ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 223

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

59e jaargang
21 juni 2016


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2016/C 223/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8003 — INEOS/INOVYN) ( 1 )

1

2016/C 223/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8066 — Randstad/Obiettivo Lavoro) ( 1 )

1

2016/C 223/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8071 — Goldman Sachs/Continental Bakeries) ( 1 )

2

2016/C 223/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8052 — Segro/PSPIB/SELP/Torino DC1) ( 1 )

2


 

III   Voorbereidende handelingen

 

Europese Centrale Bank

2016/C 223/05 CON/2016/27

Advies van de Europese Centrale Bank van 29 april 2016 inzake een voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen, wat bepaalde data betreft en een voorstel voor een Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, wat bepaalde data betreft (CON/2016/27)

3


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2016/C 223/06

Besluit van de Raad van 16 juni 2016 tot verlenging van de ambtstermijn van de plaatsvervangend voorzitter van de Kamer van beroep van het Communautair Bureau voor Plantenrassen

5

2016/C 223/07

Besluit van de Raad van 16 juni 2016 houdende herbenoeming van de voorzitter van het Communautair Bureau voor Plantenrassen

6

2016/C 223/08

Besluit van de Raad van 16 juni 2016 houdende benoeming van zeven leden van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

7

2016/C 223/09

Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2012/285/GBVB van de Raad en van Verordening (EU) nr. 377/2012 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen, van toepassing zijn

8

 

Europese Commissie

2016/C 223/10

Wisselkoersen van de euro

9


 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europees Parlement

2016/C 223/11

Oproep tot het indienen van voorstellen IX-2017/01 — Subsidies aan politieke partijen op Europees niveau

10

2016/C 223/12

Oproep tot het indienen van voorstellen IX-2017/02 — Subsidies aan politieke stichtingen op Europees niveau

14


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8003 — INEOS/INOVYN)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 223/01)

Op 8 juni 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M8003. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8066 — Randstad/Obiettivo Lavoro)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 223/02)

Op 15 juni 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32015M8066. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8071 — Goldman Sachs/Continental Bakeries)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 223/03)

Op 14 juni 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32016M8071. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8052 — Segro/PSPIB/SELP/Torino DC1)

(Voor de EER relevante tekst)

(2016/C 223/04)

Op 15 juni 2016 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32015M8052. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


III Voorbereidende handelingen

Europese Centrale Bank

21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/3


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 29 april 2016

inzake een voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen, wat bepaalde data betreft en een voorstel voor een Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, wat bepaalde data betreft

(CON/2016/27)

(2016/C 223/05)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 25 februari 2016 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) twee verzoeken van de Raad van de Europese Unie, gevolgd door twee verzoeken van het Europees Parlement, ontvangen op 18 maart 2016, om een advies inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen, wat bepaalde data betreft (1) (hierna de „ontwerpverordening”) en een voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten, wat bepaalde data betreft (2) (hierna de „ontwerprichtlijn”).

De ECB-adviesbevoegdheid is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien de ontwerpverordening en de ontwerprichtlijn bepalingen bevatten betreffende de bijdrage van het Europees Stelsel van centrale banken tot een goede beleidsvoering door de bevoegde autoriteiten ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals bedoeld in artikel 127, lid 5 van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Opmerkingen

De toelichtingen van de ontwerpverordening en de ontwerprichtlijn bevatten een verzoek om de toepassingsdatum van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3) en Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) met één jaar uit te stellen. Het uitstel van de toepassingsdatum zal de bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers een redelijk tijdspanne gunnen voor de invoering van de benodigde infrastructuur voor hun implementatie. De ECB erkent dat het uitstellen van deze datum geen impact zal hebben op het tijdschema voor goedkeuring van „Niveau-2”-maatregelen krachtens Verordening (EU) nr. 600/2014 en Richtlijn 2014/65/EU.

Omwille van consistentie stelt de ECB voor de uiterste omzettingsdatum voor de lidstaten van Richtlijn 2014/65/EU, en tevens ter notificatie aan de Europese Commissie en Europese Autoriteit voor effecten en markten aangaande hun omzetting, met één jaar te verlengen, zulks in aanvulling op de verlenging met één jaar van de uiterste termijn voor toepassing.

De ECB heeft verder geen opmerkingen over de ontwerpverordening en de ontwerprichtlijn.

Indien de ECB wijzigingen van de ontwerprichtlijn aanbeveelt, worden daartoe in een apart technisch werkdocument specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen opgenomen. Het technische werkdocument is in de Engelse taal beschikbaar op de ECB-website.

Gedaan te Frankfurt am Main, 29 april 2016.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  COM(2016) 57 final.

(2)  COM(2016) 56 final.

(3)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(4)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/5


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 juni 2016

tot verlenging van de ambtstermijn van de plaatsvervangend voorzitter van de Kamer van beroep van het Communautair Bureau voor Plantenrassen

(2016/C 223/06)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (1), en met name artikel 47, lid 1,

Overwegende dat:

(1)

Bij Besluit van 12 juli 2011 (2) benoemde de Raad mevrouw Sari Kaarina HAUKKA als plaatsvervangend voorzitter van de Kamer van beroep van het Communautair Bureau voor Plantenrassen („het Bureau”).

(2)

De ambtstermijn van mevrouw Sari Kaarina HAUKKA verstrijkt op 14 oktober 2016.

(3)

Op 4 mei 2016, na een gunstig advies van de raad van bestuur van het Bureau, stelde de Commissie voor om de ambtstermijn van mevrouw Sari Kaarina HAUKKA te verlengen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ambtstermijn van mevrouw Sari Kaarina HAUKKA als plaatsvervangend voorzitter van de Kamer van beroep van het Communautair Bureau voor Plantenrassen wordt verlengd met een periode van vijf jaar met ingang van 15 oktober 2016.

Artikel 2

De voorzitter van de raad van bestuur van het Bureau wordt gemachtigd de nodige regelingen te treffen voor de uitvoering van artikel 1.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

L. F. ASSCHER


(1)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1.

(2)  Besluit van de Raad van 12 juli 2011 houdende de benoeming van de plaatsvervangend voorzitter van de Kamer van beroep van het Communautair Bureau voor Plantenrassen (PB C 209 van 15.7.2011, blz. 17).


21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/6


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 juni 2016

houdende herbenoeming van de voorzitter van het Communautair Bureau voor Plantenrassen

(2016/C 223/07)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (1), en met name artikel 43, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit van 12 juli 2011 (2) benoemde de Raad de heer Martin EKVAD als voorzitter van het Communautair Bureau voor Plantenrassen („het Bureau”).

(2)

De ambtstermijn van de heer Martin EKVAD verstrijkt op 31 augustus 2016.

(3)

Op 4 mei 2016, na een gunstig advies van de raad van bestuur van het Bureau, stelde de Commissie voor om de ambtstermijn van de heer Martin EKVAD te verlengen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ambtstermijn van de heer Martin EKVAD als voorzitter van het Communautair Bureau voor Plantenrassen wordt verlengd met een periode van vijf jaar met ingang van 1 september 2016.

Artikel 2

De voorzitter van de raad van bestuur van het Bureau wordt gemachtigd de nodige regelingen te treffen voor de uitvoering van artikel 1.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

L.F. ASSCHER


(1)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1.

(2)  Besluit van de Raad van 12 juli 2011 houdende de benoeming van de voorzitter van het Communautair Bureau voor Plantenrassen (PB C 209 van 15.7.2011, blz. 18).


21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/7


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 juni 2016

houdende benoeming van zeven leden van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

(2016/C 223/08)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name artikel 25, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is essentieel dat onafhankelijkheid, een hoog wetenschappelijk niveau, doorzichtigheid en efficiëntie van de Europese Autoriteit (EFSA) voor voedselveiligheid gewaarborgd zijn. Het is ook essentieel te zorgen voor de samenwerking tussen EFSA en de lidstaten.

(2)

Van zeven leden van de raad van bestuur van EFSA zal de ambtstermijn op 30 juni 2016 verstrijken.

(3)

Met het oog op de benoeming van zeven nieuwe leden van de raad van bestuur van EFSA is de door de Commissie voorgelegde lijst van kandidaten op basis van de door haar verstrekte gegevens en in het licht van het standpunt van het Europees Parlement onderzocht. Het doel is ervoor te zorgen dat de hoogste graad van bekwaamheid, een uitgebreide relevante deskundigheid, bijvoorbeeld op het gebied van management en overheidsadministratie, en een zo breed mogelijke geografische spreiding in de Unie verzekerd zijn.

(4)

Op grond van artikel 25 van Verordening (EG) nr. 178/2002 moeten vier leden van de raad van bestuur van EFSA banden hebben met organisaties die consumenten en andere belangengroepen met betrekking tot de voedselketen vertegenwoordigen. Van de zeven leden wier ambtstermijn afloopt op 30 juni 2016, heeft één persoon een dergelijke achtergrond. Dit lid dient derhalve te worden vervangen door een lid met dezelfde banden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de periode van 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2020 worden de volgende personen benoemd tot lid van de raad van bestuur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid:

Aivars BĒRZIŅŠ,

Zita ČEPONYTĖ (*),

Didier HOUSSIN,

Jaana HUSU-KALLIO,

Giuseppe RUOCCO,

Andrej SIMONČIČ,

Michael WINTER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 16 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

L. F. ASSCHER


(1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(*)  Banden met organisaties die consumenten vertegenwoordigen.


21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/8


Kennisgeving aan de personen op wie de beperkende maatregelen van Besluit 2012/285/GBVB van de Raad en van Verordening (EU) nr. 377/2012 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen, van toepassing zijn

(2016/C 223/09)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die voorkomen in de bijlagen II en III bij Besluit 2012/285/GBVB (1) van de Raad en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 377/2012 (2) van de Raad met betrekking tot beperkende maatregelen die zijn ingesteld tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van de Republiek Guinee-Bissau bedreigen.

De Raad van de Europese Unie heeft, na toetsing van de lijst van personen die in bovengenoemde bijlagen worden aangewezen, vastgesteld dat de beperkende maatregelen van Besluit 2012/285/GBVB en Verordening (EU) nr. 377/2012 van toepassing moeten blijven op die personen.

De betrokken personen worden erop gewezen dat zij aan de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), vermeld op de websites die zijn opgesomd in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 377/2012, een verzoek kunnen richten om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).

De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, uiterlijk op 30 april 2017 een verzoek aan de Raad richten om het besluit om hen in de bovengenoemde lijsten op te nemen, te heroverwegen, en dit naar het volgende adres sturen:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

DG C 1

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

Met ingekomen opmerkingen zal rekening worden gehouden in het kader van de regelmatige toetsing door de Raad, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Besluit 2012/285/GBVB en artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) nr. 377/2012.


(1)  PB L 142 van 1.6.2012, blz. 36.

(2)  PB L 119 van 4.5.2012, blz. 1.


Europese Commissie

21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/9


Wisselkoersen van de euro (1)

20 juni 2016

(2016/C 223/10)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1332

JPY

Japanse yen

118,57

DKK

Deense kroon

7,4359

GBP

Pond sterling

0,77375

SEK

Zweedse kroon

9,3338

CHF

Zwitserse frank

1,0884

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,3575

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

27,063

HUF

Hongaarse forint

312,92

PLN

Poolse zloty

4,3925

RON

Roemeense leu

4,5393

TRY

Turkse lira

3,2821

AUD

Australische dollar

1,5188

CAD

Canadese dollar

1,4520

HKD

Hongkongse dollar

8,7936

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5936

SGD

Singaporese dollar

1,5225

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 312,29

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

16,7941

CNY

Chinese yuan renminbi

7,4562

HRK

Kroatische kuna

7,5180

IDR

Indonesische roepia

15 024,25

MYR

Maleisische ringgit

4,5942

PHP

Filipijnse peso

52,434

RUB

Russische roebel

72,4231

THB

Thaise baht

39,877

BRL

Braziliaanse real

3,8286

MXN

Mexicaanse peso

21,0894

INR

Indiase roepie

76,3280


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europees Parlement

21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/10


Oproep tot het indienen van voorstellen IX-2017/01 — „Subsidies aan politieke partijen op Europees niveau”

(2016/C 223/11)

Volgens artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie dragen de politieke partijen op Europees niveau bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie. Daarnaast is in artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaald dat het Europees Parlement en de Raad bij verordeningen volgens de gewone wetgevende procedure het statuut van de Europese politieke partijen, bedoeld in artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en in het bijzonder de regels inzake hun financiering vaststellen.

In die context doet het Parlement een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de toekenning van subsidies aan de politieke partijen op Europees niveau.

1.   Basisbesluit

Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (hierna „Verordening (EG) nr. 2004/2003”) (1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 (hierna „besluit van het Bureau van 29 maart 2004”) (2).

Verordening (EG, Euratom) nr. 966/2012 van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (hierna „Financieel Reglement”) (3).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EG, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (hierna „uitvoeringsvoorschriften”) (4).

2.   Doel

In artikel 2 van het besluit van het Bureau van 29 maart 2004 wordt het volgende bepaald: „Het Europees Parlement publiceert elk jaar vóór het verstrijken van het eerste halfjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de verlening van subsidie aan politieke partijen en stichtingen.”.

De onderhavige oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de verzoeken om financiering voor het begrotingsjaar 2017 en dekt activiteiten tijdens de periode van 1 januari tot 31 december 2017. De subsidie is bestemd voor de financiering van het jaarlijkse werkprogramma van de begunstigde.

3.   Ontvankelijkheid

Alleen schriftelijke aanvragen die overeenkomstig het in bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004 opgenomen aanvraagformulier zijn opgesteld en die vóór de vastgestelde termijn aan de voorzitter van het Europees Parlement zijn toegestuurd, komen voor financiering in aanmerking. Onvolledige aanvragen kunnen worden afgewezen.

4.   Criteria en bewijsstukken

4.1.   Subsidiabiliteitscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een politieke partij op Europees niveau voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2004/2003, namelijk:

a)

zij bezit rechtspersoonlijkheid in de lidstaat waar haar zetel gevestigd is;

b)

zij is in ten minste een vierde van de lidstaten vertegenwoordigd door leden van het Europees Parlement, of leden van nationale dan wel regionale parlementen, of leden van regionale assemblees, of zij heeft in ten minste een vierde van de lidstaten bij de laatste verkiezingen voor het Europees Parlement ten minste drie procent van de in ieder van die lidstaten uitgebrachte stemmen behaald;

c)

zij moet, in het bijzonder in haar programma en activiteiten, de beginselen eerbiedigen waarop de Europese Unie is gegrondvest, met name de beginselen van vrijheid, democratie, eerbied voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en de rechtsstaat;

d)

zij heeft deelgenomen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement of heeft haar voornemen hiertoe te kennen gegeven.

Voor de toepassing van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 kan een lid van het Europees Parlement slechts lid zijn van één politieke partij op Europees niveau (artikel 10, lid 1, laatste alinea, van Verordening (EG) nr. 2004/2003).

Gezien het bovenstaande worden de politieke partijen in kennis gesteld van het feit dat het Europees Parlement de bepalingen in artikel 3, lid 1, onder b), zodanig toepast dat een lid van het Europees Parlement enkel lid kan zijn van de politieke partij op Europees niveau waarvan zijn nationale politieke partij lid is.

Gelijktijdig lidmaatschap van twee Europese politieke partijen is niet mogelijk om te voldoen aan het criterium van artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2004/2003.

4.2.   Uitsluitingscriteria

Aanvragers moeten tevens verklaren dat zij zich niet in een van de situaties bevinden die worden genoemd in artikel 106, lid 1, en artikel 107 van het Financieel Reglement.

4.3.   Selectiecriteria

Aanvragers moeten bewijzen dat zij over de nodige wettelijke bevoegdheden en financiële middelen beschikken om het in het aanvraagformulier beschreven werkprogramma ten uitvoer te leggen en beheerstechnisch en organisatorisch in staat zijn dit programma tot een goed einde te brengen.

4.4.   Gunningscriteria

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2004/2003 worden de beschikbare kredieten voor het begrotingsjaar 2017 als volgt verdeeld over de politieke partijen op Europees niveau waarvan het verzoek in het licht van de subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria werd ingewilligd:

a)

15 % wordt gelijkelijk verdeeld;

b)

85 % wordt verdeeld over de partijen waarvan vertegenwoordigers zetelen in het Europees Parlement, in verhouding tot het aantal gekozen leden.

4.5.   Meldingsplicht

Aanvragers aan wie subsidie is toegekend moeten eventuele wijzigingen met betrekking tot de ingediende documenten of de in de aanvraag verstrekte informatie binnen twee weken melden. Indien de aanvrager dit verzuimt, kan de ordonnateursdienst een besluit nemen op grond van de beschikbare informatie, ongeacht later verstrekte informatie.

Het is aan de aanvragers en begunstigden om aan te tonen dat zij aan de geldende criteria blijven voldoen.

4.6.   Bewijsstukken

Met het oog op de toetsing van hun aanvraag aan de bovengenoemde criteria moeten aanvragers de volgende bewijsstukken verstrekken:

a)

het origineel van de aanvraagbrief met vermelding van het aangevraagde subsidiebedrag;

b)

het in bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004 opgenomen aanvraagformulier, naar behoren ingevuld en ondertekend (met inbegrip van de schriftelijke plechtige verklaring);

c)

de statuten van de politieke partij (5);

d)

een officieel registratiebewijs (6);

e)

een recent bestaansbewijs van de politieke partij;

f)

de lijst van bestuurders/leden van de raad van bestuur (namen en voornamen, titels of functies binnen de aanvragende partij) (7);

g)

documenten waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2004/2003;

h)

documenten waaruit blijkt dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 2004/2003 (8)  (9);

i)

het programma van de politieke partij (10);

j)

een algemeen financieel overzicht over 2015, gecertificeerd door de externe controle-instantie (11)  (12);

k)

een beschrijving van het jaarlijkse werkprogramma;

l)

een voorlopige operationele begroting voor de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2017, met daarin vermeld de uitgaven die in aanmerking komen voor financiering ten laste van de EU-begroting;

m)

een volledige ledenlijst.

5.   Financiering uit de EU-begroting

De kredieten voor het begrotingsjaar 2017 uit hoofde van artikel 402 van de begroting van het Parlement „Steun aan de Europese politieke partijen” worden geraamd op 31 905 000 EUR. Deze kredieten moeten door de begrotingsautoriteit worden goedgekeurd.

De door het Europees Parlement toegekende financiële steun mag niet meer bedragen dan 85 % van de subsidiabele operationele kosten van een politieke partij op Europees niveau. De bewijslast berust bij de desbetreffende politieke partij.

De financiering heeft de vorm van een subsidie voor huishoudelijke uitgaven als bedoeld in het Financieel Reglement en in de uitvoeringsbepalingen. De betalingsvoorwaarden en de verplichtingen in verband met het gebruik van de subsidie worden vastgesteld in het besluit tot toekenning van de subsidie, waarvan een model in bijlage 2a bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004 is opgenomen.

6.   Procedure en termijn voor de indiening van voorstellen

6.1.   Termijn en voorwaarden voor de indiening van aanvragen

De uiterste datum voor de indiening van aanvragen is vastgesteld op 30 september 2016. Aanvragen die na deze datum worden ingediend, worden niet in aanmerking genomen.

De aanvragen moeten:

a)

zijn opgesteld op het formulier voor subsidieaanvraag (bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004);

b)

zijn ondertekend door de aanvrager of diens naar behoren gevolmachtigde vertegenwoordiger;

c)

worden verzonden in een dubbele enveloppe. Beide enveloppen moeten gesloten zijn. Op de binnenste enveloppe moet, naast de vermelding van de in de oproep tot het indienen van voorstellen genoemde ontvangende dienst, de volgende tekst worden aangebracht:

„APPEL À PROPOSITIONSSUBVENTIONS 2017 AUX PARTIS POLITIQUES AU NIVEAU EUROPÉEN

À NE PAS OUVRIR PAR LE SERVICE DU COURRIER NI PAR AUCUNE PERSONNE NON HABILITÉE”

Indien zelfklevende enveloppen worden gebruikt, worden deze met plakband gesloten en plaatst de afzender zijn handtekening over het plakband heen. Als handtekening van de afzender geldt niet alleen zijn handgeschreven handtekening, maar ook het stempel van zijn organisatie.

Op de buitenste enveloppe wordt het adres van de afzender vermeld. Deze enveloppe wordt geadresseerd aan:

PARLEMENT EUROPÉEN

Service du courrier

KAD 00D008

2929 Luxembourg

LUXEMBOURG

Op de binnenste enveloppe wordt het volgende adres vermeld:

Président du Parlement européen

aux bons soins de Monsieur Didier Kléthi, directeur général des Finances

SCH 05B031

2929 Luxembourg

LUXEMBOURG

d)

uiterlijk worden verzonden op de in de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde uiterste datum, hetzij per aangetekende post, waarbij de datum van het poststempel als bewijs geldt, hetzij per koeriersdienst, tegen een gedagtekend ontvangstbewijs.

6.2.   Indicatieve procedure en termijnen

Ten aanzien van de toekenning van subsidies aan de politieke partijen op Europees niveau door het Europees Parlement zijn de volgende procedures en termijnen van toepassing:

a)

indiening van de aanvraag bij het Europees Parlement (uiterlijk op 30 september 2016);

b)

behandeling en selectie door de diensten van het Europees Parlement. Alleen ontvankelijke aanvragen worden getoetst aan de hand van de in de oproep tot het indienen van voorstellen vastgestelde subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria;

c)

vaststelling van het besluit tot toekenning van de subsidie door het Bureau van het Europees Parlement (in principe vóór 1 januari 2017 zoals bepaald in artikel 4 van het besluit van het Bureau van 29 maart 2004);

d)

kennisgeving van de subsidiebesluiten;

e)

uitbetaling van een voorfinanciering van 80 % (binnen 15 dagen na het besluit tot toekenning van de subsidie).

6.3.   Meer informatie

De volgende teksten zijn beschikbaar op de internetpagina van het Europees Parlement:

http://www.europarl.europa.eu/tenders/invitations.htm:

a)

Verordening (EG) nr. 2004/2003;

b)

besluit van het Bureau van 29 maart 2004;

c)

formulier voor subsidieaanvraag (bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004).

Alle vragen in verband met de onderhavige oproep tot het indienen van voorstellen moeten, met een verwijzing naar de referentie van de publicatie, per elektronische post worden toegezonden aan het volgende adres: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu

6.4.   Verwerking van persoonsgegevens

In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (13) worden de persoonsgegevens die in het aanvraagformulier of de bijlagen vermeld staan, verwerkt volgens de beginselen van eerlijkheid, rechtmatigheid en evenredigheid met het oog op het expliciete en legitieme doel van de procedure. Voor de verwerking van de aanvraag en ten behoeve van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie, kunnen de persoonsgegevens worden verwerkt door de bevoegde diensten en organen van het Europees Parlement en worden doorgegeven aan interne auditdiensten, de Europese Rekenkamer, de gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden of aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

De namen van de leden en vertegenwoordigers van een Europese politieke partij die in de financieringsaanvraag worden aangehaald om te voldoen aan het vertegenwoordigingscriterium van artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2004/2003, kunnen door het Europees Parlement worden gepubliceerd of openbaar worden gemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement (14). De politieke partijen worden verzocht om bij hun aanvraag een door de betrokken leden of vertegenwoordigers van de partij ondertekende verklaring te voegen waarin zij verklaren op de hoogte te zijn gesteld van en akkoord te gaan met de openbaarmaking van hun naam.

Alle betrokken personen kunnen zich tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming wenden (edps@edps.europa.eu) om beroep in te stellen.


(1)  PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1.

(2)  PB C 155 van 12.6.2004, blz. 1.

(3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(4)  PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.

(5)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijzigingen zijn aangebracht op de reeds toegestuurde documenten.

(6)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijzigingen zijn aangebracht op de reeds toegestuurde documenten.

(7)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijzigingen zijn aangebracht op de reeds toegestuurde documenten.

(8)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijzigingen zijn aangebracht op de reeds toegestuurde documenten.

(9)  Met inbegrip van de in artikel 3, lid 1, onder b), eerste alinea, en artikel 10, lid 1, onder b), bedoelde lijsten van verkozen leden.

(10)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijzigingen zijn aangebracht op de reeds toegestuurde documenten.

(11)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijzigingen zijn aangebracht op de reeds toegestuurde documenten.

(12)  Behalve indien de politieke partij op Europees niveau tijdens het lopende jaar is opgericht.

(13)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(14)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.


21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 223/14


Oproep tot het indienen van voorstellen IX-2017/02 — „Subsidies aan politieke stichtingen op Europees niveau”

(2016/C 223/12)

Volgens artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie dragen de politieke partijen op Europees niveau bij tot de vorming van een Europees politiek bewustzijn en tot de uiting van de wil van de burgers van de Unie. Daarnaast is in artikel 224 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaald dat het Europees Parlement en de Raad bij verordeningen volgens de gewone wetgevende procedure het statuut van de Europese politieke partijen, bedoeld in artikel 10, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en in het bijzonder de regels inzake hun financiering vaststellen.

Bij Verordening (EG) nr. 2004/2003, zoals herzien in 2007, werd de rol van de politieke stichtingen op Europees niveau erkend, als organisaties die banden hebben met politieke partijen op Europees niveau en „waarvan de activiteiten het bereiken van de doelstellingen van de politieke partijen op Europees niveau […] dichterbij kunnen helpen brengen, met name door bij te dragen aan het debat over Europese politieke aangelegenheden en de Europese integratie en als katalysator voor nieuwe ideeën, analyses en beleidsopties te fungeren”. De verordening voorziet met name in een jaarlijkse financiële bijdrage van het Europees Parlement in de vorm van een subsidie aan de politieke stichtingen die hiertoe een verzoek indienen en die aan de in de verordening gestelde voorwaarden voldoen.

In die context doet het Parlement een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de toekenning van subsidies aan de politieke stichtingen op Europees niveau.

1.   Rechtsgrond

Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (hierna „Verordening (EG) nr. 2004/2003” genoemd) (1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 (hierna „besluit van het Bureau van 29 maart 2004” genoemd) (2).

Verordening (EG, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (hierna „het Financieel Reglement” genoemd) (3).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EG, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (hierna „uitvoeringsvoorschriften” genoemd) (4).

2.   Doelstelling

Artikel 2 van het besluit van het Bureau luidt: „Het Europees Parlement publiceert elk jaar vóór het verstrijken van het eerste halfjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd een oproep tot het indienen van voorstellen met het oog op de verlening van subsidie ter financiering van partijen en stichtingen.”.

Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op de verzoeken om financiering voor het begrotingsjaar 2017 en dekt activiteiten tijdens de periode van 1 januari tot en met 31 december 2017. De subsidie is bestemd ter financiering van het jaarlijkse werkprogramma van de begunstigde.

3.   Ontvankelijkheid

Alleen schriftelijke aanvragen die overeenkomstig het in bijlage 1 bij bovengenoemd besluit van het Bureau van 29 maart 2004 opgenomen aanvraagformulier zijn opgesteld en die vóór de vastgestelde termijn aan de voorzitter van het Europees Parlement zijn toegestuurd, komen voor financiering in aanmerking. Onvolledige aanvragen kunnen worden afgewezen.

4.   Criteria en bewijsstukken

4.1.   Subsidiabiliteitscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet een politieke stichting op Europees niveau voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2004/2003, namelijk:

a)

zij moet banden hebben met een van de overeenkomstig deze verordening erkende politieke partijen op Europees niveau, die het bestaan van die banden bevestigt;

b)

zij moet een rechtspersoonlijkheid hebben in de lidstaat waar haar zetel gevestigd is. Deze rechtspersoonlijkheid is onderscheiden van die van de politieke partij op Europees niveau waarmee zij verbonden is;

c)

zij moet, in het bijzonder in haar programma en activiteiten, de beginselen eerbiedigen waarop de Europese Unie is gegrondvest, met name de beginselen van vrijheid, democratie, eerbied voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en de rechtsstaat;

d)

zij mag geen winstoogmerk hebben;

e)

haar raad van bestuur moet geografisch evenwichtig zijn samengesteld.

De stichting moet tevens voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2004/2003: „Het komt binnen het kader van deze richtlijn aan elke politieke partij en stichting op Europees niveau toe om de bijzondere voorschriften voor hun relatie vast te stellen, overeenkomstig nationaal recht, waaronder een adequate scheiding tussen de dagelijkse leiding en de bestuursstructuren van de politieke stichting op Europees niveau enerzijds, en de politieke partij waarmee zij banden heeft anderzijds.”.

4.2.   Uitsluitingscriteria

Aanvragers moeten tevens verklaren dat de politieke stichting zich niet in een van de situaties bevindt die worden genoemd in artikel 106, lid 1, en artikel 107 van het Financieel Reglement.

4.3.   Selectiecriteria

Aanvragers moeten bewijzen dat de politieke stichting over de nodige wettelijke bevoegdheden en financiële middelen beschikt om het in het aanvraagformulier beschreven werkprogramma ten uitvoer te leggen en beheerstechnisch en organisatorisch in staat is dit programma tot een goed einde te brengen.

4.4.   Toekenningscriteria

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2004/2003 worden de beschikbare kredieten voor het begrotingsjaar 2017 als volgt verdeeld over de politieke stichtingen op Europees niveau waarvan het verzoek in het licht van de subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria werd ingewilligd:

a)

15 % wordt gelijkelijk verdeeld;

b)

85 % wordt verdeeld over de stichtingen die banden hebben met politieke partijen op Europees niveau waarvan vertegenwoordigers zetelen in het Europees Parlement, in verhouding tot het aantal gekozen leden.

4.5.   Meldingsplicht

Aanvragers aan wie subsidie is toegekend, moeten eventuele wijzigingen met betrekking tot de ingediende documenten of de in de aanvraag verstrekte informatie binnen twee weken melden. Indien de aanvrager dit verzuimt, kan de ordonnateursdienst een besluit nemen op grond van de beschikbare informatie, ongeacht later verstrekte informatie.

Het is aan de aanvragers en begunstigden om aan te tonen dat zij aan de geldende criteria blijven voldoen.

4.6.   Bewijsstukken

Met het oog op de toetsing van hun aanvraag aan de bovengenoemde criteria moeten aanvragers de volgende bewijsstukken verstrekken:

a)

het origineel van de begeleidende brief met vermelding van het aangevraagde subsidiebedrag;

b)

het in bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004 opgenomen aanvraagformulier, naar behoren ingevuld en ondertekend (met inbegrip van de verklaring op erewoord);

c)

het statuut van de politieke stichting (5);

d)

een officieel registratiebewijs (6);

e)

een recent bestaansbewijs van de politieke stichting;

f)

de lijst van bestuurders/leden van de raad van bestuur (namen en voornamen, nationaliteit, titels of functies binnen de politieke stichting);

g)

het politiek programma van de politieke stichting (7);

h)

een algemeen financieel overzicht over 2015, gecertificeerd door de externe controle-instantie (8);

i)

een voorlopige operationele begroting voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, met daarin vermeld de kosten die in aanmerking komen voor financiering ten laste van de Uniebegroting;

j)

een beschrijving van het jaarlijkse werkprogramma;

k)

documenten waaruit blijkt dat de politieke stichting voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2004/2003;

l)

een volledige ledenlijst.

5.   Financiering uit de EU-begroting

De kredieten voor het begrotingsjaar 2017 uit hoofde van artikel 403 van de begroting van het Parlement „Steun aan de Europese politieke stichtingen” worden geraamd op 19 000 000 EUR. Deze kredieten moeten door de begrotingsautoriteit worden goedgekeurd.

De door het Europees Parlement toegekende financiële steun mag niet meer bedragen dan 85 % van de subsidiabele operationele kosten van een politieke stichting op Europees niveau. De bewijslast berust bij de politieke stichting.

De financiering heeft de vorm van een exploitatiesubsidie als bedoeld in het Financieel Reglement en in de uitvoeringsvoorschriften. De betalingsvoorwaarden en de verplichtingen in verband met het gebruik van de subsidie worden vastgesteld in het besluit tot toekenning van de subsidie, waarvan een model in bijlage 2b bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004 is opgenomen.

6.   Procedure en termijn voor de indiening van voorstellen

6.1.   Termijn en voorwaarden voor de indiening van voorstellen

De uiterste datum voor de indiening van aanvragen is vastgesteld op 30 september 2016. Aanvragen die na deze datum worden ingediend, worden niet in aanmerking genomen.

De aanvragen moeten:

a)

opgesteld zijn op het formulier voor subsidieaanvraag (bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004);

b)

ondertekend zijn door de aanvrager of diens naar behoren gevolmachtigde vertegenwoordiger;

c)

worden verzonden in een dubbele enveloppe. Beide enveloppen moeten gesloten zijn. Op de binnenste enveloppe moet, naast de vermelding van de in de oproep tot het indienen van voorstellen genoemde ontvangende dienst, de volgende tekst worden aangebracht:

„APPEL À PROPOSITIONS — SUBVENTIONS 2017 AUX FONDATIONS POLITIQUES AU NIVEAU EUROPÉEN

À NE PAS OUVRIR PAR LE SERVICE DU COURRIER NI PAR AUCUNE PERSONNE NON HABILITÉE

Indien zelfklevende enveloppen worden gebruikt, worden deze met plakband gesloten en plaatst de afzender zijn handtekening over het plakband heen. Als handtekening van de afzender geldt niet alleen zijn handgeschreven handtekening, maar ook het stempel van zijn organisatie.

Op de buitenste enveloppe wordt het adres van de afzender vermeld. Deze enveloppe wordt geadresseerd aan:

PARLEMENT EUROPÉEN

Service du courrier

KAD 00D008

2929 Luxembourg

LUXEMBOURG

Op de binnenste enveloppe wordt het volgende adres vermeld:

Président du Parlement européen

aux bons soins de Monsieur Didier Kléthi, directeur général des Finances

SCH 05B031

2929 Luxembourg

LUXEMBOURG

d)

uiterlijk worden verzonden op de in de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde uiterste datum, hetzij per aangetekende post, waarbij de datum van het poststempel als bewijs geldt, hetzij per koeriersdienst, tegen een gedagtekend ontvangstbewijs.

6.2.   Indicatieve procedure en termijnen

Ten aanzien van de toekenning van subsidies aan de politieke stichtingen op Europees niveau door het Europees Parlement zijn de volgende procedures en termijnen van toepassing:

a)

indiening van de aanvraag bij het Europees Parlement (uiterlijk op 30 september 2016);

b)

onderzoek en selectie door de diensten van het Europees Parlement. Alleen ontvankelijke aanvragen worden getoetst aan de in de oproep tot het indienen van voorstellen vastgestelde subsidiabiliteits-, uitsluitings- en selectiecriteria;

c)

vaststelling van het besluit tot toekenning van de subsidie door het Bureau van het Europees Parlement (in principe vóór 1 januari 2017, zoals bepaald in artikel 4 van het besluit van het Bureau van 29 maart 2004) en kennisgeving van het resultaat aan de aanvragers;

d)

kennisgeving van de subsidiebesluiten;

e)

uitbetaling van een voorfinanciering van 80 % (binnen 15 dagen na het besluit tot toekenning van de subsidie).

6.3.   Nadere informatie

De volgende teksten zijn beschikbaar op de internetpagina van het Europees Parlement:

http://www.europarl.europa.eu/tenders/invitations.htm:

a)

Verordening (EG) nr. 2004/2003;

b)

besluit van het Bureau van 29 maart 2004;

c)

formulier voor subsidieaanvraag (bijlage 1 bij het besluit van het Bureau van 29 maart 2004).

Alle vragen in verband met deze oproep tot het indienen van voorstellen moeten, met een verwijzing naar de referentie van de publicatie, per elektronische post worden toegezonden aan het volgende adres: fin.part.fond.pol@europarl.europa.eu

6.4.   Verwerking van persoonsgegevens

In overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (9) worden de persoonsgegevens die in het aanvraagformulier of de bijlagen vermeld staan, verwerkt volgens de beginselen van eerlijkheid, rechtmatigheid en evenredigheid met het oog op het expliciete en legitieme doel van de procedure. Voor de verwerking van de aanvraag en ten behoeve van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie, kunnen de persoonsgegevens worden verwerkt door de bevoegde diensten en organen van het Europees Parlement en worden doorgegeven aan interne auditdiensten, de Europese Rekenkamer, de gespecialiseerde instantie voor financiële onregelmatigheden of aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

Alle betrokken personen kunnen zich tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (edps@edps.europa.eu) wenden om beroep in te stellen.


(1)  PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1.

(2)  PB C 155 van 12.6.2004, blz. 1.

(3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(4)  PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.

(5)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijziging is opgetreden ten opzichte van de reeds eerder opgestuurde documenten.

(6)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijziging is opgetreden ten opzichte van de reeds eerder opgestuurde documenten.

(7)  Of een verklaring op erewoord dat er geen wijziging is opgetreden ten opzichte van de reeds eerder opgestuurde documenten.

(8)  Tenzij de aanvrager in het lopende jaar is opgericht.

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.