ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
62e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 382/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9497 — Crédit Agricole/Abanca/JV) ( 1 ) |
|
2019/C 382/02 |
Inleiding van een procedure (Zaak M.9162 — Fincantieri/Chantiers de l’Atlantique) ( 1 ) |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2019/C 382/03 |
||
|
Europese Commissie |
|
2019/C 382/04 |
||
2019/C 382/05 |
||
2019/C 382/06 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (M.8864 — Vodafone/Certain Liberty Global Assets) |
|
2019/C 382/07 |
Samenvatting van het besluit van de Commissie van 18 juli 2019 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst (Zaak M.8864 — Vodafone/Certain Liberty Global Assets) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019)5187) ( 1 ) |
|
V Adviezen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 382/08 |
Oproep tot het indienen van voorstellen 2020 — EAC/A03/2019 Europees Solidariteitskorps |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 382/09 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9605 — DAK Americas/Lotte Chemical UK) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
2019/C 382/10 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9573 — Brookfield/Iridium/Global Borealis) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
2019/C 382/11 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9582 — Siemens Gamesa Renewable Energy/Senvion (European onshore wind turbine service)/Ria Blades) ( 1 ) |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9497 — Crédit Agricole/Abanca/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 382/01)
Op 25 oktober 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9497. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/2 |
Inleiding van een procedure
(Zaak M.9162 — Fincantieri/Chantiers de l’Atlantique)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 382/02)
Op 30 oktober 2019 heeft de Commissie besloten in bovengenoemde zaak de procedure in te leiden nadat zij had vastgesteld dat er ernstige twijfel bestaat over de verenigbaarheid van de aangemelde concentratie met de gemeenschappelijke markt. De inleiding van de procedure start een tweede fase in het onderzoek naar de aangemelde concentratie, en behoudens de definitieve beschikking in deze zaak. De beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder c, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1).
De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.
Om met deze opmerkingen in de procedure rekening te kunnen houden, dienen deze de Commissie uiterlijk 15 dagen na dagtekening van deze bekendmaking te hebben bereikt. Ze kunnen de Commissie per fax (+ 32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van referentie nummer M.9162 — Fincantieri/Chantiers de l’Atlantique, aan onderstaand adres worden toegezonden:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/3 |
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van ABDOLLAHI Hamed, ARBABSIAR Manssor, BOUYERI Mohammed, SHAHLAI Abdul Reza, SHAKURI Ali Gholam, SOLEIMANI Qasem, de FILIPIJNSE COMMUNISTISCHE PARTIJ, met inbegrip van het NIEUWE VOLKSLEGER (NPA), het NATIONAAL BEVRIJDINGSLEGER (Ejército de Liberación Nacional of ELN), SENDERO LUMINOSO (SL) (“Lichtend Pad”), personen en groepen die opgenomen zijn in de lijst van personen, groepen en entiteiten die vallen onder de artikelen 2, 3 en 4 van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme
(zie de bijlagen bij Besluit (GBVB) 2019/1341 van de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1337 van de Raad)
(2019/C 382/03)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de bovengenoemde personen en groepen die op de lijst in Besluit (GBVB) 2019/1341 van de Raad (1) en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1337 van de Raad (2) zijn geplaatst.
In Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad (3) is bepaald dat alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die in het bezit zijn van de betrokken personen en groepen, worden bevroren, en dat aan deze personen en groepen, noch direct, noch indirect tegoeden, andere financiële activa of economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld.
De Raad heeft nieuwe informatie ontvangen die relevant is voor de plaatsing op de lijst van de bovengenoemde personen en groepen. Op grond van die nieuwe informatie is de Raad voornemens zijn motiveringen dienovereenkomstig te wijzigen.
De betrokken personen en groepen kunnen de Raad verzoeken de beoogde motiveringen voor de handhaving op bovengenoemde lijst aan hen mede te delen. Die verzoeken moeten worden gericht aan:
Raad van de Europese Unie (t.a.v. COMET designations) |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu
Deze verzoeken dienen uiterlijk op 15 november 2019 te worden ingediend.
De betrokken personen en groepen kunnen te allen tijde, onder overlegging van eventuele bewijsstukken, de Raad verzoeken om heroverweging van het besluit om hen op de lijst te plaatsen en te handhaven; dat verzoek dient aan bovengenoemd adres te worden gericht. Het verzoek zal bij ontvangst worden behandeld. In dat verband worden de betrokken personen en groepen erop geattendeerd dat de lijst overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB regelmatig door de Raad wordt geëvalueerd.
De betrokken personen en groepen worden erop geattendeerd dat zij bij de in de bijlage bij de verordening vermelde bevoegde instanties van de betrokken lidstaat of lidstaten een machtiging tot het gebruik van bevroren tegoeden voor essentiële behoeften of specifieke betalingen kunnen aanvragen (zie artikel 5, lid 2, van de verordening).
(1) PB L 209 van 9.8.2019, blz. 15.
Europese Commissie
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/5 |
Wisselkoersen van de euro (1)
8 november 2019
(2019/C 382/04)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,1034 |
JPY |
Japanse yen |
120,72 |
DKK |
Deense kroon |
7,4727 |
GBP |
Pond sterling |
0,86158 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,7025 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,0991 |
ISK |
IJslandse kroon |
137,70 |
NOK |
Noorse kroon |
10,0893 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,486 |
HUF |
Hongaarse forint |
333,37 |
PLN |
Poolse zloty |
4,2610 |
RON |
Roemeense leu |
4,7638 |
TRY |
Turkse lira |
6,3513 |
AUD |
Australische dollar |
1,6065 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4561 |
HKD |
Hongkongse dollar |
8,6372 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7426 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5002 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 276,66 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,3121 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,7115 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,4345 |
IDR |
Indonesische roepia |
15 463,05 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5609 |
PHP |
Filipijnse peso |
55,809 |
RUB |
Russische roebel |
70,4653 |
THB |
Thaise baht |
33,527 |
BRL |
Braziliaanse real |
4,5583 |
MXN |
Mexicaanse peso |
21,1383 |
INR |
Indiase roepie |
78,6520 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/6 |
Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht
op zijn bijeenkomst van 28 juni 2019
betreffende een voorontwerp van besluit over
zaak M.8864 — Vodafone/Certain Liberty Global Assets
Rapporteur: Letland
(2019/C 382/05)
Bevoegdheid
1. |
Het Adviescomité (vijftien lidstaten) is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (“de concentratieverordening”). (1) |
2. |
Het Adviescomité (15 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een Uniedimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening. |
Marktafbakening
3. |
Het Adviescomité (15 lidstaten) is het eens met de conclusies van de Commissie in het ontwerpbesluit wat betreft de afbakening van de relevante product- en geografische markten voor:
|
Beoordeling uit mededingingsoogpunt
4. |
Het Adviescomité (15 lidstaten) is het eens met de beoordeling door de Commissie dat de aangemelde transactie de daadwerkelijke mededinging op een significante wijze zou belemmeren als gevolg van horizontale niet-gecoördineerde effecten op:
|
5. |
Het Adviescomité (15 lidstaten) is het eens met de beoordeling door de Commissie dat het onwaarschijnlijk is dat de aangemelde transactie de daadwerkelijke mededinging op een significante wijze zal belemmeren als gevolg van:
|
Toezeggingen
6. |
Het Adviescomité (15 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de op 11 juni 2019 door de aanmeldende partij gedane definitieve toezeggingen de in het ontwerpbesluit vastgestelde significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging wegnemen. |
7. |
Het Adviescomité (15 lidstaten) is het met de Commissie eens dat, mits de door de aanmeldende partij op 11 juni 2019 voorgestelde definitieve toezeggingen volledig worden nagekomen, het niet waarschijnlijk is dat de aangemelde transactie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel ervan op een significante wijze zal belemmeren. |
Verenigbaarheid met de interne markt en de EER-overeenkomst
8. |
Het Adviescomité (15 lidstaten) is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie dan ook overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar moet worden verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst. |
Helena LARSSON HAUG
Voorzitter van de vergadering van het Adviescomité
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/8 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)
(M.8864 — Vodafone/Certain Liberty Global Assets)
(2019/C 382/06)
Inleiding
1. |
Op 19 oktober 2018 heeft de Commissie een aanmelding ontvangen van een voorgestelde concentratie overeenkomstig artikel 4 van de concentratieverordening (2) ingevolge waarvan Vodafone Group Plc (“Vodafone” of “de aanmeldende partij”) uitsluitende zeggenschap zou verkrijgen over de telecommunicatiebedrijven van Liberty Global Plc (“Liberty Global”) in Tsjechië, Duitsland, Hongarije en Roemenië (“de doelonderneming”) (3) (“de transactie”). Vodafone en Liberty Global (inclusief de doelonderneming) worden hierna “de partijen” genoemd. |
Procedure
2. |
Tijdens het eerste onderzoek van de Commissie zijn ernstige twijfels gerezen over de verenigbaarheid van de transactie met de interne markt. Op 11 december 2018 heeft de Commissie besloten een procedure overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in te leiden, op welk besluit de partijen op 7 januari 2019 hebben gereageerd. |
3. |
Op 18 januari 2019 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de concentratieverordening twee besluiten vastgesteld naar aanleiding van het verzuim van elk van de partijen om volledige informatie te verstrekken in antwoord op een verzoek om informatie (“de besluiten overeenkomstig artikel 11, lid 3”). De besluiten overeenkomstig artikel 11, lid 3, dwongen de geadresseerden om de Commissie volledige informatie te verstrekken en leidden tot opschorting van de in artikel 10, lid 3, eerste alinea, van de concentratieverordening gestelde termijnen. De opschorting van de termijnen verstreek, zodra beide partijen aan het einde van 8 februari 2019 aan de besluiten overeenkomstig artikel 11, lid 3, hadden voldaan. |
Mededeling van punten van bezwaar
4. |
Op 25 maart 2019 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 18 van de concentratieverordening en artikel 13, lid 2, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening (4) een mededeling van punten van bezwaar doen uitgaan. In de mededeling van punten van bezwaar nam de Commissie het voorlopige standpunt in dat de transactie daadwerkelijke mededinging op een wezenlijk deel van de interne markt in de zin van artikel 2 van de concentratieverordening op een significante wijze zou belemmeren vanwege 1) horizontale niet-gecoördineerde effecten i) op het aanbieden van diensten voor vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland; ii) op het aanbieden van dual play-pakketten (“2P-pakketten”) van diensten voor vaste telefonie en diensten voor vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland, en iii) op de markt voor televisiesignaaltransmissie op wholesaleniveau in Duitsland, alsook 2) verticale niet-gecoördineerde effecten op het aanbieden van televisiesignaaltransmissie op retailniveau aan klanten in meergezinswoningen in Duitsland en op de potentiële regionale markt die overeenkomt met de voetafdruk van Unitymedia. |
5. |
De partijen hebben op 8 april 2019 schriftelijk antwoord gegeven op de mededeling van punten van bezwaar. Geen van de partijen heeft verzocht om een gelegenheid om haar standpunten mondeling toe te lichten. |
Belanghebbende derden
6. |
Op hun met redenen omkleed verzoek heb ik 18 ondernemingen als belanghebbende derden tot de onderhavige procedure toegelaten overeenkomstig artikel 5 van Besluit 2011/695/EU. Het betrof concurrenten en/of entiteiten met contractuele relaties met de partijen als leverancier of klant, alsook verenigingen die zulke ondernemingen vertegenwoordigen. |
7. |
Alle belanghebbende derden werden voorzien van een niet-vertrouwelijke versie van de mededeling van punten van bezwaar en kregen een termijn waarbinnen zij hun schriftelijke reacties konden indienen overeenkomstig artikel 16, lid 2, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening. |
Toegang tot het dossier
8. |
De partijen werd voor het eerst inzage in het dossier verleend op 25 maart 2019 en vervolgens op voortschrijdende basis. In een dataroom werd aan de economisch adviseurs van de partijen inzage verleend in vertrouwelijke gegevens waarop de Commissie zich in haar mededeling van punten van bezwaar baseerde. |
9. |
Op 16 april 2019 heb ik een verzoek om toegang tot het dossier van de Commissie ontvangen van een onderneming die ik als een van de belanghebbende derden tot de procedure had toegelaten. Dit verzoek was eerst gericht tot DG Concurrentie, dat het verzoek op 12 april 2019 had afgewezen. Op 23 april 2019 heb ik in mijn reactie op het verzoek verklaard dat er geen wettelijke verplichting is om de betrokken onderneming toegang tot het dossier te verlenen. In wezen maakt artikel 11 van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening, voor de toepassing van het recht te worden gehoord, onderscheid tussen derden en aanmeldende partijen, andere betrokkenen (5) en partijen ten aanzien waarvan de Commissie voornemens is een beschikking te geven overeenkomstig artikel 14 of artikel 15 van de concentratieverordening. Het recht van derden in concentratieprocedures te worden gehoord is vastgelegd in artikel 18, lid 4, van de concentratieverordening en artikel 16, lid 1, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening. Het laatstgenoemde bepaalt de inhoud en reikwijdte van het recht van belanghebbende derden te worden gehoord: “Indien derden […] schriftelijk verzoeken te worden gehoord, stelt de Commissie hen schriftelijk van de aard en het voorwerp van de procedure in kennis en stelt zij een termijn vast waarbinnen zij hun standpunt kenbaar kunnen maken.” Binnen de bandbreedte van haar bevoegdheid en overeenkomstig de jurisprudentie (6) heeft de Commissie alle belanghebbenden derden een niet-vertrouwelijke versie van de mededeling van punten van bezwaar verstrekt, zodat zij de “theories of harm” en de onderdelen daarvan kunnen begrijpen, en heeft zij hen in de gelegenheid gesteld hun standpunten kenbaar te maken. Terwijl de geadresseerden van een mededeling van punten van bezwaar en de “andere betrokkenen” volgens artikel 17, leden 1 en 2, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening recht van toegang tot het dossier hebben, heeft een derde bij de voorgenomen concentratie — zoals de onderneming in kwestie — niet hetzelfde recht van toegang tot het dossier. |
Toezeggingen
10. |
Op 6 mei 2019 heeft de aanmeldende partij toezeggingen ingediend overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening om de door de Commissie vastgestelde mededingingsbezwaren weg te nemen. |
11. |
Op grond van terugkoppeling die is verkregen van het marktonderzoek van deze toezeggingen door de Commissie heeft de aanmeldende partij op 11 juni 2019 een definitieve reeks toezeggingen (“definitieve toezeggingen”) ingediend. |
12. |
In het ontwerpbesluit constateert de Commissie dat de definitieve toezeggingen geschikt zijn en voldoende ver reiken om de significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging waartoe de transactie anders zou leiden, weg te nemen, en dat de transactie middels de definitieve toezeggingen derhalve verenigbaar met de interne markt en de EER-overeenkomst is geworden. |
Ontwerpbesluit
13. |
Overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Besluit 2011/695/EU heb ik het ontwerpbesluit onderzocht en kom ik tot de conclusie dat dit uitsluitend punten van bezwaar betreft ten aanzien waarvan de partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken. |
Conclusie
14. |
Ik concludeer dat de effectieve uitoefening van de procedurele rechten bij de onderhavige procedure is gerespecteerd. |
Brussel, 3 juli 2019.
Joos STRAGIER
(1) Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29) (“Besluit 2011/695/EU”).
(2) Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (“de EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1) (“de concentratieverordening”).
(3) In Tsjechië werkt de doelonderneming via UPC Česká republika, s.r.o., in Duitsland via Unitymedia GmbH (“Unitymedia”), in Hongarije via UPC Magyarország Kft en in Roemenië via UPC Romania S.R.L.
(4) Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1) (“de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening”).
(5) Volgens artikel 11, onder b), van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening zijn “andere betrokkenen”“andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie dan de aanmeldende partijen, zoals de verkoper en de onderneming die het voorwerp van de concentratie is”.
(6) Zie bijvoorbeeld de zaken T 213/01 en T 214/01, Österreichische Postsparkasse en Bank für Arbeit und Wirtschaft/Commissie, EU:T:2006:151, punt 107.
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/10 |
Samenvatting van het besluit van de Commissie
van 18 juli 2019
waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst
(Zaak M.8864 — Vodafone/Certain Liberty Global Assets)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019)5187)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 382/07)
Op 18 juli 2019 heeft de Commissie een besluit vastgesteld met betrekking tot een concentratiezaak op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (1) , en met name artikel 8, lid 2, van die verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit, in voorkomend geval in de vorm van een voorlopige versie, is in de authentieke taal van de zaak te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?clear=1&policy_area_id=2
I. Inleiding
(1) |
Op 19 oktober 2018 heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) een aanmelding ontvangen van een voorgenomen concentratie overeenkomstig artikel 4 van de concentratieverordening waarbij Vodafone Group Plc (“Vodafone” of “de aanmeldende partij”) beoogt de uitsluitende zeggenschap over de telecommunicatiebedrijven van Liberty Global Plc (“Liberty Global”) in Tsjechië, Duitsland, Hongarije en Roemenië (“de doelonderneming”) te verwerven (“de transactie”). Vodafone en de doelonderneming worden hierna “de partijen” genoemd. |
(2) |
Het besluit is als volgt opgebouwd. In deel II worden de partijen beschreven. In deel III wordt uiteengezet waarom de transactie als een concentratie wordt beschouwd. In deel IV wordt uitgelegd waarom de concentratie die door de transactie ontstaat, een Uniedimensie heeft. In deel V wordt de procedure beschreven die in deze zaak is gevolgd. Deel VI bevat een beschrijving van het onderzoek dat de Commissie naar deze transactie heeft verricht. In deel VII worden de relevante productmarkt en de relevante geografische markt afgebakend. Deel VIII bevat de beoordeling van de Commissie of het waarschijnlijk is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op een significante wijze zal belemmeren, rekening houdend met de beweringen van de aanmeldende partijen inzake kostenefficiëntie. In deel IX wordt de beoordeling van de Commissie van de door de aanmeldende partijen ingediende toezeggingen uiteengezet. Deel X bevat de conclusies van de Commissie. |
II. De partijen
(3) |
Vodafone is een groep van ondernemingen die wereldwijd actief is in het exploiteren van netwerken voor mobiele telecommunicatie en het aanbieden van mobiele telecommunicatiediensten, zoals spraaktelefonie-, berichten-, gegevens- en contentdiensten. Sommige van haar werkmaatschappijen bieden ook diensten voor kabeltelevisie, vastelijntelefonie, breedbandinternettoegang en/of IPTV aan (2). Binnen de EU is Vodafone actief in twaalf lidstaten. Met name in Tsjechië, Hongarije en Roemenië verstrekt Vodafone hoofdzakelijk diensten voor mobiele telecommunicatie en in beperkte mate voor vaste telecommunicatie op retailniveau. In Duitsland biedt Vodafone in het hele land diensten voor mobiele telecommunicatie op retailniveau aan, is zij eigenaar van het kabelnetwerk Kabel Deutschland (dat stedelijke gebieden in 13 van de 16 deelstaten bestrijkt) en biedt zij in het hele land diensten voor vaste telecommunicatie aan op basis van wholesaletoegang tot het vaste netwerk van Deutsche Telekom AG (“Deutsche Telekom”). |
(4) |
Liberty Global is eigenaar van en exploiteert kabelnetwerken en biedt televisie-, breedband- en spraaktelefoniediensten aan, wereldwijd en in het bijzonder in elf lidstaten in de EU. |
(5) |
De doelonderneming bestaat uit de activiteiten van Liberty Global in elk van de landen Tsjechië, Duitsland, Hongarije en Roemenië. In Tsjechië werkt de doelonderneming via UPC Česká republika, s.r.o., in Duitsland via Unitymedia GmbH (“Unitymedia”), in Hongarije via UPC Magyarország Kft en in Roemenië via UPC Romania S.R.L. (de doelonderneming in elk van de landen Tsjechië, Hongarije en Roemenië wordt hierna “UPC” genoemd). De doelonderneming levert vaste telefonie-, breedband- en televisiediensten via haar kabelnetwerken. In Duitsland exploiteert de doelonderneming het kabelnetwerk van Unitymedia, dat de drie bondslanden bestrijkt waar geen kabelnetwerk van Vodafone beschikbaar is, dat wil zeggen, in Noordrijn-Westfalen, Hessen en Baden-Württemberg. Daarnaast is de doelonderneming actief als exploitant van een mobiel virtueel netwerk in Duitsland en Hongarije. |
III. De transactie
(6) |
Door middel van een koop- en verkoopovereenkomst die op 9 mei 2018 is gesloten, zal Vodafone 100 % van de aandelen van de vennootschapsrechtelijke entiteiten van de doelonderneming verkrijgen, die volle dochterondernemingen van Vodafone zullen worden. |
(7) |
In het besluit is de Commissie daarom tot de conclusie gekomen dat de transactie de verkrijging van de uitsluitende zeggenschap over de doelonderneming door Vodafone behelst en dus een concentratie is in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening. |
IV. EU-dimensie
(8) |
In het besluit is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de aangemelde transactie een EU-dimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening. |
V. De procedure
(9) |
De transactie is op 19 oktober 2018 bij de Commissie aangemeld. |
(10) |
Na een eerste onderzoek van de aanmelding en op basis van het marktonderzoek tijdens fase I uitte de Commissie ernstige twijfels over de verenigbaarheid van de transactie met de interne markt en stelde zij op 11 december 2018 een besluit tot inleiding van de procedure vast overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening (“het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c)”). |
(11) |
Op 7 januari 2019 hebben de partijen hun schriftelijke opmerkingen ten aanzien van het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), ingediend. |
(12) |
Op 18 januari 2019 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de concentratieverordening besluiten vastgesteld, gericht tot Vodafone en Liberty Global, naar aanleiding van hun verzuim om volledige informatie te verstrekken in antwoord op een verzoek om informatie van de Commissie. Beide besluiten leidden tot opschorting van de termijnen als genoemd in artikel 10, lid 3, eerste alinea, van de concentratieverordening. Liberty Global en Vodafone voldeden respectievelijk op 6 februari 2019 en 8 februari 2019 aan het tot hen gerichte besluit overeenkomstig artikel 11, lid 3. De opschorting van de termijnen is daardoor aan het einde van 8 februari 2019 verstreken. |
(13) |
Op 25 maart 2019 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar naar de aanmeldende partij gezonden (“de mededeling van punten van bezwaar”). In de mededeling van punten van bezwaar nam de Commissie het voorlopige standpunt in dat de aangemelde concentratie de daadwerkelijke mededinging op een wezenlijk deel van de interne markt in de zin van artikel 2, lid 3, van de concentratieverordening op een significante wijze zou belemmeren vanwege 1) horizontale niet-gecoördineerde effecten i) op het aanbieden van diensten voor vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland; ii) op het aanbieden van dual play-pakketten (“2P-pakketten”) van diensten voor vaste telefonie en diensten voor vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland; en iii) op de markt voor televisiesignaaltransmissie op wholesaleniveau in Duitsland; alsook 2) verticale niet-gecoördineerde effecten op het aanbieden van televisiesignaaltransmissie op retailniveau aan klanten in meergezinswoningen (multiple-dwelling units, MDU’s) in Duitsland en op de potentiële regionale markt die overeenkomt met de voetafdruk van de doelonderneming (3). |
(14) |
De partijen werd voor het eerst inzage in het dossier verleend op 25 maart 2019, de dag na de uitbrenging van de mededeling van punten van bezwaar, en vervolgens op regelmatige basis. Conform de dataroomprocedure werd de economisch adviseurs van de partijen inzage verleend in vertrouwelijke gegevens en informatie waarop de Commissie zich in haar mededeling van punten van bezwaar baseerde. |
(15) |
Op 8 april 2019 hebben de partijen hun schriftelijk antwoord op de mededeling van punten van bezwaar ingediend. |
(16) |
Op 15 april 2019 heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, derde zin, van de concentratieverordening, een besluit vastgesteld waarbij de bij artikel 10, lid 3, eerste alinea, van de concentratieverordening vastgestelde termijnen met in totaal tien werkdagen werden verlengd. |
(17) |
Op 6 mei 2019 heeft de aanmeldende partij toezeggingen ingediend overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening om de door de Commissie vastgestelde mededingingsbezwaren weg te nemen. De volgende dag, op 7 mei 2019, is de Commissie gestart met een marktonderzoek naar de op 6 mei 2019 door de aanmeldende partij ingediende toezeggingen. |
(18) |
Op 23 mei 2019 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, derde zin, van de concentratieverordening een tweede besluit vastgesteld waarbij de bij artikel 10, lid 3, eerste alinea, van de concentratieverordening vastgestelde termijnen met in totaal tien werkdagen werden verlengd. |
(19) |
Na bepaalde wijzigingen te hebben aangebracht, heeft de aanmeldende partij op 11 juni 2019 een definitieve reeks toezeggingen (“de definitieve toezeggingen”) ingediend. |
VI. Relevante markten
(20) |
De Commissie heeft zich in het besluit op het standpunt gesteld dat de relevante markten voor de beoordeling van de transactie de volgende zijn:
|
VII. Beoordeling uit mededingingsoogpunt
VII.1. Duitsland
VII.1.1. Inleiding
(21) |
De Commissie heeft in het besluit vastgesteld dat in Duitsland de volgende markten horizontaal betrokken zijn bij de transactie:
|
(22) |
Daarnaast zijn in Duitsland bij de transactie de volgende markten verticaal betrokken vanwege de verbanden tussen de volgende markten:
|
(23) |
De Commissie heeft ook een aantal markten vastgesteld waarop de transactie een significante impact kan hebben in de zin van punt 6.4 van bijlage I bij de uitvoeringsverordening (5):
|
(24) |
Voor de meeste van de hierboven genoemde markten heeft de Commissie geen mededingingsbezwaren vastgesteld en heeft zij ook geen klachten ontvangen. Voor zover de Commissie bezwaren heeft vastgesteld of marktdeelnemers klachten hebben ingediend, worden de bevindingen van de Commissie in de volgende delen samengevat. |
VII.1.2. Horizontale niet-gecoördineerde effecten op het aanbieden van diensten voor vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland
(25) |
De Commissie is in het besluit tot de conclusie gekomen dat de transactie zou leiden tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging als gevolg van het wegvallen van de aanzienlijke, uit mededinging voortvloeiende remmingen die de partijen voorafgaand aan de transactie uitoefenden, vooral in de kabelvoetafdruk van Unitymedia, en door de vorming van een speler met een aandeel in termen van abonnees van meer dan 30 % (dat in de voetafdruk van Unitymedia meer dan 40 % zou zijn en in bepaalde bondslanden en districten zelfs nog hoger). |
(26) |
In het bijzonder heeft de Commissie in het besluit vastgesteld dat de DSL-activiteiten van Vodafone in de voetafdruk van Unitymedia, die berusten op de wholesaletoegang tot het netwerk van Deutsche Telekom, een aanzienlijke, uit mededinging voortvloeiende remming vormen. Dit is gebaseerd op de waarneming dat Vodafone op voet van gelijkheid heeft kunnen concurreren met Unitymedia en concurrerender heeft kunnen werken dan andere aanbieders die werken op basis van wholesaletoegang, dankzij haar unieke kenmerken (met name toegang tot een netwerkinfrastructuur die vergeleken met Deutsche Telekom grotere flexibiliteit en dus lagere kosten mogelijk maakt). |
(27) |
De Commissie heeft in het besluit bovendien vastgesteld dat niet kan worden verwacht dat de afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie zal worden gecompenseerd door andere uit mededinging voortvloeiende remmingen die op de markten overblijven. In feite zullen de overblijvende spelers in de markt waarschijnlijk niet het vermogen hebben (Telefónica en anderen die wholesaletoegang tot het netwerk van Deutsche Telekom zoeken, met uitzondering van United Internet) of de prikkel hebben (Deutsche Telekom en United Internet) om aanvallend te concurreren met de uit de concentratie ontstane entiteit (6). |
(28) |
Op grond hiervan heeft de Commissie in het besluit geoordeeld dat het wegvallen van de uit mededinging voortvloeiende remmingen die de partijen voorafgaand aan de transactie zowel op elkaar als op andere concurrenten uitoefenen, de mededinging waarschijnlijk significant verzwakt en prijsstijgingen met zich mee zal brengen, vooral in de voetafdruk van Unitymedia, waar de partijen nauw met elkaar concurreren. |
(29) |
Met betrekking tot de beweringen inzake kostenefficiëntie die de partijen hebben ingediend (met inbegrip van variabele kostenbesparingen als gevolg van migratie van DSL-klanten van Vodafone van het netwerk van Deutsche Telekom naar dat van Unitymedia), wordt in het besluit geconcludeerd dat zij niet voldoen aan de drie cumulatieve criteria van verifieerbaarheid, specifiek resultaat van de concentratie en voordeel voor de verbruikers zoals uiteengezet in de richtsnoeren voor horizontale concentraties. |
VII.1.3. Horizontale niet-gecoördineerde effecten op het aanbieden van televisiesignaaltransmissie en televisiediensten op retailniveau in Duitsland
(30) |
De Commissie heeft in het besluit de waarschijnlijkheid beoordeeld van mededingingbelemmerende horizontale niet-gecoördineerde effecten i) op de markten voor het aanbieden van televisiesignaaltransmissie op retailniveau aan klanten in meergezinswoningen en klanten in eengezinswoningen in Duitsland of op de potentiële regionale markten die overeenkomen met de voetafdruk van de partijen, en ii) op de nationale markt voor het aanbieden van televisiediensten op retailniveau (tezamen “televisiegerelateerde markten”). |
(31) |
De Commissie heeft geconcludeerd dat het niet waarschijnlijk is dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op een van de televisiegerelateerde markten in Duitsland zal belemmeren als gevolg van horizontale niet-gecoördineerde effecten, vooral omdat er geen sprake is van een specifiek uit de concentratie voortvloeiende verandering, aangezien de partijen voornamelijk actief zijn binnen hun respectieve kabelvoetafdruk. Het dossier van de Commissie bevat geen bewijs dat duidt op een verlies van directe, indirecte of potentiële mededinging als gevolg van de transactie. Daarnaast was de Commissie van oordeel dat de transactie niet zal leiden tot een verzwakking van de concurrenten van de partijen. |
(32) |
In het bijzonder met betrekking tot potentiële mededinging tussen de partijen, heeft de Commissie vastgesteld dat noch Vodafone noch Unitymedia in het verleden het kabelnetwerk van de andere partij heeft overbouwd. Bij een bevinding van potentiële mededinging zou daarom duidelijk uiteen moeten worden gezet waarom de Commissie van mening was dat de partijen waarschijnlijk van hun eerdere gedrag zullen afwijken. De Commissie heeft echter geen samenhangend bewijsmateriaal vastgesteld dat erop duidt dat, zonder de transactie, uitbreiding van een van de partijen in de voetafdruk van de andere partij waarschijnlijk of redelijkerwijs voorspelbaar is. |
(33) |
In de voetafdruk van Unitymedia is er een kleine overlapping die voortvloeit uit de IPTV- en OTT-televisieproducten van Vodafone. Gezien de beperkte marktpositie van deze producten is er echter geen sprake van een significant verlies van daadwerkelijke directe mededinging tussen de partijen. |
VII.1.4. Horizontale niet-gecoördineerde effecten op de markt voor televisiesignaaltransmissie op wholesaleniveau in Duitsland
(34) |
De Commissie heeft in het besluit vastgesteld dat de marktmacht van de partijen in het aanbieden van televisiesignaaltransmissie op wholesaleniveau in Duitsland na de transactie zou toenemen. Zij concludeert dat i) op een potentiële markt die beperkt is tot het aanbieden van televisiesignaaltransmissie via kabel op wholesaleniveau, het gecombineerde marktaandeel van de partijen groter is dan 70 %, zowel op nationaal niveau als in het kabelgebied van de gefuseerde entiteit (in termen van aangesloten huishoudens) en ii) er elementen zijn die erop wijzen dat grotere aanbieders van televisiesignaaltransmissie in de mogelijkheid verkeren en worden gestimuleerd om over betere voorwaarden te onderhandelen dan kleinere concurrenten. |
(35) |
De Commissie heeft in het besluit de volgende mogelijke schadelijke effecten van deze toegenomen marktmacht vastgesteld: in de eerste plaats de mogelijkheid dat de uit de concentratie ontstane entiteit televisieomroepen onredelijke voorwaarden zal opleggen, en in de tweede plaats de mogelijkheid dat de uit de concentratie ontstane entiteit het vermogen van de omroepen om aanvullende en innovatieve diensten aan te bieden (zoals OTT (Over-The-Top) en HbbTV) zal belemmeren. |
VII.1.5. Horizontale niet-gecoördineerde effecten op de retailmarkt voor multiple play-pakketten in Duitsland
(36) |
De Commissie heeft in het besluit de effecten van de transactie op de hypothetische markten voor de meest gangbare pakketten in Duitsland beoordeeld. Behalve de dual play-pakketten van diensten voor vaste internettoegang en vaste telefonie, zijn dit de markten voor triple play-pakketten van diensten voor vaste telefonie, internet en televisie, voor triple play-pakketten van diensten voor vaste telefonie, internet en mobiele telecommunicatie, en voor quadruple play-pakketten van diensten voor vaste telefonie, internet, televisie en mobiele telecommunicatie. |
(37) |
In het besluit wordt geconcludeerd dat bevindingen in verband met de horizontale niet-gecoördineerde effecten van de transactie op het aanbieden van diensten voor vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland evenzeer van toepassing zijn op het aanbieden van dual play-pakketten van diensten voor vaste internettoegang en vaste telefonie op retailniveau, vanwege de grote overlapping tussen de twee markten. |
(38) |
Met betrekking tot de andere typen pakketten heeft de Commissie vastgesteld dat het niet waarschijnlijk is dat de transactie aanleiding zal geven tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging, in het bijzonder vanwege de beperkte gecombineerde marktaandelen van de partijen en de beperkte uitbreiding (triple play-pakketten van diensten voor vaste telefonie, internet en mobiele telecommunicatie en quadruple play-pakketten) en/of vanwege de verwaarloosbare overlapping van de activiteiten van de partijen in het aanbieden van televisiediensten. |
VII.1.6. Afscherming van retailaanbieders van televisiesignaaltransmissie aan klanten in meergezinswoningen in Duitsland
(39) |
De Commissie heeft in het besluit de waarschijnlijkheid beoordeeld van mededingingbelemmerende verticale niet-gecoördineerde effecten op de markten voor het aanbieden van televisiesignaaltransmissie op retailniveau aan klanten in meergezinswoningen in Duitsland, alsook op de potentiële regionale markten die overeenkomen met de kabelvoetafdruk van de partijen. De Commissie heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een specifiek uit de concentratie voortvloeiend effect met betrekking tot het vermogen van of de prikkel voor de partijen om downstream retailconcurrenten via de markt voor intermediaire levering van televisiesignalen af te schermen. De transactie zal geen nieuwe verbanden tussen verschillende niveaus van de toeleveringsketen creëren die zonder de transactie niet zouden bestaan. Dit komt doordat zowel Vodafone als Unitymedia zowel upstream (in aparte geografische markten) in het aanbieden van level 3-signaal aan level 4-aanbieders als downstream in het aanbieden van televisiesignaaltransmissie op retailniveau aan klanten in meergezinswoningen, al actief is. Waar deze verticale verbanden bestaan, leidt de transactie niet tot een verandering in de marktstructuur op het upstream of downstream niveau en heeft zij daardoor geen toename in marktmacht tot gevolg. |
(40) |
In dit specifieke verband was de Commissie van oordeel dat de transactie niet zou leiden tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging als gevolg van verticale niet-gecoördineerde effecten ten nadele van Tele Columbus die voortvloeien uit de eventuele omzetting van het commerciële beleid van Vodafone in de voetafdruk van Unitymedia. Zelfs als de uit de concentratie ontstane entiteit het specifiek uit de concentratie voortvloeiende vermogen en de prikkel zou hebben om Tele Columbus af te schermen in de voetafdruk van Unitymedia, zou er geen significant effect op de daadwerkelijke mededinging zijn, gezien de beperkte activiteiten van Tele Columbus in de voetafdruk van Unitymedia en haar gebrek aan infrastructurele expansie. |
VII.1.7. Afscherming van retailaanbieders van mobiele telecommunicatiediensten in Duitsland
(41) |
De Commissie heeft in het besluit de waarschijnlijkheid van mededingingbelemmerende verticale niet-gecoördineerde effecten op de markt voor het aanbieden van mobiele telecommunicatiediensten en FMC-pakketten op retailniveau beoordeeld. De Commissie heeft vastgesteld dat de uit de concentratie ontstane entiteit niet het specifiek uit de concentratie voortvloeiende vermogen of de prikkel zou hebben om concurrerende aanbieders van mobiele telecommunicatiediensten af te schermen, gezien de afwezigheid van Unitymedia in de upstreammarkt en haar marginale positie in de downstreammarkt. |
(42) |
De Commissie was van oordeel dat er, ook als de uit de concentratie ontstane entiteit het specifiek uit de concentratie voortvloeiende vermogen en de prikkel had, geen significant effect op de daadwerkelijke mededinging zou zijn. De grootste niet-MNO’s die in Duitsland actief zijn, worden beschermd doordat ze worden gehost door meerdere MNO’s (mobiele netwerkoperatoren). Bovendien zullen niet-MNO’s blijven profiteren van de door BNetzA gestelde verplichtingen en van de toezeggingen die door de Commissie zijn aanvaard in zaak M.7018 — Telefónica Deutschland/E-Plus. Tot slot oefenen niet-MNO’s hoe dan ook doorgaans niet dezelfde mate van concurrentiedruk uit als MNO’s, hoofdzakelijk door hun afhankelijkheid van voorwaarden op wholesaleniveau. Ze zijn dus niet in staat om het concurrentiegedrag van MNO’s op de retailmarkt effectief te beperken. |
(43) |
In dit specifieke verband was de Commissie van oordeel dat de transactie niet zou leiden tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging als gevolg van verticale niet-gecoördineerde effecten ten nadele van FMC-spelers die voortvloeien uit een toegenomen prikkel om concurrenten met een vaste netwerkinfrastructuur (bijvoorbeeld city carriers) af te schermen. De Commissie is van oordeel dat zulke spelers een verwaarloosbare positie hebben met betrekking tot mobiele telecommunicatiediensten en zelfs in staat zouden zijn op het gebied van vaste telecommunicatiediensten daadwerkelijk te concurreren, als de uit de concentratie ontstane entiteit zulke spelers wholesalediensten voor toegang en gespreksopbouw op mobiele netwerken zou onthouden. |
VII.1.8. Conglomeraateffecten in Duitsland
(44) |
De Commissie heeft tijdens het onderzoek naar de concentratie klachten ontvangen volgens welke de uit de concentratie ontstane entiteit na de transactie door het aanbieden van multiple play-pakketten die televisiediensten omvatten, het vermogen en de prikkel zal hebben om concurrerende exploitanten in andere telecommunicatiediensten af te schermen. |
(45) |
De Commissie heeft in het besluit vastgesteld dat het onwaarschijnlijk is dat een conglomeraateffect dat voortvloeit uit de transactie, de daadwerkelijke mededinging op een significante wijze zal belemmeren, met name omdat het multiple play-aanbod in Duitsland zich nog in een vroeg stadium bevindt en de benutting van dit aanbod in de komende paar jaren niet significant zal toenemen. Bovendien zal de transactie waarschijnlijk slechts een minimaal versnellend effect op dit gebied hebben. In feite verkopen beide partijen nu al pakketten, en de transactie zal hun vermogen om pakketten te verkopen en hun vermogen en de prikkels om concurrenten af te schermen niet wezenlijk veranderen. |
VII.2. Tsjechië
VII.2.1. Inleiding
(46) |
De Commissie heeft in het besluit vastgesteld dat de activiteiten van de partijen in Tsjechië grotendeels complementair zijn. De Commissie heeft vastgesteld dat de transactie geen aanleiding geeft tot horizontaal betrokken markten, omdat het gecombineerde marktaandeel van de partijen minder dan 20 % is of omdat de netwerken van de partijen elkaar technisch niet overlappen. Daarnaast heeft de Commissie de mogelijkheid onderzocht, maar uiteindelijk verworpen, of Vodafone kon worden beschouwd als een nieuwkomer in de retailmarkt voor televisiediensten of de retailmarkt voor multiple play-pakketten die vaste telecommunicatie- en televisiediensten omvatten. |
(47) |
Met betrekking tot verticale banden, geeft de transactie aanleiding tot drie technisch betrokken verticale banden (met upstream het aanbieden van diensten voor gespreksafgifte op mobiele netwerken en op vaste netwerken op wholesaleniveau, en downstream de retailmarkten voor het aanbieden van vaste telefoniediensten en mobiele telecommunicatiediensten). De Commissie heeft vastgesteld dat deze verticale banden geen aanleiding zouden geven tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging, vanwege een gebrek aan marktmacht upstream of downstream. |
(48) |
Tot slot heeft de Commissie meerdere klachten ontvangen in verband met mogelijke conglomeraateffecten van de transactie. De bevindingen van de Commissie op dit punt worden samengevat in het volgende deel. |
VII.2.2. Conglomeraateffecten
(49) |
Meerdere respondenten in het marktonderzoek brachten de mogelijkheid ter sprake dat de uit de concentratie ontstane entiteit na de transactie diensten voor high-speed vaste internettoegang van UPC (al dan niet met betaaltelevisiediensten van UPC) zou kunnen bundelen met mobiele telecommunicatiediensten van Vodafone, wat afscherming van zelfstandige aanbieders van diensten voor vaste of mobiele telecommunicatie tot gevolg zou hebben. Dit zou mogelijk zijn doordat het kabelnetwerk van UPC snelheden kan leveren die naar verluidt hoger zijn dan die van haar concurrenten, waardoor UPC een dominante positie in de markt zou verkrijgen. |
(50) |
De Commissie heeft in het besluit vastgesteld dat de uit de concentratie ontstane entiteit noch het vermogen noch de prikkel zou hebben om een dergelijke afschermingsstrategie te volgen. Met betrekking tot het vermogen, heeft de Commissie geconstateerd dat UPC in Tsjechië geen marktmacht in diensten voor vaste internettoegang heeft. Met betrekking tot de prikkel, heeft de Commissie geconstateerd dat de verliezen van de uit de concentratie ontstane entiteit op de korte termijn waarschijnlijk zullen worden gecompenseerd door voordelen op de lange termijn, waardoor het hanteren van afbraakprijzen niet winstgevend zal zijn. Tot slot heeft de Commissie geconstateerd dat een hypothetische afschermingsstrategie geen significant effect op de markt zou hebben, omdat het netwerk van UPC slechts een betrekkelijk klein deel van de huishoudens in Tsjechië bestrijkt. |
(51) |
Daarnaast heeft de Commissie ook mogelijke bezwaren verworpen dat de uit de concentratie ontstane entiteit haar positie in de retailmarkt voor televisiediensten (of multiple play-pakketten waarin televisie en vaste internettoegang worden gecombineerd) zou kunnen gebruiken in de retailmarkt voor mobiele telecommunicatiediensten. De redenen hiervoor zijn dat de uit de concentratie ontstane entiteit onvoldoende marktmacht heeft in de retailmarkt voor televisiediensten en dat multiple play-pakketten die televisiediensten en mobiele telecommunicatiediensten omvatten, in Tsjechië niet populair zijn. |
VII.3. Hongarije
(52) |
In Hongarije wordt alleen de markt voor het aanbieden van telecommunicatiediensten op retailniveau horizontaal getroffen als gevolg van de transactie. Eén respondent in het marktonderzoek wierp op dat de transactie zou leiden tot mededingingbelemmerende effecten op de retailmarkt voor mobiele telecommunicatiediensten in Hongarije, als gevolg van het wegvallen van UPC als zelfstandige mobiele virtuele netwerkoperator (“MVNO”). De Commissie heeft in het besluit geconstateerd dat de transactie slechts een verwaarloosbare toename van het marktaandeel van Vodafone tot gevolg zou hebben. De meeste respondenten in het marktonderzoek waren van mening dat UPC geen concurrentiedruk van betekenis uitoefent op Vodafone. Tot slot heeft de Commissie opgemerkt dat, tijdens haar onderzoek van de transactie, Digi/Invitel als MNO de retailmarkt voor mobiele telecommunicatiediensten in Hongarije heeft betreden. De Commissie heeft daarom geconcludeerd dat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet op een significante wijze zou belemmeren als gevolg van horizontale niet-gecoördineerde effecten op de retailmarkt voor mobiele telecommunicatiediensten in Hongarije. |
(53) |
De transactie geeft ook aanleiding tot een aantal verticaal betrokken markten, waarvoor de Commissie van oordeel was dat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet op een significante wijze zou belemmeren. In het bijzonder klaagde een respondent in het marktonderzoek dat de uit de concentratie ontstane entiteit hem kon afschermen van de markt voor het aanbieden van mobiele telecommunicatiediensten op retailniveau door te weigeren hem huurlijnen te leveren. De Commissie was echter van oordeel dat de uit de concentratie ontstane entiteit niet het vermogen of de prikkel zal hebben om de klager, of andere aanbieders van mobiele telecommunicatiediensten, af te schermen. De reden hiervoor is dat op deze markt andere aanbieders van huurlijnen (of “mobile backhaul”) actief zijn en UPC dus geen marktmacht heeft. |
(54) |
De Commissie heeft ook de waarschijnlijke impact van de transactie beoordeeld op het vermogen van en de prikkel voor de uit de concentratie ontstane entiteit om zelfstandige aanbieders van mobiele telecommunicatie, vaste telefonie, internettoegang of televisiediensten af te schermen door haar vaste en mobiele telecommunicatieaanbod als gevolg van conglomeraateffecten te bundelen. De Commissie heeft echter geconcludeerd dat de transactie de daadwerkelijke mededinging in Hongarije niet op een significante wijze zou belemmeren als gevolg van conglomeraateffecten, vooral omdat geen van de partijen marktmacht heeft in een van de markten waarin ze actief zijn. |
VII.4. Roemenië
(55) |
In Roemenië zijn er geen horizontaal betrokken markten. De transactie geeft aanleiding tot een aantal verticaal betrokken markten, waarvoor de Commissie van oordeel was dat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet op een significante wijze zou belemmeren als gevolg van niet-gecoördineerde effecten. |
(56) |
De Commissie heeft ook de waarschijnlijke impact van de transactie beoordeeld op het vermogen van en de prikkel voor de uit de concentratie ontstane entiteit om zelfstandige aanbieders van mobiele telecommunicatie, vaste telefonie, internettoegang of televisiediensten af te schermen door haar vaste en mobiele telecommunicatieaanbod te bundelen. De Commissie heeft echter geconcludeerd dat de transactie de daadwerkelijke mededinging in Roemenië niet op een significante wijze zou belemmeren als gevolg van conglomeraateffecten, vooral omdat geen van de partijen marktmacht heeft in een van de markten waarin ze actief zijn. |
VII.5. Internationale markten
(57) |
De Commissie heeft de potentiële impact beoordeeld die de transactie zou kunnen hebben op telecommunicatiemarkten waarvan de geografische reikwijdte breder is dan nationaal. In dit opzicht heeft de Commissie vastgesteld dat de transactie geen aanleiding zou geven tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging met betrekking tot i) het aanbieden van internationale carrierdiensten op wholesaleniveau en ii) het aanbieden van internetconnectiviteitsdiensten op wholesaleniveau, waar alleen Vodafone actief is. Integendeel, het marktaandeel van Vodafone is in beide markten beperkt en andere concurrenten zullen na de transactie actief blijven. |
VIII. Toezeggingen
(58) |
Om aanvaardbaar te zijn, moeten de voorgestelde toezeggingen in staat zijn een concentratie verenigbaar met de interne markt te maken, doordat ze een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging in alle relevante markten waarin mededingingsbezwaren zijn vastgesteld, verhinderen. In de zaak die in het besluit is beoordeeld, moesten de toezeggingen de door de Commissie vastgestelde mededingingsbezwaren wegnemen met betrekking tot: i) horizontale niet-gecoördineerde effecten op het aanbieden van diensten voor vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland, ii) horizontale niet-gecoördineerde effecten op het aanbieden van 2P-pakketten van diensten voor vaste telefonie en vaste internettoegang op retailniveau in Duitsland, en iii) horizontale niet-gecoördineerde effecten op de markt voor televisiesignaaltransmissie op wholesaleniveau in Duitsland.
VIII.1. Beschrijving van de definitieve toezeggingen
VIII.2. Beoordeling van de definitieve toezeggingen
VIII.3. Beoordeling van Telefónica als nieuwe kabelaanbieder
|
IX. Conclusie en voorstel
(83) |
Om de hierboven vermelde redenen is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de transactie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel ervan niet op een significante wijze zal belemmeren, mits de door de aanmeldende partij gedane toezeggingen worden nagekomen. Derhalve wordt de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening verenigbaar verklaard met de interne markt. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) IPTV, voluit Internet Protocol TV, is een systeem waardoor televisiediensten worden geleverd met gebruikmaking van het internetprotocol over een pakketgeschakeld net, zoals internet, in plaats van via traditionele terrestrische weg, satellietsignaal of kabel.
(3) “Kabelvoetafdruk” (ook “kabelgebied” genoemd) verwijst naar de reikwijdte van het kabelnetwerk (in de zin van technisch bereik) en niet naar alle huishoudens in de bondslanden waarin de kabelnetwerken zich bevinden.
(4) Dat wil zeggen: i) het lokaal (beperkt tot het gebied waar het webhostingcentrum zich bevindt) aanbieden van standaard colocatiediensten zoals connectiviteit, computervermogen en de faciliteiten; ii) het nationaal aanbieden van shared en dedicated hosting bestaande uit hosting van de website van een klant op de servers van de webhost en het verschaffen van de benodigde ondersteunende applicaties; iii) het nationaal, mogelijk grensoverschrijdend regionaal aanbieden van beheersdiensten om complexe ondernemingstoepassingen en ondersteunende infrastructuur uit te besteden, met inbegrip van “front-end”- en “back-office”-applicaties die op de platforms van de aanbieders worden gehost; en iv) het nationaal aanbieden van diensten op het gebied van “content delivery”.
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1269/2013 van de Commissie van 5 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 336 van 14.12.2013, blz. 1).
(6) In het marktonderzoek stelden derden dat de migratie van klanten van Vodafone die momenteel op het netwerk van Deutsche Telekom zitten, naar het kabelnetwerk van de uit de concentratie ontstane entiteit de prikkel voor deze spelers (in wezen bestaande uit Deutsche Telekom en bepaalde “city carriers”) om te investeren in de uitrol van glasvezel zou verminderen. De Commissie is in het besluit tot de conclusie gekomen dat haar dossier geen bewijs bevat dat erop duidt dat, na de transactie, vooral Deutsche Telekom en city carriers het tempo van hun uitrol van glasvezel zouden aanpassen als gevolg van een negatief effect van de transactie op hun vermogen en financiële prikkels om de daarvoor benodigde investeringen te doen.
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/23 |
Oproep tot het indienen van voorstellen 2020 — EAC/A03/2019
Europees Solidariteitskorps
(2019/C 382/08)
1. Inleiding en doelstellingen
Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (1), alsook op het jaarlijks werkprogramma 2020 van het Europees Solidariteitskorps. De verordening inzake het Europees Solidariteitskorps geldt voor de periode 2018-2020. De algemene en specifieke doelstellingen van het Europees Solidariteitskorps worden vermeld in de artikelen 3 en 4 van de verordening.
2. Acties
Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de volgende acties van het Europees Solidariteitskorps:
— |
projecten voor vrijwilligerswerk; |
— |
partnerschappen voor vrijwilligerswerk (specifieke overeenkomsten voor 2020 in het kader van de KPO 2018-2020) (2); |
— |
vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit; |
— |
stages en banen; |
— |
solidariteitsprojecten; |
— |
kwaliteitslabel. |
3. Subsidiabiliteit
Publieke of particuliere organisaties kunnen financiële steun aanvragen in het kader van het Europees Solidariteitskorps (3). Voorts kunnen ook groepen jongeren die zijn geregistreerd op de portaalsite van het Europees Solidariteitskorps financiële steun aanvragen voor solidariteitsprojecten.
Het Europees Solidariteitskorps staat open voor deelname van de volgende landen:
de 28 lidstaten van de Europese Unie kunnen volledig deelnemen aan alle acties van het Europees Solidariteitskorps.
Voorts staan bepaalde acties van het Europees Solidariteitskorps open voor organisaties uit:
— |
EVA/EER-landen: IJsland, Liechtenstein en Noorwegen; |
— |
de kandidaat-lidstaten van de EU: Turkije, Servië en de Republiek Noord-Macedonië; |
— |
partnerlanden. |
Meer informatie over de regels voor deelname vindt u in de gids van het Europees Solidariteitskorps 2020.
Voor aanvragers uit het Verenigd Koninkrijk: gelieve er rekening mee te houden dat u alleen in aanmerking komt als u gedurende het volledige subsidietijdvak aan de relevante criteria voldoet. Als het Verenigd Koninkrijk tijdens het subsidietijdvak uit de EU treedt zonder een overeenkomst met de EU te sluiten die waarborgt dat aanvragers uit het Verenigd Koninkrijk in aanmerking blijven komen, ontvangt u geen financiële steun van de EU meer (maar kunt u — waar mogelijk — aan het project blijven deelnemen) of moet u het project overeenkomstig de bepalingen van de subsidieovereenkomst bij opzegging verlaten.
4. Budget en duur van de projecten
Deze oproep tot het indienen van voorstellen kan alleen worden uitgevoerd, als de in de begroting voor 2020 opgenomen kredieten beschikbaar zijn na de goedkeuring ervan door de begrotingsautoriteit of, indien de begroting niet is vastgesteld, volgens de regeling van de voorlopige twaalfden.
Het totale budget voor deze oproep tot het indienen van voorstellen wordt geraamd op 117 650 000 EUR en is gebaseerd op het jaarlijks werkprogramma 2020 van het Europees Solidariteitskorps.
Het totale budget voor de oproep tot het indienen van voorstellen en de verdeling ervan zijn indicatief en kunnen worden gewijzigd na een wijziging van het jaarlijks werkprogramma 2020 van het Europees Solidariteitskorps. Potentiële aanvragers wordt verzocht om regelmatig het jaarlijks werkprogramma 2020 van het Europees Solidariteitskorps en de wijzigingen daarvan te raadplegen op
|
https://ec.europa.eu/youth/annual-work-programmes_en met betrekking tot het budget voor elke actie in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen. |
De toegekende financiële steun en de duur van de projecten variëren, afhankelijk van bijvoorbeeld het type project en het aantal betrokken partners.
5. Termijn voor het indienen van aanvragen
Alle termijnen voor het indienen van aanvragen lopen af om 12.00 uur (Belgische tijd).
Projecten voor vrijwilligerswerk |
5 februari 2020 |
30 april 2020 |
|
1 oktober 2020 |
|
partnerschappen voor vrijwilligerswerk (specifieke overeenkomsten voor 2020 in het kader van de KPO 2018-2020) |
30 april 2020 |
Vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit |
17 september 2020 |
Stages en banen |
5 februari 2020 |
30 april 2020 |
|
1 oktober 2020 |
|
Solidariteitsprojecten |
5 februari 2020 |
30 april 2020 |
|
1 oktober 2020 |
Aanvragen voor het kwaliteitslabel kunnen doorlopend worden ingediend.
Gedetailleerde instructies voor het indienen van aanvragen vindt u in de gids van het Europees Solidariteitskorps.
6. Volledige informatie
De gedetailleerde voorwaarden van deze oproep tot het indienen van voorstellen, met inbegrip van de prioriteiten, zijn te vinden in de gids van het Europees Solidariteitskorps 2020 op het volgende internetadres:
|
https://ec.europa.eu/youth/solidarity-corps |
De gids van het Europees Solidariteitskorps 2020 vormt een integrerend deel van deze oproep tot het indienen van voorstellen en de daarin vermelde voorwaarden voor deelname en financiering zijn volledig van toepassing op deze oproep.
(1) PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1.
(2) Alleen deelnemende organisaties die een kaderpartnerschapsovereenkomst hebben ondertekend voor 2018-2020 komen in aanmerking voor deze actie.
(3) Onverminderd de specifieke voorwaarden voor deelname die van toepassing zijn voor individuele acties in het kader van deze oproep.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/25 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9605 — DAK Americas/Lotte Chemical UK)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 382/09)
1.
Op 4 november 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
DAK Americas Exterior, S.L. (“DAK Americas”, Spanje), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van Alfa, S.A.B. de C.V. (“Alfa Group”, Mexico); |
— |
Lotte Chemical UK Limited (“Lotte UK”, Verenigd Koninkrijk). |
Alfa Group verkrijgt via haar dochteronderneming DAK Americas zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Lotte UK.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
DAK Americas: maakt deel uit van Alfa Group, een industrieel conglomeraat met hoofdkantoor in Mexico die actief is op uiteenlopende gebieden, waaronder polyester, kunststoffen en chemicaliën, aluminium auto-onderdelen, gekoelde levensmiddelen, en IT en telecommunicatie; |
— |
Lotte UK: producent van PET-hars (polyethyleentereftalaat). |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9605 — DAK Americas/Lotte Chemical UK
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/27 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9573 — Brookfield/Iridium/Global Borealis)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 382/10)
1.
Op 31 oktober 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Brookfield Asset Management Inc (“Brookfield”, Canada); |
— |
Iridium Concesiones de Infraestructuras, S.A.D (“Iridium”, Spanje), dat deel uitmaakt van de groep Actividades De Construcción Y Servicios, SA (groep ACS, Spanje); |
— |
Global Borealis S.L. (“Global Borealis”, Spanje). |
Brookfield en Iridium verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over Global Borealis.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
Brookfield: wereldwijde vermogensbeheerder. Zij legt zich toe op vastgoed, infrastructuur, hernieuwbare energie en private-equity; |
— |
Iridium: wereldwijd actief in de ontwikkeling, het beheer en het onderhoud van concessies op het gebied van vervoer en openbare werken, een onderdeel van de ACS-bouwgroep, met reeds gezamenlijke zeggenschap over Global Borealis; |
— |
Global Borealis: bezit en beheer van concessies op het gebied van vervoersinfrastructuur en ziekenhuizen in Spanje. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9573 — Brookfield/Iridium/Global Borealis
Opmerkingen kunnen per e‐mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
11.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/28 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9582 — Siemens Gamesa Renewable Energy/Senvion (European onshore wind turbine service)/Ria Blades)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 382/11)
1.
Op 31 oktober 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.
Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Siemens Gamesa Renewable Energy, SA (“SGRE”, Spanje), die onder zeggenschap staat van Siemens AG (Duitsland); |
— |
Europese onshore-serviceactiviteiten van Senvion GmbH (“Senvion”, Duitsland) voor windmolenparken, waaronder alle aanverwante activa, alsook de productie-installaties voor windturbinebladen van Senvion in Vagos (Portugal) en Oliveira de Frades (Portugal), die momenteel worden geëxploiteerd door Ria Blades SA, (tezamen “de doelactiviteiten van Senvion”). |
SGRE verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over de doelactiviteiten van Senvion.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van vermogensbestanddelen en de aankoop van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
SGRE: leverancier van windenergie met activiteiten verdeeld over drie bedrijfsdivisies: onshorewindenergie, offshorewindenergie en diensten; SGRE is opgericht in april 2017 door de fusie van Siemens Wind Power en Gamesa Corporación Tecnológica; |
— |
de doelactiviteiten van Senvion omvatten een groot deel van de Europese onshoreservice van Senvion Group, de IP- en IT-activiteiten van Senvion Group en de productie-installaties voor windturbinebladen van Senvion in Vagos (Portugal) en Oliveira de Frades (Portugal), die momenteel worden geëxploiteerd door Ria Blades SA, een dochteronderneming van Senvion Group; de onshoreserviceactiviteiten omvatten verschillende diensten, zoals regelmatig onderhoud, toezicht en controle op afstand, omwisseling van reserveonderdelen en windturbinebladinspectie; de doelactiviteiten van Senvion omvatten geen productie van windturbines van Senvion, noch de actuele productie van windturbinebladen van Senvion (enkel de twee productie-installaties voor de productie van windturbinebladen). |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.
Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9582 — Siemens Gamesa Renewable Energy/Senvion (European onshore wind turbine service)/Ria Blades
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).