ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 437

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

63e jaargang
18 december 2020


Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

AANBEVELINGEN

 

Europese Centrale Bank

2020/C 437/01

Aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 15 december 2020 betreffende dividenduitkeringen tijdens de COVID-19 pandemie en tot intrekking van Aanbeveling ECB/2020/35 (ECB/2020/62)

1


 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2020/C 437/02

Medeling van de Commissie Het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2021

4

2020/C 437/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.10045 — Eurazeo/IK Investment Partners/Questel) ( 1 )

14


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2020/C 437/04

Kennisgeving aan de personen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2012/642/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2020/2130 van de Raad, en van Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2129 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus

15

2020/C 437/05

Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2012/642/GBVB van de Raad en Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus van toepassing zijn

16

2020/C 437/06

Kennisgeving aan bepaalde personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB van de Raad en van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

17

 

Europese Commissie

2020/C 437/07

Wisselkoersen van de euro — 17 december 2020

18

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2020/C 437/08

Kennisgeving van het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad (elektriciteitsrichtlijn) betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit met betrekking tot de aanwijzing van Diamond Transmission Partners RB Limited en Diamond Transmission Partners Galloper Limited als transmissiesysteembeheerders in het Verenigd Koninkrijk

19


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2020/C 437/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10021 — Netcompany/Copenhagen Airports/SMARTER AIRPORTS JV) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

20

2020/C 437/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9956 — DTC/CEPCON/Hornsea One OFTO) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

22

2020/C 437/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10030 — Ube Industries/Mitsubishi Materials Corporation/JV) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

24

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2020/C 437/12

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

26

2020/C 437/13

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

34

2020/C 437/14

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

42

2020/C 437/15

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

52


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

AANBEVELINGEN

Europese Centrale Bank

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/1


AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 15 december 2020

betreffende dividenduitkeringen tijdens de COVID-19 pandemie en tot intrekking van Aanbeveling ECB/2020/35

(ECB/2020/62)

(2020/C 437/01)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 27 maart 2020 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) Aanbeveling ECB/2020/19 van de Europese Centrale Bank (2) vastgesteld, waarin werd aanbevolen dat kredietinstellingen ten minste tot 1 oktober 2020 geen dividenden uitkeren en geen onherroepelijke verplichtingen tot het uitkeren van dividenden aangaan en kredietinstellingen zich onthouden van het terugkopen van aandelen om aandeelhouders te belonen. Op 27 juli 2020 heeft de ECB deze aanbeveling tot 1 januari 2021 verlengd met de vaststelling van Aanbeveling ECB/2020/35 van de Europese Centrale Bank (3). Beide aanbevelingen waren gebaseerd op de overweging dat het van cruciaal belang is dat kredietinstellingen hun rol als financier van huishoudens, kleine en middelgrote ondernemingen en vennootschappen blijven vervullen in de context van de aan COVID-19 gerelateerde economische schok. Het werd daarom van essentieel belang geacht dat kredietinstellingen hun kapitaal in stand houden om hun vermogen om de economie te ondersteunen, te behouden in een context van verhoogde onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie. Hiertoe werd het behoud van kapitaalmiddelen ter ondersteuning van de reële economie en de absorptie van de verliezen beschouwd als een prioriteit boven discretionaire dividenduitkeringen en de terugkoop van aandelen.

(2)

Ondanks de verbetering van de macro-economische omstandigheden en de vermindering van de mate van economische onzekerheid als gevolg van de COVID-19-pandemie sinds 27 maart 2020, blijft het niveau van onzekerheid hoog, hetgeen aanhoudende gevolgen heeft voor het vermogen van banken om hun kapitaalbehoeften op middellange termijn te voorspellen. Gezien de lopende steunmaatregelen van de overheid en de aanzienlijke vertraging van de impact van de economische fallout op de balansen van kredietinstellingen is het volledige effect van de aan COVID-19-gerelateerde economische schok op de bancaire sector nog niet volledig gematerialiseerd. Deze aanhoudende onzekerheid vereist uiterste terughoudendheid in het beleid en de praktijken van kredietinstellingen met betrekking tot dividenduitkeringen. De ECB ziet de noodzaak om kredietinstellingen aan te moedigen om af te blijven zien van dividenduitkeringen en het terugkopen van aandelen. In elk geval is het uiterst belangrijk dat kredietinstellingen zich in hun beraadslagingen over dividenduitkeringen laten leiden door hun interne capaciteit voor het genereren van kapitaal vanuit prospectief opzicht en de komende impact van de economische fallout op de kwaliteit van hun posities en kapitaal. Daarnaast is de ECB in het algemeen van oordeel dat het niet prudent zou zijn dat die kredietinstellingen in hun beraadslagingen overwegen uitkeringen te verrichten of aandelen terug te kopen ten belope van meer dan 15 % van hun geaccumuleerde winst over de boekjaren 2019 en 2020, of, indien deze lager is, meer dan 20 basispunten in termen van de tier 1-kernkapitaalratio.

(3)

Ten volle rekening houdend met de eenheid en de integriteit van de interne markt, ziet de ECB de noodzaak om met de bevoegde autoriteiten van de desbetreffende lidstaten besprekingen te voeren om vast te stellen of het passend is dat dividenden worden uitbetaald aan een moederinstelling, financiële moederholding of gemengde financiële moederholding die gevestigd is in een lidstaat die geen deelnemende lidstaat is. Deze besprekingen moeten onder meer worden geleid door de beginselen van gelijkwaardigheid en wederkerigheid met het oog op de ondersteuning van de soepele werking van de interne markt van de Unie in haar geheel, het behoud van een gezonde kapitaalpositie van kredietinstellingen vanuit prudentieel oogpunt en de bijdrage aan de stabiliteit van het financiële stelsel binnen de Unie en in elke lidstaat.

(4)

Om de steun aan de reële economie te maximaliseren, moeten minder belangrijke kredietinstellingen zich ook uiterst gematigd opstellen met betrekking tot hun uitkeringsbeleid, zulks in overeenstemming met deze aanbeveling.

(5)

Deze maatregel is van tijdelijke aard en wordt enkel door de huidige uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd. Behoudens materieel ongunstige ontwikkelingen is de ECB voornemens op 30 september 2021 deze aanbeveling in te trekken en de beoordeling van de plannen van de banken inzake kapitaal en dividenduitkeringen te hervatten op basis van de uitkomst van de normale toezichtcyclus,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

I.

1.

De ECB beveelt aan dat belangrijke kredietinstellingen tot 30 september 2021 uiterste terughoudendheid betrachten bij het nemen van beslissingen over het uitkeren van dividenden (4) of het terugkopen van aandelen ter beloning van aandeelhouders (5).

2.

Kredietinstellingen die voornemens zijn dividenden uit te keren of aandelen terug te kopen ter beloning van aandeelhouders, dienen in het kader van hun toezichtdialoog contact op te nemen met hun gezamenlijk toezichthoudende teams om te bespreken of het niveau van de beoogde uitkering prudent is.

3.

Deze aanbeveling is van toepassing op geconsolideerd niveau van een belangrijke onder toezicht staande groep als gedefinieerd in artikel 2, punt 22, van Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/17) (6) en op individueel niveau van een belangrijke onder toezicht staande entiteit als gedefinieerd in artikel 2, punt 16, van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17), indien een dergelijke belangrijke onder toezicht staande entiteit geen deel uitmaakt van een belangrijke onder toezicht staande groep.

II.

Deze aanbeveling is gericht tot belangrijke onder toezicht staande entiteiten en belangrijke onder toezicht staande groepen als gedefinieerd in artikel 2, punten 16 en 22, van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17).

III.

Deze aanbeveling is eveneens gericht tot nationale bevoegde autoriteiten ten aanzien van minder belangrijke onder toezicht staande entiteiten en minder belangrijke onder toezicht staande groepen als gedefinieerd in artikel 2, punten 7 en 23, van Verordening (EU) nr. 468/2014 (ECB/2014/17). De nationale bevoegde autoriteiten worden geacht deze aanbeveling toe te passen op die entiteiten en groepen op de wijze die zij passend achten.

IV.

De ECB blijft de economische situatie beoordelen en zal deze aanbeveling vóór 30 september 2021 evalueren.

V.

Aanbeveling ECB/2020/35 wordt hierbij ingetrokken.

Gedaan te Frankfurt am Main, 15 december 2020.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.

(2)  Aanbeveling ECB/2020/19 van de Europese Centrale Bank van 27 maart 2020 betreffende dividenduitkeringen tijdens de COVID-19-pandemie en tot intrekking van aanbeveling ECB/2020/1 (PB C 102 I van 30.3.2020, blz. 1).

(3)  Aanbeveling ECB/2020/35 van de Europese Centrale Bank van maandag 27 juli 2020 betreffende de uitkering van dividenden tijdens de COVID-19-pandemie en tot intrekking van aanbeveling ECB/2020/19 (PB C 251 van 31.7.2020, blz. 1).

(4)  Kredietinstellingen kunnen verschillende rechtsvormen aannemen, bijv. beursgenoteerde bedrijven en vennootschappen zonder aandelen, zoals onderlinge maatschappijen, coöperaties of spaarinstellingen. Het in deze aanbeveling gebruikte begrip “dividend” verwijst naar elke vorm van contante uitbetaling in verband met tier 1-kernkapitaal die tot gevolg heeft dat de omvang of de kwaliteit van het eigen vermogen afneemt.

(5)  Indien een financiële instelling gewone aandelen zou willen vervangen, zou dit overeenstemming met deze aanbeveling zijn.

(6)  Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB L 141, 14.5.2014, blz. 1).


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/4


MEDELING VAN DE COMMISSIE

Het jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2021

(2020/C 437/02)

In artikel 8 van de Europese normalisatieverordening (1), vastgesteld in 2012, is bepaald dat een “jaarlijks werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie” moet worden vastgesteld door de Commissie.

Daarom worden in deze mededeling van de Commissie de Europese normen en Europese normalisatieproducten vastgesteld waarvoor de Commissie een verzoek wil indienen voor het jaar 2021, alsook de specifieke doelstellingen en beleidsterreinen voor deze normen en producten.

Deze acties op het gebied van Europese normalisatie zijn verankerd in beleidsterreinen van de Unie, zoals de “dubbele transitie” (digitaal en groen), alsook de digitale en eengemaakte markten, het herstel na COVID-19, energie-efficiëntie & klimaat en internationale handel. Deze beleidsterreinen worden ondersteund door normen om ervoor te zorgen dat Europese producten en diensten wereldwijd concurrerend zijn en voldoen aan de hoogste veiligheids-, gezondheids- en milieunormen.

De specifieke normen en producten waarvoor de Commissie een verzoek wil indienen, zijn weergegeven in de bijlage bij deze mededeling, en zij betreffen de volgende beleidsterreinen:

ecologisch ontwerp en energie-etikettering;

batterijen;

afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

liften;

metrologie;

postdiensten;

overheidsopdrachten;

kinderverzorgingsartikelen;

tank-, oplaadpunten;

uitrusting van zeeschepen;

medische hulpmiddelen;

drinkwater;

elektronische tolheffingsdienst;

AI-systemen;

onlineplatformen;

digitale identiteit;

slimme contracten.

Op internationaal niveau blijft de Commissie de normalisatieontwikkelingen in China en de Verenigde Staten volgen, alsook die bij andere belangrijke handelspartners van de EU. De Commissie zal normalisatie ook ondersteunen als een essentieel onderdeel van het hoofdstuk inzake technische handelsbelemmeringen van elke vrijhandelsovereenkomst waarover onderhandelingen zijn gevoerd en blijft dit in de toekomst doen.


(1)  Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).


BIJLAGE

De prioriteiten voor de Europese normalisatie in 2021 zijn gericht op de ontwikkeling van Europese normen ter ondersteuning van de dubbele transitie naar klimaatneutraliteit en digitaal leiderschap en op het versterken van het herstel en de veerkracht van de Europese industrie.

Gezien de omstandigheden met COVID-19 is de ontwikkeling van normen die beantwoorden aan de technologische vernieuwingen en de marktvraag naar medische hulpmiddelen cruciaal. Deze normen zullen de uitvoering van Verordening (EU) 2017/745 betreffende medische hulpmiddelen en Verordening (EU) 2017/746 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek ondersteunen — zie actie 16 in de onderstaande tabel.

Ter verbetering van de veiligheid van liften met de recente technologische ontwikkelingen zal de Commissie verzoeken om herzieningen van de normalisatiewerkzaamheden in die sector. Deze normen zullen de uitvoering van Richtlijn 2014/33/EU betreffende liften en hun veiligheidscomponenten ondersteunen — zie actie 8 in de onderstaande tabel.

Voor meetinstrumenten zal de Commissie verzoeken om normen die in overeenstemming zijn met geavanceerde technologieën op dat gebied. Deze normen zullen de uitvoering van Richtlijn 2014/31/EU betreffende niet-automatische weegwerktuigen en van Richtlijn 2014/32/EU betreffende meetinstrumenten ondersteunen — zie actie 9 in de onderstaande tabel.

Vooruitgang bij de interconnectie van de postnetwerken en de belangen van de gebruikers vereisen de aanmoediging van technische normalisatie. De Commissie zal verzoeken om normen in verband met de uitvoering van Richtlijn 97/67/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de EU en de verbetering van de kwaliteit van de dienst — zie actie 10 in de onderstaande tabel.

Op het gebied van overheidsopdrachten zal de Commissie om normen verzoeken om de interoperabiliteit tussen leveranciers en afnemers van overheidsopdrachten, in het bijzonder op grensoverschrijdend niveau, te vergemakkelijken. Deze normen zullen de uitvoering van Richtlijn 2014/24/EU betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten ondersteunen — zie actie 11 in de onderstaande tabel.

De Commissie zal bij de uitvoering van Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid verzoeken om normalisatiewerkzaamheden op het gebied van nieuwe veiligheidseisen, waarin rekening wordt gehouden met geavanceerde wetenschappelijke en technische kennis — zie actie 12 in de onderstaande tabel.

Richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch ontwerp en Verordening (EU) 2017/1369 inzake energie-etikettering zijn zeer succesvol gebleken en hebben het voorbije decennium aanzienlijke energiebesparingen veiliggesteld door ervoor te zorgen dat producten met een langere levensduur op de Europese markt worden gebracht. Enerzijds worden in ecologisch ontwerp minimumdrempels voor producten vastgesteld om te voldoen aan eisen op het gebied van energie-efficiëntie en materiaalefficiëntie. Anderzijds worden consumenten door energielabels aangetrokken tot de meest efficiënte producten.

In deze context zal de Commissie verzoeken om verdere normen ter ondersteuning van verschillende productspecifieke eisen op het gebied van ecologisch ontwerp en energie-etikettering die onder meer betrekking hebben op lichtbronnen en afzonderlijke voorschakelapparatuur, ventilatoren voor industrieel gebruik, elektronische beeldschermen, koelapparaten met een directe-verkoopfunctie of koelapparaten.

Overeenkomstig de doelstellingen van Verordening (EU) 2017/1369 inzake energie-etikettering en Richtlijn 2009/125/EG betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp, zal de Commissie voorstellen om normen te ontwikkelen voor het meten van de energieprestatie van door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 125 W en 500 kW, van lichtbronnen en afzonderlijke voorschakelapparatuur, van koelapparaten met een directe-verkoopfunctie, van servers en dataopslagproducten en mogelijk van fotovoltaïsche producten (modules, omvormers en systemen). Deze normen zullen de uitvoeringshandelingen in verband met de specifieke productcategorieën ondersteunen — zie acties 1 tot en met 5 in de onderstaande tabel.

Ter ondersteuning van het voorstel voor een verordening over de vereisten inzake duurzaamheid, inzameling en recycling van batterijen zal de Commissie verzoeken om normen die gedetailleerde technische specificaties bevatten met betrekking tot het ontwerp en de vervaardiging van elektrochemische oplaadbare batterijen met interne opslag — zie actie 6 in de onderstaande tabel.

De Commissie zal verzoeken om normen op het vlak van het ontwerp en de vervaardiging van elektrochemische oplaadbare batterijen met interne opslag, die de prestatie, duurzaamheid, hergebruik, herbestemming en recycling ervan zullen verbeteren. Deze normen zullen de uitvoering van de toekomstige verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu’s, alsook afgedankte batterijen en accu’s en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG ondersteunen — zie actie 7 in de onderstaande tabel.

Om de interoperabiliteit van elektrische oplaadpunten en waterstoftankpunten voor zware bedrijfsvoertuigen te waarborgen, zal om nieuwe normen worden verzocht, met inbegrip van interoperabiliteit en veiligheid van tank-/oplaadpunten voor zee- en binnenhavens. Deze normen zullen de uitvoering van Richtlijn 2014/94/EU betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen ondersteunen — zie actie 13 in de onderstaande tabel.

In overeenstemming met de doelstellingen van de Europese Green Deal (1) betreffende het koolstofvrij maken van het vervoer en ter ondersteuning van Richtlijn 2014/94/EU betreffende infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, zal de Commissie ook de ontwikkeling van normen met gedetailleerde technische specificaties voor oplaad- en tankpunten op gang brengen en ondersteunen, om het gebruik van emissievrije zware bedrijfsvoertuigen en de uitrol van innovatieve zee- en binnenschepen te verbeteren. Deze normen zullen ook het herstel van het ecosysteem voor mobiliteit (2) ondersteunen — zie actie 14 in de onderstaande tabel.

In het kader van het herstel van het industriële ecosysteem “Mobiliteit — automobielindustrie” en ter ondersteuning van Richtlijn 2014/90/EU wat de uitrusting van zeeschepen betreft, zal de Commissie de ontwikkeling ondersteunen van normen voor vaste brandblusinstallaties op basis van droog chemisch poeder voor de bescherming van schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren. Deze normen zullen tegelijkertijd niet alleen de maritieme veiligheid van gastankers, maar ook die van door gas aangedreven passagiersschepen verbeteren — zie actie 15 in de onderstaande tabel.

Wat de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water betreft, zal de Commissie om normen verzoeken die zijn gericht op het verminderen van energieverbruik en onnodig waterverlies. Deze normen zullen de uitvoering van de toekomstige richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water ondersteunen — zie actie 17 in de onderstaande tabel.

De Commissie zal verzoeken om normen die moeten zorgen voor een hoog niveau van interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor de gebruikers binnen het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2019/520 — zie actie 18 in de onderstaande tabel.

De Commissie zal tevens verzoeken om de ontwikkeling van normen om de betrouwbaarheid van AI-systemen (3) aan te pakken, om onlineplatformen veiliger te maken (4) en om het Europese referentiekader voor digitale identiteit (5) en de uitvoering van slimme contracten (6) te ondersteunen — zie acties 19 tot en met 22 in de onderstaande tabel.

Ref

Titel van de actie

Beleids-/wetgevingsreferentie

Europese normen/Europese normalisatieproducten waarvoor een verzoek zal worden ingediend

Specifieke doelstellingen en beleidsterreinen voor de Europese normen/Europese normalisatieproducten waarvoor een verzoek zal worden ingediend

1

Ecologisch ontwerp

Verordening (EU) nr. 327/2011 van de Commissie van 30 maart 2011 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 125 W en 500 kW

Herziening van bestaande normen en ontwikkeling van nieuwe normen voor industriële ventilatoren.

Het hoofddoel is het vaststellen van een toereikend aantal bedieningspunten en een interpolatie-/berekeningsmethode, maar ook het beperken van het milieueffect van door motoren aangedreven ventilatoren met een elektrisch ingangsvermogen tussen 125 W en 500 kW en het vergroten van de marktpenetratie van technologieën die het milieueffect van dit type ventilatoren gedurende de hele levenscyclus beperken.

2

Ecologisch ontwerp en energie-etikettering

Verordening (EU) 2019/2019 van de Commissie tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2016 van de Commissie met betrekking tot de energie-etikettering van koelapparaten

Ontwikkeling van nieuwe normen om de relevante productparameters te meten aan de hand van betrouwbare, accurate en reproduceerbare methoden, waarbij rekening wordt gehouden met de erkende, meest recente meetmethoden.

Het hoofddoel is het verminderen van het energieverbruik van koelapparaten met het oog op een jaarlijkse energiebesparing van naar schatting 10 TWh in 2030.

3

Ecologisch ontwerp en energie-etikettering

Verordening (EU) 2019/2021 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektronische beeldschermen overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2013 van de Commissie van 11 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektronische beeldschermen

Herziening van bestaande normen en ontwikkeling van nieuwe normen voor elektronische beeldschermen die de coderingsfunctie voor high dynamic range (HDR) en resolutieniveaus boven k (of HD) bestrijken voor het vaststellen van een specifieke testmethode voor het gedrag van ABC en het aanpassen van verificatiemethoden voor het plasticgehalte van additieven.

Het hoofddoel is het verminderen van het energieverbruik van televisies, monitoren en digitale informatiebeeldschermen.

4

Ecologisch ontwerp en energie-etikettering

Verordening (EU) 2019/2020 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor lichtbronnen en afzonderlijke voorschakelapparatuur overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2015 van de Commissie van 11 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van lichtbronnen

Herziening van bestaande normen en ontwikkeling van nieuwe normen die procedures en methoden bestrijken voor het meten van de vereiste parameters voor fluorescentie- en hogedrukgasontladingslampen, voor stabilisatoren die deze lampen kunnen laten branden, voor armaturen die deze lampen kunnen laten branden, voor armaturen voor kantoorverlichting en voor armaturen voor straatverlichting.

Het hoofddoel is het verminderen van het energieverbruik van lichtbronnen met het oog op een jaarlijkse energiebesparing van naar schatting 41,9 TWh in 2030.

5

Ecologisch ontwerp en energie-etikettering

Verordening (EU) 2019/2024 van de Commissie tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor koelapparaten met een directe-verkoopfunctie overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2018 van de Commissie van 11 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van koelapparaten met een directe-verkoopfunctie

Herziening van bestaande normen en ontwikkeling van nieuwe normen voor koelapparaten met een directe-verkoopfunctie die methoden en berekeningen voor het meten van de vereiste parameters bestrijken.

Het hoofddoel is het verminderen van het energieverbruik van koelapparaten met een directe-verkoopfunctie met het oog op een jaarlijkse energiebesparing van naar schatting 48 TWh in 2030.

6

Batterijen

PLAN/2019/5391 — Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake duurzaamheids-, inzamelings- en recyclingvereisten voor batterijen en tot intrekking van de batterijenrichtlijn (Richtlijn 2006/66/EG)

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen die meetproeven omvatten voor batterijpacks/-modules met betrekking tot het ontwerp en de vervaardiging van elektrochemische oplaadbare batterijen met interne opslag.

Het hoofddoel is het waarborgen van de overeenstemming met prestatievoorschriften in de toepasselijke wetgeving, in het bijzonder, door de benodigde stappen en voorwaarden te beschrijven voor het meten van de volgende parameters: capaciteit, vermogen, inwendige weerstand, opnamecapaciteit, fading-vermogen, toename van inwendige weerstand, round-trip efficiency van de energie. De vereiste normen moeten ook richtsnoeren bevatten over de wijze waarop kan worden gewaarborgd dat modulair ontwerp en omkeerbare assemblagetechnieken het onderhoud, het herstel en de herbestemming van batterijpacks en -modules vereenvoudigen.

7

Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

PLAN/2019/5391 — Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake duurzaamheids-, inzamelings- en recyclingvereisten voor batterijen en tot intrekking van de batterijenrichtlijn (Richtlijn 2006/66/EG)

Herziening van bestaande Europese normen en ontwikkeling van nieuwe Europese normen voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) en afgedankte batterijen met betrekking tot i) materiaalefficiënte recycling van hoogstaande kwaliteit en voorbereiding voor hergebruik van belangrijke afvalstromen: afgedankte elektrische en elektronische apparatuur — AEEA (waaronder fotovoltaïsche panelen) afgedankte batterijen, autowrakken en afgedankte windmolens, en ii) EU-brede kwaliteitsvoorschriften voor secundaire grondstoffen.

Het hoofddoel van deze aanvullende actie is het ondersteunen van de Europese Green Deal bij de ambities om de transitie van de industrie naar een klimaatneutrale en circulaire economie te vergemakkelijken. Hiervoor zijn duurzame technologieën essentieel, en er moeten strategieën worden onderzocht om kostbare hulpbronnen zoals kritieke grondstoffen terug te winnen in de processen. Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) en afgedankte batterijen zijn twee bekende afvalstromen (afgedankte producten) die kritieke grondstoffen bevatten. Het vaststellen of aanvullen van Europese normen die ook het beheer van deze afvalstromen omvatten, zou zeer relevant zijn voor het vergroten van de circulariteit van kritieke grondstoffen in elektronische producten, batterijen en andere afvalstromen.

8

Liften

Richtlijn 2014/33/EU betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften

Herziening van bestaande geharmoniseerde normen, in het bijzonder van de EN 81-serie en ontwikkeling van nieuwe normen voor liften.

Het hoofddoel is het verbeteren van veiligheid en het vergemakkelijken van markttoegang, in het bijzonder voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Dit zal bijdragen aan het concurrentievermogen van EU-bedrijven op de mondiale markt, waar normen breed worden erkend. Consumenten en gebouweigenaren zullen baat hebben bij een verder verbeterde veiligheid. Marktdeelnemers zullen baat hebben bij rechtszekerheid. Door het verwijderen van elementen die geen technische specificaties zijn voor producten zullen onnodige administratieve lasten worden verminderd. Toegankelijkheid tot de bebouwde omgeving zal worden verbeterd.

9

Metrologie

Richtlijn 2014/31/EU niet-automatische weeginstrumenten

Richtlijn 2014/32/EU meetinstrumenten

Herziening van de bestaande geharmoniseerde normen.

Het hoofddoel is het aanpassen van de bestaande normen aan de technische vooruitgang in overeenstemming met de huidige staat van de technologische ontwikkeling.

10

Postdiensten

Richtlijn 97/67/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de EU en de verbetering van de kwaliteit van de dienst

Herziening van bestaande Europese normen en ontwikkeling van nieuwe Europese normen op het gebied van de kwaliteit van de dienst.

Het hoofddoel in het ondersteunen van de levering van een universele postdienst binnen de interne markt.

11

Overheidsopdrachten

Richtlijn 2014/24/EU betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen met betrekking tot technische formats, verwerkings- en berichtnormen op het gebied van overheidsopdrachten.

Het hoofddoel is het verzekeren van de interoperabiliteit van technische formaten, verwerkings- en berichtnormen op het gebied van overheidsopdrachten. De nog te ontwikkelen Europese normen zullen gericht zijn op het vergemakkelijken van de interoperabiliteit tussen leveranciers en afnemers van overheidsopdrachten, in het bijzonder op grensoverschrijdend niveau. Het bereiken van interoperabiliteit is onontbeerlijk om de eengemaakte markt in Europa te waarborgen.

12

Kinderverzorgingsartikelen

Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid (RAPV)

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen met betrekking tot kinderproducten die geen speelgoed zijn.

Het hoofddoel is het beschermen van de veiligheid en/of gezondheid van kinderen. De nog te ontwikkelen Europese normen zullen tevens overheidsinstanties helpen door hen te voorzien van benchmarks om markttoezichtacties uit te voeren en zullen bedrijven (waaronder kmo’s) rechtszekerheid geven.

13

Tank-, oplaadpunten

PLAN/2019/6184 — Herziening van Richtlijn 2014/94/EU betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen voor:

elektrische oplaadpunten voor zware bedrijfsvoertuigen

waterstoftankpunten voor zware bedrijfsvoertuigen, met inbegrip van de relevante connector;

communicatie tussen voertuigen en stroomnetten (V2G — vehicle-to-grid).

Het hoofddoel is het oplossen van de huidige problemen met interoperabiliteit en de technische werking gerelateerd aan de infrastructuur voor en het verbruik van alternatieve brandstoffen. De gevraagde Europese normen zullen ook de markttoepassing van emissievrije zware bedrijfsvoertuigen in overeenstemming met de doelen van de Green Deal verbeteren.

14

Tank-, oplaadpunten

Herziening van Richtlijn 2014/94/EU betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen voor interoperabiliteit en veiligheid van tank-/oplaadpunten voor zee- en binnenhavens met betrekking tot:

elektrische oplaadpunten voor zeeschepen;

elektrische oplaadpunten voor binnenschepen;

uitwisseling van batterijen voor binnenschepen;

waterstoftankpunten voor schepen met brandstofcellen of op waterstof (FCH — Fuel Cell and H2);

waterstoftankpunten voor binnenschepen met brandstofcellen of op waterstof;

bunkeren van methanol;

bunkeren van ammoniak.

Het hoofddoel is het ondersteunen van de uitrol van innovatieve zee- en binnenschepen om ervoor te zorgen dat de Green Deal-doelstellingen van het koolstofvrij maken van de vervoerssector worden bereikt. De gevraagde Europese normen zullen meer zekerheid bieden voor interoperabiliteit bij het tanken van innovatieve brandstoffen in binnen- en zeehavens van de EU.

15

Uitrusting van zeeschepen

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1170 van de Commissie betreffende de vereisten met betrekking tot het ontwerp, de constructie en de prestaties van en de beproevingsnormen voor de uitrusting van zeeschepen, Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad

Ontwikkeling van een nieuwe Europese norm voor het testen van vaste brandblusinstallaties op basis van droog chemisch poeder voor de bescherming van schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren en door gas aangedreven schepen.

Het hoofddoel is het verbeteren van de maritieme veiligheid. De Internationale Maritieme Organisatie is de richtsnoeren voor de goedkeuring van vaste brandblusinstallaties op basis van droog chemisch poeder voor de bescherming van schepen die vloeibaar gas in bulk vervoeren aan het herzien, maar er bestaat tot op heden geen gevalideerde norm voor tests voor fakkelbranden en/of kabelgootbranden. De ontwikkeling van een dergelijke norm, in nauwe samenwerking met ISO, zou niet alleen de maritieme veiligheid van gastankers, maar ook die van door gas aangedreven passagiersschepen moeten verbeteren.

16

Medische hulpmiddelen

Verordening (EU) 2017/745 betreffende medische hulpmiddelen en Verordening (EU) 2017/746 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek

Herziening van bestaande normen en ontwikkeling van nieuwe normen voor medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek.

Het hoofddoel is het aanpassen van de bestaande normen aan de huidige stand van sectorale technologieën zodat gebruikers en patiënten kunnen profiteren van het hoogste niveau van veiligheid.

17

Drinkwater

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking)

COM(2017) 0753 final — 2017/0332 (COD)

De ontwikkeling van nieuwe Europese normen met betrekking tot analysemethoden, waaronder detectiegrenzen, parameterwaarden en de frequentie van bemonstering in het kader van de opsporing van relevante stoffen, in het bijzonder per- en polyfluoralkylverbindingen (PFAS’en).

Het hoofddoel is ervoor te zorgen dat iedereen toegang heeft tot een minimale watervoorziening en het drinkwater op hulpbronnenefficiënte en duurzame wijze te beheren en aldus het energieverbruik en onnodig waterverlies te verminderen.

18

Europese elektronische tolheffingsdienst

Richtlijn (EU) 2019/520 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer en ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over niet-betaling van wegentol in de Unie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/203 betreffende de classificatie van voertuigen, verplichtingen van gebruikers van de Europese elektronische tolheffingsdienst, eisen voor interoperabiliteitsonderdelen en minimale geschiktheidscriteria voor aangemelde instanties, en Uitvoeringsverordening (EU) 2020/204 van de Commissie inzake gedetailleerde verplichtingen van aanbieders van de Europese elektronische tolheffingsdienst, de minimuminhoud van de gebiedsverklaring van de Europese elektronische tolheffingsdienst, elektronische interfaces en eisen voor interoperabiliteitsonderdelen

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen voor elektronische interfaces voor het gebruik door aanbieders van de Europese elektronische tolheffingsdienst en tolheffers om te zorgen voor een goede werking van de geautomatiseerde systemen voor de herkenning van nummerplaten.

Het hoofddoel is het waarborgen van een hoog niveau van interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor de gebruikers overal in de Unie en te zorgen voor gelijke mededingingsvoorwaarden onder de relevante marktdeelnemers die zich bezighouden met wegentolheffing en elektronische tolheffing, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen. Indirect dragen deze normen ook bij aan lagere kosten die in het bijzonder de consument ten goede komen.

19

AI-systemen

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van voorschriften voor kunstmatige intelligentie

https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/e4c43528-ccfc-11ea-adf7-01aa75ed71a1/language-nl

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen en richtsnoeren voor AI-systemen gericht op de betrouwbaarheid, met inbegrip van bijvoorbeeld aspecten van verantwoording, transparantie, robuustheid, toegankelijkheid en inclusie van personen met een handicap, eerlijkheid, privacy en ethisch gebruik.

Het hoofddoel is waarborgen dat AI-systemen door middel van normen betrouwbaar en nuttig zijn voor de burgers en maatschappij, fundamentele waarden en in Europa erkende mensenrechten respecteren, de Europese concurrentiepositie versterken en tijdens hun hele levensduur op passende wijze worden beheerd.

20

Onlineplatformen

PLAN/2020/7444 — Voorstel voor een wet op de digitale diensten

https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/digital-services-act-package

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen voor verschillende processen voor het omgaan met door gebruikers gegenereerde inhoud, zoals het indienen van kennisgevingen door particulieren of betrouwbare flaggers, verwijderopdrachten door autoriteiten, verslagleggingsverplichtingen of klachtenregelingen.

Het hoofddoel is ervoor te zorgen dat door middel van EU-brede gemeenschappelijke normen de naleving van door de wet op de digitale diensten aan bepaalde diensten van de informatiemaatschappij opgelegde verplichtingen gemakkelijker wordt, en onlineplatformen veiliger te maken.

21

Digitale identiteit

PLAN/2020/8518 — Voorstel voor een Europese digitale identiteit (EUeID)

https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/35274ac3-cd1b-11ea-adf7-01aa75ed71a1/language-nl

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen, specificaties en richtsnoeren voor het Europese referentiekader voor digitale identiteit, voor het aanpakken van bijvoorbeeld authenticatie van gebruikers, beveiligde communicatie en apparaten, het verstrekken en bevestigen van toegangsgegevens alsook beleidseisen voor verstrekkers van identiteiten en hun conformiteitsbeoordeling. Functionele vereisten en vereisten voor interoperabiliteit, bruikbaarheid en prestatie worden behandeld, net als beveiliging, gegevensbescherming en privacy.

Het hoofddoel is het ondersteunen van de uitvoering van een Europees digitaal identiteitsecosysteem door middel van een gemeenschappelijk referentiekader/normen, alsook de uitrol van identiteitsregelingen voor een betrouwbaar en veilig Europees e-ID (EUeID) voor burgers en bedrijven voor een naadloze authenticatie bij online diensten, terwijl zo weinig mogelijk gegevens worden onthuld en volledige controle wordt gehouden over die gegevens.

22

Slimme contracten

PLAN/2020/7444 — Wetgevingspakket inzake digitale diensten: verdieping van de interne markt en verduidelijking van de verantwoordelijkheden voor digitale diensten

https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/digital-services-act-package

Ontwikkeling van nieuwe Europese normen voor slimme contracten en validaties ter ondersteuning van de essentiële vereisten van artikel 42 van Verordening (EU) nr. 910/2014 voor elektronische tijdstempels en gekwalificeerde elektronische tijdstempels gebaseerd op blockchain en nog te definiëren essentiële vereisten in een nieuwe bepaling van de richtlijn inzake elektronische handel (de toekomstige “Wet op de digitale diensten”) voor slimme contracten gebaseerd op “getokeniseerde” middelen.

Het hoofddoel is te waarborgen dat slimme contracten op blockchains, door middel van EU-brede gemeenschappelijke normen, wettelijk gelijkwaardig zijn aan geschreven contracten buiten de keten en dat een dergelijk contract als rechtsgeldig wordt beschouwd door rechtbanken in alle EU-lidstaten en dat de digitale vertegenwoordiging door middelen in de vorm van tokens op slimme contracten correct is en wettelijk erkend wordt vanwege de betrokkenheid van een token-validator.


(1)  COM(2019) 640 final

(2)  SWD(2020) 98 final.

(3)  https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/e4c43528-ccfc-11ea-adf7-01aa75ed71a1/language-nl

(4)  https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/digital-services-act-package

(5)  https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/35274ac3-cd1b-11ea-adf7-01aa75ed71a1/language-nl

(6)  https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/digital-services-act-package


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/14


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.10045 — Eurazeo/IK Investment Partners/Questel)

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 437/03)

Op 11 december 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Frans en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M10045. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/15


Kennisgeving aan de personen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2012/642/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2020/2130 van de Raad, en van Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2129 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus

(2020/C 437/04)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die worden genoemd in de bijlage bij Besluit 2012/642/GBVB (1) van de Raad, uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2020/2130 (2) van de Raad, en in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 765/2006 (3) van de Raad, uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/ 2129 (4) van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus.

De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat die personen moeten worden opgenomen in de lijsten van personen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2012/642/GBVB en van Verordening (EG) nr. 765/2006. De redenen voor plaatsing van die personen op de lijst staan in de betreffende vermeldingen in die bijlagen.

De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 765/2006, een verzoek kunnen richten om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 3 van de verordening).

De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, vóór 31 december 2020 op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

RELEX.1.C

Wetstraat/Rue de la Loi 175

1048 Brussel/Bruxelles

BELGIË/BELGIQUE

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

Met eventuele ontvangen opmerkingen zal rekening worden gehouden bij de periodieke toetsing door de Raad, overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Besluit 2012/642/GBVB en artikel 8 bis, lid 4, van Verordening (EG) nr. 765/2006, van de lijst van aangewezen personen en entiteiten.


(1)  PB L 285 van 17.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 426 I van 17.12.2020, blz. 14.

(3)  PB L 134 van 20.5.2006, blz. 1.

(4)  PB L 426 I van 17.12.2020, blz. 1.


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/16


Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2012/642/GBVB van de Raad en Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus van toepassing zijn

(2020/C 437/05)

De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1).

De rechtsgronden voor deze verwerking zijn Besluit 2012/642/GBVB (2) van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2020/2130 (3) van de Raad, en Verordening (EG) nr. 765/2006 (4) van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2129 (5) van de Raad.

De verwerkingsverantwoordelijke is de Raad van de Europese Unie, die wordt vertegenwoordigd door de directeur-generaal Relex (Externe betrekkingen) van het secretariaat-generaal van de Raad. RELEX.1.C, de dienst die met de verwerking is belast, is bereikbaar op het volgende adres:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

RELEX.1.C

Wetstraat/Rue de la Loi 175

1048 Brussel/Bruxelles

BELGIË/BELGIQUE

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

Er kan met de functionaris voor gegevensbescherming van het SGR contact worden opgenomen op:

Functionaris voor gegevensbescherming

data.protection@consilium.europa.eu

Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn in overeenstemming met Besluit 2012/642/GBVB, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2020/2130, en Verordening (EG) nr. 765/2006, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2129.

De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in Besluit 2012/642/GBVB en Verordening (EG) nr. 765/2006.

De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokken persoon, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.

De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden uitgewisseld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.

Onverminderd de beperkingen uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 worden de rechten van de betrokkenen, waaronder het recht van inzage, het recht op rectificatie en het recht van bezwaar, uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.

De persoonsgegevens worden bewaard gedurende 5 jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn of totdat de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.

Onverminderd een eventueel rechterlijk, administratief of buitengerechtelijk beroep, kunnen betrokkenen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een klacht indienen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 (edps@edps.europa.eu).


(1)  PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.

(2)  PB L 285 van 17.10.2012, blz. 1.

(3)  PB L 426 I van 17.12.2020, blz. 14.

(4)  PB L 134 van 20.5.2006, blz. 1.

(5)  PB L 426 I van 17.12.2020, blz. 1.


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/17


Kennisgeving aan bepaalde personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB van de Raad en van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

(2020/C 437/06)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de heer Aleksei Mikhailovich CHALIY; Nikolai Ivanovich RYZHKOV; Valery Vladimirovich KULIKOV; Dmitry Nikolayevich KOZAK; Oleg Yevgenyvich BELAVENTSEV; Vladimir Nikolaevich PLIGIN; Aleksandr Yurevich BORODAI; Mikhail Vladimirovich DEGTYARYOV/DEGTYAREV; Vladimir Abdualiyevich VASILYEV; Alexander Mikhailovich BABAKOV; Sergey Yurievich KOZYAKOV; Mikhail Vladimirovich RAZVOZHAEV en Joint Stock Company 'Production-Agrarian Union "Massandra"'; Public Joint Stock Company 'Russian National Commercial Bank; Vrede voor de Regio Loegansk en Economische Unie van Loegansk, zijnde personen en entiteiten die vermeld zijn in de bijlage bij Besluit 2014/145/GBVB van de Raad (1) en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (2) betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen.

De Raad overweegt vast te houden aan de beperkende maatregelen tegen bovengenoemde personen en entiteiten, met vermelding van nieuwe motiveringen. Deze personen en entiteiten worden hierbij op de hoogte gebracht van het feit dat zij bij de Raad een verzoek kunnen indienen om kennis te nemen van de beoogde motivering betreffende hun aanwijzing. Het verzoek dient vóór 1 januari 2021 naar het volgende adres te worden gestuurd:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

RELEX.1.C

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu


(1)  PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.

(2)  PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6.


Europese Commissie

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/18


Wisselkoersen van de euro (1)

17 december 2020

(2020/C 437/07)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2246

JPY

Japanse yen

126,19

DKK

Deense kroon

7,4398

GBP

Pond sterling

0,90050

SEK

Zweedse kroon

10,1335

CHF

Zwitserse frank

1,0821

ISK

IJslandse kroon

155,40

NOK

Noorse kroon

10,5015

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

26,204

HUF

Hongaarse forint

355,27

PLN

Poolse zloty

4,4423

RON

Roemeense leu

4,8695

TRY

Turkse lira

9,4828

AUD

Australische dollar

1,6052

CAD

Canadese dollar

1,5546

HKD

Hongkongse dollar

9,4939

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7093

SGD

Singaporese dollar

1,6227

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 338,48

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

17,9820

CNY

Chinese yuan renminbi

8,0006

HRK

Kroatische kuna

7,5315

IDR

Indonesische roepia

17 293,80

MYR

Maleisische ringgit

4,9419

PHP

Filipijnse peso

58,799

RUB

Russische roebel

89,3049

THB

Thaise baht

36,554

BRL

Braziliaanse real

6,2136

MXN

Mexicaanse peso

24,2407

INR

Indiase roepie

90,1160


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/19


Kennisgeving van het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad (“elektriciteitsrichtlijn”) betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit met betrekking tot de aanwijzing van Diamond Transmission Partners RB Limited en Diamond Transmission Partners Galloper Limited als transmissiesysteembeheerders in het Verenigd Koninkrijk

(2020/C 437/08)

Naar aanleiding van de definitieve besluiten van de regulerende instantie van het Verenigd Koninkrijk van 20 maart 2019 en 7 oktober 2019 betreffende de certificering van Diamond Transmission Partners RB Limited en Diamond Transmission Partners Galloper Limited als transmissiesysteembeheerders met ontvlechting van eigendom (artikel 9 van de elektriciteitsrichtlijn) heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis gesteld van de officiële goedkeuring en aanwijzing van deze ondernemingen als transmissiesysteembeheerders die in het Verenigd Koninkrijk actief zijn, overeenkomstig artikel 10 van de elektriciteitsrichtlijn van het Europees Parlement en de Raad.

Aanvullende informatie kan worden verkregen op het volgende adres:

Office of Gas and Electricity Markets (Ofgem)

10 South Colonnade

Canary Wharf

E14 4PU Londen

Verenigd Koninkrijk


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10021 — Netcompany/Copenhagen Airports/SMARTER AIRPORTS JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 437/09)

1.   

Op 11 december 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Netcompany A/S (“Netcompany”, Denemarken);

Københavns Lufthavne A/S (“Copenhagen Airports”, Denemarken), die onder gezamenlijke zeggenschap staat van Arbejdsmarkedets Tillægspension en Ontario Teachers’ Pension Plan Board;

SMARTER AIRPORTS A/S (“SMARTER AIRPORTS”, Denemarken).

Netcompany en Copenhagen Airports verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over SMARTER AIRPORTS.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Netcompany: aanbieder van IT-diensten;

Copenhagen Airports: eigenaar en exploitant van de luchthavens Kastrup en Roskilde (Denemarken);

SMARTER AIRPORTS: aanbieder van een nieuw luchthavenbeheerssysteem voor luchthavens van derden.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10021 — Netcompany/Copenhagen Airports/SMARTER AIRPORTS JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/22


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9956 — DTC/CEPCON/Hornsea One OFTO)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 437/10)

1.   

Op 9 december 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Diamond Transmission Corporation Limited (“DTC”, Verenigd Koninkrijk), die onder zeggenschap staat van Mitsubishi Corporation (“Mitsubishi”, Japan),

Chubu Electric Power Company Netherlands B.V. (“CEPCON”, Nederland), die onder zeggenschap staat van Chubu Electric Power Co., Inc (Japan),

Hornsea One OFTO (Verenigd Koninkrijk).

DTC en CEPCON verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Hornsea One OFTO.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

DTC: holding waarin de investeringsactiviteiten van Mitsubishi in de transmissiesectie zijn samengebracht. Mitsubishi is een wereldwijde handelsonderneming met activiteiten op het gebied van energie, metalen, machines, chemicaliën, levensmiddelen en algemene goederen,

CEPCON: eigenaar van Chubu’s overzeese projecten. Chubu is een multidisciplinair energieconcern met activiteiten op het gebied van elektriciteitsvoorziening en aanverwante activiteiten, gaslevering en brokerage voor warmteopslag, on-site energieactiviteiten, adviesverlening en investeringen in het buitenland, vastgoedbeheers- en IT-diensten,

Hornsea One OFTO: eigenaar en exploitant van het transmissienetwerk voor het offshore windpark Hornsea One.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9956 — DTC/CEPCON/Hornsea One OFTO

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/24


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.10030 — Ube Industries/Mitsubishi Materials Corporation/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 437/11)

1.   

Op 11 december 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Ube Industries, Ltd. (Japan);

Mitsubishi Materials Corporation (Japan);

Joint Venture (Japan), die onder zeggenschap staat van Ube Industries, Ltd. en Mitsubishi Materials Corporation.

Ube Industries, Ltd. en Mitsubishi Materials Corporation verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over de Joint Venture.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Ube Industries, Ltd.: vervaardiging en verkoop van chemicaliën, bouwmaterialen en machines;

Mitsubishi Materials Corporation: vervaardiging en verkoop van koper en koperlegeringen, elektronische materialen en onderdelen, hardmetalen producten en gesinterde onderdelen, en cement en stortklaar beton, smelten, raffinage en verkoop van koper, goud en zilver. Mitsubishi Materials heeft ook activiteiten op het gebied van energie, milieu en recycling;

Joint Venture: zal zich bezighouden met de vervaardiging, de verwerking, de aan- en verkoop, de in- en uitvoer van cement en andere keramische producten, civiele techniek en bouwmaterialen. De Joint Venture zal zich toeleggen op Japan, regio Azië-Stille Oceaan en de Verenigde Staten.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.10030 — Ube Industries/Mitsubishi Materials Corporation/JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/26


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 437/12)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING VAN EEN ENIG DOCUMENT

“ARLANZA”

PDO-ES-A0613-AM02

Datum van mededeling: 25.9.2020

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Wijziging van de organoleptische kenmerken: aanpassing van de zintuiglijke descriptoren

WIJZIGING:

De organoleptische kenmerken van de beschermde wijnen zijn herzien en gewijzigd. Punt 2, onder b), van het productdossier en punt 4 van het enig document zijn gewijzigd.

Dit wordt als een standaardwijziging beschouwd, aangezien het niet om een substantiële wijziging van de kenmerken van het product gaat, maar om een preciezere beschrijving die is aangepast aan de nieuwe technieken voor sensorische analyse. De kenmerken en het profiel van het product die zijn omschreven onder het verband en die resulteren uit het samenspel tussen natuurlijke en menselijke factoren, zijn gehandhaafd. Derhalve wordt geoordeeld dat het niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 gaat.

REDENEN:

Deze wijziging is nodig om de kenmerken te kunnen koppelen aan meetbare descriptoren met een testpanel dat voldoet aan de criteria van norm UNE-EN-ISO 17025.

2.   Actualisering van de specifieke oenologische procedés: teelt, wijnbereiding en rijping

WIJZIGING:

De formulering van de onderdelen over de teeltpraktijken en de wijnbereiding en -rijping is herzien. Bijgevolg zijn punt 3, onder a) en b), van het productdossier en punt 5, onder a), van het enig document gewijzigd.

Dit wordt als een standaardwijziging beschouwd, aangezien het niet om een substantiële wijziging van de kenmerken van het product gaat. Het gaat niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33, waarin de wijzigingen op het niveau van de Unie worden beschreven.

REDENEN:

De bedoeling is om enkele overbodige aspecten te schrappen, alsook elementen die op zich geen technische specificaties van het product vormden, zoals het verbod op de aanplant, nieuwe aanplant en overenting met niet-toegestane rassen. In punt 6 van het productdossier is immers reeds gespecificeerd welke rassen zijn toegestaan voor de productie van de BOB-wijnen.

Ook de verplichting om de vaten met epoxyharsen te bekleden is achterhaald gebleken.

Tot slot is het hoofdstuk over de rijpingsvereisten duidelijker geformuleerd. Deze vereisten zijn immers vastgesteld in de omschrijvingen van de traditionele aanduidingen en vermeldingen op de etikettering, alsook in de geldende wetgeving.

3.   Wijziging van de beperkingen inzake de wijnbereiding

WIJZIGING:

De beperkingen ten aanzien van de wijnbereiding zijn bijgewerkt: de minimumpercentages voor de druivenrassen in de verschillende soorten wijn zijn aangepast.

Bijgevolg zijn punt 3, onder c), van het productdossier en punt 5, onder a), van het enig document gewijzigd.

Het gaat om een standaardwijziging, aangezien de wijzigingen niet van invloed zijn op de essentiële kenmerken van het product (de BOB-wijn Arlanza), die voortvloeien uit een combinatie van natuurlijke en menselijke factoren. Aangezien de wijziging geen afbreuk doet aan het verband, wordt geoordeeld dat het niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 gaat.

REDENEN:

Aanpassing aan de nieuwe wijnbereidingstechnieken en aan de voorkeuren van de markt. Deze aanpassing verandert echter niets aan de wezenlijke kenmerken van de beschermde wijnen.

4.   Actualisering van het deel over de maximumopbrengst

WIJZIGING:

De maximumopbrengst per hectare is niet gewijzigd. De voorgestelde wijziging betreft de invoering van het begrip “wijnbouwperceel” en de schrapping van de punten 3 en 4 van dit deel (druiven en druivenmost die afkomstig zijn van overtollige opbrengst, mogen niet worden gebruikt).

Ze heeft betrekking op punt 5 van het productdossier, maar is niet van invloed op het enig document.

Dit wordt als een standaardwijziging beschouwd, aangezien het niet om een wijziging van de essentiële kenmerken van het product gaat. De tekst is enkel duidelijker geformuleerd. Derhalve gaat het niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.

REDENEN:

Het begrip “wijnbouwperceel” is noodzakelijk voor de toepassing van de productiebeperkingen.

De geschrapte punten worden niet noodzakelijk geacht omdat ze voor de hand liggen.

5.   Nieuwe indeling van de wijndruivenrassen

WIJZIGING:

De wijndruivenrassen zijn heringedeeld, waardoor het ras tinta del país voortaan het enige voornaamste ras is en de andere rassen secundair zijn.

Punt 6 van het productdossier en punt 7 van het enig document worden derhalve gewijzigd.

Het gaat om een standaardwijziging, aangezien de wijzigingen niet van invloed zijn op de essentiële kenmerken van het product (de BOB-wijn Arlanza), die voortvloeien uit een combinatie van natuurlijke en menselijke factoren, en het ras tinta del país de basis blijft vormen voor de BOB-wijnen. Aangezien de wijziging geen afbreuk doet aan het verband, wordt geoordeeld dat het niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 gaat.

REDENEN:

Tinta del país bestrijkt meer dan 90 % van de wijnbouwoppervlakte en is daarmee het meest voorkomende ras in het gebied. Het vormt dan ook de basis voor de wijnen met de BOB “Arlanza”. Met deze wijziging wordt alleen beoogd het productdossier aan te passen aan de werkelijke situatie van de BOB-wijnen.

6.   Wijziging van enkele uitzonderingen

WIJZIGING:

De mogelijkheid wordt toegevoegd om het potentiële alcoholgehalte van de druiven te verlagen tot maximaal één graad mits technisch bewijs kan worden verschaft dat de kwaliteit van de grondstof hierdoor niet wordt aangetast. Deze verlaging mag in geen geval worden gekoppeld aan een verhoging van de maximumopbrengsten.

Deze wijziging heeft betrekking op punt 8, onder b), punt 1, van het productdossier, maar is niet van invloed op het enig document.

Het gaat om een minimale wijziging, waarbij wordt voorzien in een instrument om de kwaliteit van het eindproduct te controleren. De kenmerken van het beschermde product worden niet gewijzigd en bovendien is het een manier om ervoor te zorgen dat deze kenmerken in elk verkoopseizoen worden bereikt. Derhalve wordt geoordeeld dat het niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 gaat.

REDENEN:

De ervaring leert dat elk wijnoogstjaar zijn specifieke kenmerken heeft en dat de plant wordt beïnvloed door veranderlijke natuurlijke factoren (temperaturen, neerslag, vorst, plagen en ziekten enz.), die van invloed zijn op de kwantiteit en de kwaliteit van de druiven.

Bijgevolg werd het nodig geacht deze mogelijkheid om het alcoholgehalte van de druiven te verlagen, in te voeren.

7.   Rechtvaardiging van de botteling op de plaats van oorsprong

WIJZIGING:

De tekst over de reden waarom de verpakking (botteling) in het afgebakende gebied moet plaatsvinden, is gewijzigd overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de nieuwe Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33. Tegelijkertijd is het verbod op verpakkingen die nadelig zijn voor de kwaliteit of de reputatie van de BOB geschrapt.

Bijgevolg zijn punt 8, onder b), punt 2, van het productdossier en punt 9 van het enig document gewijzigd.

Aangezien deze praktijk al verplicht was, leidt de wijziging niet tot aanvullende beperkingen op de afzet. Derhalve wordt geoordeeld dat het om een standaardwijziging gaat en niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.

REDENEN:

De eerste wijziging is slechts een herformulering om te voldoen aan de toepasselijke wetgeving.

Wat de tweede wijziging betreft, worden de wijnen met de BOB “Arlanza” doorgaans gebotteld in de handel gebracht. Slechts in uitzonderlijke gevallen worden ze in andere verpakkingen verkocht, voor zover die geen negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteitskenmerken van de wijn. Op deze manier kan het best worden ingespeeld op de vereisten op bepaalde internationale markten.

8.   Bijwerking van de etiketteringsvoorschriften

WIJZIGING:

De vermelding “vino de pueblo” wordt ingevoerd en tegelijkertijd worden de etiketteringsvoorschriften geherformuleerd. Daarnaast is ook de vermelding “FERMENTADO EN BARRICA” (“gegist in het vat”) ingevoerd.

Bijgevolg zijn punt 8, onder b), punt 3, van het productdossier en punt 9 van het enig document gewijzigd.

Het betreft een standaardwijziging, aangezien deze facultatieve vermeldingen op het etiket de consument beter informeren over de oorsprong en de bereidingsmethode van het product, en in geen geval een beperking op de afzet inhouden. Derhalve wordt geoordeeld dat het niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 gaat.

REDENEN:

De bevoegde autoriteit heeft onlangs regels vastgesteld voor de aanduidingen die verband houden met het gebruik van een kleinere geografische eenheid, waaronder “vino de pueblo”, voor wijnen die worden geproduceerd met ten minste 85 % druiven van percelen die zich op het grondgebied van een gemeente of een kleinere lokale eenheid bevinden. Deze wijziging is toe te schrijven aan de groeiende vraag van de consument om informatie over de specifieke afkomst binnen de gemeenten en plaatsen die deel uitmaken van het geografische gebied van de BOB.

Overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 moeten voor de verwijzing op het etiket naar namen van kleinere geografische eenheden regels worden vastgesteld in het productdossier en het enig document.

Wat de in het vat gegiste wijnen betreft, deze worden in het gebied geproduceerd, maar konden geen gebruik maken van de desbetreffende aanduiding.

In de nieuwe formulering zijn geen nieuwe vereisten toegevoegd; het hele deel is enkel geherstructureerd met het oog op een beter begrip.

9.   Aanpassing van het deel betreffende de verificatie van het productdossier

WIJZIGING:

Punt 9 van het productdossier wordt gewijzigd, maar de wijziging is niet van invloed op het enig document.

Het betreft een standaardwijziging, aangezien het niet om een wijziging in de zin van artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 gaat.

REDENEN:

Aanpassing aan de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/34 van de Commissie van 17 oktober 2018, en met name artikel 19 van laatstgenoemde verordening, waarin is bepaald hoe de jaarlijkse verificatie wordt verricht door de bevoegde autoriteit of de controleorganen om de naleving van het productdossier te controleren. Deze wijziging maakt deel uit van een noodzakelijke bijwerking van het productdossier om ervoor te zorgen dat het voldoet aan de criteria van norm UNE-EN-ISO 17065.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Arlanza

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1

— Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

WIJN — Witte wijnen

Witte wijnen: Wat de visuele kenmerken betreft, zijn de wijnen zilvergeel tot goudgeel van kleur, helder en/of glinsterend, zonder zwevende deeltjes. De neus wordt gekenmerkt door fruitige aroma’s. In de mond zijn de wijnen evenwichtig en fris.

Gerijpte witte wijnen: Wat de visuele kenmerken betreft, zijn de wijnen zilvergeel tot goudgeel van kleur, helder en/of glinsterend. Zonder zwevende deeltjes. De neus wordt gekenmerkt door fruitige aroma’s en door eventuele aroma’s die afkomstig zijn van het hout. In de mond zijn de wijnen evenwichtig en fris en doen ze soms denken aan het hout waarin ze zijn gerijpt.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

10,5

Minimale totale zuurgraad

4 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,33

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

150

WIJN — Roséwijnen

Roséwijnen: Wat de visuele kenmerken betreft, zijn de wijnen uienschilrood tot aardbeirood van kleur, helder en/of glinsterend. Zonder zwevende deeltjes.

De neus wordt gekenmerkt door aroma’s van rood en/of zwart fruit. In de mond zijn de wijnen fris en evenwichtig.

Gerijpte roséwijnen: Wat de visuele kenmerken betreft, zijn de wijnen uienschilrood tot framboosrood met tinten die typisch zijn voor de rijping; helder en/of glinsterend. Zonder zwevende deeltjes. De neus wordt gekenmerkt door aroma’s van vers rood fruit en/of rodevruchtenmoes. Tevens zijn aroma’s waar te nemen die afkomstig zijn van het hout. In de mond zijn de wijnen fris en evenwichtig.

(*)

Wijnen die ouder zijn dan een jaar, moeten voldoen aan de volgende grenswaarde voor het gehalte aan vluchtige zuren: tot en met 10 % vol.: maximaal 1 g/l, vermeerderd met 0,06 g/l voor iedere graad boven 10 % vol. In ieder geval mag het gehalte aan vluchtige zuren niet hoger zijn dan 1,08 g/l, uitgedrukt in azijnzuur.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

11

Minimale totale zuurgraad

4 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,33

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

150

WIJN — Rode wijnen

Wat de visuele kenmerken betreft, zijn deze wijnen violetrood tot paarsrood van kleur, met tinten van jonge wijnen. Helder en zonder zwevende deeltjes.

De neus wordt gekenmerkt door vrij intense of zeer intense aroma’s van rood en/of zwart fruit. In de mond zijn de wijnen evenwichtig en fris.

(*)

Wijnen die ouder zijn dan een jaar, moeten voldoen aan de volgende grenswaarde voor het gehalte aan vluchtige zuren: tot en met 10 % vol.: maximaal 1 g/l, vermeerderd met 0,06 g/l voor iedere graad boven 10 % vol. In ieder geval mag het gehalte aan vluchtige zuren niet hoger zijn dan 1,2 g/l, uitgedrukt in azijnzuur.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

11,5

Minimale totale zuurgraad

4 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,33

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

150

WIJN — Gerijpte rode wijnen

Wat de visuele kenmerken betreft, zijn deze wijnen donkerrood tot bruinrood, met tinten van gerijpte wijnen. Helder en zonder zwevende deeltjes. De neus wordt gekenmerkt door evenwichtige aroma’s van hout en fruit, naargelang van de rijpingstijd. In de mond zijn de wijnen droog, met een evenwichtige zuurte.

(*)

Wijnen die ouder zijn dan een jaar, moeten voldoen aan de volgende grenswaarde voor het gehalte aan vluchtige zuren: tot en met 10 % vol.: maximaal 1 g/l, vermeerderd met 0,06 g/l voor iedere graad boven 10 % vol. In ieder geval mag het gehalte aan vluchtige zuren niet hoger zijn dan 1,2 g/l, uitgedrukt in azijnzuur.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

12

Minimale totale zuurgraad

4 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

16,67

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

150

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Specifieke oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé

Minimaal potentieel alcoholgehalte van de druiven: 10,5 % voor witte wijndruivenrassen en 11,5 % voor blauwe druivenrassen.

Maximale extractieopbrengst: 72 liter per 100 kg druiven.

De rijpingsperioden voor de wijnen met de aanduiding “CRIANZA”, “RESERVA” en “GRAN RESERVA” gaan in op 1 november van het oogstjaar.

Beperking met betrekking tot de wijnbereiding

De witte wijn wordt uitsluitend bereid van de witte rassen albillo en viura.

De roséwijn wordt bereid van de volgende rassen: tinta del país, garnacha tinta, mencía, cabernet sauvignon, merlot, petit verdot, albillo mayor en viura, met ten minste 50 % blauwe rassen.

De rode wijn wordt bereid van de volgende blauwe druivenrassen: tinta del país, garnacha tinta, mencía, cabernet sauvignon, merlot en petit verdot.

Teeltmethode

Minimale beplantingsdichtheid: 2 000 wijnstokken per hectare.

b.   Maximumopbrengsten

Witte druivenrassen:

10 000 kg druiven per hectare

72 hectoliter per hectare

Blauwe druivenrassen:

7 000 kg druiven per hectare

50,40 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

Provincie Burgos:

Avellanosa de Muñó en de kleinere eenheden Pinedillo, Paules del Agua en Torrecítores del Enebral; Ciruelos de Cervera (kadastrale polygoon nr. 518) en de kleinere eenheid Briongos de Cervera; Cebrecos, Cilleruelo de Abajo, Cilleruelo de Arriba, Covarrubias en de kleinere eenheid Ura; Fontioso, Iglesiarrubia, Lerma en de kleinere eenheden Revilla Cabriada, Castrillo Solarana, Rabé de los Escuderos, Santillán del Agua, Ruyales del Agua en Villoviado; Los Balbases (kadastrale polygoon nr. 523), Madrigal del Monte, Madrigalejo del Monte en de kleinere eenheid Montuenga; Mahamud, Nebreda, Peral de Arlanza, Pineda Trasmonte, Pinilla Trasmonte, Puentedura, Quintanilla del Agua, Tordueles, Quintanilla del Coco en de kleinere eenheid Castroceniza; Quintanilla de la Mata, Retuerta, Revilla Vallejera, Royuela de Riofranco, Santa Cecilia, Santa Inés, Santa María del Campo, Santibáñez del Val, Santo Domingo de Silos, Solarana, Tordomar, Torrecilla del Monte, Torrepadre, Valles de Palenzuela, Villafruela, Villahoz, Villalmanzo, Villamayor de los Montes, Villangómez en de kleinere eenheid Villafuertes; Villaverde del Monte en Zael.

Provincie Palencia:

Baltanás en de kleinere eenheid Valdecañas de Cerrato, Cobos de Cerrato, Cordovilla la Real, Espinosa de Cerrato, Herrera de Valdecañas, Hornillos de Cerrato, Palenzuela, Quintana del Puente, Tabanera de Cerrato, Torquemada, Villahán en Villodrigo.

In de gemeente Los Balbases is enkel het gebied in de kadastrale polygoon 523 geschikt voor de teelt van wijnstokken en in de gemeente Ciruelos de Cervera enkel het gebied in de kadastrale polygoon 518.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

TEMPRANILLO — TINTA DEL PAIS

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

Het extreme continentale klimaat (groot temperatuurverschil tussen dag en nacht) en de hoogte zijn de meest doorslaggevende fysieke factoren, en dan vooral tijdens het rijpingsproces (langzame, vertraagde rijping). Ook kenmerkend zijn de lage opbrengsten van het gebied, die het gevolg zijn van een lage beplantingsdichtheid en van het sterk uitdunnen van de trossen. Door deze omstandigheden verkrijgt de tinta del país zeer bijzondere kenmerken, die het verschil met andere gebieden uitmaken (een hoog gehalte aan polyfenolen en aromatische precursoren en een goed evenwicht tussen alcohol en uitgesproken zuurgraad). De wijnen zijn rijk aan polyfenolen en hebben een goede structuur en zuurgraad, waardoor ze bijzonder geschikt zijn voor de rijping.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Tot het wijnbereidingsproces behoren ook het bottelen en het rijpen van de wijnen. Bijgevolg kunnen de in dit productdossier beschreven organoleptische en fysisch-chemische kenmerken enkel worden gewaarborgd als alle handelingen met betrekking tot de wijn in het productiegebied plaatsvinden. Het bottelen van de wijn is een van de factoren die van cruciaal belang zijn om de in het productdossier vermelde kenmerken te verkrijgen. Daarom, en met het oog op de waarborging van de kwaliteit en oorsprong en met het oog op de controle wordt het bottelen verricht in de wijnhuizen bij de bottelarijen die in het productiegebied gevestigd zijn.

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op het etiket van de beschermde wijnen moet de geografische naam van de BOB “Arlanza” duidelijk worden vermeld. De traditionele aanduiding als bedoeld in artikel 112, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is OORSPRONGSBENAMING.

Op het etiket, zelfs bij niet-gerijpte wijnen, moet het oogstjaar worden vermeld.

Op het etiket van de rode en de roséwijnen mogen de traditionele aanduidingen “CRIANZA”, “RESERVA”, “GRAN RESERVA” en “ROBLE” worden gebruikt, op voorwaarde dat is voldaan aan de bepalingen van de geldende wetgeving.

Op het etiket van de rode en de roséwijnen met de BOB “Arlanza” mag de aanduiding “ROBLE” worden vermeld, op voorwaarde dat is voldaan aan de bepalingen van de geldende wetgeving.

Op het hoofdetiket mag de aanduiding “FERMENTADO EN BARRICA” worden vermeld overeenkomstig de bepalingen van de geldende wetgeving.

Overeenkomstig artikel 120, lid 1, onder g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 mag de naam worden vermeld van een geografische eenheid die kleiner is dan de eenheden (gemeenten en kleinere lokale eenheden) die het in punt 5 van dit enig document omschreven afgebakende geografische gebied vormen, samen met de vermelding “Vino de Pueblo”. Voorwaarde is dat 85 % van de druiven die zijn gebruikt bij de bereiding van de beschermde wijn, afkomstig is van percelen binnen de betrokken kleinere geografische eenheid.

Link naar het productdossier

www.itacyl.es/documents/20143/342640/Ppta+PCC+DOP+ARLANZA+Rev+1.docx/6c7b99b4-7da4-273d-cab8-a8a11e3df07d


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/34


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 437/13)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING VAN EEN ENIG DOCUMENT

“RIBERA DEL GUADIANA”

PDO-ES-A1295-AM03

Datum van mededeling: 29.9.2020

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Nieuwe aanduidingen

WIJZIGING:

De witte, rode en roséwijnen die zonder gebruik van houten vaten zijn geproduceerd, worden voortaan “joven” (“jong”) genoemd.

In de vorige versies van het productdossier was aan deze wijnen geen aanduiding, zoals bij andere bereidingen het geval was, toegekend. Om aan alle soorten bereidingen een aanduiding toe te kennen, wordt de aanduiding “joven” ingevoerd voor witte, rode en roséwijnen waarbij geen houten vaten zijn gebruikt.

Voorts worden rode wijnen met de aanduiding “otras elaboraciones en barrica” hernoemd tot “vino de guarda”.

Bijgevolg worden de punten 2 en 3 van het productdossier en de punten 4 en 5 van het enig document gewijzigd.

Deze wijziging wordt als een standaardwijziging beschouwd, omdat het geen wijziging betreft als bedoeld in artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie.

REDENEN:

Met de term “joven” kunnen deze producten worden onderscheiden van producten die een kort of langer rijpingsproces in houten vaten hebben ondergaan.

Wat de “vino de guarda” betreft, is de aanduiding “OTRAS ELABORACIONES” sinds de opstelling van het productdossier in 2011 nauwelijks gebruikt, omdat de marktdeelnemers de naam niet begrijpen, hoewel er conceptueel gezien vraag is naar wijn met minder houtsmaak.

2.   Wijziging van het alcoholgehalte, het suikergehalte en het gehalte aan vluchtige zuren

WIJZIGING:

De volgende wijzigingen worden aangebracht:

Bij de jonge witte wijnen:

het totale alcoholgehalte (%) wordt vastgesteld op hoogstens 15 % en minstens 9 %;

het minimaal effectief alcoholgehalte (%) wordt verlaagd van 10 % naar 9 %.

Bij in houten vaten geproduceerde wijnen:

het totale alcoholgehalte (%) wordt vastgesteld op hoogstens 15 % en minstens 9 %;

het minimaal effectief alcoholgehalte (%) wordt verlaagd van 10 % naar 9 % voor wijnen met de aanduiding “fermentado en barrica” (“gegist in het vat”);

het minimaal effectief alcoholgehalte (%) wordt verlaagd van 12,5 % naar 9 % voor wijnen met de aanduiding “crianza”, “reserva” en “gran reserva”;

de parameter “totaalgehalte reducerende suikers” wordt vervangen door “totaal suikergehalte”;

het subtype “halfdroog” wordt toegevoegd, samen met de desbetreffende specificaties;

de bovengrens voor het gehalte aan vluchtige zuren wordt vastgesteld op basis van het totale alcoholvolumegehalte.

Bij roséwijnen:

het totale alcoholgehalte (%) wordt vastgesteld op hoogstens 15 % en minstens 9 %;

het minimaal effectief alcoholgehalte (%) wordt verlaagd van 11 % naar 9 %;

de parameter “totaalgehalte reducerende suikers” wordt vervangen door “totaal suikergehalte”;

de subtypes “halfdroog”, “halfzoet” en “zoet” worden toegevoegd, samen met de desbetreffende specificaties.

Bij de jonge rode wijnen:

het totale alcoholgehalte (%) wordt vastgesteld op hoogstens 15 % en minstens 11 %;

het minimaal effectief alcoholgehalte (%) wordt verlaagd van 12 % naar 11 %;

de parameter “totaalgehalte reducerende suikers” wordt vervangen door “totaal suikergehalte”;

de subtypes “halfdroog”, “halfzoet” en “zoet” worden toegevoegd, samen met de desbetreffende specificaties.

Bij in houten vaten geproduceerde rode wijnen:

de aanduiding “OTRAS ELABORACIONES” wordt vervangen door “VINO DE GUARDA”;

het totale alcoholgehalte (%) wordt vastgesteld op hoogstens 15 % en minstens 11 %;

het minimaal effectief alcoholgehalte (%) wordt verlaagd van 12 % naar 11 % voor wijnen met de aanduiding “fermentado en barrica” en “tinto roble”;

het minimaal effectief alcoholgehalte (%) wordt verlaagd van 12,5 % naar 11 % voor wijnen met de aanduiding “crianza”, “reserva” en “gran reserva”;

de parameter “totaalgehalte reducerende suikers” wordt vervangen door “totaal suikergehalte”;

het subtype “halfdroog” wordt toegevoegd, samen met de desbetreffende specificaties;

de bovengrens voor het gehalte aan vluchtige zuren wordt vastgesteld op basis van het totale alcoholvolumegehalte.

Bijgevolg worden punt 2 van het productdossier en punt 4 van het enig document gewijzigd.

Deze wijziging wordt als een standaardwijziging beschouwd, omdat het geen wijziging betreft als bedoeld in artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie.

REDENEN:

Sinds de opstelling van het productdossier in 2011 hebben zich aanzienlijke veranderingen voorgedaan op de wijnmarkt. De consument vraagt steeds meer om wijnen met een lager alcoholgehalte en om nieuwe soorten wijn met een hoger totaal suikergehalte.

Bovendien vragen de BOB-marktdeelnemers dat de in het productdossier voorgeschreven analytische grenswaarden voor de meeste parameters zouden worden aangepast aan de wettelijke grenswaarde. Elke marktdeelnemer stelt namelijk de hoogste eisen overeenkomstig zijn eigen specificaties.

Voor alle subtypes van wijnen die (vanwege hun suikergehalte) nieuw zijn toegevoegd, zal voor zwaveldioxide de bovengrens gelden die is vastgesteld in de regelgeving van de Unie.

3.   Wijziging van de organoleptische beschrijvingen

WIJZIGING:

Gezien de erkenning van de controle-instantie volgens norm UNE-EN 170025 moeten de volgende wijzigingen worden doorgevoerd door de wijziging van de methode voor organoleptische analyse:

de parameter “smaak” wordt voortaan aangeduid als “aroma”;

de parameter “evenwicht” wordt voortaan aangeduid als “smaak-evenwicht”;

de aanwezigheid van florale of fermentatiegeuren of aroma’s wordt toegevoegd;

de mogelijke aanwezigheid van zoetheid bij de parameter smaak-evenwicht wordt toegevoegd voor de halfdroge, halfzoete en zoete wijnen;

er worden nieuwe kleurschakeringen toegevoegd;

bij de rode wijnen wordt de parameter “intensiteit” voortaan aangeduid met de term “kleurintensiteit”.

Bijgevolg worden punt 2 van het productdossier en punt 4 van het enig document gewijzigd.

Deze wijziging wordt als een standaardwijziging beschouwd, omdat het geen wijziging betreft als bedoeld in artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie.

REDENEN:

Op 31 juli 2015 is de raad van toezicht voor de oorsprongsbenaming “Ribera del Guadiana” (VINCAL LABORATORIOS) erkend volgens de norm UNE-EN ISO/IEC 17025 voor de organoleptische analyse van de wijnen.

Deze erkenning heeft geleid tot de volgende wijzigingen:

WIJZIGING VAN DE NAAM VAN DE ANALYSEPARAMETERS VOOR DE ORGANOLEPTISCHE KENMERKEN

Voor het verkrijgen van deze erkenning werd een methodologie ontwikkeld waarbij, volgens de technische bijlage, de descriptoren voor de parameter “smaak” (zoet, zuur, alcohol, koolzuur) overeenkwamen met die voor de parameter “evenwicht” in de vorige versie van het productdossier.

Zo ook kwamen de descriptoren voor de parameter “aroma” (fruitig, floraal, fermentatiegeur, hout en geroosterd) overeen met de descriptoren voor de parameter “smaak” in de vorige versie van het productdossier.

Daarom zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

de parameter “smaak” heet voortaan “aroma”;

de parameter “evenwicht” heet voortaan “smaak-evenwicht”.

TOEVOEGING VAN NIEUWE DESCRIPTOREN BIJ DE ORGANOLEPTISCHE KENMERKEN

Doordat de erkende testmethode voorziet in de afzonderlijke analyse van de parameters “geur” en “aroma”, werd bij de wijnen van bepaalde rassen geconstateerd dat de descriptoren “floraal” en “fermentatiearoma’s” — die niet in het vorige productdossier waren opgenomen — vaak voorkwamen.

Daarom zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

toevoeging van de descriptoren “floraal” en “fermentatiearoma’s” bij de parameter “geur” voor de witte, rode en roséwijnen van het type SIN ELABORACION EN RECIPIENTES DE MADERA;

toevoeging van de descriptoren “floraal” en “fermentatiearoma’s” bij de parameter “aroma” voor de witte, rode en roséwijnen van het type SIN ELABORACION EN RECIPIENTES DE MADERA.

VASTSTELLING VAN DE ORGANOLEPTISCHE KENMERKEN VAN DE NIEUWE SUBTYPES WIJNEN

Als gevolg van de toevoeging van nieuwe subtypes wijn, namelijk halfdroog, halfzoet en zoet, moesten de organoleptische kenmerken van deze subtypes worden bepaald voor de verschillende aanduidingen.

4.   Wijziging van de oenologische procedés

WIJZIGING:

Gezien de toevoeging van halfdroge, halfzoete en zoete wijnen wordt ook hun bereidingsmethode openomen.

Met het oog op een uniforme rijpingsperiode voor de wijnen met de aanduiding FERMENTADO EN BARRICA, TINTO ROBLE, VINOS DE GUARDA, CRIANZA, RESERVA en GRAN RESERVA wordt de begindatum van het rijpingsproces toegevoegd.

Met het oog op uniforme afmetingen van de vaten voor de rijping van de wijnen wordt de grootte van de vaten voor “tinto roble” en “vino de guarda” verhoogd tot het wettelijke maximum.

Voor de witte wijnen en de in het vat gegiste rode wijnen wordt de gedeeltelijke gisting geschrapt.

Deze wijziging heeft betrekking op punt 3 van het productdossier en op punt 5, onder a), van het enig document.

Deze wijziging wordt als een standaardwijziging beschouwd, omdat het geen wijziging betreft als bedoeld in artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie.

REDENEN:

In het productdossier werden de halfdroge, halfzoete en zoete wijnen enkel voor jonge witte wijnen genoemd en er werd gezegd dat deze werden bereid volgens de geldende regelgeving. Door deze subtypes uit te breiden tot andere soorten wijn leek het passend te specificeren over welke regelgeving het gaat.

Voor op hout gerijpte wijnen was de begindatum voor het rijpingsproces weliswaar niet bepaald, maar deze was vastgesteld in de interne norm van de raad van toezicht, op basis van de normale oogstperiode in het productiegebied (doorgaans in augustus en september). Met het oog op uniformiteit is de bepaling opgenomen in het productdossier.

Sinds de opstelling van het productdossier in 2011 en na jaren van toepassing ervan is bij de BOB-marktdeelnemers de vraag ontstaan om de normen betreffende de afmetingen van de vaten aan te passen aan de wettelijke grenswaarden.

De mogelijkheid om wijnen gedeeltelijk te vergisten in vaten wordt geschrapt, aangezien de wijnhuizen die dit soort wijn produceren, steeds een volledige vergisting in eikenhouten vaten toepassen, zonder vermenging met wijn die dit soort gisting niet heeft ondergaan.

5.   Soorten contra-etiketten

WIJZIGING:

De soorten contra-etiketten die op elke soort wijn moeten worden aangebracht, worden opgenomen.

Bijgevolg worden punt 8 van het productdossier en punt 9 van het enig document gewijzigd.

Deze wijziging wordt als een standaardwijziging beschouwd, omdat het geen wijziging betreft als bedoeld in artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie van 17 oktober 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft aanvragen tot bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector, de bezwaarprocedure, gebruiksbeperkingen, wijzigingen van productdossiers, de annulering van bescherming en de etikettering en presentatie.

REDENEN:

Er wordt bepaald dat aan elke wijnsoort een type contra-etiket moet worden toegekend om de volgende redenen:

een type contra-etiket toekennen aan de wijnsoort “fermentado en barrica”, die geen specifiek type contra-etiket heeft;

aan de wijnsoort “joven” het type contra-etiket “cosecha” toekennen om een einde te maken aan de verwarring tussen de twee aanduidingen.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Ribera del Guadiana

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1

— Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

WITTE WIJN

Visuele kenmerken

Zuiverheid: zuivere wijnen of met enige neerslag van wijnsteen. Kleurschakering: gele tot goudgele tinten.

Geurkenmerken

Neus: fruitige en/of florale geuren en/of fermentatiegeuren en/of hout- en geroosterde geuren.

Smaakkenmerken

Aroma: fruitige en/of florale aroma’s en/of fermentatie-aroma’s en/of hout- en geroosterde aroma’s.

Smaak-evenwicht: evenwichtig op het gebied van alcohol en zuurgraad. Soms zoete smaak. Afdronk: lange afdronk die doet denken aan de aroma’s van de wijn.

*

Maximumgehalte aan zwaveldioxide wanneer het suikergehalte minstens 5 g/l bedraagt: 240 mg/l.

*

Bij in houten vaten geproduceerde witte wijnen bedraagt het maximale gehalte aan vluchtige zuren: tot en met 10 % vol.: 1 g/l, vermeerderd met 0,06 g/l voor iedere graad boven 10 %, tot een maximum van 1,08 g/l.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

15

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

10

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

180

ROSÉWIJN

Visuele kenmerken

Zuiverheid: zuivere wijnen of met enige neerslag van wijnsteen. Kleurschakering: van roze over roodachtige tinten tot oranjeachtig.

Geurkenmerken

Neus: fruitige en/of florale geuren en/of fermentatiegeuren en/of hout- en geroosterde geuren.

Smaakkenmerken

Aroma: fruitige en/of florale aroma’s en/of fermentatie-aroma’s en/of hout- en geroosterde aroma’s.

Smaak-evenwicht: evenwichtig op het gebied van alcohol en zuurgraad. Soms zoete smaak. Afdronk: lange afdronk die doet denken aan de aroma’s van de wijn.

*

Maximumgehalte aan zwaveldioxide wanneer het suikergehalte minstens 5 g/l bedraagt: 240 mg/l.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

15

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

4,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

10

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

180

RODE WIJN

Visuele kenmerken

Zuiverheid: zuivere wijnen of met enige neerslag van wijnsteen of kleurstof. Kleurschakering: violetachtig tot dakpanrood. Kleurintensiteit: intense kleur.

Geurkenmerken

Neus: fruitige en/of florale geuren en/of fermentatiegeuren en/of hout- en geroosterde geuren.

Smaakkenmerken

Aroma: fruitige en/of florale aroma’s en/of fermentatie-aroma’s en/of hout- en geroosterde aroma’s.

Smaak-evenwicht: evenwichtig op het gebied van alcohol en zuurgraad. Soms zoete smaak. Afdronk: lange afdronk die doet denken aan de aroma’s van de wijn.

*

Maximumgehalte aan zwaveldioxide wanneer het suikergehalte minstens 5 g/l bedraagt: 190 mg/l.

*

Bij in houten vaten geproduceerde rode wijnen bedraagt het maximale gehalte aan vluchtige zuren: tot en met 10 % vol.: 1 g/l, vermeerderd met 0,06 g/l voor iedere graad boven 10 %, tot een maximum van 1,2 g/l.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

15

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

11

Minimale totale zuurgraad

4 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,33

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

150

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Specifieke oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé

Bij de productie moet passende druk worden uitgeoefend om de most of de wijn te extraheren en deze van de droesem te scheiden, zodat de opbrengst niet meer dan 70 liter wijn voor elke 100 kilogram geoogste druiven bedraagt.

Voor de productie van witte of rode wijnen die volledig in het vat gegist zijn, gebeurt deze gisting in eikenhouten vaten met een maximuminhoud van 600 liter.

Tintos robles moeten 90 dagen rijpen, waarvan minstens 60 dagen in eikenhouten vaten met een maximuminhoud van 600 liter.

Vinos de guarda moeten 365 dagen rijpen, waarvan minstens 60 dagen in eikenhouten vaten met een maximuminhoud van 600 liter.

De rijpingstijd wordt berekend vanaf 1 oktober van het overeenkomstige oogstjaar.

b.   Maximumopbrengsten

Witte druivenrassen:

12 000 kg druiven per hectare

84 hectoliter per hectare

Blauwe druivenrassen:

10 000 kg druiven per hectare

70 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

TIERRA DE BARROS: Aceuchal, Ahillones,Alange, Almendralejo, Arroyo de San Serván, Azuaga, Berlanga, Calamonte, Corte de Peleas, Entrín Bajo, Feria, Fuente del Maestre, Granja de Torrehermosa, Higuera de Llerena, Hinojosa del Valle, Hornachos, La Morera, La Parra, Llera, Llerena, Maguilla, Mérida (linkeroever van de rivier Guadiana), Nogales, Palomas, Puebla del Prior, Puebla de la Reina, Ribera del Fresno, Salvatierra de los Barros, Santa Marta de los Barros, Solana de los Barros, Torre de Miguel Sesmero, Torremegía, Valencia de las Torres, Valverde de Llerena, Villafranca de los Barros,Villalba de los Barros.

MATANEGRA: Bienvenida, Calzadilla, Fuente de Cantos, Medina de las Torres, Puebla de Sancho Pérez, Los Santos de Maimona, Usagre, Valencia del Ventoso, Zafra.

RIBERA ALTA: Aljucén, Benquerencia, Campanario, Carrascalejo, Castuera, La Coronada, Cristina, Don Álvaro, Don Benito, Esparragalejo, Esparragosa de la Serena, Higuera de la Serena, La Garrovilla, Guareña, La Haba, Magacela, Malpartida de la Serena, Manchita, Medellín, Mengabril, Mérida (rechteroever van de rivier Guadiana), Mirandilla, Monterrubio de la Serena, La Nava de Santiago, Navalvillar de Pela, Oliva de Mérida, Quintana de la Serena, Rena, San Pedro de Mérida, Santa Amalia, Trujillanos, Valdetorres, Valverde de Mérida, Valle de la Serena, Villagonzalo, Villanueva de la Serena, Villar de Rena, Zalamea de la Serena, Zarza de Alange.

RIBERA BAJA: La Albuera, Almendral, Badajoz, Lobón, Montijo, Olivenza, La Roca de la Sierra, Talavera de la Real, Torremayor, Valverde de Leganés, Villar del Rey.

MONTÁNCHEZ: Albalá, Alcuéscar, Aldea de Trujillo, Aldeacentenera, Almoharín, Arroyomolinos de Montánchez, Casas de Don Antonio, Escurial, Garciaz, Heguijuela, Ibahernando, La Cumbre, Madroñera, Miajadas, Montánchez, Puerto de Santa Cruz, Robledillo de Trujillo, Salvatierra de Santiago, Santa Cruz de la Sierra, Santa Marta de Magasca, Torre de Santa María, Torrecilla de la Tiesa, Trujillo, Valdefuentes, Valdemorales, Villamesías, Zarza de Montánchez.

CAÑAMERO: Alía, Berzocana, Cañamero, Guadalupe Valdecaballeros.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

CABERNET SAUVIGNON

CAYETANA BLANCA

GRACIANO

MACABEO — VIURA

MERLOT

PARDINA — JAÉN BLANCO

SYRAH

TEMPRANILLO — CENCIBEL

TEMPRANILLO — TINTO FINO

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

Witte wijnen

De kenmerken van de wijnen worden medebepaald door het mediterrane klimaat in het gebied.

Bij de witte wijnen gaat het om een zeer bijzonder fruitig aroma en een middelhoge zuurgraad.

Anderzijds leiden de beperkte neerslaghoeveelheden in perioden die bepalend zijn voor de teelt, tot een verlaagd risico op schimmelziekten, hetgeen rechtstreeks van invloed is op de uiteindelijke kwaliteit van de wijnen.

Roséwijnen

De kenmerken van de wijnen worden medebepaald door het mediterrane klimaat in het gebied.

Dankzij deze omstandigheden worden wijnen verkregen die rijk aan tannines en kleurstoffen zijn, een goed alcoholgehalte en een passende zuurgraad hebben en een kenmerkend aroma als gevolg van de rijping van de druiven.

Anderzijds leiden de beperkte neerslaghoeveelheden in perioden die bepalend zijn voor de teelt, tot een verlaagd risico op schimmelziekten, hetgeen rechtstreeks van invloed is op de uiteindelijke kwaliteit van de wijnen.

Door de eigenschappen van het geografische gebied waren de blauwe niet-inheemse rassen genoopt zich aan te passen, wat heeft geresulteerd in bijzondere wijnen.

Rode wijnen

De kenmerken van de wijnen worden medebepaald door het mediterrane klimaat in het gebied.

Dankzij deze omstandigheden worden wijnen verkregen die rijk aan tannines en kleurstoffen zijn, een goed alcoholgehalte en een passende zuurgraad hebben en een kenmerkend aroma als gevolg van de rijping van de druiven.

Anderzijds leiden de beperkte neerslaghoeveelheden in perioden die bepalend zijn voor de teelt, tot een verlaagd risico op schimmelziekten, hetgeen rechtstreeks van invloed is op de uiteindelijke kwaliteit van de wijnen.

Door de eigenschappen van het geografische gebied waren de blauwe niet-inheemse rassen genoopt zich aan te passen, wat heeft geresulteerd in bijzondere wijnen.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op elk soort verpakking waarin de wijnen met de oorsprongsbenaming “Ribera del Guadiana” in de handel worden gebracht, wordt de beschermde aanduiding op de etiketten vermeld zoals vastgesteld in de toepasselijke wetgeving van de Unie.

Op de verpakking wordt een specifiek genummerd contra-etiket aangebracht dat is verleend door de raad van toezicht. Dat etiket doet dienst als certificaat en maakt de traceerbaarheid van het product mogelijk.

Het type etiket wordt toegekend naargelang van de soort wijn:

voor JOVEN y FERMENTADO EN BARRICA: het contra-etiket COSECHA;

voor TINTO ROBLE: het contra-etiket TINTO ROBLE;

voor VINO DE GUARDA: het contra-etiket VINO DE GUARDA;

voor CRIANZA: het contra-etiket CRIANZA;

voor RESERVA: het contra-etiket RESERVA;

voor GRAN RESERVA: het contra-etiket GRAN RESERVA.

Link naar het productdossier

http://www.juntaex.es/filescms/con03/uploaded_files/SectoresTematicos/Agroalimentario/Denominacionesdeorigen/PliegoCondiciones2.pdf


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/42


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 437/14)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“MAREMMA TOSCANA”

PDO-IT-A1413-AM02

Datum van de mededeling: 14.9.2020

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Nieuwe productsoorten

Beschrijving:

De aanduiding “riserva” is toegevoegd aan de soorten Bianco en Rosso.

De aanduiding “governo all'uso toscano” is toegevoegd aan de soorten Rosso en Sangiovese.

De aanduiding “passito” is toegevoegd aan de cepagewijn Merlot.

Voor de cepagewijnen Sangiovese, Ciliegiolo, Alicante of Grenache, Syrah en Merlot is de soort “Rosato” toegevoegd.

De volgende cepagewijnen zijn toegevoegd:

Cabernet franc,

Petit verdot,

Pugnitello.

Het wordt mogelijk om op het etiket twee van de in het productdossier opgenomen druivenrassen van dezelfde kleur te vermelden. Deze moeten in afnemende volgorde van de feitelijke hoeveelheid gebruikte druiven worden vermeld.

De soort Spumante Rosato of Rosé wordt toegevoegd.

Redenen:

Aangezien het een wijn met een beschermde oorsprongsbenaming betreft, is het de bedoeling de kwaliteit van het product te benadrukken door de meest representatieve wijnen beter te kenschetsen door er traditionele aanduidingen (riserva, governo all'uso toscano en passito) aan toe te kennen.

De DOC (gecontroleerde oorsprongsbenaming) “Maremma toscana” vertegenwoordigt het hele wijnbouwgebied in de provincie Grosseto. Daarom is het de bedoeling belang toe te kennen aan de hele wijnproductie door het gamma wijnen met de naam “Maremma toscana” — die een wijnproductie van hoge kwaliteit met een lange traditie vertegenwoordigt — aan te vullen met de soorten Rosato en Rosato Spumante en met cepagewijnen.

De mogelijkheid om twee druivenrassen op het etiket te vermelden zorgt voor nieuwe afzetmogelijkheden voor de BOB-wijnen.

De wijziging heeft betrekking op de punten 4, 5 en 7 van het enig document en op de artikelen 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 van het productdossier.

2.   Druivenrassen

Beschrijving:

Voor de soort Bianco, met inbegrip van de riserva, is het ras viognier toegevoegd, als aanvulling op de tot nog toe vermelde rassen vermentino en trebbiano toscano, die bij de productie van de Bianco afzonderlijk of in combinatie minstens 60 % van de gebruikte druiven moeten uitmaken. De andere witte druivenrassen die geschikt zijn voor de teelt, mogen worden gebruikt binnen een marge van 60 tot 40 %.

Voor de soorten Rosso, met inbegrip van de riserva, Rosato en Spumante Rosato of Rosé zijn de rassen cabernet (zowel cabernet sauvignon als cabernet franc), merlot, syrah en ciliegiolo toegevoegd, als aanvulling op het tot nog toe vermelde ras sangiovese, die bij de productie van de genoemde soorten afzonderlijk of in combinatie minstens 60 % van de gebruikte druiven moeten uitmaken. De andere blauwe druivenrassen die geschikt zijn voor de teelt, mogen worden gebruikt binnen een marge van 60 tot 40 %.

Voor de cepagewijn Alicante, met inbegrip van de Rosato, wordt het synoniem Grenache toegevoegd.

Voor de cepagewijn Cabernet wordt het synoniem Carmenere toegevoegd.

Aan de voornaamste wijndruivenrassen, die voor ten minste 85 % aanwezig moeten zijn om de overeenkomstige cepagewijn aan te duiden, worden cabernet franc, petit verdot en pugnitello toegevoegd.

Redenen:

Omdat de DOC “Maremma toscana” het hele wijnbouwgebied in de provincie vertegenwoordigt, is het de bedoeling belang toe te kennen aan de hele wijnproductie. In dat opzicht en om tegemoet te komen aan de ontstaansreden van de benaming, is de mogelijkheid opgenomen om witte, rosé- en rode basiswijnen te produceren met de voornaamste druivenrassen. Daarom is beslist het gamma van voornaamste wijndruivenrassen, dat wordt vertegenwoordigd door de reeds vermelde dominante rassen, aan te vullen met de rassen die in de provincie Grosetto het meest worden geteeld, namelijk op percelen met een oppervlakte tussen 100 en 800 hectare, om zo de benaming verder uit te breiden.

De wijziging heeft betrekking op punt 7 van het enig document en op de artikelen 2, 4, 5 en 6 van het productdossier.

3.   Voorschriften voor de wijnbouw

Beschrijving:

1.

De maximumopbrengsten van de druiven per hectare, de maximale wijnopbrengst per hectare en het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte van de nieuw geïntroduceerde soorten zijn toegevoegd.

2.

De beplantingsdichtheid varieert van 3 000 tot 4 000 wijnstokken per hectare.

3.

Er is een verbod op het gebruik van alle horizontale leivormen, zoals pergola’s, toegevoegd.

Redenen:

1.

De waarden voor de druivenopbrengst per hectare en het alcoholgehalte zijn gebaseerd op experimenten die de kwaliteit van de producten met de benaming aantonen.

2.

De verhoging van de beplantingsdichtheid, die leidt tot een lagere productie druiven per plant, draagt bij tot een betere kwaliteit van de druiven.

3.

Voor de productie van voor de BOB bestemde druiven mogen geen leimethoden worden gebruikt die leiden tot overmatige geforceerde productie ten koste van de kwaliteit.

De wijziging betreft punt 5, onder b), van het enig document en artikel 4 van het productdossier.

4.   Voorschriften voor de wijnbereiding

Beschrijving:

1.

Er wordt bepaald dat de rijping van de wijnen plaatsvindt in het productiegebied.

2.

Boven op de provincies Pisa, Livorno, Siena en Firenze wordt de provincie Arezzo toegevoegd aan de lijst van gebieden waar de wijnbereiding van de BOB mag worden verricht.

Redenen:

1.

Het gaat om een formele wijziging, aangezien de rijping een van de fasen van de wijnbereiding is.

2.

De wijziging is in overeenstemming met artikel 5, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33. Het gaat om een formele wijziging, aangezien de rijping een van de fasen van de wijnbereiding is.

De wijziging betreft punt 9 van het enig document en artikel 5 van het productdossier.

5.   Traditionele aanduidingen “riserva” en “governo all'uso toscano”

Beschrijving:

1.

Er worden voorschriften met betrekking tot de aanduiding “riserva” toegevoegd, die voor de soort Bianco minstens twaalf maanden moet rijpen en voor de soort Rosso minstens 24 maanden, waarvan zes maanden in houten recipiënten.

2.

Er worden voorschriften met betrekking tot de traditionele aanduiding “governo all’uso toscano” toegevoegd, waarbij een langzame secundaire gisting van de wijn plaatsvindt door toevoeging van (minstens 10 kg/hl) licht ingedroogde blauwe druiven waarbij, na de persing, het gistingsproces is ingezet.

Redenen:

1.

Aangezien het gaat om wijn met een beschermde oorsprongsbenaming, is de aanduiding “riserva” toegevoegd om de waarde van de soorten Bianco en Rosso te vergroten. Bedoeling is ook twee verschillende productkwaliteiten commercieel in te delen en verdere kwalitatieve groei mogelijk te maken.

2.

Aangezien het gaat om wijn met een beschermde oorsprongsbenaming, wordt beoogd de kwaliteit van het product te benadrukken door de meest representatieve rode wijnen beter te kenschetsen door er een aanduiding aan toe te kennen die verwijst naar een techniek die in een groot deel van Toscane van oudsher wordt toegepast.

De wijziging betreft punt 5 van het enig document en artikel 5 van het productdossier.

6.   Beschrijving van de wijn(en)

Beschrijving:

De chemisch-fysische en organoleptische descriptoren voor de nieuw toegevoegde soorten zijn toegevoegd. Voorts zijn voor de soorten die reeds in het productdossier waren opgenomen, bepaalde organoleptische kenmerken gespecificeerd en bepaalde chemisch-fysische waarden gewijzigd.

Redenen:

De kenmerken van de nieuw geïntroduceerde wijnen worden beschreven en die van sommige reeds opgenomen soorten zijn herzien met het oog op een preciezere beschrijving van de analytische en organoleptische kenmerken. Voor de basissoorten Bianco, Rosso en Rosato en voor de soorten met de aanduiding “vendemmia tardiva” zijn de beschrijvende smaakparameters beter omschreven, zodat ook wijnen met restsuikers binnen rationelere grenzen onder de aanduiding kunnen vallen. Daarnaast zijn de analytische parameters betreffende het suikervrij extract en de totale zuurgraad voor de soorten Bianco, Rosso, Rosato en Spumante herzien om ze in overeenstemming te brengen met de andere soorten.

De wijziging betreft punt 4 van het enig document en artikel 6 van het productdossier.

7.   Etikettering

Beschrijving:

Er wordt bepaald dat het synoniem grenache mag worden gebruikt als alternatief voor de naam van het ras alicante.

Redenen:

Deze aanvulling is bedoeld om een soort met een gevestigde traditie in het gebied vanuit commercieel oogpunt beter te kenschetsen.

Deze wijziging betreft artikel 7 van het productdossier, maar heeft geen betrekking op het enig document.

8.   Verpakking

Beschrijving:

a)

Voor recipiënten in een ander materiaal dan glas is een maximale inhoud van 3 tot 5 liter vastgesteld.

b)

Glazen recipiënten zoals buikflessen en mandflessen worden verboden.

c)

Het gebruik van kroonkurken wordt verboden voor het sluiten van glazen flessen met een inhoud tot 6 liter voor de soorten met de aanduiding “riserva” en “vigna” en voor de soorten passito, vin santo en vendemmia tardiva.

Redenen:

a)

Het gebruik van recipiënten in andere materialen dan glas speelt in op de vraag van de consument en zorgt dus voor meer afzetmogelijkheden, zowel binnen als buiten de Unie, voor producten met de BOB “Maremma toscana”.

b)

Om de in de handel gebrachte productie beter te kenschetsen en om de consument een juist beeld te geven van het aangeboden product, worden glazen recipiënten zoals buikflessen en mandflessen verboden.

c)

Om een juist beeld te geven van de soorten met een traditionele aanduiding die in glazen flessen aan de consument worden aangeboden, worden kroonkurken verboden voor het sluiten van de flessen.

Deze wijziging betreft artikel 8 van het productdossier, maar heeft geen betrekking op het enig document.

9.   Verband met het geografische gebied

Beschrijving:

De volgende delen zijn bijgewerkt: bijzonderheden over het geografische gebied; bijzonderheden over de kwaliteit of de kenmerken van het product die hoofdzakelijk of uitsluitend toe te schrijven zijn aan de geografische omgeving; bijzonderheden over de beschrijving van het causale verband.

Redenen:

Het betreft een formele aanpassing als gevolg van de toevoeging van nieuwe soorten producten, die geen afbreuk doet aan het verband als bedoeld in artikel 93, lid 1, onder a), i), van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

De wijziging betreft artikel 9 van het productdossier, maar heeft geen betrekking op het enig document.

10.   Verwijzingen naar het controleorgaan

Beschrijving:

Het adres van het controleorgaan (Valoritalia srl) en enkele verwijzingen naar wetgeving betreffende de goedkeuring van het controleplan zijn bijgewerkt.

Redenen:

Het gaat om een formele wijziging van artikel 10 van het productdossier, die niet van invloed is op het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Maremma toscana

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1

— Wijn

4

— Mousserende wijn

5

— Mousserende kwaliteitswijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

Bianco, met inbegrip van riserva, en met vermelding van een of twee druivenrassen

Kleur: strogeel, min of meer intens.

Geur: fijn en zacht, met voornamelijk fruitige toetsen bij viognier en ansonica en bredere, complexere aroma’s bij de riserva.

Smaak: droog tot halfdroog bij de Bianco; zacht en fluweelachtig bij Vermentino, Viognier en Ansonica; frisser met kruidige toetsen, smaakvol en met veel body bij de riserva.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: Bianco: 10,50; Ansonica, Viogner, Vermentino, Chardonnay, Sauvignon, Trebbiano: 11,00; riserva: 12,00.

Minimaal suikervrij extract: Bianco:14,00 g/l; Ansonica, Viogner, Vermentino, Chardonnay, Sauvignon, Trebbiano: 16 g/l; riserva: 18 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

12

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Rosso, Novello, riserva, en met vermelding van een of twee druivenrassen

Kleur: min of meer intens robijnrood, met purperachtige accenten; intens rood, bij rijping neigend naar granaatrood.

Geur: fruitige toetsen bij Novello, Alicante of Grenache, Merlot, Pugnitello en Sangiovese; kruidige toetsen bij Cabernet franc, Cabernet sauvignon, Syrah en Petit verdot; zachtere aroma’s bij Ciliegiolo, die bij de riserva nog verfijnder worden tijdens de rijping.

Smaak: droog tot halfdroog bij de Rosso en licht zurig en vol bij Novello en Alicante of Grenache; meer body bij Cabernet, Cabernet franc, Cabernet sauvignon, Ciliegiolo, Petit verdot, Pugnitello, Sangiovese en Merlot en bij de riserva; intens en kruidig bij Syrah; de soorten Rosso en Sangiovese met de aanduiding “governo all’uso toscano” hebben een levendige, ronde smaak.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: Rosso en Novello: 11,00; Alicante of Grenache, Cabernet, Cabernet franc, Cabernet sauvignon, Canaiolo, Merlot, Petit verdot, Pugnitello, Sangiovese en Ciliegiolo en Syrah: 11,50; riserva: 12,00.

Minimaal suikervrij extract: Rosso 22,00 g/l; 20,00 g/l bij Novello; Alicante of Grenache, Cabernet, Cabernet franc, Cabernet sauvignon, Canaiolo, Merlot, Petit verdot, Pugnitello, Sangiovese en Ciliegiolo en Syrah: 22 g/l; riserva: 24,00.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Rosato en met vermelding van het druivenras

Kleur: min of meer intens roze.

Geur: zacht, met intense fruitige toetsen, meer aanhoudend bij Alicante, zachter bij Sangiovese.

Smaak: droog tot halfdroog, licht zurig, harmonieus.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 10,50 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 16,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Vin santo

Kleur: van strogeel over ambergeel tot bruin.

Geur: etherisch, warm en karakteristiek.

Smaak: droog tot zoet, harmonieus en fluweelachtig.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 16,00 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 22,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

12,00

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

30,00

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Vendemmia tardiva, ook met vermelding van het druivenras

Kleur: intens strogeel tot min of meer intens goudgeel.

Geur: verfijnd, intens, soms kruidig.

Smaak: droog tot zoet, vol en harmonieus.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 15,00 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 22,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

25

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Passito Bianco, ook met vermelding van het druivenras

Kleur: goudgeel tot ambergeel, min of meer intens.

Geur: intens, aroma’s van rijp fruit.

Smaak: droog tot zoet, rond en fluweelachtig.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 15,50 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 23,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

12

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

25

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Passito Rosso, ook met vermelding van het druivenras

Kleur: intens robijnrood.

Geur: intense, brede aroma’s.

Smaak: droog tot zoet, fluweelachtig.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 15,50 % vol.

Minimaal suikervrij extract: 24,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

12

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

25

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Vino Spumante en Vino Spumante di Qualità — soort Bianco, ook met vermelding van het druivenras, en soort Rosato

Kleur: strogeel, min of meer intens; bij Ansonica fel strogeel; bij Vermentino soms met groenachtige tinten; bij Rosato of Rosé zachtroze tot kersrood.

Schuim: fijn en aanhoudend.

Geur: fijn, fruitig, aanhoudend, lichter bij de soort Ansonica, zachter bij de soort Vermentino; met duidelijkere fruitige toetsen bij de Rosato of Rosé.

Smaak: van brut nature tot extra dry, harmonieus bij de Ansonica; levendig, zurig, licht bitter bij de Rosato of Rosé.

Minimaal totaal alcoholvolumegehalte: Bianco en Rosato: 10,50 % vol.; Ansonica en Vermentino: 11,00 % vol.

Minimaal suikervrij extract: Bianco:14,00 g/l; Ansonica, Vermentino, Rosato of Rosé: 16,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,50 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Specifieke oenologische procedés

Wijnbereidingsmethode voor vin santo

Specifiek oenologisch procedé

De druiven, die zorgvuldig zijn geselecteerd, moeten op natuurlijke wijze indrogen in geschikte lokalen totdat ze het juiste suikergehalte hebben bereikt, waarna ze worden geperst. De verkregen wijn moet worden bereid, bewaard en gerijpt in houten vaten met een inhoud van ten hoogste 500 liter en mag ten vroegste op 1 maart van het derde jaar na het jaar waarin de druiven zijn geproduceerd, in de handel worden gebracht.

Wijnbereidingsmethode voor wijn met de aanduiding “governo all’uso toscano”

Specifiek oenologisch procedé

De traditionele methode, die is toegestaan voor de soorten Rosso en Sangiovese, bestaat in een langzame secundaire gisting van de wijn door toevoeging van (minstens 10 kg/hl) licht ingedroogde blauwe druiven waarbij, na de persing, het gistingsproces is ingezet.

b.   Maximumopbrengsten

Bianco, Bianco riserva en Spumante:

13 000 kg druiven per hectare

Bianco, Bianco riserva en Spumante:

91 hectoliter per hectare

Rosso, Rosso riserva, Rosato, Rosato Spumante en Novello:

12 000 kg druiven per hectare

Rosso, Rosso riserva, Rosato, Rosato Spumante en Novello:

84 hectoliter per hectare

Vin santo:

13 000 kg druiven per hectare

Vin santo:

45,50 hectoliter per hectare

Ansonica, Ansonica Spumante, Chardonnay, Sauvignon, Trebbiano, Vermentino, Vermentino Spumante en Viognier:

12 000 kg druiven per hectare

Ansonica, Ansonica Spumante, Chardonnay, Sauvignon, Trebbiano, Vermentino, Vermentino Spumante en Viognier:

84 hectoliter per hectare

Alicante, Cabernet, Cabernet Sauvignon, Cabernet franc, Canaiolo, Ciliegiolo, Merlot, Petit Verdot, Sangiovese en Syrah:

11 000 kg druiven per hectare

Alicante, Cabernet, Cabernet Sauvignon, Cabernet franc, Canaiolo, Ciliegiolo, Merlot, Petit Verdot, Sangiovese en Syrah:

77 hectoliter per hectare

Pugnitello:

9 000 kg druiven per hectare

Pugnitello:

63 hectoliter per hectare

Alicante Rosato, Ciliegiolo Rosato, Merlot Rosato, Sangiovese Rosato en Syrah Rosato:

11 000 kg druiven per hectare

Alicante Rosato, Ciliegiolo Rosato, Merlot Rosato, Sangiovese Rosato en Syrah Rosato:

77 hectoliter per hectare

Passito Bianco, Ansonica passito, Chardonnay passito, Sauvignon passito en Vermentino passito:

11 000 kg druiven per hectare

Passito Bianco, Ansonica passito, Chardonnay passito, Sauvignon passito en Vermentino passito:

44 hectoliter per hectare

Passito Rosso, Cabernet passito, Cabernet Sauvignon passito, Ciliegiolo passito, Merlot passito en Sangiovese passito:

11 000 kg druiven per hectare

Passito Rosso, Cabernet passito, Cabernet Sauvignon passito, Ciliegiolo passito, Merlot passito en Sangiovese passito:

44 hectoliter per hectare

Vendemmia tardiva, Ansonica vendemmia tardiva, Chardonnay vendemmia tardiva en Sauvignon vendemmia tardiva:

80 000 kg druiven per hectare

Vendemmia tardiva, Ansonica vendemmia tardiva, Chardonnay vendemmia tardiva en Sauvignon vendemmia tardiva:

40 hectoliter per hectare

Trebbiano vendemmia tardiva, Vermentino vendemmia tardiva en Viognier vendemmia tardiva:

80 000 kg druiven per hectare

Trebbiano vendemmia tardiva, Vermentino vendemmia tardiva en Viognier vendemmia tardiva:

40 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

Het productiegebied ligt in de regio Toscane en omvat met name de gehele provincie Grosseto.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

Alicante N — Grenache

Ansonica B — Inzolia

Cabernet franc N — Cabernet

Cabernet sauvignon N — Cabernet

Canaiolo nero N — Canaiolo

Carmenère N — Cabernet

Chardonnay B

Ciliegiolo N

Malvasia istriana B — Malvasia

Malvasia bianca lunga B — Malvoisier

Malvasia bianca di candia B — Malvasia

Merlot N

Petit verdot N

Pugnitello N

Sangiovese N — Sangioveto

Sauvignon B — Sauvignon blanc

Syrah N

Trebbiano toscano B — Procanico

Vermentino B — Pigato B

Viogner B

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

DOC (gecontroleerde oorsprongsbenaming) “Maremma toscana” — wijn, met inbegrip van vin santo, vendemmia tardiva en passito

Het gebied bestaat voornamelijk uit heuvels en uitlopers, met beperkte neerslag en amper regen in de zomer. De diepe bodems bevorderen de ontwikkeling van de wortels en beschikken over een goede ontwateringscapaciteit. Het gebied kent een wijnbouwtraditie die teruggaat tot de Etrusken, aangezien het door de eeuwen heen werd gezien als uitermate geschikt voor de teelt van wijnstokken, doorgaans met behulp van de cordonsnoei en met een hoge beplantingsdichtheid. In het gebied zijn zowel rassen aanwezig die er al van oudsher te vinden zijn, zoals trebbiano toscano, ansonica, vermentino, sangiovese en ciliegiolo, als modernere rassen (chardonnay, sauvignon, viognier, merlot, cabernet en syrah), die bijdragen aan de kenmerkende eigenschappen van de wijnen, die fris, aromatisch en goed gestructureerd zijn.

DOC “Maremma toscana” — Vino Spumante en Vino Spumante di qualità

Het gebied bestaat voornamelijk uit heuvels en uitlopers, met beperkte neerslag en amper regen in de zomer en een goede luchtstroming. De diepe bodems bevorderen de ontwikkeling van de wortels en beschikken over een goede ontwateringscapaciteit. De traditionele bereiding van mousserende wijn houdt ook verband met de aanwezigheid van wijnkelders in het gebied die op natuurlijke wijze in de tufsteen zijn uitgesleten en waar een optimale temperatuur kan worden gehandhaafd. De wijngaarden hadden vroeger reeds een hoge beplantingsdichtheid. De aanwezige rassen zijn al van oudsher in het gebied te vinden (trebbiano toscano, vermentino en ansonica) en worden soms aangevuld met modernere rassen (chardonnay en sauvignon), die bijdragen aan de kenmerkende eigenschappen van de wijnen, die fris, licht zurig, verfijnd en fruitig zijn.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Etikettering

Rechtskader:

EU-wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Er wordt bepaald dat het synoniem grenache mag worden gebruikt als alternatief voor de naam van het ras alicante.

Wijnbereidingsgebied van de producten

Rechtskader:

EU-wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Boven op de provincies Pisa, Livorno, Siena en Firenze wordt de provincie Arezzo toegevoegd aan de lijst van gebieden waar de wijnbereiding van de BOB mag worden verricht.

Vermelding van het druivenras

Rechtskader:

EU-wetgeving

Type aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Het wordt mogelijk om op het etiket twee van de in het productdossier opgenomen druivenrassen van dezelfde kleur te vermelden. Deze moeten in afnemende volgorde van de feitelijke hoeveelheid gebruikte druiven worden vermeld, overeenkomstig artikel 50, lid 1, onder a), ii), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33.

Link naar het productdossier

https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/15969


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


18.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 437/52


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 437/15)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING DIE GEVOLGEN HEEFT VOOR HET ENIG DOCUMENT

“MONTLOUIS-SUR-LOIRE”

PDO-FR-A0169-AM01

Datum mededeling: 7.10.2020

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Verwijzing officiële geografische code

Voor het geografische gebied en het gebied in de onmiddellijke nabijheid is een verwijzing naar de officiële geografische code toegevoegd. Deze toevoeging verandert inhoudelijk niets aan deze twee gebieden.

De punten 1.6 en 1.9 van het enig document zijn dienovereenkomstig gewijzigd.

2.   Beplantingsdichtheid

De beplantingsdichtheid is verhoogd van 6 000 tot 6 250 wijnstokken per hectare. Als gevolg daarvan is de minimumafstand tussen de rijen teruggebracht tot 0,80 m. Een hogere dichtheid van de wijnstokken is erop gericht de kwaliteit van de geproduceerde wijnen te verbeteren.

Punt 1.5 van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

3.   Snoeiregels

De snoeiregels zijn herzien om wijnbouwers meer flexibiliteit te geven om zich eventueel aan te passen aan veranderende klimaatomstandigheden, die zich steeds vaker voordoen (late vorst enz.). De nieuwe formulering luidt als volgt:

“—

Voor wijnstokken waarvoor een korte snoei wordt toegepast (palmetsnoei of Royat-snoei), mag het aantal bij de snoei achterblijvende ogen niet groter zijn dan 85 800 per hectare en gemiddeld 13 ogen per stok, met een maximum van 15 ogen per stok en maximaal 3 ogen per vruchttak.

Voor wijnstokken waarvoor een hoge snoei wordt toegepast, mag het aantal bij de snoei achterblijvende ogen niet groter zijn dan 72 600 per hectare en gemiddeld 11 ogen per stok, met een maximum van 13 ogen per stok.”.

Punt 1.5 van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

4.   Regels voor het leiden van de wijnstokken

De langgesnoeide leggers van de volgens de Guyot-snoeimethode gesnoeide wijnstokken moeten voortaan aan een steundraad worden bevestigd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

5.   Agromilieupraktijken

De volgende bepaling wordt toegevoegd:

“—

Permanente bodemvegetatie rondom de percelen (wendakkers en ruimten tussen percelen die niet beplant of bebouwd zijn) is verplicht. Deze verplichting geldt niet in geval van herstel van de wendakkers dat met name het gevolg is van erosie of uitzonderlijke weersomstandigheden.

Op ten minste 40 % van het oppervlak tussen de rijen wordt de ingezaaide of spontane vegetatie mechanisch of fysiek onder controle gehouden.”.

Deze wijziging moet worden gezien in het kader van de huidige ontwikkeling van agro-ecologische praktijken bij de exploitanten op de wijngaarden. Ze weerspiegelt de toenemende aandacht voor milieuoverwegingen in de technische procedés. Door de aanwezigheid van een plantendek te bevorderen, zal deze wijziging ertoe leiden dat er minder chemische herbiciden worden gebruikt. Zo kunnen de bodems van de wijngaarden beter worden beschermd en kunnen de natuurlijke functies ervan (vruchtbaarheid, biodiversiteit, biologische zuivering) worden behouden, hetgeen bijdraagt aan de kwaliteit en de authenticiteit van de wijn en het concept van “terroir” versterkt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

6.   Oogst

In hoofdstuk I, deel VII, punt 1, wordt de zin “De begindatum van de druivenoogst wordt vastgesteld volgens de bepalingen van artikel D.644-24 van de “Code rural et de la pêche maritime” (Frans wetboek landbouw en zeevisserij).” geschrapt.

Het is tegenwoordig niet meer nodig om een begindatum voor de oogst vast te stellen, aangezien de exploitanten nu over een breed scala aan hulpmiddelen beschikken om de rijpheid van de druiven zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. Elke exploitant beschikt over een aantal eigen en gedeelde apparaten en voorzieningen om de optimale datum voor de aanvang van het oogsten van elk perceel nauwkeurig te bepalen in het licht van de productiedoelstellingen.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

7.   Bijzondere bepalingen inzake de oogst

De volgende bepalingen worden toegevoegd:

“—

Bij mechanische oogst mag tussen het vervoer van de geoogste druiven en het begin van de perscyclus niet meer dan twee uur verstrijken.

Bij handmatige oogst mag tussen het vervoer van de geoogste druiven en het begin van de perscyclus niet meer dan vierentwintig uur verstrijken.

De oogstuitrusting moet ten minste eenmaal per dag gewassen worden.”.

Deze bepalingen hebben tot doel een optimale kwaliteit van de gezondheid van de druiven te waarborgen.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

8.   Mousserende wijnen met enkelvoudige gisting

Het productdossier wordt gewijzigd om de voorwaarden voor de productie van mousserende wijnen met enkelvoudige gisting erin op te nemen. Hierdoor wordt het productdossier op de volgende punten aangepast:

Oogst

“—

Door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen worden bereid uit druiven die handmatig zijn geoogst en heel naar de pers worden vervoerd in recipiënten of druivenwagens zonder losinrichting met vijzel of pomp.”

Rijpheid van de druiven

178 gram per liter most voor door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen.

Minimaal natuurlijk alcoholvolumegehalte

11 % voor door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen.

Opbrengst

De in artikel D. 645-7 van het Frans wetboek landbouw en zeevisserij bedoelde opbrengst wordt voor niet-mousserende wijnen en door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen vastgesteld op 52 hectoliter per hectare.

Beoogde opbrengst

a)

— De in artikel D. 645-7 van het Frans wetboek landbouw en zeevisserij bedoelde beoogde opbrengst wordt voor niet-mousserende wijnen en door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen vastgesteld op 62 hectoliter per hectare.

Persen

De druiven die bestemd zijn voor de bereiding van door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen, worden heel in de pers overgebracht zonder voorafgaand afrissen of kneuzen. Deze druiven worden geperst met behulp van ofwel een pneumatische pers, ofwel een horizontale platenpers zonder kettingen en ringen ofwel een verticale pers.

Analysenormen

Door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen moeten worden gedegorgeerd en hebben een gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) van ten hoogste 5 gram per liter.

Oenologische procedés

Het klaren van de most van mousserende wijnen die worden verkregen door enkelvoudige gisting met behulp van enzymen of enzympreparaten, is verboden.

Door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen worden bereid zonder verrijking en gisten.

Verboden uitrusting

Afristers en maalwerktuigen voor het verwerken van druiven die zijn bestemd voor de bereiding van door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen.

Bereiding

Het bottelen in de flessen waarin de koolzuurontwikkeling door enkelvoudige gisting plaatsvindt, geschiedt op zijn vroegst vanaf 1 oktober van het oogstjaar.

c)

Voor de koolzuurontwikkeling van door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen gelden de volgende omstandigheden en vereisten:

de gisting begint in vaten of fusten;

deze wordt enkel beheerst door middel van koude;

gisten is verboden;

de toevoeging van een liqueur de tirage is verboden;

het gebruik van calcium- of natriumalginaten is verboden;

de koolzuurontwikkeling gebeurt alleen op glazen fles op basis van gedeeltelijk gegiste most;

het gebruik van een dosagelikeur is verboden;

het volume dat verloren gaat bij de degorgering, wordt vervangen door een volume van dezelfde partij wijn.

Verpakking

een analyse die wordt verricht vóór of na de verpakking voor niet-mousserende wijnen, vóór de degorgering voor mousserende of parelwijnen en na de degorgering voor door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen.

Etikettering

c)

— Voor mousserende wijnen met enkelvoudige gisting moet het wijnjaar worden vermeld.

Register

2.

Register van percelen voor de productie van door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen

Elke exploitant die druiven oogst, houdt een register bij van de percelen waarop de druiven voor de productie van door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen worden geoogst, in welk register de volgende gegevens van de betrokken percelen worden vermeld:

de kadastrale referentie;

de oppervlakte.

De exploitant zendt dat register uiterlijk op 1 november na de oogst toe aan het “Organisme de défense et de gestion” (ODG).

De punten 1.4, 1.5, 1.8 en 1.9 van het enig document zijn dienovereenkomstig gewijzigd.

9.   Suikergehalte van de druiven

Het minimale suikergehalte van de druiven wordt verhoogd met 8 gram per liter most voor niet-mousserende wijnen om een optimale rijpheid te waarborgen. Daardoor stijgt het natuurlijke alcoholvolumegehalte voor niet-mousserende wijnen van 10,5 % tot 11 %.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

10.   Beoogde opbrengst

De beoogde opbrengst van niet-mousserende wijnen, mousserende wijnen en parelwijnen wordt verlaagd tot 3 hl/ha. Deze wijziging vloeit voort uit de wijziging van de snoeiregels om een te grote verandering in de opbrengsten te voorkomen.

Punt 1.5 van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

11.   Persen

Er wordt een hoofdstuk over persen toegevoegd:

“—

De opvang- en persuitrusting moet eenmaal per dag worden gewassen;

De maceratie van de schillen vindt plaats in hermetisch afgesloten recipiënten.”.

Deze bepaling moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de oogst niet achteruitgaat.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

12.   Analysenormen

Het maximum aan fermenteerbare suikers voor het gebruik van de term “droog” voor niet-mousserende wijnen wordt verlaagd van 8 tot 5 gram suikers per liter.

Punt 1.9 van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

13.   Totaal alcoholvolumegehalte na verrijking

Het totale alcoholvolumegehalte na verrijking van de niet-mousserende wijnen is verlaagd tot 13 % om de verrijkingsmogelijkheden te beperken.

Punt 1.5 van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

14.   Verboden uitrusting

Om ervoor te zorgen dat de druiven geperst kunnen worden zonder dat de kwaliteit wordt aangetast, wordt in het productdossier een verbod opgenomen op het gebruik van:

persen met axiale lading;

vaten van ruw beton, behalve die waarvoor uit een door de leverancier afgegeven conformiteitsverklaring blijkt dat ze in contact mogen komen met druiven, most of wijn.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

15.   Capaciteit van de gistingsruimte

Om de werkzaamheden in de kelder onder goede omstandigheden te kunnen uitvoeren, verhoogt het productdossier de minimaal aan te houden capaciteit van de gistingsruimte door de coëfficiënt te verhogen van 1 tot 1,5 maal het gemiddelde volume van de wijn die in de laatste vijf jaar onder de gecontroleerde oorsprongsbenaming is geproduceerd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

16.   Bottelen van mousserende wijnen

De datum voor het bottelen ten behoeve van de koolzuurontwikkeling door de tweede gisting wordt met een maand vervroegd om rekening te houden met het feit dat de oogsten steeds vroeger plaatsvinden.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

17.   Verpakking

Met de erkenning van mousserende wijnen met enkelvoudige gisting wordt verduidelijkt dat de bepaling betreffende het in de handel brengen in flessen met een inhoud van niet meer dan 37,5 cl of meer dan 150 cl is voorbehouden aan door tweede gisting in de fles verkregen mousserende en parelwijnen.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

18.   Rijping en op de markt brengen voor de consument

De rijpingsduur van de niet-mousserende wijnen neemt met anderhalve maand toe. De chenin is immers een ras waarvan bekend is dat het tijdens de rijping interessante aromatische eigenschappen ontwikkelt. Bijgevolg wordt de datum waarop de wijnen ter beschikking van de consument werden gesteld, verschoven van 1 februari naar 15 maart.

De minimale datum van 30 september voor het in de handel brengen van mousserende en parelwijnen wordt toegevoegd.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

19.   Verkeer tussen erkende entrepothouders

Hoofdstuk I, deel IX, punt 5, onder b), betreffende de datum van het in verkeer brengen van de wijnen tussen erkende entrepothouders wordt geschrapt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

20.   Verband met het geografische gebied

Het verband met het geografische gebied is herzien voor wat betreft de beschrijving van mousserende wijnen met enkelvoudige gisting.

Een andere herziening betreft het schrappen van de vermelding van de korte snoei als gevolg van de wijzigingen in de snoeiomstandigheden.

Punt 1.8 van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

21.   Overgangsmaatregelen

De niet langer geldende overgangsmaatregelen zijn uit het productdossier geschrapt. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

22.   Aanbiedingsvorm fles

De bepaling betreffende de aanbiedingsvorm van de flessen voor parelwijn wordt geschrapt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

23.   Etikettering “droog”

De verplichting om op het etiket de term “droog” te vermelden voor niet-mousserende wijnen is geschrapt.

Punt 1.9 van het enig document is dienovereenkomstig gewijzigd.

24.   Aangifteverplichtingen

Er wordt een voorafgaande aangifte betreffende de perceelsbestemming toegevoegd.

Aan de hand hiervan kan worden geanticipeerd op het soort product waarvoor het perceel zal worden gebruikt, zodat de geëigende (snoei)methode kan worden toegepast en het technische traject daarmee vanaf de snoei zo kan worden aangepast dat de beoogde maximumopbrengst wordt behaald. Tevens stelt dit het ODG in staat de hoeveelheden die op de markt worden gebracht, per productsoort te beheersen.

De intrekkingsverklaring wordt geschrapt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

25.   Registers

Er wordt een register toegevoegd waarin wordt aangegeven of de druiven handmatig of mechanisch worden geoogst.

Ook wordt een register toegevoegd betreffende het reinigen van de oogst-, opvang- en persuitrusting.

Het verpakkingsregister wordt geschrapt.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

26.   Voornaamste te controleren punten

De voornaamste te controleren punten zijn herzien om de evaluatiemethoden te vereenvoudigen.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

27.   Adres

Het adres van het INAO (Institut National de l’Origine et de la Qualité) is aangepast.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Montlouis-sur-Loire

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

5.

Mousserende kwaliteitswijn

8.

Parelwijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

Niet-mousserende wijnen

De niet-mousserende wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 11 %.

Het totale alcoholvolumegehalte van de niet-mousserende wijnen na verrijking bedraagt niet meer dan 13 %. Na verpakking bedraagt het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) bij de met de term “droog” aangeduide niet-mousserende wijnen niet meer dan 5 gram per liter, terwijl het totaalgehalte aan zuren, uitgedrukt in gram wijnsteenzuur per liter, hoogstens 2 gram per liter minder bedraagt dan het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose).

De gehalten aan vluchtige zuren en kooldioxide en het totaalgehalte aan zwaveldioxide zijn vastgelegd in de Europese regelgeving voor niet-mousserende wijnen.

De niet-mousserende droge wijnen hebben als ze jong zijn fruitige en bloemenaroma’s, waarvoor gaandeweg geurige toetsen, zoals die van honing, in de plaats kunnen komen. Wanneer zij fermenteerbare suikers hebben, zijn de complexiteit en het bewaarpotentieel ervan over het algemeen groter. Uitbundiger toetsen van exotisch fruit, of mildere van gedroogd fruit, zijn dan niet ongebruikelijk en met het verstrijken van de tijd komen er vaak toetsen van geroosterde amandelen of kweepeer naar voren.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimale totale zuurgraad:

 

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter):

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter):

 

Mousserende wijnen en parelwijnen

De mousserende of parelwijnen beschikken na koolzuurontwikkeling, in geval van verrijking van most, over een totaal alcoholvolumegehalte van ten hoogste 13 %.

De gehalten aan vluchtige zuren en kooldioxide, de totale zuurgraad en het totaalgehalte aan zwaveldioxide zijn vastgelegd in de Europese regelgeving voor mousserende wijnen en parelwijnen.

De mousserende wijnen, met fijne en lichte koolzuurbelletjes, worden vaak gekenmerkt door toetsen van fruit met wit vruchtvlees of van citrusvruchten, alsook door een zoetige nuance die mettertijd sterker wordt.

De parelwijnen onderscheiden zich door hun lagere gehalte aan koolzuurgas en hun subtielere luchtbellen, die minder aanwezig zijn in de mond. Deze aangename wijnen zijn over het algemeen wat wijnachtiger dan mousserende wijnen.

De mousserende wijnen met enkelvoudige gisting worden gekenmerkt door een elegante en romige luchtbel. Er is een zekere weelderigheid merkbaar vanwege de rijpheid die nodig is voor de bereiding ervan. Witte bloemen en fruit met wit vruchtvlees maken de smaak- en geurbalans van dit product af.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent):

 

Minimale totale zuurgraad:

 

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter):

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter):

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Specifieke oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé

De mousserende of parelwijnen worden verkregen door tweede gisting in de fles, of — voor de mousserende wijnen — door enkelvoudige gisting. Zij beschikken na koolzuurontwikkeling, in geval van verrijking van most, over een totaal alcoholvolumegehalte van ten hoogste 13 %. Het totale alcoholvolumegehalte van de niet-mousserende wijnen na verrijking bedraagt niet meer dan 13 %.

Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het Frans wetboek landbouw en zeevisserij.

Teeltwijze

a)

— Beplantingsdichtheid. De minimale beplantingsdichtheid van de wijngaarden bedraagt 6 250 wijnstokken per hectare. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 1,60 meter bedragen. De afstand tussen de wijnstokken in één rij mag niet minder dan 0,80 meter bedragen.

b)

— Snoeiregels — De wijnstokken worden vóór 1 mei gesnoeid. — Voor wijnstokken waarvoor een korte snoei wordt toegepast (palmetsnoei of Royat-snoei), mag het aantal bij de snoei achterblijvende ogen niet groter zijn dan 85 800 per hectare en gemiddeld 13 ogen per stok, met een maximum van 15 ogen per stok en maximaal 3 ogen per vruchttak.

Voor wijnstokken waarvoor een hoge snoei wordt toegepast, mag het aantal bij de snoei achterblijvende ogen niet groter zijn dan 72 600 per hectare en gemiddeld 11 ogen per stok, met een maximum van 13 ogen per stok.

Mousserende wijnen met enkelvoudige gisting

Voor de wijnbereiding geldende beperking

Voor de koolzuurontwikkeling van door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen gelden de volgende omstandigheden en vereisten:

de gisting begint in vaten of fusten;

deze wordt enkel beheerst door middel van koude;

gisten is verboden;

de toevoeging van een liqueur de tirage is verboden;

het gebruik van calcium- of natriumalginaten is verboden;

de koolzuurontwikkeling gebeurt alleen op glazen fles op basis van gedeeltelijk gegiste most;

het gebruik van een dosagelikeur is verboden;

het volume dat verloren gaat bij de degorgering, wordt vervangen door een volume van dezelfde partij wijn.

b.   Maximumopbrengsten

Niet-mousserende wijnen

62 hectoliter per hectare

Mousserende wijnen en parelwijnen

75 hectoliter per hectare

Door enkelvoudige gisting verkregen mousserende wijnen

62 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

De oogst van de druiven, bereiding, productie en rijping van niet-mousserende wijnen en de oogst van de druiven, bereiding, productie, rijping en verpakking van mousserende wijnen en parelwijnen vinden plaats op het grondgebied van de volgende gemeenten van het departement Indre-et-Loire (op basis van de officiële geografische code van 2019): Lussault-sur-Loire, Montlouis-sur-Loire, Saint-Martin-le-Beau.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

Chenin B

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

Verband met het geografische gebied

Op enkele kilometers ten oosten van Tours bevinden de wijngaarden van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Montlouis-sur-Loire” zich op een kalksteenplateau in de vorm van een driehoek, die in het noorden en het zuiden wordt begrensd door het dal van de Loire resp. het dal van de Cher, en in het oosten door het massief van het Bos van Amboise. Dit geografische gebied is beperkt tot het grondgebied van drie gemeenten.

Het is tamelijk geaccidenteerd en de wijngaarden zijn gelegen op een hoogte tussen ongeveer 55 en 100 meter. In het zuidoosten gaat het plateau geleidelijk over in het dal van de Cher en vormt het een helling met droge dalen. In het westen en het noorden eindigt het plateau abrupt, met een klif van zo’n dertig meter en hier en daar wat droge valleitjes.

Geologisch gezien bestaat de diepere ondergrond van het plateau uit de krijtformaties van het Turonien (micahoudend krijt, gele tufkrijtsteen) en het Senonien (Villedieu-krijt, aan de oppervlakte komend in het dal van de Cher). Op deze formaties liggen de formaties van kiezelhoudende klei van het Senonien (keileem) en hier en daar het Eoceen (puddingsteen, grof grind), en vooral de alluviale, zandige materialen van hoge rivierterrassen, in meerdere of mindere mate vermengd met eolisch zand.

De bodems van de percelen waar de druivenoogst plaatsvindt, bestaan voornamelijk uit kiezelhoudende klei en soms uit kalkhoudende klei. De zandafzettingen die de bovenste laag vormen in de hoogst gelegen delen van het gebied, zorgen op veel plaatsen voor een overheersend zandige structuur.

Het klimaat is een afgezwakt zeeklimaat op een punt waar oceaan- en continentale invloeden samenkomen en de Loire een warmteregulerende rol speelt, met soms uitstekende omstandigheden in de nazomer en het najaar.

In de tufkrijtsteen, een zacht krijtmateriaal dat de eerste lagen van het plateau vormt, zijn vanaf de Romeinse periode tot in de twintigste eeuw reusachtige ondergrondse steengroeven uitgegraven, die in gebruik zijn genomen als kelders voor de bereiding van niet-mousserende en mousserende wijnen, rijping en opslag.

Van de zestiende tot en met de negentiende eeuw produceren de wijngaarden witte wijnen van een zodanig(e) kwaliteit en bewaarpotentieel dat ze over de Loire naar Nantes vervoerd kunnen worden, en vervolgens naar de meer noordelijk gelegen landen in Europa. Zij worden doorgaans verkocht onder de naam “Vouvray”, die in die periode verwijst naar de beste witte wijnen in de streek rond Tours.

In de jaren 1930 wordt het verzoek om aansluiting bij de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Vouvray” in verschillende rechterlijke uitspraken afgewezen. De wijnbouwers van Lussault-sur-Loire, Montlouis-sur-Loire en Saint-Martin-le-Beau nemen vervolgens stappen om erkend te worden onder een eigen gecontroleerde oorsprongsbenaming, die in 1938 als “Montlouis” wordt toegewezen en in 2002 wordt gewijzigd in “Montlouis-sur-Loire”.

In 2008 beslaan de door ongeveer vijftig wijnbouwers geëxploiteerde wijngaarden 400 hectare. De helft hiervan is bestemd voor de productie van niet-mousserende wijnen (ongeveer 6 000 hectoliter) en de andere helft voor de productie van mousserende wijnen of parelwijnen (ongeveer 9 600 hectoliter).

Productbeschrijving en causale interactie

Niet-mousserende wijnen

De niet-mousserende droge wijnen hebben als ze jong zijn fruitige en bloemenaroma’s, waarvoor gaandeweg geurige toetsen, zoals die van honing, in de plaats kunnen komen.

Wanneer zij fermenteerbare suikers hebben, zijn de complexiteit en het bewaarpotentieel ervan over het algemeen groter. Uitbundiger toetsen van exotisch fruit, of mildere van gedroogd fruit, zijn dan niet ongebruikelijk en met het verstrijken van de tijd komen er vaak toetsen van geroosterde amandelen of kweepeer naar voren.

Mousserende wijnen

De mousserende wijnen, met fijne en lichte koolzuurbelletjes, worden vaak gekenmerkt door toetsen van fruit met wit vruchtvlees of van citrusvruchten, alsook door een zoetige nuance die mettertijd sterker wordt.

De parelwijnen onderscheiden zich door hun lagere gehalte aan koolzuurgas en hun subtielere luchtbellen, die minder aanwezig zijn in de mond. Deze aangename wijnen zijn over het algemeen wat wijnachtiger dan mousserende wijnen.

De mousserende wijnen met enkelvoudige gisting worden gekenmerkt door een elegante en romige luchtbel. Er is een zekere weelderigheid merkbaar vanwege de rijpheid die nodig is voor de bereiding ervan. Witte bloemen en fruit met wit vruchtvlees maken de smaak- en geurbalans van dit product af.

Niet-mousserende wijnen

De wijnen zijn uitsluitend van het druivenras chenin B, een natuurlijk ras waarvan het potentieel afhankelijk van de aard van de bodem waar het is geplant, sterk varieert; bovendien ligt het geografische gebied van de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Montlouis-sur-Loire” dicht bij de oostelijke grens van het gebied waar het ras wordt verbouwd in het dal van de Loire.

In overeenstemming met de gebruiken omvat het voor de druivenoogst afgebakende areaal enkel percelen die worden gekenmerkt door een goede thermische en waterhuishouding van de bodem.

Door deze factoren zijn de omstandigheden voor chenin B op zich gunstig voor een originele en elegante expressie van de wijn, maar daar is wel een optimaal beheer van de plant en zijn productiepotentieel voor nodig, wat zich vertaalt in een verbod op bepaalde klonen en een rigoureus beheer van de wijnstokken.

De wijnbouwers van Montlouis hebben zich aangepast aan de eisen van het ras chenin B en hebben hier meteen hun voordeel mee gedaan door de technische trajecten en de soorten geproduceerde wijn te diversifiëren. Naargelang van de locatie, het beheer van de wijnstokken en de weersomstandigheden van het betrokken jaar zijn de bereide wijnen meer of minder rijk aan fermenteerbare suikers. De rijping van de witte wijnen versterkt de aromatische complexiteit ervan. Bij gunstige weersomstandigheden aan het einde van de oogst worden halfzoete of zoete wijnen gemaakt van druiven die worden geoogst na de concentratie ervan door licht drogen op de wijnstok of die door edelrot zijn aangetast door de inwerking van Botrytis cinerea.

De keuze van de percelen voor de wijnbouw, de aanpassing aan de diverse noden en de consequente toepassing van de productiepraktijken die de wijnbouwersgemeenschap in de loop der tijd heeft ingevoerd, verklaren de kwaliteit van de wijnen “Montlouis-sur-Loire”. Dat deze wijnen een goede reputatie genieten, blijkt wel uit het feit dat de handel erin, die aanvankelijk werd vergemakkelijkt door de aanwezigheid van de Loire en de Cher, nooit meer is stilgevallen. Het eerste handelsverkeer gaat terug tot de zestiende en zeventiende eeuw en krijgt een logisch vervolg in het vervoer over water naar Nantes, vanwaar de wijnen hun weg vinden naar Noord-Vlaanderen en Nederland. Sindsdien is hun reputatie gestaag gegroeid; anno 2010 worden zij tot ver over de landsgrenzen van Frankrijk heen verkocht.

Mousserende wijnen

De productie van de mousserende wijnen past in dezelfde context. Toen de wijnbouwers van Montlouis constateerden dat de in kelders op fles bewaarde wijnen soms opnieuw konden vergisten, wensten zij het fenomeen van de natuurlijk mousserende wijnen te controleren en er tegelijkertijd de vruchten van te plukken. De wijnen die als parelwijn aan de consument worden aangeboden, vinden dus hun oorsprong in de negentiende eeuw. Dankbaar gebruikmakend van de vroegste inzichten van de nog prille oenologie vangen in de jaren 1840 de eerste proeven met de bereiding van mousserende wijnen volgens de traditionele methode aan. Aan het begin van de twintigste eeuw wordt steeds vaker een beroep gedaan op de vakkennis van champagnespecialisten. De aanwezigheid van in tufkrijtsteen uitgegraven wijnkelders is een gunstige factor voor de ontwikkeling van de productie van deze wijnen, omdat voor hun opslag en verwerking grote ruimten met gematigde temperaturen vereist zijn. Vanaf de jaren 2000 zijn de wijnbouwers, gesteund door hun technische knowhow over wijnstokken en wijnbereiding, opnieuw begonnen met de productie van mousserende wijnen met enkelvoudige gisting, de eerste methode voor de productie van bruisende wijnen. De omstandigheden van het wijnjaar komen sprekend tot uiting in deze wijnen, die worden gemaakt van volledig rijpe druiven met gecontroleerde opbrengsten zonder toevoeging van suikers tijdens de verwerking.

Dankzij de ervaring die sinds meer dan een eeuw is opgedaan, beschikken de bereiders van mousserende wijn vandaag de dag over een perfect beheerste knowhow van de samenstelling van hun cuvees. De rijping “sur lattes” gedurende ten minste negen maanden draagt bij tot de ontwikkeling van de zoetige aroma’s en de complexiteit van de wijnen.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar bij wijze van uitzondering de bereiding, productie en rijping van niet-mousserende wijnen en de bereiding, productie, rijping en verpakking van mousserende wijnen en parelwijnen mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten van het departement Indre-et- Loire (op basis van de officiële geografische code van 2019): Amboise, Athée-sur-Cher, Dierre, Larcay, Véretz, La Ville-aux-Dames.

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De facultatieve vermeldingen staan op de etiketten in lettertekens die niet groter of breder zijn dan het dubbele van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming. — De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Op het etiket van de wijnen met gecontroleerde oorsprongsbenaming mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: — het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; — die naam vermeld staat op de oogstaangifte.

Voor mousserende wijnen met enkelvoudige gisting moet het wijnjaar worden vermeld.

Link naar het productdossier

http://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-bad3034d-713a-430e-beaf-032ca451a8b8


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.