ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 171

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

63e jaargang
19 mei 2020


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2020/C 171/01

Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren betreffende de vaststelling van EU‐brede afwijkingen voor medische hulpmiddelen in overeenstemming met artikel 59 van Verordening (EU) 2017/745

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2020/C 171/02

Wisselkoersen van de euro — 18 mei 2020

5

2020/C 171/03

Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 mei 2020/1 juni 2020 gelden (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 ( PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1 ))

6

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2020/C 171/04

Bekendmaking overeenkomstig artikel 5, lid 2 Oprichting van een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 ( PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19 ))

7


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2020/C 171/05

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9844 — Société Générale/Mitsubishi/JV) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

9

2020/C 171/06

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9839 — VGRD/Auto Wichert Assets) ( 1 )

11

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2020/C 171/07

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

12

2020/C 171/08

Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van de goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

22

2020/C 171/09

Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

26

2020/C 171/10

Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

29


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/1


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Richtsnoeren betreffende de vaststelling van EU‐brede afwijkingen voor medische hulpmiddelen in overeenstemming met artikel 59 van Verordening (EU) 2017/745

(2020/C 171/01)

1.   Achtergrond

Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad betreffende medische hulpmiddelen is op 5 april 2017 vastgesteld (1). Dit nieuwe regelgevingskader voorziet in hoge kwaliteits- en veiligheidsnormen voor medische hulpmiddelen en heeft tot doel de goede werking van de interne markt te waarborgen.

Als reactie op de COVID‐19-pandemie en met de gezondheid en veiligheid van patiënten als leidend beginsel, hebben het Europees Parlement en de Raad, naar aanleiding van het voorstel van de Commissie, op 23 april 2020 Verordening (EU) 2020/561 (2) vastgesteld, waarbij de datum van toepassing van Verordening (EU) 2017/745 met één jaar wordt uitgesteld, met name tot 26 mei 2021. Tegelijkertijd wordt bij Verordening (EU) 2020/561 ook de toepassing van de bepaling tot intrekking van Richtlijn 90/385/EEG van de Raad (3) inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen en Richtlijn 93/42/EEG van de Raad (4) betreffende medische hulpmiddelen uitgesteld.

Krachtens zowel de Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG als Verordening (EU) 2017/745 zijn de nationale bevoegde autoriteiten gemachtigd om, naar aanleiding van een naar behoren gerechtvaardigd verzoek, een vergunning te verlenen voor het in de handel brengen van medische hulpmiddelen waarvoor de desbetreffende conformiteitsbeoordelingsprocedures niet zijn uitgevoerd, maar waarvan het gebruik in het belang van de volksgezondheid of de veiligheid of gezondheid van de patiënten is (“nationale afwijking”).

De Commissie kan op grond van Verordening (EU) 2017/745 in uitzonderlijke gevallen ook de geldigheid van een nationale afwijking voor een beperkte periode uitbreiden tot het grondgebied van de Unie (“EU‐brede afwijking”). Deze EU-brede afwijkingen moeten als laatste redmiddel worden beschouwd en mogen alleen in uitzonderlijke gevallen worden overwogen om de gezondheid of veiligheid van de patiënten te waarborgen of de volksgezondheid te beschermen. Met de maatregel kunnen de Commissie en de lidstaten mogelijke tekorten aan essentiële medische hulpmiddelen in de gehele Unie op doeltreffende wijze aanpakken.

Deze richtsnoeren bevatten informatie over de vaststelling van die EU‐brede afwijkingen, met name de criteria die de Commissie in aanmerking zal nemen om te bepalen of een uitbreiding van een nationale afwijking voor een medisch hulpmiddel tot het grondgebied van de Unie noodzakelijk en gerechtvaardigd is. Dit document bevat ook informatie over de vaststellingsprocedure, alsook de door de Commissie vast te stellen algemene voorwaarden voor de vaststelling van EU‐brede afwijkingen via uitvoeringshandelingen.

2.   Rechtsgrondslag

In artikel 59 van Verordening (EU) 2017/745 is bepaald dat de nationale bevoegde autoriteiten op een naar behoren gemotiveerd verzoek kunnen toestaan dat op het grondgebied van de betrokken lidstaat een specifiek hulpmiddel in de handel wordt gebracht of in gebruik wordt genomen waarvoor de in artikel 52 van Verordening (EU) 2017/745 of, voor de periode van 24 april 2020 tot en met 25 mei 2021, artikel 9, leden 1 en 2, van Richtlijn 90/385/EEG of artikel 11, leden 1 tot en met 6, van Richtlijn 93/42/EEG, bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedures niet zijn uitgevoerd, maar waarvan het gebruik in het belang van de volksgezondheid, of de veiligheid of gezondheid van de patiënten is (5).

Overeenkomstig artikel 59, lid 2, van Verordening (EU) 2017/745 stellen de lidstaten de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elke voor een medisch hulpmiddel verleende nationale afwijking. Om dit proces te vergemakkelijken en de coördinatie tussen de lidstaten te versterken, zal de Commissie een centraal register (6) opzetten en beheren zodat de nationale bevoegde autoriteiten informatie over de verleende afwijkingen met de Commissie en onderling kunnen delen.

Er is geen wettelijke verplichting om de Commissie en de andere lidstaten in kennis te stellen van vóór 24 april 2020 vastgestelde nationale afwijkingen. In artikel 59, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/745 is echter bepaald dat de lidstaten de Commissie in kennis kunnen stellen, zodat de Commissie kan overwegen om op basis van die nationale afwijking een EU‐brede afwijking vast te stellen. In dat geval moeten de nationale kennisgevingen worden ingediend bij het bovengenoemde centrale register.

Op grond van artikel 59, lid 3, van Verordening (EU) 2017/745 mag de Commissie in uitzonderlijke gevallen die verband houden met de volksgezondheid, of de veiligheid of gezondheid van de patiënten, door middel van een uitvoeringshandeling de geldigheid van een door een lidstaat overeenkomstig de genoemde bepalingen vastgestelde nationale afwijking gedurende een beperkte periode uitbreiden tot het grondgebied van de Unie en de voorwaarden vaststellen waaronder het hulpmiddel in de handel mag worden gebracht of in gebruik mag worden genomen. De Commissie mag slechts EU‐brede afwijkingen vaststellen naar aanleiding van een door een lidstaat bij de Commissie aangemelde nationale afwijking.

3.   Algemene voorwaarden

Bij het overwegen van de vaststelling van een EU‐brede afwijking zal de Commissie eerst de lidstaten raadplegen via de bij Verordening (EU) 2017/745 opgerichte coördinatiegroep voor medische hulpmiddelen (Medical Device Coordination Group — “MDCG”) om na te gaan of een aangemelde nationale afwijking voor een bepaald medisch hulpmiddel van belang kan zijn voor de hele Unie.

Indien er is vastgesteld dat er een belang voor de hele Unie zou kunnen zijn, zal de Commissie vervolgens beoordelen of aan de onder A vermelde procedurevoorschriften is voldaan. Ten slotte zal de Commissie, op basis van de in subonderdeel B vermelde vereisten, bepalen of de vaststelling van een EU‐brede afwijking in dat specifieke geval naar behoren gerechtvaardigd is.

A.   Procedurevoorschriften

1.

Er is ten minste één nationale afwijking verleend en bij de Commissie aangemeld voor het betrokken medische hulpmiddel.

2.

Voor elke aangemelde nationale afwijking is de volledige reeks rechtvaardigingen die in aanmerking zijn genomen voor de verlening van de nationale afwijking ter beschikking van de Commissie en alle andere lidstaten gesteld.

3.

De inhoud van elke aangemelde nationale afwijking, met name de geldigheidsduur, de specifieke voorwaarden of vereisten, alsook de resultaten van de toezicht- of monitoringactiviteiten, is ter beschikking van de Commissie en alle andere lidstaten gesteld.

4.

Elke aangemelde nationale afwijking vermeldt duidelijk voor welk medisch hulpmiddel de afwijking is verleend, met inbegrip van een beschrijving van het hulpmiddel, het beoogde doel ervan en de informatie van de fabrikant.

5.

Alle (technische) documenten die door de fabrikant(en) zijn ingediend betreffende het medische hulpmiddel waarop de aangemelde nationale afwijking(en) betrekking heeft/hebben, alsook de resultaten van de beoordeling van die documenten door de nationale bevoegde autoriteit, zijn ter beschikking van de Commissie en alle andere lidstaten gesteld.

B.   Degelijke rechtvaardiging

1.

Uit de onder subonderdeel A bedoelde documenten blijkt dat de fabrikant heeft gedaan wat redelijkerwijs kan worden verwacht om de conformiteitsbeoordeling onverwijld af te ronden of, indien van toepassing, dat er voldoende bewijzen zijn dat de fabrikant door uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden de conformiteitsbeoordeling niet heeft kunnen starten of afronden.

2.

Het/de betrokken medische hulpmiddel(en) (7) is/zijn van essentieel belang voor de volksgezondheid of de veiligheid of gezondheid van de patiënten.

3.

Er zijn geen geschikte vervangende hulpmiddelen.

4.

Er zijn, indien van toepassing, geen aanwijzingen in het technische dossier, of verkregen uit bewakings- of markttoezichtactiviteiten, met betrekking tot hulpmiddelen van vorige generaties of met soortgelijke kenmerken, dat het hulpmiddel schadelijk zou kunnen zijn voor de gezondheid of veiligheid van patiënten of voor de volksgezondheid.

5.

Elke aangemelde nationale afwijking is tijdelijk van aard en de geldigheidsduur ervan is beperkt tot wat redelijkerwijs kan worden verwacht noodzakelijk te zijn om de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedure af te ronden ofwel de veiligheid of gezondheid van patiënten of de bescherming van de volksgezondheid te waarborgen.

6.

Er is een duidelijk belang voor de Unie om de geldigheid van de aangemelde nationale afwijking(en) uit te breiden tot het grondgebied van de Unie.

De onder subonderdeel B, punten 1 tot en met 5, bedoelde informatie is voor de Commissie noodzakelijk om te beoordelen of de vaststelling van een EU-brede afwijking wel degelijk gerechtvaardigd is. Deze documentatie vormt een aanvulling op de informatie die oorspronkelijk in het kader van de betrokken nationale afwijking(en) bij de Commissie is ingediend. Die moet met name het volgende bevatten:

a)

een verklaring waarom de conformiteitsbeoordeling niet vóór het in de handel brengen is gestart of voltooid; een verklaring van het essentiële belang van het gebruik van het medische hulpmiddel; een gedetailleerd plan om ervoor te zorgen dat het hulpmiddel na het verstrijken van de geldigheidsduur van de tijdelijke afwijking voldoet aan de voorschriften of uit de handel wordt genomen;

b)

een verklaring van het essentiële belang van het gebruik van het medische hulpmiddel in de betrokken lidstaat, ondersteund door een of meer verklaringen van gezondheidsinstelling(en), met inbegrip van de redenen waarom het hulpmiddel niet kan worden vervangen.

Voor de toepassing van subonderdeel B, punt 6, is de Commissie voornemens de lidstaten via de MDCG te raadplegen. De Commissie zal, rekening houdend met de feedback van de MDCG, concluderen of de uitbreiding van de nationale afwijking in het belang van de Unie is.

4.   Vaststellingsprocedure

De Commissie zal op basis van de in onderdeel 3, subonderdelen A en B, bedoelde informatie beslissen of een EU‐brede afwijking moet worden vastgesteld. Dit is noodzakelijk om de veiligheid of gezondheid van patiënten of de bescherming van de volksgezondheid te waarborgen en tegelijkertijd de goede werking van de interne markt te waarborgen.

Overeenkomstig artikel 59, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EU) 2017/745 stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen EU-brede afwijkingen vast. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (8) bedoelde onderzoeksprocedure.

In artikel 59, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/745 is bepaald dat bij naar behoren gemotiveerde dwingende urgentie die verband houdt met de gezondheid en de veiligheid van mensen, de Commissie onmiddellijk toepasbare uitvoeringshandelingen vaststelt zonder voorafgaande indiening ervan bij het betrokken comitologiecomité, zoals is bepaald in artikel 8, in samenhang met artikel 5, van Verordening (EU) nr. 182/2011. In die gevallen zal de Commissie de uitvoeringshandeling uiterlijk 14 dagen na de vaststelling ervan aan het betrokken comité voorleggen, dat, rekening houdend met de in onderdeel 3 bedoelde informatie, advies uitbrengt. Indien het comité een negatief advies uitbrengt, trekt de Commissie de uitvoeringshandeling onmiddellijk in.

5.   Algemene voorwaarden

Overeenkomstig artikel 59, lid 3, van Verordening (EU) 2017/745 stelt de Commissie de voorwaarden vast voor een EU-brede afwijking die door middel van een uitvoeringshandeling wordt vastgesteld. Bij de vaststelling van deze voorwaarden zal de Commissie zich met name baseren op de overeenkomstig onderdeel 3, onder A, verstrekte informatie. De Commissie kan ook andere ontvangen opmerkingen in overweging nemen, bijvoorbeeld van de lidstaten in de MDCG.

EU‐brede afwijkingen kunnen strengere voorwaarden voor het tijdelijk in de handel brengen van een medisch hulpmiddel omvatten dan die welke zijn vastgesteld in de nationale afwijkingen die reeds voor een hulpmiddel gelden. Omgekeerd moeten de lidstaten, door middel van nationale maatregelen, voorwaarden kunnen invoeren die strenger zijn dan die welke in de EU‐brede afwijkingen zijn vastgelegd. In die gevallen moeten de strengere voorwaarden prevaleren.

Tenzij anders is bepaald, mogen EU‐brede afwijkingen niet langer dan zes maanden geldig zijn. Elke belangrijke wijziging in de omstandigheden of in de in onderdeel 3 bedoelde informatie, of anderszins ter beschikking van de Commissie of de lidstaten staande informatie, met name via markttoezicht, is een reden om de EU‐brede afwijking en de desbetreffende voorwaarden opnieuw te beoordelen. In dergelijke gevallen kan de Commissie voorstellen de uitvoeringshandeling waarmee zij de EU‐brede afwijking heeft vastgesteld, te wijzigen of, in voorkomend geval, in te trekken. Hierover moet zij de lidstaten in de MDCG raadplegen.


(1)  PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1.

(2)  PB L 130 van 24.4.2020, blz. 18.

(3)  PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17.

(4)  PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1.

(5)  In artikel 1, lid 8, onder iv), van Verordening (EU) 2020/561 is bepaald dat artikel 59 van Verordening (EU) 2017/745 met ingang van 24 april 2020 van toepassing is.

(6)  Het centrale register zal op het Communicatie- en informatiecentrum voor overheden, bedrijven en burgers (CIRCABC) gebaseerd zijn.

(7)  Medische hulpmiddelen worden bijvoorbeeld gespecificeerd aan de hand van een certificaatnummer dat door een aangemelde instantie is afgegeven en/of een bepaalde categorie van hulpmiddelen of groep van hulpmiddelen die onder dat certificaat valt.

(8)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/5


Wisselkoersen van de euro (1)

18 mei 2020

(2020/C 171/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,0832

JPY

Japanse yen

116,31

DKK

Deense kroon

7,4548

GBP

Pond sterling

0,89153

SEK

Zweedse kroon

10,6103

CHF

Zwitserse frank

1,0521

ISK

IJslandse kroon

157,10

NOK

Noorse kroon

10,9663

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,610

HUF

Hongaarse forint

353,39

PLN

Poolse zloty

4,5596

RON

Roemeense leu

4,8388

TRY

Turkse lira

7,4276

AUD

Australische dollar

1,6736

CAD

Canadese dollar

1,5202

HKD

Hongkongse dollar

8,3964

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8096

SGD

Singaporese dollar

1,5426

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 332,42

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

19,8913

CNY

Chinese yuan renminbi

7,7068

HRK

Kroatische kuna

7,5580

IDR

Indonesische roepia

16 077,45

MYR

Maleisische ringgit

4,7320

PHP

Filipijnse peso

55,102

RUB

Russische roebel

78,9080

THB

Thaise baht

34,684

BRL

Braziliaanse real

6,2701

MXN

Mexicaanse peso

25,6337

INR

Indiase roepie

82,1435


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/6


Mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages, zoals die vanaf 1 mei 2020/1 juni 2020 gelden

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1))

(2020/C 171/03)

De basispercentages zijn berekend overeenkomstig de mededeling van de Commissie over de herziening van de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 14 van 19.1.2008, blz. 6). Afhankelijk van het gebruik van het referentiepercentage moeten nog de passende opslagen in de zin van die mededeling worden toegepast. Voor het disconteringspercentage betekent dit dat een marge van 100 basispunt dient te worden toegevoegd. In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, ook het bij terugvordering te hanteren percentage wordt vastgesteld door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Gewijzigde percentages zijn vetgedrukt.

De vorige tabel is gepubliceerd in PB C 83 van 13.3.2020, blz. 5.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.6.2020

–0,22

–0,22

0,00

–0,22

1,77

–0,22

0,05

–0,22

–0,22

–0,22

–0,22

–0,22

0,26

0,78

–0,22

–0,22

–0,22

–0,22

–0,22

–0,22

–0,22

1,35

–0,22

3,21

0,32

–0,22

–0,22

0,94

1.5.2020

31.5.2020

–0,31

–0,31

0,00

–0,31

2,25

–0,31

–0,05

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

0,26

0,52

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

1,84

–0,31

3,21

0,26

–0,31

–0,31

0,94

1.4.2020

30.4.2020

–0,31

–0,31

0,00

–0,31

2,25

–0,31

–0,05

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

0,26

0,40

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

1,84

–0,31

3,21

0,26

–0,31

–0,31

0,94

1.3.2020

31.3.2020

–0,31

–0,31

0,00

–0,31

2,25

–0,31

–0,05

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

0,26

0,30

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

1,84

–0,31

3,21

0,26

–0,31

–0,31

0,94

1.2.2020

29.2.2020

–0,31

–0,31

0,00

–0,31

2,25

–0,31

–0,07

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

0,26

0,30

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

1,84

–0,31

3,21

0,18

–0,31

–0,31

0,94

1.1.2020

31.1.2020

–0,31

–0,31

0,00

–0,31

2,25

–0,31

–0,12

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

0,26

0,30

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

–0,31

1,84

–0,31

3,21

0,11

–0,31

–0,31

0,94


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/7


Bekendmaking overeenkomstig artikel 5, lid 2

Oprichting van een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS)

(Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19))

(2020/C 171/04)

I.1)   Naam, adres en contactpunt

Geregistreerde naam: EVTZ Eurodistrict Region Freiburg — Centre et Sud Alsace

Statutaire zetel: Ile du Rhin, 68600 Vogelgrun, Frankrijk

Contactpersoon: Silke Tebel-Haas

Internetadres van de groepering: www.eurodistrict-freiburg-alsace.eu

I.2)   Duur van de groepering:

Duur van de groepering: onbepaald

Datum van registratie: 14.4.2020

Datum van publicatie: 6.5.2020

II.   DOELSTELLINGEN

Het Eurodistrict Region Freiburg — Centre et Sud Alsace beoogt de grensoverschrijdende samenwerking te versterken teneinde een grensoverschrijdende regio met een ruimtelijke identiteit te creëren en te ontwikkelen. De EGTS zal met name op de volgende gebieden actief zijn, mits de beoogde doelstellingen een grensoverschrijdende dimensie hebben: mobiliteit, arbeidsmarkt, uitwisselingen van studenten en burgers, sport en cultuur, gezondheid, energie en toerisme.

III.   AANVULLENDE GEGEVENS OVER DE NAAM VAN DE GROEPERING

Engelse naam: EGTC Eurodistrict Region Freiburg — Centre et Sud Alsace

Franse naam: GECT Eurodistrict Region Freiburg — Centre et Sud Alsace

IV.   LEDEN

IV.1)   Totaal aantal leden van de groepering: 10

IV.2)   Nationaliteit van de leden van de groepering: Frankrijk en Duitsland

IV.3)   Informatie over de leden (1)

Officiële naam: Landkreis Emmendingen

Postadres: Bahnhofstraße 2-4, 79312 Emmendingen, Duitsland

Internetadres: www.landkreis-emmendingen.de

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: Landkreis Breisgau-Hochschwarzwald

Postadres: Stadtstraße 2, 79104, Freiburg, Duitsland

Internetadres: www.breisgau-hochschwarzwald.de

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: Stad Freiburg

Postadres: Rathausplatz 2-4, 79098 Freiburg, Duitsland

Internetadres: www.freiburg.de

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: Région Grand Est

Postadres: Maison de la Région, 1, place Adrien Zeller, 67000 Straatsburg, Frankrijk

Internetadres: www.grandest.fr

Soort lid: regionale overheid

Officiële naam: Département du Bas-Rhin

Postadres: Hôtel du Département, Place du Quartier Blanc, 67000 Straatsburg, Frankrijk

Internetadres: www.bas-rhin.fr

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: Département du Haut-Rhin

Postadres: 100, Avenue d’Alsace, 67006 Colmar, Frankrijk

Internetadres: www.haut-rhin.fr

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: PETR Sélestat-Alsace Centrale

Postadres: BP 20195, 1, Rue Louis Lang, 67604 Sélestat, Frankrijk

Internetadres: www.selestat-alsace-centrale.fr

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: PETR du Pays Rhin-Vignoble-Grand Ballon

Postadres: 170, Rue de la République, 68500 Guebwiller, Frankrijk

Internetadres: https://www.rhin-vignoble-grandballon.fr/

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: Mulhouse Alsace Agglomération

Postadres: 2, Rue Pierre et Marie Curie, 68948 Mulhouse, Frankrijk

Internetadres: www.mulhouse-alsace.fr

Soort lid: lokale overheid

Officiële naam: Colmar Agglomération

Postadres: 32, Cours Sainte Anne, BP 80197, 68004 Colmar, Frankrijk

Internetadres: www.agglo-colmar.fr

Soort lid: lokale overheid


(1)  Graag voor elk lid invullen.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/9


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9844 — Société Générale/Mitsubishi/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 171/05)

1.   

Op 11 mei 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

ALD SA (“ALD”, Frankrijk), dat onder zeggenschap staat van Société Générale (Frankrijk);

Mitsubishi UFJ Lease & Finance Company Limited (“Mitsubishi”, Japan).

ALD en Mitsubishi verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over de JV.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

ALD: aanbieder van full-service autoleasing en fleet management voor grote bedrijven, kleine tot middelgrote ondernemingen en particulieren in 43 landen. ALD staat onder zeggenschap van Société Générale, een financiële dienstengroep die actief is in Frankrijk en over de hele wereld;

Mitsubishi: actief in Japan en internationaal; aanbieder van verschillende financiële diensten, waaronder financiële leasing, operationele leasing met de nadruk op activawaarden, autoleasing, vastgoedleasing enz. Mitsubishi houdt zich ook bezig met verhuurservice, handel in gebruikte apparatuur, verzekeringen en klantenservice;

JV: zal zich bezighouden met full-service operationele leasing en fleet management voor verschillende merken met aanverwante mobiliteitsproducten in Maleisië.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9844 — Société Générale/Mitsubishi/JV

Opmerkingen kunnen per e‐mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/11


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9839 — VGRD/Auto Wichert Assets)

(Voor de EER relevante tekst)

(2020/C 171/06)

1.   

Op 11 mei 2020 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

VGRD GmbH (“VGRD”, Duitsland), een volle dochteronderneming van Volkswagen AG (“VW AG”) die deel uitmaakt van de Volkswagen Group;

Bepaalde activa van Auto Wichert GmbH (“doelactiva”, Duitsland) die eigendom zijn van Auto Wichert GmbH (“Wichert”, Duitsland).

VGRD verkrijgt (middellijke) uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over de doelactiva.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van vermogensbestanddelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

VGRD: exploitatie van verschillende retailverkooppunten in Duitsland. Wat betreft de Volkswagen Group, deze is actief in de ontwikkeling, de productie, de commercialisering en de verkoop van personenauto’s, lichte bedrijfsvoertuigen, vrachtwagens, bussen, touringcars, chassis voor bussen en dieselmotoren, alsook motorfietsen, elk met hun reserveonderdelen en accessoires;

doelactiva: vier VW-dealerverkooppunten in het grootstedelijke gebied van Hamburg (Duitsland) die actief zijn in de retaildistributie van nieuwe en tweedehandspersonenauto’s en lichte bedrijfsvoertuigen van de merken van de Volkswagen Group, OEM-reserveonderdelen van het merk VW, niet-OEM-reserveonderdelen en aanverwante diensten.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9839 — VGRD/Auto Wichert Assets

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

Email: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/12


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2020/C 171/07)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Duna/Dunai”

Referentienummer PDO-HU-A1345-AM02

Datum van mededeling: 9.2.2020

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Uitbreiding van het afgebakende gebied met de gemeenten Kömpöc, Petőfiszállás, Pálmonostora, Újszilvás, en Bácsszentgyörgy

a)

betrokken hoofdstuk van het productdossier: IV. Afgebakend gebied

b)

betrokken hoofdstuk van het enig document: Afgebakend geografisch gebied

c)

redenen:

De Kunsági Borvidék Hegyközségi Tanácsa (Raad van de wijnberggemeenschap van de wijnstreek Kunság) heeft het productdossier van de BOB Kunsági Borvidék gewijzigd. Het afgebakende gebied werd uitgebreid met de volgens het wijngaardkadaster als klasse I en II ingedeelde gebieden van de gemeenten Kömpöc, Petőfiszállás, Pálmonostora en Újszilvás. De wijziging heeft gevolgen voor het in het productdossier van de BOB Duna afgebakende gebied, die in dit verzoek worden behandeld. De kenmerken van de in het kadaster opgenomen gebieden komen overeen met het afgebakende gebied van de BOB Duna. De druiventeelt maakt deel uit van de traditionele economische activiteiten van de lokale bevolking. De indeling als wijnstreek en de mogelijkheid producten met de BOB Duna te produceren, draagt in belangrijke mate bij aan de werkgelegenheids- en inkomstenmogelijkheden van de gemeenten en aan de ontwikkeling van het lokale plattelandstoerisme.

De Hajós-Bajai Borvidék Hegyközségi Tanácsa (Raad van de wijnberggemeenschap van de wijnstreek Hajós-Baja) heeft het productdossier van de BOB Hajós-Bajai Borvidék gewijzigd. Het afgebakende gebied werd uitgebreid met de volgens het wijngaardkadaster als klasse I en II ingedeelde gebieden van de gemeente Bácsszentgyörgy. De grensgebieden van de gemeente Bácsszentgyörgy grenzen aan de gemeenten Csátalja en Dávod in de wijnstreek. In Bácsszentgyörgy is een gebied van 6,8109 ha in het wijnbouwkadaster geregistreerd en zijn er twee belastingentrepots. De wijziging van het afgebakende gebied heeft geen gevolgen voor het verband tussen het productiegebied en het product, aangezien de kenmerken van het in het kadaster opgenomen gebied overeenkomen met het gebied van de BOB Hajós-Bajai Borvidék en de BOB Duna. De druiventeelt maakt deel uit van de traditionele economische activiteiten van de lokale bevolking. De indeling als wijnstreek en de mogelijkheid producten met de BOB Duna te produceren, draagt in belangrijke mate bij aan de werkgelegenheids- en inkomstenmogelijkheden van de gemeenten en aan de ontwikkeling van het lokale plattelandstoerisme.

2.   In het hoofdstuk specifieke oenologische procedés: schrapping van de belasting in aantal knoppen

a)

de betrokken hoofdstukken van het productdossier: III. Specifieke oenologische procedés

b)

betrokken hoofdstuk van het enig document: Wijnbereidingsprocedés — Specifieke oenologische procedés

c)

redenen: Wijziging van technische aard. De wijziging van de reglementering (schrapping van de belasting in aantal knoppen) maakt de wijze van productiebeperking duidelijk.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Duna

Dunai

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

Witte wijnen

Frisse, levendige wijn met middellange smaak met, bij cepagewijn, de voor het druivenras kenmerkende fruit- en bloemengeuren en -smaken; naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

*

inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

16,67

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Roséwijnen

Frisse, levendige wijn van blauwe druiven, met fruitaroma’s en -smaken (framboos, perzik, kers, aalbes, aardbei enz.) en eventueel bloemenaroma’s, met lichte en levendige zuren; naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

*

inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

13,33

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Sillerwijnen

Wijnen met een matig tanninegehalte en matige body, cepagewijnen hebben de voor het druivenras kenmerkende aroma’s en smaken met afgeronde zuren, assemblagewijnen hebben kenmerken afhankelijk van de assemblageverhouding, naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

*

inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

3,5 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

20

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

Rode wijnen

Rode wijnen met een fluwelige smaak en stevige body, cepagewijnen hebben de voor het druivenras kenmerkende aroma’s en smaken met afgeronde zuren, assemblagewijnen hebben een van de assemblageverhouding afhankelijk tanninegehalte, met aroma’s van fruit (kers, framboos, walnoot, aalbes enz.), kruiden (kaneel, vanille), chocolade en tabak, naargelang van het suikergehalte droog, halfdroog, halfzoet of zoet.

*

inzake maximaal totaal alcoholgehalte en totaal zwaveldioxidegehalte gelden de in de EU-wetgeving bepaalde grenswaarden.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

3,5 milli-equivalent/liter

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

20

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

a)   Essentiële oenologische procedés

Teeltwijze en dichtheid van de wijngaard

Teeltpraktijk

Teeltwijzen die mogen worden toegepast bij wijngaarden die na 3 februari 2006 zijn aangeplant; lage stamsnoei, paraplu, Moser, verbeterde Moser, enkel gordijn, sylvoz.

Rij en afstand tussen de wijnstokken: aanplanting van dubbele rijen en/of dubbele wijnstokken bij gelijkmatige afstand tussen de rijen en de wijnstokken. De afstand tussen de rijen bedraagt minimaal 1,00 m en maximaal 3,60 m, de afstand tussen de wijnstokken bedraagt minimaal 0,60 m en maximaal 1,20 m. Bij aanplanting van dubbele wijnstokken is de gemiddelde afstand tussen de twee wijnstokken bepalend.

Druiven van bestaande wijngaarden die vóór 3 februari 2006 zijn aangeplant, mogen, ongeacht de teeltwijze, worden verwerkt tot wijnen met de beschermde oorsprongsbenaming Duna tot de wijngaard wordt gerooid.

Voor de productie van wijnen met de beschermde oorsprongsbenaming Duna mogen enkel druiven worden gebruikt die afkomstig zijn van wijngaarden waar het verlies van wijnstokken niet hoger is dan 10 %.

Tijdstip en wijze van de oogst, kwaliteit van de druiven

Teeltpraktijk

De datum waarop de oogst begint, wordt elk jaar bepaald door de raad van de bevoegde wijnberggemeenschap op basis van proefoogsten die vanaf 1 augustus van elk jaar wekelijks plaatsvinden.

Producten die worden vervaardigd van druiven die werden geoogst vóór de door de wijnberggemeenschap vastgestelde startdatum kunnen geen certificaat van oorsprong in de categorie BOB Duna krijgen en mogen niet onder de BOB Duna in omloop worden gebracht. De datum van de oogst wordt gepubliceerd in een mededeling van de wijnberggemeenschappen.

Voorschriften met betrekking tot de kwaliteit van de druiven

Teeltpraktijk

Het minimale natuurlijke suikergehalte bedraagt (14,82° MM op de Hongaarse schaal voor mostgewicht (Magyar Mustfok)), d.w.z. het minimale potentiële alcoholgehalte van de druiven bedraagt voor elk type wijn 9 % vol.

b)   Maximumopbrengsten

Wijn

100 hectoliter per hectare

Druiven

14 300 kg druiven per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

1.

Wijnstreek Csongrád: Ásotthalom, Balástya, Bordány, Csengele, Csongrád, Domaszék, Forráskút, Hódmezővásárhely, Kistelek, Mórahalom, Öttömös, Pusztamérges, Pusztaszer, Ruzsa, Szatymaz, Szeged, Üllés, Zákányszék, Zsombó.

2.

Wijnstreek Hajós-Baja: Baja, Bácsszentgyörgy, Bátmonostor, Borota, Császártöltés, Csátalja, Csávoly, Dávod, Dusnok, Érsekcsanád, Érsekhalma, Hajós, Nagybaracska, Nemesnádudvar, Rém, Sükösd, Vaskút.

3.

Wijnstreek Kunság: De volgens het wijngaardkadaster als klasse I en II ingedeelde gebieden van de gemeenten Abony, Akasztó, Albertirsa, Apostag, Ágasegyháza, Ballószög, Balotaszállás, Bácsalmás, Bácsszőlős, Bénye, Bócsa, Bugac, Cegléd, Ceglédbercel, Cibakháza, Csemő, Csengőd, Cserkeszőlő, Csépa, Csikéria, Csólyospálos, Dány, Dunapataj, Dunavecse, Dömsöd, Felsőlajos, Fülöpháza, Fülöpjakab, Fülöpszállás, Harta, Gomba, Harkakötöny, Helvécia, Hernád, Imrehegy, Inárcs, Izsák, Jakabszállás, Jánoshalma, Jászberény, Jászszentandrás, Jászszentlászló, Kakucs, Kaskantyú, Kecel, Kecskemét, Kelebia, Kerekegyháza, Kéleshalom, Kiskőrös, Kiskunfélegyháza, Kiskunhalas, Kiskunmajsa, Kisszállás, Kocsér, Kóka, Kömpöc, Kunbaja, Kunbaracs, Kunfehértó, Kunszállás, Kunszentmiklós, Ladánybene, Lajosmizse, Lakitelek, Mélykút, Monor, Monorierdő, Móricgát, Nagykáta, Nagykőrös, Nagyrév, Nyárlőrinc, Nyársapát, Ócsa, Orgovány, Örkény, Páhi, Pálmonostora, Petőfiszállás, Pilis, Pirtó, Ráckeve, Solt, Soltszentimre, Soltvadkert, Szabadszállás, Szank, Szelevény, Szentkirály, Szigetcsép, Szigetszentmárton, Szigetújfalu, Tabdi, Tápiószentmárton, Tápiószele, Tázlár, Tiszaalpár, Tiszajenő, Tiszaföldvár, Tiszainoka, Tiszakécske, Tiszakürt, Tiszasas, Tiszaug, Tompa, Tóalmás, Tököl, Újlengyel, Újszilvás, Zsana.

7.   Voornaamste wijndruivenrassen

 

tramini — traminer

 

királyleányka — feteasca regale

 

kadarka — jenei fekete

 

hamburgi muskotály — muscat de hamburg

 

kékoportó — portugizer

 

sauvignon — sovinjon

 

kövidinka — a dinka crvena

 

pinot noir — kék rulandi

 

pinot noir — savagnin noir

 

pinot noir — pinot cernii

 

leányka — leányszőlő

 

olasz rizling — nemes rizling

 

tramini — roter traminer

 

nektár

 

tramini — savagnin rose

 

pinot blanc — weissburgunder

 

olasz rizling — taljanska grasevina

 

pinot noir — pignula

 

csabagyöngye — perle di csaba

 

sauvignon — sauvignon bianco

 

olasz rizling — grasevina

 

leányka — dievcenske hrozno

 

szürkebarát — auvergans gris

 

irsai olivér — zolotis

 

kékfrankos — blaufränkisch

 

királyleányka — galbena de ardeal

 

rizlingszilváni — müller thurgau blanc

 

szürkebarát — pinot gris

 

rizlingszilváni — müller thurgau bijeli

 

csabagyöngye — pearl of csaba

 

sauvignon — sauvignon blanc

 

ezerjó — korponai

 

rizlingszilváni — rizvanac

 

kadarka — negru moale

 

pinot noir — pinot tinto

 

irsai olivér — muskat olivér

 

kékoportó — portugais bleu

 

kadarka — kadarka negra

 

kadarka — gamza

 

tramini — gewürtztraminer

 

pinot noir — kisburgundi kék

 

pinot noir — spätburgunder

 

zöld veltelíni — zöldveltelíni

 

arany sárfehér — huszár szőlő

 

szürkebarát — pinot grigio

 

zöld veltelíni — grüner muskateller

 

kövidinka — steinschiller

 

tramini — traminer rosso

 

zöld veltelíni — grüner veltliner

 

pinot noir — pino csernüj

 

csabagyöngye — zsemcsug szaba

 

rizlingszilváni — rivaner

 

tramini — tramin cervené

 

kékfrankos — moravka

 

csabagyöngye — perla di csaba

 

kékfrankos — blauer lemberger

 

irsai olivér — irsai

 

rajnai rizling — rhine riesling

 

hamburgi muskotály — muszkat gamburgszkij

 

ezerjó — tausendachtgute

 

királyleányka — erdei sárga

 

kékoportó — portugalske modré

 

kadarka — kadar

 

ezerjó — szadocsina

 

rajnai rizling — rheinriesling

 

királyleányka — little princess

 

cabernet franc — kaberne fran

 

rajnai rizling — riesling

 

zweigelt — zweigeltrebe

 

merlot

 

királyleányka — königstochter

 

hamburgi muskotály — muscat de hambourg

 

olasz rizling — welschrieslig

 

ottonel muskotály — muskat ottonel

 

csabagyöngye — vengerskii muskatnii rannüj

 

kadarka — törökszőlő

 

leányka — feteasca alba

 

kadarka — szkadarka

 

rajnai rizling — weisser riesling

 

királyleányka — königliche mädchentraube

 

rajnai rizling — johannisberger

 

kövidinka — a dinka rossa

 

pinot noir — rulandski modre

 

kövidinka — a ruzsica

 

pinot blanc — pinot beluj

 

olasz rizling — risling vlassky

 

hamburgi muskotály — miszket hamburgszki

 

cabernet sauvignon

 

chardonnay — ronci bilé

 

szürkebarát — grauburgunder

 

szürkebarát — ruländer

 

cserszegi fűszeres

 

ottonel muskotály — muscat ottonel

 

kékoportó — blauer portugieser

 

rizlingszilváni — müller thurgau

 

kékfrankos — limberger

 

sauvignon — sauvignon bijeli

 

zweigelt — rotburger

 

csabagyöngye — perla czabanska

 

kadarka — csetereska

 

pinot blanc — fehér burgundi

 

ezerjó — trummertraube

 

leányka — mädchentraube

 

hamburgi muskotály — moscato d'Amburgo

 

kövidinka — a dinka mala

 

karát

 

ezerjó — tausendgute

 

pinot noir — pinot nero

 

ottonel muskotály — miszket otonel

 

királyleányka — dánosi leányka

 

kadarka — fekete budai

 

kövidinka — a kamena dinka

 

kékfrankos — blauer limberger

 

olasz rizling — riesling italien

 

pinot noir — kék burgundi

 

pinot blanc — pinot bianco

 

ezerjó — kolmreifler

 

blauburger

 

rajnai rizling — riesling blanc

 

zöld veltelíni — veltlinské zelené

 

zweigelt — blauer zweigeltrebe

 

csabagyöngye — perle von csaba

 

pinot noir — blauer burgunder

 

olasz rizling — olaszrizling

 

szürkebarát — graumönch

 

irsai olivér — zolotisztüj rannüj

 

zefír

 

kékoportó — modry portugal

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

Wijn — Omschrijving van het afgebakende gebied (1)

a)

Natuurlijke en culturele factoren

De BOB Duna bevindt zich in het centrale gedeelte van Hongarije. Het grootste gedeelte daarvan bevindt zich in het gebied van de Hongaarse Laagvlakte tussen de Donau en de Tisza, het Donau-Tisza-interfluvium (Kiskunság, Észak-Bácska, Jászság, Tápióság) en de streek van Tiszazug en het comitaat Csongrád in Tiszántúl (gebied ten oosten van de Tisza). Het sluit aan op bepaalde productiegebieden van het eiland Csepel in het noordwesten en van het heuvelland van Gödöllő in het noorden.

De omgeving van het productiegebied wordt vooral bepaald door de laagvlakte. De streek bevindt zich op een hoogte van minder dan 200 m boven de zeespiegel, voor de meeste gebieden bedraagt de hoogte minder dan 150 m. Het reliëf komt overeen met een laagvlakte, de hoogteverschillen bedragen niet meer dan 10 tot 20 m.

De bodem van de productiegebieden van de BOB Duna vertoont weinig variatie, in het overgrote gedeelte van het gebied zijn kalkhoudende zandbodems te vinden en in een kleiner gedeelte bruine bosbodems, chernozem, weidegronden en alluviale gronden. De vorming van zandgronden is in de eerste plaats te danken aan de Donau, die van oost naar west is opgeschoven en gedurende duizenden jaren in het gebied tussen Donau en Tisza zandige afzettingen heeft achtergelaten. Kenmerkend voor de zandgronden is dat zij snel opwarmen en door hun lichte kleur de zonneschijn beter reflecteren, wat bevorderlijk is voor de rijping van de druiven, en dat ze door hun kwartsgehalte immuun zijn voor Phylloxera. Ze kunnen wel minder voedingsstoffen leveren en minder water vasthouden, en het mineralengehalte is lager.

Het klimaat van het productiegebied wordt bepaald door het continentale klimaat dat in Hongarije overheerst. Typerend daarvoor zijn de hete zomers en de koude winters. Door de klimatologische omstandigheden, de vlakte en de relatief lage hoogte ten opzichte van de zeespiegel komt in de lente en de herfst vaak vorst voor. De gemiddelde temperatuur bedraagt 10 à 11 °C. Het aantal uren zonneschijn bedraagt jaarlijks gemiddeld meer dan 2 000 uur. De gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid neerslag bedraagt 450 tot 500 mm, wat doorgaans voldoet aan de waterbehoefte van de druiven, maar de verdeling in de loop van het jaar is ongelijkmatig.

Wijn — Omschrijving van het afgebakende gebied (2)

b)

Menselijke factoren

Doordat het productiegebied geografisch wijd uitgestrekt is, kent het grote tradities inzake druiventeelt- en wijncultuur.

Het eerste schriftelijke bewijs waarin de plaatselijke — reeds florissante — wijnbouwcultuur wordt vermeld, is de oprichtingsoorkonde van de benedictijnerabdij van Hronský Beňadik (in het Hongaars Garamszentbenedek) uit 1075, verder bewijs is te vinden in de akten vanaf het begin van de 13e eeuw (bijv. het eiland Csepel). In de middeleeuwen herbergde het centrale gedeelte van Hongarije een aanzienlijke bevolking, die voornamelijk voor eigen en lokaal gebruik aan druiventeelt en wijnbereiding deed. Dat diende vooral ter vervanging van het kwalitatief slechte drinkwater. In die periode ontstond de teelt op twee niveaus (druiven- en fruitteelt in éénzelfde gebied), een traditie die is blijven bestaan tot in de jaren 1960 de puur industriële druiven- en fruitplantages werden aangelegd.

De middeleeuwse druivencultuur liep in de16e en 17e eeuw onder de Turkse heerschappij terug en dat leidde tot een drastische daling van de bevolking en de opbrengst, hoewel de Turkse overheden zelfs met belastingvoordelen de productie probeerden te stimuleren. De druivengebieden bleven voornamelijk beperkt tot de randgebieden van de overblijvende gemeenten (bijv. plattelandssteden), maar de eigenaars keerden vaak een paar keer per jaar terug om in de achtergelaten gebieden de productie voort te zetten. Na de Turkse overheersing kende de druiven- en wijnproductie een heropleving. De eerder achtergelaten zandgronden werden gestabiliseerd en economisch in gebruik genomen door er in de eerste plaats druiven en fruit aan te planten, waarbij opnieuw de plattelandssteden in de streek het centrum vormden. Wijn werd steeds meer handelswaar.

Door de immuniteit van de zandgronden voor Phylloxera heeft de druivenproductie de Phylloxera-plaag (vanaf 1875) zo goed als ongeschonden doorstaan en ging zij een steeds belangrijkere rol spelen. Het onderzoekscentrum dat in de regio werd opgericht (te Miklóstelep bij Kecskemét, 1883) werd een van de centra in de strijd tegen Phylloxera en bevorderde samen met het beroepsopleidingsstelsel dat in het begin van de 20e eeuw ontstond de ontwikkeling van de druiven- en wijncultuur van de streek. In die periode was de markt voor en de bekendheid van de uit de lokale productiegebieden afkomstige wijnen aanzienlijk gegroeid en was de oppervlakte aan druiven verveelvoudigd. Dit werd nog bevorderd door de ontwikkeling van het spoorwegnet en de openbare wegen. In de productie deden wijngaarden met een productiecapaciteit van 40 tot 60 hectare en wijnkelders van 2000 à 3000 hectoliter hun intrede.

Na de Tweede Wereldoorlog werden de grote wijnkelders genationaliseerd, maar de structuur van de wijndruivenproductie is tot de jaren 1960 onveranderd gebleven. Toen begon de geconcentreerde industriële productie op grote oppervlakten en begon men naast de traditionele soorten (bijv. Ezerjó, Kadarka, Kövidinka) ook van andere wijngebieden afkomstige soorten (bijv. Kékfrankos, Leányka, Muscat ottonel, Olasz rizling enz.) aan te planten. De soorten met grotere afstand tussen de rijen en uiteenlopende vormen van middelhoge en hoge snoei werden toen toonaangevend. Vanaf het einde van de jaren 1970 begon het uitbouwen van moderne wijnbouwbedrijven met een grote capaciteit door verdere omschakeling op andere rassen (het aanplanten van wereldwijd voorkomende rassen zoals Chardonnay, Cabernet sauvignon enz.), uitbreiding van het areaal en verandering van snoeiwijze.

Vanaf het begin van de jaren 1990 — ten gevolge van de politieke en economische veranderingen in Hongarije — vond opnieuw een belangrijke verandering van de bedrijfsstructuur plaats en ontstond een groot aantal — beter aan de veranderende marktvraag beantwoordende — kleine en grote wijngaarden en wijnbouwbedrijven, en raakten de oppervlakten aanzienlijk versnipperd.

Na de toetreding tot de Europese Unie (2004) werden nog meer veranderingen doorgevoerd met betrekking tot rassen en teeltwijzen, en met het opdoeken van de verouderde wijngaarden begon het areaal te verminderen, terwijl er tegelijkertijd bij de overblijvende wijngaarden en wijnbouwbedrijven sprake was van modernisering en concentratie. Momenteel ziet men in het kader van de structurele hervorming een toename van de oppervlakte van inheems veredelde soorten die beter aan de ecologische omstandigheden zijn aangepast, over betere teelttechnische kenmerken beschikken en aan de behoeften van de markt beantwoorden, zoals de Cserszegi fűszeres.

Wijn — Omschrijving van het afgebakende gebied (3)

2.

Beschrijving van de wijnen

De wijnen worden over het algemeen gekenmerkt door een frisse, levendige en fijne zuursamenstelling en een middellange nasmaak, bij cepagewijn met de voor het druivenras kenmerkende bloemen- en fruitaroma’s en -smaken.

3.

Verband tussen het productiegebied, menselijke factoren en product

De ecologische kenmerken van het afgebakende gebied komen ook in de producten goed naar voren. De hier geproduceerde wijnen rijpen doorgaans vroeger, hebben een zachter karakter en een matig alcoholgehalte. De wijnen bevatten door de zandgrond minder minerale stoffen en zijn lichter.

De wijnstreek Duna speelt een belangrijker rol in de landbouwsectoren wijnbouw en wijnbereiding, bijna de helft van de druiven in het land wordt hier geproduceerd.

De wijnbouw heeft naast een economisch belang ook een enorm maatschappelijk belang en speelt een belangrijke rol bij het tegengaan van de plattelandsvlucht.

Door de ecologische kenmerken (bijv. zandbodems, weinig neerslag) is wijnbouw een van de meest kosteneffectieve landbouwactiviteiten in deze streek. Vroeger, en ook nu nog, belemmerden de wijngaarden de verspreiding van het stuifzand, en in gebieden met een slechtere waterhuishouding komt de druivelaar makkelijker aan water dan andere teelten.

In het wijngebied Duna bedraagt het aandeel inheemse en recent veredelde Hongaarse druivenrassen in de wijngaarden meer dan 60 %.

Uit de aromatische druivenrassen worden van oudsher muskaatwijnen geproduceerd.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Regels inzake aanduiding

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De naam van kleinere geografische eenheden mag niet worden vermeld.

Gebruik van traditionele aanduiding en overige aan beperkingen onderworpen aanduidingen

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De lettergrootte van de vermelding van een traditionele aanduiding, een andere aan beperkingen onderworpen aanduiding of verwijzing naar de kleur van de wijn mag niet groter zijn dan die van de oorsprongsbenaming.

Gebruik van traditionele aanduiding en overige aan beperkingen onderworpen aanduidingen

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

De lettergrootte van de vermelding van een traditionele aanduiding, een andere aan beperkingen onderworpen aanduiding of verwijzing naar de kleur van de wijn mag niet groter zijn dan die van de oorsprongsbenaming.

Gebruik van de naam van het druivenras

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

a)

De naam van het druivenras mag worden vermeld mits de lettergrootte van die vermelding op het etiket niet groter is dan die van de oorsprongsbenaming.

b)

De naam van het druivenras arany sárfehér mag niet worden gebruikt als aanduiding van een cepagewijn met de BOB Duna.

c)

Bij assemblagewijnen mag de uitdrukking “küvé”, “cuvée” of “házasítás” worden gebruikt.

Link naar het productdossier

https://boraszat.kormany.hu/download/b/5c/82000/Duna_OEM%20termekleiras_v3_2_boraszat_kormany_hu_170801.pdf


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/22


Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van de goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

(2020/C 171/08)

De Europese Commissie heeft deze minimale wijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1).

De aanvraag tot goedkeuring van deze minimale wijziging kan worden geraadpleegd in de eAmbrosia-databank van de Commissie.

ENIG DOCUMENT

“PATATA DEL FUCINO”

EU-nr.: PGI-IT-01217-AM01 — 10.1.2020

BOB ()BGA (X)

1.   Naam/namen

“Patata del Fucino”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De naam “Patata del Fucino” verwijst naar de rijpe knollen van de soort Solanum tuberosum van de familie der Solanaceae die worden verkregen op basis van van knollen van aardappelrassen die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen.

De knollen hebben een omvang (kaliber) van meer dan 35 mm en maximaal 80 mm, en de vorm ervan loopt uiteen van rond over ovaal rond tot ovaal en langwerpig ovaal. De schil komt niet los van het vlees; het vlees is stevig en bestand tegen druk, en de kleur is kenmerkend voor het ras, namelijk van wit tot verschillende tinten geel. Het eetbare gedeelte bedraagt ten minste 95 %.

De chemische eigenschappen (per 100 gram van het eetbare gedeelte) zijn als volgt:

drogestofgehalte ≥ 14,

zetmeel ≥ 8 g,

kalium ≥ 300 mg,

fosfor ≥ 35 mg.

“Patata del Fucino” wordt geoogst als hij volledig rijp is, vanaf eind juli. De aardappelen worden opgeslagen in daarvoor bestemde voorzieningen en kunnen vanaf het moment dat ze worden geoogst tot eind mei worden bewaard zonder hun eigenschappen te verliezen.

Kwaliteitstoleranties

Aardappelen die voor bescherming in aanmerking komen, moeten de volgende kenmerken bezitten op het moment dat ze op de markt worden gebracht in de gekozen verpakking:

a)

homogeen kaliber: de knollen mogen niet kleiner dan 35 mm en niet groter dan 80 mm zijn; het maximaal toegestane verschil per afzonderlijke verpakking is 30 mm;

b)

de knollen moeten intact, stevig, schoon, niet gesproten en vrij van biotische en abiotische schade zijn.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

“Patata del Fucino” moet in het afgebakende geografische gebied worden geplant, geteeld en geoogst.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De aardappelen moeten in containers worden opgeslagen bij een temperatuur van 4-10 °C en een relatieve vochtigheid tussen 88 en 95 %. De knollen kunnen ook gedurende lange perioden in de koelkast worden bewaard, maar niet langer dan negen maanden. Behandelingen om scheutvorming op opgeslagen knollen te voorkomen, zijn toegestaan in overeenstemming met de geldende wetgeving.

Wanneer “Patata del Fucino” BGA voor consumptie in de handel wordt gebracht, moet deze in de volgende verpakkingen worden verkocht:

netzakken van 2 tot 20 kg;

netjes van 0,5 tot 2,5 kg;

verpakkingen: vertbag, quickbag, girsac of zak van 0,5 tot 5 kg;

dozen en kratten van 3 tot 20 kg;

schaaltjes van 0,5 tot 5 kg;

manden van 0,5 tot 5 kg.

Alle soorten verpakkingen moeten schone (geborstelde en/of gewassen) aardappelen bevatten en zodanig worden afgedicht dat de knollen niet uit de verpakking kunnen worden gehaald zonder deze laatste kapot te maken, met uitzondering van de dozen en kratten.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Naast het symbool van de Europese Unie en de bij wet vereiste gegevens, moet het etiket op de verpakking bovendien de volgende vermeldingen bevatten:

“Patata del Fucino”, gevolgd door de afkorting IGP [BGA] of door de formulering “Indicazione Geografica Protetta” [“Beschermde geografische aanduiding”];

naam en adres, of de naam van het bedrijf en de statutaire zetel, van de individuele producent en/of de vereniging van producenten en/of de verpakker;

oorspronkelijk nettogewicht;

ras;

het volgende productlogo:

Image 1

Toevoeging van niet uitdrukkelijk toegestane kwalificaties is verboden.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het teeltgebied wordt begrensd door de provinciale weg Circonfucense en omvat door landwegen verdeelde en in genummerde percelen opgesplitste delen van het grondgebied van de volgende gemeenten van de provincie L'Aquila: Avezzano; Celano; Cerchio; Aielli; Pescina; S. Benedetto dei Marsi; Ortucchio; Trasacco; Luco dei Marsi.

5.   Verband met het geografische gebied

“Patata del Fucino” wordt geteeld op de bedding van het meer van Fucino, dat werd drooggelegd en ontgonnen in 1875. Het gebied ligt op 700 meter boven zeeniveau.

De belangrijkste morfologische kenmerken zorgen voor een opdeling van het gebied in drie afzonderlijke gebieden: de vallei van het voormalige meer; een terras op een hoogte tussen 670 en 720 meter; en een gebied met een complexe morfologie, dat zich boven de andere twee gebieden bevindt. Door de aanwezigheid van een voormalig meerbekken zorgt de afzetting van sedimentair gesteente voor compensatie van de effecten van erosie. De klei-leemgrond bevat een grote hoeveelheid totale en actieve kalksteen als gevolg van het feit dat het pedogenetische afzettingsgesteente uit carbonaat is opgebouwd. De reactie (pH) schommelt tussen licht alkalisch en alkalisch en er is een hoog gehalte aan organische stoffen, totaal stikstof, assimileerbaar fosfor en uitwisselbaar kalium. Het hoge gehalte aan organische stoffen wordt behouden doordat de boeren regelmatig grote hoeveelheden mest aanbrengen. De samenstelling van de bodem zorgt voor een goede afwatering en voor de normale ontwikkeling van regelmatige en gelijkmatige knollen. De bijzondere kenmerken van het gebied, dat wordt begrensd door bergen, zorgen ervoor dat het geen enkele invloed ondervindt van de zee, die slechts iets minder dan 80 km oostwaarts ligt. In plaats daarvan vertoont het gebied de typische kenmerken van een landklimaat met zeer strenge, natte winters en warme, vaak broeierige zomers. Gedurende het productieseizoen is het temperatuurverschil tussen dag (ongeveer 30 °C) en nacht (10 °C-15 °C) gunstig voor de plantengroei. De goede waterretentiecapaciteit van de bodem en water dat opstijgt dankzij de capillaire werking van de onderliggende waterhoudende grondlagen, in combinatie met frequente ochtenddauw, zorgen ervoor dat de gewassen nooit een tekort aan water hebben. Regen, sneeuw en de karakteristieke dauw, vaak in de vorm van microneerslag, vervolledigen het klimatologische profiel van het gebied. In hydrologisch opzicht is het gebied ruim voorzien van natuurlijke beken en rivieren die vanuit de bergen rond deze vlakte naar beneden stromen, en een geometrisch netwerk van kanalen. Deze kanalen werden speciaal aangelegd als onderdeel van de waterbouwkundige werken door de destijds nieuw opgerichte “Ente Fucino” [Autoriteit van Fucino] tijdens de jaren van landbouwhervormingen (1950) met als tweeledig doel de grond droog te leggen en het water in te zetten voor de irrigatie van de gewassen, en zo de teeltomstandigheden voor de landbouwers te optimaliseren.

“Patata del Fucino” verschilt van de aardappelen die in andere gebieden worden geteeld door zijn karakteristieke vlees, waardoor deze aardappel geschikt is voor zowel huishoudelijk als industrieel gebruik. “Patata del Fucino” heeft stevig vlees dat bestand is tegen druk, en een schil die niet loskomt. Wanneer het vlees wordt gestoomd, vertoont het een vrij fijne granulatie en wordt het niet zwart (“after cooking blackening”). Een andere zeer gewaardeerde eigenschap is dat het vlees weinig bruin kleurt wanneer het wordt gebakken. In een door getrainde proevers uitgevoerde proeftest werd “Patata del Fucino” beoordeeld als een aardappel met een aangename smaak en een zeer uitgesproken “aardappelsmaak” met bijna geen onaangename nasmaken (metaal, gras enz.). De aardappelen behouden deze organoleptische kenmerken zelfs na maanden te zijn opgeslagen.

De productiecyclus van “Patata del Fucino” bestrijkt alle seizoenen in het geografische teeltgebied: van het zaaien in het voorjaar, de groei en productie in de zomer, tot de oogst — uitsluitend wanneer de aardappelen volledig rijp zijn — in de late zomer/herfst. Dit houdt in dat de aardappelen baat hebben bij het klimatologische effect van de verschillende seizoenen. De kwaliteit van “Patata del Fucino” hangt samen met de teeltomstandigheden op de voormalige meerbedding. De bijzondere kenmerken van de bodem zorgen ervoor dat de aardappelen op natuurlijke wijze kunnen worden geteeld, waardoor ze hun kenmerkende organoleptische eigenschappen verkrijgen. De lichte, frisse, veelal lemige en zeer vruchtbare bodem, van nature rijk aan macro- en micronutriënten, organische stoffen en de uiteindelijke humus als gevolg van de sedimentatie van organisch materiaal door de eeuwen heen, zorgen ervoor dat er noch tijdens de groei noch tijdens de oogst schade en/of barsten aan het oppervlak van de aardappelen ontstaan, waardoor dus regelmatig gevormde knollen worden voortgebracht met een schil die stevig vasthoudt aan het vlees. De beschreven bodem- en klimaatomstandigheden (samenstelling van de bodem, een goede capillaire opstijging, temperatuur, water voor irrigatiedoeleinden) maken het Fucinogebied uitermate geschikt voor de teelt van aardappelen. Dankzij de ruime ervaring van de lokale telers, de voortdurende inspanningen om landbouwtechnieken te verbeteren, met een voorkeur voor groene methoden, en de bescherming van de teeltomstandigheden, produceert dit gebied hoogwaardige aardappelen die van oudsher altijd gewaardeerd zijn en bekend staan om hun hoge kwaliteit op de nationale markt.

Sinds 2002 produceren veel aangesloten “Fucino”-producenten aardappelen in overeenstemming met de certificeringsregeling voor “geïntegreerde productie” en hebben zij een productdossier vastgesteld dat uitdrukkelijk betrekking heeft op “Patata del Fucino”;

daaruit blijkt dat de naam ook in het taalgebruik van de landbouw en de handel voorkomt.

Er zijn verschillende artikelen gepubliceerd in gespecialiseerde tijdschriften als “L'Informatore Agrario”, waarin de naam “Patata del Fucino” voorkomt en het Fucinogebied wordt omschreven als een gebied dat zeer geschikt is voor de productie van aardappelen en als een plek om aardappelrassen te testen:

“Le varietà di patata coltivate in Italia e la loro destinazione d’uso” [“In Italië geteelde aardappelrassen en het gebruik ervan”] (nr. 2/2002, blz. 61);

“Ecco perchè in Italia non si produce patata da seme” [“Waarom in Italië geen pootaardappelen worden geproduceerd”] (nr. 46/2008, blz. 34-36);

“Produzione di patata da seme: contributo per la valorizzazione dell’agricoltura montana” [“Pootaardappelenteelt: een bijdrage aan de opwaardering van de berglandbouw”] (nr. 18/1997, blz. 27-29);

“Sperimentazione varietale 1998 su patata comune nel centro e nel nord” [“Het testen van veelvoorkomende aardappelrassen in Midden- en Noord-Italië — 1998”] (nr. 48/1998, blz. 39-46).

In de loop der jaren hebben lokale ondernemers vele activiteiten georganiseerd in het kader van de afzetbevordering en de opwaardering van “Patata del Fucino”. Enkele voorbeelden:

Sinds 1971 wordt in het Fucinogebied, meer bepaald in de gemeente Avezzano, een “Sagra della Patata” [“Aardappelfestival”] georganiseerd.

In 2008, door de FAO uitgeroepen tot het internationaal jaar van de aardappel, verleenden telers van “Patata del Fucino” technische ondersteuning en landbouwwerktuigen aan de Zadrima-regio in Albanië in het kader van het samenwerkingsproject “Project Albanië”.

In 2001 werd er een aflevering van het televisieprogramma “Il Gusto” [“Smaak”] gewijd aan de “Patata del Fucino” en uitgezonden op de zender Canale 5.

In 1993 werd de faam van de “Patata del Fucino” in een aflevering van het televisieprogramma “Linea Verde” [“Groene Lijn”] door de staatsomroep RAI onder de aandacht van de natie gebracht.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

De volledige tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd op de volgende website: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

of

door de startpagina van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.


(1)  PB L 179 van 19.6.2014, blz. 17.


19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/26


Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2020/C 171/09)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) uiterlijk drie maanden na deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

“SZILVÁSVÁRADI PISZTRÁNG”

EU-nr.: PGI-HU-02472 — 4.6.2018

BOB () BGA (X)

1.   Naam/namen

“Szilvásváradi pisztráng”

2.   Lidstaat of derde land

Hongarije

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.7: Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

“Szilvásváradi pisztráng” behoort tot de soort Salmo trutta morpha fario (beekforel), in de familie van de zalmen (Salmonidae). De rug is van bovenaf gezien grijsgroen, de flanken zijn goudgeel met donkere en typerende rode stippen die in een cirkelvormige vlek staan.

“Szilvásváradi pisztráng” wordt vers in de handel gebracht en is 40 tot 45 cm lang. Schoongemaakt (na verwijdering van de ingewanden) weegt hij 400 tot 500 g. Het vlees van “Szilvásváradi pisztráng” is stevig en bleek, met een lichtroze kleur, de smaak is niet al te uitgesproken, zonder grondsmaak.

Het vlees vertoont geen vetafzettingen, voelt stevig aan en is over de hele doorsnede (van rug tot buik) even hard. Het bestaat uit dunnere en fijnere spiervezels dan beekforel die elders wordt gekweekt.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Bij het opkweken van “Szilvásváradi pisztráng” gebruikt men voor het voederen van de vissen voornamelijk voeder bestaande uit vismeel zonder hormonen, chemicaliën of antibiotica, dat wordt bereid met visolie en de noodzakelijke vitamines en sporenelementen en diervoeders die volgens ecologische processen (zonder chemicaliën of ggo’s) worden geproduceerd. Een belangrijk element bij het kweken van de vis is dat de planten op de oevers van het stelsel van kweekvijvers voor forellen in het in punt 4 gedefinieerde geografische gebied, worden behouden. Zij bieden de vissen een natuurlijk voedingssupplement (voornamelijk in de vorm van insecten).

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle stappen van het productieproces: het kweken, het vermenigvuldigen, het opkweken van jonge vis, het opkweken van vis voor de verkoop en de vangst moeten binnen het afgebakende geografische gebied gebeuren.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het administratieve gebied van Szilvásvárad.

5.   Verband met het geografische gebied

Het verband tussen “Szilvásváradi pisztráng” en het geografische gebied is gebaseerd op de kwaliteit van het product.

“Szilvásváradi pisztráng” verschilt van andere soortgelijke vissoorten qua smaak en ook qua structuur (textuur). Het vlees heeft geen markante smaak of grondsmaak en is lichtroze van kleur. De textuur is steviger en de spiervezels zijn fijner in vergelijking met elders gekweekte forel en het vlees vertoont geen vetafzettingen.

De Szalajka-vallei, waar “Szilvásváradi pisztráng” voorkomt en hij ook wordt gekweekt, is een kloof in het Bükk-gebergte op een hoogte van 350-400 m waarin zich de karstbronnen van de Szalajka en de Szikla bevinden. Er werden kweekbekkens uitgebouwd die gebruikmaken van het water uit de Szalajka-beek die in de Szalajka-vallei stroomt; zij worden door de Szalajka-beek van water voorzien. Het water van de bronnen stroomt naar beneden vanaf de Bükk-hoogvlakte op een hoogte van 800 m, door het karstsysteem en na meermaals natuurlijk te zijn gefilterd komt het aan de oppervlakte als water met een uitzonderlijke zuiverheid en een goede kwaliteit en voedt het de kweekvijvers. De temperatuur van het bronwater bedraagt het hele jaar door 11-12 graden.

De kweekvijvers bevinden zich in de onmiddellijke nabijheid van de bronnen die het water aanleveren. De afstand tussen de bronnen en de kweekvijvers (met inbegrip van de broedvijvers) bedraagt ongeveer 200 m, en daardoor is er tussen de bron en de kweekvijvers geen enkele bron van vervuiling, geen bewoond gebied of geëxploiteerd landbouwgebied en komt het water als oppervlaktewater in de forellenvijvers aan. Dit is uniek in Hongarije. Het gebied ligt volledig in het nationaal park Bükk.

Het geografisch gebied heeft de volgende unieke kenmerken:

de temperatuur van het water in de bronnen die voor wateraanvoer zorgen, is tijdens de zomer en de winter constant, waardoor de temperatuurverschillen in de broedvijvers en de kweekvijvers gering is en de vissen onder stabiele omgevingsomstandigheden kunnen worden opgekweekt. Doordat de temperatuur van het bronwater het hele jaar door laag is en doordat de afstand tot het vijverstelsel zeer kort is, kan het water van het vijverstelseltijdens het kweekseizoen zelfs in de zomer niet warmer worden dan 15 °C. Daardoor hebben de vissen in het koele water minder eetlust en groeien ze trager, waardoor het vlees van de vissen steviger, dichter en minder vet van textuur is dan gemiddeld. Doordat de bronnen voor een constante aanvoer van vers water zorgen, ontstaat er geen grondsmaak.

door de constante en snelle verversing van het water is er een goede zuurstofvoorziening, wat niet alleen voor de vissen onontbeerlijk is, maar via de intensiteit van de stofwisseling ook positieve effecten heeft op de groei en de kwaliteit van het vlees en de vorming van fijnere spiervezels en steviger vlees;

dankzij het bronwater van een constante, uitzonderlijk goede drinkwaterkwaliteit, die regelmatig in een erkend labo wordt gecontroleerd, heeft het vlees van de vis geen markante smaak of grondsmaak.

stressvrije omgeving, d.w.z. zonder methoden met kunstmatige verluchting te gebruiken en door onnodige aanwezigheid van mensen rond de kweekvijvers te vermijden.

Al deze factoren dragen bij tot de gelijkmatige groei van “Szilvásváradi pisztráng” en de textuur en de kleur van het vlees van de vis, de kenmerkende stevigheid van het vlees, de rozige kleur van het vlees, en de afwezigheid van vetafzettingen in het lichaam.

Het kweekbestand van de beekforel in de forelkwekerij van Szilvásvárad is nog steeds hetzelfde, het bestand is genetisch zuiver. In de forelkwekerij en in de Szalajka-beek zijn nooit levende vissen uit de zalmenfamilie geïntroduceerd of gehouden die afkomstig zijn van andere kwekerijen of waterlichamen.

Het op het juiste moment verzamelen van de viseieren, de vermeerderingsmethode en het uitsorteren van niet-uitgekomen eitjes berusten op ervaring die over verschillende generaties is opgebouwd. Volgens de lokale vakkennis moet 32 tot 35 dagen na het uitkomen van de eieren met het voederen van de jonge vissen worden begonnen, omdat zij in die periode het voeder graag aannemen. Wanneer later met het voederen wordt begonnen, weigeren de jonge vissen het voeder. Dankzij deze methode is de vissterfte minimaal en kan de zuiverheid van het water in de kweekvijvers worden bewaard, aangezien het voeder dat in de kweekvijver terechtkomt door de vissen wordt opgegeten en er in de vijver geen overtollig voeder achterblijft waardoor de vijver vervuild zou kunnen raken.

Door deze ervaring en vakkennis wordt “Szilvásváradi pisztráng”, van het uitkomen van de eitjes tot de vis volgroeid is en klaar voor de verkoop, opgekweekt zonder chemicaliën, geneesmiddelen of stress.

De bovengenoemde unieke kenmerken van “Szilvásváradi pisztráng” worden gegarandeerd door de drinkwaterkwaliteit van het water uit de karstbronnen, in combinatie met de opgebouwde ervaring in kweken en opkweken.

Door zijn intact bewaarde oorspronkelijke genetische bestand en zijn uitmuntende reputatie in de gastronomie heeft “Szilvásváradi pisztráng” in 2013 de titel “Bükki Nemzeti Parki termék” [product van het nationaal park Bükk”] behaald.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van deze verordening)

https://gi.kormany.hu/foldrajzi-arujelzok


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


19.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/29


Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2020/C 171/10)

Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

“Casatella Trevigiana”

EU-nr.: PDO-IT-0348-AM02 — 22.11.2019

BOB (X) BGA ( )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Consorzio per la Tutela del formaggio Casatella Trevigiana (Consortium tot bescherming van de kaas Casatella Trevigiana)

Viale Sante Biasuzzi, 20

31038 Paese (TV)

ITALIË

Tel./fax +39 422951480

E-mail: info@casatella.it

Dit consortium voldoet aan de vereisten van artikel 13, lid 1, van ministerieel besluit nr. 12511 van 14 oktober 2013.

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige:

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5.   Wijziging(en)

Beschrijving van het product

Artikel 2 van het huidige productdossier en punt 3.2 van het enig document

Chemische kenmerken

Huidige versie:

“Vetgehalte: 18‐25 %, op het brutogewicht”

Nieuwe versie:

“Vetgehalte: 18‐27 %, op het brutogewicht”

Door deze wijziging is er minder risico dat de kaas niet aan het voorgeschreven vetgehalte voldoet vanwege de veranderlijke vetgehaltes van de melk op basis waarvan de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” wordt gemaakt. Die variaties zijn voornamelijk het gevolg van externe factoren, zoals het veevoer, het klimaat, het houderijsysteem en de melkintervallen.

Dit risico is hoger voor kleine en middelgrote kaasmakers, omdat zij worden beleverd door een kleiner aantal melkveebedrijven en omdat het vetgehalte van de in bulk geleverde melk niet kan worden gecorrigeerd. De kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” wordt immers gemaakt op basis van volle melk.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Artikel 5 van het huidige productdossier en punt 3.4 van het enig document

“Het voederrantsoen moet voor minstens 90 % bestaan uit diervoeder van oorsprong uit het in artikel 3 afgebakende gebied.”

“Het voederrantsoen moet voor minstens 60 % bestaan uit diervoeder van oorsprong uit het in artikel 3 afgebakende gebied.”

Punt 3.4 van het enig document

Na het derde streepje wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Aangezien het voor veevoer bestemde landbouwareaal in de provincie Treviso onomkeerbaar is afgenomen, is een deel van het veevoer noodzakelijkerwijs afkomstig van buiten het in punt 4 omschreven gebied.”.

Deze wijziging is nodig omdat in de provincie Treviso (het productiegebied voor de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana”) het landbouwareaal dat bestemd is voor veevoer, in de laatste tien jaar aanzienlijk is afgenomen.

Dit komt vooral door:

a)

het gebruik van landbouwgrond voor urbanisatieprojecten en wegen;

b)

de omschakeling van landbouwgrond van de teelt van voedergewassen naar wijnbouw.

Enkele cijfers om de omvang van het probleem in de provincie Treviso duidelijk te maken:

het landbouwareaal voor permanente voedergewassen is tussen 2010 en 2018 met 50 % afgenomen;

het landbouwareaal voor tijdelijke voedergewassen is tussen 2010 en 2018 met 26 % afgenomen;

het landbouwareaal voor wijnbouw is tussen 2010 en 2018 met 30 % toegenomen.

ENIG DOCUMENT

“Casatella Trevigiana”

EU-nr.: PDO-IT-0348-AM02 — 22.11.2019

BOB (X) BGA ( )

1.   Naam/namen

“Casatella Trevigiana”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.3. Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Zachte kaas op basis van volle melk van koeien van de volgende rassen: Frisona (Friese ras), Pezzata Rossa (roodbont), Bruna (bruinvee), Burlina en kruisingen daarvan. Wanneer de kaas in de handel wordt gebracht, heeft hij de volgende organoleptische kenmerken: melkwit tot crèmewit zuivel dat soepel, glanzend en licht romig is en smelt op de tong. Fijne, lichte barstjes in het zuivel zijn toegestaan. Kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” heeft een unieke consistentie,waardoor hij niet tot de smeer- of roomkazen kan worden gerekend.

De kaas heeft geen of een nauwelijks waarneembare korst en wordt bereid in de traditionele wielvorm. Hij heeft een lichte, frisse melkgeur.

De kaas heeft een zachte, karakteristieke melksmaak, met lichtzure toetsen.

Chemische kenmerken

Vochtgehalte: 53‐60 %

Vetgehalte: 18‐27 %, op het brutogewicht

Eiwitgehalte: > 12 %, op het brutogewicht

Fysieke kenmerken

Vorm: wielvorm

Gewicht

Groot formaat: 1,8 à 2,2 kg

Klein formaat: 0,20 à 0,70 kg

Diameter

Groot formaat: 18 à 22 cm

Klein formaat: 5 à 12 cm

Hoogte van de zijkant

Groot formaat: 5 à 8 cm

Klein formaat: 4 à 6 cm

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

In verband met het voeder van de koeien die de melk leveren voor de bereiding van de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana”, moeten de volgende punten in acht worden genomen:

het voederrantsoen moet voor minstens 60 % bestaan uit diervoeder van oorsprong uit het in punt 4 afgebakende gebied;

de dagelijkse portie droge stof in het voeder van de melkgevende koeien moet voor ten minste 60 % uit voedergewassen bestaan;

het gebruik van de volgende veevoeders, die niet typisch zijn voor het productiegebied, is niet toegestaan: voederbiet; citrusvruchten, olijven of afval van de verwerking van citrusvruchten of olijven; esparcette en Sulla; hele groenten; of afval van de verwerking van artisjokken, bloemkolen, rapen en tomaten.

Aangezien het voor veevoer bestemde landbouwareaal in de provincie Treviso onomkeerbaar is afgenomen, is een deel van het veevoer noodzakelijkerwijs afkomstig van buiten het in punt 4 omschreven gebied.

De voor de bereiding van de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” gebruikte melk moet afkomstig zijn van melkveebedrijven die zich bevinden in het geografische gebied, dat met de provincie Treviso overeenstemt.

Bij de verwerking van de melk moet het vetgehalte ervan meer dan 3,2 % bedragen. De melk mag geen bewaarmiddelen bevatten en het gebruik van biest of van melk van dieren waarbij zich een ziekte heeft gemanifesteerd, is niet toegestaan. De melk moet op het bedrijf gekoeld worden bewaard. Met het kaasmaken moet in ieder geval binnen 48 uur na het melken worden begonnen.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het volledige productieproces (het houden van de koeien en de melkproductie, het stremmen van de melk, de behandeling van de wrongel, het in de vorm plaatsen, het aftappen van de wei en de zouting en rijping) moet in het in punt 4 bedoelde gebied plaatsvinden.

De bereiding van de kaas bestaat uit de volgende stadia: het houden van de koeien, de productie van de melk, de verwerking van de melk, de rijping van de kaas.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” moet verpakt in de handel worden gebracht. Aangezien deze zachte kaas kwetsbaar en sterk bederfelijk is, zou langdurig vervoer van het onverpakte product nadelig kunnen zijn voor de organoleptische, chemische en fysieke kenmerken ervan, waarbij met name de rijpingsduur en rijpingswijze zouden kunnen worden beïnvloed.

Om te waarborgen dat de typische kwalitatieve kenmerken van de kaas behouden blijven, mag niet te veel tijd verlopen tussen de bereiding en de verpakking. De kaas moet derhalve in het productiegebied worden verpakt zodat de traceerbaarheid en de controle van het product gewaarborgd zijn en zodat de specificiteit en de chemische, fysieke en organoleptische kenmerken van de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” bewaard blijven.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” is herkenbaar aan het hierna weergegeven logo.

Image 2

De woorden Denominazione d’Origine Protetta (beschermde oorsprongsbenaming) kunnen worden vervangen door de afkorting DOP (BOB).

De verhouding tussen het bovenste en het onderste gedeelte van het hierboven weergegeven logo mag niet worden gewijzigd. Het logo moet worden aangebracht op de buitenste beschermende wikkel waarin de kaas wordt verpakt.

Op de buitenste wikkel mogen geen lovende of misleidende vermeldingen worden aangebracht.

De grootte van het logo moet in verhouding staan tot de grootte van de verpakking, waarbij de volgende regel in aanmerking moet worden genomen: de totale breedte van het woord “Casatella” mag niet minder dan 80 % van de diameter van de verpakking in beslag nemen.

Wegens de aard van de kaas mag geen informatie, van welke aard ook, rechtstreeks op de kaas worden aangebracht.

Het is verplicht gebruik te maken van de verpakking met daarop het logo en de bovengenoemde vermeldingen.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het gehele grondgebied van de provincie Treviso.

5.   Verband met het geografische gebied

De kenmerken en kwalitatieve eigenschappen van de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” kunnen geheel worden teruggevoerd op de oorsprong van het product, dat op plaatselijke boerderijen in familieverband wordt geproduceerd, alsmede op de ambachtelijke traditie van het kaasmaken en de in het productiegebied geselecteerde autochtone bacteriestammen. Met name zijn de kwaliteit en de specificiteit van de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” het rechtstreekse resultaat van de lokale bacteriële flora in de melk en van de productietemperatuur en de verwerkingstijd, die van invloed zijn op de selectie en de concentratie van de bacteriesoorten en ‐stammen.

“Casatella Trevigiana” is een melkwit tot crèmewit zuivel dat soepel, glanzend en licht romig is en smelt op de tong. Fijne, lichte barstjes in het zuivel zijn toegestaan.

De kaas heeft geen of een nauwelijks waarneembare korst, wordt bereid in de traditionele wielvorm en heeft een lichte, frisse melkgeur en een zachte, voor melk karakteristieke smaak, met lichtzure toetsen.

Uit recente studies is gebleken dat zich in de bacteriële flora die in de loop der jaren in het afgebakende gebied werd geselecteerd, verschillende stammen van Streptococcus thermophilus bevinden, waarvan de kenmerken en de metabolische werking van fundamenteel belang zijn voor de aanzuring maar ook voor de vorming van de sensoriële kenmerken, zoals de karakteristieke lichtzure smaak van de gerijpte kaas.

Daarnaast zorgt de (geringere) aanwezigheid van stammen van Lactobacillus thermophilus, die een grote proteolytische activiteit aan de dag leggen, voor de afbraak van de caseïne, waarbij moleculen, of precursoren daarvan ontstaan die bepalend zijn voor de consistentie, de rijping en de smaak van de kaas. Deze omstandigheden zijn uniek voor dit specifieke gebied en kunnen elders niet worden gereproduceerd.

De bijzondere kaasbereidingstechniek die de producenten toepassen, waarbij de melk op lage temperatuur stremt, is op traditionele wijze ontstaan en is erop gericht gebruik te maken van de aanwezige stammen van Streptococcus thermophilus en Lactobacillus thermophilus en de aanwezigheid daarvan te versterken.

Dankzij deze techniek kunnen de belangrijkste sensoriële en organoleptische kenmerken van de kaas met de BOB “Casatella Trevigiana” worden gevormd en benadrukt.

Deze typische kaas van Treviso is ontsproten aan de oude traditie van het kaasmaken op de boerderij. De productietechniek werd mondeling overgeleverd en is op zeer eenvoudige methoden gebaseerd. De oorsprong moet trouwens worden gezocht in de sedert 1962 als “aloud” bestempelde kaasmakerijtraditie van Treviso.

Talrijke geschreven documenten getuigen van de oorsprong van de kaas “Casatella” uit Treviso.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

ofwel

door de startpagina van het ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di Produzione all'esame dell'UE”.


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.