ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
62e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 83/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9226 — CommScope/ARRIS) ( 1 ) |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2019/C 83/02 |
||
2019/C 83/03 |
||
2019/C 83/04 |
||
2019/C 83/05 |
||
|
Europese Commissie |
|
2019/C 83/06 |
||
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2019/C 83/07 |
|
V Bekendmakingen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 83/08 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 83/09 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9254 — MUTB/CFSGAM) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
2019/C 83/10 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9317 — ArcelorMittal/CLN/Ilva SSCs) ( 1 ) |
|
2019/C 83/11 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9185 — LG Electronics/Lufthansa Technik/JV) ( 1 ) |
|
2019/C 83/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9302 — Carlyle/TA Associates/Weiman) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2019/C 83/13 |
||
2019/C 83/14 |
|
Rectificaties |
|
2019/C 83/15 |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak M.9226 — CommScope/ARRIS)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 83/01)
Op 22 februari 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector; |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9226. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/2 |
Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2014/119/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/352 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, van toepassing zijn
(2019/C 83/02)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die op de lijst staan in de bijlage bij Besluit 2014/119/GBVB van de Raad (1), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad (2), en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad (3), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/352 van de Raad (4), betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen die in de bovengenoemde bijlagen voorkomen, moeten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/119/GBVB en Verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne. De redenen voor plaatsing van die personen op de lijst staan in de betreffende vermeldingen in die bijlagen.
De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), als vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 208/2014, om toestemming te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).
De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, vóór 1 november 2019 op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die neergelegd zijn in artikel 275, tweede alinea, en in artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 66 van 6.3.2014, blz. 26.
(2) PB L 64 van 5.3.2019, blz. 7.
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/3 |
Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2014/119/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Oekraïne, van toepassing zijn
(2019/C 83/03)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1):
De rechtsgrond voor deze verwerking wordt gevormd door Besluit 2014/119/GBVB (2), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/354 van de Raad (3), en Verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad (4), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/352 van de Raad (5).
De verantwoordelijke voor de verwerking is de afdeling RELEX.1.C van het directoraat-generaal Buitenlandse Zaken, Uitbreiding en Civiele Bescherming — Relex van het secretariaat-generaal van de Raad (SGR), waarmee contact kan worden opgenomen op het volgende adres:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 Brussel |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
De functionaris voor gegevensbescherming van het SGR kan worden gecontacteerd op het volgende adres:
Functionaris voor gegevensbescherming
data.protection@consilium.europa.eu
Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn in overeenstemming met Besluit 2014/119/GBVB, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/354, en Verordening (EU) nr. 208/2014, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/352.
De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in Besluit 2014/119/GBVB en Verordening (EU) nr. 208/2014.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokken persoon, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden gedeeld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 worden de rechten van de betrokkenen, waaronder het recht van inzage, het recht op rectificatie en het recht van bezwaar, uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn of de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.
Onverminderd een eventuele voorziening in rechte, een administratief beroep of een buitengerechtelijk beroep, kunnen betrokkenen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een klacht indienen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 (edps@edps.europa.eu).
(1) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.
(2) PB L 66 van 6.3.2014, blz. 26.
(3) PB L 64 van 5.3.2019, blz. 7.
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/4 |
Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2013/255/GBVB van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2019/351 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/350 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Syrië, van toepassing zijn
(2019/C 83/04)
De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die worden genoemd in bijlage I bij Besluit 2013/255/GBVB van de Raad (1), als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2019/351 van de Raad (2), en in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad (3), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/350 van de Raad (4), betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië.
De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de in de bovengenoemde bijlagen vermelde personen moeten worden opgenomen op de lijst van personen en entiteiten in bijlage I bij Besluit 2013/255/GBVB en in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 36/2012. De redenen voor plaatsing van die personen op de lijst staan in de betreffende vermeldingen in die bijlagen.
De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten) die zijn vermeld op de websites in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 36/2012, om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 16 van de verordening).
De betrokken personen kunnen vóór 29 maart 2019, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 BRUSSEL |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
Met eventuele ontvangen opmerkingen zal rekening worden gehouden bij de volgende evaluatie door de Raad, overeenkomstig artikel 34 van Besluit 2013/255/GBVB en artikel 32, lid 4, van Verordening (EU) nr. 36/2012, van de lijst van aangewezen personen en entiteiten.
Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(1) PB L 147 van 1.6.2013, blz. 14.
(2) PB L 63 I van 4.3.2019, blz. 4.
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/5 |
Kennisgeving aan de betrokkenen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2013/255/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië van toepassing zijn
(2019/C 83/05)
De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1).
De rechtsgronden voor deze verwerking zijn Besluit 2013/255/GBVB van de Raad (2), als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2019/351 van de Raad (3), en Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad (4), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/350 van de Raad (5).
De verantwoordelijke voor de verwerking is de afdeling RELEX.1.C in het directoraat-generaal Buitenlandse Zaken, Uitbreiding en Civiele Bescherming — Relex van het secretariaat-generaal van de Raad (SGR), waarmee contact kan worden opgenomen op het volgende adres:
Raad van de Europese Unie |
Secretariaat-generaal |
RELEX.1.C |
Wetstraat 175 |
1048 BRUSSEL |
BELGIË |
E-mail: sanctions@consilium.europa.eu |
De functionaris voor gegevensbescherming van het SGR kan worden gecontacteerd op:
Functionaris voor gegevensbescherming
data.protection@consilium.europa.eu
Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn in overeenstemming met Besluit 2013/255/GBVB, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2019/351, en Verordening (EU) nr. 36/2012, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/350.
De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in Besluit 2013/255/GBVB en Verordening (EU) nr. 36/2012.
De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokken persoon, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.
De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden uitgewisseld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.
Onverminderd de beperkingen uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 worden de rechten van de betrokkenen, waaronder het recht van toegang, het recht op rectificatie en het recht van bezwaar, uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.
De persoonsgegevens worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn of totdat de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.
Onverlet een eventueel gerechtelijk of administratief beroep of een buitengerechtelijke voorziening, kunnen betrokkenen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming een klacht indienen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 (edps@edps.europa.eu).
(1) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.
(2) PB L 147 van 1.6.2013, blz. 14.
(3) PB L 63 I van 4.3.2019, blz. 4.
Europese Commissie
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/6 |
Wisselkoersen van de euro (1)
4 maart 2019
(2019/C 83/06)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,1337 |
JPY |
Japanse yen |
126,91 |
DKK |
Deense kroon |
7,4616 |
GBP |
Pond sterling |
0,85775 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,5543 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,1352 |
ISK |
IJslandse kroon |
136,20 |
NOK |
Noorse kroon |
9,7633 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,621 |
HUF |
Hongaarse forint |
315,84 |
PLN |
Poolse zloty |
4,2989 |
RON |
Roemeense leu |
4,7412 |
TRY |
Turkse lira |
6,1023 |
AUD |
Australische dollar |
1,5990 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5092 |
HKD |
Hongkongse dollar |
8,8986 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6660 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5361 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 276,68 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
16,1463 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,5985 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,4325 |
IDR |
Indonesische roepia |
16 019,18 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,6204 |
PHP |
Filipijnse peso |
58,726 |
RUB |
Russische roebel |
74,5435 |
THB |
Thaise baht |
36,142 |
BRL |
Braziliaanse real |
4,2794 |
MXN |
Mexicaanse peso |
21,9374 |
INR |
Indiase roepie |
80,3630 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/7 |
Liquidatieprocedure
Beslissing tot opening van een liquidatieprocedure met betrekking tot Hajdúnánás Környéki Növénytermesztők Növénybiztosító Egyesülete „f.a.”
(Bekendmaking overeenkomstig artikel 280 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II))
(2019/C 83/07)
Verzekeringsonderneming |
|
|||||
Datum, inwerkingtreding en aard van de beslissing |
31 januari 2019 Inwerkingtreding: 31 januari 2019 Bevel tot verplichte liquidatie met aanstelling van liquidateur |
|||||
Bevoegde autoriteiten |
|
|||||
Toezichthoudende autoriteit |
|
|||||
Aangestelde liquidateur |
|
|||||
Toepasselijk recht |
Hongarije Deel vier van wet nr. LXXXVIII van 2014 betreffende de uitoefening van het verzekeringsbedrijf Wet nr. XLIX van 1991 betreffende faillissements- en liquidatieprocedures |
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/8 |
Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen met betrekking tot het werkprogramma voor subsidies op het gebied van trans-Europese telecommunicatienetwerken in het kader van de Connecting Europe Facility voor de periode 2014-2020
(Uitvoeringsbesluit C(2018) 568 van de Commissie)
(2019/C 83/08)
Het directoraat-generaal Communicatienetwerken, inhoud en technologie van de Europese Commissie lanceert de volgende uitnodiging tot het indienen van voorstellen met het oog op het verlenen van subsidies voor projecten in overeenstemming met de prioriteiten en doelstellingen die zijn vastgelegd in het werkprogramma voor 2019-2020 op het gebied van trans-Europese telecommunicatienetwerken in het kader van de Connecting Europe Facility voor de periode 2014-2020.
Er worden voorstellen ingewacht voor de volgende oproep:
CEF-TC-2019-3: elektronische archivering
Het indicatieve budget dat beschikbaar is voor voorstellen die op grond van deze uitnodiging worden geselecteerd, bedraagt 2,1 miljoen EUR.
De uiterste datum voor de indiening van de voorstellen is 14 mei 2019.
De documentatie bij deze uitnodigingen is beschikbaar op de website van CEF Telecom:
https://ec.europa.eu/inea/en/connecting-europe-facility/cef-telecom/apply-funding/2019-eArchiving
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/9 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9254 — MUTB/CFSGAM)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 83/09)
1.
Op 25 februari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Mitsubishi UFJ Trust and Banking Corporation („MUTB”, Japan); |
— |
Colonial First State Global Asset Management group („CFSGAM”, Australië). |
MUTB verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van CFSGAM.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:— MUTB: volle dochteronderneming van Mitsubishi UFJ Financial Group, Inc. („MUFG”), die wereldwijd operationeel is en verschillende bankdiensten aanbiedt. Afhankelijk van de geografische regio houdt ze zich bezig met bankdiensten voor particulieren, ondernemingen en investeerders, alsook met vermogensbeheer en verkoop- en handelsdiensten;
— CFSGAM: wereldwijde vermogensbeheerder van de Commonwealth Bank of Australia („CBA”). CFSGAM biedt aandelen, vastrentende effecten en alternatieven (vastgoed en infrastructuur) voor institutionele beleggers, alsook voor zakelijke en kleine investeerders aan. CFSGAM is actief in een aantal rechtsgebieden, waaronder Sydney, Edinburgh, Hongkong, Londen, New York en Singapore. Buiten Australië is zij ook bekend als First State Investments („FSI”).
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9254 — MUTB/CFSGAM
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/11 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9317 — ArcelorMittal/CLN/Ilva SSCs)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 83/10)
1.
Op 21 februari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
ArcelorMittal SA („ArcelorMittal”, Luxemburg); |
— |
CLN – Coils Lamiere Nastri SpA („CLN”, Italië); |
— |
ArcelorMittal CLN Distribuzione Italia srl („AMCLN”, Italië), die onder zeggenschap staat van ArcelorMittal en CLN, en |
— |
staalservicecentra van Ilva in Legarno en Paderno Dugnano („Ilva SSCs”, Italië), die onder zeggenschap staan van ArcelorMittal. |
ArcelorMittal en CLN verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over de staalservicecentra van Ilva.
De concentratie komt tot stand door een eigendomsoverdracht van ArcelorMittal naar AMCLN.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:— ArcelorMittal: de productie, de distributie, de marketing en de verkoop van staalproducten;
— CLN: productie van staalonderdelen en stalen wielen voor de automobielindustrie, alsook distributie van staalproducten via staalservicecentra (SSC's) buiten Italië, en
— Ilva SSCs: twee staalservicecentra gevestigd in Legarno en Paderno Dugnano.
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9317 — ArcelorMittal/CLN/Ilva SSCs
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9185 — LG Electronics/Lufthansa Technik/JV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 83/11)
1.
Op 22 februari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
LG Electronics Inc., („LGE”, Zuid-Korea); |
— |
Lufthansa Technik AG („LHT”, Duitsland); |
— |
een nieuw opgerichte joint venture („JV”, Duitsland). |
LGE en LHT verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over de JV.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte onderneming die een joint venture vormt.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:— LGE: elektronica, mobiele communicatieapparatuur en huishoudelijke apparaten;
— LHT: onderhoud, reparatie en revisie van vliegtuigen, motoren en onderdelen. LHT houdt zich ook bezig met de ontwikkeling, het ontwerp, de vervaardiging en de levering van cabinebeheer- en inflight entertainment-systemen (CMS/IFE) en CMS/IFE-onderdelen;
— JV: ontwerp, vervaardiging, onderhoud en verkoop van CMS/IFE- en aanverwante beeldschermsystemen.
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9185 — LG Electronics/Lufthansa Technik/JV
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/13 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.9302 — Carlyle/TA Associates/Weiman)
Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
(2019/C 83/12)
1.
Op 22 februari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Carlyle U.S. Equity Opportunity Fund II, L.P., die deel uitmaakt van Carlyle Group, L.P. („Carlyle”, Verenigde Staten); |
— |
TA Associates L.P. („TA Associates”, Verenigde Staten); |
— |
Wu Holdco, Inc., die eigenaar is van Weiman Group en onder uiteindelijke zeggenschap staat van Cortec Group Fund V, L.P. („Weiman Group”, Verenigde Staten). |
Carlyle en TA Associates verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Weiman Group.
De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:— Carlyle: alternatieve vermogensbeheerder die fondsen beheert met wereldwijde beleggingen in vier investeringsdisciplines: Corporate Private Equity (buy-outs en groeikapitaal); Real Assets (vastgoed, infrastructuur en energie en hernieuwbare energiebronnen); Global Credit (hefboomleningen en gestructureerd krediet, opportunistische kredieten, energiekredieten, particuliere kredieten en noodlijdende kredieten), en Solutions (private-equitydakfondsprogramma en daarmee samenhangende co-investeringen en nevenactiviteiten);
— TA Associates: private-equitybeleggingen via verschillende fondsen in vijf kernsectoren, waaronder technologie, financiële diensten, gezondheidszorg, consumentengoederen en zakelijke diensten in Noord-Amerika, Europa en Azië;
— Weiman Group: producent en distributeur van oppervlaktereinigingsproducten voor zowel huishoudens als commerciële klanten die zich bezighouden met levensmiddelen en gezondheidszorg.
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.9302 — Carlyle/TA Associates/Weiman
Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu |
Fax +32 22964301 |
Postadres: |
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/15 |
Bekendmaking van een enig document dat is gewijzigd naar aanleiding van een aanvraag tot goedkeuring van een minimale wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
(2019/C 83/13)
De Europese Commissie heeft deze aanvraag voor een minimale wijziging goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, lid 2, derde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie (1).
De aanvraag tot goedkeuring van deze minimale wijziging kan worden geraadpleegd in de DOOR-databank van de Commissie.
ENIG DOCUMENT
„ANGLESEY SEA SALT”/„HALEN MÔN”
EU-nr.: PDO-GB-0105-01068-AM01 — 26.3.2018
BOB ( X ) BGA ( )
1. Naam/namen
„Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn”
2. Lidstaat of derde land
Verenigd Koninkrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.8. Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
„Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” is de naam die wordt gegeven aan de zoutschilfers die worden geoogst in de Menai Strait in Anglesey, Noord-Wales. Het zijn kristallijne, witte, platte, zachte schilfers die meer dan 30 spoorelementen bevatten, zonder additieven. De zoutschilfers zijn bij het sorteren niet breder dan 2 cm. Dankzij het mineraalgehalte is het uiterlijk, mondgevoel, de textuur en smaak van „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” aantoonbaar anders. Het zout heeft een geconcentreerde zilte smaak en knapperige textuur die het gevolg is van het natuurlijk aanwezige calcium en magnesium dat overblijft na het unieke spoelproces, waardoor het „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” zijn witte uiterlijk krijgt en een frisse smaak zonder de bitterheid die soms veroorzaakt wordt door een teveel aan calcium.
De unieke eigenschappen van „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” zijn afkomstig van de grondstoffen — het zuivere zeewater — en de methode om het zout te kristalliseren en te spoelen. „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” is een zeezout zonder additieven dat bestaat uit de volgende natuurlijk aanwezige spoorelementen en mineralen:
Samenstelling
Natriumchloride |
meer dan 90 gewichtsprocenten |
Water |
minder dan 4 % |
Lood |
minder dan 2 mg/kg |
Tin |
minder dan 200 mg/kg |
Arseen |
minder dan 0,5 mg/kg |
Kwik |
minder dan 0,1 mg/kg |
Cadmium |
minder dan 0,5 mg/kg |
Koper |
minder dan 2 mg/kg |
Zink |
spoor |
Magnesium |
ten minste 0,2 % |
Jodium |
ten hoogte 1 mg/kg |
Calcium |
0,08 %-0,15 % |
Er worden drie verschillende soorten schilfers geproduceerd: grove, fijne en gemalen.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
—
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Alle productie- en bereidingsprocessen vinden in het afgebakende geografische gebied plaats in gecontroleerde omstandigheden om een consistent eindproduct te garanderen, waaronder:
— |
verpompen en filteren van zeewater |
— |
pekelconcentratie |
— |
kristallisatie |
— |
oogsten van zoutkristallen |
— |
spoelen |
— |
verpakken |
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
De Menai Strait bij Anglesey, Noord-Wales. De Menai Strait is de zee-engte tussen het eiland Anglesey en het vasteland van Wales. Deze zee-engte begint bij Fort Belan op het zuidwestelijke punt van het vasteland, SH 115 440610 (kaart van de Ordnance Survey (OS), de cartografische dienst), en het punt Abermenai op het eiland Anglesey, OS SH 115 443615, en eindigt aan de denkbeeldige lijn tussen de golfbreker op het eiland Anglesey bij 580740 en het einde van de pier van Bangor op het vasteland bij 582 736. Het gebied behoort tot het rechtsgebied van de Caernarfon Harbour Trust.
5. Verband met het geografische gebied
5.1. Specificiteit van het geografische gebied
De specificiteit van het geografische gebied hangt samen met de klimaatomstandigheden die er heersen, de invloed van de getijden en het feit dat er geen zware industrie of scheepvaart is.
Het product is deels zo uniek dankzij het zeer grote getijverschil van meer dan 9,5 meter, wat betekent dat het water van de zee-engte tweemaal per dag wordt ververst door het opkomende tij. Het ongewone dubbele hoge tij, dat plaatsvindt wanneer de Golfstroom rondom het eiland spoelt, draagt bij tot het evenwicht van de spoorelementen en levert elke dag een verse zeewatermassa om zout uit te winnen.
De Golfstroom is afkomstig van de Atlantische Oceaan en stroomt voorbij de westkust van Groot-Brittannië. Het water is er warmer dan aan de oostkust, met in de zomer een gemiddelde temperatuur van 15 graden aan de oppervlakte en 12 graden op de bodem. Het zoutgehalte van het zeewater in de buurt van het gebied bedraagt gemiddeld 34,25 tot 35 delen per 1 000, tot zelfs 36 delen. Dit wordt weerspiegeld in de krachtige smaak van „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn”, wat betekent dat er minder van nodig is om gerechten op smaak te brengen.
Bovendien zijn er zand- en mosselbanken die het water vooraf filteren. In het groeiseizoen halen de schelpdieren ook calcium uit het zeewater. De kwaliteit van de grondstof heeft een rechtstreekse invloed op de kwaliteit van het zeezout. Ook is het spoelproces voor dit product uniek.
5.2. Specificiteit van het product
Dankzij zijn mineraalgehalte is „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” aantoonbaar anders van uiterlijk, textuur, smaak en mondgevoel. De zoutschilfers zijn groot, bros, plat en niet korrelvormig. Ze hebben een intens zilte smaak met een knapperige textuur. Het spoelproces schenkt het zout een wit uiterlijk en een frisse smaak zonder de bitterheid die soms veroorzaakt wordt door een teveel aan calcium.
De grondstoffen, met name het zuivere zeewater, en de methode om het zout te kristalliseren en te spoelen, bezorgen „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” unieke eigenschappen. Het is een zeezout zonder additieven dat bestaat uit natuurlijk aanwezige spoorelementen en mineralen.
„Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” heeft een goede reputatie en wordt door de voedingssector in het Verenigd Koninkrijk en de rest van de wereld zeer op prijs gesteld. Als kwaliteitsproduct wordt het gebruikt door tal van topchefs en gastronomen, die het vaak met zijn benaming in hun menu’s opnemen. Veel gerenommeerde restaurants en agrovoedingsbedrijven hebben hun voorkeur voor dit zout laten blijken.
Hier volgen enkele uitspraken die de smaak en de regio van „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” eer aandoen.
„„Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” is onovertroffen: het heeft een zuivere smaak, perfect mondgevoel en een heerlijk knapperige textuur.”
Chris Chown
Chef-kok en eigenaar van restaurant Plas Bodegroes, Pwllheli, Wales
„Ik gebruik „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” omdat het in mijn voedingsfilosofie past; als je goede ingrediënten gebruikt, heb je weinig werk om er heerlijke maaltijden van te maken. Elk gerecht waarin ik „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” gebruik, wordt beter van smaak.”
Jane Milton
Voedingsindustriedeskundige, blogger en chef-kok
„„Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” wordt zorgvuldig gewonnen met behulp van een innovatief systeem dat alle spoorelementen en mineralen van het verse, kolkende zeewater van de Menai Strait vasthoudt. De complexe minerale structuur van „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” maakt alle smaakgebieden van het gehemelte zeer gevoelig en actief en geeft gerechten daardoor een buitengewoon levendige smaak.”
Colin Pressdee
Gastronomisch auteur
„De heerlijke smaak van het biologische zeezout blijft nog even hangen op de lippen, net als het heldere zeewater van Anglesey waaruit deze delicate schilfers zijn gewonnen, en het zout verleent een delicieuze diepte aan elk gerecht waarin het wordt gebruikt … Je raakt er helemaal ondersteboven van.”
Simon Majumdar
Schrijver, gastronomisch auteur en presentator.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
De zoutwinning op het eiland Anglesey gaat volgens historische bronnen terug tot de tijd van de Romeinen en kende haar grootste bloei in de vroege 18e eeuw. Er zijn overblijfselen van een zoutpan in Holyhead in het noorden van het eiland Anglesey, op „Salt Island” (of „Ynys Halen” in het Welsh), dat via een weg verbonden is met het grotere eiland. Salt Island kreeg zijn naam van de zoutpan waar zeezout werd gewonnen uit zeewater. In de 18e eeuw werd deze zoutwinning gesloten omdat er steenzout werd gebruikt om „de pekel te versterken” en dat werd gezien als een vervalsing.
De Menai Strait krijgt water van de schone Golfstroom en er zijn geen grote steden of terreinen met zware industrie op de oevers. Daarbij komt nog het zeer grote getijverschil, dat ertoe leidt dat het water in de zee-engte tweemaal per dag volledig wordt ververst door het opkomende tij. Dit brengt evenwicht in de spoorelementen en bezorgt „Anglesey Sea Salt”/„Halen Môn” zijn typische smaak en kenmerkende uiterlijk.
Door de deskundige en vakkundige opleiding van de zoutmakers krijgt het zout de juiste smaak en het juiste uiterlijk.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)
https://assets.publishing.service.gov.uk/government/uploads/system/uploads/attachment_data/file/730659/anglesey-sea-salt-spec-amended.pdf
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/19 |
Kennisgeving aan HAMZA USAMA MUHAMMAD BIN LADEN, die is toegevoegd aan de lijst bedoeld in de artikelen 2, 3 en 7 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da’esh) en Al Qaida, overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2019/353 van de Commissie
(2019/C 83/14)
1.
Besluit (GBVB) 2016/1693 van de Raad (1) roept de Unie op de tegoeden en economische middelen te bevriezen van de leden van de organisaties ISIS (Da’esh) en Al Qaida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, als bedoeld in de lijst die is opgesteld op grond van Resolutie 1267(1999) en Resolutie 1333(2000) van de VN-Veiligheidsraad, die regelmatig wordt bijgewerkt door het VN-comité dat is ingesteld bij Resolutie 1267(1999) van de VN-Veiligheidsraad.De door dit VN-comité opgestelde lijst omvat:
— |
ISIS (Da’esh) en Al Qaida; |
— |
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten, lichamen en groepen die banden hebben met ISIS (Da’esh) en Al Qaida, alsmede |
— |
rechtspersonen, entiteiten en lichamen die in handen zijn van of gecontroleerd worden door, of op enige andere wijze ondersteuning bieden aan deze personen, entiteiten, lichamen en groepen. |
Handelingen of activiteiten die erop wijzen dat een persoon, groep, onderneming of entiteit „verbonden is met” ISIS (Da’esh) en Al Qaida, zijn:
a) |
deelnemen aan het financieren, plannen, faciliteren, voorbereiden of uitvoeren van handelingen of activiteiten van, in samenhang met, uit naam van, ten behoeve van of ter ondersteuning van ISIS (Da’esh) en Al Qaida, of een cel, afdeling, splintergroepering of afsplitsing daarvan; |
b) |
leveren, verkopen of overdragen van wapens of daarmee verband houdend materieel aan bedoelde personen of organisaties; |
c) |
aanwerven van personeel voor bedoelde personen of organisaties, of |
d) |
op andere wijze ondersteunen van handelingen of activiteiten van bedoelde personen of organisaties. |
2.
Op 28 februari 2019 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten HAMZA USAMA MUHAMMAD BIN LADEN toe te voegen aan de ISIS (Da’esh) en Al Qaida-lijst van het Sanctiecomité.HAMZA USAMA MUHAMMAD BIN LADEN kan te allen tijde een verzoek richten aan de ombudsman van de Verenigde Naties, met ondersteunende documentatie, tot heroverweging van de gronden waarop hij op de bovengenoemde VN-lijst is geplaatst. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:
United Nations — Office of the Ombudsperson |
Room TB-08041D |
New York, NY 10017 |
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA |
Tel. +1 2129632671 |
Fax +1 2129631300/3778 |
E-mail: ombudsperson@un.org |
Zie voor meer informatie: https://www.un.org/sc/suborg/en/sanctions/1267/aq_sanctions_list/procedures-for-delisting.
3.
Naar aanleiding van het in punt 2 genoemde besluit van de VN heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) 2019/353 vastgesteld (2) tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met de organisaties ISIS (Da’esh) en Al Qaida (3). Bij die wijziging, die overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a), en artikel 7 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 881/2002 is verricht, wordt HAMZA USAMA MUHAMMAD BIN LADEN toegevoegd aan de lijst in bijlage I bij die verordening (hierna „bijlage I” genoemd).De onderstaande maatregelen van Verordening (EG) nr. 881/2002 zijn van toepassing op de in bijlage I vermelde personen en entiteiten:
1) |
de bevriezing van alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn of in het bezit zijn van deze personen en entiteiten, alsmede het voor iedereen geldende verbod op de terbeschikkingstelling, direct of indirect, van tegoeden en economische middelen aan of ten behoeve van deze personen en entiteiten (artikelen 2 en 2 bis), alsmede |
2) |
het verbod op de directe of indirecte verstrekking, verkoop, levering of overdracht aan deze personen en entiteiten van technisch advies, bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten (artikel 3). |
4.
Artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 881/2002 voorziet in een toetsing wanneer opmerkingen zijn ingediend over de gronden voor opname op de lijst door wie op de lijst is geplaatst. De personen en entiteiten die bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/353 aan bijlage I zijn toegevoegd, kunnen de Commissie verzoeken om een toelichting over de redenen waarom zij op de lijst zijn opgenomen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:
Europese Commissie |
„Beperkende maatregelen” |
Wetstraat 200 |
1049 Brussel |
BELGIË |
5.
De betrokken personen en entiteiten kunnen tegen Uitvoeringsverordening (EU) 2019/353 beroep instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
6.
De betrokken personen en entiteiten kunnen een verzoek richten tot de bevoegde autoriteiten van de lidstaat of lidstaten, als vermeld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 881/2002, om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden, andere financiële activa of economische middelen te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen, in overeenstemming met artikel 2 bis van die verordening.
(1) PB L 255 van 21.9.2016, blz. 25.
Rectificaties
5.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/21 |
Rectificatie van mededeling van de Commissie — Technische richtsnoeren voor de indeling van afvalstoffen
( Publicatieblad van de Europese Unie C 124 van 9 april 2018 )
(2019/C 83/15)
Bladzijde 129, bijlage 4, punt 4.2, Tabel 25 moet als volgt worden gelezen:
„Referentie |
Titel |
Uitloogtests |
|
CEN/TS 16660:2015 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef — Bepaling van het reducerend karakter en het reducerend vermogen |
EN 15863:2015 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef voor basiskarakterisering — Dynamische monolitische uitloogproef met periodieke vernieuwing van uitloogvloeistof, onder vastgestelde testomstandigheden |
EN 14997:2015 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef — Invloed van pH op de uitloging met continue pH sturing |
EN 14429:2015 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef — Invloed van pH op uitloging met initiële toevoeging van zuur/base |
EN 14429:2015 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef — Invloed van pH op uitloging met initiële toevoeging van zuur/base |
EN 14997:2015 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef — Invloed van pH op de uitloging met continue pH sturing |
CEN/TS 15364:2006 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef ter karakterisering — Proef op basis van de zuur- en basebuffercapaciteit |
CEN/TS 14405:2004 |
Karakterisering van afval — Uitloogproef ter karakterisering — Opwaartse kolomproef (onder specifieke conditie) |
EN 12457-1:2002 |
Karakterisering van afval — Uitloging — Verkorte uitloogproef van korrelvormige afvalstoffen en slib — Eén-fase-partijkeuring bij een vloeistof tot vaste stof verhouding van 2 l/kg voor materialen met een hoog gehalte aan vaste stoffen en met deeltjesgrootte beneden 4 mm (zonder of met groottereductie) |
EN 12457-2:2002 |
Karakterisering van afval — Uitloging — Verkorte uitloogproef van korrelvormige afvalstoffen en slib — Eén-fase-partijkeuring bij een vloeistof tot vaste stof verhouding van 10 l/kg voor materialen met deeltjesgrootte beneden 4 mm (zonder of met groottereductie) |
EN 12457-3:2002 |
Karakterisering van afval — Uitloging — Verkorte uitloogproef van korrelvormige afvalstoffen en slib — Twee-fase-partijkeuring bij een vloeistof tot vaste stof verhouding van 2 l en 8 l/kg voor materialen met een hoog gehalte aan vaste stof en met deeltjesgrootte beneden 4 mm (zonder of met groottereductie) |
EN 12457-4:2002 |
Karakterisering van afval — Uitloging — Verkorte uitloogproef van korrelvormige afvalstoffen en slib — Eén-fase-partijkeuring bij een vloeistof tot vaste stof verhouding van 10 l/kg voor materialen met deeltjesgrootte beneden 10 mm (zonder of met groottereductie) |
Analysen van verbindingen |
|
EN 16377:2013 |
Karakterisering van afval — Bepaling van gebromeerde vlamvertragers (BFR) in vast afval |
EN 16192:2011 |
Karakterisering van afval — Analyse van eluaten |
EN 15216:2007 |
Karakterisering van afval — Bepaling van het gehalte aan totaal opgeloste stof (TDS) in water en eluaten |
Totale hoeveelheid organische koolstof (TOC) |
|
EN 13137:2001 |
Karakterisering van afval — Bepaling van het gehalte aan totaal organisch koolstof (TOC) in afval, slib en sediment |
Ontsluiting |
|
EN 13656:2002 |
Karakterisering van afval — Microgolfontsluiting met waterstoffluoride (HF), salpeterzuur (HNO3) en zoutzuur(HCI)mengsels voor de bepaling van elementen in afval |
EN 13657:2002 |
Karakterisering van afval — Ontsluiting voor de bepaling van in koningswater oplosbare elementen |
Koolwaterstoffen C10 tot C40 |
|
EN 14039:2004 |
Karakterisering van afval — Bepaling van het gehalte aan minerale olie van C10 tot C40 door gaschromatografie |
Droge stof |
|
EN 14346:2006 |
Karakterisering van afval — Berekening van het droge-stofgehalte door bepaling van de droogrest of het watergehalte |
Anorganische verbindingen |
|
EN 14582:2007 |
Karakterisering van afval — Halogeen- en zwavelgehalte — Zuurstofverbranding in gesloten systemen en bepalingsmethoden |
EN 15192:2006 |
Karakterisering van afval en bodem — Bepaling van Chroom (VI) in vaste materialen door alkalische ontsluiting en ion chromatografie met spectrofotometrische detectie |
Organische verbindingen |
|
EN 15308:2008 |
Karakterisering van afval — Bepaling van geselecteerde polychloorbifenylen (PCB) in vast afval door gebruik van capillaire gaschromatografie met elektronen-invangdetectie of massaspectrometrische detectie |
EN 15527:2008 |
Karakterisering van afval — Bepaling van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in afval met gaschromatografie en massaspectrometrie (GC/MS) |
Elementaire samenstelling |
|
EN 16424:2014 |
Karakterisering van afval — Screeningsmethode voor de bepaling van de samenstelling van elementen met draagbare röntgenfluorescentie instrumenten |
EN 15309:2007 |
Karakterisering van afval en bodem — Bepaling van de samenstelling van elementen met röntgenfluorescentie” |