ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 373

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
5 november 2019


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 373/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9462 — Emil Frey Group/Autocommerce/Avto Triglav/AC-Mobil) ( 1 )

1


 

III   Voorbereidende handelingen

 

EUROPESE CENTRALE BANK

 

Europese Centrale Bank

2019/C 373/02

Advies van de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank van 23 oktober 2019 inzake een Aanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese Centrale Bank (CON/2019/35)

2


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 373/03

Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties: 0,00 % per 1 november 2019 — Wisselkoersen van de euro

3

2019/C 373/04

Besluit van de Commissie van 30 oktober 2019 tot kennisgeving aan de Republiek Ecuador van de mogelijkheid dat het land wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt aan de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

4

2019/C 373/05

Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het in de handel brengen voor gebruik en/of het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) (Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006)  ( 1 )

11


 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2019/C 373/06

Oproep tot het indienen van voorstellen 2020 — EAC/A02/2019 Erasmus+-programma

12

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2019/C 373/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9576 — Blackstone/Dream Global REIT) Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

16

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2019/C 373/08

Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

18


 

Rectificaties

 

Rectificatie van Uitvoeringsbesluit 2018/C 100/09 van 14 maart 2018 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een aanvraag tot wijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Chianti Classico (BOB)) ( PB C 100 van 16.3.2018 )

26


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9462 — Emil Frey Group/Autocommerce/Avto Triglav/AC-Mobil)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 373/01)

Op 18 oktober 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9462. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


III Voorbereidende handelingen

EUROPESE CENTRALE BANK

Europese Centrale Bank

5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/2


Advies van de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank

van 23 oktober 2019

inzake een Aanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese Centrale Bank

(CON/2019/35)

(2019/C 373/02)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 18 oktober 2019 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de voorzitter van de Europese Raad om een advies inzake een Aanbeveling van de Raad van 10 oktober 2019 (1) betreffende de benoeming van een lid van de directie van de ECB.

De adviesbevoegdheid van de Raad van bestuur van de ECB is gebaseerd op artikel 283, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Algemene opmerkingen

1.

De Aanbeveling van de Raad die werd voorgelegd aan de Europese Raad en waarover het Europees Parlement en de Raad van bestuur van de ECB worden geraadpleegd, beveelt aan dat Fabio PANETTA wordt benoemd tot lid van de directie van de ECB voor een ambtstermijn van acht jaar die op 1 januari 2020 ingaat.

2.

De Raad van bestuur is van mening dat de voorgestelde kandidaat een persoon is met een erkende reputatie en beroepservaring op monetair of bancair gebied, zoals artikel 283, lid 2, van het Verdrag vereist.

3.

De Raad van bestuur van de ECB heeft geen bezwaar tegen de Aanbeveling van de Raad Fabio PANETTA te benoemen tot lid van de directie van de ECB.

Gedaan te Frankfurt am Main, 23 oktober 2019.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB C 351 van 17.10.2019, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/3


Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):

0,00 % per 1 november 2019

Wisselkoersen van de euro (2)

4 november 2019

(2019/C 373/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1158

JPY

Japanse yen

120,93

DKK

Deense kroon

7,4713

GBP

Pond sterling

0,86368

SEK

Zweedse kroon

10,7035

CHF

Zwitserse frank

1,1021

ISK

IJslandse kroon

137,90

NOK

Noorse kroon

10,1668

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,511

HUF

Hongaarse forint

328,78

PLN

Poolse zloty

4,2588

RON

Roemeense leu

4,7542

TRY

Turkse lira

6,3483

AUD

Australische dollar

1,6158

CAD

Canadese dollar

1,4680

HKD

Hongkongse dollar

8,7461

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7358

SGD

Singaporese dollar

1,5146

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 296,92

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,5296

CNY

Chinese yuan renminbi

7,8425

HRK

Kroatische kuna

7,4488

IDR

Indonesische roepia

15 643,31

MYR

Maleisische ringgit

4,6311

PHP

Filipijnse peso

56,376

RUB

Russische roebel

70,5726

THB

Thaise baht

33,689

BRL

Braziliaanse real

4,4644

MXN

Mexicaanse peso

21,3095

INR

Indiase roepie

78,9205


(1)  Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.

(2)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/4


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2019

tot kennisgeving aan de Republiek Ecuador van de mogelijkheid dat het land wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt aan de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

(2019/C 373/04)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (1), en met name artikel 32,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   INLEIDING

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 (hierna “de IOO-verordening” genoemd) is een Uniesysteem opgezet om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(2)

Hoofdstuk VI van de IOO-verordening heeft betrekking op de identificatie (ook wel “aanmerking” genoemd) van niet-meewerkende derde landen, de stappen ten aanzien van die landen, de vaststelling van een lijst van die landen, de schrapping van landen van die lijst, de bekendmaking van die lijst en eventuele noodmaatregelen.

(3)

Krachtens artikel 31 van de IOO-verordening moet de Commissie derde landen identificeren die naar haar mening niet meewerken aan de bestrijding van IOO-visserij. Een derde land moet als niet-meewerkend worden aangemerkt indien het zich niet kwijt van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat moet vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(4)

Vooraleer de Commissie een derde land op grond van artikel 31 van de IOO-verordening als niet-meewerkend derde land aanmerkt, moet zij dat derde land overeenkomstig artikel 32 van die verordening eerst in kennis stellen van de mogelijkheid dat het als niet-meewerkend land wordt aangemerkt. Een dergelijke kennisgeving is voorlopig. Zij moet worden gebaseerd op de criteria van artikel 31 van de IOO-verordening. Daarnaast moet de Commissie rekening houden met alle in artikel 32 van die verordening vermelde stappen ten aanzien van de betrokken derde landen. De Commissie moet met name in de kennisgeving melding maken van de essentiële feiten en overwegingen die aan die aanmerking ten grondslag liggen en van de gelegenheid die aan die landen wordt geboden om haar te antwoorden en het volgende te bezorgen: bewijsmateriaal dat de argumenten voor de aanmerking weerlegt of, indien van toepassing, een actieplan om de situatie te verbeteren en de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen. De Commissie moet de in kennis gestelde derde landen voldoende tijd geven om op de kennisgeving te antwoorden, alsmede een redelijke termijn om de situatie te verhelpen.

(5)

Om derde landen uit hoofde van artikel 31 van de IOO-verordening als niet-meewerkend aan te merken moet worden uitgegaan van de beoordeling van alle in artikel 31, lid 2, van die verordening bedoelde informatie.

(6)

Overeenkomstig artikel 33 van de IOO-verordening moet de Raad een lijst van niet-meewerkende derde landen opstellen. Op die landen zijn onder meer de in artikel 38 van de IOO-verordening vastgestelde maatregelen van toepassing.

(7)

Op grond van artikel 20, lid 1, van de IOO-verordening kunnen door andere dan EU-vlaggenstaten gevalideerde vangstcertificaten slechts worden aanvaard indien de Commissie van de betrokken vlaggenstaat een kennisgeving heeft ontvangen van de regelingen die zijn ingesteld voor de tenuitvoerlegging, de controle en de handhaving van de door zijn vissersvaartuigen na te leven wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen.

(8)

Overeenkomstig artikel 20, lid 4, van de IOO-verordening moet de Commissie administratief met derde landen samenwerken op gebieden in verband met de uitvoering van de vangstcertificeringsbepalingen van die verordening.

2.   PROCEDURE TEN AANZIEN VAN DE REPUBLIEK ECUADOR

(9)

De Commissie heeft de kennisgeving van de Republiek Ecuador (hierna “Ecuador” genoemd) als vlaggenstaat overeenkomstig artikel 20 van de IOO-verordening op 22 juli 2009 ontvangen.

(10)

Na deze kennisgeving heeft de Commissie een proces van administratieve samenwerking met de autoriteiten van Ecuador opgestart als bedoeld in artikel 20, lid 4, van de IOO-verordening. Deze samenwerking had betrekking op de uitvoering van de vangstcertificeringsregeling van de Europese Unie en op de bestaande nationale regelingen voor de uitvoering, de controle, de vernieuwing en de handhaving van het rechtskader inzake visserij en de toepasselijke instandhoudings- en beheersmaatregelen. In dit verband werd langs mondelinge en schriftelijke weg informatie uitgewisseld en bracht de Commissie van 30 januari tot en met 6 februari 2014, van 22 tot en met 24 september 2015, van 11 tot en met 15 december 2017, van 12 tot en met 16 november 2018 en van 17 tot en met 21 juni 2019 vijf dienstbezoeken aan Ecuador, waar zij alle informatie heeft opgevraagd en geverifieerd die zij nodig achtte in verband met de maatregelen die Ecuador heeft genomen om zijn verplichtingen in de strijd tegen IOO-visserij na te komen. Ook heeft een delegatie van Ecuador op 2 juli 2015 een bezoek gebracht aan DG MARE.

(11)

Ecuador is lid van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) en de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO), samenwerkend niet-lid van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (WCPFC) en een niet-verdragsluitende partij die vrijwillig deelneemt aan de vangstdocumentatieregeling van de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR). Ecuador heeft het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982 (Unclos) (2), de VN-visbestandenovereenkomst (UNFSA) (3) en de overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen (PSMA) (4) geratificeerd.

(12)

Om te beoordelen of Ecuador als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat zijn internationale verplichtingen in het kader van de in overweging 11 genoemde internationale overeenkomsten en in het kader van de betrokken regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s) naleeft, heeft de Commissie alle voor deze exercitie benodigde informatie opgevraagd, verzameld en geanalyseerd.

3.   MOGELIJKHEID DAT ECUADOR WORDT AANGEMERKT ALS NIET-MEEWERKEND DERDE LAND

(13)

De Commissie heeft overeenkomstig artikel 31, lid 3, van de IOO-verordening de taken van Ecuador als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat geanalyseerd. Bij die beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de criteria die zijn opgenomen in artikel 31, leden 4 tot en met 7, van de IOO-verordening.

3.1.    Maatregelen die zijn genomen ten aanzien van herhaalde IOO-visserij en IOO-handelsstromen (artikel 31, lid 4, van de IOO-verordening)

(14)

Overeenkomstig artikel 31, lid 4, onder a), heeft de Commissie de maatregelen geanalyseerd die Ecuador heeft genomen ten aanzien van herhaalde IOO-visserij die is verricht of ondersteund door vissersvaartuigen die de Ecuadoraanse vlag voeren, door zijn onderdanen of door vissersvaartuigen die in zijn maritieme wateren bedrijvig zijn of zijn havens gebruiken.

(15)

Uit de door de Commissie verzamelde informatie bleek dat er in 2017 ten minste 24 vaartuigen voor de visserij met de beug met een lengte van meer dan 23 meter over alles visten op soorten die onder het IATTC-verdrag in het IATTC-verdragsgebied vallen, maar niet in het regionale vaartuigenregister van de IATTC waren opgenomen. Hoewel de Ecuadoraanse autoriteiten vervolgens hebben gemeld dat een eind is gemaakt aan deze inbreuk op de IATTC-resoluties C-11-05 en C-14-01 (nadien vervangen door resolutie C-18-06), die overeenkomstig resolutie C-15-01 zou kunnen leiden tot de opname van de vaartuigen in de IOO-lijst, en dat alle betrokken vaartuigen aan het regionale vaartuigenregister van de IATTC waren toegevoegd, stelde de Commissie in 2019 een vergelijkbaar geval vast.

(16)

Uit de door de Commissie verzamelde informatie bleek tevens dat twee squid jiggers in 2015 en begin 2016 visserijactiviteiten verrichtten in het SPRFMO-verdragsgebied, terwijl deze op dat moment niet waren opgenomen in het SPRFMO-register van vaartuigen die in het verdragsgebied mochten vissen. Hoewel de Ecuadoraanse autoriteiten erkenden dat het om illegale activiteiten ging, was in juni 2019 nog altijd geen sanctieprocedure ingeleid tegen de exploitant van de twee vaartuigen.

(17)

Tijdens de bezoeken aan het land constateerde de Commissie ook verschillende gevallen waarin Ecuadoraanse vaartuigen in wateren visten die onder de jurisdictie van derde landen vallen. De Ecuadoraanse autoriteiten konden in deze gevallen niet bevestigen of de betrokken vaartuigen door het betrokken land waren gemachtigd om in diens wateren te vissen. Tijdens het bezoek in 2019 speelde dit probleem opnieuw, maar ondanks het feit dat de genoemde situatie zich opnieuw voordeed, hebben de Ecuadoraanse autoriteiten geen mechanismen van samenwerking met derde landen ingevoerd waar de Ecuadoraanse vloot actief is. De bestaande samenwerkingsovereenkomst met een buurland voorziet niet in een uitwisseling van informatie over visvergunningen, terwijl aan de regeling met een ander buurland nog altijd wordt gewerkt. Tijdens het laatste bezoek aan Ecuador konden de autoriteiten evenmin informatie verstrekken over de follow-up van een zaak uit 2017.

(18)

In strijd met de punten 36 en 42 van het internationaal actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (IAP-IOO) (5) voorzien de bestaande procedures niet in een vóór de registratie van een vissersvaartuig te verrichten uitgebreide verificatie van de geschiedenis van dat vaartuig: alleen de IOO-lijsten van de ROVB’s worden geverifieerd. De Commissie heeft bewijs verzameld dat ten minste één vaartuig met een problematische nalevingsgeschiedenis in Ecuador was geregistreerd en in 2017 is ontsnapt aan de aandacht van de autoriteiten, die niet in staat waren het te lokaliseren. Uit de daaropvolgende uitwisseling van informatie bleek tevens dat de Ecuadoraanse autoriteiten onder de vigerende wetgeving niet over de mogelijkheid beschikten om het vaartuig uit het register te schrappen en adequate sancties op te leggen.

(19)

Al met al is door de Commissie aangetoond dat de concrete tekortkomingen waarop de Ecuadoraanse autoriteiten tijdens de dienstbezoeken van 2017 en 2018 is gewezen en die mogelijke of feitelijke IOO-activiteiten tot gevolg hadden, in 2019 nog steeds niet goed waren aangepakt.

(20)

Met betrekking tot de informatie in de overwegingen 15 tot en met 19 heeft de Commissie geconcludeerd dat Ecuador zich als vlaggenstaat niet heeft gekweten van zijn verantwoordelijkheid te voorkomen dat zijn vloot IOO-activiteiten verricht op volle zee en in de wateren van derde landen. Dit is in strijd met artikel 94, leden 1 en 2, van het Unclos, waarin is bepaald dat elke staat effectieve jurisdictie en controle moet uitoefenen ten aanzien van de vaartuigen die zijn vlag voeren. Tevens is dit niet in overeenstemming met punt 24 van het IAP-IOO van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), waarin is bepaald dat een omvattende en doeltreffende controle moet worden uitgeoefend op de visserijactiviteiten.

(21)

Op grond van artikel 31, lid 4, onder b), van de IOO‑verordening heeft de Commissie de maatregelen onderzocht die Ecuador heeft genomen met betrekking tot de toegang van IOO-visserijproducten tot zijn markt en de daaruit volgende handelsstromen.

(22)

De Commissie heeft documentatie en andere informatie over de monitoring- en controleprocedures geanalyseerd en is van mening dat Ecuador niet kan waarborgen dat de vis en visserijproducten die op zijn markt komen en naar zijn verwerkingsbedrijven gaan, niet uit de IOO-visserij afkomstig zijn. De Ecuadoraanse autoriteiten konden niet aantonen dat zij alle informatie verzamelen en verifiëren die nodig is om te controleren of de vis die op hun markt komt of bestemd is voor andere markten, legaal is.

(23)

Op grond van de bevindingen die tijdens de dienstbezoeken zijn gedaan, rijst met name de vraag of de Ecuadoraanse autoriteiten wel voldoende controle uitoefenen op de verwerkingsbedrijven. In 2017 ontdekte de Commissie aanzienlijke inconsistenties in de informatie die door een verwerkingsbedrijf was verstrekt. Desalniettemin waren de cijfers van dit bedrijf zonder verdere verificatie door de Ecuadoraanse autoriteiten bekrachtigd; pas na tussenkomst van de Commissie werd uiteindelijk nog een aanvullende verificatie verricht, waaruit bleek dat de rapportage van dit verwerkingsbedrijf inderdaad ernstig tekortschoot. In 2018 ontdekte de Commissie ook partijen vis in het koelhuis van een verwerkingsbedrijf terwijl de Ecuadoraanse visserij-instantie niet op de hoogte was van het bestaan ervan.

(24)

De informatie van de Ecuadoraanse autoriteiten wijst er ook op dat de controles van de leveringen aan verwerkingsbedrijven nog berusten op aselecte steekproeven en niet op scenario’s met een hoog risico.

(25)

Ter voorbereiding van de dienstbezoeken aan het land heeft het Europees Bureau voor visserijcontrole steekproeven uit vangstcertificaten en verklaringen van verwerking van oorsprong uit Ecuador geanalyseerd. Bij al deze analyses werden fouten ontdekt op het niveau van de validering van vangstcertificaten, die het gevolg waren van een oppervlakkige verificatie van de informatie die door de exploitanten in deze documenten was verstrekt, wat de Ecuadoraanse autoriteiten erkenden. Uit de meest recente analyse uit 2019 bleek ook dat de Ecuadoraanse autoriteiten verklaringen van verwerking bekrachtigden waarin grotere hoeveelheden vis werden vermeld dan in de bijbehorende vangstcertificaten.

(26)

De overwegingen 22 tot en met 25 tonen aan dat de in Ecuador aangelande, verwerkte of via Ecuador verhandelde visserijproducten niet voldoen aan punt 11 van de gedragscode van de FAO inzake duurzame praktijken na de oogst. Daarnaast heeft Ecuador geen regelgeving die ervoor zorgt dat de vis of visserijproducten overeenkomstig de punten 67, 68, 69, 71 en 72 van het IAP-IOO in de handel traceerbaar zijn.

(27)

Gezien de bovenstaande overwegingen, al het door de Commissie verzamelde feitenmateriaal en alle verklaringen van de bevoegde autoriteiten van Ecuador zijn er op grond van een beoordeling overeenkomstig artikel 31, lid 3, en lid 4, onder a) en b), van de IOO‑verordening sterke aanwijzingen dat Ecuador zich niet kwijt van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- en marktstaat dient te vervullen ten aanzien van de IOO-visserij die wordt bedreven of ondersteund door vissersvaartuigen die zijn vlag voeren of door zijn onderdanen, en dat het niet verhindert dat IOO‑visserijproducten toegang krijgen tot zijn markt.

3.2.   Niet-naleving van de verplichting tot samenwerking en handhaving (artikel 31, lid 5, van de IOO-verordening)

(28)

Overeenkomstig artikel 31, lid 5, onder a), van de IOO-verordening heeft de Commissie onderzocht of de autoriteiten van Ecuador doeltreffend met haar hebben samengewerkt door te antwoorden op vragen over IOO‑visserij en daarmee verband houdende activiteiten, door bevindingen daarover mee te delen of door kwesties in verband daarmee te onderzoeken.

(29)

De Ecuadoraanse autoriteiten hebben zich doorgaans coöperatief opgesteld in de zin dat op informatieverzoeken is gereageerd en feedback is gegeven. Wel is diverse malen slechts beperkte actie ondernomen naar aanleiding van de problemen die de Commissie heeft aangekaart. Zo ontving de Commissie geen duidelijke en uitgebreide toelichting op de aanzienlijke discrepanties die zij waarnam tussen de hoeveelheden door ringzegenvaartuigen aangelande vis en het aan de IATTC gemelde laadvermogen en het volume van het visruim, waarbij het laadvermogen en het volume van het visruim elementen zijn die de IATTC gebruikt om de vangstcapaciteit in het oostelijk deel van de Stille Oceaan te beheren, onder meer door een voor 72 dagen geldende jaarlijkse stopzetting van de visserij voor vaartuigen met een laadvermogen van meer dan 182 ton.

(30)

Zoals in de overwegingen 15, 16, 17 en 25 wordt benadrukt, is er tevens een gebrek aan continuïteit en samenhang in de inspanningen om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen.

(31)

Overeenkomstig artikel 31, lid 5, onder b), van de IOO‑verordening heeft de Commissie een analyse gemaakt van de bestaande handhavingsmaatregelen om IOO-visserij in Ecuador te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

(32)

Het huidige sanctiesysteem is gebaseerd op de visserijwet uit 1974, die in 2016 is aangevuld met decreet 852. De sancties waarin decreet 852 voorziet, waren oorspronkelijk bedoeld om de tekortkomingen van de sancties in de visserijwet uit 1974 te repareren, maar zijn sinds de inwerkingtreding van dit decreet zelden toegepast.

(33)

De sanctieregeling blijft dus gebaseerd op een zwak en verouderd rechtskader, waarin een definitie van IOO-activiteiten ontbreekt en de sancties geen afschrikkende werking hebben. De hoogste boete die in 2018 in Ecuador is opgelegd aan industriële vaartuigen, ongeacht de ernst van de inbreuk en de waarde van de betrokken visserijproducten, was niet hoger dan 4 500 USD. Daarnaast erkenden de Ecuadoraanse autoriteiten dat zij juridische en praktische problemen ondervinden bij de inning van de boeten en dat het door de omslachtige administratieve procedures in veel gevallen praktisch onmogelijk is om recidive aan te pakken. De informatie van de Ecuadoraanse autoriteiten wijst verder op een onevenwichtige aanpak bij de toepassing van sancties, met name wat de confiscatie van illegale vangsten betreft.

(34)

Daarnaast zijn de inwerkingtreding van een nieuwe visserijwet en de uitwerking van een herziene sanctieregeling sinds 2015 herhaaldelijk uitgesteld.

(35)

Dientengevolge schiet het huidige sanctiesysteem tekort wat betreft de omzetting van punt 16 van het IAP-IOO, waarin is bepaald dat nationale wetgeving IOO-visserij moet aanpakken, en van punt 21 waarin is bepaald dat staten ervoor moeten zorgen dat sancties op IOO-visserij door vaartuigen en, voor zover mogelijk, door onderdanen die onder hun jurisdictie vallen, zo zwaar moeten zijn dat dergelijke visserij niet loont.

(36)

Op basis van de informatie die is verzameld over het rechtskader en de sanctieprocedures, heeft de Commissie geconcludeerd dat Ecuador geen uitvoering heeft gegeven aan artikel 19, lid 2, van de UNFSA, waarin is bepaald dat de sancties zo zwaar moeten zijn dat de handhaving is verzekerd en het plegen van inbreuken wordt ontmoedigd en dat deze illegale activiteiten niet lonen.

(37)

Overeenkomstig artikel 31, lid 5, onder c), heeft de Commissie de omvang en de ernst onderzocht van de betrokken activiteiten die duiden op IOO-visserij.

(38)

Tijdens de bezoeken van de Commissie werden ernstige en terugkerende problemen geconstateerd op het gebied van de controle van vaartuigen en van in het land verwerkte vis, zoals met name uit de overwegingen 15, 16, 17, 18, 23 en 24 blijkt. Daardoor bestaat er een aanzienlijk risico dat grote hoeveelheden IOO-vis in Ecuador verhandeld of verwerkt worden.

(39)

Verder is in het rapport dat de National Marine Fisheries Service uit de Verenigde Staten in 2017 heeft ingediend bij het Congres (6), geconstateerd dat Ecuadoraanse vaartuigen bij IOO-visserij betrokken waren. Concreet overtraden 25 Ecuadoraanse vaartuigen in 2014 en 2015 bepaalde IATCC-resoluties. Volgens het rapport ging het bij verschillende van die vaartuigen om “recidivisten” die in 2015 en daarvoor ook over de schreef waren gegaan. Daarnaast heeft de Commissie informatie verzameld waaruit blijkt dat tegen een aantal van die vaartuigen in 2018 en 2019 een Ecuadoraanse administratieve inbreukprocedure liep.

(40)

Gezien de bovenstaande overwegingen, al het door de Commissie verzamelde feitenmateriaal en alle verklaringen van de Ecuadoraanse autoriteiten zijn er op grond van een beoordeling overeenkomstig artikel 31, leden 3 en 5, van de IOO-verordening sterke aanwijzingen dat Ecuador zich niet heeft gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht dient te vervullen op het gebied van samenwerking en handhaving.

3.3.   Niet-naleving van de verplichting tot tenuitvoerlegging van internationale regelgeving (artikel 31, lid 6, van de IOO-verordening)

(41)

Overeenkomstig artikel 31, lid 6, onder a) en b), van de IOO-verordening heeft de Commissie een onderzoek verricht naar de bekrachtiging van of toetreding tot internationale visserij-instrumenten door Ecuador, alsook naar zijn status als verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij regionale visserijorganisaties of zijn akkoord om de door deze organisaties vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen toe te passen.

(42)

Ecuador ratificeerde het Unclos in 2012 en de overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het verdrag van 10 december 1982 betreffende de instandhouding en het beheer van grensoverschrijdende en over grote afstanden trekkende visbestanden (UNFSA) in 2016. Ecuador is in 2019 ook partij geworden bij de FAO-overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen van 2009 (PSMA).

(43)

De PSMA is echter niet volledig geïmplementeerd in het huidige nationale rechtskader. De Ecuadoraanse autoriteiten hebben bijvoorbeeld laten weten dat er geen wettelijk mechanisme is vastgesteld voor de controle van de overladingen in de havens.

(44)

Uit de door de Commissie verzamelde informatie blijkt ook dat het meer dan 17 maanden heeft geduurd voordat een sanctieprocedure is ingeleid na een ernstige inbreuk (het ondernemen van een visreis tijdens de door de IATTC opgelegde jaarlijkse stopzetting van de visserij), terwijl staten overeenkomstig artikel 19, lid 1, onder b), van UNFSA elke vermeende inbreuk op subregionale of regionale instandhoudings- en beheersmaatregelen onmiddellijk en grondig moeten onderzoeken.

(45)

Overeenkomstig artikel 31, lid 6, onder c), heeft de Commissie elk handelen of nalaten van het betrokken derde land onderzocht dat geldende wet- en regelgeving of internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen minder doeltreffend kan hebben gemaakt.

(46)

Zoals aangegeven in overweging 11, is Ecuador lid van de IATTC en de SPRFMO, samenwerkend niet-lid van de WCPFC en een niet-verdragsluitende partij die vrijwillig deelneemt aan de vangstdocumentatieregeling van de CCAMLR.

(47)

Zoals aangegeven in de overwegingen 15 en 16, waren verschillende vaartuigen de afgelopen jaren actief zonder over de juiste registratie bij de betrokken ROVB’s te beschikken. Dit heeft geresulteerd in illegale en ongemelde visserij door deze vaartuigen.

(48)

Zoals aangegeven in de overwegingen 33 en 39, heeft het niet-opleggen van afschrikkende sancties ook geresulteerd in recidive bij Ecuadoraanse vaartuigen die actief zijn in het IATTC-gebied, en dus in nieuwe inbreuken op de door deze organisatie vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen.

(49)

Doordat een gestructureerde en op risico’s gebaseerde strategie voor het beheer van inspectieactiviteiten ontbreekt, worden de belangrijkste nalevingsrisico’s evenmin aangepakt, zoals bijvoorbeeld is benadrukt in overweging 23.

(50)

Gezien de bovenstaande overwegingen, al het door de Commissie verzamelde feitenmateriaal en alle verklaringen van de Ecuadoraanse autoriteiten zijn er op grond van een beoordeling overeenkomstig artikel 31, leden 3 en 6, van de IOO-verordening sterke aanwijzingen dat Ecuador zich niet heeft gekweten van alle taken die het krachtens internationaal recht dient te vervullen op het gebied van internationale voorschriften en regelingen en instandhoudings- en beheersmaatregelen.

3.4.   Specifieke beperkingen van ontwikkelingslanden (artikel 31, lid 7, van de IOO-verordening)

(51)

Volgens de index voor menselijke ontwikkeling van de Verenigde Naties (UNHDI) (7) werd Ecuador in 2017 beschouwd als een land met een hoge menselijke ontwikkeling (plaats 86 op de ranglijst van 189 landen (8)).

(52)

Gelet op de plaats die Ecuador op de UNHDI-ranglijst inneemt, en op de waarnemingen die tijdens de bezoeken van 2017, 2018 en 2019 zijn gedaan, is er geen bewijs dat Ecuador zich niet van de taken die het krachtens internationaal recht dient te vervullen, heeft kunnen kwijten vanwege een laag ontwikkelingsniveau. Er is geen tastbaar bewijs op grond waarvan tekortkomingen in het rechtskader inzake visserij, in het toezicht, de controle en de bewaking, en in de traceerbaarheidssystemen kunnen worden gelinkt aan een gebrekkige capaciteit en infrastructuur. De Commissie heeft de verzoeken van Ecuador om ondersteuning te verlenen bij de herziening van het rechtskader inzake visserij, ingewilligd.

(53)

Gezien de in dit deel van het besluit toegelichte situatie, al het door de Commissie verzamelde feitenmateriaal en alle verklaringen van Ecuador zijn er op grond van een beoordeling overeenkomstig artikel 31, lid 7, van de IOO-verordening sterke aanwijzingen dat het ontwikkelingsniveau van Ecuador geen remmende factor is voor de ontwikkelingsstatus en de algehele prestaties van het land op het gebied van visserijbeheer.

4.   CONCLUSIE OVER DE MOGELIJKE AANMERKING ALS NIET-MEEWERKEND DERDE LAND

(54)

Gezien de conclusie dat Ecuador zich niet heeft gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat dient te vervullen en dat het geen maatregelen heeft genomen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, moet aan dit land overeenkomstig artikel 32 van de IOO-verordening kennis worden gegeven van de mogelijkheid dat het door de Commissie wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt aan de bestrijding van IOO-visserij.

(55)

Tevens dient de Commissie ten aanzien van Ecuador alle in artikel 32 van de IOO-verordening vermelde stappen te nemen. Met het oog op een deugdelijk beheer dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen Ecuador schriftelijk op de kennisgeving kan reageren en de situatie kan rechtzetten.

(56)

De kennisgeving aan Ecuador van de mogelijkheid dat het wordt aangemerkt als land dat de Commissie voor de toepassing van dit besluit als niet-meewerkend derde land beschouwt, sluit bovendien niet uit en brengt evenmin automatisch met zich mee dat de Commissie of de Raad later stappen zet om dit land als niet-meewerkend derde land aan te merken en op de lijst van niet-meewerkende derde landen te plaatsen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Ecuador wordt in kennis gesteld van de mogelijkheid dat het door de Commissie wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt aan de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.

Gedaan te Brussel, 30 oktober 2019.

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.

(2)  https://treaties.un.org/

(3)  https://www.un.org/depts/los/convention_agreements/convention_overview_fish_stocks.htm

(4)  http://www.fao.org/port-state-measures/background/parties-psma/en/

(5)  Internationaal actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, 2001.

(6)  https://www.fisheries.noaa.gov/international-affairs/identification-iuu-fishing-activities#magnuson-stevens-reauthorization-act-biennial-reports-to-congress

(7)  Bron: http://hdr.undp.org/en/data

(8)  http://hdr.undp.org/sites/all/themes/hdr_theme/country-notes/ECU.pdf


5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/11


Samenvatting van de besluiten van de Europese Commissie betreffende autorisaties voor het in de handel brengen voor gebruik en/of het gebruik van stoffen die zijn opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach)

(Bekendgemaakt overeenkomstig artikel 64, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (1))

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 373/05)

Besluiten tot verlening van een autorisatie

Referentie van het besluit (1)

Datum van het besluit

Naam van de stof

Houder van de autorisatie

Nummer van de autorisatie

Toegestaan gebruik

Datum van verstrijken van de herbeoordelings-termijn

Gronden voor het besluit

C(2019) 7683

29 oktober 2019

Kaliumdichromaat

EG-nr. 231-906-6, CAS-nr. 7778-50-9

Wesco Aircraft EMEA Limited, Lawrence House, Riverside Drive, Cleckheaton, West Yorkshire, BD19 4DH, Verenigd Koninkrijk

REACH/19/31/0

Het sealen na anodiseerprocessen in de lucht- en ruimtevaartsector, waarbij de essentiële functies corrosiebestendigheid en/of corrosiewering noodzakelijk zijn voor het beoogde gebruik.

21 september 2024

Overeenkomstig artikel 60, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1907/2006, wegen bij het gebruik van de stof de sociaaleconomische voordelen zwaarder dan het risico voor de gezondheid van de mens en zijn er geen geschikte alternatieve stoffen of technieken.


(1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

(2)  (1) Het besluit is te vinden op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/growth/sectors/chemicals/reach/about_nl


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/12


Oproep tot het indienen van voorstellen 2020 — EAC/A02/2019

Erasmus+-programma

(2019/C 373/06)

1.   Inleiding en doelstellingen

Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van “Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport (1) en op de jaarlijkse werkprogramma’s van Erasmus+ voor 2019 en 2020. Erasmus+ bestrijkt de periode 2014-2020. De algemene en specifieke doelstellingen van Erasmus+ worden vermeld in de artikelen 4, 5, 11 en 16 van de verordening.

2.   Acties

Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de volgende acties van Erasmus+:

 

Kernactie 1 (KA1) — Individuele leermobiliteit

Individuele mobiliteit op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken

Gezamenlijke mastertitels in het kader van Erasmus Mundus

 

Kernactie 2 (KA2) — Samenwerking met het oog op innovatie en uitwisseling van goede praktijken

Strategische partnerschappen op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken

Europese Universiteiten

Kennisallianties

Allianties voor sectorale vaardigheden

Capaciteitsopbouw op het gebied van hoger onderwijs

Capaciteitsopbouw op het gebied van jeugdzaken

 

Kernactie 3 (KA3) — Ondersteuning van beleidshervormingen

Projecten in het kader van de dialoog met jongeren (Youth Dialogue)

 

Jean Monnet-activiteiten

Jean Monnetleerstoelen

Jean Monnetmodules

Jean Monnetexpertisecentra

Jean Monnet-steun aan verenigingen

Jean Monnetnetwerken

Jean Monnetprojecten

 

Sport

Samenwerkingspartnerschappen

Kleine samenwerkingspartnerschappen

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk

3.   Wie komt in aanmerking?

Publieke of particuliere organisaties die actief zijn op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugdzaken en sport kunnen financiële steun aanvragen in het kader van Erasmus+. Voorts kunnen groepen jongeren die actief zijn in het jeugdwerk — maar niet noodzakelijkerwijs in het kader van een jeugdorganisatie — financiële steun aanvragen voor leermobiliteit voor jongeren en jeugdwerkers en voor strategische partnerschappen op het gebied van jeugdzaken.

De volgende programmalanden kunnen volledig deelnemen aan alle acties van Erasmus+ (2):

de lidstaten van de Europese Unie,

de EVA/EER-landen: IJsland, Liechtenstein en Noorwegen;

de kandidaat-lidstaten van de EU: Turkije, Noord-Macedonië en Servië.

Voorts staan bepaalde acties van Erasmus+ open voor organisaties uit partnerlanden.

Meer informatie over de regels voor deelname vindt u in de gids van Erasmus+.

Voor Britse aanvragers: Gelieve er rekening mee te houden dat u alleen in aanmerking komt als u gedurende het volledige subsidietijdvak aan de relevante criteria voldoet. Als het Verenigd Koninkrijk tijdens het subsidietijdvak uit de EU treedt zonder een overeenkomst met de EU te sluiten die waarborgt dat Britse aanvragers in aanmerking blijven komen voor financiële steun, ontvangt u geen financiële steun van de EU meer (maar kunt u — waar mogelijk — aan het project blijven deelnemen) of moet u het project verlaten overeenkomstig de bepalingen van de subsidieovereenkomst inzake beëindiging van de overeenkomst.

4.   Budget en duur van de projecten

Deze oproep tot het indienen van voorstellen kan alleen worden uitgevoerd, als de in de ontwerpbegroting voor 2020 opgenomen kredieten beschikbaar na de goedkeuring van de begroting voor 2020 door de begrotingsautoriteit of, indien de begroting niet is vastgesteld, volgens de regeling van de voorlopige twaalfden.

Het totale budget voor deze oproep tot het indienen van voorstellen wordt geraamd op 3 207,4 miljoen EUR:

Onderwijs en opleiding:

EUR

2 943,3 miljoen (3)

Jeugdzaken:

EUR

191,9 miljoen

Jean Monnet:

EUR

14,6 miljoen

Sport:

EUR

57,6 miljoen

Het totale budget voor de oproep tot het indienen van voorstellen en de verdeling ervan zijn indicatief en kunnen worden gewijzigd na een wijziging van de jaarlijkse werkprogramma’s van Erasmus+. Potentiële aanvragers wordt verzocht om de jaarlijkse werkprogramma’s van Erasmus+ en de wijzigingen ervan regelmatig te raadplegen op:

https://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/documents/annual-work-programmes_en

om na te gaan welk budget voor elke onder deze oproep vallende actie beschikbaar is.

De toegekende financiële steun en de duur van de projecten variëren, afhankelijk van bijvoorbeeld het type project en het aantal betrokken partners.

5.   Termijn voor het indienen van aanvragen

Voor alle termijnen voor het indienen van aanvragen geldt de Belgische tijd.

Kernactie 1

Individuele mobiliteit op het gebied van jeugdzaken

5 februari 2020 om 12.00 uur

Individuele mobiliteit op het gebied van hoger onderwijs

5 februari 2020 om 12.00 uur

Individuele mobiliteit op het gebied van beroepsonderwijs en -opleiding, schoolonderwijs en volwassenenonderwijs

5 februari 2020 om 12.00 uur

Individuele mobiliteit op het gebied van jeugdzaken

30 april 2020 om 12.00 uur

Individuele mobiliteit op het gebied van jeugdzaken

1 oktober 2020 om 12.00 uur

Gezamenlijke mastertitels in het kader van Erasmus Mundus

13 februari 2020 om 17.00 uur


Kernactie 2

Strategische partnerschappen op het gebied van jeugdzaken

5 februari 2020 om 12.00 uur

Strategische partnerschappen op het gebied van onderwijs en opleiding

24 maart 2020 om 12.00 uur

Strategische partnerschappen op het gebied van jeugdzaken

30 april 2020 om 12.00 uur

Strategische partnerschappen op het gebied van jeugdzaken

1 oktober 2020 om 12.00 uur

Europese Universiteiten

26 februari 2020 om 17.00 uur

Kennisallianties

26 februari 2020 om 17.00 uur

Allianties voor sectorale vaardigheden

26 februari 2020 om 17.00 uur

Capaciteitsopbouw op het gebied van hoger onderwijs

5 februari 2020 om 17.00 uur

Capaciteitsopbouw op het gebied van jeugdzaken

5 februari 2020 om 17.00 uur


Kernactie 3

Projecten in het kader van de dialoog met jongeren (Youth Dialogue)

5 februari 2020 om 12.00 uur

30 april 2020 om 12.00 uur

1 oktober 2020 om 12.00 uur


Jean Monnet-acties

Leerstoelen, modules, expertisecentra, steun aan verenigingen, netwerken, projecten

20 februari 2020 om 17.00 uur


Sportacties

Samenwerkingspartnerschappen

2 april 2020 om 17.00 uur

Kleine samenwerkingspartnerschappen

2 april 2020 om 17.00 uur

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk

2 april 2020 om 17.00 uur

Gedetailleerde instructies over de indiening van aanvragen vindt u in de gids van Erasmus+.

6.   Volledige informatie

De gedetailleerde voorwaarden van deze oproep tot het indienen van voorstellen, met inbegrip van de prioriteiten, zijn te vinden in de gids van Erasmus+ op het volgende internetadres:

http://ec.europa.eu/programmes/erasmus-plus/resources/programme-guide

De gids van Erasmus+ vormt een integrerend deel van deze oproep tot het indienen van voorstellen en de daarin vermelde voorwaarden voor deelname en financiering zijn volledig van toepassing op deze oproep.


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50.

(2)  Jean Monnet-activiteiten staan open voor organisaties uit de hele wereld.

(3)  Dit bedrag omvat de middelen voor de internationale dimensie van hoger onderwijs (in totaal 395 miljoen EUR).


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/16


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9576Blackstone/Dream Global REIT)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 373/07)

1.   

Op 25 oktober 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

De Blackstone Group Inc. (“Blackstone”, VS);

Dream Global Real Estate Investment Trust (“Dream Global REIT”, Canada).

Blackstone verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Dream Global REIT.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van vermogensbestanddelen en andere middelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Blackstone: mondiale vermogensbeheerder die actief is in de vastgoedsector in Europa;

Dream Global REIT: open vastgoedbeleggingsfonds dat actief is in Duitsland, Nederland, Oostenrijk en België.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9576 — Blackstone/Dream Global REIT

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/18


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2019/C 373/08)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Matera”

Referentienummer: PDO-IT-A0533-AM03

Datum van mededeling: 31.7.2019

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Kenmerken van wijn voor consumptie

Beschrijving en motivering

Beschrijving: Voor de “Primitivo”-categorie van Matera wordt de bovengrens van het suikergehalte voor de beschrijving van de smaak verhoogd: “droog” wordt vervangen door “van droog tot halfdroog met een maximaal restsuikergehalte van 14 g/l”.

Redenen: Door de bovengrens van het suikergehalte lichtjes te verhogen kan de productie van deze wijncategorie beter worden beheerd omdat de technisch-kwalitatieve kernmerken ervan beter tot uitdrukking kunnen worden gebracht. De vruchten van het gebruikte wijndruivenras zijn vroegrijp, d.w.z. dat het ras vroeg oogst oplevert omdat het een snellere groeicyclus heeft en de fysiologische toestand ervan sneller vordert. De klimaatverandering en de stijgende temperaturen bieden daardoor ideale omstandigheden voor druiven met een hoger suikergehalte die op hun beurt wijn met een hoger suikergehalte opleveren. Het verzoek tot wijziging biedt de onder de oorsprongsbenaming vallende marktdeelnemers meer mogelijkheden in termen van producten die aan de vraag van de consument en de verschillende verdeelpunten kunnen voldoen.

Beschrijving: Voor de “Passito Bianco”-categorie van Matera wordt het bereik van het suikergehalte verhoogd voor de beschrijving van de smaak: “droog” wordt vervangen door “van droog tot zoet”.

Redenen: Deze wijziging is eigenlijk bedoeld ter verbetering van een fout in de beschrijving van deze wijn, die dankzij zijn intrinsieke eigenschappen ook kan worden geproduceerd met suikergehalten die variëren tot zoet, zoals van oudsher het geval is in het gebied.

Deze wijziging betreft punt 1.4 van het enig document en artikel 6 van het productdossier.

2.   Verband met het geografische gebied

Beschrijving en motivering

Beschrijving: Het verband met het geografische gebied is geherformuleerd om een verwijzing naar de categorieën wijnbouwproducten wijn (1) en mousserende wijn (4) op te nemen.

Redenen: de elementen die het verband bewijzen zijn voldoende gedemonstreerd voor elke productcategorie. De geherformuleerde versie, die de inhoud van artikel 8 van het productdossier samenvat, houdt geen wijziging van het verband in, maar is uitsluitend bedoeld om het verband verder aan te tonen door meer elementen op te nemen.

De wijziging betreft punt 1.8 van het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Matera

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën van wijnbouwproducten

1. Wijn

4. Mousserende wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

“Matera”Rosso

kleur: robijnrood;

aroma: complex, fruitig;

smaak: harmonieus, karakteristiek;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 12,00 % vol;

minimaal suikervrij extract: 23,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,5 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Primitivo

kleur: robijnrood, bij rijping neigend naar paars en granaatrood;

aroma: intens, persistent, karakteristiek;

smaak: vol, harmonieus neigend naar fluwelig, van droog tot halfdroog met een maximaal suikergehalte van 14 g/l;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 13,00 % vol;

minimale totale zuurgraad: 4,5 g/l;

minimaal suikervrij extract: 23,0 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

13

Minimale totale zuurgraad

4,5 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Primitivo Passito

kleur: robijnrood van variërende intensiteit, neigend naar granaatrood;

aroma: karakteristiek en intens;

smaak: zoet, harmonieus en fluwelig;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 14,5 % vol; daadwerkelijk ten minste 13,00 % vol;

minimale totale zuurgraad: 4,0 g/l;

minimaal suikervrij extract: 25,0 g/l;

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

13

Minimale totale zuurgraad

4 g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Rosato

kleur: kersrood;

aroma: intens, persistent, karakteristiek;

smaak: droog, vol, harmonieus;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 12,00 % vol;

minimaal suikervrij extract: 19,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

5,0 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Moro en Moro Riserva

kleur: intens robijnrood; neigend naar granaatrood in het geval van Riserva;

aroma: intens, persistent;

smaak: droog, vol, harmonieus, neigend naar fluwelig;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 12,00 % vol; 13 % vol in het geval van de “Riserva”-versie;

minimaal suikervrij extract: 23,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

4,5 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Greco

kleur: strogeel;

aroma: karakteristiek, intens, persistent;

smaak: typisch, karakteristiek;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 11,00 % vol;

minimaal suikervrij extract: 19,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

5,0 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Bianco

kleur: strogeel;

aroma: intens, fruitig;

smaak: typisch, droog, aromatisch;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 11,00 % vol;

minimale totale zuurgraad: 5,0 g/l;

minimaal suikervrij extract: 19,0 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

5,0 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Bianco Passito

kleur: van strogeel tot amber afhankelijk van de rijping;

aroma: intens, fruitig;

smaak: karakteristiek, van droog tot zoet, aromatisch;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 13,00 % vol; daadwerkelijk ten minste 12,00 % vol;

minimale totale zuurgraad: 4,0 g/l;

minimaal suikervrij extract: 28,0 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

12

Minimale totale zuurgraad

4 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Spumante

schuim: fijn, persistent;

kleur: strogeel;

aroma: fruitig, karakteristiek, aangenaam;

smaak: typisch, karakteristiek;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 12,5 % vol;

minimaal suikervrij extract: 18,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in de toepasselijke wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

5,0 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

“Matera”Spumante Rosé

schuim: fijn, persistent;

kleur: kersrood;

aroma: fruitig, karakteristiek, aangenaam;

smaak: karakteristiek;

minimaal totaal alcoholvolumegehalte: 12,00 % vol;

minimaal suikervrij extract: 18,00 g/l.

Analytische parameters die niet zijn opgenomen in de onderstaande tabel, voldoen aan de grenswaarden die zijn vastgelegd in nationale en EU-wetgeving.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimale totale zuurgraad

5,0 in g/l, uitgedrukt in wijnsteenzuur

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

a.   Essentiële oenologische procedés

Geen

b.   Maximale opbrengsten

“Matera”Rosso

10 000 kg druiven per hectare

“Matera”Primitivo en Primitivo Passito

10 000 kg druiven per hectare

“Matera”Rosato

10 000 kg druiven per hectare

“Matera”Moro en Moro Riserva

10 000 kg druiven per hectare

“Matera”Greco

10 000 kg druiven per hectare

“Matera”Bianco en Bianco Passito

10 000 kg druiven per hectare

“Matera”Spumante

10 000 kg druiven per hectare

“Matera”Spumante Rosé

10 000 kg druiven per hectare

6.   Afgebakend geografisch gebied

Het productiegebied van de beschermde oorsprongsbenaming “Matera” is het hele administratieve grondgebied van de provincie Matera.

7.   Voornaamste wijndruivenras(sen)

Sangiovese R.

Greco bianco W. — Greco

Malvasia bianca di Basilicata W. — Malvasia

Merlot R.

Primitivo R.

Cabernet sauvignon R. — Cabernet

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

Kenmerken van het geografische gebied

Het gebied waar wijn met de BOB “Matera” wordt geproduceerd, kent verschillende soorten reliëfs die resulteren in drie verschillende milieus:

het milieu van de kustvlakte, dat bestaat uit recentere geologische oppervlakken met vlakten en/of glooiend terrein en een zeer gevarieerd lithologisch substraat;

het milieu van de kustterrassen boven de kustvlakte waar verschillende kustterrassen beginnen, die zijn verbonden met heuvelachtig terrein met karakteristiek diepe, goed ontwikkelde en goed tot matig gedraineerde bodems in een dieprood kleurenpalet (als gevolg van het hoge ijzergehalte en de afbraak van de keien);

het Fossa Bradanica-milieu, dat het grootste deel van de heuvelachtige regio van Matera beslaat, zich uitstrekt over het noorden (Irsina), zuiden (Pitici), oosten (Matera, met uitzondering van het gebied van de stad en het zuidoosten) en westen (Stigliano) en wordt gekenmerkt door verschillende terreingesteldheden, gaande van golvend tot oneffen met een zanderig conglomeraat en lithologisch substraat: de bodems bestaan uit grof sediment of zand, met texturen die variëren van matig grof aan het oppervlak tot zandig daaronder. Ze zijn duidelijk kalkhoudend en zeer doorlatend.

De hoge kwaliteit van deze wijncultuur houdt verband met de keuze van zonovergoten, goed geventileerde gebieden en met de van nature vruchtbare bodems die bijzonder geschikt zijn voor de wijnbouw.

Categorie “wijn” (1):

De onder de BOB Matera vallende wijnen worden bereid met zowel inheemse als internationale druivenrassen met een goede zuurgraad en een goed aroma vanwege het temperatuurbereik en de zandige bodems, met name in het geval van de witte wijnen, die fris en licht van kleur zijn en verschillende alcoholgehalten hebben.

Bodems met een hoger kleigehalte leiden tot wijnen met een grotere kleurintensiteit, terwijl kalkhoudende bodems gesofisticeerder aroma’s opleveren.

Deze kenmerken zijn sterker in krentenwijn (categorie “wijn”) door de accumulatie van suikers en de concentratie van de extracten als gevolg van de indroging van de druiven. Dit wordt nog versterkt door het klimaat en de oriëntatie van de wijngaarden, meestal zuidzuidoostelijk, voor een optimale rijping. Dit bevordert dan weer de productie van gezonde druiven die geschikter zijn voor indroging en zorgt ervoor dat de kenmerken van de druivenrassen volledig tot uitdrukking kunnen komen. De verschillende soorten wijnen vertonen voornamelijk fruitige aroma’s (bessen en steenvruchten), maar ook de florale toetsen die typisch zijn voor de druivenrassen waaruit zij zijn bereid. Alle wijnen vertonen tekenen van een goede zuurgraad en structuur, met een evenwichtige smaak. Dit geldt met name voor de soorten op basis van de druiven van de rassen primitivo of cabernet sauvignon, die door hun lange levensduur zeer geschikt zijn voor veroudering.

Categorie “mousserende wijn” (4):

De inheemse druivenrassen malvasia bianca di basilicata en primitivo worden gebruikt om de onder de BOB “Matera” vallende mousserende wijnen te produceren.

De heuvels van Matera vormen de ideale biotoop voor zowel malvasia als primitivo. De twee druivenrassen vullen elkaar aan. Malvasia wordt op grotere hoogte geteeld waar het klimaat iets koeler is en de bodems meestal wit zijn en bestaan uit mergel, kleiige mergel en fossiele kalksteen. De gebieden op een lagere hoogte hebben karakteristieke bruine bodems die geschikt zijn voor het primitivo-ras, dat mousserende wijnen met een voortreffelijke structuur en een uitstekend alcoholgehalte oplevert. De productie van mousserende wijnen is een vorm van gespecialiseerde productie in dit gebied en levert een aanzienlijke bijdrage aan de lokale wijnbouweconomie. De eerste mousserende wijnen werden geproduceerd in de vroege jaren 1900 en in de jaren 1950 en 1960 besloten veel wijnhuizen (waarvan sommige momenteel nog actief zijn) zich in deze sector te specialiseren. De wijnproducenten van Matera verkopen van oudsher, ook buiten de regio, grote hoeveelheden mousserende wijnen voor huwelijksfeesten, patroonsfeesten en religieuze feestdagen.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Geen

Link naar het productdossier

https://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/14101


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.


Rectificaties

5.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 373/26


Rectificatie van Uitvoeringsbesluit 2018/C 100/09 van 14 maart 2018 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een aanvraag tot wijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Chianti Classico (BOB))

(Publicatieblad van de Europese Unie C 100 van 16 maart 2018)

(2019/C 373/09)

Bladzijde 10, in de bijlage, punt 4 ‘Beschrijving van de wijn(en)’ onder de hoofding “Chianti Classico Gran Selezione”, in de tabel ‘Algemene analytische kenmerken’:

in plaats van:

“Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

130”

lezen:

“Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)”