ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 196

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
12 juni 2019


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 196/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9355 — VW Group/Intel/Allied Holdings/JV) ( 1 )

1

2019/C 196/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9372 — EPH/AES Ballylumford/AES Kilroot Power) ( 1 )

1

2019/C 196/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9380 — Bâloise/Fidea) ( 1 )

2


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 196/04

Wisselkoersen van de euro

3

2019/C 196/05

Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn vergadering van 6 augustus 2018 betreffende een ontwerpbesluit in Zaak M.8480 — Praxair/Linde — Rapporteur: Hongarije ( 1 )

4

2019/C 196/06

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (M.8480 — Praxair/Linde) ( 1 )

6

2019/C 196/07

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 20 augustus 2018 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst (Zaak M.8480 — Praxair/Linde) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 5534)  ( 1 )

8

2019/C 196/08

Besluit van de Commissie van 11 juni 2019 tot oprichting van de Beleidsgroep radiospectrum en tot intrekking van Besluit 2002/622/EG ( 1 )

16


 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2019/C 196/09

Oproep tot het indienen van voorstellen 2018 — EAC/A01/2019 — Europees Solidariteitskorps — Vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit

22

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2019/C 196/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9327 — YZJ Group/Mitsui E&S Group/Mitsui & Co Group/JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

25


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9355 — VW Group/Intel/Allied Holdings/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/01)

Op 29 mei 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9355. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9372 — EPH/AES Ballylumford/AES Kilroot Power)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/02)

Op 4 juni 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9372. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9380 — Bâloise/Fidea)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/03)

Op 5 juni 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9380. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/3


Wisselkoersen van de euro (1)

11 juni 2019

(2019/C 196/04)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1320

JPY

Japanse yen

123,09

DKK

Deense kroon

7,4687

GBP

Pond sterling

0,89085

SEK

Zweedse kroon

10,6828

CHF

Zwitserse frank

1,1233

ISK

IJslandse kroon

140,50

NOK

Noorse kroon

9,7700

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,640

HUF

Hongaarse forint

320,50

PLN

Poolse zloty

4,2678

RON

Roemeense leu

4,7252

TRY

Turkse lira

6,5752

AUD

Australische dollar

1,6273

CAD

Canadese dollar

1,5002

HKD

Hongkongse dollar

8,8700

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7206

SGD

Singaporese dollar

1,5446

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 337,48

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,7140

CNY

Chinese yuan renminbi

7,8243

HRK

Kroatische kuna

7,4140

IDR

Indonesische roepia

16 116,85

MYR

Maleisische ringgit

4,7123

PHP

Filipijnse peso

58,810

RUB

Russische roebel

73,0227

THB

Thaise baht

35,403

BRL

Braziliaanse real

4,3893

MXN

Mexicaanse peso

21,6783

INR

Indiase roepie

78,6155


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/4


Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn vergadering van 6 augustus 2018 betreffende een ontwerpbesluit in Zaak M.8480 — Praxair/Linde

Rapporteur: Hongarije

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/05)

Bevoegdheid

1.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen („de concentratieverordening”) (1).

2.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie een Uniedimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening.

Marktafbakening

3.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de conclusies van de Commissie in het ontwerpbesluit wat betreft de afbakening van de relevante product- en geografische markten voor:

a.

de levering van industriële gassen;

b.

de levering van medische gassen;

c.

de levering van speciale gassen;

d.

de levering van helium;

e.

de levering van procesinstallaties en onderdelen voor procesinstallaties;

f.

de levering van thuiszorgdiensten voor patiënten met ademhalingsproblemen;

g.

de levering van oppervlaktecoatingdiensten.

Beoordeling uit mededingingsoogpunt

4.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de beoordeling door de Commissie dat de aangemelde transactie zou leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging als gevolg van horizontale niet-gecoördineerde effecten op:

a.

markten voor de levering van industriële gassen vastgesteld in punt 8.14 van het ontwerpbesluit;

b.

markten voor de levering van medische gassen vastgesteld in punt 8.14 van het ontwerpbesluit;

c.

markten voor de levering van edelgassen en mengsels van edelgassen vastgesteld in punt 8.14 van het ontwerpbesluit;

d.

markten voor de levering van speciale gassen voor de elektronicasector vastgesteld in punt 8.14 van het ontwerpbesluit;

e.

markten voor de levering van chemische gassen vastgesteld in punt 8.14 van het ontwerpbesluit;

f.

markten voor de levering van kalibratiegassen en andere gasmengsels vastgesteld in punt 8.14 van het ontwerpbesluit;

g.

de markt voor groothandelslevering van helium;

h.

markten voor de kleinhandelslevering van helium vastgesteld in punt 8.14 van het ontwerpbesluit;

i.

de markten voor de levering van thuiszorgdiensten voor patiënten met ademhalingsproblemen in Portugal en Spanje.

5.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de beoordeling door de Commissie dat de aangemelde transactie zou leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging als gevolg van verticale niet-gecoördineerde effecten met betrekking tot de verticale verbanden tussen de upstreamgroothandelsmarkt voor helium en de downstreamkleinhandelsmarkten voor helium.

6.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de beoordeling door de Commissie dat het onwaarschijnlijk is dat de aangemelde transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging als gevolg van:

a.

horizontale niet-gecoördineerde effecten op andere markten dan die genoemd bij vraag 4;

b.

horizontale gecoördineerde effecten;

c.

andere verticale niet-gecoördineerde effecten dan die met betrekking tot de verticale verbanden tussen de upstreamgroothandelsmarkt voor helium en de downstreamkleinhandelsmarkten voor helium.

Toezeggingen

7.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de op 10 juli 2018 door de aanmeldende partijen gedane definitieve toezeggingen de in het ontwerpbesluit vastgestelde significante belemmering van daadwerkelijke mededinging wegnemen.

8.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat, mits de door de aanmeldende partijen op 10 juli 2018 voorgestelde definitieve toezeggingen volledig worden nagekomen, het niet waarschijnlijk is dat de aangemelde transactie daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel ervan zal belemmeren.

Verenigbaarheid met de interne markt en de EER-overeenkomst

9.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de aangemelde transactie dan ook overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst moet worden verklaard.

(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/6


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

(M.8480 — Praxair/Linde)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/06)

1.   

Op 12 januari 2018 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie overeenkomstig artikel 4 van de concentratieverordening (2) waarbij Praxair, Inc. („Praxair”) en Linde AG („Linde”) een volledige fusie aangaan in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de concentratieverordening („de transactie”). Linde en Praxair worden hierna gezamenlijk aangeduid als „de partijen”. De kernactiviteit van de partijen is de productie en distributie van gassen.

2.   

In het fase I-onderzoek van de Commissie rees ernstige twijfel over de verenigbaarheid van de transactie met de interne markt en met de werking van de EER-overeenkomst. Op 16 februari 2018 stelde de Commissie een besluit vast ter inleiding van een procedure overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening (hierna „het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c)” genoemd).

3.   

Op 22 februari 2018 werd de duur van het fase II-onderzoek op verzoek van de partijen met tien werkdagen verlengd in overeenstemming met artikel 10, lid 3, tweede alinea, eerste zin, van de concentratieverordening.

4.   

Hoewel de partijen niet op het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), zelf reageerden, dienden zij op 9 en 15 maart 2018 schriftelijke opmerkingen in over aspecten waarvoor zij de Commissie hadden verzocht haar voorlopige conclusies te heroverwegen.

5.   

Op 15 maart 2018 stelde de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de concentratieverordening een besluit vast naar aanleiding van het verzuim van Linde om volledige informatie te verstrekken in antwoord op een verzoek om informatie van de Commissie. Bij dit besluit werden de termijnen genoemd in artikel 10, lid 3, eerste alinea, van de concentratieverordening opgeschort. De opschorting van de termijn liep op 19 maart 2018 af, nadat Linde de verlangde informatie had ingediend.

6.   

Op 31 mei 2018 stelde de Commissie een mededeling van punten van bezwaar vast waarin zij zich op het voorlopige standpunt stelde dat de transactie vanwege horizontale en verticale niet-gecoördineerde effecten zou leiden tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op een wezenlijk deel van de interne markt in de zin van artikel 2, lid 3, van de concentratieverordening en het grondgebied in de zin van artikel 57 van de EER-overeenkomst voor de levering van allerlei gassen (industriële gassen, medische gassen, speciale gassen, edelgassen en helium) en aanverwante diensten.

7.   

De partijen werd inzage in het dossier verleend op 1 juni 2018 en vervolgens op voortschrijdende basis. Volgens een dataroomprocedure werd aan de economisch adviseurs van de partijen inzage in vertrouwelijke gegevens en informatie verleend. Ik ontving geen verzoeken om inzage in het dossier op grond van artikel 7 van het mandaat.

8.   

De partijen gaven op 14 juni 2018 antwoord op de mededeling van punten van bezwaar. Zij deden geen verzoek om hun argumenten op een formele hoorzitting uiteen te mogen zetten.

9.   

Ik liet Air Liquide, een concurrent van de partijen, tot deze procedure toe als belanghebbende derde. Air Liquide ontving een niet-vertrouwelijke versie van de mededeling van punten van bezwaar en moest binnen een bepaalde termijn haar standpunten kenbaar maken.

10.   

Op 20 juni 2018 verlengde de Commissie de procedure met in totaal tien werkdagen, overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, derde zin, van de concentratieverordening. Op diezelfde dag dienden de partijen een reeks formele toezeggingen in om de door de Commissie opgeworpen bezwaren weg te nemen. Op basis van de uitkomsten van het marktonderzoek naar deze toezeggingen dienden de partijen op 4 juli 2018 een gewijzigde reeks toezeggingen in, en op 10 juli 2018 nog één („de definitieve toezeggingen”).

11.   

In het ontwerpbesluit constateert de Commissie dat de definitieve toezeggingen voldoende ver reiken en geschikt zijn om de significante belemmering van daadwerkelijke mededinging waartoe de aangemelde transactie anders zou leiden, weg te nemen, en dat de transactie middels de definitieve toezeggingen derhalve verenigbaar met de interne markt en de EER-overeenkomst is geworden.

12.   

Overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Besluit 2011/695/EU heb ik het ontwerpbesluit onderzocht en kom ik tot de conclusie dat dit uitsluitend punten van bezwaar betreft ten aanzien waarvan de partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

13.   

Naar mijn mening is de daadwerkelijke uitoefening van procedurele rechten gedurende de gehele procedure in deze zaak geëerbiedigd.

Brussel, 7 augustus 2018.

Joos STRAGIER


(1)  Krachtens de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29) (hierna „het mandaat” genoemd).

(2)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen („de EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1) („de concentratieverordening”).


12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/8


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 20 augustus 2018

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst

(Zaak M.8480 — Praxair/Linde)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 5534)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/07)

Op 20 augustus 2018 heeft de Commissie een besluit vastgesteld met betrekking tot een concentratiezaak op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (1) , en met name artikel 8, lid 2, van die verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit, in voorkomend geval in de vorm van een voorlopige versie, is in de authentieke taal van de zaak te vinden op de website van DG Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm?clear=1&policy_area_id=2

I.   INLEIDING

(1)

Op 12 januari 2018 ontving de Europese Commissie („de Commissie”) een aanmelding van een voorgenomen concentratie overeenkomstig artikel 4 van de concentratieverordening waarbij Praxair, Inc. („Praxair”) en Linde AG („Linde”) een volledige fusie aangaan in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de concentratieverordening („de transactie”). De transactie wordt tot stand gebracht door middel van de aankoop van aandelen in een nieuwe onderneming. Linde en Praxair worden hierna gezamenlijk „de aanmeldende partijen” en elk afzonderlijk „de aanmeldende partij” genoemd.

II.   DE PARTIJEN EN DE TRANSACTIE

(2)

Praxair is evenals Linde een internationale groep ondernemingen die een grote verscheidenheid aan gassen (industriële gassen, medische gassen, speciale gassen en helium) leveren en aanverwante diensten verlenen, met name thuiszorgdiensten voor patiënten met ademhalingsproblemen, ingenieursdiensten en de aanleg van installaties. Daarnaast biedt Praxair technologieën voor oppervlaktecoating aan.

(3)

Op 1 juni 2017 zijn Praxair en Linde een overeenkomst voor een bedrijfscombinatie aangegaan, met als voornemen een zogenaamde „fusie van gelijken” tot stand te brengen voor hun bedrijven. De transactie betreft de oprichting van een nieuwe onderneming die in Ierland is geregistreerd onder de naam „Linde plc” („nieuwe holding”) en die, voor de aandeelhouders van Linde, is gestructureerd als ruilaanbod naar Duits recht en, voor Praxair, als omgekeerde driehoeksfusie naar het recht van Delaware. Bijgevolg worden beide aanmeldende partijen een volledige dochteronderneming van de nieuwe holding, waarin de aandeelhouders van Praxair en Linde op volledig verwaterde basis elk ongeveer 50 % van de aandelen zullen bezitten.

(4)

Daaruit volgt dat de transactie een concentratie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de concentratieverordening is.

III.   UNIEDIMENSIE

(5)

De betrokken ondernemingen behaalden tezamen wereldwijd een omzet van in totaal ruim 5 000 miljoen EUR. Elke onderneming afzonderlijk heeft een omzet op Unieniveau van ruim 250 miljoen EUR maar behaalt niet meer dan twee derde van haar totale omzet in de Unie in een en dezelfde lidstaat. Derhalve heeft de aangemelde transactie een Uniedimensie in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening.

IV.   PROCEDURE

(6)

Na een eerste onderzoek van de aanmelding en op basis van het fase I-marktonderzoek besloot de Commissie op 16 februari 2018 een procedure in te leiden overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening („het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c)”). In het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), concludeerde de Commissie dat de transactie aanleiding gaf tot ernstige twijfels over de verenigbaarheid ervan met de interne markt en met de werking van de EER-overeenkomst.

(7)

Op 22 februari 2018 werd de duur van het fase II-onderzoek op verzoek van de aanmeldende partijen met tien werkdagen verlengd in overeenstemming met artikel 10, lid 3, tweede alinea, eerste zin, van de concentratieverordening.

(8)

Op 9 en 15 maart 2018 werden door de aanmeldende partijen documenten ingediend over aspecten waarvoor zij de Commissie hadden verzocht haar voorlopige conclusies in het besluit overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder c), te heroverwegen (gezamenlijk „de themadocumenten” genoemd).

(9)

Op 15 maart 2018 stelde de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de concentratieverordening een besluit vast naar aanleiding van het verzuim van Linde om volledige informatie te verstrekken in antwoord op een verzoek om informatie van de Commissie („het besluit overeenkomstig artikel 11, lid 3, van 15 maart 2018”). Bij het besluit overeenkomstig artikel 11, lid 3, van 15 maart 2018 werden de termijnen genoemd in artikel 10, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 139/2004 opgeschort. Linde gaf op 19 maart 2018 antwoord op het betrokken verzoek om informatie en de opschorting liep aan het eind van die dag af.

(10)

Op basis van het fase II-onderzoek, dat de bevindingen van het fase I-onderzoek aanvulde, bracht de Commissie op 31 mei 2018 een mededeling van punten van bezwaar uit overeenkomstig artikel 18 van de concentratieverordening en protocol 21 van de EER-overeenkomst („de mededeling van punten van bezwaar”).

(11)

Op 14 juni 2018 dienden de aanmeldende partijen hun schriftelijk antwoord op de mededeling van punten van bezwaar in („het antwoord op de mededeling van punten van bezwaar”).

(12)

Op 20 juni 2018 nam de Commissie een besluit aan om de procedure met in totaal tien werkdagen te verlengen, overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, derde zin, van de concentratieverordening.

(13)

Om door de Commissie opgeworpen mededingingsbezwaren weg te nemen, deden de aanmeldende partijen op 20 juni 2018 een eerste reeks toezeggingen („de eerste toezeggingen”). Op 22 juni 2018 startte de Commissie met een marktonderzoek naar de eerste toezegging.

(14)

Op basis van de resultaten van dat marktonderzoek gaf de Commissie de aanmeldende partijen feedback over de eerste toezeggingen. Globaal genomen oordeelde de Commissie dat het met de eerste toezeggingen mogelijk was de mededingingsbezwaren volledig weg te nemen op alle markten waar bezwaren waren vastgesteld.

(15)

Derhalve dienden de aanmeldende partijen op 10 juli 2018 een nieuwe reeks toezeggingen in („de definitieve toezeggingen”), die in alle materiële opzichten identiek zijn aan de eerste toezeggingen en slechts enkele wijzigingen daarin bevatten.

(16)

Het Raadgevend Comité heeft op 6 augustus 2018 een ontwerp van het definitieve besluit besproken en een positief advies uitgebracht.

V.   TOELICHTING

A.   De relevante markten

1.   Industriële gassen

(17)

Voor industriële gassen zijn de relevante productmarkten:

markten voor tonnagelevering van elk van de volgende gassen: zuurstof, stikstof, koolmonoxide en kooldioxide (voor al deze gassen, inclusief leveringen via pijpleiding en levering via grote installaties op locatie van meer dan 100 ton/dag), evenals waterstof (inclusief leveringen via pijpleiding en via installaties met een nominale capaciteit van meer dan 0,3 ton/dag);

markten voor levering via kleine installaties op locatie van elk van de volgende gassen: zuurstof, stikstof (inclusief installaties met een nominale capaciteit van minder dan 100 ton/dag), evenals waterstof (inclusief installaties met een nominale capaciteit van minder dan 0,3 ton/dag);

markten voor bulklevering van elk van de volgende gassen: zuurstof, stikstof, argon, acetyleen, koolmonoxide, kooldioxide en distikstofmonoxide (inclusief leveringen van volumes tussen 20 en 100 ton/dag over de weg of per spoor en exclusief leveringen via kleine installaties op locatie voor zuurstof en stikstof), evenals waterstof (inclusief leveringen van kleinere volumes dan 0,3 ton/dag over de weg of per spoor en exclusief leveringen via kleine installaties op locatie);

markten voor cilinderlevering van elk van de volgende gassen (inclusief leveringen van volumes tussen 1 en 1 000 metrische ton per maand in cilinders): zuurstof, stikstof, argon, waterstof en acetyleen, evenals, per gas, de mogelijke segmenten voor standaard zuiverheidsgraden en hoge zuiverheidsgraden;

markten voor cilinderlevering van standaard zuiverheidsgraden van koolmonoxide en distikstofmonoxide (hoge zuiverheidsgraden voor deze producten zijn speciale gassen die aparte markten vormen);

een markt voor cilinderlevering van kooldioxide, exclusief leveringen in vaste vorm, evenals de mogelijke segmenten voor kooldioxide, exclusief leveringen in vaste vorm, geleverd in standaard zuiverheidsgraden en hoge zuiverheidsgraden;

een markt voor de levering van kooldioxide in vaste vorm (bekend als droogijs).

(18)

De geografische omvang van de markten voor industriële gassen is:

EER-breed voor de markten voor tonnagelevering en levering via kleine installaties op locatie, evenals, eventueel, voor bulklevering van argon en distikstofmonoxide en voor de hypothetische segmenten of deelsegmenten voor cilinderlevering van hoge zuiverheidsgraden van zuurstof, stikstof, argon, waterstof, acetyleen en kooldioxide;

nationaal, langs landsgrenzen, voor alle overige hiervoor genoemde markten en segmenten, met uitzondering van de regio België, Luxemburg en Nederland (de „Benelux”), welke regio moet worden gezien als één geografische dimensie van de relevante productmarkten.

2.   Medische gassen

(19)

Voor medische gassen zijn de relevante productmarkten:

markten voor bulklevering van elk van de volgende medische gassen: medische zuurstof, medische stikstof, medisch distikstofmonoxide, medisch kooldioxide;

markten voor cilinderlevering van elk van de volgende medische gassen: medische zuurstof, medische stikstof, medisch distikstofmonoxide, medisch kooldioxide, medisch stikstofmonoxide en medisch argon.

(20)

De geografische omvang van de markten voor medische gassen is nationaal.

3.   Speciale gassen

(21)

Voor speciale gassen zijn de relevante productmarkten:

markten voor cilinderlevering van de volgende edelgassen en mengsels van edelgassen: krypton, xenon, neon, gasmengsels met broomverbindingen, mengsels van edelgassen met fluor, mengsels van edelgassen met waterstofchloride, inerte mengsels van edelgassen;

markten voor cilinderlevering en bulklevering van speciale gassen voor de elektronicasector (ESG’s), waarbij elk gas een relevante productmarkt vormt;

markten voor cilinderlevering van chemische gassen, waarbij elk gas een relevante productmarkt vormt;

markten voor cilinderlevering van de volgende kalibratie- en andere gasmengsels: mengsels in het milieu, mengsels voor speciale toepassingen en andere kalibratiemengsels;

markten voor cilinderlevering van koelmiddelen, waarbij elk gas een relevante productmarkt vormt.

(22)

De geografische omvang van de markten voor speciale gassen is:

EER-breed voor de markten voor cilinderlevering van edelgassen en mengsels van edelgassen en cilinderlevering en bulklevering van ESG’s;

nationaal voor de markten voor cilinderlevering van chemische gassen, kalibratie- en andere gasmengsels en koelmiddelen.

4.   Helium

(23)

Voor helium zijn de relevante productmarkten:

een markt voor groothandelslevering van helium (inclusief de inkoop van helium);

markten voor kleinhandelslevering van helium, evenals de volgende potentiële deelmarkten: kleinhandelslevering in cryogene draagbare tanks, in dewars en in buistrailers, kleinhandelslevering van helium van standaard zuiverheidsgraad in cilinders en van hoge zuiverheidsgraad in cilinders.

(24)

De geografische omvang van de markten voor de levering van helium is:

wereldwijd voor de markt voor groothandelslevering van helium, evenals voor de potentiële markt voor kleinhandelslevering van helium in cryogene draagbare tanks;

nationaal voor de markten voor kleinhandelslevering van helium en de mogelijke deelmarkten daarvan (behalve de potentiële markt voor kleinhandelslevering van helium in cryogene draagbare tanks).

5.   Levering van procesinstallaties en installatieonderdelen

(25)

Voor de levering van procesinstallaties en installatieonderdelen kan de afbakening van de productmarkten en geografische markten open worden gelaten, aangezien het niet waarschijnlijk is dat de transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging op die markten, ongeacht hoe ze zijn afgebakend.

6.   Thuiszorgdiensten voor patiënten met ademhalingsproblemen

(26)

Voor thuiszorgdiensten voor patiënten met ademhalingsproblemen zijn de relevante productmarkten:

een mogelijke markt voor alle behandelingen van ademhalingsproblemen in het kader van thuiszorg;

een mogelijke markt voor alle behandelingen met zuurstof en een mogelijke aparte markt voor elke behandeling met zuurstof afzonderlijk, dat wil zeggen LOX, GOX en COX;

een mogelijke markt voor alle behandelingen zonder zuurstof en een mogelijke aparte markt voor elke behandeling zonder zuurstof, dat wil zeggen slaap, ventilatie en verneveling.

(27)

De geografische omvang van de relevante markten voor de levering van thuiszorgdiensten aan patiënten met ademhalingsproblemen is nationaal.

7.   Oppervlaktecoatingdiensten

(28)

Voor de verlening van coatingdiensten kan de afbakening van de productmarkten en geografische markten open worden gelaten, aangezien het niet waarschijnlijk is dat de transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging op die markten, ongeacht hoe ze zijn afgebakend.

B.   Beoordeling vanuit het oogpunt van de mededinging

1.   Unilaterale effecten

(29)

In het besluit wordt geconcludeerd dat de transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging als gevolg van horizontale niet-gecoördineerde effecten op de volgende markten:

(30)

Voor industriële gassen:

a)

op de EER-markten voor tonnagelevering van koolmonoxide, stikstof en zuurstof, evenals op de EER-markten voor levering via kleine installaties op locatie van zuurstof en stikstof, als gevolg van het wegvallen van de aanzienlijke remmingen die de aanmeldende partijen door de mededinging op elkaar en op hun overblijvende concurrenten uitoefenen. De Commissie is op basis van het biedingsonderzoek verder van oordeel dat de aanmeldende partijen op deze markten nauw met elkaar concurreren en dat de transactie waarschijnlijk zal leiden tot een belangrijke afname van de concurrentiedruk op de EER-markten voor tonnagelevering van zuurstof en op de EER-markten voor levering via kleine installaties op locatie van zuurstof en stikstof. Volgens de Commissie valt niet te verwachten dat deze afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie op de markten, zal worden gecompenseerd door andere op die markten overblijvende, uit mededinging voortvloeiende remmingen. Bijgevolg oordeelt de Commissie dat de transactie waarschijnlijk zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de vorm van prijsstijgingen;

b)

op de overgrote meerderheid van de betrokken nationale/Benelux-markten voor bulklevering en cilinderlevering van industriële gassen en voor levering van droogijs, doordat een dominante positie ontstaat of wordt versterkt of in elk geval doordat een significante, uit mededinging voortvloeiende remming verdwijnt. De Commissie heeft vastgesteld dat de aanmeldende partijen op die markten nauw met elkaar concurreren en door de mededinging aanzienlijke remmingen op elkaar en op de overblijvende concurrenten uitoefenen. Verder kan volgens de Commissie niet worden verwacht dat deze afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie zal worden gecompenseerd door andere op de markten overblijvende, uit mededinging voortvloeiende remmingen. Bijgevolg oordeelt de Commissie dat de transactie waarschijnlijk zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de vorm van prijsstijgingen.

(31)

Voor medische gassen: op de grote meerderheid van de betrokken markten voor bulklevering en cilinderlevering van medische gassen, doordat een dominante positie ontstaat of wordt versterkt of in elk geval doordat een significante, uit mededinging voortvloeiende remming verdwijnt. De Commissie heeft vastgesteld dat de aanmeldende partijen op die markten nauw met elkaar concurreren en door de mededinging aanzienlijke remmingen op elkaar en op de overblijvende concurrenten uitoefenen. Verder kan volgens de Commissie niet worden verwacht dat deze afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie zal worden gecompenseerd door andere op de markten overblijvende, uit mededinging voortvloeiende remmingen. Bijgevolg oordeelt de Commissie dat de transactie waarschijnlijk zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de vorm van prijsstijgingen;

(32)

Voor speciale gassen, op de EER-markten voor cilinderlevering van edelgassen en mengsels van edelgassen, de EER-markten voor cilinderlevering en bulklevering van ESG’s (2), sommige nationale markten voor cilinderlevering van chemische gassen (3) en sommige nationale markten voor cilinderlevering van kalibratie- en andere gasmengsels (4). Dit komt doordat een dominante positie ontstaat of wordt versterkt of in elk geval doordat een significante, uit mededinging voortvloeiende remming verdwijnt. De Commissie heeft vastgesteld dat de aanmeldende partijen nauw met elkaar concurreren en door de mededinging aanzienlijke remmingen op elkaar en op hun overblijvende concurrenten uitoefenen. Verder valt volgens de Commissie niet te verwachten dat deze afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie op de markten, zal worden gecompenseerd door andere op de betrokken markten overblijvende, uit mededinging voortvloeiende remmingen. Bijgevolg zal de transactie waarschijnlijk leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de vorm van prijsstijgingen;

(33)

Voor helium:

a)

op de wereldwijde groothandelsmarkt, doordat een dominante positie ontstaat of wordt versterkt of in elk geval doordat een aanzienlijke, uit mededinging voortvloeiende remming verdwijnt. De Commissie heeft vastgesteld dat de groothandelsmarkt oligopolistisch is en wordt gekenmerkt door hoge toegangsdrempels, met name vanwege de schaarste aan helium, dat wereldwijd uit een beperkt aantal bronnen wordt gewonnen. Verder heeft de Commissie vastgesteld dat de aanmeldende partijen op deze markt nauw met elkaar concurreren en door de mededinging aanzienlijke remmingen op elkaar en op de overblijvende concurrenten uitoefenen. Na de transactie zou de gefuseerde entiteit met name beschikken over een inkoopportefeuille die wat betreft omvang en diversiteit geen equivalent heeft op de markt. De Commissie is van oordeel dat niet kan worden verwacht dat de afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie zal worden gecompenseerd door andere op de markten overblijvende, uit mededinging voortvloeiende remmingen. Bijgevolg zal de transactie waarschijnlijk leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de vorm van prijsstijgingen;

b)

op een groot aantal van de betrokken markten voor kleinhandelslevering van helium (en potentiële deelmarkten), doordat een dominante positie ontstaat of wordt versterkt of in elk geval doordat een significante, uit mededinging voortvloeiende remming verdwijnt. De Commissie heeft vastgesteld dat de aanmeldende partijen nauw met elkaar concurreren en door de mededinging aanzienlijke remmingen op elkaar en op hun overblijvende concurrenten uitoefenen. In het bijzonder zou de gefuseerde entiteit in diverse EER-landen een zeer groot marktaandeel en een beperkt aantal geloofwaardige concurrenten hebben. De Commissie is van oordeel dat niet kan worden verwacht dat de afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie op die markten, zal worden gecompenseerd door andere op de betrokken markten overblijvende, uit mededinging voortvloeiende remmingen. Bijgevolg zal de transactie waarschijnlijk leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de vorm van prijsstijgingen.

(34)

Voor thuiszorgdiensten voor patiënten met ademhalingsproblemen (5): in Spanje en Portugal (volgens alle mogelijke marktafbakeningen), aangezien de transactie ertoe zou leiden dat het aantal significante spelers daalt van drie naar twee en Air Liquide het enige geloofwaardige alternatief is dat overblijft op de markt(en). Verder heeft de Commissie vastgesteld dat de aanmeldende partijen in beide landen nauw met elkaar concurreren en door de mededinging aanzienlijke remmingen op elkaar en, meer in het algemeen, op de markt(en) uitoefenen. Verder kan volgens de Commissie niet worden verwacht dat deze afname van de concurrentiedruk als gevolg van de transactie zal worden gecompenseerd door andere op de markt(en) overblijvende, uit mededinging voortvloeiende remmingen. Bijgevolg oordeelt de Commissie dat de transactie waarschijnlijk zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging in de vorm van prijsstijgingen.

(35)

Ten aanzien van de EER-markt voor tonnagelevering van waterstof wordt in het besluit erkend dat het bewijs voor de horizontale niet-gecoördineerde effecten van de transactie niet zo overtuigend is als voor de andere markten voor tonnagelevering. De Commissie is sowieso van oordeel dat een conclusie over de horizontale niet-gecoördineerde effecten van de transactie op de EER-markt voor tonnagelevering van waterstof niet nodig is, omdat de definitieve toezeggingen die bedoeld zijn om de horizontale niet-gecoördineerde effecten van de transactie op de andere markten voor industriële gassen te corrigeren, tevens de mogelijkheid uitsluiten dat de transactie zal leiden tot dergelijke effecten op de EER-markt voor tonnagelevering van waterstof. Met de definitieve toezeggingen zal de overlapping tussen de respectieve activiteiten van Linde en Praxair op laatstgenoemde markt zelfs geheel worden weggenomen.

(36)

In het besluit wordt geconcludeerd dat het voor alle overige horizontaal betrokken markten niet waarschijnlijk is dat de transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging als gevolg van horizontale niet-gecoördineerde effecten. De Commissie merkt hoe dan ook op dat de definitieve toezeggingen voor correctie van de niet-gecoördineerde horizontale effecten van de transactie die zouden leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging, tevens de mogelijkheid uitsluiten dat de transactie zal leiden tot horizontale effecten op de overige markten. Met de definitieve toezeggingen zal de overlapping tussen de respectieve activiteiten van Linde en Praxair op alle horizontaal betrokken markten zelfs geheel worden weggenomen.

2.   Verticale effecten

(37)

In het besluit wordt geconcludeerd dat de transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging als gevolg van verticale niet-gecoördineerde effecten met betrekking tot de verticale verbanden tussen de mondiale upstreamgroothandelsmarkt voor helium en de downstreamkleinhandelsmarkten voor helium. De Commissie heeft vastgesteld dat:

a)

de aanmeldende partijen de mogelijkheid en prikkel hebben om de toegang tot helium af te schermen. In het bijzonder merkt de Commissie op dat i) de gefuseerde entiteit upstream een dominante positie zou hebben en in staat zou zijn haar levering van helium te beperken; ii) alternatieve leveranciers beperkt in aantal zijn en kampen met capaciteitsbeperkingen; en iii) een afgeschermde toegang tot helium winstgevend zou zijn, aangezien de omzet die concurrenten downstream als gevolg daarvan verliezen, wordt gekenmerkt door hoge marges en waarschijnlijk zal worden binnengehaald door de nieuwe entiteit;

b)

de uitvoering door de nieuwe entiteit van een strategie ter afscherming van de input naar verwachting i) zal leiden tot prijsstijgingen op de heliummarkten; ii) hogere toegangsdrempels zal opwerpen voor potentiële concurrenten; en iii) effect zal hebben op andere markten, omdat helium „onmisbaar” is voor de verkoop van andere gassen.

(38)

In het besluit wordt geconcludeerd dat het voor alle overige verticaal betrokken markten niet waarschijnlijk is dat de transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging als gevolg van verticale niet-gecoördineerde effecten. De Commissie merkt hoe dan ook op dat de definitieve toezeggingen voor correctie van de niet-gecoördineerde horizontale effecten van de transactie die zouden leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging, tevens de mogelijkheid uitsluiten dat de transactie zal leiden tot verticale effecten. Met de definitieve toezeggingen zal de overlapping tussen de respectieve activiteiten van Linde en Praxair op alle betrokken upstream- en downstreammarkten zelfs geheel worden weggenomen.

3.   Gecoördineerde effecten

(39)

De Commissie heeft er geen overtuigend bewijs voor gevonden dat de coördinatieprikkels voor de gefuseerde entiteit en haar overblijvende concurrenten na de transactie wezenlijk zouden veranderen op de horizontaal betrokken markten.

(40)

De Commissie is sowieso van oordeel dat een conclusie over de horizontale gecoördineerde effecten van de transactie niet nodig is, omdat de definitieve toezeggingen die bedoeld zijn om de horizontale niet-gecoördineerde effecten van de transactie op die markten te corrigeren, tevens de mogelijkheid uitsluiten dat de transactie zal leiden tot horizontale gecoördineerde effecten. Met de definitieve toezeggingen zal de overlapping tussen de respectieve activiteiten van Linde en Praxair op alle horizontaal betrokken markten zelfs geheel worden weggenomen.

VI.   TOEZEGGINGEN

(41)

De definitieve toezeggingen omvatten drie elementen: de herziene toezeggingen voor de EER, de herziene toezeggingen voor SIAD en de herziene toezeggingen in verband met de inkoop van helium.

(42)

De herziene toezeggingen voor de EER behelzen de toezegging dat alle gasactiviteiten van Praxair in de EER binnen een bepaalde termijn worden afgestoten middels de verkoop aan één enkele geschikte koper („de herziene afstoting van activiteiten in de EER”), met inbegrip van Praxairs Europese engineeringcapaciteit en met uitsluiting van SIAD (Società Italiana Acetilene e Derivati S.p.A.) („SIAD”). De afstoting van activiteiten in de EER zal haar beslag krijgen middels (een) overeenkomst(en) tot aankoop van aandelen en/of activa, houdende de overdracht aan de koper van alle betrokken rechtspersonen, activa en medewerkers in verband met de afgestoten activiteiten in de EER.

(43)

SIAD (inclusief gelieerde ondernemingen) en Rivoira (inclusief gelieerde ondernemingen) vallen momenteel onder de gezamenlijke zeggenschap van Praxair en Flow Fin in Italië. De herziene toezeggingen voor SIAD behelzen een aandelenruil, waarbij Praxair haar directe en indirecte deelnemingen in SIAD en in de gelieerde ondernemingen van SIAD zal overdragen aan Flow Fin, en Flow Fin haar directe en indirecte deelnemingen in Rivoira en in de gelieerde ondernemingen van Rivoira zal overdragen aan Praxair. Daardoor zal SIAD (met haar gelieerde ondernemingen) onder de uitsluitende zeggenschap van haar huidige andere aandeelhouder komen, en Rivoira (met haar gelieerde ondernemingen) onder de uitsluitende zeggenschap van de activiteiten in de EER die zullen worden afgestoten.

(44)

Daarnaast omvatten de toezeggingen voor SIAD enkele overgangsregelingen voor de levering van producten en diensten die momenteel door Praxair (inclusief door entiteiten die deel uitmaken van de activiteiten in de EER die zullen worden afgestoten) worden geleverd aan SIAD, en door SIAD aan Praxair (inclusief aan entiteiten die deel uitmaken van de herziene afstoting van activiteiten in de EER).

(45)

Terwijl de inkoopovereenkomsten voor helium die deel uitmaken van de herziene afstoting van activiteiten in de EER, in de herziene toezeggingen voor de EER zijn opgenomen (zoals hiervoor beschreven), behelzen de herziene toezeggingen in verband met de inkoop van helium de afstoting van inkoopovereenkomsten voor helium (middels overdracht van bestaande inkoopovereenkomsten of middels sluiting van back-to-back leveringsregelingen) en andere aanverwante activa („de herziene afstoting van activiteiten op het gebied van de inkoop van helium”) aan de koper(s) van het (de) afstotingspakket(ten), waarbij moet worden gezorgd voor afstemming met andere mededingingsautoriteiten dan de Europese Commissie, in het bijzonder de Federal Trade Commission van de Verenigde Staten.

(46)

De herziene afstoting van activiteiten op het gebied van de inkoop van helium zal een zodanige omvang hebben dat zij er, in combinatie met de inkoopovereenkomsten voor helium die deel uitmaken van de herziene afstoting van activiteiten in de EER, voor zorgen dat het totale wereldwijd afgestoten volume aan ingekocht helium equivalent zal zijn aan vrijwel alle wereldwijd bestaande volumes aan ingekocht helium van Praxair.

(47)

De Commissie heeft geconcludeerd dat met de definitieve toezeggingen tegemoet is gekomen aan de door de transactie ontstane mededingingsbezwaren, aangezien de overlapping tussen de respectieve activiteiten van Linde en Praxair op alle betrokken markten daarmee volledig zal worden weggenomen. De ontvlechting van beide bedrijven heeft geen gevolgen voor de levensvatbaarheid van de activiteiten die in het kader van de herziene toezeggingen voor de EER worden afgestoten, noch voor de levensvatbaarheid van SIAD, aangezien in het onderzoek is vastgesteld dat zij vóór de transactie al betrekkelijk zelfstandig opereerden.

VII.   CONCLUSIE

(48)

Om de hiervoor genoemde redenen, en mits de definitieve toezeggingen worden nagekomen, luidt de conclusie van het besluit dat de voorgenomen concentratie niet zal leiden tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of op een wezenlijk deel daarvan.

(49)

Derhalve verklaart de Commissie de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst.

(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  Voor cilinderlevering van ESG’s: i) ammoniak, ii) boortrichloride, iii) chloor, iv) deuterium, v) diboraan en mengsels, vi) dichloorsilaan, vii) germaan en mengsels, viii) gehalogeneerde koolwaterstof 116, ix) gehalogeneerde koolwaterstof 23, x) gehalogeneerde koolwaterstof 318, xi) gehalogeneerde koolwaterstof 41, xii) distikstofmonoxide van hoge zuiverheidsgraad, xiii) waterstofbromide, xiv) waterstofchloride, xv) waterstoffluoride, xvi) stikstoftrifluoride, xvii) fosfine en mengsels, xviii) silaan en mengsels, xix) siliciumtetrachloride, xx) siliciumtetrafluoride, xxi) zwavelhexafluoride, xxii) tetrafluormethaan, xxiii) trichloorsilaan. Voor bulklevering van ESG’s: i) stikstoftrifluoride;

(3)  i) Oostenrijk, voor ethyleen en zwaveldioxide; ii) Tsjechië, voor chloor, ethaan, ethyleen, waterstofsulfide, stikstofmonoxide, zwaveldioxide en zwavelhexafluoride; iii) Denemarken, voor ammoniak, buteen, methaan en stikstofmonoxide; iv) Duitsland, voor ethyleen, koolmonoxide, methaan en stikstofmonoxide; v) Italië, voor ethyleenoxide en isobutaan; vi) Nederland, voor butaan, koolmonoxide, methaan en propaan; vii) Noorwegen, voor ammoniak, butaan, ethaan en methaan; viii) Portugal, voor methaan; ix) Roemenië, voor ethyleen, methaan en propaan; x) Slowakije, voor methaan; xi) Slovenië, voor zwaveldioxide en zwavelhexafluoride; xii) Spanje, voor methaan; xiii) Zweden, voor methaan; en xiv) Verenigd Koninkrijk, voor methaan en propaan.

(4)  i) Oostenrijk, voor mengsels in het milieu en mengsels voor speciale toepassingen; ii) Bulgarije, voor mengsels in het milieu en mengsels voor speciale toepassingen; iii) Tsjechië, voor mengsels in het milieu, andere kalibratiemengsels en mengsels voor speciale toepassingen; iv) Denemarken, voor mengsels in het milieu en mengsels voor speciale toepassingen; v) Duitsland, voor mengsels in het milieu, andere kalibratiemengsels en mengsels voor speciale toepassingen; vi) Hongarije, voor mengsels in het milieu, andere kalibratiemengsels en mengsels voor speciale toepassingen; vii) Italië, voor mengsels in het milieu; viii) Nederland, voor mengsels in het milieu, andere kalibratiemengsels en mengsels voor speciale toepassingen; ix) Noorwegen, voor mengsels in het milieu en mengsels voor speciale toepassingen; x) Polen, voor mengsels voor speciale toepassingen; xi) Portugal, voor mengsels in het milieu en mengsels voor speciale toepassingen; xii) Roemenië, voor mengsels voor speciale toepassingen; xiii) Slowakije, voor andere kalibratiemengsels en mengsels voor speciale toepassingen; xiv) Slovenië, voor mengsels in het milieu, andere kalibratiemengsels en mengsels voor speciale toepassingen; xv) Spanje, voor mengsels in het milieu en andere kalibratiemengsels; xvi) Zweden, voor mengsels in het milieu en mengsels voor speciale toepassingen; en xvii) het Verenigd Koninkrijk, voor mengsels voor speciale toepassingen.

(5)  In de EER is Praxair is alleen actief in Spanje, Portugal en Italië. Voor de markt(en) voor thuiszorgdiensten voor patiënten met ademhalingsproblemen in Italië is de conclusie in het besluit dat het niet waarschijnlijk is dat de transactie zal leiden tot een significante belemmering van daadwerkelijke mededinging.


12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/16


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 11 juni 2019

tot oprichting van de Beleidsgroep radiospectrum en tot intrekking van Besluit 2002/622/EG

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/08)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (1) is een wettelijk kader tot stand gebracht voor het radiospectrumbeleid in de Europese Unie. Dit zorgt ervoor dat de beleidsbenaderingen worden gecoördineerd en dat er, waar nodig, geharmoniseerde voorwaarden zijn voor de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van het radiospectrum dat nodig is voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt op beleidsterreinen van de Unie zoals elektronische communicatie, vervoer en onderzoek en ontwikkeling.

(2)

In Beschikking nr. 676/2002/EG is bepaald dat de Commissie raadplegingen kan organiseren om rekening te houden met de opvattingen van de lidstaten, instellingen van de Unie en de industrie, alsmede van alle betrokken (commerciële en niet-commerciële) radiospectrumgebruikers en andere partijen met een belang in de technologie-, markt- en regelgevingsontwikkelingen die betrekking kunnen hebben op het gebruik van het radiospectrum.

(3)

Bij Besluit 2002/622/EG van de Commissie (2) werd de Beleidsgroep radiospectrum (hierna „de groep” genoemd) opgericht om de Commissie bij te staan en te adviseren over radiospectrumbeleidskwesties. Het gaat daarbij onder meer over beschikbaarheid van radiospectrum, harmonisatie en toewijzing van radiospectrum, levering van informatie met betrekking tot toewijzing, beschikbaarheid en gebruik van radiospectrum, methoden voor het verlenen van rechten op radiospectrumgebruik, herschikking, verplaatsing, waardering en efficiënt gebruik van radiospectrum, alsmede bescherming van de volksgezondheid.

(4)

In december 2018 hebben het Europees Parlement en de Raad Richtlijn (EU) 2018/1972 (3) vastgesteld, die een herschikking en herziening is van het regelgevend kader van de Unie voor elektronische communicatie, waarbij onder meer nieuwe taken aan de groep zijn toegewezen.

(5)

De groep moet verder bijdragen aan de ontwikkeling van een radiospectrumbeleid in de Unie dat niet alleen rekening houdt met technische parameters, maar ook met economische, politieke, culturele, strategische, gezondheids- en maatschappelijke overwegingen, alsmede met de verschillende, potentieel tegenstrijdige behoeften van radiospectrumgebruikers, teneinde ervoor te zorgen dat een evenwichtige situatie wordt bereikt die eerlijk, niet-discriminerend en evenredig is.

(6)

In de groep moeten deskundigen op hoog niveau van de overheden van de lidstaten worden opgenomen. De groep kan ook waarnemers omvatten en zo nodig andere personen uitnodigen om vergaderingen bij te wonen, met inbegrip van regelgevers, mededingingsautoriteiten, marktdeelnemers en gebruikers- of consumentengroepen.

(7)

Als belangrijkste aandachtspunt bij de behandeling van radiospectrumbeleidskwesties in de context van alle relevante beleidslijnen van de Unie moet de groep nauwe operationele banden onderhouden met specifieke groepen of comités die werden ingesteld voor de tenuitvoerlegging van sectoraal beleid van de Unie, met inbegrip van beleid op het gebied van vervoer, de interne markt voor radioapparatuur, de audiovisuele sector, ruimtevaart en communicatie.

(8)

Wanneer verschillende nationale overheidsinstanties verantwoordelijk zijn voor verschillende delen van het radiospectrum, moet elke nationale afvaardiging die een vergadering van de groep bijwoont, om ervoor te zorgen dat besprekingen efficiënt zijn, beschikken over een geconsolideerd en gecoördineerd standpunt op nationaal niveau van alle beleid dat van invloed is op het gebruik van radiospectrum in haar lidstaat met betrekking tot niet alleen de interne markt maar ook openbare orde en veiligheid, burgerbescherming en defensie, aangezien het gebruik van radiospectrum voor deze beleidsgebieden van invloed kan zijn op de organisatie van radiospectrum als geheel.

(9)

De groep moet de betrokken radiospectrumgebruikers raadplegen, voor zowel commercieel als niet-commercieel gebruik, alsmede andere belanghebbende partijen, over de technologie-, markt- en regelgevingsontwikkelingen in verband met het gebruik van radiospectrum. De groep moet ervoor zorgen dat die raadpleging uitgebreid en toekomstgericht is.

(10)

Aangezien het gebruik van radiospectrum niet stopt bij de grenzen, moet de groep worden opengesteld voor deelname door waarnemers uit toetredende landen en uit landen van de Europese Economische Ruimte.

(11)

De Europese Conferentie van post- en telecommunicatieadministraties (CEPT) moet als waarnemer bij de werkzaamheden van de groep worden uitgenodigd, gezien de impact van de activiteiten van de groep op radiospectrum op pan-Europees niveau en gezien de technische expertise waarover de CEPT en de daaronder vallende organen op het gebied van radiospectrumbeheer beschikken. Het is ook passend gebruik te kunnen maken van de deskundigheid van de CEPT op basis van mandaten die overeenkomstig de radiospectrumbeschikking worden verleend om technische uitvoeringsmaatregelen te ontwikkelen op het gebied van radiospectrumindeling en beschikbaarheid van informatie. Gelet op het belang van de Europese normalisatie voor de ontwikkeling van apparatuur die van radiospectrum gebruikmaakt, is het eveneens belangrijk het ETSI (Europees Instituut voor telecommunicatienormen) als waarnemer bij de werkzaamheden van de groep te betrekken.

(12)

Na de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2018/1972 en van Verordening (EU) 2018/1971 van het Europees Parlement en de Raad (4), moeten de taken van de groep worden aangepast aan dat nieuwe regelgevingskader en moet de rol van de groep dienovereenkomstig worden versterkt. Dit moet de vormgeving van het spectrumbeleid van de Unie op verschillende gebieden van de Europese markt voor elektronische communicatie vergemakkelijken, met name wat betreft draadloze breedband, de strategische oriëntatie en transparantie van het spectrumbeleid verder verbeteren en de strategische planning en coördinatie van radiospectrumbeleidsbenaderingen op het niveau van de Unie ondersteunen.

(13)

Overeenkomstig de nieuwe taken die bij Richtlijn (EU) 2018/1972 aan de groep zijn toegewezen, moet de groep het Europees Parlement en de Raad op hun verzoek advies verstrekken over radiospectrumaangelegenheden. Bovendien moet dit besluit de basis vormen om van de groep het forum te maken voor de coördinatie van de uitvoering door de lidstaten van hun verplichtingen op het gebied van radiospectrum in het kader van die richtlijn, onder meer door middel van een peerreviewprocedure, en om de groep een centrale rol te laten spelen op die gebieden die van essentieel belang zijn voor de interne markt, zoals grensoverschrijdende radiospectrumcoördinatie en -normalisatie.

(14)

Gezien het aantal wijzigingen dat nodig is als gevolg van de inwerkingtreding van Richtlijn (EU) 2018/1972, moet Besluit 2002/622/EG duidelijkheidshalve worden ingetrokken en vervangen.

(15)

Regels inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de groep moeten ook worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5) en persoonsgegevens moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(16)

Dit besluit moet in overeenstemming zijn met de horizontale regels die door de Commissie zijn vastgesteld voor de oprichting en het functioneren van de deskundigengroepen van de Commissie (7), met name met betrekking tot het lidmaatschap van de groep, de waarnemers, de deelname van uitgenodigde deskundigen en vergaderkosten,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp

Er wordt een adviesgroep inzake radiospectrumbeleid, de „Beleidsgroep radiospectrum” (hierna „de groep” genoemd), ingesteld.

Artikel 2

Taken

1)   De groep staat de Commissie bij en adviseert haar:

a)

over strategische radiospectrumbeleidskwesties in de Unie;

b)

over de coördinatie van radiospectrumbeleidsbenaderingen in de Unie;

c)

door adviezen uit te brengen over wetgevingsvoorstellen voor meerjarenprogramma’s voor het radiospectrumbeleid en voor de vrijgave van geharmoniseerd spectrum voor gedeeld gebruik of voor gebruik waarvoor geen individuele rechten gelden;

d)

door adviezen uit te brengen met betrekking tot de aanbevelingen van de Commissie betreffende de geharmoniseerde toepassing van de bepalingen van het regelgevingskader voor elektronische communicatie op het gebied van het radiospectrum, onverminderd de rol van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (hierna „Berec” genoemd);

e)

over coördinatie en samenwerking tussen de Commissie, de lidstaten en de betrokken bevoegde instanties met betrekking tot de uitvoering van de bestaande wetgeving, programma’s en beleidsmaatregelen van de Unie op het gebied van radiospectrum;

f)

indien van toepassing, over geharmoniseerde voorwaarden met betrekking tot de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van radiospectrum, zoals vereist voor het tot stand brengen en functioneren van de interne markt.

2)   De groep helpt de lidstaten bij de samenwerking met elkaar en met de Commissie en, op hun verzoek, met de Raad en het Europees Parlement, ter ondersteuning van de strategische planning en de coördinatie van de radiospectrumbeleidsaanpak in de Unie door:

a)

met het oog op de uitvoering van de wetgeving van de Unie, beste praktijken te ontwikkelen voor zaken die verband houden met het radiospectrum;

b)

de coördinatie tussen de lidstaten te vergemakkelijken met het oog op de uitvoering van de wetgeving van de Unie en met het oog op de bijdrage aan de ontwikkeling van de interne markt;

c)

de aanpak van de lidstaten bij de toekenning van radiospectrum en de machtiging van radiospectrumgebruik te coördineren en rapporten en adviezen uit te brengen over zaken die verband houden met radiospectrum.

3)   De groep staat de lidstaten bij in de grensoverschrijdende coördinatie van het radiospectrumgebruik om ervoor te zorgen dat het gebruik van het radiospectrum op hun grondgebied zodanig is georganiseerd dat geen andere lidstaat wordt belet het gebruik van radiospectrum, met name geharmoniseerd radiospectrum, op zijn grondgebied toe te staan in overeenstemming met het Unierecht, met name als gevolg van grensoverschrijdende schadelijke interferentie tussen de lidstaten.

Hiertoe verstrekt de groep op verzoek van een getroffen lidstaat haar goede diensten om elk probleem of geschil, tussen lidstaten en met derde landen, dat de lidstaten belet radiospectrum op hun grondgebied te gebruiken in verband met grensoverschrijdende coördinatie of grensoverschrijdende schadelijke interferentie, op te lossen.

Wat het geharmoniseerde radiospectrum betreft, kan de groep advies uitbrengen om een gecoördineerde oplossing voor een dergelijk probleem of geschil tussen lidstaten voor te stellen.

4)   De groep staat de Commissie bij in haar voorbereidende werkzaamheden voor voorstellen aan de Raad voor de vaststelling van besluiten overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tot bepaling van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in internationale organisaties die bevoegd zijn voor radiospectrumaangelegenheden.

5)   De groep kan vergaderingen beleggen om de nationale regelgevende instanties of andere bevoegde instanties op hun verzoek de mogelijkheid te geven te discussiëren, van gedachten te wisselen en ervaringen uit te wisselen over de vergunningsprocedures en de gebruiksvoorwaarden van radiospectrum.

6)   Vanaf 21 december 2020 roept de groep, onverminderd lid 5, voor de doeleinden van artikel 35 van Richtlijn (EU) 2018/1972, vergaderingen bijeen van het peerreviewforum met betrekking tot radiospectrum waarvoor geharmoniseerde voorwaarden zijn vastgesteld door middel van technische uitvoeringsmaatregelen overeenkomstig Beschikking nr. 676/2002/EG om het gebruik van radiospectrum voor draadloze breedbandnetwerken en -diensten mogelijk te maken, op verzoek van de nationale regelgevende instantie of een andere bevoegde instantie van de betrokken lidstaat of, in uitzonderlijke gevallen als bedoeld in artikel 35, lid 2, van die richtlijn, op initiatief van de groep zelf.

Artikel 3

Lidmaatschap

De leden van de groep zijn de autoriteiten van de lidstaten.

Elke lidstaat benoemt een vertegenwoordiger op hoog niveau die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor het strategische radiospectrumbeleid.

De Commissie neemt op het passende niveau deel aan alle vergaderingen van de groep en verzorgt het secretariaat van de groep.

Artikel 4

Het functioneren

1)   Op verzoek van de Commissie of op eigen initiatief stelt de groep aan de Commissie gerichte adviezen en verslagen op. De adviezen en verslagen zijn gebaseerd op consensus of, als dat niet mogelijk is, op een gewone meerderheid, waarbij elk lid één stem heeft. Leden die hebben tegengestemd, hebben het recht een verklaring met een samenvatting van de redenen voor hun standpunt aan de adviezen of verslagen te laten hechten.

2)   Na een verzoek van het Europees Parlement of de Raad om een advies of een verslag van de groep betreffende radiospectrumbeleidskwesties in verband met elektronische communicatie stelt de groep volgens de regels van lid 1 een dergelijk advies of verslag op. De groep dient haar advies of verslag in bij de instelling die hierom heeft verzocht en bij de Commissie. In voorkomend geval kan het advies of het verslag de vorm aannemen van een mondelinge presentatie door de voorzitter van de groep of een door de groep aangewezen lid ten overstaan van het Europees Parlement of de Raad.

3)   De groep kiest een van haar leden tot voorzitter. De Commissie kan subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de Commissie opgesteld mandaat. Subgroepen handelen volgens de horizontale regels die door de Commissie zijn vastgesteld voor de oprichting en het functioneren van de deskundigengroepen van de Commissie (8) en rapporteren aan de groep. De subgroepen worden ontbonden zodra hun mandaat is vervuld.

4)   De Commissie kan de vergaderingen van de groep over alle onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden bijeenroepen via het secretariaat en in samenspraak met de voorzitter. De Commissie doet dat indien dat nodig is voor de toepassing van artikel 2, lid 2, van dit besluit.

5)   De groep keurt haar reglement van orde goed op basis van een voorstel van de Commissie, hetzij met algemene stemmen, hetzij, indien geen consensus wordt bereikt, met een gewone meerderheid van de stemmen, waarbij per lidstaat één stem wordt uitgebracht. Het reglement van orde is onderworpen aan goedkeuring door de Commissie.

6)   De groep kan waarnemers uitnodigen om haar vergaderingen bij te wonen, onder meer uit de landen van de Europese Economische Ruimte, de kandidaat-lidstaten, de CEPT en het ETSI; zij kan ook deskundigen en belanghebbenden horen. De waarnemers wijzen hun vertegenwoordigers aan. Waarnemers en hun vertegenwoordigers kunnen toestemming krijgen van de voorzitter om aan besprekingen deel te nemen en hun deskundigheid te delen. De waarnemers hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan het formuleren van de aanbevelingen of adviezen van de groep. Wanneer de groep het passend acht bewijsmateriaal te verzamelen voor het opstellen van een advies of een verslag, kan zij relevante vertegenwoordigers van de sector uitnodigen om op haar vergaderingen standpunten te presenteren.

7)   Wanneer de groep het passend acht, kan zij deskundigen van de nationale regelgevende instanties of andere bevoegde instanties en van Berec uitnodigen om aan haar vergaderingen deel te nemen.

Voor de doeleinden van artikel 35 van Richtlijn (EU) 2018/1972 staat de groep de deelname toe van in die richtlijn genoemde deskundigen van de nationale regelgevende instantie of een andere bevoegde instantie en van Berec.

Met inachtneming van gedetailleerde regels die met Berec en met de Commissie moeten worden overeengekomen, stelt de groep Berec in de gelegenheid om deel te nemen aan de activiteiten van de groep met betrekking tot marktregulering en mededinging op het gebied van radiospectrum die onder de bevoegdheid van Berec vallen.

Artikel 5

Betrekkingen met het Europees Parlement

Onverminderd de artikelen 2 en 4 zijn, wat betreft de aan het Europees Parlement te verstrekken informatie en de deelname van deskundigen van het Europees Parlement aan de vergaderingen van de groep, punt 15 van en de bijlagen I en II bij het Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie (9) van toepassing.

Artikel 6

Raadpleging

De groep zorgt in een vroeg stadium voor een uitgebreide raadpleging van marktdeelnemers, consumenten en eindgebruikers, op een open en transparante wijze.

Artikel 7

Vertrouwelijkheid

Wanneer de Commissie stelt dat het advies dat wordt gevraagd of de vraag die wordt gesteld, betrekking heeft op een kwestie van vertrouwelijke aard, zijn de leden van de groep, alsmede waarnemers of andere personen die een vergadering van de groep bijwonen, ertoe gehouden de informatie waarvan zij door de werkzaamheden van de groep, haar subgroepen of deskundigenwerkgroepen kennis hebben gekregen, niet openbaar te maken. In dergelijke gevallen kan de Commissie besluiten dat alleen leden van de groep de vergadering mogen bijwonen.

Artikel 8

Beroepsgeheim en behandeling van gerubriceerde informatie

De leden van de groep en hun vertegenwoordigers, alsmede uitgenodigde deskundigen en waarnemers, zijn gebonden aan het beroepsgeheim, dat op grond van de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan voor alle leden van de instellingen en hun personeelsleden geldt, alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (10) en (EU, Euratom) 2015/444 (11) van de Commissie. Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

Artikel 9

Transparantie

1)   De groep en haar subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen.

2)   Wat de samenstelling betreft, worden de volgende gegevens in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt:

a)

de namen van de waarnemers;

b)

de namen van de autoriteiten van de lidstaten;

c)

de namen van de autoriteiten van derde landen.

3)   Alle relevante documenten, inclusief de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in het register naar een specifieke website. De toegang tot specifieke websites wordt niet onderworpen aan gebruikersregistratie of enige andere beperking. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumentatie worden bijtijds vóór aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

4)   In overleg met de Commissie kan de groep bij een gewone meerderheid van haar leden besluiten om haar beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

Artikel 10

Vergaderkosten

1)   Deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

2)   Voor de vergaderingen van de groep is de vergoeding van de reiskosten door de Commissie beperkt tot één persoon per delegatie van een lidstaat. De reiskosten van waarnemers en deskundigen of andere belanghebbenden als bedoeld in artikel 4, lid 6, worden niet door de Commissie vergoed, evenmin als kosten die verband houden met ontmoetingen tussen de groep, haar voorzitter of haar vertegenwoordigers en belanghebbenden.

3)   De kosten in verband met de organisatie van de vergaderingen van de groep worden door de Commissie gedragen voor zover deze vergaderingen in Brussel plaatsvinden. Voor vergaderingen van de groep buiten Brussel in de Europese Unie worden alleen de reiskosten door de Commissie vergoed.

4)   De Commissie kan externe studies bestellen om de werkzaamheden van de groep te ondersteunen. In dat geval heeft de Commissie het recht een besluit te nemen over de noodzaak van de studie, dekt zij de daarmee gemoeide kosten en is zij verantwoordelijk voor het beheer van deze studies.

5)   De kosten in verband met de opzet en het onderhoud van de website van de groep worden gedragen door de Commissie.

Artikel 11

Intrekking

Besluit 2002/622/EG wordt ingetrokken.

Gedaan te Brussel, 11 juni 2019.

Voor de Commissie

Mariya GABRIEL

Lid van de Commissie


(1)  Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1).

(2)  Besluit 2002/622/EG van de Commissie van 26 juli 2002 tot oprichting van een Beleidsgroep Radiospectrum (PB L 198 van 27.7.2002, blz. 49).

(3)  Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).

(4)  Verordening (EU) 2018/1971 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot instelling van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau voor ondersteuning van Berec (Berec-Bureau), tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2120 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1211/2009 (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(6)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(7)  Commission Decision of 30 May 2016 establishing horizontal rules on the creation and operation of Commission expert groups, C(2016) 3301 final (Besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen, C(2016) 3301 final).

(8)  Commission Decision of 30 May 2016 establishing horizontal rules on the creation and operation of Commission expert groups, C(2016) 3301 final (Besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen, C(2016) 3301 final).

(9)  PB L 304 van 20.11.2010, blz. 47.

(10)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(11)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/22


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN 2018 — EAC/A01/2019

Europees Solidariteitskorps

Vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit

(2019/C 196/09)

1.   Inleiding/Achtergrond

Deze oproep tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (1), alsook op het jaarlijks werkprogramma 2018 van het Europees Solidariteitskorps. De verordening inzake het Europees Solidariteitskorps geldt voor de periode 2018-2020. De algemene en specifieke doelstellingen van het Europees Solidariteitskorps worden vermeld in de artikelen 3 en 4 van de verordening.

2.   Beschrijving

Vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit zijn grootschalige projecten ter ondersteuning van activiteiten van vrijwilligersteams met als doel op korte termijn interventies met een groot effect uit te voeren ten aanzien van maatschappelijke uitdagingen op beleidsgebieden die op EU-niveau worden vastgesteld.

3.   Doelstellingen en prioriteiten

Het doel van het Europees Solidariteitskorps is het, voornamelijk door middel van vrijwilligerswerk, bevorderen van solidariteit als een waarde, de inzet van jongeren en organisaties in toegankelijke en kwaliteitsvolle solidariteitsactiviteiten te vergroten als middel om bij te dragen aan de versterking van de cohesie, de solidariteit, de democratie en het burgerschap in Europa, en tevens in te gaan op maatschappelijke uitdagingen, en het versterken van gemeenschappen, met een bijzondere inspanning om sociale inclusie te bevorderen. Het levert aldus ook een bijdrage aan Europese samenwerking die jongeren ten goede komt.

Het doel van vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit is met name:

tegemoetkomen aan duidelijk omschreven en belangrijke maatschappelijke behoeften;

solidariteit tussen de lidstaten bevorderen;

jongeren in staat stellen vaardigheden en competenties te verwerven die nuttig zijn voor hun persoonlijke, educatieve, sociale en professionele ontwikkeling;

tastbare voordelen opleveren voor de gemeenschappen waarin de activiteiten worden uitgevoerd;

kwetsbare jongeren, waaronder vluchtelingen, asielzoekers en migranten, trachten te bereiken;

diversiteit, interculturele en interreligieuze dialoog, de gemeenschappelijke waarden vrijheid, tolerantie en respect van mensenrechten promoten, mediageletterdheid, kritisch denken en initiatief nemen stimuleren bij jongeren;

de capaciteiten en de internationale werkingssfeer van de deelnemende organisaties verruimen;

bij deelnemers het besef en begrip van andere culturen en landen vergroten door ze de mogelijkheid te bieden netwerken van internationale contacten op te zetten en zo deel te nemen aan het maatschappelijke leven in al zijn facetten en een gevoel van Europees burgerschap en Europese identiteit te ontwikkelen.

Naast de bovenvermelde doelstellingen, moeten de in het kader van deze oproep ingediende voorstellen een of meer van de volgende drie prioriteiten nastreven:

Europees cultureel erfgoed;

de integratie van onderdanen van derde landen (met inbegrip van asielzoekers en vluchtelingen);

de reactie op milieu-uitdagingen, met inbegrip van rampenpreventie, paraatheid en hersteloperaties (met uitzondering van onmiddellijke respons op rampen).

Als onderdeel van de prioriteit „Europees cultureel erfgoed” kunnen wederopbouwprojecten, zoals voor de Notre Dame de Paris, worden ondersteund.

4.   Wie komt in aanmerking?

Publieke en particuliere organisaties die op de uiterste datum voor het indienen van een aanvraag in het bezit zijn van een geldige accreditatie of een geldig kwaliteitskeurmerk voor vrijwilligerswerk in het kader van Erasmus+.

Enkel aanvragen van in de 28 lidstaten van de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten komen in aanmerking.

Voor Britse aanvragers: Gelieve er rekening mee te houden dat gedurende het hele subsidietijdvak aan de subsidiabiliteitscriteria moet worden voldaan. Als het Verenigd Koninkrijk tijdens het subsidietijdvak uit de EU treedt zonder een overeenkomst met de EU te sluiten die waarborgt dat Britse aanvragers in aanmerking blijven komen, ontvangt u geen financiële steun van de EU meer (maar kunt u — waar mogelijk — aan het project blijven deelnemen) of moet u het project overeenkomstig de bepalingen van de subsidieovereenkomst bij opzegging verlaten.

5.   Subsidiabele activiteiten en duur van het project

De volgende activiteiten komen in aanmerking:

Vrijwilligersteams zijn solidariteitsactiviteiten die teams van deelnemers uit ten minste twee verschillende landen in staat stellen gezamenlijk voor een periode van twee weken tot twee maanden als vrijwilliger te werken. In vrijwilligersteams kunnen vrijwilligers van het Europees Solidariteitskorps gedurende een korte periode taken uitvoeren voor een project. Hoewel deze activiteiten van kortere duur zijn, zullen ze van grote waarde zijn, zowel voor de vrijwilligers als voor de gemeenschappen die van deze dienst gebruikmaken.

Voorbereidende bezoeken vinden plaats vóór de vrijwilligersactiviteiten van start gaan. Het doel van dergelijke bezoeken is om hoogwaardige activiteiten te waarborgen door de nodige administratieve regelingen te treffen en vertrouwen en begrip evenals een solide partnerschap op te bouwen tussen de betrokken organisaties en personen.

Aanvullende activiteiten zijn relevante nevenactiviteiten die zijn ontworpen om waarde toe te voegen, de projectresultaten te versterken en het effect ervan op het lokale, regionale en/of Europese niveau te vergroten. Deze aanvullende activiteiten zijn er ook op gericht mensen bewust te maken van de waarde van vrijwilligerswerk voor jongeren en voor gemeenschappen, en tot een betere erkenning te komen van de tijdens de activiteiten verworven vaardigheden en competenties van de deelnemers.

De duur van het project bedraagt 3 tot 24 maanden.

6.   Budget

Het totale budget voor de medefinanciering van projecten in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen bedraagt 1 018 325 EUR en is gebaseerd op het jaarlijks werkprogramma 2018 van het Europees Solidariteitskorps. De financiële bijdrage van de EU mag niet meer dan 80 % van de totale subsidiabele projectkosten bedragen.

Het Agentschap zal naar verwachting negen voorstellen financieren.

Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle beschikbare financiële middelen toe te kennen.

7.   Indiening van aanvragen

De aanvragen moeten worden ingediend door middel van een onlinesubsidieaanvraagformulier (e-formulier). Het e-formulier is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op het volgende internetadres: http://eacea.ec.europa.eu/documents/eforms_en en moet naar behoren worden ingevuld in een van de officiële talen van de EU.

De naar behoren ingevulde aanvraag moet uiterlijk op 19 september 2019 om 12.00 uur (’s middags), Brusselse tijd, ingediend zijn.

8.   Volledige informatie

De gedetailleerde voorwaarden van deze oproep tot het indienen van voorstellen zijn opgenomen in de gids „Vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit” op het volgende adres:

https://eacea.ec.europa.eu/sites/european-solidarity-corps/funding_en

De gids „Vrijwilligersteams in gebieden met een hoge prioriteit” vormt een integrerend deel van deze oproep tot het indienen van voorstellen en de daarin vermelde voorwaarden voor deelname en financiering zijn volledig van toepassing op deze oproep.


(1)  PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

12.6.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 196/25


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9327 — YZJ Group/Mitsui E&S Group/Mitsui & Co Group/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 196/10)

1.   

Op 3 juni 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Mitsui E&S Shipbuilding Co., Ltd (Japan) en Mitsui E&S Co., Ltd (China) die deel uitmaken van Mitsui E&S Group („MES Group”);

Mitsui & Co., Ltd (Japan) dat deel uitmaakt van Mitsui & Co Group („Mitsui & Co Group”);

Jiangsu Yangzijiang Shipbuilding Co., Ltd (China), dat deel uitmaakt van YZJ Group („YZJ Group”);

Jiangsu Yangzi-Mitsui Shipbuilding Co., Ltd (China) („JV”).

MES Group, Mitsui & Co Group en YZJ Group verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over de JV.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   MES Group: vervaardiging van schepen, zoals marineschepen, bulkschepen, tankers en LNG-tankers, alsook aanbieding van engineeringdiensten en adviesverlening. MES Group houdt zich ook bezig met groothandel, in- en uitvoer van schepen en scheepsmaterieel;

—   Mitsui & Co Group: wereldwijde logistieke dienstverlening en financiering van grote internationale infrastructuurprojecten in de volgende sectoren: ijzer, staal, mineralen en metalen en vervoersystemen;

—   YZJ Group: vervaardiging van commerciële schepen, waaronder containerschepen, bulkschepen en speciale schepen, alsook financiële investeringen en handel in metalen;

—   JV: zal zich bezighouden met de scheepsbouw van handelsschepen, meer bepaald bulkschepen, olie- en LNG-tankers, voor de Chinese en internationale markten.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9327 — YZJ Group/Mitsui E&S Group/Mitsui & Co Group/JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.