ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
63e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2020/C 211/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9851 — Naturgy/Sonatrach/BlackRock/Medgaz) ( 1 ) |
|
2020/C 211/02 |
||
2020/C 211/03 |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2020/C 211/04 |
||
2020/C 211/05 |
||
2020/C 211/06 |
||
2020/C 211/07 |
||
2020/C 211/08 |
||
2020/C 211/09 |
Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie |
|
V Bekendmakingen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Europese Commissie |
|
2020/C 211/10 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2020/C 211/11 |
||
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2020/C 211/12 |
||
2020/C 211/13 |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9851 — Naturgy/Sonatrach/BlackRock/Medgaz)
(Voor de EER relevante tekst)
(2020/C 211/01)
Op 17 juni 2020 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32020M9851. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/2 |
Aankondiging betreffende de toepasselijkheid van artikel 34 van Richtlijn 2014/25/EU
Opschorting van de termijn voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen
(2020/C 211/02)
Op 19 september 2019 heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 35 van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad (1). De eerste werkdag volgend op de ontvangst van dat verzoek was 20 september 2019 en de oorspronkelijke termijn waarover de Commissie beschikte om een besluit over dit verzoek te nemen, bedroeg negentig werkdagen.
Dit verzoek, ingediend door Slovenske železnice — Freight Transport d.o.o., betreft goederenvervoer per spoor. De desbetreffende aankondiging werd op 17 februari 2020 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (PB C 53 van 17.2.2020, blz. 10).
Overeenkomstig bijlage IV, punt 2, bij Richtlijn 2014/25/EU kan de Commissie de lidstaat of de betrokken aanbestedende instantie of de bevoegde onafhankelijke nationale instantie of elke andere bevoegde nationale instantie verzoeken alle nodige informatie te verstrekken of binnen een passende termijn de verstrekte informatie aan te vullen of te verduidelijken. Op 16 december 2019 heeft de Commissie de nationale instanties verzocht uiterlijk op 6 januari 2020 aanvullende informatie te verstrekken. Op 6 december 2019 heeft de Commissie Slovenske železnice — Freight Transport d.o.o verzocht aanvullende informatie te verstrekken, die op 16 december 2019 werd ontvangen. Slovenske železnice — Freight Transport d.o.o heeft op 31 januari 2020 een aanvullende verklaring ingediend.
In geval van late of onvolledige antwoorden wordt de oorspronkelijke termijn opgeschort voor de periode tussen het verstrijken van de in het verzoek om informatie gestelde termijn en de ontvangst van de volledige en juiste informatie.
De officiële termijn verstrijkt derhalve 22 werkdagen na de ontvangst van de volledige en juiste informatie.
(1) Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/3 |
Aankondiging van een verzoek betreffende de toepasselijkheid van artikel 34 van Richtlijn 2014/25/EU Einde van de opschorting van de termijn voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen
(2020/C 211/03)
Op 1 maart 2018 heeft de Commissie een verzoek ontvangen krachtens artikel 35 van Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad (1).
Dit verzoek is ingediend door Finavia Oyj en betreft activiteiten met betrekking tot het ter beschikking stellen van bedrijfsruimte aan commerciële actoren die in de terminals van de luchthaven van Helsinki in Finland commerciële diensten (rechtenvrije handel, detailhandel, voedingsmiddelen en dranken en andere diensten voor passagiers) aan vliegtuigpassagiers aanbieden. De desbetreffende aankondigingen zijn bekendgemaakt in PB C 114 van 28.3.2018, blz. 21, in PB C 359 van 5.10.2018, blz. 9, en in PB C 48 van 12.2.2020, blz. 25.
Op 5 oktober 2018 heeft de Commissie de verzoeker verzocht uiterlijk op 9 oktober 2018 aanvullende informatie te verstrekken. Zoals gemeld in de aankondiging die is bekendgemaakt in PB C 48 van 12.2.2020, blz. 9, is de definitieve termijn verlengd met 52 werkdagen na de ontvangst van de volledige en juiste informatie. De informatie is ontvangen op 22 april 2020.
De definitieve termijn loopt dus af op 8 juli 2020.
(1) Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
24 juni 2020
(2020/C 211/04)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,1280 |
JPY |
Japanse yen |
120,30 |
DKK |
Deense kroon |
7,4530 |
GBP |
Pond sterling |
0,90343 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,5145 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,0679 |
ISK |
IJslandse kroon |
157,10 |
NOK |
Noorse kroon |
10,7958 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
26,733 |
HUF |
Hongaarse forint |
351,58 |
PLN |
Poolse zloty |
4,4480 |
RON |
Roemeense leu |
4,8433 |
TRY |
Turkse lira |
7,7322 |
AUD |
Australische dollar |
1,6342 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5331 |
HKD |
Hongkongse dollar |
8,7421 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7552 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5668 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 356,39 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
19,5264 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,9772 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,5745 |
IDR |
Indonesische roepia |
15 982,07 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,8194 |
PHP |
Filipijnse peso |
56,453 |
RUB |
Russische roebel |
78,0079 |
THB |
Thaise baht |
34,788 |
BRL |
Braziliaanse real |
5,8422 |
MXN |
Mexicaanse peso |
25,4773 |
INR |
Indiase roepie |
85,3285 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/5 |
Tussentijdse actualiseringvan de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldiging van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van de Europese Unie die in derde landen werkzaam zijn (1)
(2020/C 211/05)
AUGUSTUS 2019
Standplaats |
Economische pariteit augustus 2019 |
Wisselkoers augustus 2019 (*1) |
Aanpassingscoëfficiënt augustus 2019 (*2) |
Armenië |
387,9 |
529,640 |
73,2 |
Gambia |
37,84 |
56,5100 |
67,0 |
Koeweit |
0,3001 |
0,33914 |
88,5 |
Liberia |
2,474 |
1,11540 |
221,8 |
Zuid-Sudan |
438,0 |
177,359 |
247,0 |
Sudan |
38,01 |
50,6134 |
75,1 |
SEPTEMBER 2019
Standplaats |
Economische pariteit september 2019 |
Wisselkoers september 2019 (*3) |
Aanpassingscoëfficiënt september 2019 (*4) |
Angola |
423,9 |
402,673 |
105,3 |
Argentinië |
25,80 |
61,2171 |
42,1 |
Bosnië en Herzegovina |
1,134 |
1,95583 |
58,0 |
Haïti |
86,78 |
103,328 |
84,0 |
Pakistan |
83,22 |
174,645 |
47,7 |
Sudan |
40,08 |
50,0367 |
80,1 |
Oezbekistan |
4 939 |
10 378,8 |
47,6 |
OKTOBER 2019
Standplaats |
Economische pariteit oktober 2019 |
Wisselkoers oktober 2019 (*5) |
Aanpassingscoëfficiënt oktober 2019 (*6) |
Argentinië |
28,24 |
62,1874 |
45,4 |
Chili |
620,9 |
789,420 |
78,7 |
Comoren |
390,4 |
491,968 |
79,4 |
Democratische Republiek Congo |
2 091 |
1 823,49 |
114,7 |
Mauritanië |
30,80 |
40,4400 |
76,2 |
Noord-Macedonië |
30,02 |
61,4942 |
48,8 |
Zuid-Sudan |
523,7 |
174,817 |
299,6 |
Tadzjikistan |
6,197 |
10,5914 |
58,5 |
Verenigde Staten |
1,049 |
1,09350 |
95,9 |
Oezbekistan |
5 191 |
10 305,7 |
50,4 |
NOVEMBER 2019
Standplaats |
Economische pariteit november 2019 |
Wisselkoers november 2019 (*7) |
Aanpassingscoëfficiënt november 2019 (*8) |
Argentinië |
29,76 |
66,6249 |
44,7 |
Kameroen |
589,9 |
655,957 |
89,9 |
Eritrea |
21,46 |
16,9636 |
126,5 |
Laos |
8 074 |
9 804,00 |
82,4 |
Nieuw-Zeeland |
1,537 |
1,75040 |
87,8 |
Pakistan |
87,89 |
172,795 |
50,9 |
Sudan |
42,43 |
49,8029 |
85,2 |
Turkije |
3,534 |
6,36150 |
55,6 |
DECEMBER 2019
Standplaats |
Economische pariteit december 2019 |
Wisselkoers december 2019 (*9) |
Aanpassingscoëfficiënt december 2019 (*10) |
Argentinië |
31,51 |
65,7109 |
48,0 |
Belize |
1,889 |
2,20100 |
85,8 |
Ethiopië |
32,05 |
33,7176 |
95,1 |
Haïti |
91,57 |
100,837 |
90,8 |
Japan |
132,7 |
120,500 |
110,1 |
Marokko |
8,216 |
10,6290 |
77,3 |
Zuid-Sudan |
361,9 |
176,065 |
205,5 |
Togo |
557,8 |
655,957 |
85,0 |
Turkmenistan |
4,705 |
3,85175 |
122,2 |
Oezbekistan |
5 579 |
10 448,9 |
53,4 |
Vietnam |
17 674 |
25 531,6 |
69,2 |
JANUARI 2020
Standplaats |
Economische pariteit januari 2020 |
Wisselkoers januari 2020 (*11) |
Aanpassingscoëfficiënt januari 2020 (*12) |
Albanië |
72,44 |
121,610 |
59,6 |
Angola |
446,6 |
534,597 |
83,5 |
Argentinië |
33,22 |
67,0109 |
49,6 |
Bosnië en Herzegovina |
1,075 |
1,95583 |
55,0 |
Chili |
588,1 |
835,438 |
70,4 |
Comoren |
412,2 |
491,968 |
83,8 |
Democratische Republiek Congo |
2 217 |
1 863,40 |
119,0 |
Egypte |
15,41 |
17,7967 |
86,6 |
Libanon |
1 760 |
1 686,74 |
104,3 |
Montenegro |
0,5890 |
1,00000 |
58,9 |
Nigeria |
323,0 |
405,126 |
79,7 |
Noord-Macedonië |
28,22 |
61,4932 |
45,9 |
Sudan |
45,28 |
49,9763 |
90,6 |
Tadzjikistan |
6,559 |
10,8310 |
60,6 |
(1) Overeenkomstig het verslag van Eurostat van 12 mei 2020 over de tussentijdse actualisering van de aanpassingscoëfficiënten (correcties) die van toepassing zijn op de bezoldiging van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontracten van de Europese Unie die werken in delegaties buiten de EU, overeenkomstig artikel 64 van en de bijlagen X en XI bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Meer informatie is te vinden op de Eurostat-website (http://ec.europa.eu/eurostat > “Data” > “Database” > “Economy and finance” > “Prices” > “Correction coefficients”).
(*1) 1 EUR = X in nationale valuta.
(*2) Brussel en Luxemburg = 100.
(*3) 1 EUR = X in nationale valuta (USD voor Liberia).
(*4) Brussel en Luxemburg = 100.
(*5) 1 EUR = X in nationale valuta.
(*6) Brussel en Luxemburg = 100.
(*7) 1 EUR = X in nationale valuta (USD voor Zimbabwe).
(*8) Brussel en Luxemburg = 100.
(*9) 1 EUR = X in nationale valuta (USD voor Oost-Timor en Zimbabwe).
(*10) Brussel en Luxemburg = 100.
(*11) 1 EUR = X in nationale valuta (USD voor Liberia).
(*12) Brussel en Luxemburg = 100.
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/8 |
Actualisering van de aanpassingscoëfficiënten die vanaf 1 februari 2020 van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie (1)
(2020/C 211/06)
Standplaats |
Aanpassingscoëfficiënt voor bezoldigingen |
|
UK |
Londen |
104,7 |
(1) Overeenkomstig het verslag van Eurostat van 12 mei 2020 over de tussentijdse actualisering van de aanpassingscoëfficiënten (correcties) die van toepassing zijn op de bezoldiging van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontracten van de Europese Unie die werken in delegaties buiten de EU, overeenkomstig artikel 64 van en de bijlagen X en XI bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Meer informatie is te vinden op de Eurostat-website (http://ec.europa.eu/eurostat > “Data” > “Database” > “Economy and finance” > “Prices” > “Correction coefficients”).
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/9 |
Tussentijdse actualisering van de aanpassingscoëfficiënten die vanaf 1 januari 2020 van toepassing zijn op de bezoldigingen en pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie (1)
(2020/C 211/07)
Standplaats |
Aanpassingscoëfficiënt voor bezoldigingen |
|
PL |
Warschau |
73,6 |
(1) Overeenkomstig het verslag van Eurostat van 19 mei 2020 over de tussentijdse actualisering van de aanpassingscoëfficiënten (correcties) die van toepassing zijn op de bezoldiging van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontracten van de Europese Unie die werken in delegaties buiten de EU, overeenkomstig artikelen 64 en 65 van en de bijlage XI bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Meer informatie is te vinden op de Eurostat-website (http://ec.europa.eu/eurostat > “Data” > “Database” > “Economy and finance” > “Prices” > “Correction coefficients”).
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/10 |
Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 juli 2020 gelden
(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))
(2020/C 211/08)
De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage, moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.
Gewijzigde percentages zijn vet gedrukt.
Vorige tabel is gepubliceerd in PB C 171 van 19.5.2020, blz. 6.
Van |
Tot |
AT |
BE |
BG |
CY |
CZ |
DE |
DK |
EE |
EL |
ES |
FI |
FR |
HR |
HU |
IE |
IT |
LT |
LU |
LV |
MT |
NL |
PL |
PT |
RO |
SE |
SI |
SK |
UK |
1.7.2020 |
… |
–0,15 |
–0,15 |
0,00 |
–0,15 |
1,13 |
–0,15 |
0,14 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
0,26 |
0,93 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
–0,15 |
0,98 |
–0,15 |
3,21 |
0,32 |
–0,15 |
–0,15 |
0,75 |
1.6.2020 |
30.6.2020 |
–0,22 |
–0,22 |
0,00 |
–0,22 |
1,77 |
–0,22 |
0,05 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
0,26 |
0,78 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
–0,22 |
1,35 |
–0,22 |
3,21 |
0,32 |
–0,22 |
–0,22 |
0,94 |
1.5.2020 |
31.5.2020 |
–0,31 |
–0,31 |
0,00 |
–0,31 |
2,25 |
–0,31 |
–0,05 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
0,26 |
0,52 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
1,84 |
–0,31 |
3,21 |
0,26 |
–0,31 |
–0,31 |
0,94 |
1.4.2020 |
30.4.2020 |
–0,31 |
–0,31 |
0,00 |
–0,31 |
2,25 |
–0,31 |
–0,05 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
0,26 |
0,40 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
1,84 |
–0,31 |
3,21 |
0,26 |
–0,31 |
–0,31 |
0,94 |
1.3.2020 |
31.3.2020 |
–0,31 |
–0,31 |
0,00 |
–0,31 |
2,25 |
–0,31 |
–0,05 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
0,26 |
0,30 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
1,84 |
–0,31 |
3,21 |
0,26 |
–0,31 |
–0,31 |
0,94 |
1.2.2020 |
29.2.2020 |
–0,31 |
–0,31 |
0,00 |
–0,31 |
2,25 |
–0,31 |
–0,07 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
0,26 |
0,30 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
1,84 |
–0,31 |
3,21 |
0,18 |
–0,31 |
–0,31 |
0,94 |
1.1.2020 |
31.1.2020 |
–0,31 |
–0,31 |
0,00 |
–0,31 |
2,25 |
–0,31 |
–0,12 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
0,26 |
0,30 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
–0,31 |
1,84 |
–0,31 |
3,21 |
0,11 |
–0,31 |
–0,31 |
0,94 |
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/11 |
Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie
(2020/C 211/09)
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (1) worden de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie (2) als volgt gewijzigd:
Op bladzijde 112 wordt punt 4 van de toelichting op GN-onderverdeling “ 2403 99 90 andere ” vervangen door:
“4. |
Geëxpandeerde tabak (gesneden tabaksbladeren of -stengels waarvan het volume is vergroot via een proces van celexpansie); deze tabak is niet geschikt om op zichzelf te worden gerookt en wordt gebruikt als vulmiddel bij de productie van in sigaretten gebruikte gesneden tabak (gesneden vultabak (“cut filler tobacco — CFT”));”. |
(1) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/12 |
AANKONDIGING VAN VERGELIJKEND ONDERZOEK
(2020/C 211/10)
Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert het volgende vergelijkend onderzoek:
EPSO/AST-SC/10/20 — SECRETARIAATSMEDEWERKERS (SC 1/SC 2)
De aankondiging wordt in 24 talen bekendgemaakt in Publicatieblad van de Europese Unie C 211 A van 25 juni 2020.
Zie voor meer informatie de website van EPSO: https://epso.europa.eu/
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/13 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9856 — M&G Investment Management/Baring Asset Management/Tunstall Group Holdings)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(2020/C 211/11)
(2020/C …/…)
1.
Op 3 juni 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
M&G Investment Management Limited (“M&G Investment Management”, Verenigd Koninkrijk), die onder zeggenschap staat van M&G plc., (“M&G Group”, Verenigd Koninkrijk); |
— |
fondsen die onder zeggenschap staan van Baring Asset Management Limited (“Baring Asset Management”, Verenigd Koninkrijk), die onder zeggenschap staat van Barings Europe Limited (Verenigd Koninkrijk), die onder uiteindelijke zeggenschap staat van Massachusetts Mutual Life Insurance Company (“MassMutual Group”, Verenigde Staten); |
— |
Tunstall Group Holdings Limited (“Tunstall”, Verenigd Koninkrijk), die onder zeggenschap staan van Charterhouse Capital Partners VIII LLP (Charterhouse Capital, Verenigd Koninkrijk). |
M&G Investment Managment en Baring Asset Management verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Tunstall.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
M&G Investment Management: aanbieder van beleggingsbeheersdiensten, waaronder spaarplannen voor particulieren, individuele spaarrekeningen en beleggingstrusts. M&G Group is een spaar- en beleggingsonderneming die oplossingen voor particulieren en institutionele klanten aanbiedt en spaargelden en pensioenregelingen beheert; |
— |
Baring Asset management: beheer van aandelen, vastgoedschulden en eigen vermogen, particuliere schuld en vastrentende portefeuilles. MassMutual Group is een levensverzekeringsonderneming die verschillende financiële producten aanbiedt, waaronder levensverzekeringen en verzekeringen voor langdurige zorg; |
— |
Tunstall: aanbieder van software- en technologische oplossingen voor de telezorg- en telegezondheidsmarkten. Charterhouse Capital is een private-equityfonds dat beleggingsadviesdiensten aanbiedt. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9856 — M&G Investment Management/Baring Asset Management/Tunstall Group Holdings
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/15 |
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2020/C 211/12)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag binnen drie maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking
AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
“SAINTE-MAURE DE TOURAINE”
EU-nr.: PDO-FR-0133-AM03 — 30.1.2019
BOB (X) BGA ()
1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang
Comité interprofessionnel du Sainte-Maure de Touraine
Mairie de Sainte-Maure-de-Touraine
37800 Sainte-Maure-de-Touraine
FRANKRIJK
Postadres:
38 rue Augustin Fresnel, BP 50139 |
37171 Chambray-les-Tours Cedex |
FRANKRIJK |
Tel. +33 247483764
Fax +33 247276649
E-mail: aoc@cda37.fr
De groepering bestaat uit producenten en verwerkers en heeft daarom een rechtmatig belang bij de indiening van de aanvraag.
2. Lidstaat of Derde Land
Frankrijk
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben
☐ |
Naam van het product |
☒ |
Beschrijving van het product |
☒ |
Geografisch gebied |
☒ |
Bewijs van oorsprong |
☒ |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
☒ |
Verband |
☒ |
Etikettering |
☒ |
Overige (verwijzingen betreffende de controlestructuren, nationale eisen) |
4. Aard van de wijziging(en)
☐ Wijziging van het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.
☒ Wijziging van het productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.
5. Wijziging(en)
Beschrijving van het product:
In het productdossier wordt de zin
“De Sainte-Maure de Touraine wordt vervaardigd met volle geitenmelk en is een zachte, niet gekookte kaas met oppervlakkige schimmelvorming.”
vervangen door:
“De “Sainte-Maure de Touraine” wordt vervaardigd met volle, rauwe geitenmelk. Deze zachte kaas komt hoofdzakelijk tot stand door stremming van melk, waaraan een kleine hoeveelheid stremsel wordt toegevoegd. Het uitlekken gebeurt spontaan. De kaas heeft zichtbare, oppervlakkige schimmelvorming en de korst is bedekt met as.”.
Er wordt toegevoegd dat de gebruikte melk rauw moet zijn. Dankzij de rauwe geitenmelk kunnen de producenten kaas maken op een manier waarmee de intrinsieke, voornamelijk organoleptische kenmerken en de originele flora van de melk behouden blijven, en op deze manier wordt het verband met het geografische gebied versterkt.
De woorden “niet gekookte” worden geschrapt, omdat deze niet geschikt zijn om deze kaassoort te beschrijven.
Bepaalde onderdelen van de rubriek over de werkwijze voor het verkrijgen van het product worden toegevoegd aan het punt over de beschrijving van het product, omdat deze bijdragen aan de beschrijving van het product: de kaas komt hoofdzakelijk tot stand door stremming van melk, waaraan een kleine hoeveelheid stremsel wordt toegevoegd en lekt spontaan uit.
Er wordt toegevoegd dat de oppervlakkige schimmelvorming van de kaas zichtbaar is om de controle van het product objectiever te maken.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“De smaak is melkachtig, niet te zout of te zuur, met een aroma van gedroogde vruchten en plantaardige toetsen, zoals hooi. De textuur is romig en zelfs licht vochtig, en wordt met het ouder worden droger en soms brokkelig.”.
Er is een organoleptische beschrijving toegevoegd om de kaas beter te karakteriseren.
In het productdossier wordt de zin
“De kaas is wit of ivoorkleurig en heeft een fijne, homogene textuur met een vetgehalte van minimaal 45 %.”
vervangen door:
“Het snijvlak is glad, de kaasmassa is wit of ivoorkleurig, heeft een fijne, homogene textuur en bevat na volledige droging minimaal 45 g vet per 100 g kaas.”.
De beschrijving van het snijvlak (“glad”) wordt toegevoegd om dit belangrijke kenmerk van het product dat verband houdt met het direct in vormen gieten beter te beschrijven.
Het vetgehalte wordt anders geformuleerd (gewicht per 100 gram kaas na volledige droging) zonder dat het gehalte zelf wordt gewijzigd.
In het productdossier wordt de zin
“De kaas heeft de vorm van een langwerpige, conische boomstam met een gewicht van gemiddeld 250 g.”
vervangen door:
“De kaas heeft de vorm van een conische boomstam. Het totale gewicht aan droge stof mag niet lager zijn dan 100 g per kaas.”.
Het woord “langgerekt” wordt geschrapt, omdat dit overbodig lijkt aangezien de kaas de vorm van een boomstam heeft. Het gewicht aan droge stof per kaas (minimaal 100 g) wordt aangegeven ter vervanging van het gemiddelde gewicht van de kaas (250 g) als deze uit de rijpingscel komt om het product beter te beschrijven. Het melkachtige karakter van de kaas (hoge vochtigheid als deze uit de rijpingscel komt) en de langwerpige vorm (hoge verhouding oppervlak/volume) zorgen ervoor dat de kaas snel droogt als deze de rijpingscel heeft verlaten en dus mogelijk veel gewicht verliest voordat deze aan de consument wordt verkocht.
Deze wijziging wordt ook aangebracht in punt 3.2 van het enig document.
In het productdossier wordt de zin
“het oppervlak van de kazen wordt bedekt met houtskoolas.”
geschrapt in de rubriek over de beschrijving van het product en verplaatst naar de rubriek over de werkwijze voor het verkrijgen van het product.
In het productdossier wordt de zin
“In het midden van de kaas wordt in de lengte een graanstrootje gestoken.”
geschrapt uit de rubriek over de beschrijving van het product en verplaatst naar de rubriek over de elementen waaruit blijkt dat het product uit het geografische gebied afkomstig is.
In het enig document wordt de zin:
“Zachte, niet gekookte kaas van volle geitenmelk in de vorm van een langwerpige, conische boomstam van circa 250 g.”
in punt 3.2 vervangen door:
“De “Sainte-Maure de Touraine” is een kaas die uitsluitend is bereid uit volle, rauwe geitenmelk. Deze zachte kaas komt hoofdzakelijk tot stand door stremming van de melk, waaraan een kleine hoeveelheid stremsel wordt toegevoegd, en door spontaan uitlekken.
Aan de buitenzijde heeft de kaas zichtbare, oppervlakkige schimmelvorming en de korst is bedekt met as.
De smaak is melkachtig, niet te zout of te zuur, met een aroma van gedroogde vruchten en plantaardige toetsen, zoals hooi. De textuur is romig en zelfs licht vochtig, en wordt met het ouder worden droger en soms brokkelig.
Het snijvlak is glad, de kaas is wit of ivoorkleurig, heeft een fijne, homogene textuur.
De kaas heeft de vorm van een conisch houtblok. Het totale gewicht aan droge stof mag niet lager zijn dan 100 g per kaas.
De kaas heeft een vetgehalte van minimaal 45 procent in de droge stof.”.
Geografisch gebied:
In de rubriek van het productdossier over de beschrijving van het geografisch gebied, wordt dit beschreven aan de hand van een lijst gemeenten, wat een nauwkeurigere beschrijving mogelijk maakt. Het geografische gebied is niet gewijzigd.
Deze wijziging wordt ook aangebracht in punt 4 van het enig document.
Elementen waaruit blijkt dat het product uit het geografische gebied afkomstig is:
In het productdossier worden de volgende alinea’s toegevoegd:
“4.1. |
Identificatie van de marktdeelnemers
Elke melkproducent, elk boeren- of zuivelverwerkingsbedrijf, elk melkophaalbedrijf en elk rijpingsbedrijf of elke andere speler in de keten vult een identificatieverklaring in. De identificatieverklaring moet uiterlijk zeven weken voor het begin van de desbetreffende activiteit volgens het door de directeur van het Institut national de l’origine et de la qualité (INAO) goedgekeurde model aan de groepering worden verzonden. |
4.2. |
Aangifteverplichtingen |
4.2.1. |
Verklaringen van het voornemen om niet te produceren en verklaringen van de hervatting van de productie
Elke marktdeelnemer verzendt vooraf een verklaring aan de groepering dat hij niet van plan is te produceren voor de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine”. Hij verzendt een voorafgaande verklaring van de hervatting van de productie. |
4.2.2. |
Aangifteverplichtingen die nodig zijn voor de kennis en de monitoring van de producten die bestemd zijn voor verkoop onder de oorsprongsbenaming
Uiterlijk op 20 februari van het jaar J+1 overleggen de landbouwers-producenten, de rijpingsbedrijven en de verwerkers de groepering hun jaarlijkse productieopgave van de “Sainte-Maure de Touraine” van het voorgaande jaar. |
4.3. |
Bijhouden van registers |
4.3.1. |
Traceerbaarheid
De marktdeelnemers houden registers van binnenkomende en uitgaande kazen en alle documenten die nodig zijn voor de controle van de oorsprong, de kwaliteit en de productie van de melk en kazen ter beschikking van de groepering en de controle-instantie. Voor de verwerkers:
Voor de rijpingsbedrijven: Een document met daarin het aantal gerijpte en verpakte “Sainte-Maure de Touraine”-kazen en de hoeveelheid opgehaalde, met as bedekte kazen en de herkomst. |
4.3.2. |
Toezicht op de naleving van de productieomstandigheden
De marktdeelnemers stellen de documenten beschikbaar aan de controlestructuren die nodig zijn voor de controle van de productieomstandigheden. Elke melkproducent waarborgt de traceerbaarheid van het voer dat aan de melkgeiten wordt gegeven, zowel wat betreft de hoeveelheid als het voederareaal van de geiten, inclusief de kuilmaïs. Deze traceerbaarheid geldt ook voor de graangewassen, oliehoudende gewassen en eiwithoudende gewassen die bestemd zijn als voer voor de melkgeiten. Met betrekking tot de producten die bestemd zijn als voer voor de geiten die niet afkomstig zijn van het bedrijf, maar uit het geografisch gebied vermeldt een document (factuur, contract) de aard en de hoeveelheid van het voer en het perceel waar het vandaan komt.”. |
De aangifteverplichtingen van de marktdeelnemers worden toegevoegd. Deze wijzigingen hangen samen met veranderingen in de nationale wet- en regelgeving. Er wordt met name voorzien in een identificatie van de marktdeelnemers met het oog op een autorisatie waarmee wordt erkend dat zij voldoen aan de eisen van het productdossier, en in verklaringen die nodig zijn voor de kennis van, het toezicht op en de controle van de te verkopen producten met een oorsprongsbenaming.
In het productdossier wordt de volgende zin (verplaatst uit de rubriek over etikettering):
“Een identificatiemiddel wordt aangebracht op het strootje.”
vervangen door:
“4.4. |
Markering van de producten
Elke kaas met de benaming “Sainte-Maure de Touraine” wordt op de volgende wijze geïdentificeerd: in elke “Sainte-Maure de Touraine”-kaas is een graanstrootje gestoken waarop ten minste de oorsprongsbenaming en identificatiecode van het bedrijf zijn gegraveerd. De strootjes worden verspreid onder alle fabrikanten die een identificatieverklaring hebben verstrekt aan de groepering, in verhouding met de hoeveelheid melk die wordt gebruikt voor de productie van kazen met de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine”. Elke fabrikant houdt een overzicht bij van de strootjes die aan hem zijn verstrekt. Als de bevoegdheid van de fabrikant wordt ingetrokken, worden de strootjes teruggenomen.”. |
De beschrijving van het graanstrootje wordt verplaatst van het punt over etikettering. De beschrijving van het identificatiemiddel dat op het strootje wordt aangebracht, een identificatie-element van het product, wordt toegevoegd om de traceerbaarheid van het product te vergemakkelijken. Bovendien worden de verspreidings- en terugnamewijzen van deze strootjes toegevoegd om te waarborgen dat elke bevoegde marktdeelnemer deze strootjes kan verkrijgen. De groepering stelt deze beschikbaar aan de marktdeelnemers op basis van de hoeveelheid melk die wordt gebruikt voor de productie van de “Sainte-Maure de Touraine”-kazen en deze worden in geval van intrekking van de bevoegdheid geretourneerd aan de groepering.
In het enig document wordt de volgende zin toegevoegd aan punt 3.2:
“In elke “Sainte-Maure de Touraine”-kaas is een graanstrootje gestoken waarop ten minste de oorsprongsbenaming en identificatiecode van het bedrijf zijn gegraveerd.”.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“Controle van de productie
De kwaliteit en de typische kenmerken van de “Sainte-Maure de Touraine”-kazen worden gecontroleerd aan de hand van een steekproefsgewijs analytisch en organoleptisch onderzoek.”.
De controlemethoden van de producten worden toegevoegd om dit belangrijke aspect van de controle te beschrijven.
Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
Daar het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/96 en Verordening (EG) nr. 828/2003 geregistreerde productdossier geen regels voor de melkproductie bevat, zijn deze gedefinieerd volgens de huidige werkwijzen van de producenten.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5.1. |
De kudde
De melkgeiten zijn afkomstig van de volgende rassen: Alpine, Saanen, Poitevine of geiten uit kruisingen van deze rassen. Het is toegestaan verspreid af te lammeren. Bij de berekening van het aantal melkgeiten van de kudde worden alle geiten die ten minste één keer hebben gelammerd in aanmerking genomen.”. |
Er wordt een lijst met toegestane geitenrassen toegevoegd, omdat deze al lang zijn aangepast aan het geografische gebied. Het is toegestaan verspreid af te lammeren, omdat daarmee de periode waarin melk wordt geproduceerd kan worden verspreid. Om de controle te vergemakkelijken wordt toegevoegd dat voor het aantal melkgeiten van de kudde alle geiten worden meegerekend die ten minste één keer hebben gelammerd.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5.2. |
Het voer |
5.2.1. |
Herkomst van het totale rantsoen
Ten minste 825 kg van de droge stof van het totale jaarlijkse rantsoen per melkgeit is afkomstig uit het geografische gebied.”. |
De herkomst van het totale jaarlijkse rantsoen per melkgeit wordt toegevoegd, om het verband tussen het product en het geografische gebied te versterken.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5.2.2. |
Graslandareaal
Het graslandareaal heeft een minimale oppervlakte van 1 000 m2 per melkgeit. Deze oppervlakte komt overeen met de grond van het bedrijf en/of de overeenkomstige grond voor aankopen. Het in aanmerking genomen graslandareaal bestaat uit tijdelijk of permanent grasland. Kuilmaïs is hiervan uitgesloten. Maximaal 50 % van dit graslandareaal bestaat uit puur gras.”. |
Er wordt een minimaal graslandareaal toegevoegd (afkomstig uit het bedrijf en/of aankopen) om te waarborgen dat de geiten diverse gewassen binnenkrijgen. De samenstelling van dit areaal wordt toegevoegd om de diversiteit van de voedergewassen te versterken.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5.2.3. |
De voedergewassen
De voedergewassen zijn uitsluitend afkomstig uit het geografische gebied. De jaarlijkse hoeveelheid voedergewassen per melkgeit bevat ten minste 550 kg droge stof. De volgende voedergewassen zijn toegestaan:
Deze worden vers, gefermenteerd of in de vorm van hooi gegeten. De hoeveelheid gefermenteerde voeder wordt beperkt tot 365 kg droge stof per melkgeit per jaar. Deze mag maximaal 1 kg droge stof per melkgeit per dag bedragen. Het gefermenteerde voeder wordt met hooi of groenvoer gegeven of gecombineerd met begrazing. Voedersystemen op basis van uitsluitend stro en krachtvoer of granen zijn niet toegestaan.”. |
Er wordt toegevoegd dat de voedergewassen uitsluitend afkomstig zijn uit het geografische gebied om het verband ervan met het product te versterken. Er worden voederregels toegevoegd om de diversiteit van het jaarlijkse rantsoen van de geiten te waarborgen.
Bovendien wordt er een lijst met toegestane voedergewassen toegevoegd.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5.2.4. |
De aanvullende diervoeders
De jaarlijkse hoeveelheid aanvullende diervoeder per melkgeit bevat ten hoogste 550 kg droge stof. Producten van dierlijke oorsprong zijn, met uitzondering van verse wei die afkomstig is van het bedrijf, niet toegestaan. De aanvullende diervoeders worden uitsluitend in de volgende vorm toegediend:
|
Er wordt een overzicht van de toegestane aanvullende diervoeders toegevoegd om de aard van het voeder dat mag worden toegediend af te bakenen.
In het enig document worden de volgende zinnen toegevoegd aan punt 3.3:
“De melkgeiten zijn afkomstig van de volgende rassen: Alpine, Saanen, Poitevine of geiten uit kruisingen van deze rassen.
Ten minste 825 kg van de droge stof van het totale jaarlijkse rantsoen per melkgeit (te weten 75 %) is afkomstig uit het geografische gebied. Bepaalde diervoeders zijn niet afkomstig uit het geografische gebied, omdat deze hier niet beschikbaar zijn (bijvoorbeeld gedroogde luzerne).
Het graslandareaal heeft een minimale oppervlakte van 1 000 m2 per melkgeit. Deze oppervlakte komt overeen met de grond van het bedrijf en/of de overeenkomstige grond voor aankopen.
De jaarlijkse hoeveelheid voedergewassen per melkgeit bevat ten minste 550 kg droge stof. De voedergewassen zijn uitsluitend afkomstig uit het geografische gebied. Deze worden vers, gefermenteerd of in de vorm van hooi gegeten. De jaarlijkse hoeveelheid gefermenteerd voeder wordt beperkt tot 365 kg droge stof per geit. Deze kan niet meer dan 1 kg droge stof per melkgeit per dag bedragen. Het gefermenteerde voeder wordt met hooi of groenvoer gegeven of gecombineerd met begrazing.
De toegestane voedergewassen zijn opgenomen in een lijst.
De aanvullende diervoeders vertegenwoordigen ten hoogste 50 % van het voeder van de melkgeit, dat wil zeggen maximaal 550 kg droge stof.
De toegestane aanvullende diervoeders zijn opgenomen in een lijst.”.
De beschrijving van de regels aangaande het technische traject voor de bereiding van de kazen is verbeterd ter bevestiging van de huidige werkwijzen voor het verkrijgen van de “Sainte-Maure de Touraine”.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5.2.5. |
Gebruikte melk
De melk die wordt opgehaald voor de bereiding van de “Sainte-Maure de Touraine” is volle, rauwe geitenmelk die maximaal 48 uur voorafgaand aan het ophalen is gemolken. Het is verboden de melk vóór de stremming te concentreren door het gedeeltelijk verwijderen van het waterige deel. Het gebruiken van de melk begint bij de rijping van de melk, die al dan niet door de toevoeging van wei of melkzuurbacteriën wordt verkregen. Deze rijping vindt plaats gedurende maximaal 24 uur bij ten minste 10 °C. De rijpings- en oppervlakteflora’s bestaan uit:
Het is niet toegestaan verzurende of aromastoffen toe te voegen.”. |
Er wordt toegevoegd dat de gebruikte melk rauw is (in overeenstemming met de rubriek over de beschrijving van het product) en maximaal 48 uur voorafgaand aan het ophalen is gemolken om de kwaliteit van de grondstof te behouden en de ontwikkeling van psychotrope micro-organismen te beperken, die zelf de ontwikkeling van de natuurlijke melkflora’s beperken. Er wordt toegevoegd dat het niet is toegestaan is de melk vóór de stremming te concentreren door het gedeeltelijk verwijderen van het waterige deel om de kwaliteit van de gebruikte melk te behouden.
Bovendien wordt toegevoegd dat de melk wordt gerijpt voordat er stremsel wordt toegevoegd, waardoor de melk geschikter is om te verwerken tot kaas en het aromatische potentieel beter tot uiting komt.
Ten slotte wordt de samenstelling van de rijpings- of oppervlakteflora’s toegevoegd om de werkwijzen af te bakenen en de beschrijving van het product na te leven, en is het niet toegestaan verzurende of aromastoffen toe te voegen, om de organoleptische kenmerken van het product niet aan te tasten.
In het productdossier wordt de volgende alinea toegevoegd:
“5.2.6. |
Bereiding
De wrongel op basis van melkfermenten wordt verkregen met een mesofiele flora.
|
Er wordt toegevoegd dat de wrongel wordt verkregen met een mesofiele flora om de kenmerken van het product te behouden. Bovendien worden de parameters over het toevoegen van stremsel en de stremming afgebakend in overeenstemming met de werkwijzen van de marktdeelnemers om de wrongel op basis van melkfermenten te bevestigen.
In het productdossier worden de volgende zinnen:
“De verse, niet uitgelekte wrongel wordt met een gietlepel of met verdelers gevormd in een geperforeerde conische vorm met specifieke afmetingen. Het is niet toegestaan het gebruik van de melk of de wrongel uit te stellen.”
vervangen door:
“De wrongel mag worden versneden, maar technieken om deze vooraf te laten uitlekken zijn niet toegestaan. Het is toegestaan bovendrijvende wei te verwijderen voorafgaand aan het in vormen gieten.
Het is niet toegestaan de wrongel in te vriezen of het gebruik van de kazen onder gemodificeerde atmosfeer uit te stellen.
— |
Het in vormen gieten en het uitlekken De wrongel wordt met een gietlepel in een individuele vorm of in multivormen met verdelers gegoten. Het vullen van de vormen gebeurt handmatig met meerdere handelingen. Het uitlekken gebeurt gedurende ten minste 18 uur vanaf het begin van het in vormen gieten spontaan, zonder dat er druk op de wrongel wordt uitgeoefend. De totale afmetingen van de binnenkant van de geperforeerde conische vormen:
|
Er wordt toegevoegd dat het in overeenstemming met de werkwijzen van de marktdeelnemers is toegestaan om de wrongel te versnijden en bovendrijvende wei voorafgaand aan het in vormen gieten te verwijderen. Het verbod op vooraf uitlekken en het uitstellen van het gebruik van de wrongel wordt explicieter geformuleerd dan in het huidige productdossier. Ter bevordering van de traditionele werkwijze voor het verkrijgen van het product wordt toegevoegd dat het niet is toegestaan het gebruik van de kazen onder gemodificeerde atmosfeer uit te stellen. Er worden elementen over het in vormen gieten toegevoegd: dit gebeurt in overeenstemming met de huidige werkwijzen met meerdere handelingen, in een individuele vorm of in multivormen met verdelers.
Er wordt toegevoegd dat het uitlekken gebeurt zonder dat er druk op de wrongel wordt uitgeoefend om het spontane uitlekken beter te beschrijven. Er wordt een minimale duur vastgelegd om het uitlekproces beter te beschrijven.
Ten slotte wordt de vermelding van het uiterlijk van de vorm (conisch) in de rubriek over de beschrijving van het product aangevuld met de afmetingen ervan, omdat deze niet erg precies was.
In het productdossier worden de volgende zinnen:
“De oppervlakte van de kazen wordt licht gezouten. De oppervlakte van de kazen wordt bedekt met as. Binnen in de kaas wordt in de lengte een graanstrootje geplaatst.”
vervangen door:
— |
“Het uit de vorm halen en het zouten De oppervlakte van de kazen wordt aan alle kanten gezouten en bedekt met as. |
— |
Het toevoegen van het strootje Het gegraveerde graanstrootje wordt bij het uit de vorm halen of in de vormen toegevoegd. Dit wordt in de lengte in de kaas gestoken.”. |
De parameters van het zouten en bedekken met as worden toegevoegd om deze stappen beter te definiëren. Bovendien wordt de verplichting om houtskoolas te gebruiken enerzijds geschrapt omdat het woord “houtskoolas” niet meer klopt (het gaat om plantaardige koolstof) en anderzijds omdat er tegenwoordig een zout-asmengsel bestaat dat bereid is met zout en plantaardige koolstof. Bovendien is het woord “licht” geschrapt, omdat dit niet nauwkeurig was. Ten slotte wordt de fase waarin het strootje wordt aangebracht in de kaas toegevoegd om de werkwijze van de marktdeelnemers te beschrijven.
In het productdossier worden de volgende zinnen:
“De rijping van de kazen vindt plaats gedurende ten minste tien dagen in het productiegebied vanaf de dag waarop het stremsel is toegevoegd bij een temperatuur van 10 tot 15 °C en een vochtigheidsgraad van 90 %.”
vervangen door:
“Rijping en verkoop
Vanaf het begin van de rijping kan de luchttemperatuur van de rijpingsplaats variëren van 16 °C tot 6 °C. De luchtvochtigheid van de rijpingsplaats is hoger dan 75 %.
De kazen mogen de rijpingsplaats pas na ten minste tien dagen vanaf de dag waarop het stremsel is toegevoegd verlaten en uitsluitend als de hele oppervlakte is bedekt met een goed ontwikkelde korst met oppervlakkige schimmels die met het blote oog zichtbaar zijn.
Het is niet toegestaan verse en rijpende kazen onder gemodificeerde atmosfeer te bewaren.”.
De verplichte rijping in het geografische gebied wordt naar de rubriek over het geografische gebied verplaatst. De marge van de toegestane temperaturen voor de rijping wordt gewijzigd (6 °C tot 16 °C, in plaats van 10 °C tot 15 °C), evenals de minimale vochtigheidsgraad (hoger dan 75 % in plaats van hoger dan 90 %) om rekening te houden met de aanpassing van de werkwijzen van de marktdeelnemers. Bovendien wordt toegevoegd dat de kazen bij het verlaten van de rijpingsplaats in naleving van de rubriek over de beschrijving van het product over de hele oppervlakte bedekt moeten zijn met een goed ontwikkelde korst met oppervlakkige schimmels die met het blote oog zichtbaar zijn.
Ten slotte wordt toegevoegd dat het niet is toegestaan verse en rijpende kazen onder gemodificeerde atmosfeer te bewaren om de organoleptische kenmerken van de kazen te behouden.
Verband
De rubriek van het productdossier over het verband met het geografische gebied wordt volledig herschreven om het verband tussen de “Sainte-Maure de Touraine” en het geografische gebied ervan duidelijker tot uitdrukking te brengen, zonder dat dit verband inhoudelijk wordt gewijzigd. Bijzondere aandacht gaat hierbij met name naar de productievoorwaarden voor de melk (die maken het mogelijk rauwe melk te gebruiken die geschikt is om tot kaas te worden verwerkt, een activiteit waarvoor specifieke knowhow vereist is) en naar de rijpingsvoorwaarden. In het punt “Specificiteit van het geografische gebied” komen de natuurlijke factoren van het geografische gebied en de menselijke factoren aan bod in een historisch overzicht waarin de specifieke knowhow wordt benadrukt. In het punt “Specificiteit van het product” worden bepaalde elementen naar voren gebracht die zijn opgenomen in de beschrijving van het product. Tot slot wordt in het punt “Causaal verband” de wisselwerking tussen de natuurlijke en menselijke factoren van het product toegelicht.
Deze wijziging wordt ook aangebracht in punt 5 van het enig document.
Specifieke elementen van de etikettering
In het productdossier wordt de volgende alinea:
“De kazen met de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine” moeten worden verkocht met een individueel etiket met daarop afgezien van de voor alle kazen geldende, bij wet verplichte vermeldingen, de oorsprongsbenaming in combinatie met de vermelding “appellation d’origine” en dit alles in een lettertype dat minstens twee derde keer zo groot is als het grootste op het etiket voorkomende lettertype. De afkorting “INAO” moet verplicht worden aangebracht. Deze vermeldingen worden eveneens aangebracht op de kisten en andere verpakkingen van de kazen.
De vermelding “fabrication fermière” of “fromage fermier” of elke andere vermelding waaruit blijkt dat de kaas afkomstig is van een boerderij is voorbehouden aan producenten die de melk verwerken die op hun bedrijf is geproduceerd en in overeenstemming met de in het huishoudelijk reglement vastgestelde voorwaarden. Op de boerderij gemaakte kazen die door een rijpingsbedrijf zijn opgehaald en gerijpt mogen deze vermelding ook bevatten.”
vervangen door:
“Op het individuele etiket van de kazen waarvoor de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine” mag worden gebruikt, moeten, naast de vermeldingen die moeten worden aangebracht krachtens de regelgeving betreffende de etikettering en de aanbieding van levensmiddelen, de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine” en in hetzelfde gezichtsveld het BOB-symbool van de Europese Unie staan.
Afgezien van de voor alle kazen geldende, bij wet verplichte vermeldingen, mogen in de etikettering, reclame, facturen of handelsdocumenten geen termen of andere vermeldingen worden toegevoegd aan de oorsprongsbenaming, met uitzondering van specifieke fabrieks- of handelsmerken.”.
De rubriek over etikettering wordt enerzijds bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkelingen in de nationale en Europese regelgeving en anderzijds om te verduidelijken welke vermeldingen of termen er op de etikettering kunnen worden aangebracht. De vermeldingen “fabrication fermière” of “fromage fermier” kunnen in het kader van de geldende regelgeving worden gebruikt.
In het productdossier wordt de zin
“Een identificatiemiddel wordt aangebracht op het strootje.”
geschrapt uit het punt over de etikettering en verplaatst naar het punt over de elementen waaruit blijkt dat het product uit het geografische gebied afkomstig is.
In het enig document
wordt de alinea:
“Het is verplicht om het logo met de afkorting “INAO”, de vermelding “Beschermde oorsprongsbenaming” en de benaming aan te brengen.”
in punt 3.6 vervangen door:
“Op het individuele etiket van de kazen waarvoor de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine” mag worden gebruikt, moeten, naast de vermeldingen die moeten worden aangebracht krachtens de regelgeving betreffende de etikettering en de aanbieding van levensmiddelen, de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine” en in hetzelfde gezichtsveld het BOB-symbool van de Europese Unie staan.
Afgezien van de voor alle kazen geldende, bij wet verplichte vermeldingen, mogen in de etikettering, reclame, facturen of handelsdocumenten geen termen of andere vermeldingen worden toegevoegd aan de oorsprongsbenaming, met uitzondering van specifieke fabrieks- of handelsmerken.”.
Overige wijzigingen:
In het productdossier wordt het adres van de bevoegde dienst van de lidstaat bijgewerkt.
Met betrekking tot de rubriek van het productdossier over de verwijzingen betreffende de controlestructuren worden de naam en de contactgegevens van de officiële structuren bijgewerkt. In deze rubriek worden de gegevens vermeld van de bevoegde Franse autoriteiten op het gebied van controle: Institut national de l’origine et de la qualité (INAO) en Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF). Verder wordt toegevoegd dat de naam en de gegevens van de certificeringsinstantie te raadplegen zijn op de website van het INAO en in de databank van de Europese Commissie.
In het productdossier wordt in de rubriek betreffende de nationale eisen een tabel toegevoegd met de belangrijkste te controleren punten en de methode voor de evaluatie daarvan.
ENIG DOCUMENT
“SAINTE-MAURE DE TOURAINE”
EU-nr.: PDO-FR-0133-AM03 — 30.1.2019
BOB (X) BGA ()
1. Naam
“Sainte-Maure de Touraine”
2. Lidstaat of Derde Land
Frankrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.3. Kaas
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De “Sainte-Maure de Touraine” is een kaas die uitsluitend is bereid uit volle, rauwe geitenmelk. Deze zachte kaas komt hoofdzakelijk tot stand door stremming van de melk, waaraan een kleine hoeveelheid stremsel wordt toegevoegd, en door spontaan uitlekken.
Aan de buitenzijde heeft de kaas zichtbare, oppervlakkige schimmelvorming en de korst is bedekt met as.
De smaak is melkachtig, niet te zout of te zuur, met een aroma van gedroogde vruchten en plantaardige toetsen, zoals hooi. De textuur is romig en zelfs licht vochtig, en wordt met het ouder worden droger en soms brokkelig.
Het snijvlak is glad, de kaasmassa is wit of ivoorkleurig, heeft een fijne, homogene textuur.
De kaas heeft de vorm van een conische boomstam. Het totale gewicht aan droge stof mag niet lager zijn dan 100 g per kaas.
De kaas heeft een vetgehalte van minimaal 45 procent in de droge stof.
Door elke “Sainte-Maure de Touraine”-kaas loopt een graanstrootje waarop ten minste de oorsprongsbenaming en identificatiecode van het bedrijf zijn gegraveerd.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
De melkgeiten zijn afkomstig van de volgende rassen: Alpine, Saanen, Poitevine of geiten uit kruisingen van deze rassen.
Ten minste 825 kg van de droge stof van het totale jaarlijkse rantsoen per melkgeit (te weten 75 %) is afkomstig uit het geografische gebied. Bepaalde diervoeders zijn niet afkomstig uit het geografische gebied, omdat deze hier niet beschikbaar zijn (bijvoorbeeld gedroogde luzerne).
Het graslandareaal heeft een minimale oppervlakte van 1 000 m2 per melkgeit. Deze oppervlakte komt overeen met de grond van het bedrijf en/of de overeenkomstige grond voor aankopen.
De jaarlijkse hoeveelheid voedergewassen per melkgeit bevat ten minste 550 kg droge stof. De voedergewassen zijn uitsluitend afkomstig uit het geografische gebied. Deze worden vers, gefermenteerd of in de vorm van hooi gegeten. De jaarlijkse hoeveelheid gefermenteerde voeder wordt beperkt tot 365 kg droge stof per geit. Deze kan niet meer dan 1 kg droge stof per melkgeit per dag bedragen. Het gefermenteerde voeder wordt met hooi of groenvoer gegeven of gecombineerd met begrazing.
De toegestane voedergewassen zijn opgenomen in een positieve lijst.
De aanvullende diervoeders vertegenwoordigen ten hoogste 50 % van het voeder van de melkgeit, dat wil zeggen maximaal 550 kg droge stof.
De toegestane aanvullende diervoeders zijn opgenomen in een positieve lijst.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De productie van de melk en de vervaardiging en de rijping van de kaas vinden plaats in het geografische gebied dat in punt 4 is afgebakend.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Op het individuele etiket van de kazen waarvoor de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine” mag worden gebruikt, moeten, naast de vermeldingen die moeten worden aangebracht krachtens de regelgeving betreffende de etikettering en de aanbieding van levensmiddelen, de oorsprongsbenaming “Sainte-Maure de Touraine” en in hetzelfde gezichtsveld het BOB-symbool van de Europese Unie staan.
Afgezien van de voor alle kazen geldende, bij wet verplichte vermeldingen, mogen in de etikettering, reclame, facturen of handelsdocumenten geen termen of andere vermeldingen worden toegevoegd aan de oorsprongsbenaming, met uitzondering van specifieke fabrieks- of handelsmerken.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
De melkproductie en de bereiding en rijping van de kazen moeten plaatsvinden in het geografische gebied dat bestaat uit de volgende gemeenten van de departementen Indre (36), Indre-et-Loire (37), Loir-et-Cher (41) en Vienne (86):
Departement Indre (36): Argy, Arpheuilles, Azay-le-Ferron, Buzançais, La Chapelle Orthemale, Châtillon-sur-Indre, Chezelles, Cléré-du-Bois, Clion, Écueillé, Faverolles, Fléré-la-Rivière, Fontgombault, Fontguenand, Frédille, Gehée, Heugnes, Jeu-Maloches, Langé, Lingé, Luçay-le-Mâle, Lurais, Lureuil, Lye, Martizay, Méobecq, Mérigny, Mézières-en-Brenne, Murs, Néons-sur-Creuse, Neuillay-les-Bois, Obterre, Palluau-sur-Indre, Paulnay, Pellevoisin, Préaux, Preuilly-la-Ville, Saint-Cyran-du-Jambot, Saint-Genou, Saint-Lactencin, Saint-Médard, Saint-Michel-en-Brenne, Sainte-Gemme, Saulnay, Sauzelles, Selles-sur-Nahon, Sougé, Tournon-Saint-Martin, Le Tranger, Valençay, Vendoeuvres, La Vernelle, Veuil, Vicq-sur-Nahon, Villedieu-sur-Indre, Villegouin, Villentrois, Villiers.
Departement Indre-et-Loire (37) in zijn geheel.
Departement Loir-et-Cher (41): Ambly, Angé, Artins, Authon, Averdon, Champigny-en-Beauce, La Chapelle-Vendômoise, Châteauvieux, Châtillon-sur-Cher, Chaumont-sur-Loire, Chémery, Chissay-en-Touraine, Choussy, Couddes, Couffy, Couture-sur-Loir, Crucheray, Les Essarts, Faverolles-sur-Cher, Françay, Gombergean, Les Hayes, Herbault, Houssay, Huisseau-en-Beauce, Lancè, Lancôme, Landes-le-Gaulois, Lavardin, Mareuil-sur-Cher, Méhers, Mesland, Meusnes, Monteaux, Monthou-sur-Cher, Montoire-sur-le-Loir, Montrichard Val de Cher, Montrouveau, Nourray, Noyers-sur-Cher, Pontlevoy, Pouillé, Prunay-Cassereau, Rilly-sur-Loire, Les Roches-l'Évêque, Saint-Aignan, Saint-Amand-Longpré, Saint-Arnoult, Saint-Cyr-duGault, Saint-Etienne-des-Guérets, Saint-Georges-sur-Cher, Saint-Gourgon, Saint-Julien-de-Chédon, Saint-Martin-des-Bois, Saint-Rimay, Saint-Romain-sur-Cher, Santenay, Sasnières, Seigy, Ternay, Thenay, Thésée, Tréhet, Troo, Valencisse, Vallières-les-Grandes, Valloire-sur-Loire, Veuzin-sur-Loire, Villavard, Villechauve, Villedieu-le-Château, Villefrancoeur, Villeporcher.
Departement Vienne (86): Antran, Basses, Berthegon, Beuxes, Bournand, Buxeuil, Ceaux-en-Loudun, Chenevelles, Coussay-les-Bois, Dangé-Saint-Romain, Ingrandes, Leigné-les-Bois, Leigné-sur-Usseau, Lésigny, Leugny, Loudun, Mairé, Messemé, Mondion, Nueil-sous-Faye, Les Ormes, Oyré, Pleumartin, Port-de-Piles, Pouant, Prinçay, La Roche-Posay, Roiffé, Saint-Christophe, Saint-Gervais-les-Trois-Clochers, Saint-Rémy-sur-Creuse, Sammarçolles, Sérigny, Usseau, Vaux-sur-Vienne, Vellèches, Vézières, Vicq-sur-Gartempe.
5. Verband met het geografische gebied
De “Sainte-Maure de Touraine” is een kaas van geitenmelk met als belangrijkste specifieke kenmerken de langwerpige vorm van een boomstam met daardoorheen een graanstrootje, het aroma van gedroogde vruchten en plantaardige toetsen, zoals hooi, en de romige textuur die met het ouder worden brokkelig wordt. Deze kenmerken zijn verkregen dankzij de kennis over het houden van de geiten die uitsluitend in het geografische gebied geproduceerde voedergewassen eten, maar ook dankzij de kennis over de bereiding (wrongel op basis van melkfermenten, langzaam uitlekken, bedekken met as en zouten van het oppervlakt na het uit de vorm halen) en de rijping die zorgt voor een kenmerkende rijpingsflora.
Het geografische gebied van de “Sainte-Maure de Touraine” bevindt zich in het zuidwesten van het Bekken van Parijs, dat de voormalige provincie Touraine beslaat. De Loire, die van het oosten naar het westen door het gebied stroomt, en haar zijrivieren zijn van grote invloed op het landschap van de kleine gebieden.
Het landschap met open hoogvlakten met voornamelijk graanbouw wordt afgewisseld met bosrijkere dalen waar meer gespecialiseerde landbouw heeft gezorgd voor specifieke producten (wijnbouw, boomteelt, veeteelt en groenteteelt). Op de hoogvlakten komen ook kleigronden en klei-kalksteenbodems bij elkaar.
Dankzij het zeeklimaat, dat wordt gekenmerkt door zachte winters en zomers, kunnen talloze voeder- en graangewassen worden verbouwd die nodig zijn voor diervoeders. Deze oceaaninvloed, die langs de Loire slechts langzaam afzwakt richting het oosten, zorgt ervoor dat er in het gehele gebied een vrij homogeen klimaat heerst.
Tot halverwege de twintigste eeuw waren er geen geitenkuddes. De armste plattelandshuishoudens hebben maar één tot drie geiten. De grootmoeder is verantwoordelijk voor de geiten (of de jongste dochter die de kennis van haar oma heeft gekregen) en zij verzorgt, voedt en melkt ze en maakt de kaas. Direct na het melken wordt de volle, rauwe melk gebruikt. De inhoud van een vorm voor “Sainte-Maure de Touraine” komt overeen met de dagelijkse hoeveelheid melk die een geit produceert, te weten ongeveer 2,5 liter melk voor een kaas. Er is geen kaasmakerij. De handelingen worden in de keukens verricht en de kazen worden bij de schoorsteen te drogen gelegd. Door de vorm van een langwerpige boomstam wordt de kaas kwetsbaar en moeilijk te hanteren. Door het in de lengte aanbrengen van een graanstrootje kan deze gemakkelijker worden gehanteerd.
De huidige productietechnieken komen voort uit deze geschiedenis. De kaas wordt verkregen door stremming van volle, rauwe melk, waaraan een kleine hoeveelheid stremsel wordt toegevoegd. De wrongel wordt gevormd in conische vormen.
De “Sainte-Maure de Touraine” is een kaas die wordt bereid uit volle, rauwe geitenmelk, waaraan een kleine hoeveelheid stremsel is toegevoegd, afkomstig van een wrongel op basis van melkfermenten. Hij onderscheidt zich door:
— |
de karakteristieke conische vorm; |
— |
de fijne, gladde, witte tot ivoorkleurige, homogene massa; |
— |
de romige textuur die met het ouder worden droger en brokkelig wordt; |
— |
de buitenkant die na een rijpingsperiode van tien dagen een goed ontwikkelde korst heeft met oppervlakkige schimmels die met het blote oog zichtbaar zijn; |
— |
het graanstrootje dat in de lengterichting in de kaas is gestoken; |
— |
de melkachtige smaak met een aroma van gedroogde vruchten en plantaardige toetsen. |
Deze kaas van geitenmelk is afkomstig van de armste gronden van Touraine.
De aanwezigheid van kleigronden en klei-kalksteenbodems in het geografische gebied, die geschikt zijn voor de productie van voeder- en graangewassen, hebben de uitoefening landbouw in de armste sectoren bevorderd, dankzij de vestiging van geitenhouderijen, die van oorsprong een beperkte grootte hadden, waarvan de melk bestemd was voor het maken van een kaas die oorspronkelijk bestemd was voor eigen gebruik.
De bijzondere vorm van de “Sainte-Maure de Touraine” is te danken aan de vorm die oorspronkelijk van gevlochten wilgentenen werd gemaakt. De inhoud van de vorm komt overeen met de dagelijkse productie van een geit. De langwerpige boomstamvorm en de soms broze textuur van de kaasmassa maakten de kaas kwetsbaar en moeilijk te hanteren. Het in de lengte aanbrengen van een graanstrootje was oorspronkelijk van praktisch belang, omdat de kaas hierdoor gemakkelijker kon worden gehanteerd. Later werd het een identificatie-element voor de consument.
Het gebruik van een langwerpige vorm en de kenmerken van de bereiding met melkzuurbacteriën in combinatie met het langzame uitlekken, afgestemd op het ritme van de werkzaamheden op de boerderij, en het bedekken met as en zouten van het oppervlak na het uit de vorm halen, geven de kaas textuur en fijnheid en een verhouding tussen oppervlak en volume, waardoor tijdens de rijping een voor de “Sainte-Maure de Touraine” kenmerkende rijpingsflora ontstaat die de kaas zijn smaak en geur geeft.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-90fe0542-fca1-4d57-af8c-1d9c5d0b6ed4
25.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 211/28 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2020/C 211/13)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) uiterlijk drie maanden na de datum van deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa”
EU-nr.: PGI-ES-02459 — 27.5.2019
BOB ()BGA (X)
1. Naam/namen
“Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa”
2. Lidstaat of Derde Land
Spanje
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
Extra olijfolie van eerste persing die uitsluitend langs mechanische weg wordt verkregen van de vrucht van de olijfboom (Olea europaea L.). Het is een groene, fruitige olie met een matige of sterke intensiteit. In de mond is de olie licht tot matig bitter en scherp.
“Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” wordt voor ten minste 90 % gemaakt van een van de olijvenvariëteiten arbequina, picual en koroneiki of een combinatie daarvan. De resterende 10 % kan afkomstig zijn van andere, in het register van commerciële variëteiten opgenomen variëteiten.
Fysisch-chemische kenmerken:
— |
zuurgraad (uitgedrukt in oliezuur): maximaal 0,5 % |
— |
peroxidegetal: ≤ 12 meq O2/kg |
— |
K232 ≤ 2,00 |
— |
K270 ≤ 0,16 |
— |
polyfenolen ≥ 200 mg/kg olijfolie |
Organoleptische kenmerken:
Mediaaninterval |
Minimum |
Maximum |
Groene fruitigheid |
≥ 3 |
≤ 7 |
Bitterheid |
≥ 1,5 |
≤ 4 |
Scherpte |
≥ 2 |
≤ 5 |
Balans |
De mediaan van het kenmerk bitter en de mediaan van het kenmerk scherp liggen niet meer dan twee punten hoger dan de mediaan van het kenmerk fruitigheid |
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle onderdelen van het productieproces van “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa”, van de teelt van de olijven tot de verwerking ervan, moeten plaatsvinden op het eiland Ibiza (Eivissa).
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
“Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” moet worden verkocht in donkere glazen flessen, of in recipiënten van bekleed metaal of een ander materiaal dat de olie afschermt van licht. De maximale capaciteit van de recipiënten is 5 liter.
Verpakking in het productiegebied is essentieel voor het behoud van de kenmerken van “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” en moet plaatsvinden in de bedrijven waar de olie wordt geproduceerd.
Ibiza is een eiland met veel zonuren, relatief hoge temperaturen en een hoge omgevingsvochtigheid, drie factoren die de kwaliteit van de olijfolie nadelig kunnen beïnvloeden. Om die reden, en op basis van de ervaring van de producenten, wordt “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” van oudsher verpakt in de bedrijven waar de olie wordt geproduceerd, en niet in bulk naar andere bedrijven vervoerd.
De producenten weten dat de manier waarop “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” wordt behandeld en verpakt, cruciaal is voor het garanderen van de kwaliteit van het eindproduct; als er geen restricties zijn of als de olie niet wordt behandeld en verpakt zoals het hoort, zal de aromatische kwaliteit van het eindproduct er zonder enige twijfel op achteruitgaan.
Ook mag niet worden vergeten dat Ibiza een eiland is op een behoorlijke afstand van het vasteland: het vervoer over zee kost dus veel tijd. Het vervoer van “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” in tankers houdt automatisch decanteren en meer contact met de lucht in, en verhoogt het risico dat de kenmerken ervan, met name het aroma en de smaak, nadelig worden beïnvloed. Daarom mag “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” niet in bulk worden vervoerd.
Ook verdeling in kleinere hoeveelheden en herverpakking is niet toegestaan.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
De beschermde geografische aanduiding “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” moet los van de andere informatie opvallend worden weergegeven in het hoofdgezichtsveld van het etiket. De woorden moeten de grootste zijn in dit gezichtsveld en er mogen geen andere woorden worden bijgezet. Op het etiket moeten de woorden “Indicación Geográfica Protegida” [beschermde geografische aanduiding] naast de naam “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” worden weergegeven.
Met het oog op de traceerbaarheid moet het etiket ook het productiejaar van de olie en een sequentiële alfanumerieke code bevatten.
Het is verboden om afgezien van de beschermde geografische aanduiding “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” andere termen te gebruiken die een bepaalde hoedanigheid of kwaliteit suggereren. Termen die wel toegestaan zijn, moeten waarheidsgetrouw en controleerbaar zijn. Olijvenvariëteiten mogen enkel worden vermeld als alle gebruikte olijven van de vermelde variëteit(en) zijn.
Ondernemingen, plantages en landgoederen mogen enkel worden vermeld als de olie uitsluitend is gemaakt van olijven die in hun eigen olijfgaarden zijn geoogst.
Facultatieve termen moeten op het etiket worden weergegeven in letters die maximaal half zo groot (d.w.z. hoog en breed) zijn als die van de naam van de beschermde geografische aanduiding.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het geografische gebied is het eiland Ibiza in de autonome gemeenschap Balearen.
Ibiza ligt tussen de coördinaten 38° 58′ 48″ N en 1° 25′ 48″ E in de Middellandse Zee, tussen Cap de la Nau (Alicante) en Mallorca.
5. Verband met het geografische gebied
Het verband met de omgeving is gebaseerd op het hoge polyfenolgehalte, de uitgesproken bitterheid en scherpte en de reputatie van het product.
Door de krijtbodem en het hoge aantal zonuren (meer dan 2 700 uur per jaar) bevat de olie veel aromatische bestanddelen. De ligging van de olijfgaarden op geringe hoogte — en soms zelfs op zeeniveau — verhoogt het polyfenolgehalte.
Ibiza’s mediterrane klimaat met veel zon is bij uitstek geschikt voor de olijventeelt, met name waar het gaat om de fotosynthese en biomassa-accumulatie in plantorganen. De milde temperaturen in het voorjaar (gemiddeld 19 °C) en het hoge aantal zonuren zijn goed voor de bloei en bestuiving. Dankzij de hoge temperaturen (gemiddeld 26 °C) en sterke zonneschijn in de zomer rijpen de olijven snel, zodat de oogst al in september kan beginnen, wat van Ibiza een van de vroegste oogstplekken in Europa maakt. Ook het feit dat het nooit vriest is bevorderlijk voor de productie van olijven van topkwaliteit, die perfecte, stabiele olie met een hoog polyfenolgehalte opleveren.
De warme en zonnige zomers met weinig regen (gemiddeld 34 mm) veroorzaken waterstress voor de olijfbomen, wat bijdraagt tot een hoge polyfenolconcentratie (gemiddelde waarde 292 mg/kg) en de kenmerken bitter en scherp versterkt. Het polyfenolgehalte van “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” is beduidend hoger dan dat van andere extra olijfoliën van eerste persing, waarvan de concentraties tussen 150 en 180 mg/kg liggen.
Het oogsten van de olijven terwijl ze nog groen zijn en nog amper van kleur zijn veranderd, geeft “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” onderscheidende kenmerken, met name het groen-fruitige aroma en het hoge polyfenolgehalte. Olijven oogsten wanneer ze nog groen zijn levert minder olie op, maar zorgt wel voor unieke kenmerken.
De korte afstand tussen de olijfgaarden en de oliemolens en het meteen persen van de groene olijven bij een lage temperatuur staan garant voor de productie van olie met een lage zuurgraad en een laag hydroxyperoxidegehalte, en daarmee voor lage peroxide- en K232-getallen.
Opslag onder de juiste omstandigheden, d.w.z. geen contact met de lucht en afgeschermd van licht, en verpakking in het afgebakende productiegebied zorgen voor een stabiele olie met een laag peroxidegetal en lage niveaus van geconjugeerde diënen en triënen.
De ervaring en kennis van de olijventelers en -persers is cruciaal voor het verkrijgen van olie met de chemische en organoleptische kenmerken van “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa”. Geleid door hun ervaring bepalen de telers de plantdichtheid op basis van de agronomische kenmerken van de betreffende percelen en beslissen zij over de teeltmethoden, met name wat betreft snoeien en geleiden. Voor het verkrijgen van olie met de onderscheidende kenmerken van “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa”, met name een hoog polyfenolgehalte en een hoge mate van groene fruitigheid, bitterheid en scherpte, is het moment van oogsten van doorslaggevend belang, waarbij de kennis en ervaring van de telers opnieuw een grote rol speelt: zij kiezen precies het juiste moment voor het oogsten van de olijven op elk perceel, en soms zelfs van elke boom.
Het zijn de meester-olijvenpersers die ervoor zorgen dat de onderscheidende kenmerken van de olijven terugkomen in “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa”. Op basis van hun ervaring en waarneming van de kenmerken van de olijven bepalen zij de extractietijd en -temperatuur van elke partij.
Historische geschriften getuigen van de uitstekende reputatie van “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa”. In Descripciones de las Islas Pithiusas y Baleares (1787) schreef José Vargas: “De oogst op Ibiza is nu […] een olie die tot de beste van Spanje behoort en zo rijk is dat hij verhandeld zou moeten worden”. In de Reales Ordinacions de la isla y real fuerza de Iviza (1751) wordt “Aceite de Ibiza” beschreven als preciosísimo (exquise) en vergeleken met de beste: “… de beste olijfolie komt uit Spanje, enkel die van Ibiza kan hiermee wedijveren”.
Deze historische reputatie heeft door de eeuwen heen niets van haar glans verloren en vandaag de dag geniet “Aceite de Ibiza”/“Oli d’Eivissa” meer dan ooit de hoge waardering van consumenten, experts, koks en restaurateurs.
Door de beperkingen die door de wetgeving van de Unie worden gesteld aan het gebruik van geografische termen bij het op de markt brengen van olijfolie, is het voor producenten lastig geworden om de namen “Aceite de Ibiza” en “Oli d’Eivissa” te gebruiken, omdat daar mogelijk boeten op staan. Desondanks verschijnen deze termen, en de kaart van Ibiza, nog altijd onverminderd op etiketten en webpagina’s en in handelsdocumenten en testverslagen.
Wat de reputatie van “Aceite de Ibiza” betreft zij opgemerkt dat alom bekende chefs, zoals Jean-Louis Neichel en María José San Román (2018), de kwaliteit van “Aceite de Ibiza” hebben erkend. Ook meerdere experts hebben gewezen op de kwaliteit en onderscheidende kenmerken van deze olijfolie. Zo merkte Ismael Diaz Yubero, lid van de Real Academia de Gastronomía en winnaar van een nationale gastronomieprijs in 2013, op dat “‘Aceite de Ibiza” het karakter heeft dat nodig is om de olie van andere te onderscheiden, en vanwege deze bijzondere kwaliteiten een hogere prijs verdient”.
De reputatie van “Oli d’Eivissa” blijkt ook uit tal van andere referenties. Het boek Conèixer i gaudir dels aliments de les Illes Balears (2002) schaart “Oli d’Eivissa” onder de meest traditionele levensmiddelen van de Balearen. In 2007 noemde de Universiteit van de Balearen “Oli d’Eivissa” in haar overzicht van traditionele levensmiddelen van de Balearen die typisch zijn voor het mediterrane dieet, en in 2018 nam de regering van de Balearen “Oli d’Eivissa” op in de catalogus van traditionele levensmiddelen van de Balearen.
Sinds 2014 worden op Ibiza de Ruta de l’Oli d’Eivissa (“Oli d’Eivissa”-route) en het culinaire evenement Eivissa-Sabor georganiseerd. Samen met andere traditionele producten van Ibiza neemt “Oli d’Eivissa” in het promotiemateriaal voor deze evenementen, in recepten en als onderscheidend lokaal product een prominente plek in. De olie wordt genoemd in reisgidsen, zoals ibizaspain.es, en de onderscheiding Mejor pa amb oli’Eivissa is het zoveelste bewijs van zijn excellente smaak.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)
De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link:
http://www.caib.es/sites/qualitatagroalimentaria/es/aceite_de_ibiza/