ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 50

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

62e jaargang
8 februari 2019


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 50/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9248 — Sumitomo/Mahindra/JV) ( 1 )

1

2019/C 50/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9240 — Siemens Project Ventures/Veja Mate Offshore Project) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2019/C 50/03

Wisselkoersen van de euro

2

2019/C 50/04

Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad — Besluit betreffende de beoordeling van de voorwaarden voor afwikkeling met betrekking tot ABLV Bank, AS

3

2019/C 50/05

Besluit betreffende de beoordeling van de voorwaarden voor afwikkeling met betrekking tot ABLV Bank Luxembourg S.A.

3

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2019/C 50/06

Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een nieuwe verordening betreffende het visuminformatiesysteem

4


 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Investeringsbank

2019/C 50/07

Oproep tot het indienen van voorstellen — Het Europese Investeringsbank-Instituut stelt een nieuw EIBURS-sponsorschap voor in het kader van zijn Kennisprogramma

9

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2019/C 50/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9264 — The Carlyle Group/StandardAero) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

11

2019/C 50/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8870 — E.ON/Innogy) ( 1 )

13


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9248 — Sumitomo/Mahindra/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 50/01)

Op 30 januari 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9248. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9240 — Siemens Project Ventures/Veja Mate Offshore Project)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 50/02)

Op 31 januari 2019 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32019M9240. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/2


Wisselkoersen van de euro (1)

7 februari 2019

(2019/C 50/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1345

JPY

Japanse yen

124,41

DKK

Deense kroon

7,4636

GBP

Pond sterling

0,87750

SEK

Zweedse kroon

10,4730

CHF

Zwitserse frank

1,1357

ISK

IJslandse kroon

136,80

NOK

Noorse kroon

9,7253

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,809

HUF

Hongaarse forint

319,29

PLN

Poolse zloty

4,3022

RON

Roemeense leu

4,7399

TRY

Turkse lira

5,9706

AUD

Australische dollar

1,5954

CAD

Canadese dollar

1,5050

HKD

Hongkongse dollar

8,9019

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6779

SGD

Singaporese dollar

1,5385

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 276,31

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

15,4673

CNY

Chinese yuan renminbi

7,6520

HRK

Kroatische kuna

7,4124

IDR

Indonesische roepia

15 883,00

MYR

Maleisische ringgit

4,6200

PHP

Filipijnse peso

59,231

RUB

Russische roebel

74,8990

THB

Thaise baht

35,436

BRL

Braziliaanse real

4,2198

MXN

Mexicaanse peso

21,7393

INR

Indiase roepie

81,0855


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/3


GEMEENSCHAPPELIJKE AFWIKKELINGSRAAD

Besluit betreffende de beoordeling van de voorwaarden voor afwikkeling met betrekking tot ABLV Bank, AS

(2019/C 50/04)

Op 23 februari 2018 heeft de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad besloten ABLV Bank, AS niet in afwikkeling te plaatsen. Dit besluit was gebaseerd op de conclusie dat niet was voldaan aan de voorwaarde van artikel 18, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1). De kerngegevens van dit besluit zijn als volgt:

Datum van vaststelling van het besluit

23 februari 2018

Besluit nr.

SRB/EES/2018/09

Gericht aan

Finanšu un kapitāla tirgus komisija

Instelling

ABLV Bank, AS

Gebruik van de bevoegdheid tot afschrijving en omzetting van kapitaalinstrumenten

Neen

Afwikkelingsmaatregel

Neen

Steun uit het fonds

Neen

Meer informatie over dit besluit is te vinden op de officiële website van de GAR: https://srb.europa.eu/en/content/ablv


(1)  PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1.


8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/3


Besluit betreffende de beoordeling van de voorwaarden voor afwikkeling met betrekking tot ABLV Bank Luxembourg S.A.

(2019/C 50/05)

Op 23 februari 2018 heeft de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad besloten ABLV Bank Luxembourg SA niet in afwikkeling te plaatsen. Dit besluit was gebaseerd op de conclusie dat niet was voldaan aan de voorwaarde van artikel 18, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1). De kerngegevens van dit besluit zijn als volgt:

Datum van vaststelling van het besluit

23 februari 2018

Besluit nr.

SRB/EES/2018/10

Gericht aan

Commission de Surveillance du Secteur Financier

Instelling

ABLV Bank Luxembourg S.A.

Gebruik van de bevoegdheid tot afschrijving en omzetting van kapitaalinstrumenten

Neen

Afwikkelingsmaatregel

Neen

Steun uit het fonds

Neen

Meer informatie over dit besluit is te vinden op de officiële website van de GAR: https://srb.europa.eu/en/content/ablv


(1)  PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1.


De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/4


Samenvatting van het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een nieuwe verordening betreffende het visuminformatiesysteem

(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de EDPS-website: www.edps.europa.eu)

(2019/C 50/06)

Om de veiligheid en het beheer van de buitengrenzen van de EU te verbeteren, heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd tot verbetering van het visuminformatiesysteem („VIS”), de gecentraliseerde gegevensbank van de EU met informatie over personen die een Schengenvisum aanvragen.

Het voorstel voorziet in het bijzonder in a) de verlaging van de vingerafdrukleeftijd voor kinderen die een visum voor kort verblijf aanvragen, van 12 jaar tot 6 jaar, b) de centralisatie van gegevens over alle visahouders voor een verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen op EU-niveau en c) de toetsing van visumaanvragen aan andere EU-informatiesystemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht.

De EDPS benadrukt dat biometrische gegevens, zoals vingerafdrukken, zeer gevoelig liggen. De verzameling en het gebruik ervan moeten aan een strikte noodzakelijkheidsanalyse worden onderworpen, vooraleer te besluiten deze op te slaan in een gegevensbank waar een groot aantal persoonsgegevens zullen worden verwerkt. Dit is des te belangrijker wanneer het gaat om vingerafdrukken van kinderen, die bijzonder kwetsbare leden van onze samenleving zijn en daarom speciale bescherming verdienen.

De EDPS erkent dat het van het grootste belang is om de preventie en strijd tegen misbruik van kinderenrechten, zoals mensenhandel, aan te scherpen. Hij merkt echter op dat het onduidelijk blijft of — en in welke mate — de kinderhandel toe te schrijven is aan of wordt versterkt door de verkeerde of niet-identificatie van kinderen die het grondgebied van de EU binnenkomen op basis van een visum. Mochten er meer elementen worden verstrekt die deze bewering ondersteunen, dan wil de EDPS benadrukken dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat vingerafdrukken van kinderen alleen worden gebruikt indien dat in het belang van het kind is. Daarnaast moeten passende beschermingsmaatregelen worden opgenomen in het voorstel.

Voorts merkt de EDPS op dat het voorstel, door gegevens over alle visumhouders voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen in het VIS op te nemen, de enige categorie onderdanen van derde landen beslaat die momenteel niet onder een van de grootschalige EU-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht vallen. Het voorstel zou in het kader van de voorgestelde interoperabiliteit van grootschalige EU-systemen bijdragen tot de oprichting van een gecentraliseerd EU-netwerk dat toegang geeft tot een aanzienlijke hoeveelheid informatie over alle onderdanen van derde landen die de EU-grenzen hebben overgestoken of overwegen over te steken (i.e. miljoenen mensen). De EDPS stelt dat er twee doelstellingen zijn inzake het centraliseren van gegevens met betrekking tot verblijfsvisa voor langere duur en verblijfsvergunningen: (a) de vaststelling van de authenticiteit van een document en de legitieme relatie met de houder ervan, en (b) de uitwisseling vergemakkelijken van informatie over personen wier visumaanvraag om veiligheidsredenen is afgewezen. De EDPS oordeelt in dit verband dat de harmonisering van beveiligde documenten verder moet worden onderzocht en dat de gegevens die zijn opgeslagen in het VIS, moeten worden beperkt tot personen wier verblijfsvisum voor langere duur of verblijfsvergunning om veiligheidsredenen is geweigerd.

Ten slotte voorziet het voorstel in de vergelijking van in het VIS opgeslagen gegevens met gegevens die zijn opgeslagen in andere systemen die tot dusver voor andere doeleinden dan migratie zijn ontwikkeld en gebruikt. De gegevens van visumaanvragers worden meer specifiek vergeleken met gegevens die zijn verzameld en opgeslagen met het oog op politiële en justitiële samenwerking. Uit de bezorgdheid over de toenemende tendens waarbij de grenzen tussen migratiebeheer en de bestrijding van criminaliteit en terrorisme vervagen, merkt de EDPS op dat in het voorstel niet duidelijk wordt bepaald hoe en in welke mate rekening moet worden gehouden met politiële en justitiële informatie bij de besluitvorming over de afgifte van visa. Hij beveelt aan om het doel van de vergelijking van de VIS-gegevens met politiële en justitiële informatie te verduidelijken in het voorstel, evenals de procedure en voorwaarden die van toepassing zijn op het resultaat van een dergelijke vergelijking. Hij beveelt ook aan om in het voorstel vast te stellen dat alleen politiële en justitiële informatie die juridisch gezien deel uitmaakt van het besluitvormingsproces inzake de afgifte van visa, toegankelijk is voor de visumautoriteiten.

1.   INLEIDING

1.1.   Achtergrond

1.

Op 6 april 2016 heeft de Commissie een mededeling Krachtigere en slimmere informatiesystemen voor grenzen en veiligheid (1) aangenomen om een discussie op gang te brengen over de tekortkomingen in de functionaliteiten van de bestaande systemen voor grensbeheer en interne veiligheid in de Europese Unie, teneinde hun prestaties te optimaliseren.

2.

Op 17 juni 2016 heeft de Commissie een deskundigengroep op hoog niveau inzake informatiesystemen en interoperabiliteit („HLEG”) opgericht, bestaande uit deskundigen op het gebied van informatiesystemen en interoperabiliteit, die zijn benoemd door de lidstaten, landen die zijn aangesloten bij Schengen en EU-agentschappen en -organen. De deskundigengroep was erop gericht om bij te dragen tot een algemene strategische visie op hoe het beheer en gebruik van gegevens voor zowel grensbeheer als beveiliging effectiever en efficiënter kan worden gemaakt, met volledige inachtneming van de grondrechten, en om oplossingen te vinden om verbeteringen door te voeren (2).

3.

De HLEG heeft haar aanbevelingen voorgesteld in haar eindverslag van mei 2017 (3). De HLEG heeft verschillende aanbevelingen gedaan met betrekking tot het VIS, zoals:

het toepassingsgebied van het VIS uitbreiden tot de opslag van visa voor verblijf van langere duur en verblijfsdocumenten;

de toegang voor wetshandhavingsinstanties verbeteren, met inachtneming van de hoogste normen inzake gegevensbescherming;

de kwaliteit van de gegevens in het systeem verbeteren, in het bijzonder de kwaliteit van de gezichtsopname om multimodale zoekopdrachten op basis van biometrische gegevens mogelijk te maken;

de leeftijd om vingerafdrukken te nemen van kinderen verlagen, om tegemoet te komen aan de bezorgdheid over mensenhandel waarbij kinderen betrokken zijn en kinderen worden ontvoerd, en over illegale migratie van minderjarigen;

de capaciteit van het VIS verbeteren voor wat betreft de productie van statistieken en verslagen die relevant zijn voor migratietrends en -verschijnselen (4).

4.

Op 17 augustus 2017 startte de Commissie een openbare raadpleging over de verlaging van de leeftijd waarop vingerafdrukken van kinderen worden genomen in de visumprocedure van twaalf jaar naar zes jaar (5). Op 17 november 2017 startte de Commissie opnieuw een openbare raadpleging over de uitbreiding van het toepassingsgebied van het visuminformatiesysteem („VIS”) met gegevens over verblijfsvisa voor langere duur en verblijfsdocumenten (6). De EDPS nam aan beide openbare raadplegingen deel en legde twee verklaringen af (7).

5.

Op 15 mei 2018 heeft de Commissie een voorstel (hierna „het voorstel” genoemd) gepubliceerd voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van:

Verordening (EG) nr. 767/2008 („VIS-verordening”),

Verordening (EG) nr. 810/2009 („Visumcode”),

Verordening (EG) nr. 2017/2226 („EES-verordening”),

Verordening (EG) nr. 2016/399 („Schengengrenscode”),

Verordening XX/2018 (Interoperabiliteitsverordening),

en Besluit 2004/512/EG („VIS-besluit”),

en tot intrekking van Besluit 2008/633/JHA van de Raad („Besluit inzake de toegang voor wetshandhavingsinstanties”).

6.

De EDPS werd uitgenodigd een bijdrage te leveren aan de twee openbare raadplegingen die uitging van de Commissie (zie punt 4 hierboven). Aangezien het voorstel hoofdzakelijk betrekking heeft op de verwerking van persoonsgegevens, vraagt de EDPS zich af waarom de Commissie hierover niet informeel of formeel om advies heeft gevraagd.

1.2.   Doelstellingen van de voorstellen

7.

Het voorstel is erop gericht de veiligheid binnen de Unie en haar grenzen te verbeteren en het beheer van de buitengrenzen van het Schengengebied te vergemakkelijken. Het voorstel is er vooral op gericht de visumverwerking te verbeteren, het gebruik van het VIS uit te breiden voor nieuwe gegevenscategorieën, de interoperabiliteitsinstrumenten ten volle te benutten, de kwaliteit van de gegevens te verbeteren en het VIS-systeem te verbeteren.

8.

Daarom biedt het voorstel de mogelijkheid om:

visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen op te nemen in het VIS om:

de authenticiteit en geldigheid van het document en de legitieme relatie met de houder ervan vast te stellen;

de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten te vergemakkelijken, zodat zij kunnen nagaan of de persoon geen bedreiging vormt voor de veiligheid van de lidstaten vóór of wanneer de persoon de buitengrens bereikt;

de leeftijd om vingerafdrukken te nemen van kinderen die een visum voor kort verblijf aanvragen, te verlagen van 12 tot 6 jaar om de identiteit van een kind met een visum aan de grens te verifiëren en bij te dragen tot de bestrijding van mensenhandel;

alle visumaanvragen die in het VIS worden geregistreerd, af te toetsen aan alle andere EU-informatiesystemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, waarbij gebruik wordt gemaakt van interoperabiliteit teneinde de veiligheidscontroles te verbeteren;

een kopie van de pagina met biometrische gegevens van het reisdocument van de aanvrager in het VIS te bewaren, ter staving van de procedure om illegale migranten terug te sturen naar hun land van herkomst, indien reisdocumenten ontbreken;

in het VIS opgeslagen vingerafdrukken te gebruiken om signaleringen van vermiste personen in het Schengeninformatiesysteem (SIS) op te nemen.

9.

Het onderhavige advies legt de nadruk op kwesties die van invloed zijn op het fundamentele recht van individuele personen op bescherming van hun gegevens. De EDPS merkt op dat ook het Europees Bureau voor de grondrechten een advies heeft uitgebracht over het herziene visuminformatiesysteem en de gevolgen daarvan voor de grondrechten (8).

10.

Om het eenvoudiger te maken om het voorstel, dat verschillende bestaande wetgevingsteksten wijzigt, te lezen en te begrijpen, wordt in dit advies de nummering van de artikelen gebruikt, zoals die door het voorstel in de bestaande wetgevingsteksten is ingevoerd of gewijzigd.

4.   CONCLUSIES

93.

De EDPS benadrukt dat biometrische gegevens, zoals vingerafdrukken, zeer gevoelig liggen. De verzameling en het gebruik ervan moeten aan een strikte noodzakelijkheidsanalyse worden onderworpen, vooraleer te besluiten deze op te slaan in een gegevensbank waar een groot aantal persoonsgegevens zullen worden verwerkt. Dit is des te belangrijker wanneer het gaat om vingerafdrukken van kinderen, die bijzonder kwetsbare leden van onze samenleving zijn en daarom speciale bescherming verdienen.

94.

De EDPS erkent dat het van het grootste belang is om de preventie en strijd tegen misbruik van kinderenrechten, zoals mensenhandel, aan te scherpen. Hij merkt echter op dat het onduidelijk blijft of — en in welke mate — de kinderhandel toe te schrijven is aan of wordt versterkt door de verkeerde of niet-identificatie van kinderen die het grondgebied van de EU binnenkomen op basis van een visum.

95.

Mochten er meer elementen worden verstrekt die deze bewering ondersteunen, dan wil de EDPS benadrukken dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat vingerafdrukken van kinderen alleen worden gebruikt indien dat in een specifiek geval in het belang van het kind is. Daarom beveelt EDPS aan om in het voorstel een specifieke bepaling op te nemen met betrekking tot de vingerafdrukken van kinderen om de verwerking ervan te beperken tot de doeleinden waarvoor zij bestemd zijn:

verificatie van de identiteit van het kind tijdens de visumaanvraagprocedure en aan de buitengrenzen, en

bijdragen aan de preventie en bestrijding van misbruik van kinderrechten, maar alleen in een specifiek geval.

Voor wat betreft de toegang voor wetshandhavingsinstanties geeft de EDPS in het bijzonder de volgende aanbevelingen:

deze toegang moet noodzakelijk zijn een geval van kinderhandel te voorkomen, op te sporen of te onderzoeken;

de toegang is noodzakelijk in een specifiek geval;

een voorafgaande raadpleging in de relevante nationale databanken en in de specifieke systemen op Europees niveau is mislukt;

er zijn redelijke gronden om aan te nemen dat de raadpleging van het VIS in aanzienlijke mate zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van de kinderhandelzaak in kwestie, en

de identificatie is in het belang van het kind.

96.

De EDPS merkt op dat het voorstel, door gegevens over alle visumhouders voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen in het VIS op te nemen, de enige categorie onderdanen van derde landen beslaat die momenteel niet onder een van de grootschalige EU-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht vallen. In het kader van de voorgestelde interoperabiliteit van grootschalige EU-systemen zou het voorstel bijdragen tot de oprichting van een gecentraliseerd EU-netwerk dat toegang geeft tot een aanzienlijke hoeveelheid informatie over alle onderdanen van derde landen die de EU-grenzen hebben overgestoken of overwegen over te steken (i.e. miljoenen mensen). Gelet op de tweeledige doelstelling inzake het centraliseren van gegevens met betrekking tot verblijfsvisa voor langere duur en verblijfsvergunningen: (a) om de authenticiteit van een document en de legitieme relatie met de houder ervan vast te stellen en (b) de uitwisseling van informatie over personen, oordeelt de EDPS in dit verband dat de harmonisering van beveiligde documenten verder moet worden onderzocht en dat de gegevens die zijn opgeslagen in het VIS, moeten worden beperkt tot personen:

waarvan de gegevens overeenkomen met gegevens die in een ander systeem zijn opgeslagen of waarvan er twijfels blijven bestaan omtrent de identiteit;

wier aanvraag voor een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning is geweigerd, omdat zij worden beschouwd als een bedreiging voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de volksgezondheid, of omdat zij documenten hebben voorgelegd die op frauduleuze wijze zijn verkregen of vervalst of waarmee is geknoeid.

97.

Wat betreft de vergelijking van in het VIS opgeslagen gegevens met gegevens die zijn opgeslagen in andere systemen, beveelt de EDPS aan om in het voorstel garanties op te nemen die stellen dat alleen informatie met betrekking tot terroristische en andere ernstige strafbare feiten die is opgeslagen in ECRIS-TCN, wordt meegedeeld aan de centrale autoriteit. Een van de manieren om dit te bereiken zou kunnen zijn dat de centrale autoriteit niet op de hoogte wordt gesteld van de positieve identificatie, maar dat er automatisch een kennisgeving wordt gestuurd naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de gegevens heeft ingevoerd en die de positieve identificatie hebben veroorzaakt. De bevoegde autoriteit van de lidstaat zou dan, in voorkomend geval, de centrale autoriteit inlichten. Als gevolg daarvan zou de mogelijkheid om het ECRIS-TCN-systeem te raadplegen, moeten worden geschrapt.

98.

De EDPS beveelt aan om het doel van de vergelijking van de VIS-gegevens met Europol-gegevens te verduidelijken in het voorstel, evenals de procedure en voorwaarden die van toepassing zijn op het resultaat van een dergelijke vergelijking. Voorts is hij van mening dat de soorten SIS-signaleringen waarmee rekening moet worden gehouden in de visumafgifteprocedure moet worden verduidelijkt in het voorstel, en beveelt hij aan om er in het voorstel voor te zorgen dat uitsluitend signaleringen die juridisch gezien deel uitmaken van het besluitvormingsproces inzake visumafgifte, een positieve identificatie opleveren die toegankelijk is voor de visumautoriteiten.

99.

Ten slotte, naast de algemene opmerkingen en de belangrijkste punten die hierboven zijn genoemd, heeft de EDPS aanvullende aanbevelingen met betrekking tot de volgende aspecten van de voorstellen:

categorieën VIS-gegevens vergeleken met gegevens die in andere systemen zijn opgeslagen;

specifieke categorieën visumaanvragers;

definitie van centrale autoriteiten;

het gebruik van VIS-gegevens om een SIS-signalering van vermiste personen op te nemen;

verificaties in geval van een positieve identificatie;

toegang voor rechtshandhavingsdoeleinden;

statistieken;

het gebruik van geanonimiseerde gegevens voor testdoeleinden;

toezicht op de kwaliteit van de gegevens;

toezicht op het VIS.

100.

De EDPS blijft beschikbaar voor verder advies over het voorstel, en advies in verband met gedelegeerde of uitvoeringshandelingen die volgend op de voorgestelde verordeningen worden aangenomen en die mogelijk gevolgen hebben voor de verwerking van persoonsgegevens.

Brussel, 12 december 2018

Giovanni BUTTARELLI

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  https://ec.europa.eu/home-affairs/what-is-new/news/news/2016/20160406_3_en

(2)  C (2016) 3780 def., besluit van de Commissie van 17.6.2016 tot oprichting van de deskundigengroep op hoog niveau inzake informatiesystemen en interoperabiliteit.

(3)  http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetailDoc&id=32600&no=1

(4)  Ibid., blz. 19.

(5)  https://ec.europa.eu/home-affairs/news/public-consultation-lowering-fingerprinting-age-children-visa-procedure-12-years-6-years_en

(6)  https://ec.europa.eu/home-affairs/content/consultation-extending-scope-visa-information-system-vis-include-data-long-stay-visas-and_en

(7)  De reactie van de EDPS op de openbare raadpleging van de Commissie over de uitbreiding van het toepassingsgebied van het visuminformatiesysteem (VIS) met gegevens over verblijfsvisa voor langere duur en verblijfsdocumenten kan worden geraadpleegd op: https://edps.europa.eu/sites/edp/files/publication/18-02-09_formal_comments_vis_consultation_long_stay_visas_residence_documents_en.pdf en de formele opmerkingen van EDPS naar aanleiding van de openbare raadpleging van de Commissie inzake de verlaging van de leeftijd waarop vingerafdrukken van kinderen worden genomen in de visumprocedure van 12 naar 6 jaar, kunnen worden geraadpleegd op: https://edps.europa.eu/sites/edp/files/publication/17-11-09_formal_comments_2017-0809_en.pdf

(8)  Advies van het Europees Bureau voor de grondrechten over het herziene visuminformatiesysteem en de gevolgen daarvan voor de grondrechten van 30 augustus 2018, te raadplegen op: http://fra.europa.eu/en/opinion/2018/visa-system


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Investeringsbank

8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/9


Oproep tot het indienen van voorstellen

Het Europese Investeringsbank-Instituut stelt een nieuw EIBURS-sponsorschap voor in het kader van zijn Kennisprogramma

(2019/C 50/07)

Het Kennisprogramma van het Europese Investeringsbank-Instituut verstrekt zijn onderzoeksbeurzen via verschillende programma’s en een daarvan is:

EIBURS, het programma EIB University Research Sponsorship.

EIBURS verstrekt beurzen aan universitaire faculteiten of onderzoekscentra die gelieerd zijn aan universiteiten in de EU of in (potentiële) kandidaat-lidstaten, en zich bezighouden met onderzoek op gebieden die voor de EIB van grote betekenis zijn. In het kader van EIBURS verstrekt de EIB driejarige beurzen van maximaal 100 000 euro per jaar. Deze beurzen worden via een competitief proces toegekend aan belangstellende universitaire faculteiten of onderzoekscentra die beschikken over erkende expertise op het geselecteerde gebied. Winnende voorstellen moeten diverse resultaten opleveren en deze worden vooraf vastgelegd in contractuele afspraken met de Europese Investeringsbank.

Voor het academisch jaar 2019/2020 is het EIBURS-programma op zoek naar voorstellen over een nieuw onderzoeksthema:

„Bouwen aan de toekomst van inclusieve financiering: de rol van fintechs en digitalisering”

Hoewel de intensiteit van de discussie over inkomensongelijkheid de afgelopen jaren wat is afgenomen, is het onderwerp zelf nog steeds zeer actueel. Hardnekkige en grote inkomensverschillen vormen een bedreiging voor de sociale verhoudingen binnen de Europese maatschappij. We moeten daarom zorgen voor een beleid dat hierop passende antwoorden levert. Een goede oplossing voor de lange termijn is bijvoorbeeld om kansarmen de mogelijkheid te bieden hun aantoonbare ondernemersambities te realiseren. Inclusieve financiering houdt in dat financiële en niet-financiële producten en diensten worden geboden aan mensen zonder werk of mensen uit andere kwetsbare groepen. Het is een beleidsinstrument dat bedoeld is om armoede te verlichten en inkomensongelijkheid te verkleinen. De sector inclusieve financiering wordt echter steeds nauwlettender gevolgd en om een aantal redenen bekritiseerd: het bereik ervan is gestagneerd en de kosten die voor dit soort leningen in rekening worden gebracht, worden vaak beschouwd als te hoog om armoede effectief te bestrijden.

Dit onderzoeksproject is daarom gericht op het in kaart brengen van de mogelijkheden om de sector inclusieve financiering met behulp van technologische en financiële innovaties efficiënter te maken. Onderzoeksvoorstellen dienen met een strategie te komen, waarmee onderstaande elementen kunnen worden aangepakt:

1.

Het disruptieve vermogen van technologische en financiële innovatie

Een breed, volledig en uitputtend overzicht van het vermogen van technologische en financiële innovaties tot disruptie van inclusieve financieringsmechanismen en tot verbetering van de mogelijkheden voor deze sector om bij te dragen aan het realiseren van de doelstellingen van het sociaal beleid.

We moedigen onderzoekers aan zich vooral te richten op de mogelijkheden om technologische en financiële innovatie in te zetten om het bereik van financiële instellingen uit te breiden naar groepen waarop het sociaal beleid zich specifiek richt, zoals: vrouwelijke ondernemers, migranten, financieel achtergestelde personen, plattelandsbevolking en sociale ondernemingen.

Onderwerpen die speciale aandacht behoeven: welke invloed zou het inzetten van fintechs/financiële innovatie hebben op:

de omgang en communicatie met klanten,

training en begeleiding,

de prijsstelling van leningen,

het screeningproces,

de procedure voor kredietaanvragen,

de inning van kredietschulden,

financiële winstgevendheid,

betere beoordeling van de opbrengsten op sociaal vlak: de zichtbaarheid verhogen.

2.

Het gebruik van financiële innovaties (fintechs) in de sector inclusieve financiering

In het vervolgonderzoek zou idealiter worden gezorgd voor empirische onderbouwing van de onder 1 vastgestelde gebieden waar sprake is van disruptie: geschiedenis, evolutie en huidige stand van zaken.

Een vergelijkend onderzoek naar verschillende Europese regio’s/landen is wenselijk.

Het vastleggen van de huidige stand van de digitalisering bij financiële instellingen die zich bezighouden met microfinanciering, sociaal ondernemerschap en ondernemerschap onder immigranten.

Een aantal casestudies van de onder 1 beschreven disruptieve mechanismen.

3.

Bewijs voor het causaal effect van financiële innovaties: de mate waarin de sector inclusieve financiering bijdraagt aan de doelstellingen van het sociaal beleid

Op basis van de in deel 1 genoemde, geanalyseerde mechanismen en de in deel 2 verzamelde en gedocumenteerde gegevens, moet het onderzoeksvoorstel de hoofdlijnen van een methodologie beschrijven. Met behulp van deze methodologie moet de impact kunnen worden gekwantificeerd die technologische of financiële innovaties hebben op een voor de sector relevante beleidsdoelstelling. Dit is bijvoorbeeld: toegang tot kredieten voor financieel kwetsbare groepen, het aantal migrantenondernemers.

De empirische methodologie kan een micro- of een macro-benadering volgen (of beide), maar moet wel als doel hebben een causaal effect vast te stellen.

Het gebruik van financiële innovaties in de sector inclusieve financiering is een zeer belangrijk onderwerp voor de EIB-Groep. Dit blijkt ook uit de sterke betrokkenheid van de Europese Investeringsbank, het Europees Investeringsfonds en het Europese Investeringsbank-Instituut bij dit segment. De EIB-Groep is goed gepositioneerd om te reageren op snelle veranderingen op de markt — waaronder nieuwe toetreders zoals fintechs — en om de belangrijke sociale dimensies van deze activiteiten efficiënter te realiseren.

De voorstellen moeten worden ingediend in het Engels, uiterlijk op 15 april 2019 (24.00 uur MET). Voorstellen die na deze datum worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. De voorstellen dienen per e-mail te worden gezonden aan:

Events.EIBInstitute@eib.org

Voor uitgebreide informatie over de EIBURS-selectieprocedure en over het EIB-Instituut verwijzen wij u naar: http://institute.eib.org/


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/11


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9264 — The Carlyle Group/StandardAero)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 50/08)

1.   

Op 31 januari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

The Carlyle Group L.P. (Verenigde Staten);

StandardAero Holding Corp. („StandardAero”, Verenigde Staten), die momenteel onder zeggenschap staat van Veritas Capital (Verenigde Staten).

The Carlyle Group verkrijgt — indirect via haar volle dochteronderneming Dynasty Acquisition Co., Inc. — uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van StandardAero.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   The Carlyle Group L.P.: wereldwijde alternatieve vermogensbeheerder;

—   StandardAero: onafhankelijke aanbieder van onderhouds-, reparatie- en revisiediensten („MRO-diensten”) voor fabrikanten van originele uitrusting („OEM's”) voor motoren, zakelijke en commerciële luchtvaart en militaire en industriële eigenaars en exploitanten.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9264 — The Carlyle Group/StandardAero

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


8.2.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 50/13


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8870 — E.ON/Innogy)

(Voor de EER relevante tekst)

(2019/C 50/09)

1.   

Op 31 januari 2019 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

E.ON SE („E.ON”, Duitsland);

Innogy SE („Innogy”, Duitsland), die momenteel onder zeggenschap staat van RWE.

E.ON verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over de divisies distributie en oplossingen voor de consument, alsook bepaalde activa voor elektriciteitsopwekking van Innogy. In een eerste stap zal E.ON het geheel van Innogy verwerven. In een tweede stap zal E.ON het merendeel van de divisies hernieuwbare elektriciteitsopwekking en gasopslag van Innogy opsplitsen, alsook de deelname in Kärnter Energieholding Beteiligungs GmbH, en deze activa terug overdragen aan RWE.

De concentratie maakt deel uit van een ingewikkelde activaruil tussen RWE en E.ON. In een afzonderlijke zaak (zaak M.8871) heeft RWE op 22 januari 2019 een aanmelding van een geplande verwerving van uitsluitende zeggenschap over bepaalde activa voor elektriciteitsproductie van E.ON bij de Commissie ingediend. RWE zal ook een belang van ongeveer 16,7 % in E.ON verkrijgen.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   E.ON: energiebedrijf dat actief is in de hele toeleveringsketen, waaronder opwekking, groothandelslevering, transmissie, distributie, kleinhandelslevering en energiegerelateerde activiteiten (zoals meting, e-mobiliteit enz.). E.ON is actief in verschillende Europese landen, waaronder Zweden, Roemenië, Italië, Polen, Denemarken, Tsjechië, Duitsland, Hongarije, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk;

—   Innogy: volle dochteronderneming van RWE, een energiebedrijf dat actief is in de hele toeleveringsketen, waaronder distributie, kleinhandelslevering en energiegerelateerde activiteiten (zoals meting, e-mobiliteit enz.). Innogy is actief in verschillende Europese landen, waaronder België, Spanje, Nederland, Polen, Frankrijk, Italië, Portugal, Roemenië, Kroatië, Slovenië, Tsjechië, Duitsland, Hongarije, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.8870 — E.ON/Innogy

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).