ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 251

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

61e jaargang
18 juli 2018


Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2018/C 251/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8906 — Goodyear/Bridgestone/TireHub) ( 1)

1

2018/C 251/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8910 — Bouygues/Alpiq InTec and Kraftanlagen München) ( 1)

1


 

III   Voorbereidende handelingen

 

Europese Centrale Bank

2018/C 251/03 CON/2018/26

Advies van de Europese Centrale Bank van 11 mei 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en daarmee samenhangende rechtshandelingen; en inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (CON/2018/26)

2


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2018/C 251/04

Besluit van de Raad van 13 juli 2018 houdende benoeming van een plaatsvervanger in de raad van bestuur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor Griekenland

5

2018/C 251/05

Kennisgeving aan een persoon en een entiteit die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2018/1016 van de Raad, en van Verordening (EU) 2017/1509 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1009 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

7

 

Europese Commissie

2018/C 251/06

Wisselkoersen van de euro

8

2018/C 251/07

Besluit van de Commissie van 17 juli 2018 tot oprichting van de deskundigengroep van de Commissie Stuurgroep gezondheidsbevordering, ziektepreventie en beheer van niet-overdraagbare ziekten en tot intrekking van het besluit tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten en van het besluit tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van kankerbestrijding ( 1)

9


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8906 — Goodyear/Bridgestone/TireHub)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 251/01)

Op 4 juni 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8906. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8910 — Bouygues/Alpiq InTec and Kraftanlagen München)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 251/02)

Op 11 juli 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8910. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


III Voorbereidende handelingen

Europese Centrale Bank

18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/2


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 11 mei 2018

inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en daarmee samenhangende rechtshandelingen; en inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)

(CON/2018/26)

(2018/C 251/03)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 23 november 2017 en 4 december 2017 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit); Verordening (EU) nr. 1094/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen); Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten); Verordening (EU) nr. 345/2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen; Verordening (EU) nr. 346/2013 betreffende Europese sociaalondernemerschapsfondsen; Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten; Verordening (EU) 2015/760 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen; Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten; en Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten (1) (hierna „het verordeningsvoorstel” genoemd).

Op 20 november 2017 ontving de ECB een verzoek de Raad van de Europese Unie en van het Europees Parlement respectievelijk, om een advies inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (2) (hierna „het richtlijnvoorstel” genoemd).

De ECB-adviesbevoegdheid is gebaseerd op artikel 127, lid 4, en artikel 282, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien het voorstel en het voorstel bepalingen bevatten betreffende de fundamentele taken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), namelijk aangaande de vaststelling en tenuitvoerlegging van het monetair beleid en de bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer krachtens artikel 127, lid 2, eerste en vierde streepje, van het Verdrag en de specifieke aan de ECB opgedragen taken betreffende het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, zoals bedoeld in artikel 127, lid 6, van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Het verordeningsvoorstel en het richtlijnvoorstel maken deel uit van een alomvattend pakket van voorstellen ter hervorming van Europees Systeem voor financieel toezicht, dat bestaat uit de drie Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) en het Europees Comité voor systeemrisico’s (3). Aangezien het pakket betrekking heeft op uiteenlopende door het ESCB en de ECB uitgevoerde taken, zal de ECB drie afzonderlijke adviezen geven. Dit advies moet derhalve worden gelezen in samenhang met Advies CON/2018/12 van 2 maart 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (4) en Advies CON/2018/19 van 11 april 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en verband houdende rechtshandelingen (5).

Algemene opmerkingen

De ECB zal haar opmerkingen beperken tot de delen van het Commissievoorstel die relevant zijn voor de implementatie van monetair beleid krachtens artikel 127, lid 2, eerste streepje, van het Verdrag, de bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer krachtens artikel 127, lid 2, vierde streepje, en voor de specifieke taken die de ECB werden opgedragen betreffende het prudentiële toezicht op kredietinstellingen, zoals bedoeld in artikel 127, lid 6, van het Verdrag.

De ECB herinnert eraan dat betrouwbare en efficiënte financiëlemarktinfrastructuren, met name verrekeningsystemen voor financiële instrumenten, essentieel zijn voor de uitvoering van de fundamentele taken van het ESCB ingevolge artikel 127, lid 2, van het Verdrag, en voor het verwezenlijken van het hoofddoel zijnde de handhaving van prijsstabiliteit ingevolge artikel 27, lid 1, van het Verdrag (6).

Aandacht zou tevens verdienen de rol van de ECB als toezichthouder op kredietinstellingen krachtens artikel 127, lid 6, VWEU in samenhang met Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (7). Dienaangaande zij eraan herinnerd dat de ECB verwelkomde dat het EMIR-II-voorstel de ECB twee afzonderlijke stemmen verleent in de toezichtcolleges voor haar taken als centrale bank van uitgifte en respectievelijk als de prudentiële toezichthouder van kredietinstellingen die belangrijke CTP-clearingleden zijn (8).

In zijn algemeenheid steunt de ECB de doelstelling van het verordeningsvoorstel tot bijdrage aan de verdere ontwikkeling en verdieping van de verdieping van de kapitaalmarktenunie (KMU) (9). Om het langetermijndoel van verdieping en integratie van EU-kapitaalmarkten te verwezenlijken is de ECB van mening dat minstens gemeenschappelijk toezicht van specifieke marktsegmenten moet worden overwogen. Dit is met name van belang voor pan-Europese entiteiten en werkzaamheden om consistentie en gelijke handhaving te verzekeren in de EU, aldus lekken voorkomend door het grensoverschrijdend verplaatsen van werkzaamheden (10). Zoals de Commissie heeft voorgesteld zou gemeenschappelijk toezicht ook noodzakelijk kunnen zijn voor aanbieders van datarapporteringsdiensten, alsook voor beheerders van kritieke benchmarks uit hoofde van een volwaardige KMU (11).

Specifieke opmerkingen

1.   De rol van de centrale bank van uitgifte inzake CTP-aangelegenheden

1.1.

De ECB steunt dat de bestuursstructuur van ESMA moet worden herzien. De ECB acht het tevens essentieel dat krachtens het monetairbeleidmandaat één ECB-vertegenwoordiger wordt voorzien als een permanent niet-stemhebbend lid van de raad van toezichthouders. Dat zou effectieve samenwerking, coördinatie en informatie-uitwisseling waarborgen tussen toezichthoudende autoriteiten en de ECB als centrale bank van uitgifte verantwoordelijk voor de euro, hetgeen van essentieel belang is gezien de voorgestelde versterking van de rol van de centrale bank van uitgifte uit hoofde van het EMIR-II-voorstel (12). De ECB verwelkomt de in het EMIR-II-voorstel voorgestelde wijzigingen die de aan de CTP-bestuursvergadering opgedragen taken verduidelijkt, waarvan de betrokken centrale bank van uitgifte een permanent niet-stemhebbend lid is (13).

1.2.

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk voor een duidelijke afbakening tussen enerzijds de uitsluitende besluitvormingsbevoegdheden van de CTP-bestuursvergadering inzake CTP-aangelegenheden en anderzijds de aan de ESMA-directie ter zake van niet-CTP-aangelegenheden toegekende bevoegdheden. Gezien de vertegenwoordiging van de ECB in de CTP-bestuursvergadering als centrale bank van uitgifte, is de ECB van mening dat de ESCB-leden door deze verduidelijking betekenisvol en effectief betrokken kunnen zijn bij de besluitvorming en informatie-uitwisseling inzake aangelegenheden die van direct belang zijn voor de uitvoering van de fundamentele ESCB-taken, en de verwezenlijking van het primaire ESCB-doel, namelijk handhaving van prijsstabiliteit (14).

Gedaan te Frankfurt am Main, 11 mei 2018.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  COM (2017) 536 final.

(2)  COM (2017) 537 final.

(3)  COM (2017) 542 final.

(4)  Advies CON/2018/12 van de Europese Centrale Bank van 2 maart 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (PB C 120 van 6.4.2018, blz. 2). Alle ECB-adviezen zijn beschikbaar op de ECB-website onder: www.ecb.europa.eu

(5)  Advies CON/2018/19 van de Europese Centrale Bank van 11 april 2018 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) en verband houdende rechtshandelingen, nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(6)  Zie paragraaf 4.1 van Advies CON/2017/39 van de Europese Centrale Bank van 4 oktober 2017 inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de procedures en betrokken autoriteiten voor de vergunningverlening aan CTP’s en de vereisten voor de erkenning van CTP’s uit derde landen (PB C 385 van 15.11.2017, blz. 3).

(7)  Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

(8)  Zie paragraaf 1.1 van Advies CON/2017/39.

(9)  Zie bladzijde 1 en 18 van de bijdrage van het Eurosysteem aan het Commissie Groenboek „Building a Capital Markets Union”, februari 2015 (hierna de „Eurosysteembijdrage aan het KMU-Groenboek”), beschikbaar op de ECB-website.

(10)  Zie pagina 18 van de Eurosysteembijdrage aan het KMU-Groenboek.

(11)  Zie pagina 18 van de Eurosysteembijdrage aan het KMU-Groenboek.

(12)  Zie paragraaf 7 van Advies CON/2017/39. Zie tevens het Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters COM(2017) 208 final.

(13)  Zie wijziging van een hangend voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de procedures en betrokken autoriteiten voor de vergunningverlening aan CTP’s en de vereisten voor de erkenning van CTP’s uit derde landen (EMIR II-voorstel van de Commissie), COM(2017) 539/F1, beschikbaar op de Commissie-website onder www.ec.europa.eu

(14)  Zie paragraaf 2.1 van Advies CON/2017/39.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/5


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 juli 2018

houdende benoeming van een plaatsvervanger in de raad van bestuur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor Griekenland

(2018/C 251/04)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (1), en met name artikel 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij besluit van 26 mei 2016 (2) heeft de Raad 18 leden van de raad van bestuur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid en 17 plaatsvervangers benoemd voor het tijdvak van 1 juni 2016 tot en met 31 mei 2019.

(2)

De regering van Griekenland heeft een kandidaat voor een vacante zetel van plaatsvervanger voorgedragen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Tot plaatsvervanger in de raad van bestuur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid voor Griekenland wordt benoemd voor de verdere duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 31 mei 2019:

REGERINGSVERTEGENWOORDIGERS

Land

Leden

Plaatsvervangers

Griekenland

 

De heer Dimitrios PLATIS

Artikel 2

De Raad benoemt de nog niet voorgedragen leden en plaatsvervangers op een later tijdstip.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

H. LÖGER


(1)  PB L 403 van 30.12.2006, blz. 9.

(2)  Besluit van de Raad van 26 mei 2016 houdende benoeming van de leden en de plaatsvervangers van de raad van bestuur van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB C 199 van 4.6.2016, blz. 5).


18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/7


Kennisgeving aan een persoon en een entiteit die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2018/1016 van de Raad, en van Verordening (EU) 2017/1509 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1009 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

(2018/C 251/05)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van Ri Hong-sop en de Munitions Industry Department, de persoon en de entiteit die worden genoemd in bijlage I bij Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad (1), als uitgevoerd bij Uitvoeringsbesluit (GBVB) 2018/1016 van de Raad (2), en in bijlage XIII bij Verordening (EU) 2017/1509 van de Raad (3), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1009 van de Raad (4), betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea.

Op 9 juli 2018 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten om de informatie te actualiseren over bovengenoemde persoon en entiteit die zijn onderworpen aan de maatregelen opgelegd bij Resolutie 1718 (2006) van de VN-Veiligheidsraad.

De betrokken persoon en entiteit kunnen te allen tijde, onder overlegging van bewijsstukken, het bij Resolutie 1718 (2006) ingestelde comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties verzoeken het besluit om hen op de VN-lijst te plaatsen, te heroverwegen. Dit verzoek dient aan het volgende adres te worden gericht:

United Nations — Focal point for delisting

Security Council Subsidiary Organs Branch

Room S-3055 E

New York, NY 10017

VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

Zie voor meer informatie: https://www.un.org/sc/suborg/en/sanctions/1718

De Raad van de Europese Unie heeft naar aanleiding van het VN-besluit besloten dat de geactualiseerde informatie over de bovengenoemde persoon en entiteit ook moet worden opgenomen in bijlage I bij Besluit (GBVB) 2016/849 en in bijlage XIII bij Verordening (EU) 2017/1509, betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea.

De betrokken persoon en entiteit kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

DG RELEX.1.C — Horizontal Issues

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

Tevens worden de betrokken persoon en entiteit erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 141 van 28.5.2016, blz. 79.

(2)  PB L 181 van 18.7.2018, blz. 86.

(3)  PB L 224 van 31.8.2017, blz. 1.

(4)  PB L 181 van 18.7.2018, blz. 1.


Europese Commissie

18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/8


Wisselkoersen van de euro (1)

17 juli 2018

(2018/C 251/06)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1707

JPY

Japanse yen

131,81

DKK

Deense kroon

7,4540

GBP

Pond sterling

0,88725

SEK

Zweedse kroon

10,3003

CHF

Zwitserse frank

1,1648

ISK

IJslandse kroon

124,60

NOK

Noorse kroon

9,4875

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,875

HUF

Hongaarse forint

323,35

PLN

Poolse zloty

4,3007

RON

Roemeense leu

4,6617

TRY

Turkse lira

5,6613

AUD

Australische dollar

1,5810

CAD

Canadese dollar

1,5403

HKD

Hongkongse dollar

9,1888

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7191

SGD

Singaporese dollar

1,5941

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 319,73

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

15,5376

CNY

Chinese yuan renminbi

7,8324

HRK

Kroatische kuna

7,3915

IDR

Indonesische roepia

16 822,96

MYR

Maleisische ringgit

4,7267

PHP

Filipijnse peso

62,495

RUB

Russische roebel

73,1793

THB

Thaise baht

38,949

BRL

Braziliaanse real

4,5281

MXN

Mexicaanse peso

22,1732

INR

Indiase roepie

80,1405


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


18.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 251/9


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 juli 2018

tot oprichting van de deskundigengroep van de Commissie „Stuurgroep gezondheidsbevordering, ziektepreventie en beheer van niet-overdraagbare ziekten” en tot intrekking van het besluit tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten en van het besluit tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van kankerbestrijding

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 251/07)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 168, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten de lidstaten, in verbinding met de Commissie, hun beleid en programma’s op de in lid 1 van dat artikel bedoelde gebieden onderling coördineren. De Commissie kan, in nauw contact met de lidstaten, alle dienstige initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen, met name initiatieven om richtsnoeren en indicatoren vast te stellen, de uitwisseling van beste praktijken te regelen en de nodige elementen met het oog op periodieke controle en evaluatie te verzamelen.

(2)

De Raad heeft op 7 december 2010 de conclusies „Innovatieve benaderingen van chronische ziekten in de volksgezondheid en de gezondheidszorgstelsels” (1) aangenomen, waarin de lidstaten worden uitgenodigd goede praktijken te onderkennen en uit te wisselen met betrekking tot chronische ziekten.

(3)

De Commissie heeft op 4 april 2014 de Mededeling met betrekking tot doeltreffende, toegankelijke en veerkrachtige gezondheidsstelsels (2) vastgesteld, waarin is bepaald dat in de initiatieven waarmee de Unie de beleidsmakers in de lidstaten kan ondersteunen, de nadruk zal worden gelegd op methoden en instrumenten die de lidstaten toelaten hun gezondheidsstelsels doeltreffender, toegankelijker en weerbaarder te maken.

(4)

De Commissie heeft op 22 november 2016 de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s „Volgende stappen voor een duurzame Europese toekomst: Europese duurzaamheidsmaatregelen” (3) goedgekeurd, waarin wordt gesteld dat de Unie vastbesloten is tot de voorhoede te behoren wat betreft de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) die zijn vastgesteld in het kader van de Verenigde Naties. Door met name bij te dragen aan SDG 3 „Gezondheid en welzijn voor iedereen, op elke leeftijd”, vult de Unie het optreden van de lidstaten aan met wetgeving en andere initiatieven op het gebied van volksgezondheid, gezondheidszorgsystemen en milieugerelateerde gezondheidsproblemen. De Commissie zal de lidstaten helpen de doelstellingen in het kader van deze SDG, en met name het terugdringen van het sterftecijfer als gevolg van chronische ziekten, te bereiken.

(5)

In Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4) tot vaststelling van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) is bepaald dat een van de thematische prioriteiten van het programma erin bestaat een goede gezondheid te helpen bevorderen, ziekten te helpen voorkomen en een klimaat te helpen creëren dat een gezonde levensstijl stimuleert. Acties in het kader van deze prioriteit omvatten de ondersteuning van samenwerking en netwerken in de Unie voor de preventie van en een betere reactie op chronische ziekten zoals kanker, leeftijdsgerelateerde ziekten en neurodegeneratieve aandoeningen, door kennis en optimale werkwijzen uit te wisselen en gezamenlijke activiteiten inzake preventie, vroegtijdige opsporing en behandeling van niet-overdraagbare ziekten te ontwikkelen.

(6)

In het licht van deze toezeggingen en verplichtingen op het gebied van de volksgezondheid moet daarom een deskundigengroep inzake gezondheidsbevordering, ziektepreventie en beheer van niet-overdraagbare ziekten worden opgericht en moeten de taken en de structuur daarvan worden vastgesteld.

(7)

Besluit C(2016) 3301 van de Commissie (5) bevat herziene regels voor alle deskundigengroepen van de Commissie. De nieuwe regels hebben tot doel te zorgen voor meer duidelijkheid en transparantie met betrekking tot de samenstelling van deskundigengroepen. Dienovereenkomstig moeten de taken en de structuur van de deskundigengroep inzake gezondheidsbevordering, ziektepreventie en beheer van niet-overdraagbare ziekten worden vastgelegd in overeenstemming met dat besluit.

(8)

De deskundigengroep moet de Commissie advies verlenen en expertise bieden bij het opstellen en uitvoeren van de activiteiten van de Unie op het gebied van gezondheidsbevordering, ziektepreventie en het beheer van niet-overdraagbare ziekten en moet de uitwisseling van ervaring, beleid en goede praktijken tussen de EU-landen en de diverse betrokken partijen bevorderen.

(9)

De deskundigengroep moet de Commissie advies verlenen bij de selectie van goede en beste praktijken en zo ondersteuning bieden aan de overdracht en opschaling ervan in de lidstaten via het EU-gezondheidsprogramma of andere financiële instrumenten van de Unie.

(10)

De deskundigengroep moet de lidstaten helpen bij het bereiken van duurzameontwikkelingsdoelstelling 3 en in het bijzonder bij het terugdringen van voortijdige sterfte als gevolg van niet-overdraagbare ziekten.

(11)

De deskundigengroep moet de Commissie advies verlenen bij inspanningen om activiteiten te coördineren die bijdragen tot het terugdringen van voortijdige sterfte als gevolg van niet-overdraagbare ziekten.

(12)

De deskundigengroep moet de Commissie advies verlenen over het verbeteren van de toepassing van onderzoeksresultaten op het gebied van gezondheidsbevordering, ziektepreventie en het beheer van niet-overdraagbare ziekten.

(13)

De deskundigengroep moet haar activiteiten coördineren met de deskundigengroep gezondheidsinformatie (EGHI), die de Commissie advies verleent over gezondheidsinformatiebehoeften, technische oplossingen en prioriteiten voor het opstellen van wetenschappelijk onderbouwd beleid. De deskundigengroep moet met name de kennis van de EGHI gebruiken bij de beoordeling van de procedure en de resultaten van de overdracht en toepassing van beste praktijken.

(14)

Om voor een doeltreffende overdracht en toepassing van beste praktijken en beleidsmaatregelen tussen landen te zorgen, moet de deskundigengroep samengesteld zijn uit autoriteiten van de lidstaten.

(15)

Er moeten voorschriften inzake de openbaarmaking van informatie door de leden van de deskundigengroep worden vastgesteld.

(16)

Persoonsgegevens moeten door de deskundigengroep worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(17)

Aangezien de deskundigengroep van de Commissie „Stuurgroep gezondheidsbevordering, ziektepreventie en beheer van niet-overdraagbare ziekten” kwesties zal behandelen die momenteel onder het mandaat vallen van de deskundigengroep op het gebied van zeldzame ziekten, opgericht bij besluit van de Commissie van 30 juli 2013 tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten en tot intrekking van Besluit 2009/872/EG („besluit tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie inzake zeldzame ziekten”) (7) en van de deskundigengroep op het gebied van kankerbestrijding, opgericht bij besluit van de Commissie van 3 juni 2014 tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van kankerbestrijding en tot intrekking van Besluit 96/469/EG („besluit tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van kankerbestrijding”) (8), moeten die besluiten worden ingetrokken.

(18)

Er moet een periode worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing is. De Commissie zal te zijner tijd de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp

De deskundigengroep „Stuurgroep voor gezondheidsbevordering, ziektepreventie en beheer van niet-overdraagbare ziekten” („de groep”) wordt opgericht.

Artikel 2

Taken

De groep heeft de volgende taken:

a)

de Commissie bijstaan en advies verlenen bij het nemen van initiatieven ter bevordering van de coördinatie tussen de lidstaten om de uitdagingen met betrekking tot niet-overdraagbare ziekten in de Unie aan te pakken;

b)

de Commissie advies verlenen bij de selectie van beste praktijken om de lidstaten te ondersteunen bij de overdracht en verdere toepassing daarvan op het vlak van gezondheidsbevordering, ziektepreventie en het beheer van niet-overdraagbare ziekten door gebruik te maken van het EU-gezondheidsprogramma of andere financiële instrumenten van de Unie;

c)

de Commissie ondersteunen bij de monitoring van de vooruitgang bij de verwezenlijking van duurzameontwikkelingsdoelstelling 3 „Gezondheid en welzijn voor iedereen, op elke leeftijd” van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, en in het bijzonder de vooruitgang bij het terugdringen van het sterftecijfer als gevolg van niet-overdraagbare ziekten;

d)

de Commissie advies verlenen bij haar inspanningen om activiteiten te coördineren die bijdragen tot het terugdringen van voortijdige sterfte als gevolg van niet-overdraagbare ziekten;

e)

de Commissie advies verlenen over het verbeteren van de toepassing van onderzoeksresultaten op het gebied van gezondheidsbevordering, ziektepreventie en het beheer van niet-overdraagbare ziekten;

f)

de resultaten van de overdracht en de toepassing van beste praktijken beoordelen in samenwerking met de deskundigengroep gezondheidsinformatie, die advies zal verlenen over toepasselijke gezondheidsgegevens op het gebied van gezondheidsbevordering, ziektepreventie en het beheer van niet-overdraagbare ziekten.

Artikel 3

Raadpleging

De Commissie kan de groep raadplegen over alle in artikel 2 vermelde onderwerpen.

Artikel 4

Lidmaatschap

1.   De groep bestaat uit één lid per lidstaat. De lidstaat stelt de Commissie in kennis van de autoriteit die hij heeft aangewezen als lid van de deskundigengroep.

2.   De leden wijzen elk hun permanente vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan, die ambtenaren of overheidsfunctionarissen zijn. De leden delen deze informatie mee aan de Commissie en moeten ervoor zorgen dat hun vertegenwoordigers een hoog niveau van deskundigheid kunnen bieden.

3.   De leden kunnen ook vertegenwoordigers ad hoc aanwijzen, afhankelijk van de agenda van de vergadering.

Artikel 5

Voorzitter

De groep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Commissie.

Artikel 6

Werking

1.   De groep handelt op verzoek van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid of op verzoek van andere diensten van de Commissie na instemming van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid), in overeenstemming met de horizontale regels.

2.   De vergaderingen van de groep worden in beginsel in de gebouwen van de Commissie gehouden.

3.   Het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid verzorgt het secretariaat. Ambtenaren van de Commissie van andere diensten die een belang in de werkzaamheden hebben, mogen de vergaderingen van de groep en haar subgroepen bijwonen.

4.   In overleg met het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid kan de groep bij een gewone meerderheid van haar leden besluiten om haar beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

5.   De notulen van de besprekingen over elk agendapunt en over de door de groep verleende adviezen zijn relevant en volledig. De notulen worden opgesteld door het secretariaat, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter.

6.   De groep neemt haar adviezen, aanbevelingen en verslagen aan bij consensus. Wanneer er wordt gestemd, gebeurt dit met een gewone meerderheid van de leden. Leden die hebben tegengestemd, hebben het recht een document met een samenvatting van de redenen voor hun standpunt aan de adviezen, aanbevelingen of verslagen te laten hechten.

Artikel 7

Subgroepen

1.   Het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Commissie kan subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door de Commissie opgesteld mandaat. De subgroepen handelen overeenkomstig de horizontale regels en brengen verslag uit aan de groep. Zij worden opgeheven zodra hun opdracht is vervuld.

2.   De leden kunnen als hun vertegenwoordigers in de subgroepen ambtenaren of overheidsfunctionarissen voordragen die niet hun permanente vertegenwoordigers in de deskundigengroep zijn.

Artikel 8

Uitgenodigde deskundigen

Het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid kan deskundigen met een specifieke deskundigheid ten aanzien van een agendapunt verzoeken om op ad-hocbasis deel te nemen aan de werkzaamheden van de groep of de subgroepen.

Artikel 9

Waarnemers

1.   De vertegenwoordigers van de EVA-staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte kunnen als waarnemers aan de vergaderingen van de groep deelnemen.

2.   De voorzitter kan de status van waarnemer toekennen aan kandidaat-lidstaten en andere derde landen wanneer het in het belang van de Unie is dat een dergelijk land wordt betrokken bij het werk van de deskundigengroep, met name op basis van een internationale overeenkomst, een administratieve regeling of wetgeving van de Unie. De tot waarnemer benoemde overheidsinstanties wijzen hun vertegenwoordigers aan.

3.   Waarnemers en hun vertegenwoordigers kunnen toestemming van de voorzitter krijgen om aan de besprekingen van de groep deel te nemen en deskundigheid te bieden. Zij hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan het formuleren van de aanbevelingen of adviezen van de groep.

Artikel 10

Reglement van orde

Op voorstel van en in overleg met het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid stelt de groep met een gewone meerderheid van stemmen van haar leden haar reglement van orde vast, op basis van het standaardreglement van orde voor deskundigengroepen en overeenkomstig de horizontale voorschriften.

Artikel 11

Geheimhouding en behandeling van gerubriceerde informatie

De leden van de groep en van de subgroepen, alsmede uitgenodigde deskundigen, zijn gebonden aan het beroepsgeheim, dat op grond van de Verdragen en de uitvoeringsregels ervan voor alle leden van de instellingen en hun personeelsleden geldt, alsook aan de veiligheidsvoorschriften van de Commissie betreffende de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie, die zijn neergelegd in de Besluiten (EU, Euratom) 2015/443 (9) en 2015/444 van de Commissie (10). Bij niet-nakoming van die verplichtingen mag de Commissie alle passende maatregelen nemen.

Artikel 12

Transparantie

1.   De groep en haar subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen.

2.   Wat de samenstelling (de groep en haar subgroepen) betreft, worden de volgende gegevens in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt:

a)

de namen van de autoriteiten van de lidstaten;

b)

de namen van de overheidsinstanties die optreden als waarnemers.

3.   Alle relevante documenten, inclusief de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen of via een link in het register naar een speciale website waar deze informatie beschikbaar is. Voor de toegang tot speciale websites wordt geen gebruikersregistratie, noch enige andere beperking opgelegd. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumenten worden bijtijds vóór aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht wordt uitsluitend een uitzondering gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (11).

Artikel 13

Vergaderkosten

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

2.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de werkzaamheden van de groep en de subgroepen worden door de Commissie vergoed. Vergoeding vindt plaats overeenkomstig de binnen de Commissie geldende bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen aan de diensten van de Commissie worden toegewezen.

Artikel 14

Intrekking

Het besluit tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten en het besluit tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van kankerbestrijding worden ingetrokken.

Artikel 15

Toepassing

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2023.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2018.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB C 74 van 8.3.2011, blz. 4.

(2)  COM(2014) 215 final van 4.4.2014.

(3)  COM(2016) 739 final van 22.11.2016.

(4)  Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

(5)  Commission Decision C(2016) 3301 final of 30.5.2016 establishing horizontal rules on the creation and operation of Commission expert groups.

(6)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(7)  Besluit van de Commissie van 30 juli 2013 tot instelling van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van zeldzame ziekten en tot intrekking van Besluit 2009/872/EG (PB C 219 van 31.7.2013, blz. 4).

(8)  Besluit van de Commissie van 3 juni 2014 tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie op het gebied van kankerbestrijding en tot intrekking van Besluit 96/469/EG (PB C 167 van 4.6.2014, blz. 4).

(9)  Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

(10)  Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).

(11)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).