergelijking tussen de BOB “Dehesa Peñalba”, de BGA “Castilla y León” en de BOB “Ribera del Duero”:

Hoger alcoholgehalte

BGA “Castilla y León”

“Dehesa Peñalba”

> 11,0

> 12,5

Lagere opbrengst per hectare

BGA “Castilla y León”

“Dehesa Peñalba”

16 000  kg

8 000  kg voor jonge rode wijnen

 

6 000  kg voor gerijpte rode wijnen

Hoger gehalte aan vluchtige zuren

BGA “Castilla y León”

“Dehesa Peñalba”

< 13,36 meq/l

< 20 meq/l

Hoger alcoholgehalte

BOB “Ribera del Duero”

“Dehesa Peñalba”

> 11,0 voor witte wijnen

 

> 11,5 voor rode wijnen

> 12,5

Lagere opbrengst per hectare

BOB “Ribera del Duero”

“Dehesa Peñalba”

7 000 kg

6 000 kg voor gerijpte rode wijnen

Hoger gehalte aan vluchtige zuren

BOB “Ribera del Duero”

“Dehesa Peñalba”

< 8,33 meq/l

< 20 meq/l

Uit onderzoek van de Universiteit van Castilla-La Mancha is gebleken dat zij ook een hogere concentratie aan monomere anthocyanen hebben:

BOB “Ribera del Duero”

“Dehesa Peñalba”

< 59 mg/l

< 223 mg/l

Hoewel delen van het afgebakende gebied (recintos 1 en 2 van parcela 5121, en recinto 3 van parcela 5122) andere eigenaren hebben, is de aanvraag ingediend door de enige wijnmakerij die momenteel in het afgebakende gebied is gevestigd. Andere producenten zouden zich in de toekomst bij het project kunnen aansluiten, als zij dat wensen.

d)   Informele interactie

Dehesa Peñalba is van oudsher een geliefd gebied onder markiezen, bisschoppen en edelen, die sinds de oudheid het potentieel van deze grond aan de oevers van de rivier de Duero inzagen.

Talrijke schriftelijke en bibliografische bronnen getuigen van de lange geschiedenis van de stad Peñalba de Duero en van de plaatsen die binnen haar grenzen vallen, alsook van de wijnbouw en de wijnhandel en van de verplichtingen tegenover de leenheren in de vorm van het afstaan van tienden van de most die van deze gronden werd verkregen.

In de veertiende eeuw werd in opdracht van Pedro I van Castilië het “Libro Becerro de las Behetrías de Castilla” (perkamenten boekwerk van de vrije steden van Castilië) opgesteld, waarin de verschillende graafschappen en vrije steden werden opgesomd waaruit het koninkrijk Castilië was samengesteld. Het bevat een overzicht van de verschillende steden die onder het systeem van de “vrije steden” [behetría] vielen, hun wettelijke status, de economische rechten van de koning en de rechten van de landsheren. Er zijn verschillende manuscripten bewaard gebleven, waarvan een van de oudste zich in de koninklijke kanselarij in Valladolid bevindt.

Onder de heerschappij van het vorstendom Valladolid (de “Merindad del Infantado de Valladolid” of, in oud-Spaans, “Merindat del infantazgo de vallit”), komen Villabáñez (“Villa hanes”) en Peñalba (“Peñalva”) beide voor.

“In 1751 kwam de stad Villabáñez onder drie jurisdicties te staan binnen het administratieve district Portillo in de provincie Madrid: de stad werd bestuurd door de “Cabildo” [“Raad”] van de Kathedraal van Valladolid en door de markiezin van Camarasa en de markies van Revilla, die beiden in Valladolid woonden. In die tijd omvatte de gemeente Villabáñez 11 423 percelen of “obradas” [een oude in de landbouw gebruikte oppervlaktemaat] grond, waarvan 600 met wijngaarden, wat neerkomt op 1 200“aranzadas” [een andere oude in de landbouw gebruikte oppervlaktemaat]... .”

“De gemeente Peñalba de Duero bestond uit 1 923 obradas, waarvan er 560 niet-geïrrigeerde akkers waren, 6 weiden (waarvan 4 van de gemeente), 7 plantvakken (van de gemeente), 500 bergland met eiken en steeneiken (van de gemeente) en 650 wijngaarden in de Dehesa de Peñalba la Verde [“de Groene”] .... .”

Hoewel in de historische documenten verschillende namen worden gebruikt — “Dehesa”, “La Dehesa”, “Dehesa de Peñalba” en “Peñalba La Verde” — verwijzen zij allemaal naar dezelfde plaats, die sinds 30 jaar bekend staat als Dehesa Peñalba. Hieruit blijkt ook dat de term “Dehesa” in deze context een plaatsnaam is en niets te maken heeft met veeteelt (het Spaanse woord “dehesa” verwijst naar een traditionele vorm van veeteelt op arme of niet-agrarische grond).

In 1995 werd besloten de wijnbouw te hervatten, waarbij een selectie van druivenrassen met een middellange tot lange groeicyclus werd aangeplant, en werd een wijnmakerij gebouwd met de nieuwste technologie op het gebied van wijnbereiding. Hierdoor kan het potentieel van de druif volledig worden benut en worden omgezet in wijnen van internationale faam.

9.   Andere essentiële voorwaarden

Rechtskader:

nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

het jaar van de oogst moet op het etiket van de beschermde wijnen worden vermeld.

Wijnen met de BOB “Dehesa Peñalba” mogen de term “roble” of “eikenhout” op het etiket gebruiken, mits zij voldoen aan de geldende wetgeving.

Wijnen met de BOB “Dehesa Peñalba” mogen de traditionele aanduidingen “Crianza”, “Reserva” en “Gran Reserva” op het etiket gebruiken, mits zij voldoen aan de gebruiksvoorwaarden die in de geldende wetgeving zijn vastgesteld.

Link naar het productdossier

www.itacyl.es/documents/20143/342640/PPTA+PCC+VP+DEHESA+PE%C3%91ALBA+Rev+0+%281%29.docx/3066f78c-4629-ae2d-ea64-1c0f64b265e9


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/36


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2021/C 398/18)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“Увс чацаргана/Uvs chatsargana”

EU-nr.: PGI-MN-02143 – 2 juni 2016

BOB ( ) BGA (X)

1.   Naam/Namen [van de BOB of de BGA]

“Увс чацаргана/Uvs chatsargana”

2.   Lidstaat of derde land

Mongolië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

“Увс чацаргана/Uvs chatsargana” verwijst naar de bessen van de duindoorn (Latijnse naam Hippophae rhamnoides) uit Uvs. Het is een gecultiveerde soort bloeiende plant uit de familie van de Elaeagnaceae.

“Увс чацаргана/Uvs chatsargana” kan verschillende kleuren hebben: in het algemeen geel of oranje, maar soms ook roodachtig, roomkleurig of kastanjebruin.

Het product wordt gekenmerkt door zijn aroma en grootte en is ellips- of bolvormig. De ellipsvormige bessen hebben een lengte van 11 tot 13 mm en een breedte van 8 tot 10 mm, terwijl de ronde een diameter van 6 tot 9 mm hebben. Afhankelijk van hun vorm wegen ze tussen 0,3 en 0,8 g (50-96 g/100 bessen).

Het vruchtvlees is sappig en niet wrang, en heeft een aromatische geur en een zure smaak.

De zaden zijn wit, bruin, zwart of glanzend bruin van kleur en hebben een lengte van 4-7 mm, een breedte van 2-3 mm en een gewicht van 13 g per 1000 zaden.

Bovendien zijn de bessen, afhankelijk van het oogsttijdstip in het najaar of de winter, respectievelijk sappig en dus bestemd om te worden verwerkt tot sap, of vethoudend en bestemd om olie van te maken. De fysische en organoleptische kenmerken van het product zijn hieronder weergegeven (tabel 1).

Tabel 1.

Fysische en organoleptische kenmerken:

Typen

Smaak

Aroma

Gewicht (g)

Ellipsvormig

geel

Zoet en zuur

Zuur

0,6-0,8

Ellipsvormig

oranje

Olieachtig

Geurig

0,6-0,8

Bolvormig

geel

Zoet

Zuur

0,3-0,4

Bolvormig

oranje

Zuur en olieachtig

Zuur

0,3-0,4

Duindoorn van Uvs brengt fruitige, zurige en subtiel zoete smaakcombinaties samen.

“Увс чацаргана/Uvs chatsargana” is bijzonder rijk en heeft een hoger gehalte aan vetten, afkomstig van alle delen (zaad, vruchtvlees, schil), en aan caroteen, vitamine B1 en vitamine C, zoals blijkt uit de onderstaande tabel.

Tabel 2.

Voedingsbestanddelen van het vruchtvlees (versgewicht):

Nr.

Voedingsbestanddelen

Schaal

Minimumhoeveelheid duindoorn van Uvs

1

Vetten

%

2,50

2

Eiwitten

%

1,4

3

Vitamine C

mg/kg

128

4

Vitamine B1

mg/kg

0,84

5

Koolhydraten

%

8,9

6

Zuurgehalte

%

0,75

7

Vochtgehalte

%

78,13

8

Caroteen

mg/100 g

2,32

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle onderdelen van het productieproces, van de aanplant tot de oogst, moeten plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Verpakte producten moeten de volgende informatie dragen: grondstoffen van het product, productnaam, naam en adres van de producent, serienummer, volume en perceelgebied van het product, productiedatum, opslagperiode en einde van de periode, bewaarvoorschriften en voedingswaarden.

Op de verpakkingen en recipiënten van het product moeten de naam “УВС ЧАЦАРГАНА” en de volgende logo’s (in het Engels en het Mongools) worden aangebracht:

Image 1

Image 2

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied voor de productie van “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” bestaat uit tien bestuurlijke onderverdelingen (“soums”) in de provincie Uvs in het noordwesten van Mongolië. Dit zijn de soums Davst, Sagil, Turgen, Ulaangom, Tarialan, Naranbulag, Malchin, Zuungovi, Khyargas en Tes. Zij zijn gelegen in de omgeving van het meer van Uvs, op een afstand van ongeveer 50 km ervan.

5.   Verband met het geografische gebied

Er bestaat een sterk causaal verband tussen de kwaliteit van “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” en de geografische oorsprong ervan.

Het geografische gebied ligt in de provincie Uvs. Het gebied wordt omringd door het Altai-gebergte, dat tot 4 000 m reikt, en in het midden ervan ligt een weidse vlakte met het meer van Uvs, een zout meer dat vroeger een zee was. Net als in de Dode Zee zijn er weinig vissen of andere levensvormen in het meer van Uvs. Op zijn oevers zijn grote zoutafzettingen aan te treffen.

De bodems in het bekken van Uvs hebben een bijzondere samenstelling met extreem hoge percentages uitwisselbare calciumoxide, alsook magnesiumoxide en kaliumoxide.

Het bekken krijgt weinig neerslag, waardoor het calciumgehalte in het water en de bodem intensiveert. Het neerslaggemiddelde wordt geraamd op 161,5 mm per jaar en gemiddeld komen er per jaar zeven maanden zonder regen voor. Door deze lage pluviometrie wordt het calcium niet weggespoeld en blijft het in de bodems zitten. In tegenstelling tot de geringe neerslag is het aantal zonuren zeer hoog.

In de winter worden de zuidelijke en westelijke bergen bedekt door sneeuw, die wegens de hoge ligging slechts geleidelijk smelt in het voorjaar en de zomer. Zo leiden talloze stroompjes en rivieren het smeltwater naar de teeltgebieden en vullen zij ondergrondse waterbekkens aan. Naarmate het ijs geleidelijk smelt, worden de teeltgebieden relatief gelijkmatig voorzien van water, wat gunstig is voor de productiviteit van de teelt van “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” en de kwaliteit van de bessen.

De “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” groeit in een extreem barre natuurlijke omgeving, waar de temperaturen schommelen tussen + 36 °C in de zomer en – 49,6 °C in de winter. Om deze uitzonderlijk hoge temperatuurschommelingen aan te kunnen, ontwikkelt “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” een hoger oliegehalte om zichzelf te beschermen, naast een hoog gehalte aan caroteen en andere stoffen. Uit een studie is gebleken dat “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” 2,5 keer meer palmitinezuur bevat dan duindoorn uit andere regio’s van Mongolië.

Aanplantingen van “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” hebben positieve externe milieueffecten in de regio, doordat ze zandverschuiving en woestijnvorming voorkomen.

De elementen in de bodem in het bekken van Uvs, met name het calcium maar ook andere stoffen, alsmede de bijzondere barre klimaatomstandigheden, zijn van invloed op de lokale teelt rond het meer en op de kwaliteiten van “Увс чацаргана/Uvs chatsargana”. De plant heeft er namelijk een hogere bessenopbrengst dan in andere Mongoolse provincies (met name in de provincies Tuv en Selenge). De bessen waarvan alle onderdelen (zaden, vruchtvlees en schil) oliehoudend zijn, hebben een bijzonder hoog oliegehalte en een hoog gehalte aan vitaminen zoals vitamine C, vitamine B1 en vitamine B6, en caroteen. Dankzij het hoge aantal zonuren ontwikkelen de bessen ook een rijk aroma.

Oorspronkelijk is de duindoorn een wilde bes en historisch gezien omvatte de traditionele nomadische levenswijze van het Mongoolse volk een specifiek dieet, dat hoofdzakelijk uit zuivelproducten en vlees bestond. Als gevolg daarvan hadden vele Mongolen te lijden onder voedseltekorten, en in het bijzonder vitaminetekorten. Maar in het westelijke deel van Mongolië, in de regio Uvs waar de duindoorn endemisch was en werd gegeten, verkeerde de bevolking in een betere conditie dan in andere regio’s. Dat is een van de redenen waarom vanaf 1960 onderzoek werd verricht naar wilde duindoorn en verschillende geselecteerde variëteiten van de bes werden aangeplant in sommige delen van de provincie Uvs.

Dankzij zijn specifieke kwaliteiten en voedingsstoffen bezit “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” zowel nationaal als internationaal een goede reputatie.

De specifieke kenmerken worden met name erkend door plaatselijke consumenten, maar ook internationaal en in het bijzonder in Japan en Zuid-Korea, waar “Увс чацаргана/Uvs chatsargana” wordt gebruikt als grondstof voor biologische sappen en cosmetica (bron: “Linking people, places and products” Ts. Enkh-Amgalan, 2009).

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


1.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/40


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2021/C 398/19)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

Enig document

“Carne Ramo Grande”

EU-nr.: PDO-PT-02640 - 13 oktober 2020

BOB (X) BGA ( )

1.   Na(a)m(en)

“Carne Ramo Grande”

2.   Lidstaat of derde land

Portugal

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Soort product

Categorie 1.1. Vers vlees (en verse slachtafvallen)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Vers, gekoeld en bevroren vlees van runderen van het ras Ramo Grande die ingeschreven staan in het stamboek van dat ras en die worden geboren, gehouden en geslacht in het afgebakende geografische gebied overeenkomstig dit productdossier.

“Carne Ramo Grande” kan als karkas, half karkas of kwart te koop worden aangeboden, en ook als delen die ofwel heel zijn, ofwel in stukken zijn gesneden. Naast de traditionele presentatievormen, als karkas of verpakte deelstukken (geheel of gesneden), kan de “Carne Ramo Grande” ook in de vorm van verpakt gehakt te koop worden aangeboden.

Helder rood vlees (dat intenser wordt na contact met lucht en naargelang de leeftijd van het dier), met een stevige consistentie als gevolg van het interfasciculaire bindweefsel dat in wisselende verhoudingen aanwezig is en met de aromatische geur die inherent is aan de soort. Een goede vetverdeling onder de huid, in de holten, op en tussen de spieren. Parelwit vet, en voelt vast aan als het karkas is afgekoeld. Voelt niet vettig aan.

Vijf leeftijdscategorieën zijn gedefinieerd:

Vitelão [jaarling] - vlees van runderkarkassen van 8 tot en met 12 maanden oud, ingedeeld in categorie “Z” en met een minimumslachtgewicht van 110 kg.

Novilho/a [jonge stier/vaars] - vlees van runderkarkassen van 12 tot en met 24 maanden oud voor hele mannelijke karkassen (categorie “A”) en ten minste 12 maanden oud voor vrouwelijke karkassen (categorie “E”), met een minimumslachtgewicht van 130 kg (categorie “A”) en 120 kg (categorie “E”).

Macho inteiro (Touro) [karkas van niet-gecastreerde stier] - vlees van hele mannelijke karkassen van ten minste 24 maanden oud (categorie “B”) en met een minimumslachtgewicht van 200 kg.

Castrado [gecastreerde stier of os] - vlees van gecastreerde mannelijke runderkarkassen van minstens 12 maanden oud (categorie “C”) en met een slachtgewicht van ten minste 130 kg.

Vaca [koe] - vlees van de karkassen van vrouwelijke runderen die reeds hebben gekalfd, ingedeeld in categorie “D” en met een slachtgewicht van ten minste 200 kg.

Het vlees is mals, sappig, en smakelijk. Vlees in de categorieën Vitelão en Novilho/a is malser, maar het vlees in de andere leeftijdscategorieën is net zo sappig en smakelijk.

Indeling van geslachte dieren

Geslachte dieren die in de volgende categorieën zijn ingedeeld, zijn toegestaan.

Bevleesdheid:

Novilho/a [jonge stier/vaars]; Macho inteiro (Touro) [niet-gecastreerde stier]; Castrado [gecastreerde stier of os] - categorieën S, E, U, R en O zijn toegestaan.

Andere leeftijdscategorieën - gezien de morfologische en functionele kenmerken die typerend zijn voor het ras Ramo Grande en het type veestapelbeheer dat wordt toegepast, met name wat betreft geslacht, leeftijd en gewicht van de te slachten dieren, zijn ook geslachte dieren van categorie “P” toegestaan, evenals bovengenoemde categorieën.

Vetbedekkingsklasse:

Karkassen met een vetbedekkingsklasse van 1 zijn niet toegestaan.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

De dieren worden gevoederd volgens de traditionele fokmethodes voor vee. Hun voeding is gebaseerd op grazen op natuurlijke of verbeterde weides die gebruikt worden voor directe begrazing en een mengsel van grassen en peulvruchten bieden, zoals Lolium perenne (Engels raaigras), Lolium multiflorum (Italiaans raaigras), Trifolium repens (witte klaver), Trifolium pratense (rode klaver) en Dactylis glomerata (kropaar), die het hele jaar door te vinden zijn dankzij de gunstige bodem- en klimaatomstandigheden op de Azoren.

De kalveren voeden zich met moedermelk gedurende ten minste de eerste drie maanden. Ze worden gespeend op een leeftijd van tussen de zes en zeven maanden. De kalveren voeden zich ook met gras en voedergewassen aangezien zij tot dan toe met hun moeders meegaan naar de weides.

De volwassen runderen voeden zich met vers gras en hun voeding wordt ook aangevuld met kuilgras, hooi, snijmaïs of kuilmaïs, of ander voer van het bedrijf (bijvoorbeeld maïskorrels, gedroogde maïsdoppen, stengels van de zoete aardappel, zoete pittosporum), of van andere bedrijven op de Azoren.

Wanneer er niet volledig in de voedingsbehoeften van het vee wordt voorzien door het grazen (meestal in kleine, geparcelleerde bedrijven), vooral in de afmestperiode of als ongunstige weersomstandigheden tot voedseltekorten leiden, kunnen er mengvoeders worden toegediend voor energie en eiwitten. Aanvullend voer afkomstig van buiten de Azoren mag nooit meer dan 50 % van de droge stof van het totale jaarlijkse dieet van de dieren uitmaken.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De dieren moeten geboren, gehouden en geslacht worden in het afgebakende geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Ongeacht het presentatieformat moet “Carne Ramo Grande” een van de volgende formuleringen bevatten: “Carne Ramo Grande - Denominação de Origem Protegida” [Carne Ramo Grande - Beschermde oorsprongsbenaming] of “Carne Ramo Grande DOP” [Carne Ramo Grande BOB].

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied van de “Carne Ramo Grande” is de archipel van de Azoren, die bestaat uit negen eilanden: Santa Maria, São Miguel, Terceira, Graciosa, São Jorge, Pico, Faial, Flores en Corvo.

5.   Verband met het geografische gebied

De archipel van de Azoren heeft een gematigd zeeklimaat met milde temperaturen en beperkte temperatuurverschillen, een relatief hoge luchtvochtigheid en vrij veel regenval. De vulkanische bodem bevat leem, zandleem en kleileem en is rijk aan organische stoffen en kalium.

De grasproductie profiteert enorm van deze combinatie van bodem en klimaat, wat betekent dat de dieren 365 dagen per jaar kunnen grazen.

Dit productiesysteem is in wezen afhankelijk van begrazing en de productie van voedergewassen. De producten worden verkregen met behulp van ecologisch duurzame methoden en er is zeer weinig input van buiten het bedrijf nodig.

De bodem- en klimaatomstandigheden op de Azoren zijn het hele jaar bevorderlijk voor graslandontwikkeling. Die schommelt echter met de veranderingen in temperatuur en regenval. De grasproductie bevindt zich hierdoor op haar hoogtepunt in het voorjaar en de zomer. De biodiversiteit is groot in de weides en dit zorgt ervoor dat het hele jaar door kan worden voldaan aan de meeste voedingsbehoeften van het Ramo Grande-vee. De veehouderij op de Azoren is gebaseerd op een goed gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, met sterke banden met de natuurlijke omgeving en een focus op duurzaamheid. De algemene kenmerken van het inheemse ras Ramo Grande worden beïnvloed door de natuurlijke omstandigheden in de archipel en door de traditionele manier van omgaan met deze dieren. Deze dieren werden altijd al om drie redenen gehouden: als trekdieren en voor hun vlees en melk. De veehouders gebruikten de Ramo Grande-stieren om gedurende een of twee dekseizoenen de koeien te dekken, waarna ze gecastreerd werden en getraind tot ploeg- en trekdieren. Ze zouden in deze behoeften voorzien en ook geleidelijk vlees en melk leveren, essentieel voor het voedingspatroon van de veehouders. Veehouders brachten veel tijd door in de onmiddellijke nabijheid van hun dieren omdat ze aan veehouderij deden om in hun levensonderhoud te voorzien. De extensieve veehouderij en de specifieke deskundigheid van de landbouwers (op het gebied van de voeding en het beheer van de veestapel) zorgden voor uitstekende levensomstandigheden voor de dieren. Dit heeft ertoe bijgedragen dat de kwaliteit van de verkregen producten zo onderscheidend is. Wat betreft hun belangrijkste taak (als trekdieren) is er altijd veel menselijk contact geweest met deze dieren, aangezien zij moesten worden getraind om hun taken uit te voeren. Ze gaven blijk van een grote bereidheid om te leren en waren zeer mak, met name ten aanzien van hun eigenaren, die er alles aan deden om ervoor te zorgen dat zij in overeenstemming met hun inspanningen werden gevoederd en om hen te beschermen tegen de kou en andere slechte weersomstandigheden. Ze werden meestal op stal gezet in “atafonas” (molens), “palheiros” (strozolders) en “lojas” (werkplaatsen) bij mensen thuis, aangezien zij warmte leverden tijdens de koudste perioden van het jaar. Dit betekende dat ze in de onmiddellijke nabijheid van mensen werden gehouden en dat deze genegenheid voor de dieren van generatie op generatie werd overgedragen. Tegenwoordig zijn er culturele evenementen (optochten, wedstrijden en volkstentoonstellingen, vaak met een band met religieuze rituelen ter ere van de Heilige Geest) die de fokkers van deze runderen samenbrengen, de banden versterken en mensen bij elkaar brengen die waardering hebben voor en trots zijn op het fokken van deze dieren. Het is belangrijk om op te merken dat, hoewel het gemiddeld aantal runderen per bedrijf laag is, hun voortbestaan bewijs is van het bestaan van een sterke emotionele band met deze dieren.

De kenmerken van “Carne Ramo Grande” op het gebied van smaak, malsheid en sappigheid zijn het gevolg van de manier waarop de dieren worden gehouden. De bodem- en klimaatomstandigheden op de Azoren, in combinatie met de bijzondere foktechniek en het makke karakter van de dieren, zorgen ervoor dat zij het hele jaar door kunnen grazen.

Het vlees is vaak intenser van kleur, aangezien het vlees afkomstig is van dieren die in een beweidingssysteem worden gehouden dat hen in staat stelt zich vrij op de weides en tussen verschillende percelen te bewegen. Afhankelijk van de leeftijdscategorie van het dier varieert de kleur van het vlees “Carne Ramo Grande” van een lichtrood bij jonge dieren tot een felrood naarmate het dier ouder wordt. De kleur van het vet varieert ook afhankelijk van de leeftijd, van wit bij jonge dieren tot meer geelachtig bij de ossen en de volwassen runderen (stieren en koeien).

Het klimaat (zeer geschikt voor de veehouderij) en de bodem (vruchtbaar en gemakkelijk te bewerken) zorgen voor een goede weidegrond. Hierdoor konden de runderen die naar de Azoren werden gebracht toen die voor het eerst werden ontdekt, zich aanpassen, ontwikkelen en de onderscheidende genetische kenmerken verwerven die het ras Ramo Grande vandaag typeren.

Ramo Grande-fokkers zijn de hoeders van een uniek genetisch erfgoed dat zij gedurende meerdere generaties en vaak in moeilijke omstandigheden hebben behouden, als erfenis van hun voorouders. Zij hebben zich er altijd toe gewijd om dit erfgoed in stand te houden en zij hebben de rundveestapel altijd beschouwd als onderdeel van hun familie in ruime zin. Tijdens de traditionele feestdagen op de verschillende eilanden van de Azoren, in het bijzonder degene die gewijd zijn aan de Heilige Geest, is het vlees van deze dieren altijd het favoriete ingrediënt voor de kenmerkende gerechten van deze feesten. Ze combineren expertise en traditionele recepten van elk van de eilanden en zelfs van dorp tot dorp, die van generatie op generatie zijn doorgegeven om de smaken en aroma’s die kenmerkend zijn voor het vlees van dit ras naar voren te halen.

Dit vee is belangrijk in de archipel van de Azoren, voor de manier waarop het nog steeds wordt gebruikt in de traditionele veehouderij en op volksfeesten en vanwege het belang voor de gerechten die zowel aan de plaatselijke bevolking als aan de bezoekers worden geserveerd.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://tradicional.dgadr.gov.pt/images/prod_imagens/carne/docs/CE_Carne_Ramo_Grande_DOP.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.