ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 169

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

63e jaargang
15 mei 2020


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2020/C 169/01

Mededeling van de Commissie EU-richtsnoeren voor de geleidelijke hervatting van toeristische diensten en voor gezondheidsprotocollen voor horecagelegenheden — COVID-19

1

2020/C 169/02

Mededeling van de Commissie Richtsnoeren betreffende het geleidelijke herstel van het vervoer en de connectiviteit – COVID-19

17

2020/C 169/03

Mededeling van de Commissie Naar een gefaseerde en gecoördineerde aanpak van het herstel van het vrije verkeer en de opheffing van de binnengrenscontroles — COVID-19

30


NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

15.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/1


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

EU-richtsnoeren voor de geleidelijke hervatting van toeristische diensten en voor gezondheidsprotocollen voor horecagelegenheden — COVID-19

(2020/C 169/01)

I.   Inleiding

1.

Op 15 april 2020 heeft de Commissie, in samenwerking met de voorzitter van de Europese Raad, een gezamenlijk Europees stappenplan (1) voorgesteld voor de geleidelijke opheffing van de inperkingsmaatregelen die wegens de COVID-19-uitbraak zijn genomen. Het bevat criteria en aanbevelingen voor de lidstaten betreffende de voorwaarden voor de opheffing van maatregelen en het herstellen van het vrije verkeer. Maatregelen moeten geleidelijk worden opgeheven en daarbij moeten het bewaren van afstand en maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen centraal staan.

2.

Nu de volksgezondheidssituatie stilaan verbetert, overwegen de lidstaten om de beperkende maatregelen op gemeenschapsniveau op te heffen. Dit vormt de voorbereiding voor de veilige versoepeling van preventieve en beschermende maatregelen, met name algemene reisbeperkingen.

3.

Wanneer de beperkingen op reizen en daarmee verband houdende activiteiten worden opgeheven, zullen burgers naar verwachting geleidelijk aan weer in eigen land en binnen de EU gaan reizen.

4.

Als maatregelen te snel worden opgeheven, kan het aantal besmettingen opnieuw plots stijgen. Tot er een vaccin beschikbaar is, moet een afweging worden gemaakt tussen enerzijds de behoefte aan en de voordelen van reizen en toerisme en anderzijds de risico’s van een toename van het aantal gevallen waardoor de lockdownmaatregelen opnieuw zouden moeten worden ingevoerd.

5.

Wanneer de lockdownmaatregelen worden versoepeld, moet bijzonder veel aandacht worden geschonken aan de bewaring van de fysieke afstand tussen mensen, zodat toeristische activiteiten op een veilige manier kunnen worden hervat, aangezien daarvoor per definitie mensen uit verschillende geografische gebieden samenkomen.

6.

De bescherming van de gezondheid van burgers, met inbegrip van personen die in de toeristische sector werkzaam zijn en toeristen, blijft de eerste prioriteit.

7.

Met het oog op de geleidelijke hervatting van toeristische diensten worden in deze richtsnoeren een gemeenschappelijk doel en een niet-discriminerend kader vastgesteld voor de burgers, overheidsdiensten, ondernemingen en belanghebbenden die in de toeristische sector actief zijn.

8.

Deze richtsnoeren voorzien in criteria en beginselen voor de veilige en geleidelijke hervatting van toeristische activiteiten en voor de ontwikkeling van gezondheidsprotocollen voor horecagelegenheden.

9.

Deze richtsnoeren zijn gebaseerd op het advies van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) (2). Zij bouwen voort op en moet worden toegepast in samenhang met het gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 (3). Zij moeten worden gelezen in samenhang met de richtsnoeren van de Commissie inzake de beperking van niet-essentiële reizen (4), de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers (5), grensbeheermaatregelen (6), passagiers en andere personen aan boord van schepen (7) en de geleidelijke hervatting van vervoerdiensten (8) alsook de mededeling betreffende een gefaseerde en gecoördineerde aanpak van het herstel van het vrije verkeer en de opheffing van de controles aan de binnengrenzen (9). Het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA), ten slotte, heeft algemene maatregelen inzake veiligheid en gezondheid op het werk gepubliceerd met betrekking tot de terugkeer naar de werkplek (10).

II.   Beginselen voor de veilige en geleidelijke hervatting van toeristische activiteiten

10.

De lidstaten moeten rekening houden met de volgende criteria wanneer zij beslissen over de eventuele versoepeling van de strenge maatregelen op gemeenschapsniveau (11) om toeristische activiteiten opnieuw mogelijk te maken:

10.i

De incidentie van COVID-19 is tot een laag niveau gezakt

De belangrijkste voorwaarde voor de versoepeling van beperkende maatregelen op gemeenschapsniveau in verband met COVID-19 en voor de hervatting van toeristische activiteiten is epidemiologisch bewijs dat de verspreiding van de ziekte aanzienlijk is afgenomen, gedurende langere tijd stabiel is gebleven en waarschijnlijk stabiel zal blijven als het aantal toeristen stijgt.

10.ii

Het gezondheidszorgstelsel beschikt over voldoende capaciteit

Het gezondheidszorgstelsel moet over voldoende capaciteit beschikken voor zowel de lokale bevolking als toeristen, zodat de eerstelijnszorgstructuren, ziekenhuizen en intensievezorgafdelingen niet worden overbelast indien er een plotse toename van gevallen is. Dit is vooral belangrijk op regionaal niveau voor toeristische streken waar veel bezoekers komen, zoals resorts en gebieden in de nabijheid van stranden, bezienswaardigheden enz., en die niet altijd in de buurt van gezondheidszorginfrastructuur zijn gelegen. Afgelegen toeristische gebieden beschikken mogelijk slechts over beperkte gezondheidszorgdiensten en indien een groot aantal extra bezoekers kan worden verwacht, moeten mogelijk bijkomende responsmechanismen worden uitgevoerd, zoals vluchten voor medische evacuatie. De richtsnoeren voor grensoverschrijdende zorg voor patiënten met COVID-19 (12) moeten worden toegepast. Bovendien moeten lidstaten waarvan onderdanen of ingezetenen tijdens een verblijf in een andere lidstaat besmet raken, de repatriëring van die personen mogelijk maken.

10.iii

Er is een robuust systeem voor bewaking en monitoring beschikbaar

Vóór zij maatregelen versoepelen, met inbegrip van de hervatting van toeristische activiteiten, moeten de lidstaten beschikken over systemen om veranderingen in de indicatoren van gezondheidszorgcapaciteit te kunnen monitoren en erop te kunnen reageren.

Een grotere bewakings- en monitoringcapaciteit op lokaal niveau is noodzakelijk om te voorkomen dat het virus door reizigers in toeristische streken wordt binnengebracht of dat het zich van de lokale bevolking naar toeristen verspreidt, in voorkomend geval in overeenstemming met de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming.

10.iv

Er is testcapaciteit beschikbaar

Eén van de belangrijkste criteria van het gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 is de beschikbaarheid van uitgebreide testcapaciteit om gevallen te kunnen opsporen en de verspreiding van het virus te kunnen monitoren, in combinatie met contactonderzoek en afzonderingsmaatregelen om de overdracht van het virus te vertragen. Aanvankelijk werden benaderingen op basis van grootschalige bevolkingsonderzoeken belemmerd door een tekort aan testcapaciteit. Sneltests en snelle diagnoses zijn essentieel voor een vroegtijdige opsporing van gevallen (13). Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat bezoekers in gelijke mate kunnen worden getest.

10.v

Er kan contactonderzoek worden uitgevoerd

Contactonderzoek is een doeltreffende en essentiële volksgezondheidsmaatregel voor de bestrijding van COVID-19. Het doel is om snel de contacten van COVID-19-gevallen te identificeren en deze te beheren om verdere overdracht van het virus te beperken. In het kader van dit contactonderzoek moet relevante informatie kunnen worden uitgewisseld tussen landen waar er internationaal toerisme is, met inbegrip van paraatheid voor de eventuele repatriëring van onderdanen. Wanneer de grenzen opnieuw opengaan, zullen nauwe samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten voor contactonderzoek belangrijk zijn. Persoonlijke gegevens moeten worden verzameld en opgeslagen overeenkomstig de relevante EU-wetgeving, met inbegrip van de algemene verordening gegevensbescherming en de e-privacyrichtlijn.

De belangrijkste aspecten van contactonderzoek worden nader toegelicht in de recente richtsnoeren van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) (14) en, wat gegevensbescherming betreft, de richtsnoeren voor apps ter ondersteuning van de bestrijding van de COVID-19-pandemie (15) en de richtsnoeren van het Europees Comité voor gegevensbescherming (16). De Commissie en de lidstaten zullen een protocol inzake interoperabiliteitsbeginselen publiceren om ervoor te zorgen dat vrijwillig te gebruiken, goedgekeurde contacttraceringsapps over de grenzen heen functioneren en betrouwbaar zijn waar de gebruiker zich ook in Europa bevindt.

10.vi

Er zijn coördinatie- en communicatiemechanismen beschikbaar

Het is van essentieel belang dat er mechanismen zijn ingesteld voor de coördinatie en communicatie tussen de autoriteiten en de exploitanten in de toeristische sector alsook tussen de lokale en de nationale/regionale overheden van de lidstaten. Waar grensoverschrijdend toerisme is toegestaan, zijn ook grensoverschrijdende coördinatie, informatie-uitwisseling en communicatie via de bestaande kanalen van essentieel belang. Vóór de lidstaten maatregelen aankondigen in verband met de hervatting van grensoverschrijdend toeristisch verkeer, moeten zij de andere lidstaten en de Commissie hiervan op de hoogte brengen en zij moeten rekening houden met hun standpunten. Naast de mechanismen die in de mededeling betreffende het herstel van het vrije verkeer en de opheffing van de controles aan de binnengrenzen worden beschreven, moeten ook het Gezondheidsbeveiligingscomité en het Raadgevend Comité inzake toerisme alsook andere bestaande coördinatiekanalen voor vervoer en reizen worden gebruikt overeenkomstig hun respectieve mandaten.

Risicocommunicatie, onder andere via digitale weg, naar reizigers en toeristen toe is ook van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat zij op de hoogte zijn van de lokale context, de maatregelen die zij moeten volgen indien er vermoedelijke gevallen van COVID-19 zijn, hoe zij toegang tot gezondheidszorg kunnen krijgen enz.

11.

De versoepeling van inperkingsmaatregelen moet wetenschappelijk onderbouwd zijn met de volksgezondheid als uitgangspunt en moet in elke lidstaat binnen een gecoördineerd kader worden uitgevoerd. Dit gecoördineerde kader vormt de basis voor de heropening van ondernemingen en diensten in de toeristische sector. Gezien het naderende zomerseizoen is degelijk advies inzake volksgezondheid voor toeristische ondernemingen en bestemmingen essentieel.

12.

De lokale epidemiologische situatie moet worden geëvalueerd om het risico te bepalen dat de hervatting van toeristische activiteiten inhoudt, zodat overdracht tussen toeristen en de lokale bevolking kan worden voorkomen.

13.

Er moeten paraatheidsplannen met duidelijke criteria worden vastgesteld voor het eventueel opnieuw aanscherpen van beperkende maatregelen.

14.

De aanbevelingen in het gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 omvatten beginselen die in het bijzonder voor de toeristische sector van belang zijn; deze moeten in acht worden genomen wanneer het toerisme wordt hervat.

15.

De opheffing van maatregelen moet geleidelijk gebeuren. Algemene maatregelen moeten door gerichtere maatregelen worden vervangen, zodat gemeenschappen en de toeristische sector hun activiteiten geleidelijk aan kunnen hervatten, mits evenredige en doeltreffende maatregelen worden genomen om de gezondheid van toeristen en werknemers te beschermen.

16.

De terugkeer naar de werkplek moet overeenkomstig de EU-richtsnoeren voor een veilige terugkeer naar de werkplek (17) worden georganiseerd; hierbij moet prioriteit worden gegeven aan groepen die minder gevaar lopen en sectoren die economische activiteit mogelijk kunnen maken met inachtneming van de voorschriften inzake gezondheid en veiligheid op het werk die worden toegepast in verband met de pandemie.

17.

De reikwijdte en duur van maatregelen om toeristische diensten te beperken, alsook van beschermende en preventieve maatregelen in verband met de gezondheid, mogen niet verder gaan dan wat strikt noodzakelijk is om de volksgezondheid te beschermen. Maatregelen moeten niet alleen objectief en evenredig zijn, zij moeten ook naar behoren worden gemotiveerd, relevant, modaliteitsspecifiek en niet-discriminerend zijn en het gelijke speelveld binnen de eengemaakte markt vrijwaren.

18.

Het ECDC ontwikkelt samen met de lidstaten en het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) een kaart (18) van het overdrachtsniveau van COVID-19 op subnationaal niveau en zal deze voortdurend bijwerken. De lidstaten wordt verzocht gegevens te verstrekken om ervoor te zorgen dat deze kaart volledig en actueel is. Dit zal voordelen opleveren voor alle aspecten van de afbouwstrategieën (openen/sluiten van specifieke economische sectoren, evalueren van verschillende teststrategieën, evalueren van de doeltreffendheid van persoonlijkebeschermingsmaatregelen, enz.). Daarnaast wordt de lidstaten verzocht bijgewerkte gegevens over beschikbare ziekenhuiscapaciteit, tests, bewaking en contactonderzoek te verstrekken en criteria voor het opheffen of opleggen van beperkingen te publiceren. De overdrachtskaart en de bijbehorende maatregelen zijn een transparant hulpmiddel om op EU-niveau informatie te verstrekken die door autoriteiten, vervoersexploitanten en belanghebbenden in de toeristische sector kan worden gebruikt alsook door burgers om verantwoorde individuele beslissingen over hun vakantieplannen te nemen.

III.   EU-richtsnoeren voor gezondheidsprotocollen voor horecagelegenheden

19.

Dit deel van de richtsnoeren bevat beginselen die voor de lidstaten als richtsnoeren kunnen dienen bij het ontwerpen en uitvoeren van maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en van protocollen voor dienstverleners in de horeca, zoals hotels en andere horecagelegenheden, om de veiligheid in toeristische gelegenheden te verzekeren en de gezondheid van zowel gasten als werknemers te beschermen.

20.

De richtsnoeren voor gezondheidsprotocollen zijn niet bindend. Zij beogen coherentie bij de ontwikkeling en uitvoering van maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen door middel van een gecoördineerde aanpak binnen de regio’s en lidstaten.

21.

De lidstaten wordt verzocht naast de aanbevelingen en operationele overwegingen voor risicobeheer in verband met COVID-19 van de relevante gezondheidsinstanties, met name de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) (19) en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) (zie de bijlage), ook deze richtsnoeren te raadplegen wanneer zij protocollen opstellen die op de specifieke nationale/regionale/lokale omstandigheden zijn afgestemd.

22.

Maatregelen in de toeristische sector op het gebied van de volksgezondheid zullen in overeenstemming moeten zijn met door de bevoegde autoriteiten toegepaste algemene maatregelen en zullen rekening moeten houden met de richtsnoeren voor op de werkplek (20). Dergelijke maatregelen zullen ook in overeenstemming moeten zijn met de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming (21).

23.

De lidstaten wordt verzocht nauw samen te werken met belanghebbenden wanneer zij maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en protocollen opstellen en ervoor te zorgen dat deze protocollen zijn afgestemd op de omvang en de aard van de diensten die horecagelegenheden leveren. De lidstaten moeten overwegen om ondersteuning voor de uitvoering ervan te bieden.

24.

Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en protocollen voor woningen voor korte verblijven, voor vakantie of anderszins, in het kader van de deeleconomie. Deze richtsnoeren en beginselen kunnen volledig op deze typen horecadiensten worden toegepast en aanpassingen daarvan of alternatieven daarvoor mogen in geen geval de gezondheid van bezoekers in gevaar brengen of het risico op overdracht van het virus vergroten.

25.

De maatregelen om de gezondheid van gasten en werknemers in horecagelegenheden te beschermen moeten regelmatig worden geëvalueerd en aangepast, rekening houdend met alle relevante deskundigheid en overwegingen, om evenredig te blijven in het licht van de heersende noodzaak op het gebied van de volksgezondheid.

26.

Naarmate nieuwe en efficiëntere oplossingen beschikbaar worden, moet daarvan gebruik worden gemaakt en moeten minder efficiënte en meer belastende maatregelen worden stopgezet. Het beginsel van kosteneffectiviteit moet in acht worden genomen. Dit betekent dat wanneer er verschillende mogelijkheden zijn om dezelfde bescherming van de gezondheid van gasten en werknemers te bereiken, de minst dure optie de voorkeur moet krijgen, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s).

27.

Bij de ontwikkeling van maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en van protocollen voor horecagelegenheden (hierna “gelegenheden” genoemd) om de overdracht van COVID-19 te voorkomen en de volksgezondheid te beschermen, moeten de volgende beginselen in acht worden genomen:

a)

De epidemiologische situatie

Een voorwaarde voor de hervatting van een toeristische activiteit is de daling van de incidentie van COVID-19 tot een laag niveau alsook de vervulling van alle andere criteria in deel II. Er is terdege rekening gehouden met de EU-richtsnoeren betreffende beginselen voor de veilige en geleidelijke hervatting van toeristische activiteiten.

b)

De gezondheid en veiligheid van gasten en werknemers is de hoofdprioriteit

Opdat horecadiensten kunnen worden hervat, is het van essentieel belang dat gasten die van de horecagelegenheid gebruikmaken en werknemers die aan de dienstverlening deelnemen, de maatregelen ter preventie van besmetting en virusoverdracht ten volle naleven. Over maatregelen moet duidelijk worden gecommuniceerd, onder andere via digitale weg, en de communicatie moet zichtbaar en doeltreffend zijn, zowel voor gasten als voor werknemers.

c)

Lokale regelingen

Tussen de lokale en/of nationale volksgezondheidsinstanties en de dienstverleners in de horeca moet een constante coördinatie plaatsvinden om ervoor te zorgen dat de recentste regels en voorschriften die binnen een bepaald geografisch gebied gelden, worden gedeeld en toegepast en dat de uitvoering ervan wordt gecontroleerd.

d)

Actieplan in geval van besmetting

Gelegenheden moeten een paraatheidsplan hebben dat maatregelen omvat die moeten worden genomen indien zich in de gelegenheid een besmetting voordoet en dat de periode bestrijkt vanaf de beslissing om te heropenen tot en met 14 dagen nadat gasten de gelegenheid hebben verlaten. Een specifiek actieplan waarin de rol en de verantwoordelijkheden van het personeel worden toegelicht moet aan alle personeelsleden worden voorgesteld en moet te allen tijde beschikbaar zijn.

e)

Opleiding

Alle personeelsleden van toeristische voorzieningen moeten op de hoogte zijn van de symptomen van COVID-19 en moeten worden ingelicht over de basismaatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen. Het personeel moet opleidingen krijgen over maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en over de maatregelen die moeten worden genomen wanneer gasten of zijzelf symptomen vertonen die op COVID-19 kunnen wijzen.

f)

Personeelsbeheer

Er moet worden overwogen maatregelen te nemen die de aanwezigheid van personeel in de gelegenheid verminderen, zoals thuiswerk voor alle personeelsleden wier taken van thuis kunnen worden verricht.

Er moet ook worden overwogen maatregelen te nemen om het aantal fysieke contacten tussen personen in gelegenheden alsook de duur van die contacten te verminderen, met inbegrip van werken en eten in ploegen en communiceren via telefoon en elektronisch middelen.

g)

Informatie voor gasten

Gasten moeten alle noodzakelijke informatie op een toegankelijke manier krijgen, onder andere via digitale weg, vóór hun aankomst en ter plaatse in de horecagelegenheid; de informatie moet alle geldende richtsnoeren van de lokale volksgezondheidsinstanties omvatten alsook specifieke maatregelen die zijn genomen en die een invloed op hun aankomst, verblijf en vertrek hebben.

Gasten moeten door middel van specifieke borden (infografieken, met aanpassingen voor gasten met een visuele beperking) aan de ingang van de gelegenheid worden geïnformeerd over de tekenen en symptomen van COVID-19 en wat zij moeten doen als zij tijdens hun verblijf of gedurende de 14 dagen na hun vertrek symptomen krijgen. De gelegenheid kan ook brochures met deze informatie uitdelen.

Gelegenheden moeten ervoor zorgen dat zij de contactgegevens van hun gasten hebben voor het geval deze vereist zijn voor contactonderzoek. Maatregelen voor contactonderzoek moeten strikt beperkt blijven tot de aanpak van de COVID-19-uitbraak en moeten overeenkomstig de gemeenschappelijke EU-toolbox van het e-gezondheidsnetwerk voor mobiele applicaties ter ondersteuning van contactonderzoek in de strijd van de EU tegen COVID-19 (22) en de richtsnoeren van de Commissie voor apps (23) worden genomen om het hoogste niveau van privacy en gegevensbescherming te waarborgen.

h)

Bewaren van afstand en hygiëne

De gelegenheid moet gerichte maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de fysieke afstand wordt bewaard in gemeenschappelijke ruimten waar gasten vaak gedurende langere tijd (namelijk langer dan 15 minuten) samenkomen, zoals de vaststelling van het maximumaantal gasten dat in elke gemeenschappelijke ruimte (d.w.z. restaurants, cafés, bars, lobby) is toegelaten. Er moet worden overwogen slots toe te wijzen of (digitale) boeking van slots mogelijk te maken voor maaltijden of bezoeken aan het zwembad of fitnesscentrum.

Als de fysieke afstand niet kan worden bewaard, moeten alternatieve maatregelen voor de bescherming van gasten en werknemers worden overwogen, zoals het gebruik van glazen of plastic panelen, het dragen van maskers enz.

In principe moet in alle gemeenschappelijke ruimten van de gelegenheid een afstand van 1,5 tot 2 meter worden bewaard (behalve tussen personen die samen reizen en een kamer delen), aangevuld met andere maatregelen (bv. het dragen van een masker) als deze afstand niet kan worden bewaard.

Voor ruimten in de buitenlucht (stranden, zwembaden, cafés, bars, restaurants enz.) en gelegenheden waar in de buitenlucht kan worden gegeten en gedronken, moeten specifieke maatregelen worden genomen om het bewaren van de fysieke afstand mogelijk te maken en moeten specifieke hygiënemaatregelen worden getroffen. Ook in binnenruimten zoals spa’s en zwembaden moeten strenge hygiënemaatregelen worden toegepast. Elke gelegenheid moet zorgvuldig overwegen of speciale voorzieningen (bv. voor kinderopvang) gesloten moeten blijven. Grote evenementen zoals concerten moeten worden uitgesteld.

Voor door de gelegenheid aangeboden vervoersdiensten zoals pendelbussen moeten bijzondere regelingen worden getroffen overeenkomstig de richtsnoeren voor het geleidelijk herstel van vervoersdiensten en connectiviteit (24).

i)

Maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen

Naast het bewaren van de fysieke afstand moeten specifieke persoonlijkebeschermingsmaatregelen en reinigings- en ontsmettingsprotocollen worden overwogen, aan het personeel en de gasten worden meegedeeld, en uitgevoerd.

Het gaat onder andere om de volgende maatregelen:

i)

Hoest-/niesetiquette:

gasten en personeelsleden moeten worden ingelicht over de hoest-/niesetiquette (hoesten of niezen in een papieren zakdoek of in de elleboogholte) en moeten deze strikt volgen. Gelegenheden moeten ervoor zorgen dat er papieren zakdoeken en vuilbakken beschikbaar zijn.

ii)

Handhygiëne:

handhygiëne is een essentiële bestrijdingsmaatregel waarvan gasten en werknemers in kennis moeten worden gesteld door middel van infografieken op strategische plaatsen (bv. aan de ingang, in de toiletten, aan de kassa enz.). Gelegenheden moeten ervoor zorgen dat er voldoende mogelijkheden zijn om de handen te wassen en dat er zeep, papieren handdoekjes voor eenmalig gebruik of automatische handdrogers, en alcoholoplossingen voor de handen beschikbaar zijn.

iii)

Gebruik van maskers:

Het gebruik van maskers door personeelsleden en gasten moet als een aanvullende maatregel worden beschouwd en mag de essentiële preventiemaatregelen niet vervangen. Het is belangrijk dat maskers op de juiste manier worden gebruikt en gasten en personeelsleden moeten hierover worden geïnformeerd.

iv)

Ventilatie:

Er wordt aangeraden de luchtverversingssnelheid te verhogen en zo veel mogelijk buitenlucht aan te voeren, hetzij door middel van natuurlijke ventilatie, hetzij door middel van mechanische ventilatie, afhankelijk van de gelegenheid. Er wordt ook aangeraden om kamers gedurende ten minste één uur extra te ventileren nadat gasten hebben uitgecheckt.

v)

Reiniging en ontsmetting:

Het is belangrijk om oppervlakken die vaak worden aangeraakt, zo vaak als mogelijk schoon te maken (ten minste dagelijks en zo mogelijk vaker). Voorbeelden van dergelijke oppervlakken zijn deurknoppen en -krukken, stoelen en armsteunen, tafelbladen, lichtschakelaars, leuningen, waterkranen, liftknoppen, de bovenkant van bars enz. Het personeel moet worden geïnformeerd over de schoonmaakprocedure na het uitchecken van de gasten, en moet deze uitvoeren, alsook over de behandeling van schoonmaakspullen, het afvalbeheer, de reiniging van wasgoed en de persoonlijke hygiëne na het schoonmaken.

j)

Mogelijke besmettingen bij gasten of personeelsleden

Indien er bij de gasten of de op de werkplek aanwezige personeelsleden een vermoedelijk geval van COVID-19 is, moeten bij de uitvoering van het onder d) beschreven actieplan de desbetreffende richtsnoeren van het ECDC (bijlage) en van de nationale en lokale gezondheidsinstanties worden gevolgd met betrekking tot:

i)

de afzonderings- en afstandsmaatregelen die op de mogelijk besmette persoon moeten worden toegepast;

ii)

de op het nationale recht gebaseerde procedure om contact op te nemen met de medische diensten met het oog op medisch advies, tests of een eventuele verplaatsing naar een medische inrichting;

iii)

de op het nationale recht gebaseerde procedure om de lokale volksgezondheidsinstanties in kennis te stellen en eventuele activiteiten in het kader van contactonderzoek;

iv)

de reinigings- en ontsmettingsprocedures die moeten worden uitgevoerd;

v)

de nodige samenwerking met en informatie over andere gasten of personeelsleden die in de gelegenheid mogelijk in contact zijn gekomen met de besmette persoon gedurende de periode die 2 dagen vóór het opkomen van de symptomen van de besmette persoon begint en 14 dagen daarna eindigt.

28.

Bovenstaande beginselen worden in acht genomen naast de algemene aanbevelingen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding in de bijlage.

IV.   Conclusie

29.

De lidstaten worden aangemoedigd om deze richtsnoeren met de bevoegde autoriteiten en de regionale/lokale autoriteiten te delen.

30.

Belanghebbenden in de toeristische sector, zoals beroepsverenigingen en onlineplatformen voor toerisme, worden aangemoedigd om deze richtsnoeren te verspreiden en onder de aandacht te brengen.

31.

De lidstaten wordt verzocht continu samen te werken met het ECDC om ervoor te zorgen dat de in punt 18 bedoelde overdrachtskaart een transparant hulpmiddel is om op EU-niveau informatie te verstrekken die door autoriteiten, vervoersexploitanten en belanghebbenden in de toeristische sector kan worden gebruikt.

32.

De lidstaten worden aangemoedigd om te overwegen horecagelegenheden, en meer algemeen alle verstrekkers van toeristische diensten, te ondersteunen bij de uitvoering van deze richtsnoeren en van relevante maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en protocollen, en om de naleving daarvan te controleren. De lidstaten mogen daarvoor beschikbare nationale en EU-middelen gebruiken.

33.

De Commissie zal op basis van deze richtsnoeren blijven coördineren met de lidstaten om tot een coherente benadering te komen van maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en protocollen voor horecagelegenheden en toeristische bedrijven in de EU.

34.

Deze richtsnoeren zijn bedoeld om de lidstaten en belanghebbenden in de toeristische sector te helpen specifiekere maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en protocollen te ontwikkelen in overeenstemming met deze richtsnoeren en de naleving ervan te controleren om zo duidelijkere randvoorwaarden te scheppen waarbinnen bedrijven het vertrouwen van de consument kunnen versterken.

35.

De Commissie zal een speciale website opzetten met een interactieve kaart met informatie van zowel de lidstaten als de toeristische en reissector, met inbegrip van informatie over nationale of sectorale protocollen en nalevingsregelingen.

36.

Om de lidstaten te helpen zal de Commissie de uitwisseling van beste praktijken bevorderen, onder andere via het Raadgevend Comité inzake toerisme.

37.

De Commissie zal blijven samenwerken met de overheidsdiensten van de lidstaten, belanghebbenden in de toeristische sector en internationale organisaties om de uitvoering van deze richtsnoeren te bevorderen.

(1)  Europese Commissie (EC). Gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=uriserv%3AOJ.C_.2020.126.01.0001.01.ENG&toc=OJ%3AC%3A2020%3A126%3ATOC

(2)  Disclaimer: Deze richtsnoeren bevatten overwegingen, vanuit het oogpunt van de volksgezondheid, betreffende de preventie en bestrijding van COVID-19 voor de toeristische sector. Dit zijn onder andere overwegingen voor klanten vóór, tijdens en na hun verblijf in een bepaalde accommodatie alsook voor het personeel, en overwegingen voor bezoeken aan restaurants, coffeeshops of bars in het kader van toerisme. In deze richtsnoeren komen thema- of pretparken, musea, cruises enz. niet aan bod. Deze richtsnoeren stellen een benadering voor die voor de toeristische sector wordt aanbevolen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van toeristische gelegenheden in de verschillende delen van de EU/EER.

(3)  PB C 126 van 17.4.2020, blz. 1.

(4)  COM(2020) 115 final, COM(2020) 148 final en C(2020) 2050 final (PB C 102 I van 30.3.2020, blz. 12).

(5)  Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers tijdens de uitbraak van COVID-19 (2020/C 102 I/03).

(6)  C(2020) 1753 final (PB C 86 I van 16.3.2020, blz. 1).

(7)  C(2020) 3100 final (PB C 119 I van 14.4.2020, blz. 1).

(8)  C(2020) 3139.

(9)  C(2020) 3250.

(10)  COVID-19: Terug naar de werkplek — Aanpassing van werkplekken en veiligheidsmaatregelen voor werknemers (https://osha.europa.eu/nl/publications/covid-19-back-workplace-adapting-workplaces-and-protecting-workers/view).

(11)  Zoals beschreven in de snelle risicobeoordeling van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding van 23 april 2020 (https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/rapid-risk-assessment-coronavirus-disease-2019-covid-19-pandemic-ninth-update).

(12)  https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/guidelines_on_eu_emergency_assistance_in_cross-bordercooperationin_heathcare_related_to_the_covid-19_crisis.pdf

(13)  Op dit moment is er nog geen sneltest voor de opsporing van SARS-CoV-2 gevalideerd en aanbevolen voor diagnostische doeleinden.

(14)  https://www.ecdc.europa.eu/en/covid-19-contact-tracing-public-health-management

(15)  C(2020) 2523 final van 16.4.2020.

(16)  https://edpb.europa.eu/our-work-tools/our-documents/guidelines/guidelines-042020-use-location-data-and-contact-tracing_nl

(17)  Coronavirus: EU-richtsnoeren voor een veilige terugkeer naar de werkplek (https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_20_729).

(18)  https://covid-statistics.jrc.ec.europa.eu/

(19)  http://www.euro.who.int/en/health-topics/health-emergencies/coronavirus-covid-19/publications/2020/operational-considerations-for-covid-19-management-in-the-accommodation-sector-interim-guidance,-31-march-2020

(20)  Coronavirus: EU-richtsnoeren voor een veilige terugkeer naar de werkplek

(https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_20_729).

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk. COVID-19: richtsnoeren voor op de werkplek [internet]. [geactualiseerd: 20 april 2020; geciteerd: 4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://oshwiki.eu/wiki/COVID-19:_guidance_for_the_workplace#See

(21)  Zie ook de verklaring van het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) (https://edpb.europa.eu/sites/edpb/files/files/file1/edpb_statement_2020_processingpersonaldataandcovid-19_en.pdf).

(22)  https://ec.europa.eu/health/sites/health/files/ehealth/docs/covid-19_apps_en.pdf

(23)  Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren in verband met gegevensbescherming voor apps ter ondersteuning van de bestrijding van de COVID-19-pandemie (PB C 124 I van 17.4.2020, blz. 1).

(24)  C(2020) 3139.


BIJLAGE

Algemene aanbevelingen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‐bestrijding voor de toeristische sector, met name voor horecagelegenheden

Lokale regelingen

Maatregelen in de toeristische sector op het gebied van de volksgezondheid zullen in overeenstemming moeten zijn met door de lokale en nationale overheden toegepaste algemene maatregelen en rekening moeten houden met de richtsnoeren voor op de werkplek (1). Dergelijke in de toeristische sector getroffen maatregelen moeten minstens even streng zijn als de aanbevelingen voor het grote publiek.

Tussen de lokale en/of nationale volksgezondheidsinstanties en de accommodaties moet een constante dialoog plaatsvinden om ervoor te zorgen dat de recentste regels en voorschriften die binnen een bepaald geografisch gebied gelden, worden gedeeld en toegepast, met inbegrip van:

specifieke regelingen voor gasten, met inbegrip van gasten uit andere landen, om medisch advies en medische behandeling te verkrijgen, met inbegrip van de toegang tot ambulante en ziekenhuiszorg, mochten zij symptomen vertonen die verband houden met COVID-19;

de verplichting voor eigenaren van accommodaties om zorgvuldig contactgegevens bij te houden, die nuttig kunnen zijn voor onderzoek in het kader van de volksgezondheid wanneer zich in de accommodatie een geval zou voordoen.

Risicocommunicatie en opleiding

Actieplan

De gelegenheden moeten beschikken over een paraatheidsplan met de te nemen maatregelen, dat de volgende perioden bestrijkt:

van het moment waarop tot heropening zal worden besloten tot vóór de aankomst van de gasten. Deze fase omvat informatieverstrekking aan en opleiding van het personeel, alsmede de uitvoering van de nodige maatregelen ter preventie van besmettingen in de voorziening en het soort informatie dat aan de gasten moet worden verstrekt vóór hun aankomst;

ten tijde van het verblijf van de gasten in de gelegenheid, vanaf het boeken en inchecken tot en met het uitchecken;

tot 14 dagen nadat de gasten de gelegenheid hebben verlaten.

Een specifiek actieplan waarin de rol en de verantwoordelijkheden van het personeel worden toegelicht moet aan alle personeelsleden worden voorgesteld en moet te allen tijde beschikbaar zijn.

Opleiding en personeelsbeheer

Opleiding:

Alle personeelsleden van toeristische voorzieningen moeten op de hoogte zijn van de symptomen van COVID-19 (bv. koorts, hoesten, keelpijn enz.) en moeten worden ingelicht over de basismaatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen.

Personeelsleden van wie zelf, of van een lid van hun huishouden, is bevestigd dat zij COVID-19-patiënt zijn, mogen de werkomgeving niet betreden tijdens de door de lokale gezondheidsinstanties vastgestelde infectieuze periode, gewoonlijk tot acht dagen na het begin van de symptomen bij lichte gevallen.

Personeelsleden met symptomen die op COVID-19 kunnen wijzen, mogen de werkomgeving niet betreden en moeten in thuisisolatie gaan, en hun moet worden geadviseerd om de lokale volksgezondheidsrichtsnoeren te volgen en medische hulp in te roepen als de symptomen zich verergeren, overeenkomstig de lokale richtsnoeren.

Er moet worden overwogen om te voorzien in specifieke opleiding van het personeel over maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen en over de maatregelen die moeten worden genomen wanneer gasten symptomen vertonen die op COVID-19 kunnen wijzen.

Personeelsbeheer:

Oudere personeelsleden en personeelsleden met predisponerende chronische medische aandoeningen (bijvoorbeeld hartziekten, longziekten, immunodeficiëntie, recente kankerbehandeling) waarvan bekend is dat deze het risico op een ernstig verloop van een infectie met COVID-19 vergroten, moeten voor zover mogelijk worden ingezet voor activiteiten waarbij zij minder contact met de gasten hebben.

Er moet worden overwogen maatregelen te nemen die het aantal personeelsleden in de gelegenheid verminderen, zoals thuiswerk voor alle personeelsleden wier taken van thuis kunnen worden verricht.

Er moet ook worden overwogen maatregelen te nemen om het aantal fysieke contacten tussen personen in gelegenheden alsook de duur van die contacten te verminderen, met inbegrip van werken en eten in ploegen en communiceren via telefoon en elektronisch middelen.

Informatie voor gasten

Vóór hun aankomst in een accommodatie moeten de gasten informatie ontvangen over de huidige richtsnoeren van de lokale volksgezondheidsinstanties en over specifieke maatregelen die in de accommodatie zijn genomen. De gasten moeten ervan op de hoogte worden gesteld dat zij hun verblijf moeten uitstellen indien zij symptomen hebben die op COVID-19 kunnen wijzen, of indien zij in de 14 dagen voor hun geplande verblijf in contact zijn geweest met een persoon met COVID-19 of met symptomen die op COVID-19 duiden.

Specifieke borden (infografieken) of andere toegankelijke informatie, met aanpassingen voor gasten met een visuele beperking, aan de ingang van de accommodatie moeten de gasten informeren over de tekenen en symptomen van COVID-19 en wat zij moeten doen als zij symptomen krijgen. De accommodatie kan ook brochures met deze informatie uitdelen.

Bij vertrek wordt de gasten uitdrukkelijk verzocht de accommodatie onmiddellijk in te lichten indien zij binnen 14 dagen na vertrek symptomen krijgen die verband houden met COVID-19 of positief worden getest op COVID-19.

Er moet voor worden gezorgd dat de contactgegevens van de gasten beschikbaar zijn voor het geval deze vereist zijn voor contactonderzoek.

Afstand bewaren

SARS-CoV-2 wordt voornamelijk overgedragen via ademhalingsdruppeltjes en direct contact met geïnfecteerde personen, en door indirect contact met besmette oppervlakken of voorwerpen (fomites: levenloze smetstofdragers) in de directe omgeving. Grote ademhalingsdruppeltjes leggen ongeveer 1 meter af bij ademhalen, 1,5 meter bij spreken en 2 meter bij hoesten (2).

De gelegenheid moet ervoor zorgen dat overeenkomstig de recentste richtsnoeren de nodige fysieke afstand wordt bewaard in gemeenschappelijke ruimten waar de gasten waarschijnlijk gedurende langere perioden (bv. langer dan 15 minuten) bijeenkomen.

Gasten die samen reizen en kamers met elkaar delen, hoeft niet te worden gevraagd om onderling fysiek afstand te bewaren.

Wanneer het bewaren van de fysieke afstand niet kan worden gegarandeerd, moeten specifieke maatregelen worden overwogen om te voorkomen dat zich druppeltjes verspreiden, bijvoorbeeld aan de receptie met behulp van loketschermen van glas of kunststof.

Toeristische voorzieningen, met inbegrip van hotels en restaurants, moeten een maximumaantal gasten per voorziening en ruimte vaststellen om het bewaren van de nodige fysieke afstand te garanderen. Het maximumaantal gasten mag niet worden overschreden.

Evenementen voor amusementsdoeleinden moeten worden uitgesteld of geannuleerd, tenzij het bewaren van de fysieke afstand kan worden gegarandeerd.

Voor verplaatsingen met vervoermiddelen moeten speciale regelingen worden overwogen om het bewaren van de fysieke afstand te garanderen.

Maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen

Bedrijven in de toeristische sector bieden in het algemeen producten en diensten aan die met zich meebrengen dat mensen gedurende lange tijd in gesloten (hotels, restaurants, coffeeshops) en open (campings, stranden, openluchtbaden) bijeenkomen, waardoor de mogelijkheid van virusoverdracht wordt vergroot. Het bewaren van de fysieke afstand en specifieke maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen (persoonlijkebeschermingsmaatregelen en reinigings- en ontsmettingsprotocollen) moeten worden overwogen en uitgevoerd in alle omgevingen waar bijeenkomsten kunnen worden verwacht (3). Onder dergelijke maatregelen ter preventie en bestrijding van besmettingen vallen onder meer:

Hoest-/niesetiquette

Er moet een strikte hoest-/niesetiquette in acht worden genomen: neus en mond moeten bij het niezen of hoesten worden bedekt met een papieren zakdoek. Er moet een aantal schone papieren zakdoeken bij de hand worden gehouden om meteen te kunnen worden gebruikt.

Papieren zakdoeken moeten onmiddellijk na gebruik worden weggegooid, het liefst in een afvalbak met deksel, en de handen moeten vervolgens meteen volgens de juiste procedure worden gewassen of gereinigd.

Indien geen papieren zakdoeken beschikbaar zijn, wordt hoesten of niezen in de elleboogholte aanbevolen.

Handhygiëne

Handhygiëne vormt een essentiële bestrijdingsmaatregel om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan.

Er moeten voldoende mogelijkheden zijn om de handen te wassen en zeep, papieren handdoekjes voor eenmalig gebruik of automatische handdrogers, en alcoholoplossingen voor de handen (met ten minste 70 % alcohol) moeten beschikbaar zijn.

Borden (infografieken) die het belang van handhygiëne onderstrepen en uitleggen hoe een doeltreffende handhygiëne kan worden toegepast, moeten in verschillende ruimten (bv. aan de ingang, in de toiletten, aan de kassa enz.) van elke toeristische voorziening beschikbaar zijn.

De handhygiëne moet vaak worden toegepast.

Gebruik van maskers

Het gebruik van medische of geïmproviseerde niet-medische maskers door personeelsleden en gasten in de toeristische voorzieningen kan worden beschouwd als een middel voor de bestrijding van besmetting aan de bron (d.w.z. om te voorkomen dat door besmette personen met of zonder symptomen druppeltjes worden verspreid) (4).

Het gebruik van maskers moet als een aanvullende maatregel worden beschouwd en mag de essentiële preventiemaatregelen niet vervangen.

Een juist gebruik van de maskers is belangrijk. Het masker moet het gezicht volledig bedekken van de neusrug tot op de kin.

Er moet informatie beschikbaar zijn over het juiste gebruik van maskers, waarbij het belang wordt benadrukt van het reinigen van de handen met zeep en water of met alcoholoplossingen voor de handen vóór het dragen en na het afnemen van het masker.

Medische en niet-medische maskers zijn acceptabel in gemeenschapsomgevingen, rekening houdend met kwesties van beschikbaarheid en de garantie dat medische maskers bij voorrang worden bestemd voor gebruik in zorginstellingen.

Het gebruik van filtrerende gelaatsstukken (ademhalingsmaskers van het type “filtering face piece” ofwel FFP) wordt niet aanbevolen in gemeenschapsomgevingen aangezien deze bij voorrang moeten worden bestemd voor gebruik in zorginstellingen.

Ventilatie

Slechte ventilatie van binnenruimten is geassocieerd met een toegenomen overdracht van infecties van de luchtwegen (5). Verondersteld wordt dat COVID-19 op de eerste plaats via ademhalingsdruppeltjes wordt overgedragen. De rol van aerosolen, die langer in de lucht aanwezig kunnen blijven, bij de overdracht van COVID-19 is vooralsnog onduidelijk en daarom is het relatieve belang van ventilatie voor de preventie van de overdracht van COVID-19 niet goed gedefinieerd. Veel gevallen van de overdracht van COVID-19 zijn echter in verband gebracht met het verblijven in gesloten ruimten (6). Door de luchtverversingssnelheid te verhogen en zo veel mogelijk buitenlucht aan te voeren door middel van natuurlijke ventilatie of van mechanische ventilatie, afhankelijk van de gelegenheid, wordt een eventueel risico van overdracht via aerosolen waarschijnlijk verminderd (7).

Bij gebruik van mechanische ventilatiesystemen is het onderhoud van kunstmatige ventilatiesystemen volgens de instructies van de fabrikant, met name wat de reiniging en vervanging van de filters betreft, van essentieel belang.

Reiniging en ontsmetting

Een adequate reiniging en ontsmetting zijn van belang tegen de achtergrond van de COVID-19-pandemie (8).

Oppervlakken die vaak worden aangeraakt, moeten zo vaak mogelijk worden schoongemaakt (ten minste dagelijks en zo mogelijk vaker). Voorbeelden van dergelijke oppervlakken zijn deurknoppen en -grepen, stoelen en armsteunen, tafelbladen, lichtschakelaars, leuningen, waterkranen, liftknoppen enz.

Hoe goed het virus op oppervlakken overleeft, hangt af van het materiaal van het oppervlak, waarbij de kortste overleving is opgetekend voor koper (9).

Er wordt aangeraden om kamers grondig schoon te maken met gebruikelijke reinigingsmiddelen en gedurende ten minste één uur extra te ventileren nadat gasten hebben uitgecheckt.

Gebruikelijke reinigingsmiddelen volstaan voor routinematige schoonmaakwerkzaamheden.

De schoonmaakuitrusting moet aan het einde van elke schoonmaaksessie goed worden gereinigd.

Na het schoonmaken moet de handhygiëne in acht worden genomen.

Standaardprocedures voor afvalbeheer in acht nemen. Afvalmateriaal afkomstig van het schoonmaken moet als restafval worden weggegooid.

Standaardprocedures voor het wassen van beddengoed, handdoeken en tafellinnen.

Als een persoon vermoedelijk met COVID-19 besmet is: testen, contactonderzoek, afzondering en quarantaine

Indien er onder de gasten of de op de werkplek aanwezige personeelsleden een vermoedelijk geval van COVID-19 is, moet de gelegenheid het lokale actieplan in werking stellen (10).

De vermoedelijk besmette persoon moet onmiddellijk worden opgedragen een masker te dragen en de hoest-/niesetiquette en de handhygiëneprocedures in acht te nemen. De vermoedelijk besmette persoon moet ten minste 2 m van andere personen gescheiden worden gehouden en voor zover mogelijk een eigen kamer krijgen om zich in te isoleren, met eigen sanitaire voorzieningen.

Het vermoedelijke geval moet, met inachtneming van de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming, worden gemeld bij de lokale medische diensten, die vervolgens advies zullen verstrekken over het testen en het verdere beheer en de verplaatsing van de besmette persoon naar een plaats waar deze kan worden verzorgd (bv. een ziekenhuis), indien dit noodzakelijk wordt geacht en in overeenstemming met de lokale trajecten voor medische zorg.

Indien het vermoedelijke geval als een waarschijnlijk of bevestigd geval wordt beschouwd, worden de lokale volksgezondheidsinstanties hiervan in kennis gesteld en verstrekken zij advies over de vraag of contactonderzoek moet worden uitgevoerd. Het contactonderzoek begint meestal onmiddellijk nadat kennisgeving is gedaan van een geïdentificeerd waarschijnlijk of bevestigd geval en behoort doorgaans tot de verantwoordelijkheid van de lokale volksgezondheidsinstanties. Toeristische gelegenheden zal worden verzocht mee te werken en alle nodige informatie te verstrekken over andere gasten of personeelsleden die in de gelegenheid mogelijk in contact zijn gekomen met de besmette persoon gedurende de periode die 2 dagen vóór het opkomen van de symptomen van de besmette persoon begint en 14 dagen daarna eindigt.

Personeelsleden die symptomen krijgen, moeten thuis worden geïsoleerd en medische hulp inroepen.

Indien een vermoedelijk of bevestigd geval van COVID-19 in een binnenruimte heeft verbleven, moet deze ruimte eerst goed worden geventileerd gedurende ten minste 1 uur en vervolgens zorgvuldig met een neutraal detergens worden gereinigd, waarna de oppervlakken worden ontsmet met een ontsmettingsmiddel dat werkzaam is tegen virussen. Als alternatief kunnen 0,05-0,1 % natriumhypochloriet of producten op basis van ethanol (ten minste 70 %) worden gebruikt voor ontsmetting na de reiniging met een neutraal detergens. Alle mogelijk besmette textielproducten (bv. handdoeken, beddengoed, gordijnen, tafelkleden enz.) moeten op 90 °C worden gewassen met een gewoon wasmiddel. Indien de kenmerken van de stof niet toelaten dat deze zo heet wordt gewassen, moeten bleekmiddel of andere middelen voor de ontsmetting van textiel aan de wascyclus worden toegevoegd.

Specifieke aanbevelingen per voorziening voor hotels

De volgende maatregelen worden aanbevolen om de waarschijnlijkheid van overdracht van COVID-19 tot een minimum te beperken:

1.

Administratie/management

a.

Een paraatheidsplan opstellen dat ingaat op maatregelen ter preventie en bestrijding van besmetting met COVID-19 in overleg met de lokale volksgezondheidsinstanties

b.

De aanbevelingen van de volksgezondheidsinstanties nauwgezet volgen om goed op de hoogte te zijn van de huidige situatie en het risico op besmetting van personeelsleden en gasten te kunnen beoordelen

c.

Ervoor zorgen dat het personeel wordt getraind in procedures met betrekking tot alle relevante aspecten van de preventie en bestrijding van besmettingen, met inbegrip van het beheer van vermoedelijke COVID-19-gevallen, ontsmetting en reiniging en het juiste gebruik van maskers

d.

Een maximumaantal gasten vaststellen dat op enig moment in een gedeelde ruimte aanwezig mag zijn, om te garanderen dat de fysieke afstand wordt bewaard in overeenstemming met de richtsnoeren inzake massabijeenkomsten en het bewaren van de fysieke afstand Ervoor zorgen dat het toegelaten aantal gasten in overeenstemming is met de plaatselijke volksgezondheidsaanbeveling voor bijeenkomsten

e.

Ervoor zorgen dat er informatiemateriaal beschikbaar is voor de gasten over de symptomen van COVID-19, instructies over wat te doen indien men ziek wordt en wat de plaatselijke procedures zijn, en instructies voor handhygiëne en het juiste gebruik van maskers

f.

Gebruikmaken van opschriften (bv. mededelingen op muren in openbare ruimten en kamers) om de gasten te informeren over de procedures die het contact tussen het personeel en de gasten tot een minimum beperken

g.

Overwegen activiteiten in gesloten ruimten te annuleren wanneer het bewaren van de fysieke afstand niet kan worden gegarandeerd, en met name wanneer dergelijke activiteiten ook in de openlucht zouden kunnen plaatsvinden

2.

Receptie en conciërgediensten

a.

Ervoor zorgen dat er desinfecterende handgel beschikbaar is

b.

Oplossingen zoals online of zelf inchecken en uitchecken overwegen om het contact tussen gasten en personeel tot een minimum te beperken. Indien wordt gebruikgemaakt van een systeem voor zelf inchecken met behulp van een touchscreen of een toetsenbord, ervoor zorgen dat dergelijke apparaten regelmatig worden gereinigd om het risico van overdracht tot een minimum te beperken

c.

Zorgen voor het bewaren van de fysieke afstand tussen de receptionist en andere personeelsleden en de gasten, idealiter door middel van een scheidingsscherm van kunststof of glas

d.

Zorgen voor het bewaren van de fysieke afstand tussen de gasten, bv. met behulp van merktekens op de vloer

3.

Restaurants, ontbijt- en eetzalen en bars

a.

Ervoor zorgen dat er desinfecterende handgel beschikbaar is en dat er aan de ingang is voorzien in borden die eraan helpen herinneren de handhygiëne toe te passen

b.

Waar mogelijk moet het eten aan de klanten worden geserveerd in plaats van te worden aangeboden als een buffet met zelfbediening. Als het niet mogelijk is het eten aan tafel op te dienen, moeten de hygiënemaatregelen worden aangescherpt en moeten de gasten eraan worden herinnerd handgel te gebruiken bij binnenkomst van het restaurant, bij een bezoek aan het buffet en na zichzelf aan het buffet te hebben bediend

c.

Indien gebruik wordt gemaakt van een zelfbedieningsbuffet, ervoor zorgen dat de fysieke afstand wordt bewaard aan het buffet

d.

Het aantal gasten dat op enig moment in de voorziening aanwezig is, beperken om te zorgen voor het bewaren van de fysieke afstand

e.

Te voorkomen dat zich een rij vormt, of, indien dit niet mogelijk is, ervoor te zorgen dat de fysieke afstand wordt bewaard in de rij, bv. met behulp van merktekens op de vloer

f.

Zorgen voor een fysieke afstand van 2 m tussen de tafels

g.

Zorgen voor voldoende ventilatie overeenkomstig de richtsnoeren voor de ventilatie van restaurants, zowel wat de luchtverversingssnelheid als wat de hoeveelheid aangevoerde buitenlucht per uur betreft

h.

Ervoor zorgen dat de filters van de airconditioning regelmatig worden gereinigd volgens de instructies van de fabrikant

i.

Bij gebruik van door airconditioning behandelde lucht voor ventilatie, het hercirculeren van de lucht zo veel mogelijk beperken

j.

Zorgen voor regelmatige reiniging van frequent aangeraakte oppervlakken met een gebruikelijk reinigingsmiddel

4.

Fitnessruimten

a.

Ervoor zorgen dat er desinfecterende handgel beschikbaar is

b.

Zorgen voor het schoonmaken van de apparatuur, en met name van oppervlakken die worden aangeraakt (zoals handgrepen), na door elke gast te zijn gebruikt, waarbij wordt voorzien in de nodige schoonmaakuitrusting

c.

Zorgen voor het bewaren van de fysieke afstand tussen de gasten

d.

Beperken van de toegang om het bewaren van de fysieke afstand te garanderen

e.

Het gebruik van kleedkamers moet worden vermeden en de gasten moeten worden aangemoedigd zich op hun kamer om te kleden

5.

Spa’s en zwembaden

a.

Ervoor zorgen dat er desinfecterende handgel beschikbaar is en er mogelijkheden zijn om de handen te wassen

b.

Aangezien fysiek contact niet kan worden vermeden tijdens wellnessbehandelingen en het niet mogelijk is de fysieke afstand te bewaren tussen de persoon die de behandeling uitvoert en de gast, moet het gebruik van maskers door de persoon die de behandeling uitvoert en de gast worden aanbevolen

c.

Het gebruik van handgel of het wassen van de handen voor en na elke behandeling wordt aangeraden

d.

Zorgen voor regelmatig onderhoud en het van binnen en buiten reinigen van deze voorzieningen

6.

Buitenvoorzieningen (buitenzwembaden, strand, speeltuinen)

a.

Ervoor zorgen dat er desinfecterende handgel beschikbaar is en er mogelijkheden zijn om de handen te wassen

b.

Zorgen voor het bewaren van een fysieke afstand van 2 meter tussen de tafels, tussen de strandloungesets, tussen de gasten tijdens de verschillende activiteiten en in het zwembad

c.

Gasten die dezelfde kamer delen, mogen ook hun tafels, strandloungesets enz. delen

d.

Zorgen voor regelmatig onderhoud en het van binnen en buiten reinigen van deze voorzieningen

7.

Kinderrecreatieruimten binnen (bv. hotelcrèche )

a.

Aangezien fysieke contacten niet kunnen worden vermeden en het niet mogelijk is de fysieke afstand te bewaren, dient te worden overwogen of dergelijke voorzieningen open moeten blijven

Indien de voorzieningen open blijven:

b.

Het gebruik van maskers door het personeel dat voor de kinderen zorgen, moet worden overwogen

c.

Ervoor zorgen dat er desinfecterende handgel beschikbaar is en er mogelijkheden zijn om de handen te wassen

d.

Het aantal kinderen beperken dat de ruimten op enig moment bezoekt

e.

Zorgen voor regelmatige reiniging van frequent aangeraakte oppervlakken, speelgoed en uitrusting met een gebruikelijk schoonmaakmiddel

8.

Conferentie- en vergaderzalen

a.

Organisatoren van conferenties en vergaderingen moeten de plaatselijke richtsnoeren voor het aantal toegestane deelnemers in acht nemen

b.

Ervoor zorgen dat er handgel beschikbaar is en er mogelijkheden zijn om de handen te wassen

c.

Zorgen voor het bewaren van de fysieke afstand tussen de deelnemers overeenkomstig de richtsnoeren van het ECDC

9.

Toiletten

a.

Zorgen voor de doorlopende beschikbaarheid van zeep en water, en van papieren handdoekjes voor eenmalig gebruik of automatische handdrogers

10.

Liften

a.

Aanbevolen wordt het delen van de lift door personen die geen kamer delen zo veel mogelijk te ontmoedigen om te zorgen voor het bewaren van de fysieke afstand. De liften moeten bij voorrang worden bestemd voor gebruik door personen met een fysieke beperking en door personen die bagage bij zich dragen

b.

Het gebruik van trappen aanmoedigen voor zover mogelijk en praktisch (bv. in laagbouw)

c.

Zorgen voor regelmatige reiniging van frequent aangeraakte oppervlakken (liftpanelen en handgrepen)

d.

Zorgen voor een goede ventilatie van de lift volgens de instructies van de fabrikant en de bouwvoorschriften

11.

Kwetsbare gasten

a.

Kwetsbare gasten moeten worden ontmoedigd deel te nemen aan activiteiten waarbij het bewaren van de fysieke afstand niet altijd kan worden gegarandeerd, in het bijzonder wanneer dergelijke activiteiten plaatsvinden in gesloten ruimten, en zij moeten zeer zorgvuldig de fysieke afstand bewaren en de handhygiëne toepassen. Verstrekking van maaltijden op de kamer moet worden overwogen als mogelijkheid om kwetsbare gasten een nog betere bescherming te bieden

12.

Evenementen ter plaatse

a.

Overwegen evenementen met een groot aantal deelnemers (bv. concerten) te annuleren en te allen tijde de nationale en lokale volksgezondheidsaanbevelingen inzake het toegelaten aantal deelnemers nauwgezet volgen

Documenten met aanvullende informatie:

1.

Infection prevention and control during health care when COVID-19 is suspected: interim guidance. Genève: Wereldgezondheidsorganisatie; 2020

(https://www.who.int/publications-detail/infection-prevention-and-control-during-health-care-when-novel-coronavirus-(ncov)-infection-is-suspected-20200125).

2.

Water, sanitation, hygiene and waste management for COVID-19: Interim guidance https://www.who.int/publications-detail/water-sanitation-hygiene-and-waste-management-for-covid-19.

3.

Global surveillance for COVID-19 caused by human infection with COVID-19 virus: interim guidance. Genève: Wereldgezondheidsorganisatie; 2020 https://www.who.int/emergencies/diseases/novel-coronavirus-2019/technical-guidance/surveillance-and-case-definitions.

4.

Considerations for quarantine of individuals in the context of containment for coronavirus disease (COVID-19): interim guidance. Genève: Wereldgezondheidsorganisatie; 2020 https://www.who.int/publications-detail/considerations-for-quarantine-of-individuals-in-the-context-of-containment-for-coronavirus-disease-(covid-19).

(1)  Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk. COVID-19: richtsnoeren voor op de werkplek [internet]. [geactualiseerd: 20 april 2020; geciteerd: 4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://oshwiki.eu/wiki/COVID-19:_guidance_for_the_workplace#See

(2)  Bourouiba L. Turbulent Gas Clouds and Respiratory Pathogen Emissions: Potential Implications for Reducing Transmission of COVID-19. JAMA. 26 maart 2020.

(3)  Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding. Infection prevention and control in the household management of people with suspected or confirmed coronavirus disease (COVID-19) [internet]. 31 maart 2020 [4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/Home-care-of-COVID-19-patients-2020-03-31.pdf

(4)  Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding. Using face masks in the community. Reducing COVID-19 transmission from potentially asymptomatic or pre-symptomatic people through the use of face masks [internet]. 8 april 2020 [4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/COVID-19-use-face-masks-community.pdf

(5)  Knibbs LD, Morawska L, Bell SC, Grzybowski P. Room ventilation and the risk of airborne infection transmission in 3 health care settings within a large teaching hospital. Am J Infect Control. december 2011;39(10):866-72.

(6)  Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding. Using face masks in the community. Reducing COVID-19 transmission from potentially asymptomatic or pre-symptomatic people through the use of face masks [internet]. 8 april 2020 [4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/COVID-19-use-face-masks-community.pdf

Knibbs LD, Morawska L, Bell SC, Grzybowski P. Room ventilation and the risk of airborne infection transmission in 3 health care settings within a large teaching hospital. Am J Infect Control. december 2011;39(10):866-72.

Lu J, Gu J, Li K, Xu C, Su W, Lai Z, et al. COVID-19 Outbreak Associated with Air Conditioning in Restaurant, Guangzhou, China, 2020. Emerg Infect Dis. 2 april 2020;26(7).

(7)  Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Natural Ventilation for Infection Control in Health-Care Settings [internet]. 2009 [geactualiseerd: 4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/44167/9789241547857_eng.pdf?sequence=1

REHVA (federatie van Europese verenigingen op het gebied van verwarming, ventilatie en klimaatregeling). How to operate and use building services in order to prevent the spread of the coronavirus disease (COVID-19) virus (SARS-CoV-2) in workplaces [internet]. [geactualiseerd: 17 maart 2020; geciteerd: 4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://www.rehva.eu/fileadmin/user_upload/REHVA_covid_guidance_document_2020-03-17_final.pdf

(8)  Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC). Disinfection of environments in healthcare and nonhealthcare settings potentially contaminated with SARS-CoV-2. Stockholm: ECDC; 2020 [26 april 2020]. Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/en/publications-data/disinfection-environments-covid-19#no-link

(9)  Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Natural Ventilation for Infection Control in Health-Care Settings [internet]. 2009 [geactualiseerd: 4 mei 2020]. Beschikbaar op: https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/44167/9789241547857_eng.pdf?sequence=1

(10)  Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC). Contact tracing: Public health management of persons, including healthcare workers, having had contact with COVID-19 cases in the European Union - second update Stockholm: ECDC; [27 april 2020]. Beschikbaar op: https://www.ecdc.europa.eu/en/covid-19-contact-tracing-public-health-management


15.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/17


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Richtsnoeren betreffende het geleidelijke herstel van het vervoer en de connectiviteit – COVID-19

(2020/C 169/02)

I.   Inleiding

1.

De uitbraak van COVID-19 heeft een grote impact op het vervoer en de connectiviteit in de EU. De maatregelen om de uitbraak in te dammen hebben de vervoersactiviteit drastisch doen dalen, met name in het passagiersvervoer (1). Mede dankzij de collectieve inspanningen van de EU om ervoor te zorgen dat het goederenvervoer blijft functioneren, is het goederenvervoer minder zwaar getroffen, hoewel de terugval van de economische activiteit en de onderbreking van de bevoorradingsketens ook voor een daling hebben gezorgd.

2.

De Commissie heeft een leidraad voor de beperking van niet-essentiële reizen naar de EU (2) opgesteld en specifieke maatregelen genomen op het gebied van vervoer, o.a. richtsnoeren voor grensbeheersmaatregelen (3), de invoering van green lanes voor het goederenvervoer (4), maatregelen om de luchtvrachtactiviteiten (5) te faciliteren en richtsnoeren betreffende zeevarenden, passagiers en andere personen aan boord van schepen (6). De Commissie heeft richtsnoeren gegeven over de beste manier om werknemers en passagiers te beschermen en tegelijkertijd het goederenvervoer te handhaven.

3.

Zolang de beperkingen op het verkeer van personen van kracht zijn en de kans reëel blijft dat ook het goederenvervoer daar de gevolgen van ondervindt, worden de maatregelen en aanbevelingen inzake het vrije verkeer van goederen en werknemers die een cruciaal beroep uitoefenen (7) alsmede inzake de doorreis en repatriëring van passagiers en bemanningsleden consequent en op gecoördineerde wijze door alle lidstaten toegepast. De lidstaten moeten gebruik blijven maken van het door de Commissie gecoördineerde netwerk van nationale COVID-19-contactpunten voor vervoer.

4.

Aangezien de situatie op het gebied van de volksgezondheid begint te verbeteren, is het belangrijk het vervoersaanbod en de connectiviteit geleidelijk te herstellen binnen de grenzen van de epidemiologische omstandigheden. Beide zijn immers cruciaal voor de EU- en wereldeconomie, en voor belangrijke delen van het dagelijks leven van de Europese burgers.

5.

Op 15 april 2020 heeft de Europese Commissie, in samenwerking met de voorzitter van de Europese Raad, een gezamenlijk Europees stappenplan (8) met aanbevelingen voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 voorgesteld. In het gezamenlijk Europees stappenplan werd aangekondigd dat de Commissie ook “meer gedetailleerde richtsnoeren [zou] opstellen over de manier waarop de vervoerdiensten, de connectiviteit en het vrije verkeer geleidelijk kunnen worden hersteld zodra de gezondheidssituatie dit toelaat, mede met het oog op de planning van reizen tijdens de zomervakantie”.

6.

De gezondheid van de burgers, waaronder werknemers in het vervoer en passagiers, blijft de eerste prioriteit. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals ouderen en mensen met onderliggende medische aandoeningen, met volledige eerbiediging van hun privacy. De versoepeling van de reis- en operationele beperkingen moet daarom geleidelijk gebeuren om de gezondheid te beschermen en ervoor te zorgen dat de vervoerssystemen en -diensten en andere gerelateerde systemen (bv. controles aan de buitengrenzen) kunnen worden aangepast aan hogere passagiers- en goederenvolumes. Dit moet ondersteund worden door permanent geactualiseerde communicatiecampagnes zodat reizigers met volledige kennis van de situatie kunnen plannen en handelen en zich bewust zijn van hun individuele verantwoordelijkheid voor het volgen van de gezondheidsaanbevelingen tijdens het reizen.

7.

Het geleidelijk herstel van vervoersdiensten en de connectiviteit zal volledig afhangen van het beleid inzake reisbeperkingen, van epidemiologische beoordelingen en van het medisch advies van deskundigen inzake de noodzakelijke gezondheids- en sanitaire beschermings- en voorzorgsmaatregelen. Deze EU-richtsnoeren voor het herstel van het vervoer en de connectiviteit doen derhalve geen afbreuk aan die beleidslijnen; zij moeten daarop worden afgestemd en op coherente wijze worden uitgevoerd in het kader van het gezamenlijk Europees stappenplan.

8.

Zij bieden een gemeenschappelijk kader voor ondersteuning van autoriteiten, belanghebbenden, sociale partners en ondernemingen in de vervoerssector tijdens het geleidelijke herstel van de connectiviteit. De richtsnoeren bestaan uit algemene beginselen voor alle vervoersdiensten en specifieke aanbevelingen, die vanuit praktisch en realistisch oogpunt zijn afgestemd op de specifieke kenmerken van de verschillende vervoerswijzen. Zij zijn bedoeld als leidraad voor het geleidelijke herstel van de vervoersdiensten, de connectiviteit en het vrij verkeer zodra de gezondheidssituatie dat toelaat en met oog voor de bescherming van de gezondheid van werknemers en passagiers. Zij moeten worden toegepast voor vervoer binnen en tussen de lidstaten. Gezien de grensoverschrijdende aard van vervoer moeten deze richtsnoeren ook op adequate wijze worden toegepast op vervoersdiensten tussen lidstaten en niet-EU-landen, zodra de epidemiologische situatie dat mogelijk maakt.

9.

De uitbraak van COVID-19 treft de hele EU, maar de impact verschilt van lidstaat tot lidstaat en tussen regio's en gebieden. De lidstaten en de instellingen en agentschappen van de EU moeten nauw samenwerken om de connectiviteit in de hele EU te herstellen op een manier die voor alle betrokkenen veilig is en om het vertrouwen van het publiek in het vervoer te herstellen. Net als voor elke andere activiteit, is een volledig risicoloze omgeving voor reizen niet haalbaar, maar de risico’s moeten gedurende de hele duur van de uitbraak zoveel mogelijk worden beperkt. Totdat er een doeltreffend vaccin is ontwikkeld en op grote schaal beschikbaar is, blijft er een risico bestaan op een tweede golf van infecties of clusters van uitbraken. Daarom moeten er adequate plannen voor de eventuele herinvoering van maatregelen worden vastgesteld.

10.

Gezien de wereldwijde omvang van de uitbraak van COVID-19 en het internationale karakter van vervoersdiensten, is een kader voor wederzijdse aanvaarding van de situatie op het gebied van de volksgezondheid en van de bestaande maatregelen tussen landen, regio’s en gebieden, ook tussen de lidstaten onderling en tussen de EU en derde landen, onontbeerlijk voor een geleidelijk, tijdig en veilig herstel van de Europese en mondiale vervoersystemen. In deze context moeten de bevoegde autoriteiten in de EU zoveel mogelijk samenwerken met derde landen en sectorale internationale organisaties (9). Maatregelen moeten, wat hun doelstellingen en effecten betreft, daarom zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd en als gelijkwaardig worden aanvaard.

11.

Zoals vermeld in het gezamenlijk Europees stappenplan, zijn deze richtsnoeren ook relevant met het oog op het zomervakantieseizoen en de planning van reizen in die context. Toerisme is een belangrijke sector van de Europese economie en is inherent gekoppeld aan vervoer en reizen. De beschikbaarheid van personenvervoersdiensten is daarbij een fundamentele voorwaarde. Daarom is het tijdig herstellen van een adequate connectiviteit van cruciaal belang voor een geleidelijk herstel van het toerisme.

II.   Beginselen voor een veilig en geleidelijk herstel van het personenvervoer

a)   Algemene beginselen voor het herstellen van de connectiviteit

12.

Het geleidelijke herstel van alle soorten vervoer verdient prioriteit, onder voorbehoud van de effectieve invoering van evenredige en doeltreffende maatregelen om de gezondheid van werknemers en passagiers in de vervoerssector te beschermen. Die maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de algemene criteria, beginselen en aanbevelingen van het gezamenlijk Europees stappenplan, in het bijzonder in verband met de epidemiologische situatie en het beleid inzake grenscontroles en de reis- en mobiliteitsbeperkingen.

13.

De looptijd en het toepassingsgebied van maatregelen die het vervoer kunnen beperken, alsmede van gezondheidsgerichte beschermings- en preventiemaatregelen, moeten derhalve beperkt blijven tot wat nodig is om de volksgezondheid te beschermen. Alle maatregelen moeten niet alleen evenredig maar ook transparant, niet discriminerend , relevant en modusspecifiek zijn, naar behoren worden gemotiveerd en ze mogen de concurrentie op de interne markt niet verstoren. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de maatregelen in overeenstemming zijn met de staatssteunregels en alle andere elementen van het EU-recht.

14.

De maatregelen moeten voortdurend worden gemonitord zodat ze, in voorkomend geval, kunnen worden geëvalueerd en aangepast, rekening houdend met alle relevante kennis en overwegingen, om evenredig te blijven met het niveau dat op een bepaald moment vereist is in het licht van de volksgezondheidstoestand. Naarmate nieuwe en efficiëntere oplossingen beschikbaar komen, moet de invoering daarvan prioriteit krijgen, zodat minder efficiënte of meer belastende maatregelen kunnen worden opgeheven. Het beginsel van de kosteneffectiviteit moet in acht worden genomen. Als er verschillende opties beschikbaar zijn om vergelijkbare effecten te bereiken op het gebied van de gezondheid van werknemers en passagiers in de vervoersector moet de voorkeur worden gegeven aan de goedkoopste optie.

15.

Om de volledige werking van de interne markt, de grensoverschrijdende verlening van vervoersdiensten, de volledige doeltreffendheid van gezondheidsmaatregelen en het vertrouwen van het publiek te beschermen en te herstellen, moeten de lidstaten op een gecoördineerde wijze handelen en samenwerken. De lidstaten moeten beslissingen over de eventuele opheffing van de COVID-19-gerelateerde reisbeperkingen nemen op basis van de richtsnoeren van de Commissie van 13 mei 2020 inzake de binnengrenzen (10). Zij moeten aan de Commissie en aan alle lidstaten worden meegedeeld. De Commissie is bereid de opheffing van de beperkingen en het herstel van het vervoer te coördineren via het netwerk van nationale contactpunten.

16.

Dit vereist ook coördinatie met de buurlanden van de Unie en met verderaf gelegen landen. De coördinatiekanalen zijn al uitgebreid, bijvoorbeeld in de Westelijke Balkan, met de respectieve nationale autoriteiten die nauw samenwerken met het EU-netwerk van nationale vervoerscontactpunten. De gedeelde doelstelling is de beschikbaarheid van vervoersdiensten en connectiviteit te waarborgen.

17.

Overeenkomstig de hierboven genoemde beginselen dat maatregelen evenredig en modusspecifiek moeten zijn, moet worden gekozen voor veilige mobiliteitsopties in plaats van algemene verbodsmaatregelen die tot de verlamming van het vervoer in de EU leiden. Een voorbeeld is een intensievere en frequentere reiniging, ontsmetting en passende ventilatie van vervoersknooppunten en voertuigen (11), in plaats van de betrokken vervoersdiensten volledig te verbieden. Die aanpak moet het mogelijk maken te focussen op de oorzaken van risico's en tegelijk een geleidelijke heropstart van de reguliere economie en dagelijkse activiteiten mogelijk maken. Nauwe samenwerking tussen gezondheids- en vervoersautoriteiten en belangrijke actoren zal daarvoor cruciaal zijn.

18.

Het goederenvervoer moet gevrijwaard blijven om ervoor te zorgen dat de bevoorradingsketens blijven functioneren. In het gezamenlijk Europees stappenplan wordt gesteld dat de inspanningen “in de overgangsfase moeten [...] worden opgevoerd om het goederenverkeer onbelemmerd te laten verlopen en de bevoorradingsketens te waarborgen”. Vertrekkende van de huidige maximumtermijn van 15 minuten om via een green lane een binnengrens te overschrijden, moeten de controles geleidelijk worden versoepeld, via de gevestigde coördinatiekanalen zoals de nationale COVID-19-contactpunten voor vervoer en de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (IPCR), teneinde alle goederenvoertuigen en goederen uiteindelijk op dezelfde manier over de grenzen heen te laten circuleren als vóór de COVID-19-beperkingen. Naarmate het verkeer herneemt, verdient de rol van multimodale knooppunten, zoals havens of containerterminals, bij het ondersteunen van de green lanes bijzondere aandacht. Alle vervoerswijzen, met inbegrip van de binnenvaart en het goederenvervoer per spoor, moeten optimaal worden benut om de goede werking van de bevoorradingsketens te garanderen. Het vrije en onbeperkte verkeer van essentiële vervoerswerknemers moet worden gewaarborgd, desgevallend door hen op vervoersknooppunten voorrang te verlenen. Tijdens de geleidelijke overgang, en na de aanbevelingen van de volksgezondheidsinstanties, moeten de gezondheidscontroles geleidelijk worden teruggeschroefd, moet systematische quarantaine (ongeacht de aanwezigheid van symptomen of eventuele testresultaten) worden geschrapt, moet het escorteren van voertuigen worden opgeheven, kunnen rijverboden opnieuw worden ingevoerd als de doorstroming van het verkeer dat toelaat en moeten afwijkingen van de rij- en rusttijden na eind mei 2020 verder worden geharmoniseerd en beperkt tot wat strikt noodzakelijk is voor de geleidelijke herinvoering van uniforme en gemakkelijk afdwingbare EU-regels.

19.

Zodra de volksgezondheidstoestand dat toelaat, moeten de beperkingen op het individueel vervoer (bijvoorbeeld met auto’s of (motor)fietsen) worden opgeheven . De versoepeling van de beperkingen maakt het mogelijk de mobiliteit op lokaal en regionaal niveau op korte termijn te herstellen (waardoor mensen op plaatselijk niveau of binnen een lidstaat bijvoorbeeld sneller en verder kunnen reizen). De opheffing van die beperkingen om het individueel vervoer te vergemakkelijken, moet worden afgestemd op de door elke lidstaat verplichte of aanbevolen preventie- en afstandsmaatregelen.

20.

Tegelijkertijd moet de beschikbaarheid van veilig collectief vervoer, in overeenstemming met de geleidelijke opheffing van de lockdown, worden versterkt om alle burgers mobiliteitsalternatieven te bieden. Dit moet worden uitgerold en gecommuniceerd op een manier die helpt om het vertrouwen van passagiers in het veilige gebruik van collectief vervoer te versterken.

21.

Er moet worden gewaarborgd dat vervoerders en dienstverleners die op eenzelfde route gelijkwaardige diensten aanbieden, aan gelijkwaardige maatregelen worden onderworpen. Het doel moet zijn passagiers hetzelfde niveau van veiligheid, duidelijkheid en voorspelbaarheid te bieden, discriminatie te vermijden en de eerlijke concurrentie te handhaven.

22.

Om er bij alle vervoerswijzen voor te zorgen dat bij vertrek en aankomst vergelijkbare maatregelen gelden, en te vermijden dat reizen te omslachtig of zelfs onmogelijk wordt, is het van cruciaal belang dat gelijkwaardige maatregelen, die gebaseerd zijn op gedeelde beginselen en die elk op passende wijze de relevante gezondheidsrisico’s beperken, wederzijds op de plaats van vertrek en van aankomst worden aanvaard. Coördinatie tussen de lidstaten en met derde landen moet daarbij helpen.

23.

Om een goed geïnformeerde routeplanning mogelijk te maken, kunnen vervoerders en dienstverleners informatie beschikbaar stellen over de gemiddelde bezettingsgraad voor bepaalde verbindingen of tijdstippen. Dat zal met name van belang zijn voor vervoersdiensten zonder reserveringsplicht en voor lokaal openbaar vervoer. Dergelijke informatie kan online of via specifieke mobiele applicaties beschikbaar worden gesteld.

24.

Verschillende lidstaten, regio’s en steden denken inmiddels na over maatregelen om de mobiliteit in de stad anders te organiseren, bijvoorbeeld door de verbreding van voet- en fietspaden, het aanpassen van dienstregelingen en innovatieve technologieën voor het beheer van passagiersstromen om grote drukte te vermijden. De Commissie stimuleert en ondersteunt de ontwikkeling en uitrol van nieuwe oplossingen en maatregelen voor stedelijke mobiliteit om de actieve, collectieve en gedeelde mobiliteit op een veilige manier te faciliteren en het vertrouwen van de burgers te waarborgen.

25.

Indien nodig moeten duidelijke regels inzake de rechten en plichten van vervoerders en dienstverleners gelden, bijvoorbeeld als exploitanten verantwoordelijk zijn voor het garanderen van een veilige afstand of voor het weigeren van de toegang tot een vervoersknooppunt of voertuig aan passagiers die geen masker dragen of als het maximumaantal passagiers is overschreden, moet er een duidelijk rechtskader worden vastgesteld dat hen die bevoegdheid verleent.

b)   Bescherming van vervoerswerknemers

26.

De werknemers van alle vervoerswijzen hebben, zelfs met een verhoogd risico voor hun persoonlijke gezondheid en welzijn, tijdens de crisis een vitale rol gespeeld bij de levering van goederen, de ondersteuning van de bevoorradingsketens, de repatriëring van EU-burgers en het vervoer van werknemers die een cruciale functie uitoefenen. Vervoersknooppunten, dienstverleners en exploitanten moeten de beginselen van bedrijfscontinuïteit toepassen om, in overleg met de sociale partners, de veiligheid van de activiteiten te allen tijde te waarborgen. Dit betekent ook dat werknemers in het vervoer naar behoren moeten worden geraadpleegd, uitgerust, opgeleid en getraind voor het uitvoeren van hun taken, waarbij de risico’s voor hun gezondheid, die van hun gezinnen en die van hun collega’s en passagiers tot een minimum worden beperkt. Dit behelst bijvoorbeeld een correct gebruik van beschermingsmiddelen, het handhaven van de hygiëne, onnodige contacten met anderen tot een minimum beperken en, voor zover haalbaar, manieren om mogelijke infecties op te sporen.

27.

Werknemers in het vervoer die vanwege de aard van hun werk veel interactie met anderen moeten hebben (bijvoorbeeld vliegend personeel, beveiligingspersoneel en veiligheidsinspecteurs in luchthavens en havens, conducteurs, bestelwagen- en buschauffeurs, bemanningsleden van passagiersschepen, zeeloodsen, scheepsbemanningen, scheepspiloten, personeel dat bijstand verleent aan passagiers, m.i.v. personen met een handicap en beperkte mobiliteit), moeten van hun werkgevers passende persoonlijke beschermingsmiddelen krijgen, zoals hieronder uiteengezet. Die uitrusting moet regelmatig worden vervangen en op een veilige manier worden bewaard. Het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk heeft voor werkgevers algemene richtsnoeren over de terugkeer naar de werkplek na COVID-19 gepubliceerd. Die bevatten nuttige informatie over specifieke sectoren, waaronder vervoer (12).

c)   Bescherming van passagiers

28.

Voor alle vormen van collectief personenvervoer moeten redelijke maatregelen worden genomen om het contact tussen werknemers en passagiers, alsmede tussen passagiers onderling, te beperken. Indien mogelijk en zolang de algemene gezondheidstoestand dit vereist, moet ervoor gezorgd worden dat passagiers op veilige afstand van elkaar blijven. Er moeten ook andere maatregelen worden genomen om het risico op infecties te verminderen, zoals:

a.

het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (maskers, handschoenen, enz.) door de werknemers in het vervoer;

b.

de beperking, waar mogelijk, van het aantal passagiers in collectieve vervoermiddelen en wachtruimten (voor de exploitatie van vervoer met een lagere capaciteit mag steun worden verleend om de levensvatbaarheid te behouden, bijvoorbeeld middels tijdelijke openbare dienstverplichtingen overeenkomstig de toepasselijke EU-regels (13));

c.

behouden of plaatsen van beschermende afscheidingen in knooppunten en voertuigen (bijvoorbeeld rond bestuurders, loketten of bij controles);

d.

aanleggen van speciale rijstroken of de scheiding van de verschillende passagiersstromen in knooppunten (d.w.z. havens, luchthavens, treinstations, bushaltes, aanlegplaatsen voor veerboten, stedelijke OV-knooppunten, enz.);

e.

op knooppunten moeten faciliteiten die veel mensen aantrekken (bv. banken, tafels) worden verwijderd of herschikt om een veilige afstand te waarborgen;

f.

duidelijk weergeven van de geldende gedragsregels (bv. vaak de handen wassen of ontsmetten, voldoende afstand houden) en van de specifieke maatregelen op een specifiek knooppunt of in een bepaalde vervoerswijze;

g.

passende maatregelen bij het in- en uitstappen van passagiers en bij veiligheidscontroles (bv. niet langs de voordeur in of uit de bus stappen, het systematisch openen van de deuren aan haltes, het ontsmetten van de dienbladen) en andere maatregelen die helpen om het contact tot een minimum te beperken (bv. op korte veerdiensten kan worden toegestaan in de auto of de vrachtwagen te blijven als de algemene veiligheid voldoende gewaarborgd is);

h.

vervoer van senioren en personen met een handicap en beperkte mobiliteit moet prioriteit krijgen. Vervoerswerknemers die, overeenkomstig de EU-regels inzake passagiersrechten, bijstand verlenen aan senioren en personen met een handicap of beperkte mobiliteit, moeten over de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen beschikken.

29.

In vervoersknooppunten en voertuigen die voor collectief vervoer worden gebruikt moeten passagiers een masker dragen, met name als het bewaren van een veilige afstand niet te allen tijde haalbaar is (14). Toegankelijk informatiemateriaal voor passagiers over veilig gedrag (afstand houden, handen wassen, enz.) moet duidelijk zichtbaar worden weergegeven. Er moeten protocollen voor het beheer van mogelijke infecties in deze faciliteiten worden opgesteld en deze moeten duidelijk worden meegedeeld aan de werknemers in het vervoer en vlot toegankelijk zijn voor de passagiers.

30.

Wanneer het moeilijker is om de nodige fysieke afstand te waarborgen, moeten aanvullende maatregelen worden ingevoerd om een gelijkwaardig beschermingsniveau te waarborgen. Als er verschillende alternatieven bestaan om een bestemming te bereiken, moet de voorkeur worden gegeven aan opties waarbij een veilige afstand correct kan worden gewaarborgd, overeenkomstig de aanbevelingen van de volksgezondheidsautoriteiten.

31.

Het terugdringen van het risico op infecties op vervoersknooppunten en in alle vervoerswijzen moet een prioriteit zijn. In alle vervoerswijzen moet worden gezorgd voor een intensievere en regelmatige reiniging en ontsmetting van vervoersknooppunten en voertuigen. In vervoersknooppunten en voertuigen moet reinigende/ontsmettende gel beschikbaar zijn.

32.

In vervoersknooppunten moeten faciliteiten worden voorzien en protocollen worden toegepast om personen die vermoedelijk met COVID-19 zijn besmet onmiddellijk te isoleren tot verdere passende maatregelen kunnen worden genomen. Daartoe moeten specifieke veilige zones worden ingericht en moet specifiek en daartoe opgeleid personeel met adequate beschermingsmiddelen worden ingezet. De bestaande medische voorzieningen en personeelsbezetting (bijvoorbeeld op luchthavens, in havens of aan boord van schepen) moeten worden versterkt om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende verkeersvolumes als de beperkingen worden opgeheven.

33.

Er moet bij voorkeur worden gewerkt met elektronische verkoop van vervoersbewijzen en zitplaatsreservering vooraf om concentraties van groepen reizigers op specifieke plaatsen te vermijden (bv. bij ticketautomaten of loketten) en om het toegestane aantal passagiers beter te beheersen. De verkoop van tickets moet wel mogelijk blijven voor personen die geen toegang hebben tot elektronische middelen of die niet in staat zijn die middelen te gebruiken. Voor zover mogelijk moet de voorkeur worden gegeven aan een contactloze omgeving.

34.

De verkoop van andere goederen, met inbegrip van levensmiddelen en dranken, in de voertuigen kan worden beperkt. Om het risico op infecties te verkleinen, moeten exploitanten van verkooppunten die in vervoersknooppunten zijn gevestigd, zoals belastingvrije winkels, passende maatregelen nemen. Het gaat bijvoorbeeld om: het beheer van de passagiersstromen om de veilige afstand te waarborgen (met markeringen op de vloer, een aangepaste winkelindeling of, indien nodig, een beperking van het aantal klanten); regelmatige schoonmaak en ontsmetting van de ruimtes, uitrusting en goederen; de plaatsing van scheidingswanden tussen klanten en het personeel bij de kassa; in verkooppunten voldoende plaatsen voorzien om de handen te ontsmetten en het gebruik daarvan bij het binnen- en buitengaan verplichten; het verstrekken van duidelijk zichtbare informatie voor klanten over veilig gedrag; ervoor zorgen dat het personeel van de detailhandel op passende wijze wordt opgeleid en uitgerust om klanten en goederen te behandelen overeenkomstig de door de gezondheidsautoriteiten verstrekte richtsnoeren inzake veilig gedrag tijdens de uitbraak van COVID-19.

35.

Naast andere maatregelen om het risico op infecties te beperken, kunnen het opsporen en waarschuwen van contacten, bijvoorbeeld met behulp van mobiele apps, door passagiers op vrijwillige basis worden gebruikt om de infectieketens op te sporen en te onderbreken en het risico op verdere overdracht te beperken zolang het risico op overdracht bestaat. Het gebruik van apps voor contacttracering mag niet als voorwaarde voor de toegang tot vervoersdiensten worden opgelegd. Gezien de grensoverschrijdende aard van vervoer is het van belang de interoperabiliteit en wederzijdse aanvaarding van dergelijke maatregelen te waarborgen. Als dergelijke apps worden ingevoerd, moet de opsporing van contacten om de uitbraak van COVID-19 in te dammen strikt worden beperkt overeenkomstig de gemeenschappelijk EU-toolbox van het e-gezondheidsnetwerk op het gebied van mobiele apps ter ondersteuning van de opsporing van contacten in de strijd van de EU tegen COVID-19 (15), de richtsnoeren van de Commissie betreffende apps (16) en de richtsnoeren van het Europees Comité voor gegevensbescherming (17), waarbij een maximale bescherming van persoonsgegevens wordt gewaarborgd.

36.

Vervoerders en dienstverleners moeten specifieke protocollen vaststellen voor het geval een passagier tijdens of onmiddellijk na de reis of in een vervoersknooppunt ziek wordt of COVID-19-symptomen vertoont. Die protocollen moeten voorzien in duidelijk afgebakende veilige gebieden voor passagiers die symptomen vertonen, maatregelen om de blootstelling van andere passagiers en werknemers zoveel mogelijk te beperken, het verzamelen en analyseren van alle relevante informatie over contacten met andere passagiers en werknemers in het vervoer enz. Voor passagiers met een reservering, moet daarbij ook in de mogelijkheid worden voorzien om medepassagiers die in hun nabijheid zijn geweest te identificeren en te waarschuwen.

d)   De toekomst

37.

Zolang er geen vaccin is, kunnen het vervoer en de connectiviteit alleen op een normaal niveau worden teruggebracht door een flexibele combinatie van een intensiever gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen, passende en veilige ventilatie waarbij zo mogelijk buitenlucht wordt gebruikt en binnenluchtcirculatie wordt vermeden, meer capaciteit voor vrijwillig contactonderzoek en meer ontsmettingsfaciliteiten.

38.

Op middellange en lange termijn wordt aanbevolen om alle buitengewone maatregelen die tijdens de uitbraak van COVID-19 zijn genomen, onafgebroken op te volgen, te beoordelen en tijdig te heroverwegen, tenzij de epidemiologische situatie vereist dat die maatregelen worden verlengd of als ze een gunstig effect hebben op vervoersystemen en de efficiëntie van het vervoer.

39.

De toepassing en de versoepeling van indammingsmaatregelen en het geleidelijke herstel van het vervoer en de connectiviteit mogen er niet toe leiden dat het hoge niveau van de EU-normen inzake veiligheid en beveiliging van het vervoer, met inbegrip van de gezondheid en veiligheid van werknemers in het vervoer, wordt verlaagd, zelfs niet tijdelijk. Wij moeten vermijden dat problemen met de veiligheid en de beveiliging van het vervoer nog eens bovenop de problemen door de COVID-19-uitbraak komen.

III.   Praktische richtsnoeren voor specifieke maatregelen om veilig personenvervoer voor alle vervoerswijzen te waarborgen in het kader van de COVID-19-uitbraak

a)   Horizontale aanbevelingen

40.

Tijdens de afbouw van de COVID-19-maatregelen en het daaropvolgende herstel moeten de bovengenoemde beginselen dienen als leidraad voor de algemene, geleidelijke hervatting en uitbreiding van het personenvervoer in de hele EU en voor alle vervoerswijzen. Die gemeenschappelijke beginselen moeten de wederzijdse aanvaarding van ingevoerde maatregelen bevorderen, niet alleen in de EU maar ook ten opzichte van derde landen, om vervoersdiensten op een doeltreffende wijze te kunnen voortzetten. Zoals in het vorige deel is vermeld, moeten bepaalde beginselen en maatregelen voor alle vervoerswijzen worden toegepast op vervoersknooppunten en voertuigen, aangepast aan de specifieke omstandigheden en behoeften en de haalbaarheid.

41.

Die horizontale maatregelen omvatten met name het volgende:

a.

ten minste tijdens de eerste versoepeling van de beperkende maatregelen is het misschien noodzakelijk om het aantal passagiers aan boord van voertuigen voor bepaalde vervoerswijzen te beperken, zodat de toepasselijke voorschriften inzake fysieke afstand op passende wijze kunnen worden nageleefd;

b.

het vrijwillige gebruik van contacttraceringsapps moet worden beschouwd als een extra middel om risico’s te beperken;

c.

werknemers in het vervoer moeten zijn uitgerust met persoonlijke beschermingsmiddelen en moeten, indien mogelijk, van de passagiers worden afgescheiden door een scherm;

d.

knooppunten en voertuigen moeten vaker worden schoongemaakt en gedesinfecteerd, en afval moet vaker worden opgehaald;

e.

er moeten systematisch handgelautomaten worden geplaatst en het gebruik ervan moet zoveel mogelijk worden verplicht;

f.

de lucht moet intensiever worden ververst en gezuiverd. Indien mogelijk, moet in de eerste plaats worden gekozen voor natuurlijke luchtaanvoer;

g.

passagiers moeten gezichtsmakers dragen, vooral als de afstandsvoorschriften niet altijd ten volle kunnen worden nageleefd;

h.

tickets en informatie moeten elektronisch en automatisch worden verstrekt. De elektronische voorverkoop van tickets en procedures voor vooraf inchecken, reserveren en aanmelden, moeten sterk worden gestimuleerd en prioriteit krijgen;

i.

het inchecken en laden en lossen van bagage moet zodanig worden georganiseerd dat te grote aantallen passagiers worden vermeden;

j.

het bestellen van diensten en maaltijden aan boord moet, indien mogelijk, eenvoudig kunnen gebeuren op het moment van de boeking zelf om contact tussen het personeel en de passagiers te beperken;

k.

begrijpelijke informatie over procedures voor veilig gedrag en over de verplichte beschermende uitrusting voor passagiers moet duidelijk zichtbaar worden aangebracht in knooppunten en voertuigen en moet vóór elke reis ter beschikking worden gesteld.

42.

Exploitanten, dienstverleners en organisaties van belanghebbenden moeten elk voor hun eigen vervoerswijze specifieke maatregelen opstellen en invoeren. Die maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de algemene en vervoerspecifieke beginselen en aanbevelingen in deze richtsnoeren. Ze moeten voortdurend worden geëvalueerd en zo nodig worden aangepast om de gezondheid van werknemers en passagiers doeltreffend te beschermen.

43.

Voorts moeten voor elke vervoerswijze de volgende specifieke maatregelen worden ingevoerd en toegepast:

b)   Luchtvaart

44.

De luchtvaartsector heeft veel ervaring met risicobeheer op het vlak van veiligheid en beveiliging en is het gewend om in een zeer gecontroleerde omgeving te opereren. Om uit deze crisis te geraken, moeten passagiers opnieuw vertrouwen krijgen in de luchtvaart als een veilige manier van reizen. Het is van essentieel belang dat belanghebbenden in de luchtvaart en de gezondheidszorg op grote schaal communiceren over de getroffen maatregelen en hoe die maatregelen de risico’s beperken. De luchtvaartsector moet garanderen dat de maatregelen te allen tijde goed zichtbaar zijn, in overleg worden genomen en aan de passagiers worden meegedeeld.

45.

Om het risico op de verspreiding van COVID-19 te beperken, moeten dezelfde beginselen worden toegepast als voor het beheer van veiligheids- en beveiligingsrisico’s, zoals toezicht op de naleving van de maatregelen, regelmatige evaluatie van de doeltreffendheid ervan en aanpassing van de maatregelen aan gewijzigde behoeften en verbeterde methoden en technologieën. Daarbij moet echter rekening worden gehouden met het feit dat luchthavens en luchtvaartmaatschappijen niet bevoegd zijn om gezondheidsdiensten te verstrekken, zoals het nemen van besluiten over medische onderzoeken van passagiers; dat moet door de bevoegde instanties gebeuren.

46.

Om te waarborgen dat bij vertrek en aankomst soortgelijke maatregelen worden genomen en aldus te vermijden dat reizen te omslachtig of zelfs onmogelijk wordt, is het van cruciaal belang dat op de plaats van vertrek en aankomst wederzijds gelijkwaardige maatregelen worden aanvaard, die op gemeenschappelijke beginselen zijn gebaseerd en die elk op gepaste wijze de gezondheidsrisico’s beperken. Om dit te vergemakkelijken, is het nuttig concrete criteria voor een internationaal erkende aanpak op te stellen. De toepassing van gelijkwaardige normen en de wederzijdse aanvaarding van maatregelen kunnen een belangrijke stimulans voor de luchtvaart betekenen, zowel in de EU als op wereldvlak. Het is daarom van essentieel belang dat nauw wordt samengewerkt met derde landen en internationale partners, waaronder de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO).

47.

In samenwerking met de Commissie, het Europees Centrum voor ziektepreventie en ‐bestrijding (ECDC) en de bevoegde instanties zal het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) in de komende weken technische operationele richtsnoeren opstellen om een gecoördineerde aanpak te vergemakkelijken en de nationale luchtvaartautoriteiten, luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en andere belanghebbenden in de sector bij te staan. In die technische operationele richtsnoeren zal rekening worden gehouden met de beginselen inzake veiligheidsbeheer die zijn ontwikkeld om de veiligheid van het Europese luchtvaartsysteem te waarborgen en zal een basisprotocol voor de bescherming van de gezondheid in de luchtvaart worden opgenomen, dat zal worden voorgesteld voor gebruik in de hele EU.

48.

Dat protocol moet de volgende maatregelen omvatten:

a.

ventilatie, luchtzuivering van ziekenhuiskwaliteit en verticale luchtstroom opvoeren;

b.

het besmettingsrisico tijdens het verloop van de reis beperken (bv. samenscholingen van passagiers vermijden, contact aan boord beperken, de beste manier voor de toewijzing van stoelen onderzoeken, rekening houdend met technische beperkingen, en prioriteit geven aan elektronische documenten en betaalmiddelen);

c.

bewegingen in de cabine beperken (bv. minder handbagage, minder contact met de bemanning);

d.

passagiersstromen adequaat beheren (bv. aanraden om vroegtijdig in de luchthaven aan te komen; prioriteit geven aan elektronische check-in of check-in door de passagier zelf; voldoende onderlinge afstand verzekeren en contacten zoveel mogelijk beperken bij het inchecken van bagage, veiligheidscontroles, grenscontroles, het instappen en het afhalen van bagage); vóór de reis begrijpelijke informatie over luchthavenprocessen verstrekken aan passagiers.

49.

In de aangekondigde technische operationele richtsnoeren van het EASA en het ECDC zullen, in nauwe coördinatie met de nationale bevoegde instanties, aanvullende risicobeperkende maatregelen worden gespecificeerd met het oog op de coherente invoering van maatregelen voor de exploitatie van vluchten in de hele EU.

c)   Wegvervoer

50.

Om het besmettingsrisico voor weggebruikers te beperken, moet een hoge mate van hygiëne worden gewaarborgd in alle delen van terminals, rustplaatsen (bv. langs snelwegen), overdekte parkeerplaatsen en tank- en laadstations, onder meer door die regelmatig schoon te maken en te desinfecteren. In stations moet beheer van passagiersstromen worden ingevoerd. Als de volksgezondheid niet voldoende kan worden gewaarborgd, moet worden overwogen om bepaalde stopplaatsen of stations te sluiten.

51.

Vervoer per autobus en touringcar: Voor de geleidelijke hervatting van reizen per autobus en touringcar zijn passende maatregelen nodig, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen regionale en langeafstandsdiensten. Met name om tot doeltreffende maatregelen voor internationaal autobus- en touringcarvervoer te komen, is onderling overleg tussen de lidstaten en exploitanten nodig. Er moeten veilige exploitatiepraktijken worden ingevoerd, bijvoorbeeld instappen via de achterdeur en zoveel mogelijk ventileren via ramen in plaats van airconditioning. Daarnaast moeten de stoelen zo optimaal mogelijk worden bezet (gezinnen kunnen bijvoorbeeld samenzitten maar personen die niet samen reizen, moeten worden gescheiden). In minibussen mogen passagiers niet naast de bestuurder zitten, tenzij een fysieke afscheiding mogelijk is. Exploitanten van geregelde busdiensten moeten hun netwerk geleidelijk kunnen heropbouwen, afhankelijk van de nationale beperkingen. Om dit te vergemakkelijken, moeten de lidstaten vereenvoudigde en snelle procedures invoeren volgens welke exploitanten hun diensten snel kunnen aanpassen, zonder de gezondheid en de veiligheid van de werknemers in het vervoer in gevaar te brengen. Indien mogelijk moeten passagiers hun bagage zelf in- en uitladen, zodat het personeel zo weinig mogelijk met de bagage in contact komt.

52.

Vervoer op aanvraag per auto/bestelwagen (taxi’s, particuliere huurwagens): Taxi’s en particuliere huurwagens zijn grotendeels blijven rijden, waarbij specifieke beschermingsmaatregelen voor bestuurders golden en het aantal passagiers werd beperkt tot één persoon of tot personen uit hetzelfde gezin. Zij moeten hun diensten voortzetten, met specifieke maatregelen op het vlak van hygiëne en risicobeperking. Bedrijven moeten gezichtsmaskers en desinfecterende middelen ter beschikking van hun bestuurders stellen. Het interieur van de voertuigen moet zo vaak mogelijk worden gedesinfecteerd. Bestuurders van taxi’s en particuliere huurwagens moeten fysiek contact met passagiers vermijden en elektronische betaling moet altijd de voorkeur krijgen. Bedrijven moeten het contact tussen bestuurders en passagiers beperken door een fysieke afscheiding in het voertuig, zoals een kunststof gordijn of scherm. Passagiers mogen niet naast de bestuurder zitten, tenzij een fysieke afscheiding mogelijk is. Bedrijven moeten vóór de reis relevante informatie meedelen aan de passagiers.

d)   Spoorvervoer

53.

Voor de hervatting van het passagiersvervoer is het belangrijk dat passagiers zeker kunnen zijn dat zij het collectieve vervoer veilig kunnen gebruiken. De maatregelen moeten goed worden gecommuniceerd en zichtbaar en doeltreffend zijn. Met name om tot doeltreffende maatregelen voor het internationaal spoorvervoer te komen, is onderling overleg tussen de lidstaten en exploitanten nodig. Verenigingen en werknemersorganisaties uit de spoorwegsector werken aan gemeenschappelijke regels.

54.

Gezien het grote aantal dagelijks vervoerde passagiers en bediende stations hangt de naleving van de algemene gedragsregels voor de bescherming van de volksgezondheid, met name voldoende afstand houden, ook af van de ijver en de verantwoordelijkheidszin van alle passagiers. Willekeurige controles moeten een goede naleving waarborgen.

55.

Aangezien de spoorwegen zijn blijven functioneren tijdens de COVID-19-uitbraak, bestaan er al een aantal maatregelen die kunnen worden gehandhaafd en indien nodig aangepast:

a.

zolang het aantal passagiers relatief laag is, moet op treinen zo nodig de verplichting gelden om voldoende afstand te houden. Daartoe moeten de frequentie en de capaciteit van de treinen zo nodig worden verhoogd om de passagiersdichtheid te beperken;

b.

spoorwegexploitanten moeten op regionale en langeafstandstreinen werken met verplichte plaatsreservering, waarbij passagiers hun naam, vertrekplaats en bestemming moeten opgeven. Een andere mogelijkheid, in het bijzonder op korteafstandstreinen, is passagiers verplichten om tussen hen in zitplaatsen onbezet te laten, behalve als zij tot hetzelfde gezin behoren;

c.

spoorwegexploitanten moeten met name aan boord van pendel- en voorstadstreinen gebruikmaken van telsystemen voor passagiers (op basis van het gewicht, het aantal voetstappen in de buurt van deuren en telalgoritmen van CCTV-systemen waarmee geen afzonderlijke personen kunnen worden geïdentificeerd) om de capaciteit te beheren. Het is mogelijk dat dienstregelingen en toewijzingen van treinpaden op een flexibele wijze moeten worden aangepast, onder meer door de capaciteit op een gecoördineerde manier te optimaliseren in verhouding tot de vraag en de behoefte om de passagiersdichtheid te beperken;

d.

in stations moet beheer van passagiersstromen worden toegepast. Als de volksgezondheid niet voldoende kan worden gewaarborgd, moet worden overwogen om bepaalde stopplaatsen of stations te sluiten;

e.

om mensenmassa’s te vermijden, moet reizen tijdens de daluren worden gestimuleerd door bijvoorbeeld een aangepaste prijsstelling of, in het geval van pendeltreinen, flexibele arbeidstijden;

f.

om te vermijden dat passagiers deurklinken of -knoppen moeten aanraken, moet de bestuurder de deuren bij elke stopplaats automatisch of vanop afstand openen.

56.

Het Europees Spoorwegbureau (ERA), dat over relevante deskundigheid inzake spoorwegexploitatie en gemeenschappelijke veiligheidsmethoden beschikt en een uitgebreid netwerk van communicatiekanalen heeft (met instanties, exploitanten en fabrikanten), is bereid een sleutelrol te spelen bij de uitwisseling van beste praktijken. De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail onderzoekt reeds mogelijkheden om de ontwikkeling van apps op basis van geanonimiseerde en geaggregeerde gegevens te ondersteunen (18) en inzicht te krijgen in passagiersstromen in stations, wat ook het openbaar vervoer ten goede kan komen.

e)   Scheepvaart

57.

Het passagiersvervoer over water is aanzienlijk verminderd. Maatregelen om de volksgezondheid te beschermen, zullen noodzakelijk zijn om het vertrouwen van zowel passagiers als bemanningen te herstellen. De maatregelen moeten worden afgestemd op het type vaartuig en de aard en duur van de reis, die in de scheepvaart aanzienlijk kunnen verschillen. Het kan nodig zijn het aantal vaartuigen en reizen te verhogen, met name voor veerdiensten die van essentieel belang zijn voor verbindingen met afgelegen gebieden en eilanden.

58.

Maatregelen voor werknemers in de zeevaart worden toegelicht in de richtsnoeren inzake de bescherming van de gezondheid van personen aan boord van schepen (19). Werknemers aan boord van schepen en in havens moeten tijdens hun werkzaamheden te allen tijde toegang hebben tot persoonlijke beschermingsmiddelen (20) en passende medische zorg. Rechtstreeks contact tussen personen aan boord moet zoveel mogelijk worden beperkt om besmetting te voorkomen.

59.

Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) is bereid de uitwisseling te faciliteren van informatie en beste praktijken die nuttig kunnen zijn voor bevoegde instanties en belanghebbenden (bv. inzake tracking van schepen, gezondheidsrapportage enz.). Gezien het internationale karakter van de scheepvaart zal samenwerking met derde landen en internationale organisaties, waaronder de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), bovendien van belang zijn om de mondiale samenwerking en de gelijkwaardigheid en wederkerigheid tussen maatregelen en praktijken in verband met COVID-19 te bevorderen.

60.

Voortbouwend op de opgedane ervaring en de maatregelen die al door de lidstaten worden toegepast, moeten exploitanten en alle andere entiteiten die bij het vervoer over water betrokken zijn (havens, veerbootterminals, nationale instanties) de volgende maatregelen toepassen:

a.

er moet worden gewaarborgd dat de eisen inzake afstand houden kunnen worden nageleefd aan boord van schepen, onder meer door het aantal toegestane passagiers te verminderen;

b.

de toegang tot steigers moet worden beperkt tot passagiers met tickets; zitplaatsen moeten aan passagiers worden toegewezen;

c.

om passagiers die aan en van boord gaan van elkaar te scheiden, moet het gebruik van specifieke doorgangen worden overwogen;

d.

als de omstandigheden dat toelaten, moeten zoveel mogelijk passagiers worden verplaatst naar open ruimten op het schip;

e.

als passagiers aan boord van veerboten tijdens korte reizen (bv. minder dan een uur) in hun voertuigen mogen of moeten blijven, mag die maatregel alleen gelden op open dekken, tenzij in overeenstemming met de toepasselijke EU-voorschriften extra veiligheidsmaatregelen worden genomen. Indien nodig moet de capaciteit van de dekken worden aangepast om de veiligheid te waarborgen en moeten bemanningsleden aanwezig zijn die zijn opgeleid op het gebied van brandbestrijding;

f.

vaartuigen en faciliteiten aan land moeten worden schoongemaakt en gedesinfecteerd volgens de aanbevolen procedures (21) van EU Healthy Gateways;

g.

cruiseschepen en, indien van toepassing, veerboten moeten specifieke protocollen voor reiniging en hygiëne opstellen die het risico op kruisbesmetting tussen hutten tot een minimum beperken;

h.

scheepsexploitanten en faciliteiten aan land moeten protocollen opstellen voor personen die vermoedelijk of daadwerkelijk besmet zijn met COVID-19, met inbegrip van maatregelen die moeten worden toegepast vóór, tijdens en na de reis. Daartoe moeten procedures voor gezondheidstoezicht en quarantaineruimten voorhanden zijn en moet passend contact met de persoon in quarantaine worden geregeld;

i.

cruiseschepen moeten voldoende testcapaciteit voor COVID-19 aan boord hebben, voor het geval een passagier of bemanningslid vermoedelijk is besmet.

61.

Tijdens eerdere uitbraken van COVID-19 aan boord van cruiseschepen is duidelijk gebleken hoe kwetsbaar besloten omgevingen zijn tijdens lange reizen. Alvorens cruiseschepen hun activiteiten hervatten, moeten scheepsexploitanten strikte procedures opstellen om het besmettingsrisico aan boord te beperken en om in het geval van besmetting passende medische zorg te kunnen verstrekken. De geleidelijke hervatting van cruisediensten moet op Europees en internationaal niveau worden gecoördineerd, waarbij rekening wordt gehouden met de toestand van de volksgezondheid in de betrokken landen. Alvorens een reis aan te vatten, moeten exploitanten van cruiseschepen er samen met de havens langs de route voor zorgen dat zij zo nodig regelingen kunnen treffen voor de medische behandeling van passagiers en bemanningsleden en dat de bemanning kan worden afgelost en gerepatrieerd. Om de continuïteit en de veiligheid van het zeevervoer te garanderen, zal de Commissie stappen blijven ondernemen om de inspanningen van de lidstaten voor de aflossing van bemanningen in hun havens te faciliteren en te coördineren.

f)   Stedelijke mobiliteit

62.

In veel steden en regio’s is het openbaar vervoer (bussen, metro’s, trams, stads- en voorstadstreinen enz.) blijven functioneren tijdens de uitbraak van COVID-19. Om zich voor te bereiden op het moment waarop het aantal passagiers opnieuw gaat stijgen, moeten passende maatregelen worden ingevoerd om het hoogste niveau van veiligheid voor passagiers te waarborgen, zoals:

a.

er moet een veilige minimumafstand worden aangehouden, bijvoorbeeld door stickers of vloermarkeringen te gebruiken die passagiers op veilige afstand van elkaar naar voertuigen leiden;

b.

contact tussen bestuurders en passagiers moet tot een minimum worden beperkt (bv. door schermen te plaatsen, de deuren vooraan te vergrendelen en elektronische ticketverkoop en betaling te stimuleren);

c.

de dienstfrequentie moet worden verhoogd en aangepast en lijnen moeten worden heraangepast om een veilige minimumafstand te verzekeren als het aantal passagiers toeneemt en om bepaalde bestemmingen (bv. waar de vraag bijzonder groot is) beter te bedienen;

d.

om te vermijden dat passagiers deurklinken of -knoppen moeten aanraken, moet de bestuurder de deuren bij elke stopplaats automatisch of vanop afstand openen;

e.

passagiersstromen in stations en vervoersknooppunten moeten worden geoptimaliseerd om mensenmassa’s en piekmomenten te vermijden en contacten tot een minimum te beperken, door het gebruik van innovatieve technologie en mobiele applicaties (bv. voorspellen van dichtheid en mensenmassa’s, installeren van passagierstellers met een bovengrens bij deuren, invoeren van reistijdvakken op afspraak enz.) en door flexibele arbeidstijden toe te staan.

63.

Om de getroffen maatregelen vlot te kunnen toepassen, de burgers gerust te stellen en het vertrouwen in het openbaar vervoer te behouden, is duidelijke communicatie van essentieel belang. Communicatiecampagnes (bv. “ga op een sticker staan”) hebben hun doeltreffendheid bewezen. Vele maatregelen die nodig zouden kunnen zijn (bv. beheer van mensenmassa’s, gecontroleerde toegang tot knooppunten en voertuigen, behouden van fysieke afstand enz.) hebben gevolgen die verdergaan dan het openbaar vervoer en moeten worden ontwikkeld in overleg met gezondheidsinstanties en andere belanghebbenden, waarbij de rechten en plichten van elke betrokkene duidelijk worden omschreven. De extra kosten die daaruit voortvloeien, kunnen worden opgenomen in openbaredienstcontracten.

64.

Deelmobiliteit: Deelmobiliteitsbedrijven moeten verschillende maatregelen treffen om bestuurders en passagiers tegen besmetting te beschermen. Gehuurde voertuigen moeten na elk gebruik grondig worden ontsmet en voertuigen voor autodelen moeten op dagen dat ze worden gebruikt minstens eenmaal worden gedesinfecteerd. Stallingen (bv. voor deelfietsen) moeten intensiever worden ontsmet. Bedrijven die elektrische steps en fietsen verhuren, moeten die ten minste elke keer dat de accu’s worden opgeladen ontsmetten.

65.

Actieve mobiliteit: Veel Europese steden ondernemen stappen om actieve mobiliteit (bv. lopen en fietsen) veiliger en aantrekkelijker te maken tijdens de uitbraak van COVID-19. Stedelijke gebieden zouden kunnen overwegen om trottoirs tijdelijk te verbreden en op straat meer ruimte te maken voor actieve vormen van mobiliteit zodat de bevolking zich veilig en doeltreffend kan verplaatsen, en om de maximumsnelheid voor voertuigen te verlagen in gebieden met verhoogde actieve mobiliteit.

66.

Het delen van beste praktijken, ideeën en innovaties voor veilige mobiliteit in steden en voorsteden tijdens de uitbraak van COVID-19, is begonnen via specifieke platforms en netwerken en is van groot belang voor verdere samenwerking en kennisdeling. De Commissie zal ook de lidstaten, lokale overheden en belanghebbenden die actief zijn op het vlak van stedelijke mobiliteit bijeenbrengen om de gevolgen van deze uitbraak te analyseren, lessen te trekken en de tot nu toe opgedane ervaring te verzamelen, en om kansen voor een toekomstige duurzamere mobiliteit in de EU in kaart te brengen, in overeenstemming met de Europese Green Deal.

IV.   Conclusie

67.

De Commissie zal blijven samenwerken met de andere instellingen, agentschappen en organen van de EU, de lidstaten, belanghebbenden uit de vervoersector en internationale partners om acties te coördineren en de transparante en objectieve toepassing van deze richtsnoeren te bevorderen. De Commissie zal er met name op toezien dat de inperkingsmaatregelen en de geleidelijke opheffing daarvan geen afbreuk doen aan de eengemaakte markt of geen discriminerende gevolgen die strijdig zijn met de Verdragen hebben voor vervoersondernemers en dienstverleners in de EU, en dat geen onderscheid op grond van nationaliteit wordt gemaakt tussen burgers en werknemers uit de EU.

68.

De toestand blijft evolueren en de Commissie zal met de bevoegde instanties, organisaties van belanghebbenden, vervoersondernemers en dienstverleners blijven samenwerken om de aanpak en maatregelen bij te sturen en aan te passen, rekening houdend met de recentste epidemiologische ontwikkelingen, inlichtingen over de doeltreffendheid van de huidige maatregelen en de behoeften van de EU-burgers en onze economie. Zolang de COVID-19-uitbraak voortduurt, moeten overheden, belanghebbenden en burgers waakzaam blijven en in hoge mate voorbereid zijn op een mogelijke toename van besmettingen. De Commissie zal voortdurend toezien op de toepassing van deze richtsnoeren en ze indien nodig bijsturen om te verzekeren dat ze ook onder de wijzigende omstandigheden doeltreffend blijven.

69.

Bij de hervatting van het vervoer en het herstel van de connectiviteit moet rekening worden gehouden met het duurzame en slimme herstel van de Europese vervoersector, zodat die weer even sterk wordt als voor de crisis, zijn wereldwijde concurrentiepositie behoudt en een fundamenteel onderdeel blijft van de economie en het leven van de burgers in de EU. De lessen die uit de COVID-19-crisis zijn getrokken, zullen worden meegenomen in de geplande strategie voor duurzame en slimme mobiliteit in 2020.

(1)  Ten opzichte van een jaar geleden daalde het luchtverkeer met ongeveer 90 % (bron: Eurocontrol), het langeafstandsverkeer per spoor met 85 % en het regionaal en voorstedelijk spoorvervoer met 80 %. Het internationaal spoorvervoer viel bijna volledig stil (bron: CER), terwijl het vervoer per schip of cruiseschip medio april meer dan 90 % onder het niveau van vorig jaar lag (bron: EMSA).

(2)  COM(2020) 115 final, COM(2020) 148 final, en C(2020) 2050 final (PB C 102I van 30.3.2020, blz. 12).

(3)  C(2020) 1753 final (PB C 86I van 16.3.2020, blz. 1).

(4)  C(2020) 1897 final (PB C 96I van 24.3.2020, blz. 1).

(5)  C(2020) 2010 final (PB C 100I van 27.3.2020, blz. 1).

(6)  C(2020) 3100 final (PB C 119 van 14.4.2020, blz. 1).

(7)  C(2020) 2051 final (PB C 102I van 30.3.2020, blz. 12).

(8)  Gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 (PB C 126 van 17.4.2020, blz. 1).

(9)  Zoals de Internationale Maritieme Organisatie, de Internationale Arbeidsorganisatie, de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap, enz.

(10)  Mededeling van de Commissie van 13 mei 2020 – Naar een gefaseerde en gecoördineerde aanpak van het herstel van het vrije verkeer en de opheffing van de binnengrenscontroles – COVID-19.

(11)  In deze mededeling verwijst de term “voertuig”, naargelang de context, naar alle typen voertuigen, waaronder auto’s, vrachtwagens, bussen, touringcars, treinen, vliegtuigen, schepen, boten, veerboten, enz.

(12)  “COVID-19: richtsnoeren voor op de werkplek” en “COVID-19: Terug naar de werkplek - Aanpassing van werkplekken en veiligheidsmaatregelen voor werknemers”, https://oshwiki.eu/wiki/COVID-19:_guidance_for_the_workplace#See.

(13)  Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1), Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3), Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 7).

(14)  De term “gezichtsmasker” dekt zowel medische als niet-medische maskers. Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) geeft aan dat “het gebruik van niet-medische maskers uit diverse stoffen kan worden overwogen, met name wanneer medische maskers vanwege bevoorradingsproblemen moeten worden voorbehouden voor gebruik als persoonlijke beschermingsmiddelen door gezondheidswerkers” (https://www.ecdc.europa.eu/sites/default/files/documents/COVID-19-use-face-masks-community.pdf). De nationale gezondheids- en veiligheidsautoriteiten moeten dit verder specificeren in overleg met de belanghebbenden per vervoerswijze, op basis van het epidemiologische risico in dat land, de beschikbaarheid en andere overwegingen. Sommige vervoerswerknemers en passagiers kunnen aan verschillende risiconiveaus worden blootgesteld.

(15)  https://ec.europa.eu/health/sites/health/files/ehealth/docs/covid-19_apps_en.pdf.

(16)  Mededeling van de Commissie: “Richtsnoeren in verband met gegevensbescherming voor apps ter ondersteuning van de bestrijding van de COVID-19-pandemie” (PB C 124I van 17.4.2020, blz. 1).

(17)  https://edpb.europa.eu/our-work-tools/our-documents/guidelines/guidelines-042020-use-location-data-and-contact-tracing_en

(18)  Aanbeveling (EU) 2020/518 van de Commissie van 8 april 2020 over een gemeenschappelijke toolbox voor het gebruik van technologie en gegevens om de Covid-19-crisis te bestrijden en te boven te komen, met name wat mobiele applicaties en het gebruik van geanonimiseerde mobiliteitsgegevens betreft (PB L 114 van 14.4.2020, blz. 7).

(19)  Mededeling van de Commissie – Richtsnoeren voor de bescherming van de gezondheid, de repatriëring en reizen van zeevarenden, passagiers en andere personen aan boord van schepen (PB C 119 van 14.4.2020, blz. 1).

(20)  EU Healthy Gateways – Overzicht van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) die zijn aanbevolen voor personeel op punten van binnenkomst en bemanningsleden aan boord van vervoermiddelen in het kader van COVID-19.

(21)  Aanbevolen procedures voor het schoonmaken en desinfecteren van schepen tijdens de pandemie of wanneer aan boord een geval van COVID-19 is vastgesteld; https://www.healthygateways.eu/Portals/0/plcdocs/EU_HEALTHY_GATEWAYS_COVID-19_Cleaning_Disinfection_ships_09_4_2020_F.pdf?ver=2020-04-09-124859-237


15.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/30


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Naar een gefaseerde en gecoördineerde aanpak van het herstel van het vrije verkeer en de opheffing van de binnengrenscontroles — COVID-19

(2020/C 169/03)

I.   INLEIDING

De COVID-19-pandemie heeft in alle Europese landen geleid tot een ongekende noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid. Bij gebrek aan een doeltreffende behandeling of een vaccin, en door een exponentiële toename van het aantal infecties in Europa vanaf februari 2020, hebben veel EU-lidstaten en geassocieerde Schengenlanden (1) (hierna “lidstaten” genoemd) hun bevolking ingrijpende maatregelen opgelegd, met inbegrip van afzondering en fysiek afstand houden. In bijna alle lidstaten bestonden die maatregelen er deels in het vrije verkeer te beperken met het doel de volksgezondheid te beschermen, onder meer door middel van tijdelijke controles aan de binnengrenzen (2). Bovendien gelden er aan de buitengrenzen van de Unie beperkingen op niet-essentiële reizen sinds de aanbevelingen van de Commissie van 16 maart (3), 8 april (4) en 8 mei (5), ondersteund door een leidraad van 30 maart (6).

De afgelopen weken hebben de Commissie en de lidstaten de coördinatie, het gezamenlijk optreden en de informatie-uitwisseling geïntensiveerd. Dit heeft bijgedragen tot de vermindering van de impact van deze beperkingen, en zo ook tot het herstel van bepaalde aspecten van de werking van de eengemaakte markt, met inbegrip van de levering van essentiële goederen en diensten in heel Europa en het vrije verkeer voor essentieel grensoverschrijdend reizen. Met deze eerste maatregelen werd gestreefd naar een evenwicht tussen enerzijds het doel de verspreiding van de epidemie uit te stellen en het risico van buitensporige druk op de gezondheidszorg te beperken, en anderzijds de noodzaak om de negatieve effecten op het vrije verkeer van personen, goederen en diensten te beperken.

Naarmate de gezondheidssituatie verbetert, moet dit evenwicht opschuiven naar een terugkeer van het onbeperkte vrije verkeer van personen en naar herstel van de integriteit van het Schengengebied, een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de Europese integratie. Het opheffen van de beperkingen is essentieel voor het economisch herstel. Beperkingen van het vrije verkeer en herinvoering van controles aan de binnengrenzen schaden de eengemaakte markt en de goede werking van de toeleveringsketens. Bovendien zijn zij schadelijk voor onze Europese manier van leven in een Unie waar burgers vrij kunnen reizen over de grenzen heen, ongeacht of zij dat doen als werknemers, studenten, familieleden of toeristen. We moeten werken aan het herstel van deze belangrijke verwezenlijking van de Europese integratie.

Deze mededeling heeft als doel de lidstaten op te roepen om een aanvang te maken met de heropening van het onbeperkte grensoverschrijdende verkeer binnen de Unie. Het herstel van het vrije verkeer van personen en de opheffing van de binnengrenscontroles moeten gefaseerd gebeuren, met als belangrijkste overweging het leven en de gezondheid van de burgers. Of reizen opnieuw mogelijk wordt, zal derhalve in de eerste plaats afhangen van de epidemiologische situatie, en vervolgens van maatregelen om de gezondheidsrisico’s te beperken, zoals voorschriften voor gezondheidsbeveiliging bij verschillende vervoersmodi en verblijfstypes. De heropening van het grensoverschrijdende verkeer is een van de voorwaarden voor het herstel van het toerisme en het vervoer.

Samen met deze mededeling stelt de Commissie een pakket maatregelen voor om het toeristisch ecosysteem weer op de rails te krijgen, aangezien dat een van de drijvende economische, sociale en culturele krachten van Europa is. In deze mededeling wordt uiteengezet hoe de geleidelijke opheffing van nationale en grensoverschrijdende beperkingen overeenkomstig het beginsel van non-discriminatie gepaard moet gaan met de geleidelijke herinvoering van het vrije verkeer voor Europeanen en de opheffing van de binnengrenscontroles.

II.   GEZAMENLIJK EUROPEES STAPPENPLAN

Op 15 april 2020 hebben de voorzitter van de Europese Commissie en de voorzitter van de Europese Raad een gezamenlijk Europees stappenplan voor de opheffing van de inperkingsmaatregelen in verband met COVID-19 voorgesteld (hierna “het gezamenlijke stappenplan” genoemd). Het bevat een reeks aanbevelingen aan de lidstaten om de genomen maatregelen geleidelijk af te bouwen en roept op tot een gefaseerde aanpak voor het herstel van het onbeperkte vrije verkeer en de opheffing van de tijdelijke controles aan de binnengrenzen die door de meeste lidstaten worden toegepast. Daarnaast voorziet het stappenplan, in een tweede fase, in de opheffing van de beperkingen van niet-essentiële reizen naar de EU via de buitengrens, een kwestie die de Commissie voortdurend dient te beoordelen.

In het gezamenlijke stappenplan wordt de Commissie gevraagd om 1) naarmate de situatie zich ontwikkelt, de evenredigheid van de maatregelen die de lidstaten nemen om de COVID-19-pandemie aan te pakken, te blijven analyseren en 2) te verzoeken buitensporig geachte maatregelen in te trekken, met name wanneer deze gevolgen hebben voor de eengemaakte markt. Tevens wordt daarin benadrukt dat het gecoördineerd afbouwen van de COVID-19-maatregelen een zaak van gemeenschappelijk Europees belang is. Naast het urgent bestrijden van de COVID-19-pandemie en de onmiddellijke gevolgen ervan, moet er ook voor worden gezorgd dat de Europese samenlevingen en economieën weer normaal kunnen functioneren. De opheffing van reisbeperkingen en binnengrenscontroles moet worden beoordeeld naast het proces van de opheffing van de beperkingen in de lidstaten zelf. Bij elke stap moet ten volle rekening worden gehouden met het risico dat een tweede golf van gemeenschapsbesmetting wordt veroorzaakt, die de invoering van nog strengere inperkingsmaatregelen zou vereisen. In het gezamenlijke stappenplan is ook aangegeven dat er aandacht zal moeten worden besteed aan de situatie van de landen in het nabuurschap van de EU. Overeenkomstig haar mededeling “Steun aan de Westelijke Balkan voor de bestrijding van COVID-19 en het herstel na de pandemie” (7) is de Commissie bereid die regio nauw te betrekken bij de uitvoering van het gezamenlijke stappenplan.

In het gezamenlijke stappenplan wordt verwezen naar drie kwesties waarmee rekening moet worden gehouden bij de beoordeling of het tijd is om de reisbeperkingen en binnengrenscontroles geleidelijk op te heffen: 1) epidemiologische criteria, 2) capaciteit van de gezondheidszorg en 3) voldoende toezichtcapaciteit. Tegen deze achtergrond wordt daarin verduidelijkt dat de binnengrenscontroles en de onderliggende reisbeperkingen die momenteel worden toegepast, moeten worden opgeheven zodra de epidemiologische omstandigheden aan beide zijden van de grens vergelijkbaar zijn en de regels van fysiek afstand houden op grote schaal en op verantwoorde wijze worden toegepast (8). In het gezamenlijke stappenplan wordt herhaald dat bij de geleidelijke opheffing van de beperkingen van het vrije verkeer en heropening van de grenzen voorrang moet worden gegeven aan grensoverschrijdende werknemers en seizoenwerkers en elke vorm van discriminatie van mobiele werknemers uit de EU moet worden vermeden (9).

III.   OPHEFFING VAN DE INPERKINGSMAATREGELEN IN VERBAND MET COVID-19 AAN DE BINNENGRENZEN: CRITERIA EN FASEN

Om de reisbeperkingen en binnengrenscontroles op te heffen, moeten verschillende criteria worden afgewogen, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke epidemiologische situaties in elke lidstaat, die op hun beurt kunnen verschillen naargelang van de regio. Deze objectieve basis is essentieel om ervoor te zorgen dat de beperkingen op niet-discriminerende wijze worden opgeheven. De in deze mededeling voorgestelde fasen moeten op gecoördineerde wijze ten uitvoer worden gelegd. Dat moet ook flexibel gebeuren, met inbegrip van de mogelijkheid om bepaalde maatregelen opnieuw in te voeren als de epidemiologische situatie dat vereist, of ook om maatregelen sneller af te bouwen als de situatie dat mogelijk maakt. De timing van het proces zal ook worden beïnvloed door de mate waarin de burgers de maatregelen inzake fysiek afstand houden naleven. Alle fasen moeten gebaseerd zijn op de beoordeling van een veranderende situatie en een voortdurend toezicht op de criteria. Daartoe zal het in deel IV beschreven coördinatiemechanisme van essentieel belang zijn voor het waarborgen van het wederzijds vertrouwen en de operationele consistentie.

III.1.   Criteria

De reisbeperkingen en binnengrenscontroles moeten worden opgeheven op basis van een zorgvuldige afweging van de epidemiologische situatie in heel Europa en in de afzonderlijke lidstaten. Bij het nemen van nationale maatregelen om de reisbeperkingen geleidelijk op te heffen, moet rekening worden gehouden met a) de beoordeling van de mate waarin de epidemiologische situaties in de lidstaten elkaar benaderen, in combinatie met b) de noodzaak om inperkingsmaatregelen toe te passen, met inbegrip van fysiek afstand houden, maar tegelijkertijd het vertrouwen in de maatschappij op te bouwen en in stand te houden, en c) de evenredigheid, dat wil zeggen, de voordelen van het handhaven van algemene beperkingen te vergelijken met de economische en sociale overwegingen, met inbegrip van de gevolgen voor de grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en handel in de EU (10). Deze criteria zullen een gefaseerde, flexibele en gecoördineerde aanpak van de opheffing van controles en reisbeperkingen mogelijk maken.

Op basis van het overleg met de “COVID-19-Informatiegroep — Binnenlandse zaken” en rekening houdend met de wetenschappelijke adviezen van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) beveelt de Commissie de lidstaten aan om bij de opheffing van de beperkingen van het vrije verkeer en de binnengrenscontroles rekening te houden met de volgende elementen en beleidsoverwegingen.

a)   Epidemiologische situatie

Binnen de EU moeten de reisbeperkingen eerst worden opgeheven in gebieden met een vergelijkbare epidemiologische situatie, op basis van de door het ECDC verstrekte richtsnoeren, en waar voldoende capaciteit voorhanden is wat betreft ziekenhuizen, testen, toezicht en contacttracering. Dit is noodzakelijk om discriminerende maatregelen te voorkomen en ervoor te zorgen dat maatregelen in de hele EU op een gecoördineerde manier worden genomen. Voorts werkt het ECDC, in samenwerking met de lidstaten, aan een kaart (11) over de besmettingsgraad van COVID-19, ook op subnationaal niveau (NUTS 3-niveau), die het ook voortdurend zal bijwerken. Deze kaart is bedoeld om op EU-niveau informatie te verschaffen die door autoriteiten, vervoersondernemingen en dienstverleners kan worden gebruikt. Het is van essentieel belang dat de lidstaten het ECDC de nodige informatie over het toezicht verstrekken zodat de kaart voortdurend kan worden bijgewerkt en als betrouwbare informatiebron door de burgers kan worden gebruikt. De lidstaten moeten aan het ECDC of via het Gezondheidsbeveiligingscomité de nodige gegevens rapporteren om te zorgen voor een zo nauwkeurig, vergelijkbaar en efficiënt mogelijk regionaal toezicht op de besmettingsgraad, met inbegrip van het aantal besmettingen, infecties, opnames op IC en tests.

De stand van zaken zoals die op enig moment in afzonderlijke lidstaten of subnationale regio’s of gebieden geldt, moet onderwerp zijn van intensieve en voortdurend bijgewerkte communicatiecampagnes. Zodoende kunnen personen die de grenzen overschrijden, op basis van transparante informatie en volledige kennis van de situatie plannen maken en handelen. Zo kunnen zij op reis hun individuele verantwoordelijkheid nemen en de aanbevelingen op gezondheidsgebied opvolgen. De Commissie zal deze communicatie-inspanning ondersteunen door op haar website voortdurend een actuele lijst van controles aan de binnengrenzen beschikbaar te blijven stellen (12).

b)   Inperkingsmaatregelen, met inbegrip van fysiek afstand houden

Een voorwaarde voor het opheffen van de reisbeperkingen (inclusief de beperking van grensoverschrijdende reizen) is dat gedurende de gehele reis, van het vertrekpunt tot aan de bestemming, en ook bij het overschrijden van de grens, de inperkingsmaatregelen zoals fysieke afstand in acht kunnen worden genomen. Wanneer het lastig is om fysiek afstand te houden, moet worden voorzien in aanvullende waarborgen en maatregelen die tot een beschermingsniveau leiden dat gelijkwaardig is aan dat wat met de aanbevelingen voor de vervoers- en horecasector wordt beoogd (13). In deze context kunnen apps voor contacttracering een nuttige rol spelen. In overeenstemming met de recente richtsnoeren van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) (14) en de richtsnoeren in verband met gegevensbescherming voor apps ter ondersteuning van de bestrijding van de COVID-19-pandemie (15) hebben de Commissie en de lidstaten een protocol inzake de beginselen van interoperabiliteit bekendgemaakt dat moet waarborgen dat goedgekeurde vrijwillige apps voor contacttracering over de grens heen kunnen functioneren en overal in Europa betrouwbaar werken (16).

Hoewel de inperkingsmaatregelen naar verwachting zullen worden versoepeld in het kader van een algemene de-escalatiestrategie, zullen bepaalde maatregelen noodzakelijk blijven, zoals maatregelen om fysieke afstand te houden tot anderen en maatregelen inzake organisatorische distantiëring.

Alle lidstaten moeten op individuele personen gerichte maatregelen blijven toepassen om het risico van overdracht van het virus te verminderen (17). Het is van het grootste belang om mensen te testen en de testcapaciteit te vergroten, contacten te traceren en bij vermoedelijke COVID-19-besmetting afzonderings- en quarantainemaatregelen te blijven toepassen. De lidstaten kunnen ook overwegen om mensen te testen (systematisch, aselect of op basis van risico) om de risico’s te bewaken dat het virus opnieuw wordt verspreid door reizigers die naar huis terugkeren.

Het ECDC blijft, met steun van de Commissie en de lidstaten, relevante informatie verzamelen bij de lidstaten om een overzicht te krijgen van de inperkingsmaatregelen, waaronder de maatregelen die de lidstaten nemen inzake fysiek afstand houden.

Burgers moeten in staat worden gesteld om zichzelf en anderen te beschermen door zich verantwoordelijk te gedragen. Dat vereist dat de lidstaten die met het opheffen van de reisbeperkingen zijn begonnen, op gecoördineerde wijze optreden wat betreft de maatregelen op het gebied van fysiek afstand houden. Er moet zoveel mogelijk worden vermeden dat een situatie ontstaat waarin tegenstrijdige informatie leidt tot verwarring en minder goede naleving van de regels inzake fysiek afstand houden. De lidstaten zouden er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat reizigers zich van tevoren op één goed toegankelijke website kunnen informeren en dat burgers bij binnenkomst op hun grondgebied een automatisch tekstbericht ontvangen met gegevens over het nationale of regionale informatiepunt voor de bijzondere maatregelen en beperkingen die tijdens de COVID-19-pandemie gelden, en met informatie over de instantie waarmee de betrokkene contact moet opnemen bij COVID-19-gerelateerde symptomen.

c)   Economische en sociale overwegingen

De eengemaakte markt is een ruimte die wij met ons allen delen. Leveringsketens en dienstenaanbieders zijn niet door onzichtbare muren gescheiden, en dat geldt met name in grensregio’s. De maatregelen om de volksgezondheid te beschermen, zijn duidelijk noodzakelijk, maar gaan gepaard met hoge economische en sociale kosten. Daarom moet terdege rekening worden gehouden met hun impact op de eengemaakte markt. Met name in het licht van de ongekende gezamenlijke Europese inspanning om de economie nieuw leven in te blazen, moeten de beperkingen doeltreffend en evenredig zijn en mogen zij niet verder gaan dan nodig is om de pandemie in te dammen en de volksgezondheid te beschermen.

De beperkende maatregelen om de volksgezondheid te beschermen en de COVID-19-crisis te bestrijden, hebben in het algemeen ernstige economische en sociale gevolgen gehad. Zo is de vraag naar producten en diensten ingestort, wat in bepaalde sectoren tot een vrijwel volledige stilstand heeft geleid. Dat geldt met name voor het toerismegerelateerde ecosysteem, maar ook zijn de toeleveringsketens verstoord geraakt en heeft het grensoverschrijdende vrije verkeer van werknemers en diensten hinder ondervonden.

Naarmate de lidstaten erin slagen de verspreiding van het virus in te dammen, moeten de algemene beperkingen van het vrije verkeer van en naar andere regio’s of gebieden in lidstaten met een vergelijkbaar algemeen risicoprofiel worden vervangen door meer gerichte maatregelen, als aanvulling op maatregelen voor fysiek afstand houden, doeltreffend contactonderzoek en het testen van mogelijk besmette personen. Het is noodzakelijk voorrang te blijven geven aan het versoepelen van de beperkingen op het grensoverschrijdende verkeer op belangrijke gebieden van gezondheidsgerelateerde, sociale en economische activiteit, totdat het vrije verkeer volledig is hersteld.

Dat is niet alleen van belang om het herstel van de economie te bevorderen, maar ook om sociale en familiale redenen. De leden van veel families hebben lange perioden van elkaar gescheiden geleefd om de verspreiding van het virus in te dammen. Om hun bijdrage te leveren aan de bestrijding van de crisis hebben burgers er vaak van afgezien naar huis terug te keren en zich bij hun familie te voegen. Dit geldt voor ziekenhuizen, zorginstellingen en in de landbouw- of dienstensector. Zodra de epidemiologische situatie het toelaat, moeten mensen weer veilig kunnen reizen om zich bij hun familie te voegen.

Deze kwesties zijn besproken met vertegenwoordigers van de lidstaten en de criteria en beginselen voor een gecoördineerde aanpak worden in het volgende diagram beknopt weergegeven.

Image 1

III.2.   Een gefaseerde aanpak

Het ECDC komt in zijn risicobeoordeling tot de conclusie dat een te snelle of ongecoördineerde opheffing van de maatregelen, zonder dat goed toezicht wordt uitgeoefend of een toereikende capaciteit van het zorgstelsel is verzekerd, ertoe kan leiden dat er zich onverwachts een nieuwe aanhoudende golf van besmettingen binnen de populatie voordoet (18). De voorkeur moet daarom uitgaan naar een geleidelijke aanpak van de opheffing van de reisbeperkingen en grenscontroles, zoals ook de binnenlandse beperkingen geleidelijk worden versoepeld. Dit proces kan plaatsvinden in drie fasen, gelet op de criteria in punt III.1. De overgang van fase 0, dat wil zeggen de huidige stand van zaken, naar de volgende fasen moet flexibel verlopen, en zo nodig moet een stap terug worden gezet, mocht de epidemiologische situatie verslechteren. In dit verband moet worden gezorgd voor passende paraatheidsplannen, zodat maatregelen snel opnieuw kunnen worden ingevoerd, dan wel sneller dan verwacht opgeheven, in het licht van de ontwikkeling van de epidemiologische situatie.

Bij de geleidelijke opheffing van de reisbeperkingen zou kunnen worden overwogen rekening te houden met de praktische vorderingen inzake de handhaving van de fysieke afstand of gelijkwaardige beperkingsmaatregelen op voor het reisverkeer belangrijke gebieden, met name voor bepaalde vervoerswijzen en soorten accommodatie. De richtsnoeren betreffende het geleidelijke herstel van het vervoer en de connectiviteit en die voor gezondheidsprotocollen voor horecagelegenheden, die de Commissie tegelijk met deze mededeling heeft goedgekeurd (19), bieden concrete overwegingen aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten en de instanties van de betrokken bedrijfstakken de door de betrokken bedrijven uit te voeren maatregelen kunnen voorschrijven die met name in de sectoren vervoer en toerisme een gelijkwaardig beschermingsniveau kunnen bieden. Met de praktische uitvoering van die richtsnoeren en beginselen moet rekening worden gehouden in het kader van de besluitvorming inzake de opheffing van de reisbeperkingen en binnengrenscontroles.

Wat specifiek het toerisme en het vervoer betreft, moet bij de geleidelijke opheffing van de reisbeperkingen ook rekening worden gehouden met de economische en sociale impact van de pandemie en de daarmee samenhangende preventiemaatregelen. De nieuwe COVID-19-richtsnoeren (20), ‐protocollen en ‐normen kunnen zorgen voor nuttige, betaalbare en evenredige maatregelen om risico’s van reizen te verminderen voor allerlei soorten passagiersvervoer, autoverhuur, pleziervaart, diverse soorten accommodatie, horecabedrijvigheid, attracties, tentoonstellingen enz. Wanneer dergelijke protocollen doeltreffend worden uitgevoerd, zouden de reisbeperkingen kunnen worden opgeheven voor die vervoerswijzen en sommige toeristische activiteiten, zodat mensen hun vakantiereis kunnen plannen, zoals ook in het gezamenlijke stappenplan wordt aangestipt.

—    Fase 0: huidige situatie

In reactie op de COVID-19-pandemie hebben veel lidstaten hun bevolking ingrijpende maatregelen opgelegd, met inbegrip van afzondering en fysiek afstand houden, die drastische gevolgen hebben gehad voor het verkeer binnen het land en met het buitenland. Om de volksgezondheid te beschermen, hebben vrijwel alle lidstaten tijdelijke controles aan de binnengrenzen ingevoerd. Bovendien zijn er aan de buitengrenzen van de Unie beperkingen aan niet-essentiële reizen gesteld sinds de leidraad van de Commissie van 30 maart.

Om een oplossing te vinden voor de ernstige problemen die door de binnengrenscontroles en de reisbeperkingen worden veroorzaakt, en om de gevolgen voor het functioneren van de eengemaakte markt te beperken, heeft de Commissie alle noodzakelijke middelen ingezet en voor coördinatie op EU-niveau gezorgd. Daarnaast heeft de Commissie praktische richtsnoeren gepresenteerd om de continuïteit van de essentiële goederenstroom binnen de EU te waarborgen via green lanes, om luchtvrachtactiviteiten te faciliteren en om de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers te waarborgen (21).

Op veel plaatsen in de EU worden essentiële bezigheden uitgevoerd door mensen die in de ene lidstaat wonen, maar over de grens in een andere lidstaat werken. De beperkingen die de lidstaten hebben gesteld aan het grensoverschrijdende verkeer hebben dan ook tot extra moeilijkheden geleid of zelfs hinder opgeleverd voor de inspanningen ter bestrijding van de COVID-19-crisis. De situatie is wel verbeterd sinds de Commissie met richtsnoeren kwam voor de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers, maar er zijn op sommige plaatsen nog steeds aanzienlijke problemen bij het oversteken van de binnengrenzen. De lidstaten zouden alle werknemers, maar met name transportwerknemers, grensarbeiders, uitgezonden werknemers, seizoenarbeiders en dienstverleners moeten toestaan de grens over te steken zodat zij ongehinderd naar hun werk kunnen gaan (22). Dit kan ook noodzakelijk zijn wanneer deze werknemers en dienstverleners daarvoor door een andere lidstaat moeten reizen. De lidstaten moeten de werkgevers ook inlichten over de noodzaak om te voorzien in een adequate bescherming van de gezondheid en de veiligheid.

De Commissie werkt nauw samen met het Europees Parlement en de Raad om de lopende herziening van de regels inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en nr. 987/2009) zo snel mogelijk af te ronden. Mobiele werknemers die getroffen zijn door de crisis en met name door het sluiten van de grenzen, moeten namelijk spoedig kunnen rekenen op een goed functionerend coördinatiesysteem voor de sociale zekerheid, met gemoderniseerde regels die hun rechten beter zullen waarborgen.

De eerder genoemde richtsnoeren van de Commissie hebben de impact van de beperkingen op de eengemaakte markt en het vrije verkeer aanzienlijk verminderd en moeten worden toegepast totdat de binnengrenscontroles en de algemenere reisbeperkingen zijn opgeheven.

—    Fase 1: geleidelijk herstel van het vrije verkeer door gedeeltelijke opheffing van de reisbeperkingen en de binnengrenscontroles

De reisbeperkingen en grenscontroles zouden in de hele EU geleidelijk moeten worden opgeheven als de gunstige trend in de epidemiologische ontwikkelingen overal in Europa doorzet, en met name het transmissierisico klein genoeg is. Als dit niet onmiddellijk mogelijk is, moeten de reisbeperkingen en grenscontroles worden opgeheven voor de regio’s, gebieden en lidstaten waar de epidemiologische situatie zich gunstig ontwikkelt en voldoende vergelijkbaar is. Waar de epidemiologische situatie te zeer afwijkt, zou voor aanvullende waarborgen en maatregelen en voor monitoring kunnen worden gezorgd.

De eerste voorwaarde hiervoor is dat de binnenlandse epidemiologische situatie een versoepeling van de beperkingen van het binnenlandse vrije verkeer wettigt. Voor grensoverschrijdend verkeer zouden ook de veiligheidsvoorschriften voor de verschillende vervoerswijzen in acht moeten worden genomen, zoals die in de richtsnoeren betreffende het geleidelijke herstel van het vervoer en de connectiviteit zijn vastgelegd. Wanneer de epidemiologische situatie sterker afwijkt, zou voor monitoring kunnen worden gezorgd. Wanneer een lidstaat besluit reizen naar zijn grondgebied of naar specifieke regio’s en gebieden binnen zijn grondgebied toe te staan, dient dat op niet-discriminerende wijze plaats te vinden, d.w.z. dat reizen dient te worden toegestaan uit alle regio’s of landen in de EU waar de epidemiologische situatie vergelijkbaar is.

Als nog niet besloten is om de binnengrenscontroles volledig op te heffen, kunnen ook andere stappen worden genomen om een begin te maken met het wegnemen van de beperkingen. Zo zouden stelselmatige grenscontroles kunnen worden vervangen door risicogebaseerde grenscontroles of lokale politiemaatregelen.

Het opheffen van de beperkingen van het vrije verkeer en de grenscontroles vergt onder meer nauwe afstemming tussen de lidstaten. Voorafgaand aan een nieuwe regeling dienen alle lidstaten te worden geïnformeerd en het dient altijd duidelijk te zijn dat selectieve besluiten tot beperking van het reizen van of naar specifieke regio’s binnen een lidstaat op geheel objectieve basis worden genomen: resterende beperkingen mogen alleen worden gebaseerd op volksgezondheidsoverwegingen en moeten evenredig en niet-discriminerend van opzet zijn. Als een lidstaat besluit de beperkingen inzake verplaatsingen vanuit en naar een andere lidstaat, dan wel vanuit en naar regio’s of gebieden in een andere lidstaat, op te heffen, dan moet die maatregel zonder onderscheid gelden voor alle EU-burgers en ingezetenen van die lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, en voor alle delen van de Unie waar de epidemiologische situatie vergelijkbaar is. Bij het opheffen van de controles dient niet alleen de geografische nabijheid van de aangrenzende lidstaten in aanmerking te worden genomen. De betrokken regio’s moeten — of ze nu ver uiteen liggen of niet — vergelijkbaar zijn wat betreft de epidemiologische situatie en de toepassing van gezondheidsrichtsnoeren. Een soepele doorreis moet zowel om professionele als persoonlijke redenen worden gefaciliteerd.

Vlot en veilig reizen moet om beroepsmatige redenen mogelijk worden, maar is ook van belang om persoonlijke redenen, zoals familiebezoek. De crisis noopte tot een langdurig scheiding van in verschillende lidstaten verblijvende familieleden; in vele gevallen heeft dit in hoge mate bijgedragen tot de bestrijding van het virus. Om recht te doen aan deze bijdrage is het nu zaak ervoor te zorgen dat familieleden uit lidstaten met een vergelijkbare epidemiologische situatie veilig kunnen worden herenigd.

—    Fase 2 Volledige opheffing van beperkingen en binnengrenscontroles

In deze laatste fase, waarin de epidemiologische situatie in de EU voldoende gunstig en vergelijkbaar is, worden alle reisbeperkingen en binnengrenscontroles in verband met COVID-19 opgeheven. Wel blijven de nodige gezondheidsmaatregelen (persoonlijke hygiëne, inachtneming van fysieke afstand enz.) van kracht op (delen van) het grondgebied van de lidstaten en worden de uitgebreide voorlichtingscampagnes voortgezet. Alleen wanneer de richtsnoeren met veiligheidsvoorschriften voor de verschillende soorten vervoer en accommodatie worden nageleefd, kan het vrije verkeer van personen, goederen en diensten volledig worden hersteld.

IV.   COÖRDINATIEMECHANISMEN

Hoewel de Commissie een ondersteunende en coördinerende rol kan spelen bij het voorbereiden van besluiten om de beperkingen van het vrije verkeer alsook de binnengrenscontroles op te heffen, zijn het de lidstaten die de binnenlandse situatie op grond van bovenstaande criteria beoordelen en het besluit nemen om beperkingen op te heffen. Net als de besluiten tot tijdelijke herinvoering van binnengrenscontroles moeten ook de besluiten tot opheffing van die controles worden genomen in overleg met de andere lidstaten, en in het bijzonder met de lidstaten waarvoor een dergelijk besluit onmiddellijke gevolgen heeft.

Sinds het begin van de uitbraak wisselen de Commissie en de lidstaten regelmatig informatie en goede praktijken uit via een reeks fora, bv. op technisch niveau in de “COVID-19-Informatiegroep — Binnenlandse Zaken” en op politiek vlak door middel van de videoconferenties die de Commissie regelmatig belegt. Het is van het hoogste belang dat de nauwe coördinatie tussen de lidstaten wordt gehandhaafd en dat er op basis van wederzijds vertrouwen verder wordt samengewerkt aan de verwezenlijking van gemeenschappelijke doelstellingen. Die houding moet deel blijven uitmaken van de geleidelijke aanpak. De Commissie zal deze fora dan ook in stand houden voor overleg over het vergemakkelijken en voorbereiden van de besluitvorming inzake de gecoördineerde en gefaseerde opheffing van beperkingen van het vrije verkeer en de binnengrenscontroles.

In het kader van de exitstrategie, de informatie-uitwisseling en de follow-up van de werkzaamheden van de COVID-19-Informatiegroep dient de coördinatie te worden geïntensiveerd om te zorgen voor een gerichte en samenhangende aanpak bij het opheffen van de beperkingen van het vrije verkeer en de binnengrenscontroles overeenkomstig de regels en beginselen van de EU. Tegelijk moeten de lidstaten de nodige flexibiliteit genieten.

Om niet nog een coördinatiemechanisme of -platform in het leven te roepen, stelt de Commissie voor om de concrete aanbevelingen op te stellen binnen de bestaande kaders, die goed functioneren. Daarbij kan gedacht worden aan de geïntegreerde regeling voor politieke crisisrespons (IPCR) van de EU, die nu volledig is geactiveerd. De Raad zou de informele coördinatie tussen de lidstaten en de Commissie kunnen intensiveren, ook voor het opstellen van gerichte aanbevelingen. De Commissie zal uiteraard haar institutionele rol blijven spelen, door onder meer de uitwisseling van informatie en beste praktijken op technisch niveau te blijven faciliteren.

V.   CONCLUSIE

In deze mededeling wordt een koers uitgezet ter ondersteuning van de lidstaten bij hun inspanningen om de beperkingen van het vrije verkeer en de binnengrenscontroles op te heffen. Gezien de voortdurend evoluerende, dynamische situatie in verband met de COVID-19-pandemie, blijven de Commissie en lidstaten informatie uitwisselen op technisch niveau en zo nodig zorg dragen voor de follow-up op politiek niveau. Zoals benadrukt in het gezamenlijke stappenplan zal er een zorgvuldig afgestemde, gecoördineerde en geleidelijke aanpak worden gevolgd. Ook zal de Commissie de evenredigheid blijven analyseren van de maatregelen met betrekking tot de binnen- en buitengrenzen en de reisbeperkingen die de lidstaten naar aanleiding van de COVID-19-pandemie hebben vastgesteld. Zij zal verzoeken om onevenredig geachte maatregelen op te heffen.

Het besluit om de vrijheid van verkeer te herstellen door de grenscontroles en reisbeperkingen op te heffen, is uiteraard bijzonder gevoelig. Het gaat echter om een wezenlijk onderdeel van de geleidelijke opheffing van de beperkingen waarmee burgers en bedrijven momenteel worden geconfronteerd. Als dit proces langer duurt dan om redenen van volksgezondheid nodig is, trekt dat niet alleen een zware wissel op de werking van de interne markt, maar ook op de levens van miljoenen EU-burgers die daardoor niet kunnen profiteren van de vrijheid van verkeer — een van de belangrijkste verworvenheden van de Europese Unie. Voor het herstel van de economieën van de EU, en met name de sectoren toerisme en vervoer, is het van cruciaal belang dat de interne markt weer goed werkt.

De Commissie staat klaar om, zodra de omstandigheden dit toelaten, samen met de lidstaten in het kader van de COVID-19-Informatiegroep — Binnenlandse zaken en de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons de weg te effenen voor de fasen 1 en 2. Het algemene doel bestaat erin de integriteit van het Schengengebied te herstellen en het vrije verkeer van personen, werknemers, goederen en diensten in de EU weer mogelijk te maken, zonder beperkingen en grenzen.


(1)  De geassocieerde Schengenlanden zijn IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland.

(2)  Zoals vermeld in punt 18 van de Richtsnoeren van de Commissie C(2020) 1753 van 16 maart 2020, mogen de lidstaten opnieuw tijdelijke grenscontroles aan de binnengrenzen invoeren indien dit gerechtvaardigd is om redenen van openbare orde of binnenlandse veiligheid. In een uiterst kritieke situatie kan een lidstaat constateren dat het nodig is opnieuw grenscontroles in te voeren in reactie op het risico van een besmettelijke ziekte. De lidstaten moeten melding maken van de herinvoering van het grenstoezicht overeenkomstig de Schengengrenscode.

(3)  COM(2020) 115 final.

(4)  COM(2020) 148 final.

(5)  COM(2020) 222.

(6)  Leidraad voor de uitvoering van de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU, het faciliteren van doorreisregelingen voor de repatriëring van EU-burgers, en de gevolgen voor het visumbeleid, C(2020) 2050 van 30 maart 2020.

(7)  COM(2020) 315 final.

(8)  Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) zal, in samenwerking met de lidstaten, een kaart bijhouden met regelmatig bijgewerkte epidemiologische gegevens op regionaal niveau.

(9)  Richtsnoeren betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers, goedgekeurd door de Commissie op 30 maart 2020: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52020XC0330(03)

(10)  Bijvoorbeeld grens- en seizoenarbeiders.

(11)  https://qap.ecdc.europa.eu/public/extensions/COVID-19/COVID-19.html

(12)  Zie https://ec.europa.eu/home-affairs/what-we-do/policies/borders-and-visas/schengen/reintroduction-border-control_en

(13)  C(2020) 3139 en C(2020) 3251.

(14)  https://www.ecdc.europa.eu/en/covid-19-contact-tracing-public-health-management

(15)  C(2020) 2523 final van 16.4.2020.

(16)  Protocol inzake de interoperabiliteitsbeginselen voor vrijwillige apps voor contacttracering, 13 mei 2020.

(17)  De maatregelen omvatten: permanente en herhaalde voorlichting aan het publiek, advies aan mensen met symptomen om zich af te zonderen en contact op te nemen met de gezondheidsdiensten, handhygiëne, hoest-/niesetiquette, fysieke afstand tussen mensen, gezichtsmaskers als middel ter beheersing van de besmettingsbron (d.w.z. om te voorkomen dat besmette personen, die al dan niet symptomen vertonen, vochtdruppeltjes verspreiden).

(18)  Risicobeoordeling ECDC.

(19)  C(2020) 3139 en C(2020) 3251.

(20)  C(2020) 3139.

(21)  Een overzicht van alle richtsnoeren is te vinden in https://ec.europa.eu/info/live-work-travel-eu/health/coronavirus-response/travel-and-transportation-during-coronavirus-pandemic_nl

(22)  Een niet-limitatieve opsomming van een aantal essentiële beroepen is te vinden in de richtsnoeren betreffende de uitoefening van het recht op vrij verkeer van werknemers, die de Commissie op 30 maart 2020 heeft goedgekeurd: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52020XC0330(03)