ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 176

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
22 mei 2019


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 176/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9335 — Triton/Luxinva/IFCO Systems) ( 1 )

1

2019/C 176/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9329 — TDR Capital/NKD Group) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2019/C 176/03

De EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied

2

 

Europese Commissie

2019/C 176/04

Wisselkoersen van de euro

6

2019/C 176/05

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 14 mei 2019 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier als bedoeld in artikel 53 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad voor de naam Crème d’Isigny (BOB)

7

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2019/C 176/06

Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor een strategische investeerder en/of verwerving van een minderheidsbelang en/of aankoop van elektriciteit

18


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2019/C 176/07

Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije

24

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2019/C 176/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9350 — Santander Group/Mapfre Group/JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

29

2019/C 176/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9378 — Apax Partners/GNB) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

31


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9335 — Triton/Luxinva/IFCO Systems)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 176/01)

Op 8 mei 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9335. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9329 — TDR Capital/NKD Group)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 176/02)

Op 15 mei 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9329. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/2


De EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied

(2019/C 176/03)

1.   Amerikaans Samoa

Amerikaans Samoa wisselt niet automatisch financiële inlichtingen uit, heeft het gewijzigde Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken van de OESO niet ondertekend en geratificeerd, ook niet via de jurisdictie waarvan het afhankelijk is, heeft niet toegezegd de BEPS-minimumnormen toe te passen en heeft niet toegezegd deze punten aan te pakken.

2.   Belize

Belize heeft nog niet één schadelijke preferentiële belastingregeling gewijzigd of geschrapt.

De toezegging van Belize om zijn recentelijk vastgestelde schadelijke preferentiële belastingregeling uiterlijk eind 2019 te wijzigen of te schrappen, zal worden gemonitord.

3.   Dominica

Dominica wisselt niet automatisch financiële inlichtingen uit en heeft dit punt nog niet opgelost.

4.   Fiji

Fiji heeft zijn schadelijke preferentiële belastingregeling nog niet gewijzigd of geschrapt.

De toezegging van Fiji om uiterlijk eind 2019 te voldoen aan criteria 1.2, 1.3 en 3.1 zal verder worden gemonitord.

5.   Guam

Guam wisselt niet automatisch financiële inlichtingen uit, heeft het gewijzigde Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken van de OESO niet ondertekend en geratificeerd, ook niet via de jurisdictie waarvan het afhankelijk is, heeft niet toegezegd de BEPS-minimumnormen toe te passen en heeft niet toegezegd deze punten aan te pakken.

6.   Marshall-eilanden

De Marshalleilanden faciliteren offshoreconstructies en -regelingen waarmee winsten zonder reële economische substantie worden aangetrokken, en hebben dit punt nog niet opgelost.

De toezegging van de Marshalleilanden om te voldoen aan criterium 1.2 zal verder worden gemonitord: het land wacht op een aanvullende evaluatie door het Mondiaal Forum.

7.   Oman

Oman wisselt niet automatisch financiële inlichtingen uit, heeft het gewijzigde Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken van de OESO niet ondertekend en geratificeerd, en heeft deze punten nog niet opgelost.

8.   Samoa

Samoa heeft een schadelijke preferentiële belastingregeling en heeft niet toegezegd dit punt aan te pakken.

Voorts had Samoa toegezegd uiterlijk eind 2018 te voldoen aan criterium 3.1, maar dat is niet het geval.

9.   Trinidad en Tobago

Trinidad en Tobago heeft een rating „non-compliant” (niet-conform) gekregen van het Mondiaal Forum inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen voor belastingdoeleinden op verzoek.

De toezegging van Trinidad en Tobago om uiterlijk eind 2019 aan de criteria 1.1, 1.2, 1.3 en 2.1 te voldoen, zal verder worden gemonitord.

10.   Verenigde Arabische Emiraten

De Verenigde Arabische Emiraten faciliteren offshoreconstructies en -regelingen waarmee winsten zonder reële economische substantie worden aangetrokken, en hebben dit punt nog niet opgelost.

11.   Amerikaanse Maagdeneilanden

De Amerikaanse Maagdeneilanden wisselen niet automatisch financiële inlichtingen uit, hebben het gewijzigde Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken van de OESO niet ondertekend en geratificeerd, ook niet via de jurisdictie waarvan zij afhankelijk zijn, hebben schadelijke preferentiële belastingregelingen, hebben niet toegezegd de BEPS-minimumnormen toe te passen en hebben niet toegezegd deze punten aan te pakken.

12.   Vanuatu

Vanuatu faciliteert offshoreconstructies en -regelingen waarmee winsten zonder reële economische substantie worden aangetrokken, en heeft dit punt nog niet opgelost.


BIJLAGE

Stand van zaken van de samenwerking met de EU in verband met de gedane toezeggingen inzake de toepassing van de beginselen inzake goed fiscaal bestuur

1.   Transparantie

1.1.   Toezegging om de automatische uitwisseling van inlichtingen in te voeren door de ondertekening van de Multilaterale overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten, of via bilaterale overeenkomsten

De volgende jurisdicties hebben toegezegd de automatische uitwisseling van inlichtingen uiterlijk eind 2019 in te voeren:

Palau en Turkije

1.2.   Lidmaatschap van het Mondiaal Forum inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen voor belastingdoeleinden („Mondiaal Forum”) en een bevredigende rating inzake de uitwisseling van inlichtingen op verzoek

De volgende jurisdicties, die hadden toegezegd om uiterlijk eind 2018 een bevredigende rating te hebben, wachten op een aanvullende evaluatie door het Mondiaal Forum:

Anguilla en Curaçao.

De volgende jurisdicties hebben toegezegd om uiterlijk eind 2019 lid te worden van het Mondiaal Forum en/of een bevredigende rating te hebben:

Jordanië, Namibië, Palau, Turkije en Vietnam.

1.3.   Het Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken van de OESO („het WABB-verdrag”) ondertekenen en ratificeren, of een netwerk van regelingen hebben dat alle EU-lidstaten omvat

De volgende jurisdicties hebben toegezegd om uiterlijk eind 2019 het WABB-verdrag te ondertekenen en te ratificeren, of over een netwerk van regelingen te beschikken dat alle EU-lidstaten omvat:

Armenië, Bosnië en Herzegovina, Botswana, Kaapverdië, Eswatini, Jordanië, Maldiven, Mongolië, Montenegro, Marokko, Namibië, de Republiek Noord-Macedonië, Palau, Servië, Thailand en Vietnam.

2.   Eerlijke belastingheffing

2.1.   Schadelijke belastingregelingen

De volgende jurisdicties, die hadden toegezegd hun schadelijke belastingregelingen inzake productieactiviteiten en soortgelijke niet zeer mobiele activiteiten uiterlijk eind 2018 te wijzigen of te schrappen, en concrete vorderingen hebben aangetoond bij het doorvoeren van deze hervormingen in 2018, hebben tot eind 2019 gekregen om hun wetgeving aan te passen:

Costa Rica en Marokko.

De volgende jurisdicties, die hadden toegezegd hun schadelijke belastingregelingen uiterlijk eind 2018 te wijzigen of op te heffen maar dit, ondanks concrete vorderingen, niet konden vanwege echte institutionele of constitutionele kwesties, hebben tot eind 2019 gekregen om hun wetgeving aan te passen:

Cookeilanden, Maldiven en Zwitserland.

De volgende jurisdictie heeft toegezegd de vastgestelde schadelijke belastingregelingen uiterlijk eind 2019 aan te passen of op te heffen:

Namibië.

De volgende jurisdicties hebben toegezegd schadelijke belastingregelingen uiterlijk 2019 aan te passen of op te heffen:

Antigua en Barbuda, Australië, Curaçao, Mauritius, Marokko, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia en Seychellen.

De volgende jurisdicties hebben toegezegd schadelijke belastingregelingen uiterlijk eind 2020 aan te passen of op te heffen:

Jordanië.

2.2.   Belastingregelingen die offshoreconstructies faciliteren waarmee winsten worden aangetrokken zonder dat er sprake is van enige daadwerkelijke economische activiteit

De volgende jurisdicties, die hebben toegezegd de punten van zorg in verband met de economische substantie op het gebied van collectieve beleggingsfondsen aan te pakken, een positieve dialoog met de groep zijn aangegaan en bereid blijven tot samenwerking maar om verdere technische bijstand hebben verzocht, hebben tot eind 2019 (1) gekregen om hun wetgeving aan te passen:

Bahama’s, Bermuda, Britse Maagdeneilanden en Kaaimaneilanden.

De volgende jurisdictie heeft toegezegd de problemen met betrekking tot de economische substantie voor het einde van 2019 te zullen aanpakken:

Barbados.

3.   BEPS-bestrijdingsmaatregelen

3.1.   Lidmaatschap van het Inclusief Kader inzake BEPS of toezegging om OESO-minimumnormen inzake de bestrijding van BEPS in te voeren

De volgende jurisdicties hebben toegezegd uiterlijk eind 2019 lid te worden van het Inclusief Kader inzake BEPS, of OESO-minimumnormen inzake de bestrijding van BEPS in te voeren:

Albanië, Bosnië en Herzegovina, Eswatini, Jordanië, Montenegro en Namibië.

De volgende jurisdicties hebben toegezegd lid te worden van het Inclusief Kader inzake BEPS of OESO-minimumnormen inzake de bestrijding van BEPS in te voeren, indien en wanneer dit relevant wordt:

Nauru, Niue en Palau.


(1)  Deze uiterste termijn kan worden herzien afhankelijk van de door de groep overeen te komen technische bijstand en de aan de gang zijnde dialoog met de betrokken jurisdicties.


Europese Commissie

22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/6


Wisselkoersen van de euro (1)

21 mei 2019

(2019/C 176/04)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1161

JPY

Japanse yen

123,27

DKK

Deense kroon

7,4685

GBP

Pond sterling

0,87610

SEK

Zweedse kroon

10,7743

CHF

Zwitserse frank

1,1274

ISK

IJslandse kroon

137,80

NOK

Noorse kroon

9,7913

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,775

HUF

Hongaarse forint

326,52

PLN

Poolse zloty

4,3060

RON

Roemeense leu

4,7633

TRY

Turkse lira

6,7485

AUD

Australische dollar

1,6223

CAD

Canadese dollar

1,4966

HKD

Hongkongse dollar

8,7609

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7142

SGD

Singaporese dollar

1,5382

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 331,88

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,0909

CNY

Chinese yuan renminbi

7,7081

HRK

Kroatische kuna

7,4265

IDR

Indonesische roepia

16 164,48

MYR

Maleisische ringgit

4,6720

PHP

Filipijnse peso

58,653

RUB

Russische roebel

71,9646

THB

Thaise baht

35,643

BRL

Braziliaanse real

4,5688

MXN

Mexicaanse peso

21,2841

INR

Indiase roepie

77,7830


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/7


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 14 mei 2019

inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier als bedoeld in artikel 53 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad voor de naam „Crème d’Isigny” (BOB)

(2019/C 176/05)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 50, lid 2, onder a), juncto artikel 53, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Frankrijk heeft overeenkomstig artikel 49, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van „Crème d’Isigny” (BOB) ingediend. Een van de wijzigingen is de wijziging van de naam „Crème d’Isigny” in „Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny”.

(2)

Overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie die aanvraag onderzocht en zij heeft geconcludeerd dat is voldaan aan de in die verordening vastgestelde voorwaarden.

(3)

Met het oog op de mogelijke indiening van bezwaarschriften overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier als bedoeld in artikel 10, lid 1, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (2), met inbegrip van het gewijzigde enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het desbetreffende productdossier, voor de geregistreerde naam „Crème d’Isigny” (BOB) worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie,

BESLUIT:

Enig artikel

De aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier als bedoeld in artikel 10, lid 1, eerste alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie, met inbegrip van het gewijzigde enig document en de verwijzing naar de bekendmaking van het desbetreffende productdossier, voor de geregistreerde naam „Crème d’Isigny” (BOB) is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 geeft de bekendmaking van dit besluit het recht om uiterlijk drie maanden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar te maken tegen de in de eerste alinea van dit artikel bedoelde wijziging.

Gedaan te Brussel, 14 mei 2019.

Voor de Commissie

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


BIJLAGE

AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN

Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012

CRÈME D’ISIGNY

EU-nr.: PDO-FR-0139-AM01 — 18.10.2017

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Aanvragende groepering en rechtmatig belang

Syndicat Professionnel de Défense des Producteurs de Lait et Transformateurs de Beurre et Crème d’Isigny-sur-Mer — Baie des Veys

2, rue du docteur Boutrois — 14230 Isigny-sur-Mer

Tel. +33 231513310

Fax +33 231923397

E-mail: ODG.beurrecremeisigny@isysme.com

Samenstelling: de groep bestaat uit melkproducenten en boterfabrikanten. Zij heeft dan ook een rechtmatig belang om de aanvraag tot wijziging in te dienen.

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Overige [contactgegevens van de bevoegde dienst van de lidstaat en van de aanvragende groepering, contactgegevens van de controlestructuur, nationale eisen]

4.   Aard van de wijziging(en)

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd.

5.   Wijziging(en)

5.1.    Rubriek „Naam van het product”

De woorden „Crème d’Isigny” worden vervangen door „Crème d’Isigny” of „Crème fraîche d’Isigny”.

Er wordt een alternatief voor de naam „Crème d’Isigny” voorgesteld. De alternatieve benaming is „Crème fraîche d’Isigny”. Deze benaming wordt al vele jaren gebruikt ter aanduiding van producten die aan de reglementaire definitie van de verse room beantwoorden. De wijziging maakt het dus mogelijk het commerciële gebruik van een benaming voor de verse room te codificeren. Met verse room wordt een room aangeduid die enkel pasteurisatie ondergaat en die uiterlijk 24 uur na de pasteurisatie op de plaats van productie wordt verpakt.

5.2.    Rubriek „Beschrijving van het product”

Aangezien in 1996 voor „Beurre d’Isigny” en „Crème d’Isigny” eenzelfde productdossier is geregistreerd, wordt het hoofdstuk over de beschrijving van het product nu toegespitst op de kenmerken van de room.

De alinea:

„Deze twee zuivelproducten hebben oorspronkelijke kenmerken. Ze hebben een natuurlijke goudsbloemgele kleur. Ze zijn geparfumeerd en hun textuur is smeuïg.”

wordt vervangen door:

„„Crème d’Isigny” is een gepasteuriseerde, zoete of gerijpte room met een glanzend uiterlijk en een ivoren tot bleekgele kleur waarvan het vetgehalte minstens 35 gram per 100 gram product bedraagt.

Zoete „Crème d’Isigny” is dun en heeft melkachtige en zoete aroma’s.

Gerijpte „Crème d’Isigny” is dik en heeft een kenmerkende verse, melkachtige en zoete smaak die gepaard gaat met een lichte zuurheid.

„Crème fraîche d’Isigny” is een „Crème d’Isigny” die slechts één pasteurisatie ondergaat en uiterlijk 24 uur daarna op de plaats van productie wordt verpakt.”

Er wordt een correctie met betrekking tot de uiterlijke kenmerken van het product doorgevoerd: de kleur „goudsbloemgeel” van het geldende productdossier, waarmee meer specifiek „Beurre d’Isigny” werd beschreven, wordt geschrapt.

De term „glanzend”, die het uiterlijk van de room beter beschrijft, wordt toegevoegd.

Voorts blijkt uit de beschrijving in de rubriek over de werkwijze voor het verkrijgen van het product zoals opgenomen in het huidige productdossier („de gebruikte room moet een sanitaire warmtebehandeling ondergaan die beperkt is tot pasteurisatie”) voortaan duidelijk dat het om gepasteuriseerde room gaat.

In dit deel wordt tevens gepreciseerd dat het minimale vetgehalte van de room 35 gram per 100 gram product bedraagt, wat nu enkel in de rubriek over de werkwijze voor het verkrijgen van het product in het geldende productdossier staat.

De enige organoleptische beschrijving in het huidige productdossier („hij is geparfumeerd en zijn textuur is smeuïg”) is te summier en deels onjuist gebleken aangezien ze geen duidelijk onderscheid tussen zoete en gerijpte room maakt. Daarom wordt een organoleptische beschrijving voor zoete room en gerijpte room toegevoegd.

Deze wijziging wordt ook doorgevoerd in punt 3.2 van het enig document, door de woorden „smeuïge, gele room met een hoog vetgehalte” te vervangen.

5.3.    Rubriek „Geografisch gebied”

Aan de rubriek „Afbakening van het geografische gebied“ worden alle fasen die plaatsvinden in het geografische gebied toegevoegd. Tevens worden de namen van de gemeenten van het gebied geactualiseerd.

Deze wijzigingen strekken tot verduidelijking van de verschillende fasen en tot actualisering van de lijst van gemeenten, zonder aan de grenzen van het geografische gebied te raken.

De verpakking moet altijd in het gebied plaatsvinden. Deze bewerking moet snel na de productie plaatsvinden, enerzijds om fraude (versnijding van de room) te voorkomen, en anderzijds om te voorkomen dat het product tijdens een te lang transport kwaliteitsverlies lijdt door oxidatie van het vet. Binnen het geografische gebied mag „Crème d’Isigny” of „Crème fraîche d’Isigny” echter in een tank van de ene site naar de andere worden vervoerd, maar uitsluitend met het oog op verwerking tot gerijpte room of boter.

5.4.    Rubriek „Bewijs van oorsprong”

In het licht van de ontwikkelingen in de nationale wet- en regelgeving is het hoofdstuk van het productdossier inzake „Elementen waaruit blijkt dat het product uit het geografische gebied afkomstig is” geconsolideerd en bevat het de verplichtingen inzake aangifte en het bijhouden van registers in verband met de traceerbaarheid van het product en de monitoring van de productieomstandigheden.

Bijgevolg zijn dus verscheidene alinea’s toegevoegd, betreffende:

de identificatieverklaring van de marktdeelnemers en hun verschillende overige aangifteverplichtingen, met name betreffende de tijdelijke stillegging van de productie („voorafgaande verklaring van het voornemen om niet te produceren” en „voorafgaande verklaring van de hervatting van de productie”);

het „bijhouden van registers”, waarin de verplichtingen van de melkveehouders worden uiteengezet en de op nationaal niveau ten aanzien van producenten van room geldende bepalingen zijn opgenomen;

de controleprocedures waarin reeds door de geldende nationale bepalingen is voorzien: „Deze procedure wordt voltooid door verpakte, verkoopklare producten onaangekondigd en steekproefgewijs aan analytische en organoleptische onderzoeken te onderwerpen.”

5.5.    Rubriek „Werkwijze voor het verkrijgen van het product”

In het productdossier worden verschillende punten inzake de wijze voor het verkrijgen van het product gepreciseerd om de omstandigheden van de melkproductie en van de vervaardiging van „Crème d’Isigny” beter te beschrijven. Deze elementen dragen bij aan de bevestiging van het verband met het geografische gebied.

Er worden verschillende bepalingen met betrekking tot het beheer van de melkveestapel (ras, voeding) ingevoerd om de traditionele praktijken vast te leggen.

Beheer van de veestapel:

Er wordt een definitie van de melkveestapel toegevoegd: „In dit productdossier wordt onder „veestapel” verstaan de kudde melkvee van een bedrijf die bestaat uit lacterende en droogstaande koeien.”

Deze bepaling van het productdossier strekt ertoe duidelijk te bepalen naar welke dieren wordt verwezen met de termen „melkveestapel” en „melkkoeien” en maakt het mogelijk de controle te beregelen en verwarring te voorkomen.

De volgende alinea’s worden toegevoegd:

„De beweiding van de veestapel moet minstens zeven maanden duren.

De oppervlakte hoofdvoedergewassen van elk bedrijf moet voor ten minste 50 % uit gras bestaan. Elke lacterende koe beschikt over ten minste 35 are grasland (natuurlijk, tijdelijk of eenjarig) waarvan ten minste 20 are wordt begraasd, of waarvan ten minste 10 are wordt begraasd op voorwaarde dat er extra gras wordt gevoerd.”

Om het verband tussen het product en het geografische gebied tot uitdrukking te brengen, worden het gebruik van grassen (weidegang, hooi enz.) en de traditie van graasveehouderij in het geografische gebied toegevoegd.

Ras:

De volgende alinea’s worden toegevoegd:

„Bij de fabrikant moet de melk van elke ophaling voor de bereiding van „Crème d’Isigny” afkomstig zijn van een veestapel die voor minstens 30 % bestaat uit melkkoeien van het Normandische ras.”

„Onder ophaling wordt alle melk verstaan die in een periode van 48 uur door een fabrikant wordt opgehaald en verwerkt.”

Door deze elementen kan worden gewaarborgd dat voor de bereiding van „Crème d’Isigny” in aanzienlijke mate wordt gebruikgemaakt van melk van koeien van het Normandische ras.

Deze elementen worden eveneens toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

Het voeder van de veestapel:

De volgende alinea’s worden toegevoegd:

„Het basisrantsoen van de kudde is voor 80 % (uitgedrukt in droge stof,) afkomstig uit het geografische gebied. Het bestaat uit de volgende voeders in verse of geconserveerde vorm: gras, maïs, onrijpe graangewassen of onrijpe eiwithoudende gewassen (hele planten), hooi, luzerne, voederbieten, wortelgewassen en gedehydrateerde bietenpulp.”

„Tijdens de minstens zeven maanden durende weideperiode bestaat het voederrantsoen voor gemiddeld minstens 40 % (uitgedrukt in droge stof) uit vers of geconserveerd gras. De rest van het jaar mag het aandeel ervan in het dagrantsoen niet minder dan 20 % (uitgedrukt in droge stof) bedragen.”

Met deze elementen wordt beoogd duidelijk het verband tussen het product en het geografische gebied te doen blijken, dat wordt gevormd door het hoofdzakelijk uit het geografische gebied afkomstige voeder van de melkkoeien. Om de aard van het gebruikte voeder beter te kunnen omschrijven, wordt bovendien een positieve lijst van toegestane voeders opgesteld.

Deze bepalingen betreffende het voeder van de veestapel worden eveneens toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

De volgende alinea wordt toegevoegd: „De hoeveelheid aanvullende voedermiddelen bedraagt maximaal 1 800 kg (uitgedrukt in droge stof) per koe per kalenderjaar.”

Door deze grenswaarde kan worden voorkomen dat die voedermiddelen een te belangrijke plaats in de voeding gaan innemen, en kan zodoende het basisrantsoen uit het geografische gebied worden bevorderd.

Deze bepaling wordt eveneens toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

De volgende alinea wordt toegevoegd:

„Verboden in het basisrantsoen en in de aanvullende voedermiddelen zijn: kolen, rapen, raapzaad en als groenvoer toegediend koolzaad.

De volgende grondstoffen zijn verboden in aanvullende diervoeders, volgens de classificatie van deel C van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 68/2013 betreffende voedermiddelen:

Oliën als zodanig of isomeren ervan, (categorie 2.20.1) van palm, grondnoot, zonnebloem en olijf;

Melkproducten en daarvan afgeleide producten (categorie 8);

Producten van landdieren en daarvan afgeleide producten (categorie 9);

Vis en andere waterdieren en daarvan afgeleide producten (categorie 10), met uitzondering van levertraan;

Diversen (categorie 13), met uitzondering van glucosemelasse.

Verboden zijn tot slot ureum en derivaten daarvan als nutritionele toevoegingsmiddelen zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding.”

Verscheidene producten en grondstoffen zijn verboden in de voeding van lacterende koeien, omdat ze de organoleptische kenmerken van de melk negatief beïnvloeden.

Deze verschillende elementen worden eveneens toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

Er worden bepalingen inzake de verschillende fasen van de productie van de room toegevoegd om de traditionele praktijken beter te omschrijven.

Ophaling en ontvangst van de melk:

De volgende alinea wordt toegevoegd:

„De ophaling vindt maximaal om de 48 uur na de eerste melkbeurt plaats. De bij de bedrijven opgehaalde melk wordt rechtstreeks, zonder overlading, overgepompt in de ruimte waar de afroming plaatsvindt. Bij ontvangst bedraagt de zuurgraad van de rauwe melk tussen 14 en 16° Dornic, ofwel tussen 6,6 en 6,85 pH.”

Om kwaliteitsverlies van de grondstof op het landbouwbedrijf te voorkomen, wordt de termijn van de opslag van de voor de productie van „Crème d’Isigny” of „Crème fraîche d’Isigny” gebruikte melk vastgesteld. Met het oog op een betere traceerbaarheid is het verboden de melk over te laden tussen de landbouwbedrijven en de roomfabriek. Er wordt een criterium met betrekking tot de zuurgraad van de rauwe melk toegevoegd om te waarborgen dat de grondstof geen kwaliteitsverlies lijdt.

Deze zinsnede wordt eveneens toegevoegd aan punt 3.3 van het enig document.

Productie en verpakking:

De zin „De room moet voldoen aan de wettelijke en regelgevende bepalingen inzake de veestapel en inzake room”, wordt geschrapt omdat hij tot het domein van de regelgeving behoort.

Afroming en pasteurisatie:

De volgende alinea wordt toegevoegd: „De afroming vindt uiterlijk 48 uur na de ontvangst van de melk plaats”.

Dit element maakt het mogelijk de kwaliteit van de grondstof te behouden.

De volgende alinea wordt toegevoegd:

„Vóór de afroming kan de opgehaalde volle melk een eerste fase van prepasteurisatie bij 74 °C ondergaan. Na de afroming wordt de room gedurende 30 tot 180 seconden gepasteuriseerd bij een temperatuur van 86 tot 95 °C.”

De pasteurisatiefasen die de verkrijging van het product mogelijk maken, worden als volgt omschreven.

De volgende alinea:

„De behandeling moet uiterlijk 36 uur na de afroming van de melk worden verricht.”

wordt vervangen door:

„Deze laatste behandeling wordt uiterlijk 36 uur na afloop van de afroming van de melk ter verkrijging van „Crème d’Isigny” verricht.”

Om de kwaliteit van de grondstof te behouden, wordt een maximumtermijn tussen de afroming van de melk en de pasteurisatie toegevoegd. Het vaststellen van de termijnen waarbinnen de verschillende fasen voor elke soort room moeten worden verricht, maakt het onder meer mogelijk de controle te vergemakkelijken.

De volgende alinea:

„Het gebruik van de volgende stoffen is verboden bij de bereiding en het in de handel brengen van „Crème d’Isigny”:

weiroom of pekel, gereconstitueerde, diepgevroren of ingevroren room;

kleurstoffen of antioxidantia;

stoffen die de zuurgraad van de melk of de room verlagen;

alle andere ingrediënten, met uitzondering van bepaalde zuursels.”

wordt vervangen door:

„Het gebruik van weiroom, karnemelk, gereconstitueerde room, diepgevroren of ingevoren room, kleurstoffen of antioxidantia, stoffen om de zuurgraad van de melk of de room te verlagen, additieven, technische hulpstoffen en alle andere ingrediënten, met uitzondering van zuursel, is verboden bij de productie van zoete „Crème d’Isigny”.”.

De lijst van voor de verkrijging van „Crème d’Isigny” of „Crème fraîche d’Isigny” verboden stoffen wordt gecorrigeerd en aangevuld, door aan te geven dat karnemelk verboden is en dat het ook verboden is additieven, technische hulpstoffen en andere ingrediënten, met uitzondering van zuursel, toe te voegen. Omdat het om een fout in het geldende productdossier ging, wordt het gebruik van pekel geschrapt.

Enting en rijping

De volgende alinea wordt toegevoegd:

„Voor de bereiding van gerijpte „Crème d’Isigny” wordt zoete „Crème d’Isigny” verhit tot een temperatuur tussen 12 °C en 23 °C om te worden geënt.

De enting van zoete „Crème d’Isigny” vindt uiterlijk 72 uur na afloop van de afroming en uiterlijk 96 uur na de ontvangst van de melk plaats.

De rijping duurt minstens 12 uur en vindt plaats bij een temperatuur tussen 12 en 23 °C.”

De parameters van de rijpingsfase worden gespecificeerd om de traditionele praktijken vast te leggen.

Tot slot wordt toegevoegd dat de room enkel in recipiënten met een maximale inhoud van 1 000 liter mag worden verpakt, maar dat zoete „Crème d’Isigny” met het oog op verwerking tot gerijpte „Crème d’Isigny” of tot „Beurre d’Isigny” binnen het geografische gebied in een tank van de ene site naar de andere mag worden vervoerd.

Deze elementen worden eveneens toegevoegd aan punt 3.5 van het enig document.

5.6.    Rubriek „Etikettering”

De volgende alinea’s:

„Op de verpakkingen of recipiënten moet onder de verantwoordelijkheid van de betrokken marktdeelnemer een vignet met de woorden „Crème d’Isigny — gecontroleerde oorsprongsbenaming“ worden aangebracht of weergegeven.

Het gebruik van de geografische aanduidingen „Isigny” of „Isigny-sur-Mer” of andere woorden, beelden of illustraties die dit gebied evoceren, is verboden voor het in de handel brengen van boter die niet is geproduceerd, verpakt en in de handel gebracht overeenkomstig het besluit betreffende de aanduiding.”

worden vervangen door:

„Elke verpakking van de BOB „Crème d’Isigny” of „Crème fraîche d’Isigny” die in de handel wordt gebracht, is voorzien van een afzonderlijke etikettering met de naam van de oorsprongsbenaming in lettertekens waarvan de afmetingen ten minste twee derde bedragen van die van de grootste op het etiket.

Op de verpakkingen of recipiënten moet onder de verantwoordelijkheid van de marktdeelnemer een vignet met de woorden „„Crème d’Isigny” of „Crème fraîche d’Isigny” — „beschermde oorsprongsbenaming” worden aangebracht of weergegeven.

Het BOB-symbool van de Europese Unie en het vignet worden naast elkaar of onder elkaar aangebracht en worden niet gescheiden door een andere vermelding. De bepaling inzake de minimumgrootte van de oorsprongsbenaming is niet van toepassing op het vignet als de benaming al elders op de etikettering voorkomt.

Op de etikettering wordt met name het vetgehalte per 100 gram product vermeld.”

Deze elementen maken het mogelijk de eisen betreffende de identificatie van het product te verduidelijken.

De bepaling betreffende het verbod op het gebruik van de woorden „Isigny” of „Isigny-sur-Mer” of andere woorden, beelden of illustraties die dat gebied evoceren voor producten die niet beantwoorden aan de in het productdossier vastgestelde voorwaarden, wordt geschrapt omdat zij niet relevant is voor het productdossier.

Deze elementen worden eveneens toegevoegd aan punt 3.6 van het enig document.

5.7.    Rubriek „Verband”

De rubriek „Verband met het geografische gebied“ is volledig herschreven om het verband tussen „Crème d’Isigny” en het geografische gebied ervan duidelijker tot uitdrukking te brengen, zonder dat het verband inhoudelijk is gewijzigd. Hierdoor wordt met name de nadruk gelegd op de productieomstandigheden van de melk en in het bijzonder op het feit dat de voeding op basis van een optimaal gebruik van grassen en een lange weideperiode het mogelijk maakt het melkvet een kwaliteit te doen bereiken die geschikt is voor de bereiding van de room, waarvoor specifieke knowhow vereist is. Daarbij wordt de verwijzing naar het hoge gehalte aan oliezuur van „Crème d’Isigny” geschrapt omdat deze als niet-specifiek wordt beschouwd.

In het punt „Specificiteit van het geografische gebied” komen de natuurlijke factoren van het geografische gebied en de menselijke factoren aan bod in een historisch overzicht waarin de specifieke knowhow wordt benadrukt. In het punt „Specificiteit van het product” worden bepaalde elementen naar voren gebracht die zijn opgenomen in de beschrijving van het product. Tot slot wordt in het punt „Causaal verband” de wisselwerking tussen de natuurlijke en menselijke factoren van het product toegelicht.

Deze wijziging wordt ook aangebracht in het enig document.

5.8.    Rubriek „Overige”

Het adres van het INAO wordt bijgewerkt.

De contactgegevens van de groepering worden bijgewerkt.

In de rubriek „Verwijzingen naar de controlestructuur” worden de naam en de contactgegevens van de officiële instanties bijgewerkt. In deze rubriek worden alleen de gegevens vermeld van de bevoegde Franse autoriteiten op het gebied van controle: Institut national de l’origine et de la qualité (INAO) en Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF). Toegevoegd wordt dat de naam en de gegevens van de certificeringsinstantie zijn te raadplegen op de website van het INAO en in de databank van de Europese Commissie.

In het productdossier wordt in de rubriek „Nationale eisen” een tabel toegevoegd met de belangrijkste te controleren punten en de wijze van evaluatie. In de vorm van een tabel worden de belangrijkste te controleren punten, de referentiewaarden en de evaluatiemethode weergegeven.

ENIG DOCUMENT

„CRÈME D’ISIGNY”/„CRÈME FRAÎCHE D’ISIGNY”

EU-nr.: PDO-FR-0139-AM01 — 18.10.2017

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Naam/namen

„Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny”

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.4 Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” is een gepasteuriseerde, zoete of gerijpte room met een glanzend uiterlijk en een ivoren tot bleekgele kleur waarvan het vetgehalte minstens 35 gram per 100 gram product bedraagt.

Zoete „Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” is dun en heeft melkachtige en zoete aroma’s.

Gerijpte „Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” is dik en heeft een kenmerkende verse, melkachtige en zoete smaak die gepaard gaat met een lichte zuurheid.

„Crème fraîche d’Isigny” is een „Crème d’Isigny” die slechts één pasteurisatie ondergaat en uiterlijk 24 uur daarna op de plaats van productie wordt verpakt.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Om een nauwe band tussen het terroir en het product te waarborgen door middel van uit het geografische gebied afkomstig weidegras, worden de melkkoeien ten minste zeven maanden per jaar geweid en beschikt elk bedrijf over minstens 0,35 ha grasland per melkkoe waarvan ten minste 0,20 ha toegankelijk is vanuit de melkstallen, of waarvan ten minste 0,10 ha toegankelijk is vanuit de melkstallen op voorwaarde dat er extra gras wordt gevoerd. Elk bedrijf moet beschikken over een oppervlakte hoofdvoedergewassen die voor ten minste 50 % uit gras bestaat.

De voeding van de melkkoeien kan niet volledig uit het geografische gebied komen. De eiwitbehoeften van de melkkoeien kunnen niet altijd worden gedekt door de in dit gebied bebouwde arealen. Bovendien kan de oorsprong van de grondstoffen van de aanvullende diervoeders niet worden gegarandeerd. Het basisrantsoen van de veestapel dat uit voedergewassen bestaat, wordt voor 80 % in het geografische gebied geproduceerd (berekend in droge stof en per jaar). Aangezien het basisrantsoen ongeveer 70 % van het totale voederrantsoen van de melkkoeien uitmaakt, kan het aandeel van het uit het gebied afkomstige voeder op minstens circa 56 % worden geraamd.

Gras in zijn verschillende vormen maakt tijdens de ten minste zeven maanden durende weideperiode minstens 40 % van het gemiddelde basisrantsoen uit en de rest van het jaar minstens 20 % per dag. De hoeveelheid aanvullend voer bedraagt maximaal 1 800 kg per koe per kalenderjaar.

De toegestane voedergewassen zijn: gras, maïs, onrijpe graangewassen of onrijpe eiwithoudende gewassen (hele planten), hooi, luzerne (alle vers of geconserveerd) alsook voederbieten, wortelgewassen en gedehydrateerde bietenpulp.

Kolen, rapen, raapzaad en als groenvoer toegediend koolzaad, ureum en afgeleiden daarvan, zijn verboden in het basisrantsoen en in de aanvullende voedermiddelen.

De volgende grondstoffen zijn verboden in de aanvullende voedermiddelen:

oliën als zodanig of isomeren ervan, van palm, grondnoot, zonnebloem en olijf;

melkproducten en daarvan afgeleide producten;

producten van landdieren en daarvan afgeleide producten;

vis en andere waterdieren en daarvan afgeleide producten, met uitzondering van levertraan;

diversen, met uitzondering van glucosemelasse.

Bij de fabrikant is de melk van elke ophaling die bestemd is voor de bereiding van „Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” afkomstig van een veestapel die voor minstens 30 % uit melkkoeien van het Normandische ras bestaat. Onder ophaling wordt verstaan alle melk die door een fabrikant wordt opgehaald en in een periode van 48 uur wordt ingezet.

De ophaling vindt maximaal om de 48 uur na de eerste melkbeurt plaats. De bij de bedrijven opgehaalde melk wordt rechtstreeks, zonder overlading, overgepompt in de ruimte waar de afroming plaatsvindt. Bij ontvangst bedraagt de zuurgraad van de rauwe melk tussen 14 en 16° Dornic, ofwel tussen 6,6 en 6,85 pH.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De melkproductie en de bereiding van de room vinden plaats in het afgebakende geografische gebied zoals gedefinieerd in punt 4.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De room wordt in het geografische gebied verpakt. Het verpakken van de room is zeer belangrijk voor het kwaliteitsbeheer van de producten omdat de vetstof gevoelig is voor oxidatie. Daarom moet de verpakking snel na afloop van het productieproces worden uitgevoerd. De bewerking wordt daarom uitgevoerd in het afgebakende geografische gebied, zoals beschreven in punt 4, in recipiënten met een maximale capaciteit van 1 000 liter.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Elke verpakking van „Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” die in de handel wordt gebracht, is voorzien van een afzonderlijke etikettering met de naam van de oorsprongsbenaming in lettertekens waarvan de afmetingen ten minste twee derde bedragen van die van de grootste op het etiket.

Op de verpakkingen of recipiënten moet onder de verantwoordelijkheid van de marktdeelnemer een vignet met de woorden „Crème d’Isigny” of „Crème fraîche d’Isigny“ — „beschermde oorsprongsbenaming” worden aangebracht of weergegeven.

Het BOB-symbool van de Europese Unie en het vignet worden naast elkaar of onder elkaar aangebracht en worden niet gescheiden door een andere vermelding. De bepaling inzake de minimumgrootte van de oorsprongsbenaming is niet van toepassing op het vignet als de benaming al elders op de etikettering voorkomt.

Op de etikettering wordt met name het vetgehalte per 100 gram product vermeld.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het afgebakende geografische gebied strekt zich uit over het grondgebied van de gemeenten van de volgende departementen:

Departement Calvados (82 gemeenten):

Kanton Bayeux, alle gemeenten met uitzondering van Chouain, Condé-sur-Seulles, Ellon, Esquay-sur-Seulles, Juaye-Mondaye, Le Manoir, Manvieux, Ryes, Tracy-sur-Mer, Vaux-sur-Seulles, Vienne-en-Bessin.

Kanton Trévières, alle gemeenten met uitzondering van La Bazoque, Cahagnolles, Cormolain, Foulognes, Litteau, Planquery, Sainte-Honorine-de-Drucy, Sallen.

Departement Manche (93 gemeenten):

Kanton d’Agon-Coutainville, de gemeenten Auxais, Feugères, Gonfreville, Gorges, Marchésieux, Nay, Périers, Raids, Saint-Germain-sur-Sèves, Saint-Martin-d’Aubigny, Saint-Sébastien-de-Raids.

Kanton Bricquebec, de gemeenten Etienville, Les Moitiers-en-Bauptois, Orglandes.

Kanton Carentan-les-Marais, alle gemeenten.

Kanton Créances, de gemeenten Montsenelle (enkel het grondgebied van de voormalige gemeenten Coigny, Prétot-Sainte-Suzanne, Saint-Jores), Le Plessis-Lastelle.

Kanton Pont-Hébert, alle gemeenten met uitzondering van Bérigny, Saint-André-de-l’Epine, Saint-Georges-d’Elle, Saint-Germain-d’Elle, Saint-Pierre-de-Semilly.

Kanton Saint-Lô-1, alle gemeenten met uitzondering van Agneaux, Le Lorey, Marigny-Le-Lozon (enkel het grondgebied van de voormalige gemeente Lozon), Le Mesnil-Amey, Saint-Gilles, Saint-Lô.

Kanton Valognes, alle gemeenten met uitzondering van Brix, Huberville, Lestre, Lieusaint, Montaigu-la-Brisette, Saint-Germain-de-Tournebut, Saint-Joseph, Saint-Martin-d’Audouville, Saussemesnil, Tamerville, Valognes, Vaudreville, Yvetot-Bocage.

5.   Verband met het geografische gebied

Het geografische productiegebied van „Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” vormt een halvemaan bestaande uit sedimentaire grond en is laaggelegen (< 50 m). Dit gebied, „Col du Cotentin” genaamd, vormt een opmerkelijke geografische eenheid die is ontstaan door meervoudige transgressies en regressies van de zee. Men onderscheidt hier het „laagland”, gevormd door grote schorren en gorzen, en het „hoogland”, een coulisselandschap gevormd door plateaus en kalksteeneilandjes en lage kleiachtige en stenige heuvels in het oosten. Een van de belangrijkste bodemeigenschappen is een gevolg van het hoge gehalte aan zeeafzettingen (slib) en rivierafzettingen, die zich hoofdzakelijk bevinden in de Baie des Veys en in de valleien van de rivieren die daar uitmonden.

Het klimaat van Col du Cotentin, met neerslaghoeveelheden van ongeveer 800 mm en meer dan 170 goed over het jaar gespreide regendagen, koele temperaturen in de zomer en zachte winters, temperatuurverschillen die lager zijn dan die in Saint-Lô of Caen, wordt gekwalificeerd als een gematigd zeeklimaat. Dit vochtige, nevelige en zachte klimaat is homogeen door de afwezigheid van reliëf. De invloed van de oceaan doet zich ook voelen door de zilte zeedampen die zich over de weiden verspreiden.

Col du Cotentin is een van de Normandische weidegronden die al bestond vóór in 1800 de beweging aanving waarbij ploegland in weidegrond werd omgezet. De veehouders maakten van de regio van Isigny vermaarde graslanden die in 1874 door de Association normande als „weelderige weilanden, ware bronnen van room en boter” werden omschreven.

Sinds het midden van de 19e eeuw komen de veehouders van Cotentin op voor de zuiverheid van het Cotentin-ras, dat de belangrijkste stam van het Normandische ras zou worden, hoofdzakelijk vanwege de melkgevende eigenschappen van dit lokale ras. Deze status van „bakermat” werkt echter in het nadeel van de plaatselijke veehouders, die aarzelen om voordeel te trekken van de opgang van kunstmatige inseminatie en zich tot het productieve en homogene Prim’Holstein-ras wenden.

Aan de valorisatie van het gras door de melkveestapel, heeft de bevolking van Col du Cotentin zeer snel de valorisatie van de melk door de bereiding en vermarkting van de room gepaard.

Vandaag de dag worden de graslanden nog steeds gebruikt voor de voeding van de melkkoeien, die ze ten minste zeven maanden begrazen, en het gras ervan de rest van het jaar in aangevoerde vorm kunnen consumeren. De gehechtheid van de producenten aan het Normandische ras, dat dankzij de vet- en eiwitrijke melk die het geeft uitermate geschikt is voor de bereiding van boter, zorgt ervoor dat het in het geografische gebied in aanzienlijke getale in stand kan worden gehouden. De fabrikanten zetten hun knowhow inzake met name de biologische rijping van de room in.

„Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” is smeuïg en heeft geen klonters. De zoete room is dun en de gerijpte room dik. De room heeft een minimaal vetgehalte van 35 gram per 100 gram product en is rijk aan jodium en spoorelementen. Hij is ivoorkleurig tot lichtgeel, heeft een glanzend uiterlijk en een zuivere, perfect waarneembare geur die wordt gedomineerd door melk. Hij is vloeiend in de mond en smaakt fris, aangenaam en zacht, met een zure toets in het geval van de gerijpte room.

De geografische (nabijheid van de zee) en morfologische (afwezigheid van reliëf) situatie van het geografische gebied verklaart de regelmatige verdeling van de neerslag over het jaar en de zachte temperaturen, zelfs in de winter. Deze elementen zijn gunstig om het gras het hele jaar door te doen groeien en voor de lange weideperiode van de dieren. De van nature kalkhoudend-lemige bodems, van recente mariene sedimenten, die rijk zijn aan mineralen, zorgen voor weelderige grassen terwijl het slib dat het hoogland bedekt een opmerkelijke waterregulerende werking heeft die gunstig is voor een regelmatige groei van het gras.

De kwaliteit van het melkvet van het geografische gebied resulteert uit de combinatie van het gras — dat verantwoordelijk is voor de organoleptische kenmerken die het onder de oorsprongsbenaming vallende product typeren en het de verwachte smeuïgheid geeft — met de voorziening van andere soorten energierijker voer, dat de productie van grote vetdeeltjes bevordert die de door het gras verleende aromatische verbindingen van de melk kunnen vasthouden.

„Crème d’Isigny”/„Crème fraîche d’Isigny” wordt dus gekenmerkt door het optimale gebruik van het gras van het gebied, door de lange weideperiode van de melkveestapel en de verstrekking van geconserveerd voer in de winter, in combinatie met de toediening van andere voedergewassen. Het vervoer van de voedergewassen van het laagland naar het hoogland en de bewaring ervan vormen een traditionele praktijk vanwege de geografische ligging van de landbouwbedrijven, die zich gewoonlijk in het hoogland bevinden, maar ook over weiden in het laagland beschikken.

De voeding van het vee, dat deels van het Normandische ras is, ligt aan de oorsprong van de kwaliteitsmelk waarvan het vet het product zijn voortreffelijke smeuïge textuur verleent.

Het behoud van traditionele gebruiken op het gebied van de roombereiding, die de enting en de enkele biologische rijping van de room voorschrijven, maar onder meer het gebruik van gereconstitueerde room, van stoffen die de zuurgraad verlagen of van andere ingrediënten of additieven uitsluiten, draagt sterk bij aan het behoud en de expressie van de specifieke eigenschappen van de van de melkveestapel afkomstige grondstof.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-ba1010a1-bc3a-4468-a1d2-7578d8fd5494


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/18


Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling voor een strategische investeerder en/of verwerving van een minderheidsbelang en/of aankoop van elektriciteit

(2019/C 176/06)

PROJECT KERNCENTRALE BELENE

Maart 2019

BELANGRIJKE INFORMATIE

Op grond van een besluit van de Nationale Vergadering van de Republiek Bulgarije van 7 juni 2018 en Besluit nr. 447 van 29 juni 2018 van de Raad van Ministers van de Republiek Bulgarije doet Natsionalna Elektricheska Kompania EAD (NEK) een oproep tot deelname aan een selectieprocedure voor een strategische investeerder voor de bouw van een kerncentrale in Belene, evenals tot het indienen van blijken van belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de toekomstige projectonderneming die zal instaan voor de bouw, de eigendom en de werking van de kerncentrale in Belene (Bulgarije) op basis van een marktbeginsel en/of tot het indienen van blijken van belangstelling voor de aankoop van elektriciteit van de toekomstige centrale.

Bulgarije zal via NEK participeren in de toekomstige projectonderneming met een bijdrage in natura van de activa van het kerncentraleproject, met inbegrip van de officiële locatie, de langetermijninstallaties, de afgegeven besluiten, vergunningen en andere documenten en rechten met betrekking tot het project.

Gedurende de hele periode van de bouw, de werking en de ontmanteling van de kerncentrale behoudt Bulgarije zich via NEK het recht op een blokkerend quotum voor wanneer een besluit wordt genomen over bepaalde aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders van de projectonderneming vallen.

DOELSTELLING VAN DE OPROEP

Het enige doel van deze oproep is om bepaalde informatie te verstrekken aan de partijen die wensen deel te nemen aan de procedure voor het verwerven van een bepaald percentage aandelen in de projectonderneming, en hen te helpen beslissen of ze blijken van belangstelling zullen indienen in het kader van deze oproep. De oproep pretendeert niet alle informatie te bevatten die een mogelijke inschrijver op aandelen van de projectonderneming nodig kan hebben. De in deze oproep vervatte informatie dient enkel als richtsnoer.

Noch NEK, noch de Bulgaarse energieholding EAD (hierna „BEH” genoemd), noch het Ministerie van Energie, noch de regering van de Republiek Bulgarije doet enige verklaring of geeft enige garantie over de juistheid of volledigheid van de in de oproep vervatte informatie, en zij hebben geen enkele verplichting tot het corrigeren van eventuele fouten in de oproep waarop zij worden gewezen. De regering van de Republiek Bulgarije, het Ministerie van Energie, BEH, NEK, de filialen, directeuren, leden van de raad van bestuur, partners, ambtenaren, agenten, adviseurs en werknemers zijn niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor eventuele fouten, onjuiste beweringen, verkeerde weergaven of weglatingen in deze oproep of in enig ander gerelateerd document en zij weigeren uitdrukkelijk elke verantwoordelijkheid of verplichting.

Met de bekendmaking van deze oproep verbinden noch de regering van de Republiek Bulgarije, noch het Ministerie van Energie, BEH, NEK, de filialen, directeuren, leden van de raad van bestuur, partners, ambtenaren, agenten, adviseurs of werknemers zich ertoe aanvullende informatie te verstrekken of een uitnodiging te sturen naar een partij om deel te nemen aan de procedure voor het verwerven van aandelen.

Behoudens vertrouwelijkheidsverplichtingen is NEK voornemens een informatiememorandum te verstrekken aan de partijen (hierna elk „partij van de shortlist” genoemd) die blijken van belangstelling hebben ingediend in antwoord op deze oproep en die op basis van een beoordeling van de conformiteit en de inhoud van de ingediende blijken van belangstelling, het beste beantwoorden aan de vereisten inzake ervaring in investeringen en bouw van grote kerncentrales, en die beschikken over de nodige financiële capaciteit. Voorts is NEK voornemens de partijen van de shortlist, eveneens behoudens vertrouwelijkheidsverplichtingen, informatie te verstrekken die is verzameld in een dataroom en die geheel of gedeeltelijk elektronisch kan zijn.

Potentiële investeerders in de projectonderneming moeten zelf onderzoek voeren naar de financiële positie en vooruitzichten van de projectonderneming, naar de toekomstige bedrijfsactiviteiten en naar de juistheid en volledigheid van de in dit document vervatte verklaringen.

DISCLAIMER

Hoewel NEK en het Ministerie van Energie de in dit document vervatte informatie met uiterste zorg hebben voorbereid, kunnen zij, noch hun directeuren, partners, werknemers, onderaannemers, tussenpersonen of agenten enige garantie — direct noch indirect — geven met betrekking tot de oproep. Bovengenoemde partijen en hun respectieve directeuren, partners, werknemers, onderaannemers, tussenpersonen of agenten zullen geen uitspraak doen of garantie geven — expliciet noch impliciet — over de juistheid of volledigheid van de inhoud van de oproep of van enig ander document dat of andere informatie die in het kader van deze procedure wordt verstrekt. De enige verklaringen of garanties die zullen worden gegeven, zijn die welke eventueel worden opgenomen in een uiteindelijk contract voor de verwerving van een bepaald percentage aandelen van de projectonderneming.

Met de bekendmaking van deze oproep verbindt geen van bovenstaande partijen zich ertoe aanvullende informatie te verstrekken, onjuistheden in de oproep te verbeteren of op enig moment geconstateerde hiaten weg te werken. NEK en het Ministerie van Energie behouden zich het recht voor om de procedure voor de verwerving van een bepaald percentage aandelen in de projectonderneming zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen of op te schorten of te beëindigen op om het even welk moment vóór de sluiting van een bindende overeenkomst. Kosten en uitgaven van personen die blijken van belangstelling hebben ingediend om in te schrijven op aandelen in de projectonderneming en/of elektriciteit aan te kopen, evenals kosten van hun agenten of adviseurs vallen uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van deze personen. Noch het Ministerie van Energie, noch BEH, noch NEK, noch de regering van de Republiek Bulgarije verbindt zich ertoe die kosten te dekken indien de procedure op enig moment wordt gewijzigd, opgeschort of beëindigd.

Contactpersoon

Voor alle vragen met betrekking tot de procedure kunt u zich wenden tot:

Bianka Kalcheva

Junior deskundige, directoraat Energieprojecten & Internationale Samenwerking, Ministerie van Energie

Tel: +359 29263259

Fax: +359 29807630

E-mail: b.kalcheva@me.government.bg

INVESTERINGSMOGELIJKHEDEN

Natsionalna Elektricheska Kompania EAD (NEK) heeft een project ontwikkeld voor de bouw van een kerncentrale van 2 000 MW in Belene in het noorden van Bulgarije. De kerncentrale van Belene zal eigendom zijn van een nieuw op te richten onderneming, de zogenoemde „projectonderneming”, waarvan NEK aandeelhouder zal zijn. NEK doet een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling door potentiële investeerders om te participeren in de eigendom, de financiering, de bouw, het beheer en de werking van de kerncentrale van Belene en/of blijken van belangstelling in de aankoop van elektriciteit van de toekomstige centrale.

De oproep biedt de mogelijkheid tot het indienen van blijken van belangstelling door de partijen (elk „geïnteresseerde partij” genoemd) die wensen deel te nemen aan de procedure om een bepaald percentage aandelen te verwerven in de projectonderneming die zal instaan voor de bouw, de eigendom en de werking van de kerncentrale van Belene en/of het indienen van blijken van belangstelling voor de aankoop van elektriciteit.

Aanvragen tot deelname aan de selectieprocedure voor een strategische investeerder en blijken van belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de projectonderneming kunnen worden ingediend door Bulgaarse of buitenlandse rechtspersonen en door consortia van rechtspersonen.

Elke Bulgaarse of buitenlandse rechtspersoon en elk consortium van rechtspersonen of elke andere groepering kan blijken van belangstelling in de aankoop van elektriciteit indienen.

Deelname aan de selectieprocedure voor een strategische investeerder is niet toegestaan voor personen en/of bedrijven die zijn geregistreerd in rechtsgebieden met een preferentiële belastingregeling (behalve in de gevallen die zijn vastgesteld in artikel 4 van de wet inzake economische en financiële betrekkingen met in rechtsgebieden met een preferentiële belastingregeling geregistreerde bedrijven, personen die onder die rechtsgebieden vallen en de eigenlijke eigenaars van die bedrijven), en is evenmin toegestaan voor personen waarvoor andere beperkingen gelden krachtens de Bulgaarse wetgeving.

KORTE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT

Het project voor de bouw van een kerncentrale op de locatie Belene in het noorden van Bulgarije (op 4 km van de stad Belene en 11 km van Svishtov) omvat de bouw van twee eenheden van telkens 1 000 MW, elk met drukwaterreactoren met A92-ontwerp van de derde generatie meest gebruikte kernreactoren ter wereld. Tot de opschorting van het project in 2012 was Atomstroyexport JSC de hoofdaannemer voor engineering, inkoopmanagement en bouw, was het technische ontwerp van de kerncentrale van Belene in handen van hoofdontwerper Atomenergoproject JSC — Moskou en was Areva NP GmbH onderaannemer voor de elektrische systemen, veiligheidssystemen, beheer en controle, verwarming, ventilatie en klimaatregeling enz. De in 2017 geleverde installatie voor het nucleaire eiland werd vervaardigd door Izhora Plants JSC, ZiO — Podolsk PJSC en Atommashexport OJSC.

Het gaat om een evolutionair project dat kan bogen op de beste ervaring van de voorbije decennia op het gebied van ontwerp en werking van lichtwaterreactoren (LWR), gecombineerd met de laatste technische snufjes en unieke innovaties. De reactor van het kerncentraleproject van Belene maakt gebruik van een drukwaterreactor met vier circulatiecircuits. Het nominale vermogen is 3 000 MW en de netto nuttige energie is 1 000 MW. Het bijvullen van de splijtstof duurt 14 dagen en de geplande jaarlijkse onderbreking voor onderhoud is verlaagd naar 20 à 50 dagen, afhankelijk van de noodzakelijke herstelwerkzaamheden.

Het kerncentraleproject van Belene is een optimale combinatie van verschillende elementen — verhoogde productie-efficiëntie, snellere bouw en uitrusting, concurrerende elektriciteitstarieven en een lange ontwerplevensduur —, waarbij veiligheid, welzijn en milieuvriendelijkheid een topprioriteit blijven.

De veiligheidssystemen zijn zodanig ontworpen dat ze bestand zijn tegen storingen, met inbegrip van storingen met een algemene oorzaak, en dat ze blijven werken in geval van stroomonderbrekingen.

Het gekozen ontwerp voor de centrale van Belene zorgt voor een doeltreffender gebruik van splijtstof dan bij lichtwaterreactoren van de tweede generatie. Daardoor kan 20 % meer elektriciteit worden opgewekt met 25 % minder splijtstof. Daarnaast zal er jaarlijks 50 % minder bestraalde splijtstof zijn dankzij het hoge versplijtingsrendement.

Het A92-ontwerp is ontwikkeld door toonaangevende ontwerp- en engineeringbedrijven op basis van de kennis en ervaring op het gebied van ontwerp, bouw en werking van kerncentrales met VVER-reactoren. Het A92-ontwerp, waarvoor de regelgevende autoriteiten van het land van vervaardiging een vergunning hebben verleend, voldoet aan de moderne nationale veiligheidsvoorschriften en aan de aanbevelingen van de IAEA, alsook aan de vereisten van de internationale deskundigengroep INSAG enz.

DOOR BULGARIJE VASTGESTELDE BEPALINGEN VOOR DE BOUW VAN HET KERNCENTRALEPROJECT BELENE

Met het oog op een maximale bescherming van de eigendom en de financiële belangen van Bulgarije en op het waarborgen van de energiezekerheid in de Republiek Bulgarije en van een veilig gebruik van kernenergie, heeft Bulgarije de volgende bepalingen vastgesteld inzake de procedure voor de bouw van de kerncentrale Belene:

bouw van de kerncentrale Belene in het noorden van Bulgarije met drukwaterreactoren met A92-ontwerp van de derde generatie van Russische makelij, type VVER-1000/V-466: twee eenheden met een capaciteit van 2 000 MW;

de bouw van de kerncentrale Belene zal worden uitgevoerd door een speciaal daartoe opgerichte projectonderneming;

de bouw moet worden uitgevoerd volgens een marktbeginsel (de Bulgaarse staat zal geen contracten voor verplichte aankoop van energie sluiten, geen preferentiële tarieven toekennen voor de aankoop van energie, geen „contracts for differences” sluiten en geen bedrijfsgaranties verlenen; geen andere niet-marktmechanismen om investeringen te waarborgen) en er zullen geen staatsgaranties worden verleend;

de bouw moet worden uitgevoerd met de installaties en middelen die beschikbaar zijn op de locatie waaraan een vergunning is verleend;

het project moet worden uitgevoerd met volledige gebruikmaking van de reeds geleverde reactoruitrusting en van de ontwerpdocumentatie;

tijdens de uitvoering van het project moet elke wijziging in het ontwerp op het gebied van veiligheid worden uitgesloten;

de eigenaar van de VVER-1000-technologie moet worden betrokken bij het verkrijgen van vergunningen voor de bouw en de werking van het project;

de projectonderneming moet verbintenissen aangaan met een splijtstofleverancier die overeenkomstig de bestaande licentieovereenkomsten en de toepasselijke wetgeving splijtstof voor de VVER-1000-reactoren zal leveren;

de exploitant van de kerncentrale moet ervaring hebben met de werking van VVER-1000-reactoren;

het maximale belang (maximale aantal aandelen) in de projectonderneming die het project zal uitvoeren (enkel wat betreft de bijdrage in natura van de activa van het kerncentraleproject Belene);

gedurende de hele periode van de bouw, de werking en de ontmanteling van de kerncentrale behoudt Bulgarije zich via NEK het recht op een blokkerend quotum voor wanneer een besluit wordt genomen over bepaalde aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders van de projectonderneming vallen;

er zullen mogelijkheden worden geboden om te onderhandelen met grote industriële en andere energieafnemers in Bulgarije of in de regio die zich bereid hebben verklaard om stroomleveringsovereenkomsten te sluiten;

maximale kosten van de bouw van het project: 10 miljard EUR;

maximale periode voor de inbedrijfstelling: 10 (tien) jaar vanaf de ondertekening van de overeenkomst met de aandeelhouders;

plaatselijke bedrijven zullen de mogelijkheid krijgen om te participeren in de uitvoering van het project overeenkomstig de geldende wetgeving.

VEREISTE INFORMATIE VOOR DE INDIENING VAN AANVRAGEN TOT DEELNAME AAN DE PROCEDURE, RESPECTIEVELIJK KENNISGEVINGEN VAN BELANGSTELLING VOOR HET VERWERVEN VAN EEN MINDERHEIDSBELANG EN/OF DE AANKOOP VAN ELEKTRICITEIT

1.

De aanvragen tot deelname aan de selectieprocedure voor een strategische investeerder moeten de volgende informatie over mogelijke investeerders bevatten, als aangegeven in de oproep:

profiel van de aanvrager met de structuur van de organisatie (met inbegrip van dochtermaatschappijen) en de structuur van de aandeelhouders;

banden van de aanvrager met bedrijven die goederen leveren, bouwbedrijven en andere bedrijven die actief zijn in de bouw en/of werking van kerncentrales;

toegekende kredietratings en gecontroleerde financiële overzichten voor de laatste drie jaar waarvoor dergelijke overzichten zijn opgesteld. De financiële overzichten moeten de volgende documenten omvatten: resultatenrekening, balans, kasstroomoverzicht, verklaring over het aandelenkapitaal, auditverslag, in alle gevallen vergezeld van toelichtingen;

beschrijving van de investeringsactiviteiten van de aanvrager van de voorbije tien jaar, met opgave van de soort investeringen en de waarde ervan, met inbegrip van investeringen in de ontwikkeling van nucleaire capaciteit en andere grote energie-infrastructuurprojecten;

een voorstel voor een concept voor de projectontwikkeling, met vermelding van de periode van de bouw van de centrale, een voorstel voor splijtstofvoorziening en een voorstel voor de bestraalde splijtstof;

voorgestelde financieringsbronnen voor het project, met vermelding van de manier waarop wordt voorgesteld het vreemd kapitaal voor het project te verstrekken en van de eigen financiële draagkracht van de aanvrager;

maximum-/minimumpercentage aandelen in het project dat de aanvrager wenst te verwerven;

duur van de investering.

Deze informatie zal worden gebruikt om een lijst op te stellen van voorkeurskandidaten die zullen worden uitgenodigd om een bindend voorstel in te dienen.

2.

De kennisgeving van belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de projectonderneming en/of voor de aankoop van elektriciteit moet vermelden waarnaar de specifieke belangstelling uitgaat:

belangstelling om enkel een minderheidsbelang in de projectonderneming te verwerven;

belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de projectonderneming en voor de aankoop van elektriciteit;

enkel belangstelling voor de aankoop van energie.

2.1.

Samen met de kennisgeving van belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de projectonderneming en/of voor de aankoop van elektriciteit moet de volgende informatie worden verstrekt:

profiel van de aanvrager met de structuur van de organisatie (met inbegrip van dochtermaatschappijen) en de structuur van de aandeelhouders;

gecontroleerde financiële overzichten voor de laatste drie jaar waarvoor dergelijke overzichten zijn opgesteld. De financiële overzichten moeten de volgende documenten omvatten: resultatenrekening, balans, kasstroomoverzicht, verklaring over het aandelenkapitaal, auditverslag, in alle gevallen vergezeld van toelichtingen.

2.2.

In geval van belangstelling voor de aankoop van elektriciteit moeten in de kennisgeving de hoeveelheden, de aankoopperiode en andere relevante gegevens worden vermeld, alsook het profiel betreffende de behoefte aan elektriciteit.

RICHTSNOEREN VOOR DE OPSTELLING EN INDIENING VAN AANVRAGEN TOT DEELNAME AAN DE PROCEDURE EN RICHTSNOEREN VOOR DE OPSTELLING EN INDIENING VAN KENNISGEVINGEN VAN BELANGSTELLING VOOR HET VERWERVEN VAN EEN MINDERHEIDSBELANG EN/OF DE AANKOOP VAN ELEKTRICITEIT

1.

De aanvragen tot deelname aan de selectieprocedure voor een strategische investeerder moeten worden ingediend overeenkomstig de formulieren in de bijlage bij deze oproep.

De aanvragen tot deelname moeten in het Bulgaars en het Engels worden opgesteld en moeten zowel op papier als elektronisch worden ingediend.

De aanvraag tot deelname moet worden ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger van de aanvrager of door een daartoe gemachtigd persoon. In geval van een consortium van aanvragers dat geen rechtspersoon is, moet de aanvraag tot deelname worden ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger van de partner die is aangewezen als vertegenwoordiger van het consortium.

2.

De kennisgeving van belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de projectonderneming en/of voor de aankoop van elektriciteit moet in het Bulgaars en het Engels worden opgesteld. De originele papieren versie die wordt ingediend, moet ondertekend zijn door de wettelijke vertegenwoordiger van de aanvrager of door een daartoe gemachtigd persoon. In geval van een consortium van aanvragers dat geen rechtspersoon is, moet de kennisgeving van belangstelling worden ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger van de partner die is aangewezen als vertegenwoordiger van het consortium.

WIJZE, PLAATS EN TERMIJN VAN INDIENING VAN AANVRAGEN TOT DEELNAME AAN DE PROCEDURE, RESPECTIEVELIJK KENNISGEVINGEN VAN BELANGSTELLING VOOR HET VERWERVEN VAN EEN MINDERHEIDSBELANG EN/OF DE AANKOOP VAN ELEKTRICITEIT

De aanvragen tot deelname aan de procedure en de kennisgevingen van belangstelling moeten door de aanvrager of door een door de aanvrager gemachtigde vertegenwoordiger worden ingediend op een van de volgende manieren:

a)

persoonlijk, met ondertekening voor ontvangst, of

b)

per post, per aangetekende brief met ontvangstbevestiging, of

c)

via een koerierdienst, per aangetekende bezorging met ontvangstbevestiging.

De aanvragen tot deelname aan de procedure en de kennisgevingen van belangstelling moeten door de aanvrager worden ingediend op het adres van NEK EAD: 5, Veslets Str., Sofia.

De uiterste datum voor de ontvangst van aanvragen/kennisgevingen van belangstelling is de 90e dag vanaf de datum van de bekendmaking van deze oproep in het Publicatieblad van de Europese Unie, om 17.30 uur (plaatselijke tijd in Sofia).

Indien de aanvrager de aanvraag tot deelname of de kennisgeving van belangstelling per aangetekende brief of per koerier verzendt, moet hij ervoor zorgen dat NEK EAD deze vóór het verstrijken van de termijn ontvangt.

Bij ontvangst van de aanvraag tot deelname of de kennisgeving van belangstelling wordt op de verpakking een referentienummer van binnenkomst en datum en uur van ontvangst aangebracht en wordt aan de brenger een ontvangstbevestiging verstrekt.

Bijlagen:

1.

Beknopte informatie over Natsionalna Elektricheska Kompania EAD.

2.

Korte geschiedenis van het project.

3.

Stand van zaken betreffende de documenten in verband met het kerncentraleproject van Belene, met inbegrip van de documenten die op het moment van de oproep reeds zijn afgegeven (verordeningen, besluiten, vergunningen enz. betreffende de uitvoering van het project, met inbegrip van de bouw).

4.

Beknopte informatie over de elektriciteitsmarkt in Bulgarije.

5.

Informatie over de fasen van de selectieprocedure voor een strategische investeerder voor de bouw van het kerncentraleproject van Belene.

6.

Aanvraagformulier voor deelname aan de selectieprocedure voor een strategische investeerder.

7.

Formulier voor kennisgeving van belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de projectonderneming.

8.

Formulier voor kennisgeving van belangstelling voor het verwerven van een minderheidsbelang in de projectonderneming en voor de aankoop van elektriciteit.

9.

Formulier voor kennisgeving van belangstelling voor de aankoop van elektriciteit.

Deze oproep en alle bijlagen in het Bulgaars en het Engels zijn beschikbaar op de website van het Ministerie van Energie van de Republiek Bulgarije (www.me.government.bg) en op de website van Natsionalna Elektricheska Kompania EAD (www.nek.bg).


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/24


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije

(2019/C 176/07)

De Europese Commissie („de Commissie”) heeft op grond van artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de antisubsidiebasisverordening”) een verzoek ontvangen om een tussentijds nieuw onderzoek te openen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend door „BAFA Su Ürünleri Yavru Üretim Merkezi Sanayi Ticaret AŞ”, dat deel uitmaakt van de KLC Group („de indiener van het verzoek”), een producent-exporteur uit de Republiek Turkije („het betrokken land”).

Het verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek is beperkt tot een onderzoek naar subsidiëring met betrekking tot de indiener van het verzoek.

2.   Onderzocht product

Dit nieuwe onderzoek heeft betrekking op regenboogforel (Oncorhynchus mykiss)

levend, wegende 1,2 kg of minder per stuk, of

vers, gekoeld, bevroren en/of gerookt:

in gehele staat (met kop („with heads on”)), ook indien ontdaan van kieuwen („whether or not gilled”), ook indien ontdaan van ingewanden („whether or not gutted”), wegende 1,2 kg of minder per stuk, of

ontdaan van de kop („heads off”), ook indien ontdaan van kieuwen, ook indien ontdaan van ingewanden, wegende 1 kg of minder per stuk, dan wel

in de vorm van filets, wegende 400 g of minder per stuk,

van oorsprong uit Turkije en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 0301 91 90, ex 0302 11 80, ex 0303 14 90, ex 0304 42 90, ex 0304 82 90 en ex 0305 43 00 (Taric-codes 0301919011, 0302118011, 0303149011, 0304429010, 0304829010 en 0305430011) („het onderzochte product”).

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief compenserend recht van toepassing dat is ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/309 van de Commissie (2). Op 4 juni 2018 heeft de Commissie de maatregelen gehandhaafd naar aanleiding van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek naar subsidiëring van alle producenten-exporteurs, in het kader waarvan zij heeft geconcludeerd dat de constante wijzigingen in de uitvoering van rechtstreekse subsidies niet konden worden geacht van blijvende aard te zijn (3).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de omstandigheden inzake subsidiëring op grond waarvan de bestaande maatregelen ten aanzien van hem werden ingesteld, zijn gewijzigd en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn voor zover het hem betreft.

Volgens hem is handhaving van de maatregelen op de huidige niveaus niet langer noodzakelijk om de gevolgen van de schade veroorzakende subsidiëring in zijn specifieke geval te neutraliseren. De indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat het bedrag van de door hem ontvangen subsidie is gezakt tot ruim onder het momenteel voor hem geldende recht. Deze daling is het gevolg van veranderingen in de structuur en de uitvoeringsmodaliteiten van de rechtstreekse subsidies die aan de producenten van het onderzochte product per geproduceerde kilogram worden toegekend, wat gevolgen heeft voor de situatie van de indiener van het verzoek. Bovendien voert hij aan dat hij geen voordelen in het kader van andere subsidies ontvangt en dat andere subsidieprogramma's zijn afgelopen.

In het licht van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat zij over voldoende bewijsmateriaal beschikt waaruit blijkt dat de omstandigheden inzake subsidiëring met betrekking tot de indiener van het verzoek aanzienlijk zijn gewijzigd en dat die wijzigingen van blijvende aard zijn. De maatregelen moeten bijgevolg opnieuw worden onderzocht.

De Commissie behoudt zich het recht voor een onderzoek in te stellen naar andere relevante subsidiepraktijken die uit het onderzoek zouden blijken.

5.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening te rechtvaardigen van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek dat beperkt is tot een onderzoek naar subsidiëring met betrekking tot de indiener van het verzoek, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 19, lid 1, van de antisubsidiebasisverordening een nieuw onderzoek. Het nieuwe onderzoek is erop gericht de subsidiemarge te bepalen die van toepassing is voor de indiener van het verzoek als gevolg van de subsidiepraktijken waarvan is gebleken dat hij ervan profiteert.

Op grond van het nieuwe onderzoek kan het noodzakelijk zijn het ten aanzien van de invoer van het onderzochte product van oorsprong uit Turkije geldende recht te wijzigen wat de indiener van het verzoek betreft. De Commissie is niet voornemens andere subsidiepercentages dan die welke gelden voor de indiener van het verzoek in voorkomend geval te wijzigen naar aanleiding van dit gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen die op hen van toepassing zijn opnieuw moeten worden onderzocht, kunnen evenwel een verzoek indienen voor een nieuw onderzoek op grond van artikel 19 van de antisubsidiebasisverordening.

De overheid van de Republiek Turkije is overeenkomstig artikel 10, lid 7, van de antisubsidiebasisverordening uitgenodigd voor overleg.

Bij Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad (4), die op 8 juni 2018 in werking is getreden (het moderniseringspakket voor de handelsbeschermingsinstrumenten), zijn de tevoren in het kader van antisubsidieprocedures geldende tijdschema's en uiterste termijn gewijzigd (5). Derhalve verzoekt de Commissie de belanghebbenden de in dit bericht alsmede in latere mededelingen van de Commissie vastgelegde procedurele stappen en termijnen in acht te nemen.

5.1.   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek en de autoriteiten van het betrokken land een vragenlijst toezenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal ter onderbouwing daarvan moeten uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

Een exemplaar van de bovengenoemde vragenlijst is beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/tdi/case_details.cfm?id=2396).

5.2.   Schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.3.   Belanghebbenden

Om aan het onderzoek mee te werken, moeten belanghebbenden, zoals producenten-exporteurs, producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, vakbonden en representatieve consumentenorganisaties eerst aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Beschouwd worden als een belanghebbende laat de toepassing van artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening onverlet.

Het dossier voor inzage door belanghebbenden is toegankelijk via het platform TRON.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI). Volg de instructies op die pagina om toegang te krijgen.

5.4.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord.

Het verzoek om te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed, alsook een samenvatting bevatten van wat de belanghebbende tijdens de hoorzitting wenst te bespreken. De hoorzitting zal worden beperkt tot de punten die vooraf schriftelijk door de belanghebbenden zijn aangedragen.

Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op de opening van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

Bovenbedoeld tijdschema geldt onverminderd het recht van de diensten van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen akkoord te gaan met hoorzittingen buiten dit tijdschema alsmede het recht van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen hoorzittingen te weigeren. Wanneer de diensten van de Commissie een verzoek om te worden gehoord afwijzen, zal de betrokken partij in kennis worden gesteld van de redenen daarvoor.

In beginsel worden hoorzittingen niet gebruikt om feitelijke informatie te presenteren die nog niet in het dossier is opgenomen. Desalniettemin kan de belanghebbenden, uit het oogpunt van behoorlijk bestuur en om de diensten van de Commissie in staat te stellen vooruitgang in het onderzoek te boeken, na een hoorzitting worden opgedragen nieuwe feitelijke informatie te verstrekken.

5.5.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (6). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de antisubsidiebasisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie.

Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN” op de website van het directoraat-generaal Handel (7). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e--mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-R703-TROUT-REVIEW@ec.europa.eu

6.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de antisubsidiebasisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

7.   Mogelijkheid om opmerkingen te maken over door andere belanghebbenden ingediende informatie

Om het recht van verweer te waarborgen, moeten belanghebbenden de mogelijkheid hebben om opmerkingen te maken over de door andere belanghebbenden ingediende informatie. Daarbij mogen zij alleen ingaan op kwesties die in de door andere belanghebbenden ingediende informatie worden vermeld, en mogen zij geen nieuwe kwesties aan de orde stellen.

Opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van de mededeling van de definitieve bevindingen, moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de definitieve bevindingen worden ingediend. In geval van een aanvullende mededeling van de definitieve bevindingen moeten opmerkingen over de door andere belanghebbenden naar aanleiding van deze aanvullende mededeling verstrekte informatie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk één dag na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over deze aanvullende mededeling worden ingediend.

Teneinde het onderzoek binnen de voorgeschreven termijnen af te ronden, zal de Commissie na het verstrijken van de termijn voor het indienen van opmerkingen over de mededeling van de definitieve bevindingen geen opmerkingen van belanghebbenden meer aanvaarden.

8.   Verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen

Een eventuele verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden aangevraagd en wordt alleen verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is.

Verlengingen van de termijn voor het beantwoorden van de vragenlijsten kunnen worden verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is, en zijn normaliter beperkt tot drie extra dagen. Dergelijke verlengingen zijn in de regel niet langer dan zeven dagen. Wat de termijnen voor de indiening van andere in dit bericht genoemde informatie betreft, zijn verlengingen beperkt tot drie dagen, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

9.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de conclusies derhalve overeenkomstig artikel 28 van de antisubsidiebasisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

10.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.

De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moeten de belanghebbenden om de inschakeling van de raadadviseur-auditeur vragen zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt. In beginsel gelden de in punt 5.4 vastgestelde termijnen voor verzoeken om door de diensten van de Commissie te worden gehoord, mutatis mutandis voor verzoeken om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

11.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (8).

Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie, is beschikbaar op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/html/157639.htm).


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/309 van de Commissie van 26 februari 2015 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije (PB L 56 van 27.2.2015, blz. 12).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/823 van de Commissie van 4 juni 2018 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije (PB L 139 van 5.6.2018, blz. 14).

(4)  Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie en Verordening (EU) 2016/1037 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 143 van 7.6.2018, blz. 1).

(5)  „Short overview of the deadlines and timelines in the investigative process”, te vinden op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/june/tradoc_156922.pdf).

(6)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van Verordening (EU) 2016/1037 (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55) en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(7)  http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf

(8)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/29


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9350 — Santander Group/Mapfre Group/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 176/08)

1.   

Op 15 mei 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Banco Santander, SA, en dochterondernemingen („Santander-groep”, Spanje);

Mapfre, SA, en dochterondernemingen („Mapfre-groep”, Spanje);

Santander Global Seguros y Reaseguros, S.A.U. („JV”, Spanje), die onder zeggenschap staat van de Santander-groep.

De Santander-groep en de Mapfre-groep verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over een gemeenschappelijke onderneming.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een gemeenschappelijke onderneming vormt.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Santander-groep: retailbanking, corporate banking, investment banking, vermogensbeheer en treasurydiensten in Europa, de Verenigde Staten, Latijns-Amerika en Azië;

Mapfre-groep: aanbieding en distributie van verzekeringen en herverzekeringen in 45 landen;

JV: zal actief zijn op de markt voor bepaalde categorieën schadeverzekeringen, hoofdzakelijk voor commerciële entiteiten en het midden- en kleinbedrijf in Spanje.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9350 — Santander Group/Mapfre Group/JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


22.5.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 176/31


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9378 — Apax Partners/GNB)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 176/09)

1.   

Op 15 mei 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Apax Partners LLP („AP”, Verenigd Koninkrijk);

GNB — Companhia de Seguros de Vida SA („GNB”, Portugal).

AP verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van GNB.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   AP: beleggingsadviesdiensten voor private-equityfondsen die beleggen in verschillende industriesectoren;

—   GNB: aanbieder van levensverzekeringsproducten uitsluitend in Portugal.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9378 — Apax Partners/GNB

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.