ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
64e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2021/C 63/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10076 — Cinven/Raffles/Miller) ( 1 ) |
|
2021/C 63/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9410 — Saudi Aramco/SABIC) ( 1 ) |
|
2021/C 63/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9771 — Hitachi/Honda/HIAMS/Keihin/Showa/Nissin Kogyo) ( 1 ) |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2021/C 63/04 |
||
2021/C 63/05 |
||
|
Europese Commissie |
|
2021/C 63/06 |
||
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2021/C 63/07 |
||
2021/C 63/08 |
|
V Bekendmakingen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2021/C 63/09 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10160 – Mitsubishi Corporation/Nippon Telegraph And Telephone Corporation/Industry One JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2021/C 63/10 |
||
2021/C 63/11 |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.10076 — Cinven/Raffles/Miller)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 63/01)
Op 12 februari 2021 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32021M10076. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9410 — Saudi Aramco/SABIC)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 63/02)
Op 27 februari 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M9410. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9771 — Hitachi/Honda/HIAMS/Keihin/Showa/Nissin Kogyo)
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 63/03)
Op 7 augustus 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M9771. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/4 |
Kennisgeving aan de personen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2017/2074 van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/276 van de Raad, en in Verordening (EU) 2017/2063 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/275 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela
(2021/C 63/04)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die worden genoemd in bijlage I bij Besluit (GBVB) 2017/2074 van de Raad (1), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/276 van de Raad (2), en in bijlage IV bij Verordening (EU) 2017/2063 van de Raad (3), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/275 van de Raad (4), betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen die in de bovengenoemde bijlagen voorkomen, moeten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2017/2074 en Verordening (EU) 2017/2063 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela. De redenen voor de opneming van de betrokken personen staan in de desbetreffende vermeldingen in die bijlagen.
Tevens worden de betrokkenen erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (of lidstaten), vermeld op de websites in bijlage III bij Verordening (EU) 2017/2063 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela, om een machtiging tot gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen te verkrijgen (zie artikel 9 van de verordening).
De betrokkenen kunnen vóór 16 juli 2021, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek tot de Raad richten om het besluit hen op bovengenoemde lijsten te plaatsen, te heroverwegen:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu
Met ontvangen opmerkingen zal rekening worden gehouden in het kader van de regelmatige evaluatie door de Raad, overeenkomstig artikel 13 van Besluit (GBVB) 2017/2074 en artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2063.
Tevens worden de betrokkenen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 295 van 14.11.2017, blz. 60.
(2) PB L 60 I van 22.2.2021, blz. 9.
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/6 |
Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2017/2074/GBVB van de Raad en Verordening (EU) 2017/2063 van de Raad betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela van toepassing zijn
(2021/C 63/05)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1).
De rechtsgrondslag voor deze verwerking is Besluit (GBVB) 2017/2074 van de Raad (2), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/276 (3), en Verordening (EU) 2017/2063 van de Raad (4), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/275 (5) van de Raad.
De verantwoordelijke voor de verwerking is de afdeling RELEX.1.C. in het directoraat-generaal Buitenlandse Betrekkingen — Relex van het secretariaat-generaal van de Raad (SGR), waarmee contact kan worden opgenomen op het volgende adres:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu
De functionaris voor gegevensbescherming van het SGR is bereikbaar op het volgende adres:
Functionaris voor gegevensbescherming
data.protection@consilium.europa.eu
Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn in overeenstemming met Besluit (GBVB) 2017/2074, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2021/276, en Verordening (EU) 2017/2063, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/275.
De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in Besluit (GBVB) 2017/2074 van de Raad en Verordening (EU) 2017/2063 van de Raad.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokkene, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden uitgewisseld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725, worden de rechten van de betrokkenen, waaronder het recht van toegang, het recht op rectificatie en het recht van bezwaar, uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn of totdat de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.
Onverminderd een eventuele voorziening in rechte, een administratief beroep of een buitengerechtelijk beroep kunnen betrokkenen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een klacht indienen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 (edps@edps.europa.eu).
(1) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.
(2) PB L 295 van 14.11.2017, blz. 60.
(3) PB L 60 I van 22.2.2021, blz. 9.
Europese Commissie
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/8 |
Wisselkoersen van de euro (1)
22 februari 2021
(2021/C 63/06)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2133 |
JPY |
Japanse yen |
128,00 |
DKK |
Deense kroon |
7,4365 |
GBP |
Pond sterling |
0,86530 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,0315 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,0888 |
ISK |
IJslandse kroon |
155,60 |
NOK |
Noorse kroon |
10,3185 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,954 |
HUF |
Hongaarse forint |
359,09 |
PLN |
Poolse zloty |
4,4982 |
RON |
Roemeense leu |
4,8758 |
TRY |
Turkse lira |
8,5684 |
AUD |
Australische dollar |
1,5392 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5328 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,4070 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6583 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,6058 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 350,83 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
18,0732 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,8447 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,5714 |
IDR |
Indonesische roepia |
17 197,50 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,9048 |
PHP |
Filipijnse peso |
59,112 |
RUB |
Russische roebel |
90,9800 |
THB |
Thaise baht |
36,448 |
BRL |
Braziliaanse real |
6,6843 |
MXN |
Mexicaanse peso |
25,2189 |
INR |
Indiase roepie |
87,9720 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/9 |
Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen
(2021/C 63/07)
Kennisgeving van een concessieaanvraag voor de prospectie, exploratie en winning van methaan in steenkoolafzettingen
AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG
1. |
Artikel 49ec, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2020, punt 1064, als gewijzigd) |
2. |
Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; Speciale editie in het Pools: Hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262) |
AFDELING II: EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN
Naam: Ministerie van Klimaat en Milieu
Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warschau, Polen
Tel. +48 223692449
Fax +48 223692460
Website: www.gov.pl/web/klimat
AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE
1) Informatie over de indiening van concessieaanvragen
Bij de uitbestedende autoriteit is een concessieaanvraag ingediend voor de prospectie, exploratie en winning van methaan dat zich in de steenkoolafzetting van Krupiński bevindt.
2) Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend
De prospectie, exploratie en winning van methaan dat zich in de steenkoofafzetting van Krupiński bevindt.
3) Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd
Het gebied wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-2000/6-coördinatenstelsel lopen:
Nr. |
X [PL-2000/6] |
Y [PL-2000/6] |
1 |
5548269 |
6553223 |
2 |
5547423 |
6552310 |
3 |
5546096 |
6552307 |
4 |
5544834 |
6552302 |
5 |
5543896 |
6554410 |
6 |
5544330 |
6556108 |
7 |
5544532 |
6558691 |
8 |
5544724 |
6561156 |
9 |
5547657 |
6561968 |
10 |
5547652 |
6559111 |
11 |
5548334 |
6558744 |
De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 33,78 km2.
Administratieve locatie:
Provincie: Śląskie;
Districten: Pszczyna, Mikołów, Żory;
Gemeenten: Suszec, Orzesze, Żory
4) De uiterste datum voor de indiening van concessieaanvragen door andere entiteiten die geïnteresseerd zijn in de activiteit waarvoor de concessie zal worden verleend, is niet minder dan 90 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie
De concessieaanvragen moeten uiterlijk om 12:00 uur ’s middags Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend bij het ministerie van Klimaat en Milieu, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.
5) Beoordelingscriteria voor concessieaanvragen en specificatie van de weging daarvan, vastgesteld overeenkomstig artikel 49k, leden 1, 1bis en 3, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek
Aanvragen zullen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
30 % — |
toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties; |
20 % — |
toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen. |
20 % — |
financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering; |
20 % — |
de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties; |
5 % — |
technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die actief zijn op het gebied van onderzoek naar de geologie van Polen, en analyse-instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, die rekening houden met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en die kunnen worden toegepast in die omstandigheden, welke instellingen zijn opgenomen in de lijst van wetenschappelijke instellingen waarnaar wordt verwezen in artikel 49ka(1) van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek); |
5 % — |
ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming. |
Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.
AFDELING IV: AANVULLENDE INFORMATIE
IV.1) Aanvragen moeten naar het volgende adres worden gestuurd
Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu] |
Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [Departement Geologie en mijnbouwconcessies] |
ul. Wawelska 52/54 |
00-922 Warschau |
Polen |
IV.2) Nadere information verkrijgbaar op
— |
de website van het Ministerie van Klimaat en Milieu: https://www.gov.pl/web/klimat |
— |
Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [Departement Geologie en mijnbouwconcessies] |
Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu] |
ul. Wawelska 52/54 |
00-922 Warschau |
Polen |
Tel. +48 225792449 |
Fax +48 225792460 |
E-mail: sekretariat.dgk@klimat.gov.pl |
IV.3) Besluit over de kwalificatie
Concessieaanvragen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek.
IV.4) Minimumbedrag voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik
Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied Krupiński gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 7 740,69 PLN (zevenduizend zevenhonderdveertig zloty en negenenzestig grosz) per jaar. De jaarlijkse vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik met het oog op de prospectie en exploratie van delfstoffen wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, cumulatief vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van de overeenkomst tot het jaar voorafgaande aan de datum van betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad (Monitor Polski).
IV.5) Gunning van de concessie en vaststelling van het vruchtgebruik voor de mijnbouw
De uitbestedende autoriteit zal, nadat zij de adviezen of overeenkomsten heeft ontvangen die op grond van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek zijn vereist, concessies verlenen voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen:
1) |
aan de entiteit waarvan de concessieaanvraag de hoogste score heeft gekregen, of |
2) |
wanneer een concessieaanvraag die door verschillende entiteiten tegelijk is ingediend, de hoogste score krijgt, aan de partijen bij de samenwerkingsovereenkomst – zodra die overeenkomst bij de uitbestedende autoriteit is ingediend |
— en zij zal tegelijkertijd geen concessies verlenen aan andere entiteiten (artikel 49ee, lid 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek).
De uitbestedende autoriteit zal een contract betreffende het vruchtgebruik voor de mijnbouw sluiten met de entiteit waarvan de concessieaanvraag de hoogste score heeft gekregen en, wanneer een concessieaanvraag die door verschillende entiteiten gezamenlijk is ingediend de hoogste score krijgt, met alle entiteiten die de gezamenlijke aanvraag hebben ingediend (artikel 49ee, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek). Om activiteiten in verband met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen in Polen te kunnen uitvoeren, moet een marktdeelnemer over zowel het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw als een concessie beschikken.
IV.6) Vereisten waaraan concessieaanvragen moeten voldoen en vereiste documenten van aanvragers
In artikel 49eb van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek is vastgesteld uit welke delen de concessieaanvraag moet bestaan.
Met het oog op de geologische werkzaamheden (geologisch doel) moet de leeftijd van de geologische formaties waarin de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd, worden aangegeven.
IV.7) Minimumcategorie voor de exploratie van bronnen
Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor methaan in de steenkoolafzetting in Krupiński.
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/13 |
Kennisgeving van de regering van de Republiek Polen in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen
(2021/C 63/08)
Kennisgeving van een concessieaanvraag voor de prospectie, exploratie en winning van methaan in steenkoolafzettingen
AFDELING I: RECHTSGRONDSLAG
1. |
Artikel 49ec, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek van 9 juni 2011 (Pools Wettenblad (Dziennik Ustaw) 2020, punt 1064, als gewijzigd). |
2. |
Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3; speciale editie in het Pools: hoofdstuk 6, deel 2, blz. 262). |
AFDELING II: EENHEID OPENBARE AANBESTEDINGEN
Naam: Ministerie van Klimaat en Milieu
Postadres: ul. Wawelska 52/54, 00-922 Warschau, Polen
Tel. +48 223692449
Fax +48 223692460
Website: http://www.gov.pl/web/klimat
AFDELING III: ONDERWERP VAN DE PROCEDURE
1. Informatie over de indiening van concessieaanvragen
Bij de uitbestedende autoriteit is een concessieaanvraag ingediend voor de prospectie, exploratie en winning van methaan dat zich in de steenkoolafzetting van Jas-Mos bevindt.
2. Soort activiteiten waarvoor de concessie zal worden verleend
De prospectie, exploratie en winning van methaan dat zich in de steenkoofafzetting van Jas-Mos bevindt.
3. Gebied waarbinnen de activiteiten moeten worden uitgevoerd
Het gebied wordt begrensd door de lijnen die door de punten met de volgende coördinaten in het PL-2000/6-coördinatenstelsel lopen:
Nr. |
X [PL-2000/6] |
Y [PL-2000/6] |
1 |
5 536 021,32 |
6 541 599,24 |
2 |
5 536 558,88 |
6 541 614,10 |
3 |
5 537 123,00 |
6 541 257,54 |
4 |
5 536 937,85 |
6 540 832,48 |
5 |
5 536 889,97 |
6 540 853,30 |
6 |
5 536 857,82 |
6 540 842,38 |
7 |
5 536 672,54 |
6 540 402,22 |
8 |
5 536 654,73 |
6 540 390,81 |
9 |
5 536 617,85 |
6 540 406,48 |
10 |
5 536 596,72 |
6 540 359,50 |
11 |
5 536 710,14 |
6 540 308,77 |
12 |
5 536 700,32 |
6 540 285,37 |
13 |
5 536 821,30 |
6 540 233,02 |
14 |
5 536 855,67 |
6 540 314,32 |
15 |
5 536 777,70 |
6 540 345,10 |
16 |
5 536 765,18 |
6 540 384,35 |
17 |
5 536 786,60 |
6 540 435,22 |
18 |
5 536 828,43 |
6 540 399,77 |
19 |
5 536 855,98 |
6 540 463,42 |
20 |
5 536 845,34 |
6 540 468,68 |
21 |
5 536 823,44 |
6 540 418,19 |
22 |
5 536 791,03 |
6 540 445,77 |
23 |
5 536 800,48 |
6 540 468,19 |
24 |
5 536 832,42 |
6 540 454,64 |
25 |
5 536 836,93 |
6 540 464,72 |
26 |
5 536 804,67 |
6 540 478,17 |
27 |
5 536 846,33 |
6 540 577,14 |
28 |
5 536 954,39 |
6 540 628,96 |
29 |
5 536 919,15 |
6 540 547,91 |
30 |
5 536 967,59 |
6 540 530,57 |
31 |
5 536 931,84 |
6 540 448,93 |
32 |
5 536 869,18 |
6 540 311,27 |
33 |
5 536 884,46 |
6 540 271,83 |
34 |
5 536 926,15 |
6 540 253,69 |
35 |
5 537 012,01 |
6 540 216,13 |
36 |
5 537 105,17 |
6 540 174,35 |
37 |
5 537 297,63 |
6 540 604,98 |
38 |
5 537 902,09 |
6 540 838,70 |
39 |
5 539 062,86 |
6 540 393,09 |
40 |
5 538 810,40 |
6 540 164,50 |
41 |
5 536 854,62 |
6 538 222,58 |
42 |
5 536 182,45 |
6 537 555,02 |
43 |
5 534 963,32 |
6 537 566,01 |
44 |
5 533 784,92 |
6 539 829,49 |
45 |
5 536 110,36 |
6 541 152,15 |
46 |
5 537 119,78 |
6 541 208,12 |
47 |
5 537 038,81 |
6 540 808,24 |
48 |
5 537 020,55 |
6 540 796,52 |
49 |
5 536 953,20 |
6 540 825,81 |
50 |
5 536 974,37 |
6 540 674,89 |
51 |
5 536 965,83 |
6 540 655,25 |
52 |
5 536 857,33 |
6 540 603,27 |
53 |
5 536 868,72 |
6 540 630,32 |
54 |
5 536 900,91 |
6 540 705,80 |
De oppervlakte van de verticale projectie van het bovengenoemde gebied is 11,152 km2.
Administratieve locatie:
Provincie Śląskie
Districten: de steden met de status van district Jastrzębie-Zdrój, Wodzisław
Gemeenten: Jastrzębie-Zdrój, Mszana
4. De uiterste datum voor de indiening van concessieaanvragen door andere entiteiten die geïnteresseerd zijn in de activiteit waarvoor de concessie zal worden verleend, is niet minder dan 90 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie
De concessieaanvragen moeten uiterlijk om 12.00 uur ’s middags Midden-Europese tijd (MET/MEZT) worden ingediend bij het Ministerie van Klimaat en Milieu, binnen een termijn van 180 dagen te rekenen vanaf de dag na de datum van de bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.
5. Beoordelingscriteria voor concessieaanvragen en specificatie van de weging daarvan, vastgesteld overeenkomstig artikel 49k, leden 1, 1 bis en 3, van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek
Aanvragen zullen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
30 % |
– |
toepassingsgebied en planning van de geologische werkzaamheden, met inbegrip van de voorgestelde geologische of mijnbouwoperaties; |
20 % |
– |
toepassingsgebied en planning van de verplichte verzameling van monsters die tijdens de geologische operaties worden verkregen, met inbegrip van boorkernen. |
20 % |
– |
financiële capaciteiten die een adequate garantie bieden dat de activiteiten in verband met, respectievelijk, de prospectie en de exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, zullen worden uitgevoerd, en met name de bronnen en methoden voor de financiering van de geplande activiteiten, met inbegrip van het aandeel eigen middelen en externe financiering; |
20 % |
– |
de voorgestelde technologie voor het uitvoeren van geologische werkzaamheden, waaronder geologische of mijnbouwoperaties; |
5 % |
– |
technische capaciteiten voor, respectievelijk, de prospectie en exploratie van de koolwaterstofbronnen, enerzijds, en de winning van koolwaterstoffen, anderzijds, en met name de beschikbaarheid van het juiste potentieel op technisch, organisatorisch, logistiek en personeelsgebied; (inclusief 2 % voor samenwerking betreffende de ontwikkeling en uitvoering van innovatieve oplossingen voor de prospectie, exploratie en winning van koolwaterstoffen met wetenschappelijke instellingen die actief zijn op het gebied van onderzoek naar de geologie van Polen, en analyse-instrumenten, -technologieën en -methoden voor de prospectie van koolwaterstofbronnen, die rekening houden met de specifieke kenmerken van de Poolse geologische omstandigheden en die kunnen worden toegepast in die omstandigheden, welke instellingen zijn opgenomen in de lijst van wetenschappelijke instellingen waarnaar wordt verwezen in artikel 49ka(1) van de Wet Mijnbouw en Geologisch Onderzoek); |
5 % |
– |
ervaring met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen of de winning van koolwaterstoffen, het garanderen van veilig werken, de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, en milieubescherming. |
Als, na evaluatie van de aanvragen op basis van de bovengenoemde criteria, twee of meer inschrijvingen dezelfde score krijgen, wordt het bedrag van de vergoeding voor de totstandbrenging van het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw dat tijdens de prospectie- en exploratiefase moet worden betaald, gebruikt als aanvullend criterium dat een uiteindelijke keuze tussen de betrokken inschrijvingen mogelijk maakt.
AFDELING IV: AANVULLENDE INFORMATIE
IV.1) Aanvragen moeten naar het volgende adres worden gestuurd
Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu] |
Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [Departement Geologie en Mijnbouwconcessies] |
ul. Wawelska 52/54 |
00-922 Warschau |
Polen |
IV.2) Nadere information verkrijgbaar op
— |
de website van het Ministerie van Klimaat en Milieu: https://www.gov.pl/web/klimat |
— |
Departament Geologii i Koncesji Geologicznych [Departement Geologie en Mijnbouwconcessies] |
Ministerstwo Klimatu i Środowiska [Ministerie van Klimaat en Milieu] |
ul. Wawelska 52/54 |
00-922 Warschau |
Polen |
Tel. +48 225792449
Fax +48 225792460
E-mail: sekretariat.dgk@klimat.gov.pl
IV.3) Besluit over de kwalificatie
Concessieaanvragen kunnen worden ingediend door entiteiten ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven waarin wordt bevestigd dat zij de kwalificatieprocedure met positief resultaat hebben doorstaan, zoals bepaald in artikel 49a, lid 16, punt 17, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek.
IV.4) Minimumbedrag voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik
Het minimumbedrag van de vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik voor het gebied Jas-Mos gedurende de basisperiode van vijf jaar bedraagt 6 000,00 PLN (zesduizend zloty) per jaar. De jaarlijkse vergoeding voor de vaststelling van het recht van vruchtgebruik met het oog op de prospectie en exploratie van delfstoffen wordt geïndexeerd op grond van gemiddelde consumptieprijsindexen op jaarbasis, cumulatief vastgesteld voor de periode vanaf de sluiting van de overeenkomst tot het jaar voorafgaande aan de datum van betaling van de vergoeding, als aangekondigd door de voorzitter van het Centraal Bureau voor de Statistiek in het Pools Staatsblad Monitor Polski.
IV.5) Gunning van de concessie en vaststelling van het vruchtgebruik voor de mijnbouw
De uitbestedende autoriteit zal, nadat zij de adviezen of overeenkomsten heeft ontvangen die op grond van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek zijn vereist, concessies verlenen voor de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen:
1. |
aan de entiteit waarvan de concessieaanvraag de hoogste score heeft gekregen, of |
2. |
wanneer een concessieaanvraag die door verschillende entiteiten tegelijk is ingediend, de hoogste score krijgt, aan de partijen bij de samenwerkingsovereenkomst — zodra die overeenkomst bij de uitbestedende autoriteit is ingediend |
— en zij zal tegelijkertijd geen concessies verlenen aan andere entiteiten (artikel 49ee, lid 1, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek).
De uitbestedende autoriteit zal een contract betreffende het vruchtgebruik voor de mijnbouw sluiten met de entiteit waarvan de concessieaanvraag de hoogste score heeft gekregen en, wanneer een concessieaanvraag die door verschillende entiteiten gezamenlijk is ingediend de hoogste score krijgt, met alle entiteiten die de gezamenlijke aanvraag hebben ingediend (artikel 49ee, lid 2, van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek). Om activiteiten in verband met de prospectie en exploratie van koolwaterstofbronnen en de winning van koolwaterstoffen in Polen te kunnen uitvoeren, moet een marktdeelnemer over zowel het recht van vruchtgebruik voor de mijnbouw als een concessie beschikken.
IV.6) Vereisten waaraan concessieaanvragen moeten voldoen en vereiste documenten van aanvragers
In artikel 49eb van de Wet Mijnbouw en Geologisch onderzoek is vastgesteld uit welke delen de concessieaanvraag moet bestaan.
Met het oog op de geologische werkzaamheden (geologisch doel) moet de leeftijd van de geologische formaties waarin de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd, worden aangegeven.
IV.7) Minimumcategorie voor de exploratie van bronnen
Categorie C is de minimale exploratiecategorie voor methaan in de steenkoolafzetting in Jas-Mos.
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/18 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10160 – Mitsubishi Corporation/Nippon Telegraph And Telephone Corporation/Industry One JV)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2021/C 63/09)
1.
Op 16 februari 2021 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Mitsubishi Corporation (“MC”, Japan); |
— |
Nippon Telegraph and Telephone Corporation (“NTT”, Japan); |
— |
Industry One, Inc. (“Industry One” of de “JV”, Japan), een nieuw opgerichte joint venture. |
MC en NTT zullen een volwaardige joint venture oprichten die onder gezamenlijke zeggenschap staat in de zin van artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
MC: wereldwijd geïntegreerde handelsonderneming die ondernemingen ontwikkelt en beheert in verschillende bedrijfstakken, waaronder aardgas, industriële materialen, petroleum en chemicaliën, en minerale bronnen; |
— |
NTT: aanbieder van telecommunicatiediensten die zich hoofdzakelijk toelegt op de volgende bedrijfssegmenten: mobiele communicatie, regionale communicatie, langeafstands- en internationale communicatie, datacommunicatie en andere zaken; |
— |
Industry One: aanbieder van IT-adviesverlening en platformdiensten in Japan. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10160 – Mitsubishi Corporation/Nippon Telegraph And Telephone Corporation/Industry One JV
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/20 |
Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie
(2021/C 63/10)
Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).
MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING
“TERRE ALFIERI”
PDO-IT-A1241-AM02
Datum van mededeling: 24 november 2020
BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING
1. Benaming en wijnen — Traditionele aanduidingen
a) |
In Italië is de status van gecontroleerde en gegarandeerde oorsprongsbenaming (“denominazione di origine controllata e garantita” — DOCG) voorbehouden voor wijnen die overeenkomstig de geldende wetgeving al ten minste zeven jaar de status “gecontroleerde oorsprongsbenaming” (DOC) hebben en die door hun intrinsieke kwaliteitskenmerken (in vergelijking met soortgelijke wijnen en als gevolg van de traditionele natuurlijke, menselijke en historische factoren) en de commerciële reputatie die zij hebben verworven, van bijzonder belang worden geacht. Elf jaar na de eerste toekenning van de beschermde status mogen de wijnen met de BOB “Terre Alfieri” nu dus de Italiaanse traditionele aanduiding DOCG dragen, als vertegenwoordiging van de reputatie en waardering die deze wijnen zowel nationaal als internationaal hebben verworven. Deze wijziging betreft punt 1.3, onder a) (Overige informatie — Traditionele aanduidingen), van het enig document en de artikelen van het productdossier met de vermelding “beschermde oorsprongsbenaming”, die wordt vervangen door “gecontroleerde en gegarandeerde oorsprongsbenaming”. |
b) |
De aanduidingen “Superiore” en “Riserva” mogen vanaf nu worden gebruikt voor de bestaande producttypen van categorie 1 (Wijn). Door de klimaatverandering, die leidt tot langere zomers en hogere temperaturen, krijgen de druiven een hoger suikergehalte en een groter potentieel alcoholgehalte, hetgeen de resulterende wijnen geschikter maakt voor de rijping. Het doel van deze wijziging was dan ook om de nadruk te leggen op de productie van wijnen met een hoger alcoholgehalte en wijnen die traditioneel worden gerijpt, om het werkelijke profiel van de wijnen met de BOB “Terre Alfieri” beter weer te geven door het assortiment producten uit te breiden en de markt meer keuzemogelijkheden te bieden. Deze wijzigingen betreffen punt 1.3, onder b) (Overige informatie — Traditionele aanduidingen), van het enig document en de artikelen 1 tot en met 6 van het productdossier. |
2. Beschrijving van de wijn(en)
a) |
Beschrijvingen zijn toegevoegd voor de typen “Terre Alfieri” Arneis Superiore, “Terre Alfieri” Nebbiolo Superiore en “Terre Alfieri” Nebbiolo Riserva, met inbegrip van wijnen met de vermelding vigna, gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam. De toevoeging van deze typen is bedoeld om de wijnen van deze BOB die beschikken over superieure analytische parameters (zoals een hoger alcohol- en/of extractgehalte) en zeer geschikt zijn voor rijping te differentiëren, en met name de rode wijnen, die niet alleen kwaliteiten van de gebruikte druiven kunnen vertonen, maar ook aroma’s die verwekt zijn door de blootstelling aan houten vaten. |
b) |
Voor alle typen is een zuurgraad bij consumptie van ten minste 4,5 gram per liter vastgesteld in plaats van 5 gram per liter. Redenen: De klimaatverandering leidt tot een eerdere rijping en een fysiologische verlaging van de totale zuurgraad van de druiven. Op basis van waarnemingen tijdens de productie van de BOB-wijnen wordt het daarom passend geacht deze parameter voor alle typen te actualiseren tot minimaal 4,5 gram per liter. Deze wijzigingen hebben betrekking op punt 4 van het enig document (Beschrijving van de wijn(en)) en artikel 6 van het productdossier. |
3. Maximumopbrengsten
Voor de nieuwe typen “Terre Alfieri” Arneis Superiore en “Terre Alfieri” Nebbiolo Superiore en Riserva zijn maximumopbrengsten vastgesteld.
De maximumopbrengst per hectare die voor de Superiore is bepaald, bedraagt één ton minder dan die welke voor de basistypen is vastgesteld, teneinde de geproduceerde wijnen kwalitatief beter te maken, gekenmerkt door een hoger alcohol- en extractgehalte.
Deze wijziging betreft punt 5, onder b), van het enig document (Maximumopbrengsten) en artikel 4 van het productdossier.
4. Voorschriften voor de wijnbouw
Het natuurlijke alcoholvolumegehalte van het type “Terre Alfieri” Arneis is verhoogd in het licht van de klimaatverandering en de in de wijngaarden gedane analysen van het natuurlijke alcoholvolumegehalte van de druiven die bestemd zijn voor de productie ervan. Het werd noodzakelijk geacht deze analytische parameter bij te werken van 11,00 % vol naar 11,50 % vol.
Deze wijziging betreft artikel 4 van het productdossier.
5. Voorschriften voor de wijnbereiding
a) |
De regel dat wijnen pas na vier maanden mogen worden verkocht, te rekenen vanaf 1 november van het jaar waarin de druiven zijn geoogst, is geschrapt voor het basistype “Terre Alfieri” Arneis aangezien de producenten dat als een commercieel nadeel beschouwen. |
b) |
Voor de nieuwe categorieën zijn minimale verplichte rijpingsperioden vastgesteld: 6 maanden voor “Terre Alfieri” Arneis Superiore; 12 maanden voor “Terre Alfieri” Nebbiolo Superiore, waarvan 6 maanden in houten vaten, en ten minste 24 maanden voor “Terre Alfieri” Nebbiolo Riserva, waarvan ten minste 12 maanden in houten vaten. Voor deze typen is ook bepaald dat de rijping begint op 1 november van het jaar waarin de druiven zijn geoogst. Deze wijzigingen betreffen artikel 5 van het productdossier. |
6. Productiegebied van de druiven — Redactionele wijzigingen
Omwille van de duidelijkheid werd het noodzakelijk geacht de precieze afbakening van het productiegebied zoals beschreven in het productdossier (Productiegebied van de druiven) in het enig document op te nemen. Het betreft een redactionele wijziging die de afbakening van het productiegebied ongewijzigd laat.
Deze wijziging heeft betrekking op punt 6 van het enig document (Afgebakend geografisch gebied).
7. Aanvullende voorwaarden — Redactionele wijzigingen
Afwijkingen van de vereiste dat de productie en botteling in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden, zijn toegevoegd aan de rubriek “Andere essentiële voorwaarden” van het enig document. Deze voorwaarden stonden sinds de erkenning van “Terre Alfieri” als BOB (in 2009) reeds in het productdossier, maar waren als gevolg van een fout niet opgenomen in het enig document. Het betreft derhalve een redactionele wijziging.
Deze wijziging betreft punt 9 van het enig document (Andere essentiële voorwaarden), maar is niet van invloed op het productdossier.
8. Andere redactionele wijzigingen
Omdat de volgende bepaling niet langer voldoet aan de geldende wetgeving is die uit artikel 6 van het productdossier geschrapt: “Het Ministerie van Landbouw, Voedselvoorziening en Bosbouw kan, bij zijn eigen besluit, de grenswaarden voor de totale zuurgraad en het suikervrij extract wijzigen.”
— |
Sommige verwijzingen naar de wetgeving in het productdossier zijn bijgewerkt. |
— |
De rubriek “Overige informatie — Contactgegevens” van het enig document is bijgewerkt met betrekking tot de punten 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.5. |
ENIG DOCUMENT
1. Naam van het product
Terre Alfieri
2. Type geografische aanduiding
BOB — beschermde oorsprongsbenaming
3. Categorieën wijnbouwproducten
1 |
— Wijn |
4. Beschrijving van de wijn(en)
“Terre Alfieri” Arneis
Kleur: strogeel, min of meer intens, soms met gouden schakeringen.
Geur: delicaat, geurig en soms floraal.
Smaak: beendroog, met een aangenaam vleugje bitterheid.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 12,00 %, ook voor wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Minimaal suikervrij extract: 16,0 gram per liter, ook voor wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
“Terre Alfieri” Arneis Superiore
“Terre Alfieri” Arneis Superiore, inclusief wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam
Kleur: strogeel, min of meer intens, soms met gouden schakeringen.
Geur: delicaat, geurig en soms floraal.
Smaak: beendroog, met een aangenaam vleugje bitterheid.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 12,50 %, ook voor wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Minimale totale zuurgraad 4,5 gram per liter.
Minimaal suikervrij extract: 17,0 gram per liter.
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
|
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
“Terre Alfieri” Nebbiolo
Kleur: robijnrood, bij rijping neigend naar granaatrood.
Geur: karakteristiek, delicaat, soms met een zweem van viooltjes.
Smaak: beendroog, vol, harmonieus.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 13,00 %, ook voor wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Minimale totale zuurgraad 4,5 gram per liter.
Minimaal suikervrij extract: 22,0 gram per liter; 23 gram per liter, ook voor wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
“Terre Alfieri” Nebbiolo Superiore
“Terre Alfieri” Nebbiolo Superiore, inclusief wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Kleur: robijnrood, bij rijping neigend naar granaatrood.
Geur: karakteristiek, delicaat, soms met een zweem van viooltjes.
Smaak: beendroog, vol, harmonieus.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 13,50 %, ook voor wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Minimale totale zuurgraad 4,5 gram per liter.
Minimaal suikervrij extract: 23,0 gram per liter.
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
“Terre Alfieri” Nebbiolo Riserva
Kleur: robijnrood, bij rijping neigend naar granaatrood.
Geur: karakteristiek, delicaat, soms met een zweem van viooltjes.
Smaak: beendroog, vol, harmonieus.
Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 13,50 %, ook voor wijnen met de vermelding vigna gevolgd door een plaatsnaam of wijngaardnaam.
Minimale totale zuurgraad 4,5 gram per liter.
Minimaal suikervrij extract: 23,0 gram per liter.
Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.
Algemene analytische kenmerken |
|
Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent) |
|
Minimale totale zuurgraad |
4,5 gram per liter, uitgedrukt in wijnsteenzuur |
Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter) |
|
Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter) |
|
5. Wijnbereidingsprocedés
a. Specifieke oenologische procedés
GEEN
b. Maximumopbrengsten
10 000 kilogram druiven per hectare
vigna
9 000 kilogram druiven per hectare
8 500 kilogram druiven per hectare
7 500 kilogram druiven per hectare
6. Afgebakend geografisch gebied
Het productiegebied voor druiven die geschikt zijn voor de bereiding van wijnen met de DOCG “Terre Alfieri” bestrijkt het hele grondgebied van de gemeenten Antignano, Celle Enomondo, Cisterna d’Asti, Revigliasco, San Damiano, San Martino Alfieri en Tigliole in de provincie Asti en delen van de gemeenten Castellinaldo, Govone, Magliano Alfieri en Priocca in de provincie Cuneo, als volgt afgebakend:
De grens begint waar de provincies Asti en Cuneo elkaar kruisen, tussen de gemeenten San Damiano, Govone en Priocca, te Bricco Genepreto in de gemeente Govone en volgt de weg naar Montebertola in zuidoostelijke richting tot de kruising met de gemeentelijke weg naar Craviano, waar ze doorloopt naar het oosten tot de begraafplaats van Govone. Vervolgens loops ze zuidoostwaarts door op de provinciale weg Govone-Priocca, langs San Pietro di Govone, en volgt die weg in zuidzuidoostelijke richting tot het kruispunt met provinciale weg nr. 2 (voorheen nr. 231) op het grondgebied van Priocca. De grens volgt de provinciale weg nr. 2 in zuidelijke richting naar het kruispunt met Via Pirio tot ze in zuidoostelijke richting in Madonnina overgaat in de provinciale weg Priocca/Magliano Alfieri. Van daaruit volgt ze de weg naar San Bernardo in Magliano Alfieri in zuidwestelijke richting op de provinciale weg Castellinaldo/Priocca/Magliano naar San Michele in de gemeente Castellinaldo. Op het kruispunt met de gemeentelijke weg van Leschea loopt deze zuidoostwaarts door tot de weg langs de gemeentelijke begraafplaats tot aan Santa Maria, nabij de kerk (hoogtelijn 196 m) in de gemeente Magliano Alfieri. Vervolgens loopt de grens zuidoostwaarts door op Via Moisa en zuidwaarts naar het dorp Borgata San Pietro (hoogtelijn 214 m), tot aan San Carlo della Serra, en verder tot aan de grens met de gemeente Castagnito. Vervolgend op die grens gaat het verder tot de kruising met de nationale weg nr. 231 Asti/Alba, op de snelweg noordwestwaarts naar Asti, tot de kruising met de rivier de Tanaro op het grondgebied van Govone. De grens volgt de rivier noordwaarts tot aan de grens van de provincies Asti en Cuneo tussen de gemeenten Govone en San Martino Alfieri.
7. Voornaamste wijndruivenras(sen)
Arneis B
Nebbiolo N
8. Beschrijving van het (de) verband(en)
“Terre Alfieri” DOC
De naam “Terre Alfieri” omvat het wijnbouwareaal van de “Comunità collinare” (“heuvelgemeenschap”) Colline Alfieri en van de unie van gemeenten “Roero fra Tanaro e Castelli”. Het betrokken wijnbouwgebied is een belangrijke troef van de plattelandstraditie en -cultuur van Asti: de traditionele wijnbouw die tot op heden nog bestaat en op de markt een uitstekende reputatie heeft.
Halsstarrig hebben de plaatselijke wijnbouwers de arneis voor de vergetelheid behoed en de teelt van nebbiolo in stand gehouden, waarmee zij een stukje plaatselijke geschiedenis aan de nieuwe generaties hebben doorgegeven.
9. Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)
Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Rechtskader:
EU-wetgeving
Type aanvullende voorwaarde:
Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
De procedés voor de bereiding van de wijnen met de DOCG “Terre Alfieri” moeten plaatsvinden in het productiegebied van de druiven. Deze activiteiten mogen ook worden verricht binnen het administratieve grondgebied van de provincies Asti en Cuneo, waartoe het productiegebied behoort.
Verpakking in het afgebakende gebied
Rechtskader:
Nationale wetgeving
Type aanvullende voorwaarde:
Verpakking in het afgebakende geografische gebied
Beschrijving van de voorwaarde:
De botteling van de wijnen met de DOCG “Terre Alfieri” moet plaatsvinden in het productiegebied van de druiven.
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie moet de botteling of het verpakken plaatsvinden in het bovengenoemde afgebakende geografische gebied om de kwaliteit te behouden, de oorsprong te waarborgen of de controle te verzekeren. De onderscheidende kenmerken en kwaliteiten die de wijnen met de BOB “Terre Alfieri” danken aan hun gebied van oorsprong worden beter beschermd door de wijn binnen het afgebakende gebied te bottelen, aangezien de producenten in dit gebied verantwoordelijk zijn voor de toepassing en handhaving van alle technische voorschriften inzake vervoer en botteling en over de nodige vakbekwaamheid beschikken. Het systeem van door de bevoegde instanties uitgevoerde controles van de marktdeelnemers in alle productiestadia (in het bijzonder tijdens de botteling) is daarom efficiënter in een beperkt gebied zoals dat van de BOB “Terre Alfieri”. Deze vereiste is een voordeel voor de marktdeelnemers, die zich bewust zijn van de risico’s en verantwoordelijk zijn voor het bewaken van de kwaliteit van de oorsprongsbenaming. Zo krijgen de consumenten zekerheid over de oorsprong en kwaliteit van de wijnen en hun overeenstemming met het productdossier, hetgeen het imago en de reputatie van de benaming ten goede komt.
Link naar het productdossier
https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/16194
23.2.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 63/27 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2021/C 63/11)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“Balatoni hal”
EU-nr.: PGI-HU-02470 — 25.5.2018
BOB ( ) BGA (X)
1. Naam/namen (van de BOB of de BGA)
“Balatoni hal”
2. Lidstaat of derde land
Hongarije
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.7: Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren.
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
“Balatoni hal” (Balatonvis) is de exclusieve naam van karper (Cyprinus carpio L. 1758) en snoekbaars (Sander lucioperca L. 1758) die leven, en vermeerderd en gekweekt worden in het Balatonmeer of in het stroomgebied van het Balatonmeer (nader te omschrijven in punt 4), en levend of verwerkt (vers, gekoeld of bevroren, meestal in stukken, zelden in filets) worden verkocht.
a)
De “Balatoni hal”-snoekbaars is een vis die behoort tot de soort snoekbaars (Sander lucioperca L.) van het geslacht baars en die uitsluitend leeft en/of wordt gekweekt in het in punt 4 omschreven geografische gebied (het stroomgebied van het Balatonmeer). Het is een van de meest gewilde en waardevolle vissen van Hongarije. Het vlees van de snoekbaars is wit, mager, graatloos en smakelijk, heeft een laag vetgehalte en is rijk aan eiwitten. Het vlees van de “Balatoni hal”-snoekbaars geldt als witter en smaakvoller dan het vlees van de riviersnoekbaars.
De kwaliteitsparameters van het vlees van de “Balatoni hal”-snoekbaars:
— |
watergehalte: 78,0-79,5 %; |
— |
eiwitgehalte: 19-20 %; |
— |
lipiden: 0,5-1,0 %. |
“Balatoni hal”: de minimummaat bij verkoop van de “Balatoni hal”-snoekbaars (levend, vers, gekoeld of bevroren) is 0,5 kg.
b)
De “Balatoni hal”-karper is een vis die behoort tot de soort karper (Cyprinus carpio L.) binnen de familie van de karperachtigen en die uitsluitend wordt gekweekt in het stroomgebied van het Balatonmeer en uitsluitend bestaat uit de door de staat erkende lokale rassen “Balatoni sudár” en “Varászlói tükrös”, die in het in punt 4 omschreven geografische gebied worden gekweekt.
Kenmerkende kwaliteitsparameters van het vlees van het ras “Balatoni sudár ponty” van de “Balatoni hal”-karper zijn OMMI (nationaal instituut voor landbouwkwaliteitscontrole) 2004, MgSzH (dienst Landbouw) 2011, Gorda en Borbély 2013):
— |
watergehalte: 74,1-77,4 %; |
— |
eiwitgehalte: 16,6-17,6 %; |
— |
lipiden: 4,2-8,0 %. |
Kenmerkende kwaliteitsparameters van het vlees van het ras “Varászlói tükrös ponty” van de “Balatoni hal”-karper zijn:
— |
watergehalte: 73,9-78,3 %; |
— |
eiwitgehalte: 16,8-17,7 %; |
— |
lipiden: 3,5-7,7 %. |
Het vlees van de “Balatoni hal”-karper is stevig met een vlokkige structuur.
De minimummaat bij verkoop van de “Balatoni hal”-karper (levend, vers, gekoeld of bevroren) is 1,5 kg (idealiter 1,5-3 kg).
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
In het geografische gebied is het gebruik van meststoffen om de productieopbrengst te verhogen verboden. De voeding van de “Balatoni hal”-snoekbaars is bijzonder omdat de jonge vissen zich voeden met dierlijke plankton en zich pas na het bereiken van een lichaamslengte van 12-15 cm gaan voeden met vissen, wat relatief laat is in vergelijking met andere roofvissen. De beschikbare voederbronnen zijn ook bijzonder in het stroomgebied van het Balatonmeer, waar alver (Alburnus alburnus), brasem (Abramis brama) en ziege (Pelecus cultratus) in overvloed voorkomen in het dieet van de snoekbaars (Specziár 2010). Het aanbod en de samenstelling van voeder is in het gehele stroomgebied van het Balatonmeer gelijk. De “Balatoni hal”-snoekbaars krijgt geen voedingssupplementen en de kweek is volledig gebaseerd op natuurlijk visvoeder dat voornamelijk afkomstig is uit de zijrivieren van visvijvers, dat wil zeggen de beken in het stroomgebied van het Balatonmeer.
“Balatoni hal”-karpers krijgen natuurlijk voeder en voedingssupplementen die uit twee hoofdbestanddelen bestaan, ten eerste voedermengsels (tarwe, triticale en mais) en ten tweede uitheemse soorten zebramossel (Dreissena polymorpha en Dreissena bugensis). Viskwekers (houders van een ecologische, selectieve visvergunning) oogsten de als voeder gebruikte mosselbiomassa vanaf mobiele vlotten die op verschillende locaties op het Balatonmeer zijn geïnstalleerd (de zuidkant van de drie bekkens, voornamelijk in de buurt van viskwekerijen). De mosselbiomassa, die in acht tot twaalf maanden ontstaat, wordt geoogst vanaf de vlotten en gebruikt als voeder in karperkwekerijen, zodat de mosselsoorten binnen de viskwekerij blijven.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De vier fasen van de productie van “Balatoni hal” moeten plaatsvinden in het in punt 4 vermelde geografische gebied. Deze omvatten natuurlijk paaien, kunstmatig kweken (incubator), kweken in natuurlijke wateren en kweken in de viskwekerij. Op grond van de huidige wetgeving is pelagische visserij in het Balatonmeer sinds 5 december 2013 verboden. Bij wijze van uitzondering is selectieve visserij toegestaan voor ecologische en demonstratiedoeleinden (jaarlijks 3 000 kg karper en 500 kg snoekbaars, met palingfuiken). “Balatoni hal” wordt daarom voornamelijk gekweekt, maar exemplaren die in een natuurlijke omgeving worden gekweekt, zijn soms ook beschikbaar als bijproduct van de selectieve palingvisserij voor ecologische doeleinden.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
In Hongarije vindt het kweken van “Balatoni hal” op de onderstaande locaties in het stroomgebied van het Balatonmeer plaats.
1. |
Het Balatonmeer en het watersysteem ervan (wateren die deel uitmaken van de visteelt: 61 139 ha) Specifieke waterlichamen van het Balatonmeer en het watersysteem ervan:
|
2. |
Klein-Balaton-waterbeschermingssysteem, fase I (meer van Hídvég; oppervlakte: 2 000 ha) |
3. |
Klein-Balaton-waterbeschermingssysteem, fase II (meer van Fenéki; oppervlakte: 5 110 ha). |
4. |
Marcali-reservoir (oppervlakte: 407 ha) |
5. |
Visvijvers Fonyód-Zardavár (oppervlakte: 135 ha) |
6. |
Visvijvers Balatonlelle-Irmapuszta (oppervlakte: 275 ha) |
7. |
Visvijvers Buzsáki-Ciframalom (oppervlakte: 138 ha) |
8. |
Visvijver Balatonszárszó-Nádfedeles (oppervlakte: 15 ha) |
9. |
Visvijver Balatonföldvár (oppervlakte: 23 ha) |
10. |
Visvijvers Somogyvár-Tölös (oppervlakte: 26 ha) |
11. |
Visvijvers Varászló (oppervlakte: 174 ha) |
12. |
Visvijvers Siófok-Törek (oppervlakte: 36 ha) |
5. Verband met het geografische gebied
Het verband tussen de “Balatoni hal” en het geografische gebied berust op de kwaliteit en de reputatie van het product.
De plaats van productie van “Balatoni hal” is voornamelijk het zuidelijke en zuidwestelijke stroomgebied van het Balatonmeer. Tegenwoordig zijn er visvijvers te vinden in de gebieden die vroeger baaien waren aan het Balatonmeer voordat het werd drooggelegd, dat wil zeggen, de voormalige bodem van het meer. De ondergrond van deze visvijvers is dan ook vergelijkbaar met die van het Balatonmeer.
Het gebied heeft een vochtig continentaal klimaat, met submediterrane omstandigheden. De submediterrane omstandigheden hebben vooral betrekking op de temporele spreiding van neerslag, die in gemiddelde jaren twee pieken kent (juni en september) en cruciaal is voor de visteelt. Het gebied is natter dan het Hongaarse gemiddelde (620 mm per jaar). De meeste regen valt in de zomermaanden, wat beter is voor de visteelt en ervoor zorgt dat de waterstand op peil blijft, ook in kwalitatieve zin. De zijrivieren van de visvijvers in het stroomgebied zijn doorgaans kort (30-40 km) en er wordt geen onbehandeld rioolwater op geloosd (Ferincz et al. 2017). Dit in combinatie met het feit dat er geen organische meststoffen worden gebruikt, zorgt ervoor dat het water en de sedimenten van de visvijvers niet-anaeroob zijn. Bijgevolg is het vlees van de daar geproduceerde vis vrij van vreemde smaken. De gemiddelde jaartemperatuur (11,2 °C) is ook hoger dan het landelijk gemiddelde, wat de visgroei bevordert. De samenstelling van het visvlees wordt beïnvloed door een aantal omgevings- en productiefactoren, waaronder leeftijd, soort, voeder of natuurlijk voeder (Trenovszki, 2013), maar met name de hoeveelheid en kwaliteit van het voeder.
Om redenen van waterkwaliteitsbescherming is het ook van cruciaal belang dat het gebruik van organische meststoffen om de productieopbrengst te verhogen (gebruikelijk in andere gebieden) verboden is in visvijvers in het stroomgebied van het Balatonmeer. De daar gekweekte vis komt dan ook niet in aanraking met de vreemde en smaakverstorende stoffen die steevast in organische meststoffen voorkomen. Het vlees van de “Balatoni hal”-snoekbaars dankt zijn karakteristieke kwaliteit aan het visvijverwater van toereikende kwantiteit en kwaliteit (zanderige vijverbeddingen met een lösslaag; laag organisch gehalte van inkomend water), de aerobe bodemsedimenten van het meer, en de grote hoeveelheid en het aandeel van voornamelijk inheemse witvlezige alver en voorn die kenmerkend zijn voor het gebied. Door de goede waterkwaliteit en het natuurlijke visvoeder is het vlees van de “Balatoni hal”-snoekbaars sneeuwwit, zonder secundair aroma. Het heeft een vlokkige structuur vanwege het grote wateroppervlak (meer beweging bij het zoeken naar voedsel).
Specziár (2010) stelde dat de voeding van de “Balatoni hal”-snoekbaars bijzonder is omdat de jonge vissen zich voeden met dierlijke plankton en zich pas na het bereiken van een lichaamslengte van 12-15 cm gaan voeden met vissen, wat relatief laat is in vergelijking met andere roofvissen. De beschikbare voederbronnen zijn ook bijzonder in het stroomgebied van het Balatonmeer, waar alver (Alburnus alburnus), brasem (Abramis brama) en ziege (Pelecus cultratus) in overvloed voorkomen in het dieet van de snoekbaars (Specziár 2010). Het vlees van de “Balatoni hal”-snoekbaars dankt zijn bijzondere kwaliteit aan deze factoren. Het vlees van de “Balatoni hal”-karper is stevig. Het dankt zijn flexibele consistentie aan eiwitrijke natuurlijk voeder en aan aanvullende natuurlijke schelpdiervoeder, omdat eiwitrijke natuurlijk voedingsstoffen een positief effect hebben op de vleeskwaliteit van de karper (Balogh, 2015).
“Balatoni hal” is een van de voornaamste producten van de lokale keuken. De “Balatoni hal”-karper is een essentieel ingrediënt van de vissoep “Balatoni halászlé”, waarvan het recept uniek is en typerend voor het stroomgebied.
— |
De nauwe relatie tussen het Balatonmeer en de “Balatoni hal”-karper blijkt ook uit het feit dat in 2019 voor de vijfde keer de International Balaton Carp Cup werd gehouden. |
— |
Sinds 2015 organiseert de stad Balatonfüred regelmatig het Balaton Vis- en Wijnfestival. Het doel van het evenement is om de consumenten bewust te maken van Balatonvis en om de consumptie van lokale vis en wijnen samen te brengen, waardoor een markt ontstaat voor lokale viskwekerijen en wijnproducenten. |
— |
Toepasselijkerwijs is ook Balaton-vissoep (“balatoni halászlé”) gemaakt van “Balatoni hal”, welke binnen huishoudens een culinaire naam heeft verworven (bv.: http://itthonotthonvan.hu/cikkek/2687482/a_balatoni_halaszle_titka). |
— |
In het volgende artikel worden de specifieke smaak en de traditionele vismethoden van “Balatoni hal” besproken: http://magyarkonyhaonline.hu/magyar-izek/a-balatoni-halak |
— |
Het boek “A halfőzés fortélyai a Balaton mentén” (letterlijk vertaald: Trucs uit de viskeuken aan het Balatonmeer) is een verzameling van 400 visgerechten uit 40 steden en dorpen rondom het Balatonmeer (Szabó Zoltán 2014, ISBN 978-963-08-8628-4). |
— |
Restaurants met een Michelin-ster, waaronder de Stand in Boedapest (chefs Tamás Szél en Szabina Szulló), gebruiken “Balatoni sudár ponty” als ingrediënt, dat op het menu is terug te vinden (https://diningguide.hu/szell-tamas-cikke-halaszlevita-szell-tamas-halaszle-receptjevel/). |
— |
Bij het bespreken van de Franse visserij in nummer 44 van de Fischerei Zeitung in 1917, merkte de Brusselse wetenschapper Waldmann op dat “vóór de Grote Oorlog de “fogasch” erg gewild was in Parijs. Dit is de naam van de zander in het Balatonmeer in Hongarije”. |
— |
In 1933 schreef Neresheimer, visserijdeskundige van de Oostenrijkse regering, in het Österreichisches Nahrungsmittelbuch (het Oostenrijkse levensmiddelenwetboek): “De naam “Fogasch” kan uitsluitend correct worden gebruikt voor zander afkomstig uit het Balatonmeer”. Hij voegde eraan toe dat vis die deze naam draagt, bij de consument de suggestie wekt dat hij afkomstig is uit het Balatonmeer. Alleen zander uit het Balatonmeer kon volgens hem met recht “Fogasch” (snoekbaars) worden genoemd. |
— |
Op het Internationale Visserijcongres dat in juli 1931 in Parijs werd gehouden, riep Károly Lukács de zander van het Balatonmeer uit tot een speciale lokale variëteit van snoekbaars en stelde voor dat de taxonomische aanduiding ervan “Lucioperca sandra varietas Fogas balatonica” (Szári, 1988) zou zijn. |
— |
In de jaren 1930 verwierf de Balaton Halászati Részvénytársaság de exclusieve rechten op de naam “fogas” (snoekbaars), die alleen gold voor zander die in het Balatonmeer werd gevangen. Zendingen moesten vergezeld gaan van een certificaat van oorsprong van het Balatonmeer. In 1931 werd een kleine bolle metalen zegel geregistreerd bij het internationaal octrooibureau in Bern, die vervolgens als handelsmerk werd aangebracht op de opercula (kieuwdeksels) van uitgevoerde snoekbaars. (Héjjas enPunk, 2010). |
— |
Met betrekking tot het belang van de karper, legt deze in een publicatie genaamd “A Balaton halai” (Vis uit het Balatonmeer) direct achter de snoekbaars beslag op de tweede plaats (Lukács, 1936). |
— |
De karper was naast snoekbaars de andere soort die de viskwekerijen in het Balatonmeer vanaf de jaren 1920 door middel van gerichte teelt probeerden te vermeerderen. |
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)
https://gi.kormany.hu/foldrajzi-arujelzok