ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 400

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

61e jaargang
6 november 2018


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2018/C 400/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.9105 — Rhône Capital/Maxam) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2018/C 400/02

Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties: 0,00 % per 1 november 2018 — Wisselkoersen van de euro

2

2018/C 400/03

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 24 oktober 2018 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot registratie van een naam als bedoeld in artikel 49 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad — Schaf-Heumilch/Sheep’s Haymilk/Latte fieno di pecora/Lait de foin de brebis/Leche de heno de oveja (GTS)

3

2018/C 400/04

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 24 oktober 2018 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot registratie van een naam als bedoeld in artikel 49 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad — Ziegen-Heumilch/Goat’s Haymilk/Latte fieno di capra/Lait de foin de chèvre/Leche de heno de cabra (GTS)

7

2018/C 400/05

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

11

2018/C 400/06

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

12

2018/C 400/07

Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

13

2018/C 400/08

Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 2014/68/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukapparatuur ( 1 )

14


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2018/C 400/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9044 — CVC/Recordati) ( 1 )

15

2018/C 400/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.9071 — Banca Generali/Saxo Bank/JV) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

16


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.9105 — Rhône Capital/Maxam)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 400/01)

Op 26 oktober 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M9105. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/2


Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):

0,00 % per 1 november 2018

Wisselkoersen van de euro (2)

5 november 2018

(2018/C 400/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1370

JPY

Japanse yen

128,81

DKK

Deense kroon

7,4596

GBP

Pond sterling

0,87535

SEK

Zweedse kroon

10,3268

CHF

Zwitserse frank

1,1437

ISK

IJslandse kroon

137,90

NOK

Noorse kroon

9,5240

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,846

HUF

Hongaarse forint

322,44

PLN

Poolse zloty

4,3126

RON

Roemeense leu

4,6608

TRY

Turkse lira

6,1783

AUD

Australische dollar

1,5803

CAD

Canadese dollar

1,4887

HKD

Hongkongse dollar

8,9047

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7085

SGD

Singaporese dollar

1,5651

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 278,67

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,3230

CNY

Chinese yuan renminbi

7,8780

HRK

Kroatische kuna

7,4383

IDR

Indonesische roepia

17 027,71

MYR

Maleisische ringgit

4,7475

PHP

Filipijnse peso

60,515

RUB

Russische roebel

75,4376

THB

Thaise baht

37,476

BRL

Braziliaanse real

4,2253

MXN

Mexicaanse peso

22,8514

INR

Indiase roepie

83,0920


(1)  Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.

(2)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/3


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2018

inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot registratie van een naam als bedoeld in artikel 49 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad

„Schaf-Heumilch”/„Sheep’s Haymilk”/„Latte fieno di pecora”/„Lait de foin de brebis”/„Leche de heno de oveja” (GTS)

(2018/C 400/03)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 50, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Oostenrijk heeft bij de Commissie een aanvraag tot bescherming van de namen „Schaf-Heumilch”/„Sheep’s Haymilk”/„Latte fieno di pecora”/„Lait de foin de brebis”/„Leche de heno de oveja” ingediend overeenkomstig artikel 49, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(2)

Overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie die aanvraag onderzocht en zij heeft geconcludeerd dat is voldaan aan de in die verordening vastgestelde voorwaarden.

(3)

Om de indiening van bezwaarschriften overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 mogelijk te maken, moet het in artikel 50, lid 2, onder b), van die verordening bedoelde productdossier van de namen „Schaf-Heumilch”/„Sheep’s Haymilk”/„Latte fieno di pecora”/„Lait de foin de brebis”/„Leche de heno de oveja” worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Het in artikel 50, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde productdossier van de namen „Schaf-Heumilch”/„Sheep’s Haymilk”/„Latte fieno di pecora”/„Lait de foin de brebis”/„Leche de heno de oveja” (GTS) is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 geeft de bekendmaking van dit besluit het recht om uiterlijk drie maanden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar te maken tegen de registratie van de in de eerste alinea van dit artikel genoemde namen.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2018.

Voor de Commissie

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


BIJLAGE

PRODUCTDOSSIER VAN EEN GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEIT

„Schaf-Heumilch”/„Sheep’s Haymilk”/„Latte fieno di pecora”/„Lait de foin de brebis”/„Leche de heno de oveja”

EU-nr.: TSG-AT-02289 — 22.2.2017

„Oostenrijk”

1.   Naam/namen waarvoor de registratie wordt aangevraagd

„Schaf-Heumilch” (de); „Sheep’s Haymilk” (en); „Latte fieno di pecora” (it); „Lait de foin de brebis” (fr); „Leche de heno de oveja” (es)

2.   Productcategorie

2.1.   Productcategorie

Categorie 1.4. Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.)

3.   Grond voor registratie

3.1.   Het product is

het resultaat van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met de traditionele gebruiken voor dat product of levensmiddel;

vervaardigd uit de traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten.

De productie van hooimelk is de meest natuurlijke vorm van melkproductie. De melk is afkomstig van dieren die worden gehouden op traditionele, duurzame melkveebedrijven. Het wezenlijke verschil tussen gewone melk en hooimelk, en het traditionele karakter van hooimelk zijn gelegen in het feit dat de dieren die bestemd zijn voor de productie ervan, geen gegist voeder krijgen, zoals van oudsher het geval was in de melkproductie. Door de toenemende industrialisering en mechanisering van de landbouw sinds de jaren zestig is de nadruk komen te liggen op de productie van kuilvoer (gegiste voedermiddelen), waardoor de productie van gedroogde voedergewassen is verdrongen. Daarnaast is het gebruik van dieren en diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt, verboden. De voeding van de dieren varieert per seizoen: wanneer er groenvoeder beschikbaar is, bestaat de voeding voornamelijk uit verse grassen, vers loof en hooi, maar ook uit de in punt 4.2 genoemde toegestane voedermiddelen; in de winter bestaat ze uit hooi en de in punt 4.2 genoemde toegestane voedermiddelen.

3.2.   De naam

wordt van oudsher gebruikt om het specifieke product aan te duiden;

is een verwijzing naar het traditionele karakter of de specificiteit van het product.

Het schaap is een van de oudste gedomesticeerde dieren ter wereld. Reeds in de oude steentijd zorgden schapen voor vlees, melk, vacht en wol. Het was waarschijnlijk in de steppen van Zuidwest-Azië dat schapen voor het eerst werden gefokt. Later bereikte de schapenfokkerij Europa via Perzië en de Balkan. Het Alpengebied is van oudsher geschikt voor de teelt van schapen. Een bijzondere vorm van intensieve veeteelt, „Schwaigen” genoemd, wordt in Tirol toegepast sinds het midden van de twaalfde eeuw. De term „Schwaig” komt uit het Middelhoogduits en verwijst naar een specifieke vorm van nederzetting, en vooral van veehouderij, in de Alpen. Landsheren hebben een groot aantal „Schwaighöfe” gebouwd als permanente nederzettingen die dienst deden als vee- en schapenhouderijen. Het is bekend dat dergelijke nederzettingen in Tirol sinds de twaalfde eeuw bestaan. Later werd de term „Schwaige” soms gebruikt om te verwijzen naar bergweiden die uitsluitend in de zomermaanden worden bewerkt. Een alpijnse melkveehouder wordt ook wel „Schwaiger” of „Schwaigerin” genoemd. Tot het einde van de veertiende eeuw waren Tiroolse „Schwaighof”-boerderijen voornamelijk toegespitst op de schapenfokkerij. De schapenfokkerij in uitgestrekte alpenweiden is dan ook een traditie die in Tirol al honderden jaren bestaat.

Tussen de veertiende en de negentiende eeuw stierf de schapenhouderij in Oostenrijk echter bijna uit en werd ze geleidelijk vervangen door de varkensfokkerij. Vandaag wordt het schaap opnieuw stilaan belangrijker voor de melk- en vleesproductie.

4.   Beschrijving

4.1.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, met inbegrip van de belangrijkste fysieke, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken die het specifieke karakter van het product aantonen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Schapenmelk overeenkomstig de geldende wetgeving.

4.2.   Beschrijving van de productiemethode van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, en de manier waarop het product wordt bereid (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

„Schaf-Heumilch” wordt op traditionele wijze geproduceerd volgens de „Heumilchregulativ” (regelgeving betreffende de productie van hooimelk). Het voornaamste kenmerk van hooimelk is dat bij de productie geen gebruik mag worden gemaakt van, ten eerste, gegiste voedermiddelen zoals kuilvoer, en, ten tweede, dieren en diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt.

„Heumilchregulativ”

„Schaf-Heumilch” is schapenmelk die wordt geproduceerd door melkveehouders die zich ertoe hebben verbonden aan de volgende criteria te voldoen: er mag geen gebruik worden gemaakt van dieren of diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt.

Het hele veehouderijbedrijf moet volgens de regels van de hooimelkproductie worden geëxploiteerd.

Toegestane voedermiddelen

Wanneer er groenvoeder beschikbaar is, voeden de dieren zich voornamelijk met verse grassen, leguminosen en loof en in de winter met hooi.

Het volgende aanvullende ruwvoer is eveneens toegestaan: koolzaad, voedermaïs, voederrogge, voederbiet, hooi-, luzerne- en maïspellets.

Het aandeel ruwvoer moet op jaarbasis ten minste 75 % van het droogvoer uitmaken.

Toegestane graansoorten zijn tarwe, gerst, haver, triticale, rogge en maïs, in hun gebruikelijke handelsvariant of gemengd met mineralen (zemelen, pellets e.d.).

Ook veldbonen, voedererwten, oliehoudende vruchten en persschroot of perskoeken zijn toegestaan.

Verboden voedermiddelen

Kuilvoer (gegiste voeders) en vochtig of gegist hooi zijn niet toegestaan als voedermiddel.

Bijproducten van brouwerij, branderij of ciderfabricage en bijproducten van de voedingsindustrie zoals vochtige bierdraf of vochtige pulp zijn niet toegestaan als voedermiddel. Een uitzondering geldt voor gedroogde pulp en melasse uit de productie van suiker en droge, met proteïnen verrijkte voedermiddelen uit de graanverwerking.

Het gebruik van bevochtigde voedermiddelen voor lacterende dieren is niet toegestaan.

Voedermiddelen van dierlijke oorsprong zijn niet toegestaan, met uitzondering van melk en wei voor jong vee.

Tuin- en fruitafval en ureum zijn niet toegestaan als voedermiddel.

Bemestingsvoorschriften

Op de landbouwgrond van de veehouderij mag geen zuiveringsslib, daarvan afgeleide producten of compost worden verspreid die afkomstig zijn van gemeentelijke waterzuiveringsinstallaties. Groencompost (gecomposteerd mengsel van plantaardig materiaal) is wel toegestaan.

Veehouderijen moeten op al hun voedergronden een minimale periode van drie weken in acht nemen tussen de verspreiding van dierlijke mest en het gebruik van de grond om het vee te laten grazen.

Gebruik van chemische hulpstoffen

Op alle voedergronden van de veehouderij mogen synthetische gewasbeschermingsmiddelen slechts selectief en gericht en onder toezicht van gespecialiseerde landbouwadviseurs worden toegepast.

Toegestane vliegenbestrijdingsmiddelen mogen in gebouwen die zijn bestemd voor het melkvee, alleen worden gebruikt wanneer er geen lacterende ooien aanwezig zijn.

Termijnen voor de melklevering

De eerste levering van melk als „Schaf-Heumilch” mag op zijn vroegst tien dagen na het lammeren plaatsvinden.

Wanneer de schapen kuilvoer (gegiste voeders) hebben gekregen, bedraagt de minimumtermijn 14 dagen.

Dieren in bergweiden die op de veehouderij kuilvoer (gegiste voeders) hebben gekregen, mogen vóór de verweiding ten minste 14 dagen lang geen kuilvoer hebben gekregen. Indien dit niet het geval is, mag hun melk pas na een verblijf van 14 dagen op de bergweiden (van de leverancier van de schapenhooimelk) als „Schaf-Heumilch” worden gebruikt. Op bergweiden mag kuilvoer niet worden geproduceerd of als voeder worden gebruikt.

Verbod op genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen en diervoeders

Met het oog op het behoud van het traditionele karakter van de productie van „Schaf-Heumilch” mag geen gebruik worden gemaakt van dieren en diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt.

Overige bepalingen

Zowel de productie als de opslag van kuilvoer (gegiste voeders) op de veehouderij is verboden.

Zowel de productie als de opslag van alle soorten omhulde balen op de veehouderij is verboden.

De productie van vochtig of gegist hooi op de veehouderij is verboden.

4.3.   Beschrijving van de belangrijkste elementen die het traditionele karakter van het product bepalen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Het traditionele karakter van hooimelk is gelegen in het feit dat de dieren die bestemd zijn voor de productie ervan, geen gegist voeder krijgen, zoals van oudsher het geval was in de melkproductie. Door de toenemende industrialisering en mechanisering van de landbouw sinds de jaren zestig is de nadruk komen te liggen op de productie van kuilvoer (gegiste voedermiddelen), waardoor de productie van gedroogde voedergewassen is verdrongen.

De veehouderij berustte enerzijds op beweiding en anderzijds op de productie van gras en hooi in weiden. Uit geschriften blijkt dat het in Tirol sinds de dertiende eeuw de gewoonte was hooi (of hooi en etgras [tweede grasgewas dat na het maaien opschiet]) minstens tweemaal per jaar (fenum primum et secundum) te oogsten (Stolz, O. (1949), Rechtsgeschichte des Bauernstandes und der Landwirtschaft in Tirol und Vorarlberg).

Het kadaster van het aartsbisdom Salzburg bevat zeer gedetailleerde informatie over de omvang van de veestapel op „Schwaig”-nederzettingen en alle andere eigendom die toebehoorde aan het aartsbisdom in de Ziller-vallei in 1607. Aan het einde van elke gedetailleerde beschrijving van de individuele percelen is de volgende vermelding opgenomen: „tijdens de winter zijn er zoveel paarden, runderen, schapen of geiten aanwezig”. De landbouwers in de bergen hadden in de winter minder dieren dan in de zomer, wanneer de weiden beschikbaar waren. Het lijdt geen twijfel dat het laten grazen op dorpsweiden een algemene praktijk was in de „Schwaig”-nederzettingen en de belangrijkste voedselbron voor het vee vormde. Geschriften uit een nog vroegere periode, meer bepaald de dertiende en veertiende eeuw, tonen aan dat de „Schwaighof”-boerderijen zowel graslanden en velden omvatten als weilanden en bergweiden. Dat betekent dat gras en hooi op de „Schwaighof”-boerderijen al sinds het begin werden geproduceerd. In de nabijheid van de boerderijen zijn er bergkammen die eveneens tot de „Schwaig” behoren. Die bergkammen bestaan traditioneel uit weilanden waarop het vee in het voor- en najaar een aantal weken kan grazen, en die de rest van het jaar worden gebruikt voor hooiproductie. Van alle soorten weilanden zijn deze bergweiden of hoger gelegen weiden het meest kenmerkend voor de Alpen. Het gras van deze weiden wordt slechts eenmaal per jaar gemaaid en op sommige plaatsen slechts eenmaal in de twee, drie of vier jaar. De hoeveelheid hooi die ze voortbrengen is beperkt, maar het hooi is heel geurig en voedzaam (Stolz, O. (1930), Die Schwaighöfe in Tirol).

Het hooi moet worden opgeslagen in een loods tot de volgende lente. Het gebeurt immers vaak dat er sneeuw valt kort nadat het vee naar de alpenweiden is gebracht (Trientl, A. (1892), Die Landwirtschaft in den Gebirgsländern).


6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/7


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2018

inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot registratie van een naam als bedoeld in artikel 49 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad

„Ziegen-Heumilch”/„Goat’s Haymilk”/„Latte fieno di capra”/„Lait de foin de chèvre”/„Leche de heno de cabra” (GTS)

(2018/C 400/04)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 50, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Oostenrijk heeft bij de Commissie een aanvraag tot bescherming van de namen „Ziegen-Heumilch”/„Goat’s Haymilk”/„Latte fieno di capra”/„Lait de foin de chèvre”/„Leche de heno de cabra” ingediend overeenkomstig artikel 49, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(2)

Overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 heeft de Commissie die aanvraag onderzocht en zij heeft geconcludeerd dat is voldaan aan de in die verordening vastgestelde voorwaarden.

(3)

Om de indiening van bezwaarschriften overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 mogelijk te maken, moet het in artikel 50, lid 2, onder b), van die verordening bedoelde productdossier van de namen „Ziegen-Heumilch”/„Goat’s Haymilk”/„Latte fieno di capra”/„Lait de foin de chèvre”/„Leche de heno de cabra” worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Het in artikel 50, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde productdossier van de namen „Ziegen-Heumilch”/„Goat’s Haymilk”/„Latte fieno di capra”/„Lait de foin de chèvre”/„Leche de heno de cabra” (GTS) is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 geeft de bekendmaking van dit besluit het recht om uiterlijk drie maanden na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie bezwaar te maken tegen de registratie van de in de eerste alinea van dit artikel genoemde namen.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2018.

Voor de Commissie

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.


BIJLAGE

PRODUCTDOSSIER VAN EEN GEGARANDEERDE TRADITIONELE SPECIALITEIT

„Ziegen-Heumilch”/„Goat’s Haymilk”/„Latte fieno di capra”/„Lait de foin de chèvre”/„Leche de heno de cabra”

EU-nr.: TSG-AT-02290-22.2.2017

Oostenrijk

1.   Naam/namen waarvoor de registratie wordt aangevraagd

„Ziegen-Heumilch” (de); „Goat’s Haymilk” (en); „Latte fieno di capra” (it); „Lait de foin de chèvre” (fr); „Leche de heno de cabra” (es)

2.   Productcategorie

Categorie 1.4. Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.)

3.   Grond voor registratie

3.1.   Het product is

het resultaat van een productiewijze, verwerkingswijze of samenstelling die in overeenstemming is met de traditionele gebruiken voor dat product of dat levensmiddel;

vervaardigd uit de traditioneel gebruikte grondstoffen of ingrediënten.

De productie van hooimelk is de meest natuurlijke vorm van melkproductie. De melk is afkomstig van dieren die worden gehouden op traditionele, duurzame melkveebedrijven. Het wezenlijke verschil tussen gewone melk en hooimelk, en het traditionele karakter van hooimelk zijn gelegen in het feit dat bij de productie van hooimelk geen gegist voeder wordt gebruikt, zoals van oudsher het geval was in de melkproductie. Door de toenemende industrialisering en mechanisering van de landbouw sinds de jaren zestig is de nadruk komen te liggen op de productie van kuilvoer (gegiste voedermiddelen), waardoor de productie van gedroogde voedergewassen is verdrongen. Daarnaast is het gebruik van dieren en diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt, in de richtsnoeren verboden. De voeding van de dieren varieert per seizoen: wanneer er groenvoeder beschikbaar is, bestaat de voeding voornamelijk uit verse grassen en hooi, maar ook uit de in punt 4.2 genoemde toegestane voedermiddelen; in de winter bestaat ze uit hooi en de in punt 4.2 genoemde toegestane voedermiddelen.

3.2.   De naam

wordt van oudsher gebruikt om het specifieke product aan te duiden;

is een verwijzing naar het traditionele karakter of de specificiteit van het product.

De productie en verwerking van geitenhooimelk zijn al zo oud als de geitenhouderij in de landbouw (ongeveer elfde eeuw v. Chr.). In de middeleeuwen was de geitenhouderij wijdverbreid in de zogenaamde „Schwaighöfe” (traditionele boerderijen) in de Voor-Alpen en in de bergen van Tirol. De geiten werden er vaak naar bergachtige maaiweiden gebracht, wanneer deze zich ver van de alpenweiden bevonden, waardoor de arbeiders over melk beschikten. De term „Schwaig” komt uit het Middelhoogduits en verwijst naar een specifieke vorm van nederzetting, en vooral van veehouderij, in de Alpen. Landsheren hebben er zelf een groot aantal „Schwaighöfe” gebouwd als permanente nederzettingen die dienst deden als veehouderijen, met name in de melkproductie (en de productie van kaas in het bijzonder). Het is bekend dat dergelijke nederzettingen in Tirol sinds de twaalfde eeuw bestaan. In bepaalde alpenregio’s waar boerderijen werden gedeeld, kweekten kleine landbouwers geiten voor de melk die nodig was op de boerderijen in het dal.

4.   Beschrijving

4.1.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, met inbegrip van de belangrijkste fysieke, chemische, microbiologische of organoleptische kenmerken die het specifieke karakter van het product aantonen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Geitenmelk overeenkomstig de geldende wetgeving.

4.2.   Beschrijving van de productiemethode van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is, die door de producenten moet worden gevolgd, met inbegrip van, in voorkomend geval, de aard en de kenmerken van de gebruikte grondstoffen of ingrediënten, en de manier waarop het product wordt bereid (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Geitenhooimelk wordt op traditionele wijze geproduceerd volgens de „Heumilchregulativ” (regelgeving betreffende de productie van hooimelk). Het voornaamste kenmerk van hooimelk is dat bij de productie geen gebruik mag worden gemaakt van, ten eerste, gegiste voedermiddelen zoals kuilvoer, en, ten tweede, dieren en diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt.

„Heumilchregulativ”

Geitenhooimelk is geitenmelk die wordt geproduceerd door melkveehouders die zich ertoe hebben verbonden de volgende criteria na te leven: het gebruik van dieren en diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt, is verboden.

Het hele landbouwbedrijf moet volgens die regels betreffende de hooimelkproductie worden geëxploiteerd.

Toegestane voedermiddelen

Wanneer er groenvoeder beschikbaar is, voeden de dieren zich voornamelijk met verse grassen en leguminosen en in de winter met hooi.

Het volgende aanvullende ruwvoer is eveneens toegestaan: koolzaad, voedermaïs, voederrogge, voederbiet, hooi-, luzerne- en maïspellets en vergelijkbare voedermiddelen.

Het aandeel ruwvoer moet op jaarbasis in gewicht ten minste 75 % van het droogvoer uitmaken.

Toegestane graansoorten zijn tarwe, gerst, haver, triticale, rogge en maïs, in hun gebruikelijke handelsvariant of gemengd met mineralen (zemelen, pellets e.d.).

Ook veldbonen, voedererwten, oliehoudende vruchten en persschroot of perskoeken zijn toegestaan.

Verboden voedermiddelen

Kuilvoer (gegiste voeders) en vochtig of gegist hooi zijn niet toegestaan als voedermiddel.

Bijproducten van brouwerij, branderij of ciderfabricage en bijproducten van de voedingsindustrie zoals vochtige bierdraf of vochtige pulp zijn niet toegestaan als voedermiddel. Een uitzondering geldt voor gedroogde pulp en melasse uit de productie van suiker en droge, met proteïnen verrijkte voedermiddelen uit de graanverwerking.

Het gebruik van bevochtigde voedermiddelen voor vrouwelijk vee is niet toegestaan.

Voedermiddelen van dierlijke oorsprong (melk, wei, diermeel e.d.) zijn niet toegestaan, met uitzondering van melk en wei voor jong vee.

Tuin- en fruitafval en afval van aardappelen en ureum zijn niet toegestaan als voedermiddel.

Bemestingsvoorschriften

Melkleveranciers mogen op hun landbouwgrond geen zuiveringsslib, afgeleide producten of compost verspreiden die afkomstig zijn van gemeentelijke waterzuiveringsinstallaties. Groencompost is wel toegestaan.

Melkleveranciers moeten op hun hele voederareaal een minimale periode van drie weken in acht nemen tussen de verspreiding van dierlijke mest en het gebruik van de verkregen voedergewassen.

Gebruik van chemische hulpstoffen

Op het hele voederareaal van melkleveranciers mogen synthetische gewasbeschermingsmiddelen slechts selectief en gericht en onder toezicht van gespecialiseerde landbouwadviseurs worden toegepast.

Toegestane verpoederde substanties ter bestrijding van vliegen mogen in gebouwen die zijn bestemd voor het melkvee, alleen worden gebruikt wanneer er geen vrouwelijk vee aanwezig is.

Termijnen voor de melklevering

De eerste levering van melk als geitenhooimelk mag op zijn vroegst tien dagen na het kalven plaatsvinden.

Wanneer geiten kuilvoer (gegiste voeders) hebben gekregen, bedraagt de minimumtermijn 14 dagen.

Dieren in bergweiden die op de veehouderij van oorsprong kuilvoer (gegiste voeders) hebben gekregen, mogen vóór de verweiding ten minste 14 dagen lang geen kuilvoer hebben gekregen. Indien dit niet het geval is, mag hun melk pas na een verblijf van 14 dagen op de bergweiden als geitenhooimelk worden gebruikt (in de inrichting voor geitenhooimelkproductie van hetzelfde bedrijf). Op bergweiden mag kuilvoer niet worden geproduceerd of bij het voederen van dieren worden gebruikt.

Verbod op genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen en diervoeders

Vanwege het traditionele karakter van geitenhooimelk mag voor de productie ervan geen gebruik worden gemaakt van dieren of diervoeders die op grond van de geldende wetgeving als genetisch gemodificeerd moeten worden aangemerkt.

Andere bepalingen

Zowel de productie als de opslag van kuilvoer (gegiste voeders) is verboden.

Zowel de productie als de opslag van alle soorten omhulde balen is verboden.

De productie van vochtig of gegist hooi is verboden.

4.3.   Beschrijving van de belangrijkste elementen die het traditionele karakter van het product bepalen (artikel 7, lid 2, van deze verordening)

Het verschil tussen geitenhooimelk en gewone geitenmelk is gelegen in de productieomstandigheden zoals beschreven in punt 4.2, waarop de „Heumilchregulativ” (regelgeving betreffende de productie van hooimelk) van toepassing is.


6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/11


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2018/C 400/05)

Image

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Duitsland wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als andere munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat : Duitsland

Onderwerp van de herdenkingsmunt : Berlijn („Bundesländer”-reeks)

Beschrijving van het ontwerp : Het ontwerp toont het hoofdgebouw van het Slot Charlottenburg gezien vanaf het voorplein. Voorts zijn in het binnenste gedeelte onderaan de naam „BERLIJN” en het muntteken van de desbetreffende munt („A”, „D”, „F”, „G” of „J”) vermeld, terwijl rechtsboven de landcode van het uitgevende land „D”, linksboven het jaartal „2018” en linksonder het merkteken van de graveur zijn aangebracht.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage :

30 000 000

Datum van uitgifte :

30 januari 2018

(1)  Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven (zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1).

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/12


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2018/C 400/06)

Image

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door de Republiek San Marino wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat : Republiek San Marino

Onderwerp van de herdenkingsmunt : 420e geboortedag van Gian Lorenzo Bernini

Beschrijving van het ontwerp : in het midden van het muntstuk zijn een detail van het werk van Bernini „Buste van Costanza Bonarelli” en de data „1598-2018” afgebeeld; langs de rand links de inscriptie „SAN MARINO” en rechts de inscriptie „BERNINI”, de letter „R” (de Romeinse munt) en de initialen van de auteur Annalisa Masini „A.M.”.

Op de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage :

60 500

Datum van uitgifte : september 2018


(1)  Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven (zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1).

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/13


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

(2018/C 400/07)

Image

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Vaticaanstad wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als andere munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat : Vaticaanstad

Onderwerp van de herdenkingsmunt : 50e sterfdag van Padre Pio

Beschrijving van het ontwerp : Het ontwerp toont het rechterprofiel van een portret van Padre Pio. Bovenaan staat, van links naar rechts, in een halve cirkel de inscriptie van het land van uitgifte „CITTÀ DEL VATICANO”. Onderaan staan de inscriptie „Padre Pio” en rechts daarvan het muntteken „R”. Links van het ontwerp staat het jaartal „1968” en rechts het jaar van uitgifte „2018”. Links onderaan staat de naam van de kunstenaar „P. DANIELE”.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.

Oplage :

101 000

Datum van uitgifte :

4 oktober 2018

(1)  Voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven (zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1).

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).


6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/14


Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 2014/68/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukapparatuur

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 400/08)

Overeenkomstig artikel 15, lid 4, van Richtlijn 2014/68/EU worden de referentienummers van de volgende Europese materiaalgoedkeuringen (EAM’s) gepubliceerd:

Nummer

Verkorte naam

Volledige titel

0879-1:2001/05

EAM nikkel 201-1

EAM nikkel 201 — Warm- en koudgewalst plaat- en bandstaal (zuiver nikkel met laag koolstofgehalte voor drukapparatuur)

0879-2:2001/05

EAM nikkel 201-2

EAM nikkel 201 — Smeedstukken (zuiver nikkel met laag koolstofgehalte voor drukapparatuur)

0879-3:2001/05

EAM nikkel 201-3

EAM nikkel 201 — Staven (zuiver nikkel met laag koolstofgehalte voor drukapparatuur)

0879-4:2001/05

EAM nikkel 201-4

EAM nikkel 201 — Naadloze buizen (zuiver nikkel met laag koolstofgehalte voor drukapparatuur)

Opmerking:

Exemplaren van deze Europese materiaalgoedkeuringen kunnen worden verkregen bij TÜV UK LIMITED, AMP House Suites 27-29, Fifth Floor, Dingwall Road, Croydon CR0 2LX, Verenigd Koninkrijk (tel. +44 2086807711, fax +44 2086804035, e-mail: enquiries.uk@tuv-nord.co.uk) tegen betaling van 80 EUR administratiekosten, te betalen bij de bestelling. Het document kan ook gratis worden gedownload van de website van het bedrijf.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/15


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9044 — CVC/Recordati)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 400/09)

1.   

Op 26 oktober 2018 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

CVC Capital Partners SICAVFIS SA („CVC”) (Luxemburg), en

Recordati SpA („Recordati”) (Italië).

CVC verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Recordati.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   CVC: beheer van beleggingsfondsen en -platforms. Portfeuilleondernemingen die onder zeggenschap staan van CVC, omvatten met name ondernemingen die actief zijn in de farmaceutische sector: Alvogen, DOC Generici en Theramex;

—   Recordati: ontwikkeling en vervaardiging van farmaceutische producten.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9044 — CVC/Recordati

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).


6.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 400/16


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.9071 — Banca Generali/Saxo Bank/JV)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 400/10)

1.   

Op 25 oktober 2018 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

Banca Generali SpA („Banca Generali”, Italië), die onder zeggenschap staat van Assicurazioni Generali SpA („Assicurazioni Generali”, Italië);

Saxo Bank A/S („Saxo Bank”, Denemarken), die onder zeggenschap staat van Zhejiang Geely Holding Group Co, Ltd („Zhejiang Geely Holding Group”, China);

BG SAXO SIM SpA, een nieuw opgerichte entiteit („NewCo”, Italië).

Banca Generali en Saxo Bank verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), en artikel 3, lid 4, van de concentratieverordening over NewCo.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming.

2.   

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   Banca Generali: aanbieder van een breed scala producten en diensten in de banksector, de financiële sector en de verzekeringssector;

—   Saxo Bank: onlinebeleggingsbank die gespecialiseerd is in onlinehandel en beleggingsdiensten;

—   NewCo: onlineplatform voor onlinehandel in Italië.

3.   

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.   

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.9071 — Banca Generali/Saxo Bank/JV

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.